Versie 05/05
Bestnr. 92 20 22
ISDN-telefoon C-Easy D 1000
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 2015 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Internet: www.conrad.nl of www.conrad.be
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Algemeen. Wegwijzer. Product informatie. Correcte toepassing Omvang levering Veiligheidsaanwijzingen. ISDN-begrippen
4 4 4 4 5 5 5
2. 2.1 2.2 2.3
Overzicht van het toestel Toetsen en weergaven Lichtindicaties (LED’s) Aansluitingen
7 7 9 9
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Telefoon aansluiten Kabel aansluiten Headset Installatie controleren Wandmontage
10 10 10 10 10
4 4.1 4.2
Direct telefoneren: basisinstellingen Zo navigeert u binnen de menustructuur Instellingen voor het eerste gesprek
11 11 11
5 5.1
Instellingen Menu „Oproeplijst“
12 12
5.2
Menu „Telefoon instelling“ PIN Code 5.2.1 MSN 5.2.2 Beltoon wijzigen 5.2.3 Aankloppen. 5.2.4 Oproep weigeren 5.2.5 PIN wijzigen 5.2.6 Internationaal / Nationaal netnummer 5.2.7 Kiezen via telefooncentrale 5.2.8 Datum, tijd 5.2.9 Taal
14 14 14 15 15 15 16 17 17 17 17
5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4
Menu „Telefoonboek“ Een nieuwe vermelding aanleggen Een vermelding overschrijven Een vermelding zoeken en opbellen Een vermelding wissen
18 18 19 19 19
5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4 5.4.5 5.5
Menu „Functie“ Telefoonnummer meesturen Belsignaal uitzetten Display-contrast Parkeren opheffen Ruimtebewaking Menu „Oproep doorschakelen
20 20 20 21 21 22 23
2
6 Instellingen voor en tijdens het gesprek 6.1 Voor het gesprek – voorbereiding voor het kiezen 6.1.1 Nummerweergave onderdrukken (tijdelijk) 6.1.2 Nummerherhaling 6.1.3 Kiezen vanuit het telefoonboek 6.1.4 Snel kiezen (M1 tot M6) 6.2 Binnenkomende oproep 6.3 Tijdens het gesprek 6.3.1 Handsfree en microfoon 6.3.2 Volume voor hoorn of headset instellen 6.3.3 Gesprek parkeren 6.3.4 Wisselgesprek / conferentie / doorsturen / beëindigen 6.3.5 Microfoon uitschakelen
24 24 24 24 25 25 25 26 26 26 26 27 27
6.4 Extra functies 6.4.1 Terugbellen bij bezet 6.4.2 Alarmnummers
28 28 28
7
Basisinstelling (Stand bij levering)
29
8
Verhelpen van problemen
30
9
Technische gegevens
31
10
EU-conformiteit (CE)
32
11
Service; Hotline
32
3
1.
Algemeen
1.1 Wegwijzer In deze gebruiksaanwijzing vindt u de fundamentele informatie over de installatie, ingebruikneming en de bediening van de ISDN-telefoon. Om uw toestel optimaal in te richten en in gebruik te nemen en om beschadigingen door verkeerde handelingen te voorkomen leest u eerst deze handleiding volledig door. Let vooral op de aanwijzingen die volgens de onderstaande opmerkingsvelden in deze gebruiksaanwijzing staan: OPMERKING
Meer informatie, toelichting en aanvulling Verdere opmerkingen: tip, info
VOORBEELD
Om een functie duidelijk te maken wordt een voorbeeld gegeven
BELANGRIJK
Hier wordt een opmerking gemaakt welke direct invloed heeft op de werking resp. waarschuwt voor een eventueel verkeerde bediening
LET OP
Waarschuwing voor eventuele gevaren voor het product of de gebruiker
Hotline
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
1.2
Productinformatie
De ISDN-telefoon is uitgerust met vele nuttige functies, die u ondersteunen bij de dagelijkse communicatie. Bijzondere kenmerken zijn de headset-aansluiting en de directe toegang tot belangrijke functies via de desbetreffende toetsen. Vier LED’s tonen de belangrijkste bedrijfstoestanden. 1.3
Correcte toepassing
De ISDN-telefoon is vervaardigd voor gebruik op een Euro-ISDN meervoudige toestelaansluiting (DSS1). Bovendien kan deze ISDN-telefoon aangesloten worden op de interne S0-aansluitpunt van een ISDN-telefooncentrale (voorwaarde: DSS1, punt naar meervoudig punt). Het gebruik van de ISDN-telefoon is alleen toegestaan in gesloten ruimtes, dus niet buitenshuis. Het contact met vochtigheid, bijv. in de badkamer en derg. moet beslist vermeden worden. Een andere toepassing dan hiervoor beschreven is niet toegestaan en leidt tot beschadiging van dit product. Bovendien zijn hieraan gevaren verbonden, zoals bijv. kortsluiting, brand, elektrische schok enzovoort.
