NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

2014 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 25e vergadering – 6 november 2014, middag Openbare vergadering van de gemeenteraad, gehouden op donderdag 6 november 2014 te 14.00 uur. Voorzitter: de heer mr. J.H.C. van Zanen, burgemeester, afgewisseld door de leden R. Rollingswier en S. van Waveren. Aanwezig zijn de leden: Baş, De Boer, Bollen, Bos, Bouazani, Brussaard, Buunk, Van Corler, Dibi, Van Esch, Ferket, Fokke, Van Gemert, Gilissen, Haage, Işik, Kleuver, Knip, Koelmans, Koning, Meijer, Menke, Metaal-Froon, Van Ooijen, Oostveen, Paardekooper, Podt, Post, Rajkowski, De Regt, Rollingswier, Roodenburg, Scally, Van Schie, Scholten, Sienot, Tielen, Uringa, Verschuure, De Vries, Van Waveren, Weistra, Wijlhuizen en Zwanenberg. Tevens zijn aanwezig de wethouders: Everhardt, Geldof, Van Hooijdonk, Jansen, Jongerius en Kreijkamp. Griffier: de heer drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening van de vergadering door de voorzitter. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt als volgt: Dames en heren! Welkom allemaal, ook de mensen thuis. Vandaag voeren wij het slotdebat over de Programmabegrotingsvoorstellen 2015. Bericht van verhindering is ingekomen van de heer Schipper. Vanmiddag bereikte mij het droevige bericht dat op het Domplein een incident heeft plaatsgevonden. Een persoon is van de Dom naar beneden gesprongen. Mijn gedachten en ongetwijfeld de uwe gaan uit naar de nabestaanden van deze persoon. De politie onderzoekt op dit moment het incident. Er valt verder nog niets over te zeggen. Agenda vaststellen en inventarisatie. De VOORZITTER: Dames en heren! Het vaststellen van de agenda en het inventariseren is vanmiddag betrekkelijk eenvoudig. Ik stel voor om de agendapunten 3 tot en met 14 in één keer te behandelen. De agenda wordt daarop z.h.o. ongewijzigd vastgesteld.

Middagvergadering van 6 november 2014

2

Bekrachtiging geheimhouding. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik verzoek u op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet de geheimhouding te bekrachtigen van de bijlage behorende bij het voorstel Jaargang 2014, nr. 77. Z.h.o. wordt overeenkomstig het verzoek van de voorzitter besloten. De VOORZITTER: Dames en heren! U hebt al veel debat achter de rug in de acht dagdelen van de commissievergaderingen. Ook de technische vragen zijn beantwoord in een schriftelijke ronde. Ik zal mijn uiterste best doen om de vergadering strak voor te zitten, zoals in het presidium met de fractievoorzitters is afgesproken. Men zal niet herhalen wat in de commissievergaderingen is gezegd. Er zullen geen technische vragen worden gesteld. Het college zal zich niet gehouden voelen om technische vragen te beantwoorden. Weest u alstublieft terughoudend met het in de eerste termijn indienen van moties. Houdt u zoveel mogelijk moties achter de hand voor de tweede termijn als u van het college geen toezegging hebt gekregen. Het is mogelijk om in de eerste termijn een motie in te dienen als men vanuit de commissievergaderingen al weet dat het college over een onderwerp heel anders denkt of als men een expliciete uitspraak van de raad wenst. Het is mooi als het lukt om vanmiddag de eerste termijn af te ronden. Het college heeft dan tijdens het avondeten tijd om de beantwoording voor te bereiden. Dat scheelt schorsingen. Ik zal rond 18.00 uur inventariseren hoe wij zullen verdergaan. Wethouder Kreijkamp heeft een korte mededeling te doen naar aanleiding van een petitie die hem zojuist is aangeboden. De heer KREIJKAMP (wethouder): Voorzitter! Ik heb zojuist een petitie in ontvangst genomen over de bibliotheek op de Neude. Ruim 15.000 Utrechters hebben die online of via Facebook getekend met "like". Uiteraard heb ik mijn waardering uitgesproken voor het aantal handtekeningen dat is opgehaald. Ik heb gezegd dat het college werkt aan een realistisch plan voor een moderne bibliotheek. De voorzitter stelt hierna aan de orde: Slotdebat programmabegroting 2015 c.a. waarbij tevens aan de orde worden gesteld: 1.

Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting 2015 (Jaargang 2014, nr. 77).

2.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 88).

3.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 89).

4.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 90).

5.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing


3

2015 (Jaargang 2014, nr. 91). 6.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van de brug-, schut- en havengelden 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabellen 2015 (Jaargang 2014, nr. 92).

7.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015 (Jaargang 2014, nr. 93).

8.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 94).

9.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 (Jaargang 2014, nr. 95).

10.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2015 (Jaargang 2014, nr. 96).

11.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 (Jaargang 2014, nr. 97).

12.

Voorstel tot vaststelling van de Tweede bestuursrapportage 2014 (Jaargang 2014, nr. 98). Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik vertel u graag het verhaal van Dione, een vrouw die in ons mooie Utrecht leeft aan het eind van het jaar 2015. Dan is de begroting die wij nu bespreken ongeveer tot wasdom gekomen. Het is een vrouw die ik bewonder, omdat ze het beste uit zichzelf en haar leven weet te halen, ook als het even tegenzit. Dione heeft een zoontje van 8 jaar. Ze gaan samen graag naar de bibliotheek. In de oude bieb waren weinig nieuwe media. In 2014 heeft een strijd gewoed over de vraag in welk pand de nieuwe bieb moet komen, maar dankzij een amendement kwam het stadsbestuur eruit. Met dat amendement zijn vast 13.555 mensen blij. Ik dien dat nu in. "Amendement 52. Schrap bezuiniging bibliotheek . De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 6 november 2014 ter bespreking van de programmabegroting 2015; Constateert dat: -

De bibliotheek een belangrijke aanvullende voorziening is op het onderwijs in Utrecht;

-

Het college eveneens de ambitie heeft een goed functionerende en moderne centrale bibliotheek voor alle Utrechters te realiseren;

-

In de begroting 2015 conform het collegeprogramma een bezuiniging van € 2,5 min. wordt ingeboekt op de realisatie van een nieuwe centrale bibliotheek in Utrecht;

-

Met ingang van 2016 er voor een nieuwe centrale bibliotheek 1,45 miljoen euro structureel beschikbare aanvullende subsidie is ten opzichte van 2,45 miljoen in het oude kader;

-

Naast de bezuiniging op de huisvesting van de nieuwe centrale bibliotheek er eveneens


4

sprake is van een lopende taakstelling, een toepassing generieke korting en een efficiencykorting. Overwegende dat: -

Met een beperkt(er) financiële kader het geen gemakkelijke opgave is voor de Stichting bibliotheek om de ambitie voor een moderne centrale bibliotheek voor alle Utrechters te realiseren;

-

Vanwege het nieuw financiële kader het college verschillende voorstellen van de Stichting Bibliotheek heeft afgewezen.

Besluit: -

De incidentele bezuiniging op de bibliotheek van € 2,5 mln. ongedaan te maken;

-

Dit te dekken uit een ombuiging verkoop vastgoed 2015 voor € 2,5 mln.

En gaat over tot de orde van de dag." Amendement 52 is ondertekend door mevrouw Bouazani. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik kan de oproep van de PvdA-fractie begrijpen, net als amendement 52. Kan mevrouw Haage iets zeggen over het feit dat de organisatie van de bibliotheek een duidelijke opdracht heeft, maar steeds met voorstellen naar de raad komt die niet passen? Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik denk dat de fracties van PvdA en VVD elk een andere opvatting hebben over wat besturen inhoudt. Volgens ons is dat niet dat de wethouder alleen de rekenmachine erbij neemt om te bekijken of alles binnen de kaders past. Volgens ons houdt besturen ook in dat men creatief bekijkt of de kaders anders kunnen worden en men ervan durft af te wijken. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Misschien is dat meer het maken van een politieke keuze. In Utrecht is echter een nieuwe realiteit ontstaan na het niet doorgaan van de Bieb++. Er zijn duidelijke kaders neergelegd. De organisatie van de bibliotheek weet al meer dan een jaar dat ze op zoek moet naar een alternatief plan. Ik weet dat de wethouder op dit punt welwillend is. Het lukt de organisatie van de bibliotheek echter keer op keer om plannen voor te stellen die niet passen. Wil mevrouw Haage de bibliotheek oproepen om een passend plan te presenteren? Als men wil onderhandelen, moeten twee partijen dat doen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik ben raadslid en het college stelt de kaders. Ik spreek het college daarop aan. Ik zie een wethouder staan die over de plannen voor de bibliotheek terughoudend is. Daar balen wij van. Wij zijn niet de enigen die daarvan balen. Ook in de stad doet men dat, gezien het feit dat veel handtekeningen zijn opgehaald. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Mevrouw Haage wil de wethouder aanspreken, maar wil zij ook de organisatie van de bibliotheek aanspreken om gezamenlijk tot een oplossing te komen? Wil zij een eventuele uitspraak daarover steunen? Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik zie dat de organisatie van de bibliotheek telkens nieuwe plannen heeft. Het lijkt mij logisch dat die daaraan moet meedoen. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik ben benieuwd naar de dekking die mevrouw Haage voorstelt.


5

In de kaders die de huidige coalitie heeft geschetst, gaat minder dan EUR 1 miljoen structureel naar de bibliotheek toe. Daarmee zijn de kaders beperkt. Mevrouw Haage zegt een bedrag uit vastgoed als incidentele dekking naar voren schuiven. Daarmee verschuift zij iets van de kaders, maar die worden voor vestiging aan de Neude nog steeds niet gerealiseerd. Is mevrouw Haage dat met mij eens? De raad heeft altijd goede regels gehad over hoe om te gaan met de verkoop van maatschappelijk vastgoed, namelijk om dat niet onderhands te verkopen. In de voorstellen van de bibliotheek tot nog toe gebeurt dat wél. Ik hoor daarover graag de mening van mevrouw Haage. Aanhakend op de woorden van de heer Gilissen: als iemand plannen voorstelt, maar niet over de kaders ervan in gesprek gaat, kan hij of zij daarmee telkens opnieuw terugkomen. Denkt mevrouw Haage dat de verantwoordelijkheid daarvoor bij de raad van toezicht ligt? Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik ben het ermee eens dat het zonde is om op de Neude een enorm bedrag aan energie te spenderen. Daarover moet worden gesproken. Ook de PvdA-fractie vindt de kosten hoog. Daarom is het jammer dat het plan op het Smakkelaarsveld niet is doorgegaan. Dat was qua energie goedkoper. De heer Verschuure spreekt over de kaders van zijn college. De PvdA-fractie vindt het vooral belangrijk om niet alleen te voldoen aan afspraken die in het Stadhuis zijn gemaakt, maar ook om een bibliotheek te realiseren. De heer Verschuure zegt dat het verkopen van vastgoed niet onderhands moet gebeuren. Ik denk echter dat het goed is om creatievere mogelijkheden te bekijken voor het realiseren van de bibliotheek. Wij moeten daarvoor misschien een keer van de eigen kaders afstappen. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik wil mevrouw Haage vragen om in te gaan op de dekking die door de afdeling Vastgoed voor structurele lasten wordt gebruikt. Daarmee is het gat nog niet gedicht. Wij vinden dat jammer. Mevrouw Haage weet hoe de D66-fractie denkt over een moderne bibliotheek. In het coalitieakkoord zijn kaders afgesproken. Daaraan kan zij ons houden. Ik wil graag dat zij meer vertelt over hoe zij de structurele lasten structureel zal dekken en niet incidenteel door de verkoop van wat extra vastgoed. Ik ken de PvdA-fractie als een fractie die zich aan de vastgoedregels houdt. Ze heeft jarenlang een wethouder vastgoed geleverd. Hij heeft zich altijd aan de regels gehouden en heeft zich daarop altijd beroepen. Nu is de PvdA-fractie in de oppositie en wil de regels terzijde schuiven. Dat verbaast ons een beetje. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Als men iets wil realiseren, zeker een groot project, moet men buiten de eigen paden kunnen gaan. Ik wil voor de structurele dekking verwijzen naar de tegenbegroting die ik dadelijk zal indienen. De heer WIJLHUIZEN (SP): Voorzitter! Wat mij bevreemdt, is dat de PvdA-fractie een aantal jaren geleden voorstander was van de verzelfstandiging van de bibliotheek. Nu vraagt de PvdA-fractie de wethouder om opnieuw het roer in handen te nemen. Wordt die verantwoordelijkheid niet in eerste instantie gedragen door de bibliotheek zelf? Mevrouw HAAGE (PvdA): Ja. De bibliotheek doet daarover voorstellen. Die passen niet in de kaders die de wethouder opstelt. De wethouder moet niet op zijn handen gaan zitten, maar moet proberen er gezamenlijk uit te komen.


6

De heer WIJLHUIZEN (SP): Voorzitter! Iedereen die buiten de kaders werkt, geeft de opdracht aan de wethouder terug. Mogen organisaties die buiten de kaders werken dat ook doen? Stelt de PvdA-fractie dat voor? Mevrouw HAAGE (PvdA): Nee, dat zeg ik niet. Ik zeg alleen dat men dat bij dergelijke grote en bijzondere projecten moet doen. Een bibliotheek is zeer ingewikkeld, maar de hele stad zit erop te wachten. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Mevrouw Haage zegt terecht dat in Utrecht veel mensen zijn die graag de bibliotheek op de Neude gevestigd willen zien. Ook de GroenLinks-fractie wil dat. Wij hebben dat idee zelf geopperd. De vraag is alleen tegen welke prijs. Mevrouw Haage stelt voor om daarvoor EUR 2,5 miljoen extra uit te trekken. Is dat het kader dat de PvdA-fractie stelt? Of stelt mevrouw Haage helemaal geen kader en vindt zij dat alle ideeën kunnen? Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Anders dan de GroenLinks-fractie houden wij de ambitie hoog voor een moderne bibliotheek in de binnenstad. Daarbij hoort een budget. Wij vinden het jammer dat het college voor de extra ambitie een bezuiniging heeft ingesteld. Ik ben het met de GroenLinks-fractie eens dat niet alle opties even budgetvriendelijk zijn. Daarover moet worden gesproken. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Mevrouw Haage stelt geen enkel financieel kader. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Het kader staat in onze tegenbegroting. Die heeft de raad vanochtend gekregen. Nu in de binnenstad een nieuwe bieb is gerealiseerd, kunnen Dione en haar zoontje daar de hele middag doorbrengen. De jongen vindt vooral serious games over het heelal en het verkeer leuk, terwijl zijn moeder wegdroomt in een boek. Bij thuiskomst zag zij een rekening op de deurmat liggen. Omdat zij een chronische longaandoening heeft, heeft zij dure medicijnen nodig. De veranderingen in de zorg in 2014 hebben haar zorgelijk gestemd. Gelukkig is zij er niet veel op achteruit gegaan. Dankzij goede mondelinge voorlichting weet Dione waarop zij recht heeft. Dat is voor haar en haar buren belangrijk omdat ze niet goed met internet overweg kunnen. Daarom vragen wij de wethouder om motie 29 uit 2012 alsnog uit te voeren en om de functie van voorlichter te handhaven. Juist als in de stad de nood hoog is, mogen twee van onze principes niet worden geschonden: het altijd voor elkaar opkomen en het iedereen de kans geven om uit zichzelf het beste te halen. Die principes kunnen voor Dione in gevaar komen als de nieuwe coalitie het armoedebeleid met EUR 1 miljoen per jaar kort. Hoezo opkomen voor elkaar als de pot voor armoede in crisistijd wordt gesnoeid? Hoezo het beste uit jezelf halen als het rijksbudget voor chronisch zieken en gehandicapten wordt besteed aan andere zaken dan waarvoor dat is bedoeld? In Utrecht is een goed leven niet het geluk van enkelen, maar een recht van allen. "Amendement 53. Schrap bezuiniging armoedebeleid. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 6 november 2014 ter bespreking van de programmabegroting 2015; Constateert dat:

Middagvergadering van 6 november 2014 -

7

In de begroting 2015 conform het collegeprogramma een bezuiniging van € 1 mln. wordt ingeboekt op het armoedebeleid (prestatiedoelstelling 3.2.1);

-

Volgens het collegeprogramma het een bezuiniging betreft op apparaatskosten, maar het college in het raadsvoorstel Armoedebeleid en inzet compensatiemiddelen Wtcg/CER voorstelt de bezuiniging in 2015 te realiseren door de inzet van € 810.500,-uit de compensatiemiddelen Wtcg/CER en € 190.000,-- door het niet realiseren voor een alternatieve voorziening in plaats van de Reserveringstoeslag 65+;

-

Deze invulling van de bezuiniging geen betrekking heeft op apparaatskosten, maar direct ten koste gaat van de chronisch zieken en gehandicapten en ouderen die langdurig op een minimuminkomen zitten;

Overwegende dat: -

Nu ook het college heeft moeten erkennen dat een bezuiniging van € 1 mln. op apparaatskosten armoedebeleid onmogelijk is;

-

De beoogde invulling van de taakstelling strijdig is met het coalitieakkoord;

-

Deze bezuiniging die de financiële positie van de armste Utrechters direct raakt onacceptabel is;

-

De maatregel 'apparaatskosten armoedebeleid' onderdeel is van een pakket met bezuinigingen en intensiveringen in het collegeakkoord;

-

Een dekking conform het collegeakkoord dus ook gevonden moet worden bij de intensiveringen uit het collegeakkoord;

Besluit: -

De bezuiniging op het armoedebeleid van € 1 mln. structureel ongedaan te maken;

-

Dit te dekken uit de structurele intensivering Data gedreven sturing uit het collegeakkoord (€ 2 mln.);

-

De 'te heralloceren' compensatiemiddelen Wtcg/CER (€ 810.500,--) volledig aan de doelgroep van deze compensatiemiddelen ten goede te laten komen door deze in 2015 gelijkelijk te verdelen over de onderdelen collectieve ziektekostenverzekering en bijzondere bijstand;

-

De middelen bestemd voor de Reserveringstoeslag 65+ (€ 190.000,--) in te zetten voor een alternatieve regeling voor deze doelgroep op basis van groepskenmerken per 1 januari 2015 (eventueel met terugwerkende kracht)

En gaat over tot de orde van de dag" Amendement 53 is ondertekend door de heer Post, de heer Van Ooijen en mevrouw Van Esch. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ook van amendement 53 klopt de dekking niet. De bezuiniging is structureel, maar wordt incidenteel gedekt. De intensivering van de datagedreven sturing is maar voor twee jaar in de begroting opgenomen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Volgens mij is de datagedreven sturing voor vier jaar in de begroting opgenomen. Die is dus voor de komende vier jaar gedekt. De heer VERSCHUURE (D66): En daarna? Mevrouw HAAGE (PvdA): Daarna komt de PvdA opnieuw in het college en zal dat regelen.


8

De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik wil graag in de glazen bol van mevrouw Haage kijken om te zien wat er nog meer gebeurt. Ik constateer echter dat de PvdA-fractie geen deel meer uitmaakt van het college. Er zijn afspraken gemaakt dat als wij bezuinigingen structureel willen terugdraaien, wij een structurele dekking aangeven. Ik wil mevrouw Haage verzoeken om te bekijken of het lukt om de genoemde bezuiniging wél structureel te dekken. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik neem wat de heer Verschuure zegt voor kennisgeving aan. Dione geniet met volle teugen van het feit dat het leven goed is, zeker nu ze met de bus naar haar broer in Kanaleneiland kan gaan zonder eerst het Stationsgebied door te moeten. Daarom vragen wij de wethouder om het voor busreizigers mogelijk te maken van oost naar west te gaan voordat de nieuwe dienstregeling ingaat. Dione geniet ook van de komst van haar nichtje uit Frankrijk. Dat kan komen logeren omdat in de stad nu een betaalbaar backpackershostel is. Nadat het nichtje op tv de Tour de France door Utrecht heeft zien gaan, wilde het de stad met eigen ogen zien. Wij vragen de wethouder derhalve om het initiatief voor een hostel te steunen. Het belangrijkste voor Dione is dat ze aan het werk kan gaan. Werkgevers moeten in 2015 op grond van het sociaal akkoord 125.000 garantiebanen realiseren zodat zo veel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking bij een reguliere werkgever een baan kunnen krijgen. De onduidelijkheid van de gemeente over de toekomst van het Regionale Werkbedrijf geeft echter veel onzekerheid. Het is zeker dat Dione geen beschutte werkplek met een fatsoenlijk loon kan verwachten. Zij kan niet eens het minimumloon verdienen. Daarvoor kiest het college niet, hoewel dat in strijd is met het sociaal akkoord en de wet. Bij het regionale Werkbedrijf is het alsof wanneer men minder arbeidsgeschikt is men minder waard is. Dione heeft iets gehoord over het Lokaal Economisch Fonds (LEF). Het klinkt leuk, maar zij heeft geen idee wat het voor haar betekent. Het maakt haar overigens niets uit of Utrecht een hogere dan wel een lagere werkloosheid heeft dan Rotterdam, Urk of Meppel. Zij wil vooral dat de eigen gemeente er alles aan doet om zoveel mogelijk inwoners aan passend werk te helpen. Uiteindelijk heeft zij zelf lef genoeg om met succes te solliciteren. Ik wil u ook wat vertellen over Diones woonsituatie. Daarover is Dione zeer tevreden. De gemeente heeft in 2015 snel gereageerd toen nieuwe aanpassingen nodig waren die het mogelijk maken om samen met haar zoontje in de woning te blijven. Voor haar oudere buurvrouw is dat anders. Die kan moeilijk de trap opkomen. Uit de buurt vertrekken, is voor haar geen optie, want dan verliest ze vrienden die helpen met het doen van moeilijke klusjes. In een jonge stad is veel aandacht voor studenten en starters terecht, maar dat betekent niet dat wij de ouderen kunnen vergeten. Wij steunen het amendement van de CDA-fractie hierover. Diones buurvrouw kan slecht trappen lopen, maar actief is ze nog wel. Samen met andere ouderen is zij naar de wethouder gegaan om te vragen of ze als een soort mini-corporatie gezamenlijk woningen in eigen beheer kunnen krijgen. Ooit zijn de corporaties op die manier opgericht. Als Dione’s buurvrouw wil verhuizen, kan dat alleen naar een betaalbare woning met een betaalbare energierekening. In 2015 wordt méér gebouwd dan in de crisisjaren ervoor. Echter, de betaalbaarheid van de woningen is een probleem. Daarom vragen wij de wethouder of nieuwe wooncorporaties mogelijk worden als daarover met de bestaande woningbouwcorporaties afspraken worden gemaakt. Tevens willen wij dat eerdere afspraken over de percentages sociale woningbouw bij nieuwbouwprojecten en in de kernvoorraad worden voortgezet. Als een vrouw van deze tijd doet Dione in de buurt vrijwilligerswerk. Op de school van haar zoontje is zij luizenmoeder. Zij doet de administratie van de toneelvereniging.


9

Zij denkt graag mee over de nieuwe inrichting van het Westplein. Welke toekomst ziet de wethouder voor dit project zonder budget? Wij hebben daarover een motie opgesteld. Wij willen daarop graag een reactie van het college zien. Wij willen graag dat de wethouder onderzoek instelt naar de financieringsmogelijkheid voor de Westpleintunnel in de structuurvisie van de 2e fase van het Stationsgebied die de haalbaarheid van de verschillende varianten in beeld brengt, de ontwikkelgroep Lombok Centraal daarbij betrekt en de raad daarover bij de behandeling van de voorjaarsnota 2015 informeert. Er zijn verwachtingen gewekt. Die zijn niet waargemaakt. Dat is niet goed voor de participatie. Sterke en leefbare wijken vormen voor de PvdA-fractie het fundament voor een veilige en sociale leefomgeving voor iedereen. Bij het opstellen en de praktische uitvoering van de wijkactieprogramma's spelen wijkbewoners een belangrijke rol. Buurten krijgen zelf meer verantwoordelijkheid. Daaraan is onlosmakelijk verbonden dat inwoners als Dione meer te zeggen krijgen over de besteding van een vastgesteld budget per buurt. De wethouder heeft mooie gedachten over buurtbegrotingen. Wanneer krijgen buurtbewoners die hieraan willen meedoen daarover informatie? Nu zien wij een gat ontstaan. Het leefbaarheidsbudget wordt gekort. Tegelijkertijd is de maatschappelijke opgave in de buurten groot, in sommige groter dan in andere. Mensen als Dione en haar buurvrouw hebben – net als de meeste bewoners van de stad – een broertje dood aan bureaucratie en ambtelijke ingewikkeldheden. Als zij vrijwilligerswerk doen, een speeltuin opknappen, een koffieochtend in het buurthuis houden en ideeën voor een culturele trekker in Leidsche Rijn delen, kiezen zij daarvoor liever hun eigen stramien. Het is belangrijk om actieve wijkbewoners te steunen. Daarom kiezen wij in onze tegenbegroting ervoor om met een buurtaanpak nieuwe stijl te investeren in wijken en om niet te bezuinigen op subsidies zonder de gevolgen daarvan te overzien. Wij dienen het volgende amendement in. "Amendement 54. Tegenbegroting PvdA: een goed leven een recht voor allen! De gemeenteraad van Utrecht in vergadering bijeen op 6 november 2014, ter bespreking van het raadsvoorstel tot vaststelling van de programmabegroting 2015; Overwegende dat: -

Er voor de programmabegroting 2015 redelijkere en socialere alternatieven zijn, beschreven in de bijlage van dit amendement, de tegenbegroting van PvdA;

-

Hiermee extra geld gaat naar een sterk en sociaal armoedebeleid en verduurzaming van de Utrechtse woningvoorraad en dat de opgelegde bezuinigingen op de dagbesteding, de bibliotheek en de buurtinitiatieven teruggedraaid worden;

-

Dat daarmee de begroting gewijzigd moet worden, zodat een goed leven niet het geluk van enkelen, maar een recht voor allen is.

Besluit: -

Besluit de tegenbegroting van de PvdA aan te nemen en de programmabegroting 2015 daaraan aan te passen.

En gaat over tot de orde van de dag." Amendement 54 is ondertekend door mijzelf. Wij dringen nogmaals aan op de evaluatie van het sociaal beheer in onze buurthuizen. De wethouder was hierover in de commissievergadering onduidelijk. Het duurt erg lang. Wij spreken daarover al een jaar.


10

Niet alleen Dione, maar ook Fred of Achmed willen graag zelfstandig wonen en werken. De PvdAfractie wil dat het beleid in de stad erop is gericht dat wij altijd opkomen voor elkaar en dat wij iedereen de kans geven om het beste uit zichzelf te halen. Wij zien uit naar de beantwoording. Wij hopen van harte dat het college en de raad bereid zijn om onze alternatieven te omarmen. De heer VERSCHUURE (D66-fractie): Voorzitter. Na de algemene beschouwingen en na acht commissiedebatten spreken wij vandaag over de Utrechtse begroting voor 2015. Dat is belangrijk, want het gaat om veel geld waarmee wij veel nuttige en noodzakelijke zaken zullen doen. Deze begroting is de eerste van het huidige college. Daarmee is het een mijlpaal. Deze begroting schept voorwaarden voor nieuwe groei. Met deze begroting investeren wij in meer werk, minder regels en beter onderwijs. Daarmee moeten wij snel aan de slag gaan, want wij hebben veel ambities en er zijn uitdagingen genoeg. Utrecht maken wij samen: dat is het motto van deze coalitie. Dat willen wij graag gezamenlijk doen met alle Utrechters: inwoners, ondernemers, oppositiepartijen en het ambtelijke apparaat. 45 raadsleden weten veel, maar 320.000 Utrechters weten nog veel meer. Daarom zijn wij blij met de stadsgesprekken en erg nieuwsgierig naar de uitkomsten ervan. Politici zijn ook toekomstbewakers. Daarom is het noodzakelijk om de juiste koers voor later uit te zetten. Niet om over ons graf heen te regeren, maar om ervoor te zorgen dat Utrecht ook later een fantastische stad is om in te wonen, te leren en te werken. Met dit uitgangspunt beoordeelt mijn fractie de voorliggende begroting. Enkele weken geleden gaf ik aan dat nieuwe groei de basisvoorwaarde is om Utrecht ook in de toekomst aantrekkelijk te houden. Meer werk, minder regels en beter onderwijs dragen bij aan nieuwe groei. Meer werk betekent meer banen. Meer banen vragen om investeringen in de economie. Niet doordat de gemeente zelf meer banen te schept, maar door het aanjagen van de economie. Dat is mogelijk met een Lokaal Economisch Fonds (LEF). Dat is goed voor het aantal banen en een gezond economisch klimaat. Met het uitbreiden van de afdeling Economische Zaken komt er meer ruimte voor accountmanagement en acquisitie van bedrijven, zowel nationaal als internationaal. Internationalisering is voor onze stad van groot belang. Utrecht is geen enclave, maar een open, tolerante en gastvrije stad in het hart van de internationale economie. Volgend jaar zijn wij tijdens de Grand Départ van de Tour de France met een bereik van 3,5 miljard mensen in 188 landen voor korte tijd het centrum van de wereld. Dat is een once in a lifetime opportunity; ik daag het college uit om ervoor te zorgen dat de spin-off ervan Utrecht blijvend op de kaart zet. Wij zijn benieuwd naar de nadere uitwerking. Hoe worden bewoners en bedrijven erbij betrokken? Hoe zorgen wij voor een blijvende impuls voor economie, toerisme en breedtesport? Goede stadspromotie is van belang. Niet alleen om meer bedrijvigheid aan te trekken, maar ook om de potentie van Utrecht als toeristische trekker volop te kunnen benutten. Mijn fractie is daarom blij met de toezegging van het college om voor het toerisme in Utrecht een nieuw plan te presenteren. Op het aantrekken van internationale festivals en tentoonstellingen kan nog een plus. Daarvoor is Utrecht de perfecte uitvalsbasis. De culturele sector heeft bovendien behoefte aan nieuwe vergezichten. Wij zijn daarom blij met de toezegging dat er een nieuwe internationale culturele agenda komt. Het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid betekent niet dat wij minder aandacht moeten geven aan de huidige ondernemers. Ik vraag aandacht voor de trage voortgang van het digitale ondernemersdossier. Toegezegd is dat wij op de hoogte worden gehouden van de vorderingen. Mijn fractie is er niet gerust op dat dit punt voortvarend wordt opgepakt. Wij moeten er in ieder debat opnieuw naar vragen.


