Nederlandse Vereniging voor Afrika Studies

               

NVAS Nieuwsbrief JAARGANG 13  NUMMER 

02 

JUNI 2010 

In dit nummer

  Voorwoord  Conference “Africa for Sale” – Page 2  Groeten uit Kinshasa– Page 3‐7  My Impression of the Africaday! ‐ Page 8‐9  ʹGender Issues in ICTʹ ‐ Page 10‐13  Promoties Februari ‐ Juni 2010– Page 14‐16  Proefschrift Recensie ‐ Coping with Cancer – Page 17‐18  Thesis Review – Teaching Peace – Page 19‐20  Thesis Review – Ghanaian Nurses– Page 21‐24  Nieuwe Publicaties – Page 25‐30  Africanists on the Web – Page 31‐33  Nieuwe leden– Page 34‐36  Calls from members– Page 37  Afrika‐Agenda– Page 38‐39  Calls for Papers– Page 40  Op de wissel– Page 41  Vacancies– Page 42‐43  Colofon 

© Copyright 2010 All rights reserved. Nederlandse Vereniging voor Afrika Studies Nieuwsbrief. Afrika Studies Leiden.

Beste 336 leden, Ik spreek u alle 336 even persoonlijk aan om te benadrukken dat we nog nooit zo veel leden hebben gehad! Daar zijn we natuurlijk erg blij mee. In dit laatste nummer voor de zomerstop krijgt u deze keer de groeten uit Kinshasa van Julie NDaye. Pangmashi Yenkong doet enthousiast verslag van de jaarlijkse Afrikadag in Den Haag die onlangs werd gehouden. U kunt de recensies van de warm aanbevolen proefschriften van medisch antropologen Christine Böhmig en Benson Mulemi lezen en die van het boek van Anika May over ‘informal peace education training’ in Oeganda. Verder nieuws over tentoonstellingen die natuurlijk in het kader van het WK in ZuidAfrika staan, promoties, lezingen, nieuwe publicaties en nog veel meer. Ik wens u vast een fijne zomer!

Dear 336 members, I have to mention you all personally in order to emphasize that this is the largest number of members we have ever had! Of course we are very happy about it. In this last issue before summer, Julie Ndaye sends you greetings from Kinshasa. Pangmashi Yenkong enthusiastically reports about the annual Africaday in the Hague. You can also read the reviews of the much recommended theses of medical anthropologists Christine Böhmig and Benson Mulemi, and the book review of Anika May’s study of ‘informal peace education training’ in Uganda. Furthermore, we have news about exhibitions, of course related to the world championship soccer in South-Africa, promotions, lectures, recent publications, and much more. I wish you a nice summer! Marijke Steegstra

Conference “Africa for Sale” As was announced before, the NVAS hosts the international conference “Africa for Sale: Analysing and Theorizing Foreign Land Claims and Acquisitions” on 28 & 29 October 2010 in Groningen. The organizing committee has received 46 abstracts for paper presentations from all over the world. We are absolutely thrilled by this “global” response. Moreover, the quality of the abstracts promises an exciting scientific programme. Key-note speakers at the conference will be Prof. Rosaleen Duffy from Manchester University and Prof. Annelies Zoomers from Utrecht University and Radboud University Nijmegen. Both speakers are renowned experts in the area of land issues. Rosaleen Duffy is Professor of International Politics; Annelies Zoomers is Professor of International Development Studies. At the conference some stands will be set up for publishers, bookshops, or others to display material related to the topic of the conference. We invite anyone who is interested in display space to contact us (Marieke van Winden: [email protected]). Registration, accommodation, fees and further information on the conference can be found on the NVAS site: www.afrikastudies.nl from 21st June. The site will be regularly updated with programme information. We hope to see you all in Groningen!

Sandra Evers Caroline Seagle Paulien Boone Michel Doortmont Marieke van Winden Anneke Breedveld Froukje Krijtenburg

 

2

Groeten uit Kinshasa Doceren en organiseren van een workshop over de nieuwe religieuze bewegingen in Kinshasa Door dr. Julie Ndaya In mei 2009 kreeg ik een email uit Congo. Het was de academisch secretaris van het Institut Africain des Sciences de la Mission (IASMI), professor Didier Mupaya. Hij schreef: “Het zou een groot plezier zijn, als ons instituut opnieuw kan profiteren van uw kennis” en stelde voor dat ik, naast de workshop, ook de cursus Culture de la paix, religion, conflicts et réconciliation aan zijn studenten zou geven. Het IASMI is een Hogeschool voor academisch onderwijs. De school geeft een tweejarige licentiaat (master) in missiologie. De studenten zijn katholieke (aspirant) priesters. Zij komen uit diverse continenten: Afrika, Latijn Amerika, Azië. Maar de meerderheid komt uit verschillende Afrikaanse landen. Ik ken dit Instituut sinds 2000, aanvankelijk voor literatuur studie in hun bibliotheek tijdens mijn promotieonderzoek naar het reinigingsritueel bij de charismatische gebedsgroep Le Combat Spirituel. Later, in 2005 werd ik gevraagd een presentatie te verzorgen tijdens een conferentie georganiseerd door de IASMI. In 2009 was ik initiatiefnemer voor het oprichten van een multidisciplinair netwerk voor het doen van onderzoek naar de rol van de nieuwe religieuze bewegingen in Congo. Het instituut is voor dit netwerk de basis, en ik kon er in 2009 een eerste workshop organiseren over de riten van de afro-christelijke kerken in de verzoening en rehabilitatie van slachtoffers van seksueel geweld in Congo. Deze workshop was bedoeld als een eerste in een serie van drie. In 2010 zou ik terugkomen voor de tweede workshop. Het verzoek van het IASMI was dus om dit keer langer te blijven en naast de workshop ook een college te verzorgen. Doceren in Congo vanuit mijn eigen onderzoek was voor mij een lang gekoesterde wens. Tijdens mijn jeugd al ben ik geconfronteerd met Europese en Amerikaanse mensen die in mijn vaders huis logeerden, foto’s maakten en van alles opschreven in hun schriften. Zij wekten bij ons kinderen de verwachting dat al die indrukken in hun land zouden worden doorgegeven, zodat ze iets voor ons zouden kunnen doen, dat er iets terug zou komen. Maar noch in het dorp van mijn jeugd, noch in mijn latere studiecarrière heb ik iets terug gezien van wat de buitenlanders bij ons hebben geleerd. De frustratie over de intellectuele armoede in Congo en de onbereikbaarheid van vergaarde kennis heeft mij vanaf dat moment achtervolgd. Toen ik later in Nederland de gelegenheid kreeg om te promoveren (heerlijk met zo’n rijkdom aan literatuur) wilde ik dan ook nadrukkelijk dat mijn onderzoek niet uitsluitend zou dienen tot wetenschappelijke debatten, maar dat het bruikbare informatie zou opleveren waar mijn samenleving van kan profiteren. Het feit dat een katholieke onderwijsinstelling me vroeg om te doceren over de nieuwe religieuze bewegingen was ook een baanbrekend initiatief. Er is in Congo spanning tussen de katholieke kerk en deze nieuwe religieuze beweging. Zij diskwalificeren elkaar. De katholieke kerk wil geen interreligieuze dialoog met ‘deze sekten’ omdat ze een van de factoren zouden zijn van de onderontwikkeling van Congo. Op haar beurt is de katholieke kerk mikpunt van kritiek voor de nieuwe kerken: zij heeft nooit aan haar leden geleerd hoe ze moeten omgaan met de Geschriften.

3

Vanuit mijn onderzoek probeer ik vaak aan mijn landengenoten te zeggen dat er veel belangrijke culturele elementen zijn in de nieuwe religieuze bewegingen. Hoewel zij pretenderen te breken met de Congolese traditie, produceren ze veel van de locale culturele elementen en staan dus dichterbij de cultuur waarin wij werden opgevoed door onze ouders. Ik kreeg 14 studenten. Zij waren gemiddeld 5 jaar priester. De meesten hadden veel ervaringen met sociaal werk. Het waren interessante personen met praktische ervaringen. Ik heb dan ook mijn college, dat in de voorbereiding een meer theoretisch karakter had, na deze kennismaking aangepast. Naast het scheppen van een theoretisch kader over religie, geweld en verzoening, wilde ik de studenten dicht bij hun eigen realiteit brengen. In de serie van 12 colleges heb ik veel ruimte gegeven aan praktisch onderzoek en communicatie over en weer tussen de studenten onderling. Kleine thematische etnografische onderzoekjes, bedoeld om de band tussen religie en verzoening te verkennen, werden onderbouwd met een theoretisch kader. De studenten heb ik gevraagd om in hun eigen omgeving voorbeelden van conflict en verzoening te zoeken en te observeren hoe zij worden opgelost et door wie. Observaties werden besproken en iedereen kreeg de gelegenheid om zijn eigen culturele achtergrond te vergelijken met die van de medestudenten. De samenstelling van de groep, vanuit verschillende continenten, gaf hieraan een levendig aspect, hoewel toch de culturele similariteit vanuit de studenten werd benadrukt. Over verzoening kwamen wij tot de conclusie, dat het merkwaardig is dat in de meeste culturen verzoening pas aan de orde komt, wanneer er een reden is voor verzoening. Dit is wellicht een reden waarom veel internationale ONG’s, die werken aan verzoening, weinig succesvol zijn daarin. De nieuwe religieuze bewegingen hebben een effectievere benadering. Hun verschillende riten scheppen een omgeving waarin verzoening mogelijk en gewenst wordt. Terwijl er in Congo bijvoorbeeld gesproken wordt over etnische zuivering zie je dat in de kerken via de reinigingsrituelen een broederschap (bondeko in het Lingala) wordt gevormd tussen mensen met verschillende etnische achtergrond. De constatering dat nieuwe religieuze bewegingen zo’n positief effect hebben bij moeilijk oplosbare conflicten, was aanleiding tot felle discussies binnen de groep katholieke priesters, waarvan sommigen zich afvroegen of de katholieke kerk hier wellicht nog wat van kan leren. De priesters hadden veel waardering voor de methodologie van onderwijs die hen stimuleerde om direct naar de lokale omgeving, naar zichzelf, te kijken. Eén van de studenten zei dat het college een soort van terug gaan was naar de roots, naar de basis. Ook werd ik gevraagd door de academisch secretaris en de rector om door te gaan met dit college. Gezamenlijk zoeken we naar mogelijkheden om dit initiatief te verbreden naar andere onderzoekers. Na de colleges werd, in het verlengde van de in 2009 georganiseerde workshop, een tweede workshop gehouden met als thema “Sens et impact du rite ’la délivrance’ dans quelques mouvements religieux Congolais” (Zin en impact van de reinigingsrite binnen enkele Congolese religieuze bewegingen). Voor deze workshop werd een breder publiek uitgenodigd, naast studenten ook hulpverleners, sociaal-maatschappelijke NGO’s etcetera. Opvallende onderdelen van het programma van deze tweedaagse workshop waren, na een inleiding van mij waarin ik het concept délivrance in een theoretisch kader plaatste, een lezing door pastor Ngalasi van een nieuwe charismatische groep waarin hij liet zien wanneer en hoe deze rite binnen zijn beweging wordt toegepast. Later gaf prof. Muena Batende, socioloog aan de Universiteit van Kinshasa, een verhandeling over de behandeling van kindheksen, kinderen die zijn beschuldigd van hekserij.

