Raadsbegroting 2011
Inhoud
Inhoud Inleiding
5
Leeswijzer
11
Programmaplan
19
Programma 1. Veiligheid Programma 2. Stedelijk beheer Programma 3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving Programma 4. Sociale samenhang Programma 5. Dienstverlening, communicatie en informatisering Algemene dekkingsmiddelen Bedrag voor onvoorziene uitgaven Paragrafen Paragraaf A. Paragraaf B. Paragraaf C. Paragraaf D. Paragraaf E. Paragraaf F. Paragraaf G.
Uiteenzetting financiële positie Uiteenzetting financiële positie Toelichting op begrotingsuitkomst en meerjarenperspectief Reserves en voorzieningen Vervangingsinvesteringen
21 27 33 41 49 55 57
Bijlagen
Overzicht baten en lasten Overzicht baten en lasten Overzicht incidentele baten en lasten Uitgangspunten raadsbegroting en meerjarenperspectief Toelichting per programma op de baten en lasten 2011
129 135 141 145 155
Bijlage 1. Informatie verbonden partijen 157 Bijlage 2. Jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een gelijk volume 175 Bijlage 3. Uitvoeringsinformatie 177 Bijlage 4. Kerngegevens 181
59 Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering / Treasury Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
127
61 69 73 85 91 101 103 113 115 117 119 121
3
Raadsbegroting 2011
4
Inleiding
Raadsbegroting 2011
6
Inleiding
Aan de Raad,
Heerhugowaard, 14 september 2010 Via deze inleiding wordt u de eerste begroting van deze raadsperiode aangeboden. Een begroting aan het begin van een periode waar veel onduidelijkheid bestaat over de effecten van de huidige economische situatie en de plannen van een nieuw kabinet. In de Voorjaarsnota 2010 is hierover al het één en ander geschreven. De indeling van deze raadsbegroting is gebaseerd op de door het raadsconvent van 8 september 2009 vastgestelde indeling. Daarmee bestaat het programmaplan uit een vijftal programma’s, namelijk: Programma 1: ‘Veiligheid’; Programma 2: ‘Stedelijk beheer’; Programma 2: ‘Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving’ Programma 4: ‘Sociale samenhang’; en Programma 5: ‘Dienstverlening, communicatie en informatisering’.
Bedragen x € 1.000
2011 Perspectief in Voorjaarsnota 2010 na taakstelling bezuinigingen a.
In perspectief Voorjaarsnota 2010 opgenomen taakstelling bezuinigingen
b.
Perspectief in deze begroting
a + b Taakstelling bezuinigingen volgens Begroting 2011.
2012
2013
2014
-1.454
-2.364
-2.667
-142
-344
-909
-1.596
-2.708
-3.576
821
707
De uitkomst voor 2011 ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010 is op hoofdlijnen als volgt: • per saldo voordelig effect financieringslasten op basis van geprognosticeerde stand reserves en grondexploitaties en leningenportefeuille (€ 500 V); • per saldo nadelig effect van de loonkosten op basis van de op 1 juli 2010 definitief geworden CAO 2009 - 2011 waarin voor 2011 een salarisontwikkeling van 2% is opgenomen (€ 655 N, rekening houdend met de aan de investeringen en grondexploitaties toegerekende loonkosten); en • diverse overige mutaties (per saldo € 41 V).
Begrotingsuitkomst en meerjarenperspectief De uitkomsten van deze begroting en de meerjarenramingen tot en met 2014 zijn gebaseerd op: • de vastgestelde uitgangspunten (zie paragraaf 5 (blz. 30 en verder) van de Voorjaarsnota 2010); • de op 24 juni 2010 vastgestelde Voorjaarsnota 2010, het in die nota opgenomen beleid en de aangenomen amendementen; en • de informatie uit de junicirculaire 2010 over de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2011.
Het in het meerjarenperspectief voor de jaarschijf 2014 nadelig perspectief ad € 909 is het gevolg van de meerjarige ontwikkeling van de algemene uitkering gebaseerd op de junicirculaire 2010. De belangrijkste ontwikkelingen uit deze circulaire zijn verderop in deze inleiding toegelicht.
De uitkomsten zijn als volgt (ter vergelijking is ook het perspectief uit de Voorjaarsnota 2010 vermeld):
7
Raadsbegroting 2011
In de raadsbegroting 2011 zijn niet opgenomen de effecten van de beheeren onderhoudslasten van de voorzieningen NBK1 en NBK 2. Hierover loopt een apart besluitvormingstraject. Het spreekt voor zich dat na besluitvorming hierover door uw raad de effecten via een begrotingswijziging in de raadsbegroting 2011 zullen worden verwerkt. Ook op het weerstandsvermogen zullen de voorstellen een positief effect hebben. Na besluitvorming over het voorstel van de beheer- en onderhoudslasten zullen de toekomstige uitgaven van beheer en onderhoud uit de top van grootste risico’s met de grootste impact verdwijnen.
In het raadsvoorstel en besluit over de raadsbegroting 2011 dat u op 7 oktober aanstaande ontvangt zullen voorstellen worden gedaan voor de invulling van de taakstelling van respectievelijk € 1,6 miljoen, € 2,7 miljoen en € 3,6 miljoen. waarbij rekening wordt gehouden met bovenstaande ontwikkeling ten opzichte van de Voorjaarsnota 2010. Voor de volledigheid wijzen wij u erop dat in dit perspectief nog niet de effecten van de Rijksbezuinigingen bevat. Over de invulling van de bezuinigingen dient eerst door het nieuwe kabinet een besluit te worden genomen. Bij het opstellen van de Voorjaarsnota 2010 is daarnaast voor een aantal beleidsintensiveringen PM-posten opgenomen (o.a. aanbesteding OV-taxi, Stichting Cool, Waerdse Tempel). De omvang van deze PM-posten is op het moment van stellen nog niet bekend en afhankelijk van besluitvorming hierover door uw raad.
Op 9 juni 2010 is de junicirculaire 2010 verschenen. Vanwege het tijdstip van verschijnen kon tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota 2010 op 24 juni niet meer dan een algemene mededeling over de effecten van deze circulaire worden gedaan. In deze circulaire zijn zoals verwacht zijn geen mededelingen gedaan over de ontwikkelingen van het accres 2012 en volgende jaren.
Vanaf bladzijde 121 van deze begroting zijn gespecificeerde toelichtingen per raadsprogramma opgenomen. De Voorjaarsnota 2010 is op 24 juni 2010 vastgesteld. De effecten daarvan zijn opgenomen in het hoofdstuk ‘Uiteenzetting financiële positie’ (vanaf bladzijde 129). Het spreekt voor zich dat aan de vooruitzichten voor 2013 en 2014 een iets andere waarde moet worden toegekend dan aan de prognoses voor 2011 en 2012.
NB. In april 2009 is besloten om de systematiek waarin de omvang van het gemeentefonds meestijgt met de uitgaven van het Rijk volgens een bepaalde koppeling tijdelijk (t/m 2011) buiten werking te stellen. Dit is zo afgesproken tussen de VNG en de fondsbeheerders. Deze systematiek staat ook wel bekend als de ‘Samen trap op, samen trap af systematiek’ In juni 2010 is de normeringsystematiek van het gemeentefonds beoordeeld. De uitkomsten dienen als basis bij de coalitieonderhandelingen.
In de vergadering van 24 juni jongstleden. heeft u besloten als uitvloeisel van de Voorjaarsnota 2010 de jaarschijf 2011 in de conceptbegroting 2011 op te nemen en in de begrotingsraad van 11 november aanstaande. te besluiten over de invulling van de in het meerjarenperspectief opgenomen taakstelling. In de afgelopen maanden bent u daarover uitgebreid met elkaar in discussie gegaan. Op basis van de uitkomsten van deze discussie komt het college met een voorstel over de invulling van genoemde taakstelling.
De belangrijkste ontwikkelingen op de algemene uitkering naar aanleiding van de junicirculaire 2010 kunnen als volgt worden samengevat: • dalende uitkeringsfactoren: in de komende jaren ondervinden we de nadelige effecten van de dalende uitkeringsfactoren. De voornaamste oorzaak daarvan is de landelijke stijging van de uitkeringsbasis (= de landelijke aantallen van de verdeelmaatstaven van de algemene uit-
8
Inleiding
Planning
kering). Met name het aantal bijstandsgerechtigden zal de komende jaren naar verwachting flink stijgen. Daarnaast groeit het gemeentefonds in de komende jaren niet (accres = 0); • verfijning van het verdeelmodel WMO met een voor Heerhugowaard nadelig effect op de omvang van de middelen; • loon-prijsontwikkeling: in de huidige situatie waarin het accres 0 is, is er geen compensatie voor de dekking van de stijging van de lonen en de prijzen. In voorgaande jaren was hier wel telkens sprake van, omdat de omvang van het gemeentefonds de rijksuitgaven volgde. In juli 2010 is een nieuwe CAO afgesloten met een salarisontwikkeling van 2% voor 2011. Het advies naar aanleiding van de junicirculaire heeft ter inzage gelegen voor de commissie Middelen van 6 september jongstleden.
Gepland is dat u op 11 november 2010 deze begroting vaststelt. Op 21 oktober 2010 is er een technische bespreking met de raadscommissie Middelen. Daarnaast is er tot en met 1 oktober 2010 de gelegenheid tot het stellen van technische vragen. Op 7 oktober 2010 krijgt u het raadsvoorstel met conceptbesluit over de vaststelling van deze begroting. In dit voorstel zal met concrete ombuigingsvoorstellen in het meerjarenperspectief worden gekomen. Eventuele nieuwe voorstellen die voortvloeien uit de raadsinformatiemarkt van dezelfde datum zullen in een begrotingswijziging worden opgenomen. De tweede bestuursrapportage 2010 ontvangt u eveneens op 7 oktober 2010. In die rapportage staat een prognose over de uitkomsten van de jaarrekening 2010. Technische vragen daarover kunt u stellen tot en met 14 oktober 2010. Het is de bedoeling dat de beantwoording daarvan (zo nodig) kan worden betrokken bij de technische bespreking van de begroting 2011 met uw commissie Middelen op 21 oktober 2010. Het financieel effect van de tweede bestuursrapportage 2010 wordt opgenomen in het raadsvoorstel over de vaststelling van de raadsbegroting 2011.
In het raadsvoorstel tot vaststelling van de raadsbegroting 2011 zullen wij u verder informeren over de septembercirculaire 2010 en de effecten hiervan op de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2011. Wij gaan er vanuit dat deze circulaire in de derde week van september verschijnt. In deze raadsbegroting zijn per programma de effectindicatoren opgenomen zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 28 oktober 2008. Het is de bedoeling om de effectindicatoren zoals deze toen door de raad zijn vastgesteld in het najaar 2010/voorjaar 2011 te evalueren. Het is niet onwaarschijnlijk dat in het licht van het huidig economische perspectief de streefwaarden bijgesteld (moeten) gaan worden.
Burgemeester en Wethouders van Heerhugowaard
9
Raadsbegroting 2011
10
Leeswijzer
Raadsbegroting 2011
12
Leeswijzer
Raadsbegroting
Beleidsbegroting
De raadsbegroting 2011 is opgesteld conform de indeling die is aangegeven in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Artikel 8 BBV geeft aan dat gemeenten hun begroting opstellen aan de hand van programma’s. In de raadsbegroting 2011 wordt de programma-indeling gevolgd zoals die is opgenomen in het collegeprogramma 2010 - 2014. Ook de Voorjaarsnota 2010 is gebaseerd op die indeling.
De beleidsbegroting bestaat volgens artikel 7 BBV tenminste uit het programmaplan en de paragrafen.
Het programmaplan Het programmaplan bevat de te realiseren programma’s, een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en een bedrag voor onvoorzien (artikel 8 BBV).
De raadsbegroting dient tenminste uit een beleidsbegroting en een financiële begroting te bestaan. In de begroting heeft het beleid een centrale plaats. De cijfers vormen de vertaling van dat beleid. In de raadsbegroting worden derhalve het beleid en de baten en lasten, die daaruit voortvloeien, aan elkaar gekoppeld.
Per programma treft u, toegespitst op het betreffende programma, aan: • Thema Een kernachtige weergave van de bestaansreden van het programma. Het thema is relatief permanent en geeft de identiteit van het programma weer. • Context en achtergrond Een korte beschrijving van de inhoud van het programma en de ontwikkelingen die invloed hebben op de achtergrond en inhoud van dit programma. • Kaderstellende beleidsnota’s Een chronologische opsomming van de voor het programma relevante beleidsnota’s, inclusief de datum van besluitvorming door de raad. • Wat willen we bereiken en wat gaan we doen? Een overzicht van de collegedoelstellingen en daaraan voor 2011 verbonden activiteiten. Hierdoor kan op een eenvoudige wijze een relatie worden gelegd tussen datgene wat we willen bereiken en datgene wat we ervoor gaan doen.
In de raadsbegroting 2011 worden bovenstaande richtlijnen gevolgd. De onderdelen uit de beleidsbegroting treft u aan in de hoofdstukken Programmaplan en Paragrafen, terwijl de financiële begroting is opgenomen in de hoofdstukken Overzicht van baten en lasten en Uiteenzetting financiële positie.
13
Raadsbegroting 2011
•
•
De paragrafen
Effectindicatoren Kengetallen, die de streefwaarden van de gemeente weergeven met betrekking tot het betreffende programma. De effectindicatoren zijn integraal overgenomen uit de raadsbegroting 2010. In het najaar/ voorjaar van 2010/2011 zal een evaluatie van de in oktober 2008 door de raad vastgestelde effectindicatoren + bijbehorende streefwaarden plaatsvinden. Wat mag het kosten? Het financiële kader (gesplitst in baten en lasten) met betrekking tot de realisatie van de geplande doelstellingen en activiteiten voor het betreffende programma. Het financiële kader dient op deze plek in de raadsbegroting slechts ter informatie. In de financiële begroting wordt in het hoofdstuk Overzicht van baten en lasten per programma een nadere uiteenzetting van het financiële kader gegeven.
In de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. Omdat de paragrafen de beleidsuitgangspunten van de beheersmatige activiteiten en de lokale heffingen bevatten, vallen zij onder de beleidsmatige begroting. In de raadsbegroting 2011 zijn conform artikel 9 lid 2 BBV onderstaande zeven paragrafen opgenomen. Lokale heffingen (artikel 10 BBV): • geraamde inkomsten; • beleid ten aanzien van de lokale heffingen; • overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; • aanduiding lokale lastendruk; en • beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
Het overzicht van algemene dekkingsmiddelen bevat conform artikel 8 lid 5 BBV de volgende elementen: • lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is; • algemene uitkeringen; • dividend; • saldo financieringsfunctie; en • overige algemene dekkingsmiddelen.
Weerstandsvermogen (artikel 11 BBV): • inventarisatie risico’s; • inventarisatie weerstandscapaciteit; en • beleid inzake weerstandscapaciteit en risico’s. Onderhoud kapitaalgoederen (artikel 12 BBV): • wegen; • riolering; • waterhuishouding; • openbaar groen; en • gebouwen.
Het geraamde bedrag voor onvoorziene uitgaven (artikel 8 lid 6 BBV) is bepaald op basis van een vast bedrag per woonruimte binnen de gemeente.
14
Leeswijzer
Grondbeleid (artikel 16 BBV): • visie op grondbeleid in relatie tot de realisatie van de in de begroting opgenomen doelstellingen; • aanduiding van de wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd; • actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; • onderbouwing geraamde winstneming; en • beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken, in relatie tot de risico’s van de grondzaken.
Daarnaast zijn in deze paragraaf opgenomen: • bermen en bermsloten; • verkeer; • openbare verlichting; • straatreiniging; • sneeuw- en gladheidbestrijding; • speelvoorzieningen; en • straatmeubilair. In de paragraaf wordt ingegaan op het betreffende beleidskader, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van die consequenties in de begroting. Financiering / treasury (artikel 13 BBV): • financiële positie; • beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille; en • begrotingsgegevens over het EMU-saldo. Bedrijfsvoering (artikel 14 BBV): • stand van zaken en beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Verbonden partijen (artikel 15 BBV): • visie op verbonden partijen, in relatie tot de realisatie van de in de begroting opgenomen doelstellingen en de beleidsvoornemens omtrent deze verbonden partijen. Een deel van de gegevens inzake de verbonden partijen is opgenomen in Bijlage 1 Informatie verbonden partijen.
15
Raadsbegroting 2011
Financiële begroting
In dit onderdeel van deze begroting vindt u verder de door uw raad vastgestelde uitgangspunten voor het opstellen van de raadsbegroting 2011 terug. Op grond van artikel 19 BBV dient in dit onderdeel van de begroting tevens een berekening van het EMU-saldo te worden opgenomen. Deze berekening kunt u in de raadsbegroting 2011 echter terugvinden in Paragraaf D ‘Financiering/Treasury’.
De financiële begroting bevat een totaaloverzicht van baten en lasten met bijbehorende toelichtingen (artikel 17 - 19 BBV), alsmede een uiteenzetting omtrent de financiële positie van de gemeente en de toelichting daarop (artikel 20 - 21 BBV).
Totaaloverzicht van baten en lasten met toelichting
Tenslotte zijn ter informatie in bijlage 3 ‘Uitvoeringsinformatie’ de productramingen per programma opgenomen. Deze maken onderdeel uit van de zogenaamde informatie voor derden.
Dit onderdeel van de financiële begroting geeft een samenvattend overzicht van de baten en lasten van de programma’s, die beschreven zijn in het programmaplan. Het totaaloverzicht bevat de volgende elementen: • raming van baten, lasten en saldo per programma; • de geraamde algemene dekkingsmiddelen en het geraamde bedrag voor onvoorzien; • geraamd resultaat voor bestemming; • beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma; en • geraamd resultaat na bestemming.
Uiteenzetting van de financiële positie met toelichting De uiteenzetting van de financiële positie heeft de bedoeling de raad de informatie te verstrekken die zij nodig heeft voor een juiste interpretatie van de begroting. De uiteenzetting van de financiële positie bestaat uit de volgende onderdelen (artikel 20 BBV): • raming financiële gevolgen van bestaand en nieuw beleid dat in de programma’s is opgenomen; • jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume; • investeringen; • financiering; en • stand en verloop van de reserves en de voorzieningen.
Tevens wordt inzicht gegeven in de incidentele baten en lasten met betrekking tot de raadsbegroting 2011. In het totaaloverzicht zijn (ter toelichting) ook de gerealiseerde bedragen van bovengenoemde onderdelen voor het voorvorig begrotingsjaar (2009) en de ramingen van het voorgaande begrotingsjaar (2010) op basis van de nieuwe programma-indeling opgenomen. Vervolgens zijn per programma, als uitwerking van de in de beleidsbegroting gegeven financiële kaders, de oorzaken voor aanmerkelijke verschillen tussen de ramingen 2010 en de ramingen van het voorgaande jaar toegelicht.
Van bovengenoemde onderdelen zijn de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen apart opgenomen in de gelijknamige bijlage 2. Informatie met betrekking tot de financiering van de gemeente is terug te vinden in Paragraaf D ‘Financiering / Treasury’.
16
Leeswijzer
In de uiteenzetting van de financiële positie en in de meerjarenramingen zijn de gevolgen van de Voorjaarsnota 2010 opgenomen.
Bijlagen In de bijlagen zijn specificaties opgenomen over: • informatie verbonden partijen; • jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume; • uitvoeringsinformatie; en • kerngegevens gemeente Heerhugowaard.
17
Raadsbegroting 2011
18
Programmaplan
Raadsbegroting 2011
In dit hoofdstuk wordt per raadsprogramma een uiteenzetting gegeven van de wijze waarop en de mate waarin de raad- en collegedoelstellingen worden gerealiseerd. Tevens treft u in dit hoofdstuk een overzicht aan van de algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorziene uitgaven.
20
Programmaplan
Programma 1. Veiligheid Thema
‘Iedere inwoner van Heerhugowaard, Schermer en Langedijk kan overal op een adequaat niveau van brandweerzorg en rampenbestrijding rekenen’.
Veiligheid is één van de kerntaken van de gemeente. Veiligheid is meer dan verkeersveiligheid. Het gaat ook om de sociale veiligheid: zorgen dat iedereen zich binnen en buiten veilig voelt. Onze inwoners en hun eigendommen moeten worden gerespecteerd. Om de veiligheid te vergroten moet er een goede balans gezocht worden tussen preventie en repressie.
Aangezien de brandweer Heerhugowaard ook de zorg op zich heeft genomen om uitvoering te geven aan de brandweerzorg van de gemeente Schermer en Langedijk zijn deze ook formeel toegevoegd aan de missie van de brandweer. In 2011 zal uitvoering worden gegeven aan het resultaat van de onderzoeken naar de kwaliteit van de brandweerzorg. Dit onderzoek (in de praktijk ‘Knelpuntenanalyse’ genoemd) moet richting geven aan een visie op de brandweerzorg voor de komende 10 jaar. Belangrijkste aandachtspunt en ook aanleiding is de verbetering van de opkomsttijden. Het resultaat moet ook in het licht worden gezien van vergelijkbare onderzoeken naar de brandweerzorg van de partnergemeenten Langedijk en Schermer.
Context en achtergrond Het programma Veiligheid heeft zowel betrekking op de sociale als de fysieke veiligheid: • Sociale veiligheid heeft betrekking op criminaliteit, ernstige vormen van overlast en subjectieve gevoelens van (on)veiligheid (een veilig gevoel). • Fysieke veiligheid heeft betrekking op brandveiligheid, verkeersveiligheid, externe veiligheid (zicht op risico’s voor de omgeving van inrichtingen die omgaan met gevaarlijke stoffen) en beheersing van rampen en crises (waaronder naast de meer bekende ramptypen ook terreurdreiging en pandemieën).
Rampenbestrijding en crisisbeheersing De ‘klassieke’ ramptypen zijn de laatste jaren uitgebreid met complexe en grootschalige dreigingen van bijvoorbeeld terrorisme en pandemieën. De rampenbestrijding ontwikkelt zich tot crisisbeheersing. De wetgever speelt hierop in door (op grond van de ‘Wet op de Veiligheidsregio’s’ zoals deze per 1 oktober 2010 van kracht is geworden) op termijn het gemeentelijk rampenplan te vervangen door een regionaal crisisbeheersingsplan, overigens met instandhouding van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de rampenbestrijding.
Preventie en handhaving zijn belangrijke sleutelbegrippen daar waar het de sociale veiligheid betreft. Brandweerzorg Een belangrijke schakel in de veiligheidszorg wordt geleverd door de brandweer. De missie van de gemeentelijke brandweer in regionaal verband luidt:
21
Raadsbegroting 2011
Sociale Veiligheid In zijn algemeenheid wordt uitvoering gegeven aan het ‘Integraal Veiligheidsplan’ zoals dat is vastgesteld in 2008. Dit plan is leidend tot en met het jaar 2012.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • •
Veiligheidsregio en regionalisering brandweer In de komende jaren zal aan de verdere ontwikkeling van de brandweer invulling gegeven gaan worden binnen de aangegeven kaders. Hierbij gelden vier principes: • Ondersteunen van het proces waar mogelijk door de regionale brandweer; • Borgen van de lokale verandering; • Minimaal handhaven van de kwaliteit van de brandweer Heerhugowaard tegen gelijkblijvende kosten; • Verbeteren van de opkomsttijden.
• •
De gemeente werkt mee aan het ambitietraject dat het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio heeft vastgesteld, met dien verstande dat daarbij steeds getoetst wordt dat Heerhugowaard te allen tijde ook zelf haar eigen verantwoordelijkheid weet te dragen binnen het regionaal samenwerkingsverband.
22
Veiligheidsregio Noord Holland Noord gemeenschappelijke regeling Duurzaam veilig fase 2 Cameratoezicht openbare ruimten Bouwverordening Heerhugowaard 2006 Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 2005 versie 14 maart 2007 Kadernota Handhaving Integraal Veiligheidsbeleid 2008
RB november 2003 RB december 2004 RB mei 2006 RB december 2006 RB maart 2007 BW december 2007 RB maart 2008
Programmaplan
Wat willen we bereiken en wat gaan we doen? Wat willen we bereiken? Collegedoelstelling
Wat gaan we doen? Activiteiten
Randvoorwaarden
1.1
Voorkomen van hinderlijk gedrag van overlastgevende en criminele jongeren.
Door middel van de inzet van de jongerencoach wordt getracht de overlast zo veel mogelijk preventief te beperken.
1.2
Cameratoezicht en preventief fouilleren daar waar noodzakelijk
Inzet proef met mobiele surveillance zal worden geëvalueerd.
1.3
Verruiming van de openingsuren van het politiebureau.
Regionale politie zal met een voorstel over de openingsuren van het politiebureau komen.
1.4
Indien noodzakelijk voorkomen van ordeproblemen in aanvulling op politie-inzet.
Activiteiten gericht op het instellen van een regionaal serviceteam van veiligheidspersoneel, mogelijk als werkgelegenheidsproject in 2012.
1.5
Voorkomen van alcohol en drugsmisbruik
Al dan niet voortzetten van sluitingstijdenbeleid van de horeca om 1.00 uur afhankelijk van evaluatie.
1.6
Verbetering opkomsttijden
De brandweer wordt onderworpen aan een ‘knelpuntenanalyse’. Deze analyse moet antwoord geven op verbetering van de opkomsttijden. Oplossingen moeten gezien worden in samenhang met de samenwerkende buurgemeenten Schermer en Langedijk.
1.7
Aanpak black-spots
Tenminste één ‘black-spot’ per jaar verkeersveiliger maken.
1.8
Verdere aandacht verkeersveiligheid rondom de basisscholen
Evalueren ‘octopus-concept’ in 2012.
23
Raadsbegroting 2011
Effectindicatoren. Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie
Streefwaarden 2011
2012
2013
2014
Sociale veiligheid Oordeel burger over handhaving van de regels
Staat van de gemeente
5,5 (2007) In afwachting van ontwikkeling informatiesysteem als onderdeel van het project Omgevingsvergunning
Aantal incidenten jeugdoverlast
Veiligheidsrapportage
18,6 (2007)
max. 15
max. 15
% inwoners dat de jongerenoverlast in de wijk als groot probleem ervaart
Wijkmonitor
13% (2009)
15%
15%
Aantal incidenten burenruzies
Veiligheidsrapportage
21,4 (2007)
max. 20
max. 20
% inwoners dat de overlast van omwonenden in de wijk als groot probleem ervaart
Wijkmonitor
5% (2009)
5%
5%
Aantal incidenten vernielingen
Veiligheidsrapportage
23,5 (2007)
max. 20
max. 20
% inwoners dat het vandalisme in de wijk als groot probleem ervaart
Wijkmonitor
12% (2009)
15%
15%
% inwoners dat probleem snelheidsovertredingen groot noemt
Wijkmonitor
30% (2009)
31%
31%
% inwoners dat zich wel eens onveilig voelt
Wijkmonitor
21% (2009)
max. 20%
max. 20%
% inwoners dat tevreden is over de veiligheid in Heerhugowaard
GGD
% van de norm opkomsttijden
Richtlijn brandweerzorg
31% (2009)
80%1)
% van de huizen dat tenminste één werkende rookmelder in huis heeft
Omnibusonderzoek
70% (2007)
90%
90%
Aantal ernstige ongevallen met ziekenhuisopname tot gevolg
Rapportage WB
27 (2009)
max. 24
max. 22
1 (2009)
max. 2
max. 2
80%
80%
80%
Fysieke veiligheid
Aantal ongevallen met dodelijke afloop
Voor zover de streefwaarden niet zijn overgenomen uit door de raad vastgestelde beleidsnotities zijn de in de tabel opgenomen streefwaarden indicatief. Aanpassing van de streefwaarden heeft veelal financiële gevolgen. 1) De door de raad in oktober 2008 vastgestelde streefwaarden zijn o.b.v. rijksnormen. Inmiddels is gebleken dat deze onrealistisch zijn.
24
Programmaplan
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Programma 1. Veiligheid
2009
2010
2011
Lasten
2.911
3.008
3.201
43
38
80
-2.868
-2.970
-3.121
Baten Primaire Raming Effecten voorjaarsnota
-355
Actualisering begroting
-3
Saldo programma
-3.479
Aandeel programma 1 in het totaal aan baten en lasten.
Baten
Lasten
0,86%
35,16%
15,58%
44,86%
33,65% 0,05% 0,00%
0,00% 8,35% 2,45%
30,61%
20,34%
25
0,06% 8,03%
Raadsbegroting 2011
26
Programmaplan
Programma 2. Stedelijk beheer Parkeren Het betaald parkeren binnen het Stadshart is gebaseerd op het door de Raad vastgestelde beleidsplan ‘Stadshart’ (oktober 2002). De tarieven worden jaarlijks vastgesteld in de verordening ‘Parkeertarieven’.
Thema Heerhugowaard heeft de afgelopen jaren veel (nieuwe) voorzieningen gerealiseerd. De uitdaging voor de komende jaren zal met name gericht zijn op het in stand houden en het beheren van al deze voorzieningen. Ook het groot onderhoud in de wijken heeft geleid tot een duidelijk zichtbare kwaliteitsimpuls. Het op peil houden van de voorzieningen en openbare ruimte vormt een belangrijke basis voor de toekomst van onze gemeente.
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • •
Programma 2 ‘Stedelijk Beheer’ omvat in beginsel de taken van de sector Stadsbeheer, zoals bijvoorbeeld: onderhoud wegen, reiniging, groenbeheer, waterbeheer etc. Maar ook het beheer van de onderwijsvoorzieningen en het vastgoedbeheer. Naast het onderhoud van veel zichtbare voorzieningen valt binnen dit programma ook de opdracht om de voorzieningen zo efficiënt mogelijk te laten gebruiken.
• • • • •
Context en achtergrond Onderhoud Voor het onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen 2011 verwijzen wij naar paragraaf C ‘Onderhoud Kapitaalgoederen’.
• • •
Duurzaam inkopen en ontwikkelen In 2011 streven wij naar 100% duurzaam inkopen. Ook het efficiënt gebruik van voorzieningen zal op duurzame principes plaatsvinden.
•
27
Speelplan Heerhugowaard voor nu en de toekomst Spelen in Zuidwijk Groenstructuurplan Fietsplan HAL Betaald parkeren als onderdeel van het beleidsplan Stadshart Plaatsing herdenkingstekens in de openbare ruimte Terrassenbeleid Afvalstoffenverordening - uitvoeringsbesluiten Aanpak hondenoverlast Verkeersveiligheidsbeleid - Duurzaam veilig fase 2 Parkeerbeleid Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Geactualiseerd meerjarenplan groot onderhoud openbare verlichting 2005 - 2065 Categorisering fiets- en voetpaden ten behoeve van verlichting
RB december 1991 RB september 1998 RB december 1999 RB oktober 2002 RB oktober 2002 RB februari 2003 RB juni 2003 RB februari 2004 RB november 2004 RB december 2004 RB maart 2005 RB september 2005 RB oktober 2005 RB mei 2006
Raadsbegroting 2011
• • • • • • • • • • • • • •
Actualisering Gladheidbestrijdingsplan 2006 - 2010 Verhuur en verkoop van openbaar groen Beheerplan openbare ruimte (IBOR-plan) Beheerplan bewust ontwerpen Gemeentelijk rioleringsplan 2006 - 2010 Gebruik bestrijdingsmiddelen bij het onderhoud van verhardingen Openbare verlichting in relatie tot het Keurmerk Veilig Wonen Europese Kaderrichtlijn ‘Water’ Afvalbeleidsplan 2008 - 2012 Formulering beleid voor zorgplicht hemel- en grondwater ter verbreding GRP 2006 - 2010 Beëindiging gebruik bestrijdingsmiddelen bij het onderhoud van openbaar groen Groot onderhoud wijken Dierenwelzijn Groenbeleidsplan
RB september 2006 RB januari 2007 januari 2007 (t.k.a.) januari 2007 (t.k.a.) RB maart 2007 RB januari 2008 RB mei 2008 RB juni 2008 RB juni 2008 RB november 2008 RB januari 2009 RB juni 2009 RB maart 2009 RB maart 2010
28
Programmaplan
Wat willen we bereiken en wat gaan we doen? Wat willen we bereiken? Collegedoelstelling
Wat gaan we doen? Activiteiten
Randvoorwaarden
2.1
Beheersbaar blijven van onderhoud wijken binnen het beschikbare budget.
Actualisering budgetten groot onderhoud met als resultaat een structureel dekkingsvoorstel.
De Raad heeft op 25 juni 2009 kaders gesteld voor de herinrichting van wijken.
2.2
Meer openbaar groen door inruil van openbare verharding en met meer variatie in de wijken
Bij de herinrichting van bestaande wijken en nieuwe wijken worden de mogelijkheden hiertoe direct meegenomen.
Onderdeel groot onderhoud wijken, maar ook van de bezuinigingen.
2.3
Donkere plekken in de wijken in kaart brengen en Het in kaart brengen van donkere plekken in de wijken wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan de herinrichting van de wijken. eventueel voorzien van extra energiezuinige verlichting
Binnen bestaand beleid
2.4
Beleid verstrekken kapvergunningen beeldbepalende bomen.
Onderzoek naar mogelijkheid voor kapvergunningen beeldbepalende bomen
Lijst beeldbepalende bomen
2.5
Duurzaam ontwikkelen
• •
Gebruik energiebesparende maatregelen en toepassen duurzame (energie) voorzieningen Aanpak Rivierenwijk; van bloemkoolwijk naar zonnebloemwijk
Duurzaam inkopen conform uitgangspunten Agentschap.nl In combinatie met groot onderhoud
2.6
Bij herinrichting van wijken meer aandacht voor trapveldjes en de kwaliteit verblijfs-, ontmoetingsen speelgebied
Binnen bestaand budget groot onderhoud spelen (prijspeil 2010, € 52.739).
2.7
Verminderen van afvalstroom en betere afvalscheiding
2.8
Minimale parkeernorm van 1,8 (inclusief parkeren Bij herinrichting van de wijken worden eventuele parkeerplaatstekorten zoveel als mogelijk opgelost. op eigen erf)
2.9
Onderzoek naar andere wijze van betaald parkeren in het Stadshart, mogelijk met een gratis periode.
Besluitvorming in 2010. In commissie SB is een voorstel hiertoe besproken.
Besluitvorming raad 28 september 2010
2.10
Maatwerk leveren bij verkoop stukjes gemeentegrond (openbaar groen).
Continu proces
In samenwerking met de afdeling Vastgoed
2.11
Opnemen van onderhoud openbaar groen in werkgelegenheids-, re-integratie- en resocialisatieprojecten.
Jaarlijks wordt een gedeelte van uit te voeren onderhoudswerkzaamheden gegund aan het WNK.
Basis blijft juiste prijs- en kwaliteitsverhouding.
Continu aandacht voor verbeteringen
29
Raadsbegroting 2011
Effectindicatoren Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie (2009)
Streefwaarden 2011
Wijkmonitor
76
70
70
Wijkmonitor
84
90
90
Wijkmonitor
76
75
75
% tevredenheid (aanwezigheid)
Wijkmonitor
86
85
85
% tevredenheid (onderhoud)
Wijkmonitor
93
92
92
Wijkmonitor
70
70
70
Wijkmonitor
70
70
70
2012
2013
Wegen, straten en pleinen % tevredenheid Fietspaden % tevredenheid (onderhoud) Trottoirs % tevredenheid (onderhoud) Openbare verlichting
Waterkering / afwatering / landaanwinning. % tevredenheid (onderhoud) Onderhoud bermen en wegsloten % tevredenheid (onderhoud) Wijkgericht werken
1)
% tevredenheid (participatie)
Wijkmonitor
% tevredenheid (betrokkenheid)
Wijkmonitor
% tevredenheid (klachten en meldingen)
Wijkmonitor
Speelvoorzieningen
1)
% tevredenheid (aanwezigheid)
Wijkmonitor
49
60
70
% tevredenheid (onderhoud)
Wijkmonitor
59
70
70
Vanaf de wijkmonitor 2007 worden deze indicatoren niet meer gemeten.
30
2014
Programmaplan
Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie (2009)
Streefwaarden 2011
2012
2013
2014
Openbaar groen % tevredenheid (aanwezigheid)
Wijkmonitor
74
70
70
% tevredenheid (onderhoud)
Wijkmonitor
75
70
70
Inzameling huishoudelijk afval % tevredenheid met betrekking tot het scheiden van afval
Statistisch jaarboek
86
85
85
Scheidingspercentage nuttige toepassing huishoudelijk afval
Intern rapport 2005
57
56
56
Riolering Aantal klachten riolering
Meldingen Telefonisch Informatie Punt (KCC)
472 (2009)
Voor zover de streefwaarden niet zijn overgenomen uit door de raad vastgestelde beleidsnotities zijn de in de tabel opgenomen streefwaarden indicatief. Aanpassing van de streefwaarden heeft veelal financiële gevolgen.
31
Raadsbegroting 2011
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Programma 2. Stedelijk beheer
2009
2010
2011
Lasten
26.942
26.285
26.598
Baten
10.331
9.958
10.202
-16.611
-16.327
-16.396
Primaire Raming Effecten voorjaarsnota
-175
Actualisering begroting
0
Saldo programma
-16.571
Aandeel programma 2 in het totaal aan baten en lasten.
Baten
Lasten
35,16% 0,86% 15,58%
8,35%
33,65%
20,34%
44,86%
0,00%
0,06%
0,05%
0,00%
2,45% 30,61%
32
8,03%
Programmaplan
Programma 3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving Thema
in gang gezette voorzieningenpakket op stedelijk niveau ook verbetering van de verkeersdoorstroming, instandhouding van onderwijs-, gezondheid- en welzijnvoorzieningen en, daar waar kansen zich voordoen, optimalisatie en herontwikkeling van het agrarisch gebied aan de orde zijn.
Dit thema bevat onder meer de werkgebieden Stadsontwikkeling, verkeersen vervoersbeleid, ruimtelijke ordening, woonbeleid, economische zaken en grondexploitaties. Onderwerpen die van levensbelang zijn voor de ontwikkeling van de vitale stad Heerhugowaard. De ruimtelijke economische kaart van Heerhugowaard laat een mix zien van ontwikkeling in nieuwe uitleggebieden (De Draai, Broekhorn, De Vork en afronding Heerhugowaard-Zuid) en de zogenaamde binnenstedelijke gebieden. De wens om ook binnenstedelijk bij het Stationsgebied te ontwikkelen kent meerdere beweeggronden. Ze zijn van cruciaal belang voor de vitaliteit en aantrekkelijkheid van onze stad. En daarbij hoort ook een goede verkeers- en vervoersstructuur. Voor de auto, maar met meer aandacht voor de fiets. En niet te vergeten de sociale structuren voor onze inwoners van alle wijken.
Heerhugowaard is in de afgelopen 20 jaar sterk gegroeid: van Butterhuizen tot en met Stad van de Zon, en van De Zandhorst tot Beveland. Het voorzieningenniveau is in relatie met de groei op veel fronten aangepast en fors gestegen. Op het gebied van onderwijs, cultuur, sport, welzijn en recreatie, maar ook infrastructuur zijn er grote stappen gezet. De opgave voor de komende jaren is dit voorzieningenniveau te handhaven, en daar waar mogelijk verder te verbeteren. Dit is geen sinecure, vanwege de onzekere economische omstandigheden en de daarmee gepaard gaande veranderende financiële omstandigheden. Het betekent dat we voortdurend moeten afwegen of nieuwe investeringen (met bijbehorende beheerlasten) autonoom doorgang kunnen vinden, of dat we een combinatie moeten zoeken met veranderingen in bestaande voorzieningen. Zeker omdat een aantal oudere voorzieningen op de rol voor groot onderhoud staan, zullen deze afwegingen de komende periode aan de orde zijn.
