Jaarverslag
2009
Leeswijzer
Inhoudsopgave
Het jaarverslag 2009 geeft, in bewust gekozen beknopte teksten, een overzicht van de belangrijkste activiteiten van Bouwend Nederland in het afgelopen jaar. Daarmee hopen wij u als lezer snel een helder beeld te geven van wat Bouwend Nederland in 2009, in het kader van belangenbehartiging, brancheontwikkeling en ledenservice voor u en de sector heeft gedaan. Om de toegankelijkheid van de informatie te vergemakkelijken is er wederom voor gekozen om de vormgeving en indeling van het verenigingsblad Actief aan te houden. Voor een volledig en uitgebreider overzicht van alle dossiers en activiteiten, standpunten, visies, achtergrondinformatie en ander relevant bouwnieuws verwijzen wij graag naar onze website www.bouwendnederland. nl. Dit jaarverslag verschijnt in het jaar dat Bouwend Nederland haar eerste lustrum beleeft. Vanwege deze mijlpaal is aan een aantal relaties en gesprekspartners gevraagd om een bijdrage te leveren aan dit jaarverslag. De bijdragen zijn samengebracht in het jubileumkatern. Wij hopen dat u met belangstelling kennis zult nemen van de inhoud en dit jaarverslag nog vaak als handig naslagwerk zult kunnen gebruiken.
Pagina
Vereniging
2
Column voorzitter
4
Belangenbehartiging
5
Column algemeen directeur
6
Ledenservice
19
Brancheontwikkeling
25
Jubileumkatern, 5 jaar Bouwend Nederland
29
Regio’s
45
Secties
53
Vakgroepen
56
Jong Bouwend Nederland
62
Labels
63
KOB & Examens
64
Communicatie
65
Kerncijfers Bouw 2009
68
|Vereniging|
Alles draaide om de crisis Het verslagjaar stond vooral in het teken van de kredietcrisis en de gevolgen daarvan voor de sector en onze leden. In blok 2 van dit jaarverslag over belangenbehartiging gaan wij uitgebreid in op deze crisis en onze inspanningen om de gevolgen voor onze leden zoveel mogelijk te beperken. Die inspanningen waren gericht op onder meer het marktvolume, voorstellen voor tijdelijke stimuleringsmaatregelen, de ondersteuning van onze leden met de inzet van onder andere het Steunpunt Kredietcrisis en maatregelen die gericht waren op instroom en behoud van voldoende vakbekwaam personeel. Ook in de bijdragen van de
regio’s, die u vindt in blok 5 van dit jaarverslag treft u veel informatie aan over de crisis waaronder daartoe georganiseerde bijeenkomsten en overleg met lagere overheden. Naast de bijeenkomsten en ledenvergaderingen hebben wij de leden zo goed mogelijk op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen via onze website, onze bladen en digitale nieuwsbrieven. Daarnaast is er een speciale editie van Actief aan de crisis gewijd en zijn er drie brieven over de ontwikkelingen en onze inspanningen aan de leden gestuurd. •
Crisis in een crisis Vlak voor Kerstmis kregen wij te maken met een vorstperiode die naar later bleek tot ver in februari met enige tussenpozen zou aanhouden. Alsof wij in dezen een vooruitziende blik hadden hebben wij eind november voor het eerst een Winterspecial van Praktijk naar de leden gestuurd met daarin informatie over zaken als vorst en CAO, verzeke-
ringsmogelijkheden, handreikingen voor de bouwvoorbereiding en de verantwoordelijkheden van de opdrachtgever/architect bij vorstverlet. Verder zijn er voorbereidingen getroffen voor een brief over vorstverlet die in januari het jaar erop naar de leden is gestuurd. •
2
|Vereniging|
Ledenaantal verder toegenomen Eind 2009 telde Bouwend Nederland 3970 leden. In het verslagjaar heeft Bouwend Nederland 200 nieuwe leden mogen begroeten. Mede
door de crisis is er ook een aantal faillissementen geweest. Deze hebben er samen met fusies, overnames en bedrijfsbeëindigingen voor
gezorgd dat wij per saldo onze achterban met 19 leden hebben zien groeien. •
Mutaties in het bestuur en het algemeen bestuur In september trad ook Jan Wierenga (BAM Utiliteitsbouw) terug. Jan Wierenga is kort na de fusie in 2005 toegetreden tot het bestuur van Bouwend Nederland. Met een frisse blik werkte hij zich snel in de verenigingsmaterie in. Daarnaast vertegenwoordigde hij Bouwend Nederland bij een groot aantal gelegenheden en in verschillende gremia. Jan Wierenga is opgevolgd door Martijn Smitt (Strukton Civiel).
In het verslagjaar waren er zowel in het bestuur als in het algemeen bestuur enkele mutaties.
Bestuur De benoemingstermijn van bestuurslid Han Hannink (Merksteyn Bouw) liep dit jaar af. Bij gelegenheid van de jaarlijkse verkiezingen in het voorjaar trad hij terug uit het bestuur. Han Hannink is jarenlang bestuurlijk actief geweest voor Bouwend Nederland en de rechtsvoorgangers NVOB, BouwNed en AVBB. Daarbinnen was (en is) het beroepsonderwijs zijn passie, getuige onder meer zijn jarenlange werkgeversvoorzitterschap van Fundeon. Han Hannink heeft als bestuurslid van het eerste uur Bouwend Nederland mee vormgegeven en uitgebouwd tot de volwassen en moderne werkgeversvereniging die het nu is. Hij heeft het bestuurlijke stokje in juni van dit jaar overgedragen aan Ton Borst (A.C. Borst Bouw).
Algemeen bestuur Bij gelegenheid van de verkiezingen zijn Andries de Jong en PeterPaul van der Kaaij teruggetreden uit het algemeen bestuur. Per 1 januari 2010 heeft ook Henk de Pagter zijn lidmaatschap van het AB beëindigd. De vacature van Andries de Jong zal begin 2010 worden ingevuld. Peter-Paul van der Kaaij is opgevolgd door Heerco Kloosterman (VBK Beheer BV). Henk de Pagter wordt opgevolgd door Koene Talsma (Dura Vermeer) •.
Samenstelling bestuur per 31-12-2009 mr. drs. L.C. (Elco) Brinkman H.W.J. (Henk) Bol Bouw Groot N.J. (Nico) van Til Bouw Klein A.W.J. (Ton) Borst Bouw Midden Ing. G.J.P. (Gem) Bot Bouw Middelgroot ing. C. (Cees) de Groot Infra Midden ir. M. (Martijn) Smitt Infra Groot A. ( Adri) Voogt Infra Klein
voorzitter vicevoorzitter penningmeester
Samenstelling algemeen bestuur per 31-12-2009 A.J.J. (Allie) Blijleven Bouw Middelgroot ing. H.W. (Harrie) van Eck Bouw Middelgroot ir. G.J.M. (René) Hofsté Bouw Middelgroot ir. D.A. (Daan) Sperling Bouw Groot R.W.J. (Rob) Wassenberg Bouw Groot vacature Bouw Groot H. (Harke) Hartmans regio Noord J. (Jaring) Feenstra regio Noord J.P.Th.M. (Hans) Siep regio Oost J.C. (Joop) van Nijen regio Oost J.H.N. (Sjaak) Beentjes regio Randstad Noord T.M. (Ton) Brouwer regio Randstad Noord C. (Cor) Simons regio Randstad Zuid D. (Dennis) van der Werff regio Randstad Zuid R.L.M. (Ruud) Jacobs regio Zuid J.P. (Han) Moerland regio Zuid
B. (Barend) van Kessel Infra Klein J.J. (Jan) Kuyper Infra Klein ing. J.G.M. (Hans) van der Steen Infra Klein H. (Heerco) Kloosterman Infra Midden ir. J.A. (Jaap) Kruijt Infra Midden T.G. (Teus) van Oord Infra Midden drs. ir. P.J. (Paul) Overakker Infra Groot ir. N.J. (Nico) de Vries Infra Groot vacature Infra Groot P.M. (Peter) van Baalen Bouw Klein P.A. (Peter) Koenders Bouw Klein Z.F. (Siegfried) Vizee Bouw Klein ing. N.T.J. (Niek) Bolten Bouw Midden R.F.W. (Ronald) Cobben Bouw Midden P.A. (Paul) Hoogendoorn Bouw Midden 3
|Column|
|Vereniging|
Succesvolle Bestuurdersdag
Een allesoverheersende crisis Het verslagjaar gaat de boeken in als een jaar waarin onze leden te maken kregen met ongekend grote tegenslagen. Allesoverheersend was natuurlijk de kredietcrisis. De vlak voor de kerst ingezette lange vorstperiode zorgde daar bovenop voor een crisis in een crisis. Omdat de bedrijfstak altijd zo’n anderhalf jaar achter de ontwikkelingen in de reële economie aanloopt diepte de kredietcrisis in het tweede deel van 2009 verder uit. Met name de nieuwbouwwoningmarkt kreeg zware klappen te verduren. De bestaande orderportefeuilles droogden zienderogen op en acceptabele aanvulling bleef uit.
Op 17 april jongstleden woonden zo’n 200 bestuursleden met hun partner de tweede Bestuurdersdag bij. Plaats van samenkomst waren de Central Studios te Utrecht. Tijdens de plenaire bijeenkomst van de bestuursleden hielden vier leden van het bestuur presentaties over de drie kerntaken van Bouwend Nederland: belangenbehartiging, brancheontwikkeling en ledenservice. Ook kwam het plan Bouw door, Leer verder van de sociale partners over anticyclisch opleiden aan de orde en kreeg men de laatste stand van zaken over de CAO te horen. Het partnerprogramma stond dit jaar in het teken van de mode. Gelijk aan de eerste editie kan weer teruggekeken worden op een geslaagde, informatieve, gevarieerde en gezellige bijeenkomst. •
Omdat wij eind 2008 al zagen aankomen dat ook onze sector nadrukkelijk met de crisis te maken zou krijgen zijn wij langs een aantal sporen hard aan de slag gegaan om de negatieve gevolgen voor onze leden zo veel mogelijk te beperken. Het was zaak om de politiek ervan te overtuigen dat de sector een uiterst belangrijke rol speelt in zowel de economie als de samenleving. Mede door een gerichte en effectieve lobby kan ik zonder aarzelen stellen dat dit goed gelukt is. Op het Binnenhof was er na verloop van enige tijd niemand meer te vinden die het belang van onze bedrijfstak anders inschatte. Dat het kabinet van de zes miljard, die het in maart voor de crisisbestrijding ter beschikking stelde, er twee rechtstreeks in onze bedrijfstak stak was een ander bewijs van het bewustzijn van het belang. Bouwend Nederland zou Bouwend Nederland niet zijn als het gebleven was bij het vragen om hulp en ondersteuning. Naast het aantonen van het belang van de sector hebben wij een lijst met tijdelijke stimuleringsmaatregelen opgesteld om de sector, zo goed als het ging, draaiende te houden. Met die maatregelen onder de arm hebben wij aangeklopt bij het kabinet, bij de ministeries, bij de lagere overheden,
Beleidsadviescommissies
bij woningcorporaties en bij belangenorganisaties. Hoewel wij helaas niet alles binnengehaald hebben mogen wij terugkijkend
Bouwend Nederland ontplooit veel uiteenlopende activiteiten voor en nadrukkelijk ook met haar leden. Voor het zo goed mogelijk behandelen van belangrijke dossiers is door het bestuur bewust gekozen voor het instellen van verschillende beleidsadviescommissies. In deze commissies heeft naast dossierhouders van de werkorganisatie ook een goede en forse doorsnede van de ledenachterban zitting. Daardoor is het mogelijk om in de vergaderingen ook de actuele ontwikkelingen in de dagelijkse praktijk in te brengen, wordt heel direct ingebracht wat er zoal speelt en waar de leden in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen. Het aantal beleidscommissies groeit gestaag. In 2009 waren de volgende beleidsadviescommissies actief dan wel in voorbereiding: - Woningmarkt - Water - Duurzaamheid - Publiek- private samenwerking - Past performance - Aanbesteden - Onderwijs - Arbeidsverhoudingen. •
best concluderen dat er successen zijn geboekt. Naast het collectieve belang dat wij voortdurend in het vizier hadden, hebben wij onze leden waar nodig en gevraagd ook individueel ondersteund. Daarvoor is onder meer het Steunpunt Kredietcrisis ingericht. Naast het bestrijden van de gevolgen van de crisis hebben wij ons ook nadrukkelijk beziggehouden met de zogenoemde ‘day after’. In de wetenschap dat er altijd veel vraag zal zijn naar onze belangrijke producten is er ook veel energie gestoken in het beschikbaar krijgen en houden van voldoende vakbekwaam personeel op alle mogelijke niveaus. Ons Anticyclisch Opleidingsplan, dat in nauwe samenwerking met de bonden in het leven is geroepen, werpt zijn vruchten af en is een voorbeeld voor menigeen geworden. Elco Brinkman Voorzitter Bouwend Nederland
4
|Belangenbehartiging|
Aanpak van de kredietcrisis Het verslagjaar gaat de boeken in als het jaar waarin de kredietcrisis in volle hevigheid losbarstte. Al bij de eerste signalen van de financiële en economische crisis hebben wij ons op alle fronten ingezet om de gevolgen voor de sector en de leden zoveel mogelijk te beperken. Er zijn daarbij drie sporen gevolgd. Het eerste spoor was het aantonen van het grote maatschappelijke en economische belang van de sector. De bijdrage van de sector aan het Bruto Binnenlands Product was in 2009 zo’n 5,5 procent. In de bedrijfstak waren in het verslagjaar 480.000 mensen werkzaam. Het tweede spoor was het onder de aandacht brengen van tijdelijke stimuleringsmaatregelen. En het derde spoor was de ondersteuning van de individuele leden. Lees verder ➤
➤ Het belang van de sector We hebben het kabinet, het parlement, het Rijk en de lagere overheden kunnen overtuigen van het belang van de sector. Dat heeft de nodige moeite gekost, maar allengs is de erkenning gegroeid. Intussen schuift het kabinet de bouwsector naar voren als dé sector die alle aandacht verdient.
Ondersteuning individuele leden Op 1 januari hebben wij het Steunpunt Kredietcrisis opengesteld. Via onze website kunnen leden eenvoudig aangeven met welke gevolgen van de crisis ze zakelijk en persoonlijk te maken hebben. Het meldpunt voorziet in een grote behoefte en er kunnen van daaruit veel hulpvragen beantwoord worden. De meeste meldingen gingen over ontslag. Vaak ging het om beperkte inkrimping, maar soms kregen we ook vragen over collectief ontslag (twintig of meer medewerkers tegelijk) en het opstellen van een sociaal plan. Ongeveer eenderde van de meldingen ging over een teruglopende orderportefeuille. En we kregen ook meldingen over het steeds strengere beleid van kredietverzekeraars.
Tijdelijke stimuleringsmaatregelen Om onze leden te helpen om zo goed mogelijk door de crisis heen te komen, hebben wij een aantal tijdelijke stimuleringsmaatregelen veelvuldig onder de aandacht gebracht van de politiek en de overheid. Veel van die voorstellen zijn ook overgenomen. Van het totale pakket van zes miljard euro aan kabinetsmaatregelen en regionale initiatieven, is zo’n drie miljard euro naar de bouwsector gegaan. Wij hebben onder andere de volgende tastbare resultaten bereikt: - verruiming van de kredietverlening en van de liquiditeitspositie; - eerder en versneld uitvoeren van investeringen; - stimuleren van energiebesparende maatregelen (277,5 miljoen euro voor energiebesparing in bestaande huurwoningen, subsidieregeling isolatieglas voor eigenaar-bewoners, 160 miljoen euro voor aanleg van windparken op zee); - stimuleren van de woningbouwproductie (395 miljoen euro voor vertraagde of stilgevallen projecten); - woning(garantie)fondsen; - tijdelijke verhoging van de Nationale Hypotheek Garantie naar 350.000 euro; - een laag btw-tarief voor vloer-, gevel- en dakisolatie; - de Spoedwet wegverbreding; - goedkeuring van de Crisis- en herstelwet door de Tweede Kamer; - het op peil houden van de instroom en het opleiden van jongeren.
In het verslagjaar is ook al veel energie gestoken in zaken die in eerste instantie niet zijn binnengehaald zoals: - (tijdelijke) invoering van het lage btw-tarief voor de bouw en het onderhoud van woningen en gebouwen; - verdere verruiming van de liquiditeitspositie van bedrijven, bijvoorbeeld door het versneld afschrijven van investeringen in bedrijfsgebouwen (nieuwbouw en verbouw) en het verruimen van de ‘carryback’ voor bedrijven van een naar twee en zo mogelijk drie jaar; - een nationale woninggarantieregeling; - een goed herstel van het consumentenvertrouwen; - uitplaatsing van jongeren uit de bouw naar grote (publieke) opdrachtgevers. •
5
|Column|
|Belangenbehartiging|
Stimuleringsmaatregelen
Terugblik op een hectisch jaar
In maart werd door de sociale partners het initiatief genomen tot het Anti-Cyclisch Opleidingsplan (ACO) Bouw door, Leer verder. Het Sectorarrangement Jeugdwerkloosheid werd op 15 oktober ondertekend. Op 22 oktober werd het convenant Project Bouw- en Woningtoezicht getekend. Lees verder ➤
Het vijfde jaar van het bestaan van onze vereniging werd zwaar overschaduwd door een steeds verder uitdiepende crisis. De woningmarkt vormde daarbij het grootste pijnpunt. Door onder meer de groeiende terughoudendheid in het verstrekken van kredieten en de afname van het consumentenvertrouwen stag-
➤ Bouw door, Leer verder In maart 2009 hebben sociale partners in de bouw- en infrasector het initiatief genomen tot het plan Bouw door, Leer verder ofwel AntiCyclisch Opleiden (ACO). Sociale partners hebben voor dit twee jaar durende project 64 miljoen euro gereserveerd.
neerde deze voor onze leden zo belangrijke nieuwbouwmarkt steeds verder. Alle zeilen zijn bijgezet om de toenemende negatieve gevolgen voor onze ledenachterban zo goed en zo veel mogelijk te beperken. En niet zonder succes. Veel van de door ons voorgestelde tijdelijke stimuleringsmaatregelen zijn binnengehaald. Een zeer aanzienlijk deel van de, door het kabinet en
Doelstelling
lagere overheden, beschikbaar gestelde budgetten om de crisis aan
Het primaire doel van het plan is om werkgevers te stimuleren om ook in tijden van recessie voldoende jongeren op te leiden. Zo wordt voorkomen dat er, wanneer de recessie weer voorbij is, grote tekorten op de arbeidsmarkt zijn ontstaan. In ruil voor het opleiden van leerlingen kunnen werkgevers hun eigen mensen bijscholen. Hiervoor zijn aparte scholingstrajecten ontwikkeld door Fundeon. Voor honderd scholingsdagen moet een werkgever een jaar lang een BBL-leerling (beroepsbegeleidende leerweg) opleiden.
te pakken zijn rechtstreeks ten goede gekomen aan onze sector. Om te horen hoe de crisis in de verschillende regio’s precies uitpakte en wat de landelijke organisatie ter ondersteuning zou kunnen betekenen is aangeschoven bij het reguliere overleg dat de vijf regiobesturen met afdelingsbesturen en in sommige gevallen ook met besturen van de infraplatforms hebben. Dit ‘rondje land’ werd nadrukkelijk ook benut om te horen hoe de vereniging in de ogen van de gesprekspartners presteert. De evaluatie zal begin volgend jaar plaatsvinden. Dat de leden zich steeds meer zorgen gingen
Bedrijfsopleidingsplan
maken over de continuïteit van hun onderneming was te merken
Voor de opleidingsdagen van de eigen medewerkers maakt een bedrijf eerst een bedrijfsopleidingsplan. Fundeon adviseert daarbij. Zodra het bedrijfsopleidingsplan is goedgekeurd door het steunpunt ACO (hierin zijn Fundeon, Bouwend Nederland, de vakbonden en de opleidingsbedrijven vertegenwoordigd) kan met de scholing worden begonnen. Per medewerker geldt een maximum van veertig dagen per jaar en de kosten worden vrijwel volledig vergoed.
aan het grote aantal vragen dat ons Steunpunt Kredietcrisis te verwerken kreeg. Bouwend Nederland Advies waar genoemd steunpunt is ondergebracht kreeg 14.500 vragen uit onze ledenkring. Dat steeds meer leden de weg weten te vinden naar deze helpdesk bewijst het feit dat er dertig procent meer vragen binnenkwamen dan het jaar ervoor. Een toenemend aantal faillissementen, bedrijfsbeëindigingen en fusies liet goed zien hoe diep de crisis de sector in zijn greep hield. Dat desondanks het ledental toch weer toenam
Deelname
mag een bewijs vormen voor het feit dat Bouwend Nederland een
In 2009 hebben 146 bedrijven gebruikgemaakt van Bouw door, Leer verder. In totaal zijn er 1168 medewerkers naar een cursus geweest. Zij hebben in totaal 36.805 scholingsdagen genoten. Door Bouw door, Leer verder zijn er 465 extra leerlingen ingestroomd.
aantrekkelijke branchevereniging is en blijft voor bouw- en infraondernemingen. Klein, middelgroot en groot. Ook dit jaar werden er binnen onze kerntaak brancheontwikkeling, weer veel bijeenkomsten georganiseerd om de bedrijfsvoering van onze leden verder te professionaliseren. Op de ledenvergaderingen van de secties, de regio’s, de vakgroepen, de afdelingen, de infraplatforms en Jong Bouwend Nederland werd er veel belangrijke informatie uitgewisseld en werd de netwerkfunctie verder verstevigd. Dat de crisis ook deze agenda’s domineerde zal niemand verbazen. Wij hebben dit jaar afscheid moeten nemen van een aantal deskundige leden van het bestuur en het algemeen bestuur. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat zij konden worden vervangen door enthousiaste nieuwe
3 juni 2009 - Minister Donner geeft
bestuursleden. Het verslagjaar was moeilijk. Het komende jaar zal
startsein voor anticyclisch opleiden
de crisis naar verwachting zijn dieptepunt bereiken. Door zij aan zij
in de bouw
op te blijven trekken, onder de paraplu van Bouwend Nederland, moet het mogelijk zijn om de belangrijke motor voor de economie, die de sector onomstotelijk is, draaiende te houden. Jan van Tuinen Algemeen directeur Bouwend Nederland
6
|Belangenbehartiging|
F O T O : R . VA N D E N B U R G
FOTO: JOOST GROL FOTOGRAFIE
op het gebied van werkgelegenheid
Sectorarrangement Jeugdwerkloosheid
Project Bouw- en Woningtoezicht
Op 15 oktober 2009 hebben sociale partners in de bouw- en infrasector, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het UWVWERKbedrijf het Sectorarrangement Jeugdwerkloosheid ondertekend. Het kabinet heeft 153 miljoen euro vrijgemaakt om de jeugdwerkloosheid in Nederland te bestrijden. Ook de bouw- en infrasector kan gebruikmaken van dit budget.
Dit project is bedoeld om werkloos geworden UTA-medewerkers die over bouwkundige kennis op hbo-niveau beschikken, om te scholen tot ambtenaar bouw- en woningtoezicht bij een gemeente. Het convenant is op 22 oktober 2009 ondertekend door sociale partners, de VNG, de Bestuursacademie Zuid-Nederland en het UWVWERKbedrijf. Het UWVWERKbedrijf treedt op als bemiddelaar tussen vraag en aanbod en de Bestuursacademie Zuid-Nederland verzorgt de opleiding. Sociale partners in de bouw- en infrasector hebben bij de CAO-onderhandelingen een bedrag van in totaal 500.000 euro (1.000 euro per UTA-medewerker) voor dit project gereserveerd.
Drie pijlers Het convenant heeft drie pijlers: - Gemeenten gaan, samen met de opleidingsbedrijven, op zoek naar werken waar leerlingen geplaatst kunnen worden. Dit zal in de meeste gevallen gaan om werken waar de gemeente opdrachtgever is. - Gemeenten kunnen werkgevers die een werkloze jongere in dienst nemen, een loonkostensubsidie verstrekken van 80 procent van het minimumjeugdloon gedurende een jaar. - Gemeenten kunnen de opleidingsbedrijven een subsidie verstrekken voor elke volledig uitgeplaatste leerling.
Klik De deelnemers die beschikken over voldoende bouwkundige kennis én over de juiste competenties, worden in contact gebracht met een gemeente die een vacature heeft. Als die kennismaking klikt, treedt de deelnemer in dienst bij een gemeente en volgt hij 20 tot 26 weken vier dagen per week een opleiding en werkt hij één dag in de week voor de gemeente.
Belangstelling
Wij zijn erg blij met dit convenant. Er zijn inmiddels diverse gemeenten die, samen met de opleidingsbedrijven in hun regio, enthousiast aan de slag zijn gegaan en die goede afspraken hebben gemaakt.
Eind 2009 hadden zich al zo’n tachtig belangstellenden voor het project aangemeld. •
Deeltijd-ww ➤ Met gebruikmaking van deeltijd-ww zijn bedrijven in staat om kostbare kennis van eigen personeel te behouden, maar hen toch tijdelijk aan de zijlijn te plaatsen. Om de reden zoals hierboven genoemd was het gebruik van de regeling in onze sector nog niet zo groot. De deeltijd-ww-regeling is inmiddels tot twee keer toe verlengd, mede op uitdrukkelijk verzoek van Bouwend Nederland. Immers, de verwachting is dat pas in 2010 meer bouw- en infrabedrijven van deze regeling gebruik zullen maken. •
De gevolgen van de kredietcrisis en de daaruit voortvloeiende economische crisis hebben zich in de loop van 2009 in hun volle omvang aan Nederland geopenbaard. De bouw- en infrasector, traditioneel gekenmerkt door een vertraging van die effecten, wordt dientengevolge later getroffen dan andere sectoren. Zo ook in 2009, toen een terugloop in de orderportefeuilles na de zomer eigenlijk pas goed merkbaar en voelbaar werd. Het kabinet kwam in het voorjaar van 2009 met de deeltijd-ww-regeling als opvolger van de tijdelijke werktijdverkortingsregeling. Lees verder ➤
7
|Belangenbehartiging|
Crisis- en herstelwet door Tweede Kamer aangenomen Op 18 november 2009 heeft de Tweede Kamer de Crisis- en herstelwet aangenomen. Deze wet moet ervoor zorgen dat meer dan zestig nationale en provinciale projecten waarover al bestuurlijke overeenstemming bestaat versneld in uitvoering kunnen worden genomen. Met deze projecten is een bedrag van meer dan 2,65 miljard euro gemoeid. Lees verder ➤
➤ Naast de concreet benoemde projecten is een regeling opgenomen voor woningbouwprojecten van tussen de 12 en 2000 woningen. Door een specifieke regeling kan voor de realisatie van deze projecten met één besluit worden volstaan. Alle relevante belangen worden in dit besluit afgewogen, zodat niet meer over ieder deelonderwerp aparte besluitvorming hoeft plaats te vinden. Dat betekent ook dat er nog maar één keer inspraak en beroep plaatsvindt.
Borging Diverse wijzigingen in het bestuursrecht moeten ervoor zorgen dat een en ander geborgd wordt. Kleine foutjes in besluiten kunnen hersteld worden zonder dat de rechter het besluit vernietigt, lagere overheden kunnen niet meer in beroep gaan tegen plannen van hogere overheden en er wordt strenger gekeken of iemand wel in beroep mag gaan tegen een besluit. Al deze wijzigingen samen moeten gaan zorgen dat substantiële overheidsinvesteringen naar voren kunnen worden gehaald en dat drempels voor projecten met private initiatiefnemers zoveel mogelijk worden beperkt. Bouwend Nederland is verheugd over de constructieve opstelling van het kabinet en zal zich blijven inspannen om plan- en besluitvorming permanent sneller, stabieler en beter te maken. •
Lokale projecten met nationale betekenis Op het laatste moment is er ook nog een aparte regeling toegevoegd voor lokale projecten met nationale betekenis. Zoals de naam al aangeeft zijn dit projecten die geografisch gezien regionaal van aard zijn, maar die een bovenregionaal belang hebben. Dat kan bijvoorbeeld de herstructurering van het stationsgebied van een grotere stad zijn, maar ook de bouw van een concertpodium. Door verplichte toepassing van onder andere de coördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening kan besluitvorming door gemeenten en provincies sneller plaatsvinden.
