151
HANDELINGEN VAN DE RAAD DER GEMEENTE ZUTPHEN vergadering van de raad der gemeente Zutphen op 26 mei 2016 om 19.30 uur in de raadzaal van het Oude Stadhuis
Voorzitter: Griffier:
Mevrouw C. Abbenhues de heer G.A.J. Winters
Aanwezig bij de opening van de vergadering zijn 25 leden, te weten: mevrouw E. van Beek, de heer H. Boersbroek, mevrouw D. Bogerd, de heer V. Boldewijn, de heer M. ten Broeke, de heer H. Brouwer, de heer G.H. Brunsveld, mevrouw A. van Dijk, de heer H.W. Hissink, mevrouw E. Jager, de heer A.W. Jansen, de heer C. Lammers, mevrouw L. Luesink, mevrouw M. Moester, mevrouw E. Müller, de heer A. Oldenkamp, de heer G.J.H. Pelgrim, de heer A. Pepers, de heer A.J.A. Putker, mevrouw H.M.J. Siebelink, de heer M.G.S. Siemes, mevrouw I. Timmer, de heer F. van Vliet, de heer B. van der Veen en mevrouw A. Verwoort Voorts zijn aanwezig de wethouders: A. de Jonge, J. Pennings, Verslag: Verslagbureau More Support Publiek: 6 personen Pers: aanwezig Afwezig: de heer G.J.N. Müller, mevrouw K. Warmoltz, de heer F. Heitling en mevrouw W.M. Voorham
152
HANDELINGEN RAAD 26 MEI 2016
pagina
Inhoudsopgave 1. 2. 3.
4.
OPENING ................................................................................................................. 153 VASTSTELLEN AGENDA ........................................................................................ 153 PROFIELSCHETS VOOR DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN ZUTPHEN ........... 153 3.a Toelichting door de voorzitter van de Vertrouwenscommissie op het doorlopen proces ........................................................................................................... 153 3.b Gesprek met de Commissaris van de Koning over de profielschets ............... 154 * Beantwoording van de door de Commissaris gestelde vragen ....................... 158 * Reactie Commissaris Cornielje ...................................................................... 162 3.c Vaststellen van de profielschets voor de nieuwe burgemeester van Zutphen 165 SLUITING ................................................................................................................. 166
153
1.
OPENING
(Audiopositie 06.22 )
De VOORZITTER: “Dames en heren, hartelijk welkom. In het bijzonder de Commissaris der Koning, de heer Cornielje, en de plaatsvervangend Chef Kabinet, de heer Oosterom, en in het bijzonder, mevrouw Luesink. Wij zijn blij, dat u na een prachtige ervaring weer hier bent. En die prachtige ervaring blijft heel lang voortduren; het is dus genieten. Er is een bericht van verhindering ontvangen van de heer Müller van de SP, mevrouw Voorham van D66 en mevrouw Warmoltz van het CDA. De heer Heitling weet nog niet of hij kan komen. Een hele bijzondere afmelding. Dan zijn van het College niet aanwezig: mevrouw Withagen om persoonlijke redenen, en de heren Bosch en Sueters. Zij bevinden zich namelijk in het buitenland. Ook dat is een reden waarom zij hier niet aanwezig zijn. Dat laat onverlet dat wij een hele mooie vergadering tegemoet gaan zien. Als mededeling heb ik nog, dat er een extra bijlage bij het voorstel is gevoegd, namelijk het besluit van het College dat het College geen wensen ten aanzien van, noch bedenkingen op de profielschets van de nieuwe burgemeester heeft. Ja? Toegevoegd. En de tweede mededeling is, dat de vraagstelling aan onze Commissaris der Koning worden gesteld en vooral de beantwoording van vragen plaatsvindt via de interruptiemicrofoon aan deze kant want dan heeft u een leuk oogcontact met elkaar. Akkoord?”
2.
VASTSTELLEN AGENDA
(Audiopositie 00:08:20)
De VOORZITTER: “Dan zijn we bij agendapunt 2 en dat betreft de vaststelling van de agenda. Gaat u akkoord met de agenda zoals die voorligt? Dan is de agenda hiermee vastgesteld.”
3. PROFIELSCHETS VOOR DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN ZUTPHEN (Audiopositie 00:08:33)
3.a Toelichting door de voorzitter van de Vertrouwenscommissie op het doorlopen proces De VOORZITTER: “De profielschets voor de nieuwe burgemeester. Het agendapunt is in drie onderdelen verdeeld. In 3.a de toelichting door de voorzitter van de Vertrouwenscommissie op het doorlopen proces, 3.b is het gesprek met de Commissaris over de profielschets en 3.c het vaststellen van de profielschets voor de nieuwe burgemeester van Zutphen. Dan zou ik graag het woord willen geven aan de voorzitter van de Vertrouwenscommissie die dus een toelichting geeft op het doorlopen proces. Mag ik daartoe de heer Pepers verzoeken om naar het spreekgestoelte te gaan. Dank u wel.” De heer PEPERS: “Mevrouw de voorzitter, dank u wel. Ook van mijn kant heet ik de heer Cornielje, Commissaris van de Koning in Gelderland, van harte welkom en ook de heer Oosterom aan zijn rechterzijde, in deze toch bijzondere raadsvergadering waar de profielschets voor de nieuwe burgemeester zal worden vastgesteld. Het is mij een groot genoegen om namens de Vertrouwenscommissie aan u - voordat u met de raad in gesprek gaat -, aan de raad en overigens ook aan alle belangstellenden op de publieke tribune, een korte terugblik te mogen schetsen van het gelopen proces.
154
In het begin heeft de Vertrouwenscommissie aangegeven, dat zij op verschillende wijze breed geïnformeerd wil worden wat betreft de verwachtingen vanuit de samenleving en buurgemeenten ten aanzien van de nieuwe burgemeester. Op eigentijdse wijze is er een enquête breed uitgezet in de samenleving. Deze enquête heeft tot een hoge respons geleid en kan als representatief worden gezien. Er is uiteindelijk in totaal 2.123 keer gereageerd en daar zijn wij zeer content over. Uit de respons blijkt, dat de nieuwe burgemeester vooral het belang van Zutphen moet dienen en zich vooral moet richten op werkgelegenheid en veiligheid. De uitkomst van de enquête heeft een aparte plaats in de profielschets, waardoor kandidaten ook goed in beeld hebben wat de wensen zijn vanuit de samenleving. Daarnaast zijn buurgemeenten en de VNOG in de gelegenheid gesteld om verwachtingen aan te geven in het kader van regionale samenwerking en de positionering van Zutphen in de omgeving. De commissie vond het ook van groot belang dat er duidelijke afspraken kwamen, wat betreft de communicatie naar buiten toe. Die afspraken hebben we met elkaar gemaakt en blijken prima te werken. Als voorzitter was het mede mijn rol om de inbreng van ieder commissielid goed tot zijn recht te laten komen. Het proces heeft bijgedragen tot een breed gedragen profielschets. Daarnaast wil ik niet onvermeld laten, dat we als Vertrouwenscommissie in de afgelopen periode op een hele plezierige en zorgvuldige wijze hebben samengewerkt en uitkijken naar de periode waar we als Vertrouwenscommissie voor staan. Meneer Cornielje, in de profielschets wordt gesproken over “bij voorkeur zowel relevante ervaring in functies binnen, als buiten het openbaar bestuur”. Ongetwijfeld komt straks in het gesprek nog aan bod hoe breed de vacature kan worden uitgezet. Tot slot, wil ik u bedanken voor uw rol in de procedure, het aangename gesprek dat wij met u hebben gehad en de constructieve contacten met de medewerkers van uw Kabinet. Mevrouw de voorzitter, ik wil het hierbij laten en volgens mij, kunnen we dan nu naar het volgende agendapunt waar iedereen naar uitkijkt.” De VOORZITTER: “Dank u wel.”
