NEDERLANDS
[camera
Windows/Macintosh
Handleiding voor software en draadloze verbinding
computer]
(Voor de cd Canon Digital Camera Solution Disk versie 27)
Draadloze verbinding Registreer het doelapparaat bij de camera.
Installeer eerst de software.
Windows (p. 13) Macintosh (p. 47)
Windows
BELANGRIJK U moet de software installeren voordat u de camera aansluit op de computer.
Verbinding via interfacekabel Sluit de camera aan op de computer.
Windows (p. 78)
Draadloos
• In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de softwareprogramma's moet installeren en worden de functies en bedieningsprocedures kort beschreven. • Lees de softwarelicentieovereenkomst die wordt weergegeven tijdens de installatie voordat u de software op de meegeleverde cd-rom gebruikt. U moet de bepalingen en voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst accepteren als u de software wilt gebruiken.
Macintosh
Maak draadloos verbinding.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De veiligheidsvoorschriften in deze handleiding zijn bedoeld om u te wijzen op een veilig en juist gebruik van de producten om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen. Het is belangrijk dat u deze voorschriften leest en begrijpt voordat u doorgaat met de overige gedeelten van deze handleiding.
Waarschuwingen Deze aanduiding markeert situaties die de dood of ernstig letsel tot gevolg kunnen hebben als de instructies worden genegeerd of niet goed worden opgevolgd.
Waarschuwingen • Gebruik de meegeleverde cd-rom('s) alleen in een cd-speler voor gegevens-cd-rom's. Als u de cd-rom('s) afspeelt in een speler voor audio-cd's, kunnen de luidsprekers beschadigd raken. Bovendien kan er gehoorbeschadiging optreden als u met een koptelefoon luistert naar het harde geluid van een gegevens-cd-rom die wordt afgespeeld op een audio-cd-speler.
Disclaimer • We hebben ernaar gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer te geven, maar aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijke fouten of weglatingen. Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. • Niets uit deze handleiding mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden gereproduceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een opzoeksysteem of in een andere taal worden vertaald zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Canon. • Canon biedt geen garantie voor schade als gevolg van beschadigde of verloren gegevens wegens verkeerd gebruik of functioneren van de camera, de software, de CompactFlash™kaarten (CF-kaarten), personal computers, randapparatuur of het gebruik van CF-kaarten anders dan die van Canon.
Informatie over handelsmerken • ArcSoft, het ArcSoft-logo en ArcSoft PhotoStudio zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van ArcSoft, Inc. • Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. • CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. • Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. • Microsoft® en Windows® zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Wi-Fi® en het Wi-Fi-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance; en Wi-Fi CERTIFIED., WPA. en het Wi-Fi CERTIFIED-logo zijn handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. • UPnPTM is een handelsmerk van UPnPTM Implementers Corporation. • Andere namen en producten die hierboven niet zijn genoemd, zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven. Copyright © 2005 Canon Inc. Alle rechten voorbehouden.
1
Inhoud Lees dit eerst
3
Eenvoudiger kan niet! Maak thuis professionele afdrukken .................... 4 Draadloos voor meer gemak ....................................................................... 6 Grenzeloze mogelijkheden met leuke software ........................................ 8 Systeemvereisten ........................................................................................ 10 Programma's en compatibele besturingssystemen .................................. 11 Voordat u de camera aansluit op de computer ........................................ 12
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
13
De software en het USB-stuurprogramma installeren ............................. 13
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
19
Beelden downloaden naar de computer .................................................. 19 Beelden afdrukken ..................................................................................... 24
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
30
Vensters van ZoomBrowser EX .................................................................. 30 ZoomBrowser EX-functies .......................................................................... 36 Films afspelen ............................................................................................. 39 Films bewerken ........................................................................................... 40 Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch ....................................... 41 Persoonlijke camera-instellingen opgeven met de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] ................................ 42
De software gebruiken op het Macintosh-platform – voorbereidingen
47
De software installeren .............................................................................. 47
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
49
Beelden downloaden naar de computer .................................................. 49 Beelden afdrukken ..................................................................................... 53
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken 57 Vensters van ImageBrowser ....................................................................... 57 ImageBrowser-functies .............................................................................. 63 Films afspelen ............................................................................................. 66 Films bewerken ........................................................................................... 67 Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch ....................................... 68 Persoonlijke camera-instellingen opgeven met de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] ................................ 69
2
Inhoud
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
74
Procedures .................................................................................................. 74 Voorbereiding – Voordat u de draadloze verbinding gebruikt .............. 75 Het doelapparaat registreren op de camera ............................................ 78 Een verbinding maken ............................................................................... 85 De verbinding verbreken ........................................................................... 87 Een doelapparaat verwijderen .................................................................. 88
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
89
Mogelijke acties als de camera is verbonden met een computer ........... 89 Beelden downloaden/afdrukken met cameraopdrachten (verplaats) .... 90 Opnamen maken vanaf een computer (opnemen op afstand) ............... 95 Beelden automatisch op de computer opslaan bij het maken van opnamen (Auto Transfer) ........................................... 98
Problemen oplossen voor draadloze verbinding
100
Problemen met de verbinding ................................................................. 100 Firewalls .................................................................................................... 105 Voordat u contact met ons opneemt ...................................................... 106
Bijlagen
107
ArcSoft PhotoStudio ................................................................................. 107 De software verwijderen ......................................................................... 109 Mappenstructuur van de geheugenkaart ............................................... 112 Beelden naar een computer downloaden zonder aanvullende software .................................................................. 113 Problemen oplossen ................................................................................. 114
Informatie over uw camera
123
Niet-ondersteunde programma's en functies ......................................... 123
Index
124
3
Lees dit eerst
Informatie over deze handleiding
• Bij de uitleg in deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat u werkt met Windows XP of Mac OS X versie 10.3. Als u een andere versie van deze besturingssystemen gebruikt, kunnen de scherminhoud en procedures enigszins afwijken. • In deze handleiding worden de volgende begrippen gebruikt. Mac OS X wordt gebruikt voor Mac OS X (versie 10.2 – versie 10.4) Geheugenkaart wordt gebruikt voor CF-kaarten, SD-kaarten, MultiMedia-kaarten en pc-kaarten.
Windows/Macintosh
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat u kunt doen als u de camera gebruikt met de software op de cd Canon Digital Camera Solution Disk. Ook wordt de vereiste systeemconfiguratie voor het gebruik van de software beschreven.
4
Lees dit eerst
Maak de opnamen
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies over het maken van opnamen.
Installeer de software op de computer
Windows (p. 13) Macintosh (p. 47)
U hoeft de software slechts eenmaal te installeren.
Windows/Macintosh
Eenvoudiger kan niet! Maak thuis professionele afdrukken
5
Lees dit eerst
Sluit de camera aan op de computer
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor aansluitinstructies.
Download de beelden naar de computer
Windows (p. 19) Macintosh (p. 49)
Druk de beelden af
Windows (p. 24) Macintosh (p. 53)
Windows/Macintosh
Veiligheidsvoorschriften voor het aansluiten (p. 12)
6
Lees dit eerst
Draadloos voor meer gemak Verzend de beelden naar de computer
U hebt geen kabels nodig voor een draadloze verbinding. Draadloos (p. 90)
Verzend de beelden naar de computer en druk ze af Verzend de beelden naar de computer en druk ze af op een aangesloten printer (afdrukken via de computer).
Draadloos (p. 90)
Windows/Macintosh
Als u met Windows XP SP2 werkt, kunt u via een draadloze verbinding beelden naar de computer verzenden en deze afdrukken. De draadloze netwerkfunctie is niet beschikbaar voor het Macintosh-platform.
7
Lees dit eerst
Bedien de camerasluiter vanaf de computer U kunt met ZoomBrowser EX de sluiterknop van de camera vanaf de computer bedienen om opnamen te maken (Remote Shooting/Opnemen op afstand).
Windows/Macintosh
De opnamen worden naar de computer gedownload.
Draadloos (p. 95)
Laat opnamen automatisch op de computer opslaan Laat opnamen automatisch op de computer opslaan (Auto Transfer) De opname wordt naar de computer overgebracht nadat deze op de geheugenkaart in de camera is opgeslagen.
Draadloos (p. 98)
8
Lees dit eerst
Grenzeloze mogelijkheden met leuke software Maak afdrukken met de verschillende lay-outs van ZoomBrowser EX/PhotoRecord (Windows) en ImageBrowser (Macintosh). De weergegeven voorbeelden zijn afkomstig van ZoomBrowser EX en PhotoRecord (Windows). Maak een mooi fotoalbum van uw mooiste herinneringen met behulp van [Layout Print/Lay-out afdrukken]. Met [One Photo per Page/Eén foto per pagina] is het afdrukken van beelden ook eenvoudig.
Controleer in één oogopslag al uw beelden door een index (contactafdruk) af te drukken.
Voeg opnamen samen tot een panoramabeeld Maak met PhotoStitch een panoramabeeld van een reeks beelden.
Windows/Macintosh
Druk allerlei lay-outs af
Lees dit eerst
9
Verzend een beeld als e-mailbijlage Voeg een beeld als bijlage aan een e-mailbericht toe door uw e-mailsoftware te starten vanuit ZoomBrowser EX (Windows) of ImageBrowser (Macintosh).
Windows/Macintosh
Bewerk een film U kunt films bewerken, films en stilstaande beelden die u hebt gedownload naar de computer met elkaar verbinden, tekst (zoals titels) of achtergrondmuziek toevoegen of speciale effecten toepassen.
Neem stilstaande beelden uit films U kunt een stilstaand beeld uit de weergegeven film nemen en dit beeld opslaan als een nieuw beeldbestand. U kunt ook een reeks frames opgeven en hieruit meerdere stilstaande beelden nemen.
10
Lees dit eerst
Systeemvereisten Windows Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger is vereist als u de draadloze functies wilt gebruiken. Besturingssysteem
Windows 98 Tweede editie Windows ME Windows 2000 Service Pack 4 Windows XP (inclusief Service Pack 1 en Service Pack 2)
Computermodel
Het bovenstaande besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
Processor
Pentium 500 MHz of hoger
RAM
Windows 98 Tweede editie/Windows ME: minimaal 128 MB Windows 2000/Windows XP: minimaal 256 MB
Aansluiting
USB/IEEE802.11b
Benodigde schijfruimte
•Canon-hulpprogramma's - ZoomBrowser EX: minimaal 250 MB (inclusief het afdrukprogramma PhotoRecord) - PhotoStitch: minimaal 40 MB •TWAIN-stuurprogramma voor Canon-camera: minimaal 25 MB •WIA-stuurprogramma voor Canon-camera: minimaal 25 MB •ArcSoft PhotoStudio: minimaal 50 MB
Beeldscherm
1024 x 768 pixels/High Color (16-bits) of hoger
Macintosh De draadloze netwerkfunctie is niet beschikbaar voor het Macintosh-platform. Besturingssysteem
Mac OS X (versie 10.2 – 10.4)
Computermodel
Het bovenstaande besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd op computers met ingebouwde USB-poorten.
Processor
PowerPC G3/G4/G5
RAM
minimaal 256 MB
Aansluiting
USB
Benodigde schijfruimte
•Canon-hulpprogramma's - ImageBrowser: - PhotoStitch: •ArcSoft PhotoStudio:
Beeldscherm
1024 x 768 pixels/32.000 kleuren of hoger
minimaal 200 MB minimaal 40 MB minimaal 50 MB
Windows/Macintosh
Installeer de software op een computer die voldoet aan de volgende minimumvereisten.
11
Lees dit eerst
Programma's en compatibele besturingssystemen De cd 'Canon Digital Camera Solution Disk' wordt bij alle modellen meegeleverd. Hierop vindt u de volgende programma's.
Windows-programma's Compatibel besturingssysteem Programma
Windows Windows Windows Windows 98 ME 2000 XP
ZoomBrowser EX
*3
TWAIN-stuurprogramma
*3
Belangrijkste functies
Beelden downloaden, weergeven, indelen en bewerken *4 Stuurprogramma voor Canon-camera's (voor Windows 98, Windows 2000) *4 Stuurprogramma (Windows ME)
WIA-stuurprogramma PhotoRecord*1
*3
Opmaken en afdrukken
PhotoStitch*1
*3
Beelden samenvoegen om panorama's te maken
ArcSoft PhotoStudio*1 *2
Geavanceerde beeldbewerking *5 Hulpprogramma draadloze configuratie
Camera Wireless Setup *1 *2 *3 *4 *5
Kan worden gestart vanuit ZoomBrowser EX. Beeldbewerkingsprogramma dat wordt gemaakt door ArcSoft, Inc. Alleen compatibel met Windows 98 Tweede editie. Geen stuurprogramma vereist omdat Windows XP PTP ondersteunt. Alleen ondersteund door Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger.
Macintosh-programma's Compatibel besturingssysteem Programma
Mac OS X
Belangrijkste functies
ImageBrowser
Beelden downloaden, weergeven, indelen en bewerken
PhotoStitch*1
Beelden samenvoegen om panorama's te maken
ArcSoft PhotoStudio*1 *2
Geavanceerde beeldbewerking
*1 Kan worden gestart vanuit ImageBrowser. *2 Beeldbewerkingsprogramma dat wordt gemaakt door ArcSoft, Inc.
Zie ArcSoft PhotoStudio (p. 107) voor informatie over dit programma.
Windows/Macintosh
• U hebt een cd-rom-station nodig om de software te installeren. • Zelfs als aan de systeemvereisten is voldaan, hoeft dit niet te betekenen dat alle computerfuncties werken. • U hebt een geluidskaart nodig om geluidsfragmenten bij filmbestanden onder Windows af te spelen. • In Windows hebt u QuickTime 6.5 nodig om beelden op te slaan die met PhotoStitch in QuickTime VR-indeling zijn samengevoegd. U hebt dit programma bovendien nodig om films af te spelen en te bewerken in Windows 98 Tweede editie, Windows ME en Windows 2000 en om films te bewerken met Windows XP. QuickTime is meegeleverd op de cd Canon Digital Camera Solution Disk. • Macintosh-software kan niet worden gebruikt op schijven die met een UFS-indeling (Unix File System) zijn geformatteerd.
Lees dit eerst
12
Voordat u de camera aansluit op de computer Veiligheidsvoorschriften voor het aansluiten • De verbinding werkt mogelijk niet goed als u de camera met een interfacekabel via een USB-hub aansluit. • De verbinding werkt mogelijk niet goed wanneer u samen met de camera andere USBapparatuur gebruikt, met uitzondering van een USB-muis of -toetsenbord. Als de verbinding niet goed werkt, koppelt u de andere apparaten los en sluit u de camera opnieuw aan. • Sluit niet twee of meer camera's tegelijk aan op dezelfde computer via de USB-poort. De verbindingen werken dan misschien niet goed. • Zorg ervoor dat de computer niet overschakelt naar de stand-bymodus (slaapstand) als er een camera is aangesloten via de USB-poort. Koppel de interfacekabel niet los als dit toch gebeurt. Probeer de computer weer in de actieve modus te krijgen terwijl de camera nog is aangesloten. Sommige computers keren niet goed terug in de actieve modus als u de camera loskoppelt terwijl de computer in de slaapstand staat. Raadpleeg de handleiding bij de computer voor instructies met betrekking tot de slaapstand. • Als u de camera aansluit op een computer, wordt u aangeraden de camera via een netvoedingsadapter aan te sluiten op een stopcontact (indien mogelijk voor uw cameramodel). Zorg ervoor dat u volledig opgeladen batterijen gebruikt als u geen netvoeding gebruikt. • Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor de juiste procedures voor het aansluiten van de camera op de computer.
Veiligheidsvoorschriften voor draadloze LAN-producten Draadloze LAN's gebruiken radiosignalen in plaats van kabels om informatie uit te wisselen tussen apparaten. Het voordeel hiervan is dat er een LAN-verbinding mogelijk is binnen het bereik van het radiosignaal. De volgende problemen kunnen zich echter voordoen als de veiligheidsinstellingen van het netwerk niet correct zijn geconfigureerd, omdat radiosignalen voorbij obstakels (zoals muren) tot aan hun volledige bereik kunnen komen.
•Gegevensinhoud kan worden onderschept
Het is mogelijk dat derden met kwaadwillende bedoelingen expres radiosignalen afluisteren en afbeeldingen en andere gegevens die worden overgebracht, onderscheppen.
•Ongeautoriseerde toegang
Het is mogelijk dat derden met kwaadwillende bedoelingen zonder toestemming toegang krijgen tot het netwerk en afbeeldingsgegevens onderscheppen (informatielek). Zij kunnen de volgende misdrijven plegen: • Zich voordoen als iemand anders en de gegevens naar anderen versturen en zo valse gegevens verspreiden (impersonatie) • Onderschepte gegevens veranderen en overdragen (vervalsing) • Afbeeldingsgegevens beschadigen (beschadiging van gegevens) Draadloze LAN-producten beschikken normaal gesproken over veiligheidsfuncties die deze problemen voorkomen. Hiermee kunt u de veiligheidsinstellingen configureren en het product met zo min mogelijk risico gebruiken. Als u het product wilt gebruiken zonder de veiligheidsinstellingen te configureren, is het verstandig om op de hoogte te zijn van de mogelijke problemen en het product naar eigen inzicht en op eigen verantwoordelijkheid te gebruiken.
Windows/Macintosh
Controleer of u de software van de meegeleverde cd Canon Digital Camera Solution Disk hebt geïnstalleerd voordat u de camera aansluit op de computer.
13
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de software installeert en de camera aansluit op een computer. Lees deze basisprocedures voordat u de camera aansluit op de computer.
De software en het USB-stuurprogramma installeren Installeer de software vanaf de cd Canon Digital Camera Solution Disk.
Zie ArcSoft PhotoStudio (p. 107) voor informatie over het installeren van ArcSoft PhotoStudio.
Wat hebt u hierbij nodig • Uw camera en computer • Cd Canon Digital Camera Solution Disk • Bij camera meegeleverde interfacekabel
Installatieprocedure 1 Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten. Als de camera wel is aangesloten, koppelt u de kabel los. De software kan niet goed worden geïnstalleerd als de camera al op de computer is aangesloten.
2
Sluit alle toepassingen af.
Windows
• U moet de software installeren voordat u de camera aansluit op de computer. • Gebruikers van Windows XP of Windows 2000 moeten zich als beheerder op de computer aanmelden voordat zij de software installeren. • Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger is vereist als u de functie voor draadloos netwerken wilt gebruiken.
14
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
3
Plaats de Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-rom-station van de computer. Ga als volgt te werk als het installatiescherm niet automatisch verschijnt.
Het installatiescherm openen
Volg de volgende procedure om het installatiescherm te openen als dit niet automatisch verschijnt.
Windows XP
1. Kies [My Computer/Deze computer] in het menu [Start]. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het cd-rom-station en kies [Open/Openen]. [SETUP.EXE].
Windows 2000, Windows ME, Windows 98 Tweede editie
1. Dubbelklik op het bureaublad van Windows op het pictogram [My Computer/ Deze computer]. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het cd-rom-station en kies [Open/Openen]. 3. Dubbelklik op het pictogram [SETUP.EXE]. Op sommige computers wordt mogelijk de bestandsextensie [.EXE] uit het bovenstaande voorbeeld niet weergegeven.
4
Klik onder [Digital Camera Software/ Software voor digitale camera] op de knop [Install/Installeren].
Installatiescherm
Start de computer opnieuw op als u daarom wordt gevraagd. Ga door met de installatie wanneer het volgende venster wordt weergegeven.
Windows
3. Dubbelklik op het pictogram
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
5
6
15
Klik op [Next/Volgende].
Selecteer [Easy Installation/Eenvoudige installatie] als installatietype en klik op [Next/Volgende]. Selecteer [Custom Installation/Aangepaste installatie] als u programma's afzonderlijk voor installatie wilt selecteren.
Windows Wanneer [Custom Installation/Aangepaste installatie] is geselecteerd • Het USB-stuurprogramma (de software voor het maken van een verbinding) is nodig wanneer de camera via een interfacekabel op de computer wordt aangesloten. Controleer of u een van onderstaande USB-stuurprogramma's hebt geselecteerd (het programma dat bij uw besturingssysteem hoort). • Windows 2000/Windows 98 Tweede editie: TWAIN-stuurprogramma voor Canon-camera • Windows ME: WIA-stuurprogramma voor Canon-camera Onder Windows XP wordt het USB-stuurprogramma van het Windowsbesturingssysteem gebruikt. U hoeft in dat geval geen USB-stuurprogramma te installeren. • Bij een draadloze verbinding tussen de camera en de computer is software voor draadloze verbindingen vereist. Zorg ervoor dat u de volgende software selecteert. Draadloze verbindingen zijn alleen beschikbaar voor Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger. • Camera Wireless Setup (hulpprogramma voor draadloze verbindingen)
7
Klik op [Yes/Ja] als u alle voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst accepteert.
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
8
16
Controleer de installatie-instellingen en klik op [Next/Volgende]. Volg de instructies op het scherm om door te gaan.
De weergegeven items verschillen naargelang de geïnstalleerde software.
9
Verwijder de cd Canon Digital Camera Solution Disk nog NIET uit het cd-romstation. Gebruikers van Windows XP en Windows 2000 moeten zich aanmelden als beheerder (met beheerdersaccount op de lokale computer) nadat de computer opnieuw is opgestart om de volgende stappen te kunnen uitvoeren.
10 Verwijder de cd uit het cd-rom-station nadat de
computer opnieuw is opgestart en uw normale bureaublad wordt weergegeven. Als er een waarschuwingsbericht voor beveiligingssoftware verschijnt nadat u de computer opnieuw hebt opgestart, moet u Firewalls (p. 105) lezen en de instellingen wijzigen. Hiermee is de installatie van de software voltooid. Sluit vervolgens de camera aan op de computer zodat het USB-stuurprogramma kan worden gebruikt. Als u een USB-stuurprogramma hebt geïnstalleerd, zijn nu alleen nog maar de vereiste bestanden naar de computer gekopieerd. U moet nu de camera via de interfacekabel op de computer aansluiten om de installatie te voltooien en het stuurprogramma voor te bereiden voor gebruik.
Windows
Als de installatie is afgerond, selecteert u [Yes, I want to restart my computer now/Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten] en klikt u op [Finish/Voltooien]. Als de camera is verbonden via een draadloos netwerk, moet u de firewallinstellingen controleren voordat u de computer opnieuw opstart. Zie Firewalls (p. 105).
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
17
Zie De software verwijderen (p. 109) als u de geïnstalleerde programma's wilt verwijderen.
11 Sluit de camera met de interfacekabel op de computer aan en stel de camera in op de juiste modus om verbinding te maken.
