RAMPBESTRIJDINGSPLAN openbaar
Maastricht Aachen Airport 9 december 2011
Inhoudsopgave Deel A: Bestuurlijk deel A.1 Bestuurlijke vaststelling A.2 Beheer en oefenen. A.3 Distributielijst Deel B: Operationeel deel B.1 Algemeen B.1.1 Maatscenario’s. B.1.2 Rubricering vliegtuigen. B. 1.3 Werkingsgebied B.1.4 Organisatie B.2 Scenario: Luchtvaartongeval B.2.1 Scenariobeschrijving luchtvaartongeval. B.2.2 Capaciteitsanalyse GHOR B.2.3 Alarmering luchtvaartongeval B.2.4 Coördinatie en uitvoering luchtvaartongeval. B.2.5 Voorzieningen en aandachtspunten scenario luchtvaartongeval. B.2.6 Communicatie en verslaglegging. B.2.7 Inzet luchthavenbrandweer buiten het werkingsgebied van het RBP MAA. B.2.8 Nazorg en evaluatie. B.2.9 Processen scenario luchtvaartongeval B.3 Scenario besmetting. B.3.1 Beschrijving scenario. B.3.2 Coördinatie en uitvoering scenario besmetting. B.3.3 Processen scenario besmetting. B.4 Scenario kaping. B.4.1 Scenariobeschrijving kaping. B.4.2 Coördinatie en uitvoering scenario kaping. B.4.4 Processen scenario kaping Deel C: Uitwerking processen Proces 1 Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen Proces 2 Redden en technische hulpverlening Proces 3 Ontsmetten van mens en dier Proces 4 Ontsmetten van voertuigen en infrastructuur Proces 5 Waarnemen en meten Proces 6 Waarschuwen van de bevolking Proces 7 Toegankelijk maken en opruimen Proces 8 Geneeskundig Hulpverlening - somatisch Proces 9 Preventieve Openbare Gezondheidszorg Proces 10 Geneeskundig Hulpverlening-psychosociaal Proces 11 Ontruimen en evacueren Proces 12a Afzetten en afschermen binnen luchthaventerrein Proces 12b Afzetten en afschermen buiten luchthaventerrein Proces 13 Verkeer regelen Proces 14 Handhaven openbare orde Proces 15 Identificeren slachtoffers Proces 16a Begidsen op het luchthaventerrein Proces 16b Begidsen buiten het luchthaventerrein Proces 17 Strafrechtelijk onderzoek Proces 18 Voorlichten en informeren Proces 18a Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Beek Proces 18b Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Meerssen Proces 19 Opvang en verzorgen Proces 20 Uitvaartverzorging Proces 21 Registratie van slachtoffers Proces 22 Voorzien in de primaire levensbehoeften Proces 23 Registratie van schade en afhandeling Proces 24 Milieuzorg Proces 25 Nazorg Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5
4 5 6 7 8 9 9 9 9 9 12 12 13 15 16 16 17 17 17 18 19 19 19 20 21 21 21 22 23 24 26 27 27 27 28 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 38 39 40 41 42 43 46 47 48 48 48 48
Kaart werkingsgebied RBP MAA Verbindingsschema's Afkortingen Ambassadeprocedure Alarmeringsschema
2
Voorwoord Voor u ligt het rampbestrijdingplan voor Maastricht Aachen airport in de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Het besluit Veiligheidsregio’s verplicht in art. 6.2.1 het bestuur van de Veiligheidsregio tot het vaststellen van een rampbestrijdingsplan voor de bestrijding van vliegtuigongevallen op en nabij luchtvaartterreinen dat is ingedeeld in brandrisicoklasse 3 of hoger. Conform dit zelfde artikel dient het rampbestrijdingsplan te worden opgesteld na overleg met de exploitant van de burgerluchthaven. Maastricht-Aachen Airport is ingedeeld in brandrisicoklasse 7 en daarmee heeft de Veiligheidsregio Zuid-Limburg een wettelijke verplichting tot het hebben van een rampbestrijdingsplan voor de luchthaven. In dit rampbestrijdingsplan wordt scenariogericht gedacht, en zijn de (in beginsel) voorzienbare hulpverlenings- en bestrijdingsactiviteiten in processen nader uitgewerkt. Deze scenario’s zijn uitgewerkt in de handreiking crisisbeheersing op luchthavens, waar naast het scenario luchtvaartongeval, ook de scenario’s besmetting met een infectieziekte en kaping worden uitgewerkt. Deze scenario’s zijn in dit rampbestrijdingplan voor Maastricht-Aachen Airport eveneens uitgewerkt. Het werkingsgebied van dit rampbestrijdingsplan bestaat uit de zogenaamde ‘zone 1’ rondom de landingsbaan. Met zone 1 wordt het gebied van en rondom de landingsbaan (één kilometer voor en achter de baandrempel) bedoeld. In deze zone vindt 70 tot 80% van de luchtvaartongevallen plaats. Buiten deze zone geldt het regionale crisisplan, doch kan men terugvallen op sommige voor dit rampbestrijdingsplan gemaakte afspraken. Omdat zone 1 in twee Zuid-Limburgse gemeenten ligt, zijn er onderlinge samenwerkingsafspraken in dit plan vastgelegd. Als gevolg van het Besluit Veiligheidsregio’s is het rampbestrijdingsplan openbaar. Vooraf aan de vaststelling wordt het plan ter inzage gelegd, dit na bekendmaking. Na de vaststelling kan het plan op verzoek worden ingezien bij de afdeling Voorlichting van de beide gemeenten. Samenwerking overheid – luchthaven Maastricht Aachen Airport Het RBP MAA is tot stand gekomen in nauw overleg tussen de gemeenten Beek en Meerssen, de Veiligheidsregio Zuid-Limburg, de KMar en Maastricht-Aachen Airport. Hiermee wordt tevens aan de wettelijke samenwerkingcriteria voldaan.
3
Deel A: Bestuurlijk deel
4
A.1 Bestuurlijke vaststelling
5
A.2 Beheer en oefenen. A.2.1 Procedure voor wijzigingen van het RBP MAA De Veiligheidsregio Zuid-Limburg is bevoegd tot het wijzigen van het plan. Proces- en activiteitverantwoordelijken kunnen wijzigingen schriftelijk voorstellen en indienen bij de administratieve beheerder van het rampbestrijdingsplan RBP MAA. Als administratief beheerder is de Brandweer Zuid-Limburg aangewezen. De projectgroep ‘rampbestrijdingsplan RBP MAA’ is door Veiligheidsregio Zuid-Limburg aangewezen het plan te wijzigen voor zover het betreft de aanpassing van operationele gegevens, alarmeringsstructuren, verbindingsgegevens, namen en/of telefoonnummers. Zij draagt zorg voor een spoedige verwerking van correcties van deze gegevens en rondzending van de gewijzigde procesbladen aan de op de distributielijst vermelde instanties.
A.2.2 Procedure voor het actueel houden van het RBP MAA Het RBP MAA wordt minimaal één maal per vier jaar geactualiseerd. Daarnaast hebben de bestuurlijk verantwoordelijken en de proces- en activiteitverantwoordelijken elk hun rol in de jaarlijkse cyclus van planvaststelling, oefening, evaluatie en bijstelling. De Veiligheidsregio Zuid-Limburg draagt er samen met MAA voor zorg dat: • • •
• •
het plan op onderdelen of in z’n geheel wordt beproefd in oefeningen. tenminste eenmaal per jaar een evaluatie plaatsvindt van de toestand / risicoanalyse. Hierbij wordt tevens aangesloten bij de activiteiten rondom het regionale risicoprofiel. de proces- en activiteitverantwoordelijken elk jaar vóór 1 oktober aan de Projectgroep Rampbestrijdingsplan RBP MAA rapporteren, inzake het preparatieniveau van het proces waarvoor zij verantwoordelijk zijn. de projectgroep jaarlijks (uiterlijk 1december) aan de stuurgroep een evaluatie aanbiedt van het plan en alle middelen die voor de uitvoering van het plan beschikbaar zijn; De Stuurgroep minimaal éénmaal per jaar bijeen komt om aangereikte evaluatie en eventuele wijzigingsvoorstellen te bespreken en te accorderen.
A.2.3 Opleiden en oefenen. Overeenkomstig art. 6.2.3 van het Besluit Veiligheidsregio’s zijn de volgende oefeningen verplicht: In ieder geval één maal per 2 jaar dient een multidisciplinaire stafoefening (bestuurlijk) te worden gehouden en in ieder geval één maal per 4 jaar aangevuld met staf operationele eenheden. In het de multidisciplinaire oefenkalender van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg worden deze oefeningen concreet opgenomen. Voor de implementatie en monodisciplinaire geoefendheid van het rampbestrijdingsplan dient elke afzonderlijke dienst zorg te dragen. Het calamiteitenplan van de luchthaven dient volgens ICAO Annex 14 één keer per twee jaren in groter verband beoefend te worden.
6
A.3 Distributielijst De ambtenaar belast met de secretariële zorg voor het RBP MAA van de gemeente Beek draagt zorg voor verspreiding van het plan en eventuele wijzigingsbladen. Verzending geschiedt aan de hieronder vermelde instanties. Elke instantie ontvangt één exemplaar en zorgt zelf voor interne verspreiding. Voorts wordt het RBP MAA op Veiligheidsnet geplaatst. De verspreiding van het RBP MAA onder de betrokken functionarissen van de verschillende disciplines is voor de zorg van de betreffende discipline. Elke vermelde instantie houdt voor de interne verspreiding een eigen distributielijst bij. Voor de goede orde is vermeld dat het RBP MAA een openbaar document is. Concrete bereikbaarheidsgegevens en tot personen relateerbare informatie zijn niet opgenomen in het plan, maar wel terug te vinden op Veiligheidsnet. 1.
De Burgemeester van de gemeente Beek
2.
De Burgemeester van de gemeente Meerssen
3. 4.
De Commissaris van de Koningin van de provincie Limburg Directie MAA Airport
5.
Commandant Brandweer Zuid-Limburg
6. 7.
Regionaal Geneeskundig Functionaris GGD Zuid Limburg, afdeling GHOR Korpschef van de Politie Limburg Zuid
8.
Commandant District KMar Zuid
9.
Rijksluchtvaartdienst Directie Luchtvaartinspectie, afdeling terreinen Minister van Infrastructuur en Milieu
10. 11.
Commandant luchthavenbrandweer Maastricht Aachen airport
12.
Hoofdofficier van Justitie, arrondissementsparket Maastricht.
