Jaarverslag 2013
Presteren met plezier en passie
2
Inhoudsopgave Voorwoord 6 Leeswijzer 8 Kengetallen 10 A Missie, visie, structuur en bestuur 11 1 Missie en visie 12 1.1 Focus op Vakmanschap 12 Vervolgmeting 2013 13 Centrale examinering taal en rekenen 13 Entreeopleiding 13 Verkorten/intensiveren 13 Loopbaanbegeleiding/ loopbaanleren 13 2 Structuur 14 3 Bestuur 15 Mandatering 15 Governance 16 Overlegvormen 16 B Bedrijfsvoering 18 1 Verklaring Bevoegd Gezag 19 1.1 Planning & Control 19 Conclusie uit de management review 2013 19 Prestatiekaart 20 1.2. Basiskwaliteit 22 1.3 Interne audit 22 Managementsamenvatting van de bestuurlijke rapportage (citaat) 23
2 Onderwijsontwikkeling 26 2.1 Examinering 26 Deskundigheidsbevordering 26 Beoordeling in de praktijk van het beroep 26 Diplomering 26 Jaarverslagen examinering 26 Landelijke ontwikkelingen 26 Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen 27 2.2 Jaarresultaat 27 Wat valt op in het rapport Onderwijs in cijfers (OIC) 2013? 27 2.3 Extern Toezicht 28 Jaarlijkse risicomonitoring 28 Inspectieonderzoeken 28 Educatie Inburgering 29 2.4 BPV 29 2.5 Alumnibeleid krijgt vorm 29 School Ex 30 2.6 Loopbaan en Burgerschap 30 2.7 Studiehandleiding aangepast 30 2.8 Lectoraat ‘Onderwijsarrangementen in maatschappelijke context’ 32 2.9 Netwerkschool Twente: ontwikkelingen 32 2.10 Subsidieprojecten 33 2.11 Beroepskolom 34 Twents Aansluitingsnetwerk
Vmbo-Mbo LOB Overdracht en intake Taal en rekenen Communicatie Professionalisering van mentoren Overig 2.12 EVC Servicepunt 2.13 Ouderbetrokkenheid 3 Op weg naar passend onderwijs in ROC van Twente 3.1 Instroom: Toegankelijkheid 3.2 Doorstroom Rendement Tevredenheidsonderzoek Schoolmaatschappelijk Werk Zorg- en Adviesteams mbo Studiefonds ROC van Twente Externe Mentoring De toekomst Invoegtraject Just-in-time traject (JIT) Rendement Scoren door Scholing met FC Twente & Assist met Heracles 3.3 Uitstroom
35 35 35 35 35 35 36 36 36
39 39 40 42 42 42 42 43 43 44 44 44 44 44 45
3
Werkwijze melden Voortijdig Schoolverlaten (RMC*) 45 3.4 Aanval op de schooluitval 45 Convenant Voortijdig Schoolverlaten 2008-2015 45 De resultaten schooljaar 2012-2013 45 Regionaal programma Voortijdig Schoolverlaten 46 Enkele cijfers 46 4 Studenttevredenheid 49 5 Personeel 51 5.1. Samenstelling personeel (peildatum 31 december 2013) 51 Flexibele schil 52 5.2 Focus op professionele ontwikkeling 52 ROC Academie 53 Scholing management en overige scholing 53 Gesprekkencyclus (en overzicht gevoerde gesprekken) 54 Regeling werkoverleg 54 JONG! 55 Arbobeleid 55 Verzuim (ontwikkeling per kwartaal) 55 Fit in je loopbaan 55 Gezonde school 56 Medewerkerstevredenheid en – betrokkenheid 56 Organisatieontwikkeling 56 Arbeidsmarktcommunicatie / werken bij ROC van Twente 57 Introductie nieuwe medewerkers 57 Formatieplanning / strategie 57 Mobiliteit 58
4
Uitkeringen 6 Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt 6.1 Belangrijke ontwikkelingen in 2013 voor de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt 6.2 Ondernemendheid en Ondernemer schap in het ROC van Twente 6.3 Internationalisering 7 Huisvesting & ICT 7.1 Meerjaren huisvestingsplan 7.2 Bedrijfsbureau Uitbesteding Arbo en Veiligheid Ruimtebeheer en registratie Servicepunt Pitstop Roostering Studenten- en medewerkers tevredenheid Duurzaamheid 7.2 ICT 2013 in cijfers 8 Van en voor Twente: blijven werken aan de dialoog Marketing Prestaties verantwoorden en verbeteren Actuele informatievoorziening Plaza 2.0: dashboard voor werk of studie Social Media / Webcare Crisiscommunicatie in een veranderende samenleving
58 60
60 62 62 64 64 64 66 66 66 66 66 66 67 67 67 68 68 68 68 70 70 70
C Financiële informatie 71 1 Financiën 72 1.1 Financiële kaders 72 1.2 Financiële situatie op balansdatum 72 1.3 Gang van zaken gedurende het verslagjaar 72 2 Specifieke regelingen 74 2.1 Verantwoording regeling Stagebox 74 Afspraken met het bedrijfsleven en/of kenniscentrum over stageplaatsen 74 Afspraken met het bedrijfsleven en/of kenniscentrum over het creëren van simulatieplaatsen 75 Afspraken met het bedrijfsleven en/of kenniscentrum over het intensiveren van de begeleiding 75 Professionalisering gericht op betere loopbaanbegeleiding 75 2.3 Taal en rekenen Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen 75 Resultaten van de centrale examens 76 Deelname aan de pilotexamens 76 Benutting van de examenperiodes 76 Benutting van de examenlocaties 77 3 Helderheid 78 Uitbestedingen 78 Investeringen in private activiteiten 78 Les- en cursusgelden niet betaald door de deelnemer zelf 79 Uitstroom deelnemers relatief kort na 1 oktober en 1 februari 79
Deelnemers die tijdens het schooljaar veranderen van opleiding Horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s Bedrijfsgerichte trajecten BBL Geïntegreerde trajecten educatie en beroepsonderwijs 4 Toekomst 5 Continuïteit Treasury Huisvestingsbeleid Mutaties in reserves, fondsen en voorzieningen Financiële kaders Risicoprofiel Meerjarenbegroting Alternatief scenario Overige rapportages
79 79 80 80 81 83 85 86 86 86 87 87 88 88
D Klachtenafhandeling en vertrouwenswerk 91 1 Klachtenafhandeling 92 2 Vertrouwenswerk 93 Vooruitziend 94 E Verantwoording Raad van Toezicht 2013 96 1 Verantwoording Raad van Toezicht 2013 97 1.1 Samenstelling Raad van Toezicht in 2013 97 Rooster van Aftreden 98 Nevenfuncties leden Raad van Toezicht 98 Commissies 98
Audit Commissie Raad van Toezicht 98 Remuneratiecommissie 100 1.2 Vergaderingen 100 1.3 Scholing Raad van Toezicht 100 1.4 Bezoldiging Raad van Toezicht 2012 100 1.5 Uitgangspunt van handelen Raad van Toezicht 101 1.6 Samenstelling en functioneren College van Bestuur (werkgeversrol Raad van Toezicht) 101 Bezoldiging leden College van Bestuur 101 1.7 Onderwerpen behandeld en te behandelen in de Raad van Toezicht (geen uitputtend overzicht) 102 1.8 Relatie met de Ondernemingsraad 102 1.9 Relatie met de Centrale Deelnemersraad 103 1.10 Platform Raden van Toezicht 103 1.12 Overleg met de accountant 103 1.12 Opdracht accountant 103 1.13 Zelfevaluatie Raad van Toezicht 104 1.14 Klokkenluidersregeling 104 1.15 Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht 104 1.16 Code ‘Goed bestuur in de BVE sector’ en checklist 104 F Ondernemingsraad 105 Ondernemingsraad 106 G Centrale deelnemersraad 2013 108 De Centrale Deelnemersraad 109
Jaarrekening 2013 110 Inhoudsopgave 111 A1 Geconsolideerde jaarrekening A1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2013 A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013 A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2013 A1.4 Toelichting behorende bij de geconsolideerde jaarrekening 2013 A1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2013 A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2013 A1.7 Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2013 A1.8a WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector A1.8b WNT: Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders 2013 Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2014 Overige gegevens • Controleverklaring van de onafhankelijke accountant • Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming • Contactgegevens Lijst van afkortingen
112 112 113 114 115 138 139 140
147 148 149 150 151 152 152 153
5
Voorwoord Ook in 2013 hebben we hard gewerkt om herkenbaar, kleinschalig onderwijs te combineren met de voordelen van een grote organisatie die van Twente is, die Twente en de Twentenaren goed kent. Groot, met oog voor klein. Zo zijn we erin geslaagd het aantal voortijdig schoolverlaters terug te dringen tot 4,4%. Een van de resultaten die past in onze strategie: uitblinken is presteren. In dit jaarverslag verantwoorden we ons en we laten zien waar de strategie tot verbeteringen heeft geleid. Onze prestatiekaart, waarmee we onze strategische doelen meetbaar hebben gemaakt, maakt in één oogopslag duidelijk waar onze inzet toe heeft geleid in 2013. Dat er altijd verbetering mogelijk is, blijkt uit het feit dat we geconfronteerd werden met een negatief inspectieoordeel over onze chauffeursopleiding, een oordeel waar we het niet mee eens zijn en dat we dan ook aanvechten. Wel een teleurstelling, temeer omdat in 2013 geen van onze reguliere opleidingen onder inspectietoezicht stond. Maar naast dit dieptepunt waren er vooral heel veel hoogtepunten: bijzondere momenten en uitzonderlijke prestaties van studenten om bij stil te staan. Bladerend in dit jaarverslag zult u veel van hen tegenkomen: uitblinkers en doorzetters van elk niveau, die we graag in beeld brengen, zoals we ze ook in beeld brengen bij de arbeidsmarkt waarvoor we opleiden. Met die arbeidsmarkt houden we onder meer voeling in het Platform Onderwijs, Werk en Inkomen, waar onderwijs, overheid en bedrijfsleven samenwerken om de toekomst van de Twentse arbeidsmarkt goed vorm te geven. ‘TechWise Twente’, het nieuwe Centrum voor Innovatief Vakmanschap, specifiek gericht op de sector High Tech Systems en Materials (HTSM) in onze regio, is een voorbeeld van waar die samenwerking toe kan leiden. Techniek is belangrijk in Twente. Om in die bedrijfstak straks ook voldoende goed gekwalificeerde medewerkers te hebben, richten we ons niet alleen op doorstroom, maar ook op instroom. In dat kader vonden in het voorjaar de Skills Oost wedstrijden voor vmbo’ers plaats in de Gieterij in Hengelo. Het evenement werd bezocht door duizenden vmbo-leerlingen die deelnamen aan het schoolprogramma, de vakwedstrijden bekeken en meededen aan vele doe-activiteiten. Zo konden ze zich oriënteren op vakrichtingen en konden ze tegelijkertijd zien wat de vakken in de praktijk inhouden. En daar bleef het niet bij, want in november ontvingen we 60 aanstormende vakmensen die in de Gieterij om een ticket voor de landelijke finale van de Vakkanjer Wedstrijden streden. We zochten en vonden nieuwe wegen voor studenten in de bouw en sloten convenanten met organisaties
O
6
als Nedtrain en Carintreggeland. Dat alles kunnen we niet alleen. ‘Samen’ is een sleutelwoord. Daarom bedanken we al onze collega’s die zich iedere dag weer inzetten voor gedegen en goed onderwijs. We bedanken alle studenten en hun ouders voor het vertrouwen dat ze in ons stelden en de bedrijven, instellingen, gemeenten en overige partners voor de goede samenwerking in 2013. We blijven streven naar verbetering. Daarom nodigen we u niet alleen uit dit integrale jaarverslag of de publieksversie op onze website te lezen, maar vooral ook om te reageren, opdat we ons in 2014 verder kunnen verbeteren, omdat we graag blijven leren. College van Bestuur
[email protected]
John van der Vegt
Remco Meijerink
7
Tot de groepen van belanghebbenden rekenen wij: • onze studenten en hun ouders • het (regionale) bedrijfsleven; • onze medewerkers; • het ministerie van OCW; • gemeentelijke en regionale overheden; • toeleverende scholen voortgezet onderwijs; • hbo-instellingen die onze gediplomeerde studenten inschrijven; • collega-roc’s en MBO Raad; • algemeen geïnteresseerden. Hoe wij de dialoog met al deze in- en externe stakeholders vorm geven en benutten hebben wij in de daarvoor relevante hoofdstukken en (sub)paragrafen vermeld. Soms apart zoals in de subparagraaf Ouderbetrokkenheid op pagina 36 of de paragraaf waarin we onze relatie met het onderwijs beschrijven (de Beroepskolom/ het Twents Aansluitingsnetwerk op pagina 35) Soms in de context van grote Onderwijsontwikkelingen als de weg naar passend onderwijs, zoals in paragraaf 3 van hoofdstuk B op pagina 39. Het verslag is als volgt opgebouwd.
8
Leeswijzer
I
In dit jaarverslag informeren wij u, alle belangstellenden en belanghebbenden bij onze instelling, over de ontwikkelingen die zich het afgelopen jaar bij ROC van Twente hebben voorgedaan. Daarbij leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid.
We beginnen met een aantal kerngegevens, waarin u overzichten en grafieken aantreft, die relevante gegevens over personeel, deelnemers en financiën weergeven.
niet voor iedere stakeholder even makkelijk is te lezen, is op dezelfde website een publieksversie met de belangrijkste punten uit het jaardocument 2013 opgenomen
In hoofdstuk A gaan we in op de algemene instellingsgegevens, waaronder missie, visie, organisatiestructuur, bestuur en de verantwoording over Governance volgens de richtlijnen voor mbo-instellingen. Het hele document is getoetst aan deze richtlijnen. Governance komt expliciet aan bod in de punten 4 en 7 van het verslag van onze Raad van Toezicht (hoofdstuk F). Hoofdstuk B behandelt onze bedrijfsvoering. In paragraaf 1 beschrijven we welke maatregelen wij als bestuur hebben getroffen om de kwaliteit van ons onderwijs en van de overige aspecten van onze bedrijfsvoering te waarborgen. Paragraaf 2 behandelt de verschillende onderwijsontwikkelingen, te beginnen met examinering, gevolgd door de jaarresultaten, het extern toezicht, BPV, alumnibeleid en diverse andere ontwikkelingen. Hier leest u wat de output van ons lectoraat was en maken we duidelijk welke ontwikkelingen gerealiseerd zijn dankzij ons toegekende subsidiegelden. Paragraaf 3 gaat in op de invoering van passend onderwijs: instroom, doorstroom en uitstroom. In de paragrafen vier tot en met acht komen achtereenvolgens studenttevredenheid, personeel, de arbeidsmarkt en de regio, huisvesting en ict en de wijze waarop we blijven werken aan een heldere dialoog in het kade van onze wens er voor Twente te zijn, aan bod. In hoofdstuk C leggen we financiële verantwoording af. Naast een algemene beschouwing vindt u hier nadere informatie over specifieke regelingen als Stagebox en de Regeling Taal en Rekenen. Hierna volgen de paragrafen Helderheid en Toekomst, die worden gevolgd door de afzonderlijke continuïteitsparagraaf. In de hoofdstukken D, E, F en G van dit jaarverslag gaan we in op de afhandeling van klachten in het afgelopen jaar, behandelen we het vertrouwenswerk en hebben we de verslagen van onze Raad van Toezicht, ondernemingsraad en centrale deelnemersraad opgenomen. Het tweede deel van dit Geïntegreerd Jaardocument bestaat uit de Jaarrekening. Tot slot treft u achterin dit document een lijst met afkortingen aan. Op www.rocvantwente.nl is het Geïntegreerd Jaardocument voor iedereen in te zien en is uitgebreidere informatie over onze opleidingen te vinden. Omdat wij ons realiseren dat een zo omvangrijk document
9
Kengetallen Studenten MBO (per 1 oktober bekostigd) 25.000 20.000 15.000
18.617 13.462
12.383
12.688
10.000
5.155
6.865
2013
2012
5.000
23.135
21.163
19.553
10.787
BBL *
2011
Totaal
2010
80 60 40 20
Niveau 1
10
Rendement 2012
Niveau 2
2.010 1562
2.035 1.610
1.588
1000
Rendement 2011
0
Rendement 2010
Niveau 3
2013
Inspectienorm
Niveau 4
2011
2012
Aantal medewerkers
2010
Aantal fte
VSV in %
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
100
Rendement 2013
1.945 1.580
1500
* inclusief deeltijd BOL
Jaarrendement per opleiding in %
0
1.937
500
0
BOL
2500 2000
12.348 8.780
Personeel (peildatum 31 december)
2012 2013
2011 2012
ROC van Twente
2010 2011
Landelijk
2009 2010
A
Missie, visie, structuur en bestuur 11
1 Missie en visie
I
In december 2011 heeft het College van Bestuur voor de periode 2012-2015 de strategienotitie ‘Presteren met Plezier en Passie’ vastgesteld. Het kader van waaruit onze organisatie het afgelopen jaar en de komende jaren opereert, bevat de volgende strategische uitgangspunten:
• Gedegen en goed georganiseerd onderwijs (een kwalitatief hoogwaardige onderwijsorganisatie en een veilige schoolomgeving, waarbinnen gedegen vakopleidingen worden aangeboden). • Prestaties verantwoorden en verbeteren (door systematisch onderzoek te doen onder studenten, bedrijven en werknemers maken wij onze prestaties inzichtelijk en kunnen we zo nodig de kwaliteit van het onderwijs verbeteren). • Uitblinken is presteren (alle studenten hebben talenten en kunnen boven zichzelf uitstijgen; die kans willen wij hen bieden). • De professionele lat gaat omhoog (professionele ontwikkeling is een speerpunt. De werkgever faciliteert de werknemer die zelf initiatief neemt, ondernemend is en zijn talenten professioneel wil ontplooien). • Slagkracht tonen (door ondernemend te zijn, willen wij ook werknemers van bedrijven scholen. De inhoudelijke meerwaarde van dergelijke trajecten staat bij ons voorop). • De Twentse aanpak (de snelle opmars van sociale media biedt kansen om de samenwerking met al onze regionale partners te intensiveren: noaberschap 2.0). We hebben de strategische uitgangspunten meetbaar gemaakt aan de hand van een prestatiekaart, die we jaarlijks ter verantwoording voorleggen aan de Raad van Toezicht en intern gebruiken als referentie-
12
kader in de gesprekken tussen College van Bestuur en (MBO) Colleges.
1.1 Focus op Vakmanschap Eind 2011 heeft het College van Bestuur, onder de noemer ‘Tien stappen naar vakmanschap’, het plan van aanpak voor de uitvoering van het landelijke Actieplan Focus op Vakmanschap (FoV) vastgesteld. Naar aanleiding van dit plan van aanpak zijn in het voorjaar van 2012 gesprekken gevoerd met alle MBO Colleges om het beginpunt van de Colleges vast te stellen en te bespreken welke acties zij zagen weggelegd voor de komende jaren. In 2012 werden de gesprekken gevoerd met de directeur van het College, de onderwijskundige en de business controller van het College. Als vervolg op deze nulmeting zijn in het najaar van 2013 vervolggesprekken gevoerd met de MBO Colleges. Ditmaal zijn voor de gesprekken twee teamcoördinatoren uit het betreffende College en de onderwijskundigen uitgenodigd. In 2012 is een 0-meting verricht. Hiermee hebben we in kaart gebracht waar opleidingen op dat moment stonden ten opzichte van de doelen die gerealiseerd moeten zijn in 2015. Ook hebben we een beeld van de punten uit het actieplan waar de (MBO) Colleges mee aan de slag gaan en welke mogelijkheden en risico’s ze daarbij zien.
Vervolgmeting 2013 In het Actieplan Focus op Vakmanschap wordt expliciet verband gelegd tussen enerzijds de voorgestelde maatregelen en anderzijds de tevredenheid en het opleidingsrendement: de voorgestelde koers dient, zo betoogt de minister, uiteindelijk te leiden tot een hoger rendement (minder vsv) en een betere waardering van het onderwijs door studenten en bedrijfsleven. Indicator
Resultaat 2012
Resultaat 2013
Waardering student JOB 2012
6,8*
6,8
Waardering medewerker
7,3**
7,6
Waardering bedrijven BPV Jaarresultaat opleidingen per schooljaar* % VSV per schooljaar
-
-
77,1%
77,3%
8,4%
4,4%
* Kolom 2012 betreft schooljaar 2011-2012 en kolom 2013 betreft schooljaar 2012-2013. ** Gebaseerd op cijfers onderzoek 2011. In de nulmeting is aangegeven dat in het najaar van 2012 gestart zou worden met het systematisch en ROC-breed meten van de waardering van bedrijven over de BPV. In eerste instantie zijn hierbij de landelijke ontwikkelingen afgewacht. Eind 2013 is onderzocht of, en zo ja op welke wijze, er een uniforme vragenlijst opgesteld kan worden voor de praktijkopleiders van bedrijven en instellingen. Om hiermee enige ervaring op te doen wordt begin 2014 een pilot uitgevoerd. Enkele teams van diverse MBO Colleges meten met een standaard vragenlijst de tevredenheid van het bedrijfsleven over de BPV. Op deze wijze anticiperen we op de ontwikkeling van de landelijke BPV monitor, die wordt ontwikkeld door SBB. Daarin wordt
elke BPV afgesloten met een vragenlijst voor de student, de BPV begeleider van school en de praktijkopleider.
Centrale examinering taal en rekenen In het schooljaar 2011-2012 hebben 4548 studenten meegedaan aan de pilots taal en rekenen. In schooljaar 2012-2013 waren dit er 8756. Hiervan hebben 4246 studenten deelgenomen aan examens op niveau 2F en 4510 studenten aan examens op het niveau 3F. Al deze examens zijn afgenomen op twee daarvoor speciaal ingerichte examenlocaties in Almelo en Hengelo. Meer over de centrale examinering leest u op pagina 75.
Entreeopleiding Begin 2013 is een advies opgeleverd voor de vormgeving van de intake voor de entreeopleiding. Eind 2013 is er een stuurgroep in het leven geroepen om een besluit voor de positionering van de entreeopleiding voor te bereiden.
Verkorten/intensiveren De BBL opleidingen zijn met ingang van het huidige schooljaar al geïntensiveerd. Dit levert een wisselend beeld op: een aantal opleidingen voldeed al aan de eis van 200 uur begeleide onderwijstijd, anderen moesten het programma aanpassen. Dit betekende voor sommige opleidingen meer inzet van personeel en een groter beslag op ruimtes. Het geïntensiveerde programma is een uitdaging, met name daar waar het gaat om bedrijfsgerichte maatwerktrajecten. De BOL opleidingen vertonen een wisselend beeld. Een aantal opleidingen voldoet al (zo goed als) aan de nieuwe urennorm, andere zitten nog in de verkenningsfase.
Loopbaanbegeleiding/ loopbaanleren Op pagina 41 staat een uitvoerig overzicht van de behaalde resultaten op het gebied van loopbaanbegeleiding. Daarnaast loopt het project Loopbaanleren waarbij binnen vier opleidingen interventies geformuleerd en geïmplementeerd zijn om de loopbaandialoog te verbeteren, alles gericht op: • het vergroten van de ouderbetrokkenheid; • het voeren van kwalitatief goede loopbaandialogen, -trialogen; • het invoeren van een peer-to-peertraject mbo-vmbo; • het betrekken van bedrijven bij loopbaanleren.
13
2 Structuur
Raad van Toezicht Ondernemingsraad
College van Bestuur
Centrale deelnemersraad
Bestuurssecretariaat en Juridische Zaken
(MBO) Colleges College voor Educatie
Communicatie & Marketing
MBO College voor Bouw, Infra & Interieur
Facilitaire Zaken, Huisvesting & ICT
MBO College voor Commercie & Ondernemen
Financiën, Studentenadministratie & Control
MBO College voor Dienstverlening & Gastvrijheid
Onderwijs & Kwaliteitszorg
MBO College voor Gezondheidszorg
Personeel & Organisatie
MBO College voor Management & Organisatie MBO College voor Mens & Maatschappij MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling MBO College voor Sport, Onderwijs & Cultuur MBO College voor Transport, Logistiek & Mobiliteit
14
Ondersteunende Diensten
MBO College voor Vormgeving, Mode & Media MBO College voor Zorg & Welzijn
3 Bestuur
H
Het College van Bestuur wordt vanaf 1 februari 2013 gevormd door John van der Vegt, voorzitter College van Bestuur en Remco Meijerink, lid College van Bestuur
De portefeuille van John van der Vegt: • Personeel & Organisatie • Communicatie & Marketing • Onderwijszaken en Onderwijsinnovatie • Juridische Zaken • Contractactiviteiten/Maatwerk • Externe contacten De portefeuille van Remco Meijerink: • Financiële Zaken • Facilitaire Zaken & Huisvesting • Kwaliteitszorg en Informatievoorziening • Planning & Control cyclus • ICT • Studentenzaken • Externe contacten De bestuursleden van ROC van Twente hadden in 2013 de volgende nevenfuncties:
John van der Vegt, voorzitter: • Bestuur Scoren in de Wijk • Voorzitter bestuur POWI (m.i.v. 01-09-2013 voorzitter) • Raad van Commissarissen Twentse Schouwburg/Wilminktheater • Strategy Board Twente • Stuurgroep Human Capital Agenda • Economic Board Twente • Platform MBO Overijssel • Bestuur Stichting Hout & Meubel (SH&M) • Adviescommissie Goed Bestuur PO Raad • Stichting jeugdtheater De Bonte Hond (tot 01-04-2013) Remco Meijerink, lid: • Bestuurslid Campus Business Center B.V. • Lid Raad van Toezicht Stichting Openbare Bibliotheek Twenterand • Lid Stuurgroep strategische informatievoorziening en benchmark MBO Raad Voor het vervullen van deze nevenfuncties hebben de leden van het College van Bestuur geen inkomsten ontvangen. De Raad van Toezicht is vooraf geïnformeerd over deze nevenfuncties. De criteria verbonden aan nevenactiviteiten van het College van Bestuur, zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomst van de leden van het College van Bestuur.
Mandatering Het College van Bestuur is het ‘hoogste’ bestuursorgaan van het ROC van Twente. Gelet op de inhoud van de statuten is het College tevens eindverantwoordelijk voor het beleid en het beheer van de instelling. Vanzelfsprekend kan en wil het College deze eindverantwoordelijkheid in de praktijk niet volledig zelf tot uitvoering brengen. Gegeven de praktische noodzaak, maar ook de besturingsfilosofie van het
15
ROC die uitgaat van ‘klein binnen groot’ wordt het formele instrument van het mandaat benut om de verantwoordelijkheid voor het beheer ook bij andere medewerkers te kunnen leggen. Hiertoe is een mandaatregeling vastgesteld. Deze mandaatregeling wordt jaarlijks geëvalueerd en daar waar nodig aangepast en bijgesteld.
Governance De Code ‘Goed bestuur in de BVE sector’ bevat afspraken en handreikingen voor Raden van Toezicht, Colleges van Bestuur en de horizontale dialoog. Deze afspraken zijn niet vrijblijvend. Er kan alleen van worden afgeweken wanneer er goede argumenten voor zijn. Instellingen die willen afwijken, leggen daarover verantwoording af in het jaarverslag. Het ROC van Twente voldoet in 2013 aan alle punten uit de code ‘Goed bestuur in de BVE sector’. Het ROC van Twente voldoet tevens aan de punten opgenomen in de ‘checklist voor mbo-instellingen voor de verantwoording over governance 2012 in het Geïntegreerd Jaardocument’.
Overlegvormen Zowel op centraal als decentraal niveau is sprake van horizontaal overleg met als doel het uitwisselen van informatie en het betrekken van (extern en intern) belanghebbenden. De belangrijkste dialogen zijn geformaliseerd. Externe dialogen • Decentraal: advies- en werkveldcommissies • Decentraal: BPV contacten • Centraal: vakbondsoverleg • Centraal: structureel overleg met hbo en wo • Centraal: structureel overleg met College Burgemeester & Wethouders omliggende gemeenten • Centraal: jaarlijks overleg met rectoren vmbo • Centraal: strategy board (samenwerking regionaal onderwijs en bedrijfsleven) • Centraal/decentraal: Twente Kwartier (maatschappelijke organisaties in Twente) • Centraal/decentraal: Platform Onderwijs, Werk en Inkomen (POWI) (samenwerkingsverband 14 gemeenten, ROC, Saxion, UWV en MKB)
16
• Centraal/decentraal: decanendag (voor decanen vmbo) • Centraal/decentraal: landelijke overlegstructuren (waaronder MBO Raad) • Centraal/decentraal: bijeenkomsten Industriële Kring Twente • Centraal/decentraal: bijeenkomsten Kamer van Koophandel De belangrijkste interne (vormen van) dialogen • Overleg Raad van Toezicht – College van Bestuur • Overleg Raad van Toezicht – College van Bestuur – Ondernemingsraad • Overleg Raad van Toezicht – College van Bestuur – Centrale Deelnemersraad • Schoolbezoeken Raad van Toezicht • Overleg College van Bestuur – Dagelijks Bestuur Ondernemingsraad • Overleg College van Bestuur – Ondenemingsraad • Overleg College van Bestuur – Centrale Deelnemersraad • Overleg College van Bestuur – individuele directeuren (MBO) Colleges • Voor- en najaarsoverleggen met directeur en teamcoördinatoren van (alle) MBO Colleges • Bestuur & Management (College van Bestuur – directeuren (MBO) Colleges) • Klankbordgroepen (verkennend en adviserend, voorportaal Bestuur & Management (B & M) • Medewerkers Tevredenheids Onderzoek • JOB studenttevredenheidsonderzoek
17
18
B
Bedrijfsvoering
1 Verklaring Bevoegd Gezag We hebben gekozen voor ‘klein binnen groot’ en in het verlengde daarvan voor veel professionele ruimte voor docententeams. De Diensten bestuderen de verschillende vraagstukken in nauw overleg en komen tot integrale handreikingen voor de Colleges en teams. In de hierna volgende paragrafen is beschreven op welke wijze de beheersomgeving van ROC van Twente is ingericht. Op basis van deze beheersomgeving en onze ervaringen van afgelopen jaar zijn wij van mening dat wij, indien nodig, adequaat kunnen bijsturen en daardoor ook in voldoende mate in control zijn.
W
1.1 Planning & Control Het uitgewerkte Handboek Planning- en Control maakt het ons mogelijk de professionele handelingscyclus goed te beheersen. Belangrijke elementen uit onze PDCAcyclus zijn: • de strategienota: stelt op hoofdlijnen de doelstellingen vast die wij als ROC van Twente willen bereiken (verschijnt één maal per vier jaar); • de prestatiekaart: de kwantitatieve prestatienormen gebaseerd op de strategienota (deze wordt elk jaar herijkt); • de kaderbrief: geeft de belangrijkste procedures en richtlijnen voor de eerstvolgende (meerjaren-)plannen
en (meerjaren-)begroting weer (één maal per jaar); • het (MBO) Collegeplan: hierin neemt elk (MBO) College zijn beleidsvoornemens voor de eerstvolgende twee jaar op. De plannen zijn in lijn met de strategienota en de kaderbrief (één maal per twee jaar). Als afgeleide van het (MBO) Collegeplan stellen teams binnen de (MBO) Colleges hun teamplannen vast (de frequentie is per (MBO) College bepaald); • de kwartaalrapportages: de (MBO) Colleges en diensten rapporteren over onderwijskundige, personele en financiële ontwikkelingen aan het College van Bestuur (4 maal per jaar); • het voor- en najaarsoverleg: overleg tussen College van Bestuur en (MBO) College over onderwijsinhoud en bedrijfsvoering, op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau (één maal per jaar); • het kwaliteitsprofiel per team: een kwantitatieve weergave van meetbare indicatoren op het gebied van onderwijsrendementen, tevredenheid stakeholders, wettelijke vereisten en kwaliteit interne beheersing; • de zelfevaluatie; • de audit: onderzoek naar de kwaliteit van onderwijs binnen de (MBO) Colleges onder leiding van een externe lead-auditor (één maal per twee jaar); • de management review: onderzoek naar en uitspraak over werking van het kwaliteitssysteem van het ROC.
Conclusie uit de management review 2013 Het systeem van kwaliteitsborging is evenwichtig en goed gestructureerd; basiskwaliteit blijkt een goed bindmiddel te zijn. Basiskwaliteit is meer en meer een instrument aan het worden dat de gehele bedrijfsvoering dekt en niet uitsluitend betrekking heeft op de kwaliteit van onderwijs. In deze borging zijn de bedrijfsgroepen en de kwaliteit van ondersteunende diensten nog wat onderbelicht. Voor vrijwel elk aspect van basiskwaliteit (alleen bij de beroepspraktijkvorming is dit nog in ontwikkeling), zijn voldoende instrumenten voorhanden om de kwaliteit en effectiviteit van het betreffende onderdeel te meten. Wat de uitwerking van deze kwaliteitsverbeterende instrumenten op concernniveau is, is nog niet optimaal waarneembaar. Dit houdt ook verband met het reflectieve vermogen, dat niet op elk niveau in
19
de organisatie even sterk ontwikkeld is. Verbeteringen in de borging moeten dan ook niet alleen gericht zijn op een paar instrumentele zaken, maar vooral op de verdere ontwikkeling van het professioneel handelen (onderwijskundig leiderschap) op elk niveau in de organisatie: het nemen en vinden van de tijd en de rust om zaken te overzien en te evalueren. Het College van Bestuur zal hier duidelijke een rol in spelen door: • de reguliere cyclus van Planning & Control zoveel mogelijk te volgen en daarmee te zorgen dat (MBO) Colleges niet overvraagd worden; • informatie die bekend is ter controle en becommentariëring voor te leggen aan de (MBO) Colleges • meer regie te nemen op het gebied van het reflectief vermogen: hier mogen eisen aan gesteld worden. Met het stimuleren van het reflectief vermogen zullen de (MBO)Colleges ook uitgedaagd worden om acties en evaluaties die uit het systeem van borging naar voren komen met elkaar in verband te brengen om zo nog beter de juiste plannen voor de inrichting van het onderwijs te realiseren. De koers die we ingezet hebben van plan naar uitvoering, van sturing op, beleving en uitvoering van kwaliteit, zal hierdoor nog verder vorm krijgen
Prestatiekaart De prestatiekaart laat zien dat ROC van Twente in 2013 op de meeste gebieden boven de norm heeft gepresteerd. Daarentegen is de waardering studenten (meting 2012) onder de norm. Inmiddels hebben wij diverse verbetermaatregelen doorgevoerd. De eerstvolgende meting onder studenten is in het voorjaar van 2014. Ons voorlopige VSV-cijfer over schooljaar 2012/2013 zoals dat recentelijk door OCW is gepresenteerd, bedraagt 4,4 %. ROC van Twente behoort daarmee tot de beste ROC’s (qua percentage en qua progressie). ROC van Twente registreert intern een iets hoger VSV-cijfer dan landelijk. Dit heeft de volgende oorzaken. De (landelijke) definitie is recent flink aangescherpt. Landelijk worden uitvallers die een vrijstelling van de Leerplichtwet hebben, naar een ander ROC of particulier onderwijs gaan dan wel een baan vinden, niet (meer) meegeteld als VSV’er. Intern beschikken wij echter niet over deze informatie.
20
Legenda Resultaat
Betekenis Uitstekend
Goed Redelijk Onvoldoende –
Geen gegevens
Rapportage roc van twente
Resultaat
Norm 2013
Werkelijk 2013
Meetperiode
Beste 10 roc’s
6.82 (24 landelijk)
Kpi 2 – waardering bedrijven bpv
>7.00
-
Meetbaar vanaf 2014
>7.00
Kpi 3 – waardering medewerkers
>7.00
7.60
Mto 2013
>7.00
Kpi 4 - % jaarresultaat opleidingen
Beste 3 roc’s
77.29 (4E landelijk)
01/10/2012 01/10/2013
Beste 3 roc’s
Kpi 5 – klanttevredenheid ondersteunende diensten
>7.00
7.31
2013
>7.00
Kpi 6 - % ziekteverzuim [%]
<5.40
5.35
01/01/2013 01/01/2014
<5.30
Kpi 7 – een levenlang leren, % studenten 30 plus [%]
>10.00
12.30
01/10-2013
>10.00
Kpi 8 - % jaarresultaat entreeopleidingen [%]
>67.50
79.66
01/10/2012 01/10/2013
>70.00
>40.00
46.36
01/10/2012 01/10/2013
>40.00
N.V.T.
7.00
01/10/2012 01/10/2013
N.V.T.
Kpi 10 a % voortijdige schoolverlaters mbo 1 [%]
<32.50
33.27
01/10/2012 01/10/2013
<27.50
Kpi 10 b- % voortijdige schoolverlaters mbo 2 [%]
<13.50
10.57
01/10/2012 01/10/2013
<11.50
Kpi 10 c- % voortijdige schoolverlaters mbo 3 [%]
<4.25
5.41
01/10/2012 01/10/2013
<3.50
Kpi 10 d- % voortijdige schoolverlaters mbo 4 [%]
<4.25
3.98
01/10/2012 01/10/2013
<3.50
Kpi 11 - % docentenstages (docenten lopen stage in bedrijf of instelling)
>7.50
7.63
31-12-2013
>10.00
Kpi 12 - % onderwijzend personeel (beroepsgerichte vakken) met gecombineerde functie (docent versus praktijk)
>2.00
8.35
31-12-2013
>3.00
Kpi 13 - % medewerkers dat scholing heeft gevolgd (met certificaat of bewijs van deelname)
>50.00
55.80
31-12-2013
>60.00
<2.00
-0.50
Jaarresultaat 2013
<2.00
Experimenteel
-
Meetbaar vanaf 2014
Bepaald na experiment
Prestaties verantwoorden en verbeteren Kpi 1 – waardering studenten
E
Job monitor 2012
Norm 2014
Beste 5 roc’s
Uitblinken is presteren
Kpi 9 - % doorstroom naar hbo [%] Kpi 10 - % voortijdige schoolverlaters totaal [%]
Slagkracht tonen
1
N.V.T.
Kpi 14 - % afwijking exploitatieres. T.o.v. begroting [%] Kpi 15 - % teams dat voldoet aan de kwaliteitsprofielen [%] 1
ROC van Twente moet zich ten aanzien van de externe doorstroom baseren op gegevens van derden. Deze cijfers zijn mogelijk niet volledig.
De definitie is aangescherpt tot deelnemers in de doelgroep bol niveau-4 (voorheen ook bbl niveau-4).
21
1.2. Basiskwaliteit De inspectie heeft (gebaseerd op onderzoek bij 27 instellingen in de bve-sector) in november 2010 in een rapport beschreven welke factoren van invloed zijn op de onderwijskwaliteit. Goede kwaliteitszorg, betere onderwijskwaliteit en examinering blijken vooral afhankelijk van de kwaliteit van de monitoring, de bijsturing en de verbetering, rekening houdend met de verschillende organisatieniveaus: College van Bestuur en Diensten, middenmanagement (Colleges) en team. Aan de hand van de uitkomsten van dit rapport hebben wij onze eigen risico-indicatoren benoemd: • algemene bedrijfsvoering • naleving wettelijke eisen (o.a. onderwijstijd, examinering en diplomering) • opbrengsten • tevredenheid studenten • tevredenheid medewerkers • tevredenheid afnemend beroepenveld • professionele ontwikkeling Binnen dit kader van basiskwaliteit is een vragenlijst ontwikkeld die ook borgt dat we voldoen aan het toezichtkader van de inspectie. In 2013 hebben we de hierop gebaseerde vragenlijst ingezet bij de kwartaalrapportages en de voorbereidingen op de interne audit. Daarnaast hebben we in 2013 het kwaliteitsprofiel herontworpen naar ‘Basiskwaliteit’. In het profiel zijn uit de volledige set van basiskwaliteit díe kritische elementen opgenomen die per aspect een indicatie geven van de kwaliteit van het team.
