Het gebruik van de shetlandpony Geschiedenis De eilandbewoners zijn lange tijd afhankelijk om in hun levensonderhoud te voorzien. De shetlandpony hielp deze mensen met allerlei klusjes. Ze werden ingezet in de turfwinning, de mijnen, maar ook als vervoersmiddel en speelkameraadje. De haren van de shetlander werden vroeger zelfs gebruikt om visnetten van te maken, dit werd al snel verboden. Deze pony’s waren goedkope arbeidskrachten. Ze konden veel zwaar werk verzetten en waren goedkoop in onderhoud. Ze moesten zelf hun eten bij elkaar scharrelen op de gezamenlijke weiden en aten vooral droge, taaie heide en mineraalrijk zeewier. Als de kleine boeren al in staat waren de pony’s bij te voeren kregen ze kleine beetjes hooi of maïs. Omdat iedere houten plak die aanspoelde gebruikt werd voor het huis van de mensen zelf bleef er geen materiaal over voor een stal voor de dieren. De shetlander kon bij slecht weer beschutting zoeken bij grote rotsblokken, muurtjes of turfwallen, maar ze hebben nooit geen dak boven hun hoofd gehad. De merries en hengsten werden apart van elkaar ingezet om problemen te voorkomen. De merries en hun veulens werden gebruikt voor de turfwinning. Deze pony’s kregen een wollen deken met daarop een mat van stro op hun rug. Bovenop dit zadel werden de manden voor de lading gelegd met daarop netten die moesten voorkomen dat de lading verloren ging. Hierin werd het turf, maar ook aardappelen, hooi, vaten met zout, gedroogde vis en zeewier vervoerd. Sommige pony’s deden dit werk zonder hoofdstel of halster. De jonge dieren volgden hun instinct en liepen dus achter hun ouders aan. Zij konden zonder begeleiding de weg naar huis en weer terug vinden. De hengsten en ruinen werden vooral ingezet in de mijnindustrie. Deze mensen zochten vooral mannelijke dieren vanaf vier jaar die sterk genoeg leken om het zware werk te kunnen doen. Deze pony’s waren niet altijd in de buurt van de mijnen voor handen. Daarom werden ze per district op een punt verzameld en naar de mijnen gebracht. Dit kostte vaak een aantal lange dagen te voet. Soms werden de pony’s zelfs per schip of per trein vervoerd. Aangekomen op de plek van bestemming kregen ze enkele dagen rust om bij te komen van de reis en om gecontroleerd te worden. Het kwam vaak voor dat één man samen met zijn hond een kudde van honderd pony’s bewaakte. Deze zogenaamde Horse Keeper zorgde voor de pony’s. Hij voerde de shetlanders en gaf ze dagelijks een wasbeurt. Hij moest er voor zorgen dat de pony’s iedere dag weer gezond en fris aan het werk konden. De mijnpony’s werden goed verzorgd en kregen een op maat gemaakt tuig dat zijn hoofd en ogen goed beschermde tegen het stof en vallende stenen. Sommige gangen in de mijnen waren nauwelijks toegankelijk, maar de kleine pony’s redden zich erg goed. De pony’s moesten acht uur werken en kregen vervolgens acht uur rust. Ze bleven het hele jaar door bij de mijnen en hadden daar dan ook hun eigen stallen. Een keer per jaar mochten ze naar buiten voor een korte vakantie. De werklui hadden een erg goede band met de pony’s. Zij wisten dat ze niet zonder ze konden en dat het geld samen verdiend moest worden. Ook bij dreigend gevaar hadden ze aan de shetlander een goede hulp. Door zijn instinct bleef hij stil staan en verzette geen stap meer hierdoor werden ongelukken voorkomen. De pony’s werden ook als vervoermiddel voor mensen gebruikt. Zo gingen de volwassen mannen op een shetlander naar de kerk. Hun benen sleepten over de grond, maar hun gewicht was voor deze sterke pony geen probleem. De pony’s hadden ook een goed karakter. De kinderen reden met de pony’s naar school, daar
aangekomen werden ze vastgezet aan een ketting in de grond en aan het eind van de schooldag konden ze weer mee naar huis. Later werden de pony’s gebruikt voor de handel. Ze waren een belangrijke inkomstenbron. De meeste pony’s werden in het begin verkocht naar Engeland en Schotland, later gingen ze de hele wereld over. Vooral de Engelsen gebruikten ze als een luxe product voor de rijke mensen. Ze dienden als decoratie in tuinen, maar ook voor het mennen. Zo had koningin Victoria meerdere Shetlanders in haar bezit en ze was beschermvrouwe van het ras. Hierdoor werd de shetlander nog populairder. Bij de armere mensen werd de shetlander aangespannen gebruikt. Dit door zijn goedkope onderhoud, maar ook omdat ze goedkoper waren voor de wegenbelasting. Er gold een regel zoals hier nu de wegenbelasting, grotere paarden en koetsen moesten meer betalen dan de kleine shetlander met een klein koetsje. Rond het midden van de negentiende eeuw werd de shetlandpony vaker voor de hobby gebruikt als kinderpony. De Engelse kinderen leerden al heel jong ponyrijden. Ze werden als baby al in een mandje op de rug van deze pony’s gezet. De kinderen deden mee aan de jacht en beoefenden alle onderdelen van de ruitersport.
