Handleiding
Werkplaats JUKInaaimachine Herziene versie februari 2007
Inhoudsopgave Algemeen:............................................................................................................... 3 Veiligheid:............................................................................................................... 5 Het gebruik:............................................................................................................ 6 Het aanzetten en uitzetten................................................................................... 6 Benodigdheden ................................................................................................... 6 De spoel.............................................................................................................. 6 De onderdraad .................................................................................................... 7 Bovendraad inrijgen ............................................................................................ 8 De steekgrootte instellen..................................................................................... 9 Achteruit ............................................................................................................. 9 Het voetpedaal .................................................................................................... 9 Stof plaatsen en het voetje................................................................................... 9 Problemen met de naald.................................................................................... 10 Verschillende soorten naalden........................................................................... 10 Technieken ........................................................................................................... 11 De jeansnaad..................................................................................................... 11 De opengestreken naad ..................................................................................... 11 De engelse naad ................................................................................................ 12 Zomen .............................................................................................................. 12 De doorgestikte zoom....................................................................................... 12 De rolzoom....................................................................................................... 12 Do’s and Dont’s ................................................................................................... 13 Do’s .................................................................................................................. 13 Dont’s ............................................................................................................... 14 F.A.Q. .................................................................................................................. 15
2
Algemeen: Welkom bij de naaimachine in de modelwerkplaats. Aller eerst succes met je werkstuk en goed dat je de handleiding er wel bij pakt deze keer. Het is nuttig bij de verschillende stappen die je maakt de handleiding er bij te houden en bij twijfel deze nog even na te slaan. Het lezen van deze handleiding voorkomt een hoop frustratie tijdens het werken. In deze handleiding is ook een F.A.Q. op genomen en enkele Do’s en Dont’s. Bij technieken staan tips over steken en zomen om een goed resultaat te krijgen. Als je de machine gebruikt hebt of wilt gebruiken is het verstandig om hem een beetje schoon te maken. Dit lijkt veel werk maar dat is het niet. Je schroeft de twee zwarte schroefjes van het plaatje, zie foto, onder het voetje los. Als je dit plaatje weggehaald hebt haal je met het kwastje uit de lade het stof weg. Nu kun je het plaatje er weer terug op schroeven. Ook is het sociaal om de machine netjes achter te laten. De kleuren garen die gebruikt kunnen worden zijn alleen van de twee aanwezige klossen. Eigen klosjes kunnen niet gebruikt worden tenzij ze hetzelfde formaat en bevestigingsysteem hebben als de klossen die normaal bij de machine staan. Let op; gebruik nooit wol als garen. Al het gereedschap, naalden etc. is te vinden in de lade linksonder de tafel. Deze naaimachine kan alleen rechte steken maken. Er kan dus niet gelockt worden met deze machine. Dit betekend dat er opgepast moet worden met rafelige stoffen. Ook kunnen er geen ritsen ingezet worden met deze machine. De naald kan in de bovenste positie geplaatst worden door het voetpedaal zachtjes in te duwen. Het is aan te raden dit een aantal keer te oefenen omdat de machine er een aantal steken bij zet voor hij de naald omhoog haalt. De steekgrootte is ook verstelbaar van 2 mm tot 9 mm. Bij de meeste stoffen is een kleinere steekgrootte het makkelijkst. 3
Verder is het maken van een proeflapje ook verstandig hierdoor leer je de machine een beetje kennen en weet je ook beter wat er fout kan gaan. Je kunt een proeflapje maken door de volgende figuren op een stukje stof te stikken. Hoeken kun je maken door het voetje op te tillen terwijl de naald in de stof blijft. Ronde hoeken en lijnen kun je maken door de stof te sturen met je handen.