Heroverwegingscommissie Mobiliteit en Water Het kabinet heeft in 2009 aangekondigd structureel te moeten bezuinigen op de uitgaven vanaf 2011 om de opgelopen staatsschuld terug te dringen. Een van de beleidsterreinen dat onderwerp is van een 20 procent bezuiniging is mobiliteit en water. Bouwend Nederland is in 2009 gestart met een lobby om het werkenpakket in de infrastructuur desondanks op peil te houden. Lees verder ➤
➤ Bouwend Nederland is in 2009 samen VNO/NCW een actieve belangenbehartiging gestart voor een samenhangend pakket dat de uitgaven beperkt maar niet hindert, om de weg naar economisch herstel en groei in te zetten. Dat betekent dat er niet bezuinigd moet worden op uitgaven die op korte en lange termijn rendement opleveren en zo de economie structureel versterken. Een scenario van een structurele 20 procent reductie van uitgaven uit het Infrastructuurfonds is voor Bouwend Nederland daarom amper voorstelbaar. Bouwend Nederland zet in de in 2009 gestarte lobby in op bereikbaarheid (veiligheid en betrouwbaarheid van de nationale infrastructuur), veiligheid (bescherming tegen water), kwaliteit van de leefomgeving (schone lucht en beperking van geluidhinder), en een gezonde regionale economische ontwikkeling (betere bereikbaarheid en veiligheid). Een 20 procent reductie in alleen de fysieke infrastructuur op de korte termijn is volgens Bouwend
Nederland niet in te vullen. Gestarte aanleg en onderhoudsprojecten moeten doorgaan. Volgens Bouwend Nederland kunnen de mobiliteitsen veiligheidsambities, ondanks de bezuinigingen, toch worden gehaald door onder andere een uitgavenreductie door efficiëntere bedrijfsvoering, het toepassen van aanbestedingsvormen met optimale inschakeling van marktpartijen, een scherpe prioritering in de projecten en toepassing van het instrument PPS-DBFM (met voorfinanciering) bij daarvoor geschikte grote projecten. • 8
|Belangenbehartiging|
Woningproductie in 2009 en de komende jaren In 2009 heeft de economische crisis hard toegeslagen in de woningbouwsector. Niet zozeer doordat er geen woningen meer zijn gebouwd. De uitvoering van de voor de crisis gestarte projecten is nog wel gewoon doorgegaan, maar de verkoop van nieuwe woningen is sterk teruggelopen. Hierdoor stagneert de ontwikkeling van nieuwe woningbouwprojecten. De verwachting is dan ook dat de grootste klappen in de woningbouwsector in 2010 en 2011 gaan vallen. Lees verder ➤ zichten voor 2010 en 2011 zijn ronduit somber te noemen. Volgens de prognoses van het EIB daalt de woningproductie in de komende jaren naar een niveau van ongeveer 60.000. Vanaf 2012 zal de woningproductie naar verwachting weer aantrekken. De praktijk zou echter nog wel eens slechter kunnen uitpakken, omdat ook de investeringen door woningcorporaties in de woningproductie onder druk staan. •
➤ De verwachting is dat het aantal opgeleverde nieuwe woningen in 2009 ongeveer 10 procent lager uitvalt dan het jaar ervoor en uitkomt op ongeveer 70.000 woningen. In de loop van 2010 is hierover pas zekerheid als de definitieve CBS-cijfers bekend worden gemaakt. De vooruit-
Nieuwe CAO Op 16 juni 2009 is een principeakkoord overeengekomen voor een nieuwe CAO voor de Bouwnijverheid. De CAO heeft een looptijd van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2010. De drie belangrijkste afspraken gingen over loon en vergoedingen, een verhoging van de flexibiliteit en de pilots werktijden en werkvormen. Lees verder ➤
➤ Loon en vergoedingen Gedurende de looptijd zijn de volgende loonsverhogingen afgesproken. • Per 1 oktober 2009: 0,50% • Per 1 januari 2010: 0,75% • Per 1 juli 2010: 0,50% • Per 1 oktober 2010: 0,25%
de verhogingen zover mogelijk naar achteren te schuiven. Dit heeft als voordeel dat werkgevers de loonkostenverhoging ruim van tevoren zien aankomen en er rekening mee kunnen houden. Als we dit verdisconteren bedraagt de overeengekomen loonsverhoging op jaarbasis 1,12%. Tenslotte is ook nog de premie voor het Scholingsfonds voor 2010 met 0,4% verlaagd zodat de verhoging in 2010 effectief 0,78% is. Deze loonafspraak is geheel conform de afspraken in het centraal akkoord van maart 2009.
Tevens is de reiskostenvergoeding voor het gebruik van de eigen auto per 1 juli 2009 verhoogd van € 0,28 naar € 0,31 per kilometer en is de vergoeding voor de aanvullende ziektekostenverzekering verhoogd naar € 7,50.
Positief resultaat
Verhoging flexibiliteit
De meest gebruikelijke methode om loonsverhogingen van CAO’s te vergelijken is het berekenen van het twaalfmaandelijkse gemiddelde. Je neemt alle structurele loonsverhogingen die zijn afgesproken in een CAO. Deze deel je door het aantal maanden looptijd en vermenigvuldig je vervolgens met 12. Als we dit toepassen op onze CAO komen we uit op 2% (alle structurele verhogingen) gedeeld door 18 maanden (de looptijd van de CAO) x 12 maanden = 1,33% structurele loonsverhoging op twaalfmaandsbasis. Als we kijken naar de ruim 369 CAO’s die in 2009 zijn afgesloten in Nederland is er gemiddeld voor 1,69% aan structurele loonsverhogingen op twaalfmaandsbasis afgesproken. Daar zitten wij dus behoorlijk onder. Verder is het ook deze CAO-ronde weer gelukt
Per 1 juli 2009 is het makkelijker om zelf op tijdelijke basis bouwplaatsmedewerkers te contracteren. De mogelijkheden om gebruik te maken van tijdelijke arbeidskrachten op de bouwplaats zijn aanzienlijk verruimd. Binnen een totale periode van 24 maanden kunnen nu opvolgend drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten worden aangegaan zonder dat dit leidt tot een dienstverband voor onbepaalde tijd.
Pilots werktijden en werkvormen Afgesproken is een studie te starten naar de mogelijkheden om de werktijden en werkvormen meer af te kunnen stemmen op de behoeften 9
|Belangenbehartiging| van zowel de werkgevers als de werknemers. In dit verband zullen de volgende pilots worden gestart: • Pilots zelfroosteren • Pilots telewerken • Pilots 4x10 uur • Pilots ruimere en flexibeler arbeidstijden, waarbij rekening wordt gehouden met klimatologische omstandigheden. Daarbij zullen partijen bezien of en zo ja op welke wijze in het kader van hitte objectieve normering mogelijk is naar analogie van de regeling bij vorst. Bij de uitvoering van deze pilots is het mogelijk om buiten de kaders van de CAO te treden. De vakbonden (partij bij de CAO) worden zowel
op centraal als decentraal niveau betrokken bij de invulling en uitvoering van de pilots.
Werknemers onder de CAO voor de Bouwnijverheid De crisis in 2009 is duidelijk terug te zien in de daling van het aantal werknemers onder de CAO voor de Bouwnijverheid. Het aantal werknemers op 1 januari 2009 bedroeg 169.101. De ontwikkeling van het werknemersbestand in 2009 ziet u in onderstaande tabel. In oktober is een kleine stijging van het aantal werknemers te zien. Vermoedelijk betreft het hier de inschrijving van, na de bouwvak, ingestroomde leerling-werknemers. Na oktober zet de daling weer - opvallend gelijkmatig - door. •
AOW-leeftijdverhoging
Steeds ouder resterende levensverwachting (in jaren) na 65ste 24
22
De crisis heeft het kabinet ook gedwongen om te kijken naar de overheidsinkomsten en -uitgaven op de langere termijn. De houdbaarheid van deze overheidsfinanciën is een van de redenen geweest om te besluiten de AOW-leeftijd op termijn te gaan verhogen naar 67 jaar. Wij vinden de beslissing toekomstgericht, maar willen dat er anders omgegaan wordt met het begrip zware beroepen. Lees verder ➤
20
18
16
14 mannen
vrouwen
12 1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
2020
2030
2040
2050 Bron: CBS
➤ Gezien de argumenten die het kabinet aandraagt, vinden we de beslissing als zodanig toekomstgericht. Immers, onze levensverwachting stijgt, de vergrijzing neemt toe, de kosten van de AOW stijgen als percentage van de rijksbegroting en de landen om ons heen kennen inmiddels ook pensioenleeftijdverhogende maatregelen.
onevenredig zwaar belast door de verplichting om werknemers met een zwaar beroep na verloop van tijd passend ander werk aan te bieden op straffe van het treffen van een inkomensvoorziening. De maatschappelijke discussie die in 2009 is gestart en waaraan ook Bouwend Nederland als belangenorganisatie actief deelneemt, zal in 2010 in volle hevigheid doorgaan. Wij blijven ijveren voor een regeling die uitvoerbaar, haalbaar en niet bureaucratisch is. Onze inzet zal daarbij zijn te streven naar een alternatieve regeling waarbij het voor werknemers mogelijk blijft om vóór het zevenenzestigste jaar te kunnen stoppen met werken. Tegelijkertijd pleiten wij voor een blijvende investering in arbeidsomstandigheden, scholing en opleiding en levensfasebewust personeelsbeleid, en blijven ook verdere product- en procesinnovaties noodzakelijk. •
Anders omgaan met zware beroepen Zonder dat regelgeving hierover al definitief is, is duidelijk geworden dat de verhoging van de AOW-leeftijd een vaste plek heeft gekregen op de agenda van het huidige kabinet. Verwacht mag worden dat ook toekomstige kabinetten dit onderwerp zullen blijven agenderen. Het kabinet heeft bij het bekendmaken van zijn voornemen tot verhoging van de AOW-leeftijd aangekondigd dat het met een aparte regeling zou komen over zware beroepen. Wij hebben niet alleen grote zorgen geuit en vele vraagtekens gezet bij die beleidsvoornemens over zware beroepen. Wij hebben ook aangegeven dat dit om allerlei redenen ongewenst is, want een sluitende definitie van dit begrip is niet te geven en leidt tot eindeloze discussies en het ontstaan van schrijnende gevallen. De zwareberoepenregeling raakt alle ondernemingen, maar juist de kleinere bedrijven worden 10
|Belangenbehartiging|
Volle aandacht voor het belangrijke dossier Onderwijs Onze doelstelling op het gebied van onderwijs valt gemakkelijk samen te vatten: wij willen voldoende instroom van gekwalificeerd personeel in onze bedrijven. Ook in het verslagjaar werden weer initiatieven ontplooid om die doelstelling te realiseren, zoals de samenwerking tussen de opleidingsbedrijven en het Vakcollege in vijf regionale pilots, de realisatie van de vmbo-opleiding Infratechniek, de oprichting van de stuurgroep Vmbo Infratechniek, het onderzoek naar de knelpunten in het mbo, de medewerking aan de nota ‘Stelselmatig samenwerken; een agenda voor hbo en bedrijfsleven’, het samenstellen van best practices met betrekking tot de samenwerking tussen bedrijfsleven en het onderwijs en het op sterkte brengen van het Landelijk Steunpunt BouwTalent. Lees verder ➤
➤ Opleidingsbedrijven en Vakcollege In 2008 is het Vakcollege van start gegaan. Het is een zesjarige opleiding op het vmbo en twee jaar op het mbo, die leidt tot een praktisch beroep op het niveau mbo 2/3, onder meer in de bouw. Door het onderwijs op het vmbo praktischer te maken en meer verbindingen te leggen met het plaatselijke bedrijfsleven verwachten de initiatiefnemers van het Vakcollege dat meer leerlingen kiezen voor een beroepsopleiding. Onze opleidingsbedrijven, die al 25 jaar met succes praktijkonderwijs geven, werken sinds september 2009 samen met het Vakcollege in vijf regionale pilots.
zullen gaan volgen. De infrabedrijven hebben deze leerlingen hard nodig. Bouwend Nederland heeft begin 2009 de stuurgroep Vmbo Infratechniek opgericht.
Verbetering van het mbo Het bedrijfsleven krijgt een steeds belangrijker rol binnen het mbo als het gaat om opleiden in de praktijk. In 2009 is daar, mede in onze opdracht, onderzoek naar gedaan. Uit dat onderzoek blijkt dat het bedrijfsleven op zich enthousiast is over zijn rol bij de beroepspraktijkvorming van leerlingen, maar dat er nog behoorlijk wat knelpunten zijn. Het betreft het gebrek aan uniformiteit hoe de opleidingen er op de verschillende ROC’s uitzien. Ook is er steeds meer ontevredenheid over de kosten die het opleiden van leerlingen met zich meebrengt. De resultaten van het onderzoek zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zeer serieus genomen. De eerste afspraken om tot verbeteringen te komen zijn inmiddels geëffectueerd, zoals het Beroeps Praktijkvormingsprotocol. Bouwend Nederland pakt dit, samen met andere branches, verder op in VNO-NCW en MKB-Nederlandverband.
Steeds meer vraag naar hbo’ers Vmbo Infratechniek
De praktijk laat zien dat onze bedrijven nu en in de toekomst steeds meer mensen nodig hebben die hoger onderwijs hebben genoten. In VNO-NCW en MKB-Nederlandverband werkten wij aan de nota Stelselmatig samenwerken; een agenda voor hbo en bedrijfsleven, die naar het minsterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Tweede Kamer, de HBO-Raad en andere relevante partijen is gestuurd.
Op het vmbo was het tot voor kort niet mogelijk een opleiding Infratechniek te volgen. Mede door onze actieve lobby is er in 2009 voor het tweede jaar op tien scholen een afdeling Infratechniek gestart. Leerlingen krijgen via deze uitstroomrichting kennis van de infra en de verwachting is dat zij na het vmbo ook een vervolgopleiding in de infra 11
|Belangenbehartiging|
Wij hechten grote waarde aan contacten met het hoger onderwijs. Het was dan ook een heuglijk feit dat de hogeronderwijsgroep (HOG) Bouw en Ruimte onze voorzitter Elco Brinkman heeft gevraagd voorzitter te worden van de raad van advies. De HOG is de koepelorganisatie van de afdelingen Bouwkunde, Civiele Techniek en aanverwante opleidingen van veertien hogescholen en heeft als doel de belangen te behartigen van het kennisdomein Bouw en Ruimte. In mei 2009 vond in het Bouwhuis de installatie van de raad van advies plaats en werd de heer Brinkman de voorzittershamer overhandigd.
communicatiebureau ingeschakeld. De website zal geheel vernieuwd worden en het Landelijk Steunpunt streeft naar uniformiteit qua werkwijze en het hanteren Team Landelijk Steunpunt BouwTalent Moniek van gelijkluidende Bom, Erik Stern, Maartje Schuurmans en Karin tarieven van de Oomen. Op de foto ontbreekt Martijn de Jong afzonderlijke stichtingen. Het is de bedoeling om in de komende jaren tot een landelijk beleid te komen, zodat iedereen weet wat BouwTalent precies te bieden heeft. BouwTalent is een collectief van bedrijven dat de praktijk voor zijn rekening neemt van BOL4- en hbo-studenten Bouw en Civiele Techniek. Op dit moment zitten er 1350 mbo’ers en 130 hbo’ers in BouwTalent. De dertien stichtingen BouwTalent zijn gehuisvest bij de opleidingsbedrijven b&u en op basis van een dienstverleningsovereenkomst verrichten de opleidingsbedrijven diensten voor de dertien stichtingen. Zo’n 75 procent van de BouwTalenters zit bij aannemingsbedrijven. De rest van de studenten zit bij architectenbureaus, woningcorporaties, gemeenten, advies- en ingenieursbureaus. •
Samenwerking bedrijfsleven en onderwijs Samen met andere branches zijn er best practices verzameld van hoe het bedrijfsleven en het onderwijs kunnen samenwerken. Het rapport is in juni 2009 aangeboden aan de voorzitter van de MBO-raad.
BouwTalentteam op sterkte Sinds begin september is het BouwTalentteam van het Landelijk Steunpunt BouwTalent op volle sterkte. CAO-partijen hebben hiervoor geld beschikbaar gesteld. De bedoeling is dat het team de dertien BouwTalentstichtingen ondersteuning biedt. De ondersteuning bestaat onder andere uit het geven van voorlichting aan (individuele) bedrijven, scholen en studenten. Daarnaast zorgt het Landelijk Steunpunt ervoor dat de naamsbekendheid van BouwTalent gaat groeien. Hiervoor is een
Arbocatalogus Bouw & Infra Met de wijziging van de Arbowet per 1 januari 2007 en het vervallen van de Beleidsregels arbeidsomstandigheden uiterlijk 1 juni 2010, werd van de bedrijfstak bouwnijverheid een arbocatalogus verwacht. De Arbocatalogus Bouw en Infra heeft eind december 2009 de goedkeuring gekregen van de Arbeidsinspectie. Lees verder ➤
➤ Doel- en middelvoorschriften In de nieuwe Arbowet wordt onderscheid gemaakt tussen doel- en middelvoorschriften. Met de doelvoorschriften legt de overheid vast aan welke normen werkgevers en werknemers op het gebied van arbeidsomstandigheden moeten voldoen.
12
|Belangenbehartiging| De middelvoorschriften kunnen worden vastgelegd in een zogenaamde arbocatalaogus. Deze geeft aan op welke wijze een onderneming of bedrijfstak aan de door de overheid vastgelegde normen wil voldoen. Daar waar in 2008 gewerkt is aan het ontwikkelen van een format voor de Arbocatalogus Bouw & Infra, is in 2009 alle energie ingezet in het definiëren van alle beroepen in de bedrijfstak, de daaraan verbonden risico’s en de maatregelen die getroffen kunnen worden om die risico’s te elimineren. In de arbocatalogus is bovendien per beroep en risico alle informatie over geldende wettelijke en bedrijfstaknormering opgenomen.
in de bedrijfsrisico-inventarisatie alle risico’s moeten worden geïnventariseerd.
Toetsing en goedkeuring De Arbocatalogus Bouw & Infra is september 2009 ter toetsing aan de Arbeidsinspectie aangeboden. De Arbeidsinspectie heeft vervolgens beoordeeld in hoeverre met de beschreven maatregelen de aan de beroepen verbonden prioritaire arborisico’s kunnen worden geëlimineerd. De arbocatalogus is eind december door de Arbeidsinspectie akkoord bevonden. In de eerste maanden van 2010 komt de Arbocatalogus voor de leden via internet beschikbaar en worden regionale voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. •
Goed hulpmiddel De arbocatalogus is een hulpmiddel en vervangt dus niet bestaande wettelijke verplichtingen als de Bedrijfs-RIE en het V&G-plan. Bovendien concentreert de arbocatalogus zich op de belangrijkste arborisico’s die zich over de volle breedte van de sector voordoen, terwijl
Duurzaam Inkopen Vanaf 2010 zullen overheidsinstanties (deels) duurzaam inkopen. Om een en ander in goede banen te leiden heeft SenterNovem, in opdracht van het ministerie van VROM, eisen opgesteld. Wij zijn betrokken bij de ontwikkeling van de criteriadocumenten. Lees verder ➤
➤ De rijksoverheid heeft zich ten doel gesteld om 100 procent duurzaam in te kopen. Voor de provincies en waterschappen geldt 50 procent en gemeenten hebben de afspraak gemaakt om 75 procent van alle producten duurzaam in te kopen. Onder duurzaam inkopen wordt verstaan dat de overheid bij inkoop van werken, diensten en leveringen zich houdt aan de eisen die in opdracht van VROM zijn opgesteld. De rijksoverheid zal vanaf 1 januari 2010 bij alle aanbestedingen de eisen opnemen die in de criteriadocumenten zijn opgenomen.
Werken aan procesbenadering De overheid wil zelf het goede voorbeeld geven door duurzaam in te kopen. Bouwend Nederland heeft vanaf het begin geadviseerd om niet op productniveau detaileisen vast te stellen. Dit zorgt alleen voor een onderlat en niet voor de gewenste stimulering voor duurzame producten en processen. Om duurzaamheid daadwerkelijk door te voeren in het inkoopbeleid zal de overheid, kijkend naar de lange termijn, moeten gaan voor een integrale aanpak en het meenemen van levenscyclusdenken. Deze procesbenadering is echter nog niet opgenomen in het beleid dat nu is vastgesteld. Wel is afgesproken dat de procesbenadering voor de gww-criteria wordt uitgewerkt. Hiervoor is budget beschikbaar gemaakt door onder meer het ministerie van VROM. De verwachting is dat dit proces eind 2010 kan worden afgerond.
zware voertuigen en mobiele werktuigen wordt meegewogen. Het blijkt lastig te zijn om hier in de praktijk hanteerbare eisen aan te verbinden. SenterNovem heeft daar weliswaar een voorstel voor gedaan, maar dat bleek vrij ernstige gevolgen te hebben voor het bedrijfsleven. Wij hechten zeer aan het belang van een goede luchtkwaliteit. Maar de eisen aan de milieubelasting van zware voertuigen en mobiele werktuigen werden zo strak gesteld dat een grote groep bedrijven een deel van het wagenpark zou moeten vervangen. Het ministerie van VROM heeft onze bezwaren onderkend en heeft besloten om alle verplichte eisen voor deze categorie voorlopig uit het programma voor duurzaam inkopen te halen. Opdrachtgevers blijven echter altijd vrij om aanvullende eisen op dit gebied te stellen. Zo zijn er nieuwe instrumenten ontwikkeld zoals de CO2-prestatieladder die door ProRail wordt toegepast. •
Aandacht voor criteria In het verslagjaar hebben wij de ontwikkeling van de criteria gevolgd en kritisch gereageerd op de eisen die de overheid aan de sector stelt. Een bijzonder aandachtspunt is de wijze waarop de milieubelasting van
13
|Belangenbehartiging|
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (BPF Bouw) In 2009 heeft het bestuur van BPF Bouw, evenals vele andere pensioenfondsen, maatregelen moeten treffen om zijn financiële positie te versterken. De dekkingsgraad van BPF Bouw was primo 2009 gezakt tot circa 100 procent. Dit niveau bevond zich onder de voor pensioenfondsen relevante grens van 105 procent waardoor het fonds in een situatie van een dekkingstekort is geraakt. Hierop heeft het bestuur van BPF Bouw een herstelplan ingediend bij De Nederlandse Bank (DNB) dat door DNB werd goedgekeurd. Eind 2009 is de geschatte dekkingsgraad circa 115 procent. Lees verder ➤
➤ Het huidige beleggingsbeleid werd in het herstelplan ongewijzigd gelaten. De maatregelen in het herstelplan richten zich vooral op een beperking van de toeslagverlening en het verhogen van de pensioenpremie. In het voorjaar van 2009 bereikten de aandelenmarkten hun dieptepunt en werd de weg omhoog weer ingeslagen. Eind 2009 is de geschatte dekkingsgraad van BPF Bouw gestegen naar circa 115 procent. In lijn met het herstelplan werd de premie voor de middelloonregeling verhoogd en de toeslagverlening beperkt. De premiestijging kon voor werkgevers worden gematigd door een verlaging van de premies voor de aanvullingsregelingen waardoor werkgevers in 2010 niet met grote premieschommelingen worden geconfronteerd.
De deelnemers, voormalige deelnemers en gepensioneerden in de bouw ontvangen in 2010 weliswaar een beperkte toeslag van 1,45 procent, maar in tegenstelling tot vele gepensioneerden in andere sectoren neemt de koopkracht van de gepensioneerden in de bouw in 2010 toch toe doordat de prijsinflatie zich op een lager niveau bevindt. Hoewel het herstel ultimo 2009 nog niet is afgerond is eens te meer gebleken dat BPF Bouw beschikt over een solide fundament. Het fonds is in staat gebleken om, ook in economisch turbulente tijden, continuïteit te bieden •.
Eindelijk zicht op verlaging administratieve lasten De lastendruk voor bouw- en infrabedrijven wordt verminderd. Dit is nu al merkbaar geworden. Ook op lokaal niveau. Gemeenten worden meer klantvriendelijk, ook voor de bedrijven. Maar het is een langdurig proces. Het kost namelijk tijd om de cultuuromslag te realiseren. Lees verder ➤
➤ Als we terugkijken, zien we een steeds grotere regeldruk ontstaan. De stoel van de ondernemer past de overheid slecht. Zij moet vooral kaderstellend zijn. Wet- en regelgeving zijn lang niet altijd even goed uitvoerbaar en handhaafbaar, ondanks het feit dat dit wordt getoetst voor de introductie van die regelgeving. Nog steeds wordt nieuwe regelgeving te weinig zorgvuldig ingevoerd en is er te weinig oog voor implementatie van vaak Europese wet- en regelgeving. Ook worden zaken na behandeling in de Tweede Kamer nog eens extra gecompliceerd. Niet iedereen weet wat er nu precies geregeld is. Voorbeelden hiervan zijn onder andere luchtkwaliteitseisen en de habitatrichtlijnen.
teit, natuur, flora en fauna, planschade, wateronttrekking enz. vergen tijd en dure onderzoeken. Laat de gemeente de al beschikbare gegevens (van o.a. andere projecten) gebruiken. - De inspraakmogelijkheden en de juridische procedures voordat een bouwproject kan worden gestart dienen te worden teruggebracht tot het, voor de bescherming van het algemeen belang, strikt noodzakelijke. - Alle (onderdelen van) wetten die op het bouwen betrekking hebben, integreren in één Omgevingswet. Deze optie was al voorgesteld bij de
Onze inzet in 2009 - Verouderde en detaillistische bestemmingsplannen dienen meer globaal van aard te zijn, zodat minder vaak ontheffing behoeft te worden aangevraagd. - De vele onderzoeken die voor de indiening van een aanvraag voor een bouwvergunning moeten worden verricht. Bodem, geluid, luchtkwali-
14
|Belangenbehartiging| Resultaten
opstelling van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). - Regelgeving van lagere overheden blijven integreren en uniformeren. Tevens de handhaving en het toezicht centraliseren. Dus spoedig de door de commissie-Mans voorgestelde omgevingsdiensten instellen. Hiermee wordt ook het gebrek aan kwaliteit en capaciteit bij lagere overheden opgelost. - De term ‘belanghebbend’ dient enger gedefinieerd te worden. De jurisprudentie moet hieraan invulling geven. Daarnaast kunnen - in lijn met het rapport van de commissie-Elverding - veel bezwaar- en beroepsprocedures wellicht worden voorkomen door in de verkennings- en planfase zorgvuldiger te werk te gaan. - De aanbevelingen van het rapport van de commissie Fundamentele Verkenning Bouw (commissie-Dekker) moeten snel uitgewerkt worden. Het rapport is al in mei 2008 gepresenteerd. Het Plan van Aanpak is echter pas in september 2009 door minister Van der Laan en staatssecretaris Heemskerk naar de Tweede Kamer gezonden.
Het huidige bestemmingsplan werkt verstarrend. De knelpunten zijn de mate van gedetailleerdheid, het gebrek aan transparantie, het gebrek aan uniformiteit en de mogelijkheid voor lange beroepsprocedures. Een bestemmingsplan moet veel meer kaderstellend en transparant zijn. Bouwend Nederland heeft meegewerkt aan een brochure van VROM, waarin wethouders worden opgeroepen meer globale bestemmingsplannen te maken. De invoering van de omgevingsvergunning betekent een belangrijke vereenvoudiging en verbetering van de dienstverlening: 25 toestemmingsvereisten worden samengevoegd in één vergunning, waardoor de aanvrager nog maar te maken heeft met één aanvraag, één procedure, één integraal besluit en één bevoegd gezag. De komst van de omgevingsvergunning markeert daarmee een belangrijke mijlpaal in het terugdringen van de vergunninglast. Wij zijn met de voorlichtingscampagne gestart en zullen die in 2010 voortzetten. •
Innovatie en vernieuwing in de infrastructuur In 2009 heeft innovatie en vernieuwing in de infrasector weer volop in de belangstelling gestaan. De eerder gemaakte afspraken in het convenant Intellectueel eigendom werden in een praktisch werkbaar systeem vertaald. De uitgeschreven prijsvraag voor het onderhoud van stalen bruggen kende een winnaar in de vorm van Bureau Angenent en Hurks Beton. En Heijmans Infra won met Rijkswaterstaat Zeeland de eerste Bouwpluim. Lees verder ➤
➤ Intellectueel eigendom beter geregeld Twee jaar na het sluiten van het convenant Intellectueel eigendom zijn in 2009 de gemaakte afspraken vertaald in een praktisch werkbaar systeem. Dit systeem betekent een krachtige impuls voor innovatie in de grond-, water- en wegenbouw. Op 1 november 2007 sloten Rijkswaterstaat (RWS), het Octrooicentrum Nederland, de ONRI, het CROW en Bouwend Nederland een convenant over de omgang met intellectueel eigendom in de gww-sector. In de praktijk stonden de bestaande regels innovatie in de gwwsector in de weg. Als een partij met een zelfbedachte, geoctrooieerde techniek inschreef op een aanbesteding werden direct de octrooirechten opgeëist. Dit gebeurde omdat de opdrachtgever meestal een aanbestedingsplicht heeft voor sloop, reparatie en onderhoudswerkzaamheden en zich voor deze werkzaamheden niet mag verbinden aan één marktpartij. Techniek waarvoor octrooi is verleend mag in beginsel alleen worden gehanteerd door de partij die het octrooi bezit. Dat betekent dat ook alle voorkomende werkzaamheden aan objecten waarin die techniek is toegepast, van onderhoud en reparatie tot en met sloop, in handen zouden moeten worden gegeven van de octrooihouder. En dat mag niet in de gww-sector.
beloond, bijvoorbeeld door de octrooien bij de bouwbedrijven te laten en alleen een licentie te vragen. Die licentie stelt de opdrachtgever vervolgens in staat om werk te laten onderhouden, te slopen en te repareren door anderen, waardoor deze niet aanbestedingsrechtelijk in de problemen komt. De bouwer op zijn beurt mag bij volgende aanbestedingen gewoon weer inschrijven met de geoctrooieerde techniek.
