Algemeen politiereglement Geraardsbergen/Lierde
Vastgesteld door de gemeenteraad op 10.02.2015
Inhoudsopgave Algemene bepalingen ............................................................................................. 3 Hoofdstuk 1 - Openbare veiligheid en vlotte doorgang op de openbare wegen .............. 4 Afdeling 1 - Manifestaties..................................................................................... 4 Afdeling 2 – Het privaat gebruik van openbare plaatsen .......................................... 5 Afdeling 3 –Het uitvoeren van werken ................................................................... 5 Afdeling 4 – Ambulante activiteit .......................................................................... 7 Afdeling 5 – Collecten .......................................................................................... 7 Afdeling 6 – Het snoeien van planten of bomen ...................................................... 7 Afdeling 7 – Veiligheidsmaatregelen bij sneeuw en ijzel ........................................... 7 Afdeling 8 – Het aanbrengen van tekens van openbaar nut en huisnummers .............. 8 Afdeling 9 – Woonwagens en constructies voor bewoning ........................................ 8 Hoofdstuk 2 – De openbare netheid en gezondheid .................................................... 9 Afdeling 1 – Achterlaten van afval ......................................................................... 9 Afdeling 2 – Onderhoud van eigendommen ............................................................ 9 Afdeling 3 – Reinigen van de openbare weg ........................................................... 9 Afdeling 4 – Afval van standplaatsen ....................................................................10 Afdeling 5 – Afloop van regenwater en van afvalwater ............................................10 Afdeling 6 – Parken en plantsoenen .....................................................................10 Afdeling 7 – Wildplassen .....................................................................................10 Afdeling 8 – Aanplakkingen .................................................................................10 Afdeling 9 – Tijdelijke reclameborden en bewegwijzering ........................................11 Afdeling 10 – Verkiezingspubliciteit ......................................................................11 Hoofdstuk 3 – De openbare rust en overlast ............................................................11 Afdeling 1 – Beschadigingen en vernielingen .........................................................11 Afdeling 2 – Feitelijkheden en lichte gewelddaden ..................................................12 Afdeling 3 – Winkeldiefstal ..................................................................................12 Afdeling 4 – Zoekgedrag naar drugs .....................................................................12 Afdeling 5 – Dieren ............................................................................................13 Afdeling 6 – Openbare drankgelegenheden ...........................................................14 Afdeling 7 – Geluidshinder ..................................................................................15 Afdeling 8 – Vogelschrikkanonnen ........................................................................16 Afdeling 9 – Alarmen ..........................................................................................16 Afdeling 10 – Gebruik van vuurwerk en knallers ....................................................17 Afdeling 11 – Identificeerbaarheid ........................................................................17
Gemeenteraad 10.02.2015
1/22
Afdeling 12 – Nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie .....................17 Hoofdstuk 4 – Sancties..........................................................................................19 Afdeling 1 – Administratieve sancties ...................................................................19 Afdeling 2 – Alternatieve maatregel .....................................................................20 Hoofdstuk 5 – Slotbepalingen .................................................................................22
Gemeenteraad 10.02.2015
2/22
Algemene bepalingen Artikel 1
Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van andere wetgeving. Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens de artikelen 133 tot en met 135 van de Nieuwe Gemeentewet, naleven.
Artikel 2
De begunstigden van vergunningen moeten zich strikt houden aan de voorschriften van de vergunningen en erover waken dat het voorwerp van de vergunning geen schade kan berokkenen aan anderen, noch de openbare veiligheid, rust, gezondheid of netheid in het gedrang kan brengen. De vergunningen worden afgegeven in de vorm van een persoonlijke en onoverdraagbare titel. Ze kunnen op ieder moment ingetrokken worden wanneer het algemeen belang het vereist.
Artikel 3
De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die kan voortvloeien uit de - al dan niet foutieve - uitvoering van de vergunning.
Artikel 4
Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente dit doen of laten doen op kosten en op risico van de overtreder.
Artikel 5
In dit reglement wordt verstaan onder: - ambulante activiteit: elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop aan de consument van producten en bijkomstig van diensten die op deze diensten en producten betrekking hebben, door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door een persoon die niet over een dergelijke vestiging beschikt, zoals opgenomen in de Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten. - collecte: iedere geld- en goedereninzameling op een openbare plaats. - consument: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten of diensten verwerft of gebruikt. - gemengde inbreuken: inbreuken bedoeld in artikel 3,1° en 2° van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. - illegale drugs: de verdovende en psychotrope stoffen zoals opgesomd in het Koninklijk besluit van 31 december 1930 en het Koninklijk besluit van 22 januari 1998 in uitvoering van de Wet van 24 februari 1921. - kwaadaardige hond: elke hond die, wanneer hij vrij zou rondlopen, op een duidelijk en onmiskenbare dreigende wijze naar iemand toeloopt; elke hond die iemand of een ander huisdier aanvalt, bijt of verwondt. - manifestatie: betoging van om het even welke aard. - nachtwinkel: iedere vestigingseenheid waarvan de netto
Gemeenteraad 10.02.2015
3/22
-
-
-
-
-
-
-
-
verkoopoppervlakte niet groter dan 150 m2 is, die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen en die op duidelijke en permanente manier de vermelding " Nachtwinkel " draagt. openbare drankgelegenheid: hiermee wordt bedoeld danszalen, cafés, herbergen, privéclubs en over het algemeen alle inrichtingen, lokalen of plaatsen, alsmede hun aanhorigheden, die al dan niet tegen betaling voor publiek toegankelijk zijn en waar dranken en/of spijzen worden verstrekt, ook al is de toegang tot bepaalde categorieën van personen beperkt. openbare plaats: elke weg en zijn aanhorigheden, zowel de begane grond als het gedeelte erboven en eronder alsook de openbare ruimten zoals parken, plantsoenen, speelpleinen, sportterreinen, parkeerplaatsen en winkelcentra. openbare vergadering: iedere vergadering waar in beginsel iedereen zonder onderscheid wordt toegelaten, hetzij gratis, hetzij tegen betaling. privaat bureau voor telecommunicatie: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten. private ingebruikname van openbare plaatsen: het gebruik van een openbare plaats voor uitsluitend privé doeleinden, waardoor het ingenomen deel van de openbare plaats aan zijn normale bestemming wordt onttrokken. uitbater: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die eigenaar is van de handelszaak (maar niet noodzakelijk van het handelspand) en voor wiens rekening en risico de instelling wordt uitgebaat. voertuigwrak: ieder voertuig dat het uitzicht heeft van een motorvoertuig en dat niet meer aan het normale verkeer deelneemt of kan deelnemen. woonwagen: elke verplaatsbare of mobiele constructie, zelfs indien de wielen ervan verwijderd zijn, ontworpen en/of gebruikt als permanente of tijdelijke verblijfplaats.