4

Twee dagen voor de workshop had pater Alfredo Neres, een katholieke priester, zich gemeld omdat hij graag als spreker wilde meedoen. In de introductie van zijn verhaal vertelde hij dat hij als exorcist werkt (iemand die boze geesten verdrijft uit het lichaam), maar zonder daarvoor de toestemming te hebben van zijn bisschop. Hij was blij te merken dat binnen de nieuwe religieuze beweging openlijk gesproken wordt over wat binnen de katholieke kerken wordt verzwegen. De tweedaagse workshop werd druk bezocht en de discussie was boeiend. Vanwege het succes van de workshop werd ik uitgenodigd door enkele katholieke parochies om ook daar te spreken. In de parochie Fátima heb ik een ochtend georganiseerd met de leiders van de ‘communauté écclesiale de base’. De pastoor van de parochie vond dat het tijd werd voor de katholieke kerk om een interreligieuze dialoog te starten met de nieuwe religieuze beweging. In ons voorbereidend gesprek zei hij: “zelfs binnen onze eigen families luisteren velen eerder naar de pastores van de nieuwe kerken dan naar ons.” Tijdens de gesprekken deze ochtend in kleine groepen bleek mij opnieuw de dualiteit tussen de traditionele benadering van conflict en verzoening bij de deelnemers aan het gesprek en de aangeleerde officiële benadering van de katholieke kerk. Tot zover dit verslag van mijn activiteiten. Was het de moeite waard? Het was een lange weg om tot dit initiatief te komen, maar ik heb mijn passie willen doorzetten. Die passie is: Breng de kennis terug naar waar het vandaan komt en zorg dat het bruikbaar wordt. Ik heb er veel voor terug gekregen: waardering en overwinning. Een plek om mijn inzichten te delen met andere mensen. Dat katholieken instellingen zich open stellen voor kennis van afrochristelijke religieuze bewegingen is nieuw in Congo en verheugt me. Zoals ik boven schreef, zijn wij gestart met het opbouwen van een transnationaal en multidisciplinair netwerk voor verder onderzoek naar religieuze bewegingen. Wij hebben mensen, ideeën en een plek in Kinshasa. Wat wij nog zoeken is een institutioneel kader in Nederland om het idee verder te helpen ontwikkelen. Tot slot wil ik graag Kees Ton van de organisatie Mensen met Missie, Bastiaan Kluft van Oxfam Novib, Huub Lems van de Protestantse Kerk in Nederland, Zuster Lisette van Swanenberg van de congregatie Zusters van Liefde, professor Mimbu Kilol en Professor Mubesala van IASMI bedanken voor de praktische en materiële steun om dit initiatief te kunnen starten.

5

Figuur Julie Ndaya met vier van haar studenten

Een beeld van Institut Mazenod

foto: Karel Duran

foto: Julie Ndaya

6

Overzicht workshop

foto Karel Duran

Straatbeeld Kinshasa

foto Karel Duran

7

My Impression of the Africaday! By Pangmashi E. N Yenkong Pangmashi E. N Yenkong is a student in the Research Master of the African Studies Centre, University of Leiden. Looking back at the Africaday 2010 celebrations, I am quite elated to say that it is one of my most exciting moments in The Netherlands. As an “African”, I was very curious when I heard of the event. My curiosity stemmed from the fact that I initially thought it was a day for Africa’s sons and daughters to meet and celebrate “Africa”. When I attended the occasion, my impressions were contrary to the African perception of an “Africaday celebration” I was very delighted when I was asked to express my views about this exciting event. In analysing this event, I believe everything fitted in its right place. The way the event was coordinated, the activities of the volunteers and guest speakers and participants, all culminated to make this occasion a worthwhile event. As an African scholar, I greatly benefitted from the several workshops that were organized both in the morning and afternoon sessions. I attended the workshop on “From Copenhagen to Africa: Climate for change”, and “Developing Africa: it’s the economy, stupid!” These workshops in a nutshell increased my knowledge for Africa considerably as it gave an insight to the current crisis in Africa. Issues relating to development, access to justice, poverty, corruption and embezzlement, education, wars and the pernicious human rights violations experienced by many African countries in general. Reflecting on these workshops, and the speeches delivered by various dignitaries such as Bert Koenders who is former minister of development cooperation, Lovemore Tambo chairman of ZCTU and African football player of the year George Weah, it means a lot for the future of Africa tomorrow. The speeches delivered, threw light to Africa’s contemporary problems. Everyone who attended this event at least is conversant with the current crisis in Africa today. The question as to how to solve the various dilemmas plaguing the African continent was discussed and various mechanisms to resolve some of these problems literally was provided in the various workshops. Apart from the workshops, other interesting issues such as the various photo and painting exhibitions, several working NGOs in Africa, and the information market were among some of the interesting things to see on this day. During lunch break, I was surprised when I visited the canteen and realized that there were a variety of Africa’s delicacies and drinks. Some participants were dressed in various attires that one could easily identify his\her country by just simply looking at him. People were colourfully dressed in various traditional African attires. But the question that popped up in my mind was; who is an African? The event was made up of a combination of people of all races. I was filled with elation when I saw a Dutchman dressed in our traditional regalia. What caught my attention was basically his style of dressing. Only a native from my village could dress in such traditional style. Because I could no longer conceal my curiosity, I walked up to him and had a good chat. I was perplexed when he told me that he comes from my region in the Cameroons and we both communicated in my native tongue. Later, from my position at the balcony, I could get a better picture of the events of this day. I realized that everyone seemed excited and I could see people embracing and shaking hands with each other and saying ‘how do you do?’ I could not help but to think of Louis Armstrong’s melody titled ‘What a wonderful world’.  

8

The “Daughters of Africa” closed the occasion with a musical performance. The dancers represented the various countries in Africa. In their songs, they expressed messages of morality, values and the plight suffered by African girls in contemporary times such as female circumcision and early marriages and lack of education. The girl’s also exhibited the most popular traditional African dances that carried with it a social and historical significance. African songs from popular African artist like Manu Dibango from Cameroon, Salif Keita from Mali, Brenda Fasie and Miriam Makeba from South Africa were among some of the songs played by these talented girls. The girls also used the drum, which is considered a symbol of solidarity in African music and dance. From my perspective, the usage of the drum is an indication that irrespective of the fact we all come from different countries and continents, and having different cultures, we all share something in common; that thing is the love that connects us all. Having experienced this wonderful occasion, I wish to appeal to the organizers of subsequent Africaday celebrations to at least use more than one day in celebrating the activities of this day. This is an occasion that leaves lasting impressions in the minds of its participants taking into consideration the activities of the day. I wish to extend my heartfelt appreciation to all the volunteers and organizers who made this wonderful a success.

Visitor of the Africaday 2010 Source: http://www.afrikadag.nl/english/index

 

9

A master course on 'Gender Issues in ICT' door Th.P.van der Weide Theo van der Weide is professor of Information Retrieval and Information Systems Digital Security at the Institute for Computing and Information Sciences, Radboud University Nijmegen. In the context of the cooperation between the public universities in Uganda and the Radboud University of Nijmegen, he organised a course on Gender Issues in ICT. The objective of this 'Gender Issues in ICT' course is to enhance gender awareness with young academics in the field of ICT, meaning training them to become knowledgeable and sensitive about where and how gender related traditional patterns can play a significant role within ICT applications in society. The objectives for this course are defined as follows: Students 1. can relate gender issues in ICT to economic values 2. will have a common understanding of gender issues in ICT 3. are able to apply gender awareness a. in practical situations b. at different levels of education c. in the context of urban and rural environment d. from a global point of view 4. to a. improve that practical situation using ICTs b. set up a research theme in the area of gender & ICT To achieve these objectives, the course is organized as a practicum. The participants are divided into smaller groups. Each group chooses a socially relevant subject for further research by the course material provided. After the course these research results are presented to a representative from society. The educational approach In order to motivate our educational approach, we use the architectural model of competence as proposed by Roe (1999). The architecture, adapted to the context of the course, is displayed in

10

Figure 1. In this figure we position how we divided the course in 3 phases: (1) preparation, (2) the course week, and (3) the assignment.

Figure

1.

The

architectural

model

of

competence

The preparation phase of the course brings students from various backgrounds to the entry level of the second phase. During the course week of the second phase, the students acquire the first 2 objectives, and partly objective 3 (see previous sub section). During this week KSAs (knowledge, skills and attitudes) are strengthened, by practical exercises the participant develop basic competences. During phase 3, we focus on the competencies that were defined in the previous sections. These competences are reflected in objectives 3 and 4. To train these competences, the participants work on a practical assignment where gender issues play an essential role in an ICT application. Set-up of the course The course (6 ec) is divided in 3 phases (1 ec, European credit, equals 28 working hours; so 6 ec corresponds to 168 h). As this course is intended to be accessible for a broad audience, we have chosen to work with a delayed admission procedure during the preparation phase of the course. The idea is that the admissions requirements are formally checked only after phase 1 of the course. The advantage is that interested students can try to enter the course at the risk of a small investment during this first phase. The preparation phase (1 ec) The intention of this first phase is to bring the participants, possibly from different backgrounds, on the entry level for the fundamental phase, reaching a common understanding of basic ICT 11

knowledge

and

of

gender

issues.