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies voor het aansluiten van de camera op de computer en stel de camera in op de juiste modus om verbinding te maken. Klik op [Yes/Ja] als het venster [Digital Signature Not Found/Digitale handtekening niet gevonden] verschijnt.
Windows
De installatie van het USB-stuurprogramma wordt automatisch voltooid wanneer u de camera aansluit op de computer en verbinding maakt. Tijdens de installatieprocedure (alleen de eerste keer dat de camera op een computer wordt aangesloten) verschijnen dialoogvensters die lijken op de onderstaande dialoogvensters. Windows XP Na enkele ogenblikken verschijnt het dialoogvenster dat hier rechts wordt weergegeven.
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
18
Windows 2000/Windows ME/Windows 98 Tweede editie Start de computer opnieuw op als u daarom wordt gevraagd. Na de installatie wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u de standaardinstellingen kunt instellen. Raadpleeg De software gebruiken op het Windowsplatform – grondbeginselen (p. 19) voor de volgende stappen. • Raadpleeg De installatie van het USB-stuurprogramma verloopt niet goed in het gedeelte Problemen oplossen (p. 114) als u problemen hebt met de installatie. • Raadpleeg het gedeelte Het USB-stuurprogramma verwijderen (p. 110) als u het USB-stuurprogramma wilt verwijderen dat u met deze procedures hebt geïnstalleerd. • Raadpleeg het gedeelte Als u ZoomBrowser EX versie 2 of 3 hebt gebruikt (p. 121) als u eerder met een van deze versies hebt gewerkt. Hiermee zijn de installatie van de software en het USB-stuurprogramma en de aansluiting van de camera op de computer voltooid. U kunt nu camerabeelden downloaden naar de computer (p. 19).
Windows
19
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen In dit hoofdstuk worden de procedures beschreven voor het gebruik van ZoomBrowser EX om de beelden van de camera naar de computer te downloaden en deze af te drukken. Lees dit hoofdstuk nadat de voorbereidingen in het gedeelte De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen zijn voltooid.
Beelden downloaden naar de computer U wilt beelden downloaden naar uw computer. De procedures verschillen enigszins, afhankelijk van of u de camera op de computer aansluit (zie hieronder) of gebruikmaakt van een geheugenkaartlezer (p. 22).
Zie Verbinding maken (p. 85) voor een draadloze verbinding. Gebruik bij een niet-draadloze verbinding de meegeleverde interfacekabel om de USBpoort van de computer op de digitale uitgang van de camera aan te sluiten. Bereid de camera voor op communicatie met de computer. Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor informatie over nietdraadloze verbindingen tussen de camera en de computer en over communicatiemodi. Het camerabeheervenster wordt weergegeven. Het venster kan er bij een draadloze verbinding iets anders uitzien.
Het camerabeheervenster
Windows
Camera aangesloten op computer 1 Stel de camera in op de weergavemodus terwijl deze op de computer is aangesloten.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
20
De eerste keer dat een camera op een computer wordt aangesloten Configureer de volgende instellingen wanneer u de camera voor het eerst met een interfacekabel op de computer aansluit. Alle volgende keren dat u de camera op de computer aansluit, is deze procedure niet meer vereist. Selecteer [Canon CameraWindow] wanneer een dialoogvenster (dialoogvenster [Events/Gebeurtenissen]) wordt weergegeven dat lijkt op het dialoogvenster dat u hier rechts ziet en klik op [OK]. Hier verschijnt de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera]. Naargelang de configuratie van uw computer kunnen hier andere programma's worden weergegeven.
2
Download de beelden. Gebruik de camera of de computer om beelden te downloaden. De gedownloade beelden worden standaard opgeslagen in de map [My Pictures/Mijn afbeeldingen].
Als u hiernaast een vinkje plaatst, wordt dit venster automatisch geopend wanneer de camera op de computer wordt aangesloten. U kunt de instellingen zoals het type beeld dat wordt gedownload en de doelmap wijzigen door op [Preferences/Voorkeuren] te klikken.
Windows
Als het dialoogvenster [Events/Gebeurtenissen] niet verschijnt, klikt u op het menu [Start] en selecteert u achtereenvolgens [All programs/ Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canonhulpprogramma's], [CameraWindow] en [CameraWindow].
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
21
Beelden downloaden met de camera (functie Verplaats) Druk op de knop FUNC./SET om het instellingenmenu Verplaats weer te geven. Zie Afbeeldingen downloaden/afdrukken met cameraopdrachten (Verplaats) (p. 90) voor de verplaatsinstellingen en -procedures. Geef de instellingen voor de functie Verplaats op en druk op de knop (Afdrukken/Delen) of op de knop [FUNC./SET].
Het menu Verplaats
Beelden downloaden met de computer Klik op [Starts to download images/ Downloaden van beelden starten].
Windows • Standaard worden nu alle beelden gedownload die nog niet zijn gedownload. • Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen met de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven met de camera] als het beeldtype dat moet worden gedownload. • Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren en downloaden] om de camerabeelden in een lijst weer te geven, de beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de geselecteerde beelden te downloaden. De beelden die worden gedownload, worden op basis van de opnamedatum in mappen opgeslagen.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
22
Wanneer de beelden zijn gedownload, worden ze als miniaturen weergegeven in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX.
Miniatuur Bij gedownloade mappen wordt een symbool weergegeven dat aangeeft dat de mappen zijn gedownload (het symbool verdwijnt wanneer u ZoomBrowser EX afsluit).
U kunt de beelden nu afdrukken (p. 24).
Aansluiting op een geheugenkaartlezer 1 Plaats de geheugenkaart in de lezer.
(2) Schuif de adapter met de kaart in de sleuf. (1) Plaats de geheugenkaart indien nodig in een adapter.
De kaartadapter en de vorm van de geheugenkaart kunnen variëren naargelang het type geheugenkaart dat door de camera wordt gebruikt.
2
Selecteer [View/Download Images using Canon CameraWindow/Beelden met Canon CameraWindow bekijken/downloaden] wanneer het dialoogvenster verschijnt dat hier rechts wordt weergegeven en klik op [OK]. Het camerabeheervenster wordt weergegeven.
Als het bovenstaande dialoogvenster niet verschijnt, klikt u op het menu [Start] en selecteert u achtereenvolgens [All Programs/Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's], [CameraWindow] en [CameraWindow]. Vervolgens gaat u verder met stap 3.
Windows
Gebruik indien nodig een los verkrijgbare kaartadapter. Raadpleeg de handleiding voor de geheugenkaartlezer voor aansluit- en gebruiksinstructies.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
3
23
Klik op [Starts to download images/ Downloaden van beelden starten].
U kunt de instellingen zoals het type beeld dat wordt gedownload en de doelmap wijzigen door op [Preferences/Voorkeuren] te klikken.
De beelden die zijn gedownload, worden op basis van de opnamedatum opgeslagen in mappen. Wanneer de beelden zijn gedownload, worden ze als miniaturen weergegeven in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX. U kunt de beelden nu afdrukken (p. 24).
Windows
• Standaard worden alle beelden die nog moeten worden gedownload naar de map [My Pictures/Mijn afbeeldingen] gedownload. • Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen met de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven met de camera] als het beeldtype dat moet worden gedownload. • Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren en downloaden] om de beelden op de geheugenkaart in een lijst weer te geven, de beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de geselecteerde beelden te downloaden. • Raadpleeg Mappenstructuur van de geheugenkaart (p. 112) voor informatie over de mappenstructuur en de bestandsnamen van de geheugenkaart.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
24
Beelden afdrukken Beelden kunnen op drie manieren worden afgedrukt: [One Photo per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken], [Index Print/Index afdrukken] en [Layout Print/Lay-out afdrukken]. In dit gedeelte wordt ingegaan op de opties [One Photo per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken] en [Layout Print/Lay-out afdrukken]. • Films kunnen niet worden afgedrukt, maar u kunt wel stilstaande beelden afdrukken die u uit films hebt genomen en in afzonderlijke bestanden hebt opgeslagen. • Als u de optie [Index Print/Index afdrukken] wilt gebruiken, klikt u op [Print/ Afdrukken] in het hoofdvenster en vervolgens op [Index Print/Index afdrukken].
[One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken] Met deze optie wordt één beeld per pagina afgedrukt, in standaardfoto-indeling. Als u meerdere beelden selecteert, worden deze elk afzonderlijk op een pagina afgedrukt.
1
• Als u het programma EasyPhotoPrint hebt geïnstalleerd dat bij een Canon-printer is geleverd, gaat u naar het afdrukvenster van Easy-PhotoPrint dat aan de rechterkant wordt weergegeven als u [One Photo Per Page Print/ Eén foto per pagina afdrukken] selecteert volgens de standaardinstellingen. Wordt er een soortgelijk venster geopend, lees dan het menu Help met instructies voor Easy-PhotoPrint om door te gaan. • Als u wilt doorgaan naar het afdrukvenster van ZoomBrowser EX dat wordt weergegeven in stap 2 wanneer u [One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken] selecteert, klikt u in het menu [Tools/Extra] en selecteert u [Preferences/Voorkeuren] en gaat u naar het tabblad [Print/Afdrukken]. Selecteer [Use ZoomBrowser EX Print Functions/ Afdrukfuncties van ZoomBrowser EX gebruiken].
Windows
Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Print/Afdrukken] en vervolgens op [One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken].
25
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
2
Zorg ervoor dat [1. Select Images/1. Beelden selecteren] is geselecteerd en selecteer de gewenste beelden. U kunt meerdere beelden selecteren door de [Ctrl]-toets ingedrukt te houden terwijl u op opeenvolgende beelden klikt.
De achtergrond van geselecteerde beelden wordt blauw.
Klik op [2. Printer and Layout Settings/2. Instellingen voor printer en lay-out] en pas de categorieën indien nodig aan.
Hiermee selecteert u de printer en de papiergrootte en dergelijke. Hiermee geeft u bijvoorbeeld aan dat er geen rand moet worden gebruikt bij het afdrukken. Plaats hier een vinkje als u de opnametijd en -datum met de beelden wilt afdrukken.
Hiermee stelt u het aantal afdrukexemplaren in. Met deze knoppen kunt u bladeren tussen verschillende beelden als meerdere beelden zijn geselecteerd.
4
Klik op [3. Print/3. Afdrukken]. Het afdrukken wordt gestart.
Windows
3
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
26
[Layout Print/Lay-out afdrukken] Bij deze optie wordt het afdrukprogramma PhotoRecord gebruikt om meerdere beelden op één pagina te rangschikken en ze af te drukken als een fotoalbum. In dit gedeelte worden de belangrijkste stappen uitgelegd voor het gebruik van PhotoRecord. Zie het menu Help van PhotoRecord voor gedetailleerde instructies.
1
Controleer of [1. Select Images/1. Beelden selecteren] is geselecteerd en ga door met het selecteren van de gewenste beelden. U kunt meerdere beelden selecteren door de [Ctrl]-toets ingedrukt te houden terwijl u op opeenvolgende beelden klikt.
De achtergrond van geselecteerde beelden wordt blauw.
Windows
2
Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Print/Afdrukken] en vervolgens op [Layout Print/Lay-out afdrukken].
27
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
3
Klik op [2. Select Captions for Printing/ 2. Bijschriften voor afdrukken selecteren] en selecteer de gegevens die bij de afbeeldingen moeten worden afgedrukt.
Als u bijvoorbeeld [Date and Time/Datum en tijd] selecteert, worden de beelden met de bijbehorende opnamedatum en -tijd afgedrukt.
U kunt een opmerking aan een beeld toevoegen in het venster [Properties/Eigenschappen] (p. 35).
4
Klik op [3. Open Layout Print/ Lay-out afdrukken openen].
Windows
PhotoRecord wordt gestart. Het geselecteerde beeld en de bij stap 3 geselecteerde informatie worden in het albumvenster weergegeven. Aan de linkerkant wordt bovendien de afdrukprocedure weergegeven. Voer de procedure in de aangegeven volgorde uit.
Albumvenster Hier worden de geselecteerde beelden weergegeven. Hier wordt de afdrukprocedure weergegeven.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
5
6
Klik op [2 Select Printer & Album Type/ Printer en albumtype selecteren]. Nadat u een printer hebt gekozen, selecteert u [Free Form/Vrije vorm] in de categorie [Album Type/Albumtype].
Klik op [3 Select paper/3 Papier selecteren] en selecteer het papierformaat en de afdrukstand.
Klik op [Decorate Album/Album opmaken] en wijzig indien gewenst het ontwerp van de achtergrond en de rand van het beeld. Klik op [Themes/Thema's], [Backgrounds/ Achtergronden], [Photo Frames/Fotoframes], [Text Frames/Tekstframes] of [Clipart/ Illustraties] om een ander item te selecteren.
Voer de procedures uit volgens de instructies naast het symbool .
• De categorie [Themes/Thema's] bevat ontwerpen voor gebruik in het gehele album. • U kunt ook op [Add Titles & Captions/Koppen en bijschriften toevoegen] klikken als u tekst wilt toevoegen als kop of bijschrift.
Windows
7
28
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
8
29
Klik op [4 Print/4 Afdrukken], bevestig het aantal exemplaren en andere afdrukinstellingen en klik vervolgens op [Print/Afdrukken].
Hiermee wordt het afdrukken gestart. Als u PhotoRecord wilt sluiten wanneer het afdrukken is voltooid, klikt u op . Klik op [Yes/Ja] om het album op te slaan of op [No/Nee] om het te sluiten zonder het op te slaan. Het venster van ZoomBrowser EX wordt opnieuw weergegeven nadat het album is opgeslagen. Er zijn een groot aantal verschillende albums. Selecteer een album dat aan uw behoeften voldoet. De beschikbare albumtypen kunnen enigszins verschillen naargelang de gebruikte printer. Albumtype
[One Photo Per Sheet/ Eén foto per vel]
Eén beeld afdrukken op elk vel papier.
[Free Form/Vrije vorm]
Afbeeldingen vrij op de pagina plaatsen en afdrukken.
[Index]
Miniaturen van de beelden en de opnamegegevens (Exif-gegevens*) afdrukken.
[Fixed Size Photo/Foto met vast formaat]
Hoogte en breedte van beeld opgeven en afdrukken.
[Mosaic/Mozaïek]
Het opgegeven aantal beelden uitlijnen en afdrukken.
[Perforated paper/ Geperforeerd papier]
Afdrukken op geperforeerd papier.
[8-Sticker Label/8 zelfklevende etiketten]
Afdrukken op vellen met 8 etiketten.
* De opnamegegevens die in ZoomBrowser EX worden weergegeven, zijn niet precies hetzelfde als de Exif-gegevens die met PhotoRecord kunnen worden afgedrukt. In dit hoofdstuk zijn de grondbeginselen van ZoomBrowser EX behandeld. Wanneer u de grondbeginselen onder de knie hebt, kunt u met de geavanceerde technieken gaan experimenteren. De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken (p. 30).
Windows
[One Photo Per Page/ Eén foto per pagina]
Beschrijving
30
De software gebruiken op het Windowsplatform – geavanceerde technieken In dit hoofdstuk worden verschillende ZoomBrowser EX-functies toegelicht. Neem dit hoofdstuk door nadat u de basisprocedures voor ZoomBrowser EX in het hoofdstuk De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen goed hebt doorgelezen. Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten of uw camera deze functies ondersteunt.
Vensters van ZoomBrowser EX Hoofdvenster In dit venster kunt u beelden die naar de computer zijn gedownload weergeven en ordenen. Taakgebied (p. 31)
Functieknoppen (p. 33)
Weergavemodus (p. 32) Weergaveregelpaneel (p. 33)
Weergavegebied (p. 31) Mappengebied (p. 31)
Hiermee kunt u het taakgebied en het mappengebied weergeven of verbergen.
Windows
In dit gedeelte worden de belangrijkste ZoomBrowser EX-vensters beschreven: het hoofdvenster, het weergavevenster en het venster [Properties/Eigenschappen].
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
31
Taakgebied • De taken van ZoomBrowser EX worden hier als een index gerangschikt. • Klik op een taakknop als u de bijbehorende taak wilt uitvoeren. Deze functies worden beschreven in het gedeelte ZoomBrowser EX-functies (p. 36).
Mappengebied • In dit gebied selecteert u mappen. De beelden in de geselecteerde map worden in het weergavegebied weergegeven. Wanneer u vooraf een netwerkstation selecteert met Windows Verkenner, kunt u netwerkmappen in het weergavegebied weergeven, maar u kunt deze mappen niet toevoegen, wijzigen of verwijderen. • Als u [Favorite Folders/Favoriete mappen] hebt geselecteerd, worden alleen die mappen weergegeven die u vooraf als favoriete mappen hebt opgegeven. U wordt aangeraden om een map die u regelmatig gebruikt als favoriete map op te geven. Als u [All Folders/ Alle mappen] hebt geselecteerd, worden alle mappen weergegeven.
Manieren om een favoriete map op te geven
Weergavegebied • Hier worden de beelden weergegeven uit de map die in het mappengebied is geselecteerd. De stijl van weergave hangt af van de weergavemodus die u hebt geselecteerd.
Manieren om beelden in het weergavegebied te selecteren
• Eén beeld selecteren: klik op een beeld. • Meerdere beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd vervolgens de [Ctrl]-toets ingedrukt terwijl u op de andere gewenste beelden klikt. • Meerdere, opeenvolgende beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd vervolgens de [Shift]-toets ingedrukt terwijl u op het laatste beeld klikt. • U kunt de volgorde van beelden in het weergavegebied sorteren op bestandsnaam, opnamedatum of andere kenmerken. Hiervoor klikt u op het menu [Tools/Extra] en selecteert u [View/Beeld] en [Sort by/ Sorteren op]. • De volgende pictogrammen kunnen naargelang de beeldkenmerken rond beelden worden weergegeven. Beelden gemaakt in de cameramodus Stitch Hulp RAW-beelden Films Beelden met geluidsbijlagen Beveiligde beelden Beelden die met de AEB-functie van de camera zijn gemaakt Beelden die zijn gemaakt met een gekantelde camera die alleen in het scherm worden geroteerd
Windows
• Als [Favorite Folders/Favoriete mappen] wordt weergegeven, klikt u op [Add/Toevoegen] en selecteert u een map. • Als [All Folders/Alle mappen] wordt weergegeven, selecteert u een map en klikt u op [Add to Favorites/Toevoegen aan Favorieten]. • Als u een map in [Favorite Folders/Favoriete mappen] wilt verwijderen, selecteert u een map en klikt u op de knop [Delete/Verwijderen].
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
32
Weergavemodus • Hiermee selecteert u de weergavestijl voor het weergavegebied.
[Zoom Mode/Modus in-/uitzoomen]
Hiermee geeft u alle beelden in een map als miniaturen weer. Deze modus is heel handig als u beelden zoekt omdat in deze modus veel beelden tegelijk kunnen worden weergegeven. Als in een map nog een aantal mappen zijn genest, worden de beelden van de geneste mappen ook als miniaturen weergegeven. Als u de muiscursor boven een map beweegt, wordt in de rechterbovenhoek weergegeven. Als u hierop klikt, wordt er op de desbetreffende map ingezoomd.
[Scroll Mode/Modus Bladeren]
De beelden in de geneste mappen worden ook weergegeven.
[Preview Mode/Modus Voorbeeldweergave]
In deze modus wordt het beeld groter en met beeldgegevens weergegeven.
Als u de muisaanwijzer op een miniatuur plaatst, wordt het bijbehorende beeld groter weergegeven in een apart venster. U kunt deze functie uitschakelen door te klikken op [Show Information/Gegevens weergeven] en de optie [Show Mouse Over Windows/Vergroting door aanwijzen] uit te schakelen.
Windows
Deze modus komt van pas als u beelden in meerdere mappen tegelijk wilt bekijken. Als de map die wordt weergegeven zich op het hoogste niveau bevindt, worden ook de miniaturen van alle beelden in de onderliggende mappen weergegeven. U kunt het mapniveau (de mapdiepte) wijzigen door op het menu [Tools/Extra] te klikken en de optie [Preferences/ Voorkeuren] te selecteren.
33
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
Weergaveregelpaneel • In dit regelpaneel past u de weergave-instellingen voor het weergavegebied aan. Selectiemenu Dit menu gebruikt u om alle beelden in het weergavegebied te selecteren of om de selectie van alle beelden in het weergavegebied ongedaan te maken.
Passend maken Hiermee wijzigt u de grootte van de miniaturen zodat deze in het venster passen.
Menu voor het weergeven/ verbergen van beeldgegevens Dit menu gebruikt u om beeldgegevens, zoals de bestandsnaam, de opnamedatum of de [Star Rating/ Sterrenclassificatie], onder het beeld weer te geven of te verbergen.
Weergavegrootte Hiermee wijzigt u de grootte van de miniatuur in het weergavegebied.
Beelden filteren Met deze functie filtert u de beelden op hun sterrenclassificatie, zodat alleen beelden met het opgegeven aantal sterren in het weergavegebied worden weergegeven. U kunt één, twee of drie sterren toekennen aan een beeld in het weergavevenster, het venster [Properties/ Eigenschappen] of in de kolom met gegevens in de [Preview Mode/Modus Voorbeeldweergave].
Windows
Knop Selecteren Gebruik deze knop om afbeeldingen in [Zoom mode/Modus in-/uitzoomen] te selecteren.
Functieknoppen • Met deze knoppen kunt u diverse functies uitvoeren. Knop [View Image/ Beeld weergeven] Hiermee geeft u het geselecteerde beeld of de geselecteerde film in het weergavevenster weer.
Knop [Slide Show/Diashow] Hiermee start u een diashow van de selecteerde beelden.
Knop [Properties/ Eigenschappen] Hiermee geeft u gegevens over het geselecteerde beeld in het venster [Properties/ Eigenschappen] weer.
Knop [Search/Zoeken] Hiermee zoekt u naar beelden aan de hand van criteria zoals de sterrenclassificatie, de wijzigingsdatum, de opnamedatum, opmerkingen of trefwoorden.
Knop [Rotate/Roteren] Hiermee roteert u het geselecteerde beeld.
Knop [Delete/ Verwijderen] Hiermee verwijdert u geselecteerde beelden of mappen.
34
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
Het weergavevenster Dubbelklik op een beeld in het weergavegebied als u dit in het weergavevenster wilt weergeven.
Menu [Edit/Bewerken] U kunt rode ogen corrigeren, kleuren aanpassen, beelden bijsnijden en titels toevoegen. Bovendien kunt u vanuit dit menu andere programma's starten waarmee u beelden kunt bewerken. Knop [Print/Afdrukken] Hiermee drukt u het weergegeven beeld af.
