Kunsteducatie Westeinde Onderzoek naar de behoefte aan kunsteducatie in de wijk Westeinde R. Reiding – 2D N. van Toor – 2E A. Weidenaar – 2D C. de With – 2E Docent: G.J. van Dam Opdrachtgever: W. Zoethout Zoethout Cultureel Educatief EnZo! Communicatie – NHL Leeuwarden Leeuwarden, 16 januari 2014
2
Inhoudsopgave H1. Inleiding .................................................................................................................................. 4 H2. Onderzoeksverantwoording................................................................................................... 5 2.1 Deelvragen per thema................................................................................................. 5 2.2 Methode van onderzoek............................................................................................. 6 2.3 Betrouwbaarheid, validiteit, representativiteit.......................................................... 6 H3. Resultaten............................................................................................................................... 7 3.1 Ondervindingen ......................................................................................................... 7 3.2 Persoon ..................................................................................................................... 7 3.3 Behoefte..................................................................................................................... 8 3.4 Financieel .................................................................................................................. 9 3.5 Beschikbaarheid ........................................................................................................ 9 3.6 Huidig gebruik ........................................................................................................... 11 3.7 Contact ...................................................................................................................... 11 H4. Conclusie................................................................................................................................ 13 Literatuurlijst................................................................................................................................ 14 Bijlagen I Onderzoeksopzet II Enquête III Tabellen IV Flyer V BIG formulieren
3
Hoofdstuk 1 Inleiding ‘De bevolking mag geen vreemdeling wezen aan de beoefening der schone kunsten’, aldus Everhardus Potgieter, een befaamd Nederlandse auteur (Citaten.net, 2014). Zoethout Cultureel Educatief EnZo! verrijkt dan ook graag de bewoners van de wijk Westeinde willen met het aanbod van kunsteducatie in verschillende verschijningen. Hiervoor is het echter wel van belang inzicht te verkrijgen in de mate van behoefte aan een dergelijke vorm van educatie in eerdergenoemde wijk. Met behulp van dit onderzoek, uitgevoerd door studenten van de NHL Hogeschool te Leeuwarden, willen de Wijkvereniging Westeinde en Zoethout Cultureel Educatief EnZo! er door middel van kwantitatief onderzoek in de vorm van een enquête achter komen of er in de wijk Westeinde belangstelling is voor kunsteducatie in de vorm van muziek, dans, beeldende kunst en/of theater. Ook wordt er door middel van deze enqete vastgesteld hoe men deze vormen van kunsteducatie het liefst aangeboden ziet worden: in een groep, in orkestvorm, in een koor of in een band. De hoofdvraag van dit onderzoek welke hiermee beantwoord zal worden luidt: ‘In hoeverre hebben de inwoners van de wijk Westeinde behoefte aan de verschillende vormen van kunsteducatie.. In dit verslag zal allereerst de onderzoeksverantwoording worden beschreven. Hierbij worden de verschillende thema’s voorgelegd, wordt dieper ingegaan op de gebruikte methoden voor dit onderzoek en wordt vervolgens duidelijk waarom dit onderzoek representatief, betrouwbaar en valide is. Vervolgens komen in hoofdstuk drie de resultaten van dit onderzoek per behandeld thema aan bod, waarna in hoofdstuk vier de conclusie van het verrichte onderzoek en daarmee het antwoord op de hoofdvraag volgt.
4
Hoofdstuk 2 Onderzoeksverantwoording In dit hoofdstuk zullen de verschillende thema’s die worden behandeld in dit onderzoek worden verhelderd. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de gebruikte onderzoeksmethoden en tot slot zal er te zien zijn waarom dit rapport representatief, betrouwbaarheid en valide is. 2.1: Deelvragen per thema 2.1 Deelvragen per thema In deze paragraaf wordt uitgelegd welke thema’s er in de enquête zitten, waarom deze zijn opgenomen en op welke deelvragen deze betrekking hebben. Per thema wordt telkens iets anders beschreven. 1) Wat zijn de persoonlijke kenmerken van de doelgroep? (betrekking op vraag 1 en 2) Dit gedeelte bevat informatie over het geslacht en de leeftijd van de personen die de enquête invullen. Ook bevat het informatie over kinderen onder de 12 jaar, deze enquêtes worden namelijk ingevuld door de verzorger. Dit is belangrijk om de scheiding duidelijk te kunnen weergeven en door te kijken of het representatief is voor Westeinde zelf qua inwonerverdeling. 2) Aan welke vorm(en) van kunsteducatie is er behoefte onder de respondenten? (betrekking op vraag 3 en 4) Hier wordt er gevraagd naar de behoefte. Waar de bewoners van de wijk eventuele behoefte aan hebben en waarbij er nog specifiek aangegeven kan worden welke vorm hiervan het meest de interesse had. 3) In hoeverre en hoeveel zijn de respondenten bereid te betalen voor de voor kunsteducatie? (betrekking op vraag 5 en 6) Hierbij kan de wijkbewoner aangeven of de bereidheid tot betalen er is, en zo ja, hoe veel de bewoner bereid is om te betalen. Hierbij is expres gekozen om ‘gratis’ niet toe te voegen. Iedereen wil tenslotte wel gratis les. 4) Voor welke tijdsduur, op welke dagdelen en op welke locaties zijn de respondenten beschikbaar voor kunsteducatie? (vraag 7, 8 en 9) Uiteraard moet men ook beschikbaar zijn, dat is met het thema ‘beschikbaarheid’ uitgelicht. Hierin zit de duur van cursussen, de locatie en de beschikbaarheid op de dagen van de week plus welke dagdelen. 5) Van welk aanbod van kunsteducatie maken de respondenten al gebruik? (betrekking op vraag 10 en 11) Bij dit onderdeel wordt gekeken waar de bewoners in de wijk nu al aan deelnemen. Zo is direct ook te zien of er al gebruik wordt gemaakt van het aanbod zoals het nu is. 6) Zijn er eventueel respondenten bereid om zelf les te geven? (betrekking op vraag 12 en 13) Ten slotte is er nog de contactvraag. Hiermee kon nog een afsluitende vraag gesteld worden over de informatie achteraf en ook de vraag of er eventueel nog iemand les wil geven is opgenomen in de lijst. Zo kunnen eventuele docenten worden gevonden en wordt duidelijk in kaart gebracht op welke wijze mensen in de wijk graag op de hoogte worden gehouden.
