KOK DE KAPELANIJ DIENSTENCENTRUM: LIMBURGSE STICHTING AUTISME

FUNCTIEPROFIEL VERANTWOORDELIJKE/KOK DE KAPELANIJ DIENSTENCENTRUM: LIMBURGSE STICHTING AUTISME 1

FUNCTIEDOEL

De verantwoordelijke staat in voor een goede dagelijkse werking van de Kapelanij, waarbij er dagelijks een warme maaltijd (menu) wordt aangeboden naast andere (streek)gerechtjes en waarbij gebruik wordt gemaakt van lokale producten.

2

POSITIE OF PLAATS IN DE ORGANISATIE

De verantwoordelijke legt verantwoording af aan de directeur van LSA en geeft leiding aan 2 medewerkers. Hij/zij coördineert en ondersteunt ook de medewerkers sociale economie. KWALIFICATIEVEREISTEN OF ‘GELIJKWAARDIG NIVEAU’

3

Minimum diploma secundair onderwijs(horeca-opleiding) met ervaring in horeca. 4

RESULTAAT EN TAAKOMSCHRIJVING

4.1

Resultaat 1: De voorbereiding (van de service) wordt correct verzorgd

Taken:      

4.2

(Laten) verzorgen van de mise en place, zoals dekken/klaarmaken van tafels, klaarleggen van bestek en tafellinnen, opzetten van het terrasmeubilair,… Beheren van de gebruiks- en verbruiksvoorraad (linnengoed, servies, glaswerk, bestek, warmhouders, dranken, eetwaren e.d.). Tijdig bestellen van dranken en producten teneinde de voorraden op peil te houden en goede werking te verzekeren. Assisteren bij de opbouw van zalen (recepties, vergaderingen, feestjes, dorpsrestaurant…). Plannen van de dagelijkse werkzaamheden. Klaarzetten van de gerechten in het selfservice gedeelte, aanvullen van de koelkasten,…

Resultaat 2: Maaltijden en producten op het menu worden dagelijks aangeboden         

Aanpassen van de menukaart naar gelang het seizoen en de voorhanden zijnde lokale producten. Verrichten van voorbereidende taken zoals wassen, snijden, (voor)koken,… van voedingsmiddelen. Uitvoeren van de bereidingen, bewaken en controleren van de kwaliteit, gaarheid, smaak,… Toezien op naleven van voorschriften FAVV en HACCP Toelichten van menudelen en adviseren van de gasten bij dranken menukeuze Doorgeven en klaarmaken van bestellingen Serveren van bestellingen (gerechten, dranken) Aanvoeren en klaarzetten van (ontbijt)buffetten Bedienen tijdens recepties, dorpsrestaurant,…

P:\Personeel\Functieprofielen\Functieprofiel Verantwoordelijke-kok De Kapelanij.docx - Laatst afgedrukt op 8/06/2015 14:54:00

1

4.3

Resultaat 3: De kassa klopt

Taken   

4.4

Controleren, afdragen en verantwoorden van ontvangen gelden Opmaken van rekening en afrekenen met gasten Aannemen/noteren van tafelreserveringen, afstemmen met leidinggevende in geval van bijzondere vragen of verwachte problemen. Resultaat 4: De Kapelanij is proper en opgeruimd

Taken  

4.5

Dagelijks (laten) open afruimen na afloop van selfservicegedeelte, restaurant, vergaderruimtes, terras,… Dagelijks (laten) schoonmaken van de keuken, keukenapparatuur,

Resultaat 5: Er is een vlotte dagelijkse werking

Taken     

Staat in voor de permanentie (dienstrooster, verlofregeling, vervanging bij ziekte,…). Zorgt voor de nodige administratie. Staat in voor de praktische organisatie. Waarborgt een goede samenwerking met externe diensten (sociale tewerkstelling, gemeente Zutendaal,…). Vlot samenwerken met personeel en bewoners van residentie Vijverplein en organiseren/bewaken van de deelopdrachten die zij kunnen uitvoeren.

5

BESCHRIJVING KERNCOMPETENTIES V.Z.W. STIJN

5.1

Competentie 1: respectvol bejegenen van personen met een handicap

Op een gelijkwaardige manier omgaan met de persoon met een handicap, de waardigheid en de rechten van de personen met een handicap respecteren (die minimaal vervat liggen in de Grondwet en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van de VN-verklaring (resolutie 3447-9.12.1975)). Indicatoren     5.2

Houdt rekening met de verwachtingen en de wensen van de persoon met een handicap Houdt rekening met de eigenheid van de persoon met een handicap Houdt rekening met de privacy van de persoon met een handicap Dringt eigen normen en waarden niet op aan de persoon met een handicap. Competentie 2: Hartelijk en geëngageerd zijn

Open staan voor contact met zorggebruikers en hun sociaal netwerk. Taken opnemen in plaats van ze te laten liggen voor anderen, ongevraagd extra service bieden


2

Indicatoren     5.3

Is vriendelijk. Zoekt contact met anderen. Vraagt waarmee kan ik u van dienst zijn. Geeft ondersteuning waar nodig. Competentie 3: Open communicatie

Correct met elkaar communiceren over goede en lastige zaken, ook over gevoelens, ongeacht het thema of de gesprekspartner. Indicatoren        5.4

Ontvangt en geeft op een opbouwende manier feedback. Reageert op de boodschap en niet op de boodschapper. Brengt anderen op de hoogte waarmee je bezig bent en waar je naartoe wilt. Luistert wanneer het nodig is. Ziet het effect van de eigen communicatie op anderen en kan hierop reageren. Gaat een vervelend of pijnlijk gesprek niet uit de weg. Brengt een moeilijke boodschap op een rustige manier. Competentie 4: Betrouwbaar en integer zijn.