Context en achtergrond Stedelijke voorzieningen In de Stadsvisie en het Structuurbeeld (structuurvisie) voor de periode tot 2015, die in 2002 respectievelijk 2004 door de raad zijn vastgesteld, staat aangegeven dat de Heerhugowaarders de dorpse waarden van Heerhugowaard willen behouden, maar dan wel met stedelijke voorzieningen. De realisatie van deze stedelijke voorzieningen is in volle gang. Hiermee is het eindpunt nog niet bereikt. Het op peil houden van de stedelijke voorzieningen in een tijd van economische onzekerheid staat voor deze raadsperiode centraal, om er voor te zorgen dat het voorzieningenniveau passend blijft voor de huidige en toekomstige inwoners. Dit betekent dat naast de afronding van het reeds in de vorige raadsperiode
Duurzame leefomgeving Heerhugowaard behoort in Nederland tot de kopgroep van duurzame gemeenten. Als ontwikkelende en groeiende gemeente blijft het belangrijk om voorop te lopen als het gaat om duurzaamheid. Het is heel bijzonder dat dit binnen de gemeente zowel door de raad als door de organisatie zeer breed wordt gedragen. Hoewel duurzaamheid een breed begrip is geworden en ook als zodanig binnen onze gemeente wordt opgevat ligt bij ons een grote nadruk op zogenaamde CO2-beperkende projecten. In 2030 willen wij als gemeente CO2 neutraal zijn. Hier werken wij aan op basis
33
Raadsbegroting 2011
van het door de raad vastgestelde beleidsdocument ‘Alles Uit de kast voor een duurzaam Heerhugowaard’.
• • • •
Kaderstellende beleidsnota’s • • • • •
• • • • • • • • • • • • • • •
Bestemmingsplan Heerhugowaard-Zuid Structuurplan De Draai 2002 Stadsvisie Heerhugowaard, stad van Kansen Structuurplan Heerhugowaard 2005 - 2015 Structuurbeeld Heerhugowaard 2015, inclusief bouwstenen: • Hoofdwegenstructuur Heerhugowaard Herzien • Woningbehoefte ontwikkeling Bestemmingsplan De Draai Nota Wonen, Welzijn & Zorg (WWZ) - Thuis zijn in De Waard Bestemmingsplan De Vork Aanpak binnenstedelijke locaties Regionale woonvisie Regionale bereikbaarheidsvisie, deel A Milieuprogramma 2006 Kadernota Brede School Gebiedsvisie Voorzieningen gebied 2 Beleidsnota Wonen Heerhugowaard 2007 - 2015 Plan wonen Kadernota Handhaving Regioakkoord West-Frisiaweg Strategisch Beleidskader van het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP) Beleidsplan Duurzame Ontwikkeling
RB 2001 RB 2002 RB juni 2002 RB januari 2004 RB februari 2004
• • • • •
RB januari 2005 RB april 2005 RB mei 2005 RB september 2005 RB januari 2006 RB maart 2006 RB april 2006 RB mei 2006 RB juni 2007 RB oktober 2007 RB november 2007 BW december 2007 RB januari 2008 RB februari 2008 RB maart 2008
34
2008 - 2012 Nota Grondbeleid Bestemmingsplan Broekhorn Kadernotitie De Vork Bestemmingsplan Oosttangent langs Waarderhout Nota grondprijsbeleid Visie Hugo-Oord e.o. Meerjarenontwikkelingsprogramma ISV 2010 - 2014 (ISV3) Beleidsnota Externe veiligheid Erf Goed; archeologie in Heerhugowaard
RB juni 2008 RB juni 2008 RB september 2008 RB maart 2009 RB mei 2009 RB juni 2009 RB april 2010 RB juni 2010 RB juni 2010
Programmaplan
Wat willen we bereiken en wat gaan we doen? Wat willen we bereiken?
Wat gaan we doen?
Collegedoelstelling
Activiteiten
3.1
•
Ontwikkeling huisvesting voor verschillende doelgroepen.
• • 3.2
Ontwikkeling van Heerhugowaard als fietsstad
• • • • • •
Randvoorwaarden
Aandacht voor jongerenhuisvesting met verschillende financieringsmogelijkheden om de toegankelijkheid van de woningmarkt te vergroten. Ontwikkeling seniorenhuisvesting op maat in combinatie met zorg om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Ontwikkeling Wonen Welzijn Zorg complexen; HugoOord, Arboretum, Kompas op Centrumwaard.
Binnen financieel neutrale voorwaarden
Goede fiets- en loopverbindingen in nieuwe woonwijken realiseren. Stimuleren gebruik openbaar en stadsvervoer. Stimuleren gebruik duurzame fiets. Realisatie bewaakte fietsenstalling Middenwaard. Realisatie twee fietstunnels onder N242. Voorbereiden verkeerstunnel onder spoor Zuidtangent.
Binnen bestaand beleid
3.3
Behouden van de in Heerhugowaard gerealiseerde voorzieningen.
3.4
Realisatie van een bij Heerhugowaard passend rouwcentrum
Plan van aanpak voor ontwikkeling rouwcentrum op/nabij begraafplaats, bij voorkeur in combinatie met vestiging crematorium
3.5
Realisatie van de doelstellingen uit het Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012
•
Budgetneutraliteit voor nieuwe voorzieningen
• 3.6
3.7
Faciliteren in een zo volledig mogelijk onderwijsaanbod waarbij een goede huisvesting essentieel is
Realisatie door de provincie Noord-Holland
• • •
Intensiveren maatschappelijke participatie van • jongeren tot 27 jaar met een bijstandsuitkering en jongeren met een beperking •
Onderzoeken van de mogelijkheden voor het opzetten van een ‘revolving fund’ voor duurzaamheid. Realisatie van zonnewarmtepanelen en gebruik zonneenergie op werf en eventueel gemeentehuis Onderzoek naar dekking ten behoeve van nieuwbouw Huygenscollege Opstellen onderwijsagenda 2010 - 2014 Evaluatie concept brede school In samenwerking met ROC's en het bedrijfsleven zorgen voor voldoende stageplekken. Aanbieden van leerwerktrajecten aan jongeren tot 27 jaar in de bijstand.
35
Nog te bepalen
In stand blijven / vernieuwen van rijkssubsidieregelingen Dekking voor investering, kapitaals en beheerlasten
Raadsbegroting 2011
Wat willen we bereiken? Collegedoelstelling 3.8
Activiteiten
Ontwikkeling nieuwe uitleggebieden: • De Draai
•
Broekhorn afronden Heerhugowaard-Zuid
• •
• • 3.9
Wat gaan we doen?
Ontwikkeling binnenstedelijk gebied: • Stationsgebied •
Ontwikkeling Hugo Oord e.o.
Randvoorwaarden
2011 start bouwrijpmaken eerste fase, afhankelijk van voortgang verkoop woningen Voorbereiding bouwrijpmaken Afronden plandeel 2; bouwen plandeel 4 langs Oosttangent, start bouw plandeel 3 eerste fase
Selectie stedenbouwkundig bureau, waarna opstellen structuurvisie • Opstellen beeldkwaliteitsplan. • Ontwikkeling en bouw faciliteren
36
Binnen sluitende grondexploitatie Geen risicodragende deelname in grondexploitatie Binnen sluitende grondexploitatie
• Financieel kader • Participatie In samenwerking met externe partners; participatie omwonenden in klankbordgroep
Programmaplan
Effectindicatoren Effectindicatoren
Verbeteren hoofdverkeersinfrastructuur gemeente Ring rond Heerhugowaard over 4 jaar klaar
Bron
Huidige realisatie
Structuurbeeld 2005 - 2015
Streefwaarden 2011
2012
ontwerpfase
realisatiefase
nazorgfase
Westfrisiaweg
ontwerpfase
realisatiefase
realisatiefase
Structuurbeeld 2005 - 2015
De Draai fase 1.
2014
Verbeteren van de bereikbaarheid. Snelle aan- en afvoer van verkeer (stroomfunctie).
Oosttangent
Ontwikkelen van De Draai en De Vork
2013
realisatiefase
realisatiefase
Voorzien in woningbehoefte van de eigen inwoner/ Creëren extra werkgelegenheid. ontwerpfase
realisatiefase
nazorgfase
De Draai fase 2.
ontwerpfase
realisatiefase
realisatiefase
nazorgfase
De Draai fase 3.
ontwerpfase
ontwerpfase
ontwerpfase
realisatiefase
ontwerpfase
ontwerpfase
realisatiefase
ontwerpfase
ontwerpfase
realisatiefase
realisatiefase
realisatiefase
De Draai fase 4. De Draai fase 5. De Vork De Noord 1e fase
ontwerpfase
realisatiefase
realisatiefase
nazorgfase ontwerpfase
realisatiefase
realisatiefase
ontwerpfase
realisatiefase
realisatiefase
realisatiefase
realisatiefase
nazorgfase
De Noord 2e fase Broekhorn Windmolens Afmaken Stadshart
Stedelijke voorzieningen in het Stadshart met als doel huidige en nieuwe Heerhugowaarders aan de gemeente te binden.
Structuurbeeld 2005 - 2015
Stadshart - stadsterras
realisatiefase
Stadshart - AH
nazorgfase
Stadshart - parkeergarage Zuidtangent
nazorgfase
nazorgfase
Stadshart - horecaplein
realisatiefase
nazorgfase
Stadshart - koraallocatie
ontwerpfase
ontwerpfase
37
realisatiefase
realisatiefase
nazorgfase
Raadsbegroting 2011
Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie
Streefwaarden 2011
2012
2013
2014
Afmaken Heerhugowaard-Zuid Plandeel 1, Stad van de Zon
realisatiefase
nazorgfase
Plandeel 2, Stad van de Zon
realisatiefase
nazorgfase
Plandeel 3, Stad van de Zon
ontwerpfase
realisatiefase
realisatiefase
nazorgfase
Plandeel 4, Stad van de Zon
realisatiefase
realisatiefase
realisatiefase
nazorgfase
Antonia Korvezeetuin
realisatiefase
nazorgfase
Geen grootschalige bouw realisatie van De Draai
Structuurbeeld 2005 - 2015
Verenigen van dorpse waarden met stadse waarden. Landelijk gebied blijft landelijk en open.
Integraal verkeers- en vervoersplan opstellen
Gemeentelijk Verkeer en vervoerplan (GVVP)
Het aanbieden van een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving. De kwaliteit wordt binnen aanvaardbare normen gewaarborgd of gebracht.
Kadernota Brede School
De samenwerking tussen meerdere instellingen en meerdere disciplines als een permanente en onmisbare schakel bij het voorkomen, signaleren en oplossen van problemen van kinderen en hun omgeving.
Leefbaarheid Bereikbaarheid Gemotoriseerd verkeer: geen files op aansluiting met het provinciale wegennetwerk tijdens spitsperiode Fiets: % verplaatsingen op fiets binnen Heerhugowaard Realiseren minimaal twee ‘Brede school’ concepten
De Draai
ontwerpfase
Molen & Rivierenwijk
initiatieffase
Schilderswijk
initiatieffase
de Horst
ontwerpfase
realisatiefase
nazorgfase
ontwerpfase
realisatiefase
Bevorderen en instand houden peuterspeelzaalwerk, kinderdagverblijven en voor- en naschoolse kinderopvang Visie agrarisch gebied
38
realisatiefase
Programmaplan
Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie
Streefwaarden 2011
% CO2 neutraliteit van de gemeente
2013
2014
6%
Duurzame ontwikkeling van de Draai en de Vork CO2 neutraal ontwikkelen nieuwbouw De Draai, De Vork, Broekhornpolder. 30-40% energiezuiniger t.o.v. landelijke norm en door in resterende energievraag te voorzien met lokaal opgewekte duurzame energie.
2012
Beoogd maatschappelijk effect: Energieneutrale gemeente rond 2030 Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DB 5)
Op projectniveau specifieke doelstellingen en maatregelen, met ruimte voor nieuwe oplossingen
Duurzaamheid inbedden in alle ruimtelijke plannen
Beoogd maatschappelijk effect: Energieneutrale gemeente rond 2030
Duurzaam bouwen paragraaf in 90% bestemmingsplannen en in bouwverordening
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DB 4)
A.g.v. verlaging van de EPC en EPL eisen zuinigere nieuwbouw dan de landelijke EPC norm in 2011 van 0,8: • woningen 40% (0,48) zuiniger • kantoren 30% (0,56)
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DB 6)
18%
90%
90%
90%
40% 30%
Bevorderen gebruik duurzame energiebronnen/ energiebesparing Aantal geplaatste windmolens in Stad van de Zon
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (K 6)
3
% energiegebruikers met een zogenaamde ‘slimme’ meter
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DB 10)
100%
100%
100%
100%
% van de totale woningvoorraad dat gebruik maakt van toepassing warmte-koudeopslag (met als einddoelstelling 65%)
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DB 12)
15%
20%
20%
20%
% gemeentelijke gebouwen dat gebruik maakt van groene energie
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DGB 4)
100%
100%
100%
Duurzame (integrale) renovatie van bedrijventerreinen en woonwijken
Beoogd maatschappelijk effect: Energieneutrale gemeente rond 2030
CO2 neutraal door 50% energiezuiniger opwekken duurzame energie.
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DB 9)
% van de bestaande woningen dat wordt voorzien van zonnecollectoren en zonnepanelen
Beleidsplan duurzame ontwikkeling 2008 - 2012 (DB 11)
Meervoudig grondgebruik
In afwachting van een nog te ontwikkelen monitor niet bekend
10%
15%
Borging in bestemmingsplannen
39
15%
15%
Raadsbegroting 2011
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Programma 3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving
2009
2010
2011
Lasten
38.202
49.677
43.995
Baten
26.190
44.917
38.901
-12.012
-4.760
-5.094
Primaire Raming Effecten voorjaarsnota
-292
Actualisering begroting
40
Saldo programma
-5.346
Aandeel programma 3 in het totaal aan baten en lasten.
Baten
Lasten
8,35%
0,00% 0,05% 2,45% 44,86%
20,34%
0,00% 0,06% 8,03%
35,16% 0,86% 15,58%
33,65%
40
30,61%
Programmaplan
Programma 4. Sociale samenhang Thema
de sociale samenhang en veiligheid structureel te versterken met het oog op de langere termijn en om wegglijden in de (nabije) toekomst te voorkomen.
‘Sociale samenhang: duurzaam cement in Heerhugowaard.’ Doelstellingen zijn: • Betrokkenheid van mensen bij maatschappelijke verbanden/ netwerken vergroten, waarbij de nadruk ligt op de betrokkenheid als burger in de maatschappij en als lid van de (Heerhugowaardse) samenleving. • Functionele, duurzame dwarsverbanden tussen (groepen) burgers die kwetsbaar zijn en (groepen) burgers die weerbaar zijn faciliteren en ondersteunen.
Meedoen in de samenleving levert voor iedereen winst op. Niet alleen voor de burgers die in staat zijn te participeren dankzij de geboden ondersteuning, maar ook voor de vrijwilligers die ondersteuning bieden aan anderen. Kortom: sociale samenhang vormt de komende vier jaar de rode draad van het beleid. Inzet is om nog meer mensen dan nu al te laten participeren in de gemeenschap en daarvoor de randvoorwaarden te scheppen om iedereen in staat te stellen om op een eigen manier te bepalen hoe men dat wil.
Kaderstellende beleidsnota’s Context en achtergrond • • • • •
De missie ‘…Heerhugowaard, Stad van kansen…’ geeft de ambitie van Heerhugowaard weer. Heerhugowaard is een stad die niet ‘af’ is, waar ruimte is voor ontwikkeling. De stad en de inwoners zien kansen en durven die te pakken. We willen samen aan de slag, mede invulling geven aan een ambitieuze toekomstagenda voor onze stad waarin samen werken en samen leven centraal staat. De burger staat hierbij altijd centraal.
• •
De gemeente telt ruim 51.000 inwoners. Er is nu sprake van een fase van (beheerste) groei. Hiermee wordt niet alleen de fysieke ontwikkeling maar worden ook de maatschappelijke kant, de groei in sociale samenhang, het ‘wij’-gevoel en de zorg nadrukkelijk bedoeld. Nu de ‘stadse problematiek’ zijn intrede heeft gedaan is veiligheid een belangrijk thema geworden. Naast het handhaven van de wetten en regels gaat het nadrukkelijk ook om het handhaven van normen en waarden. Er wordt beleid ontwikkeld waarin samenhang, verbinding en continuïteit zit om
• • • • •
41
Interactieve beleidsvorming Visie Welzijnsbeleid Masterplan Voorzieningen Heerhugowaard Stad van Kansen Nota Wonen, Welzijn & Zorg (WWZ) -Thuis zijn in de Waard Nota Kansen voor Cultuur Kadernota Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) Nota Onderwijsachterstandenbeleid Kadernotitie Wet Inburgering Bemoeizorg Helpende Hand Doeltreffendheid van het subsidiebeleid op het gebied van welzijn Preventienota Kiezen voor gezond leven
RB 1999 RB oktober 1999 RB mei 2003 RB januari 2004 RB april 2005 RB april 2005 RB maart 2006 RB oktober 2006 RB maart 2007 RB maart 2007 RB april 2007 RB mei 2007
Raadsbegroting 2011
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Verordening toeslagen en kortingenbeleid in kader van Wet Werk & Bijstand (Wwb) Nota Preventieve schuldhulpverlening Dicht bij huis kiezen voor een gezond leven Actief burgerschap ‘Zo kan het ook’ Vrijwilligersbeleid 2008 - 2011 Vaststelling Wmo kader 2008 - 2011; de leidende principes en de WMO map Kadernota Wet Werk & Bijstand (Wwb) 2008 - 2010 Beleidskader richtlijnen aanleg kunstgrassportvelden Aanpassing verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang 2004 Aanpassingen kadernota Reïntegratie en afstemmingsverordening Visie gemeente Heerhugowaard op poliklinische zorg Zienswijze verordeningen WSW Kadernotitie kunstgrasvelden Programmaplan Kansrijk Jong Millenniumnota ‘Een wereld aan kansen’ Welzijnskader 2010 - 2013 Subsidieverordening sector Welzijn Verordening wachtlijstbeheer WSW Evaluatie Actief Burgerschap ‘Zo kan het ook’
RB juni 2007 RB augustus 2007 RB oktober 2007 RB oktober 2007 RB oktober 2007 RB oktober 2007 RB juni 2008 RB juni 2008 RB juni 2008 RB juni 2008 RB juni 2008 RB juni 2008 RB juni 2008 RB oktober 2008 RB december 2008 RB februari 2009 RB juni 2009 RB augustus 2009 RB oktober 2009
42
Programmaplan
Wat willen we bereiken en wat gaan we doen? Wat willen we bereiken? Collegedoelstelling 4.1.1
Sociale samenhang van de gemeente
Wat gaan we doen? Activiteiten • • •
Randvoorwaarden
Jaarlijkse evaluatie en verdere ontwikkeling van het WMO beleidsplan. Stimulering en ondersteuning van vrijwilligers Waar het mogelijk is worden schuldhulpverlening en schuldpreventie ingezet om financiële problemen bij mensen te voorkomen.
4.1.2
Voorkomen van sociaal isolement van oudere bijstandsgerechtigden
In 2011 zullen we in samenwerking met vrijwilligersorganisaties en de verenigingswinkel onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om oudere bijstandsgerechtigden, die in een sociaal isolement leven, te bereiken en weer te laten deelnemen aan maatschappelijke activiteiten.
4.1.3
Werk boven uitkering centraal stellen
Activiteiten gericht op de uitstroom van mensen in de bijstand.
4.2
Werkgelegenheid in de regio op HBO/ WO niveau
Continu proces
4.3
Stimuleren van sportbeoefening van jong tot oud
Inzet van combinatiefunctionarissen voor sport en cultuur
4.4
Doelmatige en doeltreffende Huygenpas
Evaluatie van de doelmatigheid van de Huygenpas in relatie tot de uitvoeringskosten.
• • •
4.5
Gebiedsgericht werken
• • • • •
4.6
Realisatie van een Natuur- en Milieu Educatiecentrum
4.7
In stand houden bestaande culturele voorzieningen
Coördinatorfunctie inmiddels teruggebracht naar Beheerfunctie Efficiëntere registratie met behulp van bestaand softwarepakket (SZWnet) Najaar 2010 evaluatieonderzoek door KWIZ
Discussie over wijze verdiepingsslag gebiedsgericht werken Discussie/ evaluatie werking en functie wijkpanels Ontwikkelen van een visie op samenwerking met wijkbewoners Evaluatie buurtbemiddeling Burenhulp voortzetten
Uitwerking van projectopdracht, opzetten organisatie
Binnen financieel kader, balans tussen ambitie en middelen Balans tussen beschikbare middelen en ambitieniveau
43
Raadsbegroting 2011
Wat willen we bereiken? Collegedoelstelling 4.8
(Wijk)voorzieningen
Wat gaan we doen? Activiteiten • • • •
4.9
Randvoorwaarden
Actualisering van masterplan voorzieningen Aandacht voor kleinschalige ontmoetingsplekken in wijken Realisatie van een sluitend wandelnetwerk Aanleg van ruiterpaden, mountainbikepaden en skeelerbanen bij recreatieprojecten
Bruisend Stadshart
Opleveren stadsterras en horecaplein
4.10
Bereikbaarheid en rolstoelvriendelijkheid van (senioren)voorzieningen
Onderdeel groot onderhoudsprogramma openbare buitenruimte herstraten/ herinrichting wijken.
4.11
Betrokkenheid van de jeugd bij ontwikkeling van alles wat met jeugd te maken heeft
Inzet van de jeugdraad bij de ontwikkeling van alles wat met jeugd te maken heeft.
44
(Wijk) voorzieningen hebben een relatie met NBK 2
Grondexploitatie Stadshart
Programmaplan
Effectindicatoren Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie
Streefwaarden 2011
2012
2013
2014
(Wijk)welzijn % inwoners dat tevreden is over de sociale voorzieningen in Heerhugowaard kengetal sociale kwaliteit (cohesie) van de woonomgeving
1)
Wijkmonitor / GGD Wijkmonitor
% inwoners dat geen problemen heeft met de gezondheid (gezondheidsbeleving)
GGD
% inwoners dat klaagt over milieu- en geluidsoverlast
GGD
% inwoners dat klaagt over overlast van risicogroepen (huisuitzettingen, veelplegers, verslaafden)
GGD
39% (2009)
41%
41%
5,8 (2009)
6,2
6,2
Integraal jeugdbeleid % voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie
4%
% peuters dat op de wachtlijst staat voor peuterspeelzaal
0%
% kinderen van de doelgroep dat deelneemt aan voorschoolse educatie
0%
0%
0%
75%
% kinderen dat spijbelt
GGD
% van de ouders dat zich de laatste 12 maanden zorgen heeft gemaakt over de opvoeding of ontwikkeling van het kind
Jeugdenquête GGD
Sport % inwoners dat aan sportbeoefening doet in vrije tijd
Wijkmonitor
74% (2009)
72%
72%
Wijkmonitor
82% (2009)
82%
82%
Wijkmonitor
36% (2009)
33%
33%
% inwoners dat lid is van een sportvereniging Zorg % inwoners dat vindt dat het voldoende contact heeft met anderen WMO % inwoners dat vrijwilligerswerk verricht
45
0%
Raadsbegroting 2011
Effectindicatoren
% inwoners dat mantelzorg verricht
Bron
Huidige realisatie
Wijkmonitor / GGD
Streefwaarden 2011
23% (2009)
29%
0%
0%
2% (2009)
3%
2012
2013
2014
29%
Sociale inkomensvoorziening % inwoners dat op de wachtlijst staat voor schuldhulpverlening % huishoudens met een uitkering
Wijkmonitor
% van de doelgroep van de stadspas dat er gebruik van maakt
80%
% van de doelgroep van de bijzondere bijstand dat er gebruik van maakt
57%
0%
0%
0%
3%
Cultuur Educatie op school Bereik leerlingen primair onderwijs
Jaarverslag Cool / jaarverslag bibliotheek
Bereik leerlingen voortgezet onderwijs
Jaarverslag bibliotheek
Bereik leerlingen SKV Noord Kennemerland
100%
1 leerjaar per school
1 leerjaar per school
1 leerjaar per school
Jaarverslag Cool / jaarverslag bibliotheek
Professionele kunst % HHW-inwoners dat actief en/of passief deelneemt aan het culturele leven in Centrum voor Kunst & Cultuur (CvKC) Cool en bibliotheek
Jaarverslag Cool / jaarverslag bibliotheek
Klanttevredenheid CvKC Cool
Klanttevredenheidsonderzoek Cool
7,5
Klanttevredenheid bibliotheek
Klanttevredenheidsonderzoek bibliotheek
7,5
Amateur kunst % HHW-inwoners dat actief en/ of passief deelneemt aan het culturele leven 1)
• • •
Jaarverslag Cool / jaarverslag Culturele Amateur Manifestatie
kengetal sociale kwaliteit (cohesie) van de woonomgeving (0=slecht, 10=goed) is gebaseerd op de antwoorden op de volgende stellingen:· de mensen in de wijk kennen elkaar nauwelijks· de mensen in deze wijk gaan op een prettige manier met elkaar om· dit is een wijk met veel saamhorigheid
46
100%
1 leerjaar per school
Educatie in vrije tijd % HHW-jongeren (tot 18 jaar) dat deelneemt aan cultuureducatie
100%
100%
Programmaplan
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Programma 4. Sociale samenhang
2009
2010
2011
Lasten
45.595
44.691
45.971
Baten
20.025
18.342
19.795
-25.570
-26.349
-26.176
Primaire Raming Effecten voorjaarsnota
-105
Actualisering begroting
-127
Saldo programma
-26.408
Aandeel programma 4 in het totaal aan baten en lasten.
Baten
Lasten 8,03% 0,06%
33,65%
0,00%
30,61%
20,34%
44,86% 2,45% 0,05% 0,00% 8,35%
35,16%
0,86%
47
15,58%
Raadsbegroting 2011
48
Programmaplan
Programma 5. Dienstverlening, communicatie en informatisering Thema
verdere ontwikkeling van elektronische dienstverlening in- en extern en meer integrale dienstverlening gebaseerd op levensgebeurtenissen. In 2011 ziet een nota strategische communicatie het licht en bouwen we Citymarketing verder uit.
Het door de Raad vastgestelde ‘Strategisch Personeelsplan 2010 – 2014’ is leidraad voor de bedrijfsvoering van de organisatie.
Kaderstellende beleidsnota’s
We richten onze dienstverlening op een effectieve, efficiënte en vraaggerichte wijze in. Onder het motto ‘We verbeteren constant, met de focus op de klant’ staat de vraag van de klant (inwoners, instellingen en bedrijven) centraal. Dat motto is bepalend voor de wijze waarop we de producten en diensten van de gemeente leveren. Daarvoor maken we optimaal gebruik van digitalisering, met aandacht voor de mens (dienstverlening op maat, proactief, minder regels en meer eigen verantwoordelijkheid).
• • •
Context en achtergrond De afgelopen jaren is met de uitbouw van de gemeentelijke dienstverlening al het nodige bereikt. Zo beschikt de gemeente inmiddels over een snelloket, informatieschermen achter de balies, een afsprakensysteem, een aantal online producten, sterk vereenvoudigde procedures, een servicegerichte frontoffice, een nieuwe website en zo verder. Tegelijk is het streven om zoveel mogelijk aan te sluiten bij landelijke initiatieven en mee te gaan met de ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening. Het gaat te ver om daarvan een volledig overzicht te geven. Volstaan wordt met het noemen van een aantal belangrijke ontwikkelingen en initiatieven die vooral in 2011 (gaan) spelen, zoals uitbreiding van het aantal digitale producten, vooringevulde formulieren, versterken van samenwerking in en tussen processen (intern) en in ketens, kanaalsturing,
49
Verordening op het burgerinitiatief Visie op dienstverlening Handvest actieve informatieplicht
RB februari 2005 RB februari 2008 RB december 2009
Raadsbegroting 2011
Wat willen we bereiken en wat gaan we doen? Wat willen we bereiken? Collegedoelstelling
Wat gaan we doen? Activiteiten
Randvoorwaarden
5.1
Dienstverlening aan de burger - handhaving rapportcijfer 7,8
Activiteiten gericht op het verbeteren van de digitale dienstverlening
5.2
De gemeente behoort qua klanttevredenheid tot de groep van 10% van de Nederlandse gemeenten die het beste scoren (Top 10%)
• • • • •
5.3
Deregulering
• •
5.4
Informatisering - één geïntegreerde informatievoorziening
• •
•
•
• •
•
Automatische Chatfunctie (chatbot) inrichten Gebruik van alle landelijke e-formulieren Trainingen klantgerichtheid FO (vervolg Klant in je Hart / IK DURF) Opleidingen vakkennis en vaardigheden FO Rouleren en verbreding van taken FO Uitwerken en vaststellen van de ‘Algemene Subsidieverordening (ASV)’ Dereguleren van ‘Algemene Plaatselijke Verordening (APV)´ Veel gemeenschappelijke informatie zit in ons Geografisch Informatie Systeem (GIS). In 2011 - 2013 worden de gevolgen van de Basisregistratie Grootschalige Topografie op ons GIS onderzocht en uitgewerkt. In 2011 - 2012 worden het klantcontactsysteem en het zakensysteem (waarin alle klantcontacten met burgers en bedrijven worden geregistreerd) aangesloten op de applicaties voor de WABO, WMO, WWB, Belastingen. Aansluiting in 2011 - 2013 van alle relevante applicaties aangesloten op de ‘Gegevensmakelaar/ Gegevensmagazijn’ Aansluiting alle grote applicaties (via ‘de midoffice’) op het documentmanagementsysteem (Corsa). Professionalisatie van kennis/kunde/aansturing als gevolg van toegenomen complexiteit en onderlinge relaties tussen werkprocessen en informatiesystemen. Kennisopbouw om de mogelijkheden van deze interne systemen, alsmede de toepassingsmogelijkheden van ‘social media’ (web 2.0 / 3.0) effectief toe te passen in de dienstverlening en bedrijfsprocessen.
50
Programmaplan
Wat willen we bereiken? Collegedoelstelling
Wat gaan we doen? Activiteiten
Randvoorwaarden
5.5
De gemeentelijke organisatie moet zich richten op de externe en interne omgeving met als doel verbeterde communicatie
Vaststellen kadernota ‘Communicatie’
5.6
Medewerkerstevredenheid 7,8
5.7
Ziekteverzuimpercentage 3,3%
Specifieke acties gericht op: • Verdere training leidinggevenden • Gezondheidsmanagement • Inzet loopbaaninstrumenten
51
Raadsbegroting 2011
Effectindicatoren Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie
Streefwaarden 2011
2012
2013
Ontwikkelen en realiseren van vraaggestuurde gemeentelijke dienstverlening % inwoners dat bekend is met de door de gemeente gehanteerde servicenormen
27%
Rapportcijfer burger als klant
Waarstaatjegemeente.nl
7,8
Oordeel wachttijd
Waarstaatjegemeente.nl
8,3
Terugdringen bureaucratie
In afwachting uitkomsten project ‘Deregulering’
Uitbreiden van gemeentelijke website, met name interactief % elektronische dienstverlening aan de burgers
Waarstaatjegemeente.nl
43% (2010)
Oordeel informatie over de website
Waarstaatjegemeente.nl
7,1 (2010)
Waarstaatjegemeente.nl
6,1 (2010)
Uitbreiden zorgloket Intensiveren communicatie en interactie met inwoners Rapportcijfer burger als kiezer Politieke interesse
1)
2)
Waarstaatjegemeente.nl
5,7 (2009)
Oordeel burger over invloed als kiezer
Waarstaatjegemeente.nl
6,0 (2010)
Oordeel burger over vertegenwoordiging door gemeenteraad
Waarstaatjegemeente.nl
5,7 (2010)
Vertrouwen burgers in college
Waarstaatjegemeente.nl
6,5 (2010)
Oordeel burgers over waarmaken beloften college
Waarstaatjegemeente.nl
5,9 (2010)
Mening burgers over goed gemeentebestuur
Waarstaatjegemeente.nl
6,5 (2010)
Regionale samenwerking en samenwerking met de provincie is noodzaak
52
2014
Programmaplan
Effectindicatoren
Bron
Huidige realisatie
Streefwaarden 2011
2012
2013
2014
Integer gemeentebestuur Politieke interesse Mate van interesse in gemeentepolitiek Kennis gemeentelijke politiek Stemmen Als er nu verkiezingen zouden zijn, stemt u dan? Inzet voor buurt of stad Heeft u zich de afgelopen 12 maanden ingezet voor uw wijk of stad? Informatie- en inspraakbijeenkomsten Heeft u de afgelopen 12 maanden zo'n bijeenkomst bezocht?
1) 2)
% ziekteverzuim medewerkers
Big Ben
Ranking positie als werkgever/ medewerkerstevredenheid
Effectory
3,33% 7,8
Het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen 2006 is hier als effectindicator gebruikt Met als effect bevorderen politieke participatie
53
7,8
7,8
Raadsbegroting 2011
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Programma 5. Dienstverlening, Communicatie en Informatisering
2009
2010
2011
Lasten
12.331
11.629
10.911
Baten
2.608
1.141
1.095
-9.723
-10.488
-9.816
Primaire Raming Effecten voorjaarsnota
1.823
Actualisering begroting
-262
Saldo programma
-8.255
Aandeel programma 5 in het totaal aan baten en lasten.
Baten
Lasten 8,03% 0,06% 33,65%
30,61%
0,00%
35,16%
15,58% 44,86% 20,34%
0,00% 2,45% 0,05%
8,35%
0,86%
54
Programmaplan
Algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen 2011
Algemene dekkingsmiddelen Het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen betreft met name de uitkering uit het gemeentefonds en de OZB. Deze middelen kennen, in tegenstelling tot (niet vrij aanwendbare) heffingen als rioolrecht en afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij aanwendbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen, verantwoord in de programma’s, waarvan ze voor een deel de kosten dekken.
75,06%
Algemene uitkering Financieringsfunctie Dividenden
Bedragen x € 1.000
Algemene dekkingsmiddelen
2009
2010
2011
Algemene uitkering
43.843
43.827
42.791
Financieringsfunctie
1.479
1.001
1.810
13.998
4.565
3.706
22
0
0
8.319
8.725
8.700
67.661
58.118
57.007
Dividenden Hondenbelasting Onroerende zaakbelasting Saldo algemene dekkingsmiddelen
15,26%
3,18% 6,50%
Onroerende zaakbelasting
Toelichting algemene uitkering De algemene uitkering wordt voor 2011 geraamd op € 42,79 miljoen. Deze raming is gebaseerd op de informatie uit de junicirculaire 2010 van het gemeentefonds. De raming is exclusief de effecten van de groei van de gemeente en exclusief de gevolgen van wijzigingen in het takenpakket (taakmutaties). Gelet op de onzekere economische situatie is besloten om de meerjarenprognoses voor inwoners en woningen niet op te nemen in de uitgangspunten voor de begroting 2011. In plaats daarvan wordt in het 3e kwartaal een prognose opgesteld van het aantal inwoners en woningen voor het jaar erna en op basis hiervan wordt het groeibudget bepaald. Hierbij kan dan
55
Raadsbegroting 2011
gebruik worden gemaakt van de meest actuele gegevens. Dit komt de kwaliteit van de ramingen van het groeibudget ten goede en voorkomt grote correcties in een volgend jaar in het groeibudget als gevolg van onjuiste (te hoge) prognoses. De omvang van het groeibudget en de toekenning van extra budget voor de diverse producten vanuit dit groeibudget, zullen in een separaat voorstel in de raadsvergadering van december 2010 ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd. Hetzelfde geldt voor de financiële effecten van de taakmutaties. Ook hierover zal een voorstel in de decemberraad worden voorgelegd. Daarin kunnen dan tevens de eventuele effecten uit de septembercirculaire 2010 worden meegenomen. De raming van de algemene uitkering 2011 ad € 42,79 miljoen kan worden vergeleken met de raming 2010 zoals opgenomen in de tweede Bestuursrapportage 2010. Ook die raming is gebaseerd op de junicirculaire 2010 en bedraagt € 43,53 miljoen. Het verschil wordt voor ongeveer € 0,5 miljoen veroorzaakt door een verlaging van de uitkeringsfactor van 1,547 naar 1,530. De rest van het verschil wordt veroorzaakt door een verlaging van het WMO-budget binnen de algemene uitkering met € 0,25 miljoen.
56
Programmaplan
Bedrag voor onvoorziene uitgaven Het bedrag voor onvoorziene uitgaven betreft het verplicht in de begroting te ramen bedrag voor het opvangen van onvoorzienbare, onuitstelbare en onvermijdbare uitgaven, die ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet waren voorzien. Het bedrag voor onvoorziene uitgaven, dat op zich structureel in de raadsbegroting opgenomen moet worden, is volgens het BBV in principe slechts bestemd als dekkingsmiddel voor incidentele uitgaven, die voldoen aan het hierboven beschreven ‘drie O’s-scenario’. Het is gebruikelijk om voor het bedrag voor onvoorziene uitgaven een bedrag per woning of per inwoner op te nemen. De gemeente Heerhugowaard hanteert een basisbedrag per woonruimte. Op deze basis is door de raad in de loop der jaren tot twee maal toe een correctie toegepast. De berekening van het bedrag voor onvoorziene uitgaven voor 2011 is in onderstaande tabel weergegeven. Omschrijving
Bedrag
Aantal woonruimten
21.145
Basisbedrag per woonruimte (gemeente Heerhugowaard)
€ 5,45
Basisbedrag voor onvoorziene uitgaven
€ 115.240
Correcties: •
raadsbesluit inzake invulling bezuiniging (RB 1992)
-€ 22.500
•
raadsbesluit inzake dekking activiteitenbudget collegeleden (RB 1998)
-€ 25.000
Raming bedrag voor onvoorziene uitgaven 2011
€ 67.740
57
Raadsbegroting 2011
58
Paragrafen
Raadsbegroting 2011
Dit hoofdstuk bevat de op basis van het BBV verplichte paragrafen. U treft hier de volgende paragrafen aan: • A. Lokale heffingen • B. Weerstandsvermogen • C. Onderhoud kapitaalgoederen • D. Financiering / Treasury • E. Bedrijfsvoering • F. Verbonden partijen • G. Grondbeleid
Paragrafen
Paragraaf A.
Lokale heffingen
Overzicht gemeentelijke lasten 2011
In de Voorjaarsnota 2010 heeft de raad ingestemd met een verhoging van het OZB-percentage van 10% voor niet-woningen.
In deze paragraaf worden het beleid en de lastendruk voor 2011 nader uitgewerkt. De uitkomsten voor de verschillende heffingen worden toegelicht en het kwijtscheldingsbeleid wordt beschreven. Tevens worden de geraamde opbrengsten en de bijbehorende tarieven in beeld gebracht. Wij stellen u voor om op 14 december 2010 over de tariefsvoorstellen te besluiten. De daaruit voortvloeiende belastingverordeningen worden dan eveneens ter vaststelling voor de raadsvergadering van 14 december 2010 geagendeerd.
De onroerende-zaakbelasting (OZB) wordt met ingang van 1 januari 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak (WOZ-waarde). De berekening van de percentages voor 2011 volgt zodra de totale WOZ-waarde definitief bekend is. In het voorstel voor de raadsvergadering van 14 december 2010 wordt hierop teruggekomen. Rioolheffing Vanaf het belastingjaar 2003 is er naast de heffing van een rioolaansluitrecht (van eigenaren), ook een rioolafvoerrecht (van gebruikers) ingevoerd. Met betrekking tot het rioolrecht is het beleid dat de tarieven kostendekkend dienen te zijn, of wel ‘de vervuiler betaalt’.
Beleid gemeentelijke heffingen Jaarlijks worden door u de tarieven voor het heffen van gemeentelijke belastingen vastgesteld. In het collegeprogramma 2010 - 2014 is opgenomen dat er geen OZB-verhoging woningen plaatsvindt met méér dan het inflatiecijfer. Daarnaast is er het streven naar kostendekkendheid. Op zich kan dit laatste uitgangspunt, bijvoorbeeld bij de bepaling van de rioolrechten of de afvalstoffenheffing, strijdig zijn met het criterium over hantering van het inflatiecijfer.