3.b
Gesprek met de Commissaris van de Koning over de profielschets
(Audiopositie 12:23)
De VOORZITTER: “Dan is nu agendapunt 3.b aan de orde, het gesprek met de Commissaris van de Koning over de profielschets. Ik nodig de Commissaris uit om achter het spreekgestoelte plaats te nemen en de raad te bevragen. Het woord is aan de Commissaris.” (Audiopositie 00:12:41)
Commissaris Cornielje: “Dank u wel, voorzitter. Dank ook voor al het voorbereidende werk wat u al heeft gedaan, zodat we hier nu ook een goede discussie met elkaar kunnen voeren. Het is - denk ik - goed om even in te gaan op de betekenis, de waarde en de functie van de profielschets. Ik zal iets vertellen over het verloop van de procedure en er komt nog een aantal andere zaken aan de orde, zoals de inhoud van de profielschets waar ik een enkele opmerking over wil maken en een enkele vraag over wil stellen. Allereerst iets over de betekenis en de waarde van de profielschets. Het is - denk ik - goed om dat met elkaar te delen dat de profielschets een informatiebron is voor sollicitanten. Gelukkig hebt u in de profielschets ook een passage opgenomen waarin u iets verteld over de Hanzestad Zutphen en het karakter daarvan. Dat is nuttig voor alle kandidaten om zich daarin te verdiepen. Natuurlijk zullen de kandidaten zich ook hierin verdiepen door de website te bezoeken en in de stad te komen kijken, maar in dit stuk staat dat in ieder geval goed beschreven. Die profielschets is ook belangrijk voor de vertrouwenscommissie: de vertrouwenscommissie zal zich immers op basis van deze profielschets, straks zich een oordeel moeten vormen over de kandidaten die gesolliciteerd hebben. Dus, wat we nu vaststellen, wordt wel het kader waaraan getoetst wordt. We gaan straks natuurlijk niet nog andere eisen toevoegen of weglaten, als dat dan beter uitkomt. Dus: het is wel een relevant document. Ook voor mij. Want als ik de brieven heb
155
ontvangen, is het een middel om ook de brieven aan te toetsen en te beoordelen of mensen aan de profielschets voldoen. Daarom is het ook belangrijk dat die profielschets elementen in zich heeft, waaraan wij kunnen toetsen of iemand inderdaad al dan niet binnen de profielschets past. Dus het moet voldoende duidelijk en scherp zijn. Maar ik zal hem dus ook gebruiken. Als gemeenteraad, zoals u hier bijeen zit, zult u natuurlijk de voordracht die straks gedaan wordt door de vertrouwenscommissie, ook weer toetsen of iemand in die profielschets past. Wat ik ook niet onvermeld wil laten, is dat een profielschets ook in het latere proces ... Als je namelijk een daadkrachtige burgemeester hebt geselecteerd – en dat is de bedoeling, geloof ik – “Jazeker”, wordt er gezegd. Dat is een belangrijke vaststelling, dan moet je natuurlijk na twee jaar niet klagen: “Wat hebben we toch een daadkrachtige burgemeester gekregen.” Dan hebben we een mooi document waarin staat op basis waarvan iemand is gekozen. En natuurlijk, na een jaar of zes kun je altijd weer zeggen: “De gemeente is in een nieuwe fase terecht gekomen.” Dan kun je met de burgemeester bekijken of je nieuwe accenten legt waarin de burgemeester zich verder kan ontwikkelen. We gaan ook niet steeds een nieuwe burgemeester nemen. Maar dat is ook niet de gewoonte hier in deze gemeente. Dus het is ook belangrijk om de profielschets te gebruiken bij de evaluatiegesprekken. Dat biedt houvast voor de raad, maar ook voor de burgemeester zelf. Dus een belangrijk document dat u vanavond gaat vaststellen. Dan iets over de procedure. Het is zo, dat - wat mij betreft en ik hoop ook dat u het daarmee eens bent – alles wat nu op papier in de profielschets is vastgelegd, een aanvulling krijgt in het verslag dat vandaag gemaakt wordt over deze vergadering. Want samen geven we nu een inkleuring van die profielschets en dat is dus - wat mij betreft - een integraal onderdeel van de hele profielschets. Daarom is het belangrijk dat het verslag spoedig gereed is, maar ik zie ook dat er al heel hard aan wordt gewerkt. Met dank, mevrouw. Als het verslag gereed is, zullen we de Minister verzoeken om de vacature open te stellen opdat men kan solliciteren. Deze publicatie gebeurt in de Staatscourant door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en die advertentie wordt ook in bladen als Binnenlands Bestuur geplaatst. Dan komen de brieven binnen. U hebt al keurig aangegeven hoe belangstellenden moeten adresseren. Dat is allemaal correct. Die brieven komen dus bij mij binnen. Dan ga ik inlichtingen verzamelen over de kandidaten. Het is ook wel goed, dat iedereen dat weet. Ik zal altijd informeren bij de burgemeester van de gemeente waar een kandidaat woont en als het een burgemeester is, dan zal ik bij de Commissaris informeren, tenzij het in deze provincie is, maar dan ken ik de betrokkenen natuurlijk al. Als het kandidaten zijn uit andere provincies, loopt de informatielijn via mijn collega-commissaris en die kijkt dan weer. Dus, het is wel belangrijk dat die informatie wordt opgevraagd. We zullen ook justitiële informatie opvragen. Alhoewel Zutphen een justitiestad is, is het geen aanbeveling om burgemeester van deze stad te worden als iemand een strafblad heeft, laat ik mij zo maar voorzichtig uitdrukken. Het is niet helemaal uitgesloten, als je ooit als student iets op je kerfstok hebt gehad - die kandidaten heb ik ook nog wel eens gehad - maar normaal gesproken, is dat geen aanbeveling en zullen die kandidaten zich de moeite kunnen besparen om een brief te schrijven. Overigens, naar de uiteindelijke kandidaat zal ook een AIVD onderzoek plaatsvinden. Dus mensen die iets te verbergen hebben, die hoeven helemaal niet mee te doen, want die komen uiteindelijk toch niet door die procedure. Ik zeg dat maar op voorhand. Dat scheelt weer een paar brieven. Ik ga er wel van uit dat er heel veel belangstelling is voor deze vacature. Dus, is het goed om meteen maar iets aan verwachtingsmanagement doen. Als we die informatie hebben opgevraagd, ga ik samen ook met de Chef Kabinet, plaatsvervangend Chef Kabinet, kijken wie we uitnodigen. Natuurlijk zijn er mensen die je kent. Die hoef ik niet meer uit te nodigen, maar er zijn ook mensen die ik nog niet ken. Als ik ze geschikt vind, dan nodig ik ze uit. Meestal is het toch een derde deel van het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd voor een gesprek. Dat zijn dan de beste van de sollicitanten. Uiteindelijk gaan we daarna in gesprek met de Vertrouwenscommissie. Die nodigen we dan uit. Dat zal na de zomervakantie zijn. Met de Vertrouwenscommissie heb ik altijd een goed gesprek. Dat komt vaak niet goed in de krant. Dat verwijt ik de journalist niet, maar dat staat ook vaak verkeerd in allerlei stukken die dan
156
