Handleiding
MKVS Digitaal versie september 2010
Voor alle kinderen in het montessorionderwijs, in de hoop dat ze aan een toekomst kunnen werken die recht doet aan hun persoonlijkheid. Collega’s dank ik oprecht voor hun werk bij het tot stand brengen van de digitale versie van het Montessori Kindvolgsysteem. Hun bijdragen waren onmisbaar om tot een goede en verantwoordde inhoud en vormgeving te komen.
Vleuten, juni 2009 Els Westra
MKVS Digitaal versie september 2010
Pagina 2 van 92
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave I
Digitaal MKVS: theoretisch kader
1 Het 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Montessori Kind Volg Systeem Introductie . . . . . . . . . . . . . De ontwikkelingsdomeinen . . . . . De registratie-inhouden . . . . . . Het profiel . . . . . . . . . . . . . . Formulieren . . . . . . . . . . . . .
5
voor kinderen van 2 tot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12 . . . . . . . . . .
jaar . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . .
. . . . .
6 . 6 . 8 . 15 . 17 . 19
2 Achtergronden MKVS 2.1 Volgen van kinderen volgens de idee¨en van M. Montessori . . . . . . . . . . . 2.2 Volgen van kinderen volgens de wet en het kwaliteitskader Inspectie PO . . . 2.3 Het Lusmodel en het MKVS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
20 20 22 22
3 Het 3.1 3.2 3.3 3.4
24 24 25 26 28 28 28 28 30 30 32 32
volgen van ontwikkelingsmomenten Groepsmanagement . . . . . . . . . . . . De observerende houding van de leraar . Signaleren . . . . . . . . . . . . . . . . . Beslissingsmomenten . . . . . . . . . . . 3.4.1 Wachten (W) . . . . . . . . . . . 3.4.2 Begeleiden (B) . . . . . . . . . . 3.4.3 Observeren (O) . . . . . . . . . . 3.4.4 Diagnosticeren (D) . . . . . . . . 3.4.5 Evalueren (E) . . . . . . . . . . . 3.4.6 Registreren (R) . . . . . . . . . . 3.5 Verslaggeving aan ouders . . . . . . . .
II
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . .
Digitaal MKVS: het programma
4 Basisgegevens MKVS 4.1 Menu: MKVS - Basisgegevens 4.1.1 Peilpunt instellingen . 4.1.2 Sjablonenoverzicht . . 4.1.3 Journaalregeltypes . . 4.1.4 Documenttypes . . . . 4.1.5 Registratiemodel . . . 4.1.6 Diagnosemiddel . . . .
34
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
36 36 36 37 40 42 43 46
5 Werkwijze MKVS 5.1 Menu: MKVS - Kind . . . . . . . . . 5.1.1 Leerlingvenster . . . . . . . . 5.1.2 Journaal toevoegen/wijzigen 5.1.3 Journaal overzicht (leerling) .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
47 47 47 61 62
MKVS Digitaal versie september 2010
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
Pagina 3 van 92
INHOUDSOPGAVE
5.2
III
5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 Menu: 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6 5.2.7 5.2.8
Signalering overzicht . . . . . Signaleringen . . . . . . . . . Observaties . . . . . . . . . . Registraties . . . . . . . . . . MKVS - Afdrukken . . . . . . Algemeen afdrukscherm . . . Journaal afdrukken . . . . . . Inhoud signaleringen . . . . . Aantal signaleringen (kind) . Status beslissingen (kind) . . Aantal signaleringen (leraar) Status beslissingen (leraar) . Afdrukvoorbeeld . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
Ter afsluiting
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . .
65 68 70 71 74 74 77 78 79 81 82 83 83
86
6 Literatuurlijst / Achtergrondinformatie
87
7 Begeleiding, ondersteuning en contact
92
MKVS Digitaal versie september 2010
Pagina 4 van 92
Deel I
Digitaal MKVS: theoretisch kader
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 5 van 92
Hoofdstuk 1
Het Montessori Kind Volg Systeem voor kinderen van 2 tot 12 jaar 1.1
Introductie
Vanaf September 2000 wordt op de Nederlandse montessorischolen in toenemende mate gewerkt met het Montessori Kindvolgsysteem (het MKVS). Volgens de wet Primair Onderwijs is de school verplicht kinderen te volgen in hun ontwikkeling. Men is vrij om te kiezen welke middelen hierbij worden gebruikt. Het MKVS is acht jaar lang als papieren versie uitgegeven in een map met daarin de inleiding, de toelichting en de beschrijvingen bij de registratieformulieren en een volledig kinddossier (inmiddels de 5e druk). Vanaf September 2008 kan men met een digitale versie werken. Deze versie is sterk geactualiseerd en het werken ermee vergemakkelijkt het verkrijgen van het overzicht van de ontwikkelingsmomenten. De voordelen van het digitale MKVS zijn: • Na het signaleren kan men snel en gemakkelijk de registratieonderdelen vinden. • Het invullen van de registraties verloopt vlot via een enkele muisklik. • De voortgang van de ontwikkelingen tijdens de peuterperiode en de onder-, middenen bovenbouw van het basisonderwijs is nauwgezet te volgen via een tijdlijn. • Automatische koppeling tussen het individuele registratieformulier en het ontwikkelingsprofiel. • Iedere school kan zelf naar eigen inzicht informatieteksten en gegevens toevoegen. • Het digitaal MKVS kan vanaf iedere internetwerkplek worden benaderd, dus ook op een computer buiten het schoolnetwerk. De verbinding is beveiligd. • Het digitaal MKVS kan als losse module of ge¨ıntegreerd met de Eduscope Administratiemodule worden aangeschaft. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 6 van 92
1.1. INTRODUCTIE Begin 2008 kwam de vraag om het volgen van kinderen te laten aanvangen vanaf de leeftijd van 2 jaar. Indien in de montessoripeutergroepen gebruik gemaakt wordt van het digitale MKVS, ontstaat er ´e´en doorlopende lijn in het volgen en registreren en is de onnatuurlijke grens bij 4 jaar op dit punt verdwenen (de Perioden van groei zijn van 0 tot 3 en van 3 tot 6 jaar). Tot aan 2000 ontbrak het in het montessoribasisonderwijs aan een specifiek middel om ontwikkelingsmomenten van kinderen in beeld te brengen, terwijl dat juist zo past bij de specifieke doelstellingen van dit type onderwijs. Naast het feit van de wettelijke verplichting een volgsysteem te hebben, hebben montessorileraren de wens te kennen gegeven om op een praktische en overzichtelijke wijze gegevens van kinderen vast te kunnen leggen. Het MKVS biedt daartoe een mogelijkheid. Let op: Het MKVS richt zich op het in beeld brengen van gedrag en/of vaardigheden binnen bepaalde ontwikkelingsdomeinen van individuele kinderen en biedt een overzicht van de beslissingen die de leraar neemt ten aanzien van de begeleiding. De digitale versie omvat nu minimaal 10 jaar van de ontwikkeling. De ontwikkelingsdomeinen zijn: • Waarneming • Motoriek • Taal • Wiskunde: rekenen / algebra * • Geometrie • Kennisgebieden • Perioden van groei. * In het huidige programma staat nog Rekenen / Wiskunde. In deze handleiding wordt al rekening gehouden met nieuwe inzichten en spreken we van Wiskunde: rekenen / algebra. De inhouden van deze ontwikkelingsdomeinen van het MKVS zijn gerelateerd aan de filosofie, de pedagogiek, de antropologie en de didactiek van Maria Montessori. Het gaat hierbij om de grondbeginselen van haar kosmische theorie tot en met de inzichten die ze later beschreven heeft in de trilogie; Psico aritm´etica, Psico geometria en Psico gramatica. In het MKVS is en wordt de Montessori theorie aangevuld en uitgebreid met recente theoretische inzichten op gebied van de ontwikkelingspsychologie, neuropsychologie, pedagogiek, onderwijskunde en didactiek. Het ’Lusmodel’, een specifiek didactisch model, beschrijft de basis waarop het werken met het MKVS stoelt. Naast het MKVS, dat een dossier is dat wordt ingevuld door de leraar, wordt er ook een werkdossier voor het kind ontworpen en gedigitaliseerd. Naar verwachting zal het in het schooljaar 2009/2010 klaar zijn. In dit werkdossier kunnen kinderen werk opslaan dat van belang is en dat door hen wordt ge¨evalueerd. De belangrijkste opbrengst van het werkdossier zullen de reflecties van het kind zijn op eigen op handelen en op keuzes die het bij het werk heeft gemaakt. Het is de bedoeling dat zowel het kinddossier als het werkdossier samen de informatie leveren aan de ouders en aan externen zoals bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs en de inspectie. Op het einde van de basisschoolperiode kunnen deze twee documenten de keuze voor de meest optimale schoolloopbaan van het kind ondersteunen. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 7 van 92
1.2. DE ONTWIKKELINGSDOMEINEN
1.2
De ontwikkelingsdomeinen
De ontwikkeling van kinderen volgen is een haast onmogelijke opgave. Want wat is d´e en wat is ontwikkeling? Montessori beschreef de ontwikkelingsdomeinen vanuit Gevoelige perioden. Vanuit deze basistheorie zijn de ontwikkelingsdomeinen bij kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar in het MKVS uitgewerkt en wordt ontwikkeling concreet gemaakt. Verderop komen we terug op d´e. Gevoelige periodes zijn momenten waarop bepaalde gebieden in het brein erg gevoelig zijn voor prikkels van buitenaf, waardoor de ontwikkeling van bepaalde functies gestimuleerd worden. Op die momenten zien we bij kinderen bepaald gedrag waardoor we kunnen afleiden dat er een bepaalde gevoeligheid aan de orde is. Bij kinderen tot ongeveer zes jaar gaat het hierbij om herhaling, intensieve aandacht en ordening. Opvoeders kunnen het kind stimuleren en prikkelen door het kind een goede omgeving en passend materiaal aan te reiken.
Het domein Waarneming Leren waarnemen ( Montessori: opvoeding van de zintuigen) staat in de eerste levensjaren centraal. Zien, horen, voelen, proeven, ruiken, tasten en wegen zijn functies, die kinderen van nul tot ongeveer zes jaar, vanwege gevoelige periodes optimaal kunnen ontwikkelen. De opvoeding van de zintuigen is van belang voor de functieontwikkeling (biologisch doel), voor het contact met de directe leefomgeving (sociaal doel) en voor het ordeningsproces (cognitief doel). Een goed functionerend onderscheidingsvermogen brengt het kind kennis en vooruitgang. In termen van gedrag zien we dat het kind dat over goed functionerende zintuigen beschikt: • prikkels exact waarneemt • kan discrimineren, analyseren en synthetiseren (ordenen) • informatie goed kan vasthouden in het kort termijn geheugen en ook weer oproepen uit het lang termijn geheugen • begrippen goed benoemen kan (mathematische geest) • kennis kan toepassen in de directe omgeving • een onderzoekende houding heeft (Lees verder in de helpteksten bij dit ontwikkelingsdomein.) Door de functieontwikkeling goed te observeren, kunnen problemen in het domein waarnemen vroegtijdig worden opgespoord. Zoals het niet goed kunnen zien (diepte zien, accommoderen, focussen, en dergelijke). Om problemen in de waarneming te kunnen herkennen is specialistische kennis nodig. Het domein Motoriek Naast de gevoelige periode voor zintuiglijke ontwikkeling is er in de zelfde periode ook een gevoelige periode voor de ontwikkeling van de bewegingen. Bij kinderen tot ongeveer twee jaar is de energie die ze besteden aan waarnemen, bewegen en ook aan taal, wisselend. Hierna ontwikkelen de functies zich meer gelijktijdig. Motoriek als domein wordt onderscheiden in twee systemen: grote en kleine motoriek. Beide MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 8 van 92
1.2. DE ONTWIKKELINGSDOMEINEN systemen ontwikkelen zich onafhankelijk van elkaar en werken toe naar de specialisatie van ´e´en van de beide hersenhelften die vervolgens de bewegingen gaat aansturen. Nadat de reflexen goed zijn ontwikkeld en ge¨ıntegreerd in de babyperiode ontwikkelen zich de slurfbewegingen. Het is een tegengesteld bewegen van de linker en rechter zijde van het lichaam. Het kind kan zich daardoor liggend omdraaien en kruipen. De ene kant strekt zich terwijl de andere kant zich buigt. Na de slurffase ontwikkelt zich het gelijktijdig bewegen van bijvoorbeeld: de beide handen, de symmetriefase. De bewegingen verlopen dan tegenover gesteld en meestal gelijktijdig aan elkaar en vanuit het lichaam als startpunt naar buiten toe. Vanuit de symmetriefase ontwikkelt zich uiteindelijk de voorkeurskant. Deze is in aanleg aanwezig maar komt dan pas volledig tot ontwikkeling. Op dat moment kan het kind met de linker hand iets anders doen dan met de rechter hand en sturen of de rechter of de linker zijdige zintuigen de beweging. De hersenhelften functioneren hierbij los van elkaar en de hersenbalk heeft een functie gekregen. De laatste fase is de dominantiefase en laat de uiteindelijke keuze voor rechts en linkszijdig functioneren zien. Hoe de verschillende fasen zijn waar te nemen staat beschreven bij o.a. de helpteksten bij het onderdeel registratie. Montessori beschreef een onderscheid in het totaal bewegen en in het bewegen van de hand. In dit MKVS wordt verstaan onder grote motoriek: het totale bewegen van het lichaam, zoals lopen, springen en onder kleine motoriek: de bewegingen tussen twee of meerdere systemen, zoals oog en hand. Montessori onderscheidde ook nog de zgn. rode mens: het stelsel van de bloedsomloop en de witte mens: het zenuwstelsel. Dit alles is in het MKVS samen gebracht in een deelgrote motoriek en een deel kleine motoriek. Het tekenen en schrijven is een apart en derde deel. Hierbij wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de beweging van de hand. De hand is het instrument dat door voelen en tasten informatie overbrengt en van directe invloed is op de kwaliteit van het informatieverwerkingsysteem. Hoe beter, meer en langer het kind de beide handen kan gebruiken hoe meer het informatie opdoet en een goed basis legt voor de cognitieve ontwikkeling. Uit onderzoek is gebleken dat de voorkeurshand in aanleg wel is bepaald, maar dat in de fasen tot aan de dominantie het belangrijk is de kinderen veel en vaak alle handelingen te laten doen met beide handen tegelijk en afwisselend rechts en links. Dit ter stimulering van de beide hersenhelften in de periode voordat een van de hersenhelften zich gaat specialiseren en dominant wordt ten opzichte van de andere helft. Omdat bij de motorische activiteiten ook cognitieve processen een belangrijke rol spelen is ook hieraan aandacht besteed bij de registratie. Dit is het vierde onderdeel. De groei van kinderen kan met behulp van foto’s kan in het zogenaamde Leerlingvenster zichtbaar gemaakt worden door ieder schooljaar daar een nieuwe foto te plaatsen. Het is mogelijk deze op te slaan in een overzicht zodat de morfologische groei ook op deze wijze zichtbaar wordt (morfologisch betekent hier: vorm en bouw van een organisme). Het domein Taal Vanuit onderzoek weten we dat taal bij mensen niet erfelijk is vastgelegd. De mens heeft een aangeboren vermogen om taal te leren. Dat kan alleen als een taal zich volgens regels gedraagt. De grammatica van een taal beschrijft wat goede regels of foute zinnen zijn en wat hun betekenis is. Taal is daardoor een heel exacte wetenschap. Om het systeem te kunnen uitbeelden maakte Montessori de taalsymbolen, (Lees hierover in de helptekst bij Taalbeschouwing) en de schuurpapieren letters om de spraaktaal te kunnen voelen. Het algemeen leervermogen, de intelligentie, speelt een belangrijke rol speelt in het taalverwervingsproces. Verder ook het sociale gebruik van de taal, dus hoe taal in communicatieve situaties gebruikt wordt. Hierbij kan het voorkomen dat kinderen een groot verschil ervaren MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 9 van 92
1.2. DE ONTWIKKELINGSDOMEINEN tussen thuistaal en schooltaal. Naast het leren begrijpen van de systematiek van taal wordt door Montessori veel aandacht besteed aan het begrijpen van de inhoud van taal. Lange tijd is men ervan uitgegaan dat frequent voorlezen belangrijk zou zijn voor de taalen leesontwikkeling. Veel onderzoeken laten nu echter zien dat het effect zeer klein is als het alleen gaat om de frequentie. Echter wanneer er sprake is van interactie en er interactief wordt voorgelezen is er sprake bij de meeste kinderen van een leereffect (Bus, IJzendoorn en Pelligrini 1995; Scarborough en Dobrich, 1994). De nadruk op de inhoud bewerkstelligt een positief leerresultaat. Op het moment waarop de gedrukte of geschreven taal zich aan het kind aandient in de vorm van lezen en schrijven, ontstaat volgens Montessori het probleem van de cultuur in de opvoeding dat ze als volgt omschrijft: immers, geschreven of gedrukte taal stelt ons in staat de reeds logisch geordende gedachten te uiten en uit boeken de denkbeelden te vergaren van vele ver van ons verwijderde en voor ons onzichtbare personen, of ons rechtstreeks in verbinding te stellen met mensen, die in voorbije tijden hebben geleefd. Zolang het kind wegens zijn onrijpheid niet bij machte is zich van deze taal te bedienen, mag hij zich de moeite besparen die te leren. Montessori legt hierbij uit dat het van het ontwikkelingsmoment afhangt of een kind in staat is te begrijpen wat hij leest en zo niet dat het dan ook niet moet worden aangeboden. Lezen is vanaf het begin bedoeld als begrijpend lezen. Technische niveaubepaling is hierbij niet aan de orde, omdat het niet garandeert dat het kind ook de tekst begrijpt, waar het toch bij lezen om gaat. Als kinderen leren lezen nadat ze zelf woorden hebben gemaakt lezen ze allerlei woorden, niet alleen de woorden die een logische, technische opbouw hebben. Bijvoorbeeld eerst MKM woorden lezen en daarna overstappen naar de naar MKKM woorden. Het vroege schrijven dat kinderen in het montessorionderwijs doen, huidige opvattingen menen dat dat niet verstandig zou zijn, is tot stand gekomen doordat Montessori beschreef dat ook aan het gehoorde woord een motorische handeling moet beantwoorden. Het kind krijgt door het voelen van de letters en het schrijven ervan en het maken van woorden, de gelegenheid het mechanisme van de spraak te vervolmaken. Hierbij is de ontleding van woorden nodig. Ze schrijft: Iets wat zo vluchtig is als het gesproken woord, kan niet worden ontleed. De taal moet om zo te zeggen, gematerialiseerd en gestabiliseerd worden, en daartoe is het geschreven woord nodig, voorgesteld in grafische tekens. Het schrijven, lees vormgeven, van letters op jonge leeftijd heeft zodoende en belangrijke functie. Montessori geeft aan dat dit motorisch gezien geen probleem is, omdat de kinderen in de gevoelige periode verkeren van waarneming en beweging. Zij stelt zelfs dat het maken van de tekens eenvoudiger is voor het kind dan het juist uitspreken ervan. Het domein Taal is in het MKVS op een niet traditionele wijze ingedeeld. Het begint met spraaktaal omdat zowel de spelling als het lezen hierop voortbouwen. Taalbeschouwing is een onderdeel van taal en behelst zowel het redekundig als taalkundig ontleden. De creatieve functie van taal komt tot uitdrukking bij het maken van woorden, zinnen, teksten en gedichten dus zowel in proza als in po¨ezie. Naast het kunnen registreren van vaardigheden in de Engelse taal is er ook ruimte voor het volgen van een andere, c.cq. tweede of derde taal van het kind. Bij het invullen van de registratieonderwerpen zijn naast de informatie die beschikbaar is van M. Montessori over: Psico grammatica ook, voor zover ze hierbij correct en aanvullend zijn, vaardigheden toegevoegd vanuit de kerndoelen en de eindrapportage van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal. Het domein Wiskunde: rekenen / algebra In het boek De Methode (hoofdstuk 20) lezen we het volgende: Al het onderwijs in rekenkunde en in de beginselen van de algebra in de vorm van te lezen MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 10 van 92