[Display AF Frame/AF-frame weergeven] Hiermee wordt het AF-frame weergegeven (wordt gebruikt om scherp te stellen). Knop [Shooting Information Display/ Opnamegegevens weergeven] Hiermee geeft u beeldopnamegege vens weer.
Knop [Synchronize/ Synchroniseren] Hiermee synchroniseert u de weergaveinstellingen wanneer meerdere beelden worden weergegeven.
Beeldselectieknop Hiermee schakelt u tussen beelden.
Windows
Hiermee geeft u beelden op ware grootte weer in het weergavevenster. Hiermee stelt u de weergavegrootte van het beeld af op de grootte van het weergavevenster. [Zoom/In- en uitzoomen] Hiermee wijzigt u de zoominstelling van het beeld.
[Star rating/ Sterrenclassificatie] Hiermee geeft u een sterrenclassificatie aan een beeld.
Schermsplitsingsknop Hiermee geeft u meerdere beelden tegelijk weer. Dit is handig voor als u beelden wilt vergelijken.
Knop [Full Screen/Volledig scherm] Hiermee geeft u het beeld weer op volledige schermgrootte. Klik op het beeld of druk op een willekeurige toets op het toetsenbord om het beeld weer op normale grootte weer te geven.
• Als een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt de knop [Display Original Image/Oorspronkelijk beeld weergeven] eronder weergegeven. Als u op deze knop klikt, wordt het geconverteerde beeld in het weergavevenster weergegeven. • Als u Windows XP gebruikt en u een filmbestand weergeeft, wordt de knop [Capture Still Frame/Stilstaand beeld opnemen] weergegeven naast de sterrenclassificatie. Als u op deze knop klikt, worden stilstaande beelden uit films genomen.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
35
Het venster [Properties/Eigenschappen] Het venster [Properties/Eigenschappen] wordt weergegeven wanneer u een beeld in het weergavegebied selecteert en op de knop [Properties/Eigenschappen] klikt. Het venster [Properties/ Eigenschappen] wordt niet weergegeven in de [Preview Mode/Modus Voorbeeldweergave]. Hiermee geeft u categorieën weer of verbergt u deze.
[Star rating/ Sterrenclassificatie] Hiermee geeft u een sterrenclassificatie aan een beeld.
[Protect/Beveiligen] Hiermee voorkomt u dat een beeld wordt overschreven of verwijderd. [Comment/Opmerking] Hier kunt u een opmerking typen. [Keywords/Trefwoorden] Hiermee geeft u de trefwoorden op die bij zoekacties worden gebruikt. [Brightness Histogram/ Helderheidshistogram] Een grafiek van de verdeling van licht en donker in een beeld.
Beeldselectieknoppen Hiermee schakelt u tussen beelden.
Windows
[Shooting Information/ Opnamegegevens] Hier worden gedetailleerde gegevens over de opname-instellingen op het moment van de opname weergegeven, zoals de sluitersnelheid of de belichtingsinstelling. Welke gegevens worden weergegeven hangt af van het cameramodel.
Hiermee speelt u een geluidsbijlage bij een beeld af.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
36
ZoomBrowser EX-functies In dit gedeelte worden de taakgebiedfuncties kort toegelicht. Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten of uw camera deze functies ondersteunt.
[Acquire & Camera Settings/ Ophalen en camera-instellingen] Hiermee opent u het camerabeheervenster waarin u de volgende handelingen kunt uitvoeren.
[Acquire Images/Beelden ophalen]
Hiermee downloadt u beelden van de camera/geheugenkaart (p. 19, 22). Bovendien kunt u geluidsbestanden downloaden die zijn opgenomen met de functie Audio Recorder op de camera. Raadpleeg de ZoomBrowser EX Help voor downloadinstructies.
[Print Images/Beelden afdrukken]
[Set to Camera/Instellen op camera]
Hiermee stelt u camera-instellingen in, zoals de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] (p. 42). Bovendien kunt u hiermee beelden van de computer naar de camera of de geheugenkaart uploaden.
[Remote Shooting/Opnemen op afstand]
Hiermee kunt de sluiterknop van de camera vanaf de computer bedienen (p. 95).
[View & Classify/ Weergeven en classificeren] [View as a Slide Show/Als diavoorstelling weergeven]
Hiermee start u een diashow van de beelden die u in het weergavegebied hebt geselecteerd.
[Rename Multiple Files/Meerdere bestanden hernoemen]
Hiermee wijzigt u de bestandsnamen van de geselecteerde beelden in één bewerking.
[Classify into Folder/Classificeren in map]
Hiermee classificeert u beelden en slaat u deze in een opgegeven map op.
[Search/Zoeken]
Hiermee zoekt u naar beelden aan de hand van criteria zoals de sterrenclassificatie, de wijzigingsdatum, de opnamedatum, opmerkingen of trefwoorden. Sterrenclassificaties, opmerkingen en trefwoorden kunnen worden opgegeven in de kolom met beeldgegevens in de [Preview Mode/Modus Voorbeeldweergave] of in het venster [Properties/Eigenschappen].
Windows
Hiermee selecteert u de beelden in een camera of op een geheugenkaart en drukt u deze af. U kunt kiezen uit verschillende afdrukmethoden, via DPOF-instellingen, de optie [Index Print/ Index afdrukken], de optie [One Photo per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken] of door beelden te selecteren voordat u gaat afdrukken.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
37
[Edit/Bewerken] [Edit Image/Beeld bewerken]
Hiermee kunt u beelden bewerken. Zo kunt u beelden bijsnijden, beelden corrigeren en rode ogen corrigeren. Bovendien kunt u hiermee andere programma starten waarmee u beelden kunt bewerken.
[Stitch Photos/Foto's samenvoegen]
Hiermee voegt u meerdere beelden samen tot één grote panoramafoto (p. 41).
[Edit Movie/Film bewerken]
Hiermee bewerkt u films of stilstaande beelden die aan elkaar zijn gekoppeld. U kunt tekst voor titels of achtergrondmuziek toevoegen en diverse effecten toepassen (p. 40).
[Process RAW Images/RAW-beelden verwerken]
Hiermee converteert u RAW-beelden in standaardbeelden. Tijdens de conversie kunt u afbeeldingskenmerken zoals de helderheid, het contrast en de kleurbalans aanpassen.
[Export/Exporteren] Hiermee kunt u de grootte of het type van een beeld wijzigen en het beeld exporteren als een nieuw beeld.
[Export Movies/Films exporteren]
Hiermee kunt u de grootte of het type van een film wijzigen en het beeld exporteren als een nieuwe film.
[Extract frames from a movie/Frames uit een film extraheren]
Hiermee extraheert u stilstaande beelden uit films binnen een opgegeven interval en slaat u de beelden op als beeldbestanden (alleen in Windows XP).
[Export Shooting Properties/Opname-eigenschappen exporteren]
Hiermee kunt u de benodigde gegevens uit de opnamegegevens selecteren en naar een tekstbestand exporteren.
[Export as a Screen Saver/Als schermbeveiliging exporteren] Hiermee exporteert u het beeld als schermbeveiligingsbestand.
[Export as a Wallpaper/Als achtergrond exporteren] Hiermee exporteert u het beeld als achtergrondbestand.
[Backup to CD/Reservekopie maken op cd]
Hiermee maakt u een reservekopie van beelden op een cd-r/rw. De functie [Backup to CD/Reservekopie maken op cd] kan alleen worden gebruikt op computers die aan de volgende vereisten voldoen. • Windows XP is al geïnstalleerd • Een cd-r/rw-station maakt deel uit van de standaardconfiguratie
Windows
[Export Still Images/Stilstaande beelden exporteren]
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
38
[Print/Afdrukken] [One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken]
Hiermee drukt u één beeld per pagina af (p. 24). Zo kunt u gemakkelijk foto's afdrukken.
[Index Print/Index afdrukken]
Hiermee rangschikt u kleine versies van de beelden in rijen en drukt u deze af.
[Layout Print/Lay-out afdrukken]
Hiermee kunt u meerdere beelden rangschikken op één pagina en ze afdrukken als een album. U kunt ook bijschriften en titels invoegen (p. 26).
[Print Using Other Software/Afdrukken met andere software]
Selecteer de software die u wilt gebruiken en druk de gewenste beelden af.
[Internet] [Email Images/Beelden die geschikt zijn voor e-mail]
• Als u naar het vorige scherm wilt terugkeren nadat u een taak hebt geselecteerd, klikt u op [Return to Main Menu/Terugkeren naar hoofdmenu] onder aan het taakscherm. • In ZoomBrowser EX zijn diverse Help-functies beschikbaar. Klik op het menu [Help], de knop [?] of de knop [Help] als u onderwerpen wilt weergeven over procedures voor gebruik of de functies die beschikbaar zijn.
Windows
Hiermee converteert u de geselecteerde beelden naar de geschikte grootte voor verzending via e-mail. Bovendien kunt u deze functie gebruiken om automatisch een e-mailprogramma te starten nadat de conversie is voltooid.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
39
Films afspelen 1
Dubbelklik in het weergavegebied van ZoomBrowser EX op een beeld met een filmpictogram. Het weergavevenster wordt geopend en de film wordt hierin afgespeeld.
U kunt de weergegeven scène opslaan als een stilstaand beeld door hier te klikken.
Windows 2000, Windows ME en Windows 98 Tweede editie
QuickTime is vereist als u films wilt afspelen en bewerken. Volg de onderstaande procedures om QuickTime te installeren. 1. Plaats de cd Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-rom-station. Als het installatiescherm niet automatisch verschijnt, opent u het met de procedures die worden beschreven in het gedeelte Het installatiescherm openen (p. 14). 2 Klik onder QuickTime op de knop [Install/Installeren].
Volg de instructies op het scherm om door te gaan met de installatie.
Windows
U kunt de weergave en het geluidsvolume van de film regelen.
40
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
Films bewerken U kunt films maken en bewerken: films en stilstaande beelden die u hebt gedownload naar de computer met elkaar verbinden, achtergrondmuziek, titels en andere tekst toevoegen en verschillende effecten op de films toepassen. • Het programma QuickTime is vereist om films af te spelen of te bewerken in Windows 2000, Windows ME of Windows 98 Tweede editie of om films te bewerken in Windows XP. Installeer het programma tijdens de procedures in het onderwerp 'Films afspelen' in het gedeelte Windows 2000, Windows ME en Windows 98 Tweede editie (p. 39). • Films worden opgeslagen in de indeling Motion JPEG AVI.
1 2
Klik op [1. Add Images/1. Beelden toevoegen] en selecteer de beelden (film of stilstaande beelden) die u wilt bewerken. U kunt meerdere films of stilstaande beelden selecteren. Voer de stappen aan de linkerzijde van het scherm uit om de film te bewerken en op te slaan. Voer deze stappen uit om verder te gaan.
Instructies
Storyboardgebied Bevat miniaturen van de geselecteerde beelden. Verbindt afbeeldingen met elkaar van links naar rechts.
Klik op deze knop voor uitgebreide gebruiksinstructies.
Klik op deze knop om de film af te spelen die wordt bewerkt.
Vak met overgangseffecten Wordt weergegeven tussen twee aangrenzende beelden en bevat de symbolen van de overgangseffecten die beelden met elkaar verbinden.
Windows
3
Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Edit/Bewerken] en vervolgens op [Edit Movie/Film bewerken].
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
41
Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch U kunt een panoramabeeld maken door diverse beelden samen te voegen. Beelden kunnen gemakkelijker worden samengevoegd als ze zijn genomen in de Stitch Hulp-modus omdat de volgorde en afdrukstand van de beelden dan automatisch door PhotoStitch kunnen worden vastgesteld.
Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn gemaakt Een serie beelden die is opgenomen in Stitch Hulp-modus wordt in één map opgeslagen wanneer deze van de camera wordt gedownload. Bovendien wordt het onderstaande pictogram bij dergelijke beelden in het weergavegebied weergegeven. Pictogram dat wordt weergegeven bij beelden die in de Stitch Hulpmodus zijn gemaakt.
PhotoStitch starten 1 Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Edit/Bewerken] en vervolgens op 2 3
[Stitch Photos/Foto's samenvoegen].
Klik op [1. Select Images/1. Beelden selecteren] en selecteer diverse beelden in het weergavegebied. Klik op [2. Open PhotoStitch/ 2. PhotoStitch starten]. Instructies
4
Voeg de beelden samen volgens de instructies in het deelvenster boven in het PhotoStitch-venster.
Windows
• Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor informatie over het maken van opnamen in de Stitch Hulp-modus. • Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn opgenomen met een groothoekconversielens, teleconversielens of close-uplens kunnen niet nauwkeurig worden samengevoegd.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
42
Persoonlijke camera-instellingen opgeven met de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] Het opstartscherm, het opstartgeluid, het sluitergeluid, het werkgeluid en het zelftimergeluid vormen de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. U kunt uw favoriete beelden en geluiden vanaf de computer toevoegen aan de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] die op de computer zijn opgeslagen naar de camera uploadt en omgekeerd.
Het venster [My Camera/Mijn camera] weergeven 1 Stel de camera in op de weergavemodus terwijl deze op de computer is
aangesloten. Zie Verbinding maken (p. 85) voor een draadloze verbinding. Gebruik bij een niet-draadloze verbinding de meegeleverde interfacekabel om de USBpoort van de computer op de DIGITAL uitgang van de camera aan te sluiten. Bereid de camera voor op communicatie met de computer.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven. Het venster kan er bij een draadloze verbinding iets anders uitzien.
2 3
Klik op het tabblad [Set to Camera/ Instellen op camera]. Klik op [Set My Camera/Mijn camera instellen]. Het venster [My Camera/Mijn camera] wordt geopend.
Windows
• Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor informatie over nietdraadloze verbindingen tussen de camera en de computer en over communicatiemodi. • Geef de instellingen op die worden beschreven in het gedeelte De eerste keer dat een camera op een computer wordt aangesloten (p. 20) wanneer u de camera voor het eerst op de computer aansluit.
43
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
Functies in het venster [My Camera/Mijn camera] ZoomBrowser EX bevat diverse vooraf vastgelegde instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. U kunt deze instellingen controleren in het venster [My Camera/Mijn camera]. Tabbladen Klik hierop om te schakelen tussen het aanpassen van afzonderlijke instellingen of groepen instellingen.
Knop [Play/Afspelen] Hiermee wordt het geluid van het instellingenbestand in de camera afgespeeld.
Hier worden de bestanden met camera-instellingen weergegeven die u op de computer hebt opgeslagen.
Hier worden de instellingen in de camera weergegeven. Knop [Delete/ Verwijderen] Hiermee wordt een instellingenbestand uit de camera verwijderd.
Knop [Delete/Verwijderen] Hiermee wordt een instellingenbestand van de computer verwijderd.
Knop [Save to PC/ Opslaan op pc] Hiermee wordt een instellingenbestand van de camera opgeslagen op de computer.
Knop [Save to Camera/ Opslaan op camera] Hiermee wordt een instellingenbestand van de computer opgeslagen op de camera.
Windows
Knop [Play/Afspelen] Hiermee wordt het geluid van het geselecteerde instellingenbestand afgespeeld.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
44
De persoonlijke instellingen opslaan op de camera • U kunt de persoonlijke camera-instellingen op een van de volgende twee manieren selecteren en op de camera opslaan: afzonderlijk of in thema's. • Het thema 'Animal/Dier' heeft bijvoorbeeld een dier in het opstartscherm, terwijl alle geluidsbestanden van dit thema dierengeluiden bevatten. De namen van de standaardbestanden voor de verschillende thema's voor de persoonlijke camera-instellingen beginnen allemaal met dezelfde basisnaam. Zo beginnen de opstartscherm- en geluidsbestanden van het thema 'Animal/Dier' allemaal met 'Animal~/Dier~'. Op het moment dat de persoonlijke camera-instellingen op de camera worden opgeslagen of worden overgebracht naar de computer, mag u de interfacekabel niet loskoppelen, de camera niet uitschakelen en de camera niet loskoppelen van de computer.
1
3
Selecteer in de lijst [My Computer/Mijn computer] het bestand met instellingen dat u op de camera wilt opslaan. Selecteer in de lijst [Camera] de instelling die u wilt wijzigen en klik op [Save to Camera/Opslaan op camera]. Het opslaan van de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op de computer is hiermee voltooid. In de lijst Camera wordt de instelling weergegeven uit het geselecteerde bestand. Als een instelling voor deze categorie eerder is opgeslagen, wordt de instelling overschreven. Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 3. Als u deze gegevens op de camera wilt gebruiken, wijzigt u het opstartscherm en de geluidsinstellingen op de camera zelf. Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor meer informatie.
De persoonlijke camera-instellingen opslaan op de computer 1 Selecteer het tabblad [Setup as a theme/Instellen als thema] in het venster 2 3 4
[My Camera/Mijn camera]. Als u het opstartscherm of -geluid afzonderlijk wilt instellen, klikt u op het tabblad [Set individually/Afzonderlijk instellen] en selecteert u het beeld of het geluid. Selecteer in de lijst [Camera] de bestanden met instellingen die u op de computer wilt opslaan. Klik op [Save to PC/Opslaan op pc]. Geef een bestandsnaam op voor de geselecteerde instelling en klik op [OK]. Het opslaan van de persoonlijke camera-instellingen op de computer is hiermee voltooid. Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 4.
Windows
2
Selecteer het tabblad [Setup as a theme/Instellen als thema] in het venster [My Camera/Mijn camera]. Als u het opstartscherm of -geluid afzonderlijk wilt instellen, klikt u op het tabblad [Set individually/Afzonderlijk instellen] en selecteert u het beeld of het geluid.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
45
Nieuwe gegevens aan het venster [My Camera/Mijn camera] toevoegen Een nieuw beeld- of geluidsbestand maken en dit toevoegen aan het venster [My Camera/Mijn camera]. • Beeld- en geluidsbestanden toevoegen nadat u ze hebt gemaakt
Oorspronkelijke opstartschermen en -geluiden toevoegen nadat u ze hebt gemaakt U kunt in een handomdraai opstartschermbestanden en opstartgeluidsbestanden maken met het programma My Camera Maker.
1 2
Klik op het menu [Edit/Bewerken] in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX en selecteer [ManageMy Camera/Mijn camera beheren]. Het venster [My Camera/Mijn camera] wordt geopend. Selecteer het tabblad [Set individually/Afzonderlijk instellen] in het venster [My Camera/Mijn camera] en klik vervolgens op de knop [Create My Camera Data/ Gegevens voor mijn camera maken].
Windows
Knop [Add File/Bestand toevoegen] Hiermee voegt u beeld- en geluidsbestanden toe die kunnen worden gebruikt als instellingsbestanden. Toegevoegde bestanden worden in de lijst weergegeven. Knop [Connect to camera/Camera verbinden] Hiermee maakt u verbinding met de camera.
My Camera Maker wordt gestart.
3
Volg de instructies in het bovenste gedeelte van het venster [My Camera Maker] en maak beeld- of geluidsbestanden.
Instructies
46
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
4 5
Wanneer u het bestand hebt opgeslagen, klikt u op en sluit u het venster [My Camera Maker]. U hebt het bestand nu als een instellingsbestand aan de computer toegevoegd. Als u verbinding wilt maken met de camera, klikt u op [Connect to Camera/Camera verbinden]. U maakt verbinding via een draadloos netwerk door op [Close/Sluiten] te klikken om het venster te sluiten voordat u de camera en computer aansluit.
U kunt de instellingsbestanden die u zojuist aan de computer hebt toegevoegd, ook aan de camera toevoegen met behulp van de procedures in het gedeelte De persoonlijke camera-instellingen opslaan op de camera (p. 44).
Type
Duur in seconden 11,025 kHz
8,000 kHz
Opstart geluid
1,0 sec. of minder
1,3 sec. of minder
Sluiter geluid
0,3 sec. of minder
0,4 sec. of minder
Werkgeluid
0,3 sec. of minder
0,4 sec. of minder
Geluidzelftimer
2,0 sec. of minder
2,0 sec. of minder
Windows
• Gebruik instellingen zoals de volgende wanneer u een beeldbestand maakt voor het opstartscherm met behulp van een ander beeldbewerkingsprogramma dan My Camera Maker. Compressiemethode : JPEG (Baseline JPEG) Gegevens samplen : 4:2:0 of 4:2:2 Pixels (b x h) : 320 x 240 pixels • Gebruik instellingen zoals de volgende wanneer u een geluidsbestand maakt met een ander geluidsopnameprogramma dan My Camera Maker. Compressiemethode : WAV (Monaural) Samplegrootte : 8 bits Samplesnelheid : 11,025 kHz of 8,000 kHz Gebruik de volgende waarden als richtlijn voor de lengte van het geluidsbestand dat op de camera kan worden opgeslagen.
47
De software gebruiken op het Macintosh-platform – voorbereidingen In dit hoofdstuk worden de basisprocedures voor het installeren van de software beschreven. Lees dit hoofdstuk voordat u de camera de eerste keer op de computer aansluit.
De software installeren Installeer de software vanaf de cd Canon Digital Camera Solution Disk. Zie ArcSoft PhotoStudio (p. 107) voor informatie over het installeren van ArcSoft PhotoStudio.
Wat hebt u hierbij nodig • Uw camera en computer • Cd Canon Digital Camera Solution Disk • Bij camera meegeleverde interfacekabel
Installatieprocedure 1 Sluit alle toepassingen af. 2 Plaats de Canon Digital Camera Solution Disk in het cd3
Dubbelklik op het pictogram [Canon Digital Camera Installer/ Installatieprogramma voor digitale Canon-camera] in het cd-rom-venster.
Macintosh
4
rom-station van de computer.
Klik onder [Digital Camera Software/ Software voor digitale camera] op de knop [Install/Installeren].
Installatiescherm
De software gebruiken op het Macintosh-platform – voorbereidingen
5
48
Selecteer [Easy Installation/Eenvoudige installatie] en klik op [Next/Volgende]. Selecteer [Custom Installation/Aangepaste installatie] als u programma's afzonderlijk voor installatie wilt selecteren.
6 7
8
9
Klik op [Agree/Akkoord] als u akkoord gaat met alle voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst. Controleer de installatie-instellingen en klik op [Next/Volgende]. Volg de instructies op het scherm om door te gaan.
Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op [OK].
Klik op [Exit/Afsluiten] in het installatiescherm en verwijder de cd uit het cd-rom-station. Hiermee is de installatie van de software voltooid.
Macintosh Raadpleeg het gedeelte De software verwijderen (p. 109) om de software te verwijderen die u volgens deze procedure hebt geïnstalleerd. Download vervolgens beelden naar de computer (p. 49).