Postbus 20 6190 AA BEEK Postbus 90 6230 AB MEERSSEN Postbus 5700 6202 MA MAASTRICHT Postbus 1 6199 ZG MAASTRICHT AIRPORT Postbus 35 6269 ZG MARGRATEN Postbus 2022 6160 HA Geleen Postbus 1230 6201 BE MAASTRICHT Hervenplein 1 5232 JE ‘s HERTOGENBOSCH Postbus 575 2130 AN HOOFDDORP Postbus 20901 2500 EX Den Haag Postbus 1 6199 ZG MAASTRICHT AIRPORT Postbus 1987 6201 BZ MAASTRICHT
7
Deel B: Operationeel deel
8
B.1 Algemeen B.1.1 Maatscenario’s. Voor de crisisbeheersing op de luchthaven Maastricht Aachen airport zijn 3 maatscenario’s (scenario’s die naar alle waarschijnlijkheid kunnen plaatsvinden) te onderscheiden: 1. Scenario luchtvaartongeval. 2. Scenario kaping. 3. Scenario besmetting.
B.1.2 Rubricering vliegtuigen. Om een beeld te krijgen van de omvang van het betreffende vliegtuig en de benodigde hulpverleningscapaciteit worden in het RBP MAA de vliegtuigen ingedeeld in onderstaande categorieën. De categorieën worden tevens gebruikt als classificatie bij de alarmering. In de categorieën wordt er altijd vanuit gegaan dat het maximaal aantal passagiers aan boord zijn! Categorie vliegtuig Vliegtuigen met een startgewicht 6 ton Klein > 6 en 22 ton Middel > 22 ton Groot Tevens is bepaald dat wanneer een vliegtuig in nood een verzoek doet voor assistentie bij landing of vertrek, dat dan een vooralarm uitgaat, overeenkomstig dezelfde rubricering.
B. 1.3 Werkingsgebied Het werkingsgebied van het rampbestrijdingsplan Maastricht-Aachen airport omvat het luchthaventerrein en de onmiddellijke omgeving (zone 1). Dit is het gebied waar de luchthavenbrandweer kan optreden en 75 tot 80% van de luchtvaartongevallen plaatsvindt. In zone 2 vindt nog eens 10% van de luchtvaartongevallen plaats. Luchtvaartongevallen in zone 2 en buiten dit totale gebied worden afgehandeld binnen de kaders van het regionaal crisisplan, waarbij informatie/ procedures uit dit rampbestrijdingsplan optioneel gebruikt kan worden. In bijlage 1 is de kaart van het werkingsgebied opgenomen.
B.1.4 Organisatie Bij een calamiteit binnen het werkingsgebied van MAA wordt gebruikt gemaakt van de standaard opschaling en bemensing van de GRIP-teams, aangevuld met functionarissen specifiek voor MAA. Deze zijn uitgewerkt in een variant voor de gemeente Beek (standaard) en de gemeente Meerssen (specifiek voor luchtvaartongeval in gebied gemeente Meerssen).
9
Organogram RBP MAA GRIP 3 gemeente Beek
Gemeentelijk Beleidsteam Locatie: Gemeentehuis Beek
NCC
Burgemeester Beek
Adviseur GBT Brw
Adviseur GBT GHOR
Adviseur GBT Bevolkings zorg
Adviseur GBT Politie
Uitgebreid met: (Hoofd)officier van Justitie Directeur MAA Districtcommandant KMar
Hoofdofficier van Justitie
Verslag legger
Voorlichter GBT
ROT Locatie: MCC Maastricht Voorzitter ROT (operationeel leider) Hoofd sectie Brw
Hoofd sectie GHOR
Hoofd sectie Politie
Hoofd sectie Bevolkings zorg
Uitgebreid met: Brigadecommandant KMar Limburg Zuid MAA Vertegenwoordiger luchtvaartmaatschappij op afroep Officier van Justitie
OvD Brw
Voorlichter ROT
IM ROT
Plotter ROT
Verslaglegger ROT
Lid management team (P en I) Rijkswaterstaat / KLPD op afroep
CoPI
GMT
Locatie: Commando haakarmbak
Locatie: Gemeentehuis Beek
Leider CoPI
Voorzitter GMT (gemeentesecr.)
OvD GHOR
OvD KMAR
MAA specifiek: OvDp-KMar Manager Airport Operations
Voorlichter OvD CoPI Bevolkings Voorlichter zorg CoPI IM Plotter/ COPI verslaglegger
Afdelingshoofd BeZa Afdelingshoofd PIOF Afdelingshoofd FIBe Afdelingshoofd BOR Afdelingshoofd ROBW Afdelingshoofd WZO Afdelingshoofd W&I Afdelingshoofd PuZa
Facilitaire ondersteuning
Verslaglegging
Operationele eenheden
N.b. bovenstaand schema is ingericht conform de operationele hoofdstructuur in Zuid-Limburg.
10
Organogram RBP MAA GRIP 3 gemeente Meerssen
Gemeentelijk Beleidsteam Locatie: Gemeentehuis Meerssen
NCC
Burgemeester Meerssen
Adviseur GBT Brw
Adviseur GBT GHOR
Adviseur GBT Politie
Adviseur GBT Bevolkings zorg
Uitgebreid met: (Hoofd)officier van Justitie Directeur MAA Districtcommandant KMar
Hoofdofficier van Justitie
Verslag legger
Voorlichter GBT
ROT Locatie: MCC Maastricht Voorzitter ROT (operationeel leider) Hoofd sectie Brw
Hoofd sectie GHOR
Hoofd sectie Politie
Hoofd sectie Bevolkings zorg
Uitgebreid met: Brigadecommandant KMar Limburg Zuid MAA Vertegenwoordiger luchtvaartmaatschappij op afroep Officier van Justitie
OvD Brw
Voorlichter ROT
IM ROT
Plotter ROT
Verslaglegger ROT
Lid management team (P en I) Rijkswaterstaat / KLPD op afroep
CoPI
GMT
Locatie: Commando haakarmbak
Locatie: Gemeentehuis Meerssen
Leider CoPI
Voorzitter GMT (gemeentesecr.)
OvD GHOR
OvD KMAR
MAA specifiek: OvDp-KMar Manager Airport Operations
Voorlichter OvD CoPI Bevolkings Voorlichter zorg CoPI IM Plotter/ COPI verslaglegger
$IGHOLQJVKRRIGLQZRQHUV]DNHQ $IGHOLQJVKRRIGEHGULMIVYRHULQJ $IGHOLQJVKRRIGERPLO $IGHOLQJVKRRIGIDFLOLWDLUH=DNHQ $IGHOLQJVKRRIGRSHQEDUH:HUNHQ
Verslaglegging
Operationele eenheden n.b. bovenstaand schema is ingericht conform de operationele hoofdstructuur in Zuid-Limburg.
11
B.2 Scenario: Luchtvaartongeval
B.2.1 Scenariobeschrijving luchtvaartongeval. Binnen het werkingsgebied (zie kaart in bijlage 1) van de luchthaven kan een luchtvaartongeval plaatsvinden. Voor de omvang van het luchtvaartongeval en de daarbij horende benodigde capaciteit vooraf in te kunnen schatten, zijn luchthavens ingedeeld in brandrisicoklassen. Conform de handreiking Crisisbeheersing op luchthavens kan voor Maastricht Aachen airport de brandrisicoklasse 7 worden aangehouden. De luchthavenbrandweer is structureel qua materieel en personeel voorbereid op deze brandrisicoklasse. Brandrisicoklasse 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Lengte vliegtuig 0-9 9-12 12-18 18-24 24-28 28-39 39-49 49-61 61-76 76-90
Breedte romp 2 2 3 4 4 5 5 7 7 8
Indeling brandrisicoklassen conform Annex 14 van ICAO.
Dagelijks zijn er op MAA één of meerdere vliegbewegingen in de brandrisicoklasse 9 in de cargo uitvoering (vervoer vracht zonder passagiers). De luchthavenbrandweer beschikt over het materiaal en de blusstof om op dat moment brandrisicoklasse 9 aan te kunnen. Echter door het ontbreken van passagiers op deze vluchten mag vanuit het Ministerie brandrisicoklasse 7 qua personeel worden aangehouden. Incidenteel kunnen vliegtuigen van brandrisicoklasse 8 (ca. 300 passagiers) uitwijken naar MAA. Deze brandrisicoklasse wordt gebruikt als het maatgevende scenario (luchtvaartongeval binnen werkingsgebied MAA) voor het scenario luchtvaartongeval. Het maatscenario luchtvaartongeval voorziet niet in een zogeheten “compound-disaster” (combinatie van rampen). Voorbeelden hiervan zijn: • botsing van twee vliegtuigen; • crash van vliegtuig met gebouw op luchthaven; • crash van vliegtuig met andersoortig risico-object (voorbeeld = tankopslag). De kans op een dergelijke samenloop is aanmerkelijk kleiner dan de kans op een ramp conform het maatgevende scenario luchtvaartongeval. In voorkomende gevallen wordt gebruik gemaakt van (delen van) het voorliggende rampbestrijdingsplan, aangevuld met het regionaal crisisplan. Voor het maatgevende scenario kunnen de volgende grootheden het verloop van het luchtvaartvaartongeval typeren: Cluster bron en effectbestrijding 1 duur brandbestrijding < 2 uur 2 duur redding < 8 uur 3 behoefte potentieel brandbestrijding Luchthavenbrandweer: Max. 3x crashtender en AFO 4 behoefte potentieel t.b.v. redding, berging en controleren brand 1 Tankautospuit & 1 bij een vliegtuigongeval ‘klein’ hulpverleningsvoertuig bij een vliegtuigongeval ‘middel’
1 Peloton hulpverlening
12
bij een vliegtuigongeval ‘groot’
1 Peloton hulpverlening & 1 peloton brandbestrijding
Cluster geneeskundige hulpverlening 5 aantal T1 (binnen een uur te hospitaliseren) 6 aantal T2 (binnen 6 uur te hospitaliseren) 7 aantal T3 ( ter plaatse te behandelen) en ongedeerden 8 maximaal aantal overledenen Cluster bevolkingszorg 9 maximaal aantal op te vangen inzittenden 10 duur opvang en verzorging 11 aantal op te vangen afhalers / brengers e.d. 12 aantal toestromende verwanten 13 benodigde opvangcapaciteit (aantal personen) 14 informatiecapaciteit (aantal bellers) 15 opvanglocatie beschikbaar (ASL, Horsterweg 27) 16 registratie (CRIB) actief 17 duur onderzoek, schadeafhandeling en nazorg Cluster rechtsorde en verkeer 18 afzetting incidentgebied (brongebied) 19 gedeeltelijke afzetting A2 en A76 (t.b.v. gewondentransport) 20 begidsen op luchthaven
45 68 112 300 300 < 1 week 300 600 1200 3000 per direct na 120 minuten circa 1 jaar na 30 minuten na 30 minuten direct (KMar)
B.2.2 Capaciteitsanalyse GHOR De monodisciplinaire opschaling van de GHOR is afhankelijk van het aantal inzittenden van het vliegtuig. Conform de handreiking ‘crisisbeheersing op luchthavens’ betekend dit voor de maatscenario’s 6, 7 en 8 het volgende: Maatscenario
Passagiers
Doden
6 7 8
150 250 300
37 62 75
Gewonden T1 23 38 45
Gewonden T2 34 56 68
Vereiste geneeskundige capaciteit per maatscenario 1 2 Ambulances Maatscenario GNKC 6 3 16 7 5 26 8 6 30
Gewonden T3 56 94 112
Vervoersambulances 23 38 45
De GHOR in Zuid-Limburg kan het volgende leveren: Het eerste uur: (31 Ambulances en 2 geneeskundige combinaties) 20 Nederlandse Ambulances (Zuid-Limburg) 11 Buitenlandse Ambulances (België en Duitsland) 2 Geneeskundige Combinaties Extra na 1,5 uur: (39 Ambulances en 6 geneeskundige combinaties) 8 Buitenlandse Ambulances (België en Duitsland) 3 Duitse geneeskundige combinaties 1 Belgische geneeskundige combinatie 1
In de kolom GNKC staat het aantal benodigde geneeskundige combinaties wanneer uitgegaan wordt van alleen hulpverlening door deze combinaties. (behandel capaciteit 8 T1/uur) 2 In de kolom Ambulances staat het aantal benodigde ambulances wanneer uitgegaan wordt van alleen hulpverlening door ambulances. (behandel capaciteit 1,5 T1/uur)
13
De bijstand vanuit Nederland wordt geregeld vanuit het NCC/ LOCC. In relaties tot de verschillende maatscenario’s kan het volgende worden geconcludeerd: De capaciteit benodigd voor maatscenario 6 kan binnen een uur geleverd worden. De capaciteit voor maatscenario 7 kan binnen 1,5 uur worden geleverd. De capaciteit voor een maatscenario 8 kan pas na 1,5 uur worden geleverd.
