Handelingen van de raad der gemeente Emmen jaar ____ 2010
bijlagenr. _________ RA10.0001
categorie/agendanr. ________________ A 3a
Onderwerp ________________________________________________________________________ Openbare vergadering van de raad der gemeente Emmen, gehouden op donderdag 2 november 2009 te 13.30 uur in de raadzaal ▬▬▬▬▬▬▬▬▬ Voorzitter: Waarnemend voorzitter: Griffier:
de heer C. Bijl de heer J.H. de Wildt de heer H.D. Werkman
Aanwezig bij de aanvang 34 leden, te weten de heren B.R. Arends, A Boer en H. Boers, mevrouw Y.J. Boxem-Klein, de heren D.J. Douwstra, J. Dijkgraaf, T. Eerenstein, J. Engberts, F. Ensink, A.J. Goudriaan, W.W.W. Halm en G.J. Horstman, de dames T. Houwing-Haisma en Z.S. HuisingOldengarm, de heren H.J. Hulsegge en H. Huttinga, de dames Logtenberg-de Wolde, A.G. LouwesLinnemann en M.J. Meulenbelt, de heren W.O. Meijer, W.L.H. Moinat, L. Oosting, L.T. Pekelsma en T.D. Reitsma, mevrouw S. Rougoor-Mahalbasic, de heren A.W.J. Schoo, H. Smit, P.D. Spreeuwers, J.H.G. Sulmann, J.H. Thole, J.H. de Wildt, B.D. Wilms en J.H. Wittendorp en mevrouw J. ZinnemersWarmolts. Later ter vergadering 1 lid, te weten de heer T.H. Gerth. Afwezig 4 leden, te weten de heer B.J. Hoekstra, H. de Jonge, R.R. Ripassa en R. van der Weide. Tevens aanwezig: de wethouders G. Evenhuis, J. Holman, H.G. Jumelet, J. Kuper, A.J. Sleeking en mevrouw M.H. Thalens-Kolker, alsmede de heer A.J. Mewe, gemeentesecretaris. A1.
Opening en vaststelling agenda Desgevraagd stelt de raad de opgestelde agenda vast.
De voorzitter opent de vergadering en heet de raadsleden, de leden van het college, de aanwezigen op de publieke tribune en de luisteraars naar Radio Emmen van harte welkom. Er zijn berichten van verhindering van de heren Hoekstra, De Jonge en Ripassa wegens gezondheidsproblemen. Verder is de heer Linnemann, commissielid voor BGE, gisteren plotseling in het ziekenhuis opgenomen. Allen worden bij dezen beterschap toegewenst. Tevens is de heer Van der Weide afwezig in verband met een tentamen. Hem wordt daarbij alle succes gewenst. Ten slotte is gemeld dat de heer Gerth eerst omstreeks 16.00 uur ter vergadering zal komen. Spreker deelt voorts mee dat wethouder Evenhuis de vergadering eerder moet verlaten in verband met verplichtingen elders. Daarom zal deze namens het college als eerste het woord krijgen om te reageren op de algemene beschouwingen.
A2.
Vragenhalfuur
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. B1.
Mededelingen en ingekomen stukken
Er zijn geen mededelingen en ingekomen stukken. B2.
Programmabegroting 2010 + RIS.3915 [Stuknr. RA09.0096]
De voorzitter merkt op dat, aangezien de raad akkoord is gegaan met de agenda, eveneens is ingestemd met de volgorde waarin de fracties het woord krijgen. In verband met de afwezigheid van de heer Ripassa zal er geen bijdrage zijn van Liberaal Emmen.