The students will also be assigned a case and have to make a description and requirements analysis. For this purpose, the students team up in smaller groups. Their different backgrounds are used to form effective multi-disciplinary teams. In terms of the architectural competence model, this phase will bring the participants to the required disposition: their abilities, personality traits and biographical traits. The fundamental phase (1 ec) During the course week we offer internationally oriented lectures in the morning. The afternoon is meant for practical study and further detailing of their research issues in their case using the material offered in the morning sessions. Every day a closing session is organized to evaluate and give feedback. Hereafter, the students make an analysis of their case needs described in a project plan, along with an improvement statement, and the proposed implementation steps. It will also indicate how and why ICT is being used, and how gender issues are taken care of.

Figure 2. The three levels of the Management Hierarchy To make the proposed solution sustainable, the three level approach is used, as described in the management hierarchy (the control pyramid). The participants have to explain their contribution to each of these three levels. The strategic level is for long-term decisions. The tactical level is for mid-term decisions following the plans from the strategic level, conveying the feedback from the operational level. On the operational level we find the short-term decisions, there where individual entities are handled. In terms of risk management, the costs of a wrong decision on the operational level is relatively low; the costs of a wrong decision at the strategic level is high. The practical phase (4 ec) In this final phase the project plan is carried out. The students work on their assignments in teams working highly independent in many cases, especially when it concerns a rural area project. After

12

finishing their project, the participants summarize their findings in their project report, including their personal reflections. For more information on this project, see: http://uganda.cs.ru.nl/

For an extended article about this issue by Theo van der Weide and Nicole Flipsen, see: http://www.informaworld.com/smpp/content~content=a917853655&db=all

13

Promoties Februari - Juni 2010 A War of Words. Dutch Pro-Boer Propaganda and the South African War (1899-1902) Dhr. J.J.V. Kuitenbrouwer Vrijdag 5 februari 2010 UvA Geschiedenis Promotor: dhr. prof. dr. N.C.F. van Sas Samenvatting De Zuid-Afrikaanse Oorlog (1899-1902), ook wel bekend als de Tweede Boerenoorlog, tussen het Britse Rijk en de twee Boerenrepublieken (Transvaal en Oranje-Vrijstaat) zorgde voor veel beroering in Nederland. Er was sympathie voor de ‘stamverwante' Boeren, wat tot uiting kwam in een enorme stroom publicaties. Deze propagandacampagne kwam deels voort uit het Nederlandse nationalisme dat op zoek was naar helden om tot voorbeeld te dienen. Maar er was ook een belangrijk internationaal aspect aan de Boerenbeweging in Nederland, dat een informele en culturele vorm van imperialisme was. De propagandacampagne werd namelijk gevoed door een internationaal netwerk waarlangs informatie vanuit Zuid-Afrika Nederland bereikte. Vincent Kuitenbrouwer behandelt de ontwikkeling van dit informatienetwerk dat in de jaren 1880-1890 gestalte kreeg toen er verschillende organisaties werden opgericht in Nederland die de banden met de Boerenrepublieken probeerden te versterken. Toen de oorlog uitbrak in 1899 zetten propagandisten zich in om een alternatief te bieden voor de Britse berichtgeving. Zij destilleerden enkele populaire beelden uit het materiaal dat hen bleef bereiken vanuit Zuid-Afrika. Na de officiële annexatie van de Boerenrepublieken door de Britten in 1902 bleef dit propagandamateriaal relevant omdat het werd ingezet om te voorkomen dat de Nederlandstalige bevolking van Zuid-Afrika zou ‘verengelsen'. Zo galmde de propagandacampagne van 1899-1902 nog lang na. Bron: UvA Persvoorlichting [email protected]

Aspects of the management of children with cancer in Malawi Israëls, T. 28 april 2010 UvA Promotores: Kraker, de J.; Molyneux, E.M.; Reis, R.; Caron, H.N. Samenvatting Trijn Israels beschrijft diverse aspecten van de behandeling van kinderen met kanker in Malawi. Ze concludeert onder meer dat chemotherapie voorafgaand aan een operatie bij kinderen met een Wilmstumor (nierkanker) haalbaar en effectief is. Patiënten zijn daarnaast vaak ernstig ondervoed bij diagnose. Dit leidt bij kinderen met Burkittlymfoom tot significant meer bijwerkingen van de (chemo)therapie. Het aanbieden van een eiwit- en calorierijke pasta (‘pindakaas') blijkt een goede voedingsondersteuning. Beschikbaar stellen van reisgeld, onderdak en eten tijdens de behandeling maakt het ouders mogelijk om de behandeling af te maken. Verbetering van de medische zorg voor kinderen met kanker leidt vaak, door het beschikbaar komen van ondersteuning, tot verbetering van de zorg voor alle kinderen. Behandelingsprotocollen (chemotherapie) zijn in het algemeen minder intensief dan in het westen. Zo wordt de helft van de kinderen met Burkittlymfoom genezen met een relatief korte en goedkope behandeling. Voor complete pdf bestanden van het proefschrift zie: http://dare.uva.nl/record/339390

The Archaeology of the First Farmer-Herders in Egypt 14

Noriyuki Shirai donderdag 29 april Universiteit Leiden Faculteit: Archeologie Promotor: prof.dr. J. Bintliff

The Middle Miocene Climate Transition in the Central Mediterranean Anja Mourik 10 mei 2010 Universiteit Utrecht Faculteit Geowetenschappen Prof. dr. G..J. van der Zwaan Co-promoteres: Dr. F.J. Hilgen en Dr. T.J. Kouwenhoven Samenvatting De klimaatverandering tijdens het Midden Mioceen (15 tot 13,7 miljoen jaar geleden) ging gepaard met het begin van de verdroging van Noord-Afrika en de afzetting van sapropelen (lagen met veel organisch materiaal) in de Middellandse Zee. Dat blijkt uit onderzoek van Anja Mourik. De exacte datering en duur van de belangrijkste fase in deze klimaatverandering is door het onderzoek van Mourik onder discussie komen te staan en zal in de toekomst nauwkeuriger bepaald moeten worden. De Midden-Mioceen-klimaattransitie markeerde het einde van de warmste periode van het Neogeen. Een sterke groei van de Oostelijke Antarctische ijskap zorgde wereldwijd voor klimaatveranderingen. In de Middellandse Zee werden na de klimaattransitie de eerste duidelijke sapropelen afgezet en er zijn aanwijzingen te vinden voor toenemende droogte in noordelijk Afrika destijds. Mourik onderzocht zeebodemafzettingen van de Maltese en Adriatische kust om meer te weten te komen over de gevolgen van de klimaattransitie voor het Middellandse Zeegebied. Een toename van dieper in de bodem levende foraminiferen (dierachtige eencelligen met een kalkskelet) toont aan dat er een hogere flux van organisch materiaal op de bodem terechtkwam, terwijl het zuurstofgehalte afnam. Op basis van de geochemische samenstelling van de afzettingen concludeert Mourik dat de aanvoer van eolisch stof, waarschijnlijk uit noordelijk Afrika, tijdens en na de klimaattransitie toenam. Daarbij vond er een sterke afwisseling tussen relatief natte en droge periodes plaats die gerelateerd kan worden aan het Afrikaanse moessonsysteem.

A grammar of Sheko Anne Christie Hellenthal dinsdag 15 juni 16.15 uur Universiteit Leiden Faculteit Geesteswetenschappen Promotor: prof.dr. M.P.G.M Mous Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de grammatica van het Sheko, een Omotische taal met ongeveer 37.500 sprekers in het Zuidwesten van Ethiopië. De studie bestaat uit een analyse van het klank- en tonale systeem, de morfologie (vormleer) en de zinsbouw, met tal van voorbeeldzinnen. De bijlagen bevatten enkele teksten en een uitgebreide woordenlijst. Het onderzoek werd uitgevoerd in het NWO-programma voor bedreigde talen binnen een project dat onderzoek doet naar de afwijkende manieren waarop Omotische talen verschil maken tussen stellende en vragende zinnen, geleid door prof. M. Mous en dr. Azeb Amha. De beschrijving van het Sheko draagt niet alleen bij aan onze kennis van een relatief onbekende taalfamilie, maar laat ook zien dat juist kleinere, veelal bedreigde talen de dragers zijn van taalkundige diversiteit. Enkele interessante onderdelen van het Sheko (zie ook de lange samenvatting): het onderlinge verband tussen de markering van geslacht, getal en bepaaldheid 15

de markering van stance, d.w.z. markering van distantie van de spreker ten opzichte van zijn uitspraak, naast markering van aspect en modaliteit verschillende constructies met afhankelijke werkwoordsvormen, waaronder zowel mediale als seriële werkwoorden verwijzende voornaamwoorden vóór hun antecedent het vormen van vraagzinnen door het weglaten van een markeerder voor modaliteit, die verplicht is in stellende zinnen een flexibel onderwerpscliticum corresponderend met focus en informatiestructuur

Believers in the universal church. Processes of self-identification among Catholic immigrants of African descent in the Dutch religious landscape (Promotie) mevrouw drs. N. van der Meer dinsdag 29 juni 2010 13:30 uur Locatie Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Radbout Universiteit Nijmegen Faculteit der Religiewetenschappen Promotors De heer prof. dr. F.J.S. Wijsen Copromotors Mevrouw dr. M. Steggerda