5
2.2 Methode van onderzoek Om te achterhalen hoe groot de behoefte aan kunsteducatie is, hebben de studenten van de NHL in samenwerking met de opdrachtgever een enquête opgesteld. Deze enquête is vanaf week 47 verspreid over de wijk Westeinde en is direct aan de deur afgenomen door de studenten. Door tegenvallende respons van de inwoners in de wijk, is er twee weken langer dan in eerste instantie de bedoeling was op deze manier door geënquêteerd. Hier is mee doorgegaan tot en met week 50. Ook is vanaf week 47 de enquête online opengezet. Om de respons aan te sporen, is de enquête gedeeld op de Facebookpagina en de site van de wijkvereniging Westeinde. Om de respons nog meer te vergroten zijn er in week 48 ook een 30 enquêtes afgenomen door een in de wijk gevestigde kapster en zijn er 250 flyers met daarop het verzoek tot het online invullen van de enquête bij de krant gevoegd. Dit werd gedaan door twee bevriende krantenbezorgers uit de wijk. De respons door deze actie is niet precies te peilen omdat het ook op dezelfde online enquête werd ingevuld, maar de respons werd vlak na deze verspreiding een stuk hoger. De verwachting is dat de flyers bij de krant ongeveer 20 nieuwe respondenten heeft opgeleverd. 2.3 Betrouwbaarheid, validiteit, representativiteit Betrouwbaarheid Als studenten van de NHL is er geen persoonlijk belang bij de uitkomst van de enquête en dus is de enquête objectief opgesteld, uitgevoerd en geanalyseerd. Er is de tijd genomen om de enquête op te stellen en deze uit te voeren. Door eerst aan de respondenten te vragen of ze überhaupt interesse hebben voor kunsteducatie worden de negatieve reacties (mensen die de enquête niet in vullen) ook bruikbaar en wordt het resultaat van het onderzoek betrouwbaarder. Validiteit Het doel van het onderzoek is om er achter te komen voor welke soorten kunsteducatie belangstelling is. Het onderzoek is valide omdat er in de enquête wordt gevraagd voor welke soorten kunst ze interesse hebben. Door de vragen per kunstvorm op te stellen kan er per kunstvorm bekeken worden waar de belangstelling ligt. Representativiteit De enquête heeft een representatieve groep respondenten om de hele wijk te kunnen vertegenwoordigen. Er is een evenredig aantal mannelijke en vrouwelijke respondenten. De straten waar is geënquêteerd liggen verspreid over de hele wijk en vertegenwoordigen alle verschillende soorten woningen in de wijk, zoals te zien is in afbeelding 1. Er is op verschillende data geënquêteerd zodat er een bredere groep bewoners is bereikt. Er is online en op papier geënquêteerd, ook hierdoor is de bereikbare doelgroep weer verbreed.
!Afbeelding 1 Enqueteergebied Westeinde
6
Hoofdstuk 3 Resultaten In dit hoofdstuk zullen de resultaten worden weergegeven in de vorm van grafieken, de bijbehorende tabellen zijn opgenomen in bijlage I. Tabellen. Daarnaast wordt er dieper ingegaan op de redenering die achter het enquêteren zit. Ten slotte worden, op basis van het onderzoek, de deelvragen uit voorgaand hoofdstuk beantwoord. 3.1 Ondervindingen Om de behoefte aan kunsteducatie in de wijk Westeinde te peilen, hebben vier leerlingen van de NHL in overleg met Zoethout Cultureel Educatief EnZo! een enquête opgesteld. Het plan was om in week 47 deze enquêtes op papier in de desbetreffende wijk te verspreiden. Op de enquêtes stond een link zodat online invullen ook mogelijk was. Om een representatief beeld te krijgen van de behoefte aan kunsteducatie in de wijk Westeinde waren er 259 respondenten nodig. Aan de deuren was de medewerking echter gering waardoor het aantal ingevulde enquêtes in deze week, op papier en online, erg laag uitviel. In overleg met de begeleidende docent en Wietske Zoethout van Zoethout Cultureel Educatief EnZo! is toen besloten dat de mensen die de enquête niet wilde invullen met als reden dat zij geen behoefte hadden aan kunsteducatie ook als respondent gerekend konden worden. Alsnog vielen de resultaten tegen. Om het aantal respondenten een boost te geven is een kapster uit de wijk benaderd, zij was bereid om ook enquêtes in de wijk te verspreiden. Daarnaast zijn er krantenbezorgers uit de wijk bereid gevonden om bij de krant een flyer te bezorgen. Zij hadden samen een bereik van zo’n 250 adressen. 3.2 Persoon Wat zijn de persoonlijke kenmerken van de doelgroep?
Frequenie
In de wijk Westeinde wonen 1.905 mannen en 1.992 vrouwen (GBA Gemeente Leeuwarden, 2013). Uitgedrukt in percentages gaat het dus om 48,9% mannen en 51,1% vrouwen. Voor zover het geslacht is aangegeven, is de enquête ingevuld door 65 mannen en 64 vrouwen. Uit de Chi-‐ kwadraattoets voor groepen, zie tabel 1 en 2 van bijlage I, blijkt echter dat dit verschil voor 73,5% op toeval berust. Met andere woorden er is geen verschil tussen de doelgroepprofielen met betrekking tot het kenmerk geslacht. Van de 262 respondenten vulden 32 de enquête in voor hun kind. Zoals te zien is in grafiek 1 (tabel 3) vallen de meeste kinderen in de leeftijd van 10 tot 12 jaar. 8 7 6 5 4 3 2 1 0
7 5
5 4
3 2
2
2 1
3
4
5
6
1
7
8
9
10
11
12
Leejijd kind
"Grafiek 1
7
Uit cijfers van Oozo (2012-‐2014) blijkt dat de leeftijdscategorie 45 tot en met 64 jaar met 29% het sterkst vertegenwoordigd is. De volwassenen die de enquête hebben ingevuld variëren in leeftijd van 13 tot 79 jaar. De gemiddelde leeftijd ligt hier bij 45,27 jaar en de mediaan, dus de meest voorkomende leeftijd, ligt op 46 jaar. 3.3 Behoefte Aan welke vorm(en) van kunsteducatie is er behoefte onder de respondenten? De behoefte naar kunsteducatie is opgesplitst in vier kunstvormen: muziek, dans, beeldende kunst en theater. Op een schaal van 1 tot 5 kon worden aangegeven in hoeverre de respondent behoefte had aan de specifieke vorm van kunsteducatie. Hierin betekent 1 dat er helemaal geen behoefte is aan de specifieke vorm van kunsteducatie en 5 betekent dat er juist heel veel behoefte aan is. "Grafiek 2 (tabel 4) Uit grafiek 2 blijkt dat 68% geen behoefte heeft aan muziekeducatie. Onder de 262 respondenten gaven er zeven aan dat zij specifiek behoefte hadden aan gitaarlessen; vier gaven er aan behoefte te hebben aan drum/slagwerk. Deze behoefte ligt vooral bij kinderen tussen de 10 en 12 jaar.
Behoeje aan muziek
helemaal geen
7% 9% 10% 6%
geen neutraal
68%
wel heel veel
"Grafiek 3 (tabel 5) Uit grafiek 3 blijkt dat 73% geen behoefte heeft aan danseducatie. Slechts 6% geeft aan dit wel graag te willen. Specifiek gaat het dan om hiphop en breakdance.