1.2. DE ONTWIKKELINGSDOMEINEN en andere geheugen-oefenende kaarten en nog meer materiaal, leiden samen tot resultaten die raadselachtig lijken en tonen dat het onderwijs in wiskunde algeheel hervormd moest worden, en dat men moest uitgaan van een zintuiglijke voorbereiding, gebaseerd op kennis, waarop de begripsvorming kon steunen. Maar naast de actieve methode, waarin het steeds gaat om het hanteren en plaatsen van voorwerpen, en om de krachtige activering van de zintuiglijke waarneming, moet bovendien rekening worden gehouden met de speciale instelling van het kind ten opzichte van de rekenkunde. Wanneer dan het materiaal losgelaten wordt, zullen de kinderen met groot genoegen er zich toe zetten de bewerking uit te schrijven, wat een abstract geheugenwerk is, en dan verrast ons het optreden van een spontane neiging voor berekeningen uit het hoofd. Montessori beschrijft dus hier dat kinderen op basis van het omgaan met het materiaal, de elementen van een rationele rekenkunde ontdekken die anders is dan het leren tellen op basis van geheugentraining. Door problemen op te lossen aan de hand van situaties en materialen, leren kinderen bepaalde relaties te zien. Ze ’herkennen’ de wisselstructuur in het gouden materiaal, in geld, in maten en gewichten en ze zien dat er iets vergelijkbaars plaats kan vinden met uren, minuten en seconden. Ze leren dat de telrij terugkomt op de meetlat, op de literteller op de benzinepomp en zo meer. Door allerlei problemen met toevoegen, weghalen en splitsen van aantallen en getallen op te lossen leren ze de kleine optellingen en aftrekkingen en later leren ze optellen en aftrekken met grotere en heel grote getallen. Ook leren kinderen dat delingen, breuken en verhoudingen eigenlijk op hetzelfde neerkomen. Tenslotte krijgen ze de mogelijkheid om te leren formules te beredeneren en te begrijpen en te rekenen met letters (algebra). De leraar heeft een belangrijke rol bij het tot stand komen van dit repertoire. Oefenen van vaardigheden, memoriseren van feiten, het kritisch kijken en luisteren naar berekeningen en redeneringen, zijn zaken die de leraar stimuleert, zodat de kinderen een repertoire opbouwen dat hen later niet in de steek laat en hen een wiskundige basis geeft. Kinderen verschillen in begaafdheden en ieder kind zal deze ontwikkeling in eigen tempo en in eigen diepte d´ o´ ormaken. Toch heeft succes in wiskundige ontwikkeling niet alleen maar met begaafdheid te maken, maar ook met de kennis, vaardigheden, aanpakken en redeneringen (taal), die kinderen zich eigen gemaakt hebben. Kortweg spreken we van pohet wiskundig repertoire. Het wiskundig repertoire groeit in de loop van de basisschool en het vervolgonderwijs steeds verder door. Montessori spreekt dan van de ontwikkeling van de mathematische geest. Rekenkundige opgaven vereisen een zeker wereldbeeld en een zeker wiskundig repertoire en geven kinderen de gelegenheid dat ook weer te verrijken. Bij het invullen van de registratieonderwerpen zijn naast de informatie die beschikbaar is van M. Montessori over: Psico aritmetica ook, voor zover ze hierbij correct en aanvullend zijn, vaardigheden toegevoegd vanuit de kerndoelen en de eindrapportage van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen. Het domein Geometrie Geometrie is het derde gebied binnen de wiskunde naast rekenen en algebra. Het is ook gerelateerd aan de domeinen waarneming. Door het werken met zintuiglijk materiaal doen de kinderen de eerste meetkundige ervaringen op. Geometrie wordt niet genoemd in de Kerndoelen. Het is echter een belangrijk surplus in de Montessorimethode. Montessori wijdde er een heel boek aan: Psico geometria. Geometrie, rekenkunde en algebra veronderstellen dat het kind abstracties kan maken en deze beheerst op basis van eerdere ervaringen met een realiteit, die het kind ertoe bracht te experimenteren en betekenissen te ontdekken. De taak van de leraar niet het kind te helpen te kunnen abstraheren, maar om het kind de ruimte te geven te ontdekken en zelf de weg te bepalen waarlangs het tot abstracties komt. De leraar functioneert in wat Montessori noemt: de periferie en het kind zelf, met name de psyche, is het centrum. Daar wordt bepaald en vastgelegd wat belangrijk is om te onthouden en te leren. De leraar bepaalt dus MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 11 van 92
1.2. DE ONTWIKKELINGSDOMEINEN ook hier, bij dit wiskundig redeneren, niet de stappen die het kind neemt op grond van een theoretische indeling over makkelijk en moeilijk. Montessori: In het kind ontwikkelt zich iets dat deel gaat uitmaken van zijn geestesleven, een geometrisch gevoel dat een wordt met zijn psychisch organisme dat op weg is naar actieve schepping. De geesteshouding, het spontane opmerken als vrucht van een innerlijke gevoeligheid, is iets heel anders dan datgene wat we beschouwen als het logisch aanleren van kennis. Geometrie, de vormleer, al is de oorspronkelijke naam landmeetkunde, is voor kinderen een haast natuurlijk gegeven, zeker als de mogelijkheid wordt gegeven om ermee te experimenteren en er creatief mee om te gaan. Het precies waarnemen leidt ertoe dat kinderen ook in combinatie met natuuronderwerpen goede waarnemers worden en ook expressief vorm kunnen geven aan hun waarnemingen. Het domein Kennisgebieden Kosmische opvoeding brengt waardering bij voor al het goede dat door menselijke samenwerking tot stand is gekomen en de bereidheid om in het belang van gemeenschappelijk werken voor het kosmisch plan, vooroordelen van zich af te leggen. Als kinderen zich bewust worden van de kosmische krachten dan zijn ze op den duur in staat de taak van de mens en van zichzelf te herkennen en verantwoordelijkheid te dragen. Kosmische opvoeding is in zijn praktische uitwerking gebaseerd op de psychische behoeften van het kind. Deze zijn beschreven in het ontwikkelingsdomein Perioden van groei. In het domein Kennisgebieden is ingericht vanuit het concept kosmisch onderwijs. In de wereld van de verschijnselen, of ze nu van universele, mondiale of lokale aard zijn is steeds sprake van de volgende samenhang: 1. een wetmatige samenhang: er gelden wetmatigheden en regels. 2. een samenhang die betrekking heeft op ontwikkeling, zowel ruimtelijk, als historisch en toekomstig. 3. een structurele samenhang, waarin de organisatie kenbaar wordt. Het heelal met als kernpunt de wereld is voor de kinderen het uitgangspunt om vanuit de verschillende perspectieven te werken. De indeling komt overeen met de hierboven aangegeven driedelige samenhang, wetmatigheid, structuur en ontwikkeling. Het Geografisch perspectief: de geografische verspreiding van dieren, planten, mensen over de aarde en de oorzaken die daartoe hebben geleid. Het gaat hierbij om de plaats van de aarde in het heelal en de plaats van de planten, dieren, mensen op de wereld. Het kind leert oorzaken en gevolgen vanuit het grote geheel (heelal) naar de details, waarbij wetmatigheden en regels de richting van veranderingen bepalen. Het Historische perspectief: Tijd, verleden/heden/toekomst en ontwikkeling. Vanuit het grote geheel naar de delen is ook in dit perspectief van belang en heeft als gevolg dat de kinderen vanuit het verleden naar het heden toe kunnen werken en andersom. Het Inrichtingsperspectief: ruimtelijke inrichting en vormgeving van de wereld door de mens. Het kind leert dat de mens van grote invloed is op de ruimtelijke inrichting en de spreiding. Mensen waarderen deze uiteenlopende gevolgen op diverse manieren en gaan er verschillend mee om. Het ontdekken van samenhang en structuur in de eigen omgeving is het kader van waaruit het kind hier werkt. Kosmisch onderwijs wil een fundamentele ordening aanbrengen in de talrijke onderwerpen die het kind om zich heen aantreft. Daarom is het van belang dat naast alle ’technische’ informatie ook de onderliggende relaties in de ordeningen vanaf het begin worden onderzocht en uitgewerkt. Zeker in het huidige computertijdperk is het verkrijgen en verzamelen van MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 12 van 92
1.2. DE ONTWIKKELINGSDOMEINEN allerlei informatie nog maar een koud kunstje. Echter het doorzien van relaties, van verbanden en betekenissen moet het kind zelf tot stand brengen. Kosmisch onderwijs veronderstelt dat het kind hulp krijgt om de betekenisgeving van al die informatie te gaan ontdekken. Het opnemen van nieuwe kennis en ervaringen kent een wetmatig verloop, waarbij de geest een ordelijk systeem opbouwt: het lange termijn geheugen. Montessori was van mening dat bij elk onderwerp dat aan de orde komt er eerst een beeld van het geheel gezocht en gegeven dient te worden, met daarbij een algemeen zicht op de relaties tussen de delen. Met andere woorden: het geheel aanbieden met het detail als middel. Het beste is hierbij dat het geheel een imposant en compleet geheel is, niets minder dan het universum. Het vertellen van verhalen is hierbij een goed hulpmiddel. Montessori schreef vele grote en kleine verhalen die in de komende tijd weer beschikbaar zullen worden gesteld. Het kind van rondom de 6 jaar heeft al veel culturele interesses en een diepgeworteld gevoel voor orde en voor wiskunde, beweert Montessori, mits het kind in de onderbouw gewerkt heeft met het materiaal en daar ook orde heeft kunnen verwerven. Montessori: Aan ons hebben de kinderen zelf onthuld dat discipline uitsluitend het resultaat is van een totale ontwikkeling, van geestelijke activiteit, gesteund door handelen. Wil het kind een kans van slagen hebben in het montessorionderwijs, het van de school vraagt om de principes te handhaven en het geheel in stand te houden. Het domein Perioden van groei In dit domein wordt de ontwikkeling van de persoonlijkheid beschreven en in te registreren gedrag uiteengelegd. Het geeft hierdoor de leraar en de ouders inzage in de groei van het kind als individu, hier identiteitsontwikkeling genoemd. Montessori heeft veel aandacht besteed aan de beschrijving van deze ontwikkeling van het kind met name op de aspecten socialiteit, moraliteit, intelligentie, wil en verbeeldingskracht. Kenmerkend in het ontwikkelingsverloop zijn de gevoelige perioden. Montessori omschreef dat er in bepaalde perioden meer verschijnselen optreden van brede ontwikkeling en grote veranderingen dan in de andere. In het kleine kind bestaat een onbewuste geestesvorm die een scheppend vermogen bezit: de absorberende geest. Deze geest bouwt aan ontwikkeling volgens het patroon van innerlijke gevoeligheden. Deze treden vooral op van nul tot zes jaar. En wel op de ontwikkelingsgebieden, waarneming, motoriek en taal. Daarna, van zes tot achttien jaar, op gebied van kennisverwerving, creativiteit, socialiteit en moraliteit.
Actoren in de omgeving zijn kinderen, groepsgenoten en de leraar. In de interactie tussen deze actoren, materialen en middelen vindt de persoonlijke ontwikkeling van kinderen plaats. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 13 van 92
1.2. DE ONTWIKKELINGSDOMEINEN De leraar is ontwerper van die rijke, activerende en uitdagende omgeving. Zijn of haar rol is daar echter niet toe beperkt, maar bestaat ook uit actief deel van de omgeving te zijn door kinderen te volgen in hun ontwikkeling en in te wijden en, daar waar nodig, in te grijpen. De voorbereide omgeving sluit aan bij de ontwikkelingsfasen en behoeften van het kind. Kinderen hebben in die omgeving binnen bepaalde grenzen vrijheid in werkkeuze, werkduur, werktempo en werkcyclus. Zij kunnen en worden ter wille van hun ontwikkeling ook aangespoord ervaring op te doen waar zij niet direct affiniteit mee hebben. Dit garandeert dat kinderen voldoende kennis en vaardigheden opdoen om op zinvolle wijze te kunnen deelnemen aan de cultuur waarin zij opgroeien. Let op: Naarmate kinderen meer ervaring opdoen, verder gevorderd zijn in de ontwikkeling van de wil, van moraliteit en sociale relaties, worden de kaders ruimer en de keuzemogelijkheden groter. Dit proces wordt het normalisatieproces genoemd. Zo komt het principe van de afnemende leiding en dus van overdracht van verantwoordelijkheid tot uitdrukking. Kunnen en willen kiezen is een voorwaarde voor de ontwikkeling van de zelfstandigheid. Werken wordt als middel gezien om uit te groeien tot een krachtige persoon. Kinderen krijgen middelen aangereikt, waarmee ze in zelfwerkzaamheid een werkelijkheidsgebied kunnen onderzoeken. Middelen kunnen bijvoorbeeld zijn: theoretische begrippen, een procedure, een techniek, een instrument of een heuristiek, vaak aanvankelijk in gematerialiseerde vorm. Het werkelijkheidsgebied kan zowel in de actuele omgeving gegeven zijn, als in boeken of in andere informatiedragers worden gerepresenteerd. Kennis wordt aangeboden als gereedschap waarmee problemen kunnen worden geanalyseerd en ontwerpen kunnen worden gemaakt. Naarmate kinderen ouder worden, verschuift de ontwikkeling van zintuiglijk naar cognitief en het gebruik van middelen van fysieke materialen naar theoretische idee¨en. Voor de school betekent het dat deze pedagogische uitgangspunten bij uitstek herkenbaar zouden moeten zijn in de werkwijze en de omgang met het individuele kind, in letterlijke tijd die aan werken wordt besteed. De perioden van groei zijn uitgewerkt in: de periode van schepping en de periode van verkenning en wetenschap, omdat deze perioden de zogenaamde voorschoolse en basisschoolleeftijd omvatten. Montessori: De groei is werkelijk een verandering, geen eenvoudig toenemen in afmetingen, noch een ontwikkeling in rechte lijn van psychische vermogens. De groei bestaat uit grote inwendige en uiterlijke wijzigingen. Daarom is het ook bijna onmogelijk om over ’het kind’ te spreken; men moet vooraf bepalen welk ontwikkelingsstadium men bedoelt....... Wanneer de opvoeding de ontwikkeling van de persoonlijkheid wil helpen, moet zij rekening houden met de veranderde behoeften en hen met andere middelen tegemoet treden dan op een vorig plan. Dan zal de gehele opvatting van opvoeding veranderen en zal de vorm aannemen van hulp aan het leven van het kind. Opvoeding zal dan de gedaante aannemen van hulp aan de psychische ontwikkeling van de mens, en niet van de plicht hem gebeurtenissen en feiten uit het hoofd te laten leren. De hier aangehaalde teksten van Montessori moeten iedere Montessoriaan als muziek in de oren klinken en precies om deze opvattingen is dit Kindvolgsysteem op deze wijze gemaakt. Het gaat immers om het zicht te krijgen op de groei van het kind, om te zien in welke periode van leven het zich bevindt, hoe het kind zich daarbinnen manifesteert en hoe hulp het best gegeven kan worden. In hedendaagse terminologie gesproken, geeft Montessori aan dat hulp, ook de extra hulp, goed afgestemd moet zijn op de ontwikkelingsfasen, c.cq. aan de periode van groei waarin het kind zich bevindt. D´e ontwikkeling is niet te beschrijven, als het goed is w´el de ontwikkelingsmomenten van een individu. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 14 van 92
1.3. DE REGISTRATIE-INHOUDEN
1.3
De registratie-inhouden
Ieder ontwikkelingsdomein is verdeeld in een aantal gebieden waarin gedrag en vaardigheden zijn te registreren. Het totaal van de inhouden van het MKVS vormt het onderwijsaanbod van 2 tot 12 jaar. Voor alle technische zaken kijkt u bij deel II, Digitaal MKVS: het programma. Een voorbeeld: Het ontwikkelingsdomein is Taal. De ontwikkelingsgebieden binnen dit domein zijn: Spraaktaal, Geschreven taal / spelling, Taalbeschouwing, Leestaal, Engelse taal en Taal anders. Verwacht positief gedrag en vaardigheden bij bijvoorbeeld Geschreven taal / spelling zijn Woorden maken, Zinnen maken en Teksten maken, waarbinnen geregistreerd kan worden. Zie onderstaand voorbeeld:
Betekenis van de verschillende invullingen van de ’registratie-vierkantjes’: •
Een leeg vierkantje: geen waarneembare ontwikkelingsmomenten gesignaleerd.
•
Een vierkantje met een schuine streep (1x klikken met linker muisknop): gezien is dat de ontwikkeling op dit onderdeel is ingezet.
•
Een vierkantje half gevuld (2x klikken): de ontwikkeling zet (stabiel) door; binnen het ontwikkelingsgebied worden nieuwe stappen gemaakt.
•
Een geheel ingevuld vierkant (3x klikken): het kind heeft zich het gedrag en de vaardigheden eigen gemaakt.
•
Een vierkantje rood omrand (klik met rechter muisknop): er is een terugval in gedrag en/of vaardigheid.
Onder Signaleringen en gerichte observaties bij: staan materialen, hulpmiddelen en soms situaties genoemd die geselecteerd kunnen worden. Ze bieden een overzicht voor de leraar om te zien welke materialen bij het signaleren en observeren aan de orde waren. Deze overzichten kunnen naar behoefte door het team zelf worden aangevuld. Het accent ligt dus op het registeren van gedrag en/of vaardigheden. De materialen, hulpmiddelen en de situaties die daarbij ter beschikking stonden zijn secundair van belang. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 15 van 92
1.3. DE REGISTRATIE-INHOUDEN Met deze stellingname heeft er in omslag in denken plaats gevonden. Het gaat er niet meer om te registreren met welk materiaal het kind heeft gewerkt en welk lesje het heeft gehad, maar het gaat erom wat zie ik dat het kind doet met het materiaal en wat zegt dat over zijn ’bekwaamheid’. Het is geen doel op zich om alle hokjes helemaal zwart maken. Dit zou namelijk betekenen dat dan alle te registreren delen als (streef)doelen gezien worden, te behalen in maximaal 90 onderwijsmaanden. De registraties zijn daarentegen een weergave van het feitelijke ontwikkelingsgedrag van kinderen. Ontwikkelingsmomenten verlopen soms sprongsgewijs of zijn zelfs niet altijd waarneembaar. De kleur van de balk boven de gele registratie velden komt overeen met de kleuren van het profiel. Donkergrijs is gerelateerd aan de grijze delen van het profiel (nog niet verwachte of vertraagde ontwikkeling), lichtgrijs aan de witte delen (verwachte ontwikkeling). Het vierkantje in deze balk kan 3 betekenissen hebben: •
Een leeg vierkantje, dat alleen maar kan voorkomen in de lichtgrijze balk, betekent dat dit gebied nog in ontwikkeling is.
•
Het rode vierkantje, dat alleen maar kan voorkomen in de donkergrijze balk, is een hulpmiddel om de leraar te attenderen ontwikkelingsproblematiek of op onvoldoende registratie.
•
Een afgevinkt vierkantje betekent dat een kind zich alle vaardigheden en gedrag heeft eigen gemaakt en dat de leraar dit heeft geregistreerd, al dan niet bij verwachte of vertraagde ontwikkeling (lichtgrijze of donkergrijze balk).
Let op: Om recht te doen aan iedere individuele ontwikkeling geeft ieder ingevuld dossier een persoonlijk beeld weer met positief geregistreerde momenten. Indien er sprake is van ontwikkelingsproblematiek zal er minder ingevuld zijn over een langere tijd. Weinig registraties kan echter ook een gevolg zijn van niet adequaat signaleringsgedrag van een leraar.
