Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Schoolplan 2013-2017 inhoud Inleiding
blz. 1 blz. 2
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
algemene schoolgegevens over de school het bestuur schoolgrootte de situering van de school directie en personeel samenwerkingsverbanden medewerkers de Sprong
blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz.
Hoofdstuk 2 2.1
visie en missie kernkwaliteiten
blz. 7 blz. 8
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
onderwijs inleiding onderbouw bovenbouw IOP leerlingenzorg ICT certificering in BGO Leren op locatie Uitstroom met stage
blz. 9 blz. 9 blz. 12 blz. 14 blz. 16 blz. 17 blz. 18 blz 20 blz 21 blz. 22
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
personeelsbeleid inleiding personeelsprofiel loopbaanbeleid formatie en organisatie taakbeleid arbeidsvoorwaarden arbeidsomstandigheden
blz. 28 blz. 28 blz. 29 blz. 30 blz. 31 blz. 31 blz. 32 blz. 32
Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
kwaliteitszorg inleiding doelen van het kwaliteitsbeleid kwaliteitscirkel school ondersteuningsprofiel Kwaliteitszorg voor de leerling kwaliteitszorg voor docenten kwaliteitszorg voor de school
blz. 34 blz. 34 blz. 34 blz. 34 blz. 34 blz. 35 blz. 35 blz. 36
Hoofdstuk 6
financieel en materieel beleid
blz. 38
Hoofdstuk 7 7.1 7.2 7.4
interne en externe communicatie inleiding beleid inzake interne communicatie beleid inzake externe communicatie
blz. 40 blz. 40 blz. 40 blz. 41
Bijlage
School ondersteuningsprofiel
1
4 4 4 4 5 5 5 6
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
INLEIDING Voor u ligt het schoolplan van De Sprong. Het schoolplan geeft actueel richting aan de koers van de school. De functies van het schoolplan Het schoolplan wordt door onze school gezien als een belangrijk kwaliteit- en verantwoordingsinstrument met interne en externe consequenties. Extern als middel tot dialoog met onze omgeving, zoals ouders, onderwijsinspectie, overige scholen en bevoegd gezag. Intern als ontwikkel- en kwaliteitsdocument waarmee, in onderling overleg met het team, aan het beleid gewerkt kan worden. De intentie van het gebruik van dit plan is om: -alle betrokkenen in korte tijd inzicht te geven in onze missie en kernkwaliteiten en onze belangrijkste denkbeelden inzake verschillende beleidsterreinen en daarover in gesprek te zijn. -de ontwikkelingen in de schoolorganisatie in de komende jaren te kunnen plannen en aan te sturen. -het schoolplan zal, waar nodig, door ons ieder jaar worden geactualiseerd en worden voorzien van een kwaliteitsrapportage (ProZo: in praktijk goed), over het afgelopen beleidsjaar. In hoofdstuk 1 treft u de algemene schoolgegevens. In hoofdstuk 2 onze missie en kernkwaliteiten. In hoofdstuk 3 worden de missie en kernkwaliteiten vertaald in onze visie op onderwijs en begeleiding. De hoofdstukken 4, 5, 6, 7 en 8 zijn instrumenten waarmee de onderwijsvisie gerealiseerd wordt: personeelszorg, kwaliteitszorg, financieel en materieel beleid en communicatie. De opbouw van de hoofdstukken 3 t/m 8 is gelijk. Eerst wordt de kern van het betreffende beleidsterrein aangegeven. Deze wordt gevolgd door een analyse van het beleidsterrein. Daarbij worden ontwikkelpunten onderscheiden. Deze worden voor het schooljaren 2013-2017 ontwikkelpunten maken het voor alle betrokkenen inzichtelijk in welke richting de school zich de komende jaren ontwikkelt. Ten slotte worden in hoofdstuk 9 beleidsvoornemens samengevat in een managementmatrix.
Totstandkoming van het schoolplan De inhoud en opzet van het schoolplan van De Sprong is ontwikkeld door leden van de diverse werkgroepen onder verantwoording van een voorzitter. Voor de inhoud is mede gebruik gemaakt van documenten die binnen de organisatie ontwikkeld zijn. De 5 speerpunten voor de komende jaren zijn: ontwikkelen certificering(mede een bouwsteen die vorm gegeven gaat worden door een werkgroep in schooljaar 2013-2014. Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van het Vso-zml en het praktijkonderwijs van SPON. Gestalte geven aan leren op locatie binnen de verschillende sectoren. Het ontwikkelen van het Individueel Ontwikkelingsplan, dat leidend dient te zijn voor de individuele ontwikkeling van onze praktijkschool leerling en de inhoud van ons onderwijs. Het gestalte geven aan en waar mogelijk uitbreiden van ons ondersteuningsprofiel. De uitstroom van de praktijkschool leerling vertalen naar het aanbod van onderwijsinhoud binnen onze school. De functies van het schoolplan Het schoolplan heeft binnen De Sprong de volgende functies: Planningsdocument voor schoolontwikkeling, versterking van samenhang, aanscherping van visie en vergroting van de deskundigheid; Kwaliteitsdocument voor uitwerking van beleid; Document ter wettelijke verantwoording aan de inspectie (overheid).
2
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Besluitvorming Gezien de interne functie van het schoolplan, moet het “gedragen” worden door alle medewerkers van de school. Voor de presentatie wordt het concept schoolplan tijdens studiedagen onder alle medewerkers van de school verspreid en waar nodig, in gezamenlijk overleg, bijgesteld. a. De directie heeft het plan met het team besproken; b. Het team krijgt de gelegenheid om aanvullingen in te brengen; c. De directie legt het schoolplan voor aan het college van bestuur om tot een voorgenomen besluit te komen. d. Het college van bestuur legt het school plan ter instemming voor aan de Medezeggenschapsraad van De Sprong. e. Na instemming van de MR stelt het bestuur het schoolplan definitief vast en legt het ter kennisname voor aan de onderwijsinspectie. f. Het definitieve schoolplan wordt verspreid binnen de organisatie. Volgend schooljaar wordt de inhoud van dit schoolplan opnieuw getoetst aan de actuele stand van zaken en geëvalueerd aan de hand van het dan verstreken schooljaar. Volgens wettelijk voorschrift wordt het schoolplan elke vier jaar opnieuw vastgesteld. Zo ontstaat een actueel schoolplan dat up-todate de koers aangeeft van de school. Het schoolplan zal op De Sprong een instrument zijn om de schoolontwikkeling op koers te houden. Het gebruik van het schoolplan in de praktijk Het schoolplan gaat pas functioneren als het op praktische en concrete wijze gebruikt kan worden in de school. Hieronder geven wij aan op welke wijze het schoolplan in de organisatie is geplaatst. Schoolplan en teamoverleg De managementmatrix zal als vast punt op de agenda van de algemene vergadering komen te staan. Hiermee wordt beoogd consequent de voortgang te monitoren en zo nodig vroegtijdig te kunnen bijsturen en in samenspraak ervoor zorg te dragen dat het beleid steevast onderling wordt afgestemd. Jaarlijks wordt het schoolplan in september geëvalueerd, waarin algemeen en per beleidsvoornemen wordt aangegeven wat bereikt is. Schoolplan, bevoegd gezag en MR Het nieuwe schoolplan wordt bij aanvang van het schooljaar door de directeur aangeboden aan en waar nodig besproken met het bestuur en MR. Bij de openingsvergadering van de MR wordt het schoolplan standaard op de agenda gezet. Hiermee wordt beoogd dat bevoegd gezag en de MR goed ingelicht worden over de beleidsvoornemens en vorderingen van De Sprong.
(Sliedrecht, juli 2013 )
3
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
1. ALGEMENE SCHOOLGEGEVENS: 1.1. De school. “De Sprong” is een zelfstandige school voor praktijkonderwijs sinds 1 augustus 2000. Leerlingen die deze school voor voortgezet onderwijs bezoeken zijn niet in staat om een diploma te halen in het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (V.M.B.O.). Het onderwijs is afgestemd op de individuele mogelijkheden van de leerlingen. De Sprong, school voor praktijkonderwijs, leidt op tot een betaalde of onbetaalde arbeidsplaats. Waar mogelijk, worden leerlingen de kans geboden een vervolgopleiding(entreeopleiding) op het MBO te gaan volgen. Daar de toelatingseisen op het MBO in sterke mate zijn aangescherpt, is het voor de meeste praktijkschool leerlingen geen optie meer. Daarom wil de Sprong met branchegerichte certificering proberen de leerling zo goed mogelijk voor te bereiden op zijn/haar beroepsmatige toekomst. “De Sprong” is een “streekschool”. Leerlingen die de school bezoeken komen uit de regio West-Alblasserwaard / Oost-IJsselmonde. “De Sprong” is van origine een samenwerkingsschool (algemeen bijzonder onderwijs). Tot de school worden leerlingen en medewerkers van alle levensovertuigingen toegelaten. Adres school:’De Sprong’ Locatie: Elzenhof Elzenhof 124 3363 HE Sliedrecht tel nr: 0184-430150 fax nr: 0184-430152
Locatie: De Loods Kubus 180, 3364 DG Sliedrecht tel nr: 0184-433000
Locatie:Pro zwijndrecht Stenenkamer 34 3332 KP Zwijndrecht 078-6121709
1.2. Het bestuur. “De Sprong” staat onder bestuur van de “Stichting Speciaal Onderwijs Drechtsteden en omstreken” Het bestuur beheert meerdere scholen voor speciaal onderwijs in de regio en tot Passend Onderwijs van kracht wordt, de onderwijsadviesgroep. De bestuursorganisatie staat bekend in de regio onder de naam “SPON”, specialisten in aangepast onderwijs. Adres bestuur: ‘SPON’
Postbus 1024 3360 BA Sliedrecht Bezoekadres; Noordersingel 1 3351 ED Papendrecht 078-6449734
[email protected] 1.3. Schoolgrootte. “De Sprong” is een middelgrote school voor praktijkonderwijs te noemen. Per 1 oktober 2013 zal de school 220 leerlingen tellen.
1.4. De situering van de school.
4
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
De Sprong is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Verder kent de school een dependance “De Loods” en per augustus 2013 een nevenvestiging in Zwijndrecht. De Loods biedt op dit moment huisvesting aan leerlingen uit het derde, vierde en vijfde leerjaar. Naast een aantal theorielokalen beschikt de Loods over een aantal praktijkruimtes, inclusief woonhuis. Deze locatie zal niet meer in gebruik zijn vanaf schooljaar 2014-2015. De gemeente Sliedrecht beraadt zich op dit moment over vervangende huisvesting. 1.5 Directie en personeel. De huidige directeur van de school is Dhr. B.P. van Noordenne. Het team bestaat uit enthousiaste en deskundige (vak)leerkrachten en onderwijsondersteuners. De competenties van personeelsleden worden in gesprekkencycli besproken en samen met de leidinggevende overlegd waar de docent of onderwijsondersteuner behoefte aan heeft om zichzelf en tevens de organisatie te verbeteren. De talenten en competenties van onze mensen worden zoveel mogelijk voor de schoolorganisatie ontwikkeld en ingezet.De school beschikt over een eigen afdeling leerlingenzorg en een stageteam. 1.6. Samenwerkingsverbanden. ‘De Sprong’ maakt deel uit van het regionaal Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs OostIJssel-monde / West-Alblasserwaard (28.13) en is nauw betrokken bij de onderwijsvernieuwing binnen het voortgezet onderwijs. De ontwikkelingen in het praktijkonderwijs gaan snel. Om hier adequaat op te kunnen inspelen, is het van belang om de landelijke ontwikkelingen kritisch te blijven volgen en zo nodig hierop te anticiperen. Om op langere termijn de toekomst van de school veilig te stellen is het van belang zijn om onze plek als zelfstandige school vast te houden. Dit zal vorm moeten krijgen door het aangaan van samenwerkingsverbanden, maar ook door het ontwikkelen van nieuw beleid. De Sprong verzorgt onderwijs voor haar leerlingen. Dit doet zij niet louter binnen de muren van de eigen school, maar steeds vaker vindt het onderwijs plaats buiten de school. Zo werkt de Sprong al jarenlang samen met het Wellant College in Dordrecht(symbiose). Hier worden voor onze leerlingen symbioselessen georganiseerd op het gebied van ‘dierverzorging’ en ‘aanleg en onderhoud’. Ook wordt elk voorjaar de mogelijkheid geboden om het vak ‘bloem’ te volgen. De opleiding voor certificaat ‘bosmaaien’ wordt samen met het Wellant College georganiseerd. Sinds een aantal jaren is er een samenwerking tussen vijf VO scholen uit de West- Alblasserwaard (Griendencollege, De Lage Waard, het Willem de Zwijgercollege, het Loc@ en de Sprong.) Dit heeft, in samenwerking met het bedrijfsleven, geresulteerd in de oprichting van het LOC (Locaal Opleidings Centrum). Het LOC was een Lokaal Opleidingscentrum waar onderwijs en bedrijfsleven samen komen. Leerlingen konden in de praktijk vaardigheden leren/trainen/in stand houden, die pasten binnen de algemene en specifieke arbeidscompetenties. Onze leerlingen maakten en maken nog gebruik van het LOC binnen het vak detailhandel. Het LOC in zijn oude vorm is inmiddels opgeheven. Er is een Masterplan Drechtsteden ontwikkeld waarbinnen het LOC 2.0 vorm moet krijgen. Hierin krijgt het bedrijfsleven in de regio Drechtsteden een grotere mate van zeggenschap over de opleiding. Praktijkonderwijs en ZML-onderwijs raken meer en meer met elkaar verweven. Uitgangspunt bij deze samenwerking is om integratie tussen de onderwijssoorten mogelijk te maken zodat wij beter in kunnen spelen op de hulpvraag van dit type leerling. Dit heeft tot resultaat dat er eens in de zes weken een overleg op directieniveau plaats vindt tussen de verschillende SPON V(S)O scholen. Voor de toekomst zullen we mogelijke samenwerkingsprojecten moeten aangaan, om aansluiting met het VMBO zeker te stellen, zodat wij onze leerlingen zo breed mogelijk kunnen ondersteunen in het doorlopen van hun schoolloopbaan en het vergroten van hun kansen op o.a. een passende plek op de arbeidsmarkt en dagbesteding. In schooljaar 2013-2014 gaat een werkgroep van VSO ZML en de praktijkschool in het kader hiervan aan de slag met de bouwstenen ‘Certificering’ en ‘Interne scholing’.