11

Ook hier wil ik dus zeggen: aan de slag! In onze veranderende stad past de horeca het onderscheiden naar soort niet langer. Er komen steeds nieuwe creatieve en innovatieve horecaconcepten bij. De regelgeving moet daarop aansluiten. Wij zijn blij dat de categorisering van de horeca spoedig wordt bekeken. Wie voor meer werk is, is ook voor schone energie. Wij noemen dat groene groei. Die trekt nieuwe wetenschappers naar het Utrecht Science Park, brengt innovatieve ondernemers naar de regio en zorgt voor goede installateurs in het midden- en kleinbedrijf. In de regio Utrecht geven bedrijven en bewoners jaarlijks EUR 2,5 miljard uit aan gas, elektriciteit en brandstof. Wat gebeurt er als wij dat geld op een andere manier in onze regio inzetten? Verduurzaming is geen verarming. Verduurzaming helpt Utrechters van hoge energierekeningen af en draagt bij aan structurele werkgelegenheid en economische groei. Een duurzaam Utrecht maken wij samen. Wij complimenteren de wethouder voor zijn lef om via een stadsgesprek nieuw en duurzaam beleid vorm te geven. Bedrijven en inwoners van de stad kunnen veel zelf doen. De lokale overheid moet helpen om van Utrecht een kansrijke stad te maken ten behoeve van onze kinderen en kleinkinderen. Is er iets dat meer belangrijk is dan dat? Laten wij daarmee zelf beginnen door duurzaam in te kopen. Met EUR 800 miljoen aan inkooporders heeft de gemeente een machtig inkoopwapen. Laten wij dat benutten, maar niet alleen voor één op de twintig aankopen. Een eventueel ingediende motie van de GroenLinks-fractie kan op onze steun rekenen. De kosten van deze rendabele investeringen zijn bovendien lager dan de onomkeerbare kosten van klimaatverandering. Nog vorige week lazen wij dat Utrecht zal investeren in maatregelen tegen wateroverlast. Dat is een goede zaak, maar als wij investeren in het bestrijden van de gevolgen van klimaatverandering moeten wij dat ook blijvend durven doen in de preventie ervan. Het college is op de goede weg, maar een aanmoediging kan geen kwaad. Aan de slag. Wie voor meer werk is, durft ook te investeren in kennis en talentontwikkeling, niet alleen voor de happy few, maar voor alle leerlingen op alle niveau’s op alle onderwijsinstellingen in Utrecht. Slimme hoofden en slimme handen is waar D66-fractie voor staat, zodat iedereen de kans krijgt om zijn of haar talenten te ontwikkelen. Ook goed onderwijs maken wij in Utrecht samen. De afgelopen maand vonden hierover twee inspirerende stadsgesprekken plaats. Naast het reguliere onderwijs zijn in Utrecht veel vernieuwende initiatieven van scholen, organisaties en ouders die bijdragen aan talentontwikkeling en kwaliteit van het Utrechtse onderwijs. De D66-fractie wil dat deze initiatieven de ruimte krijgen. Er is geld beschikbaar voor talentontwikkeling en het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs. De D66-fractie wil boter bij de vis. Kan het college toezeggen om deze vernieuwende initiatieven te steunen? Ik heb hiervoor een motie achter de hand. Brede scholen zijn de beste garantie op een goede schoolcarrière, omdat die zowel horizontale als verticale doorstroming bevorderen. Wij lezen in de media dat scholengemeenschappen hun VMBO-tak dreigen af te stoten. Is het college het met de D66-fractie eens dat dit een onwenselijke ontwikkeling is? Wij willen dat de verschillen tussen hoger en lager opgeleiden in Utrecht niet groter, maar kleiner worden. Vorige week verscheen daarover een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Dat waarschuwt voor een groeiende tweedeling in de samenleving, niet alleen tussen hoger en lager opgeleiden, maar tussen mensen die meedoen en mensen die dat niet meer kunnen. Dat is de uitdaging waarvoor wij de komende jaren in Utrecht staan. In het licht van de veranderende samenleving moeten wij ervoor waken dat geen mensen achterblijven. Utrecht is van ons allemaal. Wij moeten ervoor zorgen dat de voorzieningen in de stad voor iedere inwoner toegankelijk zijn.


12

Over toegankelijkheid gesproken: de D66-fractie pleit ervoor om Agenda 22 niet alleen op het netvlies te houden voor onderwerpen rond Zorg en Welzijn, maar ook voor de portefeuille Openbare Ruimte. Alleen door toegankelijkheid integraal te behandelen, kunnen wij ervoor zorgen dat deze wordt gegarandeerd. Ik vraag het college daarom om een toezegging. Ik heb hiervoor een motie achter de hand. Om ervoor te zorgen dat mensen in de veranderende samenleving kunnen blijven meedoen, moeten wij ook de onderkant van de arbeidsmarkt en de steun voor mensen die dat nodig hebben goed bekijken. In het coalitieakkoord is afgesproken om de wirwar aan regelingen rondom het armoedebeleid te vereenvoudigen. Vereenvoudiging draagt bij aan de toegankelijkheid, terwijl het beleid zelf op peil blijft. Dat dit in deze raad veel politieke discussies oplevert, hebben wij de afgelopen weken gezien. Goede besluitvorming heeft soms veel tijd nodig. Daarom zullen wij over een structurele uitwerking hiervan nader spreken. Voor komend jaar staat het bedrag al wel in de boeken. Daarom dien ik hierbij mede namens de fracties van GroenLinks, VVD en SP een amendement in. "Amendement 55. Andere dekking ter overbrugging 2015. De Utrechtse gemeenteraad bijeen in vergadering d.d. 6 november 2014 ter behandeling van de Programmabegroting Constaterende dat: -

de behandeling van het raadsvoorstel Armoedebeleid en compensatiemiddelen Wtcg/CER is uitgesteld tot na de raadsbehandeling van de Programmabegroting;

-

het college in dat raadsvoorstel o.m. voorstelt de vernieuwing van het Armoedebeleid met een jaar uit te stellen met als gevolg een tekort van € 1.000.000 in 2015; en

-

het college in het beslispunt 2 van dat raadsvoorstel voorstelt een deel van het de heralloceren middelen vanuit de compensatiemiddelen Wtcg/CER voor 2014 en 2015 en de middelen die beschikbaar komen door het vervallen van de Reserveringstoeslag 65+ te benutten ter overbrugging voor 2015;

Overwegende dat: -

de te heralloceren middelen door dit beslispunt niet volledig beschikbaar zijn in de jaren 2014 en 2015 ten behoeve van de mensen die mogelijk een beroep zullen doen op de gemeentelijke Collectieve Ziektekostenverzekering en/of de Bijzondere Bijstand;

-

de middelen die vrijkomen als gevolg van het vervallen van de Reserveringstoeslag 65+ komend jaar ook beschikbaar dienen te zijn, aangezien de mensen die daar een beroep op deden nu een beroep op de Bijzondere Bijstand zullen moeten doen;

-

het vernieuwend Armoedebeleid pas volgend jaar zal worden vastgesteld door de gemeenteraad en het daarmee voorbarig is om nu al op budgetten te korten;

-

de gemeente al jaren een overschot heeft op het WMO budget voor de individuele verstrekkingen; en de gemeente een Revolverend Fonds Werk & Inkomen heeft van € 5.000.000, waarvan maximaal € 1.500.000 per jaar zal worden ingezet.

Besluit: -

het WMO budget voor individuele verstrekkingen voor de jaren 2015 en 2016 te verlagen met € 250.000 en conform de begrotingspost Aanvullende Voorzieningen (P3) op pagina 158 van de Programmabegroting te verlagen naar € 55.274.000 in de jaarsnedes 2015 en 2016;

-

het budget van het Revolverend fonds Werk & Inkomen te verlagen met € 500.000 door de programmareserve Revolverend fonds Werk en Inkomen op pagina 338 van de Programmabegroting te verlagen naar € 4.500.000; en

-

de begrotingspost voor Armoedebestrijding (P3.2.1.) op pagina 133 van de


13

Programmabegroting met € 1.000.000 te verhogen in het jaar 2015. En spreekt de intentie uit: -

de bovengenoemde verlaagde budgetten, indien mogelijk, bij de Voorjaarsnota 2015 aan te vullen vanuit eventuele overschotten op het WMO budget individuele verstrekkingen en/of de te heralloceren kosten Compensatiemiddelen Wtcg/CER 2014."

Amendement 55 is ondertekend door de heer Rollingswier, mevrouw De Boer, mevrouw Tielen en mevrouw Koelmans. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik hoor de heer Verschuure eufemistisch spreken over het ontwarren van een wirwar van regels terwijl ik dat een bezuiniging van EUR 1 miljoen noem. Ik hoor de heer Verschuure zeggen dat goede besluitvorming tijd nodig heeft. Ik denk daarom dat het eerste voorstel van het college daarover niet deugt. Nu wil de heer Verschuure gelden gebruiken die zijn bedoeld voor de Wmo ten behoeve van het armoedebeleid. Volgens mij treedt hij daarmee buiten de kaders van zijn eigen college. Vindt hij het - gezien het feit dat met de Wmo veel staat te gebeuren - geen ondeugdelijke dekking? De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Als wij het een ondeugdelijke dekking hadden gevonden, dan hadden wij die niet voorgesteld. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Het college heeft aangegeven dat het volgend jaar een probleem heeft. Een incidentele dekking van EUR 1 miljoen, wat het amendement van de PvdA-fractie voorstelt, zou volstaan. Waarom deelt de heer Verschuure die conclusie niet? Het college zal in het voorjaar een nieuw voorstel doen en heeft de bezuiniging op raadskosten nog niet weggeschreven. Waarom wil de heer Verschuure om deze bezuiniging in te boeken EUR 500.000,00 uit Werk en Inkomen halen? Dat is een belangrijke decentralisatie waarvoor het LEF is opgericht. Hij wil ook uit de Wmo EUR 500.000,00 halen. Ook dat is een decentralisatie waarvan het budget krap is. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Wij hebben EUR 1 miljoen ingeboekt op de apparaatskosten. Die moet nog worden gevonden. Niet op het armoedebeleid zelf. Wij hebben nadrukkelijk onderstreept dat wij niet willen dat de individuele verstrekkingen in gevaar komen. Als wordt bekeken of het mogelijk is om de bezuiniging in te boeken, dan is het duidelijk dat het te snel gaat. De bezuiniging is op dit moment nog niet te realiseren, maar volgend jaar wel. Daarom moet die voor volgend jaar worden gedekt. Voor zover ik voor de PvdA-fractie kan spreken, beoogt amendement 53 het structureel van tafel halen van de bezuiniging. Dat is haar goed recht, maar dat levert voor volgend jaar een probleem op. Wij willen de bezuiniging daarom incidenteel dekken. Wij zullen daarover binnenkort spreken. Dat betekent dat wij vanavond een dekkende begroting willen vaststellen. Wij gaan met de thans voorgestelde dekking niet akkoord. Wij vinden onze dekking beter dan die welke het college in eerste instantie heeft voorgesteld. Wij herstellen die voor één jaar. Wij hebben voor volgend jaar de opgave om toch te bekijken of wij de besparing op de apparaatskosten kunnen realiseren. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De heer Verschuure geeft een helder antwoord op mijn eerste vraag. Mijn tweede vraag betreft de Wmo en de Participatiewet. Dat zijn belangrijke decentralisaties.


14

Ik ben benieuwd of de heer Verschuure wil erkennen dat door de bezuiniging van EUR 1 miljoen op apparaatskosten wij op belangrijke decentralisaties wel degelijk twee keer EUR 0,5 miljoen moeten inleveren, terwijl het een voorstel betreft voor bezuinigingen op de apparaatskosten van het armoedebeleid. Tot 2015 moeten wij twee keer EUR 0,5 miljoen inleveren vanwege een niet helemaal kloppend collegeakkoord. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Die constatering is voor rekening van de heer Van Ooijen. De dekking voor de besparing op de apparaatskosten voor volgend jaar is nog niet gevonden. De dekking die het college voorstelt, kan niet de goedkeuring van mijn fractie krijgen. Hetzelfde geldt voor andere fracties. Wij voelen ons verplicht om een sluitende begroting af te leveren en om niet zomaar tegen te stemmen. Daarom stellen wij voor volgend jaar een sluitende dekking voor. Wij zullen binnenkort over de verdere invulling daarvan spreken. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Volgens mij zal ook de D66-fractie de dekking op de apparaatskosten voor 2016 niet vinden. Ik constateer dat de heer Verschuure kort op de zorg en op het revolverende fonds dat werkgelegenheid moet creëren. Hij had zojuist de mond vol van toekomst, economie en het creëren van banen. Volgens de PvdA-fractie moet hij de korting van EUR 0,5 miljoen niet doen. Ook moet hij niet op de zorg korten. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Dat zijn constateringen van de PvdA-fractie. Ik constateer dat mevrouw Haage zojuist een dekking heeft geleverd die op lange termijn geen standhoudt. Onze dekking wel. Die is incidenteel. Wij zullen daarover binnenkort verder praten. Op de arbeidsmarkt zien wij veel jongeren die aan de slag willen gaan, maar dat niet kunnen. Dat levert hun een achterstand op in hun loopbaan die later nauwelijks meer is in te halen. Een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt is van groot belang. Daarom vragen wij daarvoor nogmaals alle aandacht. De jeugd heeft de toekomst. College, zorg voor een toekomst voor onze jeugd! De D66-fractie maakt zich zorgen over de toegankelijkheid van de woningmarkt. Door een gebrek aan woningen met een middelhoge huur en starterswoningen worden veel sociale huurwoningen onnodig bewoond door scheefwoners. Het vorige college heeft het tij weten te keren door in te zetten op meer middeldure huurwoningen en op koopwoningen voor starters. Dat bevordert de doorstroming waardoor sociale huurwoningen weer beschikbaar komen voor mensen die ze echt nodig hebben. Als stimulans kan de gemeente aanvullende maatregelen nemen. De D66-fractie wil daarom dat de gemeente in samenwerking met de woningcorporaties aan de slag gaat met starterscontracten. Omdat het college hierop in het commissiedebat niet zo happig was, dien ik de volgende motie in. "Motie 116. Een vliegende start met starterscontracten. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014 ter bespreking van de Programmabegroting 2015, Constaterende, dat: -

Utrecht een zeer geliefde plaats is om te wonen, waar veel druk staat op de woningmarkt en waar de omvang van de sociale huurwoningenvoorraad afneemt;

Overwegende, dat: -

Sociale huurwoningen eerst en vooral beschikbaar moeten zijn voor mensen met lage inkomens;

-

Scheefhuren de toegang tot sociale huurwoningen voor hen die deze echt nodig hebben


15

belemmert; -

Het college van B&W in februari 2014 toestemming heeft gevraagd aan de minister van Wonen en Rijksdienst voor het starten van pilots met starterscontracten in het kader van maatwerk voor de woningmarkt van Utrecht en Amsterdam;

-

Hierop door de minister een positieve reactie is gegeven en er dus geen belemmeringen zijn om deze ambitie uitte voeren;

-

Het nog minimaal één tot enkele jaren zal duren voordat het wetsvoorstel van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie en andere Rijkswetgeving rondom tijdelijke contracten bekrachtigd worden, maar dat pilots nu al wel zijn toegestaan;

-

Starterscontracten mogelijkheden bieden voor Utrecht om de beschikbaarheid van sociale huurwoningen te vergroten voor wie op de wachtlijsten staan;

-

Het voorts mogelijk wordt om te onderzoeken hoe dit de doorstroming op de woningmarkt beïnvloedt en daarmee ervaring en kennis op te doen;

Draagt het College op: -

De eerder ingezette ambities voort te zetten en aldus in samenwerking met de corporaties aan de slag te gaan met pilots voor starterscontracten;

-

Deze pilots aan de raad voor te leggen uiterlijk in maart 2015, zodat in april begonnen kan worden met de uitvoering;

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 116 is ondertekend door de heer Koning, mevrouw Uringa, de heer Buunk en de heer Brussaard. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Het verbaast me dat deze motie wordt ingediend. Er is bij starters nauwelijks sprake van doorstroming. Dat is een niet bestaand probleem. Ik ben voorstander van het bestemmen van huurwoningen voor mensen die daaraan echt behoefte hebben. Ik zie niet in waarom na vijf jaar alleen bij jongeren wordt bekeken of die voldoen aan de inkomenstoets. Ik vind dat wij dat moeten gelijktrekken voor alle mensen die in de sociale huurwoning wonen. Wij kunnen na vijf jaar elke inwoner van een sociale huurwoning toetsen of hij of zij daarop nog recht heeft. Waarom maken wij voor jongeren een uitzondering? Dat is het maken van onderscheid dat nergens voor nodig is. Hoe denkt de D66-fractie daarover? De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Wij zien dat op de woningmarkt en bij het doorstromen zich problemen voordoen. Wij zetten in op andere gebieden, zoals het bouwen van extra middeldure huurwoningen en starterswoningen. Wij zien dit als een extra middel dat van waarde kan zijn. Wij kunnen dit in Utrecht proberen te doen. Het is een middel waarover ook landelijk wordt nagedacht. Het is nog niet in landelijke wetgeving vormgegeven, maar er is wél ruimte om hierover pilots te doen. Utrecht is een progressieve stad en is heel creatief bij het vinden van oplossingen, ook wat betreft de woningmarkt. Daarom willen wij het college oproepen om dat te doen. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Pleit de Student & Starter-fractie ervoor om de huurbescherming niet alleen voor de genoemde groep af te schaffen, maar voor alle mensen die in een sociale huurwoning wonen? De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik schaf liever helemaal niets af, maar als er voorstellen worden gedaan, dan wil ik dat niet wordt gediscrimineerd op basis van leeftijd.


16

Ik vind dat een rechte lijn moet worden getrokken. Dan kunnen wij bekijken hoe wij het probleem van de doorstroming kunnen oplossen. Ik vind niet dat op leeftijd moet worden gediscrimineerd. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Wat de D66-fractie voorstelt, zie ik als een noodmaatregel. Is het instellen van tijdelijke contracten voor vijf jaar als generiek beleid een optie die de Student & Starter-fractie wil overwegen? De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Als andere mogelijkheden zijn uitgeput, zou dat een optie zijn. Ik wil dat eerst de andere mogelijkheden worden onderzocht en dat na de genoemde vijf jaar iedereen gelijk wordt behandeld. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Het waarborgen van de toegankelijkheid geldt ook voor de gemeentelijke organisatie zelf. Sinds een aantal weken is het nieuwe stadskantoor in gebruik. Enkele aanloopproblemen daargelaten is de verhuizing naar het gebouw een groot succes geworden. Wij complimenteren de ambtenaren daarmee. De toegankelijkheid van de gemeentelijke organisatie wordt hopelijk binnenkort verbeterd. Op verzoek van D66-fractie wordt onderzocht hoe de openingstijden van de afvalstations beter kunnen aansluiten bij de wensen van Utrechters. In de commissiedebatten is gesproken over de bezettingsgraad van de accommodaties van de gemeente. Er is onduidelijkheid over welke wethouder daarvoor verantwoordelijk is. Als het aan ons ligt, is dat de wethouder Vastgoed. Kan het college toezeggen om de verantwoordelijkheid daar onder te brengen? De bezettingsgraad van sportaccommodaties kan worden verbeterd. Wij zijn blij dat de wethouder Sport zich daarvoor verantwoordelijk voelt. Wij steunen hem in zijn ambitie om dat voor elkaar te krijgen. Om Utrecht een aantrekkelijke stad te laten blijven, is het belangrijk om rekening te houden met veranderende marktomstandigheden. Wij hebben enkele jaren geleden gezamenlijk een Nieuwe Ruimtelijke Strategie vastgesteld. Een actualisatie daarvan lijkt ons wenselijk. Voor het vestigingsklimaat, de bedrijvigheid en de inwoners zelf is het van groot belang om een bloeiend cultureel klimaat te bewerkstelligen. Na onze terechte zorgen over het prachtige TivoliVredenburg zouden wij bijna vergeten dat in de stad nog meer cultuur is. Vernieuwende initiatieven als De Kade en DEPOT zijn voor de stad waardevol. Het is goed dat het college die omarmt. De D66fractie is blij met de toezegging om ten tijde van de behandeling van de voorjaarsnota het cultuurconvenant te repareren. Ook de openbare ruimte in Utrecht maken wij samen. Wij zijn daarom blij dat het beheer van het Máximapark nu echt aan de bewoners wordt overgedragen. Ook ziet de D66-fractie graag dat bij de inrichting van de openbare ruimte rekening wordt gehouden met het veranderende klimaat, bijvoorbeeld door meer daken groen te maken en door een betere afwatering. Wat daarbij ook van belang is, is een slim maaibeleid. Mijn fractie heeft geen politieke opvatting over de lengte van een grasspriet, maar Utrecht heeft een uniek maaibeleid. Wat de gevolgen daarvan zijn voor flora en fauna is nog onduidelijk. De gevolgen voor het aantal soorten en de hoeveelheid bloemen moet daarom goed worden gemonitord. Dat kost hooguit enkele mandagen per jaar. Daarom vraag ik de wethouder om de toezegging het nieuwe maaibeleid jaarlijks goed te monitoren. Hiervoor hebben wij een motie achter de hand. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De heer Verschuure zegt dat van het nieuwe maaibeleid niet bekend is wat het effect ervan is op biodiversiteit en flora en fauna. Zou het voor flora en fauna slecht kunnen zijn? Als wij ermee starten, zouden flora en fauna daaronder kunnen lijden.


17

Dat vindt de D66-fractie kennelijk goed, want pas daarna wil ze het beleid monitoren. Is het niet beter om eerst te bekijken of het maaibeleid voor flora en fauna problemen oplevert? De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Volgens mij heeft de raad vorig jaar besloten om te beginnen met een nieuw maaibeleid. Wij vragen het college om te monitoren welke gevolgen dat heeft voor flora en fauna. Niet meer en niet minder. Wij denken dat het kan. Wij willen echter graag weten hoe het kan. Daarom vragen wij of het college dat kan monitoren. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Wil de D66-fractie dat wij elk jaar monitoren? Moet het een tweejaarlijkse rapportage worden? Of kunnen wij afspreken om het college te vragen over drie jaar het maaibeleid te evalueren? De VVD-fractie wil niet opnieuw een boom optuigen van allerlei verantwoordingsprocedures. Is dit een nieuwe lijn? Kan de heer Verschuure toelichten hoe vaak hij in Utrecht rapportages over het maaibeleid wil zien? De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Wat ons betreft, kan monitoren bij de reguliere werkzaamheden worden meegenomen. Wij willen graag zien dat de vinger aan de pols wordt gehouden. Dat vinden wij belangrijk. Wij zouden het jammer vinden dat nieuw beleid over vier jaar leidt tot het vernietigen van allerlei soorten. Over vier jaar evalueren duurt misschien te lang, maar als dat jaarlijks wordt gedaan, hoeft dat niet zoveel tijd te kosten. Utrecht legt met rood asfalt voor de fiets de rode loper uit. Dat vinden wij fantastisch. Nu de aanpassing van het rode stoplicht nog. De D66-fractie wil dat het rode licht voor fietsers wat vaker op groen springt. Wij zagen laatst in de Burgemeester Reigerstraat en nu op het Ledig Erf dat het beter kan. De Student & Starter-fractie zal straks mede namens de D66-fractie een amendement indienen om hiervoor geld vrij te maken. Een goede afstelling van verkeerslichten draagt bij aan de verkeersveiligheid. Die wordt in Utrecht gemeten aan de hand van ongevallenstatistieken. Er zijn echter ook veel verkeerssituaties die door de inwoners als gevaarlijk worden beschouwd. Daar gaat het telkens nét goed. Die verkeerssituaties zijn in de statistieken niet terug te vinden, maar zijn minstens zo gevaarlijk. Ik dien een amendement in om dat mogelijk te maken. "Amendement 56. Aandacht voor subjectieve veiligheid. De gemeenteraad, bijeen op donderdag 6 november ter behandeling van de Programmabegroting 2015, CONSTATERENDE, DAT: -

De gemeente de afgelopen jaren veel aandacht heeft besteed aan het verbeteren van onveilige verkeerssituaties;

-

Sinds jaar en dag 1,8 miljoen euro gereserveerd staat in de begroting voor de realisatie van een nieuw parkeerinformatiesysteem;

OVERWEGENDE, DAT: -

Ondanks de inzet van de gemeente (al dan niet subjectieve) verkeersonveiligheid nog steeds een groot probleem is voor leefbaarheid van de wijken;

-

Hierdoor Utrechters en in het bijzonder kwetsbare groepen als ouderen en kinderen sommige delen van de stad mijden;

BESLUIT: -

0,8 miljoen euro te reserveren voor een programma 'aanpak subjectieve


18

verkeersonveiligheid'; -

Voor prioritering van dit programma te putten uit de kennis en kunde van buurtbewoners en bestaande meldpunten, zoals die van de VVD en de Fietsersbond;

-

Het programma te dekken door het budget voor het parkeerinformatiesysteem met 0,8 miljoen euro te verlagen;

En gaat over tot de orde van de dag." Amendement 56 is ondertekend door de heer Fokke, mevrouw Van Gemert en mevrouw Uringa. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! De intentie van amendement 56 kan ik helemaal volgen. Het feit dat wij stevig zullen korten op het toegeleiden naar parkeergarages betekent dat auto's meer door de stad zullen zwerven. De automobilisten kijken op een kaart om te zien waar ze naartoe moeten en rijden dus onveiliger. Zij verslechteren de luchtkwaliteit omdat zij steeds rondjes rijden. Heeft de heer Verschuure over zijn dekking goed nagedacht? De heer VERSCHUURE (D66): Ja. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Hoe kan de heer Verschuure deze dekking dan hebben bedacht? De heer VERSCHUURE (D66): Door heel goed na te denken. Wij liggen met het vaststellen van de nota’s en verordeningen rondom de decentralisaties politiek gezien op schema. Dat is een goede voorbereiding op de nieuwe zorgtaken, maar straks absoluut geen half werk. Toch maken wij ons enige zorgen over berichten in de media die aangeven dat er nog veel problemen zijn bij het afsluiten van contracten met zorgaanbieders. Kan het college aangeven hoe wij ervoor staan? Ik vraag specifiek aandacht voor de nieuwe zorg voor jeugd. In het veld is bij veel professionals nog onduidelijkheid, terwijl wij de taken goed hebben geregeld. Kan het college duidelijk en proactief met het veld over de komende veranderingen communiceren? Wij kregen hierop graag een toezegging. Wij hebben bij de Algemene Beschouwingen aandacht gevraagd voor de radicalisering van jongeren in Utrecht. Wij waarderen de snelheid waarmee de burgemeester voor ons een informatiebijeenkomst heeft opgezet. De D66-fractie beseft dat voor de problemen geen tekentafeloplossingen zijn. Wij willen daarom graag dat er een expertmeeting komt. Die heeft onlangs ook in Rotterdam plaatsgevonden. Wij nodigen de andere fracties uit om daarover mee te denken. Wij waarderen wij de steun van het college om de opvang van asielzoekers en ongedocumenteerden mogelijk te maken, ook al is dat feitelijk een taak van het Rijk. Utrecht blijft op deze wijze een open en tolerante stad. Een punt waarover wij ons grote zorgen maken, is de noodzaak van het aanbieden van drugstests. Dat is op festivals en feesten wederom aangetoond. Als gevolg van verkeerde drugs op het Amsterdam Dance Event zijn helaas drie doden gevallen, waaronder iemand uit Utrecht. Deelt het college de mening dat testen mogelijk moet zijn? Kunnen wij dat in Utrecht mogelijk maken? Inzake softdrugs loopt dit kabinet vanwege het duo Opstelten en Teeven de verkeerde kant op. Er is een wet in de maak die het onderscheid tussen soft- en harddrugs strenger maakt. Softdrugs met hoge THC-waarden worden meer gecriminaliseerd. Dat is een onwenselijke beweging op weg naar een gereguleerde softdrugssector. Dat is tegengesteld aan het beleid dat wij in Utrecht voorstaan.


19

Handhaving hierop legt een onverantwoord groot beslag op het politieapparaat, waardoor echte criminelen buiten schot blijven. Kan de burgemeester toezeggen dat hij zich maximaal zal inspannen om dit voorstel van tafel te krijgen? Zijn collega’s in Amsterdam en Den Haag gingen hem voor. Ik kom tot een afronding. Wij bespreken vandaag de begroting voor komend jaar. Het is de eerste begroting van de coalitie waarvan het motto is "Utrecht maken wij samen". Hetzelfde geldt ook voor de begroting. De budgetten en de zeggenschap worden straks echt overgedragen aan de inwoners van Utrecht. Dat is misschien eng en kost tijd, maar vergroot wél hun betrokkenheid bij het beleid. Deze week lazen wij over de invoering van de door de D66-fractie bepleite WOZ-pilot. 5.000 woningeigenaren in Lunetten en Hoograven kunnen zelf hun WOZ-waarde inzien en controleren. Dat is een goed begin. Buurtbegrotingen en de invoering van het right to challenge zijn de volgende stap. Duidelijke en inzichtelijke informatie over de gemeentelijke uitgaven is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. De eerste stappen worden gezet. De voorliggende begroting vertaalt de ambities van meer werk, minder regels en beter onderwijs in harde cijfers. Zo kunnen wij werken aan nieuwe groei. Dat is nodig om Utrecht ook in de toekomst aantrekkelijk te houden. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Afgelopen weken hebben wij ons gebogen over de begroting die het college voorstelt. De raad heeft vragen gesteld, voorstellen afgewogen en de aannames van het college getoetst. Vandaag ronden wij dat proces af en oordelen wij over de begroting voor 2015. Tijdens de algemene beschouwingen heb ik de uitgangspunten van de CDA-fractie gepresenteerd. Onze tegenbegroting stoelt op vier uitgangspunten: investeren in een veilige, vitale samenleving, zorgen voor jong en oud, bouwen aan een bedrijvige, bereikbare stad en het ontwikkelen van een eenvoudiger overheid. Aan die vier uitgangspunten hebben wij de voorstellen van het college getoetst. Ook vandaag zult u die vier punten in mijn bijdrage tegenkomen, maar laat ik eerst iets zeggen over de keuzes en de stijl van het college. Hoe meer wij ons verdiepen in de voorstellen van het college, hoe meer wij ervan overtuigd raken dat daarmee iets mis is. Elke keer als wij de toplaag wegkrassen, blijkt dat daar weinig onder zit. De persberichten zijn prachtig: mooie ambities en geweldige plannen. De begroting suggereert bedrijvigheid en dat er wordt gewerkt. De praktijk laat echter zien dat het navelstaren is. Het college en de coalitie lijken zo druk met het retweeten van de eigen persberichten bezig te zijn dat zij vergeten over hun telefoontjes heen de stad in te kijken. Zij vergeten de inwoners in de ogen te kijken. Daardoor zien zij de ouderen niet die met een monsterkorting op hun zorguren te maken krijgen. De SP-fractie haalt Tweede Kamerleden naar Utrecht, afgelopen week nog, om te vertellen hoe erg het in Den Haag is. Tussen de protestliederen heen vergeten zij zelf de handschoen op te pakken. Juichend wordt in het voorjaar EUR 8 miljoen aan het zorgfonds toegevoegd. Echter, terwijl de ouderen in hun huis vervuilen, blijft het geld hier op de plank liggen. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Op de zorgavond was ook de wethouder uitgenodigd, maar dat terzijde. De SP-fractie heeft zich er nog lang niet bij neergelegd. Ik kan mij herinneren dat wij een maand geleden een debat voerden over Meedoen naar vermogen. Wij hebben onder andere een motie ingediend om extra te investeren in de thuiszorg. Deze motie werd onder andere door de PvdA-fractie weggestemd. Als de heer Van Waveren wat geduld heeft, komen wij dadelijk met ideeën op de proppen om te zien hoe wij wat aan de problemen kunnen doen. De heer Van Waveren kan de SP-fractie niet verwijten dat ze op de handen zit inzake de thuiszorg in Utrecht. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik verwijt het de SP-fractie dat ze protestavonden organiseert en protestliederen zingt en mooie persberichten uitbrengt.