1.3 Interne audit Bewustwording van het belang van een goed functionerende PDCA-cyclus in de eigen organisatie is een van de elementen van onze besturingsfilosofie. Belangrijk hierbij is de tweejaarlijkse audit, gehouden in het voorjaar van 2013. Ten opzichte van de vorige interne audits zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd:
22
• De audit is primair gericht op teamniveau (met een focus op het onderwijsproces) en secundair op (MBO) College-niveau (met een focus op de implementatie van het kwaliteitszorgsysteem); • Het referentiekader voor de audit zijn de zeven aspecten van basiskwaliteit zoals deze binnen ROC van Twente gehanteerd worden; • Bij de audit worden de ondersteunende diensten betrokken, in hun dienstverlening naar de (MBO)Colleges; • De keuze voor de teams die meedoen aan de audit is proportioneel en risicogericht bepaald. Basis voor de audit vormde de zelfreflectie die gebaseerd is op het zelfonderzoek ‘Basiskwaliteit’ en het kwaliteitsprofiel (instrumenten die ook ingezet zijn om de kwartaalrapportages van input te voorzien). Deze twee uitkomsten samen zijn gebruikt bij de selectie van de te auditen teams. Hierbij is gekeken naar de score op het profiel en het reflectieve vermogen van het team. Wanneer één van deze twee of beide aan de lage kant waren, is het team opgenomen in de selectie. Per (MBO)College is minimaal 1 team geselecteerd en bij de grotere Colleges zijn maximaal 4 teams geselecteerd. Uiteindelijk zijn 28 teams bezocht. De audit is uitgevoerd in de periode maart tot en met mei 2013. De audit stond onder leiding van een externe voorzitter, de heer ir L. van de Meij ( organisatieadviseur). Hij was bij elke audit de leadauditor en in die hoedanigheid verantwoordelijk voor de eindrapportages per (MBO)College en de overkoepelende bestuurlijke rapportage. Het auditteam bestond naast de leadauditor uit geschoolde
auditoren van binnen en in een aantal keren ook van buiten ROC van Twente. In één auditteam was ook het werkveld vertegenwoordigd.
een aantal administratieve processen behoeft nog de nodige aandacht. Ontwikkelingen op dit gebied betreffen onder andere de invoering van een uniform roosterpakket en een tool om de wettelijk verplichte onderwijstijd te monitoren.
De focus van de audit lag op de werking van ‘Basiskwaliteit’, waarbij ook gekeken is naar: a. de prioriteiten zoals aangegeven in de vorige auditrapportage te weten examinering, borging van kwaliteitszorg en registratie; b. de vertaling van de uitgangspunten van onze strategienota binnen de (MBO) Colleges; c. de analyse van rendementen en van tevredenheidsmetingen en van de vervolgacties hierop; d. de werking van de PDCA-cyclus; e. het eigenaarschap van borging van kwaliteit binnen (MBO) Colleges en teams.
In 2014 zullen we ons richten op het verder ontwikkelen van onze auditsystematiek om een nog beter beeld te krijgen van de kwaliteit van het onderwijs.
De bestuurlijke auditrapportage 2013 is min of meer een bevestiging van het feit dat we op de goede weg zijn en in lijn met onze ingezette koers: veel aandacht voor examinering, aandacht voor het rond krijgen van de PDCA-cyclus en het verbeteren van de roosters en de informatievoorziening aan studenten. Kijkend naar de uitkomsten van de audit 2011 zien wij dat duidelijke verbeteringen zijn doorgevoerd op het gebied van: • de effectiviteit en efficiency van de interne cyclus van kwaliteitsborging door de ontwikkeling van basiskwaliteit en de daaraan verwante instrumenten; • het standaardiseren en digitaliseren van aanwezigheid- en presentieregistratie. Op het gebied van examinering is sprake van continue verbetering. De standaardisering en digitalisering van
Managementsamenvatting van de bestuurlijke rapportage (citaat) ‘Worden alle auditbevindingen van de verschillende (MBO)Colleges in hun totaliteit en onderlinge samenhang beschouwd, dan is het ROC van Twente in voldoende mate in control over de basiskwaliteit. In relatie tot de audit van 2011 is een flink aantal aandachtpunten opgepakt en zijn concrete verbeteringen gerealiseerd, bijvoorbeeld op het gebied van gemeenschappelijke afspraken rondom intake, studieloopbaanbegeleiding en examinering. Diverse andere, nog te realiseren, verbeteringen staan op het netvlies van de Colleges en onderwijsteams. Belangrijk aandachtspunt ligt op het gebied van het (verder) vergroten van de focus en de resultaatgerichtheid, van (MBO)Collegeniveau tot individueel medewerkerniveau en in de dwarsverbanden (‘verticaal’ en ‘horizontaal’). Dit vraagt om duidelijke kaderstelling, om goede facilitering in mensen, middelen en methoden en om een sterke(re) regie en sturing op deze kaders en facilitering. “Klein binnen groot” lijkt nu soms nog een uitvlucht voor (MBO)Colleges en teams om bepaalde kaders niet of beperkt te implementeren. Dit wordt mede veroorzaakt door het vrij sterk buiten zichzelf leggen van mogelijke oplossingen voor geconstateerde gebieden voor verbetering. Een belangrijk algemeen aandachtspunt betreft het volledig rondmaken van de PDCA-cirkel op diverse thema’s. Een concreet voorbeeld is de professionalisering, waar dit op dit moment slechts beperkt gebeurt. Dit start bij een duidelijkere verankering van de professionaliseringsdoelen van de teams en individuen in de doelen van de teams en het College. De PDCA-cirkel vraagt ook aandacht bij een aantal van de gerealiseerde verbeteringen, om deze verbeteringen te borgen. Onderwijsinhoudelijk vraagt op het gebied van examinering de verdere verdieping (van procedure naar inhoud) en verbreding (van summatieve toetsen naar formatieve toetsen) aandacht. De monitoring van de onderwijstijd en eventueel studentverzuim worden voldoende gewaarborgd. Verbetering in het pedagogisch dossier richt zich bij een aantal teams op een adequate vulling, bij de meeste teams echter op een adequaat gebruik (in de studieloopbaanbegeleiding).
23
Een basiskwaliteit die gekoesterd en sterker benoemd kan worden is de algemene positieve waarderingen bij medewerkers, studenten en bedrijven. Sowieso is het vieren van successen en het delen van best practices geen gemeengoed; dit terwijl er binnen de Colleges en teams diverse aansprekende ontwikkelingen zijn aangetroffen, op organisatorisch maar ook onderwijskundig gebied. Mogelijke verdere verbetering in het professionele handelen betreft vooral explicitering en naleving van afspraken rondom het handelen ‘in en om de klas’ en het ontwikkelen van een reflectieve en op onderlinge feedback gerichte houding en gedrag. De professionele dialoog kan sterker plaatsvinden. Bij een aantal specifieke teams is extra aandacht op één of meer van deze aspecten gewenst.
24
25
2 Onderwijsontwikkeling 2.1 Examinering In 2013 heeft het ROC van Twente verder ingezet op de basiskwaliteit van de examinering.
I
Deskundigheidsbevordering
Een speerpunt voor de (MBO) Colleges is de deskundigheidsbevordering. Het gaat daarbij om scholing van medewerkers die een rol spelen binnen het proces van examinering en diplomering. Hiervoor is gebruik gemaakt van geoormerkte overheidsmiddelen. Uit de jaarverslagen van de (MBO) Colleges blijkt dat deze scholingsinspanning heeft geleid tot gedeeltelijke aanpassing van de examenorganisatie, waarin geschoolde examendeskundigen zitting hebben genomen. Verder heeft de deskundigheidsbevordering geleid tot aanpassing van procedures voor de borging van de examenkwaliteit. Oogmerk is onder andere dat examencommissies beter en slagvaardiger functioneren vanuit hun verantwoordelijkheid voor het hele proces van examinering. De verslagen laten ook zien dat de scholingsinzet in 2014 door de meeste colleges wordt voortgezet. Deze scholingsinzet is ook opgenomen in het ‘Plan van aanpak professionele ontwikkeling’, zie ook pagina 52. In dit plan is de volgende indicator geformuleerd: “In 2015 voldoen alle examenfunctionarissen aan de nog vast te stellen functie-eisen”. Met de uitdrukking ‘nog vast te stellen’ wordt verwezen naar de situatie dat de functie-eisen voor examenfunctionarissen op het moment van schrijven nog niet helemaal waren uitgekristalliseerd.
Beoordeling in de praktijk van het beroep Het onderwijsverslag van de Inspectie van het Onderwijs heeft bij alle (MBO)Colleges tot meer aandacht voor de kwaliteit van beoordeling in de praktijk geleid. Deze aandacht richt zich vooral op het in te zetten instrumentarium, uiteenlopend van BPV -werkboeken tot reflectiegesprekken, en de deskundigheid van praktijkbeoordelaars. Praktijkbeoordelaars zijn medewerkers van stagebiedende organisaties die een (mee)beoordelende rol spelen bij de examinering in de praktijk.
26
Diplomering Het College van Bestuur heeft in de tweede helft van het jaar de opdracht gegeven de finale stap in het examenproces onder de loep te nemen om deugdelijke en verantwoorde diplomering te kunnen garanderen. De expertisegroep Examinering heeft vervolgens de (notitie Examendossier) opgesteld, die als kader dient voor het verbeteren en borgen van dit deel van het examenproces. Het College van Bestuur heeft de behandeling van de notitie uitgesteld. De notitie zal in 2014 worden geïmplementeerd. Tegelijkertijd hebben de MBO(Colleges) op verzoek van het College van Bestuur in het najaar eigen onderzoek verricht naar de procesgang rondom diplomering. Daarbij is door enkele colleges gebruik gemaakt van de ondersteuning van de dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg.
Jaarverslagen examinering Alle (MBO) Colleges van ROC van Twente hebben hun jaarverslagen examinering voor de najaarsgesprekken in de periode oktober-november aangeboden aan het College van Bestuur.
Landelijke ontwikkelingen ROC van Twente houdt waar dat mogelijk of vereist is, rekening met landelijke ontwikkelingen en speelt daar op in. Daarbij gaat het onder meer om ontwikkelingen
die worden geïnitieerd door het ministerie van OCW en de Inspectie van het Onderwijs of door de MBO Raad en de SBB. Zo zijn de relevante wetswijzigingen en regelingen verwerkt in de door de dienst Onderwijs en Kwaliteitszorg opgestelde Diplomanotitie, waarvan eind 2013 versie 1.8 is vastgesteld. Op basis van eindproducten van het landelijke project ‘Focus op standaarden in examinering’, waaronder de zogenaamde procesarchitectuur en de kritische succesfactoren, is bijvoorbeeld eind 2013 een begin gemaakt met de herziening van het handboek beroepsgerichte examinering. Deze taak ligt bij de expertisegroep Examinering.
Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen Met betrekking tot de invoering van de referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen bij alle beroepsopleidingen op niveau 2, 3 en 4 heeft ROC van Twente een aardige staat van dienst opgebouwd als het gaat om centrale examinering. Vanaf 2010 is ingezet op het initiëren en organiseren van zogenaamde pilotexamens voor deze beide vakgebieden. Meer over deze ontwikkelingen leest u op pagina 75.
Onderstaande tabel laat de percentages zien van jaarresultaat en diplomaresultaat Jaarresultaat Diplomaresultaat Niveau
2013
2012
Norm
2013
2012
Norm
1
77,8%
77,0%
60,7%
65,4%
66,0%
45,1%
2
80,4%
78,5%
56,5%
78,9%
75,4%
45,2%
3
70,7%
66,1%
65,3%
73,2%
67,2%
67,3%
4
78,5%
74,3%
64,2%
83,6%
80,4%
67,3%
77,1%
74,1%
78,2%
74,5%
Uit onderstaande tabellen blijkt dat in absolute getallen: • het aantal gediplomeerden ten opzichte van 2012 is toegenomen; • het aantal ongediplomeerden ten opzichte van 2012 is afgenomen. Jaarresultaat 2013
1. Het jaarresultaat en diplomaresultaat op instellingsniveau zijn in 2013 ten opzichte van 2012 gestegen. 2. Dit geldt ook voor het jaarresultaat en diplomaresultaat per niveau op instellingsniveau, behoudens het diplomaresultaat op niveau 1. 3. Op alle niveaus scoort ROC van Twente beter dan de norm van de Onderwijsinspectie.
Niveau
gediplomeerd
ONgediplomeerd
Niveau
gediplomeerd
ONgediplomeerd
1
681
194
1
589
176
3986
1094
2
3929
959
2
3
2278
946
3
2095
1073
2497
683
4
2318
801
9385
2782
8988
3144
4
2.2 Jaarresultaat Wat valt op in het rapport Onderwijs in cijfers (OIC) 2013?
Jaarresultaat 2012
Diplomaresultaat 2013 Niveau
gediplomeerd
Diplomaresultaat 2012 ONgediplomeerd
Niveau
gediplomeerd
ONgediplomeerd
1
357
189
1
316
163
2
3015
807
2
2904
950
3
1791
655
3
1582
771
4
2600
510
4
2471
602
7763
2161
7273
2486
27
2.3 Extern Toezicht Jaarlijkse risicomonitoring
In januari 2013 heeft het College van Bestuur met de Onderwijsinspectie gesproken over de gesignaleerde risico’s in de kwaliteit van onderwijs en examinering bij ROC van Twente. Het betrof risico’s inzake studiehoppers, rendement van de opleiding medewerker Sign (MBO College voor Vormgeving, Mode & Media / Laboratorium & Procestechniek), rendement bij de VWO opleiding van het VAVO (College voor Educatie) en rendement bij de opleiding Medewerker Maatschappelijke Zorg niveau 3 (MBO College voor Mens & Maatschappij). Bij die gelegenheid is afgesproken dat een aantal van de besproken risico’s onderzocht zou worden in het kader van de in het voorjaar van 2013 te houden audits en dat de inspectie daarvan verslag zou krijgen. Conform die afspraak heeft het College van Bestuur de bestuurlijke rapportage van de externe voorzitter van de auditcommissie en een beschrijving van de stand van zaken inzake de in januari 2013 besproken risico’s naar de inspectie verzonden. Ook de notitie ‘Signalering en benadering (potentiële) studiehoppers’ is naar de inspectie gezonden. Deze notitie betreft een beleidsafspraak om studiehoppers tijdig te identificeren, zodat er een specifieke intake voor deze doelgroep kan plaatsvinden. De inspectie liet daarop weten het niet nodig te vinden om de risico’s in 2013 verder te bespreken, maar er wel op terug te komen in 2014 in het kader van het reguliere driejaarlijkse onderzoek naar de Staat van de Instelling. Op basis van bovenstaande resultaten heeft de inspectie in de periode januari – oktober 2013 bij geen enkele opleiding van ROC van Twente aanwijzingen gevonden dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs of in dat van examens dan wel het naleven van wet- en regelgeving. Alle opleidingen van deze instelling vallen onder het basistoezicht. Dat stond ook op de website van de Onderwijsinspectie. Citaat uit brief inspectie van 6 maart 2013: “…de inhoud van het gesprek en de aanvullende informatie hebben ons het vertrouwen gegeven dat u als bevoegd gezag een goed inzicht heeft in de aard en omvang van de risico’s en in staat zal zijn de benodigde maatregelen te treffen”.
Inspectieonderzoeken
De inspectie heeft in februari 2013 aangekondigd een specifiek onderzoek te willen doen naar de op-
28
leiding Chauffeur openbaar vervoer (crebo 91841). Het onderzoek heeft plaatsgevonden op een drietal dagen verspreid over de maanden april en mei, bij zowel het ROC als het bedrijf. Uit de mondelinge rapportage door de inspectie aan het College van Bestuur (half juni) bleek dat de Onderwijsinspectie van mening was dat er geen beroepspraktijkvorming conform de wettelijke eisen was aangetroffen, dat de kwaliteitsborging onvoldoende op orde was en dat delen van het onderwijsproces en de examinering niet voldeden aan de eisen. ROC van Twente had dit oordeel niet verwacht en herkent zich niet in alle conclusies van de Onderwijsinspectie. Twee door externe deskundigen uitgevoerde second opinions - waarvan één geïnitieerd door de MBO Raad - komen op belangrijke onderdelen tot geheel andere conclusies. Op de onderdelen waarin ROC van Twente zich wel herkent, wordt gewerkt aan verbeteringen aan de hand van de analysemethodiek MBO Beter. Dit betreft onder andere de kwaliteitsborging. Deze methodiek zet ROC van Twente in bij een aantal teams in diverse (MBO)Colleges om teams te helpen de kwaliteit van opleidingen te analyseren en verder te verbeteren. In oktober 2013 ontving ROC van Twente het definitieve inspectierapport over de opleiding Chauffeur openbaar vervoer. De inspectie zal de opleiding in 2014 opnieuw onderzoeken om te beoordelen of de opleiding aan alle eisen voldoet. Onderzoeken tweede helft 2013 De inspectie heeft ROC van Twente in mei 2013 per brief laten weten dat zij geen toezichtactiviteiten zou uitvoeren bij ROC van Twente in de tweede helft van 2013.
WVA-onderzoek Naast het specifieke onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs heeft de Belastingdienst in 2013 landelijk een groot aantal onderzoeken naar het gebruik van de WVA uitgevoerd. Het valt op dat de Belastingdienst zich daarbij regelmatig begeeft op het terrein van de inhoud, uitvoering en kwaliteit van het onderwijs. Dit onderzoek leidt tot vragen bij bedrijven aan de uitvoerende onderwijsinstantie. Zo heeft ook ROC van Twente een aantal vragen van relaties ontvangen. Op grond van de aard en intensiteit van de vragen voorzien wij dat ROC van Twente nog lange tijd bezig zal zijn met het beantwoorden van WVA-vragen van relaties dan wel van de belastingsdienst.
Educatie Inburgering
Toezicht praktijkexamen inburgering Het Kwaliteitscentrum Examinering (KCE) te Amersfoort is door de minister aangewezen als toezichthouder voor het praktijkexamen inburgering. KCE onderzoekt jaarlijks de kwaliteit in de vorm van documentonderzoek en een audit. De controle in 2013 had een bevredigend resultaat. Met ingang van 1 januari 2013 is er een nieuw inburgeringsexamen waarvan alle examenonderdelen door DUO geëxamineerd worden. Tot januari 2015 kan het oude inburgeringsexamen nog afgelegd worden. Bovenstaande heeft tot gevolg dat er vanaf januari 2015 geen praktijkexamens meer afgenomen zullen worden. Het laatste kwaliteitsonderzoek door KCE zal in september 2014 plaatsvinden. Keurmerk Blik op Werk ROC van Twente, i.c. het College voor Educatie heeft in
2007 het keurmerk inburgeren verworven. Dit keurmerk is later opgegaan in het Blik op Werk Keurmerk. De controle hierop wordt uitgevoerd door certificeringinstantie Det Norske Veritas. De controle in 2013 had een bevredigend resultaat. In september 2014 zal de jaarlijkse audit weer plaatsvinden.
2.4 BPV De beroepspraktijkvorming is niet los te zien van de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt. De ontwikkelingen in het beroepenveld en op de arbeidsmarkt volgen elkaar snel op. Weet hebben van deze ontwikkelingen en hierop in kunnen spelen in het onderwijs, zijn van wezenlijk belang. Werkveldcommissies, docentenstages, stagebezoeken en onderzoek naar bpv-tevredenheid zijn ingezet om deze kennis up to date te houden. Net als in voorgaande jaren hebben wij voor enkele opleidingen een instroombeperking gehandhaafd of ingesteld, waardoor in het algemeen voldoende bpv-plaatsen voor studenten beschikbaar bleven. In afwachting van het aangekondigde landelijke BPV-onderzoek hebben we een eigen BPV-onderzoek aanvankelijk opgeschort. Toen echter duidelijk werd dat het landelijk onderzoek nog op zich liet wachten, zijn we eind 2013 gestart met de opzet van een vragenlijst voor eigen onderzoek. Besloten werd tot een pilot in 4 MBO Colleges in de eerste maanden van 2014. Nog voor de zomer volgt daar een ROC-breed BPV-onderzoek op. In het strategisch beraad is de BPV onderwerp van gesprek. ROC van Twente leidt jongeren op voor een beroep en wil voldoen aan de vraag van de regionale arbeidsmarkt. Kunnen beschikken over voldoende BPV-plaatsen is in de huidige economie niet eenvoudig. De vragen wie verantwoordelijk is voor voldoende BPV-plaatsen en of die verantwoordelijkheid dan voor zowel de BOL- als voor de BBL-opleidingen geldt, zijn vragen die het ROC van Twente zich momenteel stelt om te komen tot beleid.
2.5 Alumnibeleid krijgt vorm Onderzoek onder afgestudeerden (alumni) maakt het voor opleidingen mogelijk inzicht te krijgen in: • wat studenten na de opleiding zijn gaan doen; • of ze achteraf gezien blij zijn met het diploma dat ze behaald hebben; • of theorie en/of praktijk aansluit bij hun huidige werk of studie; • of ze nog behoefte hebben aan bijscholing.
29
Afgesproken is dat bij diplomering via het exit- formulier in kaart wordt gebracht wat de plannen van de betreffende student zijn voor het vervolg van zijn of haar loopbaan richting arbeidsmarkt of (vervolg-) opleiding. Dit gebeurt conform de School-Ex aanpak (zie ook pagina 20). De gegevens van de student (o.a. het privé e-mailadres) worden opgeslagen in een database, zodat deze bij vervolgonderzoek gebruikt kunnen worden. Na 6 tot 9 maanden wordt contact met de gediplomeerden gezocht. Vervolgens wordt de actuele situatie van de oud-student aan de hand van een digitale vragenlijst in kaart gebracht. De vragenlijst bestaat uit 12 vragen. (MBO) Colleges kunnen daar eigen vragen aan toevoegen. De uiteindelijke resultaten kunnen worden gebruikt in de voorlichting naar aspirant studenten, maar zijn ook voor andere doeleinden bruikbaar. De vragenlijst wordt uitgezet onder verantwoordelijkheid van een (MBO) College en de gegevens worden verzameld via de ROC spiegel.
School-Ex 5603 studenten hebben het School-Ex formulier ingevuld, dit is ruim 70% van de studenten die een diploma behaald hebben in 2013. Onder deze 5603 zijn 244 VAVO studenten, die niet meetellen in de landelijke regeling. Resteren 5359 studenten, die voor de landelijke bekostiging van School-Ex in aanmerking komen. Van de 5603 studenten die een diploma ontvangen hebben, gaat 31,4% binnen en 24,2% buiten ROC van Twente doorstuderen in het mbo of hbo. 25% heeft aangeven al werk te hebben. De overige 19,4% ‘zoekt werk’, ‘weet het nog niet’ of ‘gaat iets anders doen’ (zie tabel). ROC van Twente gediplomeerde studenten met School Ex formulier
%
Doorstuderen binnen het ROC van Twente
31.4
Doorstuderen (BOL) aan ander (MBO)-opleidingsinstituut Werken en Studeren buiten het ROCvT (BBL)
2.5 0.8
Doorstuderen in het HBO
20.9
Werken, heeft al een baan gevonden
25.0
Zoekt werk
8.7
Weet het nog niet
7.7
Gaat iets anders doen
3.0
TOTAAL
30
5603
Keuze
100.0
In de periode september – oktober zijn 154 van de laatste drie categorieën opnieuw bij ons ROC aangemeld of al ingeschreven. De overige oud-studenten van deze laatste categorieën hebben begin oktober een schriftelijke uitnodiging ontvangen voor een speciale Jongerenmiddag, georganiseerd door Werkplein Twente. Deze uitnodigingen zijn verstuurd door het MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling.
2.6 Loopbaan en Burgerschap In 2012 is het ROC visiedocument Loopbaan & Burgerschap vastgesteld. Dit document biedt een handelingskader voor (MBO) Colleges voor het onderdeel Loopbaan & Burgerschap. De actuele ontwikkelingen worden bijgehouden door de kenniskring Loopbaan & Burgerschap, die twee keer per jaar bijeenkomt en tussentijds docenten informeert over programmamogelijkheden, projecten, etc.
2.7 Studiehandleiding aangepast De Studiehandleiding is opgesplitst in de volgende onderdelen: 1. het studentenstatuut 2. het centrale examenreglement 3. het opleidingsplan 4. algemene informatie In de loop van 2013 zijn de onderdelen 1,2 en 3 vastgesteld door het College van Bestuur en gepubliceerd. Onderdeel 3 is door de (MBO) Colleges verzorgd en op papier dan wel digitaal aangeboden aan de studenten.
31
2.8 Lectoraat ‘Onderwijsarrangementen in maatschappelijke context’ Lector dr. Henk Ritzen Het lectoraat is een samenwerkingsverband tussen het ROC van Twente en Saxion Universities of Applied Sciences, waarbinnen het deel uitmaakt van het Kenniscentrum Onderwijsinnovatie. Het kennisdomein van het lectoraat (VSV) richt zich op studenten en docenten van het ROC van Twente, de Twentse vmbo-scholen en het hbo (Saxion). In 2013 zijn vier medewerkers van het ROC van Twente, twee van Saxion en één van Landstede aan het lectoraat verbonden. Zij verrichten binnen het lectoraat praktijkgericht onderzoek. Het betreft evaluatieonderzoek (gericht op beleidsuitvoering), ontwerponderzoek (gericht op ontwikkeling van onderwijsproducten), of experimenteel onderzoek (effectmetingen). Daarnaast begeleidt de lector in samenwerking met kenniskringleden ROC-medewerkers bij hun PhD-studie, of master thesis en Saxion- en UT-studenten bij hun (stage)onderzoek. Het onderzoek werd in 2013 in 22 teams van het ROC van Twente uitgevoerd. Actieve participatie van het lectoraat in de onderwijsteams van het ROC van Twente leidt tot verhoging van het kennisniveau van de onderwijsinstelling en tot verbetering van de competentieontwikkeling van de ROC-medewerkers. In onderstaande tabel wordt de output 2013 van het lectoraat (bijvoorbeeld ontwerpen, modellen, systemen, methoden, adviezen, innovaties van zaken of diensten, verbeteringen van processen of beleid, prototypes en spin offs) weergegeven.
2.9 Netwerkschool Twente: ontwikkelingen De Netwerkschool is een driejarig experiment binnen de opleiding Bouw & Infra, dat in december 2014 eindigt. De Netwerkschool kenmerkt zich door een bedrijfsmatige cultuur en werkwijze. Alle betrokkenen (onderwijsteams, vmbo, bedrijfsleven én ouders) hebben in 2013 samen een cultuurkaart ontwikkeld. Op basis hiervan geeft de Netwerkschool samen met het bedrijfsleven vorm en inhoud aan het onderwijs. Een flexibele vorm van onderwijs, die meerdere instroommomenten kent, waarbij het versnellen van het programma ook tot de mogelijkheden behoort. Tijdens zijn opleiding neemt de student onder andere deel aan het project “Studentbedrijf’, waarbij hij of zij ervaring opdoet in ondernemendheid en ondernemerschap. In dat kader is samen met het actief bedrijvenforum een Leergang/Masterclass Materialenkennis ontwikkeld. Studenten van de Netwerkschool zijn actief in peer to peer: ze ondersteunen elkaar en begeleiden in een pilot aankomende vmbo-leerlingen al op de basisschool.
32
Producten Lectoratat 2013 Ontwerp conceptueel kader VSV lectoraat. Ontwerp van 48 lessen sociale competentieontwikkeling voor vmbo-leerlingen. Ontwerp portfolio voor vmbo-leerlingen. Ontwerp 12 lessen zelfdiscipline sportinterventies AKA-leerlingen ROC van Twente. Praktijktheoretisch kader voor beroepskeuzeontwikkeling in vmbo en mbo. Dvd beroepskeuzeontwikkeling voor docenten vmbo en mbo. Ontwerp conceptueel kader loopbaanleren ROC van Twente. Ontwerp praktijk theoretisch kader student engagement ROC van Twente. Collegereeks beroepskeuzeontwikkeling voor docenten uitgevoerd. Ontwerp raamwerk ouderbetrokkenheid ROC van Twente. 1 verslag voormeting ontwerponderzoek Toptraject ROC van Twente, vmbo-scholen. 2 wetenschappelijke publicaties student engagement. 6 professionele publicaties. 3 internationale papers (conference proceedings). 4 presentaties Onderwijs Research Dagen Brussel (2 posters, 1 discussie, 1 paper). 8 wetenschappelijke onderzoeksrapporten vsv-projecten ROC van Twente. 15 presentaties voor externe deelnemers (vmbo-mbo-hbo). 1 goedgekeurd onderzoeksvoorstel ‘Talent4Tech’ (TechyourFuture) ROC van Twente en vmbo-scholen.
Bij dit alles is een sterke ict-infrastructuur vereist (en inmiddels verankerd): voor de bedrijfsvoering, de verantwoording, maar vooral ook om het leren te ondersteunen.
2.10 Subsidieprojecten In 2013 maakten beschikbare subsidies het mogelijk de nodige projecten te continueren of op te starten. De Leonardogelden hebben bijgedragen aan een flinke stijging van het aantal studenten en docenten dat aan internationale mobiliteit gedaan heeft in de vorm van internationale stage, study visits of gezamenlijke projecten met buitenlandse partners, zoals bijvoorbeeld de programma’s met Fieberbrunn (Oostenrijk). Het nationaal agentschap heeft ROC van Twente de beoordeling “Very Good” gegeven voor de gehele verantwoording, verslaglegging en uitvoering van de diverse projecten. ROC van Twente heeft vanuit de Human Capital Agenda (HCA) Twente de goedkeuring gekregen voor het uitvoeringsprogramma “Met dynamiek aan het werk”. Dit in het kader van het Twents Arbeidsmarktperspectief 2020 (TWAM2020). Voor de periode 2014-2017 is ruim 1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor onder andere ondernemerschap in het onderwijs, wijkleerbedrijf in de zorg, leerling bouwplaats 2.0 etc. etc. Dit alles binnen de vijf programmalijnen: 1. Meer mobiliteit op Twentse arbeidsmarkt 2. Meer zicht op onbekend of ongekend talent 3. Beter opleiden en kwalificeren 4. Meer promotie Twentse arbeidsmarkt 5. Samenwerken, netwerken en co-creëren. Verschillende organisaties vanuit de regio Twente hebben hun krachten gebundeld om meer mensen enthousiast te krijgen voor leren en werken in de technische branche.
Subsidie
Looptijd
Subsidiebedrag
Project
(eerste) resultaten
Leonardo gelden
2013
€ 225.000,=
Studenten en docenten mobiliteit
De mobiliteit is met 40% gestegen
Regio Twente HCA innovatiesprong
20132017
€ 1.100.000,=
Twents Arbeidsmarktperspectief 2020
Ondernemerslab Participatielijnen Zorg Wijkleerbedrijf Leerlingbouwplaats
Regio Twente HCA innovatiesprong en Provincie Overijssel
20132017
€ 600.000,=
Centrum Innovatief Vakmanschap TechWise Twente
Opstart en kick-off.
Leonardo Davinci TOI
20132014
€
Lean Six Sigma Healthcare
Tot nu toe al 12 gecertificeerde collega’s.
HPBO innovatie
20132016
€ 435.000,=
Loopbaanleren Prepared for the future
Onderzoek en interventies plegen en tools ontwikkelen.
RIVM
2013
€ 25.000,=
Scholen inspireren Scholen
Samenwerking tussen scholen op gebied van sport.
MBO
2013
€ 16.000,=
De Gezonde kantine
Aangepast kantinebeleid t.a.v. voeding.
Platform Beta Techniek
20122016
€ 630.000,=
Toptechniek in bedrijf
Het aantal studenten in technische opleidingen is toegenomen met 9%.
DZonMW
2013
€ 90.000,=
Scoren door bewegen 55+
Actieve deelname van wijkbewoners uit achterstandswijken en specifieke doelgroepen.
OCW
20132016
€ 875.000,=
Technische Teams van de Toekomst
Onderzoek en specifiek scholingsaanbod, zoals de educatieve minor in samenwerking met twee hogescholen. Aan de pilot in 2013 namen 11 studenten deel. In 2014 start de tweede groep van 13 studenten.
€ 300.000,= 50.000,=
33
In dat kader is - eveneens vanuit de HCA en dankzij de Regio Twente en de provincie Overijssel - een publiek private samenwerking (PPS) gestart in de vorm van het Centrum Innovatief Vakmanschap (CIV) TechWise Twente. TechWise Twente brengt techniek, innovatie, onderwijs en bedrijfsleven bij elkaar. Via Platform Beta Techniek zijn we in 2012 gestart met het project Toptechniek in Bedrijf. Hierin wordt samengewerkt met alle Twentse vmbo-scholen om jongeren al op de basisscholen te enthousiasmeren voor techniek. Dit gebeurt met deelprojecten als: • Meisjes in de techniek • Allochtonen in de techniek • Stagecarrousel • Toptraject tbv van excellentie • Skills wedstrijden, etc. En dan zijn er projecten als: • De gezonde kantine • Lean Six Sigma in Healthcare • Loopbaanleren • Scoren door bewegen 55+ • Scholen inspireren Scholen • Technische Teams van de Toekomst die konden blijven draaien of in gang zijn gezet dankzij een financiële startsubsidie.
2.11 Beroepskolom Wij hechten er grote waarde aan onze rol als middenspeler in de beroepskolom van vmbo-mbo-hbo goed te kunnen uitoefenen. Dat gebeurt voor wat betreft de verbinding van vmbo-mbo vooral via het Twents AansluitingsNetwerk, waarin zestien vmbo-scholen, het AOC Oost en ROC van Twente zijn vertegenwoordigd. Ook het afgelopen jaar is weer structureel overleg gevoerd met de Twentse decanenkringen vmbo en de decanenkring havo/vwo. Enkele resultaten van deze samenwerking zijn: • Het aantal ‘student-events’-bijeenkomsten voor mbo-studenten die opteren voor een vervolgopleiding bij het hbo is ook in 2013 toegenomen. • In 2013 zijn pilots gestart in het derde leerjaar vmbo voor de T-stroom om talentvolle leerlingen ken-
34
nis te laten maken met het Toptraject vmbo-mbo-hbo. De bedoeling hiervan is dat vanaf het derde leerjaar vmbo-t leerlingen de mogelijkheid krijgen om een specifiek opleidingstraject te volgen vanuit het vmbo, via het mbo naar het hbo. Associate Degrees In september 2013 is een MBO-Platform Overijssel opgericht door de vier ROC’s (Deltion, Landstede, Aventus en ROC van Twente), twee AOC’s (AOC Groene Welle, AOC Oost) en het Cibap. Dit MBO Platform is opgericht om te bepalen welke Associate Degrees (HBO niveau 5 opleidingen) kansrijk zijn en arbeidsmarktrelevant voor Overijssel. De zeven mbo-instellingen hebben ook het bedrijfsleven betrokken bij dit MBO-Platform om er zeker van te zijn dat het bedrijfsleven dit initiatief ondersteunt. EB Management heeft een onderzoek gehouden namens de instellingen om een voorstel te kunnen doen naar de Overijsselse hbo-instellingen (Saxion en Windesheim). De bedoeling is dat het eerste jaar van een Associate Degree opleiding zal worden uitgevoerd bij één van de mbo- instellingen en het tweede jaar bij een hbo-instelling. Het conceptvoorstel zal gereed zijn in 2014. Daarbij komt een verdeling over de mbo-instellingen voor wat betreft de uitvoering van het eerste jaar van een Associate Degree. Hierna worden de voorstellen vanuit het MBO-Platform besproken met het hbo. Alle hierboven genoemde ontwikkelingen geven aan dat de beroepskolom vnbo-mbo-hbo naast landelijk beleid, ook binnen het ROC van Twente een speerpunt van strategisch beleid is.
Twents Aansluitingsnetwerk Vmbo-Mbo Doelstellingen van dit Aansluitingsnetwerk zijn: • het verbeteren van de aansluiting van vmbo naar mbo; • het verminderen van uitval en vroegtijdig schoolverlaten; • het onderhouden en intensiveren van (een netwerk van) contacten tussen deelnemende scholen. Op directieniveau vergadert dit netwerk 4 keer per jaar. In 2013 stonden de volgende thema’s centraal: • LOB (loopbaanoriëntatie en begeleiding) • Overdracht en intake • Taal en rekenen • Communicatie • Professionalisering mentoren
LOB • 698 leerlingen uit klas 4 van de theoretische leerweg van het vmbo hebben in het kader van hun sectorwerkstuk drie dagdelen op het mbo doorgebracht. Dit heeft een duidelijke bijdrage geleverd aan het oriëntatieproces van de leerling op zijn vervolgopleiding. • Het mbo heeft in 2013 voor het tweede opeenvolgende jaar een aanbod geformeerd voor alle leerlingen uit het derde en vierde leerjaar van het vmbo gericht op opleidingskeuze. Het Aansluitingsnetwerk heeft alle activiteiten, variërend van meeloopdag tot bedrijfsexcursie, gebundeld in een keuzegids die alle leerlingen en hun mentoren ontvangen hebben. De inschrijving gebeurt digitaal, waardoor zowel mentoren en decanen op het vo als de contactpersonen op het mbo de inschrijvingen van leerlingen on-line kunnen volgen.
Overdracht en intake • Het overdrachtsformulier (OVM) dat gebruikt wordt voor het overdragen van leerlinggegevens tussen vo en mbo werd voor 97% van alle leerlingen ingevuld door hun mentor op het vmbo. • Van alle vmbo-examenkandidaten wordt voor de toeleverende school de aanmelding en inschrijving bij ROC van Twente of AOC Oost in beeld gebracht. De decaan en mentor kunnen dit doorlopend inzien. Dit systeem van monitoren van de overstap van vmbo naar mbo (TWAN) is in 2013 verder uitgebouwd en geoptimaliseerd. De gesignaleerde knelpunten in de programmatuur zijn opgelost.
Taal en rekenen • Op het gebied van Nederlandse taal en rekenen is er veel aandacht geweest voor kennisdeling. (zie ook de laatste bullit: professionalisering mentoren). • Er is een werkgroep geformeerd bestaande uit rekencoördinatoren van vmbo en mbo. In dit halfjaarlijks overleg staat kennisdeling centraal.
Communicatie • De website www.aansluitingsnetwerk.nl is gelanceerd. Deze bevat alle relevante informatie voor de doelgroepen schoolleiders (beveiligd deel), mentoren en docenten. Ook de aanmelding voor LOB in het mbo voor leerlingen verloopt via deze site. • Verder brengt het Aansluitingsnetwerk 4 keer per jaar een nieuwsbrief uit, waarin ingegaan wordt op actuele thema’s in de aansluiting vmbo-mbo.