Hoofdstuk 1 - Openbare veiligheid en vlotte doorgang op de openbare wegen Afdeling 1 - Manifestaties Artikel 6
Manifestaties zijn verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester. Elke vergunning moet schriftelijk aangevraagd worden, ten minste 30 dagen vóór de vastgestelde datum van de manifestatie. De burgemeester kan op deze termijn in uitzonderlijke gevallen gemotiveerde afwijkingen toestaan. Deze aanvraag moet volgende inlichtingen bevatten: uur en plaats van manifestatie, uur van vertrek, gevolgde weg, uur en plaats van ontbinding, raming van het aantal deelnemers, voorziene organisatiemaatregelen, naam en adres van de organisatoren. Als de organisatie gebeurt door een rechtspersoon zal haar benaming, haar rechtsvorm, het adres van haar hoofdzetel alsook de statutaire bepaling en/of beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon die de ondertekenaar toelaat haar te vertegenwoordigen, opgegeven moeten worden.
Gemeenteraad 10.02.2015
4/22
Artikel 7
De burgemeester moet minstens 48 uur op voorhand op de hoogte gebracht worden van openbare vergaderingen, die de openbare orde zouden kunnen in het gedrang brengen.
Artikel 8
Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp dat gebruikt kan worden om te gooien, te slaan, te steken of te verwonden, is gedurende manifestaties verboden. Gebruik of manipulatie van voorwerpen tijdens manifestaties op zodanige wijze dat deze het vlot of veilig verloop van deze gebeurtenissen kunnen verhinderen is verboden.
Afdeling 2 – Het privaat gebruik van openbare plaatsen Artikel 9
Voor elke private ingebruikname van een openbare plaats is een schriftelijke vergunning van de burgemeester vereist. De vergunninghouder is aansprakelijk voor de correcte uitvoering zoals voorzien in de vergunning. Openbare of ministeriële ambtenaren die vonnissen uitvoeren (vb. uitzetting, verkoop op markt) moeten de gemeente en de politie verwittigen en dienen de richtlijnen van de politie te volgen. Het plaatsen van containers, stellingen of werfmateriaal op openbare plaatsen is verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester. Bij beëindiging van voornoemde activiteit zal de vergunninghouder desgevallend de openbare plaats herstellen in zijn oorspronkelijke staat.
Artikel 10
Zonnetenten, luiken of andere inrichtingen, beweegbaar of vast, aan winkels en andere gebouwen bevestigd mogen de vrije doorgang van voetgangers en andere weggebruikers niet hinderen of belemmeren.
Artikel 11
Het is verboden spandoeken, draden, toestellen of andere verbindingen, uitgaande van privé-initiatief, op of over openbare plaatsen aan te brengen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 12
De politie kan ambtshalve alle voorwerpen doen wegnemen waarvan de plaatsing een privaat gebruik van een openbare plaats uitmaakt, of in strijd is met één der voorgaande artikelen. Bij weigering of ontstentenis van wegname door de overtreder, kan de politie deze voorwerpen zelf wegnemen of laten wegnemen.
Afdeling 3 –Het uitvoeren van werken Artikel 13
Het is verboden werken uit te voeren op, onder of boven openbare plaatsen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 14
De aannemer van bouwwerken of de bouwheer zelf, die langs openbare plaatsen bouwt, verbouwt of sloopt, moet de bouwwerf
Gemeenteraad 10.02.2015
5/22
langs de straatkant van een stevige afsluiting voorzien vooraleer de werken aan te vangen. Deze afsluiting moet aan de volgende voorwaarden voldoen: a) minimum 2 meter hoog zijn ; b) maximum 1,50 meter uitspringen ten opzichte van de rooilijn en niet verder reiken dan de boordstenen van het voetpad of fietspad; c) de afloop van het water op de openbare weg niet verhinderen; d) indien de uitsprong voorzien door b) hiervoor, kleiner is dan 1,50 meter of indien de werken op een grotere hoogte dan 6 meter moeten gebeuren, moet op de afsluiting een afhellend vlak aangebracht worden, zodat vallende voorwerpen niet langs de straatzijde zouden vallen. Dit hellend vlak mag in geen geval over de rijbaan komen. e) de afsluiting moet voorzien zijn van een afdoende verlichting. Artikel 15
De doorgang voor voetgangers moet aan de volgende voorwaarden voldoen: a) de doorgang moet steeds vrij en veilig gehouden worden; b) indien op het voetpad geen veilige doorgang van 1 meter breedte overblijft, moet op de rijbaan een stevig en in bestendig goede staat onderhouden voetpad aangelegd worden, zodat een veilige doorgang bestaat voor de voetgangers; c) de rand van het voetpad zoals gesteld in artikel 15 b) moet speciaal verlicht worden om het duidelijk zichtbaar te maken voor de voetgangers en bestuurders.
Artikel 16
Het is verboden zonder afdoende beveiliging voor het verkeer, hetzij van uit de hoogte, hetzij van binnen gebouwen steenpuin, afbraakmaterialen of bouwstoffen op openbare plaatsen of in voertuigen of containers op openbare plaatsen te storten.
