transfe r
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
Hoger onderwijs omarmt
7
Turkije
jaargang 14 | mei 2007
dgis-veteraan rob visser over samenwerking met arme landen | column mark
rutte | duitsland introduceert topuniversiteiten | nuffic-congres: meten is niet
altijd weten | ministers bijeen voor bologna-conferentie | alumnus
7 Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar. Redactie Els Heuts Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Jos van Beurden, Dorrit van Dalen, Walter van Hulst, Martine Postma, Vera Ros, Mark Rutte, Klari Simonet, Marja Verburg, Robert Visscher Beeld Laurens Aaij(Het Hoge Noorden), Jos van Beurden, Roel Burgler, Jules Leenders, Serge Ligtenberg, Heleen Ravenhorst, Sam Rentmeester, Bram Saeys Redactieraad Madeleine Gardeur (Universiteit van Groningen), Joep Huiskamp (Technische Universiteit Eindhoven), Yvonne van de Meent, Fred Paats (ITC) Redactieadres Nuffic, postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel. 070 – 426 0126, fax 070 – 426 0399, e-mail
[email protected] Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer, bellen naar DUO-tijdschriftenservice 030 – 263 1089 of een e-mail sturen naar
[email protected] Abonnementenadministratie Nuffic, Transfer, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel 070 – 426 0271 Advertenties Bureau van Vliet, tel 023 – 571 4745 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Brigitta Opstal (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Foto omslag Turkse studenten op het terrein van de Middle East Technical University (Metu) in Ankara Transfer 8 verschijnt op 28 mei 2007
transfer Vuurtorens van de wetenschap Net als in Nederland heeft het Duitse hoger onderwijs zich jarenlang gericht op het binnenhalen van zoveel mogelijk studenten. Hoger onderwijs voor velen was het devies. De keerzijde van de enorme toename van studenten wordt steeds duidelijker. Het massale onderwijs in overvolle collegezalen heeft geleid tot middelmatigheid. En de roep om toptalent de ruimte te geven wordt in beide landen steeds groter. Duitsland heeft de koe inmiddels bij de horens gevat en is begonnen met het creëren van topuniversiteiten. De komende jaren wordt er 2 miljard extra in het Duitse hoger onderwijs geïnvesteerd. Vorig jaar hebben, na een zware selectieronde, drie instellingen de status van elite-universiteit gekregen. De tweede ronde is nu in volle gang waarbij nog eens zeven universiteiten tot Leuchtturm der Wissenschaft benoemd kunnen worden. Voor een periode van vijf jaar krijgen de instellingen 100 miljoen euro om tot de internationale wereldtop te gaan behoren. In een ranglijst van het Britse Times Higher Education Supplement haalde vorig jaar geen enkele Duitse universiteit de top-50. Ook in Nederland wordt regelmatig de wens uitgesproken dat in ieder geval drie Nederlandse universiteiten tot de top-50 van de wereld moeten gaan behoren. Wellicht biedt het verhaal over de Duitse elite-universiteiten in dit nummer van Transfer aanknopingspunten om niet alleen over de wenselijkheid van topinstituten te praten, maar om ook eens concrete stappen te zetten. Hoger onderwijs voor velen is in Turkije niet aan de orde. Slechts een op de vier jongeren met een diploma van de middelbare school kan doorstromen naar de universiteit omdat er niet voldoende capaciteit is. “Er is onder jonge Turken een honger naar kennis en contacten”, aldus Erik-Jan Zürcher, penvoerder van het onlangs geopende Nederlands Instituut voor Hoger in Ankara in deze Transfer. Steeds meer Turkse studenten weten echter de weg naar Nederland te vinden. Hun aantal is in korte tijd verdubbeld. Vier jaar na het Focusjaar Turkije zijn er meer dan tweehonderd contracten en overeenkomsten tussen het Nederlandse en Turkse hoger onderwijs. Ook al zit een lidmaatschap van de Europese Unie er voor Turkije voorlopig niet in, de samenwerking op het gebied van het hoger onderwijs is de laatste jaren alleen maar toegenomen.
Els Heuts
[email protected]
i n h o u d
8
Meer draagvlak voor samenwerking met arme landen “De stereotyperingen van wetenschappers en ambtenaren over en weer zijn verschrikkelijk”, vindt DGIS-veteraan Rob Visser. Als raadsadviseur kennis en onderzoek wil hij op de universiteiten meer draagvlak creëren voor samenwerking met arme landen. Want dat is momenteel alleen aanwezig bij oudere medewerkers.
12
Turkije hongert naar kennis en contacten Lid van de Europese Unie zal Turkije voorlopig niet worden, maar het Nederlandse en Turkse hoger onderwijs hebben elkaar ontdekt. Er zijn inmiddels meer dan tweehonderd contracten en overeenkomsten met Turkse instellingen. En uit bijna geen enkel niet-EU-land komen zo veel studenten naar Nederland.
18
28
Duitsland introduceert elite-universiteiten Niet alleen in Nederland woeden er discussies over de wenselijkheid van het creëren van topuniversiteiten. Ook in Duitsland zijn klachten over massaliteit en middelmatigheid gemeengoed. Elite-universiteiten moeten de Duitse wetenschap weer op de kaart zetten.
Stoomcursus Nederlands doet het goed Steeds meer buitenlandse Erasmustsudenten komen, voorafgaand aan hun studie in Nederland, hierheen voor een Erasmus Intensive Language Course (EILC). Nederlandse Erasmusstudenten op hun beurt hebben veel minder belangstelling voor deze intensieve taalcursussen in het buitenland.
En verder 2 Colofon en redactioneel 4 Nieuwsberichten 11 Column Mark Rutte 16 Onderzoek zonder grenzen 21 Vliegende Hollander 22 Jaarcongres Nuffic 24 Alumnus 26 Ministers bijeen voor Bologna-proces 28 Veel animo voor taalcursussen Erasmus 31 Agenda
n i euwsb er i c hten
geen invloed op hebben: vergunningen, een tram die ineens door de campus gaat rijden, de buurt die inspraak heeft.” De universiteit wil de komende jaren 1.200 appartementen toevoegen aan de bestaande woningvoorraad voor
buitenlandse studenten. “Over één à twee jaar zijn de problemen opgelost”, meent Rullmann. Misschien nog wel eerder: “Wellicht vinden we nog ergens een boot, of een oud verpleeghuis dat verbouwd kan worden. Dat zou al lucht geven.” (MP)
De TU Delft verwacht in september een tekort van 160 kamers voor buitenlandse studenten
Nederland scoort goed met onderwijskwaliteit Buitenlandse studenten zijn zeer te spreken over Nederlandse onderwijsinstellingen als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs, de docenten en een multiculturele studieomgeving. Maar verbeterpunten zijn er ook, zoals het aanbod van studentenhuisvesting, de contacten met Nederlandse studenten en de mogelijkheden van parttime werk. Dat blijkt uit de International Student Barometer 2005–2006 van de International Graduate Insight Group (I-Group), een Brits onderzoeksbureau met Europese vestigingen. De barometer peilt jaarlijks de meningen van buitenlandse studenten aan 97 – vooral Angelsaksische – instellingen. De deelnemers worden ondervraagd over studentenvoorzieningen en over inhoud en kwaliteit van het onderwijs.
4 | mei 2007 | transfer
Aan de barometer werken uit Nederland alleen de Technische Universiteit Delft, de Universiteit Leiden en de Christelijke Hogeschool Nederland mee. Ann O’Brien, communicatiemanager van de TU Delft, is blij met de uitkomst. “We zijn vergelijkbaar met veel ervaren spelers op het internationale veld en dingen dus serieus mee naar internationaal toptalent.” Instellingen kunnen de resultaten gebruiken om hun marketing en dienstverlening beter te laten aansluiten bij de wensen en verwachtingen van buitenlandse studenten. Komend studiejaar doen waarschijnlijk nog drie Nederlandse universiteiten en twee hogescholen mee. De I-Group benadert circa 100.000 studenten; de respons is 30 tot 35 procent. (VR)
Promovendi willen graag Nederlands leren De taal vormt voor buitenlandse promovendi aan de Universiteit Twente het grootste probleem tijdens hun verblijf in Nederland. Een overgrote meerderheid wil graag (beter) Nederlands leren. Dat blijkt uit onderzoek onder buitenlandse promovendi door het Promovendi Netwerk Universiteit Twente (P-NUT). Van de ruim vierhonderd promovendi vulden er 112 de vragenlijst in. De meeste komen uit niet-EU-landen. “Internationalisering betekent dus niet alles in het Engels doen, zoals universiteiten denken”, zegt Alexander le Febre, voorzitter van het Promovendi Netwerk. “Kennis van de Nederlandse taal is handig en soms noodzakelijk bij het zoeken naar een huis, invullen van formulieren en
boodschappen doen. Veel promovendi volgen echter geen taalcursus bij ons taalcentrum, omdat hun leerstoel zo’n cursus niet kan betalen of omdat die onder werktijd wordt gegeven.” Het college van bestuur van de UT heeft inmiddels financiering van taalcursussen voor aio’s toegezegd. “Ik hoop dat ze ook de ruimte krijgen om die onder werktijd te volgen”, aldus Le Febre. Uit het onderzoek blijkt ook dat de opvang en begeleiding van promovendi staat of valt met de inzet van de leerstoelsecretaresse. Le Febre pleit voor een centraal aanspreekpunt in de vorm van een website (inmiddels in voorbereiding) en een of twee vaste medewerkers. (VR)
RUG niet
trots op wooncontainers ‘Bordkartonnen’ muren, diefstal, lekkages, schimmel: sinds de opening in 2002 regent het klachten over Nijenborgh, het wooncontainercomplex in Groningen dat huisvesting biedt aan ruim honderd buitenlandse studenten. Een Franse student van de Toulouse Business School diende onlangs via zijn opleiding een klacht in over het complex. De universiteitskrant UK nodigde daarop Koos Duppen, financieel bestuurder van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), uit voor een bezoek aan Nijenborgh. Deze heeft
Foto: Laurens Aaij (Het Hoge Noorden)
Het college van bestuur van de Technische Universiteit Delft heeft de faculteiten gevraagd om in het eerste semester van volgend studiejaar minder exchange-studenten aan te trekken. Een deel van de groep die al wordt verwacht, zou zo mogelijk moeten worden ‘overgeheveld’ naar het tweede semester. De reden is dat er in de eerste helft van het studiejaar waarschijnlijk niet genoeg kamers voor internationale studenten beschikbaar zijn. De kamers die er wel zijn, zouden allereerst naar buitenlandse promovendi en masterstudenten moeten gaan. De TU Delft verwacht in september een tekort van ruim 160 kamers. Dat komt, volgens collegelid Paul Rullmann, doordat het aantal buitenlandse studenten stijgt, terwijl plannen om extra woonruimte te realiseren, worden vertraagd. Van slechte planning zou geen sprake zijn. “De vertraging komt door procedures waar wij
aantal exchange-studenten’
Foto: Sam Rentmeester
TU Delft: ‘beperk
Sinds de opening in 2002 regent het klachten over Nijenborgh
erkend dat de bouw van Nijenborgh achteraf geen goed idee is gebleken en dat Nijenborgh “niet iets is om als universiteit trots op te zijn”. Duppen heeft wel achterstallig onderhoud en extra toezichtmogelijkheden aangekaart bij de verantwoordelijke diensten. Huurderscompensatie is voor hem niet bespreekbaar, omdat dat ten koste gaat van het budget voor onderwijs en onderzoek. De Studentenorganisatie Groningen (SOG) die om compensatie had verzocht, onderzoekt nu of het
puntensysteem de huur van 335 euro rechtvaardigt en of de bewoners niet alsnog geld kunnen terugkrijgen. “Als je onderwijs aan buitenlandse studenten biedt, ben je als universiteit ook verantwoordelijk voor huisvesting”, vindt SOG-fractielid Joanneke van den Nieuwboer. Nijenborgh gaat deze zomer overigens dicht, want dan opent een nieuw complex aan het Winschoterdiep. “De lessen die we hier hebben geleerd, worden niet vergeten”, heeft Duppen beloofd. (VR)
transfer | mei 2007 | 5
n i euwsb er i c hten
Buitenlands nieuws
Het pand van de European University in Den Haag
Maleisië kiest voor kwaliteit. De Maleisische regering stelt
‘Stop gekissebis naamgeving hogescholen’ te zetten achter het al jaren durende geharrewar rond de naamgeving van instellingen. “Zelden was er in het Nederlands hoger onderwijs zoveel te doen over zo weinig.” Het begrip university heeft internationaal een heel brede, weinig precieze betekenis, betoogde Van den Eijnden. “Aan de naam van een instelling is vrijwel nooit goed af te leiden om welk type onderwijs het gaat, ook in het buitenland niet.” Voor een onbekend land als Nederland, is het daarom belang-
Tweede Kamer akkoord met wereldwijde Studenten kunnen vanaf september hun studiebeurs over de hele wereld meenemen. Een meerderheid van de Tweede Kamer ging eind maart akkoord met het voorstel om de studiefinanciering internationaal meeneembaar te maken. Om misbruik te voorkomen moet elke student Studenten kunnen vanaf september hun
Foto: Roel Burgler
studiebeurs over de hele wereld meenemen.
