NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE Uitwerkingsplan Lingekwartier Ruimtelijk Kader: regionaal Linieperspectief Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied - regio Oost | Rosendaalsestraat 64 Arnhem | postbus 9079 6800 ED Arnhem | 026 3781200 | www.dienstlandelijkgebied.nl
RUIMTELIJK KADER voor de ontwikkeling van de
NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE tussen
LEK & WAAL
Gemeente Lingewaal
- provincie Gelderland, gemeenten Geldermalsen en Lingewaal, Waterschap Rivierenland, Staatsbosbeheer -
COLOFON opdrachtgever stuurgroep Lingekwartier stuurgroep Lingekwartier gemeente Geldermalsen (voorzitter) gemeente Lingewaal provincie Gelderland waterschap Rivierenland Staatsbosbeheer projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie (adviseur) ambtelijke werkgroep Lingekwartier gemeente Geldermalsen gemeente Lingewaal provincie Gelderland waterschap Rivierenland Staatsbosbeheer Dienst Landelijk Gebied - regio oost opdrachtnemer Dienst Landelijk Gebied - regio Oost Pieter van Heteren, procesmanager Kees van der Velden, landschapsarchitect versie 3.0
definitief
datum december 2009 afbeeldingen projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie Topografische Dienst / Kadaster DKLN Eurosense Meetkundige Dienst RPS BCC Rietveld Landscape Dienst Landelijk Gebied
INHOUD
1. INLEIDING 007 1.1 Panorama Krayenhoff 009 1.2 Project Lingekwartier 011 1.3 Ruimtelijk Kader 011 1.4 Plangebied 013 1.5 Proces en status 013 2. TUSSEN LEK EN WAAL 015 2.1 Landschap 017 2.2 Nieuwe Hollandse Waterlinie 019 2.3 Diefdijklinie 021 3. ONTWIKKELINGEN 023 3.1 Publieke ambitie 025 3.2 Particuliere energie 027 4. LINIEPERSPECTIEF REGIO 029 4.1 Samenhang NHW & LOP 031 4.2 Regionaal Linieperspectief 033 4.3 Ruimtegebruik in het Waterlinielandschap 038 5. LINIE IN ONDERDELEN 043 5.1 Hoofdverdedigingslijn 045 5.2 Inundatiekommen 049 5.3 Accessen en verdedigingswerken 081 5.4 Veilige zijde 107 5.5 Detaillering 115 6. UITVOERING 117 6.1 Samenhangende deelgebieden 119 6.2 Thematische opgaven 119
1. INLEIDING
In dit inleidende hoofdstuk worden aanleiding, doel, plangebied, proces en status van het ‘Ruimtelijk Kader’, als onderdeel van het ‘Uitwerkingsplan Lingekwartier’, weergegeven.
hoge stuw langs de Nieuwe Zuiderlingedijk
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
7
historische inundatie
soldaten bij Asperen 1938
Fort bij Vuren
historische inundatie
overzichtskaart Nieuwe Hollandse Waterlinie
8
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
1.1 Panorama Krayenhoff
In 2004 is ‘Panorama Krayenhoff - Linieperspectief’ opgesteld. Het is de visie op de toekomst van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is één van de meest indrukwekkende verdedigingslinies die ons land heeft gekend. Over een lengte van 85 kilometer vormde ze één systeem, met één doel en één beheerder. De Linie was bedoeld ter verdediging van het westen van Nederland. Wanneer vijandelijke legers in aantocht waren, konden brede stroken weiland tussen Muiden en de Biesbosch onder water gezet worden. De vijand zou daarin vastlopen. Kwestbare delen van de Linie, hooggelegen terreinen en accessen bij (spoor)wegen en rivieren werden onder controle gehouden vanuit forten en ander bouwwerken. De Waterlinie heeft officieel gefunctioneerd van 1815 tot 1963. De Linie is echter nooit in haar geheel geïnundeerd. In 1939 en 1940 is een deel van de Linie ten zuiden van de Linge onder water gezet. Na 1945 verloor het systeem geleidelijk zijn noodzaak, het onderhoud kwam op een laag pitje te staan en de beperkingen die de Linie stelde aan landbouw en stadsuitbreiding kwamen te vervallen. Na 1963 verbrokkelde ook het beheer. Hoewel de militaire noodzaak is verdwenen, kan de Waterlinie wel degelijk van betekenis zijn. Het Linieperspectief kent er drie eigentijdse ambities aan toe. Als deel van het ‘nationale geheugen’ draagt de Linie bij aan het historisch besef en de regionale identiteit, als ‘megasingel door de Deltametropool’ is de Linie een rustige en groene tegenhanger van het stedelijk netwerk en als hydrologische machinerie kan de Linie wezenlijk bijdragen aan het gemoderniseerde waterbeheer van de 21ste eeuw. Het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie stelt zich ten doel de Waterlinie als onderdeel van het Nederlands cultureel en landschappelijk erfgoed tot een herkenbare ruimtelijke eenheid te maken en duurzaam in stand te houden. Hiertoe zullen eigentijdse functies (zoals recreatie en toerisme, waterbeheer, landbouw, natuur, verkeer en vervoer) nader worden ingevuld, cq. aan de Linie worden toegevoegd, met als uitgangspunt de Belvederegedachte ‘behoud door ontwikkeling’.
Dienst Landelijk Gebied
In 2006 is Panorama Krayenhoff vertaald in het ‘Overkoepelend Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie’. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is in de Nota Ruimte aangewezen als Nationaal Landschap. Aansluitend op de kernkwaliteiten van het Nationale Landschap staan in het uitvoeringsprogramma drie ambities centraal: - een herkenbaar Waterlinieprofiel het versterken van de ruimtelijke ontwikkeling en vormgeving; - de Waterlinie in de hoofden en de harten ontwikkelen en profileren van de Waterlinie als een liefhebberslandschap; - en het duurzaam gebruik realiseren van maatschappelijke en economisch duurzame bestemmingen. De uitvoering is grotendeels regionaal georganiseerd in projectenveloppen. Het Waterliniegebied tussen Lek en Waal bestaat uit de projectenveloppes Diefdijk en Loevestein, en een klein gedeelte, met Fort bij Everdingen, in Linieland. In de enveloppen Diefdijk en Loevestein manifesteert de Nieuwe Hollandse Waterlinie zich als één systeem. De Waterlinie is hier herkenbaar als een samenhangend geheel van landschappelijke onderdelen en specifieke militaire elementen. In het bijzonder is de hoofdverdedigingslijn goed waar te nemen. Deze neemt hier de vorm aan van een vijftien kilometer lange dijk, voorzien van sluizen, forten, kazematten en groepsschuilplaatsen. De doelen voor het gebied tussen de Lek en de Waal laten zich samenvatten in vier streefbeelden: duurzaam veilig stellen van forten met hun schootsvelden en inundatiegebieden, het toevoegen van economische en publieke functies, het beleefbaar maken van de samenhang door openbare toegankelijkheid en uitbreiding van recreatieve netwerken, en het versterken van de openheid, onder meer door natuurontwikkeling en vernatting.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
9
Leerdam
Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk
Acquoy Asperen
Fort bij Asperen
Linge
uid eZ
w
eu
Ni
k
dij
ge
in erl
Fort bij de Nieuwe Steeg
luchtfoto van het plangebied Lingekwartier
10
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
1.2 Project Lingekwartier
1.3 Ruimtelijk Kader
Een belangrijk onderdeel van de uitvoering van het Linieperspectief is het Uitwerkingsplan ‘Lingekwartier’. Het is een uitwerking van de ambities van het Pact van Loevestein, neergelegd in het programmaplan ‘Doelgericht uitvoeren’ van de enveloppen Diefdijk en Loevestein. Onder leiding van een stuurgroep bestaande uit de provincie Gelderland, de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal, Waterschap Rivierenland en Staatsbosbeheer wordt een Uitwerkingsplan opgesteld met daarin de ruimtelijke, cultuurhistorische en landschappelijke maatregelen voor het plangebied Lingekwartier, in samenhang met een impuls in (deels nieuwe) regionale economische dragers. Het plangebied van het Lingekwartier behelst globaal het gebied tussen Fort bij Asperen en Fort bij de Nieuwe Steeg. Het gebied omvat vanuit de Nieuwe Hollandse Waterlinie bezien het zogenaamde Linge-acces met naast de forten ook het unieke waaiersluizencomplex, de hoofdverdedigingslijn (Meerdijk en Nieuwe Zuiderlingedijk), een deel van de mogelijke verdichtingsvelden ten westen van de hoofdverdedigingslijn en het cluster van groepsschuilplaatsen en de verbinding met het Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk.
Dit rapport gaat over het Ruimtelijk Kader. Het Ruimtelijk Kader plaatst de investeringen in het Lingekwartier in groter verband. Dit is noodzakelijk omdat:
De partijen beogen met het project Lingekwartier (Intentie-overeenkomst): - de restauratie en (verdere) ontwikkeling van Fort bij Asperen en Fort bij de Nieuwe Steeg, de waaiersluizen en de overige kenmerkende elementen zoals de groepsschuilplaatsen; - versterking van de samenhang tussen beide forten en de omgeving (zowel landschappelijk als in benutting); - het versterken van het fysieke Waterlinieprofiel bestaande uit behoud van het open linielandschap en de daarbij passende bestemming in de voormalige inundatiegebieden en schootsvelden, het accentueren van de hoofdverdedigingslijn en waar passend verdichten aan de westzijde van de hoofdverdedigingslijn; - het vergroten van de toegankelijkheid en beleefbaarheid en daarmee benutten van de (recreatieve) potenties van het gebied en het realiseren van de daarbij behorende infrastructuur; - het versnellen danwel inpassen van bestaande opgaven op het gebied van natuur (EHS) en waterbeheer.
Doel Ruimtelijk Kader Het Ruimtelijk Kader is bedoeld als toetsingskader en inspiratiebron. Als toetsingskader is het Ruimtelijk Kader een richtlijn voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het Waterlinielandschap. Het stelt de verantwoordelijke partijen in staat initiatieven te beoordelen. Past een aanvraag voor vestiging van een nieuw bedrijf in de gedachte van de Waterlinie? Is het aanplanten van bos op deze locatie verantwoord? De toetsing gebeurt aan de hand van een regionaal Linieperspectief. Aan de hand van streefbeelden, opgaven en criteria wordt een globaal beeld geschetst van het gewenste toekomstige landschap. Dit streefbeeld combineert de huidige kwaliteiten van het gebied met beleidsopgaven en streekwensen. Dit perspectief voor de regio is geen concreet, vast omlijnd eindplan. Dat is ongewenst en zal ook nooit slagen. Het Ruimtelijk Kader geeft een globaal toekomstbeeld, een koers op hoofdlijnen, waardoor lopende en toekomstige initiatieven dezelfde richting op ontwikkelen. Als inspiratiebron reikt het kader voorbeelden voor een gebiedseigen ontwikkeling van het Waterlinielandschap aan. Een kwalitatief hoogwaardige ontwikkeling hangt nauw samen met bewustwording van de kwaliteiten van het Linielandschap. Wat bepaalt de eigenheid van de Waterlinie tussen de Lek en de Waal? Uitleg van het functioneren van het systeem in dit landschap en het aanreiken van omgangsvormen draagt bij aan gebiedseigen en kwalitatieve landschapsbouw. Het is een uitnodiging tot samenwerking en een uitdaging nieuwe Waterlinie-projecten op te pakken.
Het Uitwerkingsplan Lingekwartier bestaat uit twee delen; een Ontwikkelingsplan en een Ruimtelijk Kader. Het Ontwikkelingsplan bestaat uit een ontwerp en een kostenopgave voor het plangebied Lingekwartier. Het Ruimtelijk Kader is een kader voor ruimtelijke ontwikkeling in het Waterliniegebied tussen Lek en Waal, waardoor het project Lingekwartier in samenhang met het groter geheel wordt gebracht. Uitgangspunt voor het Uitwerkingsplan Lingekwartier is het aansluiten de ontwikkeling van Fort bij Asperen tot ‘Kunsteiland’ en Fort bij de Nieuwe Steeg tot ‘GeoFort’.
Dienst Landelijk Gebied
de Nieuwe Hollandse Waterlinie een samenhangend systeem is Het gebied tussen de Lek en de Waal functioneerde als een eenheid. Het Linge-acces is hier een belangrijk onderdeel van. Het historisch functioneren van het acces is niet los te zien van de omringende inundatiekommen. Het is daarom van belang voor het toekomstig functioneren het groter verband bij de planvorming te betrekken. een ‘schaalsprong’ tussen Panorama Krayenhoff en het Lingekwartier nodig is De opgaven op nationaal schaalniveau van Panorama Krayenhoff moeten vertaald worden naar regio-specifieke opgaven, voordat lokale investeringsmaatregelen genomen kunnen worden. Dit is noodzakelijk om tot een inhoudelijk samenhangend geheel te komen. In het Uitvoeringsprogramma worden op hoofdlijnen de regionale opgaven voor de enveloppen Diefdijk en Loevestein beschreven. Dit Ruimtelijk Kader geeft een inhoudelijke verdiepingsslag.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
11
Fort Everdingen Lek
ho
ofd
ver ded
igin
gsl
ijn
Werk aan het Spoel
inundatiekom 7
plangrens Ruimtelijk Kader binnen gemeentegrenzen Geldermalsen en Lingewaal
Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk
Linge
‘veilige zijde’ Asperen-Heukelum Fort bij Asperen Fort bij de Nieuwe Steeg
‘veilige zijde’ Hooge Veld en Spijksche Veld inundatiekom 9
Gorinchem
Fort bij Vuren
Waal
12
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
1.4 Plangebied Ruimtelijk Kader
1.5 Proces en status
Het plangebied bestaat uit het het Belvederegebied en Nationaal Landschap De Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Lek en de Waal, op het grondgebied van de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal. Dit bestaat uit de hoofdverdedigingslijn, de verdichtingsvelden, open velden en Liniegezichten zoals benoemd in Panorama Krayenhoff en het Uitvoeringsprogramma.
Vooafgaand aan het opstellen van het Uitwerkingsplan Lingekwartier heeft er een ‘Gebiedsverkenning’ plaatsgevonden. Bureau SLA en P2Landschapsarchitecten hebben met diverse ontwerpmodellen de ontwikkelingsmogelijkheden van het Lingekwartier onderzocht. In ‘het Lingekwartier - Themanummer 4’ is een samenvatting van deze ontwerpstudie opgenomen.
Het plangebied beslaat bijna het gehele gebied tussen Lek en Waal. Het grondgebied van gemeente Culemborg, gemeente Gorinchem en het bebouwingslint van de Diefdijk op Zuid-Hollandse en Utrechtse zijde worden buiten beschouwing gelaten, omdat deze overheden geen deel uitmaken van de Stuurgroep Lingekwartier. Om een compleet beeld te schetsen van de regio Lek-Waal worden deze gebieden wel voorzien van een globaal advies (hoofdstuk 4-7). Zo wordt ook advisering voor de inrichting van de EVZ Diefdijk en de robuuste verbindingszone NHW meegenomen. Waterschap Rivierenland is trekker van de EVZ Diefdijk en Provincie Gelderland is verantwoordelijk voor de robuuste verbindingszone. Geadviseerd wordt het plangebied voor het Ruimtelijk Kader uit te breiden tot de complete invloedssfeer van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Lek en de Waal om de samenhang tussen de ruimtelijke ontwikkelingen te borgen.
CULEMBORG Gelderland
GIESSENLANDEN Zuid Holland
GORINCHEM Zuid Holland
LINGEWAAL Gelderland
Dienst Landelijk Gebied
De Dienst Landelijk Gebied - regio Oost is verantwoordelijk voor het opstellen van het Uitwerkingsplan Lingekwartier, samen met de ambtelijke werkgroep, bestaande uit provincie Gelderland, de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal, Waterschap Rivierenland en Staatsbosbeheer. Voor het opstellen van het Ontwikkelingsplan is RPS BCC ingeschakeld, samen met communicatiebureau De Lynx en Rietveld Landscape. Het Ruimtelijk Kader is door DLG-regio Oost opgesteld. Het Ruimtelijk Kader is tot stand gekomen door gebieds- en beleidsanalyses en diverse gesprekken in consultatierondes met betrokken (semi)overheden (zowel ambtelijk als bestuurlijk), belangengroeperingen en omwonenden.
VIANEN Utrecht
LEERDAM Zuid Holland
Na de Gebiedsverkenning is de Intentie-overeenkomst Lingekwartier gesloten. Het opstellen van het Uitwerkingsplan Lingekwartier komt hier uit voort. Het maken van het Ruimtelijk Kader gebeurt parallel aan het opstellen van het Ontwikkelingsplan Lingekwartier. Dit beperkt de doorlooptijd van de planvorming en zorgt voor een continue aanscherping van het toetsingskader door de ervaringen die worden opgedaan in het veld bij het opstellen van de concrete inrichtingsmaatregelen voor het Lingekwartier.
GELDERMALSEN Gelderland
Het Ruimtelijk Kader heeft, na goedkeuring van het Uitwerkingsplan Lingekwartier door de gemeenteraden van Geldermalsen en Lingewaal, de status van beleidsdocument, vergelijkbaar met het landschapsontwikkelingsplan (LOP). Het Ruimtelijk Kader is een uitwerking van het LOP voor het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit betekent dat de gemeenten dit kader gaan hanteren bij de beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied en eventueel voorwaarden aan deze ontwikkelingen kunnen verbinden, zodat deze passend zijn in de gedachte van de Waterlinie. Het Ruimtelijk Kader is geen formeel juridisch kader; de juridische kaders voor ontwikkelingen in het buitengebied zijn met name de bestemmingsplannen van de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal. In het vervolgtraject dient onderzocht te worden of aanpassing van de bestemmingsplannen en andere beleidsmatige en juridische kaders noodzakelijk is.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
13
Dienst Landelijk Gebied
2.
TUSSEN LEK EN WAAL
Dit hoofdstuk geeft een globale omschrijving van het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, tussen de Lek en de Waal.
groepsschuilplaatsen en kazematten langs de Diefdijk
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
15
Lek
Culemborg
N320
De Regulieren
A2
Leerdam
spoorlijn Culemborg Tiel-Leerdam
N327 Asperen
Linge
N848
A15/Betuwelijn
Gorinchem
Waal
16
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
topografie van het Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Lek en de Waal
Dienst Landelijk Gebied
2.1 Landschap
Het landschap, gevormd door de grote rivieren, is sterk oost-west georiënteerd. Op regionale schaal bezien bestaat het landschap van noord naar zuid uit: - de Lek met haar uiterwaarden; - de oeverwallen van de Lek, met diverse boomgaarden; - de grote, deels besloten kom van de Culemborgerwaard met broekbossen en grienden; - de Linge met haar uiterwaarden en oeverwallen met dorpen, lintbebouwing en boomgaarden; - de grote, open kom van de Tielerwaard; - de oeverwallen van de Waal; - en de Waal met haar uiterwaarden. Op de hogere gronden, de oeverwallen, hebben de bewoners van het rivierengebied zich van oudsher gevestigd; daar zijn de dorpen ontstaan en werden akkers en boomgaarden aangelegd. In de laaggelegen, natte kommen hadden de rivieren langer vrij spel. Deze gronden werden later ontgonnen en in gebruik genomen als weiland en hooiland. Op de meest moerassige plekken werden de gronden economisch benut door aanleg van eendekooien en grienden.
De belangrijkste natuurgebieden zijn De Regulieren, de Nieuwe Zuiderlingedijk en delen van de Linge-uiterwaarden. De Regulieren bestaat uit populierenbossen, wilgengrienden en hooilanden op oude kleigronden. Er liggen oude eendekooien in het gebied. Langs de Nieuwe Zuiderlingedijk liggen rietmoerassen, moerasbos van zwarte els, wilg en en nat elzenbos, afgewisseld met half-natuurlijke gras- en hooilanden. In de Linge-uiterwaarden is een mix van natuurwaarden aanwezig, zoals grienden, wielen, vochtige graslanden en moerassen, afgetichelde graslanden, kleien zandputten. De wateraan- en afvoer vindt vrijwel alleen plaats via de Linge. Het water van de Culemborgerwaard wordt via het gemaal De Nieuwe Horn bij Leerdam op de Linge geloosd. Gemaal ‘De Laar’ bij Gellicum en gemaal ‘Broekse Sluis’ in Spijk bemalen het westelijk deel van de Tielerwaard. Het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt doorsneden door de A15, gebundeld met de Betuwelijn, de spoorlijn Tiel-Leerdam en de A2. De provinciale weg N848 verbindt de A15 met Leerdam. De N327 verbindt Leerdam en Geldermalsen. De N320 verbindt Culemborg en de A2 met elkaar.
Het gebied is overwegend in agrarisch gebruik; met name melkveehouderij in de kommen en fruitteelt op de oeverwallen. De grote kernen in en om het gebied zijn Culemborg, Leerdam en Gorinchem. De kleinere stadjes, dorpen en buurtschappen in het Waterliniegebied zijn Asperen, Acquoy, Heukelum, Spijk, Vogelswerf en Vuren. Het gebied heeft een sterk landelijk karakter. Enkele bedrijventerreinen bevinden zich ten zuiden van de A15, bij Gorinchem, bij de afslag Vuren, langs de Waal en op een enkele plek langs de Linge (Koornwaard).
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
17
systeem van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen Lek en Waal (Steenbergen)
18
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
2.2 Nieuwe Hollandse Waterlinie
De Nieuwe Hollandse Waterlinie had één helder doel: het verdedigen van Holland tegen vijandelijke legers. Onderwaterzetting moest de vijand tegenhouden. Deze waterbarriere was enkele kilometers breed en enkele tientallen centimeters diep. De onder water gezette velden waren zo breed dat de vijand er niet of nauwelijks overheen kon schieten en zo ondiep dat de waterplas onbevaarbaar was en sloten en greppels onzichtbaar werden. Een ingenieus stelsel van kanalen, inlaatpunten, gemalen en dammen zorgde ervoor dat alle inundatievelden in enkele dagen onder water gezet konden worden. De meest kwetsbare plekken in de verdediging vormden de accessen; de hoger gelegen gronden, wegen, spoorlijnen, dijken en rivieren waardoor de vijand toegang had door de onder water gezette velden. Deze accessen werden met geschut verdedigd, vanuit forten en andere verdedigingswerken. De Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Lek en de Waal heeft een sterk landelijk, groen en open karakter door de relatieve afwezigheid van bebouwing. De Linie bestaat uit een aantal onderdelen: hoofdverdedigingslijn De hoofdverdedigingslijn was de grens tussen de inundatiegebieden en de veilige zijde én de verbindingslijn tussen de noordelijk en zuidelijk gelegen onderdelen van de Linie. Tussen de Lek en de Waal is de hoofdverdedigingslijn over grote lengte zeer markant aanwezig, omdat deze samenvalt met de Diefdijklinie, bestaande uit de Diefdijk, Meerdijk, Nieuwe Zuiderlingedijk en Zuiderlingedijk. Bij het gemaal ‘Broekse Sluis’ bij Spijk, verlaat de hoofdverdedigingslijn de dijk. Tussen de Linge en de Waal is de hoofdverdedigingslijn nauwelijks waarneembaar. Er is geen sprake van grote dijklichamen, enkel een aantal lage kaden markeert deze grenslijn. Ten oosten van Gorinchem is de verdedigingslijn na 1915 verplaatst. Voor die tijd was inundatie mogelijk tot aan de vestingstad, daarna liep de scheiding tussen droog en nat ongeveer tussen de dorpen Kedichem aan de Linge en Dalem aan de Waal. Het spoor van groepsschuilplaatsen dat zich door de westelijke Tielerwaard slingert, maakt de lijn enigszins zichtbaar. inundatiekommen Het gebied bestaat uit drie inundatiekommen: kom 7: Lek - Linge, kom 8: Linge en kom 9: Linge -Waal. De noordelijke kom werd gevuld met water uit de Lek, dat werd ingelaten door een (inmiddels verdwenen) waaiersluis bij Werk het Spoel en later ook bij het Fort Everdingen en de (inmiddels verdwenen) Acquoyse hulpsluis. De zuidelijke kom werd gevuld met Waalwater via de sluis bij Dalem en de Herwijnse uitwateringssluis bij Fort bij Vuren. De kommen werden tevens vanuit de Linge geïnundeerd door het sluiten van de Lingesluizen bij Asperen en het openen van de
Dienst Landelijk Gebied
waaiersluizen bij Fort bij Asperen en de Wapenplaats. De inundatiewet van 1896 voorzag in de bevoegdheid om het land onder te laten lopen. Curieus is dat de Inundatiewet van 1896 als ‘Wet Militaire Inundatiën’ in formele zin nog steeds rechtsgeldig is. De wet is gewijzigd in 1988, 1989 (i.v.m. Nieuw Burgelijk Wetboek) en 1996 (i.v.m. Invoeringswet Coördinatiewet). accessen en verdedigingswerken De belangrijkste accessen zijn de grote rivieren met de bijbehorende dijken; de Lek, de Waal en temidden van het gebied de rivier de Linge. De Lek werd vanaf de zuidoever verdedigd door de forten Everdingen en Werk aan het Spoel. Fort bij Vuren is aanlegd om het acces van de Waal te verdedigen, als onderdeel van de Vestingdriehoek Gorinchem-Loevestein-Woudrichem. De spoorlijn Tiel-Leerdam werd verdedigd door Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk. Voor de verdediging van het Linge-acces zijn Fort bij Asperen, met de Wapenplaats, en Fort bij de Nieuwe Steeg aangelegd. Deze forten zijn aangevuld met een uitgebreid stelsel van groepsschuilplaatsen, kazematten, batterijplaatsen en andere verdedigingswerken, inspelend op de voortschrijdende ontwikkeling van het militair geschut. Deze ‘betonwerken’ zijn zeer kenmerkend voor de Waterlinie; ze geven de hoofdverdedigingslijn de identiteit van militaire lijn. Zonder deze werken is de hoofdverdedigingslijn ‘enkel’ een stelsel van dijken, zonder zichtbare militaire betekenis. In paragraaf 5.3 wordt uitgebreid ingegaan op de aanwezige betonwerken in het gebied en hun toekomstwaarde. Verboden Kringen In 1853 werd de Kringenwet ingesteld om het zicht op de schootsvelden rond de forten open te houden. In cirkels om de forten heen golden beplantings- en bouwrestricties in verschillende gradaties. In de kleine kring, binnen 300 meter van het fort was enkel bouwen in hout toegestaan, zodat ten tijde van oorlogsdreiging de bebouwing snel afgebrand of geruimd kon worden. In de middelste kring, tussen 300 en 600 meter was bouwen in steen voor de onderste 50 centimeter en schoorstenen toegestaan, aangevuld met hout. In de grote kring, tussen 600 en 1000 meter, golden geen bouwbeperkingen maar was de overheid bevoegd om bij oorlogsdreiging te ruimen. Tussen de Lek en de Waal zijn de Verboden Kringen van Fort Everdingen, Werk aan het Spoel, Fort bij Asperen, Fort bij de Nieuwe Steeg en Fort bij Vuren aanwezig. Het Ruimtelijk Kader focust zich op de Verboden Kringen van het Linge-acces. Mede door de Kringenwet, die tot 1963 van kracht is geweest, kenmerken de gebieden binnen de Verboden Kringen zich door de relatieve leegte. Dit betekent niet dat er geen gebouwen staan, maar de hoeveelheid bebouwing is al die jaren beperkt gebleven.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
19
INTERMEZZO Inundatiewet 1896 WET VAN DEN 15den APRIL 1896 (St.bl. n°. 71), HOUDENDE BEPALINGEN TER UITVOERING VAN ARTIKEL 152, 2de LID, DER GRONDWET. In naam van Hare Majesteit Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wij EMMA, Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk, Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut ! doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat, volgens artikel 152, 2de lid, der Grondwet, het gebruik van eigendom tot het voorbereiden en het stellen van militaire inundatiën wanneer dit wegens oorlog of oorlogsgevaar wordt gevorderd, bij de wet moet worden geregeld; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. Wanneer, in geval van oorlog of oorlogsgevaar militaire inundatiën moeten worden voorbereid of gesteld, kan zulks niet dan op last of krachtens machtiging van den Minister van Oorlog geschieden. Artikel 2. Wanneer, tot het voorbereiden of het stellen van militaire inundatiën ten gevolge van den last of krachtens de machtiging in artikel 1 bedoeld, het gebruik van eigendom wordt gevorderd, al dan niet gepaard gaande met wijziging, tijdelijke of voortdurende onbruikbaarmaking of vernietiging van dat eigendom, kan, op last van de hoogste militaire overheid ter plaatse aanwezig, onmiddellijk tot dat gebruik worden overgegaan. Deze zorgt onverwijld voor openbare bekendmaking ter plaatse. Artikel 3. Te rekenen van het tijdstip der in het vorige artikel bedoelde openbare bekendmaking zijn de beheerders van waterstaatswerken, gelegen binnen het te inundeeren gebied of welke in betrekking staan met het voorbereiden of het stellen van militaire inundatiën, verplicht de bevelen na te komen, welke hun, in verband met het voorbereiden of het stellen van de inundatiën, met betrekking tot hun beheer worden gegeven door de hoogste militaire overheid ter plaatse aanwezig, en zijn evengemelde beheerders alsmede de eigenaren en gebruikers van binnen dat gebied gelegen eigendommen verplicht aan genoemde militaire overheid, desverlangd, de voor het voorbereiden of stellen der inundatiën noodige inlichtingen te verstrekken. Artikel 4. Zoodra het gebruik, bedoeld in artikel 2, niet meer noodig is, wordt het gebruikte eigendom door of vanwege den Minister van Oorlog weder geheel ter beschikking van de rechthebbenden gesteld. De wederbeschikbaarstelling wordt door genoemden Minister ter algemeene kennis gebracht. De Minister van Oorlog is bevoegd, voor rekening van den staat, het gebruikte
20
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
eigendom terug te brengen in den toestand, waarin het zich vóór de ingebruikneming bevond. Artikel 5. Wanneer door het voorbereiden of het stellen van de militaire inundatiën in de vorige artikelen bedoeld, eigendommen worden beschadigd of aan de vrije beschikking van rechthebbenden of huurders onttrokken, wordt aan hen, op hunne aanvrage, de schade, welke daardoor mocht zijn geleden, vergoed, voor zoover die schade als het onmiddellijke en dadelijke gevolg van het voorbereiden of het stellen der inundatiën moet worden beschouwd, en voor zoover daarin niet door toepassing van het bepaalde in het tweede lid van artikel 4, is of wordt voorzien. De hierbedoelde aanvrage moet aan den Minister van Oorlog worden ingediend binnen eene maand na de dagteekening van de in het vorige artikel bedoelde kennisgeving. Door de hoogste militaire overheid ter plaatse aanwezig kan, bijaldien zulks wordt verlangd, op de schadevergoeding voorschot worden verstrekt. Artikel 6. Binnen twee maanden nadat de in artikel 5 vermelde aanvrage bij het Departement van Oorlog is ontvangen, biedt de Minister van Oorlog aan den belanghebbende eene bepaalde som gelds aan ter vergoeding der geleden schade. Is binnen den gestelden termijn geen aanbod door den belanghebbenden ontvangen, of acht hij de aangeboden schadevergoeding niet voldoende, dan kan hij het geschil op de gewone wijze hij dagvaarding bij den burgerlijken rechter aanbrengen. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te ‘s Gravenhage, den 15den April 1896. (get.) De Minister van Oorlog, (get.) SCHNEIDER. De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, (get.) VAN DER SLEYDEN. De Minister van Binnenlandsche Zaken, (get.) VAN HOUTEN. Uitgegeven den vier en twintigsten April 1896. De Minister van Justitie, (get.) VAN DER KAAY.