Verbreding gemeentelijke watertaken In 2007 hebben de Eerste en Tweede Kamer de ‘Wet gemeentelijke watertaken’ aangenomen. Deze wet leidt tot een verbreding van de gemeentelijke watertaken en regelt onder meer de verbrede rioolheffing. De wet introduceert zorgplichten voor het afvloeiend hemelwater en het grondwater. De wet is op 1 januari 2008 in werking getreden.
Toelichtingen op de heffingen die onderdeel zijn van de ontwikkeling van de woonlasten
In het kader van de vernieuwing van de gemeentelijke Wvo-vergunning (Wvo = ‘Wet verontreiniging oppervlaktewateren’) is de gemeente verplicht een monitoringsplan voor de riolering op te stellen. De uitvoering hiervan geeft ingaande 2008 jaarlijks extra exploitatielasten.
Onroerende-zaakbelastingen Uitgangspunt van beleid is dat de lastenstijging voor de burger niet meer mag zijn dan de stijging van de consumentenprijsindex (CPI voor alle huishoudens). Op basis van deze index bedraagt het inflatiecijfer voor de begroting 2011 0,82%.
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2006 op 22 juni 2006 is afgesproken dat ingaande 2009 de lasten van de extra wettelijke watertaken apart
61
Raadsbegroting 2011
De tarieven rioolheffing stijgen ten opzichte van 2010 met € 10,83. De reden hiervan is de volgende: Door een arbotechnische wijziging dient het herstraten in de wijken voortaan machinaal plaats te vinden. Hierdoor zullen de kosten jaarlijks met (gemiddeld over 10 jaar ) circa € 175.000 per jaar gaan stijgen. De financiële ruimte die ontstaat in de kosten herinrichting wijken door de verschuiving van rioollasten naar het rioolrecht kan worden benut voor de extra lasten die het gevolg zijn van de arbotechnische wijziging voor het machinaal herstraten. Budgettair blijken de bovengenoemde wijzigingen in het groot onderhoud wijken elkaar orde grootte op te heffen.
zichtbaar worden gemaakt. De tarieven 2011 voor de rioolheffing zijn op grond van het uitgangspunt van 100% kostendekking als volgt bepaald: Bedragen x € 1.000
Lasten Riolering
Vuilwater
Lasten 2010 (incl. BTW)
Lasten 2011 (incl. BTW)
2.084
2.234
Hemelwater
633
799
Grondwater
303
304
3.020
3.340
Totaal
Naast deze exploitatielasten is voor diverse investeringen in 2011 een investeringskrediet nodig van € 563.000. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten komen vanaf 2012 ten laste van de exploitatiebegroting van het rioolrecht. Het betreft de volgende investeringen:
De totale lasten 2011 ad. € 3.340.573 (inclusief BTW en een netto storting in de voorziening ‘Riolering’ van € 211.944) worden voor 100% uit de rioolheffing gedekt.
Bedragen x € 1.000
Aanleg drainage bij bestaande bebouwing/nieuwbouw
Bedragen x € 1.000
Lasten Riolering
Tarief 2009
Tarief 2010
Tarief 2011
Reparatie, renovatie, vervanging vrijvervalriolen
Vuilwater
91,64
87,50
92,18
Reparatie, renovatie, vervanging gemalen, persleidingen en drukrioolunits
Hemelwater
22,80
26,58
32,92
Vervanging drainage
Grondwater
9,13
12,72
12,53
Herstel drainage en vervanging drainagepompen
123,57
126,80
137,63
Vuilwater
4,34
3,50
3,68
Hemelwater
0,89
1,06
1,32
Grondwater
0,29
0,51
0,50
Totaal
5,52
5,07
5,50
Totaal
Totaal
3
Tarief grootverbruik per 10 m
62
100 76 237 100 50 563
Paragrafen
Afvalstoffenheffing Ook voor de afvalstoffenheffing is het beleid dat de tarieven kostendekkend zijn. Het totale kosten 2011 bedragen € 4.308.940 (inclusief BTW), bestaande uit € 2.519.347 aan inzamelingslasten en € 1.789.593 voor de verwerkingskosten van het afval.
De heffingen 2011 zijn op basis van volledige dekking van de lasten als volgt: Tarieven afvalstoffen (in €)
Sinds 2005 wordt bij de bepaling van de afvalstoffenheffing uitgegaan van drie categorieën: • 1 persoonshuishouden; • 2 persoonshuishouden; en • meerpersoonshuishouden.
Vast
Variabel
Brutoheffing 2011
Teruggave
Nettoheffing 2011
Heffing 2010
1 persoons
123,27
63,53
186,80
0
186,80
186,12
2 persoons
123,27
84,71
207,98
0
207,98
208,44
meerpersoons
123,27
105,88
229,16
0
229,16
230,75
In juli 2010 is het rapport ‘Afvalstoffenheffingen 2010’ door Agentschap NL gepubliceerd. In dit rapport zijn de jaarlijkse stijging van de afvalstoffenheffing en de kosten die gemeenten maken voor de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval (de afvalbeheerkosten) weergegeven. In onderstaande tabel hebben wij de heffingen uit dit rapport beschreven. Uit de tabel kunt u opmaken dat de voorgestelde heffing 2011 van de gemeente onder zowel het landelijk als het regionale gemiddelde (van 2010) uitvalt:
De tarieven afvalstoffenheffing bestaan uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel betreft de inzamelingslasten (2011: € 2.519.347), die gelijkelijk worden verdeeld over de drie categorieën (totaal aantal wooneenheden per 1 januari 2011: 20.437). Dit leidt tot een vast bedrag van € 123,27 per wooneenheid. Het variabele deel betreft de verwerkingskosten (2011: € 1.789.593), die per categorie tot een verschillend heffingsbedrag leiden.
Afvalstoffenheffing (in €)
De omvang van de egalisatievoorziening ‘Afvalstoffenheffing’ is vastgesteld op maximaal € 7,50 per huisaansluiting. Het doel van deze voorziening is om naar de toekomst toe een gelijkmatig patroon in de tariefstelling na te streven. Door een storting van € 42.778 in de voorziening zijn de tarieven 2011 nagenoeg gelijk gebleven aan 2010. Een eventueel surplus in deze voorziening wordt betrokken bij de tarieven voor volgende jaren door middel van een terugbetaling.
63
Landelijk
NoordHolland
Gemiddelde afvalstoffenheffing 2010
251
263
Gemiddelde heffing 1 persoonshuishouden
218
220
Gemiddelde heffing meerpersoonshuishouden
268
285
Raadsbegroting 2011
Ontwikkeling van de woonlasten De uit het bovenstaande voortvloeiende ontwikkeling van de woonlasten is: Huurders
Gemiddelde woonlasten
Eigenaren
Eenpersoons 2010
Meerpersoons 2011
2010
Gemiddelde woonlasten
2011
Afvalstoffenheffing Heffing Mutatie Mutatie (in procenten)
Eenpersoons
Meerpersoons
2010
2011
2010
2011
€ 186,12
€ 186,80
€ 230,75
€ 229,16
Afvalstoffenheffing € 186,12
€ 186,80
€ 230,75
€ 229,16
€ 0,68
- € 1,59
0,36
- 0,69
Heffing Mutatie (in Euro’s) Mutatie (in procenten)
€ 0,68
- € 1,59
0,36
- 0,69
OZB Percentage WOZ-waarde Gemiddelde waarde woning Gemiddelde heffing per woning
0,09900
Nog niet bekend
0,09900
Nog niet bekend
€ 215.000
Nog niet bekend
€ 215.000
Nog niet bekend
1)
€ 212,85
€ 212,85
€ 214,60
1)
€ 214,60
Mutaties (in Euro’s)
1,75
1,75
Mutatie (in procenten)
0,82
0,82
Rioolheffing Tarief Mutaties (in Euro’s) Mutatie (in procenten) 1
€ 126,80
€ 137,63
€ 126,80
€ 137,63
10,83
10,83
8,50
8,50
) De gemiddelde heffing per woning voor 2011 is in bovenstaande tabel bepaald door de gemiddelde heffing 2010 met het inflatiepercentage te verhogen. Het uiteindelijke WOZ-percentage voor 2011 kan pas worden vastgesteld nadat de resultaten van de hertaxaties 2010 bekend zijn. Een voorstel hiervoor zal op een later tijdstip aan u worden voorgelegd.
64
Paragrafen
Toelichting op de overige gemeentelijke heffingen
Bedragen x € 1.000
Begroting
Lijkbezorgingsrechten Het uitgangspunt voor de tarieven van de lijkbezorgingrechten vanaf 2004 is volledige kostendekking op alle tarieven die betrekking hebben op: de uitgifte van graven (inclusief grafonderhoud); • het begraven; • de algemene kosten voor het in standhouden (groenbeheer) van de twee gemeentelijke begraafplaatsen.
2007
2008
2009
2010
2011
Lasten
77
94
101
102
90
Baten
74
75
61
55
55
Saldo
-3
-19
-40
-47
-35
Leges De kostendekking van de onderdelen van de legesverordening wordt gehandhaafd door de tarieven aan te passen aan de ontwikkeling van de onder liggende kostenfactoren. Deze bestaan voor de betreffende diensten hoofdzakelijk uit loonkosten. In de uitgangspunten voor de begroting 2011 wordt een loonkostenstijging gehanteerd van 2,0%. Daarnaast is de loonkostenstijging in 2010 0,5% geraamd, terwijl de werkelijke loonkostenstijging in dat jaar 1% is geweest. Het percentage voor de trendmatige aanpassing van de tarieven 2011 bedraagt derhalve 2,5%. Daarbij worden zowel de praktische hanteerbaarheid van de tarieven (afronding op hele centen) als de door de wet gestelde maximumbedragen in het oog gehouden. Wanneer er sprake is van wijzigingen in wet- of regelgeving of van veranderingen in het gemeentelijk takenpakket, dan krijgt u voor de gevolgen daarvan separate voorstellen voorgelegd.
De tariefonderdelen zijn conform de uitgangspunten raadsbegroting 2011 geïndexereerd (prijsstijging 0,0%, loonkostenstijging 2,0%). Marktgelden De tarieven voor de markt worden voor het jaar 2011 niet verhoogd. Daarmee wordt afgeweken van het criterium kostendekkende tarieven. De markt op het Stadsplein, de vrijdagmarkt, is nu drie jaar een feit. Er is toentertijd besloten om de markt op het Stadsplein na 2,5 jaar te evalueren. De toenmalige planning was dat de uitbreiding van Middenwaard eind 2009 zou zijn voltooid. Eind 2010 is een belangrijk deel van de uitbreiding afgerond. In december 2012 kan dan evaluatie plaats vinden. De markt is tot op heden niet een heel grote publiekstrekker. De omstandigheden in de directe omgeving zijn echter niet optimaal. Een kleine groep marktlieden heeft geprobeerd en probeert ondanks deze omstandigheden met veel elan nog steeds de markt tot een succes te maken. Gelet op de problematische situatie waarin het marktwezen zich lokaal maar ook landelijk (teruglopende omzetten en hogere kosten) bevindt, wordt de totale opbrengst aan marktgelden echter (evenals voor 2009 en 2010) naar beneden bijgesteld. Per saldo leidt de exploitatie van de markten in 2011 tot een tekort van circa € 35.000.
Parkeertarieven. Met ingang van 2011 geven wij ook inzicht in de opbrengsten vanuit de parkeertarieven. De tarieven worden geheven op basis van de zogenaamde Parkeergeldverordening 2007. In 2011 wordt een bedrag aan inkomsten (inclusief onttrekking uit de voorziening) geraamd van € 292.713. Besluitvorming in het kader van aanpassing van de tarievenstructuur is hierbij buiten beschouwing gelaten.
65
Raadsbegroting 2011
Geraamde opbrengsten
Eind 2009 heeft de gemeenteraad verzocht om een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren om duidelijk te krijgen wat de invloed is van het betaald parkeren op het parkeer- en bezoekgedrag van bezoekers van het Stadshart. Het onderzoek dient om een uitspraak mogelijk te maken over het wel of niet aanpassen van het betaalregime, die gebaseerd is op feiten en cijfers en niet alleen op gevoel en emotie. Behalve de gemeente heeft Corio ook een onderzoek uit laten voeren. De algemene conclusie uit beide rapporten is dat beter kan worden gekozen voor het afrekenen per kleinere tijdseenheden dan betalen per uur. Dit regime sluit beter aan bij het rechtvaardigheidsgevoel van klanten en ondernemers. Bij een dergelijke wijziging moeten wij bezien welke effect het op de begroting heeft. De verwachting is dat er meer bezoekers komen. Dus meer inkomsten. Het uitgangspunt van het college voor het betaald parkeren is (coalitieakkoord 2010 - 2014):
Bedragen x € 1.000
Gemeentelijke belasting Onroerend-zaakbelasting •
woningen
•
niet-woningen
2011
4.579
4.745
1)
4.017
4.426
Rioolheffing
2)
3.023
3.340
Afvalstoffenheffing
2)
4.289
4.309
Lijkbezorgingsrechten
2)
130
135
Marktgelden
2)
54
55
268
293
Parkeerbelasting 1)
2010
De opbrengsten OZB zijn gebaseerd op een inflatiecorrectie van 0,82% voor 2011 2) Deze bedragen zijn inclusief het effect van de belastingvoorstellen
‘De parkeertarieven in het Stadshart moeten kostendekkend zijn. Tekorten op de exploitatie van de parkeervoorzieningen mogen niet afgewenteld worden op de OZB. In de tarifering moet samenhang behouden worden met de niet-gemeentelijke parkeervoorzieningen in het Stadshart. Er wordt gestreefd naar rechtvaardiger betaalsysteem, waarbij een periode gratis parkeren, met in achtneming van de resultaten van de onderzoeken van de gemeente en Corio, de inzet van de besprekingen is.’ Op basis van gesprek(ken) met Corio en Dreef Beheer is een aantal scenario’s uitgewerkt.
66
Paragrafen
Kwijtscheldingsbeleid Op grond van de ‘Invorderingswet 1990’ en de bijbehorende uitvoeringsregelingen kan geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend indien de belastingschuldige op grond van onvoldoende financiële draagkracht niet in staat is de belasting te betalen. Vanaf 2003 heeft onze gemeente een beleid met als norm voor het verlenen van een kwijtschelding van 100%: hoe hoger de norm, hoe hoger het kwijtscheldingsbedrag. Dit is de meest gunstige norm voor de belastingschuldige. Het overzicht van de afgelopen jaren is als volgt: Realiteit 2009
Realiteit tot en met juni 2010
Raming 2011
Aantal automatische kwijtscheldingen
314
413
400
Aantal ingediende kwijtscheldingsverzoeken
381
365
400
229
163
300
10
15
0
142
111
100
0
76
0
€ 135.000
€ 127.000
€ 150.000
Waarvan •
toegewezen
•
gedeeltelijk toegewezen
•
afgewezen
•
nog niet besloten
Financieel effect
67
Raadsbegroting 2011
68
Paragrafen
Paragraaf B.
Weerstandsvermogen
Aanleiding en achtergrond
Risicoprofiel
De gemeente onderkent het belang van risicomanagement en acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen zodat toekomstige investeringen en uitgaven op lange termijn in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie.
Om de risico's van de gemeente Heerhugowaard in beeld te brengen is een risicoprofiel opgesteld dat regelmatig wordt geactualiseerd. Hierbij zijn risico's systematisch in kaart gebracht en beoordeeld. Uit de inventarisatie zijn vanuit de diverse sectoren in totaal 168 risico's in beeld gebracht. In het onderstaande overzicht worden echter alleen de bekende tien risico's gepresenteerd die de hoogste bijdrage hebben aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de geactualiseerde risico-inventarisatie. De tien, in financiële zin, grootste risico’s zijn opgenomen in tabel 1. Het totale risicoprofiel van de gemeente is hoger geworden in vergelijking met de vorige risico-inventarisatie bij de begroting 2010. De belangrijkste achtergronden van dit hogere profiel zijn de mogelijke gevolgen van de economische omstandigheden voor grondexploitaties en verscherping van het inzicht in verschillen tussen geraamde budgetten en toekomstige uitgaven voor beheer en onderhoud.
Tabel 1. Tien grootste risico’s
Risico
Uit het geactualiseerde risicoprofiel volgt dat met € 14.217.000 (benodigde weerstandsvermogen) het 90% zeker is dat alle risico’s financieel kunnen worden afgedekt (zie tabel 2). De omvang van de algemene reserve is € 22.358.000 (zie pag. 141 van deze begroting). Dit resulteert in een ratio voor het weerstandsvermogen van 1,57. De raad heeft op 18 december 2007 besloten een weerstandsnorm te hanteren in de range van 1,4 tot 2,0. De huidige ratio voldoet derhalve aan de gestelde norm.
69
Kans
Financieel gevolg
Beheer en onderhoud: De geraamde budgetten zijn onvoldoende om de toekomstige uitgaven voor beheer en onderhoud te dekken. Deze toekomstige uitgaven worden vooral bepaald door gewenste kwaliteitsniveaus, keuzes bij inrichting van openbare ruimtes en investeringen in infrastructuur en sociale voorzieningen.
70%
max. € 5.000.000
Project De Draai: De huidige economische omstandigheden vergroten twee risico's; het looptijdrisico (het duurt langer voordat opbrengsten worden gerealiseerd waardoor rentekosten op al gedane uitgaven hoger worden dan ingerekend) en het prijsrisico (de werkelijke opbrengsten zullen lager zijn dan de ingerekende opbrengsten). Als we de huidige boekwaarde, de looptijd van het plan en de omvang van de nog te realiseren opbrengsten afzetten tegen de huidige marktomstandigheden en vooruitzichten resulteert dat in een verhoging van het risicoprofiel.
70%
max. € 4.000.000
Raadsbegroting 2011
Tabel 1. Tien grootste risico’s
Risico
Tabel 1. Tien grootste risico’s
Kans
Financieel gevolg
De Vork: De huidige economische omstandigheden vergroten twee risico's; het looptijdrisico (het duurt langer voordat opbrengsten worden gerealiseerd waardoor rentekosten op al gedane uitgaven hoger worden dan ingerekend) en het prijsrisico (de werkelijke opbrengsten zullen lager zijn dan de ingerekende opbrengsten). Als we de huidige boekwaarde, de looptijd van het plan en de omvang van de nog te realiseren opbrengsten afzetten tegen de huidige marktomstandigheden en vooruitzichten resulteert dat in een verhoging van het risicoprofiel.
50%
max. € 5.000.000
Bouwleges: De realisatie van bouwprojecten stagneert met als gevolg dat de legesopbrengsten achterblijven bij de begroting.
90%
max. €
Afwikkeling brandschade De Schakel: De procedure rondom de afwikkeling brandschade oude gebouw De Schakel met verzekeringsmaatschappij loopt. Verzekeringsmaatschappij betwist dat sprake is van herbouw door De Schakel en beweert dat het pand voor rekening en risico van de gemeente is gebouwd. Om die reden wil ze de schade-uitkering baseren op verkoopwaarde in plaats van herbouwwaarde. De gemeente is van mening dat op grond van het feitencomplex en de bepalingen in de verzekeringspolis de herbouwwaarde uitgekeerd moet worden. Het verschil tussen de herbouwwaarde en verkoopwaarde ad circa € 1 miljoen staat in de balans als vordering open. Een juridische procedure loopt en is gewonnen door de gemeente. De tegenpartij is echter in beroep gegaan.
50%
max. € 1.000.000
Budget inkomensdeel ‘Wet Werk & Bijstand (WWB)’: Het toegekende budget ‘Inkomensdeel’ is niet toereikend om de uitgaven te dekken.
90%
max. €
Risico
600.000
500.000
70
Kans
Financieel gevolg
Budget voor uitvoering ‘Wet sociale werkvoorziening (Wsw)’: Jaarlijks wordt een budget toegekend voor het uitvoeren van de WSW, gebaseerd op landelijke uitgangspunten. De gemeente Heerhugowaard loopt het risico minder subsidie te ontvangen dan ze nodig heeft voor het aantal mensen wat op dat moment in dienst is bij het WSW-bedrijf
90%
max. €
500.000
Begrotingen gemeenschappelijke regelingen: Begrotingsoverschrijdingen bij gemeenschappelijke regelingen worden doorbelast aan de gemeente. Dit heeft overschrijdingen van geraamde bijdragen tot gevolg.
80%
max. €
500.000
Impuls Brede School, Sport en Cultuur: De toezegging uit het gemeentefonds in de septembercirculaire 2009 aan de Impuls Brede School, Sport en Cultuur vervalt geheel bij niet nakoming van het beschikbaar stellen van de verplichte eigen bijdrage van gemeente.
70%
max. €
500.000
Project Broekhorn: Vooruitzicht is dat Bouwfonds BV voor eigen rekening en risico de grondexploitatie van de Broekhorn gaat voeren. Dit zal betekenen dat Bouwfonds de boekwaarde van Broekhorn van de gemeente overneemt. Deze boekwaarde bestaat uit grondaankopen, voorbereidingskosten en rente. Er bestaat een kans dat Bouwfonds niet alle geactiveerde kosten over zal nemen.
70%
max. €
500.000
Totaal grote risico’s
€ 18.100.000
Overige risico’s
€ 42.535.000
Totaal alle risico’s
€ 60.435.000
Paragrafen
Beschikbare weerstandscapaciteit
In bovenstaande tabel is het risico van toekomstige uitgaven van beheer en onderhoud nog als één van de risico’s met de grootste impact opgenomen. Na besluitvorming hierover in de raad van 11 november is het hier geformuleerde risico afgedekt. In de paragraaf B ‘Weerstandsvermogen’ bij de jaarstukken 2010 vindt het effect van dat besluit zijn weerslag.
De beschikbare weerstandscapaciteit van Heerhugowaard bestaat uit de aanwezige ‘Algemene Reserve’. De omvang van de ‘Algemene Reserve’ na voorgestelde mutaties is ultimo 2010 € 22.358.000. Dit is voor de bestemming van een eventueel rekeningresultaat.
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 60.435.000, zie tabel 1) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Tabel 2 laat zien welk bedrag nodig is om met een bepaald zekerheidspercentage de geïnventariseerde risico’s te dekken.
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de gewenste weerstandscapaciteit met de beschikbare weerstandscapaciteit.
Tabel 2
Resultaat van de risicosimulatie Percentage
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen:
Resultaat van de risicosimulatie
Bedrag (€)
Percentage
Bedrag (€)
5%
€ 5.683.289
55%
€ 10.452.520
10%
€ 6.408.383
60%
€ 10.878.039
15%
€ 7.041.392
65%
€ 11.296.892
20%
€ 7.628.387
70%
€ 11.762.708
25%
€ 8.121.284
75%
€ 12.252.466
30%
€ 8.543.109
80%
€ 12.809.090
35%
€ 8.953.993
85%
€ 13.450.290
40%
€ 9.299.301
90%
€ 14.216.981
45%
€ 9.669.891
95%
€ 15.457.885
50%
€ 10.058.072
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
=
€ 22.358.000
= 1,57
€ 14.217.000
De raad heeft op 18 december 2007 besloten een weerstandsnorm te hanteren in de range van 1,4 tot 2,0. De huidige ratio voldoet aan de gestelde norm.
71
Raadsbegroting 2011
72
Paragrafen
Paragraaf C.
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding
Aanvullend geven wij nadere informatie over de volgende producten: • bermen en bermsloten; • verkeer; • openbare verlichting; • straatreiniging; • sneeuw- en gladheidbestrijding; • speelvoorzieningen; en • straatmeubilair.
De oppervlakte van de gemeente is bijna 4.000 ha. Een deel hiervan bestaat uit openbaar gebied met een diversiteit aan functies. Het onderscheid bestaat uit: • oppervlakte aan binnenwater 259,6 ha = 50,0 m2 per inwoner • oppervlakte aan openbaar groen 287,8 ha = 55,4 m2 per inwoner • oppervlakte aan verhardingen 270,8 ha = 52,1 m2 per inwoner In deze openbare ruimte vinden activiteiten plaats als wonen, werken en recreëren. Voor deze activiteiten zijn kapitaalgoederen nodig waarbij de kwaliteit van het onderhoud van deze kapitaalgoederen bepalend is voor de manier waarop de burger de openbare ruimte ervaart. Met het onderhouden van deze kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. Een helder en volledig overzicht is van belang voor een goed inzicht in de financiële positie.
Conform artikel 12 BBV wordt voor de hiervoor genoemde kapitaalgoederen aangegeven: • het beleidskader; • de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; • en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Voor wat betreft het beleidskader geldt in deze paragraaf het gewenste onderhoudsniveau als uitgangspunt. De consequenties van het beleidskader en de vertaling ervan in de begroting worden expliciet aangegeven.
In artikel 12 BBV is aangegeven voor welke kapitaalgoederen het onderhoud in ieder geval dient te worden aangegeven, te weten: • wegen; • riolering; • waterhuishouding; • groenvoorziening; en • gebouwen.
Allereerst wordt in deze paragraaf apart ingegaan op de budgetten voor groot onderhoud, die een onderdeel vormen van (vrijwel) alle hierboven genoemde kapitaalgoederen en producten. Toelichting posten groot onderhoud/adaptief beheer In 2008 is een ‘quick scan’ uitgevoerd om de aanwezige kwaliteit van een aantal items in de openbare buitenruimte te toetsen aan de gewenste kwaliteit. De resultaten leidden tot conclusies over de mate en wijze van groot onderhoud/herinrichting wijken.
73
Raadsbegroting 2011
De raad heeft op 25 juni 2009 het model ‘Groot Onderhoud Wijken 2009 exclusief spelen’ voor de eerstkomende jaren vastgesteld. Dit model gaat uit van een fasering van het groot onderhoud op basis van de gerealiseerde woningbouw in het verleden. Op grond hiervan is gebleken dat er jaarlijks cumulatief € 175.000 extra budget nodig is (prijspeil 2009) om de uitvoering van het groot onderhoud conform bovengenoemd model te kunnen realiseren.
In de begrotingsraad van 11 november 2010 zal over dit voorstel besluitvorming plaatsvinden. Toelichting op stijging van de lasten Indien de geactualiseerde begroting 2010 en de begroting 2011 met elkaar worden vergeleken dan is er sprake van een stijging aan lasten voor het onderhoud van de kapitaalgoederen, zoals uit onderstaand overzicht blijkt. Tabel 2
In de in deze paragraaf opgenomen tabellen voor de verschillende kapitaalgoederen wordt het bedrag vermeld, dat nu in de raming is opgevoerd. In het totaaloverzicht ‘Dagelijks en groot onderhoud kapitaalgoederen’ (zie hierna het onderdeel ‘Budgetten dagelijks en groot onderhoud’) wordt een gemiddeld benodigd jaarlijks GO-budget genoemd van € 7,098 miljoen. Dit bedrag is aanzienlijk hoger dan de uit hetzelfde overzicht blijkende beschikbare middelen van € 5,048 miljoen. Het verschil ad. € 2,050 miljoen kan als volgt worden gespecificeerd: Tabel 1
Omschrijving Extra benodigd budget groot onderhoud wegen Extra benodigd budget groot onderhoud groen
Bedrag 1.714 254 72
Extra benodigd budget waterhuishouding, gebouwen,verkeer
10
Raming 2011
Toename lasten
14.634
14.771
137
De stijging van € 137 in 2011 ten opzichte van 2010 (+1%) is het gevolg van de volgende ontwikkelingen: • Hogere kapitaallasten (€ 256 N) • Hogere personele kosten (€ 306 N) onder andere door uitbreiding formatie en hogere uurtarieven • Hogere uitgaven voor leveranties en onderhoud door derden (€ 71 N) • Lagere kosten voor inzet materieel (€ 41 V) • Doorbelasting aandeel straatreiniging (€ 90 V ) • Lagere storting naar diverse voorzieningen (€ 365 V)
Bedragen x € 1.000
Extra benodigd budget verbetering niveau openbare verlichting
Totaal
Financieel effect
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
In de hierna volgende verschillende onderdelen van de kapitaalgoederen wordt bij het onderdeel ‘Vertaling in begroting’ naast de gespecificeerde raming voor 2011 ter vergelijking het totaalbedrag van de geactualiseerde raming 2010 weergegeven. Omdat de werkwijze bij de totstandkoming van de specificaties voor deze ramingen jaarlijks kan verschillen, is het opnemen van de gespecificeerde ramingen 2010 in deze paragraaf achterwege gelaten.
2.050
In de commissie Stadsontwikkeling van 29 juni 2010 is een presentatie gegeven over de (toekomstige) lasten beheer en onderhoud en de hiervoor beschikbare budgetten. Op 13 september heeft het college in een themabijeenkomst met de raadsleden een voorkeursscenario gepresenteerd. De uitkomsten van deze themabijeenkomst zijn basis voor het raadsvoorstel.
74
Paragrafen
Tabel 3
Budgetten dagelijks en groot onderhoud
Dagelijks en groot onderhoud kapitaalgoederen
Onderkend is dat de beschikbare budgetten voor groot onderhoud op basis van de beheerplannen van de voorzieningen structureel te laag zijn. In december 2005 heeft de raad daarom besloten dat als uitgangspunt geldt dat budgetten worden geactiveerd (voor het reconstructiedeel) en dat daarnaast specifiek beschikbare middelen (structurele budgetten en de desbetreffende bestemmingsreserves) worden ingezet voor de resterend benodigde dekking. Daarnaast worden inspanningen verricht voor het verkrijgen van subsidies van Rijk, Provincie (GDU) en het hoogheemraadschap (voorzieningen voor waterberging) en wordt gebruik gemaakt van andere subsidiemogelijkheden.
Wegen
Zoals hiervoor in de inleiding reeds is aangegeven wordt, mede gelet op het genereren van subsidies en het zich tot nu toe voordoen van aanbestedingsvoordelen, ook jaarlijks bekeken in hoeverre het spanningsveld tussen de uitkomst van de beheerplannen en de financiële mogelijkheden kan worden gereduceerd door extra toe te kennen budgetten.
Waterhuishouding Openbaar groen Gebouwen
Uitbreiding areaal Uitgangspunt is dat voor de groei van het areaal als gevolg van de uitbreiding van de gemeente volledig toereikende budgetten beschikbaar zijn.
804
2.869
Gemiddelde Totaal jaarlijkse benodigd extra benobudget digde budgroot getten groot onderhoud onderhoud inclusief voor herinrichtinherinrichtingen c.q. regen c.q. re- constructies constructies (onderdeel raadsvoorstel 11 november) 1.714
4.583
117
324
4
328
2.892
54
254
308
352
311
3
314
221
10
0
10
Verkeer
217
152
3
155
Openbare verlichting
331
343
72
415
Straatreiniging
857
0
0
Sneeuw- en gladheidsbestrijding
141
0
0
Speelvoorzieningen
244
50
0
179
0
0
6.273
4.113
2.050
6.163
957
935
7.230
5.048
Subtotaal Riolering (dekking rioolrecht) Totalen Inclusief kapitaallasten.
75
Huidig budget groot onderhoud begroting 2010
Bermen en bermsloten
Straatmeubilair
Totaal overzicht In onderstaand overzicht zijn de benodigde budgetten voor dagelijks en groot onderhoud opgenomen.
Bedragen x € 1.000
Dagelijks en regulier onderhoud in begroting
97
935 2.050
7.098
Raadsbegroting 2011
Wegen
Tabel 4
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
Wegen
Beleidskader In 2009 zijn de beleidsuitgangspunten vastgesteld voor het groot onderhoud en de dekking van deze lasten tot en met 2019. In 2007 is het beheerplan ‘Wegen’ geactualiseerd. De uitgangspunten die daarin gehanteerd worden ten aanzien van de staat van onderhoud van wegen, straten, pleinen en kunstwerken zijn: • verkeersveiligheid; • rijcomfort; en • verkeersafwikkeling.
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Energiekosten en belasting
30
Kosten beleid en beheer
589 Wegen en civiele kunstwerken
Dagelijks/preventief onderhoud
804 Inclusief toezicht
Groot onderhoud
2.869 Wegen en civiele kunstwerken inclusief kapitaallasten
Adaptief beheer (extra budget heringrichtingen) Totalen
Op basis hiervan wordt vastgesteld welke onderhoudsniveaus er voor de verschillende wegcategorieën moeten worden nagestreefd
Raming Toelichting 2011
p.m. 4.183
4.292
Herinrichtingen Investeringen voor herinrichtingen en reconstructies worden apart geraamd. Op 20 december 2005 is de raad op de destijds geldende dekking van de investeringen teruggekomen als gevolg van BBV-regelgeving.
In 2007 is de beheerkwaliteit van het product ‘Wegen’ uitgewerkt in een beheerplan Openbare ruimte (IBOR-plan) en een beheerplan Bewust ontwerpen. Hierin zijn de uitgangspunten voor beheer en beleid geactualiseerd. Tevens is hierin aangegeven op welke manier in het cyclisch groot onderhoud met voorzieningen (fondsen) wordt omgegaan. Vertaling in begroting De lasten voor beheer en onderhoud worden bepaald op basis van de uitgangspunten in het beheerplan ‘Wegen’. De lasten van de instandhouding en gedeeltelijk die van het groot onderhoud worden structureel geraamd. De ontbrekende middelen worden tot op heden jaarlijks (incidenteel) aanvullend geraamd in het kader van groot onderhoud wijken. Laatste maken onderdeel uit van het voorstel waarover op 11 november 2010 besluitvorming plaatsvindt.
76
Paragrafen
Riolering
Tabel 5
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
Riolering
Beleidskader Het ‘Gemeentelijke Rioleringsplan 2011 - 2015 (GRP)’ wordt in december 2010 door de raad vastgesteld. Het GRP heeft tot doel op gestructureerde wijze zorg te dragen voor de verbetering van het functioneren en het beheer van het gemeentelijk rioleringsysteem. Dit moet resulteren in een goede afvoer van het afval- en regenwater en een reductie van de uitworp van vuil uit de riolering op het oppervlaktewater conform de norm van ‘basisinspanning’. Mede als gevolg van de verbreding van de zorgplicht riolering voor ondiep grond- en regenwater is het beheer- en onderhoudsplan geactualiseerd. Financiële consequenties In het GRP en het meerjarenplan voor groot onderhoud en vervanging zijn alle voor de riolering noodzakelijke lasten vermeld. In het bijbehorende dekkingsplan is aangegeven hoe de lasten door middel van het rioolheffing worden gedekt. De dekking van een deel van de lasten van straatreiniging is betrokken bij de vaststelling van het rioolheffing.
77
Raming 2010
Raming Toelichting 2011
Kosten beleid en beheer
560
Energielasten en -basten databeheer
58
Dagelijks onderhoud
957 Inclusief interne bedrijfskosten
Kapitaallasten
935
BTW
150
Doorbelasting straatreiniging
268 Bedrag conform wettelijke kaders
Storting in voorziening
212
Subtotaal lasten
3.010
Baten Rioolrecht
-3.010
Subtotaal baten
3.010
3.140
0
0
Totalen
Vertaling in begroting De effecten van de vaststelling van de tarieven voor de rioolheffingen worden na een raadsbesluit via een begrotingswijziging in de begroting 2011 opgenomen.
Bedragen x € 1.000
3.140 3.140 Kader is 100% dekking van de lasten
Raadsbegroting 2011
Waterhuishouding
Openbaar groen
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
Beleidskader Het beleid is gebaseerd op het ‘Waterplan Heerhugowaard’. Dit plan is met de verantwoordelijke waterkwantiteit- en waterkwaliteitsbeheerders opgesteld.
Beleidskader Het aanleggen en in standhouden van het openbaar groen inclusief straaten parkbomen, de recreatievoorzieningen, de kinderboerderij en het hertenkamp geschiedt op basis van het ‘Groenbeleidsplan 2010’.
Financiële consequenties Naast de structurele lasten voor beheer en onderhoud van harde oevers van watergangen en vijvers zijn er kosteneffecten voor toekomstig grootschalig onderhoud en reconstructies. Deze kosten worden aanvullend geraamd. Het daarmee gemoeide budget wordt jaarlijks aan de voorziening ‘Groot onderhoud waterhuishouding’ toegevoegd. De uiteindelijke aanwending voor groot onderhoud komt vervolgens rechtstreeks ten laste van deze voorziening.
Financiële consequenties Voor het dagelijks onderhoud is een toereikend structureel budget van € 2,9 miljoen geraamd. Voor groot onderhoud en renovaties van het openbaar groen is € 54.000 beschikbaar. Vertaling in begroting De lasten van de instandhouding van het openbaar groen worden structureel geraamd. De ontbrekende middelen voor herinrichtingen en reconstructies worden tot op heden jaarlijks betrokken bij het raadsvoorstel over groot onderhoud wijken.
Vertaling in begroting Er is structureel een kostendekkend budget beschikbaar. De lasten van grootschalig onderhoud en van reconstructies worden in het investeringsprogramma opgenomen. Tabel 6
Waterhuishouding
Openbaar Groen
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Energiekosten en belastingen
Raming Toelichting 2011
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Kosten beleid en beheer
33
Dagelijks/preventief onderhoud
2.892 Inclusief kapitaallasten en interne bedrijfskosten
Groot onderhoud herinrichtingen en reconstructies
117 Inclusief interne bedrijfskosten
Groot onderhoud
Totalen De totale oppervlakte groen is 288 hectare
325 475
476
78
Raming Toelichting 2011 227
Dagelijks/preventief onderhoud
1
Kosten beleid en beheer
Totalen
Tabel 7
54 3.198
3.173
Paragrafen
Vertaling in begroting De cijfers in onderstaande tabel zijn inclusief het effect van dagelijks en groot onderhoud van het Gembipark. Grootschalige onderhoudsinvesteringen en renovaties worden opgenomen in het investeringsprogramma en gedekt uit de voorziening ‘Groot onderhoud gebouwen’.
Gebouwen (diverse programma’s) Beleidskader Het meerjarenonderhoudsprogramma is aan vernieuwing toe. Er is onvoldoende inzicht voor afwegingen en planning van groot onderhoud. Vanuit de eerste gegevens (Brinksysteem) blijkt dat het onderhoudsfonds de komende jaren niet toereikend is voor het benodigde groot onderhoud. De oorzaak hiervan en de mogelijke keuzes hierin worden transparant gemaakt. De afgelopen jaren zijn er twee grote gebouwen opgeleverd, het Gembipark en Cool, die onderhoud vragen. Onderhoudskosten zijn door de wijze van inrichting en oprichting hoog. De kosten van onderhoud en daarmee gepaard gaande financiële risico’s moeten in beeld gebracht worden. Het is noodzakelijk een betrouwbaar beeld te schetsen van de beheer- en onderhoudslasten voor de lange termijn. Uitgangspunt in het coalitieakkoord is behouden wat gerealiseerd is.
Tabel 8
Gemeentelijke- en welzijnsgebouwen
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Energiekosten en belasting
79
62
Kosten beleid en beheer
196
Dagelijks/preventief onderhoud
352 Inclusief interne bedrijfskosten
Storting in voorziening groot onderhoud
311
Totalen
Financiële consequenties De jaarlijkse onderhoudskosten zijn gebaseerd op het onderhoudsplan. Grootschalige investeringen en renovaties zijn apart geraamd.
Raming Toelichting 2011
861
921
Raadsbegroting 2011
Onderhoud bermen en bermsloten
Verkeer
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
(Diverse programma’s)
Beleidskader Voor het onderhoud van bermen en bermsloten zijn de keurvoorschriften van het Hoogheemraadschap HHNK leidend. Daarnaast krijgen de bermen in het buitengebied vanwege uitzichthoeken extra aandacht.
Beleidskader Het aanleggen en in standhouden van de verkeersvoorzieningen geschiedt enerzijds conform de landelijke richtlijnen en uitgangspunten van het beheerplan ‘Bewegwijzeringen & Bebordingen’ en anderzijds op basis van praktijkervaringen. Aan de uitvoering van ‘Duurzaam Veilig II’, zoals door de raad vastgesteld in 2004, wordt prioriteit gegeven op basis van de vastgestelde cyclus herinrichting van (woon)wijken. Daarnaast worden jaarlijks twee ‘black spots’ aangepakt en worden de verkeersregelinstallaties (VRI’s) periodiek vervangen. Voor het actueel houden van ons verkeersmodel worden periodieke tellingen gehouden.
