De Rechtspraak Jaarverslag Rechtspraak 2012
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Pagina 2
Inhoudsopgave Leeswijzer
3
Voorwoord
4
1. Samenvatting
6
2. Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
11
2.1 De Rechtspraak draagt bij aan versterking van de rechtsstaat
12
2.2 De Rechtspraak versterkt de kernwaarden onafhankelijkheid,
onpartijdigheid, integriteit en professionaliteit
12
2.3 De Rechtspraak sluit aan bij behoeften in de samenleving
21
2.4 De Rechtspraak implementeert de nieuwe gerechtelijke kaart
28
2.5 De Rechtspraak professionaliseert organisatie en bedrijfsvoering
30
3. Onderzoek en wetgevingsadvisering
34
4. Instroom, productie en financiën
38
5. Financiën
51
6. Cijfers
72
Bijlagen
96
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Leeswijzer
Leeswijzer De Rechtspraak maakt dit Jaarverslag op basis van artikel 104 van de Wet op de rechterlijke organisatie en het wordt aan de minister van Veiligheid en Justitie aangeboden die het onverwijld verstuurt aan de leden van de Staten-Generaal. Wij bieden u op www.jaarverslagrechtspraak.nl bovendien de mogelijkheid snel en eenvoudig door het jaarverslag te navigeren, te zoeken naar onderwerpen die voor u van bijzonder belang zijn en een eigen selectie te maken van de onderdelen die u wilt lezen of bewaren. Deze gedrukte versie bevat een opiniërend stuk dat geen integraal onderdeel is van het jaarverslag. Daarnaast vindt u in hoofdstuk 2 een aantal interviews. Op de website www.jaarverslagrechtspraak.nl staan deze onderdelen in aparte pijlers.
Onderwerpen kwaliteit personeel financieën
Pagina 3
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Voorwoord
Pagina 4
Voorwoord Hartelijk dank voor uw belangstelling voor het Jaarverslag van de Rechtspraak over het jaar 2012. De Raad voor de rechtspraak en de gerechten vinden het belangrijk goed inzicht te verschaffen in de resultaten van de Rechtspraak. Dankzij de grote inzet en loyaliteit van rechters en andere medewerkers stemmen die resultaten tot tevredenheid. Binnen de budgettaire kaders – niet onbelangrijk in tijden van economische stagnatie – is een bijna onverminderd grote stroom van zaken verwerkt. De wijze waarop in Nederland recht wordt gesproken oogst internationaal erkenning. De Nederlandse rechtspraak behoort tot de wereldtop en zowel de klanttevredenheid als het vertrouwen in de rechter zijn onverminderd hoog te noemen. Iedereen die bij de Rechtspraak werkt, draagt daaraan zijn of haar steentje bij en mag mede trots zijn op de behaalde resultaten. Een jaarverslag bevat onvermijdelijk veel cijfers en grafieken. Getracht is echter juist het verhaal bij en achter de cijfers te schetsen. Ik nodig u van harte uit daarvan kennis te nemen en u een eigen oordeel over de prestaties van de derde staatsmacht te vormen. mr. F.C. Bakker waarnemend voorzitter Raad voor de rechtspraak
1
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Pagina 6
Samenvatting
In deze samenvatting komen de hoofdpunten van 2012 aan de orde die onder andere zijn gebaseerd op de geformuleerde speerpunten uit het Jaarplan 2012: • • • •
Instroom en afhandeling van zaken Herziening van de gerechtelijke kaart Aansluiten bij behoeften in de samenleving Voorbereiding op het inmiddels ingetrokken voorstel tot invoering van de verhoging van griffierechten • Oprichting van een Landelijk Dienstencentrum en invoering van een nieuw financieel informatiesysteem In de laatste maand van 2012 werd een manifest openbaar gemaakt, waarin raadsheren de werkdruk aan de orde stellen en de rol die de gerechtsbesturen en de Raad voor de rechtspraak daarin spelen. Ook stellen zij zich niet vertegenwoordigd te voelen door de Raad voor de rechtspraak. Hoewel de activiteiten die daarop volgden in 2013 werden uitgevoerd, is het manifest een van de belangrijkste gebeurtenissen van het afgelopen jaar.
1.1 Instroom en afhandeling van zaken
In 2012 werden ruim 1,7 miljoen zaken bij de gerechten aangebracht en werden er bijna evenveel afgedaan. Daarmee is de zaaksstroom ten opzichte van 2011 gedaald, in werklast uitgedrukt met ongeveer 2%. Vooral het aantal zaken bij de kantonrechter nam sterk af, voor een deel nog onder invloed van de in 2010 en in 2011 verhoogde griffierechten. Ook nam het aantal civiele handelszaken (niet kanton) af, vooral als gevolg van de verhoging van het financiële belang dat bepaalt of een zaak door de kantonrechter wordt behandeld of niet. Het aantal familierechtelijke zaken rond bewindvoering bij de kantonrechter blijft sterk toenemen, evenals de faillissements rekesten.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Samenvatting
Pagina 7
Omdat het totale personeelsbestand in 2012 iets sterker terugliep dan de werklast, is de arbeidsproductiviteit in 2012 licht, met 1%, toegenomen. In 2012 was de totale personele omvang bij de Rechtspraak na jaren van stijging weer terug op het niveau van 2007. In de periode 2007 – 2012 is het aantal rechters en raadsheren nog wel toegenomen met circa 5%. Door de toename van het zaaksvolume in de afgelopen vijf jaar en het gelijk blijven van de totale personeelsomvang, is de arbeidsproductiviteit in die periode met circa 7% toegenomen.
1.2 Herziening van de gerechtelijke kaart
In 2012 is de wet Herziening gerechtelijke kaart (HGK) aangenomen door het parlement. Als gevolg van de inwerkingtreding van de wet HGK is de rechterlijke indeling in Nederland gewijzigd. De 19 rechtbanken zijn per 1 januari 2013 samengevoegd tot 10 en het aantal gerechtshoven is van 5 naar 4 gegaan. Daarnaast zijn er twee bijzondere appelcolleges, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) en de Centrale Raad van Beroep (CRvB). De wet zorgt er ook voor dat er minder bestuurders zijn: 48 voor in totaal 16 gerechten. Op grond van de in de Eerste Kamer aangenomen motie Beuving c.s. heeft de regering de wet Splitsing Oost-Nederland ingediend, die in december 2012 door het parlement is aanvaard. Het arrondissement Oost-Nederland wordt gesplitst in twee arrondissementen: Gelderland en Overijssel. Deze splitswet is op 1 april 2013 in werking getreden. De voorbereiding daarvoor vond plaats in de laatste maanden van 2012 en het eerste kwartaal van 2013. Vanaf 1 april 2013 zijn er 11 rechtbanken. Tijdens het wetgevingstraject heeft de Rechtspraak zich intensief en zorgvuldig voorbereid op de implementatie van de wet. De gerechten hebben daarvoor plannen en reglementen opgesteld, er zijn bestuursleden geworven en het IT-bedrijf van de Rechtspraak – spir-it – heeft alle benodigde IT wijzigingen voorbereid.
1.3 Aansluiten bij behoeften in de samenleving: start Programma Kwaliteit en Innovatie
De samenleving verandert en daardoor veranderen ook de eisen die de samenleving aan rechtspraak stelt. Omslachtige formele procedures die veel tijd en geld kosten, zijn niet meer van deze tijd. Papieren communicatie en stukkenwisseling zijn dat ook niet meer. Het in 2012 ontwikkelde Programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) richt zich op het voldoen aan eisen op het gebied van efficiënte en servicegerichte zaaksbehandeling. Dit Programma speelt daar op in door in samenwerking met relevante actoren te werken aan eenvoudige, gedigitaliseerde en geüniformeerde procedures en werkprocessen voor de rechtsgebieden civiel recht, bestuurs-, belasting- en strafrecht. Dit sluit aan op de ambities van het Regeerakkoord 2012. Het programma zal onderdelen van doelstellingen drie (de Rechtspraak sluit aan bij behoeften in de samenleving) en vijf (de Rechtspraak professionaliseert organisatie en bedrijfsvoering) uit de Agenda van de Rechtspraak gaan realiseren zodat rechtspraak sneller wordt en de digitale dienstverlening wordt uitgebreid. Doelstelling drie betreft het aansluiten bij behoeften in de samenleving en KEI zal daartoe voor civiele zaken in eerste aanleg een snelle, eenvoudige standaard (bodem)procedure ontwikkelen. De procedure zal in de visie van de Rechtspraak korte termijnen voor inbreng van partijen kennen, beperkte ruimte voor bewijslevering bieden, uitgaan van een mondelinge behandeling, sterke regiebevoegdheden aan de rechter geven en een vonnis met een heldere motivering als resultaat hebben. Daarbij zal het vervolg in hoger beroep worden betrokken. In civielen bestuursrecht kunnen zaken digitaal worden aangebracht door procesvertegen
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Samenvatting
Pagina 8
woordigers en rechtzoekenden. In bepaalde zaken zal digitaal kunnen worden geprocedeerd. Daarnaast wordt in de strafrechtspraak een versnellings- en digitaliseringsbeweging gemaakt. Doelstelling vijf betreft het professionaliseren van de organisatie en bedrijfs voering en dit wordt gerealiseerd door de organisatie aan te passen aan de digitalisering van de rechtspraak. Dit betreft in ieder geval de griffies, archieven en bibliotheken. De activiteiten in 2012 bestonden uit het definiëren van het programma en het uitvoeren van onderzoek naar de kosten en opbrengsten.
1.4 Voorbereiding op het inmiddels ingetrokken voorstel tot invoering van de verhoging van griffierechten
In 2011 is door de minister van Veiligheid en Justitie het wetsvoorstel Verhoging Griffie rechten ingediend bij de Tweede Kamer. De Rechtspraak bracht over dit voorstel kritische adviezen uit. De toegankelijkheid van de rechter dreigde in het geding te komen. Dit liet onverlet dat de Rechtspraak zich in 2012 heeft voorbereid op de mogelijke invoering van de wet, in het volle bewustzijn dat het onzeker was of en zo ja in welke vorm het wets ontwerp zou worden aangenomen. Tijdens deze voorbereidingen heeft het kabinet in 2012 afgezien van zijn plannen en het wetsvoorstel verhoging griffierechten ingetrokken. De voorbereidingen zijn als gevolg daarvan beëindigd.
1.5 Oprichting van een Landelijk Dienstencentrum en invoering van een nieuw financieel informatiesysteem
De Rechtspraak heeft een Landelijk Dienstencentrum (LDCR) ingericht om de bedrijfs voering efficiënter in te richten en om in te spelen op de bezuinigingen en concentratie van bedrijfsvoeringtaken die op het niveau van de Rijksoverheid worden ingezet. In dit dienstencentrum is een aantal bedrijfsvoeringstaken voor de gerechten geconcentreerd. Het LDCR is verantwoordelijk voor onder andere de financiële administraties van de gerechten en de Raad voor de rechtspraak, de inkoop en het gebouwbeheer en diensten op het gebied van HRM-advies. Ook ondersteunende taken die voorheen bij de Raad waren belegd, zijn overgegaan naar het Landelijk Dienstencentrum. De feitelijke overheveling van taken en personeel vanuit gerechten en Raad naar het LDCR heeft afgelopen jaar plaatsgevonden en is niet in alle gevallen even soepel verlopen. De overdracht is in 2012 uiteindelijk afgerond en er wordt verder geïnvesteerd in het optimaliseren van de werkprocessen. De implementatie van het nieuwe financiële- en inkoopsysteem Leonardo ter onder steuning van de centralisatie van deze processen verliep, door ontwikkelingen buiten de Rechtspraak, zeer moeizaam. Inmiddels zijn de aanloopproblemen voor het grootste deel onderkend en worden ze opgelost.
1.6 Manifest
In december van 2012 werd een manifest, opgesteld door raadsheren in Leeuwarden, openbaar gemaakt. In het manifest schrijven deze raadsheren dat zij zich niet vertegen woordigd voelen door de Raad en dat zij de tijdelijke benoemingsprocedure voor nieuwe gerechtsbestuurders als uitermate gebrekkig hebben ervaren. Daarnaast geven zij uitdrukking aan hun zorg dat de Rechtspraak steeds meer gaat lijken op een groot bedrijf,
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Samenvatting
Pagina 9
waarin productiecijfers leidend zijn. Volgens de opstellers hebben 700 rechters en raads heren hun steun betuigd aan dit manifest; met bijna 30% van de rechters en raadsheren een aanzienlijke groep. Er volgde veel aandacht in de media over het manifest en de werkdruk in de rechtspraak. Het manifest en de reacties daarop hebben indruk gemaakt op de Raad en hij is daarom in gesprek gegaan met rechters en raadsheren in de gerechten. Dit vond in de eerste vijf weken van 2013 plaats. Tijdens de gesprekken bij de gerechten kwamen de zorgen over de productiedruk, de benoemingsprocedure van bestuursleden, de afstand tussen bestuurders, rechters en raadsheren en de vertegenwoordiging van de Rechtspraak door de Raad in de relatie tussen de drie staatsmachten het meest prominent naar voren. Op basis van de gesprekken heeft de Raad een brief aan alle medewerkers van de Rechtspraak verstuurd, waarin hij aangeeft welke indrukken zijn opgedaan en welke oplossingsrichtingen hij ziet. In een tweede serie gesprekken halverwege 2013 wordt er nader over de voorgestelde oplossingsrichtingen gepraat.
2
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Pagina 11
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014 De Agenda van de Rechtspraak 2011-2014 is richtinggevend voor de activiteiten die de organisatie uitvoert. In dit hoofdstuk wordt de uitvoering van de Agenda 2011-2014 in 2012 in kaart gebracht. Beschreven wordt welke activiteiten zijn ondernomen en welke resultaten zijn bereikt. De Agenda 2011-2014 bestaat uit vijf brede doelstellingen die achtereenvolgens worden besproken: 1. De Rechtspraak draagt bij aan versterking van de rechtsstaat. 2. De Rechtspraak versterkt de kernwaarden onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit en professionaliteit. 3. De Rechtspraak sluit aan bij behoeften in de samenleving. 4. De Rechtspraak implementeert de gerechtelijke kaart. 5. De Rechtspraak professionaliseert organisatie en bedrijfsvoering.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 12
2.1 De Rechtspraak draagt bij aan versterking van de rechtsstaat 2.1.1 Inleiding
De Rechtspraak neemt een essentiële plaats binnen de rechtsstaat in. Zij moet bijdragen aan de instandhouding en versterking daarvan. De Rechtspraak streeft naar een geloofwaardige en herkenbare balans tussen rechterlijke macht aan de ene en wetgevende en uitvoerende macht aan de andere kant. Diverse activiteiten die aan deze doelstelling bijdragen, zijn in 2012 door de Raad en de gerechten ondernomen. 2.1.2 Betekenis van de rechtspraak in het staatsbestel
De Raad voor de rechtspraak is zichtbaar geweest in het debat over het wetsvoorstel verhoging griffierechten. In 2011 werd twee keer een kritisch advies over dit wetsvoorstel uitgebracht. Het wetsvoorstel beoogde een forse verhoging van de tarieven in civiele zaken en bestuurszaken. De toegankelijkheid van de rechter dreigde ernstig in het geding te komen. De adviezen van de Raad, de kritische artikelen van het bureau van de Raad in vaktijdschriften en ook de inspanningen van andere organisaties leidden ertoe dat de minister van Veiligheid en Justitie in 2012 afzag van zijn plannen. Het wetsvoorstel werd ingetrokken. De Raad nam ook duidelijk stelling tegen het wetsvoorstel minimumstraffen voor recidive bij zware misdrijven. Hiermee zou de beslisruimte voor de rechter om een passende straf op te leggen, worden ingeperkt. De Raad uitte hiertegen meermalen in wetgevingsadviezen en andere communicatie-uitingen ernstige bezwaren. Eind 2012 werd bekend dat het kabinet het wetsvoorstel intrekt. Ook de gerechten droegen in 2012 bij aan het uitdragen van de betekenis van de rechtsstaat. Zij deden dit door het belang van onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak uit te dragen via communicatie-uitingen, bijdragen aan onderwijs en ontmoetingen met burgers. Een voorbeeld is de participatie van rechters in oefenrechtbanken van universiteitsfaculteiten. In 2012 is een magazine voor relaties van de Rechtspraak en bezoekers van de gerechten voorbereid. Dit magazine, dat vier keer per jaar zal uitkomen en gratis is te verkrijgen op alle rechtspraaklocaties en beschikbaar is op rechtspraak.nl, zal inzicht geven in de achtergronden bij rechtspraak. In september 2012 is in Den Haag de Dag van de Rechtspraak georganiseerd. De dag bood een podium voor de presentatie van de Rechtspraak als derde staatsmacht en voor discussie over onderwerpen die de Rechtspraak en de samenleving raken. De Dag van de rechtspraak wordt een jaarlijkse traditie gecombineerd met een week van publieks activiteiten van de gerechten.
2.2 De Rechtspraak versterkt de kernwaarden onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit en professionaliteit 2.2.1 Inleiding
De aandacht van media en politiek voor het functioneren van de rechtspraak is groter geworden. Dit is onderdeel van een algemene maatschappelijke tendens, maar wordt ook in de hand gewerkt door al dan niet vermeende rechterlijke dwalingen en andere incidenten. Omdat burgers mogen verwachten dat de rechter werkelijk boven de partijen
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 13
staat, vragen de kernwaarden onafhankelijkheid en onpartijdigheid meer aandacht. Omdat integriteit in de maatschappij geen vanzelfsprekendheid meer is, geeft de Rechtspraak ook deze kernwaarde een meer expliciete borging. Aan professionaliteit worden steeds hogere eisen gesteld. De Rechtspraak heeft zich ingezet om de deskundigheid en communicatieve vaardigheden van de rechter te versterken. 2.2.2 Onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit
Onafhankelijkheid, onpartijdigheid en integriteit zijn de kernwaarden van de Rechtspraak. Alle medewerkers zijn zich hiervan bewust. Burgers, media en politiek hebben in toenemende mate aandacht voor deze waarden en vragen ook steeds meer om zichtbaarheid daarvan. Integriteit is van grote invloed op het vertrouwen in de Rechtspraak. De Rechtspraak onderschrijft daarom het grote belang van een goede borging van deze waarden in de organisatie. De Raad heeft de gerechten eind 2012 geïnformeerd over het feit dat het aantal gegevens over nevenbetrekkingen dat moet worden vastgelegd en openbaar moet worden gemaakt, wordt uitgebreid door inwerkingtreding van de wet nevenbetrekkingen. De gerechten is verzocht het nevenfunctieregister te actualiseren. Naar aanleiding van de wet neven betrekkingen en tevens naar aanleiding van de herziening van de gerechtelijke kaart, herzagen verscheidene gerechten het beleid ten aanzien van rechter-plaatsvervangers. Het aantal gerechten met een integriteitscommissie nam in 2012 toe. Deze integriteits commissies adviseren gevraagd en ongevraagd het gerechtsbestuur. Verscheidene gerechten boden nieuwe medewerkers training in de omgang met morele dilemma’s aan. Diverse interne werkgroepen zijn opgericht om regelingen te actualiseren en integreren. De Leidraden onpartijdigheid en nevenfuncties zijn geïntegreerd en geactualiseerd en er zijn adviezen over zaakstoedeling en wraking geformuleerd. De Leidraad wordt in 2013 vastgesteld en de adviezen van de werkgroepen worden opgepakt. In 2012 ontving de Rechtspraak de commissie ‘Group of States against Corruption’ van de Europese Commissie en voorzag haar van gevraagde informatie. Samen met de NVvR werd een landelijke bijeenkomst over integriteit georganiseerd, waar gedebatteerd werd over wraking, nevenbetrekkingen, veiligheidsonderzoeken en toedeling van zaken. In 2012 is geïnvesteerd in de ontwikkeling van ‘handvatten’ voor landelijk integraal integriteitsbeleid. Dit beleid wordt naar verwachting begin 2013 vastgesteld. De ‘handvatten’ zijn bedoeld om gerechten te ondersteunen in de ontwikkeling van lokaal integriteitsbeleid. Voorts is een speciale intranetsite over integriteit ontwikkeld. Deze site ondersteunt en stimuleert de gerechten en landelijke diensten. Op de site worden ‘best practices’ en ervaringen met morele dilemma’s beschikbaar gesteld. De site biedt tevens toegankelijke praktische informatie voor medewerkers, brengt hen op een interactieve manier met elkaar in discussie over integriteit en stelt prikkelende vragen. Hiermee wordt het besef versterkt van het belang van integer handelen. In 2012 zijn voorbereidingen getroffen voor een onderzoek naar de activiteiten op het gebied van integriteit van rechterlijke organisaties in het buitenland. Wraking
In de onderstaande tabel is weergegeven hoeveel wrakingsverzoeken er zijn ingediend en hoeveel verzoeken daarvan zijn gehonoreerd. Als het aantal gegronde wrakingen afgezet wordt tegen de totale zaaksstroom van circa 1,3 miljoen per jaar (exclusief verstekzaken) gaat het om een betrekkelijk gering aantal. Slechts een klein deel van de verzoeken wordt daadwerkelijk toegewezen: in 2009 15 keer (3,6%), in 2010 21 keer (4,0%), in 2011 waren het er 36 (6,1%), en in 2012 42 (6,4%) waarvan 38 bij de
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 14
rechtbanken en 4 bij de gerechtshoven. Voor toekenning is niet vereist dat de afwezigheid van onpartijdigheid daadwerkelijk is komen vast te staan. Voldoende is dat in een bepaalde zaak voor een partij de ‘schijn van partijdigheid’ is gewekt. Wrakingsverzoeken, 2006-2012 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Aantal ingediende wrakingsverzoeken
-
-
-
418
529
587
659
- rechtbanken
-
-
-
283
388
450
518
- gerechtshoven
-
-
-
85
107
107
121
- CRvB
-
-
-
50
34
30
20
-
-
-
0
0
0
0
Aantal gehonoreerde wrakingsverzoeken
- CBb
16
17
39
15
21
36
42
- rechtbanken
15
16
35
15
16
33
38
- gerechtshoven
1
1
4
0
5
3
4
- CRvB
0
0
0
0
0
0
0
- CBb
0
0
0
0
0
0
0
De conclusie is dat rechters de laatste jaren steeds meer worden gewraakt. Omdat deze groei lijkt samen te hangen met een aantal maatschappelijke trends met gevolgen voor de opstelling van partijen en hun advocaten, mag worden verwacht dat het einde van deze ontwikkeling nog niet in zicht is. Bij verdere toename zullen de negatieve gevolgen voor de Rechtspraak, zoals de vertraging van procedures, dominanter worden. Met het oog hierop heeft de Raad voor de rechtspraak opdracht gegeven tot onderzoeken naar alternatieven voor de huidige wrakingsprocedure waarmee bedoelde negatieve gevolgen kunnen worden beperkt. Deze onderzoeken zijn in 2012 afgerond, waarbij onder meer is gekeken naar de stelsels in andere landen (zie ook ‘Onderzoek en wetgevingsadvisering’). Disciplinaire maatregelen
De Raad voor de rechtspraak publiceert sinds 2011 in het jaarverslag informatie over de aan de rechters en raadsheren opgelegde disciplinaire maatregelen en ontslag op eigen verzoek voor zover het integriteitsgerelateerde kwesties betreft. In 2012 zijn geen besluiten genomen waarbij een disciplinaire maatregel is opgelegd. Eenmaal is een rechterlijk ambtenaar op eigen verzoek (vervroegd pensioen) ontslagen1. Het ging hier om een combinatie van werk- en privé gerelateerde factoren. Klachtenregeling
Elk gerecht heeft een klachtenregeling. Klachten kunnen worden ingediend over een gedraging – een handelen maar ook niet-handelen – van een medewerker of over de bedrijfsvoering. Over een uitspraak of beslissing van een rechter kan niet worden geklaagd: daar kan alleen een hogere rechter over oordelen. In 2012 zijn in totaal 1.392 klachten ingediend. In 2011 waren dat er 1.412, in 2010 1.208. De klachten betreffen zowel rechters als gerechtsambtenaren. Bij rechters gaat het bijvoorbeeld over de inhoud van een uitspraak en de wijze waarop een zaak of een klager op zitting is behandeld. Bij medewerkers gaan de klachten bijvoorbeeld over gebruik van onjuiste naam- of adresgegevens, niet tijdig reageren op informatieverzoeken en de hoogte van het geheven griffierecht. Ook kan worden geklaagd over de tijdsduur van de procedure. 1 Artikel 46h Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 15
Van de 1.360 in 2012 afgehandelde klachten, werd ongeveer de helft niet in behandeling genomen omdat ze over rechterlijke of procedurele beslissingen gingen. Dat aandeel bleef in de afgelopen jaren vrijwel gelijk. Van de wel inhoudelijk behandelde klachten, is 40% (264 klachten) gegrond verklaard, 19% van het totale aantal afgehandelde klachten. Ook deze aandelen zijn het afgelopen jaar gelijk gebleven. Waar nodig hebben de gegrond verklaarde klachten geleid tot verbetermaatregelen, zoals het bespreken van de klachten met de betrokken medewerkers om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen en het aanpassen van werkinstructies voor de griffies over het behandelen van post en het registreren van zaken en zaaksgegevens. De behandeling van klachten is geëvalueerd. De evaluatie heeft ertoe geleid dat mensen met een klacht vaker de mogelijkheid krijgen hun klacht mondeling toe te lichten. Bij de behandeling van een klacht wordt zo min mogelijk gebruik gemaakt van moeilijke, juridische termen. Afgesproken is ook dat elk gerecht een permanente klachtadviescommissie instelt met een externe voorzitter. Elke klacht over het gedrag van een rechter wordt aan de voorzitter van deze commissie voorgelegd. Ook zullen klachten en de beslissingen daarop geanonimiseerd en vormvrij op Rechtspraak.nl worden gepubliceerd. De afspraken worden in 2013 van kracht. In 2012 ingediende klachten naar onderwerp Onderwerp
aantal
%
Bejegening
161
11,5%
Rechterlijke beslissingen
485
35%
Tijdsduur procedures
175
12,5%
Administratieve fouten
239
17%
Overige Totaal
338
24%
1.398
100%
In 2012 afgehandelde klachten naar soort afdoening Soort afdoening
aantal
%
%
Niet inhoudelijk behandeld
704
51%
100%
Niet bevoegd (ex art. 2 Klachtenregeling)