1
ALGEMENE BESCHOUWINGEN
-
een aansprekend jeugdbeleid; een fonds museale voorzieningen waardoor bijvoorbeeld de collectie Brands behouden en een apart beleef- en kenniscentrum in Nieuw-Dordrecht gerealiseerd konden worden; - het kunstwerk in Zwartemeer, een hartenwens van het dorp, kan afgebouwd worden; - de buitensportverenigingen in de gemeente zijn gecompenseerd voor de OZB; - een aanvalsplan laaggeletterdheid; - de bouw van Schip II met ruimte voor sociale huurwoningen; - reconstructie van het centrum van Klazienaveen; - opknappen van de visvijvers in EmmerCompascuum en Nieuw-Weerdinge; - aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg richting Schoonebeek waardoor NieuwAmsterdam ontlast wordt van doorgaand verkeer en in het bijzonder zwaar verkeer; - realisatie van de A37, aanleg van het bedrijventerrein A37 en revitalisatie van bestaande industrieterreinen; - start van het Atalanta-project waardoor het centrum van Emmen ingrijpend wordt veranderd, er een nieuw theater komt en de dierentuin verplaatst wordt; - het huishoudboekje van de gemeente is op orde en kan tegen een stootje. Zo zou ik nog wel een uur verder kunnen gaan! Het bereiken van aansprekende resultaten werd zonder meer vergemakkelijkt door een gunstig economisch klimaat, laten we dat maar ronduit zeggen. En in één adem voeg ik daaraan toe dat dit ook mogelijk werd gemaakt omdat in 2005 harde maatregelen zijn getroffen om het huishoudboekje van de gemeente op orde te houden. Maar bovenal is het mogelijk gemaakt omdat er een duidelijke visie was op waar het naartoe moest met de gemeente Emmen. Begin dit jaar heeft het college een beleid uitgezet met betrekking tot de economische crisis. Een anticyclisch begrotingsbeleid (zie voetnoot) met een pakket crisismaatregelen, waarbij enerzijds is ingezet op versnelling in aanbesteding en uitvoering en anderzijds op stimulering van de vraag op het terrein van woningbouw, de aanpak regionale arbeidsmarkt en jeugdwerkloosheid en de schuldhulpverlening. De PvdA-fractie heeft dit beleid, deze maatregelen van harte ondersteund. De keuze van het college om ook in 2010 dit beleid nog voort te zetten, heeft de steun van de PvdA-fractie. De keuze van het college om in 2010 het OZB-tarief met slechts
NB: voor de overzichtelijkheid worden de tijdens de behandeling ingediende amendementen en moties opgenomen op het moment waarop de besluitvorming aan de orde is (zie de pagina's van de zitting van 5 november 2009). De heer Arends spreekt namens de fractie van de Partij van de Arbeid als volgt: “Voorzitter. Bij de behandeling van de begroting 2006 sloot ik mijn bijdrage af met de volgende woorden: ‘Morgen zal het beter zijn’. Wat een betekenis gaat er uit van deze woorden! Zij dragen de betekenis van hoop in zich, van vertrouwen in een betere toekomst. De wereld is nooit af en ons werk daarin zal ook nooit af zijn. Met ambitie willen we verder gaan én met vertrouwen. Vertrouwen vragen, vertrouwen bieden, vertrouwen geven en hopelijk ook vertrouwen krijgen. ‘Morgen zal het beter zijn’. De afgelopen vier jaar heeft een sterke PvdA in de gemeenteraad en het college van Emmen elke dag mogen, kunnen en moeten laten zien of het morgen ook inderdaad beter zal zijn. Terugkijkend op de afgelopen vier jaar kan de PvdA met gepaste trots terugzien op een aansprekend resultaat. Zo maar een greep uit de resultaten van de afgelopen jaren van deze bestuursperiode: - in de periode 2006-2008: bijna 2.500 nieuwe banen erbij; - een groot deel van de bestemmingsplannen is geactualiseerd en er kwam voldoende ruimte om in de gemeente te kunnen bouwen; - dorps- en wijkplannen (Emmen Revisited) in Zwartemeer, Schoonebeek, Nieuw-Weerdinge, Nieuw-Amsterdam, Emmer-Compascuum, Barger-Compascuum, Nieuw-Dordrecht (2010) en Klazienaveen (2011); - een nieuwe sporthal in Klazienaveen; - de aanleg van de recreatieve vaarroute EricaTer Apel; - brede-schoolconcept breed in de gemeente ingevoerd; - behoud van WIW- en ID-banen; - een uitstekend minimabeleid; - het budget voor onderhoud wegen en groenvoorzieningen is aanzienlijk verhoogd (€ 5 miljoen in vier jaar er bij); - sport- en spelvoorzieningen inclusief multifunctionele sportvelden in dorpen en wijken; - de realisatie van een goed WMO-beleid; - beperking van de toename van woonlasten;
