NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van 30 december 2013 om 19:30 uur
Aanwezig: Hermans Luc - schepen-voorzitter; Vos Eric – burgemeester; Stijnen Francis, Segers Peter, Wittebolle Astrid, Anaf Hannes, Debondt Luc, Boogers Marc – schepenen; Op de Beeck Luc - Schepen-OCMW voorzitter; Meeus Paul, Gevers Dimitri, Brentjens Erwin, Otten Toon, Der Kinderen Annemie, Van de Poel Katrien, Decoster Renaat, De Wilde Tine, Van Lommel Reccino, De Coninck Katleen, Mathé Pascale, Van Damme Marc, de Jong Vera, Starckx Wannes, Breugelmans Stef, Van Geirt Willy, Van Litsenborg Guy, Roes Peter, Grooten Eddy, Driesen Josiane, Vermeijen Danny, Van Otten Jan, Van Heupen Nic – raadsleden; Buijs Filip - secretaris Verontschuldigd: Gladiné Pierre, Moelans Paul, Guedon John, Versmissen Tom - raadsleden
001. Over te gaan tot de samenstelling van de verschillende gemeenteraadscommissies Luc Hermans: collega’s het is half acht wij gaan er mee starten. Allemaal van harte welkom. Een goede avond toegewenst. Ik heb verontschuldigingen binnen van de heer Tom Versmissen, de heer John Guedon, de heer Pierre Gladiné en de heer Paul Moelans. Zijn er nog mensen die dat verontschuldigd zijn? Neen. Collega’s aangezien dat er een onwettelijke voordrachtsakte is voorgedragen in het kader van punt 1 bij de samenstelling van de verschillende gemeenteraadscommissies is het voorstel om punt 1 en punt 2 dus over te gaan tot de samenstelling van de verschillende gemeenteraadscommissies en over te gaan tot de aanstelling van de voorzitters van de verschillende gemeenteraadscommissies om deze te verdagen naar 13 januari. Ik wil even wel de betrokken fractie vragen om zo spoedig mogelijk een correcte voordrachtsakte in te dienen zodanig dat we op 13 januari ook kunnen overgaan tot de samenstelling van de gemeenteraadscommissies en dat er een normale werking naar de toekomst kan gegarandeerd worden. Meneer Meeus Paul Meeus: ja voorzitter goedenavond het is omdat er één fractie niet in orde is dat dan de rest ook niet telt of wat? Luc Hermans: het is zo meneer Meeus dat wij graag hebben dat er volledige voordrachten dus alle voordrachten correct zijn. Het betreft hier namelijk een gedeelte van de voordrachtsakte van de N-VA fractie die dat ingescand is dus niet gewettigd is met de handtekeningen en aangezien dat dit niet rechtsgeldig is willen wij dit punt dus verdagen zowel punt 1 als punt 2 naar de gemeenteraad van 13 januari. Samenvatting De gemeenteraad wordt gevraagd de verschillende gemeenteraadscommissies samen te stellen. Motivering Voorgeschiedenis In zitting van de gemeenteraad van 2 september 2013 werd de onbestuurbaarheid vastgesteld. In zitting van de gemeenteraad van 16 oktober 2013 werd kennis genomen van de brief van viceministerpresident van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Geert Bourgeois. De gemeenteraad van Turnhout werd op de hoogte gebracht van het resultaat van de bemiddelingsopdracht door gouverneur Cathy Berx. Uit het verslag van de gouverneur blijkt dat de bemiddeling niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd en dat er zich geen oplossing aandient. In zitting van de gemeenteraad van 16 oktober 2013 werd de procedure gestart voor de aanstelling van een nieuw college van burgemeester en schepenen. In zitting van de gemeenteraad van 25 oktober 2013 werd overgegaan tot de verkiezing, eedaflegging en vaststelling van de rangorde van de schepenen. Op 3 december 2013 legde de heer Eric Vos in handen van provinciegouverneur Cathy Berx zijn eed af als burgemeester van de stad Turnhout. In zitting van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2013 werden de bevoegdheden van de schepenen vastgelegd. De fractievoorzitters werd gevraagd een akte van voordracht van de kandidaat-leden voor de 5 gemeenteraadscommissies in te dienen. De akte van voordracht van Groen voor de kandidaat-leden voor de gemeenteraadcommissies werd ingediend op … december 2013 en is ontvankelijk.
Gemeenteraad van 30 december 2013
941
De akte van voordracht van DE Stadslijst voor de kandidaat-leden voor de gemeenteraadcommissies werd ingediend op … december 2013 en is ontvankelijk. De akte van voordracht van N-VA voor de kandidaat-leden voor de gemeenteraadcommissies werd ingediend op … december 2013 en is ontvankelijk. De akte van voordracht van sp.a voor de kandidaat-leden voor de gemeenteraadcommissies werd ingediend op … december 2013 en is ontvankelijk. De akte van voordracht van T.I.M. voor de kandidaat-leden voor de gemeenteraadcommissies werd ingediend op … december 2013 en is ontvankelijk. De akte van voordracht van CD&V voor de kandidaat-leden voor de gemeenteraadcommissies werd ingediend op 23 december 2013 en is ontvankelijk. De akte van voordracht van Vlaams Belang voor de kandidaat-leden voor de gemeneteaadscommissies werd ingediend op … december 2013 en is ontvankelijk. Feiten en context De leden van het schepencollege stellen voor de bevoegdheden van de commissies als volgt vast te stellen: - Commissie 1 - Eric vos Algemene coördinatie, politie, brandweer, veiligheid, citymarketing, evenementen, stadsprojecten, stadsregionaal beleid, subsidiewerving, AGB, juridische dossiers, opvolging intercommunales, interne organisatie en kwaliteitszorg van de dienstverlening
Commissie 2 - Francis Stijnen en Hannes Anaf Financiën, personeel, kerkraden, markten, foren, sport, jeugd, milieu en energie, duurzaamheid, strategische planning - Commissie 3 - Peter Segers en Luc Op de Beeck Gelijke Kansenbeleid (sociale zaken, gezondheid, mindervaliden, senioren, vrijwilligers, migranten, diversiteit, noord-zuid, flankerend onderwijsbeleid), kinderopvang, sociale tewerkstelling, preventiebeleid, buurt-en wijkwerking, huisvesting, stedenbeleid - Commissie 4 - Luc Hermans en Astrid Wittebolle Burgerzaken, begraafplaatsen, lokale economie, innovatie en reguliere tewerkstelling, park- en centrummanagement, landbouw, cultuur, Tram 41, APB Warande, toerisme, ruimtelijke ordening, projectmanagement, communicatie en ICT - Commissie 5 - Luc Debondt en Marc Boogers Facility management (stadsgebouwen en logistiek, meubilair, wagenpark), wegen- en groenbeheer, stadsbedrijven, internationale samenwerking en externe betrekkingen, bibliotheek, socio-culturele vorming, mobiliteit, onderwijs en volwassenenopleiding, kunstonderwijs, inrichtende macht stedelijk onderwijs, patrimonium Elke commissie telt 10 gemeenteraadsleden waarvan - 3 van de fractie N-VA - 2 van de fractie CD&V - 1 van de fractie sp.a - 2 van de fractie T.I.M. - 1 van de fractie Groen - 1 van de fractie Vlaams Belang Daarnaast kan de fractie DE Stadslijst een raadslid aanwijzen om met raadgevende stem te zetelen in elke gemeenteraadscommissie. Juridische grond Artikel 39 van het gemeentedecreet Besluit De gemeenteraad verklaart de akten van voordracht van de verschillende fracties ontvankelijk. De gemeenteraad stelt de gemeenteraadscommissies als volgt samen: - Commissie 1 – Eric Vos Algemene coördinatie, politie, brandweer, veiligheid, citymarketing, evenementen, stadsprojecten, stadsregionaal beleid, subsidiewerving, AGB, juridische dossiers, opvolging intercommunales, interne organisatie en kwaliteitszorg van de dienstverlening Annemie Der Kinderen, Stef Breugelmans, Toon Otten, Peter Roes, Jan Van Otten, Paul Meeus, Tine De Wilde Pierre Gladiné (met raadgevende stem)
Gemeenteraad van 30 december 2013
942
Commissie 2 – Francis Stijnen en Hannes Anaf Financiën, personeel, kerkraden, markten, foren, sport, jeugd, milieu en energie, duurzaamheid, strategische planning Josiane Driesen, Stef Breugelmans, Guy Van Litsenborg, Dimitri Gevers, Nic Van Heupen, Reccino Van Lommel, Wannes Starckx Pierre Gladiné (met raadgevende stem) - Commissie 3 – Peter Segers en Luc Op de Beeck Gelijke Kansenbeleid (sociale zaken, gezondheid, mindervaliden, senioren, vrijwilligers, migranten, diversiteit, noord-zuid, flankerend onderwijsbeleid), kinderopvang, sociale tewerkstelling, preventiebeleid, buurt-en wijkwerking, huisvesting, stedenbeleid Annemie Der Kinderen, Katrien Van de Poel, Peter Roes, Dimitri Gevers, Nic Van Heupen, Paul Meeus, Tine De Wilde Pierre Gladiné (met raadgevende stem) - Commissie 4 – Luc Hermans en Astrid Wittebolle Burgerzaken, begraafplaatsen, lokale economie, innovatie en reguliere tewerkstelling, park- en centrummanagement, landbouw, cultuur, Tram 41, APB Warande, toerisme, ruimtelijke ordening, projectmanagement, communicatie en ICT Katrien Van de Poel, Josiane Driesen, Toon Otten, Dimitri Gevers, Jan Van Otten, Reccino Van Lommel, Tine De Wilde Pierre Gladiné (met raadgevende stem) - Commissie 5 – Luc Debondt en Marc Boogers Facility management (stadsgebouwen en logistiek, meubilair, wagenpark), wegen- en groenbeheer, stadsbedrijven, internationale samenwerking en externe betrekkingen, bibliotheek, socio-culturele vorming, mobiliteit, onderwijs en volwassenenopleiding, kunstonderwijs, inrichtende macht stedelijk onderwijs, patrimonium Stef Breugelmans, Annemie Der Kinderen, Toon Otten, Peter Roes, Nic Van Heupen, Paul Meeus, Wannes Starckx Pierre Gladiné (met raadgevende stem) Opvolging Origineel Secretariaat Kopie Alle raadsleden -
Dit agendapunt werd verdaagd naar 13 januari 2014. 002. Over te gaan tot de aanstelling van de voorzitters van de verschillende gemeenteraadscommissies Samenvatting De gemeenteraad wordt gevraagd over te gaan tot de verkiezing van de voorzitters van de commissies van de gemeenteraad. Motivering Voorgeschiedenis In zitting van de gemeenteraad van 2 september 2013 werd de onbestuurbaarheid vastgesteld. In zitting van de gemeenteraad van 16 oktober 2013 werd kennis genomen van de brief van viceministerpresident van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Geert Bourgeois. De gemeenteraad van Turnhout werd op de hoogte gebracht van het resultaat van de bemiddelingsopdracht door gouverneur Cathy Berx. Uit het verslag van de gouverneur blijkt dat de bemiddeling niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd en dat er zich geen oplossing aandient. In zitting van de gemeenteraad van 16 oktober 2013 werd de procedure gestart voor de aanstelling van een nieuw college van burgemeester en schepenen. In zitting van de gemeenteraad van 25 oktober 2013 werd overgegaan tot de verkiezing, eedaflegging en vaststelling van de rangorde van de schepenen. Op 3 december 2013 legde de heer Eric Vos in handen van provinciegouverneur Cathy Berx zijn eed af als burgemeester van de stad Turnhout. In zitting van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2013 werden de bevoegdheden van de schepenen vastgelegd.
Gemeenteraad van 30 december 2013
943
Met mail van 20 december 2013 werden de fractievoorzitters gevraagd kandidaat-voorzitters voor de gemeenteraadscommissies voor te dragen door middel van een akte van voordracht. Op 23 december 2013 werd een gezamenlijke akte van voordracht van T.I.M., CD&V, sp.a en Groen ingediend en ontvankelijk verklaard. In zitting van de gemeenteraad van heden werden de commissies opnieuw samengesteld. Argumentatie Voortaan is de voorzitter van een gemeenteraadscommissie niet meer de burgemeester of een schepen maar een gemeenteraadslid. De fracties werden gevraagd een akte van voordracht voor kandidaat-voorzitter voor de gemeenteraadscommissies in te dienen. Als de akte van voordracht ontvankelijk is, worden de kandidaatvoorzitters voor de gemeenteraadscommissies verkozen verklaard. Besluit De gemeenteraad verklaart de gezamenlijke akte van voordracht van T.I.M., CD&V, sp.a en Groen voor de kandidaat-voorzitters van de gemeenteraadscommissies ontvankelijk. Volgende raadsleden worden verkozen als voorzitter van de verschillende commissies: Commissie 1: Peter Roes, raadslid Commissie 2: Stef Breugelmans, raadslid Commissie 3 Nic Van Heupen, raadslid Commissie 4: Toon Otten, raadslid Commissie 5: Wannes Starckx, raadslid Verenigde Commissies Josiane Driesen, raadslid Opvolging Origineel Secretariaat Kopie Alle raadsleden Dit agendapunt werd verdaagd naar 13 januari 2014. 003. Goedkeuring te hechten aan de gewijzigde Uniform Gemeentelijke Politieverordening in functie van de nieuwe GAS-wet Luc Hermans: en de burgemeester, meneer Van Lommel Reccino Van Lommel: ja, dank u wel voorzitter, collega’s Luc Hermans: meneer Van Lommel ik zou eerst willen vragen dus ik was nog niet volledig klaar Reccino Van Lommel: ah excuseer Luc Hermans: dus wat het punt betreft gaat eerst de burgemeester nog een korte toelichting geven betreffende het advies van de Jeugdraad dat decretaal, dus in het decreet staat vermeld, dat dat deel moet uitmaken van het dossier maar aangezien dat er een laattijdige vergadering in dat kader is geweest moet daar eerst nog een gedeelte van het verslag uitgebracht worden. Bovendien hebben we er ook voor gezorgd en u vindt dat op uw plaats, het is daarnet ook uitgedeeld aan alle raadsleden, dat we het advies van Jeugdraad daar kennis van kan nemen. Maar ik geef het woord aan de burgemeester. Eric Vos: ja dank u wel voorzitter, zoals op de verenigde commissie gemeld was er nog een ontbrekend document dat we hierbij ter kennis geven met name het advies van de Jeugdraad. Waar voornamelijk het advies van de Jeugdraad is om toch verder uit te klaren wat overlast is en om ook heel de GAS boek die wij hebben om die uit te kammen en onder de loep te nemen. Wij wensen dat ook te doen maar de aanpassingen die nu voorliggen hebben op dat element niet specifiek betrekking want dat zal een hele oefening vergen om daar door te lopen. Weliswaar volgen we het advies van de Jeugdraad om de leeftijd niet te verlagen maar te behouden op 16. Zij stellen voor 18. Maar goed ons voorstel blijft om het te behouden zoals het is. De andere elementen die ja die kan je inzien zodanig dat het bundel nu ook volledig is. Luc Hermans: meneer Van Lommel u had het woord gevraagd. Reccino Van Lommel: ja dank u wel voorzitter, collega’s, sinds de invoering van de GAS wet komen de gemeentelijke administratieve sancties steeds meer in opspraak. Het Vlaams Belang is nooit principieel een voorstander geweest van deze wet aangezien wij van oordeel zijn dat het aan het gerecht toekomt om bestraffend op te treden. Het is immers zo dat er een gebrek aan personeel is bij de gerechtelijke instanties en dat er in dit land geen efficiënt en effectief strafrechtelijk beleid wordt gevoerd. Daders van heel wat misdrijven die achter de tralies horen te verdwijnen kunnen vaak ongemoeid hun gangetje maar gaan. GAS boetes zouden een nuttig instrument kunnen zijn om bepaalde vormen van overlast aan te pakken maar door de steeds verdere uitbreiding van de wet worden de bevoegdheden die behoren tot de justitie domeinen stelselmatig uitgehold.
Gemeenteraad van 30 december 2013
944
Momenteel worden in heel wat steden en gemeenten GAS boetes uitgereikt voor ernstige misdrijven zoals winkeldiefstallen, al dan niet opzettelijke slagen en verwondingen, grafschennis, vandalisme en dergelijke. Het behoort allemaal tot de mogelijkheden van de GAS wet binnen het zogenaamde luik gemengde inbreuken. Hoewel de GAS regelgeving een doekje voor het bloeden is is deze wetgeving voor lokale overheden paradoxaal genoeg het enige redmiddel om overlast en dergelijke aan te pakken. Zeker in afwachting van een efficiënte en krachtdadige justitie waarnaar het Vlaams Belang reeds lang vragende partij is is het dan ook eerder een soort van juridische noodmaatregel. Het verhogen van de maximum boetes vinden wij alvast een goede zaak. Alsook het verlagen van de leeftijd naar 14 jaar. Maar wij vinden het onaanvaardbaar dat elke stad of gemeente zelf gaat bepalen in hoeverre men dit alles gaat toepassen en welke feiten al dan niet worden gesanctioneerd. Zo zal Turnhout de leeftijd op 16 jaar houden. Begrijpen wie kan. Iedere gemeente of zone vult dus alles in naar eigen inzichten zodat er als het ware een soort van rechtsongelijkheid ontstaat. Om een voorbeeld te geven. In de ene gemeente kan een 14-jarige wel bestraft worden bij betrapping op wildplassen, in een andere gemeente waar men soepeler omgaat met de regelgeving gaat de overtreder met een identiek profiel vrij uit. De vraag is dan waar de rechtlijnigheid en de uniformiteit in de toepassing van deze wetgeving te vinden is. Minister van Binnenlandse Zaken Joël Milquet moest in de afgelopen weken onze senator Filip De Winter gelijk geven in het dossier, zoals men wel meer moet doen in tal van dossiers van het Vlaams Belang, hoe krijg je zo iets aan de burger verkocht? Ik vraag mij dan ook af hoe het college hier tegenover staat en zij onze bezorgdheid ter zake deelt? Hoewel wij ijveren voor een betere justitie zijn GAS boetes tot op vandaag het beste middel om overlast te bestrijden. Wij gaan dit punt dan ook goedkeuren maar vragen het lokale bestuur om dit met de juiste kritische geest te aanschouwen en zijn beschouwingen en ervaringen daarbij ondermeer via de Politieraad aan de de hogere overheden over te maken. Dank u. Luc Hermans: meneer Brentjens Erwin Brentjens: ja voorzitter, burgemeester, collega’s, raadsleden, de laatste tijd worden de media de kranten overstelpt met een aantal indianenverhalen die het maatschappelijk draagvlak van het GAS systeem onderuit halen, oneigenlijk gebruik en niet correcte toepassingen. En daar staat of valt nu juist de veelbesproken GAS wet mee een al dan niet correcte toepassing. GAS wetgeving op zichzelf is goed omdat ze straffeloosheid tegen gaat voor kleine delicten en wangedragingen die de burger heel veel storen. Ook hier in de stad Turnhout zijn er tal van voorbeelden van aan te prijzen. De praktijk leert dat het gerecht zich hiermee niet kan bezighouden. Nochtans moeten in een heleboel centrum- en hoofdsteden is het GAS systeem een zeer goed en berekend instrument. De Nieuw Vlaamse Alliantie gaat deze GAS wet ook goedkeuren wel met dien verstande dat wij het betreuren dat de leeftijd niet naar omlaag gehaald werd naar 14 jaar zoals het in het parlement gestemd is door de meeste politieke fracties daar aanwezig en ook bediscussieerd werd. En anderzijds wil ik ook nog even herinneren aan de toezegging die tijdens de verenigde commissie gedaan is naar mijn collega Paul Moelans om het in de commissie te hebben over het plaatsverbod van een maand dat nu inderdaad decretaal voorzien is maar twee maal hernieuwbaar is maar waar dat die twee maal hernieuwbaar eigenlijk wettelijk gezien niet voldoende ingevuld is waar dat nu de toekenning voor twee of drie maanden in Turnhout toch zeer efficiënt gewerkt heeft de voorbije maanden en jaren. Dank u. Luc Hermans: zijn er nog tussenkomsten? Meneer Van Otten Jan Van Otten:voorzitter, burgemeester, collega’s, het doel van de GAS boetes bestond er in het gevoel van de straffeloosheid tegen te gaan door bepaalde inbreuken en weinig ernstige gedragingen die als overlast worden ervaren niet langer strafrechtelijk af te handelen. Omdat het Parket wegens tijdgebrek of andere prioriteiten vaak de zaken seponeerden zonder gevolg. En daar wringt het schoentje. Wat is overlast? Ik kan mij voorstellen wat mijn buurman ziet als overlast anders is wat ik ervaar als overlast. En nu hebben we het niet over het sluikstorten van afval of het fout parkeren of het wildplassen en dergelijke want dat is inderdaad voor iedereen overlast. Overlast uit ons huidig UGP is fout opgebouwd. Nu staat er zo wat alles in wat ooit mogelijk voor overlast zou kunnen zorgen. Zogezegd om een stok achter de deur te hebben. Het drinken van alcohol op straat is daar een mooi voorbeeld van. Het is er indertijd ingekomen met de duidelijke boodschap dat het enkel zou gehanteerd worden als er echt overlast mee gemoeid was. Maar vorig jaar werd er dan toch een actie rond gedaan en werd iedereen die alcohol bij zich had op het openbaar domein een GAS boete aangesmeerd. Wij zouden dat hoofdstuk helemaal opnieuw moeten herschrijven. Schoon schip maken en het debat aangaan over wat wij in onze Turnhoutse samenleving als overlast aanzien en willen aanpakken. Het gezellig samen zijn van jongeren in parken of pleintjes die iets te vertellen hebben tegen elkaar daar afspreken omdat het soms op café te duur is of ze mogen nog niet op café gaan is dat overlast? Als ze rommel achter laten? Ja. Maar op het moment dat ze daar zijn ook? Voor sommigen wel. De buren en de omgeving die het meeste klagen slaan hier hun slag thuis. Dikwijls bellen en de politie moet optreden. Dus de minst tolerante mensen komen hier steeds als winnaar uit. En
Gemeenteraad van 30 december 2013
945
hebben wij niet al een samenleving die te individueel is? Ik, wij, vinden van wel. Maar het tegenovergestelde een appartement dat slecht geïsoleerd is waar niet iemand woont die slechthorend is, die zijn TV wat harder zet om programma’s te volgen, waar de buren bij hen thuis ook die TV horen. Is dat overlast? Wij denken dat het hoog tijd wordt dat de overheid het hele systeem terug opnieuw bekijkt. Misschien het hele strafrechtelijke apparaat opnieuw hervormt zodat niet alles dat aanzien wordt als een kleine overtreding via een GAS boete moet gaan. Maar dat elke inbreuk via een instantie gaat die elk dossier bekijkt en bestraft zoals het hoort en dat de overtredingen niet zo maar geseponeerd worden omdat ze te klein zijn of niet belangrijk genoeg of nog erger omdat er te veel werk is. Het zou ook nuttig zijn dat er ergens staat geschreven wat overlast nu precies is want wij weten het niet. In dit geval is het een interpretatie van de agent die op dat moment de feiten komt waarnemen en dan zal het weer van persoon tot persoon afhangen. Daarna is het aan een ambtenaar om de feiten te beoordelen en er een eventuele boete aan vast te hangen. De leeftijd verlagen van 16 naar 14 vinden wij een lachertje. Want wie wordt er dan gestraft? Inderdaad de ouders van deze jongeren. Wij zijn blij dat deze coalitie kiest om die leeftijdsverlaging uitdrukkelijk niet door te voeren. Wij vinden, net zoals de Jeugdraad, de bemiddelingsprocedure een veel beter instrument om te hanteren. Zo kan er gekeken worden naar de specifieke situatie van de jongere. En naar de sociale context waar die bepaalde jongere er zich in bevindt. Er kan een oplossing naar maat gevonden worden en wij denken dat zulke besluiten meer effect zullen hebben dan geldboetes. Wij Sp.a gaan de punten aangaande de wijziging van het UGP goedkeuren omdat er in dingen instaan die nu moeten veranderen. En omdat als wij dit niet goedkeuren de leeftijd automatisch naar 14 wordt verlaagd. Wij vragen toch om de discussie open te trekken en eens te luisteren naar iedereen in onze samenleving. Perfect te definiëren wat nu echt aanzien wordt als overlast. En naar onze overheid toe doe alstublieft iets aan ons gerechtelijk systeem. Luc Hermans: burgemeester Eric Vos: goed collega’s bedankt voor de tussenkomsten waaruit blijkt dat iedereen toch apprecieert dat er een GAS wetgeving is die ook toepasbaar is en zekere feiten van overlast kan in de hand houden. Ik stel vast dat er in een aantal tussenkomsten signalen worden uitgestuurd binnen deze gemeenteraad die best op het federale vlak zijn beslag zullen krijgen. Voornamelijk ja de gerechtelijke taken enerzijds en hetgeen wat gemeentelijk kan gehanteerd worden. Die GAS wetgeving hebben wij zo veel als mogelijk toepasbaar gemaakt voor heel de zone waarbij dat de verschillen weliswaar mogelijk in Vlaanderen wel aanwezig kunnen zijn maar waar dat wij zonaal zoveel als mogelijk afstemmen zodanig dat de politie die operationeel is in de zone in elke gemeente een zelfde GAS wetgeving heeft uitgezonderd een aantal specifieke gemeente eigen reglementen. Ik denk bijvoorbeeld aan een kermis, Melle-vijver en zo verder. Die zeer specifiek zijn per gemeente. Wij hebben inderdaad toegezegd dat we ook het aspect van het plaatsverbod in de commissie zullen behandelen. Wij betreuren ook dat er die wijziging doorgevoerd is maar goed wij moeten ons schikken naar de wetgeving daaromtrent. De korpschef heeft in de commissie ook enige reflectie gegeven. Ik denk dat het goed is om dat daar in een commissie nog eens verder uit te spinnen. En als dan blijkt dat het nodig is om bepaalde signalen uit te sturen kunnen wij dat op dat moment overwegen. Ik denk dat het ook nuttig is om de toepassing van de GAS boetes in onze stad en de zone ook eens ten gronde geanalyseerd te krijgen op een commissie want het is niet zo zoals collega Van Otten doet uitschijnen dat ja de interpretaties zo vrij zijn dat ieder kan bepalen wat overlast is. Daar wordt zeer omzichtig mee omgesprongen. Er staan ook omschrijvingen in van wat overlast is. Maar ik ben wel akkoord dat we het debat moeten voeren. En dat wij moeten kijken van wat zijn nu de stokken achter de deur die wij bij wijze van spreken nog nooit gebruikt hebben. En is het dan wel zinnig om die te houden? Voor wat de leeftijd betreft hebben we geoordeeld om die op 16 jaar te behouden om dat ook uit de cijfers bleek dat ja GAS boetes voor min 18-jarigen dat die ook minimaal werden uitgeschreven. En dat voor wat tussen de 16 en de 14 jaar betreft als daar problematieken zijn dat er ook andere manieren zijn om daar op te interveniëren. Wat ook goed is in de aanpassingen die wij vandaag doen is dat zeer sterk de bemiddeling onderstreept wordt ook voor meerderjarigen en dat die procedure kan gevoerd worden. En dat is misschien ook wel de sterkste kracht van deze GAS regeling dat het niet alleen gaat over boetes maar dat het ook gaat over ja remiëdering al dan niet afhankelijk van de situatie het slachtoffer in contact brengen met degene die iets mispeuterd heeft om op die manier eigenlijk ook ja een maatschappelijk signaal te geven. Tot daar voorzitter. Luc Hermans: meneer Van Lommel Reccino Van Lommel: ja dank u wel voorzitter, collega’s, allez men zegt, ik hoor u juist zeggen dat men zeer omzichtig omspringt daar mee, ik wil toch even verwijzen naar een studie die het weekblad Knack zo net heeft gemaakt en waarbij er een aantal voorbeelden naar buiten kwamen. Ook Turnhout is daar een aantal keren in genoemd hé. En Herentals. Om nu een heel belachelijk voorbeeld te geven maar spijtig genoeg wel realiteit. Iemand gooit een paar geldbriefjes in de vuilbak. Wordt betrapt. En wat gebeurd er? Men wilt die persoon een
Gemeenteraad van 30 december 2013
946
GAS boete geven. Die heeft die uiteindelijk niet moeten betalen omdat het in de media is gekomen en omdat het allemaal gemediadiseerd is geweest. Maar dit toont toch wel aan dat ja dat er een soort van vrije interpretatie is als het gaat om die GAS boetes. En die bezorgdheid die wil ik jullie toch echt wel meegeven. En ja ik hoor collega Van Otten hier zo net zeggen van ja kijk wij moeten het federaal doorgeven dat er eindelijk iets gebeurd aan ons juridisch systeem. Ik ben daar zeer blij mee dat hij dat samen met ons ijvert. Maar anderzijds moet ik wel meegeven dat sp.a deelt uitmaakt van die federale regering en dat zij nu toch al decennia lang de kans hebben om het justitiebeleid in dit land aan te pakken. Dat wou ik nog maar even meegeven. Dank u. Eric Vos: goed ik wil daar nog op repliceren dat we inderdaad de analyses in de commissies willen geven van hoe dat de toepasbaarheid is van de GAS boetes en laat ons refereren naar 2013. En dat we niet naar die extreme voorbeelden kijken maar naar de globaliteit van de toepassing. Want ik denk dat het daarom draait. En als wij samen met de GAS ambtenaar en de zonechef die analyses maken gaat duidelijk worden wat ik daarnet gezegd heb. Dat er toch enige omzichtigheid is waarmee dat opgetreden wordt. Dat er inderdaad wel heel wat GAS boetes zijn maar dat die veel te maken hebben met parkeren onder andere en dat er ook redelijk veel bemiddeld wordt. Maar laat ons op een objectieve manier zonder in de flow van analyses van dikke pakketten van GAS reglementen te duiken laat het ons dat doen. Want ons GAS reglement is inderdaad een lijvig document maar daar zitten quasi ook alle reglementen in vervat terwijl dat andere gemeentes hun reglementen misschien apart hebben beslist en enkel de boetes in de GAS wetgeving gestoken hebben. Dus je moet er wel genuanceerd mee omgaan. Luc Hermans: goed collega’s dan gaan wij over tot de stemming. Begrijp ik Erwin Brentjens: hoofdelijk voorzitter als dat kan Luc Hermans: oke, mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja), meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt(ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninck (ja), meneer Vandamme (ja), meneer Vermeijen (ja), meneer Grooten (ja), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (ja), meneer Meeus (ja), meneer Van Lommel (ja), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja. Samenvatting De gemeenteraad wordt gevraagd een aantal wijzigingen aan de Uniform Gemeentelijke Politieverordening (UGP) goed te keuren, dit in functie van de nieuwe GAS-wet. Motivering Voorgeschiedenis Gemeenteraad van 26 juni 2006, 4 september 2006, 26 maart 2007, 25 juni 2007, 30 juni 2008, 29 juni 2009, 6 september 2010, 27 juni 2011, 25 juni 2012 en 24 juni 2013. Juridische Grond Artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet; Artikel 119 en 119bis van de Nieuwe Gemeentewet en gewijzigd door de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; De artikelen 186 en 187 van het Gemeentedecreet; Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet; Artikel 134sexies van de Nieuwe Gemeentewet; De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; De Wet van 19 juli 2013 tot wijziging van de Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade; Het Decreet van 21 december 2007 tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI “Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen”; Het besluit van de gemeenteraad van 6 juni 2011 tot aanstelling van de ambtenaar, belast met het opleggen van de administratieve sancties, zoals voorzien in artikel 119bis, §2, lid 4 van de Nieuwe Gemeentewet; Besluit van het politiecollege tot de opmaak van een uniform gemeentelijke politieverordening; Het schriftelijk advies van de jeugdraad van met betrekking tot het ontwerp van algemene politieverordening; Het advies van de politieraad van de politiezone Regio Turnhout van 5 november 2013 aangaande de voorgestelde wijzigingen;
Gemeenteraad van 30 december 2013
947
Argumentatie De wet van 24 juli 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (BS 01/07/2013), die op 1 januari 2014 in werking treedt, voorziet het volgende: Maximale boetebedrag: Art. 4. § 1. De gemeenteraad kan in zijn reglementen of verordeningen in de mogelijkheid voorzien om een of meer van de volgende sancties op te leggen voor de feiten bedoeld in de artikelen 2 en 3 : 1° een administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is; In de UGP staat overal “… worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 250 euro.” Alle sanctiebepalingen in de UGP moeten dus aangepast worden als volgt: “… worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is.” Minimumleeftijd: Art. 14. § 1. De minderjarige die de volle leeftijd van veertien jaar heeft bereikt op het ogenblik van de feiten, kan het voorwerp uitmaken van een administratieve geldboete, zelfs wanneer deze persoon op het ogenblik van de beoordeling van de feiten meerderjarig is geworden. In art. 8 van de algemene bepalingen UGP staat dat de sancties kunnen opgelegd worden aan “minderjarigen vanaf de minimumleeftijd zoals bepaald door de wet”. Als dit artikel niet gewijzigd wordt, dan is de UGP vanaf 1 januari 2014 van toepassing op 14 jarigen. Thans is de wettelijke minimumleeftijd 16 jaar. Verschillende gemeenten (CBS Turnhout en Kasterlee) hebben alvast beslist om de minimumleeftijd van 16 jaar te behouden. Het is aangewezen dat alle gemeenten van de PZ dezelfde minimumleeftijd toepassen. Dit vereist een wijziging aan art. 8 van de algemene bepalingen: “… aan minderjarigen vanaf de minimumleeftijd van 16 jaar.” Bemiddeling: Art. 12. § 1. De sanctionerend ambtenaar kan een bemiddeling aan een meerderjarige overtreder voorstellen, wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° de gemeenteraad moet dit hebben voorzien in zijn reglement, evenals de procedure en de daarmee gepaard gaande nadere regels; Art. 18. § 1. Wanneer de gemeenteraad in zijn reglement voorziet dat de minderjarigen het voorwerp kunnen uitmaken van een administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 1°, voorziet hij hierin eveneens een procedure van lokale bemiddeling en de nadere regels ervan. Art. 50. Artikel 119ter van de Nieuwe gemeentewet, ingevoegd bij de wet van 17 juni 2004, wordt opgeheven. Vanaf 1 januari moet de bemiddelingsprocedure vastgelegd worden door de gemeenteraad. Als in de UGP niet uitdrukkelijk voorzien wordt in de mogelijkheid tot bemiddeling + de procedure van bemiddeling, dan kan de sanctionerend ambtenaar geen bemiddeling meer voorstellen vanaf 1 jan 2014. Het nieuwe art. 12 van de GAS wet verplicht dus om de bemiddeling te voorzien in de UGP. Deze wettelijke verplichting is er thans niet. Bemiddeling is momenteel wettelijk verplicht voor minderjarigen en optioneel voor meerderjarigen. De bemiddelingsprocedure is thans voorzien in art. 119ter NGW, maar dit artikel wordt met ingang van 1 jan. 2014 opgeheven. In het nieuwe art.9 van de algemene bepalingen UGP is de bemiddeling voorzien en procedureel uitgewerkt. Kennisgeving schorsing, intrekking, sluiting: Art. 45. De schorsing, de intrekking en de sluiting, bedoeld in artikel 4, § 1, 2° tot 4°, worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege. Zij kunnen slechts worden opgelegd nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Deze verwittiging bevat een uittreksel van het overtreden reglement of van de overtreden verordening. De gemeenteraad bepaalt de manier waarop deze sancties ter kennis van de overtreder worden gebracht. Het CBS kan, net zoals voordien, overgaan tot de schorsing / intrekking van een vergunning of de sluiting van een inrichting. Dit zijn, en blijven, gemeentelijke administratieve sancties. De gemeenteraad moet vastleggen hoe deze sancties ter kennis worden gebracht aan de overtreder. Dit is voorzien in art. 11 van de alg. bepalingen UGP. Informatieplicht: Art. 15. Wanneer de gemeenteraad in zijn reglement voorziet dat de minderjarigen het voorwerp kunnen uitmaken van de administratieve geldboete bedoeld in artikel 4, § 1, 1°, is hij verplicht om alle in de gemeente
Gemeenteraad van 30 december 2013
948
wonende minderjarigen en vaders, moeders, voogden of personen die er de hoede over hebben, via een en alle mogelijke communicatiemiddelen te informeren over de door minderjarigen gepleegde inbreuken die bestraft kunnen worden met administratieve sancties. In art. 6 van de algemene bepalingen UGP, dat thans al voorziet in de publicatie van de UGP op de website van iedere gemeente, wordt uitdrukkelijk gesteld dat hiermee voldaan wordt aan art. 15 van de GAS wet. Verplicht advies van de jeugdraad: Art.4 § 5. Indien de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen de mogelijkheid voorziet om de administratieve sanctie bepaald in § 1, 1°, ten aanzien van minderjarigen op te leggen voor de feiten bedoeld in de artikelen 2 en 3 wint hij vooraf het advies in betreffende dat reglement of die verordening van het orgaan of de organen die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is of zij aanwezig zijn in de gemeente. Vanaf 1 jan. 2014 moet het advies worden ingewonnen van het orgaan (of de organen) die een adviesbevoegdheid hebben in jeugdzaken, voor zover het aanwezig is (of zij aanwezig zijn) in de gemeente.In de aanhef van de UGP wordt voortaan uitdrukkelijk verwezen naar het ingewonnen advies: “Gelet op het advies van de jeugdraad van ……….., zoals voorzien in artikel 4 §5 van de wet van 24 juli 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;” Protocolakkoord: Art. 23. § 1. Met betrekking tot de in artikel 3 bedoelde inbreuken, kan de gemeenteraad een protocolakkoord dat gesloten werd tussen de bevoegde procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege, bekrachtigen. Dit protocolakkoord, waarvan de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de nadere voorwaarden en het model vastlegt, is een overeenkomst die werd opgesteld tussen het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege en de voor de gemengde inbreuken bevoegde procureur des Konings. (…) Voor de in artikel 3, 3°, bedoelde inbreuken, is de opstelling van een protocolakkoord evenwel verplicht. Het protocolakkoord wordt bij de in de artikelen 3 en 4 bedoelde reglementen en verordeningen gevoegd en door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege bekendgemaakt op de internetsite van de gemeente indien zij daarover beschikt en/of via een affiche waarop vermeld staat waar de protocoltekst geraadpleegd kan worden door het publiek. Voor de gemengde inbreuken kan een protocolakkoord worden afgesloten tussen het CBS en de PdK, en de gemeenteraad kan dit protocol bekrachtigen. Voor de nieuwe inbreuken inzake verkeer moet een protocol worden afgesloten. Het protocol moet een bijlage zijn aan de UGP (nieuw art. 10 algemene bepalingen UGP) en moet bekendgemaakt worden op de website van de gemeente (aanpassing art. 6 van de algemene bepalingen). Let wel: Een model van protocolakkoord moet vastgelegd worden in een KB. Pas zodra het KB er is, kan het protocol afgesloten worden, en voorgelegd worden aan de gemeenteraad. In het nieuwe artikel 10 van de algemene bepalingen staat momenteel enkel de titel + (later). Pas als er een protocolakkoord is zal de tekst aangevuld worden als volgt : “Artikel 10 Gemengde inbreuken – protocolakkoord Het protocolakkoord zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, wordt bekrachtigd. Het protocolakkoord wordt bij deze UGP gevoegd.” Art. 119 bis NGW: Art. 46. Artikel 119bis van de Nieuwe gemeentewet, ingevoegd bij de wet van 13 mei 1999 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 1 juni 2011, wordt vervangen door wat volgt : « Art. 119bis. De gemeenteraad kan gemeentelijke administratieve straffen en sancties opleggen overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. ». Thans somt art. 119bis NGW de verschillende gemeentelijke administratieve sancties op, waaronder de intrekking en de schorsing. In de UGP wordt thans bij de sanctiebepaling inzake de intrekking of schorsing verwezen naar art. 119bis NGW als wettelijke grondslag. Vanaf 1 jan. 2014 is de wettelijke grondslag voor de schorsing en intrekking van een vergunning art. 4 van de nieuwe GAS wet. De verwijzing wordt dus vervangen als volgt:
Gemeenteraad van 30 december 2013
949
“… kan het college van burgemeester en schepenen conform artikel 4 §1 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties eveneens overgaan tot schorsing of intrekking van de vergunning in geval van…”. Plaatsverbod: Art. 47. In dezelfde wet wordt een artikel 134sexies ingevoegd, luidende : « Art. 134sexies. § 1. De burgemeester kan, in geval van verstoring van de openbare orde veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen, of in geval van herhaaldelijke inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen en die een verstoring van de openbare orde of een overlast met zich meebrengen, beslissen over te gaan tot een tijdelijk plaatsverbod van een maand, tweemaal hernieuwbaar, jegens de dader of de daders van deze gedragingen. § 2. Onder « tijdelijk plaatsverbod » wordt verstaan het verbod binnen te treden in een of meerdere duidelijke perimeters van plaatsen die als toegankelijk voor het publiek worden bepaald, gelegen binnen een gemeente, zonder evenwel het geheel van het grondgebied te beslaan. Worden beschouwd als plaats die toegankelijk is voor het publiek elke plaats die gelegen is in de gemeente die niet enkel toegankelijk is voor de beheerder van de plaats, voor degene die er werkt of voor degenen die er individueel worden uitgenodigd, met uitzondering van de woonplaats, de plaats van het werk of de plaats van de onderwijs- of opleidingsinstelling van de overtreder. § 3. De in § 1 bedoelde beslissing moet aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° met redenen omkleed zijn op basis van de hinder die verband houdt met de openbare orde; 2° bevestigd worden door het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege, bij de eerstvolgende vergadering, na de dader of de daders van die gedragingen of hun raadsman te hebben gehoord en nadat hij de mogelijkheid heeft gehad ter gelegenheid hiervan zijn verdedigingsmiddelen schriftelijk of mondeling te doen gelden, behalve indien hij, na te zijn uitgenodigd via een aangetekende brief, zich niet heeft gemeld en geen geldige motieven naar voren gebracht heeft voor zijn afwezigheid of zijn verhindering. § 4. De beslissing kan worden genomen, ofwel na een door de burgemeester betekende schriftelijke verwittiging die de dader of de daders van die gedragingen op de hoogte brengt van het feit dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijkaardige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod, ofwel, met het oog op de ordehandhaving, zonder verwittiging. § 5. In geval van niet-naleving van het tijdelijk plaatsverbod, kan de dader of kunnen de daders van die gedragingen gestraft worden met een administratieve geldboete zoals voorzien door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. ». In de huidige UGP is al de mogelijkheid voorzien voor het opleggen van een plaatsverbod. Echter, de juridische grondslag, de voorwaarden en de procedure voor het opleggen van een straatverbod zijn vanaf 1 jan 2014 voorzien in het nieuwe art. 134sexies NGW. We moeten de tekst van de UGP dus noodgedwongen aanpassen om vanaf 1 jan 2014 in overeenstemming te zijn met het nieuwe art. 134sexies NGW. Concreet: Een plaatsverbod kan nog slechts opgelegd worden voor één maand (tweemaal hernieuwbaar) i.p.v. voor vier maanden zoals thans voorzien in de UGP. Voor de te volgen procedure wordt verwezen naar artikel 134sexies NGW, en de procedure die thans in de UGP staat, wordt geschrapt. Gemengde inbreuken: Art. 3. In afwijking van artikel 2, § 1, kan de gemeenteraad bovendien in zijn reglementen of verordeningen een administratieve sanctie voorzien zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 1° : 1° voor inbreuken bedoeld in de artikelen 398, 448 en 521, derde lid, van het Strafwetboek; 2° voor inbreuken bedoeld in de artikelen 461, 463, 526, 534bis, 534ter, 537, 545, 559, 1°, 561, 1°, 563, 2° en 3° en 563bis van het Strafwetboek; 3° (… ) In Art.3, 1° en 2° van de GAS wet staan de gemengde inbreuken opgesomd. Al deze artikelen kunnen in de UGP opgenomen worden. Inbreuken op deze artikelen worden ofwel strafrechtelijk, ofwel administratief gesanctioneerd. In het protocolakkoord (zie hiervoor) kan nader bepaald worden wie (PdK of GAS ambtenaar) welke (gemengde) inbreuken zal vervolgen. Bijna alle opgesomde artikelen waren reeds gemengde inbreuken, en stonden al in de UGP, behoudens art. 521, 3de lid, art. 537 en art. 463. Deze artikelen zijn letterlijk uit het strafwetboek overgenomen in Afd. VI, hoofdstuk XIII, in art.16.2, art. 20.2 en art. 29.
Gemeenteraad van 30 december 2013
950
Nieuwe verkeersinbreuken: Art. 3. In afwijking van artikel 2, § 1, kan de gemeenteraad bovendien in zijn reglementen of verordeningen een administratieve sanctie voorzien zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 1° : (…) 3° voor de volgende inbreuken die worden bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op basis van de algemene reglementen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer en met uitzondering van de overtredingen op autosnelwegen, meer in het bijzonder : - de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren; - de overtredingen van de bepalingen betreffende verkeersbord C3, uitsluitend vastgesteld door automatisch werkende toestellen, bedoeld in artikel 62 van dezelfde wet. De nieuwe GAS wet voorziet dat ook de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren, en de overtredingen van de bepalingen betreffende verkeersbord C3, uitsluitend vastgesteld door automatisch werkende toestellen, bedoeld in artikel 62 van dezelfde wet (dus nummerplaatlezers), kunnen gesanctioneerd worden met een gemeentelijke administratieve geldboete, op voorwaarde dat deze overtredingen opgenomen zijn in de UGP. Vooraleer deze mogelijkheid kan voorzien worden in de UGP, moet eerst nog een KB worden gepubliceerd dat de precieze artikelen uit de wegcode opsomt die onder Art. 3, 3° vallen en de boete die hierop staat bepaalt. Besluit Ingevolge de inwerkingtreding van de nieuwe GAS wet op 1 januari 2014, wordt aan de gemeenteraad gevraagd om de UGP te wijzigen als volgt: In de ganse UGP: De woorden “gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 250 Euro” te vervangen door de woorden “gemeentelijke administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is.” De woorden “artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet” te vervangen door de woorden “artikel 4 §1 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties” In de aanhef POLITIEVERORDENING: een nieuwe alinea in te voegen tussen de verwijzing naar de wet van 13 mei 1999 en naar de omzendbrief OOP 30 bis: “Gelet op de wet van 24 juli 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (BS 01/07/2013), en haar uitvoeringsbesluiten; ”een nieuwe alinea in te voegen na “Overwegende dat een periodieke bijwerking van de uniform gemeentelijke politieverordening opportuun is, omwille van de wijzigingen in de hogere wetgevingen, alsmede omwille van de aanpassing aan de maatschappelijke evolutie;”, zijnde: “Gelet op het advies van de jeugdraad van ……….., zoals voorzien in artikel 4 §5 van de wet van 24 juli 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; “ de woorden “en 21 oktober 2013” in te voegen tussen de woorden “25 maart 2013” en “aangaande de bijwerkingen”; de woorden “en 5 november 2013” in te voegen tussen de woorden “7 mei 2013” en “aangaande de bijwerkingen”; In de ALGEMENE BEPALINGEN:
artikel 6 te vervangen als volgt: “Artikel 6 Informatieplicht Iedere gemeente publiceert deze codex en het protocolakkoord op zijn website, waarbij voldaan wordt aan de artikelen 15 en 23 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.” artikel 8 te vervangen als volgt: “Artikel 8 Leeftijd De gemeentelijke administratieve sancties kunnen opgelegd worden aan minderjarigen vanaf de minimumleeftijd van zestien jaar.” artikel 9 te vervangen als volgt: “Artikel 9
Bemiddeling
Gemeenteraad van 30 december 2013
951
9.1. De bemiddelingsprocedure zoals bedoeld in artikel 4 §2, 2° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties wordt ingevoerd, ook voor meerderjarigen. 9.2. Algemeen 9.2.1. De bemiddelaar draagt zorg voor de begeleiding van de bemiddelingsprocedure. 9.2.2. De bemiddeling wordt verplicht aangeboden aan minderjarige overtreders. Aan meerderjarige overtreders kan het aanbod van de bemiddeling worden gedaan, indien de sanctionerend ambtenaar meent dat dit een meerwaarde betekent voor de betrokken partijen. 9.2.3. Uitzonderlijk en op verzoek van alle betrokken procespartijen kan de bemiddelingsprocedure worden verder gezet na het verstrijken van de verjaringstermijn. De bemiddeling vindt dan niet meer plaats in het kader van de GAS-procedure. De sanctionerend ambtenaar wordt hiervan in het evaluatierapport van de bemiddelaar op de hoogte gebracht. 9.2.4. De bemiddeling vindt plaats voorafgaand aan de boetebeslissing van de sanctionerend ambtenaar. 9.3. Uitgangspunten van de bemiddeling 9.3.1. De bemiddeling is een open communicatieproces tussen alle actoren in een geschil, waarbij de herstelgedachte centraal staat. Dit proces wordt ondersteund door de bemiddelaar. De actoren kunnen zijn: de meerderjarige overtreder, de minderjarige overtreder en zijn ouders/voogden, benadeelde partijen (individuen, rechtspersonen, instellingen, een groep buurtbewoners, etc.), de raadsman van betrokkenen, een vertrouwenspersoon, etc. 9.3.2. Deelname aan de bemiddeling maakt het voor de overtreder mogelijk de door hem veroorzaakte schade te vergoeden, oplossingen te zoeken voor de oorzaken die aan de basis liggen van de inbreuk, afspraken te maken om een conflict te doen bedaren en/of zijn verantwoordelijkheid op te nemen door het leveren van, als symbolisch herstel voor de inbreuk, een GAS-prestatie, het aanbieden van excuses aan de benadeelde, het maken van een werkstuk, etc. 9.3.3. De bemiddeling biedt de benadeelde partij de mogelijkheid aan zijn belangen tegemoet te komen en geeft de partijen eveneens de mogelijkheid de onderlinge communicatie te herstellen. Daarnaast is de bemiddeling een middel om de overtreder te sensibiliseren omtrent de gevolgen van zijn handelen, de sociale cohesie in een buurt te bevorderen, de gemeente te informeren over maatschappelijke vraagstukken en om partijen door te verwijzen naar gespecialiseerde instanties. 9.3.4. De bemiddeling is gebaseerd op vrijwilligheid (de deelname is niet verplicht) en vertrouwelijkheid (niet alles wat tijdens de sessie wordt gezegd kan naar buiten worden gebracht). De bemiddelaar is transparant (de verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen worden getoetst aan de juridische context) en meerpartijdig (er wordt geluisterd naar de standpunten van alle partijen). 9.4. Het verloop van de bemiddeling 9.4.1. De sanctionerend ambtenaar selecteert de dossiers die in aanmerking komen voor bemiddeling. Hij maakt de relevante stukken van het dossier (processen-verbaal, opstartbrief, verweerschriften, etc.) over aan de bemiddelaar. In zijn opstartbrief worden de gegevens van de bemiddelaar reeds vermeld. 9.4.2. Indien de overtreder hierom verzoekt kan de sanctionerend ambtenaar ook na het opstarten van de GAS-procedure het dossier overmaken aan de bemiddelaar. 9.4.3. Alle in het proces-verbaal vermelde partijen worden in principe door de bemiddelaar aangeschreven. Indien er geen benadeelde partijen in het proces-verbaal worden vermeld neemt de gemeente op indirecte wijze zijn rol van slachtoffer op. 9.4.4. De partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces. Dit geeft deelnemers de mogelijkheid zich vrij uit te drukken over de feiten, de gevoelens die hiermee gepaard gingen, de gevolgen en de verwachtingen. Deze onderlinge dialoog geeft de benadeelde de mogelijkheid een antwoord te krijgen op zijn vragen en biedt de overtreder de mogelijkheid zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Tevens wordt de mogelijkheid geboden eigen voorstellen te formuleren. De bemiddelaar speelt hierbij een ondersteunende rol. Een ontmoeting tussen de partijen is niet verplicht, of soms zelfs niet wenselijk of mogelijk. De communicatie kan ook indirect gebeuren, waarbij de bemiddelingsambtenaar fungeert als “doorgeefluik”.
Gemeenteraad van 30 december 2013
952
9.4.5. Indien de overtreder minderjarig is, worden de ouders/voogden en de raadsman op de hoogte gehouden over het verloop van de bemiddelingsprocedure. Tijdens het bemiddelingsgesprek is er steeds een meerderjarige vertrouwenspersoon (vernoemde personen of andere) aanwezig. 9.4.6. Indien de sanctionerend ambtenaar hierom verzoekt, verstrekt de bemiddelaar hem de nodige informatie over de stand van zaken van de bemiddeling. 9.4.7. De bemiddeling mondt idealiter uit in een schriftelijke overeenkomst, waarin de afspraken tussen de deelnemers worden vastgelegd. De bemiddelaar staat in voor de opvolging van deze afspraken en stuurt deze, indien gewenst, bij. 9.5. GAS-prestatie 9.5.1. De bemiddelingsovereenkomst met als voorwerp het leveren van een GAS-prestatie wordt goedgekeurd door middel van een burgemeestersbesluit (Stad Turnhout) of een besluit van het college van burgemeester en schepenen (voor wat betreft de overige gemeenten). 9.5.2. De onbezoldigde herstelprestatie vindt plaats bij een dienst van de gemeente waar de inbreuk werd gepleegd of bij een door het college van burgmeester en schepenen aangewezen instelling en bestaat uit het verrichten van een taak van algemeen nut of uit het deelnemen aan acties van gemeentelijk belang. 9.5.3. De overtreder die een GAS-prestatie levert is behoorlijk verzekerd voor materiële en lichamelijke schade. Deze prestatie mag geen gevaarlijk of onredelijk zwaar werk inhouden. De aard, inhoud en wijze van uitvoering dient te gebeuren met eerbiediging van het zelfrespect, ras, huidskleur, etnische oorsprong, nationaliteit, taal, godsdienst, politieke of andere overtuigingen, financiële, sociale of andere status van de overtreder. 9.5.4. De GAS-prestatie wordt begeleid door de bemiddelaar. Hij houdt voor het bepalen van de prestatieplaats en van het aantal te presteren uren rekening met de persoon van de overtreder en de aard van de inbreuk. 9.6. Resultaat van de bemiddeling 9.6.1. De bemiddelaar rapporteert de sanctionerend ambtenaar over het resultaat van de bemiddeling en houdt hierbij rekening met de termijn die de sanctionerend ambtenaar nuttig acht voor het nemen van zijn eindbeslissing. In zijn verslaggeving houdt de bemiddelaar de nodige neutraliteit in acht en is hij gebonden aan zijn discretieplicht: hij deelt slechts deze informatie mee die nuttig is voor het nemen van de eindbeslissing. 9.6.2. De sanctionerend ambtenaar interpreteert bij het nemen van zijn eindbeslissing het verslag van de bemiddelaar. De beoordeling zoals gerapporteerd door de bemiddelaar wordt hierbij meegewogen.”
een nieuw artikel 10 toe te voegen als volgt: “Artikel 10- Gemengde inbreuken – protocolakkoord (later)” een nieuw artikel 11 toe te voegen als volgt: “Artikel 11 De administratieve schorsing of intrekking van een toestemming of vergunning, en de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting 11.1 Indien de inbreuk gesanctioneerd wordt door een in dit artikel bepaalde sanctie, stuurt de sanctionerend ambtenaar het proces-verbaal door naar het college van burgemeester en schepenen. 11.2 Het college van burgemeester en schepenen neemt in zitting kennis van het proces-verbaal en wanneer zij beslist de procedure op te starten, verstuurt zij een voorafgaande waarschuwing aan de overtreder. Hierin staat dat er een inbreuk werd vastgesteld en dat een sanctie zal opgelegd worden indien de inbreuk wordt gehandhaafd of bij een volgende inbreuk. De waarschuwing moet een uittreksel bevatten van onderhavige politieverordening en dient per post aangetekende brief te gebeuren. 11.3 Vervolgens wordt aan de overtreder per post aangetekend schrijven meegedeeld dat er bij proces-verbaal werd vastgesteld dat er nog steeds een inbreuk is en dat het college overweegt een sanctie (schorsing of intrekking van de vergunning, sluiting van de instelling) op te leggen. Bij deze mededeling deelt men ook mee waar en wanneer het dossier kan worden ingekeken, waar en wanneer betrokkene zal worden gehoord, en dat hij zich mag laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman. 11.4 De hoorzitting kan maar plaatsvinden als de meerderheid van het college van burgemeester en schepenen aanwezig is. De hoorzitting wordt genotuleerd en de aanwezigen worden bij het einde van de zitting uitgenodigd de notulen te ondertekenen. Gemeenteraad van 30 december 2013
953
11.5 Bij het nemen van de beslissing is het college van burgemeester en schepenen op dezelfde wijze samengesteld als tijdens de hoorzitting. 11.6 De kennisgeving van de sanctie wordt ondertekend door de burgemeester en de stadssecretaris. Deze sanctie wordt aan de overtreder ter kennis gebracht door een aangetekend schrijven, ofwel door overhandiging tegen ontvangstbewijs.” In afdeling V, hoofdstuk IV “Brandveiligheid in verhuurde kamerwoningen”:
In artikel 21 de woorden “artikel 119bis § 6 1° van de nieuwe gemeentewet” te vervangen door de woorden “artikel 21 §1 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties”. In afdeling VI, hoofdstuk IV “Maatregelen van toepassing op de waardevolle natuurgebieden”:
artikel 7 te vervangen als volgt (met behoud van de huidige voetnoot): “Artikel 7 Plaatsverbod In geval van een nieuwe inbreuk binnen de vier maanden na datum van een vorige inbreuk op de artikelen 2 of 3, kan de burgemeester bovendien een plaatsverbod opleggen van een maand, tweemaal hernieuwbaar, tot de waardevolle natuurgebieden zoals opgesomd in artikel 1, conform artikel 134sexies NGW. Dit plaatsverbod is een preventieve maatregel om ordeverstoring naar de toekomst te voorkomen. Indien betrokkene van de mogelijkheid gebruik wenst te maken om vooraf gehoord te worden in zijn middelen van verdediging, wordt hij gehoord door de burgemeester of de persoon die hiertoe werd gemachtigd door de burgemeester. Het plaatsverbod kan slechts opgelegd worden hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij door overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij bij deurwaardersexploot. De aanwezigheid binnen het territorium en binnen de uren zoals bepaald in het plaatsverbod, wordt sowieso beschouwd als een ordeverstoring zoals bedoeld in artikel 31.3° van de wet op het politieambt. Het negeren van het plaatsverbod wordt gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is.” In afdeling VI, hoofdstuk V “De gemeentelijke parken, speelpleinen, sport- en recreatiecentra”:
artikel 9 te vervangen als volgt (met behoud van de huidige voetnoot): “Artikel 9 Plaatsverbod In geval van een nieuwe inbreuk binnen de vier maanden na datum van een vorige inbreuk op de artikelen 2, 3, 4 of 7 kan de burgemeester bovendien, een plaatsverbod opleggen van één maand, tweemaal hernieuwbaar, tot de parken, speelpleinen, sport- en recreatiecentra zoals opgesomd in artikel 1, conform artikel 134sexies NGW. Dit plaatsverbod is een preventieve maatregel om ordeverstoring naar de toekomst te voorkomen. Indien betrokkene van de mogelijkheid gebruik wenst te maken om vooraf gehoord te worden in zijn middelen van verdediging, wordt hij gehoord door de burgemeester of de persoon die hiertoe werd gemachtigd door de burgemeester. Het plaatsverbod kan slechts opgelegd worden hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij door overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij bij deurwaardersexploot. De aanwezigheid binnen het territorium en binnen de uren zoals bepaald in het plaatsverbod, wordt sowieso beschouwd als een ordeverstoring zoals bedoeld in artikel 31.3° van de wet op het politieambt. Het negeren van het plaatsverbod wordt gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is.”In afdeling VI, hoofdstuk XIII “Diverse vormen van overlast”:artikel 16 aan te passen als volgt:
Gemeenteraad van 30 december 2013
954
Toevoegen van de onderverdeling “16.1” voor de alinea “Zij die, buiten de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III van het strafwetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 559.1° van het strafwetboek).” Toevoegen van een nieuwe alinea: “16.2. Zij die, met het oogmerk om te schaden, rijtuigen, wagons en motorvoertuigen geheel of gedeeltelijk vernielen of onbruikbaar maken, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 521, derde lid van het strafwetboek).” artikel 20 aan te passen als volgt: Toevoegen van de onderverdeling “20.1” voor de alinea “Onverminderd de bepalingen in het bosdecreet van 13 juni 1990 en het veldwetboek van 7 oktober 1886, is het verboden opzettelijk schade aan te richten aan planten en bomen in openbare parken, openbare plantsoenen en bloembakken op het openbaar domein.” Toevoegen van een nieuwe alinea “20.2 Hij die kwaadwillig een of meer bomen omhakt of zodanig snijdt, verminkt of ontschorst dat zij vergaan, of één of meer enten vernielt, wordt bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 537 van het strafwetboek).” artikel 29 aan te passen als volgt: Toevoegen van de woorden “en 463” tussen de woorden “zie artikel 461” en “van het strafwetboek”. artikel 35 te vervangen als volgt (met behoud van de huidige voetnoot + nieuwe voetnoot): “Artikel 35 Plaatsverbod In geval van de vaststelling van een nieuwe inbreuk binnen de vier maanden na datum van een vorige inbreuk in de artikelen opgesomd in artikel 34, kan de burgemeester bovendien bij gemotiveerd besluit, een plaatsverbod opleggen van één maand, tweemaal hernieuwbaar, conform artikel 134sexies NGW. Het plaatsverbod kan beperkt blijven tot bepaalde uren van de dag of bepaalde dagen van de week. Eventuele uitzonderingen kunnen eveneens in het plaatsverbod opgenomen worden. Dit plaatsverbod is een preventieve maatregel om ordeverstoring naar de toekomst te voorkomen. Indien betrokkene van de mogelijkheid gebruik wenst te maken om vooraf gehoord te worden in zijn middelen van verdediging, wordt hij gehoord door de burgemeester of de persoon die hiertoe werd gemachtigd door de burgemeester1. Het plaatsverbod kan slechts opgelegd worden hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij door overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij bij deurwaardersexploot. De aanwezigheid binnen het territorium en binnen de uren zoals bepaald in het plaatsverbod, wordt sowieso beschouwd als een ordeverstoring zoals bedoeld in artikel 31.3° van de wet op het politieambt. Het negeren van het plaatsverbod wordt gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is.”
artikel 37 te vervangen als volgt (met behoud van de huidige voetnoot + nieuwe voetnoot): “Artikel 37 Plaatsverbod strafrechtelijke inbreuk Onverminderd de bevoegdheden van de gerechtelijke overheden, kan de burgemeester bij gemotiveerd besluit binnen een termijn van 3 maanden na de feiten, een plaatsverbod opleggen van één maand, tweemaal hernieuwbaar, conform artikel 134sexies NGW, aan een persoon die geverbaliseerd werd voor een misdaad of een wanbedrijf2 dat de openbare orde ernstig in gevaar heeft gebracht.
De hoorplicht moet niet ten overstaan van de beslissingnemende overheid zelf worden uitgeoefend; het volstaat dat de beslissingnemende overheid weet welk standpunt de betrokkene inneemt (Arrest RvSt nr. 86.128 van 21/3/2000). 2 Art.134sexies NGW voorziet dat de burgemeester een plaatsverbod kan opleggen ingeval van “verstoring van de openbare orde”. Dit is zeer ruim geformuleerd. De gemeenteraad acht het opportuun om dit te beperken tot misdaden of wanbedrijven die de openbare orde verstoord hebben. Hierbij worden overtredingen uitgesloten (behoudens in geval van herhaling, zie artikel 35 van dit hoofdstuk) alsook gedragingen die geen misdrijf uitmaken maar wel de openbare orde verstoren. M.a.w. de gemeenteraad wil zich bewust beperken tot de zwaarste feiten met name tot misdaden en wanbedrijven die de openbare orde verstoren. Bovendien moet de beslissing genomen worden binnen een redelijke termijn. 1
Gemeenteraad van 30 december 2013
955
Het plaatsverbod kan beperkt blijven tot bepaalde uren van de dag of bepaalde dagen van de week. Eventuele uitzonderingen kunnen eveneens in het plaatsverbod opgenomen worden. Dit plaatsverbod is een preventieve maatregel om ordeverstoring naar de toekomst te voorkomen. Indien betrokkene van de mogelijkheid, gebruik wenst te maken om vooraf gehoord te worden in zijn middelen van verdediging, wordt hij gehoord door de burgemeester of de persoon die hiertoe werd gemachtigd door de burgemeester. Het plaatsverbod kan slechts opgelegd worden hetzij bij aangetekend schrijven, hetzij door overhandiging tegen ontvangstbewijs, hetzij bij deurwaardersexploot. De aanwezigheid binnen het territorium en binnen de uren zoals bepaald in het plaatsverbod, wordt sowieso beschouwd als een ordeverstoring zoals bedoeld in artikel 31.3° van de wet op het politieambt. Het negeren van het plaatsverbod wordt gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is.” In afdeling VI, hoofdstuk XVI “Vergunningsplichtige inrichtingen”:
In de voetnoot bij de titel van afdeling VI, hoofdstuk XVI “Vergunningsplichtige inrichtingen” de woorden “Art 119bis NGW” te vervangen door de woorden “Art 4 §1 GAS wet”. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Kim Schiepers – Diensthoofd GAS Kopie Roger Leys, Inge Obbels - politie 004. Goedkeuring te hechten aan de hernieuwing van de overeenkomst tussen de federale staat en de stad Turnhout in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. de jeugdcriminaliteit Luc Hermans: meneer Meeus Paul Meeus: ja voorzitter een beetje in dezelfde geest van de tussenkomst van onze collega daar net wil ik hier toch nog eens onderstrepen, ik heb dat in het verleden al een aantal keren gedaan, dat wij dus deze hernieuwingen van overeenkomsten goedkeuren ook voor wat punt 5 betreft, maar dat wij dus dit altijd nog beter vinden dan niets omdat we stellen dat het federale beleid ter zake tekort schiet. Wij pleiten al jaren, samen met anderen gelukkig, voor een jeugdsanctierecht en niet voor een jeugdbeschermingsrecht. Vandaar wij vinden dat het niet ver genoeg gaat, ik wil dit even nuanceren, maar toch is dit beter dan niets vandaar dat wij het wel steunen. Luc Hermans: dus u vraagt niet expliciet de stemming? Iedereen kan zich akkoord verklaren? Samenvatting De federale overheid stelt voor de periode 1 oktober 2013 t/m 30 september 2014 aan Stad Turnhout wederom een subsidie van 53.000€ ter beschikking voor het begeleiden van de bemiddelingsprocedure in het kader van de GAS. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om goedkeuring te verlenen aan de verlenging van de subsidieovereenkomst tussen de federale staat en Stad Turnhout in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. de jeugdcriminaliteit. Deze overeenkomst, met een duurtijd van 1 jaar, nam een aanvang nemen op 1 oktober 2013. Motivering Voorgeschiedenis Op 28 april 2006 besliste de federale Ministerraad om 33 bemiddelaars aan te stellen voor de begeleiding van de bemiddelingsprocedure zoals voorzien in de wetgeving betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Bij brief van 29 september 2006 werd dit aanbod herhaald door de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansenbeleid. Bij brief van 30 november 2006 werden de verschillende steden en gemeenten gevraagd om hun engagement terzake voor 15 december 2006 te bevestigen. Daarbij werd voorgesteld een voltijdse bemiddelaar ter beschikking te stellen van elk gerechtelijk arrondissement. Bij deze brief werd een ontwerpovereenkomst gevoegd tussen de federale staat en de betrokken arrondissementshoofdstad. Bij beslissing van 11 december 2006 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met het sluiten van deze overeenkomst. Deze werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 22 januari 2007.
Gemeenteraad van 30 december 2013
956
Bij besluit van 9 maart 2007 kende de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansenbeleid voor de eerste maal aan Stad Turnhout een toelage toe voor de aanstelling van een voltijds bemiddelaar en dit voor de periode van één jaar. Sinds 1 oktober 2007 is Marco Netten in dienst van Stad Turnhout als voltijds bemiddelingsambtenaar voor het gerechtelijk arrondissement Turnhout. In art. 4 van de subsidieovereenkomst staat vermeld dat Stad Turnhout partnerships dient aan te gaan met de gemeenten uit het arrondissement. Inmiddels doen 26 van de 27 gemeenten uit het arrondissement Turnhout beroep op de diensten van de bemiddelaar. Feiten en context De wet tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties van 13 mei 1999 werd ingrijpend gewijzigd in 2004. Door de invoeging van art. 119ter in de Nieuwe Gemeentewet werd het bemiddelinginstrument een onderdeel van de GAS-procedure. Bij de bemiddeling staat de herstelgedachte centraal. Ze is optioneel ten aanzien van meerderjarige overtreders, maar wordt verplicht aangeboden aan minderjarige overtreders (vanaf de leeftijd van 16 jaar). Juridische grond Art. 119bis Nieuwe Gemeentewet; Artikel 119ter Nieuwe Gemeentewet; Wet 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Ministerieel Besluit van 22 november 2013 houdende de toekenning van een toelage aan Stad Turnhout in het kader van het grootstedenbeleid. Argumentatie De huidige overeenkomst met de federale overheid had een looptijd tot en met 30 september 2013. De ministerraad besliste op 2 oktober 2012 wederom aan Stad Turnhout een subsidie ter beschikking te stellen. Een nieuwe overeenkomst met dezelfde voorwaarden wordt door de Minister van Grote Steden voorgesteld. Het nut van de bemiddeling bij de aanpak van lokale overlastfenomenen is inmiddels gebleken; de meerwaarde ervan voor de betrokken partijen eveneens. Gezien het groot aantal deelnemende gemeenten uit het gerechtelijk arrondissement Turnhout die een beroep doen op de diensten van de bemiddelaar, blijft de (eventuele) meerkost (bovenop de subsidie) beperkt. Het aantal dossiers op basis van de diverse politieverordeningen is in stijgende lijn, waardoor de verdere uitbouw van de bemiddelingsdienst een logische en verantwoorde keuze is. Besluit De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de verlenging van de overeenkomst tussen de federale staat en Stad Turnhout in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. de jeugdcriminaliteit. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Netten Marcus – bemiddelaar GAS 005a. Goedkeuring te hechten aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Turnhout en de gemeenten die deel uitmaken van de politiezone Kempen Noord Oost in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. de jeugdcriminaliteit Samenvatting Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om goedkeuring te verlenen aan de hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en de 3 gemeenten die deel uitmaken van de politiezone Kempen Noord-Oost, betreffende de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Deze overeenkomst neemt een aanvang op 1 januari 2014 en loopt tot 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Op 28 april 2006 besliste de federale Ministerraad om 33 bemiddelaars aan te stellen voor de begeleiding van de bemiddelingsprocedure voor minderjarigen zoals voorzien in de wetgeving betreffende administratieve sancties. Bij brief van 29 september 2006 werd dit aanbod herhaald door de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansenbeleid. Bij brief van 30 november 2006 werden de verschillende steden en gemeenten gevraagd om hun engagement terzake voor 15 december 2006 te bevestigen. Daarbij werd voorgesteld om een voltijdse bemiddelaar ter
Gemeenteraad van 30 december 2013
957
beschikking te stellen van elk gerechtelijk arrondissement. Bij deze brief werd een ontwerpovereenkomst gevoegd tussen de federale staat en de betrokken arrondissementshoofdstad. Bij beslissing van 11 december 2006 ging het college van burgemeester en schepenen van Stad Turnhout principieel akkoord met het sluiten van deze overeenkomst. Deze werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 22 januari 2007. Bij besluit van 9 maart 2007 kende de federale regering voor de eerste maal een toelage toe voor de aanstelling van een bemiddelaar. Het college van burgemeester en schepenen stelde bij besluit van 30 juli 2007 werd Marcus Netten aan als bemiddelingsambtenaar. Sinds 1 oktober 2007 is Marcus Netten in dienst als voltijds bemiddelaar voor de gemeenten in het gerechtelijk arrondissement Turnhout, die van deze dienstverlening gebruik wensen te maken. Feiten en context Inmiddels maken 26 van de 27 gemeenten in het arrondissement gebruik van de dienstverlening van de bemiddelaar van Stad Turnhout. In de hier voorliggende overeenkomst wordt in art. 11 bepaald dat de eventuele meerkost van de bemiddelaar (bovenop de subsidie) proportioneel wordt verdeeld tussen de gemeenten van de deelnemende politiezones, op basis van hun officiële bevolkingscijfer op 1 januari van ieder jaar en dit volgens de gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Vanuit de federale overheid wordt wederom een subsidie aan Stad Turnhout ter beschikking gesteld. Juridische grond Art. 119bis Nieuwe Gemeentewet; Art. 119ter Nieuwe Gemeentewet; Wet van 23 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; MB van 22 november 2013 houdende de toekenning van een toelage aan Stad Turnhout in het kader van het Grootstedenbeleid. Argumentatie Voor een goede dienstverlening en efficiënte inzet van de bemiddelingsambtenaar in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties is een overeenkomst met de verschillende deelnemende gemeenten aangewezen. Ten aanzien van minderjarigen (vanaf 16 jaar) is de bemiddelingsprocedure verplicht. Het nut bij de aanpak van lokale overlastfenomenen is inmiddels gebleken; de meerwaarde ervan voor de betrokken partijen eveneens. Besluit De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en de gemeenten die deel uitmaken van de politiezone Kempen Noord Oost betreffende de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Opvolging Origineel Netten Marcus - bemiddelaar GAS 005b. Goedkeuring te hechten aan de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Turnhout en de gemeenten die deel uitmaken van de politiezone Geel-Laakdal-Meerhout, de politiezone Neteland, de politiezone Balen-Dessel-Mol en de politiezone Zuiderkempen in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering m.b.t. de jeugdcriminaliteit Samenvatting Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om goedkeuring te verlenen aan de hernieuwing samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Turnhout en de gemeenten die deel uitmaken van de politiezone Geel-Laakdal-Meerhout , de politiezone Neteland, de politiezone Zuiderkempen en de politiezone Balen-DesselMol, betreffende de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. Deze overeenkomst neemt een aanvang op 1 januari 2014 en loopt tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Op 28 april 2006 besliste de federale Ministerraad om 33 bemiddelaars aan te stellen voor de begeleiding van de bemiddelingsprocedure voor minderjarigen zoals voorzien in de wetgeving betreffende administratieve sancties. Bij brief van 29 september 2006 werd dit aanbod herhaald door de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansenbeleid.
Gemeenteraad van 30 december 2013
958
Bij brief van 30 november 2006 werden de verschillende steden en gemeenten gevraagd om hun engagement terzake voor 15 december 2006 te bevestigen. Daarbij werd voorgesteld om een voltijdse bemiddelaar ter beschikking te stellen van elk gerechtelijk arrondissement. Bij deze brief werd een ontwerpovereenkomst gevoegd tussen de federale staat en de betrokken arrondissementshoofdstad. Bij beslissing van 11 december 2006 ging het college van burgemeester en schepenen principieel akkoord met het sluiten van deze overeenkomst. Deze werd goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 22 januari 2007. Bij besluit van 9 maart 2007 kende de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedenbeleid en Gelijke Kansen voor de eerste maal toe voor de aanstelling van een voltijds bemiddelaar en dit voor de periode van één jaar. Sinds 1 oktober 2007 is Marco Netten in dienst als voltijds bemiddelaar voor het gerechtelijk arrondissement Turnhout. Feiten en context Inmiddels maken 26 van de 27 gemeenten in het arrondissement gebruik van de dienstverlening van de bemiddelaar van Stad Turnhout. Artikel 11 van deze overeenkomst stelt dat de eventuele meerkost van de bemiddelaar (bovenop de subsidie) proportioneel wordt verdeeld tussen de gemeenten van de deelnemende politiezones, op basis van hun officiële bevolkingscijfer op 1 januari van ieder jaar en dit volgens de gegevens van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Vanuit de federale overheid wordt wederom een subsidie aan Stad Turnhout ter beschikking gesteld. Juridische grond Art. 119bis Nieuwe Gemeentewet; Art. 119ter Nieuwe Gemeentewet; Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Ministerieel Besluit van 22 november 2013 houdende de toekenning van een toelage aan de stad Turnhout in het kader van het Grootstedenbeleid; Argumentatie Voor een goede dienstverlening en efficiënte inzet van de bemiddelingsambtenaar bij de afhandeling van GASdossiers in het arrondissement is een overeenkomst met de verschillende deelnemende gemeenten aangewezen. Ten aanzien van minderjarigen is de bemiddelingsprocedure verplicht. Het nut van de bemiddeling bij de aanpak van lokale overlastfenomenen is inmiddels gebleken; de meerwaarde ervan voor de betrokken partijen eveneens. Besluit De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de hernieuwing van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Turnhout en de gemeenten die zijn toegetreden tot het “Bureau Gemeentelijke Administratieve Sancties” met de stad Geel als beherende gemeente. Opvolging Origineel Netten Marcus - Bemiddelaar GAS 006. Goedkeuring te hechten aan de gemeentelijke dotatie aan de Politie Regio Turnhout Samenvatting De gemeenteraad wordt gevraagd de gemeentelijke dotatie, dienstjaar 2014, verschuldigd aan de Politie Regio Turnhout goed te keuren. Motivering Juridische grond Artikel 40 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst (W.G.P.) bepaalt dat elke gemeenteraad van de zone de dotatie stemt die aan de politiezone wordt gestort. Argumentatie In het budget 2014 van de Politie Regio Turnhout wordt de gemeentelijke dotatie van de stad Turnhout aan de politiezone voor het dienstjaar 2014 bepaald op 6 299 297 euro voor exploitatie en op 222 257 euro voor investeringen. Besluit De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de door de stad Turnhout aan de Politie Regio Turnhout verschuldigde dotatatie voor het dienstjaar 2014 ten bedrage van 6 299 297 euro voor exploitatie en op 222 257 euro voor investeringen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
959
Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag PZ Regio Turnhout 6 299 297 EUR 222 257 EUR Opvolging Origineel Financiën
Code 2014/6494030/BSA/0400 2014/6640000/BSA/0400
007. Kennisname van budgetwijziging nr. 4 van het exploitatiebudget 2013 van het OCMW en zijn welzijnsinstellingen Motivering Voorgeschiedenis Het OCMW heeft op 13 december 2013 de beraadslaging overgemaakt van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12 december 2013 houdende goedkeuring van de budgetwijziging nr. 4 van het exploitatiebudget 2013. Juridische grond Artikel 156 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Advies Gunstig advies van mevrouw Els Geudens, waarnemend financieel beheerder. Besluit De gemeenteraad neemt kennis van budgetwijziging nr. 4 van het exploitatiebudget 2013 van het OCMW en zijn welzijnsinstellingen. Opvolging Origineel Secretariaat Kopie Financiën Luc Op de Beeck – voorzitter OCMW 008. Goedkeuring te hechten aan het strategisch en financieel meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW en zijn welzijnsinstellingen Luc Hermans:meneer Meeus Paul Meeus: ja voorzitter ik wil even wijzen op punt 7, dat is gewoon een kennisname dus daar moeten wij geen goedkeuring voor geven Luc Hermans: toen dat ik goedkeuring gezegd had wist ik dat ik verkeerd zat. Maar toch bedankt. Paul Meeus: oké, maar bij punt 8 wil ik toch wel even zeggen dat wij dezelfde houding willen aannemen als onze collega in het OCMW en dat wij ons daarbij zullen onthouden voor wat betreft het strategisch meerjarenplan en tegen stemmen voor wat betreft het financieel meerjarenplan. Luc Hermans: meneer Brentjens Erwin Brentjens: ja voorzitter wij zijn hier ook al in tussengekomen tijdens de commissie, een aantal kanttekeningen geplaatst, de fractie, de OCMW fractie van de Nieuw Vlaamse Alliantie heeft dat in de OCMW raad ook goedgekeurd maar tijdens de voorgaande verenigende commissie heb ik een aantal vragen gesteld. En de antwoorden schepen die zijn overgemaakt naar onze fractie en die zullen daar zeer kritisch al dan niet schriftelijke en/of mondeling bekeken worden en aan u als voorzitter overhandigd worden. Wij hebben ook vastgesteld dat de vorige ploeg de juiste klemtonen heeft gelegd. Dat die nu ook weer te vinden zijn in dit al dan niet nieuwe plan. Er zijn nogal wat woordelijke aanpassingen maar wij hebben toch vastgesteld dat de hoofdlijnen die destijds door de vorige ploeg werden gelegd dat die toch in grote lijnen behouden zijn gebleven. Dank u. Ik vraag wel de hoofdelijke stemming. Luc Hermans: dat betekent dus twee stemmingen voor agendapunt 8. Dus wij stemmen eerst over het financieel meerjarenplan. Mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja); meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninckx (ja), meneer Van Damme (ja), meneer Vermeijen (ja), meneer Grooten (ja), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (neen), meneer Meeus (neen), meneer Van Lommel (neen), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja.