Dienst Landelijk Gebied
2.3 Diefdijklinie
De hoofdverdedigingslijn van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Lek en de Waal bestaat voor een groot deel uit de Diefdijk, de Meerdijk, de Nieuwe Zuiderlingedijk en de Zuiderlingedijk. Deze dijken zijn niet aangelegd ten behoeve van de Waterlinie. Bij de aanleg van deze militaire scheidslijn tussen veilig en te inunderen gebied werd gebruik gemaakt van bestaande, veel oudere, dijken in het gebied. Ze werden voorzien van miltaire verdedigingswerken voor de Linie.
EF DIJ KL IN
NEDERRIJN Arnhem
DI
LEK
IE
De Diefdijk, Meerdijk, Nieuwe Zuiderlingedijk en Zuiderlingedijk vormen samen de ‘Diefdijklinie’. Deze Diefdijklinie, met een totale lengte van 23 kilometer, is van groot belang voor de veiligheid van Nederland. Het deelt het gebied tussen de rivieren in tweeën. Mocht ergens in de Betuwe of de Culemborgerwaarden tijdens hoogwater een dijk het begeven, dan kan het water niet verder dan de Diefdijklinie. Zo blijft het aansluitende, grotendeels Zuid-Hollandse gebied droog. Voor de afvoer van het water dat tegen de Diefdijk aan komt te staan, zijn ten oosten van Gorinchem ‘overlaten’ aangelegd. Dit zijn stukken dijk die gemakkelijk kunnen worden doorgestoken om het water van de polder weer de rivier in te laten stromen. De Diefdijklinie kent een paar ‘open gaten’ (coupures), die als het nodig is, snel gedicht kunnen worden. Zo vormt de A2 een opening in de dijk. Deze kan met een speciale constructie worden gedicht. En bij Asperen, waar de Linge de dijk kruist, zitten twee sluizen die dichtgezet kunnen worden.
VIJFHEERENLANDEN
Linge
TIELER- EN CULEMBORGERWAARD
Gorinchem
Dienst Landelijk Gebied
BETUWE Tiel
ALBLASSERWAARD
MERWEDE
Culemborg
WAAL
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
21
Dienst Landelijk Gebied
3. ONTWIKKELINGEN
In dit hoofdstuk worden de relevante ruimtelijke ontwikkelingen in het Waterliniegebied tussen de Lek en de Waal beschreven. Dit zijn zowel de beleidsopgaven als maatschappelijke ontwikkelingen in de vorm van particulier ondernemerschap. Samen geven deze ontwikkelingen een beeld van het landschap van de toekomst.
kunstmanifestatie Peter Greeneway op KunstFort Asperen (foto: Titus Wijschedé)
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
23
natura 2000 gebied Zuiderlingedijk & Diefdijk Zuid (concept)
Gebiedsplan Natuur en Landschap, provincie Gelderland, 2006
OSSENWAARD UT Vianen Hagestein
Eck_en_Wiel Everdingen
Lexmond
Maurik
Rijswijk
Ameide
Culemborg
Hei-_en_Boeicop
Ravenswaaij
Beusichem
Zijderveld
Zoelmond
Asch
Meerkerk
Schoonrewoerd
Middelkoop
Zoelen
Buren Leerbroek
Erichem
Nieuwland
Kerk-Avezaath Buurmalsen
Leerdam Beesd Deil
Enspijk
Rumpt
Acquoy
Hoogblokland
Tiel
Tricht
Rhenoy Asperen
Kapel Avezaath
Geldermalsen
Topografische en Kadastrale Ondergrond © Topografische Dienst Kadaster
Gellicum Heukelum
Wadenoijen Meteren
Kedichem
Arkel
Zennewijnen Spijk Gem Lingewaal Est
Dreumel
Gorinchem
Ophemert
Neerijnen Waardenburg Dalem
Herwijnen
Vuren
Hellouw
Opijnen Varik
Tuil Brakel
Waal
Haaften
Woudrichem Zuilichem
! ( Uitlaat
" ) Inlaat
Kanalen Vijfheerenlanden
Merwedekanaal/Stenenhoek
Kanalen Tielerwaarden
Sloten Lek&Linge
Kanalen Lek&Linge
Sloten Tielerwaarden
Beneden-Linge
Heerewaarden Hurwenen
Heesselt
Nieuwaal
KRW - Gebiedsplan Beneden Linge BL
AW AB
BW
BE
Waterlichamen
MW GO
Zouweboezem
Datum: oktober 2007
Getekend: tg
Formaat: A3
Bestandsnaam: a3_AD2_owl_IO_bl
Schaal: 1:90000
J:\KRW\GIS_data\krw_kaarten_gebiedsplannen\gedetaillierde_uitwerking\a3_AD2_01 Waterlichamen
±
Hoewel bij de samenstelling van deze kaart de grootste zorgvuldigheid is betracht, kan Waterschap Rivierenland niet garanderen dat de informatie compleet, actueel en/of accuraat is. Waterschap Rivierenland aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade ontstaan door gebruik van de informatie van deze kaart.
Kaderrichtlijn Water - Gebiedsplan Beneden Linge - overzicht waterlichamen
Maatregelen regionale wateroverlast Beneden Linge, Waterschap Rivierenland
3.1 Publieke ambitie
De overheden hebben de ambities voor dit gebied vastgelegd in diverse rijks-, provinciale en gemeentelijke beleidsplannen en wet- en regelgeving. De meest relevante voor deze opgave worden hieronder genoemd. Nieuwe Hollandse Waterlinie In de Nota Ruimte wordt de Nieuwe Hollandse Waterlinie tot Nationaal Landschap benoemd. Behoud en ontwikkeling van de kernkwaliteiten, een samenhangend systeem van forten, dijken, kanalen en inundatiekommen, een groen en overwegend rustig karakter en openheid, is de opgave. In het Overkoepelend Uitvoeringsprogramma is de opgave voor het Nationaal Landschap uitgewerkt. Dit is in het inleidende hoofdstuk samengevat. Bij de uitvoering staat het motto van het Belvedere-beleid ‘behoud door ontwikkeling’ voorop; Het Waterliniegebied is Belvederegebied. Het is de ambitie de Nieuwe Hollandse Waterlinie de status van Unesco-werelderfgoed te geven. Natuur Het gebied tussen de Lek en de Waal is een belangrijke schakel in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van Nederland. De EHS op grondgebied van provincie Gelderland is in het streekplan van 2005 vastgelegd en vervolgens uitgewerkt in het Gebiedsplan Natuur en Landschap (2006). In 2018 moet de EHS gerealiseerd zijn. Om de EHS meer robuust te maken wordt op dit moment gewerkt aan een herziening van de EHS, hetgeen zal leiden tot een aanpassing van het Gebiedsplan. Op hoofdlijnen bestaat de EHS uit grote delen van de uiterwaarden van de Lek, de Waal en de Linge (oost-west), en Nieuwe Zuiderlingedijk en Diefdijk, en een westelijke aftakking naar De Regulieren en landgoed Mariënwaerdt. Delen van de open polders in het gebied zijn aangewezen als weidevogelgebied. De EHS bestaat uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones (EVZ). De EVZ’s moeten de migratie van planten en diersoorten tussen de verschillende kern- en natuurontwikkelingsgebieden mogelijk maken. Tussen de Lek en de Waal is de EVZ Diefdijk-Lek van belang. Het gaat hier over de versterking van de samenhang in het leefgebied van de Heikikker. Verbindingen tussen De Regulieren en de Lekuiterwaarden zijn van belang, evenals met het aangrenzende Vijfheerenlanden. Daarnaast is er de EVZ Nieuwe Graaf. De Nieuwe Graaf is een watergang ten westen van Culemburg. Deze waterloop krijgt een natuurlijke inrichting met als belangrijke doelsoort de kamsalamander. Het legt verbindingen tussen de Diefdijk, De Regulieren en landgoed Mariënwaerdt. Ook delen van de Linge-uiterwaarden zijn benoemd als EVZ, met als belangrijkste doelsoort de Winde. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is van belang als robuuste verbinding voor de natuur. Het gaat om het versterken van de schaal en samenhang in de moerasgebieden van Lek tot Biesbosch, zonder het open karakter van het weidegebied aan te tasten.
Dienst Landelijk Gebied
Combinaties van deze robuuste verbinding van de Waterlinie met de EVZ maken robuustere uitvoering mogelijk. In groter verband wordt er gewerkt aan Natura 2000, het toekomstig Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De aanwijzing van delen van de Lingeuiterwaarden en gebieden langs de Nieuwe Zuiderlingedijk en Diefdijk tot Natura 2000gebied is in voorbereiding. Water Het gebied kent diverse wateropgaven, onder andere vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water ten behoeve van de waterkwaliteit (Gebiedsplan Deelgebied Beneden Linge) en het Gebiedsplan natuur en Landschap. De normen voor de waterkwantiteit zijn vastgelegd in de Normenstudie van Waterschap Rivierenland. De opgaven hebben met name betrekking op waterberging, grondwaterbescherming en de ecologische inrichting van watergangen. In de EVZ’s Diefdijk, Nieuwe Graaf en Linge worden water- en natuurdoelen gecombineerd. Bij de gemalen De Laar en de Nieuwe Horn wordt gedacht aan de aanleg van vispassages. Behoud en ontwikkeling van de kwaliteit van HEN (hoogst ecologisch niveau)- en SED (specifieke ecologische doelstelling)- wateren en waterparels is van belang. Polder De Geeren, gebieden langs de Nieuwe Zuiderlingedijk en gedeelten van de Lingeuiterwaarden zijn aangewezen als ‘Top-lijst verdrogingsgebieden’. Hier zijn antiverdrogingsmaatregelen nodig. Voor het deelstroomgebied Beneden-Linge heeft Waterschap Rivierenland een GGOR (gewenst grond- en oppervlaktewaterregime) opgesteld. Hierin staat het gewenste peilbeheer voor de middellange termijn (30 jaar). De GGOR wordt opgenomen in het Waterbeheersplan (WBP), dat komend najaar gereed zal zijn. In een peilbesluit wordt vastgelegd welk waterpeil een gebied de komende tien jaar heeft. Belangrijke opgave is de verbetering van de Diefdijklinie. De Diefdijklinie moet verbeterd worden omdat onderzoek heeft uitgewezen dat de Diefdijklinie plaatselijk over een lengte van 10,4 kilometer niet de vereiste kwaliteit heeft. Het project bevindt zich in de onderzoeksfase. Er wordt een Milieu Effect Rapport opgesteld, waarin de oplossingsrichten beoordeeld worden. De Diefdijklinie is van groot belang voor de opgave van de Nieuwe Hollandse Waterlinie omdat deze dijken onderdeel zijn van de hoofdverdedigingslijn. Landschapsontwikkelingsplan LOP De gemeenten Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen hebben gezamenlijk een landschapsontwikkelingsplan opgesteld. Dit plan geeft een streefbeeld voor de ontwikkeling van het landschap. In dit plan zijn de diverse overheidsopgaven en streekwensen geïntegreerd. Het LOP is, als streefbeeld voor het toekomstig landschap, van groot belang voor dit Ruimtelijk Kader. In het volgende hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan. Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
25
26
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
3.2 Particuliere energie
Waar zit de energie van de bewoners van het Waterlinielandschap? Wat zijn hun drijfveren, wat zijn hun toekomstplannen? Het realiseren van de beleidsopgaven zal niet slagen zonder medewerking van bewoners, grondeigenaren en belangengroeperingen. En de doelstelling van het Overkoepelend Uitvoeringsprogramma om het verhaal van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te laten leven in ‘de hoofden en de harten’ van de mensen kan enkel slagen door samen met de streek te werken aan een grotere herkenbaarheid van de Waterlinie, met respect voor elkaars belangen en wederzijdse voordelen. Door gesprekken met streekbewoners, consultatierondes en diverse bijeenkomstemnis een start gemaakt met het opzetten van een interactief streekproces. Belangrijke partijen in dit proces zijn met name de Vereniging tot Behoud van het Lingelandschap, Uit®waarde (vml. BV Recreatiemaatschappij Rivierengebied), VANL Tieler- en Culemborgerwaarden, LTO-Lingewaal en Geldermalsen, Vereniging Lingegoed Onze Zaak, Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer Rivierengebied en de Zoogdierenvereniging VZZ.
Belangrijke kernpunten voor de ontwikkeling van het Waterlinielandschap vanuit de streek zijn: - creëren van toegevoegde waarde van de Linie voor de lokale bevolking; - beperking van de verkeersdruk, parkeerdruk, mobiliteit en geluidsoverlast; - beperking van de belasting van natuur en milieu; - behoud van de kleinschaligheid, geen grootschalige pretparkachtige activiteiten; - subtiele ingrepen in het landschap, geen kaalslag om openheid te maken; - behouden en versterken van landbouwkundig gebruik; - en ruimte voor recreatieve verbreding van de landbouw; - en behoud van het typisch Betuws agrarisch landschap.
Een aantal bewoners heeft zich verenigd in de werkgroep Ons Lingekwartier. Onder het motto ‘Wel mooi, niet druk’ pleiten zij voor een kleinschalige en duurzame ontwikkeling van de forten en hun omgeving. Bij de vormgeving van deze ontwikkeling dient rekening gehouden te worden met de infrastructuur en belangen van burgers en direct omwonenden van de gemeenten Lingewaal, Geldermalsen en Leerdam. Een aantal ontwikkelingen is direct zichtbaar in het gebied zelf. Zo is de ‘verpaarding’ van het platteland te zien door het toenemend aantal maneges en paardenhouders. Nieuwe villa’s worden in het gebied gebouwd, niet alleen op de oeverwallen, maar ook in de komgebieden; een teken van de toenemende behoefte aan buitenwonen. Er zijn diverse tekenen van recreatieve verbreding van het platteland, en de uitbreiding van de golfbaan bij Spijk is één van de vele vormen van toenemend recreatief gebruik van het landschap. Aan stadsranden en langs de grote infrastructuur rukt bedrijvigheid op, zoals bij Gorinchem. Het landschap verandert, vanuit economische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
27
Dienst Landelijk Gebied
4.
LINIEPERSPECTIEF REGIO
In dit hoofdstuk wordt de gewenste ontwikkelingsrichting van het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Lek en de Waal geschetst, op basis van de beleidsopgaven en streekwensen. Het is een koers op hoofdlijnen, zeker geen vastomlijnd en gedetailleerd plan. Op basis van dit ‘regionaal Linieperspectief’ worden opgaven, criteria en streefbeelden geformuleerd voor de diverse uitvoeringsprojecten.
entree van Fort bij de Nieuwe Steeg: ontwikkelperspectief GeoFort
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
29
Linge met uiterwaarden
kommenlandschap met herstel dorpspolders, dorpspolderkades, historische boezemgebieden
oeverwal Waal
Landschapsontwikkelingsplan (LOP) streefbeeld (bureau Schokland)
30
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
4.1 Samenhang LOP & NHW
Om de herkenbaarheid van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te kunnen vergroten is het noodzakelijk een goed beeld te vormen van het landschap in de toekomst. Het afstemmen van de maatregelen voor de Linie enkel op de huidige situatie, is geen duurzame oplossing. Wanneer alle beleidsopgaven en maatschappelijke tendensen beschouwd worden, wat voor landschapsbeeld levert dat op? Antwoord op deze vraag wordt voor een belangrijk deel gevonden in het ‘Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen - Nieuwe stromen door het landschap’ van Buro Schokland, Buro Hemmen, Bureau Niche en Stichting Landschapsbeheer Nederland. Dit landschapsplan voegt de diverse beleidsopgaven en wensen van de inwoners van deze gemeenten samen tot een integraal, ruimtelijk streefbeeld voor de toekomst van het Waterlinielandschap tussen Lek en Waal. ’Koester deze groene parel midden in het verstedelijkende Nederland’ is de visie van het landschapsontwikkelingsplan. Het LOP draagt ten eerste zorg voor het landschap door de waarden te beschermen, zoals bosjes, eendekooien, wielen, oude kades en hoogstamfruit. Ten tweede streeft het LOP naar de ontwikkeling van nieuwe waarden in het landschap door aan te sluiten bij initiatieven, wensen en ruimtelijke opgaven. Zo draagt het LOP bij aan een identiteitsvol en vitaal buitengebied.
Dienst Landelijk Gebied
De visie van het LOP is vertaald in een ruimtelijk streefbeeld. De indeling van het historisch cultuurlandschap in uiterwaarden, oeverwallen en komkleigebieden legt de basis voor dit streefbeeld. De oeverwallen worden meer besloten en gevarieerd van karakter. De uiterwaarden van de Linge behouden hun kleinschalig karakter, met een mix van natuur en cultuur. Nieuwe paden moeten de oeverwallen en uiterwaarden beter gaan ontsluiten voor wandelaars. Opvallend is het pleidooi voor het herstel van de dorpspolders in de komgebieden. In het verleden hadden de dorpen op de oeverwallen ieder hun eigen dorpspolder. Zij omgaven een deel van de natte kom met kades. Noord-zuid liepen de zijkades of zijvingen. Oost-west liepen in het lage deel van de kom, ver weg van de dorpen, de achterkades. Soms liep er een kade tussen het dorp en de kom, een meidijk of meikade genaamd. Door het herstel van de dorpspolderkades ontstaat er een (her)nieuwde ruimtelijke opbouw van het kommengebied, met kansen voor het verbeteren van de recreatieve toegankelijkheid. Er ontstaat een contrastrijk landschap van overwegend grootschalige open dorpspolders, beplante kades en tussenliggende boezemgebieden waar natuur- en wateropgaven gerealiseerd worden en vernatting van weilanden wordt voorgesteld. Dit streefbeeld van het het LOP vormt de ‘landschappelijke onderlegger’ voor de ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De maatregelen die genomen worden ter versterking van de herkenbaarheid van de Waterlinie worden afgestemd op dit streefbeeld. Het is ook een kans voor een gezamenlijke uitvoering van LOP en Linie.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
31
32
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
4.2 Regionaal Linieperspectief
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een samenhangend systeem, verbonden met het landschap. Het Waterliniegebied tussen Lek en Waal is oorspronkelijk opgezet als één samenhangende functionele eenheid; het is dan ook noodzakelijk om voor de ontwikkeling van de Waterlinie tussen Lek en Waal een samenhangend regionaal perspectief voor de toekomst te schetsen. Een regionaal Linieperspectief zorgt voor een vertaling van de landelijke beleidsopgave van Panorama Krayenhoff naar regiospecifieke opgaven en criteria. Het is een leidraad voor ruimtelijke ontwikkelingen, zodat lokale projecten in samenhang ontwikkeld kunnen worden; passend in de gedachte van de Waterlinie én passend bij de karakteristieken van het landschap tussen Lek en Waal. Koers op hoofdlijnen Dit perspectief voor de regio is geen concreet, vast omlijnd eindplan. Dat is ongewenst en zal ook nooit slagen. Het Ruimtelijk Kader geeft een globaal toekomstbeeld, een koers op hoofdlijnen. De afzonderlijke initiatieven kunnen aan dit perspectief getoetst worden, zodat ze alle dezelfde richting op gaan bewegen. Dit hoofdstuk geeft de hoofdlijnen aan. In hoofdstuk 5 worden opgaven en criteria per onderdeel uitgewerkt en geïllustreerd met concrete uitwerkingen.
Dienst Landelijk Gebied
Waterlinie & kernkwaliteiten regio Het is de opgave de uitvoeringsambities van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: 1. een herkenbaar waterlinieprofiel, 2. de Waterlinie in de hoofden en de harten, 3. en duurzaam gebruik, te combineren met: 4. het behoud en de versterking van de kernkwaliteiten van het landschap tussen de Lek en de Waal. Kenmerkend voor deze regio is dat de Waterlinie een doorsnede is van het rivierengebied; tussen de Lek en de Waal worden uiterwaarden, oeverwallen en komgebieden gepasseerd, en centraal in het gebied de rivier de Linge. De Nieuwe Hollandse Waterlinie manifesteert zich in dit gebied als systeem; een samenhangend geheel van landschappelijke onderdelen en specifieke militaire elementen; deze samenhang is uniek in de Linie. De hoofdverdedigingslijn is heel manifest aanwezig in de vorm van de Diefdijk, Meerdijk, Nieuwe Zuiderlingedijk en Lingedijk. Bijzondere kwaliteit is de relatieve afwezigheid van bebouwing. De landelijkheid en openheid zijn karakteristiek. Op de kaart op de voorgaande pagina is schematisch aangeven hoe de versterking van de herkenbaarheid van de Waterlinie ruimtelijk wordt gecombineerd met de kernkwaliteiten van de regio.
Herkenbare Nieuwe Hollandse Waterlinie Het herkenbaar maken van het ingenieuze systeem van de Nieuwe Hollandse Waterlinie betekent op hoofdlijnen: 1. Hoofdverdedigingslijn Maak van de hoofdverdedigingslijn een herkenbare lijn in het landschap: zichtbaar, toegankelijk en bruikbaar. Maak van de hoofdverdedigingslijn een verbindende lijn door het realiseren van een doorgaande fietsroute; de ‘rode draad’ die de losse Linie-objecten tussen de Lek en de Waal recreatief met elkaar verbindt. En maak van de lijn een structurerende lijn; een lijn die het landschap ordent in een plaatselijk te verdichten, kleinschalig landschap aan de ‘veilige zijde’, en een overwegend open landschap van de inundatiekommen. Grootste opgave voor het herkenbaar maken van deze militaire lijn ligt tussen de Linge en de Waal.
