NOTULEN GEMEENTERAAD ZITTING VAN 18 DECEMBER 2013
Aanwezig :
Piet Buyse, burgemeester-voorzitter; Leen Dierick, Niels Tas, Dirk Abbeloos, Martine Van Hauwermeiren, François De Bleser, Carine Verhelst, Lien Verwaeren, Patrick Meulebroek, schepenen; Annie Van den Berghe, Jan Van Damme, Thérèse Van Gucht, Stefaan Van Gucht, Bart Van Malderen, Marius Meremans, Hilde Raman, Dina Verhavert, Denise Moens, Klaartje Van Havermaet, Dimitri Van Hoey, Nele Cleemput, Walter Deygers, Dieter Mannaert, Bart Claes, Stijn Goossens, Bart Nobels, Tomas Roggeman, Emiel Ravijts, Judith De Smedt, Lien Van Hecke, Laurens Hofman, Gino Van der Vreken, Stijn Pluym, Matthias Coppens, raadsleden; Elke De Man, stadssecretaris
Verontschuldigd :
Barbara Pas, raadslid
-------------De voorzitter opent de vergadering om 20:00 uur. --------------
Openbare vergadering POLITIERAAD 1.
Retributie voor het leveren van prestaties aan derden door de lokale politie - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus dat het grondgebied indeelt in autonome politiezones; Gelet op het feit dat de financiering van deze politiezones geschiedt door de gemeente zelf; Gelet op het KB van 28 april 2002 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie OostVlaanderen in politiezones dat in artikel 1.1.3 Dendermonde als een autonome politiezone indeelt; Gelet op artikel 90 van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus dat stelt dat de gemeenteraad een vergoeding kan innen voor opdrachten van bestuurlijke politie van de lokale politie; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie voor het leveren van prestaties aan derden door het personeel van de lokale politie;
Overwegende dat dit retributiereglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie voor administratieve prestaties, aangepast met onze besluiten van 8 juli 2009 en 17 maart 2010; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de index der consumptieprijzen over een periode van 6 jaar gestegen is met ca. 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven aan te passen aan de index;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de lokale politie een retributie ingevoerd op informatieverstrekking omtrent veiligheid en preventie door de lokale politie. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor informatieverstrekking omtrent veiligheid en preventie door de lokale politie. Het gebruik maken van de diensten van de lokale politie Dendermonde omvat het geven van uiteenzettingen en/of lezingen door personeel van deze lokale politie in dienstverband buiten de politiezone Dendermonde of binnen deze politiezone ten voordele van de natuurlijke of rechtspersoon of organisatie, die niet kan omschreven worden als “ non-profitorganisatie “ en die geen doelgroep uitmaakt van het politioneel beleid zoals uitgelegd in het zonaal veiligheidsplan. Bij twijfel beslist de burgemeester.
Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon of door de vereniging die van de diensten, aangeboden door de lokale politie Dendermonde, gebruik maakt. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: 140,00 EUR voor prestaties van maximum 3 uur 280,00 EUR voor prestaties die de 3 uren overschrijden. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 Voor de tarieven vermeld onder artikel 4 dient de retributie betaald te worden binnen de 14 dagen na ontvangst van de factuur. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Indien de prestatie verricht wordt ten voordele van een openbare dienst of erkende adviesraad binnen de politiezone Dendermonde kan het college van burgemeester en schepenen te allen tijde vrijstelling van retributie verlenen; de gemeenteraad dient deze beslissing achteraf te bekrachtigen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de zonechef - de bijzonder rekenplichtige.
Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 2.
Retributie voor opsluiting in doorgangscellen van de lokale politie - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op artikel 90 van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus dat stelt dat de gemeenteraad een vergoeding kan innen voor opdrachten van bestuurlijke politie van de lokale politie; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement voor opsluiting in de doorgangscellen van de lokale politie; Overwegende dat dit retributiereglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op het feit dat personeel van de lokale politie Dendermonde dient in te staan voor de bewaking van personen die opgesloten worden in de doorgangcellen van de lokale politie op last van andere politiediensten, hetgeen de werklast op het korps doet toenemen; Overwegende dat het billijk is deze retributie verder te blijven innen; Overwegende dat de index der consumptieprijzen over een periode van 6 jaar gestegen is met ca. 12 procent; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen voor een periode van zes jaar mits het actualiseren van de tarieven en rekening houdende met de stijgende personeels- en materiaalkosten; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de lokale politie een retributie ingevoerd op de opsluitingen in de doorgangcellen, van personen, administratief of gerechtelijk aangehouden, al dan niet in opdracht van een magistraat, die de lokale politie Dendermonde uitvoert op verzoek van andere politiediensten. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor de opsluitingen in de doorgangcellen, van personen, administratief of gerechtelijk aangehouden, al dan niet in opdracht van een magistraat, die de lokale politie Dendermonde
uitvoert op verzoek van andere politiediensten. Met opsluiting wordt bedoeld, het voor een beperkte tijd vasthouden van personen in de doorgangcellen van de lokale politie Dendermonde, wegens een bestuurlijke of gerechtelijke maatregel, overeenkomstig de bepalingen van de Wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt.
Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de politiedienst die om de opsluiting verzoekt.
Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: Voor opsluitingen a) 100,00 EUR per opsluiting in een individuele cel b) 2,25 EUR voor een ontbijt c) 3,40 EUR voor een middagmaal d) 2,25 EUR voor een avondmaal. Voor inzet van politiepersoneel van de lokale politie Dendermonde : a) 2,25 EUR per gepresteerd uur voor toezicht en bewaking bij individuele opsluiting b) 26,00 EUR per gepresteerd uur door personeel van het basiskader - voor het opstellen van een proces-verbaal in verband met incidenten naar aanleiding van de opsluiting voor dienstverlening, andere dan toezicht en bewaking bij individuele opsluiting c) 30,25 EUR per gepresteerd uur door personeel van het middenkader - voor het opstellen van een proces-verbaal in verband met incidenten naar aanleiding van de opsluiting voor dienstverlening, andere dan toezicht en bewaking bij individuele opsluiting d) 41,50 EUR per gepresteerd uur door personeel van het officierenkader - voor het opstellen van een proces-verbaal in verband met incidenten naar aanleiding van de opsluiting voor dienstverlening, andere dan toezicht en bewaking bij individuele opsluiting Elk begonnen uur wordt aangerekend als een volledig gepresteerd uur. Voor beschadigingen a) 500,00 EUR voor een brandvrije matras b) 260,00 EUR voor een matrasovertrek c) 5,00 EUR voor een wegwerpdeken d) 225,00 EUR voor een uitgebreide ontsmettingschoonmaak. Voor dokterskosten a) Indien de lokale politie Dendermonde een dokter vordert voor een persoon die verblijft in een doorgangscel zullen deze dokterskosten doorgerekend worden aan de betrokkene, ongeacht of deze dokter gevorderd wordt door de lokale politie of op vraag van de betrokkene; b) Indien een dokter wordt gevorderd, voor een persoon die verblijft in een doorgangscel in opdracht van een andere zone, zullen deze dokterskosten worden doorgerekend aan de andere zone, ongeacht of deze dokter gevorderd wordt door de lokale politie of op vraag van de betrokkene. Voor deze dokterskosten gelden de modaliteiten van het gemeenteraadsbesluit van 30 januari 2013 ‘Lokale politie – regeling vergoeding dokter bij dringende oproep’. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie dient betaald binnen de veertien dagen na verzending van de factuur. Reglementering doorgangscellen en logboek Artikel 6 Het reglement en het logboek van de doorgangcellen liggen voor het politiepersoneel ter inzage in de kantoren van de lokale politie Dendermonde, Noordlaan 150 te 9200 Dendermonde, tijdens de openingsuren. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de zonechef - de bijzondere rekenplichtige. Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 3.
Retributie voor het vangen van loslopende dieren op de openbare weg door de lokale politie goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus dat het grondgebied indeelt in autonome politiezones; Gelet op het feit dat de financiering van deze politiezones geschiedt door de gemeente zelf; Gelet op het KB van 28 april 2002 houdende de indeling van het grondgebied van de provincie OostVlaanderen in politiezones dat in artikel 1.1.3 Dendermonde als een autonome politiezone indeelt; Gelet op artikel 90 van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus dat stelt dat de gemeenteraad een vergoeding kan innen voor opdrachten van bestuurlijke politie van de lokale politie; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Overwegende dat de lokale politie regelmatig geconfronteerd wordt met loslopende dieren op de openbare weg; Overwegende dat deze dieren dan door de politie worden gevangen en bij de eigenaar teruggebracht; Overwegende dat het billijk is voor deze prestatie de kosten te recupereren van de eigenaar van het dier; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement in te voeren vanaf 2014;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de lokale politie een retributie ingevoerd op het vangen van loslopende dieren op de openbare weg. Aanvrager Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het dier. Bedrag van de retributie Artikel 3
De retributie wordt bepaald op 26,00 euro per uur en per persoon die aan de onderscheppingsactie deelneemt. Elk begonnen uur wordt aangerekend als een volledig gepresteerd uur.
Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 4 Voor het tarief vermeld onder artikel 3 dient de retributie betaald te worden binnen de 14 dagen na ontvangst van de factuur. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 5 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 6 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de zonechef - de bijzonder rekenplichtige. Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 4.
Politiebegroting 2014 - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepen van 2 december 2013; Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie, inzonderheid titel II de “de begroting” – hoofdstuk III “de begrotingswijzigingen”; Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus; Gelet op de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op de omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones; Gelet op de ministeriële omzendbrief PLP 51 van 31 oktober 2013 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2014 ten behoeve van de politiezones; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet; Besluit: Art. 1 De gemeenteraad stelt de gewone begroting 2014 van de politiezone als volgt vast: Saldo Geraamd algemeen resultaat van begroting 2013 Begroting 2014 Ontvangsten van het eigen dienstjaar Uitgaven van het eigen dienstjaar
595.148,23
10.936.432,39 10.859.711,05
76.721,34
Ontvangsten vorige jaren (in 2014) Uitgaven vorige jaren (in 2014)
20.816,72 560.686,09
-539.869,37
Ontvangsten overboekingen Uitgaven overboekingen
0,00 132.000,00
-132.000,00
Geraamd resultaat van de begroting 2014
-595.148,03
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2014
0,20
Art. 2 De gemeenteraad stelt de buitengewone begroting 2014 van de politiezone als volgt vast: Saldo Algemeen resultaat van begroting 2013 Begroting 2014 Ontvangsten van het eigen dienstjaar Uitgaven van het eigen dienstjaar
0,00
815.300,00 947.300,00
-132.000,00
0,00 0,00
0,00
132.000,00 0,00
132.000,00
Ontvangsten vorige jaren (in 2014) Uitgaven vorige jaren (in 2014) Ontvangsten overboekingen Uitgaven overboekingen Geraamd resultaat van de begroting 2014 Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2014
Art. 3 Afschrift van dit besluit zal gestuurd worden aan: - de toezichthoudende overheden de financieel beheerder/bijzonder rekenplichtige.
Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 5.
Politiebegroting 2014 - vaststellen politiedotatie - goedkeuring
De gemeenteraad Overwegende dat voor de goede werking van de politiezone de toekenning van de nodige financiële middelen van onmiskenbaar belang is; Overwegende dat de omzendbrief BA-2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones onder punt 3.5.1. ten stelligste aanbeveelt de gemeentelijke dotatie aan de politiezone vast te stellen in een afzonderlijke gemeenteraadsbesluit, vooraleer zowel de zone als de gemeente zelf een beslissing treffen over de politiebegroting, respectievelijk de gemeentebegroting; Gelet op de ministeriële omzendbrief PLP 51 van 31 oktober 2013 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2014 ten behoeve van de politiezones; Gelet op het ontwerp van stadsbudget 2014; Gelet op het ontwerp van politiebegroting 2014; Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; Gelet op de omzendbrief BA 2002/12 van 27 september 2002 houdende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones; Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten en de ministeriële omzendbrieven ter zake;
0,00 0,00
Besluit: Art. 1 De gemeenteraad stelt de dotatie 2014 aan de politiezone vast op 6.170.391 EUR. Art. 2 De dotatie is ingeschreven in het stadsbudget 2014 onder Beleidsdomein: Algemeen bestuur Beleidsitem: 0400-00 algemene rekening: 6493250. Art. 3 In de begroting 2014 van de politiezone is de ontvangst ingeschreven op artikel 330/485-48.
Art. 4 Afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan de toezichthoudende overheid de zonechef de financieel beheerder/bijzonder rekenplichtige. Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. FINANCIËN 6.
Opcentiemen op de onroerende voorheffing 2014 - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet Gelet op artikel 351 - 1° van het Wetboek van de Inkomstenbelasting; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende instructies voor het opstellen van de meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus, inzonderheid punt 4.2.4 ’Lokale fiscaliteit’; Gelet op de brief van 17 oktober 2013 van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst in verband met de gebudgetteerde opbrengsten onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2014; waarbij deze geraamd worden op 12.136.295,73 EUR; Gelet op ons besluit van heden betreffende de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting 2014, waarbij het percentage wordt vastgesteld op 7,80 %; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat, voor een gezonde financiële toestand van de stad, het noodzakelijk is het aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing voor 2014 te behouden op 1.400; Besluit: Art. 1 Voor het aanslagjaar 2014 worden er ten bate van de stad Dendermonde 1.400 opcentiemen op de onroerende voorheffing gevestigd. Art. 2 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet.
Art. 3 Afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan : - de provinciegouverneur - het Agentschap Vlaamse Belastingdienst - de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja', (CD&V + SPA + Groen + N-VA) en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang) 7.
Aanvullende belasting op de personenbelasting 2014 - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen, inzonderheid artikel 464 tot en met artikel 470 bis; Gelet op de wet van 24 juli 2008 ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting voor elk van de aanslagjaren 2001 tot 2007 en tot wijziging, met ingang van aanslagjaar 2009, van artikel 468 van het Wetboek van de inkomstenbelasting (WIB) 1992; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende instructies voor het opstellen van de meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus, inzonderheid punt 4.2.4 ’Lokale fiscaliteit’; Gelet op de brief van 25 oktober 2013 van Federale Overheidsdienst Financiën in verband met de begrotingsraming voor het jaar 2014 van de ontvangsten voor de stad uit de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, waaruit blijkt dat deze inkomsten worden geraamd op 14.358.572,75 EUR; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat het, voor een gezonde financiële toestand van de stad, noodzakelijk is het percentage van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor 2014 op hetzelfde peil te houden als deze voor het aanslagjaar 2013, namelijk 7,80 %;
Besluit: Art. 1 Voor het aanslagjaar 2014 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Art. 2 De belasting wordt vastgesteld op 7,80 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 berekend gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Die belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Art. 3
De vestiging en de inning van deze gemeentelijke belasting zullen door toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen in de artikelen 466 en volgende van het Wetboek van de inkomstenbelasting. Art. 4 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Art. 5 Afschrift van dit besluit zal worden gezonden naar de toezichthoudende overheid.
Stemming: 30 stemmen 'ja' (CD&V + SPA + Groen + N-VA) en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang). 8.
Subsidie jubilerende verenigingen - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende het subsidiereglement jubilerende verenigingen; Overwegende dat dit subsidiereglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat, ter ondersteuning van het Dendermonds verenigingsleven, het wenselijk is dit subsidiereglement te hernieuwen met behoud van dezelfde voorwaarden; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013; Gelet op de financiële toestand van de stad;
Besluit: Definitie van de subsidiëring Artikel 1 Aan jubilerende Dendermondse verenigingen wordt voor de jaren 2014 tot en met 2019 een werkingssubsidie toegekend in het jaar van de viering. Wordt als ‘Dendermondse vereniging’ beschouwd: de vereniging die haar zetel of afdeling heeft op het grondgebied van Dendermonde. Bepaling van de werkingssubsidie Artikel 2 Het bedrag van de werkingssubsidie wordt vastgesteld op : 150 EUR voor een 25-jarig jubileum 300 EUR voor een 50-jarig jubileum 450 EUR voor een 75-jarig jubileum en elk volgend 25-jarig jubileum. Aanvrager Artikel 3 De jubilerende vereniging dient vóór aanvang van de viering een schriftelijke aanvraag te richten aan het stadsbestuur Dendermonde, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde.
Andere bepalingen Artikel 4 De subsidie wordt slechts uitbetaald na goedkeuring van de kredieten die hiervoor voorzien worden op het budget van stad. Bekendmaking en inwerkingtreding
Artikel 5 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 6 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder - het stadssecretariaat - de stedelijke adviesraden. Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 9.
Overeenkomst tussen de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen (TMVW) en de stad Dendermonde, met betrekking tot het inzamelen, transporteren en saneren van het door de TMVW aan haar abonnees geleverde water op het grondgebied van Dendermonde - gemeentelijke bijdrage 2014 - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet, de uitvoeringsbesluiten, en de ministeriële omzendbrieven ter zake; Gelet op ons besluit van 20 december 2005, aangepast met onze besluiten van 20 september 2006, 20 december 2006 en 28 februari 2007 waarbij de voorwaarden werden vastgesteld van de overeenkomst tussen de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen (TMVW) en de stad Dendermonde, met betrekking tot het inzamelen, transporteren en saneren van het door de TMVW aan haar abonnees geleverde water op het grondgebied van Dendermonde; Gelet op de brief van 28 oktober 2013 van TMVW betreffende de saneringsbijdrage en –vergoeding 2014; Overwegende dat aan TMVW dient meegedeeld of de stad ingaat op het voorstel van de intercommunale, namelijk de saneringsbijdrage en saneringsvergoeding voor 2014 te berekenen door de bovengemeentelijke bijdrage te vermenigvuldigen met de vermenigvuldigingscoëfficiënt zoals op Vlaams niveau bepaald, of hiervan wenst af te wijken; Overwegende dat met ons besluit van 19 december 2012 de gemeentelijke saneringsbijdrage voor 2013 werd vastgesteld op het maximaal toegelaten tarief; Overwegende dat de gemeentelijke saneringsbijdrage voor 2014 afhankelijk is van het decreet houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014 van de Vlaamse regering; Overwegende dat de Vlaamse regering dit decreet nog niet heeft goedgekeurd; Overwegende dat het wenselijk is de gemeentelijke saneringsbijdrage voor 2014 voor aanvang van 2014 al vast te stellen; Overwegende dat niet dient gewacht op het programmadecreet om de gemeentelijke saneringsbijdrage voor 2014 vast te stellen indien gesteld wordt dat deze gelimiteerd wordt tot het maximale toegelaten tarief; Overwegende dat in het kader van de gemeentelijke saneringsplicht van het afvalwater het wenselijk is, ter financiering van de investeringen aan rioleringen, de gemeentelijke saneringsbijdrage te verhogen tot het maximaal toegelaten tarief (factor x maal de bovengemeentelijke bijdrage 2014); Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om in te gaan op het voorstel van de intercommunale;
Besluit: Artikel 1
De gemeentelijke saneringsbijdrage voor 2014 wordt vastgesteld op het maximale toegelaten tarief, namelijk factor x maal de bovengemeentelijke bijdrage 2014, overeenkomstig het decreet houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 2014 van de Vlaamse regering. De gemeentelijke saneringsbijdrage voor 2014 voor de VEW (Vergoeding Eigen Waterwinners) is gelijk aan de gemeentelijke saneringsbijdrage voor de drinkwaterabonnees. Artikel 2 Afschrift van dit besluit zal gestuurd worden aan: - de toezichthoudende overheid - de TMVW - de financieel beheerder. Stemming: 33 stemmen 'ja', en 1 “onthouding “ (Vlaams Belang) 10. Kohierbelasting bij weigering tot aanleggen of heraanleggen van een gescheiden riolering van het hemel- en afvalwater van gebouwen – hernieuwing - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Overwegende dat het Vlaamse gewest maximaal de gescheiden afvoer van hemelwater en afvalwater wenst te realiseren wat blijkt uit de bepalingen van de algemene en sectorale bepalingen in het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem II); Overwegende dat het stadsbestuur bij het toekennen van stedenbouwkundige vergunningen bij nieuwbouw en vernieuwbouw sinds 1 januari 2000 de verplichting oplegt bij woningen en gebouwen om het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater gescheiden af te voeren tot de perceelsgrens achtereenvolgens in toepassing van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen van 14 september 1999 en 15 oktober 2003 en 19 april 2006 betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 oktober 2004 en gewijzigd op 23 juni 2006 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die de verplichting oplegt bij het bouwen en herbouwen om het afvalwater en regenwater gescheiden af te voeren; Overwegende dat Vlarem II op 9 mei 2008 gewijzigd werd waarbij onder artikel 6.2.2.1.2§3 bepaald wordt dat de volledige scheiding tussen het afvalwater en het hemelwater, afkomstig van dakvlakken en grondvlakken, verplicht is op het ogenblik dat een gescheiden riolering op het openbaar domein wordt aangelegd of heraangelegd wat zich vertaalt in het begrip ‘optimale afkoppeling’; Overwegende dat het begrip ‘optimale afkoppeling’ betekent dat bij de aanleg of heraanleg van een gescheiden riolering het hemelwater van gebouwen langsheen nieuwe rioleringswerken optimaal dient afgekoppeld te worden van de afvalwaterafvoer wat inhoudt dat: - bij open of halfopen bebouwing alle hemelwater gescheiden dient afgevoerd te worden - bij gesloten bebouwing het hemelwater gescheiden van het afvalwater dient afgevoerd te worden behalve indien hiervoor leidingen door of onder de woning dienen aangelegd te worden (dus in de meeste gevallen wordt dit beperkt tot afkoppeling van de voorste dakhelft); Gelet op het goedgekeurd zoneringsplan betreffende de waterzuivering op ons grondgebied waar bij een aantal afgelegen gebouwen de zuivering van het huishoudelijk afvalwater voorzien wordt door plaatsing van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater;
Overwegende dat het ook bij deze gebouwen nodig is om de optimale afkoppeling te realiseren om de goede werking van de individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater te garanderen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor de menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement; Overwegende dat in dit besluit bepaald wordt dat de privéwaterafvoer dient gekeurd te worden voor de eerste ingebruikname, bij belangrijke wijzigingen, na vaststelling van een inbreuk op gelijkvormigheid en bij de aanleg van een gescheiden riolering op het openbaar domein; Gelet op het ministerieel besluit van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en de privéwaterafvoer waarin bepaald wordt dat de keuring van de privéwaterafvoer dient na te gaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd op het private domein; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 september 2011 betreffende de organisatie van de keuring van de privéwaterafvoer en zijn latere wijzigingen; Overwegende dat in dit besluit bepaald wordt dat de keuring van privéwaterafvoer dient te gebeuren door een keurder die voldoet aan de volgende voorwaarden:
de keurder heeft een ISO 17020-accredidatie met betrekking tot het keuren van private rioleringen of is minstens reeds aan een ISO 17020 BELAC audit onderworpen met betrekking tot de keuring van de private rioleringen opgelegd door het Waterverkoopreglement; de keurder is aangesteld voor het keuren van de privéwaterafvoer door de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk; de keurder is aanvaard door de koepelorganisatie van de Vlaamse Waterbedrijven
Overwegende dat de Vlaamse milieumaatschappij (VMM) ons op 11 juni 2007 meegedeeld heeft dat de nieuwe afkoppelingsregels dienen toegepast te worden om in aanmerking te kunnen komen voor de maximale subsidies voor de uitvoering van rioleringswerken in het kader van het subsidiebesluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002, gewijzigd op 29 april 2005 en 10 maart 2006 en op 9 mei 2008 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg door de gemeenten van openbare rioleringen; Overwegende dat de stad Dendermonde sterk wenst te investeren in de aanleg van volledig gescheiden en semi-gescheiden rioleringssystemen op haar grondgebied om zo snel als mogelijk een goede ecologische toestand te bekomen in de waterlopen gelet op de bepalingen van de Europese kaderrichtlijn water van 23 oktober 2000 en van het decreet van 18 juli 2003 inzake het integraal waterbeleid; Overwegende dat het hierbij noodzakelijk is de eigenaars te sensibiliseren en te begeleiden ten einde het hemelwater op hun particulier domein optimaal af te koppelen in synergie met de rioleringswerken op het openbaar domein; Overwegende dat de realisatie van de optimale afkoppeling van de privéwaterafvoer bij gebouwen zeker noodzakelijk is bij de aanleg van een gescheiden riolering in de straat omdat bij het bepalen van de diameter van de rioolbuizen op het openbaar domein rekening gehouden wordt met de optimale afkoppeling van het hemelwater op particulier domein waardoor er bij onvoldoende afkoppeling overstromingen zouden kunnen ontstaan van de afvalwaterriool in de straat en in de aanpalende woningen; Gelet op ons besluit van 7 juli 2010 betreffende de goedkeuring van het reglement voor afkoppelingswerken op particulier domein en zijn latere wijzigingen; Overwegende dat in dit besluit beslist werd om de inwoners van een straat waar wegen- en rioleringswerken worden uitgevoerd maximaal te ondersteunen door de aanstelling van een afkoppelingsdeskundige en een afkoppelingsaannemer op kosten van de stad en door de toekenning van een premie voor opbraak van verhardingen, steenslag, gras en beplantingen;
Overwegende dat in artikel 12 van het afkoppelingsreglement van 7 juli 2010 bepaald wordt dat gebouwen, die niet optimaal afgekoppeld zijn of waarvan de eigenaars weigeren een controle te laten uitvoeren, niet zullen aangesloten worden op de afvalwaterriolering; Overwegende dat dit aanleiding zou kunnen geven tot het clandestien lozen van huishoudelijk afvalwater in geklasseerde waterlopen of in kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater zodat het aangewezen is om een afkoppelingsbelasting in te voeren voor alle eigenaars van gebouwen die weigeren een optimale afkoppeling te realiseren wanneer zij hiertoe wettelijk verplicht zijn; Overwegende dat in artikel 13 van het afkoppelingsreglement daarom het volgende bepaald werd: ‘Eigenaars, die weigeren een optimale afkoppeling te realiseren, moeten jaarlijks een afkoppelingsbelasting betalen en kunnen vervolgd worden vanwege de overtreding van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I) en de bijhorende algemene en sectorale bepalingen (Vlarem II). De afkoppelingsbelasting zal door de gemeenteraad vastgelegd worden in een afzonderlijk belastingsreglement.’ Overwegende dat ook beslist werd om geen afkoppelingswerken te laten uitvoeren door de afkoppelingsaannemer van de stad indien de noodzaak tot deze werken voortvloeit uit een bouwovertreding; Overwegende dat het aangewezen is om de afkoppelingsbelasting ook te vorderen indien de stedenbouwkundige vergunning van een gebouw niet nageleefd wordt inzake de gescheiden afvoer van hemelwater en afvalwater omdat dit tot problemen zal leiden als in de toekomst een gescheiden riolering in de straat wordt aangelegd; Overwegende dat het billijk is om eigenaars de kans te geven de nodige afkoppelingswerken alsnog te laten uitvoeren binnen de 3 maanden nadat uit een eerste keuring gebleken is dat de privéwaterafvoer niet conform de voorschriften is uitgevoerd en binnen dezelfde periode een definitieve keuring aan te vragen; Overwegende dat het tarief van een gescheiden rioolaansluiting momenteel circa 1.000,00 EUR bedraagt; Overwegende dat deze belasting voldoende aanmanend en stimulerend moet zijn voor eigenaars: die weigeren de optimale afkoppelingswerken te realiseren bij wegen- en rioleringswerken in de straat die een bestaand gescheiden rioleringsstelsel op hun eigendom wijzigen in een gemengd rioleringsstelsel die weigeren een (her)keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren die de bepalingen van hun stedenbouwkundige vergunning niet naleven inzake de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 14 december 2011 waarbij een belasting bij weigering tot aanleggen of heraanleggen van een gescheiden riolering van het hemel- en afvalwater van gebouwen werd ingevoerd; Overwegende dat dit belastingreglement eindigt op 31 december 2013; Overwegende dat de huidige belastingvoet op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2012; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent of een gemiddelde van 2 procent per jaar; Overwegende dat het billijk is de huidige belasting te verhogen met 4 procent; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen voor de periode 2014-2019 en het tarief aan te passen aan de index;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van xx om het belastingtarief vanaf 2014 te bepalen op 1.040,00 EUR per jaar voor elk begonnen jaar dat de verplichte aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel bij een gebouw niet gerealiseerd is; Overwegende dat het niet realiseren van een gescheiden rioleringsstelsel in bovenvermelde gevallen kan beschouwd worden als milieuovertreding in het kader van het milieuhandhavingsdecreet waarvoor een proces-verbaal kan opgemaakt worden dat naar de Procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Dendermonde voor verder gevolg wordt gestuurd;
Besluit Definities Art. 1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1. gebouw: elk bouwwerk en bijhorende grond waarbij er een lozing is van afvalwater 2. wooneenheid: elke eenheid in een woongebouw die ontworpen of aangepast is om afzonderlijk te worden gebruikt en die minstens over de volgende woonvoorzieningen beschikt: een woonruimte in combinatie met een toilet, een douche of bad en een keuken of kitchenette 3. privéwaterafvoer: het rioleringsstelsel dat zich niet op het openbaar domein bevindt 4. afvalwater: water met afvalstoffen en/of verontreinigingen waarvan de houder zich ontdoet of moet ontdoen; 5. hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater; 6. gescheiden rioleringen: een dubbel stelsel van leidingen waarvan een leiding bestemd is voor het opvangen en afvoer van afvalwater en een andere leiding (of openluchtgreppel) bestemd is voor hemelwater; 7. optimale afkoppeling: bij open en halfopen gebouwen dient alle hemelwater gescheiden van afvalwater afgevoerd te worden. Bij gesloten gebouwen, waarvoor de stedenbouwkundige vergunning verleend is voor 1 januari 2000, dient het hemelwater gescheiden van het afvalwater afgevoerd te worden behalve indien hiervoor leidingen door of onder de woning dienen aangelegd te worden; 8. afkoppelingswerken: alle nodige werken om de optimale afkoppeling bij een gebouw te realiseren of om de privéwaterafvoer van een gebouw te realiseren volgens de voorwaarden van de stedenbouwkundige vergunning; 9. keuring: controle van de optimale afkoppeling door een afkoppelingsdeskundige, aangesteld door de stad, of door een erkende keurder volgens het gemeenteraadsbesluit van 21 september 2011 betreffende de organisatie van keuring van de privéwaterafvoer; 10. definitieve keuring: de keuring die de grondslag vormt voor de belasting indien uit het keuringsverslag blijkt dat de privéwaterafvoer niet volgens de voorschriften is aangelegd. Belastbaar feit Art. 2 Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting ingevoerd in de volgende gevallen: bij weigering om afkoppelingswerken uit te voeren in de straten waar de stad Dendermonde gescheiden rioleringen of een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater aanlegt; bij weigering om een keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren; bij wijziging van de privéwaterafvoer zonder schriftelijke toestemming van het stadsbestuur waardoor de bestaande, gescheiden rioleringen gewijzigd worden in gemengde rioleringen bij het niet uitvoeren van de aanleg van de privéwaterafvoer volgens de bepalingen van de stedenbouwkundige vergunning. Tarief Art.3
De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 1.040,00 EUR per jaar vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op de definitieve keuring, waaruit blijkt dat de privéwaterafvoer van een gebouw niet optimaal werd afgekoppeld na de uitvoering van rioleringswerken op het openbaar domein of na de plaatsing van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater door het stadsbestuur; niet gerealiseerd is volgens de bepalingen van de stedenbouwkundige vergunning. Belastingplichtige Art. 4 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het gebouw. Art. 5 Bij een woongebouw met meerdere wooneenheden is de belasting verschuldigd door de eigenaar van elke wooneenheid. Keuring Art. 6 De inkohiering gebeurt op basis van het verslag van de definitieve keuring dat wordt opgemaakt bij de controle van de rioleringen van het gebouw. Art. 7 Indien uit een eerste keuring blijkt dat de privéwaterafvoer van een gebouw niet optimaal afgekoppeld is of niet uitgevoerd is volgens de bepalingen van de stedenbouwkundige vergunning, dan kan de eigenaar binnen de drie maanden na datum van de eerste keuring de nodige afkoppelingswerken uitvoeren en een definitieve keuring aanvragen. Art. 8 Indien de eigenaar de vereiste afkoppelingswerken volgens artikel 7 binnen de drie maanden niet uitvoert, dan wordt de eerste keuring als definitieve keuring beschouwd. Art. 9 Bij de weigering van het uitvoeren van een keuring wordt geacht dat de privéwaterafvoer van een gebouw niet optimaal afgekoppeld is. Art. 10 De keuring moet uitgevoerd te worden door keurders, die voldoen aan de voorwaarden van het gemeenteraadsbesluit van 21 september 2011 en zijn latere wijzigingen. Vrijstellingen Art. 11 Er worden geen vrijstellingen of verminderingen van de belasting verleend. Wijze van invorderen - betaling Artikel 12 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 13 De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Bezwaren Artikel 14 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 15 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en
invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 16 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 17 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder - de dienst wegen en waterlopen. Stemming: 33 stemmen 'ja', en 1 onthouding (Vlaams Belang). 11. Kohierbelasting op de brandstofdistributieapparaten - hernieuwing - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de kohierbelasting op de brandstofdistributieapparaten; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering van de tarieven; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen voor een periode van zes jaar;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting op brandstofdistributieapparaten ingevoerd. Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2
De belasting is verschuldigd op de brandstofdistributieapparaten opgesteld op de openbare weg of op privaat terrein langs de openbare weg. Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het toestel. De houder van het toestel wordt, behoudens bewijs van het tegendeel, als dusdanig beschouwd. Aanslagvoet Artikel 4 De belasting wordt bepaald op: 56,00 EUR per toestel voor de vaste toestellen; 28,00 EUR per toestel voor de verplaatsbare toestellen. Wanneer verschillende brandstofdistributieapparaten onder een zelfde omhulsel worden samengevoegd of samengebracht, is de belasting voor elk apparaat verschuldigd. Voor de toestellen die in de loop van het jaar werden geïnstalleerd, wordt de belasting berekend in overeenstemming met het aantal maanden installatie. Elke begonnen maand is volledig verschuldigd. Dezelfde regel is ook van toepassing voor de afgeschafte en niet vervangen toestellen.