Gemeenteraad van 30 december 2013
960
En dan hebben wij het nu over het strategisch meerjarenplan. Mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja); meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninckx (ja), meneer Van Damme (ja), meneer Vermeijen (ja), meneer Grooten (ja), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (onthouding), meneer Meeus (onthouding), meneer Van Lommel (onthouding), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja. Samenvatting De gemeenteraad wordt gevraagd het strategisch en financieel meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW Turnhout goed te keuren. Motivering Argumentatie In zitting van het college van burgemeester en schepenen van 21 november 2013 werd beslist : - het strategisch meerjarenplan 2014-2019 en het financieel meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW positief te adviseren. Wel dient er gestreefd te worden om een oplossing te zoeken voor het behoud van het contingent artikel 60’ers. De Stad is bereid zich hiertoe mee te engageren; - dat het OCMW Turnhout het vermoedelijke resultaat 2013 mag gebruiken als permanent werkkapitaal Overwegende dat het strategisch en financieel meerjarenplan 2014 – 2019 alsook het budget 2014 werd goedgekeurd in de raad voor maatschappelijk welzijn dd. 12 december 2013. Overwegende dat de gemeenteraad het strategisch en financieel meerjarenplan 2014-2019 van OCMW Turnhout dient goed te keuren en - na goedkeuring - kennis dient te nemen van het budget 2014 van OCMW Turnhout. Besluit De gemeenteraad beslist het strategisch en financieel meerjarenplan 2014 – 2019 van het OCMW Turnhout goed te keuren. Wat betreft het strategisch meerjarenplan 2014-2019 stemde de gemeenteraad met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel - raadsleden Wat betreft het financieel meerjarenplan 2014-2019 stemde de gemeenteraad met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Secretariaat Kopie OCMW Turnhout 009. Kennisname van het budget 2014 van het OCMW en zijn welzijnsinstellingen Samenvatting De gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het budget 2014 van het OCMW Turnhout.
Gemeenteraad van 30 december 2013
961
Motivering Argumentatie In zitting van het college van burgemeester en schepenen van 21 november 2013 werd beslist : - het strategisch meerjarenplan 2014-2019 en het financieel meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW positief te adviseren. Wel dient er gestreefd te worden om een oplossing te zoeken voor het behoud van het contingent artikel 60’ers. De Stad is bereid zich hiertoe mee te engageren; - dat het OCMW Turnhout het vermoedelijke resultaat 2013 mag gebruiken als permanent werkkapitaal Overwegende dat het strategisch en financieel meerjarenplan 2014 – 2019 alsook het budget 2014 werd goedgekeurd in de raad voor maatschappelijk welzijn dd. 12 december 2013. Overwegende dat de gemeenteraad het strategisch en financieel meerjarenplan 2014-2019 van OCMW Turnhout dient goed te keuren en - na goedkeuring - kennis dient te nemen van het budget 2014 van OCMW Turnhout. Besluit De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2014 van het OCMW Turnhout.. Opvolging Origineel Secretariaat Kopie OCMW Turnhout 010. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de aanvullende belasting op de rijksbelasting van de natuurlijke personen- aanslagjaar 2014. Luc Hermans: meneer Van Lommel Reccino Van Lommel: ja dank u wel voorzitter, collega’s, de belastingen zullen niet stijgen, het is zowaar een belofte die gemaakt werd toen het nieuwe college werd geïnstalleerd. Wat betreft de aanvullende belasting op personenbelasting blijft het tarief inderdaad bevroren op 7,50 %. Hetzelfde geldt voor de opcentiemen voor de onroerende of moet ik zeggen ontroerende voorheffing die zouden blijven steken op 1450. Als je de tarieven vergelijkt met de andere gemeenten in onze regio of zelfs de stad Herentals dan zien we dat Turnhout er met kop en schouders bovenuit steekt en dat het maar zeer beschamend zou zijn geweest als men de huidige tarieven zou optrekken. Om een vergelijking te maken met bijvoorbeeld Oud-Turnhout. Een geïndexeerd kadastraal inkomen van 2000 euro levert voor Turnhout 725 euro op in de stadskast terwijl dat dit in Oud-Turnhout slechts 400 euro zou zijn. Zelfs de stad Antwerpen heeft lagere opcentiemen dan Turnhout. Destijds hebben wij ons verzet tegen deze te hoge aanslag en vandaag blijven wij van mening dat die niet competitief zijn om gezinnen in onze stad aan te trekken. Schepen Francis Stijnen stelde enkele maanden geleden dat men creatiever wordt als men in crisissituaties verkeerd. Dat Turnhout het afgelopen jaar een zware crisis heeft doorgemaakt dat staat als een paal boven water. Maar die genoemde creativiteit blijkt ongebreideld te zijn en lijkt zich te vertalen in een verhoging van allerhande belasting- en retributiereglementen. Allereerst wordt de algemene dienstenbelasting voor gezinnen en bedrijven verhoogd met voor een doorsnee gezin 50 % van 40 naar 60 euro. Het vreemde dan nog is dat eenmanszaken of kleine vennootschappen die gevestigd zijn op hetzelfde woonadres eveneens 60 euro mogen neerdokken onder het mom van deze diensten. Dame en heren van het college op welke extra geprivelieerde diensten mogen zij rekenen als deze mensen in globaliteit het dubbel betalen ten opzichte van anderen. Ik zou dan ook graag een amendement willen voorstellen om de belasting slechts eenmaal per postadres te heffen en dat in het geval het hoogste tarief dat in aanmerking kan komen geldt. Graag hieromtrent zo dadelijk uw mening. Het tarief voor de tweede verblijven stijgt van 125 euro in 2013 naar 500 euro in 2014 om uiteindelijk uit te komen op 1000 euro in 2015. Turnhout lijkt wel het Blankenberge van de kempen te worden. Ik kan best begrijpen dat men leegstand wil aanpakken en dat de woonmarkt best zo goed mogelijk geoptimaliseerd wordt maar je kan er moeilijk omheen dat andere mensen die het goed menen en naar Turnhout komen worden gepenaliseert. Het argument dat op de verenigde commissie werd aangehaald dat zij geen gemeentebelasting betalen snijdt wat mij betreft dan ook geen enkel hout. Je kan hun gebruik van onze faciliteiten bezwaarlijk vergelijken met mensen die hier dag in dag uit wonen. Het zal allemaal resulteren in een mogelijke zwendel waarbij gespeeld zal worden met domiciliëringsadressen. De creativiteit reikt zo ver dat men uit het niets sexshops, wedkantoren, rendez-vous huizen en privé clubs wil sturen met een zogenaamde sturende belasting. Kan allemaal goed zijn zij het dan wel dat in de afgelopen dagen aan het licht kwam dat de aanwezigheid van die faciliteiten slechts zeer beperkt aanwezig is in Turnhout en dat het dus echt niet gaat om een sturende maar wel een zuiver op inkomsten geënte belasting. Wij vinden het alvast een goede zaak dat het tarief voor het verwijderen van zwerfvuil gestegen is. Te weinig wat ons betreft. Dit is nu eens een belasting waarbij een gevoelige verhoging echt sturend zou kunnen werken. Wij stellen dan ook voor om het tarief voor het verwijderen van klein zwerfvuil op te trekken naar 50 euro in plaats van de voorgestelde 30 euro en dat het tarief voor het
Gemeenteraad van 30 december 2013
962
opruimen van sluikstorten stijgt naar 250 euro per beginnende ton in plaats van 206 euro. Ik neem aan dat het college dat zwaar wil inzetten op sluikstorten ons hierin kan volgen. Of niet? En uiteraard blijft men ondernemingen achtervolgen met een belasting op drijfkracht wat een heuse pestbelasting kan genoemd worden. Tot vervelens toe moeten wij in deze raad blijven ijveren voor de afschaffing er van. Het bestuur dat eerst komt aandraven met relance vraagt hier vandaag een goedkeuring om deze belasting in stand te houden. Ik herhaal mijn voorbeeld dat ik aanhaalde binnen de verenigde commissie. Een gemiddeld bedrijf met een milieuvergunning klasse 2 en een geïnstalleerd vermogen van 500 kilowatt, wat zeker niet overdreven is, betaald 6250 euro aan onze stad. Een bedrijf met 1000 kilowatt 12.500 euro. Je zal maar werkgelegenheid creëren als je op die manier het ondernemerschap de mond snoert. Hetzelfde geldt voor taxibedrijven. De afgelopen jaren mochten wij vaststellen dat de ene na de andere verzeilt geraakte in een faillissement. Vandaag stel ik vast dat de belasting op taxivoertuigen wordt verdubbeld. Ik kan zo nog een eind doorgaan. Maar naar onze mening komt er te weinig visie tot uiting in deze belastingreglementen. Bijgevolg stemmen wij tegen op punten 10, 11 en 13. En wensen wij ons te onthouden op punt 14 met betrekking tot de retributiereglementen. Dank u. Luc Hermans: collega’s zijn er nog mensen die willen tussen komen? Dan gaan we punt 10, wordt de hoofdelijke stemming gevraagd? Neen. Dus ik heb genoteerd dat het Vlaams Belang niet akkoord gaat. De andere partijen gaan akkoord? Meneer Van Lommel Reccino Van Lommel: ja ik had eigenlijk nog wel graag een antwoord gekregen voor de stemming met betrekking tot mijn vraag met ja met de algemene dienstenbelasting. En daarnaast had ik ook een vraag gesteld in verband met het verwijderen van zwerfvuil. Luc Hermans: mijn excuses meneer Van Lommel. Meneer Stijnen Francis Stijnen: goed ik wil nu ineens punten 10 tot en met 14 behandelen. Ik dacht dat wij nog maar aan punt 10 waren en dat ging over de algemene belasting maar oké we kunnen het in global doen. Ik zal dus niet alleen op het eerste maar ook op de anderen even kort antwoorden. Als het gaat over de aanvullende belasting op de personenbelasting dan zegt u ja in verhouding met een aantal omliggende gemeenten zijn wij duur. Als ik kijk en vergelijk met de centrumsteden in Vlaanderen dan zitten wij onder het gemiddelde en wij zijn dan één van de centrumsteden die hun belasting ook niet verhogen. Niettegenstaande de financiële inspanningen zoals u ook weet die wij moeten leveren de volgende jaren. Dus in die zin denk dat wij niet bij de slechtste leerlingen van de klas zijn. En u weet ook dat de financiële verplichtingen die centrumsteden hebben nog altijd een heel stukje hoger zijn dan een aantal kleinere gemeenten die in de rand van die steden wonen, eigenlijk ja liggen, en daardoor eigenlijk vaak een fiscaal gunstigere regime kunnen voeren. Dus daar is misschien van hoger hand dan ook weer werk aan om eens te zien hoe je daar iets aan kan doen. Dus ik volg u niet in de gedachte dat wij eigenlijk te hoog zitten met onze zowel onze personenbelasting als ook onze opcentiemen op onroerende voorheffing. Anderzijds is het zo dat wij ook gesteld hebben kijk als wij de volgende jaren meer dan 50 miljoen moeten besparen dan willen wij dat in eerste instantie doen om effectief te besparen op onze werkingskosten op ons personeel, en daar halen wij ook het grootste gedeelte van. Anderzijds willen wij ook een beleid voeren en op een aantal vlakken sturend zijn met retributies, met een aantal belastingen. En ik merk zeker als wij de vergelijking gemaakt hebben tussen een aantal retributies die er vroeger ofwel waren ofwel niet waren en zaken die wij inderdaad doen voor de burger dan hadden wij toch een grote kost die wij als stad op ons namen zonder dat wij daar eigenlijk iets tegenover stelden voor degene die van die diensten gebruik maakt. Vandaar dat er een aantal retributies ofwel ingevoerd zijn ofwel de bedragen aangepast zijn om het wat meer realistisch te maken in verhouding met de werkelijke kost. Want je kan natuurlijk zeggen alles is gratis maar u weet ook dat dat niet zo is. Ergens moet het betaald worden. En ofwel gaan wij dan laat ons zeggen de algemene belasting verhogen en moet iedereen mee betalen. Ofwel gaan wij zorgen dat we het gericht gaan vragen als iemand meer vervuild dat die ook meer moet betalen en dat niet iedereen daar voor moet opdraaien. Vandaar dat er nog al wat verhogingen zijn van retributies en belastingen maar die echt gericht worden ingezet ofwel omdat ze het beleid mee ondersteunen ofwel dat wij vinden dat we responsabilisering moeten hebben op de juiste plaats en dat niet iedereen een stuk daar voor moet bijdragen. Maar ik, het verheugd mij, Paul Meeus heeft het ook al gezegd in de vorige verenigde commissies, dat ook soms de oppositie voorstellen doet om de belastingen of retributies te verhogen. Ik hoor het nu ook van uw partij komen dus wij zullen dat mee in overweging nemen dat de vraag ook gesteld werd van de oppositie om toch nog een aantal bedragen verder op te trekken. Voor de rest natuurlijk kan je altijd discussiëren over het beleid en over wat de effecten zijn nu voor ons zijn dit geen losse maatregelen. Zaken kaderen in een huisvestingsbeleid. Zaken kaderen in een afvalbeleid. Zaken kaderen in het verhogen van de kwaliteit van de winkels in ons centrum. En vandaar dat een aantal zaken effectief ook worden aangepast. Wij zullen dit zeker, want er zitten een aantal nieuwe dingen in, het licht voor de hand dat wij dat op zullen volgen en zien in welke mate dat daar de resultaten ook gehaald worden en kijken of dat wij bepaalde belastingen of
Gemeenteraad van 30 december 2013
963
nieuwe retributies al of niet moeten bijsturen als blijkt dat inderdaad de effecten van bepaalde zaken niet goed functioneren. Goed dan moeten wij dat herbekijken. Wij zijn daar niet vies van om dat te doen. Anderzijds blijf ik er bij dat het belangrijk is dat wij onze resultaten, onze financiële resultaten, halen en zorgen dat Turnhout financieel gezond wordt. Het grootste deel kunnen we dat met besparingen doen maar een stukje moeten wij dat toch halen met de burger ook een stukje financieel mee te responsabiliseren. Luc Hermans: meneer Vandamme had ook nog het woord gevraagd. Marc Vandamme: voorzitter wij vragen de hoofdelijke stemming Luc Hermans: meneer Van Lommel Reccino Van Lommel: ja dank u wel voorzitter, ja de oppositie pleit voor een verhoging van de belasting, neen dat klopt dus niet, hetgeen wat wij vragen is dat het tarief voor het verwijderen van zwerfvuil verhoogd wordt. Dat is een specifieke doelgroep binnen onze stad. Wij willen zwaar inzetten op zwerfvuil dat klopt maar dat is een bepaalde groep waarvan dat we vinden dat dat ja dat dat getemperd moet worden. Dus vandaar dat wij zeggen van kijk maak die penalisatie veel hoger. Hetgeen wat wij niet vragen is dat de belasting stijgt op bijvoorbeeld de algemene dienstenbelasting van gezinnen en bedrijven. Want daar heb ik geen antwoord op gekregen als wij spreken over één aanslag per postadres. Daarnaast wil ik toch nog even opmerken dat die belastingreglementen uitblinken in onduidelijkheid. Als ik kijk naar het punt belasting op nachtwinkels, automatenshops, belwinkels, wedkantoren en sexshops. Men zegt hier bijvoorbeeld dus in de nachtwinkel, over een nachtwinkel, als nachtwinkel wordt beschouwd iedere vestigingseenheid waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter is dan 150 vierkante meter, die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen en die op onduidelijke en permanente manier de vermelding nachtwinkel draagt. Dus iemand die dat op onduidelijke wijze draagt dat is dan een nachtwinkel. Een belwinkel. Als belwinkel wordt beschouwd iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten. Oké goed. Dan zijn naar mijn mening Belgacom, Telenet en de Base winkel ook belastingplichtig want die gaan daar dan ook onder vallen. Een sexshop. Als sexshop wordt beschouwd elke winkel waarin erotische producten worden verkocht zoals sexspeeltjes, pornografisch materiaal, erotische lingerie, erotische boeken en zo verder. Bij mijn weten verkoopt de Carrefour ook erotische lingerie. Valt de Carrefour dan ook onder die regelgeving? Ja dat kan allemaal goed zijn maar als je het echt gaat interpreteren zoals het in de besluiten staat dan denk ik dat er toch wel heel wat mankementen zijn. Luc Hermans: u bent duidelijk kenner meneer Van Lommel. Paul Meeus: objectieve waarnemer Reccino Van Lommel: inderdaad, ja en dan bijvoorbeeld er wordt hier dan ook gesproken over ja zaken waar dat je verplicht moet aanbellen, bij een juwelier moet je ook verplicht aanbellen dus als je daar een tas koffie krijgt ja dan moet een juwelier blijkbaar ook belastingen gaan betalen. Dus ik wil maar zeggen ik stel hier vandaag heel objectief vast dat er toch wel redelijk wat gaten zijn in de belastingreglementen die hier vandaag ter goedkeuring voorliggen. Luc Hermans: meneer Stijnen Francis Stijnen: goed ik ga het niet verder op flessen trekken want dat kan je natuurlijk altijd als je omgekeerde redeneringen maakt dan kom je bij zulke zaken natuurlijk uit. Voor een stukje van definiëringen hebben wij ons gebaseerd op wat er ook in het UGP omschreven is bijvoorbeeld rond nachtwinkels en dergelijke meer. Dus als daar onduidelijke formuleringen zouden zijn dan zullen wij die zeker samen ook met politie bekijken en zien of dat daar gaten inzitten waardoor dat degene die geviseerd worden eventueel niet bereikt worden of dat misschien verkeerden zouden beboet of belast worden. Maar wij zullen dat zeker nakijken en denk ik niet dat het tot zoveel problemen zal gaan leiden in de praktijk. Nu waar u het heeft over die algemene belasting goed wij hebben inderdaad een algemene belasting niet alleen op personen maar ook op alle vormen van rechtspersonen. Goed of dat die rechtspersonen nu op een zelfde adres gehuisvest is of op een andere adres dan een natuurlijke persoon het belangrijkste is dat het feit van een rechtspersoon aan te nemen dat dat niet een middel mag zijn om een stukje belasting te gaan ontlopen. Vandaar dat wij eigenlijk niet alleen natuurlijke personen maar ook rechtspersonen belasten om toch bij te dragen in die algemene diensten die wij niet alleen doen voor natuurlijke personen maar ook voor instellingen, bedrijven, vzw’s, en dergelijke meer die op ons grondgebied gehuisvest zijn. Vandaar dat zij ook mee opgenomen zijn en niet beperkt wordt tot één per adres. Luc Hermans: goed er is de hoofdelijke stemming gevraagd. Dus wat punt 10 betreft mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja), meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninck (onthouding), meneer Van Damme (onthouding), meneer Vermeijen (onthouding), meneer
Gemeenteraad van 30 december 2013
964
Grooten (onthouding), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (neen), meneer Meeus (neen), meneer Van Lommel (neen), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op de aanvullende belasting op de rijksbelasting van de natuurlijke personen – aanslagjaar 2014. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; - het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en meer bepaald de artikelen 465 tot en met 470bis. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op de aanvullende belasting op de rijksbelasting van de natuurlijke personen voor het aanslagjaar 2014 goed te keuren. Belastingreglement op de aanvullende belasting op de rijksbelasting van de natuurlijke personen – aanslagjaar 2014. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Voor het aanslagjaar 2014 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: tarief De belasting wordt vastgesteld op 7,5 % van het volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3: wijze van inning De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4: bestuurlijk toezicht Dit belastingreglement wordt bekend gemaakt conform artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit belastingreglement wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 011. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de onroerende voorheffing - aanslagjaar 2014. Luc Hermans: iedereen gaat akkoord? U vraagt de hoofdelijke stemming. Mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja), meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninck (onthouding), meneer Van Damme (onthouding), meneer Vermeijen (onthouding), meneer Grooten (onthouding), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (neen), meneer Meeus (neen), meneer Van Lommel (neen), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja Gemeenteraad van 30 december 2013
965
Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing – aanslagjaar 2014. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 - het artikel 3,5° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten - het decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het wetboek van de inkomstenbelastingen voor wat betreft de onroerende voorheffing Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2014 goed te keuren. Belastingreglement op de opcentiemen op de onroerende voorheffing – aanslagjaar 2014 Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 worden 1450 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven. Zij worden ingevorderd door het Vlaams Gewest overeenkomstig de regels bepaald voor de heffing van de gewestbelasting waar zij bijkomen. Artikel 2: bekendmaking Dit belastingreglement wordt bekend gemaakt conform artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Een eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing wordt bij een ter post aangetekende brief bezorgd aan het Agentschap Vlaamse belastingdienst. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 012. Vaststelling van de bijdrage voor opvang en transport van afvalwater (BOT) en de vergoeding voor eigen waterwinner (VEW) vanaf 2014 Luc Hermans: als daar geen tussen, meneer Meeus Paul Meeus: ja voorzitter toch kort eventjes daar over. Het verhaal dat wij gekregen hebben in de verenigde commissie was een logisch verhaal maar het gaat ons vooral om de keuze die men maakt. Men volgt nu voortaan het maximum tarief zoals het in Vlaanderen van toepassing is. En men zal het dan ook automatisch aanpassen als het ooit nog zou verhogen. Dat is de conclusie of de keuze die jullie hebben gemaakt. Persoonlijk vinden wij dat we, dat daarmee eigenlijk de eigen correctie om dat soort dingen uit handen wordt gegeven en ja men zich altijd gaat verschuilen achter ja Vlaanderen heeft ons dat opgelegd en wij volgen daarin wat Vlaanderen ons voorhoudt. Eigenlijk komt het dan neer op een verkapte belastingverhoging die je in handen geeft tot in het einde der tijden van een hogere overheid. En daar willen wij ons wel even tegen verzetten en wij gaan dat ook niet goedkeuren. Luc Hermans: meneer Debondt Luc Debondt: goed wij hebben voorgesteld inderdaad voorgesteld om dat afhankelijk te maken van de Vlaamse bijdrage voor de volgende jaren. Gemeenteraad van 30 december 2013
966
Luc Hermans: zijn daar verder nog opmerkingen? Dus ik noteer een neen stem voor het Vlaams Belang. Alle andere partijen gaan akkoord? Samenvatting De stad Turnhout heeft in het verleden met PIDPA een overeenkomst afgesloten overeenkomstig het Decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending. In het kader van deze overeenkomst legt de stad Turnhout de BOT (de bijdrage ten laste van de abonnees van PIDPA voor het opvangen en transporteren van afvalwater) en de VEW (de vergoeding ten laste van de eigen waterwinners als bijdrage in de kosten van sanering van afvalwater afkomstig uit eigen waterwinning) vast. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met het vaststellen van de BOT en de VEW op het decretaal maximaal toegelaten tarief met ingang van januari 2014. Motivering Voorgeschiedenis De gemeenteraad heeft in zitting van 8 mei 2006 zijn goedkeuring gegeven aan de overeenkomst met Pidpa overeenkomstig artikel 6bis, § 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending. Deze overeenkomst trad in werking op 1 januari 2005. De gemeenteraad heeft in zitting van 18 december 2007 beslist dat een bijdrage betaald wordt door de Pidpaabonnee (BOT) of door de eigen waterwinner (VEW) voor het lozen van afvalwater. De gemeenteraad heeft in zitting van 17 december 2008 de BOT en de VEW vastgesteld op 0,76 euro per m³ water met ingang van januari 2009. In zitting van 15 december 2010 werd dit tarief opgetrokken tot 1,07 EUR per m³ met ingang van januari 2011. Indien gewenst kan dit tarief later worden aangepast. Argumentatie De investeringen zowel naar uitbreiding van het rioolstelsel voor aansluiting van niet gerioleerde woningen volgens het gebiedsdekkend uitvoeringsplan (GUP) als naar onderhoud en vervanging in het bestaande rioolstel overschrijden de beschikbare middelen. Ook de subsidies die door de Vlaamse Overheid voorzien worden, zijn ruim onvoldoende om alle rioleringsprojecten voor het aansluiten van niet gerioleerde woningen te financieren. Er wordt voorgesteld om het tarief voor de gemeentelijke saneringsbijdrage vanaf 2014 vast te stellen op het maximale toegelaten tarief per m³ voor de BOT en de VEW, ongeacht het verbruik. De verwachte opbrengst, na deze verhoging, wordt voor 2014 geraamd op 2,6 miljoen euro. Deze inkomsten worden meegenomen in de financiële meerjarenplanning. Indien het maximale tarief wijzigt, zal de stad deze wijziging automatisch volgen om de kosten van riolering te kunnen blijven financieren. De gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de verhoging van de BOT en VEW met ingang van 1 januari 2014. Besluit De gemeenteraad beslist over te gaan tot een verhoging van tarieven aangaande de gemeentelijke saneringsbijdrage, overeenkomstig artikel 16 bis van het Decreet van 24 mei 2002 en dit vanaf 1 januari 2014. De bijdrage voor het opvangen en transporteren (BOT) van het van abonnees afkomstige afvalwater op het grondgebied van de stad Turnhout, bijdrage die Pidpa kan aanrekenen aan haar abonnees wordt vanaf 1 januari 2014 vastgesteld op het decretaal maximaal toegelaten tarief van de bijdrage voor de collectieve sanering op gemeentelijk vlak. Abonnees bekomen een vrijstelling van de Bijdrage om sociale, economische of ecologische redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden die gelden voor de overeenkomstige vrijstellingen op het bovengemeentelijk niveau conform artikel 16sexies van het Decreet." De vergoeding voor eigen waterwinners (VEW) op het grondgebied van de stad Turnhout als bijdrage in de kosten voor het opvangen en transporteren van het uit de private waterwinning afkomstige afvalwater, vergoeding die Pidpa kan aanrekenen aan de gebruikers van een private waterwinning, wordt vanaf 1 januari 2014 vastgesteld op het decretaal maximaal toegelaten tarief van de bijdrage voor de collectieve sanering op gemeentelijk vlak. Eigen waterwinners kunnen een vrijstelling bekomen van de VEW om economische, ecologische en sociale redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden opgesomd in de lijst van vrijstellingen, die geldt op het bovengemeentelijk niveau overeenkomstig artikel 16quinquies juncto 16sexies van het Decreet. De dienst Wegen, Groen en Mobiliteit wordt gelast met de onverwijlde mededeling van dit besluit aan Pidpa. Financiële gevolgen Deze inkomsten worden ingeschreven in de meerjarenplanning van de stad Gemeenteraad van 30 december 2013
967
De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Wegen, Groen en Mobiliteit Kopie Financiele dienst, Pidpa 013. Goedkeuring te hechten aan verschillende belastingreglementen Luc Hermans: zijn daar tussenkomsten? Iedereen akkoord? Marc Vandamme: hoofdelijke stemming alstublieft. Luc Hermans: de hoofdelijke stemming. Mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja), meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninck (onthouding), meneer Van Damme (onthouding), meneer Vermeijen (onthouding), meneer Grooten (onthouding), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (neen), meneer Meeus (neen), meneer Van Lommel (neen), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja 013a. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement algemene dienstenbelasting voor gezinnen en bedrijven. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement algemene dienstenbelasting voor gezinnen en bedrijven. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen terzake Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van een algemene dienstenbelasting voor gezinnen en bedrijven als tussenkomst in de algemene uitgaven en dienstverlening van de stad. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement algemene dienstenbelasting voor gezinnen en bedrijven goed te keuren. Belastingreglement algemene dienstenbelasting voor gezinnen en bedrijven Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt jaarlijks een algemene dienstenbelasting voor gezinnen en bedrijven geheven. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door: a) elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar ingeschreven staat in de bevolkingsregisters van de stad. Onder gezin wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan, een enkelvoudige of collectieve eenheid bestaande uit hetzij één persoon die alleen leeft, hetzij een vereniging van twee of meer personen, die al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven. Bij gemis aan andersluidend bewijs is de gezinstoestand deze welke bevonden wordt op 1 januari van het belastingjaar in de bevolkingsregisters. Onder woning wordt verstaan de ruimte in het onroerend goed, gebruikt door het betrokken gezin, ongeacht
Gemeenteraad van 30 december 2013
968
of deze ruimte impliceert dat andere ruimten en de erin aanwezige nutsvoorzieningen gemeenschappelijk met één of meer andere gezinnen dienen gebruikt te worden; b) iedere natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar, als hoofd-en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de stad Turnhout: - een vrij beroep uitoefent; - een handels-, nijverheids-, of landbouwonderneming uitoefent; - enige vorm van dienstverlening uitoefent, ongeacht of de dienstverlening gebeurt onder bezwarende titel of om niet, en ongeacht of de dienstverlening toegankelijk is voor het publiek, dan wel uitsluitend voor personen die aan zekere voorwaarden (van lidmaatschap of andere) voldoen. De belasting is verschuldigd per vestiging. Een maatschappelijke zetel wordt ook beschouwd als een vestiging. Artikel 3: tarief De forfaitaire belasting wordt als volgt vastgesteld: a) voor de personen die belastingplichtig zijn overeenkomstig artikel 2,a) hierboven: - 40 euro per alleenwonende - 60 euro per gezin bestaande uit twee of meer personen b) voor personen die belastingplichtig zijn overeenkomstig artikel 2,b) hierboven: - 60 euro per vestiging De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd. Artikel 4: vrijstelling Voor de belastingplichtige ingevolge artikel 2.a wordt er een vrijstelling toegestaan aan de belastingplichtige die een rechthebbende is op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging. Voor het opmaken van het belastingkohier zal beroep gedaan worden op de informatie zoals verstrekt door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. De belastingplichtige kan eveneens een attest voorleggen aan het gemeentebestuur waaruit blijkt dat de belastingplichtige voldoet aan de voorwaarden van de vrijstelling maar door een materiële vergissing niet ambtshalve werd vrijgesteld. Artikel 5: aangifteplicht & wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen op grond van : a) De gegevens van de bevolkingsregisters voor wat de gezinnen ( artikel 2.a ) betreft. De inkohiering gebeurt op naam van de gezinsverantwoordelijke zoals dat blijkt uit de volgorde van van inschrijving in de bevolkingsregisters. b) Op grond van de aangifte voor wat de andere belastingplichtigen bedoeld onder artikel 2.b betreft. Deze aangifte dient te gebeuren op een daartoe door het gemeentebestuur voorbestemd formulier. De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vòòr de erin vermelde datum dient worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Turnhout – dienst financiën – Campus Blairon 200 – 2300 Turnhout. Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient de belastingplichtige de aangifte niet binnen de gestelde periode terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen aan de belastbare grondslag van het vorige aanslagjaar. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de gegevens van de laatste aanslag. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk 30 juni van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 6: procedure van ambtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 2.b kan de belasting ambtswege worden ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
969
Op deze ambtshalve vastgestelde belasting wordt een verhoging van 25 % toegepast. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013b. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op onbebouwde bouwgronden en kavels activeringsheffing. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op onbebouwde bouwgronden in woongebied of onbebouwde kavels, ook activeringsheffing genoemd. Motivering Voorgeschiedenis Met de inwerktreding van het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid zijn er aan de gemeenten enkele instrumenten ter beschikking gesteld om het lokaal woonbeleid vorm te geven. Een van deze instrumenten is de activeringsheffing. Het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid wil kwaliteitsvol en betaalbaar wonen stimuleren. De laatste decennia is wonen heel duur geworden. Niet enkel mensen uit de lagere inkomstenklassen hebben het moeilijk om een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te vinden. Ook een groeiende middenklasse ondervindt problemen bij het vinden van een geschikte woning. Het decreet reikt de gemeenten enkele instrumenten aan om betaalbaar wonen te bewerkstelligen: de leegstandsheffing, het reglement sociaal wonen, de stedenbouwkundige verordening bescheiden wonen en de activeringsheffing. Het doel van de activeringsheffing is de potentiële woonlocaties vrij te maken en grondspeculatie tegen te gaan. Juridische grond - de bepalingen van het gemeentedecreet; - het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleiden latere wijzigingen; - het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2008 houdende bepaling van de nadere regels voor de opmaak, de actualisering en de financiering van het register van de onbebouwde percelen met latere wijzigingen; - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen terzake. Argumentatie Het voeren van een eigen beleid voor het vrijmaken van potentiële woonlocaties en ter bestrijding van grondspeculaties is aangewezen. De activeringsheffing is een belasting voor eigenaars van onbebouwde bouwgronden in woongebied en onbebouwde kavels in niet-vervallen verkavelingen. Deze heffing is een instrument om een antwoord te bieden op een aantal actuele problemen en uitdagingen waarmee de gemeente geconfronteerd wordt. Ten eerste is er een beperkte grondvoorraad aanwezig waardoor de prijzen van de bouwgronden sterk zijn gestegen. Door de sterk stijgende grondprijzen komen er weinig gronden op de markt waardoor de prijzen verder stijgen. Zo komt men terecht in een spiraal van stijgende grondprijzen. Ten tweede is er een groeiende groep van ouderen in de gemeente. De dure woningen en gronden versterken de vergrijzing. De dure prijzen treffen in de eerste plaats de jongeren. Als reactie trekken zij weg en zoeken zij elders een goedkopere woning. De gemeente tracht jonge tweeverdieners aan te trekken om zo meer evenwicht te creëren ten opzichte van de groeiende groep van ouderen. Jonge mensen zorgen voor een sociaal levendige gemeente. Bovendien zorgen zij ook voor belangrijke inkomsten.
Gemeenteraad van 30 december 2013
970
Ten derde zouden de bestaande open ruimten binnen een grensgebied zoveel mogelijk vrijwaard moeten blijven. Dit kan bevorderd worden door eerst de bestaande bouwgronden te activeren. Daarnaast dient de gemeente ook de decretale verplichtingen, opgelegd in het gewestelijk uitvoeringsplan van de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Turnhout, uit te voeren. Om de doelstelling betreffende de woningdichtheid te realiseren, dient de bestaande structuur verdicht te worden. Dit kan door bestaande bouwgronden te activeren. Ook vanuit het decreet betreffende het grond- en pandenbeleid krijgen de gemeenten de taak om potentiële woonlocaties vrij te maken en grondspeculatie tegen te gaan. Het is de bedoeling om door middel van deze belasting op onbebouwde bouwgronden in woongebied of onbebouwde kavels de potentiële woonlocaties vrij te maken en grondspeculatie tegen te gaan, en niet in de eerste plaats om de stadskas te spijzen. Daarom wordt aan de houders van het zakelijk recht in bepaalde gevallen in een vrijstelling voorzien zodat zij de kans krijgen de onbebouwde bouwgrond of kavel te activeren zonder tegelijk te worden belast. Om te kunnen blijven sturen, hebben deze vrijstellingen een tijdelijk karakter. Daarnaast worden om billijkheidsredenen of om sociale redenen een aantal andere vrijstellingen voorzien. Besluit De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op onbebouwde bouwgronden in woongebied of onbebouwde kavels goed te keuren. Belastingreglement op onbebouwde bouwgronden in woongebied of onbebouwde kavels Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op onbebouwde bouwgronden in woongebied of onbebouwde kavels die zijn opgenomen in het gemeentelijk register voor onbebouwde percelen. Zolang het gemeentelijk register voor onbebouwde percelen niet operationeel is, wordt de jaarlijkse gemeentelijke belasting gevestigd op basis van de bij het gemeentebestuur bekende informatie. Artikel 2: definities De definities van bouwgronden, kavels, woongebied, onbebouwd uit artikel 1.2 van het decreet zijn toepasselijk, evenals de andere definities van artikel 1.2 van het decreet. Het begrip collectieve voorzieningen en hun aanhorigheden ( artikel 5 §2 ) heeft bijvoorbeeld betrekking op een openbaar park, een openbaar speelplein, of een terrein dat bestemd is voor gebruik door één of meer jeugdverenigingen, een sportterrein,… (telkens met inbegrip van bvb. de bijhorende parkeergelegenheid). Als onbebouwde grond wordt beschouwd elk kadastraal perceel, gelegen langs een minimaal uitgeruste weg zolang er geen constructie op staat waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd verleend en die overeenstemt met de stedenbouwkundige hoofdbestemming. Als onbebouwde kavel wordt beschouwd elk lot uit een goedgekeurde niet vervallen verkaveling, zolang er geen constructie op staat waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd verleend en die overeenstemt met de stedenbouwkundige hoofdbestemming. Een grond of kavel wordt niet meer als onbebouwd beschouwd wanneer op 1 januari van het aanslagjaar een gebouw over de gehele oppervlakte tot boven het maaiveld is opgericht overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning en de afwerking in de loop van dat belastingjaar een normaal verloop kent, zonder de noodzaak dat dit gebouw tijdens dat belastingjaar volledig is afgewerkt. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel. Ingeval er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de belasting verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder. In geval er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot de betaling van de verschuldigde belasting. De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar. Artikel 4: tarief De belasting bedraagt 25 euro per strekkende meter lengte van de bouwgrond of kavel palende aan de openbare weg. In elk geval geldt een minimale aanslag van 250 euro per bouwgrond of kavel. Elk gedeelte van een strekkende meter wordt steeds als een volledige strekkende meter beschouwd. Wanneer een perceel paalt aan twee of meer straten, zal de gemiddelde lengte van deze perceelbreedtes in rekening gebracht worden. Indien het een hoekperceel betreft, wordt het gemiddelde van de perceelbreedtes in
Gemeenteraad van 30 december 2013
971
rekening gebracht, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek. Wanneer uit de stedenbouwkundige attesten of de verkavelingvoorschriften duidelijk blijkt waar de voorgevellijn ligt, wordt deze lengte als perceelbreedte in rekening gebracht. Voor elk bijkomend perceel dat toebehoort aan dezelfde houder van het zakelijke recht, wordt de aanslag verhoogd met 100 euro. Bovendien stijgt de aanslag op deze percelen elk aanslagjaar met 100 euro per perceel zolang het perceel onbebouwd blijft. Deze jaarlijkse verhoging wordt beperkt tot 4 voor de eerste 4 percelen die voor deze verhoging in aanmerking komen. Artikel 5: vrijstellingen Als er vrijstellingen van toepassing zijn, worden die toegekend op de percelen met de hoogste aanslag. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden door middel van een daartoe bestemd formulier. 5 §1 Van de belasting zijn vrijgesteld: 1°de eigenaars van één enkele onbebouwde bouwgrond in woongebied of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed in volle eigendom of vruchtgebruik, gelegen in België of het buitenland. Deze vrijstelling geldt gedurende de 10 aanslagjaren volgend op de verwerving van het goed. Deze termijn begint pas te lopen volgend op het jaar dat de eigenaar de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Zolang een persoon de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is deze vrijgesteld van de belasting; 2° de sociale woonorganisaties, het autonoom gemeentebedrijf; de OCMW’s; de externe verzelfstandigde agentschappen. Deze vrijstelling geldt enkel voor de voorgenoemde organisaties die binnen de gemeente projecten heeft verwezenlijkt of waarvan de gemeente aandeelhouder is; 3° bouwheren of verkavelaars, in zoverre zij overeenkomstig het Decreet grond- en pandenbeleid, artikel 4.1.20, §1, een sociale last uitvoeren in natura, en op voorwaarde dat de deelattesten nummer 1, 2 en 3, vermeld in artikel 4.1.20, §§ 3 tot 5, worden verkregen. Deze vrijstelling is enkel van toepassing op de percelen waarop de sociale last wordt verwezenlijkt; 4° een vrijstelling, beperkt tot één onbebouwde bouwgrond in woongebied of één onbebouwde kavel per kind, wordt tevens toegekend aan ouders met kinderen die al dan niet ten laste zijn. Deze vrijstelling wordt toegekend op voorwaarde dat het kind op 1 januari van het aanslagjaar de leeftijd van vijfentwintig jaar nog niet heeft bereikt. Deze vrijstelling geldt gedurende de 10 aanslagjaren volgend op de verwerving van het onroerend goed. 5° de eigenaars die op geen enkele van de bovenstaande vrijstellingen van artikel 5 §1 kunnen aanspraak maken, hebben recht op een vrijstelling tijdens het eerste en het tweede aanslagjaar volgend op de verwerving van het onroerend goed. Deze vrijstelling is beperkt tot één onbebouwde bouwgrond in woongebied of één onbebouwde kavel en is niet cumuleerbaar met enige andere vrijstelling. 5 §2. De belasting wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd: 1° ingevolge hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden; 2° ingevolge de Pachtwet van 4 november 1969, waarbij het bewijs van de pacht door alle middelen rechtens mag worden geleverd. Deze vrijstelling is niet van toepassing op onbebouwde kavels in niet-vervallen verkavelingen; 3° ingevolge een bouwverbod of enige andere erfaanslagbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt. 5 §3. De belasting wordt niet geheven op gronden die voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden: 1° het betreft een bouwgrond in woongebied; 2° de grond wordt werkelijk en volledig aangewend voor land- en tuinbouw gedurende het hele aanslagjaar; 3° de grond wordt aangewend door de eigenaar; 4° de grond wordt aangewend in het kader van de hoofdberoepsactiviteit van de eigenaar. Als aan de bovenvermelde voorwaarden voldaan is, kan een vrijstelling aangevraagd worden door middel van een daartoe bestemd formulier. 5 §4. De belasting wordt niet geheven in hoofde van de houders van een in laatste administratieve aanleg verleende verkavelingsvergunning, en dit gedurende twee aanslagjaren, te rekenen vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning in laatste administratieve aanleg, respectievelijk, wanneer de verkaveling werken omvat, vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar van afgifte van het attest, vermeld in artikel 4.2.16, §2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, desgevallend voor die fase van de verkavelingsvergunning waarvoor het attest wordt verleend. Als het voorgenoemde attest niet is afgeleverd binnen de twee jaren na aflevering van de verkavelingsvergunning vervalt de vrijstelling. Deze vrijstelling geldt niet voor vergunningen die zijn afgeleverd in het kader van een verkavelingwijziging.
Gemeenteraad van 30 december 2013
972
Artikel 6: algemene onbelastbaarheid Benevens de vrijstellingen geldt onverkort de algemene onbelastbaarheid van de Staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies en de gemeenten voor wat betreft goederen van het openbaar domein en van goederen van het privaat domein die voor een aanslag van openbaar nut worden aangewend. Artikel 7: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8: bezwaarprocedure De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan. Artikel 9: verwijzing naar het W.I.B. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 10: Overgangsbepaling De belasting wordt niet geheven op een perceel dat voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden: 1° ze behoren toe aan dezelfde eigenaar als deze van de aanpalende bebouwde bouwgrond of kavel; 2° ze vormen met die bebouwde bouwgrond of kavel één ononderbroken ruimtelijk geheel. De vrijstelling, vermeld in het eerste lid, geldt slechts voor één aanpalend perceel en ten belope van een straatbreedte van ten hoogste dertig meter van dat perceel. Deze vrijstelling is enkel van toepassing op gronden die verworven zijn voor de eerste invoering van dit reglement op 7 juni 2010 . Bovendien geldt deze vrijstelling slechts gedurende 10 aanslagjaren vanaf de eerste invoering van dit reglement, dus tot en met aanslagjaar 2019. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013c. Goedkeuring te hechten aan belastingreglement op tweede verblijven. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op tweede verblijven. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het gemeentedecreet. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging de invordering en de geschillenprocedure van de provincieen gemeentebelastingen en latere wijzigingen. Argumentatie 1. De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
973
2. Het bijhouden van de bevolkingsregisters is de taak en de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Correcte informatie is noodzakelijk omwille van statistische redenen en omwille van de veiligheid en identificatie van personen. Het is daarmee belangrijk dat diegene die zich op het verblijfsadres kan inschrijven dit ook effectief doet. Een heffing op kan er toe bijdragen dat personen die hun feitelijke hoofdverblijfplaats in de gemeente hebben zich laten inschrijven in de bevolkinsgregisters. Uit ervaring van de voorgaande jaren blijkt bovendien dat heel wat eigenaars van leegstaande woningen claimen dat ze de woningen gebruiken voor tweede verblijf waardoor er een aanvoelen is dat een aangifte als tweede verblijf een manier was om een heffing op leegstand te vermijden. Om deze reden is het aangewezen om de heffing op tweede verblijven te actualiseren. Er wordt voorgesteld te werken met een hoog basistarief om het gewenste effect te bereiken. 3. Het is niet aangewezen om het basistarief op alle situaties toe te passen aangezien het vestigen van een hoofdverblijfplaats niet overal mogelijk of wenselijk is. - 2de verblijven gelegen in een gebied voor verblijfsrecreatie hebben een recreatiefunctie en geen woonfunctie. Het vestigen van een hoofdverblijfplaats in een weekendverblijf is uitgesloten. - Studenten kunnen zich niet laten inschrijven in de bevolkingsregisters omdat een studentenkamer geen hoofdverblijfplaats is. - In agrarisch gebied is de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders mogelijk. Aangezien het hier gaat om kortverblijf is een inschrijving als hoofdverblijfplaats niet verplicht. Om deze reden wordt voorgesteld te werken met een gedifferentieerd tarief en een belasingvermindering toe te staan in bovengenoemde situaties. Een belasting voor deze situaties blijft te verantwoorden, aangezien de heffing ook beschouwd kan worden als een compensatie op de aanvullende belasting op de rijksbelasting van de natuurlijke personen. De gemeente levert immers heel wat inspanningen voor personen die niet zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente maar die er toch dikwijls verblijven en dus ook gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening. Wie niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente wordt ook niet aangeslagen in de aanvullende belasting op de rijksbelasting van de natuurlijke personen. 4. In de verlengingsaanvraag van het project ‘Wonen in de stadsregio’ is opgenomen dat de regelgeving rond leegstand en tweede verblijven wordt geoptimaliseerd en onderling wordt afgestemd. Beerse, Turnhout en OudTurnhout hadden reeds eerder een belasting op tweede verblijven. In Vosselaar wordt een heffing ingevoerd. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op tweede verblijven goed te keuren. Belastingreglment op tweede verblijven. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op de tweede verblijven. Dit reglement is niet van toepassing op woningen die werden opgenomen in het leegstandsregister of de inventaris ‘ongeschikt – onbewoonbaar – onveilig’ in het kader van het gemeentelijk belastingsreglement op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand. Artikel 2: definities 2.1. Tweede verblijf Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woongelegenheid waarvan degene, die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het aanslagjaar niet ingeschreven is in de bevolkingsregister, vreemdelingenregister of het wachtregister en waarvoor deze persoon ook nog geen aanvraag tot inschrijving heeft ingediend, ongeacht het feit of het gaat om woningen, landhuizen, bungalows, appartementen, studio’s, studentenhuizen, (studenten)kamers, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woongelegenheden, maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt. 2.2. Als tweede verblijf wordt niet beschouwd: a) tenten en woonaanhangwagens b) verplaatsbare caravans, tenzij deze ten minste drie maanden van een jaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden c) ziekenhuizen, vluchthuizen, woningen die gebruikt worden voor begeleid wonen d) hotels, gastenkamers, vakantiewoningen, vakantielogies zoals bedoeld in het decreet van 10 juli 2008 en
Gemeenteraad van 30 december 2013
974
latere wijzigingen betreffende het toeristisch logies en latere wijzigingen, en dit op voorwaarde dat zij aangemeld werden bij of vergund werden door de dienst Toeristische Vergunningen e) verblijven zoals bedoeld in het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’ f) de tijdelijk leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat het in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar als hoofdverblijfplaats werd aangewend blijkens de gegevens van het bevolkingsregister, vreemdelingeregister of wachtregister. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar houder is van een van de hierna vermelde zakelijke rechten op het tweede verblijf: de volle eigendom het recht van opstal of van erfpacht het vruchtgebruik Artikel 4: tarief De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop die persoon ophoudt houder van het zakelijk recht van het belaste goed te zijn. Behoort één van die zakelijk rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon dan geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. 4.1. tarief voor tweede verblijven in een gebied voor verblijfsrecreatie De belasting bedraagt 150 euro per tweede verblijf indien het tweede verblijf gelegen is in een gebied bestemd voor verblijfsrecreatie. Een belastingvermindering van 50 % voor 1 belastbaar goed wordt verleend aan de belastingplichtige die het bewijs voorlegt dat hij of een inwonend familielid voor ten minste 66 % getroffen is door een lichamelijke of geestelijke handicap. 4.2. tarief voor vergunde weekend verblijven gelegen buiten het gebied voor verblijfsrecreatie De belasting bedraagt 500 euro per tweede verblijf indien tegelijk wordt voldaan aan volgende twee voorwaarden: het weekend verblijf is gelegen in een ander gebied waar een verblijfsrecreatieve functie mogelijk is en de verblijfsrecreatieve functie is vergund of de houder van het zakelijk recht kan het bewijs voorleggen dat de verblijfsrecreatieve functie vergund geacht is. Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf. 4.3. tarief voor studentenkamers De belasting bedraagt 40 euro per tweede verblijf indien de houder van het zakelijk recht van het tweede verblijf een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf betrokken wordt door een student(e) gedurende het schooljaar waarin 1 januari van het aanslagjaar valt. In geval van tijdelijke leegstand van een studentenkamer wordt de belasting eveneens verminderd tot 40 per tweede verblijf indien de houder van het zakelijk recht van het tweede verblijf een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf betrokken werd door een student(e) gedurende het schooljaar waarin 1 januari van jaar voorafgaand aan het aanslagjaar valt. De houder van het zakelijk recht kan het bewijs van het gebruik leveren door het voorleggen van: - een afschrift van het huurcontract - en een attest waaruit blijkt dat de student(e) is ingeschreven aan een onderwijsinrichting, waarvan hij/zij de lessen volgt en voor wie dat zijn hoofdbezigheid vormt Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf. 4.4. tarief voor een tweede verblijf in agrarisch gebied dat wordt gebruikt als huisvesting van seizoensarbeiders De belasting bedraagt 40 euro per tweede verblijf indien de houder van het zakelijk recht van het tweede verblijf een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf gebruikt werd voor kortverblijf door seizoensarbeiders in de land- en tuinbouwsector op 1 januari van het aanslagjaar of gedurende het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Een seizoensarbeider is een gelegenheidsarbeider zoals vermeld in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen van 12 juli 2013 en latere wijzigingen. Deze vermindering kan enkel worden toegestaan indien het tweede verblijf dat door de seizoensarbeiders betrokken wordt, gelegen is in agrarisch gebied. De houder van het zakelijk recht kan het bewijs van het gebruik leveren door het voorleggen van:
Gemeenteraad van 30 december 2013
975
-
een kopie van een loonfiche of een kopie van een Dimona-aangifte of een kopie van een gelegenheidsformulier (plukkaart) - en een afschrift melding van aanwezigheid of een aankomstverklaring (enkel in geval van EUvreemdelingen of niet-EU-vreemdelingen) Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf. 4.5. tarief voor de overige tweede verblijven De belasting wordt vastgesteld op 500 euro voor het aanslagjaar 2014. Vanaf het aanslagjaar 2015 bedraagt de belasting 1.000 euro. Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf. Artikel 5: aangifteplicht + wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige. De belastingschuldige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingschuldige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 30 juni van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 6: procedure van amtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 3, kan de belasting ambtswege worden ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 25% van de verschuldigde belasting. Artikel 7: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om de toepassing van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. Artikel 8: overgangsmaatregel Er wordt een vrijstelling verleent van 1 jaar vanaf de inwerkingtreding van dit reglement aan de houder van het zakelijk recht die een tweede verbijft verhuurt, dat valt onder het tarief vastgelegd in artikel 4.5. van dit reglement, indien de belastingplichtige een geregistreerd huurcontract met de effectieve bewoner(s) kan voorleggen dat is ingegaan en werd geregistreerd voor datum van de inwerkingtreding van dit reglement, zijnde 1 januari 2014. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën
Gemeenteraad van 30 december 2013
976
013d. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op terrassen, uitstallingen en automaten. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op terrassen, uitstallingen en automaten. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op terrassen, uitstallingen en automaten goed te keuren. Belastingreglement op terrassen, uitstallingen en automaten. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op het uitstallen of plaatsen van terrassen op het openbaar domein, evenals op het uitstallen of plaatsen van koopwaren en/of tekstborden van welke aard ook op het openbaar domein en op het plaatsen van automaten op openbaar domein of op privé-domein langsheen de openbare weg. Artikel 2: definitie Terras: deel van de openbare weg dat privatief in gebruik wordt genomen door een horecazaak om dranken en voedingswaren voor directe consumptie te koop aan te bieden. Gevelterras: terras dat is opgesteld direct aansluitend op de gevel van de horecazaak. Eilandterras: terras dat niet tegen de gevel van een horecazaak is gesitueerd, maar in de onmiddelijke nabijheid van de horecazaak. Tussen de gevel en het terras is steeds verkeer mogelijk. Open terras: een terras dat minimum bestaat uit losse tafels en/of stoelen, maar dat mogelijk ook terrasschermen, parasols, luuifel, … bevat, voor zover deze elementen weg te nemen zijn en deze constructief geen geheel vormen. Gesloten terras: een terras met overdekte constructie ( glazen dak en/of luifel ) waarvan de terraselementen tot één constructief geheel zijn samengevoegd, dat als uitbreiding van de aanpalende horecazaak dient, al dan niet met verhoogde vloer, en dat volledig afgesloten kan worden. Uitstalling: elke verkoopsstand of losse constructie op het openbaar domein of tegen de huisgevel, met als doel de uitstalling, de verkoop van handelswaren of de verwijzing naar de in de handelszaak te koop aangeboden producten of diensten, met uitzondering van deze die worden beschouwd als een automaat. Automaat: als automaat wordt beschouwd elk apparaat, bestemd voor de verkoop van voedingswaren dat een mechanisch, elektrisch of elektronisch onderdeel bevat, dienstig voor het in gang brengen of voor de bediening ervan en waarvan de start veroorzaakt wordt door het inbrengen van een geldstuk of gelijk welk ander middel dat hiervoor in de plaats komt. Deze belasting is niet van toepassing op de automaten in automatenshops en op automaten die zodanig geplaatst zijn dat ze niet vrij toegankelijk zijn voor het publiek. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de vergunning voor het terras en/of de uistalling heeft aangevraagd. De natuurlijke of rechtspersoon die het openbaar domein in gebruik neemt is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Voor automaten is de belasting verschuldigd door de eigenaar. Artikel 4: aanvraag vergunning De belastingplichtigen dienen vooraleer ze op het grondgebied van de gemeente een terras en/of uitstalling plaatsen, bij het stadsbestuur een aanvraag in te dienen om een vergunning te bekomen. Artikel 5: aangifteplicht Het vooraf indienen van een aanvraag tot vergunning op een daartoe voorgeschreven formulier geldt als aangifte. Artikel 6: tarief De belasting wordt vastgesteld als volgt: 6.1 Terrassen: De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welke ook de datum is van de aanvraag, aanvang of beëindiging van het innemen van de openbare ruimte. De belasting wordt berekend per ingenomen m². Een begonnen m² wordt beschouwd als een volledige m².
Gemeenteraad van 30 december 2013
977
A. voor gesloten gevelterrassen: 50 euro per m² ingenomen oppervlakte van de openbare weg. B. voor open gevelterrassen: B.1. zone Grote Markt: 30 euro per m² voor de opstelling van het terras gedurende het hele jaar. B.2. zone Grote Markt: 15 euro per m² voor de opstelling van het terras van 1 maart tot en met 31 oktober. B.3 alle andere plaatsen: 10 euro per m² voor de opstelling van het terras gedurende het hele jaar. C. voor eilandterrassen: 10 euro per m² voor de opstelling van het terras van1maart tot en met 31oktober. 6.2. Uitstallen van koopwaar, plaatsen van tekstborden en dergelijke: De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welke ook de datum is van de aanvraag, aanvang of beëindiging van het innemen van de openbare ruimte. De belasting wordt berekend per ingenomen m². Een begonnen m² wordt beschouwd als een volledige m². De belasting bedraagt 10 euro per m² ingenomen oppervlakte van het openbaar domein per jaar. 6.3. Automaten voor de verkoop van voedingswaren zoals brood, snoep en drank : De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd. De belasting bedraagt 125 euro per strekkende of begonnen meter per jaar met een minimum van 125 euro per automaat. De lengte die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de retributie is deze aan de voorzijde van de automaat. Artikel 7: vrijstelling In afwijking van het bepaalde in artikel 6 is de belasting onder artikel 6.1 niet van toepassing: - tijdens de 14-daagse periode van de jaarlijkse augustusfoor; - tijdens de door de stad Turnhout georganiseerde optredens / animatie - in het geval dat er aan de volgende voorwaarden tegelijk wordt voldaan : het terras kan voor de volledige vergunde oppervlakte niet geplaatst worden of is niet bereikbaar, louter ingevolge werken van openbaar nut gedurende minstens een periode van 60 ononderbroken kalenderdagen binnen één kalenderjaar In afwijking van het bepaalde onder artikel 6.3 wordt er per belastingplichtige een vrijstelling verleend voor één automaat indien de automaat op de eigendom van de handelszaak staat waar dezelfde producten worden verkocht als deze die zich in de automaat bevinden. Artikel 8: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige. Deze aangifte dient te gebeuren op een daartoe door het gemeentebestuur voorbestemd formulier. Artikel 9: procedure van ambtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtswege worden ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Op deze ambtshalve vastgestelde belasting wordt een verhoging van 25 % toegepast. Artikel 10: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om elke inname van het openbaar domein zoals gedefinieerd in artikel 1 van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar op te meten en te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef
Gemeenteraad van 30 december 2013
978
Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013e. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, belwinkels, wedkantoren en seksshops. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, belwinkels, wedkantoren en seksshops. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen terzake. Argumentatie De activiteiten van genoemde zaken verschillen fundamenteel van deze van de gewone kleinhandel en belasten daardoor de gemeentelijke openbare diensten extra bij de handhaving van de openbare orde en de openbare netheid. Een teveel van deze zaken schaadt ook de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het winkelapparaat. De financiële van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, belwinkels, wedkantoren en seksshops goed te keuren. Belastingreglement op nachtwinkels, automatenshops, belwinkels, wedkantoren en seksshops. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op nachtwinkels, automatenshops, belwinkels, wedkantoren en seksshops gelegen op het grondgebied van Turnhout. Er wordt een openingsbelasting geheven op wedkantoren gelegen op het grondgebied van Turnhout. Artikel 2: definitie nachtwinkel: als nachtwinkel wordt beschouwd iedere vestigingseenheid waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter dan 150 m² is, die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen en die op onduidelijke en permanente manier de vermelding “nachtwinkel” draagt. belwinkel: als belwinkel wordt beschouwd iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten. wedkantoor: als wedkantoor wordt beschouwd inrichtingen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor het afsluiten van weddenschappen, al dan niet via internet. De kansspelinrichtingen klasse I, II en III zoals beschreven in de Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers behoren niet tot de wedkantoren in de zin van dit belastingreglement. automatenshop: als automatenshop wordt beschouwd elke vestigingseenheid ingericht voor het uitbaten van automaten met een totale minimale oppervlakte van 2 m² voor de verkoop van drank en/of voeding zonder tussenkomst van een verkoper. seksshop: als seksshop wordt beschouwd elke winkel waarin erotische producten worden verkocht, zoals seksspeeltjes, pornografisch materiaal, erotische lingerie, erotische boeken, enz. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden. Artikel 4: tarief De jaarlijkse belasting is ondeelbaar. Zij is verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvang- of de stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van de uitbating in het jaar weze. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.
Gemeenteraad van 30 december 2013
979
Het tarief van de jaarlijkse belasting voor nachtwinkels, automatenshops, belwinkels en seksshops bedraagt 1.500 euro per handelszaak. Het tarief van de jaarlijkse belasting voor wedkantoren bedraagt 2.500 euro per wedkantoor. Het tarief voor de éénmalige openingsbelasting voor wedkantoren bedraagt 5.000 euro per wedkantoor. Artikel 5: aangifteplicht De eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan alsmede de eigenaar van het pand zijn ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte hiervan te doen bij het stadsbestuur. Ze zijn verplicht alle nodige documenten en vergunningne voor te leggen op eertse verzoek van het stadsbestuur. Ze worden ertoe gehouden de eventuele controle van hun verklaring mogelijk te maken. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige. De belastingschuldige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingschuldige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 december van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 6: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7: procedure van amtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 3, kan de belasting ambtswege worden ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 25% van de verschuldigde belasting. Artikel 8: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om de toepassing van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. Artikel 9: schadeloosstelling In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van een sanctie opgelegd krachtens artikel 43 van het gemeentedecreet of in geval van tijdeijke of definitieve sluiting omwille van elke andere mogelijke sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele schadeloosstelling aanspraak maken. Artikel 10: wijziging of stopzetting Elke wijziging of stopzetting van economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het stadsbestuur. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën
Gemeenteraad van 30 december 2013
980
013f. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op het afleveren van administratieve stukken. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op het afleveren van administratieve stukken. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere aanvullingen en wijzigingen terzake - het koninklijk besluit van 18 oktober 2006 betreffende het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar wijzigt het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de identiteitsstukken en -bewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar - Besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen en meer bepaald art. 9 - Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen - KB van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen Argumentatie Aangezien het afleveren van allerlei administratieve stukken voor de gemeente zware lasten meebrengt, is het aangewezen hiervoor een gematigde belasting in te vorderen. De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op het afleveren van administratieve stukken goed te keuren. Belastingreglement op het afleveren van administratieve stukken. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op het afleveren van administratieve bescheiden. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die, op eigen initiatief of op uitnodiging van het gemeentebestuur, wegens de wettelijke regeling ter zake, om de bescheiden vraagt en door het enkele feit dat het gemeentebestuur het gevraagde document ter beschikking van de belastingplichtige stelt. Artikel 3: tarief Het bedrag van de belasting wordt bepaald als volgt: a) identiteitsbewijzen: - het eerste identiteitsstuk met plastieken zakje voor kinderen van minder dan 12 jaar oud wordt gratis afgeleverd; - voor elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar ( Kids-ID ), zoals bepaald in het KB van 18 oktober 2006: 7 euro per kaart ( = 6,10 euro voor FOD Binnenlandse Zaken + 0,90 euro gemeentebelasting); - voor elektronische identiteitskaarten (eID), zoals bepaald in het KB van 25 maart 2003 (BS 28 maart 2003): 20 euro per kaart (=15,20 euro voor FOD Binnenlandse Zaken + 4,80 euro gemeentebelasting). b)verblijfsbewijzen voor vreemdelingen - 6 euro (= 0,73 euro FOD Binnenlandse zaken + 5,27 euro gemeentebelasting) voor een eerste attest van immatriculatie en voor ieder attest van immatriculatie tegen teruggave van het oude; - 1 euro (gemeentebelasting) voor het identiteitsbewijs voor kinderen onder de twaalf jaar; - een elektronische vreemdelingenkaart ( eVK) heeft dezelfde kostprijs als de elektronische identiteitskaart voor Belgen, namelijk 20 euro (=15,20 euro voor FOD Binnenlandse Zaken + 4,80 euro gemeentebelasting); - 6 euro voor een bijlage 35 bij het KB van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. c) dringende identiteitskaarten - voor het afleveren van een zeer dringende elektronische identiteitskaart en de elektronische vreemdelingenkaart met volledig transport : 205 euro (=181,30 euro FOD Binnenlandse Zaken + 23,70 euro gemeentebelasting);
Gemeenteraad van 30 december 2013
981
voor het afleveren van een dringende elektronische identiteitskaart en de elektronische vreemdelingenkaart met volledig transport: 135 euro (=116,90 euro FOD Binnenlandse Zaken + 18,10 euro gemeentebelasting); - voor het afleveren van een zeer dringende Kids-ID met volledig transport: 180 euro (=174,20 euro FOD Binnenlandse Zaken + 5,80 euro gemeentebelasting); - voor het afleveren van een dringende Kids-ID met volledig transport: 111 euro (=109,80 euro FOD Binnenlandse Zaken + 1,20 euro gemeentebelasting). Bij het afleveren van een zeer dringende elektronische identiteitskaart of Kids-ID wordt door de gemeente een hogere bijdrage dan voor het afleveren van een dringende elektronische identiteitskaart aangerekend. Immers, bij de zeer dringende procedure dient het document, desnoods buiten de kantooruren, naar of van een politiekantoor gebracht of gehaald te worden waardoor een personeelslid het ook op afspraak kan afleveren aan de klant, hetgeen een meerkost betekent voor het gemeentebestuur. d) internationaal paspoort - internationaal paspoort - 18 j volgens gewone procedure: 41 euro (=productie en transportkosten); - internationaal paspoort - 18 j volgens de spoedprocedure: 210 euro (=productie en transportkosten); - internationaal paspoort + 18 j volgens gewone procedure: 81 euro (=41 euro productie en transportkosten + 30 euro consulaire taks + 10 euro gemeentebelasting); - internationaal paspoort +18 j volgens de spoedprocedure: 260 euro (=210 euro productie en transportkosten + 30 euro consulaire taks + 20 euro gemeentebelasting); - in het geval een nachtlevering wordt gevraagd, worden de werkelijke kosten van de koerier volledig verhaalt op de belastingplichtige. e) rijbewijzen - elektronische rijbewijzen en elektronische voorlopige rijbewijzen: 25 euro (=20 euro voor FOD Mobiliteit en Vervoer + 5 euro gemeentebelasting); - internationaal rijbewijs voor de periode t.e.m. 31/01/2014: 16 euro (=12,25 euro FOD Mobiliteit en Vervoer + 3,75 euro gemeentebelasting). - Internationaal rijbewijs vanaf 01/02/2014: 20 euro (=16 euro FOD Mobiliteit en Vervoer + 4 euro gemeentebelasting). f) diverse documenten - trouwboekje: 20 euro per stuk; - arbeidskaart C: 6 euro per kaart; - formulier verbintenis tot tenlasteneming bijlage 3 bis KB 8 oktober 1981 : 6 euro per formulier, te verhogen met 7,50 euro in het geval dat de documenten aangetekend worden verzonden; - bijlagen 15bis, 19, 19ter en 41bis van het KB van 8 oktober 1981betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen: 20 euro per bijlage. g) afgifte van een conformiteitsattest voor zelfstandige woningen: 62,50 euro; voor een kamerwoning: 62,50 euro verhoogd met 12,50 euro per kamer vanaf de zesde kamer met een maximum van 1.250 euro. Artikel 4: vrijstellingen Zijn van gemeentebelasting vrijgesteld: a) de stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven; b) de bescheiden afgeleverd aan onvermogende personen; c) de vergunning betreffende de activiteiten, die als dusdanig reeds door de gemeente aan een belasting of retributie onderworpen zijn, of die de betaling van een bijkomend recht ten voordele van de gemeente krachtens een wet of enig ander algemeen of provinciaal reglement voor gevolg hebben; d) de mededeling door de politie aan de verzekeringsmaatschappij verstrekt aangaande inlichtingen omtrent het gevolg dat gegeven werd aan verslagen inzake verkeersongevallen op de openbare weg; e) de machtiging betreffende godsdienstige of politieke manifestaties; f) de bescheiden afgeleverd aan de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen, alsmede de instellingen van openbaar nut; g) De internationale paspoorten afgeleverd aan kinderen jonger dan 18 jaar; h) De afgifte van een conformiteitsattest indien het conformiteitsattest op eigen initiatief door de burgemeester wordt afgeleverd; -
Gemeenteraad van 30 december 2013
982
i) De afgifte van een conformiteitsattest indien het conformiteitsattest wordt afgeleverd voor woningen die te huur worden aangeboden aan het Sociaal Verhuurkantoor Nooderkempen met het oog op een nieuwe inhuurname. Artikel 5: wijze van inning De belasting wordt contant ingevorderd. Indien de belastingplichtige niet betaald heeft, wordt van ambtswege overgegaan tot inkohiering door het college van burgemeester en schepenen op grond van de gegevens waarop het gemeentebestuur beschikt. Artikel 6: opheffing De inwerkingtreding van dit belastingreglement heft het vorige belastingreglement dat werd goedgekeurd in de gemeenteraad van 4 maart 2013 op. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Financieële dienst 013g. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op schutsels en stellingen. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op schutsels en stellingen. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De aanwezigheid van schutsels, stellingen, bouwkraan, materialen, container,… op het openbaar domein brengen bijkomende kosten en lasten mee voor de gemeente in verband met het onderhoud en het toezicht op het openbaar domein. Naargelang er meer openbare ruimte wordt ingenomen, of naargelang deze inname langer duurt, stijgt de graad van hinder van opgestelde schutsels en stellingen. Het is dan ook gerechtvaardigd om hiervoor een belasting aan te rekenen. De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op schutsels en stellingen goed te keuren. Belastingreglement op schutsels en stellingen. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op het plaatsen van een omheining, een schutting, een stelling, een kraan, een container, materialen (steen, zand, enz.) of een andere constructie op het openbaar domein. Artikel 2: aangifteplicht Alvorens over te gaan tot de inname van het openbaar domein dient hiervoor een een schriftelijke toelating bekomen te worden van het gemeentebestuur. Hiertoe dient minstens 2 weken voor de aanvang van de inname een aanvraag ingediend te worden bij het gemeentebestuur via het daartoe bestemde formulier. Voor elke wijziging met betrekking tot de initieel aangegeven gegevens ( zoals vb. de verlenging van de termijn, … ) moet een bijkomende aanvraag ingediend worden. Een standaardformulier is beschikbaar via de website van de stad of op de bevoegde dienst. Het vooraf indienen van een aanvraag tot vergunning op een daartoe voorgeschreven formulier, geldt als
Gemeenteraad van 30 december 2013
983
aangifte. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de houder van de vergunning. Bij ontstentenis van een aanvraag is de belasting verschuldigd door de uitvoerder van de werken of de innemer van het openbaar domein. Artikel 4: tarief Het bedrag van de belasting wordt per m² of begonnen m² en per dag vastgesteld in functie van het aantal dagen dat de openbare ruimte wordt ingenomen en in functie van de afstand tot de gevel of de rooilijn. De belasting wordt vastgesteld op 0,25 euro per m² ingenomen oppervlakte van het openbaar domein per dag. De belasting bedraagt minimaal 15 euro. Voor de bepaling van de afstand tot gevel of rooilijn wordt het punt dat het verst hiervan verwijderd is in aanmerking genomen. De belastbare oppervlakte is de oppervlakte van de grootst mogelijke rechthoek die binnen de uiterste punten van de hindernis kan worden getrokken. Artikel 5: vrijstellingen De belasting wordt niet toegepast: - wanneer de totale ingenomen oppervlakte minder dan 1 m² bedraagt. - op de in artikel 1 genoemde voorwerpen welke geplaatst worden wegens verbouwing van door oorlogsfeiten geteisterde gebouwen, indien er geen gebruik van gemaakt wordt voor publiciteitsdoeleinden. - op de oppervlakte ingenomen door een door de politie goedgekeurde veilige doorgang voor voetgangers. - de bezetting van het openbaar domein door instellingen die ingevolge bijzondere wetten vrijgesteld zijn van gemeentelijke belastingen. Het kortstondig afbreken en daarna terugplaatsen van de hindernis binnen een termijn van 8 kalenderdagen voor hetzelfde werk op dezelfde plaats doet voor wat de berekening betreft geen afbreuk aan het feit dat het om dezelfde belastbare materie gaat. Artikel 6: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen. De aangifte dient te gebeuren op een daartoe door het stadsbestuur voorbestemd formulier en vooraleer een belastbaar voorwerp op de openbare weg wordt geplaatst. Artikel 7: ambtshalve vestiging Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of ingeval van onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Artikel 8: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om elke inname van het openbaar domein zoals gedefinieerd in artikel 1 van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar op te meten en te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. Artikel 9: bijkomende bepaling Wanneer het openbaar nut het vereist, wanneer de vergunninghouder niet meer aan de in de vergunning opgelegde voorwaarden voldoet of wanneer geen vergunning werd bekomen, kan het gemeentebestuur de opdracht geven om de ingenomen oppervlakte te ontruimen. Bij weigering van ontruiming kan deze uitgevoerd worden op kosten van de vergunninghouder. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden.
Gemeenteraad van 30 december 2013
984
Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013h. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen en andere vervuilende elementen op het openbaar domein. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen en andere vervuilende elementen op het openbaar domein. Motivering Juridische grond - bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen terzake. Argumentatie De stad wordt regelmatig geconfronteerd met zwerfvuil en sluikstorten. Het opsporen van de sluikstorter of vervuiler vergt supplementaire inspanningen. De stad heeft tot taak te waken over de gezondheid van haar inwoners, waardoor het aangewezen is initiatieven te nemen om de verontreiniging, die ontstaat door sluikstorten op het openbaar domein, zo spoedig mogelijk te reinigen. Het weghalen en verwijderen van sluikstortingen en andere vervuilende elementen op het openbaar domein brengt hoge kosten met zich mee. Het is aangewezen deze kosten te verhalen op de sluikstorter of vervuiler. Besluit De gemeenteraad beslist om het onderstaande belastingreglement op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen en andere vervuilende elementen op het openbaar domein goed te keuren. Belastingreglement op het weghalen en verwijderen van sluikstortingen en andere vervuilende elementen op het openbaar domein. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2013 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op het ambtshalve weghalen en verwijderen van sluikstortingen en andere vervuilende elementen, waaronder zwerfvuil en wederrechtelijk aangebrachte aanplakkingen, op het openbaar domein door of in opdracht van de gemeente. Deze reglementering treft evenwel niet de materie voorzien in het retributiereglement op brandweerprestaties, behoudens indien op eenzelfde vastgestelde toestand beide reglementen toepasbaar zouden zijn. In dat geval geldt de verordening wier toepassing het hoogste bedrag oplevert. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door iedere persoon die afvalstoffen of andere vervuilende elementen achterlaat, opslaat of stort op en naast openbare wegen, plaatsen en terreinen met een openbaar karakter. Eventueel is de belasting verschuldigd door de persoon die voor de vervuiler burgerlijk verantwoordelijk is. In het geval van het verwijderen van aanplakkingen die in strijd zijn met de wet of met de vigerende politiereglementering inzake publiciteitsvoering door aanplakking is de belasting verschuldigd door de verantwoordelijk voor de wederrechtelijke aanplakking en zo deze niet gekend is, door de organisator van de manifestatie vermeld op de aangeplakte affiche, respectievelijk door degene wiens handelsnaam, logo of embleem op de aangebrachte affiche voorkomt. Artikel 3: tarief De belasting bedraagt : Artikel 3.1: Bij het ambtshalve weghalen en verwijderen van afvalstoffen of andere vervuilende elementen door de gemeente wordt het bedrag van deze belasting als volgt vastgesteld: a) voor klein zwerfvuil (o.a. uitwerpselen van menselijke en dierlijke oorsprong, een fles, een blikje, sigarettenpeuk, papier, kleine verpakking, … ): 30 euro.
Gemeenteraad van 30 december 2013
985
b) voor sluikstorten ( alle andere afvalstoffen dan klein zwerfvuil, waaronder ook kleine huisvuilzakjes en te vroeg aangeboden of niet reglementair verpakt huisvuil ): 206 euro per beginnende ton. Artikel 3.2: voor het opruimen of verwijderen van wederrechtelijk aangebrachte aanplakkingen bedraagt de belasting 15 euro per affiche. Artikel 4: controlemogelijkheden Er worden door de stad personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van het belastingreglement. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Artikel 5: wijze van inning De belastingschuld ontstaat vanaf het ogenblik van het weghalen en verwijderen van de afvalstoffen en wordt ingevorderd bij wijze van inkohiering. Dit kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De betaling van de belasting wordt gevorderd onverminderd de gerechtelijke vervolging tegen de personen bedoeld in artikel 2. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013i. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen (1ste klasse). Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen (1ste klasse). Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere aanvullingen en wijzigingen terzake - het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. De inwerkingtreding van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning brengt voor de stad Turnhout immers kosten met zich mee. Besluit De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen (1ste klasse) goed te keuren. Belastingreglement op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen (1ste klasse). Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de handels-, nijverheids- en landbouw-ondernemingen die een als hinderlijk beschouwde inrichting van 1ste klasse van permanente of tijdelijke aard exploiteren overeenkomstig de modaliteiten van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (Vlarem). Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de exploitant van de vergunningsplichtige inrichting. Ze wordt gevestigd per afzonderlijke inplanting waarvoor een vergunning werd verleend.
Gemeenteraad van 30 december 2013
986
Artikel 3: tarief Het bedrag van de jaarlijkse belasting wordt als volgt vastgesteld: 3.1) voor land- en tuinbouwbedrijven 0,62 euro per 100 m² (of 1 are) bedrijfsvloeroppervlakte van de onderneming met een minimum van 40 euro. Elk gedeelte van een are wordt als één eenheid beschouwd. Worden echter van deze regeling uitgesloten de industriële vetmesterijen en fokkerijen, onafhankelijk van een landbouwbedrijf. Als industriële vetmesterijen en fokkerijen worden die bedrijven bedoeld waarbij de kweek van de dieren niet of weinig afhankelijk is van de grondopbrengst. Deze bedrijven zijn dus weinig of niet grondgebonden. 3.2) voor alle andere bedrijven: 0,02 euro per m2 bedrijfsvloeroppervlakte van de onderneming met een minimumbelasting van: - 15 euro voor de inrichtingen die een bedrijfsvloeroppervlakte beslaan van maximum 1 000 m2 - 50 euro voor de inrichtingen die een bedrijfsvloeroppervlakte beslaan van meer dan 1 000 m2 tot en met 3 000 m2 - 115 euro voor de inrichtingen die een bedrijfsvloeroppervlakte beslaan van meer dan 3 000 m2 tot en met 6 000 m2 - 225 euro voor de inrichtingen die een bedrijfsvloeroppervlakte beslaan van meer dan 6 000 m2 tot en met 12 000 m2 - 397 euro voor de inrichtingen die een bedrijfsvloeroppervlakte beslaan van meer dan 12 000 m2 tot en met 20 000 m2 Voor de inrichtingen waarvan de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 20 000 m2 (= 2 ha) zal de belasting berekend worden op basis van 0,02 euro per m2, met een minimum van 625, voor de eerste 20 ha (= 200 000 m²) en à rato van 0,003 euro per m2 voor de schijf van de bedrijfsvloeroppervlakte boven de 20 ha. Als bedrijfsvloeroppervlakte komt in aanmerking de oppervlakte van de verschillende niveau's van het gebouw of de gebouwen, dienstig voor de uitbating van het aan vergunning onderworpen bedrijf, alsmede van het aanliggend terrein met inbegrip van alle aanhorigheden die met de exploitatie ervan een functionele band hebben, met uitsluiting van de weilanden en openluchtteelten, de woeste gronden of braakliggende industriegronden, de beboste terreinen en de niet-opgelegde groene zones (voor de opgelegde groene zones: zie vergunningsbesluit), de sportterreinen, de plantsoenen en de woning van de bedrijfsbeheerder. Artikel 4: bijkomende bepalingen Voor de vestigingen met een als hinderlijk beschouwde inrichting van permanente aard wordt de belasting gevestigd op grond van de toestand tijdens het onmiddellijk voorafgaand jaar. Indien dergelijke inrichtingen buiten werking geweest zijn gedurende het jaar dat het belastingjaar voorafgaat, kunnen zij aanspraak maken op een proportionele vermindering van de belasting. Voor iedere volle maand inactiviteit zal een vermindering van 1/12de van het jaartarief toegestaan worden, op voorwaarde dat de data van de buitengebruikstelling en de wederingangstelling van het bedrijf bij aangetekend schrijven bericht werden aan het college van burgemeester en schepenen. In afwijking van het eerste lid van onderhavig artikel zal, bij begin van een bedrijfsuitbating in de loop van het jaar, de belasting worden berekend volgens de duur van de exploitatie, naar rato van 1/12 de van het jaartarief per maand; elke begonnen maand zal als volle maand worden aangerekend. Deze bedrijven zullen aangeslagen worden op basis van de toestand die bestaat bij de inwerkingstelling. Indien echter op het einde van het jaar blijkt dat in het verlopen jaar de bedrijfsvloeroppervlakte van de inrichting verhoogd werd ten opzichte van de aanvankelijke terreinbezetting, zal voor deze oppervlaktevermeerdering een aanvullende belastingaanslag gevestigd worden, berekend overeenkomstig de schaal voorzien in artikel 3, naar rato van 1/12de van het jaartarief per maand; elke begonnen maand zal als een volle maand aangerekend worden. Artikel 5: aangifteplicht De bedrijfsvestigingen met een als hinderlijk beschouwde inrichting van permanente aard zijn ertoe gehouden vóór 1 mei van het belastingjaar aangifte te doen bij het stadsbestuur. Deze aangifte dient te gebeuren op een daartoe door het gemeentebestuur voorbestemd formulier. De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, moet worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Turnhout – dienst financiën – Campus Blairon 200 – 2300 Turnhout. Indien de inwerkingstelling van dergelijke onderneming aanvangt na 31 januari van het belastingjaar, of indien de bedrijfsvloeroppervlakte van het bedrijf verhoogd werd ten opzichte van de aanvankelijke terreinbezetting, moet aangifte of aanvullende aangifte gedaan worden binnen de maand van de ingebruikneming of van de uitbreiding.