weer als basis genomen worden. De Vertrouwenscommissie moet ermee kunnen leven, de raad, maar ìk ook. Dus we moeten daar samen uitkomen. Nou, dan gaat er zo’n vijf-, zestal mensen door. Dan gaat de Vertrouwenscommissie aan het werk. Dat is belangrijk werk. Dat doen ze ook op een vertrouwelijke manier. Dat wil zeggen dat in alle fases geheimhouding wordt opgelegd en dat staat ook keurig in de Verordening. Want het betekent ook, dat als je wilt dat de beste mensen gaan solliciteren, dat zij erop moeten kunnen rekenen dat hun sollicitatie vertrouwelijk wordt behandeld. Uiteindelijk, als men extra informatie nodig heeft, kan men die altijd verkrijgen via mij, maar niet via andere wijze. Dat zeg ik ook, omdat sommige kandidaten in hun sollicitatiebrief schrijven: “Inlichtingen in te winnen bij die of die”. Dat is allemaal leuk, maar daar kan de Vertrouwenscommissie toch niets mee, want het moet toch via mij lopen. Doorgaans zijn de mensen die je zelf opgeeft ook niet de mensen die een negatief commentaar afgeven. Dus aan die mensen heb ik niet zoveel voor een objectief commentaar. De Vertrouwenscommissie komt met een voordracht en bespreekt de procedure met de griffier, de voorzitter, met mij en gaat dan terug naar de raad en dan hier zal de voordracht worden besproken en uiteindelijk ook besloten. Uiteindelijk gaat maar één naam naar buiten. Dat is degene die op nummer één is gekomen. Er is wettelijk een voordracht van twee kandidaten voorgeschreven, maar alleen de nummer één wordt bekend gemaakt. Dan worden allerlei formaliteiten afgehandeld en gaat het naar de Minister toe. Als het goed is, is de Minister het er ook mee eens. Dat is doorgaans – als de procedure zorgvuldig is verlopen – ook het geval. Dan kan daarna, na de screening, de kandidaat door de Koning worden benoemd en kort daarna door mij worden beëdigd tijdens de raadsvergadering. Dat is even de procedure. Als daar dadelijk ook vragen over zijn, dan wil ik die ook graag beantwoorden. Het is zo, dat in zo’n procedure ook nog een assessment kan plaatsvinden om de kandidaat te toetsen op deelaspecten. Ik heb in de conceptadvertentie gezien, dat die mogelijkheid wordt opengehouden en daar ben ik het erg mee eens. Mijn waarschuwing is altijd wel: “Ga nooit een algemeen assessment doen.” Immers, als u dat doet voor de laatste twee of drie kandidaten, dan behoor je ook het advies van het bureau te volgen. Als dat bureau zegt: “Dit is de beste kandidaat”, dan heb je eigenlijk ook geen argumenten meer om de nummer twee of drie van het assessmentbureau te selecteren. Als je zegt, dat je een bepaald aspect wilt toetsen – en dat is geloof ik ook de bedoeling – dan vinden kandidaten dat nog wel acceptabel. Sommige mensen komen meerdere keren ver in de procedure. Met name deze kandidaten vinden het niet plezierig om een groot onderzoek te moeten doen dat een hele dag duurt. Laat ik ook de dank uitspreken dat u een enquête hebt gehouden onder de bevolking: ouderen, jongeren, ondernemers en nog andere groepen. Uw enquête kreeg een grote respons. Overigens, wat wel een beetje te verwachten is in die respons, is dat er een breed beeld ontstaat. Dat mensen toch zowel het een als het ander willen. Dat is ook meteen mijn vraag aan u. Dat doe ik – al het mag, voorzitter – via de voorzitter van de commissie of die elementen ook verwerkt zijn in de profielschets? Dus, dat deze brede respons ook al in de profielschets tot uitdrukking is gebracht. Dan mag ik een vraag stellen. Als ik kijk naar het punt van de burgemeester. Dat is de eerste zin meteen. “Uit het resultaat blijkt, dat de respondenten het belangrijk vinden dat de nieuwe burgemeester vooral het belang van Zutphen dient (58 procent) en in mindere mate het belang van de regio (dertien procent).” Als ik dan naar een van de belangrijkste taken van de burgemeester kijk, dan is dat meteen ... Dat is ook bij de rollen van de burgemeester: “positioneren van de gemeente Zutphen binnen de regio is een van de grote uitdagingen.” Daar zit een zekere spanning in, als ik dat zo mag zeggen. Je kunt ook zeggen – en zo kun je die spanning hanteerbaar maken – “Het is in het belang van Zutphen, dat hij een goede relatie heeft met de regio en dus ook investeert in de regio.” Als de mensen in de enquête dat hebben bedoeld of u legt dit zo uit, dan kan ik er ook wel mee uit de voeten. Daarmee doen we dan ook recht aan de enquête, want dat is natuurlijk ook wel van belang. Ik heb net al iets gezegd over het profiel van Zutphen. Dat is prima. En verder hebt u beknopt – onder paragraaf drie en vier – aangegeven wat u eigenlijk van de nieuwe burgemeester wilt. Wat
157
voor soort persoon moet dat nu zijn? Ik zou bijna willen zeggen: “Hoe beknopter, hoe beter”, omdat je daarmee echt aangeeft, wat je wilt. Ik haal hier in ieder geval uit, dat een sociaal-economisch profiel door u buitengewoon belangrijk wordt gevonden. Dat wil dus zeggen, als je zo iemand vraagt, die die ervaring heeft, dan moet je zo’n burgemeester ook de ruimte geven om daarop te acteren. Want je vraagt iemand met veel kennis en ervaring op het sociaal-economisch domein en vervolgens mag hij dat hier niet doen. Dan is de vraag: “Waarom vraag je het dan?” Ik ga ervan uit dat die burgemeester die ruimte krijgt van het College. Het tweede is ook een belangrijk punt wat ik vaststel: de regio, Zutphen in de regio. De stad heeft altijd - door de eeuwen heen - een belangrijke rol voor de omgeving vervuld en doet dat nog steeds. De stad en de ommelanden moeten het van elkaar hebben. Dus, ook in dat opzicht denk ik, dat het heel juist is, dat u hebt opgeschreven dat een burgemeester ook iets moet hebben met de regio, met de stad in de regio en ook daarin actief is om het geheel krachtiger te maken. Dat betekent dus ook wel, dat zo’n burgemeester de ruimte moet krijgen, dat je ook een ander wat moet gunnen. Het kan niet zo zijn, dat je alleen maar vraagt. Dan moet je ook wat gunnen. Dus, die burgemeester moet in dat regionale spel ruimte krijgen om de kracht van Zutphen uit te dragen, maar ook om aan te geven: “Wij gunnen Vorst, Brummen, Lochem en Bronckhorst, allemaal zeer mooie gemeenten in die regio …” Je moet die andere Gemeenten ook wat gunnen. Dus, de regionale economie, de regio. En wat mij verder is opgevallen, dat kwam ook al even in uw inleiding naar voren, meneer Pepers, is dat u een ervaren burgemeester wil. Dan zegt u ook in de profielschets: “Relevante ervaring opgedaan binnen en buiten het openbaar bestuur”. Dan maak je de vijver heel groot. Misschien is dat de bedoeling? Maar als we nu eerlijk zijn – en dat willen we zijn – waar zijn we dan écht naar op zoek? Als ik mijn insteek kies, dan ben ik op zoek - als dat niet zo is, moeten we het erover hebben - naar een ervaren bestuurder die ervaring heeft in het openbaar bestuur. Ik vind Zutphen echt een mooie gemeente als doorstroomplaats voor iemand die al eerder burgemeester is geweest en doorstroomt. Een oud-gedeputeerde kan ook heel goed. Een oudwethouder van Apeldoorn, een voormalige burgemeester, kan ook heel goed. Maar een ervaren bestuurder uit het openbaar bestuur, die heeft gewerkt in het duale stelsel. Ik denk, dat het goed is, dat iemand daar ervaring mee heeft, mensen aan kan spreken op die rollen, op die verantwoordelijkheden. Ik denk dat dit voor Zutphen in deze fase een belangrijke eigenschap is. Het is natuurlijk heel spannend. Dit heb ik ook gezien in een andere gemeente, waar ze het heel erg opengegooid hebben: dat was Bronckhorst. Ze hadden een heel mooi filmpje over de stad