4
1.4
Omvang levering
ISDN-telefoon C-Easy D 1000 Telefoonhoorn, gekrulde hoornverbindingskabel ISDN-aansluitkabel Gebruiksaanwijzing 1.5
Veiligheidsaanwijzingen
Bij materiële schade of persoonlijk letsel, die/ dat veroorzaakt wordt door het niet in acht nemen van de veiligheidsbepalingen, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie. • •
• • •
• •
1.6
LET OP! Gebruik het toestel niet in ruimtes waarin explosies zouden kunnen ontstaan en gebruik het niet in de buitenlucht. Externe invloeden: bescherm het toestel tegen permanente zonnestraling, overmatige warmte (bijv. radiatoren), natheid, veel stof, agressieve vloeistoffen en dampen en ook tegen sterke temperatuurschommelingen. Eventueel aanwezige condens minimaal 2 uur laten drogen. Houdt afstand tot apparatuur, die elektromagnetische storingen kunnen veroorzaken. In dit geval kan de spraakkwaliteit beïnvloed worden. Koppel het ISDN-kabel af voordat u de behuizing opent. Gevaar voor een elektrische schok! Gebruik uitsluitend originele onderdelen en accessoires. Kabel/stekker: sluit de aansluitkabel van het toestel alleen aan op hiervoor geschikte stopcontacten. Vervang niet de stekker van de aansluitkabel. Raak geen stekkercontacten en bussen aan met puntige, metalen of vochtige voorwerpen. Transporteer het toestel door het aan de kabel te dragen. Beschadigde of versleten kabels onmiddellijk vervangen. Leg de kabels zonder deze te knikken en bescherm de kabels (zodat niemand overheen kan vallen), geen spijkers of derg. gebruiken. Schoonmaken: alleen schoonmaken met een zachte, iets bevochtigde of antistatische doek. Gebruik geen reinigingsmiddelen of chemische substanties. LET OP voorzicht bij kinderen! Bij het binnendringen van elektrisch geleidende voorwerpen in de openingen van de behuizing bestaat het gevaar voor een elektrische schok. ISDN – begrippen
ISDN basisaansluiting De door de telefoonaanbieder geleverde leidingaansluiting in vorm van een NT1-apparaat, welke de 2-draads-leiding omzet in een 4-draads-leiding van uw huis. ISD-eindapparatuur Eindapparatuur zoals telefoons, fax of modem, die uitsluitend bedoeld zijn voor de aansluiting op een ISDN –basisaansluiting (NT1) resp. S-bus of de S0-bus van een interne telefooncentrale. ISDN-kenmerken Functies die een ISDN-basisaansluiting heeft. Afhankelijk van het soort aansluiting (telefooncentrale, meervoudige apparaat aansluiting) zijn meestal al bij de standaardaansluiting bepaalde eigenschappen inbegrepen, zoals nummerweergave (CLIP etc.), terugbellen, wisselgesprekken, driegesprekken enz. Bij de comfortuitvoering kan
5
uitgebreide ISDN-functies bezitten zoals doorschakelen van oproepen of weergave van de telefoonkosten per gesprek enz. MSN Multiple Subscriber Number U krijgt voor uw ISDN-basisaansluiting meestal 3 MSN-nummers, die u aan uw eindapparatuur kunt toewijzen. Hiermede kunt u onderscheid maken voor bijv. privételefoonnummer, fax en computerverbinding (ISDN-kaart, modem). Naast de door de netwerkaanbieder verkregen MSN-nummers zijn er nog interne MSNnummers , die u binnen de telefooncentrale aan uw eindapparatuur kunt toewijzen NT1; NTBA Network Termination (for Basic Access) Afsluiting van de ISDN-basisaansluiting. Omzetting van de signalen van de telefoonaanbieder naar de s-bus van de huisaansluiting. S-bus- S0-bus Extern: ISDN-verbinding naar de NT1 Intern: ISDN-verbinding naar digitale eindapparatuur van de telefooncentrale.
6
2.
Overzicht van het toestel
2.1
Toetsen en weergaven
1 Display Weergave van datum en tijd, alsook de menu’s en telefoonnummer 2 Oproepen doorschakelen Directe invoer van het doorschakelen voor MSN 1 3 Nummerweergave Oproepnummer weergeven of onderdrukken 4 Telefoonboek Telefoonboek oproepen en bewerken 5 Belsignaal uitschakelen De beltoon van de telefoon uitschakelen 6 Direct keuze toets De in het telefoonboek opgeslagen telefoonnummers met de doorlopende nummers 01 tot 06 zijn onder M1 tot M6 opgeslagen en kunnen door de desbetreffende toets in te drukken direct opgeroepen worden. 7 Menutoets Menu openen of beëindigen 8 Selectie bevestigen Met “OK” wordt de invoer bevestigt resp. geactiveerd. Een stap verder in naar de menu-opties
7
9 Stap terug / annuleren / wissen Een stap terug in het menu of functie of invoer afbreken. Onjuiste invoer wordt per cijfer gewist. 10 – 12 LED’s zie paragraaf 2.2 “Lichtindicaties (LED’s)” 13 Door de menu-opties bladeren Met de pijltoetsen bladert u door de menu-opties, indien meerdere opties geselecteerd kunnen worden. 14 Volume van de luidspreker instellen Met de plus- of minus-toets stelt u het hoornvolume, het volume van de luidspreker of het volume voor de headset in. 15 Nummerherhaling Tot 9 nummers die u het laatst heeft gekozen worden opgeslagen. 16 Microfoon uit Schakelt de hoornmicrofoon en het ingebouwde microfoon uit (zie afb. 1, 19). 17 Headset-werking In de headsetwerking heeft de toets dezelfde functie als het opnemen of neerleggen van de hoorn. 18 Handsfree Druk op deze toets als u zonder hoorn wilt bellen. De verbinding gebeurt dan via de ingebouwde microfoon resp. de ingebouwde luidspreker. 19 Microfoon voor handsfree 20 LED zie paragraaf 2.2 “Lichtindicaties (LED’s)” 21 Cijfertoetsen Met de cijfertoetsen voert u de telefoonnummers, tekens voor extra functies en teksten in. De “0” bezit de extra tekens + & @ / $ :, de “1” bezit bijkomende spaties en de extra tekens ? ! , . : “ ( ). * / # microfoonvolume instellen. 22 Ophanghaken Voor de wandmontage haalt u deze er uit en steekt u deze om 180° gedraaid in.