14
B.2.3 Alarmering luchtvaartongeval B.2.3.1 Classificaties. Voor het scenario luchtvaartongeval binnen het werkingsgebied van Maastricht-Aachen airport zijn de volgende classificaties te onderscheiden: Paraat vliegtuig Interne alarmering luchthaven. Deze is van toepassing op het moment dat een piloot Omschrijving
Voorlichting
geen assistentie verlangt en de Airport Authority Officer (AAO) een vooralarm niet nodig acht, doch de luchthavenbrandweer wel stand-by wordt verlangd. De luchthavenbrandweer begeeft zich naar de uitgangspositie en wacht de landing af. Er wordt geen persbericht uitgegeven, noch anderszins informatie verstrekt.
Vooralarm klein/ middel/ groot Omschrijving
Voorlichting
Dit is een alarmvorm die door de AAO geïnitieerd wordt, indien de piloot van een vliegtuig aangeeft, dat een veilige vluchtuitvoering niet meer gegarandeerd kan worden en dat hij verwacht tijdens de landing op de luchthaven assistentie nodig te hebben van de hulpverleningsdiensten. De melding zal veelal door de piloot bij de verkeersleiding op de luchthaven binnenkomen. Ook visuele waarneming aan een toestel, door de bezetting van de toren of van de havendienst, kan aanleiding geven tot een vooralarm. De verkeersleiding (toren) zal in dat geval altijd de piloot vragen of hij assistentie nodig heeft van de hulpverleningsdiensten (brandweer en ambulance). Indien tijdens een vooralarmsituatie daadwerkelijk een ongeval plaatsvindt wordt onmiddellijk gealarmeerd voor een vliegtuigongeval. Bij het geven van een vooralarm wordt onderscheid gemaakt tussen de 3 categorieën vliegtuigen. De verantwoordelijkheid ligt bij de AAO. Een eenmaal ingezet vooralarm wordt altijd volledig doorgevoerd en niet eerder onderbroken dan na een veilige landing. Indien tijdens het vooralarm blijkt dat het vliegtuig inmiddels veilig is geland, kan de alarmrol worden stopgezet. De burgemeester en AOV gem. Beek wordt in alle gevallen zo spoedig mogelijk gealarmeerd. Er wordt een persbericht uitgegeven door MAA.
Vliegtuigongeval klein/ middel/ groot Omschrijving
Voorlichting
Na een crash wordt onmiddellijk gealarmeerd voor een vliegtuigongeval. Melding is door de AAO. Hij geeft nader aan om welk type vliegtuig het gaat en in welke rubriek dit toestel is geplaatst. Voorts geeft hij het aantal persons on board (POB’s) en eventuele bijzonderheden door. Centraal geregeld via ROT en het voorlichtingsplan RBP MAA.
B.2.3.2 Opschalen / afschalen Zodra de situatie daartoe aanleiding geeft, kan de rampbestrijdingsorganisatie meteen opgeschaald, danwel afgeschaald worden, aan de hand van een vergelijk van de werkelijke situatie met de classificaties en rubricering van het vliegtuig De Manager Airport Operations (MAO) is bevoegd tot op/afschalen van dit rampbestrijdingsplan. Daadwerkelijk zal deze bevoegdheid worden uitgevoerd door de AAO, zijnde de persoon, die namens de havenmeester de leiding heeft over de Havendienst. Hij/ zij geeft de betreffende classificatie door aan de meldkamer brandweer. Afschalen kan plaatsvinden na veilige landing, danwel direct na de crash en als de leider COPI inzicht heeft gekregen over de daadwerkelijke impact van het ongeval. Van belang is het moment dat de Airport Fire Officer (AFO) inzicht heeft in het vermoedelijke aantal en de situatie van de slachtoffers.
15
B.2.3.3 Multidisciplinaire alarmering luchtvaartongeval. De havendienst MAA zal haar alarmering doorgeven aan de meldkamer brandweer. Indien de melding van derden komt, zal de meldkamer brandweer contact opnemen met de havendienst MAA om het bericht te verifiëren. Conform het scenario luchtvaartongeval zal er standaard opgeschaald volgende de GRIP-structuur per categorie vliegtuig. In schemavorm ziet dit als volgt uit: Vooralarmen Vliegtuigongevallen Vooralarm vliegtuig klein = grip 0 Vliegtuigongeval klein = grip 0 Vooralarm vliegtuig middel = grip 1 vliegtuigongeval middel = grip 3 Vooralarm vliegtuig groot = grip 1 vliegtuigongeval groot = grip 3 Paraat vliegtuig = grip 0 De complete uitwerking van de alarmeringen zijn opgenomen in het alarmeringsschema in bijlage 5. Maastricht Aachen airport zorgt voor haar eigen interne alarmering van de benodigde functionarissen. Gesteld wordt dat na een crash duidelijk is in welke gemeente het ongeval plaats heeft gevonden. Alsdan wordt opgeschaald naar GRIP-3 voor de gemeente Beek danwel Meerssen. De gemeentegrens is aangegeven op de kaart “werkingsgebied” (in bijlage 1). Het luchtvaartterrein zelf ligt in zijn geheel in de gemeente Beek. Indien het vliegtuig na een ongeval op de gemeentegrens ligt of indien er twijfel is over de locatie, zal altijd gealarmeerd worden conform het gedeelte in de gemeente Beek.
B.2.4 Coördinatie en uitvoering luchtvaartongeval. De Airport Fire Officer zet bij een luchtvaartongeval binnen het werkingsgebied met de luchtvaartbrandweer in op brandbestrijding en het creëren van een overleefbare situatie. Bij aankomst van de OVD of HOvD van de brandweer draagt de AFO van de luchthavenbrandweer het bevel aan deze over. De luchthavenbrandweer (inclusief AFO) wordt onderdeel van brandweerpeloton 100. Na inrichting COPI (binnen ’n half uur) neemt de leider COPI de leiding over. De OL (operationeel leider) zal na inrichting ROT de formele operationele leiding nemen. Indien er sprake is van gevaarlijke stoffen in de lading, wordt deze lijst via een NOTOC (gevaarlijke stoffenlijst) door de Havendienst MAA aan de meldkamer brandweer en het COPI worden aangeboden. Voor het ROT zal de verkeerssituatie (waaronder de A2) rondom de luchthaven in een vroegtijdig stadium een belangrijk aandachtspunt zijn.
B.2.5 Voorzieningen en aandachtspunten scenario luchtvaartongeval. Onderstaande voorzieningen en aandachtspunten zijn te benoemen voor het scenario luchtvaartongeval: • Toegangspoort 13 (calamiteitenpoort), openen en controleren door KMar e e Toegang voor GHOR (OVD-G, 1 en 2 ambulance), brandweer en overige leden COPI. • Toegangspoort 3 (vliegveldweg bij vrachtloods noord), openen en controleren door KMar. In- en uitgang voor overige ambulances, die zich dienen te melden bij de coördinator gewondenvervoer (CGV), CRIB en O&V. Opstelplaats ambulances is voor Vrachtloods Noord. • COPI vestigt zich in de COH (commandohaakarmbak). Deze wordt geplaatst nabij het incident, in het veilige gebied, bovenwinds. De COPI-functionarissen komen eveneens via poort 13 ter plaatse. • Op het luchthaventerrein is het gebruik van zwaailichten en sirenes niet toegestaan. De Airport Fire Officer (AFO) voert aanvankelijk een groen zwaailicht. Na overdracht van het commando (AFO aan COPI) voert de COH deze groene lamp. • Opvanglocaties: T3 en niet gewonde slachtoffers: Gebouw Air Service Limburg, Horsterweg 27, Beek. Vertrekkende passagiers: Hotel Tulip-inn ,Vliegveldweg 86, Beek Halers/ brengers & langdurige opvang: Hotel Van der Valk,Mauritslaan 65,Stein-Urmond Overleden slachtoffers: Hangar, Vliegveldweg 17, Maastricht Aachen airport.
16
B.2.6 Communicatie en verslaglegging. De diverse hulpverleningsdiensten beschikken over C2000 verbindingsmiddelen ten behoeve van het operationele berichtenverkeer. Ook de luchthavenbrandweer (AFO) en de KMar zijn voorzien van deze middelen. De complete verbindingsschema’s van de hulpdiensten en het COPI voor het RBP MAA zijn opgenomen in bijlage 2. Voor de totale organisatie en telefoonnummers van verantwoordelijken is Veiligheidsnet beschikbaar als informatiebron. Sitraps (situatie rapporten) tussen de coördinerende teams worden standaard op Veiligheidsnet/ LCMS geplaatst. Bij uitval van telefonie is op de luchthaven voorzien in een aansluiting op het nationale noodnet en kan in de commandohaakarmbak gebruik gemaakt worden van een satelliettelefoon. Verslaglegging vindt naast de SITRAPS plaats via een digitaal logboek op Veiligheidsnet/ LCMS, waarin alle van belang zijnde beslissingen, handelingen en gebeurtenissen met bijbehorende plaats, datum en tijdstip worden bijgehouden. Op grond van aanwijzingen van het Ministerie dienen archiefbescheiden die informatie bevatten over de oorzaak, toedracht en bestrijding van crises door overheidsdiensten vooralsnog 10 jaar te worden bewaard.