gemaakt en iedereen kon solliciteren. Dan krijg ik een heleboel sollicitanten, maar als puntje bij paaltje komt en ik met de Vertrouwenscommissie spreek, dan zegt die: “We willen toch die ervaren bestuurder hebben. Dat andere is toch een te groot risico voor ons.” Met de problematieken van werkgelegenheid, ruimtelijke ordening, cleantech, met van alles wat hier speelt, denk ik dat je gewoon een ervaren bestuurder nodig hebt. Dat is mìjn insteek. Als u het anders ziet, dan hoor ik dat graag. Verder stel ik vast, dat u eigenlijk niets zegt over man / vrouw. Ja, u zegt: “Zij toont zich een burgervader.” Wel een hele mooie. Dan gaan we ervan uit dat man / vrouw niet uitmaakt. Over leeftijd wordt niets gezegd, over de politieke kleur ook niet. Dus, ik ga er ook vanuit: als we daar nù niets over zeggen, dat dit ook straks niet een glazen plafond wordt voor een man of voor een vrouw, dat het geen glazen plafond wordt voor iemand die de zestig benadert of is gepasseerd, en dat het geen glazen plafond wordt, omdat u toch bij nader inzien dacht: “Alle kleuren zijn goed, als het maar groen is.” Ik zeg maar wat. Heb ik in ieder geval een paar partijen al te vriend gehouden. Goed, als u daar nog iets over zou willen zeggen … En als laatste, voorzitter … En dat zal misschien niet onverwacht komen voor de mensen hier, als ze al eerder zo’n vergadering hebben nagelezen waar ik ben geweest. Ik vind dat in deze profielschets heel veel in staat, ook onder leiderschapsstijl, onder vaardigheden, onder al die taken die men moet doen. En ik ben altijd zo benieuwd, als je aan de fractie vraagt om in één woord te zeggen wat je nu belangrijk vindt … Wat is nu het allerbelangrijkste in één woord? En u bent hier allen heel slim, dus u gaat geen bijvoeglijke naamwoorden toevoegen. Ik bedoel het ook echt in één woord. En u gaat ook niet zeggen: “Ik bedoel eigenlijk dit en dit, maar ik zeg maar dat.” Nee, in één woord. Dan helpt het mij ook, dat u een keuze maakt in dat ene woord. En als
158
iedere fractie dat nu in één woord doet, dan hebben we maar elf woorden. Maximaal. Maar je mag ook dezelfde kwaliteit noemen. Het maakt wel iets los, zie ik. Hier wil ik het in eerste instantie bij laten, voorzitter, dank u wel.” (Audiopositie 33:17)
*
Beantwoording van de door de Commissaris gestelde vragen
De VOORZITTER: “Commissaris, dank u wel. Een aantal vragen is gericht. De eerste vraag is gericht aan de voorzitter van de Vertrouwenscommissie. Ik dacht dat die specifiek aan u gesteld was, maar als dat niet zo is, dan hoor ik het graag. Kunt u aangeven waarom er - vanuit de enquête - een beeld wordt geschetst waarin wordt gevraagd om vooral intern te zijn, waarbij u zelf in de profielschets in het vervolg een externe rol ook belangrijk vindt? Heeft u daar een antwoord op? Waarom u dat op deze manier heeft gezegd en hoe u heeft gewogen wat vanuit de enquête kwam? Dat was de vraag van de heer Cornielje. En die mag iedereen beantwoorden die dat wil, want u heeft ook regie. Ik zie dat mevrouw Timmer van D66 daar graag antwoord op geeft.” Mevrouw TIMMER: “Ik wil daar misschien even op aanvullen dat we met elkaar hebben afgesproken dat de voorzitter over het proces en wij over de inhoud zouden spreken. Vandaar dat ik ook even naar voren schiet. Ik denk dat ik precies kan onderstrepen wat u zegt: in het belang van Zutphen is het heel erg belangrijk dat we duidelijk zichtbaar zijn binnen de regio. Dus, vanuit het belang van Zutphen hebben wij dat zo opgepakt.” De VOORZITTER: “Dank u wel. De heer Brunsveld. U mag ook een aanvulling geven. Het is ùw vergadering en we willen gewoon scherpte en duidelijkheid. De heer Brunsveld, CDA.” De heer BRUNSVELD: “Ik wil hier graag een aanvulling op geven. We hebben eigenlijk juist ook die rollen van de burgemeester in een trechtervorm weergegeven: eerst van buiten Zutphen, dan binnen Zutphen. We hebben gezegd: de binding tussen organisaties, de voorzitter van de raad, het College, en dan de taak van de burgemeester zelf. Op die manier hebben we het vormgegeven. Vandaar dat het bovenaan staat.” De VOORZITTER: “Ik leg maar gewoon de vragen hier neer, waarop u de antwoorden gaat geven. Het sociaal-economisch domein, als zeer belangrijk aangeduid in de profielschets en genoemd door de Commissaris. En dan de vraag: wat mag hij of zij ermee? Welke ruimte wordt er geschapen? Wat wordt er verwacht? Dat is enerzijds aan de raad, anderzijds aan het College. Dus, de raad is aan het woord. Meneer Van der Veen van de VVD-fractie.” De heer VAN DER VEEN: “Dank u wel, meneer Cornielje, voor uw reflectie en uw vragen naar aanleiding van het profiel. Ik zal me - ook op uitnodiging van de voorzitter - beperken tot het beantwoorden van deze vragen. Uw constatering, dat een sociaal-economisch vraagstuk hier in Zutphen een centraal vraagstuk is, is zeer terecht. Dat is ook een belangrijk element van het profiel. Wij kunnen u helemaal volgen in uw redenering dat een burgemeester die je op dat profiel uitnodigt om te solliciteren, ook de ruimte moet krijgen om daar wat mee te doen. Tegelijkertijd zie je, wanneer je het profiel leest over leiderschapsstijl en de rol binnen het College, dat het ook zomaar zo kan zijn, dat de sociaal-economische portefeuille bij een wethouder ligt en dat een burgemeester - als ik de stijl aanhoud van het profiel - in haar of zijn optreden zich verhoudt tot dat College, in die zin dat zij of hij daarin ondersteunt. Dan is het vervolgens een kwestie van daar binnen het College goede afspraken over maken. Maar dat er iemand komt die verstand van zaken heeft en daar ook iets in kan betekenen, dat is wel een signaal voor wethouders die hier in toekomstige Colleges instromen. Dat lijkt me evident.” De VOORZITTER: “Dank u wel, meneer Van der Veen. Ik zie de heer Boldewijn van GroenLinks.” De heer BOLDEWIJN: “Dank u wel, voorzitter. Ik zou daar graag iets op willen aanvullen. U heeft zelf terecht het woord ‘daadkrachtig’ genoemd. Ik denk, dat het goed is om uit te wisselen wat wij
159
daar allebei met elkaar onder verstaan, want u noemt het- denk ik - niet voor niets. Het heeft natuurlijk ook consequenties. Dat realiseren wij ons heel goed. Dat is ook een discussie geweest in de Vertrouwenscommissie. In aansluiting op wat de heer Van der Veen net zei: wij zoeken ook iemand die Zutphen kan positioneren in de regio. Dit omdat we de stukken die over Zutphen zijn geschreven goed hebben gelezen. Dat hoef ik u niet uit te leggen, die sociaal-economische positie is belangrijk om goed neer te zetten en dat vraagt ook om een burgemeester die Zutphen goed kan positioneren in de regio. In die zin is daadkracht natuurlijk wel belangrijk. We zoeken iemand die initiatief neemt, knopen durft door te hakken, maar wél met de uitleg die de heer Van der Veen net ook aangaf. We hebben het hier ook over rollen gehad. Het is natuurlijk heel belangrijk om zaken in heel goede samenwerking te doen. Maar dat betekent wel, als we iemand zoeken die daadkrachtig is en de sociaal-economische positie mede komt helpen versterken, dan is het natuurlijk wel belangrijk dat een burgemeester op mensen en organisaties kan