Irreguliere migratieroutes naar Europa en de factoren die van invloed zijn op de bestemmingskeuze van migranten Samenvatting Katie Kuschminder, Julia de Bresser en Melissa Siegel
Inleiding Irreguliere migratie naar Europa is uitgegroeid tot een centraal thema voor de 28 lidstaten van de Europese Unie (EU). Het aantal migranten dat de Middellandse Zee overstak met de intentie om op irreguliere wijze een Europese grens te passeren, bereikte een recordhoogte aan het einde van 2014. In dat jaar werden 267.344 mensen gedetecteerd; meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2013 (Frontex, 2015). Het doel van deze studie is het maken van een analyse van de bestaande literatuur rondom twee aspecten van irreguliere migratie: 1) een beschrijving van de verschillende routes van irreguliere migranten naar en binnen Europa, in het bijzonder naar Nederland, en 2) een analyse van de factoren die de bestemmingskeuze van irreguliere migranten beïnvloeden. Deze analyse verstrekt een overzicht van bevindingen in de bestaande literatuur en identificeert de lacunes die verder onderzoek vereisen. Deze literatuuranalyse concentreert zich op de irreguliere binnenkomst van migranten in de EU. Hoewel het alom erkend is dat het merendeel van de irreguliere migranten per vliegtuig aankomt, richt deze literatuuranalyse zich op irreguliere binnenkomst via land of zee. Onderzoeksopzet Voor de opzet van het onderzoek en het bestuderen van de literatuur maakt dit rapport gebruik van de gevestigde onderzoeksmethodologie van Hagen-Zanker en Mallett (2013). Hun aanpak biedt een praktische toolkit voor het maken van een rigoureuze, bewijsgerichte literatuurstudie. Het doel van deze literatuuranalyse is het beoordelen van de bestaande literatuur. De eerste stap na het bepalen van de onderzoeksvragen, is het vaststellen van de toelatingscriteria voor de bronnen in de literatuuranalyse. We hebben kwalitatieve, kwantitatieve en ‘mixed methods’ benaderingen van zowel academische als grijze literatuur inbegrepen en Engelse en Nederlandse bronnen aangewend. Media artikelen, blogs, reportages, of andere bronnen die niet op academisch onderzoek zijn gebaseerd zijn niet in deze literatuuranalyse opgenomen. Echter, een uitzondering is gemaakt door bronnen te gebruiken van bijvoorbeeld Frontex voor het verkrijgen van statistieken over irreguliere migratie. Het selecteren van bronnen is gestart met een uitgebreide zoektocht op Google Scholar, Google en Web of Science om academische artikelen en rapporten te verzamelen. Elke bron werd in eerste instantie gescreend op de titel en de samenvatting om, onder andere, doublures te verwijderen. Vervolgens werd de volledige tekst van het artikel onderzocht. In totaal zijn 94 bronnen opgenomen in de literatuuranalyse. Deze bronnen zijn beoordeeld op kwaliteit ten aanzien van: de nauwkeurigheid van de opzet van het onderzoek en de gebruikte methodologie, maar ook de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek, de grootte van de steekproef, de kwalificaties van de auteur en de aannemelijkheid van de bevindingen. Alle bronnen die zijn opgenomen in de literatuuranalyse voldeden aan deze kwaliteitsstandaard. De bronnen zijn beoordeeld en ingedeeld in drie verschillende categorieën:
Hoge relevantie: de focus van de bron ligt precies op het onderwerp Gedeeltelijke relevantie: een deel van het artikel verwijst naar het onderwerp Geringe relevantie: het onderwerp komt voor in het artikel, maar is niet de focus van een bepaalde sectie
Deze criteria zijn gebaseerd op individuele bronnen. In de laatste fase van de literatuurbeoordeling wordt de zekerheid van de bevindingen gemeten. De bevindingen van deze literatuuranalyse zijn georganiseerd in de volgende drie categorieën:
Grotere overeenstemming: betreft bevindingen die worden bevestigd in meerdere bronnen Gemengde overeenstemming: duidelijke conclusies over deze bevindingen kunnen niet uit de literatuur worden getrokken Lacunes binnen het bestaande onderzoek: betreft elementen waarvan vrijwel geen bewijs te vinden is in de bestaande literatuur
Deze criteria zijn gebaseerd op de belangrijkste thema’s waargenomen in de literatuur. Dit staat in contrast met de eerdergenoemde criteria ten aanzien van de relevantie van individuele bronnen. Resultaten 1) Wat zijn de belangrijkste migratieroutes naar en binnen Europa, en specifiek naar Nederland? De belangrijkste irreguliere migratieroutes naar Europa worden ingedeeld in drie fasen: 1) van het land van herkomst naar de grenzen van Europa; 2) de oversteek naar de EU; 3) van het eerste EU land van binnenkomst naar het EU land van bestemming.