B.2.7 Inzet luchthavenbrandweer buiten het werkingsgebied van het RBP MAA. De luchthaven werkt haar interne alarmrol af en zal, indien een ongeval heeft plaatsgevonden op grondgebied van de gemeente Beek of Meerssen, waar mogelijk facilitaire en operationele bijstand verlenen. Daartoe is tussen de luchthaven MAA en de gemeenten Beek en Meerssen op 12 oktober 1998 een convenant afgesloten.
B.2.8 Nazorg en evaluatie. De betreffende gemeente verzamelt het noodzakelijke evaluatiemateriaal. Dit zijn in ieder geval: • de ten tijde van de ramp (on-line) op informatiedragers vastgelegde gegevens, zoals opnames van telefoon- en mobilofoonverkeer in de gemeenschappelijke meldkamer Zuid-Limburg, alsmede tijdens de hulpverlening gemaakte foto's. Beeld- en geluidsdragers worden voor tenminste 10 jaar bewaard. • logboeken, aantekeningen en verslagen van het beleidsteam, het operationeel team, de diverse gemeentelijk actiecentra en de parate diensten. Een definitieve rapportage wordt opgesteld nadat dit onderzoek diepgaand is uitgevoerd en resultaten van nadere onderzoeken die een ander en/of breder veld bestrijken, voorhanden zijn. Deze externe rapporten, maar ook de interne discussies worden betrokken bij de definitieve (inter) gemeentelijke evaluatie van de ramp. Zowel het concept als het definitieve rapport worden niet eerder openbaar gemaakt dan na goedkeuring door de burgemeesters van Beek en Meerssen. Incidentonderzoek wordt ook uitgevoerd in het kader van de toezichtstaak van de rijksoverheid op de kwaliteiten van de rampenbestrijding. De Onderzoeksraad Voor Veiligheid is belast met het onafhankelijke onderzoek naar incidenten, ongevallen en rampen in alle sectoren (met name defensie, transport, industrie, gezondheidszorg, natuur en milieu). Het onderzoek naar de identiteit van slachtoffers dient conform artikel 76 (wet op de lijkbezorging) uitgevoerd te worden door het RIT van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD).
17
B.2.9 Processen scenario luchtvaartongeval P R O C E S S E N: Algemene en ondersteunende processen A B C D E F
Alarmering Communicatie Logistiek Registratie en verslaglegging Evaluatie Archivering
DIENSTEN Gem. Brw 9 9 9 9 9 9
Cluster Bron- en effectbestrijding 01 Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen 02 Redden en technische hulpverlening 03 Ontsmetten mens en dier 04 Ontsmetten voertuigen en infrastructuur 05 Waarnemen en meten 06 Waarschuwen van de bevolking 07 Toegankelijk maken en opruimen
9 9 9 9 9 9
Pol / Kmar
Ghor
9 9 9 9 9 9
9 9 9 9 9 9
9 9
n.v.t. n.v.t. 9
n.v.t. 9
Cluster Geneeskundige hulpverlening 08 Geneeskundige hulpverlening – somatisch 09 Preventieve openbare gezondheidszorg 10 Geneeskundige hulpverlening – psychosociaal
9 9 9
Cluster Rechtsorde en verkeer 11 Ontruimen en evacueren 12 Afzetten en afschermen 13 Verkeer regelen 14 Handhaven openbare orde 15 Identificeren slachtoffers 16 Begidsen 17 Strafrechtelijk onderzoek Cluster Bevolkingszorg 18 Voorlichten en informeren 19 Opvangen en verzorgen 20 Uitvaartverzorging 21 Registratie van slachtoffers 22 Voorzien in primaire levensbehoeften 23 Registratie van schade en afhandeling 24 Milieuzorg 25 Nazorg
n.v.t. 9 9 9 9 9 9
9 9 9 9 9 9 9 9
18
B.3 Scenario besmetting. B.3.1 Beschrijving scenario. In de nieuwe Wet publieke gezondheidszorg zijn de International Health Regulations van de WHO opgenomen. Dit heeft op het gebied van infectieziekten (bijv. quarantaine) gevolgen voor Nederlandse luchthavens. Ook de Zuid-Limburgse luchthaven Maastricht Aachen Airport (MAA) valt onder deze regeling. Verantwoordelijk hiervoor is de Burgemeester van de gemeente Beek (grondgebied gemeente Beek). MAA is aangewezen als een B luchthaven wat betekend dat MAA (gedeeltelijk) moet zijn voorbereid op een incident waarin een infectieziekte een rol in speelt. Een A luchthaven met veel internationaal verkeer moet op alles zijn voorbereid. In Nederland is alleen Schiphol aangewezen als A luchthaven. Welke infectieziekten Incidenten waarbij een infectieziekte een rol speelt betreft het vermoeden van de volgende infectieziekten: 1) Difterie 2) Nieuwe Humane influenza 3) Pokken 4) Polio 5) SARS 6) Rabiës 7) Virale hemorrhagische koorts 8) Mogelijke onbekende verwekker
B.3.2 Coördinatie en uitvoering scenario besmetting. Voor wat betreft biologische incidenten (met name infectieziekten) wordt verwezen naar het calamiteitenplan MAA waarin een procedure (stappenplan) is opgenomen over hoe men dient om te gaan met (mogelijk) besmette passagiers en goederen.
19
B.3.3 Processen scenario besmetting. P R O C E S S E N: Algemene en ondersteunende processen A B C D E F
Alarmering Communicatie Logistiek Registratie en verslaglegging Evaluatie Archivering
DIENSTEN Gem. Brw 9 9 9 9 9 9
Cluster Bron- en effectbestrijding 01 Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen 02 Redden en technische hulpverlening 03 Ontsmetten mens en dier 04 Ontsmetten voertuigen en infrastructuur 05 Waarnemen en meten 06 Waarschuwen van de bevolking 07 Toegankelijk maken en opruimen
9 9 9 9 9 9
Pol / Kmar
Ghor
9 9 9 9 9 9
9 9 9 9 9 9
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Cluster Geneeskundige hulpverlening 08 Geneeskundige hulpverlening – somatisch 09 Preventieve openbare gezondheidszorg 10 Geneeskundige hulpverlening – psychosociaal
9 9 9
Cluster Rechtsorde en verkeer 11 Ontruimen en evacueren 12 Afzetten en afschermen 13 Verkeer regelen 14 Handhaven openbare orde 15 Identificeren slachtoffers 16 Begidsen 17 Strafrechtelijk onderzoek Cluster Bevolkingszorg 18 Voorlichten en informeren 19 Opvangen en verzorgen 20 Uitvaartverzorging 21 Registratie van slachtoffers 22 Voorzien in primaire levensbehoeften 23 Registratie van schade en afhandeling 24 Milieuzorg 25 Nazorg
n.v.t. 9
n.v.t. n.v.t. n.v.t. 9 9
9 9
n.v.t. 9
n.v.t. n.v.t. 9
20
B.4 Scenario kaping.
B.4.1 Scenariobeschrijving kaping. Voor het maatscenario kaping wordt uitgegaan van de landing van een gekaapt toestel op de luchthaven MAA en indien mogelijk naar een afgezonderde locatie (emergency location) getaxied wordt. Deze locatie moet van alle kanten goed bereikbaar zijn en het primaire proces van de luchthaven zo min mogelijk storen. Het kan aanvankelijk nog niet helemaal duidelijk zijn of een toestel daadwerkelijk gekaapt is. Dit is afhankelijk van de informatie die vanuit het vliegtuig naar de luchtverkeersleiding mondeling en/of via de transponder gecommuniceerd kan worden. Als kapers in de cockpit zijn, is het onwaarschijnlijk dat de bemanning mondeling kan doorgeven dat er een kaping gaande is. Mogelijk lukt het de bemanning wel de transpondercode ‘7500’ te selecteren. Dit is de internationale code voor ‘dit toestel is gekaapt’. Bij een kaping wordt er meestal onderhandeld met kapers. Als dit niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt ingegrepen met een snelle interventie door de Dienst Speciale Interventies (DSI). De DSI valt onder volle verantwoordelijkheid van de hoofdofficier van Justitie. De mate van geweld die gehanteerd wordt door de DSI is aangepast aan de situatie. De omgeving van het toestel wordt ruim afgezet en er zullen veel verwanten naar de luchthaven komen of gaan bellen. Ook nu zal de mediabelangstelling groot zijn. Hulpdiensten verzamelen zich op een uitgangstelling op veilige afstand. Analyse van kapingen maakt duidelijk dat er bij kapingen gemiddeld genomen 1 passagier overlijdt. Het lijkt op basis hiervan voor de hand te liggen bij het op stellen van maatscenario’s uit te gaan van weinig doden en gewonden maar wel van veel getraumatiseerde slachtoffers onder de passagiers die psychosociale hulp nodig hebben. Als er geschoten is kunnen gewonde slachtoffers schotwonden hebben. Pas als de politiediensten de situatie na het beëindigen van de interventie veilig verklaard hebben, kan door de operationele diensten van de Veiligheidsregio en de exploitant opgetreden worden.
B.4.2 Coördinatie en uitvoering scenario kaping. Bij de aanpak van crises met kaping treedt de politie op ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en staat zij onder gezag van de officier van justitie. Op het luchthaventerrein is de Koninklijke Marechaussee de betreffende politiedienst. De aard van de crisis vraagt om terughoudendheid van het optreden van (luchthaven-)brandweer en overige operationele diensten. Indien nodig zal opgeschaald worden conform de GRIP-structuur. Bij een inzet met geweld van de DSI zal de minister van Justitie akkoord moeten geven. Procedures en werkwijze met betrekking tot verwachte of directe terroristisch dreiging op en rondom de luchthaven Maastricht Aachen airport zijn opgenomen in het ‘Risicomanangementmodel Maastricht Aachen aiport’. Dit document is op Veiligheidsnet bij het rampbestrijdingsplan geplaatst.
B.4.3 Afhandeling scenario kaping. Indien wenselijk kan gebruik worden gemaakt van de voorzieningen zoals genoemd bij scenario luchtvaartongeval (zie B.2.5).