6 | mei 2007 | transfer
rijk om uit te leggen hoe het hoger onderwijs echt in elkaar steekt. “We moeten de verschillen in duidelijke termen benoemen.” Vorig jaar werd al een voorstel gemaakt voor een bruikbare typologie van het Nederlandse hoger onderwijs, maar dat liep vast op de naamgeving van de hogescholen. De HBO-raad en de VSNU willen voor de zomer het met elkaar eens worden over een hoger onderwijsclassificatie die in het buitenland valt uit leggen. (EH)
beurs
drie van de afgelopen zes jaar in Nederland hebben gewoond. GroenLinks en D66 vinden deze voorwaarde te streng. Volgens beide partijen zouden veel studenten, zoals kinderen van expats, daardoor buiten de regeling vallen. De PVV daarentegen vindt de regels niet streng genoeg. Mensen uit landen als Turkije zouden zich in het Nederlandse bevolkingsregister inschrijven en zo de in verhouding hoge Nederlandse studiefinanciering kunnen meenemen naar hun thuisland. De Tweede Kamer vindt dat de meeneembare beurs ook voor het mbo moet gelden. Een internationale uitwisseling is ook belangrijk voor leerlingen die worden opgeleid tot kok of voor een baan in de agrarische sector of mode, is de redenering. D66 diende een motie in om mbo’ers met ingang van het studiejaar 2008/09 een internationale beurs te geven. Maar minister Plasterk wil daar wat selectiever in zijn. Dit voorjaar wordt een experiment afgerond met mbo-leerlingen die in de grensgebieden van Duitsland en België studeren. Op basis van de uitkomsten van dit experiment zal de minister nog deze maand met een voorstel komen. (EH)
aangenomen door een buitenlandse topuniversiteit. Dat zijn er driehonderd meer dan vorig jaar. Ook moedigt de Maleisische overheid studenten aan te kiezen voor een Foto: Serge Ligtenberg
Een hogeschool mag zich in het buitenland best universiteit noemen. Want de naam waarmee een instelling zich tooit is niet belangrijk. “Het gaat om het verhaal achter de naam en de aard en de kwaliteit van het onderwijs. Daar moeten afspraken over worden gemaakt en dan kunnen we de naamgeving gewoon laten zitten”, aldus Nuffic-voorzitter Sander van den Eijnden. Op het jaarcongres van de Nuffic begin april riep de Nuffic-voorman het hoger onderwijs op om een punt
dit jaar 1.800 beurzen beschikbaar voor studenten die zijn
Plasterk sluit internationale
opleiding De Engelstalige bacheloropleiding Internationaal Management van de European University in Den Haag mag geen nieuwe studenten meer inschrijven omdat de accreditatie sinds 1 januari is verlopen. Dat staat in een brief die minister Plasterk op 5 april naar de instelling stuurde. De European University is een particuliere instelling die volgens de eigen website sinds 1973 bestaat en veertien Engelstalige businessprogramma’s op bachelor- en masterniveau aanbiedt. Maar alleen de bachelor Internationaal Management heeft een officiële erkenning (aanwijzing). Een aangewezen opleiding wordt niet bekostigd door de overheid – studenten betalen 9.500 euro collegegeld per jaar – maar heeft verder dezelfde rechten als bekostigde opleidingen. De bachelor Internationaal Management is overigens aangewezen als hboopleiding en is dus geen universitaire studie zoals op de website wordt gesuggereerd. De 100 tot 150 studenten komen volgens de European University uit veertig landen. Bij de introductie van het accreditatiesysteem kregen alle aangewezen opleidingen automatisch een voorlopig keurmerk, dat tot 31 december 2006 geldig was. Het is de European University niet gelukt om voor het verstrijken van die datum een volwaardige accreditatie in de wacht te slepen. Zonder keurmerk kan de European University geen erkende bachelordiploma’s meer uitreiken en komen studenten niet in aanmerking voor een beurs. De instelling is verplicht zittende studenten te helpen met de overstap naar een opleiding die wel is geaccrediteerd. Het ministerie van onderwijs heeft de European University gewezen op de deskundigheid van de Nuffic ter zake. (YvdM)
goede lokale onderwijsinstelling, als het alternatief een
middelmatige buitenlandse universiteit is. “Hoger onderwijs
in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten is erg duur. We
willen onze studenten niet naar een willekeurige universiteit in het buitenland sturen”, zegt onderwijsminister Datuk Mustapa Mohamed.
De gelukkige ontvangers van die beurzen krijgen straks
mogelijk te maken met het nieuwe Academic Technology Approval Scheme, waarmee Groot-Brittannie niet-EU-
studenten om veiligheidsredenen wil screenen. Volgens
dit plan hebben studenten die natuurkunde, computerwe-
tenschappen of andere ‘gevoelige’ studies kiezen, voor een
visum straks toestemming van Buitenlandse Zaken nodig.
Eerst zou onder meer duidelijk moeten zijn waar de studenten vandaan komen en wat ze met de opgedane kennis wil-
len doen. Het nieuwe plan moet volgens de BBC het huidige veiligheidssysteem vervangen, waarbij instellingen op vrij-
willige basis rapporteren over ‘verdachte’ studenten. Britse
wetenschappelijke organisaties vrezen nu een daling van
het aantal buitenlandse studenten. Groot-Brittannië trok in
het jaar 2005–2006 ongeveer 124.000 buitenlandse master
studenten; 22.630 van hen volgen een studierichting die voor het plan relevant is.
De Britten hebben wel de visumkosten voor buitenlandse
studenten verlaagd van 129 pond (190 euro) naar 99 pond
(146 euro). Het land hoopt zo beter te kunnen concurreren met de Verenigde Staten en Australië.
In dat laatste land staat momenteel de Engelse taalvaardigheid van buitenlandse studenten ter discussie. Volgens een
onderzoeksrapport van de demograaf Bob Birrell beheerst
ruim eenderde van de buitenlandse studenten het Engels zo
slecht dat ze nooit hadden mogen worden toegelaten. Een
aantal docenten heeft nu tegenover de Australische pers
toegegeven dat ze door hun staf onder druk zijn gezet om deze studenten geen onvoldoendes te geven. Eén docent heeft ontslag genomen omdat hij weigerde mee te werken. Een ander schatte dat de helft van haar studenten
plagieerde, omdat hun geschreven Engels opvallend beter
was dan de gesproken variant. De Australische onderwijsminister Julie Bishop zegt geen bewijs te zijn tegengekomen
van studenten die voldoendes krijgen terwijl ze niet aan de Engelse taalvaardigheidseisen voldoen. (VR)
transfer | mei 2007 | 7
i ntervi ew
Als raadsadviseur kennis en onderzoek bij DGIS wil hij op de universiteiten meer draagvlak creëren voor samenwerking met arme landen. Want dat is er momenteel ‘echt onvoldoende’. En dat is schadelijk voor het Nederlandse imago in het buitenland, weet Rob Visser.
d g i s meer
-ve
tera a n
r es pect
ro b
vo or
o n de rsteu n e n d
vi s s er
wi l
b elei d s
-
o n de rzoe k
‘Ons imago
Foto: Serge Ligtenberg
is verschraald’
Meer draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking praktische toepassing, daar was ik trots op.” Toch bij universiteiten, meer belangstelling bij de overwas zijn keuze voor een ministerie – waar ideeën in heid voor de wijze waarop wetenschappers te werk praktijk worden gebracht – “niet helemaal van harte”. gaan. Dat wil het Directoraat Generaal Internationale De wetenschap is Visser altijd blijven trekken. Hij Samenwerking (DGIS) van het ministerie van heeft de band met de universitaire wereld dan ook Buitenlandse Zaken bereiken. Op het ministerie heeft onderhouden en geeft zelf regelmatig cursussen Rob Visser al dertig jaar te maken met onderzoek. ontwikkelingssamenwerking aan studenten. Ruim een jaar geleden kreeg hij de opdracht om aan Visser weet als geen ander hoe het op de universibeide doelen te werken. Daartoe werd hij benoemd teiten is gesteld met het draagvlak voor samenwertot raadsadviseur kennis en onderzoek. “Ik leg voortking met arme landen. Is dat echt onvoldoende? “Ja”, durend relaties tussen wetenschappers en ambtezegt hij resoluut. “Bovendien is het alleen aanwezig naren van het ministerie”, vertelt bij oudere medewerkers. Als wij Visser in zijn hoekkamer die uitkijkt hier een conferentie organiseren, “De stereotyperingen op het Malieveld in Den Haag. is de jongste wetenschapper die Onder de vorige minister voor komt, 45 jaar. Dat heeft een aantal van wetenschappers en Ontwikkelingssamenwerking, oorzaken. Een eerste is de opkomst Agnes van Ardenne, is veel van de vraaggerichte benadering ambtenaren over en weer aandacht besteed aan de rol van in het beleid voor ontwikkelingskennis bij het formuleren van samenwerking. Daardoor is hier zijn verschrikkelijk” beleid. Er verscheen een nota minder te halen voor Nederlandse Kennis in ontwikkeling en de onderzoekers. Een tweede oorzaak Directie Culturele Samenwerking, is professionalisering, zowel bij Onderwijs en Onderzoek (DCO) kreeg een centraal universiteiten als bij het ministerie. Aan univeronderzoeksprogramma in beheer. Onderzoek moest siteiten moet gepubliceerd worden, daar hebben effectiever worden gebruikt, vond het ministerie. ze geen tijd meer voor ‘snel een onderzoekje doen “Veel onderzoek dat DGIS financierde, was niet voor het ministerie’. En ook hier zijn we zakelijker goed bruikbaar”, legt Visser uit. “Dan lieten we geworden; mensen worden niet meer aangemoedigd bijvoorbeeld onderzoek doen naar bosbouw in Peru. om zomaar eens langs te komen. En ten slotte hebben Halverwege de onderzoeksperiode was er nog één wetenschappers niet de gewoonte om een jonge keer overleg, maar tegen de tijd dat de resultaten medewerker mee te nemen als ze hier komen, zoals kwamen, was bosbouw in Peru voor ons geen wij omgekeerd altijd wel doen.” speerpunt meer.” Hoog tijd dus om de vraag van de Geen landgenoten beleidsmakers en het werk van de wetenschappers Die geringe belangstelling voor samenwerking met beter op elkaar af te stemmen. arme landen heeft grote gevolgen, weet Visser. Praktische toepassing “Daardoor werken er nauwelijks nog Nederlanders Visser deed ooit als antropologiestudent onderzoek bij de belangrijke internationale onderzoeksinstelin Thailand. Hij had in die tijd veel contact met vertelingen. Kijk maar naar het Center for the Global genwoordigers van het Ontwikkelingsprogramma South in Washington, het Development Cooperation van de Verenigde Naties. Zij konden zijn inzichten Directorate van de OESO, het Britse Overseas gebruiken bij de uitvoering van hun projecten. “Die Development Institute, het auteursteam van het
transfer | mei 2007 | 9
c
Veldwerk DGIS wil dat probleem op verschillende manieren aanpakken. “Enerzijds door onderzoekers weer meer bij ons te betrekken en jonge mensen erbij te halen. Zo hebben we een Informeel Netwerk Jonge Academici opgericht en ben ik aan het lobbyen voor een idee dat in overleg met universiteiten opkwam, om jaarlijks tien jonge mensen te sponsoren die een paar maanden stagelopen bij een vooraanstaand internationaal onderzoeksinstituut, daarna twee jaar veldwerk doen en dan een tijd bij Buitenlandse Zaken werken. Zij moeten zo ervaring opdoen met de wisselwerking tussen beleid en onderzoek en tegelijkertijd onze relaties met de grote onderzoeksinstellingen verstevigen.” Anderzijds kijkt DGIS naar een “nieuw soort onderzoek”, dat een “voor alle partijen interessantere rol” moet krijgen ten aanzien van het beleid. Als voorbeeld noemt Visser de in 2005 opgerichte IS-academie. “Daarin vindt uitwisseling plaats tussen wetenschappelijk medewerkers en ambtenaren.” Wat verwacht DGIS nu precies van de universiteiten? “Dat ze meedenken over hun rol bij de ontwikke-
b evlo gen
a ntro po lo o g
wi l
Dorrit van Dalen
z i c h z el f
over b od ig
mak en
Rob Visser studeerde antropologie en
belangstelling krijgen voor kennis en onder-
Vissers hoogste ideaal op werkgebied is
verrichtte daarna promotieonderzoek in
zoek. De functie werd in het leven geroepen
om zichzelf overbodig te maken. “Maar
Thailand. Hij verbleef vier jaar in Nepal,
op advies van sleutelfiguren uit de weten-
zo ver zijn we nog lang niet.” Wat vindt
waar hij een kantoor opzette voor de
schap. “Aan hen was gevraagd hoe bruggen
hij het allerbelangrijkste als het gaat om
Nederlandse ontwikkelingsorganisatie SNV.
konden worden geslagen over de kloof
ontwikkelingssamenwerking? “Het inzicht
Als raadsadviseur kennis en onderzoek
tussen wetenschap en beleid”, vertelt Visser.
dat armoedebestrijding noopt tot doel
op het ministerie van Buitenlandse Zaken
“Aanvankelijk was het idee dat er een soort
matige interventies en dat voor de doel
heeft hij naar eigen zeggen twee taken: hij
makelaar of loket nodig zou zijn. Maar later
matigheid van interventies meer kennis
moet de relaties tussen het departement
werd duidelijk dat er weinig te makelen
en de onderzoekswereld verbeteren, en hij
zou zijn als het departement zelf niet meer
moet ervoor zorgen dat zijn collega’s meer
belangstelling voor onderzoek kreeg.”
