Rapport
kragten CO2-Prestatieladder Energie Management Actieplan 2014
kragten CO2-Prestatieladder Energie Management Actieplan 2014
Bestand: Project: Versie
P:\prj100\AAA\237\mgmt\1. Portfolio\07. REDUCTIE Energie Management Actieplan\Energie Management Actieplan.doc AAA237 3.0 3-12-2014
Opsteller
Ir. S.W.P. Pulles
Verificatie Drs. ing. J.W. Boots Validatie
Drs. ing. J.W. Boots
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Wijzigingen ............................................................................................................................................iii 1
Inleiding .................................................................................................................................... 1
2
Reductiedoelstellingen ............................................................................................................ 3
2.1
Scope 1 .......................................................................................................................................3
2.2
Scope 2 .......................................................................................................................................3
3
Plan van Aanpak ...................................................................................................................... 5
3.1
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 1 ..............................................5
3.2
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 2 ..............................................6
3.3
Projecten met gunningsvoordeel ............................................................................................6
3.4
Informatiebehoefte ...................................................................................................................7
3.5
Monitoring en meting / resultaten doelstellingen ................................................................7
3.6
Afwijkingen, corrigerende en preventieve maatregelen ......................................................7
4
Deelname aan initiatieven ..................................................................................................... 9
5
Verantwoordelijkheden en taakstellingen ......................................................................... 11
5.1
Algemene beschrijving verantwoordelijkheden ................................................................. 11
5.2
Maatregelen ............................................................................................................................. 11
5.3
Initiatieven............................................................................................................................... 11
i
kragten
Wijzigingen
Wijzigingen Ten opzichte van versie 2.0: Par 3.6: verandering aangebracht over afwijkingenprocedure (nieuw ISO kwaliteitssysteem bij Kragten)
iii
kragten
1
Inleiding
Inleiding In dit Energie Management Actieplan worden de doelstellingen van Kragten voor wat betreft de reductie van CO2 beschreven. Deze komen voort uit de in het Energie Audit Verslag vermelde kansen voor het behalen van mogelijkheden tot CO2-reductie, die op hun beurt voortkomen uit het in hetzelfde document genoemde gemeten energieverbruik bij Kragten, en de energieverbruikers (het inzicht). De doelstellingen worden meetbaar (smart) beschreven, zodat er later op getoetst kan worden. De doelstellingen worden gemeten en de resultaten vergeleken met het basisjaar 2012. De verbruikte hoeveelheden energie (brandstof, elektriciteit, gas) worden maandelijks gemeten of ingeschat. Vervolgens worden in een plan van aanpak de maatregelen beschreven die in 2013-2016 worden genomen om de reductiedoelstellingen te bereiken. In het volgende hoofdstuk wordt aangegeven bij welk initiatief omtrent van CO2-reductie Kragten zich heeft aangesloten. Het document eindigt met het benoemen van de verantwoordelijken voor het uitvoeren van de maatregelen en het blijvend actief betrokken blijven bij het initiatief.
1
kragten
2
Reductiedoelstellingen
Reductiedoelstellingen De meest materiële emissies zoals bepaald in het Energie Audit verslag zijn gebruikt om de reductiedoelstellingen vorm te geven. Om in de dagelijkse praktijk ook daadwerkelijk tot reducties te komen hebben de reductiedoelstellingen ook betrekking op de projecten. Voor Scope 1 en 2 zijn aparte reductiedoelstellingen opgesteld op bedrijfsniveau. Het Plan van Aanpak in het volgende hoofdstuk beschrijft welke maatregelen er getroffen worden om deze reductiedoelstellingen te behalen binnen de organisatie en binnen de projecten. Binnen Kragten worden alle activiteiten die niet door overhead-personeel wordt uitgevoerd, toegerekend aan de projecten.