Licentie per toepassing geregeld Het kan ook voorkomen dat Rijkswaterstaat de techniek in nog tien andere werken wil toepassen. In de nieuwe systematiek is de licentie per toepassing geregeld. Bij iedere nieuwe toepassing krijgt de octrooihouder daar opnieuw een vergoeding voor. Dat is ook een belangrijk pluspunt, want toepassing van een techniek genereert bij de octrooihouder, ook als hij het werk niet zelf uitvoert, toch inkomsten. Bouwend Nederland verwacht dan ook dat de in 2009 bereikte nieuwe omgang met intellectueel eigendom de innovatie in de sector een duidelijke impuls zal geven. •
Werkbaar systeem Na een inspanning van twee jaar door onder meer Bouwend Nederland zijn de afspraken uit het convenant vertaald in een voor alle partijen werkbaar systeem. Bedrijven die met ideeën komen moeten worden 15
|Belangenbehartiging|
PPS in de infrastructuur Bouwend Nederland en de rijksoverheid hebben in 2009 weer regelmatig overleg gevoerd en afspraken gemaakt over de toepassing van publiek-private samenwerking in de infrastructuur. Daarbij is in het bijzonder gekeken naar transactiekosten, fiscale aspecten, de mate van detaillering in de uitvraag en houding en gedrag. Lees verder ➤
➤ Taskforce PPS In de Taskforce PPS voor infrastructuur is in 2009, op basis van de ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan, nader onderzoek gedaan naar het verder beperken van de transactiekosten, de mate van detaillering in de uitvraag en onduidelijkheden in de fiscale behandeling van PPS-projecten. Wij hebben in alle drie de onderzoeken een adviserende en coördinerende rol gespeeld. De in mei opgeleverde rapporten en de daarin aangegeven adviezen helpen de partijen bij het verder versoepelen van het proces. Ondertussen is het aantal projecten waarin is gekozen voor een DBFM-contractvorm verder gegroeid. De A15 Maasvlakte-Vaanplein en de A12 Utrecht-Veenendaal zijn in 2009 in aanbesteding gegaan. Zij vertegenwoordigen gezamenlijk een contractwaarde van circa 1,5 miljard euro. In 2010 komen daar drie contracten op de A1/A6/A9 rond Amsterdam en de N33 bij Assen bij, met een gezamenlijke contractwaarde van circa 2,5 miljard euro. Omdat de beoogde resultaten van de Taskforce en de gestaag toenemende stroom aan DBFM-projecten in de infrastructuur zijn bereikt is de Taskforce PPS halverwege 2009 met zijn activiteiten gestopt. Wij achten het van belang dat de bewaking van de voortgang en een constante dialoog met de opdrachtgevers blijft. Zeker in het licht van de in 2009 in alle hevigheid losgebarsten effecten van de recessie is een grotere en bredere toepassing van publiek-private samenwerking in de infrastructuur in 2010 en daarna een probaat instrument om grote infrastructuurprojecten toch tijdig te starten en de maatschappelijke voordelen daarvan optimaal te benutten voor de toekomst.
goed-/woningbouwprojecten al in begin 2008 (vóór de huidige crisis) door ons onder de aandacht gebracht bij politici. Een van de adviezen van de commissie-Ruding, die in 2008 meer private investeringen in de infrastructuur heeft onderzocht, is om institutionele beleggers (zoals pensioenfondsen) te betrekken bij de financiering van infrastructuur. Het advies van de commissie-Ruding om een PPS-fonds in te stellen (van potentieel enkele miljarden euro) biedt een uitstekende mogelijkheid om financieel vertraagde projecten alsnog, met hulp van voorfinanciering door de private sector, ‘op tijd’ in uitvoering te nemen en eerder het gewenste maatschappelijke effect te bewerkstelligen. Daarnaast kan het kabinet door het scheppen van meer ruimte voor duurzame en innovatieve invulling en uitvoering van werkzaamheden door marktpartijen een effectievere besteding van de beschikbare gelden bereiken. Om de mogelijkheden van participatie door pensioenfondsen verder te verkennen is door het kabinet in 2009 een werkgroep opgericht onder voorzitterschap van het ministerie van Financiën. Hierin wordt gekeken naar mogelijke financieringsvormen, de omvang van de financiering door pensioenfondsen en het verwachte (reële) rendement.
Institutionele beleggers Wij volgen de discussie in de werkgroep, die begin 2010 met een advies zal komen. Wij zijn een groot voorstander van meer financiële inbreng van de institutionele beleggers, vanwege het groeiende aantal projecten dat in PPS-vorm op de markt komt en de groeiende aandacht en ervaringen met gebiedsontwikkelingsprojecten waarin meerwaarde kan worden gecreëerd door infrastructuur en woning-/kantoren-/bedrijventerreinontwikkeling gezamenlijk te ontwikkelen en te realiseren tegen een goed rendement. •
Betrekken van pensioenfondsen in de infrastructuur Gezien hun grote financiële reserves is het (meer) betrekken van pensioenfondsen bij financiering van Nederlandse infrastructuur- en vast-
Versnelling besluitvorming infrastructuur Spoedwet wegverbreding die begin 2009 in werking is getreden. Daarna is door de projectdirectie hard gewerkt aan de verdere uitwerking van de aanbevelingen van de commissie. Daarbij is er samengewerkt met diverse stakeholders, waaronder Bouwend Nederland. Bij deze verdere uitwerking hoort ook de herziening van de Tracéwet. Wij hebben in diverse gesprekken met de projectdirectie benadrukt dat de aanpassing van wet- en regelgeving er daadwerkelijk toe moet leiden dat besluitvorming niet alleen beter wordt, maar ook sneller en dat deze twee elkaar niet hoeven te bijten. Inmiddels ligt er een wetsvoorstel dat op brede maatschappelijke steun kan rekenen. Begin 2010 zal de Tweede Kamer zich uitspreken over het voorstel. •
In 2009 is er door diverse partijen hard gewerkt om de besluitvorming over infrastructurele projecten sneller en beter te laten verlopen, conform de aanbevelingen van de commissie-Elverding. Lees verder ➤
➤ Besluitvorming over infrastructurele projecten kent een tweetal problemen. Ten eerste een hoge doorlooptijd en ten tweede zijn besluiten juridisch niet al te solide. Dat moet en kan anders. Vanuit dit perspectief heeft de commissie-Elverding in 2008 gerapporteerd hoe besluitvorming sneller en beter kan. Een eerste uitvloeisel hiervan is de nieuwe 16
|Belangenbehartiging|
Platform Bodemkwaliteit Het Platform Bodemkwaliteit is opgericht om de praktijk, voortvloeiend uit het Besluit bodemkwaliteit, te monitoren en fungeert als gesprekpartner van het ministerie van VROM. In het verslagjaar heeft het platform zich beziggehouden met de problematiek rond immobilisaten, de meldingsplicht voor schone grond en het verondiepen van zandwinplassen. Lees verder ➤
➤ De leden van het Platform Bodemkwaliteit zijn afkomstig uit de kolom van de toeleveranciers, de toepassers en de verwerkers. Op de agenda staan de uitwerking van nieuwe regelgeving en wijzigingen in bestaande regelgeving. Dit heeft gevolgen voor certificaten, erkenningen, eigen verklaringen van de fabrikant en het testen van de meldsystemen. Bouwend Nederland levert de voorzitter (Niels Ruyter) van het Platform Bodemkwaliteit.
en heeft om die reden in de regelgeving opgenomen dat men een toepassing van dit materiaal vijf dagen van tevoren moet melden. Het Platform Bodemkwaliteit ziet graag dat deze meldingsplicht vervalt. De Tweede Kamer heeft hierover vergaderd en besloten om de meldingsplicht te behouden. Het Platform Bodemkwaliteit zal zich blijven inzetten voor het opheffen van de meldingsplicht voor schone grond.
Toepassing immobilisaten Bij de aanpassing van de Regeling bodemkwaliteit dreigde de toepassing van immobilisaten ernstig beperkt te worden. Door snelle actie vanuit het Platform Bodemkwaliteit is dit voorkomen. Bij het platform heeft zich aangesloten het Centrum Immobilisaten (CIM). CIM is een publiek-private koepelorganisatie die niet commercieel opereert en wordt gefinancierd door de leden. CIM streeft naar een verantwoorde, grootschalige inzet van immobilisaten. Daartoe wordt kennis aangeboden aan belanghebbenden. Die kennis bestaat uit achtergrondinformatie en praktijkervaring verkregen vanuit de uitgevoerde projecten.
Verondiepen zandwinplassen Naar aanleiding van de nodige commotie bij een aantal praktijkgevallen, veel publiciteit en Kamervragen, heeft de commissie-Verheijen een rapport opgesteld over het verondiepen van zandwinplassen. De conclusie is dat de huidige regels voor toepassingen binnendijks niet afdoende zijn. Door een aparte werkgroep is gewerkt aan aanpassing van de regelgeving en het opstellen van een handreiking voor de praktijk. Het concept Handreiking herinrichten diepe plassen is inmiddels beschikbaar op www.senternovem.nl/bodemplus. •
Meldingsplicht schone grond Het opheffen van de meldingsplicht voor het toepassen van schone grond kent een lange geschiedenis. De overheid ziet schone grond als afval
Richtlijn Energy Performance of Buildings Directive gereed Dit jaar is de gewijzigde Europese Richtlijn voor energieprestaties in gebouwen gereedgekomen. Deze zal worden omgezet in nationale regelgeving die in Nederland gaat gelden. Bouwend Nederland heeft via FIEC, de Europese koepelorganisatie, haar mening in de aanloop naar de totstandkoming van de richtlijn ingebracht. Lees verder ➤
➤ De twee de belangrijkste wijzigingen zijn: - dat Europese lidstaten verplicht worden om hun voorgenomen en ingevoerde fiscaal-financiële maatregelen ter stimulering van de energiebesparing te rapporteren. De Europese Commissie neemt hier kennis van inclusief alle lidstaten. Nederland kan dan ook lering trekken uit succesvolle aanpakken uit andere landen. - de erkenning van de rol die een verlaagd btw-tarief heeft bij het verhogen van de energieprestaties van gebouwen.
Bouwend Nederland ziet in de gewijzigde richtlijn nieuwe stimulansen voor zowel bestaande gebouwen als nieuwbouw. Nieuwbouw dient volgens de richtlijn in 2021 nagenoeg energieneutraal te zijn. In het LenteAkkoord is voor Nederland afgesproken om in 2020 reeds energieneutrale gebouwen te realiseren. •
17
|Belangenbehartiging|
De Europese lobby van Bouwend Nederland Belangenbehartiging moet plaatsvinden daar waar de beslissingen worden genomen en dat is in toenemende mate in Brussel. Of het nu gaat om de nieuwe afvalrichtlijn, de energieprestatie van bestaande gebouwen of bijvoorbeeld om de normen voor fijnstof de Nederlandse wetgeving geeft vaak uitvoering aan wat in Europa wettelijk is bepaald. Daarom zijn wij ook in 2009 actief geweest in de Europese lobby, gezamenlijk met onze bouwcollega’s van andere Europese lidstaten via de koepelvereniging FIEC. Lees verder ➤
➤ Belangenbehartiging op uiteenlopende dossiers In het jaar waarin de kredietcrisis de bouw keihard raakte hebben wij in FIEC-verband uiteraard geijverd voor investeringen in de bouw- en infrasector. Maar ook van andere onderwerpen werden de belangen van de bouwbedrijven bij Europese wetgevers onder de aandacht gebracht. Zo zijn we binnen FIEC nog altijd druk bezig de bouwproductenregels aangepast te krijgen, zodat bedrijven niet worden gedwongen achter CE-markeringen aan te gaan als ze producten in bouwdelen verwerken zonder deze zelf op de markt te brengen. Verder heeft de Europese regelgeving voor het verlaagde btw-tarief een permanent karakter gekregen, maar jammer genoeg (nog) niet voor de gehele woningbouw. Helaas heeft Nederland dit nationaal slechts in beperkte mate overgenomen, namelijk voor vloer-, gevel- en dakisolatie. De strijd tegen de inzet van grensoverschrijdende koppelbazenpraktijken werd op Europees niveau gevoerd; de inzet van schijnzelfstandigen leidt namelijk maar al te vaak tot gevaarlijke situaties op bouwplaatsen met alle gevolgen van dien voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
De uitvoerende bouw is een belangrijke partner voor het behalen van de Europese doelstelling het energieverbruik in de gehele EU te verminderen, omdat de meeste energie in de bestaande bouw wordt verbruikt. In 2009 hebben wij er daarom onafgebroken voor gepleit om in de Herziene richtlijn energieprestatie van gebouwen de aanpak van de bestaande gebouwenvoorraad op te nemen. •
Exportbevordering voor bouwbedrijven Door een aantal ontwikkelingen zal de bouwsector in de komende periode een meer internationale oriëntatie krijgen. Bovendien zal Europese wet- en regelgeving (b.v. de dienstenrichtlijn en detacheringsrichtlijn) in toenemende mate ook voor de bouwsector een Europese interne markt afdwingen. Lees verder ➤
➤ Exportbevordering en internationale samenwerking vergen langjarige trajecten waar contacten voor moeten worden opgebouwd om daar later gebruik van te kunnen maken. Wij hebben in 2009 in nauwe samenwerking met (overheids)partners een aantal goede initiatieven ontplooid op het gebied van ‘bouwen over de grens’. Zo zijn er samenwerkingsovereenkomsten aangegaan met Nedubex (Nederlands-Duitse bouwexport) en de Nederlandse Kamer van Koophandel in België. Daarnaast organiseert Bouwend Nederland samen met andere partners en met behulp van EVD-subsidies exportmissies naar mogelijk kansrijke markten. Dit zal in 2010 worden gecontinueerd, afhankelijk van de behoefte vanuit onze ledenkring. •
18
|Ledenservice|
Bouwend Nederland Advies krijgt fors meer vragen In 2009 zijn 14.500 vragen binnengekomen bij Bouwend Nederland Advies. Ten opzichte van 2008 betekent dat een stijging van ruim 30 procent! De stijging is voor een belangrijk deel te verklaren door de extra behoefte aan vragen die de kredietcrisis met zich mee heeft gebracht. Daarnaast is er een aantal onduidelijke overheidsregelingen geweest dat voor extra vragen heeft gezorgd, terwijl het Steunpunt Kredietcrisis alleen al 540 vragen en opmerkingen heeft uitgelokt. Lees verder ➤
➤ Wie vraagt aan? Van de vragen is 32 procent afkomstig van bedrijven uit de sectie Bouw Klein (omzet tot drie miljoen euro). De secties Bouw Midden en Infra Klein (omzet tot vijftien miljoen) nemen gezamenlijk ruim 40 procent van de vragen voor hun rekening en de secties Bouw (Middel-)Groot en Infra Groot 28 procent.
Eerstelijns helpdesk Sociale zekerheid/ CAO/ arbeidsrecht
in 2009 in 25 gevallen. Dat betekent dat in verreweg de meeste gevallen een minnelijke schikking bereikt wordt, waarbij partijen overeenstemming bereiken over de oplossing van het geschil zonder dat daar een rechter of arbiter aan te pas komt. Eind 2009 is een begin gemaakt met de evaluatie van de betaalde dossierbehandeling. De eerste resultaten zijn bemoedigend. De beoordelingen variëren van ruim voldoende tot zeer goed. In 2010 zullen er statistisch relevante gegevens beschikbaar komen.
In 2009 zijn 12.000 concrete vragen gesteld en beantwoord. Alle vragen zijn gecategoriseerd en in een database verwerkt. Hieruit blijkt dat verreweg het grootste deel van de vragen betrekking heeft op uitleg van de CAO-bepalingen. Binnen deze categorie gaan de meeste vragen over arbeidsduur, verzuim en verlof, terwijl in 2009 ook opvallend veel vragen over indiensttreding en ontslag zijn gesteld. Dit laatste is een rechtstreeks gevolg van de kredietcrisis. Veel van de vragen die gesteld zijn en die voor veel leden relevant zijn, zijn in de uitgave Praktijk en de digitale nieuwsbrieven opgenomen in de rubriek Uw vraag, ons antwoord.
Betaalde cursussen
Eerstelijns helpdesk Bouw- en aanbestedingsrecht
o r wA A r
n
De tweedelijns dienstverlening moet kostenneutraal worden uitgevoerd. Dat betekent dat een medewerker die tweedelijns dienstverlening uitvoert niet op de begroting, en dus op de contributie, mag drukken. In 2009 zijn er twee activiteiten uitgevoerd waarmee de loonkosten van de tweedelijns medewerkers gedekt konden worden: betaalde dossiers en betaalde cursussen.
Betaalde dossiers In 2009 zijn ruim 170 nieuwe, betaalde dossiers aangenomen. Daarnaast liepen veel van de dossiers uit 2008 nog door in 2009. In totaal zijn ruim 1700 declarabele uren (à € 100,-) gemaakt. De variatie in deze dossiers is groot. Soms volstaat een kort briefje van ‘de jurist’ om de wederpartij tot betalen te bewegen, maar in andere gevallen wordt een volledige procedure bij de Raad van Arbitrage gevoerd. Dat laatste gebeurde
19
de
Tweedelijns (betaalde) dienstverlening Bouw- en aanbestedingsrecht
vo
AvA
e
Het afgelopen jaar zijn ongeveer 2.500 vragen binnengekomen over bouw- en aanbestedingsrecht. In 46 procent van de vragen ging het over aanbestedingsprocedures, in 44 procent over bouwgeschillen en de rest ging met name over algemeen contractenrecht.
n
In november 2009 is gestart met een pilot om de levensvatbaarheid van een betaalde, eendaagse cursus te peilen. GekoAlg em e zen is voor het onderwerp ’92 ‘AVA in één dag’ en voor een kleinschalige opzet van 12 tot voor aannemingen in het bouwbedrijf maximaal 20 deelnemers. Leden van de secties Bouw Klein en Bouw Midden hebben hierover een flyer ontvangen. Voor 250 euro per persoon konden deelnemers zich aanmelden. Dat gebeurde massaal. Er zijn ongeveer 300 aanmeldingen binnengekomen. De eerste cursussen zijn inmiddels achter de rug en de waardering blijkt hoog. De pilot is dan ook geslaagd en er zullen in de toekomst meer van dergelijke cursussen volgen. Kritiek was er overigens ook, met name op de prijs. Dat heeft ertoe geleid dat de prijs voor de tweede en volgende deelnemer van één bedrijf verlaagd is en dat er met afdelingen afspraken zijn gemaakt. •
|Ledenservice|
Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw & Infra De Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw & Infra, kortweg het Aanbestedingsinstituut, is een onafhankelijke stichting die door Bouwend Nederland is opgericht. Het doel van het Aanbestedingsinstituut is het bevorderen van de kwaliteit van aanbestedingen voor werken in Nederland. Dankzij de unieke cijfers van het Aanbestedingsinstituut heeft dit in 2009 een belangrijke rol gespeeld in de belangenbehartiging rondom de nieuwe Aanbestedingswet. Gecombineerd met het grote aantal gerichte acties heeft dit ertoe geleid dat het Aanbestedingsinstituut is uitgegroeid tot een belangrijke speler in de wereld van het aanbesteden van werken. Lees verder ➤
➤ Aanbestedingsregistratie Er is hard gewerkt aan de registratie van alle aankondigingen van aanbestedingen over 2009, zoals gepubliceerd op de Aanbestedingskalender in Cobouw. We verwachten in 2009 uit te komen op ongeveer 2700 registraties.
Analyse en publicatie van de cijfers Gezamenlijk met de afdeling Economische & Verenigingszaken van Bouwend Nederland zijn de cijfers van de registratie over 2008 en over de eerste helft van 2009 geanalyseerd. Nog altijd wordt er in 85 procent van de aanbestedingen gegund op basis van de laagste prijs, wat de innovatie in de weg staat. Ook loopt de gestanddoeningstermijn steeds verder op. Verder blijkt uit de analyse dat er grote verschillen zijn tussen de groepen aanbestedende diensten. De grote, professionele opdrachtgevers hebben hun zaken meetbaar beter voor elkaar dan de kleine aanbesteders. Ook zijn er belangrijke verschillen gemeten tussen de praktijk in de b&u-sector en die in de gww-sector. De b&u-sector houdt zich beter aan de richtlijnen van het Aanbestedingsinstituut.
De cijfers van het Aanbestedingsinstituut hebben in belangrijke mate onze opmerkingen op de Aanbestedingswet ondersteund. Met name de opmerkingen over het belang van de aanbestedingen onder de EUdrempel voor de sector kunnen, dankzij de cijfermatige onderbouwing, op steeds meer steun rekenen. Over de analyses is uitvoerig gepubliceerd. Cobouw heeft er tot tweemaal toe grote artikelen aan besteed. De cijfers worden inmiddels ook door diverse instanties en deskundigen gebruikt. Ze duiken zelfs op in de Memorie van Toelichting bij de conceptwettekst voor de nieuwe Aanbestedingswet.
Aanbestedingsacties Dat zijn acties, meestal brieven, naar aanbestedende diensten naar aanleiding van fouten die in de aanbesteding zijn aangetroffen of klachten van leden. In totaal zijn in 2009 ongeveer 140 acties uitgevoerd. In ongeveer tweederde van de gevallen is de aanbestedingsprocedure daadwerkelijk aangepast. Het gaat hierbij, net als in eerdere jaren, met name om: • het verlagen van de bankgarantie van 10 naar 5 procent; • het schrappen van onnodige criteria; • het alsnog houden van een openbare zitting; • het gratis ter beschikking stellen van de aanbestedingsdocumenten; • het terugbrengen van de gestanddoeningstermijn.
Website Op de website (www.aanbestedingsinstituut.nl) worden alle brieven die gestuurd worden naar de aanbesteders gepubliceerd, zodat alle potentiële inschrijvers kennis kunnen nemen van de acties die door het Aanbestedingsinstituut zijn ondernomen. •
20
|Ledenservice|
Financiële ledenvoordelen Uw contributie terugverdienen? Met de financiële ledenvoordelen is dat voor een mkb-bedrijf eenvoudig te realiseren. Daarbij gaat het bij de financiële ledenvoordelen overigens niet alleen om een prijsvoordeel. Betere condities en voorwaarden zijn minstens zo belangrijk. Om u een idee te geven welke besparing u kunt realiseren treft u enkele rekenvoorbeelden aan (ook te vinden onder ledenvoordelen op www.bouwendnederland.nl) Lees verder ➤
28 januari ledenvoordelen 2009 Financiële 2009 De kunst van risicomanagement in de bouw
➤ Mantelovereenkomst met Credion Mede vanwege de moeilijke financiële markt hebben wij voor onze leden per 1 januari 2009 een mantelovereenkomst met Credion afgesloten. Dit resulteert in een ledenvoordeel op het gebied van financieringsbegeleiding en -optimalisatie. In deze tijd van economische crisis kijken banken extra kritisch naar de kredietverlening bij bouwbedrijven. Het is daarom van belang om met een goed voorbereid verhaal bij de banken
"Wij halen meer rendement uit ons lidmaatschap"
contracten zijn hier al direct in gesloten. Daarnaast was er veel aandacht voor het eigenrisicodragerschap voor de WGA en de mantelovereenkomst die wij hiervoor hebben afgesproken met Nationale Nederlanden.
CAR en aansprakelijkheidsverzekeringen Opvallend veel vragen kwamen er dit jaar over CAR en aansprakelijkheidsverzekeringen. Met name de vele beperkingen in de algemene polissen bij verzekeraars waren aanleiding voor onze leden om een adviesgesprek aan te vragen met de bij onze mantels betrokken makelaars Meeùs en Aon. Vanuit deze adviesgesprekken waren de veel ruimere dekkingen van de Bouwend Nederland-mantel voor de betrokken ondernemers de belangrijkste reden om over te stappen naar de Bouwend Nederland-collectiviteit, terwijl er vaak ook nog een forse premiebesparing werd gerealiseerd. Voor een aantal ondernemers dat nog geen lid was van Bouwend Nederland waren de ruimere en op de bouwpraktijk toegespitste voorwaarden zelfs reden om het lidmaatschap bij Bouwend Nederland aan te vragen.
te komen. Ondernemers kennen hun bedrijf vaak goed, maar de adviseurs van Credion zijn in staat het bedrijf en zijn financiële positie te beoordelen kijkend door de ogen van de bank. Daardoor kunnen zij op mogelijke bezwaren van de bank anticiperen en deze indien noodzakelijk direct wegnemen. Uitgebreide ervaringen van leden met deze dienstverlening zijn terug te vinden op onze website bij de informatie over dit ledenvoordeel.
Massaal gebruik van de ledenvoordelen Tachtig procent van onze mkb-leden maakt inmiddels gebruik van een of meerdere ledenvoordelen. Wij nodigen de leden dan ook van harte uit om na te gaan van welke ledenvoordelen zij (nog meer) gebruik kunnen maken. Ons motto daarbij is ‘Kijk, vergelijk en profiteer’.
Nieuwe zorgverzekeringsmantel Ook de per 1 januari 2009 geïntroduceerde nieuwe zorgverzekeringmantel mocht op veel belangstelling rekenen. Ruim 1000 collectieve
21
|Ledenservice| Op onze website is achter de login actuele en uitgebreidere informatie te vinden over alle financiële ledenvoordelen. De rekenvoorbeelden op de site laten zien dat de contributie voor Bouwend Nederland eenvoudig is terug te verdienen door gebruik te maken van de financiële ledenvoordelen. Via het contactformulier op onze website of het formulier achterin het ledenvoordelenboekje kan nadere informatie bij de leveranciers opgevraagd worden. Onderstaande rekenvoorbeelden geven een idee van de mogelijke besparingen die gerealiseerd kunnen worden door gebruikmaking van de financiële ledenvoordelen. Het betreft hier slechts een greep uit het totaal aan voordeelcontracten. Onderstaande rekenvoorbeelden geven geen inzicht in de ruimere condities of bouwspecifieke voorwaarden. •
Rekenvoorbeeld bouwonderneming, omzet € 1,5 miljoen
Rekenvoorbeeld infraonderneming, omzet € 5 miljoen
Contributie Bouwend Nederland (€ 500,- vast en € 260,- per miljoen euro omzet)
€ 890,-
Contributie Bouwend Nederland (€ 500,- vast en € 260,- per miljoen euro omzet)
€ 1.800,-
Arbocontract (incl. bijdrage verzuimverzekeraar) Zorgverzekering werknemers (direct) Zorgverzekering werknemers (indirect) Verzuimverzekering CAR + Aansprakelijkheidsverzekering Wagenparkverzekering Ritregistratie GPS-Buddy Renault Mobiele telefonie BouwGarant Meteo Consult bouwweer Arbeidsongeschiktheid dga
€ 629,€ 200,€ 3.996,€ 1.735,€ 750,€ 1.000,€ 1.200,€ 2.700,€ 637,€ 300,€ 1.000,€ 1.092,-
Arbocontract (incl. bijdrage verzuimverzekeraar) Zorgverzekering werknemers (direct) Zorgverzekering werknemers (indirect) Verzuimverzekering Aansprakelijkheid en werkmaterieelverzekering Wagenparkverzekering Ritregistratie GPS-Buddy Renault Mobiele telefonie Meteo Consult bouwweer Arbeidsongeschiktheid dga
€ 1.573,€ 500,€ 9.990,€ 3.150,€ 2.500,€ 2.400,€ 2.800,€ 5.400,€ 1.820,€ 1.000,€ 1.092,-
Besparing
€ 15.239,-
Besparing
€ 32.225,-
Eigenrisicodragerschap WGA In de loop van september 2009 werd duidelijk dat UWV als publieke verzekeraar van het risico op arbeidsongeschiktheid haar premies voor 2010 fors zou gaan verhogen. Lees verder ➤
➤ Dat heeft ons ertoe gebracht de leden te wijzen op de mogelijkheid om de overstap naar het eigenrisicodragerschap (met herverzekering via een private verzekeraar), die ieder halfjaar kan worden gedaan, nog eens extra te overwegen, omdat daarmee voor veel bedrijven kostenvoordelen te behalen zijn. Kostenvoordelen die extra wegen in een periode waarin bedrijven behoefte hebben aan liquiditeit. De verzekeringsmantel die Bouwend Nederland heeft afgesloten en de communicatie hierover met de leden heeft veel bedrijven in beweging gebracht om per 1 januari 2010 eigenrisicodrager voor de WGA te worden. • 22
|Ledenservice|
Kenniscentrum Weerverlet Bouw en Infra gevers en architecten kunnen leveren bij het weersonafhankelijke bouwen. Zie hiervoor ook de winterspecial van 12 november 2009.
De afgelopen winter (2008/2009) was kouder dan het langjarige gemiddelde. Juist in tijden van economische malaise is het van belang om aandacht te hebben voor weersonafhankelijk bouwen, omdat de financiële risico’s van weerverlet volledig bij het bedrijf zijn komen te liggen na de opheffing van het Risicofonds. Het Kenniscentrum Weerverlet van Bouwend Nederland heeft ook in 2009 weer een bijdrage geleverd door ondernemingen behulpzaam te zijn bij het treffen van maatregelen om het bedrijfsproces zo ongestoord mogelijk te doen verlopen bij ongunstige weersomstandigheden. Zo werd voor leden een winterspecial uitgebracht met praktische tips voor de bouwvoorbereiding en handreikingen voor de uitvoerder. Lees verder ➤
Selectie werkkleding Er werd samen met de afdeling Ledenvoordelen een selectie gemaakt voor werkkleding. Daarbij werden met name de kwaliteitscriteria gehanteerd die door Arbouw in opdracht van CAO-partijen waren opgesteld.
Deelname aan Komat-themadag Ook werd een bijdrage geleverd aan de drukbezochte Komat-themadag 2009 over weersonafhankelijk bouwen. Op deze dag werd door de Technische Universiteit Eindhoven een model van een matrix gepresenteerd met problemen die zich voordoen bij diverse weerssituaties. In dezelfde matrix worden ook oplossingen voorgesteld. De komende jaren zal de matrix samen met het Kenniscentrum Weerverlet worden ingevuld.
➤ Geen dekking meer Medio 2009 werd duidelijk dat ABN/AMRO niet meer bereid bleek het vorstverletrisico af te dekken. De belangstelling voor deze dekking was te gering. Slechts 39 van onze leden hadden hiervoor de afgelopen periode een contract afgesloten. Na langdurig onderhandelen met diverse partijen bleek het niet mogelijk adequate (betaalbare) dekking in de markt te vinden.
