het
PensioenLab re(a)geert
Formuleboek 2012 - 2014
© PENSIOENLAB 2014 www.pensioenlab.nl Het PensioenLab is een initiatief van CNV Jongeren, FNV Jong en VCP Young Professionals in samenwerking met Pensioenfederatie en Stichting FVP. In het Lab worden zo’n 60 jonge mensen gefaciliteerd om de functie van klankbord, ambassadeur en kweekvijver te vervullen. Binnen het Lab wordt de basiskennis over pensioenen opgeschroefd en gaan de deelnemers in teams aan de slag met prangende vraagstukken. De adviezen van het PensioenLab zijn geschreven op persoonlijke titel van de deelnemers. Heeft u een vraag aan het PensioenLab of wilt u meer weten over dit initiatief? Kijk op www.pensioenlab.nl voor meer (contact)informatie. Met speciale dank aan: PGGM, Syntrus Achmea, SMO, De Nederlandsche Bank, BPL, alle laboranten, coaches en experts die van het PensioenLab een succes hebben gemaakt. En niet te vergeten: IJmert Muilwijk en Dennis Wiersma. Bedankt voor het pionieren. Redactie: de leden van het Lab Eindredactie: Huisman&Co Fotografie: Michel Utrecht Fotografie
“Vermogensbeheer vraagt om een kader met uitgangspunten waarbij de beheerder de ruimte blijft houden met zo min mogelijke beperkingen de pensioentoezegging waar te maken. Als dat niet meer realistisch is moet het ontwerpen van een heel nieuw stelsel op de tekentafel komen.” Bob van der Wal | Vakcentrale voor Professionals
“Toen ik een aantal weken later opnieuw aanschoof bij het pensioenlab, was het oorspronkelijke plan drastisch veranderd. Het illustreert de flexibiliteit en creativiteit waarmee deze jongeren aan een nieuw pensioenstelsel werken.” Sjaak Zonneveld | auteur Het nieuwe werken aan je pensioen
“Pensioen lijkt iets voor de toekomst, maar voordat je het in de gaten hebt is het te laat om nog bij te sturen. Ik vind het daarom zo mooi om te zien dat de jongerenorganisaties van de vakbonden jongeren enthousiast weten te maken voor pensioenen. Ik hoop dat het PensioenLab ons de komende jaren blijft bestoken met adviezen! Dat is hard nodig. Begin april maakte Klijnsma de contouren van het nieuwe FTK bekend. Dus jongeren: laat jullie stem horen!”
Maurice Limmen | Voorzitter CNV Vakcentrale
Vormgeving: Marjoleine Reitsma Druk: SMO Vele experts uit het veld supporten het PensioenLab! Lees de verhalen van al onze columnisten op www.pensioenlab.nl
99
3
4
Welkom bij het PensioenLab Dinsdagavond acht uur. Een vergaderzaal met tien jongeren tussen de 25 en 35 jaar. Stapels pizzadozen liggen op de tafels verspreid. Her en der waagt iemand zich ook aan een Kanonbiertje. Op een groot scherm eindeloze tabellen, formules en geformuleerde uitgangspunten. Het onderwerp van gesprek: hoe ontwerpen we een nieuw pensioenstelsel? Uit de vergaderzaal ernaast klinkt af en toe hard gelach. Daar zit een groep van met name vrouwen na te denken over de diversiteit binnen pensioenfondsbesturen. Willem Jelle Berg, pleegvader van het Lab, loopt af en toe even binnen voor wat patatas brava’s (in deze groep worden liever tapas gegeten) en advies. Zaterdagmiddag twaalf uur bij een stadscafé in Utrecht. 8 jongeren tussen de 17 en 33 jaar zijn aan het lunchen terwijl ze tekeningen van olifantjes maken. De uitdaging: de pensioendiscussie vertalen in begrijpelijke taal. De groep raakt in gesprek met een ouder echtpaar de tafel ernaast. Als ze uitleggen waar ze mee bezig zijn, is de reactie: “ach, de pensioenwereld, allemaal graaiers”. De opmerking onderschrijft meteen de noodzaak van het vraagstuk waar de groep mee bezig is. Voor u ligt ‘Het Formuleboek’. Alle adviezen die het PensioenLab de afgelopen 2 jaar gegeven heeft, komen erin terug. Doe er uw voordeel mee. Sommige adviezen zijn direct toepasbaar, anderen schetsen een ambitie of stip aan de horizon. Meer dan 100 jongeren hebben onderzoek gedaan, gediscussieerd en gebrainstormd om tot deze adviezen te komen. Volledig vrijwillig en in hun vrije tijd. Maar we zijn nog niet klaar. Om de betrokkenheid van jongeren te blijven waarborgen én een kweekvijver te kunnen zijn voor toekomstig pensioentalent, is Stichting PensioenLab opgericht. Door middel van Stichting PensioenLab houden we jongeren betrokken, leiden ze op, geven ze een stem en werken we aan verjonging van fondsbesturen. Want als het gaat om pensioenthema’s is men het over weinig eens, behalve over het feit dat inspraak en betrokkenheid van jongeren essentieel is. Met speciale dank aan alle jongeren die actief waren, zijn en worden in het PensioenLab. Dit is jullie stem. Anneke Westerlaken | Secretaris-Penningmeester CNV Jongeren | Projectleider PensioenLab
5
Inhoudsopgave Het Lab Lab in 3 stappen p. 12 Hoe werkt het? Jong & betrokken p. 14 De Laboranten aan het woord Samenwerking p. 22 Bruggen bouwen en kennis delen met het veld Pitchen & vernieuwen p. 30 De events van het PensioenLab De Adviezen Over collectiviteit, keuzevrijheid p. 44 en maatwerk Onze randvoorwaarden voor solidariteit Zoek de balans tussen keuzevrijheid en paternalisme Over risicoverdeling en herverdeling p. 53 Het beste pensioenstelsel ter wereld Over vermogensopbouw voor pensioen, p. 58 zorg en eigen woning Collectief zorgsparen is technisch uitvoerbaar, maar heeft niet onze voorkeur Naar 50 tinten groen We investeren in oranje
6
Over pensioencommunicatie p. 74 De 6 B's voor Pensioencommunicatie 16 miljoen coaches Begrijpelijkheid en de olifant Over diversiteit en samenwerking p. 82 Samenwerken binnen fondsen: 10 is het nieuwe 100 Stap over op een coöperatief model Roadmap naar diversiteit De Toekomst Stichting PensioenLab P. 96 Volle kracht vooruit
Het Lab won de PBM Communicatieprijs! De prijs voor beste innovatieve communicatie (2013) ging naar het PensioenLab, een initiatief van de jongerenorganisaties van CNV, FNV en VCP. Het Lab is opgericht in 2012 met als doel jonge mensen voor te bereiden op en te faciliteren in een actieve betrokkenheid bij de pensioenwereld vooral door ze te prikkelen om met vernieuwende ideeën te komen. 7
8
Het Lab ‘We build too many walls and not enough bridges.’ – Isaac Newton
9
initiatiefnemer #1 van het lab Klaartje de Boer | Beleidsadviseur en pensioenwoordvoerder Vakcentrale voor Professionals Bridging the generations “In het APG-blad Pensioenachtergronden schreef ik vorig jaar een artikel met als titel ‘’De generaties overbruggen’’. Hierin uitte ik mijn zorgen over de verharding van de samenleving. Daar waar maatschappelijke tegenstellingen en spanningen voorheen liepen langs de lijnen van sociale gelaagdheid en levensbeschouwing, lopen ze nu ook langs de lijnen van generaties. Het is dan ook goed dat wij - FNV Jong, CNV Jongeren en de Young Professionals van de VCP - het PensioenLab hebben opgericht. Hierdoor hebben jongeren een spreekbuis gekregen om hun visie kenbaar te maken in relatie tot complexe pensioenvraagstukken. Daarnaast fungeert het PensioenLab als een kweekvijver om jongeren op te leiden en klaar te stomen voor een plek in een pensioenfonds om hen zeggenschap te geven. Immers een pensioenstelsel zonder draagvlak van jong en oud zal de 100 jaar niet halen. Samen verdiepen in ons stelsel Allereerst is het van groot belang dat jong en oud zich samen verdiepen in ons stelsel en zich rekenschap geven van wat er zou gebeuren als een collectief stelsel zonder pensioensolidariteit niet meer zou bestaan. Een systeem zonder solidariteit en risicodeling en ieder voor zich is haar tegenpool. Wil de Nederlandse samenleving dit wel en hebben we wel voldoende onderzoek gedaan naar dit soort vragen en de effecten van het afschaffen voor zowel jong en oud? Iets afschaffen is relatief eenvoudig, iets beters ervoor in de plaats krijgen vanuit een bestaand stelsel met alle overgangs- en eigendomsproblematiek is erg complex. Over deze complexe vragen over de houdbaarheid van ons stelsel zullen we vanuit de SER dit jaar gaan adviseren, waar we jong en oud natuurlijk bij zullen betrekken. Ikzelf ben er van overtuigd dat risicodeling noodzakelijk is in ons pensioenstelsel, ook in de toekomst. Het zorgt er namelijk voor dat we de kans op pech- en gelukgeneraties kunnen beperken en voor alle generaties een beter rendement tegen acceptabele risico’s kunnen realiseren, dan wanneer ieder dit voor zich zou
10
moeten doen. Dit betekent echter ook dat geen enkel pensioen voor welke generatie dan ook zeker is, in die zin dat het eindbedrag niet met cijfers achter de komma vast staat. Herverdeling en risicodeling zijn nodig om ervoor te zorgen dat alle generaties uiteindelijk ongeveer hetzelfde aan pensioenjaren en pensioenresultaat krijgen, waarbij rekening wordt gehouden met hun levensverwachting. Zeggenschap ook voor jongeren zorgt voor draagvlak Ten tweede hebben de politiek, de cao-partijen en de hele pensioensector gezamenlijk een enorme verantwoordelijkheid om jongeren te betrekken bij de invulling van de bestuurs- en toezichtscolleges als gevolg van de WVBP en hen meer te betrekken en zeggenschap te geven in pensioenfonds-organen. Het verwerven van draagvlak voor moeilijke keuzes zal alleen een kans van slagen hebben als jongere generaties net als de gepensioneerden, een gelijkwaardige positie krijgen in een pensioenfonds. Pas dan kunnen zij hun stem laten gelden bij belangrijke besluiten aangaande de betaalbaarheid van de regeling, nu en in de toekomst. Opleiden van jongeren Ten derde dient er geïnvesteerd te worden in het opleiden van jongeren. De jongeren hebben de hand in eigen boezem gestoken en Stichting PensioenLab opgericht. Echter dan zijn we er nog niet! De komende jaren blijft het belangrijk dat de sector en sociale partners blijven investeren in het opleiden van jongeren en hen de ruimte geven om daadwerkelijk door te stromen in pensioenfondsorganen. De jongeren van nu zijn de bestuurders van de toekomst. Om dit net zo goed te doen als hun voorgangers ligt er een belangrijke rol voor de huidige bestuurders om hun kennis en vaardigheden over te dragen.”
11
lab in 3 stappen Hoe werkt het?
1: Werven Jonge ´laboranten´ voor een pensioen denktank… waar vind je die? In de zomer van 2012 werd gestart met de werving voor het PensioenLab. Het resultaat? Oude bekenden vanuit onze PensioenMasterclasses, maar vooral veel Hollandse Nieuwe: uit jongerenbonden, de Pensioenfederatie of ´gewoon´ via social media. 2: Opleiden Niet iedereen heeft evenveel kennis. Tijd voor een Bootcamp! Tijdens 2 dagdelen werd de pensioenkennis van de jongeren op een basisniveau gebracht. Voor dit Bootcamp hebben we zoveel mogelijk sprekers uit de praktijk ingeschakeld om hun expertise en ervaring te delen. Pensioenkenners als Jan Tamerus (PGGM), Willem Jelle Berg (bestuurder ABP), Kick van der Pol (voorzitter Pensioenfederatie) en professor Goudswaard deelden hun kennis om het niveau van onze laboranten flink op te schroeven. 3: Adviseren Alle laboranten zijn opgedeeld in teams. Elke team heeft een eigen focuspunt, een voorzitter, een secretaris, een externe adviseur en een coach. Vervolgens wordt er flink gediscussieerd, verzonnen, uitgewerkt en geadviseerd. Soms bij één van de laboranten op de eigen werkplek, soms in de kroeg. De voorzitter is het eerste aanspreekpunt voor de teamleden, de coach en de externe adviseur. Hij of zij bewaakt de algemene voortgang van de adviezen en activiteiten van de groep en stelt de agenda op. De secretaris heeft vooral een ondersteunende rol. Hij of zij werkt de notulen uit, plant de vergaderingen en houdt de kosten die het Lab maakt in de gaten. De externe adviseur die bij het Lab betrokken is, fungeert als een klankbord en inhoudelijk raadgever. Hij of zij is werkzaam binnen de pensioensector en heeft veel inhoudelijke expertise rondom het thema waar de groep mee bezig is. Tot slot heeft de coach vooral de taak om mee te denken over de inhoud en het onderlinge proces. Ook is de coach de schakel tussen de vele geïnteresseerden binnen de pensioensector en de teams. 12
DRUK EMPEL N! E JE ST PENSIO OP JE
EN EN E REN HEBB N JONGE S L A A N V IO B K S A A S L A E R EN , PROF INSP NSIO JAAR OUNG EERD: DE N HET PE S EEN HP Y L L A M U V E D M T N S R MID NG E GEFO T DE KOM AAT IN NV JO OEL E BEST EN, F ENLIJK D N. M R B E E A T L G O JON ZAM RGR IOEN CNV K GE LD VE HET PENS NGRIJ ENWERE ! UD. R O BELA IO A H S IN LA PEN OEL IET K IN DE DIT D NG N N WE N NOG LA E V E G IJ WE Z MAAR over nken nade OR! O ie ie d D t ) a r GAAT 5 jaa munic heid T NLAB met 3 iteit, com ij WAN SIOE ot en s uzevr N r (t e e E k n P iv e l, d e it : ger HET vanu t bben t stels e 0 jon ld e h 5 e h e n uleer / n b + a ke form ijvoor n mst v at uit b te ma e o a t n k n s s e e e e vie ? e to bb nsio n kom d) ad WAT rijke eit, d enLa et pe g gaa ngevraag elang darit ensio ten die m de sla (o , soli een b t n n Het P c f b e a e e a s a p e L d e g n on lei as e me nLab nsioe ioenf aller aar w t Pensioe et Pe pens t is h e ken w it de s. s k r H a e u . a t d k n s r vanu tie ar ag uu f poli e vra ’s. Da ondsbest sen o f etc. D hema an nfond sioen ijke t e r r en v n g e io n p s la 5 jaa ig pen n op be toekomst dan 3 ie is is r . ds ku e r rp een v enfon t oud r voo erwe io ie e d s v n n n ij , o v e n k p ij het ioene , als kwee pens jven b rtijen d is in ken wil bli bbende pa r e e ? s k e es WIE betro r belangh ïnter VOOR 2014 ie ge et oo t juni een d we m ord v . b n k e n Ieder er 2013 to g la arten g t k s le ’s n r , a e o u b o a m m we e ons v nove isnive ctuele the t zijn kenn g aan a naas ende tellin e en s o k Daar f ij ld r o o g rv raag belan an t ove je je v nkele schik . Dit k cht e en ereld ab be lu L w t lv n r e e e p h s ek io in vog pens n dat laten ij e e e b ? g t d r r E a b o it O u H de La wa te z n van rs in amp sioen is rvoor tukke t Pen slisse legd zijn, Bootc Om e ioen et be raags binnen he r s v e m n t d t e e . n c t o m a . Het t n a e g n e d m o d een P toegelich la n c e s e irect n de r de le subth voldo en we aa ieren, doo ook door d word leden pen in een n. gaan hede r e Lab an a ie a ll n a d m li a r r e t m e a e g jk a , v d o d n n Da e e t m n t le , e n il e p e rg m rsch tot d enem voor te zo ootca op ve te ev rbeeld r het B s gro bijvoo Om e aast gaan t . n r , ld o h e o tijden ic h . We er om z 18.00 en be a het ioenw g t id s o e in t n ). z h e r 0 jk p le u N ogeli n 09.3 af 14.00 u en en a m v g e r in d e an er train vemb ep (v n van 30 no aggro volge 23 en midd p n o e n e de en . H atsvin 3.30 uur) gaan TISC at pla lag te (tot 1 s PRAK tcamp ga p e e d o r n g o a d o a n B om Het ochte klaar r UT n een t Lab uit va OUTP aan secto is he p m its a ies e c v t it d o s o A r B . dive eld: m.b.t oorbe Een v beleid T INPU arborg je a n Hoe w eit binne turen? sit r bes e iv d onds f n e io pens
EB OF H LAB HET U O R Z O O B NV T LA ELDE N HE AANM NAAR JE AA
JE
13
Jong & betrokken De Laboranten aan het woord