Er is een grotere overeenstemming dat de Centrale Middellandse Zee route de meest gebruikte irreguliere migratieroute is om de oversteek naar de EU te maken. Deze route wordt voornamelijk gebruikt door migranten die de overtocht vanuit Libië en Tunesië naar Italië en in mindere mate naar Malta maken. Libië is recentelijk uitgegroeid tot de centrale hub voor mensen die de Middellandse Zee irregulier willen oversteken. Het aantal migranten dat gebruik maakt van de Centrale Middellandse Zee route is in 2014 meer dan drie keer toegenomen in vergelijking met 2013. Er is een grotere overeenstemming dat de tweede meest gebruikte migratieroute om toegang tot Europa te verkrijgen de Oostelijke Middellandse Zee route is. Deze route loopt vanuit Turkije naar Griekenland, en in mindere mate naar Bulgarije en Cyprus. De route is in de afgelopen drie jaar sterk veranderd als gevolg van de intensivering van patrouilles langs de Griekse kust met Turkije. Migranten staken eerst voornamelijk via land de Griekse grenzen over, maar vanwege versterkte controles op de Turks-Griekse landgrens ontstond er een toename van migranten die vanaf de Turkse kust naar Griekenland voeren. De laatste belangrijke route voor irreguliere migranten naar Europa is de Westelijke Balkan route. Er is echter veel minder bekend over deze route waardoor we een lacune binnen het bestaande onderzoek identificeerden. Een tweede lacune bestaat rondom het tweede deel van de eerste onderzoeksvraag. Helaas is het niet mogelijk om de vraag te beantwoorden, aangezien er onvoldoende informatie binnen de bestaande literatuur bestaat om de belangrijkste irreguliere migratieroutes naar Nederland vast te stellen. Er is een grotere overeenstemming dat er minimaal vier belangrijke factoren zijn die de routes van irreguliere migranten beïnvloeden. De eerste factor zijn conflicten langs de route. De voorbeelden uit Libië en Soedan illustreren dat migratieroutes veranderen wanneer er een conflict ontstaat in een transitland. De tweede factor zijn de weersomstandigheden. Normaliter zijn er minder irreguliere migranten die in de wintermaanden de Middellandse Zee oversteken, maar in 2014 is deze geanticipeerde seizoensgebonden daling niet waargenomen. Het is onbekend of dit te maken heeft met betere weersomstandigheden in de winter van 2014. Ten derde hebben grenscontroles, surveillance en push-back beleid geresulteerd in veranderingen in
irreguliere migratieroutes. Dit wordt het best geïllustreerd in Noord-Afrika en aan de Grieks-Turkse landgrens. Ten slotte is een nationaal visumbeleid van invloed op de routes van irreguliere migranten. Ter illustratie, de versoepeling van het Turkse visumbeleid ten opzichte van veel Afrikaanse landen heeft geleid tot de mogelijkheid voor vele Afrikaanse migranten om legaal per vliegtuig naar Turkije te reizen, waar zij vervolgens op irreguliere wijze verder naar de EU proberen te reizen. 