Hoeken oefening
Stuur oefening
4
Veiligheid: Voor de veiligheid mogen er alleen stoffen op deze naaimachine gebruikt worden of nog enigszins flexibele en dunne materialen als rubber en vinyl. Papier kan ook genaaid worden maar dit scheurt vrij snel. Zodra je merkt dat de machine er zeer veel moeite mee heeft kun je beter voor een andere manier kiezen om deze stoffen te verbinden. Ook is het heel belangrijk om uit te kijken met de naald en niet je handen er te dicht bij te doen als je aan het naaien bent. Daarom is er ook een beveiliging voor de naald, deze moet je erop laten zitten. Het is verstandig de naaimachine uit te zetten als je bijvoorbeeld het garen door de naald heen probeert te doen. Als je het spoeltje in de machine doet moet de machine uit staan! Dit kun je controleren door even op het voetpedaal te duwen. Als je de machine aan laat staan en je stapt per ongeluk op het pedaal dan gaat de naald hoogst waarschijnlijk door je vingers heen. Aangezien de naald dan meestal breekt en vastzit in je vinger krijg je je vinger ook niet zo makkelijk uit de machine. Dat is niet zo fijn. Door dit plaatje opzij te doen kun je beter zien waar je met je handen zit, om het spoeltje op zijn plek te krijgen. De machine niet kantelen. Dit mag alleen door werkplaatsmedewerkers voor onderhoud. Wanneer de machine gekanteld wordt moet hij uitstaan en de stekker uit het stopcontact zijn.
5
Het gebruik: Het aanzetten en uitzetten De stekker in het stopcontact doen en de schakelaar omzetten, deze is aan de rechterkant achter een flexibel kunststofkapje.
Benodigdheden Om te kunnen beginnen heb je een vol spoeltje nodig voor de onderdraad, een bovendraad, een naald en stof.
De spoel Voor de onderdraad moet vaak eerst een spoel worden gemaakt. Kijk wel eerst even of er niet al een spoel is in de gewenste kleur. Deze liggen in de lade links onder de tafel. Het spoelen gaat op de volgende manier:
1. 2. 3) 4)
Haal de bovendraad los als deze al is ingeregen. Zet de lege spoel op nummer c en let erop dat deze goed vast zit. De draad gaat van de klos eerst via de stang naar A. Je haalt de draad door het gat A heen en rond de spanning B. Let erop of er weerstand op de draad komt. Van de spanningsknop AFBLIJVEN. Vervolgens haal je de draad weer terug door het gat A heen.
6
5) Nu draai je de draad een aantal keer om de spoel heen je begint van onder en draait hem naar boven. Als je er tegenaan kijkt gaat de draad dus met de klok mee.
6) Nu duw je zachtjes tegen het hendeltje 1 aan. Hierdoor verschuift het stangetje richting de spoel. Het ziet er dan zo uit als op de foto. 7) Nu kun je gaan spoelen door het voetpedaal in te duwen.
De onderdraad De spoel bevestig je in het spoelhuis, zoals hiernaast op de foto. De draad haal je door de inkeping, let erop dat dit in een vloeiende beweging gaat anders moet de spoel waarschijnlijk andersom. De draad moet nu langs het haakje worden gehaald zodat deze op zijn plek blijft. Nu moet het spoelhuis in de machine worden bevestigd. DE MACHINE HIERBIJ UIT ZETTEN. De machine moet ook NIET GEKANTELD worden. Het spoelhuis kan aan de onderkant in de machine worden geplaatst. 1) Schuif het klepje naar links open. Hierdoor kun je makkelijker zien waar de spoel hoort. 2) Let erop dat de opening naar boven wijst, zie foto. 3) Het scharniertje aan het spoelhuis moet worden uitgeklapt bij het plaatsen in de machine. Als de spoel op zijn plaats zit controleren of deze wel goed vastzit.
7
Als de machine weer aanstaat en de bovendraad is ingeregen, moet er heel even licht op het voetpedaal geduwd worden terwijl de bovendraad strak naar achter vasthoudt. Nu komt als het goed is de onderdraad naar boven. Deze haal je samen met de bovendraad naar achter. Hoe je de bovendraad inrijgt staat hieronder.
Bovendraad inrijgen De bovendraad rijg je in volgens de afbeelding. Er zijn verschillende dingen waar je extra op moet letten.
