Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
INHOUDSOPGAVE
DEEL 1
BLZ
1.
INLEIDING
4
2.
BELEIDSVERKLARING
5
3.
ORGANISATIE 3.1. Organigram 3.2. Organisatiestructuur 3.3. Omzettingsregeling luchthaven Midden-Zeeland
6 7 8
SLEUTELFUNCTIONARISSEN Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden
9
INRICHTING EN UITRUSTING LUCHTVAARTTERREIN 5.1. Beschrijving luchtvaartterrein 5.2. Grondtekens en markering 5.3. Gebruiksgereedheid luchtvaartterrein
11 12 13
GEBRUIK LUCHTVAARTTERREIN 6.1. Opening/Sluiting luchtvaartterrein 6.2. Luchtvaarttuigen, welke gebruik maken van het luchtvaartterrein 6.3. (Deel-)activiteiten op het luchtvaartterrein 6.4. Circuit en circuitgebied 6.5. Geluidsruimte
14 16 17 19 20
VLIEGTUIGBRANDSTOF 7.1. Vliegtuigbrandstof voorziening
22
BEDRIJFSMIDDELEN 8.1. Bedrijfsbrandweer 8.2. Verbindingsmiddelen 8.3. Middelen t.b.v. vluchtvoorbereiding
23 24 25
OPLEIDING EN TRAINING 9.1. Diploma’s en Bewijzen van Bekwaamheid
26
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
1
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
10.
11.
12.
13.
TOEGANGSREGELING TOT LUCHTVAARTTERREIN 10.1. Hoofdpoort 10.2. Overige toegangen 10.3. Gemotoriseerd verkeer
27 27 27
ONGEVALLEN EN INCIDENTEN 11.1. Alarmregeling 11.2. Melding en registratie
28 28
RISICO-INVENTARISATIE 12.1. Risico’s 12.2. Risico’s in relatie tot de bedrijfsprocessen 12.3. Risico analyse 12.4. Risico ’s en verantwoordelijkheden 12.5. Overleg structuur
30 30 30 31 31
DOCUMENTENBEHEER 13.1. Documentenregistratie 13.2. Documenten
32 32
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
2
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
DEEL 2
BIJLAGEN *)
1. Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen 2. Omzettingsregeling luchthaven Midden-Zeeland 3. Algemeen Luchthaven Reglement 4. Procedure Parachutespringen 5. Protocol zweefvliegen 6. Procedure bij aanhaken/afwerpen reclame sleepnet 7. Calamiteitenplan Zeeland Airport. 8. Checklist Alarmregeling
*)
ALLE HIER VERMELDE BIJLAGEN ZIJN EEN INTEGRAAL ONDERDEEL VAN DIT LUCHTHAVEN BEDRIJFSHANDBOEK!
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
3
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
1.
INLEIDING
De vliegbewegingen op het vliegveld Midden-Zeeland zijn onderworpen aan door de Rijksoverheid en Provincie uitgegeven wet- en regelgeving, welke zijn opgenomen in o.a. de Luchtvaartwet, de Wet Luchtvaart en de RVGLT. In het ”Omzettingsbesluit Luchtvaartterrein Midden-Zeeland” (Bijl. 2) evenals in het “Luchthavenreglement Midden-Zeeland” (in werking getreden op 3 december 2013, Bijl. 3) zijn specifiek voor dat luchtvaartterrein van toepassing verklaarde regels vastgelegd. Voordat een terrein wordt aangewezen als luchtvaartterrein moet een “Luchthavenbesluit” door de Provincie worden genomen alsmede een verklaring Veilig Gebruik door de Inspectie ILenT worden afgegeven. Dit besluit leidt tot het definitief vaststellen van de indeling van het luchtvaartterrein, evenals het vaststellen van de geluidsruimtes en gebruiksvoorwaarden. Met het omzettingsbesluit (bijlage 2) zijn aan- en uitvliegroute evenals het vliegcircuit vastgelegd. De vliegbewegingen vanaf vliegveld Midden-Zeeland zijn onderworpen aan een vergunningenstelsel voor de aanleg en instandhouding van luchtvaartterreinen. Vanwege de noodzaak van veiligheid heeft de Rijksoverheid tevens voorgeschreven dat aangewezen luchtvaartterreinen voldoen aan zodanige eisen, dat de (vlieg-)veiligheid wordt gewaarborgd. Hiertoe moet elk aangewezen luchtvaartterrein zijn gecertificeerd. Het certificeren van luchtvaartterreinen maakt onderdeel uit van een nieuwe visie op het beheersen van de veiligheid van luchtvaartterreinen, gebaseerd op (inter-)nationale ontwikkelingen, onderzoeken en aanbevelingen, welke ook door Nederland zijn overgenomen. Doel van het certificeren is het tot stand brengen van een nieuwe manier van toezicht op de (vlieg-)veiligheid, waarbij de nadruk valt op de toetsing van de kwaliteit van het bedrijfsproces, welke aan het eindproduct voorafgaat. In dit veiligheidsmanagementsysteem moet de exploitant aantonen dat zijn bedrijfsprocessen zodanig zijn ingericht dat het eindproduct (i.c. een veilig luchtvaartterrein) blijvend voldoet aan de veiligheidseisen. Zodoende wordt het accent verplaatst van producttoezicht naar organisatietoezicht. Hierdoor wordt eigen waakzaamheid gestimuleerd m.b.t. handhaving van orde en veiligheid. De wijze van toezicht past binnen de zich wijzigende verhoudingen in verantwoordelijkheden tussen de Rijksoverheid en de luchtvaartsector. Het veiligheidsmanagementsysteem is een beheerssysteem, waarmee de exploitant een voortdurende situatie van orde en (vlieg-)veiligheid waarborgt. In het Luchthavenbedrijfshandboek wordt deze certificering nader uitgewerkt door het beschrijven van beleidsvoornemens, taken en verantwoordelijkheden van diverse functionarissen en de diverse bedrijfsprocessen. Tevens worden procedures vermeld m.b.t. orde en (vlieg-)veiligheid op het gehele luchtvaartterrein. Het Luchthavenbedrijfshandboek fungeert als basisdocument voor alle activiteiten op en vanaf vliegveld Midden-Zeeland.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
4
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
2.