10 | mei 2007 | transfer
l
u
Verschil maken
ling van arme landen, zoals nu trouwens ook gebeurt binnen een kleine groep in VSNU- en WOTROverband, en aangestuurd door de Wageningse rector Martin Kropff. Ik zou ook willen dat ze meer respect krijgen voor beleidsondersteunend onderzoek én voor de methoden die daarbij horen. Dat zijn andere methoden dan die van de zuivere wetenschap. Voor beleidsondersteunend onderzoek begin je niet in een bibliotheek en bedenk je geen hypothesen, maar begin je met je af te vragen wie de relevante personen zijn op een beleidsterrein. Die ga je eerst eens tappen; je bent eerder technisch documentalist dan zuiver wetenschapper. Het zou mooi zijn als er aparte cursussen waren die opleiden tot beleidsadviseur.” Zulke cursussen zouden volgens Visser geen overbodige luxe zijn. “Want toenadering is echt nodig. De stereotyperingen van wetenschappers en ambtenaren over en weer zijn verschrikkelijk. Ambtenaren die van wetenschappers zeggen dat ze er niks aan hebben. En andersom – en dat vind ik nog erger – wetenschappers die zeggen dat ambtenaren dom zijn.” Als blijk van goede wil is DGIS bereid om af en toe mee te betalen aan onderzoek dat strikt genomen niet aan de criteria voor medefinanciering voldoet. “Soms – zeker als er cofinanciering is van een universiteit of OCW – betalen we mee aan onderzoek dat zich niet richt op de 4 procent allerarmsten, maar bijvoorbeeld op tandheelkunde. Wij willen best gebruikmaken van de trend van internationalisering door tegen een universiteit te zeggen: als jullie toch met geld van een ander ministerie tandheelkunde in Mozambique gaan steunen, dan willen wij daar wel aan meebetalen.”
nodig is.” (MP)
Foto: Hans Oostrum
Human Development Report van UNDP of het World Development Report van de Wereldbank: je treft er geen landgenoten aan. Dat betekent dat wij interessante discussies die daar worden gevoerd, hier niet snel oppikken. Het betekent ook dat wij in internationale fora minder meedoen. Als handelsland heeft Nederland belang bij allerlei internationale regelingen. Onze stem daarover hangt samen met ons imago, met de mate waarin wij voorop lopen in discussies over internationale ontwikkeling. En dat imago is verschraald.”
o
Het hoger onderwijs in Nederland moet en kan beter. De kansen liggen er, alle randvoorwaarden zijn aanwezig. In de afgelopen kabinetsperiode hebben Annette Nijs, Bruno Bruins en ik, in onze functie als staatssecretaris van Onderwijs, veel veranderingen in gang gezet. Het komt er nu op aan dat het huidige kabinet deze veranderingen doorzet. Daarbij moet vooral veel aandacht worden besteed aan internationalisering van het hoger onderwijs. Eind maart werd in de Tweede Kamer de – breed gesteunde – wijziging van de Wet studiefinanciering in verband met studeren in het buitenland behandeld. Studenten die helemaal of deels in het buitenland willen studeren, kunnen door deze wijziging van Bruno Bruins vanaf september hun studiefinanciering niet alleen meenemen naar Europese landen, maar ook naar alle landen daarbuiten. Nederland is een van de eerste landen in Europa die hiertoe overgaan. Studenten krijgen zo maximale vrijheid om een opleiding te kiezen die bij hun wensen aansluit. Deze maatregel is enerzijds een uitdaging – wij gunnen onze studenten het beste onderwijs, waar ook ter wereld –, anderzijds een bedreiging: ons streven moet zijn de beste te zijn, zodat Nederlandse studenten hier blijven en buitenlandse studenten hier komen, omdat nergens anders beter onderwijs wordt aangeboden. Landen als Amerika en Engeland trekken nu de beste studenten en wetenschappers naar zich toe. Die mensen moeten naar Nederland willen komen! Nederlandse universiteiten en hogescholen moeten ambitieuzer worden, meer vragen van zichzelf en van de studenten. De slag om de beste studenten en onderzoekers winnen we niet zonder herkenbare topkwaliteit. Een versoepeling van onze kennis migrantenregeling kan hierbij helpen, zodat de echte ‘wizkids’ uit India, Guatemala of Singapore gemakkelijker hier kunnen studeren en onderzoek doen. Universiteiten of hogescholen zijn méér dan gebouwen waarin onderwijs wordt gegeven en onderzoek wordt gedaan. Het zijn kennisgemeen-
m
n
moet
schappen, die nauwe banden hebben met de maatschappij. Niet alleen met het bedrijfsleven, maar met een ieder die gebruik wil maken van de aanwezige kennis en de mogelijkheden die de instelling biedt. De rol van de student mag hierbij niet worden onderschat. Wat dat betreft kunnen we veel leren van andere landen. In Nederland komen studenten onderwijs ‘halen’, in de Verenigde Staten bijvoorbeeld zijn studenten actieve participanten in de kennisgemeenschap. Hier geldt: meer competitie door actievere studenten. Om topopleidingen te kunnen bieden, moeten we verschil maken. Instellingen kunnen onmogelijk extra’s bieden, zoals bijzondere buitenlandse gastdocenten, zonder een hoger collegegeld te rekenen. Vasthouden aan het wettelijk collegegeld voor iedere student en iedere opleiding, is dodelijk voor de ontwikkeling van échte topopleidingen! Ook moet de toetreding van nieuwe (buitenlandse) hogeronderwijsaanbieders in beginsel niet worden belemmerd. Ik ben dan ook enthousiast over het feit dat in Nederland, met het oog op internationale toegankelijkheid, al meer dan 1.100 Engelstalige opleidingen op hoger niveau worden georganiseerd. Als we naar het buitenland kijken, valt op dat alle Angelsaksische landen een systeem hanteren van ‘selectie bij de poort’ en differentiatie van collegegelden. Ook de VVD wil meer selectie van studenten en een gedifferentieerd collegegeld. Dit creëert de mogelijkheid om topopleidingen aan te bieden. Veel onderwijsinstellingen die hier jarenlang sceptisch over zijn geweest, zijn inmiddels vóór. Deze ontwikkelingen zijn noodzakelijk om de internationale concurrentiekracht van Nederland als kenniseconomie in de toekomst te behouden.
Mark Rutte Mark Rutte is VVD-fractievoorzitter in de Tweede Kamer, en oudstaatssecretaris van Onderwijs. Hij nodigt als columnist voor de volgende Transfer uit: J.P. Kroeger, hoofdredacteur van Science Guide de nieuws- en opiniesite over hoger onderwijs.
transfer | mei 2007 | 11
ac htergro n d
a a nta l i n
tu r ks e
n e d er l an d
meer
dan
stu denten i n
ko rte
tij d
ver du b b eld
Hoger
omarmt
Turkije
Vier jaar na het Focusjaar Turkije heeft de hogeronderwijssamenwerking tussen Nederland en Turkije stevig vorm gekregen. Meer dan tweehonderd contracten en overeenkomsten zijn er inmiddels, en uit bijna geen enkel niet-EU-land komen zo veel studenten naar Nederland. ‘Turkije hongert naar kennis en contacten.’
12 | mei 2007 | transfer
De Middle East Technical University in Ankara
Lid van de Europese Unie zal Turkije voorlopig niet worden. Met de hervatting, eind maart, van de onderhandelingsbesprekingen daarover, wordt slechts een klein stapje gezet op een weg die nog heel lang zal zijn. In het hoger onderwijs is de verkennende fase inmiddels voorbij. De Nuffic bestempelde Turkije vier jaar geleden al tot focusland. Het hele jaar 2003 was er veel aandacht voor samenwerking en uitwisseling tussen het Nederlandse en het Turkse hoger onderwijs. Dat was niet zomaar: een jaar later zouden tal van hogeronderwijsprogramma’s – zoals het Erasmus- en het Socratesprogramma – voor Turkije worden opengesteld. Voor veel universiteiten en hogescholen was dat aanleiding om zich op het Aziatische land te oriënteren. De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) was er vroeg bij. “Wij zijn al in 2002 contacten gaan leggen”, vertelt Franka van den Hende, adjunct-hoofd van het bureau internationale samenwerking. “We hebben vooral naar niveau gekeken en zijn een brede samenwerking gestart met enkele Turkse topuniversiteiten, zoals Bilkent, Middle East Technical University (Metu) en Hacettepe in Ankara, en Koç in Istanbul.
Daarnaast hebben we de al bestaande banden met Ege University in Izmir aangehaald.” Het niveau van de studenten en de kwaliteit van de universiteiten is hoog, vindt Van den Hende. “Bovendien zijn vooral de betere universiteiten Engelstalig. Dat maakt niet alleen de uitwisseling, maar ook de communicatie een stuk gemakkelijker.”
d r u k
ve r k e e r
va n
e n
n a a r
De RUG bouwt de relaties met Turkije stap voor stap verder uit, zowel op instellings- als op facultair niveau. Jaarlijks komen circa 35 Turkse Erasmus/ Socrates-studenten naar Groningen en de universiteit werft actief masterstudenten in Turkije. De faculteit Bedrijfskunde & Economische Wetenschappen overweegt een of meer double degree-programma’s te
i sta n b u l
e n
a n ka ra
De toenemende belangstelling vanuit Nederland voor Turkije en
Willem-Alexander en prinses Máxima. Recentelijk waren ook stevige
het hoger onderwijs aldaar blijkt ook uit de vele officiële bezoe-
delegaties van de TU’s van Delft en Eindhoven in Turkije en was de
ken over en weer. In december had toenmalig Onderwijsminister
rector van Metu in Nederland.