afstappen en dat soms ook op eigen initiatief kan doen. Uiteraard in goed overleg, maar zich vrij voelt om daarin ook te opereren. Dus, ik denk, dat het heel belangrijk is om dat eraan toe te voegen. U vroeg daarstraks: “Wat is het woord dat in u opkomt?”” De VOORZITTER: “Zullen we dat zo doen?” De heer BOLDEWIJN: “Ik wacht wel even. Dat is goed.” De VOORZITTER: “Dank u wel, de heer Boldewijn. Ik zag de heer Oldenkamp van de ChristenUnie.” De heer OLDENKAMP: “Ik vond het wel een mooie uitdaging om het kort en krachtig te formuleren. Dat vind ik dan altijd wel mooi. Natuurlijk is de vraag: krijgt hij de ruimte of niet? En of dat nu sociaal-economisch is, dat is één van de dingen. Natuurlijk krijg iemand die hier burgemeester wordt in Zutphen echt de ruimte. Maar ruimte moet je ook waarmaken. We willen ook iemand die die ruimte kan waarmaken. Om samen te vatten, willen we hier iemand hebben die resoluut is en weet wat hij wil. Hij/zij. M/V.” De VOORZITTER: “Dank u wel. Mevrouw Bogerd van de Stadspartij.” Mevrouw BOGERD: “Ik wil graag nog wat aanvullen, want u heeft het over het woord ‘daadkrachtig’ en in hoeverre je iemand de ruimte geeft. Wat volgens mij ook in het profiel terugkomt, is de sociale en communicatieve kant van iemand. Volgens mij, maakt dat een heel goede balans. Dat zou ik ook absoluut in een persoon zoeken.” De VOORZITTER: “Anderen op dit thema? Voldoende dus. Dan gaan we naar het tweede punt dat de Commissaris heeft aangestipt. Dat is de rol in de regio. Het vragen en gunnen, heb ik daar als kern uitgehaald. Dan vooral ook naar de rol die Zutphen speelt in de omgeving, met name ten aanzien van de gemeenten die de commissaris heeft genoemd. Is daar vanuit de raad een antwoord op te geven om dat te preciseren, te verduidelijken? Is erover gesproken? Is dat te duiden hoe dat wordt gezien? Moet ik de vraag scherper stellen? Meneer Van der Veen van de VVD-fractie.” De heer VAN DER VEEN: “Ik heb de neiging, voorzitter, om deze vraag te plaatsen in het licht van de voorgaande vraag. Met dank aan de vraag van de heer Cornielje geeft dit mijns inziens wat nadere kleuring. Kijk, de resoluutheid, waar ook de heer Oldenkamp op duidt, zou zeker in zo’n functie niet moeten uitsluiten dat iemand in de positie van burgemeester de verhoudingen goed houdt met de partners met wie hij omgaat: ongeacht of het de wethouders in het College zijn of de bestuurders in de omringende gemeenten. Dat zegt misschien wel iets over het niveau van ervaring.
160
De vraag of deze ervaring in het openbaar bestuur of daarbuiten moet zijn opgedaan, daar wil ik straks nog wel wat over zeggen, wanneer dat aan de orde komt. In mijn beleving zijn daadkrachtige bestuurders, die weten wat ze willen, juist uitstekend in staat om dat uit te balanceren en kunnen zij hun eigen doel en belangen, waarvoor ze zijn aangesteld, scherp voor ogen houden en daar ook heel duidelijk over zijn. Zij kunnen - als het moet - op het scherpst van de snede spelen en erkennen dat je daarbij anderen nodig hebt. Vanuit die erkenning kun je in zo’n positie niet anders dan anderen de ruimte te laten. Dus, ik merk dat met deze vraag die balans wat nadrukkelijker op de agenda komt.” (Audiopositie 0.43.35.5)
De VOORZITTER: “Dank u wel, meneer Van der Veen. Anderen over dit thema? Niet? Dan naar het derde punt. Dat is dat in de profielschets staat “dat er een ervaren burgemeester met relevante ervaring in en buiten het openbaar bestuur wordt gevraagd uitdrukkelijk te solliciteren”. Daar heeft de Commissaris diens kanttekening bij gezet, zijn scherpte in willen brengen en dus vragen aan u gesteld: “Geeft u daar eens antwoord op.” Ik zie daar onmiddellijk de heer Hissink van de Partij van de Arbeid, die daar graag een antwoord op wil geven. Het woord is aan u.” De heer HISSINK: “Dank u wel, voorzitter. Zutphen staat de komende jaren voor grote uitdagingen. Veel inwoners zijn afhankelijk van een uitkering. Dit percentage moet volgens ons omlaag. Daar zijn banen voor nodig. Economie en werkgelegenheid zijn hier in Zutphen speerpunt nummer 1 geworden. Voor banen hebben we ondernemers nodig en een netwerk. Het begrijpen van ‘de taal van de ondernemers’ heeft vele voordelen, volgens ons. Hierdoor zijn we er eigenlijk van uitgegaan dat deze eigenschap veel nadruk krijgt.” De VOORZITTER: “De heer Siemes van Burgerbelang.” De heer SIEMES: “Dank u wel, voorzitter. De Commissaris presenteerde het als een stelling, dat het wel een heel brede vijver zou worden, terwijl wij het idee hadden dat het misschien juist een beetje te eng zou worden omdat we ervaring vragen van zowel in, als buiten het openbaar bestuur. Dus, niet of/of, met de betekenis dat iemand uit één van de twee vijvers zou komen. Het staat als ‘én’ genoteerd. Maar wat wij daarin zoeken, is toch ook wat meneer Hissing al zei: "een bruggenbouwer, iemand die van buitenaf naar het openbare bestuur kan kijken." Iemand met een frisse blik, 'out of the box denkend’ zou je het kunnen noemen. Dat is de centrale stelling van dit onderwerp.” De VOORZITTER: “De heer Van der Veen van de VVD-fractie.” De heer VAN DER VEEN: “Ik heb net al aangekondigd dat ik er iets over wilde zeggen en dat is het volgende. Ik hoop dat we elkaar goed begrijpen, dat ook wanneer we het op deze manier opschrijven, dat we niet iemand zoeken die onervaren is in het openbaar bestuur. Dus, het gaat nadrukkelijk om ervaring zowel binnen, als buiten het openbaar bestuur. Om misschien nog iets aan te scherpen wat er net ook door anderen over is gezegd: wanneer je ‘de taal van ondernemers spreekt’ en bekend bent met de gebruiken in het zakelijke verkeer met private partijen, dan zal dat het contact met die partijen vergemakkelijken. Dat is nodig voor de sociaaleconomische paragraaf, maar anno 2016 ook voor het functioneren van een gemeente met deze omvang en complexiteit. Dat is - denk ik - een belangrijke reden waarom we hier aan de andere kant ook niet - even heel plat geformuleerd - hebben gevraagd om een carrièrepoliticus of een carrièrebestuurder. Het is wel de bedoeling, dat iemand dat referentiekader nadrukkelijk meeneemt in de functie hier.” (Audiopositie 0.47.35)
De VOORZITTER: “Dank u wel, meneer Van der Veen. Ik kijk de raadszaal rond. Op dit punt voldoende daarover gezegd vanuit de raad? Dan naar punt 4. Dat is natuurlijk wel een eenvoudige … Nou, dat is de vraag, laat ik dat vooral niet invullen. U noemt niet specifiek man, vrouw, leeftijd, politieke kleur. Kunt u zeggen wat de
161