20

Deze mooie persberichten maken een armoedig beleid. Terwijl wethouder Van Hooijdonk een perscampagne opzet voor de milieuzone, laat zij de beantwoording van de schriftelijke vragen van collega Van Schie en mij achterwege. Pas op het moment dat zij alle televisiestations te woord heeft gestaan, meldt zij de raad dat de milieuzone pas op zijn vroegst op 1 mei a.s. in werking treedt. Zelfs op radio M wordt met spotjes aangekondigd dat de milieuzone op 1 januari a.s. in werking treedt, terwijl de wethouder beter weet. Mooie persberichten voor de GroenLinks-achterban, maar leugens en bedrog voor de gewone man of vrouw die met de auto de stad in wil gaan. Wethouder Kreijkamp en zijn partijgenoten pakken de CDA-fractie aan omdat ze de ozb wil verlagen om bij het Ondernemersfonds geen geld op de plank te laten liggen. Wat zij er niet bij zeggen, is dat in het eigen raadsvoorstel vanaf 2016 geen enkele dekking is opgenomen. Sterker nog: het college zinspeelt op het wegsnijden van de gemeentelijke bijdrage. Het zijn mooie persberichten voor de ondernemers, maar het college trekt zich ondertussen stiekem terug in het stadskantoor en laat de ondernemers aan hun lot over. Eén wethouder heb ik niet kunnen betrappen op schreeuwerige, overdreven persberichten. Dat moet ik toegeven, maar eerlijk gezegd heb ik wethouder Geldof de afgelopen maanden helemaal nergens op kunnen betrappen. Dat baart ons zorgen op een hele andere manier. Wij hadden gehoopt dat een college, waarin de VVD aanwezig is, zou zorgen voor een betere autobereikbaarheid, minder actief grondbeleid, lagere lasten voor de inwoners en misschien het einde van de overheid als geluksmachine, prostitutie-exploitant en wietcluboprichter. De fractie van de VVD pruttelt zo nu en dan wat achter uit de zaal, maar wij zien dat ze het beleid van het vorige college klakkeloos uitvoert. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik moet vaststellen dat bij de oppositie geen samenwerking is. Bij de algemene politieke beschouwingen heb ik van de PvdA-fractie het compliment gekregen dat een VVD-programma wordt uitgevoerd. Dat kan ik niet goed rijmen. Ik denk echter dat de heer Van Waveren schromelijk overdrijft. Hij moet zijn zegeningen tellen. Ik hoor hem niet praten over het feit dat wel degelijk in EZ wordt geïnvesteerd. Wij zetten een ander grondbeleid in. Er zal een voorstel worden gedaan over het afschaffen van erfpacht. Dat zijn dingen waarmee de CDA-fractie alleen maar kan instemmen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Het compliment dat de heer Gilissen noemt, ging over de SPwethouder die het VVD-beleid uitvoert. Dat gaat over wonen en niet over het gehele collegebeleid. Ik wil de VVD-fractie een compliment maken dat ze meehelpt bij het uitvoeren van de milieuzone. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Dat compliment deel ik niet. De heer Gilissen noemt het grondbeleid van het college. Wij zien dat bij het defensieterrein en bij de prostitutiezone: daar wordt nog steeds actief grondbeleid gevoerd. Uiteindelijk loopt de VVD-fractie in de pas. Wij hopen dat ze het komende jaar een wat meer eigenstandige koers kiest. Nee, het is nog niet veel goeds dat uit het nieuwe college komt. Dat is erg, want er is in de stad nog veel te doen. Wij willen geen persberichten zien, maar prestaties. Het is tijd om aan te pakken en aan het werk te gaan. Tijd om te investeren en tijd om te zorgen. Uiteraard dien ik dadelijk onze tegenbegroting in. Die maakt dat mogelijk. Echter, voor het geval die onverhoopt niet wordt aangenomen, heb ik een aantal losse voorstellen die aansluiten bij de vier thema’s van onze tegenbegroting. "Zorgen moet je doen, niet maken", zei mevrouw Tielen onlangs. Doe dat dan ook, zeg ik tegen de coalitie en het college. Zorg dan voor ouderen, zorg dan voor chronisch zieken en gehandicapten in plaats van die te overvallen met enorme kortingen op de huishoudelijke hulp.


21

In onze tegenbegroting repareren wij de korting volledig. Op dit moment wil ik een beperkter voorstel indienen om de korting in ieder geval te beperken. Ik hoop daarbij op steun van de SP-fractie. "Amendement 57. Zorg voor zorg. De raad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014, ter bespreking van de programmabegroting 2015 Constaterende dat: 1.

De gemeente een enorme bezuiniging doorvoert op de huishoudelijke hulp;

2.

De gemeente zonder persoonlijke beoordeling een groot aantal mensen in een collectieve voorziening plaatst;

3.

Dat volgens de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling niet mag;

Overwegende dat: 1.

Een tekort aan basis huishoudelijke hulp kan zorgen voor opstuwing van de zorgvraag

2.

1,5 uur hulp per week in veel gevallen onvoldoende is om een huis schoon te maken

3.

We van de thuishulpen ook een signalerende functie verwachten

4.

Door de maatregelen ongeveer 70 thuishulpen hun baan kwijt raken

5.

Het zorgfonds er is om knelpunten op te vangen,

6.

Er vanuit het Rijk voor 2015 en 2016 ca. € 930.000 aan aanvullende 'huishoudelijke hulp toelage' beschikbaar is,

Besluit voor 2015: 1.

€ 0,5 miljoen (ca. 14%) te bezuinigen op programma 8 (Werk en inkomen), in het bijzonder P2.1.1 de apparaatskosten voor re-integratie,

2.

€ 1 miljoen (ca.20%) te bezuinigen op programma 9 (Jeugd), in het bijzonder op de georganiseerde vrijetijdsbesteding,

3.

€ 1 miljoen te onttrekken aan het zorgfonds

4.

€ 2,5 miljoen toe te voegen aan programma 8 (Maatschappelijke ondersteuning), ten behoeve van P3 aanvullende ondersteuning, in het bijzonder de hulp bij het huishouden.

Draagt het college op: 1.

Dit budget, met de huishoudelijke hulp toelage, om te zetten in extra uren hulp in het huishouden, gelijkelijk te verdelen over die inwoners van onze gemeente die nu op 1,5 uur zouden terugvallen, zodat niemand verder terugzakt dan naar 2 uur per week,

2.

Bij de voorjaarsnota te rapporteren over de effecten van deze verschuiving, zodat de raad zo nodig voor structurele dekking kan zorgen."

Amendement 57 is ondertekend door mevrouw Metaal. Een ander onderwerp dat niet ongenoemd mag blijven, zijn de stadsgesprekken. U weet dat wij het organiseren van stadsgesprekken liever door de raad willen laten doen dan om dat aan het college over te laten, maar dat zit er niet in, begrijpen wij. Wij proberen de uitgestoken hand op een andere manier te vinden. Ik vraag het college of het bereid is om nog vóór de zomer van volgend jaar een stadsgesprek over ouderenhuisvesting te organiseren. Dat is een onderwerp dat veel aandacht heeft. Wij staan helemaal aan het begin van het beleidsproces. Het college wil tot nog toe geen beleid maken. Volgens mij is dat onderwerp uitstekend geschikt voor een stadsgesprek. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Wat een fantastisch idee van de heer Van Waveren. Wat fijn dat hij de methodiek van het stadsgesprek naar zich toetrekt. Dat juichen wij toe. Wij zouden daarover graag met de heer Van Waveren in gesprek gaan.


22

Zou de motie niet kunnen worden opgerekt zodat wij over alle doelgroepen kunnen spreken? Ouderen, studenten, starters en sociaal. Wij vinden dat heel interessant. Wij kunnen best verschillende tafels met een hoofdthema organiseren. Wij kunnen de discussies echter wat breder trekken. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Op veel onderdelen hebben wij al beleid. Er is een actieplan studentenhuisvesting. Wij hebben over de sociale sector afspraken gemaakt met de woningbouwcorporaties. Er zijn tafels waar wij over die dingen praten. Er is beleid voor, maar voor ouderenhuisvesting juist niet. Ik vraag de heer Verschuure om ons ruimte te geven. Mijnheer Verschuure, kom aan boord en ga het gesprek over de ouderenhuisvesting aan. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ook in het verkiezingsprogramma van de D66-fractie staat de roep om ouderenhuisvesting. Het is niet waar dat wij die niet belangrijk vinden. Wij vragen ons alleen af hoe wij ons kunnen beperken tot het onderwerp ouderenhuisvesting. Tegenwoordig kan men zich de vraag stellen wat een oudere is. Wat is een seniorenwoning? Waar ligt de leeftijdsgrens? Is dat bij 50 jaar of bij 67? Zeg het maar. Wij willen het onderwerp graag breder trekken. Wij steken graag onze handen uit om met de CDA-fractie het gesprek aan te gaan. Is de heer Van Waveren het met ons eens dat het gesprek wat breder wordt gevoerd? Hier zit een 50plusser. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik heb begrepen dat die op zoek is naar mooie huisvesting in de stad. Wij weten dat veel moois beschikbaar is. Ik ga ervan uit dat hij nog niet in de ouderenhuisvesting terechtkomt. Wij vinden de ouderenhuisvesting belangrijk. Daarbij komt méér kijken dan alleen zorgvraagstukken die bij andere huisvesting niet aan de orde komt. Ik leg de vraag bij het college neer. Mocht het college daar geen "ja" op zeggen, dan vind ik dat jammer. Misschien moeten wij bekijken waarvoor wél een meerderheid in de raad is. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ook wij zijn erg blij dat de heer Van Waveren met een idee voor een stadsgesprek op de proppen komt. Wij willen het college stimuleren om het idee vooral aan te nemen. Op elk idee dat in andere fracties wordt geopperd, moet zo goed mogelijk worden ingespeeld. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Het is mooi dat mevrouw De Boer mij bijvalt. Ik dank haar wel. Gelukkig hoeven wij niet alles in onze stad nieuw te bouwen. Veel moois staat er al, zoals de vele kerkgebouwen. Wij hebben in deze zaal regelmatig gediscussieerd over de kerkenregeling. Daarover verschillen de meningen. Wij weten echter dat eigenaren vaak vooral zijn gebaat bij flexibiliteit in het aanpassen van bestemmingsplannen of in het schrappen van de monumentale status. Dit soort vraagstukken doet zich de komende jaren steeds meer voor. Recent ontvingen wij het bericht over de mogelijke sluiting van een aantal katholieke kerken. De vraag is wanneer wij de Kerkenvisie van het college mogen ontvangen. In de commissie heeft wethouder Geldof gezegd daarop schriftelijk terug te komen, maar wij hebben dat nog niet gemerkt. Een eenvoudiger overheid is een overheid die iedereen kan begrijpen. Een overheid die consequent en rechtvaardig handelt. De CDA-fractie maakt zich grote zorgen over de hoeveelheid oninbare bedragen in de begroting. Niet alleen de parkeerboetes, bijna een half miljoen per jaar, waar in de media veel aandacht voor was, maar ook leges, de ozb en de afvalstoffenheffing blijken steeds moeilijker inbaar te zijn.


23

De CDA-fractie vindt dat onrechtvaardig. Wij houden niet van profiteurs. Dat zijn mensen die wel profiteren van de mooie voorzieningen, maar daaraan niet meebetalen. Die rekening komt dan terecht bij die inwoners die wél betalen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik wil het college graag vragen om een verkenning te doen naar de bedragen die oninbaar zijn en maatregelen voor te stellen om ertegen op te treden. Wat de CDA-fractie betreft, mag voor de parkeerboetes de wielklem daar één van zijn. Ik wil hen vragen om te streven naar een verlaging met tenminste een half miljoen van het bedrag dat wij nu jaarlijks mislopen. Graag kregen wij een toezegging van het college dat het deze ambitie deelt en vóór de behandeling van de voorjaarsnota hierover voorstellen zal doen. Op deze wijze hopen wij het college ook een stapje richting de invulling van zijn innovatietaakstelling te helpen, want laten wij eerlijk zijn, dat is op dit moment vooral een gapend gat in de begroting. Wij zijn benieuwd of wethouder Everhardt de EUR 1.000,00 innovatietaakstelling op het Stationsgebied heeft weten te realiseren en of daarvoor al een invulling is gevonden. Dat zou een mooie eerste stap zijn om het gat te dichten. De CDA-fractie maakt zich erover zorgen dat mensen in onze samenleving langs elkaar heen leven. Het is niet erg om verschillende visies of beelden te hebben, maar dan wel binnen de grenzen van de rechtsstaat en met kennis van en begrip voor de ander. Bij de algemene beschouwingen hebben de CDA-fractie en anderen daarvoor aandacht gevraagd. In de commissievergadering zijn zorgen en oplossingen nogmaals met elkaar gedeeld. Wij begrijpen dat niet alle inzet van de gemeente op dit onderwerp in de openbaarheid kan worden gedeeld, maar wij doen een klemmend beroep op het college, in het bijzonder op de burgemeester, om hiermee aan de slag te blijven en de raad te informeren als ervoor extra middelen nodig zijn. Ook op de arbeidsmarkt zien wij dat mensen elkaar wegens vooroordelen niet vinden. Veel ouderen, maar ook sommige jongeren hebben daarvan veel last. Mede gezien de grote jeugdwerkloosheid vinden wij het belangrijk om extra aandacht te hebben voor discriminatie op de arbeidsmarkt. De brief van Wethouder Jongerius van afgelopen vrijdag bevestigt dat. Een veilige samenleving kunnen wij vrij abstract maken, maar het gaat ook om praktische oplossingen. Wij hebben vorige week tijdens het nuttige werkbezoek aan de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving begrepen dat er nog problemen zijn bij de afstemming tussen de toezichthouders en de politie. De gemeenteraad heeft afgelopen jaren breed ingezet om toezichthouders in de avonduren mogelijk te maken op knelpunten zoals de Breedstraatbuurt en de Amsterdamsestraatweg. Onze verbazing was groot toen wij begrepen dat de BOA’s niet ’s nachts voorbij het viaduct aan de Amsterdamsestraatweg worden ingezet omdat de politie daar niet snel genoeg ter ondersteuning aanwezig kan zijn. Kan het college dit bericht bevestigen? Kan het aangeven hoe dit probleem zo snel mogelijk wordt opgelost? Over ouderenhuisvesting gesproken: wij willen daarop graag meer zicht krijgen. Net als over studentenhuisvesting willen wij in de begroting een indicator zien die aangeeft hoe de ouderenhuisvesting zich ontwikkelt. "Amendement 58. Monitoring ouderenhuisvesting. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op 6 november 2014 ter bespreking van de programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

In landelijk opzicht sprake is van toenemende vergrijzing;

-

Deze trend een 'jonge stad' als Utrecht niet voorbijgaat, aangezien uit cijfers van o.a. het


24

CBS/ Utrecht Monitor blijkt dat het aantal 65+-ers de komende 10 jaar met ca. 8.000 zal toenemen en in 2040 verdubbeld zal zijn tot ca. 67.000; -

Deze demografische verschuivingen zullen leiden tot ontwikkelingen in de Utrechtse woningmarkt, waarbij het een fikse uitdaging voor de stad Utrecht zal zijn om voldoende betaalbare en levensloopgeschikte woningen voor ouderen te hebben,

-

Tegelijkertijd verzorgingshuizen gesloten worden door zorginstellingen, waardoor plaatsen verdwijnen,

Overwegende dat: -

In de Programmabegroting onder prestatiedoelstelling 2.1.1 (Hoofdstuk 1.2, pag. 52) de doelstelling is opgenomen dat zal worden gestuurd op levensloopgeschiktheid en de betaalbaarheid van de woningvoorraad. En dat de monitoring van het aanbod voor deze doelgroep zal worden verbeterd.

-

Aan deze doelstelling geen concrete prestatie-indicatoren zijn gekoppeld;

-

Zonder passende prestatie-indicatoren het lastig is om als college en raad te kunnen 'sturen' en/ofte 'monitoren' op doelstellingen;

-

De vraag naar ouderenhuisvesting toeneemt en er goede afstemming nodig zal zijn tussen vraag en aanbod

-

Het zeer wenselijk is, gezien deze opgave waar Utrecht op het gebied van ouderenhuisvesting voor staat, dat deze indicatoren worden aangebracht,

Besluit 1.

In programma 2, stedelijke ontwikkeling bij P2.2.1 (p. 57) een indicator netto ontwikkeling seniorenwoningen op te nemen,

2.

Het college op te dragen:

a.

daarbij jaarlijks een overzicht te presenteren van onttrokken en toegevoegde, zelfstandige en onzelfstandige senioreneenheden,

b.

bij de begroting 2016, op basis van de huidige cijfers, een realistisch voorstel te doen voor de ambitie in de komende jaren."

Amendement 58 is ondertekend door de heer Işik, mevrouw Uringa, mevrouw Van Esch en de heer Brussaard. Ik heb vandaag flink afgegeven op de persberichtenpolitiek van het college. Ik meen dat serieus. Toch is de titel van onze tegenbegroting geïnspireerd op een persbericht van het college. De titel is ontleend aan het persbericht waarmee het college de begroting 2015 presenteerde. Dat had de titel "Aan het werk". Het verschil is het uitroepteken aan het eind. Waar het college lijkt te weifelen en aan het werk gaan als een mogelijkheid ziet, is dit voor de CDA-fractie een opdracht waar de schouders onder moeten. Utrecht verdient een college verdient dat aan het werk gaat. Dat is meer dan alleen persberichten schrijven. Ik dien het amendement nu in. "Amendement 59. Tegenbegroting CDA - Aan het werk! De raad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014, ter bespreking van de programmabegroting 2015, Overwegende dat: 1. Het begrotingsvoorstel van het college -

Bezuinigt op sportverenigingen,

-

Ouderen in de kou laat staan,


Bereikbaarheidsproblemen niet aanpakt,

-

De lasten meer verhoogt dan nodig is,

-

En voorts, naast goede punten, nog tal van matige tot slechte plannen bevat,

25

2. De raad ervoor kiest om te: -

investeren in een veilige, vitale samenleving

-

zorgen voor jong en oud,

-

bouwen aan een bedrijvige, bereikbare stad

-

werken aan een eenvoudige overheid,

3. Het mogelijk is om financieel solide, betere keuzes te maken, Besluit: 1. De wijzigingen zoals genoemd in de tegenbegroting van het CDA te verwerken in de Begroting 2015 en de bijbehorende raadsvoorstellen." Amendement 59 is ondertekend door mijzelf. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Als een fractie een tegenbegroting schrijft, verdient dat veel waardering. Het schrijven daarvan kost veel tijd. Wij hebben de tegenbegroting van de CDA-fractie met veel aandacht gelezen. Wij zullen die echter niet steunen. Wij hebben ons daarover wél een mening gevormd. De tegenbegroting van de CDA-fractie gaat terug in de tijd. De CDA-fractie wil investeren in een autotunnel dwars door de binnenstad, maar schrapt de fietsbrug. Dat is niet de kant die wij op willen gaan. De CDA-fractie doet verder net alsof de decentralisaties niet bestaan. Ze haalt het 3D-fonds weg. Daaruit zou juist een zachte landing van de decentralisaties moeten worden betaald. Bovendien zet de CDA-fractie extra in op repressie door bij preventie geld weg te halen. Ook dat is een omgekeerde beweging. Tevens kort de CDA-fractie fors op de datagedreven sturing waarmee ze teruggaat naar het ouderwetse pen en papier. Dat is wat ons betreft een terugkeer naar de jaren tachtig. Dat is niet in alle gevallen slecht. De CDA-fractie doet tevens een aantal mooie voorstellen, zoals het terugbrengen van het water in de Catharijnesingel, de invoer van het "right to challenge" en de verzelfstandiging van Stadswerken. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik dank de heer Verschuure voor zijn mooie woorden en complimenten. De heer Verschuure noemt het schrappen van de fietsbrug en het aanleggen van de autotunnel. Wij hebben veel gerekend en geteld. Ik ben tot de conclusie gekomen dat er al twee fietsbruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal zijn, maar nog geen autotunnels in de binnenstad. Het is goed om daarin balans aan te brengen. Het zorgfonds is bedoeld voor een zachte landing. De CDA-fractie gebruikt die inderdaad om een zachte landing te organiseren voor de mensen die teruggaan van zes uur naar anderhalf uur. Wij gebruiken het zorgfonds waarvoor dat is bedoeld. Het college laat het geld op de plank liggen, juist als de klap hard aankomt. Ik vind het erg als wij over vier jaar constateren dat er nog steeds EUR 30 miljoen in het zorgfonds aanwezig is, maar dat de ouderen vies thuiszitten. Daarom maken wij de genoemde keuze. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Het is mij niet helemaal duidelijk wat het probleem van de CDA-fractie met persberichten is. De heer Van Waveren noemt voortdurend schreeuwende teksten en het feit dat het college en de fracties met elkaar via persberichten communiceren. Ik heb ze even geteld. De CDA-fractie heeft deze maand twee persberichten doen uitgaan. Daarin staan alarmerende ontdekkingen en wordt grote onrust voorspeld. Als de CDA-fractie daarmee zoveel moeite heeft, stel ik voor dat ze voortaan zelf geen persberichten meer laat uitgaan en netjes vragen stelt in de raadzaal.


26

Daarvoor is de raadszaal bedoeld. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Het verschil tussen de persberichten van de CDA-fractie en die van het college is dat wij daarmee iets doen. Dat kan men aan onze tegenbegroting duidelijk zien. Mijn kritiek op de persberichten van het college is bijvoorbeeld dat het zegt dat de milieuzone per 1 januari a.s. ingaat. Dat is niet zo, want dat gebeurt per 1 mei a.s. Het college geeft in een persbericht aan dat het kiest voor de voortzetting van een ondernemersfonds. Dat is niet zo, want het college heeft daarvoor vanaf 2016 geen geld meer. Het stelt voor dat de gemeente een bijzondere positie inneemt en om daaraan niet langer mee te doen. Het college roept via persberichten dingen die het vervolgens niet doet. Ik maak daartegen bezwaar. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! De CDA-fractie zegt in een persbericht dat haar eigen tegenbegroting beter is dan de begroting die wij vandaag zullen vaststellen, maar ook dat is niet zo. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Over meningen kan men discussiëren, maar over feiten niet. 1 januari a.s. is niet hetzelfde als 1 mei a.s. Ik begrijp het punt. Iedereen brengt persberichten uit. Daarmee heb ik geen moeite. Persberichten zijn belangrijke communicatiemiddelen. Het is hartstikke goed dat het college dat doet. Wij doen dat ook, net als iedereen, maar de gemeente moet ervoor zorgen dat het waar is wat in haar persberichten staat. Anders is het volksverlakkerij. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Volgens mij is het hartstikke waar dat de milieuzone per 1 januari a.s. ingaat, maar daarover kan de wethouder misschien nog wat vertellen. De heer Van Waveren haalt het gehele 3D-fonds leeg ten behoeve van de huishoudelijke hulp. Volgens ons is de opgave voor zorg veel groter dan alleen de huishoudelijke hulp. Het is belangrijk om juist voor de mensen die ziek zijn - dat zijn lang niet alleen ouderen - geld achter de hand te hebben. Hoe kijkt de CDA-fractie daar tegenaan? De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Ik ben het met mevrouw De Boer helemaal eens. Als wij zien dat knelpunten ontstaan, repareren wij die. In de tegenbegroting is EUR 1 miljoen extra opgenomen voor de Wtcg en het armoedebeleid. Wat wij onttrekken aan het zorgfonds is in de eerste drie jaar ongeveer EUR 6 miljoen, maar in het jaar daarna storten wij al ruim EUR 1 miljoen terug. Structureel creëren wij ruimte om in de zorg te investeren. De eerste jaren hebben wij dat geld nodig omdat de gemeente de begroting niet zo snel kan bijsturen. Structureel maken wij echter ruimte om ook aan andere problemen geld te besteden. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! De heer Verschuure vraagt naar plannen van de CDA-fractie voor datagedreven sturing. Daar wordt EUR 1 miljoen per jaar weggehaald. Wat beoogt de heer Van Waveren daarmee? Er zijn veel verschillende regelingen. De dienstverlening van de gemeente moet beter worden. Daarvoor komt extra geld beschikbaar. De CDA-fractie haalt de helft ervan weg. Hoe wil de heer Van Waveren de excellente dienstverlening dan vormgeven? De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Wij bezuinigen daarop EUR 1 miljoen. Het coalitieakkoord heeft daarvoor EUR 2 miljoen uitgetrokken. Wij hebben er nog niet de vinger achter kunnen krijgen wat het college daarmee doet. De raad zou daarover nog een voorstel worden gedaan. Dat gaat niet door. Wij vinden dat wij het eerst eens met een miljoen moeten proberen. Laat het college daarmee aan de slag gaan. Als dat positief uitvalt, dan is dat mooi. Dan kunnen wij zien of daarvoor meer nodig is.


27

Wij zien dat op het moment zelf wel. Wat onze manier van inzetten zo anders maakt, is dat de coalitie het geld voor de eigen organisatie inzet. Dat hebben wij bij de innovatietaakstelling hetzelfde gezien. Wij weten al twee jaar dat daarop EUR 5 miljoen structureel moet worden bezuinigd. Het college slaagt er niet in om het gat in de begroting te dichten. Wij zijn met de echte innovatietaakstellingen nog niet eens halverwege. Ik zet vragen bij het project van datagedreven sturing die in de organisatie creativiteit mogelijk maakt. Ik vind dat wij de universiteit, andere externe partijen en burgers daarbij meer moeten betrekken. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! De heer Van Waveren en ik spreken over twee verschillende dingen. Het gaat hier echt om keiharde investeringen die nodig zijn voor de digitale infrastructuur van de gemeente om ervoor te zorgen dat andere partijen erbij kunnen worden betrokken. Door het bedrag te halveren, worden initiatieven in de kiem gesmoord. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Los van de mooie zinnetjes van het coalitieakkoord heb ik nog maar weinig concreets gezien over waaraan het budget voor datagedreven sturing aan wordt besteed, behalve aan de ambitie om innovatie en digitalisering mogelijk te maken. Als daarover meer duidelijkheid is, houd ik mij aanbevolen. Tot die tijd vind ik dat wij moeten beginnen met EUR 1 miljoen. Mevrouw DE BOER (de GroenLinks-fractie): Voorzitter! Wij kunnen in Utrecht meer dan wij denken. Het is nodig om dat te willen. Dit is mijn speech tijdens de algemene beschouwingen in twee zinnen. Het streven naar ecologische duurzaamheid en naar sociale rechtvaardigheid is niet het streven naar Utopia, maar een bittere noodzaak. "Groeiende ongelijkheid is een groot gevaar voor de democratie", zei ster-econoom Piketty, die op uitnodiging van de GroenLinks-fractie gisteren in Den Haag sprak. Als men de afgelopen weken niet onder een steen heeft geleefd, zal men de volgende krantenkoppen herkennen: "Einde fossiele brandstoffen in 2100", kopte De Volkskrant. "De invloed van de mens staat glashelder vast", schreef NRC-Handelsblad. Laat ik beginnen met de noodzaak van het verduurzamen. Wij moeten niet wachten tot het kabinet niets doet. Duurzaamheid is een zaak van ons allemaal, ongeacht de vraag of men zich per ligfiets of per dikke Duitse diesel door de stad beweegt. Dat is dus niet alleen een zaak van de GroenLinks-fractie, maar ook niet van een wethouder. Duurzaamheid is een portefeuille-overkoepelend onderwerp. Dat is er de reden van dat wij tijdens de commissiebehandeling hebben gevraagd om de EUR 800 miljoen die de gemeente jaarlijks uitgeeft duurzaam te besteden. Duurzaam inkopen moet systematisch deel uitmaken van het inkoopproces. In de begroting van 2015 zijn doelstellingen inzake duurzaamheid opgenomen die alleen betrekking hebben op enkele procenten van het inkoopvolume, terwijl in het collegeakkoord is opgenomen dat fors wordt ingezet op duurzame inkoop. Wij dienen hierover de volgende motie in. "Motie 117. Maak werk van duurzaam inkopen De Gemeenteraad in de vergadering van 6 november 2014, bijeen ter behandeling van de programmabegroting 2015. Constaterende dat: -

de gemeente Utrecht voor ongeveer 800 miljoen per jaar aan producten en diensten inkoopt;

-

de gemeente wel inspanningen levert om duurzaam in te kopen, maar dat dit niet systematische gebeurt: duurzaam inkopen is nu geen structureel onderdeel van het inkoopproces;


28

in het coalitieakkoord is afgesproken dat we kiezen voor een duurzame stad en fors inzetten op duurzaam inkopen;

Overwegende dat: -

de gemeente Utrecht met 800 miljoen per jaar een grote inkoper is en door te kiezen voor duurzaam inkoopbeleid duurzaam ondernemerschap stimuleert;

-

duurzaam inkopen ook direct bijdraagt aan het behalen van gemeentelijke beleidsdoelstellingen op het gebied van duurzaamheid;

-

de geformuleerde doelen rond duurzaam inkopen in de begroting 2015 (blz 286) maar betrekking hebben op enkele procenten van het inkoopvolume en daarmee in onze ogen onvoldoende aansluiten bij de ambitie uit het coalitieakkoord;

-

duurzaam inkopen complex is doordat het concern breed speelt, per ingekochte dienst of product specifiek ingevuld moet worden en er tijdens het inkoopproces altijd sprake is van tijdsdruk;

-

duurzaam inkopen bezien over de totale levensduur hetzelfde kost, en in veel gevallen goedkoper uitpakt, dan het 'reguliere' inkopen en dan ook in lijn is met de taakstelling van 5 miljoen bezuinigen op inkoop per jaar;

Draagt het college op: -

om voor de voorjaarsnota 2015 aan de raad te rapporteren hoe ze concern breed fors gaat inzetten op duurzaam inkopen, inclusief heldere doelstellingen.

En gaat over tot de orde van de dag," Motie 117 is ondertekend door de heer Menke, mevrouw Van Gemert, de heer Sienot, de heer Işik, mevrouw Uringa en de heer Van Schie. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Kan de GroenLinks-fractie aangeven wat de eigen ambitie is voor het duurzame inkoopbeleid? De GroenLinks-fractie vraagt het college om dat te onderzoeken, maar ik ben benieuwd hoe de GroenLinks-fractie zelf het duurzame inkoopbeleid gerealiseerd wil zien. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie vindt dat waar het kan voor mens en dier alles duurzaam moet worden ingekocht. Is dit een antwoord op de vraag van mevrouw Van Esch? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Wil mevrouw De Boer dat in 2015 realiseren? Welk tijdsbestek koppelt mevrouw De Boer eraan? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Deze vraag is er precies de reden van dat wij daarover een voorstel van het college willen zien. Een aantal zaken is aanbesteed. Daarover kunnen wij niet zeggen dat die in 2015 moeten veranderen. Wij willen een helder overzicht hebben van hoe dat zal worden ingevoerd. Duurzaamheid is voor ons de rode draad van het beleid, ook van het economische. De afdeling Economische Zaken krijgt in het coalitieakkoord een forse extra impuls. Dat is een goede zaak. Dat biedt kansen aan de Utrechtse wijkeconomie, aan de weerbaarheid van Utrechtse werknemers en aan duurzaamheid. De raad houdt die zaken graag goed in de gaten. Daarom zijn wij blij dat de wethouder de doelen meetbaar zal maken, ook wat het binnenhalen van duurzame bedrijvigheid betreft. Wij zien dat graag in de voorjaarsnota terug. De stad van de toekomst wekt haar eigen energie op. Daarmee is de raad het gelukkig eens.