Artikel 17
Indien het verhandelen van steenpuin, afbraakmaterialen of bouwstoffen stof verwekt, moet dit met water besproeid worden, of moeten andere afdoende middelen gebruikt worden, zodat geen stof op de openbare weg of op de naastgelegen gebouwen of eigendommen kan terechtkomen.
Artikel 18
Het steenpuin, de afbraakmaterialen of bouwstoffen die niet binnen de afsluiting kunnen geplaatst worden, moeten onverwijld van de openbare weg verwijderd worden en mogen in geen geval na het intreden van de duisternis op openbare plaatsen achtergelaten worden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 19
De openbare plaatsen rondom de werf of werkzone moeten steeds rein gehouden worden. Bouwstoffen, afval of ander vuil moeten zodanig op de werf geplaatst worden dat deze niet op de aangelande eigendommen kunnen terecht komen.
Artikel 20
Onmiddellijk
Gemeenteraad 10.02.2015
na
het
beëindigen
van
de
werken
moeten
de
6/22
afsluitingen verwijderd worden en moet de openbare plaats hersteld worden in zijn oorspronkelijke staat. Artikel 21
Buiten de daartoe aangestelde personen of deze die daartoe een schriftelijke vergunning hebben bekomen, mag niemand: a) de toestellen van de openbare verlichting aanraken om deze te doven of aan te steken; b) de kranen van het waterleidingsnet openen of sluiten; c) riooldeksels of roosters openen of verwijderen.
Afdeling 4 – Ambulante activiteit Artikel 22
Het is verboden om openbare plaatsen te gebruiken voor elke vorm van ambulante activiteit, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 23
Bij het aanbieden van koopwaren ten huize van de consument mag enkel aan de hoofdingang van de woning worden aangebeld of – geklopt. Het is hen tevens verboden om een woning te betreden zonder daartoe door de bewoner(s) uitgenodigd te zijn.
Artikel 24
Bij het uitoefenen van ambulante activiteiten of bij het kosteloos uitdelen van producten, voorwerpen of geschriften op openbare plaatsen mogen voorbijgangers of aanwezigen niet worden lastig gevallen.
Afdeling 5 – Collecten Artikel 25
Iedere collecte is onderworpen aan een schriftelijke vergunning van de burgemeester.
Artikel 26
De geldinzamelingen recipiënten.
Artikel 27
De inzamelaars zullen een degelijk kenteken dragen, waarvan een model bij de vergunningsaanvraag wordt gevoegd.
geschieden
door
middel
van
gesloten
Afdeling 6 – Het snoeien van planten of bomen Artikel 28
De bewoners van een eigendom zijn ertoe gehouden er voor te zorgen dat de op deze eigendom groeiende planten of bomen zodanig gesnoeid worden dat geen enkel deel ervan: a) op minder dan 4,50 meter van de grond boven de rijweg hangt; b) op minder dan 2,50 meter van de grond boven de gelijkgrondse berm of boven het fietspad of voetpad hangt; c) de zichtbaarheid van de weggebruiker hindert.
Afdeling 7 – Veiligheidsmaatregelen bij sneeuw en ijzel Artikel 29
Bij vriesweer is het verboden op openbare plaatsen: a) water te gieten of te laten vloeien; b) glijbanen aan te leggen; c) sneeuw of ijs te storten of te gooien dat afkomstig is van
Gemeenteraad 10.02.2015
7/22
privé-eigendommen. Artikel 30
Bij sneeuwval en ijzel zijn de eigenaars, huurders of vruchtgebruikers verplicht op de voetpaden voor gebouwen en onbebouwde percelen een doorgang voor voetgangers vrij te maken en het nodige te doen om de gladheid te bestrijden. Bij het vrijmaken van voetpaden moet de sneeuw zodanig verwijderd worden dat ze geen hinder veroorzaakt voor de weggebruikers.
Artikel 31
Het is verboden zich op het ijs van de openbare waterlopen en stilstaande waters te begeven tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Afdeling 8 – Het aanbrengen van tekens van openbaar nut en huisnummers Artikel 32
De gebruiker en bij ontstentenis de eigenaar van gebouwen, die voor huisvesting of handels- en nijverheidsactiviteiten kunnen dienen, is gehouden deze gebouwen te nummeren. Het toegewezen nummer moet worden aangebracht op een vanaf de straat goed zichtbare plaats. Het nummer moet vanaf deze plaats goed leesbaar zijn.
Artikel 33
De eigenaars en gebruikers van de langs openbare plaatsen gelegen gebouwen moeten, zonder de minste vergoeding, de openbare besturen of de door hen gelaste personen toelaten alle verkeersborden en voorwerpen in stand te houden. Onder voorwerpen wordt verstaan: signalisaties, straatnaamborden, nutsleidingen, verlichting, of eender welk voorwerp van algemeen nut uit welke materie ook vervaardigd. Alle noodzakelijke verankeringen mogen daarvoor aangebracht worden op de buitenzijde van gevels zelfs indien deze op of achter de rooilijn opgetrokken werden.
Artikel 34
Het is verboden de voorwerpen vermeld in artikelen 32 en 33 te bedekken, aan het zicht te onttrekken, de bereikbaarheid ervan te bemoeilijken of onmogelijk te maken. Het verwijderen of verplaatsen van die voorwerpen, om gelijk welke reden, kan slechts gebeuren na beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Afdeling 9 bewoning
–
Woonwagens
en
constructies
voor
Artikel 35
Het is verboden een grond voor een beperkte tijd te gebruiken voor het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning dienen of kunnen dienen, zoals tijdelijke constructies, loodsen, woonwagens en tenten, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 36
In afwijking van artikel 35 mogen uitbaters van kermisattracties en rondreizende circusartiesten die deelnemen aan door de gemeente
Gemeenteraad 10.02.2015
8/22
georganiseerde of toegelaten evenementen, met hun woonwagens plaatsnemen op openbare plaatsen of op een andere hen door de burgemeester aangewezen plaats voor de duur van die evenementen en voor de periode nodig voor het opbouwen en afbreken van de attractie. Artikel 37
Rondreizende verplaatsbare inrichtingen die tot woning dienen of kunnen dienen, zoals woonwagens en tenten, kunnen slechts voor beperkte tijd een standplaats innemen op een privé-eigendom mits een schriftelijke vergunning van de burgemeester en na voorlegging van goedkeuring van plaatsing door de eigenaar. De politiediensten zullen steeds toegang hebben tot de nietafgesloten terreinen waar deze woongelegenheden zich bevinden.