Bij het registreren staan, in een kader rechts, suggesties voor diagnose- en hulpmiddelen. Er is specifiek voor deze middelen gekozen, omdat deze het beste aansluiten bij de inhoud van het MKVS. Door middel van een tijdlijn is terug te kijken naar eerdere registraties. Dit kan nuttig zijn om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van kinderen en om de juiste beslissingen te kunnen nemen voor een volgende periode. Er kan gekozen worden om ofwel de registraties van ´e´en specifiek peilpunt te bekijken, ofwel gestapeld tot en met een gewenst peilpunt. Over de ontwikkelingsgebieden en bijbehorende onderdelen met verwacht gedrag en vaardigheden kan achtergrond informatie worden opgeroepen. Het verschaft de basiskennis die nodig is om te kunnen registreren. Desgewenst kan een team deze informatie uitbreiden met eigen teksten.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 16 van 92
1.4. HET PROFIEL
1.4
Het profiel
Het profiel biedt een overzicht over 20 ’onderwijs’ maanden voor de peuterperiode en 90 onderwijsmaanden van de basisschoolperiode en brengt formatieve evaluatiemomenten in beeld. Formatief omdat op basis van de beslissingen die de leraar neemt, naar aanleiding van de geregistreerde ontwikkelingsmomenten of de problemen in de ontwikkeling, het curriculum voor het individuele kind wordt bepaald. Een schooljaar omvat 10 onderwijsmaanden. De indeling is gemaakt op twee maal drie maanden en 1 maal 4 maanden. Dit zijn de zogenaamde peilpunten. Juli en augustus worden niet meegenomen als registratiemaanden. Onder de peilpunten staan 4 voortgangsaanduidingen: •
Dit betekent: er is sprake van een terugval: om een of meerdere vierkantjes staat op het betreffende registratieonderdeel een rode rand
•
Dit betekent: de ontwikkeling is ingezet: in een of meerdere vierkantjes staat op het betreffende registratieonderdeel een schuine streep
•
Dit betekent: de ontwikkeling zet stabiel door, er is op meerdere onderdelen geregistreerd met halve of hele vierkantjes op het registratieonderdeel
•
Dit betekent: de ontwikkeling gaat sprongsgewijs en snel.
Het programma rekent de registraties automatisch om naar bolletjes op het profiel. Een zwart bolletje betekent dat er in die periode is geregistreerd en dat die registratie heeft geleid tot een veranderde voortgangsaanduiding. Een bolletje is grijs als een registratie in die periode niet heeft geleid tot een veranderde voortgangsaanduiding. Indien er in een periode helemaal niet is geregistreerd, is er geen bolletje. Om het profiel gemakkelijker te kunnen lezen worden de bolletjes, daar waar mogelijk, binnen een ontwikkelingsgebied met elkaar verbonden. Het profiel bestaat uit witte en een grijze velden. De witte velden geven aan dat hier registraties worden verwacht en er sprake zal zijn van actieve ontwikkeling. In de grijze velden worden geen ontwikkelingsmomenten verwacht. Ofwel omdat het kind ontwikkelingspsychologisch gezien op dat moment nog geen vaardigheden of gedrag zal vertonen, ofwel omdat bepaald gedrag en vaardigheden zich niet meer als ontwikkelingsmomenten zullen voordoen. Bij ieder overgangsgebied van wit naar grijs en van grijs naar wit is er sprake van een kritiek moment in de ontwikkeling. De leraar dient op deze momenten extra alert te zijn of het kind eerder of later bedoeld gedrag laat zien. Dit is erg bepalend voor de verdere begeleiding.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 17 van 92
1.4. HET PROFIEL
Indeling profiel
In bovenstaand voorbeeld zijn de verschillende bouwperioden met lijnen aangegeven. In het programma zelf zijn deze lijnen niet zichtbaar. De rode lijnen onderscheiden de ontwikkelingsdomeinen. Een extra rode stippellijn onderscheidt het ontwikkelingsgebied Taal anders van het domein Taal, omdat een tweede taal niet bij alle kinderen een ontwikkelingsgebied is. De blauwe lijnen geven de vier bouwperioden aan. Groene stippellijnen geven een mogelijke uitloopperiode van een bouw aan. Het laatste jaar bovenbouw is bijna helemaal grijs. Dit betekent dat wordt verwacht dat de inhouden die beschreven zijn op de registratieoverzichten door het kind daar niet meer als ontwikkelmomenten zouden moeten voorkomen. Dit wil echter niet zeggen dat dit bij alle kinderen zo zal zijn. Het profiel biedt voor de leraar en ouders een voortschrijdend inzicht in ontwikkelingsmomenten van het kind. Indien men het profiel horizontaal ’leest’, krijgt men inzicht in ieder ontwikkelingsdomein. Indien men het verticaal ’leest’, biedt het inzicht in de ontwikkeling binnen een bepaald peilpunt of men kan de ontwikkeling binnen verschillende peilpunten met elkaar vergelijken.
Let op: Na iedere periode van 3 of 4 maanden neemt de leraar op basis van het horizontaal of verticaal vergelijken van de onderdelen een beslissing over de wijze waarop hij het kind in de komende periode gaat begeleiden, dus welke accenten hij/zij in de begeleiding gaat leggen. Dit kan men vastleggen in een journaal.
Op het profiel kan genavigeerd worden naar de achterliggende registratie en signaleringen. Voor interne begeleiders of voor gesprekken met ouders is dit erg handig gebleken.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 18 van 92
1.5. FORMULIEREN
1.5
Formulieren
Het programma kent een aantal standaard formulieren voor de signaleringen en de observaties. Men kan zelf formulieren aanmaken voor bijvoorbeeld oudergesprekken, het handelingsplan voor de leraar, de werkcurve en de beslissingsmomenten naar aanleiding van het profiel. Dit kan met behulp van de journaalfunctie.
Let op: Voor alle hier beschreven onderdelen geldt dat over het gebruik ervan in de hoofdstukken 4 en 5 verdere informatie is te vinden.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 19 van 92
Hoofdstuk 2
Achtergronden MKVS 2.1
Volgen van kinderen volgens de idee¨ en van M. Montessori
Van oudsher wordt bij leraren in het montessorionderwijs veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een observerende houding. De hulp van de volwassene, in dit geval de leraar, is gebaseerd op een juiste waarneming van het gedrag van het kind en is onontbeerlijk voor een juiste manier van begeleiden. Zodoende is te stellen dat het kind weliswaar het object is van de waarnemingen van de leraar, het doel is: het evalueren van het waarnemingsproces, de inschatting en de beoordeling en het begeleidingsproces van de leraar zelf. Gedurende de jeugd worden de fundamenten gelegd waarop later ieder individu uitgroeit tot een unieke persoonlijkheid. De opvoeder dient het kind vrijheid toe te kennen waardoor het kind toegroeit naar zelfstandigheid. Het is de taak van de volwassene om het kind in zijn streven naar autonomie te steunen en te begeleiden, zodat het kind zich kan openbaren zoals hij werkelijk is. Montessori noemt dit proces ’de bevrijding van het kind’. Zij stelt dat er voor het kind een omgeving moet worden ingericht waarin de denkbeelden en de vooroordelen van de volwassene geen belemmering vormen en waar kinderen ervaringen opdoen die in relatie staan met hun ontwikkelingsbehoeften. De hulp die geboden wordt mag zich niet beperken tot de onderwerpen waar het kind om vraagt maar dient ook te prikkelen om nieuwe wegen te bewandelen en nieuwe ervaringen op te doen. Hiertoe is de voorbereide omgeving waarvoor de leraar verantwoordelijk is, h´et hulpmiddel. Door middel van observeren op de eerste plaats en het geven van feedback, het stellen van vragen en voeren van een gesprek op de tweede plaats, komt de leraar er achter welke behoeften kinderen en jongeren hebben (procesevaluatie).
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 20 van 92
¨ VAN M. MONTESSORI 2.1. VOLGEN VAN KINDEREN VOLGENS DE IDEEEN
afb. De vier perioden van groei van de mens van 0 tot 24 jaar, met een weergave van het causaliteitsbeginsel (de toename in oorzakelijkheid, vrij vertaald als ’stapeltheorie’).
Montessori zelf ’ontdekte’ het kind door het intensief te observeren en stelde zo de Perioden van Groei vast. Voor kinderen tot de leeftijd van ongeveer 18 ontwierp Montessori een plan om de school mee vorm te geven: een kosmisch plan. De term ’kosmisch plan’ gaat over hoe we de wereld vanuit de kosmische visie in ogenschouw nemen. We zien dan ordening in de hele schepping en de ons omringende wereld. Alle organismen, waaronder ook de mens, zijn aan het werk om het geheel in stand te houden. Vele organismen doen dit onbewust. Alleen de mens is zich wel bewust van het eigen handelen. Montessori maakte deze gedachte operationeel met haar idee¨en over de ’kosmische opvoeding’. De kern daarvan is dat de persoonlijkheid als totaliteit werkzaam moet worden en dat het kind zich bewust wordt van de kosmische gedachte door het bestuderen van de grote variatie die er is aan kosmisch werk, de samenhang die tussen alle dingen is en de onderlinge afhankelijkheid voor het goed functioneren van het totaal. Daardoor kan het kind een eigen kosmische visie ontwikkelen en een actieve participant worden in de wereld. Concreet houdt dit in dat het kind: • onderzoek kan doen • zicht krijgt op het totaal • het kind zijn verbeeldingskracht leert gebruiken • eigen taak, aanvaart met eigen specialisaties en kan werken met anderen Let op: Voor het werken met het MKVS is het kennen van en kunnen werken met het kosmische plan een voorwaarde. Het MKVS volgt de idee¨en van Montessori in deze. Dit betekent dat het kind vrijheid van werken dient te hebben om te kunnen onderzoeken, te kunnen ontdekken en in grote verbanden te kunnen werken. Alleen dan kunnen ontwikkelingsmomenten verantwoord worden vastgelegd. Het MKVS is g´e´en registratiemiddel om onderwijsleerdoelen vast te leggen. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 21 van 92
2.2. VOLGEN VAN KINDEREN VOLGENS DE WET EN HET KWALITEITSKADER INSPECTIE PO
2.2
Volgen van kinderen volgens de wet en het kwaliteitskader Inspectie PO
Tot aan het schooljaar 2007-2008 bekeek de inspectie eens in de vier jaar uitgebreid de kwaliteit van elke school. In het nieuwe toezicht kijkt de inspectie elk jaar naar de basisgegevens van elke school. Op basis van risico’s of signalen vindt nader onderzoek plaats. Indien nodig maakt de inspectie passende afspraken met een school, zodat eventuele risico’s zo snel mogelijk zijn verdwenen. De informatie voor de jaarlijkse risicoanalyse komt uit verschillende bronnen, zoals jaardocumenten, opbrengstgegevens en schoolgidsen. Ook informatie uit andere bronnen, zoals krantenberichten en klachtmeldingen, kan input zijn voor de analyses. Scholen zijn vrij in het kiezen van een ’volgsysteem’. Dit betekent voor conceptscholen, waartoe montessorischolen behoren, dat men kan werken met een model van volgen wat bij het concept past. De belangrijkste eis is dat het de ontwikkeling in kaart brengt en dat er kan worden aangetoond dat er voldoende opbrengst is eind basisschool. Omdat er in het MKVS nu een mogelijkheid aanwezig is om overzichten te maken van de signaleringen en van de beslissingsmomenten van de leraar, wordt met behulp van verschillende mogelijkheden het begeleiden in beeld gebracht. Er wordt nog gewerkt aan het kunnen maken van groepsoverzichten op onderwijsinhouden. Gedurende de komende jaren zal het systeem zich verder ontwikkelen en zal rekening worden gehouden met nieuwe ontwikkelingen. Schoolbesturen die de eindverantwoordelijk dragen voor het onderwijs op hun scholen, worden door de inspectie in eerste instantie benaderd. In de contacten met de inspectie kan het bestuur zich door de directie laten ondersteunen. Om zicht te houden op de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen blijft de inspectie alle scholen minstens een keer in de vier jaar bezoeken. Dat betekent dat ook de scholen waarbij geen risico’s worden aangetroffen ook te maken krijgen met een onderzoek van de inspectie. De Inspectie van het Onderwijs bezoekt voor januari 2009 elk bevoegd gezag om de opgestelde analyses en de toezichtarrangementen te bespreken. Van belang hierbij is dat besturen en directies beschikken over gegevens uit het MKVS.
2.3
Het Lusmodel en het MKVS
Het lusmodel is een didactisch model. Door het doorlopen van de lusmomenten worden kinderen in staat gesteld werk uit te diepen zodat de opgedane ervaringen en kennis kan integreren met eerder verworven kennis en vaardigheden. Materiaal staat ten dienste van het doorlopen van de lus. De lusmomenten voor de leraar zijn gericht op het planmatig handelen en begeleiden. Bij ieder lusmoment van een kind kan de leraar beslissen waaruit de begeleiding zal bestaan (de kleine lusjes). De volledige beschrijving van dit model is te downloaden via www.montessori.nl Zie de pagina MKVS en Lusmodel. Om daadwerkelijk te kunnen anticiperen en om uitspraken te kunnen doen over gedrag (kennis en vaardigheden) van kinderen in het MKVS is het noodzakelijk dat de leraar het gedrag in relatie kan brengen met de lusmomenten. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 22 van 92
2.3. HET LUSMODEL EN HET MKVS Bijvoorbeeld: indien het kind met een materiaal experimenteert tijdens een verwervingsmoment heeft het gedrag een andere betekenis dan dat het kind experimenteert op momenten van toepassing. Het gedrag kan oppervlakkig gezien op elkaar lijken, maar de betekenis ervan is totaal anders. Concreet: het kind experimenteert met de verdeelde metalen figuren (cirkel) wat er allemaal past (verwerving) en later als het kind de formule van breuken in het hoofd heeft, experimenteert het met een bepaald doel: hoeveel verschillende breuken kan ik nu maken en laten zien met dit materiaal?
Let op: Het kunnen invullen van de registratie onderdelen vraagt om het hebben van kennis over de mogelijke drijfveren van waaruit kinderen dingen doen. Het vraagt van de leraar de vaardigheden van kinderen scherp te kunnen analyseren en te zien of bepaald gedrag is geinterioriseerd (eigen gemaakt) of niet. (zie verder bij: Registeren, 3.4.6)
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 23 van 92
Hoofdstuk 3
Het volgen van ontwikkelingsmomenten 3.1
Groepsmanagement
Het montessorionderwijs biedt kinderen de ruimte om: • Onderzoek te doen • Orde te scheppen • Eigen kennis in allerlei situaties te toetsen • Verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen leren Daarbij werken kinderen in een heterogene leeftijdsgroep en past de leraar gerichte begeleiding toe (zie beslissingsmomenten). Dergelijke uitgangspunten vragen om een afgestemd groepsmanagement dat: • voldoende ruimte biedt aan het eigen initiatief van kinderen • er bij het werken vrijheid van werkkeuze, -duur, -tempo en -cyclus is • het maken van afspraken toelaat die passen bij de Perioden van groei en de ontwikkeling van de gehele groep • er ruimte is voor individueel werk en het werken in kleine groepen • er sprake is van een passende voorbereide en flexibele omgeving Bovenstaande stelt de leraar in staat om zich aan de ’rand’ van de groep te bewegen, rondes te lopen en te signaleren. Motessori spreekt in dit verband over opvoeding vanuit de periferie. Bij de start van een werkperiode is er een grote ronde, waarbij de leraar een korte tijd kijkt naar werkhouding/zelfstandigheid, zonder dat de kinderen naar hem/haar toe komen. De leraar kijkt of er al beslissingen genomen kunnen worden over welk kind wat in de kleine ronde nodig heeft. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 24 van 92
3.2. DE OBSERVERENDE HOUDING VAN DE LERAAR De leraar staat steeds op twee of drie vaste plekken in de ruimte en signaleert eventuele bijzondere momenten. Vervolgens vindt de kleine ronde plaats, waarin je de kinderen kunt begeleiden, vragen kunt stellen, kunt observeren en natuurlijk signaleren. Belangrijk is dat er een vaste route wordt gelopen door de leraar. De kinderen blijven aan het werk, gaan niet zomaar de klas uit, maar zoeken naar mogelijkheden aan het werk te blijven. De leraar neemt de beslissing om naar een kind toe te gaan. Kinderen worden niet zomaar in hun werk gestoord. De leraar heeft zicht op werkcurven.
3.2
De observerende houding van de leraar
Het opmerken van ontwikkelingsmomenten van kinderen is de kerntaak van de leraar. Het bezit van zintuigen en kennis is niet voldoende om bekwaan te zijn tot waarnemen ( Montessori, 1934). Het waarnemen moet door oefening worden ontwikkeld. Als verschijnselen van gedrag van kinderen niet worden gezien is het alsof ze niet bestaan en loopt de leraar de kans verkeerde beslissingen te nemen. Reageren vanuit ’vooroordelen’ is dan een groot risico. Hiermee wordt bedoeld dat de leraar primair reageert en actie onderneemt vanuit wat hij of zij van belang vindt. Dit kan zijn gebaseerd op eigen ervaring of vanuit wat men heeft geleerd of vanuit wat anderen vinden dat er zou moeten gebeuren; echter niet vanuit objectieve waarnemingen. Observeren is een houding die uiteindelijk bepalend is voor de onderwijsleersituatie in zijn geheel. Houdingsaspecten van observeren zijn: • zich opstellen aan de rand van de groep • systematisch rond kijken • luisteren en doorvragen • omgeving gericht afstemmen op de ontwikkeling van de groep • afstemmen op gedrag individuele kinderen • reflecteren De observerende houding staat ook beschreven als een startbekwaamheid waarover de leraar al vanaf de aanvang van het leiden van een groep dient te beschikken. Het garandeert de echte vrijheid van werken van kinderen en ondersteunt een ontwikkeling in zelfstandigheid waardoor uiteindelijk kinderen zich verantwoordelijkheid eigen maken, hetgeen de opdracht is van de opvoeding in het montessorionderwijs. Gebleken is dat afspraken en maatregelen min of meer opgelegd vanuit schoolafspraken ten aanzien van vrijheid van werken niet echt lukken. Pas als de leraar vanuit eigen overtuiging over deze bekwaamheid beschikt krijgen de kinderen de ruimte die ze nodig hebben. In het onderstaande schema is te zien hoe de observerende houding (donkergroen) als basis voor alle handelen dient. Alle beslissingen die de leraar neemt kunnen van hieruit worden ’gelezen’.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 25 van 92
3.3. SIGNALEREN
Beslissingsschema
3.3
Signaleren
Signaleren is het waarnemen van iets opmerkelijks, van een markant moment in de ontwikkeling van het kind, ook wel een ’wenkbrauw moment’ genoemd. Er valt iets bijzonders op aan het (werk)gedrag van het kind, in positieve zin maar ook negatief. Het signaleren heeft betrekking op alle ontwikkelingsdomeinen en wordt de hele dag door MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 26 van 92
3.3. SIGNALEREN gedaan. De leraar dient hiertoe wel te beschikken over een observerende houding en het groepsmanagement dient op orde zijn. Aansluitend bij de houdingsaspecten die hiervoor zijn genoemd: en met name ’de leraar stelt zich op aan de rand van de groep’. Een signalering noteren kan op allerlei wijzen plaats vinden, als het maar direct ergens wordt genoteerd. Dit kan zijn op de zogenaamde ’geeltjes’, in een mapje waarin de signaleringsbladen van de kinderen op naam snel te vinden zijn of meteen bij het signaleringsdeel in het programma.
Let op: Signaleringen worden kort, bondig en zo objectief mogelijk op in termen van concreet waargenomen gedrag opgeschreven. Bij het formuleren van de signalering wordt het gedrag zo nauwkeurig mogelijk beschreven, zonder interpretaties of beoordelingen zoals goed, matig, voldoende. Woorden als ’beheersen’, ’kennen’ komen in een signalering niet voor.
Voorbeeld: een signalering als:’Evelien kent de kleuren’ of ’Wout beheerst het honderdbord’ zijn constateringen. Dit type formulering geeft niet aan hoe de ontwikkeling verloopt en het gebruik daarvan dient in de signalering te worden vermeden. Voorbeelden: niet goed is: Wout beheerst het honderdbord of Wout beheerst het werken met het vermenigvuldigbord goed is: Wout bepaalt met behulp van de co¨ ordinaten op het honderdbord waar een fiche moet liggen niet goed: Merel werkt goed met het fischesspel wel goed is: Merel wisselt bij het optellen met verschillende materialen vanaf de enen tot en met de duizenden correct. Indien er meerdere signaleringen zijn gedaan gedurende een bepaalde tijd is het goed om, voordat ze in het programma worden gezet, te bekijken of ze relevant genoeg zijn. Niet iedere signalering zegt iets of voldoende iets over de ontwikkeling. Bijvoorbeeld: indien een kind aan het oefenen is, is er soms minder sprake van belangrijke ontwikkelmomenten of er moet iets belangrijks op te merken zijn aan het herhalen of oefenen zelf. Door te reflecteren op de geschreven signaleringen blijft het dossier toegankelijker en worden er minder onnodige gegevens verzameld.