8
2.2
Lichtindicaties (LED’s)
De volgende functies worden door knipperen of permanent oplichten van de LED’s aangeduid (zie afb. 1, 10-12 en 20). LED 10
Betekenis................................................................ knippert vlug Binnenkomende oproep knippert langzaam Oproep tijdens afwezigheid
11
licht op
Beltoon uitgeschakeld
12
licht op
Doorschakelen actief
20
licht op
Hoorn opgenomen Handsfree Hoornfunctie via headset actief
2.3
Aansluitingen
Afb. 2 Toestel onderzijde
9
3
Telefoon aansluiten
3.1
Kabel aansluiten
1) Verbindt de stekker met de korte gladde kabeleinde van de gedraaide kabel met de bus van telefoonhoorn en sluit de stekker met de lange gladde kabeleinde aan op de bus aan de onderzijde van het toestel (zie afb. 2 “Hoorn”). De stekkers moeten hoorbaar inklinken. 2) Verbindt een stekker van de ISDN-aansluitkabel met de bus aan de onderzijde van het toestel (zie afb. 2 “ISDN”) en de andere stekker met de NT1 of met een interne S0-bus van uw telefooncentrale. 3.2
Headset aansluiten
Verbindt de aansluitstekker van de headset met de bus aan de zijkant. 3.3
Installatie controleren
1) De stekker mag niet zonder het indrukken van het clipje uit de bus getrokken worden. Controleer de voeding: de displayweergave moet zichtbaar zijn. 2) Neem de hoorn op. Bij het aansluiten op de NT1 moet de kiestoon hoorbaar zijn, bij aansluiting op een telefooncentrale eventueel de interne toon. 3.4
Wandmontage
Om de telefoon op een wand te bevestigen heeft u twee schroeven nodig (bijv. 4 x 35 mm) en afhankelijk van de wand twee pluggen. Afstand tussen de schroeven bedraagt 90 mm. - Draai de schroeven zo ver in, zodat de telefoon door de schroefkoppen vastgeklemd wordt. De schroefkoppen moeten hiertoe ca. 3-5 mm vanaf de wand uitsteken. - Verwijder de haken (zie afb. 1 (22)) en steek ze andersom in, zodat de hoorn bij de wandmontage veilig vastgehouden wordt.
10
4.
Direct telefoneren: basisinstelling
Na het eerste externe gesprek – daarbij worden datum en tijd automatisch ingesteld – toont het display de onderstaande weergave:
Afb. 3: Basisweergave op het display U kunt de datum en de tijd ook handmatig instellen (zie paragraaf 5.2.8) 4.1
Zo navigeert u binnen de menustructuur
Voor de navigatie binnen de menustructuur van de telefoon handelt u als volgt: Druk op toets , om het hoofdmenu te openen. Met de pijltoetsen selecteert u een van de menuniveaus, bevestig met “OK” en “blader” dan met de pijltoetsen binnen een menuniveau door de verschillende functies. Met “OK” gaat u telkens naar het volgende niveau of u bevestigd een selectie. Met de toets “Terug” of de toets gaat u een niveau terug of u breekt de selectie af. De toetsen moeten – afhankelijk van de opties – eventueel meermaals ingedrukt worden.
4.2
Instelling voor het eerste gesprek
MSN instellen Programmeer de telefoonnummer(s) resp. MSN-nummers voor de telefoon in het submenu “MSN” (zie paragraaf 5.2.1). Als u de telefoon op een telefooncentrale heeft aangesloten, programmeert u in plaats van de MSN het interne nummer van de digitale telefooncentrale op welke u de telefoon heeft aangesloten. Noodstroomwerking In de standaardwerking gebeurd de stroomvoeding voor de telefoon door de NT1 die op het 230 V-stroomnet is aangesloten. Bij een stroomuitval wordt uw aansluiting direct door de aanbieder gevoed. Deze stroom is echter alleen voldoende voor één ISDN-eindapparaat. Als u geen andere eindapparatuur met uw aansluiting gebruikt, zet u de telefoon op noodwerking (noodstroomschakelaar naar rechts, zie afb. 2), zodat u bij een stroomuitval nog kunt bellen of gebeld kunt worden. Bij gebruik van meerdere ISDN-eindapparaten kunt (moet) u zelf beslissen welk apparaat op noodwerking ingesteld zal worden.
11
5.
Instellingen
Druk op toets , om het hoofdmenu te openen. Met de pijltoetsen selecteert u het gewenste submenu, bevestig met “OK” en “blader” dan met de pijltoetsen binnen een submenu door de verschillende functies. Met “OK” gaat u telkens naar het volgende niveau of u bevestigd een selectie. Met de toets “Terug” of de toets gaat u een niveau terug of u breekt de selectie af. De toetsen moeten – afhankelijk van de opties – eventueel meermaals ingedrukt worden.
5.1
Menu “Oproeplijst”
In dit menu worden als u afwezig bent de oproepen geregistreerd en in een lijst opgeslagen. Deze oproepen worden met datum, tijd en – bij ingeschakelde nummerweergave door de beller – het telefoonnummer van de beller opgeslagen. Hierbij worden deze doorlopend genummerd, d.w.z. de laatste beller krijgt steeds het hoogste lijstnummer. Als tijdens uw afwezigheid een oproep binnenkomt, knippert de rode LED langzaam en het display in het oproepmenu toont de onderstaande weergave:
Nieuwe oproepen worden onder “Nieuw” aangeduid, tegelijkertijd knippert de overeenkomstige rode LED. Door de oproeplijst bladeren Druk op “OK” om de oproeplijst te openen. Op het display verschijnt nu meer informatie over de laatste beller. In de bovenste regel verschijnt de tijd en de datum, op de tweede regel verschijnt het lopende nummer in de lijst en het telefoonnummer van de beller. Als nummerweergave door de beller niet is toegestaan, staat in de lijst de melding “Geen nummer”. Rechts daarnaast staat een “N”, als u de oproep nog niet heeft bekeken. Als de beller meerdere keren heeft gebeld, wordt naast de “N” het aantal oproepen weergegeven. Om eventueel verdere nieuwe oproepen te bekijken, drukt u op de onderste pijltoets. Met de pijltoetsen bladert u door de lijst. OPMERKING
Staat er naast de “N” een getal, laat dit zien hoe vaak de beller het geprobeerd heeft.
12
Terugbellen via de oproeplijst U kunt direct vanuit de oproeplijst terugbellen. Voorwaarde hiertoe is echter, dat het telefoonnummer van de beller in de lijst is opgeslagen. Neem de hoorn op, of druk op de handsfree- of headset-toets: de verbinding wordt onmiddellijk tot stand gebracht.