5
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
1.7 Medewerkers “De Sprong”. Directeur: Dhr. B. van Noordenne. Coördinator algemene organisatie: Dhr. L. v.d. Hel Zorgcoördinatoren : Dhr. J. Broekhuizen Dhr. M. Eeuwijk Coordinatoren didactiek: Mevr. D. van der Pol Mevr. J. Verbaarendse Groepsleraren: onderbouw: Mevr. M. Kok – v.d. Stigchel Mevr. D. van Tilburg Mevr. J. Grootenboer-Keuvelaar Mevr. J. Verbaarendse Dhr. M. Damen Dhr. M. Noorland Mevr. A. Risseeuw Mevr. D. de Bruijne Mevr. R. Keller Dhr. L. Coerts Mevr. C van ’t Hoff Dhr.I. Göcek bovenbouw: Dhr. G. den Hartog-Schalken Mevr. S. Wojcik Mevr. A. Meulblok Mevr. C. Goudswaard Dhr. M. Gahrmann Dhr. K. Bezemer Dhr. J. de Mik Dhr. J. van der Linden Dhr. E. Bieren Dhr. M. den Ouden Hoofd Huishoudelijke dienst: Dhr. R. Kilian
Stagebegeleiding: Dhr. F. Hakkesteeg(stagecoördinator) Mevr. N. van Tuyl Mevr. M. Coerts Dhr. C. Goos Mevr. B. Pons Sport en spel: Dhr. A. v/d Graaff Onderwijsondersteunend personeel: Mevr. M. Kooijman-Stuij (administratie) Mevr. N. Steenhuisen (administratie) Dhr. M. Vogel (conciërge) Maatschappelijke stage: Mevr. S. Wojcik Dhr. R. Kilian Technisch assistent: Dhr. H. Blom Schoolmaatschappelijkwerker: Mevr. E. van Anraad GZ-Psycholoog: Dhr. E. Jenster Onderwijsassistent: Mevr. J. Fletcher Mevr. M. Jongenengel Mevr. A. Velthuis Mevr. M. Viset Coördinator Kwaliteitszorg, ICT en PR: Dhr. G. den Hartog-Schalken Leerkracht met ICT en Pr taken: Mevr. M. Kok – v.d. Stigchel
6
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
HOOFDSTUK 2
Visie en missie “SAMEN OP WEG NAAR PASSEND ONDERWIJS”
D e Sprong wil graag een lerende organisatie zijn. Niet alleen de leerlingen, ook het personeel (OP, OOP en directie) leert voortdurend. We willen een school zijn die leerlingen uitdaagt om zich te ontwikkelen en recht doet aan verschillen en mogelijkheden van onze leerlingen. We willen graag innovatief werken; meegaan met de tijd en nieuwe ontwikkelingen inzetten. Daarbij is deskundigheid en flexibiliteit nodig van het personeel. De school moet een vertrouwde en veilige leeromgeving zijn voor leerlingen en personeel. Successen moeten daarbij worden gevierd. Van professionalisering met individuele scholing of gezamenlijke scholing van ons personeel binnen het samenwerkingsverband, wordt veel verwacht. Samenwerking is onontbeerlijk en het gezamenlijk (uit)dragen van de missie en visie noodzakelijk. We willen een school zijn die bijdraagt aan de persoonlijke en sociale vorming van leerlingen binnen de maatschappij; de ontwikkeling van de brede school kan daar een positieve bijdrage aan leveren. De relatie met de ouders is van enorm belang voor de ontwikkeling van de leerling. Advisering en hulp bieden aan ouders is een wezenlijk onderdeel van ons aanbod. Wij willen planmatig voorwaarden scheppen om leerlingen voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijk bestaan in de maatschappij. Daarvoor is het aanbod van de school gericht op het aanleren van competenties ten aan zien van de domeinen wonen, werken en vrije tijd en goed burgerschap. Belangrijk vinden wij het inzicht geven in de structuur van de maatschappij en het aanleren van competenties om te kunnen functioneren als volwaardig burger in deze maatschappij. Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen, om in specifieke situaties die kennis, vaardigheden en attitudes aan te wenden, die nodig zijn om adequaat gedrag te vertonen. Rekening houdend met hun beperkingen en gebruikmakend van hun mogelijkheden, onder het motto: ”Iedereen is leerbaar”. Op deze manier willen we: Leerlingen helpen een relevante plaats te verwerven op de arbeidsmarkt. Leerlingen helpen zo zelfstandig mogelijk in de maatschappij te functioneren zodat er vaardigheden worden eigen gemaakt die noodzakelijk zijn bij zelfstandig wonen, werken en vrije tijdsbesteding en goed burgerschap; Leerlingen tijdens de puberteit met hun persoonlijkheidsvorming helpen, zodat ze in staat zijn zich in het sociale leven een plaats te verwerven. Hierbij wordt recht gedaan aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling; Leerlingen daar waar mogelijk en wenselijk laten uitstromen naar reguliere vormen van onderwijs. ( zoals V.M.B.O). Leerlingen inzicht laten krijgen in hun gevoelens, gedrag en handelen. Handreikingen geven die nodig zijn bij het krijgen van inzicht in acceptatie van jezelf. Leerlingen, indien nodig, assertief en weerbaar maken. Leerlingen leren op een sociaal vaardige manier om te gaan met anderen. Leerlingen onderwijs op maat aanbieden met een Individueel Ontwikkelingsplan (IOP), zodat zij aan persoonlijke leerdoelen kunnen werken en aan hun persoonlijke ontwikkeling. De school dient voorwaarden te scheppen waardoor een sfeer ontstaat waarin leerlingen: - zich veilig voelen; - zich geaccepteerd voelen; - waardering ontvangen; - positieve feedback krijgen; - gehoord worden; - met respect behandeld worden; - met behulp van concrete stappen geholpen worden, vaardigheden aan te leren, die hen helpen hun doelstelling te benoemen en te verwezenlijken; - uitgedaagd worden om te leren; - zicht krijgen op hun beperkingen, leren omgaan met hun beperkingen en zich richten op hun mogelijkheden; - de kans krijgen om zo zelfstandig mogelijk de vereiste competenties te kunnen oefenen; - gecoacht worden waar mogelijk, gestuurd worden waar nodig.
7
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Van de leerkracht wordt verwacht dat zij (in kennis, houding en attitude): -
inzicht hebben in en kritisch kunnen kijken naar hun eigen functioneren en dat kunnen vertalen in een concrete hulpvraag t.a.v. hun vakmatige beheersing kunnen luisteren en open staan voor de leerlingen. de sfeer kunnen scheppen waarin leerlingen zich veilig voelen. een voorbeeldfunctie kunnen vervullen t.a.v. taalgebruik, sociale vaardigheden en verzorging. de leerlingen een duidelijke structuur kunnen bieden waarin rust en regelmaat centraal staan positieve stimulans kunnen bieden aan leerlingen. gezamenlijk als team zich verantwoordelijk voelen voor het onderwijsleerproces en elkaars kwaliteiten waarderen en respecteren en in een veilige teamsfeer elkaar op een sociaalvaardige manier aanspreken op gedrag en handelen. leerlingen aanspreken op hun sociaal-emotioneel niveau. op een positieve manier een bijdrage kunnen leveren aan de sfeer in de school. gezamenlijk mee kunnen bouwen aan de verbetering van ons onderwijssysteem en onderwijsleerproces. een Individueel Ontwikkelingsplan (IOP) opstellen in samenspraak met leerlingen en ouders/verzorgers, de leerlingen in het proces begeleiden om zo het opgestelde doel te behalen. Met behulp van coachingsvaardigheden leerlingen begeleiden bij hun leerproces. op een effectieve en positieve manier hun inbreng hebben in communicatie, overlegvormen en samenwerking. respectvol kunnen omgaan met ouders en externe relaties van de school. de school op een representatieve manier kunnen vertegenwoordigen. hun begeleiding kunnen aanpassen aan de hulp- en leervraag van de leerling. Kijken naar de mogelijkheden van de leerlingen. leerkrachten van de onderbouw het model van convergente differentiatie gebruiken. ( Bij convergente differentiatie is er een minimumdoel voor de hele groep. De klas is in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau.)
2.1 Kernkwaliteiten Vanuit bovengenoemde missie en visie en onze ervaring komen we tot de volgende kwaliteiten, die karakteristiek zijn voor onze school. 1. Pedagogisch klimaat Van iedere leerkracht in het praktijkonderwijs wordt verwacht dat hij/zij aan de 7 vastgestelde competenties(zie H 5.5) voldoet. Deze competenties zijn noodzakelijke voorwaarden om de sfeer te scheppen waarin leerlingen voorbereid worden op een zo zelfstandig mogelijk leven in de maatschappij. 2. Didactisch klimaat Wij zijn een school waarin leerlingen uitgedaagd worden om actief te leren in een zo’n levensecht mogelijke leeromgeving. Een leeromgeving waarin leerlingen uitgedaagd worden om zo zelfstandig mogelijk de vereiste competenties voor hun persoonlijk leertraject te kunnen oefenen. Duidelijke leerlijnen kunnen helpen onze doelen te realiseren. Ons onderwijs is arbeid- en praktijkgericht en het leren door doen is kenmerkend. 3. De leerling is de maat Wij zijn een school waarin leerlingen zicht krijgen op hun mogelijkheden en beperkingen en ernaar kunnen handelen. Vraaggestuurd onderwijs vraagt een op maat geschreven leerlingvolgsysteem waarin het I.O.P. (Individueel Ontwikkel Plan) en het portfolio van de leerling centraal staat. 4. Professionaliteit Wij zijn een innovatief team dat zich bewust is van haar voorbeeldfunctie voor leerlingen, ouders en omgeving. Een innovatieve school vraagt een kwaliteitsinstrument waarin planmatig het onderwijssysteem wordt geëvalueerd en bijgesteld.
8
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
HOOFDSTUK 3 Onderwijs 3.1 Inleiding: De onderwijskundige vormgeving vindt zijn grondslag in onze visie en missie. De doelen en uitgangspunten zijn geformuleerd in het (SPA) Raamleerplan, door het Samenwerkende Praktijkonderwijs Amsterdam ontwikkeld. En gedefinieerd door de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers van het Platform Praktijkonderwijs/Landelijk werkverband in “Het perspectief voor het Praktijkonderwijs”. In bovenstaande documenten staan doelen beschreven die voor onze leerlingen relevant zijn. Praktijkonderwijs: op weg naar een zelfstandig bestaan van werken, wonen en vrijetijdsbesteding en goed burgerschap. Missie en visie Het Praktijkonderwijs heeft de opdracht zijn leerlingen voor te bereiden op een zelfstandige deelname aan het maatschappelijke proces. De school werkt samen met de leerlingen aan een loopbaan voor het leven, waarin zelfstandig wonen, zinvolle vrijetijdsbesteding, goed burgerschap en een plaats op de arbeidsmarkt essentiële elementen zijn. Samen met zijn netwerk richt de school een levensechte en betekenisvolle omgeving in, waarin iedere leerling vindt wat hij nodig heeft voor zijn ontwikkeling en zijn loopbaan. Deze levensechte omgeving is afgestemd op de leerling, met ruimte voor: persoonlijke ontwikkeling, het aanleren van algemene competenties gericht op het zelfstandig functioneren in de maatschappij en specifieke competenties gericht op deelname aan het arbeidsproces van essentieel belang zijn. In het Praktijkonderwijs gaan leer-, socialisatie- en vormingsprocessen hand in hand. De school regelt leer- en begeleidingsarrangementen die zijn aangepast aan de mogelijkheden van de individuele leerling en die rekening houden met de wensen van die leerling. Juist door zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden van leerlingen, kan het praktijkonderwijs zijn leerlingen tijdens hun schoolloopbaan optimaal sturen en begeleiden op weg naar zelfstandig werken, wonen, goed burgerschap en vrijetijdsbesteding. Hierbij staat de leerling en zijn loopbaan centraal. Die loopbaan zit in de leerling zelf, de leerling maakt voortdurend keuzes. Het onderwijs wordt gestuurd door zijn ontwikkelingsvraag. Op basis van die vraag en het potentieel van de leerling arrangeert de docent samen met de leerling en instanties rondom de school als instituut, leer- en ontwikkelingstrajecten. De organisatie van school is gericht op samenwerking en interactie en op het inrichten van een gevarieerde leeromgeving, waarbinnen een grote verscheidenheid aan leerbronnen beschikbaar is. Organisatiemodel Als we de visie en missie in een model verwerken dan spreekt men in het praktijkonderwijs van het “Boommodel”en “De Vlieger”. De Sprong werkt nu nog volgens het boommodel en werkt de komende jaren toe naar het vliegermodel, een model dat gericht is op vraaggestuurd onderwijs.