Let op: Vanuit de signaleringen zijn er diverse keuzemogelijkheden in de route die de leraar aflegt om de juiste gegevens te kunnen registreren en zodoende zicht te krijgen op de ontwikkelingsmomenten van het kind. Zie hiervoor de oranje lijnen 1 t/m 5 in het beslissingsschema. Aan een signalering wordt altijd een beslissing gekoppeld.
Het programma biedt de mogelijkheid om per groep, per kind of per leraar te zien hoeveel signaleringen er zijn genoteerd en welke beslissingen hierbij zijn genomen. Ook vanuit het registratiedeel is terug te lezen of er een signalering aan de registratie vooraf is gegaan en zo ja welke.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 27 van 92
3.4. BESLISSINGSMOMENTEN
3.4
Beslissingsmomenten
Voorbeelden: Wout bepaalt met behulp van de co¨ ordinaten van het honderdbord waar een fiche moet liggen. Beslissing: Evalueren / vragen stellen (om zijn redenering te horen). Merel wisselt bij het optellen met verschillende materialen de categorie¨en vanaf de enen tot en met de duizenden correct. Beslissing: Registreren (bij hele getallen: bewerkingsinzicht optellen en het materiaal aankruisen). Er kan een keuze gemaakt worden om (af) te wachten, te begeleiden/lesje te geven, te diagnosticeren, gericht te observeren, te evalueren/vragenstellen of te registreren. De volgorde van de beslissingen ligt niet vast. Deze wordt stap voor stap, aan de hand van de verzamelde gegevens, door de leraar bepaald. Vanuit ´e´en signalering zijn meerdere beslissingen te nemen.
3.4.1
Wachten (W)
Er kan gekozen worden om (af) te wachten als het kind voor het eerst bepaald gedrag laat zien en het niet zeker is of het gesignaleerde gedrag wel of niet toevallig is. In andere gevallen kan ruimte geven verstandig zijn om het kind gelegenheid te geven zelf ontdekkingen te doen en niet meteen in te grijpen. Afwachten kan ook nodig zijn om vaker te signaleren voordat zeker is dat de vaardigheden en/of de kennis de betekenis hebben van een ontwikkelingsmoment of een ’probleem’.
3.4.2
Begeleiden (B)
Indien de leraar kiest om te begeleiden kan dat op twee manieren. Door inwijden: dat wil zeggen het kind het gebruik van een materiaal tonen, of door ingrijpen: dat wil zeggen het kind variaties en toepassingen tonen om begrippen (namenlesjes) of een andere vaardigheden aan te leren.
3.4.3
Observeren (O)
Bij het gericht observeren gaat het om bewuste waarnemingen met een van te voren vastgesteld doel. Van tevoren wordt bepaald wat je wilt waarnemen en op systematische wijze worden gegevens verzameld. Het is een doelbewuste en doelgerichte activiteit. Deze vorm van observeren is onderdeel van diagnosticeren (zie schema). Een gerichte observatie is altijd gekoppeld aan een eerder vastgestelde signalering. Een gerichte observatie kan plaatsvinden tijdens alle onderwijsleeractiviteiten en vrije momenten. De waarnemingen kunnen inzicht geven over de manier waarop innerlijke processen in het kind zich voltrekken en reiken verder dan ’iets willekeurigs op te merken via de zintuigen’ of ’gadeslaan’, wat de algemene betekenis van de term waarnemen is. Goed observeren leidt tot beter inlevingsvermogen en de leraar verkrijgt de informatie die nodig is om af te kunnen stemmen op de behoeften van het kind. Het stelt in staat om kinderen te helpen in hun ontwikkeling. Door het observeren verzamel je gegevens en kun je MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 28 van 92
3.4. BESLISSINGSMOMENTEN conclusies trekken en beslissingen nemen over vervolgstappen die je meent te moeten nemen of die het kind moet nemen. Omdat het onmogelijk is om alles wat je ziet te onthouden, wordt gebruik gemaakt van een observatieprotocol: het zo genaamde ’drie kolommen model’. Dit model helpt om planmatig te kunnen handelen en overzicht te houden over het begeleidingsproces en is te vinden onder de O van observeren.
Het drie kolommen model: In de eerste kolom, Ik neem waar, wordt zo objectief mogelijk het concreet waargenomen gedrag genoteerd. Een voorbeeld van een juiste formulering in de eerste kolom: Wout pakt zes fiches van tien en legt ze twee aan twee tegen de rand van de doos. Een voorbeeld van een verkeerde formulering: Wout pakt geen fiches meer uit de doos want hij is moe. Moe zijn is een interpretatie van gedrag en is niet toegestaan. Naast het interpreteren speelt het gevoel t.a.v. het kind in zijn ontwikkeling een rol. Montessori wijst erop dat objectief observeren niet kan en dat observeren altijd participerend observeren is. Gevoelens be¨ınvloeden de waarneming altijd omdat er sprake is van een relatie tussen het geobserveerde kind en de leraar. Zij raadt ons aan onze gevoelens te erkennen, er op te reflecteren en er iets positiefs mee te doen. Om het bovenstaande te integreren schrijven we de gevoelens in de tweede kolom Ik voel hierbij. Voorbeeld: Blijheid! Hij vraagt in plaats van iets ongevraagd te pakken. De derde kolom, Ik begrijp dat, dient om de interpretaties van de observatie te noteren. Deze interpretaties zeggen niets over het kind maar zijn de idee¨en die de leraar heeft over het gedrag van het kind. Door deze interpretaties steeds goed terug te lezen kan er een beeld ontstaan over hoe men denkt over kinderen. Het helpt ook weer om via reflectie het eigen denken bij te stellen. Ter afsluiting van de gerichte observatie wordt er een conclusies getrokken. Deze wordt onder de observatie genoteerd. Mogelijke conclusies zijn: • Registreren (beslissingsschema: oranje lijn nr. 3). Als beslissing kiest de leraar dan naast Observeren ook Registreren. • Evalueren (beslissingsschema: blauwe lijn). Als beslissing kiest de leraar dan naast Observeren ook Evalueren/vragen stellen. Met name feedback geven is noodzakelijk om te weten of de interpretatie en de conclusie wel juist zijn. • Afwachten (beslissingsschema: groene lijn). De leraar geeft ruimte aan het kind om te zien hoe het zich verder ontwikkelt. Als beslissing kiest de leraar dan naast Observeren ook (Af)wachten. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 29 van 92
3.4. BESLISSINGSMOMENTEN • Diagnosticeren (beslissingsschema: zwarte lijn). Een diagnostisch onderzoek laten plaatsvinden en opnieuw een conclusie trekken. Als beslissing kiest de leraar dan naast Observeren ook Diagnosticeren.
3.4.4
Diagnosticeren (D)
Omdat ontwikkeling bij geen enkel mens op alle fronten in ´e´en strakke en stijgende lijn verloopt is het soms nodig te onderzoeken welke factoren van negatieve invloed zijn op het ontwikkelen van bepaalde vaardigheden of het verwerven van bepaalde kennis. In het dagelijks leven ontmoeten kinderen allerlei problemen, zowel op het gebied van het verwerven van culturele vaardigheden (lezen, schrijven en rekenen), maar ook op psychosociaal gebied. De oorzaken van risicovolle ontwikkeling worden vermoed in factoren die in de omgeving aanwezig zijn (exogene factoren), in bijvoorbeeld het gezin of de groep en in factoren die in het kind zelf aanwezig zijn (endogene factoren) in de vorm van ontwikkelingsproblematiek of ontwikkelingsstoornissen. De problemen uiten zich in de functieontwikkeling (waarnemen, motorieke en taal) in de informatietoegankelijkheid en in de taakgerichtheid en in de emotionele ontwikkeling en de ontwikkeling van de ratio. Deze belemmeringen bemoeilijken de interactie met de omgeving. In een heterogene groep vallen ze soms minder op vanwege de mogelijkheid dat een kind gemakkelijker aansluiting kan vinden bij een leeftijdsgenoot die beter past dan in een homogene groep waar de kinderen wat betreft hun leeftijd gelijk zijn. Jonge risico kinderen (tot 4 jaar `a 6 jaar) dienen daarom zeer goed gericht geobserveerd te worden in allerlei situaties. Let op: Indien er weinig geregistreerd kan worden, zullen er naar verhouding veel signaleringen en gerichte observaties zijn. Op grond hiervan kunnen er besluiten genomen worden over de verdere onderwijsloopbaan. Vanaf de middenbouw kunnen de observaties worden ondersteund door het gebruik van toetsen. Toetsen hebben in het MKVS de functie van een gerichte diagnose. Er is immers al gesignaleerd en gericht geobserveerd. Naar aanleiding van de gegevens uit een toets kan de leraar samen met de intern begeleider en/of de remedial teacher beslissen hoe de begeleiding verder zal verlopen en/of er verder onderzoek nodig is. Diagnostische uitspraken die op een bepaald moment tot stand zijn gekomen, hebben geen onbeperkte geldigheid. Het komt ook voor dat er naar aanleiding van onderzoeksgegevens direct geregistreerd kan worden (oranje lijn nr. 4 in het beslissingsschema).
3.4.5
Evalueren (E)
Te lang heeft het idee geleefd dat het niet des Montessori zou zijn om aan kinderen vragen te stellen of met ze te spreken. De gevleugelde uitspraak: Laat uw woorden geteld zijn is verkeerd opgevat. Montessori blijkt dit bedoeld te hebben in de zin van: gebruik geen overbodige taal en vertel geen onwaarheden. Als de handeling voor zich spreekt is het niet nodig tegelijk alles uit te leggen met taal, maar bij oudere kinderen volstaan handelingen alleen niet meer. Zeker ook niet als het denken van een kind begrepen wil worden. Vragen MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 30 van 92
3.4. BESLISSINGSMOMENTEN stellen, gesprek voeren en feedback geven zijn nodig om de kwaliteit van processen te kunnen analyseren. Het sluit op deze wijze goed aan bij de formatieve evaluatie waarop het MKVS steunt. Procesmatig evalueren kent in dit systeem drie mogelijkheden: feedback geven, vragen stellen en het voeren van een (leer)gesprek. Feedback geven is een mogelijkheid die na het verrichten van een gerichte observatie wordt toegepast. De bedoeling is dat het kind de gelegenheid krijgt, naar aanleiding van wat de leraar tijdens het feedback gesprek terugkoppelt, iets toe te voegen. De leraar geeft allereerst weer wat is gezien / gehoord en het kind mag hier in vrijheid wel of niet op reageren. Voor de leerkracht is dit een controlemoment om te weten te komen of het waargenomen gedrag op de juiste manier door hem/haar is ge¨ınterpreteerd. Mogelijk dat de interpretatie in de derde kolom niet juist is. In de terugkoppeling mag de leerkracht daarom naast de pure waarneming de interpretaties uit de derde kolom verwerken. Voorbeeld: ik zag dat je de fiches in rijtjes van twee tegen de doos aanlegde. Ik dacht toen: dat heb je vast al gezien bij Peter. Indien het kind zegt: ’Nee hoor, dat wist ik al toen ik begon’, is het de bedoeling de interpretatie bij te stellen. Tijdens feedback zoals hier bedoeld wordt stelt men geen vragen. Voor het kind heeft het feedbackgesprek ook waarde. Het kind krijgt de gelegenheid om te reflecteren op zijn eigen gedrag. Juist omdat het kind vrij is te reageren en geen antwoord op vragen hoeft te geven dragen feedbackgesprekken bij aan een veilige en vrije psychische ruimte tussen de volwassenen en kinderen, ook bij zeer jonge kinderen! Het effect ervan wordt versterkt als de leraar ook nog de zo genaamde ik-boodschappen hanteert. Feedback vindt meteen (of zo snel mogelijk na de observatie) plaats. Vragen stellen is een manier om zowel het proces als het product te evalueren. Afhankelijk van het moment in de lus waar het kind is wordt door de leraar een keuze gemaakt welk type vraag het beste aansluit bij het begeleidingsdoel. Zoals bij het aanzetten tot experimenteren, ontdekken, redeneren, reflecteren, kennis toetsen en dergelijke. Er kan een keuze worden gemaakt uit de volgende typen vragen: • ori¨entatievraag • operationele vraag • analysevraag • synthesevraag • evaluatievraag • kennisvraag • begripsvraag Zie verder in de handleiding van Het Lusmodel. Het voeren van een (leer)gesprek In en bij vele montessorimaterialen is er sprake van een ’controle van de fout’. Veelal een mechanische controle, zoals in veel zintuiglijk materiaal. Bij werk waarbij de mechanische controle niet kan, is er vaak sprake van een soort:’sleutel’, een wijze waarbij het kind door bijvoorbeeld op achterkanten van kaarten te kijken kan zien of een bepaalde match klopt. Naar mate de kinderen ouder worden (middenbouw en bovenbouw) is het niet meer wenselijk MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 31 van 92
3.5. VERSLAGGEVING AAN OUDERS dat de controle op hun werk door iets van buitenaf geschiedt. Het gesprek van een leraar met een kind zal het meeste rendement hebben voor het kind als de leraar zorgt voor veel feedback gesprekken en het stellen van open vragen. Feedback geven betekent zoals hiervoor beschreven: het teruggeven van wat is gezien en gehoord eventueel gekoppeld aan een eigen interpretatie, echter zonder beoordelen. In een (leer-) gesprek krijgt het kind krijgt aanwijzingen van de leraar om na te denken over hoe een en ander is verlopen (procesgerichte vragen) of vragen over het product. Het voeren van een gesprek heeft als doel het kind te leren reflecteren en over zijn bevindingen te kunnen communiceren. Met name over hoe het kind aankijkt tegen het eigen leerproces. Boekaerts (1999) beschrijft drie niveaus in het kunnen beheersen van het leerproces: • Het beheersen van je eigen vermogen om doelen te kunnen kiezen en de aandacht en wil hierop te richten • Het kunnen sturen van het gedrag door het maken van een plan en het gebruiken van de juiste hulpmiddelen • Het kunnen studeren en het kunnen gebruiken van de juiste manieren hierbij. Het is de taak van de leraar het gesprek in de begeleiding een juiste plaats te geven. Let op: Het geven van feedback, het stellen van vragen en het voeren van een gesprek zijn nodig om over de juiste gegevens te kunnen beschikken en deze te kunnen registeren.
3.4.6
Registreren (R)
Het verzamelen van gegevens om te registreren gebeurt naar aanleiding van signaleringen, gerichte observaties en evaluaties. Het is niet de bedoeling dat de registratiedelen worden ingevuld op basis van ’aanvoelen dat het wel zo is’ of ’menen gezien te hebben’ en dergelijke. Dus niet op basis van intu¨ıtie invullen, maar wel als waargenomen gedrag en gecheckt. Het gaat in de registratie om al het positieve gedrag (vaardigheden en kennis) dat het kind zich eigen maakt. De opbrengst van het werken van het kind aan zijn ontwikkeling kan op betrouwbare wijze worden geregistreerd indien de inhouden goed beschreven zijn. Hiertoe zijn bij ieder onderdeel Hulpteksten geschreven met uitleg van wat onder de diverse begrippen wordt verstaan.
3.5
Verslaggeving aan ouders
Ouders kunnen met behulp van het MKVS systematisch 3 maal per schooljaar ge¨ınformeerd worden over de ontwikkelingsmomenten die de leraar heeft geregistreerd en welke beslissingen de leraar heeft genomen met betrekking tot de begeleiding. Ouders kan het profiel worden getoond waarbij de leraar uitlegt zowel vanuit een horizontale vergelijking van ontwikkelingsgebieden als vanuit een verticale vergelijking tussen verschillende peilpunten. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 32 van 92
3.5. VERSLAGGEVING AAN OUDERS Inhoudelijke ondersteuning van het profiel is terug te vinden in de registratie per peilpunt en de daaronder liggende signaleringen en gerichte observaties. Goed is om ook werk van het kind erbij te hebben tijdens de ouder gesprekken om een en ander toe te kunnen lichten. Een goede gesprekstechniek en planning van tijd is een vereiste.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: theoretisch kader
Pagina 33 van 92
Deel II
Digitaal MKVS: het programma
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 34 van 92
In dit deel wordt het MKVS Digitaal inhoudelijk besproken. Alle onderdelen van het programma komen hierbij aan bod. In hoofdstuk 4 komen enkele onderwerpen aan bod die vooral van belang zijn bij de eerste ingebruikname van het Digitaal MKVS. Bovendien is dit hoofdstuk alleen bedoeld voor de Beheerder van het MKVs. Vaak is dit de ICT-co¨ordinator van uw school, eventueel ondersteund door de intern begeleider. In hoofdstuk 5 komen de onderdelen waar leraren en begeleiders in het dagelijkse gebruik van het MKVS mee te maken hebben. Alles wat hierna beschreven is, is ook op te vragen via het programma zelf. Ieder scherm in het digitaal MKVS heeft een eigen helpfunctie. Klik op het help icoon om dit op te vragen:
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 35 van 92
Hoofdstuk 4
Basisgegevens MKVS 4.1
Menu: MKVS - Basisgegevens
In het menu onderdeel MKVS - Basisgegevens kunnen enkele algemene gegevens of instellingen m.b.t. het MKVS Digitaal worden ingevuld of ingesteld. Het betreft:
• Peilpunt instellingen. Hiermee kunt u het actuele peilpunt (aantal onderwijsmaanden) van leerlingen instellen. Hiermee wordt bepaald in welke periode Registraties worden ingevuld. • Sjablonen. Hiermee kunt u sjablonen maken voor de journalen. • Journaalregeltypes. Dit is een lijst van soorten journalen die kunnen worden toegevoegd aan het dossier van een kind of groep. • Documenttypes. Hiermee stelt u categorie¨en in waaronder pdf documenten kunnen worden toegevoegd aan het dossier van een kind. • Registratiemodel. Hiermee kunt u zelf de helpteksten van het registratieformulier uitbreiden of eigen observaties toevoegen. • Diagnosemiddelen. Hiermee kunt u zelf eigen diagnosemiddelen toevoegen, die u kunt selecteren bij de Beslissingen van Signaleringen.
4.1.1
Peilpunt instellingen
[MKVS - Basisgegevens - Peilpunt instellingen] Een belangrijke eigenschap van het digitaal MKVS is dat per kind wordt bijgehouden in welke periode (peilpunt of aantal onderwijsmaanden) een registratie is ingevuld. Het programma dient dan wel te weten wat het ’huidige’ peilpunt van een kind is. Dit wordt namelijk getoond bij Observaties, Registraties en het Ontwikkelingsprofiel. Het programma beredeneert het ’huidige’ peilpunt op basis van de geboortedatum van het kind. Het kan voorkomen dat deze beredenering echter niet strookt met de werkelijkheid. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 36 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS U kunt het ’huidige’ peilpunt hier zelf aanpassen.
1. Selecteer een kind (of meerdere d.m.v. de CTRL-toets) waarvan het ’huidige’ peilpunt moet worden aangepast. 2. Kies de optie geboortedatum, als u wilt dat het peilpunt wordt beredeneert op basis van de geboortedatum. Deze instelling zal in de meeste situaties kloppen. 3. Kies de optie inschrijfdatum, als u wilt dat het peilpunt wordt beredeneert op basis van de inschrijfdatum. Deze keuze zal waarschijnlijk alleen maar kloppen, als het kind vanaf het 1e leerjaar op school zit. 4. Kies de optie Andere datum, als u zelf wilt bepalen wat het ’huidige’ peilpunt is op een bepaalde datum. Er wordt aangegeven voor welke maanden dit peilpunt geldt:
5. In het algemeen geldt dat de eerste twee peilpunten van een schooljaar 3 maanden duren; het laatste peilpunt duurt 4 maanden. De maanden juli en augustus tellen niet mee in de berekeningen. Voor een kind waarvoor op een startdatum van (bijvoorbeeld) 20 mei 2008 is ingesteld dat het ’huidige’ peilpunt BB53 is, geldt dit peilpunt voor de hele maanden mei, juni, en september van dat jaar. Peilpunt BB56, zal vervolgens gelden in de maanden oktober, november, januari en februari. Etc. 6. Sla de eventuele wijzigingen op.