34
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
2. Inundatiekommen Zorg voor duurzame openheid van de inundatiekommen en schootsvelden, samen met het beleefbaar maken van het natte karakter van deze gebieden. Het maken van slimme combinaties tussen water, natuur, landbouw en recreatie zal de identiteit van het Linielandschap versterken. In de inundatiekommen ligt het accent op toelatingsplanologie. Het behoud van aanwezige waarden staat centraal. De inundatiekommen bestaan uit een ‘inundatiezone’, een waterrijke, overwegend open zone langs de hoofdverdedigingslijn en de achterliggende open dorpspolders en boezemgebieden, gestructureerd door dorpspolderkades.
Dienst Landelijk Gebied
3. Accessen Accentueer de accessen, de doorgangen in de hoofdverdedigingslijn. Dit zijn markante kruispunten die de linie in het landschap benadrukken, zowel op de grote schaal van de A2, A15/Betuwelijn en Linge als op kleine schaal, zoals de kruising Nieuwe Zuiderlingedijk en Kerkweg. Belangrijk is het versterken van de samenhang tussen de accessen en de verdedigingswerken. 4. Verdedigingswerken Behoud en ontwikkel het stelsel van verdedigingswerken, de forten, de betonwerken en inundatiewerken, als meest herkenbare en tot de verbeelding sprekende onderdelen van de Linie. Maak ze zichtbaar. Versterk de samenhang tussen de verdedigingswerken onderling en met de te verdedigen accessen.
Dienst Landelijk Gebied
4. Veilige zijde Accentueer de ‘veilige zijde’ door landschappelijke verdichting, op een gebiedseigen wijze. De verdichtingsvelden hebben een groter ontwikkelingsaccent dan de inundatiekommen. Dit is een overwegend ‘groene’ verdichting aansluitend op het waardevolle landelijke karakter van dit deel van de Waterlinie tussen Lek en Waal. Ten oosten van Gorinchem zal de grootste transformatie plaatsvinden door de aanleg van Hoog Dalem. Integrale gebiedsontwikkeling, in samenhang met de inundatiekom bij Vuren, is noodzakelijk gezien de complexe opgave en ruimtedruk.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
35
Herkenbaarheid door zichtbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid Om het verhaal van de Waterlinie aan toekomstige generaties te vertellen is een grotere herkenbaarheid in het landschap noodzakelijk; meer zichtbaar, meer toegankelijk en bruikbaar voor de toekomst. Een betere herkenbaarheid betekent dat het historische camouflage-principe niet langer het Leitmotiv voor de inrichting van de Linie is. Juist het meer zichtbaar maken van de militaire artefacten als groepsschuilplaatsen, forten en waaiersluizen draagt bij aan de ‘vertelkracht’ waardoor het Waterlinielandschap meer gaat spreken, meer identiteit krijgt. Vanzelfsprekend moet dit genuanceerd gebeuren. Niet alle betonwerken hoeven toegankelijk te zijn, de forten worden niet als landmark vanuit de wijde omgeving zichtbaar gemaakt. Het is het zoeken naar de juiste balans tussen historische camouflage-principes en een grotere herkenbaarheid voor de toekomst. Ook een betere publieke toegankelijkheid is van belang voor de herkenbaarheid van de Waterlinie. Het is de ambitie de hoofdverdedigingslijn te ontwikkelen als recreatieve drager, de recreatieve verbindingslijn die een aantal karakteristieke Linie-objecten met elkaar verbindt. Ook het geven van een nieuwe functie aan een aantal militaire objecten, gecombineerd met publieke toegankelijkheid, bevordert de herkenbaarheid én de duurzaamheid van de Waterlinie. De toeristisch-recreatieve invullingen van Fort bij Asperen, Fort bij de Nieuwe Steeg en Fort bij Vuren zijn illustratief voor ‘behoud door ontwikkeling’ van militair erfgoed, zoals ook de ideeën voor hergebruik van groepsschuilplaatsen als expositie- en overnachtingsruimte uit het Ontwikkelingsplan Lingekwartier hier invulling aan geven.
36
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Inspiratie uit het verleden, voor het landschap van de toekomst ‘Behoud door ontwikkeling’ is het credo voor het project Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit betekent onder andere dat het militaire verleden een belangrijke inspiratiebron is voor de herinrichting van het Waterliniegebied. Dit betekent niet dat het landschapsbeeld ten tijde van de Waterlinie volledig gereconstrueerd gaat worden. Restauratie is voor onderdelen van de Waterlinie zeer wenselijk, zoals de waaiersluizen en gedeelten van de forten, maar het omringende landschap ‘terugzetten in de tijd’ is niet gewenst. Daarnaast is het ‘historisch landschap’ van de Waterlinie lastig te definiëren. Het beslaat een periode van 1815 tot 1963, waarbinnen geen sprake was van een statisch landschapsbeeld. Het gaat om het zichtbaar maken van de essenties van de Linie, gericht op het functioneren van het landschap in de toekomst: behoud door ontwikkeling. Het gebruik van het landschap is immers voortdurend aan verandering onderhevig, waardoor ook landschapsbeelden in de tijd veranderen. Economische duurzaamheid is van groot belang voor duurzame kwaliteit van het landschap. Het is de opgave duurzame economische ontwikkelingen, zoals landbouw en kleinschalige recreatie te koppelen aan behoud en ontwikkeling van de kernkwaliteiten van de Waterlinie en het onderliggende landschap.
Dienst Landelijk Gebied
Kernkwaliteiten regio De opgave voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie staat niet los van het landschap. Enerzijds is het functioneren van de Linie is nauw verbonden met de eigenschappen van de ondergrond, zoals het watersysteem, de hoogteverschillen tussen kommen en oeverwallen, etcetera. Anderzijds heeft het landschap tussen Lek en Waal een geheel eigen identiteit, ook zonder de kenmerkende Linie-eigenschappen. De identiteit wordt sterk bepaald door de typerende landschappelijke opbouw van het rivierenlandschap: rivieren, uiterwaarden, oeverwallen en komgebieden. Kernkwaliteiten zijn de landelijkheid, de kleinschaligheid van het landschap van de Linge-uiterwaarden en oeverwallen in contrast met de grootschalige openheid van de polders in de komgronden. Het is een eeuwenoud cultuurlandschap, rijk aan historische gebouwen en landschapselementen. Het Lingelandschap wordt gekoesterd. Terecht, want deze kernkwaliteiten zijn kwetsbaar. Belangrijke belangenbehartiger van deze landschappelijke en cultuurhistorische waarden is de Vereniging tot Behoud van het Lingelandschap. De VBL is, samen met vele andere actieve streekpartijen, waakzaam voor ontwikkelingen in het gebied. Op basis van de ‘Lingevisie’ streven zij naar een gezond evenwicht waarin duurzame economische ontwikkeling hand in hand gaat met behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden.
‘Waterlinie in de hoofden en de harten’: een interactief streekproces Het versterken van de kwaliteiten van het Waterlinielandschap is geen ‘top down’proces. Hoewel het realiseren van de Waterlinieopgave gecombineerd wordt met uitvoering van diverse beleidsopgaven, is een goede samenwerking met bewoners, grondeigenaren en belangengroeperingen van essentieel belang. Naast het gezamenlijk realiseren van de overheidsopgaven voor water en natuur biedt de Waterlinie ook volop kansen voor particulier ondernemerschap, met name voor kleinschalige recreatie. Het is van belang de diverse uitvoeringsprojecten die zullen voortkomen uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie gezamenlijk met de streek op te pakken. De vele overheidsbelangen en particuliere belangen zullen per project gewogen moeten worden om gezamenlijk tot gedragen en uitvoerbare plannen te komen. Door een intensieve samenwerking zal de Linie kunnen gaan leven in de hoofden en harten van de streekbewoners.
Ook bewoners van het Lingekwartier, waarvan een aantal verenigd is in de werkgroep Ons Lingekwartier, maken zich sterk voor het behoud van de kwaliteiten van het gebied. Behoud van de rust, kleinschaligheid van recreatieve ontwikkeling en respect voor natuur- en landschapswaarden zijn belangrijke kernbegrippen voor de gebiedsontwikkeling. De kernkwaliteiten van de regio zijn zorgvuldig opgenomen in het streefbeeld van LOP, dat als ‘landschappelijke onderlegger’ gebruikt zal worden voor de uitwerking van de Waterlinie.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
37
4.3 Ruimtegebruik in het Waterlinielandschap
Ruimte voor water en natuur Het gebied is rijk aan natuurwaarden. De bestaande, veelal natte, natuurgebieden liggen geconcentreerd langs de Diefdijk, Meerdijk en Nieuwe Zuiderlingedijk, in de uiterwaarden van de Linge en in het noordoosten het bosrijke gebied van De Regulieren. Naast deze concentraties van natuur liggen her en der verspreid in het gebied ecologisch waardevolle plekken, zoals diverse eendekooien. Waar natuur en water in de toekomst de ruimte krijgen in het Waterlinielandschap is in paragraaf 3.1 kort samengevat. In essentie gaat het om de realisatie van de ecologische hoofdstructuur tussen de Lek en de Waal; de opgave van het Gebiedsplan Natuur en Landschap, de EVZ’s Diefdijk-Lek, Nieuwe Graaf en Linge en de robuuste verbinding Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tevens is de europese Kaderrichtlijn Water van belang. Hierin zijn de Linge en enkele andere hoofdwatergangen aangewezen als ‘waterlichaam’, met ecologische doelen. In een aantal open polders is behoud van open, vochtige weilanden van belang voor de weidevogels. Ook het landschapsontwikkelingsplan biedt ruimte voor water en natuur, in de te vernatten boezemgebieden, maar ook meer kleinschalig door de aanleg van diverse landschapselementen, afgestemd op de opbouw van het landschap.
38
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Nieuwe Hollandse Waterlinie & water en natuur De realisatie van de opgave voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie gaat gepaard met de uitvoering van beleidsopgaven voor water en natuur; ze leveren een belangrijke bijdrage aan het maken van een ‘herkenbaar waterlinieprofiel’. De aanleg van een waterrijke ‘inundatiezone’, parallel aan de hoofdverdedigingslijn maakt het historisch beeld van overstroomde velden zichtbaar en voelbaar. Het is de ambitie een aaneengesloten zone van de Lek tot aan de Waal te maken. Deze zone is een combinatie van bestaande natuur, nieuwe natuur zoals begrensd in het Gebiedsplan Natuur en Landschap, de EVZ Diefdijk-Lek, de Robuuste ecologische verbinding NHW en diverse wateropgaven zoals de opgave voor de Toplijstverdrogingsgebieden en de aanleg van ecologische oevers. Op een aantal locaties worden aanvullingen op bestaand beleid voorgesteld. De natuurdoeltypen voor de nieuw te realiseren natuur bestaan voornamelijk uit bloemrijk grasland, moeras en rietmoeras. Deze open vegetatietypen dragen bij aan de gewenste duurzame openheid van het landschap van de inundatiekommen. Ook de gebieden met een weidevogeldoelstelling dragen bij aan de openheid. Er is een overlap met de opgave van het LOP voor het herstel van historische boezemgebieden, waar vernatting van graslanden beoogd wordt. Realisatie van deze opgave is met name in het gebied tussen de Linge en de Waal van belang voor het maken van een herkenbaar Waterlinieprofiel, omdat hier geen beleidsopgaven voor water en natuur zijn geprogrammeerd. De water, natuur en landschapsontwikkelingsopgaven maken samen de inundatiezone van het Waterlinieprofiel én versterken daarmee de lijn van de Waterlinie als robuuste verbinding voor de natuur tussen de Lek en de Biesbosch. Dieper in de inundatiekommen draagt de aanleg van nieuwe, natte natuur in de boezems (LOP) bij aan de beleving van het ‘inundatiegevoel’. Voor de lange termijn is het gebruik van de inundatiezone en de boezemgebieden van het LOP voor (tijdelijke) waterberging denkbaar, maar daarvoor is nader onderzoek nodig.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimte voor landbouw Het Waterliniegebied is overwegend agrarisch van karakter. In de inundatiekommen is er, met name in de dorpspolders (LOP), ruimte voor toekomstgerichte, grondgebonden landbouwbedrijven, voornamelijk melkveehouderij. De landbouwstructuur is niet optimaal vanwege de versnipperde ligging van het eigendom van een aantal bedrijven. Daarnaast ligt een aantal bedrijven in aangewezen natuurgebieden of in de invloedssfeer ervan. Naast de melkveehouderij is en blijft de fruitteelt een belangrijke landbouwtak in het gebied van de Waterlinie. De boomgaarden zijn geconcentreerd op de oeverwallen langs de Lek, de Linge en de Waal. De ontwikkeling van deze bedrijfstak gaat o.a gepaard met de aanleg van nieuwe bedrijven en uitbreiding van bestaande erven met aanvullende bedrijfsruimten. In het gebied is ook een breed scala aan kleinschalige landbouwactiviteiten aanwezig: deeltijdboeren, hobbyboeren, natuurboeren, …… Deze kleinschalige bedrijven liggen her en der verspreid in het gebied en het is de verwachting dat deze verbreding van de bedrijfstak in de toekomst zal toenemen, inspelend op de toenemende recreatie. De meest geschikte locaties zijn de kleinschalige gebieden; de oeverwallen, de komgronden met natuurontwikkelingsdoelstellingen en de dorpsen stadsrandgebieden. In deze gebieden is een kleinschalige verweving van functies passend. Hier kunnen kleinschalige diensten als recreatie, zorg en verkoop van streekproducten geleverd worden.
Dienst Landelijk Gebied
Nieuwe Hollandse Waterlinie & landbouw De landbouw is van groot belang voor de doelstelling van duurzame openheid van de inundatiekommen van de Waterlinie. Grondgebonden landbouw, met name melkveehouderij in grote eenheden, is een belangrijke economische drager voor de gewenste leegte van de gebied. Het is in het belang van de Waterlinie om een bijdrage te leveren aan het omzetten van de huidige situatie van versnipperd eigendom in efficiënt ingerichte landbouwpolders met grote huiskavels. Door een aantal vrijwillige kavelruilen kan geleidelijk toegewerkt worden naar het streefbeeld van grootschalige, open dorpspolders. Het is voor de ruimtelijke kwaliteit van het gebied van de Waterlinie van belang nieuwe erven en gebouwen in het landelijk gebied op passende locaties te plaatsen en deze zorgvuldig en gebiedseigen in te passen. Passende locaties voor nieuwe melkveehouderijen zijn de boerderijstraten van de polders. Passende nieuwe locaties voor fruitbedrijven liggen vanzelfsprekend op de oeverwal; boomgaarden zijn gebonden aan deze grondsoort. Uitbreidingsruimte op de oeverwallen is beperkt; dit vraagt maatwerk om een goede landschappelijke inpassing te bereiken. Het is voor de ruimtelijke kwaliteit van het Waterliniegebied van belang dat er voor vestiging van nieuwe bedrijven en de uitbreidingen van bestaande bedrijven een erfinrichtingsplan wordt opgesteld.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
39
Ruimte voor toerisme en recreatie Het plangebied is een recreatief zeer aantrekkelijk gebied. De Linge en haar dijken, de historische stadjes en dorpen en landgoed Mariënwaerdt trekken nogal wat dagjesmensen aan. Maatschappelijke tendens is dat de recreatieve druk enkel zal toenemen. We leven in een belevingscultuur, waar beleven en genieten steeds meer belangrijke drijfveren voor vrijetijdsbesteding worden. De toenemende recreatieve druk is een kans om toerisme en recreatie te versterken als economische drager van het rivierengebied. Uitbreiding en verbreding van het recreatief aanbod is daarvoor nodig. Het is van belang hierbij de juiste doelgroepen aan te boren; de recreant die op zoek is naar rust en ruimte, natuur, landschap en cultuur is hier aan het juiste adres. Grootschalige, pretparkachtige attracties gericht op massa-toerisme zijn niet gewenst. Dit type attracties past niet bij de landelijke kwaliteiten van het gebied. Er moet gewaakt worden voor overbelasting van het gebied. Vooral de oude kernen en de dijken zijn op topdagen druk bezocht. Bij toevoeging van nieuwe recreatieactiviteiten is een zorgvuldige regulatie van het verkeer en het parkeren en het beperken van de geluidsoverlast van groot belang om de kwaliteiten van het gebied, zowel voor de bewoners als voor de natuur, te respecteren. In het landschap van de komgebieden liggen kansen voor een betere recreatieve benutting. Een aantal agrariërs heeft aangeven de bedrijfsvoering te willen verbreden met recreatie-activiteiten. Deze activiteiten vormen een aanvulling en mogelijk een ontlasting van de drukke Linge-dijken.
Nieuwe Hollandse Waterlinie & toerisme en recreatie De Nieuwe Hollandse Waterlinie voegt een extra dimensie toe aan het toeristischrecreatief aanbod. Het historisch verhaal is een aansprekend verhaal; de forten, groepsschuilplaatsen, sluizen en het verhaal van de inundatie spreken tot de verbeelding. De Waterlinie is potentieel een sterke drager van de recreatieve identiteit van het gebied; dit biedt kansen voor een sterk concept voor gebiedsmarketing, gericht op liefhebbers van kleinschalige natuur- en cultuuractiviteiten. Toeristisch-recreatieve koers forten Voor Fort bij Vuren, Fort bij Asperen en Fort bij de Nieuwe Steeg is gekozen voor een toeristisch-recreatieve koers. Fort bij Vuren heeft een kleinschalig recreatieve functie, Fort bij Asperen heeft een museale koers en zal zich verder ontwikkelen als ‘kunstfort’ en Fort bij de Nieuwe Steeg wordt omgevormd tot ‘GeoFort’. Alledrie de forten bieden kleinschalige horeca, bij Fort bij Vuren gecombineerd met een eenvoudige overnachtingsgelegenheid. De toeristisch-recreatieve koers van de forten is uitgangspunt voor dit Ruimtelijk Kader (zie ook 5.3). Linie-opgave: recreatief netwerk Opgave voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie is het ontwikkelen en optimaliseren van het recreatief netwerk; een netwerk van routes dat de Waterlinie beleefbaar maakt en de Linie-attracties ontsluit. De hoofdverdedigingslijn is de recreatieve verbindingslijn. Vandaaruit kunnen aftakkingen gemaakt worden richting recreatieve routes en attracties aan weerszijden van de lijn. Hier ligt ook de ontwerpopgave voor het maken van een herkenbare ‘huisstijl’ voor het recreatiemeubilair, in stijl van de Waterlinie en geïntegreerd in de omgeving (zie ook 5.5). Kansen voor particulier ondernemerschap Het verhaal van de Nieuwe Hollandse Waterlinie biedt kansen voor particulier ondernemerschap. Een goed voorbeeld is het ‘groepsnest Meerdijk’. In het Lingekwartier wordt voorgesteld een loopgravenstel langs de Meerdijk te herstellen, als recreatieve verbinding tussen een aantal groepsschuilplaatsen en kazematten die worden ingericht als overnachtingsplek. Door toevoeging van een militair tentenkamp ontstaat er een nieuwe recreatieonderneming in ‘Linie-stijl’. Op meerdere plekken is de ontwikkeling van dergelijke thema-activiteiten denkbaar, ook als nevenactiviteit van een boerenbedrijf. Denk aan militair kamperen, struinen door ‘inundatielandschappen’, ..... Bundeling van de krachten is aan te bevelen. Wanneer de afzonderlijke initiatiefnemers zich verenigen kan gezamenlijk gewerkt worden aan elkaar aanvullende en versterkende activiteiten en verbindende routes, vanuit één gebiedsconcept.
40
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Ruimte voor landelijk wonen en kleinschalige bedrijvigheid Het Waterliniegebied is een aantrekkelijk woonlandschap. De kernen zijn kleinschalig en hebben ieder een duidelijk eigen karakter. Naast de kernen is er in het gebied een aantal gebieden aanwezig waar landelijk wonen, gecombineerd met kleinschalige bedrijvigheid, de hoofdfunctie is. Deze landelijke woonlandschappen concentreren zich langs de Lingedijken, de dijklinten van Spijk en Vogelswerf en het bebouwingslint ten westen van de Diefdijk. De afwisseling tussen historische dijkwoningen, boerderijtjes, nieuwe dijkvilla’s en diverse beplantingen maakt dat deze idyllische woonlandschappen zeer geliefd zijn. De rust en ruimte zijn belangrijke kernkwaliteiten van het wonen in het Waterliniegebied. Ruimte voor uitbreiding van woningen in de landelijke dijklinten is zeer beperkt. Op enkele, zorgvuldig uitgezochte, locaties is inbreiding denkbaar, waarbij de vormgeving van de gebouwen en de erven met de grootst mogelijke zorgvuldigheid moet gebeuren. Naast toevoeging van enkele woningen bieden ook vrijkomende agrarische gebouwen (VAB’s) mogelijkheden voor uitbreiding van de woonfunctie. Hergebruik van de boerderij en herinrichting van schuren tot appartementen biedt kansen om gevarieerde en aantrekkelijke woonmilieus te maken voor diverse doelgroepen. Ruimte voor nieuwe vormen van landelijk wonen wordt geboden in de zoekgebieden voor nieuwe landgoederen. Belangrijke doelstelling van het beleid voor nieuwe landgoederen is versterken van de natuur- en landschapswaarden en het vergroten van de recreatieve toegankelijkheid. In het beleid voor nieuwe landgoederen van provincie Gelderland staan deze gebieden beschreven. Gemeente Geldermalsen heeft dit voor haar grondgebied nader uitgewerkt.
Dienst Landelijk Gebied
Nieuwe Hollandse Waterlinie & wonen en werken Er is geen woningbouwprogramma gekoppeld aan het project Lingekwartier. De Waterlinie zorgt hier niet voor nieuwe bebouwing. Juist de landelijkheid is één van de kernkwaliteiten van het Linielandschap tussen de Lek en de Waal. Het is wel van belang de reguliere plannen voor woningbouw te bezien door de ‘bril van de Nieuwe Hollandse Waterlinie’. Uitbreidingsplannen moeten zorgvuldig, op een gebiedseigen wijze, ingepast worden in het landschap en een kwalitatieve inrichting van de erven in het buitengebied verdient aandacht. Deze ‘rode’ ontwikkelingen zijn bepalend voor de beeldkwaliteit van het landschap van de Waterlinie. In de Verboden Kringen rondom de forten zullen specifieke criteria gesteld worden voor lopende opgaven, zoals de groei van Acquoy in de Verboden Kring van Fort bij Asperen (zie 5.2). Aandachtspunt is de groei van Gorinchem. De aanleg van Hoog Dalem valt buiten de scope van dit kader, maar is wel van invloed op de ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In 5.4 wordt hier nader op ingegaan.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
41
Dienst Landelijk Gebied
5. LINIE IN ONDERDELEN Dit hoofdstuk gaat in op de ontwikkeling van de diverse onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het bevat de opgaven, criteria en streefbeelden voor de hoofdverdedigingslijn, de inundatiekommen, de accessen en verdedigingswerken en de veilige zijde.
Fort bij Asperen
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
43
DIEFDIJKLINIE > behoud en ontwikkeling historische waarden > aanleg fietsroute tussen Lek en Waal > met herkenbare, authentieke Waterlinie-uitstraling WATERLINIE-AFSLAG > creëren van een herkenbare Waterlinie-afslag: maak zichtbaar dat de hoofdverdedigingslijn van Lingedijk overgaat in de lijn Linge-Vuren
TRAJECT LINGE-VUREN > versterking (verdwenen) hoofdverdedigingslijn > als landschapsstructuur > en onderdeel van de fietsroute Lek-Waal
ACCES A15/BETUWELIJN > opheffen barrierewerking A15/Betuwelijn > door aanleg fietsverbinding > creëren van een herkenbaar Waterlinie-acces
44
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
5.1 Hoofdverdedigingslijn
De hoofdverdedigingslijn is één doorgaande militaire lijn van de Lek tot de Waal. Deze ruggengraat van de Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft echter geen éénduidig profiel, maar is opgebouwd uit een aantal karakteristieke delen. De hoofdverdedigingslijn valt tussen de Lek en de Waal grotendeels samen met primaire waterkeringen. Van noord naar zuid zijn dit de Diefdijk, de Meerdijk, de Nieuwe Zuiderlingedijk en een gedeelte van de Zuidelijke Lingedijk; tesamen vormen zij de Diefdijklinie. Het zijn hoge, steile en smalle dijken. Vanaf het gemaal ‘Broekse Sluis’ bij Spijk vindt de verdedigingslijn zijn weg in zuidelijke richting naar Fort bij Vuren aan de Waal. Hier is geen sprake van een markant dijklichaam, de verdedigingslijn verdwijnt haast onzichtbaar in het polderlandschap. Tot aan het Lingebos loopt de linie over een lage polderkade. Vanaf het Lingebos tot de Betuwelijn is de hoofdverdedigingslijn geheel verdwenen. Ten zuiden van de A15 loopt de lijn over de Dalemse Zeiving; een polderkade met laanbeplanting, nauwelijks herkenbaar als hoofdverdedigingslijn. Enkel een aantal groepsschuilplaatsen, schijnbaar lukraak gelegen in de weilanden, vertelt het verhaal van de Waterlinie.