9
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Het Boommodel: In het Boommodel staat de leerling met zijn Individueel Ontwikkel Plan centraal. Het individuele ontwikkelingsplan is een sturingsinstrument en vormt de kern voor de keuzes en de beslissingen over de individuele ontwikkeling en schoolloopbaan van de leerling. Onderaan de boom worden de toelatingsbeschikking en de toelaatbaarheid vermeld. Op grond van de beginsituatie en de wensen van de leerling wordt er een Startdocument gemaakt, waarin de volgende zaken staan beschreven: beginsituatie, de leerdoelen op korte en lange termijn, de wijze waarop deze doelen bereikt moeten gaan worden en de wijze waarop de voortgang wordt bewaakt (IOP en coachgesprekken). In de kern van de boom staan drie elementen centraal ten dienste van de hoofddoelen arbeidstoeleiding en maatschappelijke zelfredzaamheid: 1 individuele coachgesprekken, gesprekken die de leerling heeft met de coach/ mentor. Door de gesprekken moeten de wensen en mogelijkheden van de leerling steeds meer naar voren komen. De resultaten van deze gesprekken moeten leiden tot het opstellen, evalueren en aanpassen van het individuele ontwikkelingsplan van de leerling, 2 stagegeschiktheid assessment, wanneer de leerling toe is aan een arbeidsplek kan de leerling zich gaan oriënteren op een bepaalde sector of branche waar de leerling interesse in heeft. Voorafgaand aan een interne of een externe stage wordt een assessment afgenomen, waaruit moet blijken of de leerling wel voldoet aan de eisen (tempo, nauwkeurigheid, op tijd komen, e.d.), 3 arbeidskundig onderzoek, als uit de ervaringen van stage nog blijkt dat er een arbeidskundig onderzoek nodig is, dan is dat mogelijk. Door middel van dit onderzoek worden eventuele specifieke eisen aan het werk, mogelijkheden en beperkingen met betrekking tot de toekomstige arbeidsplaats van de leerling op een gestandaardiseerde manier in kaart gebracht. Het onderwijs wordt ingevuld met lesmaterialen, interne stages en stage ondersteunende leergangen, externe stages en praktijkgericht onderwijs en een plaatsingsstage. Met deze middelen moet er een aangepaste basisvorming (met als doel zelfstandig functioneren) en arbeidstoeleiding (met als doel een baan) worden bereikt. De vorderingen die een leerling maakt, worden op twee manieren bijgehouden. Ten eerste is de leerling hier zelf verantwoordelijk voor en moet hij / zij een portfolio maken. Hiermee moet de leerling tijdens de coachgesprekken aangeven wat er is bereikt en wat er nog verbeterd of geleerd moet worden. Aan de andere kant houdt de school ook de vorderingen bij door het gebruik van een leerlingvolgsysteem. De vlieger:
De leerling en zijn Individueel Ontwikkel Plan vormen nog steeds de kern van het model. De vruchten van de boom visualiseren de groei die de leerling doormaakt. De leerling vult zijn portfolio en de school houdt de ontwikkelingen bij in een leerlingvolgsysteem. De “vleugels en de top”van de vlieger laten zien dat de school een netwerkschool is, die nauw samenwerkt met alle partners die een rol spelen bij de loopbaanontwikkeling van de leerling. Samen vormen zij één geheel, de Vlieger. De school is gepositioneerd in het midden en voert de regie, maar het is de leerling die de Vlieger stuurt via zijn eigen belangstelling en mogelijkheden, hij heeft de touwtjes van zijn loopbaan in handen. Het is de verantwoordelijkheid van de school dat het onderwijs steeds meer rekening houdt met verschillen tussen leerlingen en dat het onderwijs afgestemd wordt op de behoeften van de leerling. Daarbij is het creëren van een contextrijke leeromgeving van groot belang.
Didactische uitgangspunten van de Sprong: Adaptief: het onderwijs sluit aan bij de leervragen van de leerling; Contextgericht: leerstof wordt aangeboden binnen herkenbare contexten; Actief leren: er wordt gestreefd naar een grote mate van betrokkenheid en verantwoordelijkheid van leerlingen bij het leren; Leren leren: onderwijs gericht op vaardigheden om zelfstandig kennis te verwerven; Samenwerkend leren: van en met elkaar leren; Competentiegericht het leren en leren toepassen en integreren van vaardigheden, kennis, attitudes en ervaringen in verschillende situaties.
10
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
het onderwijs zoveel mogelijk is gericht op ontwikkeling van de individuele mogelijkheden en interesse van de leerlingen; het toeleidingstraject ‘passende arbeid’ wordt bepaald aan de hand van de mogelijkheden en affiniteit van de leerling in een bepaalde beroepssector; er veel aandacht wordt besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen; het Individueel Ontwikkel Plan staat centraal.
Sterke en ontwikkelpunten algemeen (schoolbreed) Sterke punten onderwijskundig beleid veel aandacht voor individuele leerlingen werken met arrangementen voor rekenen i en Nederlands i streven naar referentieniveaus 1F voor Nederlands en rekenen werken naar Beheersingsdoelen Praktijkonderwijs voor ieder vak of arrangement eenduidig gebruik methoden werken volgens stroomschema (intake, Startfase, OPP, VUP, UP) werken met vastgestelde uitstroom perspectieven: -A: eisende dagbesteding, niet eisende dagbesteding, sociale werkvoorziening -B:sociale werkvoorziening, beschermd regulier werk, regulier werk -C: regulier werk, vervolgonderwijs goede faciliteiten voor praktijkvakken en arbeidsvoorbereiding didactheek nazorg gecertificeerd leren met branchegerichte opleidingen leren op locatie (LOL) overdracht van de leerlingen naar nieuwe mentoren pedagogisch klimaat. het planmatig aanpakken van de sociaalemotionele ontwikkeling van leerlingen in de klas planmatig en handelingsgericht werken uitdagende leeromgeving. contextgericht leren thematisch werken: leren in de context=verkrijgen van competenties t.a.v. wonen, vrije tijd en burgerschap samenwerkend leren aanleren vakoverstijgende competenties (Sprongba) aanleren van vakgerichte vaardigheden volgens praktijkvakken
11
Ontwikkelpunten onderwijskundig beleid vaststellen curriculum theorie- en praktijkvakken opbrengstgericht werken theorie en praktijk organiseren vaste determinatiemomenten eenduidige wijze ontwikkelen vastleggen opbrengsten met opbrengstentool op alle domeinen: Wonen, Werken, Vrije Tijd en Burgerschap met betrekking tot thematisch werken, praktijkvakken, arrangementen Nederlandse taal i en rekenen i visie ontwikkelen over vakoverstijgende competenties aanleren: -wijze van verzamelen competenties: per leerjaar/fase of verzamelen competenties in voorkeur leerling gedurende schoolloopbaan (backbone). -welke competenties ontwikkelen: alle competenties in gelijke –maximale mate aanleren,is afhankelijk van mogelijkheden leerling en uitstroom -beoordelen beheersen competenties: door coachgesprekken, 360 feedback aanschaf/ontwikkeling LVS doorontwikkelen IOP bijstellen visie op uitstroom regulier VMBO en MBO(entreeopleiding) houden van integraal en multidisciplinair leerlingenbesprekingen de verworven kennis en inzet op pedagogisch vlak borgen optimaliseren praktijkfaciliteiten de uitgangspunten binnen de missie, visie en het zorgprofiel moeten de basis gaan vormen voor het onderwijs bieden aan leerlingen met specifieke hulpvragen binnen de praktijkvakken Het ontwikkelen van docentvaardigheden met betrekking tot didactiek en methoden Lesmodel implementeren “directe instructiemodel” individuele - en doorgaande leerlijnen didactiek leerjaar 1 t/m 5 het planmatig aanpakken van de inhoud van de praktijkvakken het ontwikkelen en invoeren van schoolbreed portfolio, leerjaar 1 t/m 5 het uitbreiden mogelijkheden tot leren op locatie
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
ontwikkeling inhoudelijke taken mentoraat ouderparticipatie vergroten; het ontwikkelen van een brede school, met name door participatie van en in de buurt, maatschappelijke stage; contacten met andere scholen uitbreiden ontwikkelen visie op gastleerlingen vanuit samenwerkingsverband of extern ouderparticipatie vergroten bij leerroute elke leerling werken met differentiatiegroep in de klas groepsdoorbrekend werken n.a.v.arragementen/differentiatiegroepen
Conclusie en speerpunten: De laatste jaren is de schoolorganisatie enorm in ontwikkeling geweest en dit heeft in het vorig schoolplan geresulteerd in een enorme hoeveelheid aan speerpunten, ontwikkeldoelen en subontwikkeldoelen. Vorig schooljaar zijn al deze zaken teruggekoppeld naar en geëvalueerd binnen het team. Geconcludeerd is dat de komende jaren de ontwikkeling van de school doorgang moet vinden binnen een duidelijk afgekaderd gebied met duidelijke doelstellingen in een realistisch kader en tijdspad. Dit heeft geresulteerd in de volgende 5 speerpunten: -
Didactiek: vaststellen curriculum voor theorie en praktijkvakken, opbrengstgericht werken, vraaggestuurd werken (naar interesse en onderwijsbehoeften van de leerling) Individueel ontwikkelingsplan (IOP) Certificering Leren op locatie Uitstroom en consequenties voor onderwijsinhoud
Belangrijk hierbij is te vermelden dat naar aanleiding van het inspectiebezoek (juli 2009) met name de eerstgenoemde 3 punten als ontwikkelpunten werden aangemerkt door de onderwijsinspectie.
3.2. Onderbouw Het doel van de onderbouw is:
Voor de leerling: - kennismaken met een diversiteit aan praktijkvakken; - mogelijkheden en affiniteit ontdekken voor een bepaalde beroepssector(en); - leren van (basis)vaardigheden voor /in deze beroepssectoren; - leren van (basis) vaardigheden met betrekking tot maatschappelijke redzaamheid; - ontwikkelen van sociale competenties; - ontwikkelen van de sociale competentie en zelfredzaamheid van de leerling mede in relatie tot de puberteitskenmerken van de leerling; - trainen van de arbeidshouding binnen de (sector)praktijkvakken.
Voor de school: - helder zicht krijgen op de mogelijkheden en beperkingen van de leerling (determinatie en profilering) door een OPP vastgelegd in een IOP - op basis van determinatie en profilering sturing geven aan keuze voor een beroepssector; - op basis van determinering en profilering een start maken met een voorlopig uitstroomprofiel (VUP).
De onderbouw kenmerkt zich door: aanleren van algemeen vakoverstijgende competenties, arbeidsvaardigheden en vakspecifieke vaardigheden; werken volgens arrangement (intensief-basis-verdiept) voor Nederlands indidvidueel en rekenen indidvidueel;
12
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
thematisch weken; contextrijk leren; kennismaken met een breed vakkenaanbod per sector voor alle leerlingen; acceptatie van en leren omgaan met leerprobleem; groter Algemeen Vormend Onderdeel dan praktijkdeel; maatschappelijke stage; het onderzoeken welke didactische ontwikkelingen individueel mogelijk zijn.
Sterke en ontwikkelpunten Onderbouw Sterke punten
Ontwikkelpunten Didactiek curriculum vaststellen leerjaar 1 en 2: algemeen en individueel (arrangementen Nederlands i en rekenen i) aanbod theorieen praktijkvakken; volledig thematisch werken; vakoverstijgend contextrijk werken (bv. “meten” in de theorieles en “meten” in de praktijkles); werken met Startfase en OPP fase; opbrengstgericht werken; vaste toetsmomenten organiseren gedurende loopbaan leerlingen met gestandaardiseerde toetsen/testen; ontwikkelen visie op werken met PrOmotie; ontwikkelen visie implementatie andere methodes (rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen, arbeidsoriëntatie, etc.); het ontwikkelen van meetinstrumenten waarbij de didactische ontwikkeling van de individuele leerling wordt bijgehouden in het LVS.
werken vanuit een mentorgroep; structurele leerling-besprekingen; werken aan vakoverstijgende competenties zoals zelfstandigheid, motivatie en werkhouding; aanleren van vakspecifieke vaardigheden met praktijkvakken; SIWIT (sterk in werk interesse test) beroepen- interessetest; training van de arbeidshouding.
IOP ontwikkelen taakomschrijving mentoraat; systematiek met betrekking tot sectorkeus en het optimaliseren van beroepenoriëntatie; SIWIT; ontwikkelen van (individuele) coachinggesprekken met leerlingen (faciliteren, vaardigheden en visie). LVS opbrengsten vastleggen; vormgeven van overdracht van leerlinggegevens naar hogere leerjaren. Portfolio het ontwikkelen en invoeren van schoolbreed portfolio, leerjaar 1 t/m 5.
13
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Naam beleidsvoornemen: Opbrengstgericht werken (theorie- en praktijkvakken)
Waarom?
A
B
C
3.3.
Wat?
Wie?
Voor elke leerling streven naar een zo breed en optimaal mogelijke ontwikkeling op gebied van cognitieve vaardigheden, praktische vaardigheden, sociaalemotionele vaardigheden, arbeidsvaardigheden. Resultaat
Kwalitatief goed onderwijs
Aanvullende eis
Opbrengstgerichte cultuur ontwikkelen, beheersingstool ontwikkelen
Doel
Prestaties van leerlingen op een hoger niveau brengen
Aansturen
coördinators didactiek, zorgcoördinatoren, mentoren
Maken
Beleidsplan “didactiek”waaronder “opbrengstgericht werken
Ontvangen
Team
Startdatum
December 2013
Tussentijds
Maart 2015
Einddatum
Mei 2017
Cyclus
Jaarlijks
Wanneer?
De bovenbouw
Doel van de bovenbouw: belangrijkste doel van de bovenbouw is de leerling naar een passende arbeidsplaats toe te leiden (direct volgend op onze school); inhoud leerroute (theorie en praktijk) relateren aan interesse, stage en uitstroom van leerlingen het aanleren en verbeteren van noodzakelijke beroepscompetenties met praktijkvakken, leren op locatie, branchegerichte opleidingen en stages; het vergroten van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling; het verder ontwikkelen van de sociale competentie van de leerling. de in de onderbouw aangeleerde vaardigheden verder te ontwikkelen en zo zelfstandig mogelijk toepassen. Na of tijdens de bovenbouw gaat de leerling op een passende arbeidsplaats aan het werk. Gestreefd wordt om deze leerling nog een jaar onder “toezicht”van de school te houden. De school ziet het als belangrijk nevendoel dat de leerling de verworven arbeidsplaats ook kan behouden. In de bovenbouw wordt het beroepsperspectief van de leerling bepaald. Aan het begin van het derde leerjaar wordt dit voor het eerst bekeken. Kenmerken van de bovenbouw: leerlingen starten doorgaans vanaf het tweede /derde leerjaar met stage wanneer zij voldoen aan de stagecriteria; de lessen op school zijn met name gericht op: - de (verdere) ontwikkeling van de zelfredzaamheid; - de (verdere) ontwikkeling van vaardigheden met betrekking tot maarschappelijke redzaamheid; - ontwikkelen van competenties met betrekking tot arbeidstoeleiding; - werken met arrangementen Nederlands indidvidueel en rekenen indidvidueel; - individuele didactische ontwikkeling toegespitst op interesse en uitstroom; een sectoraal vakkenaanbod(groen,economie,techniek en dienstverlening); op basis van determinatie en profilering werken aan de UP fase; aanleren en trainen van algemeen vakoverstijgende competenties ; arbeidsvaardigheden en vakspecifieke vaardigheden intern en extern, onder begeleiding van school of onderbegeleiding van bedrijven of instellingen;
14
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
werken volgens arrangement (intensief-basis-verdiept) voor Nederlands indidvidueel en rekenen indidvidueel; thematisch weken; contextrijk leren.