Erik Maas | 32 | student Bestuurs- en Organisatiewetenschap, afstudeerrichting Strategisch HRM “Er is veel kennis en creativiteit aanwezig bij de deelnemers op het gebied van pensioenen en over de positie van jongeren in de huidige arbeidsmarkt. Als deze kennis en kunde op de juiste manier wordt aangesproken ontstaat er al snel een vernieuwde kijk op zo’n complex onderwerp. De kruisbestuiving van ideeën van jonge mensen uit verschillende disciplines is geweldig om mee te maken. Wat mij ook is opgevallen is dat er in een aantal weken geweldige nieuwe ideeën en presentaties uit de grond gestampt kunnen worden. Mijn droom is dat er een pensioen opgebouwd kan worden door iedereen: variërend van zzp-er tot een medewerker met een vast contract. Ook hoop ik dat het woord ‘pensioen’ bij jongeren niet automatisch tot verzet leidt, maar dat vernieuwing en een progressief pensioenstelsel ook tot het eigen terrein van jongeren wordt gerekend.” Derya Gunaydin | 32 | Senior pensioenjurist bij Syntrus Achmea | VOORZITTER WERKGROEP DIVERSITEIT “Iedereen wil met jongeren sparren. Maar in de praktijk blijkt dat voor veel jongeren best lastig. Je moet daar zelf scherp op zijn en misschien ook wel een beetje onbescheiden. In ieder geval de juiste mensen weten te raken met je boodschap en natuurlijk geloven in je eigen kracht en energie. PensioenLab gaf mij een podium – en daar heb ik dankbaar gebruikt van gemaakt. Jongeren moeten de ruimte krijgen om oplossingen aan te dragen voor actuele pensioenonderwerpen. Als ik naar de huidige bestuurders van pensioenfondsen kijk, zie ik toch echt vooral grijze oude mannen. Ik ben er van overtuigd dat een diverse samenstelling tot betere besluitvorming leidt. En dat een evenwichtige afspiegeling op een positieve wijze de afweging van tegengestelde belangen beïnvloedt. Wrijving geeft glans, maar dan ook alleen als men bereid is daar naar te luisteren.” 14
15
16
Marinus Rijstenbil | 35 | Processor Medewerker bij De Traay “Ik vond het leuk mij in pensioenen te verdiepen. Binnen het Lab denken we allemaal anders over ons pensioen; hoe het allemaal in elkaar zit en wat we willen. Het is moeilijk om met elkaar alles op één lijn te krijgen. Maar: we hebben veel van elkaar geleerd.” Alexandra Bolland | 27 | student Commerciële Economie | Assistent Financieel Advies bij Rabobank “Met de daadwerkelijke invulling van mijn pensioen ben ik nog lang niet bezig. Ik heb nog wel even te gaan. Er zijn veel veranderingen en ontwikkelingen die nu plaats vinden in de sector. Daarnaast vind ik het werken zo leuk, dat ik er niet aan moet denken morgen te moeten stoppen. “Het belang van een goed pensioen staat heel hoog bij mij in het vaandel. Ik weet hoe mijn pensioenregeling in elkaar zit en wat ik jaarlijks opbouw en eventueel kan ondernemen voor aanvullende voorzieningen. Helaas ben ik daar vaak een uitzondering in. Het is nu een arbeidsvoorwaarde waar vaak door werknemers niet naar gekeken wordt, overigens door zowel jong als oud. Als ik mee kan helpen om mijn generatie betrokken te krijgen en kan helpen in de educatie en het inzien van het belang van onze pensioensector en hun eigen regelingen, dan zal ik dat zeker niet nalaten. Het beeld van de sector waarbij we grijze mannen in het bestuur zien en het ondergeschikte belang van pensioenen van jongeren is aan vele zaken te wijten. Ik ben echter van mening dat wij als jongeren hier ook zeker een verantwoordelijkheid in hebben en moeten nemen. Het PensioenLab is hiervoor een uitermate geschikt medium om de visie van jongeren te verbinden met de sector en een podium te geven. Als we zorgen dat er een evenredige vertegenwoordiging gerealiseerd kan worden tussen deelnemersleeftijden en mensen actief in de pensioensector dan hebben we al een hele grote stap gemaakt.” Jens van Egmond | 26 | Risicomanager voor pensioenfondsen bij Cardano “Als student pensioeneconomie voelde ik me verantwoordelijk om ook mijn kennis voor de maatschappij in te zetten. Pensioenzorgen wegnemen kan alleen met een daadwerkelijk schokbestendig stelsel waar jong en oud op 17
kunnen vertrouwen. In de toekomst zullen mensen met een flexibele pensioenleeftijd en deeltijdpensioen een geleidelijk pad van werk naar pensionering bewandelen.” Nicky Nijhuis | 19 | Student Bank- en verzekeringswezen “Wanneer je iets wil veranderen, zul je altijd zelf moeten bijdragen aan deze verandering. Al is het lastig om dit in je eentje te realiseren. Met het PensioenLab werd mij de mogelijkheid geboden om samen met een grote groep jongeren een verschil te maken. De diversiteit in deelnemers is een onderdeel van het Lab dat niet onopgemerkt kan blijven. Ongeacht de achtergrond, iedere deelnemer zet zich ten volste in en levert een bijdrage op zijn of haar eigen manier.” Alexander Dietvorst | 31 | Medewerker Vermogensbeheer pensioensector “Thuis ging het voortdurend over pensioenen en ik denk dat ik hiervan een tik heb meegekregen. Ik hoor ook vaak mensen zeggen dat de pensioenmaterie saai is. Ik vind juist het tegendeel waar, afgelopen jaren waren misschien wel de beste en spannendste jaren. Daarnaast heeft mijn vader me wel eens verteld dat pensioen je belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde is - en daar moet ik hem helemaal gelijk in geven. Ik vind het PensioenLab een mooi en goed initiatief, de plek waar we als jongeren een verschil kunnen maken. Het is wat dat betreft ook een natuurlijke beweging, de babyboomgeneratie heeft ook moeten vechten voor hun rechten. Dit hebben ze gedaan (succesvol!) en nu zijn wij aan de beurt. Ik hoop dat ik over 30 jaar niet tegenover een groep jongeren sta en me dan realiseer dat ik 30 jaar geleden aan de andere kant van de tafel zat. Als dat wel zo is, dan is er toch wat fout gegaan…” Anna Grebenchtchikova | 23 | student Wiskunde & Taalwetenschap | voorzitter werkgroep Pensioen CNV Jongeren “Door mijn Russische achtergrond weet ik goed hoe een land zonder rechten er uit ziet. Sociale rechten en arbeidsvoorwaarden blijven echter enkel sterk als ze meebewegen met de maatschappij, en we continu naar verbetering streven. 18
19
20
Afgelopen juni kwam ik voor het eerst in contact met de aankomende problemen in de pensioensector: de wettelijk toegestane maximum pensioenopbouw zou sterk verlaagd worden door de overheid. Dit deed men niet om de positie van burgers te versterken, maar uit ordinaire bezuinigingsoverwegingen. Hier schrok ik van – en daardoor besloot ik actief te worden op pensioengebied. Het is broodnodig een brug te bouwen tussen jongeren en de pensioensector. Over jongeren heersen teveel vooroordelen: ze willen niet meedenken, het zou een ‘ver van hun bed’-show zijn. Tegelijk viel op dat er juist binnen én buiten het Lab vele jongeren juist graag nadenken. Het was erg leuk deze groepen bijeen te brengen, en te zien hoe hier goede verbanden en ideeën ontstonden.” Jeroen Dejalle | 27 | Pensioenadviseur bij Montae “Hoe de zaken er voor staan over 30 jaar? Vanuit de deelnemer een gezonde verwachting van een pensioenvermogen, waarbij we ons realiseren dat een pensioenfonds de meest effectieve en efficiënte uitvoerder is. Binnen de pensioenfondsen is er meer transparantie en zitten er een paar flexibele modules in, die je bijvoorbeeld tijdens een studiejaar kunt inzetten. Mensen kunnen zo hun pensioen meer toespitsen op hun persoonlijke situatie. Verder heeft de communicatievoorziening een flinke vlucht genomen en zijn mensen veel beter op de hoogte van de status van hun pensioen. Het PensioenLab zet zich maximaal in om interessante figuren uit de sector te betrekken. Wat het daarnaast extra interessant maakt is het feit dat de sector erg benieuwd is naar ideeën van jongeren en samen met jongeren wil bouwen, bijvoorbeeld aan nieuwe communicatie-instrumenten. De pensioensector is erg sportief. Ze nemen het PensioenLab serieus en willen meer weten over waar het zich mee bezig houdt. Bijna iedereen die in de sector werkt is wel gevraagd een presentatie over het Lab te geven. ”
21
samenwerking
Bruggen bouwen en kennis delen met het veld
de coach Tarik Uçar | Beleidsadviseur bij Pensioenfederatie | coacht: team Solidariteit 2013 & team Omvang Pensioenfondsen 2014 “Ik heb een pensioendroom. Een pensioendroom waarin mijn kinderen straks ongeacht hun arbeidsvorm een goed pensioen opbouwen. Een goed pensioen dat er voor zorgt dat ze later de dingen kunnen doen die ze willen doen. Zonder hun hand op te hoeven houden. In mijn droom doen ze dat samen met heel veel anderen. Een grote groep, waarbij de krachten gebundeld zijn, waardoor er samen meer te delen is. Een groep waarbij het niet uitmaakt hoe oud je bent, of van welke sekse of achtergrond je bent. Een groep waarbij jouw stem telt en waar alle opbrengsten voor de deelnemers zijn. Een groep waarbij niemand uitgesloten wordt en waarbij we met elkaar voor elkaar zorgen. Ik wil niet dat we accepteren dat er mensen of groepen zijn die pech hebben en anderen geluk. In mijn droom zorgen we voor elkaar bij ouderdom, ziekte en overlijden. Het is goed om dromen uit te spreken en met elkaar te delen. Onze dromen vormen tenslotte onze idealen. Hoe ver zijn we met het realiseren van deze idealen? Het zal je wellicht verbazen, maar de realisatie van mijn droom ligt dichterbij de huidige werkelijkheid dan je zou denken. Met onze huidige pensioenfondsen en de regelingen die ze uitvoeren komen we namelijk al een heel eind. Ook deze zijn ooit uit idealen ontstaan. Maar zoals het vaker gaat met gerealiseerde idealen, zijn er in de loop der tijd concessies gedaan en zijn er onevenwichtigheden ingeslopen. Onevenwichtigheden die wellicht kloppen volgens de regels, maar die niet meer aansluiten bij de idealen die ze horen te dienen. Ook bij pensioenfondsen zijn er inmiddels onevenwichtigheden ingeslopen. Pensioenfondsen zijn geen commerciële haaien die met termen als ’winstvertienvoudiger’ er voor gezorgd hebben dat de mensen zich
22
in de schulden hebben laten steken. Bij pensioenfondsen komen dit soort uitwassen gelukkig niet voor. Maar, we moeten wel blijven opletten, uitwassen komen namelijk niet plotseling uit de lucht vallen. Ze komen voort uit een proces waarin de grenzen steeds verder verlegd worden. Daarom is het zo belangrijk dat er met een frisse onafhankelijke blik naar de gang van zaken wordt gekeken en ook de onschuldige onevenwichtigheden bespreekbaar zijn. PensioenLab is voor mij vanaf het begin een scherpe en gedreven commentator geweest die zich oprecht verwonderde over zaken en deze verwonderingen op tafel legde. Juist om elkaar scherp te houden op de idealen waarop ons collectieve pensioenstelsel steunt. Ik heb twee jaar op rij de eer gehad om als coach aan de slag te mogen gaan bij PensioenLab, en heb deze tijd erg inspirerend gevonden. Daarom mijn oprechte dank aan ‘mijn’ teams. Bedankt voor alle inspiratie die jullie mij geboden hebben en blijf je alsjeblieft verwonderen over de gang van zaken. Deel deze verwondering met eenieder, of ze nou willen luisteren of niet!”
23
UIT HET VELD Herma Geboers | Strategisch adviseur Delta Lloyd
"In eigen huis werken we permanent aan de verbetering van pensioencommunicatie. De B’s nemen we daarin mee. Sterker nog, onze visie op pensioencommunicatie en de uitwerking daarvan gebeurt voor een belangrijk deel door en voor jongeren. Jongeren zelf zijn de beste vertolkers van hun eigen belevingswereld en zij kennen bovendien de technologische mogelijkheden en nieuwe digitale kanalen beter dan wie dan ook.”
24
25
de coach Sylvia van Waveren | Senior Engagement Specialist bij Robeco | coacht: team Vermogensbeheer 2012 - 2013 “Het blijkt best lastig om een goede definitie te formuleren voor duurzaamheid en welke rol dit zou moeten spelen bij duurzaam beleggen. Moet een pensioenfonds hier iets mee? Wat zijn de kanttekeningen daarbij? En wat kunnen jongeren voor betekenis hebben in deze materie? In 2012 werd ik gevraagd als coach voor team Vermogensbeheer. Door kennis te delen tijdens bijeenkomsten en het geven van feedback op de stukken probeerde ik een bijdrage te leveren aan het stellen van de goede vragen. Het was en is voor mij een eer om deze jongeren te begeleiden op de meest existentiële vragen die er naar mijn mening zijn op het gebied van vermogensbeheer door pensioenfondsen, namelijk duurzaamheid, lange termijn en de rol van de jongeren hierin. Ik ben ervan overtuigd dat deze jongeren door hun inventiviteit van cruciale waarde zijn voor het behoud van ons mooie Nederlandse pensioenstelsel.”
26
27
de coach Willem Jelle Berg | Lid Dagelijks Bestuur CNV Vakcentrale | Bestuurslid Stichting Pensioenfonds ABP | coacht: team BESTUUR “Bijna nader ik het punt waarop mijn jeugd meer jaren achter mij ligt, dan dat mijn pensioenleeftijd voor mij ligt. Ergo, in pensioentermen; het gaat hier over de discussie over de doorsneepremie. Tot aan dit moment heb ik teveel betaald! En ondanks de eerste grijze haren, ben ik nog steeds één van de jongste pensioenfondsbestuurders in Nederland. Tot voor enkele jaren terug kwamen de termen ‘pensioen’ en ‘jongeren’ bijna nooit in één zin tegelijk voor. Dat frustreerde mij, omdat juist jongeren veel belang hebben bij een goed pensioenstelsel. Daarom ben ik er trots op dat het de jongeren van CNV, VCP en FNV is gelukt om zoveel jongeren bij elkaar te brengen die mee willen denken over de toekomst van het pensioenstelsel. Al die denkkracht is hard nodig, want er zijn de komende jaren de nodige harde noten te kraken. Het komende jaar zal in de Sociaal Economische Raad (SER) de discussie over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel worden gevoerd. De kracht van het PensioenLab is dat de deelnemers niet denken vanuit hun huidige belangen, maar zich richten op de stip op de horizon. En ondanks dat er buiten de paden wordt getreden, is het mooie van het PensioenLab dat de voor ons belangrijke uitgangspunten terugkomen. Het PensioenLab legt de vinger op de zere plek: • Solidariteit is een meerwaarde, maar de doorsneesystematiek schuurt • Zzp’ers moeten worden verplicht om pensioen op te bouwen, vooral belangrijk voor zogenaamde ‘gedwongen zzp’ers’; • De beleggingsspagaat moet worden opgelost En belangrijker: het PensioenLab is er ook in geslaagd deze onderwerpen voor de pensioenbranche te agenderen. Niemand in de sector ontkomt er aan hierover na te denken. Ook binnen het CNV zijn we druk bezig met deze onderwerpen en we zullen ze ook ter sprake brengen in de SER.
28
Het is de kracht van pensioenfondsen dat deelnemers al op jonge leeftijd voor hun pensioen sparen. Jongeren doen dus al vroeg mee en daarom is het zo belangrijk dat ze ook al vroeg hun stem laten horen. Hulde aan het PensioenLab dat jullie voorop lopen en meedoen! Dank dat ik jullie daarbij heb mogen begeleiden. Ik hoop dat ik straks in de pensioensector één van de ouderen ben in plaats van de eeuwige jongste!”
29
Pitchen & vernieuwen De events van het PensioenLab
KICK OFF – oktober 2012 AMSTERDAM, DE NEDERLANDSCHE BANK - In het auditorium van De Nederlandsche Bank werd de aftrap gegeven van het PensioenLab. Het belangrijkste doel? Jonge mensen meer inspraak geven in de pensioendiscussie. Momenteel is slechts 2 à 3% van de bestuursleden van pensioenfondsen jonger dan 35 jaar, dus het is hard nodig. Ongeveer 100 deelnemers waren aanwezig bij de officiële start in Amsterdam. Gerard Riemen, directeur van de Pensioenfederatie, gaf met een gongslag het startsein. Dagvoorzitters Klaartje de Boer (VCP), IJmert Muilwijk (CNV Jongeren) en Dennis Wiersma (FNV Jong) namen het daarna van hem over. Zij legden een reeks stellingen en publieksvragen voor aan het panel met onder meer Olaf Sleijpen (DNB) en Arthur van der Wal (AZL).