Behoeje aan dans
helemaal geen
6% 5% 11% 5%
geen neutraal
73%
wel heel veel
8
"Grafiek 4 (tabel 6) Uit grafiek 4 blijkt dat 75% geen behoefte heeft aan beeldende kunsteducatie. In totaal zijn er 24 mensen tussen de 14 en 79 jaar die wel tot heel graag les zouden krijgen in de beeldende kunst. Drie daarvan zijn 40 (tabel 7).
Behoeje aan beeldende kunst
helemaal geen
5% 5% 6%
geen
9%
neutraal
75%
wel heel veel
"Grafiek 5 (tabel 8) Uit grafiek 5 blijkt dat 70% geen behoefte heeft aan theatereducatie. Slechts 4 kinderen (onder de 12) en 7 volwassenen geven aan hier heel erg behoefte aan te hebben (tabel 9).
Behoeje aan theater
5% 7%
helemaal geen geen
10%
neutraal
8% 70%
wel heel veel
3.4 Financieel In hoeverre en hoeveel zijn de respondenten bereid te betalen voor de voor kunsteducatie? Op de vraag in hoeverre de respondent bereid was om te betalen voor kunstonderwijs, vulden er 31 in dat zij helemaal niet bereid waren tot betalen. Een aantal van hen vulden echter wel een bedrag in. Daarom zijn deze respondenten buiten beschouwing gelaten bij de vraag welk bedrag zij bereid zijn om te betalen voor kunsteducatie. Uit tabel 10 blijkt dat, van het deel dat wel bereid is om betalen, ruim de meerderheid bereid is om €8,-‐ tot €12,-‐ te betalen. 3.5 Beschikbaarheid Voor welke tijdsduur, op welke dagdelen en op welke locaties zijn de respondenten beschikbaar voor kunsteducatie? Bij de vraag wanneer mensen beschikbaar zijn, waar zij wensen kunsteducatie te volgen en uit hoeveel weken een cursus zou moeten bestaan, zijn alleen de mensen meegerekend die enigszins behoefte hebben aan kunsteducatie. Wat wil zeggen dat er hier is uitgegaan van de mensen die op een schaal van 1 tot 5 minimaal 2 hebben ingevuld. Zoals zichtbaar wordt in grafiek 6 (tabel 11), wordt duidelijk de voorkeur gegeven aan een cursus van 10 weken.
9
60%
53,4%
Percentage
50% 40% 30% 20%
21,6%
17,0%
8,0%
10% 0% 5 weken
10 weken
20 weken
38 weken
Cursusduur
"Grafiek 6
15% 10%
39,1%
wel
8,1% 10,0%
20%
6,3% 6,9%
25%
15,4% 14,9% 10,0%
30%
16,5% 10,3% 11,5%
Percentage
35%
28,2%
neutraal
40%
22,8%
30,4% 28,7% 23,1% 16,2% 22,9%
45%
24,1% 14,9% 21,8% 16,2% 15,7%
50%
44,6% 41,4%
Ook wat betreft de locatie waarop eventueel lessen gevolgd kunnen worden, zijn de respondenten die aangeven helemaal geen behoefte te hebben aan kunsteducatie buiten beschouwing gelaten. Zoals zichtbaar in grafiek 7 (tabellen 12, 13, 14, 15 en 16) geeft deze selectie de voorkeur aan Montessori High School, Wijkcentrum Eeltsje’s Hiem en Dagopvang Middelséhiem. Wat opvalt, is dat zelfs 44,6% aangeeft helemaal niet aan eigen huis les te willen krijgen en 41,4% geeft aan ook helemaal niet bij een docent thuis les te willen krijgen. Wijkcentrum Eeltsje’s Hiem krijgt hier de voorkeur.
5% 0% helemaal niet
niet
graag
Bereidheid om op aangegeven locaie educaie te volgen Montessori High School
Wijkcentrum Eeltsje's Hiem Dagopvang Middelséhiem
Aan eigen huis
Bij een docent thuis
!Grafiek 7 De mensen die behoefte hebben aan kunsteducatie (mensen die 1 aangeven buiten beschouwing gelaten) geven op alle dagen de voorkeur aan de avond. De meeste mensen geven aan dat maandagavond, dinsdagavond en donderdagavond het beste uitkomt.
10
3.6 Huidig gebruik Van welk aanbod van kunsteducatie maken de respondenten al gebruik? Als er wordt gekeken naar het huidig gebruik (voor zover deze vraag is ingevuld door de respondenten), blijkt dat er in de wijk het meest gebruik wordt gemaakt van activiteiten van de wijkvereniging (21,3%) en van de aangeboden lessen (16%). 56,5% van de respondenten uit de wijk maakt helemaal geen gebruik van het huidige kunstaanbod (zie grafiek 8 en tabel 17, 18, 19, 20 en 21). Daar zijn verschillende redenen voor. Zoals blijkt uit tabel 22 zijn de meest voorkomende redenen ‘geen zin’ en ‘ik kan nooit’. 100% 90% 80%
Percentage
84,0%
78,7%
93,6%
90,4%
70%
56,5%
60%
43,5%
50% 40% 30%
21,3%
16,0%
20%
9,6%
10%
6,4%
0% Aciviteiten Aangeboden lessen wijkvereniging
Concerten
Aciviteiten Palet
Geen
Wijze van informeren Van toepasing
Niet van toepassing
!Grafiek 8 3.7 Contact Zijn er eventueel respondenten bereid om zelf les te geven?
Percentage
In de enquête kwam onder andere de vraag aan bod of mensen lessen wilden geven indien zij zelf onderwijs gaven op het gebied van kunst of muziek. Helaas is hier helemaal geen respons op gekomen. Wat wil zeggen dat een zevental mensen wel het vakje ‘ja’ heeft aangekruist, maar vervolgens geen gegevens achter heeft gelaten (zie grafiek 9 en tabel 23). 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
67,6%
29,8% 2,7% ja
nee
mist
Zelf lesgeven
"Grafiek 9
11
10%
66,4% 31,3%
55,3%
36,3% 8,4%
20%
2,3%
30%
26,0%
40%
19,1%
Percentage
50%
28,2%
60%
16,4%
55,0%
70%
55,3%
Wat betreft de wijze van informeren over het kunstaanbod in de wijk Westeinde geeft het grootste percentage aan dit via de wijkkrant te willen ontvangen (zie grafiek 10 en tabellen 24, 25, 26 en 27). Er werden ook suggesties gedaan om via een folder of persoonlijke mail informatie te ontvangen.