Sterke en ontwikkelpunten Bovenbouw Sterke punten
Ontwikkelpunten Didactiek curriculum vaststellen leerjaar 3,4,5 voor theorie- en praktijkvakken werken volgens arrangementen Nederlands indidvidueel en rekenen indidvidueel (intensief – basis - verdiept) volledig thematisch werken ontwikkelen en organiseren “effectieve instructie” met in achtneming iedere dag een wisselende samengestelde groep vakoverstijgend contextrijk werken (bv. “meten” in de theorieles en “meten” in de praktijkles) opbrengstgericht werken werken volgens toebedeeld voorlopig uitstroomprofiel (VUP) en Uitstroomprofiel (UP) determinatie realistisch uitstroomprofiel ontwikkelen visie op werken met PrOmotie; ontwikkelen visie implementatie andere methodes (rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen, arbeidsoriëntatie, etc.) het ontwikkelen van meetinstrumenten waarbij de didactische ontwikkeling van de individuele leerling wordt bijgehouden in het LVS doorontwikkelen en uitbreiden gecertificeerd leren organiseren interne stage
Intern aanbod van praktijklessen Leren Op Locatie (LOL) Gecertificeerd leren (branchegerichte opleidingen) Externe stage determineren van stageplaatsen passend bij leerlingen Nazorg stagebureau Goed ingerichte praktijklokalen
IOP ontwikkelen taakomschrijving mentoraat systematiek met betrekking tot sectorkeus en het optimaliseren van beroepenoriëntatie. SIWIT(sterk in werk interesse test) beroepeninteressetest ontwikkelen van (individuele) coachgesprekken met leerlingen (faciliteren, vaardigheden en visie) LVS opbrengsten vastleggen Portfolio het ontwikkelen en invoeren van schoolbreed portfolio, leerjaar 1 t/m 5
15
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Opbrengstgericht werken (theorie- en praktijkvakken)
Waarom?
A
B
C
Wat?
Wie?
Voor elke leerling streven naar een zo breed en optimaal mogelijke ontwikkeling op gebied van cognitieve vaardigheden, praktische vaardigheden, sociaalemotionele vaardigheden, arbeidsvaardigheden. Resultaat
Kwalitatief goed onderwijs
Aanvullende eis
Opbrengstgerichte cultuur ontwikkelen, beheersingstool ontwikkelen
Doel
Prestaties van leerlingen op een hoger niveau brengen
Aansturen
coördinators didactiek, zorgcoördinatoren, mentoren
Maken
Beleidsplan “didactiek”waaronder “opbrengstgericht werken
Ontvangen
Team
Startdatum
December 2013
Tussentijds
Maart 2015
Einddatum
Mei 2017
Cyclus
Jaarlijks
Wanneer?
Beleidsvoornemens Alle beleidsvoornemens betreffende de onder- en bovenbouw zijn reeds geformuleerd onder punten 3.2 en 3.3 in de matrix ontwikkelpunten. 3.4. IOP Een schoolloopbaan in het Praktijkonderwijs is voor iedere leerling anders. Het Praktijkonderwijs (PrO) levert maatwerk voor leerlingen in de vorm van passende onderwijsarrangementen. De planning van het voor een individuele leerling (best) passende onderwijsarrangement staat in het Individueel ontwikkelingsplan (IOP). De opbrengsten daarvan, dus wat de leerling geleerd en ontwikkeld heeft door middel van het voor hem/haar passende arrangement, brengt de leerling in beeld in de vorm van bewijzen, certificaten en/of kwalificaties. De bewijzen, certificaten en/of kwalificatie(s) neemt de leerling op in zijn Portfolio. Het IOP wordt zo de kern van de aanpak van de individuele ontwikkeling en begeleiding van de leerling. Gebruikswijze IOP/Portfolio: Met het individuele ontwikkelingsplan wil het Praktijkonderwijs op interactieve wijze, onder meer door geplande coachgesprekken, aansluiten bij de mogelijkheden en het perspectief van de leerling. Bij het individuele ontwikkelingsplan staat de interactie over de inbreng en de voortgang voorop. Iedere leerling van de Sprong heeft een eigen IOP/portfoliomap. Het IOP wordt opgesteld in samenspraak met de leerkracht, de leerling en de ouders/verzorgers. Elk schooljaar wordt er aan leerdoelen gewerkt op het gebied van de theorie (o.a. rekenen en Nederlands taal), praktijk/stage, persoonlijke doelen (gedrag en sociale vaardigheden) De leerkracht begeleidt en ondersteunt de leerling bij het werken aan het gestelde leerdoel. De leerdoelen worden halfjaarlijks geëvalueerd tijdens het IOP gesprek op onze school. Wanneer een leerdoel is behaald komt het bewijsstuk, waarvan de leerling vindt dat deze representatief is voor de competenties en vaardigheden die hij verworven heeft, in de IOP/Portfoliomap. Het portfolio is een bewijzendossier, een registratie instrument van zijn leer- en ontwikkelproces. De bewijzen kunnen alle vormen aannemen, van werkstuk, foto’s, stappenplannen, observaties, werkmaterialen, etc. Het IOP/portfolio moet dus gezien worden als een groeidocument, waarin, door een duidelijke opbouw en structuur, te zien is welke ontwikkeling de leerling doormaakt.
Sterke en ontwikkelpunten t.a.v. IOP/Portfolio
16
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Sterke punten
Ontwikkelpunten Het maandelijks organiseren van een leerlingenbespreking, waar elke leerling integraal en multidisciplinair besproken wordt door alle docenten die met de leerling te maken hebben als ondersteuning bij het opstellen IOP IOP/Portfolio aanpassen en daar omtrent visie ontwikkelen op basis van voortschrijdend inzicht en veranderingen betreffende onderwijsdoelen, ontwikkelingen en uitstroomprofielen. Structureel overleg met stageteam over uitstroommogelijkheden richting werk, die hun weerslag hebben op het IOP Een eenduidige manier van invullen van het IOP door het gehele team. IOP doelen zijn vakoverstijgend en zijn zowel bij theorie- en praktijkvakken van belang Doelen theorievakken (welke doelen bij welk vak/arrangement) en praktijkvakken benoemen (vakoverstijgende arbeidscompetenties, vakspecifieke competenties) Doelen vertalen in de “taal”van de leerlingen en daar verschillende verwerkingsvormen voor ontwikkelen, bijvoorbeeld competentiekaartjes met picto’s of taal die de doelen uitleggen
Iedere leerling heeft een IOP/Portfolio Dit IOP is gekoppeld aan ons LVS van @VO(SOM) Belemmerende en stimulerende factoren verwerken in IOP als onderbouwing voor doelen in het IOP
3.5. Leerlingenzorg Zorgstructuur Op de Sprong hebben we ‘zorg voor elkaar’. Dit krijgt zijn weerslag in een zorgsysteem voor onze leerlingen. De zorg is er op gericht dat elke leerling met zijn eigen aanleg zich zo goed mogelijk ontplooit, zelfredzaam wordt en zich voorbereidt op de arbeidsmarkt, sociale werkvoorziening en dagbesteding. Uitgangspunt voor de Sprong is dat de basis van de leerlingenzorg door de docenten in hun reguliere mentortaak wordt gelegd en dat de specifieke leerlingenzorg een specialisme voor enkele deskundigen is. Hierbij zijn er twee zorgcoördinatoren om de zorg te coördineren. De mentor is de spil van de zorg en draagt verantwoordelijkheid aangaande een goede leerlingenzorg. De mentor is degene die signaleert en remedieert. De sociaal-emotionele begeleiding van de leerlingen wordt in eerste instantie door de mentor uitgevoerd. Bij hun taak worden de mentoren ondersteund door de zorgcoördinator. Die geeft ook leiding aan het zorgteam (onder verantwoordelijkheid van de directeur), bestaande uit de psycholoog (die eventueel diagnosticeert), de schoolmaatschappelijk werkende, de schoolarts en zo nodig op afroep externe expertise. Voor ouders is de mentor het eerste aanspreekpunt van de school. Ouders spelen een belangrijke rol binnen de leerlingbegeleiding. Ouders vormen, samen met de mentoren, de eerstelijns zorg. Wanneer de ouders geen deel uitmaken van de driehoek; oudersschool-leerling, is de begeleiding van leerlingen gedoemd te mislukken. Bij de begeleiding van leerlingen is de steun en betrokkenheid van ouders onontbeerlijk. Daarnaast hebben de ouders de school nodig. Via ouderavonden, portfoliogesprekken, huisbezoeken en oudergesprekken houden
17
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
ouders en school elkaar op de hoogte. De leerling-zorg wordt vormgegeven in een leerlingbespreking. In bijzondere gevallen waarbij men binnen de leerling-bespreking geen adequate hulp kan bieden wordt het zorgteam ingeschakeld. Van iedere leerling op school wordt een dossier aangelegd. De intakedossiers worden opgeborgen in de dossierkast in de zorgkamer. Wettelijk hebben ouders het recht om dit leerlingendossier in te zien. (Dit vereist dus zorgvuldige omgang met de inhoud van de dossiers! ) In het digitale leerlingvolgsysteem worden de leerling-gegevens ingevoerd. Vanaf schooljaar 2013-2014 is er ook een digitale overdracht vanuit het basisonderwijs. Binnen het volgsysteem wordt voor elke leerling een digitaal logboek met werkaantekeningen bijgehouden.
Sterke punten
Ontwikkelpunten
gestructureerde leerlingenzorg. ZAT, wekelijkse terugkoppeling met het zorgteam ondersteuning door multidisciplinair team fulltime zorgcoördinatoren intensivering van leerlingbegeleiding van zorg naar werk rugzakbegeleiding digitaal LeerlingVolgSysteem (SOM) mentoraat. IOP toelatingsprocedure. 2-wekelijks terugkerende Leerlingbesprekingen. (leerling-zorg + onderwijsinhoudelijk) Zorgnetwerk
Doorontwikkelen van teambrede ontwikkeling zoals psycho-educatie kennis vergroten mbt het voeren van oudergesprekken adhv gesprekstechnieken. Zelfde mate van zorg toegankelijk houden op de nieuw te starten nevenvestiging in Zwijndrecht.
3.6 ICT Wat verstaan wij onder ICT ICT wordt als een hulpmiddel gezien, waarmee leerlingen en personeel binnen een grote mate van zelfstandigheid zich relevante informatie kunnen verschaffen. In toenemende mate speelt ICT een belangrijke rol in de communicatie. Beleid inzake ICT Leerdoel: Het komen tot grotere zelfstandigheid en basisvaardigheid van leerlingen met betrekking tot de computer; Het leren gebruiken van de computer als informatiebron; Het leren gebruiken van de computer als communicatiemiddel. Organisatiedoel: Er moet relatie zijn tussen ICT en ons gehele onderwijsaanbod; Per vakgebied wordt geïnventariseerd wat de mogelijkheden en wenselijkheden zijn met betrekking tot ICT; Het ontwikkelen van een netwerk in de school voor leerlingen en personeel dat toegang geeft tot kennisnet en internet; Alle personeelsleden behoren basisvaardigheden te ontwikkelen/onderhouden voor het werken met de computer; Het automatiseren van registratiegegevens zoals LVS, leerlingbegeleiding etc.; Het toedelen van de taak van ICT-er als contactpersonen vraagbaak;
18
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Inventarisatie en aankoop van relevante software voor Praktijkonderwijs of aan Praktijkonderwijs gerelateerd. Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
twee leerkrachten aangesteld met als taak contactpersoon ICT.); er is geïnvesteerd in communicatietechnologie. Huidige computers zijn het vervangen door nieuwe en we beschikken over digiborden; Aanwezigheid van digitaal schoolbord in elke theorielokaal van de school. Daarnaast is er een mogelijkheid om verrijdbare borden in de praktijklokalen te gebruiken.
Het in gebruik nemen van een centrale server in Dordrecht; Invoeren glasvezelnetwerk; Het verder onderzoeken en aanschaffen van geschikte software voor onze school; Het organiseren van bijscholing voor leerkrachten die nog niet over de nodige basisvaardigheden beschikken; Het meer en beter inzetten van de computer binnen de diverse vakgebieden; Het actueel houden en bijstellen van de website van de school; Up-to-date houden van de software.
Analyse We geven uitvoering aan het beleidsplan ICT en daarvoor wordt het huidige ICT beleidsplan gebruikt. Het kost tijd om het een en ander verder te ontwikkelen. We zien vooruitgang vanwege de aanstelling en de inzet van ICT contactpersonen, die daarvoor worden gefaciliteerd. Het netwerk functioneert, er vinden meer ICT presentaties plaats. Meer en meer worden lessen digitaal ondersteunt met presentaties met Prowise(software digitale schoolborden.)
Naam beleidsvoornemen: Het verder onderzoeken en aanschaffen van geschikte software voor onze school;
Waarom?
A
B
C
Wat?
Wie?
Wanneer?
Het optimaliseren van het lesprogramma.
Resultaat
Het differentiëren en individualiseren van de leerstof binnen het lesprogramma
Aanvullende eis
Werkbaar zijn door aanpassing aan niveau van de leerling.
Doel
Adaptief onderwijs, waarbij de computer ingezet kan worden bij het individueel leerprogramma van de leerling.
Aansturen
ICT-contactpersonen in samenwerking met zorgcoördinatoren.
Maken
ICT-contactpersonen in samenwerking met zorgcoördinatoren.
Ontvangen
alle leerkrachten.
Startdatum
reeds gestart.
Tussentijds
januari 2014
Einddatum
juli 2014
Cyclus
jaarlijks.
19
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
3.7 Certificering De Sprong biedt leerlingen de mogelijkheid om een vakdiploma te behalen door branchegerichte opleidingen te volgen met als doel hun plaats op de arbeidsmarkt te vergroten. Voor alle sectoren bestaan er branchegerichte opleidingen. Deze opleidingen zijn in samenwerking met de branche ontwikkeld en hebben een duidelijke meerwaarde. Doordat leerlingen met deze opleidingen juist die vakspecifieke (arbeid)competenties en vaardigheden aanleren die de branche belangrijk vindt. Elke branchegerichte opleiding wordt afgesloten met een examen, geëxamineerd door een externe partij, en met goed vervolg beloond met een landelijk erkend diploma. Het instapniveau voor deelname is drempelloos. Wel is het wenselijk om bij deelname te kijken of de opleiding aansluit bij de interesse en uitstroom(richting en niveau) van de leerling. De volgende Branche Gerichte Opleidingen worden op dit moment gegeven: Sector Groen: werken met de Bosmaaier, VCA, rijden op de Tractor. Sector Economie: Werken in de winkel, rijden met de Heftruck. Sector Techniek: VCA, rijden met de Heftruck. Sector Dienstverlening: Schoonmaak in de Groothuishouding, Werken in de keuken, Peer Support. Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
Huidige aanbod aan branchegerichte opleidingen Vergroten arbeidvaardigheden op stage Vergroten arbeidskansen leerlingen Vergroten doorstroom MBO vervolgopleidingen Inhoud opleidingen staat vast Duidelijk examenreglement Organisatie examen ligt vast Kosten examen liggen vast voor leerlingen en school Diploma is een meerwaarde voor zelfvertrouwen en eigenwaarde leerlingen
Werkgroep “Gecertificeerd leren” samenstellen die de verantwoordelijkheid draagt voor deze portefeuille Maken van een beleid- ontwikkelplan “gecertificeerd leren” Borgen van huidige branchegerichte opleidingen in curriculum Implementeren nieuwe branchegerichte opleidingen voor alle sectoren: Doen in Groen, Schoonmaken met Microvezel, Schoonmaken in een Zorginstelling, Magazijnbeheer, Baliemedewerker, Werken in de Logistiek, etc. Eenduidigheid vaststellen van criteria met betrekking tot deelname aan opleidingen -gerelateerd aan uitstroom -gerelateerd naar interesse -per opleiding gestelde criteria bv motoriek, kunnen lezen Vastleggen hoe de afsluiting “periode gecertificeerd leren” wordt gedaan schoolbreed Werken met “contract” zodat leerlingen zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden t.a.v. het volgen van de opleiding
Het borgen van de branchegerichte opleidingen in het curriculum en het organiseren van nieuwe branchegerichte opleidingen.