2) Welke factoren beïnvloeden de bestemmingskeuzes van irreguliere migranten, en specifiek naar Nederland? Vijf overkoepelende factoren die van invloed zijn op de bestemmingskeuze van irreguliere migranten zijn in deze literatuuranalyse geïdentificeerd. De eerste factor is economisch en omvat niet alleen de kosten van de migratie, maar ook de perceptie van het economische klimaat in het land van bestemming. Financiële middelen kunnen een bestemmingskeuze bepalen aangezien mensen vaak maar zo ver kunnen migreren als hun geld het toelaat. Een sterke economie en werkgelegenheid in een bestemmingsland kunnen een aantrekkende werking hebben op migranten. De tweede factor betreft de rol van migrantensmokkelaars. Smokkelaars spelen op drie manieren een belangrijke rol in het beïnvloeden van een bestemmingskeuze: 1) in de bestemmingen die zij aanbieden, 2) in het maken van een bestemmingskeuze voor de migrant, en 3) een migrant achterlaten in een andere bestemming dan is afgesproken. Ten derde, sociale netwerken en de toegang tot informatie is uitgegroeid tot een belangrijke factor in de bestemmingskeuze van irreguliere migranten. Deze factor omvat nauwe en ver verwijderde netwerken, evenals informatie via de media, internet en sociale media. Er is een gemengde overeenstemming over de rol van netwerken in het beïnvloeden van een bestemmingskeuze, aangezien ze in sommige gevallen een aantrekkende werking hebben terwijl bestaande netwerken voor andere migranten een reden zijn om een ander land te kiezen. Er is weinig informatie beschikbaar over hoe irreguliere migranten gebruik maken van sociale media om hun uiteindelijke bestemmingskeuze te vormen. De vierde geïdentificeerde factor betreft de omstandigheden en ervaringen van irreguliere migranten in transitlanden. De omstandigheden in transitlanden kunnen op drie manieren de bestemmingskeuze van irreguliere migranten beïnvloeden: 1) slechte omstandigheden in transitlanden kunnen een aanzet zijn om verder te migreren, 2) een verblijf in een transitland kan veranderen in een permanent verblijf, en 3) de toegang tot nieuwe bronnen van informatie in transit kan de uiteindelijke bestemmingskeuze van migranten veranderen. De omvang waarmee elk van deze situaties voorkomt is onbekend. De vijfde factor van invloed op de bestemmingskeuze van irreguliere migranten is gelieerd aan migratiebeleid. Migratiebeleid binnen de context van deze literatuuranalyse omvat: grensbeleid, politie interventies, de verzorgingsstaat en uitkeringsbeleid, het nationale asielbeleid, maar ook het terugkeerbeleid. De precieze rol van migratiebeleid op een bestemmingskeuze is onduidelijk. Als voorbeeld, sommige studies tonen aan dat migranten een voorkeur hebben voor een bepaald land vanwege een gunstig asielbeleid, terwijl anderen concludeerden dat het merendeel van asielzoekers vrijwel geen voorkennis heeft over asielprocedures voor aankomst in het land van bestemming. Om een beter inzicht te krijgen in hoe verschillende beleidsinterventies een impact kunnen hebben op een bestemmingskeuze is verder onderzoek noodzakelijk. Helaas werd ook duidelijk dat er niet genoeg informatie is binnen de bestaande literatuur om conclusies te trekken over waarom irreguliere migranten voor Nederland als bestemming kiezen. Oudere bronnen geven aan dat het bestaan van netwerken de belangrijkste reden is dat migranten naar Nederland migreren. De literatuuranalyse toont aan dat Nederland vaak niet de verkozen bestemming is van migranten. In deze gevallen was Nederland oorspronkelijk bedoeld als transitland, maar vanwege een aanhouding uiteindelijk het land van bestemming geworden.