Dienst Landelijk Gebied
Opgave Het is de ambitie om de waarneembaarheid van de Waterlinie in het landschap te vergroten. Dit vraagt om een zichtbare, herkenbare, continue en bruikbare hoofdverdedigingslijn. Het is de ‘rode draad’ waaraan de losse Linie-objecten gekoppeld zijn. Specifiek voor de Linie tussen de Lek en de Waal is het versterken van de samenhang tussen de afzonderlijke deeltracés. De hoofdopgaven zijn: 1. behoud en ontwikkeling van de cultuurhistorische kenmerken van Diefdijklinie; 2. aanleg van een fietsroute over de hoofdverdedigingslijn tussen Lek en Waal, met een herkenbare ‘Waterliniestijl’; 3. versterking zichtbaarheid van de lijn Linge - Vuren; 4. opheffen van de barrierewerking van de A15 en Betuwelijn. Een belangrijk deel van deze opgaven kan worden gerealiseerd in combinatie met de versterking van de Diefdijklinie. Voor het gedeelte van de Linge tot Vuren moet een aanvullend uitvoeringsprogramma ontwikkeld worden, in samenhang met ruimtelijke opgaven in dit gebied zoals de aanleg van Hoog Dalem.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
45
1. behoud van de cultuurhistorische kenmerken van de Diefdijklinie De kwaliteit van de de hoofdverdedigingslijn van de Linge tot de Lek is nauw verbonden met de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van de Diefdijklinie. De Diefdijklinie bestaat uit de Diefdijk, de Meerdijk, de Nieuwe Zuiderlingedijk en de Zuidelijke Lingedijk. Elke dijk heeft haar eigen karakter, en dat karakteristieke onderscheid van de vier dijken moet in de toekomst behouden blijven. Essentieel voor de identiteit is het behoud van de karakteristieke steile en smalle dijkprofielen. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor de verbetering van de Diefdijklinie. Ook het behoud van elementen in en op de dijk is van belang voor het behoud van de cultuurhistorie. Boerderijen, dijkhuizen, boomgaarden; ze zijn vaak vergroeid met het dijklichaam en vertellen ieder een eigen verhaal. Dit geldt ook voor de diverse wielen langs de dijken. Zij maken de dramatische omvang van historische dijkdoorbraken zichtbaar. Bij dijkverbeteringen dienen de wielen met respect behandeld te worden. Voor de Waterlinie is het behoud en herstel van de karakteristieke grondlichamen van de batterijplaatsen van belang. Langs de Diefdijk, de Meerdijk en de Nieuwe Zuiderlingedijk ligt een aantal verbredingen van de dijk, waarop een aantal grondwalletjes ligt. Tussen deze walletjes konden de kanonnen worden opgesteld. In de loop de tijd zijn deze grondlichamen verzakt. Herstel van de oorspronkelijke contouren draagt bij aan het beter beleefbaar maken van het verhaal van de Waterlinie. Mogelijk kunnen aanvullende inrichtingsmaatregelen, zoals een kunst-toepassing, de historische functie nader verbeelden. Ook het recreatief toegankelijk maken van de batterijplaatsen draagt bij aan de beleefbaarheid van de linie.
46
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
2. aanleg van een fietsroute over de hoofdverdedigingslijn tussen Lek en Waal Laat de hoofdverdedigingslijn één verbindende route zijn! Door de hoofdverdedigingslijn te gebruiken als langeafstandsfietsroute wordt de lijn beleefbaar gemaakt. Concreet betekent dit: - het fietsveilig maken van de dijkwegen van de Diefdijklinie - en de aanleg van een nieuw fietspad tussen de Linge en Fort bij Vuren. Bij de Lek takt deze route aan op het noordelijk deel van de Waterlinie met een pont-verbinding tussen Fort Everdingen en Fort Honswijk. In het zuiden kan met de watertaxi bij Fort bij Vuren de oversteek naar Slot Loevestein gemaakt worden om het Liniepad te vervolgen. creëren van een herkenbaar Waterlinie-fietspad De bezoeker moet opmerken dat hij zich op de hoofdverdedigingslijn bevindt. Dit vraagt om herkenbare inrichting van de route, zodat het een ‘Waterliniepad’ wordt. Subtiel, maar markant genoeg om als beeldmerk voor de Waterlinie te dienen. Denk bijvoorbeeld aan een karakteristiek profiel, een bijzondere bestrating, ... Voor de herkenbaarheid is een consistente inrichting van belang. Een herhaling van een karakteristieke vormentaal draagt bij aan de herkenbaarheid van de lijn tot één geheel. In het Ontwikkelingsplan Lingekwartier is de herinrichting van de Meerdijk hiervan de eerste uitwerking. Bijzondere aandacht is nodig voor de dijkovergangen - van Diefdijk naar Meerdijk, van Meerdijk naar Nieuwe Zuiderlingedijk, van Nieuwe Zuiderlingedijk naar Lingedijk - de continuiteit van het Liniepad moet duidelijk zichtbaar zijn. Belangrijke opgave is het herkenbaar maken van de overgang van de verdedigingslijn van Zuiderlingedijk naar de kade langs het Hooge Veld bij Spijk. De hoofdverdedigingslijn verlaat hier de hoge Zuiderlingedijk om onzichtbaar op te gaan in het polderlandschap. Een onoplettende recreant zal rechtdoor gaan over de Lingedijk richting Spijk, om zich vervolgens af te vragen waar de linie gebleven is. De groepsschuilplaats onderaan de dijk is nu het enige zichtbare aanknopingspunt voor deze ‘afslag’.
Dienst Landelijk Gebied
3. versterking van de lijn Linge - Vuren De hoofdverdedigingslijn is vanaf de Zuiderlingedijk tot aan Fort bij Vuren nauwelijks waarneembaar. Het is de opgave om dit onduidelijk en deels verdwenen deel van de hoofdverdedigingslijn om te vormen tot een markante landschapsstructuur. De aanleg van een nieuw fietspad (herkenbaar Liniepad) zal de hoofdverdedigingslijn vastleggen in het landschap, maar een fietspad maakt van de hoofdverdedigingslijn nog geen markante, zichtbare ruimtelijke grens in het landschap. Het plaatsen van het fietspad op een kade of een dijklichaam zal de Linie meer nadrukkelijk maken. De nadere uitwerking van de versterking van de hoofdverdedigingslijn moet worden opgepakt in samenhang met toekomstige ontwikkelingen, o.a. op het gebied van waterbeheer, natuur en recreatie. Een scenario-studie voor het gebied tussen de Linge en de Waal moet helderheid brengen over de gewenste toekomst van dit snel verstedelijkende gebied. Voorgesteld wordt de hoofdverdedigingslijn aan de veilige zijde te voorzien van een robuuste groenstructuur, een karakteristieke ‘polderlijn’ als ruimtelijke markering van de Linie. Zo wordt eenheid verkregen met het overige deel van de Waterlinie, waar verdichting van de veilige zijde het ontwerpprincipe is. Een combinatie van deze nieuwe groenstructuur met nieuwe functies kan dit gebied een nieuwe impuls geven én de Waterlinie tussen Linge en Vuren een geheel eigen profiel geven. (zie 5.4 Veilige zijde)
Dienst Landelijk Gebied
4. opheffen van de barrierewerking van de A15 en Betuwelijn De A15 en Betuwelijn vormen samen een forse ruimtelijke en functionele barriere voor de hoofdverdedigingslijn. Het is de opgave de continuïteit van de Waterlinie beter zichtbaar te maken en, indien mogelijk, ook een functie te geven als fietspassage. Het is de ambitie om de barrierewerking van de A15 en Betuwelijn op te lossen door de aanleg van een fietsbrug, op de hoofdverdedigingslijn, met een vormgeving passend bij de Waterlinie. Een markante fietsbrug versterkt de herkenbaarheid van de Waterlinie en zorgt voor een recreatieve verbinding tussen Vuren en Gorinchem (Hoog-Dalem) in het zuiden en het Lingebos en de Lingedijken ten noorden van de infrastructuurbundel.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
47
INUNDATIEZONE DIEFDIJKLINIE EHS
BOEZEM LOP
VERBODEN KRINGEN DORPSPOLDERS
INUNDATIEZONE LINGE-VUREN
48
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
5.2 Inundatiekommen
Kernkwaliteit Kernkwaliteit van de inundatiekommen is de leegte. De openheid van de polders, de weidse vergezichten, zijn een belangrijke kwaliteit van het huidige landschap. De huidige leegte van het ruilverkavelingslandschap is, richting de toekomst, een waardevolle kwaliteit om te behouden en versterken, omdat leegte in het huidige Nederlandse landschap steeds zeldzamer wordt én de leegte een belangrijk onderdeel is van het historisch verhaal van de waterlinie. De openheid is één van de meest gewaardeerde kwaliteiten van de Waterlinie, maar ook één van de meest kwetsbare. Naast leegte is natheid karakteristiek. De inundatiekommen zijn onderdeel van de rivierkommen; laaggelegen, natte gronden, vooral bestaande uit (zware) klei. Deze natheid uit zich in het landschap door de vele slootjes, brede watergangen, gemalen, het grondgebruik, voornamelijk weilanden, en de ‘natte’ beplanting zoals els, iep, wilg en populier. Pal naast de Nieuwe Zuiderlingedijk en de Diefdijk is het natte karakter zeer expliciet aanwezig. Doordat hier in het verleden grond is afgegraven voor de dijkaanleg is dit ‘uitgedijkte land’ zeer nat met rietmoerassen en moerasbossen. Het komlandschap is open, grootschalig en rechtlijnig van karakter. Kenmerkend is de rationele verkaveling in stroken en blokken. Weteringen, kades en wegen, al dan niet voorzien van beplantingen, zijn lange lijnen die het landschap mathematisch ordenen. Een fijnmazig stelsel van waterlopen en slootjes zorgt voor de afwatering van de landbouwpolders. In het grootschalige open landschap vormen de boerenerven robuuste enclaves in de open ruimte, evenals enkele bospercelen, waaronder een aantal historisch waardevolle eendekooien. Het is een landschap met een sobere uitstraling. Gebouwen zijn eenvoudig van architectuur; grote volumes, grote vlakken, simpele lijnen en weinig details. Bij inundatie zou ook een deel van de oeverwallen langs de Linge onder water komen te staan. Kernkwaliteit van de oeverwallen is de kleinschaligheid, variatie en de historische uitstraling. De rivierdijken zijn belangrijke structuurdragers. Van oudsher zijn dit de bewoonde gebieden, gecontreerd in stadjes, dorpen, buurtschappen en dijklinten. Grondgebruik is overwegend fruitteelt. Karakteristiek is de geleidelijke overgang van oeverwal naar komgrond.
Dienst Landelijk Gebied
Opgave Nieuwe Hollandse Waterlinie De inundatiekommen vormen de essentie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie; het onder water zetten van deze gebieden was de kern van de verdediging. Om het verhaal van de Waterlinie voor de toekomst beleefbaar te maken is duurzame openheid van de inundatiekommen en de schootsvelden van groot belang, samen met het beleefbaar maken van het natte karakter van deze gebieden. De waterlinieopgave voor de inundatiekommen bestaat uit vier onderdelen: 1. open, natte inundatiezone 2. openheid Verboden Kringen 3. zichtlijnen 4. open polders, natte boezems Dit wordt op de volgende pagina’s nader uitgewerkt. Veranderend landschap door beleid & particulier ondernemerschap In de inundatiekommen moet een breed scala aan beleidsopgaven gerealiseerd worden. De belangrijkste opgaven zijn de realisatie van de ecologische hoofdstructuur en robuuste verbindingszone (EHS), aanleg van natuurvriendelijke oevers, verbeteren waterkwaliteit (KRW), waterberging (NBW) en de versterking van de cultuurhistorie en landschap (Belvedere, Nationaal Landschap, LOP). Op de lange termijn speelt mogelijk aanpassing van het gebied aan de klimaatsverandering (klimaatadaptatie, NBW). Naast de beleidsopgaven zijn er tal van particuliere ontwikkelingen gaande in het landschap van de inundatiekommen. Grootste grondgebruiker is en blijft de landbouw, zowel veehouderij als fruitteelt. Een aantal landbouwers zoekt verbreding. Landschapsontwikkelingsplan: structuur voor de toekomst In het LOP zijn deze beleidsopgaven en streekwensen geïntegreerd tot een samenhangende visie op de toekomst van de inundatiekommen. Geïnspireerd op de historische opbouw van het landschap reikt het LOP een robuuste landschapsstructuur voor de toekomst aan. Opnieuw worden de dorpspolders en boezems geïntroduceerd, van elkaar gescheiden door dorpspolderkades. Historische kades worden hersteld en aangevuld, zodat er een heldere structuur in het landschap ontstaat. Binnen deze robuuste landschapsstructuur vinden huidige en nieuwe functies een vanzelfsprekende plek: de boezemgebieden sluiten aan op de beleidsopgaven voor natte natuur en de ontwikkeling van de Waterlinie, de polders bieden ruimte voor efficiënt landbouwkundig gebruik, het stelsel van dorpspolderkades vormt een nieuwe recreatieve dooradering van het gebied. Deze transformatie van het huidige landschap naar het gewenste toekomstbeeld zal een geleidelijk proces zijn, in samenwerking met de diverse partijen en grondeigenaren. Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
49
INUNDATIEZONE DIEFDIJKLINIE EHS
INUNDATIEZONE LINGE-VUREN
50
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
1. open, natte inundatiezone
De inundatiezone is een strook direct langs de hoofdverdedigingslijn, aan de inundatiezijde, grotendeels samenvallend met delen van de EHS en de boezemstructuur van het LOP. Kernkwaliteit Langs de Diefdijk en de Nieuwe Zuiderlingedijk kent de inundatiezone hoge natuurwaarden. Met name de rietmoerassen en moerasbossen langs de Nieuwe Zuiderlingedijk zijn ecologisch waardevol. De inundatiezone heeft een grote cultuurhistorische rijkdom in zich. Ten oosten van de Diefdijk zijn historische verkavelingsrichtingen, de Culemborgse Vliet, kades en oude woonconcentraties langs de dijk van belang. Het uitgedijkte land, de afgegraven gronden langs de dijk, herinneren aan de dijkaanleg. Een oude dijkdoorbraak is zichtbaar door het wiel De Waaij. Ten zuiden van de Nieuwe Zuiderlingedijk is het uitgedijkte land waardevol. Polderkades en tiendwegen markeren historische ontginningen. De historische waarden van de inundatiezone tussen de Linge en de Waal zijn beperkt. Met name het Broekwiel en een restant van een dorpspolderkade (Floorkens zeiving) hebben historische waarde. De verdedigingswerken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, gelegen in deze inundatiezonen komen in paragraaf 5.3 aan bod. Opgave De opgave voor de inundatiezone is het expliciet zichtbaar en beleefbaar maken van het principe van de inundatiekommen. Dit betekent de aanleg van een waterrijke zone met veel openheid, waardoor weidse zichten vanaf de hoofdverdedigingslijn richting de open polders ontstaan. Samen met de hoofdverdedigingslijn vormt de inundatiezone een robuust landschappelijk raamwerk voor natuur, water en recreatie. De belangrijkste criteria voor de ontwikkeling van de inundatiezone zijn: creëer in de inundatiezone een waterrijk en overwegend open landschap Dit is een mix van overwegend open natuurgebieden zoals rietmoerassen, plassen, grienden en vochtige graslanden, afgewisseld met (huidige) moerasbossen met subtiele openingen voor zichtlijnen. De inrichting van de natte natuur komt tot stand door een integratie van de ecologische, cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten en mogelijkheden voor beheer, die verschillen zijn per locatie. Het Ruimtelijk Kader reikt principes aan voor de openheid van de inundatiezone, vanuit ruimtelijke kwaliteit en herkenbaarheid van de Linie. Er dient nog een afstemming plaats te vinden met de natuurdoelen zoals Natura 2000, de robuuste ecologische verbinding en in het bijzonder de vleermuizen.
Dienst Landelijk Gebied
maak ruimte voor vlakvormig water De historische inundatie van de kommen kenmerkt zich door grote, uitgestrekte vlakten met water; 30 tot 60 centimeter onder water gezet land. De inundatiezone is in de toekomst bruikbaar voor waterberging, voor piekafvoeren of seizoensberging. Om het verhaal van de Waterlinie zichtbaar te maken heeft het principe van ondiep water, uitgestrekt over grote oppervlakte de voorkeur heeft boven een lijnvormige aanpak door het verbreden en verdiepen van bestaande waterlopen. respecteer en gebruik cultuurhistorische kenmerken Het is van belang de historische ontginningslijnen te benutten bij de herinrichting van de inundatiezone. Respecteer de karakteristieke hoogteverschillen in de ondergrond; het uitgedijkte land en resterende pollen (hooggelegen boerderijplekken) en benut deze in het ontwerp. Behoud en ontwikkel het kenmerkende waterlossingssysteem. De boezems met dorpspolderkades zijn het referentiebeeld voor de vernieuwing van de waterlinie tussen de Linge en Vuren. maak de inundatiezone recreatief toegankelijk Vanaf de hoofdverdedigingslijn zal de inundatiezone goed zichtbaar zijn. De beleving van het natte karakter, het ‘inundatiegevoel’, wordt versterkt door de inundatiezone recreatief toegankelijk te maken. Oude polderkades bieden aanknopingspunten voor routes. Denk ook aan GPS-struinroutes, langeafstandswandelingen vanuit GeoFort door de inundatiezone. inundatiezone = EHS, LOP en een aantal aanvullende gebieden Ten oosten van de Diefdijk en ten zuiden van de Nieuwe Zuiderlingedijk valt de inundatiezone samen met de begrenzing van de EHS. Een groot gedeelte is bestaande natuur, het overige deel is aangewezen als te ontwikkelen nieuwe natuur (gebiedsplan natuur en landschap). Tussen de Linge en de Waal is het de opgave de inundatiezone te ontwikkelen, aanvullend op de huidige begrenzing van de EHS. Er zijn drie delen te onderscheiden; het ontwikkelen van een natte zone aan de achterzijde van Vogelswerf, het boezemgebied ten oosten van de polder Spijk/Hooge Veld en het boezemgebied bij Vuren (LOP). Ook ten noorden van de rijksweg A2 (Molenkade fase 2) en bij de Meerdijk zal gezocht worden naar mogelijkheden om de EHS te versterken met waterrijke, open gebieden. Ten zuiden van de Nieuwe Zuiderlingedijk zal onderzocht moeten worden welke ingrepen noodzakelijk zijn om de verdroging van de natuur te bestrijden. Op de volgende pagina’s wordt nader ingezoomd op de deelgebieden van de inundatiezone.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
51
inundatiezone Diefdijk
De inundatiezone Diefdijk bestaat uit een aantal karakteristieke deelgebieden: A. Diefdijk Noord B. Molenkade C. Polder De Geeren D. Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk A
B
C
D
52
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
inundatiezone Diefdijk A. Diefdijk Noord
inundatiezone Diefdijk B. Molenkade
De zone langs de Goilberdinger wetering, globaal tussen Fort Everdingen en de A2, is onderdeel van de robuuste verbindingszone NHW en de EVZ Diefdijk. Het is een zeer open landschap, met een historische ontginningsrichting parallel aan de Diefdijk. Het zijn langgerekte, smalle kavels. Het gebied Diefdijk Noord valt formeel buiten de scope van Lingekwartier, omdat het grondgebied van gemeente Culemborg betreft.
Plan Molenkade is in uitvoering. Belangrijk doel van het plan is het zichtbaar maken van de inundatievelden van de Waterlinie. Er wordt een permanente waterplas aangelegd en een gebied met ruimte voor waterberging in piekperioden. Naast het zichtbaar maken van het verleden wordt het gebied geschikt gemaakt voor de natuur en wordt het recreatief toegankelijk gemaakt. Een aantal bosschages wordt omgevormd graslanden en rietlanden waardoor het een meer open karakter krijgt. Hierdoor ontstaat meer uitzicht vanaf de Diefdijk richting de inundatiekommen. Ten noorden van de rijksweg A2 is een zoekgebied aangewezen voor de aanleg van Molenkade fase 2, met eveneens een waterrijk, open natuurgebied, ter versterking van de inundatiezone.
Streefbeeld Het streefbeeld is een open, waterrijke zone met een sobere inrichting. Eenvoud past in het karakter van dit deel van de Diefdijk. Het bos parallel aan de Diefdijk dient verwijderd te worden om weids uitzicht over de inundatiekom te krijgen. Plekgewijs is opgaande beplanting mogelijk voor de gewenste natuurontwikkeling of ter accentuering van historische waarden, zoals kavelpatronen, kavelverdraaiingen of historische plekjes. Dit zijn subtiele beplantingsaccenten, met name haaks op de dijk om het zicht over de polder te behouden. Voor het verhaal van de Waterlinie is het volledig vrijhouden van de ruimte rond de betonwerken van groot belang. De rij van groepsschuilplaatsen is een zeer karakteristiek Liniebeeld. Ook het vrijhouden van het zicht over het inundatiekanaal is van groot belang. Het legt de link tussen waterinlaat en overstromingsveld. De Verboden Kringen dienen volledig vrij van bebouwing en beplanting te blijven. Voor deze inundatiezone is een aantal natuur- en wateropgaven geformuleerd. In het Gebiedsplan Natuur en Landschap is aanleg van circa 79 hectare nieuwe natuur opgenomen; bloemrijk grasland en moeras. Voor de EVZ is het de opgave 4 hectare in te richten, volgens het model kamsalamander en in mindere mate de grote modderkruiper. Van belang is niet te voedselrijk water met een goede plantengroei. Ruimtelijk betekent dit de aanleg van droge kerngebied, natte kerngebieden met geïsoleerde wateren, verbonden met een natte doorlopende oeverzone met een breedte van 10 tot 20 meter. Bij zowel de droge als natte gebieden gaat het om aanleg van 1 element van minimaal 0,1 hectare per 300 meter. Een afwisselend biotoop met zowel ruigten, schrale graslanden als opslag van struweel en bomen is gewenst voor het landbiotoop van de kamsalamander en de waterspitsmuis. NBW-opgave is het realiseren van 1,5 hectare waterberging. KRW-opgave is het verbeteren van 1,5 kilometer waterloop. In het gebied ten westen van Culemborg wordt tevens gedacht aan de aanleg van een waterbuffer ten behoeve van de woonwijk Parijs. Afstemming op deze ontwikkeling is gewenst.
Plan Molenkade (RPS BCC, Ronald Rietveld, Erick de Lyon)
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
53
inundatiezone Diefdijk C. Polder De Geeren
inundatiezone Diefdijk D. Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk
Polder De Geeren is een ‘gerende’ polder (smal beginnend, breed uitlopend), begrensd door de Culemborgse Vliet en de Acquoyse kade. Opvallend is de uitsparing in de polder door het Wiel van Bassa. Karakteristiek is de kavelrichting haaks op de dijk. Een aantal van deze haakse kavels is bebost, het merendeel is grasland. Langs de dijk ligt een beperkt aantal erven en stroken moerasbos. Een aantal laaggelegen percelen herinnert aan afgraving voor de dijkaanleg.
Het inundatielandschap rond Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk is verdicht door een aantal bosschages, in langgerekte kavels en parallel aan de spoorlijn. De bosschages worden afgewisseld met open graslanden. De Culemborgse Vliet en het Acquoyse Meer begrenzen deze inundatiezone. Historische waterlopen zijn de Korte en Lange Slaggraaf.
Streefbeeld Streefbeeld is een waterrijk, open natuurgebied door de graslanden om te vormen tot (riet)moeras en/of vochtig grasland. Belangrijkste maatregel om grotere openheid vanaf de Diefdijk te bereiken is het omvormen van de strook van moerasbos parallel aan de dijk tot open moeras. Het is niet noodzakelijk de haaks gelegen bospercelen te kappen, omdat tussen deze bossen ruim zicht op de achterliggende polders is. Aandachtspunt is het zichtbaar houden van de historische kavelrichtingen. Het uitgedijkte land biedt aanknopingspunten voor variatie in natuurontwikkeling. Historische locaties van verdwenen boerderijen en molens bieden aanknopingspunten voor (recreatieve) verbijzondering van het ontwerp. Voor het zicht op de open polders is het van belang dat de begrenzing van polder De Geeren, de Culemborgse wetering en Acquoyse kade, open van karakter dient te zijn (onbeplant, transparante laanbeplanting). In het kader van het Gebiedsplan Natuur en Landschap zal er 35 hectare nieuwe natuur worden aangelegd, in de vorm van rietmoerassen en bloemrijke graslanden. Er zijn NBW en KRW-opgaven, HEN/SED-wateren, waterparels en er moeten antiverdrogingsmaatregelen genomen worden (toplijst gebied). Tevens is het gebied onderdeel van Natura 2000 (concept-aanwijzing).
54
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Streefbeeld Het streven is een overwegend open, nat natuurgebied met rietmoerassen of vochtige graslanden. De huidige bosschages schermen het fort grotendeels af. Het streven is deze bosschages grotendeels om te vormen tot lage vegetaties om de schootsvelden van het fort weer open te maken en ruim zicht op de spoorlijn, het te verdedigen acces, te creëren. Historische kavelstructuren, rabatten en waterlopen zijn aandachtspunt voor het ontwerp. Volgens het Gebiedsplan Natuur en Landschap zal er 20 hectare bloemrijk grasland worden aangelegd, voor de Culemborgse Vliet en de Nieuwe Graaf zijn er NBW en KRW-opgaven geformuleerd. Er is sprake van SED-water en het gebied is onderdeel van de Toplijst-verdroging. Het gebied is onderdeel van de concept-aanwijzing tot Natura 2000-gebied.
Dienst Landelijk Gebied
inundatiezone Meerdijk
De huidige natte natuurgebieden langs de Meerdijk zijn beperkt tot de omgeving van de Oude en de Nieuwe Horn. Dit gebied is sterk verdicht met bosschages. Ten zuiden van deze bosjes is het landschap meer open van karakter en in landbouwkundig gebruik. Streefbeeld Het landschap ten oosten van de Meerdijk heeft geen uitgesproken inundatiekarakter. Het waterrijk natuurgebied is beperkt tot de noordhoek, en is besloten van karakter terwijl openheid het wensbeeld is. De mogelijkheden om (delen van) deze bosschages om te vormen tot open, natte natuur of om zichtlijnen te creëren moeten in de volgende planfase nader onderzocht worden. Het streven is de inundatiezone langs de Meerdijk in zuidelijke richting te versterken door uitbreiding van de natte natuur. In het huidige beleid zijn geen nieuwe natuurgebieden opgenomen, dus er zal, in overleg met de grondeigenaren, gezocht moeten worden naar aanvullende mogelijkheden. Een combinatie van de aanleg van een natte zone met het herstel van de loopgraaf bij de groepsschuilplaatsen en kazematten onderaan de Meerdijk biedt kansen het inundatielandschap sterker te verbeelden. Het streven is de recreatieve toegankelijkheid van dit gebied te versterken. Aanknopingspunten zijn het verbeteren van de toegankelijkheid van het gemaal de Oude Horn en de aanleg van een pad door de natte zone, gecombineerd met een route door de te herstellen loopgraaf, richting het Fort bij Asperen. Afstemming op de ontwikkeling van Natura 2000-plannen is noodzakelijk en er moet aandacht zijn voor de verdrogingsproblematiek (Top-lijst).
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
55
inundatiezone Fort bij de Nieuwe Steeg
In het Ontwikkelingsplan Lingekwartier is bij Fort bij de Nieuwe Steeg een zoekgebied opgenomen voor een ‘inundatieveld’. Het inundatieveld is een natte zone langs de rand van het fort, ter verbeelding van de historische inundatie. Het kan tevens worden gebruikt voor recreatief medegebruik; een veld met ca. 50 centimeter water waar recreanten de historische inundatie op een speelse manier kunnen ervaren. In samenspraak met grondeigenaren en omwonenden zal gezocht worden naar een passende locatie.
