Inhoud Pagina 2 Versie

Inhoud Artikel 1

Lidmaatschap en Wachtlijst .............................................................................................. 3

Artikel 2

Opbouwen en afbreken ...................................................................................................... 6

Artikel 3

Algemene Gemeentelijke- en politieverordeningen .......................................................... 9

Artikel 4

Klachten en overtredingen ............................................................................................... 11

Artikel 5

Veiligheid ......................................................................................................................... 12

I.

Gasflessen ......................................................................................................................... 12

II.

Gasslangen ........................................................................................................................ 12

III. Geisers............................................................................................................................... 13 IV. Waterleiding ...................................................................................................................... 13 V.

Brandpreventie en blusmiddelen....................................................................................... 14

VI. Elektrische voorzieningen ................................................................................................. 14 VII. Algemeen .......................................................................................................................... 15 Artikel 6

Technische bepalingen t.a.v. de onderkomens................................................................. 16

Artikel 7

Afdelingen en commissies ............................................................................................... 17

Artikel 8

Bestuur ............................................................................................................................. 18

Artikel 9

Vergaderingen .................................................................................................................. 20

Artikel 10 Geldmiddelen .................................................................................................................. 21 Artikel 11 Verhuur ........................................................................................................................... 22 Artikel 12 Algemene bepalingen...................................................................................................... 23

Concept Huishoudelijk Reglement Kampeervereniging “De Golfbreker” Pagina 2 Versie 25 08-01-2016

Artikel 1 Lidmaatschap en Wachtlijst A.

Het ledental van de vereniging wordt bepaald door het aantal staanplaatsen dat door de daartoe bevoegde instantie aan de vereniging wordt toegewezen.

B.

Leden van de vereniging kunnen slechts personen zijn, die meerderjarig zijn. Een lidmaatschap heeft betrekking op degene op wiens naam het lidmaatschap staat.

C.

Per lidmaatschap bestaat slechts recht op één stem.

D.

Het lidmaatschap geeft recht op één staanplaats.

E.

Door aanvaarding van het lidmaatschap verklaart het lid zich te houden aan de bepalingen van de statuten en het Huishoudelijk Reglement van de kampeervereniging, alsmede aan de door het bestuur voorgeschreven overige regels.

F.

De in E omschreven bepalingen van de statuten, het Huishoudelijk Reglement en overige voorgeschreven regels van de kampeervereniging gelden tevens voor de echtgeno(o)t(e) van het lid, (c.q. degene met wie hij of zij een geregistreerd partnerschap is aangegaan of duurzaam samenwoont) en diens kinderen. Deze personen worden qua regelgeving gelijkgesteld aan het lid zelf. Eventuele overtredingen van deze personen en daaropvolgende sancties hebben hiermee navenant gevolgen voor het lidmaatschap. Zie ook artikel 4 sub C en D.

G.

Het lidmaatschap valt bij echtscheiding, bij ontbinding van het geregistreerd partnerschap of bij scheiding van duurzaam samenwonenden toe aan diegene op wiens naam het lidmaatschap is gesteld, tenzij de echtelieden, geregistreerd partners of duurzaam samenwonenden anders zijn overeengekomen. Dit dient middels een voor het bestuur van de vereniging inzichtelijke en rechtsgeldige overeenkomst aangetoond te worden. Inzake invulling van het begrip duurzaam samenwonenden zal in dit kader zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij wat de wet hieromtrent voorschrijft, maar of daadwerkelijk sprake is van duurzaam samenwonenden blijft altijd ter beoordeling aan het bestuur. Er geldt wel een minimale periode van deze samenwoning voor eventuele overname van het lidmaatschap. De samenwonenden moeten minimaal 5 jaar en aantoonbaar hebben samengewoond om in aanmerking te komen voor deze bepaling over overname van het lidmaatschap.

H.

Het lidmaatschap valt bij overlijden van het lid toe aan diens echtgeno(o)t(e), geregistreerd partner of duurzaam samenwonende (conform hetgeen hieromtrent is omschreven in G). 'Plaatsvervulling' door een (klein)kind van het lid, zoals de wet het voorschrijft, is in deze mogelijk en zal altijd in overleg met het bestuur Concept Huishoudelijk Reglement Kampeervereniging “De Golfbreker” Pagina 3 Versie 25 08-01-2016

geschieden. Indien er meerdere (klein)kinderen zijn die aanspraak op dit recht kunnen maken dient middels een voor het bestuur van de vereniging inzichtelijke en rechtsgeldige overeenkomst aangetoond te worden welk (klein)kind in aanmerking komt voor het (Aspirant)lidmaatschap ten gevolge van het overlijden van het lid. Voorts gelden dezelfde regels voor deze 'plaatsvervulling' zoals genoemd onder L, M en N van dit artikel. I.

Bij aanvaarding van het lidmaatschap dient men de volledig ingevulde lidmaatschapskaart en een kopie van een geldig legitimatiebewijs aan het secretariaat te retourneren. Tegelijkertijd dient een door het bestuur vastgestelde borgsom te worden voldaan.

J.

Het jaarlijks te betalen bedrag, bestaande uit contributie en het door het bestuur vastgestelde staangeld, kan door het bestuur in termijnen worden gesplitst. De verschuldigde bedragen moeten zijn voldaan vóór de daarvoor door het bestuur gestelde data. Bij niet tijdige betaling is het bestuur bevoegd het desbetreffende lid geen staanplaats toe te wijzen, respectievelijk het recht op een reeds toegewezen plaats te ontnemen. Zie ook artikel 10 sub D.