21
B.4.4 Processen scenario kaping P R O C E S S E N: Algemene en ondersteunende processen A B C D E F
Alarmering Communicatie Logistiek Registratie en verslaglegging Evaluatie Archivering
DIENSTEN Gem. Brw 9 9 9 9 9 9
Cluster Bron- en effectbestrijding 01 Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen 02 Redden en technische hulpverlening 03 Ontsmetten mens en dier 04 Ontsmetten voertuigen en infrastructuur 05 Waarnemen en meten 06 Waarschuwen van de bevolking 07 Toegankelijk maken en opruimen
9 9 9 9 9 9
Pol / Kmar
Ghor
9 9 9 9 9 9
9 9 9 9 9 9
n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Cluster Geneeskundige hulpverlening 08 Geneeskundige hulpverlening – somatisch 09 Preventieve openbare gezondheidszorg 10 Geneeskundige hulpverlening – psychosociaal
9
n.v.t. 9
Cluster Rechtsorde en verkeer 11 Ontruimen en evacueren 12 Afzetten en afschermen 13 Verkeer regelen 14 Handhaven openbare orde 15 Identificeren slachtoffers 16 Begidsen 17 Strafrechtelijk onderzoek Cluster Bevolkingszorg 18 Voorlichten en informeren 19 Opvangen en verzorgen 20 Uitvaartverzorging 21 Registratie van slachtoffers 22 Voorzien in primaire levensbehoeften 23 Registratie van schade en afhandeling 24 Milieuzorg 25 Nazorg
9 9 9 9 9 9 9
9 9 9 9 9
n.v.t. n.v.t. 9
22
Deel C: Uitwerking processen
23
Proces 1
Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen Inzetplan brandbestrijding
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid Limburg
Uitvoering door:
Brandweer in samenwerking met andere disciplines
Van toepassing bij scenario
Luchtvaartongeval
Voorlopig inzetplan brandbestrijding Voor de brandbestrijding primair beschikt de luchthavenbrandweer over voldoende potentieel (KNOCK-DOWN). Indien nodig kan de overheidbrandweer bijstand verlenen. 1. Situatie Volledig in brand staand vliegtuig. Luchthaven brandweer is bezig met de brandbestrijding en neemt waar mogelijk een aanvang met redding. 2. Opdracht De overheidsbrandweer voert een systematische verkenning uit, redt zo mogelijk, ondersteunt de nablussing en dekt overledenen af. 3. Uitvoering 3.1 Blussing. Luchthavenbrandweer verzorgd primair de brandbestrijding (90% KNOCK-DOWN). Crashtenders luchthavenbrandweer kunnen eventueel pendelen naar open water of rein waterkelder op vliegveldterrein voor extra bluswater. Indien nodig kunnen zij worden bijgestaan door de overheidbrandweer. 3.2 Redding. Conform proces 2; redden en technische hulpverlening. 3.3 Berging overledenen Overledenen worden alleen verplaatst indien dit voor redding en medische verzorging van gewonden noodzakelijk is. Zie Proces 2a / redden en technische hulpverlening 4. Veiligheid. • Gebruik ademlucht noodzakelijk i.v.m. constructiemateriaal vliegtuigwand. • Zo snel mogelijk zicht krijgen op gevaarlijke stoffen in de lading door NOTOC (gevaarlijke stoffenlijst) via Havendienst MAA. • Let op met zuurstofcilinders in vliegtuigwand.
24
Proces 1
Bestrijden van brand en emissie gevaarlijke stoffen inzetplan Regionaal Adviseur gevaarlijke Stoffen (RAGS)
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid Limburg
Uitvoering door:
Brandweer in samenwerking met andere disciplines
Van toepassing bij scenario
Luchtvaartongeval
Voorlopig inzetplan Regionaal Adviseur gevaarlijke Stoffen (RAGS) 1. Toestand Zowel bij een passagiers- als een vrachtvliegtuig wordt de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, anders dan de brandstof, aanwezig verondersteld. 2. Opdracht 1. Stel de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen en vervolgens het gevaar voor de hulpverleners vast. De eventuele aanwezigheid van gevaarlijke stoffen (Dangerous Goods) aan boord van een toestel staat vermeld in het vrachtdocument, de zogenaamde “NOTOC” (Special Load Notification-to-Captain). Deze NOTOC is verkrijgbaar via de Havendienst van MAA. De Havendienst zal er voor zorgdragen dat de NOTOC zo spoedig mogelijk in handen wordt gesteld van het COPI ter attentie van de RAGS 2. Zet het onveilige gebied af. 3. In moderne vliegtuigen worden kunststoffen (fiber-components) gebruikt. De stoffen kunnen schadelijke gevolgen hebben. Bij brand komen toxische gassen en dampen maar ook kleine fiberdeeltjes vrij, die bij inhalering diep in de longen schade kunnen aanrichten. De brandweer heeft de taak het onveilige gebied af te zetten. Binnen dit gebied worden alleen hulpverleners toegelaten die voorzien zijn van de standaard uitrukkleding van de brandweer en adembescherming. Het spreekt voor zich dat gewondennesten (zie proces 8 / geneeskundige hulpverlening somatisch) dienen te worden ingericht in het bovenwinds gebied). 4. Spoor eventueel gevaarlijke stoffen op en dam deze in. 3. Uitvoering Conform vaste procedure. Stem de werkzaamheden af met de commandant rampterrein (COPI). Zie proces 24 / milieuzorg 4. Ondersteuning De WVD-organisatie zorgt voor aanvullende meetploegen. 4. Veiligheid. • Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. • Zo snel mogelijk zicht krijgen op gevaarlijke stoffen in de lading door NOTOC (gevaarlijke stoffenlijst) via Havendienst MAA. • Regelmatig landen op MAA vliegtuigen met 1.4S explosieven. De NOTOC moet hier zo snel mogelijk uitsluitsel over geven.
25
Proces 2
Redden en technische hulpverlening inzetplan redding
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid-Limburg
Uitvoering door:
Brandweer in samenwerking met andere disciplines
Van toepassing bij scenario
Luchtvaartongeval
Voorlopig inzetplan redding. De luchthavenbrandweer heeft een overleefbare situatie gecreëerd waarna de overheidsbrandweer start met redden en technische hulpverlening. 1. Situatie De brand is onder controle, de brand breidt zich niet verder uit en de reddingswerkzaamheden nemen een aanvang. In rompdelen van een niet (ernstig) brandend vliegtuig kunnen inzittenden opgespoord, bevrijd en in veiligheid gebracht worden, waarbij zo mogelijk eerste geneeskundige hulp wordt geboden. Verder zijn over een groot gebied brokstukken en verspreid liggende of vluchtende slachtoffers te verwachten. 2. Opdracht De overheidsbrandweer richt zich op de redding van overlevenden in de rompdelen (zo nodig onder dekking van stralen) en spoort, op systematische wijze, overlevenden op die verspreid zijn in de directe omgeving. Overledenen worden niet verplaatst. 3. Uitvoering Voor de wijze van bevrijden laat de brandweer zich adviseren door de luchthavenbrandweer. Voor de wijze van redden van de overlevenden volgt de brandweer de aanwijzingen van het ambulancepersoneel. Richtlijnen benodigde personele capaciteit redding: Niet bekneld slachtoffer: 10 minuten voor 2 brandweermensen. Bekneld slachtoffer: 40 minuten voor 2 brandweermensen. Het bergen van overledenen verlangt nadere coördinatie. Politie, RIT dan wel KMar zijn hierin bepalend. 4. Terugkoppeling De commandant rampterrein (COPI) draagt zorg voor de onderlinge afstemming van werkzaamheden, de bewaking van de voortgang en de rapportage aan het bevoegd gezag.
26
Proces 3
Ontsmetten van mens en dier
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid-Limburg
Uitvoering door:
Brandweer in samenwerking met GHOR
Dit proces is niet van toepassing.
Proces 4
Ontsmetten van voertuigen en infrastructuur
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid-Limburg
Uitvoering door:
Brandweer
Dit proces is niet van toepassing.
Proces 5
Waarnemen en meten
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid-Limburg
Uitvoering door:
Brandweer
Van toepassing bij scenario
Luchtvaartongeval
Het meten van verontreiniging (in de onmiddellijke omgeving van het incident = brongebied), geschiedt, kort na het plaatsvinden van het incident, door de Regionaal Adviseur Gevaarlijke Stoffen (RAGS). Voor het veilig werken van de hulpverleners ter plaatse worden binnen het COPI afspraken gemaakt, waarbij de advisering van de RAGS wordt gevolgd (zie proces 1b). De RAGS rapporteert zijn bevindingen aan de commandant ongevals-/rampterrein (COPI). Deze neemt, indien nodig, direct maatregelen en rapporteert aan de operationeel leider door middel van een situatierapportage. De (Inter-) gemeentelijke Milieudienst dient te worden geïnformeerd.
27
Proces 6
Waarschuwen van de bevolking
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid Limburg
Uitvoering door:
Brandweer in overleg met Voorlichting
Dit proces is normaal gesproken alleen van toepassing bij een (dreigende) emissie van gevaarlijke stoffen, met het doel de bevolking te waarschuwen. Gezien het maatgevende scenario is dat niet aan de orde. Maatregelen die in dit plan zijn omschreven kunnen echter gevolgen hebben voor omwonenden en bedrijven. Daarbij dient met name te worden gedacht aan de effecten van verkeersmaatregelen. Indien over specifieke maatregelen de bevolking dient te worden geïnformeerd, geschiedt dat door de voorlichter. Hiervoor wordt verwezen naar proces 18 / voorlichten en informeren
Proces 7
Toegankelijk maken en opruimen
Procesverantwoordelijke
Commandant Brandweer Zuid Limburg
Uitvoering door:
Brandweer in overleg met MAO, KMar en politie
In het rampterrein kunnen hinderlijke blokkades belemmerend zijn voor het goed functioneren van de hulpverlening. In dat geval zal er overleg met de liaison luchthaven MAO en KMar in het COPI afspraken worden gemaakt over het toegankelijker maken van het incidentterrein. In alle gevallen wordt uitsluitend gebruikt gemaakt van verharde paden. Bij inwerkingtreding RBP MAA ingeval van een ongeval klein-, middel- danwel groot, mag er van worden uitgegaan dat de luchthaven voor alle vliegverkeer gesloten is. In de overige gevallen dient men uitsluitend op aanwijzing en met toestemming van de MAO / KMar van de wegen op het luchthaventerrein gebruik te maken. Een goede aan- en afvoerroute van de hulpverleners op het luchthaventerrein dient te worden verzorgd in overleg met en zonodig door MAA. Voor een goede aan- en afvoerroute buiten het luchthaventerrein, dient in overleg met de politie een verkeerscirculatieplan te worden gemaakt. Een eerste aanzet hiervoor is aanwezig op de regionale meldkamer politie. Er is een relatie met Proces 13 / verkeer regelen en met Proces 16 / Begidsen
28
Proces 8
Geneeskundig Hulpverlening - somatisch
Procesverantwoordelijke
Regionaal Geneeskundig Functionaris
Uitvoering door:
GHOR
Het doel van dit proces is het redden van mensen en beperken van letsel (schade). Om dit te kunnen bereiken moet snelle en hoogwaardige geneeskundige hulp direct na het ontstaan van een ramp of zwaar ongeval gegarandeerd worden. Dit door in korte tijd een zo groot mogelijk aantal slachtoffers op te vangen, te stabiliseren, vervoersgereed te maken en te transporteren naar een ziekenhuis of behandelcentrum. Dit met het uiteindelijke doel, het minimaliseren van ziektelast en sterfte van slachtoffers. Het proces 8 staat verder uitgewerkt in het “Procesplannenboek GHOR Zuid- Limburg”. Slachtoffers met psychische klachten vallen onder het GHOR proces “Psychosociale hulpverlening”. Aandachtspunten: Poort 13: Via deze poort wordt alleen aangereden door de Ovd-G en de eerste en tweede ambulance. Van hieruit verplaatst men zich naar de incidentplek. Bij het voertuig AFO (Airport Fire Officer) met groen zwaailicht wordt in een eerste COPI-overleg nader afgestemd. Poort 3: Poort 3 wordt gebruikt voor de derde en alle volgende ambulances, GNK-s en CGV. Voor vrachtloods Noord (zijde luchthaventerrein) is het ambulancestation. Hier worden ambulances geparkeerd in afwachting op afroep om aan te rijden naar incident. Poort 3 is de fysieke plek voor de CGV. Alle aankomende ambulances melden zich bij de CGV evenals de vertrekkende ambulances. Deze krijgen van de CGV te horen naar welk ziekenhuis ze de patiënt moeten vervoeren en kan registratie plaatsvinden. e
ASL gebouw (opvanglocatie 1 fase): De opvanglocatie wordt in gereedheid gebracht in opdracht van gemeente. e Dit gebouw zal gebruikt worden als 1 opvanglocatie van oa. T3 slachtoffers. De luchthaven zal de T3 slachtoffers per bus vervoeren naar deze locatie. Zodra de GHOR voldoende is opgeschaald zal een ambulanceteam worden ingezet bij deze opvanglocatie. Het ASL gebouw (incl. hangar) kan tevens gebruikt worden voor de opvang van T1/T2 slachtoffers. Dit is afhankelijk van de situatie (weersomstandigheden, capaciteit ziekenhuizen en ambulances etc.) en gebeurt op verzoek van OvD-G. e
Van der Valk hotel Urmond (opvanglocatie 2 fase) Zodra mogelijk zullen de T3 slachtoffers vanuit het ASL gebouw verplaatst worden naar deze locatie. De slachtoffers worden per bus vervoerd conform gemeentelijk proces “Opvang en verzorgen”. Verdere specifieke instructies/aandachtspunten voor repressie bij MAA incidenten, zijn verwerkt in aparte instructiekaarten (voor de betreffende functionaris(sen).