Artikel 38
Bovengenoemde personen, vermeld in artikel 36 zijn verplicht: a) de plaats rond en onder de wagens rein te houden; b) hun afval in de daarvoor voorgeschreven recipiënten van de gemeente te bergen; c) een doorgang van ten minste vier meter tussen de wagens of constructies te laten teneinde de doorgang van hulpverleningsdiensten mogelijk te maken.
Hoofdstuk 2 – De openbare netheid en gezondheid Afdeling 1 – Achterlaten van afval Artikel 39
Het is verboden om op het grondgebied van de gemeente kleine vormen van afval achter te laten behalve op de daartoe voorziene plaatsen.
Artikel 40
Het is verboden ander dan ter plaatse geproduceerd afval te werpen of achter te laten in of aan de openbare vuilnisbakken.
Artikel 41
Het is verboden om andermans voertuigen, huizen, gebouwen, afsluitingen, tuinen en besloten erven te bevuilen.
Artikel 42
Het is verboden op het grondgebied van de gemeente voertuigwrakken achter te laten, te deponeren of te laten deponeren.
Afdeling 2 – Onderhoud van eigendommen Artikel 43
Elke grondeigenaar, huurder of gebruiker van een bebouwd of nietbebouwd terrein moet het terrein of het gebouw zodanig onderhouden dat de zindelijkheid, gezondheid en veiligheid niet in het gedrang komen en er geen overlast veroorzaakt wordt aan de omliggende terreinen, buren of het openbaar domein.
Afdeling 3 – Reinigen van de openbare weg Artikel 44
Iedereen die, op om het even welke wijze, een openbare plaats heeft bevuild of laten bevuilen, moet ervoor zorgen dat deze onverwijld opnieuw rein gemaakt wordt.
Artikel 45
Het is verboden op openbare plaatsen onderhouds- of herstellingswerken uit te voeren aan voertuigen, machines of
Gemeenteraad 10.02.2015
9/22
werktuigen, als die de weg kunnen bevuilen.
Afdeling 4 – Afval van standplaatsen Artikel 46
De uitbater van een vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs openbare plaatsen die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt, moet op een behoorlijke wijze, duidelijk zichtbaar en goed bereikbaar, voldoende afvalrecipiënten voorzien.
Artikel 47
De uitbater moet de recipiënten zelf tijdig ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein houden.
Afdeling 5 – Afloop van regenwater en van afvalwater Artikel 48
Het is verboden in de afvoerleidingen voor regen- en afvalwater enig voorwerp te gooien of achter te laten waardoor ze kunnen verstoppen.
Afdeling 6 – Parken en plantsoenen Artikel 49
In openbare parken en plantsoenen is het verboden: a) te verblijven buiten de vastgestelde openingsuren; b) planten te vernietigen of te beschadigen; c) op, over of onder de afsluitingen te klauteren; d) open vuren te maken, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester; e) zich voort te bewegen met gelijk welk vervoermiddel met of zonder motorkracht of er te paard te rijden. Dit verbod geldt niet voor de voertuigen van de hulpdiensten, voor leveranciers of voor personen die over een schriftelijke vergunning afgeleverd door de burgemeester beschikken; f) voor personen van ouder dan 14 jaar om de speeltoestellen te gebruiken die zich bevinden in de speeltuinen. Kinderen van minder dan 7 jaar moeten op de speelpleinen vergezeld zijn van een meerderjarige die voor hen verantwoordelijk is; g) te kamperen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester; h) te zwemmen;
Afdeling 7 – Wildplassen Artikel 50
Het is verboden op openbare plaatsen en andermans eigendom te urineren of deze te bevuilen.
Afdeling 8 – Aanplakkingen Artikel 51
Het is verboden opschriften, affiches, beeld-, laser- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes aan te brengen op andere plaatsen dan die welke door de gemeente tot aanplakking zijn bestemd, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester voor wat betreft het openbaar domein of door de eigenaar of de gebruiker voor wat betreft het privaat domein. Voor
Gemeenteraad 10.02.2015
het
aanplakken
aan
de
gemeentelijke
infozuilen
is het
10/22
gemeentelijk reglement inzake het gebruik van de gemeentelijke aanplakzuilen van toepassing. Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de opschriften en dergelijke verantwoordelijk, in tweede instantie de organisator en in laatste instantie de verantwoordelijke uitgever. Artikel 52
Het is verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten te beschadigen of onleesbaar te maken of te verwijderen.
Afdeling 9 – bewegwijzering Artikel 53
Tijdelijke
reclameborden
en
Het is verboden tijdelijke reclame- of bewegwijzeringsborden, spandoeken of soortgelijke constructies op of over het openbaar domein te plaatsen of te hangen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester. Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de reclameborden en dergelijke verantwoordelijk, in tweede instantie de organisator en in laatste instantie de verantwoordelijke uitgever.
Afdeling 10 – Verkiezingspubliciteit Artikel 54
Verkiezingspubliciteit wordt geacht haar belang te hebben verloren de dag na de verkiezingen. Ze moet binnen de twee weken na afloop van de verkiezingen worden verwijderd.