Wijze van invorderen Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Betaaltermijn Artikel 6 De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Vrijstellingen/vermindering Artikel 7 De belasting is niet verschuldigd voor de toestellen die niet toegankelijk zijn voor het publiek of die opgesteld zijn in garages of gelijkaardige instellingen en die van buiten uit niet zichtbaar zijn, noch aangekondigd worden. Aangifteplicht Artikel 8 De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Dendermonde – financiële dienst – Franz Courtensstraat 11 – 9200 Dendermonde. Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient de belastingplichtige de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen aan de belastbare grondslag en dit vanaf het tweede aanslagjaar waarvoor de belasting zal worden gevestigd. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. Met de laatst ingediende aangifte wordt deze bedoeld die werd ingediend op basis van het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk 30 september van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Belastingverhoging Artikel 9 Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, behalve ingeval van de vereenvoudigde aangifte overeenkomstig artikel 7, wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De overtredingen zoals in alinea 1 hiervoor bedoeld, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om
gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. In de gevallen zoals bepaald in artikel 7, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20% van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25,00 EUR. Bezwaren Artikel 10 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 11 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn,rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 12 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 13 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja', en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang). 12. Contantbelasting op het aanvragen of melden ingedeelde inrichting - hernieuwing - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (Vlarem I), zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering en bij het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’;
Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de contantbelasting op het aanvragen of melden van ingedeelde inrichtingen, aangepast met ons besluit van 17 september 2008; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent; Gelet op ons besluit van heden waarbij het retributiereglement voor tussenkomsten van de brandweer werd vastgesteld; Overwegende dat in het te hernieuwen belastingreglement op het aanvragen of melden van ingedeelde inrichtingen rekening wordt gehouden met de aanpassing van de retributie voor tussenkomsten van de brandweer; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 9 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering van de aanslagvoet;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een contantbelasting ingevoerd op het aanvragen of het melden van ingedeelde inrichtingen die voorkomen op de lijst gevoegd in bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM I). Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2 De contantbelasting is verschuldigd op het ogenblik van het indienen van de melding of aanvraag van een ingedeelde inrichting. Belastingplichtige Artikel 3 De contantbelasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting die de aanvraag tot exploiteren of veranderen indient of meldt. Aanslagvoet Artikel 4 De contantbelasting wordt bepaald op: aard van het dossier aanvraag milieuvergunning voor een nieuwe inrichting, voor het hernieuwen van de vergunning van een bestaande inrichting of voor het veranderen van een inrichting en waarvoor een milieu-effectrapport of een veiligheidsrapport is vereist . Inclusief kosten brandpreventieverslag. aanvraag milieuvergunning voor een nieuwe inrichting, voor het hernieuwen van de vergunning van een bestaande inrichting of voor het veranderen van een inrichting en waarvoor een milieu-effectrapport of een veiligheidsrapport is vereist . Zonder brandpreventieverslag.
klasse 1
Bedrag in EUR 1.848,00
1
1.680,00
aanvraag milieuvergunning voor een nieuwe inrichting, voor het hernieuwen van de vergunning van een bestaande inrichting of voor het veranderen van een inrichting. Inclusief kosten brandpreventieverslag. aanvraag milieuvergunning voor een nieuwe inrichting, voor het hernieuwen van de vergunning van een bestaande inrichting of voor het veranderen van een inrichting of voor het wijzigen van de exploitatievoorwaarden conform artikel 45 van Vlarem I. Zonder brandpreventieverslag. aanvraag milieuvergunning voor een nieuwe inrichting, voor het hernieuwen van de vergunning van een bestaande inrichting of voor het veranderen van een inrichting. Inclusief kosten brandpreventieverslag. aanvraag milieuvergunning voor een nieuwe inrichting, voor het hernieuwen van de vergunning van een bestaande inrichting of voor het veranderen van een inrichting. Zonder brandpreventieverslag. aanvraag milieuvergunning voor een tijdelijke inrichting Mededeling kleine verandering van een vergunde inrichting conform artikel 6ter en 6quater van Vlarem I melding van een inrichting van klasse 3 of van de overname van een inrichting Vraag tot wijziging van de exploitatievoorwaarden conform artikel 45 van Vlarem I
1
784,00
1
616,00
2
392,00
2
224,00
1 of 2
45,00
2
45,00
3 of 2
23,00
2
45,00
Wijze van invorderen Artikel 5 De contantbelasting wordt via overschrijving op de rekening van het stadsbestuur gestort of contant ingevorderd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Zijn van deze belasting vrijgesteld : - inrichtingen met betrekking tot beschutte werkplaatsen; - inrichtingen die vergunningsplichtig worden na wijziging of aanvulling van de indelingslijst van Vlarem I (artikel 38 van Vlarem I); - het verlengen van een vergunning die op proef werd afgeleverd; - opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs met een gezamenlijk inhoudsvermogen tot en met 3000 liter (rubriek 16.8.1. van bijlage I van Vlarem I) die enkel en alleen dienstig zijn voor de verwarming van woningen; - opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C, maar dat 100°C niet overtreft met een totaal inhoudsvermogen van 5000 tot en met 20000 liter indien de inrichting behoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt (rubriek 17.3.6.1°a van bijlage I van Vlarem I); - afvalwaterzuiveringsinstallaties voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater die horen bij individuele woongelegenheden; - inrichtingen van gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn en/of verenigingen van gemeenten (intercommunales); - inrichtingen van de staat, de gemeenschap, het gewest, de provincie en/of van andere openbare instellingen Bezwaren Artikel 7 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks
uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 9 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 10 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder de dienst leefmilieu en afvalbeheer. Stemming: 31 stemmen 'ja' en 3 onthoudingen (Open Vld). 13. Reglement tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de stad de terugbetaling van het kapitaal van een lening voor infrastructuurwerken door verenigingen kan waarborgen - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, in het bijzonder artikel 42, § 3; Gelet op artikel 252 van het Gemeentedecreet in verband met het algemeen bestuurlijk toezicht; Gelet op de wenselijkheid om op het grondgebied van de stad over een moderne infrastructuur te beschikken; Overwegende dat een stedelijke waarborgregeling er toe kan bijdragen dat er infrastructuur ten behoeve van de Dendermondse verenigingen en van de Dendermondse gemeenschap in samenwerking tussen de stad en de verenigingen kan gerealiseerd worden; Overwegende dat een stedelijke waarborgregeling aldus kan bijdragen tot de werking en uitbouw van de Dendermondse verenigingen; Gelet op de noodzaak om in een reglement te bepalen onder welke voorwaarden de stad zich kan borg stellen voor de terugbetaling van het kapitaal van een lening voor infrastructuurwerken die op het grondgebied van de stad worden gerealiseerd door Dendermondse verenigingen; Gelet op de bevraging van de Dendermondse adviesraden; Gelet op het voorstel van 2 december 2013 van het college van burgemeester en schepenen; Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt volgend reglement goed:
Reglement tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de stad de terugbetaling van het kapitaal van een lening voor infrastructuurwerken door verenigingen kan waarborgen
1. Voorwaarden waaraan de vereniging moet voldoen Artikel 1 De stad kan zich borg stellen voor de terugbetaling van het kapitaal van een lening die door een erkende vereniging wordt aangegaan bij een financiële instelling om nieuwe infrastructuur op te richten of om bestaande infrastructuur te verbeteren op het grondgebied van de stad. Artikel 2 De borgstelling kan enkel worden toegestaan in het voordeel van door de stad erkende verenigingen, die minstens 10 jaar actief zijn op het grondgebied van de stad. De vereniging dient hiervan het bewijs te leveren. Artikel 3 De vereniging moet een vereniging zonder winstoogmerk zijn in de zin van de wet van 27 juni 1921 op het tijdstip van de aanvraag. 2. Bedrag van de stedelijke borgstelling – modaliteiten van de borgstelling Artikel 4 De stad kan zich in het voordeel van een erkende vereniging borg stellen voor een maximaal ontleend bedrag van 500.000 EUR. Het minimaal bedrag van de borgstelling bedraagt 50.000 EUR. Indien meerdere verenigingen een beroep willen doen op de stedelijke borgstelling, geldt als bovengrens dat het totaal bedrag van de leningen waarvoor de stad zich borg stelt 1.000.000 EUR niet mag overschrijden, onverminderd het maximaal ontleend bedrag per vereniging vermeld in het voorgaande lid. Om te berekenen welk kapitaalbedrag op een bepaald tijdstip nog kan gewaarborgd worden via de stedelijke waarborg, wordt het verschil gemaakt tussen enerzijds de bovengrens, namelijk 1.000.000 EUR en anderzijds de som van de nog af te lossen kapitaalsaldo’s in verband met de reeds toegestane kapitaalwaarborgen. Artikel 5 De stedelijke waarborg kan nooit meer bedragen dan 80 procent van de geplande investeringen. De stedelijke waarborg behelst enkel de terugbetaling van het ontleende kapitaal. Alle andere aspecten, zoals de betaling van de leninginteresten, nalatigheidinteresten, schadevergoedingen of kosten worden niet gewaarborgd. Artikel 6 De beperkingen opgesomd in de artikelen 4 en 5 worden cumulatief toegepast. 3. Voorwaarden waaraan de te realiseren infrastructuur moet beantwoorden – gebruik Artikel 7 De te realiseren infrastructuur moet een duurzame investering zijn die ten goede komt aan de inwoners van de stad en dient een meerwaarde te betekenen voor het aanbod inzake infrastructuur in de stad. Artikel 8 De stad bepaalt in overleg met de betrokken vereniging wanneer en onder welke voorwaarden de infrastructuur kan worden gebruikt door de stad. De overeenkomst inzake het gebruik van de infrastructuur wordt vastgelegd voor de ondertekening van de borgstellingsakte door de stad. 4. Verbintenissen in hoofde van de vereniging Artikel 9 De vereniging verbindt er zich toe de infrastructuur te realiseren in overeenstemming met het aan de stad voorgelegde plan en lastenboek. De vereniging dient voorafgaandelijk te beschikken over de nodige stedenbouwkundige en milieuvergunningen. Artikel 10 De vereniging verbindt er zich toe de infrastructuur als een goed huisvader te onderhouden en te beheren. Ze draagt zorg voor de continuïteit van de exploitatie. Artikel 11
De vereniging verbindt er zich toe de infrastructuur voor de volle nieuwbouwwaarde te verzekeren tegen brand, schade aan naburen, stormschade, sneeuwdrukschade en andere gebruikelijke risico’s en dit bij een in België erkende verzekeringsmaatschappij. De vereniging bezorgt onverwijld en jaarlijks kopie van de verzekeringspolis en het bewijs van betaling van de premie aan de stad. Artikel 12 Op de grond waarop de infrastructuur wordt gebouwd, noch op de infrastructuur zelf kan door de vereniging een hypotheek gevestigd worden in het voordeel van een andere schuldeiser dan de stad, tenzij de stad hiermee instemt, onverminderd de toepassing van artikel 17. Artikel 13 Het is de vereniging niet toegelaten, zonder voorafgaand akkoord van het college van burgemeester en schepenen, de opgerichte infrastructuur af te breken of te verbouwen. Artikel 14 De vereniging verbindt er zich toe de afgevaardigden van de stad toe te laten de infrastructuur te bezoeken gedurende de ganse duur van de borgstelling. Artikel 15 Het college van burgemeester en schepenen wordt over elke betaling van een vervallen schijf van de lening geïnformeerd door de vereniging en ontvangt hieromtrent de nodige bewijsstukken. Een eventuele overschrijding van de vervaldag wordt eveneens medegedeeld aan het college. Het college heeft het recht om één of meerdere afgevaardigden aan te stellen die kennis kunnen nemen van elk stuk dat betrekking heeft op de boekhouding van de vereniging. Artikel 16 De stad heeft recht op informatie en financiële controle over het budget en de rekeningen van de vereniging. De vereniging zal hiertoe het budget van het lopende jaar, nadat het is goedgekeurd door de vereniging zonder winstoogmerk, onverwijld aan de stad overmaken samen met de rekening van het afgelopen jaar. Het budget, de rekening en de erop betrekking hebbende stukken dienen ondertekend te zijn door twee leden van de raad van bestuur van de vereniging zonder winstoogmerk, die gemachtigd zijn om de vereniging te verbinden. 5. Staking van betaling – hypotheek in het voordeel van de stad Artikel 17 De vereniging of de eigenaar van de grond, indien de vereniging geen eigenaar van de grond is, verleent aan de stad een hypotheek in eerste rang op de grond, waarop de infrastructuur wordt gebouwd, en op de opstallen. De stad kan een beroep doen op de hypothecaire waarborg indien ze wordt aangesproken in haar hoedanigheid van borg. Indien de stad de eigenaar is van de grond waarop de infrastructuur wordt gebouwd dient er geen hypotheek verleend te worden. 6. Aanvraag tot het bekomen van de stedelijke kapitaalwaarborg – procedure Artikel 18 De aanvraag tot het bekomen van een stedelijke kapitaalwaarborg wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen en bevat minstens de volgende stukken: - de statuten van de vereniging; - de balans en de resultatenrekening van de vereniging van de laatste drie boekjaren en het budget van het boekjaar waarin de aanvraag tot het bekomen van de stedelijke borgstelling wordt gedaan; - een beslissing van het bevoegd orgaan van de vereniging waaruit blijkt dat de vereniging zich ertoe verbindt het project te realiseren; - een uitgebreide voorstelling van het project, met een toelichting van de voordelen die het project biedt voor de inwoners van de stad; - een financieel plan, een ontwerp van leningsovereenkomst met een financiële instelling en de aflossingstabel van de lening; - een businessplan goedgekeurd door een door het college van burgemeester en schepenen aangestelde instantie; - de bouwplannen en het lastenboek; - een voorstel met betrekking tot de invulling en het gebruik van de infrastructuur; - een opgave van de gevraagde of bekomen subsidies; - in voorkomend geval, een kopie van de beslissing van de financiële instelling over de kredietaanvraag. Artikel 19
Het college van burgemeester en schepenen beslist over de volledigheid van de aanvraag. Artikel 20 Het college van burgemeester en schepenen beslist binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledig aanvraagdossier over de toekenning van de kapitaalwaarborg en over de modaliteiten ervan. Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen worden de burgemeester en de secretaris belast met de ondertekening van de akte. Artikel 21 Alle kosten die verband houden met de borgstelling, de aangegane lening en de te verlenen hypotheek zijn ten laste van de vereniging. De kapitaalwaarborg wordt verleend na ondertekening van de akte. Artikel 2 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en zal worden afgekondigd overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet. Artikel 3 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de toezichthoudende overheid en de Dendermondse adviesraden.
Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 14. Programma-vzw CC Belgica - goedkeuring stadsdotatie 2014 en kennisname begroting 2014 De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de overeenkomst van het stadsbestuur van Dendermonde en de Programma-vzw Cultuurcentrum Belgica, goedgekeurd in zitting van 15 september 2004; Overwegende dat overeenkomstig artikel 7 van deze overeenkomst de ontwerpbegroting van de vzw ter kennis dient voorgelegd aan het stadsbestuur; Overwegende dat overeenkomstig artikel 10 van deze overeenkomst de gemeenteraad jaarlijks de stadsdotatie aan de vzw dient vast te stellen; Gelet op de ontwerpbegroting 2014 goedgekeurd door de raad van bestuur van de vzw in zitting van 10 september 2013; Gelet op voorstel van de vzw waarbij een stadsdotatie wordt gevraagd van 162.214,00 EUR; Overwegende dat in het kader van de opmaak van de meerjarenplanning 2014-2019 van de stad en de besparingsmaatregelen die werden gevraagd aan de partnerbesturen, de stadsdotatie aan de vzw zal worden beperkt tot 154.103,72 EUR; Overwegende dat de stadsdotatie 2014-2019 aan de vzw wordt vastgesteld op 154.103,72 EUR, vanaf 2017 geïndexeerd met jaarlijks 2 %; Overwegende dat naast deze stadsdotatie de stad nog volgende subsidies ontvangt voor de werking van de vzw, die moeten doorgestort worden aan de vzw: subsidie provincie Oost-Vlaanderen (gestort via de Vlaamse Gemeenschap): 6.861,00 euro in 2014 (vanaf 2015 geïndexeerd met jaarlijks 2 %) variabele subsidie Vlaamse Gemeenschap, Agentschap Sociaal-Cultureel Werk: 14.166,44 EUR in 2014, (vanaf 2015 jaarlijks geïndexeerd met 2 %); Gelet op het ontwerp van stadsbudget 2014 waarbij de dotatie aan de Programma-vzw Cultuurcentrum Belgica wordt bepaald op 154.103,72 EUR verhoogd met de provinciale subsidie en de variabele subsidie;
Besluit:
Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de begroting 2014 van de Programma-vzw Cultuurcentrum Belgica. Artikel 2 De gemeenteraad stelt de stadsdotatie voor 2014 aan de Programma-vzw Cultuurcentrum Belgica vast op 154.103,72 EUR verhoogd met subsidie provincie Oost-Vlaanderen: 6.861,00 euro (vanaf 2015 geïndexeerd met jaarlijks 2 %) variabele subsidie Vlaamse Gemeenschap, Agentschap Sociaal-Cultureel Werk: 14.166,44 EUR (vanaf 2015 jaarlijks geïndexeerd met 2 %). Artikel 3 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de toezichthoudende overheid en de Programma-vzw Cultuurcentrum Belgica. Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 15. Contantbelasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouwwerken, onderhouds- en instandhoudingswerken en andere werken die het innemen van het openbaar domein vereisen - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende het belastingreglement op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouwwerken, onderhouds- en instandhoudingswerken en andere werken die het innemen van het openbaar domein vereisen; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering van de tarieven;
Besluit : Heffingstermijn Artikel 1 Vanaf 1 januari 2014 en voor een termijn van zes jaar, eindigend op 31 december 2019, wordt ten voordele van de stad een contantbelasting geheven op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouwwerken, onderhouds- en instandhoudingswerken en andere werken o.a. schilderwerken, afbraakwerken, zandstralen e.a.. Gronslag
Artikel 2 De belasting is verschuldigd voor : 1° het plaatsen van materiaal, materieel en voertuigen, die nodig zijn voor de uitvoering van de geplande werken. De oppervlakte die in aanmerking wordt genomen, is diegene van de fictieve afbakening die rond het voorwerp of de groep voorwerpen, die de openbare weg innemen, kan getrokken worden. 2° het afsluiten of laten afsluiten van een deel van het openbaar domein. Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de machtiging tot inneming van het openbaar domein. Tarieven Artikel 4 De belasting wordt vastgesteld als volgt: 1° voor de eerste 7 kalenderdagen : 0,00 EUR/m² 2° vanaf de 8e kalenderdag ongeacht het aantal m² : 4,50 EUR/m² per 14 kalenderdagen - BINNEN de bebouwde kom 2,25 EUR/m² per 14 kalenderdagen - BUITEN de bebouwde kom 3° delen van een m² worden als een volledige m² beschouwd; 4° er is een minimumbelasting verschuldigd van 56,00 EUR voor een inname van meer dan 7 kalenderdagen BINNEN de bebouwde kom 28,00 EUR voor een inname van meer dan 7 kalenderdagen BUITEN de bebouwde kom 5° voor containers : 0,00 EUR voor de eerste 7 kalenderdagen 28,00 EUR vanaf de 8e kalenderdag. Indien de inname langer duurt dan 14 kalenderdagen gelden de tarieven onder 2° t.e.m. 4°. De bebouwde kom wordt aangegeven door de borden F1(begin van een bebouwde kom) en F3 (einde van een bebouwde kom). Wijze van invorderen Artikel 5 De contantbelasting wordt via overschrijving op de rekening van het stadsbestuur gestort of contant ingevorderd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Van de belasting zijn vrijgesteld de innamen voor : 1° de werken aan gebouwen in opdracht van de staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincies, de gemeenten, eredienstbesturen, scholen en de openbare instellingen; 2° het oprichten of verbouwen van woongelegenheden in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Regering erkende plaatselijke sociale huisvestingmaatschappijen; 3° de werken uitgevoerd in opdracht van de instellingen opgenomen in artikel 180 van het WIB; 4° werken die uitgevoerd worden door of in opdracht van het stadsbestuur van Dendermonde. Aanvraag Artikel 7 § 1. De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient gericht te worden aan het stadsbestuur van Dendermonde ten minste 21 kalenderdagen voor de geplande inname. Een aanvraagformulier kan
afgehaald worden op het stadssecretariaat van het stadsbestuur of kan opgevraagd worden op de website van de stad. Zij vermeldt alle elementen (o.a. naam en adres aanvrager, opdrachtgever, adres werken, aard werken, eigenaar van de weg, voorziene periode, plan of schets, …) die noodzakelijk zijn voor het berekenen van de belasting. Hetzelfde geldt voor iedere aanvraag tot wijziging van de machtiging. De belasting is verschuldigd zolang het ophouden van het gebruik van het openbaar domein aan het stadsbestuur niet betekend werd. § 2. Naar aanleiding van deze aangifte wordt aan de belastingplichtige een vergunning afgeleverd voor de privatisering van het openbaar domein. Deze vergunning dient verplicht geafficheerd op de plaatst waar de inname van het openbaar domein gebeurt. § 3. Deze aangifte geldt tevens als fiscale aangifte. § 4. De belastingplichtige die: 1° de termijn van de privatisering wenst te verlengen is gehouden uiterlijk drie dagen vóór het verstrijken van de termijn vermeld in de vergunning, hiervan aangifte te doen bij het stadsbestuur van Dendermonde. 2° de ingenomen oppervlakte wil uitbreiden is gehouden uiterlijk drie dagen vóór de uitbreiding van de oppervlakte hiervan aangifte te doen bij het stadsbestuur van Dendermonde. 3° de termijn van de privatisering wenst in te korten is gehouden uiterlijk de dag na het ophouden van de privatisering hiervan aangifte te doen bij het stadsbestuur van Dendermonde. Het vroegtijdig beëindigen van de privatisering kan pas aanvaard worden vanaf het moment dat dit aan het stadsbestuur van Dendermonde wordt medegedeeld. In het andere geval zal de belasting verschuldigd zijn voor de periode waarvoor aangifte werd gedaan zoals vermeld in artikel 7 § 1. Vaststelling Artikel 8 e Indien geen aangifte werd ingediend voor innamen van meer dan 7 kalenderdagen, zal vanaf de 8 dag van inname, de vaststelling gebeuren door een daartoe beëdigd beambte van het stadsbestuur door middel van een proces-verbaal en getekend voor kennisname door de uitvoerder van de werken of de verantwoordelijke die op de werf aanwezig is.
Ambtshalve vaststelling - belastingverhoging Artikel 9 Bij innamen van het openbaar domein zonder voorafgaande aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 20 %. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd. Bezwaren Artikel 10 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen
Artikel 11 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 12 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 13 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder de dienst leefmilieu en afvalbeheer. Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang). 16. Belasting op niet-bebouwde percelen binnen een niet-vervallen verkaveling - goedkeuring Stefaan Van Gucht, raadslid, dient volgend amendement in : Schrapping van volgende zin in art. 6 - 4. ‘Deze vrijstelling geldt voor een periode van vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Stemming : met 21 stemmen “neen” (CD&V + SPA + Groen) bij 12 “onthoudingen” (N-VA en Open Vld) en 1 stem “ja” (Vlaams Belang) Het amendement wordt niet aanvaard.
De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de kohierbelasting op niet-bebouwde percelen binnen een niet-vervallen verkaveling; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat het zinvol is dit reglement te hernieuwen ter ondersteuning van het gemeentelijk grondbeleid waarbij het enerzijds noodzakelijk is het bewoonbaar maken en bebouwen van percelen die daartoe bestemd zijn en anderzijds het tegengaan van grondspeculatie door het stimuleren van de verkoop van deze percelen;
Overwegende dat de beschikbare bouwrijpe gronden moeten aangeboden worden aan potentiële kopers waarbij speculatie dient ontmoedigd te worden; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen voor een periode van één jaar, dit reglement in de loop van 2014 te evalueren en eventueel vanaf 2015 bij te sturen; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen voor een periode van één jaar mits actualisering van de tarieven;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van één jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2014 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting op niet-bebouwde percelen binnen een niet-vervallen verkaveling ingevoerd. Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2 De belasting is verschuldigd voor de niet-bebouwde percelen, begrepen in een niet-vervallen verkaveling overeenkomstig artikel 101 § 1 van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Als niet bebouwd perceel wordt beschouwd, elk perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning, waarop de oprichting van een voor bewoning bestemd gebouw niet is aangevat op 1 januari van het dienstjaar. Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door: 1. de eigenaar op 1 januari van het dienstjaar; 2. door de erfpachter of de opstalhouder indien er een erfpacht of opstalrecht bestaat is de belasting verschuldigd; 3. de naakte eigenaar ingeval van vruchtgebruik; 4. iedere mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel In geval van mede-eigendom. Aanslagvoet Artikel 4 De belasting wordt bepaald op 0,28 EUR per vierkante meter oppervlakte van het onbebouwd perceel. De belasting wordt berekend per onbebouwd perceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning. Elk gedeelte van een vierkante meter wordt steeds als een volledige vierkante meter beschouwd. De minimum aanslagvoet bedraagt 140,00 EUR per onbebouwd perceel. Wijze van invorderen Artikel De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Vrijstellingen Artikel 6 Van de belasting zijn vrijgesteld: 1. De eigenaar van één enkel onbebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed in België of in het buitenland. Deze vrijstelling geldt voor een periode van vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. 2. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door de Vlaamse Regering erkende sociale huisvestingsmaatschappijen;
3. De verkavelaars: a) Indien de verkavelingsvergunning geen werken omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingsvergunning werd toegekend; b) Indien de verkavelingsvergunning werken omvat en dit gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest bedoeld in artikel 101, § 3, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening werd toegekend. 4. De ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste. Deze vrijstelling geldt voor een periode van vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Als kind ten laste wordt beschouwd elk kind dat op 1 januari van het dienstjaar deel uitmaakt van het gezin en dat in het tweede jaar voorafgaand aan het dienstjaar geen bestaansmiddelen heeft gehad die méér bedragen dan het bedrag bepaald in artikel 136 WIB e.v., geïndexeerd overeenkomstig artikel 178 WIB. 5. De percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, niet voor bebouwing kunnen worden bestemd. Aangifteplicht Artikel 7 De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Dendermonde – financiële dienst – Franz Courtensstraat 11 – 9200 Dendermonde. Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient de belastingplichtige de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen aan de belastbare grondslag en dit vanaf het tweede aanslagjaar waarvoor de belasting zal worden gevestigd. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. Met de laatst ingediende aangifte wordt deze bedoeld die werd ingediend op basis van het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk 30 september van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Belastingverhoging Artikel 8 Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, behalve ingeval van de vereenvoudigde aangifte overeenkomstig artikel 7, wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De overtredingen zoals in alinea 1 hiervoor bedoeld, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. In de gevallen zoals bepaald in artikel 7, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20% van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25,00 EUR
Bezwaren Artikel 9 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen
Artikel 10 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 11 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 12 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang) 17. Belasting op reclameborden - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de kohierbelasting op reclameborden; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering van de tarieven; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen voor een periode van zes jaar;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting op reclameborden ingevoerd. Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2
De belasting is verschuldigd voor reclameborden. Onder reclameborden wordt verstaan elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht, met inbegrip van muren of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de borden commercialiseert. Aanslagvoet Artikel 4 De belasting wordt vastgesteld op 79,00 EUR per m². Elk gedeelte van een vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter. Voor een bord wordt als belastbare oppervlakte de volledige oppervlakte genomen. Voor muren of afsluitingen is de belastbare oppervlakte beperkt tot het beschilderde of beplakte gedeelte ervan of tot de oppervlakte die bekomen wordt door een rechthoek, waarbij de uiterste punten van een op een andere wijze vastgehechte reclame de raakpunten vormen. De belasting is ondeelbaar en voor gans het jaar verschuldigd ongeacht het tijdstip waarop het bord wordt geplaatst of verwijderd. Wijze van invorderen Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 1° borden geplaatst voor ten hoogste 30 kalenderdagen 2° borden kleiner dan 1 m² , 3° vlaggen en spandoeken, reclame op winkelruiten; 4° de borden, geplaatst door openbare besturen of openbare diensten, voor zover geen winstgevend doel wordt nagestreefd; 5° de borden die enkel gebruikt worden voor notariële aankondigingen; 6° de borden die alleen gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen en/of referenda; 7° borden geplaatst voor manifestaties - onder auspiciën van de stad; - van niet-gemeentescholen , van verenigingen aangesloten bij een stedelijke adviesraad en van buurt- /wijk- en kermiscomités. Aangifteplicht Artikel 7 De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Dendermonde – financiële dienst – Franz Courtensstraat 11 – 9200 Dendermonde. Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient de belastingplichtige de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen aan de belastbare grondslag en dit vanaf het tweede aanslagjaar waarvoor de belasting zal worden gevestigd. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk 30 september van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Belastingverhoging Artikel 8 Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, behalve ingeval van de vereenvoudigde aangifte overeenkomstig artikel 7, wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De overtredingen zoals in alinea 1 hiervoor bedoeld, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. In de gevallen zoals bepaald in artikel 7, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20% van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25,00 EUR Bezwaren Artikel 9 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 10 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Overgangsmaatregelen Artikel 11 Voor de belastingplichtige die belast werd overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 ‘belasting op reclameborden’ en die gebruik maakte van de vereenvoudigde aangifte en hiervoor verder opteert, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 12 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja', 1 stem 'neen' (Vlaams Bealang), 3 onthoudingen (Open Vld). 18. Kohierbelasting op de natuurlijke en rechtspersonen die een economische activiteit uitoefenen op het grondgebied van de stad - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB), goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947 met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (Vlarem I), zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering en bij het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse regering; Gelet op het decreet van 5 april 1995 betreffende de algemene bepalingen inzake milieubeleid, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2008 betreffende de kohierbelasting op de natuurlijke en rechtspersonen die een economische activiteit uitoefenen op het grondgebied van de stad voor de periode 2009 – 2013; Overwegende dat dit belastingreglement ten einde loopt op 31 december 2013; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat het wenselijk is het reglement te hernieuwen voor een periode ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019; Overwegende dat het billijk is, ingevolge de economische crisis en ter ondersteuning van het bedrijfsleven, de tarieven niet te verhogen en deze over een periode van zes jaar constant te houden; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om deze belasting te hernieuwen, voor een periode van zes jaar, aan dezelfde voorwaarden;
Besluit Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting op de natuurlijke en rechtspersonen die een economische activiteit uitoefenen op het grondgebied van de stad geheven. Belastingplichtige Artikel 2 Zijn aan deze belasting onderworpen, de belastingplichtigen vermeld onder sub a en b, ongeacht de klasse van hinderlijkheid in het kader van het Arab en/of Vlarem : a) de natuurlijke personen die op 1 januari van het aanslagjaar in hoofd- of bijberoep een nijverheids-, agrarisch- en/of handelsbedrijf exploiteren en/of een vrij beroep of een andere zelfstandige activiteit uitoefenen en die op het grondgebied van de stad één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden; b) de rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar een nijverheids-, agrarisch- en/of handelsbedrijf exploiteren, economische activiteiten op zelfstandige basis of een vrij beroep uitoefenen en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard bezighouden (inclusief het beheer van roerende en/of onroerende goederen), evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening, en die op het grondgebied van de stad één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden.
Indien een inrichting nog niet werd ingedeeld volgens de klassen van hinderlijkheid, zoals bepaald in bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, (Vlarem I) en latere wijzigingen, maar nog steeds de indeling volgt volgens het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming van 11 februari 1946 (Arab) met latere wijzigingen, wordt dié klasse van hinderlijkheid genomen waaronder de betreffende vestiging zal ressorteren volgens de bepalingen van bijlage 1 van Vlarem I. Indien een belastingplichtige werd ingedeeld volgens verschillende klassen van hinderlijkheid, zoals bepaald in bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I) wordt de hoogste klasse van hinderlijkheid weerhouden voor het bepalen van het belastingtarief. Onder ‘vestiging’ wordt verstaan elke plaats, gebouwd of onbebouwd, op het grondgebied van de stad, waar een vrij beroep of een zelfstandige activiteit wordt uitgeoefend of waar een nijverheids-, agrarischof handelsbedrijf wordt geëxploiteerd. De belasting is niet verschuldigd door Artikel 3 a) de rechtspersonen bedoeld in artikel 180 en 181 van het Wetboek van de Inkomstenbelasting; b) inrichtingen bedoeld in artikel 1, 8° van het Vlarem (tijdelijke inrichtingen); c) Nachtwinkels die voldoen aan de voorwaarden gesteld in ons belastingreglement op nachtwinkels van 18 december 2013. Grondslag Artikel 4 De belasting wordt berekend en gevestigd per afzonderlijke inplanting of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de stad Dendermonde. Artikel 5 Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld per 1 januari van het aanslagjaar op basis van de totale bebouwde en/of onbebouwde oppervlakte in gebruik of tot gebruik voorbehouden voor de uitoefening van de beroepsactiviteit, overeenkomstig art. 6 van dit besluit.