Financiële consequenties Via de vaststelling van de onderhoudsniveaus worden de bijbehorende jaarlijkse budgetten bepaald. Vertaling in begroting Er is een structureel budget beschikbaar. Tabel 9
Onderhoud bermen en bermsloten
Raming 2010
Kosten beleid en beheer
Raming Toelichting 2011 7
Dagelijks/preventief onderhoud
221 Inclusief interne bedrijfskosten
Groot onderhoud Totalen
Financiële consequenties De kosten voor het beheer en onderhoud van de verkeersvoorzieningen zijn gebaseerd op de uitgangspunten van het beheerplan en van landelijke richtlijnen. Voor het dagelijks en preventief onderhoud zijn structurele budgetten beschikbaar. Ook zijn de vervangingsinvesteringen voorzien in de begroting. De huidige budgetten zijn toereikend voor het dagelijks en groot onderhoud.
Bedragen x € 1.000
10 Reservering baggeren buitengebied 243
Vertaling in de begroting De financiële gevolgen van het dagelijks en groot onderhoud zijn opgenomen in de begroting.
238
80
Paragrafen
Tabel 10
Verkeer
Raming 2010
151 Verkeersvoorzieningen
Verkeerszaken algemeen
253
Duurzaam Veilig
105 Jaarlijks twee blackspots en snelheidsremmende voorzieningen bij herinrichtingen en reconstructies
Dagelijks onderhoud
217 Inclusief energiekosten
Groot onderhoud
152 Inclusief kapitaallasten 908
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
Raming Toelichting 2011
Kosten beleid en beheer
Totalen
Openbare Verlichting
Bedragen x € 1.000
Beleidskader In de nieuwe woon- en werkgelegenheidsgebieden alsmede bij fietspaden wordt openbare verlichting conform de ‘Nederlandse Praktijk Richtlijn (NPR)’ aangelegd. Bij eventuele tekorten aan een voldoende verlichtingsniveau wordt bij groot onderhoud cq. herinrichting van de buitenruimten uitgegaan van bijplaatsing van openbare verlichting tot het niveau van minimaal 10 30% onder de NPR. Het beleidsplan ‘Openbare verlichting 2005’ wordt op zeer korte termijn vervangen door een nieuw plan (inclusief de daarbij behorende financiële consequenties). Door de raad is in 2006 het beleid ‘Categorisering fiets- en voetpaden ten behoeve van verlichting’ vastgesteld en in 2008 het beleid Openbare verlichting in relatie tot het Keurmerk Veilig Wonen. Jaarlijks wordt het meerjaren groot onderhoud- en vervangingsplan aangepast.
878
Herinrichtingen Bij de herinrichting van woonwijken worden de reguliere vervangingen en de aanpassingen in het kader van ‘Duurzaam Veilig’ integraal met de overige werkzaamheden uitgevoerd.
Financiële consequenties De kosten voor beheer en onderhoud worden bepaald op basis van de uitgangspunten van het beleids- en beheerplan. Het groot onderhoudbudget wordt jaarlijks aan de voorziening ‘Groot onderhoud’ toegevoegd. Die voorziening wordt besteed op basis van het meerjaren onderhoudsplan. Voor groot onderhoud is € 343.000 beschikbaar. Vertaling in begroting De volledige exploitatielasten zijn structureel geraamd.
81
Raadsbegroting 2011
Tabel 11
Openbare verlichting
Raming 2010
144
Kosten beleid en beheer
144
Dagelijks onderhoud
332 Inclusief schades, revisie, kapitaallasten en interne bedrijfskosten
Storting in voorziening groot onderhoud
310 Conform het meerjaren groot onderhoud en vervangingsplan
Aanpassen verlichtingsniveau
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
Raming Toelichting 2011
Energiekosten
Totalen
Straatreiniging
Bedragen x € 1.000
Beleidskader Het beleidskader is in 2000 vastgelegd in de vorm van straatreiniging op basis van beeldkwaliteit. Door de raad zijn in januari 2008 besluiten genomen met betrekking tot het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij het onderhoud van verhardingen. Financiële consequenties Via de vaststelling van de onderhoudsniveaus zijn de bijbehorende structurele budgetten vastgelegd. De beschikbare budgetten zijn toereikend om het vastgestelde programma te realiseren.
33 865
Vertaling in begroting De totale exploitatielasten zijn structureel geraamd.
963
De totale lasten zijn gebaseerd op 10.361 lichtpunten. Tabel 12
Herinrichting Het ontbrekende budget voor de aanpassing van het verlichtingsniveau van € 72.000 wordt tot op heden betrokken bij de jaarlijkse kredietaanvraag voor herinrichting van wijken. Via een jaarlijks raadsbesluit over groot onderhoud wijken wordt de omvang van het extra budget bepaald. De extra investeringslasten zijn onderdeel van dat voorstel.
Straatreiniging
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Kosten beleid en beheer
39
Dagelijks onderhoud Subtotaal Doorbelasting Totalen 1)
82
Raming Toelichting 2011
857 Inclusief interne bedrijfskosten 868
896
-520
-596
348
300
1)
Conform het beleid en wettelijke kaders worden lasten doorberekend naar kosten van: • Riolering € 268.000 • Afvalstoffenverwerking € 328.000 € 596.000
Paragrafen
Sneeuw- en gladheidbestrijding
Speelvoorzieningen
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
(Programma 2 ‘Stedelijk beheer’)
Beleidskader Basis is het door de raad in 2006 vastgestelde ‘Gladheidbestrijdingsplan 2006 – 2010’. Daarin is onder andere opgenomen waar wordt gestrooid, binnen welke tijden en op welke wijze op gladheid wordt gereageerd. Dit plan wordt jaarlijks geactualiseerd. Eind 2006 is het strooibeleid geëvalueerd. Daarbij zijn ook het strooibeleid van de andere wegbeheerders (het HHNK en de provincie) en de gevolgen van het strooibeleid in de woonwijken in relatie tot aanrijtijden van de brandweer en andere hulpverleningsdiensten betrokken. Dit heeft vanaf 2007 geleid tot aanpassing van de routes en verhoogde dienstverlening.
Beleidskader De spreiding en omvang van de speelvoorzieningen in wijken is gebaseerd op de beleidsplannen ‘Speelplan Heerhugowaard voor nu en de toekomst’ en ‘Spelen in Zuidwijk’. Het onderhoud wordt uitgevoerd met inachtneming van de wettelijke veiligheidsnormen en de geldende richtlijnen uit het Attractiebesluit. In 2008 is het beheerplan ‘Spelen’ opgesteld. Financiële consequenties De kosten voor beheer en onderhoud van de speelterreinen zijn gebaseerd op de bovenvermelde richtlijnen. De jaarlijkse kosten van instandhouding bedragen € 415.000. De structurele lasten voor groot onderhoud zijn gemiddeld € 179.000. Via de Voorjaarsnota 2009 is vanaf 2010 taakstellend € 50.000 aan het beschikbaar budget toegevoegd om ook de vervanging van speeltoestellen te kunnen bekostigen.
Financiële consequenties De kosten voor de ‘standaard’-activiteiten zijn gebaseerd op 21 strooiacties. Het beleidskader gaat uit van een inspanningsverplichting die is gekoppeld aan externe omstandigheden. Eventuele afwijkingen worden in de bestuursrapportages (buraps) gemeld.
Vertaling in begroting In de begroting zijn alleen de structurele lasten voor instandhouding opgenomen. De lasten van groot onderhoud worden jaarlijks aanvullend geraamd op basis van het raadsvoorstel over groot onderhoud wijken.
Vertaling in begroting De totale exploitatielasten zijn structureel geraamd. Tabel 13
Sneeuw- en gladheidsbestrijding
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Kosten beleid en beheer
Speelvoorzieningen
6
Dagelijks onderhoud Totalen
Tabel 14
Raming Toelichting 2011
164
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Raming Toelichting 2011
Kosten beleid en beheer
120
141 Inclusief interne kosten
Dagelijks/preventief onderhoud
203 Inclusief kapitaallasten en interne kosten
147
Groot onderhoud (incl. kap. lasten) Totalen
92 376
415
De raming is gebaseerd op 727 speeltoestellen en 135 sporttoestellen.
83
Raadsbegroting 2011
Herinrichtingen In het verleden werden de noodzakelijke investeringen voor speelvoorzieningen in het kader van herinrichting wijken gedekt vanuit het budget GO wijken. Dit laatste is niet langer meer het geval. De noodzakelijke investeringen voor speelvoorzieningen maken onderdeel uit van het onderhoudsbudget.
Straatmeubilair (Programma 2 Stedelijk beheer) Beleidskader In de begroting 2011 is dit product als kapitaalgoed toegevoegd. In 2011 zal een beleidskader worden geformuleerd. Financiële consequenties De in deze nieuwe rubriek genoemde bedragen zijn niet nieuw, maar komen voort uit verschillende bestaande producten. Vertaling in begroting De volledige exploitatielasten zijn structureel geraamd. Tabel 15
Straatmeubilair
Bedragen x € 1.000
Raming 2010
Energiekosten
8
Kosten beleid en beheer
43
Dagelijks/preventief onderhoud
97
Inkomsten reclame Totalen
84
Raming Toelichting 2011
-170 0
-22
Paragrafen
Paragraaf D.
Financiering / Treasury
Algemeen
Periodiek wordt deze informatie geactualiseerd waardoor een zo betrouwbaar en duidelijk mogelijk inzicht bestaat in de toekomstige financieringsbehoefte en de wijze waarop in deze behoefte kan worden voorzien.
Het treasurybeleid is op hoofdlijnen vastgelegd in het treasurystatuut. Dit statuut is in 2008 geactualiseerd. De aanpassingen zijn mede gebaseerd op de herziening van de ‘Wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden)’. Daarnaast is de heersende financiële en economische crisis van invloed geweest op de aanpassing van enkele artikelen, zoals de aanscherping van de criteria die bepalend zijn voor het uitzetten van middelen. Het geactualiseerde statuut is door de raad op 16 december 2008 vastgesteld en met ingang van 1 januari 2009 in werking getreden.
Vooruitzichten Intern Uit de meerjaren prognose blijkt dat in de komende jaren grote investeringen gedaan zullen worden, waardoor een grote liquiditeitbehoefte ontstaat. Voor een belangrijk deel hebben deze investeringen betrekking op de ontwikkeling van de grondexploitaties Heerhugowaard-Zuid, De Draai en De Vork alsmede op investeringen, die voortvloeien uit de Nota Bovenwijkse Kosten (NBK).
Ten behoeve van de korte en lange termijn financieringsplanning wordt gewerkt met een liquiditeitsprognose. Deze prognose geeft inzicht in de financiële inkomsten- en uitgavenstromen en bestaat uit de volgende onderdelen: • een jaarprognose, waarin op maandniveau de verwachte mutaties zijn opgenomen; en • een meerjaren prognose over een periode van vijf jaar, waarin per jaar een beeld wordt gegeven van de verwachte financiële ontwikkelingen.
In 2010 zijn twee fixe geldleningen van € 20 miljoen, met een looptijd van respectievelijk vijf en zes jaar en een rentepercentage van 2,36% en 2,61% afgesloten bij de BNG. Deze leningen waren voornamelijk noodzakelijk vanwege grondaankopen in De Draai en De Vork. Op grond van de huidige inzichten zal er in 2011 wederom een beroep moeten worden gedaan op de kapitaalmarkt. Uw raadscommissie Middelen wordt geïnformeerd zodra er geldleningen zijn afgesloten.
De prognose wordt opgebouwd aan de hand van informatie over: • de lopende exploitatie en het daaruit voortvloeiende meerjarenperspectief; • de grote projecten / investeringen; • grondexploitaties; • vervangingsinvesteringen; en • geplande uitgaven voor groot onderhoud.
Extern Als gevolg van de aanhoudende economische crisis heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de rentepercentages onveranderd gelaten op 1,0% (bron: ECB). Omdat de economische groei voor het jaar 2011 in de eurozone zal blijven steken op 1,2%, verwacht de BNG dat de ECB zijn monetaire beleid zeker tot medio 2011 ongemoeid zal laten (bron: BNG).
85
Raadsbegroting 2011
Financieringsstructuur In tabel 2 is de financieringsstructuur van de gemeente weergegeven.
In de eerste zeven maanden van 2010 daalden de rentetarieven voor zowel de middellange termijn (één tot tien jaar) als de lange termijn (tien jaar en langer) met respectievelijk gemiddeld 0,7% en 0,6%. De rentetarieven voor een 10-jaars lineaire lening liggen medio juli 2010 rond de 2,8%. Door de verwachte aantrekkende economische groei is de verwachting van de BNG dat de rentes vanaf medio 2011 licht zullen gaan stijgen (bron: BNG).
Bedragen x € 1.000
Tabel 2. Financieringsstructuur
31-12-2008
31-12-2009
31-12-2010
31-12-2011
111.774
106.054
106.966
104.629
62.754
60.075
97.393
94.7104)
174.528
166.129
196.222
199.339
• algemene dienst
145.525
144.411
155.461
165.041
• grondexploitaties
37.874
49.179
81.554
99.826
183.399
193.590
237.015
264.867
-8.871
-27.461
-40.793
-65.528
0
5.000
1)
1)
2)
3)
Vaste financieringsmiddelen
Huidige financiële positie
• Reserves en voorzieningen • Geldleningen
In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de samenstelling en omvang van de afgesloten vaste geldleningen per medio juli 2010. Bedragen x € 1.000
Tabel 1
Omschrijving Lening
Totaal
Looptijd lening
Aanvang Rente lening percentage
Boekwaarde investeringen
Stand lening 01-01-2011
Totaal ING Investment Management
40 01-11-1991
5,2300
2.443
Bank Nederlandse Gemeenten
25 23-03-2005
4,0650
12.000
Nederlandse Waterschapsbank
25 15-08-2005
3,6149
12.000
Nederlandse Waterschapsbank
25 02-01-2006
3,6849
4.200
Bank Nederlandse Gemeenten
30 15-05-2007
4,6000
13.250
Bank Nederlandse Gemeenten
20 02-07-2008
5,1000
5 28-06-2010
2,3600
20.000
Bank Nederlandse Gemeenten
6 30-06-2010
2,6100
20.000
Totaal
b.
Saldo vaste financieringsmiddelen (a-b) Vorderingen op korte termijn Call- en kasgelddeposito’s 1)
is niet bekend op begrotingsbasis op basis van geactualiseerde begroting 2010 op basis van begroting 2011 4) op basis van huidige leningenportefeuille
13.500
Bank Nederlandse Gemeenten
a.
2) 3)
Rentevisie De gemeente hanteert als rentevisie de visie van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Die visie wordt ook gebruikt bij de bepaling van de jaarlijkse uitgangspunten voor de begroting en de meerjarenramingen. Op grond daarvan is 4,00% rente de basis voor de begroting 2011 en de ramingen tot en met 2014. Daarnaast wordt naar aanleiding van de
97.393
De lening van ING Investment Management heeft een rente vaste looptijd van 10 jaar en zal in 2011 moeten worden herzien.
86
Paragrafen
Voorjaarsnota 2008 sinds 2009 rekening gehouden met hogere rentelasten in de raadsbegrotingen. Wanneer er sprake is van effecten van renteontwikkelingen die afwijken van onze (meerjaren) ramingen, dan wordt hierop in de tussentijdse rapportages teruggekomen.
De ‘Wet FIDO’ geeft door middel van de renterisiconorm aan hoe hoog deze renteverhogingen gedurende een boekjaar mogen zijn. Deze norm bedraagt nu een percentage (20%) van het begrotingstotaal voor het betreffende begrotingsjaar, welke niet mag worden overschreden. Naar aanleiding van deze wijziging is een nieuwe modeltabel voor de berekening van de renterisiconorm voorgeschreven. In tabel 3 is de renterisiconorm voor de gemeente becijferd.
Financiële risico’s
Bedragen x € 1.000
Tabel 3. Renterisiconorm
Voor de beheersing van onze financiële risico’s bij het aantrekken en uitzetten van geldmiddelen wordt gebruik gemaakt van de instrumenten uit het treasurystatuut en van de ‘Wet FIDO’.
Variabelen Renterisico(norm)
Renterisico Met het renterisico wordt gedoeld op het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten als gevolg van wijzigingen van het rentepercentage op geldleningen en gelduitzettingen. Bij de beoordeling van dit risico wordt gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet en van de wettelijk verplichte renterisiconorm. De kasgeldlimiet wordt op basis van de ‘Wet FIDO’ gehanteerd voor de beheersing van de renterisico’s op korte termijn. De kasgeldlimiet is een percentage (8,50%) van de totale omvang van de begroting, uitgedrukt in geld. Het gemiddelde saldo van de netto vlottende schuld (= het saldo van alle schulden en middelen/vorderingen met een looptijd korter dan één jaar) moet onder deze limiet blijven. De verhouding van de netto vlottende schuld tot de kasgeldlimiet wordt gedurende het begrotingsjaar per kwartaal berekend.
2011
2012
2013
2014
Rente herziening
1.
0
2.442
0
0
Aflossing
2.
2.681
2.650
2.650
2.650
Renterisico (1+2)
3.
2.681
5.092
2.650
2.650
Renterisiconorm
4.
26.170
26.170
26.170
26.170
Ruimte onder renterisiconorm (4>3)
5a.
23.489
21.078
23.520
23.520
Overschrijding renterisiconorm (3>4)
5b.
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal jaar T
4a.
130.851
Percentage regeling
4b.
20%
4.
26.170
Renterisiconorm ((4a x 4b)/100)
Kredietrisico Het kredietrisico gaat over de kans op een waardedaling van een vordering als gevolg van het niet (tijdig) nakomen van de verplichtingen door de wederpartij. In tabel 4 zijn deze risico’s weergegeven. Het gaat dan om de door de gemeente aan derden verstrekte gelden (kredieten) en/of garanties voor de rente- en aflossingsverplichtingen van geldleningen.
De renterisiconorm heeft betrekking op het renterisico op lange(re) termijn. Het renterisico is de optelsom van de eventueel hogere rente die: • gedurende een jaar verschuldigd wordt als gevolg van renteherzieningen op bestaande leningen; en • betaald moet worden door herfinancieringen gedurende het jaar.
87
Raadsbegroting 2011
Nationale Hypotheek Garanties (NHG) per 1 januari 2011 wordt beëindigd en dat de NHG wordt gecontinueerd met een 100% achtervangfunctie van het Rijk.
Bedragen x € 1.000
Tabel 4. Vlottende schuld en garanties
31-12-2008
31-12-2009
31-12-2010
31-12-2011
-891
-1.967
1)
1)
0
0
1)
1)
-891
-1.967
1)
1)
107.429
131.703
133.831
130.737
12.145
14.711
12.497
11.827
119.574
146.414
146.327
142.564
Vlottende schuld In rekening courant banken In rekening courant stichtingen Totaal
Begrotingsgegevens EMU Het EMU-saldo (EMU = Europese Monetaire Unie) is het verschil tussen inkomsten en uitgaven van de overheid. Een negatief saldo geeft aan dat de overheid een tekort heeft: de uitgaven zijn groter dan de inkomsten. Het EMU-saldo van de lokale overheden telt mee voor dat saldo van de totale Nederlandse overheid en draagt daarmee dus bij aan het EMU-tekort of overschot van de gehele overheid.
Garanties Achtervangfunctie woningcorporaties Diverse plaatselijke instanties Totaal
In het Verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Op basis van de ‘Wet FIDO’ behoort ingrijpen tot de mogelijkheden bij een dreigende overschrijding van het 3% EMU-tekort voor zover dit wordt veroorzaakt door een ongewenste ontwikkeling van het saldo van de lokale overheid.
Uit de tabel blijkt dat het grootste deel leningen aan woningbouwcorporaties betreft. Deze leningen zijn gewaarborgd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Wanneer corporaties hun rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomen, kan de geldgever op grond van de garantstelling deze bedragen in eerste instantie verhalen bij dat fonds. Als het Waarborgfonds niet in staat is aan de verplichtingen te voldoen, kan de gemeente (als achtervanger) worden aangesproken tot het bedrag waarvoor de gemeente garant staat. Het Waarborgfonds heeft ruime reserves. De kans dat gemeenten op enigerlei wijze worden aangesproken op de achtervangfunctie is gering. De gemeente staat (als achtervanger) garant voor 50%. De bedragen in tabel 4 gaan over dat gedeelte van de leningen waarvoor de gemeente garant staat.
Afspraak is dat het EMU-saldo in de begroting van de lokale overheden wordt opgenomen, zodat er inzicht is in de ontwikkeling daarvan. Hiervoor wordt de modeltabel 5 gehanteerd.
Tussen de VNG en het Rijk is afgesproken dat de achtervangfunctie van de gemeenten ten aanzien van nieuwe borgstellingen in het kader van de
88
Paragrafen
Tabel 5. EMU-saldo
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
-
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
1
Exploitatiesaldo voor toevoeging aan cq. onttrekking aan reserves (BBV artikel 17c).
-2.811
-2.549
-3.387
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
6.296
6.996
6.385
3
Brutodotaties aan voorzieningen t.l.v. exploitatie
3.587
4.391
3.702
4
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële activa die op de balans worden geactiveerd
8.971
5.421
4.769
5
Ontvangen bijdragen van rijk, provincie, Europese Unie en overige instanties, die in mindering komen op sub 4
1.531
922
811
Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.
43.058
36.696
26.155
13.127
18.424
29.081
3.883
5.149
4.206
-34.182
-19.082
1.462
+
6a
-
6b
-
7
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
+
8a
Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs)
-
8b
Boekwinst op grondverkopen
-
9
-
10
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks t.l.v. de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten
-
11
Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen
Betalingen ten laste van de voorzieningen
Berekend EMU-saldo
Uit de tabel blijkt dat voor 2010 en 2011 een negatief EMU-saldo wordt verwacht. Belangrijkste veroorzakers hiervan zijn de geraamde uitgaven voor een aantal grondexploitatieprojecten. Die lasten zijn geconcentreerd in de komende jaren en worden in de latere jaren als gevolg van de verwachte grondverkopen weer ‘terugverdiend’. Betalingen ten laste van de voorzieningen betreffen investeringen in het kader van groot onderhoud. Het geraamde bedrag is gebaseerd op de liquiditeitsprognose.
89
Raadsbegroting 2011
90
Paragrafen
Paragraaf E.
Bedrijfsvoering
Inleiding
Om deze vier vernieuwingen te doen slagen en Heerhugowaard haar kansen te doen laten pakken, hebben we als gemeente Heerhugowaard een duidelijke visie:
‘De enige constante factor die we kennen is verandering.’ Deze zin geeft in een notendop aan hoe snel de externe ontwikkelingen binnen de Nederlandse gemeenten zich voordoen. Wij, als gemeente Heerhugowaard, zien deze veranderingen als kansen. Kansen om onze dienstverlening te verbeteren.
Door continu te investeren in de kwaliteit, integraliteit en efficiency van de organisatie, haar processen, haar systemen en haar mensen zijn we in staat onze basis op orde te krijgen. Vanuit deze basis kunnen we onze bedrijfsvoering professionaliseren en zodoende effectief aansluiten op de veranderingen in de samenleving.
Professionele bedrijfsvoering is zo’n kans: het succesvol vertalen van alle externe veranderingen naar interne oplossingen. Om dit in een keer goed te doen, moeten we er met zijn allen voor zorgen dat we de basis op orde hebben. Dan zijn we klaar om alle verbeteringen, veranderingen en verplichtingen optimaal door te voeren.
We doen het in Heerhugowaard momenteel goed, getuige onderstaande resultaten: • In het kader van kwaliteit behoren we tot de 100 beste werkgevers van Nederland. • Met een waardering van 7,8 zijn onze medewerkers ruimschoots tevreden over ons als werkgever: dat is namelijk het cijfer dat is gegeven in het medewerkertevredenheidsonderzoek (MTO) dat in 2009 is gehouden. • Met betrekking tot integraliteit zijn we hard op weg richting excellente gemeente en wordt er actief gewerkt met het zogenaamde ‘spinnenweb’. • Voor wat betreft efficiency is met de digitalisering van de documentenstroom een grote stap voorwaarts gemaakt.
Het fundament waarop we als organisatie voortbouwen is de Stadsvisie 2005 - 2015. Heerhugowaard is zowel een stad als een organisatie van kansen. Die kansen willen we aanpakken maar wel in de maat en het tempo die aansluiten bij de veranderingen in de samenleving. De samenleving verandert constant. Om onze dienstverlening daarop af te stemmen verandert ook onze organisatie permanent. Al die veranderingen manifesteren zich in de volgende vernieuwingen: • vernieuwende manier van werken: meer samenwerken, integraal, projectmatig, meer regie; • vernieuwende organisatie: open transparant, extern georiënteerd, flexibel; • vernieuwende wijze van leidinggeven: coachend, commitment, zelfsturing; en • vernieuwende faciliteiten: huisvesting, flexwerken, digitalisering.
Deze succesverhalen zetten het pleidooi om juist te blijven investeren in kwaliteit, integraliteit en efficiency, extra kracht bij.
91
Raadsbegroting 2011
Verbetermogelijkheden
•
Investeringen in kwaliteit, integraliteit en efficiency bieden ons enorme kansen op verbeteringen in de bedrijfsvoering. Het betreft: 1. Personele kwaliteit. 2. Personele capaciteit. 3. Juridische kwaliteitszorg. 4. Één organisatie, één informatievoorziening: basisregistraties. 5. Kwaliteit informatie. 6. Budgetcyclus en risicomanagement. 7. Communicatie.
• • • •
Kwalitatieve uitwerking van het ‘Strategisch personeelsplan 2009 - 2014 (SPP)’ met o.a. uitwerking leiderschap en eigenaarschap; Wervingsstrategie; Loopbaaninstrumenten; Organisatieontwikkeling; Talentmanagement.
Integriteit Als uitkomst van een gezamenlijk nadenken over integriteit van organisatie en bestuur zijn in 2008 de uitgangspunten voor integriteitsbeleid verwoord en vastgesteld in het brondocument ‘Elementen integriteit voor bestuur en ambtelijke organisatie van de gemeente Heerhugowaard’. Er is tevens een ‘platform integriteit’ ingesteld om zaken af te stemmen en mogelijke initiatieven te bespreken. Eind 2010 wordt voor management en bestuur een training morele oordeelsvorming verzorgd. In 2011 wordt de basis van het integriteitsbeleid verder versterkt door gefaseerd het personeel ook zo’n training aan te beiden. Hiermee wordt voldaan aan het uitgangspunt van ‘gelijk opgaan van bestuur en organisatie’ bij de aanpak van integriteitsbevordering.
1. Personele kwaliteit Nieuwe strategische uitdagingen, standaardisering, afname van routinematig en administratief handwerk, toename in ICT gebruik (en dus ook beheer daarvan), klantgericht werken, integere overheid en het portaal van de overheid. Dit is zomaar een greep uit de veranderingen die ons de komende tijd te wachten staan. ‘We moeten de kwaliteit van ons huidige en toekomstige personeel waarborgen.’
2. Personele capaciteit Er komt een aantal ontwikkelingen op ons af die het voor ons onmogelijk maakt om te garanderen dat we voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel hebben en houden.
Dit vergt veel nieuwe kennis en competenties van onze huidige en toekomstige werknemers. Voor deze laatste categorie vergt dit een ander profiel. We moeten de kwaliteit van ons huidige en toekomstige personeel waarborgen. Een kwalitatief goed personeelsbestand vormt namelijk het fundament voor professionele bedrijfsvoering. Willen we dus verder bouwen aan het professionaliseren van onze bedrijfsvoering, dan moeten we beginnen bij de kwaliteit van het personeel. In dit kader staan de volgende projecten op de agenda:
De belangrijkste ontwikkeling is een steeds meer knellende krapte op de arbeidsmarkt. Dit komt doordat er steeds minder jongeren afstuderen, er een steeds grotere vraag is naar HBO/academisch geschoolde, alle bedrijven met hetzelfde probleem zitten en de overheid 9% minder betaalt dan het bedrijfsleven aan HBO/academisch geschoolde.
92
Paragrafen
Daarbij komt nog dat de landelijke overheid steeds hogere eisen stelt aan de gemeenten. Die worden steeds meer het portaal van de overheid. Ook zullen wij steeds efficiënter moeten werken om met hetzelfde aantal formatieplaatsen steeds meer en moeilijker werk te kunnen doen. Dit heeft als effect dat het benodigde opleidingsniveau voor het werk bij de gemeenten nóg meer toeneemt c.q. toe moet nemen. Het is daardoor te voorzien dat het steeds moeilijker wordt om voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden voor onze werkzaamheden.
•
• • •
Daarnaast moet, als gevolg van de huidige economische situatie, rekening worden gehouden met een vermindering van de ambtelijke capaciteit als gevolg van verdwijnende/ veranderende taken. Verdere uitkristallisering hiervan zal in 2011 zijn beslag krijgen.
•
• •
3. Juridische kwaliteitszorg Juridische kwaliteitszorg heeft tot doel om op het juridische taakveld tot verbetering van de bedrijfsvoering te komen. De leidende vraag is dan ‘Hoe organiseer je kwaliteit?’ De manier waarop dat gebeurt, lijkt in sterke mate op de taakvelden risicomanagement en financial control. Met deze taakvelden zal dan ook nauw worden samengewerkt ter bevordering van de integraliteit van de bedrijfsvoering.
Juridisch advies en juridische control is functioneel en in de persoon gescheiden, de centrale juridische adviesformatie is op sterkte en proactief dienstverlenend richting sectoren; de verhouding tot de juridische functie binnen de sectoren is helder; Het Juridisch Beraad is een vaste waarde bij het delen van juridische kennis en het ontwikkelen van vaardigheden; Implementatie van nieuwe wetgeving wordt tijdig geïnitieerd en waar nodig centraal begeleid; Incompany cursussen via de HHW academie houden juridische medewerkers op het vereiste kennisniveau; Ondersteund door kwartaalrapportages en jaarverslagen wordt door het management gestuurd op het bezwaarproces en de onderliggende (primaire) kwaliteit; Centrale juristen worden betrokken bij inhuur extern juridisch advies; Juridische check van B&W adviezen.
De volgende activiteiten zijn nog ‘onder constructie’: • Contractenbank; • Een digitale juridische kennisbank. Bij de wijze waarop juridische kwaliteitszorg wordt vormgegeven wordt aangesloten bij de stadsvisie zoals deze is neergelegd in de notitie: ‘Stad van kansen, organisatie van kansen’ en de cultuurwaarden van ‘IK DURF!’. Dat betekent initiatief nemen om te komen tot niet bureaucratische kaders en instrumenten voor de sectoren ter ondersteuning van hun integrale verantwoordelijkheid: vraag-, resultaat- en mensgericht.
In 2007 is gestart met een systematische borging van juridische kwaliteit. Er is een ‘legal quick scan’ gedaan en de aanbevelingen zijn uitgewerkt. Van de ontwikkelfase in 2007 naderen we in 2010/2011 de beheerfase door o.m. de volgende blijvende activiteiten:
Integratie van de doelstellingen van juridische kwaliteitszorg met die van deregulering en pre-mediation blijft een voortdurend streven.
93
Raadsbegroting 2011
4. Één organisatie, één informatievoorziening: basisregistraties De realisatie van onze ambities, wettelijke ontwikkelingen (basisregistraties) en ‘last-but-not least’: de klant verwacht van de overheid dezelfde (digitale) service die hij elders (een bank, de bibliotheek of een telefoniebedrijf) krijgt. Hij weet dat die service kan worden geboden en verwacht die ook van ons. Deze ontwikkelingen versterken de noodzaak om als één organisatie samen te werken om onze informatievoorziening op orde te hebben, om onze gegevens in één keer goed te registreren en op eenvoudige wijze toegankelijk maken voor (her)gebruik.
5. Kwaliteit informatie Een essentieel uitgangspunt voor professionele bedrijfsvoering is dat relevante (financiële) informatie tijdig, volledig en juist beschikbaar is. ‘De kwaliteit van de informatie, de basis op orde, is het fundament waarop de planning- en controlcyclus (budgetcyclus) steunt.’ Blijvende aandacht is nodig om het huidige niveau van informatie te handhaven en om verbeteringen aan te brengen. Daarbij richten we ons in de komende jaren naast financiële informatie en control, in toenemende mate op de informatiestromen rondom de basisregistraties en communicatie met de klant. Dit vraagt om verduidelijking van administratieve werkwijzen. Die wordt niet alleen bereikt door het opstellen van heldere eenduidige procedures en regels maar vooral ook door het communiceren en uitdragen aan diverse betrokkenen over nut en noodzaak van deze werkwijzen. Het resultaat moet zijn dat we binnen de organisatie een gemeenschappelijk beeld hebben van de uitgangspunten en de principes die we hanteren bij onze werkwijzen en bij het afleggen van de verantwoording daarover.
Wij zijn een complexe organisatie die zich voortdurend aanpast aan maatschappelijke en wettelijke ontwikkelingen. Samenwerking om onze informatievoorziening op peil te houden vergt daarom overzicht en coördinatie. Dat krijgen we onder andere door een goede informatiearchitectuur. Zo’n architectuur vervult in veel opzichten een vergelijkbare rol met de architectuur van de bouwwereld. Het is een hulpmiddel om: • Een gemeenschappelijk beeld te creëren, het ondersteunt dus de communicatie; en • De samenhang tussen bedrijfsdoelstellingen, organisatie en informatievoorziening te bewaken.
6. Budgetcyclus en risicomanagement Wij willen dat aan de hand van de diverse documenten in onze budgetcyclus (planning- en controlcyclus) de gebruikers (raad, bestuur en management) het met elkaar hebben over de ‘echte’ onderwerpen om onze doelen te bereiken.
Standaardisatie en goede afstemming van facilitaire processen op de werkprocessen van de sectoren vormen de randvoorwaarden om administratieve handelingen ‘in één keer goed’ te laten verlopen. Door de voortgangsinformatie van alle backoffice-applicaties door te sluizen naar één gemeenschappelijk zakensysteem, kan de burger daadwerkelijk benaderd worden als iemand die wij kennen (de klant in ons hart) en die wij niet naar de bekende weg hoeven te vragen. Het zal duidelijk zijn dat al deze ontwikkelingen vragen om een andere manier van samenwerken en dat de intensievere inzet van ICT-middelen leidt tot behoefte aan de versterking van de aanwezige kennis, zowel centraal als decentraal (in de sectoren).
‘Waar kan het misgaan? Waar moeten we extra alert zijn?’ Bij de wijze waarop nu inhoud wordt gegeven aan de budgetcyclus, constateren we dat op onderdelen van deze cyclus de tijd en inspanning, die daarmee is gemoeid, niet opweegt tegen de bijdrage aan de mogelijkheden tot sturing en beheersing.
94
Paragrafen
Een oplossingsrichting om onderdelen hiervan, zoals sectorplannen en tussentijdse informatievoorziening (bestuursrapportages), een meer werkbaar en levend instrument te laten zijn, is om deze te beperken en toe te spitsen op díe onderwerpen die kritisch zijn voor de realisatie van college- en raadsdoelen. De budgetcyclus zal zich meer moeten richten op vragen en behoeften bij de gebruikers (raad, bestuur en management). De volgende mogelijkheden kunnen worden gebruikt om het nut en de toegevoegde waarde van de budgetcyclus te versterken: • Stimuleren en organiseren van een dialoog binnen organisatie en bestuur over de inrichting. Welke vragen en behoeften zijn relevant en moeten aan bod komen en welke informatie is minder van belang? Het merkbare resultaat zal zijn dat de omvang van documenten kleiner wordt. • Het risicomanagement versterkt de focus in de budgetcyclus op aspecten die kritisch zijn voor de realisatie van doelen.
organisatie, waarnaar heel gericht de communicatiekaders worden ververst en speerpunten voor de aankomende jaren worden vastgesteld: a) Participatie: Hiermee bedoelen we de omgevingsgerichtheid van onze organisatie. We weten hoe onze omgeving er uit ziet en hoe wij die omgeving kunnen betrekken bij de tot standkoming of uitvoering van ons beleid. Er is behoefte aan: • speciale aandacht voor e-participatie en de inzet van digitale media • handvatten/checklisten bij verschillende beleidprocessen en -onderwerpen • kennis over de mogelijkheden en onmogelijkheden van participatie • kennis over het bereiken van moeilijk bereikbare doelgroepen b) Inbedding van communicatie: Een heldere rolverdeling van communicatie in de organisatie en een goede inbedding van communicatie in besluitvormingsstructuur, • Communicatie moet een onderdeel zijn van elk collegevoorstel. • Er wordt gewerkt aan een stappenplan communicatie dat elke medewerker even kan doorlopen om te kijken of die elementen een rol spelen bij zijn project/onderwerp. • MT wil meer inbreng in de prioriteit van de werkzaamheden van de communicatieadviseurs. • De communicatiekolom zal worden versterkt door het opzetten van een soort vakberaad met een aantal geselecteerde medewerkers.
7. Communicatie ‘Van groei naar bloei betekent een stad die intensief naar haar inwoners en gebruikers luistert en streeft naar dialoog.’ Dáár liggen de kansen voor communicatie. Gaandeweg zal een groter accent komen te liggen op de bestendiging van een goede relatie met onze inwoners. Dit kan alleen als iedere medewerker zijn omgeving kent. En de organisatie als geheel dus omgevinggericht is. Dit betekent dat ook communicatie bij elke medewerker en bestuurslid in het hart moet zitten. Niet alleen informatie geven, maar vooral ook luisteren en de dialoog stimuleren en, meer dan tot nu toe het geval is, de betrokkenen laten meedenken en meebeslissen. Aan de versterking van de dialoog wordt op strategisch niveau gewerkt door de uitvoering van een kwaliteitsmeting van de communicatie van onze
c) Interne communicatie: Integraal denken en werken wordt steeds belangrijker. Er wordt nog te veel binnen de muren van de eigen sector / afdeling gedacht en gewerkt Hiervoor moet sector- en afdelingsoverschrijdend denken worden versterkt. Interne communicatie kan het integraal werken en denken stimuleren en ondersteunen.
95
Raadsbegroting 2011
Personeel
De omvang van de geraamde formatie 2011 neemt met respectievelijk 7 fte (t.o.v. jaarstukken 2009) en 11,79 fte (t.o.v. raadsbegroting 2010) toe tot 421,97 fte. De toename ten opzichte van de jaarstukken 2009 kan o.a. worden verklaard door: • Uitbreiding van formatie op basis van besluitvorming Voorjaarsnota (o.a. Citymarketing) • Uitbreiding van formatie op basis van SPP (o.a. applicatiebeheerders); • Uitbreiding van formatie door de “ruil” van duurdere formatieplaatsen tegen goedkopere plaatsen (budgettair neutraal); • Uitbreiding van formatie door verlaging van inhuurbudgetten (o.a. WOZtaxateur, consulent WMO); • Uitbreiding van formatie ten laste van beschikbare groeibudget.
Permanente aandacht voor personele capaciteit in onze organisatie Op 26 mei 2009 heeft uw raad het ‘Strategisch personeelsplan 2009 - 2014 (SPP)’ vastgesteld. Doel van het SPP is een pro-actief kader te hebben waarmee ten aanzien van het personeel organisatiebreed een kwalitatieve en kwantitatieve richting kan worden vastgesteld teneinde de Heerhugowaard als zijnde een excellente gemeente dichterbij te brengen en een kader te hebben voor formatieve aanpassingen in de periode 2009 tot en met 2014. Het totaalbeeld van die prognose is: • De formatie in 2009 is 414,97 fte. Op basis van de prognoses neemt de formatie de komende vijf jaar enigszins toe. Gelet op het eveneens toenemende aantal inwoners van Heerhugowaard in dezelfde periode neemt de formatie per 1.000 inwoners echter af. • Voor 2009 geldt dat de formatie per 1.000 inwoners 8,09 fte is. Dit is lager dan het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten (8,5 fte per 1.000 inwoners).