Rechtschapen, eerlijk en onkreukbaar zijn. De werkelijkheid (inclusief de risico’s en minder mooie kanten) correct weergeven. Zich houden aan de algemene en professionele gedragsnormen. Verantwoordelijkheid nemen voor het eigen handelen. Indicatoren    

Komt afspraken na. Geeft eerlijk informatie door. Draagt de gevolgen van het eigen handelen. Is het vertrouwen waard.

6

BESCHRIJVING FUNCTIESPRECIFIEKE COMPETENTIES

6.1

Competentie 1: Zelfstandig

Zelf denken en iets ondernemen, met minimale ondersteuning van anderen, waarbij men een goed resultaat haalt. Kunnen beoordelen in welke situaties al dan niet zelf kan beslist worden. Zichzelf ontwikkelen om kwaliteit te leveren. Indicatoren    

Weet in alle situaties wat er verwacht wordt. Kan de situatie meestal aan. Ziet taken of problemen en pakt ze aan. Voert zonder hulp taken uit en beslist wanneer nodig. Houdt leidinggevende en collega's op de hoogte. Maakt duidelijk welke doelstellingen hij zichzelf oplegt en houdt er zich ook aan.


3

6.2

Competentie 2: Coachen en motiveren

Richting en sturing geven aan medewerkers door hen te helpen ontwikkelingsmogelijkheden te zien en te specificeren. Hen helpen bij het optimaal benutten en versterken van hun competenties, zowel in de functie als in de loopbaan. Indicatoren      

6.3

Heeft vertrouwen in het potentieel en de zelfsturing van medewerkers en moedigt hen aan zelf oplossingen te zoeken voor gestelde problemen. Stimuleert zelfstudie en delen van kennis bij medewerkers. Geeft medewerkers spontaan opbouwende feedback over hun functioneren. Kan de beperkingen van medewerkers realistisch weergeven, maar focust zich vooral op de kwaliteiten. Spreekt medewerkers aan op een uitnodigende manier, zodat ze enthousiast aan hun opdracht beginnen. Reflecteert op het eigen handelen en dat van medewerkers en verwacht van hen hetzelfde.

Competentie 3: Flexibel

De eigen gedragsstijl veranderen om een gesteld doel te bereiken. Soepel zijn in werktijden en benaderingswijze. Indicatoren 

Is in staat snel en spontaan over te schakelen van de ene stijl, benaderingswijze of aanpak naar de andere. Is breeddenkend: neemt het takenpakket maximaal op, zelfs ruimere taken zonder taken van andere disciplines over te nemen. Vervangt probleemloos collega’s indien nodig en oefent tijdelijk ook functies uit van een hoger niveau. Heeft geen probleem met overuren buiten het normale werkregime. Blijft steeds efficiënt werken in onverwachte situaties en bij nieuwe ontwikkelingen; ze betekenen een uitdaging.

  

6.4

Competentie 4: Evenwichtig

Efficiënt gedrag vertonen en kalm blijven in situaties met hoge complexiteit, tijds- of werkdruk of bij tegenslag, teleurstelling of kritiek. Een grote draagkracht hebben, stressbestendig zijn. Indicatoren   

Handelt efficiënt in situaties van verhoogde werkdruk, tijdsdruk of sociale druk. Blijft kalm en op een normaal niveau functioneren bij plotse gebeurtenissen of verhoogde werkdruk; neemt juiste beslissingen. Reageert rustig op negatieve feedback of negatieve omstandigheden. Herstelt snel na een tegenslag.


4

6.5

Competentie 5: Coördineren

Zicht hebben op het werkveld en ervoor zorgen dat het werk van verschillende personen harmonisch op elkaar is afgestemd Indicatoren    

Weet perfect welke de bijdrage is van elke medewerker aan het gemeenschappelijk doel en kan hierin knelpunten aanduiden. Volgt steeds op hoe het werk van medewerkers verloopt, organiseert hiervoor systematisch overleg. Werkt zeer planmatig en kan hier als nodig flexibel mee omgaan. Slaagt erin om medewerkers zelf op een planmatige manier te laten werken. Slaagt erin de verschillende medewerkers of disciplines spontaan en harmonisch met elkaar te laten samenwerken.


5

KOK DE KAPELANIJ DIENSTENCENTRUM: LIMBURGSE STICHTING AUTISME

Recommend Documents