afweging is geweest om dat niet te doen? Anders gezegd: waarom staat het er niet in? Misschien is het goed dat iemand uit uw raad er iets van zegt. De heer Oldenkamp van de ChristenUnie.” De heer OLDENKAMP: “Dank u wel. Ik had de vraag eigenlijk wat anders opgevat, meer als een soort waarschuwing: “Ik ben er eigenlijk wel blij mee dat u dat niet hebt opgeschreven, maar kom later niet met een aanvullende eis, dat u zichzelf op dat punt bedenkt.” Volgens mij, hebben we er met z’n allen heel goed over nagedacht en is het zoals u zegt. Dus, uw blijdschap is terecht, volgens mij, meneer Cornielje.” Mevrouw BOGERD: “Dat klopt inderdaad, wat mijn collega zegt. We hebben heel bewust gekozen voor het taalgebruik ‘zij’, maar dat wil niet zeggen dat we daarmee mannen uitsluiten. Absoluut niet. Waarom zouden we altijd ‘hij’ gebruiken? Wat ons betreft, past dat ook wel een beetje bij deze eigenzinnige stad. We hebben inderdaad de discussie gehad: moet je er een leeftijd in zetten of iets van dien aard? Je kunt zeggen: het is fijn om iemand met ervaring te hebben voor het pakket dat wij hier neerleggen. Anderzijds kun je ook zeggen: heel fijn om een jonger iemand te hebben die er groen en fris in staat. Maar we hebben gezegd: “Het is veel belangrijker dat de persoon die hier komt de eigenschappen heeft die in dit functieprofiel staan.” Daarnaast leeft er wel degelijk de wens dat iemand niet slechts drie jaar hier zit. Dat zult u begrijpen. We hebben hiervòòr natuurlijk een burgemeester gehad die hier lang heeft gezeten en dat is goed bevallen, maar dat kunnen we natuurlijk niet weer stellen voor een volgende burgemeester. Daarin zijn we zeer vrij, inderdaad.” De VOORZITTER: “Dank u wel, mevrouw Bogerd. Iedereen ermee akkoord om door te gaan naar het volgende punt dat de commissaris heeft aangestipt: er staat heel veel in de competenties, in de stijl, in dingen die u graag zou willen. En dan de uitdagende vraag: kun je in één woord het allerbelangrijkste noemen, per fractie? Dat zijn dus maximaal elf woorden, zei hij zo fijntjes. Vond ik wel leuk om te horen. Dus, als u dat intussen met elkaar zo’n beetje heeft bedacht of u zegt: “Eén van ons geeft daarop antwoord.” Sommige mensen hebben het makkelijk, dat beseffen wij ook. Dat was niet de bedoeling eigenlijk. Het blijft moeilijk. Ik zou zeggen: brand los, komt u naar voren en laat ons horen wat u daarin heeft gekozen. Meneer Boldewijn van GroenLinks.” De heer BOLDEWIJN: “Een vernieuwer. Ik houd het kort.” De VOORZITTER: “Mevrouw Timmer, D66.” Mevrouw TIMMER: “Doortastend.” De VOORZITTER: “De heer Van der Veen, VVD.” De heer VAN DER VEEN: “Beweging.” De VOORZITTER: “De heer Hissink van de Partij van de Arbeid.” De heer HISSINK: “Strateeg.” De VOORZITTER: “Meneer Ten Broeke van de SP.” De heer TEN BROEKE: “Dan voeg ik daaraan toe: betrouwbaar.” De VOORZITTER: “Mevrouw Bogerd van de Stadspartij.” Mevrouw BOGERD: “Wat heerlijk, die diversiteit. Daar ben ik heel blij mee. Voor de Stadspartij mag u ‘verbinder’ noteren.” De VOORZITTER: “De heer Jansen van Bewust ZW.”
162
De heer JANSEN: “Voorzitter, daadkracht hebben we nodig in deze stad. De VOORZITTER: “Dank u wel. Meneer Van Vliet van Lijst van Vliet.” De heer VAN VLIET: “Leiderschap.” De VOORZITTER: “De heer Brunsveld van de CDA-fractie.” De heer BRUNSVELD: “U mag van ons noteren: communicator.” De VOORZITTER: “Meneer Siemes van Burgerbelang.” De heer SIEMES: “Elf verschillende antwoorden. Besluitvaardig, de laatste.” De VOORZITTER: “Meneer Oldenkamp van de ChristenUnie.” De heer OLDENKAMP: “Ik had hem al verklapt, volgens mij, de vorige. Resoluut.” De VOORZITTER: “Dank u wel. Dan heeft iedereen persoonlijk de allerbelangrijkste eigenschap voor de nieuwe burgemeester gemeld. U bent er helemaal door in een enthousiaste bui gekomen, zie ik al. Goed. Dank u wel in ieder geval voor uw antwoorden. Dan geef ik graag weer het woord aan de Commissaris der Koning, de heer Cornielje.” (Audiopositie 0.52.53.1)
*
Reactie Commissaris Cornielje
Commissaris Cornielje: “Dank u wel. Ik wil kort op een aantal verschillende dingen ingaan. Ik had de vraag gesteld of de enquête die u onder de bevolking heeft gehouden ook is verwerkt in de profielschets. Dat is het geval. Dus er volgen geen aanvullende eisen meer. Het is belangrijk om dat ook even vast te stellen. Ik heb de vraag gesteld over de economie. Ik denk dat het heel belangrijk is. Maar stel je nu voor dat je een wethouder economie krijgt en een gedeputeerde die economie in portefeuille gehad heeft. Die maak je burgemeester. Die wil dan ook iets met zo’n portefeuille doen. Dat zeg ik er maar meteen bij. Als je die wilt hebben … Natuurlijk moet dat in overleg met het College gebeuren. Het is het College dat de taken onderling verdeelt, maar ù stelt nu die profielschets op. In dat opzicht is het wel van belang om eerlijk te zijn: als je een zwaargewicht op dat terrein wilt hebben, dan moet je iemand ook iets te doen geven op dat terrein, anders gaat hij zich zitten vervelen. In de gesprekken zal dat - denk ik - ook duidelijk moeten worden. Het is voor mij ook van belang of ik ook daarop moet selecteren. Maar uw inkleuring heb ik goed verstaan. Dat is altijd wel zo met het woordje ‘daadkracht’: op het moment dat je dat opschrijft en er een vraag over stelt, wordt er voortdurend op afgedongen, op die daadkracht. Want het moet wél in overleg en je moet wél samenwerken. Maar ik heb net in het lijstje ook toch wel een paar keer gehoord: “resoluut, daadkrachtig, doortastend”. Dat is toch wel een eigenschap die op verschillende plekken in ieder blok in ieder geval één keer is voorgekomen. “Voelt zich vrij om te opereren”. Die autonomie, om ook te zeggen: “Wacht even, nu moeten we even doorpakken met elkaar.” Dat wordt wel verwacht van een nieuwe burgemeester. Althans, zo lees ik dat. Spannender vind ik als er staat: “Die weet wat hij wil.” Resoluut, die weet wat hij wil. Dat kan natuurlijk ook botsen. Het primaat is altijd aan de raad, aan de politiek. Maar als je een resolute burgemeester zoekt, die weet wat hij wil, die gaat dan ook die confrontatie met de raad aan. Die zal zeggen: “Jullie hebben mij gevraagd. Jullie wilden dat ik hier eens even de economie op nummer één zet. Daar is wel iets voor nodig.” Dan verwacht ik ook, dat jullie hem of haar die ruimte ook geven, als je zo iemand vraagt en zoekt. Goed, de verhoudingen goed houden in de regio, ik denk dat we het daar allemaal wel mee eens zijn. De regio is - denk ik - buitengewoon belangrijk voor Zutphen. Binnen en buiten het openbaar bestuur … De toelichting die door Burgerbelang werd gegeven: “Het is én binnen én buiten.” Ik had het ook een beetje gelezen als dat we die vijver zo groot
163
