Les 5 – Godvrezende meiden
Lezen uit de Bijbel
Jozua 1
Na de dood van Mozes,… zei de H E E R tegen Jozua...: ‘Nu Mozes is gestorven, moet jij je gereedmaken om met heel dit volk de Jordaan over te trekken. Ga naar het land dat ik het volk van Israël zal geven. Elk stuk grond dat jullie zullen betreden geef ik jullie, zoals ik Mozes heb beloofd. … Zolang je leeft zal niemand tegen je kunnen standhouden. Zoals ik Mozes heb bijgestaan, zo zal ik ook jou bijstaan. Ik zal niet van je zijde wijken en je niet verlaten. Wees vastberaden en standvastig, … En houd je vóór alles … aan de wet waarin mijn dienaar Mozes je heeft onderwezen. Houd je daar altijd aan en wijk er op geen enkele manier van af, opdat je in alles wat je doet zult slagen. Leg dat wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in… Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de H E E R , je God, staat je bij.’ Verklaring: Een paar stukken zijn weggelaten waar stipjes staan. Dat is gedaan om de kern van de zaak duidelijk te maken. Deze belofte was voor Jozua, maar geldt in zekere zin ook voor elk kind van God, man of vrouw, jongen of meisje.
Kringgesprek Ben je wel eens bedreigd of geïntimideerd? Wat deed je toen? Zijn er bij jullie op school ook kinderen die bluffen of dreigen. Wanneer was je trots op je zelf? Wat is eigenlijk een schietgebedje. Bid je wel eens om bescherming voor je naar school gaat of voor je gaat slapen? Worden er kinderen bij jouw in je omgeving gepest? Waarom zouden sommige gassies zo’n grote bek hebben? Weten de kinderen op school dat je gelovig bent?
Vertellen Een standbeeld voor Mary Koningen krijgen standbeelden en veldheren, kunstenaars of grote geleerden. De meeste standbeelden zijn voor mannen. Hoe meer oorlogen ze gewonnen hebben hoe beroemder ze zijn. Ze staan in de geschiedenisboeken vermeld en kinderen moeten de jaartallen uit hun hoofd leren van hun oorlogen. Maar dit verhaal gaat over een vrouw die heldendaden heeft verricht in de naam van Jezus. Zij kreeg ook een klein standbeeld, ergens in Nigeria. In haar geboorteland Schotland staat ze zelfs op een bankbiljet afgedrukt. En Mary Slessor, zoals ze heette was een vrouw die vrede stichtte, vrouwen hielp en kinderen redde. Ze werd wel genoemd: de blanke koningin van Okyong, of de witte moeder. Luister maar naar haar verhaal. Het gezin waarin Mary opgroeide leefde in grote armoede door de dronkenschap van hun vader. Moeder was heel lief en ze leerde haar kinderen alles over de Heer Jezus. Op haar elfde, als vader overlijdt, moet Mary al gaan werken in een jutefabriek van ’s morgens zes tot ’s avonds zes om het gezin in leven te houden. Toch blijft Mary opgewekt en blij, want ze weet dat Jezus haar grote vriend is. Ze gaat zelfs in de avonduren nog helpen op een kinderclub om de kinderen van de straat van de heiland te vertellen. ‘Niemand mag naar binnen’ zegt James, een grote goser zonder manieren, als Mary arriveert bij het zaaltje waar ze bijbelclub houden voor kinderen uit de buurt. ‘Echt wel,’ zegt Mary, die zich niet laat intimideren. ‘Ga opzij joh. Ik moet er door.’ Maar James voelt zich een maffialeider. Op een seintje van hem komen er van alle kanten gassies aangeslenterd die bij zijn straatbende horen. ‘Hoor eens, Rooie, er komt vandaag niemand op je Jezuscluppie, begrepen? In deze straat zijn wij de baas en je hebt maar naar ons te luisteren als je leven je lief is.’ Dat ze haar uitschelden voor rooie kan Mary niks schelen, maar dat ze Jezus belachelijk maken… Ze kijkt het kringetje eens rond. Sommige jongens herkent ze. Ze horen zelfs op haar club. Dat ze bij de bende horen komt omdat James hen heeft gedwongen mee te doen. Ze wijst ze aan met haar vinger…. ‘Andrew Fisherman, Mike en Jimmy Farmer. Wat krijgen we nou? Als jullie moeder dit wist. Ga meteen naar binnen en luister naar wat ik je ga vertellen over Jezus. Op deze manier kom je nog in de gevangenis.’ De jongens blij dat Mary zo moedig durft te zijn glippen achter haar het zaaltje binnen. Maar James weet wel hoe hij mensen onder druk moet zetten. Hij haalt een touw uit zijn binnenzak met een stuk ijzer eraan vastgebonden. ‘Hebbie me niet gehoord, zus?’ dreigt hij. ‘Zal ik je mooie bekkie is in mekaar slaan? Ik ben de baas van deze buurt, en daar heb je je maar aan te houwe.’ Hij begint het touw in de rondte te slingeren, dichter en dichter naar Mary’s gezicht. Ze staat tegen een muur en kan geen stap achteruit. Maar ze knippert zelfs niet met haar ogen. ‘Je doet maar wat je niet laten kan, James,’ zegt ze, terwijl ze een schietgebedje doet naar Jezus, ‘maar één ding zal ik je zeggen. Ik ben niet bang voor patsers zoals jij! Je kunt beter zelf ook naar binnen gaan voordat je in de hel terecht komt!’ Het stuk ijzer zoeft rakelings langs haar neus. Zoefzoef, steeds een klein beetje dichterbij… De omstanders houden hun adem in. Ze hebben zowat allemaal de sterke knuisten van James aan den lijve gevoeld. Hij kan je gruwelijk gemeen zijn. Hoe gaat deze confrontatie aflopen? Mary maakt gebruik van deze verwarring. ‘Naar binnen allemaal en jij Big James gaat op de achterste rij zitten en je houdt je grote bek dicht.’ ‘Jèh!!’schreeuwen ze allemaal opgelucht. ‘Jèh, Boss, achteraan en dan kun je op ons letten.’ Op onverklaarbare manier gebeurt het zoals Mary heeft voorgesteld. Grijnzend laat de bendeleider zich meevoeren naar de zaal. Of James zich heeft bekeerd vermeldt de geschiedenis niet, maar iedereen is ervan overtuigd dat Mary het dapperste ‘wijf’ uit de buurt is. Als je zo’n moeilijke jeugd hebt gehad als Mary, dan kan je er jaren later nog last van hebben. Maar niet als Jezus je helper is. Dan kom je juist sterker in het leven te staan. Dan maak je van je minnetjes plusjes.
Mary kreeg zo’n liefde voor de mensen in nood dat ze als zendelinge naar Afrika vertrok toen ze niet meer voor haar broertjes en zusjes hoefde te zorgen. Wat ze daar allemaal beleefde, dat houd je niet voor mogelijk. In haar eentje maakt ze verschillende tochten naar het binnenland over een rivier vol krokodillen en waterslangen in een ranke kano. Zwermen muskieten belaagden haar en bezorgden haar hevige aanvallen van malaria. En de mensen ontvangen haar echt niet met open armen. Het zijn kannibalen, wrede vechtersbazen. Waar begint ze aan?! Op een dag als ze door het oerwoud trekt, hoort ze het geluid van een soort kwaaie kat. ‘Pschèchch!’ Geschrokken kijkt ze wat voor soort beest het is. En wat ziet ze? Een zwarte panter met iets in zijn bek. Een diertje? Wat een raar diertje. Wacht eens… Het is helemaal geen diertje. Het is… een baby!! Hoe kan dat nou?? Waar is de moeder? Ineens dringt het tot haar door, dat dit een weggooikindje moet zijn. Men denkt namelijk in die streek dat tweelingen door boze geesten bezeten zijn en dus gooien ze ze weg. Mary wordt pisnijdig. Ze pakt een stok en gaat achter de panter aan. ‘Laat los, gemeen kreng, laat los!’ schreeuwt ze terwijl ze de panter een klap op zijn bek geeft. Van schrik laat de panter de baby vallen en gaat er vandoor. Gelukkig is de baby nog niet gewond. Mary vindt ook de andere helft van de tweeling. Ze zijn nog zo klein en hebben hartstikke veel honger. Als Mary haar pink in één van hun mondjes stopt beginnen ze er fanatiek op te zuigen. Snel geeft ze ze wat water uit haar kruikje. Ze bindt ze in een doek en brengt ze naar haar hut. Gelukkig blijven ze beiden in leven. Voortaan is Mary hun moeder. En deze tweeling blijft niet de enige. Tientallen tweelingkinderen weet ze te redden. Ze neemt ze mee op haar tochten naar het binnenland. Op een andere keer wordt Mary ongewild betrokken bij een oorlogssituatie tussen twee stammen. De tamtam zweept de krijgers op. Het oerwoud weergalmt van bloedstollende kreten. ‘Laat mij tot ze spreken,’ zegt Mary, die hijgend komt aanrennen, tegen opperhoofd Edem. Maar die zit dat absoluut niet zitten. ‘Vrede maken is geen vrouwenwerk!’ snauwt hij. ‘Wat wil je ze nou vertellen. Ga liever naar je hut.’ Mary is er niet van onder de indruk. Ook zonder zijn toestemming gaat ze tussen de twee partijen in staan en roept: ‘Houd er mee op!! En nu meteen! Ik heb jullie toch geleerd dat je problemen moet oplossen door te praten. Er worden geen pijlen afgeschoten, want ik blijf tussen jullie instaan. De eerste pijl is voor mij.’ Zoeff!! Een pijl zoeft rakelings langs haar hoofd. Mary wijkt niet. Ze blijft net zo lang praten tot de woede gekalmeerd is. Die dag wordt er geen oorlog gevoerd. Ja, een moedige vrouw met passie voor Jezus, dat was Mary Slessor. Veel Nigerianen heeft ze het leven gered. Daarom heeft ze een standbeeld verdiend, hoewel ze zelf zou zeggen: ‘Er is er maar één die een standbeeld verdient en dat is Jezus!’ En zo is het ook.