1) Zit de draad ook door de stang boven de klos? 2) Zit het garen op de goede manier door en om de twee pinnetjes nummer 1 en 2 heen? 3) Als je de draad door de spanning (nummer 4) hebt gehaald zit er weerstand op. Is dit niet het geval van de knop AFBLIJVEN, controleren of je de draad tussen de twee schijfjes hebt gedaan. Als de spanning veranderd wordt door aan knop 4 te draaien kan dit als gevolg hebben dat de draad snel en vaak breekt of dat zelfs de naald breekt. Je kunt voelen of de spanning goed is door als je de draad er door heen hebt gehaald te voelen of hij een beetje weerstand heeft. Je voelt hem er in schieten als hij goed zit, anders glijd de draad er gewoon overheen. Deze weerstand moet niet te groot zijn, je moet hem er wel gewoon doorheen kunnen halen. 4) Let erop dat het staafje nummer 8 helemaal omhoog staat. 5) Ook erop letten dat bij de naald het garen door nummer 10 en 11 gaat. 6) De draad van voor naar achter door de naald doen. 8
De steekgrootte instellen Om de steekgrootte in te stellen moet je aan de knop draaien. Boven de knop is een puntje het getal op de knop dat hieronder staat is het aantal mm dat de steek lang wordt. Om het draaien van de knop gemakkelijker te maken kun je de achteruithendel indrukken. Dit is de hendel onder de steekgrootteknop. op de foto: de grote knop is de steekgrootte knop en de hendel is de achteruithendel.
Achteruit Een aantal steken achteruit zetten bij het begin en bij het einde van de steek is afhechten. Dit is verstandig om te doen omdat zo de draad beter blijft zitten. Dit is ook moeilijker los te halen dus als de steek niet goed is gedaan dan nog niet afhechten. Het achteruit naaien kan gebeuren door de hendel naar beneden te duwen terwijl je het voetpedaal licht induwt. Let er wel op dat de stof recht blijft zodat de naald ook weer ongeveer over dezelfde lijn teruggaat.
Het voetpedaal Door het voetpedaal in te duwen, in het midden en aan de achterzijde, wordt de naald in beweging gebracht. Dit kan in verschillende snelheden afhankelijk van hoe hard het voetpedaal ingeduwd wordt.
Stof plaatsen en het voetje Om de stof te plaatsen moet het voetje en de naald omhoog. De naald kan ook met het voetpedaal omhoog worden gehaald. Dit kun je doen door heel zacht op de rand van de voorkant te duwen. Het makkelijkst gaat dit in de linkerhoek. Het is het beste dit een aantal keer te oefenen omdat de machine snel een aantal steken te veel zet hierbij. Ook kun je om dit te verkomen natuurlijk eerst afhechten, een paar keer een aantal steken naar achter en naar voren maken, dan de draad vast doorknippen net boven de naald en hem dan met het voetpedaal omhooghalen.
9
De naald omhooghalen kan ook met de schijf aan de zijkant maar deze mag alleen van je af worden gedraaid en dit is ook niet zo heel goed voor de machine. Ook moet hierbij gelet worden of de staaf bij nummer 8 (bladzijde 8) wel helemaal omhoog staat, anders heeft de machine misschien problemen bij de volgende steken. Met het voetpedaal heeft dus de voorkeur om de naald omhoog te halen. En als dat echt met geen mogelijkheid lukt ook niet met het doorknippen van de draad dan kun je dit als redmiddel gebruiken. Ook het voetje moet omhoog om de stof er goed onder te kunnen schuiven. Het voetje van deze machine is een zogenaamd “huppelvoetje”. Dat wil zeggen dat het voetje meeloopt/huppelt met de stof. Dit zorgt ervoor dat de stoffen beter gelijk blijven van lengte. Het voetje is omhoog te krijgen door met je knie tegen het zwarte kussentje rechts te duwen.
