LEEFTIJD MAAKT VERSCHIL Onderzoek naar opvattingen van cliënten over senior dienstverleners Uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Drs. Mieke Verbaarschot Drs. Dorinde Brands
Expertisecentrum LEEFtijd Juni 2011
Voorwoord
Dit onderzoek is een bijzonder onderzoek. Niet eerder stond het cliëntenperspectief voorop als het gaat om kwaliteiten van seniore beroepsbeoefenaren. Voorzover ons bekend is het ook voor het eerst dat er een link gelegd is tussen specifieke kwaliteiten van senioren en beroepen waar deze kwaliteiten tot hun recht komen. In onze economie zijn kennis en dienstverlenende arbeid steeds belangrijker geworden. Deze ontwikkeling schept zoals blijkt uit dit onderzoek, vanuit het perspectief van kwaliteiten van senioren veel arbeidsmogelijkheden.
Wij bedanken het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die het mogelijk maakte dit onderzoek uit te voeren. Daarnaast bedanken wij de 28 mensen die medewerking verleenden aan de interviews. Zij hebben de kwalitatieve basis geleverd, waarmee we verder konden werken. De poll had niet zo’n grote response gehad zonder de medewerking van Oudstanding, ActiZ organisatie van zorgondernemers, LOC Zeggenschap in zorg, CNV Vakmensen, vakcentrale FNV, Abvakabo FNV, FNV Bondgenoten en de NJR, de koepel van jongerenorganisaties in Nederland. Wij danken deze organisaties hartelijk. Onze dank gaat voorts uit naar prof. dr. Joop Schippers, die een eerdere versie van deze rapportage van commentaar voorzag, naar drs. Tom Luken, die ons ondersteunde bij het rubriceren van kwaliteiten en de vertaling naar competenties in de poll en naar drs. Carel van Nahuijs, die zorgdroeg voor matching van het seniorenprofiel met beroepen in de kennisbank. Miranda van Zijl, tot eind april adviseur van Expertisecentrum LEEFtijd, verdient dank voor haar ondersteuning bij de totstandkoming van deze rapportage. En tenslotte bedanken wij de 687 respondenten van de poll.
2
Inhoudsopgave
Samenvatting
1. Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Doel en opzet van het onderzoek 2. Interviews 2.1 Samenstelling interviewgroep 2.2 Uitkomsten interviews 2.1.1 Leeftijd maakt verschil in beroepsuitoefening 2.1.2 De kwaliteiten die het verschil maken 2.1.3 Input voor polls 3. Polls 3.1 Medewerking 3.2 Deelname 3.3 Resultaten 3.4 Conclusies 4. Kansrijke beroepen voor senioren 4.1 Matching 4.2 Concept lijst kansrijke beroepen 4.3 Toetsing concept lijst 5. Beschouwing
Bijlagen A. Interviewformulier “Maakt leeftijd verschil?” B. Overzicht uitkomsten interviews per leeftijdsgroep C. Tekst van de poll D. Rapportage matching competenties senioren met beroepen E. Lijst matchende beroepen met competenties senioren
3
Samenvatting In het licht van de gewenste verlaging van arbeidsmarktdrempels voor senioren hebben Expertisecentrum LEEFtijd en het Nederlandse Centrum voor Sociale Innovatie in de periode januari tot juni 2011 in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoek uitgevoerd naar de vraag hoe cliënten kijken naar kwaliteiten van senioren. In de gangbare discussie over senioren staan kwetsbaarheden van senioren en het kostenaspect veelal voorop met negatieve gevolgen voor arbeidsmarktkansen voor senioren. Door de kwaliteit van de ervaren dienstverlening voorop te zetten, hebben we meer inzicht gekregen in de mogelijke baten van de inzet van ouderen. Als invalshoek is in dit onderzoek het cliëntenperspectief genomen. Het begrip ‘cliënten’ vatten we daarbij ruim op: onder cliënten verstaan we zowel de klanten van een winkel als die van de telefoonmaatschappij, maar ook patiënten, leerlingen of burgers die met hulpdiensten te maken hebben. Kortom, overal waar organisaties diensten aanbieden, zijn er ook ‘cliënten’ die deze diensten afnemen. Die afnemers staan in dit onderzoek centraal. Door middel van interviews is aan de hand van elf voorbeeldberoepen gevraagd naar voorkeuren. De interviews zijn afgenomen bij 28 cliënten, verspreid over drie leeftijdsgroepen. De kwaliteiten die volgens geïnterviewden sterker bij senioren ontwikkeld zijn, hebben we vervolgens nader getoetst via een internetpeiling. Respondenten vinden dat de kwaliteiten overwicht, beoordelingsvermogen, inlevingsvermogen en geduld sterker ontwikkeld zijn in de leeftijdsgroep van senioren. Ook het overdragen van kennis en beïnvloeden – en in mindere mate – communiceren scoren als sterker ontwikkeld bij senioren ten opzichte van junioren. Senioren beroepsbeoefenaren onderscheiden zich positief in beoordelingsvermogen, inlevingsvermogen, overwicht, geduld, overdragen van kennis, beïnvloeden en communiceren
We hebben de kwaliteiten vertaald naar competenties. Die competenties vormden vervolgens de zoekingang voor het digitale matchingssysteem om beroepen op te sporen, waarin deze competenties bij uitstek relevant zijn. Deze beroepen matchen als het ware met het algemene profiel van senioren en zijn daarom kansrijke. Het spreekt voor zich dat als het gaat om persoonlijke geschiktheid van een senior kennis, ervaring en persoonlijke kwaliteiten én de mate waarin deze overeenkomen met het specifieke beroepsprofiel van belang zijn. De lijst van beroepen is lang en omvat mogelijkheden in alle sectoren. Extra kansrijke beroepen voor senioren zijn in alle sectoren ruim aanwezig.
In een vervolgonderzoek toetsen we de uitkomsten in gesprekken met sleutelfiguren uit branches en met werkgevers. We zullen daarbij nagaan of ondanks de aansluiting met een reeks beroepsprofielen en ondanks de door cliënten aan seniore werknemers toegeschreven eigenschappen er andere factoren zijn die drempels opwerpen om ouderen in dienst te nemen.
4
1. Inleiding 1.1. Aanleiding In de discussie over duurzame inzetbaarheid van oudere medewerkers bestaat onevenredig veel aandacht voor de kosten en kwetsbaarheden van oudere medewerkers. Deze focus draagt bij aan de stereotypering van oudere werknemers en heeft daarmee een grote impact op duurzaam inzetbaarheid beleid in organisaties, op uitstroomscenario’s bij inkrimping en op het selectiebeleid. Deze stereotypering kan leiden tot het zogenaamde “discouraged worker effect”, waarbij ouderen die hun kans op werk als zeer klein inschatten, de arbeidsmarkt voortijdig definitief verlaten1. In het onderzoek Duurzame inzetbaarheid: van intentie naar praktijk” 2 is de vermeende discrepantie tussen productiviteit en arbeidskosten van ouderen onder werkgevers onderzocht. De resultaten uit dit onderzoek wijzen erop dat selectiebeleid en opvattingen over kwaliteiten van oudere medewerkers niet met elkaar sporen. Men denkt positiever dan men doet. Tijd om eens de invalshoek van de afnemers van diensten – de cliënt dus - nader te bezien en na te gaan welke aanknopingspunten dit biedt om drempels voor senioren op de arbeidsmarkt te verlagen.
1.2. Doel en aanpak van het onderzoek In het cliëntenonderzoek is nagegaan wat cliënten van verschillende leeftijdsgroepen vinden van senioriteit in relatie tot de kwaliteit van de dienstverlening. Maakt leeftijd verschil? Zijn er beroepen waar mensen liever door een ouder iemand (>50 jaar) dan door een jonger iemand (<30 jaar) geholpen worden? En als leeftijd verschil maakt, wat maakt dan dat verschil? Welke kwaliteiten heeft een ouder iemand dan extra? Het doel van het onderzoek is te komen tot een overzicht van kwaliteiten van senioren vanuit het cliëntenperspectief en inzicht te krijgen in mogelijke “kansrijke beroepen voor senioren”. Het onderzoek omvatte interviews en een internetpeiling om te achterhalen in welke kwaliteiten senioren zich in positieve zin onderscheiden. Vervolgens is nagegaan in welke beroepen deze kwaliteiten vooral van belang zijn. Interviews met cliënten Met burgers/cliënten van verschillende leeftijden zijn interviews afgenomen. De focus lag op tien herkenbare beroepen uit de profit en not for profit sector. Door deze focus is tegelijkertijd een accent gelegd op dienstverlenende beroepen. De leidinggevende functie is als extra elfde toegevoegd. We hebben gekozen voor beroepen, waar iedereen mee te maken (kan) hebben en waar vrijwel iedereen een beeld bij heeft. Bovendien hebben we zowel hogere als lagere beroepen in de lijst opgenomen, in overeenstemming met de niveauspreiding die in Nederland gebruikelijk is.3 In de interviews hebben we gevraagd of de geïnterviewde een voorkeur heeft ten aanzien van de leeftijdscategorie van de beroepsbeoefenaar in elk van de onderscheiden elf beroepen. Vervolgens is doorgevraagd naar de inhoud en de achtergrond van deze voorkeur. Uit de informatie zijn zeven kwaliteiten/competenties gedestilleerd, die vooral aan senioren worden toegeschreven.
