Warmtepomp voor zwembaden
INSTALLATIEEN GEBRUIKSHANDLEIDING
Model: THP06~THCP30S THP09V~THCP30Vs
Wij feliciteren u met de aankoop van de Fairland warmtepomp, en danken u voor het vertrouwen dat u in ons stelt. In deze handleiding vindt u de nodige informatie voor een optimaal gebruik en onderhoud van de pomp. Wij verzoeken u dan ook de handleiding aandachtig te lezen en te bewaren voor latere raadpleging.
Inhoud I
Inleiding
1 Veiligheidsmaatregelen······································································1 1 Belangrijke karakteristieken······························································1 3 Parameters van het productgamma····················································3
II
Installatiegids
Transport ··························································································66 Locatie ····························································································· 6 Hydraulische aansluiting···································································99 10 Elektrische aansluiting·····································································10 12 Controle na eerste inwerkingstelling···············································12
III Bedieningsgids 13 Bedieningspaneel·············································································13 14 Schermweergave··············································································14 Instellingen······················································································1414 15 Automatische aan- en uitschakeling ···············································15
IV Onderhoud············································································16 16 V
Probleemoplossing
17 Vaak voorkomende problemen························································17 Foutcode··························································································1818 Bijlage Interne kabelaansluiting a Interne kabelaansluiting b
Inleiding Veiligheidsmaatregelen Opgelet: Gevaar voor elektrische schok Schakel altijd de stroomtoevoer uit en stop de watercirculatie vooraleer u aan de warmtepomp werkt. - De warmtepomp moet geïnstalleerd worden door een bevoegd elektricien. - Voorzie altijd een differentiaalbeveiliging met een gevoeligheid van 30 mA op de verdeler voor de schakelkast. - Voorzie altijd een stroomonderbreker voor alle actieve elektriciteitsgeleiders op de stroomtoevoer van de schakelkast. - In geval van een anomalie (abnormaal geluid, reuk, rook), dient u de stroomtoevoer onmiddellijk af te sluiten en uw verdeler te contacteren. Probeer het systeem niet zelf te herstellen. - Houd de hoofdschakelaar buiten bereik van kinderen. - Bewegende onderdelen: Verwijder nooit het rooster van de ventilator. Steek nooit uw hand of een ander voorwerp in de luchtinlaat of –uitlaat van de warmtepomp.
Belangrijke karakteristieken De warmtepomp is uitgerust met meerdere veiligheden die de pomp onmiddellijk buiten werking stellen in onderstaande gevallen. Vervolgens verschijnt de foutcode op het scherm van het bedieningspaneel.
Flow switch Wanneer er zwembadwater door de titanium warmtewisselaar stroomt, detecteert het contact van de flow switch deze druk en sluit zich. Bij laag of geen debiet, opent het contact, waardoor de pomp uitgeschakeld wordt. Op het LED-scherm verschijnt de foutcode “EE3” bij onvoldoende waterdruk.
Hoge- & lagedrukschakelaar koelmiddel De hogedrukschakelaar bewaakt de druk van het koelmiddel in het afgesloten koelsysteem en schakelt de pomp uit bij een onveilige bedrijfsdruk. De schakelaar wordt automatisch gereset wanneer de systeemdruk terug zakt naar een normale waarde. Als deze schakelaar geactiveerd wordt, verschijnt “EE1” op het scherm. De lagedrukschakelaar bewaakt de druk van het koelmiddel in het afgesloten koelsysteem om de pomp te beschermen tegen bedrijfsvoorwaarden die schadelijk kunnen zijn voor de compressor. De pomp wordt uitgeschakeld indien het systeem koelmiddel verliest of te weinig koelmiddel bevat. De schakelaar wordt automatisch gereset wanneer de bedrijfsdruk weer stijgt naar een normale waarde. Als deze schakelaar geactiveerd wordt, verschijnt “EE2” op het scherm. Lage omgevingstemperatuur Indien de lucht rondom de warmtepomp niet warm genoeg is om warmte te produceren, wordt de pomp uitgeschakeld. Het precieze punt waarop de pomp uitgeschakeld wordt ten gevolge van een te lage temperatuur, kan variëren naargelang de huidige weersomstandigheden en de hoeveelheid zonlicht op de pomp. De uitschakeling kan optreden binnen een wijd temperatuurbereik, gewoonlijk bij een temperatuur onder 0°. De pomp wordt uitgeschakeld omdat de lage temperatuur de lagedrukveiligheidsschakelaar activeert (op het digitaal scherm verschijnt de code “PP7”.) De pomp start terug op wanneer de temperatuur voldoende is gestegen om deze schakelaar te resetten. Tijdvertraging Alle modellen zijn voorzien van een beveiliging die de opstart met 3 minuten vertraagt om te voorkomen dat de thermische beveiliging tegen overbelasting van de compressor herhaaldelijk geactiveerd wordt. Dit komt voor wanneer geprobeerd wordt het systeem op te starten vooraleer de druk zich stabiliseert. Na elke onderbreking, met uitzondering van stroompannes, zal het 3 minuten duren vooraleer de pomp opstart.