Geschetste ontwikkeling van de formatie blijft binnen het door de raad op 26 mei 2009 vastgestelde kader in het Stategisch Personeelsplan (RB 2009042). Formatie voor grondexploitatie en investeringskredieten Een relevant deel van onze personeelsformatie is belast met werkzaamheden voor grondexploitatie en voor investeringswerken. Uit de benchmark die in 2004 is uitgevoerd is ook gebleken dat onze gemeente hierdoor afwijkt van de formatieopbouw van de andere gemeenten uit de vergelijking (die gemeenten hebben geen of een mindere mate van groei). Ter informatie is onderstaand overzicht opgenomen van de personeelskosten die uit budgetten voor grondexploitatie en investeringen worden gedekt. Als gevolg van de huidige economische situatie zal kritisch worden gekeken naar het aandeel van de personeelsformatie waarvoor de grondexploitaties worden belast.
Ook voor 2011 zal gelden dat het gemiddeld aantal formatieplaatsen per 1.000 inwoners voor Heerhugowaard lager zal zijn dan het gemiddelde bij vergelijkbare gemeenten. De formatie in de begroting 2011 is afgerond 422 fte. Uitgaande van 52.200 inwoners op 1 januari 2011 is dat 8,08 fte per 1.000 inwoners. Het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten in de grootteklasse komt uit op 8,5 fte per 1.000 inwoners. Tabel 1
Realisatie Realisatie Begroting Begroting 2008 2009 2010 2011 Aantal fte’s
403,20
414,97
410,18
421,97
96
Paragrafen
Tabel 2
Uren afdeling uitgedrukt in €
Begroting 2009 GREX
Stadsbedrijf Ingenieursbureau Wijkbeheer SRO
INV GREX
Begroting 2010
INV GREX
Begroting 2011
INV GREX
7
29
1.192
797
784
1.041
1.260
857
1.258
856
23
23
26
8
22
74
19
21
Tabel 3
1.197
35
1.149
260
1.389
54
1.170
247
Cijfers
Omgevingsvergunning
105
Planeconomie
236
WOC
166 3.058
37
25
921
19
INV
4
120
GREX = Grondexploitatie
Realisatie 2009
19
H&V
Totaal
voor 2011 benadert daarmee al het in het collegeprogramma als doelstelling opgenomen verzuimpercentage van 3,3%. Het streven voor de meldingsfrequentie, het totaal aantal ziekmeldingen in een kalenderjaar gedeeld door het gemiddeld aantal personeelsleden in dat jaar, is in 2009 verlaagd van 1,20 naar 1,00 en is voor 2011 (net als in 2010) ook bepaald op 1,00. De ontwikkelingen van de laatste jaren zijn als volgt:
Bedragen x € 1.000
195
6
171
71
90
8
240
26
264
9
15
2.481
1.475
3.114
14
241
8
1
58
43
12
297
14
76
30
44
1.093
3.073
1.247
Verzuim Meldingsfrequentie
2010
2011
Realisatie
2008
Begroting
2009 Realisatie
Begroting
Begroting
4,66%
4,50%
3,33%
4,50%
3,50%
1,40
1,00
1,27
1,0
1,0
Uit een publicatie van het Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds (A&O-fonds) van 31 mei 2010 blijkt dat de eerdere daling van het ziekteverzuimpercentage is omgezet in een lichte stijging. Ten opzichte van 2008 is het ziekteverzuimpercentage van gemeenten met 0,1 procentpunt toegenomen tot 5,4% in 2009. Het verzuim schommelt daarmee in de buurt van de percentages van 2007 (5,5%) en 2008 (5,3%). In de grootteklasse van Heerhugowaard (50.000 - 100.000 inwoners) was het gemiddelde ziekteverzuimpercentage over 2009 5,3%. Het ziekteverzuimpercentage was in 2009 voor Heerhugowaard 3,3%. De meldingsfrequentie 2009 voor Heerhugowaard is 1,27. Volgens het A&O Fonds gemeenten is 3,5% het laagst haalbare verzuim. Het past bij onze ontwikkeling en onze huidige situatie deze doelstelling voor 2011 over te nemen en qua meldingsfrequentie 1,0 als doelstelling voor 2011 aan te houden.
INV - Investering
Productiviteitsnorm In de uitgangspunten, die gehanteerd worden bij het opstellen van de begroting, is een productiviteitsnorm bepaald van 1.275 uur per fte. Op grond van een nadere onderbouwing kan voor een organisatorische eenheid (afdeling) een uitzondering worden gemaakt. In de begroting 2011 is door de afdelingen Sociaal Ruimtelijke Ontwikkeling (SRO), Omgevingsvergunning, Handhaving, Vastgoed, Stadsbedrijf en Welzijn Onderwijs en Cultuur (WOC) van bovenstaande productiviteitsnorm afgeweken. Ziekteverzuim De prestatienorm voor het ziekteverzuim is voor 2010 (exclusief zwangerschap) 4,5% en voor 2011 vastgesteld op gemiddeld 3,5%. De verlaging van het ziekteverzuimpercentage is gebaseerd op het gerealiseerde lagere ziekteverzuim sinds 2008. De doelstelling van 3,5%
97
Raadsbegroting 2011
Inhuur van personeel (Budget Tijdelijk Personeel: BTP) Voor de inschakeling van tijdelijk personeel is in mei 2003 besloten tot het beschikbaar stellen van een ‘Budget voor Tijdelijk Personeel (BTP)’ van € 600.000. Vanaf 2005 is dat budget bijgesteld naar structureel € 500.000 exclusief het effect van prijscompensatie. Bij de vaststelling van de Voorjaarsnota 2008 op 26 juni 2008 is het budget vanaf 2009 verder verlaagd met € 75.000 tot € 425.000. In de Voorjaarsnota 2010 is in het kader van de bezuinigingen besloten om het BTP niet langer beschikbaar te houden ter dekking van de kosten van tijdelijk personeel, maar in voorkomende gevallen dekking te vinden binnen het organisatiebrede beschikbare loonkostenbudget.
Overige relevante onderwerpen Rechtmatigheid Vanaf 2006 zijn door de accountant goedkeurende verklaringen afgegeven zowel ten aanzien van het aspect getrouwheid als over het aspect rechtmatigheid. Vanaf het najaar 2006 beschikken we over alle toetsings- en beheerskaders. Daarmee is een limitatieve en concrete norm ontstaan, waaraan de accountant de rechtmatigheid van baten, lasten en balansmutaties kan toetsen. Ook zijn in deze kaders de maatregelen opgenomen om de rechtmatige uitvoering van financiële beheershandelingen te waarborgen. Met structurele uitvoering van deze maatregelen en periodieke toetsing van de naleving is rechtmatigheid nu structureel geborgd in onze organisatie. Misbruik en oneigenlijk gebruik In het Rapport van Bevindingen 2007 voor de gemeenteraad schrijft de accountant: ‘…In 2006 is door het college de nota Beleid inzake bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeenteregelingen goedgekeurd. In deze nota zijn de tot nu toe te fragmentarische beleidsuitgangspunten samengevat tot één overkoepelend beleid ten aanzien van het misbruik en oneigenlijk gebruik van publieke middelen. Deze nota is door uw raad in april 2007 vastgesteld. Naar onze mening bieden de processen van uw gemeente voldoende waarborgen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen, dan wel tijdig te signaleren en te herstellen…’ Inkoop- en aanbestedingsbeleid Het oogmerk van de centrale inkoopfunctie is om het inkoopproces te versterken. Dit gebeurt vooral door advisering en ondersteuning inkooptrajecten en borging van naleving relevante wet- en regelgeving. Dit resulteert ook in financiële inkoopvoordelen. Vanaf 2010 is rekening gehouden met € 250.000 aan (structurele) inkoopvoordelen. Opgemerkt
98
Paragrafen
Onderzoeken ex artikel 213 a van de Gemeentewet
wordt dat dit bedrag betrekking heeft op de algemene middelen en dus niet op investeringen en grondexploitaties.
In 2003 is de ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Heerhugowaard’ vastgesteld. Deze verordening verplicht het college tot het periodiek verrichten van onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. In tegenstelling tot het onderzoek van de rekenkamer gaat het hierbij dus om zelfonderzoek. Tot op heden is onze aanpak dat de beperkt beschikbare onderzoekscapaciteit ‘slim‘ wordt ingezet. Dat houdt in dat we geen separate onderzoekstrajecten opstellen, maar aanhaken bij trajecten die om andere redenen, bijvoorbeeld bestuurlijke prioriteit of kwaliteitsverbetering, toch al voorgenomen zijn.
Control In het volgende overzicht worden de belangrijkste onderdelen voor de versterking van het control-proces op een rij gezet. Control
Het MT wordt bij het ‘in control’ brengen van de organisatie ondersteund door de concerncontroller. Deze toetst de voortgang op basis van een gezamenlijk opgesteld controlplan.
Budgetcyclus: • Voorjaarsnota • Reservekeeper • Begroting • Bestuursrapportage • Jaarrekening-
Het MT geeft in overleg met de concerncontroller de kaders aan en wijst een projectleider aan. Deze functionaris is verantwoordelijk dat het resultaat er op tijd ligt. De sectoren leveren de informatie aan en zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit en de betrouwbaarheid van die informatie.
Strategisch advies
Het MT vertaalt de bestuurlijke prioriteiten in een strategische agenda voor de concernstaf. De concernstaf is verantwoordelijk voor het proces van vraag tot antwoord en kan bij de uitvoering van de opdrachten een beroep doen op andere medewerkers uit de organisatie.
Concernstaf
De concernstaf is klein en hoogwaardig en bestaat uit zes fte’s: • concerncontroller • financieel strateeg • strategisch communicatieadviseur • human resources management (HRM) – strateeg • juridisch strateeg • informatiestrateeg
De verordening gaat geactualiseerd worden. Nagegaan wordt hoe deze verordening een toegevoegde waarde kan hebben voor de ontwikkeling van onze gemeente in die zin dat het niet zozeer een controlerende functie achteraf stimuleert, maar een functie die aanvullende zekerheid geeft over de mate waarin de organisatie in control is (toekomstgericht). Nieuwe landelijke inzichten over het nut tot op heden van deze verordening worden hierbij betrokken.
99
Raadsbegroting 2011
100
Paragrafen
Paragraaf F.
Verbonden partijen
In deze paragraaf wordt ingegaan op verbonden partijen. Dit zijn partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft én waar financiële risico’s aan kleven. Meer specifiek: het gaat om privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin onze gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Partijen waar alleen een financieel risico aan kleeft, vindt u in de paragraaf B ‘Weerstandsvermogen’. Partijen waarmee een bestuurlijk belang is gediend en waaraan geen juridisch afdwingbare verplichtingen kleven, maken onderdeel uit van een programma. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens díe verbonden partijen de revue passeren waarmee een bestuurlijke relatie is aangegaan. De hoofdlijnen zijn in de bijgaande tabel opgenomen. De meer gedetailleerde informatie is opgenomen in Bijlage 1 ‘Informatie verbonden partijen’. In het kader van de bezuinigingsopgave waar de gemeente vanaf 2011 voor staan is aan de besturen van de gemeenschappelijke regelingen gevraagd te komen met bezuinigingsvoorstellen gebaseerd op een scenario uitgaande van 5% bezuinigingen en een scenario waarbij wordt uitgegaan van 10% bezuinigen. Ten tijde van het opstellen van deze paragraaf (medio augustus 2010) zijn de uitkomsten daarvan nog niet bekend. De volgende tabel bevat een overzicht van de jaarlijkse bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen waaraan de gemeente deelneemt.
101
Raadsbegroting 2011
Verbonden Partij
Bijdrage per inwoner in € 2010
Gemeentelijke bijdrage in €
2011
2010
2011
1.
Regionale Platformfunctie Noord-Kennemerland
2.
Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
11,56
11,56
1)
3.
GGD Hollands Noorden
17,51
17,75
2)
4.
Regionaal Historisch Centrum Alkmaar
3,82
3,89
3)
5.
Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI)
6.
Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK)
197.000
234.000
4)
7.
Recreatieschap Geestmerambacht
114.048
119.715
5)
8.
Kaderregeling HAL-samenwerking
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
9.
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0,44
6)
103.655
103.655
10. NV Houdstermaatschappij GKHN (Gasbedrijf Kop Noord Holland) 11. Vereniging NW8
0,44
12. Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland-Noord NV
31.600
31.600
1.549.383
1.547.200
13. Stichting Papier Recycling Nederland
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
14. Gemeenschappelijke regeling Heerhugowaard en Hoogheemraadschap
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
15. Stichting Kennis- en Adviescentrum Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Noord-Holland Noord 1)
70.000
34.200
7)
Het bestuur van de Veiligheidsregio heeft in zijn begroting 2011 een bijdrage voorgesteld van € 11,87 per inwoner. De raad van Heerhugowaard heeft hiermee niet ingestemd en bij amendement in de raadsvergadering van 25 mei 2010 de bijdrage vastgesteld op het niveau van 2010, t.w. €. 11,56 per inwoner. 2) De GGD vraagt voor 2011 een gemeentelijke bijdrage van € 17,75. per inwoner. De gemeenteraad van Heerhugowaard heeft op 22 juni 2010 daarmee niet ingestemd. Het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband stemt op 28 september 2010 in met de € 17,75 per inwoner en daarmee wordt het voor onze gemeente een verplichte uitgave. 3) Het RHCA vraagt voor 2011 een gemeentelijke bijdrage van € 3,89 per inwoner. Het college heeft daar op 8 juni 2010 niet mee ingestemd. 4) Bijdrage per persoon, t.w. € 1.313,25, blijft gelijk in 2011 t.o.v. 2010. De stijging van het aantal personen met een WSW dienstverband zorgt er voor dat onze bijdrage aan het WNK stijgt met ruim € 35.000 euro. 5) Bijdrage nog niet bestuurlijk vastgesteld. 6) De verwachting is dat de Vereniging NW8 per 1-11-2011 wordt opgeheven, of en zo ja wat daar eventueel voor in de plaats komt is medio augustus 2010 nog niet bekend. 7) Bijdrage goedgekeurd door Stichtingsbestuur, maar nog niet goedgekeurd door gemeentebestuur van Heerhugowaard (stand: medio augustus 2010).
102
Paragrafen
Paragraaf G.
Grondbeleid
Algemeen
De werking van het grondbeleid heeft voornamelijk effect op de doelstellingen die zijn opgenomen in programma 3 ‘Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving’.
In de raadsvergadering van 24 juni 2008 is de nota “Grondbeleid 2008: Grond onder de voeten’ vastgesteld. Deze nota is de basis voor een transparante werkwijze voor de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van het grondbeleid en het daarbij behorende financiële kader.
Het gemeentelijk beleid is een actief grondbeleid, indien een actief grondbeleid niet mogelijk is wordt passief (faciliterend) grondbeleid voorgestaan. Aan de basis van het grondbeleid liggen de kaderstellende beleidsnota’s ‘Structuurbeeld 2005 – 2015’ en de ‘Bouwstenen Hoofdwegenstructuur Heerhugowaard’ en de ‘Woningbehoefte’ ten grondslag.
De nota ‘Grondbeleid 2008’ is eveneens de basis voor deze verplichte paragraaf G. ‘Grondbeleid’. Hierin wordt beknopt het gemeentelijk grondbeleid weergegeven.
Grondprijsbeleid Paragraaf G ‘Grondbeleid’ en de bij deze paragraaf gevoegde tabellen I en II bieden inzicht in: • de gemeentelijke doelstellingen van het ingekaderde gemeentelijk grondbeleid en de werkwijze hierin; en • de ontwikkelingen in ruimtelijke en financiële zin in de grondexploitaties.
Omdat grond een schaars onroerend goed is en dus een behoorlijke waarde kan vertegenwoordigen, moet afgewogen worden wat we met die grond willen en hoe we een gewenst optimaal gebruik in ruimtelijke en financiële zin kunnen realiseren.
Grondbeleid
Om dit optimale gebruik in financiële zin te kunnen realiseren loopt synchroon aan het vastgestelde grondbeleid het grondprijsbeleid. Het grondprijsbeleid is een uitgewerkt onderdeel van het grondbeleid en wordt evenals het grondbeleid vastgesteld door de gemeenteraad.
Grondbeleid is een sturingsmiddel voor de gemeente. Het gaat bij dat beleid om het stimuleren of uiteindelijk afdwingen van gewenst gebruik van grond door de inzet van de instrumenten die de gemeente hiervoor beschikbaar heeft.
In de raadsvergadering van 26 mei 2009 is de nota ‘Grondprijsbeleid 2009: ‘Prijsvorming op gegronde basis’ vastgesteld. In deze nota worden de methodes beschreven om te komen tot de grondprijzen en de grondprijzen voor de belangrijkste ruimtelijke functies in de gemeente Heerhugowaard.
Het gewenst gebruik van grond wordt ontleend aan de doelen die zijn opgenomen in de raadsprogramma’s en in de daaraan ten grondslag liggende beleidsnotities op het gebied van wonen, economie, maatschappelijke ontwikkeling, verkeer en vervoer, et cetera.
103
Raadsbegroting 2011
Gronduitgifte
Uitgangspunt voor de bepaling van de grondprijzen is dat de uitgifte van gronden tegen marktconforme (grond)prijzen plaatsvindt, waarbij het nettoresultaat ten gunste komt van de grondexploitaties, producten of reserves, tenzij hierover expliciet anders wordt besloten.
De laatste stap in de vastgoedkolom is de uitgifte van grond. De functiegerelateerde uitgifte- of verkoopprijs bepaalt voor het overgrote deel het totaal aan opbrengsten en daarmee ook voor een groot gedeelte het resultaat van de vastgestelde grondexploitaties.
Verwerving Vanuit een actief gemeentelijk grondbeleid wordt voor de verwerving van gronden gebruik gemaakt van de volgende instrumenten: • minnelijke verwerving; • bouwclaimmodel; • Wet Voorkeursrecht Gemeente (WVG); en • onteigening. Via de genoemde instrumenten kunnen gronden worden verworven die het mogelijk maken om de gestelde raadsdoelstellingen te realiseren.
Met name in de gebieden die in exploitatie zijn is het van groot belang goede prijsonderhandelingen te voeren. De resultaten daarvan zijn van belang voor het uiteindelijke resultaat van de opbrengstbudgetten en de voorgestane kwaliteit in de verschillende functies. Onderhandelingen over de gronduitgifte worden gevoerd op basis van de prijzen en kaders die onderdeel zijn van de nota ‘Grondprijsbeleid 2009’ van 26 mei 2009. Gronduitgifte voor de verschillende functies kan op de volgende wijzen plaats vinden: • verkoop van kavels; • optieverlening; • selectie van grondafnemers bij projectmatige bouw; • erfpacht; • interne overdracht (tussen gemeentelijke diensten); en • verhuur.
Strategische verwerving is eveneens onderdeel van een actief grondbeleid. Dergelijke verwervingen vinden plaats in gebieden waarvoor nog geen enkel planologisch kader of een visie voorhanden is. De gemeente wil in die gebieden een grondpositie hebben en wil verwerven met het oog op de te verwachten mogelijkheden voor ontwikkeling en herontwikkeling van deze gebieden, of als ruilobject. In de raadsbegroting 2009 is hiervoor voor het eerst een budget beschikbaar gesteld (gevolg van de nota ‘Grondbeleid 2008’) en hebben tot en met 2010 daadwerkelijke strategische aankopen plaats gevonden tot een bedrag ter grootte van € 720.095.
Primair uitgangspunt bij gronduitgifte is de overdracht van het volle eigendom, echter ook de overige vormen van gronduitgifte worden in principe opengehouden.
Risico’s die worden gelopen bij het doen van strategische verwervingen, zoals ten aanzien van waardering, ontwikkeling, planning, programmering en afzet, worden gemonitord en betrokken bij Paragraaf B ‘Weerstandsvermogen’.
104
Paragrafen
Kostenverhaal
verwervingsstrategie ook de werking van de ‘Grondexploitatiewet’ worden betrokken.
Bij actief grondbeleid ontstaat de mogelijkheid om naast de kosten voor het bouwrijpmaken van de uit te geven kavels ook de kosten voor de aanleg en inrichting van de openbare buitenruimte en de afdracht voor ‘Bovenwijkse voorzieningen’ bij de verkoopopbrengsten van bouwgrond te betrekken.
Financieel management Het is van een steeds groter wordend belang om in een vroeg stadium, namelijk de fase van het strategisch beleidsniveau, inzicht te krijgen in de financiële gevolgen van voorgestane ruimtelijke ontwikkelingen en het ruimtelijk beleid hierin. Dit inzicht wordt verkregen door het doen van aannames en door gebruik te maken van kengetallen.
Er zijn situaties denkbaar waarin de gemeente geen actief grondbeleid kan voeren. De desbetreffende eigenaren worden dan als zelfstandig realisator aangemerkt en er is geen vrijwillige verwerving of onteigening mogelijk. De gemeente zal dan toch proberen, via passief grondbeleid de door haar gemaakte kosten zo optimaal mogelijk te verhalen.
Hoe dichter de ruimtelijke ontwikkelingen en het ruimtelijk beleid bij de daadwerkelijke uitvoering komen, des te reëler en nauwkeuriger worden de becijferingen. Deze becijferingen vormen het financieel kader op hoofdlijnen. Dit kader wordt bestuurlijk (college en raad) vastgesteld. Daarmee wordt voorkomen dat er met afwijkende (financiële) ambities wordt gewerkt bij de nadere uitvoering van die ruimtelijke ontwikkelingen.
Het verhalen van kosten voor de aanleg van openbare voorzieningen kan op de volgende manieren plaatsvinden: • gronduitgifte; • exploitatieverordening (privaatrechtelijk); • samenwerking; en • grondexploitatiewet (publiekrechtelijk).
Voor de uitgangspunten over de reserves voor grondexploitaties in relatie tot de risico’s wordt verwezen naar Paragraaf B. ‘Weerstandsvermogen’.
Bij de invoering van de ‘Grondexploitatiewet’, als onderdeel van de nieuwe ‘Wet op de Ruimtelijke Ordening’, heeft de gemeente een instrument verkregen voor kostenverhaal en het stellen van locatie eisen bij particuliere grondexploitatie. Uitgangspunt hierin is dat de gemeente vrij is met derden overeenkomsten te sluiten over de te verkrijgen bijdrage(n) in te maken en reeds gemaakte kosten. Als dit op minnelijke wijze niet mogelijk is, kan de gemeente alsnog via de ‘Grondexploitatiewet’ een bijdrage in de te maken en reeds gemaakt kosten afdwingen.
Winst- en verliesneming In de nota ‘Grondbeleid 2008’ zijn in paragraaf 7.1.4 ‘Winst- en verliesneming’ de voorwaarden voor het nemen van winst en verlies bij grondexploitatie opgenomen met als basis de bepalingen uit het BBV. Deze bepalingen zijn, mede op advies van de Commissie BBV, nader uitgewerkt naar een lokale afweging tussen het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel.
Bij de ontwikkeling van gebieden als onderdeel van het ‘Structuurbeeld 2005 - 2015’ of een actualisatie hiervan, zal bij de beoordeling omtrent het toepassen van actief dan wel passief grondbeleid en het bepalen van de
105
Raadsbegroting 2011
In de praktijk betekent dit dat onder de volgende voorwaarden tussentijds winst kan worden genomen; • er is sprake van een positieve boekwaarde (gerealiseerde opbrengsten zijn hoger dan gerealiseerde kosten); of • de nog te maken kosten kunnen ruimschoots worden afgedekt door deze positieve boekwaarde.
In 2011 zal op basis van de cijfers opgenomen in de jaarrekening inzicht worden verstrekt in de kosten en opbrengsten per complex, met een daarbij behorende prognose in de resultaten. In de navolgende tabellen I en II wordt verder ingegaan op de complexen met een actief en een passief grondbeleid.
Het verschil tussen de positieve boekwaarde en nog te maken kosten wordt als tussentijdse winst aangeduid. Conform de bepalingen in het BBV (zie paragraaf 7.1.4 ‘Winst- en verliesneming’ van de nota ‘Grondbeleid 2008’) worden verwachte verliezen direct ten laste van het resultaat gebracht.
Verantwoording Bij de uitvoering van het grondbeleid via bouwgrondexploitatie worden investeringen gedaan om de voorgestane ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen realiseren. Hierbij ontstaan ruimtelijk gezien kansen, maar financieel gezien ontstaan er ook risico’s. Om de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad op het gebied van het grondbeleid vorm te geven, is paragraaf G. ‘Grondbeleid’ voorgeschreven. In artikel 16 BBV staat dat een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale gemeentelijke grondexploitatie moet worden weergegeven. In de nota ‘Grondbeleid 2008’ is in paragraaf 9. ‘Voorbeeldrapportage projecten’, hiervoor een matrix opgenomen, waarin een verantwoording op de projecten naar de fase van uitvoering plaatsvindt.
106
Paragrafen
Tabel I. Complexen met een actief grondbeleid
Complex
Bedragen x € 1.000
Resterende looptijd (in jaren) vanaf 2011
Lasten 2011
Baten 2011
1)
1)
Saldo Lasten/Baten 2011
Risico
1)
2)
G. 800 HHW-Zuid
4
9.375
3.832
5.543
G.769 Recreatiegebied
1
400
0
400
klein
G. 738 Structuurkosten
1
3.100
0
3.100
geen
G. 842 Stadshart
5
1.157
0
1.157
klein
G 749 Zandhorst III
1
314
657
-343
klein
G 850 Beveland
1
200
200
0
klein
G 771 De Vork
24
4.089
3.632
458
groot
G 780 De Draai
10
17.257
10.104
7.153
groot
G 763 De Horst
1
804
0
804
geen
36.696
18.424
18.272
Totaal
gemiddeld
1)
exclusief rente 2) zie risicomanagement in paragraaf B 'Weerstandsvermogen'
Toelichting bij tabel I complexen met actief grondbeleid
In de hierboven opgenomen tabel I. ‘Complexen met een actief grondbeleid’ en het bijbehorende overzicht per complex wordt op basis van de beschikbare grondexploitatie opzetten een inzicht gegeven in de te verwachten lasten en baten 2011 in de complexen waar een actief grondbeleid wordt gevoerd.
G.800 HHW-Zuid. De 5e herziening van de grondexploitatie wordt in het 3e kwartaal 2010 ter vaststelling aan B&W aangeboden. De verdere ontwikkeling van deelplan 3 en 4 wordt bemoeilijkt door vertraging in de fasering en door de huidige marktontwikkelingen (druk op de verkoopprijzen). Deze oorzaken hebben te maken met de huidige economische crisis. Plandeel 3 wordt gefaseerd bouwrijp gemaakt, terwijl plandeel 4 reeds bouwrijp is gemaakt. Het totale programma omvat 3.222 woningen.
De prognoses voor het begrotingsjaar 2011 zijn gebaseerd op de beschikbare grondexploitatie opzetten.
107
Raadsbegroting 2011
G. 769 Recreatiegebied (Park van Luna). Het recreatiegebied zal naar verwachting in 2011 afgerond kunnen worden, waarbij dit complex kan worden afgesloten. In de exploitatie is de grondverkoop van de drie windturbines verwerkt.
een dusdanige wijze dat Heerhugowaard haar duurzaamheidsdoelstelling voor dit project zo optimaal mogelijk gerealiseerd ziet worden. G. 780 De Draai. De eerste herziening van de grondexploitatie is in 2010 door het college bekrachtigd en in de commissie Stadsontwikkeling ter informatie toegelicht. De exploitatie is zodanig geoptimaliseerd dat het masterplan niet wezenlijk is aangetast en dat de exploitatie past binnen het door de raad vastgestelde kader van budgetneutraliteit. De ontwikkeling van de 1e fase wordt bemoeilijkt door de huidige marktontwikkelingen (druk op de verkoopprijzen). Deze oorzaken hebben te maken met de huidige economische crisis.
G. 738 Structuurwerken. Ook dit complex, ter dekking van infrastructurele werken voor de nieuwe uitleggebieden in het zuiden van Heerhugowaard, is nagenoeg afgerond. Aangezien er zich mogelijk nog wat nieuwe projecten zouden kunnen aandienen, wordt overwogen om dit complex samen te voegen met de Nota Bovenwijkse Kosten deel I, zodat op een integrale wijze projecten kunnen worden voorzien van een prioriteit.
G.763 De Horst. De brede school is in de zomer van 2010 in gebruik genomen. De uitvoering van de 2e fase zal voorjaar 2011 beginnen.
G.842.Stadshart De 8e herziening van de grondexploitatie is in september 2009 door B&W vastgesteld. De 9e herziening wordt in het najaar van 2010 aangeboden. De projectvoortgang loopt mede door de gewijzigde marktomstandigheden vertraging op. G. 749 Zandhorst III. Dit complex is afgezien van een laatste aankoop nagenoeg afgerond. Er is onlangs ca. 0,5 ha. verworven, maar nog niet verder uitgewerkt. G. 850 Beveland. Dit complex kent nog een resterende looptijd van 2 jaar en is derhalve nagenoeg afgerond. G. 771 De Vork De 2e grondexploitatie wordt naar verwachting in het najaar van 2010 vastgesteld. In de loop van 2010 zal er gestart worden met de bouwrijp werkzaamheden t.b.v. fase 1 en zal er een soort verkooploket worden ingericht met als doel het ontzorgen van de toekomstige grondafnemers op
108
Paragrafen
Tabel II. Complexen met een passief grondbeleid
Complex
G.701 Hugo Oord en omgeving G.743 Stationsgebied
Bedragen x € 1.000
Resterende looptijd (in jaren) vanaf 2011
Lasten 2011
Baten 2011
1)
Saldo Lasten/Baten 2011
1)
Fase van
Juridisch
ontwikkeling
document
1)
Risico 2)
2
3)
3)
initiatief
ruimtelijke visie
klein
14
3)
3)
initiatief
geen
klein
5)
haalbaarheid
-
klein
0 uitvoering
exploitatie overeenkomst
klein
uitvoering
exploitatie overeenkomst
hoog
uitvoering ontwikkeling
exploitatie overeenkomst
klein
exploitatie overeenkomst
klein
G.796 Titanialaan G.754 Gildestraat e.o. G.753 Broekhorn
7
G. 765 Project Noordereiland
2
255
G. 785 Olmenlaan
2
6)
G. 786 Tamarixplantsoen/ Arboretum
5
6)
6)
G.787 Poort Halfweg
2
88
88
nnb
3)
3)
initiatief
geen
middel
G.730 Gebouwen buiten grondexploitaties
nvt
4)
4)
nvt
nvt
nvt
G.731 Strategische grondaankopen
nvt
4)
4)
nvt
nvt
nvt
343
343
G.851 Westpoort
255
0 uitvoering
Overige complexen
Totaal 1)
0
exclusief rente 2) zie risicomanagement in paragraaf B 'Weerstandsvermogen' 3) nog niet bekend, project bevindt zich in de initiatieffase. 4) niet bekend. Is geen grondexploitatie of kosten/baten opzet voor aanwezig. 5) nog niet bekend. Afhankelijk van het moment waarop de afspraken tussen de directie van Bouwfonds en door de colleges van G.S. en B&W worden bekrachtigd. Bouwfonds zal de boekwaarde van de gemeente vergoeden. 6) nog niet bekend. Afhankelijk van de voortgang van het project.
109
Raadsbegroting 2011
In de hiervoor opgenomen tabel II. ‘Complexen met een passief grondbeleid’ wordt een inzicht gegeven in de complexen waar een passief grondbeleid (faciliterend) van toepassing is.
2010 door de directie van Bouwfonds en door de colleges van Gedeputeerde Staten en B&W worden bekrachtigd. Het resultaat hiervan zal zijn dat Bouwfonds voor eigen rekening en risico de grondexploitatie gaat voeren, waarbij de gemeente de door haar gemaakte boekwaarde zal kunnen inbrengen.
Om onder andere het verhaal van kosten in de pre projectfase zo optimaal mogelijk te maken is de procedure rond de projectopdrachten, de opdrachtverlening en de interne verantwoording aangescherpt. Bij deze procedure wordt aansluiting gezocht bij de kostensoorten welke zijn opgenomen in de Grondexploitatiewet, als onderdeel van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening.
G. 765 Project Noordereiland Momenteel is de eerste fase (circa 60% van de totale ontwikkeling) van dit project volop in ontwikkeling. De totale ontwikkeling behelst circa 124 woningen. Naar verwachting start de bouw van de 2e fase begin 2011. De ontwikkelaar dient in januari 2011 een bedrag van € 255.000 aan de gemeente over te maken als bijdrage aan de reserve ‘Bovenwijkse voorzieningen’.
Toelichting bij tabel II complexen met passief grondbeleid G. 701 Hugo Oord/Gerard Douplantsoen Hugo Oord/Gerard Douplantsoen is een particuliere ontwikkeling van Woonwaard en de Pieter Raat Stichting. In april 2009 is de Ruimtelijke Visie voor het project door de gemeenteraad vastgesteld. De totale ontwikkeling omvat 80 tot 100 woningen (huur- en zorgwoningen). De kosten zullen nagenoeg geheel worden verhaald op de ontwikkelaars.
G. 785 Olmenlaan De bouw van de supermarkt en de appartementen is in 2010 afgerond. Er is nog niet begonnen met de inrichting van het plein. De renovatieplannen van de eigenaar van de naastliggende flats zorgt voor vertraging. G. 786 Tamarixplantsoen/Ter Kimme De bouw van de appartementen in de 1e fase (bij het Arboretum) zal nog in 2010 worden afgerond. De ontwikkeling en uivoering van de 2e en 3e fase zal nog enige jaren duren.
G. 743 Stationsgebied In augustus 2010 zal vermoedelijk de ruimtelijke visie worden aanbesteed. Deze aanbestedingsprocedure zal circa tot augustus 2011 duren. Vervolgens zal in samenwerking met een extern bureau de visie worden opgesteld. De gemeenteraad heeft in november 2009 een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld voor het tot stand brengen van de ruimtelijke visie.
G. 787 Poort Halfweg De bouwwerkzaamheden zijn in 2010 gestart. Financieel is dit project afgedekt middels een exploitatieovereenkomst.
G. 753 Broekhorn Met drie partijen, te weten de Provincie Noord Holland, Bouwfonds ontwikkeling b.v. en de gemeente zijn financiële afspraken gemaakt omtrent de ontwikkeling van ca. 520 woningen, een ecologische zone, een kantorenen bedrijventerrein van ca. 4 ha, de reconstructie van de N242 en de realisatie van een jachthaven. De afspraken naar verwachting voor eind
G. 851 Westpoort De planvorming van het project Westpoort bevindt zich nog in een erg pril stadium. De gemeente heeft een groot deel van de gronden in het plangebied verworven, hierdoor heeft de gemeente een goede strategische positie in het plangebied. Het is nog onduidelijk of de hier in de toekomst een
110
Paragrafen
eigen grondexploitatie wordt gevoerd of een exploitatie-overeenkomst wordt gesloten met een particuliere partij. G. 730 Gebouwen buiten grondexploitaties In dit complex worden gebouwen en terreinen geregistreerd en beheerd die de gemeente in eigendom heeft verworven, maar waarvan de aankoopkosten niet gedekt worden uit de betreffende grondexploitatie. Binnen dit complex worden eveneens de kosten van beheer en onderhoud voor de betreffende gebouwen en terreinen uitgevoerd. G. 731 Strategische grondaankopen Strategische verwervingen vinden plaats in gebieden waarvoor nog geen enkel planologisch kader of visie voor handen is. De gemeente wil daar wel een grondpositie hebben en kan verwerven met het oog op de te verwachten mogelijkheden voor ontwikkeling en herontwikkeling van deze gebieden of als ruilobject
111
Raadsbegroting 2011
112
Overzicht baten en lasten
Raadsbegroting 2011
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de lasten en baten van de gemeente voor het jaar 2011. Achtereenvolgens treft u in dit hoofdstuk aan: • het overzicht van lasten en baten 2011 op programmaniveau, inclusief vergelijkende cijfers van de jaren 2009 (jaarrekening) en 2010 (begroting); • een specificatie van de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves per programma; • een overzicht van de incidentele baten en lasten in de raadsbegroting 2011; • de door de raad vastgestelde uitgangspunten voor de raadsbegroting 2011 en het meerjarenperspectief; en • toelichtingen per programma op de lasten en baten 2011. Ter informatie zijn verder in Bijlage 3 ‘Uitvoeringsinformatie’ per programma de productramingen voor 2011 opgenomen, gesplitst in lasten en baten. De op grond van artikel 19 BBV voorgeschreven tabel, waarin de berekening van het EMU-saldo is opgenomen, kunt u terugvinden in Paragraaf D ‘Financiering / Treasury’.
114
Overzicht baten en lasten
Overzicht baten en lasten In het navolgende overzicht van de baten en lasten 2011 zijn op basis van artikel 19 BBV ter vergelijking ook de bijbehorende cijfers voor 2009 (jaarrekening) en 2010 (actuele begroting na reeds geaccordeerde begrotingswijzigingen) opgenomen volgens de programma-indeling van de raad. Bedragen x € 1.000
Jaarrekening 2009
Begroting 2010
Bedragen x € 1.000
Begroting 2011
Jaarrekening 2009
Lasten
Saldo
Programma
Programma
Begroting 2011
2.911
3.008
3.201
-2.868
-2.970
-3.121
2. Stedelijk beheer
26.942
26.285
26.598
2. Stedelijk beheer
-16.611
-16.327
-16.396
3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving
38.202
49.677
43.995
3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving
-12.012
-4.760
-5.094
-25.570
-26.349
-26.176
-9.723
-10.488
-9.816
Totaal saldo
-66.784
-60.894
-60.603
Baten
Saldi Programma's
-66.784
-60.894
-60.603
Programma
Algemene dekkingsmiddelen
67.661
58.118
57.007
-64
-68
877
-2.840
-3.664
1. Veiligheid
1. Veiligheid
Begroting 2010
4. Sociale samenhang
45.595
44.691
45.971
4. Sociale samenhang
5. Dienstverlening, communicatie en informatisering
12.331
11.629
10.911
5. Dienstverlening, communicatie en informatisering
125.981
135.290
130.676
Totaal lasten
1. Veiligheid
43
38
80
2. Stedelijk beheer
10.331
9.958
10.202
Resultaat vóór bestemming
3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving
26.190
44.917
38.901
Saldo mutaties in reserves (zie specificatie)
10.853
3.305
3.206
4. Sociale samenhang
20.025
18.342
19.795
Resultaat na bestemming
11.730
465
-458
2.608
1.141
1.095
59.197
74.396
70.073
5. Dienstverlening, communicatie en informatisering Totaal baten
Onvoorzien
Overige mutaties uit Voorjaarsnota 2010 en uit actualisering begroting Begrotingsuitkomst na overige mutaties
115
1.165
11.730
465
707
Raadsbegroting 2011
Specificatie mutaties in reserves 2011 Bedragen x € 1.000
Programma / reserve
Toevoeging
Aanwending
2 NBK deel 1
83
2 Onderwijshuisvesting
444
4 Kapitaallasten kunstgrasvelden en accommodaties
162
5 Rente egalisatiereserve
500
5 Reserve Grote Projecten
1.330
5 Rentetoevoeging reserves
2.130
Totalen
3.460
Saldo mutaties in reserves
5.465
6.665
3.205
116
Overzicht baten en lasten
Overzicht incidentele baten en lasten Op grond van artikel 19 BBV is het verplicht om in de raadsbegroting een overzicht op te nemen van de geraamde incidentele baten en lasten voor het nieuwe begrotingsjaar. Deze incidentele baten en lasten voor het begrotingsjaar 2011 zijn als volgt te specificeren: Bedragen x € 1.000
Programma
Incidentele lasten in de begroting 2011
Bedragen x € 1.000
Bedrag
4
De financiële middelen behorend bij het beleidsplan Alcohol en Jeugd 2008-2010 zijn met één jaar verlengd (zie VJN 2010-4.3J).
35
5
Verkiezingen Provinciale Staten.