Professionalisering van mentoren • Veel aandacht is uitgegaan naar het professionaliseren van mentoren in het vo. Geconstateerd is dat deze mentoren een steeds grotere rol gaan spelen in de studieloopbaanbegeleiding van leerlingen, maar veelal niet de benodigde kennis van het mbo hebben om hier goed op in te kunnen spelen. Daarom is in 2013 voor de tweede keer de scholing “Kennismaken met het mbo” aangeboden. Hier is door ruim 80 mentoren gebruik van gemaakt. Onderwerpen die in het scholingstraject aan bod komen zijn: het mbo en de gehanteerde onderwijs- en begeleidingsvormen, overdracht en intake. Ook wordt veel aandacht besteed aan de exameneisen Nederlandse taal, Engels en rekenen. Dit dagdeel is gekoppeld aan de Open Dag, zodat mentoren ook een beeld van de locaties krijgen en de sfeer kunnen proeven. In de (MBO)-Colleges vindt vervolgens de verdiepingsdag plaats. Hierbij ligt het accent op het werkveld en de beroepscontext. Mentoren maken zelf een keuze voor de te bezoeken opleiding.
35
Overig Naast deze thema’s heeft het Aansluitingsnetwerk op de VSV-conferentie van 13 november 2013 de behaalde resultaten gepresenteerd en participeren de projectmanagers in het landelijk overleg ‘netwerk vmbo-mbo’. De projectmanagers zijn ook betrokken bij de organisatie van de decanendag op het ROC en het AOC en zij onderhouden intensieve contacten met de decanen van de toeleverende scholen. In het najaar zijn de projectmanagers begonnen met de inventarisatie van de thema’s voor het activiteitenplan 2014-2016. Een belangrijk thema zal de vernieuwing van het beroepsonderwijs zijn en de consequenties die de ontwikkelingen in het vmbo en het mbo hebben voor de aansluiting.
2.12 EVC Servicepunt In vergelijking met 2012 is het aantal erkende procedures ongeveer gelijk gebleven. Het totaal aantal erkenningen aan het eind van 2013 bedraagt: 42. In maart 2013 is een interne audit rond EVC 2013 uitgevoerd onder voorzitterschap van het CINOP. De belangrijkste conclusie is strategisch, namelijk het “Doorvoeren en verder implementeren van het in 2010 afgesproken beleid”. De audit heeft geleid tot de volgende stappen: • het EVC Servicepunt is gepositioneerd bij de directeur van het College voor Educatie; • na toestemming van het College van Bestuur is in 2013 een fulltime accountmanager aangesteld die in 2014 200 EVC-procedures moet verwerven; • er is een businessplan opgesteld; • in de begroting voor 2014 is acquisitie nadrukkelijk meegenomen. Verder heeft EVC Servicepunt aan het eind van 2013 uitgesproken de PDCA-cyclus voor EVC nadrukkelijk aandacht te geven. Vanwege aanscherping van landelijke eisen voor EVC is het uitermate belangrijk de kwaliteit van EVC hoog te houden.
36
2.13 Ouderbetrokkenheid In 2013 is een ‘position paper’ geschreven waarin het College van Bestuur en directeuren van de (MBO)Colleges richting geven aan de uitvoering van ouderbetrokkenheid. Daarbij gaat het steeds om de relatie tussen ‘student, docent en ouder’. Vervolgens hebben in 2013 alle teamcoördinatoren deelgenomen aan een quickscan (zie ook Focus op doorstroom, pagina 33). Naast de quickscans zijn binnen de (MBO) Colleges pilots uitgevoerd, onder andere een pilot om ouders samen met docenten en hun kinderen te betrekken bij de beroepskeuzeontwikkeling van hun kind. En er is een pilot ontwikkeld om ouders te betrekken bij het intakegesprek van hun kind. Naast bovenstaande praktische activiteiten is in 2013 een literatuurstudie verricht waarin ouderbetrokkenheid vanuit het perspectief van het mbo wordt bestudeerd.
37
38
3 Op weg naar passend onderwijs in ROC van Twente Het College van Bestuur van ROC van Twente heeft op 26 november 2012 de beleidskaders voor de invoering van passend onderwijs vastgesteld. Deze sluiten naadloos aan bij de bestaande visie op onderwijs en (studie-)loopbaanbegeleiding en bij de ontwikkelingen in het kader van Focus op Vakmanschap, de Entreeopleidingen, het project ‘Loopbaanleren’ en de ontwikkelingen op het gebied van de aanval op de schooluitval.
H
Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van de voorbereiding van de invoering van passend onderwijs in augustus 2014. In het jaarlijks geëvalueerde en vastgestelde instroombeleid van ROC van Twente zijn de aanpassingen die voortvloeien uit de ‘Wet passend onderwijs’ doorgevoerd voor de intake voor schooljaar 2014-2015, waaronder de onderwijsovereenkomst en het addendum passend onderwijs. Onder aansturing van de stuurgroep passend onderwijs hebben vier werkgroepen de volgende thema’s aangepakt: • Professionele ontwikkeling van docenten, docententeams en teamdeskundigen student in samenwerking
met Hogeschool Windesheim. • Het begeleidingsprofiel van ROC van Twente en de rollen in de begeleiding. Het begeleidingsprofiel van ROC van Twente wordt per 1 mart 2014 openbaar gemaakt via de website. • De onderwijsmethodieken voor passend onderwijs. • De samenwerking met het v(mb)o. Ongewilde versnelde invoering passend onderwijs blijkt een kans Juli 2013 heeft de ambulante dienst van onze partner VSO Attendiz aangegeven dat zij voor een 140tal zittende studenten met een LGF-cluster 4* geen ambulante begeleiding meer levert in schooljaar 2013-2014. ROC van Twente heeft besloten tot overheveling van gelden voor ambulante begeleiding van Attendiz naar ROC van Twente om zo de begeleiding van de studenten zelf op ons te nemen. De rol van de teamdeskundige student in de begeleidingsstructuur voorziet hierin en is onderdeel van het voorgenomen beleid na 1 augustus 2014. Ook is versneld gestart met het traject professionele ontwikkeling. In dat kader is eind mei 2013 gestart met de scholing van drie docententeams in het oplossingsgericht omgaan met verschillen in de klas (klassenmanagement). De scholingstrajecten zijn maatwerktrajecten voor alle teams en zullen door lopen in 2014 en verder. Inmiddels zijn 41 teamdeskundigen Student uit verschillende (MBO) Colleges geschoold in het oplossingsgericht coachen van de docent, de docententeams en de student met extra onderwijsbegeleidingsvraag. Op 31 december 2013 worden 159 van de 307 ingeschreven studenten met een LGF-indicatie cluster 4 met positief resultaat begeleid door teamdeskundigen Student van de (MBO)Colleges.
3.1 Instroom: Toegankelijkheid Warme overdracht: extra aandacht voor aspirant studenten Het vmbo heeft voor 507 aankomend studenten een ‘warme overdracht’ aangevraagd. Dat betekent in
* Jongeren met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen.
39
ieder geval dat de intaker van de gewenste beroepsopleiding naar aanleiding van de onderwijsbegeleidingsvraag op het OVM-formulier contact opneemt met de school waar de nieuwe student vanaf komt. De 5 voornaamste redenen- en vaak een combinatie daarvan- voor de vraag om extra aandacht voor de aspirant student bij een intake zijn: 1. studiehouding/studievaardigheden (271) 2. gezondheid (218) 3. huiselijke omstandigheden (202) 4. gedrag (122) 5. aanwezigheid (122) Aspirant studenten uit het voortgezet (speciaal) onderwijs Onder Bijzondere Doelgroepen worden gerekend de leerlingen van: • het Praktijk onderwijs (PrO); • het voortgezet speciaal onderwijs (VSO); • een Leerwerktraject (LWT); • de Internationale Schakelklas ( ISK) en • een Orthopedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC). Als een v(s)o-leerling tot een van de ‘bijzondere doelgroepen’ behoort, vermeldt de toeleverende school dat op het aanmeldformulier. Als een aankomend student zich aanmeldt, betrekken wij de toeleverende school vanaf dat moment bij het proces (intake, toelating en inschrijving) van deze leerlingen. Een Teamdeskundige Student van het (MBO) College draagt zorg voor een zorgvuldige (verlengde) intake. In schooljaar 2012-2013 zijn in totaal 141 studenten aangemeld in het kader van de bijzondere doelgroepen, waaronder van de ISK 16 leerlingen, van de praktijkscholen 25 leerlingen, uit het vso cluster 3 20 leerlingen, vso cluster 4 56 leerlingen en van een zorglocatie vo 14 leerlingen. Met de resultaten van de intake begeleidt de studieloopbaanbegeleider de student verder in het onderwijsleerproces. Ons Loopbaancentrum monitort de loopbaan van de studenten en is contactpersoon voor de toeleverende scholen en de (MBO) Colleges. Samenwerking met het Praktijkonderwijs We hebben samen met de scholen voor praktijkonderwijs gezamenlijke niveau 1 opleidingen opgezet
40
om de doorstroom van leerlingen van het PROO onderwijs naar niveau 1 beter te laten verlopen en om te voorkomen dat PROO leerlingen - eenmaal in het mbouitvallen. In het kader van het convenant Praktijkonderwijs – ROC van Twente hebben 89 jongeren in schooljaar 2012- 2013 een opleiding op mbo niveau1 gevolgd. Met het oog op invoering van de Entreeopleidingen per 1 augustus 2014 wordt eind 2013 gezamenlijk onderzocht of en hoe het convenant met het Praktijkonderwijs voortgezet gaat worden. Gezien de goede resultaten tot nu toe, spreken alle partijen, inclusief de ouders, zich uit voor continuïteit. De begeleiding van studenten met Leerlinggebonden Financiering (LGF) In 2013 hebben 391 studenten gebruik gemaakt van de Leerlinggebonden Financiering (LGF). Het merendeel van deze studenten volgde de dagopleiding. Het budget dat het Ministerie aan het ROC van Twente beschikbaar stelde in december 2012 bedraagt € 743,847. Dit wordt in zijn geheel aangewend voor extra begeleiding van deze studenten binnen de (MBO) Colleges, volgens de daartoe opgestelde handelingsplannen.
3.2 Doorstroom Verzuimpreventie Het tijdig signaleren van (ongeoorloofd) verzuim bij studenten is een belangrijk instrument in het tegengaan van voortijdig schoolverlaten. In 2013 zijn bij het Verzuimloket van DUO 626 meldingen gedaan van ongeoorloofd verzuim. In 2012 waren dat 618 meldingen.
In augustus 2013 is het absentie-presentiesysteem Presto ROC-breed geïmplenteerd. Een vergelijkend onderzoek tussen de meldingen ongeoorloofd verzuim in Presto en de meldingen bij het Verzuimloket over de maanden september en oktober 2013 heeft ons doen besluiten om te sturen op een kwaliteitsverbetering in het wettelijk melden bij het Verzuimloket. Studieloopbaanbegeleiding eerste lijn Ook in 2013 heeft de focus gelegen op de organisatie van de studieloopbaanbegeleiding in de (MBO) Colleges en daarmee ook de ontwikkeling en implementatie van de rol van studieloopbaanbegeleider als onderwijsrol en de rol van teamdeskundige Student als ondersteunende rol in het primaire proces. Daartoe vindt periodiek overleg plaats op (MBO) Collegeniveau. Professionele ontwikkeling studieloopbaanbegeleiding In 2013 zijn 33 docenten getraind in de rol van studieloopbaanbegeleider door deelname aan de basisopleiding, en hebben inmiddels 41 studieloopbaanbegeleiders de vervolgtraining gedaan. Het totaal aantal docenten dat de basisscholing studieloopbaanbegeleiding heeft gevolgd, komt hiermee op 896, gerelend vanaf 2008. In de vervolgtraining studieloopbaanbegeleiding vindt verdieping plaats voor de ervaren studieloopbaanbegeleider. Hierin wordt de methode ‘Oplossingsgericht werken’ aangereikt. De beide trainingen behoren vanaf voorjaar 2013 tot het vaste aanbod van de ROC Academie.
Aantal begeleide studenten vanaf 2008 per MBO College
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
2008 2009 2010 2011 2012 2013
O
rg
a
s ni
at
ie
G
as
t
ij vr
he O
id
nd
er
m ne
en
e od
&
M
& M t& & & g g, en ie in n ns i c n r e v e l e M ge m er ag m tv rm an s o o n M C V ie D
ed M
ia
aa
ts
a ch Z
em
ij
g or
&
el W
G
e
M
zi
zo
o Sp
h nd
r t,
a et
jn
O
ei
z ds
nd
l ,E al
er
or
w
t ek
g &
ijs
ro
&
a Tr
C
In
ns
ul
st
a
r po
tu
ur
t lla
t,
te ie
g Lo
n ch
is
ti
ie
ek
&
Bo O
k M
i ob
,I uw
ri
n
ta ën
li t
ei
f ra
tie
t
&
&
r te In
O
w nt
i
ie
ur
el kk
li n
g
k (a
a)
uc Ed
at
ie
o) av (v
Aantal begeleidingstrajecten in 2013, inclusief adviesgesprekken 157
5
Persoonlijke en gedragsproblemen
90
Beroepskeuze-, capaciteiten-, persoonlijkheidsonderzoek Studie en Handicap / LGF
249
(Studie)loopbaanbegeleiding tweede lijn De begeleiding in de tweede lijn wordt verzorgd door het Loopbaancentrum (individuele begeleiding) en het MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling (maatwerktrajecten en groepsgewijze begeleiding).
pp
Adviesgesprek Overig
1.035
41
Screeningsmedewerker In 2012 heeft het Loopbaancentrum in samenwerking met het team Trajecten en Projecten besloten tot het benoemen van een screeningsmedewerker Beroepskeuzeonderzoek. Dit met het doel verwezen studenten direct in het juiste traject te kunnen plaatsen, waardoor de student doelgerichte begeleiding krijgt en tijd en geld bespaard wordt. Deze medewerker heeft 256 screeningsgesprekken gevoerd. In ongeveer 35% van de verwijzingen is de student in een ander traject geplaatst dan gevraagd door de verwijzer. In 2013 zijn 1.274 ingeschreven studenten begeleid door het Loopbaancentrum. Afgezet tegen de gehele studentenpopulatie van het ROC van Twente heeft de ondersteuning van het Loopbaancentrum betrekking op circa 7% van het totaal aantal studenten. Ten opzichte van 2012 is het aantal begeleide studenten met ruim 14% gestegen. Deze stijging komt vooral door beduidend meer individuele adviesgesprekken dan vorig jaar. Het aantal individuele begeleidingstrajecten voor deze studenten bedraagt 1.536, omdat bij een aantal studenten sprake is van meervoudige problematiek. Bij 75% van de begeleidingsvragen gaat het om complexe persoonlijke problematieken. Dit percentage stijgt de laatste jaren. Daarnaast wordt in 18% van de gevallen een beroep gedaan op het Loopbaancentrum voor beroepskeuzeonderzoeken, capaciteitentesten en persoonlijkheids-onderzoeken. De vraag naar begeleiding in het kader van Studie en Handicap bedraagt 6,5% van het totaal. Daarnaast zijn er door het Loopbaancentrum: • 501 faciliteitenpasjes verstrekt, waarvan 486 voor dyslexie en 15 voor dyscalculie; • 788 studenten doorverwezen naar Trajecten & Projecten van het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling; • 208 studenten doorverwezen naar het Toets-, Taal- en Rekencentrum van het College voor Educatie; • 36 studenten doorverwezen naar de woonvoorziening Kamer-Raad van Humanitas Onder Dak; • 38 studenten gekoppeld aan het mentoringproject. Van de doorverwezen studenten volgt 93% een BOL-opleiding. Relatief veel van deze BOL-studenten zijn afkomstig uit niveau 4 (39% van het totaal aantal begeleide studenten). 31% procent van de begeleide studenten is afkomstig uit niveau 3, 26% uit niveau 2 en 4% uit niveau 1.
Rendement Mede door de begeleiding van het Loopbaancentrum blijven (risico)studenten langer ingeschreven bij het ROC van Twente, om hun (start)kwalificatie te kunnen behalen. Het rendement van de begeleiding
42
in 2013 bedraagt 86,2%. Het jaar daarvoor bedroeg het rendement 84,5%.
Tevredenheidsonderzoek In 2013 heeft het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek onder door het Loopbaancentrum begeleide studenten plaatsgevonden. Dit heeft een waardering met het cijfer 8,5 opgeleverd, net zoals in 2012.
Schoolmaatschappelijk Werk De subsidieregeling Schoolmaatschappelijk Werk van het ministerie van OCW maakt het mogelijk om studenten met psychosociale problemen te begeleiden of door te verwijzen naar gespecialiseerde hulp. ROC van Twente heeft hiervoor in 2013 €711.996,66 ontvangen. In 2013 hebben de schoolmaatschappelijk werkers 395 studenten begeleid. Dit is ongeveer een derde van het totaal aantal verwezen studenten naar het Loopbaancentrum.
Zorg- en Adviesteams mbo Voor de regiogemeenten Enschede, Hengelo, Almelo en Oldenzaal zijn Zorg- en Adviesteams voor het mbo actief. De vaste overlegpartners hierin zijn: Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Enschede-Haaksbergen, Algemeen Maatschappelijk Werk Carintreggeland, Algemeen Maat-schappelijk Werk Noordwest Twente, Jeugdgezondheidszorg GGD Regio Twente en Leerplicht/ RMC. Politie Twente neemt deel als de ingebrachte casuïstiek daar aanleiding toe geeft. In 2013 zijn er in de vier Zorg- en Adviesteams in totaal 30 studenten besproken, met aanmeldingen uit tien (MBO) Colleges. Bijna de helft ervan was leer- of kwalificatieplichtig. In 19 casuïstieken is een advies uitgebracht
aan de studieloopbaanbegeleiding van de afdeling. Bij 11 casuïstieken hebben interventies plaatsvonden, waarbij de regie in de hulpverlening bij een externe instantie is gelegd. Betrokken instanties waren: Mediant, CARE Express, (Jeugd)reclassering, Tactus, Jarabee, SOTOG, Attendiz, Kwadrant, Humanitas onder Dak, Bureau Jeugdzorg en het gemeentelijk procesmanagement.
Aantal aanvragen Studiefonds uit de (MBO) Colleges
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Studiefonds ROC van Twente In 2013 heeft het Studiefonds evenals in 2012 43 aanvragen ontvangen. In 2013 zijn uiteindelijk 31 aanvragen gehonoreerd ( in 2012 waren dat er 20). Bij vier aanvragen zorgde het betreffende (MBO) College voor een oplossing. Door bemiddeling van het Studiefonds zijn twaalf aanvragen door externe instanties gehonoreerd. Het Studiefonds heeft negen aanvragen voor eigen rekening genomen waarvan drie aanvragen in samenwerking met MBO Colleges en twee in samenwerking met externe instanties. Zes aanvragen zijn met ondersteuning uit de sociale omgeving van de student opgelost. Van de 43 aanvragen zijn 12 aanvragen geseponeerd, omdat de student na herhaaldelijk verzoek geen gehoor meer heeft gegeven. Er zijn 9 studenten begeleid met financiële problemen en 24 gastlessen verzorgd in het kader van preventie schulden/budgetteren in de lessen Burgerschapskunde.
Externe Mentoring De communicatie tussen de (MBO) Colleges van het ROC van Twente en de medewerkers Externe Mentoring is aanzienlijk verbeterd. Dit heeft mede tot gevolg dat het aantal aanmeldingen voor Externe Mentoring is geste-
2012 2013
O
rg
a
s ni
at
ie
G
as
t
ij vr
he O
id
nd
er
m ne
en
e od
&
M
& M t& & & g g, en ie in n ns i c n r e v e l e M ge m er ag m tv rm an s o o n M C V ie D em
ed M
ia
aa
ts
a ch Z
pp
ij
g or
&
el W
G
e
Sp M
zi
zo
or
h nd
t
a et
jn
,O
ei
z ds
nd
er
le ,E al
or
w
kt
g
ijs
ro Tr
&
&
C
In
an
ul
st
tu
ur
la al
o sp
r t,
te tie
g Lo
n ch
is
ti
ie
ek
k
&
Bo
M
i ob
,I uw O
n
li t
ei
f ra
ri
t
&
ta ën
r te In
tie
&
ie
O
ur
w nt
i
el kk
li n
g
uc Ed
at
ie
gen. Echter, niet uit iedere verwijzing komt een gesprek of koppeling tot stand. In een aantal gevallen blijkt dat na het uitnodigen van de student voor een intakegesprek, de student aangeeft toch niet te willen of in het geheel niet reageert. Uiteraard wordt dit teruggekoppeld naar de verwijzer. In 2013 zijn er 70 studenten gekoppeld aan een externe mentor; in 2012 waren dat er 60. Mannelijke studenten (ca. 40%) vragen hulp bij het aanbrengen van structuur en plannen. Bij vrouwelijke studenten (ca. 60 %) bepalen de gevolgen van gebrek aan zelfvertrouwen op school en in de BPV veelal de vraag om een externe mentor. Wat wel opmerkelijk is, is dat we meer vragen krijgen op het gebied van huiswerkbegeleiding. In samenwerking met de Externe Mentorprojecten van ROC Landstede en Deltioncollege Zwolle, denken we na over hoe we studenten met een vraag op het gebied van huiswerkbegeleiding adequaat kunnen bedienen.
43
De toekomst
Just-in-time traject (JIT)
In 2013 zijn de contacten tussen Scala Hengelo en ROC van Twente in het kader van Externe Mentoring beëindigd. Externe Mentoring van Scala Hengelo is vanaf medio vorig jaar ondergebracht bij Humanitas Enschede. Dit geldt ook voor Scoop Almelo die in 2013 een herstart heeft gemaakt met Externe Mentoring. MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling In het schooljaar 2012-2013 zijn 882 studenten doorverwezen naar het MBO College voor Oriëntatie en Ontwikkeling voor deelname aan maatwerktrajecten en groepsgerichte begeleiding (vergelijk 841 in 2011-2012 en 765 in 2010-2011). Traject/project Assist/Scoren door Scholing Bijspijkercursus
Totaal 137 54
Invoegtraject
146
Just-in-time traject
105
Last minute traject
60
SOVA training
1
Studieberoepskeuzetrajecten
253
Training Zelfvertrouwen
126
Invoegtraject Het Invoegtraject vangt interne opleidingsverlaters en opleidingstwijfelaars tussentijds op en begeleidt ze naar het volgende instroommoment van de opleiding van hun keuze. In 2012-2013 zijn 146 studenten begeleid. Het rendement in 2012: • ruim 81% van de studenten stroomt uit naar de gekozen mbo-opleiding; • 19% van de studenten stroomt uit vanwege andere redenen (zoals zwangerschap, overstap naar ander ROC, langdurig verzuim).
44
Het JIT-traject vangt studenten met multiproblemen tijdelijk op, om ze uiteindelijk terug te laten keren naar de opleiding waar ze vandaan komen. In 2012-2013 zijn er 105 studenten begeleid in de JIT-trajecten.
Rendement • 20% van de studenten stroomt terug naar de afdeling van waaruit ze afkomstig zijn. • 45% van de studenten stapt over naar een andere opleiding binnen of buiten het ROC van Twente. • 35% van de studenten stroomt uit om diverse andere redenen, zoals het behalen van hun diploma, deelname aan het studie- en beroepskeuzetraject, uitval wegens te grote persoonlijke problematiek.
Scoren door Scholing met FC Twente & Assist met Heracles
Voor een aantal jongeren is het beter om buiten de school een goede beroepskeuze te maken. Ze weten niet precies wat ze willen en hebben daarnaast persoonlijke problemen. Kiezen wordt echter makkelijker als je daarbij hulp krijgt van professionele voetbalclubs als FC Twente en Heracles. In het schooljaar 2012-2013 zijn 137 studenten/deelnemers verwezen naar Scoren door Scholing en Assist, waarvan 82 naar Scoren door Scholing en 55 naar Assist. Van de 137 studenten zijn met ingang van het schooljaar 2013-2014 68 studenten ingeschreven op een beroepsopleiding van het ROC van Twente.
3.3 Uitstroom Werkwijze melden Voortijdig Schoolverlaten (RMC*) Als studenten tot 23 jaar worden uitgeschreven zonder startkwalificatie, dan is ROC van Twente verplicht een ordelijke overdracht aan de gemeentelijke trajectbegeleiding te waarborgen door een RMC-melding. Ons ROC heeft op 26 november 2012 ingestemd met een nieuwe werkwijze RMC-melden. Voortaan heeft het gemeentelijk RMC rechtstreeks contact met de verantwoordelijke directeur van het (MBO) College over de wettelijke verplichting van het melden en de kwaliteit van de melding, met als resultaat dat het RMC-melden kwalitatief en kwantitatief sluitend is. Dit tot tevredenheid van alle partijen. Na interne evaluatie en evaluatie met de gemeentes november 2013 is deze werkwijze opgenomen in het staande beleid per 1 januari 2014.
3.4 Aanval op de schooluitval Convenant Voortijdig Schoolverlaten 2008-2015 Het convenant VSV 2012-2015 is op 20 maart 2012 afgesloten tussen ROC van Twente en het AOC Oost, de samenwerkingsverbanden vo in Twente, de 14 gemeenten in Twente en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Doel van het convenant is dat het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters gedaald is tot maximaal 25.000.
*
Vanaf het convenantjaar 2012-2013 wordt bij het meten van de omvang en opbouw van de groep voortijdig schoolverlaters gewerkt met percentages en normen in plaats van absolute cijfers. Daarnaast is er een correctie ten opzichte van het vorige convenant op basis van “onterecht als vsv’er geregistreerd” zijnde groepen studenten.
De resultaten schooljaar 2012-2013 Voorlopige cijfers van het convenantjaar 2012-2013 geven aan dat ons ROC 32,9% minder schoolverlaters heeft ten opzichte van het schooljaar 2011-2012. (landelijke gemiddelde 25,6%). Van belang is aan te geven dat van de daling van 32,9% slechts 8,1% het resultaat van de nieuwe meetsystematiek en 24,7% de reële daling weergeeft. Het voorlopige percentage schoolverlaters schooljaar in 2012-2013 is 4,4 % van het totaal aantal studenten in de RMC-leeftijd. Hiermee scoren we ruim onder het landelijke gemiddelde van 5,7%. brin
Instelling
27YU
ROC van Twente
Niveau mbo niveau 1
Deelnemers 388
Aantal vsv
% vsv
102
26,3%
Norm Norm Norm 2012-2013 2013-2014 2014-2015 32,5%
27,5%
22,5%
mbo niveau 2
3.277
261
8,0%
13,5%
11,5%
10,0%
mbo niveau 3+4
10.113
240
2,4%
4,24%
3,5%
2,75%
Vaststelling prestatiesubsidie 2013 De prestatiesubsidie 2013 is vastgesteld op € 534,000 op basis van de definitieve cijfers van schooljaar 2011-2012. Voorschot prestatiesubsidie 2014 De prestatiesubsidie in dit convenant bestaat uit een vaste component en een prestatieafhankelijke component. Deze prestatiesubsidie wordt achteraf, op basis van de definitieve vsv-cijfers per schooljaar, uitgekeerd. De eerste uitkering zal zijn in oktober 2014 Het voorschot prestatiesubsidie is € 150.000,= omdat wij per 1-10-2012 13.821 deelnemers hebben die jonger zijn dan 22 jaar en daarmee in de categorie ‘Meer dan 10.000 deelnemers’ vallen.
RMC: regionaal meld- en coördinatiepunt
45
Regionaal programma Voortijdig Schoolverlaten Naast de prestatiesubsidie is er ook subsidie voor een regionaal programma VSV 2012-2015. Voor dit prestatieonafhankelijke deel van het Convenant VSV heeft ROC van Twente, als grootste onderwijsaanbieder, namens de onderwijsinstellingen en in overeenstemming met de RMC-contactgemeente Enschede, de taak van contactschool op zich genomen. De regionale stuurgroep, waarin vertegenwoordigd het mbo, de twee samenwerkingsverbanden vo en de 14 Twentse gemeentes heeft 10 programmamaatregelen geformuleerd om het voortijdige schoolverlaten in de RMC-regio Twente verder te reduceren. Project Focus op schooluitval Wij sluiten met onze programmamaatregelen nadrukkelijk aan bij de ontwikkelingen in Focus op Vakmanschap en de invoering van passend onderwijs, waarbij de al bestaande samenwerking met de gemeentes (Leerplicht/ RMC) en het VO het uitgangspunt zijn. Focus op de Instroom: het project Matchpoint Met deze maatregel is de focus gericht op optimalisering van de instroom van bijzondere doelgroepen en de entreeopleidingen. Hierbij is samenwerking gezocht met drie vmbo/vso scholen. Toekomstige studenten (cluster 4) afkomstig van deze drie scholen, krijgen voorafgaand aan hun intake op de opleiding (start 2014), een adviesgesprek. Dit gesprek wordt gevoerd door gespecialiseerde intakers van ROC van Twente. De resultaten van deze pilot zullen meegenomen worden in (de jaarlijkse evaluatie van) het instroombeleid van het ROC van Twente. De procedure van de instroom in de Entreeopleidingen is eenduidig en wordt gecentraliseerd uitgevoerd. Focus op de doorstroom: ouderbetrokkenheid De optimalisering van ouderbetrokkenheid, is uitgewerkt in de vorm van een Quick-scan-enquête voor teamcoördinatoren in 2013. Het doel is om te inventariseren wat er al ontwikkeld is op het gebied van ouderbetrokkenheid op teamniveau. Ook zijn er expertmeetings met docenten, studenten en ouders voorbereid voor 2014.
* Een student kan meer redenen opgeven
46
Uit de resultaten van deze enquête kwam als belangrijkste conclusie naar voren dat de meerderheid van de teamcoördinatoren (51 van de 80), ondanks hun verschillen in opvattingen, bereid zijn uitvoering te geven aan activiteiten op het gebied van ouderbetrokkenheid. De meeste teams doen dit zelfs al door ouder- en informatieavonden te organiseren. De helft van de bevraagde teamcoördinatoren heeft bovendien aangegeven bereid te zijn om (extra) activiteiten op het gebied van ouderbetrokkenheid uit te voeren. Om dit te kunnen doen hebben zij het draagvlak nodig van de individuele docenten en moeten zij beschikken over de vereiste randvoorwaarden als tijd, goede doelstellingen en voldoende financiële middelen om de activiteiten te bekostigen. Focus op de uitstroom: het project Checkpoint Om de kwaliteit van de uitstroom te optimaliseren, zijn telefonische interviews gehouden met vsv’ers die in het schooljaar 2012-2013 zijn uitgestroomd.. Hiervan is een eindrapportage gemaakt.
Enkele cijfers Van oktober 2012 tot en met mei 2013 zijn 414 studenten uitgeschreven. Checkpoint heeft met 219 van hen telefonisch contact gehad. Van deze gesprekken zijn verslagen gemaakt. Bij 156 van de 219 gesproken studenten, zat er een verschil in opgegeven redenen* tussen de opleiding en de student. • 80 studenten gaven aan ontevreden te zijn over de begeleiding door de docenten van de opleiding. • 68 studenten gaven aan ontevreden te zijn over de
begeleiding door de slb’er. • 80 studenten gaven aan ontevreden te zijn over de communicatie binnen de opleiding. • 22 studenten vielen uit door ziekte, of problemen gerelateerd aan ziekte. Van de 414 studenten: • zijn 22 studenten in het kader van het project Checkpoint bemiddeld naar een andere opleiding; • hebben 103 studenten zich in de tussentijd weer ingeschreven bij ROC van Twente en • studeren 9 studenten inmiddels elders. Van de 414 studenten hebben 140 studenten een historische inschrijving van 2 opleidingen of meer.
47
48
4 Studenttevredenheid In 2013 zijn we aan de slag gegaan om de tevredenheid van studenten te doen toenemen. Dit naar aanleiding van de resultaten van de JOB enquête uit 2012. Het gemiddelde rapportcijfer voor de school bedroeg destijds 6,4 en voor de opleiding 6,1 tot 7,4. Ten opzichte van het vorige onderzoek betekende dit een lichte daling. In 2012 waren de studenten tevreden over toetsing, leren in de praktijk, competenties en veiligheid op school. Ontevreden waren ze over het tekort aan keuzevakken en buitenschoolse activiteiten. Verder vonden ze dat er onvoldoende rustige ruimtes voor zelfstudie waren en waren ze niet tevreden over de afhandeling van klachten. We hopen dan ook dat onze inspanningen bij de eerstvolgende JOB enquête in 2014 tot meer tevredenheid onder onze studenten leiden. De respons belooft veel: in 2012 bedroeg die 40%. Nu (we schrijven april 2014) bedraagt de respons meer dan 61,3%.
I
In het najaar van 2013 hebben we een telefonische enquête gehouden onder eerstejaars studenten, ongeveer drie maanden nadat ze begonnen waren aan hun opleiding bij ROC van Twente. We hebben daarin onder meer gevraagd of ze tevreden waren: • over hun opleidingskeuze;
• over hun keuze voor ROC van Twente/ hun (MBO) College; • de intake. Verder wilden we weten: • hoe ze hun opleiding ervaren; • welke verschillen er zijn met de vooropleiding, etc. Uit het onderzoek blijkt dat 98% tevreden is over keuze voor ROC van Twente; 87% is tevreden over de opleidingskeuze en 98% van de studenten beveelt het ROC aan bij vrienden/familie. Bij het College van Educatie zijn ook een aantal onderzoeken uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn: • tevredenheid Vavo / jaarlijks onderzoek (schooljaar): 7,1 maar lage respons 25%; • tevredenheid basiseducatie en NT2: 3,9 (op schaal 1-5); • tevredenheid inburgering (Blik op werk): 8,1. Elk (MBO)College zet naast centrale onderzoeksinstrument als JOB ook eigen instrumenten in, zoals panelgesprekken en aanvullende enquêtes. De in 2011 geïnstalleerde Deelnemersraad bespreekt diverse onderwerpen, zowel onderwijsinhoudelijk als randvoorwaardelijk en heeft een aantal adviezen uitgebracht (zie pagina 111). De studenten in de raad zijn enthousiast over de Deelnemersraad en stellen zich zeer betrokken op. Tot slot hebben we in 2013 meegedaan aan School-ex, het (landelijke) onderzoek naar datgene wat de student gaat doen na het afstuderen: werk, vervolgopleiding, of i.d. De data van dit onderzoek zijn de input voor het alumni-onderzoek (zie ook pagina 29). De rapportage van dit onderzoek wordt in het voorjaar 2014 verwacht.
49
50
5 Personeel 5.1. Samenstelling personeel (peildatum 31 december 2013) Op 31 december 2013 werkten er 1.937 mensen bij ROC van Twente, samen goed voor 1.580 fte’s (inclusief tijdelijk personeel). Dit is een daling met 8 personen, maar een stijging in fte (18 fte). Het aantal mensen in tijdelijke dienst is gedaald: van 173 fte eind 2012 naar 138 eind 2013 De verminderde vraag naar tijdelijke krachten vloeit voort uit de terugloop van studenten bij de diverse bedrijfsopleidingen.
O
ROC van Twente heeft 859 mannen in dienst en 1078 vrouwen. Bij het (Assisterend) Onderwijsgevend Personeel (AOP) is de verhouding nagenoeg gelijk. Bij het Onderwijsondersteunend en Beheerspersoneel (OBP) werken relatief meer vrouwen (64%). Bij het AOP is er tussen de verschillenden opleidingen een minder evenwichtige verdeling. Dan blijken er grote verschillen in de verhouding man/vrouw te bestaan, vooral als het gaat om branches waarin hetzij mannen, hetzij vrouwen van oudsher de boventoon voeren.
Personeel 2500 2000 1500 1000 500 0
1937
1945 1580
2013
2035
2010 1562
2012
Aantal medewerkers
1588
1610
2011
2010
Aantal fte
Dienstverband aantal medewerkers m/v 700 600 500 400 300 200 100 0
554
563 332 192
155 37
86 20
Vast vrouw
Vast man
(Assisterend) Onderwijsgevend personeel
Tijdelijk vrouw
Tijdelijk man
Ondersteunend en Beheerspersoneel
51
5.2 Focus op professionele ontwikkeling
Aandeel OP functies per salarisschaal in fte 600
524
500
349
400 300 200 100 0
19
72
43
4
82
0
5
6
7
8
9
LB
LC
LD
Totaal OP In deze grafiek zijn LIO niet meegenomen. Wel meegenomen zijn de functies volgens de PDDfamilie, als volgt gedefinieerd: trajectbegeleiders, onderwijsassistenten, (sr) instructeurs en (sr) docenten/(tc).
Flexibele schil Er werkten in totaal 138 fte’s in de flexibele schil: • 24 fte’s via een tijdelijke dienstverband bij ROC van Twente; • 24 fte’s payroll- en uitzendkrachten; • 90 fte’s via de ‘ROC van Twente Flex BV’. Medewerkers in dienst van deze Flex BV werken onder vrijwel dezelfde primaire arbeidsvoorwaarden als medewerkers in vaste dienst van ROC van Twente. Hierdoor voorkomen we risico’s op het gebied van de toekenning van een eventuele WW-uitkering als het (tijdelijke) dienstverband eindigt.
Leeftijdsopbouw in fte per 31-12-2013
1,02% 12,33%
15 < 25 jaar 25 < 35 jaar
38,34%
17,87%
30,44%
35 < 45 jaar 45 < 55 jaar 55 < 75 jaar
52
De kwaliteit en effectiviteit van ROC van Twente staat of valt met de kwaliteit en professionaliteit van onze medewerkers. In onze strategienota Presteren met Plezier en Passie is dit vertaald in het motto de professionele lat gaat omhoog. Het uitgangspunt is dat onze medewerkers zich blijven ontwikkelen. Er is ook een professionele noodzaak om dat te doen: het vakgebied wijzigt, studenten veranderen, het onderwijs ondergaat aanpassingen en de samenleving stelt nieuwe eisen. Dat we onze medewerkers daarbij ondersteunen en hen stimuleren spreekt vanzelf. Presteren met Plezier en Passie lukt niet zonder hun ambities. De continue ontwikkeling van onze medewerkers is verankerd in de gesprekkencyclus. Dit is een belangrijk instrument voor verdere professionele ontwikkeling. De gesprekkencyclus wordt verderop inhoudelijk nader toegelicht. In het verlengde van Focus op Vakmanschap en als uitwerking van ons uitgangspunt de professionele lat gaat omhoog is er een Plan van Aanpak Professionele Ontwikkeling opgesteld dat namens de Minister door MBO15 is goedgekeurd. Het plan voorziet in een aantal concrete activiteiten op het gebied van scholing en ontwikkeling, maar ook het bevorderen van een professionele cultuur, versterken van onderwijskundig leiderschap en HR-beleid. Voor de uitvoering van dit plan zijn door de Minister extra gelden beschikbaar gesteld. Het plan heeft een looptijd tot 2015. Het Plan van Aanpak richt zich in eerste instantie op de professionele ontwikkeling van onderwijspersoneel
waaronder examinering, taal/rekenen, ICT in het onderwijs en intervisie. Tevens richt het zich op kwaliteitsverbetering van het HR-beleid, verbeteren van de instroomroutes voor nieuwe docenten en het professionaliseren van examenfunctionarissen. Binnen het Plan van Aanpak is ook veel aandacht voor het vergroten van de professionele cultuur binnen het ROC van Twente en het versterken van het onderwijskundig leiderschap. Er is een MD-traject voor directeuren en College van Bestuur. Voor de teamcoördinatoren wordt er door de ROC Academie diverse trainingen en bijeenkomsten georganiseerd, zoals: • Plannen van Inzet (de rol van de teamcoördinator hierin) • Intervisie • Sturing geven aan professionele ontwikkeling. Daarnaast volgen acht teamcoördinatoren de masteropleiding Onderwijskundig leiderschap die zich richt op: onderwijsleiderschap, ondernemen, onderzoeken en reflecteren. 22 medewerkers maakten in 2013 gebruik van de lerarenbeurs. 8 maakten gebruik van de subsidie zij-instroom.