Problemen met de naald Als de naald gebroken is moet je de gebroken naald uit de machine halen. Dit doe je door het schroefje aan de zijkant van de naald los te maken. Als je dit hebt gedaan ga je bekijken of je de draad wel juist hebt ingeregen en de spoel goed hebt geplaatst. Ook kan het zijn, als de naald en of draad meteen zodra je bent begonnen breken, dat de spanning verkeerd staat. . Je kunt er een nieuwe naald inzetten door een naald met de groef naar voren er in te steken en vast te zetten met het schroefje. Let er wel op dat de naald ver genoeg naar boven zit zodat deze goed vaststaat.
Verschillende soorten naalden Er zijn verschillende soorten naalden aanwezig in de lade linksonder het naaimachinetafeltje. Er zijn aanwezig de dikten 16, 18, 21 en 22. De dikte staat aangegeven op de naalden zelf en ook op het doosje waar ze in zitten. De dikkere naalden zoals 22 en 21 kunnen het beste gebruikt worden voor dikke stevige materialen zoals vinyl. Voor wat soepelere en teerdere stoffen kun je deze beter niet gebruiken omdat je dan de stof verpest. Er komen dan grotere gaten in. Voor deze stoffen zoals katoen en spijkerstof kun je het beste 18 gebruiken en als dit toch te moeizaam gaat 21. 16 is het beste voor normale wat soepele stoffen. Voor echt heel tere stoffen zoals zijde of satijn kan deze nog te dik zijn en kun je beter een scherpere naald aanschaffen. Deze zul je zelf aan moeten schaffen. Het is aan te raden de goede dikte naald bij de juiste stof te gebruiken. Hierdoor zal het werk makkelijker en sneller gaan en zal het eindresultaat mooier zijn.
10
Technieken Als je iets gaat spelden kun je het beste zorgen dat de punt van jou afwijzen. Dan is het makkelijker om ze tijdens het naaien eruit te halen. Als je over een speld heenstikt kan de naald breken. De steekgrootte die je kiest maakt over het algemeen ook niet zo heel veel uit. Al kun je het beste voor een niet al te grote steek kiezen.
De jeansnaad Deze naad wordt zoals de naam al zegt veel gebruikt in jeans. Deze naad is zeer stevig en hij hoeft niet perse afgelokt te worden. Dus dit is ook een fijne naad voor rafelige stof. De engelse naad is hier nog makkelijker voor want hier kan de stof helemaal niet meer rafelen. - zorg dat er 1,5 cm stof teveel aan de kanten zit die je aan elkaar wilt naaien. - De 2 lappen stof leg je met de verkeerde kant op elkaar en speld deze vast. - Plak een plakbandje of een ander herkenningspunt op 1,5 cm van de naald. - Stik nu de lappen op elkaar. let erop dat je dit recht doet. - Knip nu het rechternaadje op 0,5 cm af. - Strijk nu de naad zo naar een kant dat de lange naad over de korte naad heen komt te liggen. - Vouw nu de lange naad om de korte naad heen. Zorg dat dit overal ongeveer 7 mm is. Speld dit - Stik nu vlak langs de rand het tweede stiksel De goede kant is de kant waar je de rand niet ziet die je net gestikt hebt.( de goede kant van de stof.)
De opengestreken naad Deze naad is de makkelijkste naad en ook stevig genoeg voor de meeste stoffen. Wel moet je er rekening mee houden dat als er spanning op de stof komt te staan hij niet perfect sluit. Deze naad is ook heel goed voor stevige materialen als vinyl. - Zorg dat er overal 1 cm naad aanzit (extra stof om te naaien) - Plak een plakbandje 1 cm van de naad. - Leg de stof met de goede kant op elkaar. - Stik het naadje en hecht af dit doe je door een stukje achteruit te naaien. - Strijk nu het naadje open.