2
1% te verhogen, is welhaast de kroon op het anticyclisch begrotingsbeleid. Dat dit de steun kan hebben van de PvdA-fractie behoeft geen betoog, mede ook gelet op de gedragslijn van de fractie in het verleden ten aanzien van een terughoudend woonlastenbeleid. In het laatste weekend van augustus begon de Vuelta in Drenthe. Emmen was op 31 augustus de aankomstplaats. De heer Schoo heeft in de raadsvergadering van september lovende woorden gesproken over de Vuelta in Emmen. Daarbij heeft hij ongetwijfeld gesproken namens zeer veel inwoners van de gemeente. Uit de vele reacties die ons hebben bereikt, hebben wij er één opgepikt die ook in 2010 eenvoudig te herhalen is, namelijk de fraaie bloembakken bij de diverse invalswegen in de gemeente. Deze fleurige geste is bijzonder gewaardeerd door zeer vele inwoners. De PvdA-fractie wil het college dan ook vragen of het wil toezeggen dat deze bloembakken ook in 2010 en volgende jaren weer geplaatst worden. Als het college deze toezegging wil doen, bespaart zij de PvdA-fractie, de raad en zichzelf het indienen van een voorstel hiervoor. Bij de bestuurlijke overweging in de begroting 2010 laat het college het volgende optekenen: ‘Het is nu al duidelijk dat we de komende jaren – zeker vanaf 2011 – een pas op de plaats maken of wellicht zelfs een stap terug moeten doen. Voor een gezond financieel beleid is het van belang dat zo snel mogelijk weer perspectief ontstaat op een sluitende meerjarenbegroting. Een aantal voorbereidende stappen daartoe zullen wij de komende periode zetten. Vervolgens zal het aan de nieuwe raad en het nieuwe college zijn om te komen tot nadere keuzes.’ Bij de behandeling van de begroting 2010 staan we dus opnieuw aan de vooravond van een nieuwe morgen. Hoe die morgen er uit zal zien, laat zich niet eenvoudig voorspellen en een al te gretige voorspelling over wie in welke mate die morgen gaat bepalen, kent een hoog wensgehalte en vooralsnog weinig realisme. Abraham Lincoln stelde ooit: ‘The best way to predict the future, is to create it’, in helder Nederlands: de beste manier om de toekomst te voorspellen is deze te creëren. Voor de toekomst van Emmen, het Emmen van morgen, zal het nodig zijn dat er geïnvesteerd blijft worden in een gemeente waar volop werk is, inwoners goed en prettig wonen en we op een plezierige manier met elkaar samenleven, elkaars talenten ontwikkelen en kansen benutten. Investeren en delen! In het Emmen van morgen wordt van een
ieder eigen verantwoordelijkheid gevraagd voor de eigen ontwikkeling. Veel mensen kunnen dat zonder de directe hulp van de overheid. Er is echter ook een aanzienlijke groep in onze samenleving die actieve steun van de overheid nodig heeft. Die groep is verschillend van aard, omvang en omstandigheid. Dat vraagt om een benadering per doelgroep, op maat. In een ketenaanpak, zoals ten aanzien van inkomensondersteunende maatregelen. Hierin past bijvoorbeeld de stimulering van de schuldhulpverlening als onderdeel van de inzet op het terrein van de economische crisis, maar ook de decemberparticipatieregeling, een prima voorbeeld van een inventieve beleidsmaatregel op het gebied van inkomensondersteuning. In het Emmen van morgen zal het, ook als er minder geld te besteden is, nodig blijven groepen mensen die het niet zonder hulp van de overheid kunnen een helpende hand te bieden. In het Emmen van morgen wordt daar