123
9%
18%
Niet-ontvankelijk (ex art. 2 Klachtenregeling)
313
23%
44%
Niet-ontvankelijk (overig)
159
11%
23%
Buiten behandeling gelaten (ex art. 7 Klachtenregeling)
37
3%
5%
Schikking of intrekking
72
5%
10%
Inhoudelijk behandeld
670
49%
100%
Ongegrond
324
24%
48%
Gegrond
266
19%
40%
80
6%
12%
1.374
100%
Geen oordeel Totaal
2.2.3 Professionaliteit/deskundigheid Realisering doelstellingen kwaliteit
In 2011 zijn de normen voor kwaliteit geëvalueerd. Dit heeft tot een aanpassing van een aantal kwaliteitsnormen geleid. Deze zijn in 2012 toegepast. Binnen de Rechtspraak gelden kwaliteitsnormen voor:
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 16
• Permanente educatie. De norm is gemiddeld 30 opleidingsuren per jaar, c.q. een minimum van 90 uren verspreid over een termijn van drie jaar. Dit geldt voor iedere raadsheer, rechter en juridisch medewerker. • Goede bewijsmotivering (Promis). De norm is dat minimaal 50% van de meervoudige uitspraken in strafzaken, inclusief megazaken, volgens de Promismethode wordt afgedaan. De norm is van toepassing in de (sectoren straf van de) rechtbanken en gerechtshoven. • Doorlooptijden. Er zijn termijnen vastgesteld per sector per zaakstype waarbinnen een normpercentage van het totaal aantal zaken moet zijn afgedaan. • Aantal meervoudig afdoeningen (MK). Er zijn per sector minimumpercentages vastgesteld voor de meervoudige afdoening van zaken (verhouding EK/MK). • Reflectie. Iedere raadsheer en rechter neemt volgens de norm jaarlijks deel aan een intervisie- en/of reflectietraject. De norm is ook van toepassing op de juridische medewerker in de rechtbanken. De Rechtspraak heeft prioriteit gegeven aan permanente educatie, verbetering van de begrijpelijkheid en motivering van rechterlijke uitspraken en verkorting van de doorloop tijden. Met dit laatste is gehoor gegeven aan kritiek uit het landelijke klantwaarderings onderzoek op de lengte van een aantal procedures. De organisatie-veranderingen, de toenemende productiedruk en bezuinigingen hebben de realisatie van de kwaliteitsnormen onder druk gezet. Dit geldt vooral voor de norm voor permanente educatie en reflectie. Daarnaast zijn in het afgelopen jaar verschillende complicaties opgetreden in het registratie proces. In paragraaf 2.3.3 wordt de stand van zaken over de doorlooptijden beschreven. Hieronder wordt een overzicht van de realisatie op de normen weergegeven: Permanente educatie Realisatie
Norm
Permanente educatie rechters
73%
100%
Permanente educatie juridisch medewerkers
62%
100%
Permanente educatie raadsheren
60%
100%
Permanente educatie juridisch medewerkers
55%
100%
Permanente educatie raadsheren
88%
100%
Permanente educatie juridisch medewerkers
91%
100%
Rechtbanken
Hoven
Bijzondere colleges
De norm voor permanente educatie (PE) waarborgt aandacht en tijd voor het verbreden en verdiepen van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden. Rechters, raadsheren en juridische medewerkers volgen cursussen bij het opleidingscentrum SSR, incompanyopleidingen, vakinhoudelijke seminars, stages en werkbezoeken. De gerealiseerde percentages voor PE zijn lager dan de percentages in 2011. Door organisatieveranderingen hebben professionals minder tijd kunnen investeren in opleiding. De norm voor PE is daarnaast gewijzigd. In plaats van 30 uren per jaar is de norm nu gericht op een minimum van 90 uren verspreid over een termijn van drie jaar. De wijzigingen in norm en registratie systeem hebben een aantal registratieproblemen veroorzaakt. Dit heeft een drukkend en vertekenend effect op de realisatiecijfers gehad. Niet alle opleidingsinspanningen zijn (juist) geregistreerd. De registratieproblemen worden in 2013 opgelost.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 17
Promis (goede bewijsmotivering) Realisatie
Norm
Rechtbanken
67%
50%
Hoven
27%
50%
Promis zorgt voor betere kwaliteit van het strafrechtelijk vonnis. De wijze waarop het vonnis is opgebouwd geeft meer inzicht in de redenering achter de rechterlijke uitspraak. De norm in de rechtbanken wordt ruimschoots gehaald. Promis was in 2012 één van de belangrijkste aandachtspunten van de gerechtshoven. In vergelijking met 2011 (7%) is er sprake van een forse stijging (27%) en de verwachting is dat de norm van 50% in 2013 ook bij de hoven wordt gehaald. Aantal MK Percentage MK zaken Rechtbanken
MK straf MK civiel handel MK civiel familie MK bestuur algemeen MK vreemdelingenkamer
Hoven
Realisatie
Norm
15%
15%
7%
10%
1%
3%
11%
10%
2%
5%
MK belasting rijk
36%
25%
MK straf
95%
85%
MK belasting
94%
90%
Rechters en raadsheren moeten de ruimte hebben om een zaak meervoudig (met drie personen) af te doen. Dit bevordert de juridische kwaliteit van een uitspraak. Voorkomen moet worden dat zaken die geschikt zijn voor meervoudig afdoen, uit efficiencyoverwegingen enkelvoudig worden afgedaan. Om deze reden zijn per rechtsgebied streefpercentages afgesproken voor meervoudige afdoening. In de civiele sector en in de vreemdelingenkamer worden de streefpercentages niet gehaald. Een oorzaak hiervoor is dat in beide sectoren relatief weinig zaken zich lenen voor meervoudige behandeling. Twee rechtbanken geven aan dat capaciteitsproblemen ook een rol spelen. Reflectie
Nieuw in 2012 was de norm voor reflectie. Deze norm zorgt er voor dat structureel tijd wordt ingeruimd voor (vakinhoudelijke) feedback en reflectie. Invoering van de norm vergt een aanzienlijke investering, omdat het gaat om alle raadsheren en alle rechters en juridische medewerkers van de rechtbanken. Deze norm wordt ingevuld door het meelezen van enkelvoudige vonnissen door een collega-rechter/raadsheer. Daarnaast worden er intervisietrajecten – één op één of in een groep – gevolgd. Ook reflecteren professionals op concrete zaken: bij grote verschillen in uitspraken gaan rechtbank en hof met elkaar in gesprek. Voornoemde activiteiten deden de gerechten al voor 2012. Met de invoering van de norm wordt beoogd de activiteiten structureel en breed in de organisatie in te bedden. De realisatie op de norm wordt gemonitord. De norm moet zich nog nader uitkristalliseren. Met name de invulling van de norm voor juridisch medewerkers stuit op praktische (plannings)problemen. Daarnaast is er nog een aantal definitie- en registratieproblemen. Het is daarom voor 2012 niet mogelijk om percentages te geven op deze norm. In 2013 wordt de norm verder uitgewerkt.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 18
Rechter-commissaris in strafzaken
Per 1 januari 2013 is wetgeving in werking getreden die beoogt de positie van de rechtercommissaris (RC) in strafzaken te versterken. De RC krijgt hiermee een sturende en controlerende rol in het opsporingsonderzoek. De bedoeling hiervan is dat meer strafzaken kant en klaar op zitting komen en dat op onderzoeksverzoeken van de verdediging in een eerder stadium dan tijdens de zitting kan worden besloten. Ter voorbereiding op deze wetgeving hebben de gerechten zich – begeleid door een projectgroep – in 2012 ingespannen om uitvoering te geven aan het rapport Tussen Accusatoir en Inquisitoir Naar een regievoerende rechter-commissaris. De aanbevelingen zien onder meer op de te stellen eisen bij de werving en selectie van RC’s, op de opleiding en minimale aanstellings periode en op de formatie. Er is onder meer afgesproken dat 25% van alle strafrechters RC moet zijn om de taakverzwaring die voortvloeit uit de nieuwe wetgeving te kunnen opvangen. Dit doel is in 2012 nog niet gehaald. In 2012 bestond de bezetting RC uit 90 fte, wat neerkomt op 19% van het totaal aantal strafrechters. Ten opzichte van 2011 is hier sprake van een lichte toename van 1%. De inzet van een raadsheer-commissaris (RhC’s) in strafzaken steeg van 922 zaken in 2011 naar 1109 zaken in 2012. De hoven zetten in op een verdere structurele inbedding van de inzet van de RhC met als doel te komen tot een meer structurele en frequente inzet van de RhC. De resultaten van 2012 laten een positieve lijn in deze inzet en frequentie zien. Er wordt, mede door tekorten in financiering, in 2012 nog ten dele gebruikgemaakt van de RC’s van de rechtbanken. De hoven zullen in 2013 extra middelen ontvangen voor de inzet van de RhC. Toetsing inhoudelijke kwaliteit vonnissen
De Rechtspraak is bezig een toetsingsmethode en -proces te ontwikkelen waarmee de ambachtelijke kwaliteit van rechterlijke uitspraken systematisch kan worden getoetst. Onder de ambachtelijke kwaliteit van een vonnis wordt verstaan de mate waarin een vonnis vaktechnisch goed in elkaar steekt, leesbaar en helder is, niet te lang, consistent, en procedureel en materieelrechtelijk voldoet aan de ambtelijke eisen. De methode die wordt toegepast is ‘peer review’: aan de hand van een toetsingformulier wordt de kwaliteit van een vonnis van de ene rechter door twee andere rechters beoordeeld. Met deze vorm van kwaliteitstoetsing is een begin gemaakt in de handelssector. In 2012 is een pilot gehouden in de gerechtshoven Amsterdam en ’s-Hertogenbosch. Bij de behandeling van een lopende zaak toetsen de raadsheren van de gerechtshoven het onderliggende vonnis op een aantal ambachtelijke kwaliteitscriteria. De criteria hebben bijvoorbeeld betrekking op het vaststellen van de feiten en het toepassen van de rechtsregels. Het invullen van het ontwikkelde toetsingsinstrument kost een raadsheer tussen de 5 en 10 minuten. Deze manier van toetsen maakt het mogelijk een groot aantal vonnissen te toetsen. De pilot was een succes en in 2013 wordt deze uitgebreid. Het doel is een landelijk representatief aantal handelsvonnissen te laten toetsen door de gerechtshoven. Dat komt neer op het toetsen van minimaal 240 vonnissen. Kennismanagement
In afwachting van de invoering van de nieuwe gerechtelijke kaart, is het afgelopen jaar de ontwikkeling van het kennismanagement enigszins stil komen te staan. Bespreking van en besluitvorming over nieuwe voorstellen is uitgesteld tot het aantreden van de nieuwe gerechtsbesturen. De maatschappelijke en bestuurlijke urgentie voor een inzichtelijke en adequate organisatie van kennis is er echter niet minder op geworden, getuige ook de toenemende Kamervragen over de deskundigheid van rechters en de interne signalen over de werkdruk mede door de toenemende complexiteit van zaken. In 2013 staat kennismanagement dan ook op de bestuurlijke agenda. Daarbij is aan de orde hoe de mogelijkheden die de nieuwe schaalgrootte biedt voor de opbouw en onderhoud van specialisaties optimaal benut kunnen worden.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 19
Vernieuwing werving, selectie en opleiding van rechters
Om te verzekeren dat ook in de toekomst voldoende goed gekwalificeerde rechters in de Rechtspraak werkzaam zijn, vernieuwt de Rechtspraak de werving, selectie en opleiding van rechters. Als basis voor de vernieuwing geldt een gedeeld beeld van wat van de rechter wordt verwacht om aan te sluiten bij de behoeften in de samenleving. Onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit en professionaliteit zijn de centrale waarden. Daarnaast zijn voor rechters onder andere maatschappelijke oriëntatie en communicatie van toenemend belang. In 2011 is de werving, selectie en opleiding van rechters geëvalueerd. Uit deze evaluaties is de noodzaak voor vernieuwing gebleken. Er was met name behoefte aan meer zelfstandigheid en maatwerk in de opleiding. In 2012 is een nieuw ontwerp voor de initiële opleiding van rechters opgesteld. De opleiding is modulair opgebouwd en biedt maatwerk voor zowel de ervaren als de minder ervaren rechter in opleiding. Duaal leren blijft het uitgangspunt en ook de samenhang met het Openbaar Ministerie wordt gewaarborgd. Nieuw is de leerfilosofie waarin de rechter in opleiding meer regie krijgt over zijn opleiding. In aansluiting op het nieuwe rechtersprofiel komt er in de opleiding meer aandacht voor onder andere samenwerking en communicatieve vaardigheden. Vanwege het belang van maatschappelijke oriëntatie, dienen rechters in opleiding minimaal twee jaar relevante juridische werkervaring elders te hebben opgedaan en aantoonbare maatschappelijke ervaring te hebben. Ook is er een nieuw ontwerp voor de selectieprocedure van rechters. Mede op basis van een wetenschappelijk onderzoek naar de voorspellende waarde van het selectieinstrumentarium zijn verbetervoorstellen opgesteld. Een van de aanbevelingen leidt ertoe dat de wijze waarop de selectiecommissie rechterlijk macht wordt samengesteld, transparanter zal worden. 2.2.4 Communicatie en openbaarheid
De ontwikkeling dat de Rechtspraak meer dan voorheen in de belangstelling staat van de media en het publiek, heeft zich voortgezet. Omdat de Rechtspraak veel waarde hecht aan de aansluiting met de samenleving, is in 2012 een begin gemaakt met de versterking van de communicatie. Dit moet bijdragen aan een betere oriëntatie van de Rechtspraak op de samenleving, en aan meer kennis van en begrip voor het werk van de Rechtspraak in die samenleving. De Rechtspraak heeft een basisverhaal opgesteld, getiteld ‘Rechtspraak maakt samen leven mogelijk’. Hierin is in toegankelijke taal weergegeven waar de Rechtspraak voor staat. Met het basisverhaal kan de Rechtspraak communiceren wat het publiek van de Rechtspraak mag verwachten en wat niet tot zijn taak hoort. Dit basisverhaal wordt verder uitgewerkt aan de hand van actuele discussies over rechtszaken en maatschappelijke ontwikkelingen. Versterking nieuwsvoorziening
De rechter spreekt in de eerste plaats door zijn vonnis. In 2012 zijn 23.225 uitspraken gepubliceerd op rechtspraak.nl, waarvan 55% uitspraken over rechtszaken in eerste aanleg, 24% uitspraken door gerechtshoven en 20% uitspraken van de bijzondere colleges. Ten opzichte van 2011 is het aantal gepubliceerde uitspraken weliswaar afgenomen met 3,6%, maar de publicatiegraad nam wel iets toe doordat het aantal (voor publicatie relevante) uitspraken nog meer daalde. De nieuwsvoorziening van de Rechtspraak via de eigen media is in 2012 versterkt. De interne nieuwsvoorziening via het landelijke intranet is in een jaar toegenomen van 45 naar 210 nieuwsberichten. Het aantal nieuwsberichten op Rechtspraak.nl over rechtszaken en ontwikkelingen binnen de Rechtspraak is in een jaar vervijfvoudigd naar 359. De voornaamste actualiteiten worden
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 20
opgenomen in de wekelijkse, digitale Nieuwsbrief Rechtspraak, die in het begin van 2012 werd gelanceerd en aan het eind van het jaar 4.645 abonnees had. De gerechten en de Raad voor de rechtspraak begonnen met het gebruik van twitter om de nieuwsberichten verder onder de aandacht te brengen. Persvoorlichting
Een aantal zaken ondervond in 2012 grote publieke belangstelling: de zaak ‘WestenbergKalbfleisch’, waarin twee oud-rechters voor de rechter stonden over vermeende meineed in de rechtbank Utrecht; de ‘Amsterdamse zedenzaak’; en de zaak ‘Winsie’ (Facebook moord) bij de rechtbank Arnhem. Hoewel de laatste een zaak met minderjarige verdachten betrof, die zich gewoonlijk achter gesloten deuren afspeelt, besloten de rechters vanwege het maatschappelijk belang tot een openbaar proces. Bij deze zaken werd veel aandacht besteed aan het faciliteren van media bij en rond het proces. De rechtbank Amsterdam koos daarbij voor een projectmatige aanpak. Een multi disciplinair team van persrechters, een vaste communicatieadviseur en persvoorlichters, hebben vanaf de voorbereidingen tot en met de nazorg de communicatie begeleid. Over zaken die de Rechtspraak als geheel betreffen, zijn vanuit de Raad voor de rechtspraak 363 persvragen beantwoord. Voor meer inzicht in de relatie met de media zijn door pers rechters en communicatieadviseurs uit de Rechtspraak bezoeken gebracht aan de redacties van het Algemeen Dagblad, De Telegraaf, Het Financieel Dagblad en RTL Nieuws. Public affairs
De Rechtspraak is in 2012 systematisch in gesprek gegaan met de politiek om te bewerkstelligen dat debatten rond de rechtsgang worden gevoerd op basis van feiten en cijfers. Daarbij is de focus gelegd op vier actuele politieke dossiers, namelijk de herziening van de gerechtelijke kaart, griffierechten, toezicht advocatuur en het strafrechtelijk domein. Na de val van het kabinet Rutte I heeft de Rechtspraak contact gehad met de politieke partijen over de onderwerpen die speelden rond de verkiezingsprogramma’s. Oriëntatie op de samenleving
De Rechtspraak heeft zich ingezet om de uitwisseling van informatie en ideeën met belangrijke doelgroepen en belanghebbenden te versterken. In 2012 werden tal van activiteiten georganiseerd die de aansluiting van de Rechtspraak op de samenleving verbeteren: • Publieksvoorlichting: groepsontvangsten, medewerking aan televisieopnamen op rechtbanken, naspelen van zittingen, publieksversies jaarverslagen, lezersjury’s, klantenpanels, maatschappelijke klankbordgroepen, spiegelbijeenkomsten, blogs in regionale media, voorlichtingsfilms en nieuwsvideo’s, informatievoorziening op schermen in wachtruimtes voor bezoekers; • Ketenvoorlichting: introductiebijeenkomsten voor startende advocaten, professionele ontmoetingen; • Onderwijs / doelgroep jeugd: scholenproject, gastcolleges, uitwisselingsstages, jongerendebatten, bliksemstages voor scholieren van 12 t/m 16 jaar, masterclasses, college tour, voorlichtingsbijeenkomsten voor jeugd.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 21
In samenwerking met ProDemos is een aantal pilots in de publieksvoorlichting ingezet, zoals de pilot Avondopenstelling van rechtbank ’s Hertogenbosch en project Shadowing bij rechtbank Arnhem, waarin vanuit het perspectief van de rechtszoekende is meegekeken hoe de rechtsgang verloopt. Een goede informatievoorziening voor, tijdens en na de zitting evenals de rol van de advocaat hierin, is hierbij van groot belang voor de beleving van de rechtszoekende.
2.3 De Rechtspraak sluit aan bij behoeften in de samenleving 2.3.1 Inleiding
De Rechtspraak wil nauw aansluiten bij behoeften en problemen in de samenleving. Kortere procedures en digitale dienstverlening krijgen gestalte in het in 2012 gestarte programma Kwaliteit en innovatie (KEI). Er wordt ingezet op differentiatie van afdoeningswijze, effectiviteit van het recht en de bevordering van rechtseenheid. 2.3.2. Dienstverlening
Voor het verbeteren van de dienstverlening is externe feedback onmisbaar. In een aantal gerechten zijn daarom Raden van Advies opgericht. Een Raad van Advies is een klankbord, een sparringpartner, een denktank. Een Raad van Advies signaleert externe ontwikkelingen en adviseert het gerechtsbestuur over belangrijke organisatiethema’s vanuit een brede expertise, die aanvullend is ten opzichte van de in het gerechtsbestuur aanwezige expertise. De gerechten hebben ook op andere manieren informatie over hun dienstverlening vergaard. In een aantal gerechten is geëxperimenteerd met ‘feedbackzuilen’. Bij deze zuilen kunnen rechtzoekenden direct na de zitting feedback geven op de gang van zaken. In de meeste gerechten zijn klantenpanels gehouden. Daarbij gaat een rechtbank of hof in gesprek met vertegenwoordigers van organisaties die vaak met de Rechtspraak van doen hebben (advocatuur, OM etc.). In 2012 zijn aanbevelingen uit het klantwaarderingsonderzoek, zoals het verkorten van de doorlooptijden en het informeren van burgers over wachttijden, lokaal geïmplementeerd. Een aantal gerechten heeft verbeteringen aangebracht in de telefonische bereikbaarheid en klantvriendelijkheid (bijvoorbeeld bij het te woord staan van burgers aan de telefoon). Daarnaast zijn ook maatregelen genomen tot verbeteringen in de correspondentie (begrijpelijke taal), het verstrekken van actuele informatie over de aanvang van zittingen (het plaatsen van informatieschermen) en de ontvangst- en wachtruimtes (meer comfort). 2.3.3 Tijdigheid
Het beheersen en zo kort mogelijk houden van de tijd die een rechtszaak duurt, binnen de Rechtspraak aangeduid als doorlooptijd, is maatschappelijk en economisch relevant. Uit onderzoek blijkt dat een goed functionerende rechtspraak, waaronder tijdige rechtspraak, substantieel bijdraagt aan een gezond economisch klimaat. Vooral voor betrokkenen zelf, de partijen in gerechtelijke procedures, is de doorlooptijd van de zaak belangrijk. Uit een analyse van de klantwaarderingsonderzoeken blijkt de tevredenheid over de duur van een rechtszaak samen te hangen met de algemene tevredenheid over het gerecht waar die zaak diende. Veel professionele partijen en burgers vinden de huidige doorlooptijden bij de Rechtspraak te lang. Verkorting ervan kwam in de klantwaarderingsonderzoeken op de tweede plaats van de door professionals genoemde verbeterpunten. Ook vanuit het oogpunt van uniforme rechtstoepassing is het nastrevenswaardig ervoor te zorgen dat de doorlooptijden bij verschillende gerechten minder uiteenlopen dan nu het geval is.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 22
Om genoemde redenen hanteert de Rechtspraak normen voor de lengte van rechterlijke procedures, kortweg aangeduid als doorlooptijdnormen. Rapportage van de uitkomsten voor de rechtspraak als geheel vindt plaats in dit jaarverslag. In de jaarlijkse kengetallenpublicatie worden de uitkomsten per gerecht opgenomen en geanalyseerd. In 2011 zijn de normen geëvalueerd en waar mogelijk voor 2012 en volgende jaren verscherpt. Bij het stellen van de normen is gebruikgemaakt van de gerealiseerde doorlooptijden tot en met 2011. Voor de rechtbanken vormden de derde en vierde best presterende rechtbank het referentiepunt voor de norm. Bij de hoven was dit het best presterende hof. Ook is rekening gehouden met wettelijke termijnen en procesreglementen. De norm bestaat uit twee elementen: 1) de termijn waarbinnen een zaak afgehandeld dient te zijn, en 2) het percentage zaken waarvoor dat moet gelden. Het uitgangspunt bij de normstelling is dat het overgrote deel van de zaken binnen een bepaalde tijd moet worden afgehandeld en dat rekening gehouden wordt met een groep procedures die extra lang duren door niet te vermijden complicaties. Bij een norm van 85% is er ruimte voor 15% extra lang durende zaken. De formulering van de norm op deze wijze, heeft het voordeel dat ruimte aanwezig blijft om in incidentele zaken bewust meer tijd te nemen voor de afdoening. Het weergeven en normeren van gemiddelde doorlooptijden geeft minder inzicht in de procesduur dan de gekozen systematiek. Wel zijn aanvullend op de genormeerde doorlooptijden in hoofdstuk 6 gemiddelden gepresenteerd. De rechtszaken die de Rechtspraak te behandelen krijgt, zijn opgedeeld in 45 verschillende proceduretypen met ieder een eigen doorlooptijdnormering. Dat zijn er tien meer dan in 2011 en eerder. Nog niet alle proceduresoorten waren al in 2012 meetbaar. Algemeen beeld procesduur
De afgelopen drie jaar is door gerechten extra tijd en capaciteit besteed aan het verkorten van doorlooptijden. Daartoe zijn werkprocessen aangepast en is de aansturing verbeterd. De doorlooptijden zijn daardoor in de periode 2009 - 2012 verbeterd. In 2012 was de verbetering echter beperkt, verschillend per rechtsgebied en in enkele gevallen was zelfs sprake van een langere duur dan in 2011. In 2012, het eerste jaar van de nieuwe normen, voldeden nog maar 24 van de 45 verschillende proceduresoorten aan de normen voor de duur ervan. De uitkomsten zijn samen te vatten in de volgende punten. Een uitgebreidere beschrijving is hierna te vinden. • Bij de rechtbanken voldoen de familierechtzaken en rechtszaken bij de kantonrechter al geruime tijd (vrijwel) aan de norm. • Handelszaken bij de civiele rechter van de rechtbanken voldoen over het algemeen nog niet aan de doorlooptijdnorm en zijn in 2012 langer gaan duren omdat door de competentiewijziging lastigere zaken zijn overgebleven. • In het strafrecht zijn de gerechtelijke procedures bij de rechtbanken over het algemeen korter geworden en deze voldoen daarmee vrijwel aan de norm, behalve bij de behandeling van strafzaken door de meervoudige kamer. • De trend dat bestuursrechtelijke procedures bij de rechtbanken korter worden, zette in 2012 door, maar nog niet voldoende om binnen de norm uit te komen. • Bij de gerechtshoven verbeterde in 2012 de duur van familierechtelijke procedures en van handelszaken verder. • Strafrechtprocedures bij de gerechtshoven zijn langer gaan duren en voldoen nog niet aan normen voor de procesduur.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 23
Doorlooptijden kantonzaken
De kantonrechtzaken voldeden in 2012, evenals in voorgaande jaren, aan de gestelde doorlooptijdnormen. Dit was alleen niet het geval bij handelsrekesten die niet het arbeidsrecht betroffen, zoals huurzaken. Van deze rechtszaken werd 88% binnen zes maanden afgehandeld, waar de norm 95% is. Kantonzaken
2011
2012
Handelszaken met verweer - norm 1
Norm 90% ≤ 1 jaar
95%
95%
Handelszaken met verweer - norm 2
75% ≤ 6 mnd.
80%
80%
Arbeidsontbindingen op tegenspraak
95% ≤ 3 mnd.
93%
97%
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken
95% ≤ 6 mnd.
85%
86%
Handelszaken zonder verweer (verstek)
90% ≤ 6 wkn.
98%
97%
Geregelde arbeidsontbindingen
90% ≤ 15 dgn.
87%
87%
Kort gedingen / vovo’s
95% ≤ 3 mnd.
96%
97%
Overtredingszaken
85% ≤ 1 mnd.
