Ondersteunen bij persoonlijke verzorging
niveau
2
2
Inhoud 1
Thema Schoon en verzorgd 6
1.1
Micro-organismen 7
1.3
Vaardigheid Handen wassen 11
1.2 1.4 2 2.1
Infecties voorkomen 9 Toets jezelf 13
Thema Zorg voor het bed 14 Bedden 15
2.2
Aandachtspunten bij het bed opmaken 17
2.4
Bedden voor baby›s en kleine kinderen 22
2.3
2.5
2.6 2.7
Aanpassingen en hulpmiddelen in en om het bed 19 Vaardigheid Bed afhalen en opmaken 24
Vaardigheid Wieg of ledikant opmaken 26 Toets jezelf 28
3
Thema Slapen 29
3.1
Slapen en slaapproblemen 30
3.3
Toets jezelf 39
4
Thema Lichaamshygiëne 40
4.1
De huid 41
4.3
Helpen met wassen 50
3.2
4.2 4.4 4.5
4.6 4.7
4.8
4.9
Slaap- en waakritme bij kinderen 36
Persoonlijke verzorging 45 Haren verzorgen 54 Scheren 57
Mondverzorging 59
Nagels verzorgen 60
Vaardigheid Cliënt helpen bij een wasbeurt op bed 61
Vaardigheid Cliënt wassen aan de wastafel, onder de douche of in bad 64
4.10
Vaardigheid Gebitsprothese van een cliënt verzorgen 66
4.12
Vaardigheid Nagels knippen 70
4.11
4.13
4.14 4.15
4.16 4.17
Vaardigheid Tandenpoetsen 68
Vaardigheid Elektrisch scheren 72 Vaardigheid Nat scheren 73
Vaardigheid Haren wassen op bed 75
Vaardigheid Therapeutische elastische kousen aantrekken 77 Toets jezelf 79
3
5
Thema Verzorging van de baby en het jonge kind 80
5.1
De hygiënische verzorging van een baby 81
5.3
Vaardigheid Het baden van de baby 87
5.2 5.4
De hygiënische verzorging van de peuter, kleuter en het jonge kind 85 Toets jezelf 89
6
Thema Helpen bij lopen en verplaatsen 90
6.1
Het bewegingsapparaat 91
6.3
Een ciënt hulp bieden bij het verplaatsen 97
6.2 6.4 6.5
6.6 6.7
Rugklachten 96
Houdingen in bed 101
Hulpmiddelen bij lopen en rolstoelen 104
Vaardigheid Cliënt in de juiste houding in een stoel zetten 108
Vaardigheid Cliënt die niet kan lopen maar wel kan staan, uit bed en weer in bed hel-
pen. 110 6.8
Vaardigheid Cliënt verplaatsen met een tillift 112
6.9
Vaardigheid Cliënt in een rolstoel helpen en de rolstoel duwen 113
7
Thema Hulp bieden bij de uitscheiding 115
7.1
Urinewegen 116
6.10 Toets jezelf 114
7.2
Helpen urineren 120
7.4
Incontinentie 128
7.6
Braaksel en sputum 132
7.8
Vaardigheid Hulp bieden bij het gebruik van een po 136
7.3
7.5 7.7
Helpen bij de ontlasting 124 De uitscheiding van kinderen 130 Vaardigheid Hulp bieden bij het gebruik van een urinaal op bed 134
7.9
Vaardigheid Met de rolstoel naar het toilet 138
7.11
Vaardigheid De luier van een baby verschonen 142
7.10 7.12 7.13
Vaardigheid Incontinentieverband verwisselen 140 Vaardigheid Hulp bieden bij braken 143 Toets jezelf 145
8
Thema Lichaamstemperatuur 146
8.1
Observatie van de lichaamstemperatuur en koorts 147
8.3
Vaardigheid Lichaamstemperatuur opnemen in de oksel en de mond 155
8.2 8.4 8.5
Vaardigheid Lichaamstemperatuur rectaal opnemen 154
Vaardigheid Lichaamstemperatuur opnemen met een oorthermometer 156 Toets jezelf 157
9
Thema Aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel 158
9.1
Spijsverteringsstelsel 159
9.3
Toets jezelf 165
9.2
Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal 162
10
Thema Voedingsproblemen 166
10.1
Ondervoeding 167
10.3
Diabetes mellitus 172
10.2 10.4
Eetstoornissen 169 Toets jezelf 176
11
Thema Aandoeningen aan het bewegingsapparaat 177
11.1
Reumatische aandoeningen 178
11.3
Amputaties 183
11.2 11.4
Spierziekten 181 Toets jezelf 185
12
Thema Aandoeningen aan het zenuwstelsel 186
12.1
Het zenuwstelsel 187
12.2
Aandoening aan de bloedvaten van de hersenen (CVA) 190
12.4
Spasticiteit 195
12.3
12.5
MS en ALS 193
Reactivering en revalidatie 197
12.6
Toets jezelf 200
13
Thema Aandoeningen aan het hart, de bloedvaten en de luchtwegen 201
13.1
De bloedsomloop 202
13.3
Ademhalingsstelsel 210
13.2 13.4 13.5
Aandoeningen aan hart en bloedvaten 207 Astma en COPD 213 Toets jezelf 215
14
Thema Verlenen van eerste hulp 216
14.1
Houd je bij het verlenen van eerste hulp aan de richtlijnen 217
14.3
Gebruik van verschillende soorten verbanden 222
14.2 14.4 14.5
Soorten verbandmiddelen 219
Hoe behandel je beschadigingen aan de huid? 224 Beschadigingen aan botten en gewrichten 227
5
14.6
Bloedingen 230
14.7
Flauwte 232
14.9
Vergiftigingen 236
14.8
Problemen met de ademhaling 234
14.10 Vreemde voorwerpen in het lichaam 238
14.11 Vaardigheid Een verband aanleggen bij eerste hulp 240
14.12 Vaardigheid Een mitella en een draagdas aanleggen 242 14.13 Vaardigheid Een slagaderlijke bloeding stelpen 244
14.14 Vaardigheid Een bloeding stelpen met behulp van een dekverband 246 14.15 Toets jezelf 247