K.

Indien een lid voor een seizoen geen gebruik van zijn/haar staanplaats zal maken is het lid verplicht dit vóór 1 januari van het betreffende jaar schriftelijk aan de secretaris kenbaar te maken, tenzij er medische gronden aan ten grondslag liggen. In het geval een lid een gebruik maakt van deze mogelijkheid om een seizoen over te slaan dan is dat lid in plaats van staangeld een door het bestuur vastgesteld bedrag als reserveringskosten verschuldigd, te vermeerderen met het contributiebedrag. Bij niet tijdige betaling is het bepaalde in artikel 10 sub D van toepassing. Van het recht om een seizoen geen gebruik te maken van de toegewezen plaats mag slechts éénmaal in de drie jaar gebruik gemaakt worden, tenzij het lid een dringende en/of medische reden heeft. In dat geval beslist het bestuur en wordt dit op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering gemeld aan de leden.

L.

In aansluiting op het bepaalde in artikel 8 van de statuten kan een lid aan de secretaris schriftelijk mededelen dat hij/zij geen interesse meer heeft in het lidmaatschap en de secretaris verzoeken het lidmaatschap over te schrijven op een bij naam genoemd kind of kleinkind van het lid. Voorwaarde voor deze overschrijving is dat het betreffende lid tenminste 5 jaar onafgebroken lid is geweest én het betreffende kind of kleinkind meerderjarig is én tenminste drie jaar, gerekend vanaf de datum van inschrijving, op de wachtlijst staat ingeschreven. Het eerste jaar dat dit betreffende kind of kleinkind van zijn/haar staanplaats gebruik maakt, zal dienen als proefjaar. Er is dat jaar sprake van een aspirant-lidmaatschap.


M. Personen die de leeftijd van 15 jaar hebben bereikt kunnen zich schriftelijk tot de secretaris wenden met het verzoek op de wachtlijst te worden geplaatst. Het aantal van 120 wachtlijstleden mag niet worden overschreden behoudens bij aanmelding van (klein)kinderen van leden. De datum van het verzoek is bepalend voor de volgorde van plaatsing op de wachtlijst. Ook voor een plaats op de wachtlijst dient een jaarlijkse bijdrage te worden betaald. Door het niet voldoen van deze betaling verliest men het recht op de plaats op de wachtlijst. N.

Bij beëindiging van een lidmaatschap zal iemand van de wachtlijst als plaatsvervanger gevraagd worden, met uitzondering van gevallen zoals omschreven in L. Dit zal geschieden conform de volgorde van de wachtlijst met inachtneming van het in artikel 7 van de statuten bepaalde. De eerstgenoemde persoon op de wachtlijst zal derhalve benaderd worden om de vrijgekomen plaats in te nemen. Indien deze eerstgenoemde persoon van de wachtlijst geen gebruik maakt van de mogelijkheid om lid te worden zal de volgende persoon op de wachtlijst benaderd worden, totdat er een wachtlijstlid is die de vrijgekomen plaats kan en wil innemen. Het eerste jaar dat dit nieuwe lid van zijn/haar staanplaats gebruik maakt, zal dienen als proefjaar. Er is dat jaar sprake van een aspirant-lidmaatschap. In de eerstkomende Algemene Ledenvergadering dient de aanvaarding van het lidmaatschap te worden bekrachtigd. Wachtlijstleden die benaderd worden om de vrijgekomen plaats in te nemen hebben éénmaal de mogelijkheid om dit aanbod om lid te worden van de vereniging niet te aanvaarden. Bij een tweede weigering wordt het desbetreffende wachtlijstlid direct als laatste op de wachtlijst geplaatst. Wachtlijstleden die benaderd worden om de vrijgekomen plaats in te nemen kunnen in geen geval gebruik maken van het recht om dat betreffende seizoen geen gebruik te maken van de toegewezen plaats, zoals genoemd in K. Pas als de leden het lidmaatschap van een aspirantlid hebben bekrachtigd op de Algemene Ledenvergadering krijgt een lid het recht zoals omschreven in K.

O.

Het bestuur is bevoegd de staanplaats van een lid die een jaar geen gebruik maakt van zijn/haar staanplaats, toe te wijzen aan personen van de wachtlijst. Aan de op deze wijze toegewezen staanplaats kunnen geen rechten worden ontleend voor de daarop volgende jaren. Deze invalplek(ken) worden volgens de volgorde van de wachtlijst ingevuld. Wachtlijstleden die in een eerder jaar (jaren) zijn ingevallen worden de jaren erna altijd weer als eerste gevraagd, voordat de volgorde van de wachtlijst wordt gehanteerd. Bij een weigering vervalt dit voorrangsrecht.


Artikel 2 Opbouwen en afbreken A.

De volgorde van de staanplaatsen wordt door het bestuur bepaald, uitgaande van de volgorde op de lijst van het voorgaande jaar. Een lid kan een verzoek voor een verplaatsing naar achter schriftelijk bij de secretaris indienen. Het bestuur heeft het recht het verzoek niet te honoreren. Verplaatsing naar voren kan uitsluitend op zwaarwegende medische of zwaarwegende sociale gronden geschieden, hetgeen door het bestuur zal worden beoordeeld. Met elk verzoek tot verplaatsing dient de schriftelijke en ondertekende toestemming van de direct betrokken buren worden meegezonden. Behoudens aan de Algemene Ledenvergadering is het bestuur over genomen beslissingen betreffende de algehele plaatsing geen rekening en verantwoording verschuldigd.