87%
90%
Mulderzaken
80% ≤ 3 mnd.
79%
86%
Doorlooptijden handelszaken en familiezaken
De behandeling van kort gedingen voldeed vrijwel aan de norm van 95% binnen drie maanden. De overige civielrechtelijke procedures duurden nog te lang. Zo nam de behandeling van handelsrekesten in 83% van de gevallen 3 maanden of minder in beslag, waar dat 90% moet worden. Van de faillissementen werd 81% binnen drie jaar afgehandeld, bij een norm van 90%. De procesduur van dagvaardingszaken in eerste aanleg nam in 2012 toe. Dit werd al verwacht als een gevolg van de wijziging van de competentiegrens. De competentiegrens is per 1 juli 2011 verhoogd van 5.000 euro tot 25.000 euro. Deze financiële grens bepaalt of een zaak door de kantonrechter (geldelijk belang onder die grens) wordt behandeld of door de civiele rechter. Dit heeft tot gevolg dat vanaf 1 juli 2011 de relatief zware en langer durende rechtszaken bij de civiele rechter zijn gebleven. Om de duur te bekorten, is in 2012 het procesreglement voor dagvaardingszaken aangepast. In 2012 werden dagvaardingszaken in hoger beroep iets sneller afgehandeld dan het jaar ervoor. Het lukte echter niet om 70% van de procedures binnen een jaar af te ronden. De normering van 80% binnen twee jaar is wel gehaald. Handelsrekesten in hoger beroep zijn eveneens sneller afgehandeld, maar ook in deze zaken is nog niet voldaan aan de nieuwe normen die voorschrijven dat 90% van de insolventierekesten binnen twee maanden is afgehandeld en van de overige handelsrekesten 90% binnen zes maanden. Civiel - handelszaken rechtbanken
Norm
2011
2012
Handelszaken met verweer - norm 1
90% ≤ 2 jaar
87%
84%
Handelszaken met verweer - norm 2
70% ≤ 1 jaar
61%
54%
Handelszaken zonder verweer (verstek)
90% ≤ 6 wkn.
84%
78%
Beëindigde faillissementen
90% ≤ 3 jaar
80%
80%
Handelsrekesten (vooral insolventie)
90% ≤ 3 mnd.
82%
82%
Kort gedingen / vovo’s (inclusief familierecht)
95% ≤ 3 mnd.
92%
93%
Handelszaken dagvaardingen - norm 1
80% ≤ 2 jaar
79%
80%
Handelszaken dagvaardingen - norm 2
70% ≤ 1 jaar
43%
46%
Isolventierekesten
90% ≤ 2 mnd.
49%
51%
Handelsrekesten, niet insolventie
90% ≤ 6 mnd.
53%
56%
Civiel - handelszaken hoven
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 24
De duur van familierechtelijke procedures voldeed, ondanks de werkdruk geheel of vrijwel geheel aan de normen. Civiel - familiezaken rechtbanken
2011
2012
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo’s)
Norm 95% ≤ 1 jaar
93%
94%
- waarvan op gemeenschappelijk verzoek
95% ≤ 2 mnd.
94%
92%
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal
90% ≤ 1 jaar
93%
93%
Omgang- en gezagzaken
85% ≤ 1 jaar
83%
83%
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter
90% ≤ 3 mnd.
92%
91%
- waarvan eerste verzoeken tot OTS
80% ≤ 3 wkn.
81%
81%
Familierekesten
90% ≤ 1 jaar
89%
91%
- waarvan Jeugdbeschermingszaken
90% ≤ 4 mnd.
84%
89%
Civiel - familiezaken hoven
Doorlooptijden bestuursrecht
In de sectoren bestuursrecht van de rechtbanken is de tijdigheid van de afhandeling van zaken in eerste aanleg, evenals in voorgaande jaren, verbeterd. De normen komen nu in zicht. De invoering van de nieuwe zaaksbehandeling speelt hierbij een rol. Alleen de afhandeling van lokale belastingzaken is nog tamelijk ver verwijderd van de norm: 57% van de zaken werd afgehandeld binnen negen maanden. De norm is dat 90% van de zaken binnen negen maanden klaar is. De oorzaken van het stageneren van de versnelling zijn divers en verschillen van rechtbank tot rechtbank. Het gaat om incidentele capaciteitstekorten, invoering van de nieuwe zaaksbehandeling en organisatiegevolgen door de invoering van de nieuwe gerechtelijke indeling. De procesduur van belastingzaken in hoger beroep is in 2012 niet verkort en bleef daarmee onder de norm 90% binnen anderhalf jaar. Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken
2011
2012
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken - norm 1
Norm 90% ≤ 1 jaar
74%
81%
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken - norm 2
70% ≤ 9 mnd.
58%
68%
Voorlopige voorzieningen bestuur regulier
90% ≤ 3 mnd.
93%
92%
Vreemdelingenzaken, bodemzaken
90% ≤ 9 mnd.
73%
80%
Belastingzaken lokaal, bodemzaken
90% ≤ 9 mnd.
55%
57%
Rijksbelastingzaken, bodemzaken - norm 1
90% ≤ 18 mnd.
79%
80%
Rijksbelastingzaken, bodemzaken - norm 2
70% ≤ 1 jaar
61%
66%
Belastingzaken - norm 1
90% ≤ 18 mnd.
74%
73%
Belastingzaken - norm 2
70% ≤ 1 jaar
46%
44%
Belastingzaken gerechtshoven
Bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) worden de doorlooptijden weergegeven in het gemiddelde aantal weken dat een zaak duurt (zie tabel 9a in hoofdstuk 6). In 2012 bedroeg de doorlooptijd bij de CRvB gemiddeld 66 weken. In 2011 was dat weliswaar veel langer, maar dat kwam door de afhandeling van een groep zaken die moest wachten op een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De doorlooptijd is in algemene zin verlengd doordat de CRvB het geschil vaker dan vroeger definitief beslecht (finale geschilbeslechting). In 2011 en in 2012 kwam het
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 25
in 15% van de gevallen niet meteen na de zitting tot een (eind)uitspraak, maar was een (in)formele bestuurlijke lus nodig om de zaak definitief te kunnen afdoen. Dat verkort de totale duur van de definitieve beslechting van het geschil, maar de zaak blijft daardoor wel (wat) langer ‘onder de rechter’. En dat laatste is gemeten als doorlooptijd bij de rechtspraak. De gemiddelde duur van zaken bij het CBb nam in 2012 licht toe, van 59 weken naar 63 weken. De in 2011 en 2012 doorgevoerde verbeteringen hebben in 2012 nog niet tot kortere doorlooptijden geleid, voornamelijk doordat in 2012 prioriteit is gegeven aan het wegwerken van de oudste zaken. Doorlooptijden strafrecht
De afhandelingsduur van strafzaken in eerste aanleg is in 2012 over het algemeen verkort en is (vrijwel) in overeenstemming met de normering, uitgezonderd de afhandeling van zaken door de meervoudige kamer. Van de meervoudige kamerzaken werd 83% binnen zes maanden afgedaan, terwijl de norm 90% is. De strafzaken behandeld door de kinderrechter duurden in 2012 korter dan in 2011: 82% kon binnen vijf weken worden afgedaan. De norm is 85%. Zaken bij de politierechter werden in 88% van de gevallen binnen vijf weken afgehandeld. Ook dit is dicht bij de norm van 90%. Wanneer van een strafzaak in hoger beroep wordt gegaan, dienen het vonnis en proces verbaal ter zitting uitgewerkt te worden. Afgesproken is om de tijd die het duurt van het vonnis tot het verzenden van het dossier naar het gerechtshof te meten en te normeren. Meting daarvan kon in 2012 nog niet worden gerealiseerd. De doorlooptijd van strafzaken in hoger beroep blijft nog steeds ver van de norm verwijderd en is in 2012 over het algemeen verslechterd. Dit was evenals in 2011 bij alle gerechtshoven het geval. Specifieke uitkomsten zijn in onderstaande tabel te vinden. Strafzaken rechtbanken
Norm
2011
2012
Strafzaken MK (= meervoudig behandeld)
90% ≤ 6 mnd.
83%
83%
Politierechterzaken (incl. economische)
90% ≤ 5 wkn.
85%
88%
Strafzaken bij de kinderrechter (enkelvoudig)
85% ≤ 5 wkn.
77%
82%
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis
100% ≤ 2 wkn.
100%
100%
85% ≤ 4 mnd.
84%
86%
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis Uitwerken strafzaken (EK+MK) ivm hoger beroep, jeugd
100% ≤ 4 wkn.
nog niet meetbaar
Uitwerken strafzaken (EK+MK) ivm hoger beroep, niet jeugd
100% ≤ 16 wkn.
nog niet meetbaar
- waarvan gedetineerdenzaken
100% ≤ 3 mnd.
nog niet meetbaar
Strafzaken hoven Meervoudige Kamer-zaken
85% ≤ 9 mnd.
56%
59%
EK-strafzaken, niet kantonappellen
85% ≤ 6 mnd.
30%
22%
EK-strafzaken, kantonappellen
85% ≤ 6 mnd.
70%
49%
Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis
90% ≤ 2 wkn.
50%
50%
Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis
80% ≤ 4 mnd.
34%
36%
85% ≤ 6 mnd.
53%
46%
100% ≤ 6 mnd.
68%
64%
Klachten niet vervolgen (12 Sv) Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 26
Versnelling strafzaken
De Rechtspraak werkt in diverse programma’s samen met de ketenpartijen aan een snellere behandeling van strafzaken, waaronder het programma Versterking Prestaties in de Strafrechtketen (VPS) en KEI. Desgevraagd bieden de rechtbanken bijzondere voorzieningen aan als snelrecht (behandeling binnen zeventien dagen) en supersnelrecht (behandeling binnen drie dagen). Deze voorzieningen zal de Rechtspraak blijven aanbieden, ook al is de ervaring in de praktijk tot nu toe dat de uiteindelijke vraag naar deze voorzieningen vaak achterblijft bij eerder gewekte verwachtingen. Los van het belang van het verkorten van doorlooptijden, moet worden benadrukt dat dit niet ten koste mag gaan van een zorgvuldige strafrechtspleging. 2.3.4 Differentiatie en maatwerk
In 2012 is de nieuwe zaaksbehandeling (NZB) in het bestuursrecht verder geïmplementeerd. Deze werkwijze houdt in dat een zaak, zodra het beroepschrift en het verweerschrift zijn ontvangen, wordt geagendeerd voor behandeling op een zitting. Tijdens de zitting, die binnen drie maanden plaatsvindt, bespreekt de rechter of raadsheer met de partijen de geschilpunten. Daarbij is van belang dat elke zaak de behandeling krijgt die het beste bij die zaak past. De tevredenheid over de nieuwe werkwijze wordt op verschillende manieren onderzocht. De eerste resultaten hiervan worden in 2013 verwacht. Diverse gerechten zijn ook bezig met eigen initiatieven op het terrein van differentiatie en maatwerk. Een voorbeeld hiervan is de implementatie van het zogenoemde vierstromen beleid door het CBb. Daarbij worden de zaken bij binnenkomst verdeeld in vier categorieën: eenvoudige zaken; normale zaken; zware zaken; buitencategorie (met name zaken op het gebied van mededinging, energie en telecommunicatie). Hierdoor kan de behandeling en aandacht die een zaak krijgt, in een zo vroeg mogelijk stadium worden bepaald. E-Kantonrechter
In het project e-kantonrechter wordt het mogelijk om een geschil digitaal voor te leggen aan de kantonrechter. Er wordt daartoe een digitale procedure ingericht die partijen in de gelegenheid stelt gezamenlijk hun geschil in een beveiligde elektronische omgeving aan te brengen. Stukken kunnen digitaal worden toegezonden en ingezien en de communicatie verloopt elektronisch. De kantonrechter doet binnen 6 weken uitspraak, die digitaal aan partijen wordt bericht. Partijen behouden de mogelijkheid om hun zaak mondeling bij de kantonrechter toe te lichten. De doorlooptijd bedraagt dan 8 weken. Beide partijen moeten instemmen met digitale afhandeling van hun zaak door de kantonrechter. De procedure wordt ontwikkeld door de gerechten Rotterdam en OostBrabant. In 2012 is gewerkt aan de totstandkoming van deze digitale procedure, die najaar 2013 een eerste oplevering kent. 2.3.5 Mediation
Bij mediation proberen partijen onder begeleiding van een onafhankelijke bemiddelaar gezamenlijk het conflict op te lossen. Deze mediator helpt partijen de belangen en standpunten helder te krijgen. Mediation naast rechtspraak betekent dat de rechtbank of het gerechtshof de rechtzoekende wijst op de mogelijkheid te kiezen voor mediation. In 2012 is het aantal verwijzingen naar mediation en het aantal gestarte mediations opnieuw gedaald, met 11%. De daling was het grootst in de sectoren Bestuur algemeen (-44%) en Bestuur belasting (-62%). Alleen in de sector Kanton werd iets meer naar mediation verwezen dan vorig jaar (+3%). Voorts waren er positieve uitschieters in het aantal verwijzingen bij enkele gerechten. Het percentage van het aantal mediations, dat met volledige of gedeeltelijke overeenstemming werd afgesloten, is met 2,4% gedaald en ligt nu voor alle sectoren samen op 53,7%.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 27
Een belangrijke oorzaak voor de sterke daling bij de bestuursrechtspraak is de invoering van de nieuwe zaaksbehandeling (zie paragraaf 2.3.4), aangezien daardoor geen schriftelijk mediationaanbod meer wordt gedaan. Andere mogelijke oorzaken voor de verdere daling van het aantal verwijzingen zijn: • Het vervallen van de stimuleringsbijdrage (eerste 2,5 uur gratis voor betalende partijen) per 2011. • Steeds vaker wordt in het voortraject gekozen voor mediation. Indien die mediation is gelukt, blijven slechts juridische punten over waarover de rechter eventueel zal beslissen (denk bijvoorbeeld aan een gezamenlijk verzoek tot echtscheiding of een deelovereenkomst). Indien de mediation niet is gelukt, is het moeilijk partijen nogmaals te motiveren voor mediation. • Via andere instanties (maatschappelijk werk of jeugdzorg) wordt vaker een traject doorlopen om op een andere wijze tot een oplossing van het conflict te komen. • Naarmate rechters en raadsheren meer bedreven zijn geworden in conflictdiagnose, komen partijen daardoor sneller tot een schikking, zonder gebruik te hoeven maken van mediation. In 2012 is een aantal initiatieven genomen om mediation te bevorderen, bijvoorbeeld door de pilot ‘Mediation en de nieuwe zaaksbehandeling’ bij de rechtbank Oost-Brabant. Doel hiervan is het onderzoeken van de mogelijkheid om verwijzing voorafgaand aan de zitting met de nieuwe zaaksbehandeling te verenigen. In 2013 worden de effecten daarvan geëvalueerd. Tevens is de Expertgroep maatwerk conflictoplossing nauw betrokken bij het in overleg met SSR implementeren van een leerlijn (nieuwe) zittings vaardigheden in de opleiding van rechters en raadsheren. Mediation naast strafrecht
Uit diverse onderzoeken blijkt dat mediation of bemiddeling ook in het strafrecht positieve effecten kan hebben, te weten een daling van het recidivepercentage, reductie van kosten en meer tevredenheid bij slachtoffers. Herstellende gesprekken kunnen daarnaast de sociale cohesie bevorderen. Formele regelgeving leidt ook tot de noodzaak mediation een zelfstandige plek te geven binnen het scala van strafrechtelijke afdoeningen. De Rechtspraak vindt het daarom de moeite waard om – in samenwerking met het OM – in vervolg op een eerdere pilot, die op bescheiden schaal bij de rechtbank Amsterdam heeft plaatsgevonden, te verkennen in welke gevallen en op welke wijze mediation naast strafrecht van toegevoegde waarde kan zijn. Ook wordt gekeken op welke wijze met het resultaat daarvan rekening kan worden gehouden in het strafrechtelijke traject. Hiertoe zijn in 2012 voorbereidingen gestart. 2.3.6 Digitale toegang
Digitale toegang van burgers, procespartijen en ketenpartners tot de Rechtspraak is een belangrijk aandachtspunt. Sinds 2012 kunnen burgers hun beroepschrift bij de belasting kamers van de gerechtshoven digitaal indienen. Hiermee is het voor de burger mogelijk om bij alle beroepsinstanties in het bestuursrecht (rechtbank, belastingkamers gerechtshoven, CRvB en CBb) digitaal het beroepschrift in te dienen. In 2012 werd het hernieuwde centraal gezagsregister in gebruik genomen. Hierdoor hoeft de burger zich niet meer tot het arrondissement van geboorte te wenden voor een uittreksel uit dit gezagsregister. Een eerste pilot met het digitaal insolventiedossier waarbij curatoren en gerechten overgaan op volledig digitale communicatie, heeft in 2012 succesvol plaatsgevonden. Er zijn verschillende projecten geïnitieerd in 2012 die een doorloop in 2013 hebben. Zo komt dan een uniforme werkwijze en digitaal indieningsformulier in verdelen-enverrekeningszaken beschikbaar. Het Hofjournaal in handelszaken waarmee de advocatuur zijn zaaksverloop kan raadplegen, wordt uitgebreid met rekestzaken.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 28
2.3.7 Vergroten materiële en formele rechtseenheid
De gerechtshoven nemen, binnen de kaders die de Hoge Raad stelt, de leiding bij de vergroting van de materiële rechtseenheid. Artikel 80a van de wet op de Rechtelijke Organisatie (RO) geeft de Hoge Raad sinds 1 juli 2012 de mogelijkheid een cassatieberoep zonder motivering niet ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad kan dit doen als de klachten niet tot cassatie kunnen leiden, wanneer de partij die het beroep instelt te weinig belang heeft of als rechtbank of hof op basis van eerdere uitspraken van de Hoge Raad juist heeft beslist. De gevolgen van de invoering van artikel 80a RO per 1 juli 2012 zijn in kaart gebracht in het project Innoverende gerechtshoven. Een van de uitkomsten van dit project is dat de gerechtshoven (nog) meer dan voorheen vorm zullen geven aan het bevorderen van rechtseenheid. Het project Innoverende Hoven gaf in 2012 een nieuwe impuls aan de onderlinge samenwerking van de hoven. Tal van activiteiten werden georganiseerd ter voorbereiding op het slotcongres dat eind maart 2013 plaatsvindt. Tijdens dat congres wordt de ‘Innovatieve Agenda Hoven 2020’ gepresenteerd, die verder richting moet geven aan de samenwerking van de hoven. Hoewel het vergroten van de materiële rechtseenheid primair de verantwoordelijkheid is van de gerechtshoven, hebben ook de rechtbanken zich in 2012 ingespannen voor deze doelstelling. Dit hebben de rechtbanken onder meer gedaan door jurisprudentieoverleggen te organiseren in de sectoren, specifieke thema’s binnen kennisgroepen te bespreken en door professionele ontmoetingen met hoger beroepsrechters te organiseren. 2.3.8 Positie slachtoffer in het strafproces
Op 1 januari 2011 is de Wet versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces in werking getreden. De implementatie van deze wetgeving is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. De positie van het slachtoffer heeft daarom ook in 2012 de Rechtspraak nadrukkelijke aandacht gekregen. Zo is er een Modelregeling vastgesteld die alle gerechts besturen als uitgangspunt gebruiken. Deze regeling schrijft voor hoe bodes bij rechtbanken en gerechtshoven slachtoffers een goede opvang kunnen bieden, dat ongewenste confrontatie met de verdachte wordt vermeden en dat het slachtoffer gebruik kan maken van een vooraf vastgestelde plek in de zittingszaal. Daarnaast heeft in 2012 tussen de rechters nadere gedachte-uitwisseling plaatsgevonden over aspecten als hoe concreet invulling te geven aan het voorschrift van een correcte bejegening van het slachtoffer en de inhoudelijke beoordeling van een vordering die door de benadeelde partij wordt ingediend. Dit laatste gelet op het nieuwe wettelijke criterium waarmee wordt beoogd dat meer vorderingen dan voorheen in de strafzaak worden behandeld. Deze gedachteuitwisseling leidt tot best practices die op een handzame manier ter ondersteuning voor rechters beschikbaar zullen worden gesteld. Uitgangspunt is dat de wettelijke positie van het slachtoffer in de praktijk van het strafproces volledig is ingebed en daarmee zowel volwaardig als vanzelfsprekend is.
2.4 De Rechtspraak implementeert de nieuwe gerechtelijke kaart 2.4.1 Inleiding
Rechtszaken vragen steeds meer om specifieke kennis en stellen hogere eisen aan de professionaliteit van rechters. De deskundigheid van rechters dient veilig gesteld te worden en er dient ruimte te zijn om specialismen op te bouwen en te versterken. Ook moet overal in het land de continuïteit van de zaaksbehandeling gegarandeerd kunnen worden. Dat wil zeggen dat er binnen een gerecht genoeg rechters voor genoeg zaken zijn en dat rechtszaken goed verdeeld worden over het personeel. Gerechten willen beter in staat zijn fluctuaties in het kwalitatieve en kwantitatieve aanbod van zaken op te vangen.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 29
Deze ontwikkelingen hebben het noodzakelijk gemaakt de inrichting van de rechterlijke organisatie te veranderen. In de bestaande organisatie kon aan de bovengenoemde opgaven onvoldoende worden tegemoetgekomen. Gerechten beschikten daarvoor over te kleine volumes aan zaken, mensen en middelen. Om kwaliteit en continuïteit ook in de toekomst te kunnen garanderen, te versterken en daarvoor de noodzakelijke organisatieveranderingen te realiseren, is de gerechtelijke kaart herzien. Daarvoor is in 2012 de wet Herziening gerechtelijke kaart (HGK) aangenomen door het parlement. Als gevolg van de inwerkingtreding van de wet HGK is de rechterlijke indeling in Nederland gewijzigd. De 19 rechtbanken zijn per 1 januari 2013 samengevoegd tot 10 en het aantal gerechtshoven is van 5 naar 4 gegaan. De twee bijzondere appelcolleges, het CBb en CRvB, blijven bestaan. De wet zorgt er ook voor dat het aantal bestuurders is afgenomen: 48 voor in totaal 16 gerechten. Door de herziening is het mogelijk om eenheden van voldoende omvang te realiseren, zodanig dat het binnen elk gerecht mogelijk is de benodigde deskundigheid en specialisaties op te bouwen en te onderhouden.
Rechterlijke indeling Nederland Rechtsgebied gerechtshof Amsterdam 1 arrondisement Amsterdam 2 arrondisement Noord-Holland Rechtsgebied gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 3 arrondisement Gelderland 4 arrondisement Midden-Nederland 5 arrondisement Noord-Nederland 6 arrondisement Overijssel Rechtsgebied gerechtshof Den Haag 7 arrondisement Den Haag 8 arrondisement Rotterdam
Groningen
Leeuwarden
5 Assen
Rechtsgebied gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 9 arrondisement Limburg 10 arrondisement Oost-Brabant 11 arrondisement Zeeland-West-Brabant
Ressortsgrens
Alkmaar
2
Arrondissementsgrens
Zwolle
Lelystad
Zaandam
Haarlemmermeer
Almelo
1
Deventer
4 Leiden Den Haag
6
Almere Amsterdam
Haarlem
Zutphen
3
Utrecht
7
Enschede
Apeldoorn
Amersfoort
Arnhem
Gouda Rotterdam
8
Nijmegen
Dordrecht Den Bosch
11 Middelburg
Breda
Tilburg
10
Bergen op Zoom Eindhoven
9
2 Motie Beuving c.s., Eerste Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2011-2012, 32 891, G.
Maastricht
Roermond
De Eerste Kamer heeft verzocht2 tot een meer gematigde vorm van schaalvergroting in OostNederland en hiertoe de wet HGK te wijzigen. Op grond van de aangenomen motie Beuving c.s. heeft de regering de wet Splitsing Oost-Nederland opgesteld, die in december 2012 door het parlement is aanvaard. Het arrondissement OostNederland wordt gesplitst in twee arrondissementen: Gelderland en Overijssel. Deze splitswet is per 1 april 2013 in werking getreden en de voorbereiding daarvoor vond plaats in de laatste maanden van 2012 en het eerste kwartaal van 2013. Vanaf 1 april zijn er dus 11 rechtbanken. De rechterlijke indeling van Nederland ziet er dan als hiernaast uit.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 30
2.4.2 Voorbereiding inwerkingtreding wet HGK
Lokaal hebben de gerechten de uit de wet HGK volgende reorganisatie voorbereid door het opstellen van lokale reorganisatieplannen, het opstellen van concept zaaksverdelingsreglementen, concept bestuursreglementen en concept huishoudelijke reglementen en het afstemmen van deze activiteiten met de lokale medezeggenschap. Al deze voorbereidingen waren nodig om vanaf 1 januari 2013 op basis van de nieuwe indeling te kunnen werken. De wet HGK verstevigt de bestuurlijke inrichting van de rechtbanken en gerechtshoven. De wet heeft de weg vrijgemaakt voor krachtigere en kleinere gerechtsbesturen. De nieuwe besturen bestaan uit drie leden: een president, een rechterlijk lid en een nietrechterlijk lid. Voor alle (nieuw te vormen) gerechten zijn op basis van profielen en de ‘Tijdelijke procedure aanbeveling tot benoeming leden gerechtsbestuur’ in het afgelopen jaar bestuursleden geworven en aanbevolen. De tijdelijke benoemingsprocedure bestond uit een landelijk deel en een lokaal deel. Voor elk gerecht was een landelijke adviescommissie (LAC) ingericht die bij de presidentsbenoemingen bestond uit twee leden van de Raad en twee vertegenwoordigers van het gerecht. Bij de benoeming van de overige bestuursleden maakten twee leden van de Raad en de president deel uit van de LAC. Na gesprekken van de LAC met de kandidaten werd een lokale procedure doorlopen waarin een gerechtelijke adviescommissie, de ondernemingsraad en in sommige gevallen de gerechtsvergadering over de kandidaten advies uitbracht. De lokale adviezen zijn uitgebreid besproken in de LAC’s en in alle gevallen is door de LAC unaniem advies uitgebracht aan de Raad. De aanbeveling van de Raad is vervolgens in alle gevallen conform advisering van de LAC geweest. De voorbereidingen en gevolgen van de herziening van de gerechtelijke kaart hadden een belangrijke plaats in de interne en externe communicatie. Hieraan is invulling gegeven door gezamenlijke projectmatige communicatie door middel van nieuwsberichten, een online themadossier, evenementen, bijeenkomsten, videojournaals en het delen van best practises. Het IT-bedrijf van de Rechtspraak – spir-it – trof in 2012 voorbereidingen voor alle wijzigingen die getroffen moesten worden voor de HGK. Het ging daarbij om de aanpassingen in systemen die het rechtspreken ondersteunen en die omgezet werden naar de nieuwe rechterlijke indeling. Reeds is duidelijk dat deze enorme taak – in 2012 vergde deze taak 77.000 mensuren – met succes is uitgevoerd. Ook bij de gerechten is veel goed werk geleverd ten behoeve van het aanpassen van de IT-systemen.