30
het panellid Olaf Sleijpen | Divisiedirecteur Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen, De Nederlandsche Bank “Jongeren spelen een cruciale rol bij de discussie over de toekomst van ons pensioenstelsel. Door de demografische ontwikkelingen staat de houdbaarheid van ons stelsel onder druk. Als je dat wil oplossen moet je nadenken over, onder meer, solidariteit(en) binnen het stelsel en de “hardheid” van aanspraken. Daarnaast spelen veranderende arbeidsverhoudingen en individualisering een rol. Met een conflictmodel tussen generaties los je dat niet op; dat geeft alleen verliezers. Het zal moeten beginnen met het herkennen en erkennen van elkaars belangen en oplossingen bespreekbaar maken. PensioenLab laat zien dat jongeren daar hun rol in willen pakken. In tegenstelling tot wat wel eens wordt beweerd, worden jongeren niet bij voorbaat afgeschreven bij geschiktheidstoetsingen voor beleidsbepalende functies in de pensioensector, integendeel. Een deel van de jongeren die bij het PensioenLab actief is zou waarschijnlijk heel goed voor dergelijke functies kwalificeren. Het probleem is meer dat jongeren nog te weinig door benoemende organisaties worden voorgedragen of wellicht nog huiverig zijn zich verkiesbaar te stellen. “
31
Pitchen & vernieuwen
DE TWITTERAAR Ilja Boelaars | Promovendus Economie aan de University of Chicago | Columnist voor FD PensioenPro en RTLZ.nl “Voor veel deelnemers is het PensioenLab de eerste serieuze kennismaking met het pensioenstelsel. Mijn eigen kennismaking was eigenlijk ook nog niet zo lang geleden. Het was begin 2009. Hoewel ik werkte bij een actuarieel adviesbureau, had ik eigenlijk nooit iets meegekregen van collectieve pensioenen, behalve dat we (uiteraard!) het beste stelsel ter wereld hebben. Ik was voor een cursus verzekeringsrecht bij het Actuarieel Instituut. Bij toeval verscheen een formule op het scherm voor een (collectieve) pensioenpremie. Het zien daarvan verwarde mij. Ik keek om mij heen. Was ik de enige in de zaal die deze formule vreemd vond? Blijkbaar wel… Voorzichtig stak ik mijn hand op: “Die formule, klopt die wel?”. De docent keek verbaasd en knikte bevestigend. “Dus de premie voor jonge mensen is veel te hoog?” Docent: “Tsja, zo werkt dat bij pensioenfondsen.” Ik keek nog een keer om me heen, maar ik bleek de enige die dit een vreemde gang van zaken vond. Later ontdekte ik dat dit wel enigszins tekenend was voor de hele sector. Waarom is het logisch dat jong en oud in één collectief zitten? Waarom dragen jonge mensen het langlevenrisico van ouderen? Waarom zijn alleenstaanden solidair met mensen met partner? Waarom betalen lage inkomens structureel mee aan de pensioenen van hoge inkomens? Waarom hebben mensen niks te zeggen over de hoeveelheid risico die zij lopen? In de pensioensector wordt het stellen van kritische vragen niet altijd toegejuicht. Ik heb mij, net als in dat zaaltje op het Actuarieel Instituut, vaak eenzaam gevoeld als ik dit soort vragen stelde. Gelukkig is dat tegenwoordig snel aan het veranderen. Niet in de minste plaats dankzij het PensioenLab. Overigens hoeven die vragen niet altijd direct tot radicale systeemwijzigingen te leiden. Soms wel. Zo pleit ik zelf net als het PensioenLab voor een eind aan de doorsneesystematiek, die, zoals hierboven beschreven, mijn eerste kennismaking met het pensioenstelsel markeerde. Bij andere vragen komen we er echter achter dat er misschien wel goede redenen zijn dat dingen zijn zoals ze zijn. Of we ontdekken dat de zaken wat genuanceerder liggen dan op het eerste gezicht gedacht. Het PensioenLab vroeg zich bijvoorbeeld af, waarom mensen niks mogen kiezen als het om hun pensioen gaat. Op het eerste gezicht is het raar: mensen werken een groot deel van hun leven voor hun pensioen, maar hebben 32
er geen enkele keus in. Als je het langer bestudeert, wordt echter duidelijk dat er geen simpele antwoorden zijn. Heel veel mensen zijn blij dat ze automatisch sparen voor hun pensioen. Heel veel mensen vinden het eigenlijk wel fijn dat er een paternalistische organisatie is die de ingewikkelde beleggingsstrategieën uitstippelt. Tegelijkertijd blijft het vreemd dat mensen in 2014 evenveel keuzevrijheid hebben als in 1960, ondanks de toegenomen mogelijkheden op het gebied van ICT, het toegenomen opleidingsniveau, de toegenomen diversiteit, enzovoort. Nieuwe tijden vragen om nieuwe antwoorden en nieuwe antwoorden zijn vaak gebaat bij nieuw bloed in de discussie. Het PensioenLab heeft daar de afgelopen twee jaar wat dat betreft een mooie, en broodnodige, bijdrage aan geleverd. Ga zo door!
DE EXPERT Peter Borgdorff | Directeur Pensioenfonds Zorg en Welzijn “Op 29 januari was ik te gast bij een mooie bijeenkomst van het PensioenLab bij DNB. Het is voor mij belangrijk om meer jongeren te betrekken bij het onderwerp pensioen, dus ik voelde me daar als een vis in het water. Het was een bijzondere ervaring. Veel jonge mensen die gepassioneerd praten over pensioen, voor hen nog ver weg. Onorthodoxe oplossingen werden aangedragen. Zoals het PensioenLab terecht waarneemt is er sprake van consolidatie in pensioenfondsenland. Een groot pensioenfonds profiteert nu eenmaal optimaal van schaalvoordelen. Dat geeft voordelen in de pensioenadministratie, maar ook in het beleggingsbeleid en in het bestuur. En niet onbelangrijk: er kunnen gunstige beheertarieven worden bedongen. Dit alles levert deelnemers een beter pensioen op. Maar, het PensioenLab concludeert terecht dat er ook nadelen aan verbonden zijn. Als het collectief te divers wordt, kan het gevoel van homogeniteit verloren gaan en kunnen groepen het gevoel krijgen dat hun stem niet wordt gehoord. Wat betekent dit alles nu voor jongeren? Gelukkig zijn er hier geen tegengestelde belangen tussen jong en oud. Jongeren hebben net als ouderen alle belang bij schaalgrootte en bij solidariteit om zo een optimaal pensioen te bereiken. Het PensioenLab voelt feilloos aan, dat eenheidsworst voor een te grote groep nadelen heeft en ten koste gaat van de saamhorigheid. En dat het leidt tot meer overdrachten en bestuurlijke vertegenwoordiging lastiger maakt. Solidariteit is aan voorwaarden gebonden en dat geldt voor jong en oud. Daarom gaat PFZW zorgvuldig met deze voorwaarden om.” 33
Pitchen & vernieuwen
34
PITCH – februari 2013 ZEIST, SYNTRUS ACHMEA - Via Twitter neemt de belangstelling voor #pensioenlab al behoorlijk toe. De 5 experimententeams hebben zich de afgelopen maanden gebogen over hersenkrakers rondom de thema’s Solidariteit, Keuzevrijheid, Bestuur, Vermogensbeheer en Communicatie en zijn klaar om hun adviezen kenbaar te maken aan de buitenwereld. Rond zes uur is het dan zo ver: de deuren gaan open en deelnemers, pers, grote namen uit de pensioensector en politiek en andere geïnteresseerden stromen binnen. Er hangt een opgewonden sfeer en de zaal zit vol. De avond gaat van start. Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Jetta Klijnsma, heeft naar eigen zeggen ‘rode oortjes’ wanneer ze kort het woord neemt voorafgaand aan de pitches. Een ware hype ontstond op Twitter met als trending topic ‘#pensioenlab’ tijdens en na de presentaties. Vol lof werd er over de adviezen én over de jongeren gesproken en ook tijdens de terugkoppeling was de conclusie dat het een zeer succesvolle avond is geweest.
35
Pitchen & vernieuwen
de samenwerkingspartner
Else Bos | CEO PGGM “In juni 2013 ontving PGGM het PensioenLab voor de eindpresentatie van hun adviezen. De presentaties, waar de energie van af spatte, maakten mij duidelijk dat het PensioenLab erin is geslaagd om het pensioendebat relevant te maken voor jongeren. De deelnemers verdiepen zich in de materie en de techniek maar verzanden daar niet in. Integendeel: de adviezen gaan juist over de echt grote vragen zoals solidariteit, collectiviteit en beleggingsbeleid. Hiermee wordt de pensioensector aan het denken gezet. Een frisse blik dus, vanuit de inhoud. De uitdaging is om betrokken te blijven. De ontwikkelingen in het pensioenlandschap gaan geleidelijk en verandering kost tijd. Invloed hebben betekent doorzetten.”
36
EVENT – juni 2013 ZEIST, PGGM - Een snikhete zomerdag, maar in het gebouw van PGGM in Zeist waait een frisse wind aan creatieve, innovatieve ideeën van jonge toppers die willen meebeslissen over hùn toekomst. Na uitvoerige discussies en onderzoeken op vier verschillende thema’s hebben de deelnemers van het PensioenLab opnieuw hun adviezen klaar voor de pensioenwereld. Door middel van mooie presentaties en metaforen wisten de deelnemers van het lab de bezoekers te boeien. Een creatieve uitblinker was toch wel de presentatie van de groep Communicatie. Aan de hand van voetbaltactieken denken zij meer Nederlanders te kunnen interesseren in het onderwerp pensioenen. Met Cruijffiaanse wijsheid en verschillende visuele hulpstukken bracht de groep de zaal regelmatig aan het lachen. Een simpele uitleg, wat een taai onderwerp als pensioen goed behapbaar maakte. Na de presentaties in het auditorium verplaatste de menigte zich in verschillende groepjes naar de discussieruimtes. Tijd voor een speeddate met een pensioenonderwerp…!
37
Pitchen & vernieuwen
38
DINER – januari 2014 AMSTERDAM, DE NEDERLANDSCHE BANK - Wat een uitnodiging: een exclusief diner bij De Nederlandsche Bank met de grote experts uit de pensioenwereld. Gerard Riemen, Jetta Klijnsma, Peter Borgdorff… en dan tussen de gangen door je eigen ideeën over de pensioenwereld presenteren. De Laboranten pitchten hun plannen over diversiteit, schaalgrootte, communicatie, keuzevrijheid en de toekomst van het stelsel. De conclusie van de avond? Dit smaakt naar meer!
39
40
de adviezen ‘No problem can be solved from the same level of consciousness that created it.’ - Albert Einstein
41
initiatiefnemer #2 van het lab Robbert Coenmans | Voorzitter FNV Jong “Als voorzitter van FNV Jong bemoei ik me niet alleen tegen de pensioendiscussie aan. Ik heb (gelukkig) ook andere taken, zoals het neerzetten van een scherpe aanpak jeugdwerkloosheid en de aansluiting van het onderwijs met de arbeidsmarkt. Binnen die beide terreinen is het niet perse makkelijk, maar wel goed mogelijk om iets te regelen. En dan is er de pensioendiscussie. Die enorme, titanische pensioendiscussie. Waar iedere en elke wijziging gelazer oplevert elders in het stelsel. Dit komt in grote mate door een pensioenpot van zo’n 1000 miljard. Om er even wat beeldspraak tegen aan te knallen, want dat doet het altijd goed. De hele discussie is te vergelijken met een zwembad. Dan doel ik niet op een hip tropisch zwembad, met automatische golfslagunits en een snackbar. Dan doel ik ook niet op zo’n mooi ingegraven zwembad. Nee, ik ga hier voor een vrij karig (maar desondanks erg vermakelijk) budgetzwembad. Zo’n ding dat er uit ziet als grote waterton en je gewoon pontificaal in je achtertuin plempt. Dat is ons pensioenstelsel. En ons prachtige denkbeeldige zwembad is tot barstens toe gevuld met veel te veel water. Dat is onze duizend miljard*. Niet alles werkt even goed in ons zwembad. Dus er moeten dingen aangepast worden. Tragisch genoeg moet het water wel in het zwembad blijven, anders worden de mensen boos. En dat betekent dat iedere reparatie, ieder klein schroefje dat moet worden aangedraaid, tot in het grootste detail moet worden uitgedacht, want anders knalt het water eruit. Dat maakt het soms erg vermoeiend. Want tegelijkertijd willen mensen niet alleen de schroefjes aandraaien; nee, het hele zwembad moet worden verbouwd. Er moet een duikplank komen voor senioren volgens de één. Volgens de ander moet ieder zijn water in een eigen emmer op de bodem van het zwembad bewaren en mee naar huis kunnen nemen. Maar goed, wat doen we dan met al dat water terwijl we het verbouwen in de tussentijd? En hoeveel raken we kwijt? En buurman Theo heeft ooit gezegd dat wij het beste zwembad ter wereld hebben, simpelweg omdat we er meer water in
* Waarbij er nog de nodige discussie is of dat überhaupt wel voldoende is, want binnen afzienbare tijd wil half Nederland zo nodig het zwembad in. Maar dat terzijde.
42
hebben geramd dan wie dan ook, en wat zal die wel niet van ons denken? Dit alles maakt de pensioendiscussie soms vastgeroest, maar het PensioenLab heeft daar geen last van. Het PensioenLab hoeft zich niet zo’n zorgen te maken over wat er met het water moet gebeuren. Die kunnen vrij denken en adviseren; alles mag en kan. Jetski’s in het zwembad? Waarom niet. Een glijbaan? Dat kan gewoon. En die creativiteit en oorspronkelijkheid is precies wat we nodig hebben om te bouwen aan ons toekomstige zwemparadijs.”
43
OVER COLLECTIVITEIT, KEUZEVRIJHEID EN MAATWERK
ADVIES ONZE RANDVOORWAARDEN VOOR SOLIDARITEIT Solidariteit is actueler dan ooit en zal in de toekomst een belangrijke rol spelen. Om het draagvlak voor solidariteit in pensioenen te waarborgen heeft het PensioenLab een aantal randvoorwaarden gedefinieerd. Het pensioenstelsel van de toekomst zal aan deze randvoorwaarden moeten voldoen om houdbaar te zijn en op vertrouwen te kunnen rekenen. Randvoorwaarde 1: van doorsneeopbouw naar degressieve opbouw De doorsneesystematiek was ooit het kenmerk van een goed stelsel, maar dat is niet langer het geval. Inmiddels heeft deze systematiek zelfs zulke schadelijke effecten op de arbeidsmarkt, ZZP-ers en de verdeling tussen generaties dat de houdbaarheid van het stelsel erdoor wordt bedreigd. Dat geldt zelfs als er een robuust FTK wordt geïntroduceerd. De overgang naar een nieuw pensioencontract moet daarom samengaan met het aanpakken van deze weeffout in het systeem. Voor beide is namelijk een vorm van invaren vereist, en dat is een proces dat bij een stelselherziening maar één keer kan worden uitgevoerd. Het is in het grootste belang van de Nederlandse economie en het maatschappelijk draagvlak voor het pensioenstelsel dat de doorsneeopbouw wordt vervangen door een degressieve opbouw, zodat elke premiebetaler waar krijgt voor zijn geld. Op deze manier kan er eenvoudig een algemene pensioenplicht worden ingesteld die erin voorziet dat elke persoon die een inkomen genereert op een fatsoenlijke manier pensioen kan opbouwen, zonder economische leeftijds- of beroepsdiscriminatie. De doorsneepremie willen we graag behouden omdat het makkelijk uitlegbaar is en zorgt dat de verplichtstelling mogelijk blijft. Ook voorkomt het leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. De doorsneeopbouw die hier op dit moment aan gekoppeld is heeft echter een aantal nadelen en daar willen we wat aan doen. Als we de economische waarde van die opbouw bekijken is dit systeem namelijk helemaal niet eerlijk. Immers, een euro die 40 jaar rendement kan
44
maken is meer waard dan een euro die dat maar 5 jaar kan. Jongeren krijgen dus geen waar voor hun geld. Mensen die ZZP’er worden rond hun 45ste hebben te veel betaald. Dit geldt ook voor mensen die in een sector zonder verplichtstelling gaan werken. Hierdoor hebben deze mensen later een veel lager pensioen, omdat ze geen pensioensubsidie krijgen van de volgende generatie jongeren. Om te voorkomen dat er mensen zonder pensioen komen te zitten moeten de witte vlekken ingekleurd worden. Is dit voldoende om het systeem eerlijk te maken? Nee, want: a) mensen krijgen nog steeds geen waar voor hun geld en b) hogere inkomens krijgen subsidie over een hoog inkomen, gesubsidieerd door lage inkomens. Een mooi voorbeeld van perverse solidariteit. Deze problemen manifesteren zich al met de huidige verdeling. Het plan is echter om de belastingvrije opbouw te verlagen naar 1,875%, vaak zonder hierbij de premie te verlagen. Met name mensen rond de 45 worden getroffen; zij hebben subsidie gegeven aan de ouderen op basis van 2.25% terwijl zij de subsidie terug zullen ontvangen op basis van 1.875%. Dit maakt van een hele generatie deel-ZZP’ers op pensioengebied. Schokkend! Jongeren krijgen voor dezelfde premie een stuk lager pensioen
Het PensioenLab vindt dat de rekening van de doorsneepremie eerlijk verdeeld moet worden. Het verlagen van de belastingvrije opbouw legt de rekening al deels bij de jongeren neer. Voorkomen moet worden dat dit met de volledige rekening van 100 miljard euro (CPB, 2013) gebeurt. Daarom moeten alle generaties meebetalen, maar op een transparante manier. Hierbij moet in overweging worden genomen dat niks doen ertoe zal leiden dat de huidige jongeren de volledige rekening zullen betalen, omdat dit oneerlijke systeem
45
OVER COLLECTIVITEIT, KEUZEVRIJHEID EN MAATWERK niet nog een generatie zal overleven. De toekomst is eerlijk, waar iedere premiebetaler direct waar voor zijn of haar geld krijgt. Dit kan worden bereikt door de doorsneeopbouw te vervangen door een degressieve opbouw, zodat recht wordt gedaan aan de economische waarde van de pensioenpremie. Dit betekent dat jongeren een hogere opbouw krijgen, in overeenstemming met hun langere beleggingshorizon. Laagopgeleide jongeren kunnen op deze manier vroeger beginnen met pensioen opbouwen, zodat ze ook eerder met pensioen kunnen. De economisch eerlijke opbouw zorgt er verder voor dat pensioen ingezet kan worden voor de hypotheek. Potentiële ZZP’ers hoeven zich geen zorgen meer te maken dat ze benadeeld worden door het pensioenstelsel. Kortom: het afschaffen van het oneerlijke doorsneesysteem is een voorwaarde voor het vertrouwen en daarmee vitaal voor het pensioenstelsel van de toekomst. Randvoorwaarde 2: een algemene pensioenplicht voor iedereen Een algemene pensioenplicht voor iedereen die een inkomen verdient waarborgt dat alle werkenden hun consumptie op niveau kunnen houden na pensionering. Op deze manier wordt meteen een ander probleem opgelost: het ontslaan van mensen om ze daarna in te huren als ZZP-er, om zo de pensioenpremie te besparen. Dit is een schrijnend probleem waarbij mensen er na tientallen jaren achter komen dat ze geen pensioen meer hebben opgebouwd. Door het onderscheid tussen mensen binnen en buiten het systeem op te heffen wordt deze misstand op de arbeidsmarkt aangepakt. Ook hoeven ZZP-ers bij een faillissement dan niet eerst meer hun pensioen op te eten voordat bijstand ontvangen kan worden, maar is het pensioenvermogen netjes afgeschermd net zoals bij werknemers. Het PensioenLab erkent dat echte ondernemers kiezen voor bepaalde vrijheden en bedrijfsrisico’s en dat zij daarmee de AOW als ondergrens voor hun pensioen accepteren. Een opt-out voor echte ondernemers is daarom mogelijk onderdeel van het pensioenstelsel van de toekomst. Om toch een minimum pensioeninkomen te waarborgen zou de opt-out beperkt kunnen worden tot bijvoorbeeld maximaal vijf premievrije jaren, om zo startende ondernemers te ontlasten.