16

Proefschrift Recensie Mulemi, Benson A. 2010. Coping with Cancer and Adversity. Hospital Ethnography in Kenya. Proefschrift, Afrika Studiecentrum. Door Henrieke Schimmel Kanker is geen welvaartsziekte, al lijkt het wel een ziekte van deze tijd omdat het in de Westerse samenlevingen doodsoorzaak nummer twee is. De etnografie van Mulemi vertelt mij dat kanker in Kenia doodsoorzaak nummer drie is. Dat was nieuw voor mij. De etnografie maakt duidelijk dat het hebben van kanker in een zogenaamd ontwikkelingsland veel zorgen en spanningen met zich mee brengt. De etnografie geeft een duidelijk beeld van de gezondheidsvoorzieningen in een land zoals Kenia. Mulemi voerde zijn onderzoek uit op de kankerafdeling van het Kenyatta National Hospital in Nairobi. Dit is het belangrijkste publieke ziekenhuis in Nairobi en met name is het het belangrijkste ziekenhuis waarnaar vanuit het hele land patiënten verwezen worden. De kankerpatiënten die naar dit ziekenhuis komen, hebben veelal een lange periode van (onjuiste) behandeling en/of het zoeken naar behandeling achter de rug. Wanneer zij opgenomen worden op de kankerafdeling van dit ziekenhuis, hebben zij hoop en hoge verwachtingen van de behandeling die zij hier zullen krijgen, omdat hier oncologen werken en het hoofdstedelijke ziekenhuis een hoge standaard van behandelingsmogelijkheden doet vermoeden. Mulemi geeft aan dat het doel van zijn etnografie is de ervaringen van kankerpatiënten in een Keniaans ziekenhuis te bestuderen om daarmee aanbevelingen te kunnen doen om de condities voor kankerpatiënten in het ziekenhuis te verbeteren. Ook al is kanker dan doodsoorzaak nummer drie, vanuit de Keniaanse overheid heeft de zorg voor kankerpatiënten geen prioriteit. Ook uit het ziekenhuismanagement zelf blijkt dat de behandeling van kankerpatiënten niet de hoogste prioriteit heeft. Fysiek ligt de kankerafdeling buiten het hoofdgebouw van het ziekenhuis en verplegend personeel dat niet zo capabel is of het werk op drukke afdelingen niet aankan, wordt op deze afdeling geplaatst. Oncologie heeft binnen de gezondheidszorg een lage status, omdat het niet het gebied is waar veel goede behandelresultaten gehaald worden. Na opname raken patiënten na niet al te lange tijd gedesillusioneerd; de behandeling van hun ziekte in dit ziekenhuis voldoet niet aan de verwachtingen die zij daarvan hadden. Er is te kort aan personeel en aan medicijnen en er wordt te weinig gedaan aan het geven van goede voeding. Patiënten hebben vaak pijn en door pijn en bijwerkingen wordt eten vaak een beproeving. Daarnaast ontbreekt het aan goede communicatie. Communicatie vindt vooral plaats tussen consultants (specialisten die naast hun werk in dit ziekenhuis vaak privé klinieken runnen), afdelingsartsen (die onder bezet en dus overwerkt zijn) en verpleegsters. Er zijn te weinig fysiotherapeuten in het ziekenhuis, dus zij komen niet in contact met patiënten op de kankerafdeling. Patiënten hebben behoefte aan informatie, maar er is bijna geen communicatie vanuit het personeel naar hen toe over wat hen precies mankeert en over het hoe en waarom van een bepaalde behandeling. Patiënten komen hierdoor in een dilemma; ze durven geen vragen te stellen omdat ze bang zijn dat dit als irriterend wordt ervaren en dit de manier waarop zij zorg zullen krijgen zal beïnvloeden. Mulemi concludeert dat patiënten zouden willen dat personeel meer naar hen luistert en op deze manier meer compassie toont. Er zou geluisterd moeten worden naar hun beleving van de behandeling en de pijn die hun ziekte en de behandeling veroorzaken. Soms zijn patiënten wantrouwig naar personeel dat voor hun gevoel geen empathie heeft en daarom weigeren ze behandeling of ze gooien pillen achter de rug van het personeel om weg. Mulemi bezoekt ook patiënten thuis in hun sociale context, wanneer zij tussen behandelingen door naar huis gaan. Met het gebruik van het paradigma van de kritische medische antropologie wil hij de ervaringen van de kankerpatiënten in een groter geheel 17

bekijken. Hij geeft inzicht in de sociale en economische omstandigheden waarin zij verkeren en hoe gedrag en betekenisgeving hierdoor gevormd worden. Deze inzichten zijn nodig om de beleving van kanker en de beleving van de behandeling hiervan thuis en in het ziekenhuis - door patiënten en hun sociale relaties - te begrijpen. Opname in het ziekenhuis, de aanschaf van medicijnen en gezond voedsel zijn duur en de hoge kosten drukken niet alleen op de patiënten, maar ook op hun sociale netwerk. Coping with cancer and adversity is een goed leesbaar proefschrift. De patiënten komen veel aan het woord en hun verhalen zijn aangrijpend. Als ik me bedenk dat er veel - misschien nog schrijnender - verhalen niet verteld zijn (omdat er maar een beperkt aantal bedden beschikbaar is voor nieuwe opnames, er zoveel mensen nog niet juist gediagnosticeerd zijn elders in het land en nog niet verwezen zijn, of omdat zij het transport naar dit ziekenhuis niet kunnen betalen) besef ik dat er nog veel werk te doen is voor medisch antropologische etnografen om het begrip van de zorgbehoeften van (kanker)patiënten te vergroten.

18

Thesis Review Anika May, 2008. “Teaching Peace, transforming Conflict? Exploring Participants' Perceptions of the Impact of informal Peace Education Training in Uganda”. Leiden: African Studies Centre Annotation: African Studies Collection; 2nd prize of the 2007 ASC/CODESRIA/NiZa Africa Thesis Award

By Virginie Tallio Centro de Estudos Africanos, ISCTE-IUL [email protected] The book “Teaching peace, transforming conflict?” is based on the M.A. thesis of Anika May. It explores the perceptions of the participants to a peace education program in Uganda and in this regard, crosses several disciplines: educational sciences, political sciences, sociology, development studies and ethnic studies. The research being inscribed within the framework of the Participatory Action Research (PAR), its objectives are twofold: to investigate the impact of a peace education program implemented at the Makerere University and to propose innovative solutions for improving the AVP (Alternatives for Violence Program). In that respect, Anika May followed a cohort of participants (before, during and after the training) and participated herself to some AVPs in Kampala and in the provinces. The book is divided in six chapters. After an introductive chapter, a second one contextualizes the investigation by explaining the violence settings in Uganda. The third one asserts its theoretical background and the following one exposes the methodology chosen by the author. The fifth chapter is the longest one and presents the results of the study, drawn on larges extracts of interviews. It explains first the background in which the AVP took place: the experiences of violence encountered by the participants and their expectations concerning their participation to this program, but as well their opinions regarding the challenges Uganda faces nowadays in order to build a peaceful environment and the possible solutions to overcome them. It explores then more thoroughly the opinions of the participants on the AVP: the advantages drawn from their participation, their criticisms and their suggestions to improve the training such as the concrete impacts on their life. It states also their views on the practical, cultural and personal applicability of the AVP. This chapter being the core of the investigation, it would have benefit from being split in different chapters. The sixth chapter is the conclusive one, developing some tracks to better AVP programs and suggesting research issues. The interviews outlines and a list of recommendations to improve this AVP are grouped under an annexes section. Several specific points are worthwhile to highlight in order to explain the interest of this book. The author does not only focus on the violence resulting from the different wars tearing apart the country but tackles as well daily violence’s issues, especially domestic violence. The adoption of this gendered viewpoint sheds an unusual light on the issue: it deepens not only the perspective of these peace education programs but as well the investigation itself. Indeed, studies normally deal with only one aspect of violence without embracing all its aspects, which are nevertheless interlinked. Moreover, the study is nurtured with long quotations of interviews which are put into perspective and confronted the one with the other. This gives the reader a broad and complete picture of the diverse opinions concerning the use of this AVP. Nevertheless, and in order to thicken this representation of a peace education program and its impacts, true or expected, it would have been interesting to learn more about AVP in other countries or on other peace education programs in Uganda. This would have been especially important because, as May underlines, a bias exists in the investigation concerning the kind of public. Indeed, the program was implemented within an University Department. Consequently, the people attending this program are already sensitive to the peace education’s issues. This 19

contextualization would have allowed the reader to understand where this specific peace education program is situated within the cluster of the other programs existing in Uganda. Likewise, the author explains that she asked to the participants to define what would be an ideal Ugandan society. This research work would have benefit from investigating further what would be a successful peace education program in the view of the participants or a peaceful society. To sum up, Anika May gives the reader the rare opportunity to hear the voices of the participants to these peace education programs. The richness of the outcomes, the rigor in which the research was led and the numerous quotations taken from the interviews realized by the author contributes significantly to a better understanding of these programs.

20

Thesis Review / Proefschriftrecensie C. Böhmig, 2010. “Ghanaian nurses at a crossroads. Managing expectations on a medical ward”. Leiden: African Studies Centre, African studies collection 23. ISBN 978-90-5448-093-8. By Diana Bosch The aim of the research was to find answers to the following questions of the author: to understand how nurses manage their work and the resources available to restore energy and motivation. Even though nurses are visible in the health care system, they generally have little authority within the hierarchy of the medical system, be it in Ghana or elsewhere in the world. Another aim is to contribute to the academic discourse in medical anthropology by answering these questions. The publication of this book also serves as an applied study of anthropology in nursing and anthropology of nursing. Throughout the book the perception of nurses, the emic view, the point of view from within, is given major attention. Böhmig, in addition to being the researcher is a professional nurse as well as a lecturer, who participated in her profession during this research, and thus was able to look behind the screens so to speak. Even though access to information was sometimes denied to her, it also gave power of authority to be a western trained nurse and scientist. She describes brilliantly how she sometimes felt and the doubts she experienced during her participatory research. In this hospital ethnography the researcher used the method of participant observation and personal involvement in the world of Ghanaian nurses. She applied an ethnographic approach in order to be able to produce a state of the art of contemporary nursing in Ghana. Carrying out research in a teaching hospital gives the possibility to describe the situation of the different levels in society. On the macro-level the biomedical and globalised procedures and techniques are examined and discussed; at the meso-level that is the teaching hospital, where patients finally end up when everything else has already been tried and a patient often is too late to be cured, which leads to frustration. At the micro level the expectations, dreams and fears of individual nurses become visible. The publication is divided into four parts. The first part gives an introduction to the research: the research setting, the anthropology of nursing, the hospital ethnography, and the theoretical considerations. The objective of the study as well as the methodology and roles are explained. The second part highlights nursing in Ghana, its history and way of training. In the different chapters, attention is given to some of the most important social and cultural aspects of life in Ghana. The concepts of health in the different stages of history and the developmental process in Ghana are described. In chapter two the author explains which ethical and methodological considerations have lead to the choice of this teaching hospital. The third part deals with nursing in the hospital setting, specifically the Korle-Bu Teaching Hospital in Accra, the capital of Ghana. In the respective chapters the way health workers and patients perceive the hospital is explained. The working routine of nurses on the medical ward, its hierarchy and differentiation as well as the place of death and religion in the nursing practices are also discussed. Hierarchical differences between doctors, nurses and other health workers and the patients is another important theme of the study. Part four discusses the place of nurses in Ghana, as they are in the middle of a change process: on one side their traditions and society and on the other side the challenges of modernity and possibilities to migrate if sufficiently qualified.