2.5 De Rechtspraak professionaliseert organisatie en bedrijfsvoering 2.5.1 Inleiding
De organisatie en de bedrijfsvoering van de Rechtspraak dienen zodanig te zijn ingericht dat deze een kwalitatief hoogwaardige Rechtspraak zo efficiënt mogelijk ondersteunen. In 2012 leidde de herziening van de gerechtelijke kaart tot een samenvoeging van bedrijfsvoeringafdelingen van de gerechten. Daarnaast kreeg de inrichting van het Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak als eigenstandig ‘shared service center’ voor de Rechtspraak verder vorm. Deze professionalisering was ook gericht op verbetering van de bekostiging, digitalisering, duurzaamheid en de start van Ons Nieuwe Werken (ONW). Een belangrijke mijlpaal vormt het ontwerp van de nieuwe initiële opleiding en selectie voor rechters.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 31
2.5.3 Gemeenschappelijke bedrijfsvoering
Voorafgaand aan de samenvoeging van de bedrijfsvoeringafdelingen in het kader van de herziening van de gerechtelijke kaart zijn de bedrijfsvoeringfuncties bij de gerechten geüniformeerd met behulp van de functieprofielen van het Functie Gebouw Rijk. Om de kwaliteit en efficiency van de gemeenschappelijke bedrijfsvoering te verbeteren, is een aantal bedrijfsvoeringstaken voor de gerechten geconcentreerd en gecentraliseerd in het Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak (LDCR). De hiermee samenhangende overheveling van taken en personeel vanuit gerechten en Raad naar het LDCR heeft in 2012 plaatsgevonden en is uiteindelijk ook afgerond. Deze overheveling van taken en dan met name de financiële administratieve taken is niet zonder horten of stoten gegaan. De grote diversiteit in de kwaliteit van de overgedragen administraties heeft onder meer gezorgd voor een moeilijke start van het LDCR. Een oorzaak van de problemen bij de start van het LDCR was gelegen in het feit dat tegelijkertijd met de centralisatie van de bedrijfsvoering ook de uitrol van een nieuw systeem voor financiën en inkoop met de naam Leonardo heeft plaatsgevonden. De functionaliteiten van Leonardo ondersteunen de centralisatie van processen. Echter, de implementatie daarvan in 2012 verliep door ontwikkelingen buiten de Rechtspraak niet gemakkelijk. Inmiddels is na een moeizame ontsluiting een deel van de aanloopproblemen opgelost. Voor de gerechten zijn producten- en dienstencatalogi beschikbaar voor diensten van het LDCR op het gebied van Financiën, Personeelszaken (HRM), Informatievoorziening, Inkoop en Gebouwbeheer. In 2012 zijn met behulp van bedrijfsbezoeken aan en in samenspraak met de gerechten en de Raad, stappen gezet die nader invulling geven aan een klantgerichte dienstverlening. 2.5.4 Strategische personeelsplanning
Strategische personeelsplanning (SPP) maakt het mogelijk om een inschatting te maken van de toekomstige meerjarige kwantitatieve en kwalitatieve behoefte op het gebied van personeel. De meerjarige organisatiedoelstellingen dienen daarbij als uitgangspunt. Gezien het feit dat een aantal grote veranderingen op de Rechtspraak afkomt, is het van belang om zowel landelijk als lokaal goed na te denken over de toekomstige kwaliteit en kwantiteit van het personeel. De activiteiten van de gerechten zijn in 2012 vooral gericht op het opzetten van loopbaan planning en –trajecten en de daarmee gepaard gaande verhoging van de interne doorstroming en de flexibiliteit van het personeel. Daarnaast zijn de meeste gerechten begonnen met het in kaart brengen van de huidige bezetting en de gewenste formatie. 2.5.5. Het bekostigingssysteem
De gerechten worden gefinancierd op basis van het aantal zaken dat zij jaarlijks behandelen. Hierbij wordt rekening gehouden met het soort zaken en de werklast ervan. Er bestaan echter teveel factoren die van invloed zijn op het vaststellen van een vergoeding voor zaken waardoor het bekostigingssysteem ingewikkeld is geworden. De Raad onderzoekt of het mogelijk is de bekostiging van de gerechten te vereenvoudigen. In samenwerking met de gerechten is een alternatieve wijze van bekostiging ontworpen met de naam PROFI (Procesfinanciering). Op basis van de ervaringen in deze pilot is de Raad voornemens om in 2014 een aanvullende pilot te houden.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Agenda van de Rechtspraak 2011-2014
Pagina 32
2.5.6. Ons Nieuwe Werken
Door middel van het invoeren van Het Nieuwe Werken (HNW) probeert de Rechtspraak beter aan te sluiten bij de wensen van de rechtzoekenden en de medewerkers. Voor de rechtzoekenden is een betere toegankelijkheid van de Rechtspraak van belang. Rechtbanken Noord-Holland en ’s-Hertogenbosch experimenteerden daarom met avonden weekendopenstelling. Voor de medewerkers maken de digitale voorzieningen plaatsen tijdonafhankelijk werken mogelijk. In 2012 zijn daar vorderingen mee gemaakt. Dit biedt voordelen voor de combinatie werk en privé, maar leidt ook tot minder reisbewegingen en minder papierverbruik. Ten slotte wordt door invoering van HNW huisvesting efficiënter georganiseerd. De Rechtspraak kiest ervoor HNW geleidelijk in te voeren, gebruikmakend van pilots die in de gerechten worden uitgevoerd. In 2012 heeft het landelijke project Ons Nieuwe Werken kennisdeling en uitwisseling van ervaringen en expertise georganiseerd door verschillende activiteiten, zoals inrichting van een Introsite en landelijke bijeenkomsten. Het project heeft OnsNieuweWerkboek opgeleverd met daarin middelen en tips over de lokale vormgeving van ONW. In 2012 is onder meer op basis van de lokale initiatieven bij de gerechten, een rechtspraakbrede visie op ONW opgesteld. 2.5.7 Duurzaamheid
De Rechtspraak koopt 100% duurzaam in. De Raad hanteert daarnaast bij recente specifieke aanbestedingen aanvullende eisen. Zo worden bij aanbestedingen op het terrein van dienstverlening, bijvoorbeeld schoonmaak, ook eisen gesteld volgens de zogenaamde ‘social return’. Dat houdt in dat mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt toch een plek krijgen.
3
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Pagina 34
Onderzoek en wetgevings advisering 3.1 Onderzoek
De Raad laat wetenschappelijk onderzoek doen om zijn wettelijke taken goed te kunnen uitvoeren en om strategische keuzes te kunnen onderbouwen. In 2012 werden zeven onder zoeksprojecten afgerond, waarvan er vijf zijn gepubliceerd als Research Memorandum. Er zijn daarnaast drie nieuwe onderzoeksprojecten gestart: • Onderzoek naar de motieven van partijen om in hoger beroep te gaan; • Onderzoek naar hoe de kantoncomparitie (dat betreft de behandeling van de zaak en de afdoening daarvan) het beste vorm gegeven kan worden, zowel wat betreft effectiviteit als efficiency; • Een evaluatie van de nieuwe wet rond heffing van griffierecht aan de poort en verhoging van het griffierecht. In de loop van 2013 worden de resultaten gepubliceerd. Relatief veel tijd is besteed aan onderzoek en advisering over het te verwachten effect van de invoering van minimumstraffen. Er zijn in 2012 zeventig (in 2011: 87) verzoeken ingediend door externen om medewerking van de Rechtspraak aan extern geïnitieerd onderzoek. Deze zijn bij de Raad beoordeeld op kwaliteit, maatschappelijke relevantie en werklast voor de gerechten. In de meeste gevallen is besloten medewerking aan de onderzoeken te verlenen. Hiermee levert de Rechtspraak een bijdrage aan onderzoeksbehoeften in de samenleving. De jaargang van de periodiek Rechtstreeks omvatte de gebruikelijke vier nummers. Daarnaast verscheen de uitgave van de Rechtspraaklezing 2012 Reputatie op afstand,
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Onderzoek en wetgevingsadvisering
Pagina 35
gehouden door professor dr. P.H.A. Frissen. Hij gaat in op de reputatie van de Rechtspraak onder de opinion leaders van Nederland. De essentie van dat onderzoek is dat de reputatie van de rechtspraak kwetsbaar is geworden. Het ‘merk’ rechtspraak kan versterkt worden door enerzijds ‘het werk goed doen’ (de stille dimensie van reputatie) en anderzijds ‘tonen hoe je dat doet’ (de zichtbare dimensie van reputatie). Het vinden van een goede balans daarin is de opdracht die de onderzoekers aan de Rechtspraak meegeven. Zie bijlage 1 voor een lijst van publicaties. Belangrijke onderzoeksbevindingen
• Uit onderzoek in opdracht van de Raad naar de te verwachten effecten van de eventuele invoering van het – inmiddels ingetrokken – wetsvoorstel voor minimumstraffen blijkt, dat de voorgestelde maatregelen zouden leiden tot een sterke verhoging van straffen bij zeer specifieke delicten. Dit zou de consistentie in de straftoemeting niet ten goede komen. • Uit onderzoek in opdracht van de Raad naar de maatschappelijke behoefte aan aanvullende specialistische rechtspraak voorzieningen blijkt dat die behoefte vooral bestaat op het terrein van het aanbestedingsrecht, het bouwrecht en het informaticarecht. De onderzoekers suggereren landelijke concentratie als mogelijke oplossing. • Internationaal vergelijkend onderzoek naar de wrakingspraktijk en empirisch onderzoek naar de ervaringen en meningen van partijen en advocaten en de bevolking, beide in opdracht van de Raad, hebben concrete adviezen opgeleverd om de Nederlandse wrakingsprocedure beter af te stemmen op de behoeften van de samenleving. Dit met verbetering van de bescherming van de onpartijdigheid en onafhankelijkheid die de wrakingsprocedure biedt. • Uit onderzoek in opdracht van de Raad naar de kwaliteit van de beslissing door eenlingen versus groepen blijkt dat meervoudige behandeling van rechtszaken leidt tot minder fouten in moeilijke zaken, maar ook in een breed scala van eenvoudige zaken.
3.2 Wetgevingsadvisering
De Raad heeft de wettelijke taak de regering en de Staten-Generaal te adviseren over voorstellen voor nieuwe wetgeving of nieuw beleid die gevolgen hebben voor het functioneren van de Rechtspraak. In zijn adviezen gaat de Raad onder andere in op de uitvoerbaarheid van voorgestelde wetgeving en mogelijke strijdigheid met grondrechten, internationale regelgeving of beginselen van effectieve toegang tot de rechter. De wetgevingsadviezen komen tot stand in nauw overleg met betrokken sectoren uit de gerechten. Veel wets- en beleidsvoorstellen hebben gevolgen voor de bedrijfsvoering en de werkbelasting van de Rechtspraak. De inschatting van deze gevolgen is een essentieel onderdeel van de wetgevingsadvisering. Bij de werklastinschatting wordt onder andere aandacht besteed aan de gevolgen van het voorstel voor de personeelsbezetting, de belasting van de administratie van gerechten, het aantal te behandelen zaken, de gemiddelde behandeltijd per zaak, de IT-systemen en de opleiding van rechters en griffiers. Waar mogelijk bevatten de adviezen suggesties om ongewenste gevolgen te voorkomen.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Onderzoek en wetgevingsadvisering
Pagina 36
In 2012 heeft de Raad 48 adviezen uitgebracht over wets- en beleidsvoorstellen. De volgende adviezen springen daarbij in het oog3: Advies invoering flexibel cameratoezicht (26 september 2012)
Het wetsvoorstel maakt tijdelijk en flexibel cameratoezicht mogelijk indien dit noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats. Anders dan de huidige regeling, vereist het wetsvoorstel geen specifiek plaatsingsbesluit waarin de plaatsing van iedere afzonderlijke camera wordt vastgelegd. In de plaats daarvan komt een gebiedsaanwijzing (door middel van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, genomen door de burgemeester) waarin wordt bepaald binnen welk gebied de flexibele camera’s geplaatst en verplaatst mogen worden. De Raad heeft erop gewezen dat het onvoldoende duidelijk is wat het bereik is van deze wettelijke regeling en vraagt op een aantal punten verduidelijking. Dit betreft bijvoorbeeld de duur van de gebiedsaanwijzing, het soort camera’s die onder de regeling kunnen vallen (vallen bijvoorbeeld ook handcamera’s onder de regeling) en de motivering van de gebiedsaanwijzing. Advies conceptwetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van adolescentenstrafrecht (23 maart 2012) en aanvullend advies (20 september 2012)
De Raad heeft een kritisch advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot invoering van adolescentenstrafrecht. De Raad heeft daarin de strekking om indringender aandacht te geven aan adolescenten tussen 15 en 23 jaar onderschreven, maar aangegeven zich op essentiële onderdelen niet te kunnen vinden in de gekozen oplossingsrichting. Dat gold in het bijzonder voor het voorstel dat de rechter bij alle 18 tot 23-jarige verdachten bij alle delicten in zijn uitspraak zou moeten motiveren waarom hij geen aanleiding ziet tot toepassing van het jeugdstrafrecht. Deze motiveringsplicht schiet volgens de Raad het doel voorbij en veroorzaakt bovendien allerlei voor de strafrechtspleging onbedoelde negatieve bijeffecten, terwijl daardoor ook de uitvoeringskosten aanzienlijk zijn. In het bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel is dit onderdeel niet gehandhaafd. Verder heeft de Raad geadviseerd om het mogelijk te maken dat verdachten gelijktijdig voor de kinderrechter worden berecht voor feiten die zij tijdens minderjarigheid hebben begaan en feiten die zij daarna tijdens meerderjarigheid hebben begaan. In het ingediende wetsvoorstel is dit overgenomen. Advies conceptwetsvoorstel Wet houdende regels voor een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij psychische, psychosociale of gedragsproblemen van de jeugdige en opvoedingsproblemen (Jeugdwet) (8 september 2012)
Dit wetsvoorstel voorziet in een decentralisatie van de verantwoordelijkheid – zowel bestuurlijk als financieel – voor alle vrijwillige en gedwongen zorg voor jeugd naar gemeenten, opdat gemeenten in staat zijn een integraal jeugdbeleid te voeren. De decentralisatie biedt kansen voor een betere afstemming van vrijwillige hulp en meer aandacht voor preventie. Het wetsvoorstel bevat echter volgens de Raad onvoldoende waarborgen voor een goede tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. Dit levert risico’s op voor de acceptatie van deze beslissingen, het gezag van de rechter en de rechtseenheid en rechtszekerheid. De Raad heeft verder geadviseerd de Jeugdwet beter af te stemmen met de bestaande systematiek van het wettelijk stelsel van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de rechtsbescherming beter te regelen. 3 Een volledig overzicht van alle in 2012 uitgebrachte adviezen treft u
in de bijlage 2 aan.
4
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Pagina 38
Instroom, productie en kosten Samenvatting
• In 2012 stroomden ruim 1,7 miljoen zaken in bij de gerechten; dit betekent een sterke daling van de instroom van circa 5% ten opzichte van 2011. Sectoraal waren er duidelijke verschillen. - De instroom handelszaken in eerste aanleg nam voor het tweede jaar achtereen sterk af, met uitzondering van de sterke toename van faillissementsrekesten. Het aantal hoger beroepen handelszaken nam slechts in lichte mate af. - Het aantal familierechtelijke zaken rond bewindvoering bij de kantonrechter blijft sterk toenemen. De totale instroom andere familierechtelijke zaken die in eerste aanleg worden behandeld, stabiliseerde ten opzichte van 2011. - De hoeveelheid overtredingzaken dat voor de kantonrechter kwam, nam sterk af en het aantal misdrijfzaken bij de rechtbank nam slechts in geringe mate af, terwijl de instroom bij de strafrechter in hoger beroep stabiliseerde. - De hoeveelheid belastingzaken in eerste aanleg nam evenals in 2011 toe. - Na een sterke instroomgroei in 2011 werden er bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in 2012 veel minder zaken aangebracht. • Het totaal aantal in 2012 afgehandelde zaken lag 7%, dat wil zeggen circa 129 duizend zaken, lager dan het jaar daarvoor. Gewogen naar werklast betrof het een afname van slechts 2%. Bijna driekwart van de volumedaling betrof kantonzaken, die gemiddeld lichter zijn dan de andere zaaksgroepen. - De helft van de werklast bij de Rechtspraak betrof de afhandeling van civiel rechtelijke zaken, ruim een kwart de afhandeling van strafzaken en minder dan een kwart van de capaciteit werd besteed aan zaken betreffende het bestuurs recht (inclusief vreemdelingen- en belastingzaken). Dit is vergelijkbaar met de voorgaande jaren.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 39
- De werkvoorraad is in 2012 in zeer lichte mate opgelopen met nog geen procent van het instroomvolume. De werkvoorraad belastingzaken nam duidelijk toe. Een afname was te zien bij de civielrechtelijke procedures in hoger beroep, en bij de bijzondere colleges, met name het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). • De gemiddelde personele omvang (fte) is in 2012 afgenomen met 3%. Dit is het gevolg van een personeelsstop/vacaturestop en van natuurlijk verloop. Aangezien de werklast met slechts 2% afnam, is de arbeidsproductiviteit in zeer lichte mate, met 1%, toegenomen. In 2012 was de personele omvang bij de Rechtspraak weer terug op het niveau van 2007, waarbij het aantal rechters en raadsheren in die periode nog wel is toegenomen met circa 5%. In de afgelopen vijf jaar is de arbeidsproductiviteit met circa 7% toegenomen. • De totale kosten die de Rechtspraak heeft gemaakt, gecorrigeerd voor inflatie, zijn in 2012 gedaald met 2%. Aangezien de werklast iets minder sterk afnam, zijn de kosten voor een vergelijkbare hoeveelheid zaken in 2012 in zeer lichte mate, met 1%, afgenomen. In de afgelopen vijf jaar zijn de kosten in verhouding tot het zaaksvolume met zeker 6% afgenomen. • Er werden minder zaken afgedaan dan in de begroting opgenomen en gefinancierd was. Onder andere hierdoor zal de Rechtspraak over 2012 een bedrag van 32,6 miljoen euro (circa 3% van de bijdrage) storten in de egalisatierekening. • De Rechtspraak behaalde in 2012 een resultaat van 10,3 miljoen euro. Daardoor is het eigen vermogen van 38,4 miljoen op 1-1-2012 toegenomen tot 48,7 miljoen euro op 31-12-2012.
4.1 Instroomontwikkeling
Uit tabel 1 in hoofdstuk 6 blijkt dat in 2012 ruim 1,7 miljoen zaken instroomden bij de gerechten4. Voor het tweede jaar op rij is de instroom5 sterk gedaald: in 2011 met 8% en in 2012 met 5%. De afname deed zich vooral voor bij procedures in eerste aanleg met een daling van vijf%, waar in hoger beroep de daling slechts 1% was. De instroomontwikkelingen verschilden nogal per sector, zoals hieronder wordt beschreven en bijgaande figuur laat zien. Procentuele ontwikkelingen zaakinstroom, 2012 t.o.v. 2011
Procentuele ontwikkelingen zaakinstroom 2012 t.o.v. 2011
-7%
Kantonsector rechtbanken
-4% 3%
Sector civiel rechtbanken
Bestuurszaken rechtbanken
4 Een klein deel van de instroom en
-4%
productie valt buiten de gepresen-
Vreemdelingenzaken rechtbanken
teerde overzichten. Het betreft de bijzondere kamers, megazaken,
4%
commissies van toezicht en tucht-
Belastingzaken rechtbanken
recht en het werk van de rechtercommissaris strafzaken. 5 Vanaf 2011 tellen de zogenaamde akten en verklaringen bij de sector
-2%
Sector straf rechtbanken
0%
Gerechtshoven totaal
-8%
kanton niet meer mee. In de tabellen en de analyses zijn daarom de akten
CRvB + CBb
-5%
en verklaringen in alle jaren niet meer
Totaal
meegenomen.
%
6
4
2
0
-2
-4
-6
-8
-10
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 40
De kantonrechter
Het aantal bij de kantonrechter aangebrachte zaken nam voor het tweede jaar op rij in totaal sterk af, met 72.000 zaken, wat neerkomt op een daling van 7%. In 2012 lag het instroomvolume bij kanton op ruim 1 miljoen. Het aantal familiezaken bij de kantonrechter nam in totaal met 12% toe. Het zijn zaken rond het bewind over meerderjarigen, dat wil zeggen verzoeken tot bewind, mentorschap en curatele, en het toezicht daarop. De instroom handelszaken (bodemzaken en kort gedingen samen) bij de kantonrechter nam over de gehele linie sterk af met circa 10% tot circa 549.000. De grootste groep zijn de dagvaardingszaken (waaronder veel incassozaken) en het volume daarvan nam met circa 11% sterk af, tot circa 515.000 zaken. Dit ondanks de extra instroom als gevolg van de competentiewijziging6, waardoor sinds medio 2011 meer zaken in aanmerking komen voor behandeling bij de kantonrechter in plaats van bij de ‘gewone’ civiele rechter. Bij deze afname spelen de verhoging van de griffierechten eind 2010 (invoering Wgbz), de indexeringen van griffierechten en de griffierechtenwijziging medio 2011 in samenhang met de competentiegrenswijziging een belangrijke rol. Binnen de groep handelszaken nam het aantal verzoekschriften (over onder andere huur en arbeidsontbinding) toe; de toename van rekesten arbeidsontbinding tot ruim 21.000 is vermoedelijk het gevolg van de voortdurende economische crisis. De instroom overtredingzaken nam zeer sterk af (-38%). Het aantal Mulderzaken nam toe ten opzichte van 2011 (8%). Dit zijn zaken die gaan over lichte verkeersovertredingen met een opgelegde boete en ook over opgelegde dwangmiddelen en gijzelingen7. De civiele sector van de rechtbanken
Bij de civiele sector van de rechtbanken nam het aantal aangebrachte zaken in totaal af met circa 4%, van circa 324.000 tot circa 310.000. Dit gaat dus om civiele procedures (familiezaken, handelszaken inclusief insolventies en presidentrekesten) in eerste aanleg, exclusief de zaken die door de kantonrechter worden behandeld. Het aantal familierechtelijke procedures bleef gelijk aan 2011, rond de 190.000. De instroom van scheidingszaken, levensonderhoud en BOPZ-zaken vertoonde een groei van rond de 5%, waar verzoeken tot ondertoezichtstelling met 3% afnamen en rekesten over uithuisplaatsing zelfs met 11% afnamen. De afschaffing van rechterlijke tussenkomst bij het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden heeft gezorgd voor een beperking van het aantal familierechtelijke zaken. Deze categorie zaken is van ongeveer 5.000 zaken in 2010 nagenoeg tot nul teruggebracht.
6 De competentiegrens is per 1 juli 2011 verhoogd van 5.000 euro tot 25.000 euro. Deze financiële grens bepaalt of een zaak door de kantonrechter (geldelijk belang van de zaak onder de grens) of een rechter van de sector civiel (geldelijk belang boven de grens) wordt behandeld. 7 Procedures over verkeersboetes vallen niet allemaal onder Mulder zaken. Wanneer ze gefiscaliseerd zijn, zijn het belastingzaken. Onder dwangmiddelen wordt verstaan het in beslag nemen van het rijbewijs of voertuig van de betrokkene of het gijzelen van de persoon zelf.
Het aantal handelszaken (bodemzaken en kort gedingen), in de civiele sector nam met 10% sterk af. Met handelszaken worden niet-familierechtelijke civiele procedures bedoeld, zoals over koop of letselschade. Deels is de afname nog het gevolg van de wijziging van de competentiegrens. Met de verhoging van de grens komen immers meer zaken in aanmerking voor behandeling bij de kantonrechter en als gevolg daarvan behandelt de sector civiel minder zaken. De gevolgen van de economische crisis zijn in 2012 opnieuw zichtbaar in de toename van het aantal faillissementen, met 20%, tot 12.260. In 2012 werden 13.780 wettelijke schuldsaneringen uitgesproken, wat een daling inhoudt ten opzichte van het recordjaar 2011. Het aantal dwangakkoorden en moratoria schuldsanering nam wel sterk toe. Deze zaken vormen een onderdeel van het minnelijke traject voorafgaand aan een eventuele WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) en komen voor sinds wetswijziging per 1 januari 2008. Ook het afgelopen jaar nam hun zaaksomvang sterk toe; sinds 2008 is het aantal bijna verdrievoudigd.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 41
Een sterke afname was ook te zien bij de zogenaamde presidentrekesten, de instroom hiervan liep met 12% terug ten opzichte van 2011, tot ruim 21.000. De bestuurssectoren van de rechtbanken
De instroom van bijna 114.000 zaken bij de bestuurssectoren van de rechtbanken was vrijwel gelijk aan die in 2011. Een afname van vreemdelingenzaken met 4% stond tegenover een toename van belastingzaken met 4% en een toename van reguliere bestuurszaken met 3%. De instroom reguliere bestuurszaken was hoger dan in 2011: die nam met 3% toe van 44.400 naar 45.700. Binnen deze groep zaken is het beeld wisselend; de instroom van vooral ambtenarenzaken (+12%) en bouwgerelateerde zaken (+6%), is duidelijk meer toegenomen dan de instroom bij bijstandzaken en sociale verzekeringszaken. Deze hadden een gematigde groei. Het aantal voorlopige voorzieningen Wet werk en bijstand is zeer sterk toegenomen (+38%). Verder is een verschuiving zichtbaar van (oude wetgeving) Wet op de Ruimtelijke Ordening naar (nieuwe wetgeving) WABO. Het aantal voor de rechter gebrachte vreemdelingenzaken nam met 4% af tot circa 40.400. Reguliere vreemdelingenzaken namen toe, bewaringszaken namen af. Bij belastingzaken was bij de rechtbank in 2012 sprake van een instroomtoename met 4% tot circa 27.700 zaken. Rijksbelastingzaken namen in aantal toe en belastingzaken van lagere overheden namen af. De toename was geconcentreerd bij zaken over transport- en vervoergerelateerde belastingen8 (+174%, +2.000 zaken) en over inkomstenbelasting (+16%, + 800 zaken). Zaken die te maken hadden met de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) bleven nagenoeg constant. De strafsectoren van de rechtbanken
De instroom misdrijfzaken bij de strafsectoren van de rechtbanken is in 2012 in lichte mate (bijna 2%) afgenomen tot bijna 200.000. De verzoeken raadkamer die niet de voorlopige hechtenis betreffen, namen licht toe. De enkelvoudige strafzaken (politierechter en kinderrechter) namen af. Het aantal meervoudige strafzaken bleef redelijk constant. De gerechtshoven en appelcolleges
Het aantal bij de gerechtshoven aangebrachte zaken stabiliseerde in 2012 op circa 58.600 Het aantal civiele zaken in hoger beroep was lager dan in 2011. Daarbinnen nam het aantal handelszaken licht af met 2% tot 9.900, evenals het aantal familiezaken met 3% tot 5.900. De stroom strafzaken in hoger beroep is tamelijk stabiel. In 2012 ging het om 38.700 strafgerelateerde zaken bij de gerechtshoven. Na de grote instroomtoename in 2011 stabiliseerde de belastinginstroom in hoger beroep op 4.000 zaken. Groei was zichtbaar bij hoger beroepen op het gebied van vermogens belasting, overdrachtsbelasting en inkomstenbelasting. Afname in zaaksinstroom is er bij omzetbelasting, vennootschapsbelasting en de lokale belastingen in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ).