BELEIDSVERKLARING
De directie van “Zeeland Airport BV’ als eigenaar/beheerder van vliegveld Midden-Zeeland stelt zich ten doel om binnen haar onderneming een actief beleid te voeren ten aanzien van het bevorderen van de (vlieg-)veiligheid, gezondheid en milieuaspecten bij al haar activiteiten. Deze activiteiten maken onderdeel uit van haar streven naar een veilig operationeel gebruik van het luchtvaartterrein, zoals bedoeld en vastgelegd in haar toekomstvisie. Haar streven blijft er op gericht om alle voorziene gevaren, welke kunnen leiden tot persoonlijk letsel, ziekten, brand of schade aan eigendommen of leefmilieu te voorkomen. Door instructie en het voorzien in goede (hulp-)middelen wordt een veilig, gezond en milieu vriendelijk werkklimaat geschapen. Elke medewerker is verplicht zich te houden aan de gestelde regels en voorschriften en gebruik te maken van ter beschikking gestelde voorzieningen of middelen. Het vaststellen van prioriteiten van veiligheid in de bedrijfsvoering komt mede tot uiting in het gebruik van het Luchthavenbedrijfshandboek, waarin alle veiligheidsprocedures, instructies en regelgeving zijn vastgelegd. Het op een efficiënte en positieve wijze tot uitvoering brengen van bovenstaande is een verantwoordelijkheid, welke door directie en medewerkers gezamenlijk wordt gedragen. Veiligheidsbeleid kan alleen slagen wanneer alle medewerkers zich hieraan conformeren en hun blijvende bijdrage leveren. De directie stelt alle door haar noodzakelijk geachte middelen ter beschikking welke bijdragen aan een veilige uitvoering van de (vlieg-)activiteiten op en rondom het luchtvaartterrein Midden-Zeeland.
Zeeland Airport BV
E.K. Belderok Directeur
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
5
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
3.1
Organigram
Aandeelhouders
Directeur
Raad van Commissarissen
Havenmeester
Administratie
COZA
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
Assistent Havenmeesters
6
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
3.2
Organisatiestructuur
BV “Zeeland Airport” is een Besloten Vennootschap, met haar zetel gevestigd in de gemeente Middelburg. Het doel van deze BV is het in stand houden en exploiteren van het vliegveld MiddenZeeland en al haar toebehoren, dit alles in de ruimste zin des woords. Tevens het verrichten van al die werkzaamheden, welke daarmee verband houden en de instandhouding en exploitatie bevorderen. Raad van Commissarissen Leden van de Raad van Commissarissen (RvC) worden benoemd, ontslagen en geschorst door de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA). RvC houdt toezicht op het beleid van de directie en op de algemene gang van zaken binnen de BV. Zij is tevens belast met de in de Statuten vermelde werkzaamheden. RvC geeft gevraagd en ongevraagd advies aan directie en AvA; de RvC heeft toegang tot en inzicht in alle bezittingen en middelen van de BV. De RvC is bevoegd besluiten van de Directie aan haar goedkeuring te onderwerpen Aandeelhouders “Zeeland Airport BV” kent uitsluitend gewone aandeelhouders. Aandeelhouders nemen besluiten welke inhouden de benoeming van de directeur en voorts die besluiten, waartoe zij gerechtigd zijn volgens de Statuten van Zeeland Airport BV. Vergadering van Aandeelhouders De Vergadering van Aandeelhouders is bevoegd besluiten van de directie aan haar goedkeuring te onderwerpen. Directeur De benoemde directeur vertegenwoordigt de BV.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
7
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
3.3
Omzettingsregeling luchthaven Midden-Zeeland
Vliegveld Midden-Zeeland Vliegveld Midden-Zeeland is als luchtvaartterrein toegelaten voor openbaar nationaal en internationaal luchtverkeer met burgerlijke luchtvaarttuigen en oefenvluchten met luchtvaarttuigen, waaronder militaire luchtvaarttuigen. Het luchtvaartterrein ligt op het eiland Zuid-Beveland in de gemeente Middelburg. Zonering luchtvaartterrein Als gevolg van zowel Provinciaal als Landelijk politiek overleg heeft ertoe geleid dat voor vliegveld Midden-Zeeland een maximum aantal vliegbewegingen per jaar en een maximale geluidsbelasting is vastgelegd. Geluidsbelasting Voor de berekening van de geluidsbelasting wordt gehanteerd: het aantal vliegbewegingen; een verdeling van het aantal vliegbewegingen over geluidscategorieën, routes, baangebruik en vluchtsoort. Geluidsruimte Met de vaststelling van de geluidsruimte is bepaald, berekend over een jaar, wat de maximaal toegestane geluidsbelasting mag zijn. Deze geluidsruimte is vastgelegd in het Omzettingsbesluit (bijlage 2) en vormt onderdeel van het gebruikskader voor zowel exploitant (Zeeland Airport BV) als gebruikers. De geluidsruimte is maatgevend voor het gebruik van het luchtvaartterrein. Overschrijding geluidsruimte Indien een feitelijke overschrijding van de geluidsruimte dreigt, dan wel een overschrijding van het vastgestelde aantal bewegingen met hefschroefvliegtuigen, dan moeten maatregelen worden genomen om een overschrijding van de geluidsruimte te voorkomen c.q. het aantal bewegingen met hefschroefvliegtuigen te verminderen of geheel stop te zetten.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
8
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
4.