1
Arbeidsmarktanalyse 2010, Raad voor Werk en Inkomen (2011) Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door Expertisecentrum LEEFtijd ism Universiteit Utrecht (2010) 3 Spreiding opleidingsniveaus in beroepen in Nederland: < MBO circa 24%; MBO circa 43%; HBO en hoger circa 33%: ROA gegevens in LDC-beroepeninformatie, Leeuwarden. 2
5
Poll Bovengenoemde kwaliteiten vormden de input voor een peiling via internet. In deze peiling werd geen relatie meer met beroepen gelegd, maar werd de vraag gesteld: “Bij welke leeftijdsgroep zijn onderstaande kwaliteiten volgens u het sterkst ontwikkeld?” Vervolgens kon men van de kwaliteiten bepalen of deze kwaliteit sterker bij jongere werknemers dan wel bij oudere werknemers ontwikkeld zijn of dat er geen verschil is tussen die leeftijdsgroepen. Matching met beroepen De competenties die via de poll als “sterker bij senioren” scoorden vormden de zoekcriteria in een digitaal matchingssysteem, genaamd de Beroepenverkenner.4 De uitkomst van de matching levert een lijst op van – qua competenties – potentieel “extra kansrijke beroepen voor senioren”. Dit betekent niet dat andere beroepen minder geschikt zijn voor senioren; op basis van dit onderzoek kunnen daarover geen uitspraken gedaan worden. Vervolgonderzoek: toetsing concept lijst “kansrijke beroepen voor senioren” Het netto effect van kwaliteiten en competenties op de productiviteit hangt samen met het appel dat het werk op specifieke kwaliteiten en competenties doet, de wijze waarop het werk georganiseerd wordt en het niveau van de technologie. In een vervolgonderzoek wordt deze lijst nader besproken met HR-verantwoordelijken en/of het management van enkele organisaties in verschillende branches. Aldus zal een getoetst overzicht van “extra kansrijke beroepen voor senioren” samengesteld worden.
4
Matchingsinstrument van LDC, Leeuwarden
6
2. Interviews De interviews beoogden inzicht te geven in kwaliteiten, waarin senioren zich onderscheiden. Aan de hand van de voorbeeldberoepen en ervaringen met en indrukken van beroepsbeoefenaren zijn de kwaliteiten in beeld gekomen. 2.1. Samenstelling interviewgroep Er zijn 28 interviews gehouden. De interviewgroep bestond in ongeveer gelijke mate uit mannen en uit vrouwen, en kende een evenwichtige spreiding naar opleidingsniveau en woonplaats (grote stad dan wel buiten het stedelijke gebied). De gehouden interviews zijn als volgt verdeeld over de leeftijdsgroepen: Junioren: > 35 jaar (10 interviews) De gemiddelde leeftijd bedraagt 26,6 jaar. Middengroep: 35 < 55 jaar (9 interviews) De gemiddelde leeftijd bedraagt 41,3 jaar. Senioren: > 55 jaar (9 interviews) De gemiddelde leeftijd bedraagt 66,9 jaar. De oudste deelnemer was 92 jaar; de jongste deelnemer was 21 jaar. 2.2. Uitkomsten interviews Veel mensen gaven aan dat ze graag een mix van leeftijden in beroepen zien. Men zegt met alle leeftijden uit de voeten te kunnen en zou niet graag zien “Belangrijk om een mixje van leeftijden om je heen te hebben. Zo’n enclave voor ouderen zoals in Amerika lijkt me vreselijk. Denk dat je dat men alleen maar mensen veel sneller stokoud bent.” Geïnterviewde senior uit een bepaalde leeftijdsgroep tegenkomt. Ook geven geïnterviewden regelmatig aan dat er grote individuele verschillen kunnen bestaan. De ene oudere huisarts is de Het hangt wel af van het type mens af of het nu gaat om de verkoper, de huisarts of andere niet en die ene de leidinggevende. Liever iemand die een beetje in de moderne maatschappij staat, onbeleefde verkoper staat het nieuwe werken snapt. Geïnterviewde middengroep niet model voor zijn leeftijdsgroep. Of zoals een geïnterviewde uit de middengroep stelt: “Het gaat om uitstraling en gezag, dat kan zowel een jongere als een oudere agent hebben”. De meeste geïnterviewden zijn van mening dat er over het geheel genomen wel sprake is van verschillen. Over de verschillen hebben we in de interviews doorgesproken in termen van voorkeuren en kwaliteiten. Aan de hand van de elf voorbeeldberoepen zijn we nagegaan of er voorkeuren zijn en, zo ja, in welke richting. En als er voorkeuren zijn, waarom zijn die voorkeuren er dan? Welke kwaliteiten hebben die senioren of junioren extra? Een interviewformulier is ter illustratie opgenomen in bijlage A. 2.2.1. Leeftijd maakt verschil in beroepsuitoefening Op de vraag of leeftijd verschil maakt in elf voorbeeldberoepen antwoordt iets meer dan de helft (54%) bevestigend. Bij vijf van de voorgelegde beroepen sprak meer dan de helft van de geïnterviewden een voorkeur uit. Bij nog eens vijf beroepen had meer dan de helft van de geïnterviewden geen voorkeur (zie figuur 1). Bij het beroep van journalist waren er even veel geïnterviewden met als zonder voorkeur. Drie geïnterviewden spraken zich niet uit over de leidinggevende.
7
Maakt leeftijd uit? Politieagent Docent middelbare school Huisarts Verkoper kleding Leidinggevende W el voorkeur
Journalist
Geen v oorkeur
Medewerker callcenter Verkoper electronica Medewerker bediening horeca Verzorgende Buschauffeur 0
5
10
15
20
25
30
Aantal respondenten
Figuur 1: Totaal (N=28) wel/geen leeftijdsvoorkeur. Richting van de voorkeur Als er sprake is van een voorkeur, gaat de voorkeur vaker (57%) uit naar een oudere beroepsbeoefenaar. Bij de politieagent en de docent middelbare school is – in absolute getallen - het meest vaak een voorkeur voor senior uitgesproken, gevolgd door de huisarts en de leidinggevende. De voorkeur voor een junior geldt vooral de verkoopmedewerker elektronica, de medewerker bediening horeca gevolgd door de verkoopmedewerker kleding. Figuur 2 laat zien hoe de voorkeuren verdeeld zijn naar jong en oud.
Figuur 2: Voorkeuren van alle leeftijdsgroepen naar beroep
8
2.2.2. Opvattingen van de geïnterviewden onderscheiden naar leeftijd Om inzicht te krijgen in mogelijke verschillen in opvattingen tussen geïnterviewden van verschillende leeftijden bekijken we de uitkomsten van de interviews tegen de leeftijdsachtergrond van de geïnterviewden. We hanteren daarbij de eerder gepresenteerde indeling in drie leeftijdscategorieën. Onze vragen daarbij zijn de volgende. Oordeelt men positiever over beroepsbeoefenaren van de eigen leeftijd. Zijn er beroepen, waarvan de voorkeur voor oud danwel jong in alle leeftijdsgroepen overeenkomt. En wat is de rode draad als het gaat om seniore kwaliteiten? Kiest men voor leeftijdsgenoten? Er is niet veel verschil in de mate van voorkeur tussen de leeftijdsgroepen. De jongste leeftijdsgroep heeft iets vaker (58%) een voorkeur dan de middengroep (52%) en de seniorengroep (51%). Als men een voorkeur heeft gaat de voorkeur inderdaad primair uit naar leeftijdsgenoten. Bij de middengroep kon dat niet expliciet vastgesteld worden omdat de keuze voor de eigen leeftijdsgroep niet mogelijk was. Echter op basis van de interviews hebben wij ook bij de middengroep de indruk gekregen dat er een voorkeur is voor de eigen leeftijdsgroep. Leeftijdsgenoten begrijpen elkaar Inlevingsvermogen en aansluiten op de In een café is het leuker wanneer het iemand van mijn eigen leeftijd is. Jongeren trekken meer gasten aan. Misschien voel ik bij een moderne tijd spelen een belangrijke rol oudere in een bar meer een drempel.” Geïnterviewde junior bij voorkeuren voor junioren. Jongere beroepsbeoefenaars kennen de jonge generatie beter en de problematiek van de jeugd, zo blijkt uit de interviews van de juniorgroep. “Ze spreken meer mijn taal als klant en zijn meer gericht op de interesses die mij ook bezig houden”. Ik zit makkelijker op één lijn als ik met zo iemand praat.” “Jongeren herkennen mijn wensen.” “Met een jonge huisarts praat ik makkelijker over bijvoorbeeld seks/soa’s dan met een huisarts van de oude stempel.” Ook in de middengroep en in de seniorengroep gaat het om herkenning en inleven zoals geïllustreerd in onderstaande uitspraken. Enkele geïnterviewden uit de middengroep laten horen dat men van de eigen leeftijdsgroep meer inlevingsvermogen en een mooie mix van ervaring en actuele kennis verwacht. “Liever een leidinggevende die jonger is dan 50 want die snapt beter hoe ik met mijn werk omga in mijn levensfase. Een oudere mannelijke werkgever snapt minder goed hoe ik als werkende moeder mijn werk en zorg wil combineren. Die maakt daar grapjes over, maar het is niet grappig.” Geïnterviewde middengroep “Ik voel minder gêne als een oudere verzorger me helpt. Zo’n jonge meid met een strak lijf is nog niks gewend.” Geïnterviewde senior
Voorkeur specifieke beroepen en leeftijdsgroepen Over enkele beroepen is men het voor wat betreft voorkeursrichting eens. Een senior als leidinggevende krijgt bij alle leeftijdsgroepen de voorkeur. En datzelfde geldt voor een junior verkoper elektronica. Bij de overige Meer informatie over de uitkomsten van de interviews met de voorkeuren zijn merendeels twee van de verschillende leeftijdsgroepen is in bijlage B opgenomen. drie leeftijdsgroepen – overigens in wisselende combinaties - het eens.
9
Onderscheidende kwaliteiten seniore beroepsbeoefenaren In de interviews is doorgesproken over de argumenten die geïnterviewden hebben om te kiezen voor senior of junior. We zijn vooral geïnteresseerd te horen, welke kwaliteiten het verschil maken. Gegeven de focus van dit onderzoek beperken we ons tot de genoemde kwaliteiten van senioren. In bijlage B is aanvullende informatie over kwaliteiten van junioren opgenomen. In veel interviews “Voor mij is vakkennis, verstand van zaken heel belangrijk in een professional, en is naar voren dat hebben ouderen over het algemeen vaker dan jongeren. Jongeren gebracht dat tegenwoordig denken dat ze alles al weten maar als je je opleiding hebt gehaald senioren zich wil dat nog niet zeggen dat je alles weet!” onderscheiden in Geïnterviewde senior Naar een ouder iemand luister ik beter, die ervaring en heeft verstand van zaken. “Van iemand van 50 (vak)kennis en ervaring. neem ik direct iets aan en met iemand die net wat ouder is, ga ik veel sneller in discussie.” Geïnterviewde junior Bij voorkeuren voor een beroep gaat het bijna nooit over één enkele kwaliteit, maar over een cluster van kwaliteiten. Soms ligt de mix van kwaliteiten van heel verschillende beroepen dicht bij elkaar. We illustreren deze clusters van kwaliteiten met behulp van uitspraken uit de interviews.