niet op bezuinigd. De historie van Emmen leert het grote belang van een overheid die stimuleert en investeert. Niets gaat van zelf, behalve de berg af. Voor Emmen zal het van belang blijven dat er een overheid is die zich inzet voor een gunstig vestigingsklimaat, die nieuwe bedrijven naar Emmen haalt, die de promotie van Emmen krachtig voortzet, die actief participeert in de continue ontwikkeling van het gebied, de voorzieningen en de inwoners. Een inzet van een overheid die stimuleert en investeert in een actief en solidair arbeidsmarktbeleid en nadrukkelijke aandacht heeft voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Ook in het Emmen van morgen zal het gaan om het scheppen van nieuwe banen en het in stand houden van bestaande werkgelegenheid. Voor het Emmen van morgen zijn wederom 2.500 nieuwe banen nodig in de komende raadsperiode. In het Emmen van morgen moet iedereen prettig wonen. Betaalbaar, met goede en goed bereikbare voorzieningen, in een schone en veilige buurt. Als het gaat om het bouwen van woningen ligt de opgave de komende jaren bij evenwichtig herstructureren, waarbij kwaliteit boven kwantiteit gaat. Het Emmen van morgen is een Emmen waar het besef heerst dat we met elkaar Emmen vormen, of we nu in de kern Emmen wonen of in de dorpen rondom Emmen, een Emmen waarin bewoners betrokken worden bij de ontwikkelingen in hun dorp, wijk of buurt. In het Emmen van morgen wordt in samenspraak met de bewoners een aanpak gekozen voor het aanpassen van het wo-
3
ningaanbod aan de actuele bewonerseisen, het verbeteren van de woonomgeving en het zorgen voor een goed voorzieningenniveau op het gebied van zorg, welzijn, onderwijs en veiligheid. De bewoners zijn daarbij geen insprekers, maar volwaardige partners met eigen deskundigheid, eigen verantwoordelijkheid en eigen beslissingsbevoegdheid. In het Emmen van morgen hebben de bewoners invloed op alle niveaus en worden ze individueel aangesproken als het gaat om de directe woonomgeving. In het Emmen van morgen moet de menselijke maat het uitgangspunt in de zorg zijn, zorg op maat met voldoende mogelijkheid voor eigen keuzes, zorg geleverd in de eigen buurt door inzet van wijkverpleegkundigen en door zorgvoorzieningen op kleine schaal in dorpen en wijken. Meer eigen zeggenschap, bevorderen van zelfredzaamheid en zorg op maat moeten de regie terugbrengen waar die thuishoort: bij de zorgvrager. In het Emmen van morgen moeten senioren zich uitdrukkelijk uitgenodigd weten hun kennis en ervaring beschikbaar te stellen aan de samenleving en vereist de vergrijzing een verhoogde inzet voor voldoende en bereikbare welzijnsvoorzieningen in dorpen en wijken. Het Emmen van morgen is het Emmen van onze tijd, waar we mensen aan werk helpen en aan het werk houden, waar we kansen bieden aan jongere generaties. In het Emmen van morgen heeft iedereen recht op zo veel bestaanszekerheid dat men ten minste volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. In een wereld met kansen op succes en kansen op falen, moeten mensen zekerheid hebben. Tegenslag mag niet betekenen dat je aan de kant komt te staan. Een fatsoenlijk bestaan is het minste waar mensen van op aan moeten kunnen. Het gaat daarbij om een behoorlijk inkomen, maar vooral om bestaanszekerheid in de breedste zin van het woord. In het Emmen van morgen zal het moeten gaan om de kracht van onze idealen: solidariteit, gelijke kansen en de oneindige hoop op een goede toekomst voor ook de volgende generatie. Het Emmen van morgen dat ik namens de PvdAfractie voor een deel heb geschetst, vraagt een inzet van middelen die verder gaat dan een aanpassing van een begroting. Het college heeft aangegeven dat het aan de nieuwe raad en het nieuwe college is te komen tot nadere keuzes. Op 3 maart 2010 zijn er verkiezingen voor een nieuwe gemeenteraad. De uitkomst van die verkiezingen zal bepalend zijn voor de keuzes die