29

Het is ook nodig dat de raad het college aanspoort om gemeentelijke daken voor het winnen van zonneënergie te benutten. De GroenLinks-fractie is blij met de toezegging van de wethouder om een groot zonneplan te presenteren waarin de focus niet alleen ligt op gemeentedaken, maar op alle Utrechtse daken. Wat ons betreft, mag de wethouder in het coalitieakkoord nog ambitieuzer zijn dan in het coalitieakkoord is afgesproken. Het minimale streven is zonnepanelen op 10% van de Utrechtse daken. Het einddoel is een klimaatneutrale stad. Zonnepanelen zijn voor ons, zoals een raadslid die noemde, absoluut geen schaamlap. Ik geef dit raadslid wél gelijk als hij zegt dat het aanleggen van zonnepanelen alleen een onderdeel is van het energiezuinig maken van huizen. Aanpassingen zijn relatief kostbaar, dus is het efficiënter om nieuw te bouwen huizen zo duurzaam mogelijk te ontwerpen, bijvoorbeeld bij het stedenbouwkundig plan Leeuwensteyn-Noord, de 2e Daalsedijk en Rijnvliet. De door ons voorgestelde wedstrijd om maximaal betaalbare, maximaal duurzame woningen te maken, kon in de commissievergadering niet op veel enthousiasme van de wethouder rekenen. Wij willen hem daarom nogmaals vragen om een dergelijke wedstrijd uit te schrijven. Hiertoe hebben wij een motie achter de hand. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Mevrouw De Boer zegt graag duurzame energie te willen hebben. Zij noemt in dat verband alleen zonnepanelen. Welke ambities heeft de GroenLinks-fractie nog meer op dat gebied? Volgens mij staat in de begroting dat in biomassa wordt geïnvesteerd. Wat vindt de GroenLinks-fractie daarvan? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie heeft grote ambities voor duurzame energie. Ik nodig mevrouw Van Esch uit om ons verkiezingsprogramma te lezen. Er zal een stadsgesprek worden georganiseerd om te bekijken hoe wij de doelstellingen van het college halen. Die doelstellingen vinden wij minimaal. Die mogen worden overschreden. Wij willen nu nog niet voorschrijven wat er allemaal wel of niet moet komen. Wij hebben daarover uiteraard onze eigen ideeën. Wij willen eerst bekijken welke initiatieven die op een groot draagvlak kunnen rekenen in de stad worden genomen. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik heb gezegd dat zonnepanelen worden gebruikt als schaamlap. Daarmee bedoelde ik dat ik de GroenLinks-fractie helemaal niet meer hoor spreken over windmolens, terwijl dat zo'n prachtige energiebron is. Ik kom windmolens nergens meer tegen. Ik wil graag weten wat de GroenLinks-fractie vindt van initiatieven op het gebied van windenergie. Ook houdt mij de vraag bezig hoe de GroenLinks-fractie in ons prachtige Utrecht de toekomst van windenergie en windmolens ziet. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Voor de GroenLinks-fractie is windenergie een heel belangrijk alternatief. Wij denken dat om onze doelstellingen te halen windenergie nodig is. Wij willen bekijken wat uit het stadsgesprek voortkomt. Wij willen weten of ook de stad dat zo ziet. Windenergie is zeker niet van de politieke agenda af. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Ik ben benieuwd naar het antwoord van de GroenLinksfractie op mijn vraag over biomassa.

(De heer Van Zanen draagt hierop het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Waveren.)


30

Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Biomassa is niet de eerste alternatieve energiebron waaraan wij denken. Het hangt er heel erg vanaf hoe die wordt ingericht. Er zijn allerlei verschillende manieren voor. Het voert te ver om daarop uitgebreid in te gaan. Als wij moeten kiezen, ligt onze voorkeur bij zonne- en windenergie. Als de stad zegt biomassa te willen, dan zullen wij ook daarover nadenken. Omdat wij de afgelopen zomer in Utrecht de gevolgen van de klimaatverandering hebben meegemaakt in de vorm van zeer hevige regenval, hebben wij het college om een waterstresstest gevraagd. Het blijkt dat Utrecht daarmee al serieus bezig is. Wij moeten echter meer doen om Utrecht klimaatbestendig te maken. Dat moet volgens ons vorm krijgen in het Gemeentelijke rioleringsplan 20162019. Ik dien daarom de volgende motie in. "Motie 118. Van de goot in de sloot. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november ter bespreking van agendapunt 3, de Programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

Utrecht deze zomer getroffen is door heftige regenbuien, waarop 602 meldingen binnenkwamen die gerelateerd waren aan wateroverlast en riolering;

-

Het KNMI stelt dat extreme neerslagbuien als gevolg van klimaatverandering de komende jaren zullen toenemen;

-

Het dus belangrijk is om de stad nog robuuster te maken voor neerslag

Overwegende dat: -

Momenteel een nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan wordt geschreven dat dit voorjaar aan de Raad zal worden aangeboden;

-

Er sprake is van toenemende verstening in Nederlandse steden, onder meer doordat particuliere tuinen in toenemende mate worden bestraat;

-

Tegels en stenen geen regenwater kunnen opvangen en derhalve een groter beslag doen op het kolken- en rioleringsstelsel;

Van mening dat: -

Het doelmatiger is om extreme neerslag tijdelijk op het maaiveld te bergen, bijvoorbeeld in groenstroken en wadi's, of versneld te infiltreren in de bodem via waterpasserende verharding;

-

Dergelijke duurzame regenwaterafvoer een besparing vertegenwoordigt op zowel de aanlegals de onderhouds- en beheerskosten;

Verzoekt het College: -

In het nieuwe gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2019 versterkt in te zetten op: de aanleg van groenstroken en wadi's ten behoeve van de opvang van regenwater; het gebruik van waterpasserende verharding; voorlichting over het afkoppelen van regenwaterafvoer en over vergroening van particuliere tuinen en gebruik van grasdaken.

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 118 is ondertekend door mevrouw Uringa, mevrouw Van Esch, de heer Sienot en mevrouw Paardekooper. Onze stad van de toekomst is een mensgerichte stad waar men elkaar helpt en waar burgers in hun eigen kracht staan. In de Enneus Heerma-lezing zei Femke Halsema dat heel mooi: "wij moeten toewerken naar een coöperatie- emancipatiesamenleving waar burgers het recht hebben om de eigen problemen op te lossen." De GroenLinks-fractie zou dit graag willen zien verankerd in beleid.


31

Daarom pleiten wij voor een integraal Persoonsgebonden Budget (pgb). Een pgb is een goed middel om mensen eigen regie te geven. Pgb's zijn nu mogelijk in het kader van de Wmo, de jeugdhulp en de reintegratie. Een integraal pgb is geen optelling van losse pgb’s uit verschillende regelingen, maar een vraaggericht budget om ondersteuning te organiseren op uiteenlopende beleidsterreinen. Onze verwachting is dat een integraal pgb bijdraagt aan een betere kwaliteit van leven. Bovendien is het kostenefficiënter. Om de mogelijkheden voor een integraal pgb te kunnen onderzoeken, dienen wij de volgende motie in. "Motie 119. Integraal persoonsgebonden budget (PGB). De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014 ter bespreking van de Programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

uitgangspunt van het college bij beleid en uitvoering in het sociale domein is "één gezin (cq. leefeenheid), één contactpersoon en één plan";

-

eigen regie en keuzevrijheid van de cliënt in het sociale domein van belang wordt geacht;

-

het PGB een goed instrument is om de eigen regie in het sociale domein vorm te geven, veelal goedkoper is dan zorg in natura en innovatie in de zorg bevordert omdat het de toegang van andere - vaak kleinere - zorgaanbieders tot de markt vergemakkelijkt;

-

er nog veel verkokering is in de aanvraag, toekenning en verantwoording van het PGB door de separate loketten en regelingen voor de uitvoering van de WMO, de Jeugdzorg en de Participatiewet

-

deze verkokering extra regeldruk en administratieve lasten met zich mee brengt en mogelijke ongewenste effecten heeft voor de uitvoerbaarheid, transparantie en de ervaren eigen regie;

-

uit een recent verschenen onderzoeksrapport van Anderson Elffers Felix blijkt dat gemeenten voor een zorgvuldige invoering van een integraal PGB verschillende stappen moeten ondernemen;

-

de gemeenten Woerden en Delft experimenteren met het integraal PGB.

Overwegende dat: -

een persoonsgebonden budget dat leefdomein overstijgend is voorwaardelijk is voor het integraal vormgeven van de ondersteuning, zorg, begeleiding, hulpmiddelen etc.;

-

een integraal PGB mensen met een vraag op meerdere levensgebieden daadwerkelijk in staat stelt om datgene in te kopen wat zij nodig hebben en daardoor kan bijdragen aan zelfredzaamheid en eigen regie;

-

een integraal PGB uiting is van een fundamentele transformatie van het sociale domein waarin de mens centraal staat en niet het systeem;

-

een integraal PGB goede kansen biedt voor een betere beheersbaarheid van de kosten in het sociale domein;

-

de keuze voor een integraal PGB vraagt om een principiële beleidsdiscussie op basis van alle relevante feiten die voor een zorgvuldige afweging nodig zijn;

-

onderzoek vereist is naar of, en op welke wijze, een integraal PGB onderdeel kan zijn van het Utrechtse model.

Verzoekt het college: -

te onderzoeken of, en zo ja, voor wie en op welke wijze, het integraal PGB een plaats zou


32

kunnen krijgen in het Utrechtse model, -

te onderzoeken wat een zorgvuldige invoering van een integraal PGB per l januari 2016 vereist en behelst;

-

het onderzoek en stappenplan van AEF en de ervaringen in de pilotgemeenten daarin mee te nemen;

-

eventuele obstakels in kaart te brengen en mogelijke oplossingen te benoemen;

-

de gemeenteraad voor de voorjaarsnota over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren.

En gaat over tot de orde van de dag," Motie 119 is ondertekend door mevrouw Baş, de heer Van Ooijen, de heer Menke en mevrouw De Regt. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Wij staan aan de vooravond van drie grote decentralisaties. De filosofie achter de pgb's - ook de integrale pgb's - kan de VVD-fractie van harte steunen, maar ze vraagt zich af of dit het juiste moment is om een dergelijk onderzoek te doen. Is de groep mensen die dit betreft niet te klein? Moeten wij niet overwegen om alles via maatwerk te doen en dat een integraal pgb vanzelf tot stand komt vanwege het feit dat uit de buurtteams daarop wordt gestuurd en dat de budgetten vervolgens bij één persoon worden samengebracht? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Dat zou kunnen. Er zijn echter gescheiden regelingen voor jeugd, Wmo en re-integratie. Door te ontschotten en een integraal pgb met dezelfde voorwaarden kunnen wij een efficiencyslag maken. Daarmee worden de regelingen tegelijkertijd toegankelijker. Daarom stellen wij dit voor. Utrechters zijn de baas over hun eigen bestaan. Daarvoor zal de GroenLinks-fractie zich de komende jaren sterk blijven maken. De GroenLinks-fractie blijft zich bovendien de komende jaren inzetten voor mensen in kwetsbare posities. Wij houden ons aan de belofte om niet te bezuinigen op het geld dat arme mensen in hun portemonnee krijgen. Tegelijkertijd zijn wij ervan overtuigd dat op apparaatskosten kan worden bespaard door de armoederegelingen te herzien en de uitvoering te vereenvoudigen. Wij kijken uit naar de voorstellen die het college hierover bij de voorjaarsnota presenteert. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik heb de D66-fractie gevraagd waarom EUR 0,5 miljoen wordt gekort op de Wmo, terwijl dat een decentralisatie betreft die aanstaande is. Veel is nog ongewis. Waarom kort de GroenLinks-fractie EUR 0,5 miljoen op revolverende fondsen die werkgelegenheid moeten creëren? Denkt de GroenLinks-fractie dat in 2016 korting op apparaatskosten valt te behalen terwijl wij eigenlijk al te horen hebben gekregen dat dit heel moeilijk is? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): De bezuinigingen op de Wmo die worden voorgesteld, zijn voor 2016 en 2017. In het revolverende fonds is geld aanwezig. Het is de bedoeling dat het geld terugkomt. Wij stellen via het amendement voor om het geld bij de behandeling van de voorjaarsnota aan te vullen met geld dat lijkt over te blijven op prestatieveld 6 van de Wmo. Wij hopen niet dat de korting blijvend is. Dat risico lopen wij wel. Wij willen dit voorstel doen om het gat op armoede voor volgend jaar te kunnen dekken. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! In deze tijden van de economische crisis verbaast het mij dat mevrouw De Boer ervoor kiest om een revolverend fonds leeg te roven dat is bedoeld voor werk.


33

Waarom kiest zij niet voor het revolverende fonds Utrechtse energie? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Omdat het de portefeuille Werk en Inkomen is waar het gat valt. Daarom moet eerst daar naar een dekking worden gezocht. Wij denken dat het gat kan worden hersteld bij de behandeling van de voorjaarsnota. Derhalve is er sprake van een ingecalculeerd risico. In het fonds is EUR 5 miljoen aanwezig. EUR 1,5 miljoen daarvan kan jaarlijks worden uitgegeven. Wij denken dat in 2015 daarvoor nog ruimte is. Wij zijn Utrechters en Utrechtenaren, maar ook Europeanen en wereldburgers. Wij dragen een verantwoordelijkheid die verder gaat dan de grenzen van de stad. Wij kunnen onze ogen niet sluiten voor de verschrikkingen die zich op de wereld afspelen. Daarom zijn wij onder meer verantwoordelijk voor de opvang van mensen die uit die situaties zijn gevlucht. Het toenemende aantal conflicten stelt ons voor de uitdaging om grotere aantallen vluchtelingen een goede plaats te bieden. Voor asielzoekers die een verblijfsstatus krijgen, is vaak geen betaalbare woning beschikbaar, waardoor de doorstroming uit het asielzoekerscentrum stokt. Op de RIA afgelopen dinsdag bleek dat de woningcorporaties en andere organisaties zijn doordrongen van de urgentie van dit probleem. Ze zijn bereid om mee te denken en mee te werken aan een oplossing. De GroenLinks-fractie wil dat de wethouder de uitgestoken hand aanneemt. Graag kregen wij hierop een toezegging. In Utrecht heeft iedereen de kans om zichzelf te zijn. Diversiteit in vrijheid is onmiskenbaar een belangrijke waarde die wij nooit als vanzelfsprekend mogen zien. Om op een goede manier naast en met elkaar te leven, is het belangrijk om kennis over elkaar te hebben. De verplichte voorlichting op scholen over seksuele diversiteit is daarvan een mooi voorbeeld. Wij hebben echter gehoord dat niet alle scholen deze lessen even goed geven of ze überhaupt geven. Dat vinden wij onacceptabel. Het COC heeft hiervoor een meldpunt geopend. Wij vinden dit echter ook een zaak van de politiek. Is de wethouder bereid om te bekijken op welke Utrechtse scholen de lessen over LHBT'ers niet of niet naar behoren worden gegeven en om de schoolbesturen daarop aan te spreken? Wij hebben hiervoor een motie achter de hand. Utrecht maken wij samen. Het is voor een coalitiefractie verplicht om dit motto minimaal één keer per tien minuten te gebruiken. De gezonde en duurzame stad van de toekomst komt er alleen als wij die gezamenlijk maken. Het viel ons tijdens de commissiebehandeling van de programmabegroting op dat wethouders onderwerpen over de schutting gooien. Dat past niet bij het principe dat wij het besturen van de stad gezamenlijk moeten doen. Wel is het handig om goed af te spreken wie waarvoor verantwoordelijk is. Naar aanleiding van de tijdens de commissievergadering ontstane verwarring willen wij het college vragen om de verantwoordelijkheid voor zowel de bezettingsgraad als de klanttevredenheid betreffende het maatschappelijke vastgoed bij de wethouder Vastgoed onder te brengen. Wij hebben hiervoor een breed gesteunde motie achter de hand. Wij danken het college voor het overzicht van de ideeën over het invullen van de innovatietaakstelling. Ik zal ze niet alle 74 langslopen, maar het idee om bestaande innovatieve ideeën te realiseren, spreekt mij aan. Wil de wethouder vóór de behandeling van de voorjaarsnota laten weten wat het college zal ondernemen om ervoor te zorgen dat de taakstelling de komende jaren alsnog door middel van innovatie wordt ingevuld en niet blijft hangen aan de kaasschaaf? Graag kregen wij hiervoor een toezegging.

(De heer Van Waveren draagt hierop het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Zanen.)


34

De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Heeft mevrouw De Boer voldoende vertrouwen in de maatregelen waaruit bezuinigingen van EUR 3 miljoen kunnen voortkomen? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik denk niet dat uit de genoemde maatregelen EUR 3 miljoen kunnen voortkomen. Ik roep het college op om vooral niet te blijven stilstaan, maar om door te gaan met nadenken en om bij de behandeling van de voorjaarsnota innovatieve ideeën te presenteren. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Vindt mevrouw De Boer het niet merkwaardig dat men de genoemde bezuiniging gewoon in de boeken laat staan? Zij zegt dat de maatregelen niet dekkend zijn. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De bezuiniging die in de programmabegroting staat, is eigenlijk een kaasschaaf. Wij halen bij alle portefeuilles wat weg. Dat is niet de manier waarop wij de innovatietaakstelling willen invullen. Dat is precies de reden waarom ik vraag of het college bij de behandeling van de voorjaarsnota een plan wil voorstellen dat de innovatietaakstelling wél invult. Samen maken de coalitie en de oppositie de stad. De oppositie is constructief en meedenkend. Wij bedanken de fracties van PvdA en het CDA voor hun tegenbegroting. Daarmee laat de oppositie haar constructieve houding zien. Over de tegenbegroting van de PvdA-fractie zullen wij in de tweede termijn nog iets zeggen. Ik heb die te laat ontvangen. Over de tegenbegroting van de CDA-fractie kunnen wij zeggen dat die op zeer constructieve wijze de duurzaamheidsambities van het college afbreekt. Natuurlijk staan in tegenbegroting van de CDA-fractie ook veel aanknopingspunten: bestrijding van discriminatie, de maatschappelijke stage en de wens om te investeren in betere fietsroutes. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Is mevrouw De Boer het met mij eens dat het afbreken van de duurzaamheidambitie uitstekend door het college zelf wordt gedaan zonder dat de CDA-fractie daarbij helpt door het geld op de plank te laten liggen in plaats van om het uit te geven? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Nee, dat ben ik niet met de heer Van Waveren eens. Volgens mij is het college hard aan het werk. Er blijft geen geld op de plank liggen. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Het ligt er wel. Wij zien dat niet zo snel ergens anders heen gaan. Laten wij hopen dat mevrouw De Boer gelijk krijgt. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Misschien kan de wethouder daarover wat zeggen. Volgens de informatie die ik heb, blijft er zeker geen geld op de plank liggen. De heer Van Waveren draagt een mooie groene stropdas. Ik denk dat hij blij is dat wij in Utrecht de goede kant opgaan. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Als het mijn groen is, ben ik inderdaad heel blij. Als mevrouw De Boer weet wat met het geld van het duurzaamheidsfonds gebeurt, vind ik dat interessant omdat een coalitiefractie blijkbaar meer weet dan een oppositiefractie. Ik dacht dat wij dat punt met de inwoners van Utrecht in een stadsgesprek zouden bespreken. Ik vind het jammer dat mevrouw De Boer al weet dat het geld is uitgegeven voordat het genoemde gesprek heeft plaatsgevonden. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik weet niet precies welk geld de heer Van Waveren bedoelt. Ik dacht dat hij het geld voor energie in 2014 bedoelde.


35

In dat kader wordt veel geld uitgegeven voor allerlei dingen die wij heel goed vinden. Ook voor 2015 is er een plan waarmee fors zal worden geïnvesteerd. Voor de jaren daarna wordt samen met de stad een plan gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat ook daaruit ideeën zullen voortkomen waarmee zeker geen geld op de plank blijft liggen. De fiets is voor de GroenLinks-fractie het belangrijkste vervoermiddel. Utrecht is dé fietsstad van Nederland en onze ambitie om dat te blijven, is torenhoog. Het is wel een constante puzzel om alle Utrechtse fietsen een plek te geven. Het aanstaande stadsgesprek Fiets zal nieuwe inzichten verschaffen die zullen worden verwerkt in het actieplan Fiets. In Utrecht doet zich echter nog een probleem voor: het grote aantal fietsendiefstallen. Wij willen van de burgemeester de toezegging krijgen dat de aanpak van fietsendiefstal in het integrale veiligheidsprogramma prioriteit krijgt. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Mag ik vragen welk soort diefstallen dan geen prioriteit meer krijgt? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Er zijn allerlei dingen die prioriteit krijgen, bijvoorbeeld auto- en woninginbraken. Wij vinden niet dat men daaraan niets moet doen, maar auto-inbraken en fietsendiefstallen zijn qua impact vergelijkbaar. Men zou kunnen bekijken of men aan het een wat minder kan doen en aan het ander wat meer zodat beiden in evenwicht zijn. Wij weten dat op dit moment fietsendiefstallen helemaal niet meer worden nagegaan. Men kan aangifte doen, maar dat heeft geen enkele zin. Dat vinden wij een praktijk die niet de schoonheidsprijs verdient. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Als mevrouw De Boer de problematiek op deze manier uitlegt, dan ben ik het daarmee hartgrondig oneens. Ik wil mevrouw De Boer juist uitdagen om als de GroenLinksfractie de bestrijding van fietsendiefstal belangrijk vindt te bekijken of er meer geld voor handhaving is. Ziet mevrouw De Boer daar iets in? Staat daarover iets in de motie die zij ongetwijfeld achter de hand heeft? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Ik heb helemaal niet gezegd dat wij hierover een motie achter de hand hebben. Dat hangt af van wat het college antwoordt. Meer toezicht en meer handhaving hangen af van hoe wij die moeten betalen. In de begroting is niet veel ruimte om allerlei leuke dingen extra te doen. Als de gemeente iets nieuws doet, zal ze iets anders moeten laten. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik kan de suggesties van de VVD-fractie goed volgen. Ik wil de voorstellen van de GroenLinks-fractie graag zien. Als men het een meer aandacht geeft, dan moet men keuzes durven maken. Ik zie niet dat de GroenLinks-fractie dat doet. Ik vind het ook heel jammer dat de GroenLinks-fractie niet heeft gezien dat in Noordoost een bende fietsendieven is opgerold. Wij hebben daarover berichten gekregen. Deze bende stal Cortina fietsen. De lage prioriteit die door de GroenLinks-fractie wordt gesuggereerd, wordt niet gestaafd door de werkelijkheid. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Mevrouw Haage geeft een voorbeeld van hoe het kan. De bende die zij noemt, werkte echter structureel. Die was op één soort fietsen uit. Kennelijk is dat dermate weinig opvallend dat het bij weinig prioriteit toch opvalt en actie kan worden ondernomen. Aan de doorsnee fiets die wordt gestolen, wordt heel weinig gedaan. Wij willen dat meer prioriteit geven.


36

De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Wat vindt mevrouw De Boer ervan dat ook de stad aan fietsendiefstal geen hoge prioriteit geeft vanwege de lage aangiftebereidheid? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): De geringe aangiftebereidheid is heel logisch als men weet dat als men aangifte doet daarmee eigenlijk niets gebeurt. Schone lucht, schone energie, werk en zorg zijn de speerpunten van de GroenLinks-fractie. In één adem noemen wij daarbij ook altijd diversiteit en cultuur. De GroenLinks-fractie is erover verheugd dat het gat in het nieuwe cultuurconvenant bij de behandeling van de voorjaarsnota wordt gerepareerd. Over cultuur heeft de GroenLinks-fractie een belangrijk uitgangspunt: wij vinden dat Utrechts cultuurgeld naar Utrechtse culturele initiatieven moet gaan. Wij waren daarom erg verbaasd dat een spelcomputermuseum naar Utrecht wordt gehaald en dat daar EUR 500.000,00 uit het cultuurbudget naartoe gaat. De GroenLinks-fractie vraagt de wethouder om dat geld opnieuw te bestemmen. Culturele broedplaatsen zijn wat de GroenLinks-fractie betreft uitstekende bestemmingen. Wij dienen hiervoor een amendement in. "Amendement 60 'Niet digitaal spelen, maar in broedplaatsen' De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november ter bespreking van agendapunt 3, de Programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

er kansrijke initiatieven zijn voor broedplaatsen als 'Depot';

Overwegende dat: -

hiermee de Utrechtse culturele sector versterkt wordt;

Besluit: 1.

om 500.000 euro toe te voegen aan de investeringsband Broedplaatsen en dit te dekken uit het budget voor het Spelcomputermuseum (Uitbreidingsinvesteringen Cultuur categorie A).

2.

het budget voor het Spelcomputermuseum te schrappen (Uitbreidingsinvesteringen Cultuur categorie A).

En gaat over tot de orde van de dag." Amendement 60 is ondertekend door de heer mevrouw Knip, de heer Wijlhuizen en de heer De Vries. Zo’n 14.000 mensen hebben een petitie getekend om aan te geven dat het hun vurige wens is dat de nieuwe bibliotheek op de Neude verschijnt. De GroenLinks-fractie heeft het plan bedacht en dus is het niet verwonderlijk dat wij dit gevoel delen. Wij hopen vurig dat snel een plan ter tafel komt dat binnen de financiële kaders valt. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Wij delen deze hoop met de GroenLinks-fractie. Ik ben benieuwd wanneer de GroenLinks-fractie dat antwoord wil hebben. De tijd dringt. Zojuist is van ASR een bericht ingekomen dat men de eis laat vallen voor de huurgarantie van 25 jaar. Leidt dat feit bij mevrouw De Boer tot andere inzichten? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Dat bericht heb ik niet gezien. Het plan dat er nu is, kent een aantal facetten waarvan wij vinden dat die moeten worden bekeken omdat ze niet binnen de kaders vallen. Ik hoop dat de wethouder echt in gesprek wil gaan met de bibliotheek om een plan voor te stellen dat wél aan de eisen voldoet.


37

De 25 jaar huurgarantie is voor ons een belangrijke reden om niet met het plan in te stemmen, want dat betekent dat de gemeente 25 jaar lang vastzit aan een lastig in te richten pand. Het kan een stap zijn om uiteindelijk een goed plan te maken dat in de kaders past. Ik ben in elk geval blij met het bericht van ASR. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! In de raad schijnt een soort object-myopia te heersen. Staart ook de GroenLinks-fractie zich blind op het postkantoor aan de Neude of laat ze nog opties open? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voor ons staan alle opties open. Wij zouden het mooi vinden als de bibliotheek wél in het gebouw aan de Neude kan. Dan kan het oude postkantoor een publieke functie krijgen. Dat vinden wij mooi. Het is een erg mooi gebouw. Ook staat de bibliotheek dan op een centrale plek. Echter, het moet in de financiële kaders passen. Als dat niet kan, dan zullen wij andere opties moeten bekijken. Voor de GroenLinks-fractie staat dan alles open. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik ben blij dat de GroenLinks-fractie net als de PvdA-fractie van de wethouder een goed plan verwacht. Ik constateer echter dat de GroenLinks-fractie zich laat gijzelen door financiële kaders. Ik ben dan bang dat de bibliotheek niet in het oude postkantoor zal komen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Volgens mij is er geen sprake van gijzeling van de financiële kaders. Een van onze bezwaren tegen de bibliotheek op het Smakkelaarsveld waren de te hoge kosten van de exploitatie en het feit dat wij er niet voor veertig jaar aan vast willen zitten. Wij zijn consequent. Wij hebben aangegeven wat de kaders zijn. Er moet een plan komen dat in de kaders past. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! De GroenLinks-fractie zegt duurzaamheid van belang te vinden. Het verbaast mij dat mevrouw De Boer het woord duurzaamheid met betrekking tot de bibliotheek op de Neude niet noemt. Volgens mij doet zich daar een vrij groot probleem met duurzaamheid voor. Hoe ziet mevrouw De Boer de verwezenlijking van de bibliotheek op de Neude voor zich? Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Als er een plan komt voor de bibliotheek op de Neude, dan denkt de GroenLinks-fractie dat het voor de exploitatie heel verstandig is om te bekijken of iets kan worden gedaan aan het grote energiegebruik van het pand. Daarmee zal in het plan rekening moeten worden gehouden. De heer WIJLHUIZEN (SP): Voorzitter! Mevrouw Haage noemt de gijzeling van de financiële kaders. De SP-fractie noemt dat financieel realisme. Er zijn financiële kaders waaraan de gemeente zich moet houden. Als ze erbuiten valt, dan moet het geld ergens vandaan komen. Ik wil graag van mevrouw Haage horen hoe zij dat ziet. Ziet zij de kaders niet als realisme? Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik ben het helemaal met de heer Wijlhuizen eens. De gemeente moet zich aan gemeentelijke kaders houden. Ik zie echter dat de coalitie financiële kaders heeft die strenger zijn en dat ze daar niet buiten wil treden. Voor een dergelijk groot project als dit, dat een lange geschiedenis kent en dat moeilijk is te realiseren, is het belangrijk om daar buiten te kunnen treden. Lees onze tegenbegroting.


38

De heer WIJLHUIZEN (SP): Voorzitter! Hoeveel wil mevrouw Haage extra uitgeven? Waar komt dat geld dan vandaan? Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik gebruik mijn spreektijd niet om de gehele tegenbegroting voor te lezen. Daarin staat het antwoord op de vraag van de heer Wijlhuizen. De tegenbegroting is meerjarig sluitend. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik heb deze vraag al eerder gesteld, maar ook ik heb geen bevredigend antwoord gekregen. Ik heb inmiddels de tegenbegroting kunnen lezen. Ik zie inderdaad bij Vastgoed een extra taakstelling van EUR 2 miljoen staan. Ook in het coalitieakkoord en in de begroting staat bij Vastgoed een taakstelling van EUR 2,7 miljoen. Daarmee is de bibliotheek nog steeds niet gefinancierd. Hiermee is ongeveer een kwart van wat nodig is beschikbaar. Mevrouw Haage komt nog EUR 7 miljoen te kort. Daarover horen wij haar niet. De coalitie wil best kaders opbreken, maar gratis geld bestaat niet. Als zij dat zo graag wil en zoveel grote woorden heeft, dan hoop ik dat zij voor het einde van de vergadering een dekking voorstelt waarmee de bibliotheek wél op de Neude kan komen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Het kader van binnen Vastgoed blijven, is een kader van de coalitie. Wij gaan daar buiten. Ik maak geen deel uit van de coalitie. Het collegeakkoord heeft voor 2015 geen taakstelling opgenomen voor verkoop van vastgoed, terwijl dat de afgelopen twee jaar respectievelijk voor EUR 7 miljoen en EUR 8 miljoen is gerealiseerd. Wij denken dat voor 2015 een taakstelling van EUR 0,00 niet realistisch is. Daar verdienen wij wat op. In de tegenbegroting staat ook een ombuiging vanwege minder besteden aan externe inhuur. Dat valt misschien niet binnen de kaders van de coalitie, maar uit onze tegenbegroting blijkt dat de bibliotheek op de Neude daaruit wél kan worden bekostigd. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De stad van de toekomst is geen utopie, het is het noodzakelijke antwoord op de grote vraagstukken die voor ons liggen: de toenemende kloof tussen arm en rijk, de groeiende vraag naar zorg, de gevolgen van luchtvervuiling en de uitputting van de aarde. Onze stad van de toekomst is een mensgerichte stad. Een stad waar fietsers en voetgangers alle ruimte krijgen, waar burgers hun eigen energie opwekken en waar vieze wegen worden omgetoverd in groene stadsboulevards, waar zorg dichtbij huis wordt georganiseerd, waar iedereen kan werken en waar werk ook kan betekenen dat men voor een zieke ouder of partner zorgt. Ondertussen wordt het vuil opgehaald, de stoep geveegd en het gras gemaaid. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Wij hebben al veel over de programmabegroting gesproken. Het college en de raad kennen onze standpunten en kennen onze mening over deelgebieden. De Stadsbelang Utrecht-fractie kan hierbij vanmiddag uitgebreid stilstaan, maar dat doet ze niet, want ze heeft afgesproken om richtinggevende inbreng te geven om mogelijke wijzigingen in de programmabegroting dan wel de besluitvorming van hedenavond te benoemen. Daarom houd ik het kort. Ik roep andere fracties op om niet te verzanden in monologen en vragen die wij al eerder hebben vernomen. Klaas, hou het de volgende keer een beetje kort. Ik dien hierbij een aantal amendementen en een motie in. Amendement 61 gaat over veiligheid. Wij maken ons daar druk om. In de commissievergadering heb ik aangegeven dat het ambitieniveau wat hoger mag zijn, maar goed, de middelen zijn beperkt. De burgemeester heeft aangegeven dat voor de nabije toekomst de ambities de best haalbare zijn. Daarmee nemen wij vooralsnog genoegen.