50
Programma 3
117
Incidentele baten in de begroting 2011 In de begroting 2011 is het monumentenbudget incidenteel afgeraamd in verband met het bereiken van het plafond van de ‘Monumentenreserve’.
Bedrag 50
Raadsbegroting 2011
118
Overzicht baten en lasten
Uitgangspunten raadsbegroting en meerjarenperspectief gemotiveerd wordt aangegeven dat die algemene percentages op onderdelen leiden tot budgettaire effecten (bv. omdat specifieke lasten een andere prijsontwikkeling hebben), dan kan op basis van nader (tussentijds te nemen) collegebesluiten een ander percentage worden gehanteerd voor die specifieke lasten.
Door de raad zijn onderstaande uitgangspunten vastgesteld voor het opstellen van de raadsbegroting 2011 en het meerjarenperspectief tot en met 2014. De toelichting op de gehanteerde uitgangspunten maakt onderdeel uit van de Voorjaarsnota 2010 (zie paragraaf 5 (blz. 30 e.v.) van de Voorjaarsnota 2010) en het raadsvoorstel behorende bij de documenten van de raadsvergaderingen van 24 juni 2010.
ISP (Integraal Subsidie Plan)
Rentepercentages Voor 2011 worden de volgende rentepercentages gehanteerd: • rente investeringsschema • rente reserves • rente negatieve boekwaarden grondexploitaties • rente positieve boekwaarden grondexploitaties
Toegestane indexatie voor loon- en prijscompensatie ten opzichte van de ramingen 2010: 0,00%
Gemeenschappelijke regelingen
4,00% 4,00% 2,00% 4,00%
Toegestane indexatie voor loon- en prijscompensatie ten opzichte van de ramingen 2010: 0,00%
Groei
Loonkosten (structurele personeelsformatie)
0,00%
Kader: Wat wordt verstaan onder groei? In aanmerking voor een verruiming van het budget komen taken of activiteiten die in omvang toenemen als gevolg van een stijging van het aantal inwoners, het aantal wooneenheden of het areaal. Hieronder vallen ook de verplichtingen voortvloeiend uit gemeenschappelijke regelingen.
De ‘nullijn’ die is vastgesteld voor de ramingen van de laatste jaren, blijft gehandhaafd. Dat wil zeggen dat er behoudens de hiervoor vermelde stijging van loonkosten en prijzen geen budgetverhogingen plaatsvinden. Als
Realisatie Uitgangpunt bij de realisatie is dat ‘Indien achteraf blijkt dat de ramingen niet gerealiseerd worden, wordt het groeibudget voor het volgend jaar neerwaarts gecorrigeerd voor het teveel aan toegekende groei van het oorspronkelijke jaar’.
Loonkostenstijging ten opzichte van juni 2010:
2,00%
Prijsstijging Prijsstijging ten opzichte van de ramingen 2010:
Nullijn handhaven
119
Raadsbegroting 2011
De realiteit is dat het werkelijk aantal inwoners en woningen per 1 januari 2010 anders is dan vorig jaar is geprognosticeerd: Prognose
Realiteit
Aantal inwoners
51.600
51.322
Aantal woningen
20.400
20.386
Productieve uren De productieve uren zijn in principe gelijk aan de mens- en materieeluren die voor de begroting 2010 zijn aangehouden. Op grond van een nadere onderbouwing kan voor een organisatorische eenheid (afdeling) een uitzondering worden gemaakt.
120
Overzicht baten en lasten
Toelichting per programma op de baten en lasten 2011 Op grond van artikel 19 BBV dient een toelichting te worden gegeven voor aanmerkelijke verschillen tussen de primaire ramingen 2011 en de ramingen van het voorgaande jaar. Onderstaand is per programma een toelichting voor dergelijke verschillen gegeven (N = Nadelig effect; V = Voordelig effect).
Bedragen x € 1.000
Toelichting Het budget voor ‘Traject jongeren preventieteams’ (VJN 2009 4.3D) werd incidenteel toegekend voor 2010. De vrijval van dit budget in 2011 leidt derhalve tot een voordeel.
Toelichting programma 1. Meer veiligheid.
De toezichthouders die in 2010 zijn aangesteld houden zich conform besluit voor 25% van hun tijd bezig met het onderhoud van brandweermateriaal. Stelpost Voorjaarsnota 2009. Daarnaast is de uitvoeringregisseur Jongerenwerk overgekomen naar de brandweer en verantwoordt zijn uren binnen programma 1 ‘Veiligheid’ (zie ook programma 2 ‘Stedelijk Beheer’). Vanuit de vergoeding van de Veiligheidsregio voor het duikteam heeft formatieuitbreiding plaatsgevonden.
Bedragen x € 1.000
Programma 1. Veiligheid
Begroting 2010
Begroting 2011
Verschil
Totaal lasten
3.008
3.201
193 N
Totaal baten
38
80
42 V
Lasten
Baten
De Veiligheidsregio betaalt een vergoeding van € 75.000 voor de inzet van het duikteam van de gemeente Heerhugowaard. Een gedeelte van dit geld is ingezet ter dekking van de extra onderhoudslasten die dit meebrengt.
28 N
75 V
Toename kapitaallasten als gevolg van investeringen in de raadsbegroting 2010 gefiatteerde investeringen Brandweer in helmen, ademluchttoestellen, kleding etc. Het betreft hier per saldo een verschuiving van stelpost kapitaallasten ‘Investeringsschema Brandweer’ opgenomen in programma 5 ‘Dienstverlening, communicatie en informatisering’.
65 N
Overige verschillen Totaal
121
Baten
50 V
168 N
In het verleden is er ten onrechte vanuit gegaan dat de ter beschikking stelling van de hoogwerker tot extra inkomsten zou leiden. Derhalve zijn inkomsten afgeraamd. De dekking hiervoor is gevonden binnen de budgetten van de Brandweer (zie ‘Overige verschillen’)
Bedragen x € 1.000
Toelichting
Lasten
33 N
18 V 193 N
42 V
Raadsbegroting 2011
Toelichting programma 2. Stedelijk beheer.
Bedragen x € 1.000
Toelichting
Lasten
Baten
128 N
121 V
Bedragen x € 1.000
Programma 2. Stedelijk beheer
Begroting 2010
Begroting 2011
Verschil
Totaal lasten
26.285
26.598
313 N
Totaal baten
9.958
10.202
244 V
Op het product ‘Afval’ is aan de batenkant een voordeel ontstaan van € 121.000. Dit voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door hogere opbrengsten verkoop afval. De lasten stegen per saldo met € 50.000. Belangrijkste reden hiervan is de hogere doorbelasting kosten straatreiniging. Conform de regelgeving is het voordelige saldo (€ 71.000) als dotatie aan de voorziening in de begroting opgenomen.
Bedragen x € 1.000
Toelichting
Lasten
Op programma 2 ‘Stedelijk beheer’ zijn 2.046 uren meer begroot dan in 2010, met name op de producten ‘Straatmeubilair’, ‘Straatreiniging’ en ‘Speelvoorzieningen’ door een betere toerekening van uren aan producten. De doorbelasting van de uren vindt plaats tegen een hoger uurtarief door een stijging van de loonkosten met 2,0%.
214 N
In de Voorjaarsnota 2010 is er een structurele oplossing gevonden voor het Groot onderhoud wegen en wijken. Hierdoor komt de onttrekking uit de reserve ‘Beheer en sociale structuur’ te vervallen, zie Voorjaarsnota 2010 4.3D. Het reeds ingerekende budgetverhoging vanuit de Voorjaarsnota 2009 komt hiermee in de primaire begroting te vervallen.
175 V
Volgens de Reservekeeper 2010 bedraagt de onttrekking aan de voorziening ‘Parkeerexploitatie’ € 60.000. Aangezien er reeds € 35.000 was opgenomen in de begroting 2010 betekent dit dat een voordeel is ontstaan van € 25.000
Baten
Er heeft een overheveling plaatsgevonden van het product ‘Wijkontwikkeling’ als gevolg van het coalitieakkoord 2010 - 2014 (programma 2. ‘Stedelijk beheer’) naar product ‘Veiligheidsbeleid’ (programma 1 ‘Veiligheid’). Het betreft hier de kosten van de uitvoeringregisseur Jongerenwerk.
49 V
21 V
Overige verschillen
30 N
13 N
313 N
244 V
Totaal
De kosten voor het verwijderen van zwerfafval zijn aanzienlijk gestegen. Dit leidt tot een nadeel aan de lastenkant welke wordt gecompenseerd door een doorbelasting naar de producten ‘Afval’ en ‘Riool’.
70 N
De verwerking van post 4.3.C (aanpassing Westtangent) uit de Voorjaarsnota 2008 is onjuist verwerkt in de begroting 2010. Deze omissie is in de begroting 2011 hersteld.
95 N
90 V
122
25 V
Overzicht baten en lasten
Toelichting programma 3. Stedelijke voorziening en duurzame leefomgeving.
Toelichting programma 4. Sociale samenhang.
Bedragen x € 1.000
Bedragen x € 1.000
Programma 3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving
Begroting 2010
Begroting 2011
Verschil
Totaal lasten
49.677
43.995
5.682 V
Totaal baten
44.917
38.901
6.016 N
Programma 4. Sociale samenhang
Begroting 2010
Begroting 2011
Verschil
Totaal lasten
44.691
45.971
1.280 N
Totaal baten
18.342
19.795
1.453 V
Bedragen x € 1.000 Bedragen x € 1.000
Toelichting Er wordt van uitgegaan dat in 2011 minder uren zullen worden ingezet ten laste van de grondexploitaties. Deze uren komen derhalve ten laste van de exploitatie (beleidsadvisering RO). Mutaties binnen het grondbedrijf worden via de exploitatie overgeboekt naar de balans. Deze budgetneutrale mutatie heeft tot doel om zowel lasten als baten van de jaarschijf 2011 voor de juiste omvang in de begroting op te nemen. Overige verschillen Totaal
Lasten
Toelichting De kapitaallasten in de begroting 2011 zijn € 17.000 (0,75%) lager dan die in de begroting 2010.
322 N
6.019 V
Lasten
Baten
6.019 N
15 N
3V
5.682 V
6.016 N
De producten binnen programma 4 ‘Sociale Samenhang’ worden zwaarder belast met uren als gevolg van het uitbreiden van de formatie met 2,35 fte binnen de kaders van de door de raad in mei 2009 vastgestelde ‘Strategisch Personeelsplan 2009 - 2014(SPP)’.
299 N
In de begroting 2011 zijn de kosten van inrichting en beheer van het MFA De Horst opgenomen. Dekking hiervoor vindt plaats uit de niet bestede groeigelden 2008/2009 welke zijn opgenomen in programma 5 ‘Dienstverlening, communicatie en informatisering’.
108 N
In de begroting 2010 zijn de volgende budgetten incidenteel opgenomen waardoor ze niet meer terugkomen in de begroting 2011: • Nieuw systeem sociaal vervoer (Hugo Hopper) • Bedrijfsplan financiering Waerdse Tempel • Palliatieve unit Hugo Oord
523 V
Aframen toegekende groeigelden 2010 als gevolg van achterblijvende groei.
123
17 V
16 V
Baten
Raadsbegroting 2011
Toelichting programma 5. Dienstverlening, communicatie en informatisering.
Bedragen x € 1.000
Toelichting In de begroting 2011 zijn lasten opgenomen waartegenover baten staan in de vorm van bijvoorbeeld uitkeringen van het rijk. Voorbeelden hiervan zijn ‘Wet BUIG’ en ‘Wet Sociale Werkvoorziening’. Overige verschillen Totaal
Lasten
Baten
1.453 N
1.453 V
Bedragen x € 1.000
Programma 5. Dienstverlening, communicatie en informatisering 24 V 1.280 N
1.453 V
Begroting 2010
Begroting 2011
Verschil
Totaal lasten
11.629
10.911
718 V
Totaal baten
1.141
1.095
46 N
Bedragen x € 1.000
Toelichting
124
Lasten
Betreft de stijging van de loonkosten van de raad als gevolg van de uitbreiding van het aantal raadsleden tot 31 (norm > 50.000 inwoners)
42 N
Vanuit het raadsbudget is € 45.000 beschikbaar gesteld voor live-uitzendingen van raadsvergaderingen via internet.
45 N
De loonkosten van burgemeester en wethouders zijn gestegen door de volgende oorzaken: • De uitbreiding van het aantal wethouders met 0,8 FTE • Het wachtgeld van de in 2010 ontslagen wethouder • Autonome loonkostenontwikkeling
178 N
Op basis van de werkelijke aantallen verstrekte rijbewijzen, paspoorten en identiteitskaarten is de begroting zowel aan de lasten- als aan de batenkant bijgesteld.
106 N
Baten
106 V
Overzicht baten en lasten
Bedragen x € 1.000
Toelichting
Lasten
In de begroting 2010 is € 75.000 opgenomen in verband met de vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dit betroffen incidentele lasten die in de begroting 2011 niet meer voorkomen. Het in de Voorjaarsnota 2010 opgenomen structurele budget voor Verkiezingen is niet in de primaire raming verwerkt.
75 V
Door een stijging van het aantal doorberekende uren van de ondersteunende afdeling Publiekszaken neemt de doorbelasting aan de producten van Burgerzaken toe. Per saldo leidt dit tot lagere doorbelasting naar de andere producten waaraan Publiekszaken ondersteuning verleend. Omdat het aandeel doorbelasting hiervan naar verhouding geringer is dit niet één op één te herleiden naar een (of enkele) producten.
90 N
De kapitaallasten van het Gembipark worden buiten de overhead gehouden. Deze lasten worden verantwoord binnen programma 5 ‘Dienstverlening, communicatie en informatisering’. Dekking vindt plaats uit de Reserve ‘Grote Projecten’ (zie pagina 142 specificatie mutaties reserves). Als gevolg van de lagere boekwaarde per 1 januari 2011 dalen de jaarlijkse rentelasten.
206 V
Onder andere door een afname van het aantal fte's aan formatieknelpunten zijn de loonkosten gedaald. Als gevolg hiervan is ook de doorbelasting van de overhead naar de producten verlaagd.
220 V
De raming voor de piketvergoeding is overgeheveld naar het Stadsbedrijf (programma 2 ‘Stedelijk beheer’) waardoor deze lasten nu onderdeel zijn van het uurtarief en deze lasten niet meer op dit programma tot uiting komen.
62 V
De formatie van Belastingen is uitgebreid met 1,5 fte. Deze uitbreiding wordt gedekt uit lagere kosten inhuur en formatie binnen sector Organisatieondersteuning (met als effect een verlaging van de doorberekende overhead)
70 N
Bedragen x € 1.000
Baten
Toelichting In de Raadsbegroting 2010 zijn in de kolom Overige mutaties (Uiteenzetting financiële positie, blz. 130 - 134 van dat document) ramingen opgenomen waarover besluitvorming met name in de Voorjaarsnota 2009 heeft plaatsgevonden. Deze bedragen zijn in de begroting 2010 verwerkt op stelposten. In 2010 zijn de meeste stelposten toegerekend aan de daartoe bestemde budgetten waardoor deze niet meer in de raadsbegroting 2011 voorkomen.
274 V
Om schommelingen in de uurtarieven tijdens het begrotingsjaar te voorkomen worden deze tussentijds niet aangepast. Mutaties op de zogenaamde hulpkostenplaatsen die in het begrotingsjaar plaatsvinden hebben een resultaat op de hulpkostenplaatsen tot gevolg. Deze mutaties worden in het volgende begrotingsjaar (in dit geval 2011) vervolgens wel in de uurtarieven opgenomen. Hierdoor lost het resultaat op de hulpkostenplaatsen op en ontstaat er per saldo in 2011 een voordeel op dit programma ten opzichte van de raadsbegroting 2010.
421 V
Overige verschillen Totaal
125
Lasten
Baten
152 N
9N 718 V
46 N
Raadsbegroting 2011
126
Uiteenzetting financiële positie
Raadsbegroting 2011
In dit hoofdstuk is weergegeven hoe de financiële positie van de gemeente is opgebouwd vanaf het basisjaar 2011 en de daarop volgende jaren. Achtereenvolgens wordt ingegaan op: • de financiële positie voor 2011 en de meerjarenramingen voor 2012 tot en met 2014; • een toelichting op de begrotingsuitkomst en het meerjarenperspectief; • een overzicht van de reserves en voorzieningen; • de vervangingsinvesteringen; en • investeringen in het kader van de Nota Bovenwijkse Kosten (NBK-I en NBK-II) en het Gemeentelijks Rioleringsplan (GRP). Meer informatie over de financiering van de gemeente kan worden teruggevonden in Paragraaf D ‘Financiering / Treasury’. Het overzicht van de jaarlijkse terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een gelijk volume is opgenomen in de gelijknamige bijlage 2 bij deze begroting.
128
Uiteenzetting financiële positie
Uiteenzetting financiële positie Als uitgangspunt voor 2011 en de daarvan afgeleide meerjarenramingen voor drie jaar geldt de uitkomst van de primaire begroting 2011. Die is € 458.000 nadelig. Vervolgens wordt per programma inzicht gegeven in de soort mutaties, evenals voor de algemene dekkingsmiddelen en de mutaties in de reserves. Een toelichting op deze mutaties volgt daarna.
In de navolgende overzichten wordt regelmatig gebruik gemaakt van afkortingen. De verklaring van de gebruikte afkortingen is: PR Primaire begroting VJN 4.2 Ontwikkelingen uit de Voorjaarsnota 2010 VJN 4.3 Voorgestelde beleidsintensiveringen uit de Voorjaarsnota 2010 VJN 4.4 Voorgestelde dekkingsmogelijkheden uit de Voorjaarsnota 2010 BG10 Overgenomen effecten uit de raadsbegroting 2010 (meerjarenraming) BG11 Overige ontwikkelingen met een financieel effect
129
Raadsbegroting 2011
Bedragen x € 1.000
2011 Primair
2012 Overige mutaties
Primair
2013 Overige mutaties
Primair
2014 Overige mutaties
Primair
Overige mutaties
Programma 1. Veiligheid PR
Primaire raming programma
BG10-1
Uitbreiden HALT-afdoeningen via Brijderstichting
VJN-10 4.3 A
Rechtspositieregeling brandweervrijwilligers
VJN-10 4.3 B
-3.121
-3.121
-3.121
-3.121
-3
-3
-3
-3
-330
-330
-330
-330
Oefenen en opleiden brandweer
-40
-40
-40
-40
VJN-10 4.3 C
Onderhoud materiaal en materieel
-10
-10
-10
-10
VJN-10 4.4 II
Doorberekenen overhead brandweer Langedijk
25
25
25
25
Totaal programma 1
-3.121
-358
-3.121
-358
-3.121
-358
-3.121
-358
Programma 2. Stedelijk beheer PR
Primaire raming programma
BG10-2
Meeropbrengst exploitatie lichtmastreclame, abri's en europanelen
VJN-10 4.3 D
Onderhoudsbudget uitvoering onderhoud wijken/ kwaliteitsimpuls Totaal programma 2
-16.396
-16.396
-175 -16.396
-175
130
-16.396
-16.396
-16.396
10
10
10
-350
-525
-700
-340
-16.396
-515
-16.396
-690
Uiteenzetting financiële positie
Bedragen x € 1.000
2011 Primair
2012 Overige mutaties
Primair
2013 Overige mutaties
Primair
2014 Overige mutaties
Primair
Overige mutaties
Programma 3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving PR
Primaire raming programma
BG10-4
Programmatisch handhaven
BG10-5
Huisvesting Huygenscollege/De Polstok (Rb 2009-062)
BG10-6
Schoolmaatschappelijke werk
VJN-10 4.3 E
Terugloop inkomsten bouwleges
VJN-10 4.4 HH
Eenmalig schrappen monumentenbudget
-5.094
-5.094 75
75
-35
-35
-342
-5.094 75
75
-609
-609
-35
-35
-650
-412
-679
100
300
679
50
VJN-10 4.4 MM Kostenreductie in relatie met inkomsten bouwleges / taakstellend Totaal programma 3
-5.094
PM -5.094
-252
-5.094
-510
-5.094
-681
-5.094
-569
Programma 4. Sociale samenhang PR
Primaire raming programma
BG10-7
Budgetverhoging WMO
-50
-50
-50
-50
BG10-8
Financiën de Horst
-38
-38
-38
-38
BG10-9
-31
-31
120
120
BG10-10
Uitvoeringsprogramma 'Dicht bij huis, kiezen voor een gezond leven ' Integraal Subsidie Plan (ISP)
-8
-22
-22
-22
VJN-10 4.3 F
Aanbesteding OV-taxi vervoer en leerlingenvervoer
PM
PM
PM
PM
VJN-10 4.3 G
Wetswijziging 'Wet Kinderopvang '
PM
PM
PM
PM
VJN-10 4.3 H
Implementatie 'Wet Oké '
PM
PM
PM
PM
VJN-10 4.3 I
Stichting Cool
PM
PM
PM
PM
VJN-10 4.3 J
Lokaal gezondheidsbeleid - alcolholpreventie
-35
VJN-10 4.3 K
Oud voor jong
-70
-70
-70
-70
VJN-10 4.3 L
Waerdse Tempel
PM
PM
PM
PM
Totaal programma 4
-26.176
-26.176
-26.176
-232
131
-26.176
-26.176
-211
-26.176
-26.176
-60
-26.176
-60
Raadsbegroting 2011
Bedragen x € 1.000
2011 Primair
2012 Overige mutaties
Primair
2013 Overige mutaties
Primair
2014 Overige mutaties
Primair
Overige mutaties
Programma 5. Dienstverlening, communicatie en informatisering PR
Primaire raming programma
-9.816
-9.816
BG10-11
-50
VJN-10 4.3 M
Hogere rentelasten in verband met aantrekken vaste financieringslasten Verkiezingen
VJN-10 4.3 N
Regionaal Historisch Centrum Alkmaar
-80
VJN-10 4.3 O
Onderuitputting
VJN-10 4.3 P
Vijfde Wethouder (reeds in primaire begroting)
VJN-10 4.4 AA
Bezuinigingen bedrijfsvoering volgens document 'voorstellen tot bezuinigingen ' d.d. 2 maart 2010
-9.816 -100
-9.816 500
500
-50
-100
-80
-80
-80
-1.000
-1.000
-1.000
910
1.035
1.160
1.160
-50
VJN-10 4.4 BB
Bezuinigingen o.b.v. beleidsnotitie / budgetruimte
733
733
733
733
VJN-10 4.4 DD
Collegebudget incidentele uitgaven / representatie college
150
150
150
150
VJN-10 4.4 EE
Verlagen budget rekenkamercommissie
40
40
40
40
VJN-10 4.4 FF
Raadsbudget
55
55
55
55
VJN-10 4.4 JJ
Taakstellend: legesinkomsten Burgerzaken
50
50
50
50
VJN-10 4.4 KK
Staken ISO-certificering Ingenieursbureau
15
15
15
15
VJN-10 4.4 LL
Taakstellende bezuiniging o.b.v. beleidsnotitie besluitvorming over invullen 11 november 2010
1.454
2.364
2.667
132
Uiteenzetting financiële positie
Bedragen x € 1.000
2011 Primair
2012 Overige mutaties
Primair
2013 Overige mutaties
Primair
2014 Overige mutaties
Primair
Overige mutaties
BG11-2
Vrijvallende kapitaallasten
BG11-3
Investeringsschema OO
BG11-3
Investeringsschema SO
0
0
0
-3
BG11-3
Investeringsschema SB
-10
-100
-152
-215
BG11-3
Investeringsschema PB
-4
-20
-47
-78
BG11-3
Investeringsschema BR
-54
-120
-177
-206
BG11-3
Investeringsschema Onderwijshuisvesting
-6
-155
-194
-236
-138
657
900
1.387
-503
-573
-852
Totaal programma 5
-9.816
1.561
-9.816
2.111
-9.816
3.694
-9.816
3.987
Totaal programma's
-60.603
544
-60.603
692
-60.603
2.080
-60.603
2.310
Algemene dekkingsmiddelen PR
AU / OZB / Dividend / Financieringsfunctie
BG11-1
Prijscompensatie OZB
VJN-10 4.3 Q
Effect afname algemene uitkering o.b.v. junicirculaire 2010
VJN-10 4.4 CC
OZB-verhoging niet woningen 10%
57.007
57.007 71
VJN-10 4.4 GG Partieel toekennen groeibudget 2011 Totaal algemene dekkingsmiddelen PR
Onvoorzien Resultaat voor bestemming
57.007
57.007 71
71
71
-986
-1.907
-2.625
400
400
400
400
100
100
100
100
571
-68
57.007
-415
-68
-3.664
1.115
133
57.007
-3.664
57.007
-1.336
-68 277
-3.664
57.007
-2.054
-68 744
-3.664
256
Raadsbegroting 2011
Bedragen x € 1.000
2011 Primair
2012 Overige mutaties
Primair
2013 Overige mutaties
Primair
2014 Overige mutaties
Primair
Overige mutaties
Mutatie reserves PR
Primaire raming mutatie reserves
BG09-13
Beschikking over 'Rente Egalisatie Reserve '
BG10-14
Jaarlijks oplopende dotatie aan reserve 'Grote Projecten '
BG10-14
Vrijval rentetoevoeging reserve 'Grote Projecten ' Totaal mutatie reserves
Begrotingsuitkomst
3.206
3.206 50
3.206
3.206
100
-500
-500
-190
-380
-570
129
250
363
3.206
50
3.206
39
3.206
-630
3.206
-707
-458
1.165
-458
316
-458
114
-458
-451
707
134
-142
-344
-909
Uiteenzetting financiële positie
Toelichting op begrotingsuitkomst en meerjarenperspectief Mutaties die voortvloeien uit de Voorjaarsnota 2010
In het voorgaande overzicht is de begrotingsuitkomst 2011 opgebouwd uit twee elementen:
Op 24 juni 2010 heeft de raad de Voorjaarsnota 2010 vastgesteld. In deze begroting zijn de financiële gevolgen van nieuw beleid uit die nota opgenomen. Voor 2011 heeft dat de volgende consequenties:
Bedragen x € 1.000 i
Primaire begroting 2011
i
Overige mutaties mutaties die voortvloeien uit het actualiseren van de begroting (BG10 / BG 11)
i
i
voorjaarsnota 2010 (VJN 4.2 tot en met VJN 4.4)
-458
Bedragen x € 1.000
-231 1.396
i
nieuwe ontwikkelingen (paragraaf 4.2 Voorjaarsnota 2010)
i
voorgestelde beleidsintensiveringen (paragraaf 4.3 Voorjaarsnota 2010)
i
voorgestelde dekkingsmogelijkheden (paragraaf 4.4 Voorjaarsnota 2010)
1.165 Begrotingsuitkomst
707
PM -1.132
2.528 1.396
De overige mutaties, die door middel van begrotingswijzigingen na de vaststelling van de raadsbegroting 2011 door de raad zullen worden geëffectueerd, worden hieronder verder toegelicht.
Op de volgende bladzijden zijn de in de Voorjaarsnota in hoofdstuk 4 ‘Toelichtingen op het Financieel Perspectief’ opgenomen overzichten ten aanzien van bovenstaande onderdelen weergegeven, waarbij gemakshalve dezelfde nummering is aangehouden als in de Voorjaarsnota. Voor een nadere toelichting op de opgenomen posten verwijzen wij naar de Voorjaarsnota 2010.
135
Raadsbegroting 2011
Ontwikkelingen
Voorgestelde beleidsintensiveringen Bedragen x € 1.000
Bedragen x € 1.000
2010 a
b
Structurele effecten e jaarrekening 2009/ 2 bestuursrapportage 2009 Overige ontwikkelingen: Effecten financieel economische situatie (meicirculaire c.q. Voorjaarsnota 2010 van het Rijk)
2012 -
-
2013 -
-
2014 -
-
2011
2012
2013
2014
Programma 1
-
A
Rechtspositieregeling brandweervrijwilligers
-330
-330
-330
-330
B
Oefenen en opleiden brandweer
-40
-40
-40
-40
C
Onderhoud materiaal en materieel
-10
-10
-10
-10
-175
-350
-525
-700
-342
-650
-412
-679
-
Programma 2 D
Onderhoudsbudget uitvoering groot onderhoud wijken/ kwaliteitsimpuls
Programma 3 E
Terugloop inkomsten bouwleges
Programma 4
136
F
Aanbesteding OV-taxivervoer en leerlingenvervoer
PM
PM
PM
PM
G
Wetswijziging 'Wet Kinderopvang '
PM
PM
PM
PM
H
Implementatie 'Wet Oké '
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
I
Stichting Cool
PM
J
Lokaal gezondheidsbeleid alcoholpreventie
-35
K
Oud voor jong
-70
-70
-70
-70
L
Waerdse Tempel
PM
PM
PM
PM
Uiteenzetting financiële positie
Voorgestelde dekkingsmogelijkheden Bedragen x € 1.000
Bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
-50
-100
-80
-80
Programma 5 M
Verkiezingen Provinciale Staten/ Tweede Kamer/ Gemeenteraad/ Europees Parlement
-50
N
Regionaal Historisch Centrum Alkmaar
-80
-80
Voorwaardenscheppend O
Onderuitputting
P
5e wethouder
1)
-80
-1.000
-1.000
-1.000
-80
-80
-80
Effect afname algemene uitkering o.b.v. meicirculaire 1) 2009
Totaal 1)
2012
2013
2014
AA
Bezuinigingen bedrijfsvoering volgens document 'voorstellen tot bezuinigingen ' d.d. 2 maart 2010
910
1.035
1.160
1.160
BB
Bezuinigingen o.b.v. beleidsnotitie/ budgetruimte
733
733
733
733
CC
OZB-verhoging niet woningen 5%
400
400
400
400
DD
Collegebudget incidentele uitgaven/ representatie college
150
150
150
150
EE
Verlagen budget rekenkamercommissie
40
40
40
40
55 100
55 100
55 100
55 100
Algemene dekkingsmiddelen Q
2011
-541
-1.561
-2.241
-2.241
FF GG
Raadsbudget Partieel toekennen groeibudget 2011
-1.753
-4.171
-4.838
-5.330
HH
Eénmalig schrappen monumentenbudget
50
II
Doorberekenen overhead brandweer Langedijk
25
25
25
25
JJ
Taakstellend: legesinkomsten Burgerzaken
50
50
50
50
Reeds verwerkt in primaire begroting
137
Raadsbegroting 2011
Bedragen x € 1.000
KK
Staken ISO-certificering Ingenieursbureau
LL
Taakstellende bezuiniging o.b.v. beleidsnotitie besluitvorming over invulling 11 november 2010
MM
Kostenreductie in relatie met inkomsten bouwleges/ taakstellend
Totaal
2011
2012
2013
2014
15
15
15
15
1.454
2.364
2.667
PM
100
300
679
2.528
4.157
5.392
6.074
138
Uiteenzetting financiële positie
Actualiseren begroting
Bedragen x € 1.000
De mutaties die betrekking hebben op de actualisering van de begroting betreffen met name effecten die zijn overgenomen uit de raadsbegroting 2010 (meerjarenraming) en diverse ontwikkelingen, waaraan financiële consequenties verbonden zijn. In onderstaand overzicht zijn deze mutaties verder toegelicht (N = Nadelig effect op begrotingsuitkomst, V= voordelig effect op begrotingsuitkomst). Bedragen x € 1.000
Nummer
Omschrijving
BG10-1
Voor het uitbreiden van HALT-afdoeningen via de Brijder Stichting is in de Voorjaarsnota 2009 budget beschikbaar gesteld; € 7.000 voor 2010 en voor 2011 € 10.000.
BG10-2
BG10-4
BG10-5
In de Voorjaarsnota 2008 zijn meeropbrengsten inzake exploitatie lichtmastreclame, abri's en europanelen ingerekend van € 120.000 per jaar. Met ingang van 2012 bedraagt de meeropbrengst € 10.000 meer.
Nummer
Omschrijving
BG10-8
Met ingang van 2011 is er via de Voorjaarsnota 2009 een budget beschikbaar gesteld voor de accommodatie De Horst.
38 N
BG10-9
Bij raadsbesluit van december 2008 is het uitvoeringsprogramma ‘Dicht bij huis gezond leven’ vastgesteld. In de primaire raming 2011 is al € 120.000 opgenomen. Voor 2011 is € 31.000 extra benodigd.
31 N
BG10-10
De jaarlijkse overschotten van het ISP budget is in de Voorjaarsnota 2009 ingezet als dekkingsmogelijkheid. De ingerekende bedragen fluctueren van jaar tot jaar. Voor 2011 is een lagere besparing ingerekend dan in de raming 2010 is opgenomen.
8N
BG10-11
In de Voorjaarsnota 2008 is geld beschikbaar gesteld om de verwachte hogere rentelasten op te kunnen vangen voor de periode 2009 - 2012. In 2011 zijn deze rentelasten € 50.000 hoger dan 2010.
50 N
BG10-13
De hiervoor bij BG10-11 genoemde extra raming voor de hogere financieringslasten wordt gedekt doordat er beschikt kan worden over de Reserve Rente Egalisatie.
50 V
BG10-14
In de begroting 2011 is € 1.330.000 geraamd als dotatie aan de Reserve Grote Projecten. Conform de innovatieve methode wordt deze dotatie jaarlijks verhoogd met € 190.000.
BG11-1
Het is aan de raad om voor 2011 de nieuwe belastingtarieven vast te stellen. Als voor de OZB akkoord wordt gegaan met een inflatiecorrectie van 0,82% leidt dit tot hogere OZB-opbrengsten.
Jaarschijf 2011 3N
-
In de Voorjaarsnota 2007 is voor programmatisch handhaven een budget ingerekend van € 75.000 voor de periode 2007 t/m 2010. Derhalve een vrijval met ingang van 2011.
75 V
Voor de huisvesting van het Huygenscollege/Polsstok heeft de raad een krediet gevoteerd (Rb 2009-062). De in gebruikname zal naar verwachting in 2012 plaatsvinden waardoor pas vanaf 2013 kapitaallasten ingerekend hoeven te worden.
-
BG10-6
Er is voor schoolmaatschappelijk werk in de Voorjaarsnota 2009 budget vrijgemaakt met ingang van het begrotingsjaar 2011
35 N
BG11-2
Deze post betreft zowel de vrijval van kapitaallasten van investeringen waarvan de looptijd is verstreken als het effect van lagere lasten door afschrijving.
BG10-7
In de Voorjaarsnota 2008 is voor extra dekking van speerpunten WMO in 2009 € 160.000 en vanaf 2010 e.v. € 210.000 beschikbaar gesteld.
50 N
BG11-3
Deze kapitaallasten vloeien voort uit de geactualiseerde investeringsschema's (zie hierna).
Totaal
139
Jaarschijf 2011
-
71 V
-
212 N 231 N
Raadsbegroting 2011
140
Uiteenzetting financiële positie
Reserves en voorzieningen Recapitulatie reserves als bedoeld in artikel 43 lid 1 BBV Rubriek a:
Vrij besteedbare reserves (weerstandsvermogen) Bedragen x € 1.000
Nummer 711000
Algemene Reserve Opheffen diverse reserves (zie RK 2010 blz 19)
Rekening 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
13.702
22.358
22.358
25.142
25.142
27.926
1.995
Overheveling naar andere reserves (zie RK 2010 blz 19)
-4.255
Bestemming resultaat 2009
10.916
Opbrengst verkoop aandelen NUON TOTAAL
2.784 22.358
RK = Reservekeeper
141
22.358
25.142
2.784 25.142
27.926
27.926
Raadsbegroting 2011
Rubriek b:
Bestemmingsreserves Bedragen x € 1.000
Nummer 713099
Reserve NBK-deel 1 Hoofdinfrastructuur
713100
Reserve NBK-deel 2 Gebouwen en overige voorzieningen
713101
Reserve beheer & sociale structuur
713103
Kinderopvang
713104
Rente egalisatie reserve
713119
Grote Projecten
713123
Onderwijshuisvesting
713134
BWS en overwinstregeling
713136
Monumentenreserve
713140
Egalisatie bedrijfsmiddelen
713142
Beheersfonds Uitbreiding Geestmerambacht/HHW-Zuid
713145
Nieuwbouw tafeltennis center DOV
713146
Brede School De Horst
713147
Kunstgrasvelden & Accommodaties
713151
Reserve Schoolwoningen
713158 713160 713161
Rekening 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
1.381
3
3
3
404
722
19.978
20.387
20.704
20.173
19.506
19.100
4.633
7.905
7.905
7.905
7.905
7.905
282
171
153
135
135
135
2.000
1.500
950
350
350
350
35.335
32.322
29.466
26.773
24.251
21.906
465
412
359
306
253
200
2.391
1.723
1.525
1.319
1.103
853
175
175
125
125
125
125
649
649
649
649
649
649
2.872
0
0
0
0
0
617
645
634
622
611
600
692
2.874
2.901
2.928
2.954
2.979
1.035
1.095
978
864
755
650
2.907
2.512
2.117
1.722
1.327
932
WMO
500
190
0
0
0
0
Groot onderhoud speeloppervlakten
250
0
0
0
0
0
Actieplan jeugdwerkloosheid
100
50
0
0
0
0
Overige reserves
164
11
0
0
0
0
1.825
0
0
0
0
0
78.251
72.624
68.469
63.874
60.328
57.106
Opheffen diverse reserves (zie RK 2010 blz 19) TOTAAL
142
Uiteenzetting financiële positie
Recapitulatie voorzieningen als bedoeld in artikel 44 lid 1 BBV Rubriek a: Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is te schatten. Deze voorzieningen zijn niet aanwezig. Rubriek b: Op de balansdatum bestaande risico’s voor bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is. Deze voorzieningen zijn niet aanwezig. Rubriek c: Kosten die in een volgend jaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Bedragen x € 1.000
Nummer 721703
Groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
721708
Pensioenvoorz politieke ambtsdragers
721709
Groot onderhoud Wegen/Kunstwerken/waterhuishouding
721710
Rekening 2009
Raming 2010
Raming 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
430
412
579
642
741
820
999
1.069
1.139
1.153
1.167
1.181
9.205
7.266
6.231
5.412
5.008
4.544
Groot Onderhoud Openbare Verlichting
925
803
978
1.093
1.227
1.304
721711
Voorziening egalisatie riolering
585
841
969
1.116
1.263
1.410
721712
Arbeidsvoorwaardenbeleid
175
140
121
91
72
72
721713
Voorziening ISV
641
435
230
300
370
88
721715
Groot onderhoud speeloppervl buitensport
506
900
653
763
334
465
721716
Egalisatie afvalstoffenheffing
196
118
118
118
118
118
11.984
11.018
10.688
10.300
10.002
Overige voorzieningen
269
Opheffen diverse reserves (zie RK 2010 blz 19)
171
TOTAAL
14.102
143
Raadsbegroting 2011
144
Uiteenzetting financiële positie
Vervangingsinvesteringen In dit onderdeel zijn per sector de vervangingsinvesteringen voor 2010 en volgende jaren weergegeven. Tevens zijn in het overzicht de investeringen van Onderwijshuisvesting opgenomen.
Alleen de vervangingsinvesteringen voor investeringen groter dan € 10.000 zijn verwerkt. Dit is overeenkomstig de ondergrens die is gesteld in de nota ‘Materiële vaste activa’ van de gemeente die op 15 december 2009.
Investeringsuitgaven
De sectoren Stadsontwikkeling, Stadsbeheer en Publiek De daling van het investeringsvolume wordt veroorzaakt doordat het volume van de jaarschijf 2014 kleiner is dan de vrijval van de jaarschijf 2010.
In onderstaande tabel worden de aangeleverde investeringsuitgaven voor de raadsbegroting 2011 vergeleken met die van de raadsbegroting 2010.
De sector Organisatie Ondersteuning De stijging van het investeringsvolume heeft te maken met het feit dat het volume van de jaarschijven 2013 en 2014 (vervangingsinvesteringen) groter is dan de vrijvallende jaarschijf 2010.