0% Site wijkvereniging
Facebook
Wijkkrant
Anders
Wijze van informeren ja
nee
mist
!Grafiek 10
12
Hoofdstuk 4 Conclusie Naar aanleiding van de enquete kunnen we stellen dat de meeste bewoners geen behoefte hebben aan kunsteducatie. Wel heeft 32 procent behoefte aan muziekeducatie. Met name bij kinderen is er behoefte aan gitaarles en lessen voor drums/slagwerk. 6 procent gaf aan graag dansles te willen. Dit ging vaak specifiek om breakdance/hip-‐hop. 25 procent gaf aan behoefte te hebben aan beeldende kunst, deze groep is wel erg verdeeld in leeftijd. Slechts 4 kinderen en 5 volwassenen hadden belangstelling voor theater. 85,7 procent gaf aan bereid te zijn 8 tot 12 euro te betalen voor een les. Dit was het laagste bedrag dat ingevuld kon worden op de enquete. De voorkeur ligt bij een cursus van 10 weken, als locatie behoeven Montessori High School, Wijkcentrum Eeltsje’s Hiem en Dagopvang Middelséhiem de voorkeur. De meeste mensen ’s avonds les. De dagen dat die het meest genoemd worden zijn maandag, dinsdag en donderdag. Van het huidige aanbod wordt het meest gebruik gemaakt van activiteiten van de wijkvereniging en de huidige lessen. Toch maakt 56,6 procent helemaal geen gebruik van dit aanbod. Ten slotte geven de meeste mensen aan geinformeerd te worden via de wijkkrant.
13
Literatuurlijst GBA Gemeente Leeuwarden (2013). Bevolking [aantal], 2013 -‐ Wijk: Westeinde. Via http://leeuwarden.buurtmonitor.nl/quickstep/stepbystep/Result.aspx?selectViewTypeCode=24. Geraadpleegd op 18 december 2013 Oozo (2012-‐2014). Cijfers en statistieken over de wijk Westeinde in Leeuwarden. http://www.oozo.nl/cijfers/leeuwarden/westeinde. Geraadpleegd op 7 januari 2014.
14
Bijlage I Onderzoeksopzet
Onderzoeksopzet Het onderwerp Wijkvereniging Westeinde wil graag het aanbod aan kunstlessen en -‐cursussen vergroten. Door middel van een enquête wil de wijk er achter komen hoe groot de vraag is naar deze cursussen, en voor welk soort activiteiten er belangstelling is. Dit onderzoek wordt gedaan in opdracht van Zoethout Cultureel Educatief Enzo!, en heeft als doel om vast te stellen of er in de wijk Westeinde belangstelling is voor kunstlessen en -‐cursussen. Betrokkenen bij dit onderzoek zijn de Wijkvereniging Westeinde, de bewoners van de wijk en opdrachtgever Zoethout Cultureel Educatief EnZo!
Het onderzoek Er zal worden vastgesteld hoe het gesteld met de belangstelling voor kunstlessen en -‐cursussen onder de bewoners van de wijk. In het onderzoek zal de hoofdvraag “Hoe groot is de belangstelling voor kunstlessen en – cursussen die plaats vinden in de wijk Westeinde?” worden beantwoord. Dit zal worden gedaan door een kwantitatief onderzoek in de vorm van een enquête te houden onder een selectie van de bewoners van de wijk. De volgende vragen zullen worden beantwoord naar aanleiding van de enquête:
Hoe groot is de belangstelling naar cursussen? Voor welk soort cursussen is er belangstelling?
Muziek -‐> individueel of groepslessen
Dans
Beeldende kunst
theater
Hoeveel zijn de buurtbewoners bereid te betalen?
15
Wat is de gewenste duur van de cursussen?
Onder welke leeftijdsgroepen is de meeste belangstelling?
Wanneer willen mensen dat de cursussen ?
Weekeind/doordeweeks
Avond/middag
Waar wil men dat de lessen gegeven worden?
Aan huis?
Op locatie? -‐> Piter Jelles, wijkcentrum, dagopvang
Tijdsplanning Week Afronden
42
-‐ Debriefing en onderzoeks-‐
opzet maken
43
-‐ Opstellen enquête
44
-‐ Debriefing, onderzoeks-‐
Bijzonderheden
debriefing wordt ondertekend door de
opzet en enquête presenteren
-‐ eventueel enquête aanpassen
45
-‐ enquêteren
46
-‐ enquêtes ophalen
opdrachtgever
16
-‐ enquêtes verwerken
47
-‐ conclusies trekken en verslag maken
51
Project af
17
Bijlage II Enquête
ENQUÊTE: KUNSTEDUCATIE
Het bestuur van de wijkvereniging wil de behoefte aan cultuureducatie onderzoeken en nagaan of zij wellicht een rol kan spelen in het aanbieden van cultuureducatie. Hoe dit vorm krijgt zal nog moeten worden bekeken. Op dit moment is echter onduidelijk in hoeverre daar behoefte aan is. Zoethout Cultureel Educatief EnZo! verspreidt daarom in week 45 deze enquête om deze behoefte te peilen. Het is de bedoeling dat de enquête individueel wordt ingevuld. Indien een kind 12 jaar of jonger is, is het de bedoeling dat de enquête wordt ingevuld door een verzorger. N.B.: Deze enquête kan ook ingevuld worden op de volgende site: www.tinyurl.com/cultuurenquete 1.
Wat is uw leeftijd Ik vul deze enquête in voor mijn kind van … jaar … 2. Wat is uw geslacht # Man # Vrouw 3. In hoeverre hebt u behoefte aan de volgende soorten onderwijs? 1 is helemaal geen, 5 is heel veel 1 2 3 4 5 Specifiek Muziek ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ………………………….. Dans ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ………………………….. Beeldende kunst ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ………………………….. Theater ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ………………………….. 4.
In hoeverre zou u kunstonderwijs in de volgende vormen willen volgen? 1 2 3 Individueel ⃝ ⃝ ⃝ In een groep ⃝ ⃝ ⃝ In orkestvorm ⃝ ⃝ ⃝ In een koor ⃝ ⃝ ⃝ In een band ⃝ ⃝ ⃝
4 ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝
5 ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝
5.
Welk bedrag bent u bereid per les te betalen? # €8,-‐ tot €12,-‐
# €12,-‐ tot €17,-‐ # €17,-‐ tot €25,-‐ 6.
In hoeverre bent u bereid om voor kunst onderwijs te betalen? 1 is helemaal niet, 5 is ik ben zeker bereid 1 2 3 4 ⃝ ⃝ ⃝ ⃝
5 ⃝
18
7.
Uit hoeveel weken zou een cursus moeten bestaan? # 5 weken # 10 weken # 20 weken (een half jaar) # 38 weken (een jaar) # Anders, namelijk ………………………………………. 8. In hoeverre bent u bereid om op de volgende locaties lessen te volgen? 1 2 3 Montessori High School ⃝ ⃝ ⃝ Wijkcentrum Eeltsje’s Hiem ⃝ ⃝ ⃝ Dagopvang Middelséhiem ⃝ ⃝ ⃝ Aan eigen huis ⃝ ⃝ ⃝ Bij een docent thuis ⃝ ⃝ ⃝ 9.