SLEUTELFUNCTIONARISSEN
Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden. Exploitant. De exploitant komt de bevoegdheid en verantwoordelijkheden toe, zoals vastgelegd in de Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen alsmede in het Algemeen Luchthavenreglement luchthaven Midden Zeeland. De exploitant ziet er op toe dat allen op het luchtvaartterrein aanwezig zich houden aan de eisen en regels m.b.t. het handhaven van orde en een voortdurende situatie van (vlieg-) veiligheid. De exploitant stelt voorts vast alle kritieke activiteiten binnen de bedrijfsprocessen, welke een specifieke vakbekwaamheid vereisen voor het uitvoerend personeel en draagt zorg voor adequate opleiding en training. Tevens wordt dit personeel als zodanig geadministreerd. De exploitant beheert het Luchthaven bedrijfshandboek en is verantwoordelijk voor de juiste inhoud; tevens houdt hij toezicht op een correcte uitvoering van het veiligheidsmanagementsysteem. De exploitant verricht de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) en bepaalt aan de hand van de vastgestelde risico’s de te nemen veiligheidsmaatregelen. Bij gebleken noodzaak wordt het Luchthaven bedrijfshandboek aangepast. De exploitant stelt de Minister van Infrastructuur & Milieu tijdig in kennis van de wijzigingen van het Luchthaven bedrijfshandboek. Havenmeester. De havenmeester komt de bevoegdheden en verantwoordelijkheden toe, zoals vastgelegd in de Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen en het Algemeen Luchthavenreglement luchthaven Midden Zeeland. De havenmeester is hoofd van de havendienst en ziet toe op een correcte uitvoering van zijn taken. Taken havenmeester Taken van de havenmeester zijn als volgt te verdelen: A. Vaststellen/aangeven van wind- en landingsrichting; B. Inrichting van het seinenvierkant; C. Inrichting van het landingsterrein door middel van merkbakens en waarschuwingstekens; D. Brandbestrijding en EHBO-dienstverlening; E. Geven van (vlucht-)informatie aan luchtvarenden; F. Toezien op orde en veiligheid en rapporteren van inbreuk daarop; G. Toezien op toegang tot het luchtvaartterrein; H. Bijhouden luchthavenregister. I. Onderhouden landingsterrein; J. Controle op en registratie van brandstofverloop en –samenstelling; K. Bijhouden van luchtvaartpublicaties; L. Opstellen en bijhouden van een alarmregeling (bijlage 5); M. Doen van voorstellen voor efficiëntieverbetering; N. Kostenbewust beheer van havendienstgebouw; O. Innen en correct beheer van havengelden.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
9
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
Voor de uitvoering van regelmatig terugkerende werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van controlelijsten. Voor openstelling van het luchtvaartterrein wordt een controlelijst gebruikt. Bij het vaststellen van situaties, welke een inbreuk (kunnen) betekenen op de veiligheid en orde op het luchtvaartterrein treedt hij onmiddellijk handelend en ingeval van noodzaak corrigerend op. Specifiek dient te worden gelet of er sprake is van inbreuk op het obstakelvrije vlak door kranen e.d. Als hulpmiddel heeft de (assistent)havenmeester een tekening van de omgeving met daarop de maximaal toelaatbare obstakelhoogten in de omgeving van het vliegveld. Bij een vermoeden van inbreuk dient onverwijld ILenT in kennis gesteld te worden met het verzoek om een Aeronautical study uit te voeren en een besluit te nemen omtrent de aanvaardbaarheid van een dergelijke penetratie. Vluchtvoorbereiding Vluchtvoorbereiding vindt plaats in de daartoe gereserveerde ruimte in het havengebouw. De havenmeester kan om advies bij de vluchtvoorbereiding worden gevraagd. In geval van overtreding van geldende vliegveiligheidseisen dient daarvan rapport te worden opgemaakt t.b.v. Inspectie IL&T. De assistent-havenmeester verricht zijn werkzaamheden in opdracht en onder toezicht van de havenmeester. Bij afwezigheid van de havenmeester fungeert de assistent-havenmeester als zijn waarnemer en heeft daarbij dezelfde uitvoerende taken als de havenmeester.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
10
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
5.
5.1
INRICHTING EN UITRUSTING LUCHTVAARTTERREIN
Beschrijving luchtvaartterrein.
Ligging Vliegveld Midden-Zeeland is gelegen binnen de gemeentegrens van Middelburg en in de directe nabijheid van Arnemuiden. Aan de zuidzijde ligt op zeer korte afstand de gemeentegrens van Goes. Het luchtvaartterrein ligt ingeklemd in het landelijke gebied nabij het Veerse Meer. Luchtvaartterrein De grootte van het luchtvaartterrein bedraagt 23,42 hectare, hoogte boven zeeniveau 4.9 ft; kadastrale gegevens: Sectie I, nrs. 273, 276, 277, 341, 342, 344, 345. Referentiepunt: 51-3047N 03-43-53 E. De locatie wordt begrensd door een tweetal provinciale wegen en voor het overige door land met een agrarische bestemming. De airstrip is aangelegd in de richting Oost (088º)-West (268º) en de baanlengte bedraagt 1000 meter met een overrun van 258 meter Oostzijde en 110 meter Westzijde. Zowel in de vliegrichting oost (090) als in de vliegrichting west (270) bevinden zich geen obstakels, welke een hindernis kunnen vormen voor landende en vertrekkende luchtvaartuigen. Het betreft uitsluitend agrarisch gebied, gebruikt voor landbouw c.q. recreatie en als zodanig ook vastgelegd in geldende bestemmingsplannen. Het luchtvaartterrein behoort tot de categorie ongecontroleerde vliegvelden, wat inhoudt dat er geen luchtverkeersleiding wordt gegeven aan naderend en vertrekkend luchtverkeer. Er wordt op zicht gevlogen (VFR-vluchten). Navigeren gebeurt op basis van visuele referenties met de grond. Het VFR-verkeerscircuitgebied is aangegeven op kaarten EHMZ AD 2.24 in het. Eveneens zijn de minimum naderingshoogte en de circuithoogte aangegeven.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
11
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
5.2
Grondtekens en markering
Seinenvierkant Het seinenvierkant is gelegen aan de Noordzijde van de landingsbaan in de directe nabijheid van het restaurantterras. In het seinenvierkant zijn grondtekens aangebracht welke de afmetingen, vorm en kleur hebben zoals voorgeschreven in de “Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen” en Annex 14 van het ICAO-verdrag. Windzakken Windzakken zijn op diverse locaties van het landingsterrein geplaatst en voldoen aan de “Regeling Veilig Gebruik Luchthavens en andere Terreinen’’. Verwijzend naar Annex 14 van het ICAO-verdrag Luchthavengebouw Het luchthavengebouw of havendienstgebouw is gelegen aan de Noordzijde van de landingsbaan. Vanuit de operatieruimte (ops-room) heeft men een duidelijk zicht op de landingsstrip en op de brandstofinstallatie. Door de ligging aan de Noordzijde en de situering van de aanvliegroute’s voor zowel baan 09 als baan 27 zijn de aanvliegroute’s vanuit de glaskoepel niet waarneembaar tot het aanvliegpunt “Final”. Duidelijk zicht is mogelijk op de zweefvliegbaan en het voor de zweefvliegtuigen gereserveerde zuidelijke vliegcircuit. Duidelijk zicht is mogelijk op reclamesleepvluchten. Landingsterrein Het landingsterrein is gemarkeerd d.m.v. rood-witte merkbakens. De baandrempel is d.m.v. zwart-wit geblokte vlakken gemarkeerd. De landingsbaan is gemarkeerd d.m.v. witte pionnen. Voertuigen Voertuigen, welke zich moeten begeven op het landingsterrein zijn uitgerust met een geel zwaailicht en/of geschilderd in een rood-wit geblokt patroon c.q. voorzien van een rood-wit geblokte vlag (Algemeen Luchthavenreglement luchthaven Midden Zeeland). Landside/airside Landside (Algemeen Luchthavenreglement luchthaven Midden Zeeland.) wordt gescheiden door een witte lijn die aan de zuidkant van de dienstweg ligt. Ten zuiden van de witte lijn ligt de airside en ten noorden van de witte lijn ligt de landside. Op de landside van EHMZ mogen geen vliegtuigen met draaiende motoren komen. Op de dienstweg zelf mag niet getaxied worden en mogen geen vliegtuigtuigen geparkeerd staan.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
12
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
5.3
Gebruiksgereedheid luchtvaartterrein
Controle luchtvaartterrein Dagelijks voor openstelling luchtvaartterrein wordt de gesteldheid van het luchtvaartterrein aan een grondige inspectie onderworpen. Gecontroleerd wordt op vreemde voorwerpen, op kuilen, molshopen en andere oneffenheden. Bij het vaststellen van onaanvaardbare oneffenheden op het luchtvaartterrein worden deze direct verholpen. Eventueel wordt assistentie gevraagd van een grondbedrijf om het betreffende gedeelte te egaliseren. Bij aanwezigheid van molshopen wordt de “ongediertespecialist” te hulp geroepen. Faunabeheer Bij aanwezigheid van grote hoeveelheden vogels kan de Dierenbescherming om assistentie bij verwijdering worden verzocht. Florabeheer Bij hernieuwd inzaaien van gras wordt er op toegezien dat de gebruikte grassoort geen aantrekkende werking heeft v.w.b. de aanwezigheid van (gras-)vogels. Hindernisbeheer De dienstdoende havenmeester controleert dagelijks de obstakelvrije zones. In geval van werkzaamheden (bijv. kraan, grondmachines) kan een tijdelijke hindernis ontstaan. Hiervan dient een NOTAM te worden verstuurd op verzoek van de havenmeester door het Flight Information Office (FIO). Voor grote bouwwerken op de luchthaven moet een plan worden opgemaakt en ter goedkeuring worden aangeboden aan de directie van Zeeland Airport BV.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
13
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
6.