8 Belasting personenauto’s en motorrijwielen.
De Centrale Raad van Beroep (CRvB) oordeelt in hoger beroep over geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, de sociale voorzieningen en ambtenarenzaken. Daarnaast is de CRvB rechter in eerste en enige aanleg in geschillen over de uitvoering van wetten voor oorlogs- en vervolgingsgetroffenen, enkele bijzondere pensioenen en voor beroepen van rechterlijke ambtenaren.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 42
De instroom aan rechtszaken daalde er in 2012 met 9% tot 7.000. Daling van de zaaksinstroom komt voor bij pensioenzaken, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, en werkloosheid. Toenemende instroom ziet de CRvB bij ambtenarenzaken en zaken over de ziektekostenverzekering. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt over geschillen op het terrein van het sociaaleconomisch bestuursrecht. Dat betekent dat er vaak kwesties van Europees recht spelen. Daarnaast is het College hogerberoepsinstantie voor uitspraken betreffende een aantal specifieke wetten, zoals de Mededingingswet en de Telecommunicatiewet. In 2012 was de instroom aan rechtszaken bij het CBb 2% lager dan in 2011, en kwam uit op 1.168 zaken. Dit houdt een stabilisatie in, na de piekinstroom in 2009 en 2010. Zaken over energiewetgeving en gezondheidszorg zijn, na twee jaren van hogere instroom, weer op het niveau van 2009. De instroom aan milieuwetgevingszaken neemt voor het derde jaar op rij af.
4.2 Afgehandelde zaken en werkvoorraad
Van de 1,7 miljoen zaken die jaarlijks instromen bij de gerechten, krijgen strafzaken in de media en het publiek verreweg de meeste aandacht. Echter, slechts ongeveer een kwart van de afgehandelde zaken betreft strafzaken. Tweederde van de zaken is civielrechtelijk van aard (inclusief de kantonrechter) en deze maken de helft van de werklast bij de Rechtspraak uit. Het aantal afgehandelde zaken nam in 2012 met 7% (circa 129.000) af tot bijna 1,7 miljoen zaken. Gewogen naar werklast bedroeg de afname slechts 2%. Bijna driekwart van de daling betrof namelijk kantonzaken en die zijn gemiddeld lichter dan de andere zaaksgroepen. 4.2.1 Productieverdeling
Ingestroomde zaken worden behandeld en afgedaan. Alvorens in te gaan op de ontwikkeling in 2012 van de productie ten opzichte van vorig jaar, totaal en per sector, wordt de verdeling van de productie over de verschillende rechtsgebieden aangegeven. In de volgende figuur is naast de verdeling van de absolute productieaantallen in de linkerkolommen, ook de verdeling van de werklast over de verschillende sectoren (in de rechterkolommen) weergegeven. In absolute productieaantallen gerekend geldt dat kanton de hoogste staaf op de linker kolommen heeft (het grootste aandeel). Het feit dat voor kantonzaken het aandeel in werklast in minuten (de rechterkolommen) zoveel kleiner is, geeft aan dat dit relatief lichte (weinig bewerkelijke) zaken zijn. Zijn de rechterkolommen echter groter dan die op de linkerkolommen, zoals bij de sectoren civiel, straf en bestuur, dan betekent dit dat relatief zware (bewerkelijkere) zaken zijn behandeld. Hoewel strafzaken in de media en bij het publiek meestal meer aandacht krijgen, blijkt dat in 2012 ruim tweederde (68,3%) van de zaken in de gerechten civielrechtelijk van aard is. Dit zijn handelsgeschillen en familiezaken (inclusief kantonzaken). De sector straf is verantwoordelijk voor 24,3% en de resterende 7,3% betreft bestuurszaken, vreemdelingenzaken en belastingzaken.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 43
De behandeling van civiele zaken zorgt voor de helft (50,8%) van de werklast, de behandeling van strafzaken voor ruim een kwart (27,1%) en de behandeling van bestuurszaken inclusief belastingzaken en vreemdelingenzaken voor ruim een vijfde (22,1%). Dit beeld is, zowel voor de absolute productie als voor de werklast, redelijk stabiel over de laatste jaren. In 2012 is het aandeel straf licht toegenomen ten koste van bestuur. Binnen de rechtsgebieden kunnen ook verschuivingen plaatsvinden. Zo nemen bijvoorbeeld de familiezaken toe, waar de handelszaken afnemen. Bij bestuur neemt het belang van bestuur- en belastingzaken toe, terwijl vreemdelingenzaken afnemen. Aandeel sector in productie en werklast 2012
Aandeel sector in productie en werklast 2012 Vreemdelingenzaken
2,4% 4,1% 4,9%
18,0%
Bestuurszaken + belasting, rechtbank + hoven en CRvB
13,7% 26,3%
Strafzaken, rechtbank + hoven
10,6% 0,8%
Strafzaken + Mulderzaken, kanton Civiele zaken, rechtbank + hoven
19,4% 37,5%
Civiele zaken, kanton
48,9% 13,3% %
0
10
20
30
40
50
60
Productie (aantal zaken) Gewogen productie (prijs)
4.2.2 Productie- en voorraadontwikkeling
De totale hoeveelheid afgedane zaken door de Rechtspraak nam in 2012 met 7% af, tot circa 1,7 miljoen zaken. Dit is voor het tweede jaar op rij dat de totale productie een afname vertoont. Hoewel het totaal aantal in 2012 afgehandelde zaken met 7% afnam, is vertaald naar werklast, het gewogen volume afgehandelde zaken slechts met 2% afgenomen. Dat de werklast minder afnam dan het ongewogen zaaksvolume, kwam doordat de productie afname voornamelijk plaatsvond bij relatief lichte zaken. Het aandeel afgehandelde kantonzaken nam bijvoorbeeld sterk af en dat zijn rechtspraakbreed gezien de minder bewerkelijke zaken. Bijna driekwart van de volumedaling was het gevolg van de afname van kantonzaken. In 2012 is de werkvoorraad in zeer lichte mate opgelopen, met minder dan 1% van het instroomvolume. Er was sprake van een voorraadtoename in de belastingsectoren. De werkvoorraden civiele zaken in hoger beroep namen af, evenals bij de bijzondere colleges CRvB en CBb. Hieronder wordt de ontwikkeling per sector toegelicht. Productie- en werkvoorraadontwikkeling naar sector
Zoals uit de volgende figuren blijkt, verschilt de ontwikkeling van afgehandelde zaken per sector, evenals de werkvoorraadontwikkeling.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 44
Procentuele ontwikkeling afgehandelde zaken, 2012 t.o.v. 2011
Procentuele ontwikkeling afgehandelde zaken, 2012 t.o.v. 2011 Kantonsector rechtbanken -9% Sector civiel rechtbanken -6% Bestuurszaken rechtbanken -6% Vreemdelingenzaken rechtbanken -8% Belastingzaken rechtbanken -6% Sector straf rechtbanken -3% Gerechtshoven totaal -3% CRvB + CBb -2% Totaal -7% %
0
-1
-2
-3
-4
-5
-6
-7
-8
-9
-10
De afname van het aantal afgehandelde kantonzaken in 2012 was fors, 9%. Voor het grootste deel was dit het gevolg van de instroomdaling. Op twee terreinen van de kantonrechter nam de werkvoorraad toe. Ten eerste was er een incidentele toename van de voorraad Mulderzaken. Bij één rechtbank nam daarnaast de werkvoorraad rond het beheer van bewind meerderjarigen toe en dat verklaart de landelijke voorraadtoename familiezaken. Het aantal afgehandelde zaken in de civiele sector van de rechtbanken nam 6% af. De werkvoorraad was stabiel. Bij de strafsectoren van de rechtbanken was het aantal afgedane zaken ongeveer gelijk aan dat in 2011. Het aantal door de rechtbanken afgedane bestuursrechtelijke procedures nam met 6% af, over de gehele linie. Bij vreemdelingenzaken is dat het gevolg van de instroomdaling. Hoewel bestuurszaken en belastingzaken nog instroomgroei vertonen, liep de productie terug. Bij belastingzaken was in 2012 sprake van een sterk oplopende werkvoorraad. Bij de gerechtshoven nam zowel het aantal afgehandelde handelszaken als familiezaken af. De ontwikkeling bij handelszaken in hoger beroep volgt hiermee de recente dalingen in eerste aanleg. De werkvoorraad nam af. Bij de belastingsectoren van de gerechtshoven nam het aantal afgehandelde zaken fors af, bij een geringe instroomtoename. Daardoor nam de werkvoorraad sterk toe.
430.760
1.690
CBb
420.410
1.580
9.100
21.230
3.920
2.810
10.810
13.620
39.820
930
45.860
55.010
141.620
51.680
14.630
10.150
21.650
46.430
7.660
37.290
86.280
131.230
werkvoorraad eind 2011 0%
3%
-1%
-9%
3%
0%
-4%
-7%
-9%
-8%
-3%
-5%
5%
0%
-1%
-3%
-3%
-8%
-5%
2%
-1%
-1%
afgezet tegen instroomvolume
1%
-2%
-7%
2%
-1%
-4%
-13%
-8%
-9%
-12%
-34%
34%
-4%
-7%
11%
-5%
-10%
-13%
-10%
12%
-3%
-1%
t.o.v. 2010
voorraadontwikkeling 2011
434.350
1.450
8.840
20.800
4.260
2.540
10.400
12.940
45.850
900
53.070
51.220
151.040
54.870
16.490
10.100
21.970
48.560
5.860
38.330
87.400
131.590
werkvoorraad eind 2012
1%
2%
2%
0%
8%
1%
-11%
-4%
-1%
-5%
-4%
-4%
3%
0%
3%
-1%
7%
0%
1%
-5%
1%
1%
afgezet tegen instroomvolume
7%
6%
5%
0%
9%
3%
-8%
-3%
-2%
-10%
-4%
-5%
15%
-3%
16%
-7%
13%
0%
1%
-23%
3%
1%
t.o.v. 2011
voorraadontwikkeling 2012
Instroom, productie en kosten
Totaal
8.900
21.400
CRvB
Strafzaken
4.090
3.240
-Familiezaken
Belastingzaken
11.690
14.930
59.040
-Handelszaken
Civiel
Gerechtshoven
-Strafzaken + mulderzaken
1.400
34.140
-Beslissing president /civiel algemeen
57.160
-Familiezaken
151.740
-Handelszaken
Kanton
46.540
15.390
-Belastingzaken
Strafzaken
11.340
-Vreemdelingenzaken
51.720
24.990
-Bestuurszaken
Bestuur
6.810
35.470
-Familiezaken
-Beslissing president /civiel algemeen
87.470
129.750
werkvoorraad eind 2010
-Handelszaken
Civiel
Rechtbanken
Werkvoorraadontwikkeling 2011 en 2012 Jaarverslag Rechtspraak 2012 Pagina 45
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 46
Bij de CRvB was het aantal in 2012 afgedane zaken iets lager (-3%) dan in 2011. De werkvoorraad nam toch af, aangezien de instroom sterk daalde. Bij het CBb was het aantal afgedane zaken nagenoeg constant (+1% ten opzichte van 2011). Omdat de instroom daar afnam, is ook hier de voorraad sterk teruggebracht.
4.3 Productiviteitsontwikkeling en afgehandelde zaken ten opzichte van de afspraken 4.3.1 Personeelsomvang, kosten en productiviteit
De volgende tabel laat zien hoe de gemiddelde personele bezetting en het volume afgehandelde zaken zich sinds 2007 hebben ontwikkeld. Het zaaksvolume is gewogen met behulp van vastgestelde prijzen, waardoor veranderingen in de zaakssamenstelling worden meegewogen. De gemiddelde bezetting betreft voltijdbanen. Voor ultimo-cijfers en aantallen personen zie hoofdstuk 6. De totale gemiddelde personele bezetting (fte) was in 2012 ongeveer 3% lager dan in 2011. Dit is het gevolg van een personeelsstop/vacaturestop en van natuurlijk verloop.9 Het volume afgedane zaken nam met 2% af. Daarmee is het zaaksvolume per arbeidsjaar (arbeidsproductiviteit) in zeer lichte mate, met 1%, toegenomen in vergelijking met 2011. In de periode 2007 t/m 2012 is de personele omvang eerst toegenomen en de laatste twee jaar weer gedaald tot het niveau van 2007. Het zaaksvolume is in die tijd met 8% toegenomen. Dit betekent dat de arbeidsproductiviteit sinds 2007 met 7% is toegenomen. Het aantal rechters en raadsheren is sinds 2007 met 5% toegenomen, terwijl de bezetting (administratieve en juridische) ondersteuning met 1% afnam. Anders gezegd, het aandeel rechters en raadsheren nam in de periode 2007-2012 toe. Index personele bezetting, gewogen zaaksvolume en arbeidsproductiviteit Rechtspraak (2007 = 100)
Gemiddelde bezetting rechters en raadsheren
2007
2008
2009
2010
2011
2012
groei 2012 (%)
100
102
104
107
107
105
-2%
Gemiddelde bezetting ondersteuning
100
102
103
104
102
99
-3%
Gemiddelde bezetting totaal*
100
102
104
105
103
100
-3%
Gewogen zaaksvolume
100
100
104
108
110
108
-2%
Zaaksvolume per arbeidsjaar: arbeidsproductiviteit
100
98
101
103
106
107
1%
De volgende tabel geeft een beeld van de kostenontwikkeling sinds 2007, gecorrigeerd voor inflatie van lonen en prijzen bij de overheid. De totale kosten die de Rechtspraak heeft gemaakt, gecorrigeerd voor inflatie, zijn in 2012 gedaald met 2%. Aangezien de gewogen productie iets minder sterk is afgenomen, zijn de kosten voor een vergelijkbare hoeveelheid zaken in 2012 in zeer lichte mate afgenomen (1% lager dan in 2011).
* De gemiddelde bezettingscijfers, waarmee hier wordt gewerkt, laten in 2012 nog geen afname van raio’s/ rio’s zien.
Over de gehele periode 2007 t/m 2012 zijn de reële kosten voor de Rechtspraak toegenomen met 3%. Het (gewogen) zaaksvolume nam met 8% echter veel sterker toe. Dit betekent dat in de periode 2007-2012, de kosten voor een vergelijkbare zaak zijn afgenomen met 5%. Hierbij speelde een rol dat vanaf 2005 een taakstelling (dat wil zeggen een korting) was opgenomen in de door de Minister vergoede prijzen voor de Rechtspraak, oplopend tot uiteindelijk 6% structureel.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 47
In de periode 2007 t/m 2012 namen de reële personele kosten toe en de overige kosten af. Voor wat betreft die overige kosten namen de huisvestingskosten weliswaar toe, maar de andere kosten, bijvoorbeeld voor IT, namen af. Index reële10 kosten en zaaksvolume per ingezette euro bij de Rechtspraak (2007 = 100) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
groei 2012 (%)
Personele kosten
100
101
106
113
114
110
-4%
Overige (materiële) kosten
100
92
94
90
88
89
2%
Totale kosten
100
98
102
106
106
103
-2%
Gewogen zaaksvolume
100
100
104
108
110
108
-2%
Zaaksvolume per ingezette euro: kostenproductiviteit
100
102
102
101
104
105
1%
In de volgende figuur zijn de ontwikkelingen op het gebied van het aantal zaken, personele omvang en kosten voor een langere periode te zien: 2002-2012. • Het gewogen zaaksvolume vertoonde in deze periode een golvende beweging met een opwaartse trend: in 2012 was het zaaksvolume circa 20% groter dan in 2002. • De personeelsomvang is sinds 2002 toegenomen met circa 16% en bewoog in grote lijnen mee met het zaaksvolume. In de laatste 4 jaar is de personeelsomvang als gevolg van budgettaire druk licht achtergebleven bij de zaaksontwikkeling en daarmee is de arbeidsproductiviteit toegenomen tot ongeveer 6% boven het niveau van 2002. • De totale reële kosten voor de Rechtspraak zijn vanaf 2002 toegenomen met circa 14%. Maar het (gewogen) zaaksvolume nam in die periode veel sterker toe. Per saldo zijn de kosten voor de afhandeling van een vergelijkbare hoeveelheid zaken sinds 2002 afgenomen met circa 6%. Met andere woorden: de kostenproductiviteit is met 6% toegenomen. Zaaksvolume, bezetting, kostenen productiviteit Rechtspraak, 2002-2012,
Zaaksvolume, 2002=100bezetting, kosten en productiviteit Rechtspraak, 2002-2012 (2002 = 100) 130
120
110
100
90
80 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
10 Voor de meerjarenvergelijking zijn de nominale bedragen gecorrigeerd voor ontwikkelingen in het prijspeil.
Totale kosten (gedefleerd)
Gewogen zaaksvolume
Hiervoor zijn cijfers van het Centraal
Kostenproductiviteit
Gemiddelde bezetting totaal
Planbureau (CPB) gebruikt. Voor de personele kosten is gebruik gemaakt
Arbeidsproductiviteit
van de loonvoet voor de sector overheid (inflatie van 0,6% in 2011 en 2,5% in 2012). Voor de materiële kosten is de prijs ‘intermediair verbruik overheid’ gebruikt als deflator (inflatie van 1,4% in 2011 en 2,1% in 2012).
In de gebruikte cijfers voor het zaaksvolume blijft een aantal ontwikkelingen die de behandeling van rechtszaken bewerkelijker maken, buiten beeld. Zo is de belasting voor rechters en raadsheren toegenomen om de kwaliteit van het rechtspreken te borgen en te verbeteren. Te denken valt aan de explicietere en betere motivering in strafvonnissen.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 48
Ook is het toegenomen beslag van de behandeling van megazaken op de capaciteit, niet in de ontwikkeling van het zaaksvolume terug te vinden. Er zijn daarnaast signalen dat de omvang van de processtukken die gelezen moeten worden, is toegenomen. Veranderingen in de houding van procespartijen en hun vertegenwoordigers en de invloed daarvan op de werklast is evenmin goed in beeld te brengen. Ook is als gevolg van invoering van de OM-strafbeschikking een sterkere selectie van strafzaken ontstaan, waardoor de gemiddeld arbeidsintensievere zaken overblijven, voordat deze bij de rechter komen. De Raad schat dat daarmee zeker 4% tot 5% van de werklasttoename sinds 2005 buiten beeld blijft: achter de hierboven berekende productiviteitstoename van 6% gaat dus een onderschatting schuil. 4.3.2 Productie, resultaat en eigen vermogensontwikkeling
Met de Minister van Veiligheid en Justitie zijn afspraken gemaakt over de te realiseren hoeveelheid af te handelen zaken. Die afspraken zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op de prognoses van het zaaksaanbod, die worden berekend door het WODC via prognosemodellen. Het door de Minister toegekende budget (bijdrage) komt vervolgens tot stand door het productievolume te vermenigvuldigen met de voor een periode van drie jaar (2011-2013) vastgelegde prijzen per productgroep. De middelen (opbrengsten) van de Rechtspraak worden voor het overgrote deel verkregen uit de productie van zaken. Na afloop van het jaar wordt op basis van de werkelijk behaalde productie afgerekend. In de volgende tabel is weergegeven hoe de realisatie van de productie zich in absolute zin verhoudt tot de productieafspraken met de Minister. In 2012 lag het aantal afgehandelde zaken ongeveer 8% lager dan de afspraken met de Minister. Vooral de productie van vreemdelingenzaken, kantonzaken, belastingzaken bij de hoven en de CRvB bleef achter bij de productie-afspraak 2012 met de Minister. Dit was bij kantonzaken en vreemdelingenzaken in hoofdzaak het gevolg van de lager dan verwachte instroom in 2012. Gewogen is de ‘minderproductie’ geringer, waardoor 32,6 miljoen euro in de egalisatierekening (3% van de bijdrage 2012) dient te worden gestort.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Instroom, productie en kosten
Pagina 49
Productie ten opzichte van de afspraken met de Minister, 2012 productie t.o.v. afspraken Rechtbanken
92%
Kantonzaken excl. akten en verklaringen en Mulder adres onbekend*
88%
Civiele zaken exclusief akten en verklaringen*
98%
Reguliere bestuurszaken
94%
Vreemdelingenzaken
77%
Belastingzaken
95%
Strafzaken excl. overtredingen
102%
Gerechtshoven
97%
Civiele zaken Strafzaken
93% 101%
Belastingzaken
74%
CRvB
93%
CBb (lump-sum gefinancierd)
98%
Totaal Rechtspraak
92%
*) De competentiegrenszaken van kanton (voorheen civiel) worden hier tot de civiele zaken gerekend
De Rechtspraak behaalde in 2012 een resultaat van ca. 10,3 miljoen euro. Daardoor is het eigen vermogen opgelopen van 38,4 miljoen op 1-1-2012 tot 48,7 miljoen euro op 31-12-2012.
5
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 51
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 52
Geconsolideerde balans per 31 december 2012, (na resultaatbestemming) (x €1.000)
31-12-2012 (x €1.000)
(x €1.000)
31-12-2011 (x €1.000)
Activa Vaste activa [1] Materiële vaste activa Grond en gebouwen
15.950
13.888
Installaties en inventarissen
46.222
45.722
Overige materiële vaste activa
14.430
16.495 76.602
76.105
21.059
21.059
Financiële vaste activa [2] Vordering Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake vakantiegelden Vlottende activa Vorderingen Overige vorderingen [3] Overlopende activa
10.410
5.909
10.710
6.073 21.120
11.982
[4] Liquide middelen
206.023
145.216
Totaal activa
324.804
254.362
[5] Eigen vermogen
48.707
38.402
[6] Egalisatierekening
58.205
33.062
[7] Voorzieningen
32.238
32.711
Passiva
Langlopende schulden [8] Leningen bij het Ministerie van Financiën Overige langlopende schulden [9] Vooruitontvangen bedragen Openbaar Ministerie
72.610
60.364
2.249
2.645
2.492
3.640 77.351
66.649
Kortlopende schulden Crediteuren [10] Overlopende passiva
Totaal passiva
37.366
7.853
70.937
75.685 108.303
83.538
324.804
254.362
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 53
Geconsolideerde winst- en-verliesrekening over 2012 Realisatie 2012 (x €1.000)
Begroot 2012 (x €1.000)
Realisatie 2011 (x €1.000)
995.739
996.932
955.071
23.681
33.133
26.192
Opbrengsten
[11A] Bijdrage kerndepartement Ministerie van Veiligheid en Justitie [11B] Overige bijdrage van Ministerie van Veiligheid en Justitie [12] Overige bedrijfsopbrengsten
7.702
12.033
9.405
-32.643
0
18.798
994.479
1.042.098
1.009.466
[14] Personele kosten
724.526
770.907
739.153
[15] Materiële kosten
230.799
240.248
220.843
[13] Bijdrage meer/minder werk Totaal opbrengsten Kosten
[16] Afschrijvingen materiële vaste activa
22.033
23.000
22.851
[17] Rentekosten
2.317
4.000
2.498
[18] Gerechtskosten
4.089
3.943
4.167
983.764
1.042.098
989.512
10.715
0
19.954
Totaal kosten Resultaat
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 54
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 (x €1.000) Beginsaldo liquide middelen
2012 (x €1.000)
(x €1.000)
145.216
2011 (x €1.000) 111.535
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat
10.715
19.954
22.957
24.123
9.907
27.314
-1.071
-893
Mutatie financiële vaste activa en vorderingen
-9.139
17.568
Mutatie kortlopende schulden (excl. kortlopend deel leningen en vooruitontvangen bedragen OM)
22.274
-3.734
Mutatie egalisatierekening
25.143
-28.798
Aanpassingen voor: Afschrijvingen op materiële vaste activa Mutatie voorzieningen Vrijval vooruitontvangen bedragen OM Verandering in werkkapitaal
Kasstroom uit operationele activiteiten
80.786
55.534
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
-25.486
-16.749
2.056
659
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-23.430
-16.090
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossingen leningen
-24.856
-23.608
Aangegane leningen
28.573
16.788
Mutatie overige langlopende leningen Toename vooruitontvangen bedragen OM Kasstroom uit financieringsactiviteiten Eindsaldo liquide middelen
-396
96
130
961 3.451
-5.763
206.023
145.216
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 55
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening
Algemene toelichting Wet herziening gerechtelijke kaart
Op 12 juli 2012 is de Wet herziening gerechtelijke kaart aangenomen en bij Koninklijk Besluit per 1 januari 2013 in werking getreden. Met deze wet zijn de bestaande vijf gerechtshoven en negentien rechtbanken samengevoegd tot vier gerechtshoven en tien rechtbanken. Vooruitlopend op de in werking treding van deze wet per 1 januari 2013 is gelijk met de implementatie van Leonardo (nieuwe financiële administratie) de herziening van de gerechtelijke kaart doorgevoerd in de financiële administratie en jaarrekening 2012. Oprichting Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak
In 2012 is door de Rechtspraak het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) opgericht. Consolidatie
In de consolidatie worden de financiële gegevens van de Rechtspraak opgenomen samen met haar publiekrechtelijke entiteiten waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Onderlinge transacties, vorderingen en schulden tussen de entiteiten worden geëlimineerd. De waarderingsgrondslagen van alle in de consolidatie betrokken entiteiten zijn gelijk. De entiteiten zijn voor 100% opgenomen in de consolidatie. De in de consolidatie betrokken organen zijn: Rechtbanken:
Rechtbank Amsterdam Rechtbank Den Haag Rechtbank Limburg Rechtbank Midden-Nederland Rechtbank Noord-Holland Rechtbank Noord-Nederland Rechtbank Oost-Brabant Rechtbank Oost-Nederland11 Rechtbank Rotterdam Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Gerechtshoven:
Gerechtshof Amsterdam Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch Gerechtshof Den Haag
Bijzondere colleges:
Centrale Raad van Beroep College van Beroep voor het bedrijfsleven
Overige entiteiten:
11 Per 1-4-2013 is rechtbank OostNederland gesplitst in rechtbank Gelderland (Arnhem) en Overijssel (Zwolle).
Bureau Raad voor de rechtspraak Spir-it Studiecentrum Rechtspleging (SSR) Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR)
Vestigingsplaats
Amsterdam Den Haag Maastricht Utrecht Haarlem Groningen ’s-Hertogenbosch Arnhem Rotterdam Breda Amsterdam Arnhem ’s-Hertogenbosch Den Haag Utrecht Den Haag Den Haag Utrecht Utrecht Utrecht
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 56
Grondslagen voor waardering van activa en passiva Algemeen
De jaarrekening 2012 is door leden van de Raad opgemaakt en vastgesteld op 17 april 2013. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Voor enkele grondslagen wordt afgeweken van deze wettelijke bepalingen en richtlijnen. Deze afwijkingen kunnen worden onderverdeeld in twee soorten. De eerste soort afwijkingen is gebaseerd op specifieke wet- en regelgeving voor de rijksoverheid en de Rechtspraak. Dit betreft de volgende wet- en regelgeving met bijbehorende afwijkingen: • het eigen vermogen is anders gepresenteerd in aansluiting op het Besluit Financiering Rechtspraak 2005 (BFR 2005); • de jaarrekening bevat de post egalisatierekening in aansluiting op het BFR 2005; • de opbrengstverantwoording is in aansluiting op BFR 2005; • geen opname van voorzieningen in het kader van jubileumuitkeringen en arbeidsongeschiktheid in aansluiting op de Regeling Baten-lastendiensten 2007. De tweede soort afwijkingen is tijdens het besluitvormingsproces van het Besluit Financiering Rechtspraak 2005 tot stand gekomen en vastgelegd in het Handboek Financiële Bedrijfsvoering Rechtspraak: • geen opname van een reservering voor de verplichting in het kader van vakantiedagen; • aangekochte software met een jaarlijkse betaalplicht is niet geactiveerd; • het jaarverslag Rechtspraak aan de Minister, zoals benoemd in de Wet op de rechterlijke organisatie, is vormgegeven middels een geconsolideerde jaarrekening Rechtspraak, zonder enkelvoudige jaarrekening concernbedrijf Rechtspraak. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Vergelijking met voorgaand jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Afschrijvingen op materiële vaste activa worden berekend volgens een vast percentage van de verkrijgingsprijs op basis van de geschatte toekomstige gebruiksduur van de betreffende materiële vaste activa. Afschrijvingen vinden plaats tot restwaarde. Voor zover niet anders is vermeld, is de restwaarde op nihil gesteld. Op materiële vaste activa in bestelling wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Het groot onderhoud van materiële vaste activa wordt, voor zover voor rekening van de Rechtspraak, als kosten ten laste van het resultaat gebracht.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 57
Financiële vaste activa
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening wegens vermoedelijke oninbaarheid. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
De Rechtspraak beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke aanwijzingen aanwezig zijn, wordt het actief afgeboekt naar de realiseerbare waarde mits deze lager is. Vorderingen
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening wegens vermoedelijke oninbaarheid. Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kasgelden en een rekening-courant met het Ministerie van Financiën en worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen, zijnde de nominale waarde van de verwachte uitgaven die noodzakelijk zijn, tenzij anders vermeld. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen contante waarde, behoudens de reorganisatievoorziening, deze is tegen nominale waarde. De hierbij gehanteerde disconteringsfactor is afgeleid van het rentepercentage van staatsleningen met een looptijd van 10 jaar. Langlopende schulden
Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de ontvangen bijdragen en de kosten en andere lasten over het jaar. Opbrengstverantwoording
De ontvangen bijdragen in het kader van de productie worden verantwoord in het verslagjaar waar de productie wordt gerealiseerd. Overige bijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Personeelsbeloningen
Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 58
Pensioenregeling
De werknemers van de Rechtspraak vallen onder de pensioenregeling van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. De Rechtspraak heeft de pensioenregeling verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. De Rechtspraak heeft voor deze pensioenregeling geen andere wettelijke of feitelijke verplichting indien een tekort zich voordoet bij het ABP. Wanneer echter de premiebetaling niet meer kostendekkend is, kan dit bij de Rechtspraak leiden tot ofwel een aanpassing van de premie dan wel een versobering van de pensioenregeling. Afschrijvingen op materiële vaste activa
De afschrijvingen op de materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikname afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur. De afschrijvingen zijn gebaseerd op de verkrijgingsprijs en vinden plaats volgens de lineaire methode. Kosten
De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Rentelasten
Rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt en toegerekend aan het jaar waarover zij verschuldigd zijn.
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De indirecte methode houdt in dat het gerapporteerde resultaat wordt aangepast voor: • posten van de winst-en-verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in dezelfde periode; • mutaties in voorzieningen, overlopende posten, handelsdebiteuren en handelscrediteuren. Overigens worden mutaties in investeringscrediteuren hier niet in meegenomen, want de kasstromen uit hoofde van investeringen in materiële vaste activa worden afzonderlijk onder de investeringskasstroom gepresenteerd; • posten van de winst-en-verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouw als behorend tot de operationele activiteiten. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit kasgelden en de rekening-courant met het Ministerie van Financiën. Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat het bestuur van de Rechtspraak zich over verschillende zaken een oordeel vormt en dat het bestuur schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 59
Toelichting op de geconsolideerde balans Activa
[1] Materiële vaste activa Bedragen x €1.000 Grond en Installaties en gebouwen inventarissen 1
Aanschafwaarde begin periode
2
Cumulatieve afschrijvingen
3
Boekwaarde 31 december 2011
Overige
Totaal
28.343
156.839
99.184
284.366
-14.455
-111.117
-82.689
-208.261
13.888
45.722
16.495
76.105
Mutaties gedurende periode 4
Investeringen
5.735
10.526
9.226
25.487
5
Desinvesteringen
-3.370
-7.096
-16.897
-27.363
6
Afschrijvingen
-2.696
-10.416
-9.845
-22.957
7
Afschrijvingen desinvesteringen
2.393
7.486
15.451
25.330
8
Totaal mutaties
2.062
500
-2.065
497
9
Aanschafwaarde einde periode
10 Cumulatieve afschrijvingen
30.708
160.269
91.513
282.490
-14.758
-114.047
-77.083
-205.888
15.950
46.222
14.430
76.602
11 Boekwaarde 31 december 2012
De overige materiële vaste activa betreffen voornamelijk hardware en software. Zelfontwikkelde software is niet geactiveerd; alleen van derden gekochte software is geactiveerd voor zover geen sprake is van een jaarlijkse betaalplicht. Kunst is niet geactiveerd onder de materiële vaste activa maar als niet in de balans opgenomen activa verantwoord. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn in onderstaande tabel opgenomen: Afschrijvingspercentage Grond en gebouwen
Verbouwingen
Installaties en inventarissen
Installaties Meubilair Kantoormachines
20% 12,5%
Audiovisuele middelen
12,5% 20%
Hardware
33,33%
Software
33,33%
Overig (geen ICT-activa)
Eigendom
10% 10-20%
Stoffering Overige Overige materiële vaste activa
10%
20%
Van een deel van de materiële vaste activa is de Rechtspraak wel economisch eigenaar maar geen juridisch eigenaar. Het betreft hier voornamelijk verbouwingen en bedrijfsinstallaties die zijn geplaatst in panden waarin de gerechten zijn gehuisvest. De verbouwingen zijn opgenomen onder de categorie grond en gebouwen, de bedrijfsinstallaties zijn opgenomen in de categorie installaties en inventarissen.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 60
Financiële vaste activa
[2] Vordering Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake vakantiegelden Bedragen x €1.000 Vordering inzake vakantiegelden
31-12-2012
31-12-2011
21.059
21.059
De vordering op het Ministerie van Veiligheid en Justitie inzake de financiering van de te betalen vakantiegelden is ontstaan bij het inwerking treden van het baten-lastenstelsel per 1 januari 2005. Met het Ministerie van Veiligheid en Justitie is geen aflossingsschema overeengekomen en er wordt door de Rechtspraak geen rente berekend. Elk jaar wordt het saldo van de resterende vordering door het Ministerie van Veiligheid en Justitie bevestigd.
Vlottende activa Vorderingen
Alle overige vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde ervan. Voorzieningen voor oninbaarheid zijn niet getroffen.
[3] Overlopende activa Bedragen x €1.000
31-12-2012
31-12-2011
Nog te ontvangen bedragen en overige overlopende activa
5.389
1.896
Vooruitbetaalde bedragen
5.321
4.177
10.710
6.073
Totaal
[4] Liquide Middelen
De liquide middelen staan vrij ter beschikking van de Rechtspraak en bedragen per jaareinde totaal 206,023 miljoen euro. Het saldo bestaat voor 206,013 miljoen euro uit een rekening-courant met het Ministerie van Financiën en het restant van 9.883 euro betreft kasgelden.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 61
Passiva
[5] Eigen vermogen
Het verloop van de exploitatiereserve is als volgt: Bedragen x €1.000 Stand 1 januari Correctie voorgaand jaar
31-12-2012
31-12-2011
38.402
18.448
-410
Bestemming resultaat
10.715
19.954
Stand 31 december
48.707
38.402
Het totaalresultaat van de Rechtspraak betreft derhalve 10,715 miljoen euro minus 0,41 miljoen euro is 10,305 miljoen euro.
[6] Egalisatierekening
Het verloop van de egalisatierekening is als volgt: Bedragen x €1.000
31-12-2012
31-12-2011
Stand 1 januari
33.062
61.860
Vrijval egalisatierekening
-7.500
-10.000
Opbrengst/bijdrage meer/minderwerk
32.643
-18.798
Stand 31 december
58.205
33.062
Op basis van de met de minister van Veiligheid en Justitie gemaakte afspraken over de te realiseren en gefinancierde productie heeft de Rechtspraak minderwerk voor een bedrag van 32,643 miljoen euro gerealiseerd. Daarnaast valt in 2012 7,5 miljoen euro vrij naar aanleiding van met de minister gemaakte afspraken.
[7] Voorzieningen
De balanspost voorzieningen betreft de volgende voorzieningen: Bedragen x €1.000
31-12-2012
31-12-2011
Reorganisatievoorziening HGK
7.144
10.380
Reorganisatievoorziening LDCR en overig
3.474
7.660
446
1.194
FPU-voorziening Voorziening HES-complex
0
6.527
Voorziening verlieslatende huurcontracten HGK
4.175
0
Voorziening nieuwbouw
7.600
0
Voorziening BWW & WW-gelden
7.924
6.600
Voorziening herverdeling OM
1.475
0
0
350
32.238
32.711
Overige voorzieningen Totaal
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 62
Reorganisatievoorziening HGK
De reorganisatievoorziening verloopt als volgt: Bedragen x €1.000 Stand per 1 januari Onttrekkingen Vrijval Dotaties
31-12-2012
31-12-2011
10.380
0
0
0
-3.236
0
0
10.380
7.144
10.380
31-12-2012
31-12-2011
7.660
3.159
Onttrekkingen
-2.710
-642
Vrijval
-1.476
-986
0
6.129
3.474
7.660
Stand per 31 december
Reorganisatievoorziening LDCR en overig
De reorganisatievoorziening verloopt als volgt: Bedragen x €1.000 Stand per 1 januari
Dotaties Stand per 31 december
FPU-voorziening
De FPU-voorziening is getroffen vanwege de verplichtingen die bij gerechten zijn ontstaan als gevolg van de aanvullingen FPU die zijn toegekend aan werknemers van de Rechtspraak die gebruik (gaan) maken van de zogenaamde Remkes-regeling. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij rekening is gehouden met een disconteringsfactor van 1,8% (2011: 2,6%). In 2012 is 0,77 miljoen euro (2011: 1,045 miljoen euro) onttrokken naar aanleiding van uitbetalingen in het boekjaar en is 0,022 miljoen euro (2011: 0,101 miljoen euro) toegevoegd in verband met de herziene rente. Het gehele bedrag van de voorziening heeft een kortlopend karakter. Voorziening HES-complex
De voorziening HES-complex is eind 2011 gevormd vanwege de verplichtingen voor het resterende huurcontract van het HES-complex. In 2012 heeft de RGD het pand kunnen verkopen waardoor de boete-clausule voor de Rechtspraak aanzienlijk lager is uitgevallen. De onttrekking was uiteindelijk 1,718 miljoen euro en een bedrag van 4,809 miljoen euro is vrijgevallen. Voorziening verlieslatende huurcontracten HGK
Als gevolg van de HGK en de verhuizing van Hof Amsterdam naar een nieuw pand, zullen in 2013 25 panden worden afgestoten. Voor deze panden zijn in het verleden huurcontracten afgesloten die ultimo 2012 nog niet geëxpireerd zijn. De onvermijdbare kosten om aan de contractuele verplichtingen te voldoen overtreffen de verwachte voordelen uit de huurovereenkomsten met een bedrag ter hoogte van 4,175 miljoen euro. Van de voorziening is een bedrag van 2,250 miljoen euro als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. Voorziening nieuwbouw
In 2012 is besloten dat het pand aan de Parnassusweg in Amsterdam naar verwachting ultimo 2018 gesloopt zal gaan worden om plaats te maken voor een nieuwe rechtbank. Aan de RGD zal een boete betaald dienen te worden die gelijk is aan de boekwaarde waarvoor de RGD het betreffende pand op het moment van slopen op haar balans zal
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 63
hebben staan. De contante waarde van deze boekwaarde bedraagt ultimo 2012 7,6 miljoen euro en heeft een volledig langlopend kararter. Voorziening BWW & WW-gelden
De toekomstige verplichtingen uit hoofde van bovenwettelijke werkloosheidsuitkering en de werkloosheidsuitkeringen zijn in deze voorziening opgenomen. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde, waarbij rekening is gehouden met een disconteringsfactor van 1,8% (2011: 2,6%). De periode waarover de voorziening BWW & WW-gelden is gevormd loopt tot en met 2028. Bedragen x €1.000
31-12-2012
Stand per 1 januari
6.600
Onttrekkingen
-2.890
Vrijval
0
Dotaties
4.214
Stand per 31 december
7.924
Van de voorziening is een bedrag van 5,198 miljoen euro als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. Voorziening herverdeling OM
De voorziening herverdeling OM is het gevolg van een afspraak tussen het college van PG’s en de portefeuillehouder die gemaakt is over de nieuwe opzet voor de verdeling OM/ZM. Deze afspraak ziet ook op een centrale afrekening over 2011 en 2012. Een eerste schatting leert dat het om een bedrag gaat van circa 1,5 miljoen euro. Het bedrag is contant gemaakt met als uitgangspunt dat het bedrag eind 2013 betaald zal worden, hetgeen nagenoeg zeker is. Langlopende schulden [8] Leningen bij het Ministerie van Financiën Specificatie Leningen Stand per 1 januari lang en kort Aflossing gedurende het jaar Leningen aangegaan Stand lang en kort 31 december Kortlopend deel volgend boekjaar Stand per 31 december lang
Bedragen x €1.000 31-12-2012
31-12-2011
82.246
89.066
-24.446
-23.608
28.573
16.788
86.373
82.246
-13.763
-21.882
72.610
60.364
De leningen zijn aangegaan ter financiering van de materiële vaste activa. De rente inzake de leningen varieert, afhankelijk van de looptijd van de lening, tussen 0,29% en 4,51%. Specificatie langlopend deel van de leningen
Bedragen x €1.000
Deel van de lening dat afgelost wordt in 2014;
23.417
Deel van de lening die afgelost worden in 2015-2019;
42.777
Deel van de lening dat afgelost wordt na 2019 Totaal
6.416 72.610
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 64
[9] Vooruitontvangen bedragen Openbaar Ministerie
De gemeenschappelijke materiële vaste activa zijn veelal geactiveerd op de balans van de Rechtspraak, omdat die Rechtspraak doorgaans de grootste gebruiker is. In de Modelovereenkomsten gemeenschappelijk gebruikte activa, externe en interne diensten is overeengekomen dat het Openbaar Ministerie niet bijdraagt in de afschrijvingskosten maar wel in de aanschafkosten. Dit betekent dat het Openbaar Ministerie niet heeft bijgedragen in de afschrijvingskosten van de gemeenschappelijke activa. Door haar bijdrage in de aanschafkosten heeft het Openbaar Ministerie haar deel van de afschrijvingskosten immers al voldaan. De bijdrage Openbaar Ministerie is in de balans als vooruitontvangen bedragen Openbaar Ministerie afzonderlijk als passiefpost (langlopende schulden en kortlopende schulden) zichtbaar gemaakt. Als gevolg van nieuwe investeringen komt het voor dat deze balanspost wordt verhoogd. Parallel met de afschrijvingskosten valt deze schuld vrij ten gunste van het resultaat zodat per saldo de afschrijvingskosten van het Openbaar Ministerie-deel van de bestaande gemeenschappelijke activa niet drukken op het resultaat. Met ingang van 1-1-2013 is een nieuwe vaststellingsovereenkomst met het OM vastgesteld. De verwachting is dat hierdoor het vooruitontvangen bedrag voor gemeenschappelijke activa verder zal dalen. Specificatie vooruitontvangen bedragen OM Stand per 1 januari lang en kort Vrijval gedurende het jaar Schulden aangegaan Stand lang en kort 31 december Kortlopend deel volgend boekjaar Stand per 31 december lang
Specificatie langlopend deel vooruitontvangen bedragen OM
Bedragen x €1.000 31-12-2012
31-12-2011
4.563
4.495
-1.035
-893
94
961
3.622
4.563
-1.130
-923
2.492
3.640
Bedragen x €1.000
Deel van vooruitontvangen bedragen OM dat vrijvalt in 2014;
586
Deel van vooruitontvangen bedragen OM dat vrijvalt in 2015-2019;
1.773
Deel van vooruitontvangen bedragen OM dat vrijvalt na 2019.
133
Totaal
2.492
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopend karakter ervan. [10] Overlopende passiva Bedragen x €1.000
31-12-2012
31-12-2011
26.056
26.014
3.896
3.811
Nog te betalen bedragen Reservering vakantiegelden Eindejaaruitkering incl. sociale lasten Rentekosten Overig Vooruitontvangen bedragen Lening Ministerie van Financiën (kortlopend deel < 1 jaar) Vrijval vooruitontvangen bedragen OM (kortlopend deel < 1 jaar) Totaal
506
368
22.670
18.593
2.916
4.094
13.763
21.882
1.130
923
70.937
75.685
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 65
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Niet in de balans opgenomen rechten Kunst
De historische aanschafwaarde van de aanwezige kunst ultimo 2012 is circa 1,9 miljoen euro (2011: circa 1,9 miljoen euro). Niet in de balans opgenomen verplichtingen Huurverplichtingen
De verplichtingen met betrekking tot door de Rechtspraak gehuurde panden bedragen in 2013 circa 115 miljoen euro (2012: circa 107 miljoen euro). De huurverplichtingen hebben betrekking op contracten die qua looptijd zeer uiteenlopen, waarbij het langstlopende contract als einddatum het jaar 2038 heeft. Huurverplichtingen nemen in de komende jaren gestaag toe. Dit effect ontstaat door de combinatie van de volgende factoren: • stijging door herinvesteringen die nodig zijn om de panden functioneel op niveau te houden; • stijging doordat de kosten van nieuwe contracten (uitbreidingen ofwel vervanging van huisvesting) hoger liggen dan de kosten van lopende contracten; • stijging door indexatie; • stijging door introductie van een nieuw stelsel financiering rijkshuisvesting. Facilitaire verplichtingen
Deze verplichtingen bedragen voor boekjaar 2013 circa 11,4 miljoen euro en hebben betrekking op kosten voor onder andere beveiliging, catering en schoonmaak. Juridische claims
De verplichtingen met betrekking tot de juridische claims zullen niet leiden tot significante verplichtingen.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 66
Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening [11A] Bijdrage kerndepartement Ministerie van Veiligheid en Justitie
Dit betreft de totale bijdrage zoals die door de Minister van Veiligheid en Justitie is verstrekt. Opbouw budgettair kader Rechtspraak (x €1.000)
2012
Stand Miljoenennota Mutaties Voorjaarsnota Mutaties Najaarsnota / Slotwet
2011 989.432
912.611
-42.894
32.575
41.411
-340
Totaal begrotingsbijstelling Bijdrage uit egalisatierekening Verrekening bijdrage gerechtskosten Totaal beschikbaar
-1.483
32.235
7.500
10.000
290
225
995.739
955.071
In de bijdrage van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is een bijdrage in de gerechtskosten begrepen die in 2012 4,1 miljoen euro (2011: 4,1 miljoen euro) bedraagt. Deze bijdrage is gelijk aan de gemaakte gerechtskosten [18]. De gerealiseerde gerechtskosten worden volledig vergoed. [11B] Overige bijdrage van Ministerie van Veiligheid en Justitie Overige bijdrage (x €1.000) OM-bijdrage spir-it
2012
2011
11.616
14.127
Bijdrage OM SSR
9.808
10.401
Kluwer/SDU bijdrage OM en Hoge Raad
1.137
1.268
131
139
DJI/ Kenniscentrum rechtbank Utrecht Afhandeling klachten jeugdzorginstellingen Bijdrage V&J griffierechten Totaal
92
0
897
257
23.681
26.192
Over 2012 is 45,166 miljoen euro aan “bijdragen derden” begroot. Deze 45,166 miljoen euro bestaat uit 33,133 miljoen euro overige bijdrage van het Ministerie en 12,033 miljoen euro overige bedrijfsopbrengsten. De totale realisatie over 2012 bedraagt 31,836 miljoen euro (totaal van [11B] en [12]) en is ten opzichte van de begroting gedaald door met name de OM bijdrage spir-it EUR 10 miljoen lager is dan begroot en de WAO-ontvangsten ten gunste van de personele kosten zijn gebracht. [12] Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten (x €1.000)
2012
2011
Parketpolitie rechtbank Amsterdam
5.949
5.949
Accountantskamer
918
806
Medisch tuchtrecht
291
244
Nova-baten SSR
261
325
0
800
Afkoop DVO OM Zutphen Overig
283
1.281
Totaal
7.702
9.405
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 67
[13] Bijdrage meer/minder werk
Dit betreft het saldo van meer- en minderwerk van productie zoals dat door de Rechtspraak is gerealiseerd ten opzichte van de met de Minister van Veiligheid en Justitie gemaakte afspraken bij het vaststellen van de begroting. Deze wordt afgerekend tegen 70% van de afgesproken tarieven. Voor 2012 heeft de Rechtspraak de Minister de afrekening minderwerk met de egalisatierekening vastgesteld op 32,643 miljoen euro. [14] Personele kosten Personele kosten (x €1.000) Salarissen
2012
2011
545.361
550.122
Sociale lasten
51.728
49.779
Pensioenpremies
79.542
73.745
Overige personele kosten
47.895
65.507
724.526
739.153
Totaal
Gemiddeld aantal werknemers
De personele kosten zijn te relateren aan het gemiddeld aantal werknemers bij de Rechtspraak. Hierover geeft tabel 12 Aantal medewerkers en formatie Rechtspraak in het Jaarverslag Rechtspraak 2012 nadere informatie. Gedurende het jaar 2012 waren 9.006 FTE in dienst op basis van een volledig dienstverband (2011: 9.125 FTE). Bezoldiging bestuurders
De voorzitter en de drie leden van de Raad voor de rechtspraak worden bezoldigd op basis van artikel 86 van de Wet op de rechterlijke organisatie juncto artikel 1 en 2 van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak juncto artikel 7 en bijlage 3 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. De totale bezoldiging 2012 van de voorzitter en de leden van de Raad voor de rechtspraak bedraagt 716.000 euro. (2011: 675.000 euro) [15] Materiële kosten Materiële kosten (x €1.000) Huisvestingskosten Exploitatiekosten Totaal
2012
2011
121.434
116.112
109.365
104.731
230.799
220.843
De huisvestingskosten zijn gestegen door met name een toename van de huisvestingsvoorzieningen en indexering van de huren (1,66%).