B.

Vrijgekomen plaatsen wegens beëindiging van het lidmaatschap zullen d.m.v. aansluiten/opschuiven worden opgevuld, door een aspirant-lid zoals omschreven in artikel 1 sub N. Een aspirant-lid zal derhalve achter aan het kamp aansluiten. Aspirant-leden die het lidmaatschap van hun (groot)ouders overnemen hebben het recht om op de staanplaats van hun (groot)ouders te blijven staan, mits de schriftelijke toestemming van de direct betrokken buren wordt aangeleverd.

C.

Het onderkomen dient geplaatst te worden op een voorgevel rooilijn, welke is gemarkeerd met piketpaaltjes. De rooilijn wordt zo bepaald dat er een plek ontstaat van minimaal 15,00 meter gemeten vanaf deze rooilijn. De bepaling van de rooilijn is jaarlijks ter beoordeling aan het bestuur, dat de gesteldheid van het strand in ogenschouw neemt.

D.

De opbouwen afbreekdatum worden jaarlijks door het bestuur vastgesteld. Uiterlijk 14 dagen na de door het bestuur vastgestelde opbouwdatum dienen de onderkomens inclusief de schoeiingen gereed te zijn, tenzij anders met het bestuur is overeengekomen.

E.

Op 2,50 meter vóór de voorgevel rooilijn en in één lijn met de naastgelegen schoeiingen dient de voorschoeiing te worden geplaatst, zodat een voorplek ontstaat van 2,50 meter. De voorgeschreven kleur is "Zaans Groen". De voorschoeiing moet bestaan uit een hoofdschoeiing en een hulpschoeiing, beiden dienen verstevigd te worden met minimaal 5 palen. De schoeiingen dienen van minimaal 16 millimeter dik hout of gelijkwaardig materiaal gemaakt te worden. De hoogte van de hoofdschoeiing en hulpschoeiing dient zoveel mogelijk in één lijn te zijn met de hoofdschoeiing en hulpschoeiing van de buren. Leden plaatsen zoveel mogelijk in overleg met de buren. In gevallen waar geen overeenstemming wordt bereikt beslist het bestuur. De ruimte tussen de beide schoeiingen moet opgevuld zijn met zand of met zandzakken van ecologisch afbreekbaar materiaal. Concept Huishoudelijk Reglement Kampeervereniging “De Golfbreker” Pagina 6 Versie 25 08-01-2016

Boven de hoofdschoeiing mag uitsluitend een scherm/raam geplaatst worden dat volledig doorzichtig is. Of er aanvullende eisen gelden ten aanzien van de hoofdschoeiing en hulpschoeiing is jaarlijks ter beoordeling aan het bestuur, dat de gesteldheid van het strand in ogenschouw neemt. In jaren dat het bestuur dat aangeeft moeten de hoofdschoeiing en hulpschoeiing aaneengesloten zijn, derhalve is een deur of demontabel gedeelte in die jaren niet toegestaan en zal een minimale hoogte gelden. F.

Vóór het onderkomen dient aan de noordzijde de erfafscheiding met de buren dichtgemaakt te worden. Deze erfafscheiding kent een maximale hoogte van 0,80 meter boven het gemiddelde strandniveau en dient qua hoogte minimaal gelijk te zijn aan de hoofdschoeiing. Teneinde discussies over het gemiddelde strandniveau te vermijden, wordt hiervoor als referentie de hoogte van het zand bij de as(sen) in het midden van het onderkomen gehanteerd (zie onderstaande tekening). Boven deze erfafscheiding mag uitsluitend een scherm/raam geplaatst worden dat volledig doorzichtig is.

G.

Er mag op de voorplek met uitzondering van schermen/ramen die volledig doorzichtig zijn niets geplaatst worden dat de onder F gestelde hoogtegrens van de erfafscheiding van de zuiderburen te boven gaat. Dit geldt met name voor zaken als schuttingen en (verhoogde) terrassen. (verhoogde) Terrassen mogen niet meer dan 0,80 meter boven het gemiddelde strandniveau (zoals omschreven in F) geplaatst worden. Bij overschrijding van deze hoogte zal het desbetreffende lid gesommeerd worden het (verhoogde) terras te laten zakken, zelfs als dit betekent dat het onderkomen in zijn geheel moet zakken. Vanaf 2016 worden de reeds in 2015 bestaande (verhoogde) terrassen gedoogd. Met ingang van 2016 zijn verhoogde terrassen voor nieuwe leden en nieuw te bouwen verhoogde terrassen voor bestaande leden niet meer toegestaan.


H.

Het vloerniveau van het onderkomen mag niet meer dan 0,80 meter boven het gemiddelde strandniveau (zoals omschreven in F) zijn.

I.

Elk lid dient de ruimte tussen de onderkant van het onderkomen en het strandniveau aan de noordzijde dicht te maken.

J.

Tenzij anders met de noorderburen is overeengekomen dient achter het onderkomen aan de noordzijde de erfafscheiding met de buren dicht gemaakt te worden tot een minimale hoogte van 1,80 meter en maximale hoogte van 2,50 meter.

K.