GEBRUIK LUCHTVAARTERREIN
6.1
Openen/sluiten luchtvaartterrein.
Openstellingstijden Het luchtvaartterrein is opengesteld gedurende de uniforme daglichtperiode, zoals vermeld in het AIP. Op Eerste en Tweede kerstdag evenals op Nieuwjaarsdag is het luchtvaartterrein gesloten. De gebruikelijke openingstijden zijn van 09.00 –20.00 uur (zomerperiode) en van 09.00 – einde daglichtperiode (winterperiode). Op verzoek kan de dienstdoende havenmeester op eigen gezag hiervan afwijken. De vlieger welke buiten de openstellingtijden gebruik wil maken van het luchtvaartterrein dient dit tijdig te verzoeken aan de dienstdoende havenmeester. Openstelling Bij openstelling van het luchtvaartterrein controleert de dienstdoende havenmeester de conditie van het luchtvaartterrein en alle overige situaties m.b.t. het veilig gebruik voor landende en startende vliegtuigen. Hierbij worden de volgende handelingen dagelijks verricht:
Ontsluiting alle binnen- en buitendeuren; Inschakelen radio zend- en ontvangapparatuur; evt. overzetten telefoonverbinding; Controle windzakken, verifiëren windrichting en vaststellen baan in gebruik; controle c.q. aanpassen seinenvierkant; controle op vliegveldbebakening; Ontsluiten brandstofinstallatie; controle op water/helderheid/verontreiniging; meterstanden verifiëren; controle op brandstofslangen, aardklemmen en aansluitingen; Controle op brandbestrijdingsmiddelen; Controle op inzetbaarheid van hulpvoertuig(en); Inschakelen van pinapparaat; Opnemen in journaal van geldende windrichting, windsterkte, baan in gebruik; Oproepen (piepen) van de COZA-medewerkers en op het aanwezigheidsbord, alsmede het dagrapport vermelden.
Gegevens vluchtvoorbereiding Ten behoeve van vluchtvoorlichting moeten in het havengebouw de volgende gegevens beschikbaar zijn: terreinconditie; windrichting en sterkte; luchtdruk op zeeniveau (QNH) PC in de briefingroom (t.b.v. selfbriefing).
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
14
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
Orde en veiligheid luchtvaartterrein Gedurende de openingstijden is de dienstdoende havenmeester verantwoordelijk voor de orde en veiligheid op het luchtvaartterrein. Hij ziet toe op een correcte naleving van geldende regelgeving en luchtvaartdocumenten. Bij inbreuk op de situatie van orde en veiligheid treedt hij handelend en zo mogelijk corrigerend op; daarbij kan hij –zonodig- om inschakeling van de IL&T of de Dienst Luchtvaart van de KLPD verzoeken. Van alle vermeldenswaardige bijzonderheden c.q. inbreuken op orde/veiligheid wordt aantekening gehouden in het journaal (bijzonderhedenboek). Bij bijzondere incidenten wordt de exploitant onmiddellijk ingelicht en wordt een incidentrapport opgemaakt. Personen van / uit niet-Schengenland Bij personenvervoer van/naar niet-Schengen landen wordt de KMAR Terneuzen geïnformeerd. Sluiting luchtvaartterrein Bij sluiting van het luchtvaartterrein worden de volgende handelingen verricht:
Kassa afsluiten; verbinding pinapparaat verbreken/afmelden; Kassa papiergeld in kluis opbergen; Uitprinten luchthavenregister; Bijwerken journaal, evt. aanvullende informatie noteren voor opvolgende havenmeester; Uitzetten van PC, printer, kopieerapparaat en overig; Seinenvierkant aanpassen (kruis aanleggen); Alarmering havengebouw inschakelen. Afsluiten binnen- en buitendeuren; Rondom controle.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
15
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
6.2
Luchtvaartuigen, welke gebruik maken van luchtvaartterrein.