49
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen In dit hoofdstuk worden de procedures voor het gebruik van ImageBrowser beschreven om de beelden van de camera naar de computer te downloaden en af te drukken. Lees dit hoofdstuk nadat de voorbereidingen in het gedeelte De software gebruiken op het Macintosh-platform – voorbereidingen zijn voltooid.
Beelden downloaden naar de computer Begin met het downloaden van de beelden naar uw computer. De downloadprocedures verschillen enigszins, afhankelijk van of u de camera op de computer aansluit (zie hieronder) of gebruikmaakt van een geheugenkaartlezer (p. 51). Het kan zijn dat u de beelden niet van de camera kunt downloaden als er meer dan ongeveer 1000 beelden in het geheugen van de camera staan. In dat geval wordt u aangeraden een geheugenkaartlezer te gebruiken.
Camera aangesloten op computer 1
Sluit de meegeleverde interfacekabel aan op de USB-poort van de computer en op de DIGITAL-uitgang van de camera. Bereid de camera voor op communicatie met de computer.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven. Wordt het venster niet geopend, klik dan op het pictogram [CameraWindow] in de balk onder in het scherm. Als u wilt instellen of dit venster automatisch moet worden geopend wanneer u de camera op de computer aansluit, schakelt u de optie [Display this screen when the camera is connected/Dit scherm weergeven wanneer een camera wordt aangesloten] uit in het menu [File/Archief] in het camerabeheervenster.
Macintosh
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies voor het aansluiten van de camera op de computer en stel de camera in op de juiste modus om verbinding te maken.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
2
50
Beelden downloaden. Gebruik de camera of de computer om beelden te downloaden. De gedownloade beelden worden standaard opgeslagen in de map [Pictures/Afbeeldingen]. Het camerabeheervenster U kunt de instellingen zoals het type beeld dat wordt gedownload en de doelmap wijzigen door op [Preferences/Voorkeuren] te klikken.
Beelden downloaden met de camera (functie Verplaats) Druk op de knop FUNC./SET om het instellingenmenu Verplaats weer te geven. Zie Afbeeldingen downloaden/afdrukken met cameraopdrachten (Verplaats) (p. 90) voor de verplaatsinstellingen en -procedures. Geef de instellingen voor de functie Verplaats op en druk op de knop (Afdrukken/Delen) of op de knop [FUNC./SET].
Het menu Verplaats
Beelden downloaden met de computer Macintosh
Klik op [Starts to download images/ Downloaden van beelden starten].
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
51
• Standaard worden alle beelden gedownload die nog moeten worden gedownload. • Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen met de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven met de camera] als het beeldtype dat moet worden gedownload. • Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren en downloaden] om de camerabeelden in een lijst weer te geven, de beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de geselecteerde beelden te downloaden. Wanneer de downloadbewerking is voltooid, worden de miniaturen van de gedownloade beelden in het bladervenster van ImageBrowser weergegeven. Bij gedownloade mappen wordt een symbool weergegeven dat aangeeft dat de mappen zijn gedownload (het symbool verdwijnt wanneer u ImageBrowser afsluit). Miniatuur
Vervolgens kunt u een beeld afdrukken (p. 53).
Aansluiting op een geheugenkaartlezer 1 Plaats de geheugenkaart in de lezer. Gebruik indien nodig een los verkrijgbare kaartadapter. Raadpleeg de handleiding voor de geheugenkaartlezer voor aansluit- en gebruiksinstructies.
Macintosh
(2) Schuif de adapter met de kaart in de sleuf.
(1) Plaats de geheugenkaart indien nodig in een adapter.
De kaartadapter en de vorm van de geheugenkaart kunnen variëren naargelang het type geheugenkaart dat door de camera wordt gebruikt. Het camerabeheervenster wordt weergegeven.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
52
Wordt het venster niet geopend, klik dan op het pictogram [CameraWindow] in de balk onder in het scherm. Als u wilt instellen of dit venster automatisch moet worden geopend wanneer u de camera op de computer aansluit, schakelt u de optie [Display this screen when the camera is connected/Dit scherm weergeven wanneer een camera wordt aangesloten] uit in het camerabeheervenster.
2
Klik op [Starts to download images/ Downloaden van beelden starten].
Als u het type beeld dat moet worden gedownload en de doelmap wilt instellen, klikt u op [Preferences/Voorkeuren].
• Standaard worden alle beelden naar de map [Pictures/Afbeeldingen] gedownload. • Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen met de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven met de camera] als het type beeld dat moet worden gedownload. • Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren en downloaden] om de beelden op de geheugenkaart in een lijst weer te geven, de beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de geselecteerde beelden te downloaden. • Raadpleeg Mappenstructuur van de geheugenkaart (p. 112) voor informatie over de mappenstructuur en de bestandsnamen van de geheugenkaart.
Vervolgens kunt u een beeld afdrukken (p. 53).
Macintosh
Wanneer de downloadbewerking is voltooid, worden de miniaturen van de gedownloade beelden in het bladervenster van ImageBrowser weergegeven.
53
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
Beelden afdrukken Beelden kunnen op drie manieren worden afgedrukt: [One Photo per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken], [Index Print/Index afdrukken] en [Layout Print/Lay-out afdrukken]. In dit gedeelte wordt ingegaan op de opties [One Photo per Page Print/Eén beeld per pagina afdrukken] en [Arrange/Rangschikken] en [Print/Afdrukken]. Films kunnen niet worden afgedrukt, maar u kunt wel stilstaande beelden afdrukken die u uit films hebt genomen en in afzonderlijke bestanden hebt opgeslagen.
[One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken] Met deze optie wordt één beeld per pagina afgedrukt, in standaardfoto-indeling. Als u meerdere beelden selecteert, worden deze elk afzonderlijk op een pagina afgedrukt.
1
Selecteer de beelden die u wilt afdrukken. Om een beeld te selecteren, klikt u erop. Als een beeld is geselecteerd, wordt een blauw kader rond het beeld weergegeven. Als u meerdere beelden wilt selecteren, houdt u de [Shift]-toets of de toets [ ] (command) ingedrukt terwijl u op beelden klikt.
2
Klik op [Print/Afdrukken] en selecteer [One Photo per page Print/Eén foto per pagina afdrukken].
Macintosh
Rond geselecteerde beelden verschijnt een blauw kader.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
3
54
Stel de categorieën naar wens in.
Hiermee selecteert u een printer. Hiermee selecteert u opties zoals de papiergrootte en de stand wanneer u klikt op [Page Setup/ Pagina-instellingen]. Plaats hier een vinkje als u de opnametijd en -datum met de beelden wilt afdrukken. Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in. Klik op deze knop als u tussen beelden wilt schakelen als u meerdere beelden hebt geselecteerd.
4 5 6
Klik op [Print/Afdrukken]. Het venster [Print/Afdrukken] wordt nu geopend. Wanneer u het aantal exemplaren en andere instellingen hebt vastgelegd, klikt u op [Print/Afdrukken]. Klik na het afdrukken op
om het venster te sluiten.
[Layout Print/Lay-out afdrukken] Hiermee kunt u meerdere beelden op één pagina rangschikken en afdrukken.
1
Klik op [Print/Afdrukken] en selecteer [Layout Print/Lay-out afdrukken].
Macintosh
2
Selecteer de beelden die u wilt afdrukken in het bladervenster. Als u op beelden klikt, worden ze geselecteerd en wordt de achtergrond blauw. Als u meerdere beelden wilt selecteren, houdt u de [Shift]-toets of de toets [ ] ingedrukt terwijl u op beelden klikt.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
3
55
Selecteer bij [Print Style/Afdrukstijl] de optie [Custom layout printing/ Aangepaste lay-out afdrukken] en stel de categorieën naar wens in.
Hiermee selecteert u een printer. Hiermee selecteert u opties zoals de papiergrootte en de stand wanneer u klikt op [Page Setup/Paginainstellingen].
4
5 6 7
Wijzig indien nodig de lay-out of voeg tekst toe in het venster [Layout Print/ Lay-out afdrukken]. Zie het gedeelte Functies van het venster [Layout Print/Lay-out afdrukken] (p. 56) voor een uitleg van de procedures voor het wijzigen van de lay-out of het toevoegen van tekst. Klik op [Print/Afdrukken]. Het venster [Print/Afdrukken] wordt dan geopend. Wanneer u het aantal exemplaren en andere instellingen hebt vastgelegd, klikt u op [Print/Afdrukken]. Klik na het afdrukken op om het venster te sluiten. Klik op [Save/Opslaan] om de lay-out op te slaan. Als u wilt doorgaan zonder op te slaan, klikt u op [Don't Save/Niet opslaan]. Wanneer het opslaan is voltooid, wordt het oorspronkelijke venster van ImageBrowser weergegeven.
Macintosh
U kunt een contactafdruk maken van de miniaturen of de beeldopnamegegevens afdrukken als u klikt op [Print/Afdrukken] in het bladervenster en [Index Print/Index afdrukken] selecteert.
56
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
Functies van het venster [Layout Print/Lay-out afdrukken] Wanneer de optie [Custom Layout printing/Aangepaste lay-out afdrukken] in het venster [Layout Options/Lay-outopties] is geselecteerd, kunt u de grootte en positie van de beelden die u wilt afdrukken naar wens wijzigen. De paginakop wijzigen Open het menu [Edit/Bewerken] en selecteer [Edit Header/Kop bewerken]. Tekst toevoegen Open het menu [Edit/Bewerken] en selecteer [Add Text/ Tekst toevoegen].
Het beeld vergroten/ verkleinen Versleep een rand om de afmetingen van het beeld te wijzigen.
De lay-out wijzigen Versleep de beelden om de lay-out te wijzigen. Beelden voorzien van bijschriften Klik op een beeld en selecteer [Edit Caption/ Bijschrift bewerken] in het menu [Edit/ Bewerken].
Hiermee roteert u het geselecteerde beeld.
Een gedeelte van het beeld is bijgesneden. Hiermee wijzigt u het aantal beelden dat standaard per pagina wordt afgedrukt. Hiermee slaat u de lay-out op.
Hiermee verwijdert u beelden uit het venster [Layout Print/Lay-out afdrukken]. Hiermee geeft u het dialoogvenster [Print/ Afdrukken] weer. Beelden verticaal en horizontaal uitlijnen in het venster.
In dit hoofdstuk zijn de grondbeginselen van ImageBrowser beschreven. Wanneer u de grondbeginselen onder de knie hebt, kunt u met de geavanceerde technieken gaan experimenteren. De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken (p. 57).
Macintosh
Als u de opnamedatum, de opnametijd of de bestandsnaam als bijschrift wilt afdrukken, klikt u op het menu [ImageBrowser] en selecteert u [Preferences/ Voorkeuren]. Selecteer [Print/Afdrukken] in de keuzelijst links boven in het venster [Preferences/Voorkeuren] en selecteer de gewenste items in de categorie [Items to Print in Caption/Af te drukken items in bijschrift].
57
De software gebruiken op het Macintoshplatform – geavanceerde technieken In dit hoofdstuk worden verschillende ImageBrowser-functies toegelicht. Neem dit hoofdstuk door nadat u de basisprocedures voor ImageBrowser in het hoofdstuk De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen goed hebt doorgelezen. Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten of uw camera deze functies ondersteunt.
Vensters van ImageBrowser In dit gedeelte worden de belangrijkste ImageBrowser-vensters beschreven: het bladervenster, het weergavevenster en het venster [File Information/Bestandsgegevens].
Bladervenster In dit venster kunt u beelden die naar de computer zijn gedownload weergeven en ordenen. Weergavegebied (p. 58)
Weergavemodus (p. 59)
Macintosh
Weergaveregelpaneel (p. 60) Verkennerdeelvenster (p. 58)
Regelpaneel (p. 60)
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
58
Verkennerdeelvenster • In dit gebied selecteert u mappen. De beelden in de geselecteerde map worden in het weergavegebied weergegeven. • Als u [Favorite Folders/Favoriete mappen] hebt geselecteerd, worden alleen die mappen weergegeven die u vooraf als favoriete mappen hebt opgegeven. U wordt aangeraden om een map die u regelmatig gebruikt als favoriete map op te geven. Als u [All Folders/Alle mappen] hebt geselecteerd, worden alle mappen weergegeven.
Manieren om een favoriete map op te geven
• Als [Favorite Folders/Favoriete mappen] wordt weergegeven, klikt u op [Add/Toevoegen] en selecteert u een map. • Als [All Folders/Alle mappen] wordt weergegeven, selecteert u een map en klikt u op [Add to Favorites/Toevoegen aan Favorieten].
Weergavegebied • Hier worden de beelden weergegeven uit de map die in het verkennerdeelvenster is geselecteerd. De stijl van weergave hangt af van de weergavemodus die u hebt geselecteerd.
Manieren om beelden in het weergavegebied te selecteren
• Eén beeld selecteren: klik op een beeld. • Meerdere beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd vervolgens de [Shift]-toets of de toets [ ] (command) ingedrukt terwijl u op de andere gewenste beelden klikt. • Meerdere, opeenvolgende beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd vervolgens de [Shift]-toets of de [option]-toets ingedrukt terwijl u op het laatste beeld klikt. • De volgende typen pictogrammen kunnen, naargelang de beeldkenmerken, rond beelden worden weergegeven. Beelden die zijn gemaakt in de cameramodus Stitch Hulp RAW-beelden Films
Beveiligde beelden Beelden die met de AEB-functie van de camera zijn gemaakt Beelden die zijn gemaakt met een gekantelde camera die alleen in het scherm worden geroteerd
Macintosh
Beelden met geluidsbijlagen
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
59
Weergavemodus • Hiermee selecteert u de weergavestijl voor het weergavegebied.
[Preview/Voorbeeldweergave]
In deze modus wordt het beeld groter en met beeldgegevens weergegeven.
[List/Lijst]
Hiermee worden de beelden in de map die in het verkennerdeelvenster is geselecteerd in rijen en kolommen weergegeven.
[TimeTunnel/Chronologisch]
Hiermee worden de beelden chronologisch op een tijdsbalk weergegeven. Met de schuifregelaar rechts in het venster kunt u over de tijdsbalk van het verleden naar het heden lopen.
Macintosh
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
60
Weergaveregelpaneel • In dit regelpaneel past u de weergave-instellingen voor het weergavegebied aan.
Weergavegrootte Hiermee wijzigt u de grootte van de miniatuur in het weergavegebied.
Beelden filteren Met deze functie filtert u de beelden op hun sterrenclassificatie zodat alleen beelden met het opgegeven aantal sterren in het weergavegebied worden weergegeven. U kunt één van drie sterrenclassificaties toekennen aan een beeld in het weergavevenster, het venster [File Information/Bestandsgegevens] of in de kolom met gegevens in de modus [Preview/ Voorbeeldweergave].
Selectiemenu Dit menu gebruikt u om alle beelden in het weergavegebied te selecteren of om de selectie van alle beelden in het weergavegebied ongedaan te maken.
Knoppen Verbergen Links: hiermee verbergt u het verkennerdeelvenster. Midden: hiermee verbergt u het regelpaneel. Rechts: hiermee verbergt u de beeldgegevens in de modus [Preview/Voorbeeldweergave].
Regelpaneel • Het regelpaneel bevat knoppen waarmee u diverse functies kunt uitvoeren.
De functies die hier worden weergegeven worden toegelicht in het gedeelte Regelpaneelfuncties (p. 63).
Macintosh
61
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
Weergavevenster Dubbelklik op een beeld in het weergavegebied als u dit in het weergavevenster wilt weergeven.
[Zoom/In- en uitzoomen] Hiermee wijzigt u de zoominstelling van het beeld.
Beeldselectieknop Hiermee schakelt u tussen beelden. Knop [Save/Opslaan] Hiermee slaat u het bewerkte beeld op. Menu [Edit/Bewerken] U kunt beelden bijsnijden, kleuren en helderheid aanpassen, rode ogen corrigeren en teksten invoegen. Bovendien kunt u vanuit dit menu andere programma's starten waarmee u beelden kunt bewerken.
Knop [Show Information/ Gegevens weergeven] Hiermee geeft u het AF-frame (focuspuntframe) en de opnamegegevens weer. Knop [Print/Afdrukken] Hiermee drukt u het weergegeven beeld af. Knop [Full Screen/Volledig scherm] Hiermee geeft u het beeld weer op volledige schermgrootte. Klik op het beeld of druk op een willekeurige toets op het toetsenbord om het beeld weer op normale grootte weer te geven. Knop [Synchronize/Synchroniseren] Hiermee synchroniseert u de weergaveinstellingen wanneer meerdere beelden worden weergegeven.
• Als een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt de knop [Show Original Image/Oorspronkelijk beeld weergeven] eronder weergegeven. Als u op deze knop klikt, wordt het geconverteerde beeld in het weergavevenster weergegeven. • Als een filmbestand wordt weergegeven, verschijnt de knop [Save as Still Image/Opslaan als stilstaand beeld] naast de sterrenclassificatie.
Macintosh
Menu [Number of Displays/ Aantal weergegeven beelden] Hiermee geeft u meerdere beelden tegelijk weer. Dit is handig voor als u beelden wilt vergelijken.
Menu [Star Rating/ Sterrenclassificatie] Hiermee geeft u een sterrenclassificatie aan een beeld.
62
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
Het venster [File Information/Bestandsgegevens] Het venster [File Information/Bestandsgegevens] wordt weergegeven wanneer u een beeld in het weergavegebied selecteert, op het menu [File/Archief] klikt en [Get Info/Info ophalen] klikt. Het venster [File Information/Bestandsgegevens] wordt niet weergegeven in de modus [Preview/Voorbeeldweergave]. Menu [Star Rating/Sterrenclassificatie] Hiermee geeft u een sterrenclassificatie aan een beeld.
Hiermee geeft u categorieën weer of verbergt u deze. [Comment/Opmerking] Hier kunt u een opmerking typen. Hiermee speelt u een geluidsbijlage bij een beeld af.
[Keyword/Trefwoord] Hiermee geeft u de trefwoorden op die bij zoekacties worden gebruikt. [Brightness Histogram/ Helderheidshistogram] Een grafiek van de verdeling van licht en donker in een beeld.
[Lock/ Vergrendelen] Hiermee voorkomt u dat een beeld wordt overschreven of verwijderd. Beeldselectieknoppen Hiermee schakelt u tussen beelden.
Macintosh
[Shooting Information/Opnamegegevens] Hier worden gedetailleerde gegevens over de opname-instellingen op het moment van de opname weergegeven, zoals de sluitersnelheid of de belichtingsinstelling. Welke gegevens worden weergegeven hangt af van het cameramodel.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
63
ImageBrowser-functies In dit gedeelte worden kort de ImageBrowser-functies toegelicht. Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten of uw camera deze functies ondersteunt.
Regelpaneelfuncties
[Canon Camera/Canon-camera] Hiermee opent u het camerabeheervenster waarin u de volgende handelingen kunt uitvoeren.
[Acquire Images/Beelden ophalen]
Hiermee downloadt u beelden van de camera/geheugenkaart (p. 49, 51). Bovendien kunt u geluidsbestanden downloaden die zijn opgenomen met de functie Audio Recorder op de camera. Raadpleeg de ImageBrowser Help voor downloadinstructies.
[Print/Afdrukken]
Hiermee selecteert u de beelden in een camera of op een geheugenkaart en drukt u deze af. U kunt kiezen uit verschillende afdrukmethoden, via DPOF-instellingen, de optie [Index Print/ Index afdrukken], de optie [Full Page Print/Afdrukken op volledige pagina] of door beelden te selecteren voordat u gaat afdrukken.
[Set to Camera/Instellen op camera]
Hiermee stelt u camera-instellingen in, zoals de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] (p. 69). Bovendien kunt u hiermee beelden van de computer naar de camera of de geheugenkaart uploaden.
[Remote Shooting/Opnemen op afstand]
Hiermee kunt de sluiterknop van de camera vanaf de computer bedienen. Hiermee geeft u het geselecteerde beeld of de geselecteerde film in het weergavevenster weer.
[SlideShow/Diashow] Hiermee start u een diashow van de selecteerde beelden. Klik op het menu [View/Beeld] en selecteer [Slide Show Options/Diashowopties] om de instellingen voor de diashow op te geven.
[Internet]
[Create Images for Email/Beelden voor e-mail maken]
Hiermee converteert u de geselecteerde beelden naar de geschikte grootte voor verzending via e-mail. Bovendien kunt u deze functie gebruiken om automatisch een e-mailprogramma te starten nadat de conversie is voltooid.
Macintosh
[View Image/Beeld weergeven]
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
64
[Print/Afdrukken] [One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken]
Hiermee drukt u één beeld per pagina af (p. 53). Zo kunt u gemakkelijk foto's afdrukken.
[Index Print/Index afdrukken]
Hiermee rangschikt u kleine versies van de beelden in rijen en drukt u deze af.
[Layout Print/Lay-out afdrukken]
Hiermee kunt u meerdere beelden op één pagina rangschikken en afdrukken. U kunt ook bijschriften en titels invoegen (p. 54).
[Send to Trash/Naar prullenbak] Hiermee verplaatst u de geselecteerde beelden naar de prullenbak.
Functies in menu's Beelden zoeken: menu [File/Archief], [Search/Zoeken] Hiermee zoekt u beelden op basis van criteria zoals een sterrenclassificatie, datums, trefwoorden of bijschriften.
Beelden exporteren: menu [File/Archief], [Export Images/Beelden exporteren] •[Edit and Save/Bewerken en opslaan]: hiermee kunt u het bestandstype of de grootte van het bestand wijzigen en het bestand exporteren. •[Export Shooting Properties/Opname-eigenschappen exporteren]: hiermee kunt u de opname-eigenschappen naar een tekstbestand exporteren. •[Export as a Screensaver/Als schermbeveiliging exporteren]: hiermee exporteert u het beeld als schermbeveiligingsbestand. •[Export an Image as Wallpaper/Als achtergrond exporteren]: hiermee exporteert u het beeld als achtergrondbestand.
Beelden ordenen: menu [File/Archief], [Organize Image/Beelden ordenen]
RAW-beelden converteren: menu [File/Archief], [RAW image processing/ RAW-beelden verwerken] Hiermee converteert u RAW-beelden. Tijdens de conversie kunt u afbeeldingskenmerken zoals de helderheid, het contrast en de kleurbalans aanpassen.
Panorama's samenvoegen: menu [Edit/Bewerken], [PhotoStitch] Hiermee voegt u meerdere beelden samen tot één grote panoramafoto (p. 68).
Films bewerken: menu [Edit/Bewerken], [Movie Edit/Film bewerken] Hiermee bewerkt u films of stilstaande beelden die aan elkaar zijn gekoppeld. U kunt titels of achtergrondmuziek toevoegen en diverse effecten toepassen (p. 67).