Antennemasten en/of schotelantennes mogen uitsluitend aan de achterzijde (oostzijde) worden geplaatst. Vlaggenmasten zijn toegestaan met toestemming van wederzijdse buren en op voorwaarde dat de onderzijde van de vlag boven de nok van hun onderkomens wappert. Indien het onderkomen niet bewoond is dient de vlag gestreken te zijn.

L.

Tussen de onderkomens dient een steeg/brandgang van 2,00 meter te worden aangehouden. In deze steeg/brandgang mag (vanaf de hoofdschoeiing tot de achtergrens) geen enkel bouwwerk geplaatst worden, met uitzondering van de trap. Voor (verhoogde) terrassen (zoals omschteven in G) geldt op dit punt dat minimaal 80 centimeter vrij moet zijn. Het (verhoogde) terras mag daar dus niet doorlopen, er moet een geheel vrije brandgang zijn. Dit dient aan de zuidkant te zijn. Een poort/deur in de steeg/brandgang van 2,00 meter is toegestaan mits deze niet op slot kan.

M. Slaaphokken of –karren of andere bijgebouwen zijn toegestaan, maar mogen niet in de steeg/brandgang van 2,00 meter staan. Dit geldt ook voor het gedeelte van de plek achter het onderkomen. Dit betekent dat slaaphokken of -karren uitsluitend in het verlengde van het onderkomen mogen worden geplaatst. Tevens mogen deze slaaphokken of -karren of andere bijgebouwen niet hoger zijn dan het hoofdonderkomen zelf. N.

De voorschoeiingen en onderkomens, mogen niet voor de door het bestuur vastgestelde data worden losgemaakt en/of verwijderd. Na het verwijderen van de onderkomens moeten alle materialen, met inbegrip van de zich in de grond bevindende werken, worden opgeruimd. Het lid is verplicht zijn staanplaats schoon achter te laten.

O.

Winterstalling van het onderkomen is een zuiver persoonlijke aangelegenheid van de eigenaar. Het bestuur aanvaardt derhalve geen enkele aansprakelijkheid tijdens de winterstalling.

P.

Het onderkomen dient voorzien te zijn van een deugdelijk onderstel en dissel. De transporteur heeft het recht het vervoer te weigeren indien het onderkomen niet aan deze eisen voldoet. Concept Huishoudelijk Reglement Kampeervereniging “De Golfbreker” Pagina 8 Versie 25 08-01-2016

Artikel 3 Algemene Gemeentelijke‐ en politieverordeningen Alle eigenaren van onderkomens, huurders en bezoekers dienen aan de gemeentelijkeen politieverordeningen te voldoen, waaronder ook de geldende strandnota van de gemeente Bergen. De voor onze vereniging belangrijkste bepalingen zijn dat: A.

er uiterlijk om 23.00 uur rust dient te heersen in het kamp.

B.

stalling van boten op het strand alleen mag geschieden op speciaal daarvoor aangewezen plaatsen.

C.

vissen met warnetten verboden is.

D.

motorvoertuigen niet op het strand zijn toegestaan, behoudens met vergunning van de Gemeente Bergen.

E.

motorvaartuigen, waaronder ook begrepen jetski's zich niet vanaf het strand in zee mogen begeven. Ook mogen ze zich niet in de aan het strand grenzende zeestrook binnen een afstand van 300 meter vanaf het strand bevinden of varen.

F.

het bouwen van hutten verboden is.

G.

het maken van kampvuren en andere vormen van open vuur verboden is.

Aanvullend heeft de vereniging bepaald dat: H.

honden in het kamp verboden zijn. Dit verbod geldt tot 30 meter vóór de voorschoeiing, conform het van de gemeente gehuurde deel van het strand. Leden, eventuele visite en/of huurders zullen bij overtreding van deze regel aangesproken worden. Het betreffende lid krijgt een officiële waarschuwing.

I.

surfplanken en andere losse zaken ’s avonds aan de duinzijde van de hoofdschoeiing gestald moeten worden. Strandmeubilair zoals beachbalnetten, schommels en trampolines is toegestaan, met dien verstande dat de eigenaar/plaatser verantwoordelijk is voor eventuele schade veroorzaakt door of met dit meubilair. I.v.m. eventuele calamiteiten en het ophalen van vuilnis moet strandmeubilair op ongeveer 10 meter van de voorschoeiing worden geplaatst en moet er goede bereikbaarheid naar de onderkomens zijn i.v.m. het bezorgen van gasflessen en boodschappen. Concept Huishoudelijk Reglement Kampeervereniging “De Golfbreker” Pagina 9 Versie 25 08-01-2016

J.

het verboden is brandstoffen voor bijv. motorboten bij het onderkomen te bewaren.

K.

het in bezit hebben van vuurwerk anders dan bestemd voor redding pakketten van booteigenaren in of bij het onderkomen verboden is.

L.

rooktonnen en BBQ’s toegestaan zijn, maar in geen geval gevaar, overlast of hinder mogen veroorzaken (conform artikel 8 APV gemeente Bergen 2009). Bij gebruik van rooktonnen of BBQ’s dient een 6 kg brandblusser binnen handbereik te zijn.

M. het verboden is activiteiten te organiseren welke tegen het belang van de vereniging indruisen. N.

drones en meerlijnige vliegers in het kamp verboden zijn. Dit verbod geldt tot 30 meter vóór de voorschoeiing, conform het van de gemeente gehuurde deel van het strand.


Artikel 4 Klachten en overtredingen

A.