Codenummer, codeletter Op grond van Bijlage 14 (ICAO-verdrag) wordt d.m.v. een codenummer en een codeletter, gerelateerd aan de lengte van de baan en de grootte van de vliegtuigen aangegeven welk luchtverkeer van het luchtvaartterrein gebruik kan maken. Voor Midden-Zeeland is dat codenummer 2, behorend bij baanlengte van 800 tot1200 meter en codeletter B, behorend bij vliegtuigen met een vleugelwijdte van 15 tot 24 meter of een spoorbreedte van 4,5 tot 6 meter. Slepen, Lieren. Voor het doen opstijgen van zweefvliegtuigen (bijlage 6) wordt gebruik gemaakt van een sleepvliegtuig. Ook kan worden opgestegen met een motorzweefvliegtuig. Voor opening en na het sluiten van het luchtvaartterrein voor vliegverkeer kan tevens gebruik worden gemaakt van een lier-installatie t.b.v. het zweefvliegen. Helikopterbewegingen Het Omzettingsbesluit beperkt het aantal landingen en starts met helikopters tot 800 per jaar. Militair medegebruik Ingevolge een Beschikking kunnen incidenteel militaire vliegtuigen en militaire helikopters worden toegelaten op het luchtvaartterrein. Dit met de beperking indien en voor zover de bewegingen gebeuren ten behoeve van vluchten van bijzonder personenvervoer dan wel operationeel noodzakelijk zijn, evenals ten behoeve van oefenvluchten.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
16
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
6.3
(Deel-)activiteiten op het luchtvaartterrein
Algemeen Het luchtvaartterrein dient primair als start- en landingsterrein voor vliegtuigen en helikopters. Tevens kunnen reclamevluchten (bijlage 9), waaronder sleepvluchten worden uitgevoerd vanaf het luchtvaartterrein. Gelijktijdig gebruik zweefvliegbaan en hoofdbaan Bij gelijktijdig gebruik van de zweefvliegbaan en hoofdbaan dient het motor- en zweefverkeer rekening met elkaar te houden. Zweefvliegbaan Voor het in gebruik nemen van de zweefvliegbaan moet toestemming zijn verkregen van de dienstdoende havenmeester. Periodiek wordt de parallelbaan aan de zuidzijde van baan 09-27 gebruikt als start- en landingsbaan voor zweefvliegtuigen. Het gelijktijdig gebruik van zowel de baan 09-27 als de zweefvliegbaan geschiedt onder toezicht van de dienstdoende havenmeester en volgens zijn aanwijzingen en instructies. Het voor het opslepen van zweefvliegtuigen gebruikte sleepvliegtuig dient te allen tijde een 2zijdig radiocontact te onderhouden met de havendienst op 119.250Mhz. De dienstdoende havenmeester kan de zweefvliegactiviteiten stilleggen indien in zijn visie de vliegveiligheid op het luchtvaartterrein niet (meer) kan worden gewaarborgd. Parachutespringen In de directe omgeving van het luchtvaartterrein mag parachute gesprongen (bijlage 6) worden dankzij verkregen vergunningen. Daartoe zijn in de directe omgeving van de luchthaven een drietal locaties aangewezen. Bij het gelijktijdig plaatsvinden van meerdere activiteiten op c.q. rondom het luchtvaartterrein treedt de dienstdoende havenmeester op als coördinator; hij blijft bevoegd activiteiten te (doen) beëindigen indien de (vlieg-)veiligheid op of in de directe omgeving van het luchtvaartterrein niet (meer) kan worden gewaarborgd. Reclame-sleepvluchten Voor het oppakken en afwerpen van een sleep (bijlage 9) wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de zweefvliegstrip. Hiervoor dient vooraf toestemming te zijn verkregen van de dienstdoende havenmeester. Na het oppakken van de reclamesleep (bijlage 9) en vóór het afwerpen van de sleep wordt een zuidelijk circuit gevlogen. Tijdens deze vliegmanoeuvre wordt het starten van zweefvliegtuigen stilgelegd. De vlieger van het sleepvliegtuig dient ten alle tijden voorrang te verlenen aan zweefvliegtuigen welke zich in het zweefvliegcircuit bevinden. Evenementen Bijzondere evenementen op het luchtvaartterrein kunnen aanleiding zijn tot het toestaan van meerdere (vlieg-)activiteiten. Hiervan kan sprake zijn bij open dagen, speciale vliegattracties etc. Voor het toestaan van diverse activiteiten zijn vergunningen vereist, welke door de exploitant worden aangevraagd. Alle gezamenlijk plaatsvindende (vlieg-)activiteiten worden Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
17
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
vooraf gecoördineerd en vastgelegd door de havendienst. Vooraf wordt een tijdschema vastgelegd waarin duidelijk aangegeven op welke tijdstippen welke activiteiten worden uitgevoerd. Tijdens voornoemde activiteiten treedt de dienstdoende havenmeester op als coördinator. De havenmeester is bevoegd activiteiten te stoppen c.q. stil te leggen als de (vlieg)veiligheidssituatie dat vereist. Voor de organisatie van een vliegdemonstratie (Airshow) dient vooraf ontheffing te zijn verleend op basis van artikel 17 (Luchtvaartwet) door de minister van Infrastructuur en Milieu. Communicatie met gebruikers. Eenmaal per jaar organiseert de exploitant een bijeenkomst met alle hoofdgebruikers van het luchtvaartterrein. Tijdens deze bijeenkomst worden de volgende agendapunten minimaal afgewerkt:
Evaluatie van bestaande procedures Verbeterpunten
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
18
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
6.4
Circuit en circuitgebied
Algemeen Het luchtvaartterrein Midden-Zeeland behoort tot de zgn. ongecontroleerde velden, d.w.z. dat er geen luchtverkeersleiding wordt gegeven aan het luchtverkeer. Er wordt op zicht gevlogen op basis van visuele vluchtgegevens (VFR). Het circuitgebied voor luchtvaartterrein MiddenZeeland is weergegeven op kaarten EHMZ AD 2.24 in het AIP. VFR Het circuit moet worden uitgevoerd binnen de horizontale begrenzing van het circuitgebied, zoals weergegeven op eerder genoemde kaarten. Zowel voor starts als voor landingen zijn voorkeursprocedures aangegeven (noise abatement procedures). Deze procedures dienen te worden uitgevoerd indien de vliegveiligheid dit toelaat en zijn bedoeld om (geluids-)overlast op de omgeving (Camping De Witte Raaf/Oranjeplaat) te minimaliseren. Luchtverkeerscircuit Het luchtverkeerscircuit is aangegeven op diverse kaarten. Met dit circuit is het hart aangegeven van de vliegbaan voor luchtvaarttuigen, maar er kan spreiding links en rechts van de vliegbaan plaatsvinden. De grootte van het verkeerscircuit is mede afhankelijk van de snelheid van het vliegtuig, de windcondities en de geoefendheid van de vlieger. Daarbij gaat de veiligheid altijd voor en kan de vlieger zelf besluiten uit te wijken buiten het circuitgebied zoals aangegeven in de AIP. Volgens de regels voor het standaardcircuit wordt het circuit op een vaste positie aangevlogen en is er voor beide circuitrichtingen een vast vertrekpunt. Buiten het circuitgebied zijn er geen voorschriften t.a.v. de “routes”.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
19
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
6.5
Geluidsruimte
Geluidsruimte Met de vaststelling van een geluidsruimte rond een luchtvaartterrein is bepaald, berekend over een jaar, wat de maximaal toegestane geluidsbelasting mag zijn, zoals deze wordt veroorzaakt door landende en opstijgende luchtvaarttuigen. De geluidsruimte is vastgelegd in het Omzettingsbesluit (bijlage 2) en vormt onderdeel van het gebruikskader voor zowel Zeeland Airport BV als de gebruikers van het luchtvaartterrein. De geluidsruimte is maatgevend voor het gebruik. De systematiek van de handhaving zoals deze in de Luchtvaartwet is beschreven beoogd met een combinatie van preventieve en repressieve instrumenten overschrijding van de vastgestelde grenswaarden buiten de geluidsruimte te voorkomen, evenals vermijdbare hinder te beperken. Bij het Omzettingsbesluit (bijlage 2) van een luchtvaartterrein rondom dat terrein wordt een geluidsruimte vastgesteld, waarbuiten de geluidsbelasting door landende en opstijgende luchtvaartuigen een vastgestelde grenswaarde niet mag overschrijden. De handhaving van de geluidsruimte vindt o.a. plaats d.m.v. handhaving van de voorschriften, welke zijn opgenomen in het Omzettingsbesluit (bijlage 2). Commissie CRO Bij een luchtvaartterrein met geluidsruimte wordt een commissie ingesteld t.b.v. overleg en voorlichting over milieuhygiëne, de zgn. CRO. Deze Commissie brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan de provincie t.b.v. beperking geluidshinder. Voor vliegveld Midden/Zeeland is een CRO ingesteld, welke periodiek vergaderd. Geluidsbelasting Zeeland Airport BV laat slechts luchtverkeer toe, voor zover de daardoor veroorzaakte geluidsbelasting valt binnen de vastgestelde geluidsruimte en de grenswaarde niet overschrijdt. Indien overschrijding van de geluidsruimte dreigt, dan wel een overschrijding van het vastgestelde aantal bewegingen met hefschroefvliegtuigen is Zeeland Airport BV verplicht maatregelen te nemen om overschrijding van die geluidsruimte, dan wel van het aantal (hefschroef)vliegbewegingen te voorkomen. Bepalingen en voorschriften Het Omzettingsbesluit luchthaven Midden-Zeeland legt Zeeland Airport BV, de gezagvoerder en de eigenaar, houder of bezitter van een luchtvaartuig het verbod op om het luchtvaartterrein te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met bepalingen en voorschriften. Tijdelijke sluiting gehele / gedeeltelijke luchthaven De uitoefening van bestuursdwang voor tijdelijk gehele of gedeeltelijke sluiting van het luchtvaartterrein is mogelijk. In geval van gedeeltelijke sluiting bestaan de volgende mogelijkheden: a. b. c. d.