Macintosh
•Beelden sorteren: hiermee sorteert u beelden aan de hand van criteria zoals de opnamedatum of de sterrenclassificatie en slaat u deze in een opgegeven map op. •[Rename/Hernoemen]: hiermee wijzigt u de bestandsnamen van meerdere beelden in één bewerking.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
65
Stilstaande beelden uit films nemen: Menu [Edit/Bewerken], [Extract frames from a movie/Frames uit een film nemen] Hiermee neemt u stilstaande beelden uit films binnen een opgegeven interval en slaat u de beelden op als beeldbestanden.
Weergave-instellingen: menu [View/Beeld], [View Settings/ Weergave-instellingen] Hiermee geeft u beeldgegevens (bestandsnaam, opnamedatum en -tijd) onder de miniatuur weer of verbergt u deze.
Beelden sorteren: menu [View/Beeld], [Sort/Sorteren] Hiermee rangschikt u de beelden in het bladergebied aan de hand van criteria zoals de bestandsnaam, de datum waarop het bestand is gewijzigd, de bestandsgrootte of de opnamedatum.
Macintosh
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
66
Films afspelen 1
Dubbelklik in het weergavegebied van ImageBrowser op een beeld met een filmpictogram. De film wordt weergegeven in het weergavevenster. Het pictogram Film
2
Klik op de knop [Play/Afspelen]
.
U kunt de weergave en het geluidsvolume van de film regelen.
Macintosh
U kunt de weergegeven scène opslaan als een stilstaand beeld door hier te klikken.
67
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
Films bewerken U kunt films maken en bewerken: films en stilstaande beelden die u hebt gedownload naar de computer met elkaar verbinden, achtergrondmuziek, titels en andere tekst toevoegen en verschillende effecten op de films toepassen.
1 2 3
Selecteer het beeld of de beelden die u wilt bewerken in het weergavegebied van ImageBrowser (films of stilstaande beelden). U kunt meerdere films of stilstaande beelden selecteren. Klik op het menu [Edit/Bewerken] en selecteer [Movie Edit/Film bewerken]. Voer de stappen uit die in het midden van het scherm worden weergegeven om de film te bewerken en sla de film op. Voer deze stappen uit om verder te gaan.
Instructies
Klik op deze knop voor uitgebreide gebruiksinstructies.
Klik op deze knop om de film af te spelen die wordt bewerkt.
Vak met overgangseffecten Wordt weergegeven tussen twee aangrenzende beelden en bevat de symbolen van de overgangseffecten die beelden met elkaar verbinden.
Macintosh
Storyboardgebied Bevat miniaturen van de geselecteerde beelden. Verbindt afbeeldingen met elkaar van links naar rechts.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
68
Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch U kunt een panoramabeeld maken door diverse beelden samen te voegen. Beelden kunnen gemakkelijker worden samengevoegd als ze zijn genomen in de Stitch Hulp-modus omdat de volgorde en afdrukstand van de beelden dan automatisch door PhotoStitch kunnen worden vastgesteld.
Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn gemaakt Een serie beelden die is opgenomen in Stitch Hulp-modus wordt in één map opgeslagen wanneer deze van de camera wordt gedownload. Bovendien wordt het onderstaande pictogram bij dergelijke beelden in het weergavegebied weergegeven. Pictogram dat wordt weergegeven bij beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn gemaakt.
• Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor informatie over het maken van opnamen in de Stitch Hulp-modus. • Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn opgenomen met een groothoekconversielens, teleconversielens of close-uplens kunnen niet nauwkeurig worden samengevoegd.
PhotoStitch starten 1 Selecteer een serie beelden in het weergavegebied van ImageBrowser. 2 Klik op het menu [Edit/Bewerken] en selecteer [PhotoStitch].
3
Voeg de beelden samen volgens de instructies in het deelvenster boven in het PhotoStitch-venster.
Macintosh
Instructies
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
69
Persoonlijke camera-instellingen opgeven met de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] Het opstartscherm, het opstartgeluid, het sluitergeluid, het werkgeluid en het zelftimergeluid vormen de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. U kunt uw favoriete beelden en geluiden vanaf de computer toevoegen aan de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] die op de computer zijn opgeslagen naar de camera uploadt en omgekeerd.
Het venster [My Camera/Mijn camera] weergeven 1 Sluit de meegeleverde interfacekabel op de USB-poort van de computer en de
DIGITAL-uitgang van de camera aan en zet de camera in de juiste modus voor het maken van een verbinding. • Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies voor het aansluiten van de camera op de computer en stel de camera in op de juiste modus om verbinding te maken. • Wordt het camerabeheervenster niet automatisch weergegeven, klik dan op het pictogram [CameraWindow] in de balk onder in het scherm. Het camerabeheervenster wordt weergegeven.
2
Klik op het tabblad [Set to Camera/ Instellen op camera].
Macintosh
3
Klik op [Set My Camera/Mijn camera instellen]. Het venster [My Camera/Mijn camera] wordt geopend.
70
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
Het venster [My Camera/Mijn camera] ImageBrowser bevat diverse vooraf vastgelegde instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. U kunt deze instellingen controleren in het venster [My Camera/Mijn camera]. [Type] Selecteer het type instelling.
[Save to Camera/ Opslaan op camera] [Save to Computer/ Opslaan op computer]
Hier worden de bestanden met camerainstellingen weergegeven die u op de computer hebt opgeslagen.
Knop [Play/Afspelen] Hiermee wordt het geluid van het geselecteerde instellingenbestand afgespeeld.
Knop [Play/Afspelen] Hiermee wordt het geluid van het instellingenbestand in de camera afgespeeld. Hier worden de instellingen in de camera weergegeven. Knop [Delete/ Verwijderen] Hiermee wordt een instellingenbestan d uit de camera verwijderd.
Knop [Send to Trash/ Naar prullenbak] Hiermee wordt een instellingenbestand van de computer verwijderd.
Knop [Save to Camera/ Opslaan op camera] Klik hierop om de instellingen op de camera op te slaan.
Macintosh
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
71
De instellingen voor [My Camera/Mijn camera] opslaan op de camera • U kunt de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op een van de volgende twee manieren selecteren en op de camera opslaan: afzonderlijk of in thema's. • Het thema 'Animal/Dier' heeft bijvoorbeeld een dier in het opstartscherm, terwijl alle geluidsbestanden van dit thema dierengeluiden bevatten. De namen van de standaardbestanden voor de verschillende thema's voor de persoonlijke camera-instellingen beginnen allemaal met dezelfde basisnaam. Zo beginnen de opstartscherm- en geluidsbestanden van het thema 'Animal/Dier' allemaal met 'Animal~/Dier~'. Op het moment dat de persoonlijke camera-instellingen op de camera worden opgeslagen of worden overgebracht naar de computer, mag u de interfacekabel niet loskoppelen, de camera niet uitschakelen en de camera niet loskoppelen van de computer.
1 2 3
4
Selecteer in de keuzelijst [Type] het type instellingen dat u op de camera wilt opslaan. Selecteer in de lijst [Computer] de instelling die u wilt toevoegen. Selecteer in de lijst [Camera] de instelling die u wilt wijzigen en klik op . In de lijst Camera wordt de instelling weergegeven uit het geselecteerde bestand. Als een instelling voor deze categorie eerder is opgeslagen, wordt de instelling overschreven. Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 3. Klik op [Save to Camera/Opslaan op camera]. Het opslaan van de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op de computer is hiermee voltooid. Als u deze gegevens op de camera wilt gebruiken, wijzigt u het opstartscherm en de geluidsinstellingen op de camera zelf. Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor meer informatie.
2 3 4
opslaan.
Selecteer in de lijst [Camera] de instelling die u wilt opslaan op de computer. Klik op de knop
.
Geef een bestandsnaam op voor de geselecteerde instelling en klik op de knop [OK]. Het opslaan van de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op de computer is hiermee voltooid. Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 4.
Macintosh
De instellingen voor [My Camera/Mijn camera]n opslaan op de computer 1 Selecteer in de keuzelijst [Type] het type instellingen dat u op de computer wilt
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
72
Nieuwe gegevens aan het venster [My Camera/Mijn camera] toevoegen Een nieuw beeld- of geluidsbestand maken en dit toevoegen aan het venster [My Camera/Mijn camera]. • Beeld- en geluidbestanden toevoegen nadat u ze hebt gemaakt
Een origineel opstartscherm maken en toevoegen Maak eerst in een beeldbewerkingsprogramma het beeldbestand dat het opstartscherm wordt en sla dit bestand op de computer op. Maak een JPEG-beeld met een grootte van (b) 320 x (h) 240 pixels.
1
Klik op het menu [File/Archief] in het hoofdvenster van ImageBrowser en selecteer [Canon Camera] en [My camera/Mijn camera]. Het venster [My Camera/Mijn camera] wordt geopend.
2
Selecteer [Start-up Image/Opstartscherm] als type.
3
Klik op [Add/Toevoegen].
Knop [Add/Toevoegen] Hiermee voegt u beeld- en geluidbestanden toe die kunnen worden gebruikt als instellingsbestanden. Toegevoegde bestanden worden in de lijst weergegeven.
4 5
Knop [Connect to camera/Camera verbinden] Hiermee maakt u verbinding met de camera.
Selecteer het bestand dat u wilt maken en klik op [Open/Openen]. Hiermee is het toevoegen van nieuwe gegevens voltooid.
Macintosh
Als u verbinding wilt maken met de camera, klikt u op [Connect to Camera/ Camera verbinden]. U kunt de instellingsbestanden die u zojuist aan de computer hebt toegevoegd, ook aan de camera toevoegen met behulp van de procedures in De instellingen voor [My Camera/Mijn camera] opslaan op de camera (p. 71).
73
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
Een origineel geluidsbestand toevoegen Wijzig het bestand in een WAV-geluidsbestand nadat u het geluidsbestand naar de computer hebt gekopieerd. Ga vervolgens door met de stappen die worden beschreven in Een origineel opstartbeeld maken en toevoegen. • Gebruik instellingen zoals de volgende wanneer u met een beeldbewerkingsprogramma een beeldbestand maakt voor het opstartbeeld. Compressiemethode : JPEG (Baseline JPEG) Gegevens samplen : 4:2:0 of 4:2:2 Pixels (b x h) : 320 x 240 pixels • Gebruik instellingen zoals de onderstaande wanneer u een geluidsbestand maakt met een geluidsopnameprogramma. Compressiemethode : WAV (Monaural) Samplegrootte : 8 bits Samplesnelheid : 11,025 kHz of 8,000 kHz Gebruik de volgende waarden als richtlijn voor de lengte van het geluidsbestand dat op de camera kan worden opgeslagen. Type
Duur in seconden 11,025 kHz
8,000 kHz
Opstart geluid
1,0 sec. of minder
1,3 sec. of minder
Sluiter geluid
0,3 sec. of minder
0,4 sec. of minder
Werkgeluid
0,3 sec. of minder
0,4 sec. of minder
Geluidzelftimer
2,0 sec. of minder
2,0 sec. of minder
Macintosh
74
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera In dit hoofdstuk vindt u een uitleg over de configuratie van de draadloze netwerkvoorziening voor het aansluiten van de camera op de computer via een draadloze verbinding.
Procedures Voer de onderstaande procedures uit voor het configureren van de draadloze netwerkinstellingen.
Voorbereiding De werkomgeving van de computer controleren Controleer of het besturingssysteem dat op de computer is geïnstalleerd Windows XP is (met uitzondering van de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger. De configuratie voor de draadloze verbinding controleren Om ervoor te zorgen dat de registratieprocedures voor de verbinding probleemloos verlopen, moet u de netwerkconfiguratie van de computer controleren en indien nodig voorbereiden. Controleren of de vereiste software is geïnstalleerd Controleer of de vereiste software voor draadloze verbindingen is geïnstalleerd.
Het doelapparaat registreren Het doelapparaat registreren op de camera Sluit de camera op de computer aan met de interfacekabel en registreer het doelapparaat (uw computer) op de camera.
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken De draadloze netwerkvoorziening gebruiken Sluit de camera op de computer aan via de draadloze verbinding en download camerabeelden naar de computer of druk deze af. Raadpleeg Mogelijke acties als de camera is verbonden met een computer (p. 89) voor meer informatie over de voorzieningen die via een draadloze verbinding kunnen worden gebruikt.
Draadloos
De procedures in het gedeelte "Voorbereiding" en "Het doelapparaat registreren" worden de eerste keer dat u een draadloze verbinding maakt uitgevoerd. Hierna zijn alleen de procedures in het gedeelte "De draadloze netwerkvoorziening gebruiken" vereist.
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
75
Voorbereiding – Voordat u de draadloze verbinding gebruikt In dit gedeelte vindt u een uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voordat u de draadloze verbinding kunt gebruiken. Controleer eerst de werkomgeving van de computer.
De werkomgeving van de computer controleren Besturingssysteemomgeving De draadloze voorziening kan alleen worden gebruikt in combinatie met het besturingssysteem Windows XP (met uitzondering van de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger geïnstalleerd. Deze kan niet worden gebruikt met andere besturingssystemen voor Windows of Macintosh.
Omgeving die is vereist voor de draadloze netwerkvoorziening Eén van de volgende twee configuraties is vereist voor het gebruik van de draadloze netwerkvoorziening. • De computer is ingesteld voor draadloze netwerken (d.w.z. er is een draadloze LAN-kaart geïnstalleerd) • Er is een draadloze LAN-router aangesloten op de computer. De firewallinstellingen in Windows XP of andere beveiligingssoftware kunnen verhinderen dat er tussen de camera en de computer een verbinding kan worden gemaakt. Zie Firewalls (p. 105).
Draadloos
76
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
De configuratie voor de draadloze verbinding controleren De methode voor het aansluiten van de camera op de computer varieert afhankelijk van de configuratie voor draadloze verbindingen van de computer. Raadpleeg het volgende diagram en controleer of uw computer gebruikmaakt van verbindingsmethode A of B .
A
Het draadloze netwerk is reeds in gebruik Voeg de camera toe aan het draadloze netwerk dat reeds in gebruik is.
B
Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer Maak een nieuw netwerk voor de camera en de computer.
Bestaand netwerk Draadloze LAN-router
Controleer de instellingen voor het draadloze netwerk en schrijf deze op in de controlelijst (volgende pagina). Als een camera en een computer via een toegangspunt worden verbonden, zoals een draadloze LAN-router, wordt dit een "infrastructuurverbinding" genoemd.
Het rechtstreeks aansluiten van een camera op een computer in een 1:1-verbinding wordt een "ad-hocverbinding" genoemd.
Draadloos
• Een router is een apparaat dat verschillende computers of andere apparaten in een netwerk (LAN) met elkaar verbindt. Een router met een ingebouwde draadloze netwerkvoorziening wordt een draadloze LAN-router genoemd. • Raadpleeg de gebruikershandleiding van de computer als u niet zeker weet welk besturingssysteem u gebruikt.
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
77
De draadloze netwerkconfiguratie controleren (alleen A configuratie) Als u al over een draadloos netwerk beschikt, moet u de volgende instellingen controleren en opschrijven in de controlelijst. • Als u een netwerk configureert dat door een systeembeheerder wordt beheerd, moet u de netwerkbeheerder raadplegen over de netwerkinstellingen. • Een coderingssleutel is een belangrijk en waardevol onderdeel. Beheer het op een veilige manier, zodat niemand achter de inhoud kan komen. • Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de draadloze LAN-router voor gedetailleerde informatie over het controleren van de instellingen.
Controlelijst • Netwerknaam (SSID, ESSID)
Voer de naam in die is toegewezen aan het draadloze netwerk dat u gebruikt.
• Netwerkverificatie/Gegevenscodering (coderingsmethoden, coderingsmodus)
"Netwerkverificatie/gegevenscodering" is de coderingsmethode voor gegevens tijdens het verzenden van gegevens via een draadloos netwerk. Plaats een vinkje naast de methode die door uw draadloze netwerk wordt gebruikt.
Ongeldig WEP (open) WEP (gedeelde sleutel) WPA-PSK-TKIP WPA-PSK-AES • Coderingssleutel (netwerksleutel)
De coderingssleutel is de sleutel die wordt gebruikt voor het coderen van gegevens die via een draadloze verbinding worden verzonden. Bevestig de sleutel die in uw draadloze netwerk wordt gebruikt. (Ga uiterst voorzichtig met deze informatie om; deze is van essentieel belang.)
• Sleutelindex (verzendsleutel)
De sleutelindex is een sleutel die wordt ingesteld als de instelling voor Netwerkverificatie/Gegevenscodering WEP is. Er kunnen maximaal vier sleutels ingesteld worden per toegangspunt. Plaats een vinkje naast de sleutelindex die wordt gebruikt door uw draadloze netwerk.
1 2 3 4
Controleren of de vereiste software is geïnstalleerd Draadloos
Voordat u de instellingen voor het draadloze netwerk configureert, moet u controleren of de geleverde software is geïnstalleerd. Als de software nog niet is geïnstalleerd, moet u de meegeleverde Canon Digital Camera Solution Disk gebruiken en de software installeren volgens de procedures in De software gebruiken op het Windows-platform – De grondbeginselen (p. 19).
78
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Het doelapparaat registreren op de camera Sluit de camera aan op de computer met behulp van de interfacekabel en registreer het doelapparaat (de computer die draadloos wordt verbonden) op de camera. Configureer de instellingen met behulp van het programma Camera Wireless Setup (een hulpprogramma voor draadloze configuraties). Deze stap is alleen vereist als u het doelapparaat voor de eerste keer registreert. • De camera kan geen draadloze verbinding maken met computers die niet zijn geregistreerd als doelapparaten. • Op de camera kunnen maximaal 7 apparaten worden geregistreerd.
A
Het draadloze netwerk is reeds in gebruik
B
Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer Zowel A als B maken gebruik van stap 1-8. Ga voor stap 9 en verder naar A Het draadloze netwerk is reeds in gebruik (p. 81) of B Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer (p. 83).
1
2
3
A Als het draadloze netwerk reeds in gebruik is, moet u controleren of de computer en de router op correcte wijze zijn aangesloten en of de instellingen voor draadloze netwerken op de router op correcte wijze zijn geconfigureerd. B Als er een rechtstreekse 1:1-verbinding bestaat tussen de camera en de computer moet u controleren of de draadloze netwerkvoorziening van de computer goed werkt. Sluit de meegeleverde interfacekabel aan op de USB-poort van de computer en de DIGITAL uitgang van de camera.
Schakel de camera in en stel deze in op de weergavemodus. De knop (Afdrukken/Delen) van de camera licht blauw op.
AAN/UIT-knop
Weergavemodus
Het camerabeheervenster wordt weergegeven op het computerscherm. Laat dit venster geopend.
Draadloos
79
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
4
Druk op de knop MENU van de camera.
Knop MENU
5
6
Selecteer het menu [ (Draadloze verbinding)] in het LCD-scherm van de camera en kies [Reg. Doel Apparaat].
Druk op de knop FUNC./SET.
Knop FUNC./SET
"Invoer data op PC" wordt weergegeven op het LCD-scherm van de camera.
Het hulpprogramma Camera Wireless Setup, dat rechts wordt weergegeven, wordt gestart. Leg de draadloze instellingen vast in dit venster.
7
Klik op [Next/Volgende].
Draadloos
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
8
80
Selecteer [Simple Mode/Eenvoudige modus] en klik op [Next/Volgende]. Wij raden u aan om voor de meeste doeleinden de [Simple Mode/Eenvoudige modus] te gebruiken.
• Wij raden u aan om de [Advanced Mode/Geavanceerde modus] te gebruiken als de volgende voorwaarden van toepassing zijn op uw draadloze configuratie. • U configureert een ad-hocnetwerk. • U legt de instellingen vast in een netwerk met een systeembeheerder. • De computer en de draadloze LAN-router zijn via een kabel met elkaar verbonden. • Er wordt een vast IP-adres toegewezen. (IP-adres: een identificatienummer dat aan een computer of een ander apparaat op een netwerk wordt toegewezen) • De draadloze LAN-router is niet voorzien van een DHCP-servervoorziening. (DHCP-servervoorziening: verkorte schrijfwijze voor Dynamic Host Configuration Protocol-servervoorziening, waarmee dynamische IP-adressen worden toegewezen aan apparaten in een netwerk) • U kunt de in de camera vastgelegde gegevens wijzigen als u een vinkje plaatst naast [Change registered information in camera/Geregistreerde gegevens in camera wijzigen] en op [Next/Volgende] klikt. Als u reeds een draadloos netwerk gebruikt, kunt u doorgaan met stap 9 in het gedeelte A Het draadloze netwerk is reeds in gebruik (p. 81). Als u een rechtstreekse 1:1-verbinding gebruikt tussen de camera en de computer, kunt u verdergaan met stap 9 in het gedeelte B Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer (p. 83).
Draadloos
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
A
81
Het draadloze netwerk is reeds in gebruik Voer stap 1–8 uit (p. 78–80) voordat u hieronder verdergaat.
9
Selecteer [I am using an access point/ Ik gebruik een toegangspunt] en klik op [Next/Volgende]. Dit venster wordt niet weergegeven als de gegevens van de draadloze configuratie automatisch worden vastgesteld. Ga door met de volgende stap.
Als u de terminologie in het venster niet begrijpt, moet u de muiscursor erboven plaatsen. Er wordt een korte uitleg weergegeven onderin het venster.
10 Voer de gegevens in van de controlelijst
(p. 77) en klik op [Next/Volgende]. Bepaalde configuratiegegevens hoeft u mogelijk niet in te voeren omdat deze automatisch zijn vastgesteld. Controleer of de ingevoerde gegevens overeenkomen met de informatie in het controlelijstje en voer de vereiste gegevens in voor de overige instellingencategorieën.
11 Bevestig de weergegeven informatie en klik
op [Next/Volgende]. De naam die u hier invoert wordt weergegeven in de categorie "Connected To/Verbonden met" van de camera.
Draadloos
Als het bericht "Insufficient space in camera/Onvoldoende ruimte in camera" wordt weergegeven, moet u doelapparaten die niet nodig zijn verwijderen en doorgaan met de volgende stap.
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
12 Nadat u de weergegeven instellingen hebt
82
bevestigd, moet u op [Print/Afdrukken] klikken om de configuratiegegevens af te drukken. Deze gegevens zijn vereist als u geen verbinding kunt maken of de instellingen later wijzigt. Berg de informatie op een veilige plaats op omdat dit belangrijke gegevens zijn over de computer.
13 Klik op [Next/Volgende] nadat het afdrukken is voltooid.
14 Klik op [Finish/Voltooien].
15 Als [Registratie gereed] wordt weergegeven op het LCD-scherm, drukt u op de knop FUNC./SET. Hiermee wordt de netwerkconfiguratie op de camera opgeslagen.