Parameters van het productgamma Specificaties van het horizontaal model Model Verwarmingsvermogen kW (lucht 26°, water 26°) C.O.P. ( lucht 26°, water 26°)
THP06
THP09
THCP12
THCP16
THCP23
THCP23s
THCP30s
6
9
12
16
23
23
30
≥6.0
≥6.0
≥6.0
≥6.0
≥6.0
≥6.0
≥6.0
4.5
6.3
8.5
11
16
16
21
≥4.5
≥4.5
≥4.5
≥4.5
≥4.5
≥4.5
≥4.5
\
\
7.5
9.5
14
14
18
\
\
≥3.8
≥3.8
≥3.8
≥3.8
≥3.8
0.93/1.4
1.4/1.8
1.8/2.4
2.4/3.1
3.8/5.6
3.8/5.6
4.5/6.3
Verwarmingsvermogen kW
Functie
( lucht 15°, water 26°) C.O.P. ( lucht 15°, water 26°) Afkoelingsvermogen kW ( lucht 35°, water 28°) C.O.P. ( lucht 35°, water 28°) Nominaal vermogen / Max. vermogen kW
220-240V/1Ph/50Hz
Voeding
380-415V/3Ph/50Hz
Nominale stroom / Max. stroom
4.6/6.4
6.4/8.2
8.2/11.0
10.9/14.1
17.3/26
5.8/8.5
6.8/9.5
Geluidsniveau dB(A)
≤48
≤48
≤48
≤50
≤56
≤56
≤58
50
50
50
50
50
50
50
45/50
52/55
66/70
85/93
127/137
127/137
137/147
3-4
4-6
5-7
6.5-8.5
8-10
8-10
10-12
Waterleidingen Gewicht netto/bruto
mm kg
Aanbevolen waterdebiet m³/u
* C.O.P: “Coefficient of performance”, warmtefactor * THP~: Enkel verwarming
THCP~: Verwarming & afkoeling
Specificaties van het verticaal model Model Verwarmingsvermogen kW (lucht 26°, water 26°) C.O.P. ( lucht 26°, water 26°) Verwarmingsvermogen kW ( lucht 15°, water 26°) C.O.P. ( lucht 15°, water 26°) Functie
Afkoelingsvermogen kW ( lucht 35°, water 28°) C.O.P. ( lucht 35°, water 28°) Nominaal vermogen / Max. vermogen kW
THP09V
THCP12V
THCP16V
THCP23V
THCP23Vs
THCP30Vs
9
12
16
23
23
30
≥6.0
≥6.0
≥6.0
≥6.0
≥6.0
≥6.0
6.3
8.5
11
16
16
21
≥4.5
≥4.5
≥4.5
≥4.5
≥4.5
≥4.5
\
7.5
9.5
14
14
18
\
≥3.8
≥3.8
≥3.8
≥3.8
≥3.8
1.4/1.8
1.8/2.4
2.4/3.1
3.8/5.6
3.8/5.6
4.5/6.3
220-240V/1Ph/50Hz
Voeding
380-415V/3Ph/50Hz
Nominale stroom / Max. stroom
6.4/8.2
8.2/11.0
10.9/14.1
17.3/26
5.8/8.5
6.8/9.5
Geluidsniveau dB(A)
≤48
≤48
≤50
≤56
≤56
≤58
50
50
50
50
50
50
55/60
70/75
85/93
107/117
107/117
127/137
4-6
5-7
6.5-8.5
8-10
8-10
10-12
Waterleidingen mm Gewicht netto/bruto
kg
Aanbevolen waterdebiet m³/u
*C.O.P: “Coefficient of performance”, warmtefactor * THP~: Enkel verwarming
THCP~: Verwarming & afkoeling
Nota: 1.