Waarom?
Leerlingen de mogelijkheid bieden een vakdiploma te behalen.
20
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
A
B
C
Wat?
Wie?
Wanneer?
Resultaat
Een eenduidig breed aanbod (voor alle sectoren) van branchegerichte opleidingen opnemen in het curriculum.
Aanvullende eis
Deelname aan een branchegerichte opleiding dient uitsromm gerelateerd te zijn.
Doel
De kans voor leerlingen op een volwaardige arbeidsplaats in de maatschappij vergroten door een branchegerichte opleiding te behalen.
Aansturen
Werkgroep “Gecertificeerd leren”
Maken
Beleid- en Ontwikkelplan “Gecertificeerd leren”.
Ontvangen
alle leerkrachten.
Startdatum
reeds gestart.
Tussentijds
januari 2015.
Einddatum
januari 2017.
Cyclus
jaarlijks.
3.8 Leren op Locatie De Sprong zet in op Leren Op Locatie (LOL), dit houdt in dat leerlingen in een groep, onder begeleiding van een leerkracht, buiten de school “praktijkleren” op een locatie die aansluit bij de uitstroom van onze leerlingen. Het doel van leren op locatie is dat leerlingen in een reële levensechte context algemene vakoverstijgende competenties aanleren of leren toepassen. De leerlingen en de leerkracht zijn te gast “op locatie”en draaien mee in het reguliere werk van de bedrijven en instellingen. Op dit moment zijn er verschillende instellingen en bedrijven waarmee een contract is gesloten en waar leerlingen dus op locatie kunnen leren. Zoals zorginstelling Waardenburgh (ouderenzorg: kortdurend verblijf, huiskamer, vervoer), het SPON Theehuis (catering), De Hofstee (Tablis Wonen en Waardeburgh), Opnieuw en Co (kringloopwinkel), gemeentehuis Sliedrecht in samenwerking met Drechtwerk (schoonmaken in de Groothuishouding), klussen op locatie, tuinieren op locatie, Brandweer (autoclean), voetbalclub Sliedrecht (schoonmaken in de Groothuishouding). In de onderbouw (leerjaar 1 en 2) wordt er voorzichtig kennisgemaakt met “leren op locatie”. Zo kunnen leerlingen bij door een bepaald praktijkvak incidenteel op externe werkplekken activiteiten ondernemen (bv. Bij Opnieuw en Co, De Hofstee, Wellant College). Ook bij Maatschappelijk stage komen leerlingen op een, vaak externe, locatie terecht om hun stage te lopen. In de bovenbouw (leerjaar 3, 4, 5) kunnen leerlingen veelvuldig “leren op locatie”. Er zijn verschillende trajecten gekoppeld aan diverse praktijkvakken waar leerlingen met de groep te gast zijn bij een bedrijf of instelling. Daarnaast zijn er extra verdiepte routes ontwikkeld waarin leerlingen op individuele basis leren op locatie. Tevens lopen leerlingen op individuele basis reguliere stages onder begeleiding van het bedrijf of instelling en Stagewerk (zie 3.9) Sterke en ontwikkelpunten t.a.v. “Leren Op Locatie” Sterke punten
Ontwikkelpunten
21
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Huidige aanbod aan trajecten LOL Vergroten arbeidvaardigheden op stage en bij uitstroom Algemene (arbeid)vakoverstijgende competenties aanleren of leren toepassen in een reële levensechte context Altijd sprake van nabijheid en didactische verantwoording van school (leerkracht of onderwijsassistent) Portfoliobeoordeling door bedrijf of instelling Leerlingen ervaren arbeidscultuur Duidelijke opbouw in leren buiten de school, in de onderbouw incidenteel leren op locatie en in de bovenbouw werkelijk structureel op locatie leren Werken met LOL contracten borgt continuïteit en verantwoordelijkheden
Werkgroep “LOL” samenstellen die de verantwoordelijkheid draagt voor deze portefeuille Vastleggen aantal leerlingen per LOL traject Visie ontwikkelen inzet personeel met betrekking tot LOL trajecten Maatschappelijke stage omzetten naar LOL “Burgerschap” Maken van een beleid- ontwikkelplan “LOL” Borgen van huidige LOL trajecten in curriculum Implementeren nieuwe LOL trajecten gerelateerd aan alle sectoren. Wenselijk zijn beschermde trajecten Inhoud LOL trajecten in leerdoelen vastleggen
Het verder doorontwikkelen en uitbreiden aanbod “Leren Op Locatietrajecten”
Waarom?
A
B
C
Wat?
Wie?
Wanneer?
Aanbod vergroten en verbeteren “Leren Op Locatietrajecten”
Resultaat
Het aanbod “Leren Op Locatietrajecten” versterken en uitbreiden met nieuwe trajecten
Aanvullende eis
Werkbaar zijn door aanpassing aan niveau van de leerling.
Doel
Leerlingen meer mogelijkheden bieden om algemene vakoverstijgende aan te leren in een reële levensechte situatie
Aansturen
Stagewerk en werkgroep “LOL”
Maken
Beleid- Ontwikkelplan “LOL
Ontvangen
alle leerkrachten.
Startdatum
reeds gestart.
Tussentijds
januari 2015
Einddatum
januari 2017
Cyclus
jaarlijks.
3.9 Uitstroom door stage. Een kerntaak van school is het voorbereiden op toe leiden naar en behouden van een passende arbeidsplaats in het domein ‘werk’. De stages vormen het meest wezenlijke onderdeel van het traject naar uitstroom.
22
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
We onderscheiden verschillende doeleinden leerlingen oriënteren zich in de verschillende sectoren; leerlingen leren op school geleerde kerncompetenties toe te passen in de praktijk: sociale vaardigheden en beroepsvaardigheden leerlingen trainen vaardigheden met betrekking tot de sociale redzaamheid (w.o. zelfstandig reizen, afspraken maken) stages komen tegemoet aan de praktische competenties van onze leerlingen; leerlingen, ouders en school krijgen zicht op de toekomstige arbeidsmogelijkheden. een stage geeft de leerling de kans zich te bewijzen op grond van zijn kwaliteiten i.p.v. te tonen diploma's. de stage ervaringen bepalen voor een groot deel het realistische toekomstperspectief van de leerling. Gezien de essentiële rol van de stages, willen wij deze een prominente plaats binnen ons onderwijs geven. We willen de stages als volgt opbouwen: 1. interne stagevoorbereiding; 2. maatschappelijke stage 3. oriënterende stage 4. beroepsvoorbereidende stage 5. plaatsingsstage
Stagevorm
Leerjaar e
1.Interne schoolstage
2
voorbereiding
Doel
Activiteiten
ll. leren en oefenen op school met deze stage de sociale vaardigheden en werkhouding.
Huishoudelijke en ondersteunende taken binnen de school ,stage bij praktijkvakken bovenbouw. Administratie en conciërge taken
Oriënteren op beroepen. 2. maatschappelijke stage
e
e
2 en 3
-ll. leren kennismaken met klusjes in de buurt -ll. oefenen sociale vaardigheden en algemene arbeidsvaardig heden buiten school
-productiewerkzaamheden -huishoudelijke werkzaamheden in buurthuis, verzorgingstehuis e.a.
e
e
-ll. oriënteert zich in één of meerdere sectoren -ll. oefent en leert sociale en (specifieke) beroepsvaardigheden
-werkzaamheden in diverse sectoren
e
e
-ll. leert en oefent beroepsvaardigheden- ll. leert en oefent sociale vaardigheden en specifieke beroepsvaardig-
-huishoudelijk medewerker -winkelassistent -horeca-assistent / cateringmedewerker e.a.
3. Oriënterende stage
3 of 4
4. Beroepsvoorberei dende stage
3 of 4
heden in sector
5. Plaatsingsstage/ui tstroom stage
e
e
-4 of 5
-de stage wordt omgezet in -werkzaamheden in diverse een arbeidscontract, plaatsing sectoren sociale werkplaats of DAC
23
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
In het eerste en tweede jaar wordt nog geen stage gelopen, tenzij dit vanuit een individueel handelingsplan de hulpvraag is. Afhankelijk van het niveau van de leerling, wordt duidelijk in welke fase de leerling kan instromen. Deze fasen worden uitvoerig beschreven in het stage communicatieplan. Het is belangrijk dat leerlingen op een passende arbeidsplaats terecht komen. Naast de stages zijn er ook andere beroepsvoorbereidende activiteiten, zodat de leerling een weloverwogen keus kan maken en de school hem/haar daarbij kan begeleiden. Deze beroepsvoorbereidende activiteiten zijn: - praktijk- en loopbaanoriëntatie (PROmotie); - voorlichting van de stagebegeleider - banenklapper - banenmarkt - beroepskeuzetest - excursies naar diverse bedrijven -leerwerkplekken Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
plaatsing op maat; intensieve begeleiding; sterke relaties met de mensen in de bedrijven; goede plaatsingsresultaten; ruime facilitering binnen de organisatie. interne snuffelstages; * nazorg door middel van VAC = vervallen goed contact met ouders; stage communicatie plan; individuele vaardighedentraining tijdens de praktijkvakken gericht op de stageplek,zoals lassen, meten ed.; *samenwerking met het Wellant College voor een individuele vaardighedentraining op het gebied van bloemschikken(rest = vervallen); voorlichting in de B-groepen en aan ouders tijdens een ouderavond ter voorbereiding op stage; organiseren van Wajongkeuring voor alle (ex)leerlingen van de Sprong; * aanvraag VBOW-status voor al onze leerlingen die de school verlaten leerwerkplekken, waar leerlingen onder begeleiding van een praktijkdocent praktijkvaardigheden kunnen oefenen op locatie; terugkomavond in het jaar nadat de leerlingen onze school hebben verlaten, in het kader ook van nazorg; competenties die nodig zijn voor stages terug . koppelen naar (praktijk)vakken *ontwikkelen/aanschaffen van een stagevolg systeem; trajecten AOC/ROC/brancheorganisaties
Zingeving aan lesinhoud geven mbt uitstroom voor de individuele leerling(specifiek leerdoel praktijkvakken helder maken voor de leerling); Deskundigheidsbevordering personeel aanbieden over mogelijkheden uitstroom; leerling gefaseerd inzicht verschaffen over zijn/ haar mogelijkheden van uitstroom van algemeen naar leerling-specifiek; Focus stage ook op onderbouwleerlingen vanaf 15 jaar; Er moet een geïntegreerd aanbod komen van Praktijkvakken, didactiek, zorg en stage in het kader van een passend aanbod richting de uitstroom; structureel organiseren interne stages; individuele externe stages verder optimaliseren; praktijkvakken afstemmen op stagekeuze leerling; formuleren/ evalueren en bijstellen van stagebeleid; invoeren van uitstroomportfolio; ontwikkelen nieuwe folder vanuit de Sponorganisatie, voor ouders en bedrijven; checken communicatieplan met uitvoering leerlijnen; Structureel overleg met mentoren en praktijkdocenten om de ontwikkeling van de leerling met zijn aandachtspunten uit de stage te vertalen naar handelen in de school.
24
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
opgezet. *invoeren van database stage in LVS
Analyse: De stage is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van de individuele leerling. Er is sprake van een opbouw, maar de komende periode zal er aandacht worden besteed aan de afstemming van de praktijkvakken en de beroepsrichting keuze. Het goed informeren van leerlingen en ouders over de mogelijkheden, het betrekken van de leerling bij zijn eigen leerproces en het ontwikkelen van individuele leertrajecten, met de mogelijkheid tot bij-;en doorleren, vormen de uitdagingen die aan ons gesteld worden. (*Een adequate wijze van nazorg en stage –volgsysteem is daar aan gekoppeld) StageWerk laten anticiperen op invoering ParticipatieWet in 2015
Waarom?
A
B
C
Wat?
Wie?
De invoering van de Participatiewet omvat een stelselwijziging mbt arbeidsondersteuning van o.a jongeren met een arbeidshandicap, waarbij we als regioschool ook te maken krijgen met uitvoeringsverschillen per gemeente In 2015 zijn de medewerkers bij StageWerk op de hoogte van Resultaat de verschillende wijzen van uitvoering van de Participatiewet per gemeente Medewerkers van Stagewerk zijn op de hoogte wie de Aanvullende eis uitvoerders zijn van de Participatiewet per gemeente De leerlingen zo optimaal mogelijk begeleiden bij deelname Doel aan het arbeidsproces en de leerlingen, de ouders, mentoren en bedrijven hier ook zoe goed mogelijk over te informeren Aansturen
Directeur en stagecoördinator
Maken
Organisatie medewerkers StageWerk
Ontvangen
Leerlingen, ouders, mentoren en bedrijven
Startdatum
April 2013
Tussentijds
Juni 2014
Einddatum
April 2015
Wanneer? Cyclus
Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
plaatsing op maat; intensieve begeleiding; sterke relaties met de mensen in de bedrijven; goede plaatsingsresultaten; ruime facilitering binnen de organisatie; goed contact met ouders; stage communicatie plan; individuele vaardighedentraining tijdens de praktijkvakken gericht op de stageplek,zoals lassen, meten ed.; samenwerking met het Wellant College voor een individuele vaardighedentraining op het
verder opzetten trajecten AOC; ROC/brancheorganisaties; organisatie nazorg verder ontwikkelen door middel van een terugkom avond; structureel organiseren interne stages; individuele externe stages verder optimaliseren; competenties die nodig zijn voor stages terug koppelen naar (praktijk)vakken; praktijkvakken afstemmen op stagekeuze leerling; formuleren/ evalueren en bijstellen van stagebeleid;
25
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
invoeren van uitstroomportfolio; ontwikkelen nieuwe folder vanuit de Sponorganisatie, voor ouders en bedrijven; checken communicatieplan met uitvoering leerlijnen; *Aanvragen VBOW status bij het UWV voor alle leerlingen van onze school i.v.m. plaatsingen
gebied van bloemschikken; voorlichting in de B-groepen en aan ouders tijdens een ouderavond ter voorbereiding op stage; organiseren van Wajong keuring voor alle (ex)leerlingen van de Sprong invoeren van database stage in LVS; aanschaffen en invoeren beroepentest ontwikkelen van een stage volg systeem
Analyse De stage is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van de individuele leerling. Er is sprake van een opbouw, maar de komende periode zal er aandacht worden besteed aan de afstemming van de praktijkvakken en de beroepsrichting keuze. Hiervoor is een geschikte beroepentest Ingevoerd(SIWIT). Het goed informeren van leerlingen en ouders over de mogelijkheden, het betrekken van de leerling bij zijn eigen leerproces en het ontwikkelen van individuele leertrajecten, met de mogelijkheid tot bij- en doorleren, vormen de uitdagingen die aan ons gesteld worden. Een adequate wijze van nazorg en stage -volgsysteem zal daar aan gekoppeld moeten worden.