16 Druk op de knop MENU van de camera. De camera wordt opnieuw ingesteld op de weergavemodus.
17 Schakel de camera uit. Het camerabeheervenster op het computerscherm wordt gesloten.
18 Ontkoppel de interfacekabel en maak een draadloze verbinding. Gebruik de procedures in Een verbinding maken om de correctiebewerking van de draadloze verbinding te testen (p. 85).
Draadloos
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
B
83
Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer Voer stap 1–8 uit (p. 78–80) voordat u hieronder verdergaat.
9
Selecteer [I do not have an access point, but my computer is compatible with wireless networks/Ik heb geen toegangspunt, maar mijn computer is compatibel met draadloze netwerken] en klik op [Next/Volgende]. Dit venster wordt niet weergegeven als de gegevens van de draadloze configuratie automatisch worden vastgesteld. Ga door met de volgende stap.
Als u de terminologie in het venster niet begrijpt, moet u de muiscursor erboven plaatsen. Er wordt een korte uitleg weergegeven onderin het venster.
10 Bevestig de weergegeven informatie en klik
op [Next/Volgende]. De configuratie-instellingen worden automatisch van kracht en worden in het venster weergegeven. In deze instellingen hoeft u normaal gesproken geen wijzigingen aan te brengen.
11 Bevestig de weergegeven informatie en klik op [Next/Volgende]. De naam die u hier hebt ingevoerd, wordt weergegeven in de categorie "Connected to/ Verbonden met" van de camera.
Draadloos
Als het bericht "Insufficient space in camera/Onvoldoende ruimte in camera" wordt weergegeven, moet u doelapparaten die niet nodig zijn verwijderen en doorgaan met de volgende stap.
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
12 Nadat u de weergegeven instellingen hebt
84
bevestigd, moet u op [Print/Afdrukken] klikken om de configuratiegegevens af te drukken. Deze gegevens zijn vereist als u geen verbinding kunt maken of de instellingen later wijzigt. Berg de informatie op een veilige plaats op omdat dit belangrijke gegevens zijn over de computer.
13 Klik nadat het afdrukken is voltooid op [Next/Volgende].
• Als er een bericht wordt weergegeven met betrekking tot instellingen moet u de instructies op het scherm uitvoeren en instellingen wijzigen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de computer voor gedetailleerde informatie over het wijzigen van de instellingen. • Als u een IP-adres instelt, moet u ervoor zorgen dat u een ander adres gebruikt dan het adres dat werd weergegeven tijdens stap 12.
14 Klik op [Finish/Voltooien].
15 Als [Registratie gereed] wordt weergegeven op het LCD-scherm, drukt u op de knop FUNC./SET. Hiermee wordt de netwerkconfiguratie op de camera opgeslagen.
16 Druk op de knop MENU van de camera. De camera wordt opnieuw ingesteld op de weergavemodus.
17 Schakel de camera uit. Het camerabeheervenster op het computerscherm wordt gesloten. Gebruik de procedures in Een verbinding maken om de correctiebewerking van de draadloze verbinding te testen (p. 85).
Draadloos
18 Ontkoppel de interfacekabel en maak een draadloze verbinding.
85
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Een verbinding maken Maak een verbinding met de computer via de knoppen op de camera. Er is geen interfacekabel vereist, omdat u een draadloze verbinding maakt. Maak een verbinding nadat u het doelapparaat (de computer) hebt geregistreerd volgens de procedures in Het doelapparaat registreren op de camera (p. 78). • De draadloze netwerkvoorziening kan tot maximaal 30 meter afstand worden gebruikt, zolang er geen obstakels bestaan tussen de camera en het doelapparaat. Deze afstand is echter afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. • Er kan niet meer dan één camera tegelijk worden verbonden.
1
Schakel de camera in en stel deze in op de weergavemodus of één van de opnamemethoden.
AAN/UIT-knop
Weergavemodus Nadat u een verbinding hebt gemaakt, kunt u camerabeelden downloaden naar de computer en deze afdrukken op een printer.
Weergave modus of opnamemethoden
Opnamemethoden Nadat u een verbinding hebt gemaakt, kunt u een vastgelegd beeld rechtstreeks naar de computer verzenden. Zie Mogelijke acties als de camera is verbonden met een computer (p. 89) voor gedetailleerde informatie. • De opnamemethode Movie kan niet via een draadloze verbinding worden gebruikt. • U kunt overschakelen tussen de weergavemodus en opnamemethoden via de draadloze verbinding.
2
Druk op de knop . Een menu voor het selecteren van het doelapparaat wordt weergegeven op het LCD-scherm. De knop
licht blauw op.
Knop Knop FUNC./SET Knop MENU
Draadloos
U kunt echter ook het menu voor het selecteren van het doelapparaat weergeven door op de knop MENU te drukken, het menu [ (Draadloze verbinding)] te selecteren, gevolgd door de optie [Verbinden/Verbreken]. Druk als laatste op de knop FUNC./SET.
86
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
3
4
Selecteer [Verbind] nadat u een doelapparaat hebt geselecteerd. De naam die is vastgelegd voor het doelapparaat in stap 11 (p. 81, 83) in Het doelapparaat registreren op de camera wordt weergegeven in de categorie [Doel Apparaat].
Druk op de knop (of de knop FUNC./SET). Het lampje en de knop voor de draadloze verbinding gaan knipperen als de twee apparaten een verbinding maken.
Knop Knop FUNC./SET
Op het LCD-scherm wordt een indicator met de verbindingsstatus weergegeven.
Als de camera een verbinding heeft gemaakt met de computer stopt het lampje van de draadloze verbinding met knipperen en blijft dit permanent aan. Een antenne met de signaalsterkte wordt weergegeven op het LCD-scherm. (0-3 balken) In weergavemodus
U kunt niet tegelijkertijd verbinding maken met meerdere doelapparaten. Als u al een verbinding hebt gemaakt met een apparaat en probeert een verbinding te maken met een ander apparaat, wordt de huidige verbinding gesloten en probeert de camera een verbinding te maken met het nieuwe doelapparaat.
Draadloos
• Tenzij u het doelapparaat wijzigt, kunt u later eenvoudig verbinding maken door in stap 2 een seconde op de knop te drukken. • "Als een foutbericht" wordt weergegeven op het LCD-scherm van de camera, moet u het onderwerp Problemen met de verbinding raadplegen in het gedeelte Problemen oplossen voor draadloze verbindingen (p. 100).
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
87
De verbinding verbreken Verbreek de verbinding tussen de camera en de computer met behulp van de opdrachten op de camera.
1
Stel de camera in op de weergavemodus of één van de opnamemethoden.
2
Druk op de knop MENU.
3
4 5
Selecteer [Verbinden/Verbreken] in het menu [ (Draadloze verbinding)] en druk op de knop FUNC./SET.
Selecteer [Verbreek], nadat u het doelapparaat hebt geselecteerd. Druk op de knop FUNC./SET. Hierdoor wordt de verbinding tussen de camera en de computer verbroken. Het lampje voor de draadloze verbinding wordt uitgeschakeld als de verbinding tussen de camera en de computer wordt verbroken.
Draadloos
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
88
Een doelapparaat verwijderen Verwijder een doelapparaat als het niet langer geregistreerd hoeft te zijn of als u een nieuw apparaat wilt registreren en al het maximumaantal registraties hebt bereikt.
1
Stel de camera in op de weergavemodus of één van de opnamemethoden.
2
Druk op de knop MENU.
3
4
5
6
Selecteer [Verwijder Registr.] in het menu [ (Draadloze verbinding)] en druk op de knop FUNC./SET.
Selecteer het doelapparaat dat u wilt verwijderen.
Selecteer [Verwijder] en druk op de knop FUNC./SET. Het geselecteerde apparaat wordt verwijderd en de naam van het volgende apparaat wordt weergegeven. Druk op de knop MENU.
Draadloos
89
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken In dit gedeelte vindt u een uitleg voor het gebruik van de draadloze netwerkvoorziening voor het downloaden van camerabeelden naar een computer om deze af te drukken. Zorg ervoor dat de instellingen die zijn beschreven in Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera zijn geconfigureerd.
Mogelijke acties als de camera is verbonden met een computer In het volgende gedeelte vindt u de acties die mogelijk zijn als de camera via een draadloos netwerk is verbonden met een computer of deze is verbonden via een interfacekabel (nietdraadloos netwerk). Cameramodus
Actie
Draadloze verbinding
Nietdraadloze verbinding
Camerabeelden naar de computer downloaden met computeropdrachten.
p. 19
Camerabeelden naar de computer downloaden met computeropdrachten (verplaats).
p. 90
Beelden naar de computer verzenden Weergaveen deze afdrukken op een aangesloten modus printer met cameraopdrachten (afdrukken via een computer). Opnamen maken vanaf de computer (opnemen op afstand).
×
p. 93
×
p. 95
My Camera/Mijn camera-bestanden toevoegen aan de camera. Opnamemethode
Paginaverwijzing
Beelden automatisch opslaan op de computer tijdens het maken van opnamen (Auto transfer).
p. 42
×
p. 98
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
90
Beelden downloaden/afdrukken met cameraopdrachten (verplaats) In dit gedeelte worden de procedures toegelicht voor het downloaden van beelden naar de computer om deze af te drukken met de voorziening Verplaats van de camera. Alle beelden
Hiermee worden alle beelden verplaatst en opgeslagen op de computer.
Nieuwe beelden
Hiermee worden alleen de beelden verplaatst en opgeslagen die niet eerder zijn overgedragen.
Transfer beeld
Hiermee wordt het weergegeven beeld naar de computer verplaatst en hierop opgeslagen.
Wallpaper
Hiermee worden afzonderlijke beelden die u weergeeft en selecteert naar de computer verplaatst en hierop opgeslagen. De overgedragen beelden worden op het bureaublad van de computer weergegeven.
Print
Hiermee wordt het weergegeven beeld naar de computer verplaatst en afgedrukt (alleen via draadloze verbindingen). De printerinstellingen moeten worden geconfigureerd voordat de optie Afdrukken kan worden gebruikt. Zie Printerinstellingen voor afdrukken via een computer (p. 93).
Beelden downloaden/afdrukken met cameraopdrachten In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u cameraopdrachten kunt gebruiken om beelden te downloaden naar een computer en deze af te drukken.
1
Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op weergavemodus. Zie Een verbinding maken (p. 85) voor draadloze verbindingen en breng een verbinding tot stand tussen camera en computer. Als u een verbinding wilt maken met de geleverde interfacekabel (niet-draadloze verbinding) moet u de kabel aansluiten op de USB-poort van de computer en de DIGITAL uitgang van de camera en de camera voorbereiden op de communicatie. Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies met betrekking tot niet-draadloze verbindingen tussen de camera en de computer en de manier waarop u de camera kunt voorbereiden op de communicatie.
Draadloos
91
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Het pictogram voor de voorziening Verplaats wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het LCD-scherm van de camera. Als er een draadloze verbinding is, wordt een antenne weergegeven rechts van het pictogram voor de voorziening Verplaats. Het camerabeheervenster wordt geopend op het computerscherm.
Pictogram voor Verplaats
Alle beelden, Nieuwe beelden
2
Druk op de knop FUNC./SET. Dit menu wordt weergegeven in de linkerbenedenhoek van het LCD-scherm.
Menu Verplaats
3
Selecteer [Alle beelden] of [Nieuwe beelden] en druk op de knop . U kunt echter ook nadat u [Alle beelden] of [Nieuwe beelden], hebt geselecteerd de optie [Transfer] selecteren en op de knop FUNC./SET drukken. De beelden worden gedownload. Het lampje voor de draadloze verbinding en de knop zullen knipperen tijdens het downloaden. Het venster van stap 1 wordt opnieuw weergegeven als het downloaden is voltooid. Druk op de knop FUNC./SET om het downloaden te stoppen als u dat wilt.
Draadloos
92
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Transfer beeld, Wallpaper, Print
2 3
Geef het beeld weer op het LCD-scherm. Alleen het beeld dat hier wordt weergegeven, wordt naar de computer gedownload. Druk op de knop FUNC./SET. Dit menu wordt weergegeven in de linkerbenedenhoek van het LCD-scherm.
Menu Verplaats
4
Selecteer [Transfer beeld], [Wallpaper] of [Print] en druk op de knop . U kunt echter ook nadat u [Transfer beeld], [Wallpaper] of [Print] hebt geselecteerd de optie [Transfer] selecteren en op de knop FUNC./SET drukken. De beelden worden gedownload. Tijdens het downloaden gaat het lampje voor de draadloze verbinding knipperen. Nadat het downloaden is voltooid, wordt het venster van stap 1 opnieuw weergegeven. Als u [Wallpaper] hebt geselecteerd, wordt het gedownloade beeld weergegeven als achtergrondbeeld op het bureaublad van de computer. Als u [Print] hebt geselecteerd, wordt het gedownloade beeld afgedrukt. Alleen JPEG-beelden kunnen als achtergrondbeeld voor een computer worden gedownload. Op het Windows-platform worden de bestanden automatisch als BMP-beelden gemaakt.
Opties die u hebt geselecteerd door op de knop te drukken, blijven van kracht, zelfs wanneer u de camera uitschakelt. Deze instelling blijft van kracht totdat u de volgende keer op de knop drukt.
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
93
Printerinstellingen voor afdrukken via een computer Bij het "afdrukken via een computer" worden cameraopdrachten gebruikt om beelden automatisch af te drukken zonder deze te wijzigen bij het downloaden naar de computer. Als u gaat afdrukken via een computer, moeten de printerinstellingen vooraf zijn geconfigureerd.
1
Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op weergavemodus. Zie Een verbinding maken (p. 85) voor draadloze verbindingen en breng een verbinding tot stand tussen camera en computer. Als u een verbinding wilt maken met de meegeleverde interfacekabel (niet-draadloze verbinding), moet u de kabel aansluiten op de USB-poort van de computer en de DIGITAL uitgang van de camera en de camera voorbereiden voor communicatie.
2
3
Als het camerabeheervenster wordt weergegeven, moet u op [Preferences/ Voorkeuren] klikken.
Selecteer [Change direct transfer download destination folder/Doelmap voor downloaden via de voorziening Verplaats wijzigen] en klik op [Next/Volgende].
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
4
5
6
7
94
Stel de doelmap in voor gedownloade beelden en de manier waarop uw nieuwe mappen voor gedownloade beelden wilt maken en klik op [Next/Volgende]. Voordat de beelden worden afgedrukt, worden deze gedownload in de map die u hier opgeeft.
Klik op [Settings/Instellingen].
Stel de printer en het gebruikte papierformaat in bij het afdrukken via een computer en klik op [OK].
Klik op [Finish/Voltooien]. Hiermee is de configuratie beëindigd. De volgende keer dat u afdrukt via een computer wordt het beeld afgedrukt volgens de instellingen die u bij stap 6 hebt geconfigureerd.
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
95
Opnamen maken vanaf een computer (opnemen op afstand) U kunt stilstaande beelden vastleggen door de sluiter van de camera op afstand te bedienen vanaf een computer via een draadloze verbinding. Dit is vooral handig als u de beelden tijdens de opname op het grotere beeldscherm van de computer wilt bekijken en als u grote hoeveelheden foto's wilt maken zonder dat u bang hoeft te zijn dat de geheugenkaart van de camera vol raakt. U kunt niet op afstand opnemen als de camera is verbonden via een interfacekabel (niet-draadloze verbinding).
Voorbereidingen voor opnemen op afstand 1 Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op weergavemodus.
Zie Een verbinding maken (p. 85) voor informatie over draadloze netwerkverbindingen. Het camerabeheervenster wordt weergegeven op het computerscherm.
2 3
4
Klik op het tabblad [Remote shooting/ Opnemen op afstand]. Klik op [Starts Remote Shooting/ Opnemen op afstand starten].
Selecteer een bestemming voor de opgenomen beelden en klik op [OK].
Draadloos
96
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Het venster [RemoteCapture Task/RemoteCapture-taak] Het venster [RemoteCapture Task/RemoteCapture-taak] heeft de volgende voorzieningen. Hiermee kunt u de weergave van de zoeker of het gebied met detailinstellingen weergeven/verbergen.
U kunt opmerkingen aan beelden toevoegen door hier een vinkje te zetten en in de vakken eronder tekst te typen.
Weergave van de zoeker. Als u op de knop [Start/Stop Viewfinder/Zoeker starten/stoppen] klikt terwijl er een open verbinding met de camera is, wordt het beeld in de zoeker van de camera hier weergegeven.
Selectieknop voor grootte en resolutie Hiermee selecteert u de grootte en de resolutie waarmee beelden worden opgenomen. Rotatie-instellingen Hiermee stelt u de rotatieparameters voor beelden in nadat ze zijn opgenomen. Knop [Release/ Ontgrendelen] Hiermee ontgrendelt u de sluiter. Verschuif dit schuifblokje om in of uit te zoomen. Knop [Start/Stop Viewfinder/ Zoeker starten/stoppen] Hiermee start of stopt u de weergave van de zoeker. Knop [Refresh/Vernieuwen] Hiermee worden de belichting, focus en witbalans ingesteld op de beginwaarden.
Hier geeft u de basisinstellingen voor de camera op.
[RemoteCapture Task/RemoteCapture-taak] vergrendelt de belichtings- en focusinstellingen voor het onderwerp in het zoekergedeelte. Klik op om deze waarden opnieuw in te stellen als de belichting of de afstand tot het onderwerp verandert.
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
97
Opnemen op afstand Zorg ervoor dat u de stand-bystand van de computer uitschakelt voordat u opnamen op afstand gaat maken. De werking van het apparaat kan niet worden gegarandeerd als de stand-bystand van de computer wordt geactiveerd.
1 2
Klik op
en controleer het onderwerp in de zoeker.
Wijzig indien nodig de grootte of resolutie van het beeld, de rotatie-instellingen en de instellingen onder in het venster. Als u van plan bent de camera verticaal te houden om een onderwerp te fotograferen, kunt u het beeld in de juiste stand op de computer opslaan als u de rotatie-instellingen vooraf instelt. Als u de voorziening [Beeldomkeren] instelt op [Aan] terwijl de camera zich in de opnamemodus bevindt, worden de beelden automatisch gedraaid in de juiste stand van het venster [Remote Shooting/Opnemen op afstand].
3
Klik op de knop [Ontgrendelen]. • U kunt de sluiter ontgrendelen door op de ontspanknop van de camera of op de spatiebalk van het toetsenbord te drukken. • Met uitzondering van de ontspanknop kunt u de zoomknoppen en overige knoppen en schakelaars op de camera niet gebruiken zolang u de camera voor opnamen op afstand gebruikt. • Mogelijk merkt u dat er bij het maken van opnamen op afstand iets meer tijd zit tussen het ontgrendelen en het activeren van de sluiter dan wanneer u de camera los gebruikt.
Draadloos
98
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Beelden automatisch op de computer opslaan bij het maken van opnamen (Auto Transfer) In dit gedeelte wordt de voorziening voor het automatisch verplaatsen van beelden direct na het opnemen naar een computer die een draadloze verbinding met de camera heeft. U kunt geen computeropdrachten initiëren bij het gebruik van deze voorziening.
• Het beeld wordt naar de computer verplaatst nadat dit is vastgelegd op de geheugenkaart van de camera. Het wordt opgeslagen in dezelfde map die u hebt opgegeven voor downloads met behulp van de voorziening Verplaats. • Deze voorziening is niet beschikbaar voor films. • Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies over het gebruik van de camera.
1
2
Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op een opnamemethode. Zie Een verbinding maken (p. 85) voor informatie over draadloze netwerkverbindingen. Een venster dat vergelijkbaar is met het voorbeeld rechts wordt weergegeven op het computerscherm.
Druk op de knop MENU van de camera.
Knop MENU
3 4
Selecteer [Auto Transfer] in het menu [ (Draadloze verbinding)]. Selecteer [Aan] en druk op de knop MENU. De voorziening Verplaats wordt van kracht en het LCD-scherm verandert in het opnamescherm.
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
5
99
Maak de opname. Het beeld wordt op de geheugenkaart vastgelegd en vervolgens naar de computer verzonden. Het verplaatste beeld wordt op het bureaublad van de computer weergegeven. Een venster dat vergelijkbaar is met het voorbeeld rechts wordt weergegeven tijdens het verplaatsen van het beeld. U kunt doorgaan met het maken van opnamen terwijl dit venster wordt weergegeven. Als u [Auto Transfer] instelt op [Aan] is deze voorziening nog steeds van kracht als u de volgende keer opnamen maakt via een draadloze verbinding en het beeld wordt verzonden naar de computer nadat dit op de geheugenkaart in de camera is vastgelegd.
Draadloos
100
Problemen oplossen voor draadloze verbinding Lees dit gedeelte door als u geen verbinding kunt maken tussen de camera en de computer via een draadloos netwerk of als u problemen ondervindt met de voorziening voor draadloze netwerken. Zie Problemen oplossen (p. 114) als u een ander type probleem ondervindt.
Problemen met de verbinding Controleer het foutbericht op het LCD-scherm van de camera als u problemen ondervindt bij het tot stand brengen van een draadloze verbinding tussen de camera en de computer en probeer de volgende oplossingen uit.
Bericht "Verbinding mislukt 1" Oorzaak Er is geen IP-adres verkregen van de DHCP-server. Oplossing 1: Controleer de instellingen van de DHCP-server om na te gaan of deze correct zijn en controleer of er voldoende IP-adressen kunnen worden toegewezen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de draadloze LAN-router voor meer gedetailleerde informatie. Raadpleeg de netwerkbeheerder als het netwerk een beheerder heeft. Oplossing 2: Als het netwerk niet beschikt over een DHCP-server, moet u de [Advanced Mode/Geavanceerde modus] selecteren en het IP-adres als hieronder beschreven configureren. Het venster IP Address Configuration/IP-adres configureren weergeven Voer stap 1–7 uit in Het doelapparaat registreren op de camera (p. 78) en ga verder met de onderstaande procedures.
Klik op [Set IP Address/ IP-adres instellen]
Draadloos
Selecteer [Advanced Mode/ Geavanceerde modus] en klik op [Next/Volgende].
101
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
• Een IP-adres is een uniek identificatienummer dat aan een apparaat, zoals een camera of een computer, wordt toegewezen dat is verbonden met een netwerk. • Een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) is een servercomputer die IP-adressen uitgeeft aan camera’s of computers op het netwerk.