De THP~ modellen kunnen enkel het zwembadwater opwarmen, terwijl de THCP~ modellen het water kunnen opwarmen of afkoelen (optie). Gelieve voor de THP~ modellen (bvb. THP16) het afkoelingsvermogen en afkoel C.O.P. te negeren. S verwijst naar 3-fasig.
2.
De performantie van de warmtepomp kan slechts gegarandeerd worden als de bedrijfsvoorwaarden gerespecteerd worden. Houd rekening met de externe gebruiksvoorwaarden om de geschikte modus te selecteren (bvb. locatie, ligging en aantal zwemmers).
3.
Bovenstaande parameters kunnen zonder voorafgaande verwittiging aangepast worden met het oog op technische verbeteringen. Raadpleeg het naamplaatje op het toestel voor accurate informatie.
Afmetingen: Horizontaal model
A
B
C
D
E
F
G
H
THP06
330
580
285
350
930
200
88
550
THP09
330
580
285
350
930
280
88
550
THCP12
330
650
300
350
1000
280
88
630
THCP16
330
650
300
350
1000
280
88
630
THCP23(s)
438
770
425
470
1120
350
88
950
THCP30s
438
810
425
470
1180
600
88
950
Verticaal model
A
B
C
D
E
F
G
H
THP09V
544
274
530
567
550
200
83
640
THCP12V
663
458
652
689
694
200
83
640
THCP16V
663
458
652
689
694
280
83
740
THCP23V(s)
663
458
652
689
694
350
83
740
THCP30Vs
724
340
706
740
694
400
83
950
*Bovenstaande gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging gewijzigd worden.
Installatiegids Opgelet! De warmtepomp moet door bekwaam vakpersoneel geïnstalleerd worden. De eindgebruiker of andere onbevoegde personen mogen de pomp niet installeren zonder supervisie, gezien het risico op lichamelijke letsels en schade aan het toestel.
Transport 1. Transporteer het toestel in de originele verpakking. 2. Bij het verplaatsen, mag de pomp niet aan de aansluitstukken omhooggetild worden omdat de titanium warmtewisselaar binnenin het toestel dan schade kan oplopen. Zie hieronder hoe het niet moet:
!!Waarschuwing: Omdat de warmtepomp erg zwaar is, mag de pomp niet aan de aansluitstukken omhooggetild worden bij een verplaatsing of installatie, anders kan de titanium warmtewisselaar binnenin schade oplopen.
De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade ten gevolge van een verkeerde behandeling van het toestel.
Locatie De locatie van de warmtepomp is van groot belang voor een efficiënte werking. Houd daarom rekening met de volgende factoren bij het kiezen van de plaats voor uw pomp:
Zorg ervoor dat de uitgestoten lucht niet terug aangezogen kan worden.
Zorg ervoor dat de kabels en buizen gemakkelijk aangesloten kunnen worden en beperk de afstand van de waterleidingen tussen de warmtepomp en het zwembad (max. 10m.).
Zorg ervoor dat de pomp gemakkelijk toegankelijk is voor onderhoud.
Zorg ervoor dat het regenwater afgevoerd wordt en dat het water uit de condensator gemakkelijk verwijderd kan worden.