56
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
inundatiezone Nieuwe Zuiderlingedijk
De inundatiezone Nieuwe Zuiderlingedijk bestaat uit de EHS ten zuiden van de dijk. Het zijn bestaande natuurgebieden, moerassen en moerasbossen, aangevuld met te ontwikkelen nieuwe natuurgebieden zoals begrensd in het Gebiedsplan Natuur en Landschap. Het landschap is zeer nat, omdat de gronden rondom de dijk zijn afgegraven voor de dijkaanleg. Het oostelijk deel van het gebied heeft een meer open karakter, door de moerassen en waterplassen, in contrast met westelijke zone waar besloten moerasbossen het beeld bepalen. Belangrijke historische lijnen zijn oude polderkades, de scheidingen tussen de dorpspolders van Asperen en Heukelum, de Kerkweg en de Tiendweg. Kenmerkend voor de waterlinie is de rij van groepsschuilplaatsen, aan de voet van de Nieuwe Zuiderlingedijk.
Streefbeeld Het streefbeeld van het noordoostelijk deel van deze inundatiezone is overwegend open, waterrijk natuurgebied met enkele waterplassen. Pleksgewijs kunnen enkele beplantingselementen worden omgevormd tot moeras of struikvegetaties, waardoor weidse vergezichten richting Fort bij de Nieuwe Steeg ontstaan. Ten zuidwesten van De Vliet/Asperense Wetering is het landschap meer besloten van karakter. In de bestaande moerasbossen worden enkele subtiele openingen gemaakt waardoor meer zicht op de achterliggende inundatiekommen ontstaat. Dit gebeurt ter plekke van de aanwezige betonwerken, waardoor de relatie tussen militair object en achterliggende open inundatiepolder zichtbaar wordt, zowel vanaf de Nieuwe Zuiderlingedijk als vanaf het Liniepad over de Tiendweg. De Tiendweg en oude polderkades zijn mooie aanknopingspunten voor recreatieroutes, eventueel aangevuld met een aantal struinpaden door de moerassen. Het herstel van de kades richting Huis Merkenburg biedt kansen om de gebieden aan weerszijden van de Nieuwe Zuiderlingedijk weer met elkaar te verbinden. Van oorsprong, voor de aanleg van de dijk, waren deze gebieden één geheel. Verdwenen historische molenlocaties zijn aanknopingspunten voor het ontwerp. Het gebied ten zuiden van de natuur langs de Nieuwe Zuiderlingedijk verdient bijzondere aandacht. Mogelijk dat in dit gedeelte van de polder maatregelen noodzakelijk zijn om de verdroging van de natuur langs de dijk te bestrijden. In de volgende planfase moet dit nader onderzocht worden. De verdrogingsproblematiek vraagt om een integrale benadering van de natuurgebieden aan weerszijden van de dijk, inclusief de aangrenzende landbouwgronden. Mogelijk kan de waaiersluis bij de Wapenplaats een nieuwe functie gaan vervullen ten behoeve van het waterbeheer van de natuurgebieden langs de Nieuwe Zuiderlingedijk. Dit zal in de volgende fase nader onderzocht worden.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
57
inundatiezone Linge - Fort bij Vuren
In de huidige situatie bestaat de inundatiezone tussen Linge en Vuren voornamelijk uit agrarisch gebied en een aantal natuurpercelen. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is nauwelijks in het landschap herkenbaar. Streefbeeld De inundatiezone Linge-Vuren staat onder stedelijke druk. Ten westen van deze lijn zijn tal van verstedelijkingsprocessen gaande, zoals de uitbreiding van Gorinchem, groei van bedrijventerreinen langs de autosnelweg en Betuwelijn, de uitbreiding van de golfbaan ‘The Dutch’ en landgoedontwikkeling. Hierdoor zal het landschap sterk veranderen en is er een groot risico van ‘verrommeling’. De inundatiezone Linge-Vuren moet, samen met de versterking van de hoofdverdedigingslijn, een krachtig antwoord worden op deze stedelijke druk: een stevige landschappelijke zone met een karakteristiek Waterlinieprofiel! In deze zone kunnen diverse doelen gerealiseerd worden, zoals natuurontwikkeling (Robuuste Verbinding), er zijn kansen voor toekomstig waterbeheer en het is een stevig antwoord op de toenemende recreatiebehoefte. Zoals gezegd bij de behandeling van de hoofdverdedigingslijn is het beter recreatief passeerbaar maken van de A15/Betuwelijn een belangrijke opgave. Ook zal de toekomst van de landbouw in deze zone in beeld gebracht moeten worden. De aanwezige betonwerken moeten worden benut om de herkenbaarheid van de Waterlinie te vergroten. Met name de rij van betonwerken ten zuiden van de A15 is een blikvanger vanaf de snelweg: hier wordt de Waterlinie gepasseerd.
58
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
De basis voor het toekomstig landschapsbeeld van de inundatiezone Linge-Vuren, voor de lange termijn, is omschreven in het LOP. Dit vormt de basis voor dit streefbeeld van de Linie, waarbij drie deelgebieden te onderscheiden zijn: 1. Achter Vogelswerf De natte zone achter het buurtschap Vogelswerf legt de verbinding tussen de natte moerassen langs de Nieuwe Zuiderlingedijk en de boezem aan de westzijde van de polder van Spijk. Het is van belang dat deze zone open van karakter blijft. De zone op de kaart geeft een zoekgebied voor vernatting weer. Samen met de eigenaren zal gezocht worden naar passende oplossingen. Mogelijk biedt de aanleg van een ecologische oever langs de Leuvensche Achtervliet aanknopingspunten. Aandachtspunt voor een recreatieve inrichting zijn twee verdwenen molenlocaties. 2. Boezem polder van Spijk Tussen de Linge en de A15/Betuwelijn is het streven de historische boezem te herstellen, zoals in het LOP weergegeven is. Aan de westzijde wordt de boezem begrensd door de versterkte hoofdverdedigingslijn, aan de oostzijde zal de dorpspolderkade hersteld worden. Bij voorkeur bestaat de boezem uit water en rietmoeras om het inundatiekarakter in deze smalle strook goed tot uitdrukking te laten komen. Aandachtspunt is inpassing van de manege, bij de entree van het Lingebos. 3. Boezem Vuren, Liniepark Vuren Ten zuiden van de A15 bestaat de inundatiezone uit de boezem van Vuren, zoals in het streefbeeld van het LOP is aangegeven. Afstemming op de uitbreiding van Gorinchem met de wijk Hoog-Dalem is van groot belang. Hier ligt de opgave een integraal plan te maken, waarbij water-, natuur-, landbouw- en stedelijk uitloopopgaven worden gecombineerd. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is hiervoor een belangrijk integratiekader. De versterkte hoofdverdedigingslijn zal samen met de inundatiezone een robuuste groen-blauwe grens voor de verstedelijking vormen. Het is een bijzondere kans en uitdaging om een aantrekkelijk landschapspark aan te leggen: het Liniepark Vuren. Er kan worden gedacht aan een mix van water, rietmoerassen langs de hoofdverdedigingslijn en verder oostwaarts in de boezem graslanden. De groepsschuilplaatsen en Fort bij Vuren zijn markante recreatieobjecten. Combinaties met landbouw zijn in dit gebied goed denkbaar. Openheid is een belangrijk criterium.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
59
60
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
2. openheid van de Verboden Kringen
Tussen de Lek en de Waal zijn vijf Verboden Kringen aanwezig; de kringen van Fort Everdingen, Werk het Spoel, Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk, Fort bij Asperen, Fort bij de Nieuwe Steeg en Fort bij Vuren. Kernkwaliteit De kernkwaliteit van de Verboden Kringen is de landelijkheid en de leegte. De Kringenwet van 1853 heeft er mede voor gezorgd dat deze gebieden tot 1963 gevrijwaard zijn gebleven van verstedelijking. Bouwen in de kleine kring was verboden, maar ook de dreiging van ruiming in oorlogstijd binnen de middelste en de grote kring heeft ertoe geleid dat deze gebieden tot op de dag van vandaag een heel landelijk karakter hebben. Dit betekent niet dat de Verboden Kringen absoluut leeg zijn. Er is een aantal gebouwen in de kringen aanwezig. Met name langs de Meerdijk en de Zuidelijke Lingedijk ligt een aantal boerenerven en burgerwoningen. Leeg betekent ook niet dat de Verboden Kringen volledig vrij van opgaande beplantingen zijn. Zeker op de oeverwallen langs de Linge en de Waal, waar boomgaarden een vanzelfsprekend onderdeel van het landschap zijn, is kleinschaligheid en beslotenheid aanwezig. De boomgaarden vormen geen belemmering voor het vrije zicht over het landschap vanaf de Liniedijken; de dijken zijn hoger dan de boomgaarden. In de komgebieden is het landschap meer open. Weidse vergezichten over de weilanden bepalen het karakter. Door het beperkt aantal gebouwen en de beperkte hoeveelheid opgaande beplanting zijn landelijkheid en de leegte nog steeds waardevolle kwaliteiten van het huidige landschap binnen de Verboden kringen.
Opgave De landelijkheid en de leegte zijn kwetsbare waarden. Zeker in de kringen grenzend aan stedelijke gebieden staat de leegte onder druk. Het is de opgave de landelijkheid en leegte van de Verboden Kringen voor de toekomst te waarborgen. Daarnaast is het van belang het ‘militaire verhaal’ van de Verboden Kringen beleefbaar te maken.
KRINGENWET 1853: VERBODEN KRINGEN KLEINE KRING - 300 meter afstand binnen de kring van 300 meter mocht alleen in hout gebouwd worden, uitsluitend met toestemming van de Minister van Oorlog. MIDDELBARE KRING - 600 meter afstand in de middelste kring mocht men tot 50 cm. boven de grond in steen bouwen en mocht de schoorsteen in steen, maar verder moest alles bestaan uit verbrandbare stoffen. GROTE KRING - 1000 meter afstand in de buitenste kring waren in principe alle bouwmaterialen geoorloofd, maar in geval van ‘afkondiging van den staat van oorlog’ en ook bij mobilisatie konden op last van de militaire bevelhebber alle aanwezige gebouwen, bomen en andere obstakels zonder enige vorm van proces worden geruimd.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
61
Spelregels: behoud de leegte - versterk Waterliniekarakter Om de landelijkheid en de leegte van de Verboden Kringen als kwaliteit voor de toekomst te waarborgen en de Waterlinie-identiteit van deze gebieden te versterken, wordt een aantal principes van de Kringenwet in ere hersteld. Het is een vertaling van de militaire spelregels van de Kringenwet naar nieuwe spelregels voor de toekomst. kanttekeningen Deze nieuwe spelregels van het Ruimtelijk Kader hebben geen consequenties voor bestaande erven in het gebied. Wanneer eigenaren op het bestaande erf een uitbreiding, bijvoorbeeld een schuur, een aanbouw of garage, willen realiseren dan geldt hiervoor het regulier gemeentelijk beleid, zonder aanvullende voorwaarden voor de gebouwen. Het Ruimtelijk Kader doet geen uitspraken over toevoegingen van gebouwen op het terrein van de forten. Dit zijn lopende processen in het kader van de fortontwikkelingen tussen de overheden en de stichtingen.
spelregel 1: verboden te bouwen Het principe In principe worden in de Verboden Kringen geen nieuwe erven toegestaan. Dit betekent dat de nieuwe spelregel wat betreft bouwen strenger is dan de Kringenwet. In de Kringenwet was bouwen onder strikte voorwaarden mogelijk. De dreiging van ruiming in oorlogstijd heeft bijgedragen aan het behoud van het landelijke karakter binnen de kringen. Door de afwezigheid van deze dreiging in de huidige tijd is het voor het open houden van het landschap noodzakelijk een bouwverbod voor nieuwe erven in te voeren. De uitzonderingen Er is een aantal uitzonderingen op de algemene spelregel ‘verboden te bouwen’. In de onderstaande situaties is nieuwbouw mogelijk, onder stricte voorwaarden om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. 1a. uitbreiding van bestaande erven Binnen de Verboden Kringen ligt een beperkt aantal erven, zowel burgererven als boerenbedrijven en kleine ondernemingen. Voor deze bestaande erven geldt het regulier gemeentelijk beleid, zonder aanvullende bouwvoorschriften. Het is maatschappelijk niet verantwoord deze eigenaren beperkingen op te leggen. Daarnaast is het voor de duurzaamheid van de bedrijven van belang dat er ruimte is voor uitbreiding, bijvoorbeeld voor het bouwen van een nieuwe fruitschuur. Voorwaarde voor een erfuitbreiding is het opstellen van een erfinrichtingsplan, conform de criteria van het LOP. 1b. afronding aangrenzende dorpskernen De dorpen Acquoy en Vuren grenzen aan en liggen gedeeltelijk binnen de Verboden Kringen. Acquoy planologische ruimte voor beperkte groei. Binnen de grote kringen is ruimte voor afronding van de dorpen. De voorwaarden voor een hoogwaardige kwaliteit van de architectuur en inpassing in het landschap worden op de volgende pagina’s per gebied weergegeven. Bouwen in hout heeft de voorkeur, om de identiteit van de Verboden Kringen te versterken. 1c. nieuwbouw ter ondersteuning van de toeristisch-recreatieve functie De forten in het gebied hebben een museale en toeristisch-recreatieve koers. Er is ruimte voor toevoegen van gebouwen met ondersteunende functies voor de forten. Denk hierbij aan een enkel gebouw, bijvoorbeeld een fortwachterswoning. Voorwaarde is het opstellen van een erfinrichtingsplan voor inpassing van het gebouw (met erf) in de omgeving.
62
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
spelregel 2: verboden bosschages te planten 1d. nieuwbouw in hout ter versterking van cultuurhistorische identiteit Kringen Kenmerkend voor de Waterlinie zijn de zogenaamde ‘Kringenwetwoningen’. Dit zijn houten woningen en boerderijen, die verspreid langs de gehele Linie voorkomen. Tussen Lek en Waal is een aantal houten huizen aanwezig. Behoud van deze huizen is van belang, maar ook het toevoegen van enkele nieuwe houten huizen kan een kwaliteitsimpuls betekenen voor de Waterlinie. Vanzelfsprekend is hier een combinatie met de uitzonderingen 1a, 1b en 1c denkbaar: bouwen in hout van de uitzonderingen versterkt het Liniekarakter. Aanvullend is het denkbaar langs de Waaldijk, tussen het dorp Vuren en Fort bij Vuren, een aantal houten huizen te plaatsen, geïnspireerd op de historische situatie: langs deze dijk heeft in het verleden een aantal houten Kringenwetwoningen gestaan. In een later planstadium moet besloten worden of nieuwbouw hier wenselijk is, afgestemd op de planvorming van de Robuuste Verbinding. 1e. Gorinchem Oost Het westelijk deel van de Verboden Kringen van Fort bij Vuren ligt op het grondgebied van gemeente Gorichem en valt daarmee buiten de scope van dit Ruimtelijk Kader. De nieuwbouwwijk Hoog Dalem zal gedeeltelijk binnen de grote kring plaatsvinden. De toekomstige inrichting van de zone tussen Hoog Dalem en de Dalemse Zeiving is nog onbekend. Toevoegen van gebouwen in deze zone is vanuit het concept van de Nieuwe Hollandse Waterlinie denkbaar: dit betekent dat de hoofdverdedigingslijn op de Dalemse Zeiving een scherpe grens wordt tussen stedelijk en landelijk gebied. Dit kan worden benadrukt door enkele markante gebouwen in de groene verdichtingszone ten westen van deze grenslijn, uitkijkend over de inundatievlakte (zie H5 Veilige zijde). 1f. Culemborg West Ook het gebied ten westen van Culemborg, binnen de Verboden Kringen van Fort Everdingen en Werk aan het Spoel, valt buiten de scope van dit Ruimtelijk Kader. Afstemming van de ontwikkeling in het gebied tussen Diefdijk en Culemborg (woonwijk Parijs) dient nog plaats te vinden, zoals de wateropgave, stedelijk uitloop en landschapsontwikkeling.
Dienst Landelijk Gebied
Het principe Aanleg en uitbreiding van bosschages binnen de Verboden Kringen is ongewenst. Bossen verstoren de gewenste openheid binnen de schootsvelden. Ook deze spelregel is strenger dan de Kringenwet, om de huidige openheid van deze vuurlinies in het landschap voor de toekomst te behouden. De uitzonderingen 2a. erfbeplantingen Vanzelfsprekend gaat het hier niet om erfbeplantingen. Gebiedseigen erfbeplanting voor landschappelijke inpassing van (uitbreiding van) bestaande erven binnen de Kringen draagt juist bij aan de kwaliteit van het landschap. 2b. groene verdichtingszone Linge-Vuren Aanbevolen wordt de hoofdverdedigingslijn tussen de Linge en Fort bij Vuren aan de veilige (west)zijde te versterken met een robuuste groenstructuur. Dit betekent dat aanplant van bosschages binnen de Verboden Kringen van Vuren ten westen van de Dalemse Zeiving gewenst is.
spelregel 3: maak de Verboden Kringen beleefbaar Deze spelregel is geen ‘verbod’, maar een uitdaging voor de herinrichting van het landschap om het karakter van deze kerngebieden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te versterken. Een streng ruimtelijk beleid voor de Verboden Kringen is noodzakelijk voor het behoud van de landelijke kwaliteit en historische openheid van de vuurlinies. Voor het draagvlak van deze beperkingen is het gewenst het ‘verhaal’ van de Verboden Kringen uit te leggen aan het publiek. De nieuwe functies van Fort Asperen en Fort Nieuwe Steeg bieden kansen om de Verboden Kringen voor het publiek beleefbaar te maken. Denk hierbij aan het zichtbaar maken van de kringen vanaf de forten en het beleefbaar maken van de kringen door routes of kunsttoepassingen/landart. Voor Fort bij Vuren worden al ideeën ontwikkeld om de Kringen in het landschap te markeren.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
63
Verboden Kringen Fort bij Asperen
Het landschap binnen de Verboden Kringen van Fort bij Asperen zal weinig veranderen. Het huidige beeld van de laagstamboomgaarden op de oeverwal, richting noorden overgaand in de weilanden van de komgronden, zal ook in de toekomst het beeld bepalen. Het Ruimtelijk Kader heeft geen consequenties voor de omwonenden van het wiel ten noorden van het fort. De bestaande beplanting blijft gehandhaafd. Wanneer eigenaren op het erf een uitbreiding, bijvoorbeeld een schuur, willen realiseren dan geldt hiervoor het regulier gemeentelijk beleid. Aandachtspunt is de mogelijke uitbreiding van het dorp Acquoy. Het streekplan biedt ruimte voor beperkte groei. De wijze waarop dit gebeurt is van invloed op de ruimtelijke kwaliteit van het waterlinielandschap. Aanbevolen wordt Acquoy op ‘dorpse’ wijze te laten groeien. ‘Dorpse groei’ van Acquoy betekent dat nieuwe wooneenheden worden ontworpen als een ‘boerenerf’ of als ‘landgoed’. Bouwen als een boerenerf betekent de aanleg van een ensemble van gebouwen refererend aan een boerderij (hoofdgebouw), met diverse schuren (grote volumes) gecombineerd met de aanleg van landschapselementen, zoals een boomgaard op de oeverwal. Een nieuw erf dient in een eigentijdse bouwstijl aangelegd te worden. Het is ook denkbaar bestaande boerenerven te transformeren tot een ‘burgererven’. Voor de aanleg van nieuwe landgoederen is het landgoedbeleid van Geldermalsen van toepassing. Dit betekent dat binnen de Grote Kring van Fort bij Asperen, in het gedeelte ten noorden van de Kerkweg, een nieuw landgoed gevestigd kan worden. De criteria zijn omschreven in het landgoedbeleid. Aanvullende criteria vanuit de Waterlinie zijn een zo open mogelijke terreininrichting en een bouwstijl geïnspireerd op de Waterlinie en de Kringenwet. Denk hierbij aan (gedeeltelijk) bouwen in hout of inspelen op verbeelding van inundatie..... Mogelijk biedt een kunsttoepassing de mogelijkheid het verhaal van de Verboden Kringen beleefbaar te maken in het buitengebied. Dit versterkt de relatie met Asperen als Kunstfort. Dit moet in het vervolgtraject nader uitgewerkt worden.
64
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Verboden Kringen Fort bij de Nieuwe Steeg
Het landschap binnen de Verboden Kringen van Fort bij de Nieuwe Steeg is een overgangslandschap. Langs de Linge liggen de oeverwallen, met overwegend fruitteelt. In het zuidelijk deel liggen de graslanden op de komgronden. In dit gedeelte is de leegte kenmerkend. De ligging van Fort bij de Nieuwe Steeg op de grens van oeverwal en kom is typerend voor het fort. Het behoud van deze landschapskenmerken in het toekomstig landschap is van belang voor de identiteit van het fort. De verdichte oeverwal geeft het fort rugdekking, waardoor het vanzelfsprekend opgaat in het landschap; een belangrijk camouflagekenmerk. Een duurzame fruitteelt op de oeverwal is daarom van belang. In het komgebied is de leegte karakteristiek. De openheid in de schootsvelden kan versterkt worden door het maken van een zichtlijn door de bosschages ten oosten van het fort, langs de wetering. Hierdoor ontstaat meer zicht op de Linge, als te verdedigen acces. Het andere bosperceel, meer nabij het fort, kan verwijderd worden, vanuit visueel-ruimtelijk oogpunt. Het is een obstakel voor de gewenste open schootsvelden. Nader onderzoek naar de natuurwaarden dient plaats te vinden. De natheid kan worden geaccentueerd door de aanleg van natte natuur aan de randen van het fort. Dit kan het inunderen van de polder verbeelden, maar moet samen met grondeigenaren nader onderzocht worden. Door de aanleg van struinroutes kan het fort recreatief beter verbonden worden met het omringde landschap.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
65
Verboden Kringen Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk
Het landschap binnen de Verboden Kringen van Werk op de Spoorlijn bij de Diefdijk is sterk verdicht door bosschages, frontaal in het schootsveld. Het streefbeeld is een overwegend open, nat natuurgebied met rietmoerassen of vochtige graslanden. De huidige bosschages schermen het fort volledig af. Het streven is deze bosschages grotendeels om te vormen tot lage vegetaties om de schootsvelden van het fort weer open te maken en ruim zicht op de spoorlijn, het te verdedigen acces, te creëren. Historische kavelstructuren, rabatten en waterlopen zijn aandachtspunt voor het ontwerp.
66
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Verboden Kringen Fort bij Vuren
Het landschap binnen de Verboden Kringen van het Fort bij Vuren is zeer divers van karakter. In het zuiden liggen de uiterwaarden van de Waal, met aan de oostzijde een steenfabriekterrein. Aan de overzijde van de Waal markeert Slot Loevestein de horizon. Parallel aan de Waal ligt de oeverwal met in het oosten de bebouwing van het dorp Vuren, binnen de grote kring. Richting noorden gaat de oeverwal over in de komgronden van de Tielerwaard. Hier is het landschap open van karakter. De Dalemse Zeiving, van laanbeplanting voorzien, is een markante opgaande lijn vanaf het fort richting noorden.