Maria van der Hoeven in Amsterdam een onderhoud met de Turkse
Eind mei gaan de secretarissen van de Nederlandse universiteiten, in
minister voor cultuur en toerisme over een mogelijke intensivering
het kader van hun jaarlijkse excursie, naar Turkije. Vanuit het onder-
van de samenwerking op het gebied van literatuur en archeologie.
wijs zijn er bijna jaarlijks studiereizen, bijvoorbeeld voor leraren en
Een week later bracht ze in Istanbul een bezoek aan de Bosporus
voor pabostudenten. Leden van de studentenraad van de TU Delft
Universiteit en sprak in Ankara met haar Turkse collega en de voor-
brachten al eens een bezoek aan Istanbul en Ankara. En in novem-
zitter van de raad voor het hoger onderwijs. Ook opende ze het
ber maken studenten van de faculteiten Economie en Bedrijfskunde
nieuwe Nederlands Instituut voor Hoger Onderwijs in Ankara (NIHA)
van de Rijksuniversiteit Groningen een uitgebreide studiereis naar
en deed ze de Middle East Technical University (Metu) aan. Deze
Turkije, onder de noemer ‘Reaching for a rising star’. (WvH)
laatste kreeg eind februari zelfs koninklijk bezoek van kroonprins
transfer | mei 2007 | 13
Foto: METU (Middle East Technical University)
onderwijs
a rc h itectuu rstu denten
k ij k en
h u n
Cijfers Ook de cijfers tonen dat het Nederlandse en het Turkse onderwijs elkaar hebben ontdekt. In 2005 kwamen 425 Turkse studenten naar Nederland, twee jaar eerder waren dat er nog maar 161. Door de daling van het aantal studenten uit Indonesië, staat Turkije daarmee opeens op de tweede plaats van niet-EUlanden, na China. Die sterke toename komt overigens vooral door de openstelling van het Erasmus- en het Socratesprogramma voor Turkije. Een recente inventarisatie van de Universiteit Leiden leverde meer dan tweehonderd contracten en samenwerkingsovereenkomsten met Turkse instellingen op. Van de universiteiten is Groningen koploper, maar ook Maastricht, Tilburg, Delft en Eindhoven zijn erg
o g en
u it
i n
rot te r dam
Het nieuwe gebouw van het Scheepvaart en Transport College,
momenteel als promovendi werkzaam op de TU Delft, hebben een
direct aan de Nieuwe Maas op de punt van de Lloydpier, vinden ze
druk programma samengesteld met lezingen, workshops en een
cool. En Worm vinden ze te gek, het avantgardecentrum voor film en
uitvoerige excursie naar de Maashaven, want met dat gebied gaan
elektronische muziek. Dan is er nog de Erasmusbrug van architect
de studenten terug in Ankara aan de slag in het kader van hun
Ben van Berkel. Maar dé favoriet blijft de Kunsthal, ontworpen door
afstudeerproject.
maestro Rem Koolhaas. De 24 studenten architectuur van de Middle
Een groot deel van de studenten kent de Nederlandse namen en
East Technical University (Metu) in Ankara kijken hun ogen uit tij-
bureaus op het gebied van architectuur, zoals Van Berkel, Koolhaas,
dens een fietstocht door Rotterdam. Zeker ook als ze door Spangen
MVRDV, Wiel Arets en Mecanoo – ze staan zelfs stuk voor stuk hoog
en de andere wijken in Oud-West peddelen, waar driekwart immi-
op het lijstje van internationale favorieten. Voor de helft van de 24 is
grant is. Als moderne, hoogopgeleide stadsjongeren kunnen ze zich
dat een belangrijke reden om een masterstudie in Nederland boven-
nauwelijks identificeren met hun landgenoten van het platteland in
aan het verlanglijstje te zetten. Slechts één noemt de Verenigde
Anatolië.
Staten in de mini-enquête die Ekim Tan houdt. “Ik was hoogstver-
Samen met een docent is de groep Turkse studenten van eind
baasd”, zegt Tan. “Voorheen was Metu, zowel onder docenten als
februari tot begin maart voor een studiereis van een week in
studenten, vooral op Amerika gericht. De jongste generatie kijkt
Nederland. Ekim Tan en Emre Altürk, alumni van hun opleiding en
14 | mei 2007 | transfer
blijkbaar nadrukkelijker naar Europa.” (WvH)
Universiteit Maastricht (UM) stelt komend academisch actief in Turkije. Bij de hogescholen loopt Inholland jaar twintig zogenaamde high potential scholarships voorop, gevolgd door de HAN, Saxion en de Haagse van 20.000 euro, voor studie en levensonderhoud, Hogeschool. beschikbaar voor masterstudenten “De samenwerking is bevorderd uit niet-EU-landen. Bij gelijke door de snelle invoering van het “Ik maak makkelijker geschiktheid krijgen kandidaten uit BaMa-systeem in Nederland en India, China en Turkije voorrang. De het overschakelen op Engelstalige contact met Turkse Technische Universiteit Eindhoven masters”, stelt Erik-Jan Zürcher, (TU/e) heeft recentelijk een beurhoogleraar Turkse talen en culturen studenten in Ankara dan zenprogramma aangekondigd samen van de Universiteit Leiden, die met chipmachinefabrikant ASML uit penvoerder is van het onlangs met de Turkse jongeren Veldhoven, die dringend verlegen geopende Nederlands Instituut zit om nieuwe medewerkers. Per jaar voor Hoger Onderwijs in Ankara in Nederland” mogen veertig talenten een master (NIHA). Als belangrijkste taken aan de TU/e volgen, met daarbij de voor het NIHA ziet Zürcher het garantie op een driejarig contract bij faciliteren van contacten en uitwisASML. Ook dit programma richt zich vooral op nietselingen en het werven van Turkse studenten voor EU-landen, en ook hier staat Turkije op de lijst van het Nederlandse hoger onderwijs. Volgens de hoogdoellanden. leraar ontwikkelen de banden zich voorspoedig en liggen er nog volop kansen voor verdere groei. Land van herkomst “Turkije heeft een jonge bevolking en het hoger “Turkije is voor ons zeer zeker een focusland”, vertelt onderwijs heeft onvoldoende capaciteit. Slechts een Inge Adriaans van het international relations office in op de vier jongeren met een diploma van de middelEindhoven. “Diverse faculteiten zijn bezig concrete bare school kan naar een universiteit. Er is onder plannen te ontwikkelen. Denk aan bi-diplomering, jonge Turken een honger naar kennis en contacten.” Als grootste hobbels noemt Zürcher de taaie visabi-promotie of een constructie zoals met ASML. We procedures in combinatie met de hoge kosten en zijn ook met andere bedrijven in gesprek.” De TU Delft is eveneens druk doende met de beperkte beschikbaarheid van beurzen. Op dit Turkije, vooral met de technische universiteiten laatste punt tonen enkele universiteiten zelf initiatief. in Ankara en Istanbul. Op korte termijn zullen Zo heeft Groningen sinds een jaar of tien het Ubbo double degree-programma’s worden gestart bij Emmius-fonds voor buitenlandse promovendi. De Bouwkunde, Industrieel Ontwerp en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Het is de bedoeling om de samenwerking snel naar andere faculteiten uit te breiden. Net als op de universiteiten zit Turkije ook bij de hogescholen in de lift. Opvallend is dat de zogeheten wederkerigheid daar minder een probleem lijkt te vormen. Dit komt enerzijds doordat de hogescholen meer studenten met een Turkse achtergrond hebben. Voor deze groep is een uitwisseling een kans is om op een andere manier kennis te maken met het land van herkomst. Anderzijds kennen de hogescholen diverse opleidingen die direct te maken hebben met de multiculturele samenleving, zoals de pabo’s en opleidingen in de gezondheidszorg. Deze willen zich graag oriënteren op de Turkse cultuur. Maar ook bij de business-opleidingen groeit de belangstelling voor Turkije zichtbaar. Foto: Sam Rentmeester
Foto: METU (Middle East Technical University)
ontwikkelen. En ook op onderzoeksgebied ontluiken de contacten. De RUG telt inmiddels vijf tot tien Turkse promovendi. Punten van aandacht zijn volgens Van den Hende nog wel de uitwisseling van docenten en de gelijkwaardigheid in de contacten. Want Turkse studenten en onderzoekers komen dan wel hier, maar de (negatieve) beeldvorming over Turkije zou Nederlanders nog belemmeren om daarheen te gaan. “Veel Nederlanders ontlenen hun beeld van Turkije aan de Turkse gemeenschap hier. Maar het moderne, stedelijke en univer sitaire leven ginds is heel anders dan het leven van de Anatolische plattelandsmensen die naar Nederland kwamen. Voor veel studenten die naar Turkije gaan, is dat een eye opener.” Zoals een Groningse uitwisselingsstudent eind februari voor een Nederlandse tv-camera zei tijdens het bezoek van kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima aan Ankara: “Het is voor mij makkelijker om contact te maken met Turkse studenten hier dan met de Turkse jongeren in
Nederland.” Van den Hende hoopt en denkt dat de positieve ervaring van de terugkomers en de goede indruk die de Turkse studenten in Nederland achterlaten, dit beeld op den duur zullen bijstellen. Het Groningse verhaal gaat eigenlijk op voor het hele hoger onderwijs in Nederland. Bijna elke missie of delegatie rapporteert over het hoge niveau van het onderwijs in Turkije. Zeker op de topuniversiteiten, die aan de poort mogen selecteren. Bijna alle Nederlandse uitwisselingsstudenten roemen de vriendelijkheid, de gastvrijheid en de plezierige contacten met Turkse studenten en docenten. En bijna alle bureaus en coördinatoren internationalisering spreken over de soepele communicatie en efficiënte organisatie.
Walter van Hulst
transfer | mei 2007 | 15
on derzoek
zo n de r
gr e n z en Adriana Gittenberger-de Groot: “Waarom een Chinees hierheen halen?”
l e i dse
medic i
ku n n e n
u itsteken d e
n ed er l an d ers
k r i j g e n
‘Dit is al een multiculturele afdeling’ Wie internationalisering zegt, denkt allereerst aan studenten die de grens over gaan. Maar hoe Foto: Serge Ligtenberg
internationaal van samenstelling zijn onderzoeksgroepen op de Nederlandse universiteiten? En welke visie zit daarachter? Transfer bezoekt dit seizoen onderzoekers op negen universiteiten. In deel 7 van deze serie de afdeling anatomie en embryologie van de Universiteit Leiden.
Teleurgesteld leest afdelingshoofd Adriana laten overkomen naar Leiden. Maar in een gesprek Gittenberger-de Groot een e-mail voor van een kan ik niet nagaan of ze echt geschikt zijn. De publiHongaarse promovendus. Hij wil dolgraag een jaar caties die op hun cv's staan, zijn vrijwel altijd in het onderzoek komen doen naar bindweefselcellen in het Chinees. Het niveau inschatten is zeer lastig. Dus hart. Eigenlijk zit de afdeling anatomie en embryologie waarom zou ik een Chinees naar Nederland halen, als van de Leidse faculteit Geneeskunde om iemand met ik ook geschikte Nederlandse kandidaten heb?” Dat betekent niet dat andere culturen met een die specialisatie te springen. “Ik had hem heel graag vergrootglas moeten worden gezocht bij anatomie gehad”, vertelt Gittenberger-de Groot. “Maar we en embryologie. Er werken promovendi met Duitse, hebben geen financiën kunnen vinden. En hij kan zelf Turkse, Spaanse, Afghaanse en Indonesische achterook geen geld meebrengen, dus dan houdt het op.” Jammer, vindt de hoogleraar, maar het is niet grond. In totaal telt de afdeling achttien promovendi. anders. Internationalisering is een grote hype, ook Van de vier universitair docenten heeft er een een bij het Leids Universitair Medisch Iraanse achtergrond. “Maar zij komen Centrum, waar haar afdeling onder allemaal niet rechtsreeks uit het “Communicatie is heel valt. Bij parasitologie, waar infectiebuitenland”, zegt Gittenberger-de ziekten worden onderzocht, lopen Groot. “Ze woonden al lange tijd in belangrijk in dit vak” bijvoorbeeld veel Afrikaanse en Nederland, omdat ze bijvoorbeeld Aziatische onderzoekers rond. Maar hun eigen land zijn ontvlucht of hier de internationalisering gaat voor een hebben gestudeerd.” Ze hebben allegroot gedeelte aan anatomie en embryologie voorbij. maal, op een Duitse promovenda na, de Nederlandse Dat komt deels doordat er weinig geld beschikbaar is, nationaliteit. Ook de rest van de medewerkers is maar deels ook doordat Gittenberger-de Groot niet Nederlander, onder wie drie hoogleraren, twee univerbewust heel hard op zoek is naar buitenlandse medesitair hoofddocenten en drie postdocs. De afdeling heeft geen buitenlanders in vaste dienst. werkers. Daar staat tegenover dat veel buitenlandse medewerZeer lastig kers er een paar maanden tot een halfjaar onderzoek Iedere week krijgt ze zeker drie open sollicitaties doen. “Ik ga veel naar internationale congressen en per e-mail uit het buitenland. Vooral uit het Verre reis daarvoor veel over de wereld. Ik ben altijd wel Oosten. “Meestal met als aanhef 'Dear Sir', dan op zoek naar specialisten. Zo hebben we samenwerdenk ik al: laat maar. Vaak schrijven ze in gebrekkig kingsverbanden met universiteiten in Duitsland en Engels. Hoe zou ik zo iemand moeten aannemen? Als Portugal. Met een Weens instituut doen we ondermensen geschikt lijken, kan ik ze voor een gesprek zoek naar stamcellen. Met dat instituut wisselen
16 | mei 2007 | transfer
we voor kortere periodes regelmatig onderzoekers uit. Daar zit altijd ook een gezamenlijke publicatie aan vast.”