Telefoonnummer vanuit de oproeplijst overnemen in het telefoonboek 1 Selecteer het nummer in de oproeplijst welke u in het telefoonboek wilt opslaan en druk op “OK”. 2 Weergave: Telnr. opslaan? Druk op “OK”. 3 Voer een naam in. Druk op “OK”. 4 Op het display wordt de volgende vrije geheugenplaats getoond. Als u een andere geheugenplaats wilt kiezen, wist u het aangegeven cijfer met de toets . Voer een geheugenplaats in tussen 01 en 50. Als de ingevoerde geheugenplaats reeds bezet is verschijnt “overschrijven?”. Als u dit niet wilt drukt u op toets . Daarna voert u een andere plaats in. Geheugenplaatsen 01 tot 06 worden tegelijkertijd onder de snelkiestoetsen M1 tot M6 opgeslagen.
TIP
Houdt het telefoonboek handmatig bij, zodat u voor het opslaan weet welke plaatsen nog vrij zijn.
Vermelding of gehele oproeplijst wissen Enkele vermelding wissen: 1 Selecteer het telefoonnummer welke u wilt wissen en druk op “OK”. 2 Selecteer met de pijltoets de optie “Telnr. wissen” en bevestig met “OK”. Totale lijst wissen: 1 Ga in de oproeplijst met de pijltoetsen tot aan het begin of einde van de lijst totdat “Einde oproeplijst” verschijnt. 2 Druk op “OK” en voor het wissen van de lijst nogmaals op “OK” en bevestig de procedure met “OK”.
Aangenomen oproepen Deze lijst toont de oproepen die u heeft aangenomen inclusief datum, tijd en telefoonnummer van de beller (bij geen nummerherkenning “Geen nummer!”). Als het telefoonnummer van de beller weergegeven wordt, kunt u door de hoorn op te nemen deze direct opbellen. Zodoende is deze lijst in bepaalde zin een uitgebreide telefoonboek.
13
5.2 Menu “telefoon instelling” In dit menu worden belangrijke basisinstellingen uitgevoerd of deze kunnen hier gewijzigd worden. Menu “telefoon instelling” oproepen 1 2 3 4 5
Druk op toets . Ga met de pijltoetsen naar het submenu “Telefoon instelling”. Bevestig met “OK”. Voer de PIN in. Bevestig met “OK”.
PIN code De PIN bestaat uit vijf cijfers, die het installatiemenu tegen onbevoegde beschermt. In de basisinstelling is de PIN ingesteld op 00000. Hoe u de code kunt wijzigen wordt in paragraaf 5.2.5 “PIN wijzigen” nader uitgelegd.
5.2.1 MSN MSN = uw telefoonnummer zonder netnummer Om uw telefoon slechts op één of tot max. drie bepaalde telefoonnummers (MSN’s) te laten reageren, moet u de telefoonnummers in dit submenu invoeren. Bij gebruik van een telefooncentrale wordt het overeenkomstige interne nummer ingevoerd, ook hier kunnen tot 3 interne nummers ingevoerd worden. Deze programmering is ook voor meerdere instellingen of functies nodig, bijv. voor de instelling van de beltoon (par. 5.2.2) of voor nummerweergave voor uw telefoonnummer (par. 5.4.1). Ook voor de functie “Oproepdoorschakeling” moet hier een nummer aanwezig zijn (par. 5.5). MSN’s of interne nummers instellen 1 2 3 4 5 6 7
Ga naar het submenu “MSN”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de MSN die u wilt instellen. Bevestig met “OK”. Voer het telefoon- of interne nummer in en bevestig met “OK”. Voer eventueel de resterende nummers voor meer MSN’s in. Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
14
5.2.2 Beltoon wijzigen Aan elk telefoonnummer (MSN) kunt u een individueel volume of een eigen melodie toewijzen. Het volume is in negen trappen instelbaar (00 tot 08). Bij volume “0” is de beltoon voor de betreffende MSN uit. Er zijn acht verschillende melodieën beschikbaar.
Beltoon: volume en klank instellen 1 Ga naar het submenu “Beltoon wijzigen”. 2 Bevestig met “OK”. 3 Selecteer met de pijltoetsen de MSN waarvan u de beltoon wilt instellen. 4 Bevestig met “OK”. 5 Selecteer met de pijltoetsen het volume en met de sterretjes- (*) of hekjetoets (#) de melodie. 6 Bevestig met “OK” en stel eventueel voor verdere MSN’s de beltoon in. 7 Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
5.2.3 Aankloppen In dit menu stelt u in of u tijdens een gesprek het aanklopsignaal van een andere beller wilt horen of niet. Aankloppen in- of uitschakelen 1 2 3 4 5
Ga naar het submenu “Aankloppen”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de instelling “Aankloppen AAN” of Aankloppen UIT”. Bevestig met “OK”. Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
5.2.4 Oproep weigeren Hier kunt u kiezen uit twee mogelijkheden, telefoonnummers voor een uitgaande verbinding blokkeren of toestaan. OPMERKING
De telefoonnummers moeten met het cijfer voor een buitenlijn (bijv. “0”) ingevoerd worden.
Als u telefoonnummers in het submenu “Enkele verbinding” invoert, zijn automatisch alle andere telefoonnummers voor een verbinding geblokkeerd. In het submenu “Enkele blokkering” moeten dan geen telefoonnummers ingevoerd worden.
15
A) Submenu enkele blokkering U kunt tot 5 verschillende blokkeernummers invoeren. Voor deze telefoonnummers en ook alle telefoonnummers die met de overeenkomstige cijfercombinatie beginnen, kan dan geen verbinding gemaakt worden. BELANGRIJK
Geblokkeerde nummers kunnen door het kiezen van een provider-nummer (010xx enz.) omzeild worden. Om beslist geen gesprekken mogelijk te maken, stelt u “0” in.
Blokkering inrichten 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Ga naar het submenu “Oproep weigeren”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen het submenu “Enkele blokkering”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen het submenu “Blokkering inst.”. Bevestig met “OK”. Voer achter elkaar de te blokkeren telefoonnummers in en bevestig telkens met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen het submenu “Enkele blokkering AAN” en druk op “OK”. Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
B) Enkele verbinding U kunt 5 verschillende telefoonnummers invoeren, die uitsluitend gekozen mogen worden. Alle andere telefoonnummers zijn dan voor een verbinding geblokkeerd. De instelling gebeurd zoals onder A) beschreven. BELANGRIJK
Let op de opmerkingen over alarmnummers in paragraaf 6.4.2!