Hoofdstuk 3 – De openbare rust en overlast Afdeling 1 – Beschadigingen en vernielingen Artikel 55 Het is verboden rijtuigen, wagons en motorvoertuigen geheel of Artikel 521, 3de lid gedeeltelijk te vernielen of onbruikbaar te maken, met het oogmerk Sw. om te schaden. Artikel 56 Artikel 526 Sw.
Het is verboden om: grafsteden, gedenktekens of grafstenen; monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht; monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst; te vernielen, neer te halen, te verminken of te beschadigen.
Artikel 57 Het is verboden om zonder toestemming graffiti aan te brengen op Artikel 534bis Sw. roerende of onroerende goederen. Artikel 58 Het is verboden andermans onroerende eigendommen opzettelijk te Artikel 534ter Sw. beschadigen. Artikel 59 Artikel 537 Sw.
Het is verboden om kwaadwillig één of meer bomen om te hakken of zodanig te snijden, te verminken of te ontschorsen dat zij vergaan,
Gemeenteraad 10.02.2015
11/22
of om één of meer enten te vernielen. Artikel 60 Artikel 545 Sw.
Het is verboden om grachten te dempen, levende of dode hagen om te hakken of uit te rukken, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt te vernielen; grenspalen, hoekbomen, of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, te verplaatsen of te verwijderen.
Artikel 61 Artikel 559,1° Sw. Artikel 62 Artikel 563,2° Sw. Artikel 63
Het is verboden andermans roerende eigendommen opzettelijk te beschadigen of te vernielen.
Artikel 64
Het is verboden om planten en bloemen uit te trekken, plat te drukken of af te snijden.
Artikel 65
Het is verboden langs gevels, op palen, straatlantaarns, monumenten en ander straatmeubilair, die van openbaar nut zijn of als versiering dienen, te klimmen.
Artikel 66
Het is verboden om recipiënten uit om het even welk materiaal op openbare plaatsen stuk te gooien.
Het is verboden stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk te beschadigen. Het is verboden om graszoden, aarde, stenen of andere materialen weg te nemen op plaatsen die tot het openbaar domein behoren, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Afdeling 2 – Feitelijkheden en lichte gewelddaden Artikel 67 Artikel 563,3° Sw.
Feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits niemand gewond of geslagen werd en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren, zijn verboden; in het bijzonder het opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen.
Afdeling 3 – Winkeldiefstal Artikel 68 Artikel 461 Sw. Artikel 463 Sw.
Het is verboden zich schuldig te maken aan winkeldiefstal, dit is het bedrieglijk wegnemen van een tot een winkel behorende zaak. Met diefstal wordt gelijkgesteld het bedrieglijk wegnemen van andermans goed voor een kortstondig gebruik.
Afdeling 4 – Zoekgedrag naar drugs Artikel 69
Het is iedereen verboden om zich op de openbare ruimte en alle aanpalende terreinen die publiekelijk toegankelijk zijn (onder meer portieken, ingangen van gebouwen) te bevinden met het enkele doel illegale drugs aan te schaffen tegen betaling of om niet en/of deze te verbruiken. Dit houdt onder meer het verbod in overlast veroorzakende handelingen te verrichten die gepaard gaan met het zoeken naar drughandelaars of tussenpersonen in aanschaf of de consumptie van illegale drugs, handelingen zoals: - rondhangen in straten of op pleinen of in parken of in ruimtes aanpalend aan de openbare ruimte, zoals portalen van
Gemeenteraad 10.02.2015
12/22
-
-
-
-
kleinhandelaars en privé personen met het oogmerk om illegale drugs aan te kopen of met het oogmerk om het aankopen van de illegale drugs te vergemakkelijken of met het oogmerk om illegale drugs te zoeken; het aanspreken van voorbijgangers om de zoektocht naar illegale drugs te vergemakkelijken of om illegale drugs aan te kopen; ingaan op tekens van één of meerdere personen die illegale drugs aanbieden of illegale drugs lijken aan te bieden en/of met hen gesprekken te voeren; verhinderen van doorgangen op straat; het voeren van geldhandel op straat; nadrukkelijk aandacht trekken van voetgangers al dan niet drughandelaars of tussenpersonen door het maken van tekens, gebaren, geluiden; lawaaioverlast door luidruchtige discussie en onenigheid tijdens het gemarchandeer.
Afdeling 5 – Dieren Artikel 70
De eigenaars of houders van dieren moeten alle maatregelen treffen om aanhoudend en storend lawaai te voorkomen.
Artikel 71
Op openbare plaatsen moeten de honden aan de leiband gehouden worden. Het dragen van een muilkorf is verplicht voor kwaadaardige honden.
Artikel 72
Het is de houders of begeleiders van huisdieren verboden om hun dieren op te hitsen of niet terug te houden wanneer deze de voorbijgangers aanvallen of vervolgen, zelfs als er geen schade uit voortvloeit.
Artikel 73
Het is verboden zich met de huisdieren te begeven op openbare speelpleinen en sportvelden en op alle plaatsen die door de bevoegde overheid aldus zijn aangeduid.
Artikel 74
Op openbare plaatsen en bij dreigend gevaar moeten de begeleiders of verantwoordelijken, op het eerste verzoek van de politie, hun dier verwijderen.
Artikel 75
Het is verboden op openbare plaatsen of privé-eigendom van derden uitwerpselen van dieren achter te laten. In voorkomend geval zijn de begeleiders verplicht het vuil te verwijderen. De begeleider van een hond moet steeds in het bezit zijn van een recipiënt voor het verwijderen van de uitwerpselen van zijn dier.
Artikel 76
Het is verboden huisdieren te laten zwerven. Iedere eigenaar of bewaker van een huisdier, uitgezonderd katten, moet ervoor zorgen dat het erf, hof of koer, waar het huisdier vrij kan rondlopen, voldoende afgesloten is zodat het dier geen toegang heeft tot openbare plaatsen of andermans eigendom.