Berekening van de aanslag Artikel 6 De belasting wordt per belastingplichtige als volgt berekend : Zonder klasse van hinderlijkheid 1. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 100 m² : 2. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 100 m² en kleiner dan of gelijk aan 350 m² : 3. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 350 m² : a) Onbebouwde oppervlakte b) Bebouwde oppervlakte c) Minimale aanslag d) Maximale aanslag 4. Agrarisch bedrijf : een forfaitair bedrag van 5. Tuincentrum a) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 2.500 m² b) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 2.500 m²
Hinderlijk bedrijf derde klasse: 1. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 100 m² : 2. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 100 m² en kleiner dan of gelijk aan 350 m² :
25,00 EUR 62,00 EUR
0,03 EUR/m² 0,15 EUR/m² 92,00 EUR 5.000,00 EUR 62,00 EUR
62,00 EUR 248,00 EUR
50,00 EUR 125,00 EUR
3. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 350 m² : a) Onbebouwde oppervlakte b) Bebouwde oppervlakte c) Minimale aanslag d) Maximale aanslag 4. Agrarisch bedrijf : een forfaitair bedrag van 5. Tuincentrum a) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 2.500 m² b) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 2.500 m²
Hinderlijk bedrijf tweede klasse: 1. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 100 m² : 2. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 100 m² en kleiner dan of gelijk aan 350 m² : 3. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 350 m² : a) Onbebouwde oppervlakte b) Bebouwde oppervlakte c) Minimale aanslag d) Maximale aanslag 4. Agrarisch bedrijf : een forfaitair bedrag van 5. Tuincentrum a) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 2.500 m² b) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 2.500 m²
Hinderlijk bedrijf eerste klasse: 1. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 350 m²: een forfaitair bedrag van 2. De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 350 m²: a) Onbebouwde oppervlakte b) Bebouwde oppervlakte c) Minimale aanslag d) Maximale aanslag 3. Agrarisch bedrijf : een forfaitair bedrag van 4. Tuincentrum a) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is kleiner dan of gelijk aan 2.500 m² b) De voor de activiteit benodigde oppervlakte is groter dan 2.500 m²
0,06 EUR/m² 0,30 EUR/m² 185,00 EUR 10.000,00 EUR 125,00 EUR
125,00 EUR 500,00 EUR
100,00 EUR 250,00 EUR
0,12 EUR/m² 0,50 EUR/m² 370,00 EUR 20.000,00 EUR 250,00 EUR
250,00 EUR 1.000,00 EUR
370,00 EUR
0,20 EUR/m² 0,65 EUR/m² 620,00 EUR 48.000,00 EUR 370,00 EUR
370,00 EUR 1.480,00 EUR
Elke begonnen vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter. Agrarische bedrijven en tuincentra Artikel 7 Onder agrarisch bedrijf dient verstaan een bedrijf waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit landbouw en/of tuinbouw. - landbouw : een zelfstandige beroeps- of bedrijfactiviteit gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veelteelt en/of tuinbouw;
akkerbouw : een zelfstandige beroeps- of bedrijfactiviteit gericht op het telen van granen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, aardappelen, peulvruchten, pootgoed, landbouwzaden en/of aanverwante gewassen, met het oog op een geregelde verkoop; - weidebouw : een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op het exploiteren van blijvend grasland als voedselbron voor dieren welke door het bedrijf bedrijfsmatig voor gebruiks- of winstdoeleinden worden gehouden; - bosbouw : een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op het aanleggen en exploiteren van bossen, met inbegrip van de bosboomkwekerijen; - veeteelt : een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op het houden van dieren voor de vlees-, melk- of eierproductie en/of het kweken/fokken van dieren voor de vacht of het bekomen van jongen; - tuinbouw : een zelfstandige beroeps- of bedrijfsactiviteit gericht op groentekweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop. Onder tuincentrum dient verstaan een bedrijf waarvan de hoofactiviteit bestaat uit het kweken/verkopen van planten, bollen, zaden en de verkoop van allerhande tuinartikelen. -
Nieuwe bedrijven Artikel 8 Aan alle nieuwe bedrijven, die in exploitatie gaan in de loop van jaar voorafgaand aan het aanslagjaar, zal voor het eerste aanslagjaar vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde belasting verleend worden op voorwaarde dat zij binnen de drie maanden na de aanvang van de exploitatie een verzoek om vrijstelling indienen bij het college van burgemeester en schepenen en de nodige bewijsstukken voorleggen. Kunnen van deze vrijstelling evenwel niet genieten: a) Bedrijven die zich binnen het grondgebied van de stad hebben verplaatst. b) Bedrijven, gesticht door wijziging, samenvoeging of splitsing, juridisch of op een andere wijze, van bestaande bedrijven in de stad. Artikel 9 Voor ieder belastingplichtige vermeld onder artikel 2 gelden verder volgende voorwaarden en/of bepalingen : De stopzetting of vermindering van de activiteiten in de loop van het aanslagjaar, evenals de vermindering van de oppervlakte tijdens dezelfde periode geven geen aanleiding tot enige belastingvermindering. Bepalingen met betrekking tot de fiscale aangifte Artikel 10 De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Dendermonde – financiële dienst – Franz Courtensstraat 11 – 9200 Dendermonde. Vereenvoudigde aangifte : Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient deze de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen ten opzichte van de vorige aangifte en dit vanaf het tweede aanslagjaar. Met de vorige aangifte wordt deze bedoeld die werd ingediend op basis van het gemeenteraadsbesluit van bedrijven van 17 december 2008. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk op 30 september van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Ambtshalve vaststelling Artikel 11 Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 9 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, behalve ingeval van de vereenvoudigde aangifte overeenkomstig artikel 9, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
De overtredingen zoals in alinea 1 hiervoor bedoeld, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Belastingverhoging Artikel 12 In de gevallen zoals bepaald in artikel 10, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20 % van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25,00 EUR. Wijze van invorderen Artikel 13 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Bezwaren Artikel 14 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 15 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 16 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 17 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang) 19. Kohierbelasting op motoren - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2012 betreffende de kohierbelasting op motoren 2013; Overwegende dat dit belastingreglement ten einde loopt op 31 december 2013; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat ingevolge de economische crisis het wenselijk het belastingreglement te hernieuwen voor een periode ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 en de tarieven niet te verhogen; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om deze belasting te hernieuwen, voor een periode van zes jaar, aan dezelfde voorwaarden;
Besluit Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting geheven op motoren. Toepassingsgebied Artikel 2 § 1. De belasting wordt geheven op motoren gebruikt op het grondgebied van de stad Dendermonde voor nijverheids-, handels- en landbouwdoeleinden, evenals op motoren gebruikt op het grondgebied van de stad Dendermonde door de beoefenaars van vrije beroepen, ongeacht de krachtbron die deze motoren in beweging brengt. Deze belasting slaat dienvolgens op b.v. de elektromotoren, de stoommachines, de verbrandingsmotoren, de waterturbines, enz.. De belasting is verschuldigd voor de motoren die de belastingplichtige voor de exploitatie van zijn inrichting of van haar bijgebouwen gebruikt. Dienen als bijgebouw van een inrichting beschouwd te worden, iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens 1 maand op het grondgebied van de stad gevestigd is. § 2. Voor de motoren, gebruikt voor een zoals in het vorig lid bedoeld en op het grondgebied van een andere gemeente overgebracht bijgebouw, is geen belasting verschuldigd voor het tijdvak van het gebruik in de andere gemeente. § 3. Wanneer, hetzij een inrichting, hetzij een zoals hierboven bedoeld bijgebouw, geregeld en duurzaam een verplaatsbare motor gebruikt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen, of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting enkel verschuldigd, indien hetzij de inrichting zelf, hetzij het voornaamste bijgebouw in de stad gevestigd is. § 4. Belastbaar kwartiervermogen: A. Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meetapparaten voor het maximum kwartiervermogen, waarvan de opnemingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en bijaldien dat bedrijf belast werd op grond van het bepaalde in § 1 gedurende een periode van ten minste twee jaar, wordt het bedrag der belastingen betreffende de volgende aanslagjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde van twaalf maandelijkse kwartiervermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste aanslagjaar op grond van het bepaalde in § 1 ingekohierd werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse kwartiervermogens, opgenomen tijdens het onmiddellijk voorafgaand jaar; deze verhouding wordt "verhoudingsfactor" genoemd.
Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximum kwartiervermogens van het jaar met de verhoudingsfactor. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximum kwartiervermogens voor een aanslagjaar in aanmerking te nemen, niet meer dan 20 % verschilt van dit van het refertejaar, d.w.z. van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil meer dan 20 %, dan telt het bestuur de belastbare elementen ten einde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen. B. Om het voordeel van deze bepalingen te genieten, moet de exploitant samen met zijn aangifte een schriftelijke aanvraag bij het college van burgemeester en schepenen indienen met opgave van de maandelijkse waarden van het maximum kwartiervermogen, welke in zijn installaties werden opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor hij om de toepassing van deze bepalingen verzoekt. Hij moet er zich verder toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximum kwartiervermogen van het jaar onmiddellijk het aanslagjaar voorafgaand, toe te voegen en het bestuur toe te laten te allen tijde de in zijn installatie gedane metingen van het maximum kwartiervermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie, te controleren. C. De exploitant die deze wijze van aangifte, controle en aanslag kiest, verbindt zich door zijn keuze voor een tijdvak van vijf jaar. Behoudens verzet van de exploitant of van het bestuur bij het verstrijken van het optietijdvak, wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuw tijdvak van vijf jaar. Grondslag Artikel 3 § 1. De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld door omzetting van de kracht in paardenkracht naar kilowatt. § 2. De belasting wordt gevestigd op grond van de belastbare motorenkracht tijdens het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Ze wordt berekend per maand en elk gedeelte ervan wordt voor een volledige maand geteld. § 3. Indien een motor evenwel tijdens dezelfde maand belastbaar is in verschillende gemeenten, is de belasting verschuldigd aan de gemeente met het grootst aantal dagen gebruik. Is het aantal gelijk, dan wordt de belasting evenredig per halve maand verdeeld. § 4. Een motor die voor de eerste maal in werking wordt gesteld, is belastbaar vanaf de volgende maand. Dit geldt nochtans niet wanneer werd geopteerd voor de in artikel 2 § 4 voorziene regeling. Bij staking van de bedrijfsactiviteiten op het grondgebied van de stad in de loop van het jaar om welke reden ook, wordt bij afwijking van het bepaalde in voorgaand lid, een bijzondere, eventueel bijkomende aanslag gevestigd, berekend op basis van de motoren tijdens hierboven bedoeld jaargedeelte of jaar gebruikt en verbonden aan het jaar waarin de staking van de bedrijfsactiviteiten plaatsheeft. Voor de bedrijven, aangeslagen op basis van het maximum kwartiervermogen (artikel 2 § 4), zal de eventueel bijkomende aanslag gevestigd worden op basis van het gemiddeld kwartiervermogen tijdens het jaargedeelte of jaar dat er nog bedrijfsactiviteiten waren. De aan te geven waarden zijn deze, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie. De belastingplichtigen die onder de toepassing van deze bepaling vallen, zijn verplicht, uiterlijk acht dagen ná de staking van de bedrijfsactiviteiten, hiervan aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen. Tarief Artikel 4 Vermogen in kilowatt van 0 kW tot 10 kW van 11 kW tot 100 kW van 101 kW tot 250 kW van 251 kW tot 400 kW van 401 kW tot 600 kW van 601 kW tot 800 kW van 801 kW tot 1.000 kW vanaf 1.001 kW
tarief per kW in EUR 0,00 EUR/kW 4,00 EUR/kW 4,25 EUR/kW 4,50 EUR/kW 5,00 EUR/kW 6,00 EUR/kW 7,00 EUR/kW 13,00 EUR/kW
Iedere breuk van kilowatt wordt afgerond naar een hoger eenheid. Het maximumbedrag van de belasting per belastingplichtige bedraagt 175.000,00 EUR.
Belastingplichtige Artikel 5 De belasting is verschuldigd door degene die de motoren overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 hiervoor, gebruikt. Vrijstellingen en verminderingen Artikel 6 § 1. Vrijstellingen: A.
Algemene vrijstelling:
Degenen die over een gezamenlijke motorenkracht tot en met tien (10) kilowatt beschikken, zijn van deze belasting vrijgesteld. Zij zijn evenwel niet vrijgesteld van de aangifteplicht zoals bedoeld in artikel 7 hierna. B.
a)
b)
c) d)
f)
Specifieke vrijstelling:
De belasting wordt niet geheven op: De (reserve)motor die geheel het onmiddellijk voorafgaande jaar niet werd gebruikt. Deze non-activiteit moet blijken uit desbetreffende, elke drie maanden te hernieuwen, schriftelijke berichten aan het college van burgemeester en schepenen. De motor gebruikt voor het aandrijven van een voertuig dat onder de verkeersbelasting valt of speciaal van deze belasting is vrijgesteld. Onder voertuig wordt hier niet verstaan de motoren van zware verplaatsbare nijverheidswerktuigen, o.a. kranen, pletmolens, walsen, bulldozers, heftrucks enz… De motor van een draagbaar toestel. Dit is een toestel dat bij de bediening in de hand kan worden gehouden. De motor die een elektrische generator drijft voor het gedeelte van zijn vermogen dat overeenstemt met dat, nodig voor het drijven van een generator. e)De door perslucht aangedreven motor. De motorkracht die uitsluitend gebruikt wordt voor toestellen tot waterbemaling, verwarming, verluchting en verlichting. De motoren van vaartuigen dienende voor het transport van goederen, en deze die aan boord van bedoelde vaartuigen worden gebruikt. C. Nieuwe bedrijven en overgangsmaatregel voor bedrijven die opteren voor max.kwartiervermogen! Aan alle nieuwe bedrijven, die in exploitatie gaan in de loop van jaar voorafgaand aan het aanslagjaar, zal voor het eerste aanslagjaar vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde belasting verleend worden op voorwaarde dat zij binnen het eerste kwartaal van het eerste aanslagjaar een verzoek om vrijstelling indienen bij het college van burgemeester en schepenen en de nodige bewijsstukken voorleggen. Kunnen van deze vrijstelling evenwel niet genieten:
b)
a) Bedrijven die zich binnen het grondgebied van de stad hebben verplaatst. b) Bedrijven, gesticht door wijziging, samenvoeging of splitsing, juridisch of op een andere wijze, van bestaande bedrijven in de stad.
D. Uitbreiding motorenpark Aan de bedrijven die zich uitbreiden, met als gevolg een vermeerdering van het drijfkrachtvermogen, wordt eveneens, ongeacht de mogelijke vrijstelling, hoofdens eventuele vroegere, doorgevoerde uitbreidingen, gedurende het jaar dat op de uitbreiding volgt, voor 50 % vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde belasting verleend, voor het deel dat de vermeerdering betreft, onder volgende voorwaarden : a) In de loop van het jaar dat onmiddellijk aan het aanslagjaar voorafgaat, is een vermogen aan belastbare drijfkracht in gebruik genomen of gehouden dat minstens 20 % hoger ligt dan dit van het jaar onmiddellijk voorafgaand aan het uitbreidingsjaar. b) Binnen de drie maanden die op de uitbreiding volgen een verzoek om vrijstelling indienen bij het college van burgemeester en schepenen en de nodige bewijsstukken voorleggen. Zijn van deze vrijstelling uitgesloten de bedrijven waarvan de uitbreiding het gevolg is van inbreng of opslorping van de in de stad Dendermonde bestaande bedrijven.
§ 2.
Verminderingen:
Behoudens wanneer de regeling, bedoeld bij artikel 2 § 4, werd gekozen, brengt de verdwijning of het buiten gebruik stellen in de loop van het onmiddellijk voorafgaande jaar van een belastbare motor, een belastingvermindering mede. Deze vermindering gaat in vanaf de maand, volgend op het bericht, gezonden aan het college van burgemeester en schepenen, betreffende de verdwijning of het buiten gebruik stellen. Het stilleggen voor een duur, gelijk aan of groter dan een maand, met uitzondering van de jaarlijkse verplichte vakantieperiode, geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden dat het toestel gedurende het onmiddellijk voorafgaande jaar buiten werking is geweest. Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag werk op vier weken in de bedrijven die met de rijksdienst voor arbeidsvoorziening een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen. Om deze evenredige vermindering te kunnen genieten, moet de belanghebbende, behoudens wanneer hij op geldige wijze de regeling, bedoeld bij artikel 2 § 4, heeft gekozen, aan het college van burgemeester en schepenen schriftelijk bericht gegeven hebben van de dag waarop de motor wordt stilgelegd en ook van de dag waarop hij terug in gang wordt gesteld. Een ontvangstbewijs zal aan de belanghebbende worden afgeleverd. Dit bericht moet om de drie maand hernieuwd worden. De vermindering van belasting geldt vanaf de maand volgend op de datum van ontvangst van het bericht van stillegging tot de maand volgend op deze van wederinwerkingstelling. De berichtgeving is van substantiële aard en op straf van verval voorgeschreven. Wat het eerste jaar van de belastingheffing aangaat, is het bewijs van tijdelijke non-activiteit of van de definitieve buiten gebruikstelling nochtans met alle mogelijke rechtsmiddelen te leveren. Indien vastgesteld wordt dat de motor werkt vóór het geven van het bericht van wederinwerkingstelling, zal geen vermindering toegestaan worden, hoelang de stillegging ook heeft geduurd. Bepalingen met betrekking tot de fiscale aangifte Artikel 7 De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd. Vereenvoudigde aangifte : Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient deze de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen ten opzichte van de vorige aangifte en dit vanaf het tweede aanslagjaar. Met de vorige aangifte wordt deze bedoeld die werd ingediend op basis van het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2012. Deze regeling geldt niet voor de belastingplichtige die opteert of geopteerd heeft voor de berekening op basis van het maximum kwartiervermogen. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk op 30 september van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Ambtshalve vaststelling Artikel 8 Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, behalve ingeval van vereenvoudigde aangifte overeenkomstig artikel 7, of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De overtredingen zoals in alinea 1 hiervoor bedoeld, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Belastingverhoging Artikel 9
In de gevallen zoals bepaald in artikel 8, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20 % van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25 EUR.
Wijze van invorderen Artikel 10 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Bezwaren Artikel 11 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 12 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 13 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 14 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja', 1 stem 'neen' (Vlaams Belang), 3 onthoudingen (Open Vld). 20. Belasting op afgifte administratieve stukken - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten, gewijzigd bij de wet van 25 maart 2003 ingevolge invoering van de elektronische identiteitskaart; Gelet op de wet van 14 augustus 1974 tot afgifte van paspoorten; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 1 september 2009 en latere aanpassingen;
Gelet op de wetgeving inzake administratieve stukken door de dienst burgerzaken en de vigerende regelgeving inzake ruimtelijke ordening; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende afgifte van administratieve stukken, aangepast met onze besluiten van 21 mei 2008, 16 september 2009, 17 maart 2010, 17 november 2010 en 17 april 2013; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de belasting op afgifte van conformiteitsattest inzake normen voor huurwoningen; Gelet op ons besluit van 19 december 2012 betreffende de belasting op afgifte van een elektronisch rijbewijs; Overwegende dat deze drie belastingreglementen op 31 december 2013 ten einde lopen; Gelet op ons besluit van heden waarbij het retributiereglement voor tussenkomsten van de brandweer wordt vastgesteld; Overwegende dat in het te hernieuwen belastingreglement afgifte van administratieve stukken rekening wordt gehouden met de aanpassing van de retributie voor tussenkomsten van de brandweer; Overwegende dat bepaalde handelingen door dienst stedenbouw een grote werklast inhouden en het daarom billijk sommige tarieven te verhogen; Overwegende dat het billijk is de tarieven te actualiseren op basis van de indexatie van voorbije zes jaar en dit in verhouding tot het aantal jaren dat zij ongewijzigd gebleven zijn; Gelet op de brief van 6 november 2013 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken waarbij werd aangekondigd dat de productiekosten van voor identiteitkaarten, identiteitsdocumenten, kaarten en verblijfsdocumenten vanaf 1 januari 2014 jaarlijks zullen aangepast worden aan de index; Gelet op de brief van 26 november 2013 van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer waarbij werd aangekondigd dat het tarief voor de productiekost van een internationaal rijbewijs vanaf 1 februari 2014 wordt verhoogd naar 16,00 EUR; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op de benchmark bij de andere gemeenten; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering van de tarieven;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een contantbelasting op de afgifte van administratieve stukken ingevoerd. Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2 De contantbelasting is verschuldigd voor identiteitskaarten, identiteitsbewijzen, verblijfsvergunningen voor vreemdelingen, paspoorten, elektronische rijbewijzen, internationale rijbewijzen, huwelijksboekjes, stedenbouwkundige attesten/-vergunningen, conformiteitsattest of andere stukken. Belastingplichtige Artikel 3 De contantbelasting is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken door de stad worden uitgereikt. Aanslagvoet
Artikel 4 De contantbelasting wordt bepaald op: 1. Elektronische identiteitskaarten voor Belgische onderdanen (geldig voor 5 jaar): Voor een eerste identiteitskaart en elke volgende identiteitskaart (inclusief 21,00 EUR productiekosten) Voor een dringende spoedprocedure voor aflevering identiteitskaart (inclusief 130,00 EUR productie- en verzendingskosten) Voor een zeer dringende spoedprocedure voor aflevering identiteitskaart (incl. 200,00 EUR productie- en verzendingskosten) 2. Kids-ID Voor een elektronisch identiteitsdocument voor een Belgisch kind onder de twaalf jaar (inclusief productiekosten) Voor een dringende spoedprocedure voor aflevering van een elektronisch identiteitsdocument voor een Belgisch kind onder de twaalf jaar (inclusief productie- en verzendingskosten) Voor een zeer dringende spoedprocedure voor aflevering van een elektronisch identiteitsdocument voor een Belgisch kind onder de twaalf jaar (inclusief productie- en verzendingskosten)
10,00 EUR 115,00 EUR
180,00 EUR
3. Identiteitskaarten voor vreemdelingen, verblijfskaarten E.E.G.-onderdanen, bewijzen van inschrijving in het vreemdelingenregister (B.I.V.R.) en attesten van immatriculatie (EU- en EERlanden + niet EU en niet-EER landen: Voor een attest van immatriculatie 10,00 EUR Voor elke verlenging van een attest van immatriculatie gratis Vreemdelingenkaart (inclusief productiekosten) bij omruiling van kartonnen 21,00 EUR kaart of vernieuwing van deze kaart tegen een elektronische kaart Elektronische vreemdelingenkaarten (inclusief productiekosten) 21,00 EUR Voor een dringende spoedprocedure voor aflevering vreemdelingenkaart 130,00 EUR (inclusief productie- en verzendingskosten) Voor een zeer dringende spoedprocedure voor aflevering vreemdelingenkaart 200,00 EUR (inclusief productie- en verzendingskosten) 4. PIN-/PUK-code Heropvraging PIN/PUK
5. Arbeidskaarten voor werknemers van vreemde nationaliteit: Per arbeidskaart, ongeacht de geldigheidsduur van die kaart
6. Huwelijksboekjes: Per huwelijksboekje met inbegrip van de belasting op het afleveren van het huwelijksgetuigschrift voorkomend in het trouwboekje
7. Paspoorten (voor de internationale paspoorten (reispassen)): Voor de afgifte van een paspoort aan een minderjarige (dus van 0 tot 18 jaar) ongeacht de geldigheidsduur (inclusief productiekost) Voor de afgifte van een paspoort aan een minderjarige (dus van 0 tot 18 jaar) in spoedprocedure (inclusief productie- en verzendingskosten) Voor de afgifte van een paspoort aan personen ouder dan 18 jaar voor de duur van 5 jaar (inclusief productiekost en consulaire rechten) Voor de afgifte van een paspoort aan personen ouder dan 18 jaar voor de duur van 5 jaar in spoedprocedure (inclusief productie-, verzendingskosten en consulaire rechten)
8. Rijbewijzen
5,00 EUR
gratis
17,00 EUR
41,00 EUR 210,00 EUR 90,00 EUR 260,00 EUR
Per elektronisch rijbewijs (inclusief productiekosten)
25,00 EUR
Per internationaal rijbewijs (inclusief productiekosten)
25,00 EUR
9. Voor de stedenbouwkundige aanvragen, verkavelingsaanvragen, wijzigingen van verkavelingen en stedenbouwkundige attesten, uittreksels: Stedenbouwkundige aanvragen Eénvoudige samenstelling zonder advies brandweer Eénvoudige samenstelling met advies brandweer
50,00 EUR 292,00
EUR
50,00
EUR
Technische.werken en/of terreinaanlegwerken met advies brandweer
217,00
EUR
Uitgebreide samenstelling zonder advies brandweer Uitgebreide samenstelling met advies brandweer * minder dan of gelijk aan 10 woongelegenheden
100,00
EUR
Technische werken en/of terreinaanlegwerken zonder advies brandweer
* meer dan 10 woongelegenheden Wijziging van verkaveling zonder advies brandweer Wijziging van verkaveling met advies brandweer Verkavelingsdossier met advies brandweer Verkavelingsdossier zonder advies brandweer * minder dan of gelijk aan twee loten *meer dan 2 loten en meer (basisprijs 100,00 EUR te vermeerderen met 100,00 EUR per lot (met max. van 500,00 EUR) Stedenbouwkundig attest zonder advies brandweer Stedenbouwkundig attest met advies brandweer Openbaar onderzoek (per brief 10,00 EUR, met max van 100 EUR)
517,00
EUR
1.034,00
EUR
50,00
EUR
217,00
EUR
1.034,00
EUR
100,00
EUR
100,00
EUR
50,00
EUR
217,00
EUR
10,00 EUR
Voor een samengevoegde aanvraag (stedenbouwkundige aanvraag + milieuvergunningsaanvraag) wordt de belasting vastgesteld op 500,00 EUR. Stedenbouwkundige inlichtingen en vastgoedinformatie Stedenbouwkundige inlichtingen Vastgoedinformatie
10. Afgifte conformiteitsattest inzake normen voor huurwoningen Per woning die als hoofdverblijfplaats wordt verhuurd Per kamer met een maximum van 112,00 EUR per gebouw voor
50,00 EUR 100,00 EUR
56,00 EUR 56,00 EUR
kamerwoningen
Wijze van invorderen Artikel 5 De contantbelasting zal contant worden ingevorderd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. Vrijstellingen Artikel 6
De administratieve stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsbeslissing kosteloos dienen te worden afgeleverd. Bezwaren Artikel 7 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 9 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 10 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder - de diensten burgerzaken en stedenbouw.
Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang) 21. Retributie op sommige tussenkomsten van de brandweer - goedkeuring De gemeenteraad Overwegende dat regelmatig een beroep wordt gedaan op de brandweerdiensten voor prestaties zoals omschreven in de ministeriële omzendbrief van 26 oktober 1972 betreffende de financiële aspecten van sommige tussenkomsten van de brandweerdiensten en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming; Gelet op de programmawet van 27 december 2004; Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de opdrachten van de hulpdiensten die kunnen verhaald worden en diegene die gratis zijn; Gelet op de artikelen 42 § 3, eerste lid en 43 § 2, 15 ° van het Gemeentedecreet; Gelet op artikel 94 van het Gemeentedecreet; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie voor prestaties van de stedelijke brandweer; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden;
Gelet op ons besluit van heden waarbij de contantbelasting wordt vastgesteld op afgifte van administratieve stukken; Overwegende dat op provinciaal niveau de gouverneur een sturende, coördinerende, adviserende en ondersteunende rol in de werking heeft van de brandweer en de zones; Gelet op het voorontwerp van retributiereglement opgemaakt door de diensten van de gouverneur; Gelet op de bespreking op 7 juni 2013 door de prezoneraad van de brandweerzone Oost over dit voorontwerp; Gelet op het advies van 26 augustus 2013 van het college van burgemeester en schepenen over het voorontwerp van retributiereglement op sommige tussenkomsten van de brandweer; Gelet op de beslissing van de zoneraad van 6 september 2013 met betrekking tot het definitief ontwerp van retributiereglement; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat het voor een goed beheer van de gemeentelijke middelen noodzakelijk is om voor prestaties zoals hoger bedoeld een billijke vergoeding aan te rekenen; Overwegende dat de prestaties door de brandweer in het kader van bouwaanvragen en preventieopdrachten van dossiers in behandeling bij de stad rechtstreeks verrekend zullen worden in de desbetreffende belastingreglementen van de stad; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013,
BESLUIT: Artikel 1 Het reglement retributie voor prestaties van de stedelijke brandweer goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 19 december 2007 op te heffen met ingang van 1 januari 2014. Artikel 2 Het reglement “Departement Brandweer-Retributiereglement voor diensten van technische aard” zoals in bijlage aangehecht, goed te keuren en dit reglement in werking te laten treden met ingang van 1 januari 2014.
DEPARTEMENT BRANDWEER-RETRIBUTIEREGLEMENT VOOR DIENSTEN VAN TECHNISCHE AARD Artikel 1 : Inwerkingtreding Er wordt met ingang van 1 januari 2014 een gemeentelijke retributie gevestigd voor prestaties geleverd door de brandweerdienst die niet behoren tot de opdrachten die hem opgedragen worden door wetten en reglementen en/ of voor prestaties die op grond van artikel 2 en 3 van het koninklijk besluit van 25 april 2007 niet gratis moeten uitgevoerd worden door de hulpdiensten.
Artikel 2 : Retributie voor inzet van brandweerpersoneel en -middelen Voor de inzet van brandweerpersoneel met materieel/middelen is een retributie verschuldigd, zoals vastgesteld in onderhavig reglement. Hierbij wordt elk begonnen uur als een vol uur beschouwd en de duur van de tussenkomst loopt vanaf het vertrek van de voertuigen tot aan hun terugkomst in de kazerne.
1. Werken in regie Volgende werkzaamheden worden beschouwd als ‘werken in regie’: Opruiming van oppervlakten Bestrijding van vervuiling en het vrijkomen van gevaarlijke stoffen Leegpompen van ruimtes (gratis in periodes van algemene wateroverlast t.g.v. noodweer zoals aangekondigd in de berichtgeving van het KMI of indien te wijten aan andere externe oorzaken, tenzij in geval van kennelijk slecht onderhoud ) Uitschakeling van alarminstallatie Brandwacht en brandweerbewaking Technische hulpverleningswerken die geen noodoproep betreffen om mensen te beschermen of te redden Logistieke ondersteuning Bestrijding van schadegevallen Het bedrag van de retributie voor werken in regie wordt vastgelegd op basis van volgende tabel: Normaal tarief Spec. tarief 1 2 Binnen diensturen Buiten diensturen Basistarief Basisinzet = inzet van twee personeelsleden met een voertuig (uitgezonderd elevator en commandowagen) gedurende twee uren
180 €
280 €
180 €
280 €
210 €
310 €
100 €
180 €
Afwijkingen van het basistarief
specifieke inzet van bijkomend voertuig inclusief de inzet van 2 personeelsleden gedurende 2 uren.
specifieke inzet elevator/ ladderwagen inclusief de inzet van 2 personeelsleden gedurende 2 uren
Specifieke inzet van commandowagen 3 inclusief 1 personeelslid gedurende 2u
1
als normale diensturen worden beschouwd: tijdstippen te bepalen conform de bepalingen van het grondreglement 2 als buiten normale diensturen worden beschouwd: tijdstippen te bepalen conform de bepalingen van het grondreglement 3 Van zodra 3 of meer voertuigen worden ingezet wordt de inzet van een commandowagen automatisch in rekening gebracht.
Supplementen bovenop het basistarief
voor elk begonnen bijkomend uur van de inzet
75 €
135 €
voor elk (extra) personeelslid per begonnen uur
30 €
60 €
Voor inzet van gespecialiseerd personeel zoals: duikers, gaspakdragers, AGS, …
5 € / uur bovenop het uurloon
5 € / uur bovenop het uurloon
Voor vrijmaken/reinigen openbare weg na verkeersongeval van maximaal 2 uren is de minimale forfait: - basisvoertuig met 6 personeelsleden - Commandovoertuig Het bedrag van de retributie voor werken in regie wordt vastgelegd op basis van volgende tabel:
2. Forfaitaire werken Voor het uitvoeren van onderstaande werken is een forfaitair retributiebedrag verschuldigd.
Normaal tarief Binnen diensturen Verdelgen van insecten nesten .
Speciek tarief Buiten diensturen
50 € per nest
75 € per nest
gratis
gratis
300 €
500 €
Indien verdelging van eenzelfde nest meerdere interventies noodzaakt, wordt slechts de verdelging van 1 nest aangerekend. Nutteloze interventie naar aanleiding van een ongegronde alarmering door automatische brandmeldcentrale of technisch falende alarminstallatie eerste nutteloze interventie elke nutteloze interventie die volgt binnen een periode van 12 maanden te rekenen vanaf de vorige
3. Retributie voor preventieve en permanentie-opdrachten in het kader van evenementen Voor preventieve of permanentie-opdrachten tijdens evenementen en grote bijeenkomsten van personen zoals beurzen, wielerwedstrijden, festiviteiten e.d.m., is een retributie verschuldigd zoals vastgesteld in onderstaande tabel :
Controle van de brandveiligheid vóór de aanvang van het evenement en opmaak verslag Houden van permanentie tijdens de duur van het evenement
30 € per persoon en per begonnen uur
60 € per persoon, per begonnen uur.
30 € per persoon en per begonnen uur
60 € per persoon, per begonnen uur
Artikel 3 : Retributie voor het ter beschikking stellen van materieel en levering van materialen en producten
§1 De brandweer stelt materieel ter beschikking volgens onderstaande retributieregeling. Uitgeleend materieel dat niet binnen de vooropgestelde termijn wordt teruggebracht, wordt beschouwd als aangekocht en wordt aangerekend tegen onderstaande vergoedingen.
Steunvijzels -
de eerste acht dagen en mits terugbrengen binnen de periode
gratis
-
na die periode worden zij als aangekocht beschouwd en dient er een vergoeding betaald te worden per stuk
65 €
Slangen: -
de eerste acht dagen en mits terugbrengen binnen de periode
gratis
-
na die periode worden zij als aangekocht beschouwd en dient er een vergoeding betaald te worden per stuk
100 €/stuk
-
onder druk stellen en reinigen van slangen
4 € / 10 meter
Oliedam -
25 € per 24 uur
per 25 m
§ 2 De volgende materialen worden steeds aangerekend op basis van de kostprijs.
Zandzakjes (niet van toepassing bij wateroverlast en/of noodweer) -
ongevuld en zelf afgehaald, per zandzakje
-
gevuld en zelf afgehaald per zandzakje
5
4
2€ 10 €
Balken worden als aangekocht beschouwd
kostprijs per begonnen meter
Dekzeilen worden als verloren beschouwd
kostprijs per begonnen m²
Platen worden beschouwd als verloren
kostprijs per stuk
Koorden worden als verloren beschouwd
4 5
Kostprijs per stuk
Een minimum van 25 zandzakjes wordt aangerekend. Een minimum van 10 gevulde zandzakjes wordt aangerekend.
§ 3 Verbruikte producten (o.a. schuim bij schuimautopomp, zeeppatronen, absorberende korrels, enz.) worden steeds aangerekend tegen kostprijs per verbruikseenheid § 4 Voor de volgende prestaties geldt onderstaande retributie :
Perslucht (geen zuurstof) -
hervullen van luchtflessen ten behoeve van derden, met een waterinhoud tot 7 liter, per fles
-
hervullen van persluchtflessen met een waterinhoud groter dan 7 liter
-
reinigen van gelaatsmaskers, per masker
-
testen van ademhalingstoestellen en ontspanner, per test
15 €
2,50 € per liter
25 € 25 €
Gebruik voertuig met cilinderinhoud minder dan 2000 cm³
35 € / uur
Gebruik voertuig met cilinderinhoud van 2000 cm³ tot 4500 cm³
50 € / uur
Gebruik voertuig met cilinderinhoud meer dan 4500 cm³
75 € / uur
Inzet gemotoriseerde werktuigen of motortuig
10 € / uur
Artikel 4 : Retributie voor prestaties in het kader van bouwaanvragen en preventie-opdrachten Het uitvoeren van preventieopdrachten en dossierstudies in het kader van aanvragen voor een bouw- of milieuvergunning wordt vergoed als volgt :
a) bouwaanvragen: Nieuwbouw: - woongebouwen met minder dan 5 wooneenheden:
25 € dossierkost + 0,25 € per m2 vloeroppervlakte
- woongebouwen met 5 of meer wooneenheden 50 € dossierkost + 0,25 € per m2 vloeroppervlakte - andere gebouwtypes (kantoren, industriële gebouwen,…) - verbouwingen , uitbreidingen en bestemmingswijzigingen: b) Milieuvergunningen
80 € dossierkost + 0,15 € per m2 vloeroppervlakte 50 € dossierkost + 50 € per begonnen uur
Klasse I
Klasse II en klasse III
125 € dossierkost+ 50 € per begonnen uur 50 € dossierkost+50 € per begonnen uur
c) Voorafgaandelijke adviezen 50 € per begonnen uur
d) Controlebezoeken ter plaatse - zonder verslag: 50 € per begonnen uur - met verslag: 25 € dossierkost + 50 € per begonnen uur vloeroppervlakte: de totale horizontale bruto-vloeroppervlakte van de verschillende bouwlagen berekend tussen de buitenmuren, de oppervlakte ingenomen door de muren zelf inbegrepen. De prestaties onder artikel 4 en die gelinkt zijn aan aanvragen van dossiers die bij de stad in behandeling zijn, zullen rechtstreeks verrekend worden in de tarieven van de desbetreffende belastingreglementen van de stad.