5.2.5 PIN wijzigen U kunt in plaats de door de fabriek ingestelde PIN (00000) elk willekeurige cijfercombinatie met 5 cijfers instellen.
TIP
Kies een cijfercombinatie die u gemakkelijk kunt onthouden en noteer deze PIN-code, anders heeft u geen toegang meer op het installatiemenu.
16
PIN wijzigen 1 2 3 4
Ga naar het submenu “PIN wijzigen” en bevestig met “OK”. Voer een nieuwe vijfcijferige PIN in en bevestig met “OK”. U moet de PIN nogmaals invoeren en met “OK bevestigen. Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
PIN vergeten? Als u de PIN bent vergeten, neem dan contact op met de hotline. Het servicetelefoonnummer vindt u in hoofdstuk 13 “Service, hotline. 5.2.6 Internationaal / nationaal netnummer In dit menu kunt u het netnummer instellen, als de telefoon in het buitenland gebruikt wordt. Bij gebruik in Nederland gebruikt u de basisinstelling (nat. netnummer = 0, internat. netnummer = 00). 5.2.7 Kiezen via telefooncentrale Als u de telefoon via een telefooncentrale gebruikt, heeft u de mogelijkheid hier de cijfer(s) voor de kiestoon in te voeren. Dit cijfer wordt dan telkens voor het telefoonnummer gekozen, u hoeft deze dan niet meer voor elk gesprek eerst te kiezen. 5.2.8 Datum, tijd De datum en de tijd worden bij het eerste externe gesprek automatisch door uw telecomaanbieder ingesteld. Bij een storing of het gebruik van de telefoon in het buitenland kunt u de datum en de tijd ook handmatig instellen. Datum en tijd instellen 1 2 3 4 5
Ga naar het submenu “Datum/tijd”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de instelling “Datum instellen” of “Tijd instellen”. Bevestig met “OK”. Stel de waarden in en kies toets of druk op toets om af te sluiten.
5.2.9 Taal instellen U kunt kiezen uit de volgende menutalen: Duits, Engels of Zweeds. Taal instellen 1 2 3 4 5
Ga naar het submenu “Taal”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de taal. Bevestig met “OK”. Gebruik toets of druk op toets
om af te sluiten.
17
5.3
Menu “Telefoonboek”
In dit menu wordt het telefoonboek aangelegd, bewerkt en/of gewist. Druk op de telefoonboek-toets (zie afb. 1, nr. 4) om het menu te openen en de vermeldingen aan te passen.
5.3.1 Nieuwe invoer Het telefoonboek van uw telefoon heeft 50 geheugenplaatsen. U kunt hier de telefoonnummers en de namen of afkortingen van uw gesprekpartners opslaan en via de telefoonboek-toets oproepen. De invoer voor de geheugenplaatsen 01 tot 06 worden tegelijkertijd in de snelkiesgeheugentoetsen M1 tot M6 opgeslagen.
TIP
Sla uw zes belangrijkste telefoonnummers onder de nummers 01 tot 06 op. Deze kunt u dan via de geheugentoetsen M1 tot M6 snel kiezen.
Vermeldingen in het telefoonboek invoeren 1 Druk op de telefoonboek-toets . 2 Selecteer met de pijltoetsen de optie “Tel.boek bewerken”. 3 Bevestig met “OK”. 4 Het nummer van de vrije geheugenplaats wordt weergegeven. Druk op “OK”, als u hier de invoer wilt opslaan, anders wist u het nummer met toets en voert u een nieuwe nummer in. 5 Voer een naam in. Gebruik hiertoe de cijfertoetsen onder welke de letters staan. Druk meermaals op de cijfertoets voor de desbetreffende letter. Extra tekens invoeren zie paragraaf 2.1. Bij onjuiste invoer wist u de letter met toets . Bevestig met “OK”
TIP
Noteer uw deelnemers in het telefoonboek, zodat u weet welke geheugenplaatsen nog vrij zijn.
6 Voer het telefoonnummer in en bevestig met “OK”. 7 Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten. U kunt ook een vermelding uit de oproeplijst naar het telefoonboek overdragen (zie paragraaf 5.1).
18
5.3.2 Een vermelding overschrijven U kunt een vermelding veranderen door overschrijven. Alternatief kunt u ook de vermelding wissen en opnieuw invoeren (zie par. 5.3.4). Vermeldingen in het telefoonboek overschrijven 1 Druk op de telefoonboek-toets . 2 Selecteer met de pijltoetsen de optie “Tel.boek bewerken”. 3 Bevestig met “OK”. 4 Wis het weergegeven nummer met toets en voert het lopende nummer van de vermelding in die u wilt overschrijven. Bevestig met “OK”. Bij de vraag “overschrijven” drukt u op “OK”. 5 Voer een nieuwe naam in en bevestig met “OK”. 6 Voer het telefoonnummer in en bevestig met “OK”. 7 Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
5.3.3 Een vermelding opzoeken en opbellen 1 Druk op de telefoonboek-toets . 2 Selecteer met de pijltoetsen de optie “Tel.boek doorzoeken”. 3 Bevestig met “OK”. 4 Voer de naam of de beginletter in en druk op “OK”: 5 De naam wordt met het overeenkomstige nummer en het telefoonnummer weergegeven. 6 Een andere naam opzoeken: herhaal de invoer of loop met de pijltoetsen door het telefoonboek. 7 De gewenste vermelding opbellen: neem de hoorn op of druk op de handsfree- of headset-toets. 5.3.4 Een vermelding wissen 1 Druk op de telefoonboek-toets . 2 Selecteer met de pijltoetsen de optie “Tel.boek doorzoeken”. 3 Bevestig met “OK”. 4 Voer de naam of de beginletter in en druk op “OK”: 5 De naam wordt met het overeenkomstige nummer en het telefoonnummer weergegeven. 6 Druk op “OK” en selecteer met de pijltoetsen de optie “Invoer wissen”. Druk op “OK” en bevestig “Wissen” nogmaals met “OK”. Er wordt “Wissen OK” weergegeven. Een andere naam opzoeken: herhaal de invoer of loop met de pijltoetsen door het telefoonboek. 7 Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