gemaakt worden voor 2010, 2011 en verdere jaren in de nieuwe raadsperiode. Die keuzes wil de PvdA-fractie niet op voorhand sturen. Wellicht zouden we onder de huidige omstandigheden in staat zijn dat wel te doen. Het behoort echter tot de verantwoordelijkheid van een fractie met de omvang als de onze hiermee prudent om te gaan. Voor de PvdA-fractie is de verwachting over de toekomstige financiële situatie van de gemeente Emmen aanleiding om terughoudend te zijn. De aan zekerheid grenzende verwachting is dat in 2011 fors bezuinigd zal worden op het gemeentefonds. Voor Emmen zal dit naar verwachting leiden tot ten minste € 15 miljoen minder inkomsten. Welk nut heeft het dan om nu structurele maatregelen door te voeren die misschien het volgend jaar weer moeten worden teruggedraaid? Welk nut heeft het dan om vlak voor de verkiezingen cadeautjes uit te delen en deze na de verkiezingen weer terug te vragen, wellicht zelfs met rente? Wie houden we dan voor de gek? De PvdA-fractie pleit er nadrukkelijk voor terughoudend om te gaan met het begrotingsoverschot van 2010. Onze voorkeur heeft het dit te benutten voor onvoorziene situaties in 2010 en/of bij de verdere afwegingen die voor 2011 zonder meer nodig zullen zijn. De bijna voorbije raadsperiode kende het voorrecht dat het in economisch opzicht goed ging in ons land. We hadden niet te maken met bezuinigingen. De resultaten van de afgelopen jaren zijn het gevolg geweest van een beleid met helder gestelde doelen en bijbehorende ambities, van een beleid van vasthoudendheid bij het willen bereiken van deze doelen en ambities. Er was een duidelijke visie op waar het naar toe moest met de gemeente. Een dergelijke visie was er de afgelopen vier jaar en zal er de komende vier jaar opnieuw moeten zijn, júíst in de komende vier jaar. Politiek gaat niet om het louter nemen van populaire beslissingen. Politiek gaat niet om alleen maar aan de dag van vandaag en niet aan de dag van morgen te denken. Politiek gaat niet om zeggen waar je tegen bent, maar juist om het nemen van verantwoordelijkheid voor dat waar je vóór bent. Wie politiek wil bedrijven, wie een gemeente wil besturen, moet de bereidheid hebben vuile handen te maken. Wie een ei wil bakken, moet er een breken en wie niet tegen de hitte kan, moet niet in de keuken gaan staan. Politiek vraagt om het nemen en dragen van
4
dat is positief. ‘Samendoen in vertrouwen, vertrouwen in samendoen’ is geen loze kreet gebleken, maar heeft bijgedragen aan een positief resultaat. Veel van de bestuurlijke ambities en opgaven in het Bestuursakkoord zijn uitgevoerd of in gang gezet. De heer Arends heeft er al een flink aantal van genoemd. Ik wil nog als positief benoemen: de gereedgekomen belangrijke infrastructuur en de investeringen in de komende jaren in de bereikbaarheid van Emmen, het verbeterde vestigingsklimaat voor bedrijven, de daling van de werkloosheid en de groei van het aantal arbeidsplaatsen, ook al gooit de recessie nu roet in het eten. Positief zijn we ook over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de brede inzet voor jeugd. En de succesvolle herhuisvestingsoperatie en de sterkere financiële positie van Emmen. Als laatste wil ik noemen: de start van het Atalanta-project ten dienste van de centrumontwikkeling en de projecten in het buitengebied (de kleine vlinders). Aan de andere kant van de balans staan voor ons het daadwerkelijk realiseren van een kulturhoes, waarbij het initiatief van onderaf komt. Beter moet ook het faciliteren van initiatieven waar alle partijen achterstaan. Hoe kan het dat sommige trajecten zo vreselijk lang duren? Ook de ambtelijke power achter de benutting van kleinschalige recreatieve mogelijkheden moet beter; misschien geeft het nieuwe TROP daar inzicht in. Beter kan wat ons betreft