Met kindertjes praten Binnenkort komt een Argentijnse promovendus van de universiteit van Buenos Aires naar Leiden. Ze doet onderzoek naar de invloed van diabetes op de zwangerschap. Gittenberger-de Groot: “Ik ontmoette haar op een congres in Istanbul over diabetes. Daar doen wij ook onderzoek naar, vooral naar de invloed van diabetes op het ontstaan van hartafwijkingen. Haar expertise kunnen we heel goed gebruiken. Wij betalen het onderzoek, zij heeft zelf een beurs geregeld voor haar verblijf in Nederland.” Die uitwisselingen komen vaak voor, maar dat een promovendus of postdoc definitief in Leiden blijft, is zeldzaam. “Ik wil mensen opleiden tot weten-
a a n g e b o r e n
a fwi j k i n gen
schapper en ervoor zorgen dat ze hier na hun onderzoek verder kunnen. Buitenlanders kunnen dat vaak niet. Na een promotie of onderzoek als postdoc kun je bijvoorbeeld kindercardioloog worden. Dan moet je wel met kindertjes praten, uiteraard in het Nederlands. Buitenlanders spreken daarvoor vaak niet goed genoeg Nederlands. Communicatie is heel belangrijk in dit vak.” Dat geldt ook voor de docenten. “Bij lessen anatomie aan de snijtafel is het heel handig als ze Nederlander zijn. Zodat alle studenten en medewerkers ze goed begrijpen. Over vijf jaar ga ik met pensioen. Ik denk niet dat er dan veel is veranderd hier. Want waarom zou ik met heel veel moeite een buitenlander binnenhalen, als ik uitstekende Nederlanders kan krijgen en al een multiculturele afdeling heb?”
Robert Visscher
b i j
e m b ryo
’
s
De afdeling anatomie en embryologie van
afdeling maakt voor dit onderzoek gebruik
Een belangrijk onderzoek van de afdeling
de faculteit Geneeskunde in Leiden onder-
van proefdieren, zoals muizen, kippen en
betreft de invloed van voeding op de foetus.
zoekt het ontstaan van hart- en vaatziekten.
kwartels. “De onwikkeling van hart- en vaat-
“We hebben net ontdekt dat als de uterus
“We proberen de ontwikkeling daarvan
ziekten begint in de embryonale fase, met
een hoog cholesterol- of suikergehalte heeft,
bij embryo's te onderzoeken”, zegt afde-
als belangrijkste fase de derde tot en met de
het kind later een verhoogde kans heeft op
lingshoofd Adriana Gittenberger-de Groot.
achtste week. Veel vrouwen weten dan nog
aderverkalking. Daar gaan we de komende
“We kijken naar aderverkalking, hartritme
niet dat ze zwanger zijn, daarom gebruiken
stoornissen en aangeboren afwijkingen.” De
we proefdieren.”
tijd meer onderzoek naar doen.” (RV)
transfer | mei 2007 | 17
ac htergro n d
omstr e den i n
s electi e
du itsl an d
ga at
van
elite
tweed e
-u
n ivers iteite n
ron d e
i n
Op naar tien
‘vuurtorens van de wetenschap’ Niet alleen in Nederland wordt gediscussieerd over de kwaliteit van het onderwijs. Ook in Duitsland zijn klachten over massaliteit en middelmatigheid inmiddels gemeengoed. Om toptalent de ruimte te geven, heeft het land nu het fenomeen elite-universiteit geïntroduceerd.
18 | mei 2007 | transfer
In een universiteitenranking van The Times stond vorig jaar geen enkele Duitse universiteit in de topvijftig Foto: Karlsruhe Institut für Technologie (KIT)
Voor acht Duitse universiteiten zijn spannende tijden het massale onderwijs in overvolle collegezalen heeft aangebroken. Vorige maand dienden ze een ‘stratevolgens critici geleid tot middelmatigheid. Daarom gieplan’ in, waarmee ze de status van elite-universiluidt nu – ook in Duitsland – het credo: geef toptalent teit hopen te verkrijgen. Maximaal zeven van de acht de ruimte. kunnen tot Leuchtturm der Wissenschaft (‘vuurtoren De afgelopen jaren zijn al meer pogingen ondervan de wetenschap’) worden benoemd. Deze univernomen om de kwaliteit van het universitair ondersiteiten krijgen de komende vijf jaar elk ongeveer wijs en onderzoek te verbeteren. In 2004 al probeerde 100 miljoen euro om tot de internationale top van de toenmalige minister van Onderwijs, Edelgard universiteiten te gaan behoren. Bulmahn (SPD), de invoering De introductie van topuniversivan elite-universiteiten erdoor te In een universiteitenranking krijgen. De bedoeling was een aantal teiten – het moeten er in totaal tien worden – is een van de maatregelen geselecteerde universiteiten extra van The Times stond vorig geld te geven, zodat zij zich zouden die Duitslands wetenschappelijke imago in de wereld moeten verbekunnen meten met internationale jaar geen enkele Duitse teren. Want dat imago is aan slijtage toppers als Harvard, Cambridge en onderhevig: in een universiteitenYale. Het lukte toen niet omdat de universiteit in de topvijftig deelstaten dwarslagen. ranking van de Britse krant The Times stond vorig jaar geen enkele Complicerende factor is namelijk Duitse universiteit in de topvijftig. dat onderwijs in Duitsland een Om onder meer daar verandering in te brengen, aangelegenheid van de deelstaten is. De centrale wordt de komende jaren twee miljard euro in het overheid mag alleen ‘algemene beginselen op onderDuitse hoger onderwijs geïnvesteerd. Driekwart van wijsgebied’ regelen. Wat daar wel en niet onder valt, dat bedrag wordt betaald door de centrale overheid, is telkens weer onderwerp van discussie. Zo werd de deelstaten brengen de rest op. in 2005 het verbod op de heffing van collegegeld afgeschaft. Dat verbod had de vorige regering, van Overvolle collegezalen Gerhard Schröder, in 2002 juist ingevoerd om gelijke Net als in Nederland woeden in Duitsland al geruime kansen voor iedereen te garanderen. De deelstaten tijd discussies over de kwaliteit van het onderwijs. waren ertegen en kregen van de hoogste rechter, het De achtergrond is in beide landen dezelfde: ook Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe, gelijk. Nu in Duitsland is het beleid er jarenlang op gericht mag elke deelstaat zelf bepalen of en hoeveel collegegeweest om vooral veel studenten te trekken. Maar geld er wordt geheven.
Studenten van het Karlsruhe Institut für Technologie, een van de elite-universiteiten
Ook andere pogingen om iets te doen aan de kwaliteit van het Duitse hoger onderwijs liepen stuk op verzet van de deelstaten. Zo wilde de regering in 2004 de Juniorprofessur invoeren, waardoor meer en jongere wetenschappers volwaardig aan de slag konden aan de universiteiten en onderzoeksprogramma’s konden starten, in plaats van jaren in de schaduw van oudere professoren te moeten staan. Ook dit plan hielden de deelstaten tegen, omdat de minister daarmee op hun terrein was gekomen. Het hogeronderwijsbeleid was één van de belangrijkste punten bij de federalismehervorming, een groot hervormingsprogramma dat de federale
structuren van Duitsland, ingevoerd na de Tweede Wereldoorlog, moest aanpassen aan de eisen van de huidige tijd. De hervorming liep er verschillende malen op stuk. Uiteindelijk werd de hervormingswet in februari 2006 aangenomen, maar dat lukte alleen omdat het onderwijsbeleid zoveel mogelijk buiten beschouwing werd gelaten. Wel werd bepaald dat het de centrale overheid is toegestaan met financiële hulp het hoger onderwijs te stimuleren. Dat doet zij nu met de benoeming van elite-universiteiten. Dat betekent niet dat de weerstand tegen het plan bij de deelstaten is verdwenen. De drie universiteiten die in 2006 zijn benoemd, bevinden zich in de zuide-
transfer | mei 2007 | 19
vl i e g e n d e
h o l l a n d e r
‘Ik zou
lijke deelstaten Baden-Württemberg en Beieren. Andere deelstaten voelen zich daardoor achtergesteld en vrezen dat met de aandacht voor de elite-universiteiten de kwaliteit van het onderwijs elders zal dalen. Zij vinden dat het beschikbare geld over alle universiteiten moet worden verdeeld. Ook menen critici dat Duitsland helemaal niet moet willen concurreren met universiteiten als Harvard en Yale. Dat zou een ongelijke strijd zijn, aangezien deze universiteiten veel meer eigen vermogen hebben dan de Duitse instellingen ooit zullen bezitten.
Zuid-Duitse lobby Ondanks dat alles is de tweede selectieronde inmiddels volop bezig. In deze tweede ronde is de “regionale en disciplinaire verdeling gebalanceerder”, aldus Onderwijsminister Anette Schavan (CDU). Daarmee bedoelt ze vooral dat er meer universiteiten uit het noorden en het westen van het land zijn geselecteerd; vorig jaar kreeg de jury het verwijt te zijn gezwicht voor de lobby van de Zuid-Duitse deelstaten. De vorig jaar benoemde universiteiten willen met het geld dat ze nu extra krijgen, vooral toponderzoekers aanstellen – ook internationale – en onderzoekers vrijstellen van bestuurlijke taken. De LudwigMaximilians Universität (LMU) in München heeft plannen voor een Center for Advanced Studies, dat de ‘dialoog tussen de disciplines’ moet versterken en ‘probleem-georiënteerd onderzoek’ mogelijk moet maken. Hiermee moet de LMU een ‘trefpunt van wetenschappers uit de hele wereld’ worden. “Op de lange termijn stel ik me voor dat we een stichtings-
d e
g elu kkige n
Publieke opinie
...
Universität Berlin en de Humboldt-Universität
maakt de commissie haar tweede selectie
Berlin. Ook kunnen 44 Graduiertenschulen
bekend. Genomineerd zijn de Rheinisch-
(onderzoekscholen waarin promovendi rond
Westfälische Technische Hochschule in Aken,
een bepaald thema zich hebben verzameld)
de Ruhr-Universität Bochum, de Albert-
en veertig Exzellenzcluster (universitaire
Ludwigs-Universität Freiburg, de Georg-
onderzoeksprojecten waarbinnen gerenom-
August-Universität Göttingen, de Ruprecht-
meerde wetenschappers een bepaald thema
door een speciale commissie, gevormd door
Karls-Universität Heidelberg (de oudste uni-
bestuderen) in aanmerking komen voor extra
27 Duitse en internationale wetenschap-
versiteit van Duitsland, die vorig jaar nog werd
TU München (TUM) en de TU Karlsruhe. Deze universiteiten krijgen de komende jaren extra geld om tot de wereldtop te gaan behoren. Instellingen die voor de elitestatus in aanmerking willen komen, worden beoordeeld
20 | mei 2007 | transfer
“Ik ben al heel lang gefascineerd door Finland. Het begon toen ik een jaar of vijftien was en ik de vrouw van mijn oom, die Finse is, door de telefoon in haar moedertaal hoorde praten. Ik raakte vastbesloten mij die wonderlijke taal ook eigen te maken en begon haar faxen te sturen in het Fins. In Jip-en-JannekeFins, want mijn zakwoordenboekje attendeerde mij niet op het bestaan van iets als naamvallen. Vakanties in Finland wakkerden mijn liefde voor het land nog verder aan. Het lag voor de hand Fins te gaan studeren, maar daar won de nuchterheid het toch van de hartstocht. Ik voorzag een werkloze doctorandus Finse taal- en letterkunde te worden en koos voor pedagogische wetenschappen. Ook interessant, en ik had altijd nog de mogelijkheid naar Finland te gaan voor onderzoek. Als je wilt bestuderen hoe moderne mensen werk en gezin combineren, is Finland de plek bij uitstek om dat te doen. Het leven is er zo duur, dat mannen en vrouwen eigenlijk gedwongen zijn beiden te werken. De Nederlandse moraal dat je je kinderen bij voorkeur niet te veel uitbesteedt, vindt daar weinig weerklank. Niemand zal zeggen zich schuldig te voelen wanneer hij zijn kinderen naar de opvang brengt, want net als in andere Scandinavische landen vindt men dat dat voor kinderen veel beter is dan aan moeders rokken te blijven hangen. Op elke crèche
Marja Verburg
afgewezen), de Universität Konstanz, de Freie
Hilde Wierda-Boer
combineren.
Of Duitsland in 2011 wel een of meer universiteiten in de internationale topvijftig heeft, is moeilijk te voorspellen. Evenmin is met zekerheid te zeggen of het land in oktober aanstaande de gewenste tien elite-universiteiten zal tellen. Als bij de acht genomineerden geen zeven geschikte kandidaten zitten, wordt een nieuwe ronde georganiseerd. Toch ziet jurylid en voorzitter van de Wetenschapsraad Peter Strohschneider nu al gunstige resultaten: “Ik heb de indruk dat de positieve effecten van de concurrentie tussen de universiteiten voor het gehele wetenschappelijke systeem in de publieke opinie steeds meer worden erkend.”