Illustratie van kwaliteiten De voorkeur voor de seniore docent heeft te maken met kwaliteiten als “rust”, “overwicht” en “inlevingsvermogen” die men de oudere docent toeschrijft. Geïnterviewden uit de juniorgroep vinden naast het overwicht van seniore docenten ook de afstand in leeftijd ten opzichte van leerlingen een voordeel. Een geïnterviewde uit de Een oudere docent heeft meer overwicht op de groep. Studenten zitten in seniorgroep stelt: “Ze snappen een periode dat ze zich kunnen afzetten. Een jongere is makkelijker te dat pubers wat nodig hebben. overrulen door beperkte ervaring en doordat ze dicht bij de leerlingen staan Betrekken het minder op zich qua leeftijd. Een oudere weet hier beter mee om te gaan door meer tact en zelf. Ze ervaring. Geïnterviewde junior roepen minder reactie op. Jongeren mogen jongeren zijn.” Een andere geïnterviewde uit de seniorgroep denkt dat de meer rustige thuissituatie van veel senioren een rol speelt in de rustige uitstraling: “Jongere docenten hebben vaak een thuissituatie van waaruit ze de stress van pubers als nadeel zien. Ouderen hebben meer rust en vandaar uit meer overzicht en inzicht in jongeren.” “Ervaring”, “gezag”, het “snel Voel me meer op m’n gemak bij een oudere huisarts en iemand met meer herkennen van zaken”, ”inleven” en ervaring. Als ik het moet hebben over aambeien na een bevalling dan zeg ik “communiceren” vormen de cluster dat liever tegen iemand die wat ouder is en al 100.000 aambeien heeft gezien! van kwaliteiten bij de huisarts. Een Wil niet iemand die onzeker is, nooit maar al helemaal niet in de zorg! geïnterviewde uit de seniorgroep Geïnterviewde middengroep verwoordt het als volgt: “Een oudere huisarts heeft zoveel ervaring dat deze veel sneller ziet wat er mis is.” Een geïnterviewde uit de middengroep geeft als toelichting dat “de junior huisarts nog dingen in een boek moet opzoeken.” En een geïnterviewde uit de juniorgroep verwoordt het als volgt. “Als iemand van 24 het 3 jaar doet en iemand van 50 3 jaar, neem ik het eerder van een oudere aan. Een huisarts moet toch ook rust kunnen uitstralen, goed inleven in de problemen die er zijn, goed kunnen praten met patiënten over wat er is. En daarin vind ik een oudere beter.”
10
“Inlevingsvermogen”, “de ruimte kunnen laten”, “overwicht” en “het kunnen inschatten van situaties” spelen vooral een rol bij de politieagent. Een seniore politieagent springt er uit met een unanieme voorkeur van de middengroep. Men vindt dat senior Een jonge politieagent heeft minder ervaring en kennis van de wet. En politieagenten minder star zijn en ouderen kunnen beter conflicten hanteren. Iedereen moet het natuurlijk meer de hele situatie bekijken. Een leren maar met meer ervaring kun je beter met dat soort dingen omgaan. Geïnterviewde juniorgroep oudere agent heeft meer ervaring en meer gezag, zo wordt toegelicht. Of zoals een van hen het stelt: “Als een jongere politieagent me zou stoppen voor te hard rijden of zo zou ik wel denken: hé snotneus, bemoei je er niet mee” De voorkeur voor de senior leidinggevende heeft te maken met de opvatting dat deze leidinggevenden meer ervaring en verstand van zaken hebben; meer “overzicht” of” oog hebben voor de factor mens” en meer “rust” hebben. Een geïnterviewde uit de seniorgroep vindt dat vooral leidinggeven aan “Ouderen zijn kalmer en jonge leidinggevenden zijn arroganter, die denken dat ze professionals om alles weten en willen snel veel bereiken” Geïnterviewde middengroep een senior vraagt. “Maar als het gaat om professionals, dan moet zo’n leidinggevende ouder zijn en liefst beroepsmatige ervaring met het vak zelf hebben. Zo’n leidinggevende moet goed weten wat zijn medewerkers tegenkomen. Is rijper en kan makkelijker consequenties overzien van mogelijke beslissingen.” Geïnterviewden uit de juniorgroep noemen vooral het overwicht zoals de volgende uitspraak illustreert. “Maar over het algemeen heeft een ouder meer status opgebouwd, meer overhand op degene aan wie hij leiding geeft. Ervan uitgaande dat diegene langer in het vak bezig is.” “Geduld”, “ervaring” en “inlevingsvermogen” zijn kwaliteiten die geïnterviewden uit senior- en middengroep waarderen in de senior verzorgende en de senior “buschauffeur”. Een geïnterviewde uit de middengroep licht haar voorkeur als volgt toe: “Liever een oude rot in het vak met ervaring dan zo’n onzeker meisje die ik zelf nog dingen moet gaan uitleggen! Oudere is daadkrachtiger en stellig, ik heb toch liever iemand die boven mij staat geloof ik.” Een oudere verzorgende heft meer ervaring met oudere mensen en snapt dat douchen even de tijd kost. Ze hebben meer geduld. Geïnterviewde seniorgroep Een oudere buschauffeur rijdt voorzichter en rustiger. Hij wacht ook even tot je op je plaats zit, voordat hij begint te rijden. Geïnterviewde seniorgroep
2.2.3. Conclusie onderscheidende kwaliteiten We hebben alle genoemde kwaliteiten van seniore beroepsbeoefenaren gerubriceerd en vervolgens gescoord op basis van de interviewteksten. Vervolgens is deze lijst gecomprimeerd door overlappingen en incidenteel genoemde kwaliteiten weg te halen. Sterker ontwikkeld bij senioren Bij seniore beroepsbeoefenaren gaat het vooral om (vak)kennis en ervaring. Voor wat betreft kwaliteiten gaat het om inlevingsvermogen, overwicht, geduld, beoordelingsvermogen en kennis overbrengen. En ook – minder vaak genoemd - communiceren en beïnvloeden.
11
Sterker ontwikkeld bij junioren Gegeven de focus van dit onderzoek is minder aandacht besteed aan kwaliteiten waarin juniore beroepsbeoefenaren zich onderscheiden. Zonder volledigheid te pretenderen kan gesteld worden dat in de interviews naar voren is gekomen dat junioren zich volgens geïnterviewden onderscheiden in snelheid, fysieke kracht en onbevangenheid. Ook scoren junioren hoger als het gaat om kennis van de nieuwe technologie.
12
3. Poll Op basis van de resultaten van de interviews is een internet poll geformuleerd met als doel breder te toetsen of cliënten van mening zijn dat de eerder genoemde kwaliteiten als onderscheidend beschouwd kunnen worden voor senioren. De competenties die na de uitkomst van de polls overeind blijven, worden vervolgens benut om te matchen met beroepen met als uitkomst een overzicht “mogelijke kansrijke beroepen voor senioren”. We stellen als het ware een algemeen seniorenprofiel samen waarmee digitaal gezocht gaat worden naar passende beroepen. Bij het samenstellen van de pollvragen hebben we ons in de vraagstelling beperkt. We wilden respondenten niet ontmoedigen door veel tekst te geven of veel vragen te stellen. In het selecteren zijn “vakkennis” en “ervaring” buiten de poll gebleven. Scores daarop zijn evident en voegen geen nieuwe informatie toe. Daarbij is (vak)kennis en ervaring zo gedifferentieerd dat daar geen groepsprofiel mee opgesteld kan worden. Aan de zeven kwaliteiten/competenties die volgens de geïnterviewden bij senioren sterker ontwikkeld zijn, zijn twee kwaliteiten (snel en kennis van nieuwe technologie) toegevoegd die juist sterker aanwezig zijn bij junioren. Hiermee is beoogd “automatisch” scoren te voorkomen. Als respondenten al in de modus zitten van “positief scoren” voor een bepaalde leeftijdsgroep, dan zullen afwijkende kwaliteiten uitnodigen tot nadenken. De tekst van de internetpeiling is in bijlage C opgenomen.
3.1. Medewerking De onderzoekers hebben via de eigen kanalen van NCSI en LEEFtijd de poll onder de aandacht gebracht. Daarnaast is medewerking gezocht van andere organisaties om bekendheid te geven aan de poll. Daarbij is gezocht naar organisaties met cliënten in verschillende leeftijdsgroepen of juist van alle leeftijden. Een grote uitzendorganisatie; de branche voor verzorgende en verplegende beroepen, een drietal vakorganisaties en een jongerenorganisatie hebben meegewerkt aan het bekend maken van de poll. Om de response te vergroten is tevens on line bij een dagblad via een opvallende banner opgeroepen tot deelname aan de poll.
3.2. Deelname Uiteindelijk hebben 687 respondenten deelgenomen aan de internetpeiling. Voor dit type peiling is dat een adequaat aantal dat bovendien mogelijkheden biedt voor nadere analyse. Gelet op het thema en de vraagstelling van de peiling wekt het geen verwondering dat oudere deelnemers (ouder dan 55 jaar) met 51 procent oververtegenwoordigd waren. De response was nagenoeg gelijk verdeeld over mannen (51,5%) en vrouwen (48,5%). Jongeren (onder de 35) vormden slechts tien procent van alle deelnemers (zie figuur 6). Evenals bij andere internetpeilingen is uiteraard in hoge mate sprake van zelfselectie: respondenten benaderen de website waar de peiling is te vinden en beantwoorden de vragen alleen als zij op enigerlei wijze betrokken zijn bij/een opvatting hebben over het thema. Omdat er geen reden is om te veronderstellen dat juist de ‘voorstanders’ of de ‘tegenstanders’ van meer ouderen op de arbeidsmarkt zich massaal naar de website hebben begeven om hun mening kenbaar te maken, mogen we veronderstellen dat de weergegeven opvattingen daadwerkelijk inzicht bieden in de opvattingen zoals die binnen verschillende leeftijdsgroepen in Nederland bestaan. Gelet op de vraagstelling en het anonieme en vrijwillige karakter van deelname aan de peiling is niet duidelijk of alle respondenten de vragen ook vanuit het bij de interviews gehanteerde cliëntenperspectief hebben ingevuld. Hoewel de vraagstelling dat perspectief wel
13
suggereert, mag niet worden uitgesloten dat sommige respondenten toch meer vanuit werkgeversperspectief hebben geantwoord. De poll kon via links op verschillende websites worden benaderd. Gegevens over hoe respondenten uiteindelijk bij de website met de poll zijn beland, laten zien dat de respondenten uit verschillende segmenten van de samenleving afkomstig zijn. Dat beperkt het risico op uniformiteit in de antwoorden op basis van uniformiteit in herkomst.