Op welk moment komt kunst onderwijs u het beste uit? Ochtend Middag Maandag ⃝ ⃝ Dinsdag ⃝ ⃝ Woensdag ⃝ ⃝ Donderdag ⃝ ⃝ Vrijdag ⃝ ⃝ Zaterdag ⃝ ⃝
4 ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝
5 ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝
Avond ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝
10. Van welk onderdeel van het kunstaanbod maakt u gebruik? # Activiteiten van de wijkvereniging # Aangeboden lessen # Concerten # Activiteiten van Palet # Geen van allen 11. Zo nee, waarom niet? # Ik wist het niet # Prijs te hoog # Geen zin # Ik voel me er niet thuis # Ik kan nooit 12. Indien u zelf onderwijs geeft op het gebied van kunst of muziek, zou u dat in de wijk Westeinde willen geven? # Ja* # Nee * Wilt u hier uw gegevens vermelden?
19
13. Hoe wilt u geïnformeerd worden over het aanbod aan kunstonderwijs in de wijk Westeinde? # Op de site van wijkvereniging Westeinde # Via Facebook # Door middel van de wijkkrant
Bijlage III Tabellen Tabel 1 en 2 Representativiteit voor wat betreft geslacht
Geslacht Geconstateerd N
Verwacht N
Resterend
man
65
63,1
1,9
vrouw
64
65,9
-1,9
Totaal
129
Test Statistieken Geslacht Chi-Kwadraat
,114
df Asymp. Sig.
a
1 ,735
a. 0 cellen (,0%) have expected frequencies less than 5. De verwachtte minimale cel frequentie is 63,1.
20
Tabel 3 Leeftijd kind
Valid
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
Frequentie
Percentage
0
1
3,0
3,0
3,0
3
2
6,1
6,1
9,1
4
3
9,1
9,1
18,2
5
2
6,1
6,1
24,2
6
1
3,0
3,0
27,3
7
2
6,1
6,1
33,3
8
5
15,2
15,2
48,5
9
1
3,0
3,0
51,5
10
5
15,2
15,2
66,7
11
7
21,2
21,2
87,9
12
4
12,1
12,1
100,0
33
100,0
100,0
Totaal
Tabel 4 One-‐sample T-‐toets leeftijd
One-Sample Statistisch N Leeftijd
121
Gemiddelde
Std. Deviatie
45,27
18,811
Std. Error Gemiddelde 1,710
One-Sample Test Test Value = 42.5
21
95% Confidence Interval of the Difference t Leeftijd
df
1,621
Sig. (2-
Gemiddelde
decimalen)
Afwijking
120
,108
Lager
2,773
Hoger -,61
6,16
Tabel 5 Behoefte aan muziek Behoefte muziek
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
Frequentie
Percentage
169
64,5
68,1
68,1
geen
15
5,7
6,0
74,2
neutraal
24
9,2
9,7
83,9
wel
23
8,8
9,3
93,1
heel veel
17
6,5
6,9
100,0
248
94,7
100,0
14
5,3
262
100,0
helemaal geen
Totaal Mist
Geldig
Systeem
Totaal
Tabel 6 Behoefte aan dans Behoefte dans
Geldig
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
Frequentie
Percentage
181
69,1
72,7
72,7
geen
13
5,0
5,2
77,9
neutraal
27
10,3
10,8
88,8
wel
13
5,0
5,2
94,0
heel veel
15
5,7
6,0
100,0
helemaal geen
22
Totaal Mist
249
95,0
13
5,0
262
100,0
Systeem
Totaal
100,0
Tabel 7 Behoefte aan beeldende kunst Behoefte beeldende kunst
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
Frequentie
Percentage
183
69,8
75,0
75,0
geen
21
8,0
8,6
83,6
neutraal
14
5,3
5,7
89,3
wel
13
5,0
5,3
94,7
heel veel
13
5,0
5,3
100,0
244
93,1
100,0
18
6,9
262
100,0
helemaal geen
Totaal Mist
Geldig
Systeem
Totaal
Tabel 8 Behoefte aan beeldende kunst * leeftijd kruistabel Behoefte beeldende kunst * Leeftijd kruistabel Optellen Leeftijd
To
15
22
25
27
32
36
37
40
46
53
57
60
63
65
66
68
70
72
al
wel
1
1
1
1
0
1
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
1
1
0
13
heel
0
0
0
0
1
0
0
0
3
2
1
0
1
1
0
0
1
0
1
11
1
1
1
1
1
1
1
1
3
2
2
1
1
1
1
1
2
1
1
24
veel
Total
14
kunst
Behoefte beeldende
ta
23
Tabel 9 Behoefte aan theater Behoefte theater
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
Frequentie
Percentage
175
66,8
70,0
70,0
geen
21
8,0
8,4
78,4
neutraal
26
9,9
10,4
88,8
wel
17
6,5
6,8
95,6
heel veel
11
4,2
4,4
100,0
250
95,4
100,0
12
4,6
262
100,0
helemaal geen
Totaal Mist
Geldig
Systeem
Totaal
Tabel 10 Behoefte aan theater * leeftijd kruistabel Behoefte theater * Leeftijd Crosstabulation Optellen Leeftijd 27 Behoefte theater
heel veel
Total
40
42
63
72
76
Totaal
1
2
1
1
1
1
7
1
2
1
1
1
1
7
Behoefte theater * Leeftijd kind Kruistabel Optellen Leeftijd kind 4
8
10
11
Totaal
24
Behoefte theater
heel veel
Totaal
1
1
1
1
4
1
1
1
1
4
Tabel 11 Bereid tot het betalen van bedrag X Bedrag
Frequentie Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
8 tot 12
78
83,0
85,7
85,7
12 tot 17
12
12,8
13,2
98,9
17 tot 25
1
1,1
1,1
100,0
91
96,8
100,0
3
3,2
94
100,0
Totaal Mist
Percentage
Geldig
Systeem
Totaal
Tabel 12 Cursusduur Cursusduur
Frequentie Geldig
Percentage
Percentage
15
15,6
17,0
17,0
10 weken
47
49,0
53,4
70,5
20 weken
19
19,8
21,6
92,0
38 weken
7
7,3
8,0
100,0
88
91,7
100,0
8
8,3
96
100,0
Systeem
Totaal
Cumulatief
5 weken
Totaal Mist
Percentage
Geldig
25
Tabellen 13, 14, 15, 16 en 17 Locatievoorkeur Locatie Montessori
Frequentie Geldig
helemaal niet
Cumulatief
Percentage
Percentage
13
13,5
16,5
16,5
5
5,2
6,3
22,8
neutraal
19
19,8
24,1
46,8
wel
24
25,0
30,4
77,2
graag
18
18,8
22,8
100,0
Totaal
79
82,3
100,0
Systeem
17
17,7
96
100,0
niet
Mist
Percentage
Geldig
Totaal
Locatie Eelsje's Hiem
Frequentie Geldig
Mist Totaal
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
helemaal niet
9
9,4
10,3
10,3
niet
6
6,3
6,9
17,2
neutraal
13
13,5
14,9
32,2
wel
25
26,0
28,7
60,9
graag
34
35,4
39,1
100,0
Totaal
87
90,6
100,0
9
9,4
96
100,0
Systeem