2.1
Scope 1 In de periode 2013-2016 wordt gestreefd naar een reductie van de CO2-uitstoot van 7% ten opzichte van de uitstoot in 2012 naar rato van het aantal FTE. Dit percentage bestaat uit 3,5% door nieuw leasebeleid, en 3,5% door bewustwording over zuiniger rijgedrag, terugbrenging van de autoreizen tussen Herten en ’s-Hertogenbosch met 15%, en een verdubbeling van het gebruik van het openbaar vervoer. - Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de volgende materiële emissie: - benzine - diesel - De doelstelling heeft betrekking op alle projecten - Er wordt elk half jaar gemeten of Kragten wat betreft het halen van deze doelstelling op de goede weg zit - De meting wordt uitgevoerd door S.W.P. Pulles
2.2
Scope 2 In de periode 2013-2016 wordt gestreefd naar een reductie van de CO2-uitstoot van 18% ten opzichte van de uitstoot in 2012 naar rato van het aantal FTE. Dit percentage bestaat uit 17% door het gebruik van groene stroom op de locatie Herten en 1% door de vervanging ruim 200 oude tl-buizen door LED-tl-buizen. Tevens wordt overgegaan naar minder printers. - Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de volgende materiële emissie: - emissie door opwekking van elektriciteit - De doelstelling heeft betrekking op alle projecten - Er wordt elk half jaar gemeten of Kragten wat betreft het halen van deze doelstelling op de goede weg zit - De meting wordt uitgevoerd door S.W.P. Pulles
3
kragten
3
Plan van Aanpak
Plan van Aanpak Dit plan van aanpak beschrijft de maatregelen die in de periode 2013-2016 getroffen worden om de reductiedoelstellingen te behalen. Hierbij is specifiek aandacht voor de wijze waarop deze maatregelen ingezet worden binnen de projecten. De maatregelen die eind 2012 zijn uitgevaardigd zijn nu, eind 2014, nog steeds van kracht. Er zijn sinds eind 2012 geen nieuwe maatregelen bijgekomen (dat is bepaald tijdens de directiebeoordeling november 2013).
3.1
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 1 1. Nieuw leasebeleid uitvoeren - De emissiestroom waarop de maatregel betrekking heeft: zakelijke autoreizen. - De redenen waarom voor deze maatregel gekozen is: - Duurzaamheidsredenen - Financiële redenen (lager brandstofverbruik) - Vermindering van CO2-uitstoot door deze maatregel: 3,5% - Kosten verbonden aan de maatregel: leasekosten blijven gelijk, brandstofkosten gaan in principe omlaag (er van uitgaande dat de brandstofprijs niet erg veel stijgt) - Tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt: 2012-2016 - Projecten waarbij maatregel wordt ingezet: alle projecten - Maatregel wordt uitgevoerd door: H. Koopstra (uitvoering beleid) - Aantal uren begroot 2013-2016: 40 2. Bewustwording kweken voor zuiniger rijgedrag: in de Kragtenbundeling (personeelsblad) worden alle autorijders (lease, bedrijfsauto’s, zakelijke reizen/forensenverkeer privéauto’s) aangespoord tot het rijden conform het zogenoemde Nieuwe Rijden (zie Energie Audit Verslag, 5.1.1) - De emissiestroom waarop de maatregel betrekking heeft: zakelijke autoreizen, zakelijke reizen privéauto, huurauto’s. - De redenen waarom voor deze maatregel gekozen is: - Duurzaamheidsredenen. - Financiële redenen (lager brandstofverbruik). - Vermindering van CO2-uitstoot door deze maatregel: ca. 3% - Kosten verbonden aan de maatregel: in principe verlaagde brandstofkosten (er van uitgaande dat de brandstofprijs niet erg veel stijgt). - Tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt: 2013-2016. - Projecten waarbij maatregel wordt ingezet: alle projecten - Maatregel wordt uitgevoerd door: S.W.P. Pulles (communicatie) / J.W. Boots en Ondernemingsraad (onderzoeken wat de gevolgen zijn voor het Huishoudelijk Reglement). - Aantal uren begroot 2013-2016: 2 (S.W.P. Pulles) / 8 (J.W. Boots en OR). 3. Terugbrengen autoreizen tussen de bedrijfslocaties Herten en ’s-Hertogenbosch met 15%. Medewerkers ertoe bewegen dat ze zich per geval afvragen: is het écht nodig om van Herten naar ’s-Hertogenbosch (of omgekeerd) te gaan, of: is het écht nodig niet naar de vaste standplaats (Herten / ’s-Hertogenbosch), maar naar de andere locatie te gaan? - De emissiestroom waarop de maatregel betrekking heeft: zakelijke autoreizen, zakelijke reizen privé auto. - De redenen waarom voor deze maatregel gekozen is: - Duurzaamheidsredenen. - Financiële redenen (lager brandstofverbruik). - Vermindering van CO2-uitstoot door deze maatregel: < 0,5%. - Kosten verbonden aan de maatregel: verlaagde brandstofkosten (er van uitgaande dat de brandstofprijs niet erg veel stijgt). - Tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt: 2012-2016. - Projecten waarbij maatregel wordt ingezet: alle projecten. - Maatregel wordt uitgevoerd door: S.W.P. Pulles (communicatie). - Aantal uren begroot 2013-2016: 2.