4.1.2
Sjablonenoverzicht
[MKVS - Basisgegevens - Sjablonen] Dit menu toont u een overzicht van alle aanwezige sjablonen. Dit kunnen sjablonen zijn voor onderdelen van het HGA of voor journaals.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 37 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS
Klik op Toevoegen, Wijzigen of Verwijderen om respectievelijke een nieuw sjabloon toe te voegen, een sjabloon te wijzigen of een sjabloon te verwijderen. Zie 4.1.2.1 voor meer uitleg over het toevoegen of wijzigen van een sjabloon. Klik op Importeren... of Exporteren... om sjablonen naar of van een andere school te exporteren. Als u hiervan gebruik maakt hoeft niet iedere school zelf zijn sjablonen te maken, maar kunt u die van elkaar overnemen. Uiteraard moet de inhoud dan wel overeenstemmen met uw eigen visie.
4.1.2.1
Sjablonen
[MKVS - Basisgegevens - Sjablonen] Het invullen van Journalen en HGA’s gaat gemakkelijker en intu¨ıtiever als u gebruik maakt van sjablonen. Hierdoor is het mogelijk om als school al van te voren te bepalen welke informatie moet worden ingevuld. Het zorgt bovendien voor extra uniformiteit, maar ook voor extra gemak en snelheid.
Tip: U kunt sjablonen aanmaken voor alle onderdelen van de handelingsgerichte aanpak. Door middel van een sjabloon kunt u ervoor zorgen dat voor iedere gebruiker (leraar of begeleider) duidelijk is welke gegevens bij welk onderdeel moeten worden ingevuld. Zo kunt u bijvoorbeeld een sjabloon maken voor de toelichting van het HGA, met de volgende inhoud: • De beginsituatie van de leerling. • De onderwijsdoelen die de school voor de leerling nastreeft. • Welke maatregelen de school neemt om die doelen te bereiken. • Welke externe deskundigen de school inschakelt en welke speciale voorzieningen worden getroffen. • De manier waarop de school de vorderingen van de leerling volgt en registreert. Verder zou er nog kunnen staan: • Op welke manier en hoe vaak ouders en school overleg voeren. • Wie het initiatief neemt voor dit overleg. • Hoe de ouders op de hoogte blijven van de vorderingen van hun kind. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 38 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS Uiteraard bepaald u zelf de lay-out van het sjabloon. U kunt ´e´en of meerdere sjablonen aanmaken voor de volgende onderdelen: • Ieder journaalregeltype • Toelichting van het HGA • Evaluatie van het HGA • De Aanpak • Het Logboek • De Evaluatie (van Aanpak/Logboek) Doorloop de volgende stappen: 1. Klik op de knop Toevoegen om een nieuw sjabloon te maken. 2. Vul de naam van het nieuwe sjabloon in. 3. Kies voor welk onderdeel u het sjabloon wilt gebruiken. 4. Vink de optie Standaard aan, als u wilt dat de inhoud van het sjabloon automatisch moet worden getoond als het betreffende onderdeel wordt ingevuld door de leerkracht of begeleider. Let op: U kunt, per onderdeel van het handelingsplan, meerdere sjablonen aanmaken (bijvoorbeeld een apart sjabloon voor leerlingen met dyslexie of ADHD). U kunt vanzelfsprekend maar bij ´e´en sjabloon aangeven dat het het standaard sjabloon is. Eduscope zal altijd het laatste sjabloon waarbij u aangeeft dat het het standaard sjabloon is, ook daadwerkelijk als standaard instellen. Als andere sjablonen eerder al als standaard waren gemarkeerd, zal dit nu niet meer het geval zijn. Aan ieder journaaltype kan slechts ´e´en sjabloon worden gekoppeld. Dit wordt dan ook standaard getoond aan de gebruiker, ook als de optie Standaard niet is aangevinkt. 5. Maak het sjabloon in het tekstkader. Maak eventueel gebruik van de diverse opmaak mogelijkheden, zoals tabellen of tekstopmaak.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 39 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS 6. Sla het nieuwe sjabloon op door de knop Opslaan te klikken. 7. Herhaal deze stappen om meer sjablonen toe te voegen. Tip: Hoewel u voor de verschillende onderdelen van het handelingsplan meerdere sjablonen kunt aanmaken, is het wellicht verstandig om dit niet te doen. Als u per onderdeel ´e´en sjabloon maakt, komt dit ten goede aan de uniformiteit en routine van leerkrachten.
Let op: Er is een klein verschil in het gebruik van sjablonen voor onderdelen van het handelingsplan of voor een journaal. Voor de hierboven genoemde onderdelen van het handelingsplan kunt u meerdere sjablonen maken, waaruit de gebruiker kan kiezen als hij een handelingsplan aan het maken is. U kunt ook meerdere sjablonen voor journaalregeltypes maken, maar hierbij geldt wel dat er aan ieder journaalregeltype slechts ´e´en sjabloon kan worden gekoppeld, dat automatisch wordt ingevuld als het journaalregeltype wordt gebruikt. Lees in sectie 4.1.3 meer over journaalregeltypes en hoe u de hier aangemaakte sjablonen eraan kunt koppelen.
4.1.3
Journaalregeltypes
[MKVS - Basisgegevens - Journaalregeltypes] Het journaal van een leerling wordt gedurende de schoolloopbaan van de leerling stap voor stap opgebouwd. Telkens als er noemenswaardige informatie over de leerling bewaard moet blijven, kunt u dat aanvullen in het journaal. Om het journaal overzichtelijk te houden, bestaat het uit meerdere journaalregels. Telkens als u nieuwe informatie wilt bewaren, voegt u dat toe als een nieuwe journaalregel aan het journaal. Journaalregels kunnen worden ingedeeld in verschillende types. Als u een journaalregel toevoegt, dient u eerst een bepaald type te kiezen. Hierdoor kan er later eenvoudig gezocht of gefilterd worden in de verschillende journaalregels. U kunt zelf journaalregeltypes defini¨eren, bijvoorbeeld oudergesprek, rapportbespreking, huisbezoek, etc. Via dit menu kunt u voorbereiden van welke types er een journaalregel kan worden toegevoegd. Ga als volgt te werk: 1. Selecteer [Journaalregeltypes]. 2. Rechtsklik en kies Toevoegen of klik beneden op Toevoegen.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 40 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS 3. Vul de naam van het nieuwe journaalregeltype.
Optioneel kunt u een sjabloon koppelen aan dit nieuwe journaalregeltype. U dient het sjabloon wel van te voren hebben aangemaakt. U kunt ook in een later stadium nog een sjabloon koppelen aan een journaalregeltype, of dit wijzigen. 4. Kies bij Sjabloon het juiste sjabloon (optioneel). 5. Met de optie Actief kunt u aangeven of journaalregeltypes nog gebruikt mogen worden bij het invullen van een journaalregel. U kunt een journaalregeltype namelijk niet meer verwijderen als het al in gebruik is. Als dat type om welke reden dan ook niet meer gebruikt mag worden, kunt u de optie Actief uitvinken. Het is dan wel nog mogelijk om journaalregels van dit type af te drukken. 6. Klik op Ok. 7. U kunt de weergave volgorde van journaalregeltypes wijzigen. Selecteer een Journaalregeltype en klik vervolgens aan de rechterkant op de pijltjes omhoog of omlaag om de volgorde aan te passen. 8. Gebruik de knoppen Wijzigen of Verwijderen om de naam van journaalregeltypes aan te passen of om ze uit Eduscope te verwijderen. 9. Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan. 10. Als de optie Toon sjabloon aanduiding is aangevinkt, ziet u direct aan welke journaalregeltypes een sjabloon is gekoppeld. Dit wordt achter het journaalregeltype aangeduid tussen vierkante haakjes.
Tip: U kunt journaalregeltypes categoriseren! MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 41 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS Zo kunt u eerst een aantal hoofdcategorie¨en toevoegen en daaraan subcategorie¨en. De procedure werkt op de zelfde manier zoals hierboven beschreven. Echter u selecteert nu niet [Journaalregeltypes], maar een journaalregeltype dat u al eerder heeft toegevoegd en waaraan u subcategorie¨en wilt toevoegen. Dit principe kunt u oneindig doorvoeren, alhoewel dat mogelijk onoverzichtelijk zal worden. Het resultaat is dat u bijvoorbeeld eerst een journaalregeltype Gesprekken maakt, met daaraan de subcategorie¨en Leerlinggesprek en Oudergesprek.
4.1.4
Documenttypes
[MKVS - Basisgegevens - Documenttypes] U kunt in Eduscope documenten toevoegen aan het dossier van een leerling. Om specifieker te zijn: u kunt ´e´en of meerdere pdf-documenten koppelen aan een leerling, aan een handelingsplan van een leerling of aan een journaal van een leerling. Denk bijvoorbeeld aan documenten die u per post of e-mail ontvangt van externe organisaties, of overige documenten die u binnen uw eigen school opstelt. Nadat u een document als pdf-document hebt opgeslagen, kunt u het toevoegen aan het dossier van een leerling.
Tip: Tegenwoordig is het redelijk eenvoudig om documenten als pdf document op te slaan. Papieren documenten kunnen met de meeste scanners/copiers worden opgeslagen als pdf document. Digitale documenten, bijvoorbeeld MS Word documenten kunnen direct als pdf document worden opgeslagen (al dan niet via op internet gratis verkrijgbare programma’s).
Ieder pdf-document dat u aan het dossier van een leerling toevoegt, moet gecategoriseerd worden. Hierdoor kunt u de toegevoegde documenten beter organiseren. Via dit menu kunt u voorbereiden van welke types er een document kan worden toegevoegd. Ga als volgt te werk: 1. Selecteer [Documenttypes]. 2. Rechtsklik en kies Toevoegen of klik beneden op poToevoegen.
3. Vul de naam van het nieuwe documenttype.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 42 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS 4. Met de optie Actief kunt u aangeven of documenttypes nog gebruikt mogen worden bij het toevoegen van een pdf-document. U kunt een documenttype namelijk niet meer verwijderen als het al in gebruik is. Als dat type om welke reden dan ook niet meer gebruikt mag worden, kunt u de optie Actief uitvinken. 5. Klik op Ok. 6. U kunt de weergave volgorde van documenttypes wijzigen. Selecteer een Documenttype en klik vervolgens aan de rechterkant op de pijltjes omhoog of omlaag om de volgorde aan te passen. 7. Gebruik de knoppen Wijzigen of Verwijderen om de naam van documenttypes aan te passen of om ze uit Eduscope te verwijderen. 8. Klik op de knop Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
4.1.5
Registratiemodel
[MKVS - Basisgegevens - Registratiemodel] Het registratieformulier bevat enkele dynamische onderdelen. Dat wil zeggen dat u als school zelf enkele onderdelen naar eigen inzicht kunt aanpassen. Het betreft de Informatieteksten en/of Observaties van de Ontwikkelingsgebieden en Kenmerken.
1. Selecteer een Ontwikkelingsgebied om de informatietekst hiervan aan te passen.
2. Klik vervolgens op de knop Informatieteksten bewerken om de tekst uit te breiden met eigen informatie. Lees verder in sectie 4.1.5.1. 3. Selecteer een Kenmerk om de informatietekst of observaties hiervan aan te passen.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 43 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS 4. Klik vervolgens respectievelijk op de knop Informatieteksten bewerken om de tekst uit te breiden met eigen informatie (Lees verder in sectie 4.1.5.1) of Observaties bewerken om eigen observaties toe te voegen. Lees verder in sectie 4.1.5.2.
4.1.5.1
Informatieteksten
[MKVS - Basisgegevens - Registratiemodel, onderdeel Informatieteksten bewerken]
1. Dit scherm is opgedeeld in twee delen. Aan de linkerkant staan de hoofdstukken van de informatietekst van het gekozen onderdeel. Aan de rechterkant staat de inhoud van ieder hoofdstuk. Systeem-hoofdstukken kunt u niet aanpassen. 2. Klik op Toevoegen om een nieuw eigen hoofdstuk toe te voegen. Er verschijnt een nieuw venster.
3. Vul de Naam van het eigen hoofdstuk in. 4. Vul de Inhoud van het eigen hoofdstuk in. U kunt gebruik maken van diverse opmaak mogelijkheden. 5. Klik op Ok als u klaar bent. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 44 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS 6. Gebruik de knoppen Wijzigen en Verwijderen om eigen hoofdstukken te wijzigen of te verwijderen. 7. Sla de wijzigingen op indien van toepassing. In het registratieformulier ziet u het resultaat van deze wijziging. Zie ook sectie 5.1.7.
4.1.5.2
Observaties
[MKVS - Basisgegevens - Registratiemodel, onderdeel Observaties bewerken] 1. Klik op Toevoegen om een observatie toe te voegen. Er verschijnt een nieuw venster.
2. Vul de Naam (Omschrijving) van de observatie in en klik op Ok. 3. Klik op Wijzigen of Verwijderen om een observatie toe te verwijderen. 4. Sla de eventuele wijzigingen op. 5. In het registratieformulier ziet u het resultaat van deze wijziging (zie ook: 5.1.7).
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 45 van 92
4.1. MENU: MKVS - BASISGEGEVENS
4.1.6
Diagnosemiddel
[MKVS - Basisgegevens - Diagnosemiddel] Via dit menu kunt u zelf diagnosemiddelen toevoegen aan het systeem. Deze middelen kunt u selecteren bij de beslissing Diagnosticeren bij een signalering. Ga als volgt te werk: 1. Selecteer [Diagnosemiddel]. 2. Rechtsklik en kies Toevoegen of klik beneden op Toevoegen.
3. Vul de naam en omschrijving van diagnosemiddel in. 4. Vink de optie actief uit, als het diagnosemiddel niet meer gebruikt mag worden. (Waarschijnlijk kunt u het diagnosemiddel niet meer verwijderen, als het al is gebruikt bij een beslissing Diagnosticeren)
5. Klik op OK. 6. Vink de optie Niet-actieve diagnosemiddelen weergeven aan, als u ook niet actieve diagnosemiddelen wilt zien. Dit zijn middelen die ooit gebruikt zijn, maar op dit moment niet meer gebruikt worden. In de signalering ziet u het resultaat van deze wijziging (zie ook: 5.1.5).
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 46 van 92
Hoofdstuk 5
Werkwijze MKVS 5.1
Menu: MKVS - Kind
Via het menu onderdeel MKVS - Kind kunt u het Leerlingvenster (met daarin onder meer signaleringen, registraties en het ontwikkelingsprofiel) openen of een overzicht van de ingevulde journalen en signaleringen bekijken. Hiervoor zijn respectievelijk de volgende drie submenu’s aanwezig:
• Leerlingvenster • Journaal overzicht • Signalering overzicht
5.1.1
Leerlingvenster
[MKVS - Leerling - Leerlingvenster] Het Leerlingvenster is een overkoepelend venster dat een directe toegang biedt tot de meest gebruikte leerlinggegevens. Het is hiervoor ingedeeld in een aantal categorie¨en, die elk een deel van de informatie over de leerling kunnen weergeven. Afhankelijk van de geregistreerde modules en de ingestelde gebruikersrechten zijn bepaalde categorie¨en wel of niet beschikbaar. Te allen tijde wordt bovenaan in het leerlingvenster de belangrijkste informatie over de leerling getoond. Dat zijn een foto en enkele minimale basis-, verzorger- en medische gegevens.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 47 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
Klik op het adres van de leerling om de locatie van het adres te tonen in Google Maps. Deze gegevens worden overgenomen uit de administratieve gegevens van de leerling.
In het leerlingvenster worden ook de pasfoto(’s) van leerlingen getoond. Klik op de pasfoto, om ook de oude pasfoto’s van de leerling te zien. Klik hierna op een van de andere pasfoto’s om deze te vergroten.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 48 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
Enkele van de hieronder genoemde onderdelen vergen veel schermruimte. U kunt daarom het leerlingvenster maximaliseren om meer schermruimte te cre¨eren.
U kunt ook de leerlinginformatie tijdelijk wegklappen. Onder het groene gedeelte met de leerlinginformatie staat een pijltje waarop u kunt klikken. De leerlinginformatie zal dan tijdelijk niet zichtbaar zijn om optimale schermruimte te cre¨eren.
Door nogmaals op het pijltje te klikken, zal de leerlinginformatie weer in beeld verschijnen. De volgende onderdelen zijn beschikbaar: •
Administratie - Leerling, basis, toont de N.A.W. en contactgegevens van de leerling. Alleen bekijken. Wijzigen is mogelijk via de administratie.
•
Administratie - Leerling, gezin, geeft de gezinssituatie van de leerling weer. Alleen bekijken. Wijzigen is mogelijk via de administratie.
•
Administratie - Leerling, medisch, toont medische gegevens van de leerling. Alleen bekijken. Wijzigen is mogelijk via de administratie.
•
Administratie - Leerling, bijzonderheden, toont de bijzonderheden die over de leerling zijn ingevuld. Alleen bekijken. Wijzigen is mogelijk via de administratie.
•
Administratie - Inschrijvingen, geeft alle inschrijvingen weer, voor groep, vakgroep en team. Alleen bekijken. Wijzigen is mogelijk via de administratie.
•
Dossier - Journaal, toont het journaal (opgebouwd uit journaalregels)van de leerling en biedt de mogelijkheid om journaalregels toe te voegen (zie ook: 5.1.1.6 of 5.1.3).
•
MKVS - Signaleringen, hier kunnen de signaleringen van het Montessori Kindvolgsysteem worden ingevuld (lees verder in sectie 5.1.1.7).
•
MKVS - Observaties, hier kunnen de observaties van het Montessori Kindvolgsysteem worden ingevuld (lees verder in sectie 5.1.1.8).
•
MKVS - Registraties, hier kunnen de registraties van het Montessori Kindvolgsysteem worden ingevuld (lees verder in sectie 5.1.1.9).
•
MKVS - Ontwikkelingsprofiel, hier ziet u het Ontwikkelingsprofiel van het Montessori Kindvolgsysteem (lees verder in sectie 5.1.1.10).
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 49 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 5.1.1.1
Administratie - Leerling, basis
[Leerlingvenster - Onderdeel Administratie - Leerling, basis] Hier staan, mits ingevuld, de basisgegevens van de leerling, zoals ingevuld in de administratie.
5.1.1.2
Administratie - Leerling, gezin
[Leerlingvenster - Onderdeel Administratie - Leerling, gezin] Hier staan, mits ingevuld, de gezinsgegevens van de leerling, zoals ingevuld in de administratie.
5.1.1.3
Administratie - Leerling, medisch
[Leerlingvenster - Onderdeel Administratie - Leerling, medisch] Hier staan, mits ingevuld, de medische gegevens van de leerling, zoals ingevuld in de administratie.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 50 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 5.1.1.4
Administratie - Leerling, bijzonderheden
[Leerlingvenster - Onderdeel Administratie - Leerling, bijzonderheden] Hier staan, mits ingevuld, de medische gegevens van de leerling, zoals ingevuld in de administratie.
5.1.1.5
Administratie - Leerling, inschrijvingen
[Leerlingvenster - Onderdeel Administratie - Leerling, inschrijvingen] Hier staan, mits ingevuld, de schoolloopbaan van de leerling, zoals ingevuld in de administratie.
5.1.1.6
Dossier - Journaal
[Leerlingvenster - Onderdeel Dossier - Journaal]
Het journaal van een leerling is opgebouwd uit journaalregels. Iedere journaalregel kan bestaan uit een compleet stuk tekst, inclusief bijvoorbeeld tabellen of afbeeldingen. In het leerlingvenster kunt u alleen de journaalregels bekijken van een individuele leerling.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 51 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
U heeft de volgende mogelijkheden in dit scherm: 1. U kunt het overzicht van de journaals filteren en sorteren op de kolommen Leerling, Datum, Type, Medewerker, Vertrouwelijk en Documenten. Beweeg hiervoor met de muis boven een van deze kolomtitels. Het licht geel op. Klik dan. Er verschijnt een contextmenu, met een aantal mogelijkheden. • Kies Sorteren, Oplopend of Aflopend.