Het behandelen van klachten is in handen van de klachtencommissie, bestaande uit 3 leden, welke op voordracht van het bestuur door de Algemene Ledenvergadering worden benoemd. De klachtencommissie wordt ieder jaar voor de tijd van één jaar gekozen. Een persoon kan ten hoogste gedurende drie achtereenvolgende jaren lid van deze commissie zijn, maar in ieder geval treedt jaarlijks tenminste één der leden af.

B.

Klachten dienen schriftelijk te worden ingediend bij de klachtencommissie, die de klacht direct bij het bestuur kenbaar maakt. Een klacht dient ingediend te worden met vermelding van naam van de klager en ondertekening. Indien niet aan de voorwaarden van naamopgave en ondertekening is voldaan zal de klacht niet in behandeling worden genomen. De klachtencommissie zal na ontvangst van de klacht in principe binnen 2 weken contact opnemen met de “klager” en trachten binnen 3 weken zelf tot een oplossing te komen of dit in overleg met het bestuur te doen, afhankelijk van de complexiteit van de klacht. De klachtencommissie kan besluiten de klacht niet in behandeling te nemen en over te laten aan het bestuur.

C.

Bij overtreding van de regels, zoals in artikel 1 sub E en F geformuleerd, of bij bewezen wangedrag geldt dat er door het bestuur een officiële waarschuwing aan het betreffende lid kan worden gegeven, zowel schriftelijk als mondeling, met dien verstande dat een mondeling gegeven waarschuwing binnen 1 maand na afloop van het strandseizoen schriftelijk bevestigd dient te worden. Officiële waarschuwingen blijven gedurende 2 jaar van kracht.

D.

Het bestuur dient leden, die zich conform het bovenstaande 2 maal aan de reglementen onttrekken en hiervoor binnen 24 maanden 2 officiële waarschuwingen hebben gekregen, voor schorsing of royement voor te dragen tijdens de eerstkomende Algemene Ledenvergadering, waar de leden vóór of tegen schorsing of royement dienen te stemmen. Deze voordracht voor schorsing of royement zal middels een apart agendapunt op de agenda voor de Algemene Ledenvergadering worden opgenomen. Bij een zeer ernstig vergrijp is het bestuur bevoegd om reeds bij de 1e officiële waarschuwing een lid onmiddellijk te schorsen en voor te dragen voor royement. Een schorsing van een lid is persoonsgebonden, dit houdt in dat het betreffende lid in het schorsingsjaar zelf niet mag staan en niet mag huren. Tevens geldt na het schorsingsjaar een proefjaar.


Artikel 5 Veiligheid I.

Gasflessen

A. Gasflessen moeten buiten de onderkomens worden opgesteld en mogen niet onder het onderkomen geplaatst worden. Gasflessen dienen op het eigen erf geplaatst te worden. B. De gasflessen moeten bij elkaar en op een altijd te bereiken, goed geventileerde en schaduwrijke plek geplaatst worden. C. Naast de aangesloten gasfles(sen) mogen er maximaal 2 reserve gasflessen van 25-26 liter per onderkomen aanwezig zijn. D. De gasflessen moeten altijd rechtop staan, mogen dus niet liggend geplaatst worden. E. Bij de plaats waar de gasflessen zich bevinden moet het bordje “Gasfles” duidelijk zichtbaar zijn. F. Het gebruik van gasflessen gevuld met LPG is ten strengste verboden. II. Gasslangen A. Gasslangen mogen niet langer zijn dan 2 meter en niet ouder zijn dan 3 jaar. Gasslangen die voorzien zijn van een einddatum waarvoor ze vervangen dienen te worden zullen tot het seizoen vóór die datum geaccepteerd worden. B. Indien de slangen voortijdig in slechte staat verkeren, dienen zij vervangen te worden (ter beoordeling preventiecommissie). C. Alle aansluitingen van de gasslangen dienen voorzien te zijn van deugdelijke slangklemmen. D. Drukregelaars moeten voorzien zijn van een productiedatum en mogen niet ouder zijn dan 8 jaar. Indien er sprake is van oxidatie (ter beoordeling aan de preventiecommissie) dan dient de drukregelaar onmiddellijk vervangen te worden. E. In verband met preventiecontrole dienen de gasflessen, de gasslangen, de slangklemmen en de drukregelaars goed bereikbaar te zijn.


III. Geisers A. De geisers dienen bij voorkeur aan de buitenzijde van de onderkomens geplaatst te worden in een geiserkast (zie tekening in bijlage 1). B. De geisers moeten voorzien zijn van een trekonderbreker en een afvoerkanaal. De kap van dit afvoerkanaal dient minimaal 0,50 meter boven de dakrand uit te steken. C. De aanwezigheid van een inpandige geiser is alleen toegestaan na goedkeuring van het bestuur. De opstellingsruimte dient brandwerend te zijn afgewerkt, gelijk aan de buitenkasten. Tevens dient er voldoende toevoer van verse lucht in de ruimte aanwezig te zijn. Door middel van openingen aan de boven- en onderzijde (minimaal 50cm² per stuk). D. Een inpandige geiser moet aangesloten zijn met een vaste koperen leiding tot buiten het onderkomen. In de koperen leiding dient net vóór de geiser een gaskraan te zijn aangebracht. E. De vereniging zorgt voor de jaarlijkse controle van de geisers.