ROC Academie De ROC Academie heeft haar activiteiten op het gebied van scholing verder uitgebreid en daarbij voor een groot deel gebruik gemaakt van de kennis en didactische kwaliteiten van eigen ROC-medewerkers. In totaal zijn 94 verschillende trainingen, cursussen of overige studiebijeenkomsten verzorgd, waar 1948 deelnemers (1081 medewerkers) aan hebben deelgenomen. Het aanbod van de ROC Academie hield onder andere in:
• • • • • • • • • • • • • •
AMN trainingen: basis- en managementtrainingen; Examinering: processen en rollen; ICT in het onderwijs: social media, Prezi, diverse office trainingen, digibordtrainingen; Communicatievaardigheden: intervisie, coaching, feedback geven en nemen, Vergadertechniek; Teamontwikkeling: passend onderwijs; Methodische bijscholing taal (2F en 3F) en rekenen (2Fen 3F); Diverse lezingen: Léon de Caluwé, Manon Ruijters, Emiel van Doorn; Studieloopbaanbegeleiding: basistraining en vervolg; Voorbereiding op pensioen; Fit in je loopbaan: stoppen met roken, leefstijl en gewichtsbeheersing, vitaliteitstraining en mindfullness; Ondernemend Onderwijs; Breinleren; Intervisie voor docenten Passend Onderwijs, in samenwerking met het Loopbaancentrum
De deelnemers in het afgelopen jaar kwamen uit alle colleges en diensten van ons ROC. ROC Academie aantal aangeboden cursussen aantal deelnemers aantal medewerkers *
2012
2013
44
94
1090
1948
746
1081
* Aantal medewerkers: aantal unieke medewerkers. Een aanzienlijk aantal medewerkers heeft namelijk verschillende cursussen gevolgd.
Scholing management en overige scholing In 2013 is het leiderschapsprogramma voor College van Bestuur en directeuren voortgezet. Het programma richt zich op: • verdieping van strategische vraagstukken; • verbreding van kennis en inzicht door interactie met andere bedrijven of instellingen; • versterking van de samenwerking binnen Bestuur en Management.
53
Ook het scholingsprogramma voor nieuwe medewerkers, zoals genoemd in de handreiking nieuwe medewerkers, is voortgezet. Op teamniveau is een start gemaakt met de registratie van geplande en gerealiseerde scholing per medewerker. Dit dient ter borging van ons scholingsbeleid, het optimaliseren van de inzet van de beschikbare middelen en het faciliteren van de medewerker bij het maken en onderhouden van zijn portfolio. Het aantal medewerkers dat een hbo bachelor of master is gaan volgen stijgt. Veelal wordt gekozen voor een (tweede) lerarenopleiding, pedagogiek, de master Leren & Innoveren, de master SEN of de master Onderwijskundig Leiderschap. Ook de BVE-opleiding wordt vaak gekozen. In 2013 hebben ruim 20 collega’s het Maatwerktraject BVE met succes afgerond.
Gesprekkencyclus (en overzicht gevoerde gesprekken) ROC van Twente hecht veel waarde aan de gesprekkencyclus. De cyclus van doelstellings-, functionerings- en beoordelingsgesprek dient in twee jaar doorlopen te worden. De gesprekken stimuleren de interactie tussen medewerker en leidinggevende. De afspraken die gemaakt worden geven richting aan enerzijds de ontwikkeling van de medewerker en anderzijds over de doelen en resultaten die in het komende twee jaar door de medewerker zouden moeten worden gerealiseerd. De gesprekken en afspraken moeten bijdragen aan ons kerndoel, namelijk het geven van kwalitatief goed onderwijs. In 2015 moet 90% van de medewerkers minimaal drie gesprekken in het kader van de tweejarige gesprekkencyclus per twee jaar hebben gehad. Ieder kwartaal vindt monitoring plaats op het aantal gehouden gesprekken. Dit is een vast onderdeel van de kwartaalrapportages. Daarnaast is het een vast onderwerp in de voor- en najaarsoverleggen van het College van Bestuur met de directeuren.
Gesprekkencyclus 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0 54
2011 2012 2013
Doelstellingsgesprek
Functioneringsgesprek
Beoordelingsgesprek
Er is een stijgende lijn in het aantal gehouden gesprekken waar te nemen. Echter, de norm is nog niet behaald. De gesprekkencyclus zal een belangrijk aandachtspunt blijven.
Regeling werkoverleg Vanaf april 2012 werkt het ROC van Twente met de Regeling Werkoverleg. De Regeling Werkoverleg is een onderdeel van het Professioneel Statuut (PS). In het PS is de zeggenschap van onderwijsmedewerkers en teams gewaarborgd. Het uitgangspunt van het PS is dat onderwijsmedewerkers zich in teamverband actief intercollegiaal opstellen. Dit komt tot uiting in gestructureerd werkoverleg. In de Regeling Werkoverleg worden afspraken gemaakt over de wijze waarop de betrokkenheid van de professionele medewerkers, bij de totstandkoming van beleid op de terreinen waar hun beroepsuitoefening betrekking op heeft, wordt geregeld. In de Regeling Werkoverleg zijn afspraken vastgelegd over samenstelling, frequentie en inhoud van het werkoverleg. Hierbij is het uitgangspunt dat er een goede afstemming komt tussen de zeggenschap van de professionele medewerkers en medezeggenschap van de ondernemingsraad. In het voorjaar van 2013 is de Regeling Werkoverleg geëvalueerd. Uit de resultaten kan worden opgemaakt, dat onderwijs- en dienstenteams vinden dat door deel te nemen aan het werkoverleg zeggenschap en betrokkenheid vergroot worden, zij mee kunnen beslissen over hun werkzaamheden en dat zij samen met het team vorm en inhoud geven aan het onderwijs-/werkproces. Tevens kwam uit de resultaten naar voren dat het werkoverleg toegevoegde waarde heeft. Algemeen kan geconcludeerd worden dat het werkoverleg conform de regeling wordt uitgevoerd.
JONG! Bij ROC van Twente werken ruim 400 jonge professionals (40-) in diverse disciplines en vakgebieden. Ieder van hen levert een bijdrage aan de ontwikkeling van ons ROC. Om jonge medewerkers de kans te geven een netwerk op te bouwen, bekend te worden met de verschillende disciplines en zich persoonlijk te ontwikkelen binnen ROC van Twente, is in 2011 het jongerennetwerk Jong! ROC van Twente opgericht. Per jaar zijn enkele bijeenkomsten met externe gasten over actuele onderwerpen als: • sociale media; • pedagogisch tact en • generatieverschillen. Naast de inhoudelijke bijeenkomsten vindt er eenmaal per jaar een Jong! ROC van Twente diner plaats bij de collega’s van de Cas Spijkers Academie en tot slot vindt er jaarlijks een rondetafelgesprek plaats tussen Jong! collega’s en het College van Bestuur.
een RI&E uit te voeren. • er is vertrouwenswerk (zie pagina 93); • er is een speciale website ontwikkeld op het gebied van Sociale Veiligheid; • er is specifieke aandacht voor verzuimpreventie. Zie ook Huisvesting/ Arbo en veiligheid (pagina 66).
Verzuim (ontwikkeling per kwartaal) Ontwikkeling verzuim per kwartaal
5,80% 5,60% 5,40% 5,20% 5,00% 4,80% 4,60% 4,40% 4,20%
5,12% 4,99%
5,37%
kw2
kw3
5,35%
4,81%
4,84% 4,70%
486,05
kw1
Arbobeleid Ons Arbobeleid is gericht op het realiseren van veilige locaties waar het goed werken en leren is. In dit kader hebben we de volgende voorzieningen: • er is een arboadviescommissie per locatie; • er zijn twee centrale preventiemedewerkers; • er worden regelmatig Risico- Inventarisaties en Evaluaties (RI&E’s) gehouden. Op grond hiervan worden verbeteringen via een plan van aanpak uitgevoerd. Op alle grote locaties is inmiddels een RI&E uitgevoerd en een plan van aanpak tot verbetering opgesteld. Er is een begin gemaakt om op de kleine(re) locaties ook
5,24%
kw2
kw3 2012
kw4
kw1
kw4
2013
De tabel is gebaseerd op voortschrijdende cijfers (dus een berekening per kwartaal over een heel jaar) in plaats van afzonderlijke cijfers per kwartaal. De voortschrijdende verzuimcijfers kwamen in 2013 net boven de landelijke norm van 5%. Wij voeren een actief verzuim- en preventiebeleid waarin veel aandacht is voor gezondheidsbevordering en verzuimpreventie. Het aanbieden van de Vitaliteitscan aan medewerkers is daar een voorbeeld van.
Fit in je loopbaan ROC van Twente wil een gezonde, vitale en veilige school zijn zowel voor studenten als voor medewer-
55
kers. Gezonde studenten en medewerkers dragen bij aan een beter leer- en werkklimaat. Dat leidt tot betere prestaties en een hogere tevredenheid. In 2011 is gestart met het programma ‘Fit in je loopbaan’ dat gericht is op preventie en duurzame inzetbaarheid. In 2012 en ook 2013 is dit verder uitgebouwd. Medewerkers kunnen deelnemen aan diverse bewegings- en sportactiviteiten, maar ook aan een Vitaliteitscan, waarin de Workability index (WAI) is opgenomen. Verder worden via de ROC Academie cursussen aangeboden als Stoppen met Roken en stressreductietrainingen als Mindfullness en Timemanagement. Tijdige begeleiding naar een andere functie en een actief re-integratiebeleid maken eveneens deel uit van dit programma. Voorts is de gesprekkencyclus er ook op gericht om het onderwerp “Fit in je Loopbaan” met medewerkers te bespreken. ‘Fit in je loopbaan’ maakt onderdeel uit van het in 2009 gestarte ‘Masterplan Bewegen en Sport’, waarin Studentensport, Bedrijfssport, Topsport, NK’s voor het mbo en leefstijltesten zijn opgenomen.
Gezonde school Op één van onze nieuwste locaties is het project Gezonde School 2.0 gestart wat tot doel heeft alle activiteiten op het gebied van gezondheid en vitaliteit die ROC-breed ontwikkeld zijn op één locatie ten uitvoer te brengen. Er is een samenhangend pakket voor studenten en medewerkers.
Medewerkerstevredenheid en – betrokkenheid In de strategienota voor de periode 2012-2015 ‘Presteren met Plezier en Passie’ wordt ingegaan op de indicatoren aan de hand waarvan ROC van Twente de komende jaren verantwoording zal afleggen over de prestaties. Een van die indicatoren is de mate waarin onze medewerkers tevreden zijn over en betrokken zijn bij hun werk, hun team en hun organisatie. Het tweejaarlijkse onderzoek onder medewerkers vond plaats in 2013. Een relatief hoge respons van 79,3% toont de betrokkenheid van medewerkers. De algehele tevredenheid is met een 7,6 hoog ten opzichte van Benchmark MBO en betekent bovendien een stijging van 0,3 punt ten opzichte van de vorige meting. Naar aanleiding van het Medewerkeronderzoek heeft het College van Bestuur een aantal aandachtspunten benoemd. Naar aanleiding van de uitkomsten van het MTO stelt het College van Bestuur de volgende drie concernbrede verbeterpunten vast: 1. De arbeidsomstandigheden: het klimaat.
56
2. Teamvorming en aanspreken. 3. Professionele ontwikkeling en waardering.
Organisatieontwikkeling De resultaten van het Medewerkeronderzoek vormen een positieve stimulans om door te gaan op de eerder ingeslagen weg om de kracht van teams en de bijbehorende professionele cultuur te versterken. De toename van teamscholing, intervisie en feedback, zoals deze uit het overzicht van de ROC Academie blijkt, is een indicator, evenals de evaluatie van de invoering Regeling Werkoverleg die in 2012 van kracht geworden is en na een jaar is geëvalueerd. De Regeling Werkoverleg beoogt de betrokkenheid van medewerker te bevorderen en de professionele inbreng op inhoudelijke vraagstukken te waarborgen (zie ook pagina 40). Nadat in 2012 opnieuw is getoetst in welke mate het beleidsuitgangspunt wordt gerealiseerd dat een teamcoördinator maximaal 60% van de taken besteedt aan leidinggeven en coördineren, is tijdelijk een nieuwe afspraak (maximaal 70%) gemaakt in de aanloop naar een breed traject over de herijking van de functie. Dit traject heeft inmiddels plaatsgevonden maar krijgt nog een vervolg in overleg tussen College van Bestuur en Ondernemingsraad. In het kader van de meerjarenformatie zijn uitgangspunten geformuleerd rond een aantal ratio’s: Verhouding LB/ LC, ondersteunend/pedagogisch-didactisch personeel, docent/student. In de uitwerking zal dit leiden tot een geleidelijke verschuiving ten gunste van het percentage docenten binnen het personeelsbestand. Voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot
Arbeidsmarktcommunicatie / werken bij ROC van Twente
Er is extra gerichtheid op het anticiperen op de ontwikkelingen op de (in- en externe) arbeidsmarkt. Deze proactieve benadering maakt het mogelijk onze arbeidsmarktpositie te versterken. Dat is noodzakelijk om ook bij de verwachte krapte op de arbeidsmarkt en de uitstroom van medewerkers op grond van leeftijd, goed gekwalificeerd personeel te kunnen blijven aanstellen. Onze participatie in werkgeversnetwerken is erop gericht om de mobiliteit van medewerkers op de Twente arbeidsmarkt te vergroten. Via deze netwerken bevorderen we ook de deelname aan stages en detacheringen. Onze medewerkers hebben in dergelijke samenwerkingsverbanden eerder toegang tot vacatures binnen de netwerkgroepen. Op de interne arbeidsmarkt van ROC van Twente is dit jaar de mogelijkheid toegevoegd om te ruilen van werkplek. Dit om het eigen initiatief van medewerkers te stimuleren. P&O heeft in 2013 met succes deelgenomen aan de Banen- en loopbaanbeurs. Onder de ruim 5000 bezoekers waren veel mensen die belangstelling hebben voor werken bij ROC van Twente. Op grond daarvan is besloten ook de komende jaren aan deze beurs deel te nemen.
In totaal heeft ROC van Twente 166 vacatures gesteld, waarvan er 110 in de categorie OP vielen en 56 in OBP. Er zijn in totaal ongeveer 1340 gerichte sollicitaties binnengekomen (zowel intern als extern) en ongeveer 1200 open sollicitaties. De meest voorkomende kanalen zijn de website van ROC van Twente en de social media voor externe kandidaten. In 2013 is een gezamenlijke personeelsadvertentie in het dagblad Tubantia geplaatst, waarin 16 vacatures werden gepresenteerd.
aantal vacatures
‘Focus op Vakmanschap’ en ‘Passend Onderwijs’ zijn opgepakt. Door de afbouw van de verplichte winkelnering bij de besteding van de WEB-budgetten zal de formatie van Educatie verder krimpen. Dit is in een scenario vastgelegd. Door natuurlijk verloop elders in de organisatie wordt dit in 2014 binnen de instelling opgevangen.
Aantal vacatures OP / OBP* in 2013 OP totaal 110 (blauw); OBP totaal 56 (rood)
60 40 20 0
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
maanden * OP: instructeur, (sr)docent, teamcoördinator; OBP: overige medewerkers
Van alle gestelde vacatures in 2013 (totaal 166) waren er 20 niet vervuld, dat is 12%. Het merendeel van de niet vervulde vacatures is in november en december ontstaan en op de peildatum nog niet vervuld. In de nabije toekomst ligt het zwaartepunt op de vacatures voor docenten economie, Nederlands en Engels.
Introductie nieuwe medewerkers Twee keer per jaar is er een introductiebijeenkomst voor nieuwe medewerkers. Tijdens die bijeenkomst maken de nieuwe medewerkers kennis met het College van Bestuur, de organisatie en met elkaar. Zij worden verder geïnformeerd over diverse diensten. Hierna wordt de bijeenkomst informeel afgesloten.
Formatieplanning / strategie ROC van Twente heeft een meerjarenformatieplan en stelt dit jaarlijks bij. Dit is een onderdeel van de planning & control cyclus. Het meerjarenformatieplan wordt afgeleid van de meerjarenstudentenprognose en houdt rekening met de meerjarenbegroting. Op die manier wordt sturing gegeven aan het tijdig onderkennen van mogelijke formatieve risico’s voor de continuïteit.
57
In het verslagjaar is het meerjarenformatieplan voor de periode 2014-2017 opgesteld. Naast de kwantitatieve gegevens, wordt ook rekening gehouden met landelijke en regionale ontwikkelingen die invloed (kunnen) hebben op de toekomstige formatiebehoefte. De conclusie is dat ROC van Twente in de nabije toekomst geen grote knelpunten verwacht in de formatieplanning; de organisatie houdt rekening met de uitstroom in de komende jaren en hanteert een flexibele schil tussen 5 en 15% om fluctuaties in formatiebehoefte op te kunnen vangen.
Mobiliteit
ROC van Twente voert een proactief mobiliteitsbeleid ter voorkoming van boventalligheid. We slagen er met behulp van de verschillende instrumenten in het aantal medewerkers dat instroomt in sociale verzekeringswetten, zo klein mogelijk te houden. Goed werkgeverschap betekent voor ons in de eerste plaats ‘investeren’ in mensen. Ons beleid is dan ook gericht op professionele ontwikkeling van medewerkers en een juiste match tussen mogelijkheden en werkzaamheden. Naast een gericht plan voor verdere professionele ontwikkeling, zijn wij gericht op duurzame inzetbaarheid. Dit is in overeenstemming met het overheidsbeleid, dat gericht is op arbeidsparticipatie, langer doorwerken, effectieve re-integratie en op trajecten van-werk-naar-werk. Het in voorgaande jaren ingezette specialisme voor Loopbaan & Ontwikkeling heeft een impuls gegeven aan de facilitering van medewerkers om meer eigen regie te nemen bij hun eigen loopbaan. Daarnaast zijn in samenspel tussen een Personeelscommissie, leidinggevenden en betrokken medewerkers creatieve oplossingen gevonden om snel te anticiperen op ontwikkelingen in de interne arbeidsmarkt en vraag en aanbod van functies en medewerkers goed op elkaar af te stemmen. In 2013 zijn 27 medewerkers aangemeld bij de personeelscommissie. Meer dan 50% van hen is in dat jaar weer in de reguliere sterkte opgenomen Daarbij ging het ook om kandidaten die meer dan één keer gematcht zijn. 76 medewerkers hebben een gesprek met de loopbaanadviseur gehad.
Uitkeringen In 2013 ontvingen in totaal 17 (oud-)medewerkers een WW-uitkering, een bovenwettelijke WW-uitkering of een samenloopuitkering WAO/WW. Binnen dit aantal van 17 zijn 7 uitkeringen beëindigd en 3 nieuwe ontstaan. Het totale bedrag dat hiermee is gemoeid, bedraagt € 157.441,-. 6 medewerkers hebben een IVA uitkering gekregen in 2013, 2 medewerkers een ophoging WAO (1 volledig uit dienst en 1 gedeeltelijk), 3 medewerkers een WGA uitkering.
58
59
6 Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt ROC van Twente heeft binnen de regio de samenwerking met partners geïntensiveerd om de regionale arbeidsmarkt te versterken en de arbeidsparticipatie te verhogen. Geen makkelijke opgave in een regio waarin bijvoorbeeld de bouwsector sterk vertegenwoordigd is, een sector die erg veel last heeft van de crisis waardoor de werkloosheid hoger is dan het landelijk gemiddelde van 8,9%. Ook de jeugdwerkloosheid is ongekend hoog. ROC van Twente werkt al geruime tijd samen met de overheid (14 gemeenten), onderwijs, ondernemingen en onderzoeksinstellingen in het Platform Onderwijs Werk en Inkomen (POWI). Sinds november 2013 is John van der Vegt voorzitter van dit platform. Doel van deze regionale samenwerking is de economische structuur van Twente te versterken door gezamenlijk plannen te maken en uit te voeren. Dit is verwoord in het Twents Arbeidsmarktperspectief 2020, waarin een vijftal programmalijnen wordt geformuleerd. Langs deze lijnen maken onderwijs, ondernemers en overheid afspraken om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in balans te brengen. Dit strategisch kader heeft geleid tot een dynamisch uitvoeringsprogramma, “Met dynamiek aan het werk!”. Het programmamanagement is in april 2013 toevertrouwd aan ROC van Twente. De resultaten van het project “Stage in Twente” hebben deze keuze positief beïnvloed.
R
De vijf programmalijnen zijn: 1. Meer mobiliteit op de Twentse arbeidsmarkt 2. Meer zicht op onbekend of ongekend talent 3. Beter opleidien en kwalificeren 4. Meer promotie Twentse arbeidsmarkt 5. Samenwerken, netwerken en co-creëren Onder deze programmalijnen hangen meerdere uitvoeringsprogramma’s en projecten zoals bv. ondernemerschap in het onderwijs, zorg & technologie en de participatielijnen waarvan het ROC van Twente nauw betrokken is bij het initiëren, ontwikkelen en de uitvoering. Zo zijn participatielijnen ontwikkeld voor sectoren waar de werkgelegenheid op de arbeidsmarkt gezond is. Binnen die lijnen zijn tien pilots omschreven.
60
In die pilots worden mensen met niveau 0-1-2 opgeleid in samenwerking met het bedrijfsleven in de branches techniek, zorg, transport & logistiek, retail & zakelijke dienstverlening en vrijetijdseconomie. Soms is er sprake van korte trajecten, soms van brede opleidingen. Een paar pilots zijn eind 2013 gestart en voorbereidingen voor de start van de overige pilots zijn in gang gezet.
6.1 Belangrijke ontwikkelingen in 2013 voor de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt
• Al jaren is de vraag naar technisch personeel groot en de instroom van studenten te weinig. Techniek Pact Twente is een samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs om voldoende jongeren op te leiden voor een technisch beroep. De gezamenlijke aanpak met het bedrijfsleven heeft ertoe geleid dat we voor het studiejaar 2013-2014 meer techniekstudenten hebben kunnen verwelkomen. Bij het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek is de instroom zelfs toegenomen met 9%. • Het project Toptechniek in Bedrijf is een project binnen Techniek Pact Twente. Dit project loopt van sept 2012 t/m aug 2015 en heeft tot doel de verhoging van de instroom van studenten in de opleidingen techniek van ROC van Twente te bewerkstelligen. Door de in-
zet en uitbreiding van de zgn. VMBO Carrousel worden leerlingen, ouders en docenten betrokken bij en geïnformeerd over de mogelijkheden in de Techniek. Er is een actieprogramma voor specifieke doelgroepen, zoals ‘Allochtonen in techniek’ en ‘Meisjes in Techniek’. Eveneens van belang is de verhoging van de uitstroom studenten - van onze technische opleidingen - naar de technische opleidingen van het hbo en in het bijzonder van Saxion Hogescholen. Bij dit project zijn het bedrijfsleven, vmbo en hbo betrokken. Enkele in het oog springende resultaten: • De instroom van studenten in technische opleidingen van ROC van Twente is gestegen met 9%. • 15 scholen ( 23 locaties) participeren in de vmbo Carrousel (doel 2013 was 9 scholen). • Samenwerking met diverse vmbo-doelgroepen in kader specifieke doelgroepen: - Allochtonen in techniek: 5 scholen participeren (doel voor 2013 was 5 scholen); - Meisjes in Techniek: 4 scholen participeren ( doel 2013 was 3 scholen). • Verhoging van de uitstroom studenten - van de technische opleidingen - van ROC van Twente naar de technische opleidingen van het hbo (in het bijzonder Saxion); doel: 2013 160 studenten stromen door. Cijfers hbo nog niet bekend. • In kader vergroten betrokkenheid bedrijven als co-opleider is een gezamenlijke flyer voor vmbo-leerlingen ontwikkeld. • In kader uitbreiding vmbo Carrousel is een Promotiefilm Techniek ontwikkeld. • In het kader Meiden in Techniek is Facebook ingezet.
• De opzet en ontwikkeling van 8 weken techniekpropedeuse zal eerst met een beperkt aantal vmboscholen worden ontwikkeld en vervolgens worden verbreed en uitgerold naar de overige vmbo- scholen in Twente. • Skills Oost heeft plaatsgevonden in de Gieterij in Hengelo. • Professionalisering van docenten via bedrijfsstages wordt ontwikkeld in samenwerking met Technet Kenteq onder de paraplu van Techniektalent.nu • In zelfde samenwerkingsverband wordt gewerkt aan vergroten ouderbetrokkenheid. • In de regio Almelo houden 6 vo/vmbo scholen gespreksronden tussen de rectoren/directeuren van diverse vmbo- scholen en ROC van Twente om de macrodoelmatigheid van technische opleidingen op te pakken en te ontwikkelen. • In november is het project Centrum voor Innovatief Vakmanschap: TechWise Twente van start gegaan. De stroomlijning van technische opleidingen en arbeidsvraag; het organiseren van topopleidingen, masterclasses, stages en post-mbo-opleidingen in mechatronica, robotica, precisietechniek en productietechnologie voor mbo+ studenten en medewerkers van het Twentse high tech MKB; het innoveren en coördineren van innovatieprojecten in Twente en het faciliteren van productie- en onderzoeksfaciliteiten zijn enkele doelen die TechWise Twente nastreeft. Ook dit project komt voort uit Techniek Pact Twente. • Op de internetsite van ROC van Twente wordt sinds 2013 bij alle beroepsopleidingen aandacht besteed aan de kansen op de arbeidsmarkt via een link naar de site “kans op werk, kans op stage” van de SBB. • Het ROC van Twente heeft het School Ex programma digitaal ingezet en heeft daardoor inzicht in het vervolg van de loopbaan van haar schoolverlaters. In samenwerking met de coördinator jeugdwerkloosheid en het Werkplein Twente zijn die schoolverlaters benaderd, die aangegeven hadden te “willen gaan werken”, “werk zochten” of “nog niet wisten wat ze gingen doen”. Deze jongeren zijn uitgenodigd voor een jongerenmiddag en een banenbeurs bij het Werkplein Twente. Zie ook pagina 20 • De Banen- & en Loopbaanbeurs heeft wederom in het voorjaar plaatsgevonden in de Gieterij en telde ruim veertig standhouders uit bedrijfsleven en onderwijs (mbo-hbo). Ruim 5000 bezoekers, werkzoekenden en loopbaanverbeteraars, hebben dit tweedaagse evenement bezocht. • De sluiting van Werkplein Twente in Hengelo kon niet worden voorkomen. Het Werkplein heeft inmiddels zijn intrek genomen in de Gieterij van ROC van Twente. In de vestigingen van het Werkplein Twente zijn ROC-opleidingsfunctionarissen werkzaam in het leerwerkloket. • Er is een up-to-date participatieschema beschikbaar, waarin alle projecten en betrokkenen in vermeld staan.
61
6.2 Ondernemendheid en Ondernemerschap in het ROC van Twente In de oriëntatie op strategische uitgangspunten van het ROC van Twente is opgenomen dat ondernemendheid/ondernemerschap een belangrijk integraal thema is voor de komende jaren. Ondernemendheid/Ondernemerschap focust op: 1. Ondernemende student/de student als ondernemer; 2. Personeel; 3. Ondernemendheid en ondernemerschap in de opleiding; 4. ROC van Twente als ondernemende partij/ondernemende werkgever. In diverse programmalijnen zijn en worden voorstellen/ideeën opgenomen. Zij bevatten ook voorstellen voor concrete acties die betrekking hebben op het bevorderen van een ondernemende cultuur binnen ROC van Twente. Het gaat hierbij om zowel ‘business gedreven’ activiteiten voor en door studenten als wel om het bevorderen van een ‘ondernemende-attitude’ van het personeel en de studenten. Kernwoorden hierbij zijn: flexibiliteit, initiatiefrijkheid, kansen pakken en een externe oriëntatie. Voorbeelden van succesvolle activiteiten zijn: • De Week van het Ondernemen, die voor het eerst in het voorjaar van 2013 plaatsvond. Tijdens deze week konden studenten en docenten een scala aan workshops en lezingen bijwonen. De week is opgenomen in het jaarprogramma van het MBO College voor Commercie & Ondernemen. • Aan de training ‘Ondernemen doe je zo!’ en ‘Ondernemen in de bouw doe je zo!’, ontwikkeld i.s.m. diverse partners (ROZ, Rabobank, Kamer van Koophandel) namen 48 ZZP’ers deel.
6.3 Internationalisering In de beleidsnotitie Internationalisering ROC van Twente ( 2011 – 2015) zijn de internationale activiteiten gedefinieerd vanuit de perspectieven: student, docent en onderwijsteam. De focus van de internationaliseringsactiviteiten ligt op het ontwikkelen van de benodigde competenties bij studenten en docenten, zodat zij optimaal kunnen participeren in de euregionale en internationale economie, arbeidsmarkt en samenleving. De uitvoering kent meerdere actielijnen:
62
• Studentenmobiliteit Leonardo da Vinci : in 2012 - 2013 hebben 142 studenten met succes een internationale stage variërend in duur van 3 tot 20 weken in 26 Europese landen afgerond. De competentieontwikkeling is gedocumenteerd in de Europass en uitgereikt bij het diploma. • Docentenmobiliteit Leonardo da Vinci: in 2012 - 2013 hebben 34 collega’s Europese colleges bezocht in een professionaliseringsprogramma van één week. • Proeftuinproject Horeca: I-BPV van 3 weken voor 10 studenten niveau 2 en 6 docenten • Amerika Exchange: 12 collega’s zijn een jaar lang gematcht met Amerikaanse collega’s van Community Colleges in 4 staten en hebben intensieve uitwisselingsprogramma’s doorlopen,twee weken in de States , twee weken in Nederland/ ROC van Twente. • Verschillende projecten op teamniveau rond inhoudelijke thema’s o.a: - Lean Six Sigma Healthcare binnen het MBO College voor Gezondheidszorg. Doel: ontwerpen trainingsmodules en certificaten Lean Six Sigma op mbo-level (Yellow Belt). - Build Up skills: ontwikkelen duurzaamheidscompetenties voor profielen in de bouw/ installatietechniek en trainingsprogramma’s voor (post-)initieel onderwijs. - IMPULS: op Europees niveau delen van expertise loopbaanleren en werkplekleren - Active ageing: studenten ouderenzorg maken kennis met zorgaanpak om ouderen actief te houden. - Newel: nieuwe manieren van leren en werken voor jongeren met een beperking.
Op basis van de zowel kwalitatief als kwantitatief goede prestaties en de gedegen organisatie in de front- en backoffice heeft het Nationaal Agentschap Leonardo vanwege very good performance de toelagen voor de komende jaren verdubbeld. De realisatie vertoont een stijgende lijn. De verwachting is dat de aantallen de komend jaren zullen verdubbelen.
63
7 Huisvesting & ICT In 2013 had ROC van Twente zes eigendomslocaties in gebruik. De locatie Hengelosestraat in Enschede betrof langlopende leegstand. In 2013 is een start gemaakt met de voorgenomen sloop van dit gebouw en verkoop van het terrein. Naast de vijf in gebruik zijnde eigendomslocaties huurde ROC van Twente 28 locaties in de regio Twente. Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle eigendoms- en huurlocaties van ROC van Twente in 2013, het bruto aantal m2 en de integrale kosten voor 2013 (dus inclusief schoonmaak, energie, afvalverwerking, groenonderhoud, etc.). Komende jaren staat een verdere reductie van de huisvestingslasten centraal. Het streven is dat deze maximaal 14% van de jaarlijkse baten bedragen met een maximum bedrag van € 20 miljoen. Dit niveau zal voor de begroting 2016 bereikt moeten zijn.
I
Enschede Met ingang van het schooljaar 2013-2014 heeft ROC van Twente zijn participatie in de Scholingsboulevard omgezet in een langdurige huur van de locatie Wethouder Beversstraat 165 in Enschede. Naast de eigendomslocatie aan de Van Gaalenstraat en de huurlocaties aan Colosseum (Grolsch Veste), Piet Heinstraat, Spinnerstraat en Veilingstraat is ROC van Twente nu ook weer sterk vertegenwoordigd in de grootste stad van Twente. Hengelo Door het betrekken van de Wethouder Beversstraat in Enschede en efficiëntieverbeteringen in de onderwijsplanningen hebben wij een grote huurlocatie in Hengelo aan de Industriestraat af kunnen stoten en vrijwel al ons onderwijs in Hengelo geconcentreerd in onze hoofd- en eigendomslocatie Gieterij. Almelo In Almelo is ROC van Twente sterk vertegenwoordigd op de drie eigendomslocaties aan de Wierdensestraat, Thorbeckelaan en De Sumpel. Daarnaast blijft ROC van Twente actief op de huurlocaties in Rijssen, Tubbergen, Vroomshoop en Nijverdal.
64
7.1 Meerjaren huisvestingsplan Eind 2013 hebben wij het Meerjaren huisvestingsplan 2014-2018 ‘Een goed fundament’ opgesteld. De strategische kernpunten hierin zijn: • Optimalisatie van de bezetting van bestaande locaties, waarbij het accent ligt opeigendomslocaties. • Focus op Vakmanschap realiseren binnen de huidige beschikbare locaties. • Waar mogelijk verder afstoten van huurlocaties, waar eigendomslocaties nog onvoldoendeworden benut. • BOL opleidingen en opleidingen op niveau 1 en 2 zoveel mogelijk op centraal gelegen locaties, BBL eerder gehuisvest in een decentraal gelegen locatie. • Duidelijke begrotingskaders voor 2015-2016: ruimtenormen, differentiatie in tarieven voor type ruimte, heldere ruimtemutaties tussen Colleges bij groei en krimp binnen de bestaande kaders. • Huisvesting voor Educatie: maximaal 10% van de baten van dit College en flexibele huurcontracten, zodat er jaarlijks op wijziging van de baten kan worden geanticipeerd.
7.2 Bedrijfsbureau Ter ondersteuning van de onderwijs- en eigen facilitaire organisatie is binnen de dienst Facilitaire Zaken, Huis-
vesting en ICT het Bedrijfsbureau gevormd, waarin zijn opgenomen de specialismen rond: • Inkoop en contractbeheer • Arbo en Veiligheid • Ruimtebeheer en registratie Inkoop In 2013 zijn (verlengde) contracten afgesloten voor: • bureaustoelen (Ahrend) • school en kantoormeubilair (EromesMarko) • BHV opleidingen (Falck) • kopieer- en printapparatuur (Konica Minolta) • verzekeringen (Marsh) • audio visuele middelen (Hecla) • postbezorging en koeriersdiensten (SWB) • keuringen sportvoorzieningen (BOSAN) • drukwerk (Ricoh, Lulof, Media Center Rotterdam en OBT Den Haag) • leaseauto’s (Munsterhuis) Inkooptrajecten die in 2013 gestart zijn: • binnenbeplanting • schoonmaak • sanitaire voorzieningen • vervanging storage • kantoorbenodigdheden • afvalophaaldiensten • bedrijfskleding ROC van Twente past bij zijn inkoopproces daar waar mogelijk de duurzaamheidscriteria van AgentschapNL toe. Daarin wordt beschreven aan welke criteria producten, diensten en werken moeten voldoen om duurzaam genoemd te worden.
Tabel Eigendoms- en huurlocaties van het ROC van Twente in 2013 Locatie
Eigendom/Huur
Aantal m²
Totale kosten 2013
Almelo - De Sumpel 4
Eigendom
15.304
1.454.571
Almelo - Thorbeckelaan 184
Eigendom
4.376
326.063
Almelo - Wierdensestraat 65
Eigendom
28.351
3.927.274
Enschede - Hengelosestraat
Eigendom
Enschede - Van Galenstraat
Eigendom
6.533
1.092.770
Hengelo - Gieterij 200
Eigendom
51.164
6.816.735
Wethouder Beverstraat
Huur (lang)
11.107
Gehuurde panden Almelo e.o.
Huur
Rijssen - Reggesingel 50 (bij nr.54)
Huur
Nijverdal -Mensinkweg 6b
Huur
Vroomshoop - Bovo
Huur
Gehuurde panden Hengelo e.o.
Huur
Hengelo - Sportlaan Driene (SMEOT)
Huur
Hengelo - Tuindorpstraat 61 (Creatieve Fabriek)
Huur
Hengelo - Lansinkesweg 4
Huur
Gehuurde panden Enschede e.o.
Huur
Goor - De Höfte 5
Huur
Enschede - Colosseum 65 (Grolsch Veste)
Huur (lang)
Enschede - M.H. Tromplaan 28 (Lab- en Proces)
Huur
Hardenberg - Parkweg 1
Huur
Borne - Marktstraat 23 (Kulturhus)
Huur
Enschede - Piet Heinstraat 4-6
Huur
Enschede - Spinnerstraat 29a (St. Janschool)
Huur
Oldenzaal - Steenstraat 105
Huur
Haaksbergen - Sterrenbosstraat 2
Huur
Zwolle - Mozartlaan 15 (Deltion)
Huur
Totale kosten (inclusief € 3.275.000 financieringslasten)
654.762
668.026 300.904
984.570
2.426.800
€ 21.927.475
65
Uitbesteding ROC van Twente besteedt veel specialistische taken uit aan deskundige partners en werkt samen met deze partners aan voortdurende verdere kostenbesparing en kwaliteitsverbetering van de dienstverlening. Uitbesteding vindt onder andere plaats ten aanzien van: • Catering: er is een langlopend contract met Cormet Campuscatering dat in 2013 met een optiejaar is verlengd. • Schoonmaak: er is een langlopend contract met Asito. • Onderhoud: voor drie locaties is er een integraal langlopend onderhoudscontract van 10 jaar met Strukton.
Arbo en Veiligheid De Arbozaken worden aangestuurd en gemonitord vanuit het Arbobeleidsoverleg. Op locatieniveau worden Arbozaken aangestuurd door Arboadviescommissies, waarin van alle (MBO) Colleges en/of ondersteunende diensten medewerkers in de rol van Arboambassadeur zitting hebben. In de Arboadviescommissies worden twee tot drie keer per jaar de voortgang van de RisicoInventarisatie & Evaluatie en het Plan van Aanpak besproken, uitkomsten worden vastgelegd en eventuele nieuwe risico’s worden besproken. De arboadviescommissies rapporteren twee maal per jaar schriftelijk aan het Arbobeleidsoverleg. In 2013 is een start gemaakt met het periodiek keuren van alle elektrische apparaten en vastleggen van deze keuringen in een rapportage. Deze keuringen zullen in 2014 zijn afgerond en vervolgens jaarlijks plaatsvinden door eigen hiertoe gekwalificeerde medewerkers. Elke locatie beschikt over een ontruimingsplan en een BHV-organisatie met geschoolde BHV’ers. In totaal telt ROC van Twente 260 BHV’ers, die jaarlijks worden bijgeschoold. Op de locaties Almelo Wierdensestraat/Thorbeckelaan en Hengelo Gieterij is er een eigen Beveiligingsdienst. Naast uitvoering van de beveiligingstaken op deze grootste locaties van ROC van Twente is deze Beveiligingsdienst ook opleidingsbedrijf voor ongeveer 70 studenten per jaar.
Ruimtebeheer en registratie Om de ambities in het Meerjaren Huisvestingsplan waar te kunnen maken is een goede en actuele administratie van de ruimtes een voorwaarde. In 2013 zijn alle ruimteboeken van de eigendoms- en huurlocaties geactualiseerd en vastgelegd in het Facilitair Management Informatiesysteem (FMIS) Planon.
