Huidkanker
•
Melanoom
•
Plaveiselcelcarcinoom
•
Basaalcelcarcinoom
•
Diagnostiek en behandeling
Is het huidkanker? Welke huidkanker?
Hoe wordt de diagnose gesteld?
•
Verhaal • Hoe lang bestaat de afwijking? • Verandering? • Groei, bloeding, jeuk? • Wat voor huidtype? • Zonlicht blootstelling? • Medicijnen?
• Kijken!!
Kijken blote oog
dermatoscoop
voelen
Kijken microscoop
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Biopt Incisie biopsie
Diagnostische excisie Excisie biopsie
Melanoom van de huid
•
Zeer kwaadardige tumor die ontstaat uit melanocyten (pigmentcellen) of naevuscellen (moedervlekcellen)
•
Metastasering = uitzaaien • In transit, in de huid • Lymfogeen, via de lymfebanen • Hematogeen, via het bloed
•
Hoe dunner, hoe meer kans op genezing • Vroege opsporing
•
“Onvoorstelbaar onvoorspelbaar”
Dermatoscoop
•
Non-invasief
•
10-voudige vergroting
•
Halogeen of diode lamp met een belichtingshoek van 20º
•
Contactvloeistof om reflectie van licht door de huid te voorkomen
zonder vloeistof
met vloeistof
Hoe wordt de diagnose melanoom gesteld?
•
Bij geringe twijfel......
•
Diagnostische excisie
• • • •
Excisie biopsie 2 mm marge Goede beoordeling onder microscoop van de hele afwijking Goede dikte meting
Behandeling van het melanoom van de huid
•
Therapeutische re-excisie
•
Marges • in situ melanoom: 0,5 cm • Breslow-dikte tot en met 2 mm: 1 cm • Breslow-dikte meer dan 2 mm: 2 cm
En verder...?
met metastasen
Balch, J Clin Oncol, 2001
Aanvullend onderzoek
•
Wel voelen naar lymfeklieren
•
Bij afwijkende bevinding, verder onderzoek
Controles
•
Breslow-dikte tot en met 1 mm:
•
• Eenmalig controlebezoek een maand na de behandeling van een primair melanoom Breslow-dikte meer dan 1 mm: •
•
5 - 10 jaar controle
Wat onderzoeken? • Vragen naar klachten die met terugkeer melanoom of metastasering verband zouden kunnen houden • Gericht lichamelijk onderzoek • Kijken naar litteken, voelen naar lymfeklieren • Geen routine beeldvorming en bloedonderzoek
Actinische keratose, ziekte van Bowen, plaveiselcelcarcinoom
Actinische keratose, ziekte van Bowen, plaveiselcelcarcinoom •
Atypische, onrustige, keratinocyten (cellen van de opperhuid)
•
Actinische keratose • Niet kwaadaardig • Onderste 1/3 - 2/3 deel van de opperhuid • Kans op verandering in plaveiselcelcarcinoom: 0,025 - 16%!?
•
Ziekte van Bowen • Carcinoma in situ • Wel kanker, maar niet door basale membraan gegroeid, (nog) niet invasief • 5 - 25% gaat wel invasief groeien, wordt dan plaveiselcelcarcinoom
Plaveiselcelcarcinoom
Plaveiselcelcarcinoom
•
Kwaadaardig
•
Kan uitzaaien/metastaseren
•
• Via de lymfebanen naar de lymfeklieren Kans op metastasering 3-25%!?
•
2 groepen • Hoog risico op metastasering: • Laag risico op metastasering:
+/- 20% minder dan 5%
Plaveiselcelcarcinoom: hoog risico
•
Afmeting • Groter dan 2 cm
•
Plaats • Oor • Lip
•
Dikte (microscopisch) • Meer dan 4 mm
•
Groeiwijze (microscopisch)
Hoe wordt de diagnose plaveiselcelcarcinoom gesteld?