26
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
HOOFDSTUK 4 Personeelsbeleid 4.1 Inleiding Bepalen beleid inzet ambulante begeleiding (clusterbreed) in samenwerking met didactiek. Duidelijk aangeven in zorgprofiel hoe dit te realiseren (o.a. klassengrootte/inzet middelen/inzet expertise/personele bekostiging etc) voor bekostiging door het SWV in het kader van passend onderwijs. Onderwijs is een mensenzaak. Het wordt gemaakt voor en door mensen. Zeker in het praktijkonderwijs worden aan het personeel op allerlei terreinen hoge eisen gesteld. Er wordt geappelleerd aan pedagogische en didactische kwaliteiten. Daarnaast is een flexibele en creatieve geest van groot belang. Enig relativerings- en incasseringsvermogen, naast een voldoende dosis humor, zijn zeer wenselijk. Dit profiel geldt niet alleen de onderwijsgevende, maar ook de ondersteuners die dagelijks met de leerlingen omgaan. (zie competentieprofiel leraar praktijkonderwijs) Wij zijn trots en zuinig op ons personeel. Allen tezamen zijn wij de school en samen bepalen en vertegenwoordigen wij de kwaliteit van onze school. Een helder en verantwoord personeelsbeleid is daarbij een essentiële voorwaarde. Voor de Sprong betekent dit dat haar medewerkers functioneren overeenkomstig de geformuleerde missie en kernkwaliteiten. Daarbij is het belangrijk dat medewerkers zich persoonlijk kunnen ontwikkelen en daartoe ook uitgedaagd worden om daarmee het onderwijs op De SPRONG op een steeds hoger kwaliteitsniveau te brengen. Vanuit haar samenwerkingsgedachte kiest de Sprong voor een pluriform personeelsbestand, daarmee recht doend aan de feitelijke situatie van de populatie van de school die zich kenmerkt door een grote diversiteit. Dit resulteert in ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en professionalisering en ruimte voor beleving van de eigen identiteit in zowel cultureel als religieus opzicht. De school voert een integraal personeelsbeleid, waarbij de persoonlijke- en ontwikkelingsmotieven van de personeelsleden in relatie worden gebracht met de inhoudelijke en organisatorische doelstellingen van de school. Kernbegrip daarbij is de ontwikkeling van de eigen professionaliteit. Dit komt voort uit de visie op organisatie en aandacht voor personeel: de talenten van de personeelsleden zijn de belangrijkste hulpbronnen voor de school. Deze moeten optimaal gekend, gemobiliseerd, ontwikkeld en benut worden in alle fasen van de loopbaan. Dit vraagt een kritische houding ten aanzien van het eigen functioneren. De Sprong is een organisatie die niet alleen in staat is om zichzelf te ontwikkelen, maar ook in staat is te participeren en te interveniëren in het leerproces van kinderen op weg naar zelfstandig leven.. De personeelsleden beschouwen zichzelf en elkaar als individuen, die zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun functioneren in relatie tot elkaar. Vanuit de visie op veiligheid wordt er naar gestreefd om de school een veilige werkplek te laten zijn, ook voor medewerkers. Dit vertaalt zich in aandacht voor het persoonlijk welbevinden en het beleven van arbeidsvreugde. Bereidheid tot het verwerven van nieuwe inzichten en het dienovereenkomstig handelen (‘open mind’) wordt door de school als voorwaarde gezien om tot een uitdagende leeromgeving te komen. Personeelsleden die zich willen ontwikkelen op het gebied van nieuwe inzichten worden hiertoe aangemoedigd en waar nodig en mogelijk gefaciliteerd. Het wordt bevorderd dat door personeelsleden opgedane kennis in cursussen e.d. indien relevant, wordt gedeeld met collega’s in vergaderingen, via nieuwsbrief en/of intranet. Van medewerkers op De Sprong wordt een brede inzetbaarheid en flexibiliteit verwacht. Met de herverdeling van managementtaken en een daarop afgestemd organisatiemodel, is de afgelopen jaren gewerkt aan de ontwikkeling en verbreding van managementkwaliteiten. De dagelijkse schoolleiding bestaat uit een directeur en een viertal coördinatoren. Daarnaast bestaat er een managementteam bestaande uit de schoolleiding en een drietal docenten die hun team vertegenwoordigen. In het MT worden beleidszaken aan de orde gesteld. Zo heeft het team een
27
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
directe invloed op het beleid van de school,dat uiteraard gebonden is aan het schoolplan en de wettelijke kaders.
4.2 Personeelsprofiel Identiteit De personeelsleden moeten zich herkennen in de “samenwerkingsgedachte” van de school. Zij kunnen worden aangesproken op de missie, visie en de kernkwaliteiten. Ieder personeelslid is zich daarbij bewust van zijn/haar voorbeeldfunctie. In alles worden de verschillen in geloofsovertuigingen en de uitvoeringen daarvan tussen leerlingen en personeel gerespecteerd. Uitgangspunt hierbij is dat niet alle mensen gelijk zijn, maar wel gelijkwaardig. Innovatief en uitdagend onderwijs De SPRONG wil ieder personeelslid kansen bieden om zijn/haar talenten optimaal te ontwikkelen (dit wordt vastgelegd in een POP). Scholing is hierbij onontbeerlijk Het personeelsbeleid is er mede op gericht, om de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid van personeelsleden te stimuleren. Daarbij wordt rekening gehouden met de verschillen die tussen hen bestaan, wordt er gebruik gemaakt van hun talenten en wordt, waar mogelijk,hun kwaliteiten benut. Van personeelsleden wordt verwacht dat zij uitstekend in teamverband kunnen werken. Docenten geven aan zich vooral op onderwijsinhoudelijk en didactisch gebied zich te willen ontwikkelen. Er is ook grote behoefte aan onderwijs in de naaste zone van ontwikkeling, aan de hand van de vast te stellen leerlijnen en een duidelijk in kaart gebrachte beginsituatie. Hiertoe wordt mede in schooljaar 2013 - 2014 de ondersteuning van het Katholiek Pedagogisch Centrum voortgezet. Betrokkenheid Het 'er zijn voor elkaar' staat bij De Sprong hoog in het vaandel. Hulp bieden aan collega’s die tijdelijk in hun functioneren problemen ervaren, noemen we specifiek. Ook op andere wijze wordt inhoud gegeven aan betrokkenheid. Personeelsleden zijn als deelnemer in werk- of taakgroepen betrokken bij de school. De school trekt zich het lot van de mensen in de directe omgeving van de school aan. We denken hierbij aan ondersteuning van school aan ouders en verzorgers. Maar mede in de uitvoering van de Maatschappelijke Stage wordt door het personeel en leerlingen aandacht besteed aan ondersteunen van de medemens in het algemeen. Er wordt gezocht naar mogelijkheden, om in groepsverband, over het eigen handelen na te denken. Bijvoorbeeld op studiedagen. Ook individueel komt dit nadenken over eigen handelen aan de orde in bijvoorbeeld de functioneringsgesprekken en is er aandacht voor reflectie. Professionaliteit Het personeelsbeleid van De Sprong richt zich op een afstemming van de kennis en bekwaamheden van het personeel (zowel voor OP en OOP) op de geformuleerde inhoudelijke en organisatorische doelen. Daarin kunnen de volgende vaardigheden worden benoemd, zoals beschreven in het competentiemodel Leraar PRO van de referentiegroep Praktijk Onderwijs in de Steigers. Binnen het team wordt gestreefd naar de volgende competenties:ieder personeelslid is mede verantwoordelijk voor de kwaliteitsontwikkeling van de school; Hij/zij reflecteert op eigen ervaringen en veranderingen in onderwijsbehoeften en komt op basis hiervan tot nieuwe ideeën; ieder personeelslid stelt zich flexibel op ten aanzien van zijn/haar taak; personeelsleden kunnen gedifferentieerd werken. Deze vaardigheid sluit aan bij de ontwikkeling naar zelfstandig werkende en lerende leerlingen; ieder personeelslid dient te beschikken over goede communicatieve vaardigheden; ieder personeelslid beschikt over vaardigheden t.a.v. planmatig handelen; ieder personeelslid dient te beschikken over een grote mate van pedagogische wendbaarheid; ieder personeelslid draagt bij aan een goed pedagogisch klimaat; ieder personeelslid is binnen zijn/haar functie breed inzetbaar; ieder personeelslid is verantwoordelijk voor zijn/haar taken die zijn omschreven in het taakbeleid van de school; ieder personeelslid conformeert zich aan het team en de genomen besluiten binnen de school, met waardering voor elkaars kwaliteiten, waarbij men elkaar, waar nodig, aanvult.
28
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Veiligheid en sfeer Het is belangrijk dat de school een veilige plaats is om te leren, te werken, te sporten en successen te vieren. Daar wordt veel aandacht en tijd aan besteed. Met elkaar wordt ervoor gezorgd, dat iedereen zich veilig voelt. Hiertoe dienen mede de opgestelde protocollen en procedures. De SPRONG realiseert een prettige leer- en werkomgeving voor leerlingen en personeelsleden, zodat zij uitdagingen aandurven. Personeelsleden en leerlingen gaan met elkaar om op basis van respect voor zichzelf, elkaar en de omgeving. Als hulpmiddel hiervoor wordt het beleidsplan “De Veilige School” gehanteerd. De inhoud van dit plan wordt tijdens een ouderavond in het nieuwe schooljaar toegelicht. Personeelsleden zijn met elkaar verantwoordelijk voor de instandhouding van de goede sfeer. Die sfeer kenmerkt zich door openheid en respectvol omgaan met elkaar. Regel is dat je met elkaar praat en niet over elkaar. Op basis van bovenstaande items wordt er bij sollicitatieprocedures gewerkt aan een medewerkerprofiel. De gedragscode voor personeelsleden, die binnen de stichting is opgesteld, wordt gehanteerd en openbaar gemaakt op de website van SPON: www.spon.nu
4.3 Loopbaanbeleid De school geeft ruimte voor de ontwikkeling van loopbaanbeleid . Daaronder verstaan we het begeleiden van de ontwikkeling van het individuele personeelslid. Dit beleid start bij de aanstelling en stopt bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Persoonlijke ontwikkeling en beoordeling maken deel uit van dit beleid. Via , taaktoedelings- , functionerings- (waaronder POPgesprekken) en beoordelingsgesprekken komt dit aan de orde. Hiermee wordt voldaan aan de wet BIO. Karakteristiek De SPRONG Bij het opstellen van loopbaanbeleid wil De SPRONG samenhang aanbrengen tussen visie/missie en daarin geformuleerde kernkwaliteiten als professionaliteit en ontwikkelen van talenten. De school voert een actief loopbaanbeleid en beoogt daarmee: een kwalitatief goed professioneel personeelsbestand; het bekwaamheidsdossier is in gebruik; goede ontwikkelingsmogelijkheden van personeelsleden door scholing; de ontwikkeling en het benutten van voor de school relevante competenties het stimuleren van arbeidsvreugde en – motivatie; een toename van de kwaliteit van de geleverde arbeidsprestatie; Binnen de kaders van missie en visie streeft de school ernaar persoonlijke initiatieven te honoreren, mits relevant voor school en organisatie. Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
begeleiding nieuwe personeelsleden; de persoonlijke coach. didactische ondersteuning laag personeelsverloop functiebouwwerk registratiesysteem verlof/verzuim taakbeleid, normjaartaak aannamebeleid leerlingen functiewaardering Gesprekkencyclus functioneringsgesprek
het ontwikkelen van cyclus beoordelingsgesprekken;
ontwikkelen persoonlijk scholingsplan n.a.v. het bekwaamheidsdossier;
scholing personeel; (na)scholingsbeleidsplan; collega als coach voor (nieuwe) personeelsleden; procedure begeleiding nieuwe leerkrachten.
Binnen de school is gestart met een aantal activiteiten in het kader van loopbaanbeleid. Een verdere ontwikkeling en uitvoering van het loopbaanbeleid en afstemming op overige activiteiten moet nog gebeuren. Nieuwe leerkrachten worden begeleid d.m.v. persoonlijke begeleiding. Functioneringsgesprekken worden gevoerd en gecombineerd met een POP.
29
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Door de toepassing CAO-VO is er opnieuw gekeken naar functies en taken binnen de school en het daarmee samenhangende functiewaarderingssysteem(functiemix).In het kader van de functiemix moet ook in 2014 beleid gemaakt worden omtrent de bevordering van personeel naar een LC schaal. Beleid: CAO-VO is van toepassing Volgens de gesprekkencyclus die binnen Spon is vastgelegd, worden jaarlijks functioneringsgesprekken en Popgesprekken gevoerd. Eens in de 3 jaar wordt door de direct leidinggevende een beoordelingsgesprek gevoerd met elk personeelslid.
4.4.