Bedragen x € 1.000
Sector
Investeringsuitgaven Begroting 2010
Begroting 2011
2.860
3.168
308
58
21
-37
1.313
1.271
-42
52
272
220
1.194
1.194
0
Onderwijshuisvesting
11.372
10.895
-477
Totaal
16.849
16.821
-28
Organisatie Ondersteuning Stadsontwikkeling Stadsbeheer Publiek Brandweer en Rampenbestrijding
verschil
Onderwijshuisvesting De daling van het investeringsvolume is het gevolg van het actualiseren van de benodigde kredieten voor de scholen in De Draai, het activeren van het krediet voor de aanpassing PJ Smitschool in 2010 en het aanpassen van de kredieten voor de 1e inrichting basis- en voortgezet onderwijs.
145
Raadsbegroting 2011
Berekening kapitaallasten Voor de berekening van de afschrijvingen van de aangeleverde vervangingsinvesteringen zijn de afschrijvingstermijnen en afschrijvingsmethoden gehanteerd zoals die zijn opgenomen in bijlage 1 Afschrijvingstabel bij de nota ‘Materiële vaste activa’ van 15 december 2009. Voor de berekening van de rentelasten van de aangeleverde vervangingsinvesteringen voor de raadsbegroting 2011 is een rentepercentage van 4,00% gehanteerd.
146
Uiteenzetting financiële positie
Sector Organisatieondersteuning Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
vorm
Kapitaallasten 2011
2012
2013
2014
Vervanging e-mailpakket
2010
52
4
Lineair
16
15
15
14
Microsoft Licenties
2010
98
4
Lineair
29
28
27
26
Documentmanagement
2010
178
4
Lineair
53
51
49
47
Papiervernietigers
2010
8
5
Lineair
2
2
2
2
Flexiweb / GIS
2010
54
4
Lineair
16
16
15
15
Dominoservers
2010
17
4
Lineair
6
5
5
5
Tijdregistratie systeem Big Ben
2010
25
4
Lineair
8
8
7
7
Intranetsoftware
2010
29
5
Lineair
8
7
7
7
Dienstfietsen
2011
7
5
Lineair
2
2
2
Telefoontoestellen
2011
126
5
Lineair
31
30
29
Software Burgerservicenummer
2011
27
3
Lineair
11
10
10
SAN; storage oplossing
2011
690
4
Lineair
201
194
187
Flexwerken ICT cluster
2011
15
4
Lineair
5
5
5
Aanschaf PC
2011
213
4
Lineair
62
60
58
Nieuwbouw geluidsinstallatie raadszaal
2011
27
4
Lineair
8
8
8
E-dienstverlening
2011
82
4
Lineair
24
23
23
Follow-me Printers
2011
19
4
Lineair
6
6
6
Software (PQR)
2011
72
4
Lineair
21
21
20
Aanschaf laptops
2012
64
4
Lineair
19
18
Vervanging financieel systeem
2012
72
4
Lineair
21
21
Software BAG
2012
82
4
Lineair
24
23
Smartphones
2012
22
2
Lineair
12
12
Vaatwasmachine
2012
8
3
Lineair
3
3
147
Raadsbegroting 2011
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
vorm
Kapitaallasten 2011
2012
2013
2014
Meubilair
2012
19
15
Lineair
3
2
Smartdocuments
2012
16
4
Lineair
5
5
Dienstauto bode's
2013
14
5
Annuitair
4
Telefoniesysteem
2013
154
8
Lineair
26
Aanschaf monitoren 2010
2013
78
4
Lineair
23
Uitbreiding servers 2010 (SAN)
2013
200
4
Lineair
58
Scanners 2010
2013
22
4
Lineair
7
GIS
2013
51
4
Lineair
15
Smart documents - High concept
2013
53
4
Lineair
16
Software thuiswerken
2013
126
4
Lineair
37
Vervanging meubilair gemeentehuis 1993
2013
16
15
Lineair
2
PLANON
2013
127
4
Lineair
37
Corsa - Split Vision
2013
20
4
Lineair
6
Corsa - E & D
2013
61
4
Lineair
18
Corsa - BCT
2013
29
4
Lineair
9
Corsa - NNB
2013
5
4
Lineair
2
Uitbreiding Microsoft Licenties
2013
55
4
Lineair
16
Upgrade Zenworks
2013
30
4
Lineair
9
Infoschermen balies
2013
30
3
Lineair
12
Digitalisering Facturen
2014
55
4
Lineair
Aanschaf AAG softwarepakket
2014
20
4
Lineair
Totaal Organisatie Ondersteuning
3.168
148
138
503
573
852
Uiteenzetting financiële positie
Sector Stadsontwikkeling Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
vorm
Kapitaallasten 2011
2012
2013
2014
Vervanging Geomilieu
2013
8
4
Lineair
3
Geluidsmeetapparatuur
2013
13
5
Annuïtair
3
Totaal Stadsontwikkeling
21
149
0
0
0
6
Raadsbegroting 2011
Sector Stadsbeheer Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
vorm
Kapitaallasten 2011
2012
2013
2014
Betonbakken tbv ondergrondse containers 15x
2010
18
10
Annuïtair
3
3
3
3
Ondergrondse containers 15x
2010
39
10
Annuïtair
5
5
5
5
2 glasbakken - 1 textielcontainer Raadhuisplein
2010
12
10
Annuïtair
2
2
2
2
Steyr II
2011
70
10
Annuïtair
9
9
9
Portofoons P & R 10 stuks
2011
6
5
Annuïtair
2
2
2
VW LT 35 B en O
2011
30
10
Annuïtair
4
4
4
Klepelmaaier Spearhead 5000
2011
46
10
Annuïtair
6
6
6
Klepelmaaier Spearhead 4000
2011
44
10
Annuïtair
6
6
6
Mulder landbouwwagen
2011
13
10
Annuïtair
2
2
2
Bezem voor LM
2011
9
10
Annuïtair
2
2
2
Rijwielpadstrooier II
2011
26
10
Annuïtair
4
4
4
Zoutstrooier wegen Stratos I
2011
39
10
Annuïtair
5
5
5
Zoutstrooier wegen Stratos II
2011
39
10
Annuïtair
5
5
5
Rijwielpadstrooier I
2011
26
10
Annuïtair
4
4
4
Sneeuwploeg II
2011
15
10
Annuïtair
2
2
2
Menginstallatie natzoutoplossing
2011
33
10
Annuïtair
5
5
5
Hoge drukreiniger riool
2011
26
8
Annuïtair
4
4
4
Rijwielpadsneeuwploeg II
2011
10
10
Annuïtair
2
2
2
Rijwielpadsneeuwploeg III
2011
10
10
Annuïtair
2
2
2
Rijwielpadsneeuwploeg IV
2011
10
10
Annuïtair
2
2
2
Software Rijcurve/Ongeval/Verkeersmodellen
2011
5
3
Lineair
2
2
2
LM trac
2011
62
10
Annuïtair
8
8
8
150
Uiteenzetting financiële positie
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
Grafbekisting 2x
2011
10
GPS 3D
2011
50
Boschung veegmachine
2012
125
vorm 10
Kapitaallasten 2011
2012
2013
Annuïtair
2
5
Annuïtair
12
5
Annuïtair
2014 2
2
12
12
29
29
Prikrol
2012
10
10
Annuïtair
2
2
Houtversnipperaar II
2012
30
10
Annuïtair
4
4
Rijwielpadstrooier III
2012
26
10
Annuïtair
4
4
Pneumatische snoeiapparaten I en II
2012
12
10
Annuïtair
2
2
6 Verkeerstellers
2012
71
10
Annuïtair
9
9
Kunstmeststrooier
2012
10
10
Annuïtair
2
2
WA 1 Wegpyramide Middenweg 1
2013
59
15
Lineair
7
VRI 1 Westtangent-Reuzenpandasingel
2013
23
15
Lineair
3
VRI 2 Westtangent-Saffier
2013
23
15
Lineair
3
VRI 3 Westtangent-Zuidtangent
2013
23
15
Lineair
3
VRI 4 Westtangent-Stationsweg
2013
6
15
Lineair
1
VRI 5 Middenweg-Vondellaan-Beukenlaan
2013
14
15
Lineair
2
VRI 6 Krusemanlaan-Brouwersgracht
2013
10
15
Lineair
2
Veegmachine Ravo 540
2013
145
5
Annuïtair
33
Grondkist 2x
2013
10
10
Annuïtair
2
Ricoh 240 lichtdrukmachine
2013
18
5
Lineair
5
HP 1050
2013
8
5
Lineair
2
Totaal Stadsbedrijf
1.271
151
10
100
152
215
Raadsbegroting 2011
Sector Publiek Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
vorm
Vervanging BAVAK
2010
15
5
Lineair
Vervangen automatiseringssysteem (Cypers Unix) burgerzaken
2011
52
4
Lineair
Softwareprogrammatuur SOZA
2012
95
4
Lineair
E-dienstverlening
2013
110
4
Lineair
Totaal Publiek
272
152
Kapitaallasten 2011
2012 4
2013
2014
4
4
4
16
15
15
28
27 32
4
20
47
78
Uiteenzetting financiële positie
Sector Brandweer en Rampenbestrijding Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
vorm
Kapitaallasten 2011
2012
2013
2014
Helmen Brandweer
2010
41
10
Lineair
6
6
6
6
Vervanging ademluchttoestellen, automax en ICU
2010
90
10
Lineair
14
13
13
12
Gelaatsstukken
2010
35
10
Lineair
6
6
6
6
Aanpassing tankautospuit
2010
20
15
Annuïtair
2
2
2
2
Bluskleding 2005
2010
80
5
Annuïtair
19
19
19
19
Spreekset & lijnen duikers
2010
30
5
Annuïtair
7
7
7
7
Tankautospuit 844
2011
350
12
Annuïtair
38
38
38
Dienstauto 25-TN-XS
2011
30
5
Annuïtair
7
7
7
Dienstauto 26-TN-XS
2011
30
5
Annuïtair
7
7
7
Kar-Systeem
2011
23
5
Annuïtair
6
6
6
Duikuitrusting 2005
2011
25
5
Annuïtair
6
6
6
Gasdetectieapparatuur
2011
12
5
Annuïtair
3
3
3
C2000 Mobilifoons
2012
40
5
Annuïtair
9
9
C2000 Portofoons
2012
90
5
Annuïtair
21
21
Inrichting coördinatiecentrum
2012
26
10
Lineair
4
4
Warmtebeeldcamera's
2012
40
5
Annuïtair
9
9
Testapparatuur ademlucht
2012
30
5
Annuïtair
7
7
Compressor
2012
30
10
Annuïtair
4
4
3
Werkplaatsinrichting
2012
20
10
Annuïtair
Vervanging hydraulisch gereedschap
2013
90
5
Annuïtair
21
Vervanging schoeisel
2013
17
5
Annuïtair
4
Ademluchtcilinders
2013
45
15
Annuïtair
5
Totaal Brandweer
1.194
153
54
120
177
3
206
Raadsbegroting 2011
Onderwijshuisvesting Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Jaar van
Investerings-
investeren
bedrag
Afschrijvingen termijn
vorm
School De Draai grondkosten
577
School De Draai bouwkosten
5.388
40
Lineair
School De Draai installatiekosten
1.347
15
Lineair
Kapitaallasten 2011
2012
2013
2014
Lineair
School De Draai exploitatielasten
4
4
4
4
Uitbreiding gymcapaciteit vo bouwkosten
2011
690
40
Lineair
45
45
45
Uitbreiding gymcapaciteit vo installatiekosten
2011
172
15
Lineair
19
19
19
Uitbreiding gymcapaciteit vo exploitatielasten
2011
1
4
4
4
1
6
6
6
9
9
9
9
9
Basisschool De Draai (piekvoorziening, systematiek schoolwoningen)
1.273
40
Annuïtair
Basisschool De Draai (piekvoorziening, exploitatielasten) Eerste inrichting basisonderwijs
2011
90
20
Lineair
Eerste inrichting basisonderwijs
2012
99
20
Lineair
Eerste inrichting basisonderwijs
2013
128
20
Lineair
Eerste inrichting basisonderwijs
2014
114
20
Lineair
Eerste inrichting voortgezet onderwijs
2011
242
20
Lineair
Eerste inrichting voortgezet onderwijs
2012
161
20
Lineair
Eerste inrichting voortgezet onderwijs
2013
335
20
Lineair
Eerste inrichting voortgezet onderwijs
2014
279
20
Lineair
12
23
15
10.895
154
22 15 31
Beheerslasten uitbreiding gymcapaciteit Totaal Onderwijshuisvesting
23
6
45
60
60
155
194
236
Bijlagen
Raadsbegroting 2011
De raadsbegroting 2011 bevat de volgende bijlagen: • Informatie verbonden partijen • Jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde voorzieningen • Uitvoeringsinformatie • Kerngegevens
156
Bijlagen
Bijlage 1. Informatie verbonden partijen 1. Regionale Platformfunctie Noord-Kennemerland
Aan de orde komen: 1. Regionale Platformfunctie Noord-Kennemerland 2. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 3. GGD Hollands Noorden 4. Regionaal Historisch Centrum Alkmaar 5. Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) 6. Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK) 7. Recreatieschap Geestmerambacht 8. Kaderregeling HAL-samenwerking 9. NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 10. NV Houdstermaatschappij GKNH (Gasbedrijf Kop Noord-Holland) 11. Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. 12. Vereniging NW8 13. Stichting Papier Recycling Nederland 14. Gemeenschappelijke regeling tussen de gemeente Heerhugowaard en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 15. Stichting Kennis- en Adviescentrum Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Noord-Holland Noord
Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? Het betreft een samenwerkingsverband van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer. Dit platform is ontstaan na opheffing van het Samenwerkingsverband NoordKennemerland in 2006. Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Enige jaren geleden hebben de deelnemende gemeenten besloten het samenwerkingsverband Noord-Kennemerland (SNK) te ontmantelen. Als effect van de ontmanteling is de regionale platformfunctie ingesteld (de zgn. regionale portefeuillehoudersoverleggen). Op basis hiervan kan en wordt op basis van vrijwilligheid tussen de regiogemeenten samengewerkt. Daarbij treedt per onderwerp één van de gemeenten op als coördinator en ‘trekker’. In dit kader zijn er inmiddels vijf regionale overleggen, te weten: Ruimtelijke Ordening trekker: Heerhugowaard Verkeer en Vervoer trekker: Langedijk Volkshuisvesting trekker: Alkmaar Sociale zaken en Arbeidsmarkttoedeling trekker: Heiloo WMO/ Zorg Trekker: Castricum Economische zaken en Toerisme trekker: Bergen Ook over de kostenverdeling van de platformfuncties zijn afspraken gemaakt (zie raadsbesluit van 25 maart 2003, nr. 2003-33).
157
Raadsbegroting 2011
Wat wordt met de relatie beoogd? Doel van de platformfunctie (PONK) is daar waar nodig en mogelijk zaken op regionaal niveau af te stemmen. Het gaat zowel om strategische keuzes voor de ontwikkeling van de regio, zowel in de onderlinge relaties als in de relatie met de provincie Noord-Holland en het Rijk, als om meer uitvoeringsgerichte zaken.
• •
•
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? In 2009 is een onderzoek gestart naar de gewenste vorm van regionale bestuurlijke samenwerking voor de komende jaren. Dit heeft in 2010 geresulteerd in het opstellen van een position paper voor de regio Alkmaar waarin, naast een analyse over de regio, wordt ingegaan op de bestuurlijke opgaven voor onze regio de komende jaren op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Op 29 juni 2010 gingen de colleges in NoordKennemerland akkoord met de position paper ‘Toekomst voor regio Alkmaar’ met als centrale gemeentegrensoverschrijdende thema’s: duurzaamheid, kennisregio en toerisme. Daarnaast zal ook onderzocht worden samenwerking op operationeel niveau om schaalvoordelen te behalen. 2011 zal met name in het teken staan van het verder uitlijnen van de regionale samenwerking aan de hand van de vastgestelde position paper.
•
De uitvoering van de werkzaamheden als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s; Het instellen, in stand houden en beheren van de centrale post, als bedoeld in de Wet ambulancevervoer, die voor Noord-Holland Noord de ambulancezorg coördineert, dirigeert en daarop toezicht houdt; Het in RAV verband uitvoeren van ambulancevervoer, als bedoeld in de Wet ambulancezorg. Dit geldt voor de gemeenten Andijk, Anna Paulowna, Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Harenkarspel, Hoorn, Medemblik, Opmeer, Stede Broec, Texel, Wervershoof, Wieringen, Wieringermeer, Zijpe. Het uitvoeren van overige door de deelnemers overgedragen taken.
Het samenwerkingsverband is vooral belast met het uitvoeren van zogenaamde medebewindtaken, die de gemeenten aanvankelijk op grond van o.a. de Brandweerwet moeten uitvoeren. Met ingang van oktober 2010 is dit de Wet Veiligheidsregio’s geworden. Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? De Veiligheidsregio en de politieregio Noord-Holland Noord hebben een visiedocument opgesteld. Aanleiding voor dit document ligt in de bestuurlijke samenwerking tussen het Regionaal College van de politieregio en het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord met de bedoeling de veiligheidsvraagstukken meer integraal te kunnen benaderen.
2. Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord is een gemeenschappelijke regeling tussen 30 gemeenten in Noord-Holland Noord. De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord is officieel van start gegaan per 1 januari 2004.
Missie Op 1 januari 2015 willen het Regionaal College van de Politieregio en het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord dat de regio behoort tot een van de veiligste regio’s van Nederland. Zij doet dat allereerst door het stimuleren van een effectieve preventieve aanpak van veiligheidsvraagstukken in brede zin. Daarnaast worden onveilige situaties zo snel mogelijk beëindigd door het nemen van passende maatregelen. Zij neemt daartoe initiatief om naast de inzet van de organisaties die zij
Wat wordt met de relatie beoogd? Doel van de regeling is het gezamenlijk behartigen van belangen die de schaal van de individuele gemeenten te boven gaan, ten behoeve van de veiligheid van de bevolking in het samenwerkingsgebied. De Veiligheidsregio Noord-Holland Noord heeft de volgende taken:
158
Bijlagen
rechtstreeks bestuurt (Politie en Veiligheidregio) ook de inzet van andere organisaties op het gebied van veiligheid te stimuleren en op elkaar af te stemmen. Dit moet zoveel mogelijk zichtbare en concrete resultaten opleveren. Daarnaast wil het bestuur dat de organisaties die zij rechtstreeks bestuurt aantoonbaar tot de best presterende organisaties van hun sector in Nederland behoren. De prestaties van deze diensten worden door externen geaudit.
•
Strategische noties ‘Burger als partner in veiligheid’ Het bestuur ziet de inwoners van Noord-Holland Noord als een structurele partner in veiligheid, ook als het gaat om zelfredzaamheid. Burgers dienen dan ook actiever en intensiever te worden betrokken bij het voorkomen en oplossen van veiligheidsvraagstukken (waaronder zelfredzaamheid). In het bijzonder wil het bestuur de jeugd hierbij betrekken. De organisaties van politie en veiligheidsregio zullen zich inspannen om jongeren te interesseren voor een veiliger Noord-Holland Noord.
•
•
Andere strategische partners Teneinde de veiligheidsdoelstellingen te bereiken zal ook de betrokkenheid van veel andere partners in de regio bevorderd dienen te worden. Te denken valt aan woningbouwverenigingen, scholen, buurtverenigingen, Hoogheemraadschap, Rijkswaterstaat, Defensie en anderen. De 'matrix' aanpak is een bruikbaar hulpmiddel om vanuit de concrete probleemstelling steeds systematisch te kijken welke partners een bijdrage kunnen leveren. Randvoorwaarden/ condities Om de bovenstaande missie te realiseren zijn de volgende randvoorwaarden/condities benoemd: • Betrokkenheid gemeenteraden De betrokkenheid van de gemeenteraden bij veiligheidsvraagstukken verdient structurele versterking. Daarvoor zullen in onderling overleg procedures worden afgesproken;
Aanspreekbaarheid gemeenten Vanuit de gedachte dat de effectiviteit van de veiligheidsaanpak geoptimaliseerd kan worden als alle gemeenten gemaakte afspraken uitvoeren, dient de aanspreekbaarheid van gemeenten ten opzichte van elkaar te worden vergroot. Het systematisch monitoren van de in het bestuur gemaakte afspraken hoort hier ook bij. Dit kan o.a. door de audit-instrumenten van de Veiligheidsregio, de Veiligheidsmonitor en het ‘smiley-overzicht van het programmabureau integrale veiligheid’ verder door te ontwikkelen; Positionering programmabureau integrale veiligheid/ veiligheidsbureau Het programmabureau integrale veiligheid en het veiligheidsbureau van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord verdienen een stevige positie in het ondersteunen van de veiligheidsambities van het bestuur, zij werken daartoe nauw samen. Beide bureaus ontwikkelen in nauwe samenspraak met het bestuur een effectieve aanpak voor de implementatie van plannen. Betrokkenheid van de gemeentesecretarissen en ambtenaren openbare orde en veiligheid wordt hiertoe vergroot; Planvorming Het is gewenst dat er een helder planconcept voor veiligheidsplannen wordt ontwikkeld. Uitgangspunt is dat de plannen van de veiligheidsregio en de politie herkenbaar worden geïntegreerd in het integrale veiligheidsbeleidsplan van het bestuur. Zowel het lokale integrale veiligheidsbeleidsplan als het integrale veiligheidsbeleidsplan van het bestuur van de veiligheidsregio en het regionaal college worden op elkaar afgestemd. Zoveel als mogelijk wordt gestimuleerd dat plannen van andere partijen die bijdragen aan veiligheid ook samenhangen met de integrale veiligheidsplannen.
Doelstellingen De bovenstaande missie wordt zoveel mogelijk vertaald in concrete doelstellingen over een langere periode en vastgesteld.
159
Raadsbegroting 2011
Het visiedocument is besproken in de commissie Middelen van 11 mei 2009. Vanuit de commissie zijn kanttekeningen geplaatst bij het aspiratieniveau van de veiligheidsregio NHN, zoals vastgelegd in het visiedocument. Deze kanttekeningen zijn door de burgemeester ingebracht in het bestuur van de Veiligheidsregio.
Brandweer • Veiligheid eigen personeel. • Toetsende rol fysieke veiligheidsprocessen. • Ondersteuning en binding vrijwilligers. • Managementinformatie. • Reductie van veiligheidsrisico's door stimuleren van maatschappelijke bewustwording veiligheidsrisico's (project: ‘Kijk, we werken aan veiligheid!’). • Openbaar meldsysteem, terugdringen nodeloze alarmeringen. • Invoeren landelijke structuur opleiden en oefenen. • Het verhogen en toetsen van de vakbekwaamheid van bevelvoerders en piketofficieren door regionale trainingen. • Voorbereiding multidisciplinair oefencentrum en gezamenlijke organisatie realistisch oefenen. • Evaluatie Regeling Operationele Leiding (ROL) en herziening piketorganisatie. • Uniformering inzet- en opschalingsprocedures. • Innovatie, brandweerzorg op maat. • Interregionale samenwerking.
Speerpunten 2011 De doelstellingen van de Veiligheidsregio sluiten aan op het meerjarig actieplan en op de strategische keuzes zoals die in het regionaal beheersplan en de organisatieplannen zijn vastgesteld. De concrete doelstellingen binnen de programma's zijn opgenomen in jaarplannen. In de beschrijving van de programma's zijn de volgende speerpunten voor 2011 verder uitgewerkt. Ambulancezorg • De vergunning voor de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) is op 1 januari 2011 toegewezen aan de Cooperatieve vereniging Ambulancezorg Regio Noord-Holland Noord. • Het percentage overschrijdingen van de responstijd bij A1 vervoer is maximaal 8%. • Het percentage overschrijdingen van de responstijd bij A1 vervoer per gemeente is maximaal 16%. • Minimaal 40 % van de reanimaties in de regio start binnen 6 minuten na een hartstilstand. • Minimaal 50 % van de gemeenten in de regio neemt deel aan het Reanimatie Oproep • Netwerk (AED burgernetwerk).
Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen • Implementatie van het GGD Rampenopvangplan (GROP) en het Huisartsen Rampenopvangplan (HaROP). • Verankering van de regionale eisen vanuit de Wet Ambulancezorg (WAZ) (intensivering samenwerking met de Regionale Ambulance Voorziening). • Verhogen en toetsen (profchecks) vakbekwaamheid van GHOR functionarissen. • Monitoring voorbereiding witte ketenpartners op rampen en crisis.
160
Bijlagen
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens 2006 stond met name in het teken van de voorbereiding van de opschaling van de GGD-en in Noord-Holland Noord naar één GGD-organisatie voor heel Noord-Holland Noord op hetzelfde niveau als de Veiligheidsregio NoordHolland Noord. Door de raad van Heerhugowaard is op 19 december 2006 ingestemd met het beslisdocument fusie GGD Noord-Holland Noord. Aanvankelijk konden de gemeenten Hoorn en Enkhuizen niet instemmen met de fusie per 1 januari 2007, omdat zij van oordeel waren dat voor hen nog aanvullende informatie noodzakelijk was om tot besluitvorming te komen. Deze aanvullende informatie is beschikbaar gekomen in februari 2007 op basis waarvan de gemeenten Hoorn en Enkhuizen konden instemmen met de fusie. De raad van Heerhugowaard heeft op 27 maart 2007 ingestemd met het aanvullend beslisdocument GGD Hollands Noorden. Als gevolg van de vertraging in de besluitvorming is de fusie uiteindelijk geëffectueerd per 1 april 2007.
Meldkamer • Verwerkingstijd voor 85% van de meldingen van ambulanceritten binnen de genormeerde responsetijd van 2 minuten. • De gemiddelde responsetijd ambulancezorg onder de 2 minuten. • Verwerkingstijd voor 75 % van de meldingen brandweer binnen de genormeerde responsetijd van 1 minuut. • De gemiddelde responsetijd brandweerzorg onder de 75 seconden. • Verwerkingstijd voor 90% van de 112 meldingen binnen de genormeerde responsetijd van 10 seconden. • Verwerkingstijd van 112-meldingen brandweer binnen de genormeerde responsetijd van 1 minuut (Free-Call). • Verwerkingstijd van OMS-meldingen binnen de genormeerde responsetijd van 30 seconden. Veiligheidsbureau • Instrueren en oefenen van de bevolkingszorgorganisatie. • Borging en versterking operationele crisisorganisatie. • Continuering versteviging samenwerking met crisispartners.
In de loop van 2009 is duidelijk geworden dat de GGD zich financieel in zwaar weer bevindt. Er is sprake van een tegenvallend resultaat 2008 met doorwerking naar de volgende jaren. Dit was deels ingecalculeerd door de gekozen wijze van financiering bij de start van de GGD, en deels door tegenvallende inkomsten, onder andere als gevolg van de financiële crisis. Een bestuurlijke commissie heeft zich in het najaar 2009 over de te nemen maatregelen gebogen en heeft aanbevelingen gedaan voor de toekomst. Hiervan heeft de raad van Heerhugowaard kennis genomen in haar vergadering van 25 mei 2010 (RB nr.: 2010-058).
3. GGD Hollands Noorden Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De GGD Noord Kennemerland is per 1 april 2007 opgegaan in de nieuwe gemeenschappelijke regeling GGD Hollands Noorden, die is ontstaan uit de opschaling van de drie GGD-en in Noord-Holland Noord. Het betreft een samenwerkingsverband van de 26 gemeenten in Noord-Holland Noord.
De GGD vraagt voor 2011 een gemeentelijke bijdrage van € 17,75 per inwoner. De gemeenteraad heeft op 22 juni 2010 daarmee niet ingestemd. Het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband stemt op 28 september 2010 wel in meerderheid met de € 17,75 per inwoner met de bijdrage per inwoner in en daarmee wordt het voor onze gemeente een verplichte uitgave.
Wat wordt met de relatie beoogd? Het in gezamenlijkheid in Noord-Holland Noord uitvoeren van aan gemeenten opgedragen wettelijke taken in het kader van de volksgezondheid. Het samenwerkingsverband is vooral belast met het uitvoeren van zogenaamde medebewindstaken.
161
Raadsbegroting 2011
In de komende jaren wil de GGD HN zich sterker profileren als gemeentelijke gezondheidsdienst. In die rol treedt de GGD op als huisadviseur, als ondersteuner van de beleidsvorming, als uitvoerder van preventieve gezondheidszorg en vangnetzorg, als regisseur bij het opzetten van ketensamenwerking en als kenniscentrum voor gezondheidsvragen. Dit eist van de GGD een duidelijke profilering richting gemeentebesturen, gemeentelijke diensten en ambtenaren. Van de gemeenten wordt verwacht dat zij de uitvoering van taken, die zich daarvoor lenen, onderbrengen bij de GGD. Belangrijke uitdagingen liggen op het terrein van jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding, leefstijlziekten en ouderenbeleid. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden is een stevige GGD vereist. Doelen, taken, rollen, wensen en ambities worden vastgelegd in het in 2010 vast te stellen nieuwe beleidsplan. Dit plan wordt in nauw overleg met de gemeenten opgesteld. Belangrijkste voorwaarden voor een adequate uitvoering hiervan zijn vertrouwen van de gemeenten in hun gezondheidsdienst en een gezonde financiële huishouding. Aan het voldoen aan deze voorwaarden wordt hard gewerkt onder het motto ‘De GGD goed op weg naar beter’. Voor de concrete actiepunten van de GGD Hollands Noorden voor 2011 wordt verwezen naar de programmabegroting 2011 van de GGD Hollands Noorden (gevoegd bij raadsvoorstel nr.: RB 2010-073, raadsvergadering 22 juni 2010)
met het uitvoeren van zogenaamde medebewindstaken die de Archiefwet 1995 aan gemeenten heeft opgedragen. Wat wordt met de relatie beoogd? Het (mede) uitvoeren van de gemeentelijke taken als bedoeld in de Archiefwet 1995. Daarnaast heeft het RHCA als doel het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historisch bronnenmateriaal en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar te maken voor een breed publiek. Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Het Regionaal Archief Alkmaar, dat onderdeel was van het SNK, is in het kader van de ontmanteling van het SNK omgebouwd en in 2003 verzelfstandigd naar een Regionaal Historisch Centrum (RHCA) met een zelfstandige gemeenschappelijke regeling. Per 1 juli 2003 is het RHCA daadwerkelijk gestart. De beleidsvoornemens zijn vastgelegd in het Beleidsplan RHCA 2006-2010. Speerpunten in dit plan zijn: • verbetering publieke dienstverlening; • verbetering van toegankelijkheid van archieven; • adequate opslag; • conserveren en restauratie van archieven.
4. Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) In het kader van de verbetering van de publieke dienstverlening heeft het RHCA de ambitie om in alle deelnemende gemeenten een archiefinformatiepunt in te richten. Vanuit ons college is medio 2008 het verzoek bij het bestuur van het RHCA neergelegd om deze ambitie om te zetten in daden en binnen afzienbare termijn een archiefinformatiepunt in te richten in de bibliotheek van Heerhugowaard. Hieraan is tot op heden geen gevolg gegeven. Voor de verbetering van toegankelijkheid van archieven wordt vanaf 2007 met name ingezet op digitalisering van de eigen collecties van het regionaal archief en de toegankelijkheid daarvan via internet.
Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? Het RHCA is een samenwerkingsverband van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft- de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer op basis van de WGR. Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier neemt niet deel in de gemeenschappelijke regeling, zoals aanvankelijk de bedoeling was, maar doet mee op basis van een convenant tussen het RHCA en het Hoogheemraadschap. Het RHCA is vooral belast
162
Bijlagen
Het RHCA vraagt voor 2011 een gemeentelijke bijdrage van € 3,89 per inwoner. Het college heeft daar op 8 juni 2010 niet mee ingestemd.
Op 19 mei 2005 heeft het bestuur van het RHCA besloten tot een nieuwe financieringssystematiek. Deze nieuwe financieringssystematiek is vastgesteld bij meerderheidsbesluit van het bestuur van het RHCA, waarbij wordt aangetekend dat Heerhugowaard tegen de nieuwe financieringssystematiek heeft gestemd, omdat Heerhugowaard ten opzichte van de overige deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling geconfronteerd wordt, door de nieuwe vastgestelde financieringssystematiek, met een onevenredige verhoging van de Heerhugowaardse bijdrage aan het RHCA. In de periode 2005 - 2009 is er sprake van een meer dan verdubbeling van de Heerhugowaardse bijdrage van ruim 45.000 euro in 2005 naar ruim 108.000 euro in 2009. Heerhugowaard is gebonden aan het besluit van het bestuur van het RHCA van 19 mei 2005. Het betalen van de substantieel hogere bijdrage is dus onontkoombaar, zolang de gemeente Heerhugowaard blijft deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling RHCA.
De kosten voor het RHCA zijn in een periode van zes jaar verviervoudigd. Reden om in 2010 te kijken naar mogelijke goedkopere alternatieven. In de Beleidsnotitie Bezuinigingen 2010 is het uittreden uit de gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) opgenomen als een bezuinigingsoptie. De raad heeft in zijn vergadering van 24 juni 2010 een motie (nr. 14) aangenomen, waarin het college wordt opgedragen te onderzoeken of een eigen archiefruimte te verwezenlijken is tegen lagere kosten dan onze huidige jaarlijkse financieel bijdrage aan het RHCA. Op 17 augustus 2010 heeft het college de eerste stap gezet om invulling te geven aan de uitvoering van voornoemde door de raad aangenomen motie door het vaststellen van de Startnotitie onderzoek uittreden uit Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) met daarbij de opdracht aan de Bestuursdienst om het alternatief ‘digitaliseren en historisch archief extern opslaan bij een marktpartij’ nader uit te werken. De uitkomsten van dit nader onderzoek zullen voor eind 2010 bekend zijn.
In 2008 heeft het RHCA aangegeven de ambitie te hebben te verhuizen naar een meer aansprekende locatie. Dit heeft in 2009 geresulteerd in een voorstel aan de raden van de deelnemende gemeenten om het RHCA te vestigen in een voormalige ambachtschool in het centrum van Alkmaar. De raad van Heerhugowaard heeft op 21 april 2009 besloten niet akkoord te gaan met de voorgestelde locatie in het centrum van Alkmaar. Het bestuur van het RHCA is gevraagd nader onderzoek te doen naar een andere, minder kostbare locatie. Vervolgens heeft het algemeen bestuur van het RHCA in meerderheid besloten akkoord te gaan met de door het dagelijks bestuur van de RHCA voorgestelde locatie in het centrum van Alkmaar. De bijdrage van de gemeente Heerhugowaard stijgt hierdoor tot 3,82 euro per inwoner (was 2,25 euro per inwoner in 2009). Heerhugowaard is gebonden aan het besluit van het bestuur van het RHCA met betrekking tot de verhuisplannen van het RHCA en de daaraan verbonden substantiële verhoging van de bijdrage per inwoner, zolang de gemeente Heerhugowaard blijft deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling RHCA.
5. Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar en omstreken (VVI) Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? Het ‘Openbaar Lichaam Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar en omstreken’ (VVI) is een samenwerkingsverband van de gemeenten in de regio NoordKennemerland op basis van de WGR. De VVI is aandeelhouder van de N.V. Huisvuilcentrale (HVC). Deze N.V. heeft 17 aandeelhouders. Van de in totaal 2.656 uitgezette aandelen A zijn er 529 stuks in bezit bij de VVI gemeenten. De gemeente Heerhugowaard beschikt in het jaar 2011 over ca. 82 aandelen. Het totaal aantal aandelen in bezit van onze gemeente kan jaarlijks wijzigen, omdat het pakket aan
163
Raadsbegroting 2011
aandelen wordt toegewezen op basis van de inwoneraantallen van de VVIgemeenten.
6. Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK)
Wat wordt met de relatie beoogd? HVC staat voor een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat actief is op het gebied van afvalinzameling, afvalscheiding en –recycling, compostering, afvalverbranding en de opwekking en benutting van energie uit afval en biomassa. Het bedrijf is eigendom van 55 gemeenten in Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Friesland.
Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? Het WNK is een samenwerkingsverband van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft -de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer op basis van de WGR. Wat wordt met de relatie beoogd? Het in gezamenlijkheid met de overige gemeenten in Noord-Kennemerland uitvoeren van aan gemeenten opgedragen wettelijke taken in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening. Het WNK heeft als doel in haar rechtsgebied de Wet Sociale Werkvoorziening uit te voeren. Als effect hiervan neemt het WNK personen in dienst, die op grond van de hiervoor genoemde wet daarvoor in aanmerking komen en voor zover voor die personen passende arbeid beschikbaar is. Voor Heerhugowaard gaat het om inmiddels gemiddeld 180 personen op jaarbasis.
Garantstellingprovisie De aandeelhouders staan garant voor de leningen van de HVC overeenkomstig artikel 9 van de Ballotageovereenkomst en de door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgestelde financieringsstructuur. De aandeelhouders van HVC hebben in het strategisch plan afgesproken dat jaarlijks een garantstellingprovisie van 1% over de gegarandeerde leningen per 1 januari van het betreffende boekjaar wordt uitgekeerd. De stand volgens de begroting HVC van de gegarandeerde leningen per 1 januari 2011 bedraagt € 590 miljoen. Aan garantstellingprovisie kunnen de VVIgemeenten in 2011 een garantstellingprovisie tegemoet zien ad € 1.100.000 De gemeente Heerhugowaard kan naar verwachting rekenen op een bedrag ad € 172.590.
Ter uitoefening van haar taak is het schap ook bevoegd tot het oprichten van en / of het deelnemen in private ondernemingen. In dit kader neemt het WNK deel in Bruynzeel Monta Systemen BV (BMS). Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Na de invoering van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) in 2008 is, in dat jaar en in het begin van 2009, gewerkt aan het formuleren van de belangrijkste uitgangspunten voor de uitvoering van de WSW. Dit heeft geleid tot een brede discussie waarbij vertegenwoordigers van alle gelederen betrokken zijn geweest. De uitkomsten zijn verwoord in het ‘Visiedocument WSW’ dat in het voorjaar van 2009 door de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten is goedgekeurd. In dit visiedocument zijn onder meer de volgende beleidsdoelen geformuleerd:
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Voor de toekomst heeft HVC de ambitie sterk te groeien in duurzame energie. Van een bedrijf in afval naar een bedrijf in duurzame energie, waarvoor afval één van de bronnen is, naast biomassa, wind, zon en geothermie. Daarover is in 2010 overleg gevoerd met de aandeelhouders.
164
Bijlagen
•
•
• • •
Wat wordt met de relatie beoogd? Via het in stand houden van een openbaar lichaam, genaamd ‘Recreatieschap Geestmerambacht’ is het doel: • Het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van de openluchtrecreatie; • Tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu; • Het tot stand brengen en onderhouden van een landschap dat hierop afgestemd is.
Het WNK verricht inspanning om de SW doelgroep te bewegen tot doorstroom naar detachering; groepsdetachering of begeleid werken, of uitstroom naar een reguliere bana; Om dit te kunnen monitoren en de gemeenten een instrument te geven om te kunnen voldoen aan haar regierol, worden in de werkbegroting prestatieafspraken opgenomen (SMART geformuleerd); Meer werk vanuit gemeenten naar het WNK; Gemeente als werkgever; Weerstandsvermogen opbouwen tot een bedrag van 3 miljoen euro. Bij het bereiken van dit bedrag zal de gemeentelijke bijdrage worden afgebouwd van € 1.313,25 per WSW-er naar € 0,00.
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? In 2003 heeft de raad ingestemd met de uitbreiding van Geestmerambacht, zoals omschreven in het gebiedsperspectief ‘Uitbreiding Recreatiegebied Geestmerambacht’ van januari 2001 (raadsbesluit van 18 februari 2003, nr. 2003-24). Het betreft een uitbreiding van het bestaande recreatiegebied met circa 250 ha groen en 40 ha voor verbindingen met de omgeving. De ontwikkeling van het nieuwe groen heeft tot doel de huidige en toekomstige bewoners van het HAL-gebied voor de recreatieve behoefte dicht bij de stad op te vangen en de druk op de kust te verminderen. De Stuurgroep HAL heeft het bestuur van het recreatiegebied, als toekomstig beheerder, verzocht de uitwerking en aanleg van de uitbreiding van het recreatiegebied op zich te nemen. Deze opdracht is aanvaard. Als opdrachtgever heeft het recreatieschap een tijdelijke ‘Bestuurscommissie uitbreiding recreatiegebied Geestmerambacht’ ingesteld. De gebiedsuitbreiding wordt projectmatig aangepakt en is opgedeeld in zeven deelprojecten. Op de website www.hetgroenemirakel.nl is de voortgang van de projecten te volgen.