Let op de volgende punten: 1
De warmtepomp moet BUITEN geïnstalleerd worden op een goed geventileerde locatie zodat de uitgestoten lucht niet terug aangezogen wordt. Voorzie voldoende ruimte voor de installatie en het onderhoud. Zie onderstaande tekening: Laat rondom de warmtepomp minstens 300mm afstand tot muren, struiken, andere toestellen, etc. zodat de pomp voldoende lucht kan aanzuigen. Voorzie minstens 800mm ruimte aan de luchtuitlaat om te voorkomen dat de uitgestoten lucht terug wordt aangezogen. Wij raden u aan het toestel niet onder een dakrand, veranda of een ander afdak te plaatsen, om te voorkomen dat de uitgestoten lucht terug in de pomp circuleert, wat de efficiënte werking van de warmtepomp ernstig kan verstoren. Horizontale machine
Verticale machine
Luchtinlaat Luchtuitlaat
Luchtuitlaat Luchtinlaat
Verkeerde installatie
!!Waarschuwing: Installeer de warmtepomp niet te dicht bij muren of planten. Plaats de pomp nooit in een afgesloten gebouw!
2
De warmtepomp moet geïnstalleerd worden op een stevige, vlakke en roestvrije structuur die het gewicht van de pomp kan dragen. De pomp moet met bouten (M10) vastgemaakt worden aan een betonnen fundering. De ondergrond moet stevig en vlak zijn in geval van een horizontale installatie, om het geluid en de trillingen niet te versterken. Let er bij de keuze van de locatie op dat de buren geen last hebben van lawaaihinder of de luchtuitstoot. Hang de machine niet aan een muur, zie op de tekening hieronder hoe het niet moet: !!Waarschuwing: De machine mag niet aan de muur gehangen worden, aangezien de verbindingsstukken het gewicht van de machine niet kunnen dragen.
3
Houd de warmtepomp uit de buurt van brandbare en corrosieve stoffen om schade aan het toestel te voorkomen.
4
Om het lawaai te beperken, positioneer de ventilator (luchtinlaat/-uitlaat) parallel aan de woonkamer.
5
Terwijl de pomp draait, komt er condensatiewater vrij langs de onderkant. Zorg ervoor dat dit water weg kan.
TIP:
WARMTEPOMPEN PRODUCEREN CONDENSATIEWATER TIJDENS DE NORMALE WERKING. DIT BETEKENT NIET DAT DE POMP LEKT.
Hydraulische aansluiting - De watercirculatie doorheen de warmtepomp wordt aangedreven door een waterpomp (te voorzien door de klant). Het aanbevolen debiet wordt vermeld onder de productspecificaties. Het maximumverval bedraagt 10m. - De leiding die de warmtepomp met het zwembad verbindt, mag niet langer zijn dan 10m. - Voor de waterafvoer (zie diagram “waterafvoer A"), sluit een afvoerslang (accessoire) aan op de opening en maak ze vast. Zo kan het condensatiewater afgevoerd worden. De onderkant van de pomp is voorzien van afvoeropeningen zodat het condensatie- en regenwater verwijderd kan worden.
Schema buisaansluiting warmtepomp Water naar zwembad Waterbehandeling
Uitlaat Kabel voor externe bediening
Inlaat
Schakelaar
Stroomkabel
Pomp
Waterafvoer A
Zwembadwater in
Filter
Nota: De tekening dient louter ter illustratie, en de buisopstelling ter referentie.
Elektrische aansluiting - De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door een professioneel technicus volgens onderstaand schakelschema. - Sluit de warmtepomp aan op de geschikte voeding en zorg ervoor dat het voltage overeenkomt met de nominale spanning van het model in kwestie, die vermeld wordt bij de specificaties. - Zorg ervoor dat de warmtepomp goed geaard is. - Voorzie altijd een beveiliging tegen lekken, volgens de plaatselijke voorschriften voor de bekabeling (lek bedrijfsstroom ≤ 30mA).
-
Bescherm het circuit aan de hand van een gepaste stroomonderbreker of zekering.
A. Voor voeding: 220~240V 50Hz Verdeelkast (te voorzien door klant)
Bedradingsbord warmtepomp
Stroomkabel Voeding
Zekering
Onderbreker Aarding
B. Voor voeding: 380V 50Hz Verdeelkast (te voorzien door klant) Stroomkabel
Bedradingsbord warmtepomp
Voeding Zekering
Aarding
Onderbreker
Opgelet: Het verwarmingstoestel van het zwembad moet eveneens geaard zijn.