mogelijk willen maken. Mensen mogen die ervaring buiten het openbaar bestuur hebben opgedaan. Ik denk dat als iemand buiten zijn laatste functie heeft uitgeoefend van waaruit hij of zij nu solliciteert, dat het toch vanuit het openbaar bestuur moet zijn. Dat je echt met het dualisme, in duale verhoudingen gewerkt moet hebben. Het is belangrijk om goed te begrijpen, dat hij de gronden kent van de rollen die u vervult, die het College vervult, die de ambtelijke organisatie heeft. Dus ‘dat het in je vezels zit’. Als je van buiten komt, gaan mensen vaak voor een zaak. Dat is ook belangrijk, maar die verhoudingen zijn heel belangrijk om goed in het oog te houden. Dus, als we het zo kunnen lezen, die ervaring én én, dan ga ik er dus wel vanuit dat iemand met de laatste, grote ervaring in het open bestuur toch een streepje voor heeft.” De VOORZITTER: “Een interruptie. Mevrouw Bogerd van de Stadspartij.” Mevrouw BOGERD: “U noemt zo pertinent dat de laatste functie in het openbaar bestuur moet zijn. Waarom kan het niet iemand zijn die eerder wethouder of zo voor functie gehad heeft en een uitstapje gemaakt heeft naar het bedrijfsleven en nu zegt: “Ik wil weer burgemeester worden”?” Commissaris Cornielje: “Dat is het lastige. Ik kijk ook vaak naar de sollicitanten die ik krijg. Stel je nu voor … Ik ben zelf altijd de mening toegedaan dat we ook buiten het traditionele rijtje moeten kijken van - met alle respect - raadslid-wethouder-burgemeester-doorstroomburgemeester. Daarom ben ik ook blij met een oud-Hoofdofficier van Justitie die burgemeester is geworden. Daarom ben ik blij dat iemand die bij een werkgeversorganisatie heeft gewerkt, geen wethouder is geweest, geen raadslid is geweest, maar burgemeester is geworden in deze provincie. Ik ben in beginsel daar vòòr: om die vijver zo groot mogelijk te maken. Maar als ik kijk naar wat Zutphen op dit moment nodig heeft, is dat een ervaren bestuurder, die ervaring heeft met duale verhoudingen. Op het moment dat je dat lang geleden, toen we nog geen duale verhoudingen hadden in de raad, hebt opgedaan … Ja, je kunt in de Tweede Kamer hebben gezeten. Dat zijn toch andere duale verhoudingen dan in de gemeenteraad. Dat vind ik wel van belang. Dus, pas op dat we nu niet gaan zoeken … Dan kun je ook zeggen, waarom zou een ziekenhuisdirecteur dat niet kunnen doen? Dat is toch een heel andere functionele organisatie dan een gemeente runnen. Vandaar.” De VOORZITTER: “Mevrouw Timmer van D66.” Mevrouw TIMMER: “Dank u wel. Ik wil hem toch heel even scherp hebben. Dat zou toch niet hoeven uit te sluiten dat iemand die ervaring heeft gehad in het openbaar bestuur tot aan de laatste verkiezingen, die de afgelopen drie, vier jaar in het openbaar bestuur heeft plaatsgehad … Die zou toch wel gewoon voor die rol in aanmerking komen?” Commissaris Cornielje: “Wat ik zeg: het is - wat mij betreft - geen wet van Meden en Perzen. Het is een soort vuistregel waar ik in eerste instantie naar kijk. Als je een heel goede kandidaat vindt die in diens laatste baan kort in het bedrijfsleven heeft gezeten, maar een heel grote staat van dienst heeft in het openbaar bestuur en dat heel goed zou kunnen doen, dan zou je gek zijn als je deze kandidaat niet zou nemen. In dat opzicht zijn we het wel met elkaar eens. Goed, ik zou hopen dat zittende burgemeesters meedoen, als doorstroomgemeente, dat wethouders van grote steden mogelijkerwijs meedoen of gedeputeerden. Die kring lijkt me erg voor de hand liggen om daar in eerste instantie te zoeken, zonder anderen uit te sluiten, maar wel te toetsen op die ervaring met duale verhoudingen.” De VOORZITTER: “Meneer Hissink van de Partij van de Arbeid.” De heer HISSINK: “U zegt net: “Zutphen zit in een bepaalde fase.” De laatste fase.” De VOORZITTER: “Laatste fase? U staat pas aan het begin, hoor.” Gelach. De heer HISSINK: “Kunt u dat nader toelichten?”
164
Commissaris Cornielje: “Ik verwijs dus ook naar alle rapporten van Sterk bestuur die zijn verschenen. Deze geven aan, dat er een aantal taken ligt, wat betreft de positionering van Zutphen in de regio. Dat is een heel bestuurlijke taak, gericht op de economie en dit heeft ook meteen een relatie met de arbeidsmarkt. Dat zijn ook echt lokale of regionale verantwoordelijkheden. Daar verwijs ik naar. Dat rapport Sterk bestuur is wat mij betreft belangrijke input, verplichte kost voor alle kandidaten die met u gaan spreken. Dat is dan maar weer gezegd. Dus hebben ze allemaal huiswerk. Ik ben het eens met wat u heeft gezegd over man, vrouw, leeftijd, politieke partij. Dat is trouwens ook mijn ervaring in Gelderland: dat het in politieke kleur eigenlijk in bijna iedere gemeente wisselt; gewoon omdat men de beste man of vrouw voor die gemeente op dat moment wil hebben. Dan doet het er niet toe welke kleur iemand heeft. Vroeger had je nog, dat een bepaalde gemeente een bepaalde kleur wilde. Maar in die elf jaar dat ik hier Commissaris ben, is dat voortdurend gewisseld. In deze tijd wisselt dat. Men kijkt echt: “Wie past hier het beste voor de opgave waar de gemeente nu voor staat?” U zegt ook dat u dat gaat doen. Dan moeten we dat ook blijven volhouden. Dat geldt ook voor de leeftijd. Mensen kunnen tegenwoordig door tot hun zeventigste. Dat betekent, als je zestig bent, dat je nog bijna twee periodes kunt werken. Dat is nog een behoorlijke tijd. Aan de andere kant, een ondergrens, qua leeftijd, hoeven we ook niet te noemen. We hebben de jongste burgemeester van Nederland in Gelderland. We hebben heel goede, jonge burgemeesters, maar we hebben ook heel goede oudere burgemeesters. Wat dat betreft, is leeftijd totaal irrelevant, als je maar de energie hebt om de zaken goed op te pakken. Man/vrouw, daar wil ik nog wel iets van zeggen. Op zichzelf hebben we een tekort aan vrouwelijke burgemeesters in Nederland, ook in Gelderland. Ik zou het helemaal niet verkeerd vinden als ook vrouwen solliciteren. Zij worden ook nadrukkelijk gevraagd om te solliciteren, maar daar stopt het voorkeursbeleid dan ook. Je moet het altijd wel heel voorzichtig formuleren, voorzitter. Dan ten slotte, hebt u ook geen vragen meer gesteld over de procedure. Dus, ik neem aan dat de procedure duidelijk is. Mochten er onduidelijkheden ontstaan gaandeweg de procedure, mocht zich een bijzondere zaak voordoen, dan hebben we altijd overleg met de griffier en de voorzitter. U heeft een bijzondere vorm, namelijk een onafhankelijke voorzitter en vervolgens alle fractievoorzitters, plus een drietal adviseurs. Het is goed om daar even aandacht aan te besteden. U heeft een behoorlijke groep van vijftien mensen dadelijk voor zo’n kandidaat zitten. Ik zit al even te tellen. Als u zo gaat zitten, als je zo vijftien mensen voor je hebt, dan is dat toch een behoorlijk indrukwekkend aantal. Maar goed, zo’n burgemeester moet zich niet uit het veld laten slaan door zo’n peloton aan mensen. Het is wel natuurlijk zaak om dat goed te voorbereiden. Het feit dat u een onafhankelijke voorzitter heeft, komt niet zo vaak voor. Het is wel eens gebeurd. In Wijchen hebben ze dat ook gedaan. Daar hebben ze uiteindelijk ook een heel goede burgemeester gekregen. Laat ik dan eindigen met te zeggen dat na vandaag het proces begint van het zoeken naar een nieuwe burgemeester. Er wordt verslag gemaakt, werd net al gezegd. Ik denk dat het heel belangrijk is om nu de vertrouwelijkheid ook in acht te nemen. U geeft als raad straks het vertrouwen aan de fractievoorzitters en de adviseurs om het voorbereidende werk te doen. Dan is het ook verstandig om hierover niet te speculeren en geen namen naar buiten te brengen. Het is de taak van de journalisten om daarnaar te vragen. Dat behoren ze te doen. En het is uw taak om te zeggen dat u er niks over mag zeggen. Als we dat zo volhouden, betekent het ook dat de beste mensen gaan solliciteren. Het hele proces moet wat dat betreft in alle rust kunnen voortgaan. Ik heb er ook alle vertrouwen in, dat dit gaat lukken. Ik dank u voor de accenten die u hebt gezet. Dat betekent ook dat de kandidaten weten vanuit welk perspectief u die kandidaat gaat beoordelen. GroenLinks zal toch even navragen: “Hoe vernieuwend bent u eigenlijk?” D66 kijkt of iemand wel doortastend is.