Overleg met BWB Met het paritaire Bureau Weerverletbestrijding (BWB) in Harderwijk werd regelmatig overlegd. Daarbij werden onder meer afstemmingsafspraken gemaakt over de gehanteerde begrippen zoals gevoelstemperatuur, de mediation bij conflicten en de benadering van opdrachtgevers.
Actualisatie weermodule De inhoud van de weermodule van onze website werd voortdurend geactualiseerd. Zo werden de nieuwe CAO-afspraken geïmplementeerd. Ook werd de gevoelstemperatuur per weerstation (een CAOverplichting) voor een ieder toegankelijk gemaakt. Veel vragen werden beantwoord over de inhoud van de module en over het begrip onwerkbare dagen.
Andere activiteiten
Bijdrage opdrachtgevers en architecten
Er werd een voorstudie verricht naar de mogelijkheden om een semipermanente expositie in het Bouwhuis in te richten. Daar zouden kennisinstituten, (rijks)opdrachtgevers, leveranciers en bouwbedrijven de nieuwste ontwikkelingen op het terrein van weersonafhankelijk bouwen in beeld kunnen brengen. In dit kader vond overleg plaats met
Gestart werd met het in kaart brengen van best-practices. Tevens werden leveranciers benaderd die noviteiten op het terrein van verletbeperking te bieden hebben. Resultaten daarvan waren te zien op de Komat-themadag.
Inrichting expositie uitgesteld
Gebleken is dat het ook bij professionele opdrachtgevers veelal nog onbekend is dat het vorstverletrisico tegenwoordig geheel voor rekening van het bouwbedrijf komt. Vandaar dat wij een document hebben opgesteld waarbij suggesties zijn gedaan over de bijdrage die opdracht-
23
|Ledenservice| Aboma+Keboma, Arbouw, arbodiensten, Meteo Consult, professionele opdrachtgevers en SBR. De slechte economische vooruitzichten voor de komende periode hebben dit plan getemporiseerd.
Andere weersomstandigheden geïnventariseerd Het Kenniscentrum Weerverlet Bouw en Infra is gestart om ook andere weersverschijnselen die kunnen leiden tot verlet, in kaart te brengen. Daarbij moet gedacht worden aan hitte, wind, bliksem en wateroverlast. Er wordt vanuit gegaan dat ook bij deze weersverschijnselen op een voor werknemers verantwoorde wijze doorgewerkt kan worden. Daarvoor zijn de nodige adviezen beschikbaar gekomen. •
Stichting Sociale Bemiddeling Een van de diensten die Bouwend Nederland aanbiedt is sociale bemiddeling. Werknemers met privéproblemen kunnen een beroep doen op maatschappelijk werkers die vanuit de stichting Sociale Bemiddeling behulpzaam zijn bij het oplossen van deze problemen. In dit verslagjaar is de hulpvraag weer licht toegenomen. Ook zijn de acties zoals opgenomen in het beleidsplan 2008-2011 nader uitgewerkt. Lees verder ➤
➤ Beroep op sociale bemiddeling Als medewerkers problemen hebben in de privésfeer heeft dit zijn weerslag op het werk. Dit is niet goed voor de medewerker, maar ook niet voor het bedrijf. De sociaal bemiddelaars kunnen dan desgevraagd hulp bieden bij het vinden van oplossingen. Zo ook in 2009 waarin ruim 400 cliënten rechtstreeks of via het bedrijf de weg naar de sociale bemiddeling hebben gevonden. In de regel is er sprake van een lichte terugval in de hulpvraag gedurende de zomermaanden, om daarna in september weer aan te trekken. Nu bleek dat in het oosten en noorden niet het geval te zijn. Vanaf begin oktober meldden zich daarentegen meer cliënten dan in andere jaren in dezelfde periode. De oorzaak is vooralsnog niet te achterhalen. Ten overvloede: alleen privéproblemen komen voor hulp in aanmerking. Problemen tussen werkgever en werknemers behoren niet tot het werkterrein van de bemiddelaars.
sociaal bemiddelaar en een bestuurslid van de stichting presentaties gegeven. Dit zal in 2010 worden voortgezet. De promotie zal leiden tot een vergroting van de vraag. Dat brengt extra kosten met zich mee. Om het beroep op de collectieve middelen niet te vergroten is besloten een eigen bijdrage te heffen. Deze wordt bij de werkgever die hulp inroept van de sociaal bemiddelaar, in rekening gebracht indien blijkt dat er een vervolgtraject met de medewerker gewenst is. Hierbij wordt een allintarief gehanteerd ongeacht het aantal gesprekken en het werk dat de sociaal bemiddelaar verricht. In 2009 was de eigen bijdrage 100 euro per geval, in 2010 350 euro. Bij de cliënt zelf worden geen kosten in rekening gebracht.
En dan 2010 Komend jaar worden de plannen die in het verslagjaar zijn gemaakt uitgevoerd. Er zal een verdergaande professionalisering in de organisatie plaatsvinden. Zo worden de dossiers op een beveiligde wijze centraal digitaal opgeslagen en ingericht en zal de deskundigheid van de bemiddelaars extern geborgd gaan worden. Hierbij blijven de onafhankelijkheid in optreden richting cliënt en bedrijf, de vertrouwelijkheid en de voor de cliënt drempelloze toegang tot de hulpverlening in stand. Hiermee blijft de stichting Sociale Bemiddeling een uniek fenomeen in de Nederlandse arbeidsverhoudingen dat haar bestaansrecht al bijna veertig jaar bewezen heeft. •
Promotie en bijdrage werkgever De promotie van de sociale bemiddeling is in 2009 geïntensiveerd. Gebleken is dat de hulpvraag bij privéproblemen zeker latent aanwezig is, maar door onbekendheid van de sociale bemiddeling niet tot uitdrukking komt. Via het uitbrengen van een brochure, een jaarverslag en niet te vergeten de website www.socialebemiddeling.nl wordt informatie verstrekt. Daarnaast worden tijdens ledenvergaderingen, bijeenkomsten van personeelsfunctionarissen en andere bijeenkomsten door een 24
|Brancheontwikkeling|
Ketensamenwerking, cultuur en leiderschap Zoals hiervoor aangegeven heeft Bouwend Nederland in 2009 ketensamenwerking, in samenhang met cultuur en leiderschap, aangewezen als hoofdthema’s voor de ontwikkeling van de bouwbranche in de komende jaren. Lees verder ➤
➤ In de sector wordt ook breed onderschreven dat ketensamenwerking dé manier is om de efficiëntie van bouwprocessen te vergroten. De stap van denken naar doen is echter een weerbarstige, omdat het een cultuuromslag vergt in het gedrag en handelen van alle partijen in de bouwketen. Van bestuurders en directies van partijen vergt het leiderschap om het bouwproces op basis van ketensamenwerking te gaan inrichten. Want het perspectief mag er dan zijn, de ommezwaai van traditionele naar nieuwe verhoudingen vergt gedurende een langere periode veel extra inspanningen, uithoudings- en incasseringsvermogen. Er bestaat ook geen blauwdruk voor; implementatie van ketensamenwerking verloopt via het ‘reizigersmodel’. Dat wil zeggen met elkaar een duidelijk gezamenlijk einddoel vaststellen en goed doordacht starten. Daarna als gezamenlijk team de ‘reis’ aanvangen. Die gaat niet over gebaande paden maar heeft eerder het karakter van een continue verkenningstocht waarbij groeiend inzicht wordt opgedaan en benut en betrokkenen elkaar waar nodig ook corrigeren. Bestuurders en directies dienen hun uitvoerende mensen de ruimte te geven om daar ervaring mee op te doen. Van projectverantwoordelijken en uitvoerende medewerkers van alle betrokken partijen vergt het een andere opstelling en gedrag. Dat is een enorme opgave daar zij logischerwijs volledig vergroeid zijn met de traditionele manier van werken.
raties, willen gezamenlijk deze ontwikkeling onder hun leden ondersteunen. In de loop van 2009 hebben beide organisaties daar een aanvang mee gemaakt via onder meer een aantal publicaties. In 2010 zal de gezamenlijke ondersteuning van de leden op het gebied van ketensamenwerking verder uitgebouwd worden.
Bouw Informatie Model Bouwprocessen hebben, mede door de toenemende complexiteit, in steeds omvangrijker mate te maken met communicatie en informatiestromen tussen verschillende ketenpartners. De ontwikkeling van het Bouw Informatie Model (BIM) richt zich op het mogelijk maken van projectongebonden communicatie door middel van ICT. Diverse opdrachtgevers en bouwondernemingen hebben de koploperfunctie al op zich genomen. Dit is een vorm van ketensamenwerking, gericht op het stroomlijnen van communicatie en informatie-uitwisseling tussen alle betrokken partijen in het bouwproces. Bouwend Nederland wil als vertegenwoordiger van een belangrijke speler in de keten bijdragen aan de totstandkoming van open standaarden die dit mogelijk maken.
Corporatieprojecten Een aantal woningcorporaties en bouwbedrijven heeft zich al als koplopers gemanifesteerd en brengt ketensamenwerking in praktijk. Ieder op eigen wijze. En zowel voor nieuwbouw- als onderhoud- en verbeterprojecten. Bouwend Nederland en Aedes, de koepel van woningcorpo-
Logistiek in de bouw Circa 40% van al het transport in Nederland is bouwgerelateerd. Genoeg reden om hiervan een speerpunt te maken voor de toekomst. Verbeteringen in de logistiek leiden niet alleen tot een kostenvoordeel voor de keten, maar hebben ook een positief effect op congestie en CO2uitstoot. Bouwend Nederland is eind 2009 overleg gestart met TLN, EVO, TNO, TU Delft en Hogeschool Rotterdam. Samen met deze partijen zijn wij van mening, dat ontwikkelingen binnen de bouwlogistiek vanuit de bouwketen als geheel moeten worden aangevlogen. Om dit te bereiken zullen ook andere partijen in 2010 aanhaken voor een goede afspiegeling van de keten. In 2010 zal ingezet worden op de definitie van aandachtsgebieden, het onderzoek naar verbeteringen en het overleg met onderwijsinstellingen. Wij denken zo bij te dragen aan het verhogen van de efficiëntie van de logistieke processen in de bouw. Dit in de overtuiging dat ook hier via het verbeteren van de samenwerking in de keten voor alle betrokken partijen veel winst te behalen valt. •
25
|Brancheontwikkeling|
Strategie brancheontwikkeling Brancheontwikkeling, het ondersteunen van bedrijven bij de verdere professionalisering van hun bedrijfsvoering is een van de kerntaken van Bouwend Nederland. De afgelopen jaren hebben wij met de eigen brancheontwikkelingsactiviteiten breed bijgedragen aan het op gang brengen van de vernieuwingsslag in de bouw. Sectorbreed hebben de Regieraad Bouw 1 en 2 en PSIBouw zich daar de afgelopen jaren voor ingezet. Beide hebben hun activiteiten eind 2009 afgerond en met ingang van 2010 ‘het stokje doorgegeven’ aan de nieuw opgerichte Stichting Vernieuwing Bouw. De komende jaren zal de ontwikkeling van de sector met kracht verder moeten worden doorgezet. Om daar gericht en slagvaardig aan bij te dragen heeft Bouwend Nederland een meerjarige brancheontwikkelingsstrategie voor de periode 2009-2013 vastgesteld. Lees verder ➤
Hoofdthema’s ➤ Koplopers Uitgangspunt is dat elk veranderingsproces stapsgewijs verloopt, en dat een transitie op sectorniveau uiteindelijk wordt bereikt door de optelling van veranderingsprocessen bij individuele bedrijven. Die veranderingen kunnen niet opgelegd worden, maar moeten per definitie bij de partijen in de markt zelf vandaan komen. De implementatie daarvan verloopt ook nooit meteen grootschalig, maar altijd via een aantal ambitieuze ‘koplopers’ in de markt die hun nek durven uitsteken om gezamenlijk op project dan wel projectoverstijgend niveau hun vernieuwingsambities in praktijk te brengen. Vervolgens dienen de kennis en ervaring van de koplopers breed verspreid te worden, om zo een ‘olievlekwerking’ op gang te brengen waarbij steeds meer collega-marktpartijen het voorbeeld van de koplopers gaan volgen en uit eigen beweging de stap naar het nieuwe/beter/efficiënter/duurzamer (ver)bouwen gaan maken. Voor de goede orde: koploper zijn hangt niet per definitie samen met de omvang van een bedrijf. Binnen elk marktsegment is sprake van koplopers en volgers.
De afgelopen jaren zijn vele suggesties besproken voor vernieuwing van de bouwsector. Het zou ondoenlijk zijn om die allemaal op te pakken. En ze zijn ook niet alle van even groot belang. Om daar duidelijkheid in te scheppen heeft Bouwend Nederland ketenintegratie, cultuur en leiderschap aangewezen als de drie hoofdthema’s voor de gewenste ontwikkeling van de branche in de komende jaren. En heeft daar ook concrete doelstellingen en prioriteiten aan gekoppeld.
Meerjarige implementatieprogramma’s Het formuleren van een strategie is van belang, maar waar het natuurlijk om gaat is de implementatie van mogelijkheden en kansen om de bedrijven in de sector en hun marktpositie te versterken en de relatie met hun partners in de bouwketen te verbeteren. Om dat te realiseren zet Bouwend Nederland in 2010 z’n brancheontwikkelingsactiviteiten met kracht door. En wordt in nauw overleg met de secties en afgestemd op hun diverse behoeften en wensen per sectie een meerjarig implementatieprogramma opgesteld en in uitvoering genomen. •
MVO-contactgroep Bouwen aan een duurzame leefomgeving en vitale verbindingen, dat is onze missie. Steeds meer leden van Bouwend Nederland denken en werken vanuit de maatschappelijke opgaven waar de bouw voor staat. Opdrachtgevers vragen en verwachten dit ook in toenemende mate. Henk Bol, vicevoorzitter van Bouwend Nederland en directeur bij BAM Utiliteitsbouw, heeft de voorzittershamer van de contactgroep MVO overgenomen van Ton Nelissen. De MVO-contactgroep staat open voor grote en kleine bouwbedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen in het eigen bedrijf meer vorm willen geven en dit breed willen uitdragen. De contactgroepleden wisselen ervaringen uit op het vlak van duurzaam inkopen, de Leidende Principes, het terugdringen van CO2uitstoot, sociale innovatie en duurzame business en ondersteunen ons MVO-beleid. •
Henk Bol
26
Ton Nelissen
|Brancheontwikkeling|
Meer Met Minder: energiebesparing in bestaande woningen en andere gebouwen Energiebesparende maatregelen verdienen zichzelf (deels) terug omdat de energierekening naar beneden gaat. Toch investeren veel woning- en gebouweigenaren daar nauwelijks in. In januari 2008 hebben de ministers van VROM, van WWI en van EZ, de voorzitters van Bouwend Nederland en de energie- en installatiesector het convenant Meer Met Minder getekend. Lees verder ➤
➤ Doel Het doel is om in 2020 dertig procent energie te besparen in minimaal 2,4 miljoen bestaande woningen en andere gebouwen. Meer Met Minder wil dat bereiken door het voor woning- en gebouweigenaren makkelijk en aantrekkelijk te maken energiebesparing te realiseren.
Cursus Na de proefprojecten en regionale informatiebijeenkomsten in 2008 heeft SBR in opdracht van Bouwend Nederland en Uneto-VNI vanaf begin 2009 een eendaagse cursus voor ondernemers aangeboden over de marktpositionering van bedrijven, ‘het verkopen’ van het Meer Met Minder-aanbod aan particuliere woning-/gebouweigenaren en de verkoopondersteuning die bedrijven daarbij geboden wordt.
het publiek via televisie- en radiospotjes gewezen wordt op Meer Met Minder en de voordelen van investeren in energiebesparende maatregelen. Stap voor stap worden eigenaren van bestaande woningen en andere gebouwen zo aangezet tot investeringen in energiebesparende maatregelen. In 2010 en opvolgende jaren moet dat in de vorm van een steeds grotere opdrachtenstroom in de markt zichtbaar worden. •
Landelijke promotiecampagne Eind 2009 is de landelijke promotiecampagne van start gegaan waarin
BouwLokalen trekken veel belangstellenden Onder de noemer De Bouw Innoveert en De Bouw biedt Oplossingen kwamen in BouwLokalen in totaal zes innovatiethema’s aan de orde. De BouwLokalen trokken bij elkaar zo’n 1650 deelnemers. Lees verder ➤
➤ Eerste reeks De eerste drie thema’s Haal het Beste uit de Bouw, Samen kunnen we het maken (over co-makerschap) en Bouwen 2.1 (over bouwen in de toekomst) trokken ruim 650 ondernemers op tien locaties.
Tweede reeks De tweede reeks regionale kennisoverdrachtbijeenkomsten werd bezocht door zo’n 1000 ondernemers uit de bouw. In korte tijd werden zij bijgepraat over concrete innovaties. Topper was het thema Klimaatneutraal Bouwen, dat door bijna 500 ondernemers werd bijgewoond. In deze BouwLokalenserie werden concrete projecten voor het voetlicht gebracht die klimaatneutraal zijn gerealiseerd. Het ging hier om woningbouwprojecten gerealiseerd door zowel mkb als door het grootbedrijf. Klimaatneutraal bouwen kan! Om ondernemers te ondersteunen in deze moeilijke tijden werd samen met het Octrooicentrum, Syntens en Sen-
terNovem een serie BouwLokalen verzorgd onder de titel Innoveren Juist Nu!. Hierin werd concreet ingegaan op subsidie- en kredietmogelijkheden voor innoverende bedrijven. Als laatste innovatiethema dit jaar kwam Duurzaam aanbieden & inkopen aan de orde. Deze reeks werd mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van het ministerie van VROM. • 27
|Brancheontwikkeling|
Samenwerking bij de BouwBuffetten Sinds twee jaar werken afdelingen van Bouwend Nederland en de secties Bouw Klein en Bouw Midden samen aan BouwBuffetbijeenkomsten. In de bijeenkomsten wordt informatie overgedragen over actuele en praktijkgerichte onderwerpen en is er ruim tijd voor onderlinge discussie. De inhoud van de buffetten wordt vastgesteld door de afdelingen. Medewerkers van brancheontwikkeling ondersteunen hierbij de afdelingen namens de secties. Er kan worden teruggezien op succesvolle bijeenkomsten. Een greep uit de onderwerpen treft u hieronder aan. Lees verder ➤
➤ De afdelingen Alblasserwaard & Vijfheerenlanden en Dordrecht organiseerden in februari voor hun leden een bouwbuffet over strategie en benchmark. Met de afdeling Friesland werden twee bijeenkomsten georganiseerd over ledenvoordelen, de economische situatie en acquisitie. Een samenwerkingsverband van de afdelingen Brabant-West, De Baronie en Zeeland organiseerde een BouwBuffet voor ruim vijftig deel-
nemers. De deelnemers maakten een keuze uit workshops met de onderwerpen timemanagement, klanttevredenheid, arbeidsrecht en de economische crisis.
Kadernota Arbeidsomstandigheden door bestuur vastgesteld In 2009 is door het algemeen bestuur van Bouwend Nederland de kadernota Arbeidsomstandigheden vastgesteld. In die nota wordt geconcludeerd dat de arbeidsomstandigheden in de bedrijfstak bouw zich in positieve zin ontwikkelen. Het ziekteverzuim in de bouw en infra is drastisch gedaald, de instroom in arbeidsongeschiktheidsregelingen is verminderd en het aantal ongevallen is verlaagd. Lees verder ➤
➤ Verdere verbetering noodzakelijk Toch blijft het zaak onverminderd in te zetten op verdere verbetering van arbeidsomstandigheden, in het bijzonder gericht op de zogenaamde prioritaire risico’s als fysieke belasting, gevaarlijke stoffen (kwarts), psychosociale belasting van UTA-werknemers en veiligheid.
Rol voor opdrachtgevers en architecten Als belangrijk speerpunt voor de komende tijd heeft het bestuur vastgesteld dat er een betere invulling door opdrachtgevers en architecten moet komen van de ontwerpverplichtingen uit het Arbobesluit Bouwproces. Om dat te realiseren moeten risico-inventarisatie en het V&Gplan ontwerpfase veel beter van kwaliteit worden. Bovendien moeten tijdens de ontwerp- en bestekfase arbeidsomstandigheden en de maakbaarheid van het ontwerp in de uitvoeringsfase permanent een afweging krijgen. Daartoe moeten door opdrachtgevers en architecten al tijdens de
ontwerp- en bestekfase arborisico’s worden geïnventariseerd en moeten er preventiemaatregelen worden genomen. Dat betekent het ontwerp aanpassen, arbovriendelijke materialen voorschrijven en werkmethoden in het bestek vastleggen die de arbeidsomstandigheden verbeteren. •
28
|Brancheontwikkeling|
Praktisch Personeelsbeleid in de Bouw en Infra In 2008 hebben wij het onderzoek Op weg naar een professioneel werkgeversbeleid laten uitvoeren. Dit onderzoek leverde een groot aantal aanbevelingen en actiepunten op over hoe op een krappe arbeidsmarkt werknemers te boeien en te binden zodat de bouw over enkele jaren toch over voldoende goed gekwalificeerd personeel kan beschikken. Belangrijke aandachtspunten waren cultuur en leiderschap, modern personeelsbeleid, imago, opleidingen en diversiteit. In het verslagjaar kwam de handleiding Practisch Personeelsbeleid in de Bouw en Infra uit. Deze handleiding is aan alle leden verstuurd. Lees verder ➤
➤ Ondersteuning van de leden Om bedrijven te ondersteunen bij het opzetten en voeren van een modern personeelsbeleid hebben wij de handleiding Praktisch Personeelbeleid in de Bouw en Infra ontwikkeld. De handleiding bevat naast informatie over personeelsbeleid vooral veel voorbeeldbrieven, checklists en plannen van aanpak. Doel is bedrijven praktische handgrepen te bieden voor hun personeelsbeleid: hoe voer ik een selectiegesprek, hoe voer ik een functioneringsgesprek, hoe maak ik een opleidingsplan, voorbeelden van brieven, etc..
en waar een directere sturing mogelijk is. In de sector beschikken we over veel cijfers. Wij hebben in de tweede helft van dit jaar een inventarisatie naar de beschikbare en de benodigde cijfers uitgevoerd. Uit deze inventarisatie bleek dat de beschikbare cijfers sterk macro-economisch van aard zijn en niet geschikt om het bedrijfsbeleid op te baseren. Daarom zijn wij begonnen met het verzamelen van cijfers op microeconomisch (bedrijfs)niveau. Onderdeel hiervan is de salarisenquête die het EIB in opdracht van ons elke twee jaar uitvoert. Dit jaar is de salarisenquête naast UTA uitgebreid met loongegevens van het bouwplaatspersoneel. Het eindrapport wordt in het eerste kwartaal van 2010 verwacht.
Vooral bedoeld voor het mkb De handleiding richt zich met name op het midden- en kleinbedrijf. Deze bedrijven worden steeds vaker geconfronteerd met allerlei lastige personeelsaangelegenheden en -vragen, maar beschikken meestal niet over een professional op dat gebied. Het personeelsbeleid ligt met veel andere zaken op het bord van de directeur. Ook bij grotere bedrijven bestond behoefte aan een praktisch naslagwerk op het gebied van personeel. Daarom hebben alle leden een exemplaar van de handleiding ontvangen. De handleiding is gepresenteerd aan de leden tijdens de Bouwbuffetten in de eerste helft van 2009. De bijeenkomsten werden goed bezocht.
Benchmark P&O-gegevens Tevens is een begin gemaakt met het opzetten van een benchmark met P&O-gegevens. Wij hopen op deelname en bijdragen van zowel grotere als kleine bedrijven, zodat de benchmark uiteindelijk input van een grote diversiteit aan bedrijven bevat en een goed beeld geeft van wat in de sector op het gebied van personeelsbeleid wordt gedaan. Bedrijven kunnen deze kerncijfers dan gebruiken om hun bedrijfsvoering verder te optimaliseren. Daarnaast zullen wij in het komende jaar de benchmark P&O definitief vorm gaan geven. Deze benchmark zal uiteindelijk gekoppeld worden aan de Bouwmaatlat. Zo beschikken de leden van Bouwend Nederland over informatie, instrumenten en cijfers om een modern en professioneel personeelsbeleid te voeren.
Bezoek ook de website In de zomer is de handleiding volledig op het ledengedeelte van de website van Bouwend Nederland gezet. Leden van Bouwend Nederland kunnen daar de brieven, checklists, voorbeeldcontracten en plannen van aanpak downloaden, aan de eigen situatie aanpassen en naar believen gebruiken.
Verdere onderbouwing met cijfers
Uitbouw naar kennisbank In 2010 zal de website Praktisch Personeelsbeleid worden uitgebreid met nieuwe thema’s tot een echte kennisbank. In deze kennisbank kunnen de leden van Bouwend Nederland naast de handleiding Praktisch Personeelsbeleid informatie vinden over allerlei onderwerpen op het gebied van personeelsbeleid: deeltijdwerk, levensfasebewust personeelsbeleid, collectief ontslag en sociale plannen, etc.. •
Wij willen het thema Modern Personeelsbeleid verder onderbouwen met cijfers, zodat duidelijk wordt waar prioriteiten liggen
41
|Brancheontwikkeling|
Beveiliging op de bouwplaats Veiligheid bouwplaatspersoneel Veiligheid Bouwplaatspersoneel
25%
Bouw- en infrabedrijven hebben veel last van diefstal, inbraak en vernieling op hun bouwplaatsen. Op initiatief van Bouwend Nederland hebben de betrokken partijen een hulpmiddel voor betere beveiliging opgesteld. Lees verder ➤
22% 20% 16% 15%
14%
14%
14% 11%
10%
➤ Op ons initiatief heeft een projectgroep met vertegenwoordigers van politie, beveiligingsbranche, verzekeraars, ministerie van Justitie en uiteraard de eigen sector een hulpmiddel voor een betere wijze van beveiligen ontwikkeld. Het project maakt deel uit van het landelijk Actieplan Veilig Ondernemen (AVO). Op basis van diverse praktijktoetsen is het hulpmiddel in de loop van 2009 definitief gemaakt. In het eerste kwartaal van 2010 rondt de projectgroep z’n werkzaamheden af en zullen alle lidbedrijven over het resultaat geïnformeerd worden. •
8%
8%
0%
89/90
93/94
95/96
97/98
Veiligheid is niet in orde
99/00
02/03
05/06
07/08
Lineair (Veiligheid niet in orde)
Figuur 38: Veiligheid, bouwplaatspersoneel
De veiligheid, gemeten naar de klachten van het bouwplaatspersoneel zelf, Uit figuur 38 wordt duidelijk dat de klachten van het bouwplaatspersoneel over de
het werk in de laatste toegenomen. jaren aanzienlijk zijn afgenomen. In de zaak. laatste periode „07/‟08 is(on-)veiligheid de laatsteopjaren aanzienlijk Een positieve is er sprake van een stabilisatie.
Groep middenbedrijven onderschrijft de Leidende Principes ➤ Wij dragen deze principes uit en roepen iedereen in de bouw op ze te onderschrijven. Het doel van de Leidende Principes is een betere samenwerking in de hele bouwkolom en daardoor ook een betere prestatie. In 2009 heeft ook een groep middelgrote bedrijven zich aangesloten bij dit initiatief. Hiermee onderstrepen de bedrijven het belang van een betere samenwerking met partners om zo meer ruimte te creëren voor een integrale aanpak, duurzaamheid en innovatie. Uiteraard worden ook andere bedrijven uitgenodigd aan te sluiten. • De bouwnijverheid: arbeid, gezondheid en veiligheid in zich 2008 50
De zeven grootste bouwbedrijven hebben in 2008 Leidende Principes geformuleerd voor de omgang met gespecialiseerde aannemers, toeleveranciers, installateurs en andere partners in de bouw. In het verslagjaar heeft een aantal middenbedrijven zich aangesloten bij dit initiatief. Lees verder ➤
Eerste Nederlandse Bouwpluim uitgereikt Tijdens het Gala van de Nederlandse Bouw op 11 februari 2009 heeft Elco Brinkman de eerste Nederlandse Bouwpluim uitgereikt aan Rijkswaterstaat Zeeland en Heijmans Infra. Zij ontvingen deze nieuwe stimuleringsprijs voor hun project Beheer en onderhoud Rijkswegen Zeeland. Volgens de jury is dit een typisch voorbeeld van een open dialoog met veel vertrouwen tussen de samenwerkende partijen in de infrastructuur. Lees verder ➤
➤ Door het wederzijdse respect en vertrouwen tussen de partijen is een klimaat ontstaan waarbij innovatie en samenwerking alle ruimte kregen. Hiermee sluit dit project het meest aan bij de filosofie van de Bouwpluim, die draait om samenwerking, transparantie, maatschappelijke besparingen en een vernieuwende bouwcultuur. In alle ingezonden projecten bleek sprake van vernieuwende samenwerking in de bouw. De jury selecteerde drie projecten. Naast het pilotproject Beheer en Onderhoud Rijkswegen Zeeland waren dat Zuiderzeehaven Kampen en Tunnel Dis-
tilleerderij Nolet. Het project Zuiderzeehaven Kampen blonk uit door zijn vernieuwende en creatieve oplossingen. Distilleerderij Nolet is een goed voorbeeld van hoe samenwerking met de juiste expertise kan leiden tot ideale oplossingen. •
42
BRON: ARBOUW
5%
|Brancheontwikkeling|
Lente-Akkoord In 2009 is er vooral gewerkt aan het verhogen van het kennisniveau van projectontwikkelaars en bouwondernemers en het vergroten van de mogelijkheden van energiebesparing in de nieuwbouw. Lees verder ➤
➤ Om de kennisoverdracht te verbeteren zijn de volgende zaken tot stand gebracht: • via www.lente-akkoord.nl kan men zich abonneren op een digitale nieuwsbrief; • de organisatie van themabijeenkomsten; • BouwLokalen Energieneutraal Bouwen; • een basisboekenlijst met basiskennis over energiezuinigheid; • in-companytrainingen; • cursussen.