Respondenten naar leeftijd 10,2%
< 35 jaar 35 - 55 jaar
50,9%
> 55 jaar 38,9%
Figuur 6: deelname aan de poll naar leeftijdscategorie 3.3. Resultaten Uitslagen van de poll De uitkomsten van de internetpeiling stemmen in hoge mate overeen met de hiervoor besproken opvattingen van de geïnterviewden over de zeven kwaliteiten die sterker ontwikkeld zijn bij senioren en de twee kwaliteiten sterker ontwikkeld bij junioren.
Het verschilt dat leeftijd maakt 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
maakt geen verschil sterker bij jongeren
eu w ni
er w
ic h t
d ov
du l ge
re ng en
gi e is
ov
er b
no lo
ke nn
is
va
n
ke nn
e
in
gs
te ch
ve rm
v lo
og
ed e
en
n
el sn
rd el
ice un m
co m
be ïn be oo
in
lev
in
gs
ve rm
og
en
re n
sterker bij ouderen
Figuur 7: opvattingen van alle respondenten over verschil in kwaliteiten op basis van leeftijd
14
Overwicht, beoordelingsvermogen, inlevingsvermogen, geduld en overwicht zijn volgens de deelnemers aan de polls duidelijk vaker sterker ontwikkeld bij senioren, met scores van 70% tot 80%. Ook het overdragen van kennis (ruim 60%) en beïnvloeden (50%) zijn vaker sterker ontwikkeld bij senioren ten opzichte van junioren. Waar het gaat om communiceren vindt de grootste groep respondenten (44%) dat het geen verschil maakt. Als men echter verschil maakt, is dit vaker ten gunste van senioren (40%) en in mindere mate ten gunste van junioren (16%). Kennis van nieuwe technieken en snelheid vinden de deelnemers aan de poll beduidend vaker bij junioren - resp. ruim 80% en ruim 60 % - sterker ontwikkeld. Kwaliteiten overwi cht geduld kennis overbrengen kenni s va n ni euwe technol ogi e beoordel i ngs vermogen
s terker bij ouderen s terker bij jongeren
beïnvl oeden s nel communi ceren inl evi ngs vermogen 0
20
40
60
80
100
Figuur 8: Opvatting van respondenten die vinden dat leeftijd verschil maakt
3.3.1. De leeftijdsgroepen nader bekeken De mate van overeenkomst tussen de middengroep en de seniorgroep is (vrij) groot. De juniorgroep vindt zes van de zeven kwaliteiten wel vaker sterker ontwikkeld bij senioren maar minder vaak dan de andere twee leeftijdsgroepen. Wel vindt de juniorgroep deze zes kwaliteiten sterker ontwikkeld dan bij jongeren (<30). De juniorgroep heeft een afwijkende mening over communiceren; deze kwaliteit vindt de junior groep bij jongeren sterker ontwikkeld. Kwaliteiten senioren (> 50) overwicht geduld kennis overbrengen > 55 jaar
kennis van nieuwe technologie
35 - 55 jaar
beoordelings vermogen
< 35 jaar beïnvloeden s nel communiceren inlevings vermogen 0,0%
10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% 90,0%
Figuur 9: opvatting van respondenten naar leeftijdsgroep
15
3.3.2. Overeenkomsten en verschillen m.b.t. opvattingen werkgevers In een eerder onderzoek zijn opvattingen van werkgevers over eigenschappen van werknemers in relatie tot productiviteit in beeld gebracht. Onderstaande figuur uit dit onderzoek5 maakt zichtbaar in welke mate bepaalde eigenschappen volgens werkgevers in sterke mate van toepassing zijn voor 50plussers en 35-minner.
in staat tot risicotaxatie vaardig met nieuwe technologie stressbestendig fysiek belastbaar opleidingsbereid 35-
betrouwbaar
50+
management vaardig creatief loyaal sociaal vaardig flexibel 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Figuur 10: opvattingen van werkgevers De competenties, waarover cliënten (poll) en werkgevers (het onderzoek in 2010) het grotendeels eens zijn: Vaardigheid met nieuwe technologie: cliënten en werkgevers vinden jongeren daarin beter Communiceren versus sociaal vaardig: de meeste cliënten vinden dat er geen verschil is op deze competentie. Van de cliënten die vinden dat er wel verschil is, vinden cliënten – net als werkgevers – dat senioren beter communiceren dan wel sociaal vaardig zijn. Beoordelingsvermogen en risicotaxatie zijn aan elkaar verwante competenties, waarbij beoordelingsvermogen breder is. Beoordelingsvermogen is nodig voor risicotaxatie. Zowel cliënten als werkgevers vinden senioren vaker sterker in beoordelingsvermogen. De managementvaardigheid uit het werkgeversonderzoek kan opgevat worden als een samenbundeling van competenties. En hoewel ze niet rechtstreeks te vergelijken zijn, is het duidelijk dat overwicht, beïnvloeding, beoordelingsvermogen en overdragen van kennis in veel managementfuncties handzaam zijn. Vanuit de focus van dit onderzoek – het cliëntenperspectief – zijn “opleidingsbereidheid” en “fysieke belastbaarheid” geen logische onderwerpen. Immers de aandacht gaat vooral uit naar tevredenheid met de dienstverlening. De andere kwaliteiten waarin senioren zich positief onderscheiden zijn nieuw ten opzichte van het eerder genoemde onderzoek onder werkgevers.
5
Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid door Expertisecentrum LEEFtijd ism Universiteit Utrecht (2010)
16
3.4. Conclusies Senioren onderscheiden zich als groep volgens de geïnterviewden in (vak)kennis en ervaring. In de poll wordt breed ondersteund dat de volgende kwaliteiten sterker ontwikkeld zijn bij de groep senioren in vergelijking tot de groep junioren: Overwicht Beoordelingsvermogen Inlevingsvermogen Geduld Overdragen van kennis Beïnvloeden en Communiceren Vanwege de eis tot herkenbare beroepen in de interviews hebben de voorbeeldberoepen zich beperkt tot dienstverlenende beroepen. Dat had tegelijkertijd de consequentie dat bijvoorbeeld ambachtelijke competenties niet naar voren zijn gekomen. In vergelijking tot het werkgeversperspectief zijn er geen strijdige opvattingen; wel valt op dat het cliëntenperspectief meer kwaliteiten oplevert dan het werkgeversperspectief. Additionele kwaliteiten die we in dit onderzoek vonden zijn: Inlevingsvermogen Geduld Beïnvloeden Overdragen van kennis Kwaliteiten waarin jongeren zich onderscheiden, zijn volgens geïnterviewden actuele kennis en onbevangenheid en – breed gesteund in de poll – snelheid en kennis van nieuwe technologie. Waarschijnlijk zijn er meer kwaliteiten te noemen waarin de groep junioren zich positief onderscheidt. Deze zijn echter niet in de poll onderzocht, aangezien de focus van dit onderzoek een andere is.
17
4. Extra kansrijke beroepen voor senioren 4.1 Matching met beroepen Om te kunnen matchen met de uitkomsten van de poll is een groepsprofiel “het seniorenprofiel” opgesteld. De kwaliteiten uit de poll zijn in het seniorenprofiel geplaatst. Daarop is vergeleken met de beroepscompetentieprofielen van alle beroepen in de kennisbank. Deze manier van matchen is minder volledig dan individuele matching waarbij ook onder meer (vak)kennis, persoonlijke competenties en interesse in Bij de matching is gebruik gemaakt van het persoonlijke profiel zijn opgenomen. Als het gaat om een digitale beroepenkennisbank. Alle persoonlijke geschiktheid van een senior voor een specifiek beroepen in deze kennisbank zijn beroep dan is dat persoonlijk profiel in relatie tot het gescoord op acht variabelen, waaronder beroepsprofiel van belang. taakcompetenties en
gedragscompetenties. Via invulling van Vertaling van kwaliteiten naar competenties deze laatste twee variabelen is een Om te kunnen matchen met beroepen was een vertaalslag seniorenprofiel opgesteld dat is naar competenties nodig. Voor de meeste gevonden vergeleken met het kwaliteiten was dat geen probleem. Twee kwaliteiten – geduld en overwicht – bleken niet vertaalbaar. In beroepscompetentieprofiel van de 2300 competentietermen is overwicht een samengestelde beroepen in de beroepenkennisbank. competentie is. Geduld is geen competentie danwel eigenschap die in competentiesystemen of testen6 Meer informatie over de wijze van opgenomen is. Opvallend is dat geduld wel een kwaliteit is die matchen is in bijlage D opgenomen. vaker in advertenties en beroepsinformatie7 vermeld wordt, m.n. in de zorgsector. Geduld is in het gebruikte matchingssysteem wel een onderliggende basiskwaliteit is voor twee van de acht groepen competenties, namelijk de groep sociale en de groep handelingscompetenties. Het bleek niet mogelijk om – zonder onbedoeld effect op de uitkomsten – “geduld” als zoekingang bij de matching mee te nemen. Voor de sociale competenties kan overigens gesteld worden dat deze al voldoende vertegenwoordigd zijn door “sensitiviteit” en “communiceren”. Voor de groep handelingscompetenties is geen oplossing gevonden, waardoor uitvoerende functies minder in beeld zijn gekomen.
De overige 5 kwaliteiten zijn vertaald naar de 4 gedragscompetenties “oordeelsvorming, beïnvloeden, communiceren en sensitiviteit” en de taakcompetentie “lesgeven/doceren”. Met het aldus vormgegeven senioren profiel is gezocht naar passende beroepen.