46
Randvoorwaarde 3: we beloven alleen wat haalbaar is Door niet te veel te beloven, voorkom je teleurstelling. Garanties ervaren mensen, zowel jong als oud, als prettig. Maar hoe ver ga je daarin? Wij willen niet te veel beloven, maar wel een vorm van garantie geven. Immers, mensen worden verplicht om 1 dag per week voor hun pensioen te werken, daar moet wel wat tegenover staan. Randvoorwaarde 4: solidariteit komt van twee kanten Degenen die het risico dragen, moeten daar ook de vruchten van kunnen plukken. Positieve en negatieve schokken worden hetzelfde verdeeld. Een rekenrente die risico en rendement bij verschillende groepen neerlegt is niet in overeenstemming met dit principe en maakt daarom geen onderdeel uit van een goed pensioenstelsel. Het uitsmeren van schokken kan onderdeel zijn van het pensioenstelsel, onder de voorwaarde dat dit symmetrisch gebeurt. Te lang uitsmeren moet worden voorkomen omdat korten voor een crisis van jaren geleden niet te communiceren is.
47
OVER COLLECTIVITEIT, KEUZEVRIJHEID EN MAATWERK
48
Randvoorwaarde 5: de beleggingsspagaat wordt opgelost Een pensioenfonds heeft twee doelen: het bieden van een garantie en het bieden van indexatie. Voor een garantie dient een fonds risico te mijden, terwijl het voor indexatie juist risico dient te nemen. Omdat het fonds slechts één beleggingsbeleid kan voeren leidt deze beleggingsspagaat tot conflicten tussen de verschillende belanghebbenden: de ouderen (die aanspraak maken op garanties) en de jongeren (die vanwege de lange horizon meer belang hebben bij indexatie). Een snelle oplossing voor deze spagaat lijkt er niet te zijn. Het nominale contract zet namelijk het meeste potentieel tot indexatie overboord, terwijl het reële contract elke vorm van garantie uitsluit. Het PensioenLab heeft aangegeven dat het bieden van een garantie een vereiste is om de verplichtstelling in stand te houden. Toch staat het buiten kijf dat er enige vorm van beleggingsrisico moet worden genomen voor een goed pensioen. Het verenigen van deze twee doelen in één pensioenregeling vereist dat de nominale garantie apart wordt geplaatst van de risicovolle beleggingen; alleen zo kan worden voorzien in een harde nominale garantie in euro’s. De risicovolle beleggingen komen dan in een ‘indexatiepot’ waarvoor expliciet een deel van de premie wordt ingelegd; voor jongeren meer dan voor ouderen. Dit zorgt voor herstel van het vertrouwen en leidt tot een eenduidig beleid voor de beide onderdelen. Bijkomend voordeel is dat de hoeveelheid harde rechten en daarmee de gedane belofte lager wordt, terwijl het verwachte pensioen ongeveer gelijk blijft. De kans op teleurstelling neemt daarmee af, zonder dat de illusie van een gegarandeerd reëel pensioen wordt gecreëerd. Als het doorsneesysteem is afgeschaft en het pensioenvermogen is verdeeld over een harde pot en een indexatiepot, zijn de mogelijkheden eindeloos. Omdat de eigendomsrechten van de pensioenpot duidelijk zijn kan keuzevrijheid worden geïntroduceerd.
ADVIES ZOEK DE BALANS TUSSEN KEUZEVRIJHEID EN PATERNALISME De overstap naar een individueel stelsel kan alleen door het inbouwen van keuzevrijheden voor deelnemers. Geen geheel nieuw stelsel maar een aangepast stelsel waar naast behoud van interessante collectieve fundamenten
49
OVER COLLECTIVITEIT, KEUZEVRIJHEID EN MAATWERK
ruimte is voor individuele keuzes. Door keuzevrijheid te geven, krijg je op en den duur meer betrokkenheid, en daardoor meer pensioenbewustzijn. Het is niet gek dat we hier op dit moment behoefte aan hebben. Er is de afgelopen 50 jaar immers veel veranderd. Waar men het 50 jaar geleden normaal vond dat er beslissingen voor je werden genomen door de overheid zijn we nu steeds individualistischer ingesteld. En waar 40 jaar geleden pensioen nog een zekerheid was en mensen hun hele carrière voor één werkgever werkten, komt dit nu zelden voor en zijn carrièrepaden zeer gevarieerd. Er is een nieuwe werkelijkheid ontstaan, waarbij de risico’s bij de deelnemer liggen. Dan is het eigenlijk best bijzonder dat deelnemers, die verplicht 1 dag per week voor hun pensioen werken, hier onvoldoende zelf over kunnen en willen beslissen. Geen keuzevrijheid houdt de deelnemer ongeïnteresseerd en niet betrokken. De mogelijkheden tot keuzevrijheid met betrekking tot pensioen zijn enorm: wel of niet sparen voor je pensioen, inspraak in het beleggingsbeleid, zelf een uitvoerder kiezen. Sommige keuzes zijn logischer en gemakkelijker individueel te maken dan andere. En aan elke keuze kleven voordelen en nadelen voor de markt en de deelnemer. Afhankelijk van hoe ver je gaat in het bieden van keuzevrijheid verandert de impact. De juiste balans tussen paternalisme en keuzevrijheid is erg belangrijk. Pensioen is te belangrijk om mee te spelen, en deelnemers moeten worden beschermd tegen slechte keuzes. Toch biedt keuzevrijheid ook veel: meer betrokkenheid van de deelnemer en terugkeer van vertrouwen in het pensioenstelsel. En mochten deelnemers niet willen kiezen, dan kunnen ze altijd terugvallen op goede defaults. De rol van de werkgever is om vanuit de zorgplicht te regelen dat er een goede standaardoptie voor de werknemers is, waar desgewenst van zou kunnen worden afgeweken door de werknemer zelf. De werkgever kan deze taak uiteraard uitbesteden aan een pensioenfonds.
50
Keuzevrijheid 1: de deelnemer stemt zijn pensioen af op de eigen behoeftes Dit betekent keuze over op welke leeftijd de deelnemer met (deeltijd)pensioen gaat, de hoogte van zijn pensioen en de duur van de pensioenuitkering. Tot op zekere hoogte kan de deelnemer zijn vermogen gebruiken voor zorg, of wonen. De deelnemer kan zo het pensioen goed afstemmen op de eigen behoeftes. Het grootste risico is dat er te snel te veel geld wordt opgenomen voor doeleinden die niet bijdragen aan een goede pensioenvoorziening. Het PensioenLab adviseert keuzes voor de pensioenleeftijd en variaties in de hoogte van de pensioenuitkering toe te staan, net als de eventuele inzet voor zorg en wonen. Er dient echter altijd een minimum levenslang inkomen over te blijven zodat de gepensioneerde een redelijke levensstandaard kan handhaven.
51
OVER COLLECTIVITEIT, KEUZEVRIJHEID EN MAATWERK Keuzevrijheid 2: de deelnemer kiest hoe het pensioen wordt geregeld Zelf kiezen voor een uitvoerder en een beleggingsbeleid, en hieraan gekoppeld dus de mate van garantie. Deze vorm van keuzevrijheid bevordert de marktwerking in de pensioensector en daarmee de kostenefficiëntie, klantgerichtheid en dienstverlening van pensioenuitvoerders. Mensen zijn baas over eigen geld en krijgen niet meer het gevoel dat ze gedwongen bij een slecht presterende uitvoerder zitten. Maar: marktwerking leidt ook tot marketingkosten, welke betaald worden uit pensioengeld wat leidt tot lagere pensioenen. Verder kunnen mensen vaak gaan switchen wat de solidariteit niet ten goede zal komen. Vanwege de mogelijkheid dat mensen vertrekken kan er moeilijker voor de lange termijn belegd worden, iets wat nu als sterkte van het Nederlandse stelsel geldt. Het belangrijkste risico is echter dat mensen een stortvloed aan informatie over beleggingen en pensioenpolissen over zich heen zullen krijgen waardoor de toch al moeilijke keuze niet meer beargumenteerd te maken is. Mensen komen er vaak pas na tientallen jaren achter dat een uitvoerder slecht gepresteerd heeft, namelijk als de pensioenuitkering tegenvalt, en zijn dan al te laat naar een andere uitvoerder te gaan. Meer vrijheid bieden brengt dus risico’s met zich mee. Maar mensen een uitvoerder verplichten gaat ten koste van het vertrouwen en de betrokkenheid. Het PensioenLab heeft geen sluitend advies voor deze kwestie. Wel is duidelijk dat zorgvuldig moet worden omgesprongen met de menselijke emotie en dat mensen niet te veel lastig gevallen moeten worden met pensioenkeuzes. En: de belangrijkste keuzevrijheid die we niet aan de deelnemer willen bieden is of hij wel of niet voor zijn pensioen wil sparen. Pensioensparen blijft verplicht!
52
OVER RISICOVERDELING & HERVERDELING
ADVIES HET BESTE PENSIOENSTELSEL TER WERELD Dit is hem dan: “Het beste pensioenstelsel ter wereld!” Want zo ziet het eruit als je een toekomstbestendig stelsel ontwikkelt, zonder daarbij aan spelregels gebonden te zijn. Zo’n beetje elk denkbaar stelsel is ter sprake gekomen, inclusief stelsels waarbij we zelf, en alle andere pensioendeskundigen, zonder baan zouden komen te zitten. Vol energie hebben we ons door talloze artikelen en presentaties van experts heen geworsteld, en naarmate onze kennis groeide, werd het steeds duidelijker dat er aan elk denkbaar stelsel voor – en nadelen kleven. De rode draad door alle discussies heen is steeds geweest dat niemand zonder geld mag komen te zitten op zijn of haar oude dag. Misschien komt dit onbewust wel voort uit angst voor het klappen van het huidige stelsel, of misschien is het gewoon mededogen met huidige ouderen die de eindjes aan elkaar moeten knopen. Is dit stelsel de heilige graal? Waarschijnlijk niet. Maar er spreekt duidelijk uit wat wij als jongeren belangrijke elementen vinden voor een goed pensioen, en dat het een bijdrage levert aan de brede maatschappelijke discussie over de toekomst van het pensioenstelsel. De 9 uitgangspunten voor een toekomstbestendig en eerlijk pensioenstelsel: 1. Werken moet blijven lonen 2. Niemand mag onder het bestaansminimum zakken 3. Het stelsel moet zo eenvoudig mogelijk zijn 4. Het stelsel moet financieel/actuarieel fair zijn 5. Het moet haalbaar zijn (met een beetje fantasie) 6. Het stelsel moet toekomstbestendig zijn 7. Deelname moet verplicht worden (ook voor zzp-ers) 8. Eigendomsrechten moeten worden gedefinieerd 9. Je moet in zekere zin je eigen pensioenleeftijd kunnen bepalen.
53
OVER RISICOVERDELING & HERVERDELING
54
Op het plaatje hieronder is in één oogopslag het stelsel van de toekomst te zien. Het bestaat uit drie onderdelen. Een basis AOW (het rode vlak), een aanvullende AOW (het groene vlak) en een tweedepijlerpensioen (het blauwe vlak). De basis AOW is er voor iedereen die in Nederland woont. Het is het bestaansminimum waarvan wij vinden dat iedereen er recht op heeft. Voor ieder jaar dat je werkt bouw je extra AOW op. Dat noemen wij het aanvullend AOW. Die is inkomensafhankelijk en hiervoor geldt: werken loont dus naarmate het inkomen stijgt, groeit de AOW. Om de betaalbaarheid te bevorderen werkt het stelsel nivellerend. Dit betekent dat er naar verhouding steeds meer premie moet worden ingelegd voor een stijging van het AOW bedrag. Deze AOWpremie is een vast percentage over het gehele inkomen. In onze visie blijft de AOW net als nu omslaggefinancierd, waarbij er ook buffers worden opgebouwd om demografische schokken op te vangen. De AOW blijft en wordt zelfs belangrijker. Het gaat voor mensen een groot deel van hun oudedagsvoorziening worden. Daar is het ook prima voor geschikt, omdat het door de omslagfinanciering minder gevoelig is voor de grillen van de financiële markten. Bovenop de basis AOW en het aanvullend AOW komt het tweedepijlerpensioen. Als gevolg van de inkomensafhankelijke AOW wordt deze pijler verhoudingsgewijs kleiner omdat we de maximale pensioenopbouw gelijk houden. De tweede pijler wordt een collectieve DC regeling die elke werkgever verplicht moet aanbieden. Met dit stelsel krijgt Nederland een stelsel dat de goede elementen uit het huidige stelsel behoudt, aangevuld met slimme maatregelen om het toekomstbestendig te maken zodat ook toekomstige generaties kunnen profiteren van een prima pensioen wanneer ze daar aan toe zijn.
55
OVER RISICOVERDELING & HERVERDELING
UIT HET VELD Lans Bovenberg | hoogleraar Economie | Tilburg University “De legitimiteit van ons collectieve stelsel staat of valt met de steun van alle generaties. Daarom is het zo goed dat jongeren zich in het PensioenLab buigen over de toekomst van onze pensioenen. Jongeren zijn ook de eersten die nieuwe trends oppikken. Daar kan de pensioenwereld nog veel plezier aan beleven, want voor een duurzaam stelsel is het van groot belang dat we vroeg inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Dan hoeven veranderingen niet schoksgewijs te verlopen en blijft het vertrouwen in stabiele afspraken geborgd. Flexibiliteit en duurzaamheid kunnen uiteindelijk niet zonder elkaar. Op een aantal punten moet het pensioenstelsel worden aangepast aan nieuwe ontwikkelingen. Nu risico’s steeds meer bij deelnemers liggen is het van groot belang eigendomsrechten goed te definiëren. Gezamenlijke belangen kunnen dan weer meer nadruk krijgen. Verder is het van belang risico’s af te stemmen op de risicocapaciteit van deelnemers. Daarnaast verandert de arbeidsmarkt en zijn er steeds meer mensen met a-typische loopbanen. Dit vraagt om meer standaardisatie van pensioensystemen zodat mensen makkelijker hun pensioen kunnen meenemen volgens het plug and play-principe. Bij het nadenken over de toekomst van de pensioenen in Nederland gaat het niet om het kiezen tussen de extremen van een puur individueel stelsel en een puur collectief stelsel maar om het zoeken naar een nieuwe combinatie van individuele en collectieve bevoegdheden. Het gaat niet om of…of maar en…en. De waarheid ligt als zo vaak in het midden. Ik zou het PensioenLab willen uitdagen om zorgvuldig na te denken over ‘Wie beslist wat?’ Onder de ‘wat’ dimensies is het van belang een zorgvuldig onderscheid te maken tussen de verschillende functies van ons pensioenstelsel. Onder de ‘wie’ dimensie is er het onderscheid tussen individuele deelnemers, pensioenfondsbesturen, sociale partners en de overheid. Het gaat hierbij overigens vaak om meerdere belanghebbenden die verantwoordelijkheid dragen voor een bepaalde functie van het stelsel.