Locatie Middelséhiem
26
Frequentie Geldig
Mist
helemaal niet
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
9
9,4
11,5
11,5
niet
12
12,5
15,4
26,9
neutraal
17
17,7
21,8
48,7
wel
18
18,8
23,1
71,8
graag
22
22,9
28,2
100,0
Totaal
78
81,3
100,0
Systeem
18
18,8
96
100,0
Totaal
Locatie eigen huis
Frequentie Geldig
Mist
Percentag
Geldig
Cumulatief
e
Percentage
Percentage
helemaal niet
33
34,4
44,6
44,6
niet
11
11,5
14,9
59,5
neutraal
12
12,5
16,2
75,7
wel
12
12,5
16,2
91,9
graag
6
6,3
8,1
100,0
Totaal
74
77,1
100,0
Systeem
22
22,9
Totaal
100,0
Locatie docent thuis
Frequentie Geldig
helemaal niet
29
Percentage 30,2
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
41,4
41,4
27
niet
Mist
7
7,3
10,0
51,4
neutraal
11
11,5
15,7
67,1
wel
16
16,7
22,9
90,0
graag
7
7,3
10,0
100,0
Totaal
70
72,9
100,0
Systeem
26
27,1
Totaal
100,0
Tabel 18, 19, 20, 21 en 22 Gebruik van het huidige kunstaanbod Wijkvereniging
Frequentie Geldig
Mist
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
niet gebruikt
100
38,2
78,7
78,7
wel gebruikt
27
10,3
21,3
100,0
Totaal
127
48,5
100,0
Systeem
135
51,5
262
100,0
Totaal
Lessen
Frequentie Geldig
Mist
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
niet gebruikt
105
40,1
84,0
84,0
wel gebruikt
20
7,6
16,0
100,0
Totaal
125
47,7
100,0
Systeem
137
52,3
28
Lessen
Frequentie Geldig
Mist
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
niet gebruikt
105
40,1
84,0
84,0
wel gebruikt
20
7,6
16,0
100,0
Totaal
125
47,7
100,0
Systeem
137
52,3
Totaal
100,0
Concerten
Frequentie Geldig
Mist
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
niet gebruikt
113
43,1
90,4
90,4
wel gebruikt
12
4,6
9,6
100,0
Totaal
125
47,7
100,0
Systeem
137
52,3
Totaal
100,0
Palet
Frequentie Geldig
Mist Totaal
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
niet gebruikt
117
44,7
93,6
93,6
wel gebruikt
8
3,1
6,4
100,0
Totaal
125
47,7
100,0
Systeem
137
52,3 100,0
29
Geen van allen
Frequentie Geldig
Mist
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
niet gebruikt
54
20,6
43,5
43,5
wel gebruikt
70
26,7
56,5
100,0
Totaal
124
47,3
100,0
Systeem
138
52,7
Totaal
100,0
30
Tabel 23 Ik maak geen gebruik van het kunstaanbod, omdat Reden Ik wist het niet Prijs te hoog Geen zin Ik voel me er niet thuis Ik kan nooit
Van toepassing 21,4% 4,3% 41,4% 11,4% 30,0%
Niet van toepassing 71,4% 88,6% 51,4% 81,4% 62,9%
Mist 7,1% 7,1% 7,1% 7,1% 7,1%
Tabel 24 Les geven Zelf les geven
Frequentie Geldig
nee ja Totaal
Mist
Systeem
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
78
29,8
91,8
91,8
7
2,7
8,2
100,0
85
32,4
100,0
177
67,6
Totaal
100,0
Tabellen 25, 26, 27 en 28 Wijze van informeren
Informatie via site
Frequentie Geldig
Mist Totaal
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
nee
68
26,0
57,6
57,6
ja
50
19,1
42,4
100,0
Totaal
118
45,0
100,0
Systeem
144
55,0 100,0
Informatie Facebook
31
Frequentie Geldig
Mist
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
nee
95
36,3
81,2
81,2
ja
22
8,4
18,8
100,0
Totaal
117
44,7
100,0
Systeem
145
55,3
Totaal
100,0
Informatie wijkkrant
Frequentie Geldig
Mist
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
nee
43
16,4
36,8
36,8
ja
74
28,2
63,2
100,0
Totaal
117
44,7
100,0
Systeem
145
55,3
Totaal
100,0
Informatie anders
Frequentie Geldig
nee ja Totaal
Mist Totaal
Systeem
Percentage
Geldig
Cumulatief
Percentage
Percentage
82
31,3
93,2
93,2
6
2,3
6,8
100,0
88
33,6
100,0
174
66,4 100,0
32
33
Bijlage IV Flyer
Enquete kunsteducatie Westeinde! Het bestuur van de wijkvereniging wil de behoefte aan cultuureducatie onderzoeken en nagaan of zij wel-‐ licht een rol kan spelen in het aanbieden van cultuureducatie. Hoe dit vorm krijgt zal nog moeten worden bekeken. Op dit moment is echter onduidelijk in hoeverre daar behoefte aan is. Zoethout Cultureel Edu-‐ catief EnZo! verspreidt daarom in week 48 deze enquête om deze behoefte te peilen. Het is de bedoeling dat de enquête individueel wordt ingevuld. Indien een kind 12 jaar of jonger is, is het de bedoeling dat de enquête wordt ingevuld door een verzorger.
De link naar de enquete: www.tinyurl.com/cultuurenquete Namens de wijkvereniging Westeinde, alvast bedankt voor het invullen!
34
Bijlage V BIG Formulieren
Big formulier van Claudia de With Beoordeling voor de Individuele bijdrage aan Groepsproducten (BIG) Het beoordelingsmodel bestaat uit een zelfevaluatie (A), een evaluatie van je medestudenten (B) en een beoordeling door de docent (C). Het uiteindelijke cijfer wordt door de docent bepaald. Dit formulier is uitgangspunt voor het evaluatiegesprek.
A. Zelfevaluatie We gebruiken voor de beoordeling drie dimensies; doelgerichte inzet, beste bewijs en professioneel gedrag.
1. doelgerichte inzet; Bij dit project zal ik een evenredig deel van het projectplan maken, en effectief communiceren. Dit valt onder competentie 3 Plannen en organiseren.
2. het beste bewijs; Meewerken aan het maken van de enquete, maken van de onderzoeksopzet.
B. 360° feedback Omdat je in deze opdracht samen met anderen hebt gewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360° feedback.
Deelnemers
1. 2. 3. 4.