Themabijeenkomsten BouwLokalen
Op de themabijeenkomsten is informatie uitgewisseld over Groenfinancieringen energiezuinige kantoren. De nadruk lag hierbij op herontwikkeling. In totaal zijn er in 2009 zeven themabijeenkomsten, één symposium met de VROM-inspectie en één expertmeeting georganiseerd.
Er zijn elf BouwLokalen bijeenkomsten gehouden over energieneutraal bouwen. Deze zijn bezocht door meer dan 500 personen uit de kringen van onder andere architectenbureaus, adviesbureaus, bouwondernemingen, ontwikkelaars en installatiebedrijven.
Boekenlijst Het Energievademecum wordt momenteel geactualiseerd. Als onderdeel hiervan wordt een Toolkit voor beginners ontwikkeld.
Trainingen Er zijn vijf in-companytrainingen gehouden. Regionale basistrainingen vonden plaats in Deventer (3 september) en Etten Leur (17 september).
Cursussen Op 2 december werd een try-out van de cursus gehouden.
Meer energiebesparing Voor het vergroten van mogelijkheden van energiebesparing in de nieuwbouw is gewerkt aan: • een inhoudelijke bijdrage aan de NEN-normen; • een inhoudelijke bijdrage aan de ideeën om gebiedsmaatregelen mee te laten tellen bij de energieprestatie, met als doel dat niet langer elk afzonderlijk huis geoptimaliseerd wordt. VROM heeft NEN in 2009 opdracht gegeven dit verder uit te werken; • een onderzoek naar de mogelijkheden die het Rijk heeft om energiezuinige nieuwbouw te stimuleren. Het is de bedoeling dat in 2010 de resultaten van dit onderzoek bestuurlijk worden besproken met minister Van der Laan. •
43
|Brancheontwikkeling|
Prijsvraag Stalen Bruggen Rijkswaterstaat reikte in oktober 500.000 euro uit aan Bureau Angenent en Hurks Beton. Zij dienden gezamenlijk het beste idee in voor het renoveren van stalen bruggen met minder verkeershinder. Lees verder ➤
➤ Nederland kent 274 stalen bruggen en viaducten. Een deel van die bruggen kampt met vermoeiingsverschijnselen. Er ontstaan scheuren in het stalen brugdek als gevolg van de toegenomen verkeersintensiteit en dan met name door het vrachtverkeer. De verkeersintensiteit is sterker gegroeid dan bij de bouw van de bruggen in de jaren zestig en zeventig werd voorzien. De komende jaren zal een groot aantal stalen bruggen versterkt en gerenoveerd moeten worden. Bedrijven, instellingen, instituten en particulieren zijn door Rijkswaterstaat in 2009 uitgenodigd om oplossingen te bedenken voor de renovatie, met als belangrijke voorwaarde zo min mogelijk verkeershinder. Een jury, waarin de voorzitter van Bouwend Nederland Elco Brinkman zitting nam, heeft het grote aantal van 165 innovatieve en gedetailleerde inzendingen beoordeeld. Met technische noviteiten, bijzondere uitvoeringsmethoden en logistieke
oplossingen heeft de markt laten zien dat het innovatief vermogen van de sector hoog is. Het leverde onder andere goede ideeën op voor prefabricage, composiet als alternatief voor HSB en flexibele rijstroken. Bureau Angenent en Hurks Beton bleken met de beste oplossing te zijn gekomen. Zij dienden een voorstel in waarbij de te renoveren bruggen met prefab HSB-platen worden versterkt. Beide ondernemingen gaven aan ook gebruik te maken van innovatieve meetmethodes. Op deze wijze is de hinderperiode voor de weggebruiker aanzienlijk te verkorten.
Meer winnaars Zij zijn echter niet de enige winnaars. Uit de 165 ingeleverde ideeën selecteerde de jury de tien meest kansrijke. Rijkswaterstaat gaat de komende periode onderzoeken of er pilots uitgevoerd kunnen worden met de nieuwe methodes. En waar mogelijk gaat Rijkswaterstaat de ideeën ook gebruiken bij andere renovatiewerkzaamheden. De inzenders van de tien beste ideeën maken daarom ook nog eens kans op een half miljoen euro als hun idee integraal en binnen vijf jaar toegepast wordt. De prijsvraag is volgens de aanbestedingsregels verlopen. De indieners blijven eigenaar van hun idee of innovatie. •
Duurzaam hout Probos heeft bij enkele afdelingen van Bouwend Nederland een presentatie gehouden over de achtergronden van duurzaam hout en de wijze waarop men hiervoor gecertificeerd kan worden. Lees verder ➤
➤ In de bijeenkomsten werd ook aandacht geschonken aan de criteria voor duurzaam inkopen van de rijksoverheid, criteria die ook andere overheden zullen gaan toepassen. Probos heeft ook zogenaamde lunchgesprekken gehouden waarin ondernemers zich hebben laten bijpraten over duurzaam hout en certificering. •
44
|Regio’s|
Regio Noord Het verslagjaar stond in de regio Noord vanaf het begin in het teken van de recessie. De gevolgen van de kredietcrisis waren eind 2008 al heel duidelijk merkbaar. Bedrijven hebben alle zeilen moeten bijzetten om hun continuïteit te waarborgen. Tegen deze achtergrond is er intensief gelobbyd om de noodzaak van een duwtje in de rug voor de bouw hoog op de agenda te krijgen. Er is bouwoverleg gepleegd met gemeenten en er is gesproken met de provincies. Er is gewerkt aan goede invoering van het 100.000-woningenplan. Het aantal MMMaanbieders is voor vergroting vatbaar. Er is gewerkt aan de voortgang van een aantal infrastructurele projecten. De effecten van de krimp zijn in kaart gebracht. Collectieve en individuele ondersteuning is geboden aan die leden die negatieve gevolgen ondervonden van de crisis. BouwTalent werd in de gehele regio operationeel. Bouwen aan de Bouw blijft succesvol en wordt verder uitgerold. Aan het einde van het jaar waren er veel aanvragen voor het Anticyclisch Opleidingsplan. Het ledenaantal is stabiel gebleven ondanks de bedrijfsbeëindigingen. Lees verder ➤
bieders in het noorden. In samenwerking met het Informatiepunt Duurzaam Bouwen wordt de MMM-cursus zeer laagdrempelig aangeboden in de regio. We streven naar 300 MMM-aanbieders in onze regio (bouwbreed).
Belangrijke infrastructurele projecten Voor de zomer viel het besluit over de opwaardering van de zuidelijke ringweg Groningen (624 miljoen euro) door provincie, gemeente en Verkeer & Waterstaat. Achter de schermen zijn we daar heel intensief mee bezig geweest samen met VNO-NCW Noord en anderen. En er zijn belangrijke besluiten genomen over andere grote projecten zoals in Emmen, Assen, Harlingen, Leeuwarden en Joure. Er wordt nog niet gebouwd, maar dat zal niet al te lang meer duren. In de voorjaarsvergadering van de regio hebben de leden inzicht gekregen in de omvang en voortgang van het RSP-programma (het ‘compensatiepakket’ voor de Zuiderzeelijn). Rijkswaterstaat, provincies en enkele betrokken gemeenten gaven tekst en uitleg over de investeringen en grote projecten in onder meer Groningen, Assen en Leeuwarden. In de discussie werd aandacht gevraagd voor de kansen voor het regionale bouwbedrijfsleven. Stel aan de markt geen hogere eisen dan gezien de merites van de opgave strikt noodzakelijk is, zo werd door ons ingebracht. In bestuurlijke discussies rondom projecten als de N33, de verplaatsing van de dierentuin in Emmen en diverse Friese projecten, blijkt dat deze oproep duidelijk is aangekomen.
➤ Effecten van de crisismaatregelen In het noorden zijn ter ondersteuning van de sector voor ettelijke tientallen miljoenen aan crisismaatregelen genomen. Dit in aanvulling op de maatregelen van het Rijk. Het bleek lastig om exact te meten wat de maatregelen hebben opgeleverd, omdat die inzet verdeeld is over allerlei provinciale en gemeentelijke regelingen en potjes. Concreet zijn wel het versnellingsplan van de provincie Drenthe, het naar voren halen van projecten en bijvoorbeeld een maatregel zoals in de gemeente Smallingerland. Daar is een miljoen euro vrijgemaakt voor energiebesparing in bestaande bouw. In Groningen en Drenthe wordt nu drie miljoen geïnvesteerd in energiebesparing. De provincie Fryslân volgt begin 2010. Ook hier geldt dat het pas echt verlichting geeft als maatregelen daadwerkelijk leiden tot een snellere of additionele bouwstroom. Dat was in 2009 slechts beperkt zichtbaar.
Duurzaamheid In 2009 hebben we ons sterk gemaakt voor een vlotte en bouwvriendelijke invoering van het noordelijke 100.000-woningenplan ter uitvoering van het Noordelijke Energieakkoord met het Rijk. Mede dankzij de inzet van verschillende lidbedrijven in advies- en expertraden hebben de noordelijke provincies de noodzaak van een betere energienorm voor de nieuwbouw erkend. Als de norm wordt aangescherpt tot 0,5 zoals de noordelijke provincies hebben afgesproken met het Rijk, dan wordt de zogenaamde hybride-epc ingevoerd. Hiermee kan een meer directe relatie met werkelijk energieverbruik worden gelegd. De isolatiewaarde van de ‘schil’ zal in die methode zwaarder worden gewaardeerd (met dus relatief minder gewicht voor installaties).
Effecten van de krimp in kaart gebracht Bouwend Nederland heeft in het noorden van Nederland een onderzoek gedaan naar de effecten van de krimp. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de markt in de regio’s altijd al moeilijk is geweest en dat de bedrijven in het algemeen kiezen voor een kleine allround bezetting met vaklieden. Voor de bouwprognoses is het belangrijker te kijken naar de ontwikkelingen in de huishoudens dan naar de demografische ontwikkelingen. De resultaten van dit onderzoek en de visie van verschillende partijen zijn gepresenteerd in de ledenvergadering.
Meer Met Minder
Sociale zaken
Meer met Minder (MMM) is opgenomen in het beleid van de provincies als marsroute voor de aanpak van de bestaande bouw en het eerdergenoemde energiebesparingsfonds. Er zijn nu ongeveer 75 MMM-aan-
De advisering vanuit Bouwend Nederland aan bedrijven werkte adequaat, zowel collectief als individueel. Afgelopen jaar hebben veel ondernemers tijdig ingegrepen in hun personeelsbestand. De economi-
45
|Regio’s| sche terugval is ook in 2009 stevig doorgegaan. Dit zorgde voor een behoorlijke toename van tweedelijns dienstverlening en individuele gevalsbehandeling. Geconstateerd mag worden dat er in het algemeen sprake is van een verantwoord en gedoseerd afvloeien in de bezetting van de bedrijven. De personeelskrimp is op de langere termijn voor de sector als geheel een behoorlijke ramp. Tijdens de regionale voorlichtingsbijeenkomsten is veel aandacht besteed aan ontslagzaken, de nieuwe CAO, het project Bouw door, Leer verder en (deeltijd-)WW. In het voorjaar is het Handboek Praktisch Personeelsbeleid in de Bouw en Infra aan de leden van Bouwend Nederland beschikbaar gesteld. Dit handboek is een handig naslagwerk voor de ondernemer om verantwoord om te gaan met personele aangelegenheden.
Onderwijs en arbeidsmarkt Onder crisisomstandigheden is het moeilijk om de opleidingen goed overeind te houden. Wij zijn er trots op dat wij samen met de bedrijven, de opleidingsbedrijven en de scholen erin geslaagd zijn om BouwTalent, na de start in Friesland, in 2009 in geheel Noord-Nederland operationeel te hebben.
Ontwikkeling van de vereniging Het ledenaantal in regio Noord is redelijk stabiel. Bij het schrijven van deze bijdrage telden wij zes faillissementen en negen opzeggingen. In de meeste gevallen is er sprake van bedrijfsbeëindiging. Maar we hebben ook vijftien nieuwe leden mogen verwelkomen. Het ledenaantal is per saldo dus gelijk gebleven.
De nieuwe Vereniging Restauratie Noord start binnenkort met haar activiteiten. Dit initiatief past in het beeld dat wij ook in de bestaande bouw nieuwe marktgroei moeten activeren. Daarnaast zijn wij druk bezig om in overleg met de opleidingsbedrijven het Sectorarrangement Jeugdwerkloosheid in uitvoering te brengen bij de kerngemeenten. Het project Bouwen aan de Bouw is zeer succesvol in Friesland (project ter bevordering van de instroom en het behoud van personeel in de bouw). Ook voor Groningen en Drenthe kan het project nu voortvarend van start gaan. Het project Bouw door, Leer verder, het zogenaamde Anticyclisch Opleiden (ACO), is niet snel op gang gekomen, maar aan het einde van 2009 zijn er nu toch heel wat aanvragen en zijn er behoorlijk meer opleidingstrajecten gestart.
De conclusie die getrokken kan worden is dat wij een aantal positieve ontwikkelingen in gang hebben kunnen zetten en daaraan een beslissende bijdrage hebben kunnen leveren. •
Regio Oost De regio heeft zich ingezet om de negatieve gevolgen van de kredietcrisis zoveel mogelijk te beperken. Met name richting gemeenten en provincies is aandacht gevraagd voor de problematiek waar de bouw- en inframarkt voor staat. De resultaten van het onderzoek naar het aanbestedingsbeleid bij lagere overheden is gebundeld in een boek. Het Infraplatform profileert zich steeds meer als belangenbehartiger. Op het jaarlijkse congres werd ingegaan op de speelruimte tussen overheid en markt. De regionale Regieraad Bouw organiseerde weer een aantal bijeenkomsten. De Gelderse onderwijsvouchers werden gretig afgenomen. Energie is gestoken in het Actieplan Jeugdwerkloosheid. De samenwerking van de vier stichtingen BouwTalent met het onderwijsveld was weer intensief. Ook dit verslagjaar zijn er weer afstudeerprijzen uitgereikt aan studenten Bouwkunde op drie verschillende hogescholen. Het Gelders Restauratiecentrum is opgericht. Lees verder ➤
➤ Aanpak van de crisis Tijdens de verschillende (bouw)overleggen met provincies en gemeenten zijn concrete maatregelen voorgesteld om de negatieve gevolgen van de crisis te lijf te gaan. Het aanvalsplan Achterhoek Authentiek Anders is een fraai voorbeeld van echte samenwerking tus46
|Regio’s| sen markt- en overheidspartijen. De spelers in het veld kennen elkaar, maken werkbare afspraken en spreken elkaar aan op naleving hiervan. Ook het kritisch volgen van de stimuleringsmaatregelen van rijksoverheid en lagere overheden is belangrijk. Wij zijn op zoek naar die maatregelen die het verschil maken. Zij moeten de markt bereiken en het gewenste effect opleveren.
Onderzoek Aanbestedingsbeleid bij decentrale overheden De resultaten van het onderzoek Aanbestedingsbeleid bij decentrale overheden zijn gebundeld in het aantrekkelijke boekje Veilig langs de kust of ondernemend door de storm? Uit dit onderzoek, dat in opdracht van regio Oost is uitgevoerd door de Universiteit Twente, blijkt dat bij 78 procent van de aanbestedingen de laagste prijs als gunningscriterium wordt toegepast. Tevens bestaat er een groot verschil in perceptie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers over de kwaliteit, eisen en transparantie bij aanbestedingen. Het goede nieuws is dat bijna 80 procent van de opdrachtgevers wel eens anders dan traditioneel heeft aanbesteed in regio Oost. Deze best practices zijn flink gepromoot en vernieuwende contract- en samenwerkingsvormen blijven wij aanmoedigen. Het onderzoek is een mooie aanvliegroute gebleken om het gesprek met opdrachtgevers aan te gaan.
Bouw door, Leer verder De sociale partners in de bouw- en infrasector hebben elkaar gevonden in het Anticyclisch Opleidingsplan Bouw door, Leer verder. Tot 2011 is er 64 miljoen euro uitgetrokken om vaste werknemers, op kosten van de sector, onder werktijd bij te scholen. Hiervoor zijn speciale kortdurende opleidingen ontwikkeld. Deelnemende bedrijven verplichten zich om leerlingen een leerbaan aan te bieden. Het project dient daarmee twee doelen: er blijven gegarandeerd werkplekken voor leerlingen en het scholingsniveau van de vakvolwassenen stijgt. Het streven is om met Bouw door, Leer verder het instroomniveau op minimaal 90 procent van de afgelopen jaren te houden.
Infra Platform Oost Het Infra Platform Oost gaat zich steeds meer profileren als externe belangenbehartiger voor de inframarkt. In 2009 zijn het Loket Eigen Initiatief en de ontwikkelingen op het gebied van de verbreding van de A1 onder de aandacht gebleven. Volgend jaar zal deze ingeslagen weg een vervolg krijgen door nog meer in contact te treden met provinciale en gemeentelijke opdrachtgevers.
Congres Speelruimte tussen Overheid en Markt
Gelderse onderwijsvouchers
Het jaarlijks terugkerende congres dat in samenwerking met Stadswerk en de Regieraad Bouw Oost Nederland wordt georganiseerd stond dit jaar in het teken van de speelruimte tussen overheid en markt en werd gehouden in Apeldoorn. Het samenwerken tussen overheid en markt kent positieve en negatieve invloeden. Door middel van actieve workshops is getracht antwoord te geven op vragen als Hoe kan er met belemmeringen omgegaan worden? en Welke vormen van samenwerken zijn kansrijk? Geconcludeerd kan worden dat er niet langer slechts een algemene wens bestaat voor een betere samenwerking tussen overheid en markt. Die algemene wens is nu mede door de crisis een harde noodzakelijkheid geworden om, zoals Brinkman het zei, “samen de winter door te komen”. Er zijn genoeg best practices om die samenwerking nu snel concreet invulling te geven. Met als belangrijkste ingrediënt durf.
In het Actieplan Recessie van de provincie Gelderland wordt het arbeidsmarktbeleid geregeld met behulp van opleidingsvouchers. Regio Oost heeft ervoor gezorgd dat er speciaal voor de bouw- en infrasector vouchers ingezet worden voor scholing en opleiding, zodat medewerkers voor de bedrijfstak behouden blijven. Gelderse bedrijven (en hun UTA-medewerkers) maken inmiddels gretig gebruik van de vouchers. Met de provincie Overijssel wordt overleg gevoerd over de juiste inzet van hun scholingsmogelijkheden.
Actieplan Jeugdwerkloosheid Bouwend Nederland heeft een convenant Jeugdwerkloosheid met de VNG en UWVWERKbedrijf afgesloten. Naar aanleiding van dit convenant heeft Bouwend Nederland regio Oost alle convenantwethouders aangeschreven. Dit heeft bij alle gemeenten in ons werkgebied geresulteerd in overleg met de sector. Een opmerkelijk resultaat! Oplossingen worden gezocht in de sfeer van meer stageplekken, het realiseren van meer leerlingbouwplaatsen, het beschikbaar stellen van geschikte (gemeentelijke) bouwprojecten en loonkostensubsidies. Tal van maatregelen zijn inmiddels getroffen om de leegloop bij onze samenwerkingsverbanden tegen te gaan.
Regieraad Bouw Oost Nederland (RBON) De RBON heeft in het verslagjaar wederom bijeenkomsten georganiseerd en publicaties uitgebracht om de samenwerking tussen markt en overheid te verbeteren. Het nieuwe initiatief Met Bestuurders op Stap heeft geleid tot een bezoek van kamerleden, bestuurders van decentrale overheden, marktpartijen en bestuursleden van Bouwend Nederland regio Oost aan de IJsseldelta-Zuid. Het Q-team, dat opgericht is om problemen bij gebiedsontwikkelingen op te lossen, heeft zichzelf inmiddels bewezen. Thans wordt bekeken of het team ook steun kan bieden aan projecten die als gevolg van de kredietcrisis stil dreigen te vallen.
Vier stichtingen BouwTalent actief Er zijn vier stichtingen BouwTalent actief in onze regio. Er wordt intensief samengewerkt met acht (van de tien) ROC’s en de drie hogescholen. BouwTalent is de stagebiedende organisatie voor alle BOL4(voormalige mts-)leerlingen Bouw en Infra en tevens werkgever voor 47
|Regio’s| alle duale studenten hbo-Bouwkunde en Civiele Techniek. Er zijn een landelijk coördinator BouwTalent en vier ondersteunende coördinatoren aangesteld. Bouwend Nederland heeft een zetel in de raad van advies van de diverse stichtingen. Op deze wijze zijn wij strategisch medebepalend.
uit de Stichting Inplementatie Akkoord van Bergen (SIAB) is de opdracht te experimenteren met maatwerktrajecten voor opleidingen van niveau 1 tot en met 4 en voorstellen te doen rond vergoeding en beloning. In de regio Almelo lopen inmiddels alle aanmeldingen vanuit één loket.
Afstudeerprijs hbo-studenten Bouwkunde en Civiele Techniek
Om kennis en kunde in de restauratiesector niet verloren te laten gaan, heeft een groot aantal partijen (waaronder de provincie Gelderland en Bouwend Nederland) de krachten gebundeld om een Gelders restauratiecentrum op te richten. Het centrum zal de kennis en kunde op restauratiegebied bundelen en cursussen en opleidingen aanbieden aan vakmensen. Restauratiekennis blijft op deze manier op niveau. Tevens is er een restauratiekeurmerk ontwikkeld waarmee bedrijven zich kunnen onderscheiden in de markt. De beoogde locatie voor het centrum is het Open Lucht Museum te Arnhem. •
Gelders restauratiecentrum
Ook dit jaar is de afstudeerprijs uitgereikt op de Hogeschool Windesheim in Zwolle, op SAXION Hogeschool in Enschede en op de Hogeschool HAN in Arnhem. Deze prijs wordt uitgereikt aan studenten die afstuderen in de uitvoerende bouw. In het ledenblad Actief, op de Bouwend Nederlandsite, in de regionale pers en in de Cobouw is hier volop aandacht aan besteed.
Spoor 2 Twente Het project werkt vanuit de gedachte ‘de leerling als fundament’, aan een goede, op maat gesneden opleiding in de bouw- en infrasector. Van-
Regio Zuid Met als uitgangspunt de eerder geformuleerde speerpunten zijn er vier doelstellingen vastgesteld: Bouwvolume vergroten/ crisisaanpak, beter samenwerken, regeldruk verminderen en slimmer opleiden. Gesprekken zijn gestart over een betere samenwerking tussen overheid en bouw. Natuurlijk is er veel energie gestoken in het bestrijden van de gevolgen van de crisis. Overlegd is er met grote gemeenten en inkoopbureaus. Er is overleg gevoerd met de provincies. Traditioneel zijn ook in dit verslagjaar weer de bouworiëntatiedagen georganiseerd. Er is werk gemaakt van het organiseren van een universitaire stageweek. In Brabant-West werd een convenant gesloten over leerlingbouwplaatsen. BouwTalent opereerde succesvol. Een voorzichtige start werd gemaakt met een management developmentprogramma. Lees verder ➤ daarin overheden, marktpartijen in de bouw, banken en het pensioenfonds APG. Hierin zijn de te nemen maatregelen besproken, waarbij de provincie terughoudend bleek. Die houding wordt mede ingegeven door het feit dat het zuiden van Limburg een krimpregio is en het noorden niet. Concreet heeft de provincie door een slimme constructie relatief veel subsidie uit de eerste Van der Laantranche gehaald door deze projecten ook met provinciaal geld te steunen. Noord-Brabant blijkt in Nederland koploper in de crisisaanpak met een totaalpakket van 400 miljoen euro, waarvan 250 miljoen voor de woningbouw; ruim 60 miljoen voor energiezuinige projecten en een aantal meer bescheiden maatregelen. De verkoopgarantie voor consumenten, die een opbrengst van 90 procent van de taxatiewaarde van het bestaande huis garandeert bij aankoop van een nieuwbouwhuis, wordt als zeer gedurfd beschouwd. In Zeeland blijkt, evenals in Limburg, de krimp in de komende jaren roet in het eten te gooien. De provincie zet in op halvering van de provinciale bouwplannen. Momenteel zou de planning resulteren in driemaal zoveel woningen als er nodig zijn.
➤ Beter samenwerken Het goede nieuws is dat tijdens een goed bezochte bestuurdersconferentie in juni de conclusie werd getrokken dat overheid en bouw intensiever moeten gaan samenwerken en de overdreven regelgeving moet worden afgebouwd. De gesprekken hierover zijn in volle gang.
Crisisaanpak geeft wisselend beeld Veel energie is erin gestoken om regionale overheden te overtuigen van de ernst van de huidige crisis en de noodzaak om ook regionaal actie te ondernemen. Met wisselend succes. De provincie Noord-Brabant besteedt relatief veel extra geld. De overige provincies zijn zuiniger. Bij gemeenten en waterschappen bestaat eenzelfde wisselend beeld. Regelmatig worden ook bestaande budgetten in crisisbudgetten omgedoopt. Extra aandacht is besteed om ook mkb-projecten in het maatregelenpakket op te nemen; vooral op het gebied van energiezuinige bouwmaatregelen lukt dat goed. In Limburg is, samen met de provincie, een expertteam opgericht met 48
|Regio’s| Ook is geïnvesteerd in de universitaire stageweek. Hierin gaan ouderejaars Bouwkunde-studenten van de Universiteit Eindhoven als groep gedurende een week een praktisch probleem oplossen bij een lidbedrijf. Afgezien van de studiepunten die dit oplevert voor de studenten is er dit jaar voor het eerst een jurering ingesteld die naast de academische beoordeling ook een praktijkbeoordeling behelsde. Als prijs was er, afgezien van een cadeaubon, een interview met Cobouw over het winnende project alsmede een werklunch met voorzitter Elco Brinkman. Tijdens deze zeer geanimeerde lunch presenteerden de studenten hun project.
In alle drie de provincies hebben we in het najaar een regiovergadering georganiseerd met de crisisaanpak als thema. In Brabant en in Zeeland was daarvoor zeer veel interesse.
Samenwerking met partners In 2009 zijn er veel marktbijeenkomsten georganiseerd met overheden om nader kennis te maken en een kijkje in de keuken te krijgen voor wat betreft toekomstplannen, en om afspraken te maken over de toekomst. Naast individuele gemeenten zoals Maastricht, Den Bosch, Eindhoven, Breda en Tilburg is er ook overleg gevoerd met een tweetal inkoopbureaus die namens twintig gemeenten het inkoopproces verzorgen. Thema’s zijn transparantie en meer mogelijkheden voor bedrijven om hun kennis en ervaring te mogen gebruiken. Daarnaast vindt er intensief bouwoverleg plaats met zo’n 45 gemeenten in de regio, waarin samenwerking en vermindering van lasten ook gespreksonderwerpen zijn. Ook met de architecten is de samenwerking opgepakt. In Limburg is al een bijeenkomst tussen architecten en aannemers georganiseerd. Noord-Brabant en Zeeland volgen in 2010. In het overleg met bestuurders en ambtenaren is bij het agendapunt actualiteiten de discussie over aanbesteden op maat aan de orde gekomen. Ook met de gemeente Heerlen, die naar aanleiding van de vermeende corruptieaffaire een zeer vergaand restrictief aanbestedingsbeleid heeft ingesteld, zijn we in een constructieve dialoog.
In Brabant-West is er met overheden, corporaties en leden een convenant gesloten om in ruil voor meer bouwomzet extra leerlingbouwplaatsen te creëren, om ook na de crisis over voldoende medewerkers te beschikken. Het inmiddels verzelfstandigde BouwTalent blijkt zeer succesvol met het praktisch opleiden (werkend leren, lerend werken) van studenten tot hbo-niveau. Daarnaast is er in 2009 voorzichtig gestart met een managementdevelopmentprogramma waarin afgestuurde hbo’ers in dienst worden genomen. Gedurende driemaal acht maanden worden ze dan bij verschillende organisaties geplaatst (bijv. overheid, corporaties, aannemers etc.) om hen een ruimer inzicht te geven in de beroepsmogelijkheden. Bovendien verschaft dit programma meer inzicht in de denkwereld van de uiteenlopende organisaties in de bouwsector.
Trainingen, bijeenkomsten en excursies Jong Bouwend Nederland is zeer actief. Naast managementtrainingen over conflicthantering en zelfmanagement zijn een excursie naar de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de Olympische Spelen in Londen en een bezoek aan een restauratieproject in Noord-Limburg georganiseerd. Voor de personeelsfunctionarissen, administrateurs en arbofunctionarissen zijn er in de regio ruim twintig bijeenkomsten georganiseerd. •
Lastendruk verminderen Tijdens het bouwoverleg en in gesprekken met de inkoopbureaus is vermindering van de administratieve lastendruk een terugkerend (weerbarstig) thema. Vereenvoudiging, uniformering en versnelling zijn doelen die worden nagestreefd. Vaak blijkt ook een gesprek over transparantie voor veel leden problematisch).
Slimmer opleiden Naast de al genoemde convenanten is er ook in het verslagjaar zwaar ingezet op de bouworiëntatiedagen. Hiermee laten we ruim honderden eerstejaarsstudenten hbo-bouwkunde een dag lang kennismaken met het uitvoerend bouwbedrijf. Doel is om meer interesse te kweken voor de uitvoerende bouw bij deze interessante doelgroep.