Formatie en organisatie
Karakteristiek De SPRONG Het beleid Personeel en Organisatie omvat het aantrekken, benoemen en inzetten van personeel. De SPRONG streeft naar bekwaam personeel. Het doel van dit beleid is personeelsleden zoveel mogelijk op de juiste plaats in te zetten om zodoende kwalitatief goed onderwijs mogelijk te maken. De beleidskeuzes bepalen elk jaar de inzet van het personeel en vraagt derhalve flexibiliteit. Hierbij wordt rekening gehouden met de capaciteiten van het personeel en met het in acht nemen van een evenwichtige taakverdeling en belasting, mede rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene. Er wordt gestreefd naar een zo evenwichtige mogelijke samenstelling van het personeelsbestand. De kwaliteit van het primaire proces wordt bepaald door de man/vrouw in de klas. Het is om deze reden van belang dat de school de juiste mensen aanneemt en er vervolgens voor zorgt, dat zij optimaal blijven functioneren. Het uitgangspunt van onze school is dat er gestreefd wordt naar een fulltime docent in onze onderbouwklassen. Dit om onze kwetsbare leerlingen een optimale begeleiding door vertrouwde mentoren te geven in hun start op onze school. Er wordt gewerkt met een door het SPON-bestuur opgestelde sollicitatiecode. De begeleiding van nieuwe docenten is in handen van de daarvoor aangestelde persoonlijke begeleider (leerkracht) en wordt gecontinueerd door de zorgcoördinatoren. Onder het SPON-bestuur bestaat er voor alle werknemers een werkgelegenheidsgarantie.
Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
4.5
continuïteit in werkgelegenheid;
duidelijke strategische keuzes met betrekking tot personele inzet; taakverdelingsbeleid; jaarlijks vaststellen van het formatieplan functiedifferentiatie hanteren; FUWA –systeem competenties koppelen aan functies Oriëntatie op nieuw te verwerven deskundigheid. (MRT)(stagecoach op de werkplek)
pro-actief personeelsplanning voeren
Ontwikkelpunten
Taakbeleid
30
Ontwikkelen visie op inzet theorie/vakleerkrachten.
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
De notitie taakbeleid is voorgelegd aan de MR. Het taakbeleid VO binnen SPON wordt in het voorjaar 2013 aan de GMR ter goedkeuring voorgelegd. Het taakbeleid is er op gericht de taken zo evenwichtig en eerlijk mogelijk over het personeel te verdelen, in relatie tot de werktijdfactor. Met de verdeling van de taken wordt rekening gehouden met de persoonlijke interesses en competenties van het personeel. In overleg worden taken jaarlijks vastgesteld. Evaluatie vindt plaats tijdens functioneringsgesprekken. De taken zijn er op gericht de organisatie te laten functioneren en om op vernieuwingen binnen het onderwijs en de maatschappij in te kunnen spelen. In het nascholingsplan kunnen, waar wenselijk, scholingstrajecten opgenomen worden om personeel te trainen in bepaalde taken,vaardigheden en competenties. Daarnaast vormt een brede inzetbaarheid, het loopbaanbeleid en het faciliteren van secundaire arbeidsvoorwaarden een belangrijk onderdeel van het arbeidsvoorwaardenbeleid. Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
4.6
taakdifferentiatie en spreiding van taken; inbedding taakbeleid in functioneringsgesprekken overzichtelijk taakbeleid. formuleren van het normjaartaakbeleid en de uitvoering daarvan en het benoemen van de individuele consequenties hiervan Aanpassen van SPON-notitie normjaartaak/taakbeleid m.b.t praktijkonderwijs Deskundigheidsbevorderingtrajecten vanuit het SWV 40.1 Normjaartaak VO voor ieder personeelslid vastgelegd.
Ontwikkelpunten Nascholingstrajecten organiseren Koppeling organogram aan taakgroepen
Arbeidsvoorwaarden
Het arbeidsvoorwaardenbeleid is vastgesteld door het bestuur van SPON en het uitgangspunt hierbij is dat iedereen die werkzaam is binnen de organisatie zijn/haar werk goed moet kunnen uitvoeren. Dit arbeidsvoorwaardenbeleid wordt schriftelijk vastgelegd. De basis hiervoor ligt in de CAO/VO waarnaar “De Sprong” zoveel mogelijk probeert te handelen..
Sterke- en onwikkelpunten Sterke punten
4.7
fietsprivé regeling;
onkostenvergoeding dienstreizen
koffie, thee gratis;
mobiliteitsplan binnen SPON
studiemogelijkheden
lief en leed regeling
Ontwikkelpunten
Arbeidsomstandigheden
31
afstemmen CAO VO en CAO VO binnen Spon.
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
De school heeft een Arbo-beleid ontwikkeld op bestuursniveau in overleg met de geledingen binnen school. Dit in samenwerking met arbodienst Maetis. De school kent haar verantwoordelijkheid in deze en houdt daarbij de regie bij de uitvoering van het Arbo-beleid binnen de wettelijke kaders. Het Arbo-beleid is een integraal onderdeel van het personeelsbeleid. Binnen het totale beleid van de school streeft de directie in samenwerking met de Arbodienst, Groenendijk administratie, Groenendijk Onderwijs Consultancy en het Sociaal Medisch Overleg voor alle medewerkers in de organisatie naar een optimalisering van het ARBO beleid. Dit wordt gedaan door te werken aan ziektepreventie, herintreding en vooral een veilige en gezonde werkplek. In verband met dit item is de ARBO werkgroep “De veilige school” opgericht. Zij ontwikkelen een schoolveiligheidsplan voor de school, waarin o.a. incidenten registratie, protocollen, ontruimingsplan, schoolregels, en klachtenregeling.
Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
rapportage ziekteverzuimgegevens/verlofgegevens
Ontwikkelen schoolveiligheidsplan
Jaarlijks updaten beleidsplan
samenwerking met de ARBO-dienst;
Jaarplan ARBO uitvoeren
opgeleide BHV-ers die jaarlijks bijscholen
laag verloop personeel
ontruimingsplan
Preventie beleid; specifieke deskundigen inschakelen ter bevordering algeheel welzijn personeel
Opgeleide EHBO-ers in dienst
ontruimingsplan oefenen (frequentie)
ARBO-beleidsplan maken t.a.v. gegevens van verzuim/verlof
Op bestuursniveau wordt Arbo-beleid ontwikkeld voor de scholen. Het continueren van het laag werkgerelateerd ziekteverzuim blijft een doel. Hiervoor worden specifieke deskundigen ingeschakeld. Beleid: Arbo-beleidsplan wordt gehanteerd en,waar nodig, jaarlijks herzien, Er wordt gewerkt volgens een Jaarplan ARBO, dat in het eerste directieoverleg van elk schooljaar gepresenteerd en beoordeeld wordt.
32
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
HOOFDSTUK 5 5.1
Kwaliteitszorg
Inleiding:
Onder kwaliteit van ons onderwijs verstaan wij het realiseren van voorgenomen en geplande doelstellingen. Deze doelstellingen hebben betrekking op: leerlingen en leerproces: de nagestreefde onderwijsdoelen en de ontwikkeling; docenten: de nagestreefde professionalisering; school: de nagestreefde ontwikkeling van de school voor (optimaal) praktijkonderwijs voor moeilijk lerende leerlingen. De nagestreefde doelstellingen zijn in het schoolbeleid opgenomen en (meerjarig)gepland. Om te bepalen of de voorgenomen en geplande doelen inderdaad worden behaald, zal er een systematische evaluatie plaatsvinden. 5.2
Doelen van het kwaliteitsbeleid:
De doelen van ons kwaliteitsbeleid zijn: zicht krijgen en houden op de kwaliteit op voorgenomen beleid en uitwerking hiervan; goede kwaliteit behouden bij het voeren van het schoolbeleid; planmatig verbeteren van niet of onvoldoende gerealiseerde, nagestreefde doelstellingen.
5.3. Kwaliteitscirkel: Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken willen wij zoveel mogelijk werken met kwaliteitscirkels: -
-
Voorgenomen beleid: in het schoolplan worden doelen geformuleerd met betrekking tot een gewenste (school)ontwikkeling. Planning: er wordt in het schoolplan een (meerjaren)planning gemaakt om de beschreven doelen te realiseren. Uitvoering: op basis van de planning wordt er (planmatig) aan de doelen gewerkt. Evaluatie: op vooraf geplande momenten worden de resultaten geëvalueerd. Resultaten worden vastgesteld met behulp van afgesproken instrumenten. Bijstelling: naar aanleiding van de evaluatie kan het beleid worden bijgesteld. Deze bijstelling vindt derhalve periodiek plaats.
1. Voorgenomen beleid 5. Bijstelling
2. Planning 4. Evaluatie
3. Uitvoering
5.4. Schoolondersteuningsprofiel Er bestaat binnen de school veel aandacht voor de individuele leerling ten aanzien van zorg op pedagogisch vlak. Er wordt een uitdagende leeromgeving gecreëerd door aanschaf lesmaterialen en Active Boards. De stand van zaken op didactisch gebied ten aanzien van de zorg is tweeledig, Onderwijs wordt geboden vanuit het materiaal, terwijl we meer naar vraaggestuurd onderwijs willen, voortvloeiend vanuit de leerling zelf. (Zie ook bijlage 1 op bladzijde 37.)
33
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
5.5 Kwaliteitszorg voor de leerling: De kwaliteitszorg met betrekking tot de leerlingen richt zich met name op de ontwikkeling van verschillende aspecten: cognitieve ontwikkeling sociaal-emotionele ontwikkeling expressieve ontwikkeling praktisch-motorische ontwikkeling ontwikkeling arbeidscompetenties Instrumenten Om deze kwaliteiten te kunnen meten zijn instrumenten nodig. De instrumenten die wij nu gebruiken zijn: - drempelonderzoek - psychologisch onderzoek - herhalingsonderzoek - testmateriaal ter bepaling van de sociaal/emotionele leeftijd - testmateriaal ter bepaling van de sociale redzaamheid en zelfredzaamheid - observatielijsten - leerlingvolgsysteem - leerling-bespreking - Sprongba, beoordelingslijst voor praktische vaardigheden - criteria stagegeschiktheid leerling praktijkonderwijs - stagebeoordelingsformulier - matching-instrument voor stage - intervisiegesprekken (portfolio – stagegesprekken) - handelingsplan - verzuim en te laat registratie (via administratie) - de interactiewijzer - het “IOP” - Video Interactie Begeleiding/klassenbezoek - Prozo (kwaliteitsinstrument) 5.6. Kwaliteitszorg voor docenten: In de onderbouw spelen docenten/mentoren een essentiële rol. In de bovenbouw spelen docenten/mentoren en stagebegeleiders een essentiële rol. Het functioneren van docenten is voor een groot deel bepalend voor de kwaliteit van ons onderwijs.Vooral de competenties van docenten zijn hierbij belangrijk. Het gaat om de volgende componenten: - (ortho)pedagogische - (ortho)didactische - inter-persoonlijke - organisatorische - communicatieve - vermogen tot reflectie en ontwikkeling - kunnen samenwerken Instrumenten en activiteiten: de volgende instrumenten of activiteiten hiervoor zijn: - functioneringsgesprek; - beoordelingsgesprek coördinatoren/directeur; - klassenbezoek door coördinator didactiek/directeur/zorgcoördinator; - begeleidings-/coachingsgesprek; - inwerkbegeleiding nieuwe docenten;
34
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
-
coaching door duo’s te vormen in de onderbouw; intervisie bijeenkomsten per leerjaar; scholingstrajecten team; individuele scholingstrajecten; informatieve gesprekken; vensters voor verantwoording Prozo.
5.7. Kwaliteitszorg voor de school: Niet de individuele docent of de leerlingen alleen bepalen de kwaliteit van de school. Deze kwaliteit wordt door het geheel (team, leerlingen en organisatie) bepaald. Belangrijk hierbij is in hoeverre de school erin slaagt de belangrijkste einddoelen (arbeid, vrije tijd en wonen) te realiseren. Belangrijk hierbij is dat personeel en leerlingen betrokken worden en op de hoogte zijn van de trajecten. Essentieel is dat ook ouders hierbij betrokken worden. Hierbij spelen de sfeer en het gebouw een belangrijke rol. Instrumenten en activiteiten: - Uitstroom gegevens. - Teamvergaderingen onderbouw, bovenbouw - Zorg Advies Team overleg - Externe contacten - Jaarlijkse evaluatie met het team d.m.v. studiedag - Checklist voor de evaluatie van de stage - Management matrix jaarlijks - Terugkomavond schoolverlaters - Jaarverslagen van diverse onderdelen binnen de school - Nazorg stage - Prozo Sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Aandacht voor het individu; We zijn een brede school; Personeelsleden hebben een “open mind” wat betreft nieuwe ontwikkelingen; Veilige schoolomgeving voor zowel leerling als personeel; Gebruik jaarplanner; Participatie in beleid; IOP; Communicatie met ouders; Veilige school; Teamscholing(bovenschools in SWV 28.13).
Ontwikkelpunten Evaluatiecyclus van het schoolplan; Individuele scholing door middel van bezoeken collega-scholen.
Individuele scholing door middel van bezoeken collega-scholen
35
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Waarom?
A
B
C
Wat?
Wie?
Om aan de specifieke behoeften van de individuele theorie- of vakdocent tegemoet te komen(intercollegiaal consult) Resultaat
Jaarlijks terugkerende bezoeken
Aanvullende eis
Samenwerking met collega-scholen optimaliseren
Doel
Leren van elkaar.
Aansturen
directie
Maken
Afspraken met directies van collega-scholen
Ontvangen
personeel
Startdatum
September 2013
Tussentijds
niet
Einddatum
Juli 2014
Cyclus
jaarlijks
Wanneer?
Naam beleidsvoornemen: Evaluatiecyclus van het schoolplan Waarom?
A
B
C
Wat?
Wie?
Span of control ontwikkelen Resultaat
Evaluatie en jaarlijks bijstellen schoolplan
Aanvullende eis
Tussentijdse evaluaties
Doel
controle
Aansturen
directie
Maken
directie
Ontvangen
Personeel, MR, CVB, inspectie,
Startdatum
September 2013
Tussentijds
6x per jaar op groot coördinatorenoverleg
Einddatum
Juli 2014
Cyclus
jaarlijks
Wanneer?