4.1. Concept lijst extra kansrijke beroepen voor senioren Zeer specialistische functies, waarvoor een specialistische studie van tenminste 7 jaar is vereist, zijn buiten beschouwing gelaten. Ook bijvoorbeeld specialistische militaire beroepen, waarvoor de training al op jonge leeftijd aanvangt zijn buiten beschouwing gelaten.
6
“geduld” is niet opgenomen in facetten van de persoonlijkheidstest NEO PI – R (Big 5) noch in de klassieke functieanalyse (handboek Beroepenkunde theorie en praktijk), noch in diverse geraadpleegde competentiewoordenboeken. 7 Youchooz.nl: informatieve site over opleidingen, interesses en kwaliteiten in de sector zorg en welzijn. In o.a. beroepen als activiteitenbegeleider of verzorgende wordt de kwaliteit “geduld” gevraagd.
18
Fysiek belastende beroepen zijn niet bij voorbaat uitgesloten. Redenen hiervoor zijn tweeledig; veel senioren zijn tot op hoge leeftijd fysiek fit en inmiddels zijn er veel hulpmiddelen beschikbaar om fysieke belasting te temperen. Een Uit recent onderzoek in de Duitse autonadere toelichting op de wijze van matchen is in bijlage D industrie is gebleken dat, tegen de opgenomen. 1
verwachting in, met enkele ingrepen in hulpmiddelen en werkomstandigheden
Matching leidt tot ruim 700 beroepen. De beroepen komen in alle de productiviteit van senioren geheel werkvelden voor. Bij de beroepenlijst merken we het volgende op: op peil te brengen was met jongere In de beroepenlijst ligt een accent op beroepen op vanaf leeftijdsgroepen. middelbaar niveau omdat het senioren profiel competenties omvat, die vooral in beroepen vanaf dit niveau voorkomen. De beroepenlijst is niet volledig. Door de opzet van het onderzoek waarbij het vertrekpunt “herkenbare beroepen” was, ligt er een accent op beroepen met klantencontact. Dit betekent tegelijkertijd dat er nog veel meer beroepen zijn waar senioren geschikt voor zijn. Op lager niveau valt te denken aan uitvoerende beroepen en beroepen met een meer ambachtelijk karakter Sommige beroepen op de beroepenlijst zijn- omwille van de overzichtelijkheid – gecomprimeerd naar algemenere beroepstitels. In de beroepenlijst zijn beroepen met een element van De beroepenlijst “matchende beroepen met het het overdragen van kennis sterk vertegenwoordigd seniorenprofiel” is als bijlage E opgenomen. Door door de combinatie van de taakcompetentie én middel van kleuren is aangegeven of de mate van gedragscompetenties. overeenkomst royaal, goed of voldoende is.
Rekening houdend met het comprimeren van de docentenberoepen, is ruim een derde van het totale aantal beroepen “extra kansrijk” voor senioren. 4.1. Conclusies Tenminste 700 beroepen – ruim een derde van alle beroepen - zijn op basis van de kwaliteiten uit de poll extra geschikt voor de groep senioren. Zeer sterk naar voren komen beroepen waarin een element van “overbrengen van kennis” tot de beroepscompetenties behoort. De opzet van het onderzoek bracht met zich mee dat competenties die buiten het gezichtsveld van cliënten liggen, niet naar voren zijn gekomen. Daardoor zijn beroepen met een uitvoerend karakter minder betrokken bij de matching. 4.2. Toetsing in vervolgonderzoek In gesprek met HR en/of management van enkele organisaties in verschillende branches zullen de uitkomsten nader getoetst worden. Vragen die aan de orde zijn is de herkenbaarheid van competenties en genoemde (clusters van) beroepen in de eigen sector/organisatie. Ook interessant is om te vernemen welke andere kwaliteiten van senioren zij verder nog relevant vinden. Eveneens zal gevraagd worden naar belemmeringen en oplossingen die werkgevers zien voor invulling van genoemde beroepen door senioren. Speciale aandacht zal uitgaan naar beroepen waar fysieke belastbaarheid een rol speelt en de mate waarin het mogelijk is gebleken de fysieke belasting tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Deze gesprekken zullen in het najaar van 2011 plaatsvinden.
19
5. Beschouwing Los van leeftijd maken individuele verschillen, dat de een geschikter is voor een specifiek beroep dan de ander. Het moge tegelijkertijd duidelijk zijn dat er senioren zijn die weinig inlevingsvermogen hebben en er jongeren zijn, die dat wel hebben. Het onderscheid blijft – zoals Cees Buddingh stelt dat ouderen wel kunnen weten hoe het was om jong te zijn en jongeren niet weten hoe het is om oud te zijn. Degene die op jonge leeftijd al over inlevingsvermogen beschikt, zal een extra inlevende oudere worden. Degene die daar op jonge leeftijd niet over beschikt zal in het algemeen met het verstrijken der jaren meer inlevingsvermogen ontwikkelen. De leerlijnen van Baltes als hieronder afgebeeld maken zichtbaar dat er sprake is van een overall beeld voor jong en oud én tegelijkertijd dat op individueel niveau grote verschillen bestaan.
Bron: SVLA bewerking grafiek Baltes 1997, Houben 2002
Baltes et al. (1997) onderscheiden op het gebied van competentieontwikkeling twee aan leeftijd gekoppelde lijnen: de (neuro-)fysieke levenslijn en de ervaring levenslijn. De eerste, ook wel de hardware genoemd, neemt af vanaf 25 jaar. De ervaring levenslijn, ook wel software genoemd, kan nog lange tijd doorgroeien. Er is sprake van grote individuele verschillen, hier uitgedrukt in de verticale lijnen dwars op de curven. Houben (2002) voegt daaraan toe dat het individuele niveau sterk afhankelijk is van de eigen investering of inspanning voor persoonlijke groei en de kansen en uitdagingen die de omgeving biedt
20
Zijn de uitkomsten verrassend? Een aantal van de gevonden kwaliteiten zullen zeer herkenbaar zijn voor professionals die veel met senior professionals in contact zijn. Ook in de wetenschap8 is – zie het kader – bevestiging voor De sociale psychologie onderscheidt “fluid” verschillen tussen jong en oud in termen van “fluïde” en intelligence ten opzichte van “crystallised” “gekristalliseerde” intelligentie. Gekristalliseerde intelligentie is de vorm van intelligentie die het beoordelingsvermogen van intelligence. Met fluid intelligence wordt het senioren ondersteunt. Voor werkgevers zullen een aantal vermogen aangeduid om nieuwe kennis op bevindingen verrassend zijn, zo schatten wij in. De te doen en om via logisch redeneren besprekingen in het najaar zullen uitwijzen of dit daadwerkelijk problemen in nieuwe situaties op te lossen. het geval is. Bij crystallised intelligence gaat het om het
Internationaal onderzoek (2006)9 laat zien dat werkgeversopvattingen over senioren er ook veel positiever uit kunnen zien. In een vergelijking tussen Engelse en Nederlandse werkgevers wordt zichtbaar dat op veel onderwerpen Engelse werkgevers positiever oordelen over senioren. Vooral op de punten van mentale capaciteit en opleidingsbereidheid bestaan grote verschillen. Mogelijk heeft de beschermende houding naar senioren in Nederland dit bijeffect gehad. Of wellicht sluit het opleidingsaanbod in Nederland minder goed aan op de “critallised intelligence” van senioren. In de bespreking met werkgevers kan hierover wellicht meer duidelijkheid komen.
vermogen om verworven vaardigheden, kennis en ervaring in te zetten. Fluid intelligence kent zijn piek in de jonge volwassenheid en neemt daarna langzaam af. Crystallised intelligence groeit gaandeweg, blijft gedurende de hele volwassen periode en neemt geleidelijk af af vanaf circa 65 jaar.
Dat “geduld” zo expliciet als positief onderscheidend voor de kwaliteit van de dienstverlening naar voren komt is verrassend te noemen. Mogelijk ligt een deel van de verklaring in de efficiencyslag van veel organisaties. Het uitgangspunt dat tijd geld is, kan extreme vormen aannemen in het precieze aantal minuten dat aan een bepaalde handeling besteed mag worden. Interessant is verder ook de vraag of ondernemers weten dat klanten de kwaliteit “geduld” zo waarderen. Verrassend is ook te noemen dat er meer competenties in beeld komen als het perspectief de kwaliteit van de dienstverlening is. Met langer doorwerken als toekomstperspectief, een ouder wordende beroepsbevolking en een blijvende dynamische arbeidsmarkt is het belangrijk mobiliteit te faciliteren. Voorwaarde is dan ook dat werkgevers seniore sollicitanten serieus op geschiktheid beoordelen voor vacatures. Dit onderzoek beoogde zichtbaar te maken dat senioren beschikken over specifieke kwaliteiten die bijdragen aan klanttevredenheid en dat er zeer veel beroepen zijn, waarin deze kwaliteiten nuttig zijn. Met dit onderzoek willen wij een bijdrage leveren aan het verlagen van arbeidsmarktdrempels voor senioren.