Beoordeling van de bestaande literatuur Zoals eerder aangegeven, de bevindingen van deze literatuuranalyse zijn ingedeeld in de volgende drie categorieën: grotere overeenstemming, gemengde overeenstemming en lacunes binnen het bestaande onderzoek. Vanwege het kleine aantal bestaande relevante bronnen die zijn gericht op sommige centrale onderwerpen in deze literatuuranalyse, zijn er meer lacunes binnen het bestaande onderzoek gevonden dan werkelijke bevindingen die met grotere overeenstemming kunnen worden vastgesteld. Grotere overeenstemming Het migratietraject naar Europa vindt plaats in verschillende fasen (met uitzondering van personen die rechtstreeks naar een bestemming vliegen en derhalve zijn uitgesloten van deze literatuuranalyse).
In de afgelopen tien jaar zijn migratieroutes naar Europa in belang veranderd. Tegenwoordig hebben Libië en Turkije een steeds centralere rol gekregen als transitlanden van migranten onderweg naar de EU. De herkomstlanden van irreguliere migranten zijn in het afgelopen decennium veranderd. Voor 2005 waren
de belangrijkste groepen migranten die de overtocht naar Europa maakten afkomstig uit Noord-Afrika. Momenteel rapporteren mediaberichten en Frontex dat irreguliere migranten uit Syrië de grootse groep uitmaken van migranten die clandestien de oversteek naar Europa maken.
Het grootste aantal irreguliere migranten maakt de oversteek naar de EU via de Centrale Middellandse Zee route. Dit gegeven wordt niet alleen bevestigd door publicaties van Frontex, maar ook omdat er in zijn algemeenheid meer bronnen bestaan over deze route dan over elke andere route. Politiepatrouilles, surveillance en push-back migratiebeleid zijn van invloed op de routes die migranten nemen. Het is duidelijk dat deze factoren een wijziging in de route van irreguliere migranten kunnen veroorzaken. Echter, dit wil niet zeggen dat deze interventies ook daadwerkelijk irreguliere migratiebewegingen stoppen. Irreguliere migratieroutes veranderen naar gelang de omstandigheden in transitlanden, en in het bijzonder vanwege het vermijden van conflictgebieden. Dit werd aangetoond in de literatuuranalyse in zowel de Soedan als de Libië casus. De financiële middelen van een migrant, die grotendeels afhankelijk zijn van sociaaleconomische status, spelen een belangrijke rol bij het maken van een bestemmingskeuze. Smokkelaars spelen een centrale rol in het beïnvloeden van een bestemmingskeuze. Het tijdelijk leven in transit is een normale realiteit voor vele irreguliere migranten. Ervaringen in transit kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke bestemmingskeuze.
Gemengde overeenstemming Migratieroutes reageren op veranderende omstandigheden, waaronder veiligheidssituaties en migratiebeleid. Onveiligheid en onzekerheid in transitlanden kunnen prominente aanleidingen zijn voor een migrant om irregulier verder te migreren. Een voorbeeld hiervan is dat ondanks dat Libië over het algemeen een onveilig land is, het land nog steeds fungeert als voornaamste transitland om de Middellandse zee over te steken. Weersomstandigheden beïnvloeden migratieroutes. In het verleden zou dit met grotere zekerheid worden gesteld, maar door de aanzwellende migratiebewegingen naar Europa tijdens de wintermaanden van 2014 kan deze tendens veranderen. Desalniettemin, het hoge aantal irreguliere grensovergangen tijdens de winter van 2014 kan ook het resultaat zijn van hogere temperaturen dan normaal. Veranderingen in nationaal visumbeleid kunnen van invloed zijn op irreguliere migratieroutes. Toenemende beperkingen in het visumbeleid voor Noord-Afrikanen om naar Italië en Spanje te reizen waren één van de belangrijkste redenen voor de toename in migratiebewegingen van irreguliere migranten naar Europa in de jaren 1990 (De Haas, 2007). Meer recentelijk, onderzoek in Turkije van Schapendonk (2012) heeft aangetoond dat Afrikaanse migranten rechtstreeks naar Turkije vliegen om vervolgens verdere toegang tot