11
De engelse naad Dit is een heel stevige naad en ook goed tegen het rafelen van stof. Ook is deze naad net zoals de opengestreken naad goed te gebruiken bij dikkere stoffen - In plaats van de gebruikelijk 1 cm naad zorg je nu voor 2 cm naad. (extra stof om te naaien) - Leg de lappen met de verkeerde kant op elkaar. speld ze vast en stik ze op 1 cm naad. - Knip het naadje op 0,5 cm af en strijk het open. - Vouw nu het lapje precies op de naad dubbel en stik nogmaals een voetje van de rand.( breedte van het voetje. De stof komt dus tot de rand van het voetje) let er hierbij op dat je dus geen rafeltjes eruit ziet komen aan de goede kant - Strijk nu het lapje met de naad naar 1 kant. - De goede kant van dit lapje is de kant waaraan je de strook/naad niet ziet.
Zomen Dit doe je aan de onderkant van je stof. Als je bijvoorbeeld voor een tafel een lap stof wil omzomen doe je dit natuurlijk aan al de kanten.
De doorgestikte zoom Sla voor deze zoom 4 cm om en stik de zoom in een rechte lijn op ongeveer 3,5 cm van de onderkant af. Hierna strijk je deze plat. Voor deze zoom is het slim om af te locken tenzij je natuurlijk een niet rafelende stof hebt.
De rolzoom Dit is de meest gebruikte zoom. Bij deze zoom sla je eerst 2 cm om en hierna nog een keer. Het is belangrijk dat je dit zeer precies doet. Anders zie je dit goed door het lengteverschil wat er ontstaat. Stik de zoom op de verkeerde kant door net onder de omgeslagen rand. Aan de goede kant moet het stiksel ook overal evenveel van de rand vandaan zijn. Je kunt ook bij deze zoom iedere keer 1 cm omslaan of de eerste keer 1 en tweede keer 2cm. Deze zoom is het mooiste bij lichte stoffen en transparante stoffen.
12
Do’s and Dont’s Do’s -
-
-
de tafel van de naaimachine zo leeg mogelijk houden handleiding lezen ( in ieder geval hoe je moet inrijgen en spoelen) de juiste naald bij de juiste stof geen drinken op de tafel van de machine alles netjes terugleggen op zijn plaats. met een stofschaar alleen stof knippen. spelden met de kop naar je toe in de stof steken, dit is makkelijker bij het uithalen tijdens het naaien. even stof verwijderen na gebruik ( bij algemeen staat hoe dit moet ) letten op de veiligheid. als iets onduidelijk is gaan vragen en niet zelf uitzoeken. zuinig doen met de stof. Als je een stuk nodig hebt knip dit dan van de kant en niet in het midden. Rustig werken en gaan zitten. Controleren of je de draad goed hebt ingeregen en steekgrote ingesteld. Oefenlapjes maken. Teveel stof bij hebben. Als je lapjes niet goed gestikt zijn, de draad eruit halen door te trekken aan de draad. Let hierbij op dat je voorzichtig bent met de stof. Doe dit trekken ook afwisselend aan weerskanten van het lapje. Het makkelijkst gaat de draad eruit halen met een tornemesje Let erop wat de goede kant en de slechte kant van de stof is. de goede kant is de mooie kant van de stof. Dit is dadelijk de zichtbare kant houd hier rekening mee bij het maken van de zoom en de naden. Houd de draad naar achter toe vast als je begint met stikken. Hierdoor is de kans minder groot dat hij losschiet uit de naald.
13
Dont’s -
de machine kantelen. de naald er verkeerd in doen. aan de spanningsknop komen. zomaar “iets” doen zonder dat je weet wat je eigenlijk aan het doen bent. er een enorme bende van maken. naalden en schroevendraaiers etc. gewoon ergens laten rondslingeren. Eigen “kleine” klosjes er op proberen te zetten. In je vingers naaien. Over spelden heen naaien. Uit een lap stof in het midden een klein dingetje halen. Hard dik (meer dan 2mm) plastic of metaal of iets dergelijks proberen te naaien. Net geverfde stof eronder leggen. Staan en gehaast te werk gaan. Geen oefenlapjes maken maar gelijk beginnen op dure stof. Precies genoeg stof hebben. Nu kan er dus niks misgaan omdat je dan stof te weinig hebt. Ga ervan uit dat het niet vlekkeloos gaat. Als iets niet goed gestikt is dit proberen los te knippen. Er is hierbij grote kans dat je per ongeluk in de stof knipt.