Servicepunt Pitstop Het servicepunt Pitstop voor reserveringen, storingen en klachten is in 2013 verder uitgerold en nu operationeel voor de grootste eigendomslocaties Gieterij, Wierdensestraat en Wethouder Beversstraat. In 2014 zal verdere uitrol plaatvinden voor de locatie de Sumpel in Almelo. In 2013 is een self-servicemodule toegevoegd aan Pitstop, waarbij medewerkers via een Intranet-omgeving zelf aanvragen en klachten in kunnen dienen en de voortgang ervan op elk gewenst moment kunnen opvragen.
Roostering ROC van Twente is zich ervan bewust dat goede roosters voor zowel studenten als docenten essentieel zijn voor goede onderwijsresultaten en tevredenheid van studenten en medewerkers. In 2013 is de professionaliseringsslag van de roostering samen met de onderwijsteams voortgezet. Hiertoe is o.a. een pilot gestart met meer gestructureerde aanlevering van Plannen van Inzet door onderwijsteams met het ondersteunende systeem Inform. De roosters die in Eduflex worden gemaakt zijn online beschikbaar via onze intranetomgeving Plaza 2.0 en door middel van een Roosterapp voor smartphones. Van deze laatste verschijnt in 2014 een nieuwe, verbeterde versie. Tevens vormen de roosters de basis voor de presentieregistratie met het systeem Presto. Voor het optimaal benutten van de beschikbare huisvesting is roostering van groot belang. We sturen dan ook op meer efficiency en hogere bezettingsgraden, zonder de kwaliteit van de roosters daarbij uit het oog te verliezen.
Studenten- en medewerkertevredenheid Door systematische analyse van storingen en klachten
66
die via het servicepunt Pitstop worden gemeld, de resultaten van het studententevredenheidsonderzoek (JOB) en het Medewerkeronderzoek werken wij aan een voortdurende verbetering van de dienstverlening met betrekking tot facilitaire zaken, huisvesting en ICT. De resultaten van het Medewerkeronderzoek waren aanleiding voor een verdiepende klimaatonderzoek dat in 2013 onder medewerkers is gehouden. De resultaten van dit onderzoek zullen worden gebruikt voor gerichte verbetermaatregelen die de leer- en werkomgeving in onze locaties verder moet optimaliseren.
Duurzaamheid Ons Energieteam dat al sinds 2011 actief is, heeft ook in 2013 weer verdere besparingen kunnen realiseren in het energieverbruik op de verschillende locaties. Ten opzichte van het basisjaar 2010 zijn er voor de drie grootste locaties besparingen gerealiseerd tot wel 46%. De pilot met het gescheiden inzamelen van plastic afval die op de hoofdlocatie Gieterij is uitgevoerd is in 2013 omgezet in een blijvende afvalscheiding. In de aanbesteding voor afval is vervolgens de mogelijkheid voor gescheiden afvalinzameling structureel meegenomen.
7.3 ICT Investeren in goed onderwijs met ICT is een steeds belangrijker wordend onderdeel van de agenda van onderwijsteams. Een ‘eigen’ apparaat, laptop of tablet zien we steeds vaker in de klas maar ook in een docentenruimte. De ICT-basisvoorziening verandert hierdoor mee; op steeds meer plekken kan er draadloos gewerkt worden en zijn lokalen voorzien van degelijke presentatiemiddelen.
Tabel Besparing Elektriciteit en gas/warmte in de grootste drie eigendomslocaties van ROC van Twente 2011-2013 t.o.v. 2010
t.o.v. 2010
minder verbruik elektra
minder verbruik gas
HEGI*
2011
17%
46%
ALWI**
2011
11%
33%
ALSU***
2011
8%
17%
HEGI
2012
20%
39%
ALWI
2012
20%
21%
ALSU
2012
18%
20%
HEGI
2013
29%
46%
ALWI
2013
19%
12%
ALSU
2013
21%
12%
*HEGI: Hengelo Gieterij **ALWI Almelo Wierdensestraat ***ALSU Almelo De Sumpel In 2013, maar ook in de komende jaren, is en wordt er geïnvesteerd in de basiskwaliteit van ICT. Het draadloze netwerk is op vele plekken verder uitgebreid en er zijn investeringen gedaan in de continuïteit hiervan. Een mooi voorbeeld hiervan is ook het traject ‘Vervanging opslag’ waarin is gekeken naar de meest passende oplossing voor de opslag van gegevens qua prijs en kwaliteit. Functionaliteiten zoals Plaza 2.0 zijn gebouwd om deze vraag naar ICT-dienstverlening ook beter te ondersteunen. Waar je ook bent, wie je ook bent, in contact blijven met ROC van Twente wordt door het toepassen van ICT een stuk eenvoudiger en leuker. Tot slot is er in 2013 een concreet vervolg gegeven aan het onderwerp informatieveiligheid. Dit onderwerp zal de komende jaren een van de speerpunten worden, mede gezien het toenemend gebruik van apps en opslag via het internet.
2013 in cijfers ICT had in 2013 een beschikbaarheid van haar systemen van 99,9% (gemeten over het gehele jaar). De Servicedesk ICT heeft 20.982 telefoontjes ontvangen met een gemiddelde wachttijd van 46 seconden. Er zijn 19.385 meldingen (storingen/vragen/opmerkingen) gemeld. Ook zijn er bij de afdeling ICT 2643 aanvragen binnengekomen voor een aanpassing / uitbreiding van (ICT-) dienstverlening.
67
8 Van en voor Twente: blijven werken aan de dialoog
R
ROC van Twente is van en voor Twente, wat betekent dat we een voortdurende dialoog onderhouden met alle stakeholders, zowel extern als intern. Die dialoog is enorm geïntensiveerd door de vlucht die (mobiele) digitale toepassingen hebben genomen. Bovendien bieden deze toepassingen steeds meer mogelijkheden: we komen bijvoorbeeld meer en meer te weten over wat individuele klanten willen. Dat maakt een persoonlijker benadering mogelijk om zo het ‘klein binnen groot’ verder vorm te geven.
De praktijk wijst uit dat toch niet iedereen even gemakkelijk zijn weg in het digitale landschap vindt. De enorme informatiestromen vragen om kanalisatie en duiding, waarbij de Dienst Communicatie & Marketing een sleutelrol vervult. Dat heeft al geleid tot de ontwikkeling van nieuwe middelen als de onlangs ingezette Opleidingenzoeker voor onze interactieve website.. Daarnaast is er ruimte gebleven voor conventionelere middelen, waarbij steeds vaker de koppeling naar digitale mogelijkheden wordt gelegd, zonder belanghebbenden buiten te sluiten.
Marketing In 2013 is een start gemaakt met verschillende activiteiten op het gebied van marketing. Hierbij maken we gebruik van de expertise van een extern bureau. Voor het ontwikkelen van een heldere marketingvisie was het noodzakelijk te weten waar ROC van Twente op dit moment staat. Daarvoor zijn zowel intern als extern peilingen gehouden: • Onze eigen studenten hebben potentiële studenten bevraagd op imago en naamsbekendheid; • Er zijn interviews gehouden onder stakeholders en enquêtes uitgezet onder medewerkers en management; • Facebook is ingezet (via de site Magisch MBO als onafhankelijke afzender) om beelden op te halen bij m.n. onze vmbo-doelgroep in de zogenaamde wingebieden. De resultaten van deze onderzoeken en diverse brainstormsessies hebben geleid tot het marketingconcept ‘Selfmade’. Hierbij staan de ontwikkeling en de eigenheid/het karakter van de student centraal; de
68
student ‘maakt’ zichzelf, het ROC helpt erbij. Het concept ‘Selfmade’ lanceren we met een mediacampagne, die in het voorjaar van 2014 van start gaat in vooral de wingebieden: de grensgebieden van Twente, waarbinnen potentiële studenten uit meer ROC’s in hun omgeving kunnen kiezen. De verwachte vergrijzing heeft effect op het personeelsbestand. In dat kader hebben de Dienst Personeel & Organisatie (beleid/recruitment) en de Dienst Communicatie & Marketing (marketingstrategie, communicatieadvies en ondersteuning) een arbeidsmarktcommunicatieplan opgesteld. Dit plan is de richtlijn is voor een klantgerichte en eigentijdse benadering van potentiële nieuwe medewerkers in de komende jaren.
Prestaties verantwoorden en verbeteren De effectiviteit van middelen wordt voortdurend getoetst om tot verdere verbetering te komen. Dat gebeurt met digitale middelen als Google Analytics en CloseAlert, maar ook aan de hand van enquêtes via de ROC-spiegel, zoals het lezersonderzoek over personeelsblad ROCfort of het bijhouden van het aantal Plaza-bezoekers.
Actuele informatievoorziening In 2013 is een toolkit ontwikkeld voor de ca. 80 collega’s uit de (MBO) Colleges die voorlichting op v(mb)o-scholen verzorgen.
69
Plaza 2.0: dashboard voor werk of studie Plaza is het internetportaal van ROC van Twente, bestemd voor studenten en medewerkers. In het cursusjaar 2013-2014 is er een nieuw internet portaal -Plaza 2.0- beschikbaar gekomen. Implementatie, begeleiding en scholing vragen nog steeds veel aandacht. Daarnaast is er het beheer van Plaza 1.0 en de geleidelijke overgang van diverse onderdelen naar Plaza 2.0. In dat kader werden al subsites ontwikkeld, zoals die voor het Loopbaancentrum.
Social Media / Webcare ROC van Twente maakt gebruik van sociale media als formeel strategisch communicatiemiddel. In de Notitie Social Media en in het Social Media Plan zijn de uitgangspunten geformuleerd voor het gebruik van deze social media kanalen.
Crisiscommunicatie in een veranderende samenleving Door de openheid in communiceren aan de ene kant en de snelheid van digitale communicatie aan de andere kant heeft onze crisiscommunicatie een enorme vlucht genomen. Het Webcareteam monitort heel veel en snelheid in het reageren hierop maakt de druk groter. Excessen in boodschappen worden teruggekoppeld naar het onderwijs; aan de ene kant levert dit belangrijke signalen op over een student of een opleiding waar acties op kunnen worden ondernomen, aan de andere kant is het zo mogelijk de student of docent mediawise te maken. Een goed relatienetwerk en de mogelijkheid tot snelle toegang tot informatie staan voorop.
70
C
Financiële informatie 71
1 Financiën
D
Dit verslag is gebaseerd op de jaarrekening 2013. Het dient dan ook gelezen te worden in samenhang met de toelichting op de jaarrekening en de overige in het jaarverslag opgenomen financiële gegevens.
1.1 Financiële kaders
ROC van Twente kent een aantal financiële kaders. Zij zijn gerelateerd aan onze strategische ambities én aan het risicoprofiel. De belangrijkste financiële kaders zijn: • de solvabiliteit is minimaal 30 procent • de liquiditeit is structureel hoger dan 5 procent van de baten • de rentabiliteit is -gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering- positief • de personeelslasten bedragen -gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering- maximaal 72 procent van de baten.
1.2 Financiële situatie op balansdatum De solvabiliteit bedraagt per balansdatum 42,0 procent (vorig jaar 39,4 procent). De solvabiliteit is de afgelopen jaren sterk beïnvloed door de realisatie van ons grootschalige huisvestingsplan en de daarmee gepaard gaande financiering. We verwachten dat de solvabiliteit de komende jaren rond de 45 procent ligt. De verhouding tussen onze vlottende activa en vlottende passiva (current ratio) is 0,87. De kredietfaciliteit waar wij uit hoofde van het geïntegreerde middelenbeheer bij het Ministerie van Financiën een beroep op kunnen doen, is niet in de vlottende passiva meegenomen. Deze heeft een omvang van circa 11 miljoen euro. Dankzij deze - wettelijk gegarandeerde- faciliteit zijn wij in staat de liquiditeitspositie die wij moeten aanhouden uit hoofde van mogelijke tegenvallers en/of risico’s, zo laag mogelijk te houden.
72
1.3 Gang van zaken gedurende het verslagjaar Het exploitatieoverschot over het boekjaar bedraagt circa 0,6 miljoen euro tegenover een begroot overschot van 0,3 miljoen euro. Dit verschil laat zich als volgt verklaren: • De baten zijn circa 1,2 miljoen euro lager uitgevallen als gevolg van: - lagere realisatie rijksbijdrage (-1 miljoen euro); - hogere realisatie overige overheidsbijdragen (+ 1,1 miljoen euro). De toename van de overige overheidsbijdragen hangt vooral samen met de inzet van meer geoormerkte en niet geoormerkte middelen (zie voor de de cijfers pagina 113, A1.2); - lagere realisatie baten in opdracht van derden (- 1,1 miljoen euro); - lagere overige baten ( - 0,2 miljoen euro). • Het aantal studenten is op 1 oktober 2013 gedaald naar circa 18.600. Dit is een daling van ongeveer 900 studenten ten opzichte van het schooljaar daarvoor. Wij verwachten dat we de komende jaren circa 19.000 studenten zullen hebben. • Tegenover de lagere baten staan voor circa 1,5 miljoen euro aan lagere lasten.
De lastendaling wordt gevormd door: - een daling van de personele lasten van 2,8 miljoen euro; - een daling van de afschrijvingen van 0,6 miljoen euro; - een stijging van de huisvestingslasten van 0,8 miljoen euro en van de overige lasten van 1,1 miljoen euro ( dit betreft getroffen voorzieningen voor te maken kosten voor juridische bijstand in het geschil met de Inspectie van het Onderwijs). De huisvestingskosten zijn hoger uitgevallen door een stijging van huurlasten en de vorming van een voorziening voor sloopkosten. Daarnaast zijn de kosten van wachtgeld lopende het boekjaar lager uitgevallen dan begroot, mede dankzij een adequaat intern herplaatsingsbeleid. • De rentabiliteit - uitgedrukt in een percentage van de totale baten - bedraagt over 2013 circa 0,4% positief. Hiermee wordt voldaan aan ons financiële kader dat aangeeft dat de rentabiliteit in beginsel positief dient te zijn. • De kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg over het verslagjaar circa 17,5 miljoen euro positief. De kasstroom uit investeringsactiviteiten over de genoemde periode is per saldo 2,8 miljoen euro negatief. Dit betreft investeringsuitgaven voor bouwkundige aanpassingen in een aantal van onze gebouwen en investeringen in ICT. • De kasstroom uit financieringsactiviteiten over de genoemde periode bedroeg 13,6 miljoen euro negatief. In 2013 hebben we regulier 3,6 miljoen euro afgelost. Aanvullend hebben we 10 miljoen euro extra afgelost. Dit was mogelijk omdat we over voldoende liquiditeit beschikten en we de mogelijkheid hadden om deze leningen nominaal boetevrij af te lossen. Onze gehele leningenportefeuille valt onder het geïntegreerd middelenbeheer van het Ministerie van Financiën. • In de verslagperiode steeg het aantal fte’s per ultimo van 1562 naar 1580. Wij streven ernaar om een deel van de formatie flexibel te houden. Dit om goed te kunnen reageren op ontwikkelingen rondom het open bestel in de educatie- en inburgeringmarkt én de mogelijke ontwikkelingen in het beroepsonderwijs. De tijdelijke formatie bedraagt ultimo boekjaar 138 fte (8,8%) van de gehele formatie. Uitgedrukt in relatie tot de baten hebben wij als norm gesteld dat de personeelslasten - gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering - niet meer dan 72% van de baten mogen bedragen. Hier werd in 2013 aan voldaan.
73
2 Specifieke regelingen 2.1 Verantwoording regeling Stagebox De regeling Stagebox is met ingang van 1 januari 2013 per direct stopgezet en het landelijk budget is toegevoegd aan de lumpsum. ROC van Twente heeft besloten om de inspanningen voor de bpv, zoals ingezet tijdens de regeling Stagebox, te continueren en te verduurzamen. Hiervoor zijn de overgebleven middelen uit de regeling Stagebox 2012, zijnde 375.000 euro ingezet en een substantieel deel is gefinancierd vanuit andere regelingen. Hierna zijn een paar voorbeelden omschreven hoe de regeling Stagebox is ingezet en gecontinueerd vooral voor moeilijk plaatsbare studenten van de assistent opleidingen; basisberoepsbeoefenaars; allochtone jongeren en over competentiegericht onderwijs.
D
Afspraken met het bedrijfsleven en/of kenniscentrum over stageplaatsen Door onder andere de groei van de opleidingen Haarverzorging (niveau 1 assistent opleiding en niveau 2 junior kapper) en Horeca vakopleidingen (niveau 1 horeca assistent en niveau 2 kok) in dit studiejaar is er meer tijd besteed aan het contact leggen met nieuwe leerbedrijven en is het aantal nieuwe leerbedrijven uitgebreid. Bij de opleiding Haarverzorging is een vergroting van het afzetgebied waar te nemen: studenten komen uit regio’s, die voorheen niet gericht waren op Twente. Deze regio’s en nieuwe bedrijven vragen om meer activiteiten rondom plaatsing van studenten. Activiteiten van BPV-coördinatoren bestaan onder andere uit het werven voor studenten die zelf geen BPV kunnen vinden door actief acquisitie te plegen, bellen naar bedrijven, bedrijven met studenten bezoeken, studenten aan te bevelen etc. Bij de bakkerijopleiding wordt voor elke student een passende BPV-plaats gezocht. Daarbij hebben meisjes voorrang. In ‘moeilijke gevallen’ vindt er vooroverleg plaats met een leerbedrijf. Ondanks zorgvuldige plaatsing mislukt een stage soms. Deze studenten maken hun stage dan vaak af in onze eigen bakkerij. Binnen het ROBO*-overleg wordt ook gesproken over een cursus waarin de nadruk wordt gelegd op de omgang met studenten met leer- en gedragsmoeilijkheden. Kenwerk gaat hier ook mee aan de slag. Bij de opleiding Sport en Bewegingsleider worden studenten naast de reguliere BPV ook ingezet voor * Regionaal Overleg Bedrijfsleven Onderwijs
74
BPV bij andere evenementen zoals bijvoorbeeld de Koningsspelen, de Pietengym in parken en op scholen en het Landelijk Symposium Sport & Bewegen. Deze extra BPV verruimt de blik op het werkveld voor de student. Het vraagt echter van docenten een extra investering in het matchen van de studenten aan deze extra evenementen/projecten. De bouwbranche maakt een moeilijke tijd door maar weet dat er op niet al te lange termijn goed geschoolde vakkrachten nodig zijn. De bouw heeft tot doel gesteld geen student te weigeren en zorg te dragen voor voldoende erkende leerplekken. Resultaat is dat tot op heden nog geen student studievertraging heeft opgelopen omdat er geen stageplek beschikbaar was. Hiervoor is de samenwerking tussen de opleiding bouw van ROC van Twente met de vier opleidingsbedrijven Bouw (SSB Enschede; VVBA Almelo; OCT Rijssen; BOVO Vroomshoop), het Samenwerkingsverband Meubelindustrie Twente Salland, de SchildersScool Twente en Bouwtalent Twente van essentieel belang. Daarnaast zijn er directe contacten met de regionale vertegenwoordigers van de KBB’s Fundeon, Savantis, SH&M en KC Handel met betrekking tot accreditatie leerbedrijven. De accountmanagers hebben contacten met gemeenten en reïntegratiebedrijven en het regionaal bedrijfsleven. Met genoemde partijen worden er voor elke student maatwerkoplossingen gezocht.
Afspraken met het bedrijfsleven en/of kenniscentrum over het creëren van simulatieplaatsen Voor de opleiding Haarverzorging heeft de schoolkapsalon een erkenning gekregen van KOC. Het personeel voldoet aan de criteria die het kenniscentrum daarvoor stelt en maximaal 30% van de BPV-tijd mag in de schoolkapsalon worden doorgebracht. Bij niveau 1 (horeca assistent) van de horecaopleidingen worden alle stages momenteel intern verzorgd. Hiervoor is speciaal een intern programma geschreven dat wordt uitgevoerd op een catering locatie van ROC van Twente. Een praktijkdocent en een instructeur begeleiden de studenten intensief. Niet plaatsbare studenten van de bakkerijopleiding lopen stage in de ROC-bakkerij. Daarnaast is er altijd een aantal studenten dat 1 stageperiode in de ROC-bakkerijwinkel wordt ingezet. Afgelopen jaar waren er meer studenten dan voorheen in de bakkerij en winkel aan het werk. Dit vraagt veel extra begeleiding. Studenten bij uniformberoepen die niet extern geplaatst kunnen worden, lopen stage bij de eigen beveiligingsdienst van het ROC. Naast de eigen simulatiewerkplaatsen bij de bouwopleidingen worden projecten uitgevoerd in opdracht van externe opdrachtgevers. De begeleiding van de studenten vindt veelal gecombineerd plaats. Verder zijn er afspraken met de opleidingsbedrijven, die over een werkplaats beschikken, om BPV-opdrachten die niet in de bedrijven kunnen plaatsvinden in de werkplaats uit te voeren.
Afspraken met het bedrijfsleven en/of kennis- centrum over het intensiveren van de begeleiding Intensivering van de begeleiding, zowel bij de match als
tijdens de BPV, heeft bij veel opleidingen plaatsgevonden. Het is in de huidige economische omstandigheden vaak lastiger om studenten te plaatsen. Vooral studenten met een (kleine) achterstand in het functioneren op de arbeidsmarkt. Bij de horecaopleidingen is er intensief contact van de BPV-begeleider met de praktijkopleider (leermeester) van het leerbedrijf. De student wordt vanuit school begeleid naar een bij hem passende stageplek. Eens in de vijf weken overleggen BPV-docenten met Kenwerk (accreditatie bedrijven, problemen, etc.). Er wordt sturing gegeven op begeleiding van de student in zijn loopbaan of richting een nieuwe werkplek of opleiding. Bij de bakkerijkopleiding neemt het matchen en plaatsen van studenten veel tijd in beslag. Zo plaatst de opleiding de vaak jonge vrouwelijke studenten zo dicht mogelijk bij huis in een stagebedrijf, omdat bakkers meestal vroeg beginnen. Dit legt een forse claim op de beschikbare stageplekken en vergt veel zoek- en matchwerk voor BPV-docenten.
Professionalisering gericht op betere loopbaanbegeleiding De veranderende arbeidsmarkt, de ontwikkelingen in het mbo en groei van het aantal studenten dat een intensieve begeleidingsvraag heeft, leiden ertoe dat docenten andere rollen vervullen in de studieloopbaanbegeleiding om te voorkomen dat studenten voortijdig uitvallen en te bewerkstelligen dat het onderwijs toegankelijker wordt. Enkele voorbeelden: • Bij de opleiding Haarverzorging zijn alle BPV-docenten geschoold in het voeren van loopbaangesprekken zowel op school als tijdens de BPV, deze scholing is een onderdeel van het project Loopbaanleren. • Bij de horeca-opleidingen is voor de leermeesters ingezet op scholing/workshops ‘stageprofs’. Deze scholing wordt gegeven door Kenwerk. Bij deze workshops sluiten naast het bedrijfsleven ook docenten (BPV) aan. • Uniformberoepen is gestart met het opleiden van deelnemersbegeleiders door middel van trainingen van de ROC Academie. In deze trainingen wordt aandacht besteed aan alle facetten van het begeleiden van studenten op de werkplek.
2.2 Taal en rekenen
Centrale examinering Nederlandse taal en rekenen
Met betrekking tot de invoering van de referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen bij alle beroepsopleidingen op niveau 2, 3 en 4 heeft ROC van Twente een goede staat van dienst opgebouwd als het gaat om centrale examinering. Vanaf 2010 is ingezet op het initiëren en organiseren van zogenaamde pilotexamens voor deze beide vakgebieden.
75
Voorbereiden op de pilot- en instellingsexamens betekent voor de teams een intensivering van de lesactiviteiten en bovenal inzetten op professionalisering. Omdat de beheersing van deze generieke vaardigheden van groot belang is voor het uiteindelijke studiesucces, in dit geval het behalen van een diploma, wordt stevig ingezet op de verbetering van deze vaardigheden. Een eerste stap in dat proces is het gebruik van de zogenaamde AMN-test als verplichte diagnostische instaptoets voor nieuwe studenten. Op basis van deze toets kan voor iedere nieuwe student een maatwerkbenadering worden uitgestippeld en kan er gericht aandacht worden geschonken aan studenten met achterstanden en beperkingen. Deelnemen aan pilotexamens betekent voor de hele ROC-organisatie dat ze zich optimaal voorbereidt op de definitieve invoering van de centrale examens. Definitieve invoering betekent hier dat de resultaten voor Nederlandse taal en rekenen meewegen in de slaag-/zakbeslissing voor iedere student. Op dat moment worden de ingevoerde verplichte referentieniveaus beschouwd als verplichte generieke examenonderdelen die mede bepalen of een student geslaagd is of niet. Een optimale organisatorische voorbereiding houdt voor het ROC van Twente een noodzakelijke kwaliteitsslag in, omdat vanaf 20142015 en in de jaren daarna voor duizenden studenten examens moeten worden georganiseerd. Deelnemen aan pilotexamens betekent voor de teams dat zij studenten aanmelden voor de centrale afname van een deel van het vakgebied Nederlandse taal (lezen en luisteren) en voor het gehele vakgebied rekenen. Voor de aanmelding, planning, afname en alle administratieve taken ten aanzien van de logistiek en interne en externe gegevensuitwisseling functioneert sinds 2013 een speciaal daarvoor ingericht Servicepunt Centrale Examinering. Begin 2013 is dit servicepunt bemand met twee medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het hele proces van aanmelding tot en met de externe terugmelding van de gemaakte examens en interne terugkoppeling van de uiteindelijke resultaten. Knelpunt bleek de bezetting van het servicepunt. In 2014 wordt ingezet op uitbreiding van de formatie met 0,5 fte om enerzijds de werkdruk te verlagen en anderzijds vervanging structureel te kunnen regelen. Enkele onderdelen van het proces kunnen eveneens verbeterd worden. Daarbij gaat het vooral om de aanmelding van studenten met dyslexie en de surveillance. Voor beide worden in 2014 acties in gang gezet. In het kalenderjaar 2013 zijn er drie keer zes weken (P3 en P4 van cursusjaar 2012-2013 en P2 van cursusjaar 2013-2014) ingeroosterd waarin studenten konden deelnemen aan een pilot centrale examinering.
6
76
Pilotexamens staan voor de landelijk georganiseerde centrale examens; instellingsexamens staan voor de door de eigen instelling ontwikkelde examens voor Nederlandse taal en rekenen.
Resultaten van de centrale examens De resultaten voor de verschillende examens vertoonden amper een noemenswaardige ontwikkeling. Het gemiddelde cijfer voor Nederlands 2F is gestegen met 0.32; de resultaten voor Nederlands 3F en Rekenen 2F zijn licht gedaald met 0.02 (Ned 3F) respectievelijk 0.08 (Rek 2F). Vergeleken met het landelijk resultaat, blijft ROC van Twente bovengemiddeld scoren met uitzondering van het gemiddelde cijfer voor Nederlands 3F. Een punt van zorg zijn de resultaten voor Rekenen 3F. Het gemiddelde eindcijfer is licht gestegen (met 0.25 punt) maar qua stijging achtergebleven bij de landelijke ontwikkeling. Bovendien is het percentage deelnemers met een voldoende voor rekenen 3F licht gedaald van 32% naar 31,5%.
Deelname aan de pilotexamens Het aantal deelnemers aan pilotexamens Nederlands en rekenen is in 2013 ten opzichte van 2012 bijna verdubbeld van 4548 naar 8756. De sterkste stijging vond plaats met 163% bij de rekenexamens, respectievelijk van 738 naar 1930 (Rek 2F) en van 803 naar 2129 (Rek 3F). De examens Nederlands stegen gemiddeld met 56% van 1501 naar 2316 (Ned 2F) en van 1506 naar 2381 (Ned 3F).
Benutting van de examenperiodes Daarnaast vond er een verschuiving plaats qua benutting van de examenperiodes in het jaar. In 2013 steeg het aantal deelnemers in de periode vlak voor de zomervakantie (P4) van 891 naar 3711, een toename van meer
dan 300%. Het aantal deelnemers in de periode direct na de kerstvakantie daalde van 2088 naar 1814. Ook de eerste periode van het nieuwe cursusjaar 2013-2014 (P2) vertoonde een aanzienlijke stijging. In het cursusjaar bestond de mogelijkheid om voor het hele jaar aan te melden. De cijfers wijzen op een tendens waarbij teams vooral studenten aanmelden voor de eerste (P2) en derde periode (P4). Hierdoor wordt de tweede periode (P3) onderbenut.
Resultaten van de centrale examens
2012 Cijfer land
2013 Cijfer ROC
Cijfer land
Cijfer ROC
Ned 2F
6,50
6,70
6,63
7,02
Ned 3F
5,87
5,90
5,92
5,88
Rek 2F
5,00
5,75
5,00
5,67
Rek 3F
4,00
4,75
5,00
5,00
Benutting van de examenlocaties ROC van Twente kent twee afnamelocaties voor de centrale examinering. De aanmeldingen en afnames laten ook zien dat de locatie Gieterij in Hengelo met een groei van het aantal examendeelnemers van 2829 naar 5219 ruim voorloopt op de locatie Wierdensestraat in Almelo. Daar is een groei zichtbaar van 1719 naar 3537 examendeelnemers. Benutting van de examenperiodes 4000
3711
3500
3231
3000 2500 2000
3000 2500
2000
1925
1500 2012 2013
1147
1054
1000
500
1814
851
0
891
1000
354
391 271
Ned 3F (2012)
670
546
467
Ned 2F (2012)
1097 833
1569
1500
1459
1327
655 2088
Totaal Voldoende Onvoldoende
Deelname aan pilotexamens
Rek 2F (2012)
257
Rek 3F (2012)
Ned 2F (2013)
Ned 3F (2013)
Rek 2F (2013)
Rek 3F (2013)
500 0
P3
P4
P2
77
3 Helderheid
I
In deze paragraaf leggen we verantwoording af over de juiste toepassing van de bekostigingsvoorwaarden. We doen dit op basis van de onderwerpen van de nota ‘Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie’.
Uitbestedingen
Bij uitbestedingen gaat het om het uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestatie. In het kader van het bekostigde onderwijs heeft ROC van Twente tegen betaling onderwijsactiviteiten uitbesteed aan de volgende instellingen of organisaties: • SBK Advies en Trainingen BV te Helmond (diverse (MBO) Colleges) • OVD Educatie Uitgeverij B.V. (Economie) • Retail training.nl ( Economie) • Ocaro (Economie) • SMEOT (Techniek) • Innovam Groep (Techniek) • Diverse Verkeersscholen (Techniek) ROC van Twente houdt toezicht op de inhoud en de kwaliteit van de opleiding. De aard en reikwijdte van de uitbestedingen zijn contractueel vastgelegd.
Investeringen in private activiteiten Bij investeringen in private activiteiten wordt de rijksbijdrage ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of worden publieke middelen anderszins geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. ROC van Twente heeft in 2013 geparticipeerd in de volgende privaatrechtelijke vennootschappen:
78
• Campus Business Center BV te Hengelo: hierin wordt geparticipeerd vanuit onze medeverantwoordelijkheid het ondernemerschap onder jonge mbo’ers te stimuleren. • ROC van Twente Flex BV te Hengelo: met ingang van 1 april 2009 is hierin een deel van onze tijdelijke arbeidscontracten ondergebracht. • Coöperatie Scholingsboulevard Enschede: deze is opgericht door het Stedelijk Lyceum, Bonhoeffer College en ROC van Twente om een goede aansluiting van vmbo op het mbo te bevorderen en daardoor voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Het onderwijsconcept voorziet in een samenwerking tussen de bovenbouw van de opleiding vmbo-BBL en mbo niveau 2. In 2012 is duidelijk geworden dat duurzame voortzetting ongewenst is, gegeven de structurele verliesgevende exploitatie. In dit kader is in december 2012 de liquidatie / ontmanteling in gang gezet. De verwachting is dat de liquidatiefase in het voorjaar van 2014 zal worden afgerond. • Coöperatie CIVO: dit is een samenwerking tussen het ROC Aventus, Saxion Hogeschool en ROC van Twente. Via deze coöperatie worden de verpleegkundige vervolgopleidingen aangeboden. • Coöperatie Centrum voor Innovatief Vakmanschap Techwise Twente U.A.: dit is een samenwerking tussen de Vereniging Regionale Elektro en Metaalopleidingen
West-Twente, Stichting Metaal en Electro Opleidingen Twente, Stichting STODT, de Vereniging Verenigde Maakindustrie Oost, Stichting Technologie Kring Twente en de Stichting ROC van Twente. De Coöperatie heeft als doel voldoende technisch personeel te werven en op te leiden om technologische innovaties in het bedrijfsleven mogelijk te maken (HTSM-techniek). ROC van Twente heeft in 2013 geen publieke middelen aangewend voor activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling. In alle gevallen hebben de investeringen plaatsgevonden in het kader van het realiseren van de doelstellingen van het beroepsonderwijs
Les- en cursusgelden niet betaald door de deelnemer zelf
Het is niet ons beleid les- of cursusgelden voor eigen rekening te nemen. Indien deelnemers niet zelf hun cursusgeld hebben betaald maar dit door derden is geschied, dan ligt hier in alle gevallen een schriftelijke machtiging aan ten grondslag. In 2013 hebben wij geen gelden voor eigen rekening genomen anders dan afboekingen van oninbare vorderingen ten bedrage van circa 11.000 euro. Per balansdatum staat er voor circa 1 miljoen euro aan vorderingen op les- en cursusgelden open. Per 1 maart 2013 staat hiervan nog 0,4 miljoen euro open. Ten aanzien van oude vorderingen geldt een stringent incassobeleid.
Uitstroom deelnemers relatief kort na 1 oktober en 1 februari Het is niet ons beleid deelnemers kort na 1 oktober en 1 februari uit te schrijven. Wij hebben de lijst met deelnemers op verzoek beschikbaar, waarbij de reden van uitstroom per deelnemer wordt vermeld.
Uitstroom deelnemers tot en met december
Uitstroom deelnemers februari
486
200 368
273
239
2013
222
277
128
103
94
69
2012 uitstroom met diploma
2013 uitstroom zonder diploma
97
2012 instroom
Deelnemers die tijdens het schooljaar veranderen van opleiding Deelnemers worden in alle gevallen ingeschreven en voor bekostiging in aanmerking gebracht op de opleiding die op dat moment daadwerkelijk wordt gevolgd. Het is niet te voorkomen dat deelnemers tussentijds van opleiding veranderen. In deze gevallen wordt intern aan alle administratieve verplichtingen voldaan. Op basis van de twee teldata (01-10-2013 en 01-02-2014) zijn in totaal 851 deelnemers veranderd van opleiding (603 vorig jaar).
Horizontale, in de tijd verspreide, stapeling van diploma’s Per deelnemer tellen wij maximaal één diploma per kalenderjaar voor bekostiging mee. Het komt echter voor dat deelnemers, gespreid in de tijd, meer dan eens gediplomeerd worden, waarbij het diploma vervolgens opnieuw voor bekostiging in aanmerking wordt gebracht. In 2013 is van 30 deelnemers (vorig
79
jaar 28) een diploma bekostigd waarvan in 2012 –op hetzelfde niveau- een diploma voor bekostiging in aanmerking is gebracht. Dit is in alle gevallen gebeurd binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving.
Bedrijfsgerichte trajecten BBL ROC van Twente ontwikkelt bedrijfsgerichte trajecten BBL waarin met het bedrijfsleven en not-for-profit instellingen wordt samengewerkt om adequaat te kunnen inspelen op de regionale behoefte. Het betreft in alle gevallen deelname aan een reguliere in het Crebo geregistreerde opleiding met het oogmerk het traject met succes (diploma) af te ronden. Meerkosten worden alleen dan in rekening gebracht als sprake is van een extra inspanning op verzoek van het bedrijf of de instelling.
Geïntegreerde trajecten educatie en beroepsonderwijs Wij stimuleren deelnemers die zijn ingeschreven bij het College voor Educatie, om ook een beroepsopleiding te volgen. Hierdoor vergroten zij hun kansen op de arbeidsmarkt. In 2013 is hoofdzakelijk sprake geweest van opeenvolgende trajecten: 92 deelnemers (vorig jaar 123) zijn na afronding van het educatietraject ingestroomd in een reguliere beroepsopleiding. Van 55 deelnemers (vorig jaar 54) is er gelijktijdig sprake geweest van twee bekostigingsstromen (dit betreft zowel Educatie als VAVO). Inzake de inschrijving in de beroepsopleiding is aan alle relevante bekostigingseisen voldaan.
80
4 Toekomst Presteren met Plezier en Passie. Dat is de titel van onze strategienotitie voor de periode 2012-2015. Deze strategienotitie bepaalt het kader van waaruit wij de komende jaren opereren en in 2014 zitten we middenin de vierjaren periode van onze strategienotitie. In “Presteren met Plezier en Passie” zijn de volgende uitgangspunten benoemd: • Gedegen en goed georganiseerd onderwijs; • Prestaties verantwoorden en verbeteren; • Uitblinken is presteren (voor studenten); • De professionele lat gaat omhoog (voor medewerkers); • Slagkracht tonen; • De Twentse aanpak.
P
Ook in 2014 willen we verder inzetten op en investeren in de strategische uitgangspunten. Met de aanstaande invoering van Focus op Vakmanschap, het onderzoek naar de Staat van de Instelling in het voorjaar 2014 en de afspraken in het Nationaal Onderwijsakkoord zal komend jaar veel aandacht uitgaan naar de strategische uitgangspunten inzake gedegen en goed georganiseerd onderwijs en het hoger leggen van de professionele lat. Daarnaast houden wij voldoende aandacht voor de andere strategische uitgangspunten. De begroting 2014 wordt voor een deel bepaald door de
sectorbrede invoering van ‘Focus op Vakmanschap’. Met ingang van het lopende schooljaar 2013-2014 heeft dit al geleid tot het verhogen van de urennorm BBL van 300 uur naar 850 uur per jaar. Voor de onderwijstijd betekent dit dat minimaal 200 uur theorieles moet worden gegeven aan de BBL studenten. Dit vraagt aanpassingen van studenten, docenten en hun roosters. Vanaf schooljaar 2014-2015 volgen ook de BOL-opleidingen met een verhoging van de urennorm van 850 uur naar 1.000 uur per jaar. Voeg daarbij de invoering van de nieuwe kwalificatiedossiers en het is duidelijk dat 2014 een jaar wordt waarin onze formatie toeneemt. Een deel van deze toename zal tijdelijk zijn, totdat de nieuwe opleidingsprogramma’s vorm hebben gekregen en ingevoerd zijn. Ook in 2014 zal het vorige regeerakkoord, najaar 2012, nog mede bepalend zijn voor onze agenda met als belangrijkste speerpunten de verbetering van onze basiskwaliteit, meer aandacht voor professionele ontwikkeling en aansluiting realiseren bij innovaties in het onderwijs. Op 19 september 2013 is het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) tot stand gekomen. Hierin zijn afspraken gemaakt aangaande de volgende vijf thema’s: • De inhoud en kwaliteit van het onderwijs; • De beste onderwijsgevenden (blijven) interesseren voor het onderwijs; • Arbeidsvoorwaarden; • Verhouding tussen overheid en het onderwijsveld; • De besturing van en binnen het onderwijs. Wij voelen ons met bovenstaande thema’s gesterkt in onze eigen ambities ten aanzien van de professionele ontwikkeling van onze medewerkers en de daarmee gepaard gaande waardering. De huidige studentenpopulatie is met circa 18.600 iets lager dan het afgelopen jaar. Wel is een duidelijke verschuiving zichtbaar van BBL naar BOL. Belangrijkste reden hiervoor lijkt de economische crisis. Op basis van de huidige studentenpopulatie en een actualisatie van de meerjaren studentenprognose is begroot dat het aantal studenten de komende jaren stabiel blijft. Dit verschaft ons de financiële ruimte om een bestendige meerjarenbegroting op te stellen en groei en krimp binnen de (MBO) Colleges op elkaar af te stemmen.