Aanbeveling voor beveiliging en kabelspecificaties A. Horizontaal type MODEL
Stroomonderbreker
THP15
THP20
THCP30
THCP45
THCP60
THCP60s
THCP75s
Nominale stroom
15
15
20
25
40
15
20
Verliesstroomschakelaar mA
30
30
30
30
30
30
30
15
15
20
25
40
15
30
3×2.5
3×2.5
3×2.5
3×4
3×6
5×2.5
5×4
3×0.5
3×0.5
3×0.5
3×0.5
3×0.5
3×0.5
3×0.5
Zekering Stroomkabel (mm²) Kabel voor externe bediening (mm²)
Bovenstaande gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging gewijzigd worden.
B. Verticaal type MODEL
Stroomonderbreker
THP09V
THCP12V
THPC16V
THCP23V
THCP23Vs
THCP30Vs
Nominale stroom
15
20
25
40
15
20
Verliesstroomschakelaar mA
30
30
30
30
30
30
Zekering Stroomkabel (mm²) Kabel voor externe bediening (mm²)
15
20
25
40
15
30
3×2.5
3×4
3×4
3×6
5×2.5
5×4
3×0.5
3×0.5
3×0.5
3×0.5
3×0.5
3×0.5
Bovenstaande gegevens kunnen zonder voorafgaande verwittiging gewijzigd worden.
Nota: Bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op een stroomkabel van max. 10 m. Als de stroomkabel meer dan 10 m lang is, moet de kabel een grotere diameter hebben. De kabel voor externe bediening mag tot 50 m lang zijn.
Controle na eerste inwerkingstelling Opgelet: Start de waterpomp altijd op vooraleer u de warmtepomp aanzet. Zet de warmtepomp altijd uit voordat u de waterpomp uitzet. Controle voor het aansluiten van de stroom - Controleer de volledige installatie en de buisaansluitingen aan de hand van de tekening voor de buisaansluiting. - Controleer de bekabeling aan de hand van het schema voor de elektrische bekabeling, en zorg voor een goede aarding. - Zorg ervoor dat de lucht in- en uitlaat volledig vrij zijn, zo niet wordt de efficiëntie van de warmtepomp zwaar verstoord.
Controle na het aansluiten van de stroom - Schakel de stroomtoevoer aan. Op het LED-scherm van het bedieningspaneel verschijnt informatie over de warmtepomp. (Voor meer informatie over het bedieningspaneel, raadpleeg het hoofdstuk “Bedieningsgids”.)
- Start de waterpomp vooraleer u de warmtepomp aanzet om schade te voorkomen. - Druk op de aan/uit knop op het bedieningspaneel om het toestel aan/uit te schakelen. - Controleer tijdens de eerste opstart van de pomp of er water lekt aan de buisaansluiting. Stel vervolgens de gewenste temperatuur in. - Als de warmtepomp eenmaal draait, controleer op abnormaal geluid, reuk of rook. Indien u een anomalie opmerkt (bvb. overdreven lawaai, reuk of rook), schakel de stroomtoevoer onmiddellijk uit en contacteer uw verdeler. Probeer nooit het toestel zelf te herstellen.
Speciale gevallen: - In geval van een onverwachte stroomonderbreking, zal de warmtepomp automatisch terug opstarten. Controleer de programmering en pas aan indien nodig. - In geval van een aangekondigde stroomonderbreking, schakel de warmtepomp uit. Zodra de stroomtoevoer hersteld is, zet de pomp aan, controleer de programmering en pas aan indien nodig. - Schakel altijd het toestel uit bij stormachtig weer en bliksem.
Bedieningsgids Bedieningspaneel
Instelling watertemperatuur en tijd
Controlelampje timer Timer aan
Aan/uit knop Controlelampje timer Timer uit Klok
Aan/uit knop Klok
Stel de plaatselijke tijd in.
Timer uit Stel het tijdstip in waarop de warmtepomp uitgeschakeld wordt.
MODE
Lampje A
Geeft aan dat het tijdstip wordt ingesteld waarop de timer moet afslaan.
Timer aan
Stel het tijdstip in waarop de warmtepomp opstart.