IV. Waterleiding A. Tussen de hoofdwaterleiding en de eigen waterleiding is een terugslagklep verplicht. Vanwege het grote belang hiervan zal de vereniging hier zorg voor dragen middels een geïntegreerde koppeling in de hoofdwaterleiding. B. Het is verboden om bij het aansluiten van de eigen waterleiding op de hoofdwaterleiding deze hoofdwaterleiding naar de achterschoeiing te trekken. C. Leden zijn verplicht om er gedurende het seizoen voor te zorgen dat de hoofdwaterleiding niet onder het zand verdwijnt. D. Leden zijn verplicht om de hoofdwaterleiding aan het eind van het seizoen bij het afkoppelen van de eigen waterleiding onder het zand vandaan te halen indien deze toch onder het zand terecht is gekomen. E. Warmwatervoorziening d.m.v. waterbakken is alleen toegestaan na goedkeuring van het bestuur. Bij deze voorziening is men verplicht tot het gebruik van een speciale douchekop/-filter, welke besteld moet worden bij het bestuur van de vereniging.


V.

Brandpreventie en blusmiddelen

A. In ieder onderkomen dient een goedgekeurde blusdeken aanwezig te zijn. Deze blusdeken dient nadrukkelijk ook geschikt te zijn voor het doven van olieen vetbranden. B. Ieder lid dient een 6 kg brandblusser op een goed zichtbare en bereikbare plek, buiten het onderkomen in de nabijheid van de entree te plaatsen. Tijdens de opbouwperiode dient deze blusser opgehaald te worden bij de dienstdoende strandwacht. Aan het einde van het seizoen dient deze blusser weer ingeleverd te worden bij de dienstdoende strandwacht. Wordt de brandblusser niet ingeleverd dan zal er door de vereniging een nieuwe blusser aangeschaft worden. Deze blusser wordt dan in rekening gebracht bij het lid dat in gebreke is gebleven. Gedurende het winterseizoen zal het bestuur zorgdragen voor onderhoud van de blussers. C. Leden bij wie een brandkist of een brandhaspel voor de schoeiing is geplaatst zijn er verantwoordelijk voor dat deze brandkist/brandhaspel te allen tijde bereikbaar is. D. In ieder onderkomen dient een rookmelder geplaatst te zijn en wordt een CO melder aanbevolen. E. Leden die een geiser, open gaskachel en/of gaskoelkast in het onderkomen hebben zijn verplicht een CO melder te plaatsen.

VI. Elektrische voorzieningen Onder elektrische voorzieningen wordt verstaan: alle apparatuur die dient om elektriciteit op te wekken, te transporteren, op te slaan, te beveiligen en te schakelen (zoals b.v. zonnepanelen, omvormers, kabels, accu’s en regelaars). A.   

De elektrische installatie moet voldoen aan de benodigde beveiligingen: De laadregelaar: overlaadbeveiliging en kortsluitbeveiliging. De aansluitkabels op de accu: voorzien van zekering. De omvormer : voorzien van zekering.  Bekabeling : geschikt voor 12/24 volt en van voldoende dikte.  Vuistregel: Stroom (Amp.) x afstand x 0,2 = kabel mm².


B. Elke accu die niet onderhoudsvrij is (in dat geval te herkennen aan de vuldoppen op de bovenzijde) moet opgesteld zijn in een voldoende geventileerde ruimte. Aanbevolen wordt om deze accu’s buiten het onderkomen te plaatsen. C. Omvormers en regelaars moeten in een voldoende geventileerde ruimte worden opgesteld.

VII. Algemeen A. Ieder lid is verplicht om hulp te verlenen bij calamiteiten (overstroming, brand etc.). B. Leden zijn verplicht de preventiecommissie toegang te verlenen in, onder en rondom het onderkomen om controle mogelijk te maken. C. Op het door de vereniging van de gemeente gehuurde deel van het strand (zoals ook omschreven in artikel 3 sub H en N) is het niet toegestaan om met een motorvoertuig naar het onderkomen te rijden, ook niet wanneer men in het bezit is van een vergunning van de gemeente Bergen. Personen die in het bezit zijn van een vergunning van de gemeente Bergen mogen met hun motorvoertuig alleen aan de vloedlijn rijden. Tevens is het voor hen niet toegestaan om voor de onderkomens te stoppen om boodschappen naar een onderkomen te brengen en/of voor personenvervoer. Een motorvoertuig van de vereniging vormt een uitzondering op deze regel. D. Met motorvoertuigen naar de onderkomens rijden is alleen toegestaan tijdens de opbouwperiode van 2 weken en vanaf de afbouwdatum. Voorwaarde is wel dat men in het bezit is van een vergunning van de gemeente Bergen. Gedurende het seizoen mag verder uitsluitend bij de botenplek met een motorvoertuig gereden worden, alleen in een rechte lijn naar zee. E. Naast geisers dienen ook alle andere gastoestellen goed te worden onderhouden! F. M.b.t. de veiligheid zie ook artikel 3 sub F, G en J t/m N.


Artikel 6 Technische bepalingen t.a.v. de onderkomens A.

Als onderkomen zijn tenten en toercaravans verboden.

B.

De afmetingen van onderkomens zijn als volgt vastgesteld: De breedte mag maximaal 3,00 meter bedragen en de lengte mag maximaal 11,00 meter bedragen.

C.

Het onderkomen moet uit één woonlaag zijn opgebouwd.

D.

De hoogte van het onderkomen, inclusief onderstel, mag maximaal 4,00 meter bedragen.