81
Aan de hand van het nieuwe meerjaren formatieplan constateren we dat het natuurlijk verloop voldoende ruimte biedt om op instellingsniveau invulling te geven aan ons beleid om onze ‘excellente’ docenten door te laten groeien en te waarderen. Blijft het aantal BOL-studenten op het huidige, relatief hoge, niveau dan betekent dit een relatieve toename van onze formatie. Vanaf 2014 zullen de resultaten hierdoor onder druk blijven staan maar dat over een periode van vijf jaar. Het cumulatieve resultaat over een periode van vijf jaar biedt echter voldoende ruimte voor het verstevigen van onze nu al solide financiële positie. Daarbij moeten we wel een slag om de arm houden als het gaat om de gevolgen van de invoering per 1 januari 2015 van het nieuwe bekostigingsmodel ‘Cascade’.
Begroting 2014 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
(in duizenden euro’s) Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Lesgelden Baten werk in opdracht voor derden Overige baten
134.664 2.300 2.200 2.776 5.318
Totaal baten 4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
147.258
108.662 12.280 9.730 14.525
Totaal lasten
145.197
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
6 7
Resultaat Belastingen Resultaat deelnemingen Nettoresultaat
82
2.061 -2.870 -809 0 0 0 -809
5 Continuïteit Voor het ROC van Twente gelden drie hoofdthema’s bij de meerjaren formatieplanning: • matching overformatie Educatie; • verhouding LB:LC naar 1:1 en terugbrengen formatie ondersteuning (in relatie tot gezonde verhouding onderwijs; • ondersteuning => minimaal 70% onderwijs en maximaal 30% ondersteuning). In het meerjarenformatieplan zijn ook de effecten van Focus op Vakmanschap doorgerekend Door het aanstaande natuurlijk verloop in ons personeel zijn we flexibel genoeg om schommelingen in studentenaantallen adequaat op te vangen. Eventueel met gebruikmaking van tijdelijke contracten in onze flexibele schil.
V
Telden we in het schooljaar 2010 / 2011 het grootste aantal inschrijvingen uit onze historie, de afgelopen jaren zijn de studentenaantallen weer gedaald naar een ‘normaler’ niveau. Voor het schooljaar 2013 / 2014 schrijven wij circa 18.600 studenten in. De daling is conform onze verwachtingen en wordt veroorzaakt door een verdere afname van het aantal studenten in de bedrijfsgroepen (beroepsbegeleidende leerweg), daartegenover staat een stijging van het aantal BOL-studenten. Door de verschuiving van BBL- naar BOL-opleidingen voorzien wij voor 2014 nog wel een
Kengetal (stand 31/12)
2013
Begroting 2014
Verwachting 2015
Verwachting 2016
Personele bezetting Management / Directie Pedagogisch / didactisch Ondersteunende functies
32
32
32
32
1.102
1.084
1.092
1.092
446
446
430
422
1.580
1.562
1.554
1.546
BOL
13.462
13.701
13.848
13.995
BBL
5.155
5.361
5.261
5.211
18.617
19.062
19.109
19.206
Totaal personeel Studentenaantallen 1/10
Totaal studenten
voorfinanciering op de inputbekostiging. Echter, de daling van de bedrijfsgroepen heeft ook een nadelig effect op ons diplomaresultaat (de ‘outputbekostiging’) waardoor per saldo de voorfinanciering voor 2014 zo goed als nihil is. Uit de actuele meerjaren studentenprognose blijkt dat het aantal studenten voor ons ROC stabiel blijft rond de 19.000. De demografische ontwikkelingen voor Twente tonen aan dat onze doelgroep (15-20 jarigen) tot en met 2023 een lichte groei kent, waarna deze tot 2030 weer in aantal afneemt. Kijkend naar onze aangegane huisvestingsverplichtingen zien wij, bij gelijkblijvend aantal studenten, geen grote problemen. De komende jaren zullen onze baten dalen naar een niveau van circa € 140 miljoen. Deze daling laat zich onder andere verklaren door een afname van de rijksbijdragen als gevolg van een daling van het aantal studenten naar het normale niveau van circa 19 duizend studenten, maar wordt enigszins getemperd door de verschuiving van BBL naar BOL. Daarnaast nemen binnen onze Educatietak de WEB budgetten
83
Staat / Raming van Baten en Lasten Omschrijving
2013
Begroting 2014
Verwachting 2015
Verwachting 2016
in € *1000
in € *1000
in € *1000
in € *1000
Baten 131.684
134.664
133.200
Overige overheidsbijdragen en subsidies
Rijksbijdrage
3.906
2.300
1.400
1.400
Lesgelden
2.315
2.200
2.200
2.200
Baten werk in opdracht voor derden
5.714
2.776
2.600
2.500
Overige baten
3.535
5.318
5.300
5.300
147.154
147.258
144.700
141.100
Totaal baten
129.700
Lasten Personele lasten
104.946
108.662
104.600
102.900
Afschrijvingen
11.855
12.280
12.400
12.500
Huisvestingslasten
10.778
9.730
9.400
9.100
Overige lasten
15.724
14.525
14.600
14.300
143.303
145.197
141.000
138.800
3.851
2.061
3.700
2.300
-3.271
-2.870
-2.700
-2.600
580
- 809
1.000
- 300
48
0
0
0
628
- 809
1.000
- 300
Totaal lasten Saldo Baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaten deelnemingen Totaal resultaat
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering (gecorrigeerd voor effect voorfinanciering) Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Voorfinanciering / nafinanciering Genormaliseerd resultaat uit gewone bedrijfsvoering
84
628
-809
1.000
-300
-450
41
-2.100
-1.300
178
-768
-1.100
-1.600
waarschijnlijk de komende jaren fors af. Als het Educatie budget voor de gemeenten een zogeheten doeluitkering wordt, dan betekent dit dat de gemeenten vanaf 2015 vrij zijn om te kiezen welke ‘leverancier’ zij kiezen voor Educatie. Hiermee worden de toekomstige baten voor Educatie een stuk onzekerder. Het College van Educatie speelt hier op in door een aantal maatregelen te treffen. Ten eerste zal de organisatiestructuur van het college worden vereenvoudigd. Verder zal voor een aantal docenten worden bekeken of zij binnen het ROC van Twente een andere aanstelling kunnen krijgen. Ook voor het College voor Educatie geldt dat de huisvestingskosten omlaag moeten naar een niveau dat in verhouding staat tot de gedaalde omzetten. De komende jaren zal hierop worden gestuurd. Daarnaast wordt blijvend geïnvesteerd in de relatie met de gemeenten opdat zij goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden die ROC van Twente i.c. het College voor Educatie kan bieden. Bovenstaande maatregelen zijn door het College voor Educatie vastgelegd in de meerjarenbegroting ‘Een realistische kijk op de toekomst’. Hieruit blijkt dat Educatie tot en met 2016 geen sluitende begroting kan overleggen. In 2014 zal verder worden bekeken wat de toekomstperspectieven zijn voor dit College, uiteraard rekening houdend met de toegevoegde waarde voor ons ROC, maar vooral voor jongeren die dreigen uit te vallen en jong volwassenen. De kosten van huisvesting zijn en blijven een belangrijk aandachtspunt. In 2013 hebben de vorig jaar aangekondigde verhuisoperaties plaatsgevonden naar met name onze nieuwe locatie in Enschede, de Wethouder Beversstraat. Door het sluiten van de gehuurde locaties
in Hengelo (Dikkers) en Enschede (Schuttersveld) is de bezettingsgraad van de andere (eigendoms-)locaties verbeterd. In onze meerjarenramingen houden wij rekening met een verdere reductie van de kosten van circa 0,6 miljoen euro. Deze daling is mede bereikt door het aflossen van een tweetal leningen eind 2013 en de lage rentestand, waardoor bij renteherzieningen de rentelast aanzienlijk daalt. Ook zal een aantal huurcontracten bij Educatie niet worden voortgezet of in kleinere omvang. In de begroting 2014 zijn geen ontvangsten ingerekend voor de verkoop van het onderwijsgebouw aan de Hengelosestraat. Gezien de beperkte ontwikkelingsmogelijkheden van het bestaande gebouw is besloten om het pand te slopen om zo verkoop van het bouwterrein te bespoedigen. Alvorens tot sloop kan worden overgegaan, dient eerst het aanwezige asbest op een verantwoorde wijze verwijderd te worden.
Treasury Ons treasurybeleid is beschreven in het treasurystatuut. Aan de basis van dit treasurystatuut ligt het financieringsplan, dat is opgesteld in het kader van de financiering van de (strategische) huisvestingsplannen.
BALANS 2013
Verwachting 2015
Verwachting 2016
Activa Vaste activa Materiële Vaste Activa Financiële Vaste Activa
Vlottende Activa Totaal Activa
137.723
133.600
128.900
125.100
6.079
5.800
5.600
5.400
143.802
139.400
134.500
130.500
27.537
26.100
28.000
29.700
171.339
165.500
162.500
160.200
67.466
68.100
69.000
68.600
1.640
0
Passiva Eigen vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve Publiek Bestemmingsreserve Privaat
Voorzieningen
Doelstelling van het treasurybeleid is het waarborgen van de financiële continuïteit. Belangrijke activiteiten in dit kader zijn onder meer het behouden van voldoende solvabiliteit en liquiditeit en het beheersen van risico’s. Onze eerdergenoemde financiële kaders (zie ook pagina 72) zijn onder andere hiertoe opgesteld. Met het oog op de financiering van onze huisvestingsplannen is in het verleden voor circa 96 miljoen euro aan financiering
Begroting 2014
2.883
3.100
3.200
3.300
71.989
71.200
72.500
71.900
4.119
3.700
1.400
1.400
Langlopende schulden
63.500
63.500
61.500
61.500
Kortlopende schulden
31.731
27.100
27.400
25.400
171.339
165.500
162.500
160.200
42,0
43,0
44,6
44,9
Totaal passiva Sovabiliteit (%)
85
vastgelegd. Op deze leningen wordt jaarlijks circa 3,6 miljoen euro afgelost. In 2013 hebben we aanvullend 10 miljoen euro extra afgelost. Dit was mogelijk omdat we over voldoende liquiditeit beschikten en we de mogelijkheid hadden om deze leningen nominaal af te lossen. Door deze extra aflossing wordt de solvabiliteit verbeterd en de rentelast in de komende jaren verlaagd met cumulatief circa 1 miljoen euro. Onze liquiditeitspositie zal ondanks deze extra aflossing komende jaren niet onder bepaalde minimumgrenzen komen en zelfs in een ongunstig scenario blijven we nog ruim boven de minimumgrenzen. De rente op onze leningen varieert tussen 1,03 en 4,75 procent. Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van de opgenomen leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage tot aan het moment van renteconversie. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Stichting ROC van Twente heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Voor nadere toelichting op financiële instrumenten en bijbehorende risico’s verwijzen wij naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 2013 (A1.4 op pagina 115).
Huisvestingsbeleid Na onze verhuizing naar de Wethouder Beversstraat in 2013 verwachten wij de komende jaren geen grotere verhuizingen of investeringen in vastgoed. Wel verwachten wij dat een aantal huurcontracten bij Educatie niet zal worden voortgezet of in kleinere omvang.
Mutaties in reserves, fondsen en voorzieningen In 2013 is er een bestemmingsreserve publiek deel gevormd. Als publieke activiteit wordt aangemerkt de aanvullende bekostiging OCW op grond van het Herfstakkoord 2013, dat eind december van het jaar is ontvangen. Deze gelden zullen worden aangewend voor het jaar 2014. Voor het jaar 2013 betekent dit een toewijzing van 1,6 miljoen euro aan de publieke bestemmingsreserve. In 2009 heeft een segmentatie plaatsgevonden van het eigen vermogen in een publiek deel en een privaat deel. Als private activiteiten worden aangemerkt alle contractactiviteiten die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Jaarlijks wordt de winst / verlies op deze activiteiten toegevoegd aan de bestemmingsreserve Privaat. Activiteiten die door landelijke, provinciale of locale overheden worden bekostigd worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen de tak Educatie worden in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend.
86
Voor de (komende) sloopwerkzaamheden aan de Hengelosestraat te Enschede is eind 2013 een voorziening gevormd. Het opleidingstraject chauffeurs openbaar vervoer is in 2013 door de inspectie negatief beoordeeld. Begin 2014 heeft de minister aangegeven dat zij voornemens is circa 4 miljoen van de bekostiging van dit traject terug te vorderen. Wij bestrijden de conclusie en de daaruit voortvloeiende vordering. Om in alle hieruit voortvloeiende juridische kosten en personele kosten voor eventuele hersteltrajecten te voorzien, is een bedrag van 2,3 miljoen euro in de jaarrekening opgenomen.
Financiële kaders ROC van Twente kent een aantal financiële kaders. Zij zijn gerelateerd aan onze strategische ambities én aan het risicoprofiel. De belangrijkste financiële kaders zijn: • de solvabiliteit is minimaal 30 procent; • de liquiditeit is structureel hoger dan 5 procent van de baten • de rentabiliteit is - gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering - positief; • de personeelslasten bedragen -gecorrigeerd voor effecten van voorfinanciering- maximaal 72 procent van de baten. Om de robuustheid van de financiële kaders, het financieel beleid en onze financiële positie te beoordelen, is inzicht in het risicoprofiel en het meerjarenperspectief van de organisatie noodzakelijk.
Risicoprofiel Het risicoprofiel van een instelling wordt enerzijds bepaald door de risico’s die inherent zijn aan de activiteiten
en de bedrijfsvoering van de instelling en anderzijds door de kwaliteit van de interne beheersing alsmede de mate waarin de instelling in staat is zijn kosten op korte termijn aan te passen aan de bedrijfsactiviteiten (de neerwaartse flexibiliteit van de uitgaven). Het belangrijkste risico dat wij momenteel onderkennen dat van invloed kan zijn op de financiële ruimte van onze instelling betreft de totale uitwerking van het actieplan Focus op Vakmanschap met in 2014 de verhoging van de urennorm in de BOL van 850 naar 1.000 uur en de verdere daling van Educatie- en inburgeringactiviteiten en contractactiviteiten. Deze laatste voorzien wij als gevolg van de verhoging van de urennorm in de BBL van 120 naar 200 uur en het vervallen van fiscale stimuleringsmaatregelen voor scholing van werknemers (WVA). Onzeker blijven de effecten vanaf 2015 ten gevolge van de invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek Cascade. Eerste simulatieberekeningen door het Ministerie geven aan dat, met uitzondering van het diplomaresultaat, de impact op onze genormaliseerde baten beperkt is. Voor de opleidingen in de metaaltechniek en de bouw gebruiken wij de komende jaren om de kostenstructuur van deze opleidingen beter af te stemmen op de baten. Bij het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek zien we in schooljaar 2013-2014 een duidelijke stijging van de studentenaantallen. Voor het MBO College voor Bouw, Infra & Interieur is de dalende trend nog niet gekeerd, waardoor een verdere afstemming van de kosten op de baten nodig blijft, leidend daarbij is en blijft dat wij goede perspectieven zien en deze opleidingen in Twente willen blijven aanbieden. Voor met name 2014 zal een financieel tekort binnen bei-
1
Omzet private activiteiten als percentage van de omzet
1,4%
2
Gewogen deelnemers per fte onderwijzend / direct onderwijsondersteunend personeel
12,7*
3
Gewogen aantal deelnemers per fte beroepsonderwijs
10,5*
4
Aantal fte tijdelijk personeel als percentage totaal aantal fte
5
Kosten fte in loondienst
6
Aantal m beroepsonderwijs per gewogen deelnemer
7
Overhead personeelskosten in procenten
15,4%*
8
Liquiditeit
92,7%
9
Rentabiliteit
10
M huur als percentage totale m
11
Gemiddelde huisvestingskosten per m
12
Herfinancieringsbehoefte als percentage totale jaaromzet
46,5%
13
Investeringsbehoefte als percentage totale jaaromzet
12,3%
60.916*
2
2
15,3% 8,3*
0,4% 20,0%*
2 2
127*
* Gebaseerd op MBO benchmark 2012.
de MBO Colleges nog onvermijdelijk zijn. Overigens worden deze tekorten bij het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek bijna volledig veroorzaakt door de voorfinanciering ten gevolge van de groei. Vanaf 2017 zullen beide MBO Colleges echter naar verwachting een sluitende exploitatie behalen. Ook hiermee houden wij in onze calculaties rekening.
Meerjarenbegroting De maatregelen uit het actieplan Focus op Vakmanschap zijn in de meerjarenbegroting 2014 - 2018 verwerkt. Daarnaast wordt in 2015 een overgangsbudget bepaald (nieuwe bekostiging t.o.v. oude bekostiging). Dit overgangsbudget wordt getrapt toegevoegd of gekort op de bekostiging van de instelling. De verwachting is dat dit overgangsbudget zich zal bewegen tussen de plus twee en min twee procent. Wij hebben in ons negatieve scenario de impact van min twee procent doorgerekend (vanaf de verwachte invoering in 2015), in ons optimistische scenario plus 2% en in het reële scenario 0%. Ook hebben wij
87
onze verwachtingen inzake Educatie- en inburgeringactiviteiten en contractactiviteiten in de scenario’s betrokken. Met betrekking tot het reële scenario geven onze meerjarenprognoses aan dat de solvabiliteit verder zal stijgen tot circa 45 procent. Dit is een gunstige maar ook noodzakelijke ontwikkeling aangezien de solvabiliteit van onze instelling de afgelopen jaren relatief laag was. De liquiditeit zal zich de komende jaren structureel (ruim) boven de door ons gestelde ondergrens begeven (gemiddeld tussen circa 21 en 29,5 miljoen euro). Dit reële scenario laat voor de jaren 2014 tot en met 2016 een tekort zien. Dit tekort accepteren wij vanwege de tekorten van het MBO College voor Metaal, Elektro & Installatietechniek (m.u.v. 2014), MBO College voor Bouw, Infra & Interieur en het College voor Educatie in deze jaren. Hiervoor zijn meerjarenbegrotingen opgesteld die in 2017 sluitende exploitaties voor Metaal, Elektro & Installatietechniek en Bouw, Infra & Interieur laten zien en een gering tekort voor het College voor Educatie. De cumulatieve verliezen van de genoemde (MBO) Colleges bedragen in 2014 0,6 miljoen euro, 2015 1,2 miljoen euro en in 2016 0,7 miljoen euro. Vanaf 2017 kunnen we naar verwachting weer positieve cijfers laten zien. Zoals eerder vermeld, zijn de aanvullende gelden uit het Nationaal Onderwijsakkoord van circa 1,6 miljoen euro niet meegenomen in de begroting 2014 maar zullen we ze wel ten goede laten komen aan activiteiten in 2014.
Alternatief scenario In het alternatieve ongunstige scenario zijn wij ervan uitgegaan dat het overgangsbudget van Focus op Vakmanschap leidt tot een per saldo negatief effect van twee procent op onze rijksbijdrage. Bovendien zijn wij er hierbij vanuit gegaan dat onze activiteiten inzake Educatie sneller afnemen dan nu als reëel wordt verondersteld. In het ongunstige scenario liggen onze sturingsmogelijkheden en kansen in het feit dat wij een deel van onze activiteiten flexibel hebben georganiseerd en er in de periode tot en met 2018 circa 110 vaste fte’s uitstromen in verband met de pensioengerechtigde leeftijd. Zowel in de samenstelling naar aard en omvang van de formatie als in de hoogte van de gemiddelde personeelslast biedt dit mogelijkheden. Ook in dit scenario zijn we in staat om vanaf 2017 positieve cijfers te laten zien en blijven solvabiliteit en liquiditeit in de periode 2014 - 2018 aan onze eisen voldoen. De solvabiliteit prognosticeren we ultimo 2018 in dit ongunstige scenario op circa 38 procent terwijl de liquiditeit uit zal komen op circa 21 miljoen euro. Hiermee houden we op korte en lange termijn voldoende ruimte in onze liquiditeiten om eventuele tegenvallers op te vangen.
88
Kortom, wij concluderen dat in het ongunstige scenario waarin een cumulatief effect is doorgerekend van diverse potentieel nadelige ontwikkelingen onze weerstandscapaciteit en onze financiële buffers toereikend zijn en ons in staat stellen onze bedrijfsvoering aan te passen aan de gewijzigde marktomstandigheden.
Overige rapportages In hoofdstuk B1 op pagina 19 en verder vindt u de rapportage over de aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem. Het risicoprofiel is opgenomen in de paragraaf over continuïteit op pagina 86. De rapportage van de Raad van Toezicht is opgenomen in een apart hoofdstuk op pagina 97.
89
90
D
Klachtenafhandeling en vertrouwenswerk
91
1 Klachtenafhandeling ROC van Twente hanteert sinds 1 januari 2005 de Handleiding Klacht en Bezwaar. Deze handleiding behelst alle reglementen van de diverse klacht-, bezwaar- en beroepscommissies waarop zowel de deelnemers alsook de medewerkers een beroep kunnen doen. Binnen onze organisatie zijn ter behandeling van deze klachten de volgende commissies ingesteld: • Interne Geschillencommissie • Commissie Ongewenste Omgangsvormen • Commissie van Beroep voor de Examens • Commissie Studentenzaken Alle commissies worden ondersteund door het secretariaat Klacht en Bezwaar. In 2013 zijn bij het secretariaat Klacht en Bezwaar in totaal 31 geschriften ingediend, 11 meer dan in 2012. Deze zijn vervolgens conform de reglementen uit de handleiding doorgeleid. Het betrof: • Eén geschrift op grond van het reglement van de Interne Geschillencommissie. Het geschrift is door de indiener ingetrokken. • Zes geschriften op grond van het reglement van de Commissie van Beroep voor de Examens. In twee gevallen heeft dit geleid tot een niet-ontvankelijk verklaring door de Commissie van Beroep voor de Examens. Eén geschrift is door de indiener ingetrokken. Afhandeling van de verdere geschriften heeft niet geleid tot een beroep bij voornoemde commissie. • 24 geschriften op grond van het reglement van de Commissie Studentenzaken. Zes geschriften zijn door de Commissie Studentenzaken in behandeling genomen. Eén beroep is door de commissie gegrond verklaard. Bij één beroep heeft de commissie geadviseerd een gemotiveerd besluit aan de indiener te laten toekomen zonder toe te komen aan de vraag of het beroep gegrond of ongegrond is. Dit advies is door het bevoegd gezag opgevolgd. Eén beroep is door de commissie ongegrond verklaard. Eén beroep is door de commissie niet-ontvankelijk verklaard. Twee geschriften zijn door de indieners ingetrokken. Afhandeling van de verdere geschriften heeft niet geleid tot een beroep bij deze commissie.
R
92
Vanuit de Landelijke Ombudslijn MBO zijn er in 2013 3 klachten naar ons doorgeleid. De klachten zijn conform onze procedure door de betreffende MBO Colleges in behandeling genomen en naar tevredenheid van de indieners van de klacht afgehandeld. In 2013 zijn 4 procedures gestart bij één van de commissies die in stand worden gehouden door de Stichting Onderwijsgeschillen. De Commissie van Beroep Bve heeft één beroep gegrond en één beroep ongegrond verklaard. Bij deze commissie is één beroep in behandeling, waarvan de uitspraak in het jaar 2014 zal volgen. Bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs is eveneens één klacht in behandeling, waarvan het advies op de klacht in het jaar 2014 zal volgen. Er zijn geen geschriften ontvangen gericht aan de Commissie Ongewenste Omgangsvormen. Naast de formele procedures zijn ook anderszins klachten ontvangen die door middel van een daartoe ontwikkeld klachtenformulier door het College van Bestuur en de (MBO) Colleges zijn geregistreerd. In totaal zijn via deze weg 72 klachten ontvangen, die in samenspraak met betrokkenen zijn afgehandeld. De klachten hadden onder meer betrekking op onderwijsinhoud, in- of uitschrijving, schorsing, BPV en schoolkosten. Geen enkele klachtafhandeling heeft geleid tot een gerechtelijke procedure.
2 Vertrouwenswerk Vertrouwenswerk heeft in 2013 voorlichting gegeven aan: - 4 groepen (eerstejaars)studenten van de opleidingen Verzorging niveau 3 (Almelo) 2 groepen van de AKA opleidingen (Almelo en Enschede) - Nieuwe medewerkers • In 2013 zijn zes nieuwe Vertrouwenscontactpersonen aangesteld ter vervanging van vertrekkenden. Het aantal vertrouwenspersonen was op 31 december 2013: 21, inclusief de centrale vertrouwenspersoon. Er zijn nog twee vacatures in te vullen. • De vertrouwens(contact) personen hebben dit jaar op de volgende wijze gewerkt aan gemeenschappelijk overleg/deskundigheidsbevordering: - Vier bijeenkomsten met thema’s als vindbaarheid van vertrouwenswerk, afstemming over contacten met andere diensten/functionarissen binnen het ROC (o.a. loopbaancentrum, beveiliging, pedagogisch personeel en management). Tijdens deze bijeenkomsten kwam ook casuïstiek bespreking aan de orde met accent op de rolverantwoordelijkheid en – afbakening van de vertrouwenspersonen. - Eén workshop, verzorgd door de externe vertrouwenspersoon in samenwerking met een externe trainer, over wet- en regelgeving met betrekking tot vertrouwenswerk en gespreksvoering.
V
- De centrale vertrouwenspersoon, ondersteunende P&O medewerker en een aan vertrouwenswerk gelieerde specialist van het Loopbaancentrum hebben deelgenomen aan twee verschillende congressen over pestgedrag. • In 2013 is 50 maal een beroep gedaan op een vertrouwens(contact)persoon (24 maal door studenten, 22 maal door een medewerker en 4 maal door externe personen). Hiervan behoorden 7 zaken niet tot een van de gebieden van het vertrouwenswerk. • In 17 gevallen bestond de ondersteuning vanuit vertrouwenswerk uit advisering en/of doorverwijzing naar loopbaancentrum, leidinggevende of anderszins in verband met persoonlijke problemen, huiselijk geweld of anderszins. • In 2 gevallen is gebruik gemaakt van actieve bemoeienis van de externe vertrouwenspersoon. In een aantal andere zaken kon volstaan worden met consultatie van de centrale vertrouwenspersoon bij de externe vertrouwenspersoon. • Met het College van Bestuur is afgesproken ook personele zaken die strikt genomen niet tot de werksfeer van het vertrouwenswerk behoren, maar daar wel terecht komen, gemeld worden bij de centrale vertrouwenspersoon, die deze zaken behandelt en zo nodig overdraagt aan de externe vertrouwenspersoon. Dit heeft zich twee maal voorgedaan. De uitwerking van deze afspraak zal geëvalueerd worden. • Onderwerpen die met name voorkwamen waren: ongewenste omgangsvormen neigend naar intimidatie, pesten, seksueel getinte opmerkingen. Er zijn geen meldingen gedaan van discriminatie. • In situaties met pestgedrag wordt gesignaleerd dat er naast de gebruikelijke manieren van pesten in de vorm van het maken van pestende/kwetsende opmerkingen en het uitsluiten van mensen, ook vaak gebruik gemaakt wordt van social media, met name door studenten. (o.a. het zonder toestemming verspreiden van beeldmateriaal, vervelende opmerkingen plaatsen over een ander en roddelen via social media). Zowel onderwijzend personeel, leidinggevenden als vertrouwenscontactpersonen hebben herhaaldelijk aangegeven het lastig te vinden adequaat met pestgedrag om te gaan. • In klassensituaties met pesten is vanuit het vertrouwenswerk meerdere malen succesvol gehandeld
93
•
• •
•
•
volgens de principes van de zogenaamde “vijf sporen aanpak”. Vanuit vertrouwenswerk is - samen met het loopbaancentrum - via de klankbordgroep onderwijs en kwaliteitszorg een voorstel gedaan aan het B&M/ College van Bestuur voor een ROC-brede pestaanpak. Voorlopig heeft het College van Bestuur besloten geen ROC-brede pestaanpak in te voeren, maar te volstaan met een kort pestprotocol met verwijzingen naar voorliggende instrumenten als huis-en gedragsregels, beleid inzake schorsing en verwijdering en klacht- en bezwaar procedures. Dit voorlopig besluit ligt in de vorm van een pestprotocol met bijlagen nog bij de OR ter instemming. Er zijn in 2013 bij het vertrouwenswerk geen zaken gemeld waarvoor een verplichte incidentregistratie geldt. Er is in 2013 inzake meldingen die bij vertrouwenswerk waren gedaan - voor zover bekend -geen klacht ingediend bij een klachtencommissie dan wel ondersteuning vanuit vertrouwenswerk geweest bij het indienen van een klacht. Van de 22 personeelsleden die contact zochten met vertrouwenswerk kwam een deel voor advies inzake omgang met (klasse)situaties, voornamelijk met pestgedrag. In 6 gevallen ging het om onvrede over gedrag/beleid van een leidinggevende/managementteam. Door meerdere personen ( zowel personeel als studenten) is opgemerkt dat de vertrouwens(contact) personen slecht vindbaar zijn. Hieraan is en wordt in nauwe samenwerking met de afdeling communicatie veel aandacht besteed.
Vooruitziend
Op basis van de huidige ontwikkelingen zal in 2014 verder aandacht besteed dienen te worden aan: • Verdere professionalisering van vertrouwenspersonen en andere functionarissen met name ten aanzien van pestaanpak. • Nog betere inzet van beschikbare communicatiemiddelen om ervoor te zorgen dat vertrouwenswerk voor studenten en medewerkers bekend en makkelijk bereikbaar is. • Gepaste aandacht voor “personele zaken” die op de grens van vertrouwenswerk/arbeidsconflict plaats vinden.
94
95
96
E
Verantwoording Raad van Toezicht 2013
1 Verantwoording Raad van Toezicht 2013
D
De Raad van Toezicht van het ROC van Twente houdt (integraal) toezicht op het beleid van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen het ROC van Twente. De Raad van Toezicht staat het College van Bestuur met raad ter zijde en fungeert als klankbord.
Het jaar 2013 was voor het ROC van Twente opnieuw een goed jaar. De Raad van Toezicht is blij met de scores op het gebied van VSV (voortijdig schoolverlaters), de diplomaresultaten, de onderwijskwaliteit en niet te vergeten: de toegenomen medewerkerstevredenheid. Bovendien is het ROC van Twente een financieel gezonde instelling. De Raad van Toezicht is zich zeer wel bewust van het feit dat de inzet van alle medewerkers van ons ROC ook in het jaar 2013 weer heeft bijgedragen aan het welzijn van het ROC van Twente. De Raad van Toezicht dankt hen voor hun inzet, enthousiasme en betrokkenheid, die verdere ontwikkeling en profilering van ROC van Twente mogelijk maken. Deze verantwoording bevat de volgende onderdelen: 1. Samenstelling Raad van Toezicht 2013 2. Rooster van Aftreden 3. Nevenfuncties leden Raad van Toezicht 4. Commissies Raad van Toezicht
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Vergaderingen Raad van Toezicht Scholing Raad van Toezicht Bezoldiging Raad van Toezicht Uitgangspunten van handelen Raad van Toezicht Samenstelling, functioneren en bezoldiging College van Bestuur Onderwerpen behandeld en te behandelen in de Raad van Toezicht Relatie met Ondernemingsraad en Centrale Deelnemersraad Platform Raden van Toezicht Overleg met de accountant Zelfevaluatie Klokkenluidersregeling Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht Code ‘Goed bestuur in de BVE sector’ Checklist mbo-instellingen verantwoording governance in het geïntegreerd jaardocument
1.1 Samenstelling Raad van Toezicht in 2013 De Raad van Toezicht van de Stichting ROC van Twente was in het jaar 2013 als volgt samengesteld: • de heer P. van Buuren (eigenaar Vanbuuren Beheer BV); • de heer H.F.X. Geerdink MPM (bestuurder Victas); • mevrouw I.W.G. Harmelink MBA-H (Raad van Bestuur Zorgaccent); • mevrouw Drs. W.M. van Ingen (voorzitter Raad van Bestuur Nijsingh Advocaten-Notarissen N.V.) • de heer J.A.N. Mos (directeur Personeel & Organisatie Apollo Vredestein B.V.). • de heer G. Stemerding (voormalig bestuurder AOB) (zetel recht voordracht Ondernemingsraad) • mevrouw ir. W. Toering-Keen (lid Raad van Bestuur GGN (Groep Gerechtsdeurwaarders Nederland);
97
Lid Raad van Toezicht P. van Buuren H. Geerdink I. Harmelink J. Mos G. Stemerding W. Toering W. van Ingen
Infunctietreding 30 juni 2008 30 juni 2008 1 januari 2011 1 januari 2011 5 september 2011 29 oktober 2012 13 juni 2013
Herbenoemd 25 februari 2013 25 februari 2013
Termijn tweede tweede eerste eerste eerste eerste eerste
Aftredend medio 2016 medio 2016 28 mei 2014 17 februari 2014 september 2015 oktober 2016 medio 2017
Mevrouw Harmelink en de heer Mos zijn in verband met verplichtingen bij de organisatie waaraan zij verbonden zijn, teruggetreden uit de Raad van Toezicht. De vacature voor voorzitter van de Raad van Toezicht was op 1 januari 2013 vacant. Na overleg binnen de Raad van Toezicht is eind december 2012 besloten de heer H.F.X. Geerdink met ingang van 1 januari 2013 tijdelijk te benoemen als voorzitter van de Raad van Toezicht. De vacature voor voorzitter van de Raad van Toezicht is in het najaar van 2012 vrijgegeven en er zijn binnen de Raad van Toezicht afspraken gemaakt over de werving- en selectieprocedure. Via publieke werving en met ondersteuning van een werving- en selectiebureau is aan de hand van een profiel - dit profiel heeft van de Ondernemingsraad en de Centrale Deelnemersraad een positief advies ontvangen - de vacante functie inmiddels ingevuld. Per 13 juni 2013 is mevrouw W.M. van Ingen benoemd in de functie van voorzitter van de Raad van Toezicht. Mevrouw Van Ingen is in het dagelijks leven sinds 2009 voorzitter van de Raad van Bestuur van Nijsingh Advocaten-Notarissen. In de jaren daarvoor heeft zij diverse bestuurs- en directiefuncties gehad bij de Kamer van Koophandel Oost Nederland en landelijk en bij KPN.
Rooster van Aftreden De leden van de Raad van Toezicht hebben een zittingstermijn van vier jaar met de mogelijkheid van één herbenoeming voor nog eens vier jaar. Voor het Rooster van Aftreden van de Raad van Toezicht per 31 december 2013 zie de tabel in de rechterkolom. De herbenoeming van de heren Van Buuren en Geerdink op 25 februari 2013 heeft plaatsgevonden op grond van een beoordeling van genoemde leden op basis van competenties in relatie tot de profielschets.
Nevenfuncties leden Raad van Toezicht Nevenfuncties van mevrouw W.M. van Ingen: • Voorzitter Raad van Toezicht Fanny Blankers Koen Games
98
• Lid Raad van Commissarissen Enexis • Vice-voorzitter Industriële Kring Twente • Lid Raad van Commissarissen Rabobank Apeldoorn e.o. (tot 1 april 2013) • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen Woonbeheer Borne • Voorzitter Raad van Toezicht Kennispoort Zwolle e.o. • Lid Raad van Commissarissen van Twence Nevenfuncties van de heer J. Mos: • lid Raad van Commissarissen Kersten Beheer BV • lid Raad van Toezicht AriënsZorgpalet Nevenfuncties van mevrouw W. Toering: • Penningmeester Universiteitsfonds Twente • Voorzitter Raad van Advies Heuver B.V. • Lid Jury Twentse Zakenvrouwverkiezing Voor het overige hebben onze leden Raad van Toezicht geen relevante nevenfuncties.
Commissies Binnen de Raad van Toezicht is een tweetal commissies actief. Deze commissies vervullen hun taak zoals beschreven in het Bestuursreglement ROC van Twente.
Audit Commissie Raad van Toezicht (deze bestaat uit twee leden van de Raad van Toezicht): De Audit Commissie heeft in het jaar 2013 twee maal (in juni en december 2013) constructief overleg gevoerd met het College van Bestuur, de directeur van de dienst Financiën, Studentenadministratie & Control en de accountant van het ROC van Twente. Aan de orde kwamen
V.l.n.r. achter: mevrouw W. Toering-Keen, de heer J. Mos, de heer G. Stemerding, mevrouw W.M. van Ingen; voor: de heer P. van Buuren, mevrouw I.Harmelink en de heer H. Geerdink
99
onder andere: planning- en controlcyclus documenten, verslaglegging en verantwoording daarover, huisvesting, jaarrekening, begroting, deelnemingen, vermogensbeheer en -positie, verhouding publiek-privaat, voorfinanciering, investeringen, rendement, formatie en kwartaalrapportages. Van de overleggen van de Audit Commissie zijn verslagen gemaakt. Deze verslagen zijn inhoudelijk behandeld in de reguliere vergadering van de Raad van Toezicht.
Remuneratiecommissie (Deze bestaat eveneens uit twee leden van de Raad van Toezicht). De Remuneratiecommissie heeft in november 2013 het functioneren van de leden van het College van Bestuur - individueel functioneren en functioneren als team - geëvalueerd. Hierbij is de volgende procedure gehanteerd: • Zelfevaluatie De beide leden van het College van Bestuur hebben een beknopte zelfevaluatie geschreven en aangeleverd. • Consultatie Raad van Toezicht In een interne vergadering van de Raad van Toezicht zijn de leden van de Raad van Toezicht geconsulteerd. • Consultatie directeuren Er is gesproken met een aantal directeuren (zowel directeuren (MBO) Colleges als Dienstdirecteuren) en (informeel) met de voorzitter van de OR. Voorafgaand aan deze gesprekken hebben de directeuren van de (MBO) Colleges en de Diensten een vragenlijst ingevuld. Met de leden van het College van Bestuur zijn bij de benoeming per 1 februari 2013 doelstellingen overeengekomen. Deze doelstellingen zijn vervat in de prestatie-indicatoren die voor de periode 2012-2015 zijn vastgesteld (de prestatie-indicatoren zijn gekoppeld aan de strategienotitie van het ROC van Twente). De Raad van Toezicht heeft kunnen vaststellen dat de doelstellingen voor het jaar 2013 zijn gerealiseerd. De uitkomsten van de gesprekken met het College van Bestuur zijn schriftelijk vastgelegd.
1.2 Vergaderingen De Raad van Toezicht heeft in het jaar 2013 tenminste twaalf maal vergaderd: • vijf maal met reguliere agenda, in aanwezigheid van het College van Bestuur; • twee maal in verband met een actuele casus (oordeel inspectie opleiding Chauffeur personenvervoer / Openbaar Vervoer), in aanwezigheid van het College van Bestuur; • twee maal met de leden van de Ondernemingsraad en het College van Bestuur;
100
• één maal met de leden van de Centrale Deelnemersraad en het College van Bestuur; • twee maal uitsluitend met de leden van de Raad van Toezicht (interne vergadering). Naast genoemde vergaderingen hebben de leden van de Raad van Toezicht in het jaar 2013 een zogenaamd Scholenbezoek afgelegd (bij het MBO College voor Mens & Maatschappij). Tijdens dit ‘scholenbezoek’ hebben de leden van de Raad van Toezicht een aantal lessen bijgewoond en uitvoerig gesproken met docenten en studenten.