Artikel 5 : Retributie voor prestaties door derden Indien de werkzaamheden de inzet vereisen van derden zullen de kosten verschuldigd voor deze inzet doorgerekend worden tegen kostprijs. (o.a. slotenmaker, …).
Artikel 6 : Verplaatsingskosten De verplaatsingskosten voor de voertuigen binnen de operationele prezone zijn inbegrepen in het basistarief. Buiten de prezone wordt 1,5 € per voertuig aangerekend. Artikel 7 : Prestaties die niet begrepen zijn onder artikel 2 tot en met 5 Binnen normale diensturen
Buiten normale diensturen
30 € per personeelslid/uur
60 € per personeelslid/uur
De retributie voor de prestaties onder artikel 7 worden jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex (basisindex is december 2013). De eerste indexatie vindt plaats per 1 januari 2015.
Artikel 8 : Schuldenaar De retributie is verschuldigd door de fysieke persoon of de rechtspersoon in wiens belang de interventie uitgevoerd wordt.. Er wordt aanbevolen om de begunstigde van de interventie desgevallend een document te laten ondertekenen waarbij hij instemt dat de interventie in zijn belang gebeurt. In geval van twee of meer begunstigden van de prestatie zijn deze solidair en ondeelbaar tot betaling gehouden.
Artikel 9 : Vrijstellingen Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om in welbepaalde gevallen vrijstellingen te verlenen. Artikel 10 : Betalingstermijn en indienen van bezwaar De bepalingen inzake betaling en bezwaar opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden zijn van toepassing op dit reglement. Artikel 11 : Invordering
Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie in voorkomend geval ingevorderd worden via dwangbevel zoals bepaald in artikel 94 van het Gemeentedecreet of via burgerrechtelijke weg. Artikel 12 : Schade aan materieel Elke belangrijke schade aan het materieel kan de begunstigde van de prestatie in rekening gebracht worden. (herstel-of vervangkosten). Artikel 13 : Opheffing Met ingang van 1 januari 2014 wordt het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 ‘retributie voor prestaties van de stedelijke brandweer’ opgeheven. Artikel 14 Dit besluit zal worden afgekondigd overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet. Artikel 15 Afschrift van dit besluit zal toegestuurd worden aan de gouverneur de hogere overheid de stedelijke brandweer de prezoneraad de financieel beheerder.
Stemming: 32 stemmen 'ja' en 2 onthoudingen (Vlaams Belang en Groen) 22. Belasting op taxi's en verhuur voertuig met bestuurder - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en de latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd tot op heden; Gelet op het besluit de Vlaamse regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder; Gelet op de omzendbrief van 10 juni 2011 BB 2011/01 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Overwegende dat de gemeente bevoegd is voor het afleveren van de vergunningen voor taxidiensten en voor de controle op de afgeleverde vergunningen; Overwegende dat de houders van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst kunnen onderworpen worden aan een jaarlijkse belasting; Overwegende dat voor de belasting op de taxidienst een Vlaams plafond wordt opgelegd; Gelet op ons besluit van 16 december 2009 betreffende de belasting op het verhuur van voertuigen met bestuurder 2010-2013; Overwegende dat dit besluit op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van 2 december 2013 van het college van burgemeester en schepenen om het bestaande reglement te hernieuwen het reglement uit te breiden met een belasting op taxidiensten;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, die aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting op de exploitatie van taxi’s en verhuur van voertuigen met bestuurder geheven. Belastingplichtige - grondslag Artikel 2: De belasting wordt voor taxi’s vastgesteld als volgt: 250,00 euro per jaar en per voertuig vermeld in de afgeleverde vergunning; 450,00 euro per jaar en per voertuig vermeld in afgeleverde vergunning wanneer de exploitant gebruik maakt van standplaatsen op de openbare weg; een bijkomende belasting van 75,00 euro per jaar en per voertuig vermeld in de afgeleverde vergunning voor taxidiensten zonder standplaats op de openbare weg maar waarvan de voertuigen voorzien zijn van radiotelefonie. Artikel 3 De belasting voor de verhuur van voertuigen met verhuurder wordt vastgesteld als volgt: Overeenkomstig artikel 49 van het wijzigingsdecreet van 8 mei 2009 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, is een belasting verschuldigd van 250,00 euro per jaar en per voertuig vermeld in de afgeleverde vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 4 Afhankelijk van de situatie en de vergunningen worden de bedragen vermeld in artikel 2 en 3 gecumuleerd als volgt: 500,00 euro per jaar en per voertuig dat deel uitmaakt van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder waarvoor een bijkomende vergunning voor taxidiensten is aangevraagd. 500,00 euro per jaar en per voertuig van de exploitant van een vergunde taxidienst waarvoor een bijkomende vergunning voor het verhuren van voertuigen met bestuurder is aangevraagd. Artikel 5 De bedragen vermeld in artikel 2, 3 en 4 worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000 (basis 2004). Bepalingen met betrekking tot de fiscale aangifte Artikel 6 De vergunningsakte, afgeleverd door het College van Burgemeester en Schepenen, waarin het aantal voertuigen die zullen ingezet worden als verhuurvoertuig met bestuurder zijn opgenomen, geldt als aangifte. De voorwaarden en verplichtingen opgelegd in de vergunningakte dienen strikt nageleefd te worden.
Bezwaren Artikel 7 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de
schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 9 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 10 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang). 23. Kohierbelasting op nachtwinkels - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening en latere aanpassingen; Gelet op ons besluit van 6 juli 2011 betreffende het algemeen politiereglement; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de belasting op nachtwinkels; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat deze nachtwinkels veel overlast bezorgen voor de buurtbewoners; Overwegende dat, om het nodige effect te ressorteren, het geraadzaam is het tarief voldoende hoog te nemen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering van de aanslagvoet;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting op nachtwinkels ingevoerd.
Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2 De belasting is verschuldigd op nachtwinkels. Voorwaarden om als nachtwinkel beschouwd te worden: Een handelszaak die: a) ingeschreven is in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) uitsluitend onder de rubriek “verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen”; b) geen andere handelsactiviteit uitoefent dan die hierboven bedoeld; c) een maximale netto-verkoopsoppervlakte heeft van 150 m²; d) op een duidelijke en permanente manier de vermelding “Nachtwinkel” draagt. Openings- en sluitingsuren van een nachtwinkel: In afwijking van artikel 6, c) van de wet van 10 november 2006 betreffende de openings- en sluitingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, wordt de toegang van de consument tot nachtwinkels verboden vóór 18.00 en na 06.00 uur.
Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de uitbater van de nachtwinkel. Aanslagvoet Artikel 4 De aanslagvoet per nachtwinkel is vastgesteld op 560,00 EUR. Ze is verschuldigd bij elke opening van een nachtwinkel. De jaarlijkse belasting is vastgesteld op 224,00 EUR per nachtwinkel. De belasting is verschuldigd per nachtwinkel voor het ganse jaar. Ze begint het dienstjaar volgend op dat waarin de openingsbelasting verschuldigd was of in voorkomend geval vanaf het in voege treden van onderhavig belastingreglement. Voor ieder belastingplichtige geldt verder dat bij stopzetting van de activiteiten, in de loop van het aanslagjaar, dit geen aanleiding geeft tot enige belastingvermindering.
Wijze van invorderen Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Aangifteplicht Artikel 6 De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Dendermonde – financiële dienst – Franz Courtensstraat 11 – 9200 Dendermonde. Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient de belastingplichtige de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen aan de belastbare grondslag en dit vanaf het tweede aanslagjaar waarvoor de belasting zal worden gevestigd. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk op 30 september van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Belastingverhoging Artikel 7 Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, behalve ingeval van de vereenvoudigde aangifte overeenkomstig artikel 6, wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De overtredingen zoals in alinea 1 hiervoor bedoeld, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. In de gevallen zoals bepaald in artikel 6, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20 % van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25,00 EUR Bezwaren Artikel 8 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 9 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 10 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 11 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang). 24. Kohierbelasting op de leegstaande en de bouwvallige/vervallen woningen en/of gebouwen en de onbewoonbaar of ongeschikt verklaarde woningen - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op ons besluit van 7 juli 2010 betreffende de belasting op de leegstaande en de bouwvallige/vervallen woningen en/of gebouwen en de onbewoonbaar of ongeschikt verklaarde woningen 2010-2013; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 en de omzendbrief BB 2008/07 van 18 juli 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna kamerdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 en latere wijzigingen inzake de Vlaamse Wooncode;
Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna het decreet grond- en pandenbeleid genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen met latere wijzigingen; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 april 2010 waarbij de wijze van het opmaken en bijhouden van het leegstandsregister in het kader van het decreet grond- en pandenbeleid wordt vastgelegd; Gelet op de omzendbrief RW/2010/01 van 26 april 2010 “De activering van gronden en panden, maatregelen betreffende het betaalbaar wonen en het wonen in eigen streek in het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid” Overwegende dat door de invoering van het decreet grond- en pandenbeleid en de nieuwe regelgeving inzake de leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen het bovenvermeld gemeenteraadsbesluit dient vervangen; Overwegende dat langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de stad moet voorkomen en bestreden worden; Overwegende dat het wenselijk is het belastingreglement op leegstand, verwaarloosde, ongeschikte woningen te hernieuwen en hierbij de tarieven te actualiseren a rato van het aantal jaren dat deze tarieven al werden ingevoerd; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen en het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek; Gelet op artikel 7 van de programmawet van 20 juli 2006 waarbij artikel 371 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB/92) wordt gewijzigd;
BESLUIT: Artikel 1:
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting geheven op woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in minstens één van volgende inventarissen: 1° het leegstandsregister (art. 2.2.6, §1, decreet grond- en pandenbeleid); 2° de inventaris ongeschikt/onbewoonbaar; 3° de inventaris verwaarlozing/bouwvalligheid.
§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in minstens één van de inventarissen vermeld onder §1. §3. Zolang de woning of het gebouw niet uit alle inventarissen is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. Artikel 2:
Definities De definities opgenomen in het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009, de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen en deze opgenomen in de omzendbrief RW/2010/01 van 26 april 2010 zijn van toepassing.
Artikel 3:
Inventarisatie
§1.
De inventarissen: De administratie maakt 4 inventarissen op van: 1° leegstaande gebouwen 2° leegstaande woningen Deze 2 inventarissen vormen samen het leegstandsregister (art. 2.2.6., §1, van het decreet grond- en pandenbeleid). 3°
4°
de door de bevoegde overheid ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woningen en de woningen en/of gebouwen die saneringswerken of – maatregelen kregen opgelegd of waarvoor een besluit tot woonverbod of een bevel tot sloping is uitgesproken, hierna de ‘inventaris ongeschikt/onbewoonbaar’ genoemd; verwaarloosde of bouwvallige woningen en gebouwen hierna de ‘inventaris verwaarlozing/bouwvalligheid’ genoemd.
Een woning of gebouw kan op verschillende inventarissen voorkomen. §2.
§3.
Inventarisatiedatum: 1°
leegstaande woningen en gebouwen: op datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand;
2°
ongeschikt- of onbewoonbaar verklaarde woningen: op datum van de respectieve besluiten door de bevoegde overheid. Indien een beroep bij de minister bevoegd voor wonen, overeenkomstig de Vlaamse wooncode, wordt ingesteld tegen een ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring, wordt de opname opgeschort voor de duur van het beroep; Indien een beroep bij de provinciegouverneur wordt ingesteld tegen een onbewoonbaarverklaring in toepassing van de Nieuwe gemeentewet, wordt de opname opgeschort voor de duur van het beroep;
3°
woningen en gebouwen die saneringswerken of –maatregelen kregen opgelegd of waarvoor een besluit tot woonverbod of een bevel tot sloping is uitgesproken: op datum van de respectievelijke besluiten door de bevoegde overheid;
4°
verwaarloosde of bouwvallige woningen en gebouwen: op datum van de opmaak van de administratieve akte tot vaststelling van de verwaarlozing of bouwvalligheid.
Procedure inventarisatie: 1° leegstandsregister Overeenkomst de bepalingen vastgelegd in het gemeenteraadsbesluit van 21 april 2010 tot opmaak van het leegstandregister in toepassing van het grond- en pandenbeleid; 2° inventaris ongeschikt/onbewoonbaar De woning wordt opgenomen in de inventaris op datum van het besluit tot ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid; 3° inventaris verwaarlozing/bouwvalligheid De eigenaars worden bij middel van administratieve akte verwittigd dat vastgesteld werd dat hun woning of gebouw gebreken vertoont en verwaarloosd is.
§4.
Schrapping uit de inventaris: 1° leegstandsregister Overeenkomst de bepalingen vastgelegd in het gemeenteraadsbesluit van 21april 2010 tot opmaak van het leegstandregister in toepassing van het grond- en pandenbeleid; 2° inventaris ongeschikt/onbewoonbaar Een woning wordt uit de inventaris ongeschikt/onbewoonbaar geschrapt indien door de burgemeester een besluit tot intrekking van de ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid wordt genomen; 3° inventaris verwaarlozing/bouwvalligheid Een woning en/of gebouw wordt uit de inventaris verwaarlozing/bouwvalligheid geschrapt indien de eigenaar werken heeft uitgevoerd die de verwaarlozing/bouwvalligheid te niet doen.
Artikel 4:
Belastingplichtige
§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde betreffende de woning of het gebouw op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. §2.
Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit alle inventarissen wordt de zakelijk gerechtigde op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, als belastingplichtige beschouwd.
§3.
Als één van de zakelijke rechten in onverdeeldheid toebehoort aan meer dan één persoon, geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.
§4.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
§5.
De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger in kennis stellen dat het goed is opgenomen in één of meerdere gemeentelijke inventarissen. Tevens moet hij via een beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de administratie van de stad die gelast is met de opmaak van de gemeentelijke inventarissen, binnen de twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of gebouw.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. §6.
Artikel 5:
Het aantal termijnen van 12 maanden dat een woning of gebouw op de inventaris staat wordt herberekend bij overdracht van het zakelijk recht betreffende de woning of het gebouw. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op -
108,00 EUR voor het eerste jaar voor een individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het kamerdecreet
-
1.188,00 EUR voor het eerste jaar voor een volledig gebouw of woonhuis
-
432,00 EUR voor het eerste jaar voor elke overige woongelegenheid.
Het bedrag van de belasting voor de volgende jaren is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: Het bedrag van de belasting van het eerste jaar vermenigvuldigd met X, waarbij X gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat het gebouw en/of de woning zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris. X mag niet meer bedragen dan 5 Indien een woning of gebouw is opgenomen in verschillende inventarissen kan voor ieder heffingsjaar slecht één heffing worden opgelegd, evenwel betrekking hebbend op de opname of verjaardag van de opname op die lijst waardoor de hoogste heffing gevestigd wordt. Artikel 6:
Vrijstellingen A. Decretale vrijstellingen Alle decretale vrijstellingen zijn van toepassing. B. Reglementaire vrijstellingen
1) Van de belasting zijn vrijgesteld : §1. De zakelijk gerechtigde, bedoeld in artikel 5, wordt niet beschouwd als belastingplichtige indien hij het gebouw en/of woning en/of kamer volledig en uitsluitend gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats en hij over geen ander onroerend goed beschikt. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 2 jaar. §2. De zakelijk gerechtigde, bedoeld in artikel 5, die eigenaar is van één woning die hij eerder als hoofdverblijfplaats en als laatste bewoner bewoonde, verblijft in een erkende ouderenvoorziening of die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling of die zich in elke vergelijkbare situatie bevindt waarbij overmacht kan worden bewezen. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 2 jaar. §3. De zakelijk gerechtigde, bedoeld in artikel 5, wordt vrijgesteld gedurende een periode van 2 jaar volgend op de volledige overdracht van het gebouw en/of woning en/of kamer, op voorwaarde dat in de loop van voormelde periode geen nieuwe overdracht plaatsvindt. §4. De zakelijk gerechtigde, bedoeld in artikel 5, op een van de volgende gebouwen en/of woningen wordt vrijgesteld : - a) de gebouwen en/of woningen die binnen de grenzen liggen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid; - b) de gebouwen en/of woningen die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten zijn beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling, - c) de gebouwen en/of woningen en/of kamers die getroffen zijn door een ramp, die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, gedurende een periode van 2 jaar volgend op de datum van de ramp; - d) de gebouwen en/of woningen waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een gerechtelijke procedure, vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot 2 jaar na het einde van de onmogelijkheid. §5. Aan de zakelijk gerechtigde, bedoeld in artikel 5, wordt vrijstelling verleend voor een periode van 2 jaar:
- voor woningen en/of gebouwen die onderworpen worden aan grondige renovatiewerken of bestemmingswijziging en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning voor * structurele werken of bestemmingswijziging of een renovatienota wordt voorgelegd. Indien een stedenbouwkundige vergunning voor structurele werken of * bestemmingswijziging of de renovatienota wordt ingediend daterend van voor de inventarisatiedatum, dan gaat een periode van vrijstelling van de belasting in vanaf de inventarisatiedatum. De stedenbouwkundige vergunning voor structurele werken of bestemmingswijziging mag bovendien maximaal twee jaar oud zijn op de datum van de inventarisatiedatum. Dateert de stedenbouwkundige vergunning voor structurele werken of bestemmingswijziging of de renovatienota* van na de inventarisatiedatum, dan blijven de belastingen verschuldigd op de inventarisatiedatum en voor elke periode van 12 opeenvolgende maanden tot de nodige documenten worden ingediend. Deze vrijstelling kan tot tweemaal toe op advies van de administratie door het college van burgemeester en schepenen verlengd worden voor een duurtijd van telkens één jaar op voorwaarde dat deze verlenging via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie wordt voorgelegd. Deze aanvraag moet ingediend worden uiterlijk op het moment dat de vrijstellingsperiode verstrijkt. * Een renovatienota is een schriftelijke nota bestaande uit : a) een overzicht van welke niet stedenbouwkundig vergunningplichtige werken worden uitgevoerd én b) een gedetailleerd tijdschema waarin wordt aangegeven waarbinnen de werken zullen worden uitgevoerd én c) facturen voor een bedrag van minimum € 2.500. 2) Bewijs van een vrijstelling: De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.
Artikel 7:
Overgangsbepalingen
Voor de woningen/gebouwen waarvoor in 2013 reeds een aanslag werd gevestigd op basis van het gemeenteraadsbesluit van 7 juli 2010, aangepast met het besluit van 17 november 2010, wordt, vanaf het aanslagjaar 2014, de berekening van de belasting verder bepaald op basis van het gemeenteraadsbesluit van 7 juli 2010.
Artikel 8:
Wijze van invorderen
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 9:
Bezwaren
§1.
De belastingschuldige of zijn vertegewoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat.
§2.
De belastingplichtige die in de mogelijkheid werd gesteld op het beroep, zoals voorzien in art. 2.2.7, §2 van het decreet grond- en pandenbeleid, aan te tekenen, kan in het kader van de krachtens voormeld decreet georganiseerde bezwarenprocedure
geen excepties inroepen tegen de in het leegstandsregister opgenomen vermeldingen, tenzij de ingeroepen gronden tot bezwaar na de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister zijn ontstaan.
Artikel 10: Bekendmaking Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet.
Artikel 11: Bestuurlijk toezicht In het kader van artikel 248 en 253 van het gemeentedecreet wordt een voor eensluidend afschrift van onderhavig besluit aan de provinciegouverneur gestuurd per aangetekende zending. Stemming: 21 stemmen 'ja' en 13 onthoudingen (N-VA, Open Vld en Vlaams Belang). 25. Kohierbelasting op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, gestort of achtergelaten op nietreglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de kohierbelasting op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, hondenpoep inbegrepen, gestort of achtergelaten op niet-reglementaire plaatsten of tijdstippen, of in niet-reglementaire recipiënten; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het tarief voor klein afval zoals hondenpoep, blikken, enz. thuishoort onder de GASboete; Overwegende dat het wenselijk is dit in het te hernieuwen belastingreglement niet meer op te nemen; Overwegende dat de andere tarieven voor middelgroot en groot afval momenteel de administratieve en verwerkingskosten niet dekken; Overwegende dat het daarom billijk is deze tarieven in het te hernieuwen reglement substantieel te verhogen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits vereenvoudiging van en actualisering van de tarieven;
Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen,
gestort of achtergelaten op niet-reglementaire plaatsten of tijdstippen, of in niet-reglementaire recipiënten ingevoerd. Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2 De belasting is verschuldigd voor het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, gestort of achtergelaten op niet-reglementaire plaatsten of tijdstippen, of in niet-reglementaire recipiënten. Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door diegene die de afvalstoffen heeft gestort of achtergelaten en door diegene die daartoe opdracht of toelating gaf. Desgevallend zijn diegene die daartoe opdracht of toelating gaf en/of de eigenaar van de afvalstoffen hoofdelijke aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Aanslagvoet Artikel 4 De belasting wordt per afzonderlijke ophaalbeurt vastgesteld op : 250,00 EUR voor middelgroot afval zoals huisvuilzakken, kartonnen dozen, klein huisraad, … 500,00 EUR voor groot afval zoals groot huisraad, TV’s, koelkasten, matrassen enz. 1.000,00 EUR voor groot afval van 500 kg en meer. Wijze van invorderen Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Bezwaren Artikel 6 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 7 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 8 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 9 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder.
Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 onthouding (Vlaams Belang).
26. Kohierbelasting op het vervoer van administratief aangehouden personen met politievoertuig goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de kohierbelasting op het vervoer van personen met een politievoertuig wegens openbaar dronkenschap; Gelet op ons besluit van 17 december 2008 betreffende de kohierbelasting op het vervoer van administratief aangehouden personen met een politievoertuig van de lokale politie; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008; Overwegende dat het billijk is de belasting aan te passen aan de index der consumptieprijzen; Overwegende dat deze index over de periode 2008 – 2013 steeg met circa 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering van de tarieven; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen voor een periode van zes jaar; Besluit: Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een belasting ingevoerd het vervoer van administratief op het vervoer van personen die administratief werden aangehouden vanwege de verstoring van de openbare orde of in staat van openbare dronkenschap verkeren. Belastbare grondslag – belastbaar feit Artikel 2 De rit van de persoon die administratief werd aangehouden vanwege de verstoring van de openbare orde of in staat van openbare dronkenschap. Onder “rit” dient verstaan : het traject dat wordt afgelegd vanaf het uitrukken van het politievoertuig tot de bestemming die de politie bepaalt (thuis, ziekenhuis, cel of andere), maar gelegen binnen het grondgebied Dendermonde.
Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de vervoerde persoon of door diegene die voor hem burgerlijk verantwoordelijk is.
Aanslagvoet Artikel 4
De belasting wordt bepaald op 84,00 EUR per rit en per vervoerde persoon. Wijze van invorderen Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Bezwaren Artikel 6 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 7 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 8 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 9 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de lokale politie - de financieel beheerder.
Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 onthouding (Vlaams Belang). 27. Tariefreglement op de lijkbezorging - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op de wet van 28 januari 1975 betreffende de gemeentebelasting op het lijkenvervoer; Gelet op het decreet van 10 november 2005 en 18 april 2008 houdende wijziging van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria, gewijzigd op 2 december 2005; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2005 tot bepaling van de voorwaarden waaraan een doodskist of een ander lijkomhulsel moet beantwoorden; Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2004 de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten; Gelet op de aanpassing van de bepalingen inzake lijkbezorging in het Algemeen Politiereglement van de stad vastgesteld door de gemeenteraad op 11 december 2013; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende het tariefreglement op de lijkbezorging; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat het wenselijk is het reglement te hernieuwen mits aanpassing aan de huidige noden/regels en de tarieven te actualiseren; Gelet op de bespreking van dit dossier in zitting van 25 november 2013 door het college van burgemeester en schepenen; Gelet op het voorstel van 2 december 2013 van het college van burgemeester en schepenen om het tariefreglement op de lijkbezorging te hernieuwen en aan te passen aan de huidige noden/regels;
Besluit Heffingstermijn – definities Artikel 1 Er wordt vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 een belasting op de lijkbezorging geheven. Voor dit reglement wordt onder lijkbezorging verstaan de volgende prestaties die door de stad geleverd worden in verband met overleden personen : - begravingen in volle grond; - bijplaatsing asurne in volle grond; - begravingen in keldergrond; - bijplaatsing asurne in keldergrond; - begraving van een asurne in een urnenveld; - bijzetting van een asurne in een columbarium; - uitstrooiing van as van gecremeerde lijken; - graf-,columbarium- en urnenveldconcessies; - lijkopgravingen; - leveren en plaatsen van gedenkplaten op columbariumnissen en herdenkingszuilen op de strooiweide; - de tweede controle van de doodsoorzaak van een persoon in Dendermonde overleden, maar er niet gedomicilieerd zoals bepaald in art. 21 van het decreet van 16 januari 2004, gewijzigd bij decreet van 10 november 2005 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging; - verzegelen van een lijkkist.
Tarieven Artikel 2 Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald : A. Begraving in volle grond, keldergrond, de begraving van een asurne in een urnenveld, bijzetting van een asurne in een columbarium en de uitstrooiing van as op de uitstrooiingsweide: 600,00 EUR voor de begraving in volle grond, keldergrond, de begraving van een asurne in een urneveld, de bijzetting van de asurne van gecremeerde lijken in een columbariumnis op de stedelijke begraafplaatsen en de uitstrooiing van as van gecremeerde lijken op de daartoe voorziene uitstrooiingsweide, per overleden niet-inwoner van de Stad Dendermonde, met uitzondering van : - menselijke resten ontdekt op het grondgebied van Dendermonde - foetussen van niet-inwoners van de stad, geboren op het grondgebied van Dendermonde, die begraven worden op de stille kinderweiden - personen die Dendermonde effectief bewonen, doch ingevolge wettelijke of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen-, of wachtregister van Dendermonde - personen opgenomen in een instelling buiten Dendermonde, die voor hun opneming hun gewone verblijfplaats in Dendermonde hadden - personen die vroeger in Dendermonde waren ingeschreven gedurende minstens 25 jaar, alsook personen die omwille van hun hoge leeftijd of gezondheidsredenen bij een bloedverwant of kennis buiten Dendermonde zijn gaan wonen. - hernieuwing van de concessie van niet-inwoners. De nodige bewijsstukken dienen voorgelegd door de aanvrager. Niet-inwoners van de Stad Dendermonde kunnen enkel in Dendermonde begraven worden mits het nemen van een graf-, columbarium of urnenveldconcessie, met uitzondering van de uitstrooiing van as van gecremeerde lijken van niet-inwoners op de daartoe voorziene uitstrooingsweide waarvoor enkel de retributie op begraving van 600,00 EUR dient betaald te worden. B. Graf-, columbarium- en urnenveldconcessies : De tarieven van graf-, columbarium en urnenveldconcessies worden, ongeacht of het om een oorspronkelijke concessie gaat dan wel om een verlenging, als volgt vastgesteld : 1. Begravingen in volle grond 2 m² a) Basisprijs grond : 600,00 EUR per begraafplaats (per perceel) e b) Bijplaatsing urne: vanaf 2 bijbegraving 300,00 EUR/urne met een max. van 4 urnen per 2 m². 2. Begravingen in volle grond 4 m² a. Basisprijs grond: 1.200,00 EUR per begraafplaats (per perceel). e b. Bijplaatsing urne: vanaf 3 bijbegraving 300,00 EUR/ urne met een max. van 8 urnen per 4 m². 3. Begravingen in keldergrond a. Basisprijs keldergrond: 3.000,00 EUR voor max. 2 personen e b. Basisprijs uitbreiding: 1.000,00 EUR vanaf 3 stoffelijk overschot c. Bijzetting urne bovenop maximum aantal personen, bepaald in basisprijs: 600,00 EUR per urne. 4. Nis in het columbarium
500,00 EUR voor max. 2 asurnen. 5. Begraving van een asurne in een urnenveld 500,00 EUR voor een max. 2 asurnen. De concessies worden verleend voor een periode van 25 jaar, met uitzondering van een perceel keldergrond voor een periode van 50 jaar. Verlengingen worden verleend voor een periode van 15 jaar, met uitzondering van een perceel keldergrond voor een periode van 30 jaar. Een concessie wordt aangegaan voor de gehele columbariumnis en voor de grond die in gebruik wordt genomen, zowel voor de urnenvelden, voor de volle grond als voor keldergrond. Een verlenging van een concessie wordt steeds aangegaan voor alle overledenen die op dat moment tot de concessie behoren. De concessie kan pas opnieuw aangegaan worden nadat de termijn van de concessie van de eerste begraving is verstreken.
C. Lijkopgravingen : Voor de lijkopgravingen : 1.700,00 EUR per opgraving Voor het opgraven of verplaatsen van asurnen : 300,00 EUR per opgraving of verplaatsing. Voor het openen van een niet-geconcedeerde urnenplaats : 300,00 EUR. De lijkopgravingen op bevel van de gerechtelijke overheid of ingevolge een bestuurlijke maatregel zijn vrijgesteld van deze retributie. D. Gedenkplaten : Voor het leveren en plaatsen van niet-gegraveerde gedenkplaten op columbariumnissen en herdenkingszuilen op de strooiweide : a) 75,00 EUR per granieten gedenkplaat voor columbariumnis b) 15,00 EUR per stuk voor herdenkingszuil. E. Tweede controle van de doodsoorzaak : Voor de tweede controle bij aanvraag tot crematie van een persoon te Dendermonde overleden, maar er niet gedomicilieerd wordt het tarief per 1 januari van het aanslagjaar (afgekort met ‘N’) aangepast volgens volgende formule: 35,00 EUR per aanvraag x indexcijfer* van de maand december van N – 1 indexcijfer* van de maand december 2007 (=107,44) *gezondheidsindex basis 2004.’ F. Verzegelen van een lijkkist : Per lijkkist: 120,00 EUR. Belastingplichtige Artikel 3 De belastingplichtige is de natuurlijke - of rechtspersoon die de prestaties aanvraagt. Wijze van invorderen Artikel 4
De belasting moet contant betaald worden bij de aanvraag tegen afgifte van een betalingsbewijs. gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt zij een kohierbelasting. Bezwaren Artikel 5 De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of, indien de belasting niet contant betaald wordt, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 6 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de dienst burgerzaken de financieel beheerder.
Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 onthouding (Vlaams Belang) 28. Belasting op tweede verblijven - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de kohierbelasting op tweede verblijven; Overwegende dat het belastingreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen; Overwegende dat het wenselijk is het belastingtarief te diversifiëren;
Overwegende dat het niet is toegelaten de belasting te diversifiëren op basis van het kadastraal inkomen van het goed; Overwegende dat het wel mogelijk is de belasting te baseren op de totale vloeroppervlak van het tweede verblijf; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de huidige belasting op hetzelfde peil bleef sinds 1 januari 2008 en het wenselijk is het tarief te actualiseren en te diversifiëren; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits actualisering/diversificatie van de tarieven; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen voor een periode van zes jaar; Heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een jaarlijkse belasting geheven op tweede verblijven, vakantie-, zomer- en weekendhuisjes en caravans gelegen op het grondgebied van de stad.
Definities Artikel 2 Tenzij anders uitdrukkelijk bepaald wordt onder de hierna vermelde begrippen en woorden het volgende begrepen:
Administratie: financiële dienst, sectie belastingen, van de stad Dendermonde; Aanslagjaar: het jaar waarvoor de belasting verschuldigd is. Het aanslagjaar begint op 1 januari en eindigt op de daaropvolgende 31 december. Evenwel kan de voor een aanslagjaar verschuldigde belasting op geldige wijze gevestigd worden tot 30 juni van het daarop volgende jaar; Onverdeeldheid: een onroerend goed is in onverdeeldheid indien er meerdere personen gelijktijdig eigenaar zijn van een zelfde onroerend goed. In voorkomend geval hebben meerdere personen dezelfde rechten op een welbepaald onroerend goed. Er is dan ook geen onverdeeldheid tussen de blote eigenaar en de vruchtgebruiker; Zakelijk recht: volle eigenaar, vruchtgebruiker, opstalhouder of erfpachter van het belaste goed; Tweede verblijf: elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid, waarvoor niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf; Vloeroppervlakte: aantal vierkante meter vloeroppervlakte van alle bouwlagen ingericht als woonruimte. Worden bijgevolg niet als vloeroppervlakte aanzien: garage, kelder/zolderverdieping en tuinberging indien niet ingericht als woonruimte. Vakantie-, zomer- of weekendhuisje: elke constructie die kan aangewend worden voor dagrecreatie, ongeacht de aan- of afwezigheid van om het even welke nutsvoorziening;
Belastingplichtige Artikel 4 §1. De belasting is ten laste van de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar op het adres van het tweede verblijf, vakantie-, zomer-, of weekendhuisje of caravan niet in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister is ingeschreven voor het hoofdverblijf en als houder van het zakelijk recht, huurder of gebruiker, over het tweede verblijf, vakantie-, zomer- of weekendhuisje of caravan kan beschikken ongeacht of hij het al dan niet gebruikt. §2. In geval van eigendomsovergang, is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd te rekenen vanaf 1 januari die volgt op de datum van de akte die hem de eigendom toekent. §3. Als één van de zakelijke rechten in onverdeeldheid toebehoort aan meer dan één persoon, geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn gehouden tot betaling van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting. Aanslagvoet Artikel 5 Tarieven 1° constructies met een totale vloeroppervlakte tot en met 25 m²: 250,- EUR;
2° constructies met een totale vloeroppervlakte van 26 tot en met 100 m²: 500,- EUR; 3° constructies met een totale vloeroppervlakte van meer dan 100 m²: 750,- EUR. Vrijstellingen Artikel 6 1° het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit; 2° constructies die zich, samen met een woning die gebruikt wordt als een hoofdverblijfplaats, op één perceel bevinden en gebruikt worden als tuinberging; 3° garages, tenten, verplaatsbare caravans en mobilhomes, kampeerauto’s, woonauto’s, …. Wijze van invorderen - betalingstermijn Artikel 7 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Aangifteplicht Artikel 8 De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde datum moet worden teruggestuurd aan het stadsbestuur Dendermonde – financiële dienst – Franz Courtensstraat 11 – 9200 Dendermonde. Om de aangifteplicht voor de belastingplichtige te vereenvoudigen dient de belastingplichtige de aangifte niet terug te zenden aan het stadsbestuur indien zich geen wijzigingen voordoen aan de belastbare grondslag en dit vanaf het tweede aanslagjaar waarvoor de belasting zal worden gevestigd. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van deze vereenvoudigde aangifte, zal de belasting berekend worden op basis van de laatst ingediende aangifte. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is ertoe gehouden, uiterlijk 30 september van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Belastingverhoging Artikel 9 Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 8 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte, behalve ingeval van de vereenvoudigde aangifte overeenkomstig artikel 8, wordt de belastingplichtige ambtshalve ingekohierd op basis van de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De overtredingen zoals in alinea 1 hiervoor bedoeld, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren door middel van een proces-verbaal. Deze processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. In de gevallen zoals bepaald in artikel 8, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20 % van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25,00 EUR.