DFG en de Wissenschaftsrat. In oktober
Maximilians Universität in München (LMU), de
haar promotie aan de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht ze hoe Finse tweeverdieners werk en gezin
pers van de Duitse onderzoeksorganisatie
verleend aan drie universiteiten: de Ludwig-
(26) naar de Finse universiteitsstad Jyväskylä. Voor
‘In Münster zit de échte kennis’
zij n
In oktober 2006 heeft Duitsland de elitestatus
Liefde voor het land dreef pedagoog Hilde Wierda-Boer
geld. (MV)
Foto: Bram Saeys
en
in Finland willen wonen’
universiteit worden, die in grote mate onafhankelijk is van de schommelingen van financiering door de staat”, zegt rector Bernd Huber. Voor de andere Beierse elite-universiteit, de TU München (TUM), gelden soortgelijke plannen: het TUM Institute for Advanced Study moet onder meer “maximale ruimte creëren voor de creatieve ontwikkeling van de wetenschappelijk-technische elite”, bijvoorbeeld door gerenommeerde professoren aan te stellen. In Karlsruhe gaf het Karlsruhe Institut für Technologie (KIT) de doorslag bij de jury. Dit instituut werkt samen met vele andere instellingen en kan volgens eigen zeggen concurreren met het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en het California Institute of Technology.
werkt minstens één universitair geschoold iemand en daar zijn de Finnen zeer content mee. Een mer à boire om daar onderzoek te doen zou je zeggen, maar het was nog best lastig voldoende participanten te vinden. De Finnen besteden hun schaarse vrije tijd – begrijpelijk genoeg – liever aan andere dingen dan aan vragenlijsten invullen.
Donkere maanden Ik vond het geweldig in Jyväskylä. Tijdens mijn studie was ik er al eens een jaar geweest en ik wilde per se terug. Dat ik er nu alleen in de donkere maanden zat, vond ik niet erg. De lange winters in Finland zijn juist ontzettend gezellig. De sneeuw zorgt voor redelijk wat licht en iedereen is voortdurend buiten om te langlaufen of te skiën. Jammer alleen dat ze uitgerekend dit jaar zo’n zachte winter hadden, net als wij! Het gebrek aan sneeuw was echt het gesprek van de dag. Ik zou me graag voor langere tijd in Finland vestigen. Mijn man heb ik mee, want die is net als ik volslagen gek van het land. Maar hoewel het zo’n oervoorbeeld van een werkende natie is, is het toch niet makkelijk daar een baan te vinden. Voorlopig zullen we het dus bij vakanties moeten houden.”
Annemieke Bosman
transfer | mei 2007 | 21
ve rs l ag Publicist en cultuurhistoricus Thomas von der Dunk hield een vlammend betoog op het
Foto: Jules Leenders
jaarcongres
i nter nati on al i s eer d ers op
ja arcongr e s
b ij een
n u ffic
Meten is niet altijd weten Het tweede Nuffic-Jaarcongres bood een ontnuchterende kijk op internationalisering. Veel is al gerealiseerd, maar het is nog lang niet genoeg. En veel essentiële vragen over het doel en effect van internationalisering blijven nog onbeantwoord.
22 | mei 2007 | transfer
“Wat heeft Nederland de wereld te bieden als het gaat om hoger onderwijs? Iedereen roept hier aldoor dat het steeds beter gaat. Dan blijft het wel een groot raadsel dat men dat elders niet ziet en dat de potentiële Nobelprijswinnaars hier niet in groten getale binnenstromen.” Publicist en cultuurhistoricus Thomas von der Dunk (Universiteit Utrecht) wond er in zijn bijdrage op het tweede jaarcongres van de Nuffic vorige maand geen doekjes om. “Ik vermoed dat ik ben uitgenodigd om de serene sfeer van mondiale welwillendheid te verstoren”, sprak hij zijn gehoor in Scheveningen grijnzend toe. Misschien was dat ook wel nodig. In de internationalisering is weliswaar veel bereikt (Engelstalig onderwijs, Neso-kantoren, partnerships, invoering van de bachelor-masterstructuur) maar dat is nog geen reden om tevreden achterover te leunen en halleluja te roepen. Zo is het Nederlandse onderwijs nog onvoldoende bekend in het buitenland en vallen de mobiliteitscijfers nog altijd tegen vergeleken met andere Europese landen. Het is de vraag hoe erg dat is, aldus Von der Dunk, die vooral over de schaduwkant van internationalisering sprak.
Hobbyisme Over ‘derderangs gefortuneerde Amerikaanse studenten op onze university colleges’ en over uit ‘hobbyisme en profileringszucht’ voortgekomen internationaliseringsactiviteiten. Over instellingen die de normen voor studenten verlagen om een schijn van progressie op te houden en die kwantiteit vertalen als kwaliteit. “Maar wat zeggen die grote aantallen Chinezen die de Engelse taalvaardigheid van Nederlandse docenten komen toetsen eigenlijk over onze onderwijskwaliteit? En heeft elke student buitenlandervaring nodig om straks goed zijn werk te kunnen doen?” Von der Dunk sprak de vrees uit dat instellingen in hun internationaliserings- en profileringsdrift hun primaire doel uit het oog verliezen: goed onderwijs bieden aan Nederlandse studenten. Onderwijs dat toch al aan slijtage onderhevig is door jarenlange bezuinigingen. “Bij de humaniora is in 25 jaar tijd het aantal medewerkers per student gehalveerd”, wist Von der Dunk. “Toch blijft Utrecht een glamour verhaal oproepen over tutorship.”
Het publiek kon Von der Dunks pittige uitspraken wel enige service en begeleiding tegenover staan. wel waarderen. Ook naar de Maastrichtse collegeMeten kan een manier zijn om grip te krijgen op voorzitter Jo Ritzen werd aandachtig geluisterd, deze kwesties. Zo wil de Nuffic samen met partners die in zijn uiteenzetting tot een andere conclusie uit het veld een meetinstrument voor internatiokwam. De internationalisering verloopt volgens hem nalisering ontwikkelen. Jeroen Torenbeek (James lang niet goed genoeg en Bologna zet niet genoeg Boswell Instituut, Universiteit Utrecht) deed tijdens zoden aan de dijk. “Het Bolognaproces is verzand in de workshop ‘Meten is weten: naar een integrale complexiteit en nationale implementaties. De moed benadering van internationalisering’, een voorzet en de organisatie ontbreken”, oordeelde Ritzen. “De voor zo’n meetinstrument. “Alles kun je meten, dus Nederlandse positie verbetert niet door Bologna.” ook internationalisering. Denk aan in- en uitgaande Ritzen pleitte dan ook voor een credit mobility, degree mobilitiy en Europees statuut met ruimte voor samenwerkingsovereenkomsten. Je “Durf jezelf te vergelijken afwijking van de nationale regelmoet dan duidelijke internationaligeving, voor gezamenlijke onderseringsdoelen stellen en zorgen voor met andere instellingen” wijsprogramma’s, diplomering en een goede verwerking van adminiaccreditatie en voor Europabrede stratieve gegevens. En durf jezelf invoering van collegegelden en te vergelijken met andere instelstudiefinanciering. lingen. We zijn zó bang om voor gek te staan”, aldus Ook is er volgens hem meer differentiatie nodig. Nu Torenbeek. Veel aanwezigen juichten zo’n model al had hij de indruk dat elke universiteit of hogeschool langer toe. Maar dan moeten colleges van bestuur ook zich op dezelfde zaken richt. “Dan zitten er dus eens over de brug komen met middelen. “Laat OCW veertig hbo-instellingen in Vietnam. Dat is juist wat dit in godsnaam dwingend voorschrijven”, verzuchtte je niet moet hebben. Eén of twee is beter. En hoeveel een deelnemer. buitenlandse studenten heb je nodig om kostenBedenkingen dekkend te zijn? Er is een veel kostenefficiëntere Maar geven internationaliseringsgegevens ook een benadering nodig. Het heeft geen zin om met zijn antwoord op misschien wel de belangrijkste vraag dertigen op Higher Education Fairs te staan en terug over internationalisering: wat is het effect van internate komen met één of twee studenten waaraan je per tionalisering op de kwaliteit van onderzoek en onderstudent minstens 2.000 euro recruteringskosten wijs? “Je kunt elk onderdeel meten maar bij elk onderkwijt bent.” deel talloze bedenkingen hebben”, merkte Torenbeek Dwingend op. “Neem het aantal buitenlands partners als Prikkelende bijdragen die de bezoekers opriepen tot graadmeter. Tegenover Nederlandse instellingen met kritisch zelfonderzoek, zo bleek tijdens de discussies een of twee partners staan instellingen in Centraalop het congres. Want met welke doelen internationaAziatische deelrepublieken met honderden partners. liseren we? Wie zijn onze doelgroepen en hoe krijgen Maar rectoren worden daar afgerekend op het aantal we die hier? Hoever moet je buitenlandse studenten overeenkomsten. Hoe kleiner en minder succesvol een tegemoetkomen? Moeten begeleiders van Saoedische universiteit, des te meer overeenkomsten er worden studentes een visum krijgen? Mag je van buitenlandse getekend.” Cijfers zeggen dus niet alles over de kwalistudenten verwachten dat zij zelf een kamer regelen teit van een instelling. Meten is weten; Thomas von omdat Nederlandse studenten dat ook zelf moeten der Dunk was er al sceptisch over. “Meten is niet altijd regelen. Of moet je kiezen voor service or perish, weten”, beaamde ook Torenbeek. “Maar meten is het adagium van de Rijksuniversiteit Groningen, als misschien wel beginnen met weten.” variant op publish or perish? Buitenlandse studenten Vera Ros betalen immers vaak hoge collegegelden. Daar mag
transfer | mei 2007 | 23
a lumn u s
‘Ik durf meer vragen te stellen over seks’ Getnet Tadele (38) promoveerde in Amsterdam op onderzoek naar de visie van jonge Ethiopische mannen op seks en HIV/aids. Terug in Addis Abeba probeert hij het onderwerp
Getnet Tadele: “In Ethiopië is er veel meer niet-productieve tijd dan in Nederland”
Beide keren dat we hebben afgesproken, regent het. In Amsterdam is het najaar. Hij komt op de fiets, draagt oude kleren en een regenjack, zijn haar is kletsnat. In Addis Abeba, in het voorjaar, is hij met de auto, alles zit keurig. “Als ik in Amsterdam aankom, leen ik meteen ergens een fiets. Dan kan ik gaan en staan waar ik wil.” Hij is vaak kort in Amsterdam. “Elke keer als ik naar het buitenland moet, probeer ik er een tussenlanding te maken. Ik heb er mijn vaste winkeladressen.” Getnet Tadele heeft bij medische antropologie, een
24 | mei 2007 | transfer
onderdeel van de afdeling sociologie en antropologie van de Universiteit van Amsterdam, het proefschrift Bleak Prospects geschreven. Het gaat over hoe jonge mannen in de Ethiopische stad Dese naar seksualiteit en HIV/aids kijken. In niet één Ethiopische studie over dit onderwerp kruipt de onderzoeker zo in de huid van zijn doelgroep. Tadele rekent af met de mythe dat de Afrikaanse seksualiteit de hoofdoorzaak van venerische ziektes zou zijn en toont het verband tussen aids en armoede. Zijn open benadering is een doorbraak in het taboerijke Ethiopië.
Foto: Jos van Beurden
in Ethiopië uit de taboesfeer te halen.