Dienst Landelijk Gebied
In de toekomst zal het landschap binnen de Verboden Kringen van Fort bij Vuren contrastrijker worden. Het streven is ten oosten van de Dalemse Zeiving een ‘inundatiezone’ aan te leggen; een open, waterrijke zone waar landbouw, natuur, water en recreatie met elkaar verweven worden tot ‘Liniepark Vuren’ (zie H5 Inundatiekommen). Het landschap ten westen van de Dalemse Zeiving zal een meer verdicht en stedelijk karakter krijgen door de stadsuitbreiding van Gorinchem. Het streven is de hoofdverdedigingslijn aan de veilige zijde te accentueren met een robuuste groenstructuur, mogelijk aangevuld met enkele markante gebouwen uitkijkend over de inundatiekom. De Stichting Fiets & Wandelforten, de beheerder van Fort bij Vuren, heeft plannen om de Verboden Kringen in het landschap beleefbaar te maken.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
67
68
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
3. zichtlijnen
De beleving van de openheid van de inundatiekommen wordt versterkt door op een aantal strategische locaties zichtlijnen duurzaam open te houden en te creëeren. De volgende zichtlijnen zijn van belang voor de herkenbaarheid van de Nieuwe Hollandse Waterlinie: 1. zichtrelaties tussen de forten van het Linge-acces Om de samenhang tussen de verdedigingswerken van het Linge-acces te ervaren is het van belang dat er zichtrelaties zijn tussen Fort bij Asperen en Fort bij de Nieuwe Steeg en dat beide forten vanaf de recreatieve routes (dijken) in dit gebied op diverse plekken waarneembaar zijn. Daarnaast is het van belang dat het zicht tussen Fort bij Asperen en de Wapenplaats, over de Linge, blijft bestaan. 2. zichtlijnen tussen de hoofdverdedigingslijn en de inundatiekommen De ervaring van de openheid van de inundatiekommen vanaf de hoofdverdedigingslijn moet worden versterkt. Op plaatsen waar de inundatiezijde sterk is verdicht door bosschages is het de opgave zichtlijnen te maken. Het maken van subtiele openingen in bestaande bosschages langs de hoofdverdedigingslijn is aan de orde in de moerasbossen langs de Nieuwe Zuiderlingedijk en in de kadebeplanting langs de rand van het Hooge Veld. Langs de Diefdijk is het aan te bevelen de beplantingsstroken parallel aan de dijk om te vormen tot lage moerasvegetaties om de gewenste openheid te creëren. De bossen haaks op de dijk vormen geen belemmering. Op plaatsen waar de kommen nu open zijn, is blijvende openheid gewenst, als uitgangspunt voor de beheerplannen. 3. zichtlijnen van de hoofdverdedigingslijn naar veilige zijde Hoewel verdichting het principe is van de veilige zijde, is het creëren van openheid in de Linge-uiterwaarden ter hoogte van de beide batterijplaatsen langs de Meerdijk gewenst. Gecombineerd met het recreatief toegankelijk maken van de batterijplaatsen, wordt de historische stadswal van Asperen beleefbaar, waardoor de relatie met de te verdedigen zijde zichtbaar wordt. De aanleg van een wandelpad, aan de voet van de dijk, wordt in het Ontwikkelingsplan Lingekwartier opgenomen om de toegankelijkheid te verbeteren. 3. inundatie-zichten Door het behoud van het uitzicht en waar nodig de aanleg van nieuwe zichtlijnen vanaf de inundatiewerken richting de inundatievelden wordt de relatie tussen waterinlaat en inundatieveld zichtbaar. Concreet gaat het om het creëren van nieuw zicht vanaf de waaiersluis bij de Wapenplaats richting de inundatievelden langs de Nieuwe Zuiderlingedijk. Dit betekent het maken van een opening in de bestaande
Dienst Landelijk Gebied
beplantingsrand. Daarnaast is duurzaam behoud van de vergezichten vanaf de inundatiekanalen bij de forten Everdingen en Werk het Spoel richting de open polders van belang. Zichtlijnen en flora en fauna; vleermuizen in het bijzonder Bij het uitwerken van de locatie, maatvoering en inrichting van de gewenste openingen in een aantal bosschages is het nodig de natuurwaarden, met name de belangen van de aanwezige vleermuizen in het gebied, mee te wegen. Hiervoor is het onder andere van belang te weten welke groepsschuilplaatsen en andere elementen in het landschap worden gebruikt als vleermuisverblijf en als oriëntatiepunt. Dit vraagt om nader onderzoek, dat inmiddels in gang is gezet. Naast deze typische Waterlinie-zichten zijn de volgende uitzichten van belang voor de ruimtelijke kwaliteit en beleving van van landschap van het plangebied in het algemeen. Het gaat hierbij om ‘Linge-zichten’, plekken vanwaaruit weids uitzicht over de Lingeuiterwaarden is. Het is van belang deze in stand te houden. Dit betekent dat het natuurbeheer gericht moet zijn op behoud van de openheid. Daarnaast is het dorpsgezicht op het dijklint van Acquoy beschermd. Dit betekent dat de natuurlijke herinirchting van de Linge-uiterwaard bij de oude meander open van karakter moet zijn. Ook dient er aandacht te zijn voor het behoud van snelwegpanorama’s en uitzicht vanuit de trein. Vanaf de A15, de A2 en het spoor beleven vele reizigers dagelijks de openheid van de inundatiekommen. Het behoud van dit zicht is o.a. van belang voor de uitwerking van de kadebeplanting van het LOP. De kruisingen met de hoofdverdedigingslijn verdienen bijzondere aandacht. Uitvoering, beheer en toetsing Het is van belang voor het vergroten van de herkenbaarheid van de Waterlinie en de beleving van het landschap in het algemeen dat de genoemde zichtlijnen worden aangelegd. Een deel zal worden opgepakt in het Ontwikkelingsplan Lingekwartier. Aanleg van de overige zichtlijnen zal in vervolgprojecten opgepakt moeten worden. Naast creatie van nieuwe zichtlijnen is het duurzaam behoud van bestaande en nieuwe zichtlijnen van belang. Dit betekent dat duurzame instandhouding van de zichtlijnen opgenomen moeten worden in de diverse beheerplannen. Daarnaast is het open houden van de zichtlijnen een belangrijk toetsingscriterium voor ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied, zoals bijvoorbeeld aanvragen voor nieuwvestiging van een erf. Plaatsing in een zichtlijn is niet gewenst.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
69
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
principe Diefdijk Noord
principe Molenkade
Rietveld Landscape / Erick de Lyon
Tussen de A2 en Fort bij Everdingen is het landschap zeer open van karakter. Door de smalle bosstrook langs de Diefdijk om te vormen tot open natuurgebied kan de openheid optimaal ervaren worden. Als opgaande beplanting nodig is voor de gewenste natuur, dan dient deze haaks op de dijk geplaatst te worden.
huidig landschapsbeeld
70
principe gewenste openheid
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
In het gebied Molenkade wordt het open zicht op de inundatievelden én het zicht vanaf en naar het A2-acces versterkt door de aanleg van een grote waterplas langs de autosnelweg en door het omvormen van een aantal beplantingselementen tot lage vegetaties. Het project Molenkade is in uitvoering.
huidig landschapsbeeld
principe gewenste openheid
Dienst Landelijk Gebied
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
principe Diefdijk Polder De Geeren
principe Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk
De beleving van het open polderlandschap kan ter plekke van Polder De Geeren versterkt worden door de smalle bosstrook langs de Diefdijk om te vormen tot open moeras. De karakteristieke bospercelen, haaks op de dijk, zijn geen obstakel voor het uitzicht.
Het open zicht op de schootsvelden van het Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk wordt belemmerd door een klein aantal bosjes. Door omvorming naar overwegend lage vegetaties wordt meer openheid gemaakt. Nader onderzoek naar de natuurwaarden dient plaats te vinden.
huidig landschapsbeeld
Dienst Landelijk Gebied
principe gewenste openheid
huidig landschapsbeeld
principe gewenste openheid
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
71
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
principe Meerdijk
principe Nieuwe Zuiderlingedijk zuid-oost
Het landschap aan de noordoostzijde van de Meerdijk, bij de Oude en Nieuwe Horn, is door een aantal bosjes zeer besloten van karakter. Hier is meer openheid gewenst. Meer zuidelijk opent het landschap zich, waarbij de oeverwal van Acquoy zichtbaar wordt. Het is van belang dat dit deel van het landschap, binnen de Verboden Kringen, open van karakter blijft. In dit gedeelte zal ook een ‘groepsnest’, een loopgravenstelsel tussen een aantal groepsschuilplaatsen en kazematten worden hersteld (ontwikkelingsplan Lingekwartier). Behoud van de open schootsvelden is van belang voor de historische setting.
Het zuidoostelijk deel van de Nieuwe Zuiderlingedijk bestaat uit rietmoerassen, waterplassen en bosschages. De waterplassen en rietmoerassen vormen een goed referentiebeeld voor de ‘inundatiezone’ met weids zicht over de komgebieden. Omvorming van een aantal beplantingselementen, met name parallel aan de dijk, tot lage (struik)vegetaties versterkt de openheid. Door de betonwerken vrij te zetten van beplanting wordt de lijnopstelling zichtbaar.
principe behoud gewenste openheid
huidig landschapsbeeld
72
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
principe gewenste openheid
Dienst Landelijk Gebied
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
principe Nieuwe Zuiderlingedijk Zuid-west
principe Zuiderlingedijk
Het zuidwestelijk deel van de Nieuwe Zuiderlingedijk bestaat uit moerasbos. Dit waardevolle moerasbos blijft behouden. Een aantal subtiele openingen door de bossen zal uitzicht bieden over de inundatiekom. Deze ‘kijkgaten’ worden aangelegd ter plekke van betonwerken en waterwerken (hoge stuw) langs de dijk om de relatie met de Waterlinie te versterken. Hierdoor worden de betonwerken zowel vanaf de dijk als vanaf de Tiendweg (LAW-Waterliniepad) beter beleefbaar. Nader onderzoek naar de effecten op de natuurwaarden, waaronder vleermuizen, vindt plaats.
Langs de Zuiderlingedijk is het landschap van de inundatiekom op één locatie op subtiele wijze beter beleefbaar te maken door een bosje om te vormen tot rietmoeras of natuurlijk grasland. Deze plek ligt tussen de moerasbossen langs de Nieuwe Zuiderlingedijk en het bebouwingslint van Vogelswerf. Door een kleine ingreep ontstaat er een weids panorama, met duidelijk meer uitzicht dan de huidige situatie.
huidig landschapsbeeld
Dienst Landelijk Gebied
principe gewenste zichtlijnen
huidig landschapsbeeld
principe gewenste openheid
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
73
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
zicht hoofdverdedigingslijn - inundatiekommen
principe Kade Hooge Veld: venster op inundatiekom 9
principe Acces A15/Betuwelijn: zicht op eigentijds acces door de Linie
Het kadepad ten oosten van het Hooge Veld is dicht beplant. Er is in de huidige situatie geen zicht op de inundatiekom. Door het maken van een subtiele opening in de beplanting, gecombineerd met een recreatieplek, ontstaat er een venster op het komgebied.
Vanaf de zuidoostzijde van het Lingebos is er in de huidige situatie vol zicht op de geluidsschermen van de Betuwelijn. Dit moet in de toekomst, wanneer deze zone ontwikkeld wordt tot boezemgebied (LOP) zo blijven. Door het open houden van het landschap kan de doorsnijding van de Waterlinie door de A15/Betuwelijn worden ervaren. Aan de zuidzijde van de A15 is het de uitdaging een landschapspark aan te leggen: Liniepark Vuren, met openheid als belangrijk criterium.
huidig landschapsbeeld
74
principe gewenste openheid
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
huidig landschapsbeeld
principe gewenst landschapsbeeld
Dienst Landelijk Gebied
inundatie zicht
inundatie zicht
principe Waaiersluis Wapenplaats Asperen: venster op de inundatierichting
principe inundatiekanaal Everdingen
De randen van de waterplas ten westen van de Wapenplaats bij Asperen zijn in de loop der jaren begroeid geraakt. Door het maken van een subtiele opening in deze beplantingsrand ontstaat er zicht vanaf de waaiersluis van de Wapenplaats richting het achterliggende inundatieveld.
Het zicht over het inundatiekanaal richting de inundatievelden moet open blijven. Het opschonen van het kanaal is aan te bevelen om het water weer zichtbaar te maken.
huidig landschapsbeeld
Dienst Landelijk Gebied
principe gewenste zichtlijn
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
75
zicht hoofdverdedigingslijn naar veilige zijde
Linge zicht
principe Batterijplaatsen Meerdijk
principe zicht vanaf tussenbatterij en schuilplaats (nr. 750) richting Linge
Vanaf de batterijplaatsen langs de Meerdijk is zicht op de te verdedigen zijde; de stadsrand van Asperen. Door het maken van meer openheid wordt deze relatie zichtbaar. Dit moet bij de herinrichting van de Lingeuiterwaarden nader onderzocht worden.
Ten noorden van de Zuidelijke Lingedijk bevindt zich, tegen de dijk aan, een tussenbatterij met een schuilplaats, in de uiterwaarden van de Linge. Op dit moment is deze locatie ‘verstopt’ in de beplanting. Voor de toekomst is deze plek mogelijk om te vormen tot een recreatieve plek met uitzicht over de Linge, in overleg met de eigenaar.
principe gewenste zichtrelatie stadsrand
huidig landschapsbeeld
76
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
principe gewenste openheid
Dienst Landelijk Gebied
Linge zicht
dorpsgezicht
behoud van weidse vergezichten over de Linge vanaf de Zuiderlingedijk
behoud zicht op dorpsrand Acquoy
Vanaf de Zuiderlingedijk is er een aantal prachtige vergezichten over de Linge. Behoud van deze vergezichten is een belangrijk uitgangspunt voor eventuele toekomstige (natuur)ontwikkelingen.
De oostrand van het Acquoy is beschermd dorpsgezicht. Dit betekent dat de herinrichting van het gebied binnen de meander tot natuurlijke uiterwaard op een ‘open wijze’ moet gebeuren, met lage vegetaties.
behoud huidige openheid
behoud huidige openheid
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
77
BOEZEM LOP
DORPSPOLDERS
DORPSPOLDERS
BOEZEM LOP
78
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
4. open polders, natte boezems
Achter de ‘inundatiezone’ bestaan de inundatiekommen uit grootschalig, open agrarisch landschap en een meer besloten gebied rondom De Regulieren, met hoge natuurwaarden. De gewenste duurzame openheid en beleefbaarheid van het natte karakter hangt nauw samen met de ontwikkeling van de landbouw, natuur, wateropgaven, klimaatadaptatie en recreatieve toegankelijkheid. Het streefbeeld van het landschapsontwikkelingsplan (LOP) is leidend voor de toekomstige ontwikkelingen in de polders. De ruimtelijke indeling van het landschap in dorpspolders en boezems, gescheiden door dorpspolderkades, biedt een heldere structuur voor de toekomst. Duurzame openheid door duurzame landbouw Landbouw is de hoofdfunctie van de polders. De grootschalige polderruimte biedt mogelijkheden voor toekomstgerichte landbouwbedrijven. Door het maken van grote, rationele kavels voor de grondgebonden landbouw, door het bijeenbrengen van kavels, het vergroten van kavels en het creëren van grote huiskavels. Door kavelruil kunnen gronden bijeen gebracht worden en bedrijven vanuit gewenste natuurgebieden naar de landbouwpolders gebracht worden. Natte karakter van het landschap Versterking van het natte karakter van het landschap hangt nauw samen met natuurontwikkeling. Voor de ecologische hoofdstructuur is de ontwikkeling van het gebied bij De Regulieren van belang. De aanleg van een ecoduct maakt het mogelijk dat grofwild de A2 veilig kan passeren. Door de aanleg van ecologische oevers langs de Nieuwe Graaf wordt De Regulieren verbonden met de ecologische zone langs de hoofdverdedigingslijn. Naast de Nieuwe Graaf wordt door het waterschap Rivierenland een aantal andere waterlopen voorzien van ecologische oevers: de Hellouwse Vliet valt samen met één van de boezems van het LOP. Voorstel is hier de aanleg van de ecologsiche oever te combineren met het vernatten van een deel van de aangrenzende weilanden, gecombineerd met het herstel van de dorpspolderkades met beplantingen. Dit is onderdeel van het Ontwikkelingsplan. Beleving inundatiekommen Om het verhaal van de Waterlinie beter beleefbaar te maken, is het van belang de inundatiekommen recreatief beter te ontsluiten. Aanknopingspunten zijn de te herstellen dorpspolderkades en de aanleg van struinpaden langs waterlopen met een ecologische opgave. Ook de aanleg van kano-routes verdient de aandacht. De bundeling van krachten van recreatie-ondernemers en verbredende boeren biedt kansen om de Waterlinie-gedachte uit te bouwen tot ‘streekproduct’.
Dienst Landelijk Gebied
Criteria voor de ruimtelijke kwaliteit van de polders en boezems: behandel de polders en boezems als ruimtelijke eenheden De polders en boezems zijn karakteristiek voor de landschapsopbouw van de inundatiekommen. De polders zijn scherp begrensd door beplante kades. Ze hebben een sobere, eenduidige invulling; hoofdzakelijk landbouw of natuur in de EHS en pleksgewijs enkele eendekooien. Een mix van functies leidend tot meer kleinschaligheid is niet passend bij het karakter van de kommen. behoud en herstel de dorpspolderkades Zij vormen de structuurdragers voor de toekomst, zowel ruimtelijk door de beplanting als functioneel voor het recreatief netwerk van de komgebieden. Behoud de rationele structuur van wegen en waterlopen De wegen en waterlopen ordenen als lange, rechte lijnen de polders. Het rationele en sobere karakter is onderdeel van de polderidentiteit. Behoud en versterk de openheid van de polders De openheid van de polders is een kwetsbare kwaliteit. In het verstedelijkende Nederland is openheid steeds zeldzamer. Dit maakt dat kenmerkende open gebieden, zoals in dit plangebied, behoudenswaardig zijn, zeker gezien de combinatie met het verhaal van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. maak van de erven groene enclaves in de open ruimten In de open polders liggen de boerenerven als eilanden in de weidsheid. Het is voor de ruimtelijke kwaliteit van de polders van belang dat deze erven zorgvuldig ingepast zijn met robuuste landschapselementen. Op de erven is ruimte voor grote bedrijfsgebouwen. Grote volumes, grote lijnen en vlakken en soberheid zijn typische vormkenmerken van de boerderijen in de kommen. Behoud en ontwikkel cultuurhistorische elementen De eendekooien moeten, vanwege hun hoge cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden, vanzelfsprekend behouden blijven. Maar ook de kenmerkende, strakke ontginningslijnen van de ruilverkaveling met de karakteristieke boerderijstraten geven uiting aan een bepaalde tijdgeest. ontwikkel het landschap met nieuwe landgoederen Gemeente Geldermalsen staat op een aantal locaties in de komgebieden de vestiging van nieuwe landgoederen toe (kooigoederen en griendgoederen). Aanbevolen wordt de landgoederenzone langs de Betuwelijn voort te zetten op grondgebied van gemeente Lingewaal. Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
79
80
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
5.3 Accessen en verdedigingswerken
De accessen zijn de plekken waar de vijand door de inundatievelden heen de veilige zijde kon bereiken. Deze kwetsbare plekken in de verdediging zijn de hoger gelegen delen van het landschap, de infrastructuur en de bevaarbare rivieren. De accessen werden voorzien van forten en verdedigingswerken om ze met geschut veilig te stellen.
Opgave De opgave voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie is het accentueren van de accessen als doorsnijdingen van de hoofdverdedigingslijn, in samenhang met de forten en de clusters van betonwerken. Een goede onderlinge zichtbaarheid tussen acces en verdedigingswerken is van belang voor het begrip van de Linie.
Van noord naar zuid passeren de volgende accessen de Linie: - de Lek; - de A2; - de spoorlijn Tiel-Geldermalsen; - de provinciale weg N327; - de Linge; - de provinciale weg N848; - de Kerkweg; - de A15/Betuwelijn; - de Graaf Reinaldweg; - en de Waal.
Het Lek-acces met Fort Everdingen en Werk aan het Spoel wordt in dit kader buiten beschouwing gelaten. De ontwikkeling hiervan wordt in de lopende trajecten opgepakt, waarbij het beleefbaar en passeerbaar maken van het Lek-acces door een pontje tussen de Forten Honswijk en Everdingen met een bypass naar Werk aan het Spoel een belangrijk onderdeel is.
Fort Everdingen en Werk aan het Spoel zijn aangelegd ter verdediging van de Lek als bevaarbare route, de dijken en de inundatiesluizen, Werk aan de Spoorweg bij de Diefdijk verdedigde de spoorlijn Tiel-Geldermalsen. Voor de verdediging van het Linge-acces zijn Fort bij Asperen, de Wapenplaats en Fort bij de Nieuwe Steeg aangelegd. Fort bij Vuren, als onderdeel van de Vestingdriehoek Woudrichem-GorinchemSlot Loevestein, verdedigde het acces van de Waal.
Voor accentuering van de N848 en de Kerkweg bij de kruising met de Nieuwe Zuiderlingedijk is een verbeterde zichtbaarheid van de betonwerken langs de weg van belang.
Aanvullend op deze verdedigingswerken en deels ter vervanging van de forten door nieuwe ontwikkelingen in het militair geschut, zijn langs de gehele hoofdverdedigingslijn diverse betonwerken aangelegd, zoals groepsschuilplaatsen en kazematten. Deze betonwerken begeleiden de hoofdverdedigingslijn; ze geven deze lijn van dijken een militaire identiteit.
Recreatieve toegankelijkheid en het open maken van de Verboden kringen van Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk versterkt de herkenbaarheid van de Linie door verbeterde zichtbaarheid van de spoorlijn (5.2).
Belangrijk onderdeel van de verdediging zijn ook de inundatiewerken; het stelsel van sluizen, gemalen en inundatiekanalen dat zorgde voor de onderwaterzetting van de kommen. De noordelijke kom werd gevuld met water uit de Lek, dat werd ingelaten door een (inmiddels verdwenen) waaiersluis bij Werk aan het Spoel en later ook bij het Fort Everdingen en de (inmiddels verdwenen) Acquoyse hulpsluis. De zuidelijke kom werd gevuld met Waalwater via de sluis bij Dalem en de Herwijnse uitwateringssluis bij Fort bij Vuren. De kommen werden tevens vanuit de Linge geïnundeerd door het sluiten van de Lingesluizen bij Asperen en het openen van de waaiersluizen bij Fort bij Asperen en de Wapenplaats.
Dienst Landelijk Gebied
Ook de ontwikkeling van het A2-acces is onderdeel van lopende planprocessen, waaronder plan Molenkade dat in uitvoering is. Het recent aangelegde viaduct over de A2 accentueert de kruising met de hoofdverdedigingslijn door de markante vormgeving. Door de uitbreiding van het project Molenkade ten noorden van de A2 kan de doorsnijding van de Waterlinie versterkt worden.
Het is de ambitie de doorsnijding van de Linie door de A15 en Betuwelijn te accentueren door de aanleg van een fietsbrug in ‘Linie-stijl’, op de hoofdverdedigingslijn.
Het Waal-acces kan worden beleefd vanaf de watertaxi. Deze watertaxi verbindt de verdedigingswerken van de Vestingdriehoek, Fort bij Vuren met Slot Loevestein, Gorinchem en Woudrichem, met elkaar. Op de volgende pagina wordt ingezoomd op het Linge-acces. Daarna komen de verdedigingswerken; de forten, de clusters van betonwerken en de inundatiewerken, aan bod.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
81
82
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Linge-acces
Het Linge-acces is het hart van de Nieuwe Hollandse Waterlinie tussen de Lek en de Waal. De rivier de Linge doorsnijdt de hoofdverdedigingslijn tussen Asperen en Leerdam; door de bevaarbaarheid van de rivier, de dijken en de omliggende hoge oeverwallen was dit een kwetsbare plek in de verdediging. Belangrijke opgave voor het Linge-acces is het ontwikkelen van de natuurwaarden. Het Gebiedsplan Natuur en Landschap geeft aan waar nieuwe natuurgebieden ingericht moeten gaan worden in de uiterwaarden, onder andere ten zuiden en oosten van Acquoy . Deze nieuwe natuur moet samen met de al aanwezige natuurgebieden van Staatsbosbeheer een grote natuureenheid gaan vormen. Als ecologische verbindingszone (EVZ) is zijn de Linge-uiterwaarden van belang voor de doelsoort Winde. Naast de ontwikkeling van natuur is het van belang voor de beleefbaarheid van de Waterlinie om het Linge-acces recreatief te ontwikkelen. Dit betekent dat versterking van het recreatief netwerk gewenst is, waaronder de aanleg van een wandelpad tussen de forten om de onderlinge samenhang tussen de verdedigingswerken beter beleefbaar te maken.
Dienst Landelijk Gebied
Naast de versterking van de recreatieve routes zal ook het toeristisch-recreatief gebruik van het Linge-acces versterkt worden, passend in het kleinschalige karakter van het gebied. Het Nationaal Glasmuseum, GeoFort en KunstFort Asperen gaan meer samenwerken. Tesamen werken ze aan de vorming van de zogenaamde ‘Lingedriehoek’. Door de combinatie van natuur, cultuur en toerisme zal de Lingedriehoek een sterke toeristisch-recreatieve drager in de regio van het rivierengebied worden. De Stichtingen willen intensief gaan samenwerken op het gebied van marketing en communicatie, bijvoorbeeld door het de verkoop van combikaartjes en arrangementen. De aanleg van een bootverbinding over de Linge zal een extra dimensie toevoegen aan de bereikbaarheid van de drie instellingen én de beleving van het Linge-acces. Het Linge-acces wordt uitgewerkt in het Ontwikkelingsplan Lingekwartier. De ontwikkelingen van Fort bij Asperen en Fort bij de Nieuwe Steeg vormen de basis voor het behoud en de toegankelijkheid van de forten. Het Ontwikkelingsplan Lingekwartier richt zich op de omgeving van de forten; de fortontwikkelingen zijn uitgangspunt.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
83
84
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Fort bij Asperen - Kunstfort, cultuureiland aan de Linge
De Wapenplaats bij Asperen
Fort Asperen is bekend vanwege de vele culturele tentoonstellingen. Het is als ‘kunstfort’ één van de bekendste en meest populaire forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het is eigendom van Staatsbosbeheer en wordt door de Stichting KunstFort Asperen gebruikt. De Stichting is een ideëele stichting met een maatschappelijke doelstelling. Ze wil een breed publiek in contact brengen met actuele ontwikkelingen in de kunsten en wil kennis over en belangstelling voor het cultureel erfgoed, natuur en milieu bevorderen door het organiseren van kunstmanifestaties.
Tegenover Fort bij Asperen ligt de Wapenplaats aan de Zuiderlingedijk. Deze cirkelvormige borstwering werd in 1845 aangelegd op de plaats van de dijkpost Pollux uit 1794. De Wapenplaats zorgde samen met Fort bij Asperen (de voormalige dijkpost Castor) voor de verdediging van het linge-acces en de inundatiewaaiersluis. De weg op de dijk liep in vredestijd door het werk, maar werd in oorlogstijd aan de voet van de wal als singelweg om het werk heen geleid. De coupure in de wal werd dan met grond gedicht. In de loop der tijd zijn de oorspronkelijke contouren van het grondwerk van de Wapenplaats vervaagd. Belangrijke opgave voor het Ontwikkelingsplan Lingekwartier is het zoveel als mogelijk herstellen van de oorspronkelijke contouren van het grondwerk. De karakteristieke militair-architectonische vormentaal kan worden versterkt met beplanting, bijvoorbeeld met een haag en een bomenrij ter accentuering van de halve cirkelvorm. Het openbaar toegankelijk maken van deze plek draagt bij aan de beleving van het Linielandschap; het is een mooie plek om rustig te genieten van het prachtige uitzicht over het Linge-acces.