8
Horn, J.L. & Hofer (1992), Major abilities and development in the adult. In Human Development, Papalia, D.E. e.a., New York, McGraw-Hill International edition. 9 Fairplay, employer survey, 2005 in NIDI (2006) ”Aging Labour Force”
21
7. Bijlagen
Bijlage A
: Interviewformulier
Bijlage B
: Overzicht interviews naar leeftijdsgroepen
Bijlage C
: Tekst van de poll
Bijlage D
: Rapportage matching competenties senioren met beroepen
Bijlage E
: Lijst matchende beroepen met competenties senioren
22
Bijlage A: Interviewformulier Interview Maakt leeftijd uit? Introduceer het onderzoek. Maak duidelijk dat we nu eens benieuwd hebben naar wat klanten vinden van oudere dienstverleners. Maakt leeftijd verschil? Met andere woorden zijn er beroepen waar u liever door een ouder iemand (>50) dan door een jonger (< 30) iemand geholpen wordt? En zo ja, waarom? (Welke kwaliteit/competentie) heeft zo’n senior dan volgens u extra? Wat doet zo´n senior anders? En als u liever door een jonger beroepsbeoefenaar geholpen wordt, wat heeft die volgens u dan extra? Instructie 1) In de bijlage (volgt) een overzicht met de relevante kwaliteiten/competenties per beroep. Gebruik het om af en toe een vraag te stellen. Je hoeft ze zeker niet allemaal langs te lopen. 2) Zorg dat in elk interview een mixje van niveaus besproken wordt. Zorg dat alle beroepen een keer genoemd zijn: m.a.w. begin niet steeds met hetzelfde beroep. 3) vraag ook in een paar (3) interviews naar het beroep leidinggevende (misschien als het heel snel gaat). Daar heeft iedereen wel een mening over. Geïnterviewde: Opl. Niveau: Grote stad: ja/nee Leeftijd: Interviewer: Datum: Maakt uit ja/nee
Extra kwaliteiten die aan > 50 worden toegeschreven
Ruimte voor illustratie of toelichtingen:
1. Buschauffeur
Lager 2. Politieagent
Middelbaar 3. Verkoper elektronica
Lager/middelbaar 4. Verkoper kleding
Lager/middelbaar 5. Verzorgende
Middelbaar 6. Medewerker callcenter
middelbaar 7. Medewerker bediening horeca
Lager 8. Docent middelbare school
Hoger 9. Journalist
Hoger 10. Huisarts
academisch Eventueel Leidinggevende
Middelbaar - academisch
23
Bijlage B:
Opvattingen van de geïnterviewden onderscheiden naar leeftijd
De interviews van de groep junioren nader bekeken In de jongste leeftijdsgroep heeft 58% een voorkeur voor jong danwel oud. De voorkeur betreft meestal een beroepsbeoefenaar van de eigen leeftijdsgroep. Alleen voor de functie van leidinggevende en de docent middelbare school geniet de senior de voorkeur. Voorkeur oud-jong <35 Leidinggevende Huisarts Journalist Docent middelbare school Medewerker bediening horeca Oud
Medewerker callcenter
Jong
Verzorgende Verkoper kleding Verkoper electronica Politieagent Buschauffeur 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A antal respondenten
Figuur 3: Voorkeuren per beroep bij de juniorgroep
Voorkeuren voor junior Voorkeuren gelden vooral de verkopers, de medewerker callcenter, de journalist en de medewerker bediening horeca.
In een café is het leuker wanneer het iemand van mijn eigen leeftijd is. Jongeren trekken meer gasten aan. Misschien voel ik bij een oudere in een bar meer een drempel.” Geïnterviewde junior
De huisarts en de politieagent ziet men even graag jong als oud. Een geïnterviewde legt uit dat zijn voorkeur voor een jongere huisarts te maken heeft met meer inlevingsvermogen in de problematiek waar je wellicht mee komt. “Die jongere huisarts kan zich meer met mij identificeren. Bij een jongere ben je eerder op je gemak, waardoor je makkelijker je klachten kunt vertellen. Omdat de wereld veel moderner geworden is en artsen van de oude stempel moeilijk over bijvoorbeeld seks/soa’s praten. Een jongere arts die meer in dezelfde fase zit, snapt mijn gedachtepatroon dan sneller.” Inlevingsvermogen en aansluiten op de moderne tijd spelen een belangrijke rol bij voorkeuren voor junioren. Juniore beroepsbeoefenaars kennen de jonge generatie beter en de problematiek van de jeugd, zo wordt toegelicht “Ze spreken meer de taal van mij als klant en zijn meer gericht op de interesses die mij ook bezig houden”. Ik zit makkelijker op één lijn als ik met zo iemand praat.” “Jongeren herkennen mijn wensen.” Minder dan de helft van de geïnterviewde jongeren vindt juniore beroepsbeoefenaars overigens sterker in kennis van nieuwe technieken. Voorkeuren voor senior
24
Als het gaat om de leidinggevende en de docent middelbare school gaat de voorkeur uit naar een senior. Vooral de ruime voorkeur voor een oudere docent op de middelbare school valt op. Uit de interviews blijkt dat jongere respondenten het overwicht van oudere docenten belangrijk vinden. De jongere geïnterviewden beschouwen de afstand in leeftijd als een voordeel. Een oudere docent heeft meer overwicht op de groep. Studenten zitten in een periode dat ze zich kunnen afzetten. Een jongere is makkelijker te overrulen door beperkte ervaring en doordat ze dicht bij de leerlingen staan qua leeftijd. Een oudere weet hier beter mee om te gaan door meer tact en ervaring. Geïnterviewde junior.
Overwicht, kennis van zaken en geloofwaardigheid spelen een grote rol bij de voorkeur voor een oudere beroepsbeoefenaar. “Naar een ouder iemand luister ik beter, die heeft verstand van zaken. “Van iemand van 50 neem ik direct iets aan en met iemand die net wat ouder is, ga ik veel sneller in discussie.” Ouderen dwingen ook meer respect af, wordt aangegeven. En een oudere heeft wat meer status. De interviews van de middengroep nader bekeken In de middengroep is maar iets vaker (52%) sprake van voorkeur. Meerdere geïnterviewden gaven aan, dat zij voor een aantal beroepen een voorkeur hebben voor de eigen leeftijdsgroep. Men verwacht dan meer inlevingsvermogen en een mooie mix van ervaring en nieuwe kennis. Een geïnterviewde illustreert dit als volgt: “Liever iemand jonger dan 50 want die snapt beter hoe ik met mijn werk omga in mijn levensfase. Een oudere mannelijke werkgever snapt minder goed hoe ik als werkende moeder mijn werk en zorg wil combineren. Die maakt daar grapjes over, maar het is niet grappig.” Kiezend tussen junior en senior geeft men de voorkeur aan een senior voor de leidinggevende, huisarts, journalist, verzorgende, politieagent en buschauffeur. De voorkeur naar een junior gaat uit naar de twee verkoopfuncties; de medewerker horeca en de docent middelbare school.
Voorkeur oud-jong 35-55 jaar Leidinggevende Huisarts Journalist Docent middelbare school Medewerker bediening horeca
Oud
Medewerker callcenter
Jong
Verzorgende Verkoper kleding Verkoper electronica Politieagent Buschauffeur 0
2
4
6
8
A antal respondenten
Figuur 4: Voorkeur van de middengroep
25
Voorkeur voor junior Van de junior verkoper verwacht men in de kledingzaak dat deze meer op mode gericht is, weet wat trendy is en ziet wat bij de cliënt past. Van de junior verkoper elektronica verwacht men meer kennis en begrip van de nieuwe technologie. De junior medewerker bediening in de horeca vinden enkele geïnterviewden sneller en er beter uitzien. Van de jongere docent wordt verwacht dat deze meer aansluiting heeft met tieners. Voorkeuren senior. De politieagent springt er uit met een unanieme voorkeur voor de senior agent. Men vindt dat senior politieagenten minder star zijn en Als een jongere politieagent me zou stoppen voor te hard rijden meer de hele situatie bekijken. Een oid zou ik wel denken “he snotneus, bemoei je er niet mee’ oudere agent heeft meer ervaring Geinterviewde middengroep en meer gezag, zo wordt toegelicht. De senior journalist vindt men minder “hyperig” en deze kan het nieuws beter in de context plaatsen. De verzorgende heeft men liever ouder omdat die al veel heeft meegemaakt en veel ervaring heeft opgedaan. Ook verwacht een geïnterviewde minder oordelen over hoe het lijf er uit ziet. Van een oudere huisarts wordt verwacht dat deze zich meer kan inleven en sneller de situatie kan beoordelen. De oudere huisarts Voel me meer op m’n gemak bij een oudere huisarts en iemand met meer heeft overwicht, vindt ervaring. Als ik het moet hebben over aambeien na een bevalling dan zeg ik geïnterviewden. De junior dat liever tegen iemand die wat ouder is en al 100.000 aambeien heeft gezien! huisarts moet (zelfs)nog dingen Wil niet iemand die onzeker is, nooit maar al helemaal niet in de zorg! in een boek opzoeken, zo stelt Geinterviewde middengroep één van de geïnterviewden. De voorkeur voor de senior leidinggevende heeft te maken met de opvatting dat oudere leidinggevenden meer ervaring en verstand van zaken hebben en vooral ook oog hebben voor de factor mens. “Ouderen zijn kalmer en jongere leidinggevenden zijn arroganter, die denken dat ze alles weten en willen snel veel bereiken”, zo stelt een geïnterviewde. De voorkeur voor een jongere leidinggevende wordt door een geïnterviewde als volgt toegelicht: De interviews van de groep senioren nader bekeken De groep senioren bestaat voor iets meer dan de helft uit mensen die al een tijdje uit het arbeidsproces zijn. Als geïnterviewden een voorkeur hebben, hebben zij in ruime meerderheid een voorkeur voor oudere beroepsbeoefenaren. Een uitzondering vormt de verkoper elektronica. Voorkeur voor junior Bij het beroep medewerker bediening horeca hebben senioren vrijwel allemaal (op één na) geen voorkeur. Het gaat om andere kwaliteiten, O u bent vegetariër, prima, er zit alleen wat ham in. zoals beleefdheid, die volgens Geinterviewde senior respondenten niet aan leeftijd gebonden zijn. De voorkeur voor de junior verkoper elektronica heeft vooral te maken met de verwachte meerkennis van ICT en elektronica.