voor bepaalde soorten van luchtvaartuigen; voor bepaalde vormen van luchtvaart; voor bepaalde start/ of landingsbanen; voor bepaalde tijdsperioden; Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
20
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
e.
onder bepaalde omstandigheden voor bepaalde luchtvaartuigen.
Ook in geval van (dreigende) overschrijding van de geluidsruimte is tijdelijke geheel of gedeeltelijke sluiting onder bestuursdwang mogelijk.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
21
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
7.
VLIEGTUIGBRANDSTOF
7.1
Vliegtuigbrandstof voorziening.
Levering “Zeeland Airport BV” beschikt over een eigen brandstofinstallatie. Geleverd worden AVGAS 100LL, Jet A1 en MOGAS Super 98. Levering vindt plaats middels een tankauto. Levering geschiedt op bestelling van Zeeland Airport BV en qua tijdstip na onderling overleg. De leverancier is verantwoordelijk voor levering van de juiste en goedgekeurde brandstof. Brandstofcontrole Dagelijks wordt de brandstof gecontroleerd op water en zichtbare verontreiniging door de dienstdoende havenmeester. Hiervan wordt aantekening gehouden in het dagrapport. Afgifte brandstof Brandstofafgifte geschiedt op verzoek van de gebruiker en onder toezicht van de dienstdoende havenmeester. Vanuit het havengebouw geeft hij de installatie vrij om te gebruiken. Tevens ziet hij toe op een correcte uitvoering van het brandstof tanken en kan op eigen gezag deze stoppen, indien niet volgens geldende regels wordt gewerkt. De afnemer blijft verantwoordelijk bij het tanken. Betaling Na het tanken van brandstof wordt contant, pinpas of met creditcard afgerekend met de dienstdoende havenmeester. Frequente gebruikers kunnen automatisch betalen via een afgegeven machtiging.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
22
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
8.
BEDRIJFSMIDDELEN
8.1
Bedrijfsbrandweer
Brandbestrijdingsmiddelen Vliegveld Midden-Zeeland voldoet aan categorie 3 voor vliegtuigbrandbestrijding en beschikt over de daarbij behorende en vereiste brandbestrijdingsmiddelen in geval van vliegof bedrijfsongevallen. Onder bepaalde omstandigheden kan de maximaal te leveren brandweercategorie worden beperkt tot categorie 2. Zie voor details de AIP en/of de NOTAM’s. Om ongevallen en brand effectief te bestrijden is op EHMZ een Calamiteiten Organisatie Zeeland Airport opgericht. De COZA bestaat uit een groep vrijwilligers welke werkzaam zijn bij de diverse bedrijven op het vliegveld en/of zich t.b.v. de COZA op het veld bevinden. Controle brandblusmiddelen Bij openstelling van het luchtvaartterrein worden brandblusmiddelen gecontroleerd. Blusvoertuig staat zodanig geparkeerd, dat direct kan worden uitgereden. De inzetbaarheid van het terreinvoertuig wordt gecontroleerd (benzine, olie, water). Dagelijks worden brandweerauto en terreinvoertuig gecontroleerd. De dienstdoende havenmeester tekent deze controles aan op het dagrapport. Controle aanwezigheid personeel COZA Bij openstelling van het luchtvaartterrein roept de dienstdoende havenmeester de COZAmedewerkers op en tekent de aan/afwezigheid aan op het dagrapport en op het in/uit bord welke aanwezig is in het havendienstgebouw. Mutaties gedurende de dag worden bijgehouden op het in/uit bord. De havenmeester bewaakt het aantal beschikbare COZA medewerkers. De bezetting dient minimaal tot 15 minuten na vertrek van het laatste vliegtuig, gehandhaafd te worden! Indien naast de havenmeester drie (twee bij CAT2) of meer COZA medewerkers beschikbaar zijn blijft de havenmeester bij een calamiteit op zijn post, alarmeert volgens de alarmregeling en laat de overige COZA medewerkers uitrukken; Indien behoudens de havenmeester slechts 2 (1 bij CAT1) COZA-medewerkers beschikbaar zijn, rukt de havenmeester mee uit; Indien de beschikbaarheid van de COZA beneden het minimum van 2 personen (incl. de havenmeester) is, dient de havenmeester het veld te sluiten (seinenvierkant).
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
23
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
8.2
Verbindingsmiddelen
Algemeen Vliegveld Midden-Zeeland beschikt over de vereiste verbindingsmiddelen om te communiceren met luchtvaarttuigen, voorzien van radio evenals over grond-grond verbindingsmiddelen. VHF De grond – lucht radio is een VHF-installatie, werkend op de aan vliegveld Midden-Zeeland toegewezen frequentie van 119.250 MHz. Via deze frequentie kan naderend en vertrekkend luchtverkeer worden voorzien van de gewenste vliegveld- en vluchtinformatie. VHF De grond - grond communicatie vindt plaats d.m.v. een door Agentschap Telecom toegekende gesloten net en / of PMR portofoon(s). De Havendienst fungeert hierin als netcontrole station. Telefoon Voor alle binnenkomende en uitgaande berichten wordt gewerkt met een telefoonaansluiting over meerdere lijnen, waarvan enkele t.b.v. een vlotte informatie-uitwisseling zijn voorgeprogrammeerd (A’dam-info; DutchMill; etc). Openstelling Bij openstelling worden alle verbindingsmiddelen in werking gesteld en op hun bruikbaarheid gecontroleerd.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
24
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
8.3
Middelen t.b.v. vluchtvoorbereiding.