Gemeenteraad van 30 december 2013
987
In geval van definitieve stopzetting van de bedrijfsactiviteiten in de stad moet hiervan binnen de maand aangifte worden gedaan bij het college van burgemeester en schepenen. Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient de belastingplichtige de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen aan de belastbare grondslag van het vorige aanslagjaar. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk 1 mei van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 6: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtigen. Artikel 7: procedure van ambtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtswege worden ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Op deze ambtshalve vastgestelde belasting wordt een verhoging van 25% toegepast. Artikel 8: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om elke aangifte zoals gedefinieerd in dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013j. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op op begravingen, op ontgravingen, op asbezorgingen en op bijzetten of verwijderen van urnen. Samenvatting De gemeenteraad van de Stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op op begravingen, op ontgravingen, op asbezorgingen en op bijzetten of verwijderen van urnen. Motivering Voorgeschiedenis Het huishoudelijk reglement op de stedelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad op 16 december 2009. Juridische grond de bepalingen van het Gemeentedecreet het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en latere wijzigingen het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere aanvullingen en wijzigingen
Argumentatie
De financiële toestand van de Stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
988
Besluit De gemeenteraad besluit het onderstaande belastingreglement op “begravingen, ontgravingen, asbezorgingen en bijzetten of verwijderen van urnen” goed te keuren. Belastingreglement op begravingen, ontgravingen, asbezorgingen en bijzetten of verwijderen van urnen. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op: a) - het begraven van een overleden persoon of van de as;
- het verstrooien of het bijzetten van de as in het columbarium;
op de stedelijke begraafplaatsen, van overledenen die op het ogenblik van hun overlijden niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de stad, ongeacht of ze al dan niet een grafconcessie verkrijgen of reeds verkregen hebben. Deze belasting is ook verschuldigd bij begraving of asbezorging van een levenloos geboren kind van wie de ouder(s) niet ingeschreven is (zijn) in het bevolkingsregister van de stad. b) - het verwijderen van een urne uit het columbarium of het urnenveld; - een ontgraving; op de stedelijke begraafplaatsen. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de persoon die om de begraving, ontgraving, verstrooien, bijzetten urne of verwijdering urne vraagt. Artikel 3: tarief De tarieven worden als volgt vastgesteld: voor het begraven van een overleden persoon of van de as: 375 euro voor het verstrooien of het bijzetten van de as in het columbarium: 375 euro voor een verwijdering van een urne uit het columbarium of het urnenveld: 125 euro voor een opgraving: 625 euro Artikel 4: vrijstellingen De belasting is niet verschuldigd voor begraving of asbezorging van : - voor het vaderland gevallen militairen en burgers; - personen die om reden van hun verzorging werden uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Turnhout, maar die gedurende tenminste 10 jaar in Turnhout waren ingeschreven. De belasting is niet verschuldigd voor een opgraving en de verwijdering van een urne : - van de voor het vaderland gevallen militairen en burgers; - op bevel van de gerechtelijke overheden; - naar aanleiding van de bestemmingsverandering van de begraafplaats. Artikel 5: wijze van inning De belasting is contant eisbaar op het ogenblik dat door de aanvrager om de dienstverlening wordt verzocht. Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting in bewaring worden gegeven aan de financieel beheerder of aan zijn afgevaardigde. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Financiële gevolgen
Gemeenteraad van 30 december 2013
989
013k. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op drijfkracht. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op drijfkracht. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op drijfkracht goed te keuren. Belastingreglement op drijfkracht. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op de motoren, ongeacht de krachtbron waarmee zij voortbewogen worden, die gebruikt worden in nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen. Voor de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met de motoren die de betrokken onderneming gebruikt voor zijn inrichting, ongeacht of de motoren gebruikt worden voor de werkzaamheden in het hoofdgebouw, dan wel deze in het bijgebouw, mits de motoren opgesteld staan op het grondgebied van de stad Turnhout. Zowel een gebouw, als een werf, waar de onderneming haar activiteiten ontplooit, wordt als bijgebouw beschouwd. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- en rechtspersonen die deze drijfkracht, hefkracht, motoren gebruiken in hun onderneming, vrij of zelfstandig beroep. Artikel 3: tarief Op het gezamenlijke vermogen van de motoren als grondslag voor deze belasting in aanmerking komen wordt een belasting geheven van 12,50 euro per kilowatt of gedeelte ervan. De belasting wordt berekend op grond van het aantal motoren en het hiermee overeenstemmende vermogen aangewend tijdens het onmiddellijk aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar. Bij een eerste inwerkingstelling van de motoren wordt de aanslag evenwel berekend op basis van het aantal motoren dat in gebruik is op het ogenblik van de aangifte. Indien het volgende jaar blijkt dat in het verlopen jaar het aangewende vermogen hoger was, zal op grond van dit werkelijke vermogen een aanvullende aanslag gevestigd worden. De belasting wordt gevestigd op navermelde grondslagen: a) heeft de onderneming slechts 1 motor op het grondgebied van de stad, dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot plaatsing van de motor verleend wordt of acte genomen wordt van de plaatsing b) heeft de onderneming meerdere motoren op het grondgebied van de stad, dan wordt de belastbare kracht vastgesteld door de krachten op te tellen, opgegeven in het besluit waarbij de vergunning tot plaatsen van de motoren verleend wordt of acte vanplaatsing genomen wordt. Artikel 4: vrijstellingen Komen niet in aanmerking als grondslag voor deze belasting: a) de motoren die heel het jaar voorafgaand aan het belastingjaar stilliggen b) de motoren van de onderneming die minder dan drie maanden op het grondgebied van de stad gevestigd is c) de voertuigen waarop de staatsverkeersbelasting toepasselijk is en de voertuigen die speciaal van die belasting vrijgesteld zijn, alsook de eigenlijke tractoren, de voertuigen, werktuigmachines die speciaal ontworpen zijn voor de landbouw, en de aanhangwagens, wanneer zij uitsluitend worden gebruikt om landbouwarbeid te verrichten d) de persluchtmotoren e) de motoren gebruikt voor waterbemaling en deze gebruikt voor ventilatie en verlichting f) de motoren van draagbare toestellen g) de reservemotoren; dit wil zeggen de motoren waarvan de werking niet onmisbaar is voor de goede gang van zaken en die slechts werkt in uitzonderlijksgevallen voor zover hun inwerkingstelling niet voor gevolg heeft dat de produktie verhoogd wordt
Gemeenteraad van 30 december 2013
990
h) de wisselmotoren, dit wil zeggen de motoren die bestemd zijn voor hetzelfde werk als andere die zij tijdelijk moeten vervangen i) de motoren die in de drukstations van de aardgasleidingen gebruikt worden voor het aandrijven van de compressoren Artikel 5: verminderingen Onder navolgende voorwaarden wordt belastingvermindering toegestaan: a) het belastbare vermogen wordt verminderd met 10 kilowatt b) de belasting aangerekend, met inachtneming van punt a) hierboven, voor de motor, die gedurende het belastingjaar voorafgaand aan het belastingjaar stilgelegd werd, wordt verminderd in verhouding tot het aantal maanden dat dit stilleggen duurt en rekening houdend met de simultaanfactor, die op de onderneming van toepassing is; Met een inactiviteit van 1 maand wordt gelijk gesteld: - de inactiviteit van het personeel die beperkt is tot 1 dag per vier weken en dit voor de bedrijven die met de VDAB een akkoord hebben aangegaan inzake de inactiviteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen - de inactiviteit van vier weken, wanneer het bedrijf overgegaan is tot een tewerkstelling van telkens 1 week na vier weken inactiviteit bij gebrek aan werk om economische redenen; Om van deze belastingvermindering te kunnen genieten dient de belastingplichtige, hetzij bij ter post aangetekende zending, hetzij tegen ontvangstbewijs, aan het college van burgemeester en schepenen voorafgaandelijk bericht te laten van de datum van het stilleggen, van het aantal kilowatt dat daarbij betrokken is, alook van de (vermoedelijke) datum van weder in gangstellen van de motor(en); Bouwondernemingen kunnen van deze vermindering genieten zonder telkenmale hiervan te berichten op voorwaarde dat zij: - een geregelde boekhouding voeren - een schriftelijke aanvraag doen om van deze regeling te kunnen genieten en hiertoe toelating bekomen van het college van burgemeester en schepenen - voor iedere aan de belasting onderworpen machine een boekje bijhouden waarin de dagen vermeld worden gedurende dewelke de machine in gebruik is en de werf waar dit gebeurt - het fiscale toezicht ter plaatse toelaten en daadwerkelijk mogelijk maken c) de belasting aangerekend, met inachtneming van punt a) hierboven, voor de motoren, die ingebruik gesteld werden in de loop van de twee dienstjaren die aan het huidige belastingjaar voorafgaan en die minder dan 80 % van hun normale rendement leveren, omdat de ermee aan te drijven installaties onvolledig zijn, wordt verminderd in verhouding tot de niet-gebruikte kracht; bij de berekening van deze belastingvermindering wordt rekening gehouden met de simultaanfactor die op de onderneming van toepassing is; om deze vermindering te kunnen genieten moet de belastingplichtige om de drie maanden aangifte doen zolang deze uitzonderingstoestand blijft bestaan; Blijft de rendementsvermindering niet bestaan gedurende de hele duur van het dienstjaar, dan wordt de vermindering verrekend zoals bepaald onder punt b) van dit artikel. d) de belasting aangerekend, met inachtneming van punt a) hierboven, voor de motoren, die uit oorzaak van een ongeval niet meer in staat zijn om meer dan 80 % van de geleverde kracht te verbruiken, wordt verminderd in verhouding tot de niet-gebruikte kracht; bij de berekening van deze belastingvermindering wordt rekening gehouden met de simultaanfactor die op de onderneming van toepassing is; Om deze vermindering te kunnen genieten is vereist dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden wordt gebruikt en dat de belastinplichtige de verminderde capaciteit binnen de acht dagen aan het college van burgemeester en schepenen bericht bij aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs; e) de belasting wordt verminderd door het na toepassing van de voorgaande bepalingen bekomen belastingbedrag te vermenigvuldigen met de simultaanfactor die op de onderneming van toepassing is; De simultaanfactor bedraagt 1,00 voor een onderneming met 1 in aanmerking komende motor en wordt verminderd met 1/100ste per bijkomende in aanmerking komende motor tot deze factor gelijk is aan 0,75 om daarna gelijk te blijven voor de bedrijven met 26 motoren en meer.
Gemeenteraad van 30 december 2013
991
Artikel 6: aangifteplicht De belastingplichtige is ertoe gehouden aangifte te doen op het hem daartoe door het stadsbestuur toegezonden formulier. Indien het om een eerste inwerkingstelling van motoren gaat, dient de aangifte te geschieden binnen de maand na de ingebruikstelling. Onder navermelde voorwaarden kan de belastingplichtige verzoeken aangifte te doen in functie van het kwartuurvermogen: Om het voordeel van deze berekening te genieten is vereist: - dat de belastingplichtige gedurende een periode van minstens 2 jaar belast werd overeenkomstig de toen in Turnhout van kracht zijnde verordeningen op de drijfkracht -
dat de installaties van het bedrijf voorzien zijn van meetapparatuur voor het maximum-kwartuurvermogen
-
dat de opneming ervan maandelijks door de leverancier van de elektrische energie gedaan wordt met het oog op de facturatie ervan
-
dat de belastingplichtige vóór 31 januari van het belastingjaar een schriftelijke aanvraag, die voor vijf jaar geldt, indient bij het college van burgemeester en schepenen
dat de belastingplichtige jaarlijks bij zijn aangifte opgaven doet van de maandelijkse waarde van het maximum-kwartuurvermogen van het voorafgaande jaar - dat hij het stadsbestuur ten alle tijde toelaat de in zijn installaties gedane metingen van het maximumkwartuurvermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie, te controleren De berekening geschiedt dan aldus: - als referentiejaar wordt genomen het jaar dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor; bij een eerste toepassing van deze bepalingen is dit het belastingjaar voor de aanvraag van deze berekeningswijze - de verhoudingsfactor wordt bepaald door berekening van de verhouding tussen het vermogen dat op grond van de vroegere verordening vastgesteld werd voor het referentiejaar enerzijds en het rekenkundige gemiddelde van de twaalf maandelijkse maximum-kwartuurvermogens opgenomen tijdens datzelfde jaar anderzijds - het belastbare vermogen wordt per jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde van de maximum-kwartuurvermogens van het aan het belastingjaar voorafgaande jaar met de verhoudingsfactor De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximumkwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20 % verschilt van die van het referentiejaar. Bedraagt het verschil meer dan 20 % dan wordt een nieuwe verhoudingsfactor berekend. Artikel 7: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtigen. Artikel 8: procedure van ambtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtswege worden ingekohierd met inachtneming van de elementen waarover het stadsbestuur beschikt . Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Op deze ambtshalve vastgestelde belasting wordt een verhoging van 25% toegepast. Artikel 9: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om de toepassing van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw -
Gemeenteraad van 30 december 2013
992
Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013l. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de indirecte belasting op de ambulante handel. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op de indirecte belasting op de ambulante handel. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet. - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op de indirecte belasting op de ambulante handel goed te keuren. Belastingreglement op de indirecte belasting op de ambulante handel. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019, wordt een indirecte belasting geheven op het uitoefenen van ambulante activiteiten op het grondgebied van de stad Turnhout. Artikel 2: definitie Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt als ambulante activiteit beschouwd de verkoop aan de particuliere verbruiker van welke voorwerpen of goederen dan ook: a) door een handelaar of tussenpersoon, buiten de vestigingen, vermeld in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen; b) door eenieder die geen dergelijke vestiging heeft, wanneer deze activiteit wordt uitgeoefend ten huize van de consument, op de openbare weg of op andere toegelaten plaatsen. Het te koop aanbieden en de uitstallingen met het oog op de verkoop worden voor de toepassing van dit reglement, met verkoop gelijkgesteld. Deze belasting is niet van toepassing op de ambulante activiteiten die het voorwerp uitmaken van andere geldende belasting- of retributiereglementen zoals standplaatsen op markten, standgelden kermisattracties, enz. Artikel 3: aangifteplicht Alvorens over te gaan tot de uitoefening van de ambulmante activiteiten dient hiervoor een een schriftelijke toelating bekomen te worden van het gemeentebestuur. Hiertoe dient een aanvang ingediend te worden bij het gemeentebestuur via het daartoe bestemde formulier. Een standaardformulier is beschikbaar via de website van de stad of op de bevoegde dienst. Het vooraf indienen van een aanvraag tot vergunning op een daartoe voorgeschreven formulier, geldt als aangifte. Artikel 4: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de houder van de vergunning. Bij ontstentenis van een vergunning is de belasting verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die ambulante activiteiten uitoefent op het grondgebied van de stad. Artikel 5: tarief Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt: - per dag: 6 euro
Gemeenteraad van 30 december 2013
993
-
per week:
18 euro
-
per maand:
48 euro
per trimester: - per semester:
120 euro
-
210 euro
per jaar: 300 euro Artikel 6: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 7: ambtshalve vestiging Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of ingeval van onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Artikel 8: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om alle inbreuken op deze verordening vast te stellen. Van elke vaststelling wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën -
013m. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden goed te keuren. Belastingreglement op aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op de
Gemeenteraad van 30 december 2013
994
aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden. Onder aanplakborden wordt verstaan elke uitwendig aangebrachte constructie, in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is van de openbare weg, met inbegrip van muren en omheiningen of gedeelten ervan, waarop reclame aangebracht werd door beplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel. Elektronische schermen waarop reclame verschijnt vallen eveneens onder toepassing van deze belasting. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en in bijkomende orde, zo de gebruiker niet gekend is, door de eigenaar van de grond, constructie, muur of omheining waarop de reclame is aangebracht. Artikel 3: tarief De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welke ook het tijdstip is waarop het bord of scherm geplaatst of weggenomen werd. Voor de berekening van de belasting wordt de nuttige oppervlakte van het bord in aanmerking genomen, zijnde de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting. Voor de muren en omheiningen is alleen dat gedeelte belastbaar dat werkelijk voor reclame is gebruikt. Hierbij dient de bedekte oppervlakte beschouwd te worden als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Voor de elektronische schermen wordt de maximale nuttige oppervlakte in aanmerking genomen. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt : - 30 euro per vierkante meter of gedeelte van een vierkante meter oppervlakte van het bord - 15 euro per vierkante decimeter of gedeelte van een vierkante decimeter nuttige oppervlakte, voor een elektronisch scherm. Artikel 4: vrijstellingen De belasting is niet verschuldigd voor : a) de borden geplaatst door openbare besturen, openbare instellingen of instellingen van openbaar nut, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd b) de borden die alleen gebruikt worden voor notariële aankondigingen c) de borden die alleen gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen d) de borden geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of godsdienstig vlak, op voorwaarde dat die borden niet langer dan 1 maand voor de aankondiging van hun activiteit aangewend worden e) alle publiciteit, zoals uithangborden en lichtreclame, van handelshuizen en hun bijhuizen en van dienstverlenende beroepen, op de plaats van de uitbating, op voorwaarde dat de gevoerde publiciteit uitsluitend te maken heeft met deze uitbating f) de reclameborden, alhoewel zichtbaar van de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats der sportbeoefening Artikel 5: aangifteplicht De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden aangifte van de belastbare elementen te doen uiterlijk op 1 april van het aanslagjaar volgens de toestand op 1 maart van het jaar. De borden geplaatst in de loop van het jaar en niet begrepen in de aanvankelijke aangifte, dienen opgegeven te worden binnen de veertien dagen na plaatsing. Artikel 6: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige. Deze aangifte dient te gebeuren op een daartoe door het stadsbestuur voorbestemd formulier. Artikel 7: ambtshalve vestiging Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of ingeval van onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
Gemeenteraad van 30 december 2013
995
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. Artikel 8: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om alle inbreuken op deze verordening vast te stellen. Van elke vaststelling wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013n. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de exploitatie van taxivoertuigen en/of het verhuren van voertuigen met bestuurder. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op de exploitatie van taxivoertuigen en/of het verhuren van voertuigen met bestuurder. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake. - het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen gewijzigd bij decreten van 13 februari 2004, 30april 2004, 7juli 2007 en 8 mei 2009. Argumentatie De vergunning en exploitatie van de taxidiensten wordt geregeld in het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg. Dit decreet bepaalt dat de houders van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst onderworpen kunnen worden aan een jaarlijkse belasting. De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist om het belastingreglement op de exploitatie van taxivoertuigen en/of het verhuren van voertuigen met bestuurder goed te keuren. Belastingreglement op de exploitatie van taxivoertuigen en/of het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op: - het afleveren van een vergunning tot het exploiteren van een taxidienst; - het afleveren van een vergunning tot het verhuren van voertuigen met een bestuurder. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon, die houder is van de vergunning. Artikel 3: tarief De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welk ook de periode van exploitatie is. De intrekking van de vergunning bij politiemaatregel ingevolge een fout van de verkrijger of het verzaken van de verkrijger aan de hem afgeleverde vergunning, geeft de belastingplichtige geen recht op enige terugbetaling van reeds betaalde sommen. a) Het bedrag van de belasting voor een vergunning tot het exploiteren van een taxidienst wordt vastgesteld op
Gemeenteraad van 30 december 2013
996
100 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig. Deze jaarlijkse belasting wordt verhoogd met een bijkomende belasting van 200 euro voor elk taxivoertuig dat wordt geëxploiteerd vanaf een standplaats op de openbare weg. Deze speciaal gecreëerde taxistandplaatsen zijn opgenomen in het betreffende politiereglement. b) Het bedrag van de belasting voor een vergunning tot het verhuren van voertuigen met een bestuurder wordt vastgesteld op 350 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door toepassing van volgende coëfficiënt : Coëfficiënt = indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar het indexcijfer van de maand december 2013 Artikel 4: aangifteplicht De belastingplichtigen zijn gehouden uiterlijk 31 januari van het belastingjaar en alleszins voor de aanvang van de exploitatie die aangevat wordt in de loop van het belastingjaar, aangifte te doen bij het stadssecretariaat. Deze aangifte dient te gebeuren op een daartoe door het stadsbestuur voorbestemd formulier. Artikel 5: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtigen. Artikel 6: ambtshalve vestiging Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of ingeval van onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25%. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013o. goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de VLAREM-ingedeelde inrichtingen (1ste, 2de en 3de klasse) en op de inrichtingen (1ste en 2de klasse) in het kader van het KB van 23 september 1958 op de springstoffen. Samenvatting De gemeenteraad beslist zijn goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de VLAREM-ingedeelde inrichtingen (1ste, 2de en 3de klasse) en op de inrichtingen (1ste en 2de klasse) in het kader van het KB van 23 september 1958 op de springstoffen. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake - het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning
Gemeenteraad van 30 december 2013
997
- KB van 23 september 1958 op de springstoffen Argumentatie De financiële toestand van de Stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. De procedures in het kader van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning brengt voor de Stad Turnhout immers kosten met zich mee. Voor klasse 1 inrichtingen is er een verplichte publicatie in één regionale krant voorgeschreven. De kosten van deze publicatie kunnen oplopen al naargelang de lengte van het bericht. Voor de opslag van vuurwerk werden in het verleden verscheidene aanvragen gedaan, soms meermaals voor dezelfde locatie. Het is aangewezen om ook hiervoor ook een belasting te voorzien. Besluit De gemeenteraad beslist zijn goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de VLAREM-ingedeelde inrichtingen (1ste, 2de en 3de klasse) en op de inrichtingen (1ste en 2de klasse) in het kader van het KB van 23 september 1958 op de springstoffen. Belastingreglement op aanvragen voor het openen, hernieuwen, overnemen of veranderen van de door VLAREM-ingedeelde inrichtingen (1ste, 2de en 3de klasse) en op aanvragen (1ste en 2de klasse) in het kader van het KB op springstoffen Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op het openen, hernieuwen, overnemen of veranderen van een door het Vlarem als hinderlijk beschouwde inrichting van 1ste, 2de of 3de klasse, in het kader van een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming en op aanvragen (1ste en 2de klasse) in het kader van het KB van 23 september 1958 op de springstoffen. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de aanvrager. De belasting is verschuldigd op het moment dat de aanvraag bij de Stad Turnhout toekomt. Artikel 3: tarief De belasting bedraagt: 3.1 voor de volledige procedure VLAREM-ingedeelde inrichtingen voor de inrichtingen van permanente aard: - VLAREM-inrichtingen van 1ste klasse: 500 euro, verhoogd met het bedrag van de publicatiekost. Ingevolge artikel 17, par. 3, 4° van het Vlarem moet de bekendmaking van het openbaar onderzoek voor inrichtingen van eerste klasse gebeuren in minstens één dag- of weekblad met regionaal karakter en op een voor bekendmakingen geëigende en opvallende plaats op de website van de gemeente. De hieraan verbonden publicatiekosten in minstens één dag- of weekblad worden aangerekend aan de aanvrager. - VLAREM-inrichtingen van 2de klasse: 300 euro - VLAREM-inrichtingen van 3de klasse: 50 euro 3.2 voor de volledige procedure VLAREM-ingedeelde inrichtingen voor tijdelijk vergunde inrichtingen: 50 euro 3.3 voor overnames en veranderingen in de exploitatie die geen aanleiding geven tot de volledige vergunningsprocedure volgens VLAREM 1, maar bij aktename kunnen worden geregeld: 50 euro. 3.4 voor een aanvraag in het kader van het KB van 23 september 1958 op de Springstoffen: 500 euro Artikel 4: wijze van inning Zodra het aanvraagdossier bij de Stad Turnhout toekomt, moet de aanvrager een bedrag gelijk aan de gekende of de vermoedelijke belasting in bewaring geven. Ingeval het gedeponeerde bedrag hoger is dan de reële belastingschuld berekend op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur nadien beschikt, zal van ambtswege worden overgegaan tot terugbetaling van het verschil. Ingeval het gedeponeerde bedrag lager is dan de reële belastingschuld berekend op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur nadien beschikt, zal het nog verschuldigde saldo worden gevorderd. Artikel 5: vrijstelling Vrijstelling van belasting wordt verleend aan: de staat, het gewest, de provincies en de gemeenten voor de hinderlijke inrichtingen bestemd voor een dienst van openbaar nut; het OCMW en de kerkfabrieken; autonome gemeentebedrijven. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer
Gemeenteraad van 30 december 2013
998
Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013p. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op vertoningen en vermakelijkheden. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op vertoningen en vermakelijkheden. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op vertoningen en vermakelijkheden goed te keuren. Belastingreglement op vertoningen en vermakelijkheden. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op vertoningen en vermakelijkheden. Onder vertoningen en vermakelijkheden wordt verstaan allerhande voorstellingen en evenementen voor publiek vermaak bij te wonen tegen betaling onder welke vorm ook, ongeacht het aantal betalende toeschouwers. Artikel 2: belastingplichtige De belasting op vertoningen en vermakelijkheden is verschuldigd door diegene die gewoonlijk of bij gelegenheid op het grondgebied van de stad Turnhout openbare vertoningen of vermakelijkheden organiseert zoals opgesomd in artikel 1. Indien de identiteit van de organisator niet kan achterhaald worden, worden achtereenvolgens de huurder, de onderhuurder, de uitbater en de eigenaar van de zaal of inrichting als organisator beschouwd. Artikel 3: tarief De belasting bedraagt: a) voor film-, dia-, of videovoorstellingen: 0,15 euro per betalend bezoeker; b) voor circusvoorstellingen: 75 euro per dag dat er voor het publiek een voorstelling gegeven wordt; c) voor handels- en voedingssalons: 25 euro per dag dat het publiek toegang heeft tot het handels- of voedingssalon. Artikel 4: vrijstellingen: Van de belasting worden vrijgesteld: - de bioscoopvoorstellingen tijdens dewelke slechts documentaire films van uitgesproken kunstzinnige, volksopvoedende of sportieve waarde worden gedraaid, met uitsluiting van elk winstoogmerk - voorstellingen die bijdragen tot het stimuleren van culturele films, waarvan de programmatie geschiedt in samenwerking met erkende Turnhoutse culturele kringen, adviesraden of 'De Warande' - de bioscoopvoorstellingen van kinderfilms, ingericht door de Minister die de cultuur onder zijn bevoegdheid heeft, of erkende of gesubsidieerde filmvoorstellingen voor projectie van kinderfilms - de bioscoopticketten afgeleverd aan leden en afgevaardigden van de filmkeuringscommissie onder de voorwaarden gesteld in artikel 16 van het KB van 27 april 1939, gewijzigd bij het Regentsbesluit van 26 november 1946 - de bioscoopticketten die verkocht worden in het kader van het jaarlijks filmfeest dat georganiseerd wordt in samenwerking met diverse bioscoopexploitanten en filmdistributeurs, met als doel het bioscoopbezoek een
Gemeenteraad van 30 december 2013
999
nieuwe impuls te geven. Deze vrijstelling wordt gelimiteerd tot maximum 3 dagen. Artikel 5: aangifteplicht De natuurlijke of rechtspersonen die volgens artikel 3 a) aan de belasting onderworpen zijn, dienen spontaan binnen de 15 dagen volgend op elk kwartaal aangifte te doen bij het stadsbestuur met opgave van het aantal betalende toeschouwers. De natuurlijke of rechtspersonen die volgens artikel 3 b) en 3 c) aan de belasting onderworpen zijn, dienen aangifte te doen bij het stadsbestuur met opgave van het aantal dagen met geplande vertoningen, voorstellingen of vermakelijkheden. Voor de vertoningen, voorstellingen of vermakelijkheden waar het aantal dagen met vertoningen, voorstellingen of vermakelijkheden de grondslag vormt voor het berekenen van de belasting dient uiterlijk 14 dagen vóór de aanvang aangifte te gebeuren bij het stadsbestuur. De organisator dient bij elke aangifte de naam, adres en eventueel ondernemingsnummer op te geven van de eigenaar van de zaal of inrichting waar de vertoning of vermakelijkheid plaatsvindt, de natuurlijke of rechtspersoon die de zaal uitbaat, huurt of onderhuurt. Laatstgenoemden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Artikel 6: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 7: procedure van ambtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 2.b kan de belasting ambtswege worden ingekohierd. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Op deze ambtshalve vastgestelde belasting wordt een verhoging van 25 % toegepast. Artikel 8: controlebevoegdheid De belastingplichtige en eventueel de uitbater van het gebouw of inrichting waarin de evenementen worden gegeven, zijn ertoe gehouden de door het gemeentebestuur aangestelde controleurs toegang te verlenen zodat in het kader van deze belasting alle nuttige inlichtingen kunnen verzameld worden. Van elke vaststelling wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013q. goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de ophaling en verwerking, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen. Samenvatting De gemeenteraad beslist om zijn goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de ophaling en verwerking, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1000
Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake - Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), in werking getreden op 1 juni 2012 - Uitvoeringsplan milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen 2008-2015 Argumentatie Om de straten net te houden wordt het huishoudelijke afvalstoffen selectief ingezameld. De kosten van de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën. Het is billijk dat de inzamelkosten van de huishoudelijke afvalstoffen deels verhaald worden op de aanbieders onder de vorm van een belasting. Deze bijdrage is afhankelijk van de hoeveelheid huisvuil dat door de aanbieder wordt aangeboden. De financiële toestand van de Stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist onderstaand belastingreglement op de ophaling en verwerking, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen goed te keuren. Belastingreglement op de ophaling en verwerking, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2015 wordt een contantbelasting geheven op de ophaling en verwerking, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke en daarmee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen en dit overeenkomstig de modaliteiten vervat in het Uniform Gemeentelijk politiereglement terzake. Dit belastingreglement is niet van toepassing voor de ophaling en verwerking van grof vuil en voor de verwerking van het op het containerpark aangebrachte afval waarvoor er in afzonderlijk besluiten belastingenreglementen worden goedgekeurd. Artikel 2: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de in artikel 3 genoemde inzamelrecipiënten voor afvalstoffen. De modaliteiten betreffende het gebruik van deze inzamelrecipiënten worden bepaald in het Uniform Gemeentelijk Politiereglement. Artikel 3: tarief De tarieven van de contantbelasting worden als volgt vastgesteld: Fractie
1)
2)
Tarief
verkooppunt
Restafval - 50 liter zak
1,50 euro per zak
stadskantoor
- 25 liter zak
0,75 euro per zak
stadskantoor
- 120 liter container - 40 liter container
1,50 euro per ophaling 0,75 euro per ophaling
stadskantoor stadskantoor
- 40 liter container verkoop - 10 liter BioBag
25 euro per container 0,12 euro per zak
stadskantoor stadskantoor
0,60 euro per zak
stadskantoor
GFT-afval
- 120 liter BioBag
Gemeenteraad van 30 december 2013
1001
3)
4)
Platicverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons - gewone zak 60 liter - zak voor scholen 120 liter Compost - Compostbak - Compostvat - Beluchtingstok - Compostzakken - Compostzeef
0,25 euro per zak 0,15 euro per zak
stadskantoor stadskantoor
20 euro per bak 20 euro per vat 5 euro per stuk 2 euro per zak
stadskantoor/ containerpark stadskantoor stadskantoor containerpark
15 euro per zeef
stadskantoor / containerpark
5) Potgrond 4 euro per zak containerpark Artikel 4: wijze van inning Deze belasting is contant eisbaar op het ogenblik dat het belastbaar feit zich voordoet. De contantbetalingen wordt ter plaatse voldaan op het verkooppunt. Indien de belastingplichtige niet betaald heeft, wordt van ambtswege overgegaan tot inkohiering door het college van burgemeester en schepenen op grond van de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013r. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op het gebruik van verkeerssignalisatie ingevolge een verzoek van de politie. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op het gebruik van verkeerssignalisatie ingevolge een verzoek van de politie. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het ministrieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare wegbepalingen uit de wegcode - de wegcode - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Bij het plaatsen van obstakels op de openbare weg is degene die het obstakel veroorzaakt verplicht om de nodige signalisatie te voorzien volgens de hiervoor afgeleverde vergunning. Indien er geen vergunning werd afgeleverd is er niet voldaan aan de bepalingen uit het uniform gemeentelijk politiereglement. Indien de veroorzaker van de hinder geen of onvoldoende signalisatie aanbrengt is de wegbeheerder verplicht om de
Gemeenteraad van 30 december 2013
1002
nodige signalisatie aan te brengen. De politie verzoekt de stad om de nodige signalisatie te plaatsen nadat er door de politie proces verbaal werd opgemaakt. In de wegcode staat dit als volgt omschreven onder artikel 78 punt 2: De verkeersbelemmeringen moeten worden gesignaleerd: hetzij door de overheid die het beheer van de openbare weg heeft, wanneer het een belemmering betreft die niet te wijten is aan de daad van een derde; hetzij door hem die de belemmering in het leven geroepen heeft; Ingeval deze laatste in gebreke blijft, neemt de overheid die het beheer van de openbare weg heeft, deze verplichting op zich; de kosten die hieruit voortvloeien kunnen door die overheid teruggevorderd worden van de in gebreke gebleven persoon. Door middel van dit belastingreglement worden de kosten verbonden aan de plaatsing van de wegsignalisatie op bevel van politie gedeeltelijk teruggevorderd van de veroorzaker van het obstakel waarvoor de wegsignalisatie werd geplaatst. Besluit De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op het plaatsen van verkeerssignalisatie ingevolge een verzoek van de politie. Belastingreglement op het plaatsen van verkeerssignalisatie ingevolge een verzoek van de politie. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt ten voordele van de stad een belastingingevoerd voor het plaatsen van verkeerssignalisatie ingevolge een verzoek van de politie. Artikel 2 : belastingplichtige De belasting voor het signaleren van obstakels die door derden werden geplaatst, is verschuldigd door de veroorzaker van de obstakels op het openbaar domein. Eventueel is de belasting verschuldigd door de persoon die voor de hinderlijke toestand burgerlijk verantwoordelijk is. Artikel 3 : tarief Het bedrag van de belasting bedraagt voor:
-
interventiekost: 150 euro nadarbarelen (eventueel met dwarsbalken en dagslapers): 10 euro per dag per stuk serganten (eventueel met dagslaper): 8 euro per dag per stuk signalisatie per bord (incl. voet ): 5 euro per dag
Bij verlies worden de materiële kosten en administratiekosten voor vervanging als volgt aangerekend: - dagslaper: 30 euro per stuk - verkeersbord: 60 euro per stuk - sergant: 60 euro per stuk - voet: 80 euro per stuk - paal: 30 euro per stuk - nadar: 150 euro per stuk - dwarsbalk: 50 euro per stuk Artikel 4 : wijze van inning De betaling van de belasting wordt ingevorderd onverminderd de gerechtelijke vervolging tegen de persoon bedoeld in artikel 2. De belastingschuld ontstaat vanaf het ogenblik van het plaatsen van de verkeerssignalisatie en wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1003
Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013s. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op de tussenkomst van de politie bij valse alarmmeldingen. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op de tussenkomst van de politie bij valse alarmmeldingen. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere aanvullingen en wijzigingen terzake. - het koninklijk besluit van 25 april 2007 (Belgisch Staatsblad 4 juni 2007), tot vaststelling van de voorwaarden voor installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen en beheer van alarmcentrales, en latere wijzigingen. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. De hoeveelheid valse alarmsignalen kan de efficiëntie van het normale politiewerk en de openbare orde en veiligheid ernstig in het gedrang brengen. Het nodeloos alarmeren van de federale politie brengt zware werkingskosten met zich mee. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op de tussenkomst van de politie bij valse alarmmeldingen goed te keuren. Belastingreglement op de tussenkomst van de politie bij valse alarmmeldingen. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentebelasting geheven op elke interventie van de politie ten gevolge van: - een valse alarmmelding - een alarmmelding waarbij binnen de tijdspanne van aankomst bij de plaats van het alarm afgesproken met de politiediensten de gebruiker, een contactpersoon of een bewakingsagent niet aanwezig is. Artikel 2: definitie Als valse alarmmelding wordt beschouwd elke alarmmelding ten gevolge van een alarmsignaal dat niet het gevolg is van een binnendringing of een poging daartoe. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de gebruiker van de alarminstallatie. Artikel 4: tarief De belasting bedraagt 150 euro per interventie van de politie bij de in artikel 1 bepaalde gevallen. Het eerste valse alarmsignaal binnen een periode van 12 maanden wordt echter vrijgesteld van deze belasting. Het aantal nutteloze interventies zoals bedoeld in artikel 1 zal per installatie worden opgevolgd. De eerste periode van 12 maanden neemt een aanvang vanaf het onder spanning zetten van de installatie door een erkende beveiligingsonderneming zoals blijkt uit het gebruikersboekje of, na de eerste invoering van deze belasting voor de op dat ogenblik bestaande installaties. Artikel 5: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw
Gemeenteraad van 30 december 2013
1004
Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013t. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op het behandelen van stedenbouwkundige aanvragen en verkavelingvergunningen. Samenvatting De gemeenteraad beslist het belastingreglement op het behandelen van stedenbouwkundige aanvragen en verkavelingvergunningen goed te keuren. Motivering Juridische grond - het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen ter zake - de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen ingezonderd de eraan gekoppelde uitvoeringsbesluiten - besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening - besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning Argumentatie De administratieve last en complexiteit van dossierbehandeling is de laatste jaren sterk toegenomen. Om deze reden wordt er per soort dossier een belasting gevraagd, waarbij de minst complexe dossiers het minst belast worden. De tarieven worden ook meer kostendekkend vastgesteld. Conform art. 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging en latere wijzigingen, zal bij de nieuwe belasting de aanvrager de kosten voor het openbaar onderzoek volledig dragen vanaf de eerste aangetekende zending. Besluit De gemeenteraad besluit om het belastingreglement op het behandelen van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingvergunningen goed te keuren. Belastingreglement op het behandelen van stedenbouwkundige aanvragen en verkavelingvergunningen. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting geheven in het kader van het behandelen van stedenbouwkundige aanvragen en verkavelingaanvragen. De belasting is ook verschuldigd als de aanvraag geweigerd wordt of wordt ingetrokken. Het bedrag wordt geheven op de initiële aanvraag en wordt niet aangepast naar aanleiding van voorwaarden die bij het afleveren van de vergunning worden opgelegd (bv. uitsluiten kavels uit vergunning, verminderen oppervlakten verharding). Artikel 2: definitie Tenzij anders uitdrukkelijk bepaald, wordt onder de hierna vermelde begrippen en woorden het volgende begrepen: VCRO: de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dd. 1 september 2009 met latere wijzigingen en alle bijhorende van kracht zijnde uitvoeringsbesluiten. Woonentiteit: ruimte of geheel van aaneensluitende ruimtes, hoofdzakelijk bestemd voor de huisvesting van een persoon of groep van samenlevende personen. Kavel: elke bebouwbare kavel ongeacht of het voor woningbouw, industrie of andere betreft. Functies: er wordt onderscheid gemaakt tussen onderstaande functies: 1° wonen;
Gemeenteraad van 30 december 2013
1005
2° andere functies dan wonen met onder meer handel, horeca, kantoorfunctie, diensten en recreatie, toerisme, sport, industrie, ambacht, opslag, garage, opslag en landbouw in de ruime zin. Verharden: elke ingreep waarmee een onverhard terrein wordt verhard met steenachtige materialen, zoals onder meer klinkers, steenslag, asfalt, beton, groentegels of materialen die de waterdoorlaatbaarheid van een terrein belemmeren door hun aard of de aard van de fundering. Het vervangen van een bestaande verharding als dit stedenbouwkundig vergunningplichtig is. Onverhard terrein dat voor parkeren gebruikt wordt, wordt steeds als verhard beschouwd. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die de stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning aanvraagt. Werd de aanvraag door twee of meer belanghebbenden gedaan, dan zijn deze solidair en ondeelbaar tot betaling gehouden. Conform art. 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging en latere wijzigingen, betaalt de aanvrager de kosten voor het openbaar onderzoek. Artikel 4: gegevens Gegevens uit het stedenbouwkundig- en verkavelingsaanvraagdossier, zoals onder meer uit de plannen, de vragenlijst van het Nationaal Instituut voor de Statistiek, enz. doen dienst als basis voor de berekening van de belasting. Artikel 5: tarief De belasting wordt vastgesteld als volgt: a) op de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, geldt een tarief van 25 euro. b) op de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een uitgebreide dossiersamenstelling volstaat, geldt een basistarief van 50 euro. In het basistarief zit één woonentiteit voor de functie wonen en/of 200 m² bijkomende vloeroppervlakte voor de andere functies begrepen. Het basistarief dient vermeerderd te worden met 50 euro voor elke bijkomende woonentiteit voor de functie wonen en per begonnen schijf van 200 m² bijkomende vloeroppervlakte voor de andere functies. c) aanvragen technische- en terreinaanlegwerken. c 1. voor aanvragen voor het kappen van bomen geldt een tarief van 25 euro. c 2. voor andere aanvragen technische en terreinaanlegwerken geldt een basistarief van 50 euro.
- voor oppervlakten verharding kleiner dan 200 m² geldt enkel het basistarief. - voor aanvragen waarin verhardingen worden voorzien voor oppervlakten vanaf 200 m², wordt het basistarief vermeerderd met 25 euro per begonnen schijf van 100 m².
d) voor aanvragen van een verkavelingvergunning geldt een basistarief van 100 euro. Te verhogen met 30 euro per bebouwbare kavel. e) voor aanvragen tot wijziging van een verkavelingvergunning geldt een basistarief van 100 euro. Te verhogen met 50 euro per kavel waarop de wijziging betrekking heeft en per bijkomende bebouwbare kavel nog eens met 50 euro. f) voor volgende administratieve handelingen is geen belasting verschuldigd met uitzondering van de kosten voor het openbaar onderzoek: aanvragen van stedenbouwkundige attesten aanvraag van een planologisch attest stedenbouwkundige meldingen
g) aanrekening kosten openbaar onderzoek
De werkelijk gemaakte kosten conform de wettelijke bepalingen in de VCRO, worden aangerekend. Artikel 6: vrijstellingen Zijn van de belasting vrijgesteld: a) de stad Turnhout, het OCMW en autonome gemeentebedrijven van de stad Turnhout b) de Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen, de door de Vlaamse huisvestingmaatschappij erkende sociale huisvestingsmaatschappijen en de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen. Artikel 7: wijze van inning
Gemeenteraad van 30 december 2013
1006
De belasting is verschuldigd vanaf de aflevering van het volledig- en ontvankelijkheidsbewijs conform de bepalingen van het VCRO. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013u. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op gaanpaden. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op gaanpaden. Motivering Juridische grond de bepalingen van het Gemeentedecreet het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op gaanpaden goed te keuren. Belastingreglement op gaanpaden Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op de bebouwde en onbebouwde eigendommen gelegen langs de openbare weg of delen van de openbare wegen, om de door de gemeente gemaakte uitgaven te dekken voor de uitrustingswerken, welke het plaatsen van gaanpaden omvatten. Artikel 2: verhaalbare uitgaven Het college van burgemeester en schepenen zal de afrekening van de verhaalbare uitgaven opmaken. De door deze belasting verhaalbare uitgaven zijn: a) de kosten voor de definitieve verharding van voetpaden, hieronder begrepen de door de gemeente gemaakte kosten i.v.m. voorzieningen die in deze voetpaden zijn gelegen, zoals daar zijn : keldermondingen, riooldeksels, deksels van elektriciteit-, waterleiding enz., voor zover deze kosten niet het voorwerp uitmaken van rioleringswerken b) de volgens de eindafrekening van de aanneming aan de aannemer betaalde algemene en andere kosten c) de kosten van toezicht en erelonen Bij de vernieuwing der werken na een periode van 20 jaar, worden de kosten niet meer verhaald. De verhaalbare uitgaven worden langs elke straatzijde beperkt tot: - 5 meter in straten met een breedte van meer dan 25 meter - 4 meter in straten met een breedte van meer dan 20 meter tot 25 meter - 3 meter in straten met een breedte van meer dan 15 meter tot 20 meter - 2,5 meter in straten met een breedte van 10 tot 15 meter - 2 meter in straten met een breedte van 10 meter en minder Artikel 3: berekening aandeel belastingplichtige De gemeentebelasting zal voor om het even welke aanpalende eigendom vastgesteld worden in functie van het
Gemeenteraad van 30 december 2013
1007
aandeel betreffende deze eigendom in het bedrag van de verhaalbare uitgaven bepaald in vorig artikel. De eigendom, toebehorend aan de gemeente en palend aan de betrokken straat, is onderworpen aan de toepassing van de bepalingen van deze verordening. Indien een gaanpad slechts langs één zijde van de weg aangelegd wordt, zal de kostprijs ervan enkel aangerekend worden aan de aangelanden langs die zijde. Het aandeel van elke belastingplichtige wordt berekend volgens de formule : A= U xM L + L' waarin : A = het bedrag van het aandeel U = het totaal bedrag van de te verhalen uitgaven L = de totale lengte in meter van de perceelbreedte van de eigendommen aan de rooi-lijn L' = de totale breedte in meter van alle dwarsstraten van de straat waarop de belasting slaat M = het aantal aanrekenbare meter perceelbreedte van de eigendom Wanneer er een afgeknotte of afgeronde hoek bestaat aan de kruising van twee wegen, zal de lengte van de afknotting of afronding voor de helft beschouwd worden als gelegen langsheen elke weg. Wanneer er twee of meer eigendommen gelegen zijn binnen één der zones welke zich langs weerszijden van de weg over een diepte van 12 meter uitstrekken, dan wordt het aandeel verdeeld onder de betrokken eigenaars in verhouding tot de hun toebehorende oppervlakte binnen de betrokken strook. Wanneer er een strook non aedificandi bestaat, wordt er geen rekening gehouden met de diepte van deze strook voor de berekening van de diepte van 12 meter zoals bepaald in de vorige zin. Wanneer er gebouwen opgericht zijn over een doorgang en deze doorgang verbinding geeft met achterwaartse gebouwen, dan wordt het aandeel voor drie vierde aangerekend aan de eigenaar van de gebouwen aan de straat en voor één vierde aan de eigenaar van de achterwaartse gebouwen. Wanneer er bij zo'n doorgang geen achterwaartse gebouwen zijn, wordt het aandeel aangerekend aan de eigenaar van de gebouwen aan de straat, ongeacht of de doorgang aan dezelfde, dan wel aan een andere eigenaar toebehoort. Artikel 4: vaststelling jaarlijkse belasting De jaarlijkse gemeentebelasting wordt vastgesteld als volgt: a) de eigendommen waarvoor een kostenaandeel werd berekend ingevolge de bepalingen van artikel 3 van deze verordening, worden belast volgens de bepalingen van deze verordening b) de eigendommen die onderworpen waren aan de bepalingen van vroegere verordeningen, worden belast volgens de bepalingen van de vorige verordeningen Artikel 5: bijkomende bepalingen Een bericht van het college van burgemeester en schepenen zal de datum van opening en/of ingebruikneming van de straten aanduiden. Dit bericht zal gepubliceerd worden uiterlijk zes maanden na de voorlopige aanvaarding van de werken. De eigendommen waarvoor een eerste maal een kostenaandeel berekend wordt in de loop van het dienstjaar waarop deze verordening van toepassing is, worden gedurende 20 achtereenvolgende jaren onderworpen aan een belasting waarvan het bedrag gelijk is aan het product van het aandeel 'A' (berekend volgens de bepalingen van artikel 3 van deze verordening) met een annuïteitencoëfficiënt. Dit coëfficiënt dient overeen te stemmen met de intrestvoet, toegepast voor leningen waarvan de duurtijd gelijk is aan deze belasting, voor het semester dat de datum voorafgaat waarop het college het in vorige alinea genoemde bericht bekend maakt. Elk bebouwd of onbebouwd perceel gelegen aan de hoek van twee gemeentewegen zal niet aangeslagen worden voor een lengte van het hoekpunt gerekend van: - 15 meter als de rooilijnen een hoek vormen van minder dan 45° - 10 meter als de hoek 45° tot minder dan 90° bedraagt - 6 meter als de hoek 90° tot minder dan 135° bedraagt Wat de bebouwde of onbebouwde eigendommen betreft die aan twee of meer gemeentewegen palen en verscheidene hoeken gevormd door de kruising van straten vertonen, zal er voor elke hoek gehandeld worden zoals bepaald in de voorgaande alinea. Voor een hoekperceel dient langs de laatst aangelegde kant maximum voor 40 meter belasting betaald worden, tenzij het overige gedeelte bebouwbaar is.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1008
De bebouwde terreinen in de landelijke gedeelten van de gemeente, zoals bepaald in het gewestplan, worden enkel aan de belasting onderworpen voor het gedeelte tot de voorziene bouwbreedte van 30 meter, zo het gebouw kleiner is, en voor de werkelijke breedte van het gebouw indien dit meer dan 30 meter bedraagt. In de verschillende gevallen voorzien in dit artikel zal de niet-aangeslagen lengte, als er een afgeknotte of afgeronde hoek bestaat, van het midden van die hoek gerekend worden, zoals bepaald in artikel 3. De verkaveling of vormverandering van een eigendom zal generlei verandering van de in dit artikel voorziene vrijstellingen voor gevolg hebben. Artikel 6: uitstel De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen : a) wanneer de belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge wetten en besluiten b) voor de niet-bebouwde terreinen welke gelegen zijn in de landelijke gedeelten van de gemeente, zoals bepaald door het gewestplan c) voor terreinen waarop het ingevolge een beslissing van de overheid niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen; ter zake worden de aanpalende terreinen die aan dezelfde eigenaar toebehoren als één geheel beschouwd d) voor de eigendommen of gedeelten van eigendommen aangewend voor een dienst van openbaar nut Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd, geheel of gedeeltelijk een einde neemt, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hieropvolgend en dit voor de overblijvende jaren van de periode waarvoor de belasting overeenkomstig artikel 5, 2° lid, berekend wordt. Artikel 7: belastingplichtige De belasting slaat op de eigendom en is door de eigenaar verschuldigd. Bestaat er evenwel een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik, dan is de belasting verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter of de vruchtgebruiker, terwijl de eigenaar de belasting hoofdelijk medeverschuldigd is. De eerste jaarlijkse belasting wordt geheven ten laste van de persoon die eigenaar, subsidiair opstalhouder, erfpachter of vruchtgebruiker is op het ogenblik waarop het college van burgemeester en schepenen het bericht bekend maakt zoals voorzien in artikel 5, 1° lid. De daaropvolgende jaren is de jaarlijkse belasting voor het ganse jaar verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar, subsidiair opstalhouder, erfpachter of vruchtgebruiker is van het belaste goed. In geval van overdracht van het zakelijk recht is de overnemer de belasting verschuldigd vanaf 1 januari volgend op de datum van de acte die hem het recht toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst. De overnemer is verplicht aangifte te doen van de eigendomsoverdracht en dit voor 31 januari van het jaar volgend op de overdracht. Artikel 8: kwijting Iedere belastingplichtige mag deze belasting kwijten als volgt: a) hetzij door betaling van de belasting berekend ingevolge artikel 5, 2° lid b) hetzij door het bedrag van zijn kapitaalsaandeel te betalen binnen de termijn bepaald in het bericht waarmee hij in kennis gesteld wordt van de omvang van zijn kapitaalsaandeel c) hetzij na één of meermaals betaald te hebben, zoals bepaald onder mogelijkheid a. hierboven, door het bedrag te betalen van de gekapitaliseerde waarde der nog niet vervallen belasting; in dit geval moet hij daartoe een aanvraag richten tot het college van burgemeester en schepenen, aangetekend verzonden uiterlijk voor 1 januari van het dienstjaar waarvan hij de betaling der gemeentebelasting zou willen staken; hij is slechts bevrijd van de belasting zo hij het resterende kapitaal voor 1 februari van dat dienstjaar stort In geval van opheffing of niet-vernieuwing van deze verordening of indien de belastingvoeten zouden verlaagd worden, verbindt de gemeente zich ertoe aan de belastingplichtigen die de belasting in kapitaal gekweten hebben de bedragen terug te betalen die ten gevolge van de afschaffing van de belasting of de vermindering van de belastingvoeten als ten onrechte betaald moeten beschouwd worden. In het laatste geval zal de terugbetaling geschieden in verhouding tot de vermindering van de belastingvoeten waarvan de belastingplichtigen die jaarlijks ingekohierd worden zouden genieten. Artikel 10: wijze van inning De betaling in kapitaal wordt contant ingevorderd, tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Indien op de kennisgeving van het bedrag van het (resterende) kapitaal geen betaling volgt, hetzij binnen de twee maanden zoals bepaald in het vorig artikel onder punt b, hetzij voor 1 februari van het belastingjaar, zoals bepaald in het vorig artikel onder punt c, wordt de jaarlijkse belasting ingevorderd. De belasting wordt jaarlijks ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1009
De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013v. Goedkeuring te hechten aan het belastingsreglement op het verwerven van de wegbedding. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het belastingsreglement op het verwerven van de wegbedding. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake Besluit De gemeenteraad beslist: Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt de toepassing van de vroegere belastingsverordeningen op de verwerving van de wegbedding (zate) behouden op de toestanden die tijdens hun heffingsduur ontstonden, met dien verstande evenwel dat voor de vestiging, invordering en de oplossing van de geschillen terzake wordt verwezen naar het decreet van 30 mei 2008. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013w. Goedkeuring te hechten aan het belastingsreglement op wegeniswerken. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het belastingsreglement op wegeniswerken. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake Besluit De gemeenteraad beslist: Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt de toepassing van de vroegere belastingsverordeningen op de wegeniswerken behouden op de toestanden die tijdens hun heffingsduur
Gemeenteraad van 30 december 2013
1010
ontstonden, met dien verstande evenwel dat voor de vestiging, invordering en de oplossing van de geschillen terzake wordt verwezen naar het decreet van 30 mei 2008. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013x. Goedkeuring te hechten aan het belastingsreglement op rioleringswerken. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het belastingsreglement op rioleringswerken. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake Besluit De gemeenteraad beslist: Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt de toepassing van de vroegere belastingsverordeningen op de rioleringswerken behouden op de toestanden die tijdens hun heffingsduur ontstonden, met dien verstande evenwel dat voor de vestiging, invordering en de oplossing van de geschillen terzake wordt verwezen naar het decreet van 30 mei 2008. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 013y. Goedkeuring te hechten aan het belastingreglement op privé-clubs en rendez-voushuizen. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het belastingreglement op privé-clubs en rendez-voushuizen. Motivering Juridische grond De bepalingen van het gemeentedecreet. Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. Argumentatie
Gemeenteraad van 30 december 2013
1011
De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele belastingen. Besluit De gemeenteraad beslist het belastingreglement op privé-clubs en rendez-voushuizen goed te keuren. Belastingreglment op privé-clubs en rendez-voushuizen. Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op privé-clubs en rendez-voushuizen. Artikel 2: definities Onder privé-club wordt verstaan : elke onderneming waar drankgelegenheid wordt geboden en waarvan de toegang: ofwel onderworpen is aan het vervullen van zekere formaliteiten zoals aanbellen of het verplicht lidmaatschap of het houden van een register; ofwel voorbehouden is aan zekere personen; ofwel geweigerd wordt aan zekere personen op grond van eender welk motief, uitgezonderd op grond van wettelijke bepalingen. Onder rendez-vous huizen wordt verstaan : elke inrichting waar regelmatig de gelegenheid wordt geboden om een kamer, een appartement, een salon te huren of erover te beschikken voor een kort verblijf vanaf minder dan één uur, zowel tijdens de dag als tijdens de nacht, met het doel een intieme ontmoeting tussen verschillende personen mogelijk te maken voor andere doeleinden dan een overnachting, die het voorwerp uitmaken van de exploitatie van gangbare erkende hotels. Artikel 3: belastingplichtige De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de exploitant en de eigenaar van de privé-club of het rendezvoushuis. Artikel 4: tarief Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld: voor een privé-club op 5.000 euro per privé-club, zoals omschreven in artikel 2. voor een rendez-voushuis: op 1.000 euro per kamer, appartement of salon, zoals omschreven in artikel 2. De belasting is onverdeelbaar. Zij is verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de datum van ingebruikstelling van de inrichting of van overname van een bestaande instelling mag zijn. Bij overname in de loop van een bepaald dienstjaar is de belasting in haar geheel opnieuw verschuldigd door de nieuwe exploitant en blijft de belasting, gesteld op de exploitant die de inrichting overdraagt, in haar geheel behouden. Artikel 5: aangifteplicht De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige. De belastingschuldige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingschuldige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 30 juni van het belastingjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Voor nieuwe inrichtingen dient deze aangifte te gebeuren alvorens zij hun activiteit aanvatten. Artikel 6: wijze van inning De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtigen. Artikel 7: procedure van amtshalve vaststelling Bij gebrek aan aangifte binnen de voorziene termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige bedoeld onder artikel 3, kan de belasting ambtswege worden ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan 25% van de verschuldigde belasting.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1012
Artikel 8: controlebevoegdheid De door het gemeentebestuur aangestelde controleurs zijn gemachtigd om de toepassing van dit belastingreglement, te allen tijde gedurende het jaar te controleren. Van elke controle wordt een proces-verbaal opgemaakt. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 4 onthoudingen nl. van mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014. Goedkeuring te hechten aan verschillende retributiereglementen Marc Vandamme: hoofdelijke stemming Luc Hermans: hoofdelijke stemming. Verder geen tussenkomsten? Mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja), meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninck (onthouding), meneer Van Damme (onthouding), meneer Vermeijen (onthouding), meneer Grooten (onthouding), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (onthouding), meneer Meeus (onthouding), meneer Van Lommel (onthouding), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja 014a. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de invordering van niet-fiscale ontvangsten. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op de invordering van niet-fiscale ontvangsten. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgelmeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De invordering en opvolging van de openstaansde schulden, het opmaken en versturen van aanmaningsbrieven en het opmaken van een dossier voor invordering via een deurwaarder geeft voor de stad een administratieve kost. Het is billijk om deze kost te verhalen op de wanbetaler. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op de invordering van niet-fiscale ontvangsten goed te keuren. Retributiereglement op de invordering van niet-fiscale ontvangsten. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 worden administratieve kosten aangerekend voor het verzenden van aanmaningen en het opmaken van een dossier voor invordering via een deurwaarder. Deze retributie is van toepassing op de invordering van niet-fiscale ontvangsten of retributies. Artikel 2: schuldenaar De administratieve kosten worden aangerekend aan de laattijdige betaler. Artikel 3: tarief Volgende administratieve kosten worden aangerekend:
Gemeenteraad van 30 december 2013
1013
voor een eerste aanmaning ( verstuurd per gewone post ): 5 euro voor een tweede aanmaning ( aangetekend verstuurd ): 10 euro voor een dossier invordering via een deurwaarder: 15 euro De voormelde bedragen worden gecumuleerd. Artikel 4: wijze van inning De administratiekosten worden toegevoegd aan de openstaande schuld. Bij gedeeltelijke betaling zullen eerst de administratiekosten aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande niet-fiscale schuld (hoofdsom). De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014b. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik van de tijdelijke slachtvloer ten gevolge van het offerfeest. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik van de tijdelijke slachtvloer ten gevolge van het offerfeest. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie Het is billijk dat de kosten voor het inrichten van een tijdelijke slachtvloer ten gevolge van het offerfeest deels verhaald worden op de gebruikers. Voor personen die geen inwoner zijn van Turnhout wordt een hogere bijdrage gevraagd omdat zij op geen andere wijze bijdragen in de kosten. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het gebruik van de tijdelijke slachtvloer ten gevolge van het offerfeest goed te keuren. Retributiereglement op het gebruik van de tijdelijke slachtvloer ten gevolge van het offerfeest. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het gebruik van de tijdelijke slachtvloer ten gevolge van het Islamitisch offerfeest. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de persoon die om de dienstverlening verzoekt. Artikel 3: tarief Voor personen die zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad Turnhout wordt het tarief van de retributie vastgesteld op 15 euro per aangifte. Voor personen die niet zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad Turnhout wordt het tarief van de retributie vastgesteld op 25 euro per aangifte. Artikel 4: wijze van inning De retributie is contant verschuldigd op ogenblik dat de schuldenaar de slachtingaangifte doet bij de stad Turnhout. Na betaling van de retributie wordt hiervan een ontvangstbewijs afgeleverd. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer
Gemeenteraad van 30 december 2013
1014
Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014c. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op prestaties voor en levering van materiaal aan derden. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op prestaties voor en levering van materiaal aan derden. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake Argumentatie De stadsdiensten voeren werken uit op de openbare wegenis op verzoek van de aanvrager. De stadsdiensten voeren ook geregeld herstellingswerken uit aan het openbaar domein ingevolge beschadigingen,enz. Deze werken veroorzaken kosten voor de stad. Deze kosten worden verhaald op de aanvrager of veroorzaker van de schade. De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist om het retributiereglement op prestaties voor en levering van materiaal aan derden. Retributiereglement op prestaties voor en levering van materiaal aan derden. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019, wordt op het uitvoeren van werken voor derden op de openbare wegenis een retributie gevestigd. Deze retributie wordt gevestigd voor: - de aanleg, aanpassing, afbraak en wijziging van opritten ten laste van de aanvrager, - het herleggen en aanpassen van voetpaden ten laste van diegene die de toelating tot uitbraak heeft bekomen, - het plaatsen van verkeersmateriaal op last van de aanvrager, - het herstellen van schade of het vervangen van beschadigd materiaal aan het openbaar domein, - alle andere soorten technische prestaties. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de aanvrager. In het geval van herstelling van schade is de retributie verschuldigd door de verantwoordelijke voor de schade. Artikel 3: tarief De tarieven van de retributie worden als volgt vastgesteld: 3.1 uurlonen tijdens de reguliere werkuren technisch Assistent 35 euro per begonnen uur eerste Technisch Assistent en Technisch Specialist 40 euro per begonnen uur werkleider 45 euro per begonnen uur 3.2 kostprijs oproep personeel buiten de reguliere werkuren technisch Assistent 124 euro + het aantal gewerkte uren (3.1) eerste Technisch Assistent of Technisch Specialist 136 euro + het aantal gewerkte uren (3.1) werkleider 161 euro + het aantal gewerkte uren (3.1) 3.3 transportkosten
Gemeenteraad van 30 december 2013
1015
gebruik en verbruik voertuig 1 euro per begonnen kilometer 3.4 aanpassing aan de verharding van het voetpad ( tarief is inclusief uurloon ) met herbruikbare materialen 51 euro per begonnen m² met nieuwe materialen 72 euro per begonnen m² 3.5 aanpassing aan boordstenen ( tarief is inclusief uurloon ) 26 euro per lopende meter 3.6 aanleggen inrit kostprijs aanpassing aan de verharding van het voetpad ( zie art. 3.4 ) + aanpassing aan Boordstenen ( zie art. 3.5 ) 3.7 vervangen of plaatsen van onderstaande materialen vuilnisbak type Gasthuisstraat 581 euro + loonkost + transportkost vuilnisbak type Grote Markt 623 euro + loonkost + transportkost paaltjes vierkante paaltjes fsc hout vast 121 euro per stuk fsc hout wegneembaar 248 euro per stuk kunststof vast 65 euro per stuk ronde metalen paaltjes met bol vast 115 euro per stuk sokkel voor wegneembare paal 49 euro perstuk wegneembaar 186 euro per stuk beugel 1000*570 mm 98 euro per stuk schampblok 60*45*40 cm 133 euro per stuk antiparkeerelement (=jumbo-rug) 45*49*90 cm 106 euro per stuk dagslapers 19 euro per stuk blokbatterijen 2 euro per stuk hondenpoepzuilen type tot 2013 336 euro per stuk type vanaf 2013 264 euro per stuk tafel ramblas 3 meter 1.280 euro per stuk tafel ramblas 1,5 meter 940 euro per stuk zitbank ramlas zonder rugleuning 740 euro per stuk zitbank ramblas 1,5 meter 580 euro per stuk zitbank ramblas 3 meter 740 euro per stuk zitbank ramblas 0,6 meter 380 euro per stuk 3.8 De overige geleverde materialen worden aangerekend aan de prijs die de stad ervoor heeft betaald. Artikel 4: vrijstellingen Voor de werkzaamheden die op initiatief van de stad worden uitgevoerd, zijn de prestatie en gebruik van materialen vrijgesteld van deze retributie. Artikel 5: wijze van inning De verschuldigde retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na de toezending van de vordering. Bij niet-minnelijke regeling van de verschuldigde retributie kan de inning geschieden met alle geëigende rechtsmiddelen. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging
Gemeenteraad van 30 december 2013
1016
Origineel
Dienst financiën
014d. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op inschrijvingen in het deeltijds kunstonderwijs en op het gebruik van muziekinstrumenten. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op inschrijvingen in het deeltijds kunstonderwijs en op het gebruik van muziekinstrumenten. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie Er wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik van de infrastructuur, verwarming, verlichting, onderhoud, enz. die verband houden met de organisatie van het deeltijds kunstonderwijs. Voor Inschrijvers die geen inwoner zijn van Turnhout en de filiaalgemeenten wordt een hogere bijdrage gevraagd omdat deze op geen andere manier bijdragen in de kosten. In de stedelijke muziekacademie worden diverse muziekinstrumenten in bruikleen gegeven aan de leerlingen. Voor deze uitleningen past het om een retributie te vorderen van de leerlingen. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op inschrijvingen in het deeltijds kunstonderwijs en op het gebruik van muziekinstrumenten goed te keuren. Retributiereglement op inschrijvingen in het deeltijds kunstonderwijs en op het gebruik van muziekinstrumenten. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt als bijdrage in de werkingskosten een retributie geheven op inschrijvingen in het deeltijds kunstonderwijs en op het gebruik van muziekinstrumenten door de leerlingen van de stedelijke muziekacademie. Artikel 2: schuldenaar De retributie geheven op de inschrijvingskosten is verschuldigd door de inschrijver of de ouders van deze persoon. De retributie op het gebruik van muziekinstrumenten is verschuldigd door de gebruiker of de ouders van de gebruiker. Artikel 3: tarief Artikel 3.1: de retributie op de inschrijving als kostendeelname in de werkingskosten bedraagt: - 15 euro voor inwoners van Turnhout en de filialen; - 7,50 euro voor inwoners van Turnhout en de filialen die houder zijn van een vrijetijdspas. - 20 euro voor de overige inschrijvers. Artikel 3.2: retributie op het gebruik van muziekinstrumenten - De retributie bedraagt 50 euro per schooljaar voor het gebruik van een muziekinstrument indien het een eerste instrument betreft dat door een gezin wordt ontleend. - Dit bedrag wordt herleid tot 45 euro voor het tweede en tot 40 euro vanaf het derde instrument in éénzelfde gezin. - De retributie is ondeelbaar en voor het ganse schooljaar verschuldigd, welke ook de datum van de aanvraag of inlevering is. - Bij laattijdige inlevering van het instrument wordt aan de ontlener een bijkomende vergoeding aangerekend van 12,50 euro per begonnen maand van laattijdige inlevering. De normale inleveringstermijnen zijn vermeld in het reglement van orde zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. - In geval van ongeval, verkeerd gebruik, diefstal of verlies van het muziekinstrument, draagt de schuldenaar alle de aankoop- of herstellingskosten die hieruit voortvloeien. Artikel 4: wijze van inning Artikel 4.1: De retributie op de inschrijving is verschuldigd op het ogenblik van de inschrijving en zal samen met het inschrijvingsgeld worden aangerekend. Artikel 4.2: De retributie op het gebruik van muziekinstrumenten is verschuldigd op het ogenblik dat de ontlening wordt aangegaan. De retributie wordt ingevorderd door middel van een factuur. De factuur is betaalbaar binnen een termijn van 30 dagen volgend op de factuurdatum.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1017
De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014e. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de terbeschikkingstelling van elektriciteit. Samenvatting De gemeenteraad van de Stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op de terbeschikkingstelling van elektriciteit. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in de gemeenteraad van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de Stad Turnhout vergt de invoering van rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op de terbeschikkingstelling van elektriciteit door de Stad Turnhout goed te keuren. Retributiereglement op het ter beschikking stellen van elektriciteit. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt ten voordele van de stad een retributie geheven op de terbeschikkingstelling van elektriciteit aan marktkramers en foornijveraars. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de aanvrager. Als 1 of meerdere natuurlijke personen of rechtspersonen gebruik maken van eenzelfde aansluiting, dienen zijzelf een verdeelsleutel op te maken en zijn elk van deze personen hoofdelijk aansprakelijk. Artikel 3: aanvraag Voor kermisattracties dient de aanvraag schriftelijk te gebeuren en minimum 2 maanden vóór aanvang van de kermis waarvoor elektriciteit wordt aangevraagd. Er mag maar 1 kermisattractie of verbruikstoestel per stekker aangesloten worden op de verdeelkasten. De foornijveraar mag zoveel attracties aansluiten als waarvoor een contract werd afgesloten. Voor abonnementhouders op de zaterdagmarkt dient de aanvraag schriftelijk te gebeuren bij de aanvraag van het abonnement voor de staanplaats. De aanvrager mag de elektriciteit niet voor andere doeleinden aanwenden. Artikel 4: tarief De retributie bedraagt 2,30 euro per kVA vermogen per dag. Het aangerekende vermogen is het vermogen zoals werd opgemeten door de stedelijke afgevaardigde. Voor niet-abonnementhouders op de zaterdagmarkt wordt een forfaitair dagtarief aangerekend van: 10 euro per gebruik van een stekker van 16A , monofasig en 30 euro per gebruik van een stekker van 32A - 63A, driefasig. Artikel 5: geldende afspraken De stedelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst nadat de kandidaat-energiegebruiker een geldig attest voorlegde van keuring van de binneninstallatie. Bij een driefasen aansluiting zorgt de kandidaat-energiegebruiker ervoor dat de 'belasting' gelijkmatig verdeeld wordt over de drie fasen. De aansluitkast moet altijd gemakkelijk toegankelijk blijven voor de stedelijke afgevaardigde zodat toezicht steeds mogelijk is. Indien de stedelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en/of dat de veiligheid in het gedrang
Gemeenteraad van 30 december 2013
1018
komt, heeft hij de bevoegdheid om de aansluiting onmiddellijk te verbreken. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de know-how van de netbeheerder. Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring door de toegelaten gebruiker stelt onmiddellijk een einde aan het gebruik van de aansluitkast en zal gerechtelijk worden vervolgd. De Stad Turnhout stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de aansluitkast aan de gebruiker. De Stad Turnhout kan niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient in dit geval noch een schadevergoeding, noch een vermindering van de gebruiksvergoeding toe te staan. De gebruiker dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de stedelijke aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de stedelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen. Artikel 6: wijze van inning De verschuldigde retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na de toezending van de vordering. Voor de niet-abonnementhouders op de zaterdagmarkt is de retributie contant eisbaar op het ogenblik dat door de aanvrager om de dienstverlening wordt verzocht. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014f. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de administratieve prestaties. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op de administratieve prestaties. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en evenetuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De administratieve prestaties zoals de kosten voor het opzoekwerk, het controleren vann gegevens, het maken van kopieën en het versturen van documenten worden verhaald op de aanvrager. De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op administratieve prestaties goed te keuren. Retributiereglement op administratieve prestaties Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren door het gemeentebestuur van allerhande administratieve stukken en inlichtingen. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de persoon die de dienst, het stuk of de inlichting vraagt. Artikel 3: tarief De retributie wordt vastgesteld als volgt: 3.1 voor inlichtingen betreffende vastgoedinformatie en bodemwetgeving die schriftelijk worden verstrekt door de gemeentelijke diensten en die niet louter het laten inzien ervan, het uitleg geven over en een
Gemeenteraad van 30 december 2013
1019
afschrift afleveren van bestuursdocumenten betreffen, maar opzoekwerk en samenstelling van een dossier of schriftelijk antwoord vereisen betreffende specifieke zaken of eigendommen: 100 euro per aanvraag en per eigendom; 3.2 voor het opmaken, controleren, vervolledigen en versturen van een dossier tot het bekomen van de Belgische nationaliteit: 100 euro per dossier; 3.3 voor de aanvraag van een nieuwe pin en puk code voor een elektronische identiteitskaart of een elektronische vreemdelingenkaart: 5 euro per aanvraag; 3.4 voor de aanvraag van een token: 5 euro per aanvraag; 3.5 voor de controle van de voorwaarden, de registratie en het afdrukken van een verklaring van wettelijke samenwoonst: 20 euro; 3.6 voor de registratie en het afdrukken van een verklaring van beëindiging van wettelijke samenwoonst: 20 euro. Artikel 4: wijze van inning De retributie moet worden betaald bij de aanvraag of ten laatste bij het afleveren van de stukken of het verstrekken van inlichtingen. De retributie zoals bedoeld onder artikel 3.1 kan worden betaald door overschrijving of storting op de bankrekening van de Stad Turnhout. Met het oog op de invordering van een onbetwistbare en opeisbare retributie kan de financieel beheerder een dwangbevel uitvaardigen. Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014g. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik van verkeerssignalisatie voor tijdelijk parkeerverbod. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik van verkeerssignalisatie voor tijdelijk parkeerverbod. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Het privaat gebruik van openbare parkeerplaatsen moet worden beperkt. Parkeerplaatsen die worden vrijgehouden mogen enkel worden gebruikt voor het doel waarvoor het parkeerverbod werd toegestaan. Tijdens momenten waarop de parkeerplaatsen niet nodig zijn, mogen deze niet gebruikt worden om eigen voertuigen te plaatsen. Tijdelijk parkeerverbod wordt enkel toegestaan voor de periode waarin het parkeerverbod noodzakelijk is. In bepaalde gevallen waarbij om parkeerverbod wordt gevraagd, is het niet mogelijk om te parkeren in de straat zonder de doorgang te versperren. In deze gevallen moet de straat volledig worden afgesloten. Dit kan onder andere voorkomen in smalle straten. Er wordt voorgesteld om ook hiervoor een retributie aan te rekenen. Bij het plaatsen van obstakels op de openbare weg is is degene die het obstakel veroorzaakt verplicht om de nodige signalisatie te voorzien volgens de hiervoor afgeleverde vergunnung. Indien de veroorzaker van de hinder geen of onvoldoende signalisatie aanbrengt is de wegbeheerder verplicht om de nodige signalisatie aan te brengen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1020
Besluit De gemeenteraad beslist om het retributiereglement op het gebruik van verkeerssignalisatie voor tijdelijk parkeerverbod goed te keuren. Retributiereglement op het gebruik van verkeerssignalisatie voor tijdelijk parkeerverbod Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019, wordt ten voordele van de stad een retributie ingevoerd voor het gebruik van verkeerssignalisatie voor het tijdelijk vrijhouden van parkeerplaatsen of voor het afsluiten van een straat. Artikel 2 : schuldenaar De retributie is verschuldigd door de aanvrager. Artikel 3 : tarief De retributie wordt berekend op basis van de aard en de periode van het aangevraagde parkeerverbod. Het bedrag van de retributie per aanvraag voor het gebruik van verkeerssignalisatie ten behoeve van het tijdelijk vrijhouden van parkeerplaatsen, gebracht en teruggebracht door het gemeentepersoneel, bedraagt: - 40 euro van 1 dag tot 1 week - 12 euro per bijkomende begonnen week. Het bedrag van de retributie per aanvraag voor het gebruik van verkeerssignalisatie ten behoeve van tijdelijk parkeerverbod waarbij de straat tijdelijk wordt afgesloten, gebracht en teruggebracht door het gemeentepersoneel, bedraagt: - 50 euro van 1 dag tot 1 week - 25 euro per bijkomende begonnen week. Voor het aanvragen van wijzigingen en verlengingen van het tijdelijk parkeerverbod is een retributie verschuldigd van 5 euro. Wijzigingen waarbij de totale duur van het tijdelijk parkeerverbod wordt verkort, zijn vrijgesteld van deze bijkomende retributie. Artikel 4 : wijze van inning De verschuldigde retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na de toezending van de vordering. Artikel 5: vrijstellingen De nutsmaatschappijen zijn vrijgesteld van deze retributie op voorwaarde dat zij zelf de nodige signalisatie plaatsen. Deze signalisatieborden en de plaatsing ervan moet voldoen aan de wettelijke vereisten. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst Financiën 014h. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het ophalen van grofvuil en snoeihout aan huis. Samenvatting De gemeenteraad gaat akkoord om het retributiereglement op het ophalen van grofvuil en snoeihout aan huis goed te keuren. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in de gemeenteraad van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De Stad Turnhout wil de bewoners stimuleren om de stad groener te maken met de haagplantactie, maar dat heeft tot gevolg dat er ook meer snoeihout vrijkomt. Om de burger de kans te geven dit gratis te verwijderen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1021
werden de maanden maart, april, juli, oktober en november aangeduid als groene maanden waarbij het snoeihout gratis naar het containerpark kan worden gebracht. De bedoeling van het ophalen van snoeihout is om burgers te depaneren die zelf geen vervoer hebben in de gratis maanden. Buiten deze gratis maanden is het niet opportuun om snoeihout aan huis op te halen. De bedoeling van het ophalen van grofvuil is om burgers te depaneren die zelf geen vervoer hebben om het grofvuil naar het containerpark te brengen. Besluit De gemeenteraad keurt het onderstaande retributiereglement op het ophalen van grofvuil en snoeihout goed. Retributiereglement op het ophalen van grofvuil en snoeihout. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie ingevoerd voor het ophalen van grofvuil en snoeihout. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door diegene die om de dienstverlening verzoekt. Artikel 3: omschrijving en voorwaarden van de aanvraag Artikel 3.1: Een aanvraag voor ophalen van grofvuil wordt aanzien als de hoeveelheid grofvuil die logischerwijze kan vrijkomen bij de normale werking van een particulier huishouden en dit beperkt tot 30 stuks. De ophaling van grofvuil is gebonden aan een aantal voorwaarden: Grofvuil is huisvuil dat vanwege zijn aard en omvang niet in de gewone huisvuilzakken kan. Bij het ophalen van grofvuil mag geen gewoon huisvuil worden meegegeven. Bouwafval en afbraakmateriaal waaronder puin en beton, asbest, vensterglas, spoorbalken (“treinbiels”) en grote hoeveelheden afbraakhout worden niet meegenomen met de ophaling van grofvuil. De afvalstoffen moeten vóór 9 u ‘s morgens worden buiten geplaatst. Het mag reeds vanaf 18 u de dag voordien. Er dient plaats genoeg vrij gelaten te worden voor de voetgangers. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), hout en metalen worden apart opgehaald. Ze dienen apart buiten geplaatst te worden om het de ophalers makkelijker te maken. Artikel 3.2: Een aanvraag voor ophalen van snoeihout is beperkt tot een hoeveelheid van 10 m³ gestapeld in de vrachtwagen. Indien meer snoeihout dient opgehaald, moet een tweede aanvraag en tweede betaling gebeuren. De ophaling van snoeihout is gebonden aan volgende voorwaarden: De datum van aanvraag dient zich te situeren in de maanden maart, april, juli, oktober of november. De technische dienst zal proberen het snoeihout op de aangevraagde datum op te halen. Indien dit niet kan zal de technische dienst zo snel mogelijk hierover contact opnemen met de aanvrager. Het snoeihout moet tegen de openbare weg worden gestapeld. Het snoeihout moet vóór 8 u ’s morgens buiten zijn geplaatst op de afgesproken dag van ophaling. Het mag reeds vanaf 18 u de dag voordien. Het snoeihout moet hanteerbaar zijn met een kraantje dat op een vrachtwagen staat. Dit betekent dat het snoeihout deftig moet gestapeld zijn en dat de lengte van het hout maximum 3 meter mag zijn. De diameter van takken en kleine boompjes mag maximum 30 cm bedragen. Boomstronken mogen maximaal 50 cm diameter zijn en worden enkel meegenomen als het zand is verwijderd. Artikel 4: tarief De afhaling van grofvuil in het kader van speciale ophaling, zoals gedefinieerd in artikel 3.1, zal gebeuren mits voorafgaandelijke betaling van 100 euro per aanvraag. De afhaling van snoeihout in het kader van speciale ophaling, zoals gedefinieerd in artikel 3.2, zal gebeuren mits voorafgaandelijke betaling van 100 euro per aanvraag. Artikel 5: wijze van inning Deze retributie is contant eisbaar op het ogenblik dat door de aanvrager om de dienstverlening wordt verzocht. Een bedrag gelijk aan de retributie, vastgesteld in dit reglement, wordt vooraf in bewaring gegeven bij de financieel beheerder of zijn aangestelde tegen aflevering van een ontvangstbewijs. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef
Gemeenteraad van 30 december 2013
1022
Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014i. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het leggen van een rioolaftakking vanaf het hoofdriool tot aan de grens van de private eigendom, het leggen van een rioolaftakking vanaf de rioolaansluitleiding tot aan de dakafvoer aan de grens van de private eigendom en aan het retributiereglement op het ontstoppen en keuren van een riolering. Samenvatting De gemeenteraad van de Stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het leggen van een rioolaftakking vanaf het hoofdriool tot aan de grens van de private eigendom, het leggen van een rioolaftakking vanaf de rioolaansluitleiding tot aan de dakafvoer aan de grens van de private eigendom en aan het retributiereglement op het ontstoppen en keuren van een riolering. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in de gemeenteraad van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie In talrijke straten van de stad werd reeds een rioolleiding aangelegd. De aanleg van een rioolaftakking vanaf het hoofdriool in de weg tot aan de grenslijn van de private eigendommen dient te worden uitgevoerd door het stadsbestuur. In een aantal straten zijn er reeds wachtaansluitingen voorzien voor onbebouwde percelen. De kosten voor het aansluiten van een nieuwbouw op een bestaande wachtaansluiting zijn beperkt, gezien de kosten reeds in het verleden zijn gemaakt toen rioleringswerken werden uitgevoerd en de wachtaansluitingen voor de lege bouwpercelen werden voorzien tot de grens met het openbaar domein. Het is aangewezen om een forfaitair aansluitrecht voor de aansluiting van een nieuwbouw op een bestaande wachtaansluiting aan te rekenen. Voor het ontstoppen van een intacte rioolaftakking,vanaf de rooilijn tot aan het straatriool, wordt aan de aanvrager een retributie aangerekend. Sinds 1 juli 2011 moet na aanleg en voor aansluiting op het rioleringsstelsel ook de private riolering gecontroleerd worden om te zien of de scheiding tussen DWA en RWA correct werd uitgevoerd. Deze keuring wordt uitgevoerd door de rioolbeheerder van het gemeentelijk stelsel. De financiële toestand van de stad maakt het noodzakelijk de kosten te verhalen op de aanvrager. Besluit De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het onderstaande retributiereglement. Retributiereglement op het aanleggen rioolaftakking vanaf het hoofdriool tot aan de grens van de private eigendom, het aanleggen van een rioolaftakking vanaf de rioolaansluitleiding tot aan de dakafvoer aan de grens van de private eigendom, ontstoppen van een riolering en keuring van de private riolering. Artikel 1: voorwerp retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het aansluiten van private riolering op een bestaande wachtbuis of huisaansluitputje, op het leggen van een rioolaftakking vanaf het hoofdriool tot aan de grens van het private eigendom, op het leggen van een rioolaftakking vanaf de rioolaansluitleiding tot aan de dakafvoer aan de grens van de private eigendom, op het ontstoppen van een riolering vanaf de rooilijn tot aan het straatriool en op de keuring van de private riolering. Artikel 2 : schuldenaar De retributie voor het aansluiten van private rioleing, het aanleggen van een rioolaftakking en voor de keuring van de private riolering is verschuldigd door de aanvrager. Bij ontstentenis is de retributie verschuldigd door de bewoner(s). De retributie voor het ontstoppen van de riolering is verschuldigd door de aanvrager op voorwaarde dat de verstopping zich bevindt in de rioolaftakking van het betreffende gebouw en dat de rioolaftakking intact is. Indien