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Financiën
Pagina 68
Accountantshonoraria
Onder de exploitatiekosten zijn de accountantshonoraria opgenomen. Onderstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de Rechtspraak en bij de in de consolidatie betrokken organen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). De volgende bedragen zijn ten laste van het resultaat gebracht: Accountantshonoraria (x €1.000)
2012
2011
Controle van de jaarrekening
1.442
1.301
263
348
1
6
Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten Totaal
17
55
1.723
1.710
[16] Afschrijvingen materiële vaste activa
De afschrijvingskosten [zie ook 1] worden verminderd met de vrijval van de balanspost vooruitontvangen bedragen Openbaar Ministerie. Het betreft hier de door het Openbaar Ministerie verstrekte bijdrage in de aanschaf van gemeenschappelijke activa. Door haar bijdrage in de aanschafkosten heeft het Openbaar Ministerie haar deel van de afschrijvingskosten immers al voldaan. Afschrijvingen (x €1.000) Totaal afschrijvingen [1] +/- Correcties overig
2012
2011
22.957
24.123
111
-379
-/- Vrijval vooruitontvangen bedragen OM
-1.035
-893
Afschrijvingskosten
22.033
22.851
[17] Rentelasten
Het betreft hier de rentelasten als gevolg van de door het Ministerie van Financiën verstrekte leningen ten behoeve van de aanschaf van materiële vaste activa. [18] Gerechtskosten
Onder gerechtskosten worden verstaan de kosten die het gerecht maakt gedurende of als gevolg van de behandeling van een aan de rechter voorgelegde zaak. Deze gerealiseerde kosten worden volledig vergoed. Den Haag, 17 april 2013 Waarnemend voorzitter Raad voor de rechtspraak w.g. mr. F.C. Bakker
Raad voor de rechtspraak Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag
Lid Raad voor de rechtspraak w.g. drs. J.G. Pot
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Overige gegevens
Pagina 69
Overige gegevens
Resultaatbestemming
In het Besluit financiering rechtspraak 2005 zijn specifieke afspraken op financieel gebied opgenomen. In deze afspraken is voor de bestemming van het exploitatiesaldo geregeld, in artikel 17 lid 5 en 6, dat het exploitatieresultaat van de rechtspraak wordt toegevoegd aan of in mindering gebracht op de exploitatiereserve van de rechtspraak. Tevens zijn er afspraken gemaakt over de samenstelling en maximale omvang van het duurzaam aan de rechtspraak verbonden vermogen. In overeenstemming met het bovenstaande wordt voorgesteld het exploitatieresultaat over 2012 ten gunste van de reserves te brengen. Dit voorstel is in de balans per 31 december 2012 verwerkt, en verklaard in de toelichting op de reserves.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: de Leden van Raad voor de rechtspraak
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in hoofdstuk 5 van dit jaarverslag opgenomen jaarrekening van de Rechtspraak gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst- en verliesrekening over 2012, met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur
De Raad voor de rechtspraak is op grond van artikel 104 van de Wet op de rechterlijke organisatie verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de eisen voor financiële verslaggeving, zoals uiteengezet in de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag. De Raad voor de rechtspraak is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen tot stand moeten zijn gekomen in overeenstemming met de begrotingswetten en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. De Raad voor de rechtspraak is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de financieel rechtmatige totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het, grond van artikel 104, vijfde lid van de Wet op de rechterlijke organisatie, geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol ministerie van Justitie - Raad voor de rechtspraak. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Overige gegevens
Pagina 70
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Onze controle omvat tevens een toetsing op de financieel rechtmatige totstandkoming van baten en lasten en de balansmutaties. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening door de Raad voor de rechtspraak, en voor het getrouwe beeld daarvan, de financieel rechtmatige totstandkoming van baten en lasten en balansmutaties gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de Raad voor de rechtspraak. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad voor de rechtspraak gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de Rechtspraak per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de eisen voor financiële verslaggeving zoals uiteengezet in de jaarrekening. Naar ons oordeel zijn de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten alsmede de balansmutaties tot stand gekomen in overeenstemming met de begrotingswetten en met andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Tevens melden wij dat het jaarverslag van de Rechtspraak, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, 18 april 2013 Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. M.E. Westerhout-van Kimmenade RA MGA
6
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 72
192.650 168.330
Familiezaken
Strafzaken
129.630
Familiezaken*
24.110
Belastingzaken
4.340 3.190
Familiezaken
Belastingzaken
1.621.280
8.280
2008
1.724.360
8.600
37.910
3.500
4.890
9.720
64.620
220.630
25.290
45.800
45.000
116.090
27.560
136.320
102.030
265.910
106.910
172.300
216.760
561.150
1.057.120
2009
1.838.720
8.600
39.570
3.040
5.320
10.400
66.940
218.010
22.480
49.050
46.180
117.710
30.720
138.830
113.750
283.290
101.610
147.220
243.820
660.120
1.152.770
2010
1.835.690
8.620
38.500
3.570
5.460
10.120
66.270
200.920
22.700
45.690
44.830
113.220
28.640
142.210
118.290
289.130
92.090
148.910
266.700
658.460
1.166.150
2011
1.802.370
8.870
38.620
3.980
6.080
10.090
67.630
202.140
26.600
42.100
44.360
113.060
24.290
190.170
109.730
324.180
95.700
138.710
253.490
607.460
1.095.350
Akten en verklaringen zijn buiten beschouwing gelaten. *vanaf 2011 inclusief gezamenlijk gezagsverzoeken welke voordien werden behandeld door de sector kanton; instroom 2012 is gelijkgesteld aan de productie van 45.820 zaken. **CRvB -9% en CBb -2%
Totaal Rechtspraak
CRvB + CBb**
38.680
9.790
Handelszaken
Strafzaken
64.280
Appelcolleges
222.680
48.450
Sector straf rechtbanken
46.390
Vreemdelingenzaken
118.950
Bestuurszaken
Sector bestuur rechtbanken
26.550
107.690
Handelszaken, insolventies en kort gedingen
Presidentrekesten
263.870
Sector civiel rechtbanken
93.210
497.300
Handelszaken (incl. arbeidszaken en kort gedingen)
Mulderzaken (excl. adres onbekend)
951.500
Kantonsector rechtbanken
2007
Tabel 1: instroom Rechtspraak in 2007-2012 (aantal zaken, afgerond op tientallen) 2012
1.712.590
8.170
38.720
4.010
5.910
9.920
66.730
199.030
27.670
40.390
45.700
113.760
21.280
189.420
99.210
309.910
103.760
86.060
284.230
549.120
1.023.160
-5%
-8%
0%
1%
-3%
-2%
-1%
-2%
4%
-4%
3%
1%
-12%
0%
-10%
-4%
8%
-38%
12%
-10%
-7%
groei 2012
-2%
3%
0%
11%
11%
0%
2%
1%
17%
-8%
-1%
0%
-15%
34%
-7%
12%
4%
-7%
-5%
-8%
-6%
groei 2011
0%
0%
-3%
17%
3%
-3%
-1%
-8%
1%
-7%
-3%
-4%
-7%
2%
4%
2%
-9%
1%
9%
0%
1%
groei 2010
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 73
Cijfers
Pagina 74
Instroom 2002-2012, geïndexeerd (2002=100) Instroom 2002-2012, geïndexeerd (2002=100) 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Kantonsectoren
2008
2009
2010
2011
Strafsectoren
Hoger beroep (incl. kantonappellen)
Totale produktie rechtspraak 2002-2012 (excl. akten)
2009
2010
2011
1.679.000
2007
1.808.000
1.613.600
2006
1.838.052
1.650.420
2005
1.810.991
1.643.453
2004
1.717.820
1.683.067
1.500.000
1.515.210
Totale productie Rechtspraak 2002-2012 (excl. akten)
2.000.000
1.000.000
500.000
0 2002
2003
2012
Bestuur, vreemdelingen, belasting (rechtbanken)
Civiele sectoren
1.409.660
Jaarverslag Rechtspraak 2012
2008
2012
222.200 135.500
Strafsectoren
Bestuur, vreemdelingen, belasting
-1%
-1%
-2%
-
0%
4%
-7%
-6%
-2%
-5%
0%
3%
-10%
Groei werklast
92%
-2%
-7%
1.679
2012
1.712.600
66.700
113.800
199.000
309.900
1.023.200
2012
-2%
-
0%
4%
-7%
-6%
-2%
-4%
0%
3%
-10%
-2%
(gewogen productie, prijs)
96%
2%
-2%
1.808
2011
1.802.400
67.600
113.100
202.100
324.200
1.095.400
2011
Cijfers
Akten en verklaringen zijn buiten beschouwing gelaten.
-7%
-12%
Belastingzaken
Totaal
-5%
Civiele zaken
1%
-3%
Appelcolleges
-3%
-6%
Sector bestuur rechtbanken (incl. belasting- en vreemdelingenzaken)
CBb
-3%
Sector straf rechtbanken
CRvB
-6%
Sector civiel rechtbanken
-1%
-9%
Strafzaken
-7%
Groei werklast
102%
3%
1%
1.838
2010
1.835.700
66.300
113.200
200.900
289.100
1.166.200
2010
(gewogen productie, minuten)
103%
3%
5%
1.811
2009
1.838.700
66.900
117.700
218.000
283.300
1.152.800
2009
%
104%
2%
6%
1.718
2008
1.724.300
64.400
116.300
220.600
265.900
1.057.100
2008
Groei zaken
98%
-1%
-2%
1.614
2007
1.621.300
63.800
119.500
222.700
263.900
951.500
2007
Kantonsector rechtbanken
101%
-3%
0%
1.650
2006
1.663.100
62.100
145.700
225.500
261.400
968.400
2006
Rechtbanken
Tabel 4: productiegroei naar instantie en sector 2012
Akten en verklaringen zijn buiten beschouwing gelaten
107%
Groei werklast (gewogen productie)
Productie t.o.v. de afspraak met de Minister
-2%
1.643
2005
1.625.600
Groei absolute productie
Realisatie (absolute productie)
Tabel 3: productieontwikkeling (x 1.000) in 2005-2012
Akten en verklaringen zijn buiten beschouwing gelaten.
Totaal
60.700
255.100
Civiele sectoren
Hoger beroep
952.200
Ka ntonsectoren
2005
Tabel 2: instroom naar sector, 2005-2012 (aantal zaken afgerond op honderdtallen) Jaarverslag Rechtspraak 2012 Pagina 75
2008
172.170 110.350 262.470 102.010 133.050
Strafzaken
Mulderzaken (excl. adres onbekend)
Sector civiel rechtbanken
Handelszaken, insolventies en kort gedingen
Familiezaken*
25.180
Belastingzaken
4.560 2.790
Familiezaken
Belastingzaken
Akten en verklaringen zijn buiten beschouwing gelaten. *vanaf 2011 inclusief gezamenlijk gezagsverzoeken; 2012: 45.820 zaken **CRvB -3% en CBb 1%
Totaal Rechtspraak
CRvB + CBb** 1.717.430
8.340
36.370
10.350
Handelszaken
Strafzaken
62.410
Appelcolleges
219.390
45.090
Vreemdelingenzaken
Sector straf rechtbanken
45.460
115.720
Bestuurszaken
Sector bestuur rechtbanken
27.410
213.020
Presidentrekesten
561.900
Familiezaken
1.057.440
Handelszaken (incl. arbeidszaken en kort gedingen)
Kantonsector rechtbanken
1.811.240
8.570
37.610
3.370
5.390
10.740
65.690
217.460
23.290
45.860
44.410
113.550
30.230
138.130
111.740
280.110
99.620
146.990
237.280
650.550
1.134.430
2009
1.837.960
8.900
37.820
3.660
5.720
10.940
67.030
195.910
23.220
50.740
46.960
120.920
28.380
142.770
118.420
289.560
93.910
144.240
264.770
661.600
1.164.530
2010
Tabel 5: productie Rechtspraak in 2008-2012 (aantal zaken afgerond op tientallen) 2011
1.808.150
8.750
38.790
4.130
6.460
10.850
68.980
197.000
27.330
43.520
47.670
118.510
23.470
191.330
115.750
330.550
102.160
139.550
241.760
609.640
1.093.110
2012
1.679.360
8.550
38.500
3.620
6.200
10.230
67.100
191.750
25.750
40.170
44.890
110.810
20.300
187.380
102.450
310.130
93.930
84.430
275.540
545.690
999.580
-7%
-2%
-1%
-12%
-4%
-6%
-3%
-3%
-6%
-8%
-6%
-6%
-14%
-2%
-11%
-6%
-8%
-39%
14%
-10%
-9%
groei 2012
-2%
-2%
3%
13%
13%
-1%
3%
1%
18%
-14%
2%
-2%
-17%
34%
-2%
14%
9%
-3%
-9%
-8%
-6%
groei 2011
1%
4%
1%
8%
6%
2%
2%
-10%
0%
11%
6%
6%
-6%
3%
6%
3%
-6%
-2%
12%
2%
2%
groei 2010
6%
3%
3%
21%
18%
4%
5%
-1%
-8%
2%
-2%
-2%
10%
4%
10%
7%
-10%
-15%
11%
16%
8%
groei 2009
6%
-2%
-4%
-15%
14%
-3%
-3%
2%
2%
-21%
-7%
-11%
4%
4%
-6%
0%
21%
2%
12%
15%
11%
groei 2008
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 76
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 77
Tabel 6: productie ten opzichte van de afspraken met de Minister, 2012
Rechtbanken Kantonzaken excl. akten en Mulder adres onbekend Civiele zaken exclusief akten en verklaringen
begroting afspraken in aantallen
productie in aantallen
productie t.o.v. afspraken
1.760.400
1.612.260
92%
1.104.820
973.520
88%
341.640
336.190
98%
Reguliere bestuurszaken
47.760
44.890
94%
Vreemdelingenzaken
51.870
40.170
77%
Belastingzaken
27.060
25.750
95%
187.250
191.750
102%
Gerechtshoven
60.550
58.550
97%
Civiele zaken
17.610
16.430
93%
Strafzaken
38.040
38.500
101%
4.900
3.620
74%
CRvB
7.800
7.250
93%
CBb
1.320
1.300
98%
1.830.070
1.679.360
92%
Strafzaken excl. overtredingen
Belastingzaken
Totaal Rechtspraak Akten en verklaringen zijn buiten beschouwing gelaten. Civiel is inclusief competentiegrenszaken
27.670
Belastingzaken
Akten en verklaringen zijn buiten beschouwing gelaten.
Totaal Rechtspraak
1.712.590
8.170
4.010
Belastingzaken
CRvB + CBb
5.910
Familiezaken 38.720
9.920
Handelszaken
Strafzaken
66.730
Appelcolleges
199.030
40.390
Vreemdelingenzaken
Sector straf rechtbanken
45.700
113.760
21.280
189.420
Bestuurszaken
Sector bestuur rechtbanken
Presidentrekesten
Familiezaken
99.210
309.910
Sector civiel rechtbanken
Handelszaken, insolventies en kort gedingen
103.760
Mulderzaken (excl. adres onbekend)
86.060
284.230
Strafzaken
549.120
Familiezaken
1.023.160
Handelszaken (incl. arbeidszaken en kort gedingen)
Kantonsector rechtbanken
instroom 2012
1.679.360
8.550
38.500
3.620
6.200
10.230
67.100
191.750
25.750
40.170
44.890
110.810
20.300
187.380
102.450
310.130
93.930
84.430
275.540
545.690
999.580
productie 2012
98%
105%
99%
90%
105%
103%
101%
96%
93%
99%
98%
97%
95%
99%
103%
100%
91%
98%
97%
99%
98%
productie t.o.v. instroom 2012
Tabel 7: de productie ten opzichte van de instroom in 2009-2012 (aantal zaken afgerond op tientallen)
100%
99%
100%
104%
106%
108%
102%
97%
103%
103%
107%
105%
97%
101%
105%
102%
107%
101%
95%
100%
100%
productie t.o.v. instroom 2011
100%
103%
98%
103%
105%
108%
101%
98%
102%
111%
105%
107%
99%
100%
100%
100%
102%
97%
99%
100%
100%
productie t.o.v. instroom 2010
99%
100%
95%
111%
101%
103%
98%
100%
104%
93%
96%
96%
98%
99%
98%
99%
98%
100%
97%
99%
99%
productie t.o.v. instroom 2009
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 78
15.920
Belastingzaken
437.050
1.620
CBb 430.760
1.690
8.900
21.400
4.090
3.240
11.690
59.040
1.400
34.140
57.160
46.540
15.390
11.340
24.990
6.810
35.470
87.470
werkvoorraad eind 2010
0%
5%
-5%
2%
-3%
-5%
-7%
1%
0%
1%
-1%
2%
-2%
-11%
-5%
0%
-1%
-2%
afgezet tegen instroomvolume
-1%
4%
-4%
3%
-2%
-7%
-5%
5%
-8%
5%
-8%
12%
-3%
-30%
-8%
2%
-3%
-2%
t.o.v. 2009
420.410
1.580
9.100
21.230
3.920
2.810
10.810
39.820
930
45.860
55.010
51.680
14.630
10.150
21.650
7.660
37.290
-1%
-9%
3%
0%
-4%
-7%
-9%
-3%
-5%
5%
0%
3%
-3%
-3%
-8%
2%
-1%
-1%
instroomvolume
eind 2011
86.280
afgezet tegen
werkvoorraad
-2%
-7%
2%
-1%
-4%
-13%
-8%
-12%
-34%
34%
-4%
11%
-5%
-10%
-13%
12%
-3%
-1%
t.o.v. 2010
voorraadontwikkeling 2011
434.350
1.450
8.840
20.800
4.260
2.540
10.400
45.850
900
53.070
51.220
54.870
16.490
10.100
21.970
5.860
38.330
87.400
eind 2012
werkvoorraad
1%
-11%
-4%
-1%
8%
-5%
-4%
3%
0%
3%
-1%
2%
7%
0%
1%
-5%
1%
1%
afgezet tegen instroomvolume
3%
-8%
-3%
-2%
9%
-10%
-4%
15%
-3%
16%
-7%
6%
13%
0%
1%
-23%
3%
1%
t.o.v. 2011
voorraadontwikkeling 2012
Cijfers
Totaal
9.240
20.720
CRvB
Strafzaken
Straf
Belastingzaken
4.180
3.500
Belasting
12.360
Familiezaken
56.210
Handelszaken
Civiel
Gerechtshoven
Strafzaken + mulderzaken
1.530
32.500
Familiezaken
Beslissing president /civiel algemeen
62.030
Handelszaken
Kanton
Strafzaken
41.530
16.190
Vreemdelingenzaken
Straf
27.190
Bestuurszaken
Bestuur
6.680
36.380
Familiezaken
Beslissing president /civiel algemeen
89.270
Handelszaken
Civiel
Rechtbanken
werkvoorraad eind 2009
voorraadontwikkeling 2010
Tabel 8: werkvoorraad ultimo 2009 t/m 2012 (afgerond op tientallen) Jaarverslag Rechtspraak 2012 Pagina 79
54 30
Vreemdelingenzaak
6
46
Belastingzaak
Voorlopige voorziening bestuur regulier
Bodemzaak bestuur regulier
Rechtbanken, sector bestuur
5
17
Uitwerken vonnis strafzaak voor hoger beroep (MK)
Strafzaak bij de kinderrechter (enkelvoudig)
15
7
23
8
16
Strafzaak (meervoudig behandeld=MK)
Rechtbanken, sector straf
Kort geding
Overige familiezaak (bv. adoptie)
Beschikking verzoekschriftprocedure kinderrechter
Scheidingszaak
113
8
Verzoekschriftprocedure handel (vooral insolventie)
Beëindigde faillissementen
6
Handelszaak zonder verweer (verstek)
Handelszaak met verweer
61
5
Kort geding
16 5
Rechtbanken, sector civiel
1
15
41
2009
29
53
6
45
5
17
15
6
24
6
16
114
7
6
61
5
4
18
(definitiewijziging sinds 2011)
Familiezaak
Overige beschikkingen (handel en huur)
Ontbindingsprocedure arbeidsovereenkomst met verweer
1
19
Handelszaak zonder verweer (verstek)
47
Handelszaak verweer zonder enq., desc. of pleidooi
2008
Handelszaak verweer met enquete, descente of pleidooi
Rechtbanken, sector kanton
Tabel 9a: gemiddelde doorlooptijden van procedures in weken, 2008 t/m 2012
32
53
7
47
5
17
17
6
24
5
16
111
8
6
59
5
5
26
1
17
43
2010
22
52
6
44
6
15
18
6
24
7
15
106
9
6
61
5
6
15
8
2
17
49
2011
19
49
6
37
6
15
19
6
26
8
15
-14%
-5%
-3%
-15%
-3%
-5%
3%
-6%
8%
1%
-5%
-7%
43%
10%
-3%
16%
-6%
-8%
11%
-6%
-7%
groei 2012
onbekend
8
9
67
5
7
14
7
2
16
45
2012
-31%
-2%
-10%
-6%
19%
-6%
8%
-2%
-2%
37%
-1%
-5%
7%
9%
3%
2%
15%
-43%
16%
-1%
15%
groei 2011
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 80
31 85 33 24
Belastingzaak
Strafzaak (MK en EK)
Uitwerken arrest t.b.v. cassatie
71 71
Totaal CRvB
Totaal CRvB, exclusief duur prejudiciele beslissingen
8
26
Overige afdoening bodemzaak
Voorlopige voorziening
83
63
Bodemzaak met (appellabele) uitspraak
Centrale Raad van Beroep
Totaal CBb
6
54
Overige afdoening bodemzaak
Voorlopige voorziening
76
Bodemzaak met (appellabele) uitspraak
College van Beroep voor het bedrijfsleven
72
Familiezaak
2008
Handelszaak
Gerechtshoven
Tabel 9a (vervolg)
67
68
7
26
77
58
7
29
80
22
38
79
33
72
2009
64
64
10
26
73
60
6
31
87
23
42
82
34
65
2010
67
76
8
22
90
59
8
27
83
22
44
74
36
61
2011
66
66
10
21
76
63
4
35
89
23
43
71
32
55
2012
-2%
-13%
24%
-3%
-16%
8%
-47%
29%
8%
4%
-3%
-3%
-9%
-9%
groei 2012
6%
19%
-20%
-16%
24%
-3%
36%
-12%
-5%
-3%
5%
-10%
5%
-6%
groei 2011
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 81
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 82
Tabel 9b: doorlooptijden rechtbanken, uitkomsten op de normering, 2011 en 2012 Civiel- handelszaken rechtbanken
Norm
2011
2012
Handelszaken met verweer - norm 1
90% ≤ 2 jaar
87%
84%
Handelszaken met verweer - norm 2
70% ≤ 1 jaar
62%
54%
Handelszaken zonder verweer (verstek)
90% ≤ 6 wkn.
85%
78%
Beëindigde faillissementen
90% ≤ 3 jaar
80%
81%
Handelsrekesten (vooral insolventie)
90% ≤ 3 mnd.
83%
83%
Kort gedingen / vovo’s (inclusief familierecht)
95% ≤ 3 mnd.
92%
93%
2011
2012
Civiel- familiezaken rechtbanken
Norm
Scheidingszaken totaal (exclusief vovo’s)
95% ≤ 1 jaar
93%
94%
- waarvan op gemeenschappelijk verzoek
95% ≤ 2 mnd.
93%
91%
Alimentatiezaken, bijstandsverhaal
90% ≤ 1 jaar
93%
93%
Omgang- en gezagzaken
85% ≤ 1 jaar
83%
83%
Jeugdbeschermingszaken kinderrechter
90% ≤ 3 mnd.
92%
91%
- waarvan eerste verzoeken tot OTS
80% ≤ 3 wkn.
81%
80%
2011
2012
Bestuursrechtelijke zaken rechtbanken
Norm
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken - norm 1
90% ≤ 1 jaar
75%
81%
Reguliere bestuurszaken, bodemzaken - norm 2
70% ≤ 9 mnd.
59%
68%
Voorlopige voorzieningen bestuur regulier
90% ≤ 3 mnd.
93%
92%
Vreemdelingenzaken, bodemzaken
90% ≤ 9 mnd.
73%
80%
Belastingzaken lokaal, bodemzaken
90% ≤ 9 mnd.
56%
57%
Rijksbelastingzaken, bodemzaken - norm 1
90% ≤ 18 mnd.
79%
80%
Rijksbelastingzaken, bodemzaken - norm 2
70% ≤ 1 jaar
61%
63%
Kantonzaken
2011
2012
Handelszaken met verweer - norm 1
90% ≤ 1 jaar
95%
95%
Handelszaken met verweer - norm 2
75% ≤ 6 mnd.
80%
80%
Arbeidsontbindingen op tegenspraak
95% ≤ 3 mnd.
94%
97%
Handelsrekesten, niet-arbeidszaken
95% ≤ 6 mnd.
87%
88%
Handelszaken zonder verweer (verstek)
90% ≤ 6 wkn.
98%
97%
Geregelde arbeidsontbindingen
90% ≤ 15 dgn.
87%
87%
Kort gedingen / vovo’s
95% ≤ 3 mnd.
96%
97%
Overtredingszaken
85% ≤ 1 mnd.
87%
90%
Mulderzaken
80% ≤ 3 mnd.
78%
84%
2011
2012
Strafzaken rechtbanken
Norm
Norm
Strafzaken MK (= meervoudig behandeld)
90% ≤ 6 mnd.
83%
82%
Politierechterzaken (incl. economische)
90% ≤ 5 wkn.
85%
88%
Strafzaken bij de kinderrechter (enkelvoudig)
85% ≤ 5 wkn.
77%
82%
Raadkamerzaken m.b.t. voorlopige hechtenis
100% ≤ 2 wkn.
100%
100%
83%
85%
Raadkamerzaken niet voorlopige hechtenis Uitwerken strafzaken (EK+MK) ivm hoger beroep, jeugd
85% ≤ 4 mnd. 100% ≤ 4 wkn.
Uitwerken strafzaken (EK+MK) ivm hoger beroep, niet jeugd 100% ≤ 16 wkn. - waarvan gedetineerdenzaken
100% ≤ 3 mnd.
nog niet meetbaar nog niet meetbaar nog niet meetbaar
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 83
Tabel 9c: doorlooptijden gerechtshoven, uitkomsten op de normering, 2011 en 2012 Civiel - handelszaken hoven
Norm
2011
2012
Handelszaken dagvaardingen - norm 1
80% ≤ 2 jaar
79%
80%
Handelszaken dagvaardingen - norm 2
70% ≤ 1 jaar
43%
46%
Isolventierekesten
90% ≤ 2 mnd.
49%
51%
Handelsrekesten, niet insolventie
90% ≤ 6 mnd.
53%
56%
2011
2012
Civiel - familiezaken hoven
Norm
Familierekesten
90% ≤ 1 jaar
89%
91%
- waarvan Jeugdbeschermingszaken
90% ≤ 4 mnd.
84%
89%
2011
2012
Belastingzaken hoven
Norm
Belastingzaken - norm 1
90% ≤ 18 mnd.
74%
73%
Belastingzaken - norm 2
70% ≤ 1 jaar
46%
44%
2011
2012
Strafzaken hoven
Norm
Meervoudige Kamer-zaken
85% ≤ 9 mnd.
56%
59%
EK-strafzaken, niet kantonappellen
85% ≤ 6 mnd.
30%
22%
EK-strafzaken, kantonappellen
85% ≤ 6 mnd.
70%
49%
Raadkamer m.b.t. Voorlopige Hechtenis
90% ≤ 2 wkn.
50%
50%
Raadkamer niet m.b.t. Voorlopige Hechtenis
80% ≤ 4 mnd.
34%
36%
85% ≤ 6 mnd.
53%
46%
100% ≤ 6 mnd.