GEBED Vader, u ziet alle dingen. Wat ik doe en wat mij overkomt, het is bij u bekend. Geef mij moed om de dingen te doen die u wil dat ik doe. Geef me liefde voor hen die gepest worden.
Vandaag bidden we voor alle kinderen die bedreigd worden of slecht behandeld door hun ouders.
Dankuwel dat u mij kracht geeft om van mijn minnetjes plusjes te maken. Ik wil graag mijn doel bereiken in het leven. Danku dat we u mogen kennen. Amen.
Opdracht Echt gebeurd Janick uit de achterhoek had net een nieuwe voetbal gewonnen met een prijsvraag. Zo één met een handtekening erop van een bekende voetballer. Hij ging er bij zijn oma mee voetballen, buiten op een veldje in de grote stad Rotterdam. Een paar Marokaantjes pakten de bal af en wilden hem niet teruggeven. Janick was zijn bal kwijt. Wat gebeurde er?
1. Janick rende naar het huis van oma en begon vreselijk te huilen. 2. Zijn zus die een jaartje ouder is riep: Ik sla ze op hun gezicht! En ze rende naar buiten. 3. Zijn vader ging naar buiten om tegen de jongens te schreeuwen en één van hen heel stevig vast te pakken. 4. Zijn neef van veertien belde de politie, die dichtbij was want het was net de dag van de marathon in Rotterdam en de lopers liepen langs het veldje. 5. Zijn stiefbroertje rende achter de jochies aan. 6. Zijn oma zei dat Janick moest stoppen met huilen en actie ondernemen. 7. Oma ging bidden dat Janick zijn bal terug zou krijgen. 8. Opa ging gewoon door met computeren. 9. De politie was er meteen bij. 10. De jongens gaven eindelijk de bal weer terug.
Iedereen had zo zijn manier om op de situatie te reageren. Wat zou jij gedaan hebben en waarom? Huilen, vechten, schreeuwen, bidden, hulp halen, gewoon doen of er niks aan de hand is, je vader erbij halen, de politie bellen? Of meerdere manieren tegelijk.
Tekst Psalm 27:1 De H E E R is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de H E E R is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn?
Die een klein ding in je hand en laat telkens één kind proberen om het uit je hand te krijgen. Bijv. een munt of een knoop of een pinda. Als we zeggen dat we in Gods hand zijn, kan niemand ons eruit krijgen.
Activiteit * klei een standbeeld voor iemand die je bewondert.
* maak een fotolijstje voor jezelf. Teken en kleur de rand in met minnen en plusjes. Schrijf onderaan: Met Gods hulp maak ik van mijn minnetjes plussen
* koekjes bakken: in de vorm van minnen en plussen.
* Doe het spel tiktaktor. (spel 48 kruis of vis) Maak een groot flanellen tiktaktorspel, knip vierkantjes uit, witte en zwarte van elk negen. Plak er klittenband achter en speel het voor de klas. Neem de vragen uit de quiz.
* Spel 38 Vlek maken Laat de kinderen eens een lekkere vlek maken op een stuk papier. Vouw dubbel en weer open. Zo’n vlek lijkt op een vlinder of zo. Wat zie je er in? Kun je van een vlek ook iets moois maken? Er was eens, in de tijd dat de kinderen op school met inkt schreven, een kind dat een vlek in haar schrift had gemaakt. Ze dacht dat de meester wel boos zou zijn, maar toen ze de volgende keer haar schrift opendeed, had de meester van de vlek een leuke tekening gemaakt. In plaats van de lelijkste bladzijde in het schrift was het de mooiste geworden.
Quiz Welk vraagnummer hoort bij welk antwoordnummer ? Zie de antwoorden onderaan deze pagina
Vragen 1 Wat deed Mary Slessor voor kinderen in Calabar (Nigeria)
Antwoorden 1 Malaria
2 Wat was de vader van Mary?
2 Iemand die mensen eet
3 Waar moest Mary werken?
3 Bij God zijn we allemaal gelijk
4
Hoe heet de ziekte die je krijgt van muskietenbeten
4 In haar eentje in een kano
5
Wat is een kannibaal?
5 Ze redde tweelingkinderen die weggegooid werden
6 Zijn meisjes jongens?
minder
belangrijk
dan
6 Eind 1800, begin 1900
7 In welke tijd leefde Mary
7 Mary had een vrome moeder
8 Uit welk land kwam Mary
8 alcoholist
9 Hoe kwam het dat Mary geloofde?
9 Schotland
10 Hoe trok Mary het binnenland in?
10 jutefabriek
Antwoorden: 1-5
2- 8
3-10
4-1
5-2
6- 3
7- 6
8-9
9- 7
10- 4