Jaarlijks vindt in de zomer een manifestatie plaats op het gebied van de kunsten. Afwisselend is er sprake van grote en kleinere manifestaties en tentoonstellingen. De grote manifestaties zijn disciplineoverstigend en hebben een internationaal en experimenteel karakter. Naast kunstmanifestaties worden er ook designtentoonstellingen gehouden. De manifestaties worden aangevuld met kleinschalige culturele activiteiten zoals klassieke muziekavonden, speciale filmvoorstellingen, lezingen en tentoonstellingen op het gebied van fotografie, vormgeving, grafiek, teken-, schilder- en beeldhouwkunst. Door de inrichting van een beeldentuin kan de buitenruimte worden benut. Het aantal te verwachten bezoekers beweegt zich tussen de 25.000 en 35.000 bezoekers per jaar, afhankelijk van de aantrekkingskracht van de manifestatie. De Stichting zet zich in voor het behoud van het fort als uniek cultuurhistorisch erfgoed. Hiervoor is restauratie van het fort noodzakelijk. Het eiland zelf zal zijn oorspronkelijke militaire lay-out terugkrijgen, waardoor opnieuw de mogelijkheid ontstaat een rondgang te maken rond het torenfort en ook de militaire betekenis ervan te ervaren. Het streven is het fort weer zichtbaar te maken als eiland, door de dam te vervangen door een echte brug. Dit wordt als maatregel opgenomen in het Ontwikkelingsplan Lingekwartier. Het is de ambitie van de Stichting KunstFort Asperen het forteiland te ontwikkelen tot een ‘cultuureiland aan de Linge’ waar niet alleen het gerestaureerde fort maar ook de Taveerne, een paviljoen, de remise, de fortwachterswoning en de militaire artefacten geschikt gemaakt worden voor culturele activiteiten. Bij de herstelwerkzaamheden en de ontwikkeling van de activiteiten zal er de nodige aandacht zijn voor de vleermuizen die het fort in de winter gebruiken als verblijfplaats.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
85
86
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Fort bij de Nieuwe Steeg - GeoFort
Na een selectieprocedure werd in de zomer van 2006 de stichting GeoFort door Staatsbosbeheer geselecteerd als nieuwe exploitant voor Fort bij de Nieuwe Steeg. GeoFort beoogt drie maatschappelijke doelen: het behouden, ontwikkelen en voor een breed publiek openstellen van Fort bij de Nieuwe Steeg, het verstevigen van de positie van de Geo-sector door een breed publiek op een speelse en educatieve wijze te laten kennismaken met een wereld vol kaarten en navigatie en het verstevigen van het imago van Staatsbosbeheer bij de jeugd door natuur en ‘coole’ techniek op avontuurlijke wijze aan elkaar te verbinden. Bij GeoFort ontdek je een dynamische wereld vol kaarten en navigatie. Het geothema is relatief onbekend, maar van invloed op het leven van iedereen: van actuele weerkaartjes en complexe klimaatmodellen tot toekomstplannen om de dijken te verstevigen. Nederland raakt steeds dichter bevolkt, waardoor de ruimtelijke knelpunten steeds nijpender worden. Goede geo-informatie, gedegen analyses en innovatieve ruimtelijke oplossingen zijn cruciaal voor heden en toekomst. Er is veel geowerk - en er komt steeds meer bij - maar er zijn onvoldoende geo-arbeidskrachten. Onder het motto ‘Investeren in een geogeneratie redt levens, voorkomt rampen en bespaart geld’ wil GeoFort de geowereld beter op de kaart zetten. GeoFort brengt het belang van ruimtelijk denken onder de aandacht van een breed publiek en stimuleert jongeren een geostudie te kiezen. Dat doet GeoFort door een ‘living lab’ te creëren waar de bezoekers zelf het experiment aangaan in een samenspel met geobedrijven en het geo-onderwijs. Het vlaggenschip is de GeoExperience, een educatieve attractie op het gebied van cartografie, navigatie en geosimulaties.
GeoFort onderscheidt vijf bedrijfsonderdelen, die elk op hun manier een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de stichting. De GeoExperience en GeoActiviteiten zijn de educatieve bedrijfsonderdelen, die het brede publiek overtuigen van het belang van geo-informatie. De GeoZalen, het GeoRestaurant en de GeoShop zijn ondersteunende bedrijfsonderdelen, die de exploitatie sluitend maken. GeoFort positioneert zich tussen een attractie en een museum. De GeoExperience is als educatieve attractie vergelijkbaar met Space Expo of Nemo. De GeoActiviteiten behelzen vooral workshops en speurtochten. De GeoZalen hebben elk een eigen geothema en een ‘meeting mood’ en zijn geschikt voor zakelijke groepen en onderwijsdoeleinden. Het GeoRestaurant is een luxueus lunch-restaurant voor zakelijke bezoekers en heeft de uitstraling van een eetcafé voor de recreatieve bezoeker. De GeoShop is een fysieke winkel op het fort en een internetshop met navigatie- en cartografiegerelateerde artikelen. GeoFort richt zich ook op meerdere uiteenlopende doelgroepen, met name gezinnen met kinderen van 6 tot 16 jaar (circa 35.000 bezoekers per jaar), het onderwijs (circa 5.000) en bedrijven, instellingen en overheid (circa 10.000).
GeoFort maakt mensen op een boeiende manier bewust van de grote uitdagingen waar Nederland in de nabije toekomst voor staat en de verrassende rol die de XYfactor daarin speelt. Het is fascinerend om te ervaren welke invloed kaarten in het dagelijks leven hebben en om te zien welke prominente rol Nederland door de eeuwen heen bij het maken van kaarten heeft gespeeld. GeoFort biedt bezoekers een verrassend dagje uit, waarbij zij de spannende wereld achter de cartografie en navigatie ontdekken en de macht van geo-analyses en de kracht van geo-simulaties ervaren. Net zoals het computerspel SimCity, maar dan in volle realiteit: het is ‘serious gaming’. De missie van Stichting GeoFort is enerzijds het cultureel erfgoed Fort bij de Nieuwe Steeg behouden voor de toekomst en anderzijds een breed publiek op een boeiende wijze laten ervaren hoe interessant en relevant de geowereld is. De twee doelstellingen van GeoFort versterken elkaar. Het forteiland is een spannende locatie om het geothema te beleven. Daarnaast genereert de eigentijdse functie voldoende middelen om het fort te onderhouden.
Dienst Landelijk Gebied
GeoFort
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
87
88
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Fort bij Vuren - pleisterplaats aan de rivier
Recht tegenover Slot Loevestein, aan de noordelijke oever van de Waal, werd in 1844 Fort bij Vuren gebouwd op de noordelijke Waaldijk ten oosten van Gorinchem. Fort bij Vuren diende ter afsluiting van het Waalacces en ter bescherming van de voor en achter het fort gelegen sluizen. Tevens dekte het fort de oude vesting Gorinchem tegen een directe aanval. In 1847-1849 werd in de redoute nog een grote bomvrije toren gebouwd, omgeven door een gracht en ophaalbrug. De toren had een middellijn van veertig meter. Al in 1874 werd de bovenste verdieping van de toren weer gesloopt omdat het een te gemakkelijk doelwit was. Het fort kon bijna 500 militairen herbergen. Fort bij Vuren is eigendom van Staatsbosbeheer en wordt beheerd door de stichting Wandel & Fietsforten. Op het fort worden, met uitzondering van de wintermaanden, allerlei activiteiten georganiseerd zoals wijnproeverijen, wandelingen, vleermuisexcursies of meerdaagse fietstochten rond de forten. Er is een regioproductenwinkel en een herberg waar men kan overnachten op eenvoudige bedden. Regelmatig worden er culturele manifestaties, exposities en optredens georganiseerd. Fort bij Vuren is onderdeel van de Vestingdriehoek, samen met Slot Loevestein en de Vestingsteden Gorinchem en Woudrichem. Een veerdienst zorgt voor de verbinding over het de Waal.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
89
90
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk
Deze versterking werd in 1880 gebouwd aan weerszijden van de spoorweg LeerdamGeldermalsen en diende ter afsluiting van dit acces. In 1885 werd het verbeterd door de bouw van remises en betonnen borstweringsmuren. Voor en achter het werk lagen beweegbare kraanbruggen, waarvan één, uniek exemplaar nog aanwezig is. Het Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk maakt onderdeel uit van het Ontwikkelingsplan Lingekwartier. Hierin wordt de restauratie van de kraanbrug en de aanleg van een recreatieve verbinding opgenomen. Het werk is in eigendom van Staatsbosbeheer. Er zijn nog geen concrete plannen voor een eventuele herbestemming.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
91
Rietveld Landscape : ontwerp Werk aan ‘t Spoel
92
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Fort Everdingen en Werk aan het Spoel
Fort Everdingen en Werk aan het Spoel vallen buiten de scope van het Ruimtelijk Kader (enveloppe Linieland). Om een compleet beeld van de Nieuwe Hollandse Waterlinie te tussen Lek en Waal schetsen wordt hieronder een korte beschrijving gegeven van de beide verdedigingswerken. Torenfort Everdingen werd gebouwd tussen 1842 en 1847 gebouwd op de oorspronkelijke T-splitsing van de Lekdijk en de Diefdijk. Samen met Fort Honswijk aan de overzijde van de Lek sloot het fort de hooggelegen doorgang (acces) van de Lekdijken en de uiterwaarden af. Tevens diende het fort ter verdediging van de inundatiesluizen en het inundatiekanaal, die direct voor en naast het fort liggen. Het fort heeft een grote bomvrije toren, omgeven door een gracht met ophaalbrug. In 1873-1877 werd het fort verbeterd en aangepast. De toren werd aan de oostzijde van een vrijstaande, aangeaarde contrescarpgalerij voorzien. In de Lekdijk voor het fort werd een grote sluisbeer gebouwd, die het inundatiewater van de Lek, via een inlaatkanaal de fortgracht in liet lopen. Van daaruit ging het via een damsluis naar het inundatiekanaal. Het fort wordt gebruikt door het explosieven opruimingscommando van het ministerie van Defensie, maar zal op termijn een andere bestemming krijgen. In de toekomstvisie van Stichting Fort Everdingen (concept november 2005), ‘Landschap en Herinnering, toekomst voor Linieland’, worden twee fasen geschetst. De eerste fase bestaat uit de realisatie van een pontverbinding over de Lek tussen de forten Everdingen en Honswijk en de aanleg van wandelpaden rondom het fort en door de uiterwaarden, waarbij de vele militaire object ‘ontdekt’ kunnen worden. De tweede fase is de herbestemming van het fort zelf; er is nog geen plan voor de herbestemming.
Dienst Landelijk Gebied
In 1815 werd bij de voormalige inundatiecoupure in de Lekdijk bij Goilberdingen een inundatiewaaiersluis met een aarden verdedigingswerk aangelegd. In 1879 werden de inundatiemiddelen mogelijk verbeterd en werd het aardwerk voorzien van bomvrije gebouwen. De weg op de dijk liep in vredestijd dwars door het fort, maar werd in oorlogstijd binnendijks langs de fortgracht om het werk heen geleid. De spoorweg tussen Utrecht en ‘s-Hertogenbosch, die omstreeks 1865 op een hoge spoordijk voor het werk werd aangelegd vormde een ernstige bedreiging. De sluis is bij de dijkverzwaring van 1978 deels afgebroken en in de dijk verdwenen. Ten zuiden van het fort staat in de weilanden nog een hoge vrijstaande muur; deze kogelvanger is het restant van een daar gelegen schietbaan. Het Werk aan het Spoel is in de loop der jaren verwaarloosd en vervallen geraakt. De gemeente Culemborg heeft het werk een aantal jaren geleden gekocht van het Rijk vanwege de historische waarde met als doel om het fort te herstellen en om te vormen tot een bruisende plek waar cultuur en natuur hand in hand gaan. Het moet een eigentijdse ontmoetingsplek worden voor alle Culemborgers en Rivierenlanders. De historie van het fort is de leidraad bij het verbouwen van het fortvoor de nieuwe bestemming. Het inrichtingsplan bestaat uit: - bouw van een activiteitencentrum voor natuur, recreatie en cultuur, het Forthuis; - herstel van twee bomvrije gebouwen, de Fortwachterswoning en de omwalling; - aanleg van een openlucht-amfitheater voor beeldende kunst en theater; - en de ontwikkeling van een dakloos museum voor land-artkunstenaars. In de nabije toekomst is er in het werk aan het Spoel van alles te doen op het gebied van beeldende kunst, cultuur, muziek, natuur en cultuurhistorie. Het zal daarmee toeristen en cultuurliefhebbers uit de wijde omtrek aanspreken. Er komt een aanvullend plan voor het zichtbaar maken van de voormalige inundatiekom en inundatiesluis.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
93
94
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
betonwerken
Het Belvedere-project ‘In de Lijn van de Versteende Ridders’ is een onderzoek naar ruim 700 groepsschuilplaatsen en andere betonwerken in het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, opgesteld door bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur i.s.m. Ronald Rietveld Landschapsarchitectuur en Douwe Koen. Het doel van dit project is het onderzoeken van de cultuurhistorische betekenis van de groepsschuilplaatsen binnen het militaire systeem en het zoeken en vinden van een subtiele wijze waarop het veranderende landschap van de Waterlinie herkenbaar, zichtbaar en beleefbaar gemaakt kan worden. Een deel van de resultaten van dit onderzoek is opgenomen in het Ruimtelijk Kader kader. De betonwerken tussen de Lek en de Waal worden weergegeven en per cluster van betonwerken wordt aangegeven wat de ontwikkelingsopgave, op hoofdlijnen, is. In uitvoeringsprojecten, zoals het Lingekwartier, moet dit nader uitgewerkt worden, in samenspraak met o.a. de eigenaren. Vanwege het grote belang van de betonwerken voor de herkenbaarheid van de Waterlinie loopt er een procedure voor aanwijzing van clusters van verdedigingswerken als rijksmonument, een zogenaamde ‘complexbescherming’.
Opgave behoud De betonwerken zijn een belangrijk onderdeel van het ‘gezicht’ van de Waterlinie. Uitgangspunt is dan ook het behoud van alle resterende betonwerken in het gebied tussen de Lek en de Waal. vrijzetten Om de Waterlinie beter herkenbaar te maken, is het streven de betonwerken beter zichtbaar te maken. Veel van deze verdedigingswerken zijn in de loop der tijd overwoekerd met beplanting. Het vrijzetten van deze werken levert een belangrijke bijdrage aan een meer herkenbare linie. Per object moeten de natuurwaarden onderzocht worden, zoals de betekenis van het betonwerk voor de vleermuizen. landmark Een aantal betonwerken kan worden gebruikt als ‘landmark’. Denk aan de groepsschuilplaatsen bij de kruising van de N848 met de Nieuwe Zuiderlingedijk, de rij van groepsschuilplaatsen ten zuiden van de A15 en de groepsschuilplaats bij Spijk, die de ‘afslag’ van de Waterlinie richting Vuren kan markeren. Detailuitwerking is nodig om te bepalen wat de gewenste maatregel is, bijvoorbeeld subtiele verlichting. incidenteel nieuwe functies Het merendeel van de betonwerken blijft ongebruikt in het landschap liggen. Meer zichtbaar, maar op afstand van recreanten vaak temidden van natuur. Het zijn zichtobjecten die een deel van het verhaal van de Linie vertellen. Een aantal betonwerken is bruikbaar als recreatie-object, wanneer dit past in de omgeving. In het Ontwikkelingsplan Lingekwartier wordt inrichting van een aantal groepsschuilplaatsen tot overnachtingsverblijf en als expositieruimte uitgewerkt, passend in de recreatieve koers van het Linge-acces. Ook een aantal betonwerken langs de lijn Linge-Vuren komt in aanmerking voor een recreatieve uitwerking, in aansluiting op de recreatieve functie van het Lingebos en het toekomstig landschap bij Hoog Dalem. Voordat een nieuwe functie gegeven wordt aan een betonwerk, zal onderzoek naar de aanwezige natuurwaarden plaatsvinden. Een aantal groepsschuilplaatsen ligt op een particulier erf, als schuurtje of schaapskooi. Deze zijn en blijven in gebruik van de eigenaar en eventuele maatregelen moeten vanzelfsprekend altijd genomen worden in overleg met de eigenaar.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
95
zichtbare betonwerken
zichtbare betonwerken
betonwerken vrijzetten van beplanting
enkele betonwerken accentueren
VERBORGEN IDENTITEIT VAN DE WATERLINIE Een groot aantal betonwerken ligt verscholen onder beplantingen. De groepsschuilplaatsen en kazematten zijn in de loop der jaren overwoekerd door bomen en struiken. Het vrijzetten van deze betonwerken door het grotendeels verwijderen van de beplanting levert een essentiële bijdrage aan het versterken van de herkenbaarheid van de Waterlinie. Het steven is de betonwerken zoveel als mogelijk vrij te zetten. Hoe meer er zichtbaar zijn, des te herkenbaarder wordt de Linie. Per object zal zorgvuldig bekeken moeten worden hoe dit het beste gedaan kan worden, afgestemd op onder andere mogelijk aanwezige natuurwaarden.
CAMOUFLAGE Een beperkt aantal betonwerken kan worden benut om historische militaire principes zichtbaar te maken. Een goed voorbeeld hiervan is de beschildering van bovenstaand betonwerk langs de A2 in camouflage-tinten.
96
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
zichtbare betonwerken
zichtbare betonwerken
enkele landmarks; de ‘afslag-bunker’ van Zuiderlingedijk naar kade Hooge Veld
enkele landmarks; markering kruising N848 - Nieuwe Zuiderlingedijk
HIER AFSLAAN! De groepsschuilplaats (nr. 751) langs de Zuiderlingedijk bij Spijk vraagt om behandeling als ‘landmark’. Hier verlaat de hoofdverdedigingslijn de Lingedijk, om vervolgens richting Fort bij Vuren zuidwaarts te lopen. Hoe deze plek vorm moet krijgen als landmark moet nader onderzocht worden.
WELKOM IN DE WATERLINIE! Het is van belang groepsschuilplaats nr. 768 bij de kruising van de Nieuwe Zuiderlingedijk met de N848 beter zichtbaar te maken door de beplanting te verwijderen en mogelijk subtiele verlichting aan te brengen. Dit is een belangrijke entree van het Waterliniegebied.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
97
Cluster 21 Everdingen - ‘t Spoel
Cluster 21 bestaat uit twee delen, Fort Everdingen en Werk aan het Spoel. Fort Everdingen is aangelegd in 1844-1849 en gemoderniseerd in 1873-1877. Het werk het Spoel is aangelegd in 1815 en gemoderniseerd in 1879. Op beide verdedigingswerken liggen bomvrije gebouwen. Ten zuiden van beide forten ligt een inundatiekanaal, dat ook fungeerde als hindernis. In 1914-1918 werd vlak voor Fort Everdingen een dubbele loopgravenlinie aangelegd, in 1918 voorzien van acht schuilplaatsen van het type 1918/I en tien schuilplaatsen van het type 1918/II. In 1939-1940 vond een grootschalige versterking plaats met de aanleg van loopgraven en de bouw van zes groepsschuilplaatsen en koepelkazematten op Fort Everdingen en zes groepsschuilplaatsen en twee koepelkazematten op Werk aan het Spoel. Verder kwamen er groepsnesten, groepsschuilplaatsen en enkele koepelkazematten in zowel de loopgravenlinie, als in de boerderijenstrook en het terrein ten zuiden daarvan, langs de Diefdijk tot aan de Prijsseweg. Voor beide forten lag op de Lekdijk een tankversperring: met aansluitende tankgrachten.
bureau B+B Stedebouw en landschapsarchitectuur
98
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Cluster 22 Diefdijkcoupure
Het cluster 22 diende ter afsluiting en verdediging van de weg Utrecht - ‘s Hertogenbosch en de coupure in de Diefdijk. De verdediging van dit acces was geconcentreerd bij de VIS-kanonkazemat Diefdijk-Zuid uit 1935, met een frontaal schootsveld op de rijksweg. Ongeveer 400 meter noordelijker zorgde de VIS-mitrailleurkazemat Diefdijk Noord voor flankerend vuur. In 1939-1940 werd de verdediging uitgebreid met groepsnesten en groepsschuilplaatsen tegen de oostzijde van de Diefdijk en aan de zuidzijde van de rijksweg met een koepelkazemat. Het historisch exposé is aangetast door begroeiing en de verbreding van de A2. Het VIS-kanonkazemat is inmiddels weer onder het oorspronkelijke profiel gebracht en in geschutskleuren geschilderd en het schootsveld richting de A2 is vrijgemaakt.
bureau B+B Stedebouw en landschapsarchitectuur
Dienst Landelijk Gebied
Opgave De betonwerken van cluster 22 ten zuiden van de A2 zijn onderdeel van het project Molenkade. In Molenkade wordt de Waterlinie beter beleefbaar gemaakt door de aanleg van een grote waterplas langs de rijksweg A2 en de omvorming van een deel van de beplanting tot graslanden. Hierdoor wordt de inundatiezone meer open en nat. In Molenkade wordt de natuur versterkt, wordt ruimte geboden voor waterberging en wordt het gebied meer toegankelijk voor recreanten gemaakt. Bijzonder aandacht is er voor groepsschuilplaats nr. 599. Deze groepsschuilplaats wordt doormidden gezaagd om de zware betonconstructie zichtbaar te maken en de kleine ruimten aan de binnenkant te laten ervaren. Een steigerpad loopt van de Diefdijk door de groepsschuilplaats naar de aan te leggen waterplas.
Rietveld Landscape / Erick de Lyon
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
99
Cluster 23 Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk
Het cluster Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk had als functie de afsluiting en verdediging van de spoorlijn Tiel-Leerdam. Het cluster ligt bij het in 1880 aangelegde Werk op de Spoorweg bij de Diefdijk. In de mobilisatieperiode 1939-1940 werd het Werk en het terrein daarbuiten ter verdediging ingericht met groepsnesten en groepsschuilplaatsen. De schuilplaatsen nrs. 705, 706, 707 en 709 zijn nog aanwezig.
Opgave Cluster 23 is een typisch accescluster. De belangrijkste opgave is het beleefbaar maken van de onderlinge samenhang van deze betonwerken en de samenhang met het spooracces, in combinatie met het fort. Zicht vanaf het spoor op de betonwerken en omgekeerd is hierbij van belang en, als dat mogelijk is, het maken van fysieke verbinding tussen de objecten. Dit cluster biedt kansen om Leerdam recreatief te verbinden met de hoofdverdedigingslijn en de inundatiekommen. Cluster 23 als entree van het Waterlinielandschap. Mogelijk kan een kunsttoepassing met glas het cluster een typisch Leerdamse identiteit geven.
bureau B+B Stedebouw en landschapsarchitectuur
100 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Cluster 24 Asperen
Cluster Asperen diende ter afsluiting en verdediging van de Linge, de Lingedijken met de uiterwaarden en de bescherming van de inundatiesluizen. De verdediging concentreerde zich op de beide oevers van de Linge. Het cluster ligt bij het in 1845-1847 aangelegde torenfort bij Asperen, de in 1845 aangelegde Wapenplaats bij Asperen en het Fort Nieuwe Steeg uit 1878-1881. In 1879-1881 werd Fort Asperen gemoderniseerd. Achter de Meerdijk liggen verder nog twee kleine tussenbatterijen uit 1845 en 1897, voorzien van een schuilplaats. Tijdens de mobilisatieperiode van 1914-1918 onderging het fort een versterking met loopgraven en de bouw van drie betonnen waarnemingsposten (nr. 728). Achter de Nieuwe Zuiderlingedijk kwam een infanteriesteunpunt met een schuilplaats type 1916/II (nr. 722) gereed. In de mobilisatieperiode 1939-1940 werden de forten ter verdediging ingericht met loopgraven en twee groepsschuilplaatsen (nr. 728) op het Fort bij Asperen, alsmede een enkel exemplaar in de Wapenplaats (nr. 724). Door de vooruitgeschoven ligging werd het Fort bij de Nieuwe Steeg zwaar versterkt met loopgraven, groepsschuilplaatsen (nr. 770) en een koepelkazemat. De Zuidelijke Lingedijk was afgesloten door een tankversperring ten oosten van Fort bij de Nieuwe Steeg. In het terrein liggen de nrs. 713, 714, 717, 720, 736, 737, 740, 742 en 744 en de resterende koepelkazematten nrs. 715, 718, 741, 743 en het enkele exemplaar op Nieuwe Steeg nr. 770.
Opgave De gewenste koers voor de betonwerken van het cluster Asperen is toeristisch-recreatief, in aansluiting op de koers van de forten bij Asperen en bij de Nieuwe Steeg. De betonwerken op de forten zelf zijn integraal onderdeel van de verdere ontwikkeling van de forten tot kunstfort en Geofort. Een aantal van de betonwerken tussen Fort Asperen en Fort Nieuwe Steeg zal flexibel worden ingezet ter ondersteuning van de functies van beide forten. In het Ontwikkelingsplan Lingekwartier worden voorstellen voor de omvorming van enkele betonwerken tot tijdelijke expositieruimte uitgewerkt. Voor de groepsschuilplaatsen en kazematten ten oosten van de Meerdijk wordt in het Ontwikkelingsplan Lingekwartier een herstelplan van het loopgravenstelsel gemaakt, waardoor de groepsschuilplaatsen en kazematten weer een samenhangend groepsnest vormen. Mogelijk worden de groepsschuilplaatsen geschikt gemaakt voor overnachting. Onderdeel van dit cluster is de schuilplaats (722) achter de Nieuwe Zuiderlingedijk. Opgave is het zichtbaar houden van deze schuilplaats vanaf de stadsrand van Asperen. Dit maakt de functie van de Nieuwe Zuiderlingedijk als militaire dijk duidelijk. Nu is de schuilplaats in gebruik als schaapskooi. Een prima functie, maar er kan op termijn ook gedacht worden aan benutiing van dit werk als speelplaats gezien de directe nabijheid van de stad.
bureau B+B Stedebouw en landschapsarchitectuur
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 101
Cluster 25 Nieuwe Zuiderlingedijk
De functie van cluster 25 was de verdediging van het inundatieterrein ten zuiden van de Nieuwe Zuiderlingedijk. Achter de Nieuwe Zuiderlingedijk ligt een kleine tussenbatterij uit 1845, die in 1903 is voorzien van een schuilplaats. In de mobilisatieperiode 1914-1918 werden op enkele plaatsen langs de dijk infanteriesteunpunten met schuilplaatsen van het type 1916/II ingericht. Eén van deze schuilplaatsen, nr. 764, is bewaard gebleven. In 19391940 werden voor en achter de dijk, op regelmatige afstand, groepsnesten aangelegd en groepsschuilplaatsen gebouwd. De aan de noordzijde van de dijk gelegen groepsnesten bij de schuilplaatsen hadden een flankerend schootsveld. Het betreft de groepsschuilplaatsen nrs. 729, 730, 731, 732, 733, 735, 745, 756, 757, 760, 761, 762, 763, 765, 766, 767, 768 en 769. Aan de zuidzijde van de Nieuwe Zuiderlingedijk ligt tevens het grondlichaam een batterijplaats (nr 734).