Vluchtvoorbereidingsruimte Voor vluchtvoorbereiding is een speciale ruimte beschikbaak. Hier kan gebruik worden gemaakt van een internetverbinding en de internetversie van het AIP. Tevens is aanwezig de laatste versie van de “Aeronautical Chart ICAO NL” schaal 1:500.000. Alle handelingen t.b.v. vluchtvoorbereiding, waaronder het invullen van een evt. vluchtplan vinden hier plaats.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
25
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
9.
OPLEIDING EN TRAINING
Diploma’s en Bewijzen van Bekwaamheid Algemeen Zeeland Airport BV draagt zorg dat al haar werknemers beschikken over de vereiste diploma’s, certificaten en vergunningen om hun werkzaamheden op het luchtvaartterrein uit te voeren. Deze dienen in overeenstemming te zijn met de wet en andere voorschriften. Personeel, werkzaam in de “opsroom” van het havengebouw beschikken minimaal over het bewijs van bevoegdheid als boordtelefonist, over een geldig certificaat “NVL vliegtuigbrandbestrijding”, certificaat BHV en een “ASO”brevet. De directie mag gemotiveerd afwijken van dit voorschrift. Leden van de COZA (Calamiteiten Organisatie Zeeland Airport) beschikken over een certificaat “NVL vliegtuigbrandbestrijding” en een BHV certificaat. Zij nemen regelmatig deel aan calamiteiten oefeningen georganiseerd op het vliegveld. “Training on the spot” De opleiding tot havendienstmedewerker geschiedt intern (“training on the spot”) middels kennisoverdracht van alle operationele aspecten, welke samenhangen met het vliegverkeer. Zeeland Airport BV stelt haar personeel in de gelegenheid die trainingen te volgen, welke een goede en veilige uitvoering van de werkzaamheden vereist. Voor vliegtuigbrandbestrijding wordt periodiek een training gevolgd bij een door de Nederlandse Vereniging van Luchthavens (NVL) erkende opleiding. Bekwaamheid brandbestrijding Regelmatig wordt een alarmoefening gehouden voor het COZA personeel. Deze bestaat minimaal uit een alarmering, een uitruk en een blusoefening. Van de oefening wordt een verslag gemaakt. Periodiek, doch minimaal eenmaal per twee jaar vindt een brandweeroefening plaats, bij voorkeur in nauwe samenwerking met de locale brandweer (post Arnemuiden, Nieuwdorp of Wolphaartsdijk). Het oefenscenario wordt opgesteld in nauw overleg met de brandweer en bevat elementen van de meest waarschijnlijke incidenten, waaronder begrepen directe hulpverlening aan vliegtuiginzittenden. De oefening wordt uitvoerig geëvalueerd en gecontroleerd op verbeterpunten. Van elke oefening wordt een verslag opgemaakt.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
26
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
10.
TOEGANGSREGELING TOT LUCHTVAARTTERREIN
10.1 Hoofdpoort Algemeen De hoofdpoort is de enige formele toegang tot het luchtvaartterrein. De bediening van de hoofdpoort geschiedt uitsluitend vanuit het havengebouw door de dienstdoende havenmeester. De dienstdoende havenmeester autoriseert de toegang tot het luchtvaartterrein. Bezoekers Bezoekers voor het vliegveld dienen zich altijd te melden bij de dienstdoende havenmeester. Deze kan toegang via de hoofdpoort autoriseren. Leveranciers Leveranciers voor bedrijven, gestationeerd op het vliegveld kunnen in specifieke gevallen toegang worden verleend via de hoofdpoort. Hiertoe moet autorisatie worden verkregen van de dienstdoende havenmeester evt. in overleg met het betreffende bedrijf. 10.2 Overige toegangen Enkele op het vliegveld gestationeerde bedrijven beschikken over een eigen bedrijfstoegang. Deze kan uitsluitend worden gebruikt voor eigen personeel en bezoekers op het bedrijfsterrein. Bedrijfseigenaren zien er op toe dat zich geen personen begeven op het luchtvaartterrein zonder toestemming van de dienstdoende havenmeester. 10.3 Gemotoriseerd verkeer Er vindt geen gemotoriseerd verkeer, anders dan luchtvaartuigen, plaats op het landingsterrein. In specifieke gevallen, met name bij gebruik van de zweefvliegbaan en het vervoer van reclamesleep, kan na toestemming van de dienstdoende havenmeester hiervan worden afgeweken. Voor gebruik van de dienstweg kan de havenmeester in specifieke gevallen restricties opleggen. Parkeren Er worden geen voertuigen geparkeerd aan de zuidzijde van de bedrijfsgebouwen. In specifieke gevallen kan de dienstdoende havenmeester hiervoor toestemming verlenen.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
27
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
11
ONGEVALLEN EN INCIDENTEN
11.1
Alarmregeling.
Calamiteitenplan Vliegveld Midden-Zeeland “Zeeland Airport BV” heeft een alarmregeling vastgesteld. Deze regeling is vastgelegd in een “Calamiteitenplan vliegveld Midden-Zeeland” en maakt een integraal deel uit van dit Luchthaven Bedrijfshandboek. De alarmregeling bevindt zich onder handbereik van de dienstdoende havenmeester.
11.2 Melding en registratie. Registratie Elke inbreuk op de vlieg- of bedrijfsveiligheid moet worden gerapporteerd. De havenmeester voert een registratie van: a. b. c. d.
ongevallen en incidenten; defecten en gebreken aan inrichting en uitrusting van het luchtvaartterrein; afwijkingen en tekortkomingen; interne en externe klachten.
Voor interne rapportage van incidenten en afwijkend (vlieg-)gedrag wordt gebruik gemaakt van de daartoe door Zeeland Airport BV ontworpen software module “Registratie en afhandeling van ongevallen, klachten en incidenten”. Rapportage In geval van ernstige inbreuk op de geldende situatie van (vlieg-)veiligheid wordt onmiddellijk rapport opgemaakt t.b.v. IL&T. De gezagvoerder, eigenaar of exploitant van het luchtvaartuig dat betrokken is bij een voorval heeft de verplichting dit voorval te melden bij de havenmeester en/of exploitant van het luchtvaartterrein. Klachtenregistratie In geval van externe c.q. interne klachten worden deze direct aan de dienstdoende havenmeester gemeld, hetzij mondeling hetzij door een schriftelijke rapportage. De dienstdoende havenmeester evalueert de klacht en treedt, indien mogelijk corrigerend op. Klachten, welke voortkomen uit (afwijkingen van) operationele procedures worden ingeschreven in de software module “Registratie en afhandeling van ongevallen, klachten en incidenten”.. Daarin wordt tevens vermeld hoe de klacht is afgehandeld. Indien deze afhandeling een wijziging van operationele procedures vereist, worden deze tevens vermeld en vervolgens aangevuld c.q. gewijzigd in de relevante documenten.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
28
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
Incidenten Inbreuk op bestaande procedures of afwijkingen van geldende regelgeving worden eveneens geregistreerd in de software module “Registratie en afhandeling van ongevallen, klachten en incidenten” en vervolgens gemeld aan de Directie. Afhandeling van een incidentrapport valt onder de verantwoording van de Directie.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
29
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
12.