Gemeenteraad van 30 december 2013
1023
de verstopping zich voordoet niet in de rioolaftakking maar in het riool zelf of als de rioolaftakking hersteld moet worden, is er geen retributie verschuldigd. Artikel 3 : tarief Voor nieuwbouw die aansluiten op een bestaande wachtbuis of huisaansluitputje wordt er een forfaitair bedrag aangerekend van 500 euro inclusief BTW als aansluitrecht. Het bedrag van de retributie op het leggen van een rioolaftakking vanaf het hoofdriool tot aan de grens van de private eigendom bestaat uit: - een forfaitair bedrag van 623 euro inclusief BTW. Deze forfait betreft de aansluiting voor de eerste 5 strekkende meters. - een bijkomend bedrag van 80 euro inclusief BTW per begonnen strekkende meter vanaf de zesde meter De retributie voor het aansluiten van een regenpijp op de bestaande rioolaftakking bedraagt 312 euro inclusief BTW. De retributie voor het ontstoppen van een riolering bedraagt 169 euro inclusief BTW voor een ontstopping vanaf de rooilijn tot aan het straatriool. De retributie voor het uitvoeren van een camera-inspectie van huisaansluiting zonder opname van de beelden bedraagt 150 euro inclusief BTW. Het bedrag van de retributie voor de keuring bedraagt voor : - een ééngezinswoning: 120 euro inclusief BTW - per extra wooneenheid: 80 euro inclusief BTW - een appartement: 120 euro inclusief BTW voor de eerste wooneenheid + per extra wooneenheid 80 euro inclusief BTW - een herkeuring: 80 euro inclusief BTW per wooneenheid per keer. Artikel 4 : wijze van inning Vanaf het moment dat de dienst geleverd is en volgens artikel 3 van dit reglement retributie verschuldigd is, is de aanvrager verplicht de berekende retributie te betalen. De retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na toezending van de factuur. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst fianciën 014j. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de standplaatsen op markten. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op de standplaatsen op markten. Motivering De toewijzing van losse plaatsen gebeurt bij loting. De kandidaten dienen zich op de marktdag aan te bieden op het stadhuis op de Grote Markt. Diegene die de standplaats krijgt toegewezen, betaalt de vergoeding aan de marktleider tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Voor de abonnementshouders wordt er een plan of register bijgehouden waarin voor elke standplaats de toegewezen abonnementhouder is opgenomen. De toekenning van de abonnementen gebeurt door het college van burgemeester en schepenen. Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1024
Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op de standplaatsen op markten goed te keuren. Retributiereglement op de standplaatsen op markten Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie gevestigd op het innemen van een standplaats op de zaterdagse markt en op het innemen van een standplaats op de antiek-, kunst-, curiosa- en bloemenmarkt in en om het Cultureel- en Ontmoetingscentrum 'de Warande'. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon die de standplaats inneemt. Artikel 3: tarief De retributie is eisbaar op het moment dat de standplaats wordt ingenomen. In geval voor een abonnement werd gekozen, is de retributie eisbaar op het moment van de eerste inname van de standplaats gedurende de betrokken periode. De retributie wordt vastgesteld als volgt: 3.1. Voor een standplaats op de zaterdagse markt: a. Plaatsrecht voor abonnementen: per strekkende meter of begonnen strekkende meter: - 3 maanden: 22 euro - 6 maanden: 42 euro - 1 jaar: 82 euro b. Plaatsrecht voor de overigen: Een eenheidsprijs van 2 euro per strekkende meter of begonnen strekkende meter, waarbij per plaats een minimum van 6 meter wordt aangerekend. 3.2. Voor een standplaats op de antiek-, kunst- curiosa- en bloemenmarkt in en om het Cultureel en Ontmoetingscentrum 'de Warande': - Per stand van 3 m breedte of begonnen 3 m: 3 euro per dag. Voor kinderen onder de 14 jaar wordt dit plaatsrecht herleid tot 1,50 euro per dag. - Per stand van meer dan 3 m tot maximum 6 m breedte: 9 euro per dag. Voor kinderen onder de 14 jaar wordt dit plaatsrecht herleid tot 4,50 euro per dag. Artikel 4: data ingang abonnementen De ingangsdata van de abonnementen worden vastgesteld als volgt: 3 maanden: op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober 6 maanden: op 1 januari en 1 juli 1 jaar: op 1 januari Artikel 5: wijze van inning De inning der rechten geschiedt contant ter plaatse, tegen ontvangstbewijs, door de daartoe aangestelde gemeentebeambte. Voor de abonnementsgelden zal daarentegen aan de gebruiker een factuur worden overhandigd. Het bewijs van betaling moet op elk verzoek der aangestelden vertoond worden. Artikel 6: bijkomende bepalingen De betaalde retributies blijven verworven voor het stadsbestuur, ongeacht of de betrokken standplaatsen werkelijk werden ingenomen of niet. Enkel de afschaffing van de standplaats, conform het reglement op de openbare markt, kan aanleiding geven tot een teruggave van een evenredig gedeelte van de vereffende standplaatsvergoeding. De betaling van de retributie geeft aan de gebruiker voor de ganse duur van de markt de persoonlijke beschikking over de plaats waarvoor het recht is gevorderd. Het innemen van de plaats gebeurt op eigen risico. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1025
Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014k. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik en/of ontlenen van materialen van Bibliotheek Turnhout. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik en/of ontlenen van materialen van Bibliotheek Turnhout. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist het onderstaande retributiereglement op het gebruik en/of ontlenen van materialen van Bibliotheek Turnhout goed te keuren. Retributiereglement op het gebruik en/of ontlenen van materialen van Bibliotheek Turnhout. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het gebruik en/ of het ontlenen van materialen van Bibliotheek Turnhout. Artikel 2:schuldenaar De retributie is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening. Artikel 3: lidmaatschap, gebruiks- en dienstreglement Lidmaatschap van de bibliotheek wordt verkregen door de betaling van een lidmaatschapsbedrag. Het gebruik van de (digitale) bibliotheek is bepaald in een gebruiks- en een dienstreglement. Artikel 4: tarieven voor houders van een lidmaatschapkaart 4.1 lidmaatschap Het lidmaatschap voor een inwoner van Turnhout bedraagt 6 euro voor de periode van één jaar die aanvangt vanaf het tijdstip van de betaling. Het lidmaatschap voor een persoon die geen inwoner is van Turnhout bedraagt 8 euro voor de periode van één jaar die aanvangt vanaf het tijdstip van de betaling. Voor personen jonger dan 18 jaar en voor houders van een Turnhoutse vrijetijdspas is het lidmaatschap gratis. 4.2 boeten en kosten Boete bij overschrijding van de uitleentermijn: o Een overzicht van de aantallen en termijnen is vermeld in het schema hieronder. o Leden jonger dan 14 jaar kunnen geen romans, strips, speelfilms en sprinters uit de volwassenencollectie lenen. o Bij het overschrijden van de uitleentermijn betaalt ieder lid vanaf 14 jaar een bijkomende retributie. De bijkomende retributie is in verhouding tot de overschrijding van de uitleentermijn en gaat in op de dag na het verstrijken van de uitleentermijn. Sluitingsdagen worden niet meegerekend. Overzicht aantallen, termijnen en bijkomende retributie : bijkomende retributie verlengen bij overschrijding van media aantal uitleentermijn uitleentermijn de uitleentermijn Boeken Strips Cd’s, muziekdvd’s
Gemeenteraad van 30 december 2013
8 8 8
3 weken 3 weken 3 weken
2 x mogelijk 2 x mogelijk 2 x mogelijk
0,20 euro/dag/ stuk 0,20 euro/dag/ stuk 0,20 euro/dag/ stuk
1026
Dvd’s speelfilms 4 3 weken niet mogelijk 0,20 euro/dag/ stuk Dvd’s informatief 8 3 weken 2 x mogelijk 0,20 euro/dag/ stuk Taalcursussen 2 3 weken 2 x mogelijk 0,20 euro/dag/ stuk Bladmuziek 8 3 weken 2 x mogelijk 0,20 euro/dag/ stuk Sprinters 1 1 week niet mogelijk 0,20 euro/dag/ stuk Kosten voor het sturen van een “maningsbrief of maningsmail” of een “brief van tijdelijke schorsing” door de bibliotheek: 1 euro per verstuurde brief of mail. Administratiekost voor het opmaken en versturen van de derde aanmaningsbrief of boetenota door de bibliotheek: 8 euro. Kosten ingeval van beschadiging, verlies of diefstal: o lichte beschadiging: 20% van de kostprijs van het materiaal; o verlies, diefstal of zware beschadiging: kostprijs van het materiaal, verhoogd met 20%. 4.3 overige diensten Reserveren van materialen: 1 euro per reservering van één materiaal. Lenen van materialen bij andere bibliotheken ( IBL= interbibliothecair leenverkeer ): o bij een openbare bibliotheek: 2 euro; o bij een andere instelling: 2 euro + prijs aangerekend door die instelling. Cyberbib: 8 uur per maand gratis gebruik van de internetcomputers, na overschrijding van deze termijn geldt een tarief van 0,25 euro per kwartier gebruik van de internetcomputer. Artikel 5: tarieven geldig voor elke bezoeker, al dan niet houder van een lidlmaatschapkaart Fotokopieën en computerafdruk: o zwart/wit A4: 0,10 euro; o zwart/wit A3: 0,20 euro; o kleur A4: 0,20 euro; o kleur A3: 0,40 euro. Warme drank uit de drankautomaat : 0,50 euro per tas. Afgevoerde materialen: 2 euro per stuk. USB-stick: 9 euro per stuk. Verkoop divers promotiemateriaal: maximaal de aankoopprijs. Gebruik in de bibliotheek van vooraf geïnstalleerde databanken: gratis. Cyberbib: 0,25 euro per kwartier gebruik van de internetcomputer. Artikel 6: wijze van inning De retributie wordt contant ingevorderd. De retributie kan ter plaatse worden voldaan. Voor de invordering van de gemaakte kosten in het geval van beschadiging, verlies of diefstal, vermeld onder artikel 4.2, zal de dienst financiën van de Stad Turnhout een vordering versturen aan de schuldenaar. Deze vordering dient betaald te worden binnen de 30 dagen na de toezending ervan. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014l. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het huwelijksceremonieel en het ceremonieel tijdens de verklaring van de wettelijke samenwoning. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het huwelijksceremonieel en het ceremonieel tijdens de verklaring van de wettelijke samenwoning.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1027
Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen van de stad Turnhout heeft in zitting van 8 februari 1999 beslist de keuze te laten aan de partijen om de overhandiging van de verklaring te laten gebeuren op dezelfde ceremoniële wijze als een huwelijk, tegen betaling van de retributie die van toepassing is op het huwelijksceremonieel. Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. - de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning (BS van 12 januari 1999) waarbij samenwonenden een verklaring van wettelijke samenwoning kunnen afleggen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats Argumentatie Het is billijk dat degenen, die ter gelegenheid van hun huwelijk of ter gelegenheid van de overhandiging van een verklaring van wettelijke samenwoning een bepaald ceremonieel wensen, daarvoor een vergoeding betalen. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het huwelijksceremonieel en het ceremonieel tijdens de verklaring van de wettelijke samenwoning goed te keuren. Retributiereglement op het huwelijksceremonieel en het ceremonieel tijdens de verklaring van de wettelijke samenwoning Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het ceremonieel en het gebruik van tapijten, versieringsplanten, aangepaste muziek e.d. tijdens een huwelijk of een verklaring van wettelijke samenwoning. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de personen die om het ceremonieel verzoeken. Artikel 3: tarief Het tarief van de retributie wordt vastgesteld op 50 euro. Artikel 4: wijze van inning De retributie is contant eisbaar op het ogenblik dat door de aanvrager om de dienstverlening wordt verzocht. Een bedrag gelijk aan de retributie, vastgesteld in dit reglement, wordt vooraf in bewaring gegeven bij de financieel beheerder of zijn afgevaardigde tegen aflevering van een ontvangstbewijs. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst Financiën 014m. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op grondvergunningen op de stedelijke begraafplaatsen, een frontplaat columbariumnis en een gedenkplaat op de strooimuur. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op grondvergunningen op de stedelijke begraafplaatsen, een frontplaat columbariumnis en een gedenkplaat op de strooimuur. Motivering
Gemeenteraad van 30 december 2013
1028
Voorgeschiedenis Het huishoudelijk reglement op de stedelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad op 16 december 2009. Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake - het decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 16 januari 2004 en latere wijzigingen Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op grondvergunningen op de stedelijke begraafplaatsen, een frontplaat columbariumnis en een gedenkplaat op de strooimuur goed te keuren. Retributiereglement op grondvergunningen op de stedelijke begraafplaatsen, een frontplaat columbariumnis en een gedenkplaat op de strooimuur. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op grondvergunningen op de stedelijke begraafplaatsen, op het leveren van een frontplaat columbariumnis en op het plaatsen van een gedenkplaat op de strooimuur. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de persoon die om een grondvergunning, een frontplaat of een gedenkplaat vraagt. Artikel 3: tarief 3.1: Inzake de concessies op de begraafplaatsen aan de Kwakkelstraat en de Steenweg op Merksplas ten behoeve van de gemeente gelden volgende tarieven: - grondconcessie in volle grond voor 30 jaar: 630 euro voor een enkele concessie en 1.260 euro voor een dubbele concessie. - grondconcessie in volle grond voor 30 jaar voor één kindergraf ( = tot en met 7 jaar ): 200 euro. - concessie voor het bijzetten van maximaal twee asurnen in één columbariumnis voor 30 jaar: 630 euro. - grondconcessie voor het begraven van maximaal twee asurnen in het urnenveld voor 30 jaar: 630 euro. - een concessie kan, mits tijdige aanvraag, verlengd worden met opeenvolgende periodes van 10 jaar. Deze verlenging neemt een aanvang bij het verstrijken van de lopende concessie of bij elke nieuwe bijzetting in de concessie. Het verschuldigde bedrag wordt berekend op basis van het aantal jaren dat de nieuwe vervaldag deze van de vorige concessie overschrijdt. De retributie wordt berekend volgens onderstaande formule: (jaartal einde nieuwe concessie – jaartal einde huidige concessie) x geldend tarief concessie voor 30 jaar 30 3.2: De retributie op het leveren van een frontplaat van een columbariumnis wordt vastgesteld op 125 euro per frontplaat. 3.3: De retributie op het plaatsen van een gedenkplaat op de strooimuur wordt vastgesteld op 60 euro per gedenkplaatje. Artikel 4: vrijstellingen Zijn vrijgesteld van de retributie : - het plaatsen van gedenkplaatjes van de voor het vaderland gevallen militairen en burgers en van onvermogenden; - de frontplaten van een columbariumnis met de urnen van de voor het vaderland gevallen militairen en burgers en van onvermogenden. Artikel 5: wijze van inning Deze retributie is contant eisbaar op het ogenblik dat door de aanvrager om de dienstverlening wordt verzocht. Een bedrag gelijk aan de retributie, vastgesteld in onderhavig reglement, wordt vooraf in bewaring gegeven bij de financieel beheerder of zijn afgevaardigde tegen aflevering van een ontvangstbewijs. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer
Gemeenteraad van 30 december 2013
1029
Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014n. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied. Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein. De goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen heeft tot doel een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, ten einde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden. Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten, de Vlaamse Administratie van Wegen en Verkeer en van Binnenlandse Aangelegenheden. Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en daarnaast zijn er een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein. De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad keurt volgend retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein goed. Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016, wordt een retributiereglement ingevoerd op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein. Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen. Artikel 2: definitie Permanente nutsvoorzieningen zijn : - alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof, - telecommunicatie, - radiodistributie en kabeltelevisie, - de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,
Gemeenteraad van 30 december 2013
1030
-
alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
Artikel 3: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de eigenaar van de nutsvoorziening. Artikel 4: vrijstelling De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad. Artikel 5: tarief a) naar aanleiding van sleufwerken De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2 euro, voor werken in voetpaden 1,50 euro en voor werken in aardewegen 0,90 euro. Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hogervermeld(e) bedrag(en). Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht. b) voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1 euro per op het grondgebied van de stad aanwezig aansluitingspunt. Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad. Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad. Artikel 6: wijze van inning De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014o. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik en ontlenen van materialen van de stedelijke Speel-O-Theek. Samenvatting De gemeenteraad keurt het retributiereglement op het gebruik en ontlenen van materialen van de stedelijke Speel-O-Theek goed. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie
Gemeenteraad van 30 december 2013
1031
Het doel van de Speel-O-Theek is de bevordering van de sociale integratie van kwetsbare bevolkingsgroepen door hen nieuwe mogelijkheden te leren kennen naar expressie, ontspanning, vorming en ontmoeting. Voor de praktische organisatie van deze dienstverlening wordt een kleine retributie gevraagd. Besluit De gemeenteraad keurt het retributiereglement op het gebruik en ontlenen van materialen van de stedelijke Speel- O-Theek goed. Retributiereglement op het gebruik en ontlenen van materialen van de stedelijke Speel-O-Theek. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het gebruik en het ontlenen van materialen van de Speel-O-Theek. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de gebruiker en ontlener van de materialen. Artikel 3: lidmaatschap Toegang tot de stedelijke Speel-O-Theek wordt verkregen door middel van betaling van een lidmaatschapsbedrag. Het gebruik van de Speel-O-Theek is bepaald in een gebruiksreglement. Het lidmaatschap is geldig vanaf het moment van de betaling tot en met 31 december 2019. Artikel 4: tarief lidmaatschap - Het lidmaatschap bedraagt 5,00 euro per gezin of per organisatie. - Voor houders van een Vrijetijdspas bedraagt het lidmaatschap 2,50 euro per gezin. Artikel 5: voorwaarden ontleningen en tarief overschrijding uitleentermijn Aantallen en termijnen van materialen voor gezinnen: - Een overzicht is vermeld in volgend schema. materiaal
maximum aantal te lenen materialen
uitleentermijn
verlenging mogelijk
bijkomende retributie bij overschrijding uitleentermijn
Gezelschapspel
1
4 weken
1x
0,50 euro per begonnen week
CD-rom
1
4 weken
1x
0,50 euro per begonnen week
Boek
1
4 weken
1x
0,50 euro per begonnen week
puzzel
1
4 weken
1x
0,50 euro per begonnen week
-
Er kunnen geen materialen gereserveerd worden. Bij het overschrijden van de uitleentermijn betaalt ieder lid de bijkomende retributie. De bijkomende retributie is afhankelijk van de duurtijd van de overschrijding van de uitleentermijn en gaat in op de dag na het verstrijken van de normale uitleentermijn. - Indien bij het terugbrengen een stukje van het geleende materiaal ontbreekt of stuk is, wordt de kostprijs, aangerekend. - Bij de vaststelling van verlies van het materiaal of bij het niet terugbrengen van het materiaal binnen de termijn van 1 maand na het verstrijken van de uitleendatum, is een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is afhankelijk van het betreffende materiaal en bedraagt minimum 50 cent en maximum de nieuwwaarde van het uitgeleend materiaal. Aantallen en termijnen van materialen voor organisaties: Deze organisaties zijn jeugdbewegingen, scholen en Centrum voor Basiseducatie. - Elke aangesloten organisatie kan één materialenpakket per keer lenen in één van de Turnhoutse Speel-O-Theken. - Er kunnen geen materialen gereserveerd worden. - De ontleentermijn bedraagt 4 weken en is niet verlengbaar. - Er worden 2 pakketten voorzien: Pakket van 5 materialen naar keuze. Pakket van 10 materialen naar keuze. - Voor het uitlenen van een pakket wordt een waarborg gevraagd: 25 euro voor 5 materialen 50 euro voor 10 materialen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1032
materiaal
maximum aantal te lenen pakketten
uitleentermijn
verlengen
bijkomende retributie bij overschrijding uitleentermijn
Pakket 5 stuks
1
4 weken
Niet mogelijk
2,50 euro per begonnen week
Pakket 10 stuks
1
4 weken
Niet mogelijk
5,00 euro per begonnen week
-
Bij het overschrijden van de uitleentermijn is de organisatie de bijkomende retributie verschuldigd. De bijkomende retributie is afhankelijk van de duurtijd van de overschrijding van de uitleentermijn en gaat in op de dag na het verstrijken van de normale uitleentermijn. - Indien bij het terugbrengen een stukje van het geleende materiaal ontbreekt of stuk is, wordt de kostprijs aangerekend en verrekend met de waarborg. - Bij de vaststelling van verlies van een materiaal of bij het niet terugbrengen van een materiaal binnen de termijn van 1 maand na het verstrijken van de uitleendatum, is een vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding is afhankelijk van het betreffende materiaal en bedraagt minimum 50 cent en maximum de nieuwwaarde van het uitgeleend materiaal. Bij organisaties wordt hierbij de waarborg in rekening gebracht. Artikel 6: wijze van inning Het lidmaatschapstarief is contant verschuldigd op het ogenblik van de aanvang van het lidmaatschap. De ontlener krijgt maximum 1 maand de tijd om, na het verstrijken van de normale uitleendatum en desgevallend de toegestane verlenging, het materiaal alsnog binnen te brengen en de aangerekende bijkomende retributie en/of de kostprijs ingevolge artikel 5 te betalen. Indien de bovenstaande bepaling binnen de vooropgestelde termijn van 1 maand niet wordt nageleefd, wordt er een herinnering verstuurd met een vervaltermijn van 14 dagen. De bijkomende administratiekost voor deze herinnering(sbrief) bedraagt 3 euro. Bij niet betaling binnen de vooziene termijn na de herinneringsbrief, wordt er een vordering, inclusief alle verschuldigde bedragen, door de financiële dienst van de stad Turnhout opgemaakt en wordt de officiële inningsprocedure opgestart. Artikel 7: sanctie Leden die het gebruiksreglement en het retributiereglement niet naleven, kunnen uitgesloten worden van het lidmaatschap. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014p. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de inbewaargeving van kinderen in de kinderbewaarplaats Lindeke. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op de inbewaargeving van kinderen in de kinderbewaarplaats Lindeke. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie In de stad Turnhout is er nood aan een occasionele kinderopvang. Deze wordt georganiseerd door de stad. Aan
Gemeenteraad van 30 december 2013
1033
de gebruikers wordt een bijdrage in de werkingskosten gevraagd. Besluit De gemeenteraad beslist om het onderstaande retributiereglement op de inbewaargeving van kinderen in de kinderbewaarplaats Lindeke goed te keuren. Retributie op de inbewaargeving van kinderen in de kinderbewaarplaats. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op de inbewaargeving van kinderen in de kinderbewaarplaats. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de ouder van de kinderen die om de dienstverlening verzoekt of laat verzoeken. Artikel 3: tarief Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt: - 1,20 euro per begonnen uur voor het eerste in bewaring gegeven kind uit een gezin, woonachtig op het grondgebied van Turnhout; - 1 euro per begonnen uur voor het tweede in bewaring gegeven kind uit een gezin, woonachtig op het grondgebied van Turnhout; - 0,60 euro per begonnen uur vanaf het derde in bewaring gegeven kind uit een gezin, woonachtig op het grondgebied van Turnhout; - 2 euro per begonnen uur en per in bewaring gegeven kind uit een gezin, woonachtig buiten het grondgebied van Turnhout; - 8 euro per begonnen en bijkomend halfuur per kind, wanneer de inbewaargeving geen einde neemt vóór 18.00 uur; - de bezitter van een vrijetijdspas krijgt een korting van 50 % op het toepasbaar tarief, met uitzondering van de 8 euro per begonnen en bijkomend halfuur per kind wanneer de inbewaargeving geen einde neemt voor 18.00 uur. Artikel 4: wijze van inning De retributie moet contant betaald worden bij de afhaling van het in bewaring gegeven kind. Van de betaling wordt kwijting gegeven. Bij gebrek aan betaling wordt de dienstverlening, voor wat het betrokken gezin betreft, geschorst. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014q. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de tijdelijke inname van het openbaar domein en het ontlenen van materialen bij evenementen. Samenvatting De gemeenteraad verleent zijn goedkeuring aan het retributiereglement op de tijdelijke inname van het openbaar domein en het ontlenen van materialen bij evenementen. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie
Gemeenteraad van 30 december 2013
1034
Bij het organiseren van evenementen wordt er dikwijls beroep gedaan op administratieve en logistieke ondersteuning van de stad, wordt er openbaar domein ingenomen en wordt er gebruik gemaakt van materialen van de stad. Het is billijk om hiervoor een vergoeding te vragen. Besluit De gemeenteraad keurt het retributiereglement op de tijdelijke inname van het openbaar domein en het ontlenen van materialen bij evenementen goed. Retributiereglement op de tijdelijke inname van het openbaar domein en het ontlenen van materialen bij evenementen. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op de administratieve en logistieke ondersteuning, de inname van het openbaar domein en op het gebruik van stedelijke materialen naar aanleiding van de organisatie van een evenement op het grondgebied van Turnhout. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de vergunning voor het organiseren van het evenement heeft aangevraagd. Artikel 3: aanvraag vergunning De schuldenaar dient, vooraleer hij op het grondgebied van de stad Turnout een evenement organiseert, bij het stadsbestuur een aanvraag in te dienen om een vergunning te bekomen. Het aanvragen van evenementen en activiteiten, waarvoor een vergunning van het college van burgemeester en schepenen nodig is, moet minstens twee maanden vooraf gebeuren. Het aanvragen van evenementen en activiteiten waarvoor geen vergunning of goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen nodig is (vb. ontlening materialen, flyeren, afsluiten van straten), moet minstens een maand vooraf gebeuren. Artikel 4 tarief Tarief 1 geldt voor bedrijven, particulieren en alle andere aanvragers die niet vallen onder tarief 2. Tarief 2 geldt voor erkende Turnhoutse verenigingen, erkende Turnhoutse parochies en Turnhoutse onderwijsinstellingen. Tarief 2 geldt voor door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde straatactiviteiten ( = een gezamenlijk initiatief uitgaande van de buurtbewoners waarbij alle bewoners worden uitgenodigd op een evenement dat plaatsvindt op het openbaar domein.) Tarief 2 geldt voor manifestaties ter bevordering van de lokale handel bedoeld om de handel van een straat, wijk of gemeente te bevorderen, zoals bijvoorbeeld braderieën met deelname van hoofdzakelijk Turnhoutse handelaars. - De retributie ‘dossierkost per vergunning’ geldt voor elk burgemeesters- of collegebesluit en is niet van toepassing voor evenementen waarvoor geen vergunning nodig is of waarbij enkel materialen ontleend worden. - Indien een aangevraagd evenement niet goedgekeurd wordt, zullen geen dossierkosten worden aangerekend. RETRIBUTIE
TARIEF 1
TARIEF 2
dossierkost per vergunning Dossierkost per vergunning Dossierkost bij hoogdringendheid per vergunning ( Laattijdige aanvragen )
20 euro 40 euro
10 euro 20 euro
Hangen spandoek per week per stuk
40 euro
20 euro
Plaatsen van beachflag max. 1 week per stuk
10 euro
gratis
Plaatsen van reclamebord max. 10 dagen per stuk en max. 4 m² Ook voor sandwichbord
10 euro
gratis
toelatingen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1035
Zelf plaatsen wegwijzers max. 1 week per stuk
2 euro
gratis
gratis
gratis
20 euro
gratis
100 euro
gratis
gratis
gratis
gratis
gratis
10 euro
gratis
35 euro 35 euro 70 euro 35 euro 70 euro 35 euro 70 euro
35 euro 35 euro 70 euro 35 euro 70 euro 35 euro 70 euro
75 euro
35 euro
150 euro
70 euro
80 euro
40 euro
gratis
gratis
100 euro
50 euro
Laattijdig binnenbrengen van materiaal ( tarief per extra dag )
25 euro
25 euro
Aansluitkast/paddenstoel elektriciteit per stuk (max. 3 dagen)
124 euro
62 euro
10 euro
gratis
gratis
gratis
2 euro
gratis
6 euro
2 euro
0,60 euro
0,30 euro
4 euro
gratis
10 euro
gratis
gratis
gratis
Zelf plaatsen signalisatie op de omloop van wandel- en fietstochten (Wegwijzers naar het evenement vallen onder het tarief plaatsen wegwijzers) Flyeren, sampling en enquêtes per persoon per dag Mobiele reclame met voertuigen en aanhangwagens langs de openbare weg Aanvraag afwijking op de geluidsnormen per dag (na middernacht inbegrepen) Melding muziekactiviteit in café’s, feestzalen, scholen… zonder afwijking op de geluidsnormen Straatmuzikanten waarbij producten zoals een cd te koop worden aangeboden ( per persoon/dag ) technische prestaties stadsdiensten Werkuren herstellen materiaal per uur Aansluiting elektriciteit
- binnen normale werkuren - buiten de normale werkuren Aansluiting water en plaatsen van kraantjes - binnen normale werkuren - buiten de normale werkuren Afsluiten water en verwijderen van kraantjes - binnen de normale werkuren - buiten de normale werkuren Vervoer voor leveren of ophalen van materialen tijdens werkuren: forfait per vrachtwagen per rit Vervoer voor leveren of ophalen van materialen buiten de werkuren: forfait per vrachtwagen per rit Afsluiten van straten en/of plaatsen parkeerverbod forfaitair, ongeacht de duurtijd Aanplakken van affiches op plakzuilen (via de Warande) Extra ophaling afval, gesorteerd en in de afvalzakken voor de reguliere ophaling (forfaitair bedrag) ontleningen
Ontlening podiumelementen 2 m² per stuk – max. 1 week Ontlening trapje (bij de podiumelementen) Ontlening dranghekken 2,5 m per stuk – max. 1 week Ontlening plooitafels 70 x 200 cm per stuk max. 1 week (max 16 stuks) Ontlening vouwstoelen per stuk max. 1 week (max. 135 stuks) Ontlening vlaggen per stuk Ontlenen vlaggenmasten per stuk Ontlening blusapparaat mits goedkeuring door het college Inname openbaar domein
Gemeenteraad van 30 december 2013
1036
Gebruik Grote Markt tot 200 m² per dag Vanaf dag 5
100 euro 50 euro
25 euro 12,50 euro
Gebruik Grote Markt tot 500 m² per dag Vanaf dag 5
200 euro 100 euro
50 euro 25 euro
Gebruik Grote Markt + 500 m² per dag Vanaf dag 5
300 euro 150 euro
75 euro 37,50 euro
Gebruik Warandeplein of Boomgaardplein tot 500 m² per dag Vanaf dag 5
120 euro 60 euro
30 euro 15 euro
Gebruik Warandeplein of Boomgaardplein + 500 m² per dag Vanaf dag 5
160 euro 80 euro
40 euro 20 euro
Gebruik Parking Stadspark (gedeelte langs Graatakker) per dag Vanaf dag 5
160 euro 80 euro
40 euro 20 euro
Gebruik Parking Stadspark (middelste gedeelte) per dag Vanaf dag 5
120 euro 60 euro
30 euro 15 euro
Gebruik Nieuwe Kaaiplein per dag Vanaf dag 5
100 euro 50 euro
25 euro 12,50 euro
Inname openbaar domein – andere locaties tot 200 m² per dag
40 euro
10 euro
Inname openbaar domein – andere locaties + 200 m² per dag
60 euro
15 euro
Inname van betaalde parkeerplaats per dag per plaats Dagtarief, eventueel te vermeerderen bij plaatsen van een stand, kraam, terras of voertuig voor promotieactiviteiten
20 euro
20 euro
Inname openbare weg door het plaatsen van een voertuig op het openbaar domein voor promotieactiviteiten
25 euro
25 euro
Plaatsen (in het kader van het evenement) van een stand, kraam of terras tot 40 euro 10 euro 20 m², prijs per dag Plaatsen (in het kader van het evenement) van een stand, kraam of terras van 80 euro 20 euro meer dan 20 m² , prijs per dag Artikel 5: bijkomende bepalingen - Bij reservaties van materialen, hebben Turnhoutse verenigingen en scholen voorrang op de particulieren en bedrijven. - Bedrijven en particulieren mogen enkel materialen ontlenen voor de organisatie van een publiek toegankelijk evenement. Bij reservaties van materialen voor bedrijven en particulieren wordt de reservatie pas geldig indien er twee maanden voor het evenement geen reservaties zijn voor dezelfde datum voor het gebruik van de materialen. - Andere gemeentebesturen kunnen materialen ontlenen aan tarief 1, maar kunnen deze gratis ontlenen als Stad Turnhout ook bij hen gratis materialen mag ontlenen. De toezegging van ontlening aan andere gemeenten kan enkel als twee maanden voor het evenement blijkt dat de gevraagde materialen beschikbaar zijn en als de gemeente de materialen zelf ophaalt en terugbrengt. Het betrokken gemeentebestuur draagt in dit geval de verantwoordelijkheid voor eventuele schade of verlies. - Turnhoutse verenigingen die een evenement organiseren in een andere gemeente, dienen de vergunningen en materialen aan te vragen bij de betrokken gemeente. Stad Turnhout kan materialen ontlenen indien de gemeente waar het evenement doorgaat niet beschikt over deze materialen. Het vervoer van materialen is echter beperkt tot evenementen georganiseerd op het grondgebied van de stad Turnhout. - De ontlener van materialen dient bij levering ter plaatse of bij afhaling de schade, tekortkomingen of gebreken aan de materialen aan te geven. Zo niet wordt verondersteld dat het materiaal in optimale staat
Gemeenteraad van 30 december 2013
1037
verkeert. Beschadiging of verlies van materialen moet altijd gemeld worden bij inlevering. Bij beschadiging of verlies zal het bedrag van de herstellingskosten of vervangingswaarde gefactureerd worden.
Artikel 6: annuleringen Betaalde retributies kunnen terugbetaald worden als een vergund evenement of een aangevraagde ontlening uiterlijk 14 dagen voor de start van het evenement afgezegd wordt. De dossierkost per vergunning dient evenwel betaald te worden. Indien een evenement minder dan 14 dagen voor de start van het evenement wordt geannuleerd, blijft de retributie volledig verschuldigd. Aangevraagde materialen die niet afgehaald worden, dienen toch betaald te worden. Artikel 7: vrijstellingen Er wordt een vrijstelling verleend voor dossierkosten, toelatingen, ontleningen, technische prestaties en inname openbaar domein voor: - evenementen en acties georganiseerd door de Stad Turnhout, het OCMW Turnhout, het AGB Turnhout, de intern- of extern verzelfstandigde agentschappen en de stedelijke adviesraden indien het openbaar domein en het materiaal gebruikt wordt voor door henzelf ingerichte evenementen; - publiek toegankelijke evenementen georganiseerd door de convenantpartners met de Stad Turnhout indien het evenement binnen het kader van hun convenant valt; - het privaat gebruik van het openbaar domein uitgaande van of bevolen door de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten of de Provincies; - evenementen ter bevordering van het leven in de gemeente, bedoeld om de contacten tussen de bewoners te bevorderen of om bezoekers de gemeente te laten ontdekken door middel van feestelijkheden, mits de Stad Turnhout, ingevolge een beslissing van het college van burgemeester en schepenen, medeorganisator is; - door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde evenementen die duidelijk in functie van het goede doel worden georganiseerd en waarvan de opbrengst integraal wordt overgemaakt aan dat goede doel. Er wordt een vrijstelling toegekend voor volgende prestaties bij de onderstaande evenementen: - voor het afsluiten van straten, voor de inname van het openbaar domein en het plaatsen van verkeersborden voor buurtfeesten en wielerwedstrijden; - voor de eigen publiciteitsvoering van circussen; - voor het leveren en ontlenen van nadars indien dit volgens de politie en/of brandweer verplicht is voor de veiligheid (bv. wielerwedstrijden); - voor commerciële reclame ( plaatsen van eigen kramen, tenten, flyeren, sampling, beachvlaggen, spandoeken …) tijdens en op de locatie van een vergund evenement; - voor de dossierkost, de toelatingen en de inname openbaar domein voor propaganda van politieke partijen en vakbondsacties; - op de dossierkost op vergunde kienspelen en tombola’s indien de aanvraag enkel gaat over het kienspel of de tombola. Dit reglement is niet van toepassing indien: - het retributiereglement op de standplaatsen op markten reeds wordt toegepast; - het retributiereglement voor de standgelden voor de opstelling van kermisattracties reeds wordt toegepast; - het belastingreglement schutsels en stellingen reeds wordt toegepast; - het belastingreglement op terrassen, uitstallingen en automaten reeds wordt toegepast. Artikel 8: wijze van inning De verschuldigde retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na toezending van de vordering. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Gemeenteraad van 30 december 2013
1038
Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014r. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement voor de standgelden voor de opstelling van kermisattracties op het openbare domein van Stad Turnhout. Samenvatting De gemeenteraad van de Stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement voor de standgelden voor de opstelling van kermisattracties op het openbare domein van Stad Turnhout. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement voor de standgelden voor de opstelling van kermisattracties op het openbare domein van Stad Turnhout goed te keuren. Retributiereglement voor de standgelden voor de opstelling van kermisattracties op het openbare domein van Stad Turnhout en voor de publiciteitsvoering ten bate van Turnhout - Kermis. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt ten voordele van de stad Turnhout een retributie ingevoerd voor de plaatsgelden voor de opstelling van kermisattracties op het openbaar domein. Gekoppeld aan het plaatsgeld is er een retributie verschuldigd voor de publiciteitsvoering ten voordele van Turnhout-Kermis. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de natuurlijke- of rechtspersoon aan wie de standplaats toegewezen is. Artikel 3: berekeningsgrondslag en tarief 3.1 Voor het plaatsgeld: De retributie wordt berekend per strekkende meter voorgevel van de standplaats. Bij hoekplaatsen wordt de langste zijde als voorgevel genomen. Elke begonnen meter zal worden aangerekend als een volle meter. Bij standplaatsen waar de diepte groter is dan de voorgevelbreedte, zal een gemiddelde van de twee maten genomen worden voor de berekening van de retributie. Op die manier komt de stad Turnhout tot de volgende retributie: Turnhout - Kermis: tarief per strekkende meter voorgevel Kleine spelen, boksballen, karrekollen, oblewitjes, hotdog, 80 euro suikerspin, kinderschietkraam Kindermolens/attracties, confiserie, levende paarden, 125 euro frituur/gebak, miniscooter, buggy, spookkasteel Schietkramen in allerlei vorm, boogschieten 155 euro Derby, paardenmolen 200 euro Auto-scooter, frituur- salon, grote molens (> 15 m) 245 euro lunaparken, amusementshallen en bulldozerspelletjes 325 euro (Automatische spelen) Blauwe zone A (volgens foorplan) 250 euro
Gemeenteraad van 30 december 2013
1039
Blauwe zone B (volgens foorplan) 150 euro Blauwe zone C (volgens foorplan) 120 euro Voor de wijkkermissen wordt er geen standgeld aangerekend. 3.2 Voor de publiciteitsvoering: volgende formule wordt gehanteerd : Kostprijs per attractie op een standplaats = totale kostprijs publiciteitsvoering x ( meterprijs plaatsgeld standplaats x lengte standplaats) totaal opbrengst plaatsgeld De retributie voor de publiciteitsvoering bedraagt maximum 150 euro per schuldenaar, ongeacht het aantal standplaatsen van deze. Voor de wijkkermissen is er geen vergoeding voor publiciteitsvoering verschuldigd. Artikel 4: wijze van inning De retributie moet betaald worden hetzij contant, hetzij via overschrijving op de rekening van de stad Turnhout, binnen de dertig dagen nadat de factuur verzonden is. De inning van de retributie zal geschieden door de financieel beheerder of zijn afgevaardigde. Bij contante betaling wordt een ontvangstbewijs aan de belanghebbende afgeleverd. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014s. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de verwerking, recyclage, nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangebracht op het stedelijke containerpark. Samenvatting De gemeenteraad beslist zijn goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de verwerking, recyclage, nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangebracht op het stedelijke containerpark. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen is een gemeentelijke bevoegdheid. De de kosten voor verwerking van afvalstoffen nemen in het algemeen gestadig toe. In toepassing van het algemene principe ‘de vervuiler betaalt’, dat voor afvalstoffen die belangrijke kosten veroorzaken voor de verwerking en/of afzet, moeten deze niet enkel door de gemeenschap gedragen worden en is het billijk de aanbrenger ervan een redelijke vergoeding te laten betalen om deze kosten te helpen dekken. Besluit De gemeenteraad beslist zijn goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op de verwerking, recyclage, nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangebracht op het stedelijke containerpark. Retributiereglement op de verwerking, recylcage, nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangebracht op het stedelijke containerpark. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2015, wordt een retributie geheven op de verwerking, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en Gemeenteraad van 30 december 2013
1040
vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangebracht op het gemeentelijk containerpark en dit overeenkomstig de modaliteiten vervat in het politiereglement terzake.
volume > 1 m³ en < 3 m³ +/- equivalent van een twee-assige aanhangwagen of een lichte vrachtwagen
volume > 250 l en < 1 m³ +/- equivalent van een één-assige aanhangwagen of een break
volume < 250 l +/- equivalent van een kofferbak van een perrsonenwagen
Gemeenteraad van 30 december 2013
volume > 1 m³ en < 3 m³ +/- equivalent van een twee-assige aanhangwagen of een lichte vrachtwagen
niet particuli eren
volume > 250 l en < 1 m³ +/- equivalent van een één-assige aanhangwagen of een break
partic uliere n
volume < 250 l +/- equivalent van een kofferbak van een perrsonenwagen
Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de particulier of niet-particulier die de huishoudelijke afvalstoffen en/of vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aanbrengt op het gemeentelijk containerpark. Artikel 3; tarief Bij de retributietarieven wordt er een onderscheid gemaakt tussen particulieren en niet-particulieren. a. Volgende retributies gelden voor particulieren: - 1 euro per begonnen volume van 50 liter voor groenafval, gazonmaaisel en snoeihout voor volumes tot 250 liter (ongeveer equivalent van een kofferbak van een personenwagen); - 2 euro per begonnen volume van 50 liter voor roofing en cellenbeton e.d., harde PVC en grofvuil voor volumes tot 250 liter (ongeveer equivalent van een kofferbak van een personenwagen); - 6 euro voor treinbiels voor een volume afval < 250 liter (ongeveer equivalent van een kofferbak van een personenwagen); - 6 euro voor piepschuim, hout, vlak glas, puin en beton, groenafval, gazonmaaisel en snoeihout voor een volume afval > 250 liter en maximaal 1 m³ (ongeveer equivalent van een één-assige aanhangwagen of een break); - 12 euro voor treinbiels, roofing, cellenbeton e.d. en harde PVC voor een volume afval > 250 liter en maximaal 1 m³ (ongeveer equivalent van een één-assige aanhangwagen of een break); - 12 euro voor piepschuim, hout, vlak glas, puin en beton, groenafval, gazonmaaisel en snoeihout voor een volume afval > 1 m³ en maximaal 3 m³ (ongeveer equivalent van een twee-assige aanhangwagen of een lichte vrachtwagen); - 15 euro voor grofvuil voor een volume afval > 250 liter en maximaal 1 m³ (ongeveer equivalent van een éénassige aanhangwagen of een break); - 24 euro voor asbest, treinbiels, roofing, cellenbeton e.d. en harde PVC voor een volume afval > 1 m³ en maximaal 3 m³ (ongeveer equivalent van een twee-assige aanhangwagen of een lichte vrachtwagen); - 25 euro per stuk voor het aanbrengen van professioneel AEEA van particuliere oorsprong; - 30 euro voor grofvuil voor een volume afval > 1 m³ en maximaal 3 m³ (ongeveer equivalent van een tweeassige aanhangwagen of een lichte vrachtwagen). Bij het aanleveren van afvalstoffen waarvoor verschillende tarieven gelden, is men het hoogste bedrag verschuldigd. Bovenstaande tarieven gelden niet voor de fracties groenafval en snoeihout indien deze worden aangebracht in de maanden maart, april, juli, oktober of november. In deze maanden zijn deze fracties gratis aan te brengen. b. Volgende retributies gelden voor niet-particulieren: - 1 euro per begonnen volume van 50 liter voor groenafval, gazonmaaisel en snoeihout voor volumes tot 250 liter (ongeveer equivalent van een kofferbak van een personenwagen); - 6 euro voor piepschuim en hout voor een volume afval > 250 liter en maximaal 1 m³ (ongeveer equivalent van één-assige aanhangwagen of een break); - 12 euro voor piepschuim en hout voor een volume afval > 1 m³ en maximaal 3 m³ (ongeveer equivalent van een twee-assige aanhangwagen of een lichte vrachtwagen). Bij het aanleveren van afvalstoffen waarvoor verschillende tarieven gelden, is men het hoogste bedrag verschuldigd. c. Overzicht van de tarieven Deze tabel geeft een overzicht van de tarieven opgenomen in artikels 3a en 3b en vermeld bovendien welke afvalfracties gratis zijn aan te bieden in welke hoeveelheden en welke afvalfracties niet mogen aangeboden worden (vermelde als “niet” in de tabel).
1041
AEE € € A 25 25 € 25 prof pe pe ni ni per niet essi r r et et stuk one st st el uk uk AEE A (afg eda nkte elekt risch gr gr gr gr grati grati e ati ati ati ati s s en s s s s elekt roni sche app arat en) papi gr er grati ni grati ni ati en s et s et s kart on gr gr wit grati grati ni ati ati glas s s et s s gr gr gekl grati grati ni ati ati eurd s s et s s glas gr gr grati grati ni met ati ati s s et alen s s
ni et
ni et ni et ni et
PM D gr gr gr gr grati grati (in ati ati ati ati s s PM s s s s Dzak) gr gr gr gr grati grati Text ati ati ati ati s s iel s s s s verli gr gr chtin grati grati ni ni ati ati gsto s s et et s s estel len
Gemeenteraad van 30 december 2013
1042
gr gr zakl grati grati ni ni ati ati amp s s et et s s en kurk gr gr grati grati ni ni en ati ati s s et et stop s s pen spor gr gr grati grati ni tsch ati ati s s et oen s s en gr gr grati grati ni kaar ati ati s s et svet s s
ni et ni et
cass gr gr grati grati ni ni ette ati ati s s et et ban s s djes vide gr gr grati grati ni ni oba ati ati s s et et nde s s n gr gr rook grati ni ni ati ati niet mel s et et s s ders grati ni ni ni ni niet KGA s et et et et grati ni ni ni ni afval niet s et et et et olie auto ban den (ma x. 4 stuk s)
grati ni ni ni ni niet s et et et et
gr grati € ni ni ati niet s 24 et et s grati € € grati € € Hout s 6 12 s 6 12 asb est
piep grati € € grati € € schu s 6 12 s 6 12 im
Gemeenteraad van 30 december 2013
1043
(iso mo) vlak grati € € grati ni ni glas s 6 12 s et et puin grati € € grati ni ni en s 6 12 s et et beto n gaz € 1 €1 € € ni ni onm per per 6 12 et et aais 50 l 50 l el €1 €1 groe € € ni ni per per nafv 6 12 et et 50 l 50 l al €1 €1 sno € € ni ni per per eiho 6 12 et et 50 l 50 l ut bou wafv € 2 € € ni ni al per niet 12 24 et et 50 l (roof ing) bou wafv al €2 (gyp € € ni ni per niet roc, 12 24 et et 50 l gips, kalk, celle nbet on) €2 hard € € ni ni per niet e 12 24 et et 50 l PVC trein biels (dw arsli gger s)
€6
€ € ni ni niet 12 24 et et
Gemeenteraad van 30 december 2013
1044
€2 € € ni ni Grof per niet 15 30 et et vuil 50 l €2 matr € € ni ni per niet asse 15 30 et et 50 l n Artikel 4: wijze van inning De retributie wordt contant ingevorderd. Het bedrag van de retributie wordt ter plaatse geregeld ofwel met afvalkaarten (momenteel ter waarde van 5 euro) die door middel van knippen per euro kunnen ontwaard worden, ofwel door betaling ter plaatse van het overeenkomend verschuldigd bedrag via een Bancontact / Proton - terminal. Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechterlijk ingevorderd worden. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst Financiën 014t. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement voor de verkoop van oplaadkaarten voor elektrische fietsen en scooters. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement voor de verkoop van oplaadkaarten voor elektrische fietsen en scooters. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie Vanaf januari 2013 kunnen inwoners hun elektrische auto, fiets of scooter opladen aan de oplaadeilanden aan het station en Zegeplein. Om een fiets of scooter te kunnen opladen, heeft de gebruiker een oplaadkaart nodig. Blue Corner is de verdeler van de oplaadkaarten. Met de kaart kunnen ze een stopcontact van het oplaadeiland activeren en zo de batterij van hun fiets of scooter opladen. Inwoners kunnen deze oplaadkaarten aankopen in het stadskantoor en in ’t Steentje. De kaart wordt pas geactiveerd bij de eerste oplaadbeurt en vanaf dan begint de geldigheidsduur van de kaart te lopen. Tijdens de geldigheidsperiode van de kaart kan de gebruiker zijn/haar elektrisch voertuig zo veel opladen als nodig is. Besluit De gemeenteraad besluit zijn goedkeuring te hechten aan onderstaand retributiereglement op de verkoop van oplaadkaarten voor fietsen en scooters. Retributiereglement op de aankoop van oplaadkaarten voor elektrische fietsen en scooters. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt er een retributie geheven op de aankoop van oplaadkaarten voor elektrische fietsen en scooters. Artikel 2: schuldenaar
Gemeenteraad van 30 december 2013
1045
De retributie is verschuldigd door de persoon die de oplaadkaart aankoopt. Artikel 3: tarief De retributie is afhankelijk van de geldigheidsduur van de oplaadkaart. Er zijn drie types van oplaadkaarten verkrijgbaar voor het opladen van elektrische fietsen en scooters: - kaart met een geldigheidsduur van 3 maanden: 19 euro - kaart met een geldigheidsduur van 6 maanden: 29 euro - kaart met een geldigheidsduur van 12 maanden: 39 euro In geen geval heeft de aankoper recht op een terugbetaling. Artikel 4: wijze van inning De retributie is contant verschuldigd op het ogenblik dat de oplaadkaart wordt aangekocht. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014u. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het uitreiken van doorlaatkaarten voor de voetgangerszone Gasthuisstraat en voor de zone enkel bereikbaar via de voetgangerszone Grote Markt. Samenvatting De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het retributiereglement op het uitreiken van doorlaatkaarten voor de voetgangerszone Gasthuisstraat en voor de zone enkel bereikbaar via de voetgangerszone Grote Markt. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en evnetuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De Gasthuisstraat is een voetgangerszone. Sinds 5 januari 2004 kan men een aanvraag indienen voor een doorlaatbewijs. In het verleden werd de voetgangerszone afgesloten door verzinkbare palen. Vanaf het najaar van 2006 gebeurt de controle door een camera. Om het aantal aanvragen te beperken wenst het college een retributie te vragen. Het aantal nummerplaten per doorlaatkaart wenst men eveneens te beperken. De noordzijde, westzijde en een gedeelte van de zuidzijde van de Grote Markt is enkel bereikbaar via de voetgangerszone op de Grote Markt. Sinds de invoering van de voetgangerszone kan men een aanvraag indienen voor een doorlaatbewijs. De controle op het gebruik van de voetgangerszone gebeurt door een camera. Om het aantal aanvragen te beperken wenst het college een retributie te vragen. Het aantal nummerplaten per doorlaatkaart wenst men eveneens te beperken. Besluit De gemeenteraad beslist om het retributiereglement op het uitreiken van doorlaatkaarten voor de voetgangerszone Gasthuisstraat en voor de zone enkel bereikbaar via de voetgangerszone Grote Markt goed te keuren. Retributiereglement op het uitreiken van doorlaatkaarten voor de voetgangerszone Gasthuisstraat en voor de zone enkel bereikbaar via de voetgangerszone Grote Markt. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het uitreiken van doorlaatkaarten voor de voetgangerszone Gasthuisstraat en voor de zone enkel bereikbaar via de voetgangerszone Grote Markt. Artikel 2 : schuldenaar
Gemeenteraad van 30 december 2013
1046
De retributie is verschuldigd door de aanvrager. Artikel 3 : tarief De retributie is ondeelbaar en voor de ganse periode verschuldigd. Voor volgende doelgroepen, die een doorlaatkaart kunnen aanvragen, bedraagt de retributie 50 euro per doorlaatkaart voor een periode van 2 jaar. Er kunnen maximaal 5 doorlaatkaarten worden toegekend per aanvrager. - leveringen aan bouwwerf (geldig voor de duur van de werf) - medische zorg in de zone - risicoleveringen - taxi - logistiek bedrijf gevestigd in de zone - bedrijf met garage in de zone De retributie bedraagt 25 euro voor een periode van langer dan 5 dagen en minder dan 1 jaar voor het uitreiken van een doorlaatkaart voor de voetgangerszone Gasthuisstraat voor leveringen aan bouwwerven. Artikel 4: vrijstellingen Privépersonen die binnen de voetgangerszone wonen of er hun garage hebben en bewoners met een garage tussen de Driezenstraat en paaltjes, worden vrijgesteld van de retributie voor hun eerste doorlaatkaart. Volgende doelgroepen zijn vrijgesteld van deze retributie voor een eerste doorlaatkaart: - private personen die een wagen bezitten en wiens woning, appartement of garage enkel bereikbaar via de voetgangerszone; - werknemers die tijdens hun werkuren parkeren in vergunde garage of op vergunde parkeerplaatsen van hun werkgever enkel bereikbaar via de voetgangerszone; - bedrijfswagen van bedrijven met vergunde garage of vergunde parkeerplaatsen enkel bereikbaar via de voetgangerszone; - bedrijfswagens van handelszaken in de voetgangerszone of de zone die enkel bereikbaar is via de voetgangerszone zonder garage volgens bepaling f van de wegcode. Volgende doelgroepen zijn vrijgesteld van deze retributie: - politie/brandweer/100 ( prioritaire voertuigen ) - stadsdiensten en huisvuil ophaling - leveringen aan bouwwerf voor een periode van maximaal 5 aaneensluitende werkdagen Artikel 5 : wijze van inning De retributie is contant verschuldigd op het ogenblik dat de doorlaatkaart wordt uitgereikt. Artikel 6 : verlenging De verlening van de doorlaatkaart dient minimaal 1 maand voor de vervaldag aangevraagd te worden. De aanvrager kan geen klacht indienen bij het bestuur bij verkregen boetes ten gevolgen van de laattijdige verlening van de doorlaatkaart. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014v. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het parkeren. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het parkeren. Motivering Juridische grond de bepalingen van het Gemeentedecreet.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1047
Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het parkeren. Retributiereglement op het parkeren. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad een retributie ingesteld voor het parkeren van een motorvoertuig binnen de zone betalend parkeren en op de parkeerplaatsen met parkeerverbod uitgezonderd bewoners. De zone betalend parkeren wordt afgebakend door zoneborden en bestaat uit de volgende straten: Korte Gasthuisstraat, Gasthuisstraat, Herentalsstraat, Druivenstraat, Graatakker, Otterstraat, Patersstraat, Baron Frans Du Fourstraat, Zegeplein, Warandestraat, ’t Muurke, Renier Sniedersstraat, Sint-Antoniusstraat, Korte Begijnenstraat, Gemeentestraat, De Merodelei, Victoriestraat, Deken Adamstraat, Dierckxstraat, Stationstraat, Beekstraat, Pieter De Nefstraat, Molenstraat, Kerkstraat, Corbeelstraat, Kerkplein, Wezenstraat, Begijnenstraat, Kasteeldreef, Broederstraat, Kasteelplein, Kasteeldreef, Leopoldstraat, Fabriekstraat, Vianenstraat, Vogelzang, Grote Markt, Driezenstraat, Hofpoort. Parking Muylenberg, Veldstraat, Sint-Jozefstraat. Parking Patersstraat, Parking Lindekensstraat, Parking Loechtenberg, Parking Kongoplein, Parking Hannuit, Bareelstraat, Prinsessenstraat, Rubensstraat tussen Eigenaarsstraat en Apostoliekenstraat, Korte Vianenstraat, Apostoliekenstraat, Eigenaarsstraat, Patriottenstraat, Jacob Smitsstraat, Emiel Verreesstraat, Vlamingenstraat, Heilig Hartstraat, Kruishuisstraat, Spoorwegstraat, Hannuitstraat, Begijnendreef, Beukstraat, Kastanjestraat, Eikstraat, Lindestraat, Sint Beggaplein, Meirstraat, Wouwerstraat, Oude Vaartstraat, Koning Albertstraat, Vredestraat, Lindekensstraat, Nieuwstad , Nijverheidsstraat, Schoolstraat, Klinkstraat, Akkerpad, Bentelstraat, Kwakkelstraat tussen Otterstraat en Kerkhofweg, Lillokenstraat, Draaiboomstraat, Maaldersstraat, Hofstraat, Mermansstraat, Korte Mermansstraat, Korte Veldstraat, Hendrik Conscienscestraat, Nonnenstraat, Grimstedestraat. Koningin Elisabethlei, Sint Pietersstraat, Driekuilenstraat, Beirenmolenstraat, Groenplein, Gasstraat, Korte Albertstraat. Hollandsestraat, Jachthoornstraat, Valkeniersstraat, Veldekensstraat, Tichelarijstraat, Mattenstraat, Guldensporenlei, Nieuwe Kaai van Guldensporenlei tot Karel Oomsstraat, Harmoniestraat, Antoine Coppenslaan, Karel Oomsstraat, Diksmuidestraat, Prinsenstraat, Gildenstraat, Tramstraat van Prinsenstraat tot Lodewijk De Koninckstraat, Onze-Lieve-Vrouwstraat, Kadasterstraat, Zandstraat, Peter Benoitstraat, Duinenstraat, Tuinstraat. Steenweg op Gierle van Spoorwegstraat tot Ring, Jozef Simonslaan, Boerenkrijglaan, Korenbloemstraat, Pater Verschuerenstraat, Koningslaan, Klaproosstraat, Meibloemstraat, Voldersstraat, Gierledreef, Nieuwe Erven, Lokerenstraat, Boomstraat, Bergstraat, Volksplein, Campus Blairon, Kroonstraat, Bevrijdingsstraat, Lotelingenstraat, Verbindingsstraat, Racingstraat, Albertaplein, Swat Engelenstraat, Unionstraat, Excelsiorstraat, Soldatenpad. Stationsparking (met inrit via Renier Sniedersstraat), stationsparking (met inrit via Guldensporenlei) en stationsparking (met inrit via de Merodelei). De retributie geldt per motorvoertuig. De retributie kan voldaan worden door: - het gebruik van een geldige gemeentelijke parkeerkaart. - of te kiezen voor Tarief 1. - of te kiezen voor Tarief 2. Voor wat betreft de stationsparkings, gaat het retributiereglement in vanaf het moment dat de overeenkomst tussen de Stad en NMBS-holding wordt goedgekeurd door de gemeenteraad en wanneer de parkeerautomaten op het betrokken terrein in werking zijn. Artikel 2: Gemeentelijke parkeerkaart De gemeentelijke parkeerkaart wordt uitgereikt volgens de bepalingen van het ‘Reglement van intern bestuur voor de uitreiking van de gemeentelijke parkeerkaart’. De retributie valt ten laste van de titularis.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1048
Het bedrag van de retributie wordt betaald aan de financieel beheerder of zijn aangestelde bij het afleveren van de parkeerkaart. Het gebruik en de retributie gevestigd op de aflevering van de verschillende modellen gemeentelijke parkeerkaarten, dient in overeenstemming te zijn met de volgende bepalingen: Artikel 2.1: gemeentelijke parkeerkaart doelgroep werknemers, werkgevers en zelfstandigen, hier verder ‘werkerskaart’ genoemd Er wordt een retributie gevestigd op de aflevering van een ‘werkerskaart’. In afwijking van artikels 3 en 4 kunnen bestuurders die houder zijn van een geldige ‘werkerskaart’, mits voorlegging van deze kaart op een zichtbare plaats, zonder verdere betaling van parkeerretributies parkeren op parkeerplaatsen op de hiervoor toegewezen parkings. Het bedrag van de retributie voor het afleveren van een ‘werkerskaart’ wordt vastgesteld als volgt: 20 euro per maand of 200 euro voor een jaar. Een bijkomend recht van 4 euro is verschuldigd voor het bekomen van een duplicaat, ongeacht de reden van aflevering ervan. De ‘werkerskaart’ is enkel geldig voor de 2 motorvoertuigen waarvan de nummerplaat op de kaart vermeld is. De ‘werkerskaart’ is geldig op alle dagen van de week, zonder parkeerduurbeperking. De ‘werkerskaart’ is geldig op de volgende toegewezen parkings: - parking Hannuitstraat - parking Patersstraat - parking Lindekensstraat - parking Loechtenberg - parking Muylenberg - parking Kongoplein Artikel 2.2: gemeentelijke parkeerkaart doelgroep verzorgers, hier verder ‘verzorgerskaart’ genoemd In afwijking van artikels 3 en 4 kunnen bestuurders die houder zijn van een geldige ‘verzorgerskaart’, mits voorlegging van deze kaart op een zichtbare plaats, gratis parkeren in de straten: - in de zone waar de retributie op het parkeren in Turnhout geldt. - waar het parkeren voorbehouden is voor de houders van een gemeentelijke parkeerkaart. De ‘verzorgerskaart’ wordt gratis afgeleverd. Een bijkomend recht van 4 euro is verschuldigd voor het bekomen van een duplicaat, ongeacht de reden van de aflevering ervan. De ‘verzorgerskaart’ is enkel geldig voor het motorvoertuig waarvan de nummerplaat op de kaart vermeld is. De ‘verzorgerskaart’ is geldig op alle dagen van de week. De ‘verzorgerskaart’ is geldig voor een maximum parkeerduur van 1 uur per locatie. De ‘verzorgerskaart’ is geldig in de gehele zone waar de retributie op het parkeren te Turnhout geldt. Artikel 2.3: bewonerskaart Er wordt een retributie gevestigd op de aflevering van een bewonerskaart. In afwijking van artikel 3 en 4 kunnen bestuurders die houder zijn van een geldige bewonerskaart, mits voorlegging van deze op een zichtbare plaats, zonder verder betaling van parkeerretributies parkeren binnen de toegewezen bewonerszone. Het bedrag van de retributie voor aflevering van een bewonerskaart wordt vastgesteld als volgt: gratis voor de eerste kaart, 125 euro voor een tweede kaart met een geldigheidsduur van 1 jaar. Een bijkomend recht van 4 euro is verschuldigd voor het bekomen van een duplicaat, ongeacht de reden van de aflevering ervan. De bewonerskaart is geldig voor het motorvoertuig waarvan de nummerplaat op de kaart vermeld is. De bewonerskaart is geldig op alle dagen van de week, zonder parkeerduurbeperking. Voor wat betreft de bewonerszones A, B, C, D, E en G is de bewonerskaart enkel geldig in de straten van de haar toegewezen bewonerszone, volgens de onderstaande tabel. Voor wat betreft de bewonerszone F is de bewonerskaart geldig in de straten van de bewonerszones A, B, C, D en F, zoals vermeld in onderstaande tabel. Bewonerszone Straten A Parking Hannuitstraat, Zegeplein, Warandestraat, ’t Muurke, Renier Sniedersstraat, Sint Antoniusstraat, Gemeentestraat, Leopoldstraat, Wezenstraat, Kasteeldreef, Kasteelstraat, Kasteelplein, Broedersstraat, Hannuitstraat, Begijnenstraat, Begijnendreef, Beukstraat, Kastanjestraat, Eikstraat, Lindestraat, Sint Beggaplein, Meirstraat, Wouwerstraat, Oude Vaartstraat, Koning Albertstraat, Korte Albertstraat, Korte Begijnenstraat, Gasstraat, Groenplein,
Gemeenteraad van 30 december 2013
1049
Sint Pieterstraat, Driekuilenstraat, Beirenmolenstraat, Koningin Elisabethlei, Begijnhof, Jacobsmarkt, stationsparkings. B Parking Patersstraat, Parking Lindekensstraat, Patersstraat, Baron Frans Du Fourstraat, Vredestraat, Lindekensstraat, Nieuwstad, Nijverheidsstraat, Schoolstraat, Klinkstraat, Akkerpad, Bentelstraat. C Parking Muylenberg, Herentalsstraat, Druivenstraat, Graatakker (tussen Herentalsstraat en Duifhuisstraat), Otterstraat, Deken Adamsstraat, Beekstraat, Pieter De Nefstraat, Fabriekstraat, Veldstraat, Sint Jozefstraat, Apostoliekenstraat (tussen Eigenaarstraat en Graatakker), Kwakkelstraat (tussen Otterstraat en Kerkhofweg), Raamveld, Lillokensstraat, Draaiboomstraat, Maaldersstraat, Hofstraat, Mermansstraat, Korte Mermansstraat (tussen Mermansstraat en Grimstedestraat), Korte Veldstraat, Hendrik Consciencestraat, Nonnenstraat, Grimstedestraat. D Parking Loechtenberg, Korte Gasthuisstraat, de Merodelei (tussen Gasthuisstraat en Stationstraat), Victoriestraat, Dierckxstraat, Molenstraat, Kerkstraat, Corbeelstraat, Kerkplein, Vianenstraat, Vogelzang, Rubensstraat (tussen Eigenaarsstraat en Apostoliekenstraat), Korte Vianenstraat, Apostoliekenstraat (tussen Rubensstraat en Eigenaarsstraat), Eigenaarsstraat, Patriottenstraat, Jacob Smitsstraat, Emiel Verreesstraat, Vlamingenstraat, Heilig Hartstraat, Kruishuisstraat, Spoorwegstraat (tussen de Merodelei en Patriottenstraat). E Stationstraat, de Merodelei (tussen Stationstraat en Onze-Lieve-Vrouwstraat), Bareelstraat, Prinsessenstraat, Hollandsestraat, Jachthoornstraat, Valkeniersstraat, Veldekensstraat, Tichelarijstraat, Mattenstraat, Guldensporenlei, Nieuwe Kaai (van Guldensporenlei tot Karel Oomsstraat), Harmoniestraat, Karel Oomsstraat, Diksmuidestraat, Prinsenstraat, Gildenstraat, Tramstraat, Onze-Lieve-Vrouwstraat, Kadasterstraat, Zandstraat (van Kadasterstraat tot OnzeLieve-Vrouwstraat), Peter Benoitstraat, Duinenstraat, Tuinstraat, Parking Kongoplein, Antoine Coppenslaan, stationsparkings. F Driezenstraat, Hofpoort, Grote Markt, Gasthuisstraat. G De Merodelei (tussen Onze-Lieve-Vrouwstraat en Steenweg op Antwerpen), Steenweg op Gierle (van Spoorwegstraat tot Ring), Jozef Simonslaan, Boerenkrijglaan, Korenbloemstraat, Pater Verschuerenstraat, Koningslaan, Klaproosstraat, Meibloemstraat, Voldersstraat, Steenweg Op Antwerpen (van Lokerenstraat tot Ring), Gierledreef, Nieuwe Erven, Lokerenstraat, Boomstraat, Bergstraat, Volksplein, Zandstraat (van Onze-Lieve-Vrouwstraat tot Lokerenstraat), Campus Blairon, Kroonstraat, Bevrijdingsstraat, Lotelingenstraat, Verbindingsstraat, Racingstraat, Albertaplein, Swat Engelenstraat, Unionstraat, Excelsiorstraat, Soldatenpad, Oud-Strijderslaan. Adressen die recht geven op het bekomen van een bewonerskaart: - zijn gelegen in de straten van de haar toegewezen bewonerszone. - zijn gelegen in de straten buiten de toegewezen bewonerszones, maar die volgens de beslissing van het college van burgemeester en schepenen, in aanmerking komen voor het verkrijgen van een bewonerskaart. Artikel 2.4: gemeentelijke parkeerschijf ‘Turnhouts Kwartiertje’ In afwijking van artikels 3 en 4 kan, mits geldige voorlegging van de gemeentelijke parkeerschijf ‘Turnhouts Kwartiertje’ elk motorvoertuig voor een periode van maximum een kwartier, gratis parkeren binnen de zone betalend parkeren. De parkeerschijf mag niet op éénzelfde plaats meerdere malen achter elkaar gebruikt worden, noch verenigd worden met een parkeerticket of -kaart. Indien dit wel het geval is, wordt op dat ogenblik de gemeentelijke parkeerschijf ‘Turnhouts Kwartiertje’ als niet geldig beschouwd en zal ‘Tarief 2’ van artikel 4 worden aangerekend. De gemeentelijke parkeerschijf kost 1 euro. Artikel 2.5: Gemeentelijke parkeerkaart voor autodelen De door het gemeentebestuur van Turnhout erkende vereniging voor autodelen, kan gratis een gemeentelijke parkeerkaart voor autodelen krijgen, en dit voor elk voertuig dat een standplaats heeft in Turnhout, of voor een vervangwagen van deze. Mits voorleggen van deze kaart op een zichtbare plaats kunnen deze autodeelvoertuigen, in afwijking van artikels 3 en 4, gratis parkeren in de zone waar de retributie op het parkeren in Turnhout geldt. De gemeentelijke parkeerkaart voor autodelen is enkel geldig voor het motorvoertuig waarvan de nummerplaat op de kaart vermeld is.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1050
De gemeentelijke parkeerkaart voor autodelen is geldig op alle dagen van de week, zonder parkeerduurbeperking. Artikel 2.6: gemeentelijke parkeerkaart voor voertuigen van openbaar nut In afwijking van artikels 3 en 4, kan elk voertuig van openbaar nut, mits geldige voorlegging van de gemeentelijke parkeerkaart voor voertuigen van openbaar nut, gratis parkeren binnen de gehele zone waar de retributie op het parkeren in Turnhout geldt. De gemeentelijke parkeerkaart voor voertuigen van openbaar nut wordt gratis afgeleverd. De gemeentelijke parkeerkaart voor voertuigen van openbaar nut is geldig in het kalenderjaar waarvan het jaartal vermeld is op de kaart. De gemeentelijke parkeerkaart voor voertuigen van openbaar nut is geldig op alle dagen van de week, zonder parkeerduurbeperking. Artikel 2.7: tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart Er wordt een retributie gevestigd op de aflevering van een tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart. In afwijking van artikel 3 en 4, kan elk voertuig van openbaar nut, mits geldige voorlegging van de tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart, gratis parkeren binnen de gehele zone waar de retributie op het parkeren in Turnhout geldt. De tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart wordt gratis afgeleverd. De tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart kan in het geval van hoogdringendheid afgeleverd worden door de politie. In dit geval is de parkeerkaart gedurende maximum twee dagen geldig, en dit te beginnen op de dag van de aflevering van de kaart. De tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart is enkel geldig voor het motorvoertuig waarvan de nummerplaat op de kaart vermeld is. De tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart is slechts geldig gedurende de periode die vermeld staat op de kaart. De tijdelijke gemeentelijke parkeerkaart is slechts geldig op de plaats die vermeld staat op de kaart. Artikel 2.8: gemeentelijke parkeerkaart ‘Bezoekerskaart’ Er wordt een retributie gevestigd op de aflevering van een bezoekerskaart. In afwijking van artikels 3 en 4 kan, mits geldige voorlegging van de gemeentelijke parkeerkaart ‘bezoekerskaart’, elk motorvoertuig gratis parkeren binnen de toegewezen bewonerszone, overeenkomstig de zones zoals opgesomd in artikel 2.3. Het bedrag van de retributie van een bezoekerskaart wordt vastgelegd zoals voorzien in volgende tabel: Groep Voorwaarde Tarief Parkeerduur per kaart Niet in het bezit van een 100 kaarten gratis. 1 uur. bewonerskaart. Per domicilie binnen de betaalzone. Met attest van 100 kaarten gratis. 1 uur. zorgverzekering. Het aantal gratis kaarten per adres is niet cumulatief. De toekenning van de parkeerkaarten voor bewoners gebeurt op basis van domicilie. Bewoners die gebruik maken van het aanbod van de bezoekerskaart omdat ze geen bewonerskaart bezitten, komen binnen een termijn van 12 maanden niet meer in aanmerking voor een bewonerskaart. De bezoekerskaart maakt een vermelding van: een uniek nummer, het parkeermoment (datum, uur), de bewonerszone waarbinnen ze geldig is. De bezoekerskaart is geldig op alle dagen van de week, en dit telkens voor een maximum duur van 1 uur. Iedere bezoekerskaart is slechts 1 keer geldig. De kaart wordt ontwaard door het verwijderen van de kraslaag die de datum en het uur van het parkeren aanduidt. De bezoekerskaart is enkel geldig op de datum en uur dat door middel van krassen aangeduid is. Per kaart mag er slechts 1 datum en uur door middel van krassen aangeduid worden, zoniet is de kaart ongeldig. De bezoekerskaart is enkel geldig in de straten van de haar toegewezen bewonerszone, volgens de tabel in artikel 3.3. Artikel 2.9 Parkeerkaart voor treingebruikers In afwijking van artikels 3 en 4 kunnen bestuurders die houder zijn van een geldige ‘parkeerkaart voor treingebruikers’, mits voorlegging van deze kaart op een zichtbare plaats, zonder verdere betaling van parkeerretributies parkeren op parkeerplaatsen op de hiervoor toegewezen parkings. NMBS-holding is verantwoordelijk voor het afleveren van de parkeerkaart voor treingebruikers. De parkeerkaart voor treingebruikers is geldig op alle dagen van de week, zonder parkeerduurbeperking, en dit slechts op de volgende toegewezen parkings:
Gemeenteraad van 30 december 2013
1051
- stationsparking met inrit langs Guldensporenlei. - stationsparking met inrit langs Renier Sniedersstraat. - stationsparking met inrit langs De Merodelei. Artikel 3: TARIEF 1 Artikel 3.1: keuze TARIEF 1 De bestuurder, of wanneer deze niet gekend is, de eigenaar van het motorvoertuig, die binnen de zone betalend parkeren geparkeerd staat, en dit tijdens de geldende periode, kan kiezen voor tarief 1. Artikel 3.2: betalingsbewijzen TARIEF 1: De retributie volgens tarief 1 dient vooraf gekweten te worden: door SMS-betaling via gsm, of door het aankopen van een parkeerticket aan een parkeerautomaat door middel van het inschuiven van muntstukken. Het retributiebedrag, de toegelaten parkeertijd en de betaalperiode waarin Tarief 1 geldt, is bepaald in artikel 3.3. Deze informatie dient aangeduid op de parkeerautomaat. Een parkeerticket is geldig zolang het eindtijdstip niet gepasseerd is. Het eindtijdstip van de toegelaten parkeertijd dient aangeduid op het parkeerticket. Bij niet functioneren van de dichtstbijzijnde parkeerautomaat, dient de parkeerschijf gelegd volgens de wettelijke bepalingen. Artikel 3.3: zones, bedragen, parkeertijd en betaalperiode TARIEF 1 De geldende betaalperiodes zijn verdeeld in zones, zoals weergegeven in volgende tabel. In de volgende tabel is per betalingszone weergegeven: - A: de overeenkomstige straten. - B: maximum toegelaten duur van de parkeerbeurt. - C: retributiebedrag. - D: periode waarin betalend parkeren geldt. Het gebruik van een gratis parkeerticket, zoals in de onderstaande tabel omschreven onder ‘C’, is niet verenigbaar met een betaald parkeerticket noch met een gemeentelijke parkeerkaart. Betalingszone 2: A – Korte Gasthuisstraat (tussen Gasthuisstraat en Deken Adamsstraat), Otterstraat (tussen Grote Markt en Bentelstraat), Patersstraat, Renier Sniedersstraat, De Merodelei (tussen Gasthuisstraat en Stationstraat), Victoriestraat, Warandestraat, Gemeentestraat, Sint Antoniusstraat. B – maximum parkeerduur van 2 uur. C – 30’ gratis met parkeerticket via parkeerautomaat. 1ste uur parkeren aan 2 euro per uur, met een minimum inworp van 0,20 euro. 2de uur parkeren aan 3 euro per uur. D – maandag tot en met zaterdag, van 9u tot 18u. Betalingszone 3: A - Herentalsstraat, Druivenstraat (tussen Herentalsstraat en Beekstraat), Graatakker tussen Herentalsstraat en huisnummer 87), Baron Du Fourstraat (tussen Grote Markt en Schoolstraat), Deken Adamstraat, Dierckxstraat, Stationstraat, Beekstraat, Pieter De Nefstraat, Molenstraat, Kerkstraat, Corbeelstraat, Kerkplein, Korte Gasthuisstraat (tussen Deken Adamstraat en Eigenaarsstraat), Otterstraat (tussen Bentelstraat en Steenweg op Mol), Begijnenstraat, Zegeplein, Korte Begijnenstraat, Hannuitstraat, Guldensporenlei (tussen Tichelarijstraat en Renier Sniedersstraat), De Merodelei (tussen Steenweg op Antwerpen en Stationstraat), Vlamingenstraat, Heilig Hartstraat, Jacob Smitsstraat, Kruishuisstraat (tussen Molenstraat en Jacob Smitsstraat), Driezenstraat, stationsparkings (met inritten via Renier Sniedersstraat, Guldensporenlei en de Merodelei). B – maximum parkeerduur van 2 uur. C – 15’ gratis met parkeerticket via parkeerautomaat. 1ste uur parkeren aan 1,80 euro per uur, met een minimum inworp van 0,20 euro. 2de uur parkeren aan 1,80 euro per uur. D – maandag tot en met zaterdag, van 9u tot 18u. Betaalzone 4: A – Parking Muylenberg, Parking Loechtenberg, Parking Patersstraat, Parking Lindekensstraat, Parking Hannuit, Sint-Jozefstraat. B – maximum parkeerduur onbeperkt. C – 15’ gratis met parkeerticket via parkeerautomaat. 1ste uur parkeren aan 1,80 euro per uur, met een minimum inworp van 0,20 euro.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1052
2de uur parkeren aan 1,60 euro per uur. 3de uur parkeren aan 1,40 euro per uur. 4de uur parkeren aan 1,20 euro per uur. Dagtarief: 6 euro D – maandag tot en met zaterdag, van 9u tot 18u. Betalingszone 5: A – Bareelstraat, Prinsessenstraat, Rubensstraat (tussen Eigenaarsstraat en Apostoliekenstraat), Korte Vianenstraat, Apostoliekenstraat, Eigenaarsstraat, Patriottenstraat, Emiel Verreesstraat, Kruishuisstraat (tussen Patriottenstraat en Jacob Smitsstraat), Begijnendreef, Beukstraat, Kastanjestraat, Eikstraat, Lindestraat, Sint Beggaplein, Meirstraat, Wouwerstraat, Oude Vaartstraat, Koning Albertstraat, Vredestraat, Nieuwstad, Nijverheidsstraat, Baron Frans Du Fourstraat (tussen Schoolstraat en Vredestraat) Schoolstraat, Klinkstraat, Akkerpad, Bentelstraat, Kwakkelstraat, Lillokenstraat, Draaiboomstraat, Maaldersstraat, Hofstraat, Mermansstraat, Korte Mermansstraat (tussen Mermansstraat en Grimstedestraat), Korte Veldstraat, Hendrik Conscienscestraat, Nonnenstraat, Grimstedestraat, Veldstraat, Druivenstraat (tussen Beekstraat en Mermansstraat), Koningin Elisabethlei, Sint Pietersstraat, Driekuilenstraat, Beirenmolenstraat, Groenplein, Gasstraat, Korte Albertstraat. Hollandsestraat, Jachthoornstraat, Valkeniersstraat, Veldekensstraat, Tichelarijstraat, Mattenstraat, Guldensporenlei (tussen Tichelarijstraat en Nieuwe Kaai), Nieuwe Kaai (tussen Guldensporenlei en Karel Oomsstraat), Harmoniestraat, Kongoplein, Antoine Coppenslaan, Karel Oomsstraat, Diksmuidestraat, Prinsenstraat, Gildenstraat, Tramstraat, Onze-Lieve-Vrouwstraat, Kadasterstraat, Zandstraat (tussen Kadasterstraat en Onze-Lieve-Vrouwstraat), Peter Benoitstraat, Duinenstraat, Tuinstraat. B – maximum parkeerduur van 5 uur. C – 15’ gratis met parkeerticket via parkeerautomaat. Parkeren aan 0,60 euro per uur met minimum inworp van 0,20 euro. D – maandag tot en met zaterdag, van 9u tot 18u. Betalingszone 6: A – Zandstraat (tussen Onze-Lieve-Vrouwstraat en Lokerenstraat), Steenweg op Gierle (tussen Spoorwegstraat en de Ring), Jozef Simonslaan, Boerenkrijglaan, Korenbloemstraat, Pater Verschuerenstraat, Koningslaan, Klaproosstraat, Meibloemstraat, Voldersstraat, Gierledreef, Nieuwe Erven, Lokerenstraat, Boomstraat, Bergstraat, Volksplein, Kroonstraat, Bevrijdingsstraat, Lotelingenstraat, Verbindingsstraat, Racingstraat, Albertaplein, Swat Engelenstraat, Unionstraat, Excelsiorstraat, Soldatenpad. B – maximum parkeerduur van 5 uur. C – 15’ gratis met parkeerticket via parkeerautomaat. - parkeren aan 0,60 euro per uur met minimum inworp van 0,20 euro. D – maandag tot en met vrijdag, van 9u tot 18u. Artikel 4: TARIEF 2 Artikel 4.1: keuze TARIEF 2 De bestuurder, of wanneer deze niet gekend is als de eigenaar van het voertuig, die geparkeerd staat binnen de zone betalend parkeren, wordt geacht te kiezen voor Tarief 2, indien op het ogenblik van nazicht door de bevoegd controleur er NIET aan één van de volgende voorwaarden voldaan wordt: - er wordt bij een parkeerbeurt binnen de betaalzone een gemeentelijke parkeerkaart gebruikt, conform de bepalingen van artikel 2. - er wordt bij een parkeerbeurt binnen de betaalzone, waarvoor de automaten en de betaalperiode gelden, op een geldige wijze het Tarief 1 gehanteerd, conform de bepalingen van artikel 3. Artikel 4.2: betalingswijzen TARIEF 2 De retributie volgens Tarief 2 kan gekweten worden door het aankopen van een parkeerticket aan een parkeerautomaat door middel van het inschuiven van muntstukken, dit op de wijze zoals aangeduid op de parkeerautomaat, en dit zodra de parkeerplaats wordt ingenomen. Dit parkeerbiljet wordt door de bestuurder geldig gemaakt op het ogenblik dat hij/zij het op een zichtbare plaats op zijn/haar motorvoertuig heeft aangebracht. Het tarief en de maximum parkeerduur dienen aangeduid op de parkeerautomaat. De retributie volgens Tarief 2 dient, bij het ontbreken van een geldig gemaakt parkeerticket op het ogenblik van het parkeren, betaald te worden binnen de 5 dagen na verzending of overhandiging van een factuur tot betaling van de verschuldigde retributie en overeenkomstig de modaliteiten zoals vermeld op de factuur. Artikel 4.3: bedrag en parkeerperiode TARIEF 2 Gemeenteraad van 30 december 2013
1053
Tarief 2 bedraagt: §1 voor een parkeerbeurt in de zone waar de parkeerautomaten dienen gebruikt te worden: 20 euro voor de parkeerperiode tussen 9.00 uur en 18.00 uur. §2 voor een voertuig dat geparkeerd staat binnen de zone voor betalend parkeren en dit niet op een onder §1 bedoelde plaats: 20 euro. Artikel 5: aanmaning In geval van niet betaling van de verschuldigde retributie Tarief 2 wordt een aanmaningsprocedure opgestart. Bij niet betaling van Tarief 2 na de eerste aanmaning, wordt bij het verzenden van de tweede aanmaning een bijkomende administratieve vergoeding aangerekend. Het bedrag van de bijkomende administratieve vergoeding bedraagt 10 euro. Artikel 6: zichtbare plaats Het parkeerticket, de parkeerschijf of de gemeentelijke parkeerkaart moet door de bestuurder zichtbaar achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Artikel 7: mindervaliden De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op de voertuigen gebruikt door personen met een handicap, voor zover de speciale kaart zoals bedoeld in artikel 27-4 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende Algemeen Reglement op de Politie van het Wegverkeer, zichtbaar achter de voorruit aangebracht ligt of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig, en dit in de straten zoals opgesomd in het artikel 3.3. Artikel 8: vrijstelling Op zon- en wettelijke feestdagen en ook op 11 juli moet er niet betaald worden in de zone betalend parkeren. Artikel 9: bijzondere bepalingen De betaling van de retributie geeft geen aanleiding tot enig ander recht of tot bewaargeving. Het parkeren gebeurt op eigen risico. De gebruiker zal geen bezwaar kunnen indienen wanneer hij, niettegenstaande het betalen van de retributie, toch niet kan parkeren om een reden, vreemd aan de wil van het bestuur, in geval van uitvoering van werken, of in geval van verplichte evacuatie van de voertuigen op bevel van de politie. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014x. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Basisschool Turnhout. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Basisschool Turnhout. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de Stad Turnhout vereist dat er een bijdrage wordt gevraagd voor de dienstverlening die ze aanbied.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1054
Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Basisschool Turnhout goed te keuren. Retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Basisschool Turnhout Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt ten voordele van de stad een retributie ingevoerd voor het gebruik van lokalen in de Stedelijke Basisschool Turnhout. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de lokalen wenst te gebruiken. Artikel 3: algemene bepalingen De lokalen zijn ter beschikking op de drie vestigingen van de Stedelijke Basisschool Turnhout, namelijk de vestigingen Parkwijk, Jozef Simonslaan en Stadspark. De Stedelijke Basisschool Turnhout voorziet in verscheidene mogelijkheden van gebruik: leslokalen / refter / voor- en nabewaking / sportklas / sanitaire voorziening / speelplaats / zandbak / speeltuigen. De maximumcapaciteit voor een leslokaal lagere school bedraagt 24 personen, voor de schoolrefter 150 personen. Men kan enkel gebruik maken van het aanwezige schoolmeubilair. Het aanwezige schoolmateriaal en speelmateriaal dient onaangeroerd en intact te blijven. De lokalen zijn ter beschikking van externe gebruikers op: - werkdagen tussen 17.00 uur en 22.30 uur - schooldagen tijdens de lesuren: enkel indien het betreffende lokaal niet in gebruik is voor reguliere lessen - zaterdagvoormiddag tussen 09.00 uur en 12.00 uur Uitzonderingen kunnen enkel mits toestemming van de directeur en mits de aanwezigheid van een toezichthouder voorzien door de school. Het gebouw wordt nooit uitsluitend aan de verantwoordelijkheid van de gebruiker toevertrouwd zonder een gehandtekende verklaring van de gebruiker waarin notie wordt gemaakt van de veiligheidsnormen en ordemaatregelen die gehanteerd worden op de Stedelijke Basisschool Turnhout. Bij niet naleving van de gebruikelijke veiligheidsnormen en ordemaatregelen wordt het gebruik geannuleerd door de directeur van de Stedelijke basisschool Turnhout. Voor de praktische afspraken maken het ‘gebruiksreglement’, de veiligheidsnormen en de ordemaatregelen een onafscheidelijk deel uit van dit retributiereglement. Artikel 4: tarief De retributie geldt steeds voor het gebruik per twee uren. Elk bijkomend aangevat uur wordt als volledig verrekend. Er worden 4 soorten gebruikers onderscheiden: A. stedelijke diensten en OCMW B. een vereniging erkend door de stedelijke diensten C. andere verenigingen en vormingsdiensten D. particulieren Commerciële initiatieven worden uitgesloten van deze dienstverlening. Gebruiker A B C D leslokaal gratis 5 euro 5 euro 5 euro Refter gratis 10 euro 10 euro 10 euro lokaal voor de voor- en gratis 5 euro 5 euro 5 euro nabewaking lokaal voor sportklas gratis 5 euro 5 euro 5 euro sanitaire voorziening gratis gratis gratis gratis speelplaats gratis gratis gratis gratis zandbak gratis gratis gratis gratis speeltuigen gratis gratis gratis gratis Artikel 5: wijze van inning De retributie is onmiddellijk eisbaar vanaf het ogenblik van reservatie van de accommodatie. De retributie wordt contant ingevorderd.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1055
Artikel 6: ingeval van schade Bij schade wordt een nota ingediend bij de schepen van onderwijs. Deze beslist over een eventuele vereiste vergoeding. Bij gebrek aan betaling en vereffening in der minne, zal de inning ervan bij burgerlijke rechtsvordering geschieden. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014y. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Handelsschool. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Handelsschool. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de Stad Turnhout vereist dat er een bijdrage wordt gevraagd voor de dienstverlening die ze aanbied. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Handelsschool goed te keuren. Retributiereglement op het gebruik van lokalen in de Stedelijke Handelsschool Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt ten voordele van de stad een retributie ingevoerd voor het gebruik van lokalen in de Stedelijke Handelsschool, Parklaan 52 te Turnhout. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de lokalen. Artikel 3: algemene bepalingen De Stedelijke Handelsschool voorziet in 3 types van lokalen: een leslokaal, een computerlokaal of de schoolrefter. De maximumcapaciteit voor een leslokaal bedraagt 24 personen, voor een computerlokaal 22 personen en voor de refter ongeveer 200 personen. De lokalen zijn ter beschikking van externe gebruikers op: - werkdagen tussen 17.00 u en 22.30 u - schooldagen tijdens de lesuren: enkel indien het betreffende lokaal niet in gebruik is voor reguliere lessen - zaterdagvoormiddag tussen 09.00 u en 12.00 u Uitzonderingen kunnen enkel mits toestemming van de directeur en mits de aanwezigheid van de verantwoordelijke toezichthouder (nachtwaker) van de school is voorzien. Het gebruik van de in de lokalen aanwezige materialen is in de retributie inbegrepen. Het gebouw wordt nooit uitsluitend aan de verantwoordelijkheid van de gebruiker toevertrouwd. Voor de praktische afspraken maakt het "gebruiksreglement" een onafscheidelijk deel uit van dit
Gemeenteraad van 30 december 2013
1056
retributiereglement. Artikel 4: soorten gebruikers Er worden 3 soorten gebruikers onderscheiden: A. een vereniging erkend door de stedelijke Sportraad, de stedelijke Jeugdraad, de Raad voor Cultuur en de Raad voor Toerisme B. andere verenigingen en vormingsinitiatieven C. stedelijke diensten en OCMW Commerciële initiatieven worden uitgesloten van deze dienstverlening. Artikel 5: tarief De retributie geldt steeds voor het gebruik per uur. Elk aangevat uur wordt als een volledig uur verrekend. Gebruiker Leslokaal
A
B
C
5 euro
10 euro
gratis
Computerlokaal
10 euro
20 euro
gratis
Refter
10 euro
20 euro
gratis
Artikel 6: wijze van inning De retributie is onmiddellijk eisbaar vanaf het ogenblik van reservatie van de accommodatie. De retributie wordt contant ingevorderd. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014z. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik van het repetitielokaal en opnamestudio van jeugdcentrum Wollewei. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik van het repetitielokaal en opnamestudio van jeugdcentrum Wollewei. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake Argumentatie In het kader van het jeugd(werk)beleidsplan 2004 – 2007 werd in Jeugdcentrum Wollewei een repetitieruimte gebouwd die in 2006 in gebruik is genomen. Samen met deze repetitieruimte is ook een opnamestudio gebouwd. De studio is vooral bedoeld om jonge startende bands de kans te geven hun allereerste demo op te nemen. Dit tegen een democratische prijs. De financiële toestand van de Stad Turnhout vereist dat er een bijdrage wordt gevraagd voor de dienstverlening die ze aanbied. Besluit De gemeenteraad hecht goedkeurin g aan het retributiereglement op het gebruik van het repetitielokaal en opnamestudio van jeugdcentrum Wollewei. Retributiereglement op het gebruik van het repetitielokaal en opnamestudio van Jeugdcentrum Wollewei. Artikel 1: voorwerp van de retributie
Gemeenteraad van 30 december 2013
1057
Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt ten voordele van de stad een retributie ingevoerd voor het gebruik van het repetitielokaal en opnamestudio van jeugdcentrum Wollewei Draaiboomstraat 6 te Turnhout. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de lokalen. Artikel 3: tarief De retributie wordt verschuldigd per gebruiksperiode van 3 uur, opstellen en opruimen inbegrepen, namelijk: - van 1 september tot en met 30 juni: van maandag tot en met vrijdag: van 13.30 uur tot 23.00 uur zaterdag: van 13.00 uur tot 17.30 uur - Tijdens de zomervakantie: van maandag tot vrijdag: van 09.00 uur tot 18.00 uur en dit steeds binnen de normale openingsuren van het Jeugdcentrum. De retributie wordt vastgelegd op 6 euro per gebruiksperiode van 3 uur. In deze prijs is inbegrepen: - het gebruik van de aangevraagde lokalen - verlichting, verwarming en elektriciteit - gebruik van het aanwezige meubilair - gebruik van de aanwezige apparatuur Voor de praktische afspraken maakt het 'gebruiksreglement' een onafscheidelijk deel uit van dit retributiereglement. In geval van beschadiging aan lokalen of materialen zal deze worden verhaald op de huurder. Artikel 4: wijze van inning De retributie is onmiddellijk eisbaar vanaf het ogenblik van reservatie van de accommodatie. Artikel 5: annulaties Wanneer een aanvraag meer dan zeven kalenderdagen voor het gebruik geannuleerd wordt, zal geen retributie aangerekend worden. Bij latere annulering blijft de vergoeding verschuldigd. Indien het Stadsbestuur zich verplicht ziet, omwille van overmacht of dwingende redenen, een toegestaan gebruik in te trekken, wordt de gemotiveerde beslissing aan de betrokkene meegedeeld. Dergelijke intrekkingen geven geen aanleiding tot enige schadevergoeding De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën 014z1. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik van vergaderlokalen en ruimten in het Stedelijk Jeugdcentrum Wollewei. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik van vergaderlokalen en ruimten in het Stedelijk Jeugdcentrum Wollewei. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake Argumentatie
Gemeenteraad van 30 december 2013
1058
De financiële toestand van de Stad Turnhout vereist dat er een bijdrage wordt gevraagd voor de dienstverlening die ze aanbied. Besluit De gemeenteraad keurt het retributiereglement op het gebruik van multifunctionele lokalen in Jeugdcentrum Wollewei goed.