26
Voorkeur oud - jong >55 Leidinggevende Huisarts Journalist Docent middelbare school Medewerker bediening horeca
Oud
Medewerker callcenter
Jong
Verzorgende Verkoper kleding Verkoper electronica Politieagent Buschauffeur 0
1
2
3
4
5
6
7
8
Aantal respondenten
Figuur 5: Voorkeuren van senioren Voorkeur senioren Voor de verzorgende heeft iets meer dan de helft van de oudere geïnterviewden een leeftijdsvoorkeur. In al deze gevallen betreft het een voorkeur voor een oudere verzorgende. Geïnterviewden vinden dat een oudere verzorgende meer “Ik voel minder gêne als een oudere verzorger inlevingsvermogen heeft en meer geduld. De (potentiële) me helpt. Zo’n jonge meid met een strak lijf is klant voelt minder gêne, zoals geïllustreerd wordt in de nog niks gewend.”” uitspraak hiernaast. De senioren (4) die vinden dat het niet uitmaakt, geven Geïnterviewde senior aan dat het veel meer gaat om het vermogen om persoonlijke aandacht te geven dan om leeftijd. Ook geeft een enkeling aan er aardigheid in te hebben zo’n jonge verzorgende een beetje op te voeden. Regelmatig geven geïnterviewden aan dat men niet veel op heeft met het beroep van medewerker callcenter. Men vindt deze vaak te dwingend een protocol volgen. Als men een voorkeur heeft, heeft dat te maken met goede sociale vaardigheden en prettige omgangsvormen, zoals geïllustreerd wordt in navolgend citaat “Ik laat me nooit telefonisch overhalen tot een financiële bijdrage. Maar die zeer vriendelijke oudere dame van Amnesty International, die uiterst beleefd om een gift vroeg, trok me over de streep.” De senior buschauffeur onderscheidt zich door geduld (wacht tot wij zitten) en meer in het algemeen door een voorzichtige rijstijl. De voorkeur voor de seniore docent heeft te maken met eigenschappen als rust, overwicht en inlevingsvermogen die men de oudere docent toeschrijft. “Ze snappen dat pubers wat nodig hebben. Betrekken het minder op zich zelf. Ze roepen minder reactie op. Jongeren mogen jongeren zijn.” Bij de huisarts gaat het om inlevingsvermogen en beoordelingsvermogen. “Een oudere huisarts heeft zoveel ervaring dat deze veel sneller ziet wat er mis is.” Bij zowel de leidinggevende als de politieagent heeft de voorkeur voor de seniore beroepsbeoefenaar te maken met inlevingsvermogen, ruimte kunnen laten aan de ander en minder op de strepen te hoeven staan dan een jongere.
27
Bijlage C: Tekst van de poll
28
Bijlage D: Rapportage LDC matching competenties senioren met beroepen
29
30
31
32
Bijlage E: Lijst matchende beroepen met competenties senioren Beroep Accountant-administratieconsulent Advocaat Technisch onderwijsassistent (TOA) Inkomensconsulent Medewerker onderwijs (overheid) Medewerker reinigingspolitie Medewerker volkshuisvesting Arbeids- en organisatiepsycholoog Art director reclame Audicien Agrarisch bedrijfsadviseur Belastingadviseur Beleggingsadviseur Beveiliger Bookmaker Bouwkundig inspecteur Cabaretier Geld- en waardetransporteur Choreograaf Circusartiest Effectenhandelaar Conducteur Gezondheidsvoorlichtings- en opvoedings-(GVOBrandweermedewerker vergunningen en adviezen Controleur buitendienst sociale verzekeringen Inspecteur waterleidingbedrijf Controleur openbaar vervoer Decaan voortgezet onderwijs Belastingdeurwaarder Entertainmentartiest Fitnesstrainer
Matching: Royaal Goed Voldoende Gerechtsdeurwaarder Complexbeveiliger justiti+e25le inrichting Heffingsambtenaar Hoofd financiële administratie Inspecteur arbeidsinspectie Inspecteur overheidsinstelling Huiswerkbegeleider Inspecteur accountantsdienst EHBO-instructeur Journalist Bedrijfsjournalist Jurist Keurmeester vee, land en tuinbouw Landbouwconsulent Lasinspecteur Groepsleerkracht basisonderwijs Linktrainer Loopbaanadviseur Maatschappelijk werker Leerlingbegeleider AVO Milieu-inspecteur Notaris Officier van justitie Onderwijsinspecteur Opticien Opzichter bouw Opzichter weg- en waterbouw Parkeercontroleur Particulier onderzoeker Pedagogisch adviseur Penitentiair inrichtingswerker Podotherapeut
Gastechnisch opzichter Secretaris (gemeente/provincie) Horecaportier Praktijkopleider Rechter Reclasseringswerker Remedial teacher Rijexaminator Rij-instructeur Rijschoolhouder Schade-expert Schoolbegeleider Sociaal raadsman Sociaal rechercheur Sportinstructeur/trainer Toezichthouder bewaking Studieadviseur/studentendecaan Supervisor/docentenbegeleider Suppoost museum Taxateur onroerend goed Trainer communicatieve vaardigheden Universitair docent Verkeersinspecteur Voedingsdeskundige (voorlichten) Voetbalsteward Yogaleraar Toezichthouder zwembad Mediator Docent voortgezet onderwijs (VO) Juridisch medewerker Patiëntenvoorlichter Auditor kwaliteitszorg Regisseur Allround politiemedewerker
Politiemedewerker Assistent-politiemedewerker Hoofdopzichter bouw Observer beurshandel Taxateur roerende goederen Assistent sociaal raadsman Bewindvoerder wet schuldsanering natuurlijke personen Cliëntvertrouwenspersoon jeugdzorg Klachtenondersteuner jeugdzorg Medisch maatschappelijk werker Pastoraal werker Adviseur instellingen sociaal-cultureel werk Eerstelijnspsycholoog Educatief medewerker theater Programmamaker radio Programmamaker televisie Lasinstructeur Stoelmasseur Beveiliger Winkelsurveillant Mobiel surveillant Medewerker visitatie/badmeester penitentiaire inrichting Bedrijfsbrandmeester Brandweercoördinator vergunningen en adviezen Brandweermedewerker oefeningen en opleidingen Brandweercoördinator oefeningen en opleidingen Brandweeradviseur veiligheid en kwaliteitszorg Vreemdelingenbegeleider penitentiaire inrichting Groepswerker penitentiaire inrichting Behandel/zorg inrichtingswerker penitentiaire inrichting Groepsleider justitiële jeugdinrichting Medewerker beveiliging/begeleiding tbs-kliniek Advocaat-generaal Procureur-generaal
34
Budgetconsulent Archiefinspecteur BOS-consulent Specialist gewasbescherming WMO-consulent Medewerker bezwaar en beroep Medewerker terugvordering en verhaal Consulent Wet Inburgering
Account executive reclame Acteur Actuaris Adviseur interne controle en beveiliging Akoestisch adviseur Applicatiebeheerder (hoger) Arbeidsdeskundige Arbeidshygiënist Archeoloog Uitgeefassistent Astronoom Beleggingsanalist Bestuurskundige Betontechnoloog Bewaarder hypotheken, kadaster, scheepsbewijzen Psychomotorisch therapeut Biochemicus Biofysicus Bioloog Bodemkundige
Raadsheer Inspecteur vervoer Cartograaf Chemicus Communicatieadviseur Conciërge Copywriter Creatief therapeut Recensent Cultuurtechnicus Kapper Databasebeheerder Dierenartsassistent Dierenasielhouder/dierenpensionhouder Dramaturg Ecoloog IT-auditor Ergonoom Ergotherapeut Ertskundige Euritmietherapeut Fotograaf Fysiotherapeut Fysisch geograaf Fysisch oceanograaf Inspecteur gasinstallaties Geodeet Geofysicus waterwinning Geoloog Grafoloog Grimeur Haarwerkspecialist Haptotherapeut Historicus
35
Bos- en landschapsadviseur Bouwhistoricus Huishoudkundig consulent ICT-specialist Instructeur mobiliteit blinden Juridisch/rechtskundig adviseur Kernfysicus Klinisch chemicus Klinisch fysicus Kredietbeoordelaar Kristallograaf Kunsthistoricus Landbouwtechnisch ingenieur Lasertechnoloog Logopedist Luchthavenmeester Manicure Marktonderzoeker Materiaalkundige Medisch-microbiologisch ingenieur Meteoroloog Microbioloog Mijnbouwkundige Milieudeskundige Mineraloog Musicoloog Natuurgeneeskundig therapeut Natuurkundige Neerlandicus Octrooigemachtigde Oefentherapeut Cesar Oefentherapeut Mensendieck Onderwijskundige Opvoedingsvoorlichter
Hortulanus Huidtherapeut Paleontoloog Pedagoog Voetverzorger Petroleum engineer Petroloog Peuterwerker Plantenteeltkundige PR-adviseur Psychologisch medewerker Psychotherapeut Radiodiagnostisch laborant Registeraccountant Re-integratiedeskundige Reisbegeleider Schoonheidsspecialist Schrijver Seismoloog Seksuoloog Slotenmaker Statistisch analist Technisch natuurkundige Psychologisch testassistent Toeristisch gids Treasurer Tropisch landbouwkundige Uitgever Verloskundige Visagist Wiskundige Woninginrichter Adviseur ERP-systemen Webdeveloper (hoger)
36
Orthopedagoog Orthoptist Coördinator begeleider gezinsvervangend huis, Meldkamermedewerker alarmcentrale (reizen) Binnenhuisadviseur Medewerker klantenservice Woonconsulent Zonneconsulent Claimbeoordelaar Museummedewerker Tuin- en landschapsontwerper Dierenfysiotherapeut Tuinbouwkundige Tuin- en landschapsarchitect Kopersbegeleider bouw Stedenbouwkundig architect Medewerker voorlichting Pers-, publieksvoorlichter Communicatiemanager Sportmasseur Consultatief psychiatrisch verpleegkundige Sociaal verpleegkundige Manueel therapeut Decubitus-consulent Incontinentieconsulent Lactatiekundige Nurse practitioner Physician assistant Sportfysioloog Telecommunicatiemanager Adviseur woondiensten Relatiebemiddelaar Webdeveloper (middelbaar)
Kennistechnoloog Afrokapper Trainer software Functioneel beheerder Systeembeheerder Informatiemanager ICT Voice-over Dansleraar dansschool Casting director Muziekprogrammeur Theaterprogrammeur Artistiek leider podiumkunsten Regieassistent Hoofd laboratorium Organisatieadviseur (technisch) Opleidingsfunctionaris (p&o) Imagostylist Stylist modecollecties Politiekundige master Havenmeester Hydroloog Communicatiemedewerker (hoger) Groepsleider zorg (hoger) Tourmanager theater, muziek, dans Netwerkbeheerder Adviseur CRM-systemen Multimediadeveloper (hoger)