56
Een andere uitdaging die ik het Lab zou willen meegeven betreft de overstap naar degressieve opbouw. Deze opbouwsystematiek past beter bij een flexibeler arbeidsmarkt met uiteenlopende carrièrepatronen. Maar overstappen op degressieve pensioenopbouw waarbij jongere werknemers niet langer meebetalen aan de pensioenopbouw van oudere werknemers resulteert in een aanzienlijke transitieproblematiek. Transitiegeneraties krijgen immers te maken met een pensioengat. De middelen die zij op jonge leeftijd hebben verstrekt aan oudere generaties ontvangen ze niet meer terug in de tweede helft van hun arbeidscarrière. Het zou goed zijn als het PensioenLab met concrete voorstellen komt hoe om te gaan met deze problematiek.”
57
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING
ADVIES COLLECTIEF ZORGSPAREN IS TECHNISCH UITVOERBAAR, MAAR HEEFT NIET ONZE VOORKEUR
“PGGM heeft het initiatief genomen om de voor- en nadelen van collectief zorgsparen beter in beeld te krijgen en af te kunnen wegen met alternatieven. PGGM wil dit pad nu verder volgen en zou dat graag doen in verbinding met overheid, sociale partners en de zorgsector.”- PositionPaper PGGM ´Collectief zorgsparen voor solide financiering ouderenzorg.’ Het is positief dat PGGM naar een oplossing zoekt voor het oplopen van de zorgkosten. Het is algemeen bekend dat er op korte termijn een oplossing moet komen. PGGM oppert dat collectief zorgsparen een manier kan zijn om dit te doen. Het doel van collectief zorgsparen is kapitaaldekking voor de toekomstige kosten van je eigen zorggebruik of het zorggebruik van de eigen generatie. Jongeren betalen dus niet meer de zorgkosten van ouderen, zoals nu het geval is via de huidige omslagfinanciering, maar sparen voor toekomstige zorgkosten van hun eigen generatie. In dit advies geven wij als Lab onze reactie op collectief zorgsparen. We bespreken de voordelen, de nadelen en het alternatief. COLLECTIEF ZORGSPAREN IN 3 PIJLERS Het is belangrijk dat zorgsparen niet de kosten verlaagt, maar ze wel beter betaalbaar maakt. Collectief zorgsparen is aantrekkelijker dan individueel sparen, omdat bij een individueel systeem men geen risico’s deelt. Ook zou bij een puur individueel systeem men veel moeten sparen voor een kleine kans dat er veel zorg nodig is. Bovendien zijn er voor een collectief systeem lagere uitvoeringskosten. PGGM geeft in hun position paper aan dat een systeem van verplicht zorgsparen nauw zou kunnen aansluiten bij pensioensparen. Waar het pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers ziet PGGM voor collectief zorgsparen mogelijkheden om dit in de drie pijlers vorm te geven.
58
In de 1e pijler In de eerste pijler kan men ouderenzorg onderbrengen waar iedereen via een omslagpremie aan bijdraagt (belastingen). Het ouderenzorgpakket waar iedereen recht op heeft zal kleiner worden. Men zal dus middels dit systeem eerder gebruik moeten gaan maken van zijn/haar eigen middelen. Het voordeel hiervan is dat eigen betalingen en de toets op vermogen een grotere rol gaat spelen. In de 2e pijler Kapitaal wordt opgebouwd via de werkgever. Om te kunnen bepalen wat er onder deze pijler valt, is het van belang dat de overheid in de eerste pijler heeft bepaald wat er onder de ‘standaard’ gedekte kosten gaat vallen. Daarna kan er middels de tweede pijler gespaard worden voor bijvoorbeeld een uitbreiding van de dekking van de kosten of mogelijkheden. Je kunt het zien als een aanvullend pakket. Het voordeel hiervan is dat deze bijdrage inkomensafhankelijk is, en ook hier weer zorgt voor een redelijke verdeling tussen rijk en minder rijk. In de 3e pijler Hier kan men individueel sparen voor zorg. Zo kan men zelf bepalen of men zich extra wil dekken voor risico’s of juist gebruik wil maken van andere of luxe voorzieningen. Dit is niet verplicht. Het voordeel van de derde pijler is dat de premies van deze opbouw aftrekbaar zijn en de uitkeringen belast zullen worden. Iedere generatie betaalt een groter deel van de eigen lasten. Dit beperkt de premiestijging voor de jongeren. Daarnaast verlaagt het de druk op de intergenerationele solidariteit. Ook worden via dit systeem de zorg- en pensioenrisico’s gecombineerd. Over het algemeen gebruiken gezondere mensen die langer leven minder zorg en ontvangen langer pensioen. Als zij meebetalen aan zorg voor anderen compenseert dat de langere periode van een pensioenuitkering. Hierdoor komt de solidariteit van (on)gezonde mensen meer in evenwicht. PGGM geeft aan dat er keuzevrijheid in dit systeem kan worden ingebouwd. Dit doen zij door middel van een opt-out systeem. Zo wordt er de extra mogelijkheid geboden om niet extra te sparen voor ouderenzorg. Zo sluit het nog beter aan op ieders persoonlijke situatie.
59
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING COLLECTIEF ZORGSPAREN: DE NEGATIEVE KANTEN Aan collectief zorgsparen zit ook een aantal kanten waar wij ons echter wel zorgen over maken. Pensioen is een arbeidsvoorwaarde, zorg is een sociaal grondrecht Gaan sociale partners onderhandelen over het type en hoeveelheid ouderenzorg die de werknemer krijgt? Besturen van fondsen worden gevormd door vertegenwoordigers van sociale partners. Moeten naast de uitgebreide criteria betreffende financiële kennis ook criteria over zorgkennis worden opgenomen? Lang niet alle Nederlanders hebben toegang tot de tweede pijler Van de bevolking tussen 15-65 jaar behoort 71,2% tot de beroepsbevolking, dit is inclusief ZZP’ers, werkzoekenden en anderen die geen toegang hebben. Er is dus in deze groep al minimaal 35% die niet in aanmerking zou komen voor collectief zorgsparen. Toekomstige zorgkosten zijn zeer moeilijk voorspelbaar De afgelopen jaren bleek dat zaken als economische groei, inflatie en de risk free rate vooraf moeilijk te voorspellen zijn. De huidige problemen in het pensioenstelsel zijn ingegeven door een te rooskleurig beeld van de toekomst: ‘De economie zou altijd blijven groeien.’ Wanneer we al zien dat bij een beperkt aantal variabelen de voorspelling al praktisch onmogelijk is, wat dan met ouderenzorg? Naast vele verschillende (on)bekende ziektebeelden hebben we ook te maken met voortgang in de geneeskunde en medicijnontwikkeling. Voor hetzelfde geld zijn ziekten die nu bestaan straks te voorkomen of genezen en komen er totaal nieuwe ziektebeelden op die significant meer geld kosten. Toenemende complexiteit van het systeem In plaats van een pot geld waar één moeilijk te voorspellen uitkering uit komt, moeten er straks twee uitkeringen uit komen. Daarnaast komt er een grotere groep mensen die met hun handen in de pensioenpot kan gaan zitten en groeit de invloed die de overheid kan uitoefenen op de pot.
60
61
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING In de paper van PGGM is nog geen rekening gehouden met hoe de uitbetaling geregeld gaat worden. Er is sprake van een grote pot geld die voor twee verschillende doelen is bestemd. Er moet een kunstmatige scheiding komen tussen deze twee geldstromen of er moet een andere oplossing worden gezocht. Voor ons is het van belang dat hier eerst een duidelijk antwoord op wordt geformuleerd. Transitielasten VAN EEN OUD NAAR EEN NIEUW SYSTEEM Een ander punt van kritiek op dit plan betreft ook het gebrek aan kostenbeheersing van de ouderenzorg, het is slechts een andere manier van stijgende kosten financieren. Om deze stijgende kosten te financieren zouden op korte termijn de lasten toenemen om in de toekomst te normaliseren, dit uit het argument dat anders de kosten in de toekomst nog hoger stijgen. Deze transitielasten vragen veel van de huidige generatie, zonder dat de uitkomst zeker is. Technisch is het plan wellicht uitvoerbaar, maar de argumenten tegen geven voor ons de doorslag. Met name het verschil tussen een arbeidsvoorwaarde en een sociaal grondrecht. Maar ook de andere tegenargumenten geven wel voldoende reden om niet met dit plan in te stemmen. Wij zien het als zeer onwenselijk om het huidige pensioenstelsel nog complexer te maken. Ook zijn wij huiverig om meer partijen toegang te geven tot de pensioenpot omdat daarmee het hek van de dam kan zijn. GROEIEN DE ZORGUITGAVEN IN NEDERLAND TE HARD? Een relatief steeds groter deel van onze inkomsten wordt besteed aan zorguitgaven. Door de sterke groei van de uitgaven stijgen de lasten. Dit remt de economische groei doordat er netto minder overblijft om uit te geven. Daarnaast komen andere collectieve uitgaven, zoals onderwijs, onder druk te staan. Oplossingen worden door verschillende partijen in een tweetal richtingen gezocht. De eerste richting is de financiering van de zorg waar het plan van PGGM onder valt. Aan de andere kant zijn er ook partijen die kijken naar beperking van de uitgaven. Deze beperking is mogelijk op een aantal manieren: bezuinigen, snijden in het pakket verzekerde zorg en prijsverlagingen in de zorgsector.
62
Wanneer wordt gekeken naar het oplossen van het probleem zijn er meerdere mogelijkheden. Kapitaaldekking biedt mogelijkheden om met minder kosten toch dezelfde uitgaven te bekostigen. Ook zijn de individuele kosten voor ouderenzorg moeilijk voorspelbaar en maken vooral mensen met een lager inkomen gebruik van verzekerde ouderenzorg. Een bepaalde mate van solidariteit is wenselijk omdat anders groepen inwoners niet langer hun ouderenzorg kunnen betalen. Bij elke oplossing is er echter sprake van voor- en nadelen die moeten worden afgewogen. Dit geldt zowel voor het collectief zorgsparen als ook voor andere alternatieven. Door de huidige vergrijzing van de bevolking worden we de komende decennia gesteld voor een aantal uitdagingen die wij als samenleving moeten overwinnen. Dit zijn voornamelijk dilemma’s waar het de openbare financiën, gezamenlijke kosten en collectieve voorzieningen betreft. Het idee om grote uitgaven in het leven te combineren klinkt als een aantrekkelijk alternatief, mits dit uitgaven betreft die niet tegelijkertijd plaatsvinden. Een investering in een eigen huis kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het deels financieren van ouderenzorg omdat de grootste uitgaven in de ouderenzorg de zorg in verpleeg- en verzorghuizen betreft. PENSIOEN & ZORG: EEN ALTERNATIEF PLAN Het PensioenLab erkent de door PGGM geconstateerde uitdagingen op het gebied van de ouderenzorg. De stijgende kosten vormen een bedreiging voor de AWBZ in het bijzonder en de verzorgingsstaat in het algemeen. Het is irreëel om te denken dat het probleem zich zonder verdere ingrepen vanzelf oplost. De kosten lopen uit de hand en prognoses over de kostenontwikkeling zijn erg lastig te maken. Tegelijkertijd is er een spanning tussen enerzijds het opwekken van individuele verantwoordelijkheid bij burgers om mee te werken aan de kostenbeheersing en anderzijds de gewenste solidariteit om zorg op een eerlijke manier vorm te geven.
63
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING Omdat de analyse van PGGM nadrukkelijk wordt gedeeld, maar er door het Lab vraagtekens worden geplaatst bij de specifieke uitwerking en uitgangspunten van het voorliggende plan, is een eerste aanzet geschreven voor een alternatieve route. De ouderenzorg wordt momenteel betaald uit drie pijlers, ABWZ, ZVW en WMO. Deze verdeling over drie pijlers is complex en administratief veelzijdig. Verschillende financieringsstromen komen te weinig afgestemd bij elkaar terecht. Stap 1 voor verbetering: het verankeren en activeren van informele sociale netwerken Wat opvalt is dat er in deze geïnstitutionaliseerde zorgconstructie te weinig aandacht is voor hulp door familie, mantelzorg en vrijwilligers. In omringende landen zoals Duitsland en Frankrijk is er nadrukkelijk een onderlinge verantwoordelijkheid voor elkaar opgenomen alvorens er een beroep kan worden gedaan op collectieve zorgvoorzieningen vanuit de overheid. Dit is in Nederland onvoldoende verankerd. Dat is opvallend omdat de praktijk bewijst dat het goed mogelijk is om de zorgvraag uit te stellen dan wel te verkleinen door informele netwerken aan te spreken. Professionele zorg vervult in dat geheel een rol op afstand: monitoren en eventueel bijspringen wanneer nodig. Voordeel van deze methode is tweeledig: mensen versterken hun onderlinge relaties door meer zorg aan elkaar te verlenen en professionele handen zijn effectiever beschikbaar voor die mensen die het echt niet meer zelf redden. Stap 2 voor verbetering: de overheveling van zorgtaken naar de WMO Een tweede stap in het verbeteren van de zorg en het beteugelen van de zorgkosten is gelegen in het verstevigen van de taken die onder de Wet Maatschappelijke Ondersteuning vallen. Dat proces is de afgelopen jaren reeds ingezet. Zo zit huishoudelijke hulp inmiddels in de WMO. Maar zou niet ook begeleiding en ondersteuning van ouderen, met name gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid, prima in het takenpakket van de WMO passen?
64
Stap 3 voor verbetering: de financiering van de ouderenzorg wordt overgeheveld van de AWBZ naar de ZVW In de huidige zorgverzekeringswet (ZVW) zit de specialistische verpleging en de revalidatiezorg. Dat betekent dat we ons er (verplicht) tegen verzekeren via de zorgverzekering. In dit rijtje past ook heel goed de ‘gewone ouderenzorg’ zoals bijvoorbeeld gegeven in verpleegtehuizen. Nu wordt deze nog via de AWBZ gefinancierd. Het voordeel van dergelijke aanpassing is dat het ondernemerschap en innovatie stimuleert. In de huidige AWBZ-constructie zijn er te weinig innoverende en kostenremmende mechanismen aanwezig. Wanneer zorgverzekeraars stapsgewijs ook de reguliere ouderenzorg gaan verzekeren ontstaan er meer prikkels om op een vraaggestuurde, cliëntgerichte en tevens kostenbesparende manier zorg vorm te geven. Dat is goed voor zowel de kwaliteit als de portemonnee.
65
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING Stap 4 voor verbetering: de ingeperkte AWBZ blijft bestaan voor écht onverzekerbare kosten zoals langdurige psychiatrische zorg Door de versterking van de eigen zorgverantwoordelijkheid, de bestendiging van de WMO en de uitbreiding van het verplichte zorgpakket in de ZVW wordt de omvang van de AWBZ sterk verkleind. Omdat met name de overheveling naar de ZVW een verhoogde zorgpremie zal betekenen is het van belang dat de inkrimping van de AWBZ gepaard gaat met bijbehorende lastenverlichting. Voordeel van deze keuze is dat de verantwoordelijkheden van zowel individuen, gemeenschappen als de zorgmarkt worden vergroot en dat de rol van de overheid verkleind wordt. Dit is een voordeel omdat het voor de overheid lastiger is prikkels in het AWBZ-systeem in te bouwen die kostenbeheersend werken. Ook stokt het de innovatie. Uiteraard zal de AWBZ blijven bestaan om echt onverzekerbare kosten op te vangen als collectief. De ouderenzorg als zodanig valt daar in het voorliggende plan niet onder. Wat er wél onder valt zijn o.a. opname in het ziekenhuis langer dan 366 dagen, langdurige psychiatrische zorg, gezinsvervangende tehuizen en zware gehandicaptenzorg. Met deze grove schets probeert de werkgroep recht te doen aan de problemen zoals ze in de ouderenzorg zijn geconstateerd. De route daarbij is het activeren van eigen verantwoordelijkheid en vervolgens het dekken van de zorgkosten via de WMO en de ZVW. Deze route doet volgens ons meer recht aan ieders verantwoordelijkheid. Mensen, gemeenschappen én de zorgverzekeraar worden aangesproken om gezamenlijk de kosten te beheersen in de gezondheidszorg. In het plan van PGGM wordt gekozen voor de route via de pensioenverzekeraars. Volgens de werkgroep is deze keuze onverstandig. Er ontstaat een ongewenste vermenging tussen zorgvoorzieningen en arbeidsvoorwaarden en er zijn teveel onzekere factoren om op langere termijn verantwoord te gaan sparen. Bovendien heeft het plan van PGGM te weinig aandacht voor het remmen van de zorgkosten; er wordt slechts gekozen voor herijkte financieringsmethoden. Wij denken dat ons voorstel beide elementen in zich herbergt.