19
5.4
Menu “functie”
In dit menu zijn verdere nuttige functies beschikbaar. 5.4.1 Telefoonnummer meesturen In dit menu kunt u instellen, welke van uw telefoonnummers (MSN) voor uitgaande gesprekken meegestuurd worden. Deze MSN wordt dan bij de opgeroepen deelnemer zichtbaar. In de basisinstelling is dit MSN 1. Telefoonnummer meesturen 1 2 3 4 5
Ga naar het submenu “telefoonnummer meesturen”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de optie “Eigen nr. weergeven”. Bevestig met “OK”. Selecteer de MSN die meegestuurd zal worden en bevestig met “OK”:
Telefoonnummer onderdrukken 1 2 3 4 5
Ga naar het submenu “telefoonnummer meesturen”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de optie “Eigen nr. onderdrukken”. Bevestig met “OK”. Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
5.4.2 Belsignaal uitzetten Met deze functie kunt u het belsignaal van de telefoon tijdelijk uitzetten. De binnenkomende oproepen worden, indien de CLIP-functie aan beide zijden mogelijk is en niet is gedeactiveerd, op het display weergegeven en in de oproeplijst opgeslagen. Bovendien knippert de rode LED. Bij een gedeactiveerde CLIP-functie wordt een inkomende oproep met “Geen nummer!” aangeduid. Bij een uitgezet belsignaal licht de overeenkomstige rode LED op (zie afb. 1, nr. 11) VOORBEELD U wilt ongestoord werken en u schakelt de functie “beltoon uit” in. U kunt alsnog oproepen aannemen, echter moet zich het display in uw directe zicht bevinden, om te kunnen zien als een oproep binnenkomt. Als u deze functie voor bijv. een rustpauze gebruikt, dan kunt daarna op het display bekijken wie in de tussentijd opgebeld heeft. Niet vergeten om de functie te deactiveren als u deze niet meer gebruikt.
Belsignaal in- of uitschakelen 1 Druk op de beltoon uit-toets (zie afb. 1, nr. 5) 2 Bevestig de weergave “Rust aan?” of “Rust uit?” met “OK”.
20
5.4.3 Display contrast Het contrast van het display kan in 8 trappen verandert worden. Afhankelijk van de omgeving of zichthoek kunt u het contrast aan de momentele omgevingsconditie aanpassen. U kunt kiezen tussen 1 en 8. Contrast instellen 1 2 3 4 5
Ga naar het submenu “LCD contrast”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de contrastwaarde tussen 1 en 8. Bevestig met “OK”. Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
5.4.4 Gesprek uit de parkeerstand halen Met deze functie kunt u een extern geparkeerde verbinding hervatten (ook op een ander toestel). Hoe u een verbinding parkeert vindt u in paragraaf 6.3.3. Parkeerstand opheffen 1 2 3 4
Ga naar het submenu “parkeren opheffen”. Bevestig met “OK”. Voer de codenummer in met welke u de verbinding geparkeerd heeft (zie par. 6.3.3). Het gesprek kan onmiddellijk hervat worden.
21
5.4.5 Ruimtebewaking Met deze functie kunt u een ruimte akoestisch bewaken en op die manier de telefoon als “babyfoon” gebruiken. Voorwaarde voor deze functie: • Voor de ruimtebewaking moet de MSB 3 ingericht zijn (zie par. 5.2.1). • De telefoon moet op ruimtebewaking ingesteld zijn. Telefoon instellen op ruimtebewaking 1 2 3 4 5
Ga naar het submenu “ruimtebewaking”. Bevestig met “OK”. Selecteer met de pijltoetsen de optie “Ruimtebewaking AAN”. Bevestig met “OK”. Gebruik toets of druk op toets om af te sluiten.
Op afstand naar de ruimte luisteren 1 Bel extern naar MSN 3. 2 Bij een succesvolle verbinding kunt u nu de desbetreffende ruimte beluisteren.
BELANGRIJK U moet deze functie na gebruik weer deactiveren of de MSN 3 wissen, als deze MSN een ruimtebewaking voor onbevoegden mogelijk maakt. Vanaf intern de ruimte beluisteren (alleen via telefooncentrale) 1 Neem de hoorn van een andere interne telefoon op en bel naar de MSN 3 2 Bij een succesvolle verbinding kunt u nu de desbetreffende ruimte beluisteren.
22
5.5
Menu “Oproep doorschakelen”
U kunt voor elke ingerichte MSN een oproepomleiding programmeren. Hiertoe heeft u de volgende doorschakelmogelijkheden ter beschikking: • Permanent doorschakelen • Doorschakelen bij bezet • Doorschakelen bij niet opnemen Oproep doorschakelen instellen 1 Druk op de menu- toets . 2 Wissel met de pijltoetsen naar het submenu “Oproep doorschakelen”. 3 Bevestig met “OK. 4 Selecteer met de pijltoetsen de MSN die doorgeschakeld zal worden. 5 Bevestig met “OK” 6 Selecteer met de pijltoetsen de soort doorschakeling (zie hierboven) en bevestig met “OK”. 7 Selecteer met de pijltoetsen de optie “AAN” voor deze doorschakeling en bevestig met “OK”. 8 Voer het telefoonnummer in waarnaar doorgeschakeld zal worden. Bevestig met “OK”. Een geactiveerde oproep doorschakeling wordt op het display aangegeven met een pijl en het oplichten van de LED. OPMERKING Als u de telefoon via een telefooncentrale gebruikt, worden de doorschakelingen op de centrale ingesteld. U kunt ook een oproep doorschakeling direct voor MSN 1 met de toets aan- of uitschakelen. Bij het verbinden van de telefoon op de S0-bus worden alle doorschakelingen gewist.