Artikel 77
De eigenaars of gebruikers van gebouwen zijn verplicht maatregelen
Gemeenteraad 10.02.2015
13/22
te treffen om het nestelen van verwilderde duiven of andere verwilderde dieren te verhinderen. Artikel 78
Het houden van dieren moet gepaard gaan met de regels van goed nabuurschap. Het is verboden vee en pluimvee te houden in delen van gebouwen die voor bewoning zijn ingericht.
Artikel 79
Gevaarlijke of zieke loslopende dieren mogen na tussenkomst van de politie afgemaakt worden op kosten van de eigenaar.
Artikel 80
Op openbare plaatsen moeten de dieren die een gevaar betekenen voor het leven en de lichamelijke integriteit van personen of dieren die de openbare rust verstoren, onder controle worden gehouden door de eigenaar of de houder. De dieren kunnen met het oog op de handhaving van de openbare rust op politiebevel aan de eigenaar of houder worden onttrokken zodat hij/zij er niet langer vrij kan over beschikken. De dieren worden op kosten van de eigenaar of houder ondergebracht in het gemeentelijk schuthok, zolang zulks met het oog op de handhaving van de openbare rust is vereist en dit gedurende een termijn van maximaal zes maanden te rekenen vanaf de dag van de onttrekking. Binnen deze termijn moet een overeenkomst worden afgesloten tussen de eigenaar of de houder van de dieren en de politie waarin wordt bepaald op welke wijze de eigenaar of houder de dieren in de voor het publiek toegankelijke plaatsen onder controle zal houden en onder welke voorwaarden hij/zij terug in het bezit kan komen van de dieren. Na ondertekening van deze overeenkomst kan de eigenaar of houder terug over de dieren beschikken. Het niet-naleven van de overeenkomst wordt beschouwd als een inbreuk op dit artikel en kan aanleiding geven tot een nieuwe onttrekking voor een termijn van maximaal zes maanden.
Artikel 81
Het is verboden te vissen in openbare vijvers, fonteinen en bronnen waar de Wet op de riviervisserij niet van toepassing is.
Artikel 82
Het voederen van verwilderde dieren is verboden.
Afdeling 6 – Openbare drankgelegenheden Artikel 83
De exploitanten van openbare drankgelegenheden of andere openbare gelegenheden die over een terras beschikken moeten er voor zorgen dat het lawaai, door het cliënteel veroorzaakt, geen burenhinder uitmaakt. Na 23.00 uur kan de politie de terrassen ontruimen als er gewettigde klachten zijn, tenzij er een bijzondere afwijking zou zijn toegestaan. De klanten die geen gevolg geven aan de aanmaningen van de politie om het terras te ontruimen zijn eveneens strafbaar.
Artikel 84
In het belang van de openbare rust en veiligheid wordt het verboden om alcoholhoudende dranken op openbare plaatsen, buiten de vergunde terrassen en andere toegelaten plaatsen speciaal bestemd voor dit doel te gebruiken.
Gemeenteraad 10.02.2015
14/22
Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten wordt gelijkgesteld met het gebruik beoogd in dit artikel. Een uitzondering kan worden toegestaan door de burgemeester aan de organisatoren van activiteiten waarbij de inname van een afgebakende zone van de openbare plaats voorafgaandelijk werd toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.
Afdeling 7 – Geluidshinder Artikel 85
Elk gerucht of rumoer bij dag is verboden, wanneer het zonder noodzaak wordt veroorzaakt, wanneer het te wijten is aan een gebrek aan voorzorg en wanneer het van aard is de rust van de inwoners te verstoren.
Artikel 86 Artikel 561,1° Sw. Artikel 87
Het is verboden nachtgerucht of nachtrumoer te verwekken waardoor de rust van de inwoners kan verstoord worden. De uitbaters van alle voor het publiek toegankelijke inrichtingen en de organisatoren van manifestaties, al dan niet met privaat karakter, zijn verplicht alle voorzorgsmaatregelen te nemen om te voorkomen dat de rust van de buurtbewoners wordt verstoord. Bij overtreding van dit artikel kan de politie, na een eerste verwittiging, bij nieuwe vaststelling binnen de 6 uur, de muziekinstallaties of geluidsbronnen tijdelijk in beslag nemen.
Artikel 88
Het is verboden gerucht of rumoer van om het even welke intensiteit te veroorzaken wanneer dit aanleiding kan geven tot samenscholingen, die van aard zijn het verkeer of de openbare orde te verstoren.
Artikel 89
Het gebruik van geluidsversterkers, luidsprekers, muziekinstrumenten of andere geluidsinstallaties is verboden op openbare plaatsen, alsmede buiten en binnen gebouwen wanneer de uitzending bestemd is om op openbare plaatsen gehoord te worden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 90
Het verkeer met reclametoestellen en reclamewagens, het gebruik van luidsprekers, geluidsversterkers en geluidsvoortbrengende toestellen is verboden op openbare plaatsen, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 91
Het is verboden geluidshinder aan boord van voertuigen te produceren die de rust en sereniteit van de buurt verstoort en waarvan de intensiteit van het geluid dat geproduceerd wordt het niveau van het straatgeluid overschrijdt.
Artikel 92
Het is verboden om op een openbare plaats zang-, muziek- of andere voorstellingen te geven, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester. Dit is ook van toepassing voor straatmuzikanten.
Artikel 93
Het gebruik in open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen aangedreven door ontploffings- en/of elektrische motoren, is toegestaan tussen 07.00 en 22.00 uur. Op zon- en
Gemeenteraad 10.02.2015
15/22
feestdagen is het gebruik hiervan verboden. Dit artikel is niet van toepassing voor de normale exploitatie van landbouwgronden. Artikel 94
Het is verboden aan deuren te kloppen of te bellen met het inzicht de bewoners te storen.