66
UIT HET VELD Gijs van Dijk | Bestuurder FNV in Beweging “In de discussie over pensioen en wonen denk ik wel eens aan de uitspraak van Jan Schaefer, oud-wethouder in Amsterdam: ‘’In geouwehoer kun je niet wonen. Hij heeft een punt. Op basis van het politieke pensioenakkoord komt er een voorstel om een deel van de pensioenpremie in te zetten voor het aflossen van de eigen woning. Dit klinkt sympathiek, maar heeft ook een aantal belangrijke nadelen: het is duur (minder rendement en fiscaal nadelig), risicovol (pensioen afhankelijker van eigen huis dat in prijs kan dalen), ondermijnt de solidariteit (ontwijken herstelpremies en omslagelement in doorsneepremie), leidt tot ongelijke behandeling (rekening komt terecht bij jongeren die geen huis kunnen kopen), de kosten worden afgewenteld (mensen die niet aflossen krijgen de rekening door hogere pensioenpremie en uitvoeringskosten) en bovendien biedt het geen afdoende oplossing voor het probleem (premie vaak onvoldoende om restschuld te voldoen). Ook is het een bom onder de verplichtstelling. Pensioendeelnemers die hier gebruik van maken kunnen rekenen op een pensioen dat lager uitvalt: tot dertig procent! Kortom, dit lijkt niet het ei van Columbus. Het onderwerp leidt eigenlijk vooral tot vragen: is het wenselijk om een deel van de pensioenpremies of pensioenvermogen te kunnen inzetten voor het aflossen van de eigen woning? Wat zijn de fiscale mogelijkheden? Welke rol kunnen pensioenfondsen spelen bij het aanbieden van hypotheken en woningen in de huursector? Dit brengt mij op een andere uitspraak van Schaefer: “Is dit beleid of is hierover nagedacht?” Ik ben blij dat er in ieder geval in het PensioenLab goed wordt nagedacht over dit onderwerp. Eerst nadenken en dan beleid maken. Het is de enige juiste volgorde.”
67
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING
68
ADVIES NAAR 50 TINTEN GROEN De beelden van de film An Inconvenient Truth van Al Gore uit 2006 staan de meesten van ons nog helder op het netvlies. In deze film laat Al Gore de gevolgen van de opwarming van de aarde goed zien. Al Gore laat ook zien dat als ‘wij’ met z’n allen niets doen, de wereld er over 50 jaar een heel stuk minder ‘groen’ uitziet. Tegelijkertijd blijkt uit een publicatie van De Nederlandsche Bank dat de Nederlanders een pensioenpot bij elkaar hebben gespaard van ruim 1000 miljard euro. Opmerkelijk: u hoeft de krant maar open te slaan of er staat wel een artikel in waarin de actualiteit van het onderwerp duurzaamheid en pensioen c.q. pensioenfondsen duidelijk naar voren komt. Duurzaamheid overigens in de ruimste zin des woords. Een greep uit enkele recente krantenkoppen: ‘Pensioenfonds moet beleggen in windenergie’ ‘Rokende patiënt blijft pensioen arts spekken’ ‘Investeringen Nederland helpen Assad’ ‘Voormalige experts bij PGGM gaan voor duurzaamheid’ De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) heeft eind 2012 een onderzoeksrapport gepubliceerd waaruit blijkt dat de implementatie van het duurzaam beleggingsbeleid van Nederlandse Pensioenfondsen achterblijft. Tegelijkertijd constateert zij wel een verbetering. Van de ruim 1000 miljard euro wordt naar onze mening nog te weinig duurzaam belegd. Om de huidige situatie over de duurzaamheid van de Nederlandse pensioenfondsen te kwantificeren, is een ’50 tinten groen’ schaal ontwikkeld. In deze ’50 tinten groen’ schaal vinden wij dat de huidige situatie rond tint 15 zit. De gewenste situatie is wat ons betreft tint 35. Met deze verschuiving van tint 15 naar tint 35 luidt ons advies dan ook dat de Nederlandse Pensioenfondsen meer aan duurzaamheid moeten doen. Om hier te komen dienen de Nederlandse pensioenfondsen onder andere hun ESG-beleid te verbeteren. De componenten die minimaal verbeterd dienen te worden zijn beleid, implementatie en transparantie. Om te borgen dat Ne69
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING derlandse pensioenfondsen de minimale eisen van het ESG-beleid naleven moet een toezichthoudende instantie deze periodiek toetsen. Een veelgehoord argument dat pensioendeelnemers uitsluitend rendement willen en dat duurzaam beleggen rendement kost is niet per definitie waar. Als een pensioenfonds een goede invulling geeft aan haar duurzaam beleggingsbeleid dan levert dit zelfs geld op.
ADVIES WE INVESTEREN IN ORANJE Zeker in tijden van economische crisis gaan er stemmen op om pensioengeld in Nederland te beleggen. Momenteel is al 14% van de pensioengelden in Nederland belegd, oftewel 140 miljard euro! Er zijn diverse initiatieven. Wij zien verschillende voordelen van het meer investeren van pensioengeld in Nederland: • Pensioengeld wordt ingezet om de economie waar haar deelnemers in wonen en werken te stimuleren en versterken • Pensioenfondsen kunnen nu in Nederland grotere projecten financieren dan banken. Ook de overheid is gebonden aan de 3% begrotingsregel en is op dit moment niet de broodnodige aanjager van de economie • Pensioengeld wordt niet belegd in buitenlandse concurrenten van Nederlandse deelnemers • Thuisvoordeel. Pensioenfondsen kennen de Nederlandse markt toch beter dan buitenlandse markten • Investeringen in Nederland hebben een laag politiek risico, goede rechtszekerheid en bieden de mogelijkheid van inflation-linked investeringen Er zijn echter ook verschillende nadelen te benoemen van het meer in Nederland beleggen van pensioengelden: • Minder diversificatie, grotere focus op Nederland verhoogt ook de afhankelijkheid van de Nederlandse economie en daarmee de risico’s
70
• Pensioenfondsen nemen de rol van de overheid/banken over en kunnen een speelbal worden van de economische en politieke belangen. Tevens is het de vraag of pensioenfondsen hiervoor de juiste kennis hebben • Rendement kan lager zijn t.o.v. investeringen in het buitenland en dus een lager pensioen voor de deelnemer betekenen • De Nederlandse markt is veel te klein om een substantieel deel van het pensioengeld te investeren, met uitzondering van de hypotheekmarkt • Als de overheid en banken echt zaken willen doen, moeten daar een garantstelling tegenover staan. Pensioenfondsen zijn geen pinautomaat waar je te pas en te onpas kan pinnen zonder dat er iets tegenover staat Is oranje beleggen nu in het belang van de deelnemer? Natuurlijk is het rendement in breedste zin van het woord hierbij erg belangrijk. Rendement is echter meer dan alleen financieel rendement. Het belang van de deelnemer is namelijk een fijn, prettig & goed leefklimaat, waarbij goede zorg en welzijn aanwezig is. Pensioenfondsen kunnen volgens ons actiever op zoek gaan naar deze kansen zodat pensioengeld een dubbel rendement gaat opleveren.
71
OVER VERMOGENSOPBOUW VOOR PENSIOEN, ZORG & EIGEN WONING
UIT HET VELD HANS SNIJDERS | DIRECTIEVOORZITTER SYNTRUS ACHMEA “Het PensioenLab heeft verschillende adviezen uitgebracht om het stelsel te verbeteren. Als ik deze adviezen op het gebied van vermogensbeheer kort samenvat, dan wordt van pensioenfondsen gevraagd om meer in Nederland én meer ‘groen’ te beleggen. Dat is goed voor de versterking van de Nederlandse economie, helpt tegen de verdere opwarming van de aarde etc. Sympathieke doelen? Absoluut. Wie is er nou tegen een beter functionerende economie met meer banen, of tegen extra windmolens en zonnepanelen voor onze energievoorziening? De vraag is echter wat de rol van pensioenfondsen is bij deze vraagstukken. Ik mis nog wel eens het besef – soms ook bij het PensioenLab – dat de 1000 miljard euro die we bij elkaar hebben gespaard, in eerste instantie bedoeld is om de pensioenuitkeringen te betalen. Van kappers, beveiligers, verloskundigen en binnenvaartschippers. Van mensen die tientallen jaren hebben gewerkt en hopen op een fijne oude dag. Geen ZwitserLevengevoel, maar gewoon de dingen die ze altijd al deden of waarvoor ze geen tijd hadden.
72
Die verwachting waarmaken, is geen sinecure. Kijk naar de kortingen die sommige pensioenfondsen hebben moeten doorvoeren. Het is een grote verantwoordelijkheid voor fondsen om zeer zorgvuldig om te gaan met het geld dat hen wordt toevertrouwd. Daarin passen geen lichtvaardige besluiten over het toewijzen van miljarden aan maatschappelijke doelen, hoe nobel die ook zijn. Het gaat in allereerste instantie om de oude dag van die kapper en beveiliger. Wordt voldaan aan deze cruciale voorwaarde, dan is er zeker interesse om meer in Nederland én meer groen te beleggen. Natuurlijk is dit in eerste instantie een taak van mensen die nu verantwoordelijkheid dragen; ik loop daar niet voor weg. Maar het helpt enorm als jongeren – ook vanuit het PensioenLab – meedenken over vernieuwingen en meehelpen die ook te realiseren. Niet alleen voor hun eigen toekomst, maar ook voor die van hun kinderen en kleinkinderen.”
73
OVER PENSIOENCOMMUNICATIE
ADVIES DE 6 B´S VOOR PENSIOENCOMMUNICATIE
De uitdaging voor pensioencommunicatie is om een verschuiving te maken van technische lessen naar de dialoog over een onderwerp waarin iedereen is geïnteresseerd: je eigen leven. Op welke manier dit precies gebeurd is afhankelijk van je eigen communicatieafdeling en doelstellingen. Maar: we geven graag enkele richtlijnen. 6 B´s, om precies te zijn: Bewust zijn, Belevenissen, Betrokkenheid, Bedrijf, Beeldvorming en Begrijpelijke taal. 6 aandachtspunten om in de gaten te houden. Elk van deze B’s is voor jongeren belangrijk. Want – zo geven ze zelf aan – ze willen zich wel willen verdiepen in de pensioenmaterie, maar ze ervaren te veel drempels om het daadwerkelijk te doen. Met deze B’s hopen we samen met u deze drempels te verlagen. Zodat nog meer jongeren betrokken raken bij hun pensioen. Weinig kennis, veel interesse In het leven van jongeren verandert veel, ze gaan samenwonen, krijgen kinderen en over de gevolgen daarvan willen ze graag specifieke informatie krijgen. Maar als ze zich verdiepen in de pensioenwereld, dan willen ze ook graag betrokken zijn bij keuzes. Dat blijkt niet alleen vandaag en binnen het Lab, maar het geldt voor veel jongeren. Jongeren vragen zich ook af welke rol de werkgever heeft in de communicatie over hun pensioen. Want is het in de basis geen afspraak tussen werkgever en werknemer? Dus waarom horen ze niets van hun werkgever en alleen maar van het pensioenfonds? In het adviestraject heeft iedereen in het team interviews gehouden met jongeren in zijn of haar omgeving. Jongeren waren enthousiast en wisten ook duidelijk een mening te geven. Interactie en meepraten is dan ook de rode draad geworden voor ons eerste advies. Jongeren houden van interactie. Van kletsen. Van je mening vormen, ook al is deze op niets gebaseerd. En daarin schuilt de kern naar ons idee. Ga op zoek naar dialoog. Tussen collega’s, fondsen én jong & oud. Laat mensen eerst maar eens meekletsen over pensioenen: dan komt de rest vanzelf.
74
Bewust zijn Het pensioen moet onderdeel worden van de opleiding van jongeren. Want onbekend maakt onbemind. Belevenissen Pensioenfondsen moeten bij de life-events gericht gaan communiceren naar jongeren. Betrokkenheid Jongeren willen betrokken zijn bij de besluitvorming. Als ze een keuze mogen maken, dan verdiepen ze zich er in. Bedrijf De werkgever moet meer betrokken worden in de communicatie over pensioenen, de jongeren verwachten dat ook van hun werkgever. Beeldvorming Er is veel negatieve aandacht in de media over pensioenen. Jongeren willen graag zelf een beeld creëren in plaats van alles uit de media halen. Digitale kanalen en mogelijkheden kunnen hieraan bijdragen. Begrijpelijke taal Indexatie, franchise, dekkingsgraad… het zijn woorden die jongeren niets zeggen. De pensioentaal is onbegrijpelijk voor jongeren en een UPO wordt niet begrepen.
75
OVER PENSIOENCOMMUNICATIE
ADVIES ZOEK DE JUISTE METAFOOR: 16 MILJOEN COACHES
De essentie van het vraagstuk is eigenlijk simpel: Als je niet scoort, dan kun je ook niet winnen! Het verschil tussen het nemen van risico en het wel of niet krijgen van een geïndexeerd pensioen is het verschil tussen een defensieve of offensieve tactiek op het veld. Een defensieve tactiek leidt tot minder tegendoelpunten en een vrijwel zeker resultaat, maar omdat je defensief speelt is winnen veel moeilijker. Een volledig geïndexeerd pensioen is daarom veel lastiger te bereiken. Een offensieve tactiek geeft een grotere kans op een volledig geïndexeerd pensioen, maar je loopt achterin meer risico’s op tegendoelpunten. Ofwel de kans om te verliezen wordt groter, omdat je meer risico aan het nemen bent! Maar net als bij voetbal is er wel een goede nabeschouwing nodig. Want het is goed om uit te leggen wat voor invloed de inflatie heeft op pensioenaanspraken. Bereik je met de gekozen tactiek wel je doel? De pensioenwereld heeft wat ons betreft nieuwe gezichten nodig die deze nabeschouwing dichtbij de deelnemer kunnen brengen. De toeschouwer bij het voetbal is emotioneel betrokken bij het spel, maar heeft geen invloed op het veldspel en het eindresultaat, net als de pensioendeelnemer. Bij verlies zijn er tranen, maar bij winst is iedereen tevreden… Enkele elementen zijn belangrijk om terug te laten komen in de metafoor om de deelnemers goed te informeren over de keuze tussen een nominaal en reëel pensioencontract. Dekkingsgraad > je reservebank Het bestuur > de trainer Sociale partners > het clubbestuur Toezichthouders > scheidsrechters De vraag aan de 16 miljoen coaches ? Wat wordt uw pensioentactiek in 2014?