E.

De toegangsdeur van het onderkomen moet zich aan de voor-, de achter- of de zuidzijde bevinden.

F.

Het onderhoud aan de buitenzijde van het onderkomen moet zodanig zijn dat van een nette uitstraling gesproken kan worden.

G.

De ramen aan de noordzijde van het onderkomen dienen geblindeerd te worden, tenzij anders met de noorderburen is overeengekomen.

H.

Aspirant-leden en invallers moeten vóór de opbouwdatum de technische gegevens van hun onderkomens aan het bestuur overleggen teneinde toestemming voor plaatsing te krijgen. Deze regel geldt ook voor leden die een nieuw onderkomen gaan bouwen of hun onderkomen gaan verbouwen.

Voor een onderkomen dat vóór 2016 op het strand stond en grotere afmetingen heeft dan omschreven onder B en D kan door het bestuur ontheffing van deze bepalingen worden verleend.


Artikel 7 Afdelingen en commissies A.

Leden van een onderafdeling of commissie kunnen uitsluitend personen zijn op wie het lidmaatschap van toepassing is of personen genoemd onder artikel 1 sub F.

B.

Een onderafdeling of commissie wordt benoemd door de Algemene Ledenvergadering of bij tussentijdse behoefte door het bestuur onder nadere goedkeuring van de eerstkomende Algemene Ledenvergadering.

C.

Een onderafdeling of commissie wordt, indien dat nodig en mogelijk is, door de vereniging gefinancierd. De onderafdeling of commissie is financiële verantwoording verschuldigd aan het bestuur.


Artikel 8 Bestuur A.

Het bestuur van de vereniging bestaat uit zeven leden, te weten Eerste voorzitter tweede voorzitter Eerste secretaris tweede secretaris Eerste penningmeester tweede penningmeester Een commissaris

B.

De bestuursleden worden bij meerderheid van stemmen in een Algemene Ledenvergadering door de leden gekozen voor de tijd van drie jaar met dien verstande, dat de eerste voorzitter in functie wordt gekozen, terwijl de andere functies onderling worden verdeeld.

C.

Bestuursleden kunnen uitsluitend personen zijn op wie het lidmaatschap van toepassing is of personen genoemd onder artikel 1 sub F. Per lidmaatschap, mag slechts één persoon, zoals genoemd in artikel 1 sub B én artikel 1 sub F, lid zijn van het bestuur, terwijl het stemrecht van dat lidmaatschap aan hem/haar wordt toegerekend.

D.

Een tussentijdse vacature wordt zo spoedig mogelijk door het bestuur aangevuld en op de eerstkomende Algemene Ledenvergadering ter goedkeuring voorgelegd.

E.

Jaarlijks treden er volgens een door de secretaris bij te houden rooster bestuursleden af. Aftredende bestuursleden zijn maximaal twee maal herkiesbaar. Dit maximum kan alleen worden verlengd met goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering.

F.

Voor elke vacature in het bestuur wordt door het bestuur een kandidaat voorgedragen. Ook de leden kunnen een kandidaat voordragen. Deze kandidaat dient door ten minste vijf leden van de vereniging te worden voorgesteld. Deze kandidaatstelling dient uiterlijk twee dagen voor de aanvang van de Algemene Ledenvergadering schriftelijk bij de secretaris te worden ingediend en te zijn voorzien van een bereidverklaring van de voor te stellen kandidaat.

G.

Het dagelijks bestuur van de vereniging wordt gevormd door de eerste voorzitter, de eerste secretaris en de eerste penningmeester. Bij langdurige ontstentenis neemt de betreffende tweede functionaris met alle rechten plaats in het dagelijkse bestuur. Het dagelijkse bestuur is gerechtigd namens het bestuur handelend op te treden.


H.

De eerste voorzitter is belast met de leiding van alle vergaderingen van de vereniging met uitzondering van de vergaderingen van de onderafdelingen en commissies. Bij ontstentenis wordt hij/zij vervangen door de tweede voorzitter.

I.

De eerste secretaris is belast met het afwerken van de correspondentie, het bijhouden van de notulen van bestuurs- en ledenvergaderingen, het opmaken van het jaarverslag, het opstellen van de agenda’s, het bijeenroepen van de vergaderingen, evenals alle overige administratieve werkzaamheden zoals het bijhouden van de leden-, wacht- en donateurslijst en andere werkzaamheden welke geacht kunnen worden tot het secretariaat te behoren. De tweede secretaris is de eerste hierbij behulpzaam.

J.

De eerste penningmeester is belast met het innen van de voor de vereniging bestemde gelden, het verrichten van alle betalingen, het behoorlijk bijhouden van de financiële administratie, het bewaren van de kasbescheiden, het beheer van de financiële middelen, het opmaken van het financiële jaarverslag, evenals alle overige werkzaamheden van financiële aard. De tweede penningmeester is hierbij behulpzaam. Over bedragen tot tienduizend euro, hetzij in kontanten dan wel door bankoverschrijvingen, kan de eerste penningmeester of bij diens ontstentenis de tweede penningmeester zonder meer beschikken. Voor hogere bedragen is tevens de instemming van de eerste voorzitter en de eerste secretaris vereist, of bij langdurige ontstentenis de betreffende tweede functionaris.

K.

Het bestuur is gemachtigd om leden in een adviserende rol toe te voegen aan het bestuur, van tijdelijke aard of voor de lange termijn.

L.