eveneens het onderhoud van groen en grijs, en dan vooral het groen in het klein. Ondanks alle inspanningen van de gemeente Emmen zijn de ontwikkelingen in de glastuinbouw niet positief. Wat kun je nog doen? Ook al is de sociaaleconomische context waarin de uitvoering van het collegeprogramma zich afspeelt drastisch veranderd, dit college heeft Emmen een stevige balans gegeven om de moeilijke periode beter door te kunnen komen. We willen het college, de ambtelijke organisatie, onze coalitiepartner maar ook de overige partijen hartelijk danken voor de constructieve samenwerking tot nu toe; de laatste vier maanden tot aan de verkiezingen zal dat ook wel lukken! Vertrouwen in mensen was en is het centrale thema van het CDA in Emmen in de huidige raadsperiode. Deze lijn willen we doortrekken naar de voor ons liggende raadsperiode 20102014. Het CDA wil een moderne christendemocratische volkspartij zijn waarin mensen centraal staan. De betrokkenheid van mensen bij hun gemeente, gezin, familie, school, wij, dorp, buurt, bedrijf, vereniging, dat is het ware draagvlak van de gemeente als publieke gemeenschap. Het CDA staat voor een gemeente waarin iedereen meedoet. De gemeente, in de breedste zin
verantwoordelijkheid. Politiek is het vragen om steun voor de genomen en de te nemen besluiten. Voor het beleid van de afgelopen vier jaar legt de PvdA in Emmen met veel vertrouwen verantwoording af aan de kiezers. Voor het Emmen van morgen treedt de PvdA in Emmen vol zelfvertrouwen de kiezers tegemoet. Het Emmen van morgen vraagt om investeren en delen! En wie zich op voorhand verheugt in allerlei gedachten over een mogelijke uitkomst verwijs ik graag naar de woorden van Mark Twain in een telegram aan Associated Press: ‘De berichten over mijn dood zijn sterk overdreven’. ” Voetnoot: Een anticyclisch begrotingsbeleid houdt in dat de overheid probeert met haar begroting de bestedingen in een economie zo te beïnvloeden dat de schommelingen van de conjunctuur worden beperkt. In tijden van conjuncturele oververhitting (overbesteding) remt de overheid de bestedingen af door zelf minder te besteden of via lastenverzwaring de bestedingen van burgers en/of bedrijven te matigen. In periodes van onderbesteding geeft de overheid de bestedingen juist een prikkel door grotere eigen bestedingen en/of lastenverlichting.
De heer Wilms spreekt namens de fractie van het Christen Democratisch Appèl als volgt: “Voorzitter. Ik moet eerst iets uitpakken!” De voorzitter licht toe: een weegschaal met VVD-blauwe schalen en PvdA-rode elementen! De heer Wilms verduidelijkt: “De weegschaal is bedoeld om zaken wat aanschouwelijk te maken, geen politiek spelletje. De weegschaal staat voor de balans in de huidige coalitie. Er is veel PvdA, maar er is de helft CDA, en de weegschaal laat zien dat het aantal niet alles zegt en dat er wel degelijk sprake is van een balans. Het is ook mooi dat de coalitie heeft gezocht naar uitwerking van thema’s en dat dit eveneens in balans is, fysiek en sociaal, stad en platteland en grote en kleine projecten. Als coalitiepartijen PvdA en CDA hebben we de afgelopen vier jaar ons als doel gesteld ons in te spannen om Emmen nog leefbaarder te maken, samen met anderen, handelend vanuit een meerjarige strategie om de regiofunctie van Emmen te ontwikkelen, de regionale economie te versterken, de woningvoorraad te moderniseren en de woonomgeving van mensen aantrekkelijker te maken. Met deze laatste begroting van het college kijken we als fractie nu al met voldoening terug op de huidige bestuursperiode. Als je alles op een weegschaal legt, is deze in de juiste balans en
5