Lampje B
Geeft aan dat het tijdstip wordt ingesteld waarop de timer moet aanslaan.
COOL
Geeft aan dat de afkoelingsmodus actief is (enkel bij THCP modellen)
HEAT
Geeft aan dat de opwarmingsmodus actief is
MODE
Selectie afkoelings-/opwarmingsmodus (enkel bij THCP modellen)
Pijl omlaag
Stel de gewenste temperatuur en tijd in
Pijl omhoog
Stel de gewenste temperatuur en tijd in
LED-scherm
Geeft de tijd, temperatuur en foutcodes weer
Schermweergave A. Het LED-scherm geeft de tijd weer als de warmtepomp uit staat. B. Het LED-scherm geeft de temperatuur van het zwembadwater weer als de warmtepomp aan staat.
Instellingen 1
Afkoelings-/Opwarmingsmodus Druk de knop
MODE
meerdere keren in om van de ene modus over te schakelen op de
andere. Enkel mogelijk bij THCP-modellen met opwarming en afkoeling.
2
Gewenste temperatuur van het zwembadwater De gewenste temperatuur kan ingesteld worden terwijl de warmtepomp aan of uit staat. Opwarmingsmodus: de temperatuur kan ingesteld worden van 2 tot 35 . Afkoelingsmodus: de temperatuur kan ingesteld worden van 15
en
tot 2
A.
Gebruik de toetsen
B.
De waarde op het LED-scherm flikkert tijdens het instellen.
om de gewenste temperatuur in te stellen.
C.
Na 5 seconden stopt het scherm met flikkeren en wordt de temperatuur opgeslagen.
D.
Indien u wilt controleren welke temperatuur ingesteld is, druk op de toets
Het LED-scherm keert terug naar de normale weergave. of
om de ingestelde temperatuur te zien. 3
Tijdsinstelling De tijd kan ingesteld worden terwijl de warmtepomp aan of uit staat.
A.
Druk op de knop
B.
De tijd begint te flikkeren op het LED-scherm.
om de plaatselijke tijd in te stellen.
C.
Druk opnieuw op de knop
en vervolgens op
of
om de tijd in te
stellen. D.
Voor het scherm stopt met flikkeren, druk op
en vervolgens op
of
om de minuten in te stellen. E.
Na de instelling, druk op
en de watertemperatuur wordt weergegeven. Na 30
seconden, stopt het LED-scherm met flikkeren en keert het terug naar de normale weergave.
Automatische aan- en uitschakeling Deze functie zorgt ervoor dat de warmtepomp automatisch start en stopt op het ingestelde tijdstip.
1. Timer aan A. B.
Druk op
om het tijdstip in te stellen waarop de warmtepomp moet starten.
Als het controlelampje brandt en de tijd flikkert, druk opnieuw op uur in te stellen. Gebruik de toetsen
C.
en
om het
om aan te passen.
Vooraleer het scherm stopt met flikkeren, druk op stellen. Gebruik de toetsen
D.
en
om de minuten in te
om aan te passen.
Nadat het tijdstip ingesteld is, druk op
en de watertemperatuur wordt
weergegeven. Na 30 seconden, keert het LED-scherm terug naar de normale weergave. 2. Timer uit A.
Druk op
om het tijdstip in te stellen waarop de warmtepomp moet stoppen.
B.
Als het controlelampje brandt en de tijd flikkert, druk opnieuw op uur in te stellen. Gebruik de toetsen
C.
om aan te passen.
Vooraleer het scherm stopt met flikkeren, druk op stellen. Gebruik de toetsen
D.
en
en
om het
om de minuten in te
om aan te passen.
Nadat het tijdstip ingesteld is, druk op
en de watertemperatuur wordt
weergegeven. Na 30 seconden, keert het LED-scherm terug naar de normale weergave. 3. Uitschakeling van de automatische modus A. B.
Druk op
of
om de timer te annuleren.
Als het scherm flikkert, druk op
. Wanneer het controlelampje uit is en het
scherm de watertemperatuur weergeeft, is de automatische modus geannuleerd. C.
Na 30 seconden keert het scherm terug naar de normale weergave.