49
|Regio’s|
Regio Randstad Noord In het verslagjaar is het bestuurlijk netwerk voor belangenbehartiging uitgebreid. Er was bouwoverleg met wethouders uit 35 gemeenten. De contacten met de provincies zijn verdiept. Met de aanjaagteams van de provincies Noord-Holland en Utrecht zijn leden bezocht om vastgelopen woningbouwprojecten vlot te trekken. Er is commentaar geleverd op de structuurvisie Noord-Holland 2040. Er is meegewerkt aan een advies aan het kabinet over de RAAM-brief. Het infraplatform organiseerde een aantal informatieve bijeenkomsten. Er werd een marktdag georganiseerd over de komende investeringen van Rijkswaterstaat, de provincies Noord-Holland en Utrecht en de gemeenten Amsterdam en Utrecht. In samenwerking met de Regieraad Bouw is er overlegd over innovatief aanbesteden in de gww-sector. De crisis had een duidelijke negatieve invloed op het imago, de werkgelegenheid en de instroom. Er was een grote belangstelling van de leden voor het Anticyclisch Opleidingsplan. Er werd een start gemaakt met de uitvoering van het convenant Jeugdwerkloosheid Bouw. Ondersteuning werd gegeven aan het werk van BouwTalent. De eerste lichting studenten volbracht de studie Associate Degree Bouwkunde. Er werd ook in het verslagjaar weer deelgenomen aan het project De Vervangingsvraag. Lees verder ➤
gevolgd, signalen van leden doorgegeven aan de stuurgroep en de opleidingsplannen van diverse lidbedrijven onder ogen gezien en geaccordeerd. Het ACO loopt in deze regio beter in vergelijking met andere regio’s. Zo’n zestig bedrijven nemen hieraan deel.
Convenant Jeugdwerkloosheid
➤ Bakens verzetten Het verslagjaar was een bewogen jaar voor het beleidsveld Arbeidsmarkt en Onderwijs. De crisis heeft duidelijk haar invloed gehad op de instroom, de werkgelegenheid en het imago van de bouw. Na jaren van een grote instroom moesten de bakens verzet worden. Een aantal activiteiten op dit beleidsveld kreeg hierdoor een prominentere rol dan andere.
In november is er in de regio een start gemaakt met de uitvoering van het convenant Jeugdwerkloosheid Bouw. Het regiokantoor heeft een brief gestuurd naar de wethouders van de betreffende gemeenten, waarin nogmaals het belang van het convenant is aangestipt. Ook stond in de brief aangegeven wat de sector doet om de (jeugd)werkloosheid in de bouw te bestrijden en de instroom en werkgelegenheid op peil te houden. De eerste overlegrondes met gemeenten hebben inmiddels plaatsgevonden en ook met de opleidingsbedrijven is intensief samengewerkt.
Anticyclisch Opleiden Nieuw dit jaar was deelname aan het plan Anticyclisch Opleiden (ACO). Het regiokantoor heeft de ontwikkelingen hiervan nauw
BouwTalent Met de oprichting van het landelijk steunpunt BouwTalent en de komst van twee coördinatoren werkzaam in deze regio, is het regiokantoor minder betrokken geweest bij de uitvoering. Het regiokantoor is alleen nog bestuurlijk actief en onderhoudt contact met de coördinatoren over de voortgang. In Utrecht volgen nu in totaal zestig mbo-leerlingen het traject. Het regiokantoor heeft het afgelopen jaar veelvuldig overleg gevoerd met de Hogeschool Utrecht om met ingang van het jaar 2010 te kunnen starten met BouwTalent. In Noord-Holland volgen totaal 116 mbo’ers en twee hbo’ers BouwTalent. Er zijn afspraken gemaakt om Noord-Holland uit te breiden met de locaties Beverwijk en Hoofddorp.
Associate Degree Bouwkunde Dit jaar zijn de eerste vijf Associate Degree (AD)-studenten Bouwkunde afgestudeerd. Ze hebben allemaal besloten door te gaan met de bacheloropleiding. Het regiokantoor heeft een stuurgroep opgericht om
50
|Regio’s| de voortgang te volgen en het bedrijfsleven, de Hogeschool InHolland en studenten nauw met elkaar samen te laten werken (gastlessen, excursies). In 2009 is de stuurgroep diverse keren bijeengeweest en begin van de zomer is een grote evaluatie gehouden samen met het KOB. Men is tevreden over de pilot en inmiddels zijn twaalf nieuwe studenten begin september begonnen met het tweede jaar van het AD. In november is besloten de stuurgroep te integreren in het reguliere hbo-overleg Noord-Holland.
Project Vervangingsvraag Het regiokantoor neemt sinds 2008 deel aan het project De Vervangingsvraag van de Hogeschool van Amsterdam. In 2009 is met de projectleiders en lectoren van de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam gesproken over de vergrijzing in de bouw en wat het bedrijfsleven doet om hierop te anticiperen. Wat zijn de trends, zijn er good practices en hoe kan de bouw leren van andere sectoren en andersom?
Bestuurlijk netwerk voor belangenbehartiging sterk uitgebreid Het beleidsveld Markt werd in 2009 gekenmerkt door een uitbreiding van het aantal bestuurlijke contacten met de provincie Noord-Holland, grotere gemeenten en waterschappen. Het aanbestedingsbeleid is in samenwerking met de Stabi kritisch beoordeeld. De betrokken gemeenten en waterschappen staan positief tegenover de samenwerking met onze regio en zijn bereid mee te denken over verbeteringen.
Woningmarkt Met de aanjaagteams van de provincies Utrecht en Noord-Holland zijn lidbedrijven bezocht om vastgelopen woningbouwprojecten vlot te trekken. De provincie Utrecht heeft een knelpuntenpot beschikbaar om specifieke financieringsproblemen op te lossen. De structuurvisie Noord-Holland 2040 is in samenwerking met onder andere de Kamer van Koophandel becommentarieerd. Gepleit is voor meer economische dynamiek in Noord-Holland-Noord om zo tot een evenwichtiger verdeling van de economische ontwikkeling in de gehele provincie te komen. Met name de investeringen in de infrastructuur (N23, A8-A9) worden door onze regio onderschreven. Vanuit onze regio is meegewerkt aan een advies aan het kabinet over de RAAM-brief (Rijksmaatregelen Amsterdam Almere Markermeer). Het advies spreekt zich uit voor de bouw van 60.000 woningen in Almere en voor de aanleg van een IJmeerverbinding. Deze bevordert een dubbelstad Amsterdam-Almere en een metropolitaan gebied van internationale allure.
Gemeentelijk bouwoverleg Met wethouders van zo’n 35 gemeenten wordt een- of tweemaal per jaar overlegd. Die contacten zijn op ambtelijk niveau verdiept, wat de continuïteit en diepgang van de gesprekken vergroot. Doel van de gesprekken is het oplossen van knelpunten in de regelgeving en het aanbestedingsbeleid en het bevorderen van begrip en vertrouwen tussen overheid en bouwbedrijven. Op zowel vergunningverlening als aanbestedingen maken gemeenten veel ontwikkelingen door ter voorbereiding op de invoering van de Wabo (medio 2010) en op het duurzaam inkopen (begin 2010). Over deze onderwerpen bestaan meer vragen dan antwoorden, waardoor gemeenten veelvuldig contact hebben opgenomen met ons regiokantoor. Hiervan is dankbaar gebruikgemaakt om best practices uit te wisselen. Met enkele West-Friese gemeenten is een intensief traject opgestart om het proces van aanbesteden te verbeteren. De leerervaringen zijn in een proces gegoten dat we de drietrapsraket noemen. Dit traject wordt in 2010 ook in andere regio’s uitgerold.
Regionaal Infraplatform Het platform heeft zeven informatieve bijeenkomsten gehouden. Daarnaast is een marktdag georganiseerd over de investeringen van de komende drie jaar door Rijkswaterstaat, de provincies Noord-Holland en Utrecht en de gemeenten Amsterdam en Utrecht. Uit de gegevens blijkt dat er een investeringspiek zit in 2011. Verder blijken de betrokken opdrachtgevers bereid mee te werken aan innovatieve contracten voor zowel grotere als kleinere projecten.
Contacten provincies De contacten met de provincies zijn het afgelopen jaar verdiept. Met de gedeputeerden Baggerman en Bond van de provincie Noord-Holland en gedeputeerden De Jong en Krol van de provincie Utrecht zijn het afgelopen jaar goede gesprekken gevoerd. Onderwerpen van gesprek waren met name het bestrijden van de gevolgen van de crisis en duurzaam bouwen. De provincie Utrecht heeft tezamen met onze regio de subsidieregeling Energiek Utrecht opgezet met als doel woningen en kleine utiliteitsgebouwen van goede isolatie te voorzien. Hiervoor heeft de provincie Utrecht 18,5 miljoen euro uitgetrokken.
In samenwerking met de Regieraad Bouw is een bijeenkomst georganiseerd over innovatief aanbesteden in de gww. Een viertal projecten met innovatieve contractvormen zoals Design & Construct en DBFM zijn toegelicht. Deze voorbeelden waren voor zowel het grootbedrijf als het mkb interessant. Vanuit gemeenten is nadien veel respons op deze bijeenkomst gekomen. •
51
|Regio’s|
Regio Randstad Zuid
enkele convenanten en het organiseren van een aantal voorlichtingsbijeenkomsten en pilots over processen bij vergunningverlening, aanbestedingsbeleid en leerlingbouwplaatsen bij gemeenten als Westland, Wassenaar en Katwijk.
Gemeenten en woningcorporaties zijn gevraagd om mee te werken aan stimuleringsmaatregelen om de crisis te bestrijden. De effecten van de subsidies verleend door minister Van der Laan werden gemonitord. Best practices van opdrachtgevers zijn uitgedragen. Met de 25 belangrijkste gemeenten was er structureel bouwoverleg. Met regionale opdrachtgevers is gesproken over het bouwvolume, het aanbestedingsbeleid, het stimuleren van geïntegreerde contractvormen en op samenwerking gericht gedrag. Samenwerken stond ook centraal op een bijeenkomst die met onder meer de provincie Zuid-Holland werd georganiseerd. In aanwezigheid van de regionale infrabedrijven is er van gedachten gewisseld met Rijkswaterstaat. Er is een brief gestuurd aan de gemeenten en woningcorporaties over geschiktheidseisen en proportionaliteit bij aanbestedingen en het bieden van ruimte voor creatieve oplossingen. Met de gemeente Westland is in aanwezigheid van lokale bedrijven onder meer gesproken over het aanbestedingsbeleid. Met een flyer zijn de gemeenten geïnformeerd over onze wensen in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen. Met de ambtelijke top van de provincie Zuid-Holland is een rondrit langs enkele projecten gemaakt en is er gesproken over ruimtelijke-inrichtingsvraagstukken. Veel aandacht en energie is gestoken in het binnen de sector houden van jongeren. Er is veelvuldig overleg geweest met het onderwijs om de afstemming tussen het onderwijs en de praktijk verder te verbeteren. De twee stichtingen BouwTalent die in de regio actief zijn hebben zich beziggehouden met verbreding van de contacten richting mbo- en hbo-instellingen. Lees verder ➤
Relatie opdrachtgever-opdrachtnemer Bouwvolume, aanbestedingsbeleid, stimuleren van geïntegreerde contractvormen en op samenwerking gericht gedrag waren de hoofdthema’s in het verslagjaar bij de contacten met regionale opdrachtgevers. Hiertoe is onder andere een brief aan gemeenten en corporaties gestuurd over geschiktheidseisen en proportionaliteit bij aanbestedingen, en de ruimte die wordt geboden om creatieve oplossingen aan te dragen. Samen met de provincie, PIANOo en het Infraplatform organiseerde de regio een bijeenkomst waarin samenwerking centraal stond. Door middel van een spel werd de dialoog tussen de opdrachtgevers en opdrachtnemers op gang gebracht. Met Rijkswaterstaat is een informele bijeenkomst georganiseerd voor de regionale infrabedrijven en zijn afspraken gemaakt over structurele voortzetting in 2010. Met de gemeente Westland is een bijeenkomst voor lokale aannemers gehouden over het aanbestedingsbeleid en de projecten die in de komende periode worden aanbesteed.
Overige ontwikkelingen en activiteiten Vanuit de regio is gestart met de belangenbehartiging in het kader van de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Zo is een flyer opgesteld met de aandachtspunten uit het beleid van Bouwend Nederland ten behoeve van programmering van lokale partijen. De flyer is via de gemeenten verspreid en in het bouwoverleg onder de aandacht gebracht. Deze acties vormen de start van de lobby die in 2010 verder vooral gericht zal worden op de nieuwe lokale bestuurders. Tot slot maakten het bestuur en de ambtelijke top van de provincie Zuid-Holland en het regiobestuur weer een rondrit per bus door ZuidHolland. In aanwezigheid van gedeputeerde Veldhuijzen en Bouwend Nederland-voorzitter Brinkman, werden diverse thema’s rond de ruimtelijke inrichting van de provincie besproken. Dit keer stond daarbij de infra centraal. De ervaring met geïntegreerde contractvormen en het effectief inzetten van de kennis van marktpartijen was een van de thema’s.
➤ Bestrijding van de crisis De activiteiten op het gebied van de bouw- en infrasector waren in het verslagjaar uiteraard vooral gericht op het bestrijden van de gevolgen van de economische crisis. Gemeenten en woningcorporaties zijn per brief en door middel van persoonlijke contacten opgeroepen actief mee te werken aan het doorvoeren van stimuleringsmaatregelen op lokaal niveau. De regio monitort de implementatie bij gemeenten waarmee bouwoverleg wordt gevoerd. De resultaten zijn divers. De regio monitort ook het effect van de door minister Van der Laan verleende subsidies voor woningbouwprojecten. Hoewel een aantal projecten daadwerkelijk doorgaat dankzij de subsidies, is het effect van de eerste tranche nog beperkt. Verder heeft de regio actief ingezet op het verzamelen en uitdragen van best practices van opdrachtgevers. Een voorbeeld is het aanbestedingspaspoort van de gemeente Den Haag.
Professionalisering gemeentelijk bouwoverleg De aandacht voor het gemeentelijk bouwoverleg is in het verslagjaar verder geïntensiveerd. Met de 25 belangrijkste gemeenten is structureel overleg een feit. Gestart is met een inhoudelijke en kwalitatieve verbeterslag. Onderdelen hiervan zijn systematisch vooroverleg met betrokken leden en uitgebreide informatieoverdracht aan de leden via de regiowebsite. Inhoudelijke resultaten zijn geboekt door het afsluiten van
52
|Regio’s| Werk, werk, werk Het behouden van personeel is momenteel de grootste zorg binnen het beleidsveld en dus een speerpunt voor nu en voor komend jaar. Ook de Zuid-Hollandse opleidingsbedrijven hebben vanwege gebrek aan werk bij de bouwbedrijven te kampen met leerlingen op de bank. In het ergste geval zou dit kunnen leiden tot ontslagen door de opleidingsbedrijven. Dit zal zijn uitwerking zeker ook nog na 2010 hebben. Minder leerlingen die een bouwopleiding volgen levert straks, wanneer het economisch tij ook in de bouw keert, een groot tekort aan vakbekwame medewerkers op. Daarom wordt via meerdere kanalen getracht de leerlingen zoveel mogelijk binnen de bouw te houden. Dit gebeurt door het anticyclisch opleiden, het promoten van leerlingbouwplaatsen en varianten aan opleidingen binnen het onderwijsveld om de leerlingen langer op school te houden (in plaats van werkloos thuis).
Afstemming onderwijs-bedrijfsleven De inzet binnen de stuurgroepen in Haaglanden en Rijnmond, op zowel mbo- als hbo-niveau, is onveranderd groot geweest. Door regelmatig overleg tussen scholen en lidbedrijven wordt afstemming bereikt over onder andere stageperioden en stageplekken, afstudeerprijzen, inhoudelijke afstemming van het onderwijs op de behoefte van het bedrijfsleven, invulling van gastcolleges en docentendagen. In het afgelopen jaar heeft deze inspanning concreet geresulteerd in de ontwikkeling van een afstudeerrichting kostencalculatie aan de Haagse Hogeschool, ondersteuning aan het project Duurzaam Innoveren van SIA-RAAK en het organiseren van een docentendag die begin 2010 zal plaatsvinden. Hierdoor worden onderwijs en bedrijfsleven samengebracht en de afstemming van het onderwijs op de vraag van het bedrijfsleven verbeterd.
mbo-niveau, via bestaande onderwijsinstellingen. Binnen de regio zijn de twee stichtingen BouwTalent (Zuid-Holland (Den Haag e.o)) en DAV (Dordrecht, Alblasserwaard, Vijfherenlanden) bezig een uitbreiding te realiseren richting mbo- en hbo-instellingen. Bij het duale BouwTalent ligt de focus op het opdoen van praktijkervaring in het bedrijfsleven. Ook het afgelopen jaar werd duidelijk dat, juist om die praktijkervaring, een student BouwTalent een zeer gewilde werknemer is voor de bouw- en infrabedrijven. Tot slot is er een slag gemaakt door het landelijk bureau van BouwTalent door het aanstellen van vier regionale coördinatoren. Zij zetten in op het uniformeren van de werkwijze van de stichtingen en het vergroten van de landelijke bekendheid. Voor de regionale stichtingen betekent dit een eenduidige communicatie en huisstijl. Ook zal gekeken worden naar de mogelijkheden om de verschillen in de tariefstructuur met elkaar in overeenstemming te brengen. •
BouwTalent timmert verder aan de weg De hoofddoelstelling van BouwTalent is om meer instroom te genereren. Dit gebeurt door een duale opleiding aan te bieden op hbo- en
|Secties|
Sectie Bouw Klein Ruim honderd leden van de sectie Bouw Klein hebben deelgenomen aan het traject Haal meer uit je website. Het traject ging van start met vijf regionale bijeenkomsten waarin de leden bijgepraat werden over de mogelijkheden die een website biedt voor het bereiken, informeren en interesseren van potentiële opdrachtgevers. Lees verder ➤ Eind december heeft ieder deelnemend bedrijf het eindrapport ontvangen. Dit rapport bestond uit de analyse aangevuld met een advies voor een meer succesvolle commerciële toepassing van de website. Ruim twintig deelnemers hebben besloten de verbeteringen aan hun website en commerciële strategie niet individueel maar collectief voort te zetten. Zij nemen deel aan een vervolgtraject onder leiding van Bureau de Bont. •
➤ Studenten van de opleiding Commerciële Economie van de Hogeschool van Amsterdam hebben onder leiding van adviseurs van Bureau de Bont de websites van de deelnemende bouwondernemingen geanalyseerd. Vele bleken voor commerciële verbeteringen vatbaar. De analyse leverde ook websites op die heel goed scoorden. 53
|Secties|
Sectie Bouw Midden van De Bouwer & Partners over de ontwikkeling van de Autarc. De Autarc is een architectonisch hoogwaardige kantoor-/woonark die volledig zelfvoorzienend is in zijn energiebehoefte en waterhuishouding. Een ambitieus pilot- en voorbeeldproject dat een nieuwe standaard zet op het gebied van milieuvriendelijkheid. Om zo’n project succesvol te doen moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Het gaat daarbij vooral om lef en samenwerking tussen partners. Het is alleen realiseerbaar door geïntegreerd te werken.
De sectie Bouw Midden behandelde het afgelopen jaar met haar leden regelmatig onderwerpen die toekomstgericht zijn, zoals duurzaamheid en acquisitie. Door na te denken over de toekomst leggen de leden een fundament voor tijden na de economische crisis. Natuurlijk was daarbij ruimte voor belangrijke zaken waar de leden in het verslagjaar mee te maken kregen. Echter, wie niet bezig is met zijn toekomst, maakt daar geen deel van uit. Lees verder ➤
Acquisitie Dat er ook in mindere tijden kansen zijn op het gebied van commercie werd duidelijk door de voordracht over acquisitie. Kernwaarde daarbij is je aanpassen aan de veranderende omstandigheden, het liefst daar nog iets op vooruitlopen. Dat werkt onderscheidend. •
➤ Een goed voorbeeld is de sectievergadering van december. In deze vergadering kwamen de onderwerpen duurzaamheid en acquisitie op een praktische manier aan bod.
Duurzaamheid Duurzaamheid kwam naar voren naar aanleiding van de presentatie
Sectie Infra klein De sectie Infra Klein besteedde dit jaar veel aandacht aan ondersteuning van bedrijven die de negatieve gevolgen ondervinden van de economische crisis. Lees verder ➤
➤ Tijdens de jaarbijeenkomst in Harderwijk informeerde algemeen directeur van Bouwend Nederland Jan van Tuinen de leden over de activiteiten in de lobby en het dilemma tussen stille diplomatie en het gebruikmaken van de media. In deze bijeenkomst deelde Dick Berlijn zijn ervaringen in de krijgsmacht over de omgang met crises. Verderop in het jaar is in samenwerking met de secties uit de b&u een aantal crisisbijeenkomsten georganiseerd in de regio’s. Hier werden leden geïnformeerd over onderwerpen zoals ontslag en regelingen voor scholing, maar er was ook aandacht voor acquisitie in tijden van crisis. •
Sectie Infra Midden die de leden in de praktijk ondervinden bij onder meer de implementatie van de onderwerpen hierboven genoemd. Natuurlijk werd er ook gesproken over de gevolgen van de crisis in het eigen bedrijf. Ook de administratieve lastendruk was onderwerp van gesprek. De uitwisseling van de onderlinge ervaringen leverde veel toegevoegde waarde op. In het jaarprogramma was een bijzondere plaats ingeruimd voor de bijeenkomsten die speciaal voor de personeelsmanagers waren bestemd. Daarbij werd ingegaan op vragen als hoe om te gaan met beoordelingen en beloningen en hoe aantrekkelijk te blijven als bedrijf voor (potentiële) instromers. •
De sectie Infra Midden zette in het verslagjaar in op de dialoog met haar leden over onderwerpen die een belangrijke rol in de sector spelen. Zo werd er stilgestaan bij risicomanagement en personeelsaangelegenheden. Voor personeelsmanagers werden er speciale bijeenkomsten georganiseerd. Lees verder ➤
➤ Op de bijeenkomsten van de sectie Infra Midden stonden thema’s als risicomanagement en personeelszaken centraal. Voor de inleidingen waren deskundigen op deze terreinen uitgenodigd. Veel tijd werd uitgetrokken voor onderlinge discussies. Stilgestaan werd bij de problemen 54
|Secties|
Sectie Bouw Middelgroot De Sectie Bouw Middelgroot heeft in 2009 een aantal bijeenkomsten georganiseerd. De eerste was gewijd aan de kredietcrisis. In samenwerking met de stichting Klantgericht Bouwen werd in een tweede bijeenkomst stilgestaan bij onder meer het belang van de klant, de marketing in de bouw en de kracht van het netwerken. Voor bouwers en installateurs werden workshops georganiseerd waarin onder andere de haalbaarheid van samenwerking ter discussie werd gesteld. Lees verder ➤
bijeenkomst georganiseerd in het instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. Deze mooie locatie was uitermate geschikt om 130 geïnteresseerden een boeiende bijeenkomst te bieden. De sprekers gingen in op het gegeven waarom de klant zo belangrijk is in deze tijden. Met een inspirerende presentatie van Wouter de Vries over marketing en Teun Hardjono over de kracht van netwerken werd de middag afgesloten met de visie op marketing in de bouw door Eric Schampers. Begin 2009 zijn bouwers en installateurs actief geweest in workshops om te leren welke kansen er voor beide partijen in de markt aanwezig zijn en/of een samenwerking haalbaar is. En in juni heeft de sectie een bezoek gebracht aan glasproducent Scheuten Glas en Solar te Venlo. •
➤ 2009 begon met een kredietcrisisbijeenkomst met inleidingen van Dick Berlijn, Jan van Tuinen en Cees Hamming (Rabobank). Op deze bijeenkomst is onder meer ingegaan op de wijze waarop banken werken bij het verstrekken van kredieten door Credion. Daarnaast is een methode gepresenteerd om na te gaan welke maatregelen een bedrijf kan nemen om de crisis door te komen en om daarna weer optimaal te kunnen presteren. In samenwerking met de Stichting Klantgericht Bouwen is in april een
Sectie Bouw Groot In het verslagjaar kreeg de sectie te maken met een aantal bestuurswisselingen. Samen met de sectie Bouw Middelgroot werd een bijeenkomst georganiseerd rond de kredietcrisis. Er is later in het jaar aandacht besteed aan de werkzaamheden van de vereniging Kredietbewaking Bouw en er is ingegaan op het thema Hoe bouw je aan klantinzicht. De resultaten van een inventarisatie van de gewenste toekomstige activiteiten binnen het sectiebestuur zijn in december in hetzelfde bestuur besproken. De uitkomsten zullen de basis vormen van het activiteitenplan voor 2010. Lees verder ➤
➤ De sectie heeft in het jaar 2009 te maken gehad met enkele bestuurswisselingen. Zo hebben Jaco Poldervaart en Rob Wassenberg afscheid genomen van het bestuur en zijn toegetreden Arthur de Backker (Ballast-Nedam), Jan Kleijn (Heijmans), Piet van Hoeven (Boele van Eesteren) en Rob van der Jagt (Dura Vermeer). Het bestuur bestaat verder nog uit Harald van Keulen (Heijmerinck), tevens voorzitter, en Henny van Aken (BAM).
onderzoek dat Branddoctors heeft uitgevoerd naar de wijze waarop in de bouw nieuwe producten kunnen worden ontwikkeld die aansluiten bij de wensen van klanten/gebruikers. In juni heeft de sectie een bezoek gebracht aan de bouw van het nieuwe bestuurscentrum van de Rabobank in Utrecht. Vertegenwoordigers van de combinatie Van Eesteren-Heijmans hebben de deelnemers rondgeleid. De projectleider van Rabobank liet vooraf zien hoe het gebouw eruit komt te zien en vertelde wat de wensen van Rabobank zijn bij de realisatie van dit markante gebouw.
De sectie heeft in 2009 tezamen met de sectie Bouw Middelgroot een kredietcrisisbijeenkomst georganiseerd, met als sprekers Dick Berlijn, Jan van Tuinen en Cees Hamming van de Rabobank. Na de sprekers zijn de deelnemers in discussie gegaan over hoe om te gaan met (de gevolgen van) de crisis met vertegenwoordigers van FGH bank en Rabobank. In april is aandacht besteed aan de werkzaamheden van de vereniging Kredietbewaking Bouw en hoe zij te werk gaan. Daarnaast is middels een korte presentatie door Branddoctors ingegaan op het thema Hoe bouw je aan klantinzicht. Die presentatie was gebaseerd op een RRBouw-
In de loop van 2009 is gestart met een inventarisatie binnen het sectiebestuur van de wensen ten aanzien van de toekomstige activiteiten van de sectie. De eerste resultaten zijn in december 2009 uitvoerig met het bestuur besproken. Op basis van de resultaten van dat overleg zal het sectiebestuur begin 2010 besluiten over het activiteitenplan voor 2010. •
55
|Vakgroepen|
Vakgroep Opleidingsbedrijven De structuur van de vakgroep is opgetuigd. Bestuur en commissies zijn bemand en geactiveerd. Via het secretariaat zijn er onderling korte lijnen. De lidbedrijven worden maandelijks geïnformeerd via een aparte nieuwsbrief over beleidsmatige zaken, maar ook over praktische ideeën van collega’s, die kunnen worden overgenomen. Door de goede en snelle informatie-uitwisseling is de daadkracht van de vakgroep aanzienlijk verhoogd. Dat is een must in deze voor opleidingsbedrijven zware tijden. Het bestuur heeft haar werkwijze herijkt en zich ten doel gesteld om zich als vakgroep helder en eenduidig te profileren. Eind 2009 telde de vakgroep 54 leden Lees verder ➤
maken. Door enkele aanpassingen moet dit in 2010 wel gaan lukken. Wel is er een verschuiving waarneembaar van de traditionele instroom van BBL-leerlingen naar andere varianten zoals BOL met optimaal praktijkonderwijs. De vakgroep is druk bezig om een nieuwe toekomstschets op te stellen, waarin een breed scala van opleidingsmogelijkheden wordt meegenomen.
➤ Veel gerealiseerd Door de inzet vanuit de commissies zijn er veel zaken gerealiseerd, zoals de notitie Samenwerking Bouwtalent, de themadag over recessie, de pilot vakcollege, de overeenkomst met Defensie inzake instroom, de startbijeenkomst Sectorarrangement, meerdere instroomenquêtes, de realisatie van de nieuwsbrief, het communicatieplan, nieuwe algemene voorwaarden en een aangepaste trajectmap (in samenwerking met Fundeon).
Betere samenwerking De vakgroep heeft sterk ingezet op het versterken van de relatie tussen opleidingsbedrijven en de regionale overheid. Ondersteund door het Sectorarrangement Jeugdwerkgelegenheid en gewapend met informatie van collega’s vanuit de themadag worden er regionaal steeds meer samenwerkingsafspraken gemaakt om leerwerkplekken te genereren. De samenwerking met het scholenveld is nog niet overal ideaal. Regionaal is er sprake van grote verschillen. Van geen samenwerking en opleidingsbedrijven die afspraken maken met andere, niet-regionale ROC’s tot innige samenwerking met les op het opleidingsbedrijf met inzet van de eigen instructeurs. Dat de eenheid van het opleiden hiermee in het geding komt, mag duidelijk zijn. De vakgroep komt dan ook met een visie op samenwerking in de regio. In deze visie wordt ook het fenomeen Vakcollege meegenomen. Dit is een nieuw initiatief waarmee wordt geëxperimenteerd om zodoende het beste voor de leerling en het opleidingsbedrijf te genereren. •
Teruglopende instroom Door de recessie staat het opleiden en scholen van beoogd en zittend personeel sterk onder druk. Vooral na de zomerperiode was er een sterke afname van de instroom te zien, deels veroorzaakt door het afnemen van leerwerkplekken, deels ook door een lagere instroom vanuit de scholen.