Een door de Algemene Ledenvergadering te benoemen kascontrolecommissie bestaat uit tenminste drie leden, waarvan één reserve. In deze commissie mogen geen bestuursleden plaatsnemen. De kascontrolecommissie zal eenmaal per jaar de kasboeken en bescheiden van de penningmeester controleren en aan de Algemene Ledenvergadering verslag uitbrengen van haar bevindingen inzake het financiële beheer van het afgelopen verenigingsjaar. De kascontrolecommissie wordt ieder jaar voor de tijd van één jaar gekozen. Een persoon kan ten hoogste gedurende drie achtereenvolgende jaren lid van deze commissie zijn, maar in ieder geval treedt jaarlijks tenminste één der leden af. De datum van de kascontrole moet minstens zeven dagen tevoren aan de penningmeester bekend gemaakt worden.


Artikel 9 Vergaderingen A.

Tot de Algemene Ledenvergadering worden de leden en ereleden ten minste tien dagen tevoren bij algemene circulaire opgeroepen.

B.

Van de aanwezigheid der leden wordt aantekening gehouden door middel van een presentielijst.

C.

Voorstellen ter behandeling in de Algemene Ledenvergadering behoren tenminste vijf dagen voor deze vergadering schriftelijk te worden ingediend bij de secretaris. Voorstellen ter vergadering ingediend behoeven niet door het bestuur in behandeling te worden genomen, tenzij de Algemene Ledenvergadering anders beslist.

D.

Over zaken wordt volgens de statuten mondeling of bij handopsteking gestemd, tenzij het bestuur of de ledenvergadering een schriftelijke stemming meer gewenst acht. Bij staking van stemmen over zaken beslist het bestuur. Over personen wordt volgens de statuten schriftelijk gestemd. Bij staking van stemmen over zaken beslist het bestuur.


Artikel 10 Geldmiddelen A.

In aanvulling op het bepaalde in de statuten worden de geldmiddelen van de vereniging gevormd door: 1. 2. 3. 4.

Contributies Staangelden Donaties Andere baten

B.

De hoogte van de contributie en donatiebijdrage worden op voorstel van het bestuur door de Algemene Ledenvergadering vastgesteld.

C.

Het financiële boekjaar loopt van 1 december tot en met 30 november van het daaropvolgende jaar.

D.

Aan leden, die de financiële verplichtingen zoals in dit reglement vermeld, niet op tijd zijn nagekomen en ook niet hebben gereageerd op de hen toegezonden betalingsherinnering en aanmaning, zal een boete van 5% over het verschuldigde bedrag in rekening worden gebracht, alsmede administratiekosten voor verzonden aanmaning(en), waarvan de hoogte door het bestuur bepaald zal worden, tenzij aan het bestuur een bewijs van tijdige betaling kan worden overlegd. Indien een lid dit bedrag, inclusief alle kosten en de boete, meer dan twee maanden na dagtekening van de laatste aanmaning nog niet heeft voldaan, volgt automatische schorsing van het lidmaatschap. Het bestuur kan een vordering op een lid uit handen geven, waarbij alle kosten die daarbij in en buiten rechte worden gemaakt, voor rekening van dat lid zullen komen.


Artikel 11 Verhuur Gebruik van het onderkomen door andere personen dan gesteld in artikel 1sub B en artikel 1 sub F, geldt als verhuur. Het gaat hierbij alleen om de nachten. Het verhuren van onderkomens is toegestaan voor een periode van maximaal 28 nachten per seizoen. Voor ouders of grootouders, die hun lidmaatschap hebben overgedragen aan hun kind of kleinkind geldt een uitzondering. Het onderkomen van een kind of kleinkind van een gestopt lid mag door datzelfde gestopte lid gebruikt worden, dit gebruik wordt niet als verhuur aangemerkt. De huurders/huursters hebben dezelfde plichten als de verhuurder/verhuurster. De verhuurder/verhuurster is verplicht om de huurders/huursters op de hoogte te brengen van alle geldende regels van de kampeervereniging. Bij wangedrag en/of overtreding van de reglementen door een huurder/huurster blijft de verhuurder/verhuurster verantwoordelijk. Het desbetreffende lid zal in dat geval als verhuurder/verhuurster een officiële waarschuwing krijgen. Verhuur en gebruik door een ander dan een lid (in de zin van artikel 1 sub B en personen genoemd in artikel 1 sub F) dienen voorafgaande aan de verhuurperiode middels een volledig ingevulde verhuurkaart door het lid te worden aangemeld bij een door het bestuur aangewezen persoon. Ten tijde van verhuur of gebruik door een ander dan een lid (in de zin van artikel 1 sub B en personen genoemd in artikel 1 sub F) dient een kopie van de verhuurkaart zichtbaar achter één van de ramen aan de voorzijde van het onderkomen geplaatst te worden. Verhuur aan buitenlandse toeristen niet toegestaan.


Artikel 12 Algemene bepalingen A.

Dit Huishoudelijk Reglement kan worden gewijzigd door de Algemene Ledenvergadering bij besluit met een gewone meerderheid van stemmen. Voorstellen tot wijziging kunnen worden gedaan door het bestuur of door ten minste een twintigste deel van de leden.

B.

In alle gevallen waarin het Huishoudelijk Reglement niet voorziet beslist het bestuur onder verantwoording aan de Algemene Ledenvergadering.


Inhoud Pagina 2 Versie

Recommend Documents