Rowan Reiding Nynke van Toor Aron Weidenaar Claudia de With
Eigen deelname S 1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken
O
V
G
x
35
2. Ik heb vaak het initiatief genomen
x
3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies
x
4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd
x
5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt
x
6. Ik heb dingen van de andere groepsleden geleerd
x
7. Ik voelde me thuis in deze groep
x
8. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven (inhoud en/of proces)
x
9. Ik vind dat we professioneel samengewerkt hebben
x
10.Ik ben tevreden met het eindresultaat
x
Overige opmerkingen:
Deelname groepsleden Sterk punt Rowan Reiding Nynke van Toor Aron Weidenaar Claudia de With
Goed in schrijven en forumuleren Erg precies Innovatief Rustig
Verbeterpunt Initiatief nemen Stressbestendigheid Knopen doorhallen Meer bijdragen in discussies
Welk cijfer zou je jezelf en je groepsleden geven, gelet op ieders bijdrage?
Student
Cijfer
1. Rowan Reiding
7
2. Nynke van Toor
8
3. Aron Weidenaar
8
4. Claudia de With
7
36
C. Beoordeling docent van het groepswerk De docent geeft een beoordeling op grond van het product en het proces. Uitgangspunt is het eindgesprek waarin jullie het product verantwoorden naar de opdrachtgever (docent) en aantonen dat de competentie door de groep behaald is. De uitkomst kan individueel verschillen.
Beoordeling totaal
Opmerkingen
S
O
V
G
a. zelfevaluatie b. 360° feedback c. eindproduct Eindcijfer:
Overige opmerkingen:
37
Big formulier van Nynke van Toor Beoordeling voor de Individuele bijdrage aan Groepsproducten (BIG) Het beoordelingsmodel bestaat uit een zelfevaluatie (A), een evaluatie van je medestudenten (B) en een beoordeling door de docent (C). Het uiteindelijke cijfer wordt door de docent bepaald. Dit formulier is uitgangspunt voor het evaluatiegesprek.
A. Zelfevaluatie We gebruiken voor de beoordeling drie dimensies; doelgerichte inzet, beste bewijs en professioneel gedrag.
3. doelgerichte inzet; wat is je doel bij deze competentie; je formuleert het leerdoel (SMART) bij de competentie op niveau A of B. De competenties staan volledig uitgeschreven in het studentenstatuut. Na een periode van ongeveer acht weken zal uit een adviesrapport blijken dat ik staat ben om in het belang van een organisatie te handelen, daarnaast kan ik informatie duidelijk en toegankelijk maken voor betrokkenen. 4. het beste bewijs; het onderdeel van het werkstuk of het verslag waaruit blijkt dat jij de competentie op dit niveau beheerst. Je verwijst naar jouw bijdrage (of voegt haar toe) en motiveert je keuze. Ik kan contacten onderhouden met interne en externe doelgroepen, dit blijkt uit het feit dat we vanuit een groep langs de deuren zijn gegaan om objectief enquêtes af te nemen. Daarnaast hebben we met deze groep regelmatig overleg gehad over correspondentie met de opdrachtgever. Dat ik uit het belang van de organisatie die ik vertegenwoordig handel, blijkt uit het feit dat we voor Zoethout Cultureel Educatief EnZo! langs de deuren zijn gegaan om enquêtes af te nemen, daarbij hebben wij zich objectief opgesteld en wanneer wij in de knel zaten, hebben wij overlegd met de opdrachtgever.
Het laatste doel was het toegankelijk maken van informatie voor de betrokkenen. Dit blijkt uit het feit dat we een duidelijke enquête hebben opgesteld voor de bewoners van de wijk Westeinde, vervolgens hebben wij daar een rapport voor geschreven waarbij ik de informatie in cijfertjes heb omgezet in duidelijke stukjes tekst, verduidelijkt door grafieken.
B. 360° feedback
38
Omdat je in deze opdracht samen met anderen hebt gewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360° feedback.
Deelnemers
1. Aron 2. Rowan 3. Claudia 4. Nynke
Eigen deelname S
O
V
1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken 2. Ik heb vaak het initiatief genomen
x x
3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies 4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd
G
x x
5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt
x
6. Ik heb dingen van de andere groepsleden geleerd
x
7. Ik voelde me thuis in deze groep
x
8. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven (inhoud en/of proces)
x
9. Ik vind dat we professioneel samengewerkt hebben
x
10.Ik ben tevreden met het eindresultaat
x
Overige opmerkingen: Ook al was het soms lastig om bij elkaar te komen, aangezien we uit twee verschillende klassen kwamen, vind ik dat we onderling helder gecommuniceerd hebben en goed hebben samengewerkt.
39
Deelname groepsleden Sterk punt
Verbeterpunt
1. Aron
Aron komt met goede initiatieven (folder bij de krant, kapster inschakelen) en communiceert heel gepast (contact met opdrachtgeefster)
Eigenlijk geen verbeterpunt, maar misschien kun je wat meer multitasken, je bent soms zo geconcentreerd met iets bezig dat je iets anders vergeet. Dat je je op één ding tegelijk focust is echter ook geen slechte eigenschap.
2. Rowan
Rowan weet heel goed haar gedachten onder woorden te brengen (formulering in verslag)
Je mag wel wat meer op de voorgrond treden.
3. Claudia
Claudia is echt een doorpakker, Je mag best uitkomen voor wat je zij wees vaak op wat er nog wilt zeggen, soms begin je met een moest gebeuren. zin en dan zeg je: “Nee, laat toch maar”
Welk cijfer zou je jezelf en je groepsleden geven, gelet op ieders bijdrage?
Student
Cijfer
1. Aron
8
2. Rowan
8
3. Claudia
8
4. Rowan
8
C. Beoordeling docent van het groepswerk De docent geeft een beoordeling op grond van het product en het proces. Uitgangspunt is het eindgesprek waarin jullie het product verantwoorden naar de opdrachtgever (docent) en
40
aantonen dat de competentie door de groep behaald is. De uitkomst kan individueel verschillen.
Beoordeling totaal
Opmerkingen
S
O
V
G
a. zelfevaluatie b. 360° feedback c. eindproduct Eindcijfer:
Overige opmerkingen:
41
Big formulier van Aron Weidenaar Beoordeling voor de Individuele bijdrage aan Groepsproducten (BIG) Het beoordelingsmodel bestaat uit een zelfevaluatie (A), een evaluatie van je medestudenten (B) en een beoordeling door de docent (C). Het uiteindelijke cijfer wordt door de docent bepaald. Dit formulier is uitgangspunt voor het evaluatiegesprek.
A. Zelfevaluatie We gebruiken voor de beoordeling drie dimensies; doelgerichte inzet, beste bewijs en professioneel gedrag.
5. doelgerichte inzet; 6. het beste bewijs; het onderdeel van het werkstuk of het verslag waaruit blijkt dat jij de competentie op dit niveau beheerst. Je verwijst naar jouw bijdrage (of voegt haar toe) en motiveert je keuze.
B. 360° feedback Omdat je in deze opdracht samen met anderen hebt gewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360° feedback.