Bezwaren Artikel 10 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting en belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 11 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en
invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 12 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 13 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder. Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 onthouding (Vlaams Belang). 29. Kohierbelasting op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten - goedkeuring Laurens Hof, raadslid, dient volgend amendement in : Voorstel vervangend artikel 4 (tarief) De tarieven worden als volgt vastgesteld: Aantal pagina’s per exemplaar kleiner of gelijk aan 10: - 0,02 EUR per verspreid exemplaar; Aantal pagina’s per exemplaar groter dan 10: - 0,04 EUR per verspreid exemplaar. Per verspreiding bedraagt de heffing minimum 100,00 EUR. Handelszaken gevestigd in Dendermonde worden, voor zover zij publiciteit voeren voor hun eigen zaak, volledig (100%) vrijgesteld van deze belasting. Stemming : met 21 stemmen “neen” (CD&V en SPA + Groen) bij 13 stemmen “ja” (Open Vld en N-VA en Vlaams Belang) Het amendement wordt niet aanvaard.
De gemeenteraad Gelet op artikel 170 paragraaf 4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd met het decreet van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, met latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 10; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (VLAREA), met latere wijzigingen, Overwegende dat niet-adresseerd drukwerk bijdraagt tot extra papierafval en de ophaling en verwerking kosten met zich meebrengt voor de stad via de intercommunale Verko; Overwegende dat het wenselijk is de papierafvalberg terug te dringen;
Overwegende het daarom billijk is op niet-geadresseerd reclamedrukwerk een belasting te heffen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om een belasting op het verspreiden van niet-geadresseerd drukwerk in te voeren vanaf 2014;
Besluit Definities en heffingstermijn Artikel 1 Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting gevestigd op de voor de inwoners van Dendermonde kosteloze verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter en van gelijkgestelde producten. Artikel 2 Drukwerk: bedrukt papier of karton (o.a. folders,brochures, kranten, catalogi, flyers, …); Geadresseerd drukwerk: drukwerk dat duidelijk voorzien is van naam, straat, huisnummer en gemeente van de geadresseerde. Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd. Administratie: Financiële dienst, dienst belastingen, Franz Courtensstraat 11,9200 Dendermonde.
Belastingplichtige Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken, of die opdracht gaf om het gelijkgestelde product te produceren. Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig art. 7 of niet gekend is, wordt de belasting gevestigd lastens de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld. De drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Tarief Artikel 4 De tarieven worden als volgt vastgesteld: Aantal pagina’s per exemplaar kleiner of gelijk aan 10: 0,02 EUR per verspreid exemplaar; Aantal pagina’s per exemplaar groter dan 10: 0,04 EUR per verspreid exemplaar. Per verspreiding bedraagt de heffing minimum 100,00 EUR. De tarieven worden verminderd met 50 % voor het reclamedrukwerk verspreid door de handelszaken gevestigd in Dendermonde en voor zover zij publiciteit voeren voor hun eigen zaak. Berekening van de aanslag Artikel 5 Het te betalen bedrag is verschuldigd telkens er een huis-aan-huis verspreiding van reclamedrukwerk plaatsvindt. Het bedrag van de belasting wordt bekomen door het in artikel 4 vermelde tarief te vermenigvuldigen met het aantal brievenbussen waarover het drukwerk bedeeld wordt. Indien er slechts in een bepaald deel van de stad drukwerk wordt verspreid dan worden alleen de brievenbussen in dit deel in rekening gebracht. Het aantal brievenbussen wordt opgevraagd bij de Post en wordt vastgesteld door het college van burgemeesteren schepenen in het eerste kwartaal van elk dienstjaar. Vrijstellingen Artikel 6 Er is een vrijstelling van belasting voor drukwerken en gelijkgestelde producten van socio-culturele en sportverenigingen erkende gemeentelijke verenigingen vormings- en onderwijsinstellingen.
Aangifte Artikel 7 De belastingplichtige moet uiterlijk de dag vóór de dag waarop de eerste verspreiding aanvangt aangifte doen bij de administratie. Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verpreide drukwerk of het gelijkgesteld product. Ingeval van periodieke verspreidingen kan een aangifte vooraf gebeuren voor het ganse dienstjaar. Artikel 8 Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 7 vastgestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Belastingverhoging Artikel 9 In de gevallen zoals bepaald in artikel 8, wordt, onverminderd de betaling van de verschuldigde belasting, een belastingverhoging van 20 % van de belastingaanslag opgelegd met een minimum van 25,00 EUR. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Wijze van invorderen Artikel 10 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Bezwaren Artikel 11 De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting, een belastingverhoging, bij het college van burgemeester en schepenen, Franz Courtensstraat 11, 9200 Dendermonde. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing Wetboek van de inkomstenbelastingen Artikel 12 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, (vestiging en invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 (aanslagtermijnen), 7 tot en met 9 (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist, strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 13 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 14 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder. Stemming: 21 stemmen 'ja' en 13 stemmen 'neen' (N-VA, Open Vld, Vlaams Belang).
30. Retributie voor administratieve prestaties - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie voor administratieve prestaties, aangepast met onze besluiten van 8 juli 2009 en 17 maart 2010; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat het billijk is de tarieven te actualiseren en/of aan te passen aan de effectieve prestaties; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven te actualiseren en/of aan te passen aan de effectieve prestaties;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie op administratieve prestaties ingevoerd. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor: - het afleveren van fotokopieën - het afleveren van een afdruk van een microfilm - het afleveren van cd’s, prints, digitale documenten - genealogische en andere opzoekingen. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de inlichtingen/documenten vraagt. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: Soort prestatie 1. Fotokopieën alle stadsdiensten A4-formaat zwart/wit en recto A4-formaat zwart/wit en recto-verso A3-formaat zwart/wit en recto A3-formaat zwart/wit en recto-verso A4-formaat kleur en recto A4-formaat kleur en recto-verso A3-formaat kleur en recto A3-formaat kleur en recto-verso
Bedrag in EUR 0,10 per stuk 0,20 per stuk 0,20 per stuk 0,40 per stuk 0,70 per stuk 1,40 per stuk 1,50 per stuk 3,00 per stuk
A2/A1/A0 zwart-wit recto A2/A1/A0 kleur recto Kopieën van plannen stedenbouwkundige vergunningen Indien oppervlakte minder bedraagt dan 1 m² zal steeds 5,00 EUR worden aangerekend. Voor elk deel boven de eenheid van één vierkante meter zal de volgende retributie worden aangerekend: van 0,01 m² tot 0,50 m² boven 0,50 m² en minder dan 1 m² aan Digitale versie van stedenbouwkundige plannen en van het structuurplan Dendermonde op cd 2. Prints Print van een microfilmapparaat Print pc databank digitale documenten (DocRoom Arco) 3. Digitale reproducties Scan (maken + doorsturen via mail of op digitale drager plaatsen): A4 zwart-wit/kleur: A3 zwart-wit/kleur: A2/A1/A0 zwart-wit/kleur: Digitale kopie van akte Docroom
4 € 4,00 per stuk 5,00 per stuk 5,60 per m²
2,80 per stuk 2,80 per stuk 33,00 per stuk Bedrag in EUR 0,50 per stuk 0,50 per stuk Bedrag in EUR 0,05 per stuk 0,05 per stuk 3,00 per stuk 0,50 per stuk
Digitale kopie voor thuisgebruik: gratis met eigen toestel doch enkel wanneer de archiefdienst niet beschikt over een digitale versie van het analoge materiaal 0,50 EUR/beeld voor TIFF/JPG en/of 0,10 EUR/pagina voor PDF wanneer de archiefdienst reeds beschikt over een digitale kopie van behoorlijke kwaliteit. In geval van aanwezigheid van een digitale kopie is de gebruiker verplicht terug te vallen op het reeds aanwezige digitale exemplaar teneinde nodeloze manipulatie van de originele stukken te vermijden Gebruiksrecht digitale kopie van beelden waar de stad rechthebbende is voor publicatie, tentoonstelling of andere zowel voor commerciële als niet-commerciële doeleinden beeldmateriaal door de archiefdienst aangeleverd: 15,00 EUR per beeld. beeldmateriaal door de aanvrager gemaakt: 5,00 EUR per beeld. 4. Prestaties specifiek door het historisch documentatiecentrum Doormailen of op USB-stick plaatsen voor privé-/ of wetenschappelijke doeleinden Doormailen of op USB-stick plaatsen voor professionele doeleinden
Op cd-rom plaatsen plaatsen voor privé-/ of wetenschappelijke doeleinden Op cd-rom plaatsen voor professionele doeleinden
5 . Genealogische opzoekingen en ander opzoekwerk door de
Bedrag in EUR 0,60 EUR per afbeelding 2,30 EUR per afbeelding exclusief auteursrechten 0,60 EUR per afbeelding 2,30 EUR per afbeelding exclusief auteursrechten Bedrag in EUR
Nieuw
stadsdiensten ten behoeve van derden Prestatie minder dan 15 minuten
5,00
Prestatie van 15 minuten tot en met 30 minuten
12,50
Prestatie meer dan 30 minuten en tot en met 1 uur Prestatie meer dan één uur: per half uur
25,00 25,00
Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributies dienen contant betaald. Van deze betaling wordt een ontvangstbewijs afgeleverd aan de aanvrager van de prestatie. Indien er geen contante betaling gebeurt, gelden de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Kopieën, scans, prints en resultaten van onderzoek, aangevraagd via e-mail, brief, telefoon, het webloket of mondeling, worden pas bezorgd na betaling (via overschrijving of contant) van de kosten. Bij het ontvangen van de onderzoeksvraag wordt een schatting gemaakt van het te betalen bedrag op basis van de duur van het onderzoek en eventuele kopieën en prints. De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de geschatte kostprijs en gewezen op het feit dat dit bedrag door ontwikkelingen in de loop van het onderzoek in beperkte mate kan afwijken van het bedrag dat via factuur wordt aangerekend. Indien tijdens de opzoekingen blijkt dat de reële kostprijs de geschatte kostprijs meer dan 5,00 EUR zou overstijgen, wordt de aanvrager gecontacteerd met de vraag of de opzoekingen mogen worden verder gezet. De aanvrager dient dus bij mededeling van de geschatte kostprijs voor onderzoek door stadspersoneel steeds rekening te houden met een marge van maximum 5,00 EUR bovenop de geschatte kostprijs. Kopieën, scans en prints gemaakt in de leeszaal van het stadsarchief worden aangerekend bij het verlaten van de leeszaal aan het einde van elk dagdeel (voor- en namiddag).
De inlichtingen vermeld in artikel 4 punt 5 dienen te worden aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen. De retributie dient cash betaald of door storting op rekening van de stad, alvorens de inlichting door de desbetreffende dienst wordt afgeleverd. Bovenop de retributies vermeld in artikel 4 zullen voor het toezenden van de stukken die niet op de dienst worden afgehaald, de verzendingskosten worden aangerekend.
Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Worden van de retributie vrijgesteld : - de stukken die in uitvoering van een wet of van gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het stadsbestuur kosteloos moeten worden afgeleverd; - de stukken die afgeleverd worden aan behoeftige personen; die behoeftigheid wordt door ieder overtuigend bewijsstuk gestaafd; - de mededelingen betreffende activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de stad; - de stukken die afgeleverd worden aan de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen van openbaar nut. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8
Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder - alle stadsdiensten.
Stemming: 24 stemmen 'ja' en 10 onthoudingen (N-VA en Vlaams Belang)
. 31. Retributie gebruik stadslokalen – goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2009 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie gebruik stadslokalen, aangepast met ons besluit van 21 november 2012; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de index der consumptieprijzen over een periode van 6 jaar gestegen is met ca.12 procent; Overwegende dat de retributies voor gebruik van stadslokalen reeds 6 jaar ongewijzigd zijn gebleven; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven aan te passen aan de index;
Besluit: Termijn van het tariefreglement Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd voor het gebruik van een aantal stadslokalen en -gebouwen . Bepaling van de tarifering, de definitie en de categorieën Artikel 2 De tarifering is verschuldigd voor het gebruik van de in artikel 4 opgesomde stadslokalen en –gebouwen, met inbegrip van het gebruikelijke meubilair. Er zijn vier categorieën van tarieven, namelijk: Tarief A: nultarief voor de verenigingen of personen die vrijgesteld zijn overeenkomstig het artikel 5 van dit gemeenteraadsbesluit; Tarief B: tarief voor verenigingen aangesloten bij een door de stad erkende adviesraad en Dendermondse scholen; Tarief C:
tarief voor socio-culturele activiteiten van verenigingen niet aangesloten bij een door de stad erkende adviesraad en niet-Dendermondse verenigingen met socio-culturele doelstellingen en personen;
Tarief D:
tarief voor commerciële activiteiten.
Onder het gebruik van stadslokalen wordt verstaan de occasionele of periodieke terbeschikkingstelling van deze lokalen aan derden. In de te betalen retributie zijn het energie- en waterverbruik en schoonmaak, met uitzondering van vandalisme en overmatige vervuiling en/of overmatig energieverbruik inbegrepen.
Aanvrager en aanvraagmodaliteiten Artikel 3 Het tarief is verschuldigd door de persoon of vereniging die toelating van het college van burgemeester en schepenen bekomt voor het gebruik van één der bedoelde lokalen of gebouwen. De personen en/of verenigingen welke wensen gebruik te maken van een of meerdere lokalen of gebouwen, dienen minstens drie weken vooraf een schriftelijke aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en schepenen. De aanvraag dient ondertekend door de perso(o)n(en), verantwoordelijk voor de betaling van de retributie en voor het goed gebruik van de lokalen. Daarenboven dient zij het programma van de activiteit te vermelden. Bedrag Artikel 4 De retributie wordt als volgt vastgesteld. Verhuur kan per uur of per dagdeel of per dag geschieden: voormiddag van 8.00 tot 12.00 u namiddag van 12.00 tot 18.00 u avond van 18.00 tot 23.00 u Ganse dag Van 8.00 tot 23.00 u Voor het stadhuis wordt een dagdeel als volgt gedefinieerd: voormiddag van 9.00 tot 12 u namiddag van 13.30 tot 16.30 u avond van 18.00 tot max. 22.45 u Onder begrip jeugd, vermeld in onderstaande tabel, moet worden verstaan die personen of leden van verenigingen tot en met de leeftijd van 17 jaar.
Stadhuis
Tarief A
Trouwzaal
Wordt enkel intern gebruikt (stadsdiensten) en gebruikt door de dienst burgerzaken voor huwelijken en jubilea
Aula
Ayazaal Mathildezaal Reynoutzaal Raadzaal Salon
Tarief C
Tarief D
28,00 EUR / 56,00 EUR / dagdeel 112,00 EUR / dagdeel dagdeel Wordt enkel Gebruikelijke recepties bij huwelijken en jubilea worden geregeld gebruikt indien via de dienst burgerzaken gekoppeld aan een Recepties met een louter privaat karakter worden niet toegestaan. andere activiteit in het stadhuis 13,50 EUR / 0 EUR 17,00 EUR / dagdeel 22,50 EUR / dagdeel dagdeel 13,50 EUR / 0 EUR 17,00 EUR / dagdeel 22,50 EUR / dagdeel dagdeel 56,00 EUR / 112,00 EUR / 0 EUR 224,00 EUR / dagdeel dagdeel dagdeel 28,00 EUR / 0 EUR 56,00 EUR / dagdeel 112,00 EUR /dagdeel dagdeel 13,50 EUR / 0 EUR 17,00 EUR / dagdeel 22,50 EUR / dagdeel dagdeel
Deelgemeentehuizen
Baasrode Raadzaal + uitbreidingen
Tarief B
0 EUR
Tarief A Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief B Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief C Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief D Per uur of dagdeel
Per dag
0 EUR
0 EUR
6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel
24,65 EUR
9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel
37,00 EUR
12,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel
49,30 EUR
Grembergen Raadzaal
0 EUR
0 EUR
24,65 EUR
0 EUR
12,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel 6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel
49,30 EUR
0 EUR
9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel 4,65 EUR /uur 9,25 EUR / dagdeel
37,00 EUR
Schepenzaal
6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel 3,10 EUR /uur 6,20 EUR / dagdeel
Oudegem
12,35 EUR
18,50 EUR
24,65 EUR
Raadzaal
0 EUR
0 EUR
6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel
24,65 EUR
9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel
37,00 EUR
12,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel
49,30 EUR
Sint-Gillis Cultureel Centrum (zaal gelijkvloers)
0 EUR
0 EUR
12,35 EUR
0 EUR
Tussenzaal
0 EUR
0 EUR
Cultureel centrum eerste verdieping
0 EUR
0 EUR
6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel 12,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel 56,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel 12,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel
24,65 EUR
0 EUR
4,65 EUR /uur 9,25 EUR / dagdeel 9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel 4,65 EUR /uur 9,25 EUR / dagdeel 9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel
18,50 EUR
Raadzaal
3,10 EUR /uur 6,20 EUR / dagdeel 6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel 3,10 EUR /uur 6,20 EUR / dagdeel 6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel
Stedelijke scholen Gemeenteschool De Schakel Baasrode Molenberg Eetzaal
Tarief A Per uur of dagdeel -
Overdekte speelplaats
-
0 EUR
Turnzaal voor socioculturele activiteit met drankenverkoop Turnzaal voor
0 EUR
0 EUR
Per dag 0 EUR
Tarief B Per uur of dagdeel
24,65 EUR 12,35 EUR 24,65 EUR
Per dag
37,00 EUR
0 EUR
9,00 EUR/uur voor jeugd 17,95 EUR/uur voor volwassenen 9,00 EUR/uur voor jeugd 17,95 EUR/uur voor volwassenen 56,00 EUR/ dagdeel
0
4,95 EUR /uur
Tarief C Per uur of dagdeel
37,00 EUR
18,50 EUR
37,00 EUR
Per dag
Tarief D Per uur of dagdeel
49,30 EUR
24,65 EUR
49,30 EUR
Per dag
55,45 EUR
17,95 EUR/uur 37,00 EUR/dagdeel
73,95 EUR
55,45 EUR
17,95 EUR/uur 37,00 EUR/dagdeel
73,95 EUR
112,00 EUR
17,95 EUR/uur 26,90 EUR /dagd eel 17,95 EUR/uur 26,90 EUR /dagd eel 84,00 EUR / dagdeel
168,00 EUR
112,00 EUR /dagdeel
224,00 EUR
-
7,40 EUR
-
9,90 EUR /uur
-
37,00 EUR
sportactiviteiten en wekelijkse repetities
EUR
voor jeugd 9,90 EUR/uur voor volwassenen
/uur voor jeugd 14,80 EUR/uur voor volwassene n
Turnzaal voor socioculturele activiteiten zonder drankenverkoop Gemeenteschool Baasrode – Kloosterstraat Klaslokaal
0 EUR
0 EUR
6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel
24,65 EUR
Per uur of dagdeel 0 EUR
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
0 EUR
2,50 EUR/uur 4,95 EUR/dagdeel
Gemeenteschool De Toverboon Boonwijk
Per uur of dagdeel 0 EUR
Per dag
0 EUR
Zaal + keuken voor feesten en manifestaties Zaal voor sportactiviteiten
voor jeugd 19,75 EUR/uur voor volwassenen
9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel Per uur of dagdeel
37,00 EUR
112,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel Per uur of dagdeel
49,30 EUR
9,90 EUR
3,70 EUR/uur 7,40 EUR/dagde el
14,80 EUR
4,95 EUR/uur 9,90 EUR/dagdeel
19,95 EUR
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
0 EUR
56,00 EUR/ dagdeel
112,00 EUR
84,00 EUR / dagdeel
168,00 EUR
112,00 EUR /dagdeel
224,00 EUR
0 EUR
4,95 EUR /uur voor jeugd 9,90 EUR/uur voor volwassenen
-
7,40 EUR /uur voor jeugd 14,80 EUR/uur voor volwassene n
-
9,90 EUR /uur voor jeugd 19,75EUR/uur voor volwassenen
-
Per dag
Per dag
Turnzaal voor socioculturele activiteiten zonder drankenverkoop Turnzaal voor socioculturele activiteiten met drankenverkoop Gemeenteschool De Klinker Schoonaarde
0 EUR
0 EUR
6.20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel
24,65 EUR
9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel 56,00 EUR /dagdeel
37,00 EUR
12,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel 74,70 EUR/ dagdeel
49,30 EUR
0 EUR
0 EUR
37,35 EUR/ dagdeel
74,70 EUR
Per uur of dagde el
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Overdekte speelplaats – socio-culturele activiteiten zonder drankverkoop
0 EUR
0 EUR
6,20 EUR /uur 12,35 EUR /dagdeel
24,65 EUR
9,25 EUR /uur en 18,50 EUR /dagdeel
37,00 EUR
12,35 EUR /uur 24,65 EUR/dagdeel
49,30 EUR
Overdekte speelplaats – feesten /manifestaties
0 EUR
0 EUR
37,35 EUR /dagdeel
74,70 EUR
56,00 EUR/ dagdeel
112,00 EUR 74,70 EUR/ dagdeel
149,40 EUR
Turnzaal – sportgebruik
0 EUR
0 EUR
7,40 EUR/uur voor jeugd en 14,80 EUR/uur voor volwassenen
-
-
-
0 EUR
37,35 EUR /dagdeel
74,70 EUR
11,10 EUR/uur voor jeugd en 22,20 EUR/uur voor volwassene n 56,00 EUR/ dagdeel
Turnzaal – feesten/manifestaties
-
112,00 EUR 74,70 EUR/ dagdeel
149,40 EUR
Keuken
-
0 EUR
9,25 EUR/ dagdeel
18,50 EUR
13,90 EUR/ dagdeel
27,75 EUR
37,00 EUR
112,00 EUR
14,80 EUR/uur voor jeugd en 29,60 EUR/uur voor volwassenen
18,50 EUR/ dagdeel
149,40 EUR
Gemeenteschool ’t Kraaiennest Grembergen Overdekte speelplaats – socio-culturele activiteiten zonder drankenverkoop Overdekte speelplaats – sportgebruik andere dan volley, basket en badminton Overdekte speelplaats – feesten/manifestaties Turnzaal – volleybalterrein en badminton
Per uur of dagdeel 0 EUR
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
0 EUR
6,20 EUR /uur 12,35 EUR / dagdeel
24,65 EUR
37,00 EUR
0 EUR
3,70 EUR /uur 7,40 EUR / dagdeel
14,80 EUR
12,35 EUR /uur 24,65 EUR / dagdeel 7,40 EUR /uur 14,80 EUR / dagdeel
49,30 EUR
0 EUR
0 EUR
0 EUR
37,35 EUR /dagdeel
74,70 EUR
112,00 EUR
74,70 EUR/dagdeel
149,40 EUR
0 EUR
0 EUR
4,95EUR /uur voor jeugd 9,90 EUR/uur voor volwassenen
-
9,25 EUR /uur 18,50 EUR / dagdeel 5,55 EUR /uur 11,10 EUR / dagdeel 56,00 EUR/dagde el 7,40 EUR /uur voor jeugd 14,80 EUR/uur voor volwassene n
-
9,90 EUR /uur voor jeugd 19,75 EUR/uur voor volwassenen
-
Turnzaal – sportactiviteiten = volledige zaal
0 EUR
0 EUR
7,40 EUR /uur voor jeugd 14,80 EUR/uur voor volwassenen
-
11,10 EUR /uur voor jeugd 22,20 EUR/uur voor volwassene n
-
14,80 EUR /uur voor jeugd 29,60 EUR/uur voor volwassenen
-
0 EUR
0 EUR
1,25 EUR /uur voor jeugd
24,65 EUR
1,85 EUR /uur voor
37,00 EUR
2,50 EUR /uur voor jeugd
49,30 EUR
Turnzaal - tafeltennis, zowel voor tafels
22,20 EUR
29,60 EUR
eigendom van de stad, als voor tafels ter beschikking gesteld door een vereniging (minimum 2 tafels)
2,50 EUR/uur voor volwassenen
jeugd 3,70 EUR/uur voor volwassene n
Turnzaal – feesten/manifestaties
0 EUR
0 EUR
37,35 EUR /dagdeel
74,70 EUR
Cafetaria – socioculturele activiteiten zonder drankenverkoop Cafetaria – voor feesten/manifestaties Cafetaria – sportgebruik
0 EUR
0 EUR
6,20 EUR/uur
-
0 EUR
0 EUR 0 EUR
24,65 EUR/ dagdeel 3,70 EUR /uur voor jeugd 6,60 EUR /uur voor volwassenen
49,30 EUR
Keuken (inbegrepen gebruik toestellen)
0 EUR
0 EUR
14,80 EUR/ dagdeel
Gemeenteschool De Appelbloesem Appels Turnzaal
Per uur of dagdeel 0 EUR
Per dag 0 EUR
0 EUR
4,95 EUR/uur voor volwassenen
56,00 EUR/dagde el 9,25 EUR/uur
112,00 EUR
74,70 EUR/dagdeel
149,40 EUR
-
12,35 EUR/uur
-
37,00 EUR /dagdeel 5,55 EUR /uur voor jeugd 11,10 EUR/uur voor volwassene n
73,95 EUR
49,30 EUR/ dagdeel 7,40 EUR /uur voor jeugd 14,80 EUR/uur voor volwassenen
98,60 EUR
24,65 EUR
22,20 EUR /dagdeel
37,00 EUR
29,60 EUR/ dagdeel
49,30 EUR
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
12,35 EUR/uur 24,65 EUR/dagdeel
49,30 EUR
18,50 EUR/uur 33,00 EUR/dagde
73,95 EUR
24,65 EUR/uur 49,30 EUR/dagdeel
98,60 EUR
-
-
-
el
Overdekte ruimte
0 EUR
0 EUR
6,20 EUR/uur 12,35 EUR/dagdeel
24,65 EUR
8,40 EUR/uur 18,50 EUR/dagde el
37,00 EUR
12,35 EUR/uur 24,65 EUR/dagdeel
49,30 EUR
Gemeenteschool Echo Oudegem
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Refter
Per uur of dagdeel 0 EUR
0 EUR
6,20 EUR /uur voor jeugd 12,35 EUR/uur voor volwassenen
29,60 EUR
11,10 EUR /uur voor jeugd 22,20 EUR/uur voor volwassene n
44,35 EUR
6,20 EUR /uur voor jeugd 12,35 EUR/uur voor volwassenen
59,15 EUR
Stedelijke academie voor muziek, woord en dans
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Per uur of dagdeel
Per dag
Danszaal
0 EUR
0 EUR
8,40 EUR /uur en 16,80 EUR/dagdeel
33,60 EUR
12,35 EUR /uur en 24,65 EUR/dagde el
49,30 EUR
16,80 EUR /uur en 33,60 EUR/dagdeel
67,20 EUR
Centrum De Vliet Baasrode - grote zaal met inbegrip
Tarief A Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief B Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief C Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief D Per uur of dagdeel
Per dag
van douches en eventueel toog Socio-culturele activiteiten zonder drankverkoop
0 EUR
0 EUR
9,90 EUR/ uur 19,75 EUR/ dagdeel
39,45 EUR
14,80 EUR/ uur 29,60 EUR/ dagdeel 18,50 EUR / uur 37,00 EUR/ dagdeel
59,15 EUR
19,75 EUR/ uur 39,45 EUR/ dagdeel 24,65 EUR / uur 49,30 EUR/ dagdeel
78,85 EUR
Socio-culturele activiteiten met drankverkoop
0 EUR
0 EUR
12,35 EUR / uur 24,65 EUR/ dagdeel
49,30 EUR
Sportacitiviteiten zonder drankverkoop en wekelijkse repetities
0 EUR
0 EUR
4,95 EUR/ uur voor jeugd 9,00 EUR / uur voor volwassenen
-
7,40 EUR/ uur voor jeugd 14,80 EUR / uur voor volwassenen
-
9,90 EUR/ uur voor jeugd 19,75 EUR / uur voor volwassenen
-
Sportactiviteiten met drankverkoop
0 EUR
0 EUR
12,35 EUR/ uur 24,65 EUR / dagdeel
-
18,50 EUR / uur 37,00 EUR/ dagdeel
-
24,65 EUR/ uur 49,30 EUR / dagdeel
-
Publieke activiteiten (feesten, bals e.d.) met gratis toegang en met drankverkoop Publieke activiteiten (feesten, bals e.d.) met betalende toegang en met drankverkoop Privé feesten/manifestaties
0 EUR
0 EUR
-
134,40 EUR
-
201,60 EUR
-
268,80 EUR
0 EUR
0 EUR
-
201,60 EUR
-
302,40 EUR
-
403,20 EUR
0 EUR
0 EUR
-
134,40 EUR
-
201,60 EUR
-
268,80 EUR
73,95 EUR
98,60 EUR
De Mespel
Feestzaal Socio-culturele activiteiten zonder drankverkoop Socio-culturele activiteiten met drankverkoop Publieke activiteiten (feesten, bals e.d.) met gratis toegang en met drankverkoop Publieke activiteiten (feesten, bals e.d.) met betalende toegang en met drankverkoop Feesten en manifestaties Begrafenismaaltijden, recepties (o.a. babyborrel)
Collectiviteitsgebouw Molenberg Baasrode – lokaal krachtbalclub
Tarief A Per uur of dagdeel
Per dag
0 EUR
0 EUR
0 EUR
0 EUR
0 EUR
Tarief B Per uur of dagdeel
Per dag
6,20 EUR/uur 12,35 EUR/ dagdeel 7,40 EUR/ uur 14,80 EUR/ dagdeel
24,65 EUR
0 EUR
-
0 EUR
0 EUR
0 EUR
0 EUR 0 EUR
0 EUR
Tarief C Per uur of dagdeel
Per dag
9,25 EUR/uur 18,50 EUR/ dagdeel 11,10 EUR/ uur 22,20 EUR/ dagdeel
37,00 EUR
134,40 EUR
-
-
201,60 EUR
-
134,40 EUR 33,60 EUR
8,40 EUR /uur en 16,80 EUR/dagdeel
29,60 EUR
Tarief D Per uur of dagdeel
Per dag
12,35 EUR/uur 24,65 EUR/ dagdeel 14,80 EUR/ uur 29,60 EUR/ dagdeel
49,30 EUR
201,60 EUR
-
268,80 EUR
-
302,40 EUR
-
403,20 EUR
-
201,60 EUR 49,30 EUR
-
268,80 EUR
16,80 EUR /uur en 33,60 EUR/dagdeel
67,20 EUR
12,35 EUR /uur en 24,65 EUR/dagdeel
44,35 EUR
59,15 EUR
Tarief A Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief B Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief C Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief D Per uur of dagdeel
Per dag
0 EUR
0
6,20 EUR/uur
24,65
9,25 EUR/uur
37,00 EUR
12,35 EUR/uur
49,30 EUR
(gebruik door derden buiten gebruiksschema)
Socio-culturele
activiteiten zonder drankverkoop
Buurthuis Wastijne
Grote zaal (feesten niet toegelaten) Vergaderruimte gelijkvloers
Gewezen café d’Uitvlucht Grembergen Vergaderruimte – socio-culturele activiteiten met gratis toegang, zonder drankverkoop Vergaderruimte – socio-culturele activiteiten met gratis toegang, met drankverkoop
Andere locaties (1)
Vergaderzaal Hoogveld (technisch
EUR
Tarief A Per uur of dagdeel 0 EUR
0 EUR
Tarief A Per uur of dagdeel 0 EUR
0 EUR
Tarief A Per uur of dagdeel 0 EUR
Per dag 0 EUR 0 EUR
Per dag
12,35 EUR/dagdeel Tarief B Per uur of dagdeel 6,20 EUR/uur 12,35 EUR/dagdeel 6,20 EUR/uur 12,35 EUR/dagdeel Tarief B Per uur of dagdeel
EUR
Per dag
24,65 EUR 24,65 EUR
Per dag
18,50 EUR/dagdeel Tarief C Per uur of dagdeel 9,35 EUR/uur 18,50 EUR/dagdeel 9,25 EUR/uur 18,50 EUR/dagdeel Tarief C Per uur of dagdeel
24,65 EUR/dagdeel
Per dag
37,00 EUR
37,00 EUR
Per dag
Tarief D Per uur of dagdeel 12,35 EUR/uur 24,65 EUR/dagdeel 12,35 EUR/uur 24,65 EUR/dagdeel Tarief D Per uur of dagdeel
Per dag
49,30 EUR
49,30 EUR
Per dag
0 EUR
6,20 EUR/uur 12,35 EUR/dagdeel
24,65 EUR
9,25 EUR/uur 18,50 EUR/dagdeel
37,00 EUR
12,35 EUR/uur 24,65 EUR/dagdeel
49,30 EUR
0 EUR
7,40 EUR/uur 14,80 EUR/dagdeel
29,60 EUR
11,10 EUR/uur 22,20 EUR/dagdeel
44,35 EUR
14,80 EUR/uur 29,60 EUR/dagdeel
59,15 EUR
Per dag
Tarief B Per uur of dagdeel
0 EUR
56,00 EUR/dagdeel
Per dag
Tarief C Per uur of dagdeel
Per dag
Tarief D Per uur of dagdeel
112,00 EUR
84,00 EUR/dagdeel
168,00 EUR
112,00 EUR/dagdeel
Per dag
224,00 EUR
centrum)
(1) Uitzonderlijk gebruik door derden mits voorafgaande geschreven toelating van het college van burgemeester en schepen. In geval de schikking van het meubilair van de voormelde lokalen dient gewijzigd te worden, of bijkomend meubilair of feestmaterieel dient opgesteld door het stadspersoneel, wordt een bijkomende vergoeding gevraagd van 50,00 EUR. Voor het gebruik van alle stadslokalen en –gebouwen dient telkens een waarborg gestort van 40,00 EUR per sleutel. Indien de gebruikte lokalen extra dienen schoongemaakt of indien door vandalisme bepaalde herstellingen/vervangen dienen te gebeuren of indien er overmatig energieverbruik dient verrekend, zal de gebruiker de retributie dienen te betalen overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit op prestaties geleverd door het stadspersoneel (gemeenteraadbesluit van 18 december 2013). Vrijstellingen/vermindering Artikel 5 Vrijstellingen De retributie is niet van toepassing bij het inrichten van activiteiten : - door het stadsbestuur - in opdracht van het stadsbestuur. Zij is ook niet van toepassing op het gebruik van de lokalen: door de verenigingen en instellingen, welke heden hun maatschappelijke zetel in bedoelde stadsgebouwen hebben gevestigd, voor het houden van hun verplichte vergaderingen. voor verenigingen of instellingen, voor het houden van periodieke zitdagen met een uitsluitend informatief of dienstverlenend karakter; zitdagen voor politiek dienstbetoon zijn niet toegelaten. waarbij de verschuldigde vergoeding werd geregeld bij overeenkomst tussen het stadsbestuur en de belanghebbende, en waarvan de voorwaarden zijn vastgesteld door de gemeenteraad de Anonieme Alcoholisten alle stadsdiensten, de lokale politie en de activiteitencentra van het OCMW Dendermonde alle stedelijke adviesraden politieke gemeenteraadsfracties, enkel in functie van voorbereiding gemeenteraad verenigingen met maatschappelijke zetel in het stadhuis ondergeschikte besturen (polderbesturen, eredienstbesturen) officiële instanties die een zitdag organiseren rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen fonds voor arbeidsongevallen woningfonds huurdersbond centrum infosermi (militie) pensioendienst de Kamer van Koophandel en Dendermondse handelskernen het Rode Kruis De Vlaamse Hulpdienst vzw recepties/vieringen 25-jarig bestaan of veelvoud de VDAB speelpleinwerking Feestcomité Mespelare, KVLV, vzw St.-Aldegonde, gezinsbond Mespelare
Logo Dender vzw benefietacties en goede doelacties activiteiten onder auspiciën van de stad. Verminderingen Categorie 1 De retributies opgesomd in artikel 4 van dit besluit worden herleid tot de helft wanneer een lokaal wordt gebruikt voor het organiseren van een cyclus die minimum zes bijeenkomsten/(werk)jaar omvat, of voor een aantal vaste periodieke activiteiten met een minimum van zes activiteiten/(werk)jaar. Categorie 2 e De retributies opgesomd in artikel 4 van dit besluit worden herleid tot 1/12 wanneer een lokaal het jaar door wordt gebruikt. Overgangsmaatregelen De bestaande huur-/gebruiksovereenkomsten blijven van kracht tot de einddatum. Bij hernieuwing zal de retributie op het gebruik van stadslokalen toegepast worden. Huishoudelijke reglement Het huishoudelijk in bijlage maakt intergraal deel uit van dit besluit. Wijze van betaling Artikel 6 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden.