• Kies Filteren, en selecteer de waarde waarop u wilt filteren.
Vervolgens worden alleen de signaleringen van deze categorie getoond. Om deze filtering ongedaan te maken, voert u dezelfde handeling uit, maar kiest u de optie Filter opheffen. • Vul bij zoeken een stuk tekst in (die voorkomt als een van de waardes binnen die kolom, bijvoorbeeld een gedeelte van de naam van een medewerker). Er zal MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 52 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND worden gefilterd op deze tekst. U kunt deze filtering opheffen, door deze tekst weer te wissen. • Indien een sortering en/of filtering is toegepast, wordt dit met een geel lijntje onder de kolomtitel aangeduid. Bovendien wordt in een hint aangegeven welke sortering en/of filtering is toegepast
2. U kunt de inhoud van een journaalregel lezen door op de zwarte pijl te klikken die voor de naam van de leerling staat.
U kunt op deze manier ook meerdere journaalregels openen en als een lopend verhaal lezen. In combinatie met de sorteer- en filterfunctie kunt u de juiste journaalregels eenvoudig in beeld krijgen. 3. Dubbelklik op een journaal om het te openen in een nieuw venster, waar u het eventueel kunt wijzigen. U kunt dit alleen uitvoeren als u de rechten heeft om het betreffende journaal te bewerken. 4. Gebruik de knoppen Toevoegen, Wijzigen of Verwijderen ´e´en van deze acties toe te passen op de geselecteerde leerling of het geselecteerde journaal. Lees verder bij 5.1.2 hoe u een journaal toevoegt. 5. Gebruik de maximaliseer knop om meer leesruimte te cre¨eren.
6. U kunt vertrouwelijke journaalregels weergeven met de toetscombinatie Ctrl+Alt+V.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 53 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
Als de vertrouwelijke journaalregels worden weergegeven, dan wordt dat duidelijk kenbaar gemaakt met een oranje kleur. In de lijst is een kolom Vertrouwelijk? verschenen, waarin de vertrouwelijke journaalregels met de tekst Ja worden aangeduid.
5.1.1.7
MKVS - Signaleringen
[MKVS - Leerlingvenster - Signaleringen]
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 54 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND In het onderdeel Signaleringen ziet u een overzicht van alle ingevoerde signaleringen van een kind. U ziet in 4 kolommen op welke datum en door wie de signalering is ingevuld. Tevens ziet u het ontwikkelingsgebied en de beslissing(en) die is (zijn) genomen. De ontwikkelingsgebieden komen overeen met die uit het registratieformulier. Bij de signalering kunt u aangeven op welk ontwikkelingsgebied de signalering betrekking heeft. U kunt hier vervolgens desgewenst op filteren. De volgende beslissingen kunnen worden genomen: • (Af)wachten. • Begeleiden/lesje. • Diagnosticeren. • Observeren. • Evalueren/vragenstellen. • Registreren. Indien bij een signalering een bepaalde beslissing is genomen, wordt dit in dit overzicht met een groen hokje weergegeven. Op die manier ziet u in ´e´en oogopslag welke beslissing is genomen. Overigens kan dit hokje ook een rode kleur hebben (als de verloopdatum (bijna) is gepasseerd). Hier zal later op worden teruggekomen. U kunt het overzicht van de signaleringen filteren en sorteren op de kolommen Datum, Medewerker en Categorie. Beweeg hiervoor met de muis boven een van deze kolomtitels. Het licht geel op. Klik dan. Er verschijnt een contextmenu, met een aantal mogelijkheden. 1. Kies Sorteren, Oplopend of Aflopend.
2. Kies Filteren, en selecteer de waarde waarop u wilt filteren.
Vervolgens worden alleen de signaleringen van deze categorie getoond. Om deze filtering ongedaan te maken, voert u dezelfde handeling uit, maar kiest u de optie Filter opheffen. 3. Vul bij zoeken een stuk tekst in (die voorkomt als een van de waardes binnen die kolom, bijvoorbeeld een gedeelte van de naam van een medewerker). Er zal worden gefilterd op deze tekst. U kunt deze filtering opheffen, door deze tekst weer te wissen.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 55 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 4. Indien een sortering en/of filtering is toegepast, wordt dit met een geel lijntje onder de kolomtitel aangeduid. Bovendien wordt in een hint aangegeven welke sortering en/of filtering is toegepast
U heeft de volgende mogelijkheden in dit scherm: 1. Klik op het zwarte pijltje om de signalering ’uit te vouwen’. U kunt dan de begeleidende tekst lezen.
2. Rechtsklik op een signalering om alle signaleringen ’uit of samen te vouwen’. Dit gaat via een popup menu.
3. Dubbelklik op een signalering om de signalering te openen om deze lezen of eventueel om het te wijzigen. 4. Klik op de beslissing van een signalering om de signalering te openen, waarbij direct de gekozen beslissing in beeld staat. U kunt dit desgewenst verder bewerken. 5. Klik op Toevoegen om een nieuwe signalering toe te voegen. 6. Selecteer een signalering en klik op Wijzigen of Verwijderen om deze actie uit te voeren. Zie 5.1.5 voor meer informatie over het toevoegen of wijzigen van signaleringen.
5.1.1.8
MKVS - Observaties
[MKVS - Leerlingvenster - Observaties]
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 56 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
In het onderdeel Observaties ziet u een overzicht van alle ingevoerde observaties van een kind. U ziet op welke datum en door wie de signalering is ingevuld. Tevens ziet u wat het onderwerp van de observaties is. U heeft de volgende mogelijkheden in dit scherm: 1. Klik op het zwarte pijltje om de observatie ’uit te vouwen’. U kunt dan de gehele observatie lezen. 2. Rechtsklik op een observatie om alle observaties ’uit of samen te vouwen’. Dit gaat via een popup menu.
3. Dubbelklik op een observatie om de observatie te openen om deze lezen of eventueel om het te wijzigen. 4. Klik op Toevoegen om een nieuwe observatie toe te voegen. Tip: Via dit scherm voegt u losse observaties toe. U kunt echter ook observaties toevoegen via een beslissing vanuit de signalering. Zie voor meer info sectie 5.1.5. 5. Selecteer een observatie en klik op Wijzigen, Verwijderen of Afdrukken om deze actie uit te voeren. 6. Lees meer in sectie 5.1.6 over het toevoegen of wijzigen van observaties.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 57 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 5.1.1.9
MKVS - Registraties
[MKVS - Leerlingvenster - Registraties]
In het onderdeel Registraties ziet u de digitale variant van het registratieformulier. Qua inhoud is deze gelijk aan de papieren versie of zelfs verder verbeterd. Qua opmaak is het digitaal registratieformulier enigszins gewijzigd, alhoewel er naar is gestreefd om dit zoveel mogelijk op de papieren variant te laten lijken. Wat opvalt is de aanwezigheid van een tijdlijn:
Hierdoor is het beter mogelijk om na te gaan in welke periode bepaalde gebieden van het registratieformulier zijn ingevuld. En er hoeft niet meer gewerkt te worden met kleuren, om aan te geven wanneer een registratie is gedaan. Het programma houdt dit zelf zeer nauwkeurig bij. Over deze tijdlijn moet u het volgende weten: • Het actuele peilpunt van een kind is donkergroen gekleurd. In bovenstaand voorbeeld is dat peilpunt 30 maanden. • Het geselecteerde peilpunt is ook groen, maar niet zo hard groen als het actuele peilpunt. In bovenstaand voorbeeld is dat peilpunt 13 maanden. • Als u met de muiscursor boven een peilpunt plaatst, verschijnen de maanden die voor dit betreffende peilpunt gelden. Aangezien peilpunten zijn gekoppeld aan de geboortdedatum van kinderen (zie ook: 4.1.1), is dit voor ieder kind natuurlijk een anders. Deze indicator maakt dit inzichtelijk. • Als er in een peilpunt is geregistreerd, dan zijn de cijfers van dit peilpunt vetgedrukt. In bovenstaand voorbeeld is dat bij de peilpunten 20, 23, 26 en 30 maanden. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 58 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND U heeft de volgende mogelijkheden in dit scherm: 1. Klik op de plus-tekens om ontwikkelingsgebieden uit te vouwen. Op het laatste niveau verschijnt het formulier dat u kunt invullen.
In eerste instantie is dit scherm alleen in ’leesmodus’. 2. Klik op de knop Invullen om de uitgevouwen onderdelen in een nieuw venster te openen, zodat u dit kunt gaan invullen. Zie 5.1.7 over het invullen van het registratieformulier. Tip: Via dit scherm kunt u direct registraties invullen. U kunt echter ook registraties invullen via de beslissing Registreren vanuit de signalering. De registratie en de signalering zijn dan aan elkaar gekoppeld. Zie voor meer info sectie 5.1.5. U wordt zelfs sterk geadviseerd om pas te registreren, nadat u heeft gesignaleerd!
5.1.1.10
MKVS - Ontwikkelingsprofiel
[MKVS - Leerlingvenster - Ontwikkelingsprofiel]
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 59 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND In het onderdeel Ontwikkelingsprofiel ziet u de digitale variant van het A3-formulier van het ontwikkelingsprofiel. Op het scherm zal dit in de meeste gevallen niet in zijn geheel kunnen worden getoond, maar u kunt het wel in zijn geheel afdrukken. Het ontwikkelingsprofiel wordt geheel automatisch ingevuld op basis van de gegevens uit het registratieformulier. Dit hoeft en kan zelfs niet handmatig ingevuld te worden. Het gebeurt geheel automatisch op basis van de ingevulde registraties. Hiermee bespaart u veel werk. In het profiel ziet u zwarte, grijze of geen bolletjes.
• Een zwart bolletje betekent dat er in dat peilpunt is geregistreerd met als gevolg een gewijzigde voortgang (bijvoorbeeld van + naar ++) ten opzichte van het vorige peilpunt. • Een grijs bolletje betekent dat er in dat peilpunt ook is geregistreerd, maar zonder wijziging in de voortgang ten opzichte van het vorige peilpunt. • Geen bolletje betekent dat er voor dat onderdeel in dat peilpunt helemaal niet is geregistreerd. U heeft de volgende mogelijkheden in dit scherm: 1. Navigeer met de muiscursor boven het profiel. U ziet dat de bepaalde cellen geel oplichten. Hiermee ziet u duidelijk welk onderdeel is geselecteerd. U kunt dubbelklikken om het registratieformulier te openen bij het geselecteerde onderdeel.
2. Klik op Opties om te kiezen of u de bolletjes wilt verbinden met een lijntje en om de uitgebreide weergave al dan niet te tonen. In de uitgebreide weergave woorden ook de grijze bolletjes getoond. In sommige situaties of gesprekken is het echter wel eens handig om alleen de zwarte bolletjes te zien, om de daadwerkelijke voortgang overzichtelijk in beeld te hebben.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 60 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 3. Op het papieren ontwikkelingsprofiel kunt u onderaan iedere periode een korte toelichting schrijven. In de digitale versie is dit mogelijk door een Journaalregel toe te voegen. U kunt journaalregels toevoegen door bovenaan met de rechtermuisknop te klikken op het peilpunt (bij de cijfers). Er verschijnt dan een menu, waar u kunt kiezen om een journaalregel toe te voegen.
Lees onder meer in sectie 5.1.1.6, 5.1.3 of 4.1.3 meer over journaals. 4. Klik op de knop Afdrukken om het ontwikkelingsprofiel af te drukken. U kunt kiezen om het met of zonder journaals op A3 of A4 formaat af te drukken.
5. Klik op Opslaan om het ontwikkelingsprofiel op te slaan. U kunt kiezen om het als .jpg of .wmf op te slaan (.wmf heeft als voordeel dat het schaalbaar is en dat u hierdoor zonder kwaliteitsverlies kunt inzoomen).
5.1.2
Journaal toevoegen/wijzigen
[Leerlingvenster - Onderdeel Dossier - Journaal, Journaal Toevoegen] In journaals kan alle relevante informatie over een leerling worden bijgehouden, die niet thuis hoort in een handelingsplan of handelingsgerichte aanpak. Denk bijvoorbeeld aan verslagen van een oudergesprek, gesprek met de schoolarts, rapportbesprekingen, teamoverleg of andere relevante informatie. Via dit menu journaalregels kunt u bladeren door alle journaalregels die u volgens het rechtensysteem mag zien. U kunt desgewenst ook journaalregels toevoegen of verwijderen. Voor een beter overzicht van de journaalregels van een of meerdere leerlingen, kunt u beter gebruik maken van andere menu onderdelen, te weten: Het Journaal overzicht (zie: 5.1.3) of het Leerlingvenster (zie: 5.1.1.6).
1. Als u een journaalregel wilt toevoegen, kiest u eerst de juiste leerling.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 61 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
2. Vervolgens kiest u het type waaronder deze journaalregel moet worden toegevoegd. 3. Zorg dat de juiste datum is ingevuld. 4. Vink de optie Vertrouwelijk als het gaat om vertrouwelijke journaals. 5. Schrijf het sjabloon. U kunt sjablonen gebruiken voor de inhoud van het journaal (zie: 4.1.2.1). 6. Indien u een document aan het journaal wilt koppelen, beweeg dan met de muis over de tekst naast het icoontje van de documenten. Er verschijnt een menu. Klik op Toevoegen.
U kunt journaalregels afdrukken via de rapportagewizard. Zie: 5.2.2. U kunt een journaalregel echter ook direct afdrukken als u deze heeft geopend. Gebruik hiervoor de prinfknop in de Knoppenbalk.
5.1.3
Journaal overzicht (leerling)
[MKVS - Leerling - Journaaloverzicht] Het journaal overzicht geeft u snel inzicht in leerlingen die journaal hebben. Afhankelijk van de ingestelde rechten heeft u alleen inzage in de journalen van leerlingen uit uw groep(en) of van alle leerlingen. U kunt per leerling de journaalregels bekijken, of een multi-selectie op meerdere leerlingen uitvoeren.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 62 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 1. Selecteer de periode waarvan u een overzicht wilt zien. Bij datumbereik kunt u hiervoor de begin en einddatum aangeven. Standaard worden de journaalregels die in het huidige schooljaar zijn gemaakt weergegeven. Tip: Handig is de knop met de 3 puntjes, achter de einddatum. U kunt hier een voorgedefinieerde periode kiezen. De mogelijkheden zijn: • • • • •
Een Een Een Een Een
bepaald schooljaar. bepaalde dag. bepaalde week. bepaalde maand. bepaald jaar.
Let op: Het gekozen datumbereik wordt onthouden. Als u de volgende keer dit scherm weer opent, is het eerder ingestelde datumbereik dus actief. Hierdoor ziet u mogelijk niet alle ingevoerde journaals, als deze buiten dat bereik vallen. 2. Selecteer de leerling of leerlingen (d.m.v. multiselect met de Ctrl of Shift toetsen) waarvan u een journaal overzicht wilt bekijken. Aan de rechterkant verschijnen alle journaalregels van de geselecteerde leerlingen uit de gekozen periode.
3. U kunt het overzicht van de journaals filteren en sorteren op de kolommen Leerling, Datum, Type, Medewerker, Vertrouwelijk en Documenten. Beweeg hiervoor met de muis boven een van deze kolomtitels. Het licht geel op. Klik dan. Er verschijnt een contextmenu, met een aantal mogelijkheden. • Kies Sorteren, Oplopend of Aflopend.
• Kies Filteren, en selecteer de waarde waarop u wilt filteren.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 63 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
Vervolgens worden alleen de signaleringen van deze categorie getoond. Om deze filtering ongedaan te maken, voert u dezelfde handeling uit, maar kiest u de optie Filter opheffen. • Vul bij zoeken een stuk tekst in (die voorkomt als een van de waardes binnen die kolom, bijvoorbeeld een gedeelte van de naam van een medewerker). Er zal worden gefilterd op deze tekst. U kunt deze filtering opheffen, door deze tekst weer te wissen. • Indien een sortering en/of filtering is toegepast, wordt dit met een geel lijntje onder de kolomtitel aangeduid. Bovendien wordt in een hint aangegeven welke sortering en/of filtering is toegepast
4. U kunt de inhoud van een journaalregel lezen door op de zwarte pijl te klikken die voor de naam van de leerling staat.
U kunt op deze manier ook meerdere journaalregels openen en als een lopend verhaal lezen. In combinatie met de sorteer- en filterfunctie kunt u de juiste journaalregels eenvoudig in beeld krijgen. 5. Dubbelklik op een journaal om het te openen in een nieuw venster, waar u het eventueel kunt wijzigen. U kunt dit alleen uitvoeren als u de rechten heeft om het betreffende journaal te bewerken. 6. Gebruik de knoppen Toevoegen, Wijzigen of Verwijderen ´e´en van deze acties toe te passen op de geselecteerde leerling of het geselecteerde journaal. Lees verder bij 5.1.2 hoe u een journaal toevoegt.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 64 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 7. Gebruik de maximaliseer knop om meer leesruimte te cre¨eren.
8. U kunt de leesruimte verder vergroten, door de linkerhelft (leerlingselectie) te verbergen. Gebruik hiervoor de knop met het pijltje naar links, die tussen de twee helften bevindt.
9. U kunt vertrouwelijke journaalregels weergeven met de toetscombinatie Ctrl+Alt+V.
Als de vertrouwelijke journaalregels worden weergegeven, dan wordt dat duidelijk kenbaar gemaakt met een oranje kleur. In de lijst is een kolom Vertrouwelijk? verschenen, waarin de vertrouwelijke journaalregels met de tekst Ja worden aangeduid.
Het journaal van een leerling kan ook worden bekeken vanuit het leerlingvenster. U kunt er tevens journaalregels toevoegen en verwijderen. Het leerlingvenster biedt een directe toegang tot de meest gebruikte leerlinggegevens. Lees meer in sectie 5.1.1.6.
5.1.4
Signalering overzicht
[MKVS - Kind - Signalering overzicht] MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 65 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND In het onderdeel Signalering overzicht ziet u een overzicht van alle ingevulde signaleringen van kinderen van uw groepen in een bepaalde periode. Het lijkt op het signaleringsoverzicht per kind (zie: 5.1.1.7). De belangrijkste verschillen zijn: • In dit overzicht ziet u alle leerlingen van uw groepen. • U ziet in dit overzicht alleen signaleringen van leerlingen waarvan de beslissing binnen een bepaalde periode verloopt. Hierdoor biedt het inzicht in de uit te voeren werkzaamheden en kan derhalve als planning worden gebruikt.
1. Als u het Signalering overzicht voor het eerst gebruikt, geeft u bij het onderdeel Voorselectie, Groepen aan van welke groepen u het overzicht wilt zien. 2. Bij het onderdeel Voorselectie, Filter bepaald u welke signaleringen u wilt zien. U kunt in weken of dagen aangeven welke signaleringen waarvan de verloopdatum in de komende periode verloopt, dienen te worden weergegeven. Let op: Dit overzicht toont dus niet alle signaleringen van alle kinderen, maar alleen signaleringen van kinderen waarvan de beslissing(en) binnen de ingestelde periode verloopt (verlopen). Daarnaast worden ook altijd alle signaleringen met reeds verlopen beslissingen getoond. Tip: De instellingen in de voorselectie worden per gebruiker onthouden. Als u hier eenmaal een keuze heeft gemaakt, zal bij het openen van dit scherm altijd direct het overzicht worden getoond. U hoeft dan niet telkens opnieuw de voorselectie te bepalen. Het datumbereik dat u instelt, blijft ingesteld op de gekozen periode, waarbij de begindatum altijd vandaag is. 3. Bij het onderdeel Uitvoer, Overzicht ziet u het daadwerkelijke overzicht.