Retributiereglement op het gebruik van multifunctionele lokalen in Jeugdcentrum Wollewei. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt ten voordele van de stad een retributie ingevoerd voor het gebruik van lokalen van het Jeugdcentrum Wollewei, Draaiboomstraat 6 te Turnhout. Artikel 2: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de lokalen. Artikel 3: algemene bepalingen Voor de praktische afspraken maakt het "gebruiksreglement" een onafscheidelijk deel uit van dit retributiereglement. Soorten tarieven: A) Zuiver stedelijke initiatieven, erkende stedelijke adviesraden, erkende E.V.A.’s, erkende jeugdverenigingen en initiatieven door jongeren en/of voor jongeren uit Turnhout. B)Door het stadsbestuur erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen en vormingsinitiatieven, met een maximum deelnameprijs per dagdeel per persoon van 5 euro. C) Idem als B: maar met een deelnameprijs per dagdeel van meer dan 5 euro. D) Alle andere gebruikers Private en/of commerciële initiatieven worden uitgesloten van deze dienstverlening. Het gebruik van de in de lokalen vast aanwezige materialen (TV, video, materialen voor tentoonstellingen, de uitrusting van de keuken, e.d.), is in de retributie begrepen. De gebruikte materialen moeten ingeleverd worden in de toestand zoals ze werden afgeleverd. Voorrangsregeling Initiatieven die zich uitsluitend richten naar kinderen en jongeren tot en met 25 jaar genieten in Jeugdcentrum Wollewei van een voorrangsregeling. Deze voorrangsregeling geldt tot één maand voorafgaandelijk aan het gebruiksmoment. Andere organisaties en initiatieven krijgen pas definitief bevestiging van hun reservatie één maand voorafgaandelijk aan elk gebruiksmoment. Schade In geval van beschadiging aan lokalen of materialen zal deze worden verhaald op de huurder. Artikel 4: tarief Behoudens anders vermeld worden de retributies toegepast per periode ( klaarzetten en opruimen inbegrepen ), namelijk: - namiddag: van 13.30 uur tot 18.00 uur - avond: vanaf 18.30 uur tot 23.00 uur En dit steeds binnen de openingsuren van het Jeugdcentrum. In aanmerking komende lokalen: - Klein lokaal: Foyer 1 en 2 - Groot lokaal: Grote Zaal, Terraszaal, kunstenzolder, rode zaal en blauwe zaal - Keuken: Keuken - Studio: Studio a) voor vergaderlokalen en specifieke ruimten: A B C D Klein lokaal
gratis
6,50 euro
16,00 euro
32,00 euro
Groot lokaal
gratis
12,50 euro
25,00 euro
50,00 euro
Keuken
gratis
12,50 euro
25,00 euro
50,00 euro
Gemeenteraad van 30 december 2013
1059
Studio gratis 30,00 euro 60,00 euro 125,00 euro Wanneer men echter voor 2 opeenvolgende periodes opteert voor 1 doorlopend initiatief, betaalt men voor 1,5 periode, voor 3 opeenvolgende periodes betaalt men 2 periodes. - Bij het gebruik van de studio voor een reeks (minimum 3) voorstellingen, wordt de retributie gereduceerd tot 75 % van de normale retributie. - Bij méér dan 25 en minder dan 50 periodes van gebruik tussen 1 januari en 31 december door éénzelfde initiatiefnemer wordt vanaf het 26ste gebruik tot en met het 50ste gebruik de retributie gereduceerd tot 75 % van het normale tarief. - Bij méér dan 50 periodes van gebruik tussen 1 januari en 31 december door éénzelfde initiatiefnemer wordt vanaf het 51ste gebruik de retributie gereduceerd tot 50 % van het normale tarief. b) centrale hal (en gangen): voor beperkte informatieve tentoonstellingen - Prijs per dag: 5 euro - Prijs per dag voor jongereninitiatieven: gratis. Artikel 5: faciliteiten 1. Het computerlokaal wordt gratis gebruikt in overleg met Digid@k. 2. Het DJ-lab en het repetitielokaal voor muziekgroepjes zijn te gebruiken via een afzonderlijk gebruiks- en retributiereglement. Artikel 6: wijze van inning De retributie is onmiddellijk eisbaar vanaf het ogenblik van reservatie van de accommodatie. Bij gebrek aan betaling en vereffening in der minne, zal de inning ervan bij burgerlijke rechtsvordering geschieden. Artikel 7: annulatie Op voorwaarde dat de dienst tijdig in kennis is gesteld van het niet gebruiken van de accommodatie is de gebruiker de retributie niet verschuldigd. Voor de vergaderlokalen dient als "tijdig" te worden aanzien een periode van 2 weken; voor andere accommodaties bedraagt deze periode 4 weken. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën -
014z2. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op toegangsgelden, reproducties, uitleen tentoonstellingsmateriaal, shops en gidsbeurten Turnhoutse Route Archief en Musea - Toerisme & UIT. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op toegangsgelden, reproducties, uitleen tentoonstellingsmateriaal, shops en gidsbeurten Turnhoutse Route Archief en Musea – Toerisme & UIT. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Advies De Museumraad bracht een gunstig advies uit. Positief advies Toerisme en UiT. Het schepencollege keurde de aanpassingen goed tijdens de zitting van 13 juni 2013. Argumentatie
Gemeenteraad van 30 december 2013
1060
Het huidige retributiereglement heeft betrekking op de toegangsgelden en shops Turnhoutse Route Archief en Musea - Toerisme & UIT. TRAM 41 wenst de uitleen van tentoonstellingsmateriaal te reglementeren via een retributiereglement. Voordien gebeurde dit gratis. Het is wenselijk om ook het retributiereglement voor reproducties, dat nu in het Stadsarchief van toepassing is, ook op te nemen in hetzelfde reglement. Het is overzichtelijker voor de burger om 1 in plaats van 3 reglementen te hanteren. De financiële toestand van de stad vergt de invoering van retributies. Besluit De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op toegangsgelden, reproducties, uitleen tentoonstellingsmateriaal, shops en gidsbeurten Turnhoutse Route Archief en Musea – Toerisme & UIT. Retributiereglement op toegangsgelden, reproducties, uitleen tentoonstellingsmateriaal, shops en gidsbeurten Turnhoutse Route Archief en Musea - Toerisme & UiT. Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op de toegang tot de stedelijke musea - TRAM 41, reproducties, ontleningen tentoonstellingsmateriaal, producten verkocht via de (museum)shops en Toerisme- en UIT kantoor en gidsbeurten. Artikel 2: toepassingsgebied De retributie is van toepassing op alle locaties van TRAM 41, Turnhoutse Route voor Archief en Musea. Onderdelen van dit samenwerkingsverband zijn: - het Nationaal Museum van de Speelkaart, - het Taxandriamuseum, - het Begijnhofmuseum, - het Stadsarchief. De retributie wordt geheven op de toegang tot de stedelijke musea (en is niet van toepassing op de toegang tot het Stadsarchief), op de verkoop van producten via de (museum)shops, op het ontlenen van tentoonstellingsmateriaal en op reproducties van archief- en collectiestukken beheerd door het archief en de musea van de stad Turnhout (TRAM 41). De retributie is eveneens van toepassing op de verkoop van producten via het Toerisme- en UiTkantoor en op de gidsbeurten. Artikel 3: schuldenaar De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die erom verzoekt en dit vanaf het moment van de aanvaarding van de aanvraag. Hoofdstuk 2: Tarieven toegangsgelden stedelijke musea Artikel 4: tarief De retributie voor toegang tot de stedelijke musea bedraagt per persoon en per museum: - individueel tarief = 5 euro - verminderingstarief = 3 euro - vrijstelling = 0 euro - combiticket voor de 3 musea = 7,50 euro Het combiticket heeft een geldigheidstermijn van zes maanden vanaf datum van aankoop. Deze staat vermeld op het ticket. Artikel 5: verminderingstarief Genieten van het verminderingstarief, desgevallend op vertoon van een geldig (lidmaatschaps)bewijs: - 65-plussers, - groepen vanaf 10 personen, - houders van een studentenkaart, - houders van een Cultureel Jongeren Paspoort, - leden Openbaar Kunstbezit Vlaanderen, - leden Toerisme Turnhout, - leden Toerisme Vlaanderen, - houders van een lerarenkaart,
Gemeenteraad van 30 december 2013
1061
- deelnemers vakantieparticipatie. Artikel 6: vrijstellingen (gratis toegang) Er wordt gratis toegang verleend, desgevallend op vertoon van een geldig (lidmaatschaps)bewijs, pasje of enig ander officieel geldend bewijs, aan: - -18-jarigen, - begeleiders van groepen van minimum 10 personen, - de begeleider van een mindervalide wanneer deze niet zelfstandig het museum kan bezoeken, - leden van de stichtende verenigingen: de ‘Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring Taxandria’, ‘Turnhout, Wereldcentrum van de Speelkaart’ en de ‘Vrienden van het Begijnhof, - leden ‘ICOM’, ‘ICOM Vlaanderen’, - journalisten, - houders van een Turnhoutse Vrijetijdspas, - leden Toeristische Attracties, - deelnemers zoektocht stadsgidsen, - deelnemers stadswandelingen. De toegang tot de stedelijke musea is gratis tijdens volgende evenementen: Turnhout by Night, Erfgoeddag, Open Monumentendag en Opening van het Toeristisch Seizoen. Tijdens de zomermaanden juli en augustus is de toegang tot de stedelijke musea, rondleiding en kinderactiviteit gratis voor de activiteit ‘Zomer in het museum’, telkens op een vaste weekdag. Dinsdag Taxandriamuseum Woensdag Begijnhofmuseum Donderdag Nationaal Museum van de Speelkaart Het Begijnhofmuseum is daarenboven gratis toegankelijk op kerstavond. De musea zijn gratis toegankelijk op vertoon van een geldige, in de Turnhoutse Stadskrant gepubliceerde bon voor een gratis familiebezoek in één museum naar keuze. Deze bon is geldig vanaf de verschijningsdatum tot het einde van het lopende kalenderjaar. Artikel 7: tarieven speciale tentoonstellingen 7.1 Wanneer een tentoonstelling tegelijk wordt georganiseerd in meerdere stedelijke musea van TRAM 41, dan volstaat één toegangsbewijs voor de toegang tot de deelnemende musea. De prijzen zijn dezelfde als bepaald voor één museum. 7.2 Tijdens tijdelijke tentoonstellingen die omwille van omvang, voorbereiding, presentatie, bruiklenen of andere uitgaven veel duurder dan gebruikelijk zijn, wordt een verhoogd toegangstarief toegepast. Het gaat ondermeer om exposities die een duidelijke meerkost vragen zoals bv. Europalia. In dit geval gelden volgende verhoogde tarieven: - individueel tarief = 7,50 euro - verminderingstarief = 5 euro - combiticket voor de 3 musea = 10 euro (Het combiticket is geldig tot het einde van de tentoonstelling.) Artikel 8: wijze van betaling De retributie dient vooraf ter plaatse, op het moment van het bezoek, betaald te worden tegen afgifte van een kwijting of een toegangsticket. Hoofdstuk 3: Reproductie van archief- en collectiestukken beheerd door het archief en de musea van de stad Turnhout (TRAM 41) Artikel 9: voorwerp Er wordt een retributie geheven voor het afleveren van reproducties van archief- en collectiestukken beheerd door het archief en de musea van de Stad Turnhout ( TRAM 41). Artikel 10: tarief De gemeenteraad verleent delegatie aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven van de retributies vast te stellen. Deze delegatie is beperkt tot: a) de geldende retributies die nog niet eerder door de gemeenteraad werden vastgelegd; b) de producten beschreven onder het voorgaande artikel. Beide voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn. Artikel 11: wijze van betaling De retributie voor de aangevraagde reproducties en de eventuele verzendkosten dient vooraf en ter plaatse betaald te worden aan de leeszaal- of baliemedewerker van TRAM 41.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1062
Enkel voor het aanleveren van beelden in hoge resolutie en reproducties voor wetenschappelijk, educatief en commercieel gebruik, mag het totale verschuldigde bedrag ook worden betaald via overschrijving op de bankrekening van de stad Turnhout. De reproducties worden slechts afgeleverd na voorafgaande ontvangst van het bedrag van de verschuldigde retributie. Artikel 12: bijkomende bepalingen 12.1 De coördinator TRAM41, de locatieverantwoordelijke van het museum in kwestie of de stadsarchivaris hebben in ieder geval het recht te weigeren om een bepaalde aanvraag uit te voeren of de uitvoering ervan uit te stellen. 12.2 De afgeleverde reproducties zijn in principe enkel bestemd voor privé-gebruik. Het gebruik van reproducties voor educatief en commercieel gebruik is pas mogelijk na toestemming van de coördinator TRAM 41, de locatieverantwoordelijke van het museum in kwestie of de stadsarchivaris. Bij het gebruik van reproducties voor commerciële doeleinden behoudt de coördinator TRAM 41, de locatieverantwoordelijke van het museum in kwestie of de stadsarchivaris zich het recht om dwingende voorwaarden op te leggen. De aanvrager gaat op eigen initiatief na of naast de Stad Turnhout ook nog andere personen en/of instellingen auteurs- en/of reproductierechten kunnen eisen en maakt schriftelijk melding aan Stad Turnhout als er rechten kleven aan de desbetreffende reproducties. Stad Turnhout kan niet aansprakelijk worden gehouden voor eventuele schadevorderingen die tegen haar of tegen de aanvrager ingesteld worden door personen die menen rechten te kunnen laten gelden op de reproducties. Stad Turnhout wijst in deze elke verantwoordelijkheid ter zake af. De aanvrager publiceert de reproducties eenmalig. Het gebruik van de digitale reproducties in andere publicaties of op om het even welke website is niet toegestaan zonder een nieuwe toelating van de Stad Turnhout. Ook het doorgeven van de reproducties aan derden, personen en/of firma’s die geen toelating van de Stad Turnhout hebben gekregen voor het gebruik van deze reproducties, is niet toegestaan. De aanvrager vermeldt bij elke gepubliceerde reproductie “Bron: Stad Turnhout” en vermeldt ook steeds de naam van de maker van het origineel voor zover deze gekend is. De aanvrager is verplicht om een exemplaar van de publicatie waarin de reproducties zijn gepubliceerd kosteloos toe te sturen aan TRAM 41: Stadsarchief Turnhout, Grote Markt 1, 2300 Turnhout. Reproducties van het wapen en het logo van de Stad Turnhout mogen niet gebruikt worden voor reclamedoeleinden, fabrieksmerken of politieke doeleinden. De Gemeenteraad beschikt over het eigendomsrecht van het wapen en het logo. 12.3 Om beschadiging te voorkomen, kunnen van sommige stukken geen fotokopieën maar enkel digitale opnames worden afgeleverd. Hiervoor gelden de bepalingen van het leeszaalreglement van het Stadsarchief. 12.4 Om reden van computerbeveiliging is bij het kopiëren van digitale reproducties het gebruik van een zelf meegebrachte USB geheugenstick of eender welk andere zelf meegebrachte gegevensdrager op de PC’s van de stad Turnhout niet toegestaan. 12.5 Door het feit van bestellen en/of maken van foto’s, reproducties of opnames, aanvaardt de aanvrager het reglement. Indien de aanvrager één van de gestelde voorwaarden niet na komt, behoudt Stad Turnhout zich het recht voor om stappen te ondernemen om de publicatie van de reproducties te doen stopzetten en wordt bij een volgende aanvraag tot gebruik van reproducties automatisch de toelating geweigerd. Deze maatregel is definitief en niet beperkt in tijd. Hoofdstuk 4: Ontlening tentoonstellingsmateriaal beheerd door het archief en de musea van de stad Turnhout (TRAM 41) Artikel 13: voorwerp Er wordt een retributie geheven voor het ontlenen van tentoonstellingsmateriaal beheerd door het archief en de musea van de stad Turnhout (TRAM 41). Voor de organisatie van tentoonstellingen op het grondgebied van de Antwerpse Kempen, kan tentoonstellingsmateriaal aangevraagd worden door organisaties,musea, scholen en heemkundige verenigingen. Het betreft ondermeer tafels, toonkasten, kasten, lezenaars, elementen, panelen, kaders, schragen, sokkels, …. Artikel 14: tarief De gemeenteraad verleent delegatie aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven van de retributies vast te stellen. Deze delegatie is beperkt tot: a) de geldende retributies die nog niet eerder door de gemeenteraad werden vastgelegd;
Gemeenteraad van 30 december 2013
1063
b) de producten beschreven onder het voorgaande artikel. Beide voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn. Artikel 15: wijze van betaling De retributie voor de aangevraagde materialen dient vooraf en ter plaatse betaald te worden aan de leeszaal- of baliemedewerker van TRAM 41. Artikel 16: bijkomende bepalingen 16.1 Het ontlenen van tentoonstellingsmaterialen kan enkel voor tentoonstellingen met een looptijd van minstens 7 dagen. 16.2 De ontlener staat zelf in voor het vervoer van de tentoonstellingsmaterialen. 16.3 De ontlener zorgt voor voldoende personeel om te helpen bij het lossen en laden. 16.4 Afhaling en levering gebeurt steeds aan de ingang van het Stadhuis, Grote Markt 1, 2300 Turnhout. 16.5 De organisatoren zijn steeds verantwoordelijk voor de ontleende tentoonstellingsmaterialen. De tentoonstellingsmaterialen mogen uitsluitend gebruikt worden voor het doel waarvoor zij voorzien zijn, en dienen in dezelfde staat als zij ontleend werden terugbezorgd te worden. Bij verlies, diefstal of beschadiging zal de stad steeds deze kosten in rekening brengen. 16.6 De ontlening kan enkel na schriftelijke aanvraag. Deze aanvraag, in de vorm van het daartoe bestemde formulier, dient gericht aan het college van burgemeester en schepenen. Enkel ingediende aanvragen in een periode van maximum 3 maanden tot uiterlijk 1 maand voor de datum van ontlening kunnen worden aanvaard. Op de aanvraag dienen volgende elementen steeds vermeld te worden: - Naam , adres en ondernemingsnummer van de organisatie ( ontlener ) - Plaats en datum evenement - Doel van de ontlening - Gewenste ontleenperiode - Gevraagde tentoonstellingsmaterialen - Naam, adres en telefoonnummer verantwoordelijke en/of contactpersoon 16.7 De aanvragen worden beoordeeld door de coördinator TRAM 41. Deze behoud zich het recht voor om aanvragen te weigeren. 16.8 De ontlener verbindt er zich toe het geleende materiaal in geen geval uit te lenen aan derden. 16.9 In geval van niet naleving van één of meerdere artikels uit dit reglement, behoudt de stad zich het recht voor om geen ontleningen meer toe te staan. 16.10 Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer het beloofde materiaal door overmacht niet ter beschikking kan gesteld worden of voor eventuele nadelige gevolgen als de ontleende materialen niet geheel beantwoorden aan de vraag of de verwachting. Het stadsbestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor gebeurlijke ongevallen, misbruik of schade die voortvloeien uit het gebruik van de ontleende materialen. Hoofdstuk 5: Shopverkoop Artikel 17: toepassingsgebied TRAM 41 en Toerisme & UIT Turnhout bieden op volgende locaties producten te koop aan: - het Nationaal Museum van de Speelkaart, - het Taxandriamuseum, - het Begijnhofmuseum, - het Stadsarchief, - het Toerisme & UiTkantoor. Artikel 18: producten De producten hebben steeds een band met de streek, de locatie, de museumcollectie of een tentoonstelling. Volgende producten worden te koop aangeboden: - Folders - Brochures - Boeken en strips - Kaarten (wandel-, fiets-, …) - Gadgets - Postkaarten - Prenten - Huur toestellen (vb. iPad, iPod, ...) - Multimedia (CD, DVD, app’s,…)
Gemeenteraad van 30 december 2013
1064
- Tickets culturele- en vrije tijd evenementen - Streekproducten - Merchandising (vb. paraplu’s, schrijfblokken, t-shirts, museumchairs, fietstassen, …) Voor de huur van toestellen kan een waarborg worden gevraagd. Het bedrag hiervoor wordt vastgelegd in een huishoudelijk reglement. Artikel 19: tarief De gemeenteraad verleent delegatie aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven van de retributies vast te stellen. Deze delegatie is beperkt tot: a) de geldende retributies die nog niet eerder door de gemeenteraad werden vastgesteld, b) de producten beschreven onder het voorgaande artikel. Beide voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn. Voor de producten waar door een derde een adviesprijs wordt gesuggereerd (door bv. Toerisme Vlaanderen), zal deze gevolgd worden als de te betalen retributie. Artikel 20: wijze van betaling De producten uit shopverkoop dienen ter plaatse, op het moment van het bezoek, betaald te worden tegen afgifte van een kwijting. Hoofdstuk 6: Tarieven gidsbeurten Artikel 21: tarief Bezoekers in groep kunnen een gids reserveren, zowel voor een stadswandeling als voor een geleid bezoek in een museum. De gemeenteraad verleent delegatie aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven van de retributies vast te stellen. De tarieven volgen de geadviseerde tarieven van Toerisme Vlaanderen. Deze delegatie is beperkt tot: a) de geldende retributies die nog niet eerder door de gemeenteraad werden vastgelegd; b) de retributie voor elke begonnen gidsbeurt met een maximum van twee uur bedraagt minimaal 30 euro en maximaal 100 euro; c) de retributie voor elk bijkomend uur volgend op de eerste twee uren bedraagt minimaal 25 euro en maximaal 50 euro. Artikel 22: dossierkost Voor elke nieuwe aanvraag voor een gidsbeurt zal een kost van 5 euro worden aangerekend voor het aanleggen van een dossier. Deze kost is verschuldigd zodra een eerste reservatiebevestiging naar de klant is verstuurd. Artikel 23: annuleringen Indien men meer dan 10 dagen voor dat de gidsbeurt plaatsvindt annuleert en als de bijhorende factuur reeds bestaald werd, wordt het volledige bedrag exclusief de dossierkost terugbetaald. Indien men minder dan 10 dagen voor dat de gidsbeurt plaatsvindt annuleert, is de dossierkost vermeerderd met de kost van één gids verschuldigd. Indien reeds werd betaald, wordt het volledige bedrag exclusief de dossierkost en kost van één gids terugbetaald. Indien de klant op dat moment nog niet betaald heeft, zal het betreffende bedrag (dossierkost + kostprijs van één gids) alsnog worden ingevorderd. Artikel 24: wijze van betaling Gidsbeurten dienen op voorhand te worden betaald. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst financiën
Gemeenteraad van 30 december 2013
1065
014z3. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op het gebruik van stedelijke sportaccommodaties en bijhorende materialen. Samenvatting De gemeenteraad van de stad Turnhout hecht zijn goedkeuring aan het retributiereglement op het gebruik van stedelijke sportaccommodaties en bijhorende materialen. Motivering Juridische grond - de bepalingen van het Gemeentedecreet - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake. Argumentatie De financiële toestand van de stad Turnhout vergt de invoering van alle rendabele retributies. Besluit De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het gebruik van stedelijke sportaccommodaties en bijhorende materialen goed te keuren. Retributiereglement op het gebruik van stedelijke sportaccommodaties en bijhorende materialen. Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang vanaf 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het gebruik van de stedelijke sportaccommodaties en bijhorende materialen. Artikel 2: definities In dit tariefreglement worden bedoeld met : erkende Turnhoutse verenigingen : Een vereniging is aangesloten bij een stedelijke Turnhoutse adviesraad. Deze aansluiting bij een adviesraad, mogelijks in combinatie met een erkenning en/of subsidiëring, wijst op een inbedding in de stad. Enkel verenigingen aangesloten bij volgende adviesraden komen in aanmerking voor de categorie ‘erkende Turnhoutse verenigingen’: buurtraad, forum Cultuur, stedelijke cultuurraad, stedelijke jeugdraad, Turnhoutse sportraad, museumraad, mondiale raad, seniorenraad of gezinds en gezondheidsraad. Landelijke, Vlaamse of Regionale organisaties (sportbonden, Bloso, Provinciale Sportdienst en dergelijke) kunnen voor bepaalde reservaties, voor wat de toepassing van de tarieven betreft, gelijkgesteld worden met een erkende vereniging, mits bij elk gebruik afzonderlijk, een positieve beslissing, na advies van de sportraad. Turnhoutse scholen : Altijd Turnhoutse onderwijsinstellingen, mits aanvraag van de schooldirectie. Scholen van buiten Turnhout vallen onder "anderen", indien er voor dit onderdeel van het reglement geen specifieke retributie voor hen voorzien is. personen jonger dan -18 jaar : - 18 jarigen, op vertoon van het identiteitsbewijs. 60-plussers : Op vertoon van het identiteitsbewijs en vanaf de leeftijd van 60 jaar. personen met een beperking : Op vertoon van een attest van invaliditeit, afgeleverd door de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid. Op vertoon van een attest van invaliditeit afgeleverd door het ziekenfonds met vermelding van het invaliditeitspercentage. Enkel wanneer het invaliditeitspercentage hoger is dan 66%, komt men in aanmerking. bezitters van een vrijetijdspas : De vrijetijdspas is een kaart die door het stadsbestuur wordt uitgereikt met het doel de sociale integratie van kwetsbare bevolkingsgroepen te bevorderen door hen nieuwe mogelijkheden te leren kennen naar expressie, ontspanning, vorming en ontmoeting. 10-beurtenkaart : Is een kaart die op vraag afgeleverd wordt aan een persoon. Deze kaarten gelden niet voor groepen of verenigingen. groepen: Een groep mensen wordt aanzien als groep wanneer ze uit minimum 10 personen bestaan. wedstrijden met inkomsten : Elke vorm van opbrengst onder welke vorm ook, ter gelegenheid van het gebruik ter plaatse geïnd (kaartticketverkoop) of geëist (voorverkoop), wanneer deze inkomst het bedrag van 5 euro / ticket / kaart / persoon overschrijdt. Een erkende vereniging verliest hierdoor haar vermindering en valt onder het tarief voor "alle anderen".
Gemeenteraad van 30 december 2013
1066
per halve dag of avond : Er wordt altijd minimaal een halve dag aangerekend, ook wanneer het gebruik eventueel korter is. Een begonnen halve dag/avond is een halve dag/avond. Tijdens de voormiddagen is een halve dag tot maximum 12.30 uur. Tijdens de namiddagen is een halve dag ten vroegste vanaf 12.30 uur en ten laatste tot 17 uur. Avondgebruik is ten vroegste vanaf 18 uur. forfaitair : Dit betekent ondeelbaar, ook wanneer minder of korter gebruikt wordt. Turnhoutenaren en niet-Turnhoutenaren: Het tarief van Turnhoutenaren kan enkel toegpast worden wanneer de desbetreffende persoon op basis van een rechtsgeldig document kan bewijzen dat deze woonachtig is in Turnhout. Per definitie wordt het tarief nietTurnhoutenaar aangerekend, tenzij de persoon het tegendeel kan bewijzen. (wedstrijd)veld versus trainingzone: Een wedstrijdveld is een voetbalveld dat voorzien is van de nodige afmetingen en vaste doelen om hier wedstrijden op te kunnen spelen. Een trainingzone is een graszone op waar getraind kan worden, maar deze zone omvat niet de officiële afmetingen om een wedstrijd te kunnen spelen. Artikel 3: tarief 3.1. Sporthal Stadspark per 1/3de hal per 1/2de hal volledige hal per uur per uur per uur erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen
4,50 euro
8,50 euro
alle anderen
7,5 euro
12,50 euro
Sporthal Horito & Sporthal Technico
enkel volledige sportvloer per uur
13 euro 20 euro
enkel bovenzaal per uur
erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen:
13 euro
7,50 euro
alle anderen
20 euro
11,50 euro
3.2. Atletiekaccommodaties ( omvat de atletiekpiste en de zones voorzien voor andere atletieknummers ( bv. verspringen, hoogspringen, kogelstoten en andere) inclusief gebruik van het voetbalveld voor het beoefenen van de atletieksport. ) Prijs voor individuen: per ondeelbare periode van 2 uren: * Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar) : 3 euro * Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen met 1,50 euro een beperking en bezitters van een vrijetijdspas : * Niet-Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar) 4 euro * Niet-Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen 2 euro met een beperking en bezitters van een vrijetijdspas Prijs voor groepsgebruik : forfaitair volledige accommodatie per uur: * erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen 18 euro * alle anderen 23 euro 3.3. (Kunstgras-)Voetbalvelden forfaitair per (wedstrijd)veld / groep / 1,5 uur 21 euro erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen alle anderen * erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen
Gemeenteraad van 30 december 2013
35 euro forfaitair per trainingszone / groep / 1,5 uur 9 euro
1067
* alle anderen * Gebruik voor tornooien of gelijkaardig door erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen * Gebruik voor tornooien of gelijkaardig door alle anderen
12 euro Per halve dag / veld 85 euro 100 euro
3.4. Openluchttennisvelden
Per uur per terrein ticket
10-beurten kaart
* Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar) :
6 euro
50 euro
* Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen met een beperking en bezitters van een vrijetijdspas * Niet-Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar)
3 euro
25 euro
7,50 euro
62,50 euro
* Niet-Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen 4 euro 32 euro met een beperking en bezitters van een vrijetijdspas 3.5. Turnzalen, vechtssportzalen en polyvalente zaal (Turzaal Kongoplein, vechtsportzaal Lindestraat en polyvalente zaal sporthal stadspark) per uur * erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen 4,50 euro * alle anderen 6 euro 3.6. Kunstgrasveld Sportcentrum ( gelegen naast het voetbalstadion – korfbalbelijning aanwezig ) forfaitair per veld / 1,5 uur * erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen 14,50 euro * alle anderen * Gebruik voor tornooien, of gelijkaardig :
23 euro Per halve dag / veld 60 euro
* Gebruik voor tornooien of gelijkaardig door alle anderen; ook voor groepen, niet-Turnhoutse verenigingen, bedrijven, particulieren voor sportgebruik en wedstrijden met inkomsten door erkende sportverenigingen e.d. 3.7. Vergaderzalen
75 euro
per halve dag of avond * erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen
6 euro
* alle anderen 3.8. Minigolf Prijs voor individuen: * Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar) : * Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen met een beperking en bezitters van een vrijetijdspas * Niet-Turnhoutenaren: volwassenen (vanaf 18 jaar) * Niet-Turnhoutenaren: -18 jarigen, 60-plussers, personen met een beperking en bezitters van een vrijetijdspas
Gemeenteraad van 30 december 2013
14,50 euro Per omloopbeurt per persoon ticket
10-beurten kaart
2,50 euro
20 euro
1,50 euro
10 euro
3 euro
25 euro
2 euro
15 euro
1068
Prijs voor groepsgebruik:
per halve dag of avond
* Enkel voor leden van de minigolfclub(s) ter voorbereiding 3,50 euro van een wedstrijd (prijs per persoon) : * voor wedstrijden en tornooien van erkende golfclubs of 60 euro gelijkaardig : 3.9. Visvijvers * visvergunning voor volledig seizoen, met 2 lijnen of 10 euro werphengels ( en enkel voor Turnhoutenaren) : 3.10. Klimmuur (De klimmuur kan enkel gebruikt worden in aanwezigheid van een deskundige begeleider) In club of groep : forfaitair bedrag / maximum 4 uren / groep * erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen
11,50 euro
* alle anderen
14,5 euro
3.11. Afzonderlijke gebruiken Wanneer geen accommodatie wordt gebruikt, waar de stortbaden en/of kleedkamers inbegrepen zijn : stortbaden / kleedkamers * afzonderlijk gebruik stortbad, individueel, gebruik kleedkamer inbegrepen, of enkel gebruik van kleedkamer (prijs per persoon) : * afzonderlijk groepsgebruik van kleedkamer met of zonder stortbaden (of twee in geval van gemengde groep) – (prijs per groep) :
1 euro
10 euro
tafeltennis * reservatie door Turnhoutenaar (alle leeftijden) / gebruik per tafel per uur, met of zonder batjes en balletjes :
2 euro
* reservatie door niet-Turnhoutenaar (alle leeftijden) / gebruik per tafel per uur, met of zonder batjes en balletjes : * niet terugbrengen van batjes en/of balletje(s), borg :
2,50 euro 1 euro/balletje 5 euro/batje
badmintonveld * reservatie door Turnhoutenaar (alle leeftijden) / gebruik per veld per uur, met of zonder racketjes en shuttle : * reservatie door niet-Turnhoutenaar (alle leeftijden) / gebruik per veld per uur, met of zonder racketjes en shuttle : * niet terugbrengen van racketjes en/of shuttle, borg : 3.12. Uitlenen materialen sporthal Uitleenmaterialen sporthal * brochure handleiding en beschrijving volkssporten :
Gemeenteraad van 30 december 2013
2,50 euro 3 euro 1 euro /shuttle 5 euro / racketje Prijs per uitleenperiode voor Turnhoutenaren* en niet-Turnhoutenaren** 2 euro*,
2 euro **
1069
* kleine materialen en/of volksspelen: Oa. hoefijzerwerpen, kegelbol, krulbol, mannetjesspel, paapgooien, pitjesbak, platte bol, ringsteken, ringwerpen, sjoelbak, schijfschieten, tonspel, toptafel, vloerbol, troumadame, chronometer (kleine handchronometer), … * middelgrote materialen: o.a. Klimbak, hamertjesspel,startpistool (munitie 0,25 euro / stuk), parachute (klein of groot), megafoon, yenga, … * grote spelen: o.a. schaakspel, vier op een rij, chronometer (groot digitaal), … * Kin-ball set: (officiële bal, draagbaar scorebord, luchtpomp, 12 wedstrijdhesjes, een samenvatting van de regels en een videocassette). * Plooitafels
4,50 euro*,
5 euro**
7,50 euro*,
8 euro**
17,50 euro*,
22 euro**
22,50 euro*, 25 euro** waarborg: 100 euro 3 euro*,
4 euro**
* Plooistoelen
0,40 euro*, 0,50 euro** Afspraken bij het ontlenen van materialen - De “uitleenperiode” wordt bepaald op 1 week (7 kalenderdagen). Bij verlenging van de uitleenperiode zal de retributie vermeningvuldigd worden conform het aantal gestarte periodes (bv. 16 dagen = 3 gestarte periodes van 7 dagen). De uitleenperiode kan op iedere weekdag gestart worden. - De ontlener van materialen dient bij levering ter plaatse of bij afhaling de schade, tekortkomingen of gebreken aan de materialen aan te geven. Zo niet wordt verondersteld dat het materiaal in optimale staat verkeert. Beschadiging of verlies van materialen moet altijd gemeld worden bij inlevering. Bij beschadiging of verlies zal het bedrag van de herstellingskosten of vervangingswaarde gefactureerd worden. Artikel 4: verminderingen en vrijstellingen Erkende verenigingen kunnen éénmaal per jaar voor één sportief evenement, gespreid over maximum 2 opeenvolgende dagen, tegen het normaal toepasbaar tarief, verminderd met 50 %, gebruik maken van de daarvoor noodwendige sportinfrastructuur. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen, dient de aard van het evenement ruimer te worden opgevat dan een normale trainings- of gebruiksbeurt. Voor alle erkende verenigingen moet omtrent dit verminderd tarief bij hun aanvraag een gunstig advies van hun respectievelijke raad worden bijgevoegd. Evenementen en acties georganiseerd door Stad Turnhout, OCMW Turnhout, AGB, de intern- of extern verzelfstandigde agentschappen en stedelijke adviesraden worden vrijgesteld van retributie indien de accommodaties of het materiaal gebruikt wordt voor de door hen ingerichte evenementen. Voor evenementen ter bevordering van het leven in de gemeente, bedoeld om de contacten tussen de bewoners te bevorderen of om bezoekers de gemeente te laten ontdekken door middel van feestelijkheden waarbij Stad Turnhout, ingevolge een beslissing van het college van burgemeester en schepenen, medeorganisator is, kan eveneens een vrijstelling van retributie worden toestaan Er wordt een vrijstelling toegestaan aan door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurde evenementen die duidelijk in functie van het goede doel worden georganiseerd en waarvan de opbrengst integraal wordt overgemaakt aan dat goede doel. Voor cursussen ingericht door daarvoor bevoegde instanties (Bloso, Vlaamse Trainersschool, Provinciale Sportdienst enz.) zijn dezelfde tarieven als voor erkende verenigingen van toepassing. Indien deze cursussen aan het personeel in het kader van de bijscholingen worden gegeven is het gebruik gratis, voor zover ook voor de personeelsleden de cursusgelden niet hoeven betaald te worden. De erkende stedelijke adviesraden (enkel wanneer ze 2013 erkenning ontvingen door de gemeenteraad) kunnen voor hun noodzakelijke werking gratis gebruik maken van de vergaderzalen, mits voorafgaandelijke schriftelijke aanvraag. Erkende Turnhoutse verenigingen en Turnhoutse scholen genieten in de periode van 1 januari 2014 tot en met 30 juni 2014 een vermindering van 15% op het betreffende tarief vermeld onder de artikelen 3.1., 3.2., 3.3., 3.5.,
Gemeenteraad van 30 december 2013
1070
3.6., 3.7. en 3.10. Artikel 5: Niet gebruik, na reservatie Wanneer na reservatie, er niet geannuleerd wordt, en het gereserveerde niet gebruikt wordt, dan is er een vergoeding verschuldigd: a) Bij annulatie langer dan 3 weken voorafgaandelijk van de geplangde activiteit wordt er geen annulatiekost aangerekend. b) Bij annulatie minder dan drie weken voorafgaandelijk van de geplande activiteit of bij niet-annulatie blijft de normale vergoeding volledig verschuldigd. In geval van herhaling binnen de 6 maanden kunnen verdere gebruiksaanvragen geweigerd worden. De normale vergoeding blijft geheel verschuldigd, tenzij voor dezelfde gebruiksduur een nieuwe gebruiker opdaagt die minstens dezelfde of een hogere retributie verschuldigd is; in het andere geval wordt het verschil in de tarieven doorgerekend. Artikel 6: bepalingen i.v.m. een optie op het gebruik Een optie genomen op een bepaalde datum vervalt automatisch drie weken voor de geviseerde datum. Een optie voor een reeks data, vervalt eveneens volledig, zonder bevestiging drie weken voor de eerste datum. Vanaf drie weken voor de gewenste datum kan geen optie genomen worden, dan is enkel reservering mogelijk. Artikel 7: wijze van inning De retributie is eisbaar vanaf het ogenblik dat er gereserveerd wordt. Zij zal ter gelegenheid van het gebruik contant geïnd worden. In het geval van seizoensaanvragen of bij aanvragen voor een langere periode kan de retributie via factuur ingevorderd worden. De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Dienst Financiën 014z4. Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans en Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten - retributie inschrijvingsgelden Samenvatting Eén van de besparingsstappen die we met de academies deeltijds kunstonderwijs zullen maken in het verhaal naar het hele BBC is een extra retributie bovenop het reguliere inschrijvingsgeld dat van het ministerie gevraagd wordt. Motivering Feiten en context In heel veel academies werd er al retributie bovenop het inschrijvingsgeld gevraagd. In Turnhout was dat tot nu toe niet het geval. Beide directeurs kunnen achter dit principe staan; wel moet er rekening gehouden worden met kansarme groepen; voor deze groepen wordt er een sociale correctie toegepast via de vrijetijdspas. Argumentatie De leerlingen die wonen in Turnhout of in één van onze filiaalgemeenten (Vosselaar, Beerse, Zoersel, OudTurnhout, Retie en Arendonk) zullen 15€ bovenop het inschrijvingsgeld betalen. Leerlingen van andere steden en gemeenten zullen 20€ bovenop betalen. Leerlingen die zich terug uitschrijven voor 1 oktober krijgen ook het retributiegeld teruggestort. Advies De directeurs zijn akkoord met deze verhoging. Dit brengt een verhoging mee van een 43000€ per jaar als we eenzelfde aantal leerlingen kunnen houden. Besluit
Gemeenteraad van 30 december 2013
1071
De gemeenteraad gaat akkoord met deze verhoging die mee deel uitmaakt van het in evenwicht brengen van het gehele budget Financiële gevolgen 43000€ per jaar extra inkomsten De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans. Kopie Stedelijke Academie voor Beeldende Kunst Financiële dienst 014z5. Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans - aanpassing retributie huurinstrumenten Samenvatting Eén van de besparingsstappen die we met de academie voor Muziek, Woord en Dans zullen maken in het verhaal naar het hele BBC is een verhoging van de retributie op de huurinstrumenten Motivering Feiten en context Tot nu toe betaalde men voor een eerste huurinstrument 30€ per jaar, voor een tweede instrument binnen hetzelfde gezin 25€ per jaar en voor een derde 20€ per jaar. We voelen al lang dat dit zeer lage prijzen zijn en dat door het lage tarief vaak weinig zorg gedragen wordt voor het gehuurde instrument. We zullen deze prijzen dus met 20€ verhogen zodat het komt op respectievelijk 50€, 45€ en 40€. Greet De Clerck, directeur van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans heeft dit besproken met verschillende leraars die mee instaan voor het onderhoud van de huurinstrumenten. Ze zijn samen tot de conclusie gekomen dat het een goed signaal is naar de mensen. Ze gaan uiteindelijk met kostbare instrumenten buiten en mogen dit ook beter beseffen. Argumentatie De leerlingen gaan hier vaak buiten met kostbare instrumenten en mogen dit ook beseffen. Door het hele lage tarief merkten we vaak ook dat er zonder zorg werd omgegaan met de instrumenten. Dit nieuwe huurreglement gaat in voege vanaf september 2014, bij het begin van het nieuwe schooljaar. Vanaf dan worden de nieuwe tarieven gehandhaafd. Voor dit schooljaar hebben alle uitleners het huidige reglement nog meegekregen met de oude bedragen van 30€, 25€ en 20€. Advies De directeur, Greet De Clerck, staat positief tegenover deze verhoging. Het zal op een termijn van 6 jaar een meeropbrengst meebrengen van 30.000€. Besluit De gemeenteraad gaat akkoord met deze verhoging die mee deel uitmaakt van het in evenwicht brengen van het gehele budget Financiële gevolgen 5000E per jaar extra inkomsten De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef
Gemeenteraad van 30 december 2013
1072
Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans. Kopie Financiële dienst 014z6. Goedkeuring te hechten aan het retributiereglement op brandweerprestaties. Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het hiernavolgend retributiereglement op brandweerprestaties. Motivering Voorgeschiedenis De gemeenteraad is de mening toegedaan dat het wenselijk is de diverse retributiereglementen binnen de hulpverleningszone Taxandria op elkaar af te stemmen. De brandweerkorpsen werken namelijk veelvuldig samen voor operationele prestaties. Daarbij worden de te verrekenen kosten best volgens gelijkaardige retributiereglementen berekend. Juridische grond - De bepalingen van het Gemeentedecreet. - De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. - Het Koninklijk Besluit van 8 november 1967, houdende, voor vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand. - Het Koninklijk Besluit van 20 juni 1994 (artikel 4 § 2) aangaande de vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de toekenning van nacht-, zaterdag- en zondagtoelagen voor het personeel van openbare brandweerdiensten. - Het Koninklijk Besluit van 7 april 2003 tot verdeling van de opdrachten inzake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming. - Het Koninklijk Besluit van 25 oktober 2006 tot vaststelling van de normen voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten en het aandeel bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming. - Het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn. - het in het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2012 goedgekeurde reglement op de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen en eventuele latere wijzigingen en aanvullingen terzake Feiten en context Op 25 april 2007 is een nieuw Koninklijk Besluit uitgevaardigd tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn. Artikel 2 van dit Koninklijk Besluit bepaalt de interventies die gratis uitgevoerd moeten worden: 1. de interventies betreffende de bestrijding van brand en ontploffing; 2. de technische hulpverleningswerkzaamheden, op voorwaarde dat het gaat om een noodoproep om mensen te beschermen of te redden; 3. bestrijding van de rampspoedige gebeurtenissen en de catastrofen; 4. de coördinatie van de hulpverleningsoperaties; 5. de internationale opdrachten van civiele bescherming, uitgezonderd de opdrachten inzake de bestrijding tegen vervuiling; 6. de drinkwaterbevoorrading rechtstreeks aan de burger, in geval van een vrij ernstig watertekort of van een watertekort dat een omvangrijk gebied treft; 7. de waarschuwing aan de bevolking; 8. de interventie naar aanleiding van een loos alarm. Artikel 3 van voormeld Koninklijk Besluit bepaalt dat verhaald kunnen worden de kosten veroorzaakt door : 1. de opdrachten zoals bedoeld in de wet van 31 december 1963 en die niet opgesomd zijn in artikel 2 als verplicht gratis uit te voeren; 2. de interventies naar aanleiding van een falend technisch alarm.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1073
Tenslotte vermeldt de toelichting van het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 dat de niet-wettelijke opdrachten verplicht verhaald moeten worden door de bevoegde overheden. Argumentatie De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming en het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 verplichten de gemeenten bepaalde interventies gratis uit te voeren; verplichten de gemeenten de gemaakte kosten voor bepaalde interventies te verhalen; laten de keuze aan de gemeenten om bepaalde interventies al dan niet gratis uit te voeren. De tarieven in onderhavig retributiereglement worden vastgesteld op grond van de werkelijke personeelskosten en met inachtneming van het feit dat de tussenkomst niet beperkt is tot de eigenlijke interventie zelf maar ook prestaties vergt om het materieel weer in orde te brengen en werk van administratieve aard. Ook de tarieven voor het materieel houden rekening met de aankoopprijs eventueel verhoogd met de kosten van leningen en verzekeringen. Overwegingen De vermelde tarieven inzake uurlonen zijn bepaald aan de hand van de wedde en vergoeding van de brandweerlieden rekening houdende met een gemiddelde prestatie (ongeacht het tijdstip van de interventie) en opgesplitst per graad. De kosten gemaakt door de brandweer in het geval van een behoorlijk vastgestelde vervuiling moet worden verhaald op de exploitant die de schade of de onmiddellijke dreiging van de schade heeft veroorzaakt of de eigenaar is van de gewraakte producten. Een vervuiling is daarbij per definitie een aantasting van het milieu door een vervuilende stof (volgens toelichting op Koninklijk Besluit van 25 april 2007). In dezelfde toelichting bij het Koninklijk Besluit van 25 april 2007 wordt tevens bepaald dat het verlies van een lading op de openbare weg (vb. stenen, groenten, …) bijgevolg geen vervuiling is, doch de kosten van de interventie van de brandweer kunnen verhaald worden op de begunstigde namelijk de vervoerder. De vermelde forfaitaire tarieven inzake brandpreventie zijn bepaald aan de hand van de te verwachten tijdsbesteding van een officier. Besluit: De gemeenteraad beslist het retributiereglement op brandweerprestaties goed te keuren. Retributiereglement op brandweerprestaties Artikel 1: voorwerp van de retributie Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 worden de volgende retributies vastgesteld tot recuperatie van de kosten voor interventie en prestaties van de brandweerdienst, welke voor de regelgeving niet kosteloos dienen te gebeuren: a) ten gevolge van bestrijding van vervuiling van het natuurlijke milieu waarbij de gewraakte producten een zichtbare en meetbare schade of hinder veroorzaken of kunnen veroorzaken: ten laste van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die als exploitant de schade of de onmiddellijke dreiging van de schade heeft veroorzaakt of die eigenaar is van de gewraakte producten b) ten gevolge van andere prestaties dan diegene die opgesomd zijn in artikel 2 van het KB van 25 april 2007 : ten laste van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die begunstigde is van de prestaties van de brandweerdienst. Volgende prestaties komen onder andere in aanmerking tot recuperatie van de aan de brandweer veroorzaakte kosten: - reinigen van de openbare wegen en plaatsen (neutraliseren van koolwaterstofverbindingen, zuren, … evenals verwijderen van belemmeringen of ladingen), voor zover de oorzaak niet te wijten is aan natuurelementen (overstromingen, storm, …) of een verkeersongeval; - bestrijding van milieuverontreinigingen en/of schadelijke producten; - redden van dieren ingevolge nalatigheid; - stutten van gebouwen en constructies ingevolge kennelijk slecht onderhoud; - leveren van een brandwacht bij evenementen; - vanaf het derde falend technisch brandalarm binnen een periode van 12 maanden Als falend technisch alarm wordt beschouwd het alarmeren van de hulpdiensten, veroorzaakt door een slecht functionerend detectiesysteem, of tengevolge van foutief gebruik van de installatie. De eerste twee valse alarmsignalen binnen een periode van 12 maanden worden niet onderworpen aan deze retributie. - kwaadwillige oproep;
Gemeenteraad van 30 december 2013
1074
Voor een bewezen kwaadwillige oproep, met de intentie de brandweer te misleiden, worden de kosten verhaald ten laste van de oproeper. - toegang verschaffen tot een gebouw; Hieronder wordt bedoeld het toegang verschaffen tot een gebouw aan de eigenaars of gebruikers van het gebouw, ingevolge het verlies van sleutel of het zichzelf binnen- of buitensluiten. Artikel 2: tarief Artikel 2.1: verhaal op uurbasis Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt: a) Personeel - Officier : 65 euro / uur - Onderofficier : 40 euro / uur - Korporaal en brandweerman : 30 euro / uur De bovenstaande uurlonen worden verhoogd met 25% ingeval van nachtprestaties ( = tussen 22u en 6u ) en ingeval van zaterdagwerk. De bovenstaande uurlonen worden verhoogd met 50% op zon- en feestdagen. b) Voertuigen - Vrachtwagens (> 3,5 ton) : autopompen, ladderwagens, hulpverleningsvoertuigen: 40 euro / uur - Personenvoertuigen en licht vracht (< 3,5 ton) : commandowagens, personeelsbus, ..: 20 euro / interventie De duur van de interventies waarvan de kosten verhaald worden op uurbasis, wordt berekend vanaf het vertrek uit de brandweerkazerne tot aan de terugkeer in de kazerne. Elk begonnen uur wordt aangerekend als een vol uur. Voor de bepaling van de personeelskosten worden alle betrokken personeelsleden in rekening gebracht. Artikel 2.2: verhaal op forfaitaire basis §1 Voor de bestrijding van wespennesten worden de kosten aangerekend ten bedrage van 50 euro per nest. §2 voor onderstaande door de brandweer verrichte opdrachten van brandpreventie worden de kosten als volgt op forfaitaire basis verhaald: DOSSIERS IN HET KADER VAN STEDENBOUWKUNDIGE – EN MILIEUAANVRAGEN §2.1) Vaste dossierkosten Voor de opstart van elk dossier is er een vaste dossierkost van 50 euro verschuldigd. Desgevallend dienen deze te worden verhoogd met de betreffende onderstaande specifieke dossierkosten, zoals opgenomen onder de artikels §2.2) en §2.3). §2.2) Specifieke dossierkosten voor bouwvergunningsaanvragen Inbegrepen zijn: - voorafgaande consultatie; - studie op plan, onderzoek van de toepassing van de reglementen en wetten terzake; - het afleveren van een brandpreventieadvies in het kader van een stedenbouwkundige vergunning; - het uitvoeren van een nacontrole evenals het afleveren van een bijhorend brandpreventieverslag. §2.2.1) Dossiers betreffende nieuwbouw, renovaties en uitbreidingen met structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie laag- of middelhoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 425 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 475 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 600 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 650 euro per dossier §2.2.2) Dossiers betreffende nieuwbouw, renovaties en uitbreidingen met structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie hoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 675 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 725 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 825 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 875 euro per dossier §2.2.3) Dossiers betreffende functiewijzigingen en/of renovaties zonder structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie laag- of middelhoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 300 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 300 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 325 euro per dossier
Gemeenteraad van 30 december 2013
1075
- dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 325 euro per dossier §2.2.4) Dossiers betreffende functiewijzigingen en/of renovaties zonder structurele wijzigingen van gebouwen in de categorie hoogbouw ( met uitzondering van industriegebouwen ) - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 350 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 350 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 375 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 375 euro per dossier §2.2.5) Dossiers betreffende nieuwbouw, renovaties en uitbreidingen met structurele wijzigingen van industriegebouwen - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 450 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 500 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 600 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 650 euro per dossier §2.2.6) Dossiers betreffende renovaties zonder structurele wijzigingen van industriegebouwen - dossier met 1 wetgeving van toepassing: 325 euro per dossier - dossier met 2 wetgevingen van toepassing: 325 euro per dossier - dossier met 3 wetgevingen van toepassing: 400 euro per dossier - dossier met 4 of meer wetgevingen van toepassing: 400 euro per dossier § 2.3) Specifieke dossierkosten betreffende stedenbouwkundige aanvragen voor verkavelingen, wegeniswerken, technische installaties en milieuvergunningen: 75 euro per dossier Inbegrepen zijn: - vaste dossierkosten; - voorafgaande consultatie; - studie op plan, onderzoek van de toepassing van de reglementen en wetten terzake; - het afleveren van een brandpreventieadvies in het kader van een vergunning. DOSSIERS IN HET KADER VAN EEN PLAATSBEZOEK Inbegrepen zijn: - de vaste dossierkosten ( administratieve kost, verplaatsing en voorbereiding controle ) - het uitvoeren van een plaatsbezoek met aflevering van een bijhorend brandpreventieverslag en/of attest. - dossieropvolging en eventuele nacontrole §2.4 ) Controleverslag in het kader van een wettelijk verplicht attest en officieel verslag. 2.4.1) toeristische logies: 325 euro per vestiging 2.4.2) school: 400 euro per vestiging 2.4.3) kinderopvang: 250 euro per vestiging 2.4.4) serviceflat: 350 euro per vestiging 2.4.5) woonzorgcentra: 350 euro per vestiging 2.4.6) ziekenhuis: 550 euro per vestiging 2.4.7) publiek toegankelijke inrichtingen: 250 euro per vestiging 2.4.8) verhuurde kamerwoningen: 250 euro per vestiging 2.4.9) psychiatrische verzorgingsinstellingen: 300 euro per vestiging 2.4.10) opvangcentra/dagcentra: 275 euro per vestiging §2.5 ) Overige: 250 euro per vestiging Artikel 3: interventies uitgevoerd door derden De kosten, voortvloeiend uit de interventies die door derden uitgevoerd worden op vraag van de brandweerdienst, en die betaald worden door de brandweer, worden verhaald ten laste van de begunstigde. Artikel 4: verbruikte producten Het gebruik van verbruiksgoederen of goederen als verloren beschouwd, met uitzondering van brandstof en smeermiddelen van de ingezette voertuigen en machines, wordt aan kostprijs in rekening gebracht, verhoogd met een forfait van 20% ten behoeve van administratie-, behandelings- en stockagekosten. Artikel 5: vrijstelling Er wordt geen retributie geheven en laste van gemeentebesturen en OCMW ‘s en de scholen. Artikel 6: wijze van inning De verschuldigde retributie is betaalbaar binnen de dertig dagen na de toezending van de factuur.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1076
De gemeenteraad stemde met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen – raadsleden. Opvolging Origineel
Dienst financiën
015. Goedkeuring te hechten aan verschillende toelagereglementen Luc Hermans: zijn daar bemerkingen bij? Neen, dan keurt iedereen de toelagereglementen goed. Paul Meeus: neen, neen, wij gaan ons onthouden Luc Hermans: dus ik noteer een onthouding voor het Vlaams Belang. En alle anderen gaan akkoord. 015a. Goedkeuring toelagereglement buurt en wijk Samenvatting De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement buurt en wijk. Turnhoutse buurtverenigingen kunnen financiële ondersteuning krijgen mits ze voldoen aan een aantal voorwaarden die zijn opgenomen in het toelagereglement. Motivering Voorgeschiedenis Het toelagereglement wordt steeds besproken met de buurtverenigingen. Argumentatie Het stadsbestuur wil buurten en wijken ondersteunen, ook financieel en meent dat een solidaire verdeling op basis van bijgaande criteria het meest aangewezen is. Daarenboven wil het stadsbestuur dat wijken goed communiceren. Hulp voor het drukken van een buurtkrant is daarbij alvast een goede zaak. Op die manier wordt iedereen in de buurt betrokken bij de buurtwerking. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement buurt en wijk: Artikel 1: Dit toelagereglement geldt voor het dienstjaar 2014. Er zijn twee soorten toelagen: - werkingstoelage: dagdagelijkse werking van een buurtvereniging (aankoop materiaal, huur lokalen …) - drukwerktoelage: drukwerk van een buurtvereniging (buurtkrantje, affiches …) Om aanspraak te maken op de werkingstoelage, moet een buurtvereniging aan volgende criteria voldoen: 1. Een buurtvereniging werkt met bewoners aan het verbeteren van de leefbaarheid in hun directe leefomgeving. Dit door het informeren, bewust maken, organiseren en uitstippelen van acties van en met deze bewoners. Belangrijk hierbij is dat deze mensen zelf werken aan hun problemen, zelf naar besluiten en oplossingen toe werken. Concreet betekent dit een betrokkenheid van meer dan enkele mensen. Een buurtvereniging verplicht zich ertoe buurtbewoners op de hoogte te houden van hun acties en activiteiten via hun eigen informatiekanalen. 2. Er wordt gewerkt op de schaal en het ritme van bewoners. Dit kan zowel door informatie, gemeenschappelijke acties als individuele dienstverlening. Toch moet het accent liggen op gemeenschappelijke acties op basis van een open instelling. Dit betekent dat iedereen uit de buurt kan deelnemen ongeacht partijpolitieke en levensbeschouwelijke instelling. De buurtvereniging waakt er dan ook over dat niet één of andere overtuiging bepalend kan zijn voor haar werking. Uiteraard is een buurten wijkvereniging niet discriminerend ten aanzien van nationaliteit, huidskleur, geslacht en dergelijke. 3. Het is nodig dat buurten solidair zijn met de andere buurten. Zo kunnen ze samen met andere buurten gezamenlijke problemen aanpakken, leren uit elkaars ervaringen, problemen situeren in een bredere context dan de eigen buurt of het eigen probleem. Buurtverenigingen ontmoeten elkaar tweemaandelijks op de buurtraad.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1077
4. Elke buurtvereniging verbindt zich ertoe om buurtbewoners op de hoogte te stellen van een evaluatie van het afgelopen werkjaar en een jaarplanning van het komende werkjaar. Dit mag via een algemene vergadering, maar kan ook via de buurtkrant. Stad Turnhout komt tussen in de drukkosten van de buurtkrantjes. Hiervoor dient het reglement voor drukwerktoelage als basis. 5. De buurtvereniging spant zich extra in voor die groepen in de buurt die minder kansen krijgen (in hun woon- of arbeidssituatie of op persoonlijk vlak). 6. De buurtvereniging getuigt van haar betrokkenheid op het beleid door in te spelen op uitnodigingen en projecten van stadswege (info- en inspraakwerk) en via de buurtraad (elke tweede donderdag van de maand, dit elke twee maanden) en communicatieraad (volgend op de buurtraad en maandelijks of tweemaandelijks). De buurtberichten (buurtkranten) worden in twee exemplaren bij Communicatie bezorgd waar ze ter inzage liggen voor al de buurt- en wijkverenigingen. 7. Elke buurtvereniging ontvangt van Communicatie een dossier met alle gegevens voor het komende werkjaar. Dit dossier bevat: de juiste bedragen van de werkingstoelage en drukwerktoelage, overzicht algemene criteria voor toelage 2014, reglement inzake drukwerktoelage van buurten en een aanvraagformulier. 8. Er is uiteraard een tijdslimiet voor het binnenbrengen van de kandidaturen, uitsluitend met het juiste formulier binnen te brengen, vergezeld van het jaarverslag en de jaarplanning. De buurtverenigingen geven op hoe zij de toelagen willen aanwenden. Om aanspraak te maken op de toelagen voor het drukken van een buurtkrant, moeten de Turnhoutse buurt- en wijkwerkingen aan de volgende criteria voldoen: 1. Een buurtkrantje is een middel om de betrokkenheid van mensen bij de buurtvereniging te vergroten. Bovendien kunnen ook nieuwe doelgroepen bereikt worden. Om dat objectief te behalen, is een minimumfrequentie van twee drukgangen per jaar noodzakelijk. 2. Onder een buurtkrantje verstaan we een publicatie met daarin ruimte voor buurtgebonden informatie zoals aankondigingen en verslagen van activiteiten, buurtnieuwtjes, ruimere projecten die een effect op de buurt hebben. Aankondigingen van buurtwinkels kunnen als ze een lokaal karakter hebben. Het totale toelagebedrag voor het jaar 2014 bedraagt 25 000 euro en wordt verdeeld als volgt: 9000 euro drukwerktoelage en 16000 euro werkingstoelage 16000 euro voor de algemene werkingstoelage verdeeld onder de buurtwerken - die aan de gestelde criteria voldoen en tijdig een aanvraag indienen – als volgt: - Een vast bedrag van 300 euro per buurtwerk - Een variabel bedrag volgens het aantal inwoners per buurtwerk. Dit aantal inwoners is gebaseerd op de gegevens van Burgerzaken op datum van 1 januari 2014. 9000 euro voor de toelage drukwerk: dit bedrag wordt verdeeld onder de buurtwerken die voldoen aan de gestelde criteria en tijdig een aanvraag indienen volgens het aantal brievenbussen per buurtwerk. Het aantal brievenbussen is gebaseerd op de gegevens van Flexiweb en Burgerzaken op datum van 1 januari 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Toelagen buurt en wijk Buurt- en wijkverenigingen EUR 25 000 uit Turnhout De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Irene van de Ven – Communicatie 015b. Goedkeuring te hechten aan het toelagereglement premie aan buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen die werken rond afvalpreventie en recyclage.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1078
Samenvatting De gemeenteraad keurt een toelagereglement goed voor buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen die werken rond afvalpreventie en recyclage, met een looptijd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Voorgeschiedenis Gemeenteraadsbeslissing dd 17 december 2008 betreffende de goedkeuring van het toelageregelement premie aan buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen die werken rond afvalpreventie en recyclage. Feiten en context Binnen het gewijzigd belastingsreglement van 29 mei 2008 werden de huisvuilzakken duurder. Het afvalconcept heeft als uitgangspunt het principe “de vervuiler betaalt”. Door de invoering hiervan krijgen buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen meer directe kosten. Juridische grond Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), in werking getreden op 1 juni 2012. Argumentatie Buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen vragen een tegemoetkoming omdat ze meer kosten hebben om hun afval te verwijderen. Sociale correcties in de afvalkosten kunnen enkel worden doorgevoerd op basis van een toelage als wordt aangetoond dat wordt gewerkt rond afvalpreventie en –recyclage. Dit zijn belangrijke peilers in het Vlaamse afvalstoffenbeleid. Het is opportuun om buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen te ondersteunen als ze werken rond afvalpreventie en –recyclage, door het toekennen van een premie. Na overleg met de sociale dienst de jeugddienst en de communicatiedienst (voor de buurtwerken) zijn criteria opgesteld waaraan de verenigingen moeten voldoen. Jaarlijks wordt een lijst opgesteld. De begunstigden dienen een verslag op te maken om aan te tonen hoe ze werken rond afvalpreventie en –recyclage om de premie te kunnen ontvangen. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement premie aan buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen die werken rond afvalpreventie en –recyclage. De tekst van het toelagereglement is de volgende: Artikel 1 Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een premie voorzien aan premie aan buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen die werken rond afvalpreventie en –recyclage. Artikel 2 De stad verbindt er zich toe om voor de duur van dit toelagereglement jaarlijks een toelage te voorzien van 2.000 euro voor de buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen die werken rond afvalpreventie en – recyclage, onder voorbehoud van de goedkeuring van dit bedrag in de begroting. Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren indien het voorzien bedrag onder dit artikel wordt overschreden. Artikel 3 De verenigingen en instellingen moeten voldoen aan een aantal criteria die worden opgesteld door respectievelijk Communicatie voor de buurtwerken, de jeugddienst voor de jeugdverenigingen en het Sociaal Huis voor de sociale instellingen. Deze criteria zijn de volgende: Voor buurtwerken: Erkend zijn als Turnhouts buurtwerk door de algemene subsidiecriteria “Buurt en Wijk” te hebben ondertekend. Werking hebben op Turnhouts grondgebied. Voor jeugdverenigingen: Erkend zijn als Turnhoutse jeugd- en jongerenbeweging en-of kinderatelier. Werking hebben op Turnhouts grondgebied. Voor sociale instellingen: Dag- en/of nachtopvang van personen of medische consultatie van kinderen of voedselbedeling aan kansarmen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1079
Artikel 4 Buurtwerken, jeugdverenigingen en sociale instellingen die geen huisvuilzakken dienen aan te kopen omdat hun werking zich situeert in stadsgebouwen kunnen geen aanspraak maken op deze premie. Artikel 5 De jeugddienst, het Sociaal Huis en Communicatie bezorgen jaarlijks voor 1 november een lijst met verenigingen en instellingen die voldoen aan de door hen opgestelde criteria aan de milieudienst. Artikel 6 Het bedrag van de premie bedraagt 50 EUR. Artikel 7 De verenigingen en instellingen die de premie willen ontvangen dienen in een verslag aan te tonen dat ze effectief werken rond afvalpreventie en –recyclage. Dit verslag dient, tussen 1 januari en 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, voorgelegd aan de milieudienst. Verenigingen en instellingen die hieraan niet voldoen worden dat jaar uitgesloten van de premie. Artikel 8 Dit toelagereglement vervangt het toelagereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2008. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Toelage afvalpreventie 2.000 EUR De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Milieudienst – Inez Maas Kopie Financiële dienst 015c. Goedkeuring te hechten aan het toelagereglement voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltritatievoorziening. Samenvatting De gemeenteraad keurt een toelagereglement goed voor de voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltritatievoorziening goed met een looptijd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Voorgeschiedenis Op 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad het toelagereglement voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltritatievoorziening goed. Op 15 december 2010 keurde de gemeenteraad het aangepaste toelagereglement voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltritatievoorziening goed. Feiten en context De stad Turnhout streeft er naar een milieubeleid uit te voeren dat gebaseerd is op de beginselen van duurzame ontwikkeling. Eén van de beginselen is het het zuinig omgaan met de beschikbare hulpbronnen. De stad Turnhout wenst haar inwoners aan te moedigen om op een zuinige en efficiënte manier om te gaan met water en geeft hiervoor een premie voor een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening. Argumentatie Door het toekennen van een premie worden particulieren, scholen en sociale huisvestingsmaatschappijen gestimuleerd om een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening te voorzien. Het plaatsen van een hemelwaterinstallatie beperkt het gebruik van leidingwater (water van hoge kwaliteit) voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is (toilet en wasmachine).