Inspanningen leveren nog niet het gewenste resultaat op De inspanningen die zijn opgezet via Bouw door, Leer verder (ACO) en het Sectorarrangement Jeugdwerkgelegenheid dat op 6 november haar beslag kreeg, hebben in het verslagjaar nog niet het verschil kunnen
Vakgroep Ingenieursbureaus Bouwondernemingen stonden hoog op de agenda. Een andere zorg die de leden gemeenschappelijk deelden en nog steeds delen is de aanwas van jonge ingenieurs vanuit de Technische Universiteiten, maar ook vanuit het hoger beroepsonderwijs. De vakgroep voelt de verantwoordelijkheid om hier vanuit haar eigen positie een positieve bijdrage aan te leveren en ontplooide in 2009 al een aantal acties. In 2010 wordt dit voortgezet. De website van de vakgroep is te vinden op de website van Bouwend Nederland en geeft een goed overzicht van de aandachtsgebieden. •
De vakgroep Ingenieursbureaus Bouwondernemingen is de jongste vakgroep binnen Bouwend Nederland. De vakgroep telt tien actieve en enthousiaste leden. De agenda wordt bepaald door onderwerpen die liggen op het grensvlak tussen ontwerp en uitvoering. Acties werden ontplooid om de instroom van jongeren uit Technische Universiteiten en het hoger beroepsonderwijs te vergroten. De vakgroep telde eind 2009 54 leden. Lees verder ➤
➤ De opkomst van onder andere design en construct maakt de rol van de ontwerpende bouwer steeds groter. Terugkijkend op het afgelopen jaar is er een aantal zaken dat eruit springt. Zo was er veel aandacht voor de uitwerking en invloed van de notitie Scheiden van belang, maar ook de discussies over en behandeling van het thema intellectueel eigendom 56
|Vakgroepen|
Vakgroep Railinfra De sector Railinfra stond in het verslagjaar onder grote druk door een daling van het werkvolume in zowel projecten als procescontracten. De druk werd verder verhoogd door een verheviging van de concurrentie op de markt als gevolg van de nieuwe aanbestedingswijze in de vorm van Prestatiegerichte Onderhoudscontracten (PGO’s). Met de hierdoor ontstane overcapaciteit zal naar verwachting de prijsdruk de komende jaren aanhouden. Gewerkt is aan een betere positionering van de spooraannemers in de keten van de railinfra. Daarbij is een goede relatie met Prorail van essentieel belang. Het bleek niet mogelijk om een algemeenverbindendverklaring van de CAO te bewerkstelligen. In het verslagjaar kreeg de vakgroep die eind 2009 5 leden telde een fulltime secretariaat. Lees verder ➤
Relatie met ProRail Een betere positionering van de spooraannemers in de totale keten van de railinfra is de ‘rode draad’ in de activiteiten van de vakgroep Railinfra. Vooral de relatie met ProRail als beheerder van het spoor is hierbij van groot belang. ProRail is immers de grootste opdrachtgever op het terrein van de railinfra (aanleg zowel als onderhoud). Alle binnen de branche betrokken partijen - waaronder aannemers, ProRail, vakbonden, het ministerie van Verkeer&Waterstaat en de vervoerders - zijn zich ervan bewust dat de vitaliteit van de branche alle aandacht verdient. Veelvuldig overleg met ProRail hierover en ook het uitoefenen van politieke (Tweede Kamer) en ambtelijke (ministerie van Verkeer en Waterstaat) druk zijn de middelen om in de door de aannemers gewenste richting te bewegen. Met betrekking tot het werkvolume heeft dit geresulteerd in het feit dat nu meer en vooral ook eerder - in constructieve samenspraak tussen opdrachtgever en de branche - inzicht verkregen wordt in het te verwachten volume in de komende jaren. In workshops wordt samen met de vakbonden gezocht naar mogelijkheden om de problematiek rond dag-, nacht- en weekendwerk onder controle te krijgen. Tot slot zijn er stappen gezet om binnen het al bestaande zogeheten Strategisch Platformoverleg tussen aannemers en ProRail te werken aan een samenwerkingsvorm die meer recht doet aan het strategisch belang dat spoorbouwbedrijven hebben waar het succesvol opereren van ProRail betreft als netwerkbeheerder.
➤ Grote problemen Er is ook sprake van een groei van de pieken in het werk, een scheve verdeling van het werk door het jaar heen en een verschuiving van het werk naar de nacht en het weekend. Al deze ontwikkelingen brengen de vitaliteit van de spoorbedrijven in gevaar. In de afgelopen twaalf maanden is het personeelsbestand bij de spooraannemers met ongeveer 15 procent verminderd. De bedrijven zullen capaciteit moeten afbouwen. Echter, de branche kampt op dit moment met een personeelsbestand dat qua uitvoerders aan het vergrijzen is, er is een structureel tekort aan enkele hooggeschoolde specialisten en de sector wordt weinig aantrekkelijk gevonden op de arbeidsmarkt. Dit klemt temeer gezien het te verwachten werkvolume in de nabije toekomst in het kader van onder meer het Programma Hoogfrequent Spoor .
Grote uitdagingen De grote uitdagingen de komende jaren zijn de borging van de continuïteit in de bedrijfsvoering om op die wijze ProRail en andere opdrachtgevers van specialistische diensten goed te kunnen blijven bedienen en te zorgen voor een goed en aantrekkelijk werkgeverschap.
Geen algemeenverbindendverklaring CAO Het is helaas niet gelukt voor de huidige CAO (looptijd 2008-april 2010) een algemeenverbindendverklaring van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te verkrijgen. Technisch-inhoudelijke gebreken lagen hieraan ten grondslag. Bij de volgende CAO zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Aan het eind van het verslagjaar zijn de eerste stappen ter voorbereiding van de onderhandelingen over een nieuwe CAO gezet. Een eerste (constructief) informeel oriënterend gesprek met de betrokken vakbonden heeft plaatsgevonden.
Secretariaat en samenwerking In het verslagjaar kreeg de vakgroep een fulltime secretariaat. Met het ‘fysiek’ onder het dak van Bouwend Nederland brengen van deze functie, zijn de banden tussen de vakgroep en de Bouwend Nederlandorganisatie in menig opzicht versterkt. •
57
|Vakgroepen|
Vakgroep Civiele Betonbouw In het verslagjaar stond het overleg met belangrijke opdrachtgevers als Rijkswaterstaat centraal. Er werd een bijdrage geleverd aan de organisatie van de Marktdag Civiele Betonbouw. Met Prorail is overlegd over D&C light. Ook met de waterschappen is gesproken over onder meer de harmonisatie van het aanbestedingsbeleid. De taakgroep Opleidingen hield zich onder meer bezig met cursussen en workshops. In totaal werden er vijf goed bezochte bijeenkomsten georganiseerd, waaronder het symposium Stemming in de bouw. De Jongerencontactgroep organiseerde lezingen, presentaties en excursies. Lees verder ➤ In 2009 is door Bouwend Nederland een overleg met de waterschappen geïnitieerd. Ook hier is de achterban van de vakgroep nauw bij betrokken. Bespreekpunten zijn onder meer het toepassen van traditionele en geïntegreerde contracten en harmonisatie van het aanbestedingsbeleid. Verder levert de vakgroep een bijdrage aan een aantal dossiers zoals Past Performance, Tunnelinstallaties, Richtlijn Tijdelijke Grondwaterverlaging en Systems Engineering.
➤ De vakgroep Civiele Betonbouw telde in het verslagjaar 39 leden die een gezamenlijke omzet realiseerden van circa 1,5 miljard euro. Centraal in het verslagjaar stond het overleg met opdrachtgevers en de bijdragen aan de diverse dossiers. De taakgroep Opleidingen was actief met het continueren van de specifieke opleidingen. Ook dit jaar werden naast de reguliere ledenvergaderingen drukbezochte en interessante themabijeenkomsten met excursies georganiseerd. De Jongerencontactgroep verzorgde tal van excursies en bijeenkomsten en trainingen voor haar zeventig leden.
Opleidingen De taakgroep Opleidingen heeft in samenwerking met Civilion (v/h SPBN), het opleidingsinstituut voor de civiele betonbouw, in 2009 de cursussen Werkvoorbereider, Calculeren, Voorman, Uitvoerder en Werken in en rond het spoor gecontinueerd. Ook de, door de vakgroep ontwikkelde, tweedaagse workshop Tenderen en Systems Engineering heeft in het verslagjaar tweemaal plaatsgevonden. In totaal hebben 146 cursisten vanaf 2007 deze workshop gevolgd.
Overleg opdrachtgevers In het verslagjaar stond het overleg met belangrijke opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, ProRail en waterschappen centraal. In nauwe samenwerking met de centrale organisatie van Bouwend Nederland zijn de overlegrondes verder geïntensiveerd. Op verzoek van Rijkswaterstaat heeft de vakgroep een bijdrage geleverd aan de invulling van de Marktdag Civiele Betonbouw op 12 oktober. Uitkomst van deze dag is onder meer dat in 2010 in samenspraak met Rijkswaterstaat zal worden gewerkt aan een voorstel voor het terugdringen van tenderkosten. In het overleg met ProRail stonden het Gele Boekje (aanpassingen op de UAV-GC 2005), de prijsrisicoregeling, standaardisatieprocessen, Verzekeringen/TIS en de betalingsregeling op de agenda. Daarnaast is samen met ProRail gewerkt aan D&C light, het efficiënt aanbesteden van eenvoudige werken. Tijdens een interactief middagseminar op 12 november in het Bouwhuis met deelnemers vanuit ProRail en de leden van de vakgroep is deze aanbestedingsprocedure uiteengezet en bediscussieerd. In 2010 zal de vervolmaking van D&C light worden voortgezet.
Bijeenkomsten In 2009 zijn vijf goedbezochte bijeenkomsten georganiseerd. In januari tijdens de InfraTech te Rotterdam het symposium Stemming in de bouw, in april de themabijeenkomst Geld, goud en economie in Amsterdam, in mei een voorjaarsledenvergadering in het Instituut voor Beeld en Geluid te Hilversum, in oktober Ondergronds bouwen met een excursie naar het Museumpark te Rotterdam en de eindejaarsledenvergadering in december in Slot Zeist te Zeist met aansluitend op de vergadering een toelichting door Bouwend Nederland over belangenbehartiging in de infra.
Jongerencontactgroep De Jongerencontactgroep van de vakgroep heeft tot doel om contacten te leggen en te bevorderen tussen jonge managers/ondernemers van de lidbedrijven. Dit doel wordt onder meer nagestreefd door het organiseren van lezingen en presentaties, excursies en themabijeenkomsten over onderwerpen die relevant zijn voor jonge ondernemers. De Jongerencontactgroep telt zeventig leden. In 2009 zijn er drie excursies, een partnerdag en een ledenvergadering georganiseerd. Tevens nemen de leden van de Jongerencontactgroep deel aan de themabijeenkomsten van de vakgroep. Ook is in 2009 een serie managementtrainingen van start gegaan. Er zijn tien trainingen rondom de thema’s Visie- en beleidsvorming, Markt, Mensen en Geld georganiseerd. In totaal zijn ruim 400 inschrijvingen ontvangen. Het trainingsprogramma loopt door tot en met 2011.• 58
|Vakgroepen|
Vakgroep Specialistische Wegenbouw De vakgroep organiseerde in het verslagjaar vier bijeenkomsten al dan niet in combinatie met een excursie. Er werd meegewerkt aan een onderzoek naar nacht- en weekendwerk. De commissie Wegmarkeren heeft gewerkt aan de herziening van BRL 9142. De commissie Geleiderail overlegde met Rijkswaterstaat over gevolgen van de invoering van CE-markering. De commissie Geluidsschermen boog zich over de herziening van de richtlijn GCW 2007 en D&C light. De commissie Verkeersmaatregelen hield zich bezig met de veiligheidsaspecten bij wegwerkzaamheden en de commissie Frezen organiseerde wederom de freesdag in Harderwijk. Besloten is om Vereniging Emulsie Asfalt Beton toe te laten treden tot de vakgroep. Lees verder ➤
➤ De vakgroep Specialistische Wegenbouw telde in het verslagjaar 34 leden. De leden houden zich bezig met het aanbrengen van wegmarkeringen, het plaatsen van geleiderails en geluidsschermen, verkeersmaatregelen en frezen. Deze disciplines zijn ondergebracht in commissies waarin de specifieke dossiers worden behandeld. Dossiers die raakvlakken hebben met meerdere commissies worden vakgroepbreed behandeld en op een aantal vlakken in samenwerking met de centrale beleidsafdelingen van Bouwend Nederland. Ook dit jaar werden naast de reguliere ledenvergaderingen drukbezochte en interessante bijeenkomsten en excursies georganiseerd.
De commissie Geleiderail heeft overleg gevoerd met Rijkswaterstaat over de consequenties van de invoering van CE-markering per 1 januari 2011. Dit krijgt een vervolg in 2010. De commissie Geluidsschermen had in het verslagjaar onder meer de herziening van de richtlijn GCW 2007 en D&C light (ProRail) op de agenda staan. Bij de commissie Verkeersmaatregelen stond het thema veiligheid centraal. Op diverse niveaus is hierover gesproken met Rijkswaterstaat. Doel is te komen tot een eenduidig voorschrift als het gaat om wegafzettingen. De commissie Frezen heeft wederom de Freesdag, de nascholingsdag voor de machinisten/chauffeurs, georganiseerd op het Bouw- en Infrapark te Harderwijk. Verder was er intensief contact met de Europese vereniging van frezers, de VESF.
Activiteiten vakgroep en commissies De vakgroep en commissies kunnen terugzien op een actief jaar. Zo heeft de vakgroep onder meer bijgedragen aan het onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) naar onnodig nacht- en weekendwerk bij projecten van Rijkswaterstaat. In 2010 zal het eindrapport verschijnen. De commissie Wegmarkeren heeft de Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9142 herzien en ter verdere bespreking voorgelegd aan de KIWA. Verder heeft deze commissie een digitale versie van publicatie nr. 207 van het CROW Richtlijnen voor de bebakening en markering van wegen ontwikkeld. Doel is het toepassen van uniforme wegmarkeringssymbolen in Nederland. Ook heeft de basis- en vervolgcursus Wegmarkeren plaatsgevonden.
Bijeenkomsten Er zijn vier bijeenkomsten georganiseerd in het verslagjaar. In januari de Nieuwjaarsbijeenkomst, in mei de voorjaarsledenvergadering te Leiderdorp gecombineerd met een excursie naar het HSL-bezoekerscentrum en het HSL-tunnelgebouw, een technische excursie naar Hofmann in Duitsland, producent van wegmarkeringsvoertuigen en -systemen en de eindejaarsledenvergadering te Enspijk met aansluitend op de vergadering een toelichting op de belangenbehartiging van Bouwend Nederland op het gebied van milieu en duurzaamheid, en presentaties over de Grondroerdersregeling en CE-markering.
Nieuwe commissie In 2009 heeft het vakgroepbestuur overleg gehad met het bestuur van de Vereniging Emulsie Asfalt Beton (VEAB) over toetreding tot de vakgroep. Dit heeft ertoe geleid dat de VEAB per 1 januari 2010 zal opgaan in de vakgroep als commissie Emulsie Asfalt Beton bestaande uit een drietal bedrijven. •
59
|Vakgroepen|
Vakgroep Waterbouw
➤ De goed bezochte ledenvergadering in het voorjaar stond in het teken van het omgaan met water. De tunnel onder het Grondkenmerk werd bezocht. Deze tunnel ligt in een omgeving waar het water en het waterbeheer een prominente rol in de beleidsvorming en beleidsuitvoering spelen. Op een interactieve wijze heeft een medewerker van het waterschap Groot Salland een inleiding gehouden. Onder meer het beleid van het waterschap op het terrein van waterbeheer, de uitwerking van de Kaderrichtlijn Water en de bevindingen van de commissie-Veerman
kwamen aan de orde. Ook de perikelen rond de bypass bij Kampen en de rol die de verschillende overheden hierbij spelen werden belicht. Iedere partij praat hierover mee vanuit de eigen invalshoek en het eigen belang. De vraag is dan wel of dit tot de juiste oplossing leidt in de strijd tegen het water. De najaarsvergadering vond in het noorden van het land plaats. Voorafgaand hieraan is een bezoek gebracht aan de Eemshaven. Bouwactiviteiten die worden uitgevoerd moeten leiden tot een complex waarin in de toekomst voor circa 35 procent van de Nederlandse energiebehoefte wordt voorzien. De deelnemers volgden een virtuele rondleiding en een fysieke rondleiding om daarna de activiteiten in en rond de Reeschaven vanaf het water te bezichtigen. Daarna vond in Zwingel de najaarsvergadering plaats. In deze vergadering zijn het activiteitenplan en de begroting voor 2010 vastgesteld. In de zomermaanden is onder de vlag van Bouwend Nederland de website van de vakgroep Waterbouw gelanceerd. Ook op deze wijze worden de leden en niet-leden geïnformeerd over de activiteiten van de vakgroep. •
Vakgroep Grondwerk
Themadag
De vakgroep Waterbouw heeft in 2009 een aantal activiteiten ontwikkeld die de binding onderling en de uitstraling naar buiten een nieuwe impuls moeten geven. Zo zijn er twee technische excursies, gekoppeld aan de ledenvergadering, georganiseerd. Ook is een website ingericht die voor leden en niet-leden belangrijke informatie bevat. Eind 2009 telde de vakgroep 20 leden. Lees verder ➤
Mede naar aanleiding van het verschijnen van de vernieuwde CROWpublicatie 132, Werken in of met verontreinigde grond is een themamiddag georganiseerd voor directies, bedrijfsleiders, (hoofd)uitvoerders en andere betrokkenen.
De vakgroep Grondwerk, die eind 2009 38 leden telde, heeft in dit verslagjaar wederom tal van activiteiten georganiseerd op het terrein van opleidingen, markt en techniek. Zo zijn de inmiddels traditionele Machinistenscholingsdagen (MSD), de uitvoerderscontactdag en een themamiddag over het werken met en in verontreinigde grond georganiseerd. Daarnaast is in de vakgroepvergadering ingegaan op de thema’s duurzaamheid, aanbestedingen en de ontwikkelingen op de inframarkt. Lees verder ➤
Excursie Tijdens de jaarlijkse technische excursie is een bezoek gebracht aan de Noord-Zuidlijn. Ter plekke werden de verschillende fases toegelicht en werd aangegeven waarom gekozen is voor juist deze werkwijze. De vele vragen leidden tot een vergaande detaillering in de gegeven toelichtingen. Het was de laatste dag dat de put aan de noordzijde bezichtigd kon worden zonder natte voeten te krijgen. De volgende dag zou in deze put water worden gesluisd, waarna het uitzuigen van de bagger tussen de houten palen zou gaan beginnen.
➤ Machinistenscholingsdagen De Machinistenscholingsdagen waren met ruim 400 deelnemers wederom een succes. Tijdens deze dagen worden machinisten op de hoogte gebracht van de laatste technische ontwikkelingen. Dit gebeurt op een praktische wijze waar in workshops zowel binnen als buiten informatie wordt verstrekt. Dit jaar kwamen onder meer het veilig hijsen met een graafmachine, het werken met GPS en het werken met een kleine elektrische graafmachine aan de orde.
Ledenvergaderingen In de ledenvergaderingen werd naast de huishoudelijke zaken ingegaan op onder meer de initiatieven van Rijkswaterstaat op het terrein van cradle-to-cradle in de infrastructuur. Dit concept past in het streven van de overheid om tot duurzame oplossingen te komen voor projecten die ook in de infrasector worden opgepakt. De initiatieven om te komen tot een nieuwe combinatierichtlijn hebben de afgelopen periode de gemoederen beziggehouden. De aanwezigen werden deelgenoot gemaakt van de inspanningen die Bouwend Nederland in de afgelopen periode heeft geleverd. Dit heeft onder meer geleid tot een meer evenwichtig concept, waarmee de bedrijven uit de voeten kunnen. Tijdens de najaarsvergadering gaf professor Hennes de Ridder op zijn geheel eigen wijze zijn visie op het livingbuildingconcept en de marktverhoudingen in de bouwsector. Met zijn ontboezemingen kunnen de leden aan de slag om ook het eigen reilen en zeilen van hun onderneming onder de loep te nemen. •
Uitvoerderscontactdag De jaarlijkse uitvoerderscontactdag stond in het teken van de Grondroerdersregeling. De ruim zestig aanwezigen werden geïnformeerd over de wettelijke voorschriften en op de hoogte gebracht van de nieuwste detectietechnieken.
60
|Vakgroepen|
Vakgroep Ondergrondse Netwerken en Grondwaterbeheer De vakgroep Ondergrondse Netwerken en Grondwaterbeheer kende 2009 als een actief en positief jaar. Evenals in de voorgaande jaren is er veel geïnvesteerd in de relaties tussen de leden en hun opdrachtgevers en tussen de leden onderling. Dit heeft geresulteerd in een voortdurende dialoog tussen opdrachtgevers en vakgroep, waar werkgelegenheid, marktvolume, veiligheid en ketenintegratie centraal stonden. Lees verder ➤
➤ Informatieuitwisseling Door middel van 42 nieuwsbrieven, circa 30 commissie- en werkgroepbijeenkomsten, tien consultaties, vijf ledenbijeenkomsten en twee ledenvergaderingen heeft de vakgroep informatie verspreid naar de leden en tegelijkertijd informatie ingewonnen bij haar leden. De vakgroep bestond in 2009 uit 65 lidbedrijven die gezamenlijk zo’n 80 actieve vertegenwoordigers ter beschikking stelden.
Overleg met opdrachtgevers Op de eerste vakgroepbijeenkomst van het jaar, op 12 januari 2009, uitten de leden hun zorg over het behoud van werkgelegenheid. De vakgroep heeft deze zorg voortdurend gedeeld met de opdrachtgevers. Mede daarom hebben opdrachtgevers in 2009 hun werkaanbod aangepast. Nieuwbouwactiviteiten, gedreven door de stagnerende bouw & inframarkt, namen af en onderhoud en renovatiewerk namen toe. Aannemers met onderhoudscontracten moesten dan ook opschakelen, terwijl aannemers met nieuwbouwcontracten konden bijspringen. Het totale werkvolume bleef daardoor in 2009 op peil.
Ook is met sYnfra gewerkt aan een objectieve kwaliteitsborging, inclusief een bonus-malussysteem voor aannemers en opdrachtgevers. Met Liander is een pilot uitgevoerd met een veiligheidsregistratiesysteem. Dit wordt in 2010 landelijk uitgerold onder de aannemers. Andere gezamenlijke initiatieven zijn het opzetten van nieuwe vakopleidingen, een nieuwe certificeringsregeling en het meepraten over veiligheid en veiligheidsbeleid. Zo weet de sector zich via de vakgroep vertegenwoordigd bij haar opdrachtgevers.
Personeel en opleidingen Met het behoud van werkaanbod was er ook het behoud van werkgelegenheid in de sector. De eerder gedane investeringen in personeel en opleidingen zijn behouden gebleven voor de toekomst. Deze investeringen in personeel zijn in 2009 ook voorgezet. Ten behoeve van de taakverschuiving tussen opdrachtgevers en aannemers, is een kwalitatieve verbetering van de uitvoerders in de sector onontkoombaar. De vakgroep is daarom gestart met de ontwikkeling van nieuwe uitvoerdersopleidingen. Tegelijkertijd is voor de vakmensen een nieuwe competentiegerichte opleiding Monteur Infratechniek gestart. Deze is samen met opdrachtgevers en ROC’s vormgegeven en vormt het hart van het broodnodige vakmanschap in de toekomst.
Nieuw protocol In de sector voor grondboren en bronbemalingen voltrok zich in 2009 een sluimerende revolutie. Voor grondboorbedrijven is eind 2009 het SIKB-Protocol Mechanisch Boren afgerond. Dit protocol legt alle boorbedrijven per 1 januari 2011 een zware kwaliteits- en milieucertificering op. De vakgroep heeft veel aandacht voor dit protocol gehad, om het voor de branche zo aanvaardbaar mogelijk te houden. Daarnaast heeft de vakgroep voor haar leden een traject opgezet ter voorbereiding op de certificering.
Nieuwe samenwerkingsvormen
Richtlijn bemalingen
Ook op andere terreinen hebben leden en opdrachtgevers de vakgroep verzocht om mee te denken over nieuwe samenwerkingsvormen. Zo heeft de vakgroep een visiedocument Digitalisering opgesteld en gelanceerd. Inmiddels worden de visie en aanbevelingen gerealiseerd door sYnfra, een opdrachtgeversverband in het zuiden met onder andere Enexis, Brabant Water, Endinet en WML. Andere regio’s wachten op de uitkomsten om zaken niet dubbel te doen.
De vakgroep is in 2009 tevens bezig geweest om een richtlijn voor te bereiden voor bemalingen. Hierbij zijn bevoegd gezag, aannemer, opdrachtgevers en de advieswereld betrokken. Het initiatief van de vakgroep is zeer enthousiast ontvangen, mede gezien de maatschappelijke problematiek rond grondwater. Voordat de beoogde richtlijn er daadwerkelijk is, zal er echter nog veel water naar de zee stromen. •
61
|Jong Bouwend Nederland|
Jong Bouwend Nederland lijks een prijsvraag uit te schrijven voor het mooiste bouwwerk en de beste organisatie. Tegelijkertijd draagt zij de boodschap uit dat de bouw een mooie sector is om in te werken en worden de kinderen via een website geïnformeerd over opleidingen in de bouw. In totaal zijn 34.000 kinderen en 80.000 (groot)ouders bereikt.
Voor Jong Bouwend Nederland, de jongerenvereniging binnen Bouwend Nederland, was 2009 een veelzijdig jaar. Allereerst kreeg de club met ingang van 1 januari een nieuwe landelijke voorzitter, die afkomstig is uit de infra. De speerpunten voor de komende jaren zijn opgesteld. Aandacht is geschonken aan externe communicatie en profilering. In dat kader werd onder meer de medewerking aan de timmerdorpenactie landelijk uitgerold. De website werd vernieuwd. Een wervingsactie is gestart met verrassend veel reacties. In elke regio werd de cursus bedrijfsopvolging aangeboden. Alle regio’s organiseerden verschillende activiteiten waaronder buitenlandse excursies. Lees verder ➤
➤ Meerjarenplan Met de komst van de nieuwe voorzitter zijn nieuwe lijnen uitgezet en is besloten een meerjarenplan te schrijven. De speerpunten voor de komende drie jaar zijn vastgelegd en gecommuniceerd aan alle leden.
Jong Bouwend Nederland telt mee
Wij hebben je veel te bieden
09 JBN BN A5.indd 1
01-12-09 22:58
Talentontwikkeling Talentontwikkeling was het thema van de landelijke studiedag 2009. Aan deze dag namen ruim 75 leden deel. Ze konden onder andere diverse workshops volgen die ingingen op de talenten van de oude en jonge generaties binnen bouwbedrijven en waarom talentontwikkeling in tijden van crisis van belang is. De studiedag werd gecombineerd met de landelijke prijsuitreiking van de timmerdorpenprijsvraag en bleek een groot succes.
Verjonging en uitbreiding Jong Bouwend Nederland telt, inclusief de jongerencontactgroepen, 714 leden. Dit zijn er 44 minder dan in 2008. Voornaamste reden hiervoor is het bereiken van het veertigste levensjaar. Nog steeds is 60 procent van de leden ouder dan 35 jaar. Verjonging is hierom hard nodig. Er is in 2009 veel aandacht besteed aan externe communicatie en profilering. In de zomer is de website vernieuwd en aan het einde van het jaar is een nieuwe flyer gedrukt en verstuurd naar alle lidbedrijven. Er is een oproep gedaan aan alle directeuren om binnen hun bedrijf op zoek te gaan naar potentiële JBN’ers.
Contacten met derden Op landelijk niveau is dit jaar weinig contact geweest met andere partijen in de keten, zoals de Nieuwbouw. In de regio’s daarentegen wel. In de praktijk blijft het moeizaam gezamenlijk activiteiten te organiseren, wegens het ontbreken van mankracht bij de Nieuwbouw. Wel is men op bestuurlijk niveau in gesprek gebleven met elkaar.
Imago en instroom
Cursus Bedrijfsopvolging
Dit jaar is ook veel ondernomen op het gebied van imago en instroom. Voor het eerst werd de timmerdorpenprijsvraag landelijk uitgerold, een initiatief ontstaan vanuit de jongerenkern Duinstreek. Jaarlijks voeren verspreid over heel het land, kinderen tussen de 8 en 12 jaar tijdens de zomervakantie in de zogenaamde bouw- en huttendorpen timmerwerkzaamheden uit. Jong Bouwend Nederland steunt dit initiatief door jaar-
In elke regio is dit jaar de cursus Bedrijfsopvolging aangeboden. De cursus sloot goed aan op de doelgroep. De onderwerpen voor de managementtrainingen dit jaren waren: samenwerken, zelfmanagement, leidinggeven en gesprekspartner zijn voor bankier en accountant. De cursussen trokken veel deelnemers.
Samen optrekken Voor het eerst dit jaar werd in Randstad Noord een regiovergadering van JBN gecombineerd met een regiovergadering van Bouwend Nederland. Er werd apart vergaderd en naderhand volgde een gezamenlijke excursie naar een binnenstedelijk bouwproject. Dit is voor herhaling vatbaar volgens de leden.