165
Dus, de kandidaten weten nu vanuit welke invalshoek u kijkt, zonder al die andere eigenschappen uit het oog te verliezen.” De VOORZITTER: “Mevrouw Bogerd van de Stadspartij, u wilde nog interrumperen?” Mevrouw BOGERD: “Ja, het is meer een overdenking. Eén van de eerste dingen waarmee we begonnen, was onder andere een vraag of de vacature breder uitgezet kon worden dan alleen via de gebruikelijke kanalen. U heeft aangegeven waarom u denkt dat het zinvol is om nu iemand uit het openbaar bestuur hier neer te zetten. Het moet voor mijzelf nog even bezinken, waar we het over hadden – zouden er potentiële kandidaten zijn die we op die manier niet bereiken? Is daar dan enige vrijheid om wel vanuit de gemeente of later nog via u te verzoeken om die vacature ook via andere kanalen uit te zetten?” De VOORZITTER: “De Commissaris.” Commissaris Cornielje: “Als u geld over heeft als Zutphen moet u vooral een advertentie zetten. Maar dat gaan wij ook noteren, natuurlijk als u geld over heeft. Maar het staat u helemaal vrij. Laten we eerlijk zijn met elkaar: serieuze kandidaten kijken in het blad Binnenlands Bestuur. Zij volgen de vacatures die daarin worden gepubliceerd. Mensen die écht burgemeester willen worden, kijken daarnaar. Het gevaar is groot, dat op het moment … We hebben wel eens gehad dat iemand een advertentie had gezet in De Gelderlander of De Stentor en we een heleboel mensen kregen die zeiden: “Maar ik kan ook linten knippen. Dat is met een schaar niet zo moeilijk. Dat kan ik ook. Dus ik kan burgemeester worden.” Dat soort kandidaten komt er dan een heleboel bij. Dan krijg je wel een heel vertekend beeld van het aantal kandidaten en van het aantal serieuze kandidaten. Ik denk dat een ervaren bestuurder Binnenlands Bestuur volgt. Zutphen is een aantrekkelijke plaats. Er zijn heel veel mensen die de afgelopen jaren wisten dat ooit die burgemeester wel een keer met pensioen zou gaan. Die denken: “Dan steek ik mijn vinger op.” U zult - denk ik - niet hoeven te klagen over belangstelling voor deze vacature. Daar ben ik wel van overtuigd. Maar u mag ‘m in de krant zetten. Dan moet u wel de advertentietekst gebruiken zoals deze ook in de Staatscourant komt. Dàt is dan de tekst die in de krant moet komen. Het kost u geld en het levert mij extra werk op. Ik weet niet of het extra kwaliteit van kandidaten oplevert. Maar het staat u vrij.” De VOORZITTER: “Commissaris, dank u wel. Volgens mij is dit een mooi gesprek geweest met de Commissaris der Koning, de heer Cornielje. Heeft u alles kunnen vragen en kunnen beantwoorden wat speelt rond om deze profielschets? En als ik dat constateer en u bent het daarmee eens, dan kunnen wij overgaan naar agendapunt 3.c.”
3.c Vaststellen van de profielschets voor de nieuwe burgemeester van Zutphen (Audiopositie 01:09:22)
De VOORZITTER: “Dan kunnen we overgaan naar agendapunt 3.c en dat is dan het raadsvoorstel ‘Vaststellen van de profielschets voor de nieuwe burgemeester van Zutphen’ en ik vind het wel mooi om het voorstel toch even voor te lezen: “De raad van de gemeente Zutphen, gelezen het voorstel van de Vertrouwenscommissie van 19 mei 2016 gelet op artikel 61 van de Gemeentewet; gelet op de circulaire ‘Benoeming, functioneringsgesprekken en herbenoeming burgemeester van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijsrelaties; gelet op het met de Commissaris van de Koning in de raadsvergadering besprokene; besluit: de profielschets voor de nieuwe burgemeester van Zutphen vast te stellen. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zutphen,
166
gehouden op 26 mei 2016” U bent daarmee akkoord? Meneer Oldenkamp.” De heer OLDENKAMP: “Misschien toch even goed om te melden, voorzitter, maar helemaal aan het begin van deze vergadering hebben we vastgesteld dat deze discussie en het verslag van deze vergadering, integraal onderdeel zal uitmaken van de procedure. Ik kan mij voorstellen dat dat in het besluit ook enigszins wordt meegenomen. Zo staat het nu letterlijk niet in, maar ... Commissaris Cornielje: “Ik heb daar verder geen commentaar op gekregen, dus ik heb aangenomen dat dat uw aller instemming heeft en ik zie dat nu ook weer non-verbaal gebeuren. Dus daar hoeft u het op papier niet voor aan te passen, wat mij betreft.” De VOORZITTER: “Wij zijn zeer zorgvuldig en “gelet op artikel 61 en gelet op het met de Commissaris van de Koning in de raadsvergadering besprokene”, dat maakt integraal onderdeel uit van alle stukken die beschikbaar komen voor de kandidaat-burgemeester. Zo hebben wij dat op deze wijze verwoord en dat kan ook goedkeuring hebben van eenieder die daar verstand van heeft en dat lijkt mij toch redelijk voldoende. Goed. Met deze interruptie gehoord hebbend en daarop antwoord gegeven, stel ik vast dat u akkoord gaat met het besluit. Dan is aldus besloten.”
4.
SLUITING
(Audiopositie 1.11.34)
De VOORZITTER: “Agendapunt 4. De sluiting. Ik dank u allen voor uw komst. Dat in het bijzonder de Commissaris en de plaatsvervangend Chef Kabinet en voor de wijze waarop wij met elkaar in gesprek zijn geweest. Ik wens u allen veel succes in de vervolgprocedure. Ik wens u wel thuis. Dank u wel.” (De voorzitter sluit de raadsvergadering om 20.40 uur.) Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juni 2016,
, de voorzitter
, de griffier