39

Ook heeft de burgemeester aangegeven dat minister Opstelten met een verrassing is gekomen. Hij is voornemens geen vergoeding meer te geven voor de inzet van BOA's op het gebied van het uitschrijven van processen verbaal. De gevolgen daarvan kunnen zijn dat wij de kosten van EUR 300.000,00 per jaar zelf zullen moeten betalen of zullen moeten inleveren. Dat vindt de Stadsbelang Utrecht-fractie onacceptabel. Wij moeten echter rekening houden met tegenvallende besluitvorming in de Tweede Kamer en tegenvallend verdienvermogen van de gemeente. Daarom dienen wij het volgende amendement in. "Amendement 61. Een proces verbaal geef je niet voor niets. De gemeenteraad van Utrecht bijeen op donderdag 6 november 2014 ter bespreking van de programma begroting 2015. Constaterende dat; -

Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft aangegeven dat gemeentes per l januari 2015 geen vergoeding meer krijgen voor boetes die door Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA's) worden uitgeschreven;

Overwegende dat; -

Utrecht vanuit dit perspectief het risico loopt grofweg € 300.000 mis te lopen;

-

als de Tweede Kamer niet ingrijpt het veiligheidsprogramma, de inzet op gemeentelijk toezicht en handhaving zal moeten worden bijgesteld of worden opgevangen vanuit eigen budget;

Verzoekt het college; -

uit te spreken dat het ontbreken van deze vergoeding niet ten koste mag gaan van de inzet op gemeentelijk toezicht en handhaving;

-

het instrument bestuurlijke boete als een werkbaar alternatief te laten onderzoeken, voor (bepaalde) overtredingen, de voor- en de nadelen, de administratieve belasting;

-

de resultaten van dit onderzoek voor de behandeling van de voorjaarsnota 2015 aan de raad te presenteren;

-

actief in gesprek te blijven met de VNG en minister. Dit met als doel dit voorgenomen besluit te keren

en besluit: -

het huidig voorzienbaar surplus op veiligheid (zoals in de tweede bestuursrapportage 2014 is opgenomen op blz. 10), zijnde € 186.000 als risicoreservering 2015 proces verbaalkosten te stellen;

en gaat over tot de orde van de dag." Amendement 61 is ondertekend door mijzelf. Wij dienen ook het volgende amendement over stadspromotie in. Het in ongelofelijk dat de gemeente een bezuiniging van EUR 80.000,00 per jaar inboekt, terwijl de dagbezoeken en de hotelovernachtingen afnemen en Utrecht op de Gastvrijheidsindex met vijf plaatsen is gedaald. De jaarlijkse investering is op hetzelfde niveau als die van Almere. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag hebben budgetten die drie tot vijf keer zo hoog zijn. Als wij van stadspromotie echt werk willen maken, is wat ons betreft een intensivering nodig, maar laten wij beginnen met het repareren van de ingeboekte bezuiniging.


40

"Amendement 62. Utrecht als aantrekkelijke toeristische bestemming verdient grotere inzet. De gemeenteraad van Utrecht bijeen op donderdag 6 november 2014 ter bespreking van de programma begroting 2015. Constaterende dat; -

Utrecht inzet op het bevorderen van de marketing van Utrecht als aantrekkelijke toeristische bestemming;

-

het college per 2015 inzet op een structurele bezuiniging van € 80.000 op dit terrein;

Overwegende dat; -

het bevorderen van de marketing van Utrecht niet heeft voorkomen dat het aantal dagbezoeken en overnachtingen achterblijft t.o.v. ontwikkelingen in andere G5 steden;

-

het bevorderen van de marketing van Utrecht niet heeft voorkomen dat Utrecht in 2013 met 5 plaatsen is gezakt in de Gastvrijheidsindex van de VVV Nederland;

Verder overwegende dat: -

Toerisme Utrecht heeft sinds haar oprichting vier jaar geleden binnen de beperkte beschikbare middelen een solide basis opgebouwd, waarop kan worden voortgeborduurd;

-

het aantal partners van Toerisme Utrecht gegroeid is tot inmiddels meer dan 200;

-

de constatering op zijn plaats is, dat een succesvolle persbewerking, de buitenlandse mediaaandacht (o.a. van CNN, Lonely Planet, BBC) heeft veroorzaakt;

-

het aantal opdrachten van externe partners in de stad en de regio groeit;

-

Toerisme Utrecht zich meer en meer ontwikkelt als spin in het web, ook in verbinding met domeinen als horeca, binnenstad, erfgoed, creatieve economie en cultuur;

-

toerisme bovengemiddelde kansen biedt voor verhoging van de arbeidsparticipatie, omdat een aanzienlijk deel door laaggeschoold en parttime personeel wordt uitgevoerd;

-

de toeristische sector direct bijdraagt aan versterking van aantrekkelijkheid van Utrecht, zowel voor het leefklimaat van inwoners als investeringsklimaat van bedrijven;

-

Utrecht met €1,2 miljoen net zoveel investeert in toeristische marketing en informatieverschaffing als de gemeente Almere. Terwijl Amsterdam een budget heeft van circa € 4,8 mio, Den Haag circa € 5,7 mio en Rotterdam circa € 3,6 mio per jaar;

-

de Utrechtse ambitie, eerder een intensivering van het budget verdient, als een bezuiniging op het budget voor toeristische marketing en informatievoorziening;

Besluit: -

de bezuiniging op stadspromotie en bevorderen van toerisme voor de periode 2015, van € 80.000 te repareren en te dekken vanuit het vrij te maken WMO financiële overschot op prestatieveld 6/WMO, 80.000 Euro;

-

begin 2015, of tenminste voor de behandeling van de voorjaarsnota 2015 plannen te presenteren hoe de inzet (tezamen met partners) te versterken om Utrecht als aantrekkelijke toeristische bestemming verder uit te bouwen

en gaat over tot de orde van de dag." Amendement 62 is ondertekend door mijzelf. Wij dienen ook het volgende amendement in over verstandig bezuinigen op het armoedebeleid. Wij hebben in het verleden al gezegd dat een bezuiniging op apparaatskosten een bezuiniging is op armoedebestrijding. Wij willen dat niet. Het kan helemaal niet voor de gestelde EUR 1 miljoen, anders valt het beleid in stukken, in ieder geval de uitvoering ervan. Gelukkig schijnt het overgrote deel van de raad dat te beseffen.


41

Daarom repareren wij de bezuiniging van 2015 en vragen het college om de zaak verder uit te werken voor een dekking met het oog op de toekomst. "Amendement 63. Verstandig bezuinigen op Armoedebeleid of anders niet. De gemeenteraad van Utrecht bijeen op donderdag 6 november 2014 ter bespreking van de programma begroting 2015. Constaterende dat; -

het college 1 miljoen bezuinigd op de organisatiekosten binnen het armoedebeleid zoals in het coalitieprogramma is vastgesteld;

-

het college niet instaat is gebleken uitvoering te geven aan het coalitieprogramma om 1 miljoen te bezuinigen op de organisatiekosten binnen het armoedebeleid;

-

het college deze bezuiniging van l miljoen wil halen uit de Wtcg/CER middelen;

Overwegende dat; -

de Wtcg/CER gelden ingezet dienen te worden voor Chronisch zieken en gehandicapten zoals dat binnen de landelijke wetgeving tot en met 2013 is opgenomen en niet als onderdeel dient te worden opgenomen binnen het armoedebeleid zoals het college nu voorstaat;

-

de gemeentes ontvangen oplopend in 2017 268 miljoen structureel vanuit het kabinet om inwoners met een chronische ziekte of handicap gericht te kunnen ondersteunen;

Besluit; -

de tekorten op het armoede beleid worden voor 2015 gedekt uit de efficiëntieslag binnen de eigen organisatie, 150.000 Euro en uit de vrij te maken WMO financiële overschot op prestatieveld 6/WMO, 850.000 Euro;

-

Wanneer de efficiëntieslag binnen de eigen organisatie,! 50.000 Euro, ondanks toezegging van het college niet wordt gerealiseerd legt het college schriftelijk verantwoording af aan de raad waarom realisatie niet mogelijk is gebleken;

-

Het college komt bij de verantwoording zoals genoemd in punt 2 met dekkingsvoorstel voor de niet behaalde efficiëntieslag binnen de eigen organisatie van 150.000 Euro;

-

Het college draagt er zorg voor dat uiterlijk in het 2e kwartaal van 2015; a.

een voorstel naar de raad komt ten aanzien van het armoedebeleid voor 2016 en de jaren daarop volgend met de daarbij behorende financiële dekking,

b.

een voorstel naar de raad komt voor gerichte ondersteuning van inwoners met chronische ziekte of handicap voor 2016 en de jaren daarop volgend (landelijk 268 miljoen in 2017) met daarbij behorende financiële dekking;

-

Het college draagt er zorg voor dat uiterlijk in de week voorafgaand aan het kerstreces een voorstel naar de raad komt voor gerichte ondersteuning van inwoners met chronische ziekte of handicap voor 2015 met de met daarbij behorende financiële dekking;

en gaat over tot de orde van de dag." Amendement 63 is ondertekend door mijzelf. In de eerste termijn dien ik een motie in over de invoering van fietskentekens. Dat is geen ordinaire belastingmaatregel, maar een mogelijkheid om fietsendiefstal, het ontstaan van weesfietsen en fietswrakken te voorkomen en om een ordentelijke openbare ruimte te creëren en een optimale benutting van fietsparkeerplaatsen en fietsenstallingen na te streven. Ook creëren wij daarmee de mogelijkheid van extra fietsparkeerplaatsen.


42

"Motie 120. Onderzoek de mogelijke invoering van een fietskenteken. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op donderdag 6 november, ter bespreking van de Programmabegroting 2015, Constaterende dat; -

de fiets als prioritair vervoersmiddel wordt gepropageerd door het Utrechtse stadsbestuur;

Overwegende dat; -

meer en meer Utrechters en mensen uit de regio zich verplaatsen op de fiets;

-

Utrecht investeert in snelle comfortabele fietsroutes en meer straatstallingen, als ook betaalde bewaakte overdekte fietsparkeerplekken in de bebouwde omgeving;

-

het aantal Utrechtse fietsers sneller stijgt dan dat Utrecht straatstallingen en bewaakte overdekte fietsparkeerplekken in de bebouwde omgeving kan realiseren;

-

de openbare ruimte dicht slibt met "niet in fietsklemmen" gestalde fietsen;

-

de bewaakte overdekte fietsparkeerplekken in de bebouwde omgeving niet optimaal benut worden;

-

er intensief moet worden gehandhaafd op gevaarlijk- of hinderlijk gestalde fietsen;

-

er steeds meer weesfietsen en fietswrakken worden verwijderd, dit zal stabiliseren op 10.000 fietsen per jaar

-

in de eerste vier maanden van dit jaar het aantal fietsdiefstallen met maar liefst 42 procent is toegenomen en opsporing van fietsendiefstal geen prioriteit heeft;

-

de handhavingskosten een enorme vlucht nemen;

-

het ontbreken van een fietsenhersteller in de buurt van een fietsparkeerplek er mede toe bijdraagt dat fietsen verworden tot weesfiets dan wel fietswrak.

-

de Utrechtse fietsers niet de comfortabele voorzieningen wordt geboden om hun fiets veilig te kunnen stallen;

Verzoekt het College: -

te onderzoeken of toepassing van de invoering van een persoonlijk fietskenteken een haalbare casus kan opleveren op grond waarvan dit: -

in combinatie met fietservicepunten voor fietskentekenhouders, bij alle grote gebouwde fietsvoorzieningen kan leiden tot een vermindering van het aantal weesfietsen of fietswrakken;

-

kan leiden tot een eenvoudiger en goedkopere handhaving op weesfietsen en fietswrakken;

-

kan leiden tot de reductie van fietsendiefstal en eenvoudiger opsporing van gestolen fietsen;

-

in combinatie met gratis fiets parkeren in alle gebouwde fietsparkeergarages voor kentekenhouders kan leiden tot een vermindering van de druk op de openbare ruimte, tot een optimalisatie van het gebruik van deze gebouwde voorzieningen;

-

te onderzoeken of er een periodieke vergoeding kan worden gerekend voor het voeren van dit fietskenteken, dit ter bekostiging van de extra inzet op de realisatie van comfortabele veilige fietsparkeerplekken evenals het beschikbaar stellen van de veilige gratis fietsparkeerplekken en de extra service.

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 120 is ondertekend door mijzelf.


43

Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Gelukkig komen uit omliggende gemeenten veel mensen op de fiets naar Utrecht toe. Wat wil de heer Bos met hen doen? Zullen wij tol gaan heffen? De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Aan hen de keuze: óf een fietskenteken óf betalen voor een parkeerplaats in een bebouwde omgeving. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Dit plan heeft de Stadsbelang Utrecht-fractie al eerder met veel bombarie aangekondigd. Wij waren toen erg nieuwsgierig. De heer Bos zei dat het zou worden betaald met de invoering van fietsbelasting. Hij heeft dat nu niet gezegd. Hij zei eerder dat het EUR 60,00 per fiets zou moeten zijn. Hij heeft kennelijk zelf enig onderzoek gedaan op basis waarvan hij heeft besloten om dat plan niet in te dienen. Misschien kan hij de wethouder dat plan en het genoemde onderzoek geven. Dat weten wij meteen of dat haalbaar is. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Nee, dat zal ik niet doen. Ik heb een aantal suggesties gedaan, niet meer dan dat. De prijsstelling is een voorlopige inschatting. De oplossing kan ook iets heel anders zijn. Iets uit de duim zuigen, zijn de gebaren van de heer Verschuure. Laat ik het maar even zo zeggen. De heer GILISSEN (VVD-fractie): Voorzitter! Utrecht maken wij samen. Wij leven in een snel veranderende wereld die elke dag kleiner wordt. Traditionele patronen worden doorbroken en veel mensen hebben het gevoel dat er steeds minder zekerheden zijn. Door toedoen van de economische recessie hebben helaas veel Utrechters hun baan verloren. Zoals de VVD-fractie ook al tijdens de algemene politieke beschouwingen heeft gezegd, moet 2015 het jaar worden waarin Utrecht de crisis achter zich laat. Wij moeten werk maken van werk: meer banen en een lagere werkloosheid bewerkstelligen. Mijn inbreng staat in het teken van ruimte bieden voor initiatief en het creëren van randvoorwaarden voor economische en persoonlijke groei. Wij moeten de kracht van de stad benutten door initiatieven te coachen en te volgen, niet sturend en regisserend, maar door mensen in hun kracht te zetten en om innovatie ruim baan te bieden. Na de algemene beschouwingen, acht dagdelen commissievergadering en 183 technische vragen, voeren wij vandaag het slotdebat over de programmabegroting 2015. De begroting is qua leesbaarheid iets beter dan die van vorig jaar. De VVD-fractie zei het al tijdens de algemene politieke beschouwingen en ook tijdens de commissievergaderingen is er over gesproken: de kwaliteit van de prestatie- en effectindicatoren in de begroting moet omhoog. Wij zijn blij dat het college heeft toegezegd om met de raad te bespreken hoe wij deze indicatoren slimmer en beter meetbaar kunnen maken. Betere indicatoren zorgen voor meer inzicht in de prestaties van de gemeente en vergroten de leesbaarheid van de begroting. Het is goed dat wij deze stap kunnen zetten. De begroting vertaalt de ambities van de VVD-fractie en de coalitie in beleid en euro’s. De ambitie om te zorgen voor meer banen en een lagere werkloosheid - ook voor Dione, mevrouw Haage - de ambitie om Utrecht aantrekkelijk en bereikbaar te houden met alle vormen van vervoer en de ambitie om iedereen - jong en oud - excellent onderwijs te bieden. En meer. Een jaar geleden diende mijn voorganger een motie in om de conversie van erfpacht naar vol eigendom mogelijk te maken. Daar stemde de raad toen nog tegen. Het kan verkeren: dankzij de VVDfractie ontvangt de raad nog dit jaar een voorstel om deze conversie mogelijk te maken. Daarmee wordt een woningeigenaar ook volledig eigenaar van de grond en heeft de gemeente een flinke administratieve last minder te dragen.


44

De VVD-fractie is tevreden met de stappen die het college het afgelopen halfjaar heeft gezet, maar er mag een tandje worden bijgeschakeld. Inzake het sociale domein zien wij dat voorstellen naar het voorjaar van 2015 zijn verschoven, zoals de herijking van het volksgezondheidbeleid en de evaluatie en de bijsturing van het vernieuwende welzijn. De VVD-fractie wil een stadsbestuur zien dat klare wijn schenkt, dat duidelijkheid geeft en de problemen van nu adresseert en oplost. Niet doorschuiven, maar aanpakken. Ik hoop dat het college de hoge ambities van de raad kan bijbenen en daarop kan anticiperen. De komende weken staat een aantal belangrijke onderwerpen met betrekking tot veiligheid op de agenda. De VVD-fractie is tevreden dat het college en de burgemeester inzetten op de eigen verantwoordelijkheid van de inwoners. Wij kijken uit naar het debat over en het vaststellen van het IVP 2015-2018 en over het nieuwe kader voor cameratoezicht. Tijdens de algemene politieke beschouwingen hebben wij gesproken over het coffeeshopbeleid. Het standpunt van de VVD-fractie is bekend: stop met investeren in de heilloze experimenten met de regulering van hennep. Ook een meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich inmiddels achter dit standpunt geschaard. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik vraag mij af of de VVD-fractie in Utrecht op de hoogte is van het standpunt van de VVD-fractie in Amsterdam. De VVD-fractie in Amsterdam heeft zojuist in de Amsterdamse raad ingestemd om het in Utrecht ingestelde experiment met de gereguleerde wietteelt te omarmen. Het kan verkeren. De heer GILISSEN (VVD): De situatie in Amsterdam is niet te vergelijken met die in Utrecht. In Amsterdam zijn meer dan 300 coffeeshops. Ik heb af en toe het idee dat de VVD-fractie in Amsterdam onder invloed is geraakt van al die walmen die naar buiten komen. Het standpunt van de Utrechtse VVD-fractie is bekend. Wij vinden gereguleerde wietteelt een heilloze weg. De heer Verschuure noemt het navolgen van het Utrechtse experiment, maar er is geen Utrechts experiment. Daarover moeten wij eerlijk zijn. Elk jaar gooien wij enkele tienduizenden euro's in een grote bak. Dat was een van de weinige lichtpunten van de tegenbegroting van de CDA-fractie. Ik zie mijn collega's uit Amsterdam binnenkort wel weer. De VVD-fracties uit de G4 komen vier keer per jaar bij elkaar. Dan worden dit soort dingen besproken. Dat zijn in het algemeen interessante en leuke bijeenkomsten. Het standpunt van de Utrechtse VVD-fractie is bekend. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Ik hoop dat de heer Gilissen door zijn Amsterdamse collega's alsnog overtuigd raakt van het feit dat het een goed idee is om de achterdeur van de coffeeshops te reguleren en om via gereguleerde wietteelt ook voor de gezondheid te zorgen. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik wens mevrouw De Boer daarbij veel succes. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Waar vindt die ontmoeting plaats? Als dat in Amsterdam is … De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! De door de heer Verschuure bedoelde ontmoeting vindt plaats in december. De Utrechtse VVD-fractie is gastvrouw. Wij zullen dan ongetwijfeld laten zien dat als het zou bestaan het beleid met gereguleerde wietteelt niet zal werken. Voor de overlast die omwonenden van coffeeshops ervaren, mag de gemeente de ogen niet sluiten. De discussie over de Amsterdamsestraatweg ligt nog vers in het geheugen.


45

Mijn fractie is altijd voorstander geweest van het verplaatsen van overlastgevende coffeeshops naar de randen van de stad. Op dat dossier blijft het echter muisstil. Ik zou graag willen weten wat rond het realiseren van deze coffeeshop de stand van zaken is, of de burgemeester bereid is daarachter meer vaart te zetten en of hij de raad van eventuele knelpunten op de hoogte wil brengen. De VVD-fractie blijft optimistisch over het realiseren van een nieuwe, moderne en toekomstgerichte centrale bibliotheek binnen de budgettaire kaders. Een randvoorwaarde daarvoor is echter dat de verzelfstandigde bibliotheek zich ook als een zelfstandige organisatie zal gedragen en niet steeds plannen voorstelt die niet in de randvoorwaarden passen. Om het college hiervoor de instrumenten in handen te geven en om de bibliotheekorganisatie een duidelijk signaal te geven, dien ik de volgende motie in. "Motie 121. Tijd voor heldere keuzes: maak samen haalbaar plan voor de Centrale Bibliotheek. De gemeenteraad van Utrecht bijeen op donderdag 6 november 2014 ter bespreking van de programmabegroting 2015 Constaterende dat: -

In het coalitieakkoord "Utrecht maken we samen" nieuwe financiële kaders zijn afgesproken voor de bibliotheek en dat deze kaders tevens een nieuw ambitieniveau impliceren; Het college nog altijd € 1,5 miljoen per jaar extra structurele subsidie en ook maximaal € 6,675 miljoen incidenteel beschikbaar heeft voor investeringen om de bibliotheekvisie te realiseren;

Overwegende dat: -

Een moderne bibliotheek ook een goede en zichtbare centrumvoorziening verdient die past bij de omvang van de gemeente en die bijdraagt aan Utrecht als 'stad van kennis en cultuur'; De tot nu toe gepresenteerde plannen voor een nieuwe bibliotheek in het monumentale postkantoor aan de Neude niet passen binnen de financiële en beleidsmatige kaders; Geen acceptabel plan ook betekent dat er geen besluit kan worden genomen en daarmee het moderniseringsplan niet kan worden uitgevoerd;

Spreekt als haar mening uit dat: -

Verhuizing van de centrale bibliotheek van de Oudegracht naar een alternatieve locatiemogelijk is binnen de gestelde financiële kaders;

-

Het college aanspreekpunt is voor de verzelfstandigde bibliotheek en de wethouders vanuit hun verschillende rollen als subsidiënt en huisbaas de raad tijdig zullen informeren over de voortgang;

-

Er snel duidelijk moet worden hoeveel bibliotheek het financiële kader kan opleveren voor de gemeente.

En verzoekt het college: -

Zo spoedig mogelijk diepgaand in gesprek te gaan met de bibliotheekorganisatie over de verhuisplannen;

-

Directie en raad van toezicht van de bibliotheek met ambtelijk advies bij te staan bij het maken van een realistisch alternatief plan;

-

Daarbij het vastgoedprogramma te betrekken, maar ook de concept bibliotheekvisie en te bezien of aanpassingen aan de inhoudelijke ambities m.b.t. serviceniveau en aanvullend inhoudelijk programma mogelijk zijn zodat deze passen binnen de visie én het financiële kader;

-

De bibliotheekorganisatie zo te coachen om toe te werken naar een ruimtelijk haalbaar plan , met een groeimodel voor de activiteiten, dat bij succes kan worden opgeschaald;


46

Vóór 1 januari in gesprek te gaan met Broese over het beëindigen van de huurovereenkomst voor het pand aan de Oudegracht met een uitlooptermijn, die deze gewaarde boekverkopers sinds 1753 voldoende tijd en flexibiliteit biedt om een geschikt en betaalbaar alternatief te vinden;

-

Het pand aan de Oudegracht in een transparante openbare aanbesteding aan te bieden aan de markt vóór de behandeling van de voorjaarsnota 2015;

-

Eventuele extra opbrengsten boven de verkooptaakstelling niet in te zetten voor het verhuisplan centrale bibliotheek maar conform de financiële spelregels in te zetten om tegenvallers op te vangen;

-

De Oudegracht te verkopen als er een acceptabel verhuisplan van de bibliotheek voorligt en de minimale opbrengst (conform de verkooptaakstelling) is gehaald;

-

Het gehele pand aan de Oudegracht binnen de financiële kaders sober en doelmatig te verbouwen t.b.v. de bibliotheek als er geen acceptabel verhuisplan is voor de behandeling van de voorjaarsnota 2015 of als de minimale opbrengst niet wordt gehaald.

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 121 is ondertekend door mevrouw Baş, de heer De Vries, de heer Wijlhuizen en mijzelf. Motie 121 beoogt de wethouder een instrument in handen te geven en de bibliotheekorganisatie een duidelijk signaal te geven en om snel duidelijkheid te krijgen. Wij zijn ervan overtuigd dat binnen de financiële kaders van het coalitieakkoord een moderne toekomstbestendige bibliotheek mogelijk is. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De heer Gilissen begon zijn betoog over de verzelfstandiging van de bibliotheek. In de motie is sprake van ambtelijke bijstand. Hoe is het in 's hemelsnaam mogelijk dat de heer Gilissen de verzelfstandiging en de ambtelijke bijstand met elkaar rijmt? Wil hij zelfstandig een plan indienen of wil hij geld lenen en daarbij ambtelijke bijstand krijgen van ambtenaren die een plan gaan schrijven? De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ooit is besloten om de organisatie van de bibliotheek te verzelfstandigen. Wij moeten vaststellen dat het te vroeg is en dat de organisatie niet in staat is om binnen de financiële kaders invulling te geven aan het vinden van nieuwe huisvesting en een moderne toekomstgerichte bibliotheek. Het is een belangrijke publieke functie met een zelfstandige organisatie. Vanuit dat besef vindt de VVD-fractie het goed te rechtvaardigen dat wij helpen, coachen, steunen en meedenken aan een oplossing waar beide partijen achter kunnen staan. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Als ik de VVD-fractie goed begrijp, vluchten wij achteruit. De VVD-fractie wil de bibliotheek omarmen en weer terugtrekken naar de gemeentelijke organisatie. De VVD-fractie volgt de weg terug. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Dat begrijpt de ChristenUnie-fractie verkeerd. De VVD-fractie volgt geen weg terug. Wij verkeren wél in een impasse. Die moet worden opgelost. Daarmee is een groot belang gemoeid, ook voor de stad zelf. Daar moeten wij samen zien uit te komen. Dat betekent dat wij elkaar over en weer moeten helpen. Dat is wat de VVD-fractie en andere fracties willen zien. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik ben het met de heer Van Ooijen eens. Ik ben benieuwd naar hoe "sober en doelmatig" kan samengaan met de ambities van de heer Gilissen voor een moderne bibliotheek.


47

De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik kan mij voorstellen dat deze begrippen in de vocabulaire van de PvdA-fractie onderling tegenstrijdig zijn. Echter, een moderne en toekomstgerichte bibliotheek kan worden gerealiseerd op een sobere en doelmatige manier. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik neem aan dat de financiële kaders voor de VVDfractie zo hard zijn als diamant. Als de VVD-fractie daarover in overleg gaat, worden niet opnieuw de grenzen opgezocht, maar dan liggen voor haar de kaders vast. De heer GILISSEN (VVD): Daarin heeft de heer Bos gelijk. Wij hebben financiële kaders gesteld: een incidentele bijdrage voor inrichtingskosten en een structurele plus op de exploitatie van de bibliotheek. Daaraan moet een plan voldoen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De heer Van Ooijen stelt dat de heer Gilissen op de weg terug is. Is hij het met mij eens dat er eigenlijk helemaal geen sprake is van een weg, maar van stilstand? Het is belangrijk dat een weg vooruit wordt gezocht. Het college heeft in het algemeen een "ja en"houding. Het wil maatschappelijke organisaties steunen bij de plannen. Dit past daar juist heel goed in. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! De vraag van mevrouw De Boer is mij niet helemaal duidelijk. Het is in elk geval onduidelijk als de bibliotheek verzelfstandigt wij ambtelijke bijstand verlenen en dat er coaches van de gemeente komen die de plannen voor de bibliotheek zullen opschrijven. Ik begrijp het niet meer. Óf er is een zelfstandige bibliotheek die zelfstandig een plan schrijft dat binnen de kaders van het college is, óf wij trekken de bibliotheek terug naar de gemeente. Het is een van beide. Het is niet van allebei een beetje. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! De bibliotheek is voor de D66-fractie een pijnlijke geschiedenis. Toen wij overgingen naar de verzelfstandiging van de bibliotheek was er een plan voor een moderne bibliotheek. Dat was de Bieb++. Dat plan heeft het in de raad niet gehaald. De heer Van Ooijen was toen nog geen raadslid, maar keek achter de schermen mee. De verzelfstandiging is echter wél rondgekomen. Intussen horen wij overal verzuchten hoe wij de impasse moeten doorbreken. Steeds opnieuw klinken er geluiden. Wij hebben zojuist een petitie aangeboden gekregen. Wij hebben het amendement van de PvdA-fractie gezien. Wij vragen het college om binnen de kaders die er zijn de verzelfstandigde bibliotheek te helpen met het maken van een plan. De casus is moeilijk op te lossen. Anders was het alternatief er al geweest. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Dat het een pijnlijke situatie is, ben ik helemaal met de heer Verschuure eens. Het is zeker pijnlijk als ik van de GroenLinks-fractie hoor dat de ontwikkeling stilstaat. Ik vraag mij dan af door wie de stilstand is bewerkstelligd. Volgens mij heeft ook de D66-fractie een plan geblokkeerd. Dat is echter verleden tijd. Er is al een jaar lang sprake van stilstand. Volgens mij schieten de plannen alle kanten op. Ik wil graag dat daarbij meer sturing van het gemeentebestuur is, zodat wij ergens uitkomen. De hele raad wil een bibliotheek zien. ASR laat haar eis van 25 jaar huurgarantie vallen. Leidt dat feit bij de heer Gilissen tot andere inzichten? De heer GILISSEN (VVD): Beweging is in elk geval goed. Ook wij vinden voor de Centrale Bibliotheek de Neude een interessante optie.