Verschillende vormen van gebruik Hieronder volgen enkele vormen van gebruik waarvoor de shetlandpony veel gebruikt wordt. -onder het zadel Er zijn vier veel voorkomende onderdelen waaraan je onder het zadel met je pony kunt meedoen. -Dressuur: Vaak begin je met dressuur waarbij je leert om je pony goed onder controle te hebben. Een goede dressuur is eigenlijk voor alle onderdelen de basis en erg belangrijk. Je moet hiervoor goed kunnen sturen en overgangen kunnen rijden. Bij een dressuurproef moet je naar verschillende letters rijden waardoor je allerlei figuren rijd in verschillende tempo’s. -Springen: Bij het springen is het de bedoeling om zo snel mogelijk een parcours met hindernissen foutloos af te leggen. -Caprilli: Een caprilliproef is een soort dressuurproef met eenvoudige sprongetjes of balkjes tussendoor. Deze proef word vaak afgelegd voordat je met springen begint. Weer is de dressuur erg belangrijk, je moet laten zien dat je je pony onder controle
hebt. Bij de hindernissen is het de bedoeling dat deze zo net mogelijk worden genomen en niet zo snel mogelijk. -Bestgaande: Bij een wedstrijd voor bestgaande pony wordt vooral gekeken naar de gangen van de pony, dit onderdeel lijkt veel op het concoursrijden, maar dan onder het zadel. Je moet je pony in stap, draf en galop laten zien. Eerst begin je met rondjes op de rechter hand en daarna doe je hetzelfde op de linkerhand. De jury kijkt naar de pony die het beste beweegt en het best word voorgesteld. Natuurlijk zijn ook de houding, stelling en wendbaarheid belangrijk evenals de totale uitstraling. -aangespannen De aangespannen sport kan op veel verschillende manieren beoefend worden. Je kunt met één pony rijden, maar ook met meerdere tegelijk. Hieronder staat hoe je deze aanspanningen noemt. een pony: enkelspan twee pony’s naast elkaar: tweespan vier pony’s(twee voor en twee achter): vierspan twee pony’s voor elkaar: tandem drie pony’s voor elkaar: randem drie pony’s(twee achter en een voor): klavertje drie -Dressuur: Ook dit is de basis voor al het aangespannen werk. De dressuur bij het mennen lijkt erg op de dressuur onder het zadel. -Vaardigheid: Dit word vaak ‘kegeltjes rijden’ genoemd. Je moet hierbij een parcours afleggen door tussen pionnen met daarop balletjes te rijden. Het belangrijkste is om foutloos te zijn, dus alle balletjes op de pionnen te laten liggen, daarnaast geldt de snelste tijd. Hierin zijn verschillende klassen, hoe hoger de klasse hoe smaller het poortje. -Marathon: Hierbij moet je een wegtraject afleggen en hindernissen rijden. Je begint meestal met een wegtraject waarbij je mag kiezen of je in stap of draf rijd. Daarna volgt een staptraject waarbij je verplicht in stap moet rijden, bij officiële wedstrijden rijd er een controleur mee om te kijken of je je hieraan houdt. Daarna volgt nog een wegtraject waarbij je weer mag kiezen of je in stap of draf rijdt. In dit laatste traject zitten de hindernissen verwerkt. Het is de bedoeling dat je je in het wegtraject aan de snelheid houdt die is voorgeschreven. Dit is per traject en per klasse van grootte van de pony verschillend. Je moet zorgen dat je niet te snel en niet te langzaam bent in dit traject. De hindernissen moeten foutloos en zo snel mogelijk genomen worden. Bij een samengestelde menwedstrijd wordt dressuur, vaardigheid en marathon gereden.
-Concoursrijden: Bij het concoursrijden gaat het erom dat je de draf van de pony zo goed mogelijk toont voor de jury. Deze kijkt vooral naar de manier van bewegen, maar ook naar de houding, stelling, wendbaarheid en manier van rijden. Iedere deelnemer komt op volgorde van nummer binnen en stelt op. De jury loopt dan om de aanspanningen heen om te kijken of alles correct is. Daarna wordt er op de rechterhand afgereden en na een aantal ronden moet er van hand worden veranderd. Dan wordt er op juryvolgorde opgesteld en eventueel kunnen de eersten nog een keer overrijden. -lange teugel is de laatste jaren erg populair geworden. Het is een leuke en eenvoudige manier om met je pony bezig te zijn. Deze vorm van gebruik kun je op veel verschillende niveaus doen. Op wedstrijden kun je een dressuurproef afleggen, maar ook een kür op muziek. Voor de gevorderde combinaties kun je dit combineren met onderdelen uit van de vrijheidsdressuur zoals de spaanse pas. -voltige Bij deze sport worden er oefeningen op een galopperend paard uitgevoerd. Er zijn een aantal vaste oefeningen die eerst getoond moeten worden om te laten zien dat je de basisvaardigheden beheerst. Daarnaast kun je een vrije kür laten zien, waarbij de oefeningen vrij zijn. Je kunt solo voltigeren(alleen), maar ook in een team waarbij je samenwerkt in een groep van 4 of 6 die bestaat uit jongens en meisjes van verschillende leeftijden en niveaus.