37
Actuarieel rekenaar Incassomedewerker Administratief medewerker verzekeringen Advertentie- en reclameacquisiteur Afslager Akkerbouwer Medewerker burgerzaken Medewerker ruimtelijke ordening Medewerker sport en recreatie (overheid) Hoofd analist (laboratorium) Applicatiebeheerder (middelbaar) Arbeidsanalist Arbocoördinator Bouwkundig architect Architectonisch vormgever Archivaris Artsenbezoeker Assistent-accountant Assurantietussenpersoon Autohandelaar Autokeurmeester Autowasserettehouder Allround banketbakker Bedrijfseconoom Bedrijfskundig ingenieur Bedrijfskundige Beeldend kunstenaar Beeldhouwer Configuration manager ICT Belastingassistent Benzinepomphouder Bestuurder sportbond Bestuurder werkgevers-, werknemersorganisatie Beveiligingsadviseur
Binnenhuisarchitect Biologisch-dynamisch land- en tuinbouwer Biologisch-dynamisch dier- en veehouder Bloemen- en plantenkweker Bloemist-winkelier Boekhandelaar Boekhouder Boomchirurg Rig designer Boswachter Bouwfysicus Projectleider bouw Teamleider brandweerkorps Brandweerofficier repressie Allround broodbakker Butler Callcentermedewerker (inbound) Campingbeheerder Cargadoor Paddestoelenkweker Chef-kok (grote keuken) Chemisch technoloog Chocolatier Commercieel technicus Commercieel medewerker binnendienst (administratief) Commies belastingdienst Concertmeester Congrestolk Conservator Consulent kenniscentrum beroepsonderwijs Sociaal-cultureel werker, specialisatie Consultant Contactlensspecialist Inspecteur elektrische installaties
38
Medewerker productcontrole (industrie) Controller Coördinator schoolbegeleidingsdienst Corrector Uitvoerder cultuurtechniek Decorontwerper Dessinontwerper Dichter Dierenartsenbezoeker Dietist Diplomatiek vertegenwoordiger Diskjockey Documentcontroleur bank Dokmeester Douaneambtenaar Drilling engineer Drogist Economisch adviseur Econoom Edelsmid Eerste medewerker bediening horeca Ontwerper elektronica Ontwerper elektrotechnische installaties Projectleider elektrotechniek Etaleur/decorateur Expediteur Exportmanager Kantoordirecteur bank Financieel-administratief medewerker Fotografisch vormgever Fotohandelaar Hoofd receptie hotel Fruitkweker Functieanalist
Gasturbinetechnicus Gidsenschrijver Gieterij ingenieur Glaskunstenaar Grafisch intermediair Grafisch ontwerper Groentehandelaar Groentekweker Groenvoorzieningsontwerper (tuinen) Grondwerktuigkundige mechanisch Grossier Headhunter Helikopterpiloot Servicedeskmedewerker ICT Helpende Werk- en leermeester penitentiaire inrichting, Hoofd distributie productie-, handelsbedrijf Hoofd personeel en organisatie Hoofd productietechnologie Hoofd tekenkamer elektrotechniek Hoofd tekenkamer werktuigbouwkunde Hoofdredacteur (bladen) Hoofduitvoerder grond-, weg- en waterbouw (gww) Host toerisme Host/hostess felicitatiedienst Portier hotel Houttechnoloog Hulp in de particuliere huishouding Hydrograaf ICT-architect Keuringsmedewerker meet- en weeginstrumenten Importeur Impresario Industrieel ontwerper (technisch)
39
Informatieanalist Inspecteur algemene inspectie landbouw en visserij Inspecteur belastingen Instrumentalist Intercedent Juwelier Kennelhouder Keramisch vormgever Keurmeester van waren Klaarmeester Klimaattechnicus Klinisch-chemisch ingenieur Koeltechnicus Koster Grafisch kunstenaar Kunstgaleriehouder Kwaliteitszorgmedewerker (grafisch) Echografist Landbouwer Levensmiddelentechnoloog Loodsdienstcoördinator Luchtvaarttechnicus Luchtverkeersleider Maatkleermaker Makelaar onroerend goed Mannequin Markthandelaar Medewerker crediteurenadministratie Medewerker debiteurenadministratie Medewerker salarisadministratie Medewerker toeristische informatie Mediaplanner Meubelontwerper Milieukundig voorlichter
Ontwerper/modelleur schoenen Modeontwerper Monteur beveiligingsinstallaties Monteur mechanische werken spoorwegen Multimediavormgever Museumgids Notarisklerk Oliebollen-/poffertjeskraamhouder Ploegchef/bevelvoerder brandweerkorps Ontwerper-constructeur bouw Ontwerper-constructeur werktuigbouwkunde Opleidingsadviseur Opnameleider film/televisie Organisatieadviseur Orthopedisch modelmaker en maatnemer Outplacementbemiddelaar Paardenhouder Pelsdierenhouder Perronopzichter Personeelsfunctionaris Personeelsmedewerker Pluimveehouder Presentator PR-medewerker Productieplanner Systeemprogrammeur Projectleider grond-, weg- en waterbouw (gww) Verkeersleider haven Account director reclame Recreatiebegeleider Reisadviseur vakantiereizen Reserveringsmedewerker reisorganisatie Rijwielhandelaar Rundveehouder
40
Sales promotor Saunahouder Schapenhouder Scheepskok Scheidsrechter Directeur basisonderwijs Schoolleider speciaal onderwijs (niet lesgevend) Secretaris overheidsdiensten Selecteur zaad en bloembollen Slijter Sociaal-psychiatrisch verpleegkundige Software engineer Sonoloog Staladviseur Treinsteward horeca Steward luchtvaart Strandwacht Technisch schrijver Theateragent Tolk Traffic manager reclame Transportplanner Uitvoerder bouw Uitvoerder grond-, weg- en waterbouw (gww) Varkenshouder Veehandelaar Veiligheidskundige (adviserend) Veilingmeester Verkeers- en stedenbouwkundige Verkoper Zorghulp Verpleegkundige Vertaler Vertegenwoordiger
Verzorgende Videotheekhouder Vis- en schaaldierenkweker Vishandelaar Reclamevlieger Vluchtafhandelingsemployé Vogelhouder Wasserettehouder Ontwerper-constructeur civiele techniek Wegenwacht Werkvoorbereider Zaadteler Zanger Hygiënist gezondheidszorg Zwemonderwijzer Financieel administrateur Commercieel medewerker Webdesigner Redacteur (nieuwe media) Tester ICT Adviseur E-business Scenarioschrijver Salesmanager Accountmanager PLC-programmeur Calculator Bouwcalculator Assistent-bedrijfsleider Kwaliteitscontroleur Kwaliteitsmanager Logistiek manager Marketingmanager Productmanager Planoloog
41
Inkoper Filiaalbeheerder auto's Bedrijfsleider/ondernemer Facilitair manager Evenementenorganisator Human resource medewerker Logistiek medewerker Recruiter Testcoördinator Projectmanager Woonbegeleider gezinsvervangend huis, wooncentrum Districtsmanager verkoop buitendienst Opvangmedewerker diensten asielzoekerscentrum Banquetmanager Bedrijvenadviseur bank Kwaliteitsmedewerker Nachtreceptionist hotel Systeemanalist Industrieel ontwerper (conceptueel) Gespecialiseerd verpleegkundige Hoofd afdeling ICT-beheerder ICT-ontwikkelaar Musicus Muziekinstrumentmaker, -reparateur Acquisiteur Yield manager horeca Partymanager catering Nachtportier hotel Hoofdportier hotel Chef-kok instelling Food and beverage manager Chef-kok (kleine keuken) Roostermaker
Medewerker uitkeringen (sociale verzekeringen) Cliëntadviseur bank Medewerker binnendienst assurantiën Schadebehandelaar Assurantieadviseur Assistent controller Hoofdcontroleur belastingdienst Teamleider uitkeringen (sociale verzekeringen) Bestuurder overheid Griffier overheidsbestuur Sectordirecteur gemeente Melkveehouder Districtshoofd bos- en natuurterreinen Hoofd archief Hoofd documentatie Adviseur civiele techniek Instructeur grondverzet- en graafmachines Instructeur hijswerk Bestekschrijver grond-, weg- en waterbouw (gww) Bouwkundig adviseur Bouwkundig projectontwikkelaar Stedenbouwkundig ontwerper Asfalttechnoloog Stedenbouwkundig adviseur Coordinator reiniging Eindredacteur Hoofdredacteur (omroep) Nieuwslezer Communicatiemedewerker (middelbaar) Audiotolk Gerechtstolk Juridisch vertaler Contentmanager Sport- en bewegingsleider
42
Podoloog Bewegingstechnoloog Productmanager farmaceutisch bedrijf Clinical research associate Indicatieadviseur gezondheidszorg Officier van dienst gezondheidszorg Postzegelhandelaar (filatelie) Antiquair Exportmedewerker buitendienst Handelsagent Veilinghouder bloemen, groente en fruit Productiebegeleider uitgeverij Vastgoedmanager Woningmarktconsultant Jachtmakelaar Spelersmakelaar Vestigingsdirecteur makelaarskantoor Creative director reclame Media director reclame Coördinator woondiensten Assistent inkoper Database marketeer Senior inkoper Assistent-woonbegeleider gezinsvervangend Kinderoppas particulieren Manager/teamleider uitzendbureau Manager/teamleider werk en inkomen Educatiemedewerker jeugdhulpverlening Geestelijk verzorger Humanistisch raadsman Zorgmanager gezondheidszorg Testmanager ICT Webmaster Productievoorbereider ICT
Computeroperator Multimediadeveloper (middelbaar) Werkplekbeheerder Embedded software engineer Functioneel ontwerper ICT Security specialist ICT Servicemanager ICT Systeemontwerper Specialist technische infrastructuur ICT Architect technische infrastructuur ICT Datawarehouse ontwikkelaar Plugger Librettist Tekstdichter Art director film/televisie Kostuumontwerper theater/film/televisie Kunstsmid Multimediakunstenaar Plastisch ruimtelijk vormgever Locatiescout Producent muziek, tv en theater Productieassistent televisie,radio en theater Productieleider televisie,radio en theater Programmaleider radio Programmaleider televisie Voorstellingsleider Hoofdmonteur mechanische werken spoorwegen Hoofdmonteur elektrische installaties Hoofdmonteur consumentenelektronica Energie Prestatie Advisering (EPA)-medewerker Hardware engineer computertechniek Hoofdmonteur Grondwerktuigkundige avionisch Directional driller
43
44