Europa proberen te verkrijgen. Visumliberalisering voor veel Afrikaanse landen heeft Turkije tot een aantrekkelijk transitland voor Afrikaanse migranten gemaakt. Hoewel dit een belangrijke factor voor migratieroutes lijkt, zijn er weinig bestaande bronnen en voorbeelden gevonden om dit gegeven verder vast te stellen. ‘Agency’ van migranten in het kiezen van een bestemmingsland: Eerder onderzoek op dit gebied suggereert dat migranten beperkte agency hebben in het maken van een bestemmingskeuze. Nieuwer onderzoek en theoretische modellen tonen echter de belangrijke rol die migranten zelf hebben in het maken van beslissingen rondom migratiebestemmingen. Tegelijkertijd observeren recente studies ook dat veel irreguliere migranten beperkte tot geen kennis bezitten over hun uiteindelijke bestemmingsland. Dit roept vragen op over de omstandigheden waarin migranten zich werkelijk kunnen beroepen op hun agency in het maken van een bestemmingskeuze. Netwerken spelen een rol in het maken van een bestemmingskeuze: Er is contrasterend bewijs binnen de bestaande bronnen over de rol van netwerken in het aantrekken of het juist afschrikken van migranten in het kiezen van een bepaalde bestemming. Allereerst lijkt er een consensus te zijn dat sociale netwerken een cruciale rol spelen bij het bepalen van een bestemmingskeuze. De migrant tracht eerder naar een land te migreren waar hij of zij een bestaand netwerk (sterk of zwak) heeft. Deze beslissing wordt merendeels gemaakt voor het verlaten van het land van herkomst en verandert niet gedurende het migratietraject. Er is tegenstrijdig bewijs dat netwerken soms een afschrikkende werking hebben op de keuze van bestemmingsland (Collyer, 2007). Toegang tot informatie is van cruciaal belang bij het bepalen van de bestemmingskeuze: Verschillende studies hebben aangetoond dat de toegang tot informatie via sociale netwerken, 'spontane netwerken’ of het internet en sociale media een centrale rol speelt in het bepalen van een uiteindelijke bestemmingskeuze. Andere studies suggereren dat migranten geen tot weinig informatie hebben voordat ze naar een bepaalde bestemming migreren. Deze tegenstrijdigheid toont aan dat er gemengde overeenstemming bestaat over de precieze rol van informatie bij het maken van een bestemmingskeuze. Nederland is vaak niet het gewenste bestemmingsland van irreguliere migranten: Sommige oudere onderzoeken tonen aan dat Nederland vaak niet het gewenste bestemmingsland is van irreguliere migranten. In enkele gevallen kan Nederland zelfs worden gekarakteriseerd als transitland waar migranten ‘vast komen te zitten’ omdat ze zijn aangehouden door de politie tijdens hun reis naar Scandinavië, het Verenigd Koninkrijk of zelfs Canada of de Verenigde Staten. In welke omvang dit voorkomt is echter onbekend en vereist verder onderzoek.
Lacunes binnen de bestaande literatuur We hebben vastgesteld dat routes van migranten uit niet-Afrikaanse landen verder onderzoek vereisen. Het merendeel van het onderzoek naar irreguliere migratieroutes naar Europa richt zich op Afrikaanse migranten. Er is een lacune in de literatuur in het begrijpen van de trajecten die migranten uit landen als bijvoorbeeld Iran, Irak, Syrië en Sri Lanka afleggen. Transitmigratie, voornamelijk in de westelijke Balkan en Oost-Europa: Meer studies richten zich op transitmigratie vanuit Noord-Afrika, Turkije en Griekenland in vergelijking met opkomende transitmigratiebewegingen vanuit West- en Oost-Europese landen zoals Polen, Kroatië en Roemenië. Factoren die de besluitvorming in transit beïnvloeden: Ervaringen in transit zijn zeer complex. Er zijn een aantal factoren geïdentificeerd die van invloed zijn op de ervaringen van migranten in transit, maar er is weinig bewijs over de verhoudingen tussen deze factoren en in welke mate ze een impact hebben op het besluitvormingsproces. De rol van migrantensmokkelaars in het maken van een bestemmingskeuze: Er wordt in toenemende mate onderzoek gedaan naar de rol van smokkelaars in het bepalen van een bestemmingsland. Het is echter onduidelijk hoe en in hoeverre de smokkelaar zelf beslissingen nemen in de uiteindelijke bestemming van migranten.