5
Plan van Aanpak
kragten
4. Verdubbelen gebruik OV in plaats van auto (van vier naar acht personen) - De emissiestroom waarop de maatregel betrekking heeft: zakelijke autoreizen, zakelijke reizen privé auto, woon-werkverkeer (scope 3). - De redenen waarom voor deze maatregel gekozen is: - Duurzaamheidsredenen - Vermindering van CO2-uitstoot door deze maatregel: < 0,1%. - Kosten verbonden aan de maatregel: declaraties gebruik OV verdubbelen. - Tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt: 2012-2016. - Projecten waarbij maatregel wordt ingezet: alle projecten. - Maatregel wordt uitgevoerd door: S.W.P. Pulles (communicatie). - Aantal uren begroot 2013-2016: 2.
3.2
Maatregelen voor behalen van reductiedoelstelling Scope 2 1. Gebruik van groene stroom met ingang van 2014 in Herten (zie Energie Audit Verslag, 5.1.2) - De emissiestroom waarop de maatregel betrekking heeft: CO2-uitstoot door opwekking van elektriciteit. - De redenen waarom voor deze maatregel gekozen is: - Duurzaamheidsreden - Vermindering van CO2-uitstoot door deze maatregel: 17%. - Kosten verbonden aan de maatregel: naar het zich laat aanzien blijven de kosten per saldo ongeveer gelijk. - Tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt: 2014-2016. - Projecten waarbij maatregel wordt ingezet: alle projecten. - Maatregel wordt uitgevoerd door: H. Koopstra (offertes beoordelen, opstellen nieuw contract). - Aantal uren begroot 2013-2016: 6. 2. Vervanging van ruim 200 tl-buizen door led tl-buizen. Gebruik van groene stroom met ingang van 2014 (zie Energie Audit Verslag, 5.1.2). Telkens als een tl-buis stukgaat, worden alle tl-buizen in dezelfde ruimte vervangen door led tl-buizen - De emissiestroom waarop de maatregel betrekking heeft: CO2-uitstoot door opwekking van elektriciteit. - De redenen waarom voor deze maatregel gekozen is: - Duurzaamheidsreden - Financiële redenen (lager elektriciteitsverbruik) - Vermindering van CO2-uitstoot door deze maatregel: 1%. - Kosten verbonden aan de maatregel: initieel € 9.000,00, maar dit wordt in vier jaar terugverdiend door verlaging van het elektriciteitsverbruik. - Tijdsbestek waarin de maatregel ingevoerd wordt: 2013-2016. - Projecten waarbij maatregel wordt ingezet: alle projecten. - Maatregel wordt uitgevoerd door: L. Hebben (daadwerkelijk vervangen). - Aantal uren begroot 2013-2016: 16.
3.3
Projecten met gunningsvoordeel In principe wordt de footprint van onze projecten bepaald evenredig met het totale bedrijfsresultaat, omdat de energiestromen voor de project gelijk zijn aan die van het bedrijf. Voor 89% wordt de uitstoot (autobrandstof, elektriciteit, gas) van Kragten als geheel bepaald door projecten. Bij met gunningsvoordeel gegunde projecten wordt bij aanvang nagegaan wat de energiestromen zijn. Als deze afwijken van de gemiddelde energiestromen van Kragten als geheel worden specifieke maatregelen benoemd voor deze projecten. De bedrijfsbreed uitgedragen maatregelen ter reductie van de uitstoot van CO2 gelden dus ook voor onze projecten. Dit geldt dus ook voor het enige project in de eerste helft van 2013 waarvoor gunningsvoordeel werd verkregen.
6
kragten
3.4
Plan van Aanpak
Informatiebehoefte Er is op dit moment geen extra informatie nodig om genoemde maatregelen uit te voeren. Nauwkeurigheid metingen ter verificatie of reductiedoelstellingen worden bereikt Scope 1, maatregelen 1 en 2 Het meten van het brandstofgebruik (per eenheid van afstand) wordt verbeterd door: - Alle leaserijders en berijders van de bedrijfswagens aan te sporen (per mail aan alle medewerkers, in het personeelsblad, per communicatie-uiting CO2-prestatieladder) altijd nauwkeurig de kilometerstand van de auto op te geven bij het betalen met de tankpas. - Alle leaserijders en de bedrijfswagens een tankpas te verschaffen waarmee bij alle tankstations kan worden getankt (in de huidige situatie kan met de pas slechts bij één merk worden getankt). Hiermee wordt vermeden dat kilometers “zoekraken” omdat ze niet geregistreerd worden. Scope 1, maatregel 3 Hiervoor is een meetmethode opgezet waarmee is te achterhalen wie hoe vaak van Herten naar ’s-Hertogenbosch of vice versa is gegaan. Met het aantal kilometers erbij is nauwkeurig te bepalen met welk percentage dit verkeer afneemt. Het referentiejaar is 2012. Scope 1, maatregel 4 Het aantal medewerkers dat van autogebruik naar het openbaar vervoer overstapt is eenvoudig te tellen. Scope 2, maatregelen 1, 2 en 3 Het meten van het elektriciteitsgebruik is eenvoudig uit te voeren en behoeft geen verbetering.