Bericht "Verbinding mislukt 2" en "Verbinding mislukt 3" Oorzaak De draadloze netwerkinstellingen zijn niet correct. De registratie van het doelapparaat op de camera is mogelijk mislukt. Oplossing 1: Sluit de camera aan op de computer met de interfacekabel en controleer de volgende instellingen voor het doelapparaat. [Network Name (SSID)/Netwerknaam (SSID)] [Network Authorization – Encryption/netwerkautorisatie – Codering] De registratiegegevens controleren Voer stap 1–7 uit in Het doelapparaat registreren op de camera (p. 78), ga verder met de onderstaande procedures en controleer de registratiegegevens.
Controleer hier het MAC-adres van de camera.
Plaats een vinkje in het vak voor [Change registered information in camera/ Geregistreerde gegevens in camera wijzigen].
Gebruik tevens de bovenstaande vensters om te controleren of de informatie die is opgeslagen in het controlelijstje (p. 77) juist is.
Draadloos
Oplossing 2 Als u de verbinding hebt geconfigureerd in [Simple Mode/Eenvoudige modus] moet u de [Advanced Mode/Geavanceerde modus] selecteren zoals is beschreven in stap 8 van Het doelapparaat registreren op de camera (p. 80) en de computer registreren op de camera.
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
102
Bericht "Verbinding mislukt 4" Oorzaak 1 De verbinding is verbroken vanwege de slechte signaalkwaliteit in de netwerkomgeving. Oplossing 1: Wijzig de stand van de camera. Oplossing 2: Verplaats de camera naar de draadloze LAN-router of een ander toegangspunt dat u gebruikt. Oplossing 3: Wijzig het kanaal van de draadloze LAN-router of ander toegangspunt. Oorzaak 2 Het toegangspunt voor het doelapparaat kan niet worden vastgesteld. Oplossing: Controleer of de draadloze LAN-router of een ander toegangspunt dat wordt gebruikt goed werkt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de draadloze LAN-router voor meer gedetailleerde informatie. Oorzaak 3 De verificatie met het toegangspunt is mislukt. Oplossing 1: Sluit de camera aan op de computer met de interfacekabel en controleer de volgende instellingen voor het doelapparaat. [Network Name (SSID)/Netwerknaam (SSID)] [Network Type/Netwerktype] [Network Authorization – Encryption/Netwerkautorisatie – Codering] [Encryption Key (Network Key)/Coderingssleutel (netwerksleutel)] Raadpleeg De registratiegegevens controleren (p. 101) voor instructies. Oplossing 2: Raadpleeg De registratiegegevens controleren en controleer het MAC-adres van de camera. Stel vervolgens vast dat het toegangspunt niet is geconfigureerd voor het filteren van MAC-adressen.
Draadloos
• Een MAC-adres (Media Access Control) is een hardwareadres dat een unieke id vormt voor elk knooppunt in een netwerk, zoals een camera of een computer, waarbij één wereldwijd nummer wordt gebruikt voor de prefix. • Bij het filteren van MAC-adressen wordt het MAC-adres van de apparaten geregistreerd die op een draadloos netwerk worden gebruikt bij de draadloze LAN-router en wordt toegang geweigerd aan niet-geregistreerde MAC-adressen.
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
103
Oorzaak 4 Het doelapparaat is niet binnen de tijdslimiet vastgesteld (time-out na 30 seconden). Oplossing: Controleer of de draadloze netwerkvoorziening van het doelapparaat (computer) goed werkt. Bericht "Verbinding mislukt 5" Oorzaak 1 De verwerking van het bevestigingssignaal van de verbinding is mislukt. Oplossing 1: Schakel de UPnPTM-service in de firewallinstellingen in. Zie De UPnPTM-service inschakelen (p. 105) voor gedetailleerde informatie. Oplossing 2: Wijzig de firewallinstellingen zodat het programma voor draadloze verbindingen (CALWLESS.exe) kan communiceren met de camera zonder dat de firewall de communicatie blokkeert. Zie Communicatie inschakelen voor het programma voor draadloze verbindingen (CALWLESS.exe) (p. 105) voor gedetailleerde informatie. Oorzaak 2 Er kan geen verbinding worden gemaakt binnen de tijdslimiet vanwege een probleem met de draadloze netwerkomgeving of de computer (time-out na 30 seconden). Oplossing 1: Wijzig de stand van de camera. Oplossing 2: Verplaats de camera naar de draadloze LAN-router of een ander toegangspunt dat u gebruikt. Oplossing 3: Wijzig het kanaal van de draadloze LAN-router of ander toegangspunt. Oplossing 4: Controleer of de draadloze netwerkvoorziening van het doelapparaat (computer) goed werkt. Oplossing 5: Schakel de UPnPTM-service in de firewallinstellingen in. Zie De UPnPTM-service inschakelen (p. 105) voor gedetailleerde informatie.
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
104
Bericht "Verbinding mislukt 6" Oorzaak Er zijn dubbele IP-adressen aanwezig. Oplossing 1: Schakel de camera uit en vervolgens weer in en probeer opnieuw een verbinding te maken. Oplossing 2: Als er een vast IP-adres is toegewezen, moet u de toewijzing wijzigen. Raadpleeg Het venster IP Address Configuration/IP-adres configureren weergeven (p. 100). Bericht "Verbinding mislukt 7" Oorzaak Er bevinden zich meer dan (ongeveer) 1000 beelden op de camera en in dat geval kunt u mogelijk geen camerabeelden downloaden. Oplossing: Gebruik een geheugenkaartlezer om de beelden te downloaden (p. 22). Bericht "Verbroken"
Draadloos
Oorzaak Het toegangspunt voor het doelapparaat kan niet worden vastgesteld. Of het signaal in de netwerkomgeving was van slechte kwaliteit en de verbinding werd verbroken. Of de verwerking van het bevestigingssignaal van de verbinding is mislukt. Oplossing 1: Wijzig de stand van de camera. Oplossing 2: Verplaats de camera naar de draadloze LAN-router of een ander toegangspunt dat wordt gebruikt. Oplossing 3: Controleer of de draadloze LAN-router of ander toegangspunt werkt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de draadloze LAN-router of een ander toegangpunt dat u gebruikt. Oplossing 4: Wijzig het kanaal van de draadloze LAN-router of van het andere toegangspunt. Oplossing 5: Controleer of de draadloze netwerkvoorziening van het doelapparaat (computer) goed werkt. Oplossing 6: Schakel de ontvangst van een ICMP-echoaanvraag in de firewallinstellingen in. Raadpleeg De ontvangst van ICMP-echoaanvragen inschakelen (p. 105) voor gedetailleerde informatie.
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
105
Firewalls Firewalls beschermen computers tegen beveiligingsrisico’s, zoals computervirussen en ongeoorloofde, externe toegang. Bepaalde firewallinstellingen kunnen echter de verbinding tussen de camera en de computer verstoren. Meld u op de computer aan als beheerder voordat u probeert de firewallinstellingen te configureren.
Windows XP-firewall Als u de firewall gebruikt die bij Windows XP Service Pack 2 wordt geleverd, worden de onderstaande instellingen meestal automatisch geconfigureerd tijdens de installatie. Als u geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen tussen de camera en de computer moet u in het menu [Start] op [Configuratiescherm] klikken en vervolgens dubbelklikken op [Windows Firewall]. Klik op het tabblad [Uitzonderingen] of [Geavanceerd] en controleer de drie volgende instellingen.
Overige beveiligingssoftware Als u een firewall gebruikt die bij andere beveiligingssoftware wordt geleverd, moet u de gebruikershandleiding van het desbetreffende programma raadplegen en de drie volgende instellingen controleren.
De ontvangst van ICMP-echoaanvragen inschakelen Het IMCP-protocol (Internet Control Message Protocol) wordt gebruikt voor het verifiëren van een verbinding tussen een camera en een computer. ICMP moet dan ook in de beveiligingssoftware zijn ingeschakeld.
Communicatie voor het programma voor draadloze verbindingen (CALWLESS.exe) inschakelen.
De firewallinstellingen moeten worden aangepast, zodat het programma voor draadloze verbindingen (CALWLESS.exe) kan communiceren met de camera zonder dat de firewall de communicatie blokkeert. Normaal gesproken wordt "CALWLESS.exe" geïnstalleerd in de map "C:\Program Files\Canon\CAL" en wordt de naam weergegeven als [Canon Camera Access Library 8] in het venster met de firewallinstellingen.
De UPnPTM-service inschakelen
De voorziening UPnPTM wordt gebruikt als het programma voor de draadloze verbinding probeert om de aanwezigheid van de camera vast te stellen. De UPnPTM-service moet dan ook in de beveiligingssoftware ingeschakeld zijn.
Draadloos
106
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Voordat u contact met ons opneemt Als u een probleem ondervindt, moet u de onderstaande suggesties uitproberen. Neem contact met ons op als u het probleem hiermee niet kunt oplossen. De computer/draadloze LAN-router controleren Een verbinding tussen de camera en de computer werkt niet als de computer en de draadloze LAN-router niet goed met elkaar kunnen communiceren.
De firewall controleren Bepaalde firewallinstellingen verhinderen mogelijk een verbinding tussen de camera en een computer. Controleer de meegeleverde software
Controleer of de computer en de draadloze LAN-router goed werken en of de draadloze netwerkvoorziening van de computer is ingeschakeld. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de computer of de draadloze LAN-router voor instructies over de bevestiging hiervan. Controleer de firewallinstellingen. Zie Firewalls (p. 105)
Verwijder de software (p. 109) en installeer deze opnieuw (p. 13).
De camera en de computer kunnen mogelijk geen verbinding tot stand brengen als de meegeleverde software niet correct is geïnstalleerd. Als geen van de bovenstaande suggesties het probleem oplossen:
Voor andere problemen dan die met betrekking tot draadloze netwerken Problemen oplossen (p. 114)
Raadpleeg onze website
Het ondersteuningscentrum biedt antwoord op vele vragen. http://www.canon-europe.com/support
Klantondersteuningscentrum
Raadpleeg de achterkant van het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) dat bij de camera is geleverd.
Draadloos
107
Bijlagen
ArcSoft PhotoStudio ArcSoft PhotoStudio is een geavanceerd en toch gebruiksvriendelijk beeldbewerkingsprogramma van ArcSoft, Inc. Hiermee kunt u beelden verwerken, bewerken en afdrukken. Het programma bevat voorzieningen voor kleurcorrectie, het aanpassen van de helderheid en speciale effecten. Installeer het programma desgewenst vanaf de bijgeleverde cd-rom, de Canon Digital Camera Solution Disk.
ArcSoft PhotoStudio installeren Windows
1 2 3 4 5
Sluit alle toepassingen af. Plaats de cd-rom Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-rom-station. Als het installatiescherm verschijnt, klikt u op [Exit/Afsluiten] om het te sluiten. Klik op het menu [Start] en selecteer [My Computer/Mijn computer]. Gebruikers van Windows 2000, Windows ME en Windows 98 Tweede Editie moeten dubbelklikken op het pictogram [My Computer/Mijn computer] op het bureaublad. Klik met de rechtermuisknop op het cd-rom-pictogram en selecteer [Open/ Openen]. Dubbelklik op de map [ARCSOFT] of klik erop met de rechtermuisknop en selecteer [Open/Openen] en dubbelklik op het pictogram [SETUP.EXE] . Volg de instructies op het scherm om door te gaan met de installatie.
Macintosh
1 2 3 4
Sluit alle toepassingen af. Plaats de cd-rom Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-rom-station. Open de cd-rom en dubbelklik op [ARCSOFT] en op het pictogram [PhotoStudio Installer] . Volg de instructies op het scherm om door te gaan met de installatie. Klik op [OK] wanneer een bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
Windows/Macintosh
In dit hoofdstuk worden de bij de camera geleverde cd-rom en de installatieprocedures voor de programma's beschreven. Ook wordt hier uitgelegd hoe u de installatie van de programma's ongedaan maakt. Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen in dit hoofdstuk als het gebruik van de programma's problemen oplevert.
108
Bijlagen
ArcSoft PhotoStudio starten
ZoomBrowser EX
1 2 3 4
Klik op [Edit/Bewerken] in het taakgebied van het hoofdvenster en klik vervolgens op [Edit Image/Beeld bewerken]. Controleer of [1. Select Images/1. Beelden selecteren] is geselecteerd en selecteer een beeld dat u wilt bewerken. Klik op [2. Select Editing Tool/2. Bewerkingshulpprogramma selecteren] en selecteer [Edit with external image editor/Met extern beeldbewerkingsprogramma bewerken]. Selecteer ArcSoft PhotoStudio in de lijst en klik op [3. Finish/3. Voltooien]. Als u ArcSoft PhotoStudio niet kunt selecteren, maakt u het programma met de volgende procedure zichtbaar. 1. Selecteer [Edit with external image editor/Met extern beeldbewerkingsprogramma bewerken] in stap 3 hierboven en klik op [Manage List/Lijst beheren]. 2. Klik op [Add/Toevoegen] en selecteer [ArcSoft PhotoStudio].
ImageBrowser
1
Selecteer een beeld dat u wilt bewerken, klik op het menu [Edit/Bewerken] en selecteer [ArcSoft PhotoStudio].
Handleiding voor ArcSoft PhotoStudio U kunt de handleiding voor ArcSoft PhotoStudio ophalen op de website van ArcSoft, Inc. Download de handleiding met uw internetbrowser op de volgende URL: http://www.arcsoft.com/support
Windows/Macintosh
U kunt ArcSoft PhotoStudio starten vanuit ZoomBrowser EX (Windows) of ImageBrowser (Macintosh).
109
Bijlagen
De software verwijderen De software verwijderen (Windows) Software die vanaf de cd Canon Digital Camera Solution Disk is geïnstalleerd (met uitzondering van ArcSoft PhotoStudio) In de volgende beschrijving wordt ZoomBrowser EX als voorbeeld gebruikt voor het verwijderen van een programma.
1
Klik op het menu [Start] van Windows en kies achtereenvolgens [All Programs/ Alle programma's] of [Programs/ Programma's], [Canon Utilities/Canonhulpprogramma's], [ZoomBrowser EX] en [ZoomBrowser EX Uninstall/ ZoomBrowser EX verwijderen]. Het hulpprogramma voor het verwijderen van programma's wordt gestart en ZoomBrowser EX wordt verwijderd.
• U kunt andere programma's op dezelfde manier verwijderen. • Als u de installatie van CameraWindow ongedaan wilt maken, houdt u de volgende procedures aan. 1. Klik op het menu [Start] van Windows en selecteer achtereenvolgens [All Programs/Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's], [CameraWindow], [PowerShot – IXY – IXUS – DV] en [CameraWindow DC_DVx Uninstall/ CameraWindow DC_DVx verwijderen]. De 'x' staat voor een getal. Als er meerdere versies zijn, verwijdert u alle exemplaren van het programma voordat u verdergaat met stap 2. 2. Klik op het menu [Start] van Windows en selecteer achtereenvolgens [All Programs/Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's], [CameraWindow], [EOS Digital] en [CameraWindow Uninstall/CameraWindow verwijderen]. 3. Klik op het menu [Start] van Windows en selecteer achtereenvolgens [All Programs/Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's], [CameraWindow] en [CameraWindow Uninstall/CameraWindow verwijderen]. • U kunt PhotoRecord verwijderen door op het menu [Start] van Windows te klikken en achtereenvolgens [Programs/Programma's] of [All Programs/ Alle programma's], [Canon PhotoRecord] en [PhotoRecord Uninstall/ PhotoRecord verwijderen] te kiezen.
Windows/Macintosh
De procedures voor het verwijderen van de software hoeven alleen te worden uitgevoerd wanneer u de programma's niet meer nodig hebt of wanneer u ze opnieuw wilt installeren om beschadigde bestanden te repareren.
110
Bijlagen
ArcSoft PhotoStudio verwijderen
Het USB-stuurprogramma verwijderen (Windows) U verwijdert het USB-stuurprogramma met de volgende procedure als u met Windows 2000, Windows ME of Windows 98 Tweede editie werkt. Als u het USB-stuurprogramma verwijdert, kunt u geen beelden downloaden!
Onder Windows XP hoeft u het USB-stuurprogramma niet te verwijderen.
1
2 3
4
Sluit de meegeleverde interfacekabel aan op de USB-poort van de computer en op de DIGITAL-uitgang van de camera. Bereid de camera voor op communicatie met de computer. Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies over het aansluiten van de interfacekabel. Klik op de knop [Finish/Voltooien] als het camerabeheervenster wordt weergegeven. Klik op het menu [Start] van Windows en kies [Settings/Instellingen] en [Control Panel/Configuratiescherm].
Dubbelklik op het pictogram of de map [Scanners and Cameras/Scanners en camera's].
Windows/Macintosh
• U kunt het programma verwijderen door op het menu [Start] te klikken en vervolgens [Control Panel/Configuratiescherm] en [Add or Remove Programs/Software] te selecteren. • Gebruikers van Windows 2000/ME/98 moeten op het menu [Start] klikken en achtereenvolgens [Settings/Instellingen], [Control Panel/Configuratiescherm] en [Add/Remove Programs/Software] selecteren.
111
Bijlagen
5
Windows 2000 Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] en klik op [Remove/Verwijderen]. Windows ME Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera], klik met de rechtermuisknop en kies [Delete/Verwijderen]. Windows 98 Tweede editie Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] en klik op [Remove/Verwijderen]. Schakel vervolgens de camera uit en koppel de interfacekabel los van de USB-poort van de computer. Raadpleeg Camera niet herkend, dialoogvenster [Events/Gebeurtenissen] wordt niet weergegeven of beelden kunnen niet worden gedownload naar de computer (p. 115) in het gedeelte Problemen oplossen als de naam van het cameramodel hier niet wordt weergegeven.
6
Klik op het menu [Start] van Windows en kies achtereenvolgens [All Programs/ Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's], [Camera TWAIN Driver x.x/Camera TWAIN-stuurprogramma x.x] en [Uninstall TWAIN Driver/TWAIN-stuurprogramma verwijderen]. ('x.x' geeft het versienummer aan).
• Windows 2000, Windows 98 Tweede editie: voer stap 6 uit. • Windows ME: kies in plaats van de onderstreepte opties in stap 6 de volgende opties.
[Camera WIA Driver x.x/Camera WIA-stuurprogramma x.x], [Uninstall WIA Driver/WIAstuurprogramma verwijderen].
De software wordt verwijderd. Ga als volgt te werk om de camera op de computer aan te sluiten en beelden te downloaden. 1. Installeer het stuurprogramma opnieuw. 2. Sluit de camera met de interfacekabel aan op de computer.
De software verwijderen (Macintosh) Verwijder de programma's door de map met toepassingen (de map waarin het programma is geïnstalleerd) naar de prullenbak te slepen en maak vervolgens de prullenbak leeg. Let erop dat u niet per ongeluk submappen met gedownloade beelden verwijdert als u de map met toepassingen verwijdert.
Windows/Macintosh
Verwijder de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/ Canon-camera] in het dialoogvenster [Scanners and Cameras Properties/ Eigenschappen van Scanners en camera's]. Als u Windows ME gebruikt, moet u de naam van het cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] in de map [Scanners and Cameras/Scanners en Camera's] verwijderen.
112
Bijlagen
Mappenstructuur van de geheugenkaart
DCIM
IMG_xxxx.JPG (JPEG-beelden) _MG_xxxx.JPG (JPEG-beelden, opgenomen in de Adobe RGB-kleurruimte) CRW_xxxx.CRW (RAW-beelden) _RW_xxxx.CRW (RAW-beelden, opgenomen in de Adobe RGB-kleurruimte) CRW_xxxx.THM* STx_xxxx.JPG** (beelden in Stitch Hulp-modus) MVI_xxxx.AVI (films) MVI_xxxx.THM* SND_xxxx.WAV (geluiden)
xxxCANON
De map met de instellingsbestanden voor beelden in de map DCIM. CANONMSC De map die wordt gemaakt wanneer DPOF-instellingen worden ingesteld. De map bevat de DPOF-instellingsbestanden. MISC
SNDR
xxxCANON
SDR_xxxx.WAV (Bestanden die zijn opgenomen met de functie Audio Recorder)
• * Bestanden met de extensie THM zijn de miniatuurbestanden voor de indexweergave van de camera. • 'xxxx' is een getal van vier cijfers. • ** Aan elk volgend bestand dat wordt opgenomen in de Stitch Hulp-modus wordt een letter toegewezen, te beginnen met de letter 'A' dat als het derde teken aan de naam wordt toegevoegd: bijvoorbeeld [STA_0001.JPG], [STB_0002.JPG], [STC_0003.JPG] ... • Alle mappen behalve de mappen 'xxxCANON' bevatten beeldinstellingsbestanden. Open of verwijder deze mappen niet.
Windows/Macintosh
De beelden op een geheugenkaart staan in de map [DCIM] in submappen met de naam [xxxCANON], waarbij 'xxx' een getal is tussen 100 en 999.
113
Bijlagen
Wanneer u via een draadloze verbinding afbeeldingen naar een computer wilt downloaden, moet u de software installeren die bij de camera is meegeleverd. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u beelden naar een computer kunt downloaden zonder ZoomBrowser EX/ImageBrowser te installeren.
Windows XP (installatie van USB-stuurprogramma niet vereist) Uw camera maakt gebruik van een standaardprotocol voor beeldoverdracht, het Picture Transfer Protocol (PTP). Met PTP en Windows XP hoeft u alleen de camera met een interfacekabel op de computer aan te sluiten om beelden te downloaden. Dit kan heel eenvoudig met de wizard Scanners en camera's en op andere manieren. Deze downloadmethode kent echter wel enkele nadelen en beperkingen. Zie voor meer informatie de brochure Voor gebruikers van Windows® XP en Mac OS X.
Windows ME (met geïnstalleerd USB-stuurprogramma) Beelden kunnen eenvoudig worden gedownload met de [Scanners and Cameras Wizard/ Wizard Scanners en camera's] of met Windows Verkenner. U hoeft alleen de camera met een interfacekabel op de computer aan te sluiten. Raadpleeg het Windows Help-systeem voor informatie over de [Scanners and Cameras Wizard/ Wizard Scanners en camera's] en Windows Verkenner.
Windows/Macintosh
Beelden naar een computer downloaden zonder aanvullende software
Bijlagen
114
Problemen oplossen Controleer dit eerst Als er zich problemen voordoen, moet u eerst de volgende items nalopen.
Voldoet uw computer aan de vereisten die in het gedeelte Systeemvereisten worden genoemd (p. 10)? Is de camera correct op de computer aangesloten? Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor de juiste aansluitprocedures. Controleer ook of u de juiste kabel gebruikt en of beide uiteinden van de kabel goed vastzitten. Is de camera ingesteld op de weergavemodus? (Alleen sommige modellen) Bij sommige modellen moet de camera op de weergavemodus zijn ingesteld om gegevens te kunnen overbrengen. Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor meer informatie. Is de batterij voldoende opgeladen? Controleer de oplading van de batterij als u de camera gebruikt op batterijvoeding. Als de camera is aangesloten op een computer, wordt u aangeraden de camera via een netvoedingsadapter aan te sluiten op een stopcontact (indien mogelijk voor uw cameramodel).