Onderhoud Opgelet: Gevaar voor elektrische schok Sluit de stroomtoevoer van de warmtepomp af vooraleer u de pomp reinigt, inspecteert of herstelt.
A Tijdens de winter, dient u alle water uit het toestel te verwijderen, de stroomtoevoer af te sluiten om schade aan de pomp te voorkomen, en wordt het aangeraden de pomp af te dekken met plastic folie om stofvorming tegen te gaan. B Reinig de warmtepomp met huishoudelijke reinigingsmiddelen en proper water. Gebruik NOOIT benzine, verdunningsmiddelen of andere gelijkaardige brandstoffen. C Controleer regelmatig de bouten, kabels en aansluitingen.
Probleemoplossing Vaak voorkomende problemen Probleem
Mogelijke oorzaak
A. De motor van de ventilator stopt automatisch om te ontdooien. A.
Waarneembare
witte
koude luchtnevel of water
B. De magneetklep maakt lawaai wanneer de pomp start of stopt om te ontdooien. C. Als de pomp werkt of net stopt, hoort u precies
B. Ploffend geluid
water stromen, gewoonlijk 2 à 3 minuten nadat de
Geen
pomp is opgestart. Dit geluid wordt geproduceerd
defect
door het circulerend koelmiddel of door het water dat afgevoerd wordt tijdens de ontvochting. D. Het ploffend geluid wanneer de pomp in bedrijf is, wordt veroorzaakt door het uitzetten en krimpen ten gevolge van het opwarmen en afkoelen van de warmtewisselaar wanneer de temperatuur varieert. Automatische stop of start
Controleer of de timer correct werkt.
De warmtepomp werkt niet
A. Controleer de stroomtoevoer B. Controleer of de aan/uit-schakelaar aan staat. C. Gesprongen zekering. D. Pompbeveiliging automatisch geactiveerd (zie
Controleer
foutcode op het scherm van het bedieningspaneel).
opnieuw
E. Controleer of de automatische modus van de warmtepomp geactiveerd is. De warmtepomp werkt maar
Controleer of de luchtinlaat of –uitlaat geblokkeerd
warmt niet op of koelt niet af
is.
Nota: Stop de machine, sluit de stroomtoevoer meteen af en contacteer uw verdeler als: a) een schakelaar niet op de juiste manier reageert. b) er zich regelmatig problemen voordoen met de zekering of lekstroomonderbreker.
Foutcode Nr.
Foutcode
Probleemomschrijving
Actie
1
EE 1
Hogedrukbeveiliging
Contacteer uw verdeler.
2
3
EE 2
EE 3
Lagedrukbeveiliging
Contacteer uw verdeler.
Beveiliging tegen lage waterdruk
1. Controleer of er water door de pomp stroomt; controleer of de pomp aan staat. 2. Of contacteer uw verdeler.
A. Monofasig toestel: bedradingsprobleem op de 4
EE 4
printplaat
Contacteer uw verdeler.
B. Driefasig toestel: fasedetector. 5
PP 1
Defecte sensor warmtepomp
Contacteer uw verdeler.
6
PP 2
Defecte sensor uitgaand water
Contacteer uw verdeler.
7
PP 3
Defecte sensor warmtewisselaar
Contacteer uw verdeler.
8
PP 4
Defecte sensor binnenkomend water
Contacteer uw verdeler.
9
PP 5
Defecte sensor luchttemperatuur
Contacteer uw verdeler.
10
PP 6
Hogedrukbeveiliging compressor
Contacteer uw verdeler.
Bij een luchttemperatuur 11
PP 7
0 , automatische
uitschakeling ter bescherming van de pomp
Auto-beveiliging
(geen defect)
Bijlage Interne kabelaansluiting a (driefasig toestel) WHT RED BLK
cont act or WHT
RED
R
CM
WHT
S
YLW/GRN
T
T S R BLK
Interne kabelaansluiting b (monofasig toestel)
Compressor heat stri ps
contactor
S C BLK YLW/ GRN
BLU
RED RED
CMWHT
WHT ORG
R BLU
BLU
YLW/ GRN
FM BLK
YLW