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de stadsontvanger/financieel beheerder - de stadsdiensten.
Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang) 32. Retributie op het gebruik van verkeerssignalisatieborden De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie op het gebruik van verkeerssignalisatieborden; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de index der consumptieprijzen over een periode van 6 jaar gestegen is met ca. 12 procent;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven desgevallend aan te passen aan de index en aan de effectieve prestaties;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd op het gebruik van verkeerssignalisatieborden. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor verkeerssignalisatieborden, eigendom van de stad, om werken of inname van de openbare weg te signaliseren. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de persoon, vereniging of onderneming die gebruik wenst te maken van deze borden. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op; 34,00 EUR per dag voor maximum 4 borden 12,00 EUR per dag voor elk bijkomend bord. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie dient vooraf betaald door de aanvrager tegen afgifte van een ontvangstbewijs.
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 6 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 7 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder de dienst wegen en waterlopen.
Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang) 33. Retributie op de huur van muziekinstrumenten van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie op de huur van muziekinstrumenten van de SAMWD;
Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat het billijk is, ter financiering van de onderhoudskosten van deze instrumenten, deze retributie verder te blijven innen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de index der consumptieprijzen over een periode van 6 jaar gestegen is met ca. 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven desgevallend aan te passen aan de index; Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd op het gebruik van muziekinstrumenten, eigendom van de stad, door de leerlingen van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans (afgekort SAMWD). Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor het gebruik van muziekinstrumenten van de SAMWD. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de leerlingen van de SAMWD. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op 45,00 EUR per instrument en per schooljaar. Leerlingen die de cursus voortijdig stopzetten, kunnen geen aanspraak maken op de terugbetaling van de retributie. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 6 De retributie dient vooraf betaald door de aanvrager tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder - de SAMWD. Stemming: 30 stemmen “ja”en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang) 34. Retributie op huwelijkspraal - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie op huwelijkspraal; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat de index der consumptieprijzen over een periode van 6 jaar gestegen is met ca. 12 procent; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven desgevallend aan te passen aan de index en aan de effectieve prestaties;
Besluit: Termijn van het tariefreglement Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd voor huwelijkspraal. Bepaling van de tarifering Artikel 2 De tarifering is verschuldigd voor huwelijkspraal. Deze huwelijkspraal omvat: - rode loper - bloemen - muziek - receptie. Aanvrager Artikel 3 Het tarief is verschuldigd door de aanvrager van het huwelijk. Bedrag Artikel 4 Het bedrag wordt bepaald op 0,00 EUR op dinsdag-, woensdag- en donderdagnamiddag 112,00 EUR op dinsdag-, woensdag-, donderdagvoormiddag en vrijdagvoor- en namiddag 168,00 EUR op zaterdag.
Wijze van betaling Artikel 5 Het verschuldigde bedrag dient contant betaald bij aangifte van het huwelijk. Bij de betaling wordt een betalingsbewijs afgeleverd.
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 6 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 7 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder - de dienst burgerzaken.
Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 onthoudingen (Open Vld en Vlaams Belang). 35. Retributie op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen; Overwegende dat dit besluit op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer (VLAREA) en latere wijzigingen; Gelet op het ontwerp van sectoraal uitvoeringsplan milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen door de Vlaamse Regering principieel goedgekeurd op 7 september 2007; Gelet op de gemeentelijke politieverordening betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen; Gelet op het afvalpreventieplan zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de intercommunale Dender, Durme en Schelde, kortweg DDS, van 20 juni 2001; Overwegende dat deze activiteiten werden overgenomen door de intercommunale Verko; Overwegende dat huisvuil/restafval huis-aan-huis wordt ingezameld door middel van huisvuil/restafval zakken van 30 liter, 60 liter of 120 liter; Overwegende dat groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval) selectief huis-aan-huis wordt ingezameld door middel van containers van 40 liter, 120 liter, 240 liter en 1100 liter; Overwegende dat plastic flesverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (kortweg PMD-afval) selectief huis-aan-huis worden ingezameld door middel van een PMD-zak van 60 liter; Overwegende dat grofvuil, papier en karton, hol en vlak glas, plastic-, metaal- en drankverpakkingen (P.M.D.), , steengruis, grond, inert materiaal, tuinafval, snoeihout, boomstronken, metalen, houtafval, … selectief worden ingezameld op het containerpark; Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen dienen verhaald te worden op de aanbieders via retributies met verschillende tarieven, kortweg DIFTAR ; Overwegende dat de invoering van DIFTAR de gemeente toelaat het principe “de vervuiler betaalt” toe te passen, waarbij prioriteit verleend wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen wordt gestimuleerd; Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de retributie op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeenten van
het werkingsgebied van zowel het Vlaams Gewest als van de Intercommunale Verko zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen; Gelet op de financiële toestand van de stad;
Overwegende dat de prijs voor een huisvuilzak al zes jaar ongewijzigd bleef; Overwegende dat de inkomsten uit de verkoop van huisvuilzakken niet de kosten dekt voor de ophaling en verwerking van dit afval; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en in afwachting van overleg met de intercommunale Verko en de andere gemeenten van de intercommunale, het tarief voor de huisvuil-/restafvalzak vanaf 2015 te verhogen tot 2,00 EUR per zak van 60 liter en de andere huisvuil-/restafvalzakken in verhouding tot de verhoging van de prijs van een zak van 60 liter, eveneens aan te passen; Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van 6 jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd, op de inzameling, het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd op de volgende ingezamelde fracties van huishoudelijke oorsprong: Haalmethode (huis-aan-huisinzameling of op afroep) 1) Inzameling en verwijdering van huisvuil/restafval; 2) Inzameling en verwijdering van grofvuil; 3) Inzameling en recyclage van GFT-afval ; 4) Inzameling en recyclage van plastic-, metaal- en drankverpakkingen (P.M.D.), Bedrag van de retributie Artikel 3 De retributie wordt bepaald voor volgende fracties op: a) Huisvuil/restafval
Zak van 60 liter Zak van 30 liter Zak van 120 liter
Vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2014 1,25 EUR/stuk 0,62 EUR/stuk 2,74 EUR/stuk
Vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2019 2,00 EUR/stuk 1,00 EUR/stuk 4,40 EUR/stuk
b) Grofvuil Vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2019 Per aanbieding 24,00 EUR Maximum 5 voorwerpen of bundels afval. Elk afzonderlijk voorwerp (of bundel) maximum 70 kg. Alle voorwerpen of bundels samen mogen niet langer zijn dan 2 meter en niet groter dan 1 vierkante meter’. c) GFT-afval
Per aanbieding rolcontainer 120 liter Per aanbieding rolcontainer 1100 liter Per aanbieding rolcontainer 40 liter Per aanbieding
Vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2019 0,75 EUR per aanbieding 7,28 EUR per aanbieding 0,25 EUR per aanbieding 1,50 EUR per
rolcontainer 240 liter
aanbieding
d) PMD
Per zak e)
Vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2019 0,12 EUR/stuk
Voor de volgende fracties worden voor de haalmethode geen retributies geheven: snoeihout, houtafval, papier en karton, metalen.
Aanvrager en wijze van betaling Artikel 4 De retributie is verschuldigd 1. De retributie vermeld in artikel 3, a) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van huisvuil/restafval, door of in opdracht van de gemeente. 2.
De retributie vermeld in artikel 3, b) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake op afroep van grofvuil door of in opdracht van de gemeente.
3.
De retributie vermeld in artikel 3, c) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van GFT-afval door of in opdracht van de gemeente;
4.
De retributie vermeld in artikel 3, d) is verschuldigd door de persoon die gebruik maakt van de dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van plastic-, metaal- en drankverpakkingen (P.M.D.), door of in opdracht van de gemeente.
5.
De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven zakken met de vermelding DIFTAR zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd. De personen die vanaf 2015 nog wensen gebruik te maken van restafval/huisvuilzakken, aangekocht vóór 31 december 2014, vervullen de betaling van de retributie door de aankoop van een stickers ter waarde van 0,75 € voor zak van 60 liter 0,38 € voor zak van 30 liter 1,66 EUR voor zak van 120 liter of het verschil in prijs tussen de oude zak en de nieuwe zak. Deze stickers worden aangekocht op de door de gemeente vastgestelde plaatsen en dienen aangebracht te worden op de oude restafval/huisvuilzakken. Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd.
6. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor de inzameling van GFT zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). De sticker dient op een achteraf eenvoudig te verwijderen wijze op de container aangebracht te worden aan het handvat van de container. Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd. 7.
Personen die gebruik maken van de gemeentelijke dienstverlening inzake de inzameling aan huis van grofvuil op afroep zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd. Deze stickers moeten duidelijk zichtbaar aangebracht worden op één van de aangeboden goederen.
8.
Personen die gebruik maken van de door gemeente voorgeschreven zakken voor de inzameling van PMD zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt op een eenvoudig verzoek afgeleverd. 7. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers voor de inzameling van GFT zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). De sticker
dient op een achteraf eenvoudig te verwijderen wijze op de container aangebracht te worden aan het handvat van de container. Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd. 8.
Personen die gebruik maken van de gemeentelijke dienstverlening inzake de inzameling aan huis van grofvuil op afroep zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop van de door de gemeente voorgeschreven stickers op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt op eenvoudig verzoek afgeleverd. Deze stickers moeten duidelijk zichtbaar aangebracht worden op één van de aangeboden goederen.
9.
Personen die gebruik maken van de door gemeente voorgeschreven zakken voor de inzameling van PMD zijn de retributie verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en). Een betalingsbewijs wordt op een eenvoudig verzoek afgeleverd.
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 5 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 6 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid financieel beheerder. Stemming: 24 stemmen 'ja' en 10 stemmen 'neen' (N-VA en Vlaams Belang) 36. Retributie op kermisactiviteiten - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten en latere aanpassingen; Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende en de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, meer bepaald het artikel 23 tot en met 44; Overwegende dat volgens artikel 8 § 1 van voornoemde gewijzigde wet de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijke reglement; Overwegende dat volgens artikel 9 § 1 van voornoemde gewijzigde wet de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijke reglement; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende het reglement tot de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op de openbare kermissen en de organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten de openbare kermissen op het grondgebied van de stad Dendermonde; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Overwegende dat de index der consumptieprijzen over een periode van 6 jaar gestegen is met ca. 12 procent;
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven aan te passen aan de index;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd op kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op de openbare kermissen en de organisatie van kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten de openbare kermissen op het grondgebied van de stad. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie op de openbare kermissen en kermisactiviteiten op het openbaar domein buiten de openbare kermissen op het grondgebied van de stad. De retributie wordt vastgesteld op basis van vier groepen volgens de hiernavolgende indeling: APPELS Kleine – kermis – groep 4 Paaskermis – groep 4 Grote – kermis – groep 4 Jaarmarkt – groep 4
09 februari of zondag nadien zondag na Pasen zondag voor jaarmarkt maandag in de week van 21 juli
DENDERMONDE Carnaval – cavalcade – groep 2 Keurkermis – groep 4 Grote – kermis – groep 1 Katuit - groep 1 Jaarmarktkermis – groep 3 Jaarmarkt – groep 3
zondag na Aswoensdag 1° zondag van augustus kermis: 4° zondag van augustus laatste donderdag van augustus zondag voor jaarmarkt 3° maandag na 1° vrijdag van oktober
SINT - GILLIS Halfvastenkermis – groep 4 1° kermis – groep 3 Jaarmarkt – groep 4 Boonwijkkermis – groep 4 Bloemenstoetkermis – groep 3
zondag van halfvasten zondag voor het feest van St.-Pieter en Paulus zaterdag ervoor 1° zondag van augustus 1° zondag van september
GREMBERGEN Karnaval – groep 4 Sint-Pieterskermis – groep 3 Halfoogstkermis – groep 4 Septemberkermis – groep 3 Jaarmarkt – groep 3
tweede zondag voor halfvasten 29 juni of zondag er na 15 augustus 2° zondag van september maandag na de 2° zondag van september
BAASRODE Carnavalkermis – groep 3 Kleine – kermis – groep 3 Meirgatkermis – groep 4 Grote – kermis – groep 2
zondag voor Aswoensdag 4° zondag na Pasen zondag voor of van 15 augustus 3° zondag van september
Jaarmarkt – groep 2 Broekkantkermis – groep 4
dinsdag na de 3° zondag van september 3° zondag na grote - kermis
OUDEGEM Carnavalkermis – groep 4 Grote kermis – groep 3 Jaarmarkt – groep 3
zondag van half – vasten 1° zondag van september zaterdag voor de eerste zondag van september SCHOONAARDE
Kleine – kermis – groep 3 Grote – kermis – groep 3 Jaarmarkt – groep 3
3° zondag na Pasen 3° zondag van september zaterdag voor de 3° zondag van september
MESPELARE Kermis – groep 4
3° zondag van september
Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de foorkramers waarmee een contract werd afgesloten én personen/organisatoren die toelating bekomen hebben om een ambulante activiteit uit te oefenen op kermissen, foren en andere festiviteiten op het openbaar domein op het grondgebied van de stad Dendermonde. Bedrag van de retributie Artikel 4 1. De retributie wordt voor onderstaande standplaatsen en per activiteit bepaald op: Voor de kermissen en foren ingedeeld in groepen: Omschrijving Autoscooter Kindermolen Rups - Lambada – Polyp of gelijkaardige attractie Levende paardjes Lunapark Tombola Bumpers en rattenspel Schietkraam Visspel - pottenspel - ringen-en ballenspel Koordjetrek Spookhuis Frituur Ambulante activiteiten (hot-dogs en dergelijke) Gesponnen suiker + snoep
1
Groepen en tarieven in EUR 2 3
824,00 191,00 420,00 224,00 381,00 191,00 191,00 112,00 112,00 112,00 112,00 224,00 56,00 34,00
286,00 96,00 185,00 96,00 196,00 146,00 146,00 73,00 51,00 51,00 73,00 168,00 28,00 34,00
146,00 51,00 101,00 51,00 96,00 73,00 73,00 40,00 28,00 28,00 40,00 112,00 12,00 17,00
4
73,00 28,00 56,00 28,00 51,00 40,00 40,00 17,00 12,00 12,00 17,00 56,00 12,00 12,00
2. De retributie voor afname van elektriciteit per kermisactiviteit via de elektriciteitskasten van de stad wordt bepaald op: - per woonwagen: 6,00 EUR per kermisactiviteit - voor de attractie zelf per kermisactiviteit Stroomsterkte 1 tot en met 16 17 tot en met 32 3 x 32 Ampère Ampère Ampère Per attractie 23,00 EUR 45,00 EUR 90,00 EUR Aan volgende attracties wordt geen toelating verleend om elektriciteit af te nemen van de elektriciteitskasten van de stad: autoscooter, rups, Lambada, Polyp of gelijkaardige attractie, lunapark.
De foorkramers van deze attracties dienen zelf in te staan voor de nodige stroomvoorzieningen. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Bovendien gelden verder nog volgende specifieke voorwaarden: De verschuldigde retributie dient betaald vóór de toegewezen standplaats mag ingenomen worden. De betaling kan gebeuren via overschrijving op rekeningnummer van het stadsbestuur Dendermonde of cash aan het loket van de stadskas, Administratief Centrum in de Franz Courtensstraat 11 te Dendermonde. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Aan de kermisactiviteiten die plaatsvinden op de Gedempte Dender in Dendermonde-centrum wordt een vermindering van 50 % op de retributie toegekend opgesomd onder artikel 4 punt 1 van dit besluit. om reden van werken aan wegen en pleinen dienen verplaatst wordt 50 % korting op de retributie toegekend opgesomd onder artikel 4 punt 1 van dit besluit.
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder de foormeester en zijn vervanger de dienst middenstand.
Stemming: 20 stemmen 'ja' en 14 onthoudingen (N-VA, Open Vld, Vlaams Belang en Groen). 37. Retributie naar aanleiding van de kosten gemaakt door het stadsbestuur voor het islamitisch offerfeest - aanpassing - goedkeuring Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op de organisatie van het islamitisch offerfeest voor 2013; Overwegende dat volgens de vigerende wetgeving rituele slachtingen van schapen enkel mogen uitgevoerd worden in een erkend slachthuis of in een erkende tijdelijke slachtvloer; Overwegende dat in Dendermonde een tijdelijke slachtvloer zal worden ingericht; Overwegende dat het billijk is dat de betrokkenen tussenkomen in de organisatiekosten van deze activiteit; Gelet op ons besluit van 19 oktober 2011 betreffende de retributie naar aanleiding van de kosten gemaakt door het stadsbestuur voor het islamitisch offerfeest; Overwegende dat de retributie toen werd bepaald op 30,00 EUR per aangeboden dier;
Overwegende dat de organisatiekosten voor de stad van de rituele slachting voor dit islamitisch offerfeest zijn gestegen; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om voor deze activiteit de retributie te verhogen tot 35,00 EUR per aangeboden dier;
Besluit: Art. 1 De retributie per dier aangeboden op de tijdelijke slachtvloer in het kader van het islamitisch offerfeest wordt bepaald op 35,00 EUR. Art. 2 Deze retributie dient contant betaald op de financiële dienst, administratief centrum, Franz Courtensstraat 11 te Dendermonde. Art. 3 Dit besluit vervangt ons besluit van 19 oktober 2011. Art. 4 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014.. Art. 5 Afschrift van dit besluit zal toegestuurd worden aan de hogere overheid en de financieel beheerder.
Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 38. Retributie ontlenen containers - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de tarieven en gedragscode voor het ontlenen van containers; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat het billijk is deze dienstverlening verder te zetten mits het actualiseren van de tarieven; Overwegende dat, om reden van kostenbesparing, het wenselijk is het ontlenen van containers voor snoeihout af te schaffen; Gelet op het ontwerp van gedragscode voor het ontlenen van de verschillende containers; Overwegende dat de uitlening van containers voor gemengd gebruik indruist tegen de selectieve inzameling van afvalstoffen die de stad promoot en het dan ook wenselijk is deze, behalve in uitzonderlijke gevallen (b.v. bij brand, overstroming, …), niet meer te ontlenen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement voor een periode van zes jaar te hernieuwen mits actualiseren van de tarieven en schrapping van de ontlening van snoeihoutcontainers;
Besluit:
Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie op het ontlenen van containers ingevoerd. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor het gebruik van containers door verenigingen, instanties die activiteiten organiseren onder auspiciën van de stad en bij uitzonderlijke omstandigheden (brand, overstroming,…). Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de persoon/vereniging die een containers wenst te gebruiken. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: Soort container Categorieën 120 liter afvalcontainer 120 liter afvalcontainer 120 liter afvalcontainer
240 liter afvalcontainer 240 liter afvalcontainer 240 liter afvalcontainer
1100 liter afvalcontainer 1100 liter afvalcontainer 1100 liter afvalcontainer
Verenigingen, vertegenwoordigd in een stedelijke adviesraad Verenigingen, niet vertegenwoordigd in een stedelijke adviesraad Instanties die activiteiten organiseren onder auspiciën van de stad Verenigingen, vertegenwoordigd in een stedelijke adviesraad Verenigingen, niet vertegenwoordigd in een stedelijke adviesraad Instanties die activiteiten organiseren onder auspiciën van de stad Verenigingen, vertegenwoordigd in een stedelijke adviesraad Verenigingen, niet vertegenwoordigd in een stedelijke adviesraad Instanties die activiteiten organiseren onder auspiciën van de stad
Tarieven per container in EUR 3,00 5,00 gratis
5,00 18,00 gratis
23,00 90,00 gratis
Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 6 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 7 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder. Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 “onthouding” (Vlaams Belang) 39. Retributies op prestaties door stadspersoneel ten behoeve van derden - aanpassing - goedkeuring
De gemeenteraad Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 20 december 2006 betreffende de retributie voor prestaties geleverd door het stadspersoneel ten behoeve van derden; Overwegende dat het stadspersoneel soms ten behoeve van derden bepaalde taken uitvoert; Overwegende dat deze taken van velerlei aard kunnen zijn zoals het opmaken van schadebestekken, het optreden bij vogelgriep, het herstel van schade aan het stadspatrimonium, ….; Overwegende dat naast dergelijke taken het stadspersoneel ook wordt ingeschakeld voor taken opgedragen in het kader van het politiereglement waarbij de burgemeester op kosten van de overtreder de materialen, constructies of om het even welke andere voorwerpen kan doen weghalen of verwijderen van de openbare weg wanneer de veiligheid of de doorgang op de openbare weg in het gedrang komt; Overwegende dat de kosten voor deze taken ten laste zijn van deze derden; Overwegende dat deze retributie betrekking heeft op: - personeelskosten; - kosten gebruik stadsvoertuigen; - andere exploitatiekosten; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om de tarieven van dit reglement, naar analogie met andere reglementen te actualiseren; Besluit: Art. 1 Vanaf 1 januari 2014 wordt de retributie voor prestaties van het stad ten behoeve van derden als volgt vastgesteld:
Personeelskosten: 28,00 EUR per uur Elk begonnen uur wordt voor een volledig uur aangerekend.
Kosten stadsvoertuigen personenwagen: 14,00 EUR per prestatie lichte bestelwagen en lichte vrachtwagen: 21,00 EUR per prestatie vrachtwagen en landbouwtrekker: 41,00 EUR per prestatie Voor de aanrekening van deze kosten wordt een prestatie beschouwd als het gebruik van een voertuig voor maximum één dag. Er wordt niet met dagdelen gerekend. Bij gebruik van het voertuig voor meerdere dagen worden de kosten vermenigvuldigd met het aantal dagen.
Andere exploitatiekosten: op basis van de aankoop- en/of prestatiefactuur van leverancier.
Art. 2 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Art. 3 Dit besluit vervangt ons besluit van 20 december 2006 betreffende de retributie voor prestaties geleverd door het stadspersoneel ten behoeve van derden en wordt van kracht op 1 januari 2014. Het besluit zal worden afgekondigd overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet. Art. 4 Afschrift van dit besluit zal toegestuurd worden aan de hogere overheid en de stads
Stemming: 33 stemmen 'ja'1 “onthouding” (Vlaams Belang). 40. Retributies sportaccommodaties - goedkeuring De gemeenteraad
Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de tarieven voor het gebruik van stedelijke sportaccommodaties; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat in tussen 2008 en 2013 veel van de sportinfrastructuur werd overgedragen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Dendermonde; Overwegende dat bepaalde sportaccommodaties nog steeds eigendom zijn van de stad; Overwegende dat het wenselijk is de tarieven die van toepassing zijn op de stadsinfrastructuur aan te passen aan de index; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2014 om het retributiereglement voor sportaccommodaties, eigendom van de stad, ter hernieuwen en de tarieven te actualiseren;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd, op het gebruik van alle binnen-en buitensportaccommodaties van de stad. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor het gebruik van de sportaccommodatie van de stad. Elk aangevangen gebruiksuur zal volledig worden aangerekend. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door alle gebruikers van de sportinfrastructuur. Het vermelde tarief 2 geldt voor alle gebruikers die niet erkend zijn als sportvereniging door het Dendermonds stadsbestuur, ongeacht of deze gebruikers woonachtig zijn in Dendermonde. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: Baasrode: Molenberg Grasvelden : per uur Jeugdtarief grasvelden : per uur Dagtarief (met gratis toegang) Jeugdtarief dagtarief (met gratis toegang) Dagtarief (met inkomgeld)
14,00 EUR 7,00 EUR 112,00 EUR 56,00 EUR 224,00 EUR
Jeugdtarief dagtarief (met inkomgeld)
112,00 EUR
algemene info Jeugdtarief : tot en met de leeftijd van 17 jaar + leerlingen van scholen Daltarief = weekdagen einde vóór 18 u : zie jeugdtarief Annulaties : gratis tot 3 dagen voor reservatiedatum
Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 §1 Vermindering van de retributie: a) Het jeugdtarief bedraagt de helft van het normale tarief en geldt voor alle gebruik van personen tot de leeftijd van 17 jaar, ongeacht het uur van gebruik; b) Voor houders van een kaart voor mindervaliden geldt steeds het jeugdtarief; c) Het daltarief geldt voor alle gebruikers die op weekdagen tussen 8 u en 18 u de sportinfrastructuur gebruiken, het daltarief is in dit geval gelijk aan het jeugdtarief; d) Voor parascolaire activiteiten buiten de schooluren zal aan elke school, ook het gemeentelijk onderwijs, het jeugdtarief aangerekend worden; e) Scholen komen in aanmerking voor onderstaande korting, bij reservatie vooraf zoals hieronder vermeld onder §2 én met een minimum van 15 weken per blok. §2 Korting van 20 % op het normaal geldende tarief wordt toegestaan bij halfjaarlijkse reservatie indien: a) De 2 blokken van halfjaarlijkse reservatie worden gerespecteerd, zijnde Blok 1 : januari tot juni en blok 2 : juli tot december; b) er wekelijks een vast uur wordt vastgelegd (met uitzondering van juni en juli) én met een minimum van 20 weken per blok; c) deze reservatie definitief wordt bepaald 1 maand vóór aanvang van de blok, dus respectievelijk vóór 31 mei en vóór 30 november; Indien aan bovenvermelde voorwaarden wordt voldaan, zal een korting gelden van 20 %. De facturatie gebeurt voor de ganse gereserveerde periode, in januari en in juli. Gereserveerde uren worden niet terugbetaald noch omgeruild. Bijkomende uren die achteraf (=na aanvang van de blok) aangevraagd worden zullen aan het normaal geldende tarief worden gefactureerd. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder - de sportdienst. Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang) . 41. Retributie stadsvisserij - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie op de stadsvisserij; Overwegende dat dit retributiereglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Overwegende dat het wenselijk is dit reglement te hernieuwen voor een periode van zes jaar mits de tarieven te actualiseren; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen mits een aanpassing van de retributie;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie op de stadsvisserij ingevoerd. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor de visserij op de Brusselse Forten. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de persoon die een dag- of jaarvergunning wenst te bekomen. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: a. dagvergunning: 4,00 EUR per twee vishengels b. jaarvergunning: 56,00 EUR per twee vishengels. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De dagvergunning dient betaald door gebruik te maken van de automaat opgesteld aan de Burgemeester Portmanslaan te Dendermonde. De jaarvergunning dient vooraf betaald door ofwel cash aan de loketten van de financiële dienst, dienst stadskas, Franz Courtensstraat 11 te Dendermonde of door storting op rekeningnummer van de stad. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Vrijstelling van de retributie: Kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar. Vermindering van de retributie: a) Personen vanaf twaalf jaar en beneden de leeftijd van achttien jaar kunnen een jaarvergunning bekomen aan 28,00 EUR per twee vishengels. Deze vergunning zal afgeleverd worden door de financiële dienst, dienst stadskas op vertoon van het identiteitsstuk van het betrokken kind. b) Personen die recht hebben op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming inzake ziekte en invaliditeit (inclusief het OMNIO-statuut) kunnen een jaarvergunning bekomen aan 28,00 EUR. Slechts een jaarkaart per persoon kan aan verminderd tarief bekomen worden. Om van de vrijstelling of gunsttarief te kunnen genieten moeten de belanghebbenden inwoner zijn van de stad Dendermonde.
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7
Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja'en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang) 42. Retributie standplaats voor verkoop van voedingswaren - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 20 februari 2008 betreffende de retributie voor standplaatsen voor frituren en voedingswaren, onder andere voor de verkoop van kip aan het spit en aanverwante producten; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het retributiereglement te hernieuwen en het tarief te actualiseren; Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd voor de standplaats, buiten de normale marktdagen, voor de verkoop van voedingswaren voor onder andere de verkoop van kip aan het spit en gelijkaardige producten. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor de uitbating van de toegewezen standplaats. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de houder van de standplaatsvergunning. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: 25,00 EUR per dag/standplaats. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 6 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet.
Toezending Artikel 7 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja'en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang) 43. Retributiereglement voor de dienstverlening van de stedelijke openbare bibliotheek - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 10 juli 2013 betreffende de machtiging tot het heffen van retributies bij occasionele activiteiten – vaststelling van de voorwaarden van deze retributies; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende het dienst-, tarief- en gebruiksreglement van de stedelijke openbare bibliotheek, aangepast met ons besluit 19 september 2012; Overwegende dat dit tariefreglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de benchmark bij een vijftiental andere bibliotheken; Gelet op het voorstel van tarifering door de diensten van de stedelijke bibliotheek; Gelet op het advies van 30 oktober 2013 van de raad van beheer van de stedelijke openbare bibliotheek; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om, rekening houdende met voorstel van de stedelijke bibliotheek en met het advies van de raad van beheer, het reglement te hernieuwen mits actualisering van de tarieven; Besluit: Artikel 1 De retributies van de stedelijke openbare bibliotheek worden met ingang van 1 januari 2014 als volgt vastgesteld : Omschrijving product
Retributie in EUR
Inschrijving
gratis
Waarborg voor leners met een adres in het buitenland Nieuw computerpasje bij verlies
15,00
Leengeld CD
3,00 0,40
Leengeld CD voor houder vrijetijdspas
gratis
Leengeld dvd fictie (non-fictie is gratis)
1,30
Leengeld dvd fictie (non-fictie is gratis) voor houder vrijetijdspas Leengeld e-boek (voor 3 stuks)
gratis 5.00
Reservering
1,00
Boete boeken
0,50
Boete CD
0,50
Boete dvd
0,50
ste
1
maning
0,70
de
2 maning
0,70
de
7,00
de
10,00
3 maning 4 maning = factuur Verloren/beschadigd boek Verloren/beschadigd boek zelf aankopen Verlies/beschadigd audiovisueel materiaal
aankoopprijs x 2 8,00 aankoopprijs + 8,00
Verlies tekstblad
1,20
Beschadiging dvd-doos, cd-rom-doos
1,20
Beschadiging cd-doosje
0,70
Verlies cd-boekje
aankoopprijs cd
Beschadiging barcodelabel/RFID-label
1,20
Plastiek draagtas
0,40
IBL naar openbare bibliotheken
1,20
IBL naar wetenschappelijke bibliotheken
5,00 à 8,00
IBL naar andere bibliotheken
5,00 à 8,00
Print/Fotokopie A4 recto
0,10
Print/Fotokopie A4 recto-verso
0,20
Print/Fotokopie A3 recto
0,20
Print/Fotokopie A3 recto-verso
0,40
Print/Fotokopie A4 kleur recto
0,70
Print/Fotokopie A4 kleur recto-verso
1,40
Print/Fotokopie A3 kleur recto
1,50
Print/Fotokopie A3 kleur recto-verso
3,00
Verlies/beschadiging Fundel-lezer
30,00
De toegangsgelden voor activiteiten van de bibliotheek De toegangsgelden voor activiteiten van de bibliotheek worden, op voorstel van de bibliothecaris en rekening houdende met de uitkoopsom, de betrokken partners en het soort activiteit, door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld overeenkomstig het gemeenteraadsbesluit van 10 juli 2013 ‘Machtiging tot het heffen van retributies bij occasionele activiteiten – vaststelling van de voorwaarden van deze retributies’. Artkel 2 Dit besluit vervangt, wat de bepalingen inzake de tarifering aangaan, onze besluiten van: 19 december 2007 ‘Stedelijke Openbare Bibliotheek – dienst-, tarief- en gebruiksreglement’; 19 september 2012 ‘Stedelijke Openbare Bibliotheek – dienst-, tarief- en gebruiksreglement – aanpassing gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007’. Artikel 3 Het dienst- en gebruiksreglement opgenomen in onze besluiten, vermeld onder artikel 2, blijven evenwel van kracht tot er een nieuw dienst- en gebruiksreglement wordt goedgekeurd door de gemeenteraad. Artikel 4
e
Vanaf de 4 maning, volgens artikel 1 van dit besluit, gelden de bepalingen van het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Artikel 5 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Artikel 6 Afschriften van dit besluit worden toegestuurd aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder.
Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 onthouding (Vlaams Belang) 44. Retributie uitlening feestmaterieel - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie uitlening feestmaterieel, aangepast met onze besluiten van 22 april 2007 en 19 december 2012; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het retributiereglement te hernieuwen en het tarief te actualiseren;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd op de uitlening van feestmaterieel. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor het uitlenen van stedelijk feestmaterieel binnen het grondgebied van de stad ten behoeve van alle Dendermondse verenigingen, particulieren en instellingen. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het feestmaterieel. De verenigingen, particulieren en instellingen, welke wensen gebruik te maken van deze dienst dienen, ten vroegste één jaar vooraf en ten laatste twee maanden voor de begindatum van de activiteit, een schriftelijke aanvraag in te dienen via het aanvraagformulier op de website ‘www.dendermonde.be’ van de stad eveneens te bekomen op de dienst secretariaat en logistiek, waarin duidelijk vermeld staat waar,
wanneer en welk materieel gewenst wordt. Deze aanvraag dient getekend te worden door de personen verantwoordelijk voor het gebruik en de teruggave van het materieel.
Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: A. Voor het huren van het materieel Soort materiaal Nadar (1) Heras Vlaggenmasten (verplichte plaatsing inbegrepen) Vlaggen Bloembakken Podiumpanelen Tribune B Tribune C Trappen 3 of 4 treden Kiespanelen Tentoonstellingspanelen geverfd Tentoonstellingspanelen aluminium Bord “welkom” of “tentoonstelling” Vitrines (2) Planken en schragen Tafels 100/75 Tafels 200/75 Stoelen Spreekgestoelte Muzieklessenaars Stembus Stemhokje Dansvloer Kiosk Feestkraampjes Verdeelkasten Voedingskabels Halogeenarmatuur Halogeen op staander Vloerbeschermingsmatten 10 m/1,5 m (3) Vloerbeschermingsmatten 24 m/1,5 m (3) Vloerbeschermingsmatten 36 m/1,5 m (3) Kanteltribunes (3) Scheidingspanelen (3)
Retributie in euro 0,30 3,40 9,00
Eenheid lopende meter hek stuk
4,50 3,40 3,40 112,00 112,00 3,40 0,45 0,60 1,15 4,50 5,60 2,25 2,25 4,50 0,45 5,60 4,50 2,25 4,50 1,15 224,00 9,00 22,40 5,60 5,60 5,60 2,25 4,50 6,75 6,75 6,75
stuk stuk stuk eenheid eenheid stuk lopende meter lopende meter lopende meter stuk stuk eenheid stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk m² stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk
(1) Nadarafsluiting kan in uitzonderlijke gevallen uitgeleend worden aan steden en gemeenten van het gerechtelijk arrondissement mits deze beschikbaar is, afgehaald en teruggebracht wordt door de betrokken gemeenten en deze gemeente de verantwoordelijkheid draagt voor gebeurlijke schade. (2) De vitrines worden enkel uitgeleend mits gunstig advies van de conservator-archivaris en dienen na afspraak , door de ontlener zelf te worden afgehaald en teruggebracht. (3) Vloerbeschermingsmatten, kanteltribunes en scheidingspanelen worden enkel uitgeleend mits gunstig advies van de stedelijke sportdienst en worden ook door hen vervoerd. (4) Het andere feestmaterieel wordt enkel uitgeleend aan steden en gemeenten van het arrondissement na gunstig advies van de stedelijke uitvoeringsdienst en mits akkoord van en onder de voorwaarden vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen. Een prestatie loopt van maandag tot en met zondag. Indien de activiteit twee of meer weekends in beslag neemt wordt het twee- of meervoud gerekend van de retributie.
B. Retributie voor vervoer van het feestmaterieel en de werkuren voor het opstellen, afbreken, stapelen en reinigen van het materieel: 10 % van het totale factuurbedrag van het gehuurde feestmaterieel met een minimum van 100,00 EUR.
Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Het factuurbedrag bedraagt minimum 10,00 EUR. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Vermindering De verenigingen aangesloten bij een stedelijke adviesraad betalen 25 % op de vastgestelde tarieven. De verenigingen niet aangesloten bij een stedelijke adviesraad, buurt- en wijkcomités en nietgemeentescholen betalen 50 % op de vastgestelde tarieven. De andere aanvragers betalen het volle tarief. Aan de aanvragers wordt de mogelijkheid geboden het materieel zelf af te halen en terug te brengen en dit tijdens de openingsuren van de stedelijke uitvoeringsdienst met uitzondering van de vlaggenmasten, kiosk, materiaal sportdienst. Vrijstelling Deze retributie is niet van toepassing op het inrichten van activiteiten : - door het stadsbestuur zelf o.a. voor gemeentescholen op het grondgebied van Dendermonde; - onder auspiciën van de stad; - stedelijke feestcommissies; - ondergeschikte besturen; - hogere overheid; - intercommunales; - voor maximum 100 stoelen: voor activiteiten van niet-gemeentescholen en manifestaties van verenigingen aangesloten bij een stedelijke adviesraad en buurt- en wijkcomités (vervoer en werkuren dienen wel te worden betaald, zie artikel 4 B) - ondertekenaar van een convenant. Deze vrijstelling beperkt zich echter alleen tot de uitlening van feestmaterieel voor activiteiten die kaderen binnen het convenant.
Beschadiging van het feestmaterieel en annulatiekosten Artikel 7 Beschadiging van het feestmaterieel: Gebeurlijke schade dient bij teruggave van het feestmaterieel onmiddellijk vastgesteld. De aard ervan, evenals de verantwoordelijkheid van de ontlener wordt schriftelijk vastgesteld. De herstellingskosten zijn ten laste van de ontlener. Wanneer, om welke redenen dan ook, bepaalde stukken ontbreken dienen deze ofwel door identieke stukken te worden vervangen ofwel wordt de prijs van het ontbrekende voorwerp aangerekend. De aan te rekenen prijs wordt vastgesteld door de verantwoordelijke van de stedelijke uitvoeringsdienst van de stad. In geval bij eenzelfde ontlener herhaalde tekortkomingen of beschadigingen van het materieel worden vastgesteld kan deze de mogelijkheid tot verdere ontlening worden ontzegd. Annulatiekosten Een annulatie van feestmaterieel dient schriftelijk en ten laatste één week vóór de activiteit te gebeuren. Indien deze termijn niet wordt gerespecteerd zullen 20,00 EUR annulatiekosten worden gefactureerd.
Huishoudelijk reglement Artikel 8 Het huishoudelijk reglement voor uitlening van feestmaterieel maakt integraal deel uit van dit besluit. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 9 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 10
Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder.
Bijlage RETRIBUTIEREGLEMENT UITLENING FEESTMATERIEEL GEMEENTERAADSBESLUIT 18 DECEMBER 2013 HUISHOUDELIJK REGLEMENT
1. Door het stadsbestuur wordt het feestmaterieel,eigendom van de stad, ter beschikking gesteld van alle Dendermondse verenigingen, particulieren en instellingen, die erom verzoeken binnen het grondgebied van de stad. Een inventaris van het uit te lenen materieel is bij dit reglement gevoegd en zal jaarlijks worden geactualiseerd. 2. De verenigingen, particulieren en instellingen, welke wensen gebruik te maken van deze dienst dienen, ten vroegste één jaar vooraf ten laatste twee maanden voor de begindatum van de activiteit, een schriftelijke aanvraag in te dienen via het aanvraagformulier op de website ‘www.dendermonde.be’ van de stad eveneens te bekomen op de dienst secretariaat en logistiek, waarin duidelijk vermeld staat waar, wanneer en welk materieel gewenst wordt. Deze aanvraag dient getekend te worden door de personen verantwoordelijk voor het gebruik en de teruggave van het materieel. 3. Door het feit van zijn aanvraag, verklaart de aanvrager zich akkoord met de bepalingen van dit huishoudelijk reglement. Daartoe ligt een exemplaar steeds ter inzage van de aanvragers, in het administratief centrum – dienst secretariaat en logistiek. 4. De aanvraag dient te vermelden: - naam van de particulier, vereniging of instelling - al dan niet aangesloten bij een stedelijke adviesraad - naam, adres en telefoonnummer van de aanvrager en/of contactpersoon - periode (datum en aard van de activiteit) - datum levering materieel - opgave van het gevraagde materieel - leveringsplaats van het materieel - levering al dan niet door de stadsdiensten. 5. Voor de levering van dit feestmaterieel zal, per prestatie, volgende retributie worden aangerekend. A. Voor het huren van het materieel Soort materiaal Nadar (1) Heras Vlaggenmasten (verplichte plaatsing inbegrepen) Vlaggen Bloembakken Podiumpanelen Tribune B Tribune C Trappen 3 of 4 treden Kiespanelen Tentoonstellingspanelen geverfd Tentoonstellingspanelen aluminium Bord “welkom” of “tentoonstelling” Vitrines (2) Planken en schragen Tafels 100/75 Tafels 200/75
Retributie in euro 0,30 3,40 9,00
Eenheid lopende meter hek stuk
4,50 3,40 3,40 112,00 112,00 3,40 0,45 0,60 1,15 4,50 5,60 2,25 2,25 4,50
stuk stuk stuk eenheid eenheid stuk lopende meter lopende meter lopende meter stuk stuk eenheid stuk stuk
Stoelen Spreekgestoelte Muzieklessenaars Stembus Stemhokje Dansvloer Kiosk Feestkraampjes Verdeelkasten Voedingskabels Halogeenarmatuur Halogeen op staander Vloerbeschermingsmatten 10 m/1,5 m (3) Vloerbeschermingsmatten 24 m/1,5 m (3) Vloerbeschermingsmatten 36 m/1,5 m (3) Kanteltribunes (3) Scheidingspanelen (3)
0,45 5,60 4,50 2,25 4,50 1,15 224,00 9,00 22,40 5,60 5,60 5,60 2,25 4,50 6,75 6,75 6,75
stuk stuk stuk stuk stuk m² stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk stuk
(1) Nadarafsluiting kan in uitzonderlijke gevallen uitgeleend worden aan steden en gemeenten van het gerechtelijk arrondissement mits deze beschikbaar is, afgehaald en teruggebracht wordt door de betrokken gemeenten en deze gemeente de verantwoordelijkheid draagt voor gebeurlijke schade. (2) De vitrines worden enkel uitgeleend mits gunstig advies van de conservator-archivaris en dienen na afspraak , door de ontlener zelf te worden afgehaald en teruggebracht. (3) Vloerbeschermingsmatten, kanteltribunes en scheidingspanelen worden enkel uitgeleend mits gunstig advies van de stedelijke sportdienst en worden ook door hen vervoerd. (4) Het andere feestmaterieel wordt enkel uitgeleend aan steden en gemeenten van het arrondissement na gunstig advies van de stedelijke uitvoeringsdienst en mits akkoord van en onder de voorwaarden vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen.
Een prestatie loopt van maandag tot en met zondag. Indien de activiteit twee of meer weekends in beslag neemt wordt het twee- of meervoud gerekend van de retributie. B. Retributie voor vervoer van het feestmaterieel en de werkuren voor het opstellen, afbreken, stapelen en reinigen van het materieel: 10 % van het totale factuurbedrag van het gehuurde feestmaterieel met een minimum van 100,00 EUR.
6. Deze retributie is niet van toepassing op het inrichten van activiteiten : - door het stadsbestuur zelf o.a. voor gemeentescholen op het grondgebied van Dendermonde; - onder auspiciën van de stad; - stedelijke feestcommissies; - door ondergeschikte besturen; - door de hogere overheid; - door intercommunales; - voor maximum 100 stoelen: voor activiteiten van niet-gemeentescholen en manifestaties van verenigingen aangesloten bij een stedelijke adviesraad en buurt- en wijkcomités (vervoer en werkuren dienen wel te worden betaald, zie punt 5 B) - ondertekenaar van een convenant. Deze vrijstelling beperkt zich echter alleen tot de uitlening van feestmaterieel voor activiteiten die kaderen binnen het convenant. 7. Gebeurlijke schade dient bij teruggave van het materieel onmiddellijk vastgesteld. De aard ervan, evenals de verantwoordelijkheid van de ontlener wordt schriftelijk vastgesteld. De herstellingskosten zijn ten laste van de ontlener. Wanneer, om welke redenen dan ook – bepaalde stukken ontbreken dienen deze ofwel door identieke stukken te worden vervangen ofwel wordt de prijs van het ontbrekende voorwerp aangerekend. De aan te rekenen prijs wordt vastgesteld door de verantwoordelijke van de stedelijke uitvoeringsdienst van de stad Dendermonde. In geval bij eenzelfde ontlener herhaalde tekortkomingen of beschadigingen van het materieel worden vastgesteld kan deze de mogelijkheid tot verdere ontlening worden ontzegd. 8. Een annulatie van feestmaterieel dient schriftelijk en ten laatste één week vóór de activiteit te gebeuren. Indien deze termijn niet wordt gerespecteerd zullen 20,00 EUR annulatiekosten worden
gefactureerd. 9. Wanneer elektriciteitskasten worden ontleend staat de stad niet in voor de aansluiting. Hiertoe dient de ontlener zelf contact te nemen met de netbeheerder naar keuze. 10. Het college van burgemeester en schepenen doet de toezegging tot gebruik van het materieel en deelt dit schriftelijk mee aan de aanvrager. De toezeggingen gebeuren met dien verstande dat de feestelijkheden ingericht door het stadsbestuur, de stadsdiensten en deze onder auspiciën van de stad voorrang hebben op andere activiteiten. Voor eind oktober van ieder jaar wordt een bevraging gedaan bij de stadsdiensten naar het nodige feestmaterieel voor deze activiteiten. 11. In geval van meerdere aanvragen voor hetzelfde materieel voor dezelfde periode niet allemaal kunnen worden ingewilligd, worden deze toegezegd in chronologische volgorde van de ingekomen aanvragen, met dien verstand dat maximum 1000 stoelen en 60 planken en schragen onmiddellijk aan één organisatie kunnen worden toegezegd. Indien één maand voor de activiteit blijkt dat door de overige aanvragen, voor dezelfde periode, een groter aantal stoelen kan worden toegekend, wordt dit meegedeeld aan de aanvrager(s). 12. De verenigingen aangesloten bij een stedelijke adviesraad betalen 25 % van de vastgestelde tarieven. De verenigingen niet aangesloten bij een stedelijke advies, buurt- en wijkcomités en nietgemeentescholen betalen 50 % op de vastgestelde tarieven. De andere aanvragers betalen het volle tarief, indien het materieel in voorraad is. Aan de aanvragers wordt de mogelijkheid geboden het materieel zelf af te halen en terug te brengen en dit tijdens de openingsuren van de stedelijke uitvoeringsdienst met uitzondering van de vlaggenmasten, kiosk en materiaal van de sportdienst. 13. Het feestmaterieel wordt door de stadsdiensten enkel geleverd en afgehaald. Het plaatsen valt ten laste van de aanvrager, uitzonderingen worden gemaakt voor het plaatsen van podia (indien logistieke ondersteuning noodzakelijk), kiosk en vlaggenmasten. 14. De stadsgebouwen en de stadslokalen die worden verhuurd worden beschouwd als zijnde verhuurd met inbegrip van alle accommodaties zoals ze zijn uitgerust (o.a. stoelen en tafels), alleen het supplementair gevraagde feestmaterieel dient te worden aangevraagd en betaald. 15. Indien de voorraad tafels en stoelen ontoereikend is worden er enkel tafels bijgehuurd voor stadsdiensten. De stoelen worden voor alle verenigingen bijgehuurd. Het stadsbestuur kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen, beschadigingen of lichamelijke letsels, veroorzaakt door het verkeerd gebruik van het uitgeleend feestmaterieel. Alle betwistingen in verband met het uitlenen van het feestmaterieel, en niet voorzien in dit reglement zullen door het college van burgemeester en schepenen worden beslecht. Dit huishoudelijk reglement maakt integraal deel uit van het gemeenteraadsbesluit 18 december 2013 houdende het retributiereglement op de uitlening van het feestmaterieel.
Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang) 45. Retributie verplaatsen openbare verlichtingspaal, gevelarmatuur - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 20 februari 2008 betreffende de retributie op de verplaatsing van een openbare verlichtingpaal, gevelarmatuur en dergelijke;
Overwegende dat dit retributiereglement vervalt op 31 december 2013; Overwegende dat het billijk is het reglement te hernieuwen en de tarieven te actualiseren; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het retributiereglement te hernieuwen en het tarief te actualiseren;
Besluit Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd op het verplaatsen van openbare verlichtingpalen, gevelarmaturen en dergelijke. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor het verplaatsen van een verlichtingspaal/-armatuur op verzoek van een inwoner of belanghebbende. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de aanvrager van dit werk. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op 756,00 EUR per paal/armatuur. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. De opdracht tot uitvoering van de gevraagde verplaatsing van de paal/armatuur zal pas gebeuren na betaling van de verschuldigde retributie. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Van de retributie zijn vrijgesteld de aanvragen voor verplaatsing van verlichtingspalen die zich voor een enige garagepoort of toegangsdeur bevinden zodat de toegang tot de woning ernstig verhinderd wordt.
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: - de toezichthoudende overheid - de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang) 46. Retributie ambulante activiteiten op openbare markten - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet;
Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het retributiereglement te hernieuwen en het tarief te actualiseren; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de retributie voor ambulante activiteiten op openbare markten op het grondgebied van de stad; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op de benchmark door de dienst middenstand bij de omliggende gemeenten; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het retributiereglement op ambulante activiteiten op de openbare markten op het grondgebied van de stad te hernieuwen en hierbij de tarieven te actualiseren/optimaliseren; Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten gewijzigd bij wet van 4 juli 2005 en wet van 20 juli 2006, meer bepaald het artikel 8 tot en met 10; Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende en de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten, meer bepaald het artikel 23 tot en met 44; Overwegende dat volgens artikel 8 § 1 van voornoemde gewijzigde wet de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijke reglement; Overwegende dat volgens artikel 9 § 1 van voornoemde gewijzigde wet de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, wordt geregeld bij gemeentelijke reglement; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 10 juli 2007 betreffende het reglement voor de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten; Gelet op het algemeen politiereglement stad Dendermonde;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd op ambulante activiteiten op de openbare markten op het grondgebied van de stad Dendermonde. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor ambulante activiteiten op de openbare markten van - Dendermonde - Baasrode - bloemenmarkten van Dendermonde-centrum, Appels, Sint-Gillis, Oudegem en Schoonaarde zoals bepaald in artikel 1 van het gemeenteraadsbesluit van 10 juli 2007 betreffende het reglement voor de organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd de houders van een vaste standplaats op de markt (ook abonnement genoemd) of door de marktkramers die zich op risico aangeboden hebben (ook risico genoemd).
Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: Soort markt Retributie per lopende meter en per marktdag, inclusief elektriciteit Dendermonde-centrum Bloemenmarkt Baasrode
3,50 EUR 1,50 EUR
Retributie per lopende meter en per marktdag, exclusief elektriciteit
3,00 EUR 1,00 EUR
Minder dan 6 meter: 6,00 EUR exclusief elektriciteit 9,00 EUR inclusief elektriciteit Meer dan 6 meter: 10,00 EUR exclusief elektriciteit 15,00 EUR inclusief elektriciteit
De opmeting van de ingenomen standplaats geschiedt door het stadsbestuur. Elk gedeelte van een meter wordt voor één meter aangerekend. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Bovendien gelden verder nog volgende specifieke voorwaarden: De verschuldigde retributie dient: - door de houders van een abonnement tegen ten laatste de eerste marktdag van het desbetreffende kwartaal te worden gestort in de stadskas of door middel van overschrijving overgemaakt op het rekeningnummer van het stadsbestuur - door de marktkramers die zich op risico aanbieden in Dendermonde-centrum, te worden vergoed door de aankoop van een marktkaart. Deze kaart van 10, 30 of 50 eenheden, waarbij iedere eenheid overeenstemt met één lopende meter, dient voor de inname van de standplaats aangekocht te worden bij de stadskas van het stadsbestuur Dendermonde. Vrijstellingen/vermindering Artikel 6 Vermindering van de retributie: - aan de marktkramers met een vaste standplaats wordt een korting verleend van 20 % op de in artikel 4 bepaalde retributies. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 7 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 8 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder.
Stemming: 30 stemmen 'ja', en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang) 47. Retributie occasionele inname openbaar en privaat domein van de stad - goedkeuring De gemeenteraad
Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 17 december 2008 betreffende de retributie op de occasionele inname van het openbaar en het privaat domein van de stad; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om dit reglement te hernieuwen en de tarieven te actualiseren;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd op de occasionele inname van het openbaar en het privaat domein van de stad. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor de inname van het openbaar of privaat domein van de stad voor commerciële of niet-commerciële doeleinden. Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de inname. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: Categorie 1 Voor innames waarvan ingenomen oppervlakte kleiner is dan of gelijk aan 20 m²: Aard inname Openbaar domein Openbaar domein Openbaar domein Privaat domein van (geen (niet-betalend (betalend de stad parkeerplaats) parkeren) parkeren) Commerciële 22,00 EUR/dag 27,50 EUR/dag 55,00 EUR/dag 16,50 EUR/dag activiteit Niet-commerciële 11,00 EUR/dag 13,75 EUR/dag 27,50 EUR/dag 11,00 EUR/dag activiteit met een maximum van 110,00 EUR per inname. Categorie 2 Voor innames waarvan ingenomen oppervlakte groter is dan 20 m²: Aard inname Openbaar domein Openbaar domein Openbaar domein Privaat domein van (geen (niet-betalend (betalend de stad parkeerplaats) parkeren) parkeren) Commerciële 44,00 EUR/dag 55,00 EUR/dag 110,00 EUR/dag 33,00 EUR/dag activiteit Niet-commerciële 22,00 EUR/dag 27,50 EUR/dag 55,00 EUR/dag 22,00 EUR/dag activiteit met een maximum van 220,00 EUR per inname. Wijze van invorderen en betalingstermijn
Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden.
Vrijstellingen Artikel 6 Van de retributie zijn vrijgesteld: - de innames naar aanleiding van evenementen die worden georganiseerd onder auspiciën van de stad.
Overgangsmaatregelen en andere bepalingen Artikel 7 De reeds afgeleverde vergunningen voor occasionale innames en die momenteel nog doorlopen blijven van kracht aan de in de vergunning bepaalde voorwaarden. De in artikel 4 bepaalde retributies zijn niet van toepassing op volgende innames : Standplaats voor verkoop voedingswaren, onder andere voor de verkoop van kip aan het spit en aanverwante producten Retributie op kermissen Retributiereglement voor ambulante activiteiten op de openbare markten op het grondgebied van de stad Dendermonde Retributie op parkeren Belasting op de tijdelijke privatisering van het openbaar domein bij het uitvoeren van bouwwerken, onderhouds- en instandhoudingswerken en andere werken die het innemen van het openbaar vereisen
Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 8 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 9 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja', en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang) . 48. Retributie werken voor derden - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het BTW-wetboek, inzonderheid artikel 6, derde lid; Gelet op de circulaire nr. AOIF 24/2007 (E.T.113.252) van 29 augustus 2007 betreffende de toepassing van artikel 6 van het BTW-wetboek; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 17 september 2008 betreffende de retributie werken voor derden, aangepast met onze besluiten van 16 december 2009 en 17 maart 2010; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 afloopt;
Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het retributiereglement te hernieuwen en het tarief te actualiseren;
Besluit: Termijn van de retributie Artikel 1 Voor een termijn van zes jaar, ingaand op 1 januari 2014 en eindigend op 31 december 2019, wordt ten behoeve van de stad Dendermonde een retributie ingevoerd voor werken voor rioolaansluitingen, dakafvoeraansluitingen, leggen van betonbuizen, voetpaden, plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (afgekort IBA), plaatsen van een kopmuur op verzoek van belanghebbenden of ingeval van de IBA opgelegd door het stadsbestuur. Bepaling van de retributie Artikel 2 De retributie is verschuldigd voor: - rioolaansluitingen voor - huishoudelijke en industriële gebouwen - voor groepsgebouwen - voor huishoudelijke en industriële afzonderlijke dakafvoeraansluitingen - werken aan bermgrachten en onbevaarbare waterlopen - plaatsen van een kopmuur - leveren en plaatsen van betonbuizen - opbreken en herplaatsen van boordstenen - leveren en plaatsen van nieuwe betontegels en betonstraatstenen - plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (afgekort IBA). Aanvrager Artikel 3 De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de werken of ingeval van een IBA door de bouwheer. Zij verschaft hem in geen geval het recht tot private toe-eigening van de goederen, behorende tot het stedelijk patrimonium. Bedrag van de retributie Artikel 4 De retributie wordt bepaald op: a) rioolaansluitingen (opgegeven retributie is de maatstaf van heffing inclusief administratie- en toezichtskosten maar exclusief het toe te passen BTW-percentage) - voor afval- en regenwater (inclusief dakafvoeraansluiting): 1.050,00 EUR per gebouw (woongelegenheid of winkelruimte) - voor een afzonderlijke dakafvoeraansluiting van een woongelegenheid of winkelruimte: 525,00 EUR per aansluiting - voor een groepsgebouw: 525,00 EUR per afzonderlijke entiteit (woongelegenheid of winkelruimte) - voor een industriële gebouw: volgens offerte van de aannemer aan te duiden door de stad met een minimum van 1.050,00 EUR per aansluiting - voor een afzonderlijke dakafvoeraansluiting van een industriële gebouw: volgens offerte van de aannemer aan te duiden door de stad met een minimum van 525,00 EUR per aansluiting.
b) leveren en plaatsen van betonbuizen voor bermgrachten en onbevaarbare waterlopen (opgegeven retributie is de maatstaf van heffing inclusief administratie- en toezichtskosten maar exclusief het toe te passen BTW-percentage))
- diameter 30 cm: 112,00 EUR per lopende meter - diameter 40 cm: 123,00 EUR per lopende meter - diameter 50 cm: 134,00 EUR per lopende meter - diameter 60 cm: 156,00 EUR per lopende meter - kopmuur: 95,00 EUR per kopmuur. Indien het werk gecombineerd wordt met een rioolaansluiting en/of een dakafvoeraansluiting wordt bovenvermeld tarief verhoogd met 525,00 EUR per aansluiting voor afval- en regenwater. c) opbreken en herplaatsen van boordstenen (opgegeven retributie is inclusief administratie- en toezichtskosten) 67,00 EUR per lopende meter. d) leveren en plaatsen van nieuwe betontegels 30 x 30 x 5 cm (opgegeven retributie is inclusief administratie- en toezichtskosten) 67,00 EUR per vierkante meter. e) leveren en plaatsen van nieuwe betonstraatstenen 22 x 11 x 8 cm (opgegeven retributie is inclusief administratie- en toezichtskosten) 72,00 EUR per vierkante meter. f) leveren en plaatsen van een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (afgekort IBA) (opgegeven retributie is de maatstaf van heffing inclusief administratie- en toezichtskosten maar exclusief het toe te passen BTW-percentage) 1.050,00 EUR per IBA. g) andere werken voor derden: volgens de retributies vastgesteld in het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2013 betreffende de retributie voor prestaties geleverd door het stadspersoneel.
Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 5 De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de nietfiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 6 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 7 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder. Stemming: 30 stemmen 'ja' en 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang)
49. Retributie initiatief buitenschoolse kinderopvang - aanpassing - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op het besluit de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang en latere wijzigingen;
Gelet op onze besluiten van 17 maart 2010 en 19 mei 2010 waarbij het huishoudelijk reglement voor het initiatief van de buitenschoolse kinderopvang werd aangepast; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 7 juni 2010; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op ons besluit van 16 juni 2010 betreffende de aanpassing van het tariefreglement voor het initiatief buitenschoolse kinderopvang; Overwegende dat uit een benchmark bij andere gemeenten blijkt dat het basistarief voor Dendermonde ruim onder het gemiddelde valt; Gelet op de financiële toestand van de stad; Overwegende dat, op basis van de prijsvergelijking met andere gemeenten en in het kader van de meerjarenplanning, het billijk is het basistarief met ingang van 1 januari 2014 aan te passen; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het basistarief te verhogen tot 1,00 EUR per begonnen halfuur;
Besluit:
I.
Financiële bijdrage
Artikel 1 Aan de ouders wordt als vergoeding voor de buitenschoolse kinderopvang een financiële bijdrage gevraagd die gekoppeld is aan de verblijfsduur van het kind.
§ 1 Gewoon tarief 1. Voor - en naschoolse opvang Bij voor - en naschoolse opvang bedraagt de ouderbijdrage 1,00 EUR per begonnen halfuur. 2.Op schoolvrije dagen en op vakantiedagen Op schoolvrije dagen en vakantiedagen bedraagt de ouderbijdrage : EUR 10,00 5,00 3,00
Aantal uren voor een verblijf langer dan 6 uur voor een verblijf tussen 3 en 6 uur voor een verblijf van minder dan 3 uur.
3. Op woensdagnamiddagen Op woensdagnamiddag bedraagt de ouderbijdrage: 1,00 EUR per begonnen half uur met een maximum van 3,00 EUR voor een verblijf van minder dan 3 uur. EUR Aantal uren 5,00 voor een verblijf tussen 3 en 6 uur 10,00 voor een verblijf langer dan 6 uur
§ 2 Sociaal tarief Een gezin met een gezamenlijk netto belastbaar inkomen niet hoger dan
26.439,57 EUR verhoogd met 1.347,21 EUR per persoon ten laste, komt in aanmerking voor het sociaal tarief. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 september aan de index aangepast volgens de formule basisinkomen X nieuw indexcijfer aanvangsindex waarbij - het nieuw indexcijfer, het indexcijfer der consumptieprijzen (1996=100) is van de maand augustus van het jaar waarin de aanpassing moet gebeuren - het basisinkomen 21.186,56 EUR bedraagt en 1.079,55 EUR per persoon ten laste - het aanvangsindexcijfer, het indexcijfer der consumptieprijzen (1996=100) is van de maand augustus 2003 of 112,89 punten Het sociaal tarief bedraagt 50% van de ouderbijdragen vastgesteld in artikel 1 § 1 van dit reglement. Met gezamenlijk netto belastbaar inkomen wordt bedoeld het inkomen van het gezinshoofd en zijn/haar echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij/zij een gezin vormt. Worden beschouwd als personen ten laste : - het kind waarvoor op 1 januari van het jaar van opname kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald. - een gehandicapt kind (minstens 66% invaliditeitspercentage) wordt voor 2 personen ten laste aangerekend. Voor het toekennen van het sociaal tarief dienen de ouders het aanslagbiljet van de personenbelasting aanlagjaar 2012 – inkomsten 2011 voor te leggen, wat het mogelijk maakt het juiste inkomen te bepalen. Het gezamenlijk belastbaar inkomen, vermeld op dit aanslagbiljet, is geldig van 1 september 2013 tot en met 31 augustus 2014. Wanneer de ouders, (nog) geen Belgische aanslagbiljet kunnen voorleggen, kan er voor de betreffende persoon of personen rekening gehouden worden met andere inkomstenbewijzen, dit enkel in samenspraak met de bevoegde coördinatoren. Wanneer geen officiële bewijzen kunnen voorgelegd worden, wordt het normale tarief toegepast. Indien onjuiste of valse gegevens worden verstrekt betreffende het gezinsinkomen kan dit leiden tot de herberekening van de dagprijs en dit met terugwerkende kracht vanaf de datum van de eerste opvang van het kind. Indien opgegeven gegevens wijzigen met directe invloed op het gezinsinkomen kan de dagprijs worden herberekend met ingang van de eerste maand volgend op de datum van het indienen van de bewijsstukken. Het bewijs van invaliditeit wordt geleverd door een attest van het ministerie van sociale zaken (toekenning bijkomende kinderbijslag). Met het oog op het blijvend toepassen van het sociaal tarief moeten jaarlijks in de loop van de maand augustus de nodige bewijsstukken worden neergelegd. Indien deze niet tijdig worden binnengebracht, wordt vanaf september van dat jaar het normale tarief toegepast. § 3 Opvang meerdere kinderen uit hetzelfde gezin Bij de opvang van meer kinderen uit hetzelfde gezin op een zelfde dag wordt 25% korting verleend op de totale ouderbijdrage. Deze vermindering is cumuleerbaar met het sociaal tarief. II. Uitzonderlijke bijdragen Artikel 2
§1 Wanneer het (de) kind(eren) na 19 uur wordt/worden afgehaald, betalen de ouders een uitzonderlijke bijdrage van 2 maal de volle dagprijs al naargelang het normale of sociale tarief diende betaald. § 2 Reservatie voor opvang tijdens de vakantieperiodes is verplicht. Annulatie van de gereserveerde dagen is niet meer mogelijk en zullen aangerekend worden gelijk aan een volle dagprijs al naargelang het normale of sociale tarief diende betaald. III. Tariefaanpassing Artikel 3 De tarieven onder §1 punten 1,2 en 3 worden elk jaar op 1 september herbekeken rekeninghoudende met de procentuele stijging van het gezondheidsindexcijfer tussen 1 juni van hetzelfde kalenderjaar en 1 juni van het voorafgaande jaar, zodra de gecumuleerde stijging in een verhoging van minstens 0,12 EUR op het minimale basisbedrag voor een ganse dag resulteert.