29
Proces 9
Preventieve Openbare Gezondheidszorg
Procesverantwoordelijke
Regionaal Geneeskundig Functionaris
Uitvoering door:
GHOR
De preventieve openbare gezondheidszorg (POG) is erop gericht om extra gewonden en/of slachtoffers bij incidenten met een gevaar voor mens en milieu te voorkomen. In tegenstelling tot de andere GHOR processen houdt de GHOR zich binnen dit proces niet bezig met de organisatie en uitvoering van de gewondenzorg maar met de advisering (om zo de noodzaak tot gewondenzorg zoveel mogelijk te beperken). RNC (radiologisch, nucleair, chemisch) incidenten: Op basis van de scenario’s “Brand”, “Explosie” en “Toxisch”, worden door de Regionaal Adviseur Gevaarlijke Stoffen (RAGS), de Waarschuwings- en Verkenningsdeskundige (WVD-deskundige) en de Geneeskundige Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) adviezen geformuleerd voor de hulpverlening en de bevolking. Deze adviezen kunnen bestaan uit adviezen ter uitvoering van de in en uitwendige decontaminatie en gedragsadviezen ten behoeve van de bevolking. Namens het RBT worden deze adviezen bekend gemaakt aan de bevolking. Biologische incidenten: Voor wat betreft biologische incidenten (met name infectieziekten) wordt verwezen naar het calamiteitenplan MAA waarin een procedure (stappenplan) is opgenomen over hoe men dient om te gaan met (mogelijk) besmette passagiers en goederen. Dit proces staat verder uitgewerkt in het “Procesplannenboek GHOR Zuid- Limburg”.
Specifieke instructies/aandachtspunten voor repressie bij MAA incidenten, zijn verwerkt in aparte instructiekaarten (voor de betreffende functionaris(sen)).
30
Proces 10
Geneeskundig Hulpverlening-psychosociaal
Procesverantwoordelijke
Regionaal Geneeskundig Functionaris
Uitvoering door:
GHOR
De psychosociale hulpverlening is zowel in rampomstandigheden als daarna gericht op psychosociale opvang van directe en indirecte slachtoffers, alsmede hulpverleners. Het gaat hierbij om het begeleiden van emoties, de herkenning en behandeling van verwerkingstoornissen en/of acute psychische klachten en het faciliteren van de verwerking. De GHOR zal PSH inzetten op de benodigde (opvang)plaatsen. Opvangplaatsen zijn opgenomen in het gemeentelijk proces “Opvang en verzorgen” Specifieke instructies/aandachtspunten voor repressie bij MAA-incidenten, zijn verwerkt in aparte instructiekaarten (voor de betreffende functionaris(sen)).
31
Proces 11
Ontruimen en evacueren
Procesverantwoordelijke
Korpschef Politie
Uitvoering door:
Politie
Proces is niet van toepassing. Indien er noodzaak toe bestaat, wordt gebruik gemaakt van hetgeen beschreven is in het gemeentelijk rampenplan
32
Proces 12a
Afzetten en afschermen binnen luchthaventerrein
Procesverantwoordelijke
Districtscommandant KMar Zuid
Uitvoering door:
KMar
1. Opdracht Het bemannen van afzetposten 2. Uitvoering De posten worden in prioriteitsvolgorde ingenomen. Poorten 13 en 3 worden als eerste bemenst. Verder volgens intern KMar-prioriteitsschema. Afschermen 1. Opdracht Door het innemen van afzetposten van Politie en KMar, het rampterrein ontoegankelijk maken voor onbevoegden. 2. Uitvoering Op de luchthaven blijft de bestaande toegangsregeling van kracht. Toegang tot de luchthaven hebben in elk geval: • Herkenbaar personeel van de overheids-hulpverleningsdiensten • Personeel luchthaven met luchthavenpas (Status Rood) • Personen in bezit van rampenlegitimatiebewijs. Bewaken Ter bewaking van de rampplaats is KMar personeel beschikbaar. Versterking Politie / ME Indien noodzakelijk zullen door de ME van de Politie Limburg Zuid / KMar op die plaatsen waar dit noodzakelijk is maatregelen ter bewaking c.q. afscherming genomen worden.
33
Proces 12b
Afzetten en afschermen buiten luchthaventerrein
Procesverantwoordelijke
Korpschef politie
Uitvoering door:
Politie
1. Opdracht Het bemannen van afzetposten Het afschermen van de opvanglocatie “van der Valk”. Het afschermen van gewondenlocatie Air Service Limburg (Horsterweg 27, Beek), buitenzijde vliegveld, indien noodzakelijk. Afschermen gemeentehuis Beek of Meerssen. 2. Uitvoering De posten worden in prioriteitsvolgorde ingenomen, gerelateerd aan de afzettingen van wegen en de daarmee verband houdende verkeerregeling. Afschermen 1. Opdracht Door het innemen van afzetposten van Politie opvanglocatie “van der Valk” ontoegankelijk maken voor onbevoegden. 2. Uitvoering Toegang tot de opvanglocatie hebben in elk geval: • Herkenbaar personeel van de overheids-hulpverleningsdiensten • Personen in bezit van rampenlegitimatiebewijs. Bewaken Ter bewaking van de opvanglocatie is politiepersoneel beschikbaar. Versterking Politie / ME Indien noodzakelijk zullen door de ME van de Politie Limburg Zuid op die plaatsen waar dit noodzakelijk is maatregelen ter bewaking c.q. afscherming genomen worden.
34
Proces 13
Verkeer regelen
Procesverantwoordelijke
Korpschef Politie
Uitvoering door:
Politie
Door de Regionale Meldkamer Politie worden bij alarm MAA, indien mogelijk, zes regionale surveillancevoertuigen vrijgemaakt. Indien mogelijk drie van het district Maastricht voor de posten in de gemeente Meerssen en drie surveillancevoertuigen van het district Sittard voor de posten gelegen binnen de gemeente Beek. De bemanning van deze voertuigen wordt belast met het innemen van vaste postpunten. Deze verkeersregelende maatregelen kunnen ook door motorrijders worden waargenomen. De politie draagt zorg voor de verkeersregeling rond het vliegveld. De toegangswegen naar de luchthaven worden afgesloten. Daartoe worden een aantal posten ingenomen. Deze postpunten zijn bekend bij de regionale meldkamer politie. Doorgang bij de postpunten wordt alleen verleend aan de hulpverlening alsmede aan personen die daartoe, blijkens een legitimatie, bevoegd zijn. Anderen worden alleen doorgelaten na toestemming van de operationeel commandant van politie. De gemeente zorgt voor de spoedige aanlevering van de voor het afzetten van de posten noodzakelijke hekwerken. Aanlevering van de hekwerken zal plaatsvinden met inachtneming van de door de Regiopolitie Limburg-Zuid aangegeven prioriteitslijst. Indien noodzakelijk zal door toedoen van de alarmcentrale van de KLPD te Driebergen de autoweg A2 richting Maastricht worden afgesloten op het klaverblad Kerensheide en op de aansluiting met de A79 te Maastricht wordt de A2 richting Eindhoven afgesloten, in eerste instantie middels drie surveillanceeenheden van de KLPD. Prioriteit bij deze afsluiting heeft de splitsing A2-A79. Deze splitsing dient altijd als eerste te worden afgezet. De KLPD neemt contact op met de incident management centrale van RijkswaterstaatEen liaison van het KLPD neemt zonodig zitting in het Regionaal Operationeel Team. De gehele verkeersaansturing en – regeling op de Noord-Zuid verbinding en omleidingwegen wordt overgenomen door de KLPD. De afzetting van de KLPD wordt zo spoedig mogelijk door Rijkswaterstaat vervangen middels een permanente afzetting. Afzetmateriaal en materiaal met betrekking tot de omleidingen wordt door Rijkswaterstaat in overleg met de KLPD aangebracht. De KLPD regelt verder de landelijke- en internationale berichtgeving betrekking hebbende op de omleiding via de A76. Op het moment dat dit mogelijk is, wordt gefaseerd weer verkeer toegelaten middels mobiele rijbaansignalering c.q. lichtkrant. Afzetmateriaal en materiaal met betrekking tot de omleidingen wordt door Rijkswaterstaat in overleg met de verantwoordelijke van de KLPD aangebracht.