3.5
Monitoring en meting / resultaten doelstellingen Monitoring en meting geschiedt door het doorlopen van de stuurcyclus, zie het Kwaliteitsmanagementplan. Het meten en monitoren leidt tot de halfjaarlijkse emissieinventaris, dat wil zeggen het deel ‘Controleren’ van de stuurcyclus. In paragraaf 3.9 van het Kwaliteitsplan staat gedetailleerd hoe de metingen worden uitgevoerd. Elk halfjaar wordt tevens bekeken in hoeverre de geïmplementeerde maatregelen tot resultaat hebben geleid. Is een beoogd resultaat niet bereikt, of is de methode niet doelmatig, dan is dit aan afwijking en treedt de volgende paragraaf in werking.
3.6
Afwijkingen, corrigerende en preventieve maatregelen Het meten en monitoren kan leiden tot afwijkingen. Naar aanleiding hiervan worden conform het deel ‘Act’ van de stuurcyclus corrigerende of preventieve maatregelen genomen. Ook kunnen bij interne en externe audits afwijkingen aan het licht komen, op basis waarvan maatregelen (kunnen) worden genomen. Voor het afhandelen van afwijkingen bestaat bij Kragten het ISO 9001-2008 proces Kwaliteitsverbetering, waarbij gebruik wordt gemaakt van Q-formulieren.
7
kragten
4
Deelname aan initiatieven
Deelname aan initiatieven In het Energie Audit verslag is een overzicht gegeven van de huidige initiatieven binnen de sector op het gebied van energie- en CO2-reductie. Het MT van Kragten heeft op 7-112013 besloten zich niet aan te sluiten bij nieuwe initiatieven. Kragten blijft aangesloten bij het initiatieven Klimaatplein; het initiatief Ex-change wordt afgevoerd. 1. Robuuste structuren: integrale benadering van fietsinfrastructuur ‘Fietsen is booming’, ‘Fietsen is hip’, ‘Fietsen is business’, ‘Fietsen is onderscheidend’, ‘Fietsen is gezond’. Zomaar enkele veelgehoorde kreten die we de laatste tijd om ons heen horen. Niet zo vreemd natuurlijk, want we worden steeds ouder en vitaler en zijn meer en langer in staat om te fietsen. Dat wordt nog versterkt door de vlucht die de e-bike de laatste jaren genomen heeft. Met behulp van elektrische ondersteuning wordt de reikwijdte van de fiets vergroot en wordt zelfs geaccidenteerd terrein voor een brede doelgroep bereikbaar. Je kunt gerust zeggen dat fietsen voor een groot aantal gebruikersgroepen een way of life aan het worden is. Nederland dient wereldwijd als grote voorbeeld over hoe om te gaan met fietsers en fietsbeleid. Echter, als we niet oppassen dreigen we in Nederland aan ons eigen succes ten onder te gaan. De hoogste tijd dus voor een schaalsprong in het fietsbeleid. Bij Kragten staat de fiets dan ook hoog in het vaandel. Niet alleen zijn wij in toenemende mate projectmatig met de fiets bezig, ook op het gebied van innovatie ten aanzien van de fiets en het denken hierover heeft Kragten aan de weg getimmerd, getuige het concept ‘Robuuste Structuren’ dat binnen Kragten gemeengoed is geworden. Dit concept gaat uit van een brede, integrale benadering van fietsinfrastructuur, gericht op diverse gebruikersgroepen, rekening houdend met de toegenomen reikwijdte van de fiets. Fietsinfrastructuur is meer dan alleen een fietspad van asfalt of tegels, maar draagt in brede zin bij aan een duurzame ontwikkeling van een stad of regio en daarmee aan het terugdringen van de CO2-uitstoot op regionale schaal. Tevens is fietsen gezond en draagt het bij aan het nieuwe denken over bewegen en het toenemend gezondheidsbesef. Binnen de ruimtelijke ordening neemt fietsinfrastructuur een prominente rol in. Binnen de adviesdiensten van Kragten is dit merkbaar als toename in het aantal en soort projecten. Maar daar blijft het niet bij, want ook aan promotie van het fietsgebruik en robuuste