RISICO-INVENTARISATIE
12.1 Risico’s Het opereren als luchthavenbedrijf betekent dat men zich begeeft in een omgeving, waarin, als er iets misgaat, de gevolgen snel grote vormen kunnen aannemen om de eenvoudige reden dat vliegtuigenoperaties aanzienlijke risico’s inhouden: - een hoge snelheid, - brandstof - propellers van vliegtuigen voor omstanders - afhankelijkheid van weersomstandigheden etc. Belangrijk is deze risico’s te onderkennen en als organisatie beheersbaar te maken. 12.2 Risico’s in relatie tot de bedrijfsprocessen De risico’s waar een bedrijf mee te maken krijgt hangt af van de activiteiten. De risicoinventarisatie bij een bedrijf, dat een luchthaven exploiteert, is gericht op de activiteiten die zich op airside afspelen: het landen, opstijgen, taxiën, parkeren. Met deze activiteiten hangen de volgende luchthaven bedrijfsprocessen samen: Het beschikbaar stellen van start / landingsbaan, taxibanen en parkeerplaatsen; Het regisseren van vliegtuigen op / naar parkeerplaatsen; Het uitoefenen van de luchthaven autoriteitsfunctie (toezicht op orde en veiligheid); Onderhoud van luchthaven infrastructuur essentieel voor de veiligheid Het redden van mensen en het bestrijden van een eventuele vliegtuigbrand. Er zijn bij de Operationele Dienst twee afdelingen: havendienst en de COZA, die, elk met een eigen taak en vaak samenwerkend, verantwoordelijk zijn voor het goede verloop van de bedrijfsprocessen. 12.3 Risico analyse Een ongeluk is zelden tot één enkele oorzaak is te herleiden en meestal zijn meerdere factoren in het geding. Men spreekt van een samenloop van omstandigheden of van factoren. De belangrijkste vraag is de oorzaak en de vraag of het ongeluk had kunnen worden voorkomen. Safety management is om zoveel mogelijk van die risicofactoren te herkennen, de ernst ervan te beoordelen en wanneer het gevaar op bijdragen aan een ongeluk, direct of indirect, hoog is, dat met maatregelen te beheersen. Hoe meer men van dergelijke risicofactoren beheerst – oorzaken zoveel mogelijk uitsluit - hoe hoger het veiligheidsniveau. Het is van belang dat de medewerkers van de operationele dienst, maar ook de gebruikers en bedrijven werkzaam op de luchthaven, bewust zijn van hun verantwoording om risicovolle situaties te onderkennen en te melden bij de Havenmeester (safety culture). Op de havendienst is (elektronisch opgeslagen) een inventaris gemaakt van risico’s op vliegveld Midden Zeeland en de genomen veiligheidsmaatregelen om het risico op het vliegveld beheersbaar maken. Deze lijst zal, indien nodig, worden aangepast aan de voorvallen en meldingen uit de dagelijkse praktijk, ter overweging van de Havenmeester. Risico-inventarisatie beperkt zich niet tot het gebied waar men preventieve maatregelen kan nemen. Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
30
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
De maatregelen strekken zich ook uit tot het gebied waar men de gevolgen van een ongeluk of ramp kan verkleinen door de effecten te beperken, door zo snel en goed mogelijk op te treden (nemen van repressieve maatregelen). Op Midden Zeeland is het nemen van repressieve maatregelen de taak van de COZA. 12.4 Risico ’s en verantwoordelijkheden Bij de risico-inventarisatie op Midden Zeeland is daarom gekozen voor het koppelen van risico’s aan de operationele dienst, die geacht wordt dit risico zo goed mogelijk te beheersen en waar mogelijk te verkleinen. Medewerkers van de operationele dienst worden geacht de risico’s bij hun afdeling te kennen. 12.5 Overleg structuur Minimaal 1 keer per jaar vindt er overleg plaats met de belangrijkste (operationele) gebruikers op het vliegvelden minimaal 1x per jaar vindt overleg plaats met de havendienst medewerkers (personeelsoverleg). Tijdens deze vergaderingen worden ook de risico-inventarisatie van Midden Zeeland besproken en geanalyseerd. Tevens worden, waar mogelijk, gezamenlijke oplossingen besproken.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
31
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
13.
DOCUMENTENBEHEER
13.1
Documentenregistratie
Algemeen Alle luchtvaartdocumenten, luchtvaarthandboeken (w.o. het Luchthaven bedrijfshandboek), luchtvaartkaarten en luchtvaartpublicaties zijn in beheer bij de havendienst en zijn (eventueel elektronisch) aanwezig in het havengebouw. De exploitant is verantwoordelijk voor een zodanig systeem van opslag en beheer dat een efficiënt gebruik mogelijk is. 13.2 Documenten Algemeen Zeeland Airport BV is bij wet verplicht te beschikken over diverse luchtvaartpublicaties, welke benodigd zijn voor een veilige vluchtvoorbereiding en -uitvoering. Tevens heeft zij de verplichtingen een register bij te houden van alle vliegbewegingen, welke op het luchtvaartterrein hebben plaatsgevonden, het zgn. luchthavenregister. Luchthavenregister Het luchthavenregister bevat de volgende informatie (elektronisch vastgelegd): registratie bezoekend vliegtuig; luchthaven van vertrek; type vliegtuig naam gezagvoerder tijdstip landing tijdstip vertrek vliegveld van bestemming. Bovenstaande gegevens dienen als grondslag voor berekening van havengeld evenals berekening geluidsbelasting. Documentatie m.b.t. het vliegverkeer wordt bewaard voor een periode van vijf jaren. Nieuwsbrief Bij voldoende relevante informatie wordt in principe maandelijks een nieuwsbrief uitgegeven met daarin vermeld relevante gebeurtenissen of ontwikkelingen welke gedurende de betreffende maand hebben plaatsgevonden op vliegveld Midden-Zeeland. Alle op het vliegveld aanwezige bedrijven en organisaties ontvangen deze nieuwsbrief, evenals onze directe buren, leden van de CRO en andere belangstellenden.
Luchthaven Bedrijfshandboek Midden-Zeeland
V2.1 Februari 2015
32