35
Proces 14
Handhaven openbare orde
Procesverantwoordelijke
Korpschef Politie of Districtscommandant KMar Zuid Politie buiten luchtvaartterrein; KMar binnen luchtvaartterrein
Uitvoering door:
Politie of KMar
Het in het artikel 18 van de luchtvaartwet aangewezen luchtvaartterrein valt onder verantwoordelijkheid KMar, het overige gebied politie. Bij rampenbestrijding is handhaving van de rechtsorde niet van toepassing. Indien er bommeldingen, kapingen, gijzelingen, orde verstoringen en andere voorvallen plaatsvinden, dan zijn andere draaiboeken en bevoegdheden van toepassing. Handhaving van de openbare orde binnen het luchtvaartterrein De Burgemeester van de gemeente Beek is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde op Maastricht Aachen Airport. In geval van ordeverstoring zal worden gehandeld binnen de kaders van de Gedragscode betreffende Ordehandhaving op de luchthaven Maastricht Aachen Airport. Handhaving van openbare orde buiten het luchtvaartterrein De burgemeester van de desbetreffende gemeente, alwaar de verstoring van de openbare orde zich manifesteert, buiten het luchtvaartterrein, is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde.
36
Proces 15
Identificeren slachtoffers
Procesverantwoordelijke
Korpschef Politie of districtscommandant KMar Zuid Politie buiten luchtvaartterrein; KMar binnen luchtvaartterrein
Uitvoering door:
Politie (RIT) of KMar
1. Situatie In rompdelen van vliegtuigen en binnen het rampterrein bevinden zich overledenen. 2. Alarmering Het verzoek om bijstand van het RIT, wordt ten spoedigste gericht aan de Korpschef van het Korps Landelijke Politiediensten te Driebergen door de functionaris van de KMar of politie die zitting heeft genomen in het COPI. 3. Opdracht Het identificeren en bergen van de overledenen en het verstrekken van informatie aan het CRIB. De overledenen worden onder verantwoordelijkheid van het Hoofd Recherche en informatie (R&I) KMar district Zuid. Het verplaatsen van overledenen en/of aangetroffen goederen vindt alleen plaats als dit voor redding en medische verzorging van gewonden noodzakelijk is. Als de cockpitbemanning overleden is, dient deze door een schouwarts van het Nederlands Forensisch instituut gezien te worden. Zie Proces 21 / Registratie van slachtoffers 4. Uitvoering Het RIT meldt zich na opkomst in de materieelloods op Maastricht-Aachen Airport. Het bergen van de overledenen vindt niet eerder plaats dan na overleg met de (Hulp)officier van Justitie en officier van Justitie. Een lichaam wordt niet eerder geborgen dan nadat de leider bergingsploeg RIT, in zijn hoedanigheid van Hulpofficier van Justitie, verlof tot vervoer van het lichaam heeft gegeven. Nadat de lijkschouw heeft plaatsgevonden start het identificatietraject. Zie Proces 15 / identificeren van de slachtoffers Zie Proces 20 /uitvaartverzorging 5. Ondersteuning Hoofd R&I district Zuid KMar als aanspreekpunt; of divisiechef recherche politie; personeel technische recherche KMar of Politie; personeel tactische recherche KMar of Politie; bewakingspersoneel KMar of politie ten behoeve van morgue; forensisch geneeskundige. Brandweer- of medisch personeel ter ondersteuning. 35 mensen van RIT te verzorgen door hotel van der Valk in Urmond. Rekening houden met extra toe te voegen functionarissen zoals tactisch en technisch rechercheurs. 6. Terugkoppeling Het Hoofd R & I KMar district Zuid danwel Divisiechef Politie draagt zorg voor; • de onderlinge afstemming van de werkzaamheden • de bewaking van de voortgang en de rapportage aan het bevoegd gezag.
37
Proces 16a
Begidsen op het luchthaventerrein
Procesverantwoordelijke
Districtcommandant KMar Zuid
Uitvoering door:
KMar
Algemeen De ter plaatse komende hulpverleningsdiensten rijden na alarmering het luchtvaartterrein van Maastricht Aachen Airport op via de calamiteitenpoort 13 en poort 3. Poort 13 gelegen aan de Vliegveldweg ter hoogte van de oude radarpost, en Poort 3 noordelijk van de Vrachtloods.
Uitvoering • Poort 13 De loodspost bevindt zich bij de calamiteitenpoort. Het aldaar aanwezige KMar-personeel verwijst de hulpverleningsdiensten door naar de plaats van het ongeval. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van de landingsbanen, danwel de verharde wegen op het luchthaventerrein. Door weersomstandigheden is het immers mogelijk dat grote delen van het luchthaventerrein niet berijdbaar zijn. Dit doet zich met name voor in het gebied, ten zuiden van poort 13. • Poort 3 De loodspost KMar bevindt zich bij de ingang Het daar aanwezige KMar-personeel verwijst de hulpverleningsdiensten door naar de plaats opstelplaats ambulances (voor vrachtloods Noord), of A.S.L. gebouw (CRIB / MOC). -Vanaf het rampenterrein naar MOC via landingsbaan in noordelijke richting aan het einde rechts -Vanaf het Rampenterrein openbare weg via landingsbaan in noordelijke richting einde links • Begidsing pers na vrijgave rampterrein Na overleg met en toestemming van het beleidsteam, onder begeleiding van de persvoorlichters.
Proces 16b
Begidsen buiten het luchthaventerrein
Procesverantwoordelijke
Korpschef Politie
Uitvoering door:
Politie
1. Doel Ten tijde van een incident/calamiteit of dreiging daarvan zorg dragen voor de begeleiding van de bij de hulpverlening betrokken organisaties en/of personen ter voorkoming van stagnatie in de hulpverlening. 2. Taak Het begidsen buiten de luchthaven van en naar het luchthaventerrein toe. 3. Uitvoering Er zijn een aantal motorrijders en projectauto's op afroep beschikbaar. Met betrekking tot verkeersmaatregelen Zie proces 13 / verkeer regelen
38
Proces 17
Strafrechtelijk onderzoek
Procesverantwoordelijke
Korpschef Politie of districtscommandant KMar Zuid Politie buiten luchtvaartterrein; KMar binnen luchtvaartterrein
Uitvoering door:
Politie of KMar
Er dient een onderzoek te worden ingesteld ter vaststelling van de oorzaak van het ongeval. Indien de politie optreedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, dan wel taken verricht ten dienste van de justitie, staat zij, tenzij in enige wet anders is bepaald, onder gezag van de officier van justitie. Binnen dit onderzoek participeren het KLPD, afdeling luchtvaartpolitie Schiphol, de regiopolitie Limburg- Zuid en het KMar district Zuid.
39
Proces 18
Voorlichten en informeren
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Voorlichten en informeren
Uitvoering door:
Gemeente
Ingeval van een calamiteit is het algemene Rampenplan van de gemeente leidend. Wat betreft een calamiteit op en om de luchthaven MAA is het specifieke Rampbestrijdingsplan MAA van toepassing. Van daaruit kan verwijzing plaatsvinden naar het algemene Rampenplan. Wanneer zich op luchthaven MAA een calamiteit voordoet, betreft het grondgebied gemeente Beek en treedt het Rampbestrijdingsplan MAA in werking, specifiek onderdeel 'Gemeente Beek'. Wanneer bijvoorbeeld een vliegtuig van de landingsbaan afraakt en doorschiet naar het grondgebied van de gemeente Beek treedt eveneens het Rampbestrijdingsplan MAA in werking, specifiek onderdeel 'Gemeente Beek'. Wanneer bijvoorbeeld een vliegtuig van de landingsbaan afraakt en doorschiet naar het grondgebied van de gemeente Meerssen treedt eveneens het Rampbestrijdingsplan MAA in werking, specifiek onderdeel 'Gemeente Meerssen'. De afspraken over samenwerking: Opschaling vindt plaats op basis van Grip 3, gemeentelijk niveau. De beleidsvoorlichter van de gemeente waar de calamiteit plaatsvindt is coördinerend. Na alarmering gaat de piketvoorlichter (voorlichterspool) naar plaats incident en neemt zitting in het COPI. De beleidsvoorlichter van de betrokken gemeente neemt zitting in het GBT. Een voorlichter uit de voorlichterspool vervult de functie van Hoofd Actiecentrum Voorlichting en richt het actiecentrum verder in. Bij de gemeente Meerssen vervult een van de eigen voorlichters de functie van Hoofd Actiecentrum Voorlichting. De voorlichter van de luchthaven blijft centraal op de luchthaven en stemt af met de piketvoorlichter (COPI).
De procesbeschrijving op gemeentelijk niveau is nader uitgewerkt in: Proces 18a Proces 18b
Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Beek Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Meerssen
40
Proces 18a
Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Beek
Verantwoordelijke
Verantwoordelijke Actiecentrum Voorlichting Beek
Uitvoering door:
Gemeente Beek
A. Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Beek Een voorlichter uit de voorlichterspool fungeert als Hoofd Actiecentrum Voorlichting in de gemeente Beek. Hij/zij draagt zorg voor de personele invulling van het actiecentrum. De inhoud van de verschillende taken zijn te vinden in het regionaal deelproces voorlichting. B. Publieksinformatie De beleidsvoorlichter (GBT) zorgt ervoor dat (toestemming gegeven wordt voor) het vrijgeven van eventuele passagiersinformatie via het publieksinformatiecentrum door derden of via de publiekstelefoon. Voor de publiekstelefoon wordt (in opdracht van GBT) het Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) ingeschakeld. Het landelijk call-center wordt ingezet. De betrokken luchtvaartmaatschappij zal zelf een publieksinformatiecentrum c.q. telefoonnummers open stellen (OCC Schiphol). C. Voorlichting Maastricht Aachen Airport (afhalers/brengers/familie e.d.) De voorlichter van MAA draagt zorg voor informatieoverdracht aan afhalers / brengers / familie van passagiers (mogelijke slachtoffers). De voorlichter van MAA conformeert zich aan de afspraken/ werkwijze als gemaakt binnen het regionaal deelproces voorlichting. D. Perscentrum Conform de afspraken in het gemeentelijk rampenplan wordt een perscentrum ingericht. Het hoofd actiecentrum voorlichting draagt zorg voor de inrichting. Bezoek van media aan rampterrein worden vanuit het perscentrum gecoördineerd. E. Opvang VIP’s Opvang en begeleiding van hoogwaardigheidsbekleders gebeurt onder verantwoordelijkheid van het GBT. De beleidsvoorlichter heeft de coördinatie.