Sociale bijeenkomsten Bijzonder dit jaar was de reis naar Londen om de bouwplannen voor de Olympische Spelen te bekijken. Dit werd georganiseerd vanuit regio Zuid. Ook regio Noord ging de grens over om de bruinkoolmijnen in Düsseldorf te bezoeken. Het waren allebei zeer leerzame excursies. Tot slot werden er in de regio’s en in de kernen ook allerlei sociale activiteiten georganiseerd, variërend van Nieuwjaarsborrels, een weekendje weg tot een bezoek aan een sigarenfabriek. •
62
|Labels|
BouwGarant Het keurmerk BouwGarant is een bekende naam in de markt. Uit onderzoek is gebleken dat tweederde van de Nederlanders BouwGarant kent en bovendien positief waardeert. Garantie, kwaliteit en zekerheid zijn kernwaarden die door veel mensen belangrijk zijn bij de aanschaf van een product of dienst (bron: Keurmerkenonderzoek Heliview, juni 2009). Lees verder ➤
➤ Als gevolg van de onzekere markt is de vraag naar zekerheid en garantie toegenomen. Veel opdrachtgevers kiezen bewust voor een aannemer die is aangesloten bij BouwGarant. In 2009 zijn ruim tachtig nieuwe deelnemers ingeschreven. Dit is een record in de historie van BouwGarant. Afgelopen jaar is besloten dat niet alleen deelnemers die beschikken over een ISO-certificaat, maar ook deelnemers die een Erkend Restauratie Bedrijf zijn, vrijstelling krijgen voor de praktijktoets.
Het aantal afgegeven garantiecertificaten is in 2009 na een jarenlange daling weer gestegen. Opdrachtgevers kunnen zelf garantie afsluiten via www.verbouwgarantie.nl. Binnen enkele minuten is dus een belangrijk stuk zekerheid geregeld. Kortom: BouwGarant biedt juist nu de zekerheid die men wenst. •
Klantgericht Bouwen In februari werden de keurmerken Klantgericht Bouwen 2009 uitgereikt aan 72 trotse bedrijven. Het aantal keurmerkhouders is daarmee ten opzichte van het jaar daarvoor licht gedaald (was 77). Eind 2009 telde de Stichting Klantgericht Bouwen bijna 120 deelnemers die met elkaar 8000 woningen (2008: 10.000) aanmeldden. De economische recessie is debet aan deze daling. Het aantal gemelde woningen staat gelijk aan 20 procent van de totale nieuwbouwproductie in Nederland. De keurmerkhouders scoorden op het gebied van opleveringsgebreken ook nu weer aanzienlijk beter dan het marktgemiddelde. Lees verder ➤ ieder ongeveer tien personen. Gebleken is dat bij deelnemende bedrijven de kopersbegeleiders vaak behoefte hebben ervaringen uit te wisselen met andere bedrijven over onderwerpen die kopers en het vak van kopersbegeleider aangaan. Doel is structurele kennisoverdracht. De eerste bijeenkomsten zijn als zeer nuttig en plezierig ervaren. In 2010 worden er nieuwe bijeenkomsten georganiseerd. De stichting is in 2003 opgericht en is een gezamenlijk initiatief van Vereniging Eigen Huis en Bouwend Nederland. •
➤ De keurmerkhouders scoorden gemiddeld 15 opleveringsgebreken per woning tegen ongeveer 19 van het marktgemiddelde. Het gemiddelde rapportcijfer van deze bedrijven voor hun dienstverlening bedroeg op dat moment 6,5 procent tegen 5,9 procent van het marktgemiddelde. Klantgericht Bouwen heeft in het verslagjaar de managementrapportage nog meer afgestemd op de wensen van de aangesloten bouwbedrijven.
Vakgroepen Kopersbegeleiding Op verzoek van de deelnemers heeft Klantgericht Bouwen in 2009 vakgroepen Kopersbegeleiding opgericht. Het zijn drie groepen van
63
|KOB|
KOB & Examens In het studiejaar 2008-2009 konden er meer dan 2.000 inschrijvingen voor de KOB-opleidingen worden genoteerd. Ook vond in het verslagjaar de start plaats van het studiejaar 2009-2010 met, als gevolg van de crisis, 1850 deelnemers. Het EIB-rapport KOB-opleidingen in de bouwnijverheid 20102015 werd opgeleverd. De bekendheid van KOB blijft groeien. Zeven hbo-instellingen hebben de KOB-opleidingen ingebed in hun programma. In dat kader kregen de eerste studenten, die aan de HBO InHolland de Associate Degree Bouwkunde volgen, het certificaat van Bouwend Nederland uitgereikt. Lees verder ➤
➤ Het opleidingsprogramma Het KOB-programma leidt op tot het KOB-diploma, het vakdiploma Aannemer Bouwbedrijf. De opleidingen voor b&u en infra zijn Techniek, Commerciële bedrijfsvoering, Calculatie, Werkvoorbereiding & uitvoering en Ondernemen. Uiteenlopende doelgroepen kunnen in de achttien opleidingsplaatsen de KOB-opleidingen volgen. Veel cursisten hebben een mbo-bouwberoepsopleiding (BBL, BOL-4). De KOB biedt ook cursisten die geen of nauwelijks bouwkundige kennis hebben opleidingen aan. Tevens is er voor hbo’ers een intensief KOB-programma.
De KOB verkoopt zichzelf door de cursist zelf aan het woord te laten.
blijft. De KOB dient ten minste haar in- en uitstroom te blijven realiseren. De bedrijven dienen nu cursisten op te leiden om over één of enkele jaren die behoefte te dekken.
Gegroeide bekendheid
Ook opleidingen voor ACO
Het EIB ziet in de bouw een groei van de KOB-bekendheid tot gemiddeld 82 procent onder directeuren, kaderpersoneel en ozp/zzp’ers. Het bezit van het aannemersdiploma bij directeuren is gegroeid en is onder kaderpersoneel en ozp/zzp’ers gelijk gebleven. Om de vervangingsbehoefte in de bedrijven te dekken, dient de KOB gemiddeld (ten minste) haar inspanning te continueren van 550 nieuwe cursisten per jaar. De vraag of het wenselijk is de KOB te volgen voor de functie, wordt door meer functionarissen positief beantwoord dan dat er functionarissen met een KOB-diploma zijn. Met andere woorden: er is bovenop de vervangingsbehoefte nog een extra potentiële behoefte aan KOB-opleidingen.
Naast het reguliere programma biedt de KOB opleidingen aan voor het project Anticyclisch Opleiden aan. Het zijn de reguliere opleidingen van de KOB, maar dan overdag georganiseerd. Reden van de wat kleinere instroom en doorstroom van cursisten is dat de cursist, c.q. het bedrijf het een jaartje aanziet. De nieuwe cursisten geven meer dan in andere jaren aan dat de reden om de KOB te volgen is om een andere functie te kunnen krijgen. Ondernemer worden of het versterken van de positie scoren lager.
EIB-onderzoek KOB & Examens 2010-2015
Werken aan managementskills
In juni heeft het EIB het rapport opgeleverd met de titel KOB-opleidingen in de bouwnijverheid 2010-2015. Het rapport laat zien dat er sinds de economische crisis een dip is in de behoefte aan kaderpersoneel, maar dat de vervangingsbehoefte aan KOB-opgeleiden onverminderd groot
Het EIB-onderzoek constateert dat directeuren en kaderpersoneel van mkb-ondernemingen leunen op bouwkundige en uitvoeringstechnische kennis, dát is de basis van het functioneren. Deze dient aangevuld te worden met managementskills om de project- en bedrijfsvoering te verbeteren en in te spelen op duurzaamheid, nieuwe contractvormen etc.
KOB-samenwerking met hogescholen In 2009 hebben de eerste studenten aan de HBO InHolland, die de Associate Degree Bouwkunde (tweejarig programma na mbo-bouwkunde) volgden, een certificaat van Bouwend Nederland ontvangen. HBO InHolland heeft (evenals een zestal andere hbo-instellingen) de KOB-opleidingen ingebed en het toezicht geaccepteerd van de examencommissie. De studenten voldoen op deze wijze aan de bekwaamheidseisen die een lidmaatschap als bijvoorbeeld BouwGarant stelt. •
64
|Communicatie|
Bouwhuisdebatten Bouwend Nederland organiseert enkele malen per jaar een Bouwhuisdebat. Die debatten worden gevoerd met deskundigen en beslissers (politiek en bedrijfsleven) over relevante maatschappelijke onderwerpen. Doel van de Bouwhuisdebatten is vanuit de bouwsector een bijdrage te leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Lees verder ➤
➤ Duurzaam bouwen In 2009 heeft Bouwend Nederland twee Bouwhuisdebatten georganiseerd. Op 19 mei vond in het Bouwhuis in Zoetermeer het debat over duurzaam bouwen plaats. Dat thema was niet toevallig. Ook de Dag van de Bouw had duurzaamheid als thema. Duurzaamheid staat bij veel leden hoog op de agenda. Dat is logisch, want het is een maatschappelijk thema en de bouwsector staat midden in de maatschappij. Tijdens het Bouwhuisdebat over duurzaam bouwen bleken samenwerking en creativiteit de sleutelwoorden voor het realiseren van de opgaven op het gebied van duurzaam bouwen. Sprekers op deze editie waren zakenvrouw van het jaar 2009 Meiny Prins, directeur bij Priva, Bart Jan Krouwel, voormalig directeur van MVO Rabobank, hoogleraar Duurzaamheid Anke van Hal (Delft en Nijenrode) en Hans van der Vlist, secretaris-generaal bij VROM. Voorzitter Elco Brinkman wees erop dat het vooral aankomt op het creëren van volume en op het scheppen van helderheid rond het energielabel.
dieke inkomenstoets in de sociale huursector te introduceren om het scheefwonen te bestrijden. En daarbij de hypotheekrenteaftrek in de koopsector om te bouwen tot een annuïtair systeem. Daarmee denkt het EIB zonder al te grote negatieve effecten de woningmarkt weer in beweging te krijgen. Bovendien leveren zij jaarlijks anderhalf tot twee miljard euro op, dat geïnvesteerd kan worden in de woningmarkt.
Woningmarkt Het tweede Bouwhuisdebat van het afgelopen jaar vond plaats in Sociëteit De Witte in Den Haag. Op 2 november presenteerde Taco van Hoek daar zijn plannen voor hervorming van de woningmarkt. Het panel bestond uit Annemarie Jorritsma (voorzitter van de VNG en burgemeester van Almere), Henk Don (voormalig directeur van het CPB en lid van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit), Jim Schuyt (voorzitter van de directie van De Alliantie) en Hans van der Vlist (secretaris-generaal bij VROM). Taco van Hoek stelde voor een perio-
De reacties tijdens de aansluitende discussie waren voornamelijk positief, niet in de laatste plaats van de aanwezige Tweede Kamerleden van VVD en CDA. Volgens CDA-kamerlid Frans de Nerée tot Babberich zou de inkomenstoets wel eens de manier bij uitstek kunnen zijn om een deel van de 180 miljard euro aan corporatievermogen die in het vastgoed verborgen zit contant te maken. Secretaris-generaal Hans van der Vlist van het ministerie van VROM erkende dat nadrukkelijk naar de woningmarkt wordt gekeken tijdens de heroverwegingsoperatie van het Rijk. Twintig ambtelijke commissies zijn nu bezig met plannen voor structurele ingrepen op grote dossiers, waaronder het wonen. In zijn slotwoord wees Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland, er nog eens op dat de discussie over afschaffing van de hypotheekrenteaftrek bepaald niet bevorderlijk is voor de dynamiek op de woningmarkt. Het verhaal van Van Hoek toont echter tegelijkertijd aan dat er wel degelijk mogelijkheden zijn om tot aanpassingen te komen. Het is een belangrijk signaal, waarmee vooral ook wordt gepleit voor een evenwichtige aanpak. Naast evenwichtigheid is vooral ook tempo belangrijk, benadrukte Brinkman. Het is van groot belang voor het vertrouwen in de markt dat het debat hierover niet te lang gaat duren. •
65
|Communicatie|
Bouwend Nederland in de media Bouwend Nederland heeft een actief persbeleid ter ondersteuning van de belangenbehartiging en de brancheontwikkeling. Bouwend Nederland is in 2009 zeer geregeld in de publiciteit geweest. Vaak met eigen nieuws en evenzo vaak werd de reactie van de vereniging en haar voorzitter gevraagd op actualiteiten. Steeds vaker wordt de afdeling Communicatie gebeld om te reageren op nieuwsfeiten. Dat geeft een indicatie dat de vereniging als autoriteit wordt gezien. In totaal is Bouwend Nederland bijna 3000 keer (2987) in de geschreven pers genoemd. In 2008 was Bouwend Nederland nog 2500 keer in de geschreven pers benoemd, en daarmee is de free publicity haast met een vijfde deel verder toegenomen. Lees verder ➤
➤ Naast de kranten en de (dag)bladen, neemt de zichtbaarheid van de vereniging op internet toe. Natuurlijk komt dat ook door de vernieuwde website die beter samenwerkt met zoekmachines, maar we zien ook dat internetkranten en weblogs in meerdere gevallen over Bouwend Nederland en haar voorzitter publiceren. Tevens worden berichten van de website bouwendnederland.nl steeds vaker door andere websites overgenomen. De zichtbaarheid op internet is echter niet te monitoren en cijfers zijn derhalve niet beschikbaar.
Aandacht voor gevolgen crisis Vrijwel alle persberichten van Bouwend Nederland dit jaar hadden betrekking op de economische malaise en vooral ook op het dempen van de negatieve gevolgen daarvan. Dat is hét speerpunt van Bouwend Nederland en daarom ook hét onderwerp van communicatie. Zo werden onder andere de berichten over het Anticyclisch Opleidingsplan, Bouw door, Leer verder, het plan van FNV Bouw, CNV Hout en Bouw en Bouwend Nederland om de sociale gevolgen van de kredietcrisis voor de bouwsector zo veel mogelijk te beperken, besproken.
Dag van de Bouw Uiteraard was er ook in 2009 veel aandacht voor de Dag van de Bouw. De naam van dit evenement, dat door Bouwend Nederland bedacht is, is inmiddels een begrip geworden. De dag trekt jaarlijks veel mediaaandacht. Het leidt in de aanloop naar en na de dag tot veel artikelen in de landelijke, regionale en lokale bladen. Ook de radio en televisie nemen de dag mee in hun nieuwsuitzendingen.
Podium Bouwend Nederland Podium, het blad voor externe relaties van Bouwend Nederland, heeft begin 2009 een nieuwe opmaak gekregen. Naast een moderner uiterlijk is ook de inhoud verder aangescherpt. Het lezersonderzoek in november wees uit dat de vernieuwde Podium gewaardeerd wordt.
20
Jaargang 5 • 16 december 2009
N i e u w s , a c h t e r g ro n d e n e n o p i n i e s u i t b o u w & i n f r a
2
Kopenhagen: Noodzaak tot verbeteren energieprestatie bestaande gebouwen
Minister Eurlings: 'De schop 2x zo vaak in de grond.'
4
8
Bert Keijts verlaat de sector met trots en weemoed.
Meldt u aan voor de nieuwsbrief op www.bouwendnederlandpodium.nl
‘In tijden van crisis werken traditionele voorspellers kennelijk niet meer zo goed’
Bouwprognoses verrassen met minder negatieve toon De nota Bouwprognoses 2009-2014 die vorige week werd gepresenteerd zou wel eens te optimistisch kunnen zijn. “Het is een voorspelling op basis van een model, maar in deze crisistijd zijn modellen geen goede voorspellers meer. Wij baseren ons liever op geluiden uit de markt. En die zijn toch wat pessimistischer.”
Aldus Jan Boeve, directeur Economische en Verenigingszaken van Bouwend Nederland. De Bouwprognoses worden opgesteld door TNO Bouw, in opdracht van het ministerie van VROM. Zoals te verwachten viel, zijn de voorspellingen voor de komende vijf jaar somber. De economische crisis is nationaal gezien weliswaar over het dieptepunt heen, maar de bouw kampt met name in 2010 en 2011 nog met de na-ijleffecten van het fors afgenomen aantal investeringen in met name de burgerlijke en utiliteitsbouw. Tot zover wijken de prognoses niet af van de voorspellingen die het Economisch Instituut voor de Bouw en het Centraal Planbureau hebben gedaan. Opmerkelijk is echter dat de aantallen, zowel voor wat betreft de productie als met betrekking tot de werkgelegenheid, een stuk positiever uitpakken.
Noodlanding In de Bouwprognoses stelt TNO Bouw dat de bouwsector de komende jaren geen crash gaat beleven maar zich op moet maken voor een ‘gecontroleerde noodlanding. Want 2008 was nog een goed jaar voor de bouw met een toename van de productie van 5,8 procent In 2009 krimpt de bouwproductie echter met 6,9
procent, en in 2010 nog eens met 4,3 procent. In de utiliteitsbouw, die in 2008 nog stevig groeide met 13,7 procent, is in 2009 en 2010 sprake van een krimp met respectievelijk 1,9 en 6,6 procent. De woningbouwproductie valt terug van 79.000 woningen in 2008 tot circa 62.000 woningen in 2010 en 69.000 woningen in 2011. Wordt uitgegaan van een extra laag economisch scenario, dan komt het aantal gereed gemelde woningen op circa 56.000 in 2011 en 2012. De daling van het aantal nieuwe woningen komt volgens TNO Bouw geheel voor rekening van het koopsegment. Het aantal nieuwe huurwoningen blijft enigszins op peil. De arbeidsmarkt voor de bouw staat een verlies van werkgelegenheid te wachten van circa 40.000 tot 45.000 werkzame personen over de jaren 2009 tot en met 2011. Een deel van de vraaguitval wordt opgevangen door migrantenarbeid en flexibele zelfstandigen zonder personeel (zzp-er), zo blijkt uit de Bouwprognoses.
Zwaarder weer “Verrassend”, vindt Boeve de prognoses voor de komende jaren. “Het zijn natuurlijk geen positieve berichten, maar de cijfers zijn toch wel wat positiever dan wat ons door het EIB en
C o M M e N ta a r Veldrijden ‘Een wegeltje da boucheert’ (een weggetje dat beweegt). Een Vlaamse term uit het veldrijden op de fiets, van een ongekende poëtische schoonheid. Een term ook die voor heel wat meer opgaat dan alleen dat veldrijden. Voor het jaar 2009, bijvoorbeeld. Een hobbelige weg was 2009 zeker. Met flinke kuilen. Met steile klimmetjes. Met weinig vlakke weggedeelten ook. De economische crisis, de al dan niet tijdelijke maatregelen voor de bouw, de AOW, de productiedaling, de werkloosheidsstijging, de deeltijd-ww. Niemand in de bouw – en daarbuiten – zal 2009 gemakkelijk vergeten. Bouwondernemers van groot tot klein hebben sterke staaltjes veldrijden moeten laten zien om het jaar door te komen. En zoals dat bij het veldrijden gebruikelijk is, zijn er uitvallers te betreuren. Degenen die de eindstreep wel halen, zullen er over het algemeen niet met een smetteloos schoon pak vanaf gekomen zijn. Maar het belangrijkste is dat velen toch die streep hebben gehaald. Daar wacht de warme douche, hopelijk een medaille èn de uitdaging van de volgende rit. Het laat zich voorzichtig aanzien dat 2010 wat beter gaat worden dan de ultieme hobbelweg van 2009. Maar het zal veldrijden blijven. Laten we hopen dat de weersomstandigheden in elk geval een stuk beter zijn.
Behoudt deze jongere een baan?
het CPB is voorspeld. Ook de geluiden die wij uit de markt ontvangen doen vermoeden dat het de komende jaren wat zwaarder weer wordt dan TNO Bouw verwacht. Het aantal opdrachten dat in de pijplijn zit loopt terug, en de orderportefeuilles van onze leden raken op. Ook bereiken ons nog steeds berichten dat het lastig blijft om de financiering van nieuwe projecten rond te krijgen en dat de verkoop van nieuwe woningen moeizaam verloopt. Dat alles stemt ons toch wat pessimistischer dan de Bouwprognoses. We moeten elkaar natuurlijk niet de put inpraten, maar wij verwachten dat het dieptepunt in de loop van 2011 nog wel wat dieper zal komen te liggen. We zijn blij als het komend jaar een productie van 62.000 woningen kan worden gehaald, maar denken zelf dat het zo rond de 55.000 woningen zal komen te liggen.” Opmerkelijk is ook de inschatting van de werkgelegenheid, aldus Boeve. “Ik vind het opvallend dat wordt uitgegaan van een totaal verlies van 40.000 tot 45.000 arbeidsplaatsen. Wij denken dat het eerder in de richting van de 50.000 arbeidsplaatsen gaat.”
een goed beeld kan worden verkregen. Zonder nu een aanval op de onderzoeksmethode te willen uitvoeren, maar in een crisissituatie is alles anders en wordt ook volstrekt onvoorspelbaar gereageerd op ontwikkelingen. Een verleende bouwvergunning vertaalt zich niet automatisch in een concreet project. Uitstel en zelfs afstel van projecten zijn op dit moment aan de orde van de dag. Als er al een conclusie kan worden getrokken dan luidt die dat in tijden van crisis de traditionele voorspellers niet meer goed werken.” Een belangrijk signaal uit de Bouwprognoses wil Boeve desondanks benadrukken. “Er zijn op regionaal niveau grote verschillen op de woningmarkt, zowel in de renovatiemarkt als de uitbreidingsmarkt. Daar moet goed naar worden gekeken. Want als de markt in evenwicht is, en er wordt desondanks heel veel bijgebouwd, dan worden de dingen scheef getrokken. Tijdens de presentatie van de Bouwprognoses werd de oproep gedaan om heel goed te kijken naar de regionale verschillen en behoeften. Die oproep wil Bouwend Nederland van harte ondersteunen.”
extrapolatie Volgens Boeve zijn de Bouwprognoses zo positief in vergelijking met andere voorspellingen, omdat zij voor een belangrijk deel zijn gebaseerd op een extrapolatie van verleende bouwvergunningen. “Maar de vraag is of daarmee
Elco Brinkman wordt als voorzitter van Bouwend Nederland geregeld gevraagd aanwezig te zijn bij bijeenkomsten en televisieprogramma’s of om zitting te nemen in jury’s en deskundigenpanels. Ook de interviewverzoeken zijn nog altijd talrijk. Daarmee zijn de voorzitter en de vereniging ook in 2009 nadrukkelijk aanwezig geweest in de pers. Grote interviews verschenen in onder meer De Telegraaf, de Volkskrant en Cobouw. • Kijk voor meer informatie op: www.bouwendnederlandpodium.nl
Bouwend Nederland Podium | 20 | 16 december
66
1
|Communicatie|
Imagocampagne De Bouw maakt het De imagocampagne De Bouw maakt het die Bouwend Nederland samen met haar leden voert beleefde zijn vierde jaar. Ondanks de gevolgen van de crisis, die ook de sector in zijn greep kreeg, groeide de Dag van de Bouw weer waar het de opengestelde projecten en het aantal bezoekers betrof. Hoewel steeds meer leden het campagnelogo gebruiken op hun communicatiemiddelen blijft het aantal achter bij het gewenste niveau. Nieuwe activiteiten, waaronder het beschikbaar stellen van spandoeken voor projecten waar veel verkeer langskomt, moeten de zichtbaarheid van de campagne verder vergroten. Dit jaar is de ondersteuning van de timmerdorpen landelijk uitgerold en is voor het eerst de landelijke De Bouw maakt het-trofee uitgereikt. Lees verder ➤
Aanhaken Via onder meer Actief zijn de leden opgeroepen om het campagnelogo ook te gebruiken op hun eigen communicatiedragers, waaronder hun uitgaande emailverkeer, briefpapier en het (rijdend) materieel. Verder is verwezen naar de webwinkel van de campagne, waar onder meer vlaggen met het campagnebeeld te bestellen zijn. Alle nieuwe leden hebben in hun welkomstpakket ook een campagnevlag aangetroffen.
Goede communicatie is essentieel voor het imago
Dag van de Bouw verder gegroeid
De eindproducten van de sector worden als goed beoordeeld. Tussen het eerste contact met de klant en de oplevering gaat er echter het nodige mis. Communicatie is daarbij een belangrijke factor. Dat heeft geleid tot het besluit om als onderdeel van de campagne in het verslagjaar workshops Communicatie te organiseren en de publicatie Communicatiewijzer het licht te doen zien. De publicatie wordt als jubileumgeschenk begin 2010 aan de leden toegestuurd.
Tijdens de Dag van de Bouw, die jaarlijks als onderdeel van de campagne wordt georganiseerd, stellen leden van Bouwend Nederland kleine en grote b&u- en infraprojecten open voor het publiek. De editie 2009 was weer groter van omvang dan de jaren ervoor. Verspreid over het hele land waren er 238 projecten open. Mede door de publiciteit vooraf kwamen er in totaal zo’n 117.000 bezoekers op de dag af. •
67
|Kerncijfers|
|Colofon| Het Jaarverslag 2009 is het jaaroverzicht
Kerncijfers bouw 2009
van Bouwend Nederland.
Hoofdredacteur Harm Dragt
Productie en coördinatie Diny Bij de Vaate
Fotografie René van den Burg, Den Haag Cor Aafjes, Gorssel vormbreker, Leo van der Kolk
Vormgeving vormbreker, grafisch ontwerp bno Leo van der Kolk
Druk Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf, Barneveld
Redactieadres: Bouwend Nederland Postbus 340 2700 AH Zoetermeer t 079 3252190 f 079 3252284
Aansprakelijkheid Bij het samenstellen van de inhoud van deze publicatie streeft Bouwend Nederland naar de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Bouwend Nederland sluit iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die door deze publicatie beschikbaar is. Voor verdere informatie kunt u zich richten tot
[email protected].
Copyright De in deze publicatie beschikbaar gestelde informatie kan worden gekopieerd voor
• Geraamd productievolume bouwnijverheid1 (prijsniveau 2008): € 58,9 miljard in 2009. Dit is een daling van 5,0% vergeleken met het jaar daarvoor. Voor 2010 verwacht het EIB een verdere productiedaling van 7,5%. • Productievolume b&u: € 45,2 miljard (€ 26,1 miljard woningbouw en € 19,1 miljard utiliteitsbouw). Productievolume gww: € 13,7 miljard. • Ongeveer 6% van het bruto binnenlands product (bbp) wordt door de bouwnijverheid gerealiseerd. Circa 60 % van het investeringsvolume in Nederland is bouwgerelateerd. • Aantal bedrijven in de bouwnijverheid: ruim 112.000, waarvan bijna 104.000 behoren tot het kleinbedrijf (tot 10 werkzame personen). Ruim één op de acht bedrijven in ons land is een bedrijf in de bouwnijverheid. • In 77.500 bedrijven in de bouwnijverheid is slechts één persoon werkzaam (zzp). • Van alle bedrijven in Nederland waar maar één persoon werkzaam is, behoort 16,5% tot de bedrijfstak bouwnijverheid. • Aantal hoofdaannemers in de b&u-sector: 6.100. Aantal hoofdaannemers in de gww-sector: 900. • Omzet van hoofdaannemers in de b&usector werd in 2009 naar verwachting voor 45% gerealiseerd door het grootbedrijf (meer dan 100 werknemers) en voor 55% door het mkb-bedrijf. • Omzet van hoofdaannemers in de gwwsector werd in 2009 naar verwachting voor 66% gerealiseerd door het grootbedrijf en voor 34% door het mkb-bedrijf. • De gemiddelde winst voor belasting van hoofdaannemers in de b&u-sector bedroeg in 2009 naar verwachting: 2,9%. Winstgevende b&u-bedrijven: 79%. • De gemiddelde winst voor belasting van hoofdaannemers in de gww-sector bedroeg in 2008 naar verwachting 2,3%. Winstgevende gww-bedrijven: 69%.
• Aantal werkzame personen in de bouwnijverheid: circa 490.000, waarvan 380.000 werknemers (d.w.z. personen in loondienst). Bijna 6% van alle werkzame personen in Nederland werkt in de bouwnijverheid. • Aantal werknemers vallend onder de CAO voor de Bouwnijverheid: 170.000 per 1 januari teruglopend tot 155.000 (104.000 bouwplaats en 51.000 UTA) per 31 december. • Elke arbeidsplaats in de bouwnijverheid creëert nog eens (maximaal) één arbeidsplaats in andere bedrijfstakken (bouwmaterialenindustrie, uitzendbureaus, architecten, makelaars, woninginrichters, tuinaanleg e.d.). • Laagste loonschaal voor bouwplaatswerknemers ligt bijna 50% boven het wettelijk minimumloon. Bouwplaatswerknemers ontvangen bovendien gemiddeld nog een prestatietoeslag van circa 10 procent. • Ziekteverzuim in de bouw is de afgelopen jaren gedaald naar circa 4,5% en ligt daarmee nagenoeg op het niveau van het landelijk gemiddelde. • Jaarlijks investeert de bouw door tussenkomst van het O&O-fonds € 120 miljoen in scholing en opleiding. Daarnaast besteden bouwbedrijven ook zelf nog een onbekend bedrag aan scholing en opleiding. In Nederland wonen nu we met 489 mensen per vierkante kilometer. Dat doen we in 7,1 miljoen woningen. Daarnaast hebben we ongeveer 137.000 kilometer aan wegen, 2.900 kilometer aan spoorwegen, 6.200 kilometr aan vaarwegen en 700 kilometer aan tram- en metrolijnen om ons over te verplaatsen. Van de beschikbare grond in Nederland is circa 80 procent onbebouwd. •
persoonlijk gebruik, met uitsluiting van elke
1 Tot
verdere verveelvoudiging, distributie,
de b&u- en gww sector, de installatiesector
commercialisatie of exploitatie onder
en de aan- en afbouwsector.
derden, tenzij met voorafgaande toestemming van de auteur en/of Bouwend Nederland.
68
de bouwnijverheid worden gerekend