Afdeling 8 – Vogelschrikkanonnen Artikel 95
Het gebruik van vogelschrikkanonnen voor het verjagen van vogels bij het beschermen van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt is verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester. De aanvraag wordt gemotiveerd en moet toelaten de mogelijke hinder van de installatie te beoordelen. Ook het gebruik van gelijkaardige tuigen bij feestelijkheden is verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester.
Artikel 96
Vogelschrikkanonnen mogen enkel opgesteld worden op een afstand van meer dan 300 meter van een woning en op een afstand van meer dan 100 meter van een openbare plaats.
Artikel 97
Het gebruik van vogelschrikkanonnen is verboden tussen 19.00 en 08.00 uur. Op gemotiveerd verzoek kan in de vergunning een ingekorte verbodsperiode worden bepaald.
Artikel 98
De vergunning kan maximaal voor een duur van drie weken na mekaar worden toegestaan, uitsluitend in de periode van 15 april tot 30 juni. Verder gebruik vereist het indienen van een nieuwe aanvraag.
Artikel 99
De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van de hindergevoelige plaatsen of gebieden vermeld in artikel 96. De tijd tussen 2 ontploffingen moet minstens 15 minuten bedragen.
Afdeling 9 – Alarmen Artikel 100
Voertuigen die met een alarmsysteem uitgerust zijn, mogen in geen enkel geval de buurt verstoren. De eigenaar van een voertuig waarvan het alarm afgaat moet het alarm dadelijk uitschakelen. Wanneer de eigenaar niet opdaagt nadat het alarm ongepast afgegaan is, mogen de politiediensten de nodige maatregelen nemen om die hinder te beëindigen op kosten en risico van de overtreder.
Artikel 101
De gebruiker van een alarmsysteem in een privé-eigendom waarvan
Gemeenteraad 10.02.2015
16/22
het alarm afgaat, moet het alarm zo snel mogelijk uitschakelen.
Afdeling 10 – Gebruik van vuurwerk en knallers Artikel 102
Het afsteken van vuurwerk en knallers, evenals het oplaten van wensballonnen, is verboden, tenzij er een schriftelijke vergunning werd gegeven door de burgemeester. Vooraleer vergunning verleend wordt geeft de brandweer advies. Deze toestemming is in de nacht van 31 december op 1 januari niet vereist voor het ontsteken van vuurwerk of het doen ontsteken van voetzoekers. Wel is vereist dat bij deze handelingen de gepaste veiligheidsmaatregelen worden genomen om het veroorzaken van schade of gevaar aan derden te vermijden.
Afdeling 11 – Identificeerbaarheid Artikel 103 Het is verboden in voor het publiek toegankelijke plaatsen het Artikel 563bis Sw. gezicht geheel of gedeeltelijk te bedekken of te verbergen, zodat men niet herkenbaar is. Het in het voorgaande lid voorziene verbod geldt niet voor evenementen, activiteiten met commerciële doeleinden en culturele en sportieve manifestaties die de burgemeester bepaalt.
Afdeling 12 – Nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie Artikel 104
Deze afdeling is van toepassing op alle nieuw te openen en bestaande vestigingseenheden op het grondgebied van de gemeente die, rekening houdend met de begripsomschrijvingen van artikel 5 van dit reglement, worden beschouwd als een nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie.
Artikel 105
De vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie is onderworpen aan een schriftelijke vergunning verleend door het college van burgemeester en schepenen. Voor het verkrijgen van een vestigingsvergunning dient de uitbater een schriftelijke aanvraag in bij het college van burgemeester en schepenen aan de hand van een daartoe voorzien aanvraagformulier. Binnen een termijn van 1 maand betekent het college van burgemeester en schepenen per aangetekend schrijven aan de uitbater zijn beslissing over de vestigingsvergunning. Het college van burgemeester en schepenen kan de vergunning voor de vestiging van een nachtwinkel of van een privaat bureau voor telecommunicatie weigeren op grond van de handhaving van de openbare orde. Hiervoor baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de korpschef van de lokale politie Geraardsbergen-Lierde met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen en een advies van de brandweercommandant van de gemeente met betrekking tot de eventuele opmerkingen met betrekking tot de minimumnormen inzake brandpreventie.
Gemeenteraad 10.02.2015
17/22
Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen in de vestigingsvergunning bijzondere voorwaarden op te nemen met het oog op het voorkomen van verstoringen van openbare orde. De uitbater is gehouden deze voorwaarden na te leven of te doen naleven. De vestigingsvergunning vervalt van rechtswege, op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor een periode van langer dan zes maanden feitelijk onderbroken is De vestigingsvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid van nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie en kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of worden overgedragen naar een andere vestigingseenheid. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken ten opzichte van de veiligheid, onmiddellijk te melden aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 106
Voor elke uitbating van een nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 5 van dit reglement, moet de uitbater schriftelijk een uitbatingsvergunning aanvragen bij het college van burgemeester en schepenen door middel van een daartoe voorzien aanvraagformulier. Binnen een termijn van 1 maand betekent het college van burgemeester en schepenen per aangetekend schrijven aan de uitbater zijn beslissing over de uitbatingsvergunning. De uitbatingsvergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen. Hiervoor baseert het college van burgemeester en schepenen zich op een advies van de korpschef van de lokale politie Geraardsbergen-Lierde met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde door deze handelszaak en tot eventuele aanbevelingen om deze verstoring te voorkomen en een advies van de brandweercommandant van de gemeente met betrekking tot de eventuele opmerkingen met betrekking tot de minimumnormen inzake brandpreventie. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen in de uitbatingsvergunning bijzondere voorwaarden op te nemen met het oog op het voorkomen van verstoringen van openbare orde. De uitbater is gehouden deze voorwaarden na te leven of te doen naleven. De uitbatingsvergunning vervalt van rechtswege, op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor een periode van langer dan zes maanden feitelijk onderbroken is. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid van nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie en kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of worden overgedragen naar een andere vestigingseenheid. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de inrichting die een verandering uitmaken ten opzichte van de
Gemeenteraad 10.02.2015
18/22
veiligheid, onmiddellijk te melden aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 107
Het is verboden alcoholhoudende dranken te verbruiken in nachtwinkels. Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten wordt gelijkgesteld met het verbruik beoogd in dit artikel.