41
Proces 18b Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Meerssen Verantwoordelijke
Verantwoordelijke Actiecentrum Voorlichting Meerssen
Uitvoering door:
Gemeente Meerssen
A. Gemeentelijk Actiecentrum Voorlichting Meerssen Een van de eigen voorlichters (Meerssen) fungeert als Hoofd Actiecentrum Voorlichting in de gemeente Meerssen. Hij/zij draagt zorg voor de personele invulling van het actiecentrum. De inhoud van de verschillende taken zijn te vinden in het regionaal deelproces voorlichting. B. Publieksinformatie De beleidsvoorlichter (GBT) zorgt ervoor dat (toestemming gegeven wordt voor) het vrijgeven van eventuele passagiersinformatie via het publieksinformatiecentrum door derden of via de publiekstelefoon. Voor de publiekstelefoon wordt(in opdracht van GBT) het Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) ingeschakeld. Het landelijk call-centrum wordt ingezet. De betrokken luchtvaartmaatschappij zal zelf een publieksinformatiecentrum c.q. telefoonnummers open stellen (OCC Schiphol). C. Voorlichting Maastricht Aachen Airport (afhalers/brengers/familie e.d.) De voorlichter van MAA draagt zorg voor informatieoverdacht aan afhalers / brengers / familie van passagiers (mogelijke slachtoffers). De voorlichter van MAA conformeert zich aan de afspraken/ werkwijze als gemaakt binnen het regionaal deelproces voorlichting. D. Perscentrum Conform de afspraken in het gemeentelijk rampenplan wordt een perscentrum ingericht. Het hoofd actiecentrum voorlichting draagt zorg voor de inrichting. Bezoek van media aan rampterrein worden vanuit het perscentrum gecoördineerd. E. Opvang VIP’s Opvang en begeleiding van hoogwaardigheidsbekleders gebeurt onder verantwoordelijkheid van het GBT. De beleidsvoorlichter heeft de coördinatie.
42
Proces 19
Opvang en verzorgen
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Opvang en verzorgen
Uitvoering door:
Gemeente en de luchthaven MAA.
Het maatgevend kengetal voor de voorbereiding van de opvang van niet of licht gewonden is 300 en 300 afhalers/brengers.
Tijdelijke opvang vertrekkende passagiers 1. Locatie Hotel Tulip Inn (direct gelegen naast passagiersterminal) Vliegveldweg 19 6119 SB BEEK 2. Situatie Vertrekkende passagiers bevinden zich in de centrale ontvangsthal, Travel Inn of na de veiligheidscontrole in de vertrekhal. 3. Opdracht De passagiers die zich bevinden in de vertrekhal blijven in afwachting van (alternatief) vervoer, zo lang als noodzakelijk is in deze ruimte. Overig wachtende passagiers worden verwezen naar het, naast de passagiersterminal gelegen, Hotel Tulip Inn. In dit hotel volgt zo spoedig mogelijk bericht, hoe de voortzetting van hun reis zal gaan plaatsvinden. Indien aan de orde worden de bij deze passagiers horende brengers eveneens doorverwezen naar het Hotel Tulip Inn. De afhandelingmaatschappij 'Maastricht Handling Services' van de Luchthaven is in deze de aangewezen afdeling welke contact zal opnemen met de maatschappij(en) om het verloop van de reis te plannen. Maastricht Handling Services van Maastricht Aachen Airport bericht de wachtenden in het Hotel Tulip Inn hoe een en ander zal gaan verlopen. 4. Uitvoering Ontruiming door beveiligingspersoneel van de luchthaven en door Maastricht Handling Services en kunnen daarbij gebruik maken van de omroepinstallatie in de vertrekhal.
43
Eerste opvang lichtgewonden / ongedeerden op de luchthaven 1. Locatie: Air Service Limburg (ASL); Adres: Horsterweg 27, 6199 AC Maastricht Airport (gemeente Beek) te bereiken via poort 3. Bezetting door: personeel MHS, de betrokken luchtvaartmaatschappij, vrijwilligers NRK, GHOR en de gemeente (deelproces 19 gemeentelijk rampenplan); 2. Situatie De lichtgewonden / ongedeerden worden verplaatst naar Air Service Limburg. Deze ruimte is voor de lichtgewonden / ongedeerden ingericht ten behoeve van de primaire opvang en de CRIB-registratie. 3. Opdracht A. De primaire opvang van de lichtgewonden en de ongedeerden. B. Na de CRIB-registratie kunnen de lichtgewonde en de ongedeerde passagiers vervoerd worden naar Van der Valk hotel te Stein-Urmond alwaar hereniging met de afhalers/brengers kan plaatsvinden). Eventueel kunnen passagiers op eigen gelegenheid vertrekken. C. Een zo spoedig mogelijke hereniging van deze groep mensen met eventuele halers/ brengers in het Van der Valk hotel te Stein-Urmond conform het Verplaatsingsplan (gemeentelijk rampenplan 11a). Indien noodzakelijk, langdurige opvang van de lichtgewonden en de ongedeerden in het Van der Valk hotel te Stein-Urmond. D. Het bewaken van en het eventueel bemiddelen bij de nazorg door de luchtvaartmaatschappij geschiedt door Maastricht-Aachen Airport. 4.
Uitvoering
Air Service Limburg wordt reeds bij een vooralarm middel en groot ingericht als opvanglocatie. Dit wordt geregeld door de Airport Authority Officer (AAO). De lichtgewonden en ongedeerden worden verplaatst naar Air Service Limburg. Het vervoer binnen het luchthaventerrein wordt geregeld door de Airport Authority Officer (AAO). De primaire opvang van ongedeerden en lichtgewonden gebeurt onder een gezamenlijke zorg van personeel MHS, de betrokken luchtvaartmaatschappij, vrijwilligers NRK, GHOR en de gemeente. De coördinatie is een verantwoordelijkheid van de gemeente.
44
Opvang afhalers/brengers 1. Locatie Hotel Van der Valk Adres: Mauritslaan 65 te Stein-Urmond Bezetting door: Personeel Van der Valk hotel, vrijwilligers NRK, GHOR en de gemeente (deelproces 19 gemeentelijk rampenplan). 2. Situatie Het maatgevende kengetal voor de opvang van de halers/brengers bedraagt 300. Afhalers/brengers, maar ook thuisblijvers willen zo snel mogelijk herenigd worden met de passagiers van het betreffende vliegtuig. 3. Opdracht Na informatie over het voorval, die wordt verstrekt door de luchthaven, worden de halers/brengers verwezen naar Van der Valk hotel te Stein-Urmond alwaar de CRIB-registratie en de hereniging zal plaatsvinden. 4. Uitvoering De primaire opvang van de 'afhalers/brengers' gebeurt onder een gezamenlijke zorg van vrijwilligers NRK, GHOR, het personeel Van der Valk hotel, en de gemeente (deelproces 19 gemeentelijk rampenplan). De coördinatie is een verantwoordelijkheid van de gemeente.
Langdurige opvang slachtoffers, afhalers/brengers en verwanten 2. Locatie Hotel Van der Valk Adres: Mauritslaan 65 te Stein-Urmond Bezetting door: De betrokken luchtvaartmaatschappij, personeel Van der Valk hotel, vrijwilligers NRK, GHOR en de gemeente (deelproces 19 gemeentelijk rampenplan). 2. Situatie Onder de lichtgewonden/ongedeerden die reeds aanwezig zijn in hotel Van der Valk, bevinden zich mogelijk personen die langdurige opvang nodig hebben. Deze opvang is tevens geregeld in hotel Van der Valk te Stein-Urmond. 3. Opdracht Voorzieningen treffen voor de langdurige opvang van de lichtgewonden/ongedeerden. 4. Uitvoering De langdurige opvang van ongedeerden/lichtgewonden en het herenigen van deze slachtoffers met de afhalers/brengers gebeurt onder een gezamenlijke zorg van vrijwilligers NRK, GHOR, het personeel Van der Valk hotel, en de gemeente (deelproces 19 gemeentelijk rampenplan). De coördinatie is een verantwoordelijkheid van de gemeente. 5. Ondersteuning Extra ondersteuning in het hotel Van der Valk te Stein-Urmond gebeurt door personeel van het hotel (BHV / EHBO).
45
Proces 20
Uitvaartverzorging
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Uitvaartverzorging
Uitvoering door:
Gemeente
Uitvaartverzorging / Chapelle(s) ardente(s) 1. Situatie De dodelijke slachtoffers bevinden zich op verschillende locaties. Familie en bekenden van slachtoffers moet de gelegenheid worden gegeven om afscheid te nemen. De officier van justitie is verantwoordelijk voor het vrijgeven van de stoffelijke overschotten. 2.Locatie aantal slachtoffers > 30: Hangaar op Maastricht Aachen Airport Vliegveldweg 17 Beek Overige in het Rampenplan van de betreffende gemeente opgenomen locaties.
46
Proces 21
Registratie van slachtoffers
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Registratie van slachtoffers
Uitvoering door:
Gemeente
Opschaling vindt plaats op basis van Grip 3, gemeentelijk niveau. 1. Situatie Gerekend moet worden met circa 300 passagiers, 300 afhalers/brengers en 600 toestromende verwanten. 2. Opdracht. • Opstarten van het CRIB op een A-lokatie, de Crib-locatie op de luchthaven en in het Hotel Van der Valk in Stein-Urmond. Locatie: Adres: Bezetting door:
.
Air Service Limburg (ASL); Horsterweg 27, 6199 AC Maastricht Airport (gemeente Beek) te bereiken via poort 3. grondpersoneel MHS , vrijwilligers NRK, personeel GHOR, CRIB- personeel volgens regiopoule CRIB Zuid-Limburg (deelproces 21 gemeentelijk rampenplan);
Locatie: Adres: Bezetting door:
Hotel Van der Valk Mauritslaan 65 te Stein-Urmond vrijwilligers NRK, CRIB-personeel volgens regiopoule CRIB Zuid-Limburg (deelproces 21 gemeentelijk rampenplan).
A-lokatie:
zie deelproces 21 gemeentelijk rampenplan
3. Uitvoering • de luchthaven zorgt ervoor dat alle Centraal Registratie- en Inlichtingen Bureau (CRIB) – locaties een passagierslijst krijgen 4. Ondersteuning • Verschillende registratiepunten worden bemenst door medewerkers van andere diensten, nl. CRIB-personeel volgens regiopoule CRIB Zuid-Limburg (deelproces 21 gemeentelijk rampenplan); van het CPA (Centrale Post Ambulancevervoer), ziekenhuizen en het Rode Kruis. Ook de RIT-medewerkers registreren. • Bij een scenario met buitenlandse slachtoffers is de ambassadeprocedure (bijlage 4) van toepassing.
De procesbeschrijving op gemeentelijk niveau is verder conform het gemeentelijk Rampenplan.
47
Proces 22
Voorzien in de primaire levensbehoeften
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Voorzien in de primaire levensbehoeften
Uitvoering door:
Gemeente
Conform het gemeentelijk Rampenplan.
Proces 23
Registratie van schade en afhandeling
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Registratie van schade en afhandeling
Uitvoering door:
Gemeente
Conform het gemeentelijk Rampenplan.
Proces 24
Milieuzorg
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Milieuzorg
Uitvoering door:
Gemeente
Conform het gemeentelijk Rampenplan.
Proces 25
Nazorg
Procesverantwoordelijke
Procesverantwoordelijke Nazorg
Uitvoering door:
Gemeente
Conform het gemeentelijk Rampenplan.
48