68%
64%
Klachten niet vervolgen (12 Sv) Uitwerken (MK) strafzaak i.v.m. cassatie
Tabel 10: kostenspecificatie 2012 (bedragen x €1.000) Gerealiseerde productiegerelateerde kosten
660.414
Gerealiseerde specifieke uitgaven gerechten
734
Gerechtskosten
4.089
Gerealiseerde centrale kosten Bijdrage in de huisvestingskosten gerechten
252.308 117.266
ICT
65.557
Opleidingen
18.753
LDCR
16.962
Bureau Raad
18.187
Overig
15.583
Overige kosten Megazaken
28.572 14.649
Bijzondere kamers
7.206
CBb
6.717
Niet-BFR 2005 taken
14.782
Tuchtrecht
3.981
Commissies van Toezicht
5.216
Niet wettelijke taken
5.585
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 84
Kostenspecificatie 2012 Kostenspecificatie 2012 2% 3%
26%
69%
0% 0%
Gerealiseerde productiegerelateerde kosten
Gerealiseerde gerechtskosten
Gerealiseerde specifieke uitgaven gerechten
Niet BFR-2005-taken
Gerealiseerde centrale kosten
Overige kosten
Tabel 11a: gerealiseerde minutentarieven 2012 minutentarief (euro) Rechtbanken
RA
JO+
Civiel
2,18
3,57
Bestuur (excl. VK)
1,72
2,85
Straf
2,43
3,65
Kanton
1,75
4,07
Bestuur VK
2,97
3,90
Belasting
1,77
2,62
Civiel
2,15
2,94
Straf
2,37
2,98
Belasting
2,47
2,43
3,11
2,00
Gerechtshoven
Bijzondere colleges Centrale Raad van Beroep
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 85
Tabel 11b: gerealiseerde productgroepprijs versus afgesproken prijs 2012 (euro) Gerealiseerd
Afgesproken
Verschil
779,31
908,17
128,86
2.036,85
2.046,28
9,44
980,50
887,88
-92,62
Rechtbanken Civiel Bestuur (excl. VK) Straf Kanton
152,88
141,90
-10,98
1.106,18
868,32
-237,86
926,69
1.123,09
196,41
Civiel
4.003,10
3.670,95
-332,15
Straf
1.656,80
1.336,54
-320,26
Belasting
4.358,21
3.104,78
-1.253,44
3.569,79
3.372,62
-197,17
Bestuur VK Belasting Gerechtshoven
Bijzondere colleges Centrale Raad van Beroep
50
9.864
75%
7.446
nvt 472
nvt 453
428
nvt
fte
8.949
75%
6.674
25%
2.275
8.949
17%
1.536
41
1.495
83%
7.413
5.138
2.275
fte
Het betreft hier het totale personeelsbestand van SSR, Spir-it (voorheen ICTRO) en (t/m 2010) dienst Prisma.“De SSR wordt door de Rechtspraak en het OM gezamenlijk gefinancierd.
nvt 494
Gerechtsambtenaren
31-12-2010 aantal
31-12-2009
9.995
75%
7.493
25%
2.502
9.995
17%
1.696
46
1.650
83%
8.299
5.797
2.502
aantal
Rechterlijke ambtenaren
Landelijke diensten en projecten (SSR, Spir-it & Prisma) fte
8.884
75%
6.682
25%
2.203
8.884
18%
1.601
46
1.555
82%
7.284
5.081
2.203
Tabel 13: bezetting landelijke diensten en projecten OM/Rechtspraak, 2009-2012
* = 85% van de totaal geregistreerde staftaken bij gerechten ** = 70% van de totaal geregistreerde staftaken bij het Gemeenschappelijk Beheer
Totaal personeel direct & indirect
% van totaal
Gerechtsambtenaren direct en indirect
25%
2.418
Rechterlijke ambtenaren
% van totaal
9.864
18%
1.743
Totaal personeel direct & indirect
% van totaal
Totaal medewerkers indirect
Gemeenschappelijk Beheer (GA indirect) **
1.693
Staftaken Gerechten (GA indirect) *
8.121
Totaal medewerkers direct 82%
5.703
Gerechtsambtenaren (direct)
% van totaal
2.418
Rechterlijke ambtenaren
31-12-2010 aantal
fte
31-12-2009 aantal
448
4
aantal
31-12-2011
9.717
75%
7.269
25%
2.448
9.717
17%
1.685
0
1.685
83%
8.032
5.584
2.448
aantal
31-12-2011
Tabel 12: aantal medewerkers en formatie rechtspraak (excl. de landelijke diensten die voor OM en ZM werken), 2009-2012
425
4
fte
8.696
74%
6.466
26%
2.230
8.696
18%
1.531
0
1.531
82%
7.165
4.935
2.230
fte
31-12-2012
588
4
aantal
31-12-2012
9.443
75%
7.040
25%
2.403
9.443
16%
1.540
0
1.540
84%
7.903
5.500
2.403
aantal
556
4
fte
8.446
74%
6.252
26%
2.194
8.446
17%
1.405
0
1.405
83%
7.041
4.847
2.194
fte
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 86
Cijfers
Pagina 87
Aantal medewerkers en formatie Rechtspraak 2005-2012 Aantal medewerkers en formatie Rechtspraak 2005-2012 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000
Gemiddelde bezetting (in fte) per sector r (rechtelijke ambtenaar), 2012
3.000 2.000
fte dec 2012
aantal dec 2012
fte dec 2011
aantal dec 2011
fte dec 2010
aantal dec 2010
6%
fte dec 2009
aantal dec 2009
fte dec 2008
16%
aantal dec 2008
aantal dec 2007
fte dec 2006
aantal dec 2006
fte dec 2005
0
fte dec 2007
6% Gemiddelde bezetting (in fte) per sector rector rechters (rechtelijke ambtenaar), 2012 16%
1.000
aantal dec 2005
Jaarverslag Rechtspraak 2012
34%
34%
12% Rechtelijke ambtenaren Gerechtsambtenaren direct en indirect Gemiddelde bezetting (in fte) per sector rector rechters 12% (rechtelijke ambtenaar), 2012
Gemiddelde bezetting (in FTE) per rechtsgebied rechters (rechterlijke ambtenaar) 2012
32%
6%
Gemiddelde bezetting (in fte) per rechtsg Strafrecht Be (gerechtsambtenaar), 2012 Civielrecht Bij
16%
32% 3% Kanton Gemiddelde 34% bezetting (in fte) per rechtsgebied niet-rechters Strafrecht Bestuursrecht (gerechtsambtenaar), 2012 20% Civielrecht Bijzondere colleges Kanton 12%
3% 24%
20%
21%
32%
Gemiddelde bezetting (in fte) per rechtsgebied niet-rechters Strafrecht Bestuursrecht (gerechtsambtenaar), 2012 Civielrecht colleges Gemiddelde bezetting (in FTE) per rechtsgebied Bijzondere niet-rechters (gerechtsambtenaar) 2012 21% Kanton 3% Straf 24%
20%
24%
32%
Civiel Kanton
Straf
Bestuur
Civiel
Bijzondere colleges
Kanton
21%
32%
Straf
Bestuur
Civiel
Bijzondere colleges
32%
Be
Bij
4.198 74%
26%
51%
49% 1.505
1.237
1.181
100%
5.703
100%
2.418
totaal
3
1.180
77
1.238
94
604
127
333
Overige rechterljike ambtenaren betreft rechterlijke ambtenaren in de volgende functies: gerechtsauditeur tevens plaatsvervanger; gerechtsauditeur; voorzitter/lid van de Raad voor de rechtspraak.
Totaal rechters
43
328
overige rechterlijke ambtenaren
160
rechter
480
raadsheer
147
rechtbank
410
15 627
0
3
7
22
hof / bijzonder college
sectorvoorzitters (lid van bestuur) en (coördinerend) vice-presidenten
rechtbank
hof / bijzonder college
presidenten (voorzitter van bestuur)
aantal 31-12-2009 mannen vrouwen
2.418
137
932
287
813
224
1.037
18
7
25
totaal
Tabel 15. man-vrouw verdeling in functies als rechterlijk ambtenaar, 2009-2012
Overig personeel (direct)
Rechters
aantal 31-12-2009 mannen vrouwen
Tabel 14: man-vrouw verdeling primair proces, 2009-2012
74%
4.289
52%
1.309
1.189
47
373
169
422
155
577
17
6
23
1.303
96
677
137
310
80
390
2
1
3
aantal 31-12-2010 mannen vrouwen
26%
1.508
48%
1.193
aantal 31-12-2010 mannen vrouwen
2.492
143
1.050
306
732
235
967
19
7
26
totaal
100%
5.797
100%
2.502
totaal
75%
4.163
53%
1.308
1.140
35
397
230
371
84
455
17
6
23
1.301
79
713
188
286
32
318
2
1
3
aantal 31-12-2011 mannen vrouwen
25%
1.421
47%
1.140
aantal 31-12-2011 mannen vrouwen
2.441
114
1.110
418
657
116
773
19
7
26
totaal
100%
5.584
100%
2.448
totaal
75%
4.120
54%
1.305
1.090
35
490
235
248
65
313
11
6
17
1.284
69
819
188
181
25
206
2
0
2
aantal 31-12-2012 mannen vrouwen
25%
1.380
46%
1.098
aantal 31-12-2012 mannen vrouwen
2.374
104
1.309
423
429
90
519
13
6
19
totaal
100%
5.500
100%
2.403
totaal
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 88
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 89
Man-vrouwverdeling primair proces, 31-12-2012
Man-vrouwverdeling primair proces, 31-12-2012 10%
80%
60%
40%
20% 46%
54%
25%
75%
0 Rechters
Overig personeel
% mannen % vrouwen
Man-vrouwverdeling rechters naar functie, 31-12-2012
Man-vrouwverdeling rechters naar functie, 31-12-2012 10% 11%
40%
44%
63%
66%
89%
60%
56%
37%
34%
presidenten
sectorvoorzitters en vice presidenten
raadsheren
rechters
overige rechtelijke ambtenaren
80%
60%
40%
20%
0
% mannen % vrouwen
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 90
Leeftijd rechters, 31-12-2012 Leeftijd rechters, 31-12-2012 600
500
400
300 245 200
274
104
262
100
0
210
20
150 40
12
tot 35
54
104
173
243
204
235
72
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-70
% mannen % vrouwen
Leeftijd niet-rechters (gerechtsambtenaren), 31-12-2012 Leeftijd niet-rechters (gerechtsambtenaren), 31-12-2012 2.000 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400
1516
629
577
354
800
777
365
247
280
325
381
339
214
11
tot 35
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-70
191
200 0
% mannen % vrouwen
8
2,4% 3,6% 3,8%
Gemeenschappelijk Beheer (100%)
Landelijke diensten OM en Rechtspraak (100%)
Totaal
249 41
-afgewezen*
-aanbevolen
* inclusief 14 kandidaten die zichzelf teruggetrokken
289
3,6%
4,1%
1,4%
3,5%
Totaal
4,5%
4,2%
2,8%
4,5%
Aantal kandidaten
5,0%
6,0%
3,7%
5,0%
5,1%
7,4%
3,7%
5,0%
4,5%
5,0%
2,1%
4,5%
verzuimpercentage 2010 mannen vrouwen totaal
Rio-selectie 2012
Tabel 17. selectiecommissie rechterlijke macht, 2012
* = Alle directe en indirecte ambtenaren m.u.v. parketpolitie
3,8%
Rechterlijke ambtenaren + GA (direct & indirect) *
verzuimpercentage 2009 mannen vrouwen totaal
Tabel 16. Arbeidsverzuim 2009-2012 (excl. zwangerschapsverlof)
3,8%
4,4%
-
3,8%
5,3%
7,8%
-
5,3%
4,7%
5,4%
-
4,7%
verzuimpercentage 2011 mannen vrouwen totaal
4,0%
3,5%
-
4,0%
5,3%
5,5%
-
5,3%
4,8%
4,1%
-
4,8%
verzuimpercentage 2012 mannen vrouwen totaal
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Cijfers Pagina 91
55%
- geheel of gedeeltelijk geslaagd
2.716
140
41,9%
CBb/CRvB
139
156
156 2.429
113
34
1.831
2.273
50%
58%
3.212
3.850
4.183
2009
50%
57%
3.605
3.937
4.311
2010
48%
56%
2.948
2.740
3.067
2011
138 2.508
173
71
1.824
168
134
2.370
54%
53%
57%
68%
54%
47%
48%
54%
In 2012 afgeronde Geheel of mediations 1) gedeeltelijk geslaagd
59%
3.203
3.317
3.708
2008
92%
96%
85%
89%
89%
44%
49%
54%
63%
43%
41%
41%
44%
Volledige overeenstemming
44%
54%
2.508
2.429
2.716
2012 t.o.v 2011
Cijfers
Bestuurders en managers zijn in deze vergelijking niet meegenomen.
41,8%
42%
Hoven en CBb/CRvB
44,2%
Percentage personen 2012
Hoven
43,5%
Percentage personen 2011
Rechtbanken
57%
2.495
3.062
3.354
2007
In 2012 gestarte mediations
61%
1.297
1.943
2.133
2006
Tabel 19. Verhouding van seniorfuncties (senior rechter, senior rechter A, senior raadsheer) t.o.v. rechter en raadsheer
1) In 2012 afgeronde mediations kunnen vóór 2012 zijn gestart
Totaal
Gerechtshoven + CBb + CRvB
Bestuurszaken algemeen, incl vk 185
Familiezaken 45
157 2.016
Handelszaken
Bestuurszaken belasting
173
Kantonzaken
Rechtbanken
Type zaak
Tabel 18b: mediation naar sector, 2012
2.531
357
Aantal afgeronde mediations
In 2012 verwezen naar mediation
720
- volledige overeenstemming
830
Aantal gestarte mediations
2005
Aantal verwijzingen naar mediation
Tabel 18a: mediations 2005-2012
Jaarverslag Rechtspraak 2012 Pagina 92
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 93
Tabel 20a: Klantwaardering professionals13 (Zeer) tevreden
Neutraal
(Zeer) ontevreden
Weet niet/n.v.t.
Algemene tevredenheid
73%
17%
10%
-
Administratieve contacten
63%
34%
3%
1%
- Telefonische bereikbaarheid
75%
19%
6%
8%
- Informatie vooraf
74%
19%
7%
2%
- Nakomen afspraken
71%
22%
7%
10%
- Flexibiliteit maken afspraken
54%
33%
12%
15%
Ontvangst
40%
47%
13%
3%
- Op tijd aanvangen zitting
63%
20%
16%
4%
- Faciliteiten tijdens wachten
47%
35%
18%
5%
- Privacy wachtruimte
31%
38%
31%
6%
Rechterlijk functioneren
78%
19%
4%
2%
- Ruimte voor uw verhaal
82%
12%
6%
3%
- Rechter luistert naar standpunten
81%
12%
7%
3%
- Rechter leeft zich in situatie in
73%
19%
8%
4%
- Deskundigheid rechter
79%
14%
7%
3%
- Onpartijdigheid rechter
78%
15%
7%
3%
- Hoe de rechter u behandelt
84%
12%
5%
3%
Uitspraak
65%
24%
10%
7%
- Motivering beslissing
67%
19%
15%
8%
- Begrijpelijkheid beslissing
71%
18%
11%
8%
- Rechtseenheid beslissingen
56%
32%
11%
20%
Doorlooptijd
46%
27%
27%
3%
Rechtspraak.nl
65%
30%
5%
14%
Digitale bereikbaarheid
40%
38%
21%
27%
13 De antwoordcategorie weet niet / n.v.t. is gepercenteerd over de totale respons van de desbetreffende vraag. De antwoordcategorieën (zeer) tevreden, neutraal en (zeer) ontevreden zijn gepercenteerd over de totale respons minus de antwoordcategorie weet niet / n.v.t.
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Cijfers
Pagina 94
Tabel 20b: Klantwaardering justitiabelen14 (Zeer) tevreden
Neutraal
(Zeer) ontevreden
Weet niet/n.v.t.
Algemene tevredenheid
81%
13%
6%
-
Bereikbaarheid
67%
30%
3%
39%
- Telefonische bereikbaarheid
72%
25%
3%
51%
- Rechtspraak.nl
64%
32%
5%
60%
- Digitale bereikbaarheid
56%
38%
7%
67%
Ontvangst
56%
40%
4%
-
- Op tijd aanvangen zitting
78%
9%
13%
-
- Faciliteiten tijdens wachten
74%
16%
10%
1%
- Privacy wachtruimte
55%
21%
24%
1%
- Informatie vooraf
71%
16%
12%
7%
Rechterlijk functioneren
87%
12%
2%
-
- Ruimte voor verhaal
87%
7%
6%
1%
- Voorbereiding rechter
82%
12%
6%
4%
- Rechter luistert naar standpunten
91%
5%
4%
1%
- Rechter leeft zich in situatie in
76%
17%
7%
3%
- Deskundigheid rechter
82%
15%
3%
5%
- Onpartijdigheid
79%
15%
5%
2%
- Begrijpelijkheid
91%
6%
3%
-
- Omgang rechter met advocaten / gemachtigden
86%
12%
2%
21%
- Informatie over zaak
81%
10%
9%
11%
Uitspraak
77%
19%
5%
1%
- Motivering beslissing
79%
12%
9%
1%
- Begrijpelijkheid beslissing
84%
9%
7%
1%
Doorlooptijd
55%
17%
29%
1%
Uitleg vervolg procedure
90%
6%
3%
3%
14 De antwoordcategorie weet niet/ n.v.t. is gepercenteerd over de totale respons over de desbetreffende vraag. De antwoordcategorieën (zeer) tevreden, neutraal en (zeer) ontevreden zijn gepercenteerd over de totale respons minus de antwoordcategorie weet niet / n.v.t.
Bijlage
1
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Pagina 96
Publicaties 2012
Rechtstreeks
In de nieuwe opzet kent Rechtstreeks een hoofdartikel, een beschouwing op het hoofdartikel, een bijdrage in de jaarlijkse serie (in 2012 over de fusie tussen de hoven Leeuwarden en Arnhem) en elk nummer begint met een column. De hoofdartikelen dit jaar waren: - 2012-1: De Proeftuin, mr. drs. R. Robroek - 2012-2: Judicial Psychology, prof. dr. J.J. Rachlinski - 2012-3: De rol van rechterlijke emoties bij het oordelen, mr. dr. M.G. IJzermans - 2012-4: Het selecteren van rechters: Oude en nieuwe methoden, prof. dr. M.Ph. Born Tevens is de Rechtspraaklezing uitgegeven als bijzondere uitgaven Rechtstreeks: - Rechtspraaklezing 2012. Reputatie op afstand, prof. dr. P.H.A. Frissen
Research Memoranda
Statistische publicaties
Overige onderzoeksrapporten en artikelen/bijdragen
In 2012 zijn zes Research Memoranda uitgebracht. Het betreft de volgende publicaties: - Sociaalpsychologische determinanten van strafrechtelijke besluitvorming: dr. F.S. ten Velden en prof. dr. C.K.W. de Dreu - Specialisatie gewenst? De behoefte aan gespecialiseerde rechtspraak binnen het Nederlandse bedrijfsleven: dr. ir. T. Havinga, prof. mr. C. Klaassen en N. Neelis - Straffen en minminimumstraffen bij recidive in zware zaken: Frank van Tulder & Jacqueline van der Schaaf - Reputaties gewogen. Beelden over de rechtspraak bij beslissers en publieke opinieleiders: Paul Frissen, Paul ’t Hart & Stijn Sieckelinck - De wrakingsprocedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de mogelijkheden tot herziening van de Nederlandse wrakingsprocedure: Ivo Giesen, François Kristen, e.a. - Wraking bottom-up. Een empirisch onderzoek: Wibo van Rossum, Jet Tigchelaar en Pieter Ippel In 2012 verscheen de tiende editie van de uitgave Criminaliteit en rechtshandhaving, die informatie bevat t/m 2011. Het is een gezamenlijke publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en (sinds 2011) de Raad voor de rechtspraak. * Judicial error by groups and individuals. Maart 2012. dr. F. van Dijk, dr. J. Sonnemans, mr. prof. E. Bauw * Straftoemeting bij geweld tegen kwalificerende slachtoffers: een replicastudie. September 2012. International Victimology Institute Tilburg (Intervict): I.A.J. Lodewijks MSc, M. Laxminarayan MA, dr. mr. S. van der Aa & dr. A. Pemberton * Frank van Tulder en Rutger Kroon, ‘Uiternate effectief? Beelden en feiten over misdaad en straf’, Nederlands Juristenblad, 2012, afl.32 (p.2233-2238). * Jacqueline van der Schaaf en Frank van Tulder, ’Straffen en minimumstraffen bij recidive in zware zaken’, Trema-straftoemetingsbulletin 2012/2 (p.46-52). * Frank van Tulder, bijdragen aan Trema-straftoemetingsbulletin 2012/1: ‘De burger als rechter. Een onderzoek naar geprefereerde sancties voor misdrijven in Nederland’ (boekbespreking), ‘Recidiverisico en straftoemeting’ (boekbespreking), ‘Verschillen in straftoemeting in soortgelijke zaken. Een kwantitatief onderzoek naar de rol van specifieke kenmerken van de dader’ (boekbespreking).
Bijlage
2
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Pagina 98
Wetgevings- en beleidsadviezen Hieronder staat een overzicht van alle wetgevings- en beleidsadviezen die de Raad voor de rechtspraak in 2012 op grond van zijn adviesrecht ex artikel 95 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie heeft afgegeven. De adviezen zijn op datum van afgifte gerangschikt. De integrale teksten van alle in 2012 uitgebrachte adviezen zijn raadpleegbaar op de website www.rechtspraak.nl • 2012/47 Advies Tweede Nota van Wijziging van Wet forensische zorg (3 december 2012) • 2012/46 Advies tot wijziging ontslagrecht en WW (20 november 2012) • 2012/45 Nader advies conceptwetsvoorstel verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit (14 november 2012) • 2012/44 Advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de versterking van het presterend vermogen van de politie (13 november 2012) • 2012/43 Advies Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het terugdringen van geweld onder invloed van middelen (13 november 2012) • 2012/42 Advies wetsvoorstel Wet digitale handhaving veelvoorkomende overtredingen (13 november 2012) • 2012/41 Advies conceptwetsvoorstel Wet houdende regels voor een gemeentelijke verantwoordelijkheid voor ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij psychische, psychosociale of gedragsproblemen van de jeugdige en opvoedingsproblemen (Jeugdwet) (8 november 2012) • 2012/40 Advies ontwerp Besluit landelijk en functioneel parket (7 november 2012) • 2012/39 Advies concept-besluit aanpassing Besluit bewaren en vernietigen niet gevoegde stukken met het oog op de vernietiging van geheimhoudersgesprekken (25 oktober 2012) • 2012/38 Advies Ontwerp-besluit houdende wijziging Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met nevenbetrekkingen (22 oktober 2012) • 2012/37 Advies aanpassingsbesluit herziening gerechtelijke kaart (16 oktober 2012) • 2012/36 Advies concept-inrichtingsplan en concept-realisatieplan nationale politie (16 oktober 2012)
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Bijlage 1 Wetgevings- en beleidsadviezen
Pagina 99
• 2012/35 Advies curatele en bewindregister (5 oktober 2012) • 2012/34 Advies concept wetsvoorstel tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten (5 oktober 2012) • 2012/33 Advies Besluit wijziging Reglement voor de bijzondere kamers bij het gerechtshof Arnhem en het Reglement voor de ondernemingskamer in verband met de wijziging van de vergoedingen van niet tot de rechterlijke macht behorende leden van die kamers (20 september 2012) • 2012/32 Advies stroomlijning toelatingsprocedures (26 september 2012) • 2012/31 Advies invoering flexibel cameratoezicht (26 september 2012) • 2012/30 Aanvullend advies conceptwetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering e.a. i.v.m. de invoering van adolescentenstrafrecht (20 september 2012) • 2012/29 Advies concept nota van wijziging herstel omissie Gratiewet en WETSS 2008 (20 september 2012) • 2012/28 Advies Veegwet Wet op het notarisambt 2012 (14 september 2012) • 2012/27 Advies Ontwerp uitvoeringsbesluit wetsvoorstel onvrijwillige behandeling (11 september 2012) • 2012/26 Advies concept-wetsvoorstel verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit (9 augustus 2012) • 2012/25 Advies ontwerp-amvb tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht (3 augustus 2012) • 2012/24 Advies concept Besluit drugs en geneesmiddelen in het verkeer (3 augustus 2012) • 2012/23 Advies Conceptwetsvoorstel tot implementatie van de richtlijn 2011/93/EU ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ (PbEU L 335) (30 juli 2012) • 2012/22 Ontwerp-besluit aanpassing rechtspositionele bepalingen herziening gerechtelijke kaart (11 juli 2012) • 2012/21a Hoofdlijnennotitie aanpassing ontslagrecht en WW (27 juni 2012) • 2012/21 Advies wetsvoorstel tot herziening van de arbitrageregels (21 juni 2012) • 2012/20 Advies wetsvoorstel langdurig toezicht gedragsbeïnvloeding en vrijheids beperking (18 juni 2012) • 2012/19 Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige (7 juni 2012)
Jaarverslag Rechtspraak 2012
Bijlage 1 Wetgevings- en beleidsadviezen
Pagina 100
• 2012/18 Advies wetsvoorstel gebruik camerabeelden en meldplicht datalekken (7 juni 2012) • 2012/17 Advies Nota van wijziging Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (31 mei 2012) • 2012/16 Advies Wijzigingsbesluit Actie koperslag (31 mei 2012) • 2012/15 Advies conceptwetsvoorstel tot Implementatie van kaderbesluit 2009/829/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2009 inzake de toepassing tussen lidstaten van de Europese Unie van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen inzake toezichtmaatregelen als alternatief voor voorlopige hechtenis (PbEU L 294) (9 mei 2012) • 2012/14 Advies wetsvoorstel herziening regels betreffende extraterritoriale rechtsmacht in strafzaken en conceptbesluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht (9 mei 2012) • 2012/13 Advies conceptbesluit tot wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken en het Besluit identiteitsvaststelling verdachten en veroordeelden i.v.m. de invoering van de Wet herziening ten nadele en de Wet tot wijziging (...) (20 april 2012) • 2012/12 Advies conceptwetsvoorstel uitvoering verordening (EU) nr. 1227/2011 (19 april 2012) • 2012/11 Advies conceptwetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van adolescentenstrafrecht (23 maart 2012) • 2012/10 Aanvullend advies voorwerp tegengaan huwelijksdwang (13 maart 2012) • 2012/09 Advies wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de modernisering van het loopbaanbeleid en de introductie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (2 maart 2012) • 2012/08 Advies concept besluit kwaliteitseisen curatoren, bewindvoerders en mentoren (29 februari 2012) • 2012/07 Advies conceptwetsvoorstel implementatie richtlijn vertolking en vertaling in strafprocedures (29 februari 2012) • 2012/06 Advies Rijkswet militaire strafwetgeving i.v.m. gewijzigde regelgeving en herstel van technische onvolkomenheden (29 februari 2012) • 2012/05 Advies consultatiepaper rechtsbijstand (24 februari 2012) • 2012/04 Advies zittingsplaatsen gerechten (2 februari 2012) • 2012/03 Advies strafbaarstelling financiering terrorisme (26 januari 2012) • 2012/02 Initiatiefnota wettelijke verankering mediation (25 januari 2012) • 2012/01 Advies over wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang (4 januari 2012)