Gemeenteraad van 30 december 2013
1080
Een infiltratievoorziening zorgt voor een vermindering in de verontreiniging van het oppervlaktewater en zorgt voor minder overlast in de rioleringen bij hevige regenval. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening. De tekst van het toelagereglement is de volgende: Toelagereglement voor een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening Artikel 1: definities Voor de toepassing van dit reglement gelden de hierna vermelde begrippen: Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater. Code van goede praktijk: Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen, Omzendbrieven van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 31 juli 1996, 19 december 1996 en 23 maart 1999; Dakoppervlakte: horizontale projectie van de buitenafmetingen van het dak; Hemelwaterput of hemelwatertank: reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater;
-
Hemelwaterinstallatie: het geheel van hemelwaterput met bijhorende leiding- en pompsysteem, filters,… met het oog op het hergebruik van hemelwater; Buffervoorziening: een voorziening voor het bufferen van hemelwater met een vertraagde afvoer en een noodoverlaat; Infiltratie: het doorsijpelen van hemelwater in de bodem;
-
Infiltratievoorziening: een buffervoorziening waarbij de vertraagde afvoer gebeurt door infilitratie; Bestaande woning: woning waar de bouw van de hemelwaterinstallatie niet verplicht is volgende de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater en volgens de omzendbrief met betrekking tot de vaststelling van de codes van goede praktijk voor de herwaardering van grachtenstelsels en voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen van 23 maart 1999; Woning: huis dat volgens de stedenbouwkundige vergunning wonen als hoofdbestemming heeft; Woongebouw: gebouw dat meerdere woningen omvat, en dat volgens de stedenbouwkundige vergunning wonen als hoofdbestemming heeft; Artikel 2: doelstelling De stad Turnhout heeft beslist om een premie voor de aanleg van hemelwaterinstallaties en infilitratievoorziening te voorzien. Het aanleggen van een hemelwaterinstallatie of infilitratievoorziening biedt namelijk verschillende voordelen: §2.1 Hemelwaterinstallatie Door het opvangen van hemelwater daalt het verbruik aan leidingwater. Hierdoor daalt de waterfactuur, omdat men bij de berekening van de milieubelasting rekening houdt met het leidingswaterverbruik Door hemelwater te gebruiken voor het doorspoelen van de WC of het gebruik van de wasmachine, wordt er minder water van hoge kwaliteit (leidingwater) gebruikt voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is. - Hemelwater is zachter dan leidingswater en dus beter voor het wasmachine. §2.1 Infiltratievoorziening Een vermindering in de verontreiniging van het oppervlaktewater; Een verlaging van de piekdebieten; Een verhoging van het rendement van rioolwaterzuiveringinstallaties; Een beperking van de indringing van zout water; Bovendien kan een infiltratievoorziening probleemloos worden gecombineerd met een regenton. Artikel 3: premie §3.1 De stad verbindt zicht er toe om voor de duur van dit toelagereglement jaarlijks een toelage te voorzien van 7 500 EUR voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening. §3.2 De hieronder vermelde premies zijn cumuleerbaar met premies toegekend door andere overheden op voorwaarde dat het totale bedrag van de bekomen premies 90% van de totale kostprijs niet overschrijdt. Indien dit percentage overschreden wordt, zal het bedrag van de stedelijke premie in verhouding worden verminderd. Artikel 4: premie bedrag 4.1 Particulieren of sociale huisvestingsmaatschappijen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1081
§4.1.1 Hemelwaterinstallatie Wanneer het gaat om een nieuwbouwwoning bedraagt deze subsidie maximaal € 250 maar effectief: 1° 70% van het maximumbedrag (= € 175) voor een hemelwaterput met aansluiting van minstens 1 WC of de wasmachine en 1 of meerdere bijkomende aftappunten; 2° 100% van het maximumbedrag (= € 250) voor een hemelwaterput met aansluiting van minstens 1 WC en de wasmachine en 1 of meerdere bijkomende aftappunten. Wanneer het gaat om een bestaande woning bedraagt deze subsidie maximaal € 500 maar effectief: 3° € 250 voor een hemelwaterput met aansluiting van minstens 1 WC of de wasmachine en 1 of meerdere bijkomende aftappunten; 4° € 500 (€250 stad Turnhout + € 250 Vlaams Gewest) voor een hemelwaterput met aansluiting van minstens 1 WC en de wasmachine en 1 of meerdere bijkomende aftappunten §4.2.1. Infiltratievoorziening De subsidie voor een infiltratievoorziening bedraagt € 250 voor een nieuwbouwwoning. Indien de infiltratievoorziening aangelegd wordt in een bestaande woning bedraagt de subsidie € 500. 4.2 Scholen §4.2.1 Hemelwaterinstallatie De premie bedraagt € 0,05 per liter voor het volume van de hemelwaterput met een maximum van € 500. Artikel 5: toekenningsvoorwaarden De premie wordt toegekend aan de aanvrager die ofwel: - een natuurlijke persoon (particulier) en eigenaar van de woning is; - een natuurlijke persoon (particulier) en gebruiker of huurder van de woning is; - een sociale huisvestingsmaatschappij is; - een school (erkende onderwijsinstelling) is. De woning of het woongebouw waar de werken worden uitgevoerd, dient op het grondgebied van de stad Turnhout gelegen te zijn en als hoofverblijfplaats dienen. De gebouwen van de school waar de werken worden uitgevoerd, dienen op het grondgebied van de stad Turnhout gelegen te zijn. De premie kan alleen toegekend worden voor vergunde of vergund geacht gebouwen, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. De vigerende stedenbouwkundige voorschriften dienen nageleefd te worden en de installatie moet beantwoorden aan de regels van goed vakmanschap en in overeenstemming zijn met bestaande wetten, reglementen en verordeningen. In voorkomend geval moet tijdig een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden. De plaatsing dient te gebeuren door een aannemer De hemelwaterput en/of de infiltratievoorziening zoals bedoeld in artikel 3 dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals bepaald in ‘Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen’, meer bepaald de ‘code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen’. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte. Aan de hand van onderstaande tabel kan de minimuminhoud van de tank bepaald worden: Horizontale dakoppervlakte (in m²) Minimale tankinhoud (in L) 50 – 60 3000 61 – 80 4000 81 – 100 5000 101 – 120 6000 121 – 140 7000 141 – 160 8000 161 – 180 9000 181 – 200 10000 > 200 5000/100m² 5.1 Particulieren of sociale huisvestingsmaatschappijen Het hergebruik van het in de hemelwaterput opgevangen water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. De overloop van de hemelwaterput mag enkel aangesloten worden op een gemengd rioleringsstelsel indien er geen andere mogelijkheid is. In geval van een bijvulsysteem, moet dit volledig gescheiden zijn met het drinkwaternet. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1082
5.2 Scholen Het hergebruik van het in de hemelwaterput opgevangen water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 50% van het totale aantal toiletten van het schoolgebouw. De overloop van de hemelwaterput mag enkel aangesloten worden op een gemengd rioleringsstelsel indien er geen andere mogelijkheid is. In geval van een bijvulsysteem, moet dit volledig gescheiden zijn met het drinkwaternet. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. Artikel 6: aanvraag premie De aanvraag voor het bekomen van de premie wordt ingediend bij de milieudienst na de aanleg van de installatie. Bij de aanvraag stelt de stad de bouwheer een kopie van de ‘code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen’ ter beschikking. Voor het aanvragen van de premie moet gebruik gemaakt worden van het premieaanvraagformulier dat door de stad ter beschikking wordt gesteld. In het geval van een woning wordt de premie slechts eenmalig toegekend per adres. Indien de aanvrager geen eigenaar is van de woning waarvoor de premie aangevraagd wordt, dan moet(en) de eigenaar(s), via medeondertekening van de aanvraag, zijn (hun) akkoord verklaren. In het geval van een woongebouw: - wordt de premie slechts eenmalig toegekend per woongebouw, indien één eigenaar de werken laat uitvoeren en betaalt. Bij verschillende eigenaars, dienen de overige eigenaar zich wel schriftelijk akkoord te verklaren door het medeondertekenen van het aanvraagformulier. - bij meerdere aanvragers wordt de premie slechts eenmalig toegekend per adres. De premie wordt dan verdeeld onder aanvragers in verhouding tot hun aandeel in de totale eindfactuur. Elke eigenaar dient dan een aparte premieaanvraag in te dienen. Indien de aanvrager(s) geen eigenaar(s) is (zijn) van het woongebouw waarvoor de premie aangevraagd wordt, dan moet(en) de eigenaar(s), via medeondertekening van de aanvraag, zijn (hun) akkoord verklaren. In het geval van een school wordt de premie slecht eenmalig toegekend per adres. Indien de aanvrager geen eigenaar is van het schoolgebouw waarvoor de premie aangevraagd wordt, dan moet de eigenaar, via medeondertekening van de aanvraag, zijn akkoord verklaren. Artikel 7: ontvankelijkheid Om ontvankelijk te zijn, omvat uw aanvraagdossier minstens: 1. Een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier; 2. Een kopie van de facturen of bewijs van de installatiekosten; 3. Een situatietekening van de installatie met vermelding van de ligging van de regenwaterput, filters, pompen en aanduiding van de aansluitingen (WC, kraan, wasmachine en overige aansluitingen) en/of een plan van de infiltratievoorziening; 4. Een kopie van de stedenbouwkundige vergunning. De factuurdatum mag niet meer dan 6 maanden verstreken zijn bij ontvangst. Het aanvraagdossier dient met een aangetekend schrijven verstuurd te worden of tegen ontvangstbewijs op de milieudienst afgegeven te worden. Artikel 8: beslissing Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de voorwaarden van dit toelagereglement. Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren indien het voorziene bedrag onder artikel 3 wordt overschreden. Artikel 9: onderhoudsplicht en sancties U verbindt zich er toe om de hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening goed te onderhouden en gedurende minimum 10 jaar in optimale staat van werking te houden. Gebeurt dit niet, dan kan de premie teruggevorderd worden. Artikel 10: controle De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen is van toepassing. Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de premie zal de stad zich er van vergewissen dat aan de toekenningsvoorwaarden voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de premie niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar vooralsnog toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om voor de subsidie in aanmerking te komen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1083
Artikel 11: inwerkingtreding Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een toelage voorzien voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening. Dit toelagereglement vervangt het toelagereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 maart 2010 en 15 december 2010. Financiële gevolgen Kosten Bedrag Toelage hemelwater 7 500 EUR De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Milieudienst – Lina Nurali Kopie Financiële dienst 015d. Goedkeuring te hechten aan het toelagereglement behoud van kolonies huis-, boeren- of gierzwaluwen Samenvatting De gemeenteraad keurt een toelagereglement goed voor het behoud van nestgelegenheden voor huis-, boerenen/of gierzwaluwen met een looptijd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Feiten en context Het aantal zwaluwen is de laatste jaren drastisch teruggelopen. Verschillende oorzaken liggen aan de basis van deze achteruitgang: het gebrek aan geschikte nestplaatsen door nieuwe bouwtrends en renovatiewerken en het hermetisch afsluiten van stallingen, het verminderd voedselaanbod door gebruik van insecticiden en toegenomen hygiëne op de boerderijen. Een andere bedreiging voor de zwaluwen is dat veel mensen geen uitwerpselen op hun stoep of raam willen en de nesten dan maar vernietigen. Zwaluwen zijn echter een beschermde soort. Door het gebrek aan nestplaatsen en een verminderd voedselaanbod gaan de zwaluwen in aantal spectaculair achteruit en zijn specifieke beschermingsmaatregelen aangewezen. Zwaluwen hebben een sterke nieuwvrees (ze gebruiken hun nest verscheidene jaren) en laten zich niet zo snel verleiden tot broeden met een kunstnest. Daarom is een actie voor de instandhouding van bestaande nestplaatsen aangewezen. Bovendien trekken bestaande nesten ‘nieuwkomers’ aan. Door het verlenen van een subsidie voor bestaande, bezette nestplaatsen draagt stad Turnhout bij tot de instandhouding van zwaluwkolonies. Deze tussenkomst kan gezien worden als een stimulans voor burgers om de kolonie in stand te houden, te onderhouden en de ongemakken te verzachten. Argumentatie Het actieplan Biodiversiteit van de Stad Turnhout voorziet acties ter bescherming van zwaluwen. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement voor het behoud van zwaluwkolonies. De tekst van het toelagereglement is de volgende: Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een toelage voorzien aan natuurlijke- en rechtspersonen voor het behoud van nestgelegenheden voor huis-, boeren- en/of gierzwaluwen. De subsidie heeft enkel betrekking op zwaluwnesten aan woningen en/of andere gebouwen gelegen op het grondgebied van Stad Turnhout. Enkel bezette nesten komen in aanmerking. Artikel 2: De stad verbindt er zich toe om voor de duur van dit subsidiereglement jaarlijks een toelage te voorzien van 1.000 euro voor het behoud van nestgelegenheden voor huis-, boeren- en/of gierzwaluwen, onder voorbehoud van de goedkeuring van dit bedrag in de begroting.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1084
Artikel 3: De subsidie wordt uitbetaald aan de gebruiker van het gebouw waaraan of waarin de kolonie zich bevindt. Er is maar één aanvraag per persoon en per adres mogelijk. Bij een eventuele aanvraag voor een appartementsgebouw gaat de subsidie naar de vereniging van mede-eigenaars tenzij onweerlegbaar vastgesteld wordt dat de zwaluwnesten verbonden zijn aan één of meerdere individuele appartementen (vb. op een terras). In dit geval kunnen de individuele gebruikers van het appartement de subsidie aanvragen en bekomen. Artikel 4: Voor het instandhouden van een huis-, boeren- of gierzwaluwkolonie met 1 tot en met 2 bezette nesten wordt een subsidie verleend van 25 euro per jaar. Bestaat de kolonie uit 3 tot en met 10 bezette nesten dan wordt een subsidie verleend van 37,5 euro per jaar. Bestaat de kolonie uit meer dan 10 bezette nesten dan wordt een subsidie verleend van 50 euro per jaar. Meerdere legsels in één kalenderjaar in een zelfde jaar worden slechts meegeteld als één nest. Artikel 5: De aanvragen tot subsidie dienen tussen 15 mei en 31 juli op het daartoe bestemde aanvraagformulier schriftelijk ingediend te worden bij het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 6: Door het indienen van een aanvraag, stemt de aanvrager er mee in om volgende voorwaarden ter bescherming van de zwaluwen strikt na te leven: - Er zullen geen chemische insectenbestrijders worden gebruikt in de onmiddellijke omgeving van de zwaluwnesten. - Bij het schoonmaken van de stallen/gebouwen waar de zwaluwnesten zich bevinden, zullen de nesten worden gespaard. - Er worden geen lakverven gebruikt op de muren of het plafond in de nabijheid van de zwaluwnesten. - Indien de muren of het plafond in de nabijheid van de zwaluwnesten worden gekalkt mag hiervoor enkel een natuurlijk product gebruikt worden. - In de stallen/gebouwen waar de zwaluwnesten zich bevinden worden voldoende openingen voorzien om de toegang van zwaluwen mogelijk te maken. Het is verboden hindernissen aan te brengen die de zwaluwen beletten om het nest via een normale aanvliegroute te bereiken. - Er worden de nodige maatregelen getroffen zodat de nesten niet bereikbaar zijn voor katten of andere dieren. Artikel 7: De premies worden pas uitbetaald na vooraf aangekondigde controle van de kolonie(s) door een door de stad gemachtigd controleur. De indiener van de aanvraag gaat akkoord met deze controle van de kolonie tussen 15 mei en 31 augustus. De Stad Turnhout noch de gemachtigde controleurs zijn aansprakelijk voor eventuele schade ontstaan door het uitvoeren van de controles. Artikel 8: Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de geest van het reglement. Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren indien het voorzien bedrag onder artikel 2 wordt overschreden. Artikel 9: Dit toelagereglement vervangt het toelagereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2008. Financiële gevolgen Kosten Bedrag Toelage behoud 1.000 EUR zwaluwkolonies De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1085
Opvolging Origineel Kopie
Milieudienst Financiële dienst
015e. Goedkeuring te hechten aan het toelagereglement voor het uitvoeren van werken en acties in Turnhoutse natuurgebieden door een erkende natuurvereniging Samenvatting De gemeenteraad keurt een toelagereglement goed voor het uitvoeren van beheerswerken in natuurgebieden gelegen op het grondgebied van Turnhout door een erkende natuurvereniging met een looptijd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Voorgeschiedenis In het kader van het Actieplan Natuurlijke Entiteiten (vroegere G.N.O.P.) werd een toelagereglement opgemaakt voor werken en acties op het terrein. De afgelopen jaren werden door middel van deze subsidie werken ondersteund in ondermeer de Turnhoutse natuurgebieden Winkelsbroek, Turnhouts Vennengebied, Frans Segersreservaat, Dombergheide en La Bonne Espérance (enkele realisaties van de afgelopen jaren: aanleg van een knuppelpad in Winkelsbroek om de toegankelijkheid van het broekbos te verbeteren, het herstel van een ecologisch waardevol ven in de Ravelse Bergen, inrichtingswerken in het vleermuizenreservaat, …). Argumentatie Dit toelagereglement heeft tot doel de ecologisch en landschappelijk waardevolle gebieden in Turnhout te herstellen en te beheren. Dit kadert in de natuurontwikkelingsacties opgenomen in het actieplan Biodiversiteit van de Stad Turnhout. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement voor het uitvoeren van beheerswerken in de Turnhoutse natuurgebieden door een erkende natuurvereniging. De tekst van het toelagereglement is de volgende: Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een toelage voorzien aan een erkende terreinbeherende natuurvereniging voor het uitvoeren van werken in natuurgebieden gelegen op grondgebied van Turnhout. Onder andere komen in aanmerking voor subsidiëring, werken die te maken hebben met: herstel en beheer van ecologisch en landschappelijk waardevolle gebieden, herstellen van leefgebieden voor kwetsbare soorten, verbeteren van natuureducatieve infrastructuur, … Artikel 2: De stad verbindt er zich toe om voor de duur van dit subsidiereglement jaarlijks een toelage te voorzien van 11.000 euro voor het uitvoeren van beheerswerken in natuurgebieden gelegen op het grondgebied van Turnhout door een erkende natuurvereniging, onder voorbehoud van de goedkeuring van dit bedrag in de begroting. Artikel 3: De subsidie wordt uitbetaald aan de erkende natuurvereniging die werken uitvoert in een natuurgebied gelegen op het grondgebied van Turnhout. De subsidie bedraagt maximum 100 % van de kostprijs van de uitgevoerde werken. Artikel 4: De erkende natuurvereniging dient zijn aanvraag schritelijk in te dienen bij het College van Burgemeester en Schepenen aan de hand van het aanvraagformulier dat door de Stad Turnhout ter beschikking wordt gesteld. De aanvraag dient te gebeuren vóór 1 september van het lopende kalenderjaar. Aanvragen die het stadsbestuur bereiken na 1 september van het lopende kalenderjaar worden naar het volgende jaar doorgeschoven. De aanvraag moet een beheerplan bevatten waarin tekstueel en op kaart moet vermeld worden welke werken uitgevoerd worden. Artikel 5: Voor de uitvoering van de beheerswerken dient men over de nodige vergunningen (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, Bosdecreet, …) te beschikken. Artikel 6: De erkende natuurvereniging brengt het College van Burgemeester en Schepenen op de hoogte van de aanvang van de werken. De bevoegde gemeenteambtenaren hebben steeds het recht toezicht uit te oefenen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1086
Artikel 7: Na uitvoering van de werken richt de terreinbeherende natuurvereniging een aanvraag tot uitbetaling van de subsidie aan het het College van Burgemeester en Schepenen aan de hand van het formulier dat door de Stad Turnhout ter beschikking wordt gesteld. De aanvraag tot uitbetaling dient te gebeuren vóór 1 december van het lopende kalenderjaar. Deze aanvraag dient minstens te omvatten: naam en vestigingsadres van de eigenaar of beheerder, eigendomsakte of beheersovereenkomst, factuur van de uitgevoerde werken, rekeningnummer waarop de subsidie kan gestort worden en een verslag van de uitgevoerde werken. Artikel 8: Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de geest van dit reglement. Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren indien het voorzien bedrag onder artikel 2 wordt overschreden. Artikel 9: Dit toelagereglement vervangt het toelagereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2008. Financiële gevolgen Kosten Bedrag Werken en acties in 11.000 EUR Turnhoutse natuurgebieden De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Milieudienst Kopie Financiële dienst 015f. Goedkeuring te hechten aan het toelagereglement voor kleine landschapselementen, (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m² in het buitengebied, voor de uitbouw van educatieve reservaten in het verstedelijkt gebied en voor de bestrijding van Amerikaanse vogelkers in private bossen Samenvatting De gemeenteraad keurt een toelagereglement goed voor kleine landschapselementen, (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m² in het buitengebied, voor de uitbouw van educatieve reservaten in het verstedelijkt gebied en voor de bestrijding van Amerikaanse vogelkers in private bossen met een looptijd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Feiten en context Kleine landschapselementen: Vroeger waren tussen alle percelen hagen, bomenrijen en houtkanten aanwezig. Nu bestaat dit historisch netwerk nog slechts in grote lijnen in onze landschappen, en vertoont het praktisch overal grote leemten. Het netwerk aan kleine landschapselementen heeft een zeer belangrijke ecologische functie, onder meer als verbindend element tussen grotere natuurgebieden. Dit zijn argumenten om dit netwerk te versterken of minstens in stand te houden. (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m²: De subsidie vormt een stimulans om bij het (her)bebossen te kiezen voor inheemse boomsoorten (die ecologisch het best geschikt zijn). De subsidie heeft betrekking op (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m². (Her)bebossingen van meer dan 5.000 m² worden door het Agentschap voor Natuur en Bos gesubsidieerd.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1087
Educatieve reservaten: Een educatief reservaat biedt leerlingen de kans om inheemse struiken, bomen, (water)planten, insecten, amfibieën, … te leren kennen. De verschillende biotopen van het reservaat vormen een trekpleister voor allerlei soorten dieren en planten en dragen bij tot het verhogen van de biodiversiteit. Bestrijding Amerikaanse vogelkers: Amerikaanse vogelkers is een exotische soort die onze bossen overwoekert. Het bestrijden van de soort is duur. De Bosgroep Noorderkempen helpt boseigenaars bij het bestrijding van deze woekerende soort. De werken worden uitgevoerd tegen een vergoeding. Argumentatie Dit toelagereglement kadert in de natuurontwikkelingsacties opgenomen in het actieplan Biodiversiteit van de Stad Turnhout. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement voor kleine landschapselementen, (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m² in het buitengebied, voor de uitbouw van educatieve reservaten in het verstedelijkt gebied en voor de bestrijding van Amerikaanse vogelkers in private bossen. De tekst van het toelagereglement is de volgende: Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een toelage voorzien aan natuurlijke- en rechtspersonen die op het grondgebied van Turnhout de volgende werken uitvoeren: - aanplant van hagen, houtkanten en bomenrijen. - onderhoud van hagen, houtkanten en knotbomen. - aanleg en onderhoud van veedrink-/amfibieënpoelen. - (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m² in het buitengebied. - uitbouw van educatieve reservaten in het verstedelijkt gebied. - bestrijding van Amerikaanse vogelkers in private bossen. Artikel 2: De stad verbindt er zich toe om voor de duur van dit toelagereglement jaarlijks een toelage te voorzien van 3.000 euro voor de aanplant, aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen en veedrink-/amfibieënpoelen in het buitengebied, (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m² in het buitengebied, voor de uitbouw van educatieve reservaten in het verstedelijkt gebied en voor de bestrijding van Amerikaanse vogelkers in private bossen onder voorbehoud van de goedkeuring van dit bedrag in de begroting. Artikel 3: De toelage wordt uitbetaald aan ofwel de eigenaar van het terrein waarop de werken worden uitgevoerd; ofwel de beheerder van het terrein waarop de werken worden uitgevoerd mits schriftelijk akkoord van de eigenaar. De toelage is niet cumuleerbaar met andere gemeentelijke toelages uitgezonderd de toelage voor de aankoop van natuurgebieden. De toelage kan niet verkregen worden door land- en tuinbouwers die terzake een beheersovereenkomst hebben aangegaan met de Vlaamse Landmaatschappij. Artikel 4: De aanvraag tot toelage dient schriftelijk te gebeuren vóór 1 december van het lopende kalenderjaar. Aanvragen die het stadsbestuur bereiken na 1 december van het lopende kalenderjaar worden naar het volgende jaar doorgeschoven. De aanvraag dient te gebeuren aan de hand van het aanvraagformulier dat door de Stad Turnhout ter beschikking wordt gesteld. Artikel 5: Het college behoudt zich het recht om toelageaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de geest van dit reglement. Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren indien het voorzien bedrag onder artikel 2 wordt overschreden. Artikel 6: Dit toelagereglement vervangt het toelagereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17 december 2008. Artikel 7: Definities: Bomenrij: een opeenvolging of aaneenschakeling van streekeigen bomen, die (meestal) in een rechte lijn zijn geplaatst of gerangschikt. Knotbomen vallen eveneens onder deze definitie. De knotboom is het resultaat van een bijzondere snoeiwijze.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1088
Bos: een grondoppervlakte waarvan de streekeigen bomen en de houtachtige gewassen het belangrijkste bestanddeel uitmaken en waartoe een streekeigen fauna en flora behoort. Educatief reservaat: een beperkte grondoppervlakte waarvan streekeigen natuurlijke elementen het belangrijkste bestanddeel vormen en waarvan natuureducatie de hoofdfunctie is. Haag: een lijnvormige aanplant van houtachtige streekeigen gewassen met compacte structuur die bij normaal onderhoud door periodieke snoei in vorm worden gehouden. Houtkant: elke lijnvormige strook grond, inbegrepen taluds, welke met streekeigen bomen, struiken en kruiden begroeid is. Poel: een waterplas van minimaal 40 m² met schuine oevers en voldoende diep om het jaar rond water te bevatten. Hoofdstuk 1: Toelagereglement voor aanplant, aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen en veedrink-/amfibieënpoelen in het buitengebied en voor (her)bebossingen groter dan 200 m² en kleiner dan 5.000 m² Artikel 8: De landschapselementen dienen aan de volgende kenmerken te voldoen: 1. Gelegen zijn binnen of grenzen aan het landelijk gebied (gedefinieerd zoals op het gewestplan: agrarische gebieden, agrarische gebieden met ecologische waarde, bos-, groen-, natuur-, parkgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, bufferzones en landschappelijk waardevolle gebieden) of grenzend aan percelen met een agrarisch bodemgebruik (akkers, weiden en boomgaarden). 2. De aanplantingen en (her)bebossingen moeten bestaan uit inheemse, streekeigen soorten. lijst van inheemse, streekeigen soorten: Nederlandse naam Latijnse naam Berk (ruwe) Betula pendula Berk (zachte) Betulus pubescens Beuk Fagus sylvatica Brem Cytisus scoparius Es (gewone) Fraxinus excelsior Europese vogelkers Prunus padus Gelderse roos Viburnus opulus Haagbeuk Carpinus betulus Hazelaar Corylus avellana Hondsroos Rosa canina Hulst Ilex aquifolium Iep (gladde of veld-) Ulmus minor Iep (ruwe) Ulmus glabra Kardinaalsmuts Euonymus Europaeus Lijsterbes Sorbus aucuparia Linde (Winter-) Tilia cordata Linde (Zomer-) Tilia platyphyllos Meidoorn (Eénstijlige) Crataegus monogyna Populier (Ratel-) Populus tremula Rode kornoelje Cornus sanguinea Sleedoorn Prunus spinosa Sporkehout Rhamnus frangula Vlier (gewone) Sambucus nigra Wilg (Bos-) Salix caprea Wilg (Geoorde) Salix aurita Wilg (Grauwe) Salix cinerea Wilg (Kraak-) Salix fragilis Wilg (Schiet-) Salix alba Wintereik Quercus petraea Zoete kers Prunus avium Zomereik Quercus robur
Gemeenteraad van 30 december 2013
1089
Zwarte els Alnus glutinosa Vallen niet onder toepassing van dit reglement: sier- en visvijvers. Er wordt geen toelage verleend voor de aanplant van houtkanten, hagen, bomenrijen en voor (her)bebossingen >200 m² en < 5.000 m² in het open gebied in het noorden van Turnhout (Zwarte Heide, Hoge Heide, Ravelse Bergen, Bijheide en Baarlse Heide). Artikel 9: De aanplant van kleine landschapselementen moet minstens voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. Lengte van de aanplant: - Voor hagen: lengte 25 meter - Voor houtkanten: lengte 25 meter - Voor bomenrijen: lengte 100 meter - Voor knotbomen: minstens 20 stuks 2. Afmetingen van het plantgoed: - Voor bosplantsoen en heesters: 40-60 cm hoogte - Voor hoogstammige bomen: 8-10 cm stamomtrek 3. Plantafstand: - Voor hagen: 0,3-0,5 m - Voor houtkanten bestaande uit struiken (en bomen): 1 m - Voor houtkanten bestaande uit bomen: 2 m - Voor bomenrijen: 10 m - Voor knotbomen: 5 m Artikel 10: Het onderhoud van kleine landschapselementen moet minstens voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. Afmetingen en ouderdom: - Voor hagen: lengte 25 m, hoogte 1,25 m en breedte 25 cm - Voor houtkanten: ouderdom 7 jaar - Voor knotbomen: ouderdom 3 jaar 2. Periode van onderhoud: - Voor hagen: tussen september en juni snoeien, scheren of knippen. - Voor houtkanten en knotbomen: tussen 1 november en 1 maart een hakhoutbeheer toepassen. Eénzelfde houtkant kan slechts één maal per 7 jaar betoelaagd worden. 3. De aanvrager dient, in verband met veedrink-/amfibieënpoelen, om dichtgroeien van de poel te voorkomen, de poel regelmatig schonen, regelmatig de poel opnieuw op diepte of profiel brengen om verlanding te voorkomen en eventueel de begroeiing rond de poel (bomen en struiken) verwijderen. Artikel 11: De (her)bebossing moet minstens voldoen aan de volgende voorwaarden: De toelage heeft betrekking op de (her)bebossing van een oppervlakte groter dan 200 m² en kleiner dan 5.000 m² gelegen in één kap. Een kap is een oppervlakte die gelijktijdig aan een bosbouwkundige ingreep wordt onderworpen en die als beheerseenheid wordt beschouwd. De eigenaar of beheerder die de toelage verkrijgt, engageert zich gedurende 20 jaar het bos niet te kappen of de bestemming ervan te wijzigen, tenzij hiervoor toestemming wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen. Hij zal gedurende deze periode het bos zorgvuldig beheren. Artikel 12: De toelage voor aanplant en (her)bebossing bedraagt: Voor de aanplant van bosplantsoen (struikachtige beplantingen): 0,40 euro/stuk Voor de aanplant van bomen (met blote wortel): 2,50 euro/stuk Voor de aanplant van bomen (met kluit): 6,20 euro/stuk Voor de aanleg van een veedrink-/amfibieënpoel: 5 euro/m² Eenzelfde houtkant kan slechts één maal per 7 jaar betoelaagd worden. De maximum toe te kennen som voor aanplant bedraagt 250 euro per aanvrager en per dienstjaar. De toelage voor onderhoud bedraagt: Voor het onderhoud van hagen: 0,50 euro/meter Voor het onderhoud van houtkanten: 1,25 euro/meter Voor het knotten van bomen: 6,20 euro/stuk Voor het heruitdiepen of herstellen van een bestaande veedrink-/amfibieënpoel: 5 euro/m² 3. 4.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1090
De maximum toe te kennen som voor onderhoud bedraagt 125 euro per aanvrager en per dienstjaar. Artikel 13: Het is de aanvrager niet toegestaan handelingen te verrichten of door derden te laten verrichten, die kunnen leiden tot de aantasting van het karakter en de structuur van de elementen waarvoor toelages werden verkregen. Onverminderd de van toepassing zijnde wetgeving is het o.a. verboden: aanplantingen te verminken of te vernielen door ondermeer ringen, ontschorsen, inkervingen en benagelen; al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten op te slaan, te storten of te bergen in of in de nabijheid van het element; het element geheel of gedeeltelijk af te graven; langsheen en in het element chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken; bermen te verbranden langsheen het element; te ploegen op minder dan 1 meter afstand van hagen en houtkanten en op minder dan 3 meter van bomenrijen; vissen, eenden of ganzen in de poel uit te zetten; waterplanten aan of in de poel aan te brengen. Artikel 14: Alle verrichtingen in het kader van dit reglement dienen te worden uitgevoerd conform alle bestaande wetten, reglementen en gebruiken op dergelijke verrichtingen (vaste en erkende gebruiken, veldwetboek, pachtwet, reglement op de buurtwegen, bosdecreet, vegetatiebesluit, wet op het behoud van monoumenten en landschappen e.a.). Hoofdstuk 2: Toelagereglement voor de uitbouw van educatieve reservaten in het verstedelijkt gebied Artikel 15: De basistoelage bedraagt: Voor een reservaat kleiner dan 1 ha: 250 euro Voor een reservaat groter dan 1 ha: 375 euro Bovendien kan een toelage verkregen worden voor de aanleg of de uitbouw van een educatief reservaat. Deze toelage beperkt zich tot 75% van de voorgelegde facturen, met een maximum van 250 euro per jaar. Hoofdstuk 3: Toelagereglement voor de bestrijding van de woekerende exoot Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) in private bossen Artikel 16: De toelage wordt uitsluitend toegekend voor de bestrijding van Amerikaanse vogelkers door de Bosgroep Noorderkempen in de bossen van privé-eigenaars welke gelegen zijn op het grondgebied van Stad Turnhout. Artikel 17: De toelage bedraagt: Per bestreden ha bosoppervlakte: 50 euro. Kleinere bestreden bosoppervlakten worden vergoed pro rata, afgerond tot op een are. De maximum toe te kennen som voor bestrijding van Amerikaanse vogelkers bedraagt 500 euro per aanvrager en per dienstjaar. Artikel 18: De toelage wordt pas uitgekeerd na voorlegging van een factuur waaruit de bestrijding van Amerikaanse vogelkers door de Bosgroep Noorderkempen blijkt. Verder moeten minstens de volgende aanduidingen voorgelegd worden: naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de eigenaar, perceelsgegevens (herkenningspunt, kadastrale gegevens) en de vermelding van de oppervlakte van het te bestrijden bosperceel. Financiële gevolgen Kosten Bedrag Toelagen voor aanplant/onderhoud van KLE, 3.000 EUR aanleg/onderhoud van poelen, (her)bebossingen tussen 200 en 5.000 m², educatieve reservaten en bestrijding van Amerikaanse vogelkers door de Bosgroep Noorderkempen De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1091
Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Milieudienst Kopie Financiële dienst 015g. Goedkeuring te hechten aan het toelagereglement premie voor de aanleg van een groendak Samenvatting De gemeenteraad keurt een toelagereglement goed voor de aanleg van een groendak met een looptijd vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Voorgeschiedenis De gemeenteraad keurde op 29 maart 2010 het toelagereglement voor groendaken goed. De gemeenteraad keurde op 15 december 2010 het aangepaste toelagereglement voor groendaken goed. Feiten en context De stad Turnhout streeft er naar een milieubeleid uit te voeren dat gebaseerd is op de beginselen van duurzame ontwikkeling. Één van die beginselen is het zuinig omgaan met de beschikbare hulpbronnen en biodiversiteit. De stad Turnhout wil haar inwoners aanmoedigen om op een efficiënte manier om te gaan met water en biodiversiteit en om bij te dragen tot een beter leefmilieu door het verbeteren van de lucht- en regenwaterkwaliteit. Daarom geeft de stad Turnhout een premie voor de plaatsing van een groendak. Argumentatie Door een premie toe te kennen, worden particulieren, scholen en sociale huisvestingsmaatschappijen gestimuleerd om een groendak aan te leggen. Het plaatsen van een groendak bevordert een goede waterhuishouding en zorgt voor een filtering van het regenwater en de lucht. Een groendak beschermt de dakbedekking tegen de UV-straling van de zon en dempt geluiden van buitenaf. Bovendien zorgt een groendak voor extra groen in de stad. Besluit De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het toelagereglement voor de aanleg van een groendak. De tekst van het toelagereglement is de volgende: Toelagereglement voor een groendak Artikel 1: definities Voor de toepassing van dit reglement gelden de hierna vermelde begrippen: - Groendak: dakbedekking die minstens bestaat uit een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag over de volledig aangelegde oppervlakte; - Extensief groendak: groendak met een beperkte, lage begroeiing bestaande uit mossen, vetplanten en/of kruiden (vegetatiedak); - Intensief groendak: begroeiing van deze groendaken bestaat voor een groot deel uit grassen, kruiden, struiken en zelfs volwassen bomen (daktuin); - Woning: huis dat volgens de stedenbouwkundige vergunning wonen als hoofdbestemming heeft; - Woongebouw: gebouw dat meerdere woningen omvat, en dat volgens de stedenbouwkundige vergunning wonen als hoofdbestemming heeft; Artikel 2: doelstelling De stad Turnhout heeft beslist om een premie voor de aanleg van groendaken te voorzien. Het aanleggen van een groendak biedt namelijk verschillende voordelen: het belast de rioleringen minder. Hemelwater dat op een onbegroeid dak valt, vloeit rechtstreeks via de dakgoten de riolering in. Een groendak treedt echter als een buffer op, doordat het water in de verschillende lagen wordt vastgehouden en als voedsel dient voor de planten; het heeft een (beperkte) isolerend effect door het beperken van de temperatuursschommelingen van de dakbedekking. In de zomer verlaagt het de maximumtemperatuur onder het dak en in de winter verhoogt het de minimumtemperatuur. Een groendak vervangt echter niet de eigenschappen van isolatiematerialen; het dempt de omgevingsgeluiden; het beschermt de dakbedekking tegen UV-straling. Door de aanleg van verschillende lagen van een groendak kan de dakbedekking tot tweemaal langer meegaan;
Gemeenteraad van 30 december 2013
1092
-
het zorgt voor de zuivering van water en lucht. Doordat planten schadelijke stoffen uit de lucht opnemen en afbreken, dragen groendaken bij tot een beter leefmilieu. De neerslag in stedelijke gebieden bevat ook schadelijke stoffen. Een deel van deze stoffen worden door het groendak gefilterd alvorens het resterende water naar de riolering vloeit. Het creërt een extra stukje natuur en leefruimte en brengt meer kleur in de steden. Artikel 3: premie §3.1 De stad verbindt zicht er toe om voor de duur van dit toelagereglement jaarlijks een toelage te voorzien van 5 000 EUR voor de aanleg van een groendak bij nieuwbouw, hernieuwbouw en bij bestaande woningen. Zowel intensieve als extensieve groendaken komen in aanmerking voor de premie. Terrassen komen niet in aanmerking §3.2 De hier onder vermelde premies zijn cumuleerbaar met premies toegekend door andere overheden op voorwaarde dat het totale bedrag van de bekomen premies 90% van de totale kostprijs niet overschrijdt. Indien dit percentage overschreden wordt, zal het bedrag van de stedelijke premie in verhouding worden verminderd. Artikel 4: bedrag premie Het premiebedrag bedraagt € 31 per m². De maximaal subsidieerbare oppervlakte bedraagt 250m². Indien de kostprijs lager uitvalt dan de premie van € 31 per m² dan is de stedelijke premie gelijk aan de werkelijke kostprijs. De premie wordt definitief vastgesteld wanneer een kopie van de factuur is toegevoegd aan het aanvraagdossier. De uitbetalingsmodaliteiten van het dan geldende subsidiereglement worden toegepast. Artikel 5: toekenningsvoorwaarden De premie wordt toegekend aan de aanvrager die ofwel: 1. een natuurlijke persoon (particulier) en eigenaar van de woning is; 2. een natuurlijke persoon (particulier) en gebruiker of huurder van de woning is; 3. een sociale huisvestingsmaatschappij is; 4. een school (erkende onderwijsintelling) is. De woning of het woongebouw waarop het groendak wordt geplaatst, dient op het grondgebied van de stad Turnhout gelegen te zijn en als hoofdverblijfplaats dienen. De gebouwen van de school waar de werken worden uitgevoerd, dienen op het grondgebied van de stad Turnhout gelegen te zijn. De premie kan alleen toegekend worden voor vergunde of vergund geacht gebouwen, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. De vigerende stedenbouwkundige voorschriften dienen nageleefd te worden en de installatie moet beantwoorden aan de regels van goed vakmanschap en in overeenstemming zijn met bestaande wetten, reglementen en verordeningen. In voorkomend geval moet tijdig een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden. Voor extensieve groendaken is een stedenbouwkundige vergunning niet vereist. Voor intensieve groendaken is er enkel een stedenbouwkundige vergunning vereist, indien het gewicht van het groendak (verzadigd met water) groter is dan 200kg/m² of als de dikte van de substraatlaag groter is dan 20cm. Het groendak moet een permanent en definitief karakter hebben. De minimale oppervlakte van het groendak bedraagt 6 m². Er wordt maximaal 250m² groendak gesubsidieerd. De plaatsing dient te gebeuren door een aannemer. De beoordeling of de dragende constructie voldoende draagkracht bezit om het groendak te dragen, dient te gebeuren door een gekwalificeerd persoon (architect, ingenieur,…). Het stadsbestuur is niet verantwoordelijk voor de uitgevoerde werken en schade of ongevallen die hieruit mogelijk voortvloeien. U ontvangt de premie voor zover de aanleg van een groendak niet verplicht wordt door bestaande wettelijke of reglementaire bepalingen Artikel 6: aanvraag premie De aanvraag voor het bekomen van de premie wordt ingediend bij de milieudienst na de aanleg van het groendak, zowel voor een extensief als voor een intensief groendak. Voor het aanvragen van de premie moet gebruik gemaakt worden van het premieaanvraagformulier dat door de stad ter beschikking wordt gesteld. In het geval van een woning wordt de premie slechts eenmalig toegekend per adres. Indien de aanvrager geen eigenaar is van de woning waarvoor de premie aangevraagd wordt, dan moet(en) de eigenaar(s), via medeondertekening van de aanvraag, zijn (hun) akkoord verklaren. In het geval van een woongebouw:
Gemeenteraad van 30 december 2013
1093
wordt de premie slechts eenmalig toegekend per woongebouw, indien één eigenaar de werken laat uitvoeren en betaalt. Bij verschillende eigenaars, dienen de overige eigenaar zich wel schriftelijk akkoord te verklaren door het medeondertekenen van het aanvraagformulier. - bij meerdere aanvragers wordt de premie slechts eenmalig toegekend per adres. De premie wordt dan verdeeld onder de aanvragers in verhouding tot hun aandeel in de totale eindfactuur. Elke eigenaar dient dan een aparte premieaanvraag in te dienen. Indien de aanvrager(s) geen eigenaar(s) is (zijn) van het woongebouw waarvoor de premie aangevraagd wordt, dan moet(en) de eigenaar(s), via medeondertekening van de aanvraag, zijn (hun) akkoord verklaren. In het geval van een school wordt de premie slecht eenmalig toegekend per adres. Indien de aanvrager geen eigenaar is van het schoolgebouw waarvoor de premie aangevraagd wordt, dan moet de eigenaar, via medeondertekening van de aanvraag, zijn akkoord verklaren. Artikel 7: ontvankelijkheid Om ontvankelijk te zijn, omvat het aanvraagdossier minstens: 1. Een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier; 2. Een kopie van de factuur; 3. Een volledige en duidelijke beschrijving van het type groendak met een foto of schets; 4. Een kopie van de stedenbouwkundige vergunning (bij nieuwbouw of herbouw en bij een intensief groendak indien vereist). De factuurdatum mag niet meer dan 6 maanden verstreken zijn bij ontvangst. Het aanvraagdossier dient met een aangetekend schrijven verstuurd te worden of tegen ontvangstbewijs op de milieudienst afgegeven te worden. -
Artikel 8: beslissing
Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren die niet beantwoorden aan de voorwaarden van dit toelagereglement. Het college behoudt zich het recht om subsidieaanvragen te weigeren indien het voorziene bedrag onder artikel 3 wordt overschreden. Artikel 9: onderhoudsplicht en sancties Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden. De aanvrager engageert zich om minimum 15 jaar lang het groendak in goede staat te behouden. Gebeurt dit niet, dan kan de premie teruggevorderd worden. Artikel 10: controle De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelgane is van toepassing. Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de premie zal de stad zich er van vergewissen dat aan de toekenningsvoorwaarden voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de premie niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar vooralsnog toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om voor de subsidie in aanmerking te komen. Artikel 11: inwerkingtreding Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een toelage voorzien voor de aanleg van een groendak. Dit toelagereglement vervangt het toelagereglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 29 maart 2010 en 15 december 2010. Financiële gevolgen Kosten Bedrag Toelage groendak 5 000 EUR De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1094
Opvolging Origineel Kopie
Milieudienst – Lina Nurali Financiële dienst
016. Goedkeuring te hechten aan de opheffing van a) het toelagereglement geboortepremie en de keuzemogelijkheid tussen een geboortepremie of een startpakket herbruikbare luiers, b) toelagereglement adoptie, c) toelagereglement huwelijkspremie, d) het toelagereglement voor de aankoop van herbruikbare luiers, e) het toelagereglement voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde Luc Hermans meneer Meeus Paul Meeus: ja voorzitter wij willen het hier nu niet nodeloos moeilijk maken maar dat zijn 5 verschillende dingen en wij zouden daar toch wel verschillend op willen stemmen. Ja dat is natuurlijk als ge dat allemaal bij mekaar plakt dan komt ge zo iets tegen. Hoe gaat er gestemd worden? Per punt of geven wij onze mening daar over en zien we dan wat de rest doet of wat? Luc Hermans: excuseer wij zullen met 16 a beginnen als daar geen andere tussenkomsten voor gepland zijn. Wat zegt het Vlaams Belang? Paul Meeus: op punt a tegen. Luc Hermans: op punt a tegen. Alle andere partijen gaan akkoord? Dus wij hebben op punt a een tegen stem van het Vlaams Belang. Punt b het toelagereglement adoptie. Paul Meeus: ook tegen. Luc Hermans: tegen. Alle andere mensen gaan akkoord? Punt c het toelagereglement huwelijkspremie. Paul Meeus: onthouden. Luc Hermans: onthouding voor het Vlaams Belang. Alle andere partijen gaan akkoord? Punt d het toelagereglement voor de aankoop van herbruikbare luiers. Paul Meeus: hier zijn we voor de opheffing er van. Dus voor. Luc Hermans: voor de opheffing. Alle andere gaan ook, dus iedereen akkoord wat punt d betreft. Punt e het toelagereglement voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde. Paul Meeus: ja hier stemmen we ook tegen de opheffing omdat wij vinden dat als we een beleid trachten te voeren in de stad om hulpbehoevende bejaarden zoveel mogelijk thuis te verzorgen, met mantelzorg te omringen, om zo de toevloed naar bejaardentehuizen, rusthuizen en dergelijke te vermijden, dan ja vinden wij dat dat niet kan opgeheven worden deze, dit reglement. Dus vandaar dat we tegen de opheffing stemmen. Luc Hermans: dus ik heb een tegenstem van de Vlaams Belang fractie. Alle, meneer Van Damme Marc Vandamme: graag een hoofdelijke stemming alstublieft Luc Hermans: u vraagt de hoofdelijke stemming. Wat punt e betreft, dus 16 e. Mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja), meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninck (neen), meneer Van Damme (neen), meneer Vermeijen (neen), meneer Grooten (neen), mevrouw De Jong (ja), mevrouw Mathé (ja), meneer Brentjens (ja), meneer Van Geirt (ja), meneer Decoster (neen), meneer Meeus (neen), meneer Van Lommel (neen), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja 016. Goedkeuring te hechten aan de opheffing van a) het toelagereglement geboortepremie en de keuzemogelijkheid tussen een geboortepremie of een startpakket herbruikbare luiers, b) toelagereglement ‘adoptie’ en c) toelagereglement huwelijkspremie Samenvatting Omwille van besparingsmaatregelen werd door het college beslist om de toelagereglementen geboortepremie en de keuzemogelijkheid tussen een geboortepremie of een startpakket herbruikbare luiers, adoptiepremie en huwelijkspremie op te heffen. De gemeenteraad keurt de opheffing van de drie toelagereglementen goed. Motivering Voorgeschiedenis Op 19 december 2005 keurde de gemeenteraad het toelagereglement voor geboorten goed. Op 2 juni 2008 keurde het college de keuzemogelijkheid tussen een startpakket herbruikbare luiers en een geboortepremie en de wijziging van de geboortepremie principieel goed.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1095
Op 30 juni 2008 keurde de gemeenteraad de gewijzigde geboortepremie en de keuzemogelijkheid tussen een geboortepremie of een startpakket herbruikbare luiers goed. Op 26 januari 2009 keurde de gemeenteraad het reglement “toelage voor adoptie” goed. Op 26 maart 2012 keurde de gemeenteraad het gewijzigde toelagereglement ‘adoptie’ goed. Op 26 januari 2009 keurde de gemeenteraad het toelagereglement huwelijkspremie goed. Juridische grond De bepalingen van het Gemeentedecreet. Argumentatie De Turnhoutse bestuursploeg stelde begin december haar beleidsplan en meerjarenplan voor. De beleidsplanning, de prioriteiten waarop de stad wil inzetten, zijn de leidraad geweest van de besparingsoefening die gemaakt moest worden. Eén van de besparingen is de opheffing van de drie toelagereglementen. Besluit De gemeenteraad beslist om de toelagereglementen geboortepremie en de keuzemogelijkheid tussen een geboortepremie of een startpakket herbruikbare luiers, adoptiepremie en huwelijkspremie op te heffen vanaf 1 januari 2014. Wat betreft het toelagereglement geboortepremie en de keuzemogelijkheid tussen een geboortepremie of een startpakket herbruikbare luiers stemde de gemeenteraad met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Wat betreft het toelagereglement adoptiepremie stemde de gemeenteraad met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Wat betreft het toelagereglement huwelijkspremie stemde de gemeenteraad met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Burgerzaken Kopie Financiële dienst
Gemeenteraad van 30 december 2013
1096
016d. Goedkeuring te hechten aan de opheffing van het toelagereglement voor de aankoop van herbruikbare luiers. Samenvatting De gemeenteraad beslist om de toelage voor de aankoop van herbruikbare luiers op te heffen vanaf 1 januari 2014. Motivering Voorgeschiedenis In december 2008 keurde de gemeenteraad het toelagereglement voor de aankoop van herbruikbare luiers goed. Feiten en context Om kersverse ouders te ondersteunen bij het verminderen van hun afval, kent de stad Turnhout een premie toe voor de aankoop van herbruikbare luiers. Argumentatie Wegens de besparingsoefening zal de premie voor de aankoop van herbruikbare luiers vanaf 1 januari 2014 niet meer worden toegekend. Het toelagereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 17 december 2008 wordt hiermee opgeheven vanaf 1 januari 2014. Besluit De gemeenteraad keurt de afschaffing van het de premie voor de aankoop van herbruikbare luiers vanaf 1 januari 2014 goed. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Milieudienst – Lina Nurali Kopie Financiële dienst 016e. Goedkeuring te hechten aan de opheffing van de toelage voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde (mantelzorgpremie) Samenvatting De gemeenteraad beslist om het toelagereglement en de toelage voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde (de zogenaamde mantelzorgpremie) op te heffen vanaf 1 januari 2014. Motivering Voorgeschiedenis Op 21 december 2007 keurde de gemeenteraad het toelagereglement en de toelage goed voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde (de zogenaamde mantelzorgpremie) Feiten en context De gemeenteraad was in 2007 van oordeel dat het vrijwillig en onbezoldigd zorg dragen voor een inwonende zorgbehoevende oudere een stedelijke toelage verrechtvaardigt. De gemeenteraad keurde het reglement voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde goed, dat met ingang van 1 januari 2008 van toepassing werd. De ‘mantelzorgpremie’ van de stad Turnhout spoort met de premie voor hetzelfde doel van de Vlaamse overheid via de zorgverzekering. Omwille van de noodzakelijke besparingen wordt voorgesteld deze premie met ingang van 1 januari 2014 op te heffen. Argumentatie Wegens het bestaan van een gelijkaardige premie via de zorgverzekering bij de Vlaamse overheid en wegens de noodzaak voor de stad om te besparen wordt het toelagereglement en de toelage voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde (de zogenaamde mantelzorgpremie) opgeheven vanaf 1 januari 2014. Besluit De gemeenteraad keurt de opheffing goed van het toelagereglement en de toelage voor het vrijwillig en onbezoldigd thuisverzorgen van een inwonende zorgbehoevende bejaarde (de zogenaamde mantelzorgpremie) vanaf 1 januari 2014. stemde de gemeenteraad met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de
Gemeenteraad van 30 december 2013
1097
heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Pascale Mathé, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, mevrouw Josiane Driesen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 neen stemmen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, mevrouw Katleen De Coninck, de heer Marc Van Damme, de heer Eddy Grooten en de heer Danny-Spock Vermeijen, – raadsleden. Opvolging Origineel Gelijke kansen 017. Goedkeuring te hechten aan de opheffing van a) het subsidiereglement voor de aankoop van diefstalveilige fietsrekken voor scholen; b)het subsidiereglement voor de premie voor inbraakpreventie voor sportclubs Luc Hermans: meneer Brentjens Erwin Brentjens: ja kort voor 17 b gaat de Nieuw Vlaamse Alliantie tegen stemmen om de heel eenvoudige reden ik heb een en ander opgezocht en dit is een reglement dat in voege is sinds 2005 dacht ik en dat uitgebreid is naar jeugdverenigingen, jeugdlokalen en dergelijke meer. Daar is heel veel gebruik van gemaakt. Wij schaffen dat nu af maar ik zou toch wel eens willen in hoeverre dat de laatste jaren, en ik moet nu niet direct antwoord krijgen, maar hoeveel klachten er zijn ingediend tegen inbraken en vandalisme bij jeugdgebouwen, bij sportgebouwen en dergelijke meer. Want op bijvoorbeeld op 23 december stond er in een grote krant dat er in Turnhout op 2 plaatsen bij een chirogroep in de Gildenstraat in Turnhout en bij het Projectencentrum op het Kongoplein ook was ingebroken. Dus ik denk dat hier toch nog wel werk aan de winkel is en dat dit afschaffen misschien iets te voorbarig lijkt. Luc Hermans: meneer Anaf Hannes Anaf: dank u wel voorzitter, beste collega’s, toch even op reageren, het is zo dat wat de toelage voor inbraakpreventie voor jeugdinfrastructuur betreft dat dat eigenlijk wordt opgenomen in het reglement voor investeringswerken private jeugdwerkinfrastructuur. Dus op die manier kunnen investeringen om dus diefstalpreventie te bevorderen toch worden gesubsidieerd. Wat de sport betreft is er ook een investeringsfonds rond sportinfrastructuur en ook daar in kunnen deze dingen kaderen. Dus het klopt, allez deze toelage wordt op zich, het voorstel is om dat af te schaffen deze toelage op zich maar op die andere manier kunnen die jeugdverenigingen en sportclubs toch allez zaken die kaderen in de inbraakpreventie toch voor een stukje gesubsidieerd krijgen. Erwin Brentjens: en kan mijn vraag voor de agendering op één of andere commissie naar cijfers van het aantal inbraken in jeugd- en sportlokalen eventjes opgenomen worden sinds de voorbije 5, 6, 7 jaar? Want ik heb de indruk dat dit toch niet afneemt gezien de subsidiëring die er tegenover staat. Eric Vos: wij zullen een overzicht vragen bij politie van welke meldingen dat er gedaan zijn. Wij zullen nakijken in hoeverre dat we in de tijd kunnen terug gaan om die data op te vragen. En tegelijkertijd best met collega Hannes ook kijken van welke investeringen zijn er nu gedaan op basis van de bestaande reglementering tot dus ver. Luc Hermans: meneer Meeus Paul Meeus: ja voorzitter, schepen Anaf, begrijp ik het nu goed dat er eigenlijk niks veranderd. Dus dat het alleen van post verschuift? Hannes Anaf: dat klopt niet helemaal. Het is zo, er bestaat een heel uitgebreid reglement voor jeugdwerkinfrastructuur, daar worden, een aantal dingen kunnen daar onder vallen en daar wordt een uitbreiding gedaan zodat er ook een aantal zaken die te maken hebben met diefstalpreventie ook onder dat reglement gaan vallen. Maar dat is geen één op één verhouding. Maar daar kan dus wel aandacht aan besteed worden. Bij de sport is het ook zo dat, ja dat toelagereglement bestaande is en er zijn een aantal grote investeringen die sportclubs doen die voor een stukje kunnen betoelaagd worden door de stad en dit kan daar ook mee onder vallen maar het is niet zo dat het een één op één vervanging is van dit toelagereglement. Het is wel degelijk een afschaffing van dit specifiek reglement. Paul Meeus: maar het blijft dus, de nieuwe regeling of waar het nu terecht komt blijft dus zeer voorwaardelijk eigenlijk hé. Want u zegt het kan, het is niet, de eerste de beste club die zegt wij gaan ons lokaal beveiligen die dan automatisch recht hebben op een premie daar voor. Hannes Anaf: het is zo dat zij dan een dossier kunnen indienen bij de betrokken, bij de sportraad gaat dat over een werkgroep binnen de sportraad die dan die subsidiëringen bekijkt, dat is al lang zo. En dan zal dat bekeken
Gemeenteraad van 30 december 2013
1098
worden. En dan als dat een goed dossier is zal daar subsidiëring voor worden voorzien. Maar ik stel voor dat we die reglementen zowel bij jeugd als bij sport misschien op een volgende commissie nog eens wat meer uitgebreid voor het licht houden. Maar het is dus wel zo dat er een aantal investeringen echt wel nog op die manier kunnen worden gesubsidieerd. Paul Meeus: maar ik begrijp dat we dat op een commissie verder gaan uitvlooien hé. Maar ik begrijp dus dat het kunnen is, het is altijd voorwaardelijk. Het is niet vanzelfsprekend. Want is het is niet echt duidelijk ze. Luc Hermans: meneer Gevers Dimitri Gevers: misschien kan ik even wat info toevoegen voor zover ik ze nog kan toevoegen. Het is wel een redelijke zekerheid in de zin dat er een lokaal fonds is, vzw Jep heeft die het afgelopen jaar opgebouwd. Er is ook nog een beetje reserve zelfs. Tot dit moment zeg maar was daar een aantal opties verbeteringen categorieën waar in je subsidies kon aanvragen. Nu komt daar een categorie bij. Die pot is wat die is en die moet verdeeld worden à rato van de aanvragen. Dus je kunt een keer geluk hebben dat er veel of weinig aanvragen zijn, een groter of kleinere deel krijgen, maar dat ge een deel of een deeltje gesubsidieerd krijgt is wel zeker. Maar hoe groot het deel is hangt af van hoe groot de werken zijn, hoeveel aanvragen er zijn. Ik denk dat het zo is schepen? Hannes Anaf: dat klopt maar het is natuurlijk wel zo dat elk, ja dat er nooit een toezegging is z o wie zo als ge een dossier indient dat ge dan subsidie krijgt. Dat wordt binnen de vzw Jep wordt dat eigenlijk heel uitgebreid bekeken telkens. En wordt echt wel op basis van objectieve criteria maar wel goed beoordeeld welk dossier dat er in aanmerking komt en welk niet. Daarmee dat ik wou zeggen dat dat zo wie zo tot een subsidiëring leidt. Neen een dossier moet uiteraard onderbouwd zijn en aan een aantal criteria voldoen. Paul Meeus: ja voorzitter ik wilde dan toch zeggen dat wij ons bij punt b zullen onthouden. Luc Hermans: voor alle duidelijkheid collega’s, bij punt 17 a wat de diefstalveilige fietsrekken betreft gaat iedereen akkoord? En wat punt b betreft voor de premie voor inbraakpreventie daar heb ik een onthouding van het Vlaams Belang. Alle andere raadsleden gaan akkoord? Erwin Brentjens: voorzitter wij zullen ons stemgedrag aanpassen van een neen naar een onthouding en het voordeel van de twijfel aan schepen geven. Dus wij gaan verder uitleg krijgen op de commissie is er ons beloofd dus onze neen stem is een ja een beetje gespaard gebleven. Luc Hermans: ja maar dat betekent dus dat er een als ik het goed begrijp dat er een hoofdelijke stemming gevraagd wordt. Mevrouw Van de Poel (ja), meneer Van Heupen (ja), meneer Van Otten (ja), meneer Starckx (ja), mevrouw De Wilde (ja), meneer Van Litsenborg (ja), meneer Otten (ja), meneer Gevers (ja), meneer Roes (ja), meneer Boogers (ja), mevrouw Wittebolle (ja), meneer Debondt (ja), meneer Vos (ja), meneer Stijnen (ja), meneer Segers (ja), meneer Anaf (ja), mevrouw De Coninck (ja), meneer Van Damme (ja), meneer Vermeijen (ja), meneer Grooten (ja), mevrouw De Jong (onthouding), mevrouw Mathé (onthouding), meneer Brentjens (onthouding), meneer Van Geirt (onthouding), meneer Decoster (onthouding), meneer Meeus (onthouding), meneer Van Lommel (onthouding), mevrouw Driesen (ja), meneer Breugelmans (ja), mevrouw Der Kinderen (ja), ja Samenvatting Omwille van besparingsmaatregelen werd door het college beslist om het subsidiereglement voor de aankoop van diefstalveilige fietsrekken voor scholen en het subsidiereglement voor de inbraakpreventie voor sportaccommodaties op te heffen. De gemeenteraad keurt de opheffing van beide subsidiereglementen goed. Motivering Voorgeschiedenis De gemeenteraad van 7 maart 2005 keurde de toekenning van en het reglement voor een éénmalige subsidie voor de installatie van technopreventieve maatregelen ter beveiliging van sportaccommodaties, gelegen op het grondgebied van Turnhout goed. (zie bijlage) De gemeenteraad van 27 april 2007 keurde het subsidiereglement voor de aankoop van diefstalveilige fietsrekken en/of het beveiligen van een inpandige fietsenloods goed. (zie bijlage) De gemeenteraad van 4 maart 2013 keurde de opheffing van het subsidiereglement inzake inbraak- en diefstalpreventie voor erkende jeugdwerkinitiatieven goed. Juridische grond De bepalingen van het Gemeentedecreet. Argumentatie De Turnhoutse bestuursploeg stelde begin december haar beleidsplan en meerjarenplan voor. De beleidsplanning, de prioriteiten waarop de stad wil inzetten, zijn de leidraad geweest van de besparingsoefening die gemaakt moest worden. Eén van de besparingen is de opheffing van beide hogervernoemde subsidies. Het budget voor de toelage preventiepremie voor sportclubs en jeugdwerkinitiatieven was voorzien op de code 10403
Gemeenteraad van 30 december 2013
1099
522 51. Het budget voor de toelage aan scholen voor diefstalveilige fietsrekken was voorzien op de code 104032 332 02. Door het opheffen van de toelage inzake inbraak-en diefstalpreventie voor jeugdwerkinitiatieven (gemeenteraad van 4 maart) en de opheffing van beide hogervermelde toelages, rest er nog één toelage inzake preventie, met name de preventiepremie inzake inbraken voor particulieren, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 4 december 2006. Besluit De gemeenteraad beslist om het subsidiereglement voor de aankoop van diefstalveilige fietsrekken voor scholen en het subsidiereglement voor de inbraakpreventie voor sportaccomodaties op te heffen. Wat betreft het subsidiereglement voor de aankoop van diefstalveilige fietsrekken ging de gemeenteraad met eenparigheid van stemmen akkoord. Wat betreft het subsidiereglement voor de inbraakpreventie voor sportaccomodaties stemde de gemeenteraad met 24 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck de heer Marc Van Damme, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 7 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de de heer Erwin Brentjens, heer Renaat Decoster, de heer Reccino Van Lommel, , mevrouw Pascale Mathé, de heer Willy Van Geirt en mevrouw Vera De Jong – raadsleden. Opvolging Origineel Preventie Kopie Financiële dienst 018. Goedkeuring te hechten aan de stedelijke heffing op a) gebouwen en / of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand b) leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten Luc Hermans: als daar geen bemerkingen zijn? Meneer Brentjens, mevrouw De Jong Vera De Jong: ik zou efkens willen verwijzen naar eerdere initiatieven die in de Patersstraat gebeurd zijn naar de leegstand van bedrijfsruimten. En eventueel indien jullie de mogelijkheid hebben om dat te bekijken of deze tijdelijk ingevuld kunnen worden door mini-ondernemingen of dergelijke in plaats van daar een heffing op te gaan. Luc Hermans: wel mevrouw De Jong het is zo dat wij binnen het kader van het centrummanagement en de dienst lokale economie alles doen wat in onze mogelijkheden ligt om de leegstand binnen het centrum tegen te gaan. En uiteraard nemen wij dit mee niet alleen wat de Patersstraat betreft maar ook initiatieven naar andere straten toe. Ik denk dat wij daar in een van de volgende commissies ook nog wel eens uitgebreid op terug kunnen komen wat allemaal de plannen zijn. En ook binnen het centrummanagement waarvan u lid bent zullen wij dit zeker ook nog wel bespreken. Maar ik denk dat wij het ook moeten hebben over bedrijfsruimten en vervallen panden die dat zich over de hele stad verspreid liggen en dat wij daar toch ook kort op de bal moeten spelen om verloedering van de straten tegen te gaan. Vera De Jong: oké dank u. Luc Hermans: iedereen kan wat dit punt, punt 18, akkoord gaan? 018a. Goedkeuring te hechten aan de stedelijke heffing op gebouwen en / of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand. Samenvatting De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het reglement van een eigen stedelijke heffing op gebouwen en / of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand. Motivering Juridische grond - Grondwet, en meer bepaald 170§ 4. - Gemeentedecreet van 15 juli 2005. - Decreet van 15 juli 1997 en latere wijzigingen houdende de Vlaamse Wooncode.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1100
-
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen en latere wijzigingen. - Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen. - Besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 en latere wijzigingen houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en / of woningen. Argumentatie 1. Het voeren van een eigen beleid ter bestrijding van leegstand, verwaarlozing en verkrotting is aangewezen. In Turnhout staan heel wat woningen en gebouwen lange tijd leeg, zijn verwaarloosd of verkrot. Hierdoor zijn woningen of gebouwen niet meer beschikbaar op de markt. In Turnhout is er vaak een tekort aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen. De stad streeft ernaar leegstand, verwaarlozing en verkrotting van woningen te ontraden en deze woningen terug op de woningmarkt te brengen, zowel door stimulerende (vb. premies) als ontradende maatregelen. Ook ten aanzien van het bestrijden van leegstand en verwaarlozing van gebouwen wordt een actieve politiek gevoerd, vb. in het winkelkern- en het winkelgroeigebied. Door een heffing kan de stad mee helpen sturen om deze woningen en gebouwen terug bruikbaar te maken en beschikbaar te maken en de kwaliteit van deze woningen of gebouwen te verhogen. Langdurige leegstand, verwaarlozing en verkrotting van woningen en gebouwen hebben ook een negatieve impact op de leefomgeving en de uitstraling ervan. De stad investeert in de kwaliteit van openbaar domein en de leefbaarheid van de buurten. Door een heffing kan verloedering van panden of straten mee vermeden worden. Een heffing op leegstand heeft daarmee een dubbele bedoeling. Zij heeft een ontradend effect, en heeft daarmee niet in de eerste plaats de bedoeling zoveel mogelijk inkomsten te genereren. 2. Tot en met 2009 bestond er een Vlaamse heffing op leegstand, verkrotting en verwaarlozing van woningen en / of gebouwen en een stedelijke heffing op gebouwen en / of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand. De Vlaamse heffing op verkrotting en verwaarlozing blijft bestaan, maar de Vlaamse heffing op leegstand is stopgezet. Vanaf 1 januari 2010 werd de heffing op leegstand van gebouwen en woningen anders geregeld. Het decreet grond- en pandenbeleid voorziet in een aanpak waarbij de leegstandsheffing op gemeentelijk niveau wordt georganiseerd. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan alsnog een Vlaamse heffing worden ingevoerd. De gemeenten behouden uiteraard hun bevoegdheid om ongeschikte, onbewoonbare en verwaarloosde gebouwen en / of woningen te belasten via eigen gemeentelijke belastingreglementen. 3. In het voorstel van heffingsreglement worden een aantal keuzes vertaald: - De heffing is bedoeld zowel voor woningen als voor gebouwen. Een woning wordt gedefinieerd als elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, met inbegrip van kamers. Gebouwen zijn alle bebouwd onroerend goederen die niet beantwoorden aan de definitie van woning. Met andere woorden, ofwel is een pand een woning ofwel een gebouw. Bij gemengd gebruik bijvoorbeeld een handelspand, is er een deel woning en een deel gebouw. - In het reglement wordt ervoor geopteerd ook alle verkrotte, leegstaande of verwaarloosde gebouwen te belasten, behalve deze die vallen onder de andere Vlaamse heffing, die op leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (economische activiteit en groter dan 5 are). - Gebouwen met een economische activiteit, maar kleiner dan 5 are (zoals kleine winkelpanden) of panden groter dan 5 are maar zonder economische activiteit worden dus wel door dit reglement belast. - Er is dus geen overlapping met de Vlaamse heffing op bedrijfsruimten. Een eigen aparte stedelijke heffing op bedrijfsruimten blijft eveneens mogelijk. - Leegstand van een woning wordt gedefinieerd als niet-bewoning gedurende 12 opeenvolgende maanden. Een leegstaand gebouw is een gebouw dat voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet effectief wordt gebruikt volgens de bestemming gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden. Verwaarlozing wordt gedefinieerd aan de hand van uiterlijke kenmerken van verwaarlozing. Ruïnes of restanten van woningen of onafgewerkte woningen worden mee onder verwaarlozing begrepen. Verkrotting wordt omschreven als woningen of gebouwen waarvoor door de burgemeester hetzij een besluit tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring, hetzij een ander besluit in kader van de Nieuwe Gemeentewet ter vrijwaring van de openbare veiligheid en gezondheid wordt genomen. - In het reglement wordt voor deze categorieën gewerkt op basis van het ‘leegstandsregister’ zoals gedefinieerd in het decreet grond- en pandenbeleid en 2 inventarissen, gekend als ‘ongeschiktonbewoonbaar-onveilig’ en ‘verwaarlozing’. Een gebouw of woning dat voorkomt op de inventaris
Gemeenteraad van 30 december 2013
1101
‘verwaarlozing’ kan eveneens geïnventariseerd worden op de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ en op het ‘leegstandsregister’ en omgekeerd. - Woningen of gebouwen die voorkomen op de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ , kunnen niet worden opgenomen in het ‘leegstandsregister’ - Een gebouw of woning dat op twee inventarissen of registers voorkomt, en waarvoor de overlast ook groter is, wordt daarmee hoger belast. - De vaststelling verloopt verschillend voor ‘ongeschikt en / of onbewoonbaar – onveilig’ , ‘verwaarlozing’ en ‘leegstand’. Dit komt omdat de procedure die leidt tot de opmaak van een besluit van de burgemeester in het kader van Vlaamse Wooncode, Kamerdecreet of Nieuwe Gemeentewet, door dit wettelijk of decretaal kader reeds geregeld wordt naar procedure en beroepsmogelijkheden. Hieraan wordt door het voorgestelde gemeentelijk reglement niets gewijzigd. De procedure voor vaststelling ‘leegstand’ wordt voorgeschreven door het decreet grond- en pandenbeleid en overgenomen in het reglement. Voor ‘verwaarlozing’ tenslotte wordt wel een eigen procedure uitgewerkt, die echter gebaseerd is op de procedure voor vaststelling van leegstand. - Naast deze in de procedure ingeschreven bezwaren tegen de inventarisatie, blijft ook de wettelijke voorziene bezwaarprocedure tegen de heffing zelf mogelijk. - De belastingplichtige is de houder van het zakelijk recht, dus in de meeste gevallen de (volle) eigenaar, maar eventueel ook de vruchtgebruiker of de erfpachter. De eerste heffing is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht zodra een woning of gebouw 12 maanden op de inventaris is opgenomen. Zolang een woning of gebouw niet geschrapt is, blijft de eigenaar op het moment van de verjaardag van de inventarisatie een heffing verschuldigd. - Om ontradend te werken wordt voorgesteld het bedrag van de heffing te verhogen naarmate een pand langer op de inventaris staat. Het basisbedrag van de heffing, wordt vermenigvuldigd, met een maximum van vijf. - Er wordt voorgesteld om het heffingsbedrag op een forfaitair bedrag te bepalen. Het voorgestelde bedrag van de forfaitaire heffing bedraagt 1250 euro. Dit bedrag komt tegemoet aan de bepalingen van het decreet grond- en pandenbeleid dat stelt dat de minimumaanslag voor een volledig gebouw of woonhuis minimaal 990 euro bedraagt, een bedrag dat wordt gekoppeld aan de evolutie van ABEX-index. - Het is de bedoeling om leegstand, verkrotting en verwaarlozing terug te dringen, en niet in de eerste plaats om de stadskas te spijzen. Indien houders van het zakelijk recht inspanningen leveren om de ongewenste toestand te beëindigen moeten zij de kans krijgen dit te doen zonder tegelijk belast te worden. Om deze reden wordt voor nieuwe eigenaars en eigenaars die renoveren een vrijstelling voorzien. Om te kunnen blijven sturen heeft deze vrijstelling een tijdelijk, en eventueel getrapt karakter. - Daarnaast worden om billijkheidsredenen of om sociale redenen een aantal andere vrijstellingen voorzien. 4. Het bestaande gemeentelijk heffingsreglement werd in zitting van 16 december 2009 reeds aangepast aan de bepalingen van het decreet grond- en pandenbeleid. Het heffingsreglement was goedgekeurd voor de dienstjaren 2010 tot en met 2013. Voorgesteld wordt om het reglement opnieuw ter goedkeuring voor te leggen voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019 mits actualisatie van de artikelen 1, 2, 15, 22, 23 ,24 ,28 , 29 en 32bis. Er wordt een nieuwe vrijstelling ingevoerd voor leegstaande gebouwen in het kernwinkel- of het winkelgroeigebied die ter beschikking worden gesteld in functie van het stimuleren van ondernemerschap (art. 31). Besluit De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het reglement van de stedelijke belasting op gebouwen en woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand. Belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, verwaarloosd of leegstaand. 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: belastbaar voorwerp of belastbaar feit Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op woningen en gebouwen die voorkomen op een van de gemeentelijke inventarissen of in het leegstandsregister zoals bedoeld in art. 4. Dit belastingsreglement wordt bekend gemaakt conform artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 2: definities De volgende begrippen worden gebruikt: 1. administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de inventarissen en het leegstandsregister bedoeld in art. 4.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1102
2. besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister: besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en / of woningen, en latere wijzigingen. 3. beveiligde zending: een van de hiernavolgende betekeningswijzen, hetzij een aangetekend schrijven, hetzij een afgifte tegen ontvangstbewijs. 4. college: college van burgemeester en schepenen van de stad Turnhout. 5. decreet grond- en pandenbeleid: decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en latere wijzigingen. 6. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder 21 en niet valt onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. 7. inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang het gebouw en/of de woning niet uit de inventaris of het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving. 8. kamer: woning waarvan één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC, bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt . 9. leegstaand gebouw: een leegstand gebouw zoals gedefinieerd in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid : de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten zijn niet onderworpen aan deze gemeentelijke belasting. 10. leegstaande woning: een leegstaande woning zoals gedefinieerd in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid. 11. leegstandsregister: register van leegstaande gebouwen en woningen, zoals in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid. 12. onafgewerkte woning of gebouw: een woning of gebouw waarvan de werken zijn aangevat die niet winddicht is binnen de drie jaar na de aanvang van de werken, waardoor de stedenbouwkundige vergunning van is komen te vervallen, overeenkomstig titel 4 hoofdstuk 6 afdeling 1 art. 4.6.2. § 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen. 13. onbewoonbaar verklaarde woning: een woning die op grond van veiligheids- en / of gezondheidsaspecten niet meer mag bewoond worden en die door de bevoegde instantie als dusdanig onbewoonbaar werd verklaard conform artikels 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet of het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen en het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van 22 december 1995 en latere wijzigingen. 14. ongeschikt verklaarde woning: een woning die niet beantwoordt aan de veligheids-, gezondheids- of kwaliteitsnormen, opgelegd door het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen en het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van 22 december 1995 en latere wijzigingen, en die door de bevoegde instantie als dusdanig ongeschikt werd verklaard. 15. onveilige woning en / of gebouw: woning en / of gebouw waarvoor conform artikels 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet door de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid saneringswerken of – maatregelen werden opgelegd of een woonverbod of een bevel tot sloping is uitgesproken. 16. ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, … 17. renovatienota: een nota die bestaat uit 1) een gedetailleerd overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd 2) een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht 3) een gedetailleerd bestek van een geregistreerd aannemer of van de belastingplichtige indien hij zelf de werken zal uitvoeren 4) fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen en 5) indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1103
18. ruïne of restant van een woning en / of gebouw: gebouw of een woning waarvan niet alle gebouwelementen nog aanwezig zijn. Een ruïne of restant van een woning of gebouw wordt beschouwd als een verwaarloosde woning en / of gebouw. 19. tweede verblijfplaats: een woning die voor diegene die er kan verblijven voor deze woning niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het wachtregister en waarvoor deze persoon ook nog geen aanvraag tot inschrijving heeft ingediend ongeacht of het gaat om studentenhuizen, (studenten)kamers,landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woningen, maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt én waarvoor een aangifte is gebeurd overeenkomstig de bepalingen van het geldende belastingsreglement tweede verblijven zoals goedgekeurd door de gemeenteraad. Als tweede verblijfplaats wordt niet beschouwd een woning die de voorbije 12 maanden niet effectief werd gebruikt overeenkomstig de woonfunctie. 20. verwaarloosde woning en / of gebouw: een woning en/of het gebouw met zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan bijvoorbeeld buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst, dakgoten of glas. De verwaarlozing wordt vastgesteld in een verslag op basis van punten, waarbij ieder teken van verval een bepaald aantal punten oplevert. Het verslag en het aantal punten wordt in bijlage bijgevoegd. 21. woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, met inbegrip van kamers. 2. BELASTINGPLICHTIGE Artikel 3: belastingplichtige §1 Als belastingplichtige (van de eerste belasting) wordt beschouwd de houder van een van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een gebouw en/of woning op het ogenblik van het verstrijken van de eerste periode van 12 maanden na de opname in één van de in art. 4 bedoelde inventarissen of leegstandsregister: - de volle eigendom; - het recht van opstal of van erfpacht; - het vruchtgebruik. §2 Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit de in art. 4 bedoelde inventarissen of het leegstandsregister, wordt de houder van een van de in vorige § vermelde zakelijke rechten, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, als belastingplichtige beschouwd. §3 Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon dan geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. §4 Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in §1, overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van het gebouw, de woning en/of het perceel in de inventaris of leegstandsregister. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. §5 Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per beveiligde zending aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: - naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; - datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; - nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. 3. DE INVENTARISSEN Artikel 4: inventarissen §1 De administratie maakt een leegstandsregister op, samengesteld uit een inventaris leegstaande woningen en een inventaris leegstaande gebouwen, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De administratie maakt een inventaris ‘ongeschikt – onbewoonbaar - onveilig’ op. De inventaris kan uit meerdere lijsten bestaan. De administratie maakt een inventaris ‘verwaarlozing ’ op. De inventaris kan uit meerdere lijsten bestaan.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1104
§2 De administratie is bevoegd om de leegstand van een woning en / of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De administratie is bevoegd om de verwaarlozing van een woning en / of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen. §3 Onverminderd de toepassing van art. 89bis van het wetboek van strafvordering en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de genoemde ambtenaren toegang tot de gebouwen en/of woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een gebouw en/of woning verwaarloosd is of leegstaat. 4. INVENTARISATIE GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS ONGESCHIKT, ONBEWOONBAAR OF ONVEILIG Artikel 5: de inventaris §1 De administratie maakt een inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ met afzonderlijke lijsten van: - ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen; - onveilige gebouwen en / of woningen. §2 Een gebouw of woning kan slechts op één lijst van de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ worden opgenomen. Artikel 6: opname op de inventaris §1 De inventarisatie van een ongeschikt- en/of onbewoonbaar verklaarde woning gebeurt op datum van het respectieve besluit van de burgemeester of van de bevoegde Vlaamse minister. §2 De inventarisatie van onveilige gebouwen en/of woningen gebeurt op datum van het respectieve besluit van de burgemeester. §3 De administratie geeft de houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, bij beveiligde zending kennis van opname op één van de lijsten. Artikel 7: betwistingen inzake vaststelling De opname op de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ , kan niet in het kader van dit reglement inhoudelijk betwist worden, behoudens een fiscaal bezwaar bedoeld in artikel 32. De inhoudelijke betwisting is niet mogelijk aangezien de beroepsprocedure tegen een ongeschikt- en / of onbewoonbaar- of onveiligverklaring wordt behandeld door de bevoegde Vlaamse minister of door de bevoegde rechtbank. Artikel 8: schrapping §1 De ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen worden geschrapt uit de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ op de datum van het Besluit van de Burgemeester tot opheffing van de onbewoonbaaren/of ongeschiktverklaring. §2 De gebouwen en/of woningen waarvoor de Burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid een besluit tot woonverbod heeft uitgevaardigd, worden geschrapt uit de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ op de datum van het Besluit van de Burgemeester tot opheffing van het woonverbod. §3 De gebouwen en/of woningen waarvoor de Burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid een bevel tot sloping heeft uitgevaardigd, worden geschrapt uit de inventaris zodra de sloping voltooid en het terrein volledig van puin of krotwoning geruimd is. §4 De gebouwen en/of woningen waarvoor de Burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid, saneringswerken of –maatregelen heeft opgelegd, worden geschrapt uit de inventaris zodra het verslag ter controle bevestigt dat de opgelegde werken uitgevoerd zijn. 5. INVENTARISATIE GEBOUWEN EN/OF WONINGEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS VERWAARLOOSD Artikel 9: de inventaris §1 De administratie maakt een inventaris ‘verwaarlozing’ op met afzonderlijke lijsten van: - verwaarloosde woningen en / of gebouwen; - ruïnes of restanten; - onafgewerkte woningen en / of gebouwen. §2 Een gebouw of woning kan slechts op één lijst van de inventaris ‘verwaarlozing’ lijsten tegelijkertijd worden opgenomen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1105