Migratietrajecten binnen de EU: Er is een belangrijke lacune in de bestaande literatuur op het gebied van migratieroutes en de factoren die de migratietrajecten van migranten beïnvloeden na binnenkomst in de EU. De Nederlandse casus: Meer onderzoek is nodig omtrent de specifieke migratieroutes naar Nederland en de redenen waarom migranten Nederland, of juist een ander land, als bestemming kiezen. De rol van migratiebeleid: Het bewijs rondom de rol van migratiebeleid in het maken van een bestemmingskeuze is niet eenduidig. Verder onderzoek is nodig over hoe migranten beleid waarnemen en in hoeverre dit hun migratiebeslissingen beïnvloedt. Invloed en gebruik van sociale media: Er is een toename in onderzoek naar het gebruik en belang van sociale media in het irreguliere migratietraject (o.a. Dekker & Engbersen, 2012; McGregor & Siegel, 2013). Niettemin is het bestaande bewijs ontoereikend om conclusies te trekken over de rol en het belang van sociale media in het vaststellen van migratieroutes en het kiezen van een bestemming.
Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek Er kunnen meerdere aanbevelingen voor toekomstig onderzoek worden gedaan aan de hand van de geïdentificeerde lacunes binnen het bestaande onderzoek en verdere bevindingen in deze literatuuranalyse. Wij richten ons op drie specifieke onderzoeksgebieden, namelijk:
Vergelijkende ‘mixed methods’ benaderingen: Migratiebewegingen bestaan uit zeer heterogene groepen en daarom moet toekomstig onderzoek streven om: 1) landen van herkomst te vergelijken, 2) landen van bestemming te vergelijken, 3) migranten met verschillende migratiemotieven te vergelijken en 4) een grotere steekproefomvang te realiseren zodat conclusies kunnen worden getrokken tussen verschillende migrantengroeperingen. Vergelijkend onderzoek dat kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethodes combineert is essentieel voor het verkrijgen van een beter inzicht in de nuances en verschillen tussen migrantengroeperingen en hun migratietraject. Inzicht in de Nederlandse casus: Er is behoefte aan meer onderzoek over irreguliere migratie naar Nederland. Dit is niettemin een uitdaging aangezien migratiebewegingen voortdurend veranderen en onderzoek daardoor al snel achter de feiten aan loopt. Nieuw onderzoek rondom irreguliere migratie naar Nederland is nodig, en in het bijzonder naar irreguliere migranten van wie hun asielaanvraag is afgewezen. Verder moet toekomstig onderzoek rekening houden met de redenen waarom een migrant voor Nederland kiest als bestemmingsland, maar ook als transitland. Inzicht in de besluitvormingsfactoren die van invloed zijn in transitlanden: Ervaringen in transitlanden spelen een centrale rol in de individuele migratietrajecten van migranten. Ze bepalen in zekere mate de beslissing om verder te migreren of juist in het land van transit te blijven en hoe het vervolgtraject er uit gaat zien. Er zijn verschillende factoren die de besluitvorming in transit beïnvloeden, waaronder: netwerken en toegang tot informatie, migratiebeleid, smokkelaars, en de omstandigheden in het land van transit en beoogde land van bestemming. Een belangrijk gebied voor toekomstig onderzoek is in het begrijpen van besluitvormingsfactoren in transit en hoe deze verschillende factoren worden geprioriteerd.