U ziet 5 kolommen: • Kind • Medewerker • Categorie • Beslissingen MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 66 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND • Datum De meeste kolommen spreken voor zich. In de kolom Datum wordt de datum getoond van de meest urgente beslissing. In tegenstelling tot het signaleringsoverzicht van een kind is dit dus niet de datum van de signalering! Indien een beslissing is verlopen (rood vierkantje) dan is dat natuurlijk de meest urgente beslissing en wordt de bijbehorende datum getoond. Indien een beslissing binnen de ingestelde periode verloopt, wordt die datum getoond. Als er meer beslissingen binnen de ingestelde periode gaan verlopen, dan wordt de datum van de eerst verlopende beslissing getoond. 4. U kunt de datum van een beslissing ook altijd bekijken, door met de muis boven een vierkantje van de beslissing te staan.
5. Met de knoppen Toevoegen, Wijzigen en Verwijderen kunt u vanuit het overzicht toch ook nog deze respectievelijke acties uitvoeren en hoeft u niet perse eerst het onderdeel Signaleringen in het Leerlingvenster te openen (zie: 5.1.1.7). 6. Beweeg met de muis boven een van de kolomtitels om desgewenst te filteren. Het licht geel op. Klik dan. Er verschijnt een contextmenu, met een aantal mogelijkheden. • Kies Sorteren, Oplopend of Aflopend.
• Kies Filteren, en selecteer de waarde waarop u wilt filteren.
Vervolgens worden alleen de signaleringen van deze categorie getoond. Om deze filtering ongedaan te maken, voert u dezelfde handeling uit, maar kiest u de optie Filter opheffen. • Vul bij zoeken een stuk tekst in (die voorkomt als een van de waardes binnen die kolom, bijvoorbeeld een gedeelte van de naam van een medewerker). Er zal worden gefilterd op deze tekst. U kunt deze filtering opheffen, door deze tekst weer te wissen. • Indien een sortering en/of filtering is toegepast, wordt dit met een geel lijntje onder de kolomtitel aangeduid. Bovendien wordt in een hint aangegeven welke sortering en/of filtering is toegepast
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 67 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND 7. Via het onderdeel Uitvoer, Afdrukken kunt u het overzicht afdrukken. 8. Kies de rapportvorm Lijst om een beknopt overzicht te zien. 9. Kies de rapportvorm Detail om ook de inhoud af te drukken. Deze rapportage komt overeen met de rapportage Overzicht Signaleringen, waarbij deze rapportage zich dus beperkt tot de verlopen of bijna verlopen signaleringen. 10. Met het Signalering filter kunt u nog aangeven welke signaleringen moeten worden afgedrukt. U kunt kiezen uit: • De geselecteerde signaleringen (bij het onderdeel Uitvoer, Overzicht kunt u meerdere signaleringen selecteren met de CTRL of SHIFT toets). • De uitgevouwen signaleringen (bij het onderdeel Uitvoer, Overzicht kunt u signaleringen uitvouwen (en lezen) door te klikken op het zwarte pijltje. • Alles. Alle signaleringen uit het overzicht zullen worden afgedrukt. 11. Klik op de knop Afdrukken om het afdrukvoorbeeld te bekijken. Dit afdrukvoorbeeld kunt u afdrukken of als PDF bestand opslaan.
5.1.5
Signaleringen
[MKVS - Leerlingvenster - Signaleringen]
1. Vul bij het onderdeel Algemeen een beschrijving en de datum van de signalering. 2. Optioneel geeft u aan of deze signalering binnen een bepaalde categorie valt. Deze categorie¨en zijn de 7 ontwikkelingsgebieden en kunt u niet aanpassen.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 68 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND Als u een categorie selecteert, wordt deze in het signaleringsoverzicht ook getoond. Hierop kan worden gefilterd of gesorteerd.
Indien u later de beslissing Registreren neemt, worden in eerste instantie ook alleen dat ontwikkelingsgebied getoond, hetgeen er voor zorgt dat u sneller het juiste onderdeel vindt. 3. U kunt tevens in en sla dit hierna op met het diskette-icoon. 4. Vervolgens wordt het menu uitgebreid met eventueel te nemen beslissingscodes.
Klik op de beslissing(en) die u wilt nemen. 5. Als u bijvoorbeeld de beslissing (Af)wachten kiest, verschijnt onderstaand beeld:
Vink de optie Ik neem de beslissing om (af)te wachten aan en pas desgewenst de datum aan. 6. Optioneel kunt u een verloopdatum invullen. De verloopdatum is een soort einddatum waarop de beschrijving voor deze beslissing moet zijn uitgevoerd of voor wanneer er in ieder geval nog bepaalde actie wordt verlangt. Zodra de verloopdatum is gepasseerd, en u heeft de optie Beslissing uitgevoerd nog niet aangevinkt, zal worden aangegeven dat deze beslissing x dagen is verlopen. U ziet dat bij zowel de beslissing zelf, als in het signaleringsoverzicht, waar deze beslissing rood wordt gemarkeerd. Zie onderstaande twee afbeeldingen.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 69 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
7. Als u bijvoorbeeld de beslissing Registreren had gekozen, verschijnt een zelfde soort beeld. Er is echter nog een extra tabblad, waarmee u direct kunt aangeven op welk onderdeel u wilt registreren. Vink het betreffende ontwikkelingskenmerk(en) aan en klik op de knop Registratieformulier openen om direct naar het registratieformulier te gaan.
Lees meer in sectie 5.1.7 over het registratieformulier. 8. Bij de beslissing Observeren ziet u iets soortgelijks. Er is ook daar een extra tabblad om direct een observatie toe te voegen. Lees meer in sectie 5.1.6 over het observatieformulier.
5.1.6
Observaties
[MKVS - Leerlingvenster - Observaties]
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 70 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
Rechts bovenaan ziet u de naam van het kind, het peilpunt van het kind op het moment van toevoegen en de naam van de persoon die de observatie heeft toegevoegd.
1. Vul de datum, duur, onderwerp en activiteit van de observatie in. 2. Klik op ¡¡Klik om een observatieregel toe te voegen¿¿ om voor de eerste keer tekst toe te kunnen voegen. Vervolgens kunt u met de TAB toets telkens verder gaan naar het volgende gedeelte. 3. Klik op ¡¡Geen conclusie aanwezig. Klik om toe te voegen¿¿ om een Conclusie toe te voegen. 4. Sla alle wijzigingen op met het opslaan-icoon. 5. Klik op het rode kruisje om een observatieregel te verwijderen.
5.1.7
Registraties
[MKVS - Leerlingvenster - Registraties] Hoe is het digitaal registratieformulier opgebouwd? Aan de hand van onderstaand voorbeeld wordt dit toegelicht.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 71 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND
1. Het grootste deel van het registratieformulier wordt ingenomen door de registratieteksten, onderverdeeld in de diverse categorie¨en. U kunt deze uitvouwen door op het plus-teken te klikken. 2. Indien aanwezig, ziet u aan de rechterkant ook Diagnose- en Begeleidingsmiddelen. 3. Een bepaald leerkenmerk dient op een bepaald peilpunt al dan niet beheerst te zijn. U kunt dat gemakkelijk terugzien in het ontwikkelingsprofiel. In het registratieformulier kunt u dat ook zien: • Als de balk volledig grijs is, dan behoort dit onderdeel al beheerst te zijn in het huidige peilpunt (zoals in dit voorbeeld bij fysieke en motorische kenmerken). • Indien het kind zich nog kan ontwikkelen, heeft de balk een kleurverloop van wit naar grijs (zoals bij fysiologische en cognitieve kenmerken). 4. Aan de rechterkant van de grijze balk ziet u de ontwikkeling van het kind. In principe wordt dit automatisch, op basis van de ingevulde registraties. U kunt dit echter zelf overrulen. Rechts daarvan ziet u een hokje dat op 4 manieren kan worden weergegeven: • Een leeg hokje in een grijs verlopende balk (zie bijvoorbeeld bij cognitieve kenmerken). Dit betekent dat nog niet alle onderdelen worden beheerst en dat dat ook nog niet hoeft (in dit peilpunt). • Een leeg en rood gekleurd hokje in een grijze balk (zie bijvoorbeeld bij fysieke kenmerken). Dit betekent dat nog niet alle onderdelen worden beheerst en dat dat eigenlijk wel zou moeten zijn. • Een afgevinkt hokje in een grijs verlopende balk (zie bijvoorbeeld bij fysiologische kenmerken). Dit betekent dat alle onderdelen worden beheerst, terwijl dat nog niet zou hoeven te zijn. • Een afgevinkt hokje in een grijze balk (zie bijvoorbeeld bij motorische kenmerken). Dit betekent dat alle onderdelen worden beheerst en dat dat conform de beoogde ontwikkeling is verlopen. Een hokje wordt automatisch afgevinkt, als alle registratieonderdelen volledig beheerst zijn (dus volledig zwart zijn ingekleurd gekleurd). 5. Het invullen van de registratieonderdelen gaat heel eenvoudig door er met de muis op te klikken. De status verandert dan van leeg naar een schuine streep naar een driehoek MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 72 van 92
5.1. MENU: MKVS - KIND naar een volledig gevuld hokje. U kunt blijven doorklikken tot de juiste invulling is gedaan. U kunt ook teruggang aangeven door met de rechtermuisknop op het hokje te klikken. Het hokje wordt dan rood-omlijnd.
6. Onder de registratieonderdelen kunt u ook nog aangeven bij welke signaleringen en gerichte observaties u de ontwikkeling heeft waargenomen. U kunt deze lijst desgewenst zelf uitbreiden. Zie hiervoor sectie 4.1.5. 7. Met de optie Cumulatieve score weergave kunt u aangeven of u de totale ontwikkeling van het kind tot dan toe wilt zien (optie is aangevinkt, standaard). Als u deze optie uitvinkt, dan ziet u alleen wat er in het betreffende peilpunt is ingevuld. Zie ter verduidelijking onderstaand voorbeeld:
8. Als u met de muis over een grijze balk beweegt, verschijnt er een informatie-ballonnetje. Als u daarop klikt, kunt u extra informatie over dit onderdeel lezen.
U kunt deze informatie ook zelf aanpassen. Zie hiervoor 4.1.5. 9. Klik op Sluiten om het registratieformulier af te sluiten. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 73 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN
5.2
Menu: MKVS - Afdrukken
Via het menu MKVS - Afdrukken kunnen diverse gegevens uit het digitale MKVS afgedrukt worden, te weten:
• De journaals van een kind of kinderen. • Een afdruk van de signaleringen van een kind of kinderen. • Een overzicht van het aantal signaleringen van een kind of kinderen. • Een overzicht van de status van de beslissingen bij signaleringen van een kind of kinderen. • Een overzicht van het aantal signaleringen door een leraar of leraren. • Een overzicht van de status van de beslissingen bij signaleringen door een leraar of leraren.
U kunt rapportages ook afdrukken via het algemene scherm Afdrukken (zie 5.2.1). Hier vindt u alle voor u beschikbare rapportages.
5.2.1
Algemeen afdrukscherm
Via het sidebar-menu Afdrukken kunt alle voor u beschikbare rapportages oproepen en openen. Vervolgens kunt u deze rapporten afdrukken of als een bestand opslaan (bijvoorbeeld als PDF bestand).
Als u hier op klikt, verschijnt het volgende scherm:
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 74 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN
De rapporten zijn gerangschikt conform de menu indeling. Veel rapporten hebben een aantal selectie mogelijkheden, waarin u kunt aangeven welke gegevens in het rapport moeten worden opgenomen. Hiermee heeft u tot op zekere hoogte invloed op de inhoud van het rapport. Het is ook mogelijk om geheel eigen rapportages samen te stellen. Dat kan met de Vrije Overzichten. Met de vrije overzichten kunt u geheel naar eigen wens te rapporteren velden selecteren en hier binnen filteren en sorteren. Het overzicht kan met bijvoorbeeld MS Excel worden geopend. Het is zelf mogelijk om brieven of formulieren te maken op basis van vrije overzichten. Vrije Overzichten zijn beschikbaar als u ook de Administratie module van Eduscope gebruikt.
5.2.1.1
Rapportage openen
Ga als volgt te werk om een rapportage te openen. 1. Selecteer de rapportage die u wilt afdrukken. 2. Rechts verschijnt een korte omschrijving van de gekozen rapportage. 3. Om de rapportage te openen klikt u onderaan op de knop Openen, dubbelklikt u op de geselecteerde rapportage of klikt u met de rechtermuisknop en kiest u Openen. Gebruik desgewenst de helpfunctie van die rapportage voor meer uitleg over de gekozen rapportage.
5.2.1.2
Rapportage zoeken
Afhankelijk van uw gebruikersrol kunnen er veel rapportages voor u beschikbaar zijn. Via de zoek functie kunt u snel de door u gewenste rapportage vinden.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 75 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN 1. Type bovenaan bij Zoeken n steekwoord waarop u wilt zoeken.
2. De beschikbare lijst van rapportages zal worden gefilterd tot rapportages met betrekking dat dat steekwoord. 3. Open vervolgens de gewenste rapportage.
5.2.1.3
Favoriete rapportages
Als er bepaalde rapportages zijn die u veel gebruikt, kunt u deze als Favoriete rapportage markeren. 1. Selecteer de rapportage die u als favoriet wilt markeren. 2. Klik er met de rechtermuisknop op en kies Toevoegen aan favorieten.
3. De gekozen rapportage is nu ook beschikbaar via het onderdeel Favorieten.
4. U kunt een rapportage uit de favorieten verwijderen door er met de rechtermuisknop op te klikken en te kiezen voor Verwijderen uit favorieten. Bij 5.2.8 lees u alle details over het afdrukvoorbeeld van een rapportage.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 76 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN
5.2.2
Journaal afdrukken
[MKVS - Afdrukken - Kind - Journaal] Met deze rapportage kunt u de ingevulde journaals afdrukken. Deze rapportage is afhankelijk van de voor u ingestelde rechten. Met deze rapportage kunt u de ingevulde journaals afdrukken. Het aantal beschikbare groepen of leerlingen is afhankelijk van de voor u ingestelde rechten.
1. Selecteer bij het onderdeel Voorselectie, Leerlingen de groepen en/of leerlingen waarvan u journalen wilt afdrukken. Gebruik eventueel de zoekfunctionaliteit om snel een kind te vinden. Met de rechtermuisknop kunt u snel alle groepen uitvouwen en of leerlingen (de)selecteren.
2. Bij het onderdeel Voorselectie, Filter bepaalt u uit welke periode journalen in de rapportage moeten worden opgenomen. Maak eventueel gebruik van de optie Sneldatums. 3. Geef eveneens aan welke journaalregeltypes u in de rapportage moeten worden opgenomen.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 77 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN
4. Bij het onderdeel Uitvoer, Afdrukken kunt u nog enkele afdrukopties instellen. U kunt hiermee gedeeltelijk de layout van de afdruk bepalen en eveneens aangeven welke leerlinginformatie moet worden afgedrukt. • Bepaal of de journalen op datum op op journaaltype gesorteerd moeten worden. • Geef aan op de afdruk Staand of Liggend moet worden gemaakt. • Geef aan of de Koptekst (met daarin de naam van het rapport, in dit geval Journaal en eventueel het schoollogo) op iedere pagina herhaald moet worden. Voor sommige doeleinden is het mooier om dat niet te doen. • Geef aan of de journalen van een ander kind op een nieuwe pagina moeten beginnen (of dat het anders doorloopt op de pagina van de andere kind). • Geef aan of ieder journaal op een nieuwe pagina moet beginnen. • Bepaal of in de kop van de de rapportage uitgebreide leerlinginformatie moet worden opgenomen. Dit is actuele informatie van het moment van afdrukken en bevat onder meer extra gegevens over Geboortedatum, Geslacht, Huidige docent(en), Schoolloopbaan en Nationaliteit. De Leeftijd, het Schooljaar en de Huidige groep worden sowieso al getoond. • Bepaal of bij ieder journaal uitgebreide journaalinformatie moet worden opgenomen. Dit is informatie van het moment waarop het journaal is opgeslagen en bevat onder meer gegevens over toenmalige Leeftijd, toenmalige Groep, toenmalig Schooljaar en toenmalige Docent(en). De datum en opsteller van het journaal worden sowieso al getoond. • Geef aan of de inhoud van het journaal omkaderd moet worden. Dit is een subtiele lijn die de leesbaarheid van de afdruk kan vergroten. 5. Klik op de knop Afdrukken om het afdrukvoorbeeld van deze rapportage te bekijken en af te drukken. U heeft ook de mogelijkheid om de rapportage op te slaan als PDF bestand of om het te e-mailen. Zie 5.2.8 voor de verschillende afdruk- en opslagmogelijkheden.
5.2.3
Inhoud signaleringen
[MKVS - Afdrukken - Kind - Inhoud signaleringen] MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 78 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN Met deze rapportage kunt u signaleringen en de bijbehorende beschrijvingen en beslissingen afdrukken.
1. In stap 1 kiest u de kinderen of de groepen waarvoor u de deze gegevens wilt afdrukken. Als u een groep selecteert, worden alle kinderen van deze groep ook geselecteerd.
2. In stap twee geeft u de periode aan waarbinnen de signaleringen zijn ingevuld. Standaard is de huidige week geselecteerd. Pas deze data handmatig aan of gebruik de knop met de 3 puntjes om te kiezen uit enkele voorgedefinieerde periodes.
3. Klik op de knop Genereren om het afdrukvoorbeeld van deze rapportage te bekijken en af te drukken. U heeft ook de mogelijkheid om de rapportage op te slaan als PDF bestand of om het te e-mailen. Zie 5.2.8 voor de verschillende afdruk- en opslagmogelijkheden. Let op: Als u een relatief lange periode kan het enige tijd duren alvorens het afdrukvoorbeeld in beeld komt, aangezien er dan mogelijk vele signaleringen gedaan zijn.
5.2.4
Aantal signaleringen (kind)
[MKVS - Afdrukken - Kind - Aantal signaleringen] Deze rapportage geeft u een overzicht van het aantal signaleringen en hierbij behorende beslissingen over een bepaalde periode.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 79 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN 1. In stap 1 kiest u de kinderen of de groepen waarvoor u de deze gegevens wilt afdrukken. Als u een groep selecteert, worden alle kinderen van deze groep ook geselecteerd.
2. In stap twee geeft u de periode aan waarbinnen de signaleringen zijn ingevuld. Standaard is de huidige week geselecteerd. Pas deze data handmatig aan of gebruik de knop met de 3 puntjes om te kiezen uit enkele voorgedefinieerde periodes.
3. Geef op hoeveel hoeveel signaleringen er in deze periode ingevuld moeten zijn. Hiermee kunt u snel inzichtelijk maken of er bij bepaalde leerlingen veel of juist weinig is gesignaleerd.
Tip: Dit bereik staat staat standaard op 0 t/m 999. 999 betekent in dit geval oneindig en met deze instelling worden alle signaleringen opgeteld, ongeacht het werkelijke aantal. U kunt echter ook een bepaalde vanaf waarde opgeven, bijvoorbeeld van 50 t/m 999. Dan worden alleen leerlingen getoond met minimaal 50 signaleringen (in de gekozen periode). Maar u kunt ook een maximum waarde opgeven, bijvoorbeeld van 0 t/m 25. Dan worden alleen leerlingen getoond met maximaal 25 signaleringen (in de gekozen periode). MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 80 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN En u kunt ook een vrij aantal opgeven, bijvoorbeeld van 100 t/m 200. Dan worden alleen leerlingen getoond met tussen de 100 en 200 signaleringen (in de gekozen periode). 4. In stap 3 kunt u nog enkele afdrukopties instellen, zoals de sortering en de wijze waarop de naam van het kind moet worden getoond. 5. Klik op de knop Genereren om het afdrukvoorbeeld van deze rapportage te bekijken en af te drukken. U heeft ook de mogelijkheid om de rapportage op te slaan als PDF bestand of om het te e-mailen. Zie 5.2.8 voor de verschillende afdruk- en opslagmogelijkheden.
5.2.5
Status beslissingen (kind)
[MKVS - Afdrukken - Kind - Status beslissingen] Deze rapportage geeft u een overzicht van de status van beslissingen over een bepaalde periode.
Van iedere signalering wordt de datum getoond en de naam van de medewerker die hem heeft ingevuld. Vervolgens wordt aangeven of en zoja welke beslissingen er zijn genomen en wat de status hiervan is. In bovenstaand voorbeeld zijn bij de signalering van 3 februari 2009 3 beslissingen genomen, waarvan er ´e´en is verlopen.