fietsstructuren draagt Kragten zijn steentje bij. Om concreet invulling te geven aan het gedachtegoed van de ‘Robuuste Structuren’ heeft Kragten in samenwerking met een afstudeerder van de opleiding Verkeerskunde van de NHTV in Breda het concept ‘Robuuste Structuren’ uitgewerkt in een tweetal casestudies met de Gemeente Maastricht en de Regio Parkstad Limburg. In samenspraak met beide partners is een analyse gemaakt van de beide regio’s en is gekeken waar een ‘fietsroute 2.0’ kansrijk zou zijn. Kragten heeft daartoe het initiatief genomen zonder dat hier een betaalde opdracht tegenover stond. Tevens hebben wij dit thema en de werkwijze en uitkomsten van het onderzoek aan een breed publiek kenbaar gemaakt. Dit hebben wij gedaan aan de hand van een artikel in het vakblad Verkeerskunde en een actieve bijdrage op het Nationaal Verkeerskunde Congres (2011) en het fiets-gerelateerd symposium ‘Meer Fiets meer Ruimte’ (2012). Kragten heeft voor dergelijke initiatieven rond het promoten en ontwikkelen van het fietsgebruik en het realiseren van concrete voorzieningen budget beschikbaar binnen zijn marketing- en innovatieactiviteiten. Qua inzet van uren komt dit tot uitdrukking in de begroting van de verschillende units, waar in de toedeling van de zogenaamde algemene uren (niet declarabele uren) deze innovatie en promotie een plaats krijgen. Daarnaast is er jaarlijks een beoordeling op de budgets voor scholing, beurzen en marketing, waarbinnen deze promotie ook een aandeel heeft.
9
Deelname aan initiatieven
kragten
En uiteraard geeft Kragten als werkgever ook het goede voorbeeld door medewerkers te stimuleren om, al dan niet in combinatie met het openbaar vervoer, met de fiets naar het werk te komen. Medewerkers kunnen deelnemen aan een fietsplan, waarbij kosten-vriendelijk een fiets aangeschaft kan worden en Kragten faciliteert medewerkers die gebruik maken van de OV-fiets. 2. Klimaatplein Het Klimaatplein startte op 1 september 2011 met als doel een versnelling teweeg te brengen in de reductie van uitstoot van broeikasgassen. Samen met 40 partners is inmiddels een online CO2-reductieplatform gecreëerd dat organisaties informeert, inspireert én activeert om groen te ondernemen. Klimaatplein.com richt zich op die organisaties die geen eigen duurzaamheidmanager hebben, maar wel aan de slag willen met groen ondernemen. Kragten acht dit een perfect om te leren van projecten en partners op het gebied van de uitwerking en de opzet van initiatieven met het oog op een hogere trede op de CO2prestatieladder. Kragten neemt actief deel aan Klimaatplein in de vorm van blogs op de website en het bezoeken van workshops en seminars van Klimaatplein.
10
kragten
5
Verantwoordelijkheden en taakstellingen
Verantwoordelijkheden en taakstellingen Bij het uitvoeren van het bovengenoemde Plan van Aanpak zijn de volgende personen binnen Kragten betrokken.
5.1
Algemene beschrijving verantwoordelijkheden Organisatie: - Directievertegenwoordiger: drs. ing. J.W. Boots - Coordinator: ir. S.W.P. Pulles - Energiemanager: drs. ing. J.W. Boots / ir. S.W.P. Pulles
5.2
Maatregelen Maatregel Verantwoordelijke Alle drs. ing. J.W. Boots
5.3
Tijdsbestek Beschikbare middelen Werklast begroot 2013-2016 Minstens € 9.000,00 ca. 270
Initiatieven Initiatief
Verantwoordelijke Tijdsbestek Beschikbare middelen
Robuuste drs. ing. J.W. Boots 2014-2015 fietsstructuren Klimaatplein drs. ing. J.W. Boots 2013-2016
€ 800 per jaar Contributie € 500,00 per jaar
Werklast begroot (uren) 8 uur per jaar 24 uur per jaar
11
Bijlagen
kragten CO2-Prestatieladder Energie Management Actieplan
kragten
Bijlage 1
Bijlagen
Eerste bijlage
B-1