1.3 Scholing Raad van Toezicht Op 13 juni 2013 hebben de leden van de Raad van Toezicht een opleidingsmodule van de Toezicht Academie MBO gevolgd. Tijdens deze scholingsdag zijn ondermeer de volgende onderwerpen behandeld: • Casus Amarantis en brieven Ministerie OC&W met betrekking tot bestuurskracht (welke lessen en ontwikkelingen zijn relevant voor het ROC van Twente); • Evaluatie Code Goed Bestuur; • Portfoliobeleid in afstemming met de omgeving; • Functioneren / evalueren Raad van Toezicht. De scholingsdag was van grote meerwaarde, reden waarom voor het jaar 2014 opnieuw een scholingsdag is gepland.
1.4 Bezoldiging Raad van Toezicht 2012 In 2013 hebben de leden van de Raad van Toezicht conform de code ‘honorering van leden van de Raad van Toezicht van MBO instellingen’ de volgende honorering
voor de leden van de Raad van Toezicht ROC van Twente ontvangen: voorzitter: € 7.150,lid: € 5.500,-
1.5 Uitgangspunt van handelen Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is een toezichthoudend orgaan dat handelt binnen onderstaande kaders: • Wet Educatie en Beroepsonderwijs; • Code Goed bestuur in de BVE sector; • Statuten ROC van Twente; • Bestuursreglement ROC van Twente. De (functionele) afbakening van de taken en de bevoegdheden van Raad van Toezicht en (de individuele leden van) het College van Bestuur zijn geregeld en geborgd in deze documenten. De regelmatige controle op de naleving van de Code Goed Bestuur in de BVE sector– hierbij worden ook kernwaarden als cultuur, gedrag, bestuurlijk vermogen, leiderschap en professionaliteit behandeld - leert dat ROC van Twente in 2013 voldeed aan het gestelde in de Code (de in 2012 nog ontbrekende Integriteitscode is in het jaar 2013 vastgesteld).
1.6 Samenstelling en functioneren College van Bestuur (werkgeversrol Raad van Toezicht)
In het geïntegreerd jaardocument 2012 is uitvoerig verslag gedaan van de procedure die ten grondslag lag aan de benoemingen van de voorzitter van het College van Bestuur en het lid College van Bestuur. Beide leden van
het College van Bestuur zijn met ingang van 1 februari 2013 begonnen met hun werkzaamheden.
Bezoldiging leden College van Bestuur Het inkomen van het College van Bestuur is binnen de wettelijk vastgestelde norm voor 2013 (€ 198.279,-) gebleven en bedroeg voor de voorzitter (11 maanden dienstverband) en het lid (11 maanden dienstverband) respectievelijk: € 181.087,- en € 119.797,- (in deze bedragen zijn werkgevers- en werknemersdeel pensioenen en kosten leaseauto meegenomen). in euro’s J.H. van der Vegt
H.W. Meijerink
Bruto salaris
142.958
96.250
Bijtelling zakelijke auto
11.142
9.339
26.986
14.208
181.087
119.797
Representatiekosten
250 per maand
250 per maand
Reiskosten binnenland
Nihil
Nihil
Reiskosten buitenland
Nihil
Nihil
Overige kosten
Nihil
Nihil
Pensioenbijdrage Totaal
De (informatie) relatie tussen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur (ten dele beschreven in het Bestuursreglement) was transparant en open; er was sprake van wederzijds vertrouwen. In elke reguliere vergadering van de Raad van Toezicht werden de door het College van Bestuur genomen besluiten voorgelegd en toegelicht. Daarnaast ontving de Raad van Toezicht ook in het jaar 2013 de correspondentie tussen het College van Bestuur en de Ondernemingsraad.
101
1.7 Onderwerpen behandeld en te behandelen in de Raad van Toezicht (geen uitputtend overzicht)
Thema’s De agenda van de vergaderingen van de Raad van Toezicht wordt deels opgesteld volgens een vast stramien (waarbij jaarlijks de strategische koers, kwaliteit onderwijs, personeelsbeleid, bedrijfsvoering en algemene performance aan de orde komen) en deels op basis van actuele externe en interne ontwikkelingen. De Raad van Toezicht streeft ernaar gedurende het jaar een aantal thema’s te behandelen, al dan niet toegelicht door een directeur of door studenten. In het jaar 2013 zijn onder meer de volgende (bestuurlijke) thema’s uitvoerig aan de orde geweest: • Meerjaren studentenprognose; • Kwantitatieve en kwalitatieve meerjaren formatieplanning en financiële planning; • Ontwikkelingen binnen de opleidingen Techniek (in verband met terugloop aantal studenten); • Ontwikkelingen binnen Educatie (in verband met landelijke ontwikkelingen Educatie); • Huisvestingsplannen voor de komende jaren; • Resultaten MTO; • Bedrijfsgerichte trajecten, waaronder de opleiding Chauffeur personenvervoer / Openbaar Vervoer voor Connexxion; • Auditrapportages (kwaliteitsonderzoeken). Jaarrekening en begroting In het jaar 2013 heeft de Raad van Toezicht (in aanwezigheid van de accountant) de jaarrekening over 2012 en de begroting voor 2014 goedgekeurd. Tevens is een doorkijk gegeven naar de volgende jaren. Kwartaalrapportages 2013 De Raad van Toezicht is door middel van de kwartaalrapportages periodiek geïnformeerd over de ontwikkeling van ROC van Twente op onderwijskundig, financieel en personeel gebied. Aandachtspunten en thema’s 2014 Voor de komende jaren zal de Raad van Toezicht de volgende aandachtspunten en thema’s centraal stellen bij het toezicht: • Gevolgen onderzoek inspectie Opleiding Chauffeur Personenvervoer. • Uitkomsten Staat van de Instelling 2014
102
• Strategische uitgangspunten vanaf 2015 (huidige strategienotitie loopt tot en met 2015); • Herijking prestatiekaart en prestatie indicatoren (2015); • Mogelijke herschikking (MBO) Colleges in 2015; • Kwalitatieve meerjaren formatieplanning (mede in relatie tot MTO en JOB); • Horizontale dialoog (de omgang met VO, HBO, bedrijfsleven en BPV bedrijven); • Alumnibeleid (hoe doen onze studenten het in het HBO en op de arbeidsmarkt); • Ontwikkelingen Focus op Vakmanschap; • Portfoliobeleid; • Macrodoelmatigheid; • Zorgplicht (het aantal opleidingsplekken dient te worden afgestemd op het aantal stageplaatsen en het aantal arbeidsplekken).
1.8 Relatie met de Ondernemingsraad Eén lid van de Raad van Toezicht (zetel op voordracht OR) overlegt regelmatig met de OR. Daarnaast voert de Raad van Toezicht twee maal per jaar een overleg met de voltallige Ondernemingsraad. In deze overleggen is onder meer gesproken over: • de visie van de Raad van Toezicht op medezeggenschap; • de visie van de Raad van Toezicht op personeelsbeleid; • meerjarenstudentenprognose.
Relatie met de Centrale Deelnemersraad De Raad van Toezicht voert jaarlijks een overleg met de
Centrale Deelnemersraad. Dit gesprek heeft in het jaar 2013 plaatsgevonden op 6 mei 2013. In het overleg met de deelnemers is onder meer gesproken over: • Rol, functie en zaken: - Raad van Toezicht; - College van Bestuur; - Centrale Deelnemersraad. • De kwaliteit van het onderwijs. De agenda voor het overleg met de Centrale Deelnemersraad is opgesteld door de leden van de Deelnemersraad. De voorzitter van de Centrale Deelnemersraad zat de vergadering voor.
1.9 Platform Raden van Toezicht Sinds 2005 bestaat er binnen het mbo een Platform Raden van Toezicht. Dit Platform is geen rechtspersoon zoals een vereniging met leden, maar een open netwerk met wisselende deelname vanuit de instellingen. Met ruim 160 deelnemers heeft het Platform een bereik naar alle raden van toezicht. Het Platform Raden van Toezicht richt zich op: • informatie over relevante beleidsontwikkelingen in het mbo; • gedachtewisseling over voor toezichthouders relevante onderwerpen; • professionalisering van toezichthouders; • afspraken over collectief optreden, waar dat nodig is in het gezamenlijke belang. In het jaar 2013 heeft een van de leden van onze Raad van Toezicht meerdere bijeenkomsten van het Platform Raden van Toezicht bezocht.
Enkele onderwerpen die in het afgelopen jaar in het Platform zijn behandeld: • Toezicht op het onderwijs • Beloningsclassificatiesysteem bestuurder • Honoreringsregeling toezichthouders • Code Goed Bestuur in de BVE sector. Met betrekking tot de onderwerpen ‘beloningsclassificatiesysteem bestuurder’ en de ‘code Goed Bestuur in de BVE sector’ heeft de Raad van Toezicht gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot een schriftelijke inbreng.
1.10 Overleg met de accountant De Raad van Toezicht heeft gedurende het jaar 2013 meermalen overleg gevoerd met de accountant: • De Audit Commissie voert twee maal per jaar een overleg met de accountant over onder meer de jaarrekening en de begroting. In dit overleg worden ook overige van belang zijnde c.q. actuele financiële ontwikkelingen besproken. • De accountant is een maal per jaar te gast in de vergadering van de Raad van Toezicht, namelijk bij de behandeling van de jaarrekening.
1.11 Opdracht accountant In december 2011 heeft de Raad van Toezicht besloten de opdracht voor de controle van de jaarrekening van ROC van Twente te verlengen met maximaal drie maal één jaar (boekjaren 2012, 2013 en 2014). De Raad van Toezicht heeft ook voor het jaar 2013 besloten de controle van de jaarrekening neer te leggen bij de huidige accountant. Uiterlijk boekjaar 2015 wordt de opdracht opnieuw aanbesteed.
1.12 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Tijdens de scholingsdag van de Raad van Toezicht d.d. 13 juni 2013 heeft de Raad van Toezicht stilgestaan bij het functioneren van de Raad van Toezicht (functioneren individuele leden, functioneren Raad van Toezicht als geheel). Op grond van de evaluatie zoals deze in 2013 heeft plaatsgevonden zijn onder meer de volgende afspraken gemaakt: • Er is sprake van een collectieve verantwoordelijkheid (bijvoorbeeld: financiële documenten worden niet uitsluitend bestudeerd door de leden van de Audit Commissie maar door alle leden van de Raad van Toezicht).
103
• De Raad van Toezicht vervult op hoger bestuurlijk niveau een klankbordfunctie (in plaats van ingaan op incidenten). • De Raad van Toezicht vergaderingen beginnen met een uur intern overleg zonder College van Bestuur. In dit uur wordt de agenda van de vergadering voorbereid, worden de onderwerpen afgestemd en wordt afgesproken wie namens de Raad van Toezicht het woord voert. In verband met het aantreden van de nieuwe voorzitter (per 13 juni 2013) is besloten in het jaar 2014 een meer uitgebreide evaluatie te doen onder begeleiding van een externe partij.
1.13 Klokkenluidersregeling In het kader van de branchecode ‘Goed bestuur in de BVE sector’ heeft de Raad van Toezicht een aantal jaren geleden de Klokkenluidersregeling ROC van Twente goedgekeurd. Van deze regeling is in het jaar 2013 geen gebruik gemaakt. In het jaar 2013 is de regeling geactualiseerd.
1.14 Verantwoording interne werkwijze Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft op een constructieve wijze vergaderd. Er zijn geen inhoudelijke meningsverschillen ontstaan, noch is er gestemd over goedkeuringen en vaststellingen.
1.15 Code ‘Goed bestuur in de BVE sector’ en checklist De Code ‘Goed bestuur in de BVE sector’ bevat afspraken en handreikingen voor Raden van Toezicht, Colleges van Bestuur en de horizontale dialoog. Deze afspraken zijn niet vrijblijvend. Er kan alleen van worden afgeweken wanneer er goede argumenten voor zijn. Instellingen die willen afwijken, leggen daarover verantwoording af in het jaarverslag. Het ROC van Twente voldoet in 2013 aan alle punten uit de code ‘Goed bestuur in de BVE sector’. Het ROC van Twente voldoet tevens aan de punten opgenomen in de ‘checklist voor mbo-instellingen voor de verantwoording over governance 2012 in het Geïntegreerd Jaardocument’.
104
F
Ondernemingsraad 105
Ondernemingsraad
O
De ondernemingsraad van ROC van Twente bestaat uit 16 leden. Deze 16 leden vertegenwoordigen de (MBO) Colleges en de ondersteunende Diensten. De ondernemingsraad komt maandelijks in overleg bijeen. Het Dagelijks Bestuur heeft twee maal een overleg gevoerd met een van de leden van de Raad van Toezicht (zetel met recht van voordracht OR). In het jaar 2013 hebben twee overleggen Raad van Toezicht – College van Bestuur – ondernemingsraad plaatsgevonden.
Per 1 februari is er een voltallig nieuw College van Bestuur aangetreden. De ondernemingsraad heeft bij de benoeming van zowel de voorzitter als het lid gebruik kunnen maken van zijn adviesrecht. Verder heeft de ondernemingsraad op bestuurlijk gebied advies uitgebracht op de profielschets voorzitter en lid Raad van Toezicht. De ondernemingsraad heeft de volgende documenten ter advisering ontvangen en afgehandeld: • Werkwijze bij het aanwijzen van bovenformatieve werknemers. • Mobiliteitsnota • Begroting 2013 • Kaderbrief 2014 • Begroting 2014 • Studentenstatuut • Instroombeleid en -procedure BOL-BBL • Verhuizing Metaalopleidingen • Verhuizing opleidingen Bouw niveau 1-2-3 • Verhuizing Netwerkschool • Beleidskader Passend Onderwijs
106
• Vervanging centraal opslagplatform ICT • Oprichting Coöperatie CIV • Aanbestedingsdocument Afval / Reststoffen De ondernemingsraad heeft de volgende documenten ter instemming ontvangen en afgehandeld: • Notitie vakantie, verlof en ziekte. Hieraan is instemming verleend. • Digitaliseren van de personeelsdossiers. Hieraan is instemming verleend. • Gedifferentieerd belonen. Hieraan is instemming verleend. • Tijdelijke invulling functie senior docent/ teamcoördinator. Hierbij gaat het om een aanpassing van de verhouding lesgevende taken en managementtaken voor het schooljaar 2013-2014. Hieraan is instemming verleend. • Procedure werving en selectie teamcoördinatoren. Het betreft een aangepaste procedure. Hieraan is instemming verleend. • Aanbesteding arbodienst. Hieraan is geen instemming verleend. • Vakantierooster 2013-2014. Hieraan is instemming verleend. • Handleiding Klacht en bezwaar. Hieraan is instemming verleend. • Centraal examenreglement.
Hieraan is instemming verleend. • Uitbreiding onderwijskundig experiment Netwerkschool. Hieraan is instemming verleend. Daarnaast zijn er diverse documenten ter advisering en instemming aangeboden die niet in 2013 zijn afgehandeld: • Pestprotocol voor studenten en medewerkers; instemming januari 2014. • Kader vakantie en vrije dagen; instemming januari 2014. • Vakantierooster 2014-2015; instemming januari 2014. Verder ontving de ondernemingsraad diverse documenten ter kennisname. Voor 2014 zullen o.a. de herijking van de functie senior docent/teamcoördinator, passend onderwijs en studentenevaluaties tot de hoofdthema’s behoren.
107
108
G
Centrale deelnemersraad 2013
De Centrale Deelnemersraad De Centrale Deelnemersraad – geïnstalleerd in het jaar 2011- bestaat uit de vertegenwoordigers van de studenten van de verschillende MBO Colleges van ons ROC. Halverwege het jaar 2013 verliet de voorzitter ons ROC. De vice-voorzitter heeft wegens stageverplichtingen tegelijkertijd zijn functie neergelegd. Na verkiezing zijn een nieuwe voorzitter en vice-voorzitter benoemd. De Centrale Deelnemersraad wordt begeleid door een directeur van het ROC van Twente en krijgt secretariële ondersteuning vanuit de ondersteunende diensten.
D
De nieuwe voorzitter en vice-voorzitter hebben als speerpunt het profileren van de Centrale Deelnemersraad binnen het ROC van Twente. De Centrale Deelnemersraad manifesteert zich op haar eigen ingerichte website en op social media. De leden bezoeken onder andere diverse studentenraden en docententeams binnen de MBO Colleges om medezeggenschap van studenten meer gezicht te geven. Studenten die participeren in de Centrale Deelnemersraad hebben een vergoeding voor de bijgewoonde vergaderingen ontvangen. Zij ontvangen ook een verklaring waaruit blijkt dat zij gedurende een bepaalde periode werkzaamheden hebben verricht voor de Centrale Deelnemersraad.
In 2013 is door de Centrale Deelnemersraad ondermeer gesproken over: • schoolnota, studieboeken en schoolbijdrage; • ROC van Twente als gezonde school; • Plaza 2.0, het nieuwe internetportaal voor studenten; • roosters, drukte in de kantines en fietsenstallingen; • vakantiekader en vakantierooster ROC van Twente 2014-2015; • uitvoering van het dyslexieprotocol; • cijferregistratie. De Centrale Deelnemersraad heeft een positief advies gegeven over en ingestemd met: • het instroombeleid en de instroomprocedure 2013-2014; • het centraal examenreglement beroepsgericht onderwijs; • het gebruik van de onderwijsovereenkomst en opleidingenblad; • het pestprocotol. De Centrale Deelnemersraad heeft geadviseerd over: • profielschets leden Raad van Toezicht; • verhuizing opleiding Netwerkschool; • studentenevaluaties. De Centrale Deelnemersraad heeft deelgenomen aan de Préconferentie CVI die in 2013 plaatsvond in Hengelo. De Centrale Deelnemersraad woont maandelijks de ledenvergadering van JOB bij en was tevens aanwezig bij de Kick off Job Monitor te Amsterdam. Op 6 mei 2013 heeft een overleg tussen Raad van Toezicht, College van Bestuur en Centrale Deelnemersraad plaatsgevonden. Op 3 juni 2013 heeft een overleg Centrale Deelnemersraad, College van Bestuur en Ondernemingsraad plaatsgevonden. De Centrale Deelnemersraad overlegt twee maal per kalenderjaar met het College van Bestuur. Deze overleggen hebben op 24 juni 2013 en 9 december 2013 plaatsgevonden.
109
Jaarrekening 2013 110
Jaarrekening Inhoudsopgave
A1
Geconsolideerde jaarrekening
112
A1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2013
112
A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013
113
A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2013
114
A1.4 Toelichting behorende bij de geconsolideerde jaarrekening 2013
115
A1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2013
138
A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2013
139
A1.7 Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2013
140
A1.8a WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke
en semipublieke sector
147
A1.8b Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders 2013
148
Vaststelling jaarrekening
149
Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013
149
Overige gegevens
150
• Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
151
• Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming
152
• Contactgegevens
152
111
A1
Geconsolideerde jaarrekening
A1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na verwerking voorstel resultaatbestemming) 1
2013
Activa
2012
(in duizenden euro’s)
1.2. 1.3
Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
137.723 6.079
146.574 6.255 143.802
1.5 1.7
Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen
2.817 24.720
Totaal activa
2
152.829
4.842 23.576 27.537
28.418
171.339
181.247
2013
Passiva
2012
(in duizenden euro’s) 2.1 2.1
Eigen Vermogen Eigen Vermogen
71.361 71.989
71.361
4.119
2.200
2.3
Voorzieningen
2.4
Langlopende schulden
63.500
78.500
2.5
Kortlopende schulden
31.731
29.186
171.339
181.247
Totaal passiva
112
71.989
A1.2 Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013
2013 3
(in duizenden euro’s) Baten
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Lesgelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
131.684 3.906 2.315 5.714 3.535
Totaal baten 4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
104.946 11.855 10.778 15.724
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat 6 7
Belastingen Resultaat deelnemingen
* Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden Nettoresultaat
2012
132.632 2.828 2.315 6.812 3.720 147.154
Totaal lasten
5
Begroting 2013
130.894 5.120 2.392 9.137 4.302 148.307
107.759 12.433 9.951 14.613
151.845
108.327 12.159 11.279 14.484
143.303
144.756
146.249
3.851
3.551
5.596
-3.271
-3.300
-3.383
580
251
2.213
0 48
0 0
0 -16
48
0
-16
628
251
2.197
113
A1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2013 2013
2012
(in duizenden euro’s) Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo van baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen - vorderingen - schulden
3.851
5.596
11.855 1.919
12.159 -2
2.025 1.105
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
17.625
3.130
1.977 1.438
20.755 44 -3.315
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-3.271 17.484
17.753
3.415 21.168
102 -3.485
-3.383 17.785
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen in deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Mutaties leningen Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-3.630 626 -8 232
-2.780
-5.369 91 -13 210
-5.081
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquide middelen Liquide middelen einde boekjaar Liquide middelen begin boekjaar
114
Mutatie liquide middelen
0 -13.560
-13.560
0 -3.560
-3.560
1.144
9.144
24.720 23.576
23.576 14.432
1.144
9.144
A1.4 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 2013
Algemeen Juridische vorm en voornaamste activiteiten De stichting ROC van Twente is een onderwijsinstelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwassenducatie. ROC van Twente heeft de ambities geformuleerd in zes speerpunten, stevig verankerd in de nieuwe strategienota Presteren met Plezier en Passie.
Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten.
Toepassing van artikel 402 Boek 2 BW De financiële gegevens van ROC van Twente zijn in de geconsolideerde jaarrekening verwerkt. Derhalve vermeldt de staat van baten en lasten van ROC van Twente conform artikel 402 Boek 2 BW slechts het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen na belastingen en het overige resultaat na belastingen.
Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders staat vermeld. ROC van Twente neemt een actief uitsluitend in de balans op: • als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ROC van Twente toekomen; • de waarde ervan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen als: • het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard gaat met een uitstroom van middelen en • de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
115
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van ROC van Twente. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. Vergelijkende cijfers van het voorgaand boekjaar zijn waar nodig aangepast.
Gebruik van schattingen Om de jaarrekening op te stellen gaat het management uit van: • schattingen* en • veronderstellingen*; • de gerapporteerde waarde van activa. * die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen verplichtingen en van baten en lasten De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van: ROC van Twente, groepsmaatschappijen waarin ROC van Twente een meerderheidsbelang, dan wel een beleidsbepalende invloed heeft en andere rechtspersonen die door ROC van Twente worden geleid of waarover het overheersende zeggenschap kan uitoefenen. Vanaf het moment dat ROC van Twente beleidsbepalende invloed kan uitoefenen, betrekt het nieuwe deelnemingen in de consolidatie. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip waarop het beleid niet langer (mee)bepaald wordt. De onderlinge schulden, vorderingen en transacties en de binnen de groep gemaakte winsten zijn geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking wordt gebracht als dat van toepassing is. In de jaarrekening zijn de cijfers van ROC van Twente Flex B.V. te Hengelo (100% belang) meegeconsolideerd.
Financiële instrumenten Stichting ROC van Twente kent de volgende financiële instrumenten: verstrekte leningen aan deelnemin-
116
gen en verbonden partijen, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en te betalen posten. Zij heeft geen afgeleide financiële instrumenten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarden. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met de verwerking van de waardeverandering in de winst- en verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen worden opgenomen tegen de reële waarde. De overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Dit gebeurt op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waarderingsverliezen.
Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uit maken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieverentemethode.
Materiële vaste activa Investeringen met een waarde groter dan € 5.000 worden geactiveerd. Aanschaffingen lager dan dit grensbedrag worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.
Gebouwen en terreinen De gebouwen en terreinen, inventaris en apparatuur, andere vaste bedrijfsmiddelen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs minus cumulatieve afschrijvingen verminderd met de cumulatief bijzondere waardeverminderingen. Investeringssubsidies worden zichtbaar in mindering gebracht op de materiële vaste activa. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa, wordt niet afgeschreven. De componentenmethode wordt toegepast voor gebouwen, hierbij gelden de volgende afschrijvingstermijnen: Gebouwen: Casco: in 30 jaar Afbouw: in 15 jaar Inbouw / vaste inrichting: in 10 jaar Technische installaties (zoals water en elektra): in 30 jaar Technische installaties (zoals lift, keuken en roltrap): in 10 jaar Terrein- en parkeervoorzieningen: in 10 jaar Investeringen in huurpanden: in 5 jaar Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Inventarissen en apparatuur Nieuwe investeringen worden opgenomen tegen aan-
schafwaarde. Lineaire afschrijving vindt plaats op basis van de geschatte economische levensduur. Voor investeringen in computerapparatuur geldt een afschrijvingstermijn van 3 jaar.
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de netto-vermogenswaarde. Bij de bepaling van de netto-vermogenswaarde wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van ROC van Twente. Deelnemingen met een negatieve netto-vermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer ROC van Twente garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door ROC van Twente ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De leningen aan niet geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs onder aftrek van noodzakelijk geachte waardeverminderingen. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Rentebaten uit leningen u/g worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten.
Bijzondere waardeverminderingen of vervreemding van vaste activa Vaste activa met een lange levensduur moeten worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als zich wijzigingen of omstandigheden voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Is de boekwaarde van een actief hoger dan de geschatte waarde, wordt een bedrag voor impairment ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de actuele waarde van het actief. Activa die beschikbaar zijn voor verkoop worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere actuele waarde, onder aftrek van verkoopkosten.
Vlottende activa Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Een dergelijke voorziening wordt bepaald op basis van beoordeling van de inbaar-
117
heid van de individuele vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Deze staan ter vrije beschikking, tenzij anders is vermeld,
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van ROC van Twente. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door ROC van Twente is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds.
Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorziening en de overige voorzieningen gepresenteerd. Zij zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij anders gepresenteerd. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen. Een voorziening in verband met verplichtingen als bedoeld in artikel 2:374 lid 1, eerste volzin BW wordt uitsluitend opgenomen indien op de balansdatum aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de rechtspersoon heeft een verplichting (in rechte afdwingbaar of feitelijk); b. het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; c. er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting. Voorziening personele en wachtgeldverplichtingen Dit betreft de contante waarde van de toekomstige te betalen uitkeringen aan medewerkers inzake WGA en Wachtgeld in het kader van het eigenrisicodragerschap van ROC van Twente. Voorziening jubilea De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. Dit betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen en leeftijd.
118
Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. Schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde..
Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Het saldo van de projecten in opdracht van derden leidt tot een schuld op de balans. Het saldo wordt per project bepaald.
Personeelsbeloningen/pensioenen ROC van Twente kent een toegezegde pensioenregeling, die is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP). Deze kan op basis van RJ 271 worden geclassificeerd als een toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de pensioenlasten in de staat van baten en lasten.
Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.
Lesgelden De lesgelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het schooljaar zijn gespreid.
Baten werk in opdracht van derden Opbrengsten van werk in opdracht van derden (contractonderwijs) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de kosten als vast staat dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt genomen naar rato van het stadium van voltooiing van de transactie op verslagdatum (de zogeheten percentage of completion methode). Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte werkzaamheden. Voor een eventueel verwacht negatief resultaat wordt een voorziening getroffen.
Aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de groep en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep.
Belastingen Hierbij gaat het om de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. Deze belastingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen, behalve als deze betrekking hebben op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen. In het laatste geval wordt de belasting in het eigen vermogen verwerkt. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar. Deze is berekend aan de hand van de geldende belastingtarieven en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting. Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Een actieve belastinglatentie wordt alleen opgenomen als het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdlijke verschil kunnen worden aangewend.
119
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
120
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa (in duizenden euro’s) Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.2.2 Inventaris en apparatuur
1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen
Totaal
188.502
34.664
1.405
224.571
54.476
23.521
-
77.997
134.026
11.143
1.405
146.574
3.630
Stand per 1 januari 2013: - aanschafprijs - cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde Mutaties in de boekwaarde: - investeringen
-
-
3.630
1.525
3.323
-4.848
0
- desinvesteringen op aanschafwaarde
10.485
1.614
-
12.099
- desinvesteringen op afschrijvingswaarde
10.355
1.118
- overboeking (ingebruikname )
- afschrijvingen Saldo
11.473
8.230
3.625
-
11.855
127.191
10.345
187
137.723
179.542
36.373
187
216.102
52.351
26.028
-
78.379
127.191
10.345
187
137.723
Stand per 31 december 2013: - aanschafprijs - cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde
Toelichting 1.2.1 Gebouwen en terrreinen in eigendom ultimo 2013. De waarde onroerend zaak hiervan op peildatum 01-01-2012 is hieronder per locatie weegegeven. locatie-adres
plaats
De Sumpel 4 Thorbeckelaan 2A grond * Thorbeckelaan 184 Wierdensestraat 65 van Galenstraat 19 v/h Ariënsplein Hengelosestraat 381 Gieterij 200
Almelo Almelo Almelo Almelo Enschede Enschede Hengelo
* waarde is meegenomen in de Wierdensestraat 65
WOZ waarden (x € 1.000) 12.281 2.521 37.638 1.337 3.054 71.113
peildatum 01-01-12 01-01-12 01-01-12 01-01-12 01-01-12 01-01-12
121
1.3
Financiële vaste activa (in duizenden euro’s) Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.3.2 Andere deelnemingen
Stand per 1 januari 2013:
1.3.4 Vorderingen op deelnemingen
1.3.5 Vorderingen op OCW
1.3.7 Overige vorderingen
5.792
Totaal
0
463
0
6.255
- investeringen en verstrekte leningen
-
8
-
-
8
- desinvesteringen en afgeloste leningen
-
-
232
232 48
Mutaties:
- resultaat deelnemingen - overboeking negatieve deelnemingswaarde Stand per 31 december 2013: Toelichting 1.3.2 De post andere deelnemingen betreft de negatieve deelnemingswaarde Campus Busi-
48
-
-
-
-48
48
-
-
0
0
519
0
5.560
6.079
vonden. Het 20% belang in Campus Business Center BV bedraagt per 31 december 2013 € 157 duizend negatief.
ness Center BV die in mindering is gebracht op de post vorderingen op deelnemingen (1.3.4). Het verloop in 2013 is als volgt: (in duizenden euro’s) Campus Business Center BV Toelichting 1.3.4 Stand per 1 januari 2013 De post vorderingen op deelnemingen betreft een lening verstrekt aan Campus Business - vordering uit hoofde van verstrekte leningen 668 Center BV met een hoofdsom van € 170 duizend verstrekt in 2004 en € 160 duizend in waarde deelneming -205 2006. De oorspronkelijke looptijd bedroeg 5 jaar. Het rentepercentage bedraagt een 3 Saldo 01-01-2013 463 maands Euribor + 1,5%. In 2010 is een achtergestelde lening verstrekt ad € 57,5 dui zend (bijstorting door aandeelhouders naar rato deelneming in de BV). Het rentepercenMutaties in 2013 tage bedraagt eveneens een 3 maands Euribor + 1,5%. De totale vordering uit hoofde - rente toevoeging 8 van niet-ontvangen rente bedraagt per 1 januari 2012 € 78,5 duizend; met ingang van 1 resultaat deelneming 48 januari 2012 wordt een rentevergoeding over de uitstaande vorderingen uit hoofde van 56 niet-ontvangen rente berekend. Verder is in 2010 een geldlening verstrekt ad €189 duiStand per 31 december 2013 zend welke preferent is ten opzichte van de bestaande en toekomstige vorderingen van de - vordering uit hoofde van verstrekte leningen 676 huisbankier van de vennootschap binnen Campus Business Center BV. Het rentepercen waarde deelneming -157 tage bedraagt eveneens een 3 maands Euribor + 1,5%. Aflossing vindt plaats indien de Saldo 31-12-2013 519 exploitatie van Campus Business Center BV dit toelaat. Een en ander ter beoordeling door de Algemene vergadering van Aandeelhouders. In 2013 heeft geen aflossing plaatsge-
122
Toelichting 1.3.7 De post overige vorderingen betreft vooruitbetaalde huur voor een periode van 25 jaar ingaande 1 januari 2013. De afspraken inzake vooruitbetaalde huur zoals deze ooit golden tussen ROC van Twente en de coöperatie Scholingsboulevard, zijn overgegaan op de gemeente en maken thans deel uit van de
afspraken tussen ROC van Twente en de gemeente Enschede. ROC van Twente heeft afspraken met de gemeente gemaakt over het gebruiksrecht van één van de panden (Wethouder Beversstraat 165 te Enschede). Jaarlijks zal € 232 duizend als periodekosten verantwoord worden.
Vlottende Activa 1.5
Vorderingen (in duizenden euro’s) 2013
2012
1.5.1
Debiteuren
2.072
3.851
1.5.2
OCW/LNV
0
0
Personeel
42
16
Omzetbelasting
94
3
0
6
Vennootschapsbelasting Overige 1.5.7
37
8
Overige vorderingen
173
Vooruitbetaalde kosten
829
Overige
148
33 1.012 166
1.5.8
Overlopende activa
977
1.178
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
405
220
2.817
4.842
In de vorderingen is geen bedrag opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar. 1.6
Vorderingen Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: (in duizenden euro’s) 2013 Stand per 1 januari Onttrekking Vrijval respectievelijk dotatie Stand per 31 december
2012 220
233
18
40
203 405
27 220
123
1.7
Liquide middelen (in duizenden euro’s) 2013
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
Alle liquide middelen zijn direct opvraagbaar; de rentevergoeding is gebaseerd op eonia fixing. Eonia fixing (european overnight index average) is het eendaags-renteniveau voor het eurogebied.
124
2012 15
17
24.705
23.559
24.720
23.576
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen (in duizenden euro’s) Stand per 1 januari 2013
2.1.1 2.1.2
Algemene reserve Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve
Resultaat
68.435
-969
0
Overige mutaties
Stand per 31 december 2013 -
1.640
67.466
1.640
68.435 2.1.3
Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve
2.926
69.106 -43
-
2.926 Totaal groepsvermogen
71.361
2.883 2.883
628
0
71.989
Toelichting 2.1 Het eigen vermogen van ROC van Twente bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserve publiek en privaat. Het eigen vermogen dient als buffer voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie en is daarnaast van belang voor de financiering van de instelling. Om deze redenen dient het eigen vermogen een bepaalde minimum omvang te hebben, die afhankelijk is van het risicoprofiel van ROC van Twente. Toelichting 2.1.2 In 2009 heeft een eerste segmentatie plaatsgevonden van het eigen vermogen in een publiek deel en een privaat deel. In 2013 is er een bestemmingsreserve (publiek) gevormd. Als publieke activiteit wordt aangemerkt de aanvullende bekostiging OCW op grond van het Herfstakkoord 2013, die eind december van het jaar is ontvangen. Deze gelden zullen worden aangewend voor het jaar 2014 met uitloop naar 2015. Voor het jaar 2013 betekent dit een dotatie van 1640 duizend aan de bestemmingsreserve (publiek). Toelichting 2.1.3 Als private activiteiten worden aangemerkt alle contractactiviteiten die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Voor het jaar 2013 resulteert dit in een negatief resultaat en afname van 43 duizend op de bestemmingsreserve (privaat). Activiteiten die door landelijke, provinciale of locale overheden worden bekostigd, worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen Educatie worden in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend.
125
2.3
Voorzieningen (in duizenden euro’s) 2.3.1 Personeelsvoorzieningen
2.3.3 Overige voorzieningen
Totaal
Stand per 1 januari 2013 Dotaties Onttrekkingen
1.665 102 356
535 2.464 291
2.200 2.566 647
Stand per 31 december 2013
1.411
2.708
4.119
Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel > 1 jaar
337 1.074
2.708
3.045 1.074
Toelichting 2.3.1 De personeelsvoorzieningen bestaan uit: 1. voorziening personele en werkloosheidsverplichtingen 2. voorziening jubilea
2013 503 908 1.411
Kortlopende deel < 1 jaar 201 136
2012 564 1.101 1.665
Voorziening personele en werkloosheidsverplichtingen Deze bestaat uit de toekomstige uitgaven voortvloeidende uit pre-fpu, fpu suppletie verplichtingen en verplichtingen betreffende werkeloosheidsuitkeringen. Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen en gebaseerd op de volgende uitgangspunten: - gemiddelde indexatie van brutosalaris van 2% - gemiddelde disconteringsvoet van 4,5% Deze uitgangspunten zijn ten opzichte van 2012 ongewijzigd.
126
Toelichting 2.3.3 Specificatie overige voorzieningen: (in duizenden euro’s) 1. overige voorziening huisvesting 2. overige voorziening in verband met terugvordering rijksbijdragen
2013 408 2.300 2.708
Kortlopende deel < 1 jaar 408 2.300
2012 535 0 535
Overige voorziening huisvesting In het kader van de afwikkeling van de Coöperatie Scholingsboulevard Enschede in 2012 zijn kosten voorzien in verband met de huisvesting aan de Wethouder Beversstraat. In 2013 is dit afgewikkeld. Voor de (komende) sloopwerkzaamheden aan de Hengelosestraat te Enschede is eind 2013 een voorziening gevormd. Overige voorziening in verband met terugvordering rijksbijdragen In verband met een negatief onderzoeksrapport naar de opleiding Chauffeur personenvervoer - Openbaar Vervoer heeft de Inspectie een sanctie opgelegd aan ROC van Twente (zie ook 2.5.10). ROC van Twente heeft een voorziening getroffen van 2,3 miljoen euro. ROC van Twente bestrijdt een wezenlijk deel van de conclusies van het onderzoek waarop de sanctie is gebaseerd en bestrijdt derhalve ook de sanctie. Aangezien wij hierover niet tot overeenstemming zijn gekomen met de onderwijsinspectie zullen wij een gerechtelijke procedure starten. Dit is een intensief en langdurig traject en een rechterlijke uitspraak wordt pas in de loop van 2015 verwacht. Voorzichtigheidshalve hebben wij het onderwijstraject onverplicht aangepast en geïntensiveerd naar de eisen van de onderwijsinspectie. Voor de extra kosten die met deze aanpassingen gepaard gaan, het risico op afgeleide claims alsmede voor de kosten van juridische bijstand is deze voorziening getroffen.
127
Langlopende schulden (in duizenden euro’s)
2.4
Leningnummer 2.4.5
Stand per 1 januari 2013
Aangegane leningen 2013
Aflossingen 2013
78.500 78.500
0 0
15.000 15.000
Overige / Min. van Financiën
Stand per 31 dec. 2013 63.500 63.500
Looptijd > 1 jaar 2.000 2.000
Looptijd > 5 jaar
Rentevoet
61.500 61.500
div.