Artikel 108
Het is verboden na 24.00 uur alcoholhoudende dranken te verkopen in nachtwinkels of er zelfs gratis aan te bieden.
Artikel 109
In afwijking van artikel 6 c) van de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening is de toegang van de consument tot de vestigingseenheid en de verkoop van producten of diensten aan de consument in de vestigingseenheid verboden na 02.00 uur.
Artikel 110
Bij het overtreden van de bepalingen van deze afdeling kan de burgemeester overeenkomstig artikel 18§3 van de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening de sluiting bevelen van de nachtwinkel of privaat bureau voor telecommunicatie.
Hoofdstuk 4 – Sancties Afdeling 1 – Administratieve sancties Artikel 111
Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen of reglementen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van dit politiereglement bestraft worden met een administratieve sanctie, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013: a) een administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is; b) de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning; c) de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning; d) de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.
Artikel 112
De sanctionerend ambtenaar, bevoegd voor het opleggen van een administratieve geldboete, werd aangesteld door de gemeente en voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 113
De opgelegde administratieve geldboete kan niet hoger zijn dan het wettelijke voorziene maximum van 350 euro. Minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten kunnen gestraft worden met een administratieve geldboete van maximaal 175 euro.
Gemeenteraad 10.02.2015
19/22
De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van eventuele herhaling. De administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk. Artikel 114
Wanneer een overtreding van een bepaling van dit politiereglement is begaan met een motorvoertuig wordt bij afwezigheid van de bestuurder de administratieve geldboete ten laste gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig. De houder van de kentekenplaat mag met alle middelen aantonen wie op het ogenblik van de feiten met het voertuig reed. Zo de door de houder van de kentekenplaat aangeduide persoon de inbreuk niet weerlegt of ontkent, wordt de administratieve geldboete hem ten laste gelegd.
Afdeling 2 – Alternatieve maatregel Artikel 115
Lokale bemiddeling kan worden voorgesteld maatregel voor de administratieve geldboete.
als
alternatieve
De lokale bemiddeling is een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of te vergoeden of om het conflict te doen bedaren. Artikel 116
De bemiddelaar wordt aangesteld door de gemeente en voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 117
Het bemiddelingsdossier wordt door de sanctionerend ambtenaar aangemeld bij de bemiddelaar.
Artikel 118
De sanctionerend ambtenaar vermeldt het bemiddelingsaanbod en de contactgegevens van de bemiddelaar in zijn opstartbrief. Bij minderjarigen, die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten, wordt de beslissing inzake het opleggen van een administratieve geldboete steeds voorafgegaan door een bemiddelingsaanbod. Bij meerderjarigen aangeboden.
Artikel 119
kan
de
bemiddeling
facultatief
worden
Enkele weken na de verzending van de aangetekende opstartbrief neemt de bemiddelaar zelf contact op met de overtreder. Bij minderjarigen krijgen de vader en moeder, voogd of personen die de minderjarige onder hun hoede hebben tevens een kopie van het bemiddelingsaanbod. Ook de advocaat wordt op de hoogte gebracht van het aanbod.
Gemeenteraad 10.02.2015
20/22
Dit geldt uiteraard niet wanneer de overtreder reeds gereageerd heeft op het eerste bemiddelingsaanbod in de aangetekende opstartbrief van de sanctionerend ambtenaar. Artikel 120
Indien de overtreder positief reageert op het bemiddelingsaanbod, neemt de bemiddelaar contact op met het slachtoffer en informeert naar de bereidheid om deel te nemen aan de bemiddelingsprocedure. Als het slachtoffer niet bereid is om te bemiddelen kan de bemiddeling alsnog worden opgestart via de inschakeling van een gemeentelijk vertegenwoordiger mits akkoord van de sanctionerend ambtenaar.
Artikel 121
De bemiddeling en dus ook de communicatie tussen de betrokken partijen kan rechtstreeks of onrechtstreeks gebeuren. Hierbij wordt rekening gehouden met de algemene beginselen van de bemiddeling, zoals opgenomen in het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. De bemiddelaar tracht de betrokkenen te bewegen tot een herstel of vergoeding van de schade in de meest brede betekenis van het woord. Dit betekent dat zo veel als mogelijk tegemoet gekomen wordt aan de noden van alle betrokkenen. De bemiddelaar probeert, indien de betrokkenen hiertoe bereid zijn, een dialoog tussen hen tot stand te brengen. De betrokken partijen trachten zelf tot een overeenkomst te komen. Minderjarigen mogen tijdens de bemiddeling begeleid worden door hun vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over hen. Ook de advocaat bemiddelingsprocedure.
kan
aanwezig
zijn
tijdens
de
Artikel 122
Na het afsluiten van het bemiddelingsdossier rapporteert de bemiddelaar het resultaat aan de sanctionerend ambtenaar zoals bepaald in artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikel 123
De sanctionerend ambtenaar houdt rekening met het resultaat van de bemiddeling, of met de stand van zaken van de bemiddeling, indien blijkt dat de bemiddeling niet afgerond kan worden vóór het verstrijken van de termijn zoals voorzien in artikel 26, §2 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Gemeenteraad 10.02.2015
21/22
Hoofdstuk 5 – Slotbepalingen Artikel 124
Het huidig politiereglement treedt in werking op 1 maart 2015 en heft het algemeen politiereglement van de stad Geraardsbergen van 15 december 2009 met zijn latere wijziging op. Overtredingen gepleegd vóór de inwerkingtreding van huidig politiereglement blijven onderworpen aan de bepalingen van het algemeen politiereglement van 15 december 2009.
Gemeenteraad 10.02.2015
22/22