23
6
Instellingen voor en tijdens een gesprek
6.1
Voor het gesprek – voorbereiding voor het kiezen
Voor het kiezen kunt u verschillende instellingen uitvoeren. Volgende soorten voor het kiezen zijn mogelijk: a) Bij opgelegde hoorn tipt u het telefoonnummer in b) U drukt op een snelkies-toets (M1 tot M6 c) U kiest een deelnemer via het telefoonboek en drukt op “OK” d) U drukt op de nummerherhalingstoets en kiest door herhaaldelijk drukken een vermelding en drukt op “OK”. Het kiezen gebeurt dan door het opnemen van de hoorn of door drukken op de handsfreetoets of als op het display “kiezen?” wordt weergegeven door drukken op “OK”. 6.1.1 Nummerweergave onderdrukken (eenmalig) U kunt voor elk gesprek kiezen of uw telefoonnummer meegestuurd zal worden naar uw gesprekspartner. Druk voor het kiezen van het telefoonnummer de toets nummerweergave onderdrukken (zie afb.1 nr. 3) en bevestig de optie “Eigen nr. onderdrukken” met “OK”. Uw telefoonnummer wordt nu bij het eerstvolgende gesprek met uw gesprekspartner niet op zijn display weergegeven. OPMERKING Deze nummerweergave-onderdrukking geldt slechts één keer en wordt bij het eerstvolgende gesprek uitgevoerd indien in het submenu “Telefoonnummer meesturen” de eerste MSN voor het meesturen is ingesteld of de basisinstelling (=AAN) niet verandert werd. 6.1.2 Nummerherhaling De voor het laatst gekozen telefoonnummer verschijnt bij het drukken op de herhalingstoets op het display en kan direct na het opnemen van de hoorn of door op de handsfree- of headset-toets te drukken opnieuw gekozen worden. Uw telefoon slaat tot 9 gekozen telefoonnummers op in een lijst, waarbij telkens wanneer u een nummer kiest, het oudste nummer uit de lijst wordt overschreven. Door herhaaldelijk op de toets te drukken bladert u door de lijst. U kunt dan het weergegeven nummer direct kiezen door de hoorn op te nemen. Nummerherhaling voor het laatst gekozen telefoonnummer (zonder bladeren): neem de hoorn op (of druk op de handsfree- of headset-toets) en druk op de nummerherhalingstoets (ook andersom mogelijk).
24
6.1.3 Kiezen uit het telefoonboek Om een deelnemer uit het telefoonboek op te bellen handelt u als volgt: 1 Druk op de telefoonboek-toets . 2 Selecteer met de pijltoetsen de optie “Tel.boek doorzoeken”. 3 Bevestig met “OK”. 4 Voer de naam of de beginletter in en druk op “OK”: 5 De naam wordt met het overeenkomstige nummer en het telefoonnummer weergegeven. 6 Een andere naam opzoeken: herhaal de invoer of loop met de pijltoetsen door het telefoonboek. 7 De gewenste vermelding opbellen: neem de hoorn op of druk op de handsfree- of headset-toets. 6.1.4 Snel kiezen (M1 tot M6) De invoeren voor de telefoonboek-geheugenplaatsen 01 tot 06 worden tegelijkertijd in de snelkies-geheugentoetsen M1 tot M6 opgeslagen. Om via de snelkies-toets te bellen handelt u als volgt: 1 Druk op de gewenste snelkies-toets (M1 tot M6) 2 Om deze te bellen neemt u de hoorn op of u drukt op de handsfree- of headset-toets.
6.2
Inkomende oproep
Als u gebeld wordt verschijnen op het display verschillende informaties: Het telefoonnummer van de opbeller wordt weergegeven. De naam van de opbeller verschijnt indien de opbeller in het telefoonboek van uw telefoon is opgeslagen. De weergave “Geen nummer!”, als de nummerweergave door de opbeller is uitgeschakeld of niet ingericht is. De weergave “Int”, als de telefoon op een telefooncentrale is aangesloten en de interne oproeper de nummerweergave heeft uitgeschakeld of niet ingericht. U kunt de oproep weigeren, als u bijv. herkent dat het zich om een ongewenste opbeller handelt: Kies tijdens het bellen de optie “weigeren” met de pijltoetsen en druk op “OK”. De opbeller krijgt de ingesprektoon te horen.
25
6.3
Tijdens een gesprek
De reeds verstreken tijd van een verbinding wordt rechts in de bovenste displayregel weergegeven. Tijdens een gesprek heeft u de volgende mogelijkheden:
6.3.1 Volume voor handsfree en microfoon In deze menu-optie kunt u het volume van de ingebouwde luidspreker en de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon regelen voor de functie “handsfree”, U kunt de geluidssterkte overeenkomstig de omgeving (bijv. veel lawaai in de ruimte) aanpassen, zodat aanwezende het gesprek kunnen meeluisteren. Volume instellen voor handsfree en microfoon U verandert het volume van de ingebouwde luidspreker door tijdens een gesprek de plus- of minus-toets (afb. 1, nr. 14) in te drukken. Het volume kan tussen 01 en 05 verandert worden. De gevoeligheid voor de microfoon stelt u met de sterretjes-toets luider en met de hekjetoets zachter. De gevoeligheid kan ingesteld worden tussen 02 en 05 (03 = zacht, 05 = luid). 6.3.2 Volume van de hoorn of headset instellen U verandert het volume van de hoorn- of headset-luidspreker door tijdens een gesprek de plus- of minus-toets (afb. 1, nr. 14) in te drukken. Het volume kan tussen 01 en 05 verandert worden. De gevoeligheid voor de hoorn- of headset-microfoon stelt u met de sterretjes-toets luider en met de hekjetoets zachter. De gevoeligheid kan ingesteld worden tussen 02 en 05 (03 = zacht, 05 = luid). 6.3.3 Gesprek parkeren (op een andere bus aansluiten) U kunt een gesprek parkeren om deze later te hervatten of op een andere aansluiting verder te spreken. Gesprek parkeren 1 Selecteer tijdens het gesprek met de pijltoetsen de optie “parkeren”. 2 Bevestig met “OK”. 3 Voer een cijfer tussen 0 en 9 als parkeernummer in. U hoort een bevestigingstoon. 4 Leg de hoorn neer. U kunt nu de telefoon op een andere ISDN-aansluiting aansluiten, of het geparkeerde gesprek op een andere ISDN-telefoon opheffen. 5 Voer hiertoe in het menu “Functie / parkeren opheffen” de parkeercode in. 6 U kunt nu met uw gesprekspartner verder telefoneren.