Volgens Tadele heeft het schrijven van zijn proefGetnets grootste knelpunten zijn tijd en geld. “Het schrift hem sterk gevormd. Zijn hoogleraren, voordeel van de universiteit is dat ik tamelijk vrij medisch antropoloog Sjaak van der Geest en homoben. Ik kan onderzoeken wat ik wil. Aan de andere en lesboprofessor Gert Hekma, leerden hem “diep kant is iedereen volstrekt overbelast. Colleges en te gaan, dichter bij het onderwerp te komen en toch supervisie eisen veel. Het salaris is abominabel laag, de afstand te houden die bij wetennet voldoende om een week van te schappelijk onderzoek hoort”. leven. Daarom verricht ieder staflid “In campagnes vind je Voordat hij in Amsterdam begon, consultancy. Zelf onderzoek ik, in was hij veel met kwantitief onderopdracht van buitenlandse hulphier nooit iets over seks zoek beziggeweest. “Ik had mijzelf organisaties, het seksuele misbruik in studies naar jonge moeders die van jongens op de Mercato, de tussen mannen” hun baby’s achterlaten en naar hoofdmarkt van Addis Abeba, en geweld tegen kinderen binnen het seks tussen mannen.” Tadele reist gezin al wel iets vertrouwd gemaakt veel: sinds zijn terugkeer, begin met kwalitatief onderzoek, maar in Amsterdam heb 2005, bezocht hij naast Nederland de Verenigde ik mijn skills verfijnd.” Staten, Noorwegen, Kameroen, Senegal en Malawi. “Steeds op uitnodiging, want geld om te reizen heeft Flexibel zijn de universiteit niet. Binnenkort ga ik als gastonderTadele had geluk met zijn promotoren. “Van der zoeker naar Noorwegen.” Geest onderhield nauw contact en behandelde mij Eigen instituut en andere promovendi als zijn kinderen. Hekma De Ethiopische overheid heeft nog geen belangstelleerde mij flexibel te zijn en de jonge mannen in Dese ling getoond voor zijn proefschrift. Buiten Ethiopië informeel te benaderen.” Wat hij waardeert in het krijgt het meer aandacht. Of zijn proefschrift ertoe Nederlandse stelsel, is dat promovendi deel uitmaken bijdraagt dat mensen in Ethiopië voorzichtiger van de wetenschappelijke staf. “Ik had een eigen worden, weet hij niet. “De meeste mensen denken werkruimte, een eigen telefoon en eigen e-maildat je aids krijgt van heteroseksuele contacten. Iets adres.” over seks van man tot man kom je in de campagnes Hij is de eerste en enige gepromoveerde medisch nergens tegen. Er is onderzoek onder straatkinderen antropoloog in Ethiopië. Hij doceert antropologie aan in de stad Adama – het vroegere Nazareth – gedaan. Addis Abeba University en geeft een middag college 98 Procent antwoordde niet seksueel actief te zijn. Ik medische antropologie. Het is moeilijk om aan te geloof er niets van. In de stad Dese, waar ik dieptegeven wat hij van zijn verblijf in Amsterdam gebruikt interviews deed, hoorde ik heel andere geluiden. Het in Ethiopië. “College geven hier in Ethiopië is heel onderzoek in Adama was puur kwantitatief met, naar anders. Hier spreekt de docent, de student luistert ik vrees, vooral sociaal gewenste antwoorden.” en noteert. De groepen zijn vaak groter dan negentig Zijn droom is een eigen instituut voor seksualiteit man, de studenten passiever dan in Nederland.” studies. Medisch onderzoek in Ethiopië moet Tadele probeert dat te veranderen. “Elke student volgens Tadele om meer gaan dan epidemiologische heeft mijn mobiele nummer en mag mij bellen. In en kwantitatieve gegevens. “Wat nodig is om ziektes persoonlijke gesprekken maak ik de afstand zo klein als aids effectief te bestrijden, zijn antwoorden op mogelijk, maar ik heb absoluut geen tijd om – zoals vragen als waarom seks belangrijk is voor mensen, Van der Geest in Nederland deed – ze uitgebreid op wat voor plezier zij eraan beleven, welke wensen de thee te vragen.” Het werkt anders. “In Ethiopië is ze hebben. Hoe kijken ze naar liefde, naar relaties? er minder onderscheid tussen werk en vrije tijd. We Wat betekent anale seks voor hen? Ja, mijn verblijf in hebben hier zelden vakantie. Heel vaak ben ik ook op Amsterdam heeft wel geholpen om dat soort vragen zondag op de universiteit. Maar er is veel meer niette stellen.” productieve tijd dan in Nederland. Daar kom je, of je nu docent bent of student, ’s ochtends binnen met Jos van Beurden een lijstje in je hoofd van wat je gaat doen.”
transfer | mei 2007 | 25
i ntervi ew
‘Bologna moet geen bureaucratisch proces worden’ Acht jaar geleden werd in Bologna het initiatief genomen om het hoger onderwijs in Europa te harmoniseren. In mei komen de onderwijsministers van 46 landen in Londen bij elkaar om de balans op te maken. Hoe ver is het proces gevorderd om in 2010 een Europese Hoger Onderwijs Ruimte te creëren? Vijf vragen aan Bill Rammell, de Britse staatssecretaris van hoger onderwijs, die verslag uitbrengt op de conferentie in Londen. Hoeveel voortgang is er geboekt sinds de laatste conHet is heel belangrijk dat Bologna niet gezien wordt ferentie in Bergen in 2005? als een geïsoleerd, op zichzelf staand proces, maar “We hebben toen afgesproken dat de periode tussen dat het deel uitmaakt van de algehele modernisering Bergen en Londen gebruikt zou worden voor de en internationalisering van het hoger onderwijs. implementatie en het consolideren van de bestaande Bologna kan eraan bijdragen dat afgestudeerden afspraken. Er zouden geen nieuwe lijnen worden goed inzetbaar en toegerust zijn voor de moderne uitgezet. Een aantal prioriteiten is toen vastgesteld. arbeidsmarkt. Maar dat is niet genoeg. Er moet De Bologna Follow Up Group is op basis daarvan aan meer aandacht komen voor samenwerking met het de slag gegaan met bijvoorbeeld kwaliteitsbewaking bedrijfsleven, diversiteit binnen het hoger onderwijs zoals de invoering van een European Standard and en autonomie voor de instellingen. Guidelines for Quality Assurance en het ontwikkelen Wat zijn de belangrijkste thema’s op de conferentie in van voorstellen voor een European Register of Quality Londen? Assurance Agencies. Het is goed om stil te staan bij de behaalde resultaten We werken nog aan de rapportage waarin de voortsinds Bergen, maar we moeten ook de vaart in het gang van de Bologna-hervormingen in de afgelopen proces zien te houden. We moeten kijken wat er nog twee jaar gemeten wordt. De verwachting is dat de moet gebeuren om in 2010 tot een European Higher meeste vooruitgang is geboekt op het terrein van Education Area (EHEA) te komen. de participatie van studenten in Op basis van die inventarisatie kwaliteitszorgsystemen. Het was “Sommige kansen zijn moeten we de prioriteiten voor de een van de zwakste onderdelen, nu komende twee jaar vaststellen. Het is het een sterk punt. gewoon te goed Verenigd Koninkrijk wil de confeVerder rapporteert meer dan 75 rentie ook gebruiken om een brede procent van de landen dat studenten om te laten lopen” discussie op gang te brengen, hoe de soepel kunnen doorstromen van EHEA er na 2010 uit moet gaan zien bachelor naar master. Alle landen in relatie tot de hervorming van het werken aan het ontwikkelen van hoger onderwijs. Die modernisering is nodig om de een nationaal kwaliteitszorgsysteem. En een meerconcurrentie van de hoger onderwijssystemen van de derheid van de landen heeft stappen ondernomen om individuele landen veilig te stellen in een globalisejoint degrees toe te staan en te erkennen.” rende wereld. Wat zijn de belangrijkste obstakels in het Heeft de ontwikkeling van een European Bolognaproces? Bologna moet geen bureaucratisch, strak geleid, rigide Qualification Framework (EQF) dat door de Europese proces worden. Het moet juist dynamisch blijven, Commissie wordt ontwikkeld, een vertragend of juist met erkenning van de diversiteit van de verschileen katalyserend effect op het Bolognaproces? lende hoger onderwijssystemen in Europa. Een set “De Britse regering staat achter het voorstel voor van statische regels zou een verdere hervorming en een European Qualification Framework. (Het EQF vernieuwing van het hoger onderwijs in de weg staan. deelt het onderwijs, van primair tot wetenschap-
26 | mei 2007 | transfer
pelijk onderwijs, in acht niveaus in en omschrijft de beoogde kwaliteit per niveau, red.) De plannen voor een EQF, dat overigens nog niet geformaliseerd is, behelzen een overkoepelend kader dat ruimte biedt aan kwaliteitskaders in verschillende landen, inclusief het Bologna Framework. Het accent moet liggen op de afstemming van deze nationale kwaliteitskaders zodat het niveau van de verschillende onderwijssystemen beter te vergelijken is. Het is een praktische manier voor de Europese Unie om de mobiliteit van studenten en werknemers tussen de staten te faciliteren.” Wat voor agenda moet Nederland, dat in 2009 secretaris is van het Bolognaproces, opstellen voor na 2010? “Het Verenigd Koninkrijk wil de komende conferentie ook gebruiken voor een eerste discussie over wat er moet gebeuren na 2010. Maar het belangrijkste is nu dat de doelen die we ons in 1999 hebben gesteld, bereikt worden. Daar moet de meeste aandacht naar uitgaan. De deelnemende landen moeten goed nadenken hoe zij de gemaakte afspraken consequent kunnen invoeren in hun onderwijssysteem. We moeten nu geen besluiten nemen over de volgende fase, dat moet op de conferentie in Leuven in 2009 gebeuren. Ik denk dat de flexibele en informele opzet van het proces bijgedragen hebben aan de bereikte resultaten tot nu toe. Die benadering moeten we niet loslaten.”
Dorrit van Dalen en Els Heuts
m e e r
mo b i l ite it
va n
stu d e nte n
e n
we te n s c h a p p e rs
‘In Münster zit de échte kennis’
Het Bolognaproces is een Europees initiatief
ben aangesloten bij het Bolognaproces doen op
van zaken geëvalueerd ten aanzien van de
om in 2010 een Europese Hoger Onderwijs
vrijwillige basis mee.
Bologna-doelstellingen zoals die zijn afgespro-
Ruimte te creëren die tot grotere vergelijkbaar-
Belangrijke strategieën om tot harmonisatie te
ken op eerdere conferenties in Bologna, Praag,
heid en verbinding van nationale onderwijs-
komen, zijn het creëren van eenzelfde structuur
Berlijn en Bergen. En er wordt stilgestaan bij
systemen moet leiden. Het doel van Bologna is
voor het hoger onderwijs door middel van het
de onderwerpen die de komende jaren extra
meer internationale uitwisseling van studenten
bachelor-mastersysteem, de invoering van het
aandacht verdienen om de ambitieuze deadline
en wetenschappers binnen Europa en het
European Credit Transfer System (ECTS) en een
van 2010 te halen.
aantrekkelijker maken van het Europees hoger
gezamenlijke benadering van kwaliteitszorg.
onderwijs. De 46 landen die zich inmiddels heb-
Op de conferentie in Londen wordt de stand
(EH)
transfer | mei 2007 | 27
ac htergro n d
Foto’s: Heleen Ravenhorst
dat is precies de bedoeling, vertelt José Bakx, manager Nederlands voor anderstaligen bij het UTN. “Wij zijn gericht op functioneel taalgebruik, zodat cursisten zich in het dagelijks leven zo veel mogelijk kunnen redden.” EILC’s zijn korte, intensieve cursussen waar buitenlandse studenten, ter voorbereiding op hun Erasmusverblijf, Nederlands of een andere EILCtaal leren. De EILC-talen zijn de ‘kleine’ talen van de Erasmuslanden: alle talen behalve Engels, Duits, Frans en Spaans. De cursussen duren drie tot acht weken en zijn er vanaf beginnersniveau. Deelname en studiemateriaal zijn gratis. De cursisten hebben bovendien recht op extra beurs voor de cursusperiode en ontvangen vier à vijf ECTS.
n u ffic vo or
kr eeg
250
vi e r h on d e r d
a a n m e l d i n g e n
cu rs us pl a ats en
Stoomcursus Nederlands doet het goed Steeds meer buitenlandse Erasmusstudenten komen, voorafgaand aan hun studieverblijf in Nederland, hierheen voor een Erasmus Intensive Language Course (EILC). Nederlandse Erasmusstudenten op hun beurt hebben veel minder animo voor deze intensieve taalcursussen in het buitenland.
28 | mei 2007 | transfer
Nederlandser kan het niet: afspraken maken met de agenda bij de hand. Die opdracht hebben de deelnemers van de Erasmus Intensive Language Course (EILC) in Nijmegen vanochtend. De agenda is overigens toevallig als hulpmiddel gekozen. Het gaat erom dat de studenten in het Nederlands iets afspreken en noteren. En dat lukt aardig: na twee weken les aan het Universitair Taal- en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN) zijn de zestien cursisten – vooral uit Noord-, Midden- en Oost-Europa – al in staat om een eenvoudig gesprek in het Nederlands te voeren. En
vindt Anna, die ook in Frankrijk heeft gestudeerd. “Daar zijn mensen meer geneigd je te corrigeren. Hier is het veiliger om te oefenen.” De onderlinge band wordt versterkt door het feit dat de cursisten op een vakantieboerderij in het landelijke Berg en Dal verblijven.