Artikel 10: vaststelling §1 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de verwaarlozing van een gebouw en/of woning op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte, aan de hand van het verslag ‘verwaarlozing’ bijgevoegd als bijlage 1. §2 Een ruïne of restant wordt beschouwd als de zwaarste staat van verwaarlozing. De vaststelling aan de hand van het verslag ‘verwaarlozing’ bijgevoegd als bijlage 1. §3 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de onafgewerktheid van een gebouw en/of woning op te sporen, en vast te stellen in een administratieve akte aan de hand van het verslag ‘onafgewerktheid’ bijgevoegd als bijlage 2. §4 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt bij beveiligde zending in kennis gesteld van de administratieve akte. Artikel 11: betwistingen inzake vaststelling §1 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, kan de administratieve akte van verwaarlozing of onafgewerktheid binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van de kennisgeving betwisten en binnen dezelfde termijn en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat het gebouw en /of woning niet verwaarloosd of onafgewerkt is of herstellingen uitvoeren. § 2 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die de administratieve akte wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Het bezwaarschrift, dat ingediend wordt met een aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs, dient gedagtekend te zijn en bevat minimaal de volgende gegevens: - de identiteit en adres van de indiener; - de aanwijzing van de administratieve akte van verwaarlozing en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft; - een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van artikel 10 van het reglement. §3 Het college doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het bezwaar geacht te zijn aanvaard. Artikel 12: opname op de inventaris Indien de beslissing tot opname in de inventaris ‘verwaarlozing’ niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is,, worden de verwaarloosde en / of onafgewerkte gebouwen en/of woningen opgenomen op de inventaris ‘verwaarlozing’ op de datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing of onafgewerktheid. Artikel 13: schrapping §1 De verwaarloosde woningen en / of gebouwen of ruïnes of restanten worden geschrapt uit de ‘inventaris verwaarlozing’ op datum van de vaststelling door de administratie dat de woningen en / of gebouwen volgens de criteria van het technisch verslag niet meer als verwaarloosd of niet meer als ruïne of restant kunnen worden beschouwd. §2 De onafgewerkte woningen en / of gebouwen worden geschrapt uit de inventaris ‘verwaarlozing’ op datum van de vaststelling door de administratie dat de woningen / en of gebouwen wind- en waterdicht zijn. §3 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingsplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 11 § 2 van het reglement. § 4 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. § 5 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van deze na de betekenning van het schrijven, vermeld in art. 13 § 4 van het reglement kan een zakelijk gerechtigde, bedoeld in art. 3, bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van schrapping. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1106
6. BELASTING OP WONINGEN EN GEBOUWEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS LEEGSTAAND Artikel 14: de inventaris § 1 De administratie maakt een leegstandsregister op, samengesteld uit een inventaris leegstaande woningen en een inventaris leegstaande gebouwen, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en in het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. § 2 Een woning of gebouw die reeds is geïnventariseerd op de inventaris ‘ongeschikt – onbewoonbaar - onveilig’ wordt niet opgenomen in het leegstandsregister. Artikel 15: vaststelling §1 Het vermoeden van leegstand van de geheel leegstaande woningen, de geheel of gedeeltelijk leegstaande gebouwen alsook de geheel leegstaande woningen in gebouwen kan mede gebeuren op basis van een of meerdere van onderstaande indicaties: - het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister, - het ontbreken van een aangifte als tweede verblijfplaats, - het aanbieden als “te huur” of “te koop”, - het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten tenzij de houder van het zakelijk recht hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand. Het minimumwaterverbruik waaronder mag verondersteld dat de woning leegstaat, wordt vastgesteld op 5 m³ per jaar. Een woning wordt verondersteld leeg te staan als de elektriciteitsmeter is verzegeld of het jaarlijks elektriciteitsgebruik kleiner was dan 100kwh. - het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning, - de aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van een leegstand of onproductiviteit, getuigenissen, - het ontbreken van een vestigings- /ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor ondernemingen - het ontbreken van aangeduide openingsuren die duidelijk maken aan de consument wanneer er klanten terecht kunnen - andere indicaties die ter plaatse kunnen worden vastgesteld zoals opgesomd in het technisch verslag bijgevoegd in bijlage 3. §2 Een andere gebruik van een woning dan effectieve bewoning wordt niet aanvaard als zijnde gebruik van de woning, tenzij het gaat om een door een andere door de Vlaamse regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 art. 2.2.6 § 3 van het decreet grond- en pandenbeleid. Als effectieve bewoning geldt zowel het effectief gebruik als hoofdverblijfplaats als het effectief gebruik als tweede verblijfplaats. §3 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand van een gebouw en/of woning op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte , overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister, en aan de hand van het verslag bijgevoegd in bijlage 3. §4 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van deze administratieve akte, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Artikel 16: betwistingen inzake vaststelling §1 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, kan de administratieve akte van leegstand binnen 30 dagen, ingaand de dag na deze van het ontvangen van de administratieve akte van leegstand betwisten en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat een leegstaand gebouw en/of de woning effectief gebruikt wordt, , overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. §2 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die de inventarisatie wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister, dient het beroepschrift, dat ingediend wordt met een aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs, gedagtekend te zijn en bevat minimaal de volgende gegevens te bevatten: - de identiteit en adres van de indiener,
Gemeenteraad van 30 december 2013
1107
de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft, - een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van artikel 15 van dit reglement en van boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid. §3 De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. § 4 Het college doet uitspraak over het bezwaarschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het beroep geacht te zijn aanvaard. Artikel 17: opname in het leegstandsregister Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum vanaf de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand, overeenkomstig de bepalingen in in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Artikel 18: schrapping §1 Een woning wordt geschrapt uit het leegstandsregister als ze meer dan 6 maanden ononderbroken wordt aangewend in overeenstemming met de functie, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De datum van de schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. §2 Een gebouw wordt geschrapt uit het leegstandsregister indien meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van het gebouw, na de periode van leegstand, meer dan 6 opeenvolgende maanden effectief wordt gebruikt overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. De datum van de schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. §3 Een woning en/of gebouw, waarvoor een bestemmingswijziging werd aangevraagd en vergund, wordt geschrapt uit het leegstandsregister op datum van de opmaak van het verslag ter controle van de bestemmingswijziging, dat de wijziging bevestigt, op voorwaarde dat het gebruik in overeenstemming is met de nieuwe functie. De bestemmingswijziging moet door de belastingsplichtige gemeld worden aan de administratie en gestaafd worden met een kopie van de stedenbouwkundige vergunning tot bestemmingswijziging. §4 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingsplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 16 § 2 van het reglement. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. § 5 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. § 6 Tegen een beslissing tot weigering van schrapping uit het leegstandsregister kan beroep worden ingesteld bij het college. De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, kan deze beslissing betwisten, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan, overeenkomstig de bepalingen in boek 2 titel 2 hoofdstuk 3 afdeling 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit -
Gemeenteraad van 30 december 2013
1108
houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 7. SAMEN VOORKOMEN INVENTARISSEN Artikel 19: samen voorkomen inventarissen § 1 Een gebouw of woning dat voorkomt op de inventaris ‘verwaarlozing’ kan eveneens geïnventariseerd worden op de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’ en opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd. §2 Woningen of gebouwen die voorkomen op de inventaris ‘ongeschikt en /of onbewoonbaar – onveilig’, kunnen niet worden opgenomen in het leegstandsregister. 8. BEREKENING VAN DE HEFFING Artikel 20: tarief §1 Het bedrag van de basisbelasting wordt vastgesteld op 1250 euro per belastbaar gebouw en/of woning. §2 Het bedrag van de belasting is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: Het bedrag basisbelasting vermeld onder § 1 vermenigvuldigd met (x +1), waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw en/of de woning zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris of het leegstandsregister. X mag niet meer bedragen dan 4. §3 Indien een woning of gebouw is opgenomen op verschillende inventarissen en / of het leegstandsregister zoals bedoeld in art. 4, is de voormelde belasting verschuldigd per afzonderlijke opname in een inventarislijst. 9. VRIJSTELLINGEN Artikel 21: aanvraag vrijstelling §1 Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier. §2 Bij opname in de inventaris moet de aanvraag voor vrijstelling van de heffing worden ingediend via beveiligde zending voor het verstrijken van de toepasselijke inventarisatiedatum. §3 De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in artikel 21bis tot en met artikel 31 dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie. Artikel 21bis: vrijstelling voor houder zakelijk recht met beperkte handelingsbekwaamheid De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Artikel 22: vrijstelling voor woningen waarbij de woning het enige bezit is §1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien hij houder van het zakelijk recht is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning. Deze vrijstelling geldt op voorwaarde dat dit enige eigendom ook door de houder van het zakelijk recht zelf effectief wordt bewoond als hoofdverblijfplaats. Deze vrijstelling kan verleend worden voor woningen die opgenomen zijn op de ‘inventaris verwaarlozing’, maar niet voor woningen opgenomen in het ‘leegstandsregister’. Indien de woning is opgenomen op de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig’ kan de vrijstelling bekomen worden voor woningen die ongeschikt werden verklaard, maar niet voor woningen waarin een ontruiming van de woning is opgelegd via een besluit tot ‘ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring’ of ‘onbewoonbaarverklaring’. §2. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de houder van het zakelijk recht laatste bewoner is van een woning die hij als hoofdverblijfplaats gebruikte en waarvan de woning de enige woning in zijn bezit is, in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een instelling. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 3 jaar vanaf de datum van de opname in de erkende ouderenvoorziening of instelling. Deze vrijstelling wordt enkel verleend voor de opname op het leegstandsregister en niet voor de opname op de inventaris ‘ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig’ of ‘verwaarlozing’ Artikel 23: vrijstelling voor een nieuwe houder van het zakelijk recht §1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die minder dan twee jaar houder is van het zakelijk recht van de woning en /of het gebouw wordt vrijgesteld van belasting gedurende een periode van 2 jaar vanaf het moment van overdracht van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan: a) vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap;
Gemeenteraad van 30 december 2013
1109
b) bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament. §2 Indien het zakelijk recht van een woning en / of gebouw wordt overgedragen tijdens de periode van vrijstelling, zoals bepaald in § 1, dan vervalt de vrijstelling en wordt de belasting voor het lopende aanslagjaar verschuldigd voor zover de inventarisatiedatum valt voor de datum van de notariële akte tot overdracht van het zakelijk recht. De vrijstelling vervalt niet indien voldaan is aan onderstaande voorwaarden: - het geïnventariseerde pand een woning is die op het moment van de overdracht van het zakelijk recht enkel is opgenomen in de inventaris ‘leegstand’ - uit een conformiteitsattest blijkt dat de woning voor de overdracht van het zakelijk recht, na het voltooien van renovatiewerkzaamheden, voldoet aan de minimale kwaliteitsnormen zoals voorzien in de Vlaamse Wooncode Artikel 24: vrijstelling voor renovatie §1 Er wordt in een periode van 10 jaar aan de houder van het zakelijk recht éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de woning en / of het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt. § 2 De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel a) indien het gaat om werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is een goedgekeurde niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning of een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, zijn gemachtigde of de gemeentelijke administratie. De stedenbouwkundige vergunning of de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning moeten aangevuld worden met een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de documenten wordt toegelicht. b) Indien het gaat om niet-vergunningsplichtige werken aan de hand van een renovatienota zoals bedoeld in art. 2 lid 17 van dit reglement. Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt. §3 De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in schijven van één jaar. §4 De eerste schijf gaat in op datum van ontvangst van ofwel de stedenbouwkundige vergunning of de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en het gedetailleerd tijdschema, ofwel de volledige renovatienota. In het geval dat de eerste schijf wordt verleend op basis van een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en een tijdschema, wordt de vrijstelling ongedaan gemaakt als de stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt. §5 De aanvraag van de tweede en de derde schijf moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s. §6 De aanvraag van de tweede schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd. §7 De aanvraag van de derde schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de tweede schijf verstrijkt. Om voor de derde schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of het gedetailleerd tijdschema. De toekenning van de derde schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken niet uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of het gedetailleerd tijdschema, dan wordt de toekenning van de derde schijf geweigerd. §8 Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot de woning en / of gebouw, dan wordt de toekenning van een tweede of derde schijf automatisch geweigerd. §9 Woningen of gebouwen die zowel op de inventaris ‘verwaarlozing’ als in het leegstandsregister voorkomen en die dankzij een renovatie geschrapt worden van de inventaris ‘verwaarlozing’, maar nog wel leegstaan, krijgen een extra vrijstelling van één jaar voor het wegwerken van de leegstand.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1110
§10 Indien het zakelijk recht van een woning en / of gebouw wordt overgedragen tijdens één van de schijven van vrijstelling, zoals bepaald in § 4, 6 en 7, dan vervalt de vrijstelling en wordt de belasting voor het lopende aanslagjaar verschuldigd voor zover de inventarisatiedatum valt voor de datum van de notariële akte tot overdracht van het zakelijk recht. De vrijstelling vervalt niet indien voldaan is aan onderstaande voorwaarden: - het geïnventariseerde pand een woning is die op het moment van de overdracht van het zakelijk recht enkel is opgenomen in de inventaris ‘leegstand’ - uit een conformiteitsattest blijkt dat de woning voor de overdracht van het zakelijk recht, na het voltooien van renovatiewerkzaamheden, voldoet aan de minimale kwaliteitsnormen zoals voorzien in de Vlaamse Wooncode. Artikel 25: vrijstelling voor woningen waarvoor renovatiehuurcontract werd afgesloten met een sociaal verhuurkantoor De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien voor de woning een renovatiehuurcontract werd afgesloten met een sociaal verhuurkantoor, gedurende een periode van twee jaar vanaf de datum van de het renovatiehuurcontract. Artikel 26: vrijstelling voor woningen en /of gebouwen binnen onteigeningsplan De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen binnen de grenzen liggen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid. Artikel 27: vrijstelling voor woningen en /of gebouwen erkend als monument De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling of waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat het monument in de bestaande toestand bewaard mag blijven. Artikel 28: vrijstelling voor woningen en / of gebouwen die getroffen worden door een ramp De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen getroffen zijn door een ramp, die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingsplichtige, gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de ramp. Artikel 29: vrijstelling voor woningen en/of gebouwen die onderwerp vormen van een gerechtelijke procedure De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de gebouwen en/of woningen waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een van een gerechtelijke procedure, vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot 2 jaar na het einde van de onmogelijkheid. Bij deze aanvraag moeten stukken zijn gevoegd op basis waarvan de stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek of de gerechtelijke procedure kan worden afgeleid, en waaruit blijkt dat het effectief gebruik van van het gebouw en/of woning onmogelijk is omwille van deze procedure. Artikel 30: Vrijstelling voor de leegstand van een woning gelegen boven een gebouw dat effectief in gebruik is en waarvan de gevelbreedte beperkt is §1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting voor leegstand van de woning indien deze woning gelegen is boven een gebouw, maar enkel voor zover aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan: - De woning is niet afsplitsbaar van het gebouw. Een woning is eerst afsplitsbaar ze indien na sloping van het gebouw kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. - Het gebouw effectief gebruikt wordt overeenkomstig de functie en niet kan beschouwd worden als een leegstaand gebouw. - De gevelbreedte van het gebouw aan de straatkant minder dan 6 meter bedraagt. Indien meer gevels aan de straatkant palen dient elke gevel minder dan 6 meter te bedragen. - De woning niet toegankelijk is via een afzonderlijke toegang vanaf het openbaar domein of vanaf een aan het openbaar domein palende private toegangsweg of buitenruimte die toebehoort aan de houder van het zakelijk recht . Een afzonderlijke toegang is een toegang die leidt naar één of meer woningen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1111
boven hetzelfde gebouw, waarbij de woningen onafhankelijk van het gebouw op het gelijkvloers kunnen betreden worden via een afzonderlijke deur en vaste trap. §2 Deze vrijstelling niet van toepassing indien, aan een of meerdere van de volgende voorwaarden is voldaan: - indien een bestaande afzonderlijke toegang verwijderd werd zonder dat hiervoor de noodzakelijke stedenbouwkundige vergunningen werden bekomen. - Indien een afzonderlijke toegang kan gerealiseerd worden en hiervoor een stedenbouwkundige vergunning kan verkregen worden langs een andere zijde dan de gevels aan de straatzijde, m.n. via een aan het openbaar domein palende private toegangsweg of buitenruimte die toebehoort aan de houder van het zakelijk recht . - Indien een gemeenschappelijke toegang aanwezig is of voorzien kan worden via aanpalende woningen en / of gebouwen die toebehoren aan de houder van het zakelijk recht. Artikel 31: vrijstelling voor de leegstand van een gebouw gelegen in het kernwinkel- of het winkelgroeigebied dat ter beschikking wordt gesteld in functie van het stimuleren van ondernemerschap §1.Om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen moet het gebouw gelegen zijn in een van de straten van het kernwinkel- of winkelgroegebied in het centrum zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad van de stad Turnhout in zitting van 13 januari 2003 en latere wijzigingen. §2. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt voor vrijgesteld van belasting indien hij het gebouw ter beschikking stelt voor tijdelijke invulling, zoals pop-up stores en startende ondernemers. De vrijstelling wordt verleend op basis van voorlegging van de ondertekende overeenkomst tot ter beschikkingstelling aangegaan tussen de houder van het zakelijk recht en de vzw Centrummanagement. De vrijstelling gaat in op de datum van ondertekening van de overeenkomst. De vrijstelling wordt verleend voor de duurtijd van de overeenkomst, met een maximum van 2 jaar. Indien de overeenkomst vroegtijdig wordt stopgezet, wordt de vrijstelling eveneens beëindigd. 10. INKOHIERING EN REGELING VAN GESCHILLEN Artikel 32 : wijze van inning De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. 11. OVERGANGSMAATREGELEN Art 32 bis : overgangsmaatregelen §1 Woningen en / of gebouwen die werden geïnventariseerd als ‘ongeschikt-onbewoonbaar-onveilig’ en woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als verwaarloosd overeenkomstig de bepalingen van de verordening van belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt , onveilig, verwaarloosd of leegstaand zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2007, 17 december 2008, 16 december 2009, 15 december 2010, 21 december 2011 en 24 juni 2013 en die op 31 december 2013 nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen op de inventarissen met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum. §2 Woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als ‘leegstand’ overeenkomstig de bepalingen van de verordening van belasting op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt , onveilig, verwaarloosd of leegstaand zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 21 december 2007, 17 december 2008, 16 december 2009, 15 december 2010, 21 december 2011 en 24 juni 2013 en die op 31 december 2013 nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen in het leegstandsregister met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum, overeenkomstig de bepalingen van boek 7 titel 3 hoofdstuk 2 van het decreet grond- en pandenbeleid en het besluit houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Dienst financiën 018b. Goedkeuring te hechten aan de stedelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten. Samenvatting De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het reglement van een eigen stedelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1112
Motivering Juridische grond - de bepalingen van het gemeentedecreet - het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen en aanvullingen terzake - de Grondwet, en meer bepaald 170§ 4. Argumentatie In de beleidsovereenkomst stedenfonds 2003 – 2007 en in de beleidsovereenkomst stedenfonds 2008 – 2013 wordt er voor gekozen om als stad een actief woonbeleid uit te bouwen. De stad opteert er onder meer voor om het aanbod aan betaalbare en kwaliteitsvolle woningen te verhogen en om de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de woonomgeving te verhogen. Sturen op kwaliteit en aanbod kan zowel via stimulerende als sanctionerende middelen. Naast de inzet van het instrumentarium ruimtelijke ordening en kwaliteitsbewaking, een actief gronden pandenbeleid, premies, … werd ook het gericht inzetten van een heffing op leegstand, verkrotting en verwaarlozing voorgesteld om tot de realisatie van dit beleid bij te dragen. Besluit De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het belastingreglement op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten. Belastingreglement op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten. 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Definities De volgende begrippen worden gebruikt: 1. administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de inventarissen bedoeld in art. 4. 2. bedrijfsruimte: de verzameling van alle percelen van dezelfde eigenaar waarop zich ten minste één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen, waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden, plaatsvindt of kan plaatsvinden. Om onder de toepassing van dit reglement te vallen dient de verzameling een minimale oppervlakte te hebben van 5 aren (500 m²). 3. beveiligde zending: een van de hiernavolgende betekeningswijzen, hetzij een aangetekend schrijven, hetzij een afgifte tegen ontvangstbewijs. 4. college: college van burgemeester en schepenen van de stad Turnhout. 5. economische activiteit: iedere industriële, ambachtelijke, handels-, diensten-, landbouw- of tuinbouw-, opslag- of administratieve activiteit. 6. inventarisatiedatum: de datum waarop de bedrijfsruimte voor de eerste maal in de inventaris of in het leegstandsregister wordt opgenomen of, zolang de bedrijfsruimte niet uit de inventaris of het leegstandsregister is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving. 7. leegstaande bedrijfsruimte: een bedrijfsruimte die voor meer dan 50 procent van de totale vloeroppervlakte niet effectief wordt gebruikt overeenkomstig de functie van de bedrijfsruimte gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van de bedrijfsruimte is deze die stedenbouwkundig vergund of vergund geacht is. 8. onafgewerkte bedrijfsruimte: een bedrijfsruimte, waarvan de werken zijn aangevat, die niet winddicht is binnen de drie jaar na de aanvang van de werken, waardoor de stedenbouwkundige vergunning van is komen te vervallen, overeenkomstig titel 4 hoofdstuk 6 afdeling 1 art. 4.6.2. § 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen. 9. onveilige bedrijfsruimte: bedrijfsruimte waarvoor conform artikels 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet door de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid saneringswerken of – maatregelen werden opgelegd of een bevel tot sloping is uitgesproken. 10. ramp: een gebeurtenis die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag, … 11. renovatienota: een nota die bestaat uit 1) een gedetailleerd overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningsplichtige werken worden uitgevoerd 2) een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht 3) een gedetailleerd bestek van een geregistreerd aannemer of van de belastingplichtige indien hij zelf de werken zal uitvoeren 4) fotoreportage met weergave van de
Gemeenteraad van 30 december 2013
1113
bestaande toestand van de te renoveren onderdelen en 5) indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars. 12. ruïne of restant van een bedrijfsruimte: bedrijfsruimte waarvan niet alle gebouwelementen nog aanwezig zijn. Een ruïne of restant van een bedrijfsruimte wordt beschouwd als een verwaarloosde bedrijfsruimte. 13. verwaarloosde bedrijfsruimte: een bedrijfsruimte met zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan bijvoorbeeld buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst, dakgoten of glas. De verwaarlozing wordt vastgesteld in een verslag op basis van punten, waarbij ieder teken van verval een bepaald aantal punten oplevert. Het verslag en het aantal punten wordt in bijlage bijgevoegd. Artikel 2: Belastbare grondslag Met ingang van 1 januari 2014 en voor een periode eindigend op 31 december 2019 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op bedrijfsruimte die voorkomen op een van de gemeentelijke inventarissen zoals bedoeld in art. 4. Dit belastingsreglement wordt bekend gemaakt conform artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. 2 BELASTINGPLICHTIGE Artikel 3: Belastingplichtige §1 Als belastingplichtige (van de eerste belasting) wordt beschouwd de houder van een van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een bedrijfsruimte op het ogenblik van het verstrijken van de eerste periode van 12 maanden na de opname in één van de in art. 4 bedoelde inventarissen: - de volle eigendom; - het recht van opstal of van erfpacht; - het vruchtgebruik. §2 Zolang de bedrijfsruimte niet is geschrapt uit de in art. 4 bedoelde inventarissen, wordt de houder van een van de in vorige § vermelde zakelijke rechten, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, als belastingplichtige beschouwd. §3 Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon dan geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. §4 Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in §1, overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van de bedrijfsruimte in de inventaris. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. §5 Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per beveiligde zending aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: - naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; - datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; - nauwkeurige aanduiding van de overgedragen bedrijfsruimte. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. 3 DE INVENTARISSEN Artikel 4: inventarissen §1 De administratie maakt drie afzonderlijke inventarissen op: - inventaris ‘onveilige bedrijfsruimten’ - inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’. De inventaris kan uit meerdere lijsten bestaan. - inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ §2 De administratie is bevoegd om de leegstand of de verwaarlozing van een bedrijfsruimte op te sporen en in een administratieve akte vast te stellen. §3 Onverminderd de toepassing van art. 89bis van het wetboek van strafvordering en overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, hebben de genoemde ambtenaren toegang tot de bedrijsfruimten om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een bedrijsfruimte verwaarloosd is of leegstaat.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1114
4
INVENTARISATIE ONVEILIG
BEDRIJFSGEBOUWEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS
Artikel 5: De inventaris De administratie maakt een inventaris ‘onveilige bedrijfsruimten’ op. Artikel 6: Opname op de inventaris §1 De inventarisatie van onveilige bedrijsfruimten gebeurt op datum van het respectieve besluit van de burgemeester. §3 De administratie geeft de houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, bij beveiligde zending kennis van opname op de inventaris. Artikel 7: Betwistingen inzake vaststelling De opname op de inventaris ’onveilige bedrijfsruimten’ , kan niet in het kader van dit reglement inhoudelijk betwist worden, behoudens een fiscaal bezwaar bedoeld in artikel 33. De inhoudelijke betwisting is niet mogelijk aangezien de beroepsprocedure tegen een onveiligverklaring wordt behandeld door de bevoegde rechtbank. Artikel 8: Schrapping §1 De bedrijfsruimten waarvoor de Burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid een bevel tot sloping heeft uitgevaardigd, worden geschrapt uit de inventaris zodra de sloping voltooid en het terrein volledig van puin geruimd is. §2 De bedrijfsruimten waarvoor de Burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid, saneringswerken of –maatregelen heeft opgelegd, worden geschrapt uit de inventaris zodra het verslag ter controle bevestigt dat de opgelegde werken uitgevoerd zijn. 5. INVENTARISATIE BEDRIJFSRUIMTEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS VERWAARLOOSD Artikel 9: De inventaris §1 De administratie maakt een inventaris ‘verwaarlozing’ op met afzonderlijke lijsten van: - verwaarloosde bedrijfsruimten; - ruïnes of restanten; - onafgewerkte bedrijsfruimten. §2 Een bedrijfsruimte kan slechts op één lijst van de inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’ tegelijkertijd worden opgenomen. Artikel 10: Vaststelling §1 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de verwaarlozing van een bedrijsfruimte op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte, aan de hand van het verslag ‘verwaarlozing’ bijgevoegd als bijlage 1. §2 Een ruïne of restant wordt beschouwd als de zwaarste staat van verwaarlozing. De vaststelling aan de hand van het verslag ‘verwaarlozing’ bijgevoegd als bijlage 1. §3 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de onafgewerktheid van een bedrijfsruimte op te sporen, en vast te stellen in een administratieve akte aan de hand van het verslag ‘onafgewerktheid’ bijgevoegd als bijlage 2. §4 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt bij beveiligde zending in kennis gesteld van de administratieve akte. Artikel 11: Betwistingen inzake vaststelling §1 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, kan de administratieve akte van verwaarlozing of onafgewerktheid binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van de kennisgeving betwisten en binnen dezelfde termijn en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat de bedrijfsruimte niet verwaarloosd of onafgewerkt is of herstellingen uitvoeren. § 2 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die de administratieve akte wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Het bezwaarschrift, dat ingediend wordt met een aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs, dient gedagtekend te zijn en bevat minimaal de volgende gegevens: - de identiteit en adres van de indiener; - de aanwijzing van de administratieve akte van verwaarlozing en van de bedrijfsruimte waarop het beroepschrift betrekking heeft; - een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van artikel 10 van het reglement. §3 Het college doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het bezwaar geacht te zijn aanvaard.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1115
Artikel 12: Opname op de inventaris Indien de beslissing tot opname in de inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’ niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, worden de verwaarloosde en / of onafgewerkte bedrijfsruimten opgenomen op de inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’ op de datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing of onafgewerktheid. Artikel 13: Schrapping §1 De verwaarloosde bedrijfsruimten of ruïnes of restanten worden geschrapt uit de ‘inventaris verwaarloosde bedrijfsruimten’ op datum van de vaststelling door de administratie dat de bedrijfsruimten volgens de criteria van het technisch verslag niet meer als verwaarloosd of niet meer als ruïne of restant kunnen worden beschouwd. §2 De onafgewerkte bedrijfsruimten worden geschrapt uit de inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’ op datum van de vaststelling door de administratie dat de bedrijfsruimten wind- en waterdicht zijn. §3 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingsplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 11 § 2 van het reglement. § 4 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. § 5 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van deze na de betekenning van het schrijven, vermeld in art. 13 § 4 van het reglement kan een zakelijk gerechtigde, bedoeld in art. 3, bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van schrapping. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. 6. BELASTING OP BEDRIJFSRUIMTEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS LEEGSTAAND Artikel 14: De inventaris § 1 De administratie maakt een inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ op. § 2 Een bedrijfsruimte die reeds is geïnventariseerd op de inventaris ‘onveilige bedrijfsruimten’ wordt niet opgenomen in de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’. Artikel 15: Vaststelling §1 Het vermoeden van leegstand van de bedrijfsruimten kan mede gebeuren op basis van een of meerdere van onderstaande indicaties: - het aanbieden als “te huur” of “te koop”, - het ontbreken van aansluitingen voor nutsvoorzieningen of het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten tenzij de houder van het zakelijk recht hiervoor een verantwoording kan geven gesteund op zijn toestand. - de aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van een leegstand of onproductiviteit, getuigenissen, - het ontbreken van een vestigings- /ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor ondernemingen - het ontbreken van aangeduide openingsuren die duidelijk maken aan de consument wanneer er klanten terecht kunnen - andere indicaties die ter plaatse kunnen worden vastgesteld zoals opgesomd in het technisch verslag bijgevoegd in bijlage 3. §2 Een andere gebruik van een bedrijfsruimte dan het gebruik in overeenstemming met de functie, wordt niet aanvaard als zijnde gebruik §3 De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand van een bedrijfsruimte op te sporen en vast te stellen in een administratieve akte , aan de hand van het verslag bijgevoegd in bijlage 3. §4 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van deze administratieve akte. Artikel 16: Betwistingen inzake vaststelling §1 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, kan de administratieve akte van leegstand binnen 30 dagen, ingaand de dag na deze van het ontvangen van de administratieve akte van leegstand betwisten en met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed, het bewijs leveren dat een leegstaand bedrijfsruimte effectief gebruikt wordt.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1116
§2 De houder van het zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die de inventarisatie wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college. Het beroepschrift, dat ingediend wordt met een aangetekende brief of door afgifte tegen ontvangstbewijs, dient gedagtekend te zijn en bevat minimaal de volgende gegevens te bevatten: - de identiteit en adres van de indiener, - de aanwijzing van de administratieve akte van leegstand en van de bedrijfsruimte waarop het bezwaarschrift betrekking heeft, een of meer bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van artikel 15 van dit reglement §3 De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. §4 Het college doet uitspraak over het beroepschrift en betekent zijn beslissing aan de indiener binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het bezwaarschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het bezwaar geacht te zijn aanvaard. Artikel 17: Opname in het leegstandsregister Indien de beslissing tot opname in de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, neemt de administratie de bedrijfsruimte op in de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’op vanaf de datum vanaf de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand. Artikel 18: Schrapping §1 Een bedrijfsruimte wordt geschrapt uit de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ indien meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte, na de periode van leegstand, meer dan 6 opeenvolgende maanden effectief wordt gebruikt overeenkomstig de functie De ingebruikname moet door de belastingsplichtige gemeld worden aan de administratie. De periode van 6 maanden begint te lopen vanaf het moment van vaststelling door de administratie via een plaatsbezoek van het effectief gebruik volgens de bestemming. Na 6 maanden wordt opnieuw een plaatsbezoek uitgevoerd. Wanneer blijkt dat de bedrijfsruimte nog steeds in gebruik is volgens de bestemming,dan wordt het geschrapt op datum van de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie kan steeds een tussentijds plaatsbezoek uitvoeren. Indien tijdens deze tussentijdse controle wordt vastgesteld dat het gebouw niet in gebruik is, dan wordt de procedure tot schrapping stopgezet. §2 Een bedrijfsruimte, waarvoor een bestemmingswijziging werd aangevraagd en vergund, wordt geschrapt uit de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ op datum van de opmaak van het verslag ter controle van de bestemmingswijziging, dat de wijziging bevestigt, op voorwaarde dat het gebruik in overeenstemming is met de nieuwe functie. De bestemmingswijziging moet door de belastingsplichtige gemeld worden aan de administratie en gestaafd worden met een kopie van de stedenbouwkundige vergunning tot bestemmingswijziging. §3 Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingsplichtige aan de administratie, op de wijze, vermeld in art. 16 § 2 van het reglement. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek. §4 De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. §5 Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag van deze na de betekenning van het schrijven, vermeld in art. 18 §4 van het reglement kan een zakelijk gerechtigde, bedoeld in art. 3, bij het college beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van schrapping. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het college doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. 7. SAMEN VOORKOMEN INVENTARISSEN Artikel 19: Samen voorkomen inventarissen §1 Een bedrijfsruimte die voorkomt op de inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’ kan eveneens geïnventariseerd worden op de inventaris ‘onveilige bedrijfsruimten’ en opgenomen worden de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ en omgekeerd.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1117
§2 Bedrijfsruimten die voorkomen op de inventaris ‘onveilige bedrijfsruimten’, kunnen niet worden opgenomen in de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’. 8. BEREKENING VAN DE HEFFING Artikel 20: Berekening van de heffing §1 Het bedrag van de basisbelasting wordt vastgesteld op 1250 euro per bedrijfsruimte. §2 Het bedrag van de belasting is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: Het bedrag basisbelasting vermeld onder § 1 vermenigvuldigd met (x +1), waarbij x gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat de bedrijfsruimte zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris. X mag niet meer bedragen dan 4. §3 Indien een bedrijfsruimte is opgenomen op verschillende inventarissen zoals bedoeld in art. 4, is de voormelde belasting verschuldigd per afzonderlijke opname in een inventarislijst. 9. VRIJSTELLINGEN Artikel 21: Aanvraag vrijstelling §1 Een vrijstelling van de heffing kan aangevraagd worden door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier. §2 Bij opname in de inventaris moet de aanvraag voor vrijstelling van de heffing worden ingediend via beveiligde zending voor het verstrijken van de toepasselijke inventarisatiedatum. §3 De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals beschreven in artikel 22 tot en met artikel 32 dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie. Artikel 22: Vrijstelling voor houder zakelijk recht met beperkte handelingsbekwaamheid De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Artikel 23: Vrijstelling voor de leegstand van een bedrijfsgebouw waatvan de oorspronkelijke beoefenaar van de economische activiteit houder is van het zakelijk recht en een gedeelte van het bedrijfsgebouw bewoont §1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting voor de leegstand van een bedrijfsruimte en waarvan een niet af te splitsen gedeelte wordt bewoond door de vroegere uitbater van de economische activiteit en deze vroegere uitbater tevens de houder is van het zakelijk recht van het gebouw. Een gedeelte wordt beschouwd als afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 5 jaar vanaf de datum van de administratieve akte. §2. Deze vrijstelling wordt enkel verleend voor de opname op de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ en niet voor de opname op de inventaris ‘onveilige bedrijfsruimten’ of ‘verwaarloosde bedrijfsruimten.’ Artikel 24: Vrijstelling voor een nieuwe houder van het zakelijk recht §1 De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, die minder dan twee jaar houder is van het zakelijk recht van de bedrijfsruimte wordt vrijgesteld van belasting gedurende een periode van 2 jaar vanaf het moment van overdracht van het zakelijk recht. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan: a) vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap; b)bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament. §2 Indien het zakelijk recht van een woning en / of gebouw wordt overgedragen tijdens de periode van vrijstelling, zoals bepaald in § 1, dan vervalt de vrijstelling en wordt de belasting voor het lopende aanslagjaar verschuldigd voor zover de inventarisatiedatum valt voor de datum van de notariële akte tot overdracht van het zakelijk recht. Artikel 25: Vrijstelling voor renovatie §1 Er wordt in een periode van 10 jaar aan de houder van het zakelijk recht éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de bedrijfsruimte, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt. § 2 De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van ofwel a)indien het gaat om werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is een goedgekeurde nietvervallen stedenbouwkundige vergunning of een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, zijn gemachtigde of de gemeentelijke administratie. De stedenbouwkundige vergunning of de schriftelijke
Gemeenteraad van 30 december 2013
1118
bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning moeten aangevuld worden met een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de documenten wordt toegelicht. b) Indien het gaat om niet-vergunningsplichtige werken aan de hand van een renovatienota zoals bedoeld in art. 1 lid 11 van dit reglement. Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt. §3 De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in schijven van één jaar. §4 De eerste schijf gaat in op datum van ontvangst van ofwel de stedenbouwkundige vergunning of de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en het gedetailleerd tijdschema, ofwel de volledige renovatienota. In het geval dat de eerste schijf wordt verleend op basis van een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning en een tijdschema, wordt de vrijstelling ongedaan gemaakt als de stedenbouwkundige vergunning geweigerd wordt. §5 De aanvraag van de tweede en de derde schijf moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s. §6 De aanvraag van de tweede schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd. §7 De aanvraag van de derde schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de tweede schijf verstrijkt. Om voor de derde schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of het gedetailleerd tijdschema. De toekenning van de derde schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken niet uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of het gedetailleerd tijdschema, dan wordt de toekenning van de derde schijf geweigerd. §8 Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot de bedrijfsruimte, dan wordt de toekenning van een tweede of derde schijf automatisch geweigerd. §9 Bedrijfsruimten die zowel op de inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’ als in de inventaris ‘leegstaande bedrijfsruimten’ voorkomen en die dankzij een renovatie geschrapt worden van de inventaris ‘verwaarloosde bedrijfsruimten’, maar nog wel leegstaan, krijgen een extra vrijstelling van één jaar voor het wegwerken van de leegstand. §10 Indien het zakelijk recht van een woning en / of gebouw wordt overgedragen tijdens één van de schijven van vrijstelling, zoals bepaald in § 4, 6 en 7, dan vervalt de vrijstelling en wordt de belasting voor het lopende aanslagjaar verschuldigd voor zover de inventarisatiedatum valt voor de datum van de notariële akte tot overdracht van het zakelijk recht. Artikel 26: Vrijstelling voor bedrijfsruimten binnen onteigeningsplan De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de bedrijfsruimten binnen de grenzen liggen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid. Artikel 27: Vrijstelling voor bedrijfsruimten erkend als monument De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de bedrijfsruimten die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling of waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat het monument in de bestaande toestand bewaard mag blijven. Artikel 28: Vrijstelling voor bedrijfsruimten die getroffen worden door een ramp De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de bedrijfsgebouwen getroffen zijn door een ramp, die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingsplichtige, gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de ramp. Artikel 29: Vrijstelling voor bedrijfsruimten die onderwerp vormen van een gerechtelijke procedure De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de bedrijfsruimten waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk
Gemeenteraad van 30 december 2013
1119
onderzoek of omwille van een van een gerechtelijke procedure, vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot 2 jaar na het einde van de onmogelijkheid. Bij deze aanvraag moeten stukken zijn gevoegd op basis waarvan de stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek of de gerechtelijke procedure kan worden afgeleid, en waaruit blijkt dat het effectief gebruik van van het bedrijfsruimte onmogelijk is omwille van deze procedure. Artikel 30: Vrijstelling voor bedrijfsruimten die voorwerp uitmaken van een door de OVAM conform verklaard bodemsaneringsproject De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de bedrijfsruimte het voorwerp uitmaakt van een door de OVAM conform verklaard bodemsaneringsproject overeenkomstig titel III, hoofdstuk V van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescheming. Deze vijstelling gaat in op de datum van de aanvraag van de vrijstelling tot aan de datum van de eindverklaring van de OVAM overeenkomstig art. 68 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescheming, evenwel met een maximumtermijn van vijf jaar vanaf de conformverklaring van het bodemsaneringsproject. Artikel 31: Vrijstelling voor bedrijfsruimten die voorwerp uitmaken van een brownfieldconvenant De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt vrijgesteld van belasting indien de bedrijfsruimte het voorwerp uitmaakt van een Brownfieldconvenant, definitief gesloten overeenkomstig hoofdstuk III van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten. Deze vrijstelling geldt tot aan de beëindiging van het Brownfieldconvenant, overeenkomstig art. 10, §3 van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten. Artikel 32: Vrijstelling voor de leegstand van een bedrijfsgebouw gelegen in het kernwinkel- of het winkelgroeigebied dat ter beschikking wordt gesteld in functie van het stimuleren van ondernemerschap §1.Om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen moet het bedrijfsgebouw gelegen zijn in een van de straten van het kernwinkel- of winkelgroegebied in het centrum zoals goedgekeurd door de Gemeenteraad van de stad Turnhout in zitting van 13 januari 2003 en latere wijzigingen. §2. De houder van een zakelijk recht, bedoeld in art. 3, wordt voor vrijgesteld van belasting indien hij het bedrijfsgebouw ter beschikking stelt voor tijdelijke invulling, zoals pop-up stores en startende ondernemers. De vrijstelling wordt verleend op basis van voorlegging van de ondertekende overeenkomst tot ter beschikkingstelling aangegaan tussen de houder van het zakelijk recht en de vzw Centrummanagement. De vrijstelling gaat in op de datum van ondertekening van de overeenkomst. De vrijstelling wordt verleend voor de duurtijd van de overeenkomst, met een maximum van 2 jaar. Indien de overeenkomst vroegtijdig wordt stopgezet, wordt de vrijstelling eveneens beëindigd. 10. INKOHIERING EN REGELING VAN GESCHILLEN Artikel 33: Vestiging en invordering De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Dienst financiën 019. Gunstig advies te verlenen over de achterstallige brandweerbijdragen van de periode 2007-2011 Samenvatting De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bevestigt in haar schrijven van 4 december 2013 het bedrag van de achterstallige brandweerbijdragen voor de periode 2007-2011. De gemeenteraad wordt gevraagd hierover haar advies uit te brengen. Motivering Argumentatie De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bevestigt in haar schrijven van 4 december 2013 het bedrag van de achterstallige brandweerbijdragen voor de periode 2007-2011. Dit bedrag komt neer op een totaal bedrag van 490 407,57 euro als volgt toegewezen: Voor jaar 2007 18 358,37 euro Voor jaar 2008 101.991,046 euro Voor jaar 2009 89 823,14 euro Voor jaar 2010 72.500,16 euro
Gemeenteraad van 30 december 2013
1120
Voor jaar 2011 207 734,85 euro Het saldo is berekend op basis van de cijfers van de betreffende begrotingsrekeningen doorgegeven door de dienst financiën op 6 november 2013. De gemeenteraad wordt gevraagd hiervoor haar advies uit te brengen. Besluit De gemeenteraad verleent haar advies met betrekking tot het schrijven van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken voor wat betreft de afrekening van de brandweerbijdragen over de periode 2007- 2011 voor een totaal bedrag van 490 407,57 euro. Het advies is gunstig. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. 020. Goedkeuring te hechten aan de afbakening van het kernwinkelgebied en winkelgroeigebied stad Turnhout in het kader van kernversterkende maatregelen. Luc Hermans: meneer Van Lommel Reccino Van Lommel: ja dank u wel voorzitter, collega’s, ja wij stellen toch wel vast dat er op dit moment een onevenwichtig winkelbeleid gevoerd wordt in deze stad waarbij dat ik wil verwijzen naar het onevenwicht tussen centrum en periferie. Naar onze mening moet er echt wel een consequent winkelbeleid gevoerd worden. Het moet menens zijn. Ik meen ook gehoord te hebben ergens op een commissie dat er momenteel een provinciale studie aan de gang is rond winkelen. En ik zou graag die resultaten daarvan willen afwachten en op dit punt zouden wij ons ook graag willen onthouden. Luc Hermans:meneer Brentjens Erwin Brentjens: ja kort wij hebben op de verenigde commissie daar ook aan u een aantal vragen over gesteld. Ook de Nieuw Vlaamse Alliantie pleit voor een ja een gezond evenwicht tussen het kerngebied, het centrumgebied, en de periferie. En langs de andere kant is het toch verheugend vast te stellen, hartversterkend zelfs, dat er in de, tijdens het afgelopen jaar en vandaag heeft er een bepaalde krant daar nog naar verwezen, bijvoorbeeld in de Patersstraat toch de afgelopen 10, 11 maanden 10 nieuwe winkels zijn bijgekomen en dat daar toch heel wat leegstand verdwenen is. Ondanks heel wat negatieve geluiden is dit toch een zeer positief geluid waarmee we het jaar 2013 zeker wat het winkelgebeuren in het Turnhoutse centrum betreft toch kunnen afsluiten. Luc Hermans: goed, meneer Vermeijen Danny Vermeijen: ik blijf het jammer vinden, dat heb ik ook tijdens de verenigde commissie gezegd, dat het deel van de markt tot de Otterstraat tot aan de Klinkstraat dat dat niet helemaal mee opgenomen is. Ik zal wel absoluut ja stemmen maar ik vind het echt een gemiste kans. Ik snap dat er gezegd wordt wij gaan dat evolueren misschien in de latere toekomst nog wel maar ik zie echt niet de reden in waarom dat dat nu er niet bij zit. Dank u. Luc Hermans: goed collega’s toch even wat repliceren. Dus meneer Van Lommel u hebt gelijk dat er een zeker evenwicht moet komen tussen stad, stedelijke kernwinkelgebied en vooral ook de periferie en wij zullen proberen om daar een consequent beleid te voeren. Dat zal niet makkelijk zijn maar zoals u weet wanneer we als stad Turnhout een negatief advies geven wat de socio-economische vergunning betreft en men gaat in beroep zijn wij ook afhankelijk van de instanties die daar uiteindelijk dan over beslissen. En waar wij uiteindelijk ons ook bij neer moeten leggen. Wat die provinciale studie betreft ik heb daar inderdaad naar verwezen op de verenigde commissie maar ik heb ook gezegd dat dit tijdelijke, tijdelijke cijfers zijn, en dat we nog niet over de definitieve cijfers beschikken en ik zal daar zeker ook op terugkomen wanneer we deze definitieve cijfers ook hebben. Meneer Brentjens ik ben samen met u blij in de opleving die dat de Patersstraat heeft gemaakt de laatste maanden. En ik denk ook dat het toch wel duidelijk te merken is dat wanneer iedereen aan dat zelfde zeel wil trekken zowel binnen een straat als binnen een centrum dat er toch wel het één en het ander kan bereikt worden. Meneer Vermeijen wat het winkelkerngebied markt, Otterstraat tot aan de Klinkstraat betreft denk ik dat dat een vergelijk is geweest van voorstel dat eigenlijk gekomen is in samenspraak met eigenaars van panden ook. Ik denk dat wanneer eigenaars bereid zijn om te investeren maar wanneer dat ze het niet direct zien zitten dat deze investering verder zou gaan als winkelpand dat dat dan een nutteloze investering is denk ik dat wij daar een alternatief moeten kunnen bieden. Wel duidelijk met de afspraken met de dienst ruimtelijke ordening dat wanneer die omvormingen gebeuren dat er nog altijd de mogelijkheid moet zijn naar een, het herstellen naar de oorspronkelijke staat, dus wat het winkelpand betreft. En daar zijn ook een aantal beperkingen in genomen u hebt dat op de verenigde commissie kunnen vernemen onder andere elektriciteitsleidingen die dat aan de buitenmuren moeten bevestigd zijn en ook het feit dat er geen dragende constructies in de binnenruimte mogen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1121
aanwezig zijn. Dus ik denk dat daar een oplossing gezocht is samen met de mensen van de straat net zoals dat er bijvoorbeeld in de Patersstraat maar ook in de Korte Gasthuisstraat een uitbreiding gebeurd is van het eerdere voorstel. Goed wordt er de stemming gevraagd? Iedereen gaat akkoord. Reccino Van Lommel: voorzitter, voorzitter, wij gingen ons onthouden Luc Hermans: dus ik heb een onthouding voor het Vlaams Belang. En alle andere raadsleden gaan akkoord. Samenvatting De gemeenteraad stemde in januari 2003 in met het voorstel voor de afbakening van een kernwinkel- en winkelgroeigebied in het centrum van Turnhout i.k.v. een kernversterkend beleid. De afbakening van het winkelgebied in de binnenstad was nodig om ingrepen efficiënt en geconcentreerd te organiseren, zoals bijvoorbeeld de subsidiëring voor renovatie van handelspanden. In januari 2013 werd door de dienst Economie&Werk een analyse gemaakt van het winkelgebeuren in het centrum, de leegstandsproblematiek en de handelsstraten. Er werd ook een evaluatie van de afbakening van het winkelgroei- en kernwinkelgebied en de sterkten en zwakten van de huidige richtlijnen, rekening houdend met toekomstige retailontwikkelingen in het centrum. Er werd een voorstel uitgewerkt voor een aanpassing aan het winkelgroei- en kernwinkelgebied dat rekening houdt met de evolutie in de handelsstraten in de laatste 10 jaar. De gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring te geven voor de aanpassing van de afbakening van het kernwinkel- en winkelgroeigebied van de stad Turnhout. Motivering Voorgeschiedenis Collegebeslissing van 16/12/2002 Gemeenteraadsbeslissing van 13/01/2003 waarin volgende afbakening werd vastgelegd: Als kernwinkelgebied worden aangeduid: - Gasthuisstraat - Korte Gasthuisstraat nummer 1a tot en met 17 en nummer 2 tot en met 6. - Grote Markt nummer 69 tot en met 56 en nummer 73 tot en met 77. Als winkelgroeigebied worden aangeduid: - Grote Markt nummer 1 tot en met 54 en nummer 78. - Korte Gasthuisstraat nummer 19 tot en met nummer 55 en nummer 8 tot en met 36 inclusief een deel van de parking GB. - Victoriestraat volledig - De Merodelei vanaf het station tot aan de Zeshoek met inbegrip van de panden van het Merode-Centrum grenzend aan de Merodelei. - Sint Antoniusstraat en Leopoldstraat volledig. - Warandestraat nummer 2 tot en met 40, nummer 1 tot en met nummer 49. - Zegeplein volledig. - Patersstraat nummer 1 tot en met 75 en nummer 2 tot en met 72. - Baron Frans Du Fourstraat nummer 1 tot en met 7 en nummer 2 tot en met 6. - Otterstraat nummer 1 tot en met 37 en nummer 2 tot en met 32. - Herentalsstraat nummer 1 tot en met 45 en nummer 2 tot en met 42. - Driezenstraat nummer 2 tot en met 14. - Tweetorentjesplein - Groenendaelpassage - Bloemekensgang - Taxandriagalerij - Passage Korte Gasthuisstraat - Driezenstraat De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het plan in bijlage van deze beslissing die de afbakening geografisch weergeven. Het bij de beslissing horend plan geeft de kadastrale en/of fysische grenzen aan van het voor subsidiëring in aanmerking komende gebied en heeft prioriteit op onderstaande opsomming waar er tegenstrijdigheden tussen tekst en plan zouden zijn. Samen met deze afbakening werd bij bouwaanvragen volgende stedenbouwkundige richtlijn gehanteerd: Bij verbouwingen in het kernwinkel- en winkelgroeigebied wordt een verplichting opgelegd om op het gelijkvloers een handelsfunctie te voorzien / te blijven behouden. Feiten en context De dienst Economie&Werk stelt voor om de afbakening als volgt aan te passen (zie plan als bijlage): Het kernwinkelgebied wordt als volgt afgebakend:
Gemeenteraad van 30 december 2013
1122
- Grote Markt volledig - Gasthuisstraat volledig - Leopoldstraat volledig - St. Antoniusstraat volledig - Victoriestraat nrs. 1 t.e.m. 51 en nr. 2 - De Merodelei nrs. 1 t.e.m. 9 en nrs. 2 t.e.m. 22 - Renier Sniedersstraat nr. 2 - Zegeplein nrs. 1 en 2 en 16 - Warandestraat nrs. 47 en 49 - Patersstraat nrs. 5 t.e.m. 73 en 2 t.e.m. 74 - Baron F. du Fourstraat nrs. 2 en 4 - Otterstraat nrs. 1 t.e.m. 7 en 2 t.e.m. 6 - Herentalsstraat nrs. 1 t.e.m. 25 en 2 t.e.m. 18 - Korte Gasthuisstraat nrs. 1 t.e.m. 55 en 2 t.e.m. 36 en Deken Adamsstraat nr. 87 Het winkelgroeigebied wordt als volgt afgebakend: - Patersstraat nrs. 75 t.e.m. 153 en 76 t.e.m. 170 - Binnengebied Otterstraat – Grote Markt – baron F. du Fourstraat – Akkerpad (zoals aangeduid op plan) - Otterstraat nrs. 8 t.e.m. 32 en 9 t.e.m. 43 - Herentalsstraat nrs. 20 t.e.m. 44 en 27 t.e.m. 45 - Warandestraat nrs. 1 t.e.m. 43 en 2 t.e.m. 40 - Zegeplein nrs. 3 t.e.m. 14 - Victoriestraat nrs. 4 t.e.m. 44 - De Merodelei nrs. 11 t.e.m. 95 en 24 t.e.m. 100 In het kernwinkelgebied blijft de verplichting behouden dat er bij verbouwingen steeds een handelsfunctie op het gelijkvloers moet voorzien worden / behouden blijven. In het winkelgroeigebied wordt de mogelijkheid geboden dat langdurig leegstaande handelspanden mogen omgevormd worden naar een woning op het gelijkvloers, mits de omvorming in andere richting vlot mogelijk blijft. Om dit te garanderen wordt een reeks aan stedenbouwkundige voorschriften voor dergelijke verbouwingen opgemaakt door de dienst Ruimtelijke Ordening. De doelstelling blijft dat de kwaliteit van panden in het centrum wordt verbeterd en dat de kwaliteit van het straatbeeld wordt opgewaardeerd. Door een aantal omvormingen toe te laten, bij panden die deze mogelijkheid bieden, wordt er ook een druk gezet op het beschikbare aantal handelspanden, waardoor andere handelspanden sneller ingevuld kunnen worden. Indien de economische toestand zich op lange termijn verbetert en de vraag naar handelspanden terug stijgt, kan een omvorming opnieuw worden aangevraagd. Die zal door de opgelegde voorwaarden dan ook zonder veel ingrepen mogelijk zijn. Advies Gunstig advies van raad van bestuur Centrummanagement van 14 oktober 2013 Gunstig advies Handelsadviesraad van 3 december 2013 Argumentatie De voorgestelde afbakening zal gehanteerd worden bij alle andere kernversterkende maatregelen die in de toekomst geïmplementeerd kunnen worden. Indien er een verlenging of bijkomende subsidieregeling voor handelspanden in het centrum ingevoerd wordt, kunnen handelspanden in het voorgestelde kernwinkel- en winkelgroeigebied hiervoor in aanmerking komen. Deze maatregel past in een reeks van aanpassingen in functie van het kernversterkend beleid en vormt de basis voor de keuze in handelspanden waar een actieve werking voor wordt opgestart in kader van het project winkelincubator. De afbakening vormt de basis voor het werkingsgebied van Centrummanagement vzw. De doelstelling van het project ‘winkelincubator’ is een gecombineerde aanpak van leegstandsproblematiek en de ondersteuning van (startende) zelfstandigen in het centrum van Turnhout. Besluit De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de afbakening van het kernwinkelgebied en het winkelgroeigebied van de stad Turnhout: Het kernwinkelgebied wordt als volgt afgebakend: - Grote Markt volledig - Gasthuisstraat volledig
Gemeenteraad van 30 december 2013
1123
- Leopoldstraat volledig - St. Antoniusstraat volledig - Victoriestraat nrs. 1 t.e.m. 51 en nr. 2 - De Merodelei nrs. 1 t.e.m. 9 en nrs. 2 t.e.m. 22 - Renier Sniedersstraat nr. 2 - Zegeplein nrs. 1 en 2 en 16 - Warandestraat nrs. 47 en 49 - Patersstraat nrs. 5 t.e.m. 73 en 2 t.e.m. 74 - Baron F. du Fourstraat nrs. 2 en 4 - Otterstraat nrs. 1 t.e.m. 7 en 2 t.e.m. 6 - Herentalsstraat nrs. 1 t.e.m. 25 en 2 t.e.m. 18 - Korte Gasthuisstraat nrs. 1 t.e.m. 25 en 2 t.e.m. 36 Het winkelgroeigebied wordt als volgt afgebakend: - Patersstraat nrs. 75 t.e.m. 153 en 76 t.e.m. 170 - Binnengebied Otterstraat – Grote Markt – baron F. du Fourstraat – Akkerpad (zoals aangeduid op plan) - Otterstraat nrs. 8 t.e.m. 32 en 9 t.e.m. 43 - Herentalsstraat nrs. 20 t.e.m. 44 en 27 t.e.m. 45 - Warandestraat nrs. 1 t.e.m. 43 en 2 t.e.m. 40 - Zegeplein nrs. 3 t.e.m. 14 - Korte Gasthuisstraat nrs. 27 t.e.m. 55 en Deken Adamsstraat nr. 87 - Victoriestraat nrs. 4 t.e.m. 44 - De Merodelei nrs. 11 t.e.m. 95 en 24 t.e.m. 100 De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het plan in bijlage van deze beslissing die de afbakening geografisch weergeven. Het bij de beslissing horend plan geeft de kadastrale en/of fysische grenzen aan van het voor subsidiëring in aanmerking komende gebied en heeft prioriteit op onderstaande opsomming waar er tegenstrijdigheden tussen tekst en plan zouden zijn. De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Economie 021. Goedkeuring te hechten aan de verlenging van het convenant tussen Stad Turnhout en a) De 7de Wereld vzw; b) het Provinciaal documentatiecentrum Atlas vzw; c) Moederzorg vzw; d) Arktos vzw in het kader van de schoolondersteuning en het korte programma time-out tot en met 31 december 2014 Luc Hermans: meneer Meeus Paul Meeus: voorzitter op die vier punten willen wij ons onthouden. Luc Hermans: alle andere raadsleden gaan akkoord? Dus ik heb een onthouding op alle punten van punt 21 dus a, b, c, en d. En alle andere raadsleden gaan akkoord. 021a. Goedkeuring te hechten aan de verlenging van het convenant tussen Stad Turnhout en De 7de Wereld vzw tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant 2014 met De 7de Wereld vzw goed tot en met 31 december 2014.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1124
Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Waar nodig worden ze nu met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Stad Turnhout verbindt zich er toe voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van 1 250 euro ter beschikking te stellen voor De 7de Wereld vzw voor de werkingsperiode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig het convenant voor 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant met De 7de Wereld vzw goed tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant De 7de Wereld vzw 1 250 EUR 0909/6499039 De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Gelijke Kansen 021b. Goedkeuring te hechten aan de verlenging van het convenant tussen Stad Turnhout en het Provinciaal Documentatiecentrum Atlas vzw tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant met het Provinciaal Documentatiecentrum Atlas vzw goed tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1125
Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Waar nodig worden ze nu met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Stad Turnhout verbindt zich er toe voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van 30 000 euro ter beschikking te stellen voor het Provinciaal Documentatiecentrum Atlas vzw voor de werkingsperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig het convenant voor 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant met het Provinciaal Documentatiecentrum Atlas vzw goed tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant Provinciaal 30 000 EUR 0902/6499038 Documentatiecentrum Atlas vzw De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Opvolging Origineel Gelijke Kansen 021c. Goedkeuring te hechten aan de verlenging van het convenant tussen Stad Turnhout en Moederzorg vzw tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant met Moederzorg vzw goed tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1126
Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Waar nodig worden ze nu met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Stad Turnhout verbindt zich er toe voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van 1 250 euro ter beschikking te stellen voor Moederzorg vzw voor de werkingsperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant met Moederzorg vzw goed tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant Moederzorg vzw 1 250 EUR 0908/6499030 De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden Opvolging Origineel Gelijke Kansen 021d. Goedkeuring te hechten aan de verlenging van het convenant tussen Stad Turnhout en Arktos vzw in het kader van de schoolondersteuning en het korte programma time-out tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant met Arktos vzw goed in het kader van de schoolondersteunende werking en het korte programma time-out tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Ze worden met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1127
Stad Turnhout verbindt zich er toe een bedrag van 24 000 euro ter beschikking te stellen van Arktos vzw voor de uitvoering van de schoolondersteunende werking en het korte programma time-out voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt de verlenging van het convenant met Arktos vzw goed in het kader van de schoolondersteunende werking en het korte programma time-out tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant Arktos vzw 24 000 EUR 0880/6499018 De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden Opvolging Origineel Gelijke Kansen 022. Goedkeuring te hechten aan het convenant 2014 ussen Stad Turnhout en a) ‘t Twijgje vzw; b) Arktos vzw voor de jongerenwerkingAkira; c) T ANTWOORD vzw; d) Huis van de Dialoog; e) CAW Kempen vzw tot en met december 2014 Luc Hermans: meneer Meeus Paul Meeus: ja voorzitter wij willen alleen op punt d ons onthouden, voor de overigen kunnen wij deze goedkeuren. Luc Hermans: dus ik heb voor a, b, c en e de goedkeuring van alle raadsleden. En voor d een onthouding van het Vlaams Belang. En alle andere raadsleden gaan akkoord. 022a. Goedkeuring te hechten aan het convenant tussen Stad Turnhout en ‘t Twijgje vzw tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt het convenant met ’t Twijgje vzw goed tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1128
Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. De convenanten worden met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019 en zo een inhoudelijke afstemming tussen meerjarenplan en convenant te bekomen. Stad Turnhout verbindt zich er toe voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van 5 000 euro ter beschikking te stellen van ’t Twijgje vzw voor de werkingsperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt het convenant met ’t Twijgje vzw goed tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant ’t Twijgje vzw 5 000 EUR 0985/6499027 Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Gelijke Kansen 022b. Goedkeuring te hechten aan het convenant tussen Stad Turnhout en Arktos vzw voor de jongerenwerking Akira tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt het convenant met Arktos vzw goed voor de jongerenwerking Akira tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Waar nodig worden ze nu met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Stad Turnhout verbindt zich er toe voor de uitvoering van de opdracht een bedrag 94 447 euro ter beschikking te stellen voor Arktos vzw voor de jongerenwerking Akira voor de werkingsperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. Daarvoor is het nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1129
Besluit De gemeenteraad keurt het convenant met Arktos vzw goed voor de jongerenwerking Akira tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant Arktos vzw 94 447 EUR 0750/6499028 Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Gelijke Kansen 022c. Goedkeuring te hechten aan het convenant tussen Stad Turnhout en T’ ANtWOORD vzw tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt het convenant met T’ ANtWOORD vzw goed tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Waar nodig worden ze nu met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Stad Turnhout verbindt zich er toe voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van 78 859 euro ter beschikking te stellen voor T’ ANtWOORD vzw voor de werkingsperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Onde voorbehoud van de subsidiëring van de Vlaamse overheid wordt bovendien een bedrag van 2 500 euro ter beschikking gesteld ter bevordering van de vrijetijdsparticipatie van mensen in armoede. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt het convenant met T’ ANtWOORD vzw goed tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant T’ ANtWOORD vzw 78 859 + 2 500 EUR 0909/6499032 Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Gelijke Kansen 022d. Goedkeuring te hechten het convenant tussen Stad Turnhout en Huis van Dialoog vzw tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt het convenant met Huis van de Dialoog vzw goed tot en met 31 december 2014.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1130
Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Waar nodig worden ze nu met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Stad Turnhout verbindt zich er toe voor de uitvoering van de opdracht een bedrag van 10 000 euro ter beschikking te stellen voor Huis van de Dialoog vzw voor de werkingsperiode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt het convenant met Huis van de Dialoog vzw goed tot en met 31 december 2014. De gemeenteraad stemde met 28 stemmen op 31 stemmers nl. van de heer Luc Hermans – voorzitter-schepen, de heer Eric Vos – burgemeester, de heer Francis Stijnen, de heer Peter Segers, mevrouw Astrid Wittebolle, de heer Hannes Anaf, de heer Luc Debondt en de heer Marc Boogers – schepenen, de heer Dimitri Gevers, de heer Erwin Brentjens, de heer Toon Otten, mevrouw Annemie Der Kinderen, mevrouw Katrien Van de Poel, mevrouw Tine De Wilde, mevrouw Katleen De Coninck, mevrouw Pascale Mathé, de heer Marc Van Damme, mevrouw Vera De Jong, de heer Wannes Starckx, de heer Stef Breugelmans, de heer Willy Van Geirt, de heer Guy Van Litsenborg, de heer Peter Roes, de heer Eddy Grooten, mevrouw Josiane Driesen, de heer Danny-Spock Vermeijen, de heer Jan Van Otten en de heer Nic Van Heupen - raadsleden. Er waren 3 onthoudingen nl. van de heer Paul Meeus, de heer Renaat Decoster en de heer Reccino Van Lommel – raadsleden. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant Huis van de Dialoog vzw 10 000 EUR 0902/6499033 Opvolging Origineel Gelijke Kansen 022e. Goedkeuring te hechten aan het convenant tussen Stad Turnhout en CAW De Kempen vzw tot en met 31 december 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt het convenant met CAW De Kempen vzw goed tot en met 31 december 2014. Motivering Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen besloot op 3 november 2008 akkoord te gaan met de uitgangspunten en de algemene krachtlijnen van de nota van de dienst Gelijke Kansen i.v.m. een nieuw stedelijk subsidiebeleid in de welzijnssector en gaf deze dienst opdracht om op basis van de nota een concreet voorstel te doen in verband met de subsidies in de welzijnssector. Op 26 november 2009 ging het college van burgemeester en schepenen akkoord met de algemene opbouw van de convenanten voor de welzijnssector. Gemeenteraad van 30 december 2013
1131
Op 1 maart 2010 en 29 maart 2010 keurde de gemeenteraad respectievelijk 10 en 3 convenanten goed. Op 5 september 2011 en 21 december 2011 keurde de gemeenteraad respectievelijk een uitzondering en een aanpassing van het convenant met het CAW goed. Feiten en context Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 26 november 2009 werden de convenanten uitgewerkt. Waar nodig worden ze nu met een jaar verlengd in afwachting van een definitieve situering binnen het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Stad Turnhout verbindt er zich toe voor de uitvoering van de opdrachten een bedrag van 168 930 euro ter beschikking te stellen voor CAW De Kempen vzw voor de werkingsperiode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Argumentatie Voor de totstandkoming van de convenanten is er uitvoerig overleg gepleegd tussen de verschillende welzijnsorganisaties, OCMW en de diensten Jeugd, Welzijn en Preventie. De convenanten kunnen momenteel nog niet grondig gesitueerd worden aangezien het strategisch meerjarenplan nog niet is goedgekeurd. Het is nodig om het bestaande convenant met 1 jaar te verlengen om de continuïteit te bewaren. In het voorjaar van 2014 worden gesprekken gepland waarin de inhoud wordt afgetoetst binnen het kader van de doelstellingen van het strategisch meerjarenplan 2014-2019. Besluit De gemeenteraad keurt het convenant met CAW De Kempen vzw goed tot en met 31 december 2014. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code Convenant CAW De Kempen vzw 168 930 EUR 0944/6499034 (opvoedingswinkel) 0909/6499035 (Lange Gaank) 0985/6499036 (drugsproject MSOC) 0909/6499037 (straathoekwerk) Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Gelijke Kansen 023. Goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst ter bevordering van de participatie van mensen in armoede en kansengroepen aan het vrijetijdsaanbod 2014-2019 en van het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2014 Samenvatting De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst goed, ter bevordering van de participatie van mensen in armoede en kansengroepen aan het vrijetijdsaanbod 2014-2019, en keurt het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2014 goed. Motivering Voorgeschiedenis Op 18 januari 2008 keurde het Vlaams Parlement het Praticipatiedecreet goed. Op 25 september 2008 keurde het college van burgemeester en schepenen de eerste samenwerkingsovereenkomst goed, ter bevordering van de participatie van mensen in armoede en kansengroepen aan het vrijetijdsaanbod. Op 5 november 2009 nam het college van burgemeester en schepenen kennis van het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2009. Op 30 november 2009 keurde de gemeenteraad het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2009 goed. Op 18 maart 2010 nam het college van het burgemeester en schepenen kennis van het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2010-2013. Op 3 mei 2010 keurde de gemeenteraad het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2010-2013 goed. Op 12 december keurde het college van burgemeester en schepenen de samenwerkingsovereenkomst goed, ter bevordering van de participatie van mensen in armoede en kansengroepen aan het vrijetijdsaanbod 2014-2019,
Gemeenteraad van 30 december 2013
1132
legde dit ter kennisgeving voor aan de gemeenteraad en legde het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2014 ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad. Feiten en context In 1999 werd, op voorstel van een breed overlegplatform ‘sport, cultuur en vrije tijd’ in Turnhout de vrijetijdspas geïntroduceerd als instrument om de participatie van kansengroepen aan het reguliere vrijetijdsaanbod te verhogen. De vrijetijdspas is een persoonlijke pas die mensen met een beperkt inkomen korting geeft bij de deelname aan culturele, sport- en vrijetijdsactiviteiten. In 2003 werd het systeem van de vrijetijdspas uitgebreid naar de dirie andere gemeenten van de stadsregio (Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar). Sinds mei 2011 zijn de toeleidingsvoorwaarden voor de vrijetijdspas gewijzigd. De vrijetijdspas wordt voortaan gekoppeld aan de verhoogde tegemoetkoming in de zieketeverzekering (WIGW en OMNIO). Daarnaast is er nog een uitbreiding naar jongeren die verblijven in een voorziening van bijzondere jeugdzorg op het grondgebied van de stadsregio, personen met een collectieve schuldenregeling die woonachtig zijn in de stadsregio en personen die na een rechtenonderzoek door het OCMW nood blijken te hebben aan een vrijetijdspas en die woonachtig zijn in de stadsregio. Vanaf 2012 worden inwoners van Turnhout die in aanmerking komen voor de verhoogde tegemoetkoming achterhaald dankzij een samenwerking met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Stad Turnhout bezorgt deze mensen via de post een vrijetijdspas zodat een automatische toekenning gerealisserd wordt. Concreet betekent dit dat door de automatische toekenning vanaf 2012 veel meer mensen een vrijetijdspas krijgen. Uit de cijfers blijkt dat 1 229 vrijetijdspassen in omloop waren in 2010 en 6 249 op 1 oktober 2013. Het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen geeft een subsidie in het kader van lokale netwerken voor de bevordering van de vrijetijdsparticipatie van personen in armoede. Voor 1 oktober 2013 moest er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst ingediend worden. In de loop van de maand december 2013 wordt hierover een beslissing verwacht. Uit overleg met de Turnhoutse armenverenigingen blijkt dat er vraag is om het toelagereglement vrijetijdsparticipatie te behouden. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd onder voorbehoud van een positieve beslissing van het Agentschap. Advies Cultuurcoördinatie, Sport en Jeugd geven positief advies. Argumentatie Stad Turnhout wil dat het vrijetijdsaanbod toegankelijk is, ook voor doelgroepen. Met de vrijetijdspas wordt alvast de financiële drempel van acitiviteiten in de vrije tijd sterk verlaagd. Gelijke Kansen vindt het noodzakelijk om het toelagereglement te behouden om op die manier het gebruik van de vrijetijdspas mogelijk te maken. Besluit De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst goed, ter bevordering van de participatie van mensen in armoede en kansengroepen aan het vrijetijdsaanbod 2014-2019, en keurt het toelagereglement vrijetijdsparticipatie 2014 goed, onder voorbehoud van een positieve beslissing van het Agentschap SociaalCultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Code 0909/6490037 Toelagen Verenigingen, organisaties en 14 684 EUR stedelijke Academies Inkomsten Bedrag Toelage Vanwege 14 684 EUR Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Gelijke Kansen Kopie Cultuur, Sport, Jeugd