In 2014 zal het weerstandsvermogen naar verwachting op het afgesproken niveau van 3 miljoen euro uitkomen, waarna volgens afspraak in het visiedocument de gemeentelijke bijdrage zal worden afgebouwd. Dit kan alleen lukken met de nodige inspanning van zowel het WNK als de deelnemende gemeenten. De gemeentelijke bijdrage per persoon over 2011 blijft gelijk aan die over 2010 te weten € 1.313.25 per WSW-er. Alleen het aantal personen dat vanuit Heerhugowaard deelneemt zal toenemen naar circa 180 personen. Voor onze gemeente komt dat bij een gemiddelde bezetting van circa 178 personen neer op een totaalbedrag van € 234.000. Ruim € 35.000 meer dan in 2010.
7. Recreatieschap Geestmerambacht Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? Het recreatieschap is een samenwerking van de gemeenten Alkmaar, Heerhugowaard, Langedijk, Bergen en de provincie Noord-Holland op basis van WGR.
In 2007 is de gemeenschappelijke regeling gewijzigd. Het werkgebied is daarmee uitgebreid met ca. 480 ha nieuwe recreatiegebied dat in het kader van het Strategisch Groen Project Geestmerambacht en de uitvoering van de intergemeentelijke structuurvisie HAL wordt aangelegd. Het recreatieschap voert daarnaast in het kader van deze uitbreiding het beheer uit van het
165
Raadsbegroting 2011
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Per 1 januari 2005 is het projectbureau HAL 2005 opgeheven. De kaderregeling HAL is na die datum ‘werkloos’ blijven bestaan als bestuurlijk voertuig op grond van de Wet Gemeenschappelijke regelingen. Er zijn geen beleidsvoornemens voor 2009 en verder ten aanzien van het gebruik van de kaderregeling.
begin 2006 opgeleverde recreatiegebied Heerhugowaard Zuid (Park van Luna). Voor het recreatiegebied Heerhugowaard-Zuid is een reserve gevormd waar voor een periode van 17 jaar het onderhoud uit betaald kan worden. Speerpunten 2011: • uitwerken van een meerjarig uitvoeringsplan ontwikkeling Geestmerambacht; • groot onderhoud wandel- en fietspaden; • verbouwing/nieuwbouw beheersgebouw; • groot onderhoud stranden; • opwaarderen parkeerplaatsen; • in beheer nemen ingerichte gebieden in de uitbreiding; • plaatsen tweede digitale informatiezuil • inrichten Koele Kreken, Groene Loper en Diepsmeer; • vervolg grondverwerving door DLG.
9.NV Bank Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De gemeente Heerhugowaard is aandeelhouder van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten. Wat wordt met de relatie beoogd? Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de BNGaandelen van de gemeente. Van de aandelen is 50% in bezit van gemeenten en provincies. De overige 50% van de aandelen is in handen van het rijk. Onze gemeente heeft 9.789 aandelen met een nominale waarde van € 2,50.
8. Kaderregeling HAL-samenwerking Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De kaderregeling HAL is een samenwerkingsverband van de gemeenten Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk die in 1991 tussen de betrokken gemeenten is aangegaan. Het is de lichtste vorm van een gemeenschappelijke regeling. Nadere uitwerking gebeurt op basis van uitwerkingsregelingen van de WGR.
Meer weten? Zie www.bng.nl
10. NV Houdstermaatschappij GKHN (Gasbedrijf Kop Noord Holland) Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De gemeente Heerhugowaard is aandeelhouder van de NV Houdstermaatschappij GKHN samen met nog 27 gemeenten.
Wat wordt met de relatie beoogd? De kaderregeling was het bestuurlijk voertuig op grond waarvan uitvoering werd gegeven aan de VINEX-taakstelling 1995 - 2004 van de HALgemeenten voor de periode tot 2005 op het gebied van wonen, werken en recreëren.
166
Bijlagen
Wat wordt met de relatie beoogd? De aandelen van de maatschappij zijn in handen van de 28 gemeenten die destijds eigenaar waren van het gasbedrijf. Het aantal aandelen per gemeente was gebaseerd op het aantal gasaansluitingen per gemeente. Het aantal aandelen is in november 1999 gefixeerd op 4.646. De houdstermaatschappij heeft een aandelenpakket dat overeenkomt met 3,03% van het totaal aantal aandelen van NUON. De maatschappij neemt deel aan het zogenaamde grootaandeelhouderoverleg NUON. Bij de verkoop van de aandelen Multikabel is door de aandeelhouders van de houdstermaatschappij besloten dat naar verkoop wordt gestreefd van het aandelenpakket NUON op een daarvoor zo gunstig mogelijk tijdstip.
2009 heeft de algemene aandeelhoudersvergadering NV GKNH in meerderheid besloten om tot verkoop over te gaan van het aandelenpakket Nuon. Vervolgens heeft de Aandeelhoudersvergadering van NUON in juni 2009 in meerderheid besloten over te gaan tot verkoop van het aandelenpakket NUON aan het Zweedse Vattenfall. De opbrengst van de verkoop bedraagt voor Heerhugowaard in totaal ruim 18 miljoen euro. 49% van deze opbrengst is in de vorm van een interim dividend in de maand juni 2009 door de NV Houdstermaatschappij GKNH aan de gemeente Heerhugowaard uitbetaald. De overige 51% van de aandelen zal in de periode 2010 t/m 2015 worden overgedragen en betaald voor de vastgestelde prijs. De volgende uitbetaling is op 1 juli 2011 en wordt in de vorm van een interim dividend door de Houdstermaatschappij aan de gemeente Heerhugowaard betaald en bedraagt ruim 2,7 miljoen euro (onder inhouding van 15% dividendbelasting die weer terug gevorderd kan worden). Tot 2015 wordt ook nog dividend betaald over de nog niet overgedragen aandelen. In 2011 zal in dit kader € 232.264 (onder inhouding van 15% dividendbelasting die weer terug gevorderd kan worden) aan dividend worden ontvangen door onze gemeente. De NV Houdstermaatschappij GKNH blijft aandeelhouder van het (voormalige) netwerkbedrijf van NUON, onder de naam ‘Aliander’. Hiervoor ontvangt de gemeente Heerhugowaard naar verwachting een jaarlijks dividend van circa € 110.000.
Dividendbeleid: het dividend wordt op basis van de aandelenverdeling volledig uitgekeerd aan de gemeentelijke aandeelhouders. Heerhugowaard heeft 327 aandelen; het totaal aantal aandelen is 4.646. Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Het Zweedse energiebedrijf Vattenfall heeft begin 2009 een bod van EUR. 8,5 miljard ondernemingswaarde in contacten uitgebracht op 100% van de aandelen in het productie- en leveringsbedrijf NUON. Het netwerkbedrijf van NUON blijft op grond van Europese regelgeving in handen van de overheid. De vraag lag vervolgens voor of het gunstige tijdstip nu aangebroken was om tot verkoop van de aandelen NUON over te gaan. Deze vraag is bevestigend beantwoord door het college op 10 maart 2009. Vervolgens is de raad in de gelegenheid gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis te brengen aan het college t.a.v. de voorgenomen verkoop van het aandelenpakket NUON. De raad heeft in haar vergadering van 24 maart 2009 aangegeven in meerderheid voorstander te zijn van verkoop van het aandelenpakket NUON. Vervolgens heeft het college op 21 april 2009 besloten het aandelenpakket NUON dat is ondergebracht bij de NV houdstermaatschappij GKNH te verkopen aan het Zweedse Vattenfall, onder de condities, zoals aangegeven in de bijlagen bij de brief d.d. 23 februari 2009 van de vennootschapsecretaris van de NV Houdstermaatschappij GKNH. Op 3 juni
11. Vereniging Noord West8 (NW8) Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De gemeente is lid van de Vereniging NW8. Andere leden zijn de overige gemeenten in Noord-Holland Noord, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de Kamer van Koophandel Noordwest Holland, Natuurbeheerdersoverleg Noord-Holland, Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (WLTO) en Overleg Woon- en Zorginstellingen.
167
Raadsbegroting 2011
voort te zetten in de vorm van een stichting gericht op lobby-activiteiten voor het gebied Noord-Holland Noord en op regiobranding. Hierover is toen geen standpunt bepaald door de algemene ledenvergadering en is afgesproken het onderwerp over de zomervakantie heen te tillen. In oktober 2010 zal er opnieuw een algemene ledenvergadering plaatsvinden over dit onderwerp. Het is niet ondenkbaar dat in deze algemene ledenvergadering wordt besloten de vereniging NW8 op te heffen per 1 januari 2011.
Het verenigingsbureau is medio juli 2009 ondergebracht in het gebouw van de Kamer van Koophandel te Alkmaar. Voorheen was het Verenigingsbureau gehuisvest in het gemeentehuis van Heerhugowaard. Wat wordt met de relatie beoogd? De hoofddoelstelling van NW8 is te komen tot een complete leefomgeving: een betere balans tussen economie, bereikbaarheid en het woon-/leefmilieu voor de ruim 625.000 inwoners van Noordwest Holland. Stad en platteland, maatschappelijke organisaties en publieke en private partijen werken samen in het netwerk NW8.
Meer informatie over NW8 treft u aan op: www.noordwest8.nl
12. Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. Deze samenwerking wordt gekenmerkt door: • ‘inclusief denken’, alle partijen handelen vanuit een samenwerkingsoptiek en staan niet langer met de rug naar elkaar toe; men beseft dat men elkaar nodig heeft, dat men moet geven en nemen, teneinde iets te bereiken voor de gehele regio; • de acceptatie van NW8 als kaderstellend en regisserend en daarmee als een platform voor afstemming en discussie voor de toekomst van Noordwest Holland; • de ontwikkeling van specifiek beleid voor Noordwest Holland (de Integrale Strategische Gebiedsvisie NW8 2030) met concrete projecten vanuit een gemeenschappelijk gedragen visie over de toekomst van de regio; • een verdere invulling van de versterking van de kernkwaliteiten: rust, ruimte en kenmerkend landschap; • contrast stad - platteland, drukte - rust en identiteit; • nederzettingenpatroon steden en dorpen; • goed en divers woon-/leefmilieu, inclusief voorzieningen.
Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De aandeelhouders van het ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. zijn de Provincie Noord-Holland, de Kamer van Koophandel en de gemeenten in Noord-Holland Noord. Heerhugowaard is aandeelhouder van het Ontwikkelingsbedrijf en bezit 1000 aandelen met een nominale waarde van € 1,00 per stuk. De som van de bijdragen die de gemeente Heerhugowaard aan het voormalige RES (Regionaal Economisch Stimuleringsprogramma), HIB (Halter in Balans) en de bijdrage aan de Bedrijfsregio Noordwest Holland jaarlijks heeft betaald wordt nu betaald aan het Ontwikkelingsbedrijf. De bijdrage is als volgt opgebouwd (bijdrage 2006): • € 1,45 jaarlijks per inwoner aan RES/HIB • € 0,50 jaarlijks per inwoner aan Bedrijfsregio NoordWest Holland. Dit bedrag wordt (geïndexeerd) jaarlijks geïnvesteerd in het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. Voor 2011 zal dit bedrag niet geïndexeerd worden.
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Eind 2009 heeft de vereniging de conclusie getrokken dat het geen bestaansrecht meer heeft in zijn huidige vorm. In voorjaar 2010 is aan de algemene ledenvergadering voorgelegd om de vereniging om te vormen en
168
Bijlagen
Wat wordt met de relatie beoogd? Het bevorderen en stimuleren van economische activiteiten in de regio Noord-Holland Noord om duurzame autonome economische groei in NoordHolland Noord te realiseren. Met de ontwikkelingsmaatschappij worden de krachten gebundeld om de uitvoering van het economisch stimuleringsbeleid te verbeteren in de regio Noord-Holland Noord. Daarmee wordt beoogd: meer effect, meer efficiency en meer resultaat bereiken met dezelfde financiële middelen.
In een bijzondere aandeelhoudersvergadering op 10 oktober 2007 hebben provincie, gemeenten en Kamer van Koophandel hun instemming gegeven aan enkele nieuwe werkmaatschappijen, t.w.: • NHN Vastgoed B.V. (zal actief worden als (her)ontwikkelaar voor bedrijventerreinen en andere vastgoed); • NHN Participaties B.V. (wordt de regionale investeringsmaatschappij voor Noord-Holland Noord); • DOT BV (is opgericht om vrachtvervoer over water te bevorderen).
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Juni 2006 hebben vertegenwoordigers van gemeenten, provincie en de Kamer van Koophandel zich definitief akkoord verklaard, door middel van. een samenwerkingsconvenant, met de oprichting van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. Het ontwikkelingsbedrijf heeft aandeelhouders uit de regio: gemeenten, provincie (met 50% van de aandelen de grootste aandeelhouder), en Kamer van Koophandel. Zij hebben gekozen voor bundeling van kracht en expertise om de inzet voor de economische ontwikkeling beter te coördineren. Voorheen hielden de twee Regionale Economische Stimuleringsprogramma’s (Halter in Balans en Kop en Munt) en twee Bedrijfsregio’s (Kop van Noord-Holland en Stichting bedrijfsregio NoordwestHolland) zich hier mee bezig. Per 1 januari 2007 zijn deze taken overgenomen door het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. Waar nodig participeert het Ontwikkelingsbedrijf NHN in kansrijke ontwikkelingen of bedrijven. Het Ontwikkelingsbedrijf werkt samen met gemeenten en provincie aan het best mogelijke klimaat voor bedrijfsvestiging. Van infrastructuur tot vergunningen. Het ontwikkelingsbedrijf is de spin in het web als het gaat om de uitvoering van economische activiteiten in Noord-Holland Noord Het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord is 1 januari 2007 van start gegaan en heeft de volgende vier kerntaken: • Promotie en Acquisitie; • Participaties; • (Her)ontwikkeling bedrijfslocaties; • Innovatie & Structuurversterking.
Daarnaast heeft het Ontwikkelingsbedrijf NHN een joint venture gesloten met Econcern, één van de belangrijkste spelers in Nederland op het terrein van duurzame energie. Deze joint venture, de Sustainable Development Company Holland-North B.V., biedt NHN een strategische partner voor activiteiten ter bevordering van een duurzame regionale economie. In 2008 zijn daarnaast, met instemming van de aandeelhouders, de volgende participaties opgezet: • GON (Groei- en Ontwikkelingsfonds Noord-Holland) • Startersfonds In 2009 zijn er twee participatiefondsen bijgekomen voor bedrijven in NoordHolland Noord. Beide fondsen zijn opgericht om veelbelovende en groeiende ondernemingen te steunen: • Het Groei- en Ontwikkelingsfonds Noord-Holland (GON) richt zich op MKB bedrijven die reeds meerdere jaren bestaan en beschikken over een aantoonbaar gezonde bedrijfsvoering. Het GON richt zich primair op bedrijven met een financieringsbehoefte van € 200.000 tot € 1.000.000. Voor hogere investeringsbedragen kan GON eventueel samen met andere partijen investeren. Meer informatie is te vinden op www.gon-nh.nl.
169
Raadsbegroting 2011
•
Het Technology Revolutions Fund (TRF) richt zich op jonge bedrijven die technologische innovaties op de markt willen brengen. Het TRF richt zich primair op bedrijven met een financieringsbehoefte van € 100.000 tot € 400.000. Hogere investeringsbedragen zijn mogelijk in samenwerking met andere partijen. Meer informatie is te vinden op www.trf-nh.nl.
•
•
In 2009 werd Noord-Holland Noord getroffen door een stevige economische tegenwind. Toch kon NHN zijn aandeelhouders op 10 december 2009 goede voorlopige resultaten presenteren. Vrijwel alle initiatieven overtroffen de in 2009 de gestelde verwachtingen. Deze goede resultaten zijn echter geboekt over het gehele verzorgingsgebied van Noord-Holland Noord. Indien de resultaten worden toegespitst naar regio Noord-Kennemerland dan is het de vraag in hoeverre het Ontwikkelingsbedrijf het goed heeft gedaan voor Heerhugowaard. Mede in dit licht is het Ontwikkelingsbedrijf als één van de bezuinigingsopties opgenomen in onze Beleidsnotitie Bezuinigingen 2010, Een inventarisatie van de meerwaarde van het Ontwikkelingsbedrijf voor Heerhugowaard zal in 2e helft van 2010 worden gemaakt. Mede basis voor deze inventarisatie is de evaluatie die door bureau Berenschot is gemaakt in opdracht van de Provincie
niveau, Dat maakt ONHN bij uitstek geschikt om coördinatie van activiteiten te voeren. Slagkracht, korte lijnen en schakelen. ONHN is een betrekkelijk kleine organisatie met intern korte lijnen. Bovendien kan over kleinere initiatieven zelf besloten worden, waardoor snel gehandeld kan worden. Kwaliteit van het management. Het management is in staat om complexe en uiteenlopende bestuurlijke belangen te verbinden en deze te vertalen in concrete projecten.
Berenschot wijst tevens op 3 thema’s die nadere aandacht verdienen: aansturing, regionale samenwerking en focus: • Berenschot constateert een onduidelijke beleidsinhoudelijke aansturing door verwevenheid van opdrachtgeverschap en aandeelhouderschap. • Een beperkte beleidsinhoudelijke inbedding door het ontbreken van een transparante structuur waarbij prioriteiten tot stand komen. • Deze factoren hebben in belangrijke mate betrekking op het functioneren van de bestuurlijke samenwerking in de regio en staan daarmee deels buiten de werking van ONHN zelf. Deze bevindingen heeft Berenschot vertaald in de volgende aanbevelingen: • Gemeenten en provincie geven gezamenlijk de beleidsmatige inkadering op het gebied van structuurversterking en promotie en acquisitie vorm door het opstellen van een gezamenlijk beleidskader en geven ONHN de opdracht om voor de uitwerking hiervan een meerjarig uitvoeringsprogramma op te stellen. Door vaststelling daarvan geven de betrokken gemeenten en provincie meerjarige zekerheid over de inzet van middelen om het uitvoeringsprogramma te kunnen uitvoeren. Dat betekent dat ONHN voor de projecten in kwestie niet steeds de benodigde middelen afzonderlijk hoeft te verwerven;
In haar Evaluatie van het Ontwikkelingsbedrijf constateert Berenschot dat met de oprichting van ONHN meer financiële en organisatorische eenheid in gemeentelijke en provinciale bijdragen voor economische ontwikkeling in de regio is gekomen. In de regio is de versnippering verminderd in vergelijking met enkele jaren geleden. Volgens Berenschot kent ONHN de volgende sterke punten: • De beschikking over een goed publiek en privaat netwerk binnen en buiten de regio. • De beschikking over een goed overzicht van initiatieven in het economische domein en in combinatie met een zeker afstand tot het lokale
170
Bijlagen
•
•
•
13. Stichting Papier Recycling Nederland
Gemeente en provincie stellen gezamenlijk een orgaan in van waaruit de beleidsmatige aansturing van NHN wordt vormgegeven, bijvoorbeeld door omvorming van het bestaande REON, van afstemmingsorgaan naar sturingsorgaan. Gemeenten en provincie continueren ten aanzien van structuurversterking en acquisitie en promotie minimaal het huidige niveau van financiering van ONHN op basis van een meerjarig uitvoeringsprogramma dat vanuit ONHN wordt voorgesteld (basispakket). Ten aanzien van (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen kan het opdrachtgeverschap richting ONHN door provincie en gemeenten in voorkomende gevallen individueel en gezamenlijk op ad hoc basis - vraaggericht vormgegeven worden. NHN richt zich vanuit de regionale inkadering primair op de taakvelden structuurversterking en promotie en acquisitie op basis van een meerjaren uitvoeringsprogramma, vastgesteld door gemeenten en provincie gezamenlijk. Ten aanzien van de participatie- en vastgoedactiviteiten treedt ONHN respectievelijk autonoom en vraaggericht op.
Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? Onze gemeente is in 2005 toegetreden tot de Stichting Papier Recycling Nederland (PRN). Deze stichting is opgericht door de branches uit de papieren kartonketen en is de uitvoeringsorganisatie van het papiervezel convenant. Dat is een afspraak tussen het ministerie van VROM, de stichting Hedra (HErgebruik DRAnkenkartons) en de VNG. Wat wordt met de relatie beoogd? Het waarborgen van de uitvoering van het Convenant Verpakkingen II (hergebruik verpakkingsmateriaal vanuit milieu oogpunt). Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? De stichting PRN is een gratis verzekering die aan gemeenten uitkeert zodra de marktprijs (=opbrengst) voor oud papier en karton zakt onder de verwerkingskosten. Ligt de marktprijs boven de verwerkingskosten dan hoeft de stichting PRN niet tot vergoeding over te gaan.
De evaluatie is in het Regionaal Overleg Noord-Holland Noord (REON) van 7 juli 2010 aan de orde geweest. Tijdens deze vergadering is besloten, teneinde meer grip en zicht te krijgen op het beleid van het Ontwikkelingsbedrijf, om bij de uitwerking van de door Berenschot opgestelde evaluatie de verplichting om een inhoudelijk jaarverslag te maken op te nemen in de statuten van het Ontwikkelingsbedrijf. Het gegeven dat het Ontwikkelingsbedrijf geen goedkeurende accountantsverklaring heeft gekregen over de jaarstukken 2009 is mede aanleiding geweest voor voornoemd besluit.
14. Gemeenschappelijke regeling tussen de gemeente Heerhugowaard en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De gemeente heeft op 19 juli 2005 besloten om een gemeenschappelijke regeling aan te gaan op basis van de WGR met het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Wat wordt met de relatie beoogd? Het saneren van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied.
Meer informatie over het ontwikkelingsbedrijf treft u aan op de website www.nhn.nl
171
Raadsbegroting 2011
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Op basis van het saneringsplan ongezuiverde huishoudelijke lozingen in het buitengebied van Heerhugowaard dat bij raadsbesluit van 23 september 2003 is vastgesteld, worden o.a. de afgelegen ongerioleerde panden langs de Huygendijk, waar aansluiting op de riolering niet doelmatig is, voorzien van een vijftal units voor individuele behandeling van afvalwater (IBA’s) klasse III. Het beheer en onderhoud van deze IBA’s wordt overgedragen aan het Afvalwaterketenbedrijf van het hoogheemraadschap. Om hieraan invulling te geven is bovenvermelde gemeenschappelijke regeling aangegaan.
Wat wordt met de relatie beoogd? Om continu inzicht te hebben in de arbeidsmarktsituatie van de regio, om tot afstemming te komen van activiteiten en projecten die door de diverse organisaties op dit gebied uitgevoerd worden en om een organiserend vermogen voor (semi-) publieke organisaties te vormen is het Kennis en Adviescentrum gevormd. Meer concreet is de doelstelling van het Kennis en Adviescentrum om op termijn duurzame samenwerkingsverbanden te realiseren in het gebied van Noordzeekanaal tot en met Texel ten behoeve van een betere afstemming tussen vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt.
15. Stichting Kennis- en Adviescentrum Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Noord-Holland Noord
Ontwikkelingen en beleidsvoornemens? Het RPA-NHN heeft de afgelopen periode actief ondersteund bij de totstandkoming en uitvoering van: • Het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid Noord-Holland Noord, waaraan 26 gemeenten en meer dan 20 relevante arbeidsmarktpartijen zich hebben verbonden. Het Rijk heeft op basis hiervan meer dan 4 miljoen euro subsidie voor de regio beschikbaar gesteld. In de periode van oktober 2009 tot en met mei 2010 hebben door de gezamenlijke inspanningen ruim 2700 jongeren hun leerwerkbaan of stageplek behouden. • Het Project Leren Werkt, een samenwerking tussen werkgevers, onderwijsorganisaties, UWV en gemeenten dat ervoor zorgt dat het opleidingsniveau van de beroepsbevolking in de regio beter aansluit op de vraag van werkgevers. Over de afgelopen vier jaar zijn ruim 600 duale trajecten en 400 ervaringscertificaten voor werkenden en werkzoekenden en meer dan 2000 opstapjes voor werkzoekenden gerealiseerd. • De continuering en uitbreiding van de activiteiten van het Leerwerkloket Noord-Holland Noord, dat een belangrijke informatie- en schakelfunctie heeft tussen werkenden, werkzoekenden, werkgevers en de onderwijsinstellingen in de regio. • De Brancheservicepunten Techniek, Zorg & Welzijn en Horeca & Recreatie, een samenwerking van werkgevers, UWV, gemeenten,
Met wie is een bestuurlijke relatie aangegaan? De raad van onze gemeente heeft op 19 februari 2008 besloten deel te nemen in de Stichting Kennis- en Adviescentrum Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Noord-Holland Noord. De Stichting wordt aangestuurd door een Stuurgroep waarin zitting hebben de bestuurlijke vertegenwoordigers van de gemeenten Alkmaar, Heerhugowaard, het UVW, de Kamer van Koophandel en het beroepsonderwijs. De Stichting wordt in haar kerntaken gefinancierd gezamenlijk door de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard voor de jaren 2008 t/m 2010. De jaarlijkse bijdrage van de gemeente Heerhugowaard bedraagt € 70.000, die van de gemeente Alkmaar € 82.500. Deze periode van 2 jaar is bedoeld om het RPA de kans te geven, na het wegvallen van de provinciale subsidie, nieuwe (subsidie) partners te verwerven. Dit is inmiddels gelukt. Alle gemeenten in Noord-Kennemerland hebben in 2009 aangegeven met ingang van 2010 te participeren in de Stichting en daaraan financieel bij te dragen. Dit is reden voor Heerhugowaard om deelname in de stichting in 2011 te continueren. Naar verwachting zal door het toetreden van de andere gemeenten in NoordKennemerland, naast Alkmaar en Heerhugowaard, onze bijdrage uit komen op een bedrag van € 34.200 per jaar.
172
Bijlagen
•
• •
•
•
•
kenniscentra en onderwijsorganisaties waardoor gezamenlijk initiatieven worden ontplooid en activiteiten op elkaar worden afgestemd. De regionale Werkgeversvereniging in de Zorg, waardoor er middelen vanuit Regioplus voor (arbeidsmarkt-)projecten in de zorg met cofinanciering vanuit werkgevers naar de regio Noord-Holland komen. De Provinciaal/regionale Arbeidsmarktmonitor die cijfermatig inzicht geeft in de kansen en knelpunten op de regionale arbeidsmarkt. Een Masterclass regionaal Arbeidsmarktbeleid, waarbij diverse partners het regionale arbeidsmarktbeleid en de samenwerking onder de loep namen. Het HDC media Werkgeverscafé, dat twee maal per jaar in samenwerking met de uitgever van het Noord-Hollands Dagblad en het ondernemersnetwerk Meerbusiness wordt georganiseerd en waarin het thema ‘boeien en binden van personeel’ centraal staat. De jaarlijkse Regiowerktop en Week van het Werk, vaak met landelijke prominenten, waarin de netwerkpartners actuele arbeidsmarktthema’s bediscussiëren en een gezamenlijke aanpak afspreken. Diverse (sectorale) arbeidsmarktprojecten.
•
Hoe implementeren we het nieuwe werken en het nieuwe leren in de regio?
De gemeenten staan de komende jaren voor een grote opgave. Als gevolg van de economische crisis loop de werkloosheid fors op. Tegelijkertijd weten we dat werkgevers op de middellange termijn door de vergrijzing en ontgroening weer staan te springen om goed opgeleide arbeidskrachten. De economische crisis biedt ook kansen. Nu kan geprofiteerd worden van de bestendige samenwerking die de afgelopen jaren in de regio is opgebouwd. De investeringen die gedaan zijn in de opbouw van een breed netwerk en de gezamenlijke aanpak van knelpunten leveren nu en in de toekomst winst op. Verwacht wordt dat door de inzet van het Kennis- en Adviescentrum tenminste zoveel uitkeringsgerechtigden aan een baan worden geholpen dat de kosten (ruimschoots) worden terugverdiend
De komende periode zal het RPA-NHN deze koers voortzetten en inzetten op het verder uitbreiden van het netwerk en verduurzamen van de samenwerking. Punten van discussie zijn: • Hoe kan de (potentiële) beroepsbevolking zoveel mogelijk geschoold worden naar de vraag van werkgevers? • Hoe zorgen we ervoor dat goed opgeleiden behouden blijven of aangetrokken worden voor het regionale bedrijfsleven? • Hoe gaan we om met jongeren die niet in staat zijn een startkwalificatie te halen? • Hoe kunnen we jongeren, maar vooral ook 45-plussers en arbeidsgehandicapten zoveel mogelijk laten participeren in het arbeidsproces? • Hoe gaan we om met de nieuwe groep werkenden, zoals de zzp-ers?
173
Raadsbegroting 2011
174
Bijlagen
Bijlage 2. Jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een gelijk volume In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een gelijk volume. Dit overzicht moet op grond van artikel 20 lid 2a BBV in de begroting worden opgenomen. Bedragen x € 1.000
Aantal Uitkeringen en pensioenen (voormalige) wethouders
2011
2012
2013
2014
20
237
237
237
237
Wachtgelden voormalig personeel
6
145
121
121
61
Formatieknelpunten
2
60
45
45
45
442
403
403
343
Totaal
In verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zal in 2012 en 2014 een deel van de arbeidskostengerelateerde verplichtingen vrijvallen (respectievelijk € 39.000 en € 60.000).
175
Raadsbegroting 2011
176
Bijlagen
Bijlage 3. Uitvoeringsinformatie Onderstaande tabel betreft de informatie voor derden op grond van artikel 71 lid 1 BBV, te weten een conversietabel producten - programma’s, waarin wordt aangegeven: • welke producten onder welke programma’s vallen; en • wat de baten, lasten en het saldo zijn. Bedragen x € 1.000
Bedragen x € 1.000
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Saldo
6240 Waterkering/afwatering/landaanw.
476
0
-476
6241 Onderhoud bermen en bermsloten
238
0
-238
90
55
-35
Saldo
Programma 1. Veiligheid 6120 Brandbestrijding
2.766
80
-2.686
6140 Veiligheidsbeleid
269
0
-269
6313 Markten
6951 Stelpost programma 1
167
0
-167
6420 Openbaar basisonderwijs
3.202
80
-3.122
117
89
-28
6421 Onderwijshuisv. openb. basisonderw.
1.578
66
-1.512
6423 Onderwijshuisv. bijz. basisonderw.
1.972
83
-1.889
144
0
-144
72
0
-72
7
0
-7
Programma 2. Stedelijk beheer
6431 Openb.Speciaal Ond, Onderwijshuisv.
6144 Dierenbescherming
140
0
-140
6433 Bijz.Speciaal Ond, Onderwijshuisv.
6208 Verkeerszaken (Wijkbeheer)
415
0
-415
6440 Openb.voortgezet onderwijs
6209 Verkeerszaken
463
0
-463
6441 Openb.Voortg. Ond, Onderwijshuisv.
6210 Wegen, straten en pleinen
4.148
31
-4.117
6211 Straatmeubilair
148
170
22
6213 Wegen, straten en pleinen (derden)
223
229
6
77
0
-77
2.034
0
-2.034
6485 Vandalisme schoolgebouwen
209
0
-209
6560 Speelvoorzieningen
415
0
-415
2
58
56
3.173
0
-3.173
135
135
0
4.394
466
-3.928
6443 Bijz. Voortg. Ond, Onderwijshuisv.
6581 Verpachting Kermissen
6215 Parkeren
369
293
-76
6217 Openbare verlichting
994
31
-963
6592 Openbaar groen/parken/plantsoenen
6218 Straatreiniging
896
596
-300
6593 Lijkbezorging
6219 Gladheidsbestrijding
147
0
-147
6721 Inzameling huishoudelijk afval
177
Raadsbegroting 2011
Bedragen x € 1.000
6725 Afvalstoffenheffing 6730 Riolering 6731 Rioolheffing
Lasten
Baten
Saldo
0
4.309
4.309
3.025
35
-2.990
0
3.140
3.140
6832 Vastgoedbeh.gemeente-eigendom
190
374
184
6833 Vastgoedregistratie
239
40
-199
69
3
-66
0
0
0
26.599
10.203
-16.396
6914 Nutscoordinatie 6952 Stelpost programma 2
Bedragen x € 1.000
Lasten 6821 Stedelijke vernieuwing 6823 Vergunningverlening 6830 Grondexploitaties
Programma 3. Stedelijke voorzieningen en duurzame leefomgeving 6113 Straatnaamgeving en huisnummering
0
-10
367
0
-367
6330 Nutsbedrijven
5
5
0
6570 Monumenten
58
0
-58
6572 Archeologisch erfgoed
16
0
-16
6582 Evenementen
76
0
-76
277
0
-277
1.666
0
-1.666
47
2
-45
0
0
0
1.181
86
-1.095
538
0
-538
6740 Milieubeleid/-programma 6742 Handhaving 6745 Bodembescherming 6746 Geluidhinder 6810 Beleidsadv. Ruimtelijke Ordening 6811 Bestemmingsplannen
Saldo
68
94
26
2.305
1.594
-711
37.057
37.039
-18
6845 Woonruimteverdeling
115
7
-108
6846 Woonwagens
161
74
-87
6953 Stelpost programma 3
50
0
-50
6955 Stelpost programma 5
0
0
0
43.997
38.901
-5.096
6250 Wijkgericht werken
832
0
-832
6480 Gemeensch.baten/lasten vh onderwijs
295
0
-295
6481 Onderwijsachterstandsbeleid
364
278
-86
0
0
0
343
18
-325
6486 Onderwijsbegeleiding
30
0
-30
6490 Zwemonderwijs
45
0
-45
6510 Bibliotheekwerk
2.120
0
-2.120
Programma 4. Sociale samenhang 10
6300 Economie en Vastgoed
Baten
6482 Volwasseneneducatie 6484 Leerplicht/reg. meld-&coörd.centrum
6511 Muziekonderwijs
451
147
-304
6513 Overige kunstzinnige vorming
64
0
-64
6531 Overige sportaccommodaties
3.933
1.304
-2.629
6540 Scheppende/beeldende kunst
429
0
-429
25
0
-25
6541 Musea/oudheidskamers
178
Bijlagen
Bedragen x € 1.000
Lasten
Baten
Saldo
1.945
276
-1.669
52
12
-40
9.736
7.335
-2.401
6612 Wet Sociale Werkvoorziening
4.597
4.597
0
6614 Bijzondere bijstand/armoedebeleid
1.323
0
-1.323
6615 Huygenpas
310
0
-310
6619 Bijzondere Bijstand Zelfstandigen
300
300
0
6622 WMO
2.525
400
-2.125
6623 Participatiebudget
4.575
3.605
-970
6631 Sociaal cultureel werk
3.511
321
-3.190
726
0
-726
6651 Maatschappelijk werk
1.276
33
-1.243
6653 WMO individuele voorzieningen
3.575
212
-3.363
24
0
-24
6661 Volksgezondheid
1.126
0
-1.126
6663 Jeugdgezondheidszorg (uniform)
1.127
957
-170
55
0
-55
257
0
-257
45.971
19.795
-26.176
6543 Accomodaties kunst en cultuur 6580 Overige recreatieve voorzieningen 6610 Wet BUIG
6650 Kinderopvang
6654 Integratie en inburgering
6664 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) 6954 Stelpost programma 4
Bedragen x € 1.000
6101 Gemeentesecretaris 6103 Representatie
6001 Gemeenteraad / Raadscommissies 6002 Burgermeester en Wethouders 6003 Raadsgriffier 6004 Rekenkamercommissie
669
0
-669
1.238
0
-1.238
139
0
-139
85
0
-85
Saldo
221
0
-221
36
0
-36
280
0
-280
6106 Algemene voorlichting
542
0
-542
6107 Rechtsbescherming
299
0
-299
6109 Regionale samenwerking
317
0
-317
6111 Lasten en baten secretarieleges
313
842
529
6115 Overige burgerzaken
17
0
-17
1.361
56
-1.305
6116 Bestuursondersteuning
848
0
-848
6483 Leerlingenvervoer
968
11
-957
0
11
11
2.203
0
-2.203
195
0
-195
74
0
-74
6847 Leges informatieverzoeken makelaars 6922 Algemene baten en lasten 6923 Algemene Baten en lasten (CS) 6924 Algemene Baten/Lasten (Fac.Zaken) 6927 Algemene baten en lasten
427
0
-427
6930 Uitvoering Wet WOZ
791
0
-791
6940 Heffing en invord gem.belastingen
250
132
-118
6956 Stelpost programma 6
0
0
0
6957 Stelpost programma 7
0
0
0
6958 Stelpost programma 8
-469
0
469
107
42
-65
10.911
1.094
-9.817
6960 Saldo van kostenplaatsen
179
Baten
6104 Bestuurssecretariaat
6114 Verkiezingen
Programma 5. Dienstverlening, Communicatie en Informatisering
Lasten
Raadsbegroting 2011
180
Bijlagen
Bijlage 4. Kerngegevens
Omschrijving
2010
Omschrijving
2011
2010
Gemiddelde woningbezetting
A. Sociale structuur
Aantal woonruimten Aantal inwoners waarvan:
51.210
51.945
van 0 - 19 jaar
13.440
13.545
van 20 – 64 jaar
Lengte van wegen
31.570
31.840
van 65 jaar en ouder
6.200
6.560
waarvan van 75 - 85 jaar
1.630
1.725
540
436
Aantal uitkeringsgerechtigden
3.940
3.700
Aantal huishoudens met laaginkomen
5.355
5.312
155
177
Aantal minderheden
2.960
3.010
C. Financiële structuur
Aantal één-ouder huishoudens
1.350
1.314
Gewone uitgaven
Aantal periodieke bijstandgerechtigden
1)
Aantal inwoners in werkvoorzieningschappen
waarvan:
buiten de bebouwde kom/wegen buitengebied Totale oppervlakte van wegen in m
2
Totale oppervlakte openbaar groen in m
B. Fysieke structuur
2 1)
2,51
2,46
21.800
22.545
271 km
277 km
242 km
248 km
29 km
29 km
2.667.000 m
2
2.708.000 m
2
2.728.000 m
2
2.878.000 m
2
134.176.000
130.676.000
per inwoner
2.620
2.516
per woning
6.577
6.180
12.887.000
13.014.000
3.999 ha
3.999 ha
binnenwater (excl. Ringvaart)
161 ha
161 ha
per inwoner
252
251
waarvan in onderhoud bij de gemeente
65 ha
65 ha
per woning
632
615
Totale oppervlakte gemeente waarvan:
binnen de bebouwde kom
2011
Opbrengst belastingen
1)
Aantal woningen waarvan: huurwoningen
20.400
21.145
6.120
6.345
2)
1)
Vanaf 2011 is de definitie van periodieke bijstandgerechtigden in het gemeentefonds aangepast. Hierbij zijn mensen van 65+ die een bijstandsuitkering krijgen overgeheveld naar de SVB. Hierdoor valt het aantal bijstandsgerechtigde in 2011 aanzienlijk lager uit.
181
2)
2
Exclusief oppervlakte grassportvelden 245.000 m Betreft OZB en Afvalstoffenheffing
Raadsbegroting 2011
Omschrijving Algemene uitkering uit het gemeentefonds per inwoner per woning Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven per 31 december 2009
2010
2011
43.827.000
42.791.000
856
824
2.148
2.024
193.989.000
237.015.000
per inwoner
3.788
4.563
per woning
9.509
11.209
106.679.425
98.829.000
per inwoner
2.083
1.903
per woning
5.229
4.674
Eigen financieringsmiddelen per 31 december 2009
Vaste schuld per 31 december 2009
60.074.000
97.393.000
per inwoner
1.173
1.875
per woning
2.945
4.606
182