21

Böhmig concludes that two themes are crucial: the existence and application of power that leads to specific forms of knowledge and the interplay between Ghanaian nurses in their cultural setting and the international profession of nursing. In my opinion this study is a valuable publication that should be promoted to use in several studies. It is clearly written, in a very understandable language.

22

C. Böhmig Ghanaian nurses at a crossroads. Managing expectations on a medical ward. Leiden: African Studies Centre, African studies collection 23, 2010. Pages 273. ©Christine Böhmig, 2010. ISBN 978-90-5448-093-8. De doelen van deze studie zijn te onderzoeken hoe verpleegkundigen in het academisch ziekenhuis Korle-Bu in Accra, Ghana, hun werk en de beschikbare middelen organiseren om hun energie op peil te houden gemotiveerd te blijven. Hoewel verpleegkundigen overall werken binnen het zorgstelsel hebben ze over het algemeen weinig in te brengen binnen de hiërarchie van de gezondheidszorg of dit nu in Ghana is of elders in de wereld. Het andere doel is deel uit te maken en bij te dragen aan het wetenschappelijk betoog over dit onderwerp binnen de medische antropologie. Deze publicatie draagt tevens een goede aanvulling over de onderwerpen anthropology in nursing and anthropology of nursing. De perceptie van verpleegkundigen, hun emic point of view komt goed tot zijn recht. Het is een onderzoek voor en door verpleegkundigen. Böhmig is naast onderzoeker ook verpleegkundige en docent. Zij heeft tijdens dit onderzoek haar werk als verpleegkundige uitgeoefend, waardoor ze als insider ook participatief onderzoek kon doen. Ze beschrijft de voor en nadelen die deze werkwijze met zich meebracht. In dit etnografische onderzoek van een ziekenhuisafdeling is gekozen voor participant observation en persoonlijke betrokkenheid bij het werk en leven van de Ghanese verpleegkundigen. Dit stelde haar in staat om een duidelijk beeld te krijgen van de dagelijkse gang van zaken op een ziekenhuis afdeling. Door dit onderzoek in een academisch ziekenhuis te doen werd het mogelijk de situatie vanuit verschillende sociale niveaus te beschrijven. Op macroniveau kunnen zo de biomedische en internationaal erkende procedures worden beschreven, op meso-niveau, dat het academisch ziekenhuis is, komen patiënten in Ghana in veel gevallen als het te laat is en behandeling geen baat meer heeft. Op microniveau worden de verwachtingen, dromen en angsten van individuele verpleegkundigen duidelijk. Deze publicatie is in vier delen opgesplitst. Het eerste deel geeft de introductie op het onderzoek weer. De onderwerpen zijn de omgeving waarin het onderzoek plaatsvindt, een uitleg over de antropologie van verpleging en ziekenhuis etnografie en de theoretische overwegingen bij dit onderzoek Het doel van het onderzoek, de wijze van onderzoek en de rollen die de onderzoeker speelt in dit onderzoek worden belicht. Het tweede deel behandelt het beroep verpleging, de geschiedenis van de verpleging tijdens de verschillende fases van ontwikkeling van Ghana als staat. De verschillende hoofdstukken in dit deel behandelen de meest belangrijke sociale, culturele en religieuze aspecten van het leven in Ghana. Het behandelt de manier waarop naar gezondheid en gezondheidszorg word gekeken. Het derde deel beschrijft de verpleging in een ziekenhuis, in dit geval het academisch ziekenhuis Korle-Bu in Accra, de hoofdstad van Ghana. In de verschillende hoofdstukken wordt ingegaan op de wijze waarop gezondheidswerkers en patiënten naar het ziekenhuis kijken. Daarnaast wordt ook beschreven wat de routine van het werk betekent voor verpleegkundigen met onder andere de hiërarchische verhoudingen, het omgaan met de dood en de betekenis van godsdienst in het dagelijks leven in en buiten het ziekenhuis. Een ander belangrijk onderwerp is het grote verschil in communicatie tussen artsen, verpleegkundigen en andere werkers op de afdeling en de patiënten. In deel vier wordt de plaats van Ghanese verpleegkundigen in de huidige 23

ontwikkelingen besproken. Op dit moment zitten zij middenin een proces van verandering – enerzijds zitten ze vast aan de traditionele gebruiken en plichten binnen de familie en de gemeenschap en anderzijds trekt de uitdaging van de moderne tijd aan hen, ook zij willen hun vleugels uitslaan en een goed salaris verdienen, dit is vaak niet mogelijk in Ghana en daarom hoopt iedereen op een baan in het buitenlang. Böhmig trekt in haar studie de volgende conclusies waarbij twee thema’s van cruciaal belang zijn – het bestaan en toepassen van macht die leidt tot specifieke vormen van kennis en de interactie tussen Ghanese verpleegkundigen binnen hun culturele setting en de internationale standaarden voor het beroep verpleegkundige. Deze studie draagt bij tot en betere kennis van de gezondheidszorg in Ghana en de wijze waarop verpleging en patiënten deze gezondheidszorg ervaren. Het is een studieboek dat te gebruiken is voor verschillende disciplines, als ook voor medewerkers in de Nederlandse gezondheidszorg, die veel te maken hebben met patiënten uit Ghana of vergelijkbare landen. Het is helder geschreven, zodat ook mensen die niet op de hoogte zijn van de omstandigheden de situatie kunnen begrijpen.

24

Nieuwe Publicaties van NVAS leden Boeken Grace Akello-Ayebare (2009) Wartime children's suffering and quests for therapy in northern Uganda. PhD thesis. Leiden University. Kapteijn, Lidwien & Annemiek Richters, eds. (2010) Mediations of violence in Africa: Fashioning new futures from contested pasts. Leiden: Brill. Kessel, Ineke van (2010). Nelson Mandela in een notendop. Amsterdam: Bert Bakker, 2010, 169 pp. ISBN 978-90-351-3564-2 € 12,50 Nelson Mandela wordt

internationaal gevierd

als

aanvoerder van het verzet tegen apartheid in Zuid-Afrika en

als wereldwijd symbool

van de

strijd

voor

gerechtigheid en verzoening. Maar Mandela stond ook tientallen jaren lang te boek als terrorist. Pas in 2008, drie weken voor zijn 90ste verjaardag, werd Mandela geschrapt van de lijst met terrorismeverdachten aan wie de toegang tot de Verenigde Staten is ontzegd. - Mandela spreekt tot de verbeelding van uiteenlopende publieksgroepen:

zwarte

nationalisten,

blanke

rugbyspelers, communisten, voorvechters van de democratische rechtsstaat, wereldleiders en idealistische jongeren. Hoe werd deze jongen uit een Afrikaans boerendorp een van de helden van de 20ste eeuw? Waarom wil iedereen, waar ook ter wereld, met Nelson Mandela op de foto? - Nelson Mandela in een notendop is het verhaal van een leven in dienst van een ideaal. Het is ook het relaas van de taaie strijd van velen in en buiten Zuid-Afrika tegen apartheid. Marie Lindegaard (2009) Coconuts, gangsters and rainbow fighters: How male youngsters navigate situations of violence in Cape Town, South Africa. PhD thesis. University of Amsterdam.

25

De roep van de Mapori door Mirjam van Roode In De roep van de mapori vertelt Mirjam van Roode bevlogen over haar fascinatie voor Kenia, haar huwelijk met een Keniaan en de geboorte van haar kinderen in Afrika. Daarnaast schrijft ze openhartig over cultuurverschillen, multiculturele relaties en de Afrikaanse actualiteit.   Wanneer Mirjam in 1988 stage loopt in Kenia wordt ze op slag verliefd op het land. Nog voor haar afstuderen als fysisch geograaf vertrekt ze opnieuw naar Afrika, waar ze tijdens een safari haar grote liefde, Njenga, ontmoet. Samen proberen ze een leven op te bouwen in Nederland, maar dat blijkt niet eenvoudig en zodra Mirjam een baan in Kenia vindt keren ze terug. Ze kopen een stuk land buiten Nairobi en krijgen twee kinderen. Als de relatie tussen Mirjam en Njenga steeds moeizamer wordt en haar werkcontract in 1998 afloopt, keren Mirjam en haar kinderen met grote tegenzin terug naar Nederland. Ieder jaar gaan ze terug naar Kenia om hun familie op te zoeken. Wanneer echter tijdens de onlusten in december 2007 blijkt dat haar kinderen niet langer als Kenianen worden gezien maar als Kikuyu’s, wordt Mirjams vertrouwen in het land behoorlijk op de proef gesteld.  

De roep van de Mapori van Mirjam van Roode is een uitgave van Uitgeverij Artemis & co., 287 p., isbn 978 90 472 0087 1 Verkrijgbaar in de boekhandel en via internet. Schipper, Mineke (2010). In het begin was er niemand. Hoe het komt dat er mensen zijn. Amsterdam: Bert Bakker.

Artikelen Abbink, J.: - Political culture in Ethiopia: a balance sheet of post-1991 ethnic-based federalism. Leiden: African Studies Centre, Infosheet no.10, 4 p. - Law against reality? Contextualizing the Ethiopian-Eritrean border problem. In: Andrea de Guttry, Harry Post & Gabriella Venturini, eds., The 1998-2000 War Between Eritrea and Ethiopia: An International Legal Perspective, pp. 141-158. The Hague: T.M.C. Asser Press - Cambridge: Cambridge University Press. - Conflict and social change on the south-west Ethiopian frontier: an analysis of Suri society. Journal of Eastern African Studies 3(1): 22-41. - The Islamic Courts Union: the ebb and flow of a Somali Islamist movement. In: S. Ellis & I. van Kessel, eds, Movers and Shakers. Social Movements in Africa, pp. 87-113. Leiden - Boston: Brill Publishers.