Toelichting 2.4.5
Hypothecaire lening Ministerie van Financiën Het Ministerie van Financiën heeft een hypotheek verstrekt voor oorspronkelijk groot € 70 miljoen verstrekt in 2004, € 21,8 miljoen in 2008 en € 4 miljoen in 2009. Hierbij is hypothecaire zekerheid verleend op de nieuwbouw in Almelo en Hengelo. De lening is in diverse tranches verdeeld. Elke tranche heeft een vaste rente tot het moment van renteconversie, welke vooraf vastgesteld is door het Ministerie van Financiën. Elke tranche kent één moment van renteconversie gedurende de looptijd. Eind 2013 zijn twee leningnummers vervroegd afgelost tesamen groot € 10 miljoen en verder de jaarlijkse contractuele aflossing groot € 3,56 miljoen. De stand van de leningen eind 2013 bedraagt € 68,5 miljoen en is in onderstaande tabel per separate tranche weergeven en toegelicht. Leningnummer
Stand per 1 januari 2013
Aflossingen 2013
Stand per 31 dec. 2013
Looptijd > 1 jaar
Looptijd > 5 jaar
Rentevoet
Hoofdsom oorspronkelijk
Einddatum
461
5.000
5.000
0
0
4,00
5.000
28-12-15
460
5.000
5.000
0
0
4,00
5.000
28-01-17
459
5.000
5.000
5.000
4,10
5.000
28-02-18
458
5.000
5.000
5.000
4,19
5.000
28-03-20
457
5.000
5.000
5.000
4,27
5.000
28-04-21
456
5.000
5.000
5.000
4,33
5.000
28-05-23
455
5.000
5.000
5.000
4,40
5.000
28-06-24
454
5.000
5.000
5.000
4,45
5.000
28-07-26
453
5.000
5.000
5.000
4,49
5.000
28-08-28
452
5.000
5.000
5.000
4,54
5.000
28-09-29
451
5.000
5.000
5.000
4,58
5.000
28-10-31
450
5.000
5.000
5.000
4,61
5.000
28-11-32
449
5.000
5.000
5.000
4,63
5.000
28-12-34
4,58
15.300
01-02-13
4,75
6.500
01-02-38
1044
3.060
1045
6.500
1488
500
1489
2.000
1855
3.060
0 6.500
500
6.500
0 2.000
5.000 82.060
128
Aangegane leningen 2013
2.000
5.000 -
13.560
68.500
2.000
61.500
1,99
2.000
01-10-13
3,24
2.000
03-10-16
1,03
5.000
28-11-14
2.5
Kortlopende schulden (in duizenden euro’s) 2013
2.5.1 2.5.2 2.5.3
Kredietinstellingen Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen OHW Crediteuren
2.5.7 2.5.8
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen
2.5.9
Overige Overige kortlopende schulden
2.5.10
Vooruitontvangen college en lesgelden Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV niet-geoormerkt Rekening-courant stagefondsen, boekenfondsen e.d. Vakantiegeld- en dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige De overlopende passiva
2012 5.000 536 2.939
3.713 0 811
3.560 3.186 2.574 3.808 0 1.114
4.524 1.529 693
4.922 1.455 611
693 836 2.569 3.300 347 3.206 75 1.306 4.871
611 1.111 2.424 2.513 304 3.192 65 1.608 1.661
16.510 31.731
12.878 29.186
Toelichting 2.5.1 Hieronder staat vermeld de aflossingsverplichting voor langlopende schulden korter dan 1 jaar. Toelichting 2.5.9 De kredietfaciliteit in rekening-courant bij Agentschap van de Generale Thesaurie (Ministerie van Financiën) bedraagt 31 december 2013 € 11,3 miljoen. De rente is gebaseerd op het daggeldtarief. Toelichting 2.5.10 Overlopende passiva Hieronder is opgenomen voor een bedrag van € 3,7 miljoen de sanctie van de inspectie in verband met het onderzoek naar de opleiding Chauffeur personenvervoer Openbaar Vervoer (zie ook 2.3.3). Het betreft hier een correctie op de rijksbijdragen van 2011, 2012 en 2013.
ADV sparen
In de loop van 2013 is deze schuldpositie verminderd met € 8 duizend zodat een schuld van ruim € 559 duizend resteert. Onder de kortlopende schulden zijn geen schulden opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar.
129
G1 Verantwoording van subsidies waarvan het overschot vrij besteedbaar is (Regeling OCW-subsidies art.13,lid 2 sub a)
Toewijzing Omschrijving
Lerarenbeurs voor Zij-instroom Lerarenbeurs voor Scholing Bekwaamheid & Professionaliteit 2012 Bekwaamheid & Professionaliteit 2013 Lerarenbeurs voor scholing 2013 Zij instroom BVE 2013
Bedrag van toewijzing
Kosten t/m verslagjaar
in euro’s
in euro’s
De activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en afgerond
Kenmerk
Datum
div
2013
228.000
228.000
J
2012 2012 2013 2013 2013
99.261 938.060 1.427.298 106.244 179.000
99.261 477.500
J
2.977.863
926.121
div div 493137 div div
J
N
N N N N
30.660 90.700
G2 Verantwoording van subsidies die volledig verplicht besteed moeten worden aan het in de subsidiebeschikking omschreven doel (Regeling OCW-subsidies art.13,lid2 sub b) Aflopend per ultimo verslagjaar
bedrag van de toewijzing
ontvangen t/m verslagjaar
totale kosten
te verrekenen ultimo verslagjaar
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
Omschrijving
Kenmerk
Datum
Bestrijding VSV en RMC
137530 U
2009
1.505.377
-1.505.377
1.485.714
Prestatieafhankelijke subsidie VSV 2012
64563 M
2012
549.000
-549.000
549.000
0
Voort. School VSV2 en RMC Schoolmaatschappelijk werk 2012
52068 U 80123 M
2011 2012
830.108 910.947
-830.108 -910.947
840.936 910.947
10.828 0
Stagebox 2012
10936 M
2012
1.374.834
-1.374.834
1.374.834
0
135 M
2013
711.997
-711.997
711.997
0
5.882.263
-5.882.263
5.873.428
-8.835
Schoolmaatschappelijk werk 2013
130
Toewijzing
-19.663
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
Datum
bedrag van de toewijzing
in euro’s Voort. School VSV2 2012 - 2015 plusvoorziening * VSV 2012-2013 regionaal programma ** Prestatiesubsidie VSV 2013 Experimenteel Onderzoek VSV Prestatiesubsidie VSV 2013 - 2014 Taal-rekenen 2013
49199 M
saldo 01-01-2013
in euro’s
kosten in verslagjaar
totale kosten 31-12-2013
saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
2012
4.200.000
2013
1.000.000
64563 M
2012
767.000
84014 M
2012
150.000
564092
2013
150.000
-150.000
77479 M
2013
2.134.491
-2.134.491
1.700.000
1.700.000
-434.491
-6.951.491
3.695.563
4.391.826
-2.559.665
8.401.491
-703.737
ontvangen t/m verslagjaar -2.800.000
1.053.928
1.750.191
-1.000.000
686.353
686.353
-313.647
-1.165.000
-767.000
233.000
233.000
-534.000
-50.000
-100.000
22.282
22.282
-1.918.737
-1.049.809
-77.718 -150.000
G3 Verantwoording van overige subsidies die besteed zijn in het boekjaar 2013
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Technische teams van de toekomst *** Leerlinggebonden financiering 2012/2013 Prestatiebox MBO 2013 VSV *** Leerlinggebonden financiering 2013/2014 *** Visueel gehandicapten 2013 School -ex 2013-2014 ***
79479 U 65135 M 483875-1 56941 M 503555 59122
Datum
2012 2012 2012 2013 2013 2013
bedrag van de toewijzing
saldo 01-01-2013
in euro’s 625.000 693.677 150.000 743.847 18.900 483.480
in euro’s -182.450 -467.039 -150.000
2.714.904
-799.489
ontvangen t/m verslagjaar
kosten in verslagjaar
totale kosten 31-12-2013
in euro’s -625.000 -693.677 -150.000 -743.847 -18.900 -483.480
in euro’s 290.548 413.648
in euro’s 483.096 693.677
270.315 18.900
270.315 18.900
-2.714.904
993.411
1.465.988
saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
in euro’s -141.904 0 -150.000 -473.532 0 -483.480
-1.248.916
* Van de toegewezen doelsubsidies inzake VSV 2012-2015 plusvoorziening ad € 4.200.000 heeft € 2.186.324 betrekking op Stichting ROC van Twente. Van de ontvangen subsidie ad € 2.800.00 is bij wijze van voorschot € 1.020.741 in 2012 en 2013 uitgekeerd aan de projectpartners van Stichting ROC van Twente. ** Van de ontvangen doelsubsidies inzake VSV 2012-2013 regionaal programma ad € 1.000.000 is bij wijze van voorschot € 24.409 in 2013 uitgekeerd aan de projectpartners van Stichting ROC van Twente. *** Doorlopend tot in een volgend verslagjaar.
131
Overige Subsidieverstrekkers: Verantwoording van subsidies die volledig verplicht besteed moeten worden aan het in de subsidiebeschikking omschreven doel
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Omschrijving
Ondernemerslab Twente Netwerkschool Programmalijn 1: VMBO en MBO techniek, Toptechniek in Bedrijf MBO Beter Light Professionaliseringsversneller
Toewijzing
Jaar
Kenmerk
A. Begrote Ba. Subsidie- Bb. Subsidieprojectkosten toewijzing toewijzing (% van A)
C. Daadwerkelijke projectkosten
in euro’s 280.500 1.680.000
in % 75% 100%
in euro’s max. 150.000 1.680.000
in euro’s 328.360 1.260.000
BO.12.1545/AKN
637.500
100%
637.500
HvN/2013/0065 HvN/0087
33.275 56.741
90% 100%
2011-2013 2010-2014
ONO 10005 20010002
2012-2015 2013 2013-2014
2.688.016
Da.Subsidievaststelling
in %
Db.Subsidievaststelling (% van C. tot max Bb)
Te verrekenen / nog te besteden
75% 100%
in euro’s 150.000 1.260.000
in euro’s
644.403
100%
644.403
0
30.000 56.741
33.275
90% 100%
30.000
0 56.741
2.404.241
2.266.038
2.084.403
476.741
0 420.000
Op verzoek van de subsidieverstrekkers van de projecten Ondernemerslab Twente, Netwerkschool, Programmalijn1: VMBO en MBO techniek, Toptechniek in bedrijf, MBO Beter Light en Professionaliseringsversneller leggen wij in deze toelichting ook verantwoording af voor de bestedingen in het kader van deze projecten.
132
Financiële instrumenten Algemeen Stichting ROC van Twente maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die ROC van Twente blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze financiële instrumenten betreffen in alle gevallen posten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. De instelling handelt niet in deze financiële instrumenten en hanteert procedures en gedragsrichtlijnen om de omvang van het kredietrisico bij tegenpartijen te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de organisatie verschuldigde betalingen, blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. ROC van Twente maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn niet geconcentreerd bij grote debiteurenrelaties. De kredietrisico’s inzake de vorderingen op deelnemingen en de overige vorderingen worden eveneens gering geacht. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. De leningen hebben een vaste rente tot het moment van renteconversie. Elke tranche kent gedurende de looptijd één moment van renteconversie. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Stichting ROC van Twente maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Prijsrisico Gezien het karakter van de instelling is het prijsrisico gering.
133
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen • Het ROC van Twente heeft een terugkoopoptie eindigend op 01-08-2018 jegens STODT voor 2.336 m2 BVO tegen een prijs van € 4 miljoen (locatie Gieterij 200 te Hengelo). Na deze datum heeft ROC van Twente een terugkoopverplichting indien STODT wenst te vervreemden. - Het ROC van Twente heeft zich garant gesteld jegens de Stichting Waarborgfonds BVE voor maximaal 2% van de jaarlijkse rijksbijdrage indien laatstgenoemde niet aan haar borgstellingsverplichtingen kan voldoen. - Als gevolg van de lease van personenauto’s bedraagt de contractuele verplichting ultimo balansdatum € 159 duizend, waarvan voor het jaar 2014 de verplichting € 63 duizend bedraagt en de verplichting tussen 1 en 5 jaar bedraagt € 95 duizend. - Inzake de huur van 2 kantoorruimtes aan de Lansinkesweg 14 te Hengelo zijn aan Lansinkveste BV twee bankgaranties afgegeven ter waarde van circa € 10 duizend. - De meerjarige verplichtingen uit huurovereenkomsten worden hieronder toegelicht.
Meerjarige verplichtingen uit huurovereenkomsten
M.H. Tromplaan 28, Enschede
Aantal m2
Expiratiedatum
Verlengingstermijn
Huurlast (€) op jaarbasis
1064
31-jul-2015
1 jaar
410.000
Van Galenstraat 19, Enschede (doorgang entree en medegebruik kantine)
-
31-jul-2015
1 jaar
140.000
Drienerlolaan, Enschede (sportcomplex)
-
31-jul-2019
1 jaar
180.000
Collosseum 65, Enschede (Grolsch Veste)
3330
30-jun-2025
5 jaar
620.000
997
31-aug-2016
1 jaar
64.000
Piet Heinstraat 4, Enschede
1782
30-jun-2015
5 jaar
180.000
Weth. Beversstraat 165, Enschede
4000
31-dec-2037
onbepaald
231.700
96
30-nov-2014
1 jaar
13.000
650
31-okt-2015
5 jaar
132.000
Spinnerstraat 29, Enschede
Parkweg 1, Hardenberg Tuindorpstraat 61, Hengelo
31-okt-2014
1 jaar
150.000
Mensinkweg 6, Nijverdal
Gieterij 200, Hengelo (Hijsch parkeerterrein) 725
31-aug-2019
5 jaar
51.000
Steenstraat 105, Oldenzaal
422
31-dec-2014
1 jaar
46.000
Reggesingel 50/54, Rijssen
1402
31-dec-2023
5 jaar
175.000
Fiscale eenheid ROC van Twente vormt samen met ROC van Twente Flex BV een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. De omzetbelasting is in elk van de entiteiten opgenomen voor dat deel dat de desbetreffende vennootschap als zelfstandig belastingplichtige verschuldigd zou zijn, rekening houdend met voor de omzetbelasting geldende fiscale faciliteiten .
134
3
Baten
3.1.1
(in duizenden euro’s) Rijksbijdragen Rijksbijdrage sector BVE Rijksbijdrage OCW
3.1.2
Geoormerkte OCW subsidies Niet-geoormerkte OCW subsidies Overige subsidies OCW
3.1.3
Terugvordering rijksbijdragen
3.1
2013 124.452
Begroting 2013 122.530
124.452 4.755 6.147
2012 120.558 122.530
5.287 4.815 10.902
120.558 5.355 4.981
10.102
-3.670
10.336
0
131.684
0
132.632
130.894
3.2.1
Toelichting 3.1.3 Terugvordering rijksbijdragen. Het opleidingstraject Chauffeur personenvervoer / Openbaar Vervoer is door de inspectie negatief beoordeeld. Recent ontvingen wij het bericht dat de minister het voornemen heeft om deze bekostiging over de cohorten 2009-2010 t/m 2011-2012 te herberekenen en deels terug te vorderen. We hebben besloten om de rijksbijdrage dientengevolge te verlagen.ROC van Twente bestrijdt een wezenlijk deel van de conclusies van het onderzoek waarop de sanctie is gebaseerd. Aangezien wij hierover niet tot overeenstemming zijn gekomen met de onderwijsinspectie zullen wij een gerechtelijke procedure starten (zie ook 2.3.3). Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2013 Begroting 2013 2012 Gemeentelijke bijdragen educatie 3.615 2.742 4.963 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 291 86 157 3.906 2.828 5.120 Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.3 3.3.2
Lesgelden Wettelijke cursusgelden sector BVE
3.4
Baten werk in opdracht van derden Contractonderwijs Inburgeringscontracten Contractonderwijs Overige
3.2
3.4.1 3.4.3
2013 2.315 2.315
Begroting 2013
2013
Begroting 2013 3.445 460
2.405 579 2.984 2.730
2012 2.392 2.392
2.315 2.315
2012 2.977 1.044 3.905
2.907 2.730 5.714
4.021 5.116
2.907 6.812
5.116 9.137
Onder rubriek 3.4.3 is in 2013 een bedrag van € 1.593 duizend (2012: € 3.177 duizend) aan baten uit hoofde van subsidieprojecten begrepen, niet zijnde subsidies van het Ministerie van OCW. 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.5 3.5.6
Overige baten Verhuur Detachering personeel Ouderbijdragen Overige
2013 354 597 2.203 381 3.535
Begroting 2013 404 851 2.095 370 3.720
2012 359 895 2.633 415 4.302
135
4
Lasten
4.1.1
(in duizenden euro’s) Personeelslasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overig Overige personele lasten
4.1.3
Af: Uitkeringen
4.1
Personeelsbestand
Begroting 2013 69.403 8.600 11.600
95.261 101 5.153 5.017
2012 76.713 8.470 11.056 89.603
1.521 9.559 7.076 10.271 105.532 586 104.946
96.239 255 7.895 4.455
18.156 107.759
0
107.759
geïndexeerde middelloonregeling. Indexatie (aanpassing met
12.605 108.844 517 108.327
met 0,5 procent verlaagd.
Gedurende het boekjaar 2013 bedroeg het gemiddeld aan-
prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt
- In 2012 en 2013 wordt een tijdelijke herstelopslag van 3 pro-
tal werknemers bij de groep 1.937 (2012: 1.945 medewer-
uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het
centpunt bovenop de kostendekkende premie OP/NP ge-
kers). Omgerekend naar fte’s (fulltime employees) zijn eind
pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds
hanteerd.
2013 gemiddeld 1.580 fte’s in dienst (2012: 1.562 fte’s).
daartoe heeft besloten. Indien de omstandigheden bij het pen-
Hiervan waren geen personen (2012: geen personen) werk-
sioenfonds daar aanleiding toe geven kan het bestuur beslui-
zaam buiten Nederland. Deze personeelsomvang (gemid-
ten tot het korten van aanspraken. Door de kredietcrisis en de
deld aantal personen) is als volgt onder te verdelen naar
dalende rente in voorgaande jaren bevindt het pensioenfonds
verschillende personeelscategorieën:
zich per balansdatum 2012 in een reservetekort. De dekkings-
2013 2012
graad (marktwaarde van de beleggingen uitgedrukt in een per-
Eind januari 2014 meldt pensioenfonds ABP in een persbe-
centage van de voorziening pensioenverplichtingen volgens
richt dat de verlaging van pensioenen voor 2014 geschrapt
de grondslagen van DNB) van het fonds per balansdatum was
wordt, nu de dekkingsgraad aan het einde van het vierde
96%. Het minimum vereist eigen vermogen (dekkingsgraad)
kwartaal 2013 op 105,9% staat, 1,7 procentpunt boven de mi-
volgens DNB is 105%. Begin 2012 is het herstelplan van 26
nimaal vereiste grens, nog steeds dicht bij de minimumgrens.
Pensioenen
maart 2009 van De Nederlandse Bank geëvalueerd. Uit deze
Het ABP heeft wel besloten om de verlaging van het pensioen
De medewerkers van Stichting ROC van Twente hebben een
evaluatie is gebleken dat aanvullende maatregelen noodzake-
van vorig jaar met 0,5% per 01 april 2014 teniet te doen.
pensioenregeling die is ondergebracht bij het ABP Pensi-
lijk zijn. Het betreft hier de volgende maatregelen:
oenfonds. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk
- De pensioenuitkeringen worden met ingang van april 2013
OP OBP Totaal
136
2013 74.960 8.668 11.633
1.366
1.354
571
591
1.937
1.945
- Zolang de dekkinggraad lager is dan 104,2% worden de pensioenen niet aangepast aan de loonontwikkeling. - Het beleggingsbeleid is aangepast waardoor het beleggingsrisico lager is.
4.2 4.2.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Materiële vaste activa 11.855
2013
Begroting 2013 12.433
11.855 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige
2013 3.668 230 1.506 1.966 2.356 726 326
12.433 Begroting 2013 3.081 228 1.489 2.138 2.340 759 -84
10.778 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Overige lasten Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
2013 9.212 4.690 203 1.619
Toelichting 4.4.1 specificatie accountantskosten 4.4.1.1 honorarium onderzoek jaarrekening 4.4.1.2 honorarium andere controleopdrachten 4.4.1.3 honorarium fiscale adviezen 4.4.1.4 honorarium andere niet-controle dienst
5
12.159 2012 3.746 198 1.519 1.966 2.278 689 883
9.951 Begroting 2013 9.260 4.533 30 790
11.279 2012
14.613
8.873 4.807 27 777
2013 98 70
14.484 2012 95 79 22 196
200
168
Financiële baten en lasten (in duizenden euro’s)
5.1 5.4
15.724
2012 12.159
Rentebaten Rentelasten
44 3.315
2013 -3.271
Begroting 2013 0 3.300
102
-3.300
3.485
2012 -3.383
Transactie met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake als er een relatie bestaat tussen de onderneming, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.
137
A.1.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2013 (na verwerking voorstel resultaatbestemming)
1
Activa (in duizenden euro’s) 2013
1.2 1.3
Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
2012
137.723 5.669
146.574 6.338 143.392
152.912
Vlottende activa 1.5 1.7
Vorderingen Liquide middelen
2.814 24.677
4.835 23.080
Totaal activa
2
Passiva (in duizenden euro’s)
2.1 2.1
Eigen Vermogen Eigen Vermogen
27.491
27.915
170.883
180.827
2013
2.3
Voorzieningen
2.4
Langlopende schulden
2.5
Kortlopende schulden
Totaal passiva
138
2012
71.989
71.361 71.989
71.361
4.119
2.200
63.500
78.500
31.275
28.766
170.883
180.827
A1.6 Enkelvoudige staat van baten en lasten over 2013
(in duizenden euro’s) Aandeel in resultaat van maatschappijen waarin wordt deelgenomen Overig resultaat Nettoresultaat
2013
Begroting 2013
2012
48
0
-16
580
251
2.213
628
251
2.197
139
A1.7 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening 2013
Algemeen De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de geconsolideerde jaarrekening 2013 van de organisatie. Ten aanzien van de enkelvoudige staat van baten en lasten van de organisatie is gebruik gemaakt van de vrijstelling ingevolge artikel 2:402 BW. Voor zover posten uit de balans en staat van baten en lasten hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten, met uitzondering van het volgende: Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen is het aandeel van ROC van Twente in de resultaten van ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV. Resultaten op transacties -waarbij overdracht van activa en passiva tussen ROC van Twente en deze deelnemingen en tussen deze deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden- zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
140
1
Activa
1.3
Financiële vaste activa (in duizenden euro’s) Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: 1.3.2 Andere deelnemingen
Stand per 1 januari 2013
1.3.4 Vorderingen op deelnemingen
1.3.5 Vorderingen op OCW
1.3.7 Overige vorderingen
Totaal
0
546
0
5.792
6.338
- investeringen en verstrekte leningen
-
18
-
-
18
- desinvesteringen en afgeloste leningen
-
503
-
232
735
-
-
-
0
Mutaties:
- waardeverminderingen - resultaat deelnemingen - overboeking negatieve deelnemingswaarde Stand per 31 december 2013
48
-
-
-
48
-48
48
-
-
0
0
109
0
5.560
5.669
Toelichting 1.3.2 De (negatieve) deelnemingswaarde van ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV zijn in mindering gebracht op de leningen en vorderingen van resp. ROC van Twente Flex BV en Campus Business Center BV, welke in de post vorderingen op deelnemingen (1.3.4) wordt verantwoord. Toelichting 1.3.4 De post vorderingen op deelnemingen betreft onder andere een lening verstrekt aan Campus Business Center BV met een hoofdsom van € 170 duizend verstrekt in 2004 en € 160 duizend in 2006. De oorspronkelijke looptijd bedroeg 5 jaar. Het rentepercentage bedraagt een 3 maands Euribor + 1,5%. In 2010 is een achtergestelde lening verstrekt ad € 57,5 duizend (bijstorting door aandeelhouders naar rato deelneming in de BV). Het rente percentage bedraagt eveneens een 3 maands Euribor + 1,5%. De totale vordering uit hoofde van niet ontvangen rente bedraagt per 1 januari 2012 € 78,5 duizend; met ingang van 1 januari 2012 wordt een rentevergoeding over de uitstaande vordering uit hoofde van niet-ontvangen rente berekend. Verder is in 2010 een geldlening verstrekt ad € 189 duizend welke preferent is ten opzichte van de bestaande en toekomstige vorderingen van de huisbankier van de vennootschap binnen Campus Business Center BV. Het rentepercentage bedraagt eveneens een 3 maands Euribor + 1,5%. Aflossing vindt plaats indien de exploitatie van Campus Business Center BV dit toelaat. Een en ander ter beoordeling door de Algemene vergadering van Aandeelhouders. In 2013 heeft geen aflossing plaatsgevonden. Het 20% belang in Campus Business Center BV bedraagt per 1 januari 2013 € 205 duizend negatief.
141
Het verloop in 2013 is als volgt:
(in duizenden euro’s) Campus Business Center BV
ROC van Twente Flex BV
Totaal
Stand per 1 januari 2013 - vordering uit hoofde van verstrekte leningen
668
- vordering uit hoofde van rek. courant verhouding - waarde deelneming Saldo 01-01-2013
86 -205
-3
463
83
546
mutaties in 2013 - rente toevoeging
8
- mutaties rek.courant verhouding - resultaat deelneming
-493 48
0
56
-493
-437
Stand per 31 december 2013 -vordering uit hoofde van verstrekte leningen
675
- vordering uit hoofde van rek courant verhouding - waarde deelneming Saldo 31-12-2013
142
-406 -157
-3
518
-409
109
Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Naam
(in duizenden euro’s) ROC van Twente Flex
Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
BV
Hengelo
Code activiteiten
4
Juridische vorm
ROC van Twente Flex
BV
Eigen vermogen 31-12-2013
Resultaat 2013
-3 -3
Verklaring art. 2:403 BW
0 0
Nee
Omschrijving doelstelling
Deelname %
100%
Consolidatie
100%
Samenstelling van bestuur en directie
Het verlenen van personeelsdiensten, waaronder arbeidsbemiddeling, reïntegratie, her-, om- en bijscholing
ROC van Twente
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging) Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Eigen vermogen 31-12-2013
Resultaat 2013
Verklaring art. 2:403 BW
Deelname %
Consolidatie
Arbeid, Training en Scholing ROC van Twente
Stg.
Hengelo
1
0
0
Nee
100%
Nee*
Ethiek in Beroepsonderwijs en Volwasseneducatie
Stg.
Hengelo
4
0
0
Nee
100%
Nee**
* Deze stichting stond in voorgaande jaren vermeld als Twente Plus ATS; in de geconsolideerde jaarrekening zijn geen gegevens opgenomen aangezien haar betekenis te verwaarlozen is voor het geheel. (artikel 2:407 lid 1 BW) ** de omvang zeggenschap ROC van Twente in deze stichting is in de loop van 2011 gewijzigd naar 100%; de stichting is momenteel in ruste. Overige verbonden partijen (minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap) Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Campus Business Center Prove2move Centraal Instituut voor Verpleegkundige Vervolgopleidingen
BV Coöp U.A. Coöp U.A.
Hengelo Hengelo Hengelo
4 4 4
20% van nominaal aandelen kapitaal 1 van 3 bestuursleden 1 van 3 bestuursleden
Centrum voor Innovatief Vakmanschap TechWise Twente
Coöp U.A.
Hengelo
4
1 van 6 bestuursleden
Omvang zeggenschap ROC van Twente
Code activiteiten 1 = contractonderwijs 2 = contractonderzoek 3 = onroerende zaken 4 = overig
143
Vlottende Activa 1.5
Vorderingen (in duizenden euro’s) 2013
2012
1.5.1
Debiteuren
2.072
3.851
1.5.2
OCW/LNV
0
0
1.5.7
Personeel
39
14
Omzetbelasting
94
3
Overige
37
9
Overige vorderingen
170
26
Vooruitbetaalde kosten
829
1012
Overige
148
166
1.5.8
Overlopende activa
977
1.178
1.5.9
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
405
220
2.814
4.835
In de vorderingen is geen bedrag langer dan 1 jaar begrepen 1.7
Liquide middelen (in duizenden euro’s) 2013
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
Alle liquide middelen zijn direct opvraagbaar; de rentevergoeding is gebaseerd op eonia fixing.
2012 14
17
24.663
23.063
24.677
23.080
Eonia fixing (european overnight index average) is het eendaags-renteniveau voor het eurogebied.
144
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen (in duizenden euro’s) Stand per 1 januari 2013
2.1.1 2.1.2
Algemene reserve Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsreserve
Resultaat
68.435
-969
0
Overige mutaties
Stand per 31 december 2013 -
1.640
67.466
1.640
68.435 2.1.3
Bestemmingsreserve (privaat) Bestemmingsreserve
2.926
69.106 -43
-
2.926 Totaal eigen vermogen
71.361
2.883 2.883
628
0
71.989
Toelichting 2.1 Het eigen vermogen van ROC van Twente bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserve publiek en privaat. Het eigen vermogen dient als buffer voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie en is daarnaast van belang voor de financiering van de instelling. Om deze redenen dient het eigen vermogen een bepaalde minimum omvang te hebben, die afhankelijk is van het risicoprofiel van ROC van Twente. Toelichting 2.1.2 In 2009 heeft een eerste segmentatie plaatsgevonden van het eigen vermogen in een publiek deel en een privaat deel. In 2013 is er een bestemmingsreserve (publiek) gevormd. Als publieke activiteit wordt aangemerkt de aanvullende bekostiging OCW op grond van het Herfstakkoord 2013, die eind december van het jaar is ontvangen. Deze gelden zullen worden aangewend voor het jaar 2014 met uitloop naar 2015. Voor het jaar 2013 betekent dit een dotatie van 1640 duizend aan de bestemmingsreserve (publiek). Toelichting 2.1.3 Als private activiteiten worden aangemerkt alle contractactiviteiten die worden bekostigd uit private middelen. Hieronder vallen contracten met bedrijven, zorginstellingen, particulieren, etc. Voor het jaar 2013 resulteert dit in een negatief resultaat en afname van 43 duizend op de bestemmingsreserve (privaat). Activiteiten die door landelijke, provinciale of locale overheden worden bekostigd worden aangemerkt als publiek. De activiteiten binnen Educatie worden in lijn hiermee tot onze publieke activiteiten gerekend.
145
2.5
Kortlopende schulden (in duizenden euro’s)
2.5.1 2.5.2 2.5.3
Kredietinstellingen Vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen OHW Crediteuren
2.5.7 2.5.8
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen
2.5.9
Overige Overige kortlopende schulden
2.5.10
Vooruitontvangen college- en lesgelden Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/LNV niet-geoormerkt Rekening-courant, stagefondsen, boekenfondsen e.d. Vakantiegeld- en dagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige De overlopende passiva
2013 5.000 536 2.939 3.549 0 757
3.647 0 1.049 4.306 1.435
693
4.696 1.387 611
693 836 3.848 2.021 346 3.066 75 1.306 4.868
Onder de kortlopende schulden zijn geen schulden opgenomen met een looptijd langer dan 1 jaar.
146
2012 3.560 3.186 2.574
611 1.111 2.424 2.513 304 3.075 65 1.608 1.652
16.366 31.275
12.752 28.766
A1.8a WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie
Lid College van Bestuur Voorzitter College van Bestuur
Voorzitersclausule van toepassing
J/N N J
Naam
H.W. Meijerink J.H. van der Vegt
Ingangsdatum dienstverband
vanaf 1-02-13 1-02-13
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
tot 1 1
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
in euro’s 2013 105.589 154.100
in euro’s 2013 nihil nihil
in euro’s 2013 14.208 26.986
in euro’s 2013
Tot de beloning van de bestuurders wordt evenseens gerekend dat zij de beschikking hebben over een lease auto, welke € 9.339 resp € 11.142 bedraagt, welk opgenomen is in de kolom “beloning”. Vermelding alle toezichthouders Functie
Voorzitersclausule van toepassing
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
in euro’s in euro’s in euro’s J/N vanaf tot 2013 2013 2013 voorzitter Raad van Toezicht J W.M. van Ingen 13-06-13 3.873 lid Raad van Toezicht N P. van Buuren 30-06-08 5.500 lid Raad van Toezicht N H.F.X. Geerdink* 30-06-08 6.258 lid Raad van Toezicht N I.W.G. Harmelink 01-01-11 28-05-14 5.500 lid Raad van Toezicht N J.A.N.Mos 01-01-11 17-02-14 5.500 lid Raad van Toezicht N G.Stemerding 05-09-11 5.500 lid Raad van Toezicht N W.Toering-Keen 29-10-12 5.500 * De heer Geerdink heeft de functie van voorzitter vervuld van 1 januari tot 13 juni 2013. In die periode heeft hij de vergoeding van voorzitter ontvangen van € 3.278.
Uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
in euro’s 2013
Vermelding gegevens van eenieder van wie de bezoldiging de toepasselijke norm te boven gaat Functie
Voorzitersclausule van toepassing
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband in FTE
-
-
-
-
-
-
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
Motivatie overschrijding van de norm
in euro’s
in euro’s
in euro’s
in euro’s
-
-
-
-
De toelichting inzake de WNT op basis van het model is achterwege gelaten, omdat geen van de bestuurders en medewerkers over 2013 de WNT maximale jaargrens van € 198.279 heeft overschreden. Op basis van een dienstverband van 11 maanden bedraagt dit € 181.756.
147
A1.8b Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders 2013 Functie
Duur arbeidsovereenkomst werkzaamheden
Bestuurders
vanaf
H.W. Meijerink J.H. van der Vegt
1-02-13 1-02-13
Ingangsdatum dienstverband
tot 31-12-13 31-12-13
1-02-13 1-02-13
Taakomvang
Dienstbetrekking (D) of op interim basis (I)
Periodiek betaalde beloningen*
Bonus betalingen/ gratificaties
Fte
D of I
2013 in euro’s
1,0 1,0
D D
2013 in euro’s 110.189 158.700 268.889
Totaal bestuurders
Toezichthouders W.M. van Ingen P. van Buuren H.F.X. Geerdink ** I.W.G. Harmelink J.A.N.Mos G.Stemerding W.Toering-Keen
13-06-13 01-01-13 01-01-13 01-01-13 01-01-13 01-01-13 01-01-13
31-12-13 31-12-13 31-12-13 31-12-13 31-12-13 31-12-13 31-12-13
13-06-13 30-06-08 30-06-08 01-01-11 01-01-11 05-09-11 29-10-12
Totaal toezichthouders
Ontvangen pensioenbijdragen/ beloningen betaalbaar op termijn
2013 in euro’s 14.208 26.986
Uitkeringen wegens beeindiging dienstverband
2013 in euro’s
41.194
3.873 5.500 6.258 5.500 5.500 5.500 5.500 37.631
*
Naast de beloning conform bijage A1.8a is hier ook een bedrag opgenomen in verband met een aantal socale lasten, te weten werkegeversafdracht ZVW en afdracht
premie UFO en de WHK differentiatie. Voor beide bestuurders bedragen deze lasten € 4600,-.
** De heer Geerdink heeft de functie van voorzitter vervuld van 1 januari tot 13 juni 2013. In die periode heeft hij de vergoeding van voorzitter ontvangen van € 3.278,-.
148
Vaststelling jaarrekening
Begroting geconsolideerde staat van baten en lasten over 2014
Datum vaststelling jaarrekening Hengelo, 16 juni 2014 voorzitter College van Bestuur lid College van Bestuur voorzitter Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht
drs. J.H. van der Vegt MPM drs. H.W. Meijerink RA mw. drs. W.M. van Ingen ir. P. van Buuren MBA H.F.X. Geerdink MPM G. Stemerding mw. ir. W. Toering-Keen R. Nijhuis
Begroting 2014 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
(in duizenden euro’s) Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Lesgelden Baten werk in opdracht voor derden Overige baten
134.664 2.300 2.200 2.776 5.318
Totaal baten
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
147.258
108.662 12.280 9.730 14.525
Totaal lasten
145.197
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
6 7
Resultaat Belastingen Resultaat deelnemingen Nettoresultaat
2.061 -2.870 -809 0 0 0 -809
149
150
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting ROC van Twente
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting ROC van Twente te Hengelo gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2013 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur Het College van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen Het College van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het College van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting ROC van Twente per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belangzijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, lid 4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als
Enschede, 16 juni 2014 KPMG Accountants N.V. J.F.G. Morsink RA
151
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming
Ingevolge de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van ROC van Twente. Het ROC van Twente heeft over het verslagjaar 2013 een positief resultaat behaald van € 628 duizend. De gelden uit het Herfstakkoord, via OCW ontvangen, worden ter grootte van € 1,640 miljoen toegevoegd aan de bestemmingsreserve Publiek.Het negatieve resultaat uit private activiteiten ter grootte van € 43 duizend wordt ten laste van de bestemmingsreserve Privaat gebracht. Tenslotte resteert € 969 duizend negatief van het resultaat dat ten laste van de Algemene reserve wordt gebracht. Dit voorstel is reeds in de jaarrekening verwerkt.
Contactgegevens
Naam rechtspersoon
Stichting ROC van Twente
Postadres rechtspersoon
Postbus 636 7550 AP Hengelo
Bezoekadres rechtspersoon
Gieterij 200 7553 VZ Hengelo
Telefoon
074-8525000
Fax
074-8525010
Internetsite
www.rocvantwente.nl
E-mailadres
[email protected]
Bestuursnummer
41462
Brinnummer
27YU
KvK
08126099
Naam contactpersoon
Drs. D.P.E. van Zijl RA
Accountantskantoor
KPMG Accountants NV
Adres accountantskantoor
Postbus 574
Gebeurtenissen na balansdatum Op 27 maart 2014 heeft het ROC van Twente van één van haar relaties een claim ontvangen welke haar oorzaak vindt in een WVA onderzoek door de Belastingdienst bij betreffende relatie. De omvang van de claim bedroeg € 0,6 miljoen. De claim is door ROC van Twente afgewezen.
7500 AN Enschede Telefoon
152
053-483 25 25
Lijst van afkortingen
153
AKA AOB AOC AOP ASS BBL BBN BIO BOL BPV BVE CAO CE CGO CITO CIVO CREBO CVE DUO EBC*L ELO EVC FTE GDW HBO HRM ICT IVA JIT JOB KCH LGF Lio MBO MR
154
Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent Algemene Onderwijsbond Agrarische Opleidingscentra Assisterend Onderwijzend Personeel Autistisch Spectrum Stoornis Beroepsbegeleidende Leerweg Branchepromotie Beroepsonderwijs Nederland Beroepen in het Onderwijs Beroepsopleidende Leerweg Beroepspraktijkvorming Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Collectieve Arbeidsovereenkomst Certificeerbare Eenheid Competentiegericht Onderwijs Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling Centraal Instituut voor Verpleegkundig vervolg Onderwijs Centraal Register Erkende BeroepsOpleidingen Commissie van de Eindexamens Dienst Uitvoering Onderwijs European Business Competence* Licence Elektronische Leeromgeving Erkenning Verworven Competenties Fulltime Equivalent Gezondheidszorg, Dienstverlening en Welzijn Hoger Beroepsonderwijs Human Resource Management Informatie- en communicatietechnologie Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten Just in Time Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs Kennis Centrum Handel Leerlinggebonden Financiering Leraar in opleiding Middelbaar Beroepsonderwijs Medezeggenschapsraad
MTO OBP OCW OLC OP OPDC OR OSG OVM PASS PDD familie POWI PROO RI&E RMC ROC ROZ SIB SLB SOVA TSE TTOA V(S)O VAVO VBPV VMBO VO VOG VP VSV WAO WEB WGA WW ZAT ZZP
Medewerkers Tevredenheid Onderzoek Ondersteunend Beheerspersoneel Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Open Leercentrum Onderwijzend Personeel OrthoPedagogisch en Didactisch Centrum Ondernemingsraad Onderwijs Service Groep Overdrachtsformulier Project Autistisch Spectrum Stoornis Platform Onderwijs, Werk en Inkomen Programma Raad Onderwijs Onderzoek Risico Inventarisaties en Evaluaties Regionale Meld- en coördinatiefunctie Regionaal Opleidingen Centrum Regionale Organisatie Zelfstandigen Stichting Innovatie Beroepsonderwijs StudieLoopbaanBegeleiding Sociale Vaardigheden Twente School of Education Twente Taskforce Technologie Onderwijs Arbeidsmarkt Voortgezet (Speciaal) Onderwijs Voortgezet Algemeen VolwassenenOnderwijs Voorbereiding op de Beroepspraktijkvorming Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Voortgezet Onderwijs Verklaring Omtrent Gedrag Verpleegkunde Voortijdig School Verlaters Wet Arbeidsongeschiktheid Wet Educatie en Beroepsonderwijs Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Werkloosheidswet Zorg- en Adviesteams Zelfstandige Zonder Personeel
155