76
ADVIES ZOEK DE JUISTE METAFOOR: DE OLIFANT Op dit moment is de huidige pensioendiscussie voor de gemiddelde Nederlander niet te volgen. Een gevolg hiervan is dat irreële argumenten de basis zijn voor reacties van Nederlanders op voorstellen om het pensioenstelsel te hervormen. Pensioen wordt bij voorbaat als ingewikkeld ervaren. Ondanks het feit dat het juist van belang is dat deze materie voor iedereen begrijpelijk is. Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma heeft aangegeven dat 2014 het jaar van de pensioendiscussie wordt. Graag willen wij er aan meewerken door deze discussie begrijpelijk te maken voor alle Nederlanders. Tijdens onze presentatie bij DNB is Jetta Klijnsma gevraagd: “Wat antwoordt u als uw neefje op een verjaardag vraagt: wat is de huidige pensioendiscussie?”. Door middel van onze vergelijking met olifanten gaat dit helemaal lukken. Hoe verdelen we het verlies van de financiële crisis? In het huidige stelsel worden de pensioenen bijna te allen tijde gegarandeerd, waardoor de kassen gestaag leeglopen Er heerst droogte in het bos waar alle olifanten leven. Nederland bestaat alleen uit bos en er leven alleen olifanten in het bos. Op een gegeven moment ontstaat er droogte.. Bomen hebben water nodig om te kunnen groeien. De bomen zorgen voor voedsel voor de olifanten. Doordat er minder bomen zijn, ontstaat er schaarste, terwijl er vroeger voor elke olifant genoeg te eten was. Het discussiepunt is dus: “Hoe zorgen we dat het weer gaat regenen en de bomen weer gaan groeien?” Bij dit discussiepunt symboliseert de droogte de financiële crisis waar iedereen in de pensioenwereld op dit moment last van heeft. Langzamerhand begint de economie zich weer te herstellen. Hierdoor is het garanderen van pensioenen een discussiepunt. Hoe zorgen we ervoor dat ons pensioensysteem
77
OVER PENSIOENCOMMUNICATIE weer op orde is voor toekomstige generaties? Het geld mag niet opraken, het moet weer gaan regenen. Wie betaalt de rekening van onze oma van 103? Iedereen krijgt levenslang een vast pensioen, waar lang niet altijd voor is betaald De oudere olifanten leven langer dan voorheen werd ingeschat. Het bos is niet groot genoeg om alle olifanten te voorzien van eten. Het bos moet dus eigenlijk groter zijn zodat er genoeg eten is voor iedereen. Het discussiepunt is dat olifanten steeds ouder worden en het eten daardoor opraakt. We missen hiervoor bos en natuur, en de vraag is: hoe gaan we dit oplossen? “Hoe zorgen we ervoor dat er genoeg eten is voor alle olifanten?” Bij dit discussiepunt gaat het om de vergrijzing van de Nederlandse bevolking. De mensen worden ouder dan destijds werd ingeschat. De pensioenwereld moet hier iets mee doen, want het huidige systeem is niet berekend op deze vergrijzing. Er is te weinig premie door de ouderen betaald, voor het pensioen dat zij ontvangen. Jongeren worden benadeeld ten opzichte van ouderen. De doorsneepremie zorgt voor een lagere pensioenopbouw voor de jongste generaties werknemers De jongere olifanten hebben een groeiachterstand omdat zij in hun jonge jaren niet genoeg te eten hebben. De oudere olifanten hebben het daarentegen prima. Zij hebben het bos immers opgebouwd. Maar er komen minder jonge olifanten bij en de rekening die zij moeten betalen is voor hen hoger. Zij moeten hard werken om de bomen en
78
planten in het bos te laten groeien en hiervoor is veel water nodig. Het is de vraag of dit systeem moet veranderen nu het duidelijk is dat de jonge olifanten worden benadeeld ten opzichte van de oude olifanten. “Hoe zorgen we ervoor dat de verdeling tussen jong en oud eerlijker wordt?” Dit discussiepunt gaat over de doorsneepremie, uit het CPB-rapport van 28 oktober 2013 is gebleken dat de doorsneepremie voor jongeren negatief uitvalt. Dit terwijl het voor de ouderen gunstig is. Iedereen betaalt dezelfde pensioenpremie. Onder een bepaalde leeftijd draag je bij aan het pensioen van de ouderen een deel van de premie die je betaald gaat maar naar de opbouw van je eigen pensioen. De vraag is dus of het systeem van doorsneepremie aangepast moet worden, met deze kennis. Lage rentes hebben minder pensioen tot gevolg In het bos regent het minder hard. De olifanten moeten harder werken. De bomen in het bos hebben water nodig om de droogte tegen te gaan. De grootte van het bos is eerder verkeerd ingeschat. Er is een groter bos nodig om alle olifanten eten te geven. Een van de mogelijke oplossingen is dat de jonge olifanten meer water moeten geven om het bos te laten groeien. De vraag is: “Welke oplossing voor de droogte is het beste is voor alle olifanten?” Lage rekenrente zorgt ervoor dat de pensioenen lager zijn. Eén van de middelen om dit te compenseren is door verhoging van de pensioenpremie. Helaas kunnen we de toekomst niet voorspellen. Welke rekenrente wordt er over twintig jaar gehanteerd en hoe ziet de wereld er überhaupt uit over twintig jaar? Het streven in Nederland is naar een goed en eerlijk pensioensysteem.
79
OVER PENSIOENCOMMUNICATIE
UIT HET VELD MARJOLEIN ZAAL | MANAGER MARKETING & COMMUNICATIE MN | COACH COMMUNICATIE “Less is more! Deze hartenkreet van de adviseurs van het PensioenLab die zich over pensioencommunicatie hebben gebogen is vast niet zonder reden met uitroepteken geschreven. En er mogen wat mij betreft best nog wat uitroeptekens bij, want ik denk dat de adviseurs hiermee het ei van Columbus hebben gevonden. Durf ook niet te communiceren, zeggen ze. En als je wel communiceert, doe dat dan op slimme, innovatieve wijze, gebruik makend van nieuwe inzichten uit de neuro- en gedragswetenschappen. Nadat we decennia mensen nauwelijks over pensioenen hebben geïnformeerd, of alleen op een technische en vaak onbegrijpelijke manier, brak na de kredietcrisis het tijdperk van maximale transparantie aan. De deelnemer en gepensioneerde werden overspoeld met informatie over dekkingsgraden, langlevenrisico en kortetermijnherstelplannen. En helaas, de deelnemer werd er niet pensioenbewuster door. Integendeel, mensen werden alleen maar wantrouwig ten opzichte van hun pensioenfonds. Het was beslist goed bedoeld, maar onze hersenen houden nu eenmaal niet van onzekerheid en negativiteit. Onze achterbannen werden boos, verbolgen en raakten pensioenbewusteloos. Maar wat moeten we dan wel communiceren? We willen immers niet terug naar de tijd dat de pensioenbonzen uitstraalden dat zij precies wisten wat goed was voor de mensen, en dat iedereen rustig kon gaan slapen. Maar al dat zenden, uitleggen en overtuigen helpt blijkbaar ook niet. De adviseurs van het PensioenLab schrijven terecht dat het belangrijk is dat informatie die wordt gegeven niet alleen technisch moet kloppen, maar ook daadwerkelijk moet bijdragen aan de kennis en het begrip van mensen. Oftewel, we moeten betekenis geven aan onze communicatie. Geef alleen relevante, persoonlijke informatie, op een begrijpelijke manier. Informeer mensen bijvoorbeeld alleen over de verlaging van het opbouwpercentage als op dat moment tegelijkertijd duidelijk gemaakt kan worden wat dat betekent voor die deelnemer persoonlijk.
80
Eén van mijn leermeesters zei vaak ‘Geslaagde communicatie is een moment van groot geluk’. Het lezen van het advies van het PensioenLab was zeker zo’n piekmoment, omdat het ontzettend leuk en waardevol is om te zien dat een nieuwe generatie energie steekt in zo’n belangrijk, maar ingewikkeld onderwerp als pensioencommunicatie. Wij kunnen als sector nu aan de slag om hun adviezen in concrete daden om te zetten.”
81
OVER DIVERSITEIT& SAMENWERKING
ADVIES SAMENWERKEN BINNEN PENSIOENFONDSEN: 10 IS HET NIEUWE 100 Eens was er Sneeuwwitje. Zij was de mooiste van het land en gefluisterd werd dat zij de mooiste van de hele wereld was! Ze zou nog heel lang en gelukkig leven, zo stond in alle boeken geschreven. Het noodlot sloeg toe op het moment dat Sneeuwwitje de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Haar was een riant pensioen beloofd, maar wat bleek? Het pensioengeld was verdampt. Het Pensioenfonds voor de Sprookjesfiguren was uitgedund en vergrijst. Alle sprookjesfiguren waren al lang en breed met pensioen of overleden. Net voordat Sneeuwwitje van ellende weg kniest en dreigt te verschrompelen tot een lelijk boontje, dienen zich daar de 5 wijze dwergen aan met ieder een deel van de oplossing . De dwergen haasten zich naar het Pensioenfonds voor de Sprookjesfiguren en presenteren daar ieder hun eigen oplossing. De afgelopen jaren is het aantal pensioenfondsen drastisch afgenomen. De verwachting is dat deze consolidatie van de pensioenfondsen zich voortzet. De uitspraak van Joanne Kellerman van de DNB op 11 april 2010 in het programma Buitenhof is een startpunt geweest voor dit advies . Tijdens dit programma uitte zij de wens het aantal pensioenfondsen terug te dringen naar 100. Deze uitspraak leidde tot veel discussie. Wij analyseerden de wens van Kellerman en komen tot een nog ingrijpendere conclusie. Het aantal pensioenfondsen terugdringen naar 100? Dat kan wat ons betreft nog een stuk minder. Hier volgt het advies van de vijf wijze dwergen. Cluster Dwerg komt met het idee om pensioenfondsen te clusteren op basis van sectoren Werknemers wisselen ten opzichte van 20 jaar geleden steeds vaker van baan. We zien dat werknemers binnen een bepaalde sector van werkgever wisselen. Door het clusteren van pensioenfondsen naar sectoren bewerkstellig je dat een pensioenfonds een relatief groter actief deelnemersbestand krijgt, met minder slapers.
82
10 is de nieuwe 100 Chemicals Constructions pu- Design i n - Financials Food & Beverage Healthcare r e - Innovations Logistics t o t Officers Sales & Services
Communicatie over het pensioen naar de deelnemers blijft belangrijk. Pensioenfondsen met een grote polatie deelnemers kunnen makkelijker vesteringen doen in moderne digitale communicatie. Denk hierbij aan ‘online portals’ waarin de deelnemer zelf bekeningen kan maken. Deelnemers zijn langer verbonden met het fonds wat leidt een sterkere band en een toename van het vertrouwen.
Uitvoeringskosten Dwerg komt op het idee om op uitvoeringskosten te besparen Door schaalvergroting per sector kunnen de uitvoeringskosten per deelnemer naar circa 75 euro dalen. 10 pensioenfondsen ingedeeld per sector zal tot een ideale grootte van pensioenfondsen leiden. Een nog kleiner aantal pensioenfondsen (en dus pensioenfondsen met een groter deelnemersbestand) levert geen kostenvoordeel op. We zien nu al in de praktijk dat de ‘big five’ van pensioenfondsen aanzienlijk qua aantal deelnemers verschillen, maar niet qua uitvoeringskosten. Oftewel: het streefpunt voor een pensioenfonds op het gebied van uitvoeringskosten zou die 75 euro per deelnemer kunnen zijn. Regelgevingsdruk Dwerg komt op een idee de toename in regelgevingdruk beter op te vangen Vanwege de invoering van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen (Wvbp) neemt de druk op de geschiktheid van bestuurders toe. DNB stelt eisen aan pensioenfondsbestuurders. Zo moet een bestuurder al vanaf dag 1 geschikt gevonden worden voor de functie. Daarnaast streeft de Code Pensioenfondsen naar meer diversiteit binnen de pensioenfondsbesturen (o.a. verdeling man/vrouw en/of onder de 40 jaar). In de praktijk blijkt dat de sector moeite heeft om hier invulling aan te geven. Door het opschalen van pensioenfondsen per sector zal deze problematiek zich minder voordoen. Immers,
83
OVER DIVERSITEIT& SAMENWERKING de poel waaruit het pensioenfonds geschikte pensioenfondsbestuurders kan vissen, is groter. Vermogensbeheer Dwerg ziet schaalvoordelen voor vermogensbeheer De consolidatie van pensioenfondsen per sector zal leiden tot een toename van het vermogen onder beheer van professionele vermogensbeheerders waardoor het pensioenfonds een betere onderhandelingspositie verkrijgt. Dit zal leiden tot een kostenbesparing van vermogensbeheerkosten vanwege betere tarieven. Engagement, eerder besproken in het advies voor ‘groen’ beleggen, zal succesvoller zijn. Daarnaast zullen de grotere diversificatiemogelijkheden leiden tot een evenwichtiger beleggingsbeleid. Dit zal ten goede komen voor de hoogte van het pensioen van de deelnemers. Toezicht Dwerg komt op een idee voor beter toezicht op een transparantere sector Door het sterk gereduceerd aantal pensioenfondsen is het eenvoudiger om degelijk toezicht te houden. Het horizontale toezicht wordt hierdoor overbodig. De toezichthouders kunnen per pensioenfonds een ‘dedicated team’ van toezichthouders opzetten. Zij kennen de sector en weten wat er speelt. Dit lost tevens het capaciteitsvraagstuk bij DNB op. De totale contributie die pensioenfondsen betalen kan dan ook fors omlaag! Samen met de vijf wijze dwergen pleiten wij met onze visie voor minder pensioenfondsen. Tien pensioenfondsen die zijn ingedeeld per sector. Uit onze berekeningen blijkt dat er een potentiële besparing van € 750 miljoen per jaar kan worden gerealiseerd. Dit zal de deelnemers ten goede komen. Deze besparing komt voornamelijk door een daling van de uitvoeringskosten (€ 472 miljoen). De trend van consolidatie van pensioenfondsen is een gegeven. Wat ons betreft is het nú het moment om met z’n allen na te denken hoe wij deze consolidatie in juiste banen kunnen leiden. Een reëel aantal pensioenfondsen in een juiste samenstelling zodat iedereen straks kan genieten van een goed pensioen, ook wij jongeren!
84
Hoe het afliep met Sneeuwwitje… Het Pensioenfonds voor de Sprookjesfiguren fuseerde na de voorstellen van de 5 wijze dwergen op stel en sprong met de pensioenfondsen voor de Zeerovers, Vampieren en Sinterklazen. Hierdoor ontstond een gezond betrokken fonds en bespaarde het pensioenfonds enorm op uitvoeringskosten. Sneeuwwitje kon eindelijk genieten van haar welverdiende pensioen. Sneeuwwitje (en ook andere sprookjesfiguren, de Zeerovers, Vampieren en Sinterklazen) leefden nog lang en gelukkig van hun pensioenuitkering.
85
OVER DIVERSITEIT& SAMENWERKING
UIT HET VELD GERARD RIEMEN | ALGEMEEN DIRECTEUR PENSIOENFEDERATIE “Maar eerst maar eens mijn mening over jullie van het PensioenLab. Wat zonder verder nadenken bij mij op popt is ‘energie!’. En dan: ‘synergie!’. Dat komt hierdoor: de insteek van de discussie op jullie seminars en bijeenkomsten is dat vooringenomenheid totaal ontbreekt maar kritisch vermogen totaal niet: PensioenLab vormt zelf graag zijn beeld van hoe het er met onze pensioenen voor staat en wil dat beeld vooral niet uit de media halen. Hulde! PensioenLab vraagt dóór en neemt geen genoegen met paniekzaaierij als ‘het laatste uur van ons stelsel heeft geslagen’, maar ook niet met onrealistisch optimisme als ‘niets aan de hand, met wat kleine reparaties kan het stelsel gewoon door’. Het PensioenLab sluit niet uit dat we beschikken over het beste pensioenstelsel ter wereld. En stelt dat solidariteit geen vies of smerig woord is. Ze weten zich daarin gesteund door wetenschappelijk onderzoek dat heeft aangetoond dat mensen echt graag solidair met elkaar zijn. Alleen niet zonder voorwaarden. Goed, laat helder zijn: ik peins er niet over om het voor jullie te willen invullen. Blijf alles onderzoeken en laat mij alleen de wens uitspreken dat jullie al het goede aan het stelsel willen ontwaren, koesteren en mee helpen bewaren. Jullie vroegen mij wat woorden te wijden aan het fenomeen ‘opschalen’. Ik vat dat ‘opschalen’ dan op als de, nu veelal nog visionaire, trend naar consolidatie, waarbij pensioenfondsen vergaand zullen samenwerken met andere fondsen en zichzelf daarbij al dan niet opheffen. Wat zouden redenen voor consolidatie kunnen zijn? Waarom zouden pensioenfondsen het alleen niet meer kunnen of willen bolwerken in de nabije toekomst? Een paar mogelijke motieven: • Stijgende kosten van uitvoering van pensioenregelingen en daarom het streven naar behalen van schaalvoordelen. • Toenemende bestuurslasten. Het gaat dan niet alleen om centen maar ook om tijdsbeslag en de eisen die aan bestuurders worden gesteld. • Toenemende toezichtslasten. Onophoudelijk stijgende kosten van het toezicht op pensioenfondsen, die mede veroorzaakt worden door een veelvuldig beroep op fondsen om mee te werken aan onderzoeken.
86
Deze motieven hoor je vaak in de sector. En eigenlijk is dat jammer. Want als je overtuigd bent van de toegevoegde waarde van het hebben van een goede pensioenregeling en het delen van de risico’s in het collectief dat een pensioenfonds is, dan zijn al deze obstakels te overwinnen. Consolidatie omdat het in het belang is van de werknemers is een beter argument. Een grotere collectiviteit zodat waardeoverdrachten minder voorkomen, omdat je de risico’s over een grotere groep wilt delen en niet meer kunt uitleggen waarom de werknemers in bedrijf x een andere pensioenregeling hebben dan in bedrijf y terwijl de overige arbeidsvoorwaarden vrijwel identiek zijn. Gaat het ervan komen? Van een vergaande consolidatie? Past dat wel bij Nederland? De manier waarop we onze pensioenfondsen nu hebben georganiseerd hoort bij de Nederlandse arbeidsverhoudingen en het polderen. En is het weg, dan is het weg. ‘Opschalen’ zal in mijn ogen daarom nooit een doel op zich mogen worden. Beste mensen van het PensioenLab, ga door met denken, discussiëren en blijf de pensioensector vooral ook adviseren! Gevraagd en ongevraagd. Jullie positieve en creatieve mindset hebben we nodig om te komen waar we wezen moeten, om te behouden wat goed is, om aan te passen wat anders moet. Is ‘opschalen’ daarvoor logisch? Doen dan. Niet logisch: laten dan. Hou vol en laat je niet beïnvloeden door media, vorm je eigen beeld, in minstens vijftig tinten grijs en vijftig tinten groen.”