14
F.A.Q. Wat te doen als je je garen zo weg kunt vegen van je stof als je een stuk genaaid hebt? - dan is waarschijnlijk je spoeltje op. Hoe je een nieuw spoeltje kunt maken staat beschreven in de handleiding op bladzijde 6. Wat te doen als je garen steeds knapt? - waarschijnlijk is er dan iets mis met de spanning. Er is iemand voor je geweest die aan de spanningsknop heeft gedraaid. Nu moet je de spanning zelf weer goed zetten. Dit zul je een beetje op je gevoel moeten doen. Voel eerst aan de draad bij de naald of je hem er zo doorheen kunt trekken als dit echt veel moeite kost en de draad wel goed ingeregen is, is de spanning te strak. Deze kun je iets losser draaien door de spanningsknop naar je toe te draaien. De spanning is goed als je de draad goed door de naald kunt halen maar nog wel voldoende weerstand voelt. Hij moet ook weer niet te los zitten. Vraag voor de zekerheid even rond naar mensen met ervaring! Wat als je naald breekt? - je kijkt of je alles wel goed hebt zitten (spoeltje, garen enz.) en of je wel de juiste naald bij de juiste stof hebt gebruikt. Nu zet je er een nieuwe naald in die bij de stof past. Hoe je de naald moet plaatsen is te lezen in de handleiding op bladzijde 10. Help er zit een naald in mijn vinger! - rustig blijven en proberen je vinger voorzichtig uit de machine te halen. De machine NIET kantelen. Als je je vinger aan de bovenkant van de tafel hebt is dit logisch waarom niet, maar als je vinger aan de onderkant zit, zit je vinger ook vast aan de machine. Als je de machine kantelt moet je je arm in een nogal onnatuurlijke houding gaan buigen en dat is niet handig. Lukt het niet om je vinger uit de machine te krijgen. Zorg dan dat er iemand komt die een paar dingen los kan halen van de machine. Bijvoorbeeld het klepje opzij schuiven en het andere klepje eraf schroeven. Ook is het makkelijk om de naald los te maken van de machine. Als het gelukt is om je vinger te bevrijden moet je de naald er proberen uit te halen. Zorg ervoor dat er geen deeltjes achterblijven. De naald breekt waarschijnlijk ook als hij in je vinger komt. Zorg er dus voor dat je zeker weet dat alle stukjes eruit zijn. Nu is het van belang de wond en de machine goed te ontsmetten. Gooi de oude naald weg! Als je toch nog verder wilt naaien zul je er een nieuwe naald in moeten doen. Hoe dit te doen kun je vinden in de handleiding op bladzijde 10.
15
Hoe rijg ik de draad in? - dit staat beschreven in de handleiding op bladzijde 8. Hoe maak ik een rits? - dit kan niet met deze naaimachine. Hiervoor heb je een speciaal ritsvoetje nodig en dat is niet aanwezig bij deze machine. Je kunt een andere bevestigingstechniek proberen, zoals verlijmen. Let hierbij op de hoeveelheid lijm en dat de verbinding waarschijnlijk niet erg sterk is. Mijn stof rafelt heel erg wat kan ik hier aan doen? - het beste werkt aflocken, maar hier heb je speciale machines voor nodig. in plaats van aflocken werkt een zigzagsteek ook deze heb je niet op deze machine, maar deze steek zit wel op bijna iedere andere naaimachine. Als je perse snel iets aan de rafels wilt doen kun je ook er een aantal randen omheen stikken. Dit zorgt er niet voor dat de rafels helemaal wegblijven maar ze worden wel minder. Hoe krijg ik de naad recht? - Plak een plakbandje op 1 tot 2 cm van de naad vandaan. Zorg dat de stof hier steeds strak langsloopt. Natuurlijk moet je de stof wel enigszins recht geknipt hebben dan.
16