1. In stap 1 kiest u de kinderen of de groepen waarvoor u de deze gegevens wilt afdrukken. Als u een groep selecteert, worden alle kinderen van deze groep ook geselecteerd. 2. In stap twee geeft u de periode aan waarbinnen de signaleringen zijn ingevuld. Standaard is de huidige week geselecteerd. Pas deze data handmatig aan of gebruik de knop met de 3 puntjes om te kiezen uit enkele voorgedefinieerde periodes.
3. In stap 3 kunt u nog enkele afdrukopties instellen, zoals de sortering en de wijze waarop de naam van het kind moet worden getoond.
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 81 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN 4. Klik op de knop Genereren om het afdrukvoorbeeld van deze rapportage te bekijken en af te drukken. U heeft ook de mogelijkheid om de rapportage op te slaan als PDF bestand of om het te e-mailen. Zie 5.2.8 voor de verschillende afdruk- en opslagmogelijkheden.
5.2.6
Aantal signaleringen (leraar)
[MKVS - Afdrukken - Leraar - Aantal signaleringen] Deze rapportage geeft u een overzicht per leraar van het aantal signaleringen die zij gemaakt hebben in een bepaalde periode. 1. In stap 1 kiest u de leraar of leraren waarvoor u de deze gegevens wilt afdrukken. Als u een groep selecteert, worden alle leraren van deze groep ook geselecteerd. 2. In stap twee geeft u de periode aan waarbinnen de signaleringen zijn ingevuld. Standaard is de huidige week geselecteerd. Pas deze data handmatig aan of gebruik de knop met de 3 puntjes om te kiezen uit enkele voorgedefinieerde periodes.
3. Geef op hoeveel hoeveel signaleringen er in deze periode ingevuld moeten zijn. Hiermee kunt u snel inzichtelijk maken of er bij bepaalde leerlingen veel of juist weinig is gesignaleerd.
Tip: Dit bereik staat staat standaard op 0 t/m 999. 999 betekent in dit geval oneindig en met deze instelling worden alle signaleringen opgeteld, ongeacht het werkelijke aantal. U kunt echter ook een bepaalde vanaf waarde opgeven, bijvoorbeeld van 50 t/m 999. Dan worden alleen leraren getoond die minimaal 50 signaleringen hebben gedaan (in de gekozen periode). Maar u kunt ook een maximum waarde opgeven, bijvoorbeeld van 0 t/m 25. Dan worden alleen leraren getoond die maximaal 25 signaleringen hebben gedaan (in de gekozen periode). En u kunt ook een vrij aantal opgeven, bijvoorbeeld van 100 t/m 200. Dan worden alleen leraren getoond die tussen de 100 en 200 signaleringen hebben gedaan (in de gekozen periode).
MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 82 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN 4. In stap 3 kunt u nog enkele afdrukopties instellen, zoals de sortering en de wijze waarop de naam van de leraar moet worden getoond. 5. Klik op de knop Genereren om het afdrukvoorbeeld van deze rapportage te bekijken en af te drukken. U heeft ook de mogelijkheid om de rapportage op te slaan als PDF bestand of om het te e-mailen. Zie 5.2.8 voor de verschillende afdruk- en opslagmogelijkheden.
5.2.7
Status beslissingen (leraar)
[MKVS - Afdrukken - Leraar - Status beslissingen] Deze rapportage geeft u een overzicht van de status van beslissingen over een bepaalde periode. Van iedere signalering wordt de datum getoond en de naam van het kind waarbij het is ingevuld. Vervolgens wordt aangeven of en zoja welke beslissingen er zijn genomen en wat de status hiervan is. 1. In stap 1 kiest u de leraar of leraren waarvoor u de deze gegevens wilt afdrukken. Als u een groep selecteert, worden alle leraren van deze groep ook geselecteerd. 2. In stap twee geeft u de periode aan waarbinnen de signaleringen zijn ingevuld. Standaard is de huidige week geselecteerd. Pas deze data handmatig aan of gebruik de knop met de 3 puntjes om te kiezen uit enkele voorgedefinieerde periodes.
3. In stap 3 kunt u nog enkele afdrukopties instellen, zoals de sortering en de wijze waarop de naam van het kind moet worden getoond. 4. Klik op de knop Genereren om het afdrukvoorbeeld van deze rapportage te bekijken en af te drukken. U heeft ook de mogelijkheid om de rapportage op te slaan als PDF bestand of om het te e-mailen. Zie 5.2.8 voor de verschillende afdruk- en opslagmogelijkheden.
5.2.8
Afdrukvoorbeeld
Nadat u een rapport heeft gegenereerd via de knop Afdrukken, verschijnt dit Afdrukvoorbeeld. Hier kunt u kiezen om dit rapport daadwerkelijk af te drukken of om het als een (PDF) bestand op te slaan. Bovendien biedt het afdrukvoorbeeld nog enkele handige mogelijkheden. Hieronder staan alle mogelijkheden op een rij: De knoppenbalk van het afdruk venster ziet er als volgt uit:
U kunt vervolgens: MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 83 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN • Het afdrukvoorbeeld opslaan als een PDF bestand. 1. Klik op het symbool Opslaan (
) of gebruik de toetscombinatie CTRL+S.
2. Kies de locatie waar u het bestand wilt opslaan. 3. Vul de bestandsnaam in. 4. Klik op de knop Opslaan om het rapport op te slaan. Let op: Het programma Eduscope gaat zorgvuldig om met de (veelal privacy gevoelige) gegevens die erin zijn opgeslagen. Doet u dat ook! Zorg dat bestanden worden opgeslagen op een locatie waar alleen uzelf of gemachtigde gebruikers bij kunnen komen. Wees ook voorzichtig met het versturen van bestanden via e-mail. U kunt de rapportage ook als *.jpg of *.bmp bestand opslaan. • Het rapport afdrukken. 1. Klik op het symbool Afdrukken ( Het volgende venster verschijnt:
) of gebruik de toetscombinatie CTRL+P.
2. Kies desgewenst een andere printen of pas indien nodig de printereigenschappen aan. 3. U kunt vervolgens nog het afdrukbereik en het aantal exemplaren instellen. 4. Klik op de knop OK om de gegevens daadwerkelijk af te drukken. • Het rapport direct e-mailen. Er zal een PDF document worden gemaakt van de rapportage en deze zal als bijlage worden gekoppeld aan een nieuw e-mailbericht. 1. Klik op het symbool E-mailen ( Het volgende venster verschijnt:
) of gebruik de toetscombinatie CTRL+M.
2. Vul de naam van het bestand in. U hoeft hier geen bestandstype op te geven. Het zal automatisch een PDF bestand worden. 3. Klik op OK. Het e-mailbericht zal worden opgesteld en de bijlage wordt gekoppeld. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 84 van 92
5.2. MENU: MKVS - AFDRUKKEN • Gebruik de optie Miniatuurweergaven om kleine voorbeelden van alle pagina’s te tonen. • Bladeren door het afdrukvoorbeeld. 1. Via de navigatieknoppen kunt u bladeren door de pagina’s van de voorbeeldweergave. U kunt respectievelijk naar de Eerste pagina, Vorige pagina, Volgende pagina en Laatste pagina.
2. U kunt ook rechtstreeks een paginanummer invoeren. • Zoomen in het afdrukvoorbeeld. 1. De snelste en handigste manier om in of uit te zoomen in het afdrukvoorbeeld is door de CTRL-toets in te duwen en vervolgens tegelijkertijd met het scrollwiel van de muis te scrollen. Deze manier van scrollen is overigens redelijk gangbaar in Windows en PDF documenten. 2. Ook via de zoomknoppen kunt u het afdrukvoorbeeld uitvergroten of verkleinen. U kunt In- en Uitzoomen en de weergave aanpassen aan de Paginabreedte of de Hele pagina tonen.
3. U kunt ook rechtstreeks een zoompercentage kiezen. Tip: Maximaliseer het afdrukvoorbeeld, zodat u een beter overzicht krijgt. Met de meeste gangbare beeldschermen kunt u dan in de paginazoomstand zelfs 2 pagina’s tegelijkertijd bekijken. • Zoeken in het afdrukvoorbeeld. 1. Via de zoekfunctie kunt u in het afdrukvoorbeeld zoeken naar een bepaalde tekst.
2. U kunt ook de toetscombinatie CTRL+F gebruiken. 3. Toets Enter of klik op het vergrootglas naast de zoektekst om door te gaan naar het volgende zoekresultaat. • Veelgebruikte functies in afdrukvoorbeeld. 1. De meest gebruikte functies in het afdrukvoorbeeld kunt u snel benaderen via de rechtermuisknop. Het volgende contextmenu verschijnt:
Via dit contextmenu kunt u snel afdrukken, opslaan, e-mailen, zoeken en zoomen. MKVS Digitaal versie september 2010
Digitaal MKVS: het programma
Pagina 85 van 92
Deel III
Ter afsluiting
MKVS Digitaal versie september 2010
Ter afsluiting
Pagina 86 van 92
Hoofdstuk 6
Literatuurlijst / Achtergrondinformatie Dr M. Montessori 1. De Methode, de ontdekking van het kind; Montessori, M. Paul Brand, Bussum 1973 2. Aan de basis van het leven. De absorberende geest; Montessori, M. Van Holkema en Warendorf N.V., Amsterdam 1949 3. Zelfopvoeding, Methode voor het lager onderwijs, deel 1 en 2; Montessori, M. Van Holkema en Warendorf N.V., Amsterdam 1934 4. Onderwijs en het menselijk potentieel; Montessori, M. Projectgroep Montessori APS, Utrecht 1994 5. Door het kind naar een nieuwe wereld; Montessori, M. Stichting Nederlandse Montessori Uitgeverij 1952 6. Psychoarithmetik: Montesori, M. Montessori Vereinigung e. V.Aachen Montessori pedagogiek en antropologie 7. Maria Montessori 1870-1952; Swegman, M. Amsterdam University Press 8. Montessori en fascistisch Itali¨e; Leenders, H. Intro, Baarn 9. Montessori, the science behind the Genius; Stoll, A. Lillard University Press Oxford 10. Leerling en leraar in samenspraak; Lockhorst, D. Garant Antwerpen/Apeldoorn 11. Leren en laten leren; Lockhorst, D. NMV 12. Voortgezet montessori-onderwijs; Rubinstein, M. NMV 13. Montessorischolen in beweging; Stefels, M. Garant 14. Nota Begeleidersgroep; MKVS pagina: www.montessori.nl 15. Nota Montessorionderwijs en inspectie PO; Nota Begeleidersgroep; MKVS pagina: www.montessori.nl MKVS Digitaal versie september 2010
Ter afsluiting
Pagina 87 van 92
16. Nota Het MKVS en het toezicht van inspectie; Nota Begeleidersgroep; MKVS pagina: www.montessori.nl 17. Reports montessoriconferentie in Belgorod; Nota Begeleidersgroep; MKVS pagina: www.montessori.nl 18. Kosmische opvoeding en kosmisch onderwijs; Bouwmeester, T. e.a. SLO, Enschede 19. Kosmische Erzahlungen in der Montessori-Padagogik; Eckert, E. / Waldschmidt, I. Lit Verlag Berlin Montessori onderwijs; didactiek 20. Het Montessorimateriaal; NMV Werkgroep. Nienhuis Zelhem 21. Het Lusmodel; MKVS pagina: www.montessori.nl Primair onderwijs 22. Brochure: De nieuwe basisschool? De Wet op het Primair Onderwijs toegelicht. Procesmanagement primair onderwijs 1998. 23. Brochure: Kerndoelen basisonderwijs 1998 Over de relaties tussen de algemene doelen en kerndoelen per vak. Ministerie van OC en W. 24. Brochure: Kerndoelen primair onderwijs. OCW 1997 25. Over de drempels met taal en rekenen, hoofdrapport Expertgroep Doorlopende Leerlijnen taal en Rekenen, 2007 Voorschoolse opvang/peutergroepen 26. Nota MKVS peutergroep; MKVS pagina: www.montessori.nl 27. Pravoo Peuter volg- en hulpsysteem; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk Waarneming Nog geen primaire literatuur gevonden. Informatie wel terug te vinden in deel observatie, diagnostiek en speciale begeleiding. Motoriek 28. Psychomotoriek bij kinderen; Vallaey, M. en Vandroemme G. Acco Leuven/Amersfoort tweede druk 29. Motorische ontwikkeling van kinderen 1 en 2; Bernard Netelenbos, J. Boom 30. Psychologie in het onderwijs van motorische vaardigheden; Pijning, H.F. Wolters Noordhoff 31. Ruimtelijke Ori¨entatie, Observatie- en hulpprogramma voor kleuters in de basisschool; Kuyk van, J.J. Cito 32. Schrijven als oefenvak. Handboek voor didactiek en praktijk. Engen van, A. Van Engen B.V. Vries 33. Novoscript; uitgeverij Boreaal Taal 34. Logopedie voor onderwijsgevenden; Pronk-Boerma, M.P. Nelissen B.V. Baarn MKVS Digitaal versie september 2010
Ter afsluiting
Pagina 88 van 92
35. Montessori Taalmateriaal map: set taalstukken met Schrijfwijzer; (nieuwe uitgave is in ontwikkeling) 36. De taalverwerving van het kind; Scaerlaekens, A. / Gille, S. Wolters-Noordhoff 37. Woordenschat; Huizenga, H. Wolters Noordhoff 38. Curriculum schoolrijpheid deel 4: Taaltraining Mondjesmaat. Malmberg, Den Bosch 39. Begrijpend lezen ’speciaal’; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk 40. Zinsgericht leren lezen; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk 41. Techniekenmap lezen; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk 42. Spellingwoordenboek; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk 43. Map voortgezette spelling; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk Rekenen / wiskunde 44. Montessorispeerpunt rekenen/wiskunde. Projectgroep Montessori APS, Amsterdam 1992 45. Gids voor montessori basisonderwijs, rekenen/wiskunde; WMO 46. Projectgroep Montessori, Grafieken in de Montessorischool; APS Utrecht 1997 47. Jonge kinderen leren rekenen; TAL-team, Tussendoelen Annex Leerlijnen. Basisschool, Freudenthal Instituut Wolters Noordhoff 48. Jonge kinderen leren meten en meetkunde; TAL-team, Tussendoelen Annex Leerlijnen. Basisschool, Freudenthal Instituut Wolters Noordhoff 49. Kinderen leren rekenen; TAL-team, Tussendoelen Annex Leerlijnen. Freudenthal Instituut Wolters Noordhoff
Basisschool,
50. Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen; TAL-team, Tussendoelen Annex Leerlijnen. Basisschool, Freudenthal Instituut Wolters Noordhoff 51. Meten en meetkunde in de bovenbouw TAL-team, Tussendoelen Annex Leerlijnen. Basisschool, Freudenthal Instituut, Wolters Noordhoff 52. Rekenproblemen opsporen en oplossen; Erp van, J.W.M. Orthovisies-6 Wolters Noordhoff, Groningen Geometrie 53. Projectgroep Montessori, Werkboek Geometrie. APS, Amsterdam Kennisgebieden 54. De b`etacanon; de Volkskrant Meulenhoff bv Amsterdam Perioden van groei 55. Als kinderen je een zorg zijn; : Lickona, T. / Ytsma, W. Intro Nijkerk 56. Wat doen we eraan; Faber S. / Steensma H. Intro Nijkerk 57. De nieuwe gedragsorthotheek; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk
MKVS Digitaal versie september 2010
Ter afsluiting
Pagina 89 van 92
58. Curriculum schoolrijpheid deel 5 Geheugentraining; Malmberg, Den Bosch. 59. Samenspel, tegenspel spel; Volte, B. Zwijsen, Tilburg Observatie, diagnostiek en speciale begeleiding 60. Het verhaal van het kind; Heemstra Hendriksen, L. Thieme Meulenhoff 61. Observeren kun je leren; Janson D. / Memelink D. HB UitgeversBaarn 62. De ontwikkeling van het kind; Verhulst F.C. Koninklijke van Gorcum 63. Jonge risicokinderen bij de start van het onderwijs G.M. van der Aalsvoort. Acco 64. Handboek ontwikkelingspsychologie; Verhofstadt-Den`eve, L. e.a. Bohn Stafleu van Loghum, Houten/Diegem 1995 65. De nieuwe buitenbeentjes; Kalverboer, A.F. Ortho reeks Lemniscaat Rotterdam 66. Novoscript; uitgeverij Boreaal 67. Curriculum Schoolrijpheid deel 2, Instapproeven. Malmberg, Den Bosch. 68. Taaltest voor kinderen (TVK) Swets en Zeitlinger, Lisse. 69. Taaltest Allochtone kinderen (TAK). Zwijssen, Tilburg. 70. Speciale leesbegeleiding; aanvankelijk lezen; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk 71. Handboek voor dyslexie en leesproblemen; Koning, L. Pravoo Lekkerkerk 72. Spellingproblemen; Bon van W.H.J. Ortho reeks Lemniscaat Rotterdam 73. Diagnostiek en behandeling van spellingproblemen; H. Bouwers en H van Goor 74. Rekenproblemen en dyscalculie; A. Ruijssenaars e.a. Ortho reeks Lemniscaat Rotterdam 75. Utrechtse getalbegrip toets; Luit van, J.E.H. e a. Graviant educatieve uitgaven, Doetinchem 76. Maatwerk; uitgeverij Zwijssen, Tilburg: 77. Tempo Test rekenen; test voor het vaststellen van het rekenvaardigheidsniveau der elementaire bewerkingen 78. Gedragsproblemen; Ploeg van der, J.D. Ortho reeks Lemniscaat Rotterdam 79. Interactiewijzer; Dekker en van de Vegt; Verstegen, R. / Lodewijks, H. Assen 80. Kinderen (z)onder vrienden; Ploeg van der J.D. Ortho reeks Lemniscaat Rotterdam 81. Werkhoudingslijst; Doorn, van, F. Swets Test Services, Lisse 82. Hulpboek werkhouding; 51: Doorn van, F. Swets Test Services, Lisse 83. Speciale spelbegeleiding; Bosch, N. Pravoo Lekkerkerk 84. Pravoo Leerlingvolg- en hulpsysteem groep 1, 2, (3), i.o.b.k.; Westra, E / Koning, L. Pravoo Lekkerkek 85. Leerproblemen en leerstoornissen; Ruijssenaars, A. Ortho reeks Lemniscaat Rotterdam Opmerking MKVS Digitaal versie september 2010
Ter afsluiting
Pagina 90 van 92
1. Voor het lezen van achtergronden kunt u ook de diverse ’Raamleerplannen Montessori basisonderwijs’ raadplegen 2. Zie voor alle informatie: MKVS pagina op www.montessori.nl en bij de informatie van de secties.
MKVS Digitaal versie september 2010
Ter afsluiting
Pagina 91 van 92
Hoofdstuk 7
Begeleiding, ondersteuning en contact Via onderstaande gegevens kunt u contact met Unilogic opnemen als u technische of inhoudelijke vragen heeft over Eduscope. Unilogic BV ontwikkelt tevens voor Pravoo de digitale versie. Voor technische en programma gerelateerde vragen kunt u derhalve contact opnemen met de supportdesk van Unilogic. Voor onderwijskundige vragen over Pravoo kunt u contact opnemen met Pravoo zelf. Contact informatie kunt u opvragen via de website, http://www.pravoo.nl Unilogic BV ontwikkelt voor het Montessori onderwijs de digitale versie van het Montessori Kind Volg Systeem (MKVS). Voor technische en programma gerelateerde vragen kunt u derhalve contact opnemen met de supportdesk van Unilogic. Voor onderwijskundige en inhoudelijke vragen over het MKVS kunt u via de website contact opnemen met de Begeleidersgroep MKVS: e-mail:
[email protected] Zie ook de website: http://www.montessori.nl/mkvs/index.htm e-mail:
[email protected] e-mail:
[email protected] telefoon: 046-4571830 (9.00 - 12.30 uur) internet: www.unilogic.nl
MKVS Digitaal versie september 2010
Ter afsluiting
Pagina 92 van 92