IV. Facturatie Artikel 4 De verrekening van de ouderbijdrage gebeurt maandelijks, op basis van de aanwezigheidslijst die dagelijks wordt getekend door de verantwoordelijke ouder/persoon. Het verschuldigd bedrag wordt gestort op de rekening van het stadsbestuur. Niet betalen van een rekening kan leiden tot het stopzetten van de opvang. De retributie wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden. V. Algemene bepalingen Artikel 5 § 1 Dit besluit vervangt ons besluit van 16 juni 2010 ‘Wijziging tariefreglement initiatief buitenschoolse kinderopvang’ en gaat in op 1 januari 2014. § 2 Dit besluit zal afgekondigd worden overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet. § 3 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan - de toezichthoudende overheid - Kind en Gezin - de financieel beheerder
Stemming: 20 stemmen 'ja', 11 stemmen 'neen' (N-VA, Vlaams Belang en Groen) 3 “onthoudingen” (Open Vld) 50. Retributiereglement op parkeren - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren; Gelet op het decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven, waarbij de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart; Gelet op het ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap; Gelet op het BTW-wetboek; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Gelet op volgende besluiten van de gemeenteraad inzake parkeren: 19 december 2007 ‘retributie op parkeren’ 21 mei 2008 ‘parkeren in zone E9’ 17 maart 2010 ‘retributie op parkeren - aanpassing reglement’ 7 juli 2010 ‘retributie op het parkeren op de dakparking van het nieuwe bibliotheekgebouw in de Kerkstraat te Dendermonde’ 15 september 2010 ‘retributie op het parkeren op de dakparking van het nieuwe bibliotheekgebouw in de Kerkstraat te Dendermonde - aanpassing gemeenteraadsbesluit van 7 juli 2010’ 19 januari 2011 ‘retributie op het parkeren op de dakparking van het nieuwe bibliotheekgebouw in de Kerkstraat te Dendermonde - aanpassing reglement’ 18 mei 2011 ‘regeling naar aanleiding van toewijzing parkeerbeheer aan privéfirma’ 7 december 2011 ‘tariefaanpassing dakparking bibliotheek en zone 3 – uitbreiding zone 3 4 juli 2012 ‘tariefaanpassing dakparking’ 17 maart 2013 ‘retributie parkeren – tariefaanpassing’ (halve dagticket); Overwegende dat deze besluiten op 31 december 2013 ten einde lopen; Gelet op de nota van 20 november 2013 van de dienst mobiliteit aan het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat het noodzakelijk is het parkeerretributiereglement te hernieuwen, de tarieven te actualiseren en de zones voor parkeren te vereenvoudigen; Gelet op de meerjarenplanning en de financiële toestand van de stad; Gelet op de bespreking van het parkeerdossier in zitting van 25 november 2013 en 2 december 2013 van het college van burgemeester en schepenen waarbij beslist werd om het parkeerbeleid te vereenvoudigen zodoende het duidelijker is voor de parkeerder; Besluit: Deel 1 – Definitie – termijn – organisatie Artikel 1 Vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt er een retributie gevestigd voor het parkeren in Dendermonde van motorvoertuigen, met uitzondering van bromfietsen en motorfietsen, op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg en op de dakparking van de bibliotheek. Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig, met uitzondering van bromfietsen en motorfietsen, op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is en waar het regelmatig gebruik van de parkeerautomaten of een ander systeem van gereguleerd parkeren verplicht is. Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 1, 2e lid, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten. Onder dakparking verstaat men de dakparking van de bibliotheek in de Kerkstraat te Dendermonde. Vanaf 1 januari 2014 tot 31 december 2019 wordt de organisatie van het parkeerbeheer op het grondgebied van de stad Dendermonde uitgevoerd door een privéfirma, verder parkeerbeheerder
genoemd, volgens de modaliteiten van een concessieovereenkomst. Deze parkeerbeheerder staat in voor de controle, het uitschrijven van parkeerbonnen, de inning van de retributie, de klachtenbehandeling en alle andere administratieve handelingen. Deel 2 - Parkeren op de openbare weg Bepaling van de zones - parkeerduur Artikel 2 De zones waar betalend parkeren van toepassing is, zijn de volgende: Zone Parkeerduur Straten Zone 1 (oranje) Max. 2 uur Franz Courtensstraat, Justitieplein, Kerkstraat, Onze-LieveVrouwkerkplein, Lodewijk Dosfelstraat, Kapittelstraat, Nachtegaalstraat, Gentsesteenweg (vanaf het kruispunt met de Lodewijk Dosfelstraat tot en met huisnummer 4), Ridderstraat, Vlasmarkt, Koningin Astridlaan, Werf, Bogaerdstraat, Veerstraat, Dijkstraat, Oude Vest, Brusselsestraat, Heldenplein, Kazernestraat Zone 2 (geel) 1 dag (dagticket) Beurzestraat, Zwarte Zustersstraat, Emiel Van Winckellaan, Greffelinck, Sas, Parking bibliotheek, Papiermolenstraat, parking Oude Dender Zone 3 (blauwe zone) Max. 2 uur Gildenhof, Leo Bruyninckxstraat, Lindanusstraat, Molenstraat, Nijverheidsstraat, Sint-Jacobstraat, Sint-Jorisgilde, Sint-Rochusstraat, Stationstraat (gedeeltelijk), Weldadigheidstraat, Zwijvickstraat, SintGillislaan (gedeeltelijk) Zone 4 – parkeerverbod / Grote Markt, Guldenhoofdstraat, Ridderstraat (gedeelte tussen Grote Markt en E. Van Winckellaan), P. Van Duysestraat, Begijnhof, Klein Kwartier, Kasteelstraat Aanvrager en bedrag van de retributie Artikel 3 De bestuurder die zonder andere tijdsbeperking verkiest te parkeren, kan hetzij in de voormiddag (van 9.00 uur tot 13.30 uur), hetzij in de namiddag (van 13.30 uur tot 18.00 uur) gedurende maximum 4 u 30 parkeren op de onder artikel 2 bedoelde plaatsen, tegen betaling van een forfaitaire retributie van 18,00 EUR. Deze gebruiksmogelijkheid wordt op de parkeerautomaten aangeduid als ‘tarief 1’. Voor de zone 3 (blauwe zone) en andere zones afgebakend met een bord E9 aangevuld met een bord dat de toegelaten parkeerduur preciseert overeenkomstig met de goedgekeurde aanvullende verkeersreglementen inzake kortparkeren), geldt dit tarief voor de resterende parkeertijd na deze die gratis is. Deze retributie wordt betaald door overschrijving op de rekening van de parkeerbeheerder, overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket dat in dit geval door de parkeerbeheerder op het voertuig wordt aangebracht. De retributie is verschuldigd door de titularis van de nummerplaat van het voertuig. De retributie is verschuldigd zodra het voertuig geparkeerd is, en is betaalbaar hetzij door het insteken in het apparaat van muntstukken of bepaalde magneetkaarten hetzij door elke andere vorm van betaling die voor de betrokken zone van toepassing is, hetzij door overschrijving op de rekening van het parkeerbedrijf; deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitaire retributie (tarief 1). Als bewijs van de betaling van de retributie geldt ook de betaling door middel van verzending van het bericht via een mobiele telefoon. In afwijking van bovenstaande bepalingen gelden voor bestuurders, die opteren voor een andere parkeertijd of betalingswijze volgende modaliteiten Gebruik parkeerautomaat Zone 1 (oranje) Zone 2 (geel)
Voor het jaar 2014 1,00 EUR/uur Progressief tarief: 1ste uur: 0,60 EUR 2de uur: 0,80 EUR 3de uur: 1,00 EUR Dagtarief: 4,50 EUR
Vanaf 1 januari 2015 1,20 EUR/uur Progressief tarief: 1ste uur: 0,60 EUR 2de uur: 0,80 EUR 3de uur: 1,00 EUR Dagtarief: 4,50 EUR
Zone 3 (blauw)
Gratis met Europese parkeerschijf (voor de toegelaten max. parkeertijd van 2 uur) Forfaitaire retributie (tarief 1) van 18,00 EUR per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is en betaalbaar door overschrijving op de rekening van de parkeerbeheerder
Gratis met Europese parkeerschijf (voor de toegelaten max. parkeertijd van 2 uur) Forfaitaire retributie (tarief 1) van 18,00 EUR per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is en betaalbaar door overschrijving op de rekening van de parkeerbeheerder
In zone 1 en 2
0,00 EUR voor de eerste 15 minuten bij gebruik van een gratis ticket 30,00 EUR voor een maandabonnement 70,00 EUR voor een kwartaalabonnement 220,00 EUR voor 10 maanden (enkel geldig op dakparking) 250,00 EUR voor een jaarabonnement
0,00 EUR voor de eerste 15 minuten bij gebruik van een gratis ticket 35,00 EUR voor een maandabonnement 85,00 EUR voor een kwartaalabonnement 260,00 EUR voor 10 maanden (enkel geldig op dakparking) 300,00 EUR voor een jaar
Gebruik parkeerabonnement (enkel voor dakparking bibliotheek,parking Gedempte Dender en Papiermolenstraat)
Bewonersvignet a) heeft enkel betrekking op een bewonersvignet bestemd voor personen die hun hoofdverblijfplaats of domicilie hebben in de bovenvermelde gemeente, zone of straat; b) 1e bewonersvignet aan 25,00 EUR volgens de voorwaarden vastgelegd in het ministerieel besluit van 9 januari 2007; c) vanaf de tweede bewonersvignet aan 125,00 EUR volgens de voorwaarden vastgelegd in het ministerieel besluit van 9 januari 2007; d) een verloren , gestolen of beschadigde kaart aan 12,50 EUR/kaart; de kaart die ter vervanging wordt afgeleverd voor een verloren, gestolen of beschadigde kaart, is geldig voor de termijn van de oorspronkelijke kaart; e) in geen enkel geval kan een terugbetaling gevraagd worden, geheel noch gedeeltelijk, van een uitgereikte bewonerskaart. De houders van een bewonersvignet kunnen overeenkomstig de voorschriften in het aanvullend verkeersreglement (gemeenteraadsbesluit van 19 maart 2003 betreffende het aanvullend verkeersreglement ‘Parkeerplan binnenstad’, aangepast met onze besluiten van 17 september 2003, 23 november 2004, 16 februari 2005,10 juli 2007, 18 mei 2011, 16 november 2011 en 11 december 2013) in zone 1, 2 of 3 gratis parkeren zonder tijdsbeperking afhankelijk van de domicilie, voor zover bewonersparkeren toegelaten is. Bewonersparkeren op de dakparking van de bibliotheek is niet toegelaten. Parkeerabonnement a) Het abonnement is geldig vanaf de dag van aflevering, tenzij de aanvrager een andere ingangsdatum verkiest; het abonnement is enkel geldig voor het voertuig waarvan de nummerplaat overeenstemt met deze op het abonnementsbewijs. Het abonnement dient vooraf betaald door overschrijving op de rekening van het stadsbestuur. Verloren , gestolen of beschadigde abonnementskaart aan 12,50 EUR/kaart. De kaart die ter vervanging wordt afgeleverd voor een verloren, gestolen of beschadigde kaart, is geldig voor de termijn van de oorspronkelijke kaart. In geen enkel geval kan een terugbetaling gevraagd worden, geheel noch gedeeltelijk, van een uitgereikt abonnement. De houders van een abonnement kunnen overeenkomstig de voorschriften in het aanvullend verkeersreglement (gemeenteraadsbesluit van 19 maart 2003 betreffende het aanvullend verkeersreglement ‘Parkeerplan binnenstad’, aangepast met onze besluiten van 17 september 2003, 23 november 2004, 16 februari 2005,10 juli 2007, 18 mei 2011, 16 november 2011 en 11 december 2013) in bepaalde zone gratis parkeren zonder tijdsbeperking. Parkeerabonnementen worden afgeschaft in de zone 2 (gele zone) voor de omgeving van de Emiel Van Winckellaan. Dit betekent dat er enkel nog parkeerabonnementen kunnen uitgereikt worden voor de dakparking van de bibliotheek,voor de Gedempte Dender en Papiermolenstraat. De vermelde geldigheidsduur van bestaande parkeerabonnementen blijft van toepassing. Vanaf maart 2014 dient de aanvrager van een parkeerabonnement (hetzij het gaat om een verlenging van een bestaand abonnement of om de aankoop van een nieuw abonnement) een keuze te maken voor ofwel een abonnement voor Gedempte Dender/Papiermolenstraat ofwel voor de dakparking van de bibliotheek
Diverse modaliteiten Artikel 4 Deze retributie is alle dagen van 9.00 tot 18.00 uur van toepassing, uitgezonderd op zon- en feestdagen. De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van hetzij het ticket dat de parkeerautomaat afprint na de betaling van bovenvermelde retributie, hetzij elk ander bewijs dat aan de retributie werd voldaan. Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die een bewonersvignet overeenkomstig het ministerieel besluit van 9 januari 2007 zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig en op de dienstwagens van het stadsbestuur, politie, OCMW Dendermonde en hulpdiensten als dusdanig aangeduid. Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991. Het parkeren van bromfietsen en motorfietsen wordt vrijgesteld van de retributie op parkeren. Deel 3 - Parkeren op de dakparking van de bibliotheek Aanvrager - bedrag van de retributie – parkeerduur – diverse modaliteiten Artikel 5 De retributie is verschuldigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de dakparking van de nieuwe bibliotheek in de Kerkstraat te Dendermonde. De retributie dient voldaan aan de parkeerautomaat opgesteld aan de ingang van de parking volgens de modaliteiten op deze parkeerautomaat. De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het voertuig. De retributie wordt als volgt vastgesteld: Bedrag gedurende de openingsuren van de parking: Gebruik parkeerautomaat Zone 2 (geel)
Gebruik parkeerabonnement
Voor het jaar 2014 Progressief tarief: 1ste uur: 0,60 EUR 2de uur: 0,80 EUR 3de uur: 1,00 EUR Dagtarief: 4,50 EUR Voor het jaar 2014 30,00 EUR voor een maandabonnement 70,00 EUR voor een kwartaalabonnement 220,00 EUR voor 10 maanden 250,00 EUR voor een jaarabonnement
Vanaf 1 januari 2015 Progressief tarief: 1ste uur: 0,60 EUR 2de uur: 0,80 EUR 3de uur: 1,00 EUR Dagtarief: 4,50 EUR Vanaf 1 januari 2015 35,00 EUR voor een maandabonnement 85,00 EUR voor een kwartaalabonnement 260,00 EUR voor 10 maanden 300,00 EUR voor een jaarabonnement
een maximumbedrag van 18,00 EUR per dag indien een voertuig langer geparkeerd blijft dan de openingsuren, deze retributie wordt betaald door overschrijving op de rekening van de parkeerbeheerder, overeenkomstig de richtlijnen vermeld op het parkeerticket dat in dit geval door de parkeerbeheerder op het voertuig wordt aangebracht.
een forfaitair bedrag van 20,00 EUR bij verlies van het parkeerticket of bij onbruikbaarheid van het parkeerticket door beschadiging; In tegenstelling tot parkeren op de openbare weg is er geen vrijstelling voor het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap of voor bromfietsen en motorfietsen; indien de gebruiker de dakparking binnen de 15 minuten na het binnenrijden opnieuw met de wagen verlaat zal geen parkeertijd aangerekend worden. Het ticketje dient wel gevalideerd te worden aan de automaat. De bovenvermelde retributies zijn inclusief het wettelijke BTW-percentage. De dakparking van het nieuwe bibliotheekgebouw in de Kerkstraat te Dendermonde behoort tot het privaat domein van de stad. De stad zal toepassing maken van artikel 6, 2 e lid en 3e lid, 8° van het BTWwetboek.
Deel 4 - vervallen reglementen - toezending Artikel 6 Dit besluit vervangt vanaf 1 januari 2014 volgende besluiten: 19 december 2007 ‘retributie op parkeren’ 21 mei 2008 ‘parkeren in zone E9’ 17 maart 2010 ‘retributie op parkeren - aanpassing reglement’ 7 juli 2010 ‘retributie op het parkeren op de dakparking van het nieuwe bibliotheekgebouw in de Kerkstraat te Dendermonde’ 15 september 2010 ‘retributie op het parkeren op de dakparking van het nieuwe bibliotheekgebouw in de Kerkstraat te Dendermonde - aanpassing gemeenteraadsbesluit van 7 juli 2010’ 19 januari 2011 ‘retributie op het parkeren op de dakparking van het nieuwe bibliotheekgebouw in de Kerkstraat te Dendermonde - aanpassing reglement’ 18 mei 2011 ‘regeling naar aanleiding van toewijzing parkeerbeheer aan privéfirma’ 7 december 2011 ‘tariefaanpassing dakparking bibliotheek en zone 3 – uitbreiding zone 3 4 juli 2012 ‘tariefaanpassing dakparking’ 17 maart 2013 ‘retributie parkeren – tariefaanpassing’ (halve dagticket); en zal worden afgekondigd overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet. Artikel 7 Afschrift van dit besluit zal gestuurd worden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder Parkeerbeheer.
Stemming: 21 stemmen 'ja', 13 stemmen 'neen” (N-VA, Open Vld en Vlaams Belang) 51. Basisonderwijs - organisatie ochtend-, middag- en avondtoezicht De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op ons besluit van 19 december 2001 ‘Basisonderwijs – organisatie ochtend-, middag- en avondtoezicht’, aangepast met ons besluit van 20 februari 2002; Overwegende dat het remgeld op middagtoezicht sedert 1 januari 2002 ongewijzigd is gebleven; Overwegende dat in het kader van de actualisatie van de retributies het billijk is het remgeld op middagtoezicht aan te passen met ingang van 1 januari 2014; Gelet op het voorstel van de stedelijke dienst onderwijs; Gelet op het voorstel van 2 december 2013 van het college van burgemeester en schepenen ; Besluit Artikel 1 In ons besluit van 19 december2001 ‘Basisonderwijs - organisatie ochtend-, middag- en avondtoezicht’, aangepast met ons besluit van 20 februari 2002, wordt in artikel 4 het remgeld op middagtoezicht vastgesteld op 0,35 EUR per kind per dag. Artikel2 Dit besluit gaat in op 1 januari 2014 en zal afgekondigd worden overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet. Artikel 3
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder de directeurs van de gemeentescholen. Stemming: 33 stemmen 'ja'en 1 “onthouding” (Vlaams Belang) 52. Vaststelling waarborg muziekinstrumenten SAMWD - aanpassing - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op ons besluit van 19 december 2007 betreffende de vaststelling van de waarborgen voor muziekinstrumenten van de stedelijke academie voor muziek, woord en dans; Overwegende dat het gamma aan muziekinstrumenten dat wordt uitgeleend is uitgebreid; Overwegende dat het nodig is voor deze bijkomende muziekinstrumenten een waarborgbedrag vast te stellen; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 aan te passen;
Besluit: Voorwerp en termijn Artikel 1 Vanaf het schooljaar 2013-2014 wordt bij verhuur van muziekinstrumenten door de stedelijke academie voor muziek, woord en dans een waarborg geëist. Bedrag Artikel 2 De waarborg wordt vastgesteld op: 75,00 EUR voor gitaar en trompet 135,00 EUR voor dwarsfluit, elektrische gitaar, klarinet en viool 175,00 EUR voor cello, hobo, hoorn en saxofoon 250,00 EUR voor accordeon, alt hobo, bariton sax, contrabas en fagot. Aanvrager Artikel 3 De waarborg is verschuldigd door de leerlingen van de SAMWD. Wijze van invorderen Artikel 4 De waarborg wordt contant ingevorderd tegen afgifte van een ontvangstbewijs of via overschrijving. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 5 Dit besluit vervangt met ingang van 1 januari 2014 ons besluit van 19 december 2007 ‘vaststelling waarborg muziekinstrumenten stedelijke academie voor muziek, woord en dans’ en zal afgekondigd worden overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet. Toezending Artikel 6 Afschrift van dit besluit zal worden gestuurd aan: de hogere overheid financieel beheerder de stedelijke academie voor muziek, woord en dans.
Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 onthouding (Vlaams Belang).
53. Project 100 jaar Groote Oorlog - toegangsgelden activiteiten - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BA – 2011/01 van 10 juni 2011 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2007 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten en vaststelling factuurvoorwaarden; Overwegende dat in het kader van het Project 100 jaar Groote Oorlog allerlei activiteiten worden georganiseerd; Overwegende dat voor bepaalde activiteiten toegangsgelden zullen worden gevraagd; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 om voor bepaalde activiteiten in het kader van het Project 100 jaar Groote Oorlog toegangsgelden te laten vaststellen door de gemeenteraad;
Besluit: Definitie Artikel 1 In het kader van het Project 100 jaar Groote Oorlog worden voor de tentoonstelling ‘Tegen-Strijd’ en het event ‘Stad in As’ toegangsgelden vastgesteld. Bepaling van de toegangsgelden Artikel 2 Tentoonstelling ‘Tegen-Strijd’ Individueel bezoek Voor volwassenen zonder korting: 5,00 EUR per persoon. Min-12 jarigen : gratis Met korting (vrijetijdspas en min-26 jarigen): 3,00 EUR per persoon. Groep- en schoolbezoeken (vanaf 1 september 2014) op afspraak Voor groepen met gids (tot 25 personen): 60,00 EUR voor de gids + 3,00 EUR per persoon Voor scholen met gids: 60,00 EUR voor een klas tot 25 leerlingen Voor scholen zonder gids: 3,00 EUR per leerling (educatieve map incluis). Event op 4, 5 en 6 september 2014 Generale repetitie (donderdag 4 september 2013): 5,00 EUR per persoon Alle deelnemers ontvangen 2 gratis tickets Publieksspektakel ‘Stad in As’ (vrijdag 5 september 2014): 10,00 EUR per persoon Herdenkingsceremonie met optreden Scala (zaterdag 6 september 2014): 15,00 EUR per persoon. Aanvrager Artikel 3 De toegangsgelden zijn verschuldigd door de persoon, vereniging of onderneming die deze aankopen. Wijze van invorderen en betalingstermijn Artikel 4 De toegangsgelden dienen vooraf betaald door de aanvrager,dit kan cash gebeuren en elektronisch. Bekendmaking en inwerkingtreding Artikel 5 Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Gemeentedecreet.
Toezending Artikel 6 Dit reglement wordt toegezonden aan: de toezichthoudende overheid de financieel beheerder de eventmanager.
Stemming: 20 stemmen 'ja' en 14 “onthoudingen” (N-VA, Open Vld, Vlaams Belang en Groen) . 54. Retributie op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op ons besluit van 17 november 2011 betreffende het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein; Overwegende dat dit reglement op 31 december 2013 ten einde loopt; Gelet op de brief van 30 september 2013 van de Intercommunale Vereniging voor Energieleveringen in Midden-Vlaanderen (afgekort Intergem) waarin wordt voorgesteld het huidige reglement te verlengen voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016; Overwegende dat deze retributie een belangrijke compensatie is voor de toezichtkosten door de stad; Gelet op het feit dat de gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied; Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein; Gelet op ons besluit van 21 november 2001 van de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, ten einde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden; Gelet op het feit dat deze code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten, de Vlaamse Administratie van Wegen en Verkeer en van Binnenlandse Aangelegenheden; Gelet op de het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013;
Besluit: Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met de toepassing van de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen. Permanente nutsvoorzieningen zijn : alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof, telecommunicatie, radiodistributie en kabeltelevisie, de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden, alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen. De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente. Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2014 voor een termijn eindigend op 31 december 2016.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,00 EUR, voor werken in voetpaden 1,50 EUR en voor werken in aardewegen 0,90 EUR. Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hogervermelde bedrag(en). Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.
Artikel 3 – Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 EUR per op het grondgebied van de gemeente, aanwezig aansluitingspunt. Deze retributie is verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 - Inning De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 - Bekendmaking en inwerkingtreding Dit besluit wordt van kracht op 1 januari 2014 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 187, lid 2 van het Gemeentedecreet.
Artikel 6 - Toezending
Afschrift van dit besluit zal worden toegestuurd aan: - de hogere overheid - Intergem - de fnancieel beheerder - de stedelijke technische dienst.
Stemming: 33 stemmen 'ja' en 1 “onthouding” (Vlaams Belang)
AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF DENDERMONDE 55. Nieuwe tarieven voor het AGB - goedkeuring De gemeenteraad neemt kennis van: - de aanpassing van de tarieven voor het gebruik van de sportinfrastructuur - de aanpassing van de toegang tot zwembad Olympos - de deelnameprijzen voor de sportkampen - de nieuwe vergoedingen voor de lesgevers van sportkampen en sportlessen. Deze tarieven werden goedgekeurd door het AGB op het directiecomité van woensdag 13 november, op de Raad van Bestuur op maandag 25 november. Het college van Burgemeester en schepenen keurde deze tarieven goed op vrijdag 8 november. De gemeenteraad keurt de aanpassingen van al deze tarieven en de nieuwe vergoedingen voor de lesgevers goed.
Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 56. Begrotingswijziging voor het AGB 2013 - goedkeuring De voorgestelde budgetwijziging werden goedgekeurd door het AGB op het directiecomité van woensdag 13 november en op de Raad van Bestuur van maandag 25 november. Het college van Burgemeester en schepenen keurde deze budgetwijziging goed op vrijdag 8 november. De gemeenteraad keurt de voorgelegde budgetwijziging 2013 goed Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. 57. Budget voor 2014 van het Autonoom Gemeentebedrijf en de meerjarenplanning van 2014 tot en met 2019 - goedkeuring De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2014 en van de meerjarenplanning van het AGB voor de jaren 2014-2019. Dit budget en de meerjarenplanning werden reeds goedgekeurd door het AGB op het directiecomité van woensdag 13 november, op de Raad van Bestuur op maandag 25 november. Het college van Burgemeester en schepenen keurde deze tarieven goed op vrijdag 8 november. De gemeenteraad geeft zijn goedkeuring voor het budget van 2014 en voor de meerjarenplanning Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. OCMW 58. OCMW Dendermonde - goedkeuring stadsdotatie meerjarenplan De gemeenteraad
Gelet op de artikelen 144 en volgende van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 en latere aanpassingen betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010, aangepast met het besluit van 26 november 2012 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheercyclus; Overwegende dat artikel 145 van het OCMW-decreet bepaalt dat het tekort van het OCMW gedragen wordt via de gemeentelijke bijdrage; Overwegende dat bij de overgang van NOB naar BBC een regeling dient getroffen over het saldo van de gemeentelijke bijdrage; Gelet op het overleg tussen de stad en het OCMW waarbij overeengekomen werd als voorschot op de definitieve afrekening van het creditsaldo op de algemene rekening 13 ‘Gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen’ een bedrag van 500.000,00 EUR in 2013 terug te betalen aan de stad; dat het OCMW deze aanpassing nog zal verwerken in een budgetwijziging van 2013; dat met dit voorschot rekening wordt gehouden bij de bepaling van de gemeentelijke bijdrage 2014-2019; Overwegende dat tijdens het overleg tussen de stad en het OCMW bleek dat volgende gemeentelijke bijdragen vereist zijn om aan de opgelegde evenwichtscriteria van de beleids- en beheerscyclus te voldoen: 2014: 7.295.049,71 EUR 2015: 7.295.049,71 EUR 2016: 7.295.049,71 EUR 2017: 7.295.049,71 EUR 2018: 7.295.049,71 EUR 2019: 8.900.000,00 EUR; Overwegende dat de gemeentelijke dotaties aan het OCMW worden toegekend maar niet definitief verworven zijn; Overwegende dat de eventuele overschotten of tekorten van de gemeentelijke bijdragen zullen blijken uit de jaarrekeningen van het OCMW zodat de gemeentelijke bijdragen via bijsturingen van het meerjarenplan zullen aangepast worden op basis van een periodiek overleg tussen stad en OCMW; Overwegende dat er vanaf 2014 per kwartaal een overleg zal gehouden worden tussen de stad en het OCMW; Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Dendermonde zich over het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 in zitting van 23 december 2013 zal uitspreken en dat het meerjarenplan van het OCMW, in zitting van januari 2014 van de gemeenteraad, ter goedkeuring zal voorgelegd worden;
Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt volgende stadsdotaties goed: 2014: 7.295.049,71 EUR 2015: 7.295.049,71 EUR 2016: 7.295.049,71 EUR 2017: 7.295.049,71 EUR 2018: 7.295.049,71 EUR 2019: 8.900.000,00 EUR.
Artikel 2 De stad en het OCMW zullen hun meerjarenplannen en budgetten jaarlijks via overleg bijsturen op basis van de jaarrekeningen van het OCMW. Artikel 3 Per kwartaal zal er tussen de stad en het OCMW een overleg plaatsvinden. Artikel 4 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de toezichthoudende overheid en het OCMW Dendermonde.
Stemming: 20 stemmen 'ja', 10 stemmen 'neen' (N-VA en Vlaams Belang), 4 “onthoudingen” (Open Vld en Vlaams Belang)
EREDIENSTBESTUREN 59. Eredienstbesturen - budgetwijzigingen - kennisname De gemeenteraad Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op het Eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten en het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en het ministerieel besluit van 27 november 2006 waarin de bijhorende modellen werden vastgesteld; Gelet op de ingediende budgetwijzigingen 2013 van de eredienstbesturen van OLV Hemelvaart (Briel Baasrode), OLV Zwijveke, OLV Hemelvaart (Oudegem), St.-Gillis-Binnen, St.-Apollonia, St.-EgidiusBuiten, St.-Gertrudis, St.-Jozef Arbeider, St.-Margareta; Gelet op de afsprakennota tussen de eredienstbesturen, het centraal kerkbestuur en de stad; Gelet op het advies van het representatief orgaan inzake de budgetwijziging 2013 van bovengenoemde eredienstbesturen; Gelet op het advies van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013; Overwegende dat deze budgetwijzigingen geen invloed hebben op de stadsbijdrage aan deze eredienstbesturen; Besluit:
Artikel 1 Er wordt akte genomen van de budgetwijzigingen 2013 van volgende eredienstbesturen : OLV Hemelvaart (Briel Baasrode), OLV Zwijveke, OLV Hemelvaart (Oudegem), St.-Gillis-Binnen, St.Apollonia, St.-Egidius-Buiten, St.-Gertrudis, St.-Jozef Arbeider, St.-Margareta; Artikel 2 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan : - de gouverneur - het bestuur van de eredienst - het centraal kerkbestuur
-
het representatief orgaan de financieel beheerder.
60. Eredienstbesturen - meerjarenplan 214-2019 - goedkeuring - budget 2014 - aktename Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet; Gelet op het Eredienstendecreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten en het decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en het ministerieel besluit van 27 november 2006 waarin de bijhorende modellen werden vastgesteld; Gelet op ons besluit van 18 september 2013 betreffende de afsprakennota tussen de stad, het centraal kerkbestuur en de eredienstbesturen; Gelet op de ingediende meerjarenplannen 2014-2019 en budgetten voor het dienstjaar 2014 van de eredienstbesturen van OLV Hemelvaart (Briel-Baasrode) OLV Zwijveke OLV Dendermonde (Centrum) OLV Hemelvaart (Oudegem) OLV Zeven Weeën St.-Gillis-Binnen St.-Aldegonde St.-Apollonia St.-Egidius-Buiten St.-Gertrudis St.-Jozef Arbeider St.-Lutgardis St.-Margareta (Grembergen) Verenigde Protestantse Kerk Dendermonde; Gelet op de adviezen van het representatief organen inzake het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 van de katholieke eredienstbesturen en de protestantse eredienst; Overwegende dat het eredienstbestuur St.-Gillis-Binnen geen exploitatie- en investeringstoelage vraagt; Overwegende dat het meerjarenplan en het budget 2014 van het eredienstbestuur St.-Ursmarus nog niet werd ingediend; Overwegende dat de in de meerjarenplanning opgenomen exploitatie- en investeringstoelagen passen binnen de krijtlijnen van de afsprakennota; Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013 betreffende de meerjarenplanning 2014-2019 en de budgetten 2014 van de eredienstbesturen;
Besluit: Artikel 1
De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2014-2019 van volgende eredienstbesturen goed: OLV Hemelvaart (Briel-Baasrode) OLV Zwijveke OLV Dendermonde (Centrum) OLV Hemelvaart (Oudegem) OLV Zeven Weeën St.-Gillis-Binnen St.-Aldegonde St.-Apollonia St.-Egidius-Buiten St.-Gertrudis St.-Jozef Arbeider St.-Lutgardis St.-Margareta (Grembergen) Verenigde Protestantse Kerk Dendermonde.
Artikel 2 De gemeenteraad neemt akte van de budgetten 2014 van volgende eredienstbesturen: OLV Hemelvaart (Briel-Baasrode) OLV Zwijveke OLV Dendermonde (Centrum) OLV Hemelvaart (Oudegem) OLV Zeven Weeën St.-Gillis-Binnen St.-Aldegonde St.-Apollonia St.-Egidius-Buiten St.-Gertrudis St.-Jozef Arbeider St.-Lutgardis St.-Margareta (Grembergen) Verenigde Protestantse Kerk Dendermonde.
Artikel 3 De exploitatie- en investeringstoelage 2014 aan de eredienstbesturen op het grondgebied van Dendermonde wordt als volgt vastgesteld en zal voorzien worden in het budget 2014 van de stad: Eredienstbestuur OLV Hemelvaart (Briel-Baasrode) OLV Zwijveke OLV Dendermonde (Centrum) OLV Hemelvaart (Oudegem) OLV Zeven Weeën St.-Aldegonde St.-Apollonia
Exploitatietoelage in EUR 9.854,30 of 50 % van 19.708,59
Investeringstoelage in EUR 0,00
9.244,99
0,00
105.805,54
17.306,75
3.280,84
5.500,00
20.596,88
3.933,00
2.134,33
4.000,00
12.537,74
28.000,00
St.-Egidius-Buiten
53.367,47
37.420,00
St.-Gertrudis
23.577,29
0,00
St.-Jozef Arbeider
20.362,67
15.000,00
7.264,96
0,00
45.102,64 6.350,65 of 67,96 % van 9.344,69
30.760,00 14.271,60 of 67,96 % van 21.000,00
St.-Lutgardis St.-Margareta Verenigde Protestantse Kerk Dendermonde
Artikel 4 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan : - de gouverneur - het bestuur van de eredienst - het centraal kerkbestuur - het representatief orgaan - de financieel beheerder.
Stemming: 34 stemmen 'ja', 0 stemmen 'neen', 0 onthouding(en) en 0 blanco stemmen. FINANCIËN 61. Stadsbudget 2013 - budgetwijziging 3/2013 - goedkeuring De gemeenteraad Gelet op het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BB 2012/1 van 20 juli 2012 betreffende de instructies voor het opstellen van de budgetten en meerjarenplannen voor 2013 van de gemeenten en de OCMW’s van het Vlaamse Gewest; Gelet op ons besluit van 19 december 2012 waarbij de raad het stadsbudget 2013 goedkeurt; Gelet op onze besluiten van 19 juni 2013 en 20 november 2013 waarbij de raad de budgetwijziging nr. 1, respectievelijk nr.2 van stadsbudget 2013 goedkeurt; Overwegende dat met het oog op de opmaak van het budget 2014 en de meerjarenplanning 2014-2019 het noodzakelijk is de investeringsenveloppes in 2013 met betrekking de meerjarenplanning 2014-2018 af te sluiten; Overwegende dat het stadsbudget 2013 om technische redenen een derde maal dient bijgestuurd; Gelet op het advies van 3 december 2013 van het managementteam in verband met het ontwerp van budgetwijziging nr. 3/2013. Gelet op de bespreking van deze budgetwijziging door het college van burgemeester en schepenen op 2 december 2013;
Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt de budgetwijziging nr.3/2013 van het stadsbestuur Dendermonde goed. Deze budgetwijziging omvat volgende documenten officiële schema’s. Deze documenten maken integraal deel uit van dit besluit. Artikel 2
De budgetwijziging nr. 3/2013 resulteert in volgende resultaten: resultaat op kasbasis 2013: plus 1.585.737,00 EUR. autofinancieringsmarge 2013: min -2.653.169,00 EUR. Artikel 3 Ingevolgde de budgetwijziging nr. 3/2013 wijzigt de huidige beleids-/doelstellingennota niet. Artikel 4 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de provinciegouverneur. Stemming: 20 stemmen 'ja', 12 stemmen 'neen' (N-VA en Open Vld) en 2 “onthoudingen” (Vlaams Belang en Groen) 62. Stad Dendermonde - meerjarenplan 2014-2019, strategische en financiële nota en toelichting budget 2014- goedkeuring De gemeenteraad Gelet op artikel 146 van het Gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 van 22 maart 2013 betreffende de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014 – 2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de omzendbrief BB 2013/8 van 18 oktober 2013 betreffende de veralgemeende invoering van de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de voorbereidende werkzaamheden van het managementteam in verband met de omgevingsanalyse en het meerjarenplan; Gelet op de voorbereidende werkzaamheden door het college van burgemeester en schepenen en de bespreking van het meerjarenplan in de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 2 december 2013; Overwegende dat het meerjarenplan loopt van 2014 tot en met 2019 en dat dit meerjarenplan een strategische nota, een financiële nota en toelichtingen omvat; Overwegende dat het budget 2014 volgt uit het meerjarenplan;
Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2014 – 2019, de financiële nota, toelichting en budget 2014 van het stadsbestuur Dendermonde goed. Dit meerjarenplan omvat volgende documenten: de strategische nota met de prioritaire doelstellingen; de financiële nota, bestaande uit het financiële doelstellingenplan en de staat van het financiële evenwicht; de vereiste toelichtingen.
Artikel 2 Afschrift van dit besluit zal gezonden worden aan de provinciegouverneur. Het meerjarenplan zal tevens digitaal gerapporteerd worden aan de Vlaamse overheid.
Stemming: 20 stemmen 'ja', 13 stemmen 'neen' (N-VA, Open Vld en Vlaams Belang) en 1 onthouding (Groen).
-----De voorzitter sluit de vergadering om 3.30 uur. ------
Elke De Man stadssecretaris
Piet Buyse burgemeester-voorzitter