26

- Ethiopia. In: A. Mehler, H. Melber & K. van Walraven, eds., Africa Yearbook 2008: Politics, Economy and Society South of the Sahara, pp. 309-320. Leiden - Boston: Brill Academic Publishers. - Somalia. In: A. Mehler, H. Melber & K. van Walraven, eds., Africa Yearbook 2008: Politics, Economy and Society South of the Sahara, pp. 351-360. Leiden - Boston: Brill Academic Publishers. - Suri images: the return of exoticism and the commodification of an Ethiopian "tribe". Cahiers d'Études Africaines 49(4), 196: 893-934. - The Ethiopian second republic and the fragile 'social contract'. Africa Spectrum 44(2): 3-28. Büscher, Bram: - (2010). Seeking Telos in the 'Transfrontier': Neoliberalism and the Transcending of Community Conservation in Southern Africa. Environment and Planning A 42, 3: 644660. - (2010). Derivative Nature: Interrogating the Value of Conservation in 'Boundless Southern Africa'. Third World Quarterly 31, 2: 259-276. - Büscher, Bram and Stacey Büscher-Brown (2010). 'Conservation' and 'Environmental Services'. In N. Cohen & D. P. Philipsen (eds.). Green Business. An A-Z guide. London: Sage publishers. Dokkum, André van - (2010). Lu, Melody Chia-Wen, Núñez Carrasco, Lorena & van Dokkum, André (eds.): "Transnational Families in the South". Journal of Comparative Family Studies, Spring 2010. Evers, Sandra: - Tales from a Captive Audience: Dissident Narratives and the Official History of the Seychelles, in Thomas Eriksen, Ellen Bal, Oscar Salemink (eds.), A World of Insecurity: Anthropological Perspectives on Human Security, pp. 208-240, London: Pluto Press (peer reviewed). - Genèse et consolidation des identités dans les hautes terres de l'extrême sud de Madagascar, in Politique de la terre et de l'appartenance. Droits fonciers et citoyenneté dans les sociétés du Sud, Jean-Pierre Jacob et Pierre-Yves LeMeur (eds.), pp. 141-177. Paris : Karthala (peer reviewed). - Malagasy Challenges in Achieving the Millennium Development Goals: Security, Competing Jurisdictions, Land Access and Livelihoods, L. Modeste Rakotondrasoa & Sandra J.T.M., Taloha, revue scientifique internationale des civilisations, pp. 23-29 (peer reviewed). - Objectifs du millénaire pour le développement - Sécurité, conflits de lois et accès à la terre dans le contexte malgache, L. Modeste Rakotondrasoa & Sandra J.T.M., Taloha, revue scientifique internationale des civilisations, pp. 15-22 (peer reviewed).

27

Geest, Kees van der, Anton Vrieling, Ton Dietz (2010). Migration and Environment in Ghana: a cross-district analysis of human mobility and vegetation dynamics. Environment and Urbanization, Vol. 22 (1) 107-124. Kessel, Ineke van -(2010). “'Stammendemocratie' is recept voor rampspoed", Trouw, 23 april. -(2010). "Verschuivende zelfbeelden: wie zijn we, en wie willen we zijn?" in: Griselda Molemans en Armando Ello, Zwarte huid, Oranje hart: Afrikaanse KNIL-nazaten in de diaspora. Zwolle: d'jonge Hond, pp. 8-11. Meijer, Birgit : - (2009). Comment on Ranger and Ter Haar & Ellis. Africa 79 (3): 413-415. - (2009). Introduction. >From Imagined Communities to Aesthetic Formations: Religious Mediations, Sensational Forms and Styles of Binding. In: Birgit Meyer (ed.), Aesthetic Formations. Media, Religion and the Senses in the Making of Communities. Palgrave. - (2009). Pentecostalism and Modern Audio-Visual Media. In: Kimani Njogu & John Middleton (ed.), Media and Identity in Africa. Edinburgh: Edinburgh University Press on behalf of the IAI. Pp. 114-123. - Volume (edited by myself): 2009 Aesthetic Formations. Media, Religion and the Senses in the Making of communities. (Edited volume based on Pionier research program.) New York: Palgrave. - (2010). Aesthetics of Persuasion. Global Christianity and Pentecostalism’s sensational Forms. South Atlantic Quarterly, Special Issue on Global Christianity, fc in 9/2010. - (2010). ‘Tradition and color at its best.’ ‘Tradition’ and ‘Heritage’ in Ghanaian Video movies. Journal of African Cultural Studies. Special issue on African Screen Media 22 (1): 7-23. - (2010). “There is a Spirit in that Image.” Mass Produced Jesus Pictures and Protestant Pentecostal Animation in Ghana. Comparative Studies in Society and History, 52 (1): 100-130. - (2010). The Origin and Mission of Material Religion. With David Morgan, Crispin Paine, S. Brent Plate. Religion XXX: 1-5 Mous, Maarten: - 2009. The development of Urban Youth Languages in Africa Transferences: The Expression of Extra-Linguistic Processes in the World's Languages, ed. by M.C. Junyent, pp.215-232. (Documents, 48) Vic, Spain: Eumo Editorial. - Barasa, Sandra. and Maarten Mous, M. 2009. The Oral & Written Interface In SMS: Technologically Mediated Communication in Kenya. In Ineke van der Craats and Jeanne Kurvers (eds.) Low-Educated Adult Second Language and Literacy Acquisition 4th Symposium - Antwerp 2008, pp. 234-242. Utrecht: LOT Publications. - Mous, Maarten & Martha Qorro 2009. "Loanwords in Iraqw, a Cushitic language of Tanzania" In: Haspelmath, Martin & Tadmor, Uri (eds.) Loanwords in the world's languages: A comparative handbook. Berlin: Mouton de Gruyter; also "Iraqw vocabulary." In: Haspelmath, Martin &

28

Tadmor, Uri (eds.) World Loanword Database. Munich: Max Planck Digital Library, - Mous, Maarten and Ongaye Oda. 2009. The Semantics of Clause Linking in Konso. In The Semantics of Clause Linking: A Cross-Linguistic Typology, edited by R. M. W. Dixon and Alexandra Y. Aikhenvald, pp. 336-355. (Explorations in Linguistic Typology, 5.). Oxford: Oxford University Press. Muhoza, Dieudonne, Annelet Broekhuis & Pieter Hooimeijer (2009) Demand and unmet need for family limitation in Rwanda. International Perspectives on Sexual and Reproductive Health, vol. 35 (3), pp.122-130. Ernste, H. & Smith, L. (2009) Dutch Human Geography. In: Kitchin R. & Thrift, N. (eds.) International Encyclopedia of Human Geography. pp. 255-265, Elsevier, Oxford. Richters, Annemiek - Akello, Grace, Ria Reis & Annemiek Richters (2010). Silencing distressed children in the context of war in northern Uganda: An analysis of its dynamics and its health consequences. Social Science and Medicine 71, pp. 213-220. - Marijke Abel & Annemiek Richters (2009) “Memory, suffering, survival tactics, and healing among Jopadhola women in post-war Uganda”, Development in Practice 19(3):340-349. - Victor Igreja, Wim Kleijn, Beatrice Dias-Lambranca, Douglas A. Hershey, Clara Calero, Annemiek Richters (2009) “Agricultural Cycle and the Prevalence of Posttraumatic Stress Disorder: A Longitudinal Community Study in Postwar Mozambique”, Journal of Traumatic Stress, 22(3):172–179. - Annemiek Richters (2009) “Misery and resilience among war widows in the North of Rwanda: Individual and social healing through the mediation of sociotherapy”, in Sjaak van der Geest & Marian Tankink eds. Theory and action: Essays for an anthropologist, pp. 170-178. Amsterdam: AMB. - Grace Akello, Annemiek Richters and Ria Reis (2009) “Coming to terms with accountability: Why the reintegration of former child soldiers in Northern Uganda fails”, in P. Gobodo-Madikizela & C. van der Merwe, eds. Memory, narrative and forgiveness: Perspectives on the unfinished journeys of the past. Cambridge Scholars Publishing. pp. 188-213. Schiphorst, Freek (2009) "Zimbabwe Congress of Trade Unions." in Graig Phelan (ed.) Trade Unionism Since 1945: Towards a Global History, Volume I: Western Europe, Eastern Europe, Africa and the Middle East, 413-36. Oxford: Peter Lang. Schipper, Mineke (juni 2010). Artikel in Armada, een speciaal Congonummer: Mineke Schipper, Back Home. Terugreis naar Congo. Sijpt, van der, E.

29

- (2010). Marginal Matters: pregnancy loss as a social event. Social Science & Medicine. (online available op http://dx.doi.org/10.1016/j.socscimed.2010.03.055) - Van der Sijpt, E. & Notermans, C. (2010). Perils to Pregnancies: on social sorrows and strategies surrounding pregnancy loss in Cameroon. Medical Anthropology Quarterly, 24(3). - Van der Sijpt, E., Gerrits, T., & Van der Geest, S. (2010). Introduction: medical anthropology in the Netherlands. Viennese Ethnomedicine Newsletter. - (2010). Filling with force: reproductive loss reconsidered. Viennese Ethnomedicine Newsletter. Smith, Lothar: - Ernste, H. & Smith, L. (2009) Dutch Human Geography. In: Kitchin R. & Thrift, N. (eds.) International Encyclopedia of Human Geography. pp. 255-265, Elsevier, Oxford. - Smith, L. & Naerssen, T. van (2009) Migrants: suitable brokers of development?. In: Development Issues, Vol. 11 (2), pp. 19-21. - Smith, L. and V. Mazzucato (2009) Constructing homes, building relationships: Migrant investments in houses. Tijdschrift voor Economische en Sociale Geographie 100 (5): 662-673 [IF 0.457]. Spierenburg, Marja & Harry Wels (2010) Conservative philanthropists, royalty and business elites in nature conservation in southern Africa, Antipode, 42(3), 647-670. Tiruwha Melese, Ayelech (2010). Endogenisation or enclave formation? The development of the Ethiopian cut flower industry. Journal of Modern African Studies, 48 (1), pp. 35-66. Wijsen, F.J.S. (2010). Indigenous Spirituality and Sustainable Development. A Critical appraisal of African renaissance Rhetoric. In J. Gort, H. Jansen, W. Stoker, Crossroad Discourses between Christianity and Culture. Amsterdam – New York: Editions Rodopi (pp.275-300).