26
6.3.4 Wisselgesprek / conferentie / doorverbinden / beëindigen Tijdens een gesprek heeft u de mogelijkheid ruggespraak te houden met een verdere deelnemer. Op het display wordt in de gespreksituatie de optie “Tweede oproep” weergegeven. Na het drukken op de “OK”-toets voert u het telefoonnummer van de gewenste deelnemer in. Als deze opneemt kunt u met de pijltoetsen een optie “wisselgesprek”, “conferentie”, “beëindigen” of “doorverbinden” selecteren. Wisselgesprek Door herhaaldelijk op de “OK”-toets te drukken wisselt u tussen de beide gesprekspartner. Conferentie Na het drukken op de “OK”-toets bent u met alle beide gesprekspartner tegelijkertijd verbonden. Beëindigen Na het drukken van de “OK”-toets wordt de actuele verbinding beëindigd. Doorverbinden Deze functie verbind na het drukken van de “OK”-toets beide gesprekspartner met elkaar, waarbij uw verbinding met beide verbroken wordt. OPMERKING
Deze functie is alleen mogelijk via een telefooncentrale.
6.3.5 Microfoon uitschakelen U kunt de microfoon met de toets (afb. 1, nr.16) uitschakelen tijdens een gesprek om bijvoorbeeld iets discreet met een derde persoon in de kamer te bespreken, zonder dat uw gesprekspartner kan meeluisteren. Ter controle knippert bij een uitgeschakelde microfoon de rode hoorn-LED (afb. 1, nr. 20).
27
6.4
Extra functies
6.4.1 Terugbellen bij bezet De ISDN-functie “terugbellen bij bezet” maakt het automatische terugbellen mogelijk als de verbinding met de gewenste gesprekpartner bezet is. Als bij het opbellen de verbinding bezet is verschijnt op het display het bericht “Terugbellen”. Druk dan op “OK” om het automatische terugbellen te activeren. Leg de hoorn neer. Als de gewenste deelnemer vrij is krijgt u een oproep met het bericht “Terugbellen!”. Als u de hoorn opneemt wordt de deelnemer opgeroepen.
6.4.2 Alarmnummers Denk er aan, dat u alarmnummers (bijv. 110, 112) eventueel niet kunt kiezen, wanneer u blokkeringen (zie paragraaf 5.2.4 “Oproep weigeren”) heeft ingesteld. Bij het programmeren van “Enkele verbinding” (par. 5.2.4) kunnen uitsluitend de daar ingevoerde telefoonnummers gekozen worden. Als u met uw telefoon ook alarmnummers wilt kiezen moeten deze eveneens daar ingevoerd worden, of u zorgt er voor dat op een ander toestel de alarmnummers gebeld kunnen worden. Bij stroomuitval activeert u de noodstroom-functie van uw telefoon (zie par. 4.2). Bij gebruik via een telefooncentrale moet deze ook geschikt zijn voor noodstroom-werking.
28
7
Basisinstelling (toestand bij levering)
Belsignaal uitzetten
UIT
Aankloppen
AAN
Telefoonboek
50 geheugenplaatsen
PIN:
00000
Oproep doorschakelen
UIT
Nummerweergave
AAN (MSN 1)
Hoornvolume
4
Microfoon volume
4
Beltoon
5
Display-contrast
4
Technische wijzigingen onder voorbehoud.
29
8
Verhelpen van problemen
Storing Geen weergave op het display
Mogelijke oorzaak - Stekker van de aansluitkabel niet juist ingestoken
Oplossing - Aansluitkabel controleren
Er kan niet gebeld worden
- Geen toegangsmachtiging (bij telefooncentrale)
- Toegangsmachtiging controleren
Er komen geen oproepen binnen
- Belsignaal uitgeschakeld - Beltoon-volume op “0” - Gedraaide hoornkabel niet juist aangesloten
- Belsignaal inschakelen Zie par. 5.4.2
Geen geluid in de hoorn
- Beltoon-volume corrigeren - Aansluiting van de hoornkabel controleren
Opmerking
Zie par. 5.2.2
30
9
Technische gegevens
Aansluitkabels Hoorn ISDN:
0,5 m lang, gekruld, beide uiteinden RJ-stekkers 3 m lang, beide uiteinden IAE-stekkers
ISDN Aansluiting
NT1 of interne S0 van een telefooncentrale
Protocol
DSS1 (Euro-ISDN)
Omgevingsvoorwaarden: Temperatuurbereik Werking Transport Opslag Luchtvochtigheid Afmetingen (bxhxd) Gewicht
+5°C tot +35°C -5°C tot +40°C 0°C tot +45°C max. 70% (niet condenserend) 215 x 185 x 64 mm 725 g
Technische wijzigingen onder voorbehoud.
31
10. EU-conformiteit (CE) Hiermee verklaren wij, Conrad Electronic, Klaus-Conrad-Strasse 1, D-92240 Hirschau, dat dit product in overeenstemming is met de wezenlijke eisen en de andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG. De conformiteitverklaring bij dit product vindt u onder www.conrad.com.
11. Service /hotline Deutschland: Telefon: 0180 / 5 31 21 11 Fax: 09604 / 40 88 48 E-Mail:
[email protected] Mo. - Fr. 8.00 bis 18.00 Uhr Österreich: Telefon: 07242 / 20 30 60 Fax: 07242 / 20 30 66 E-Mail:
[email protected] Mo. - Do. 8.00 bis 17.00 Uhr Fr. 8.00 bis 14.00 Uhr Schweiz: Telefon: 0848 / 80 12 88 Fax: 0848 / 80 12 89 E-Mail:
[email protected] Mo. - Fr. 8.00 bis 12.00 Uhr, 13.00 bis 17.00 Nederland: Telefoon: 0900 /0996 (70 ct p/m) Fax: 088 / 42 85 450 Ma. t/m vr. van 10:00 tot 17:00 uur Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
32