48

Als dat leidt tot een plan dat binnen de kaders past, dan kan dat onze goedkeuring krijgen. Motie 121 is door vier fracties ondertekend. Als ik mevrouw Haage goed begrijp, steunt zij de inzet om een oplossing te vinden. Het zou mooi zijn als wij los van de financiële kaders eruit kunnen komen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie was destijds tegen het plan voor een bibliotheek op het Smakkelaarsveld, juist vanwege de financiën. Wij zijn wat dat betreft consequent. Wij hebben toen meteen geroepen om alternatieven te onderzoeken. Wij constateren dat die binnen de kaders die wij willen zien nog niet zijn gevonden. Het is belangrijk om nu een stap vooruit te zetten. Wij willen met deze motie de wethouder daar om vragen. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Bij het debat over TivoliVredenburg is gebleken hoe belangrijk het voor culturele ondernemers is om voldoende mogelijkheden te hebben voor horeca en zaalverhuur. Binnenkort bespreken wij de nota over paracommerciële horeca. De VVD-fractie vraagt nu alvast aandacht voor de positie van de culturele sector zodat wij samen met de horeca in de gemeente kunnen zorgen voor een optimaal ondernemersklimaat. Het Nederlands Film Festival is al 35 jaar sterk verbonden aan de filmstad Utrecht, maar slechts één week per jaar is dat herkenbaar voor de burgers en voor de bezoekers van de stad. Het Gouden Kalf heeft als icoon van het filmfestival in de stad geen vaste plek. Het staat 51 weken per jaar niet op het Vredenburg, niet op het Lucasbolwerk en ook niet op het Jaarbeursplein, maar op een industrieterrein in Nieuwegein. Het beeld van de Nederlandse filmindustrie en het NFF kan echter elke dag met Utrecht verbonden zijn. De VVD-fractie wil dat Utrecht 365 dagen per jaar als filmstad herkenbaar is. Ze vindt dat het Kalf in de stad een vaste plek moet krijgen. De waarden van het beeld stralen ook af op Utrecht: dromen, glamour, excellentie, trots en de wil om te willen winnen. Daardoor wordt de stad nog aantrekkelijker voor bewoners en bedrijven en zullen ook het toerisme en de economie groeien. Is het college bereid om tot de aanschaf van het Gouden Kalf over te gaan en om dat beeld in Utrecht een vaste plaats te geven? De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Wij horen veel rare kreten zoals "dromen" en "glamour". Ik vind het beeld op een prachtige plek staan. Ik vind het vreemd dat de heer Gilissen voorstelt om het Gouden Kalf aan te kopen. Zelfs al zouden wij dat in de stad plaatsen, dan zouden wij dat kunnen doen zonder er een cent aan bij te dragen. De heer GILISSEN (VVD): Wij vinden het een waardevol beeld. De gemeente investeert veel in kunst in de openbare ruimte. Wij denken dat het Gouden Kalf een waardevolle aanvulling kan zijn. Het is zeker de moeite waard om de mogelijkheid van private investeerders te bekijken. Ik weet dat de heer Bos een warm hart voor stadspromotie heeft. Dan is het goed als Utrecht als filmstad wordt bevestigd door een icoon in de openbare ruimte. Die stap mag de gemeente best zetten. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Hoewel wij dit een sympathiek idee vinden, denken wij dat het niet per se met gemeenschapsgeld hoeft te worden betaald. Heeft de heer Gilissen het NFF gevraagd wat het van dit idee vindt? De heer GILISSEN (VVD): Utrecht is de filmstad van Nederland. Wij willen dat graag uitstralen. Daarbij past een mooi monument. Het NFF bezoekt Utrecht jaarlijks. Dat is maar goed ook. Het heeft wel eens gedreigd om weg te gaan.


49

Als de verbinding wordt gelegd met de bouw van een grote bioscoop op het Jaarbeursplein en een bioscoop in Leidsche Rijn Centrum, dan vindt de VVD-fractie dat daarbij een symbool past. Dat is het Gouden Kalf. Het zou mooi zijn als wij dat een permanente plek kunnen geven. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Dat vroeg ik niet. Ik vroeg hem of hij het NFF heeft gevraagd wat het van dit idee vindt. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Het NFF is vooral bezig met vragen over transport. Het maakt jaarlijks veel kosten voor het verplaatsen van het beeld van Nieuwegein naar de stad. Wij moeten goede afspraken maken. Ik denk dat het voor het NFF prettig is als het Gouden Kalf een vaste locatie heeft. Daarmee zetten wij een goede stap. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Is de heer Gilissen het met mij eens dat de kosten voor transport ruimhartig worden gecompenseerd door het feit dat het NFF aan TivoliVredenburg geen huur betaalt? De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! De transportkosten zijn enkele tienduizenden euro's. Als men Utrecht als filmstad belangrijk vindt, dan hoort zo'n beeld erbij. Dan moeten wij bekijken welke mogelijkheden er zijn om zo'n festival in de stad te huisvesten. De heer WIJLHUIZEN (SP): Voorzitter! Wij herhalen wat in de commissievergadering is gezegd. Ik verbaas mij hogelijk over de bezuinigingen die op het gebied van kunst en cultuur worden toegepast, maar dat er niettemin een paar ton blijkt te zijn voor een beeld dat sowieso elk jaar een maand lang in de stad staat. Dat vindt de SP-fractie zeer verbazingwekkend. Ik hoor niet of de NFF daadwerkelijk is gevraagd hoe het over dit idee denkt. Ik wil dat graag weten. Ik vraag mij af wat er gebeurt als het beeld dadelijk op de Neude of het Jaarbeursplein staat en het NFF besluit om het neer te zetten bij de nieuwe bioscoop in Leidsche Rijn Centrum. Andere plaatsen zijn in de schouwburg of bij Tivoli. Wat zal de heer Gilissen doen als het beeld steeds wordt verplaatst? Heeft hij rekening gehouden met het feit dat dit kosten met zich meebrengt? Wie zal die betalen? De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Recentelijk had het kalf geen pootjes meer. Het verplaatsen zal dus niet vanzelf gaan. De pootjes bewegen in elk geval niet. Wij vinden het belangrijk om voor Utrecht als filmstad een symbool te hebben. Dat is het Gouden Kalf. Wat ons betreft, kan dat worden losgezien van het NFF. Wij kunnen zoeken naar een wijze waarop wij het dier als symbool van Utrecht filmstad kunnen neerzetten. Wij kiezen daarvoor een mooie locatie. Als het NFF besluit om ergens anders naartoe te gaan, dan is de stad in elk geval verbonden met het Gouden Kalf. De heer WIJLHUIZEN (SP): Hieruit blijkt dat de heer Gilissen hierover nog geen contact heeft gehad met het NFF. Ik adviseer hem om dat toch te hebben. Tegelijkertijd krijg ik geen antwoord op de vraag wat de kosten van al deze verplaatsingen zijn. Die zou ik graag eerst willen zien. Hoe zal de heer Gilissen dat trouwens verkopen aan het overige deel van de culturele sector in Utrecht? De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik heb nog steeds van de heer Gilissen geen antwoord gekregen op de vraag of men door het filmfestival ruimhartig wordt gecompenseerd voor de transportkosten vanwege het feit dat het NFF aan TivoliVredenburg geen huur betaalt.


50

TivoliVredenburg wordt bekostigd met belastinggeld van de Utrechtse belastingbetaler. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik heb het idee dat wij de commissievergadering herhalen. Er zijn in de culturele sector grote bezuinigingen gaande, maar wij hebben een dekking voor Villa Sculptura. Dat is een initiatief dat ook privé kan worden georganiseerd. Het geld daarvoor kunnen wij inzetten. Wij moeten bekijken of wij voor het Gouden Kalf een vaste plek kunnen vinden en of het NFF daarop kan inspelen. De heer Bos vraagt of het NFF ruimhartig wordt gecompenseerd. Ik vind dat NFF een bijdrage mag betalen. Het heeft een mooie locatie. Het NFF draagt iets bij aan de stad als zodanig. Daar zou een prijs tegenover moeten staan. Vanaf 1 januari a.s. gaat de gemeente Utrecht aan de slag voor de zorg van Utrechters die tijdelijk niet in hun eigen kracht kunnen staan. De VVD-fractie heeft haar vertrouwen reeds uitgesproken in de route waaraan college en raad de afgelopen periode invulling hebben gegeven. Ze vindt het belangrijk dat ook de inwoners van de stad het vertrouwen in de decentralisaties zullen ervaren en voelen. Communicatie vanuit de gemeente is cruciaal. De VVD-fractie blijft de ontwikkelingen kritisch volgen en stuurt graag bij als dat nodig is, zoveel mogelijk in samenwerking met andere fracties. De VVDfractie is daarom blij met de toezegging van de wethouders dat de raad elk kwartaal wordt geïnformeerd over de voortgang van de dossiers Meedoen naar Vermogen, Zorg voor Jeugd en Werken aan werk, alsmede over de aanspraken en de perspectieven inzake het 3D-fonds. Net als het college vindt de VVD-fractie het moeilijk voorspelbaar hoeveel geld nodig is voor de benodigde zorg en ondersteuning. Tegelijkertijd is de VVD-fractie ervan overtuigd dat met het 3D-fonds en het structurele overschot van EUR 3 miljoen of EUR 4 miljoen op prestatieveld 6 niemand tussen de wal en het schip hoeft te vallen. Sterker nog, het zal blijken dat deze budgetten ruim afdoende zijn. De VVD-fractie heeft het amendement van de D66-fractie meeondertekend inzake het armoedebeleid. Het spreekt voor zichzelf dat wij ons in dit voorstel kunnen vinden. Tegelijkertijd is het mogelijk om al in 2015 een eerste stap te zetten op de besparingen van apparaatskosten, scenario 1. De VVD-fractie wil graag dat het college dit plan niet terzijde legt, maar ermee actief aan de slag gaat. Kan de wethouder toezeggen om onverkort aan de slag te gaan om deze besparingen op de apparaatskosten voor het armoedebeleid te realiseren? De VVD-fractie heeft het onderwerp rijbewijsboete al vaak naar voren gebracht: de boete die iemand moet betalen als zijn of haar rijbewijs is gestolen. Dat is in onze ogen een onterechte boete voor het slachtoffer. Dankzij nieuw beleid uit Den Haag is de vermissingsboete voor ID-kaarten inmiddels afgeschaft. Voor verloren rijbewijzen bestaat de boete helaas nog steeds. Daarom verzoek ik de wethouder om bij de Voorjaarsnota 2015 met dekkingsvoorstellen te komen om de boete voor het kwijtraken van het rijbewijs per 1 januari 2016 te schrappen. Eventueel heb ik hiervoor een motie achter de hand. De VVD-fractie is een partij die gelooft in de kracht van het individu. De stad, haar bewoners en ondernemers snakken naar ruimte om te groeien. De VVD-fractie gelooft niet in een gemeente als geluksmachine waar men met het volgen van een 6-delige cursus geluk het ware geluk zal vinden. De VVD-fractie staat wél voor een gemeente die de burgers dag na dag uitdaagt om het beste uit zichzelf en elkaar te halen, een stad waar elke dag nieuwe kansen worden geboden. Wij willen een liberale stad zien, niet belerend of bevoogdend, maar open en tolerant. Wij willen vanuit vrijheid en verantwoordelijk verder bouwen aan de meest ondernemende stad van Nederland en Europa. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie-fractie): Voorzitter! Op 6 november 1860, precies 154 jaar geleden, werd Abraham Lincoln gekozen tot president van de Verenigde Staten.


51

Mijn geïnspireerdheid door deze man begon toen ik de schitterende film "Lincoln" zag. Zijn tomeloze strijd tegen slavernij inspireert. Hoewel de film volgens recensenten sterker had kunnen zijn, inspireert het verhaal van Lincoln. Helaas is dat verhaal nog geen afgesloten geschiedenis. Dezelfde dwang en dezelfde uitbuiting werken door in de samenleving van nu, ook in 2014, ook in Utrecht. Daarom is mijn fractie zo tevreden - ik begin graag met dit compliment - over de toezegging van het college over de prostitutie-hulpverlening. Het budget blijft bestaan en wordt waar mogelijk verhoogd met middelen van het Rijk. Kan het college aangeven wanneer ze hiervoor een voorstel denkt te hebben? Dezelfde dwang en uitsluiting laat zich zien bij vluchtelingen en ongedocumenteerden. Ook hierover maak ik het college een compliment, namelijk over de voortzetting van De Toevlucht en het beschikbaar stellen van medicijnen. De Toevlucht is niet alleen hoop voor veel ongedocumenteerden, ze is ook een voorbeeld van gezamenlijke participatie: vrijwilligers, maatschappelijke organisaties, kerk en gemeente trekken samen op. Minder tevreden zijn wij over de voortgang van de extra opvang van vluchtelingen uit Syrië en Irak. Er wordt hard gezocht, maar er is nog steeds geen helderheid. Waarom tonen wij het ambitieniveau, de uitstraling en de power van de stad van de Tour de France niet bij de extra opvang voor deze vluchtelingen? Ik vraag de wethouder om de raad daarbij te betrekken en te informeren. Waar staan wij? Wat is onderzocht? Waarom zit er nog geen schot in de zaak? Mijn fractie wil deze informatie ontvangen om te kunnen meedenken. Wij hebben ideeën, de stad heeft ideeën, maar wij kunnen er op dit moment niet over spreken, want er is geen informatie. Wij willen die informatie - een teken van transparant bestuur - graag ontvangen en hebben daarvoor een motie achter de hand. Het thema van dwang en uitbuiting manifesteert zich ook op de zwarte bladzijden van de Tweede Wereldoorlog. Er wordt geschat dat uit Utrecht meer dan 1.000 Joden zijn weggevoerd. Samenwerken is de sleutel tot succes, net als bij De Toevlucht. De handtekening van de gemeente is vaak voor anderen een impuls om ook te geven. Daarom overwegen wij om een amendement in te dienen voor een symbolische bijdrage aan dit Joodse monument. Wij vragen hierop eerst de reactie van het college. Naast Abraham Lincoln, ver weg en lang geleden, heb ik ook respect voor iemand van dichtbij en nu: mijn kapster. Het gesprek duurde kort, net zolang als het knippen van mijn haar. Ze is een echte Utrechter. Dat hoor je. Ze is jong en ze is starter. Ze heeft na hard zoeken, werken en sparen een woning gevonden. Voor velen is dat nog niet zo. Wordt het daarom voor het college niet eens tijd om actiever aan de slag te gaan met het starterscontract? Wij hebben de motie hierover van de D66-fractie meeondertekend. Gewone Utrechters betalen gewoon de afvalstoffenheffing. Door de gescheiden afvalinzameling kan de afvalstoffenheffing gelukkig omlaag. De ChristenUnie-fractie wil directer vastleggen dat toekomstige voordelen een lagere heffing bewerkstelligen. Is de wethouder bereid tot zo’n directe verplichting? Daarvoor dien ik de volgende motie in. "Motie 122. Afval scheiden moet lonen. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 7 november 2014, ter bespreking van de Programmabegroting 2015. Constaterende dat -

De afvalstoffenheffing voor inwoners van Utrecht wordt verlaagd van 10% respectievelijk 5% in de jaren 2014 en 2015, waarvan dekking gevonden wordt in de egalisatiereserve

-

De pilot 'Het Nieuwe Inzamelen' een positieve uitwerking heeft en wordt uitgebreid naar andere stadsdelen


52

De gemeente de ambitie heeft het scheidingspercentage tot 50% uit te breiden

Overwegende dat -

Inwoners van Utrecht onvoldoende weten dat de hoogte van afvalstoffenheffing in relatie staat scheidingsgedrag van grondstoffen

-

Hierdoor een kansrijke (financiële) prikkel mist voor inwoners om hun scheidingsgedrag te verbeteren

Draagt het college op -

Het principe dat 'Afval scheiden loont' preventief te communiceren met de inwoners

-

Hiervoor in de nieuwe Grondstoffenota een voorstel voor op te nemen"

Motie 122 is ondertekend door de heer Menke, de heer Van Waveren, mevrouw Van Esch, de heer Bos, de heer Işik en mevrouw Uringa. In de tijd dat mijn kapster en ik grijze haren zullen hebben, is een begrafenis ongeveer onbetaalbaar geworden. Ondanks het feit dat mijn kapster uit Ondiep komt, is voor Leidsche Rijners geen zicht op een eigen begraafplaats. Om begraven betaalbaar te houden, zijn onorthodoxe maatregelen noodzakelijk. Erkent het college deze noodzaak? Op welke manier denkt het de laatste wens van velen financieel mogelijk houden? Graag kregen wij hierop een reactie van het college. Van Lincoln via mijn kapster naar een bijstandsmoeder. Ik mocht enkele weken geleden een bijstandsmoeder opzoeken. Ik raakte diep onder de indruk van haar moed en haar doorzettingsvermogen. Zij is een vrouw die volhoudt. Zij heeft vier kinderen en zit diep in de schulden. Zij moet elke week van enkele tientallen euro’s rondkomen. Een oplossing voor haar enorme schuld is helaas nog niet in zicht. De grote schuldenproblematiek in Utrecht is weliswaar beheersbaar geworden, maar is zeker niet opgelost. Schuldhulpmaatjes bieden een enorme kans. In Utrecht doet men in slechts 3% van de gevallen een traject met een maatje. Dat is veel te weinig. Maatjes kunnen ook professionele ondersteuning bieden. Het succes hiervan is door onderzoek duidelijk geworden. De ChristenUnie-fractie vraagt daarom een financiële verschuiving van professionele naar vrijwillige schuldhulpverlening. Daarvoor dienen wij de volgende motie in. "Motie 123. Van professionele naar vrijwillige schuldhulpverlening. Constaterende dat -

Uit het recente 'Klanttevredenheidsonderzoek Schuldhulpverlening 2013' bleek dat in Utrecht in 3 procent van de gevallen met een schuldhulpmaatje wordt gewerkt,

-

Verschillende Utrechtse initiatieven het aantal vrijwilligers en hulpvragers niet aankunnen. Zij staan klaar om aan de extra potentie waar te maken,

-

In de buurtteams Sociaal meer dan 80 procent van de cliënten ook met financiële problemen worstelt, en de Utrechtse schuldhulpverlening constant oploopt,

Overwegende dat: -

Elke euro investering in schuldhulpmaatjes volgens externe onderzoeken tussen 3 euro (in Delft, onderzoek Regioplan, 2011) en 10 euro (in Lelystad, onderzoek Oikos, 2009) oplevert,

-

Het slagingspercentage van de mensen die schuldhulpverlening succesvol doorloopt stijgt van 30 naar 70 procent (in Lelystad, Oikos, 2009).


Een groeipad te ontwerpen waarbij in de komende jaren een verschuiving van de professionele inzet van schuldhulpverleners naar vrijwillige schuldhulpmaatjes kan plaatsvinden,

-

Daarbij de projecten voor schuldhulpmaatjes nog sterker te verbinden met de professionele


53

schuldhulpverlening (Stadsgeldbeheer/Kredietbank), -

Zonder daarbij in conflict te komen met het raadsbrede aangenomen motie 2014/M59: 'Geen aanpassingen aannamebeleid schuldhulpverlening'

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 123 is ondertekend door mevrouw Metaal, mevrouw De Boer en mijzelf. Natuurlijk is de genoemde bijstandsmoeder het meest geholpen met een baan. Zij wil niets liever dan dat. De ambitie van het college, de laagste werkloosheid van Nederland, komt helaas niet met de cijfers overeen. Wij zijn blij dat de wethouder nu wél een cijfermatige onderbouwing zal presenteren. Wij zijn daar erg benieuwd naar. Men kan erop vertrouwen dat wij het college daaraan zullen houden. Hoewel ik het haar niet heb gevraagd, denk ik dat de genoemde vrouw niet zo snel het spiksplinternieuwe TivoliVredenburg zal bezoeken. Als ze al een momentje van ontspanning wil hebben, zal dat in een wijkcultuurhuis zijn. De efficiencykorting van 2% voor de grotere instellingen lijkt door het treffen van de beheerder van verscheidene wijkcultuurhuizen het doel voorbij te schieten. Daarom willen wij deze organisatie, die verscheidene wijkcultuurhuizen betreft, van deze korting ontzien. Het kan niet zo zijn dat wij grote culturele instellingen tweemaal bijplussen, maar de wijkcultuur laten zitten. Ik heb daarvoor een motie achter de hand. Ongeacht het om deze bijstandsmoeder, mijn kapper, of om de wereldberoemde Abraham Lincoln gaat, wat mij inspireert, is het feit dat deze mensen niet hun gemiste, maar hun nieuwe kansen bekijken. Wij moeten niet naar het verleden, maar naar de toekomst kijken. Sommige mensen kijken niet alleen naar wat ze zélf kunnen, maar ook naar God. Zo is van president Lincoln de volgende uitspraak bekend: "Ik ben vaak op mijn knieën gedreven door de overweldigende overtuiging dat ik nergens anders naar toe kon gaan." Laten deze moedige bijstandsmoeder, deze inspirerende president en deze hardwerkende kapster voorbeelden zijn en blijven voor u, voor mij en voor ons allemaal.

(De heer Van Zanen draagt hierop het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Rollingswier.) Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Met het duidingsdebat van het coalitieakkoord, de voorjaarsnota, de algemene beschouwingen en de commissiebehandelingen is in korte tijd veel gezegd en vooral herhaald over wat de diverse fracties vinden van het akkoord en de uitwerking ervan door het college. Ik wil derhalve vandaag niet die kant opgaan. Onze handtekening staat onder het coalitieakkoord. Wij zijn daar goed voor. De financiële vertaling ervan staat nu op papier. Mijn fractie zal later vandaag instemmen met de begroting, echter hopelijk met een paar kleine wijzigingen via amendementen waar onze handtekening onder staat. Aan het college de taak om daar vervolgens hard mee aan de slag te gaan. Daarop vertrouwen wij. Vandaag zal ik geen beschouwingen geven. Ik zal mij beperken tot zes punten waarover mijn fractie nog zorgen of wensen heeft. Om te beginnen het leerlingenvervoer. In de commissievergadering heeft mijn fractiegenoot Wijlhuizen zijn verbazing uitgesproken over de cijfers van het klanttevredenheidsonderzoek Leerlingenvervoer. Die sporen op geen enkele manier met wat wij te horen krijgen en ook niet met de ervaringen van onze fractievoorzitter die nota bene zelf jarenlang voor deze doelgroep chauffeur is geweest. Wij weten waarover wij praten.


54

Er zijn te krappe planningen voor te lange routes waardoor de kinderen veel te lang in de bus zitten. Drukke en soms agressieve leerlingen zitten samen in één bus met zeer kwetsbare kinderen, maar zonder wagenbegeleider en zonder noemenswaardig opgeleide chauffeurs die vrijwel zonder uitzondering met tijdelijke of oproepcontracten werken. Dit klinkt als het voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Het is duidelijk dat de komende jaren geen wijziging is te verwachten van het budget voor het leerlingenvervoer. Wij hebben begrepen dat binnenkort een nieuwe aanbesteding zal plaatsvinden. Klopt dat? In dat geval willen wij graag meepraten over de aanbestedingsvoorwaarden. Dat is voor de SP-fractie een bekend punt. Wij hebben vaker moties ingediend om te kunnen meepraten over aanbestedingsvoorwaarden omdat wij vinden dat wij daarover iets te zeggen moeten hebben. Ik heb daarvoor een motie achter de hand. Ik hoop dat de wethouder wil toezeggen dat het voorstel Programmavereisten voor het nieuwe leerlingenvervoer naar de raad komt voordat erover wordt besloten. File in de straat, vandalisme, wildplassen en drugshandel. Omwonenden van de Albert Heijn aan het begin van de Amsterdamsestraatweg zijn tussen 22.00 uur en 24.00 uur de overlast van de bezoekers zat. Albert Heijn heeft een verlenging van de vergunning aangevraagd tot 24.00 uur. De gemeente moet over dit verzoek nog een besluit nemen. Samen met de actiegroep Overlast Daalsebuurt ging de SP-fractie de deuren langs. Wij ontvingen massaal steun tegen deze openingstijd. De gemeente laat volgens de bewoners weinig van zich horen. In november a.s. wordt besloten welke winkels tot middernacht mogen openblijven. De actiegroep heeft de gemeente verscheidene keren verzocht om op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkelingen en het proces. Tot nog toe bestond hierover weinig duidelijkheid. Wil de wethouder overwegen om Albert Heijn de ontheffing om na 22.00 uur open te blijven niet geven? Uit de enquête van de SP-fractie en de bewonersgroep bleek dat 74% van de mensen die op dat moment thuis zijn dat niet zien zitten. Zo niet, dan vragen wij de wethouder om met de wijkbewoners in gesprek te gaan om uit te leggen waarom de overlast volgens het college acceptabel is. Sinds begin oktober 2014 is ten behoeve van de hulp bij het huishouden een meldpunt opengesteld. De meldingen die binnenstromen gaan vrijwel zonder uitzondering over de huishoudelijke hulp. Ook zijn er meldingen van mensen die zelf absoluut niet in staat zijn vanwege de inperking de zaken geregeld te krijgen. Wij hebben een informatieavond georganiseerd waar wethouder Jongerius aanwezig was. Er was een man die tot zijn nek is verlamd. Hij krijgt met zijn pgb acht uur per week hulp. Zonder enig onderzoek of gesprek is hij teruggezet naar anderhalf uur per week. Dat dit problemen zal opleveren, is duidelijk. Wij spreken hierover al heel lang. Dit is niet het maatwerk dat de nieuwe Wmo voorschrijft. Wat zal het college doen om het maatwerk te leveren? Wat zal het college doen als blijkt dat meer maatwerk leidt tot een tekort? Iedereen moet de zorg krijgen die hij of zij nodig heeft. Dat is het uitgangspunt zowel van de oude als van de nieuwe Wmo. De Wmo en de logica schrijven voor dat bij een dergelijke grote verandering een gedegen onderzoek moet plaatsvinden naar de zelfredzaamheid en de mogelijke steun van het netwerk van de betrokkenen. Dat onderzoek vindt echter in veel gevallen niet plaats. Dat blijkt uit de meldingen. Bovendien zijn mensen slecht op de hoogte van het nieuwe beleid. Wij kregen gisteren een e-mailbericht met een brochure die alle Utrechters in de bus krijgen over de veranderingen. Ik heb dat even aangeklikt. Ik kom dan op een pagina waar staat dat de gemeente het beleid op de veranderingen zal bepalen. Er is geen zekerheid, maar wel veel onduidelijkheid. Ik dien hierover de volgende motie in. "Motie 124. Voorkom chaos in huishoudelijke hulp. De gemeenteraad van Utrecht, in vergadering bijeen op donderdag 6 november 2014, ter bespreking van de Programmabegroting 2015, Constaterende dat:


55

Mensen die huishoudelijke hulp (hhl) ontvangen, vanaf april 2015 nog maximaal 78 uur hulp per jaar zullen ontvangen;

-

Dit voor mensen kan inhouden dat zij van 6 uur per week ondersteuning nog 1,5 uur overhouden;

-

Bij een dergelijke grote verandering volgens de WMO vooraf een gedegen onderzoek moet plaatsvinden naar zelfredzaamheid en mogelijke ondersteuning vanuit het netwerk;

-

Dit onderzoek in vele gevallen niet heeft plaatsgevonden;

-

Mensen slechts op de hoogte zijn gesteld van het nieuwe beleid, in plaats van een gesprek te voeren over de hulpbehoefte;

-

Het meldpunt zorg, onlangs geopend door de SP, dagelijks vele meldingen binnenkrijgt van mensen die in de problemen komen wegens de vermindering van uren huishoudelijke hulp en het gebrek aan een adequaat onderzoek vooraf;

Overwegende dat: -

Te weinig huishoudelijke hulp kan leiden tot gezondheidsproblemen en afname van zelfredzaamheid;

-

Maatwerk van belang wordt geacht door het college en een gedegen onderzoek noodzakelijk is om de zorgvraag op maat te kunnen vaststellen;

-

De wet stelt dat op dit gebied maatwerk moet worden geleverd door gemeenten;

-

Een standaard van 1,5 uur in sommige gevallen te ruim is en in sommige gevallen te krap is;

-

Eventuele juridische procedures en afhandelen van bezwaarschriften tijdrovend en duur is en daarom voorkomen dienen te worden door je als gemeente aan de wet (in dit geval WMO) te houden;


Bij de behandeling van de VJN 2015:

-

Een heroverweging te hebben gemaakt hoe de zorgvraag naar huishoudelijk hulp vastgesteld moet worden, met als mogelijkheid een face-to-face keukentafelgesprek met iemand die bevoegd is met de juiste kennis en kunde;

-

Aan de hand daarvan de zorgvraag opnieuw, zorgvuldig, en op maat vast te stellen;

-

Daarbij eventuele meerkosten in kaart te brengen en bijbehorende dekking als voorstel naar de raad te sturen.

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 124 is ondertekend door de heer Van Ooijen, mevrouw Haage, mevrouw Metaal en mijzelf. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik dacht dat de SP-fractie deze motie in de tweede termijn zou indienen. Ik wil die graag meeondertekenen. Ik wil de wethouder vragen wat het onderscheid is tussen huishoudelijke hulp en het voorbeeld dat mevrouw Van Gemert zojuist gaf. Dat maakt duidelijk dat er niet alleen huishoudelijke hulp ermee is gemoeid, maar ook zorg. Misschien kan de wethouder een en ander verduidelijken. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Mevrouw Van Gemert constateert een probleem. Dat constateren wij ook. Met de huidige middelen is dat niet op te lossen. Iedereen gaat terug naar anderhalf uur. Dat is het budget dat er is. Als wij iets aan de problemen willen doen, moeten wij daarvoor structureel geld vinden. Waar wil mevrouw Van Gemert dat zoeken? Zij kan het college vragen om daarvoor over een halfjaar een voorstel te doen. Wij noemen dat in het algemeen een onzorgvuldige dekking. Waar zal zij het geld vandaan halen om de zorg goed te regelen? Niet incidenteel, maar structureel.


56

Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Volgens mij heb ik nergens geconcludeerd dat het budget en de zorg ontoereikend zijn. Ik vraag om te bekijken waar de zorgvraag sterker is en waar meer nodig is. Volgens mij is de dekking geen enkel probleem. Daar hebben wij het zorgfonds voor net zo goed als allerlei andere dekkingen. Als wij geen dekking hebben en het blijkt dat mensen niet genoeg zorg krijgen, dan moet die worden gedekt. Volgens mij is in het coalitieakkoord afgesproken dat het 3D-fonds daarvoor een geschikt instrument is.

(De heer Rollingswier draagt hierop het voorzitterschap van de vergadering over aan de heer Van Zanen.) De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Het 3D-fonds bevat EUR 30 miljoen incidenteel geld. Daarmee kunnen wij dingen maar één keer betalen. Wij kunnen daarmee niet structureel de zorgbehoefte oplossen. Als mevrouw Van Gemert dat voor Utrecht genoeg vindt, dan vind ik dat een interessante uitspraak, maar die zou mij verbazen. Anders hoor ik graag waar de SP-fractie voor dit probleem structureel de oplossing vindt. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Volgens mij heb ik die vraag zojuist beantwoord. Ik heb het voorstel van de heer Van Waveren gezien om sowieso alle cliënten die nu anderhalf uur krijgen twee uur te geven en om EUR 2,5 miljoen extra vrij te maken. Ik zie niet waarom wij dat bij voorbaat al moeten doen. Misschien zijn er mensen die anderhalf uur krijgen, maar daaraan geen behoefte hebben. Om daar achter te komen, hebben wij de vorige keer samen met de heer Van Waveren een motie ingediend en daarom dienen wij nu deze motie in. Ik hoop dat de heer Van Waveren die zal meeondertekenen. Wij kunnen dan misschien zien hoe groot de zorgbehoefte is. Onze grootste zorg betreft niet eens zozeer het budget, de collectieve schoonmaakdienst of de anderhalf uur, maar wij willen weten hoe de zorgvraag in kaart wordt gebracht, hoe mensen worden benaderd en hoe wordt bekeken welke zorg de mensen nodig hebben. Ik ben erg blij met de ondertekening van mevrouw Haage. De heer VAN WAVEREN (CDA): Voorzitter! Het is gebruikelijk dat moties in de tweede termijn worden ingediend. Ook onze ondertekening mag onder de motie staan. Het uitzoeken steunen wij volledig. Wij willen de zorgvraag in beeld krijgen. Het zorgfonds is daarvoor ingesteld. Wij zien dat er dingen gebeuren die niet goed gaan en dat er extra geld bij moet komen. Of het budget van EUR 1,5 miljoen naar EUR 2 miljoen moet gaan, moet worden bekeken. Het is een complexe materie. Wij willen dat de middelen structureel worden gevonden. Wij nodigen de SP-fractie en de andere fracties uit om mee te zoeken. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Wij delen de zorgen van de CDA-fractie en die van vele andere fracties, ook die van de coalitie. Er komt veel op ons af. Het kan best zo zijn dat de budgetten ontoereikend zijn. Daarom hebben wij hard onderhandeld. Daarom is er een reservefonds. Een reservefonds, onverwachte ontwikkelingen en decentralisatie leiden op dit moment niet tot een structurele aanvulling van het budget. Als wij drie jaar lang merken dat drie jaar lang hetzelfde bedrag ontbreekt, dan kunnen wij spreken van een structureel tekort. Volgens mij kan men aan het begin van een decentralisatie nog niet spreken van een "structureel tekort". Dat is dan nog niet bekend. In de commissievergadering Stad en Ruimte stelde de heer Schipper vragen over het geld voor de krachtwijken voor 2015 en later. Wij danken het college voor de raadsbrief met nadere informatie. Ons blijft een aantal zaken echter onhelder. Als het college een eind op weg is met het inbedden van succesvolle projecten in regulier beleid, waarom zijn dan de wijkactieprogramma's voor 2014 en 2015 vrijwel identiek? Wat zijn de succesvolle projecten die straks standaard worden? De SP-fractie is het niet met college eens dat er geen overlap is van hetgeen in de wijkactieprogramma's staat en wat de buurtteams en sociale zaken in de wijken doen.