Problemen oplossen Ga op zoek naar de oorzaak van een probleem en pas vervolgens de juiste oplossing(en) toe.
De installatie van het USB-stuurprogramma verloopt niet goed (Windows) Verwijder het stuurprogramma (p. 110) voordat u het opnieuw installeert volgens de procedure in De software en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13).
Windows/Macintosh
Lees dit gedeelte als het gebruik van de software problemen oplevert. Zie Problemen oplossen voor draadloze verbinding (p. 100) voor problemen met draadloze netwerken.
Bijlagen
115
De wizard [Add New Hardware/Nieuwe hardware] of [New Hardware Found/Nieuwe hardware gevonden] (Windows 2000) verschijnt als de camera met een interfacekabel op de computer wordt aangesloten.
Beelden kunnen niet worden gedownload naar een TWAIN-compatibel programma (camera en computer op elkaar aangesloten met een interfacekabel in Windows 2000 of Windows 98 Tweede editie). Klik op de knop [Finish/Voltooien] in het camerabeheervenster om dit te sluiten. Beelden kunnen niet worden gedownload of er kunnen geen afstandsopnamen worden gemaakt. (Voor camera's die met een interfacekabel op de computer zijn aangesloten: alleen camera's die Hi-Speed USB 2.0 ondersteunen). Het probleem kan worden opgelost door de snelheid van de gegevensoverdracht te verlagen volgens de onderstaande procedure. Oplossing: Houd de knop MENU op de camera ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen (Afdrukken/Delen) en FUNC./SET. Selecteer [B] in het scherm dat verschijnt en druk op de knop FUNC./SET. Camera niet herkend, dialoogvenster [Events/Gebeurtenissen] wordt niet weergegeven of beelden kunnen niet naar de computer worden gedownload (als de camera via een interfacekabel op de computer is aangesloten). Oorzaak 1: Er is een probleem met een van de items in het gedeelte Controleer dit eerst (p. 114). Oplossing: Verhelp het probleem. Oorzaak 2: Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd (alleen Windows). Oplossing: Installeer Windows volgens de procedure in De software en het USBstuurprogramma installeren (p. 13). Oorzaak 3: Het USB-stuurprogramma is niet correct geïnstalleerd (alleen Windows). Oplossing: Verwijder het stuurprogramma (p. 110) voordat u het opnieuw installeert volgens de procedure in De software en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13).
Windows/Macintosh
Klik op [Cancel/Annuleren] om het venster te sluiten. Koppel de camera tijdelijk los van de computer. Lees vervolgens het gedeelte Controleer dit eerst op de vorige pagina en verhelp het probleem.
116
Bijlagen
In dit gedeelte worden de specifieke stappen voor elk besturingssysteem beschreven.
Windows XP en Windows 2000 Gebruikers van Windows XP en Windows 2000 moeten zich eerst aanmelden als beheerder (met beheerdersaccount op de lokale computer) om een stuurprogramma te kunnen verwijderen.
Controleer of de camera wordt herkend als een 'overig' apparaat en verwijder het stuurprogramma als dit het geval is. 1. Windows XP: klik op het menu [Start] en kies achtereenvolgens [Control Panel/Configuratiescherm], [Performance and Maintenance/Prestaties en onderhoud] en [System/Systeem]. Windows 2000: klik op het menu [Start] van Windows en kies [Settings/ Instellingen] en [Control Panel/Configuratiescherm]. Dubbelklik op het pictogram [System/Systeem]. 2. Klik op het tabblad [Hardware] en vervolgens op [Device Manager/ Apparaatbeheer].
Windows/Macintosh
Oorzaak 4: De camera is in de volgende situaties mogelijk herkend als een ander apparaat (alleen Windows). • De camera is op de computer aangesloten voordat het USB-stuurprogramma was geïnstalleerd. • Het pictogram [Scanners and Cameras/Scanners en camera's] of de map [Scanners and Cameras/Scanners en camera's] is niet aangetroffen in het [Control Panel/Configuratiescherm] of het venster [Printers and Other Hardware/Printers en andere hardware]. • De naam van uw cameramodel, [Canon Camera/Canon-camera] of een pictogram van een camera wordt niet weergegeven in het dialoogvenster [Scanners and Cameras Properties/Eigenschappen van scanners en camera's] of de map [Scanners and Cameras/Scanners en camera's]. Oplossing 1: Voer de volgende stappen uit. Installeer het USB-stuurprogramma volgens de procedure in De software en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13). Sluit de camera vervolgens met de interfacekabel aan op de computer en bereid de camera voor op de gegevensoverdracht. Als het USB-stuurprogramma al is geïnstalleerd, verwijdert u het stuurprogramma en installeert u het vervolgens opnieuw. Oplossing 2: Als oplossing 1 niet heeft geholpen, gaat u door met de volgende stappen. De stappen worden hierna beschreven. 1.Controleer of de camera wordt herkend als een 'overig' apparaat. 2.Verwijder het stuurprogramma en de bestanden met installatiegegevens als de camera wordt herkend als 'overig' apparaat. 3.Installeer het stuurprogramma opnieuw.
117
Bijlagen
3. Klik op het symbool naast de categorie [Other devices/Overige apparaten] en/of [Imaging devices/Imaging-apparaten]. Als de camera wordt herkend als 'overig' apparaat, wordt in deze categorieën de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] weergegeven. Windows/Macintosh Er zijn andere mogelijke oorzaken van het probleem als de categorieën 'Other devices/Overige apparaten' of 'Imaging devices/Imaging-apparaten' niet worden weergegeven of als de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] niet wordt weergegeven. Ga verder met stap 6, beëindig de procedure tijdelijk en controleer mogelijke andere oorzaken.
4. Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera], klik met de rechtermuisknop en kies [Delete/Verwijderen]. 5. Klik op [OK] in het bevestigingsvenster. Verwijder de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] als deze op een of meer plaatsen in de categorieën [Other devices/ Overige apparaten] of [Imaging devices/Imaging-apparaten] voorkomt. 6. Sluit het venster [System Properties/Systeemeigenschappen]. Stap 7 en verder zijn niet nodig voor Windows XP.
De installatiegegevens verwijderen 7. Dubbelklik op het pictogram [My Computer/Deze computer] op het bureaublad en vervolgens op het station [C:], de map [WINNT] en de map [inf].
118
Bijlagen
Als de map [inf] niet zichtbaar is in de map [WINNT] Geef als volgt alle bestanden en mappen weer.
Hiermee maakt u de verborgen bestanden en mappen zichtbaar.
8. Zoek naar bestanden voor digitale camera's van Canon die beginnen met [CAP*]. Het sterretje (*) staat voor een cijfer, bijvoorbeeld 0 of 1. [CAP*]-bestanden vormen paren van [CAP*.inf]- en [CAP*.pnf]-bestanden (bijvoorbeeld [CAP0.inf] en [CAP0.pnf]). 9. Dubbelklik op de [CAP*]-bestanden om de inhoud ervan te controleren. Door te dubbelklikken op een [CAP*.inf]-bestand, wordt het bestand geopend in Windows Kladblok. Zoek [;****Canon Camera Driver Setup File****] op de eerste regel. Noteer de namen van deze bestanden. De map [inf] kan diverse [CAP*]-bestandenparen bevatten. U wordt aangeraden om altijd elk bestand te openen voordat u dit verwijdert, zodat u kunt controleren of het een [CAP*]-bestand voor een digitale camera van Canon is.
10.Verwijder het [CAP*]-bestandenpaar. Verwijder de bestanden [CAP*.inf] en [CAN*.pnf] voor digitale camera's van Canon die u hebt genoteerd in stap 9. De map [inf] bevat allerlei bestanden die van essentieel belang zijn voor de werking van de computer. Wees uiterst voorzichtig en verwijder niet de verkeerde bestanden. Als u het verkeerde bestand verwijdert, kunt u Windows mogelijk niet meer opstarten.
Windows/Macintosh
Open de map [WINNT]. Klik op het menu [Tools/Extra] en kies [Folder Options/Mapopties]. Klik op het tabblad [View/Weergave]. Selecteer in de categorie [Files and Folders/Bestanden en mappen] in het gedeelte Advanced Settings/Geavanceerde instellingen onder [Hidden files and folders/ Verborgen bestanden en mappen] de optie [Show hidden files and folders/ Verborgen bestanden en mappen weergeven]. 5. Klik op [OK] om het dialoogvenster te sluiten.
1. 2. 3. 4.
119
Bijlagen
Het stuurprogramma opnieuw installeren 11.Installeer het stuurprogramma opnieuw volgens de procedure in De software en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13).
Controleer of de camera wordt herkend als een 'overig' apparaat en verwijder het stuurprogramma als dit het geval is. 1. Klik op het menu [Start] van Windows en kies [Settings/Instellingen] en [Control Panel/Configuratiescherm]. Dubbelklik op het pictogram [System/Systeem]. Het venster ]System Properties/Systeemeigenschappen] wordt nu weergegeven. 2. Klik op het tabblad [Device Manager/Apparaatbeheer]. 3. Klik op het symbool naast de categorie [Other devices/Overige apparaten] en/of [Imaging devices/Imaging-apparaten]. Als de camera wordt herkend als 'overig' apparaat, wordt in deze categorieën de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] weergegeven.
Er zijn andere mogelijke oorzaken van het probleem als de categorieën 'Other devices/Overige apparaten' of 'Imaging devices/Imaging-apparaten' niet worden weergegeven of als de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] niet wordt weergegeven. Ga verder met stap 6, beëindig de procedure tijdelijk en controleer mogelijke andere oorzaken.
4. Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] en klik op [Remove/Verwijderen]. 5. Klik op [OK] in het bevestigingsvenster. Verwijder de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] als deze op een of meer plaatsen in de categorieën [Other devices/Overige apparaten] of [Imaging devices/Imaging-apparaten] voorkomt. 6. Klik op [OK] om het venster [System Properties/Systeemeigenschappen] te sluiten. De installatiegegevens verwijderen 7. Dubbelklik op het pictogram [My Computer/Deze computer] op het bureaublad en vervolgens op het station [C:], de map [WINDOWS] of [Windows] en de map [INF] of [Inf].
Windows/Macintosh
Windows ME/Windows 98 Tweede editie
120
Bijlagen
Als de map [INF] niet zichtbaar is in de map [WINDOWS]
Geef als volgt alle bestanden en mappen weer.
Hiermee maakt u de verborgen bestanden en mappen zichtbaar.
8. Zoek en verwijder de bestanden [DRVDATA.BIN] (of [Drvdata.bin]) en [DRVIDX.BIN] (of [Drvidx.bin]). 9. Dubbelklik in de map [INF] of [Inf] op de map [OTHER/OVERIG] of [Other/Overig] om deze te openen. 10. Zoek en verwijder het bestand [Canon.IncCAP xxx.Inf] (xxx staat voor cijfers). Als geen van deze bestanden in de map [OTHER/OVERIG] staat, hoeft u niets te verwijderen. De map [INF] bevat allerlei bestanden die van essentieel belang zijn voor de werking van de computer. Wees uiterst voorzichtig en verwijder niet de verkeerde bestanden. Als u het verkeerde bestand verwijdert, kunt u Windows mogelijk niet meer opstarten.
Windows/Macintosh
1. Windows 98 Tweede editie: Klik op het menu [View/Beeld] en kies [Folder Options/ Mapopties]. Windows ME: Klik op het menu [Tools/Extra] en kies [Folder Options/Mapopties]. 2. Klik op het tabblad [View/Weergave]. 3. Windows 98 Tweede editie: Schakel in het gedeelte [Hide files/Verborgen bestanden] de optie [Show all files/Alle bestanden weergeven] in. Windows ME: Stel de categorie [Hidden files and folders/Verborgen bestanden en mappen] in op [Show hidden files and folders/Verborgen bestanden en mappen weergeven]. 4. Klik op [OK] om het dialoogvenster te sluiten.
Bijlagen
121
Het stuurprogramma opnieuw installeren 11. Installeer het stuurprogramma opnieuw volgens de procedure in De software en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13).
Sommige grafische kaarten of instellingen kunnen ervoor zorgen dat de weergave van ingezoomde beelden in ZoomBrowser EX wordt vertraagd of niet goed functioneert. Als dit het geval is, moet u de hardwareversnelling van uw computerscherm lager instellen.
1. Klik op het menu [Start] van Windows en vervolgens op [Control Panel/ Configuratiescherm] en [Appearance and Theme/Vormgeving en thema's]. Als u met Windows 2000, Windows ME of Windows 98 Tweede editie werkt, klikt u op het menu [Start] en kiest u [Settings/Instellingen], [Control Panel/ Configuratiescherm]. 2. Klik achtereenvolgens op het pictogram [Display/Weergave], het tabblad [Settings/Instellingen], de knop [Advanced/Geavanceerd] en het tabblad [Troubleshoot/Probleemoplossing]. Klik in Windows 2000 achtereenvolgens op het pictogram [Display/ Weergave], het tabblad [Settings/Instellingen], de knop [Advanced/ Geavanceerd] en het tabblad [Troubleshoot/Probleemoplossing]. Klik in Windows ME of Windows 98 Tweede editie achtereenvolgens op het pictogram [Display/Weergave], het tabblad [Settings/Instellingen], de knop [Advanced/Geavanceerd] en het tabblad [Performance/Prestaties]. 3. Stel de [Hardware acceleration/Hardewareversnelling] lager in dan [Full/Max.] en klik op [OK]. 4. Start de computer opnieuw op als dit wordt gevraagd.
Als u ZoomBrowser EX versie 2 of 3 hebt gebruikt Ga als volgt te werk als u ZoomBrowser EX versie 2 of 3 met Windows gebruikt.
Als titels en opmerkingen aan de beelden zijn gekoppeld. Ga als volgt te werk om in versie 5 de titels en opmerkingen weer te geven die u in versie 2/3 hebt ingevoerd. 1. Open in Windows Verkenner de submap [Program/Programma] van de map waarin u ZoomBrowser EX 5 hebt geïnstalleerd. (Bijvoorbeeld C:\Program Files\Canon\ZoomBrowser EX\Program.) 2. Dubbelklik in deze map op [dbconverter.exe] om het hulpprogramma te starten. 3. Selecteer het databasebestand dat u tot nu tot hebt gebruikt en klik op de knop [Start]. (Bijvoorbeeld C:\Program Files\Canon\ZoomBrowser EX\Database\Mijn database.zbd.) De titels en opmerkingen die u in het in de vorige versies hebt ingevoerd, worden in het opmerkingenvak van ZoomBrowser EX 5 weergegeven.
Windows/Macintosh
Het in- en uitzoomen op beelden in ZoomBrowser EX werkt traag of werkt niet
122
Bijlagen
4. Gebruik Windows Verkenner om de map met de beelden van de map [Program Files/Programmabestanden] naar een andere map te kopiëren. (Kopieer bijvoorbeeld de mappen met beelden vanuit C:\Program Files\Canon\ZoomBrowser EX\Library One naar een andere locatie.) U kunt de verplaatste beelden nu selecteren en weergeven met ZoomBrowser EX 5.
Windows/Macintosh
Als een submap van de map [Program Files/Programmabestanden] beelden bevat Beeldbestanden in de map [Program Files/Programmabestanden] of een submap kunnen niet vanaf deze locatie in ZoomBrowser EX 5 worden weergegeven. Voer eerst de bovenstaande stappen 1 tot en met 3 uit en ga vervolgens verder met stap 4 om deze bestanden weer te geven.
123
Informatie over uw camera
Niet-ondersteunde programma's en functies Cameramodel DIGITAL IXUS WIRELESS
Functies die niet worden ondersteund • De camera neemt geen RAW-beelden op. • De functie voor het weergeven van het AF-frame in het weergavevenster wordt niet ondersteund. • De camera biedt geen ondersteuning voor de functie Audio Recorder.
Windows/Macintosh
De softwarepakketten en de manier waarop u verbinding maakt met een computer en gegevensoverdracht voorbereidt verschillen per cameramodel. Op sommige cameramodellen worden bovendien bepaalde softwarefuncties mogelijk niet ondersteund.
124
D
Index A Aansluiten op een computer .................. 12 Macintosh ...................................... 49 Windows ..................................17, 19 Ad-hocnetwerk .................................... 80 Ad-hocverbinding ................................. 76 Advanced Mode/Geavanceerde modus (draadloze verbinding)....................80, 100 Afdrukken met datum Macintosh ...................................... 56 Windows ....................................... 27 Afdrukken via de computer Windows ....................................6, 93 Afdruklay-out instellen Macintosh ...................................... 56 ArcSoft PhotoStudio ........................... 107 Auto Transfer Windows ....................................7, 98
B Beeld, kenmerkpictogram Macintosh ...................................... 58 Windows ....................................... 31 Beelden afdrukken Macintosh ...................................... 53 Windows ....................................... 24 Beelden downloaden Macintosh ...................................... 49 Windows ....................................... 19 Beelden naar een computer downloaden zonder aanvullende software ............... 113 Browser Window/Bladervenster .............. 57
C Camera Control/Camerabeheer, venster Macintosh .................................49, 51 Windows ..................................19, 22 Camera Wireless Setup ..............11, 15, 78 Canon Digital Camera Solution Disk ........ 11 Macintosh ...................................... 47 Windows ....................................... 13 Coderingssleutel .................................. 77 Comment/Opmerking Macintosh ...................................... 62 Windows ....................................... 35 Computer ........................................... 10 Controlelijst ......................................... 77
De sluiter op afstand bedienen ................. 9 De verbinding met een doelapparaat verbreken ............................................ 87 DHCP-server ................................ 80, 100 DIGITAL IXUS WIRELESS....................... 123 Draadloze LAN-router
............................ 76, 80, 102, 103, 104
Draadloze netwerkconfiguratie ............... 77 Draadloze netwerkinstellingen ................ 74 Draadloze verbinding ....... 6, 12, 15, 76, 85
E Easy-PhotoPrint .................................... 24 Een doelapparaat registreren .................. 78 Een doelapparaat verwijderen ................ 88 E-mail ................................................... 9 Events/Gebeurtenissen, dialoogvenster ............................. 20, 115
F Favoriete map Macintosh ...................................... 58 Windows ....................................... 31 File Information/Bestandsgegevens, venster................................................ 62 Films afspelen Macintosh ...................................... 66 Windows ....................................... 39 Firewalls ................. 16, 75, 103, 104, 105 Functieknoppen ............................. 30, 33
G Gegevenscodering ................................ 77 Geheugenkaartlezer Macintosh ...................................... 51 Windows ....................................... 22
H Het doelapparaat registreren op de camera (draadloze verbinding) ........................... 78 Hoofdvenster ....................................... 30 Hulpprogramma voor draadloze verbindingen ............ 15, 78
125
Index
I
P
ImageBrowser ...............................8, 9, 11 Index Print/Index afdrukken Macintosh ...................................... 55 Windows ....................................... 24 Informatie over uw camera .................. 123 Infrastructuurverbinding ........................ 76 Installatie draadloze camera ..............11, 15 Installatiescherm Macintosh ...................................... 47 Windows ....................................... 14 Installeren, software Macintosh ...................................... 47 USB-stuurprogramma ...................... 13 Windows ....................................... 13 IP-adres.......................... 80, 84, 100, 104
Panoramabeelden samenvoegen Macintosh ...................................... 68 Windows ....................................... 41 Persoonlijke camera-instellingen Macintosh ...................................... 69 Windows ....................................... 42 PhotoRecord .......................................... 8 PhotoStitch ............................................ 8 Macintosh ...................................... 68 Windows ....................................... 41 PhotoStudio....................................... 107 Problemen oplossen ............................ 114 Controleer dit eerst........................ 114 Problemen oplossen Draadloze verbinding ..................... 100 Programma's en compatibele besturingssystemen .............................. 11 Properties/Eigenschappen, venster........... 35 PTP (Picture Transfer Protocol) Windows ..................................... 113
L Layout Print/Lay-out afdrukken Macintosh ...................................... 54 Windows ....................................... 26
M MAC-adres .................................101, 102 Mappengebied ...............................30, 31 Mapstructuur van de geheugenkaart ..... 112 Mogelijke acties als de camera is verbonden met een computer ............. 89 My Camera Maker................................ 45
N Netwerknaam ...................................... 77 Netwerkverificatie................................. 77
O One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken Macintosh ...................................... 53 Windows ....................................... 24 Opnamegegevens Macintosh ...................................... 62 Windows ....................................... 35 Opnamen maken vanaf een computer Windows ....................................7, 95 Opnemen op afstand Windows ....................................... 95
Q QuickTime Windows ....................................... 39
R Regelpaneel ..............................57, 60, 63
S Scanners en camera's, wizard ............... 113 Simple Mode/Eenvoudige modus (draadloze verbinding) ........................... 80 Sleutelindex ......................................... 77 Software verwijderen Macintosh .................................... 111 Windows ..................................... 109 SSID/ESSID ........................................... 77 Sterrenclassificatie Macintosh ...........................60, 61, 62 Windows ............................33, 34, 35 Stilstaande beelden uit films nemen .......... 9 Stitch Hulp-modus Macintosh ...................................... 68 Windows ....................................... 41 Systeemvereisten .................................. 10
126
Index
T Taakgebied ..............................30, 31, 36 Toegangspunt............... 76, 102, 103, 104 Trefwoord Macintosh ...................................... 62 Windows ....................................... 35
U USB-stuurprogramma TWAIN-/WIA-stuurprogramma .....11, 15 verwijderen .................................. 110
V Verplaats, functie ............................21, 50 Viewer, venster Macintosh .................................61, 66 Windows ....................................... 34
W Weergavegebied Macintosh .................................57, 58 Windows ..................................30, 31 Weergavemodus Macintosh .................................57, 59 Windows ..................................30, 32 Weergaveregelpaneel Macintosh .................................57, 60 Windows ..................................30, 33 Windows Verkenner ........................... 113
Z Zoeken, beelden Macintosh ...................................... 64 Windows ....................................... 36 ZoomBrowser EX ...............................9, 11 versie 2/3 ..................................... 121
Canon Klantenservice Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) dat bij de camera wordt geleverd voor adressen van de Canon Klantenservice.
ArcSoft Klantenservice Noord-Amerika 46601 Fremont Blvd., Fremont, CA 94538 Tel: 510-979-5599 (ma – vr, 8.30 – 17.30 PST) E-mail:
[email protected]
Andere landen Raadpleeg de ArcSoft-website: http://www.arcsoft.com/maininternational.html
CEL-SF4FA280
© 2005 CANON INC.