30

Africanists on the Web Women in Proverbs Throughout the centuries ideas about women have been expressed in proverbs, the world's smallest literary genre. Mineke Schipper, professor of intercultural literary studies, Leiden University in the Netherlands, collected and studied proverbs about women originating from hundreds of languages and more than 150 countries. She wrote a book about this material entitled Never Marry a Woman with Big Feet. Women in proverbs from Around the World which has been translated into many languages (Chinese, Arabic, Spanish, Turkish, German etc). Editions in other languages will be published (Brazil, Korea) Today the website www.womeninproverbsworldwide.com has gone online. It gives access to Mineke Schipper's whole collection of more than 15 000 proverbs. The site can be searched on topics such as the female body, women's phases of life from girl to bride, wife, co-wife, mother, mother-in-law, widow, grandmother and old woman; basics of life such as love, sex, pregnancy, childbirth; women's work, her verbal talents and her power. More than a thousand metaphors about women can be found in the collection: women have been compared to a large variety of things from mimosa to lotus flower, melons and potato fields, cakes and other delicacies. One can search for all the above aspects and combinations of aspects on this user-friendly website. The site is interactive and people are invited to send proverbs originating from their own cultures. In spite of cultural differences there are striking resemblances in the patterns of messages in this global legacy. The collection reflects fascinating, hilarious and sometimes shocking views of women and their status in cultures worldwide. Reading proverbs makes us aware of where we come from as men and women today, and helps us to find out where we want to go.

31

Liberia Door Fred van der Kraaij 1) Sinds 2001 publiceer ik een site over Liberia die ik regelmatig bijhoud en die inmiddels internationaal goed bekend is (type bijvoorbeeld in op Google: liberia africa), onder de naam 'Liberia Past and Present'. De site gaat over de politieke en economische geschiedenis van Afrika's oudste republiek, Liberia, sinds 1822, inclusief culturele aspecten. Het is geen nieuws site en bevat objectieve achtergrondartikelen en feitelijke informatie. In 2009 telde de site 120.000 bezoekers: http://www.liberiapastandpresent.org 2) Sinds 2008 publiceer ik een blog 'Comments on Events in Liberia and Liberia-related Events' onder de naam 'Liberian Perspectives'. Dit blog bevat mijn persoonlijk, dus subjectief, commentaar op gebeurtenissen in Liberia of elders die een raakvlak of verband met Liberia hebben: http://liberianperspectives.blogspot.com

Cultural Diplomacy in Africa (www.culturaldiplomacy.org/cda) is an active network of individuals from across the world who have an active interest in the African continent. Members can join the forum by taking part in a CDA Weeklong Seminar. The forthcoming CDA Weeklong Seminar will be held in Berlin from 11th – 18th June 2010 and will focus on the following theme “The Development Game: Solving Problems and Creating Opportunities for a Stronger Continent.”

For interesting one-minute films of cities around the world, including African cities such as Accra (filmed by NVAS member Alite Thijsen), Bamako, Johannesburg, and others, see: http://www.cityoneminutes.org

De website Zuidafrikaleiden.nl van de Universiteit Leiden biedt achtergronden bij het grootste sportevenement van 2010, het WK voetbal dat van 11 juni tot 11 juli 2010 plaatsvindt in Zuid-Afrika.

Bloggen over Zuid-Afrika en WK Voor wie meer wil weten over dit fascinerende land en continent is er de website Zuidafrikaleiden.nl. Op deze site bloggen Leidse wetenschappers en studenten over ZuidAfrika en het WK. Over Mandela als terrorist, de veiligheid op de Oranjecamping, de muziek van Die Antwoord, ontwikkelingsprojecten en geweld.

32

Wetenschap voor breed publiek Omdat de Universiteit Leiden in juni haar 435-jarig bestaan viert, kregen wetenschappers de kans om hun onderzoek te presenteren aan een breed publiek. De website Zuidafrikaleiden.nl is een nieuwe manier om iedereen die geïnteresseerd is in voetbal en Zuid-Afrika te informeren over Leids onderzoek.

33

Nieuwe leden Met weer een aantal nieuwe leden er bij in de afgelopen periode, staan we nu op en record aantal van 336 leden. Hieronder de namen van de meest recente ‘aanwinsten’. Jolien van der Geugten Mijn naam is Jolien van der Geugten. Na mijn master Communicatiestudies aan de Universiteit Utrecht in 2008 ben ik bij Hogeschool INHolland in Amsterdam gaan werken. Hier verzorgde ik cursussen onderzoeksvaardigheden bij verschillende Schools en begeleidde ik studenten bij hun bachelorscriptie. Ik was projectbegeleider van onderzoek naar seksuele voorlichting in WitRusland en Oekraïne. Hiervoor reisde ik een aantal keer met studenten Communicatie, Pedagogiek en SPH naar Minsk, Kiev en Lviv om data te verzamelen en voorlichtingsmiddelen te ontwikkelen op het gebied van seksualiteit. Dit studiejaar ben ik gestart met mijn promotie onderzoek bij de School of Health en het Lectoraat GGZ-Verpleegkunde bij INHolland. Het onderwerp is jongeren en seksualiteit in het Bolgatanga district in het noorden van Ghana. Hier hebben jongeren te kampen met ongewenste zwangerschappen (illegale abortussen), seksueel overdraagbare aandoeningen en traumatisering als gevolg van (ongewenste) seksuele handelingen. Ik heb voor dit onderwerp gekozen vanwege mijn ervaring in 2000 met een uitwisselingsprogramma van een aantal maanden bij een gastgezin op het platteland van Ghana. De vragen van jonge meiden over soa, seks en de reden van ongesteldheid, zijn mij altijd bijgebleven. Ik reis regelmatig naar Ghana en wil door middel van een promotie onderzoek de seksuele voorlichting daar verbeteren. - Keywoorden onderzoeksthema: Ghana, jongeren, seksualiteit, relaties, voorlichting - onderzoeksland(en) en specifieke regio('s): Ghana, Upper East Region, Bolgatanga district. Woonplaats: Amersfoort [email protected] Mirjam van Roode [email protected] Woonplaats: Maastricht Lennie Geerlings - (vak)Opleiding: Psychologie en Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie - Werkkring en functie: Momenteel ben ik nog student (Universiteit Leiden), maar ik ben onder andere geïnteresseerd in het leren over en het verrichten van onderzoek, met name over psychosociale onderwerpen. Daarnaast heb ik een interesse in crossculturele psychologie, in de problematiek rondom HIV en AIDS en reflecteer ik graag kritisch op ontwikkelingsvraagstukken. In juni vertrek 34

ik voor drie maanden naar Namibië om crosscultureel psychologisch onderzoek te verrichten onder kinderen getroffen door AIDS. - Keywoorden onderzoekthema: HIV en AIDS, psychologie - Onderzoeksland(en) en specifieke regio('s): Zuidelijk Afrika, specifiek Zimbabwe en Namibië. Maarten Onneweer E-mail: [email protected] Ik ben als PhD-student verbonden aan Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie van de Universiteit Leiden. Ik doe onderzoek naar waterontwikkeling in het Kitui-district in Kenia. Mijn onderzoek is getiteld "The social life of springs: encountering landscapes of spirits and development in the Kitui district Kenya". Het project richt zich op waterbronnen waar koloniale verbeteringsprogramma’s of recentere ontwikkelingsprojecten (zouden) hebben plaatsgevonden. Het project combineert een etnografische benadering van ontwikkelingswerk met inzichten uit Actor Network theory om te komen tot een nieuwe soort van omgevingsgeschiedenis. Michèle Pieters E-mail : [email protected] Woonplaats : Meeuwen-Gruitrode Thomas de Hoop E-mail : [email protected] Woonplaats : Nijmegen Matthias Olthaar E-mail : [email protected] Mijn naam is Matthias Olthaar en sinds januari 2010 ben ik werkzaam als promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen binnen de faculteit Economie en Bedrijfskunde. Ik doe onderzoek naar hoe handel in landbouwproducten uit Sub-Sahara Afrika kan bijdragen aan economische ontwikkeling en wat de rol van de Afrikaanse staat hierin is. Op welke landen ik mij ga concentreren is op dit moment nog niet besloten. Voor mijn afstudeerscriptie heb ik de Fairtrade gecertificeerde cacao-chocolade keten (GhanaNederland) onderzocht. In het bijzonder heb ik gekeken naar de economische en sociale effecten van Fairtrade en hoe dit certificeringprogramma verbeterd kan worden met betrekking tot deze effecten. Maria Luiza Monteiro da Silva E-mail: [email protected] Woonplaats: : Amsterdam Wiebe de Jong

35

Dorota Strzyzewska-Kingori E-mail: [email protected] Woonplaats : Almere Pangmashi E. N Yenkong E-mail : [email protected] Woonplaats: Oegstgeest Baz Lecocq E-mail: [email protected] Jonna Both E-mail: [email protected] Gitte Postel E-mail : [email protected] Woonplaats : Port Elizabeth / South Afrika

36

Berichten van leden Het wetenschappelijke tijdschrift ‘Medische Antropologie’ zal vanaf juni 2010 starten met een nieuwe rubriek waarin recent verdedigde dissertaties in het brede domein van de medische antropologie in Nederland en België zullen worden gesignaleerd. Erica van der Sijpt, promovenda aan het AISSR en verantwoordelijke voor deze rubriek, is daarom op zoek naar gegevens over medisch antropologische proefschriften die recentelijk verdedigd zijn of in de nabije toekomst verdedigd zullen worden. Haar rapportage van deze gegevens heeft tot doel dissertaties beter bekend te maken aan - en hopelijk ook gelezen te krijgen door – een breed publiek dat geïnteresseerd is in de medische antropologie. Als u wilt dat uw proefschrift opgenomen wordt in deze rubriek, gelieve een mail te sturen naar Erica van der Sijpt ([email protected]). Zij zal dan contact met u opnemen voor de precieze gegevens van uw dissertatie.

Calls from members From June 2010 onwards, the journal ‘Medische Antropologie’ will start a new section with brief announcements on recently defended dissertations in the Netherlands and Belgium in the broad field of medical anthropology. Erica van der Sijpt, PhD-student at the AISSR and responsible for this section, is therefore looking for data on medical anthropological theses which have been recently defended, or will be defended in the near future. Her reports of these data aim to make dissertations known to – and hopefully also read by - a wide public interested in medical anthropology. If you would like your thesis to be included in this section, please send an email to Erica van der Sijpt ([email protected]). She will then contact you for the precise details of your dissertation.

37

Afrika-Agenda Exhibitions - ONS HOU VAN SUID-AFRIKA – EÉN LAND IN DRIE EXPOSITIES 28 mei t/m 22 augustus 2010 Museum Volkenkunde Leiden Zuid-Afrika is het thema van de zomertentoonstelling in Museum Volkenkunde te Leiden. Onder de titel ‘Ons hou van Suid-Afrika’ presenteert het museum van 28 mei t/m 22 augustus drie facetten van dit land. Zomer 2010 staat in het teken van het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika. Reden voor Volkenkunde om aandacht te besteden aan het andere Afrika. Het museum kwam vorig jaar in contact met een aantal bijzondere maar zeer uiteenlopende projecten. Wat ze gemeen hebben is de bijzondere band met land en volk van Zuid-Afrika. Voor meer informatie, zie: Tentoonstelling in Museum Volkenkunde | 28 mei t/m 22 augustus 2010| Steenstraat 1 | T 071 5168 800 | [email protected] | www.volkenkunde.nl Volkenkunde is open op dinsdag t/m zondag 10.00-17.00 uur. Iedere woensdag is de museumentree GRATIS (inclusief tijdelijke tentoonstelling).