87
OVER DIVERSITEIT& SAMENWERKING
ADVIES STAP OVER OP EEN COÖPERATIEF MODEL
Welke governance model heeft de voorkeur: nadruk op sociale partners of op ‘onafhankelijke’ experts? Stap over op het coöperatief model, vinden wij. In dit model staat betrokkenheid en medezeggenschap van deelnemers centraal. Wij willen belanghebbenden meer directe rechten geven waarmee tegelijkertijd de pensioenwereld democratischer wordt gemaakt. Het gebrek aan betrokkenheid en medezeggenschap van de deelnemers (onder deelnemers verstaan wij actieven en gepensioneerden) is deels te wijten aan het besturingsmodel van het pensioenfonds. Het pensioenfonds is voor de deelnemers, laat het dan ook van de deelnemers zijn. We constateren dat de benoeming van zowel bestuur, toezichthouders, deelnemersraden en verantwoordingsorganen op een ondemocratische en onoverzichtelijke manier plaats vindt. We zien dat de selectiepoule van deze kandidaten te nauw is gedefinieerd door de verplichting van deelname aan de vakbonden en onduidelijke sollicitatieprocedures. Daarnaast bestaat ook een steeds grotere wens van deelnemers om keuzevrijheid en meer zeggenschap binnen pensioenfondsen. Tot slot is het fenomeen ‘dubbele petten’ de sector niet onbekend en procedures op integriteit zijn nog niet ver genoeg doorgevoerd. Immers kun je de vraag stellen of het wel zo verstandig is dat een bestuur zijn eigen interne toezichthouder aanwijst, zoals nu bijvoorbeeld bij vakbondsvertegenwoordigers gebeurd. De gevaren en verleidingen van tegenstrijdige belangen zijn hierbij zodanig groot dat wij hier per direct een duidelijke scheiding aanbevelen. IEDEREEN IN DE COÖPERATIE In een coöperatie hebben alle leden de mogelijkheid om actief te worden binnen het pensioenfonds. Als deelnemer ben je automatisch lid van de corporatie: wanneer er vermogen van je in het fonds zit beschik je over medezeggenschap. Actieve betrokkenheid is dan een keuze van de deelnemers zelf. Geïnteresseerde deelnemers van het fonds brengen een stem uit en benoemen zo het “deelnemersbestuur” (ook wel raad van commissarissen). Het deelnemersbestuur benoemt op haar beurt het pensioenfondsbestuur. Het
88
deelnemersbestuur draagt zorg voor het aantrekken van de juiste bestuurders om het pensioenfonds te leiden. Een goed programma, de juiste kennis en kunde zullen in deze benoeming leidend zijn. Het bestuursmodel zal hierdoor bij elk fonds anders kunnen zijn, of beter gezegd: naar de wens van de deelnemers zijn. Verder is pensioen een secundaire arbeidsvoorwaarde, sociale partners dragen dus zorg voor het tot stand komen van de regeling. Ook een coöperatie geeft de mogelijkheid voor een toezichthoudende rol op de regeling. Een coöperatie als organisatiestructuur zorgt voor een democratischer en overzichtelijker stelsel door directe betrokkenheid, verkiezingen en benoemingen. EISEN VAKBONDBESTUURDERS Ook moeten de eisen en toetsing door de DNB aan een pensioenfondsbestuurder herzien worden. Immers wil je, in een wereld waar beslissingen gaan over een bedrag van totaal meer dan 1000 miljard, wel zeker weten wie je aan het roer hebt staan. Het gaat om de inkomens van alle (toekomstig) pensioengerechtigden. Er mag absoluut geen twijfel zijn over de deskundigheid en integriteit van een pensioenfondsbestuurder. De huidige eisen voor de functie van pensioenfondsbestuurder zijn nog te vrijblijvend en te zwak gedefinieerd. Zeker als we dit vergelijken met een sector als de banken, waar er sinds kort een bankierseed afgelegd moet worden om een zichtbare ethische kwalificatie van integriteit te definiëren. In alle gevallen moet er voorkomen worden dat de bankencrisis van 2008 in een vergelijkbare vorm zijn intreden in de pensioensector zal doen. START MET EEN TRAINEESHIP Er zal meer actie moeten worden ondernomen om het convenant van 2010 ‘Diversiteit in pensioenbesturen’ uit te voeren. We kunnen concluderen dat als de wens van pensioenfondsen en sociale partners er is om diversiteit te stimuleren en de resultaten hierop achter blijven, dat er een onderliggend probleem is dat allereerst opgelost dient te worden. Wij hebben om deze reden een traineeship in ontwikkeling voor jonge ‘kandidaat bestuurders’, om de kennisoverdracht, betrokkenheid, doorstroming en diversiteit van jongeren in besturen te stimuleren en te vergroten.
89
OVER DIVERSITEIT& SAMENWERKING
ADVIES ROADMAP NAAR DIVERSITEIT
Uit gesprekken met de DNB, experts en ervaringsdeskundigen blijkt dat er veel belemmeringen worden ervaren bij het benoemen van jongeren en vrouwen in het bestuur en in het medezeggenschapsorgaan van pensioenfondsen. Deze belemmeringen zijn niet altijd terecht (en goed weg te nemen). Hieronder presenteren wij ons stappenplan voor een beter en meer divers pensioenfondsbestuur en voor een evenwichtiger medezeggenschapsorgaan. Stap 1: creëer Bewustzijn en mogelijkheid Bij veel jongeren is pensioen nog een blinde vlek. Daarnaast lijkt een bestuursfunctie of medezeggenschap bij een pensioenfonds lastig te combineren met het opstarten van je carrière, het kopen van een huis en wellicht het beginnen van een gezin. Bij jongeren bestaat het idee dat je ‘er toch niet tussenkomt. De benoemde blinde vlek is er niet alleen bij jongeren. De huidige bestuurders zoeken eigenlijk te eng, binnen hun ‘old boys network’. En dat is begrijpelijk. Want hoe wordt de toekomstige bestuurder anders bereikt? Pensioenbewustzijn onder jongeren is heel belangrijk. Daarnaast kan de belemmering met betrekking tot het tijdsgebrek of gebrek aan ondersteuning vanuit je werkgever ondervangen worden door leden van een medezeggenschapsorgaan en niet-beroepsbestuurders in het bestuur van pensioenfondsen beter te beschermen. Hierbij zou de WOR of de wetgeving voor de Nationale reserve als uitgangspunt kunnen dienen. Daarnaast is het goed om een bestuursfunctie mee te laten wegen in het ontwikkelplan voor werknemers. Het is vooral communicatie en planning. Het is van te voren bekend wanneer een nieuwe bestuurder nodig is. Een bericht op intranet volstaat niet. Ga in gesprek met de jongerenvereniging, het vrouwennetwerk en vraag om kandidaten. Stap 2: Leidt de jongeren/vrouwen op voor een plaats Diversiteit is belangrijk, maar het is ook belangrijk dat het pensioenfondsbestuur bestaat uit geschikte mensen. Geschiktheid bestaat uit vakkennis, maar ook uit soft skills.
90
Zorg voor een breed gedragen traineeship voor aankomende bestuurders. Dit traineeship bestaat uit een inhoudelijk deel en een deel waar de aankomende bestuurders ervaring opdoen in een bestuur. Hierbij kun je denken aan een stageperiode in een medezeggenschapsorgaan of bij een bestuur. Daarnaast zijn wij een groot voorstander van een mentorsysteem en een buddysysteem, zodat de trainee niet aan zijn/haar lot wordt overgelaten. Stap 3: Breng de jongeren/vrouwen en pensioenfondsen bij elkaar Er zijn zeker jongeren en vrouwen die interesse hebben om te participeren in een pensioenfonds. Er zijn ook veel initiatieven en talentpools, maar deze werken niet samen. Partijen die initiatieven op dit gebied hebben ontplooid zijn onder meer CNV Jongeren, FNV Jong en VCP Young Professionals, maar ook Pensioenfondsen Shell, Achmea en Fysiotherapeuten. Bij bestuurders is er weliswaar aandacht voor diversiteit, maar zij hebben nog niet altijd een loket gevonden waar ze talentvolle aspirant-bestuurders en aspirant-leden kunnen vinden. Bundel de verschillende initiatieven, zodat bestuurders weten waar ze talent kunnen vinden. Vanuit deze grote poule zou je ook pensioenfondsen actief kunnen benaderen met geschikte kandidaten.
91
OVER DIVERSITEIT& SAMENWERKING
UIT HET VELD HANS VAN DER WINDT | ALGEMEEN DIRECTEUR PME “Internationaal wordt ons Nederlandse pensioensysteem geroemd, maar op nationaal niveau lijkt het draagvlak voor het ‘beste’ pensioensysteem ter wereld onder druk te staan. Sinds de crisis in 2008 zijn pensioenfondsen vooral negatief in het nieuws geweest. Door het achterwege blijven van compensaties voor gestegen lonen en prijzen en door verlagingen van de pensioenen beseffen mensen niet meer dat we in Nederland nog steeds een van de beste systemen ter wereld hebben. “Ouderen denken dat ze in het verleden meer hebben betaald dan dat ze nu aan pensioen krijgen. Jongeren hebben het idee dat de pensioenpotten bijna leeg zijn en dat er tegen de tijd dat zij aan de beurt zijn er geen pensioen meer is. Deze misvattingen kunnen we ontkrachten voor wie daar naar wil luisteren. Maar of we er in slagen om voldoende draagvlak te behouden blijft nog de vraag. Belangrijk dus dat oud en jong, man en vrouw, ziek of gezond met verstand meepraten en vertegenwoordigd zijn in de organen van de pensioenfondsen waar de beslissingen over de pensioenen worden genomen. Volgens de Pensioenwet vertegenwoordigen de bestuurders de belangen van alle deelnemers en gepensioneerden in hun fonds. Maar de deelnemers en gepensioneerden zullen zich meer vertegenwoordigd en betrokken voelen als er een vertegenwoordiger uit hun ‘groep’ ook daadwerkelijk in het bestuur van hun pensioenfonds zit. Met inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen is dat vanaf 1 juli 2014 geregeld voor de gepensioneerden. Maar nu de jongeren nog. Ik denk dat dit voor de toekomst van ons stelsel nog belangrijker is. Maar hoe gaan we dit regelen? Ten eerste is pensioen voor de gemiddelde jongere net zo interessant als een begrafenisverzekering. Dus het is moeilijk jongeren voor je fonds te krijgen. Ten tweede is het punt of die jongeren die je hebt gestrikt aan de steeds zwaardere geschiktheideisen willen en kunnen voldoen. Concessies doen aan de deskundigheid wil niemand.
92
‘Met boeven vang je boeven’ lijkt probleem nummer één op te lossen. Jongeren kunnen makkelijker de interesse van hun leeftijdgenoten opwekken dan dat de gemiddeld wat oudere, grijze pensioenprofessional dat kan. Heb je eenmaal die geïnteresseerde jongeren en zijn ze ook nog talentvol en ambitieus? Dan kunnen ze worden klaargestoomd voor een bestuursfunctie. Ik ben dus blij met de initiatieven van het PensioenLab. Een kweekvijver vol jonge ambitieuze mensen die graag pensioenfondsbestuurder willen worden is een ware droom. Maar door de goede aanpak van het PensioenLab wel een droom waar ik in geloof.”
93
94
de toekomst “Roads? Where we’re going, we don’t need roads!” - Emmett ‘Doc’ Brown
95
BLIK VOORUIT: STICHTING PENSIOENLAB initiatiefnemer #3 van het lab Michiel Hietkamp | Voorzitter CNV Jongeren “Met verschillende invalshoeken bereik je zo veel MEER. Mensen met een verschillende achtergrond zorgen voor verschillende invalshoeken. Het PensioenLab is hier een prachtig voorbeeld van: geef jongeren de ruimte om zonder vooringenomenheid naar het pensioenstelsel te kijken en je krijgt de meest fantastische ideeën. Verschillende invalshoeken zijn in Nederland makkelijk te verkrijgen. Wanneer dit normaal is in onze topbesturen is het niet moeilijk om internationaal onderscheidend te zijn. De governance van Nederlandse pensioenfondsen staat namelijk niet op nummer 1 qua verscheidenheid. Over de governance-index (al dan niet van Mercer) hoor je nooit iemand praten. Tijd voor verandering…! 96
Het PensioenLab heeft ervoor gezorgd dat diverse jongeren luidruchtig aan de deur kloppen van de pensioenwereld. Door de Masterclass en het Lab zijn deze jongeren ook nog eens goed op de hoogte. In Frontrunners zitten jongeren die zelfs rijp zijn voor pensioenfondsbesturen. Wij zijn dan ook erg trots dat deze jongeren er zijn mede dankzij ons. Trots zijn we ook op de geboorte van een nieuw ‘pensioenkindje’: Stichting PensioenLab. Met deze stichting zijn we in staat om de komende jaren nog vele jongeren naar de deur van de pensioenwereld te brengen. Doet u mee? “
Wilt u meer weten over Stichting PensioenLab? Kijk op www.pensioenlab.nl
97
“Het is aan de jongeren om zich te roeren in de discussie over de toekomst van ons pensioen. Daarom kijk ik enorm uit naar de inbreng van het PensioenLab.” Ton Heerts | Voorzitter FNV
“Pensioenfondsen moeten bij vacatures niet de meest onmogelijke profielen op de nieuwkomers afschuiven. Met de aangescherpte eisen kunnen alleen nog (semi)professionals in besturen.” Liane den Haan | Directeur bestuurder ANBO
“Diversiteit is een modewoord geworden. Maar toch komt het niet vanzelf tot stand. Vaak ook wordt het breder opgevat: wég met de exclusiviteit van de oudere, blanke man.” Margot Scheltema | Voorzitter monitoringcommissie Code Pensioenfondsen
“Jongeren bouwen wel pensioen op en zijn zo deelnemer in een fonds. Maar voor de rest speelt pensioen een zeer kleine rol . Dan sta je als fonds voor de keuze: beperk je de communicatie met jongeren (onder de 35 jaar) tot het hoognodige of steek je er toch energie in?” Nicole Beuken | Directeur ABP
“Het aantal pensioenfondsen neemt snel af. De fondsen die overblijven zijn gemiddeld groter. Maar ‘big’ is geen garantie voor ‘beautiful’. Daar komt meer bij kijken, ook voor jongeren.” Arthur van der Wal | AZL
98
© PENSIOENLAB 2014 www.pensioenlab.nl Het PensioenLab is een initiatief van CNV Jongeren, FNV Jong en VCP Young Professionals in samenwerking met Pensioenfederatie en Stichting FVP. In het Lab worden zo’n 60 jonge mensen gefaciliteerd om de functie van klankbord, ambassadeur en kweekvijver te vervullen. Binnen het Lab wordt de basiskennis over pensioenen opgeschroefd en gaan de deelnemers in teams aan de slag met prangende vraagstukken. De adviezen van het PensioenLab zijn geschreven op persoonlijke titel van de deelnemers. Heeft u een vraag aan het PensioenLab of wilt u meer weten over dit initiatief? Kijk op www.pensioenlab.nl voor meer (contact)informatie. Met speciale dank aan: PGGM, Syntrus Achmea, SMO, De Nederlandsche Bank, BPL, alle laboranten, coaches en experts die van het PensioenLab een succes hebben gemaakt. En niet te vergeten: IJmert Muilwijk en Dennis Wiersma. Bedankt voor het pionieren. Redactie: de leden van het Lab Eindredactie: Huisman&Co Fotografie: Michel Utrecht Fotografie
“Vermogensbeheer vraagt om een kader met uitgangspunten waarbij de beheerder de ruimte blijft houden met zo min mogelijke beperkingen de pensioentoezegging waar te maken. Als dat niet meer realistisch is moet het ontwerpen van een heel nieuw stelsel op de tekentafel komen.” Bob van der Wal | Vakcentrale voor Professionals
“Toen ik een aantal weken later opnieuw aanschoof bij het pensioenlab, was het oorspronkelijke plan drastisch veranderd. Het illustreert de flexibiliteit en creativiteit waarmee deze jongeren aan een nieuw pensioenstelsel werken.” Sjaak Zonneveld | auteur Het nieuwe werken aan je pensioen
“Pensioen lijkt iets voor de toekomst, maar voordat je het in de gaten hebt is het te laat om nog bij te sturen. Ik vind het daarom zo mooi om te zien dat de jongerenorganisaties van de vakbonden jongeren enthousiast weten te maken voor pensioenen. Ik hoop dat het PensioenLab ons de komende jaren blijft bestoken met adviezen! Dat is hard nodig. Begin april maakte Klijnsma de contouren van het nieuwe FTK bekend. Dus jongeren: laat jullie stem horen!”
Maurice Limmen | Voorzitter CNV Vakcentrale
Vormgeving: Marjoleine Reitsma Druk: SMO Vele experts uit het veld supporten het PensioenLab! Lees de verhalen van al onze columnisten op www.pensioenlab.nl
99
Voor wie ons nog niet kent: maak kennis met het PensioenLab. Een groep jonge honden tussen de 18 en 35 jaar. Werkzaam in de zorg, pensioenwereld, agrarische sector of dienstverlening. Of nog studerend. Met hobby’s als softbal, Aziatisch koken, piano spelen en snowboarden. Al dan niet getrouwd, met of zonder kinderen, koophuis, spaarplan. En we kletsen in onze vrije tijd graag over pensioenen natuurlijk.
het
PensioenLab re(a)geert
Formuleboek 2012 - 2014
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door SMO.
het PensioenLab RE(A)GEERT
www.pensioenlab.nl Of discussieer mee op LinkedIn Groups/PensioenLab #PensioenLab
Formuleboek 2012 - 2014