57

Ook zijn wij er niet van overtuigd dat in 2016 en 2017 bijna EUR 4 miljoen nodig is voor de zogenaamde zachte landing. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Mevrouw Van Gemert noemde zojuist de overlast op de Amsterdamsestraatweg. Is zij zich ervan bewust dat EUR 1 miljoen uit het krachtwijkengeld naar de Amsterdamsestraatweg gaat? Daarmee wordt onder andere de overlast aangepakt. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Ja. Mevrouw HAAGE (PvdA): Dus? Mevrouw VAN GEMERT (SP): Dus niks. Ik kan een hele lijst van zaken noemen die worden betaald met Vogelaargelden. Volgens mij heb ik niet gezegd dat wij het niet eens zijn met de besteding van de Vogelaargelden. Als mevrouw Haage mij mijn verhaal laat afmaken, dan hoort zij waar ik naartoe wil. Het gaat ons om 2016 en 2017. Op dit moment wordt EUR 4 miljoen gereserveerd voor een zachte landing. Ik vraag het college niet zozeer wat de Vogelaargelden zijn en waaraan die worden besteed, maar wat de zachte landing inhoudt. De bottomline is dat wij niet willen tornen aan de programma's voor 2015, maar dat wij in tegenstelling tot vorige jaren wel een klap willen geven op hetgeen in 2016 en 2017 nog met deze EUR 4 miljoen gebeurt. Daarmee geeft ik geen inhoudelijk oordeel over de Vogelaargelden. Ik zal ook niet voorsorteren op allerlei besluiten. Ik wil graag de toezegging van het college hebben dat de discussie over de resterende EUR 4 miljoen via een raadsvoorstel - dat kunnen wij amenderen - naar de raad toekomt. Dat is het punt dat ik over de Vogelaargelden wil maken. Ik hoop op een toezegging. Ik heb een motie achter de hand voor als ik de toezegging niet krijg. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! De Vogelaargelden worden vooral ingezet in de wijkactieprogramma's. Die komen elke keer naar de raad toe. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Dat klopt. Er is niets mis mee als wij de komende twee jaar via een amendeerbaar raadsvoorstel bekijken hoe wij de rest van het geld besteden. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik vind het jammer dat op het voorstel veel kritiek is als de raad in staat wordt gesteld om over het voorstel iets te zeggen. Ik vind het voorstel van de SP-fractie hartstikke mooi. Het voorstel beoogt de raad te betrekken bij het besteden van het geld voor de krachtwijken. De raad is aan zet en moet de handschoen opnemen. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Onze opmerking is niet bedoeld om duidelijk te maken dat wij daarover niets willen zeggen. Wij willen overal wat over zeggen. Volgens ons hebben wij daarop al invloed. Daarom stel ik deze vraag. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Als de D66-fractie zegt dat het een heel goed voorstel is, begin ik een beetje te twijfelen. In Hoograven werden gisteren vijf mensen onwel door koolmonoxidevergiftiging. Het was het zoveelste geval van een landelijk probleem waardoor doden kunnen vallen. Ik begrijp dat de wethouder een pilot zal doen met een periodieke keuring van alle installaties voor gas, elektriciteit, water en ventilatie van woningen. Daarbij wil hij focussen op kamerverhuurpanden en vooroorlogse wijken met veel particulier bezit. Dat is natuurlijk mooi.


58

Er is een wereld te winnen op het gebied van veiligheid en energiebesparing door goed onderhouden en afgestelde installaties. Wat mij benieuwt, is of ook de coöperaties zo'n keuring doen van de verouderde installaties in hun woningbezit. Zijn daarover afspraken gemaakt? Wat zijn dat voor afspraken? Gaan die mee in de herziening van bouwen aan de stad? Ik krijg daarop graag een toezegging van de wethouder. Het o-woord. Wij willen beslist niet - ik zeg dit ook tegen de heer Verschuure die vorige keer nogal overstuur was toen mijn fractiegenoot het o-woord noemde, bijna nog erger dan "Utrecht maken wij samen" tornen aan de afspraken van het coalitieakkoord. Wij willen dat de afspraken van het coalitieakkoord met de werkelijkheid overeenkomen. Wij willen een kleine technische aanpassing zien waarmee wij de mensen in de stad een betere garantie kunnen geven dat dit beleid daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Wij hebben samen met de afdeling financiën geconstateerd dat behoorlijke verschillen kunnen bestaan tussen de verwachte waardeontwikkeling, de waardeontwikkeling waarvan wordt uitgegaan bij de vaststelling van de tarieven en wat de werkelijke waardeontwikkeling is geweest. Men kan deze zin nalezen. Ik zal die op Twitter zetten. Wij moeten concluderen dat het eigenlijk onvermijdelijk is. De tijd tussen de peildatum en de vaststelling van de tarieven is sinds 2008 verkort tot minder dan een jaar. Dan kan men niet anders dan uitgaan van de verwachting van de waardeontwikkeling. Dat leidt ertoe dat het tarief dat wordt geheven afwijkt van hetgeen in het beleid is afgesproken. Dat vinden wij onwenselijk. Volgens ons kunnen wij niet anders dan voortaan bij de vaststelling van het tarief corrigeren van het verschil tussen de verwachte waardeontwikkeling en de werkelijke. Is de wethouder bereid om in zijn voorstel in december a.s. deze correctie van de berekening van de ozb-tarieven op te nemen? Als dat niet zo is, zal ik daarover een motie indienen. Ik beloof het college dat als dit wordt toegezegd de SP-fractie de komende drie jaar het o-woord niet in de mond zal nemen. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Ik ben van de SP-fractie gewend dat ze een groot hart heeft voor de Wmo en de Participatiewet. Mevrouw Van Gemert heeft daarover zojuist een aantal dingen gezegd. Ik miste het armoedebeleid. Denkt de SP-fractie in 2016 de bezuiniging op de apparaatskosten - die volgens mij het miljoen niet overstijgen - wél te kunnen halen? Waarom staat de handtekening van mevrouw Van Gemert onder een amendement om de gelden voor Wmo en participatie in 2015 in te zetten? Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Ik heb daarover niets in mijn tekst staan, omdat ik op een interruptie rekende. Ik liep al een beetje teleurgesteld terug naar mijn plaats. Ik ben niet echt optimistisch over EUR 1 miljoen besparing op apparaatskosten in 2016. Volgens mij zal dat niet lukken. Wij staan echter op dit moment voor het coalitieakkoord. Wij staan erop dat in het armoedebeleid niet op de mensen wordt bezuinigd. Ik heb vandaag de gehele dag discussies gehoord over het amendement. Over de dekking zijn commissievergaderingen belegd. Ik begrijp niet dat er een oppositie is die concludeert dat EUR 1 miljoen bezuinigen op apparaatskosten niet zal lukken. Dat zei de oppositie al ten tijde van het duidingsdebat. Dat is in een zeer vroeg stadium. Er is een coalitie die samen met de wethouder vrij vlug zei dat de oppositie gelijk heeft en dat de EUR 1 miljoen bezuiniging niet wordt gehaald. Vervolgens is de coalitie maanden bezig met het dichten van het gat. Wij hebben de ene dekking na de andere voorgesteld. Wij hebben uitvoerige commissievergaderingen gehad. Ook in de commissievergadering over het armoedebeleid heeft mevrouw Koelmans gesteld dat men constructief moet meedenken, dat op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd het gat te dekken en dat men moet ophouden met klagen over het feit dat wij de EUR 1 miljoen niet zullen halen. Nu heeft de PvdA-fractie eindelijk een amendement ingediend om het gat te dekken. Ook de coalitie heeft een amendement ingediend waarin is bekeken hoe het probleem binnen de kaders van het coalitieakkoord kan worden opgelost. Wij geven ruiterlijk toe dat het een oplossing is alleen voor dit jaar. Daarna zullen wij bekijken hoe wij de verdere problemen zullen oplossen. Mevrouw De Boer heeft uitvoerig uitgelegd waarom de voorgestelde dekking goed is. Ik stel voor dat de PvdA-fractie met beide amendementen zal instemmen. Het zijn beide dekkingen van hetzelfde probleem.


59

Deze oplossingen worden volgens mij raadsbreed gedeeld. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Het probleem wordt niet opgelost omdat alleen wordt gezocht binnen de kaders van het coalitieakkoord. Dat is wat mevrouw Van Gemert zegt. In het coalitieakkoord is deze maatregel opgenomen, maar die blijkt niet te werken. Er kan geen EUR 1 miljoen op apparaatskosten worden bezuinigd. Wij moeten het coalitieakkoord te bekijken omdat daarin voor EUR 1 miljoen iets niet klopt. Er moeten geen andere potjes worden bekeken, maar wij moeten teruggaan naar de tekentafel en de investeringen die daar zijn bedacht. De dekking die de PvdA-fractie voorstelt is t/m 2018 incidenteel. Wij moeten terug naar de coalitieonderhandelingen. Daar is de fout gemaakt. Wij moeten nu geen openstaande budgetten van de Participatiewet en de Wmo bekijken. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Terug naar de tekentafel is precies wat wij doen. Wij hebben een tekort van EUR 1 miljoen, even los gezien van de motie die ooit is aangenomen over wat wij wél op apparaatskosten kunnen realiseren. Wij constateren een gat in de begroting en wij dekken dat. Dat wij niet met de letterlijke investeringen uit het coalitieakkoord, maar binnen het programma dekken, is geen enkel probleem. Volgens mij is het in elke coalitie en in elke gemeenteraad goed gebruik dat als iemand een wijzigingsvoorstel doet men daarbij een dekking zoekt. Het is onzin om vanwege een dekkingsvoorstel het coalitieakkoord open breken. Ik zie niet in waarom wij een nieuw coalitieakkoord moeten sluiten terwijl een dekking voor het probleem beschikbaar is. Mevrouw HAAGE (PvdA): Voorzitter! Als ik de eerste beantwoording van mevrouw Van Gemert beluister, dan zal zij het amendement van de PvdA-fractie steunen. Dan is zij daarvan meer voorstander dan van het dichten van het ene gat met het andere. Dan is de zaak voor vier jaar geregeld. Ik ben het er roerend mee eens dat als aan de tekentafel een fout wordt gemaakt op dezelfde plek moet worden bekeken of die kan worden hersteld. De coalitie laat zich opnieuw door haar eigen afspraken gijzelen. Dat is voor de Utrechters niet het beste wat er kan gebeuren. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Volgens mij is deze coalitie het beste voor Utrecht. Als wij concluderen dat wij de bezuiniging niet op de overhead kunnen behalen, dan zullen wij het gat op een andere manier moeten dekken. Wij hadden ook kunnen zeggen: sorry, het lukt niet. Wij kunnen ons niet vinden in de dekking van het amendement van de PvdA-fractie. Die betekent dat wij naar de tekentafel terug moeten gaan. Dat zullen wij niet doen. Wat ik nog heb toe te voegen aan de heldere uitleg van mevrouw De Boer over de incidentele dekking voor komend jaar, is dat wij elk jaar enorme overschotten hebben op de voorzieningen van de Wmo. Het is de SP-fractie altijd een doorn in het oog geweest dat het geld terugging naar de algemene middelen. De coalitie heeft alles gedaan om de bezuiniging terug te draaien. Ik snap niet dat daarover zo moeilijk wordt gedaan. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik wil mevrouw Van Gemert ook wijzen op ons amendement over het terugdraaien van de armoedebestrijding. Wij doen precies hetzelfde als zij, maar dan een tandje beter. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Tijdens het betoog van de heer Bos wilde ik graag op zijn amendement ingaan, maar ik heb dat niet gezien. Ik weet echt niet wat daar in staat. In de tweede termijn kom ik daarop terug.


60

Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Eigenlijk vragen mevrouw Haage en de heer Van Ooijen om de EUR 1 miljoen structureel nu al te regelen. Volgens mij is met de wethouder afgesproken dat hij bij de behandeling van de voorjaarsnota de vereenvoudiging van het armoedebeleid zal voorstellen. Dan zal duidelijk worden hoeveel op de apparaatskosten wordt bezuinigd. Dan kan worden bekeken of er een gat is en hoe groot dat dan is. Het is prematuur om nu EUR 1 miljoen structureel te regelen. De heer VAN OOIJEN (ChristenUnie): Voorzitter! Er is een fout gemaakt op de tekentafel van het coalitieakkoord. Ik vind het apart dat om het geld te halen de bestaande posten worden bekeken. Als de fout daar is gemaakt, moet die op dezelfde plek worden gecorrigeerd. Ik vind het prima als men daar EUR 1 miljoen incidenteel uithaalt. Daarvoor kan men in het coalitieprogramma een post vinden. Men moet het geld niet in de bestaande posten zoeken, want dat is niet conform het coalitieakkoord. In het coalitieakkoord is sprake van EUR 1 miljoen apparaatskosten. Dat gebeurt nu niet. Mevrouw De Boer kan er een mooi verhaal van maken, maar dan handelt men niet conform hetgeen er staat. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Volgens mij moeten wij de conclusie trekken dat wij in 2015 de EUR 1 miljoen niet zullen halen. Daarvoor is een alternatieve dekking gevonden. Alles wat in de programmabegroting staat, is een uitwerking van het coalitieakkoord. Ik zie niet of men daar al dan niet geld uit haalt. Ik denk dat voor 2015 een goede oplossing is gevonden. Bij de behandeling van de voorjaarsnota moeten wij bekijken of nog meer nodig is. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik wil de fracties van ChristenUnie en PvdA beide een compliment maken voor de grote betrokkenheid die zij bij het coalitieakkoord hebben. Zij denken graag mee. Ik snap hun zorgen. Misschien gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat wij deze bezuiniging iets te snel hebben ingeboekt. Wij hadden daarvoor misschien een jaar de tijd moeten nemen. Wij hebben de regelingen nog niet allemaal vereenvoudigd. Wij moeten die goed bekijken. Wij zullen dat doen. Wij hebben daar de komende maanden de tijd voor. Volgende week spreken wij in de commissievergadering sowieso over de eerste voorstellen. Daarna zien wij verder. Wij leveren echter wél graag een sluitende begroting. Daarom doen wij dit voorstel. De coalitie heeft daarover gezegd dat het beter is dan het voorstel van het college zelf. Het verdient echter niet de schoonheidsprijs. Wij hadden het misschien beter meteen kunnen doen. Echter, het leveren van een niet sluitende begroting is zeker geen optie. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Het kan niet zo zijn dat wij de komende drie jaar elke keer als wij geld te kort komen of ergens geld bij doen voor het coalitieakkoord terug moeten naar de tekentafel. De begroting die er ligt, is de uitwerking van het coalitieakkoord. De coalitie en de oppositie hebben het recht en de mogelijkheid om alles te amenderen wat los en vast zit. Dat heeft niets te maken met de gestelde kaders. Steeds de discussie doodslaan door te zeggen dat wij terug moeten naar de tekentafel is onzin. Er is een probleem. Wij hebben een dekking. Er liggen vandaag aan de raad twee dekkingen voor. Men moet gewoon kiezen. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Om Utrecht slagvaardig te houden, is het belangrijk dat de gemeente een toekomstbestendig personeelsbestand realiseert. Dat houdt onder andere in dat de organisatie een afspiegeling van de gemeente wil zijn. Utrecht is de jongste en minst vergrijsde stad van Nederland. Dat ziet men echter niet terug in de personele samenstelling van de gemeente. Sinds 2009 is het aandeel werknemers jonger dan 35 jaar gedaald van 20% naar 13%. De afgelopen jaren vertrekken twee keer zoveel werknemers onder de 35 jaar dan er bijkomen.


61

Als niet snel actie wordt ondernomen, valt er een gat in de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. De gemeente zet in op het werven van jong talent, maar uit de cijfers en uit het persoonlijke gesprekken blijken er maar weinig te blijven. Waarom is dat zo? Deze vraag is niet alleen relevant voor werknemers onder de 35 jaar, maar voor alle werknemers. Het is een kwestie van logica dat juist de beste werknemers, die de gemeente het hardst nodig heeft, de beste alternatieven op de arbeidsmarkt hebben. Deze mensen moeten wij behouden. Wij moeten dan wel weten wat zij willen. Daarom vraag ik de wethouder om een toezegging te doen om op basis van de reeds gehouden exitgesprekken een rapport op te stellen waarin helder wordt wat de hoofdredenen en motivaties zijn van ambtenaren om de gemeente Utrecht als werkgever vaarwel te zeggen. De al eerder gedane toezegging om slechts in de wendbaarheidsbrief op de exitgesprekken terug te komen, is wat ons betreft niet voldoende. Wij willen een afzonderlijk rapport zien dat de raad inzicht verschaft. Mocht de wethouder dat niet willen toezeggen, dan heb ik een motie achter de hand die wordt gesteund door de fracties van CDA, D66, ChristenUnie, PvdA en GroenLinks. De Student & Starter-fractie vindt het belangrijk dat de overheid transparant is. Dat houdt ook in dat de inwoners op een eenvoudige wijze moeten kunnen kennisnemen van wat het bestuur van de stad van plan is, zeker nu het college zich de lijfspreuk "Utrecht maken we samen" heeft aangemeten. Om als inwoner en als ondernemer mee te kunnen denken is het wel zo prettig en handig om te weten wat de gemeente zelf van plan is. Daarom willen wij dat al het gemeentelijke beleid dat van kracht is laagdrempelig online beschikbaar wordt gesteld. Op dit verzoek kreeg ik in de commissievergadering een weinig bevredigend antwoord. Daarom dien ik de volgende motie in. "Motie 125. Maak Utrechts beleid inzichtelijk voor iedereen. De gemeenteraad van Utrecht bijeen in vergadering op donderdag 6 november 2014 ter behandeling van de programmabegroting 2015 Constaterende dat: -

Het college als lijfspreuk 'Utrecht maken we samen' hanteert

-

Vele inwoners van Utrecht willen meedenken over de toekomst van hun stad en ideeën, plannen en oplossingen willen aandragen

-

De inbreng van inwoners een stuk beter verwerkt kan worden als de inbreng al binnen de beleidskaders past.

Overwegende dat: -

De inzichtelijkheid van het beleid dat de gemeente Utrecht hanteert per collegeportefeuille sterk verschilt. Van zeer goed (bijvoorbeeld op het vlak van de decentralisaties: www.utrecht.nl/sociale-stad-in-ontwikkelina/documenten-en-links/) tot compleet onvindbaar.

-

Inwoners en ondernemers daardoor erg veel moeite moeten doen om achter het gemeentelijk beleid te komen en vaak zelfs niet duidelijk is of er beleid op een bepaald vlak bestaat.

-

Daarmee onnodig veel energie en inzet van inwoners en ondernemers verloren gaat die zich juist graag willen inzetten voor de stad en hun zaak.


Om op het adres www.utrecht.nl/beleid een overzicht te geven van al het beleid (kaders, nota's, notities, relevante raads- en commissiebrieven en beleidsregels) van de gemeente Utrecht dat van kracht is.

-

Hier ook aan te geven welk beleid wanneer herzien zal worden c.q. welk beleid momenteel in ontwikkeling is.

-

Dit overzicht actueel te houden en er voor zorg te dragen dat alle documenten volledig


62

tekstueel doorzoekbaar zijn. -

Op deze pagina ook te verwijzen naar de plek waar de van kracht zijnde verordeningen van de gemeente te vinden zijn (overheid.nl).

-

Bovenstaande mee te nemen in de herontwikkeling van de gemeentelijke website die gaande is.

en gaat over tot de orde van de dag." Motie 125 is ondertekend door de heer Van Waveren, mevrouw Scholten, mevrouw De Regt, mevrouw Uringa, mevrouw Dibi, mevrouw Van Esch en mijzelf. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik kijk een beetje op van het voorstel van de Student & Starterfractie. Ik vind het namelijk een erg 1.0-achtige oplossing. Men heeft een website - dat is sowieso een beetje achterhaald - waarop de regels zijn te vinden. Dat is hartstikke klantonvriendelijk. Als men een concrete vraag heeft, wil men een systeem hebben dat helpt, het liefst in de vorm van een persoon. Men wil geen opsomming van alle regels zien. Met de stelling dat op overheid.nl een overzicht moet zijn, ben ik het helemaal eens. Wij hebben daarover schriftelijke vragen gesteld. Kan de heer Menke misschien aangeven wat hij precies wil? Een website is een beetje anno 2004. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Het is heel eenvoudig. Er moet ergens een plek zijn waar mensen het beleid van de gemeente moeten kunnen inzien: gewoon een lijstje waar alle stukken op staan. Dat verder moet worden bekeken hoe bewoners moeten worden behandeld als ze vragen hebben, is ook belangrijk, maar gaat dit voorstel te buiten. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Ik moet de heer Gilissen wel enigszins gelijk geven. Tegenwoordig is vooral de vraag belangrijk, niet het aanbod. Als ik een gerichte vraag heb, kan ik die stellen. Daaruit komt vervolgens output. De heer Menke pleit voor het zetten van een stap terug, net als de heer Gilissen op bepaalde vlakken. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Waarom moeten wij op elke vraag individueel reageren als het antwoord op die vraag al in vastgesteld beleid staat? Als het beleid online staat, dan kan iedereen de antwoorden op de eigen vragen zoeken. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Ik denk dat de heer Menke geen recht doet aan de complexiteit van het beleid. Ik moet daar "helaas" bij zeggen. Er zijn verschillende kaders van toepassing. Er zijn verordeningen en beleidsregels. Als men een specifieke vraag heeft, bijvoorbeeld hoe een ondernemer een zaak moet openen, dan moeten wij de vragensteller niet blootstellen aan een stortvloed van informatie en hem laten zoeken naar het woord "horeca". Wij moeten dan mensen hebben die terugpraten en met de vragensteller meedenken. Dat is wat de gemeente moet uitstralen. Ik vind het nog steeds een zeer beperkte oplossing. Ik denk niet dat wij daarmee zullen instemmen. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik ben het voor een klein deel met de heer Gilissen eens. Ondernemers moeten goed worden begeleid. Gelukkig gebeurt dat al en is daarop verder ingezet. Het is een en-en-verhaal, geen of-of-verhaal. Ik zie het probleem van de heer Gilissen niet duidelijk. Tijdens de voorbereiding heb ik het plan opgevat om in te zetten op open data toen bleek dat dit onderwerp net een halfjaar vóór mijn raadslidmaatschap door de raad is behandeld. Het voorstel is door de raad unaniem aangenomen. Ik vond dat mooi en goed geregeld, maar dat blijkt helaas niet zo te zijn.


63

Er zou een lijst worden gepubliceerd van alle datasets waarover de gemeente beschikt inclusief een inhoudelijke toelichting. Die lijst is echter niet te vinden. Navraag leerde mij dat die tevens niet langer in de planning staat. Ook andere toezeggingen die toen zijn gedaan, zijn nog steeds niet afgehandeld. Daarom dien ik de volgende motie in. "Motie 126. Maak werk van Open Data. De gemeenteraad van Utrecht bijeen in vergadering op donderdag 6 november 2014 ter behandeling van de programmabegroting 2015 Constaterende dat: -

Op 3 oktober 2013 de raad unaniem het raadsvoorstel 'Open data: gemeentelijke datasets ter beschikking stellen aan externe (her)gebruikers' heeft aangenomen.

-

Er in die vergadering door de wethouder is toegezegd een lijst te maken van alle datasets die de gemeente heeft en voorts "zo snel mogelijk op onze portal een overzicht van de datasets te publiceren".

-

In de commissievergadering die het voorstel behandelde is toegezegd hierover in de jaarstukken te rapporteren.

Overwegende dat: -

Er op het betreffende portal (www.jijmaaktutrecht.nl) sinds medio 2013 geen nieuwe datasets zijn gepubliceerd, noch een lijst van de datasets die de gemeente bezit.

-

De rapportage in de jaarstukken 2013 bestond uit het enkele zinnetje "op deze site [www.jijmaaktutrecht.nl is] de eerste gemeentelijke open data beschikbaar gesteld." (p.39). Die data overigens al beschikbaar was voor de aanname van het raadsvoorstel.

-

Ambtelijke navraag leerde dat er wel enige ontwikkeling is, maar dat deze niet in lijn is met de gedane toezeggingen.


Uiterlijk in januari met een tijdspad te komen voor het indexeren van alle datasets, het beoordelen hiervan op geschiktheid voor Open Data en het beargumenteerd al dan niet publiceren van de datasets.

-

Dan ook terug te komen op de toezegging te kijken naar de mogelijkheid om ook bij aanbestedingen en subsidierelaties het open stellen van data als aandachtspunt mee te nemen.

-

Gestand te doen aan de toezegging om te rapporteren in de jaarstukken.

-

Indien er budget nodig is om vaart te kunnen maken hier het budget 'datagedreven sturing' voor aan te wenden.

en gaat over tot de orde van de dag." Motie 126 is ingediend door mevrouw De Regt, mevrouw Scholten en mijzelf. De Student & Starter-fractie is ambitieus over duurzaamheid. Bij het echte aanpakken van duurzaamheid zijn eerlijkheid en betrouwbaarheid essentieel. Wij kennen allemaal de internationale afspraken waar staten zich aan de lopende band proberen onderuit te wurmen. Wij moeten ons eerlijk inzetten voor een duurzame stad, vol ambitie. Dan moeten die doelen wél realistisch zijn. Wij willen geen sprookjes, maar een duurzaamheidsbeleid waarop mensen kunnen vertrouwen en waarvoor de gemeente garant staat. Omdat Utrecht niet alleen voor de eigen burgers verantwoordelijkheid draagt, maar ook voor mensen die na ons komen, wil ik van de wethouder horen hoe zij de gewenste CO2-reductie van 30% in 2020 ten opzichte van 2009 wil realiseren. Tot nog toe is slechts 2,2% gehaald. Er moet nog 450.000 tot CO2-uitstoot structureel per jaar worden verminderd om de 30% te halen.


64

Kan de wethouder dat garanderen? Zo ja, hoe dan? Kunnen wij erop rekenen dat dit duurzaamheidsvoornemen niet op de lange baan wordt geschoven? Wij kijken met spanning uit naar 2016. Dat is voor Utrecht een belangrijk jaar. Dan weten wij of het ons is gelukt om de beste verkeerslichtenstad van Nederland te worden. Wij zijn blij dat de wethouder die uitdaging wil aangaan. Nu moeten wij hard werken om de prijs binnen te halen. Wij willen de wethouder graag een zetje geven om de winst veilig te stellen. Daartoe dienen wij het volgende amendement in. "Amendement 64 Doorlichten, die stoplichten De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op donderdag 6 november ter behandeling van de Programmabegroting 2015, CONSTATERENDE DAT -

Verkeerslichten in Utrecht ongeveer eens per 5 jaar worden doorgelicht.

-

Hét verkeersdeskundig kennisinstituut van Nederland, de CROW, adviseert om elk jaar een quickscan uit te voeren en elke twee jaar een volledige VRI-analyse te doen.

OVERWEGENDE DAT -

Verkeerssituaties in Utrecht door werkzaamheden, wijzigend verkeersgedrag en andere inrichting van de stad in die vijfjaar drastisch kunnen veranderen.

-

Hierdoor veel verkeersregelingen niet meer aansluiten bij de actuele situatie en Utrechters onnodig moeten wachten op verkeerslichten.

-

Het vaker doorlichten van verkeersregelingen dit probleem kan verminderen.

-

Alle Utrechtse verkeersgebruikers daarvan profiteren.

-

Dit tevens positieve effecten heeft met betrekking tot duurzaamheid (verminderen van uitstoot door stilstaand verkeer) en economie (kosten van stilstaand verkeer).

BESLUIT -

Beslispunt 1 van het raadsvoorstel Programmabegroting 2015 als volgt aan te vullen:

met dien verstande dat: -

Het budget handhaving fietsparkeren met €0,2mio wordt verlaagd.

-

De vrijgekomen €0,2 mio structureel wordt toegevoegd aan het programma Verkeer met als oormerk structureel verkeerstechnisch onderhoud van verkeersregelinstallaties"

Amendement 64 is ondertekend door mevrouw Van Gemert, de heer Fokke, mevrouw Uringa, mevrouw Van Esch en mijzelf. Wij pleiten voor een stad die het verkeer niet helemaal dichtregelt en die vertrouwt op de verantwoordelijkheid en het inzicht van de inwoners. Dat de wethouder daarin wil meegaan, stemt ons gelukkig. Wij zijn benieuwd hoe dat vorm zal krijgen in komende voorstellen. Wij inventariseren al stoplichten die moeten worden weggehaald. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Misschien is de heer Menke daarvan nog niet op de hoogte, maar de gemeente heeft al veel geld bij elkaar gebracht ten behoeve van verkeersregelinstallaties. Waarom moet daar EUR 200.000,00 bij? Er is voldoende budget. De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Er blijkt niet voldoende budget te zijn om volgens de CROW-richtlijnen elk halfjaar een quickscan en om de twee jaar een volledige doorlichting van de verkeersregelinstallaties te bewerkstelligen. Met het genoemde geld zou dat wél moeten lukken.