Toenemende belangstelling
UTN-cursisten moeten 80 procent van de lesuren bijwonen om recht te hebben op een certificaat en vier ECTS. “Vergeleken met onze inhoudelijk vergelijkbare, maar langere taalcursussen boeken we met deze korte, intensieve training betere resultaten”, merkt Bakx op. “De meeste studenten zijn erg gemotiveerd en werken hard. Ook de docenten zijn heel enthousiast.” Tevreden De Nuffic, die de Nederlandse EILC’s coördineert, “Mijn Nederlandse medestudenten hoeven straks deelt die conclusie. De belangstelling voor de taalcurtenminste niet alles voor mij te vertalen”, vertelt de sussen neemt dan ook toe, signaleert de organisatie. Noorse psychologiestudente Anna Voor de 256 plaatsen in het cursusHelle Valle. Zij gaat na de EILC jaar 2006–2007 ontving de Nuffic “Voor de organisatie van de maar liefst vierhonderd aanmelstuderen aan de Universiteit van Amsterdam en is erg tevreden over dingen. En dat terwijl het aantal cursussen is straks minder de cursus. Wel scheelt het volgens beschikbare plaatsen al 40 procent haar of je al Duits of Engels spreekt hoger was dan een jaar eerder. geld beschikbaar” en geïnteresseerd bent in talen. “We zijn voortdurend op zoek “Dan is het makkelijker om ook naar nieuwe cursuscentra”, vertelt Nederlands te leren.” Haar medeprogrammabeheerder Heleen cursiste Stefania Pellegrini heeft die voorsprong niet. Ravenhorst. Minder goed nieuws is dat de Europese De Italiaanse, die colleges wil gaan volgen aan de Commissie heeft besloten om voor het nieuwe Radboud Universiteit Nijmegen, vindt de cursus dan Leven Lang Leren-programma, waaronder de EILCook moeilijk. cursussen vallen, maximale bedragen per cursus per Ze is niet de enige, weet Bakx. “Zuid-Europese land te hanteren. “Daardoor zal voor de organisatie studenten hebben over het algemeen meer moeite van de cursussen minder geld beschikbaar zijn dan met het Nederlands dan cursisten uit andere landen. voorheen”, denkt Ravenhorst. “Sommige instelZe spreken minder goed Engels.” Om dat op te lingen zullen een deel van de kosten zelf moeten vangen, zet het UTN cursisten met zo veel mogelijk opbrengen of andere maatregelen moeten nemen.” verschillende nationaliteiten bij elkaar. “Dan worden José Bakx is daar niet zo blij mee. “Dan moeten we ze gedwongen om onderling Nederlands te spreken.” de inzet van docenten of het aantal contacturen Nederland telt negen taalinstituten die EILC’s beperken”, vreest ze. “Dat betekent dat de kwaliteit geven. Bij het UTN, dat ’s zomers en ’s winters een omlaag gaat.” cursus aanbiedt, is er vijf dagen per week drie uur Een ander aandachtspunt is de geringe EILC-deelles. ’s Middags is er tijd voor zelfstudie en lokale name van Nederlandse Erasmusstudenten. De meeste excursies, georganiseerd door het UTN. Anna en haar gaan naar andere dan EILC-landen, maar van de studiegenoten zijn blij dat ze niet steeds in de klas kleine 2.000 studenten die wel een EILC-land kiezen, zitten, zodat ze veel met elkaar en op straat kunnen volgt slechts 4 procent een taalcursus. Redden deze oefenen. “Nederlanders zijn open en vriendelijk”, Nederlanders zich met Engels, hebben ze geen tijd
transfer | mei 2007 | 29
A G E N D A
‘The many faces of Internationalisation’ is de titel van de jaarlijkse conferentie van de ACA, the Academic Cooperation Association, die van 13 tot 15 mei in Berlijn wordt gehouden. Medeorganisatoren zijn de Duitse DAAD en de German-American Fulbright Commission. Tijdens de conferentie wordt ingegaan op de verschillende internationaliseringsmodellen en er zal een internationaliseringsagenda voor de toekomst worden vastgesteld. De openingsspeech wordt gehouden door eurocommissaris Jan Figel. Meer informatie is te vinden via http://www.aca-secretariat.be/08events/Berlin/berlin.htm
Deelnemers aan de Erasmus taalcursus in Nijmegen
of zin of zijn ze niet op de hoogte van het bestaan van de cursussen? “We kunnen er niet de vinger op leggen waar het precies aan ligt”, zegt Ravenhorst. “De Erasmusstudenten worden uitgebreid geïnformeerd over hun verblijf in het buitenland.” De Nuffic gaat nu flyers verspreiden op universiteiten om het programma onder de aandacht te brengen.
Chocoladefabriek Twee Nederlandse studenten die wel een EILC volgden, zijn Fleur Dikken en Maurice de Kleijn. Zij deden dat in respectievelijk Ias¸i (Roemenië) en Perugia (Italië). Fleur, studente sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, volgde de cursus met het oog op haar bacheloronderzoek naar Roma-kinderen op een Roemeense school, Maurice deed het voorafgaand aan zijn studieperiode aan de universiteit van Lecce.
ou d
-c
u rs isten
ga a n
Maar liefst 78 procent van de EILC-cursisten in Finland blijft zich ook na de cursus in de Finse taal verdiepen. Dat blijkt uit onderzoek naar het effect van EILC-cursussen, dat twee Finse studenten afgelopen jaar hebben uitgevoerd. Ze deden dat aan de Universiteit van Jyväskyä, in opdracht van het Finse Nationaal Agentschap. Van de cursusdeelnemers verwachtte 66
30 | mei 2007 | transfer
va ak
Fleur is positief over de cursus. “Weliswaar was onze docente het meest aan het woord, maar doordat ze zo veel uitlegde en leuk vertelde, heb ik veel geleerd. Tijdens mijn onderzoek kon ik daardoor in het Roemeens vragen stellen.” Fleur volgde overigens in Nederland al een basiscursus Roemeens. “In het buitenland moet je al van alles uitzoeken en daaraan ben je veel tijd kwijt.” Maurice, die mediterrane archeologie studeert aan de Vrije Universiteit Amsterdam en archeoloog in Italië wil worden, volgde een vierweekse, intensieve cursus met ruimte voor practica, lessen over Italiaanse cultuur en een uitstapje naar een chocoladefabriek. “Soms waren we van acht uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds bezig.” Ook Maurice volgde voor vertrek al een basiscursus in Nederland. Maar ook zonder basiscursus zou zowel Fleur als Maurice andere Erasmusstudenten een EILC zeker aanraden. “Het is de perfecte manier om een taal te leren. Je staat ermee op en gaat ermee naar bed”, zegt Maurice. Het verbaast beiden dat Nederlandse studenten relatief weinig naar het buitenland gaan en nauwelijks EILC’s volgen. “Ik ken best veel studenten die naar het buitenland gaan”, zegt Fleur. “Misschien was de drempel daardoor voor mij minder hoog. Het is wel veel geregel en je moet een jaar van tevoren alles voorbereiden.” Universiteiten zouden studenten met buitenlandervaring meer bij de voorlichting moeten betrekken, vindt ze. “Een praatje tijdens een college is leuker dan iets lezen op internet of in een folder.”
Vera Ros
ver d er
m et
ei lc
-ta
al
‘In Münster zit de échte kennis’ procent opnieuw Fins te spreken tijdens
Slechts 4 procent was op de hoogte van het
vakanties, werk of studie in het buitenland
feit dat de thuisinstelling de studiepunten
of in contacten met vrienden. Vrijwel alle
die met de EILC worden behaald, erkent. De
ondervraagden raadden een EILC ter voorbe-
onderzoekers pleiten er daarom voor om dit
reiding op een Erasmusverblijf aan. Eenderde
feit in heel Europa goed onder de aandacht te
gaf aan het gewenste kennisniveau te heb-
brengen. Ook vinden ze dat het cursusaanbod
ben bereikt, bijna alle studenten zeiden het
gevarieerder moet worden wat betreft niveau
gewenste niveau om te communiceren te hebben gehaald.
en intensiteit. (VR)
Mei
2007
De jaarlijkse en 59-ste conferentie van de NAFSA, de Association of international Educators, vindt plaats van 27 mei tot 1 juni in Minneaopolis, Minnesota. Het thema van de bijeenkomst luidt Preparing Global Citizens. Tijdens deze conferentie organiseert de Nuffic wederom een Study-in-Holland-booth. Nederlandse hogescholen en universiteiten kunnen deelnemen aan deze stand. De hogeronderwijsinstellingen presenteren zichzelf en bemensen de stand. Daarnaast wordt er onder andere weer een ‘Dutch Drink’ georganiseerd. Meer informatie is verkrijgbaar bij Rob Wieleman: 070 – 426 0297 of
[email protected] Op dinsdag 26 juni gaat het HIB op studiebezoek bij het Netherkantoor in Brussel. Het programma is te vinden op het prikbord van het HIB: www.nuffic.nl/hib>prikbord COI/HIB. Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met Rob Wieleman (
[email protected])
Fairs Studyworld 2007 Berlijn
Times Education Boutique New Delhi
Juni
2007
Study-in-Holland-booth bij netwerkconferenties 11 – 12 mei
26 – 27 mei
Ook in 2007 organiseert de Nuffic een Study-in-Hollandbooth bij de bij de EAIE-conferentie in Trondheim (12–15 september). Nederlandse universiteiten en hogescholen kunnen deelnemen aan deze stands. De hogeronderwijsinstellingen kunnen zichzelf hier presenteren, de stand bemensen en partners uitno-
digen voor de ‘Dutch Drink’. Er is beloofd dat in 2007 meer standruimte wordt toegewezen dan in voorgaande jaren. Via de COI- en HIB-mailinglijsten is hierover informatie verspreid. Deadline voor aanmelding is 1 juni. Meer informatie is verkrijgbaar bij Rob Wieleman: 070 – 426 0297 of
[email protected].
Cultureel Verdrag beurzen Japan (Monbukagakusho beurzen) In het kader van het Cultureel Verdrag tussen Japan en Nederland stelt de Japanse overheid drie beurzen beschikbaar voor Nederlandse studenten. De beurs kan worden aangevraagd voor een vervolgstudie in Japan voor een periode van maximaal twee jaar. De studieduur bedraagt de periode april 2008 – maart 2010 of oktober 2008 – maart 2010. De studieduur is inclusief een intensieve taalcursus van zes maanden voor kandidaten die de Japanse taal onvoldoende beheersen. De beurzen zijn bestemd voor pas afgestudeerden van universiteiten,
kunstacademies en conservatoria. Een welkomstbrief van de Japanse universiteit is verplicht. De beurs bestaat uit een maandtoelage, een tegemoetkoming in de aanloopkosten, vergoeding internationale reiskosten en vrijstelling van het collegegeld. Een gesprek op de Japanse ambassade naar aanleiding van het ingediende dossier vormt onderdeel van de selectie. Dan zal ook een taaltest worden afgenomen. De gesprekken zullen maandag 16 juli 2007 plaatsvinden. Sluitingsdatum voor het indienen van de aanvragen is 15 juni 2007 bij de
Japanse ambassade. Formulieren en informatie kan worden gedownload van de website van de Japanse ambassade http://www.nl.emb-japan.go.jp/ information2/announcement/ mext(rs)08.html Aanmeldingen sturen naar: Embassy of Japan Tobias Asserlaan 2 Att. Ms. S. Ikeno 2517 KC Den Haag
transfer | mei 2007 | 31
Go global with IPS!
Studie en werk voor hoger opgeleide vluchtelingen
Going to the Netherlands or elsewhere in the world for study, work experience or a foreign exchange programme? Apply for the Insurance Passport for Students. You’ll be insured to the max! IPS offers coverage for medical If any problems and urgent dental treatment, occur, you can easily special expenses, reach us by e-mail, fax or liability, legal telephone. assistance, loss of For more information and baggage et cetera. application, browse to: www.ace-ips-nl.com or call the Lippmann Groep in the Netherlands. Tel: + 31.70.302.85.98 Fax: + 31.70.361.76.10 We look forward answering any questions you have.
Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF
Geef ook om talent! Giro 76300 www.uaf.nl
t ransfe r
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
Transfer is hét vakblad over internationale samenwerking in hoger onderwijs en onderzoek.
Naam: Voorletter(s):
Transfer houdt u negen keer per jaar op de hoogte van de jongste ontwikkelingen op dit gebied. Transfer biedt: l
nieuws en achtergronden;
l
prikkelende opinies;
l
columns van belangrijke personen in het hoger onderwijs;
l
een actuele agenda met relevante activiteiten,
Adres: Postcode en plaats: Telefoon:
en nog veel meer.
E-mail:
Wilt u ontdekken wat Transfer u te bieden heeft?
Onderwijsinstelling/bedrijf:
Vraag dan een gratis proefexemplaar aan. Vul hiernaast uw gegevens in en stuur deze bon naar: Nuffic, redactie Transfer, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag.
Afdeling:
(m/v)