-agility(behendigheid) Een agility proef leg je meestal af met de pony naast je aan het touw. Het is de bedoeling het parcours foutloos en zo snel mogelijk af te leggen. Onderdelen van dit parcours kunnen zijn: hindernis, over of onder een zeil door, achterwaarts gaan, de voorvoeten van de pony in een autoband plaatsen, de voor en achtervoeten in een fietsband plaatsen, zo snel mogelijk om pionnetjes heen, hinkelen of over een balk lopen. -lead rein Dit kan bij zowel dressuur onder het zadel, springen, caprilli en agility worden toegepast. Dit gebeurd meestal bij jonge, onervaren ruiters of bij een nieuwe, jonge pony. Er zijn speciale proeven voor lead rein dressuur, lead rein caprilli enz. Er loopt dan iemand met je mee terwijl deze de pony aan een touw vasthoud. Het is wel de bedoeling dat je zelf rijdt en zelf stuurt, maar diegene die met je meegaat mag je hierbij begeleiden. Wedstrijden Er worden in het hele land wedstrijden georganiseerd waar je met je pony aan deel kunt nemen. Ook worden er speciale wedstrijden georganiseerd waar alleen shetlanders aan mee mogen doen. Je kunt informatie krijgen over wedstrijden bij je ponyclub. Hier kun je ook meer informatie krijgen over het rijden met een startkaart.
Voor wedstrijden waar alleen shetlanders meedoen kun je het beste kijken op de evenementen kalender op de site van het stamboek of op de agenda in het maandblad ‘De Shetlandpony’. Zo word er ieder jaar bijvoorbeeld een indoor wedstrijddag georganiseerd in Maren Kessel en een outdoor wedstrijddag in Heteren. In Voorst wordt iedere zomer een shetlandmendag georganiseerd en ieder jaar is er een competitie voor het concoursrijden. Als je op wedstrijd gaat is het natuurlijk belangrijk dat je goed geoefend hebt en alles goed gepoetst is. De meeste dingen doe je precies hetzelfde als je met een shetlander op wedstrijd gaat als wanneer je met een andere pony of paard naar een wedstrijd gaat. Het is ook belangrijk dat je pony er goed uitziet. Je kunt deze ook wassen, maar let in de winter op met de dikke vacht, het duurt dan erg lang voor je pony droog is. (Dit is ook belangrijk om na het rijden in de gaten te houden, doe ze daarom na het rijden ondanks de dikke vacht wel een zweetdeken op.) Normaal kan je pony met alle weersomstandigheden gewoon buiten blijven lopen door de dikke vacht. Als je je pony hebt gewassen heb je ook al het vet van de huid weggehaald. Laat je pony daarom na een wasbeurt rustig wennen aan het weer. Doe haar eerst met goed weer een uurtje naar buiten en bouw dit op totdat ze na een paar dagen weer de hele dag de wei in kan. Het invlechten van je pony zal meer problemen geven. Je hoeft je pony dan ook geen knotjes te maken zoals bij de rijpaarden gebeurd. Netjes losborstelen en de staart invlechten is voldoende, wel kun je één grote vlecht langs de hals van je pony maken. Verder hoef je met je shetlander geen speciale dingen te doen. ABOP Dit staat voor Algemeen BruikbaarheidsOnderzoek Paarden en Pony’s. Dit onderzoek is bedoeld om te kijken of je pony geschikt is om gebruikt te worden. Dit kun je aangespannen of onder het zadel doen. Hierbij moet je voor de jury je pony opzadelen of optuigen en aanspannen. Dan volgt een eenvoudige dressuurproef waarbij enkele voltes en wendingen gereden moeten worden en over de diagonaal een middendraf getoond moet worden. Bij de aangespannen proef moet je ook halthouden, waarna je uitstapt en een paar meter naast de koets met de pony mee loopt en dan weer halthoud en instapt. Ook moeten er een aantal passen achterwaarts getoond worden. Bij de proef onder het zadel moet een volte in galop getoond worden en moet de pony de hals strekken. Daarna volgt er nog een springparcours van vier hindernissen die allemaal twee maal gesprongen moeten worden. Dit onderzoek wordt twee keer per jaar afgenomen. Meestal een keer in het voorjaar en een keer in het najaar. Hiervoor kun je je opgeven bij het stamboekkantoor. Je krijgt voor verschillende onderdelen punten van de jury, bijvoorbeeld voor stap, draf, houding en stelling, karakter etc. Dit kan beloond worden met een ABOP-AA, A, B of C. Als de proef zeer slecht is afgelegd kan de jury besluiten dat je geen ABOP predikaat krijgt. Meer informatie en de proeven die afgelegd moeten worden kun je vinden op de site van het NSPS, onder de knop stamboekzaken en dan predikaten.