65

De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Waar heeft de heer Menke die informatie vandaan? Ik heb die helemaal niet gezien. Heb ik wat over het hoofd gezien? De VOORZITTER: Niets is uit te sluiten. De heer MENKE (Student & Starter): Af en toe spreek ik met ambtenaren. Dan win ik informatie in. Wij zien goede ontwikkelingen op het gebied van huisvesting van studenten en starters. De afgelopen tijd is door de raad een aantal ambitieuze plannen goedgekeurd, vorige week nog het plan voor 800 studenten en starterswoningen op het KPN-terrein. Gezien het enorme tekort aan woningen voor deze groepen zijn wij blij dat concrete stappen worden gezet. Wij blijven echter bezorgd over de mate van tijdelijke en semipermanente kamers. Die moeten tijdig worden vervangen door permanente huisvesting. Wij blijven daarop toezien. Ook op het gebied van startershuisvesting is nog een lange weg te gaan. Wij willen dat het bouwtempo omhoog gaat. Wij horen graag van de wethouder of dat mogelijk is. In De Uithof wordt flink bijgebouwd. Door de toename van bewoners en bezoekers lijkt het erop dat de zeer gewenste supermarkt er rendabel kan zijn. Wat ons betreft, komt die er snel. De wethouder zei in de commissievergadering dat hij op korte termijn daarover met de universiteit zal praten. Als dat gesprek heeft plaatsgevonden, willen wij weten wat daaruit is voortgekomen en of en wanneer wij in De Uithof een supermarkt kunnen verwachten. Als deze afspraak nog niet is geweest, mag deze terugkoppeling ook schriftelijk worden gedaan. In het coalitieakkoord is opgenomen dat Utrecht in 2018 de laagste werkloosheid van Nederland heeft. Dat is een nobele doelstelling. Wij kijken uit naar een betere specificatie van de doelstelling in de volgende begroting. Ons rest echter de vraag: wat is werkloosheid? Landelijk is een trend ontstaan waarbij de bedrijven steeds vaker werkervaringsplaatsen aanbieden die slecht of onbetaald zijn. Vaak ontstaan die uit wat voorheen reguliere banen waren. De werkzaamheden zijn van dien aard dat men daarvoor iemand moeten aannemen, ook zonder werkervaringsplaats. Dit lot treft veel jonge afgestudeerden als zij de arbeidsmarkt betreden. Ervaring moet men opdoen, maar de huur moet wél worden betaald. Moeten deze mensen leven van de lucht? Een uitkering aanvragen is een andere optie, maar dan onder strenge voorwaarden. Een onbetaalde werkervaringsplaats behoort niet tot de opties bij heet via het UWV zoeken naar werk. Eenmaal afgestudeerden vrezen voor een gat in hun cv. Zo komen veel jongeren al bij aanvang van hun carrière onder het bestaansminimum terecht. Als iemand onbetaald werk doet, is hij of zij toch werkloos? Een krappe arbeidsmarkt treft iedereen. Velen die aan het werk willen blijven, kiezen voor de optie om voor zichzelf te beginnen. Dat valt toe te juichen, maar de laatste jaren blijkt de markt voor zzp'ers erg krap te zijn. Door een gebrek aan opdrachten, komen deze mensen vaak in zwaar weer terecht en duiken ook zij onder het bestaansminimum. Deze trend van verborgen armoede kan niet langer worden genegeerd. Daarom dienen wij de volgende motie in. "Motie 127. Verborgen doorzetters. De Utrechtse gemeenteraad bijeen in vergadering d.d. 6 november 2014 ter behandeling van de Programmabegroting 2015 Constaterende dat: -

Er een landelijke trend ontstaat waarbij bedrijven steeds vaker slecht of onbetaalde werkervaringsplekken aanbieden voor langere tijd.

-

Dit voor verdringing van betaalde banen zorgt. Het aantal ZZP'ers de laatste jaren explosief gegroeid is, mede veroorzaakt door een krappe arbeidsmarkt die werkzoekenden aanzet om


66

op eigen kracht aan het werk te blijven. -

Veel ZZP'ers door de krappe arbeidsmarkt vaak niet genoeg inkomsten kunnen vergaren om rond te komen en in verborgen armoede leven.

-

Deze doorzetters niet bekend zijn bij uitkeringsinstanties en daarom niet worden meegeteld in de landelijke werkloosheids- en armoedecijfers.

Overwegende dat: -

In het coalitieakkoord de doelstelling is opgenomen om in 2018 de laagste werkloosheid van Nederland te hebben.

-

De landelijke werkloosheid- en armoedecijfers door recente ontwikkelingen zoals een toename van slecht of niet betaalde werkervaringsplekken en de explosieve groei van ZZP'ers, niet meer accuraat de werkelijke omvang van de werkloosheid en armoede in Nederland weergeven.

-

Inwoners in slecht of onbetaalde werkervaringsplekken en ZZP'ers met nauwelijks inkomen vaak onder het bestaansminimum leven en daarom als werkloos beschouwd moeten worden.

-

Deze toenemende landelijke trend ongewenst is en van grote invloed is op de levensloop van met name jongeren, met betrekking tot huisvesting, carrière en koopkracht.


Een onderzoek in te stellen naar de omvang en grootte van het probleem van inwoners werkzaam in slecht of onbetaalde werkervaringsplekken en ZZP'ers die onder het bestaansminimum leven in de gemeente Utrecht.

-

Deze cijfers voor het zomerreces beschikbaar te stellen

En gaat over tot de orde van de dag," Motie 127 is ondertekend door mevrouw Van Esch, de heer Post, de heer Van Waveren en mijzelf. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Als wij dat in beeld hebben, wat gebeurt er dan? Zzp'ers vormen een groep die niet gemakkelijk bij de overheid aanklopt omdat zij dat niet willen. Wat zullen wij daarmee doen? De heer MENKE (Student & Starter): Als wij dat in beeld hebben, zullen wij kunnen bekijken hoe wij die mensen kunnen helpen. Dat is simpel. Dan hebben wij een realistisch beeld van de werkloosheid in Utrecht. Het is beter om realistische cijfers te hebben. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Hoe kan de gemeente onder zzp'ers een onderzoek doen om te zien of er sprake is van een lage verdiencapaciteit, verborgen armoede en werkloosheid? De heer MENKE (Student & Starter): Voorzitter! Ik kan uiteenzetten hoe een volledig onderzoek wordt gedaan. De VOORZITTER: Nee, dank u. De heer MENKE (Student & Starter): Een kwalitatieve en kwantitatieve steekproef kan veel informatie boven water krijgen. Dat gebeurt op veel vlakken. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ik vind dat de heer Menke een zeer terecht punt aansnijdt. Er is veel verborgen werkloosheid, zeker onder zzp'ers. Ook ik spreek wel eens met ambtenaren, maar ook met mensen die hulp bieden, zoals Budgetview en Over Rood. Die beschikken over cijfers.


67

Ik kan de heer Menke naar hen verwijzen. De heer MENKE (Student & Starter): Dat is fantastisch. Het is de taak van de gemeente om onderzoek te doen. Op basis van deze cijfers kan ze voortgang boeken. Ik ben erg verheugd over het feit dat de wethouder heeft toegezegd om aan de slag te gaan om internationale studenten die hier studeren aan de stad en Nederland te binden. Uit onderzoek van de SER blijkt dat buitenlandse studenten een enorme economische waarde hebben. De SER heeft daarvoor een actieplan ontwikkeld. Het is zeer goed dat de gemeente hierop verder gaat. Ik ben benieuwd hoe de raad nader zal worden geïnformeerd over de beoogde acties op dit vlak. Onlangs is een pilot afgerond voor via de huisarts gratis verkrijgbare betrouwbare SOA-zelftesten. Wij vinden dat een goed initiatief, ook omdat inzichtelijk is gemaakt hoeveel studenten zich bij huisartsen hebben ingeschreven. Wij zijn blij dat de wethouder heeft toegezegd opnieuw met zorgverzekeraars in gesprek te gaan. Wij zijn benieuwd wanneer dat zal gebeuren en hoe wij daarover zullen worden geïnformeerd. Ik kijk uit naar de beantwoording door het college en naar een avondmaaltijd. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Laat ik meteen met de deur in huis vallen. De PvdD-fractie zal 3 moties en 1 amendement indienen die allemaal zijn gericht op het duurzaam en diervriendelijk maken van de stad Utrecht. Utrecht kan en moet groener, diervriendelijker en duurzamer worden. Wij willen een stad creëren die op haar toekomst is voorbereid. Daarvoor zijn ambitie en daadkracht nodig. Die zaken ontbreken vaak bij het college. Het zich verschuilen achter stadsgesprekken over duurzame energie is onacceptabel. Dat zijn mooie woorden, maar wij moeten nu echt daadkracht tonen. Om de ambitie en daadkracht een beetje op te krikken, doen wij enkele suggesties. De PvdD-fractie vindt het van groot belang dat scholen goed bereikbaar zijn te voet, per fiets en met het openbaar vervoer. Het met de auto bij school afzetten van kinderen moet worden ontmoedigd. Dit verhoogt de veiligheid én de luchtkwaliteit. Helaas blijkt dat kinderen steeds vaker per auto naar school worden gebracht. Wij zijn op de hoogte van de doelstelling van de gemeente om de verkeerssituatie zo veilig mogelijk te maken. De PvdD-fractie is op de hoogte van de doelstelling van de gemeente Utrecht om de verkeerssituatie rond scholen zo veilig mogelijk te maken en om ouders te stimuleren de kinderen per fiets of te voet naar school te brengen in plaats van met de auto. Om die doelstelling verder invulling te geven, doen wij twee suggesties: 1. De gemeente Utrecht kan het lopen en fietsen door schoolkinderen effectief stimuleren door het promoten van de 'walking bus'. Het concept van de 'walking bus' is heel eenvoudig: het stimuleren van het door kinderen in een groepje lopend naar school gaan onder begeleiding van volwassenen. 2. De gemeente Utrecht kan goed gedrag effectief belonen door het via subsidie aanmoedigen van het gebruik van het positieve leer- en beloningssysteem van de verkeersslang. De verkeersslang is een spel dat kinderen gedurende een week aanmoedigt om zoveel mogelijk lopend, fietsend of per openbaar vervoer naar school te komen. Het inzetten van de 'walking bus' en de verkeersslang draagt zeker bij aan een significante vermindering van het autoverkeer rondom scholen en dragen daardoor zeker bij aan veiligheid, goede luchtkwaliteit en gezondheid van kinderen. "Motie 128. Lekker lopen in een bus. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014, ter bespreking van de


68

Programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

Dit jaar diverse media berichtten over het feit dat kinderen steeds vaker met de auto naar school gebracht worden;

-

De gemeente Utrecht de doelstelling heeft om de verkeerssituatie rond scholen zo veilig mogelijk te maken en ouders te stimuleren om hun kinderen per fiets of te voet naar school te brengen in plaats van met de auto;

-

Dit binnen de gemeente Utrecht gestimuleerd wordt via de campagne 'Lekker Lopen, Fijn Fietsen' en het programma 'Jongeren Op Gezond Gewicht' (JOGG).

Overwegende dat: -

Deelnemers aan de campagne 'Lekker Lopen, Fijn Fietsen' kans maken op het winnen van een fiets en dat zonder controle of tussenkomst van de school op een website van de gemeente gegevens ingevuld kunnen worden;

-

Gezond en milieuvriendelijk gedrag bij kinderen vooral gestimuleerd wordt door kleine positieve beloningen en het belangrijk is dat ieder kind dat te voet of lopend naar school komt periodiek een kleine beloning krijgt;

-

De school een onmisbare schakel is bij het aanleren van gezond en milieuvriendelijk gedrag bij kinderen;

-

De gemeente Utrecht het lopen en fietsen door schoolkinderen effectief kan stimuleren door het promoten van de 'walking bus' en goed gedrag effectief kan belonen door het gebruik van het positieve leer- en beloningssysteem van de 'verkeersslang' op Utrechtse scholen aan te moedigen;

-

Het inzetten van de 'walking bus' en de verkeersslang zal bijdragen aan een significante vermindering van het autoverkeer rondom scholen en daardoor zal bijdragen aan de veiligheid, de luchtkwaliteit en de gezondheid van kinderen.

-

Het meedoen aan de verkeersslang voor 10 scholen € 500 per school kost.


Het gebruik van de 'walking bus' als alternatief vervoersmiddel naar school voo kinderen actief te promoten;

-

De verkeersslang op Utrechtse basisscholen te promoten en te subsidiëren om voor alle schoolkinderen op een positieve manier het lopen en fietsen naar school te stimuleren;

-

De promotie en het bedrag voor scholen om mee te kunnen doen aan de verkeerslang te dekken uit het verschil tussen het gereserveerde en het uiteindelijk begrote bedrag van amendement 2013/A83.

En gaat over tot de orde van de dag" Motie 128 is ondertekend door de heer Post, de heer Bos, mevrouw Uringa en mijzelf. Tijdens de algemene politieke beschouwingen is de PvdD-fractie ingegaan op het feit dat het weinige groen in Utrecht een sterke behoefte heeft aan ambitie en daadkracht van de gemeente. Wij dienen een motie in om onze visie kracht bij te zetten. Het is tenenkrommend om bijna dagelijks te worden geconfronteerd met bomenkap. Prachtige grote, oude bomen die wegmoeten omdat bomen bij bouwprojecten nog steeds een ondergeschoven kindje lijken te zijn. Veel wijkbewoners, wijkraden en natuur- en milieuorganisaties in Utrecht zijn niet te spreken over het huidige bomenbeleid van de gemeente, alle mooie doelstellingen en glossy rapporten ten spijt. Er zijn op dit moment problemen bij Leeuwenstein Noord. Het bomenbeleid van de gemeente moet veel daadkrachtiger worden.


69

Wij weten dat het staand beleid is om bomen zoveel mogelijk, maar niet altijd, te compenseren. De compensatie houdt dan echter het herplanten van het formaat spriet in. Ik hoop dat de heer Sienot het mij toestaat om zijn uitspraak te gebruiken. De sprieten zijn totaal niet te vergelijken met de bomen die er stonden. Nu is alleen relatief goed beleid van toepassing op de hoofdstructuur en op beeldbepalende plaatsen, maar niet op het overige deel van de stad waar bomen worden gekapt. Daar wordt het formaat spriet teruggeplaatst of anders helemaal niets. Gekapte bomen hoeven niet altijd te worden gecompenseerd. Dat moet anders worden. Het doel is om vaker te verplanten. Als het college vindt dat bij een plan teveel boomwaarde verloren gaat, kan het de opdracht geven om het plan opnieuw te onderzoeken op varianten die voor het behoud van de bomen beter zijn. Ook is compensatie mogelijk door het herplanten van zwaardere bomen. Onze interpretatie van de doelstelling en de mogelijkheden is dat het allemaal wel kan, maar dan moeten het college en de burgers bij elk project aan de bel trekken. De PvdD-fractie wil dat daadwerkelijk beleid wordt gevoerd om eerst de mogelijkheden voor boombehoud serieus te bekijken en indien kappen onvermijdelijk is altijd te compenseren op basis van de waarde van de gekapte boom, ook buiten de hoofdstructuur en beeldbepalende plaatsen en niet alleen als het college of de burgers aan de bel trekken. Dit moet worden veranderd van een incidentele mogelijkheid naar algemeen beleid. De heer GILISSEN (VVD): Voorzitter! Is dat een absolute stellingname van de PvdD-fractie of is dat ook afhankelijk van waar het om gaat? Voor de bouw van de fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal moet ook een groot aantal bomen wijken. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Wij willen absoluut dat alle mogelijke alternatieven voor het niet kappen altijd moeten prevaleren boven het wél kappen van bomen. Als er geen mogelijkheid is om de bomen te behouden, dan moeten die op een andere locatie worden herplant. Als dat niet mogelijk is, moeten nieuwe bomen worden geplaatst, maar de nieuwe bomen moeten dezelfde boomwaarde hebben als de bomen die zijn gekapt. De heer BOS (Stadsbelang Utrecht): Voorzitter! Waarom heeft de PvdD-fractie dan ingestemd met de fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal? Daar gebeurt dat niet. Ik verwachtte dat mevrouw Van Esch daar de genoemde eis zou hebben gesteld. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Bij de fietsbrug zijn alle alternatieven bekeken om de bomen te behouden. Dat is niet gelukt. In de plannen is voldoende mogelijkheid geboden om ander groen terug te plaatsen. Wij willen liever dat helemaal geen bomen worden gekapt, maar soms moeten politieke partijen afwegingen maken. Als van ons nooit een boom zou mogen worden gekapt, zou ons beleid onuitvoerbaar worden. Wij vinden de fietsbrug ook heel mooi en belangrijk. Wij moeten de belangen afwegen. Wij dienen de volgende motie in: "Motie 129. Sprietjes of dikke bomen? De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014, ter bespreking van de Programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

Uit recent onderzoek van de Universiteit Wageningen is gebleken dat Utrecht wat betreft het


70

gemiddeld aantal m2 groen in de bebouwde stedelijke omgeving in vergelijking tot 31 andere Nederlandse steden nog steeds vrijwel onderaan de ranglijst staat; -

Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat een groene leefomgeving bijdraagt aan de volksgezondheid, dierenwelzijn, biodiversiteit, afwatering bij (extreme) neerslag, verkoeling tijdens warme dagen, verbeterde luchtkwaliteit door het opvangen van o.a. fijnstof uit de lucht en zorgt voor geluidsdemping tegen verkeerslawaai;

-

Groen geen luxe is, maar een zinvolle investering die te vertalen is naar economische waarde van groen. Denk daarbij aan het waardeverhogend effect op onroerend goed, imagoverhogend effect bij keuze voor een bedrijfslocatie, steden met 'groene kwaliteit' aantrekkelijk zijn voor wonen, toerisme en recreatie, groen in de directe omgeving een belangrijke factor is bij het aantrekken van bedrijven, werknemers en het vergroten van de bedrijfsomzet, maar ook leveren bomen in de buurt van woningen een besparing van ongeveer 10% aan energiekosten op.

-

Bewoners van Utrecht, wijkraden en natuur- en milieuorganisaties binnen de gemeente Utrecht constateren dat er bij bouwplannen in het kader van stedelijke ontwikkeling niet genoeg rekening gehouden wordt met bestaand groen;

Overwegende dat: -

Utrecht weliswaar een aantal stadsparken heeft en deels omsloten ligt door landgoederen, maar dat er op het gebied van het aantal m2 groen binnen de bebouwde stedelijke omgeving nog veel te verbeteren is;

-

Veel bewoners van Utrecht grote waarde hechten aan de bomen in hun leefomgeving;

-

Er in veel gemeenten met succes geëxperimenteerd is met alternatieven voor bomenkap, zoals het bouwen rondom bestaande bomen;

-

Indien door de gemeente Utrecht besloten wordt tot compensatie van gekapte bomen, er gekozen wordt voor jonge bomen met een stamdiameter van tenminste 5 tot 6 cm (stamomvang 16/18 cm) en dat het erg lang duurt voordat de nieuwe boom tot een grote dikke boom volgroeid is;

-

Daarom de boomwaarde meegenomen zou moeten worden als uitgangspunt voor de hoeveelheid terug te plaatsen nieuwe bomen. Dit betekent dat een oudere boom gecompenseerd moet worden met een boom van ongeveer dezelfde leeftijd of meerdere jongere bomen.


Een actieve en structurele uitvoering van het bestaande bomenbeleid, door;

-

Bij stedelijke (her)inrichting altijd rekening te houden met bestaand groen en mogelijke alternatieven voor bomenkap te laten prevaleren boven kap;

-

In geval van bomenkap, bij het compenseren van de oude bomen rekening te houden met de boomwaarde van de oude boom in leeftijd en dikte;

-

De extra kosten voor deze maatregelen te financieren uit het budget voor het ontwikkelen van een aantrekkelijke groene leefomgeving, deels aangestuurd vanuit Meerjaren Groen Programma.

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 129 is ondertekend door mevrouw Uringa, de heer Işik en mijzelf. Wethouder Kreijkamp antwoordde tijdens de commissiebespreking op 16 oktober jl. op de vraag waarom in de Programmabegroting 2015 geen melding wordt gemaakt van het Afsprakenkader Duurzame Evenementen Utrecht: "Als er zoiets bestaat, dan had het erin gemoeten."


71

Wij dienen hierover nu een amendement in. Wij hebben niet begrepen dat het Afsprakenkader Duurzame Evenementen Utrecht alsnog in de Programmabegroting 2015 is opgenomen. "Amendement 65. Afsprakenkader Duurzame Evenementen 'Als er zoiets bestaat, dan had het erin gemoeten ja'. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014, ter bespreking van de Programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

De gemeente Utrecht de ambitie heeft een gezonde, groene, duurzame stad te zijn en over de hele linie aan het verduurzamen van de stad werkt (uit Afsprakenkader Duurzame Evenementen Utrecht)

-

De gemeente Utrecht samen met de evenementensector wil werken aan duurzaam ondernemen en hiertoe het projectplan Duurzame Evenementen Utrecht geschreven heeft.

-

Het Afsprakenkader Duurzame Evenementen Utrecht onlangs is verlengd tot 31december 2015.

-

Tweetakt, het Nederlands Film Festival, het Bevrijdingsfestival, Culturele Zondagen, de Jaarbeurs Utrecht Marathon, Gaudeamus Muziekweek, Ronde van Midden Nederland, Vrede van Utrecht (2013) en Festival a/d Werf het Afsprakenkader ondertekend hebben.

-

Steeds meer evenementenorganisatoren interesse hebben om samen met de gemeente te werken aan het verduurzamen van hun evenement(en).

Overwegende dat: -

Wethouder Kreijkamp op de vraag van de Partij voor de Dieren (Commissie S&R 16 oktober 2014) waarom er in de Programmabegroting 2015 geen melding wordt gemaakt antwoordde: 'Als er zoiets bestaat, dan had het erin gemoeten ja [sic].

Besluit: -

Beslispunt 6 van het raadsvoorstel "Programmabegroting 2015" aan te vullen als volgt: met dien verstande dat op pagina 29 van de Programmabegroting aan het einde van de tekst onder het kopje 'prestatiedoelstelling 1,2,1' de volgende zinsnede wordt toegevoegd: 'Wij blijven ons inzetten voor het samenwerkingsverband dat nodig is om het Afsprakenkader Duurzame Evenementen ten uitvoer te brengen in Utrecht.'" Amendement 65 is ondertekend door de heer Menke, mevrouw Uringa, de heer Van Waveren,

mevrouw Van Gemert, de heer Bos en mijzelf. De heer VERSCHUURE (D66): Voorzitter! Ons ontgaat wat de bedoeling is van amendement 65. Wil mevrouw Van Esch iets aan de begroting toevoegen? Wat is dat dan? Moet er dan ook geld bij? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Dat valt te lezen in het dictum van het amendement. Een diervriendelijk Utrecht? Van de meer dan 70.000 kolken in Utrecht zijn er 20 voorzien van diervriendelijke mogelijkheden zodat kikkers, padden en kleine zoogdieren die daarin terechtkomen niet verdrinken of doodgaan van honger. Naar schattingen van RAVON komen namelijk alleen al in Utrecht duizenden kleine dieren om na een val in een straatkolk wegens te grove gleuven en gaten in putdeksels of afsluitroosters en door een gebrek aan ontsnappingsmogelijkheden. Tijdens de commissiebehandeling op 15 oktober jl. heeft de PvdD-fractie hiervoor aandacht gevraagd. Wij hebben begrepen dat in Utrecht wordt geëxperimenteerd met maatregelen tijdens de paddentrek in Voordorp en Lunetten. Wij zien graag een diervriendelijker Utrecht en verwachten van het college dat het daartoe een extra stap zal zetten. Dat kan, want voor het onderhoud van riolen is EUR 1,9 miljoen uitgetrokken.


72

Daarin kan het plaatsen van trapjes zodat de kleine dieren eruit kunnen klimmen mooi worden meegenomen. Een trapje kost EUR 10,00. Dat moet toch kunnen lukken? Inmiddels zijn in het Amsterdamse Vondelpark in 400 straatkolken uitklimvoorzieningen ingebouwd. In een nieuwe wijk in Zeewolde zijn dat er 475. In Eindhoven, Rotterdam, Den Haag, Zandvoort en Voerendaal lopen proefprojecten. Wij dienen hierover de volgende motie in. "Motie 130. Help padden en kikkers hogerop. De gemeenteraad van Utrecht, bijeen op 6 november 2014, ter bespreking van de Programmabegroting 2015, Constaterende dat: -

Naar schattingen van RAVOIM in heel Nederland l tot 3 miljoen kleine dieren, zoals kikkers, padden, salamanders en jonge eendjes, na een val in een straatkolk verdrinken of verhongeren wegens te grove gleuven en gaten in putdeksels of afsluitroosters en een gebrek aan ontsnappingsmogelijkheden in de straatkolken;

-

In Utrecht naar schatting duizenden dieren per jaar in de straatkolken terecht komen;

-

Er in 2015, in het kader van de doelstelling een goed functionerend rioolstelsel te realiseren, het vervangen en re-linen van vijf kilometer riolering zal plaatsvinden;

-

In deze doelstelling niet het plaatsen van uittreedplaatsen voor padden en kikkers meegenomen is, maar er wel geëxperimenteerd is met het gebruik van uittreedplaatsen ('trapjes' van geribbeld materiaal);

-

Volgens onderzoek van RAVON zeer goede resultaten behaald worden met het gebruik van uittreedtrapjes in straatkolken;

-

Voor het onderhoud van de riolering binnen de gemeente Utrecht €1,9 miljoen euro uitgetrokken is.

Overwegende dat: -

Op dit moment slechts 20 van de 70.000 straatkolken voorzien zijn van uittreedmogelijkheden voor dieren;

-

Volgens onderzoek van RAVON de verdrinkingen eenvoudig voorkomen kunnen worden door de plaatsing van een uittreedtrapje in straatkolken;

-

Uit ditzelfde onderzoek is gebleken dat plaatsen van diervriendelijke putdeksels en afsluitroosters op sommige plaatsen problemen kan opleveren met de afwatering en daarom op die plaatsen het installeren van uittreedtrapjes beter is.


Tijdens het onderhoud aan en vervanging van de riolering zo mogelijk uittreedtrapjes te plaatsen om zo ontsnappingsmogelijkheden in de straatkolken te creëren voor kleine dieren;

-

In 2015 voor een maximum van 5000 euro de trapjes te plaatsen;

-

De kosten voor deze maatregelen (10 euro per trapje) te financieren uit het budget voor onderhoud van de riolering binnen de gemeente Utrecht.

En gaat over tot de orde van de dag." Motie 130 is ondertekend door mevrouw Paardekooper, de heer Oostveen en mijzelf. Uit onderzoek blijkt dat in meer dan de helft van de gevallen van huiselijk geweld ook dierenmishandeling plaatsvindt en dat bij een derde van de geconstateerde gevallen van dierenmishandeling ook sprake is van huiselijk geweld.


73

Een meldcode voor hulpverleners waarbij een uitwisseling van gegevens tussen verschillende hulpverleners en politie over dierenmishandeling mogelijk is, kan een zeer goede bijdrage leveren aan een effectieve aanpak, dus ook aan een effectievere aanpak van huiselijk geweld. Een soortgelijke meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling zal in Utrecht per 1 januari 2015 worden ingevoerd. Wij zien graag hetzelfde voor dierenmishandeling bij huiselijk geweld gebeuren. Wethouder Everhardt gaf in de commissievergadering van 13 oktober 2014 aan dat ook hij vindt dat dierenmishandeling een ernstig probleem is en dat de professionals in de buurtteams daaraan aandacht moeten besteden. De PvdD-fractie wil graag van de wethouder de toezegging krijgen of hij bereid is om te laten onderzoeken welke vorm voor hulpverleners optimaal zou zijn om dierenmishandeling in combinatie met huiselijk geweld te melden. Wij hebben hiervoor een motie achter de hand. Mevrouw DE BOER (GroenLinks): Voorzitter! Wil de PvdD-fractie dat signalen van dierenmishandeling worden doorgeleid naar het meldpunt voor huiselijk geweld? Of wil de PvdD-fractie dat buurtteams als er signalen van huiselijk geweld zijn vragen of er ook sprake is van dierenmishandeling? Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Het gaat om het feit dat hulpverleners in gezinnen komen die daar verscheidene problemen constateren, onder andere dierenmishandeling en vanzelfsprekend ook huiselijk geweld. Zij moeten de combinatie ervan kunnen melden. Op dit moment moet een hulpverlener als hij dierenmishandeling waarneemt een apart nummer bellen. Het doen van een gecombineerde melding is niet mogelijk. De PvdD-fractie vraagt of het mogelijk is om meldingen van gecombineerde mishandelingen mogelijk te maken. Nu worden beide vormen van mishandeling streng gescheiden. Mevrouw VAN GEMERT (SP): Voorzitter! Ik begrijp nog steeds niet helemaal wat de PvdD-fractie precies wil. Ik begrijp dat dierenartsen weten dat er vaak sprake is van een link tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld. Zij weten dat als zij vermoedens hebben van huiselijk geweld zij die signaleren. Zij hebben daarvoor instructies gekregen. Af en toe is erover in de raad gesproken. Ik heb de indruk dat de PvdD-fractie een apart meldpunt voor dierenmishandeling wil zien. Dat lijkt mij in tegenspraak te zijn met hetgeen de PvdD-fractie nu zegt. Nu zegt mevrouw Van Esch dat beide soorten meldingen moeten worden gecombineerd. Ik vraag mij af of het nu al mogelijk is om een meldpunt voor dierenmishandeling te combineren met het meldpunt huiselijk geweld. Mevrouw VAN ESCH (PvdD): Voorzitter! Het klopt dat er een meldpunt voor dierenmishandeling is. Het probleem daarbij is dat de dierenarts niet bij de mensen binnenkomt. Hij of zij kan dierenmishandeling signaleren als iemand met het dier bij de dierenarts komt. De wethouder heeft gezegd dat een ernstig probleem te vinden en dat bij hulpverleners van buurtteams moet worden bekeken hoe die dierenmishandeling melden. Wij hebben daarop voortgeborduurd. Aangegeven is dat het college liever niet ziet dat melding van dierenmishandeling bij het meldpunt huiselijk geweld gebeurt, hoewel dat volgens ons wél de meest ideale situatie zou zijn, vooral als daar mensen zijn die het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid behartigen. In de commissievergadering werd dat idee niet gewaardeerd. Gezegd werd dat dierenmishandeling geen prioriteit heeft. Bont is een onnodig en wreed modeproduct. In Nederland is de overgrote meerderheid van de bevolking al decennialang tegen het gebruik van bont. Desondanks wordt in Nederland steeds vaker bont gedragen.


74

De PvdD-fractie vindt dat dieren geen modeaccessoires zijn. Ze roept de gemeente Utrecht op om het voorbeeld van Amsterdam te volgen. Amsterdam is de eerste stad ter wereld die zich heeft uitgesproken tegen de verkoop van bont te zijn. Ze heeft winkeliers opgeroepen om hun bontvrije beleid actief uit te dragen. Laat Utrecht zich daarbij aansluiten. Wij hopen dat de wethouder Dierenwelzijn bereid is om zich uit te spreken tegen de verkoop van bont en om daarmee een hart onder de riem te steken van winkeliers in Utrecht die hun bontvrije beleid actief uitdragen. De PvdD-fractie is blij om te horen dat nu echt werk wordt gemaakt van een diervriendelijk Utrecht. Wethouder Jansen liet eerder vandaag weten dat op 21 november a.s. een consultatie over dierenwelzijn zal worden gehouden. De PvdD-fractie roept de raad nogmaals op om bij deze consultatie aanwezig te zijn, want ook een diervriendelijk Utrecht maken wij samen. De beraadslaging wordt geschorst. De voorzitter schorst daarop de vergadering, onder mededeling dat de beraadslaging zal worden voortgezet in de aangekondigde vergadering, die te 20.00 uur zal aanvangen.


75

INHOUD: Opening van de vergadering

Pag. 1

Agenda vaststellen

Pag. 1

Bekrachtigen geheimhouding

Pag. 2

AAN DE ORDE: Slotdebat programmabegroting 2015 c.a.

Pag. 2

1.

Pag. 2

Voorstel tot vaststelling van de Programmabegroting 2015 (Jaargang 2014, nr. 77)

2.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014,

Pag. 2

nr. 88) 3.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 89)

4.

Pag. 2

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 90)

5.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2015 (Jaargang 2014, nr. 91)

6.

Pag. 2

Pag. 2

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van de brug-, schut- en havengelden 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabellen 2015 (Jaargang 2014, nr. 92)

7.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015 (Jaargang 2014, nr. 93)

8.

Pag. 3

Pag. 3

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van leges omgevingsvergunning 2015, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2015 (Jaargang 2014, nr. 94)

9.

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 (Jaargang 2014, nr. 95)

10.

Pag. 3

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van

Pag. 3

Middagvergadering van 6 november 2014 rechten begraafplaatsen 2015 (Jaargang 2014, nr. 96) 11.

Pag. 3

Voorstel tot vaststelling van de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 (Jaargang 2014, nr. 97)

12.

76

Pag. 3

Voorstel tot vaststelling van de Tweede bestuursrapportage 2014 (Jaargang 2014, nr. 98)

Pag. 3

NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Recommend Documents