•
Klinische blik
•
Biopt
•
Excisie biopsie • = therapeutische excisie
Behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de huid
•
Excisie • Kleiner dan 2 cm, laag risico: • Groter dan 2 cm, hoog risico:
•
Radiotherapie (bestraling)
•
Voor kleine tumoren • Cryochirurgie (vloeibare stikstof) • Coagulatie (wegbranden)
5mm marge 10 mm marge
Aanvullend onderzoek
•
Voelen naar lymfeklieren
•
Bij hoog risicogroep in het hoofd-hals gebied • Beeldvormend onderzoek
•
Bij afwijkende klieren nader onderzoek • Consequenties voor behandeling • Verwijdering en/of bestraling
Controles
•
Laag risico groep • Weinig controles
•
Hoog risico groep
• In aanvang 3-4 x per jaar •
Kijken of het plaveiselcelcarcinoom ter plekke terugkomt
•
Lymfeklieren voelen
•
Rest huid bekijken
Basaalcelcarcinoom
•
Basale cellen van de epidermis
•
• verschillende klinische beelden Langzame groei
•
Metastasering: “nooit” (0.03%)
•
Relatief goedaardig • is wel kwaadaardig maar je gaat er niet dood aan
•
Maar… kan bij lang bestaan heel veel schade geven
nodulair ulcererend
gepigmenteerd
superficieel
scleroserend
solide
sprieterig
Hoe wordt de diagnose basaalcelcarcinoom gesteld?
•
Klinische blik
•
Biopt
•
Excisie
Behandeling van het basaalcelcarcinoom
•
Excisie • nieuw basaalcelcarcinoom, solide groeitype, < 2 cm • 3 mm marge • nieuw basaalcelcarcinoom, solide groeitype, > 2 cm • sprieterig groeitype • recidief • 5 mm marge
•
Radiotherapie
•
Oppervlakkige en/of kleine basaalcelcarcinomen • Fotodynamische therapie, cryochirurgie, 5-fluorouracil creme, imiquimod creme, curettage/coagulatie
Standaard excisie met standaard microscopisch onderzoek
•
Solide basaalcelcarcinoom, 5 mm marge:
•
Sprieterig basaalcelcarcinoom, 5 mm marge: 82% radicaal
95% radicaal
Mohs’ micrografische chirurgie: maximale controle van de sneevlakken met minimaal verlies van gezond weefsel
Solide basaalcelcarcinoom linker neusplooi
4 rondes, 8 vriescoupes
De behandeling van oppervlakkige afwijkingen
De behandeling van oppervlakkige afwijkingen
• • •
Actinische keratosen Ziekte van Bowen Superficieel basaalcelcarcinoom
• • • •
Fotodynamische therapie Cryochirurgie : vloeibare stikstof 5-fluorouracil creme: celdodende creme, cytostaticum imiquimod creme: activeert afweersysteem ter plekke
•
curettage/coagulatie: wegkrabben en wegbranden
Fotodynamische therapie (PDT)
• • •
Door het aanbrengen van een zalf met aminolevulinezuur gaan de meest actieve, snelgroeiende cellen een lichtgevoelige stof aanmaken Door belichting gaan deze cellen dood
•
De gezonde cellen maken minder lichtgevoelige stof aan, en blijven in leven na belichting
•
Selectieve behandeling van oppervlakkige afwijkingen • niet melanoom • dunner dan 1,5 mm Redelijk effectief Grote oppervlakken Bijna geen littekens, cosmetisch fraai
• • •
Fotodynamische therapie (PDT)
•
Na 3 uur inwerken volgt belichting gedurende 9 minuten
•
Procedure na 1 week herhalen
•
Pijnlijk!
Controles
•
Geen vast controleschema (meer) voor het basaalcelcarcinoom • langzame groei • 1 x per jaar
•
Kans op een nieuw basaalcelcarcinoom is net zo groot als de terugkeer van een goed behandeld basaalcelcarcinoom
•
Te groot aantal mensen om vaak te controleren
Voorkomen is beter dan genezen!