36
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
H 6 Financieel beleid Sinds 1 augustus 2006 heeft “De Sprong” Lumpsum bekostiging , de CAO-VO zal worden gevolgd. Met ingang van 1 januari 2013 heeft er een bestuurlijke verandering plaats gevonden waarbij elke schooldirecteur tevens verantwoordelijk wordt voor een 2 tal bestuursportefeuilles. Hierdoor wordt het nog belangrijker dat de organisatiestructuur, waarbij coördinatoren van de school de dagelijkse leiding hebben, goed is neergezet. De directeur is en blijft eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid en legt verantwoording af aan de voorzitter van het College van Bestuur van SPON. De directeur ontvangt ieder jaar een format begroting waarin hij/zij aangeeft wat de verwachte uitgaven en investeringen dat schooljaar zullen zijn. Die uitgaven zijn direct verbonden met het ingezet beleid zoals beschreven in het schoolplan. Alle inkomsten en uitgaven van de locatie worden doorgegeven aan en bijgehouden door het administratiekantoor Groenendijk. Er wordt door het bestuur gestreefd naar een efficiënt en overzichtelijk systeem. Hierbij is tevens vastgesteld dat een aantal zaken bovenschools of door de Sprong zelf moeten worden bekostigd. Een deel van de inkomsten van de locaties wordt afgedragen aan een bovenschool budget dat gebruikt wordt voor een aantal bovenschoolse zaken ( bijvoorbeeld contracten voor alle Spon locaties, bouwzaken ) en noodzakelijke reserveringen die deel uitmaken van het bovenschools financieel en personeelsbeleid. ( contracten met Arbo dienst enz., het bovenschools Zorgteam, meerjaren onderhoudsplan) De gelden die voor de school zelf overblijven kunnen dan ook volledig ingezet worden ten behoeve van werkzaamheden en materiaal binnen de locatie. Voor dat deel is de directeur verantwoordelijk. Op de Sprong wordt gewerkt met budgetten voor de praktijkvakken. Iedere praktijkdocent verantwoordt zijn/haar budget bij de directeur. Ook al kunnen alle middelen worden ingezet, toch worden er waar mogelijk reserveringen gemaakt. Veel zaken zijn nieuw aangeschaft bij de verbouwing van de school in 2004. maar er moet ook rekening worden gehouden met de afschrijving op bepaalde zaken. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de wasmachine/droger, computers, maar ook aan het machinepark voor hout en de inrichting. In een meerjarenbegroting worden de financiële verplichtingen/ reserveringen en investeringen genoemd. Aanvullende bronnen worden gevonden in b.v subsidies. Subsidies zijn middelen die de overheid beschikbaar stelt om bepaalde knelpunten op te lossen. “De Sprong” heeft subsidie ontvangen om de praktijkvakken te verbeteren. In samenwerking met andere scholen voor praktijkonderwijs uit de regio is er gewerkt aan de verbetering van de praktijkvakken. De noodzakelijke competenties zijn in beeld gebracht. Vanaf september 2006 ontving de school subsidie voor het ontwikkelen van de Maatschappelijke stage en de praktijkgerichte leeromgeving. Deze regeling verplichte Maatschappelijke stage wordt in schooljaar 2015-2016 gestopt. De Sprong kiesty ervoor Maatschappelijke Stage op vrijwillige basis te handhaven. Gebleken is dat het erg stimulerend is voor de persoonlijke ontwikkeling van onze leerlingen. Vanuit het samenwerkingsverband VO is er financiële ondersteuning bij het scholingstraject van de school en voor de inzet van Maatschappelijk werk. Het Samenwerkingsverband VO huurt ook personeel in van Spon bij o.a. werkzaamheden van de PCL ( voorzitter en secretaresse), de Time-out voorziening “GOAL” ( twee docenten, een psycholoog en maatschappelijk werkende). Vanuit het regionale zorgbudget ontvangt de Sprong middelen voor zijn participatie. De Sprong participeerde ook in het Lokaal Onderwijs Centrum (LOC) in Papendrecht. Een samenwerking met de VO scholen in de Alblasserwaard en het ROC Davinci. Hiervoor is een subsidie ontvangen. De voortzetting van het LOC 2.0 is in ontwikkeling. “The Cube”, de naschoolse dagbehandeling die in de Loods gevestigd is, is een samenwerking tussen Spon en Stichting Pameijer. Via het Zorgkantoor zijn er middelen beschikbaar gesteld om de werkzaamheden uit te voeren. Een psycholoog en maatschappelijk werkende van Spon worden daarvoor ingehuurd door Pameijer. Het door het praktijkonderwijs ontwikkeld stage bureau zal na decentralisatie weer aan de scholen worden gekoppeld.Hierbij worden scholen zelf weer verantwoordelijk voor bekostiging en uitvoering van stagebegeleiding. Er is 3 jaar geleden een nieuw leerlingvolgsysteem aangeschaft van @VO(SOM).
37
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Het voortzetten van beleid t.a.v. “functiemix Voortgezet onderwijs” zal een aandachtspunt voor het jaar 2014 zijn. Het streven van het bestuur om een aantal zaken bovenschools te organiseren heeft financiële consequenties. Uiteindelijk zien we dat door een intensievere samenwerking tussen de locaties efficiënter en simpeler gewerkt kan worden. Door het delen van expertise en het gebruik kunnen maken van elkaars expertise zal dat, naast een sterker SPON, ook financieel voordeel opleveren. Sterke punten en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
personeelsrisico’s op bestuursniveau afgedekt; accurate en transparante rapportage door administratiekantoor; verschillende additionele inkomstenbronnen; meerjaren begroting.
zicht krijgen op welke zaken bovenschools kunnen worden georganiseerd; ontwikkelen/aanschaf van een didactisch volgsysteem; beleid t.a.v. functiemix VO in 2014.
38
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
HOOFDSTUK 7 Interne en externe communicatie 7.1 Inleiding De Sprong is een groeiende school. Door een forse groei van het aantal leerlingen in een tweetal jaren heeft een flinke uitbreiding van het personeel plaatsgevonden. Uiteraard heeft dit voor de communicatie de nodige gevolgen gehad. Waar vroeger alle gangbare zaken tijdens een wekelijkse docentenvergadering besproken werd, werken we nu volgens vergaderstructuren en besluitvormingsprocedures. Ook de organisatiestructuren zijn veranderd, Een en ander eist een intensievere vorm van communicatie binnen de school. 7.2 Beleid inzake interne communicatie Er zijn verschillende communicatielijnen en verschillende doelgroepen die ieder een eigen benadering behoeven. We onderscheiden de volgende doelgroepen: bestuur, MR, onderwijzend personeel, zorgcoördinatoren, onderwijsondersteunend personeel, schoolmaatschappelijk werkende, psycholoog, ouders of verzorgers en leerlingen, vrijwilligers, dagbehandeling The Cube. Doel van deze communicatie: transparant maken van de organisatie; informatie-uitwisseling; verantwoording afleggen ; kennisoverdracht; voldoen aan de regelgeving; de betrokkenheid te bevorderen. Kenmerken van communicatie: het dient duidelijk te zijn wie met welk doel waarover op welk moment via welk kanaal geïnformeerd moet worden; doelgroepen communiceren op zo’n manier dat veiligheid en welbevinden bevorderd worden; gestreefd moet worden naar korte lijnen en een open communicatie; efficiënt vergaderen. Communicatiemiddelen van onze school: eigen visuele identiteit. Onze school heeft een eigen huisstijl met bijbehorend logo; schriftelijke communicatie; deze omvat diverse media als brieven, folders, brochures, enz.; mondelinge communicatie: thema-avonden,ouderavonden, diverse gesprekken, enz.; website; herkenbaarheid (kleding bij praktijkvakken); intra- en internet. Overlegstructuren o.a.: leerling-bespreking: met o.a. zorgcoördinatoren, mentor, praktijkdocent, stagebegeleider teamvergaderingen: voor alle personeelsleden; bouwoverleg: voor zowel onderbouw als bovenbouw; werkgroepen: voor personeel met een (tijdelijke) specifieke opdracht; vergadering stageoverleg; MT-team (managementteam) (leerkracht onder- en bovenbouw, directeur, coördinator Loods, zorgcoördinator, ZAT-overleg (Zorg Advies Team): oproepbaar wanneer specifieke deskundigheid betreffende een leerling gewenst is. Dit team kan bestaat uit de zorgcoördinator (zij initieert het zorgoverleg), de schoolmaatschappelijk werkende, schoolpsycholoog,wijkagent, schoolarts, ambulant begeleiders, de VIB-er, sova-trainer en de mentor van de desbetreffende leerling; overleg OOP. Er vindt structureel overleg plaats tussen de directeur, de administratief medewerker en de conciërge.
39
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
-
wekelijks stage-overleg; functionerings- en beoordelingsgesprekken; MR, GMR vergaderingen.
7.3 sterke en ontwikkelpunten Sterke punten
Ontwikkelpunten
Effectief vergaderen; Het integreren, structureren en evalueren van externe contacten binnen de Duidelijke informatiekanalen; activiteiten van de school; Heldere overlegstructuur; Overlegstructuur beleidszaken op MT Herkenbaarheid; bespreken. Jaarplanner; Inhoud en frequentie van de Algemene Het actueel houden van een interne Vergadering vormgeving (draagvlak grote communicatiestructuur met een beslissingen oa. methodiek); maandelijks nieuwsbrief vanuit de directie Geoptimaliseerde vorm van leerlingbespreking;
Naam beleidsvoornemen: overlegstructuur MT Waarom?
Wat?
Wie?
Resultaat
Enkel beleidszaken bespreken
Aanvullende eis
Dagelijkse leiding met instemming bij Directie/coördinatoren
Doel
Doelmatig beleidsoverleg
Aansturen
directeur
Maken
directeur
Ontvangen
Deelnemers MT
Startdatum
September 2013
Tussentijds
Januari 2014
Einddatum
Juli 2014
Cyclus
jaarlijks
Wanneer?
7.4 Beleid inzake externe communicatie Ten aanzien van de externe communicatie zijn er veel doelgroepen te onderscheiden: (speciaal) Basisonderwijs, (ouders of verzorgers van ) toekomstige leerlingen, oud-leerlingen, andere scholen of afdelingen voor praktijkonderwijs, VO scholen, landelijk samenwerkingsverband, hulpverleningsinstellingen, (stage)bedrijven, inspectie, (gemeentelijke) overheden, pers, diensten, ARBO, brandweer en leveranciers. De benaderingswijze zal per doelgroep (kunnen) verschillen. Doel van deze communicatie: de bekendheid van de school vergroten;
40
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
-
de kernkwaliteiten en de eigenheid van de school uitdragen; de aansluiting en doorstroom naar vervolgonderwijs; aansluiting en doorstoom naar een passende arbeidsplaats realiseren; netwerk ontwikkelen en onderhouden.
Kenmerken van de communicatie: het dient duidelijk te zijn wie, met welk doel, waarover, op welk moment, via welk kanaal geïnformeerd moet worden; gestreefd moet worden naar korte lijnen en een open communicatie; voor iedere doelgroep wordt passende informatie uitgewisseld. Communicatie middelen van onze school: eigen visuele identiteit o.a. huisstijl en website; schriftelijke communicatie; mondelinge communicatie; alle berichten die naar buiten gaan dienen binnen de huisstijl te worden vormgegeven.
Sterke punten
Ontwikkelpunten
jaarlijks actualiseren van een schoolgids; thema-avonden zoals wonen, hulp bij opvoeden; inzetten van schoolmaatschappelijk werker bij thuisproblematiek; pubercursus (in samenwerking met stg. MEE); introductieavond; afscheidsavond; portfoliogesprekken; ouderbezoeken; begeleiding SFB – keuring (Structureel Functionele Beperkingen) Wajong-keuring intake SW; maatschappelijke stage (o.a. betrekken van de buurtbewoners bij de school).
bewegwijzering binnen de school up to date houden; communicatie meer richten op doelgroepen; Het opzetten en uitvoeren van PR- beleid; (o.a. het actueel houden van de website, het maken van een promotiefilm of –dvd van de school, het ontwikkelen van een externe communicatiestructuur; voorlichting over praktijkonderwijs); Ontwikkelen van de portiersfunctie; Dossieroverdracht van de toeleverende scholen; Eenduidige portfolio; Communicatie met de Cube verbeteren en de doelstellingen op elkaar afstemmen.
Analyse: Hoewel er uiteraard veelvuldig sprake is van externe communicatie is hierover op dit moment geen helder en transparant beleid voor vastgesteld. Het beleid zal met name gericht zijn op een efficiënte en heldere communicatiestructuur. Wij ambiëren met onze school een maatschappelijke plaats binnen de buurt in te nemen. Ook willen wij de ouders betrekken bij de ontwikkeling van de kwaliteit van de school.
Het opzetten en uitvoeren van PR-beleid
Waarom?
Regionaal bekendheid geven aan praktijkonderwijs op de Sprong.
41
Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017
Resultaat A
B
C
Wat?
Wie?
Aanvullende eis
Een communicatieplan onder begeleiding van Scholen met Succes. Inventarisatie van en medewerking aan een plan door het team
Doel
Meer bekendheid over de doelgroep en de werkwijze van de school. Het waarborgen van de werkgelegenheid.
Aansturen
Directeur
Maken
Communicatieplan
Ontvangen
team
Startdatum
september 2013
Tussentijds
Januari 2014
Einddatum
Juli 2014
Cyclus
Jaarlijks
Wanneer?
42
Oost-IJsselmonde / West-Alblasserwaard Correspondentieadres: Walenburgerweg 16b, 3033 AB Rotterdam tel 010 22 702 33, fax 010 284 02 79 Schoolplan “De SPRONG” , school voor praktijkonderwijs 2013 -2017 e-mail
[email protected]
INHOUD SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL.
Het schoolondersteuningsprofiel bevat informatie over:
-
Algemene informatie: over de school, de leerlingen en het aanbod.
-
Ondersteuning in de klas: signaleren/diagnosticeren, schoolklimaat/sociale veiligheid, begeleiden gedragsproblemen, planmatig werken, het omgaan met verschillen. Het gaat hierbij om de vaardigheden/deskundigheden van docenten/mentoren en de wijze hoe worden de ouders hierbij worden betrokken.
-
Ondersteuning in de school: toelating van de leerlingen, leerlingbespreking, bespreking in zorgadviesteam en/of zorgteam, monitoring leerlingen en de aansluiting op de ketenpartners in het CJG en contacten ouders. Welke ondersteuningsmogelijkheden biedt de school voor specifieke hulpvragen van leerlingen en hoe worden de ouders hierbij betrokken.
-
De overgangen po – vo, vo – vo, vo – GOAL!, vo – mbo/hbo/wo, po – vso en vo – vso.
-
Arrangementen: voorbeelden: lwo, leerwerktraject, leerlingen met een specifieke (niet gediagnostiseerde stoornis), autistische leerlingen, e.d.
43