- Afrika scoort! Beleef het WK voetbal in het Tropenmuseum en Tropentheater Dagelijks van 12 juni tot en met 22 augustus 2010 Bezoekers kunnen zich vanaf 12 juni onderdompelen in het WK voetbal in het Tropenmuseum en het Tropentheater. In de tentoonstelling beleef je het WK voetbal door de ogen van Afrikaanse journalisten. Een redactie plaatst tijdens het toernooi in het museum dagelijks nieuwe foto- en nieuwsreportages van Afrikaanse journalisten. Verder onder meer fanartikelen, foto’s en achtergronden van de Afrikaanse teams en een foto-expositie over de Road to 2010. In het Tropentheater zijn de Afrikaanse wedstrijden plus alle finales op groot scherm te bekijken, aangevuld met talkshows, Afrikaanse ‘braai’, muziek en films. De grote hal van het Tropenmuseum wordt tijdelijk een voetbalstadion. Via een spelerstunnel kom je - toegejuicht door supporters – in het stadion. Afrikaanse teams In zes ‘goals’ worden alle Afrikaanse deelnemende teams - Algerije, Nigeria, Ivoorkust, Kameroen, Ghana en Zuid-Afrika - nader belicht. Elke dag actuele berichtgeving uit Afrika Dagelijks wisselende foto- en nieuwsreportages uit Afrika. Ze tonen de sfeer voor, tijdens en na de wedstrijden. Op een ‘Wall of Fame’ zijn elke wedstrijddag de mooiste nieuwe foto’s te zien. Ook op www.afrikascoort.nl verschijnen vanaf 11 juni steeds updates.

38

Daarnaast een expositie met foto’s die het afgelopen jaar gemaakt zijn tijdens de Afrikaanse voorrondes (zie www.roadto2010.nl).

- Bezielde kunst uit Benin – een dialoog tussen Venema en Zoffoun Galerie Libbe Venema / Hogeweg 2A 5 t/m 26 juni, van woensdag t/m zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur tel. 020-6922215 facebook: pauzo / www.libbevenema.com In galerie Libbe Venema is t/m 26 juni werk te zien van de Afrikaanse kunstenaar Paulin Zoffoun. Hij komt uit Benin waar hij jarenlang in Porto-Novo een kunstcentrum beheerde. Zijn batiks en schilderijen worden bevolkt door tekens en verwijzingen naar de oude cultuur van Dahomey waar zijn wortels liggen. Heilige dansers, koningen en dieren, al deze symbolen vinden hun oorsprong in de Voodoo religie. De grootmoeder van de kunstenaar was dan ook een Voodoopriesteres. Zoffoun exposeert samen met de naamgever van de galerie: Libbe Venema. Ook het werk van deze schilder is gemaakt vanuit een grote bezieling. Hoewel het nergens expliciet te zien is, werkt deze schilder vanuit een christelijke voedingsbodem. Het werk van deze twee kunstenaars gaat daarom als het ware een dialoog met elkaar aan. Een heel mooi en spannend geheel!

39

Calls for Papers [un]disciplined encounters: science as terrain of postcolonial interaction between Africa and Europe — past and future Brussels, 5-6 November, 2010 Call_for_Papers.pdf The organising committee Ghent Africa Platform, Ghent University, Belgium invites interested participants to submit proposals for inclusion in the conference programme. Submissions should include: Paper title Name(s) and affiliation(s) of paper proposer(s) A 250 word (maximum) abstract Submissions should be made in pdf-format to [email protected] The official conference languages are English and French. The deadline for paper proposals is 31 August 2010. More information - Call for papers: attachment. - Conference website: http://www.science2010-af-eu.com/

ESF-Africa Frontier Research Conference Dynamic interlinkages between social and ecosystem changes: Towards a Europe Africa Partnership 9-12 November 2010 Location and Venue to be confirmed Co-Chaired by: - Prof. Marja J. Spierenburg, VU University Amsterdam, NL - Prof. Rashid M. Hassan, Centre for Environmental Economics and Policy in Africa, ZA

Closing date for applications: 8 July 2010 More information: http://www.esf.org/conferences/10339

40

Op de wissel Functiewisselingen binnen de Afrika studies

Sinds 1 mei 2010 is Prof. Dr. Ton Dietz directeur van het Afrika Studies Centrum en hoogleraar African Development aan de Universiteit Leiden. Prof. Dr. Dietz was eerder wetenschappelijk directeur van het Amsterdam Institute of Metropolitan and International Development Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Ton Dietz is de opvolger van Prof. Leo de Haan die per 1 mei 2010 is begonnen als rector van het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag.

On Friday 11 June 2010 at 16.30 hrs. Dr. Valentina Mazzucato has accepted the position of professor of Globalization and Development in the Faculty of Arts and Social Sciences with the delivery of an inaugural lecture in the Aula of Maastricht University, Minderbroedersberg 4-6, Maastricht. The title of the lecture is: Bridging boundaries: Transnationalism and migrant’s lives in a globalizing world    

 

41

Vacancies POST-DOCTORAL FELLOWSHIPS FOR RESEARCH ECONOMY’ UNIVERSITY OF PRETORIA, SOUTH AFRICA

ON

‘THE

HUMAN

The Faculty of Humanities at the University of Pretoria invites applications from suitably-qualified researchers for Post-Doctoral Fellowships to contribute to an interdisciplinary project on ‘The Human Economy’. People always insert themselves practically into economic life on their own account. But what they do is often obscured, marginalised or repressed by dominant economic institutions and ideologies. The human economy is conceived of as being made and remade by people themselves, being based on a holistic conception of human needs and with the interests of humanity as a whole in mind. This project builds on and will contribute to a collaborative international research program that began in the World Social Forum, 2000 and has already brought together theoretical and practical work on alternative economic institutions in Brazil, Argentina, France, Britain and other countries. Its prime focus is on the growing scope for economic initiatives that lie between the stark alternatives of the free market and state planning. As well as guaranteeing social rights, governments must encourage forms of self-organization where solidarity has a greater role. Equality and freedom come from the mutuality of everyday life, and not just from market contracts or citizenship. Scholars who have undertaken research relevant to these topics in disciplines such as Social Anthropology, Sociology, History, Political Economy, Development Studies, Philosophy, Literature or Geography are welcome to apply. Because the making of world society is at stake, there are no restrictions on where this research has been done. But the Faculty has a particular interest in fostering a dialogue on such issues between researchers from countries in the ‘global South’. The Faculty intends to award up to six Fellowships associated with this project to begin in January 2011, with the aim of bringing together scholars from around the world, and stimulating an international and interdisciplinary exchange of ideas. Successful applicants will · Have completed a doctoral degree in a relevant discipline within the past seven years · Preferably be younger than 40 years · Have undertaken in-depth and high-quality research on a topic relevant to the project Fellowships are for one year (2011), with the possibility of renewal for a further year depending on progress. Fellows will be expected to write up and publish

42

research relevant to the designated theme, and will have an opportunity to undertake additional, comparative research in southern Africa, should this be appropriate. Successful applicants will also be expected to · Contribute to the Faculty of Humanities Seminar Programme · Participate in an International Workshop on ‘The Human Economy’ to be hosted by the Faculty of Humanities, University of Pretoria in the course of 2011 · Provide guidance to postgraduate students who will undertake research on topics linked to the interests of particular Fellows. Each Fellow would mentor at least one student. Fellows will receive · A tax-free stipend of R150 000 per annum · A return air ticket between their country of residence and South Africa · Funding for possible research in southern Africa · Funding to attend one international conference outside South Africa during their tenure · Access to the facilities of the University of Pretoria, including office space. Applicants must complete the University of Pretoria Post-Doctoral Application Form before 30 June 2010. Applications will be considered by the university’s Post-Doctoral Fellowship Committee. For further information, please contact John Sharp, Professor of Social Anthropology and Deputy Dean, Faculty of Humanities, University of Pretoria ([email protected]) OR Keith Hart, Honorary Professor of Social Anthropology, University of Pretoria ([email protected])

43

Colofon De NVAS Nieuwsbrief wordt uitgegeven door de Nederlandse Vereniging voor Afrika Studies. Heeft u een bijdrage voor de nieuwsbrief? Mail of stuur uw kopij naar: [email protected] of onderstaand redactie-adres: Secretariaat NVAS p/a Afrika - Studiecentrum, Postbus 9555, 2300 RB Leiden Fax: 071- 527.33.44 Website: http://www.afrikastudies.nl N.B. De redactie besluit of een stuk geplaatst wordt en behoudt zich het recht voor om kopij in te korten en/of te bewerken. Redactie: Marieke Kruis Iva Peša Sahro Mohammed Kirsten Langeveld Aan dit nummer werkten mee: Julie Ndaya Pangmashi E. N Yenkong Th.P.van der Weide Henrieke Schimmel Virginie Tallio Diana Bosch Hoofdredactie: Marijke Steegstra Layout, Design en CMS: Salvador L. d′Souza (Ofamfa New Media) Reproductie en verzending: Met dank aan Marieke van Winden, Afrika - Studiecentrum, voor de geboden ondersteuning.

Contributie: De contributie bedraagt €11,50 per jaar, voor studentleden en 65-plussers €4,50 per jaar. Dit bedrag kan worden overgemaakt naar rekening nr. 781 90 46 van de Postbank o.v.v. uw adresgegevens en geboortedatum. Begin van elk nieuw jaar krijgt u een betalingsverzoek. Let op! Voor toezending van de nieuwsbrief en aankondigingen voor lezingen, vacatures en culturele activiteiten m.b.t. Afrika hebben wij uw emailadres nodig. Wijzigt uw e-mailadres, geef dat dan s.v.p. door aan Marieke van Winden, Afrika-Studiecentrum ([email protected]). De NVAS Nieuwsbrief verschijnt drie maal per kalenderjaar (februari, mei en november)