Deelnemers
1. Nynke van Toor 2. Rowan Reiding 3. Claudia de With
Eigen deelname S 1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken 2. Ik heb vaak het initiatief genomen
O
V
G
X X 42
3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies
X
4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd
X
5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt
X
6. Ik heb dingen van de andere groepsleden geleerd
X
7. Ik voelde me thuis in deze groep
X
8. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven (inhoud en/of proces)
X
9. Ik vind dat we professioneel samengewerkt hebben
X
10.Ik ben tevreden met het eindresultaat
X
Overige opmerkingen:
Deelname groepsleden Sterk punt
Verbeterpunt
1. Nynke
Enorm harde werker, neemt Moet oppassen dat ze niet alles veel inittiatief. Levert veel werk. naar zich toe trekt, mag soms wel wat meer delegeren.
2. Rowan
Goede schrijfster, doet ook een Soms iets meer initiatief nemen boel.
3. Claudia
Initiatiefnemer in het lopen en levert altijd haar bijdrage.
Iets sneller iets accepteren van anderen.
43
Welk cijfer zou je jezelf en je groepsleden geven, gelet op ieders bijdrage?
Student
Cijfer
1. Nynke van Toor
9
2. Rowan Reiding
8
3. Claudia de With
8
C. Beoordeling docent van het groepswerk De docent geeft een beoordeling op grond van het product en het proces. Uitgangspunt is het eindgesprek waarin jullie het product verantwoorden naar de opdrachtgever (docent) en aantonen dat de competentie door de groep behaald is. De uitkomst kan individueel verschillen.
Beoordeling totaal
Opmerkingen
S
O
V
G
a. zelfevaluatie b. 360° feedback c. eindproduct Eindcijfer:
Overige opmerkingen:
44
Big formulier van Rowan Reiding Beoordeling voor de Individuele bijdrage aan Groepsproducten (BIG) Het beoordelingsmodel bestaat uit een zelfevaluatie (A), een evaluatie van je medestudenten (B) en een beoordeling door de docent (C). Het uiteindelijke cijfer wordt door de docent bepaald. Dit formulier is uitgangspunt voor het evaluatiegesprek.
A. Zelfevaluatie We gebruiken voor de beoordeling drie dimensies; doelgerichte inzet, beste bewijs en professioneel gedrag.
7. doelgerichte inzet; wat is je doel bij deze competentie; je formuleert het leerdoel (SMART) bij de competentie op niveau A of B. De competenties staan volledig uitgeschreven in het studentenstatuut. Aan het eind van de gegeven tijd ligt er een communicatieplan klaar waarin ik mezelf bekwaam heb bewezen in het hoofdfasebekwaam toepassen van communicatieonderzoek, het tijdig en effectief met de betrokkenen communiceren en het handelen in het belang van organisaties die ik vertegenwoordig. 8. het beste bewijs; het onderdeel van het werkstuk of het verslag waaruit blijkt dat jij de competentie op dit niveau beheerst. Je verwijst naar jouw bijdrage (of voegt haar toe) en motiveert je keuze. Dat ik een communicatieonderzoek kan uitvoeren blijkt uit het feit dat ik, samen met mijn groepsgenoten, een toepasselijke enquête heb opgesteld en zelf langs de deuren ben gegaan om deze enquête af te nemen. Hierbij heb ik verantwoorde keuzes gemaakt: Namelijk het verspreid over verschillende straten enquêteren en ook het turven van het aantal nee’s, welke ik vervolgens als ‘geen interesse’ kon beschouwen. Uit het feit dat ik altijd tijdig heb gereageerd en helder heb gecommuniceerd met mijn groepsgenoten en ook onze contactpersoon heb bijgestaan in het contact met de opdrachtgever (bijvoorbeeld het opstellen van e-mails), blijkt dat ik tijdig en effectief met de betrokkenen communiceer.
Tijdens het enquêteren heb ik ook altijd op professionele wijze laten weten te enquêteren in opdracht van de organisaties die ik vertegenwoordig: De wijkvereniging Westeinde en Zoethout Cultureel Educatief EnZo! Ik heb mijzelf objectief opgesteld tegenover het al dan niet aanbieden van kunsteducatie in Westeinde. Hierbij heb ik bewezen te kunnen handelen in het belang van organisaties die ik vertegenwoordig.
45
B. 360° feedback Omdat je in deze opdracht samen met anderen hebt gewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360° feedback.
Deelnemers
1. Aron 2. Nynke 3. Claudia 4. Rowan
Eigen deelname S
O
V
1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken 2. Ik heb vaak het initiatief genomen
G x
x
3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies
x
4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd
x
5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt
x
6. Ik heb dingen van de andere groepsleden geleerd
x
7. Ik voelde me thuis in deze groep
x
8. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven (inhoud en/of proces)
x
9. Ik vind dat we professioneel samengewerkt hebben
x
10.Ik ben tevreden met het eindresultaat
x
Overige opmerkingen:
46
Ik vind dat we, vooral gegeven het feit dat we elkaar niet kenden voor deze opdracht, heel goed hebben samengewerkt en een product hebben afgeleverd waar we trots op mogen zijn.
Deelname groepsleden Sterk punt
Verbeterpunt
1. Aron
Aron is sociaal erg vaardig en heeft dan ook steeds op professionele wijze contact gehad met de opdrachtgever, de begeleider en het kenniscentrum.
Geen groot verbeterpunt: Wellicht dat Aron soms zo opgaat in één onderdeel dat hij eventjes geen oren heeft naar iets anders. Maar dit heeft wel als gevolg dat datgene waar hij zich mee bezig heeft gehouden er ook erg goed uitziet. Het is dan ook niet per se iets slechts.
2. Nynke
Nynke heeft zich volledig in Een groot verbeterpunt heb ik niet: SPSS gestort, waardoor zij zich Misschien dat ze iets mondiger van grote waarde voor de mag worden. groep heeft bewezen.
3. Claudia
Claudia is niet op haar mondje gevallen en heeft dan ook vaak weer contact gezocht met de groepsleden om weer wat af te spreken of bepaalde dingen te kortsluiten. Ook is zij niet bang om haar mening te geven.
Ook voor Claudia heb ik niet een groot verbeterpunt: Misschien dat ze soms iets te precies is. Maar dat is natuurlijk niet per se negatief.
Welk cijfer zou je jezelf en je groepsleden geven, gelet op ieders bijdrage?
Student
Cijfer
1.Aron
8
2.Nynke
9
3.Claudia
8
4. Rowan
6
47
C. Beoordeling docent van het groepswerk De docent geeft een beoordeling op grond van het product en het proces. Uitgangspunt is het eindgesprek waarin jullie het product verantwoorden naar de opdrachtgever (docent) en aantonen dat de competentie door de groep behaald is. De uitkomst kan individueel verschillen.
Beoordeling totaal
Opmerkingen
S
O
V
G
a. zelfevaluatie b. 360° feedback c. eindproduct Eindcijfer:
Overige opmerkingen:
48