Opgave De gewenste koers voor de betonwerken direct grenzend aan de Nieuwe Zuiderlingedijk is natuur. Deze betonwerken liggen temidden de ecologische hoofdstructuur, onderdeel van Natura 2000. Dit betekent dat respect voor de huidige en toekomstige natuurwaarden voorop staat. Mogelijke nieuwe functies zijn dan ook natuurfuncties, bijvoorbeeld als verblijf- of overwinteringsplaats voor vleermuizen of vogels. Het is ook mogelijk één van de groepsschuilplaatsen in te richten als natuurobservatiepost. Het merendeel van deze betonwerken zal ontoegankelijk zijn. Belangrijke opgave is het duidelijk zichtbaar maken van het kenmerkende ritme, de karakteristieke lijnopstelling, van deze objecten langs de zuidzijde van de liniedijk. Dit betekent dat ze moeten worden vrijgezet van beplantingen en dat de bosrand moet worden teruggezet tot achter de betonwerken. Om de relatie tussen deze betonwerken en de te verdedigen inundatievlakten herkenbaar te maken, moeten ter plekke van de betonwerken subtiele zichtlijnen door de moerasbossen naar de achterliggende open polders gemaakt worden. Groepsschuilplaats nr. 745 ligt meer noordelijk van de Nieuwe Zuiderlingedijk, op de route naar Heukelum. Dit betonwerk moet als landmark langs de provinciale weg zichtbaar zijn. Ook het betonwerk langs de kruising met de provinciale weg vraagt om een behandeling als landmark. Een goede zichtbaarheid vanaf de weg op de betonwerken maakt duidelijk dat hier de Waterlinie doorkruist wordt.
bureau B+B Stedebouw en landschapsarchitectuur
102 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Cluster 26 Spijkse Veld
Cluster 26 diende ter afsluiting en verdediging van het inundatieterrein en de provinciale weg Tiel-Gorinchem. Achter de Zuider Lingedijk ligt een kleine tussenbatterij met schuilplaats uit 1901. In de mobilisatieperiode 1939-1940 werd dit Liniegedeelte ter verdediging ingericht met groepsnesten en schuilplaatsen. De provinciale weg werd afgesloten door een tankversperring; de Molenaarsweg door een versperring in noordelijke en zuidelijke richting. De resterende objecten zijn de groepsschuilplaatsen nrs. 750, 751, 752, 753, 982, 747, 748, 754, 755, 983 en 984.
Opgave De tussenbatterij met schuilplaats (nr. 750) ten noorden van de Zuiderlingedijk biedt kansen voor het creëren van een recreatief uitzichtpunt over de Linge. Dit vraagt om omvorming van een deel van het bos in de uiterwaard tot open natuur en het toegankelijk maken van de batterij. Nader onderzoek met betrekking tot eigendom is nodig. Groepsschuilplaats nr. 751 speelt een cruciale rol bij het herkenbaar maken van de afslag van de Waterlinie van de Zuiderlingedijk naar de kade van het Hooge Veld. Het markeren van dit betonwerk kan deze afslag ruimtelijk begeleiden. In de bosstrook langs het Hooge Veld en in het Lingebos ligt de opgave de verstopte betonwerken beter zichtbaar te maken. Het is goed denkbaar deze groepsschuilplaatsen recreatief bruikbaar te maken, gekoppeld aan de recreatieve functie van het Lingebos. De groepsschuilplaatsen tussen het Lingebos en Fort bij Vuren zijn goed zichtbaar. Gebruik en inpassing zijn integraal onderdeel van de herinrichting van de inundatiezone in dit gebied. Door de ligging nabij de toekomstige stadsrand van Gorinchem zijn deze betonwerken geschikt voor recreatief gebruik. Het is van belang dat de groepsschuilplaatsen ten zuiden van de A15 goed zichtbaar blijven vanaf de autosnelweg, met name de nrs. 747 en 748. Ze markeren het acces. Mogelijk kan door verlichting deze rij van betonwerken extra accent krijgen.
bureau B+B Stedebouw en landschapsarchitectuur
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 103
inundatiewerken
Om het gebied tussen de Lek en de Waal te kunnen inunderen is er een aantal inundatiewerken aangelegd. De noordelijke kom werd gevuld met water uit de Lek, dat werd ingelaten door een (verdwenen) waaiersluis bij Werk aan ‘t Spoel en later ook bij het Fort Everdingen en de (inmiddels ook verdwenen) Acquoyse hulpsluis. De zuidelijke kom werd gevuld met Waalwater via de sluis bij Dalem en de Herwijnse uitwateringssluis bij Fort bij Vuren. De kommen werden tevens vanuit de Linge geïnundeerd door het sluiten van de Lingesluizen en het openen van de waaiersluizen bij Fort bij Asperen en de Wapenplaats. Deze beide waaiersluizen zijn een uniek ontwerp voor de Waterlinie. Geniaal omdat het mogelijk werd om met weinig krachtsinspanning de sluizen openen en sluiten, zelfs tegen hoogwaterstanden in. De beide waaiersluizen verkeren in zeer slechte staat van onderhoud.
Opgave Het is de opgave de beide waaiersluizen van het Lingekwartier te restaureren. Gecombineerd met het reconstrueren van de Wapenplaats en het recreatief toegankelijk maken van deze plek, wordt deze sluis beter beleefbaar voor het publiek. Om de relatie tussen deze inundatiesluis en het historisch te inunderen landschap zichtbaar te maken wordt een zichtlijn door de omringende beplanting te maken. De Oude Horn wordt betrokken bij het versterken van de beleving van de Waterlinie. Het gebouw, in gebruik door een glaskunstenaar, wordt gerestaureerd. Door een wandelpad langs de Culemborgse Vliet wordt de Oude Horn gekoppeld aan het recreatief netwerk.
Hoewel niet specifiek voor de Waterlinie aangelegd, spelen ook andere waterwerken een rol in het waterbeheer van de Linie. Zo is het gemaal de Oude Horne ten tijde van de Waterlinie van belang voor de afvoer van het inundatiewater.
104 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
overzicht inundatiekommen met hoofdinlaatpunten
Dienst Landelijk Gebied
en schematische doorsnede
(Steenbergen)
hoogtekaart (Steenbergen)
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 105
106 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
5.4 Veilige zijde
Verdichtingsvelden In Panorama Krayenhoff wordt een aantal gebieden aangemerkt als ‘verdichtingsvelden’. De verdichtingsvelden liggen, net als de open velden, binnen de Belvederebegrenzing. Ze behoren niet tot het eigenlijke militair-historische complex van de Waterlinie, maar zijn van belang om de werking van de Linie in het terrein te verhelderen. Ze markeren het verdedigde gebied, waarbij het in essentie gaat om het weergeven van het gevoel van veiligheid en beschutting, in contrast met de openheid en dreiging van de inundatiezijde. Regio Lek - Waal In de regio zijn het gebied tussen Asperen en Heukelum (tussen de Nieuwe Zuiderlingedijk en de Linge) en het Hooge Veld (ten zuidoosten van Spijk) in Panorama Krayenhoff benoemd als verdichtingsveld. Het gebied tussen het Lingebos en de Waal is aangewezen als Liniegezicht. In dit gebied is het landschapsbeeld op complexniveau onherstelbaar beschadigd. Zichtbaarheid vanuit de omgeving van Fort bij Vuren en de bijbehorende rij van verdedigingswerken is hier van belang.
HEUKELUM - ASPEREN
HOOGE VELD EN LINGEBOS
Er worden in Panorama Krayenhoff verschillende mogelijkheden voor de verdichting geschetst. Bos- en natuurontwikkeling, landschapsbouw, nieuwe landgoederen, gespreide woningbouw, toeristisch-recreatieve voorzieningen, intensieve landbouw enzovoort. Voorop staat het groene karakter van de verdichting. Het is de opgave de verdichting voor de regio Lek-Waal gebiedsspecifiek te maken. Verdichting is maatwerk. De veilige zijde tussen Lek en Waal is onder te verdelen in de volgende gebieden: 1. Diefdijk lint 2. Asperen - Heukelum 3. Hooge Veld 4. Lingebos 5. Spijkse Veld 6. Hoog Dalem
DIEFDIJK NOORDWEST
DIEFDIJK ZUIDWEST
Op de volgende pagina’s wordt de verdichtingsopgave per deelgebied concreet gemaakt.
GORINCHEM HOOG DALEM
Dienst Landelijk Gebied
ASPEREN MEERDIJK
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 107
Diefdijk lint
Het Diefdijklint is de veilige zijde van de Diefdijk. Dit is een zeer herkenbaar bebouwingslint met een rijke historie. Het is een aaneengesloten dichte zone van woningen en bedrijfsgebouwen, vaak historische boerderijen, afgewisseld met boomgaarden, bosjes en grienden. De gebouwen en erven nestelen zich in het grondlichaam van de dijk. Het meest noordelijke deel is onbebouwd door de ligging binnen de Verboden Kringen van Fort Everdingen. De historische slagenverkaveling, haaks op de Diefdijk, ordent de kavels, met slootjes, lijnvormige beplantingen en spekdammentjes. Kenmerkend zijn de lage en natte terreindelen, afgegraven voor de aanleg van de dijk. Vanaf de hoge Diefdijk zijn er weidse vergezichten, tussen de kavels door en over de kavels heen, naar het achterliggende open veenlandschap. Zeer markant is het Wiel van Bassa. Als grootste wiel van Nederland, ruim 13 hectare, herinnert deze watervlakte aan de dreiging van dijkdoorbraak. Punt van aandacht zijn enkele grootschalige bedrijven. Deze bedrijven zijn qua grootte, uitstraling en ‘type’ verkeer dat ze genereren niet meer passend bij het kleinschalig karakter van het Diefdijklint. Ze veroorzaken mede de onveilige situaties voor het langzaam verkeer en doen afbreuk aan de recreatieve aantrekkelijkheid. Opgave Belangrijkste opgave voor de Waterlinie is het behoud van het kleinschalig en cultuurhistorisch waardevolle lint van de Diefdijk. Een verdichtingsimpuls van deze veilige zijde is niet noodzakelijk; de huidige situatie ademt de gewenste sfeer van kleinschaligheid en veiligheid volop uit. Verdichting kan pleksgewijs kwaliteit toevoegen, op zorgvuldig uitgezochte locaties en met passende middelen. Het historisch kavelpatroon is richtinggevend voor nieuwe toevoegingen. Toevoegingen moeten vooral gezocht worden in de sfeer van bosjes, boomgaarden en grienden. De karakteristieke ontginningsrichtingen kunnen benadrukt worden door lijnvormige beplantingen en mogelijk herstel van spekdammetjes haaks op de Diefdijk. Een enkel nieuw erf is denkbaar, maar enkel onder strikte voorwaarden voor de beeldkwaliteit. Verdichting binnen de Verboden Kringen van Fort Everdingen is ongewenst. De openheid moet hier bewaard blijven. Behoud van het historisch profiel van de Diefdijk is essentieel voor behoud van de kwaliteiten van het bebouwingslint, die verweven zijn met de dijk. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor de versterking van de Diefdijklinie. Karakteristiek Linie-element aan de veilige zijde is de batterij-plaats ten noorden van de A2. Herstel van de historische contouren van deze aarden wallen en recreatieve toegankelijkheid dragen bij aan de versterking van de herkenbaarheid van de Waterlinie. 108 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
Asperen - Heukelum
Het ‘verdichtingsveld Asperen-Heukelum’ ligt tussen de Nieuwe Zuiderlingedijk en de Linge. Het landschap bestaat uit de oeverwallen van de Linge, met daarop de kernen Asperen en Heukelum. Grondgebruik is overwegend fruitteelt. Markante plek is het kasteel, met een prachtige beplante dijk verbonden met Heukelum. Ten zuiden van de oeverwal liggen de weilanden in het kommengebied. Oorspronkelijk was dit poldergebied één geheel met de polders ten zuiden van de Nieuwe Zuiderlingedijk. Deze dijk is als kaarsrechte, militaire lijn door de polder heengetrokken waardoor de huidige tweedeling is ontstaan. Ten noorden van de Nieuwe Zuiderlingedijk is het landschap besloten van karakter door de moerasbossen, met uitzondering van het meest oostelijke deel. Deze bossen bevinden zich grotendeels in het ‘uitgedijkte land’. Om de dijk te maken zijn de omliggende gronden afgegraven, waardoor deze terreindelen zeer nat van karakter zijn.
Dienst Landelijk Gebied
Opgave Een passende verdichting voor het verdichtingsveld Asperen-Heukelum is een ‘groene’ verdichting, direct langs de Nieuwe Zuiderlingedijk. Een groene verdichting is passend omdat het onbebouwde karakter van de Nieuwe Zuiderlingedijk een waardevolle kwaliteit is. Het huidige moerasbos is op een aantal plaatsen transparant. Bosontwikkeling moet het landschapsbeeld hier meer besloten maken. De nog te realiseren nieuwe natuur (gebiedsplan) moet worden uitgevoerd als moerasbos om de bosrand langs de dijk continue te maken. Passende locatie voor de verdichting is direct langs de Nieuwe Zuiderlingedijk, gekoppeld aan de uitgedijkte gronden en de opgave voor nieuwe natuur. Het meer besloten maken van het gehele verdichtingsveld, dus ook de achterliggende polders, is ongewenst. De openheid van deze polders is een behoudenswaardige kwaliteit, karakteristiek in contrast met de beslotenheid van de oeverwal. Aanvullend op de nieuwe natuuropgave wordt geadviseerd om ook historische boezem (LOP) tussen de dorpspolders van Asperen en heukelum te herstellen en te beplanten met bos. Samen met het gewenste herstel van de dorpspolderkades (LOP) maakt dit de verdichting sterker en wordt een aantrekkelijke recreatieve verbinding gerealiseerd tussen het kasteel, de Nieuwe Zuiderlingedijk en de inundatiezone aan de zuidzijde met Fort Bij de Nieuwe Steeg. In dit deelgebied is, conform het streekplan, aanleg van nieuwe landgoederen in bescheiden mate mogelijk. Hierbij is het versterken van de karakteristieke landschappelijke opbouw bestaande uit oeverwallen en komgronden van belang, met respect voor de openheid van de dorpspolders. Het is van belang dit deelgebied te betrekken bij de anti-verdrogingsopgave van het natuurgebied direct langs de Nieuwe Zuiderlingedijk, in samenhang met de zuidelijk van de dijk gelegen natte natuurgebieden.
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 109
Hooge Veld
Het verdichtingsveld Hooge Veld is een prachtige open polder met vier karakteristieke randen. Aan de noordzijde wordt de polder begrensd door het dijklint van Spijk. Dit idyllische bebouwingslint grenst met de achtertuinen aan de Spijkse Kwelkade, begeleid door een populierenrij. Aan de zuidzijde vormt het Lingebos een robuuste grens, in het westen ligt het dorp Spijk. De oostgrens is een bosje langs de kade. De golfbaan, ten westen van het Lingebos, gaat uitbreiden in westelijke en noordelijke richting, waardoor een deel van het Hooge Veld wordt ingenomen. Dit betekent een opdeling van de polder.
110 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Opgave Verdichting van het Hooge Veld betekent in eerste instantie het maken van een robuuste groenstructuur langs de hoofdverdedigingslijn. Dit is de oostrand van de polder, die nu bestaat uit een bosje met daarin verscholen een aantal groepsschuilplaatsen. Het versterken van deze groenstructuur vraagt om nader ontwerpend onderzoek, waarbij de volgende uitgangspunten van belang zijn: - de groenstructuur heeft twee gezichten; aan de oostzijde heeft de lijn een Waterlinie-gezicht, aan de westzijde vormt de lijn een karakteristieke polderrand. - de groenstructuur moet een duidelijke relatie hebben met de nieuw te ontwikkelen groenstructuur langs de hoofdverdedigingslijn ten zuiden van het Lingebos, tot de Waal. Een éénvormige, herkenbare polderlijn maakt de lijn van de Waterlinie in dit onduidelijke traject tot een eenheid. - de groenstructuur moet recreatief benut worden, gekoppeld aan het Waterliniefietspad, het LAW-Liniepad en de groepsschuilplaatsen. Zo ontstaat er een recreatieve zone met het Lingebos en toekomstig Liniepark Vuren. Een combinatie met een nieuw landgoed is goed denkbaar. Op het niveau van het totale verdichtingsveld is een integrale gebiedsuitwerking noodzakelijk, waarbij één ruimtelijk plan wordt gemaakt voor de inpassing van de golfbaan, het nieuwe landgoed en de Linieopgave. Essentieel is het behoud van de polder als open ruimte, begrensd door vier karakteristieke polderranden; dit maakt de identiteit van het Hooge Veld.
Dienst Landelijk Gebied
Lingebos
Tussen het Hooge Veld en het Spijkse Veld ligt het Lingebos. Het Lingebos is ten tijde van de ruilverkaveling Tielerwaard-West aangelegd als recreatiebos. Het is ontworpen als uitvergroting van een eendekooi. Opgave De massieve oostelijke bosrand van het Lingebos vormt in de huidige situatie de begeleiding van de hoofdverdedigingslijn, die over het kadepad loopt. Verdere verdichting om grens van de Waterlinie te markeren is daarom niet noodzakelijk. De Linie-opgave beperkt zich tot het vrijzetten, toegankelijk maken en indien mogelijk recreatief benutten van de twee groepsschuilplaatsen in de bosrand. Afstemming op de mogelijk aanwezige natuurwaarden, zoals vleermuizen, dient nog plaats te vinden. Door het maken van het Waterlinie-fietspad tussen de Linge en Fort bij Vuren over de hoofdverdedigingslijn zal het Lingebos recreatief beter worden ontsloten.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 111
Spijkse Veld
Het Spijkse Veld is de zone tussen het Lingebos en de A15 en Betuwelijn. Dit gebied is onderdeel van het in Panorama Krayenhoff genoemde Liniegezicht, omdat hier het complex van de Waterlinie onherstelbaar beschadigd is. Enkel een aantal groepsschuilplaatsen in de weilanden herinnert aan de Linie. Het landschap is nu open van karakter, met een aantal erven langs de rand. Het open zicht op de Betuwelijn, veelal begrensd door geluidsschermen, maakt dat deze infrastructuur dominant aanwezig is. Het gebied is voornamelijk in agrarisch gebruik met in het westen de eerste randstedelijke verschijnselen in de vorm van een grootschalig tuincentrum. Uitbreiding van de golfbaan in deze zone wordt nader onderzocht.
112 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Opgave De verdichtingsopgave van het Spijkse Veld betekent in eerste instantie de aanleg van een robuuste groenstructuur, parallel aan de te herstellen hoofdverdedigingslijn. Op het niveau van het totale verdichtingsveld is het gewenst robuuste landschapselementen aan te leggen, anticiperend op de te verwachten toeristisch-recreatieve ontwikkelingen. Versterking van de groenstructuur (lanen, water, polderbossen, natuurvriendelijke oevers langs weteringen en erfbeplantingen) in de structuur van de polder zal de ruimtelijke kwaliteit verhogen. Tevens is de aanleg van een groene inpassingszone langs de A15 en de Betuwelijn aan te bevelen.
Dienst Landelijk Gebied
Hoog Dalem
De veilige zijde aan de zuidzijde van de A15 valt buiten de scope van het Ruimtelijk Kader. Het is grondgebied van de gemeente Gorinchem en provincie Zuid-Holland. Het gebied is nu overwegend agrarisch van karakter, maar aan de oostelijke rand van Gorinchem is de aanleg van de nieuwbouwwijk Hoog Dalem al zichtbaar. Opgave Het Ruimtelijk Kader beperkt zich tot de stellingname dat het herstel van de hoofdverdedigingslijn samen met de inrichting van een begeleidende groene zone van groot belang is voor versterking van de herkenbaarheid van de Waterlinie. Deze robuuste groene zone zal de ruimtelijke grens tussen het stedelijk-recreatieve gebied van Gorinchem en het landelijk gebied van Vuren markeren. De inrichting van deze groene strook bij Hoog Dalem moet integraal worden opgepakt met de inrichting van de inundatiezone in de boezem van Vuren (LOP), als antwoord op de toenemende behoefte aan recreatieve uitloop door de groei van Gorinchem. In 5.2 wordt een beeld geschetst van een mogelijke herinrichting van dit gebied tot ‘Liniepark Vuren’, waar stedelijk uitloop wordt gecombineerd met ruimte voor water, natuur, landbouw en landschapsversterking. Het toevoegen van enkele stedelijke accenten in het groen is denkbaar in de verdichtingszone van Hoog Dalem. Een aantal markante gebouwen, uitkijkend over de boezem van Vuren, kan de grens tussen stad en land meer expliciet maken. Hier kan beperkte nieuwbouw een kwaliteitsimpuls aan het gebied geven. Afstemming van de inrichting van deze robuuste groene zone op de gewenste versterking van de hoofdverdedigingslijn (Dalemse Zeiving) is nodig. Er zijn diverse opties denkbaar voor versterking van de lijn, van lage kade tot hoge dijk. In de Voorverkenning Tielerwaard West moet dit nader worden onderzocht.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 113
114 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
5.5 Detaillering
‘De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een robuust en weerbarstig systeem. De materialen die gebruikt werden zijn constructiematerialen als staal, hout, steen en beton. Ook kenmerkend voor de Linie is de omgang met grond en beplanting. Om het fort op te laten gaan in de omgeving werden grondlichamen tegen de bouwwerken opgeworpen en werd beplanting aangelegd. Deze beplanting kon tevens in de houtvoorraad voorzien. Meidoornhagen voorkwamen dat de vijand eventueel het fort zou kunnen bestormen. Om het verhaal van de Linie herkenbaar te maken is het van belang de materiaalkeuze en detaillering af te stemmen op dit robuuste en puur functionele karakter. Een goed plan of ontwerp staat dus niet met nostalgische en historiserende versieringen, maar eerder met eerlijke vorm- en materiaalkeuze.’ Deze bovenstaande tekst komt uit het inspiratieboek ‘Linievormgeving - Nieuwe Hollandse Waterlinie’. Het is een pleidooi voor een robuuste, pragmatische en innovatieve toepassing van vormgeving, kleur en materiaalgebruik die zeker ook gewenst is voor het Liniegedeelte tussen de Lek en de Waal. Het is een uitgangspunt voor de nadere detaillering van de diverse uitvoeringsprojecten, zoals het Uitwerkingsplan Lingekwartier.
Handboek Inrichting Hoofdverdedigingslijn Het is aan te bevelen een handboek voor de herinrichting van de hoofdverdedigingslijn en de daarmee samenhangende detailleringsopgaven op te stellen. De bouwdoos is een set van inrichtingsprincipes voor de weginrichting en weggebonden elementen, zoals wegprofielen, verkeersremmende maatregelen en recreatievoorzieningen. Het is van belang een herkenbare set van Waterlinie-elementen te ontwerpen, met materialen als staal, hout, steen, grond en beton, tevens aansluitend op de kwaliteiten van het omringende landschap. In de praktijk zal er door diverse partijen gewerkt worden aan de herinrichting van de hoofdverdedigingslijn; er zijn diverse wegbeheerders en diverse uitvoeringsprojecten die van invloed zijn op het toekomstig wegbeeld. Door te werken volgens het principe van een bouwdoos met flexibel toepasbare bouwstenen kan er door al deze diverse partijen gewerkt worden aan de hoofdverdedigingslijn, waarbij gezamenlijk gebouwd wordt aan een éénduidige uitstraling.
Belangrijke detaillerings-opgaven zijn: herkenbare, authentieke hoofdverdedigingslijn De ambitie om een fietsroute op de hoofdverdedigingslijn te realiseren tussen de Lek en de Waal vraagt enerzijds om herprofilering van bestaande dijkwegen van de Diefdijklinie en anderzijds om de aanleg van een nieuw fietspad tussen de Linge en de Waal. Door het creëren van karakteristieke wegprofielen, met een typerende Waterlinie-vormentaal en materiaalgebruik, wordt de herkenbaarheid van de Linie versterkt. herkenbare Liniepaden (LAW-wandeling en overige NHWwandelpaden) In aansluiting op een herkenbare fietslijn, kan het ontwikkelen van karakteristieke elementen voor een aantal Waterlinie-wandelpaden (inundatieroutes) bijdragen aan de herkenbaarheid. recreatie-meubilair: in een herkenbare Liniestijl én geïntegreerd in de omgeving Op tal van plaatsen op en langs de Waterlinie zal tijdens de uitvoering behoefte ontstaan bankjes, picknicktafels, informatieborden, etc. te plaatsen. Om rust, eenheid en herkenbaarheid te krijgen (en verrommeling van het landschap te voorkomen) is het wenselijk hier een herkenbare stijl voor te ontwikkelen, passend bij soberheid en robuustheid van de Linie.
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 115
116 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
6. UITVOERING
Dit hoofdstuk geeft op hoofdlijnen aan hoe de toekomstbeelden voor de Waterlinie tussen de Lek en de Waal tot uitvoering gebracht kunnen worden. Eén van de belangrijkste eerste uitwerkingen vindt plaats in het Ontwikkelingsplan Lingekwartier.
populierenrijen begrenzen de Tielerwaard, lange lijnen in de polder
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 117
8. Diefdijk Noord
3. De Regulieren en EVZ Nieuwe Graaf 2. Robuuste Verbinding NHW
7. Culemborgerwaard
4. Linge
1. Lingekwartier
5. Scenario-studie Linge-Vuren 6. Tielerwaard-West Hoog Dalem
118 Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal
Dienst Landelijk Gebied
6.1 Samenhangende deelgebieden
6.2 Thematische opgaven
Op de naastgelegen pagina is globaal een aantal deelgebieden aangegeven. Het is van belang in deze deelgebieden de diverse sectorale opgaven in samenhang uit te werken tot integrale uitvoeringsplannen. De onderstaande lijst geeft de hoofdopgaven in het gebied weer.
Naast gebiedsgerichte uitvoering is uitwerking van een aantal thematische opgaven noodzakelijk. Deze thema’s zijn voor het gehele gebied van belang, ze overstijgen en verbinden de deelgebieden. Het betreft onder andere:
Fortontwikkeling toeristisch-recreatieve ontwikkeling door forteigenaren en stichtingen Versterking Diefdijklinie dijkversterking met behoud en ontwikkeling historische waarden 1. Lingekwartier uitvoering maatregelen Ontwikkelingsplan Lingekwartier 2. Robuuste Verbinding Nieuwe Hollandse Waterlinie natuurontwikkeling langs hoofdverdedigingslijn
Recreatief netwerk versterken van recreatieve routes en voorzieningen Herinrichting hoofdverdedigingslijn ontwikkelen set inrichtingsprincipes voor de herinrichting Planologische borging planologisch vastleggen van het ruimtelijk kader tbv kwaliteitsborging
3. De Regulieren en EVZ Nieuwe Graaf natuurontwikkeling in samenhang met landbouw 4. Linge natuurontwikkeling en landschapsbouw 5. Scenario-studie Linge - Vuren toekomstverkenning 6. Tielerwaard-West landbouwstructuurversterking, uitvoering water- en natuurbeleid realisatie LOP (landschapsbouw) 7. Culemborgerwaard landbouwstructuurversterking, uitvoering water- en natuurbeleid realisatie LOP (landschapsbouw) 8. Diefdijk Noord verkenning mogelijkheden gebiedsontwikkeling
Dienst Landelijk Gebied
Ruimtelijk Kader Nieuwe Hollandse Waterlinie Lek - Waal 119
Dienst Landelijk Gebied - regio Oost | Rosendaalsestraat 64 Arnhem | postbus 9079 6800 ED Arnhem | 026 3781200 | www.dienstlandelijkgebied.nl
DLG realiseert groene plannen voor 16 miljoen Nederlanders!