Gemeenteraad van 30 december 2013
1133
024. Goedkeuring te hechten aan het aangepaste reglement voor start- en projectsubsidies Gelijke Kansen Samenvatting De dienst Gelijke Kansen stelt voor om vanaf 1 januari 2014 het reglement van de start- en projectsubsidies aan te passen. Het college van burgemeester en schepenen legt de aanpassingen van het subsidiereglement ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad Motivering Feiten en context Er is reeds enkele jaren een reglement voor start- en projectsubsidies. Het regelement dat geldig is tot 31 december 2013 is in Bijlage opgenomen. Omwille van de naamswijziging van de dienst Welzijn naar dienst Gelijke Kansen en omwille van een verlaging van het totaalbedrag door de noodzakelijke besparingen wordt het reglement vanaf 1 januari 2014 aangepast en ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Argumentatie De dienst Gelijke kansen stelt volgende wijzigingen voor: 1. Wegens de naamsverandering van de dienst Welzijn naar dienst Gelijke Kansen worden artikel 3 en 4 in die zin aangepast. 2. Om meerder projecten een kans te geven wordt de subsidie op een maximumbedrag gebracht van 2 500 Euro en wordt er geen onderscheid meer gemaakt of het al dan niet om een opstartend project gaat. (Art. 6) 3. Omdat het subsidiebedrag verlaagd wordt ten opzichte van het vorige reglement wordt het artikel 7 geschrapt, zodat projecten eventueel ook bij andere diensten van de stad bijkomende middelen kunnen vragen. Besluit De gemeenteraad neemt kennis van de voorgestelde aanpassingen van het reglement van de projectsubsidies en keurt deze goed. Reglement projectsubsidies Artikel 1: Dit reglement is van toepassing van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. De subsidiëring wordt jaarlijks afhankelijk gesteld van het verwerven van de goedkeuring van het jaarlijks bedrag van 7 500 Euro in de begroting. Artikel 2: Elke rechtspersoon kan een aanvraag indienen. Artikel 3: De rechtspersoon kan een aanvraag indienen bij het college van burgemeester en schepenen, ter attentie van: Stadsbestuur Turnhout, dienst Gelijke Kansen Campus Blairon 200, 2300 Turnhout De acties waarvoor een subsidie kan worden aangevraagd, moeten passen in de beleidsdoelstellingen van de sector Samenleving van het stadsbestuur. Het moet ook gaan om een project dat buiten de reguliere werking van het stadsbestuur wordt opgezet. De subsidiëring moet worden ingezet voor een omlijnd project in de welzijnssector. Artikel 4: Een aanvraag kan het hele werkjaar worden ingediend. Elke rechtspersoon kan maximaal één aanvraag per jaar indienen. De aanvraag gebeurt door het invullen van het subsidieformulier dat gedownload kan worden van de website van de Stad Turnhout of dat telefonisch opgevraagd kan worden bij de dienst Gelijke Kansen. Artikel 5: Iedere projectsubsidie is beperkt in tijd en wordt toegestaan voor 1 jaar met mogelijkheid tot een maximale verlenging tot 3 jaar door jaarlijks een aanvraag in te dienen. Jaarlijks wordt er een evaluatie opgemaakt van de werking van het voorgaande jaar. Artikel 6: Per goedgekeurd project wordt er een maximale subsidie voorzien van 2.500 euro. Voor de uitwerking van projecten kan een voorschot van 50% van het goedgekeurde subsidiebedrag worden uitbetaald. De afrekening gebeurt steeds op basis van een overzicht met gedetailleerde verantwoordingsstukken ( o.a. facturen) van de totale werkelijke kostprijs van het project. De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen is van toepassing. Artikel 7: Het project moet starten binnen het half jaar na de goedkeuring van de subsidiëring. Artikel 8: In de communicatie rond het project dient er steeds melding te worden gemaakt van de ondersteuning door de stad Turnhout met vermelding van het logo van de stad Turnhout.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1134
Financiële gevolgen Kosten Bedrag Code Projectsubsidies 2014 7.500 EUR 849/08833201 Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Gelijke Kansen 025a. Goedkeuring te hechten aan de reglementen werkingssubidies voor sociaal-culturele verenigingen 2014 - 2019 Samenvatting De gemeenteraad keurde in zitting van 06/01/2005 de vernieuwde reglementen voor de berekening van de werkingssubsidies van de sociaal culturele en kunstenverenigingen goed. De werkingssubsidies binnen de cultuursector worden sindsdien volledig berekend op basis van de gepresteerde werking van het voorbije werkingsjaar aan de hand van een puntensysteem. Verenigingen die een actief en creatief jaar aantonen worden hiervoor beloond. Op basis van de verwerking van de binnengebrachte subsidieformulieren werden de reglementen de jaren nadien in beperkte mate bijgeschaafd en geoptimaliseerd. Deze aanpassingen gebeurden steeds in samenspraak met en na advies cultuurraad. De gemeenteraad wordt gevraagd het reglement werkingssubsidies voor sociaal-culturele verenigingen te verlengen van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Voorgeschiedenis - Gemeenteraadsbeslissing 06/11/2005: Werkingssubsidies culturele verenigingen – nieuwe reglementen - Gemeenteraadsbeslissing 01/09/2008: Goedkeuring te hechten aan de werkingssubsidies voor sociaal-culturele en kunstenverenigingen - Gemeenteraadsbeslissing 26/01/2009: Goedkeuring te hechten aan de gewijzigde reglementen werkingssubsidies voor sociaal-culturele en kunstenverenigingen - Collegebeslissing 20/05/2010: Kennisname gewijzigd reglement werkingssubsidies kunstenverenigingen - Gemeenteraadbeslissing 7/6/2010 Goedkeuring te hechten aan het gewijzigd subsidiereglement sociaal-culturele en kunstenverenigingen 2010-2013 Juridische grond Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen. Argumentatie Het Turnhoutse stadsbestuur vindt het belangrijk om het Turnhoutse vereningsleven te ondersteunen. Een van de middelen die hiervoor ingezet wordt, is het uitreiken van werkingssubsdies. De verdeling van de werkingssubsidies voor de sociaal culturele verenigingen gebeurt op basis van een aantal vastgelegde criteria en een daaraan gekoppeld puntensysteem. Er worden punten verdeeld voor de interne (gemeenschapsvorming, cultuurparticipatie,…) en externe werking (publiek toegankelijke activiteiten) van de vereniging, de communicatie die gevoerd wordt, het al dan niet verzekeren van de eigen leden en het feit of de vereniging een vzw is. Actieve verenigingenf worden met punten beloond voor hun manier van werken. De puntenaantallen worden uiteindelijk omgezet naar financiële middelen. De ervaringen uit het verleden wijzen uit dat deze manier van subsidieverdelen werkt. De inspanningen de gevraagd worden aan het verenigingsleven om de formulieren in te vullen als de inspanningen die nodig zijn om alle gegevens te verwerken zijn aanvaardbaar. Besluit De gemeenteraad verlengt de gewijzigde reglementen werkingssubsidies sociaal-culturele verenigingen (zoals in bijlage) van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. De stad verbindt er zich toe om voor de duur van deze overeenkomst een toelage te voorzien van 9.150 euro, onder voorbehoud van de goedkeuring van dit bedrag in de begroting. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1135
Opvolging Origineel Kopie
Cultuurcoördinatie Cultuurraad, Forum Cultuur
025b. Goedkeuring te hechten aan de reglementen werkingssubidies voor kunstenverenigingen 2014 2019 Samenvatting De gemeenteraad keurde in zitting van 06/01/2005 de vernieuwde reglementen voor de berekening van de werkingssubsidies van de sociaal culturele en kunstenverenigingen goed. De werkingssubsidies binnen de cultuursector worden sindsdien volledig berekend op basis van de gepresteerde werking van het voorbije werkingsjaar aan de hand van een puntensysteem. Verenigingen die een actief en creatief jaar aantonen worden hiervoor beloond. Op basis van de verwerking van de binnengebrachte subsidieformulieren werden de reglementen de jaren nadien in beperkte mate bijgeschaafd en geoptimaliseerd. Deze aanpassingen gebeurden steeds in samenspraak met en na advies van de cultuurraad. De gemeenteraad wordt gevraagd het reglement werkingssubsidies voor kunstenverenigingen te verlengen van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. Motivering Voorgeschiedenis - Gemeenteraadsbeslissing 06/11/2005: Werkingssubsidies culturele verenigingen – nieuwe reglementen - Gemeenteraadsbeslissing 01/09/2008: Goedkeuring te hechten aan de werkingssubsidies voor sociaal-culturele en kunstenverenigingen - Gemeenteraadsbeslissing 26/01/2009: Goedkeuring te hechten aan de gewijzigde reglementen werkingssubsidies voor sociaal-culturele en kunstenverenigingen - Collegebeslissing 20/05/2010: Kennisname gewijzigd reglement werkingssubsidies kunstenverenigingen - Gemeenteraadbeslissing 7/6/2010 Goedkeuring te hechten aan het gewijzigd subsidiereglement sociaal-culturele en kunstenverenigingen 2010-2013 Juridische grond Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen. Argumentatie Het Turnhoutse stadsbestuur vindt het belangrijk om het Turnhoutse vereningsleven te ondersteunen. Een van de middelen die hiervoor ingezet wordt, is het uitreiken van werkingssubsdies. De verdeling van de werkingssubsidies voor de amateurkunstenverenigingen gebeurt op basis van een aantal vastgelegde criteria en een daaraan gekoppeld puntensysteem. Voor elke werkvorm (beeldende kunst, theater en dans, erfgoed, muziek) is er een afzonderlijk puntensysteem op maat uitgewerkt. Telkens worden verenigingen met een actieve en publieke werking beloond. Extra punten kunnen verdiend worden als de vereniging inzet op het communiceren van de werking, het aandacht besteden aan vorming en jongerenwerkingen, het afsluiten van verzekeringen en het feit of de verenigingen al dan niet een vzw is. Het clusteren van de afzonderlijke puntenverdelingen per werksoort, zorgt ervoor dat er een rechtvaardige herverdeling is van de beschikbare budgetten. Fluctuaties die er zijn, zijn door deze manier van werken beter te verantwoorden dan wanneer er voor elke werkvorm een afzonderlijk reglement (en subsidiebedrag) voorzien wordt, zoals dat in het verdere verleden het geval was. De ervaringen uit het verleden wijzen uit dat deze manier van subsidieverdelen werkt. De inspanningen de gevraagd worden aan het verenigingsleven om de formulieren in te vullen als de inspanningen die nodig zijn om alle gegevens te verwerken zijn aanvaardbaar. Besluit De gemeenteraad verlengt de gewijzigde reglementen werkingssubsidies kunstenverenigingen (zoals in bijlage) van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019. De stad verbindt er zich toe om voor de duur van deze overeenkomst een toelage te voorzien van 16.252 euro, onder voorbehoud van de goedkeuring van dit bedrag in de begroting. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1136
Opvolging Origineel Kopie
Cultuurcoördinatie Cultuurraad, Forum Cultuur
026. Goedkeuring te hechten aan de convenanten 2014 voor de Turnhoutse culturele spelers. Samenvatting De stad Turnhout sluit met Turnhoutse professionele culturele spelers die via hun werking worden erkend binnen het kunstenbeleid van de Vlaamse Gemeenschap en / of partners zijn in het Warandemodel, of voor organisaties met een structurele kunstenwerking voor personen met een handicap een convenant af. Het gaat hierbij duidelijk om partners die zich op basis van hun werking verbonden hebben met en verankerd hebben in de stad en regio en die hun administratieve zetel op het grondgebied van Turnhout hebben. Door hun werking, activiteiten en initiatieven verdiepen en verbreden zij het aanbod in de stad, voor zowel Turnhoutenaar als bezoeker. De stad Turnhout beschouwt hen dan ook als bevoorrechte partners die meewerken aan de regionale uitstraling en de culturele eigenheid van de stad. Voor zowel stad als convenantpartners is het van belang om afspraken op maat af te sluiten om een duurzame (samen)werking te kunnen realiseren. In deze convenanten is er aandacht voor de ondersteuning vanuit de stad naar de convenantpartner als voor de engagementen vanuit de convenantpartner naar de stad toe. Een winwinsituatie voor beide. De cultuurpartners waarmee een convenant wordt afgesloten voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 zijn: Aktuwa, APB Cultuurhuis de Warande, Ar-Tur, Het Gevolg, deKaaiman, Mooov, Storm op Komst, Strip Turnhout vzw, Stroom vzw en Theater Stap. Gedurende deze periode worden de convenanten in samenspraak verder vorm gegeven voor de rest van de legislatuur. Motivering Voorgeschiedenis Collegebeslissing 20 maart 2006: subsidies cultuur – convenanten Strip Turnhout en Open Doek Collegebeslissing 8 mei 2006: subsidies cultuur – convenanten Strip Turnhout en Open Doek Collegebeslissing 3 oktober 2006: subsidies convenanten culturele verengingen Collegebeslissing 12 december 2006: werkingssubsidies culturele sector 2006 convenant Open Doek vzw Collegebeslissing 21 november 2007: goedkeuring cultuurbeleidsplan: Turnhout troef 2008 - 2013 Gemeenteraadsbeslissing 12 december 2007: goedkeuring cultuurbeleidsplan: Turnhout troef 2008 - 2013 Collegebeslissing 7 juli 2008: principieel akkoord tot uitwerken stedelijke convenants professionele culturele spelers Gemeenteraadsbeslissing 26 januari 2009: goedkeuring te hechten aan cultuurconvenanten Gemeenteraadsbeslissing 1 februari 2010: goedkeuring te hechten aan de convenant vzw Stroom Gemeenteraadsbeslissing 1 februari 2010: goedkeuring te hechten aan de convenant vzw Aktuwa Gemeenteraadsbeslissing 1 februari 2010: goedkeuring te hechten aan de convenant APB Cultuurhuis de Warande Feiten en context In Turnhout zijn er een aantal professionele culturele spelers actief, erkend via hun werking binnen het kunstenbeleid van de Vlaamse Gemeenschap en / of partners zijn in het warandemodel, of organisaties met een structurele kunstenwerking voor personen met een handicap een convenant af. In het verleden werden er reeds een aantal convenants afgesloten. In het stedelijk meerjarenplan thema 4 is één van de actieplannen het financieel, logistiek en inhoudelijk ondersteunen op maat van verschillende Turnhoutse unieke partners. Dit wordt o.a. geoperationaliseerd door enerzijds convenanten af te sluiten en anderzijds een overleg op te starten met professionele culturele actoren. Doel is een win-winsituatie voor beiden. De convenantpartners van de stad Turnhout zijn: Ar-Tur, Het Gevolg, Mooov, Storm op Komst, Strip Turnhout vzw, Theater Stap, vzw aktuwa, stroom vzw, APB Cultuurhuis de Warande, deKaaiman. In elke convenant is er een gezamenlijk deel terug te vinden en een deel op maat van de convenantpartner. Advies De convenanten werden besproken op de cultuurraad. Juridische grond - wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen;
Gemeenteraad van 30 december 2013
1137
Argumentatie Zowel voor de stad als voor de partners zijn de convenanten een meerwaarde. De stad maakt duidelijk welke engagementen de partners kunnen verwachten op verschillende domeinen. De convenantpartners laten hun engagement blijken om om het stedelijk meerjarig beleidsplan mee uit te voeren. Deze convenanten worden afgesloten voor de periode van 1 jaar tot en met 31/12/2014. Besluit De gemeenteraad keurt de convenanten van Ar-Tur, Het Gevolg, Mooov, Storm op Komst, Strip Turnhoutvzw en Theater Stap, vzw Aktuwa, Stroom vzw, APB Cultuurhuis de Warande en de Kaaiman goed. Deze convenanten vindt u als bijlagen. De looptijd van de convenanten is van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Gedurende deze periode worden de convenanten in samenspraak verder vorm gegeven voor de rest van de legislatuur. Financiële gevolgen Kosten Begunstigde Bedrag Toelage Aktuwa vzw 354.523 EUR Toelage APB Cultuurhuis de Warande 325.000 EUR Toelage Ar-Tur 4.000 EUR Toelage Het Gevolg 14.400 EUR Toelage deKaaiman 6.000 EUR Toelage Mooov 14.400 EUR Toelage Storm op Komst 6.000 EUR Toelage Strip Turnhout vzw 14.400 EUR Toelage Stroom vzw 170.778 EUR Toelage Theater Stap 6.000 EUR Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Cultuurcoördinatie Kopie voorzitters convenantpartners, Dirk Van Haute, voorzitter cultuurraad 027. Goedkeuring te hechten aan de vernieuwde statuten, het motiveringsverslag over de verzelfstandiging tot extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm en vernieuwde samenwerkingsovereenkomst van en met vzw Jeugdprogrammatie Turnhout Samenvatting Bestaande gemeentelijke vzw’s die als vzw willen blijven functioneren, moeten zich krachtens het gemeentedecreet omvormen tot EVAP (extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm). De statuten van de gemeentelijke vzw Jeugdprogrammatie (afgekort vzw JeP) moeten aangepast worden aan de voorschriften van het gemeentedecreet, meer in het bijzonder aan Titel VII, Hoofdstuk II. Het voorstel voor de statutenwijziging wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Samen met de vernieuwde statuten ligt ook het motiveringsverslag voor de keuze voor een EVAP-structuur ter goedkeuring. In deze nota wordt gemotiveerd waarom de strucuur van een EVAP de voorkeur verdient boven budgethoudersschap, intern verzelfstandigd agentschap en autonoom gemeentebedrijf. Tenslotte ligt een vernieuwde samenwerkingsovereenkomst 2014 – 2019 tussen het stadbestuur en vzw JeP ter goedkeuring voor. Motivering Voorgeschiedenis Op de algemene vergadering van vzw JeP van 12 november 2013 werden het uiteindelijke voorstel voor de vernieuwde statuten van de vzw, het motiveringsverslag voor de keuze voor een EVAP en het voorstel voor een vernieuwde samenwerkingsovereenkomst 2014 / 2019 tussen stadsbestuur en vzw JeP ten gronde besproken om nu te worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Feiten en context De gemeentelijke vzw jeugdwelzijnswerk werd al in 2009 door het stadsbestuur omgedoopt tot vzw jeugdprogrammatie Turnhout. Annao 2010 werd in het gemeentedecreet gestipuleerd dat de gemeentelijke vzw’s zich moeten confirmeren aan de nieuwe regelgeving van het gemeentedecreet. De gemeenteraad moet uiteindelijk besluiten of de vzw JeP wordt omgevormd tot een EVAP (of een andere wenselijke vorm), ten laatste in 2013. Uiteindelijke worden de goedgekeurde statuten, het motiveringsverslag en
Gemeenteraad van 30 december 2013
1138
de vernieuwde samenwerkingsovereenkomst voorgelegd aan de Vlaamse Minister verantwoordelijk voor binnenlands bestuur. Advies De teksten werden besproken met o.a. Marc Verhulst, agentschap binnenlands bestuur en de algemene vergadering van vzw JeP. Juridische grond Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en haar wijzigingen VZW wet van 27 juni 1921 Cultuurpactwet en –decreet van 16 juli 1973 Argumentatie De motivering om de statuten van vzw JeP te confirmeren aan de voorwaarden voor een EVAP worden uitgebreid toegelicht in het motiveringsverslag in bijlage, wat eveneens ter goedkeuring voor ligt. De vernieuwde samenwerkingsovereenkomst is een actualisering van de bestaande overeenkomst. Besluit De gemeenteraad keurt het voorstel voor de vernieuwde statuten voor het extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm vzw jeugdprogrammatie Turnhout goed. De gemeenteraad keurt het motiveringsverslag voor de keuze voor een EVAP structuur van vzw JeP goed. De gemeenteraad keurt de vernieuwde samenwerkingsovereenkomst 2014 – 2019 tussen stadsbestuur en vzw JeP goed. De gemeenteraad legt voornoemde documenten voor aan Vlaams Minister van binnenlands bestuur Bourgeois. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Jeugddienst Kopie vzw JeP 028. Goedkeuring te hechten aan het lastenboek voor de samenaankoop van elektriciteit voor installaties en gebouwen Samenvatting De gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier elektriciteit van Eandis goed. De gemeenteraad beslist om voor 100% groene stroom te kiezen. Het contract loopt van 1 januari 2015 tot 31 december 2017. De reële energieprijs wordt jaarlijks vastgelegd in functie van de marktevolutie die is gebaseerd op de vooruitzichten van de energiebeurs Endex. Motivering Voorgeschiedenis op 27 januari 2011 keurde het college de deelname aan de samenaankoop voor elektriciteit van Eandis principieel goed; op 4 april 2011 keurde de gemeenteraad de lastenvoorwaarden van het bestek ikv de samenaankoop voor elektriciteit van Eandis goed; op 5 september 2013 keurde het college de deelname aan de samenaankoop voor elektriciteit van Eandis principieel goed. Feiten en context Begin juli 2013 ontving de milieudienst een schrijven van Eandis waarin de distributienetbeheerder de stad Turnhout informeerde dat het elektriciteitscontract op 31 december 2014 afloopt. Dit geldt ook voor het OCMW, de politiezone Turnhout en de kerkfabrieken. Op vraag van een aantal gemeenten heeft Eandis beslist om de besturen opnieuw ondersteuning aan te bieden bij het organiseren van een samenaankoop voor elektriciteit en aardgas. Het huidig contract loopt af op 31 december 2014. De stad Turnhout is verplicht om elektriciteit bij een door de VREG erkende leverancier aan te kopen. De afnamepunten en de verbruikerskarakteristieken van de stad Turnhout, de kerkfabrieken, het OCMW Turnhout, de politiezone Turnhout en het AGB Turnhout werden gebundeld in één bestek, maar de autonomie van elke organisatie wordt gerespecteerd. De bundeling in één bestek laat toe om een voordelige prijs te bekomen door de globaliteit van de aanbestedingen op hetzelfde moment. De gemeenten hebben de keuze tussen 20%, 50% en 100% groene stroom. De keuze voor 100% groene stroom wordt vooropgesteld. Eandis schat dat de kostprijs voor 100% groene stroom 0,5 euro/MWh hoger ligt dan de
Gemeenteraad van 30 december 2013
1139
kostprijs voor grijze stroom afhankelijk van de leverancier. Sinds 2013 wordt deze meerprijs niet langer gecompenseerd door een vrijstelling van de wettelijke federale bijdrage. Het betreft een contract met een looptijd van 3 kalenderjaren, dat ingaat op 1 januari 2015 en eindigt op 31 december 2017. De reële energieprijs wordt jaarlijks vastgelegd in functie van de marktevolutie die gebaseerd is op de vooruitzichten van de energiebeurs Endex. Zo wordt de energieprijs voor 2015 bepaald door de gemiddelde dagwaarden van de CAL16 slotkoersen gepubliceerd op www.endex.be in de periode 01/08/2014 tot 31/07/2015. In het bestek is ook een overgangsregeling voorzien indien het lokaal bestuur op een gegeven moment beslist om haar energieprijs alsnog los te koppelen van de gemiddelde dagwaarden. In dit geval wordt overgegaan naar vaste prijzen per openstaand kalenderjaar. Aanpassingen aan het bestek t.o.v. de vorige samenaankoop en andere bijzonderheden: Op vraag van enkele gemeenten worden ook injectiepunten van duurzame installaties met een vermogen boven de 10 kVA mee opgenomen. Een leverancier zal voor deze punten een vast tarief per geïnjecteerde MWh moeten opgegeven. Om een vergelijking van offertes mogelijk te maken zal de inschrijver voor alle afnamepunten een prijssimulatie dienen uit te voeren op basis van de in zijn offerte opgenomen termen, de meetgegevens van het referentiejaar 2012 en de referentiewaarden van de parameters volgens de modaliteiten van het bestek. Voor de vergelijking van de offertes zal eveneens worden rekening gehouden met het rekenkundig gemiddelde van de gefactureerde bijdrage op Hernieuwbare Energie Bronnen (HEB) en Warmtekrachtkoppeling (WKK) voor de jaren 2015, 2016 en 2017 en met eventuele tarieven voor injectiepunten. De prijzen dienen opgegeven te worden in EUR/MWh tot 2 cijfers na de komma. In het bestek is een dubbele flexibiliteit voorzien: het lokaal bestuur kan EAN afnamepunten toevoegen of schrappen binnen een bandbreedte van 20%. Qua verbruiksvolume is er zelfs geen beperking in bandbreedte. Voor deze opdracht geldt een verbintenistermijn van 90 kalenderdagen, inclusief 15 dagen stilstand, tijdens welke de inschrijver gebonden blijft door zijn offerte. Concreet betekent dit dat bij opening op 14 maart, de bieding geldig blijft tot en met 12 juni 2014. Foutieve facturatie dient onmiddellijk gemeld en d.m.v. een creditnota rechtgezet te worden. De aanbestedende overheid kan bijkomend eisen dat de creditnota via afzonderlijke storting wordt uitgevoerd. Er is een boete voorzien indien er niet voldaan wordt aan de verplichtingen i.v.m. facturatie. I.v.m. de facturatie kan het bestuur nog steeds vragen dat de facturen van bepaalde afnamepunten geadresseerd worden aan instanties die het aanduidt (kerkfabriek, AGB, enz). Er werd opnieuw opgenomen dat in gezamenlijk overleg kan beslist worden de gehele facturatie, of een deel ervan, op een elektronische manier te laten verlopen en dit zonder meerkost voor de gemeente. Ter administratieve vereenvoudiging verlopen de aanbestedingsprocedure via e-notification en etendering. De stad Turnhout zal na het nazicht van de biedingen alle offertes digitaal ontvangen. De verdere planning van de aankoopprocedure is zoals hieronder voorzien: Bekendmaking of aankondiging van opdracht: eind januari 2014. Opening van de biedingen: 14 maart 2014. Overmaken nazicht van de biedingen aan lokaal bestuur: einde maart 2014 Verbintenistermijn: tot en met 12 juni 2014, dus minstens 15 kalenderdagen voor deze datum dient u te gunnen Advies Facility Management heeft de lastenvoorwaarden en de aansluitpunten voor de stad Turnhout nagekeken. Het geeft een positief advies om de gunningsprocedure te organiseren. Het OCMW zal op de OCMW-raad van 30 januari 2014 de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier goedkeuren Hierbij zal het OCMW een mandaat aan de stad Turnhout geven om een gunnigsprocedure te organiseren. De OCMW-raad keurde al op 12 en 26 september 2013 de deelname aan de samenaankoop van Eandis en de keuze voor 100% groene stroom goed. De politiezone Turnhout zal op de politieraad van 17 februari 2014 de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier goedkeuren. De poltieraad besliste al op 3 september 2013 om deel te nemen aan de
Gemeenteraad van 30 december 2013
1140
samenaankoop voor elektriciteit, om voor 100% groene stroom te kiezen en om de stad Turnhout een mandaat te geven voor de organisatie van de gunnigsprocedure. Juridische grond Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG; Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd; Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd; Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd; Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd; Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd; Wet van 15 juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38; Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; KB van 15 juli 2011 Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; De VREG stelt in haar mededeling van 11 november 2002 met betrekking tot het kiezen van een elektriciteitsleverancier door een overheid met toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten dat verschillende besturen deze overheidsopdracht gezamenlijk kunnen uitschrijven om hun gezamenlijke behoeften te dekken en dat door schaalvergroting van de opdracht een gunstig (neerwaarts) effect op de prijs te verwachten valt. Argumentatie Een samenaankoop biedt het voordeel dat er een voordelige prijs bij de elektriciteitsleverancier bedongen kan worden. Bovendien biedt Eandis ondersteuning aan bij de organisatie en coördinatie van de samenaankoop wat een tijdsbesparing met zich meebrengt. Door voor 100% groene stroom te kiezen, engageert het stadsbestuur van Turnhout zich om het goede voorbeeld te geven inzake duurzaamheid. Bovendien heeft de stad Turnhout het engagement aangegaan om tegen 2020 een klimaatneutrale organisatie te zijn en om het burgemeesterconvenant te ondertekenen. Besluit Artikel 1 De gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier elektriciteit van Eandis (zie bestek in bijlage) goed, inzake het leveren van 100% groene stroom van 1 januari 2015 tot 31 december 2017. Artikel 2 Als de raad van het OCMW Turnhout en de politieraad van de politiezone Turnhout de goedkeuring geven om een mandaat aan de stad Turnhout te geven voor de organisatie van een gunnigsprocedure, aanvaardt de gemeenteraad dit mandaat. De gunnigsprocedure is voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006, van levering van elektriciteit en voor de openbare verlichting conform het door het OCMW en politiezone Turnhout goedgekeurde bestek. De stad Turnhout zal het gunnigsvoorstel ter consultatie meedelen aan het OCMW en de politiezone Turnhout alvorens over te gaan tot de effectieve gunning. Artikel 3 Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van elektrische energie ten behoeve van de stad Turnhout, de politiezone, het OCMW, de kerkfabrieken en voor de openbare verlichting voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1141
Artikel 4 Een openbare aanbesteding te organiseren en het bestek dienaangaande goed te keuren; Artikel 5 De stad Turnhout neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De stad Turnhout zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de politiezone en het OCMW alvorens over te gaan tot effectieve gunning. Artikel 6 De stad Turnhout belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure. Artikel 7 De stad Turnhout zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 8 De stad Turnhout, en in voorkomend geval, het OCMW en de politiezone, zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking tot de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 9 In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 8, is de stad Turnhout mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Milieudienst – Lina Nurali Kopie Facility Management, Erik Nys en Jan Claes 029. Goedkeuring te hechten aan het lastenboek voor de samenaankoop van aardgas voor installaties en gebouwen Samenvatting De gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier aardgas van Eandis goed. Het contract loopt van 1 januari 2015 tot 31 december 2017. Er wordt geopteerd voor een prijsformule met maandelijkse herziening van de onderliggende marktrepresentatieve aardgasparameters HUB101 en TTF101. De prijsformule is vast waarbij elke inschrijver zelf een gewicht geeft aan elke parameter. Motivering Voorgeschiedenis op 27 januari 2011 keurde het college de deelname aan de samenaankoop voor aardgas van Eandis principieel goed; op 4 april 2011 keurde de gemeenteraad de lastenvoorwaarden van het bestek ikv de samenaankoop voor aardgas van Eandis goed; op 5 september 2013 keurde het college de deelname aan de samenaankoop voor aardgas van Eandis principieel goed. Feiten en context Begin juli 2013 ontving de milieudienst een schrijven van Eandis waarin de distributienetbeheerder de stad Turnhout informeerde dat het contract voor aardgas op 31 december 2014 afloopt. Dit geldt ook voor het OCMW, de politiezone Turnhout en de kerkfabrieken. Op vraag van een aantal gemeenten heeft Eandis beslist om de besturen opnieuw ondersteuning aan te bieden bij het organiseren van een samenaankoop voor elektriciteit en aardgas. De afnamepunten en de verbruikerskarakteristieken van de stad Turnhout, de kerkfabrieken, het OCMW Turnhout, de politiezone Turnhout en het AGB Turnhout werden gebundeld in één bestek, maar de autonomie van elke organisatie wordt gerespecteerd. De bundeling in één bestek laat toe om een voordelige prijs te bekomen door de globaliteit van de aanbestedingen op hetzelfde moment. Het betreft een contract met een looptijd van 3 kalenderjaren en enkele maanden, dat ingaat op 1 janauri 2015 en eindigt op 31 december 2017. Er wordt geopteerd voor een prijsformule met maandelijkse herziening van de onderliggende marktrepresentatieve aardgasparameters HUB101 en TTF101. Deze prijsformule is vast waarbij elke inschrijver zelf een gewicht kan geven aan elk van deze parameters.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1142
Ter duiding: de HUB101 is de index uitgedrukt in EUR/MWh voor de forward aardgascontracten te Zeebrugge zoals gepubliceerd in pence per therm in de "European Spot Gas Markets" ("ESGM") door ICIS Heren 1 Procter Street, Holborn, London WC1V 6EU, UK, onder de titel van "Heren Monthly Indices" en de ondertitel van "Zeebrugge Hub". De index voor de maand van levering zal deze zijn die gepubliceerd wordt in ESGM op de eerste marktdag van diezelfde maand. De Zeebrugge Hub index voor het aardgas in pence per therm wordt omgezet in EUR/MWh op basis van het maandelijks gemiddelde van de wisselkoersen van de EUR t.o.v. de GBP van de maand die aan de maand van levering onmiddellijk voorafgaat, zoals gepubliceerd door de Europese Centrale Bank De TTF101is het rekenkundig gemiddelde in EUR/MWh van de referentieprijzen zoals die aan het eind van de dag zijn vastgesteld ("end of day") van "month ahead" contracten (contracten voor levering van aardgas op de Nederlandse handelsplaats TTF in de daaropvolgende kalendermaand), zoals gepubliceerd op de website www.apxendex.com Aanpassingen aan het bestek t.o.v. de vorige samenaankoop en andere bijzonderheden: 1. Om een vergelijking van offertes mogelijk te maken zal de inschrijver voor alle afnamepunten een prijssimulatie dienen uit te voeren op basis van de in zijn offerte opgenomen termen, de meetgegevens van het referentiejaar 2012 en de referentiewaarden van de parameters volgens de modaliteiten van het bestek. 2. De reële energieprijs wordt maandelijks vastgelegd in functie van de marktevolutie die is gebaseerd op de vooruitzichten van de energiemarkt. In het bestek is ook een overgangsregeling voorzien indien het lokaal bestuur op een gegeven moment haar energieprijs alsnog wenst vast te leggen voor de resterende looptijd van het contract. In dit geval wordt overgegaan naar vaste prijzen per kwartaal van een reeds gestart jaar en vaste prijzen per openstaand kalenderjaar. 3. De prijzen dienen opgegeven te worden in EUR/MWh tot 2 cijfers na de komma. 4. In het bestek is een dubbele flexibiliteit voorzien: het lokaal bestuur kan EAN afnamepunten toevoegen of schrappen binnen een bandbreedte van 20%. Qua verbruiksvolume is er zelfs geen beperking in bandbreedte. 5. Voor deze opdracht geldt een verbintenistermijn van 90 kalenderdagen, inclusief 15 dagen stilstand, tijdens welke de inschrijver gebonden blijft door zijn offerte. Concreet betekent dit dat bij opening op 14 maart, de bieding geldig blijft tot en met 12 juni 2014. 6. Foutieve facturatie dient onmiddellijk gemeld en d.m.v. een creditnota rechtgezet te worden. De aanbestedende overheid kan bijkomend eisen dat de creditnota via afzonderlijke storting wordt uitgevoerd. Er is een boete voorzien indien er niet voldaan wordt aan de verplichtingen i.v.m. facturatie. I.v.m. de facturatie kan het bestuur nog steeds vragen dat de facturen van bepaalde afnamepunten geadresseerd worden aan instanties die het aanduidt (kerkfabriek, AGB, enz). Er werd opnieuw opgenomen dat in gezamenlijk overleg kan beslist worden de gehele facturatie, of een deel ervan, op een elektronische manier te laten verlopen en dit zonder meerkost voor de gemeente. 7. Ter administratieve vereenvoudiging verlopen de aanbestedingsprocedure via e-notification en etendering. De Stad Turnhout zal na het nazicht van de biedingen alle offertes digitaal ontvangen. De verdere planning van de aankoopprocedure is zoals hieronder voorzien: Bekendmaking of aankondiging van opdracht: eind januari 2014. Opening van de biedingen: 14 maart 2014. Overmaken nazicht van de biedingen aan lokaal bestuur: einde maart 2014 Verbintenistermijn: tot en met 12 juni 2014, dus minstens 15 kalenderdagen voor deze datum dient u te gunnen Advies Facility Management heeft de lastenvoorwaarden en de aansluitpunten voor de stad Turnhout nagekeken. Het geeft een positief advies om de gunningsprocedure te organiseren. Het OCMW zal op de OCMW-raad van 30 januari 2014 de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier goedkeuren Hierbij zal het OCMW een mandaat aan de stad Turnhout geven om een gunnigsprocedure te organiseren. De OCMW-raad keurde op 12 en 26 september 2013 al goed om deel te nemen aan de samenaankoop van Eandis. De politiezone Turnhout zal op de politieraad van 17 februari 2014 de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier goedkeuren.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1143
De poltieraad besliste al op 3 september 2013 om deel te nemen aan de samenaankoop van Eandis voor aardgas en om de stad Turnhout een mandaat te geven voor de organisatie van de gunnigsprocedure. Juridische grond Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG; Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd; Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd; Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd; Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd; Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd; Wet van 15 juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38; Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; KB van 15 juli 2011 Plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Argumentatie Een samenaankoop biedt het voordeel dat er een voordelige prijs bij de energieleverancier bedongen kan worden. Bovendien biedt Eandis ondersteuning aan bij de organisatie en coördinatie van de samenaankoop wat een tijdsbesparing met zich meebrengt. Besluit Artikel 1 De gemeenteraad keurt de lastenvoorwaarden van het samenaankoopdossier aardgas van Eandis (zie bestek in bijlage) goed van 1 januari 2015 tot 31 december 2017. Artikel 2 Als de raad van het OCMW Turnhout en de politieraad van de politiezone Turnhout de goedkeuring geven om een mandaat aan de stad Turnhout te geven voor de organisatie van een gunnigsprocedure, aanvaardt de gemeenteraad dit mandaat. De gunnigsprocedure is voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006, van levering van aardgas conform het door het OCMW en politiezone Turnhout goedgekeurde bestek. De stad Turnhout zal het gunnigsvoorstel ter consultatie meedelen aan het OCMW en de politiezone Turnhout alvorens over te gaan tot de effectieve gunning. Artikel 3 Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van aardgas ten behoeve van de stad Turnhout, de politiezone, het OCMW en de kerkfabrieken voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017. Artikel 4 Een openbare aanbesteding te organiseren en het bestek dienaangaande goed te keuren. Artikel 5 De stad Turnhout neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De stad Turnhout zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de politiezone en het OCMW alvorens over te gaan tot effectieve gunning.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1144
Artikel 6 De stad Turnhout belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure. Artikel 7 De stad Turnhout zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 8 De stad Turnhout, en in voorkomend geval, het OCMW en de politiezone, zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking tot de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 9 In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 8, is de stad Turnhout mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Milieudienst – Lina Nurali Kopie Facility Management, Erik Nys en Jan Claes 030. Goedkeuring te hechten aan verrekening 1 voor de opdracht ‘Wegen- en rioleringswerken in de Zandstraat’ Luc Hermans: mevrouw Der Kinderen Annemie Der Kinderen: ja goedenavond, het gaat niet enkel over dit dossier maar wij hebben in dit dossier van de Zandstraat ook vastgesteld dat er meer kosten zijn dan oorspronkelijk werden opgemaakt. Wij hebben dat ook in andere dossiers terug gezien. En wij willen vanuit onze CD&V fractie dan toch ook onze bezorgdheid daar over uiten en aan elke betrokken schepen vragen om naar de toekomst vooraf de plannen goed mee te bekijken en toch trachten binnen de budgetten te blijven. Luc Hermans: zijn daar verder nog tussenkomsten? Iedereen akkoord? Meneer Debondt Luc Debondt: ik wil toch efkens daarop reageren en dat wij inderdaad zowel in studiefase als uitvoeringsfase zoveel mogelijk moeten rekening houden met het lastenboek en de voorbereidingen daar mee. Dat is niet altijd mogelijk vandaar dat er af en toe ook een verrekening komt. In dit geval van de Zandstraat is dat op het totale budget een verrekening van 1,45 % voor wat Begijne Veldekens betreft is dat een percentage van 1,8 % naar meerwerken toe. En voor wat de ANCO site betreft is dat 0,50 % van het totale budget. Elke overschrijving of elke verrekening moet hier aan de gemeenteraad worden medegedeeld. Wij waken er over dat dat naar de toekomst toe nog beter bewaakt wordt. Annemie Der Kinderen: dank u wel. Luc Hermans: wat het punt betreft gaat iedereen akkoord? Samenvatting Tijdens de uitvoering van de opdracht ‘Wegen- en rioleringswerken in de Zandstraat’ bleek dat het noodzakelijk was om aanpassingen in de uitvoering door te voeren. Voor deze aanpassingswerken waren geen posten voorzien in het bijzonder bestek terzake. De aannemer diende offertes in voor de aanpassingswerken. De bijkomende posten leiden tot werken in meer. Het studiebureau maakte hiervoor verrekening 1 op. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd haar goedkeuring te hechten aan verrekening 1 voor de opdracht ‘Wegenen rioleringswerken in de Zandstraat’. Motivering Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 december 2012 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Wegen- en rioleringswerken in de Zandstraat” aan AGBb, Hoge Mauw 460 te 2370 Arendonk tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 1 205 258,76 EUR excl. btw of 1 302 934,96 EUR incl. btw. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek. Juridische grond - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1145
-
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. - De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 17§2,2°a - Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. - Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 7 en 8. - De algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42. Argumentatie Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen: -OP1:meerprijs kolk: Op vraag van de Stad werden de voorziene straatkolken van 24 cm breed vervangen door kolken van 30 cm breed, het prijsverschil van deze kolken wordt voorzien in OP1. -OP2:ophalen keldergaten: Aangezien de stoep in de Zandstraat tot tegen de gevellijn komt dienen de bestaande keldergaten aangepast te worden. -OP3: in verstek zagen van lijnvormige elementen: Ter hoogte van de bloembakken dienen de boordstenen in verstek gezaagd te worden. -OP4: aanpassen bestaande inspectieput: het bestaande mangat was te groot om een gietijzeren deksel op te kunnen plaatsen. Er diende een nieuwe deksteen voorzien te worden op de inspectieput. Voor deze aanpassingswerken waren geen posten voorzien in het bijzonder bestek terzake. Verrekening 1 leidt tot meerwerken voor een bedrag van 15 764,87 euro exclusief btw of 18 125,44 euro inclusief btw. Voor deze verrekening wordt termijnsverlenging van 5 werkdagen toegekend. De leidend ambtenaar de heer Steven Mateusen verleende gunstig advies. De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2012, op artikels 4210/731/60/46 en 8770/732/60/160 van de buitengewone dienst en de financiering gebeurt met een lening. De hoeveelheden van de bestaande posten worden tijdens de uitvoering beperkt zodat de vastgelegde kredieten niet overschreden worden. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd haar goedkeuring te hechten aan verrekening 1 voor de opdracht ‘Wegenen rioleringswerken in de Zandstraat’. Besluit Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1 van de opdracht “Wegen- en rioleringswerken in de Zandstraat” voor het totaal bedrag in meer van 15 764,87 EUR excl. btw of 18 125,44 EUR incl. btw. Voor deze verrekening wordt termijnsverlenging van 5 werkdagen toegekend. De werken worden onderhands toegewezen aan AGBb, Hoge Mauw 460 te 2370 Arendonk. Financiële gevolgen De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2012, op artikel 4210/731/60/46 en 8770/732/60/160 van de buitengewone dienst. De hoeveelheden van de bestaande posten worden tijdens de uitvoering beperkt zodat de vastgelegde kredieten niet overschreden worden. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Wegen, Groen en Mobiliteit 031. Goedkeuring te hechten aan verrekening 3 voor de opdracht ‘Aanleg buurtpark Begijnenveldekens’ Samenvatting De werken aan het park Begijnenveldekens en de skatepiste werden afgerond. De zone ingesloten door het skateplein en de voetgangersdoorsteek werd tijdens de aanleg van Park Begijnenveldekens en het skateplein gebruikt als werkzone. De aanleg van dit gedeelte was niet voorzien in het bijzonder bestek voor de aanleg van het park en het skateplein. Het terrein is momenteel braakliggend. Omdat dit
Gemeenteraad van 30 december 2013
1146
binnen het park het enige onafgewerkte terrein is werd aan de aannemer gevraagd om een offerte op te maken voor dit pleintje. Omdat de werken gecofinancierd worden door het Stedenfonds moet er op het terrein een denkteken voorzien worden met de verschillende cofinanciers. Naar analogie met de heraanleg van de Grote Markt werd gekozen voor een gedenksteen in natuuursteen. Voor het leveren en plaatsen van deze steen werd geen post voorzien in het bijzonder bestek terzake. De aannemer diende een offerte in voor de bijkomende werken, verrekening 3. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd haar goedkeuring te hechten aan verrekening 3 voor de opdracht ‘Aanleg buurtpark Begijnenveldekens’ Motivering Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 27 december 2012 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg buurtpark Begijnenveldekens” aan DFM, Gilseinde 105 te 2380 Ravels tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 313 731,21 EUR excl. btw of 378 822,41 EUR incl. btw. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek met nr. T 120322. De gemeenteraad verleende in zitting van 2 september 2013 goedkeuring aan verrekening 1 voor een bedrag in meer van 18 014,32 EUR excl. btw of 21 797,33 EUR incl. 21% btw. De gemeenteraad verleende in zitting van 7 november 2013 goedkeuring aan verrekening 2 voor een bedrag in meer van 28 921,56 EUR excl. btw of 34 014,26 EUR incl. btw. Juridische grond - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. - De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 17§2,2°a - Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. - Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 7 en 8. - De algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42. Argumentatie De werken aan het park Begijnenveldekens en de skatepiste werden afgerond. De zone ingesloten door het skateplein en de voetgangersdoorsteek werd tijdens de aanleg van Park Begijnenveldekens en het skateplein gebruikt als werkzone. De aanleg van dit gedeelte was niet voorzien in het bijzonder bestek voor de aanleg van het park en het skateplein. Het terrein is momenteel braakliggend. Omdat dit binnen het park het enige onafgewerkte terrein is werd aan de aannemer gevraagd om een offerte op te maken voor dit pleintje. Omdat de werken gecofinancierd worden door het Stedenfonds moet er op het terrein een denkteken voorzien worden met de verschillende cofinanciers. Naar analogie met de heraanleg van de Grote Markt werd gekozen voor een gedenksteen in natuuursteen. Voor het leveren en plaatsen van deze steen werd geen post voorzien in het bijzonder bestek terzake. De aannemer diende offertes in voor de bijkomende werken, verrekening 3. De aannemer gaf een totaalprijs van 5 953,00 euro exclusief btw zijnde 7 203,13 euro inclusief btw op voor de aanleg van het braakligend terrein. Deze prijs omvat het egaliseren tot 30 cm onder de vaste hoogtes rondom, het leveren en plaatsen van geotextiel, het leveren en verwerken van teelaarde 30 cm dik en het inzaaien met gras. Het terrein is moeilijk toegankelijk en dient in reliëf te worden aangelegd. De aannemer diende een offerte van 1 000,00 euro exclusief btw zijnde 1 210 euro inclusief btw in voor het leveren en plaatsen van de gedenksteen in natuursteen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1147
De leidend ambtenaar de heer Steven Mateusen verleende gunstig advies. De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2012, op artikel 4210/721/60/194 en 9306/725/60/184 van de buitengewone dienst en de financiering gebeurt met eigen middelen en subsidies. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd haar goedkeuring te hechten aan verrekening 3 voor de opdracht ‘Aanleg buurtpark Begijnenveldekens’. Besluit Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 3 van de opdracht “Aanleg buurtpark Begijnenveldekens” voor het totaal bedrag van 6 953,00 EUR excl. btw of 8 413,13 EUR incl. 21% btw. De werken worden onderhands toegewezen aan DFM, Gilseinde 105 te 2380 Ravels. Financiële gevolgen De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2012, op artikel 4210/721/60/194 en 9306/725/60/184 van de buitengewone dienst. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Wegen, Groen en Mobiliteit 032. Goedkeuring te hechten aan verrekening 1 voor de opdracht ‘Aanleg kanaaldijk - zijde Anco’ Samenvatting De werken aan de kanaaldijk –zijde Anco werden afgerond. Omdat de werken gecofinancierd worden door het Stedenfonds moet er op het terrein een denkteken voorzien worden met de verschillende cofinanciers. Naar analogie met de heraanleg van de Grote Markt werd gekozen voor een gedenksteen in natuursteen. Voor het leveren en plaatsen van deze steen werd geen post voorzien in het bijzonder bestek terzake. De aannemer diende een offerte in voor de bijkomende werken, verrekening1. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd haar goedkeuring te hechten aan verrekening 1 voor de opdracht ‘Aanleg kanaaldijk – zijde Anco’. Motivering Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 20 december 2012 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Aanleg kanaaldijk - zijde Anco” aan DFM, Gilseinde 105 te 2380 Ravels tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 182 767,02 EUR excl. btw of 216 090,46 EUR incl. btw. De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek met nr. 2012185. Juridische grond - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. - De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 17§2, 2°a. - Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. - Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 7 en 8. - De algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 42. Argumentatie De werken aan de kanaaldijk –zijde Anco werden afgerond. Omdat de werken gecofinancierd worden door het Stedenfonds moet er op het terrein een denkteken voorzien worden met de verschillende cofinanciers. Naar analogie met de heraanleg van de Grote Markt werd gekozen
Gemeenteraad van 30 december 2013
1148
voor een gedenksteen in natuursteen. Voor het leveren en plaatsen van deze steen werd geen post voorzien in het bijzonder bestek terzake. De aannemer diende een offerte in voor de bijkomende werken, verrekening1. -leveren en plaatsen gedenksteen in natuursteen: 1 000 euro exclusief btw zijnde 1 210 euro inclusief btw. De leidend ambtenaar de heer Steven Mateusen verleende gunstig advies. De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2012, op artikel 9306/721/60/181 van de buitengewone dienst en de financiering gebeurt met een lening en subsidies. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd haar goedkeuring te hechten aan verrekening 1 voor de opdracht ‘Aanleg kanaaldijk – zijde Anco’. Besluit Goedkeuring wordt verleend aan verrekening 1 van de opdracht “Aanleg kanaaldijk - zijde Anco” voor het totaal bedrag in meer van 1 000,00 EUR excl. btw of 1 210,00 EUR incl. 21% btw. De werken worden onderhands toegewezen aan DFM, Gilseinde 105 te 2380 Ravels. Financiële gevolgen De uitgave voor deze verrekening is voorzien in het budget van 2012, op artikel 9306/721/60-181 van de buitengewone dienst. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Wegen, Groen en Mobiliteit 033. Goedkeuring te hechten aan de organisatie van een marktbevraging voor het inhuren van een beleidsadviseur riolen voor het toezicht op wegenis- en rioleringswerken Luc Hermans: meneer Van Lommel Reccino Van Lommel: ja dank u wel voorzitter, ja er wordt hier dus vandaag voorgesteld om een marktbevraging te organiseren voor een periode van 6 maanden. Moet ik er dan vanuit gaan dat er later geen aanwerving meer zal zijn en dat het werk dan intern over de diensten zal georganiseerd worden? En mijn tweede vraag is eigenlijk waarom heeft men, aangezien dat men op voorhand sowieso toch wist dat die persoon met pensioen zou gaan, waarom heeft men toen geen overdracht georganiseerd omdat dat toch eerder gekend zou moeten zijn? Luc Hermans: meneer Debondt Luc Debondt: er is inderdaad, het heeft te maken met een personeelslid dat inderdaad op pensioen gegaan is. Afhankelijk daarvan gaat men ook nog een kaderwijziging voorzien dat moet doorgevoerd worden omdat het niveau van A naar B wordt doorgetrokken zodanig dat iemand dat die functie kan ingepakt worden door iemand bij bevordering. Maar daarnaast is er zoveel werk voorzien voor de volgende maanden dat het noodzakelijk is om toch een tijdelijke opvang te hebben om al die werken te controleren en zodanig ook de dossiers zoals dat daarjuist gevraagd is zo goed mogelijk op te volgen en bij te passen. Dus dat is een tijdelijke toestand. Naar de definitieve oplossing kan daar in de loop van die periode uitgekeken worden. Reccino Van Lommel: ja dank u wel, dus hetgeen wat ik daaruit kan begrijpen is dat het gaat om een interne vacature eigenlijk hé. Dat iemand van het huidige personeel ja die job zal gaan waarnemen in de toekomst. Maar waarom is er eigenlijk, dus mijn volgende vraag eigenlijk, waarom is er destijds geen overdracht gedaan? Waarom heeft men gewacht tot dat die persoon met pensioen is gegaan? Luc Debondt: ja dat is nu eenmaal de beslissing die in het verleden genomen is. Wij wilden er over waken dat er naar de toekomst toe en alle werken kunnen opgevangen worden en ook daar in het kader een bijkomende aanwerving eventueel kan gebeuren of een interne wijziging om de taken die op deze dienst afkomen ook in het volledige jaar te kunnen overkoepelen. Luc Hermans: meneer Stijnen Francis Stijnen: ja misschien nog even aanvullend aangeven dat we in eerste instantie wat we in het verleden ook al gedaan hebben beroep wouen doen op IOK omdat je daar eigenlijk dus ook know how tijdelijk kan inhuren. Maar daar heeft men ons gezegd dat men geen beschikbare capaciteit heeft waardoor dat wij nu een procedure moeten voeren. Luc Hermans: goed wat het punt betreft iedereen kan daar mee akkoord gaan? Samenvatting Op 1 januari 2014 gaat de beleidsadviseur riolen met pensioen. Momenteel is er geen vervanging geregeld om de dagelijkse werking te garanderen, noch om nieuwe projecten op te starten of om werken voor te bereiden. De dienst Wegen, Groen en Mobiliteit stelt voor om een marktbevraging te organiseren om gedurende 6 maanden iemand in te huren.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1149
Motivering Feiten en context Op 1 januari 2014 gaat de beleidsadviseur riolen met pensioen. Momenteel is er geen vervanging geregeld om de dagelijkse werking te garanderen, noch om nieuwe projecten op te starten of om werken voor te bereiden. Dossiers zoals Riolering Zuid en Zandstraat lopen door in 2014 en moeten dan worden opgevolgd door de beleidsadviseur wegen. De stad heeft verschillende (onderhodus)werken aanbesteed die wachten op uitvoering. Zo is wacht onder andere de heraanleg van de Koningin Astridlaan, de aanleg van voetpaden in Schorvoort, werken aan noordzijde kanaal, achterzijde stadhuis, buitenaanleg Warande omgeving, relining Steenweg op Mol, asfalteringswerken Steenweg op Mol, asfalteringswerken Begijnendreef,... Daarnaast zijn er ook projecten van of in samenwerking met De Ark die mee opgevolgd moeten worden zoals onder andere Etaf en BKO in de Astridlaan. Of private projecten waar openbaar domein wordt aangelegd zoals de aanleg van een rotonde ter hoogte van Pelckmans. Aangezien de stad private projecten die overgedragen worden aan de stad dient op te volgen, zullen de eigen werken van de stad nagenoeg stopgezet worden totdat de beleidsadviseur wegen versterking heeft gekregen en er terug 2 personen de werken kunnen opvolgen. De opvolging van verkavelingen vraagt een inzet in functie van de omvang van de verkaveling en het aantal verkavelingen dat tegelijk wordt aangelegd. De verkavelaars betalen de stad voor het dagelijks toezicht, conform de bepalingen in het verkavelings- en projectenregelement. De stad heeft baat bij een goede controle op de werken aangezien zij na de voorlopige oplevering de procedure start voor de overdracht van de aangelegde openbare ruimte. Gebreken die buiten de waarborgperiode naar boven komen zijn ten laste van de stad. Dit laatste is een bijkomende reden om dagelijks toezicht uit te oefenen op deze werven. Argumentatie Met de huidige lopende projecten, de geplande werken én sociale en private verkavelingen is het niet mogelijk voor één werftoezichter om alle projecten op te volgen en nieuwe dossiers op te starten. Er is nog een heel groot budget beschikbaar voor de onderhoudsdossiers die reeds werden aanbesteed en gegund. Indien de dienst, tijdelijk, vervanging van beleidsadviseur wegen zou krijgen, kunnen er meer projecten worden opgevolgd door de stad. Om toch voor het nodige toezicht te zorgen stelt de dienst Wegen, Groen en Mobiliteit voor om een marktbevraging organiseren om gedurende 6 maanden iemand in te huren. Intussen kan de stedelijke organisatie zich aanpassen aan de gewijzigde situatie. In deze periode zal de dienst Wegen, Groen en Mobiliteit bekijken welke taken door de dienst zelf worden opgenomen en voor welke taken er externe ondersteuning wordt gezocht. Besluit De gemeenteraad gaat akkoord dat er een marktbevraging wordt georganiseerd om gedurende 6 maanden iemand in te huren om de taak van beleidsadviseur riolen op te nemen zodat de stedelijke organisatie zich kan aanpassen aan de gewijzgde situatie. Financiële gevolgen De middelen van de gemeentelijke saneringsbijdrage kunnen worden aangewend voor de inhuur van een beleidsadvisuer riolen. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Wegen, Groen en Mobiliteit Kopie Personeelsdienst, Financiele dienst 034. Goedkeuring te hechten aan het opzeggen van het beleidscontract tussen VCLB Kempen en a) de Stedelijke Handelsschool Turnhout; b) de Stedelijke Basisschool Turnhout Luc Hermans: Mijnheer Meeus. Paul Meeus: Geen probleem met het opzeggen van het beleidscontract zoals toegelicht in de commissie maar ik wil toch nog één vraag aan de schepen daar bij stellen. Gelet op het feit dat er dus ook voorzien wordt dat er binnen een tijdspanne van drie maand moet een beslissing genomen worden in het kader van de toekomst van de handelsschool, in dit geval, wil ik toch even vragen in welke mate dat in de procedure, of het proces, dat nu gaat volgen, ook de leerkrachten van de school zullen betrokken worden in die besluitvorming. Is dat een adviserend, een informerend karakter dat dat heeft? Hoe gaan de mensen ter plaatse, de mensen die daar werken, betrokken worden in de keuze die we uiteindelijk zullen maken?
Gemeenteraad van 30 december 2013
1150
Luc Hermans: Mijnheer Boogers Marc Boogers: .Mijnheer Meeus, refereert u dan naar de keuze van CLB of de evaluatie, of de keuze … Paul Meeus: Neenee, waar we het in de commissie over gehad hebben. Dat er ook in de periode van deze drie maanden die volgen, er een keuze moet gemaakt worden over de toekomst van de school. Dat bedoel ik eigenlijk. Niet dat wat de keuze van het CLB betreft. Marc Boogers: Ik denk, mijnheer Meeus, met alle respect, dat het iets te vroeg is om daar op te antwoorden. We hebben daar als college nog geen antwoord op. We zijn als college nog altijd bezig met te kijken wat we best doen met de Handelsschool, maar evengoed met de Stedelijke Basisschool. En de bedoeling is, zoals de burgemeester ook heeft aangegeven, om op de verenigde commissies van 8 januari daarover een heel duidelijke communicatie te doen. Paul Meeus: Daar kijk ik in elk geval naar, dat zal u niet verbazen, maar anderzijds verneem ik ook dat ge nog geen keuze hebt gemaakt. Goed. Des te beter zou ik zeggen want dan geeft dat een extra kans om het personeel, de leerkrachten zelf, ook te horen in die kwestie en ik ben enkel benieuwd in deze van hoe, welke rol gaan zij mee in dat proces spelen? Marc Boogers: Dat traject moet nog worden uitgezet. Dus ik kan daar nog geen antwoord op geven. Dat wordt nog besproken in het college. Paul Meeus: Maar ik begrijp uit uw cryptisch antwoord dat waarschijnlijk de mensen toch wel iets gaan mogen vertellen in heel het verhaal? Marc Boogers: Uiteraard, maar ik kan niet meer dan cryptisch antwoorden op dit ogenblik. Paul Meeus: Het is toch duidelijk. Luc Hermans: Een goed verstaander heeft soms maar een half woord nodig. Goed collega’s dan zijn we aangekomen bij de vragen gesteld door raadsleden. 034a. Goedkeuring te hechten aan het opzeggen van het beleidscontract tussen VCLB Kempen en de Stedelijke Handelsschool Turnhout Samenvatting De Stedelijke Handelsschool Turnhout verzoekt de gemeenteraad het beleidscontract tussen de school en CLBKempen op te zeggen per aangetekend schrijven uiterlijk op 31december 2013. Uiterlijk op 31 maart 2014 wordt de keuze van een CLB naar aanleiding van een nieuw af te sluiten contract voor de periode 2014-2019 meegedeeld aan het ministerie van onderwijs en vorming. Motivering Feiten en context Op 31 augustus 2012 liep het contract tussen de Stedelijke Handelsschool Turnhout en het CLB-Kempen ten einde. Decretaal werd een korte overgangsperiode voorzien. OVSG adviseerde de besturen om tijdens de periode van 1 september 2012 tot 31 augustus 2014 verder te werken met het huidig centrum. De gemeenteraad van 21 december 2011 keurde deze verlenging goed. Per 1 september 2014 start een nieuwe periode beleidscontract 2014-2019 (dit is schooljaar 2019-2020). Deze periode loopt samen met de periode scholengemeenschap. Het is de eerste keer dat voor 6 schooljaren een beleidscontract moet afgesloten worden. Juridische grond - het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid hoofdstuk V, afdeling 2, artikel 38 - het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 2010 houdende de codificatie betreffende het secundair onderwijs - SO 62 scholengemeenschappen secundair onderwijs (publicatiedatum 30 april 1999, laatste wijziging 15 maart 2013) Argumentatie Volgende motivering hanteert de school voor de opzegging van het beleidscontract tussen de school en CLBKempen: - De inrichtende macht wenst de samenwerking met het huidige CLB te evalueren - het schoolbestuur heeft tot op heden geen beslissing genomen met betrekking tot de toekomst van de Stedelijke Handelsschool Turnhout. Deze beslissing moet uiterlijk op 31 maart 2014 betekend worden - gezien het toetreden tot een scholengemeenschap de samenwerking met een netgebonden CLB vereist, is het op heden onduidelijk met welk CLB dient samengewerkt te worden
Gemeenteraad van 30 december 2013
1151
-
gelet op de decretaal verankerde adviesbevoegdheid van de schoolraad die omwille van bovenvermelde feiten nog niet werd samengeroepen en zich als dusdanig niet heeft kunnen uitspreken gelet op het advies van OVSG de decretaal voorziene stilzwijgende verlenging te vermijden
Besluit De gemeenteraad keurt de opzegging van het beleidscontract tussen de Stedelijke Handelsschool Turnhout en het CLB-Kempen goed en betekent deze opzegging per aangetekend schrijven. De gemeenteraad geeft opdracht het nodige te doen om voor 31 maart 2014 een gemotiveerde keuze voor samenwerking met een CLB te kunnen maken. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Stedelijke Handelsschool Turnhout 034b. Goedkeuring te hechten aan het opzeggen van het beleidscontract tussen VCLB Kempen en de Stedelijke Basisschool Turnhout Samenvatting De Stedelijke Basisschool Turnhout verzoekt de gemeenteraad het beleidscontract tussen de school en CLBKempen op te zeggen per aangetekend schrijven uiterlijk op 31december 2013. Uiterlijk op 31 maart 2014 wordt de keuze van een CLB naar aanleiding van een nieuw af te sluiten contract voor de periode 2014-2019 meegedeeld aan het ministerie van onderwijs en vorming. Motivering Feiten en context Een schoolbestuur dient voor elk van zijn scholen een beleidscontract met een centrum voor leerlingenbegeleiding te hebben. De Stedelijke Basisschool Turnhout is steeds aangesloten geweest bij CLBKempen. Op 31 augustus 2012 liep het contract tussen de Stedelijke Basisschool Turnhout en het CLB-Kempen ten einde. Decretaal werd een korte overgangsperiode voorzien. OVSG adviseerde de besturen om tijdens de periode van 1 september 2012 tot 31 augustus 2014 verder te werken met het huidig centrum. Per 1 september 2014 start een nieuwe periode beleidscontract 2014-2019 (dit is schooljaar 2019-2020). Deze periode loopt voor het eerst samen met de periode van de scholengemeenschap. Het is de eerste keer dat voor 6 schooljaren een beleidscontract moet afgesloten worden. Juridische grond - het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding, inzonderheid hoofdstuk V, afdeling 2, artikel 38 - het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 - het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van de operationele doelstellingen voor de centra voor leerlingenbegeleiding - het besluit van de Vlaamse regering van 12 september 2008 betreffende het multidisciplinaire dossier in de centra voor leerlingenbegeleiding Argumentatie Volgende motivering hanteert de school voor de opzegging van het beleidscontract tussen de school en CLBKempen: - de inrichtende macht wenst de samenwerking mhet het huidige CLB te evalueren - het schoolbestuur heeft tot op heden geen beslissing genomen met betrekking tot de toekomst van de Stedelijke Basisschool Turnhout. Deze beslissing moet uiterlijk op 31 maart 2014 betekend worden - gezien het toetreden tot een scholengemeenschap de samenwerking met een netgebonden CLB vereist, is het op heden onduidelijk met welk CLB dient samengewerkt te worden - gelet op de decretaal verankerde adviesbevoegdheid van de schoolraad die aangeeft akkoord te gaan met de verlenging van het beleidscontract voor een periode van 6 schooljaren en die het vertrouwen schenkt aan de directeur van de school om het huidig contract op te zeggen in navolging van het advies van OVSG indien wenselijk - gelet op het advies van OVSG de decretaal voorziene stilzwijgende verlenging te vermijden Besluit De gemeenteraad keurt de opzegging van het beleidscontract tussen de Stedelijke Basisschool Turnhout en het CLB-Kempen goed en betekent deze opzegging per aangetekend schrijven.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1152
De gemeenteraad geeft opdracht het nodige te doen om voor 31 maart 2014 een gemotiveerde keuze voor samenwerking met een CLB te kunnen maken. Deze beslissing werd genomen met eenparigheid van stemmen. Opvolging Origineel Stedelijke Basisschool Turnhout Kopie Zorgcoördinator Basisschool Vragen van raadsleden 035a. Heeft de stad gebouwen in eigendom waar asbest in zit? Luc Hermans: Mijnheer Van Geirt. Willy Van Geirt: Deze vraag bestaat best, voorzitter, burgemeester en raadsleden, uit drie delen. En ik zou willen beginnen met de eerste vraag en ik weet niet precies naar wie dat ik mij moet richten, in verband met deze eerste vraag. Heeft Turnhout een inventaris van gebouwen die eigendom zijn van de stad en waar er asbest in zit, wat geweten is? Luc Hermans: Mijnheer Van Geirt, ik zou zeggen, stel uw andere twee vragen ook en dan kunnen we … Willy Van Geirt: Op vraag één dan zou ik ook willen weten of er gebouwen zijn die de stad in eigendom heeft die nog asbest bevatten en waar zij werknemers in tewerkstelt. Zo ook ja op die vraag twee. Dan komt de derde vraag: welke acties de stad eventueel zou willen ondernemen om in de nabije toekomst hiervoor eventueel oplossingen te vinden. Luc Debondt: Eerste vraag: ja. Tweede vraag: ja. Derde vraag: voor al onze gebouwen zijn er asbestinventarissen opgemaakt. Dat is wettelijk zo verplicht. In sommige van deze gebouwen is nog gebonden asbest aanwezig. Meestal gaat het hier over schouwpijpen al dan niet buiten het gebouw. Euhm, dat wil echter niet zeggen dat de aanwezigheid van asbest gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. In de inventarissen wordt aangegeven op welke wijze met het asbest moet omgegaan worden of, indien er risico’s voor de gezondheid zijn, is men hiertoe verplicht, dus enkel, sorry, omgaan. Het is immers niet zo dat men verplicht is asbest te verwijderen. Enkel wanneer er verbouwingen worden uitgevoerd, of indien er risico’s voor de gezondheid zijn, is men hiertoe verplicht. De wijze waarop asbest moest verwijderd worden en hoe er mee moet omgesprongen worden, staat omschreven in de inventaris van elk gebouw. Op dit ogenblik is er geen enkel gebouw, geen enkel risico voor gebouwen waar asbest aanwezig is. Dus met mogelijke gezondheidsrisico’s. Dus al onze gebouwen zijn op dit vlak veilig. Willy Van Geirt: Mogen wij dat misschien toch wel verwachten van u dat we een lijst, een oplijsting krijgen van welke gebouwen waar dan toch asbest nog aanwezig is, dat wij in de toekomst ook eventuele werkzaamheden daarin kunnen blijven volgen. Luc Debondt: Dat is geen enkel probleem om die lijst door te geven. Willy Van Geirt: Dank u wel. 035b. Straatvrijwilligers Luc Hermans: Mijnheer Van Geirt we blijven bij u voor vraag 35b i.v.m. straatvrijwilligers. Willy Van Geirt: Ja, het is mij toevallig op de dialoogtafels onlangs te horen gekomen bij mensen die in Antwerpen gewoond hebben en die daar straatvrijwilliger waren. In Antwerpen werkt men daar schijnbaar al reeds gedurende vele jaren met straatvrijwilligers. Dat zijn dus nu meer dan 1.200 straatvrijwilligers die er al in Antwerpen zijn. Zij worden uitgerust met diverse attributen om hun straat proper te houden. Ze hebben herkenbare hesjes aan. Zij melden ook eventuele grote en kleine mankementen die in de straat moeten worden opgelost. Zij verzamelen zelf het zwerfvuil, eventueel met hun gezin. Hun gezin wordt daarmee betrokken. Krijgen ook die hesjes enz. En krijgen daarvoor ook de nodige vuilniszakken die ook op hun buurt weer herkenbaar zijn en enkel daarvoor kunnen dienen. Dus het is niet dat zij bvb. de witte vuilzakken van de stad kunnen krijgen waar ze iedereen à volonté mee kan werken dus enkel de mensen die straatvrijwilliger zijn. Ook de materialen om hun werk uit te voeren worden hen ter beschikking gesteld. Dus eigenlijk dan toch een ander gegeven nog dan onze gemeenschapswachters die eigenlijk enkel en alleen aanspreekbaar zijn en eventueel mensen aanwijzingen geven van wat men moet of wat men niet moet doen. Zij zijn ook, die straatvrijwilligers, verzekerd door de Stad. Het is een beetje ook een voorbeeldfunctie die zij uitvoeren in hun straat. Het is niet zo dat zij wijkwerkingen zijn, dus alleen de straat. Alles kan eventueel geregeld worden via Steunpunt Vrijwilligerswerk. Zij zijn dus ook door de Stad Antwerpen, nu op dit moment is dat nog een aparte vzw maar ze
Gemeenteraad van 30 december 2013
1153
zouden een vaste dienst worden in de stad Antwerpen, heb ik mij laten informeren, en de vraag is eigenlijk: is het college dit idee genegen en is de bevoegde schepen bereid om dit verder uit te werken. Luc Hermans: Mijnheer Van Geirt, misschien toch even mee geven, dat je duidelijk een onderscheid moet maken tussen straatvrijwilligers en gemeenschapswachters. Willy Van Geirt: Dat is ook wat ik daarnet gezegd heb, denk ik. Luc Hermans: Ik denk dat een gemeenschapswacht een totaal ander taak heeft. Willy Van Geirt: Daarom dat ik het ook even vernoemd had. Luc Hermans: Mijnheer Anaf. Hannes Anaf: Beste collega’s, mijnheer Van Geirt, zijn wij dat idee genegen? Zeker wel. Euhm, in die mate zelfs dat sinds mei 2011 we met een dergelijk systeem werken. Sindsdien zijn er een 83 personen die ondertussen een startpakket ontvangen hebben en die dus een deel van hun straat, van hun wijk, of van hun buurt, zeg maar, proper houden. Wat krijgen zij dan? Wel dat gaat over handschoenen, fluovestjes, van die speciale grijpers, waar we ook met het college en een aantal raadsleden een aantal maanden geleden mee op stap zijn geweest. Er zijn ook speciale witte zakken die speciaal voor die mensen geleverd worden en de stadsdiensten op afroep komen ze dan, gaan wij die zakken opruimen als ze vol zijn. Het is wel zo dat van die 83 personen, zijn ten eerste 17 nieuwe mensen sinds 2013, maar zijn er maar 35 personen die dit jaar een volle zak hebben laten ophalen. Dus dat maakt ook de hele kwestie van de verzekeringen iets complexer. Het is namelijk zo, heel veel vrijwilligers van de Stad hebben een verzekering. Bvb. ja, het zijn nu toevallig wel vrijwilligers van de provincie, maar neem mensen die bvb. bij de Warande vrijwilliger zijn en daar voor de voorstelling vrijwilliger zijn, daar kan je heel gemakkelijk van zeggen van, dat is het moment dat zij een vrijwillige taak uitoefenen, bij vrijwilligers die zwerfvuil ophalen is dat niet zo evident. Dus we hebben een beetje schrik voor toch wel wat misbruik. Wij moeten heel goed bekijken, denk ik, als we daar een verzekering voor kunnen afsluiten, dat we dat op een goede manier doen en dat daar geen misbruik van wordt gemaakt. Maar op zich is dat zeker iets wat we willen bekijken. Maar het is iets dat al redelijk ingeburgerd is in Turnhout en er zijn redelijk wat mensen die euhm, hun straat of een deel van hun straat of hun wijk willen proper houden en ik denk dat dat iets is dat we nog verder moeten aanmoedigen de komende periode ook. Ik denk dat we daar al wel vaker wat ruchtbaarheid rond gegeven hebben en wat promotie rond gemaakt hebben, maar iedereen die graag nog zijn steentje toe wil bijdragen, is daar zeer welkom toe. Willy Van Geirt: Mag ik dan noteren dat er op dit moment voor die straatvrijwilligers nog geen verzekering bestaat? Hannes Anaf: Dat klopt, ja Willy Van Geirt: Daar is nu nog geen specifieke verzekering voor. Dus indien een straatvrijwilliger op dit moment gaat de straat proper houden, begint vuil op te kuisen, maakt per ongeluk een kras op een auto, is die vrijwilliger niet gedekt door een verzekering van de Stad. Hannes Anaf: Dat is dan inderdaad via zijn eigen familiale verzekering. Ik moet er wel bij zeggen, mijnheer Van Geirt, dat we ook telkens met die mensen communiceren, als ze zich komen aanmelden, en ook herhaaldelijke malen daarna nog, dus als je ergens een situatie tegenkomt die u gevaarlijk lijkt, neem gewoon contact op met de stadsdiensten. Is er iets dat wat zwaarder is, heb je schrik voor een eventuele verheffing, neem contact op met de stadsdiensten en dan komen de stadsdiensten helpen bij het opruimen. Willy Van Geirt: Maar ik wil er toch efkens op benadrukken dat wanneer dat men dan via de familiale verzekering werkt, u weet ook dat er dan een vrijstand is van 250 euro. Dus elke vrijwilliger gaat die eerste 250 euro moeten gaan betalen. Ik vind dat er dan op zijn minst, als zij vrijwilliger zijn, daar toch die eerste 250 euro dan wel door de Stad zal moeten gaan betaald worden. Hannes Anaf: : Ik denk dat we dat zeer grondig gaan moeten bekijken want het is natuurlijk ook zo dat als iemand zich komt aanmelden als vrijwilliger voor het ophalen van zwerfvuil en zijn been breekt bij te gaan basketten en dan nadien zegt: ik heb dat opgelopen toen ik zwerfvuil aan het opruimen was, dat is heel moeilijk te controleren. Dus het is iets wat we zeker moeten bekijken. Er zit zeker een verhaal achter om het zeker wel te doen. Maar we moeten daar toch omzichtig mee omspringen, denk ik. Willy Van Geirt: Ok, maar ik hoop dat dat toch in de toekomst, of in de nabije toekomst, hier toch meer duidelijkheid in een commissie over gegeven wordt hoe jullie dat,in een college eventueel, kunnen over gaan spreken, hoe we dat met die verzekering kunnen gaan oplossen. En hoe er misschien toch wel wat meer publiciteit rond gemaakt wordt hoe we meer mensen kunnen gaan motiveren in Turnhout dan enkel maar 35 vuilzakken op een gans jaar bijeen te halen. Ik denk dat er heel wat meer bijeengehaald wordt. Hannes Anaf: Neen, het zijn zeker niet 35 vuilniszakken, het zijn 35 individuele mensen die dit jaar gebeld hebben om hun zakken te komen ophalen. Er zijn ook mensen bij die wekelijks hun vuilbak laten ophalen. Dus het gaat over 35 mensen, niet over 35 zakken.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1154
Willy Van Geirt: Ok, dank u. 035c. Stand van zaken i.v.m. de vernieuwing van de Gecoro Luc Hermans: En dan zijn we bij de heer Decoster beland i.v.m. de Gecoro. Renaat Decoster: Voorzitter, burgemeester, collega’s. Stand van zaken i.v.m. de vernieuwing van de Gecoro. In het najaar is ons meegedeeld dat de aanstelling van de nieuwe Gecoro niet meer voor dit jaar zal zijn. Maar hoe ver staan we hier mee? Zijn er al verenigingen en organisaties bekend die leden in die Gecoro mogen afvaardigen. Is er al een selectie gemaakt? Eigenlijk kan dit ook niet, want de gemeenteraad moet die selectie aanduiden. In de onderrichtingen hierover staat het volgende: ‘de gemeenteraad bepaalt eerst wat in de gemeente de belangrijkste maatschappelijke geledingen zijn. In de praktijk zal de gemeenteraad vervolgens bekijken welke verenigingen of organisaties deze maatschappelijke geledingen het best vertegenwoordigen.’ Voor zover ik weet is dat nog nooit in Turnhout nog gebeurd. ‘Eens men zover is vraagt men langs de verenigingen en organisaties aan de kandidaten naar hun motivaties en competenties.’ Dus wij wachten ook af. Er is gemeld dat de leden van de nieuwe Gecoro geen presentiegelden meer zouden ontvangen. Dit is ook in strijd met de onderrichtingen hierover. Als ge wilt bezuinigen bestaat er nog altijd zoiets als een minimum presentiegeld. Dit wordt ook in andere gemeenten toegepast. Het is ook geen vereiste dat de Gecoro elke maand vergadert. Zal het nieuwe college mijn opmerkingen in overweging nemen? Dank u. Luc Hermans: Mevrouw Wittebolle. Astrid Wittebolle: Mijnheer Decoster, op de rand van het nieuwe jaar zullen we maar zeggen, heb ik goed nieuws voor u, het nieuwe college zal uw opmerkingen in overweging nemen. Meer nog, omdat, en dat is nu zonder lachen, de mensen kunnen daar misschien mee lachen maar het eigenlijk niet zo bedoeld, meer nog, het is zo dat we eigenlijk met het college hebben beslist om eens een afspraak te maken met de voorzitter, mijnheer Visser, om eens een keer het verleden, het heden en de toekomst van de Gecoro met hem te bespreken. En het is dan de bedoeling om in de eerstvolgende commissie 4 daarop terug te komen en dan een aantal vragen wat meer in extenso aan u of uw collega dan uit te leggen. Omdat inderdaad daar toch wel wat ruis zit rond die samenstelling, rond de genderbepaling, rond het verhaal dat we decretaal toch eens moeten nakijken hoe het zit met dat presentiegeld. En we willen dat een beetje, hoe moet ik zeggen, met z’n allen eens bekijken zonder dat we hier nu het va-et-vient van het verleden, het heden en de toekomst nog eens gaan herhalen. Maar ik beloof hierbij plechtig dat we in de eerstkomende commissie 4 hierop terugkomen. Renaat Decoster: Mevrouw Wittebolle, mijn bezorgdheid gaat ook naar de toekomst uit. Ik wil het verleden niet oprakelen maar er is nog altijd zoiets als regelgeving en onderrichtingen en daar is in het verleden nogal een loopje mee genomen. Jullie zijn een erg democratische partij, dus ik hoop dat je daar inderdaad rekening mee houdt. Zowel wat de presentiegelden betreft want daar staat wel in de onderrichtingen ingeschreven. Als bvb. ook de autonomie van de verenigingen en organisaties die aangeduid worden door de gemeenteraad om vertegenwoordigers te sturen. Afgelopen Gecoro was het dus zo dat men drie kandidaturen moest insturen en het college zou daar wel uit kiezen. Niet de gemeenteraad, het college zou daar wel uit kiezen. Wel kijk eens zo, ofwel is er een reglement, ofwel is er geen. Mijn bezorgdheid is dat het dus dat een reglement of een regelgeving wordt nageleefd. Astrid Wittebolle: Wij houden ons aan de codex, dat is één. En ten tweede: ik heb u gezegd welke stappen dat we gaan ondernemen en we komen er op terug de eerstvolgende commissie 4. Renaat Decoster: Dank u. 035d. Besparing college-lid Luc Hermans: Goed collega’s, dan was er nog een vraag van Paul Moelans, maar aangezien hij afwezig is zal mijnheer Brentjens deze vraag op zich nemen. Erwin Brentjens: Ja, ik zal de vraag stellen in naam van onze zieke collega Paul Moelans. Punt 35d, besparing collegelid. Voortdurend werden we de eerste maanden van 2013 door de vorige oppositie op de rooster gelegd waarbij we verweten werden waarom we geen bevoegdheden anders geclusterd hadden. Maar vooral ook, waarom wij niet bespaard hadden op een collegelid. Gezien het aantal bevoegdheden niet gestegen of gedaald is, zouden we graag willen weten waarom dit college niet gekozen heeft alsnog te besparen op één collegelid zoals ze steeds voorgesteld hadden. Natuurlijk weet ik dat hetzelfde aantal collegeleden terug ingevuld moet worden na een periode van onbestuurbaarheid maar men kan na enkele maanden dit toch perfect voorzien. Of is dit niet meer aan de orde? Graag had ik van de fractie GROEN en TIM geweten waarom zij ons dit steeds verweten hebben en waarom, nu dat ze een ander ‘petje’ op hebben, dit gewoon van tafel vegen.
Gemeenteraad van 30 december 2013
1155
Astrid Wittebolle: Ik heb nooit een petje op. Maar voor de rest. Ik denk dat mijnheer Moelans zich in zijn enthousiasme om deze vraag te stellen toch vergist, want ik heb voor alle zekerheid, ja een mens kan nooit zeker genoeg zijn, nog eens nagetrokken of wij ooit een allusie gemaakt hebben over het aantal schepenen, en dat is niet zo. Misschien hebben wij van alles gedacht in onze hoofden, dat zou kunnen, maar voor zover is weet is dat niet genotuleerd wat wij in onze hoofden denken. Dus in ieder geval, dat is ons antwoord daarop. Er is formeel nooit vanuit onze partij daar enige allusie of vraag rond gesteld. Luc Hermans: Mijnheer Vos. Eric Vos: Goed, vanuit TIM zijn er wel vragen gesteld en ook allusie gemaakt. Eén over ja, de clustering van mandaten. U heeft vastgesteld dat er inderdaad met deze nieuwe ploeg op een andere manier bevoegdheden geschikt zijn. U stelt ook in de vraagstelling, maar ik weet niet dat u ze mondeling herhaald heeft, dat er geen bevoegdheden gedaald of gestegen zijn. Als je het bevoegdheidspakket bekijkt, merk je dat promotie hervormt is naar citymarketing, dat er ook stadsprojecten bijgekomen is en duurzaamheid. Dus dat is wel een omvattendere omschrijving gemaakt van de bevoegdheden maar om op de essentie van uw vraag in te gaan en dat heeft te maken met waarom zijn er nu vandaag niet minder collegeleden dan een paar maanden terug, moeten we zeer uitdrukkelijk verwijzen naar de start van de legislatuur waar het aantal uitvoerende mandaten is vastgelegd. Er is ook een advies ingewonnen bij het hersamenstellen van het college waar verwezen wordt dat het aantal uitvoerende mandaten hetzelfde moet blijven gedurende heel de legislatuur. Trouwens, wanneer dat de vraag binnen is gekomen van collega Moelans is dat nog eens heel uitdrukkelijk, nog eens voorgelegd aan het toezicht en daar hebben we heel duidelijk antwoord op gekregen en ik lees het even: ‘de gezamenlijke akte van voordracht op basis van dewelke schepenen op 02 januari 2013 werden gekozen is bepalend voor het aantal schepenen gedurende de gehele duur van de legislatuur’ en verwijst men naar uittreksels van een omzendbrief: ‘het aantal schepenen kan dus niet worden verminderd, zelfs niet na afloop van een volledige procedure structurele onbestuurbaarheid’ artikel zoveel van het gemeentedecreet bevestigt dit laatste uitdrukkelijk. Dat is de reden. Erwin Brentjens: Dank voor uw antwoord, schepen, burgemeester, ik zal dit overmaken aan mijn collega Paul Moelans. 036. Slot Luc Hermans: Goed collega’s, u hebt op uw plaats ook een bruine envelop gevonden. In deze envelop vindt u volgende documenten terug: het meerjarenplan 2014-2019 van de Stad. Ook het meerjarenplan van de Stad met zijn toelichting, het meerjarenplan 2014-2019 van het AGB met de toelichting, en bijlage van het meerjarenplan 2014-2019 van Stad en AGB. Burgemeester, collega’s, geachte aanwezigen, op de vooravond van oudjaar wil ik u al, maar ook allen die u dierbaar zijn, prettige eindejaarsfeesten toewensen. Maar vooral ook een goede gezondheid, een vreugdevol en voorspoedig 2014. Ik hoop dat we in 2014 mogen genieten van een stralende zon. Eén die niet verschroeit, maar elk van ons kan verblijden met een intense hartelijke warmte. Nog een fijne avond en wel thuis. Waarna de zitting wordt gesloten. Aldus gedaan en gedelibereerd in de zitting van de gemeenteraad van de stad Turnhout op datum als boven.
Filip Buijs secretaris
Gemeenteraad van 30 december 2013
Luc Hermans Schepen-voorzitter
1156