van het woord, moet daarop ingericht zijn. We willen dit samen doen met anderen, samen omdat de overheid het niet alleen kan en dus een appèl doet op mens en samenleving om kansen te benutten en problemen op te lossen. Juist in een samenleving waarin marktdenken en individualisering de boventoon lijken te voeren, wil het CDA zich onderscheiden door zich te baseren op de volgende waardevaste christendemocratische uitgangspunten. - Gerechtigheid, die onlosmakelijk is verbonden met een betrouwbare overheid, die op basis van vaste waarden de burger de zekerheid van de rechtstaat biedt en een evenwichtige en eerlijke afweging van belangen mogelijk maakt. - Gespreide verantwoordelijkheid, die ruimte en vrijheid geeft aan mensen om verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en hun naasten en die de verantwoordelijkheid van maatschappelijke organisaties stimuleert en respecteert. - Solidariteit, die de sociale samenhang bevordert en tweedeling tussen kansarm en kansrijk verhindert. - Rentmeesterschap, dat betrekking heeft op het zorgvuldig omgaan van mensen met hun omgeving, waarbij een appèl wordt gedaan op mensen en overheid ten aanzien van het bewaren, beheren en bewerken van de schepping, zowel voor de huidige als de komende generaties. Het hanteren van deze waarden moge binnen het CDA het vertrekpunt zijn bij ons politiek handelen, maar er is natuurlijk ook een sterk persoonlijk aspect aan ons politieke werk. Daarvoor zijn naast kennis en ervaring ook persoonlijke motivatie en inspiratie nodig. Voor de toekomst van de parlementaire democratie is authenticiteit van politici (ook van de lokale) van levensbelang. Representatie moet ergens voor staan. Vooral politieke partijen in het midden dreigen vast te lopen als zij zich nadrukkelijk als bestuurderspartij blijven manifesteren. Ook het CDA zal moeten laten zien waar de –C– en vooral ook de –D– voor staan. En van daaruit zullen keuzes moeten worden gemaakt. Je zou het een herijking van de eigen waardeoriëntatie kunnen noemen. Daar ligt onze kracht. Op het afgelopen zaterdag gehouden partijcongres in Utrecht kwam die eigen kracht duidelijk naar voren. Als burgers zich niet meer herkennen in hun vertegenwoordigers, ontstaat er onvrede. Ondanks alle inspanningen oordeelden de inwoners van Emmen zowel in 2009 als in 2008 niet positief over hun invloed als kiezer. De waardering van inwoners voor de participatie die het ge-
meentebestuur ze biedt, is niet gegroeid. Ik betwijfel of een plan van aanpak voor intensivering burgerparticipatie daarbij helpt. Het zal vooral vanuit onszelf, de politieke partijen, moeten komen. Hoe brengen we goed voor het voetlicht waar we voor staan en op welke gronden we keuzes maken? Op rijksniveau zijn de overheidsfinanciën in korte tijd flink uit balans geraakt. We zullen nog jarenlang te kampen hebben met hoge begrotingstekorten en een oplopende staatsschuld. Er is geen glazen bol voor nodig om te zien dat het politieke en maatschappelijke debat de komende jaren in het teken zal staan van heroverwegingen, ook in de gemeente Emmen. In alle discussies en debatten die nog komen over de aanpak van de crisis en het weer op orde krijgen van de overheidsfinanciering moet het in mijn beleving niet alleen gaan om geld. Hoe blijven we als Nederlandse, maar ook als Emmense samenleving solide en solidair, terwijl we tegelijkertijd bouwen aan duurzaamheid en innovatie? Eigenlijk het werken aan een nieuwe balans! Twee inspiraties voor een nieuwe balans wil ik met u delen. 1. Onlangs hoorde ik CDA-Tweede Kamerlid Hein Pieper (van oorsprong Nieuw Schoonebeeker) in het kader van de kredietcrisis een pleidooi houden voor een comeback van het zogenaamde Rijnlandse model. De crisis moet het vertrekpunt zijn om mensen weer als uitgangspunt te nemen. Hij schetste hoe het neoliberalisme geleid heeft tot een sterke individualisering van de samenleving, met daarboven een onbeperkt marktdenken: winstdoelstellingen op korte termijn zijn belangrijker dan doelstellingen op lange termijn. Ook schetste hij de grenzen van de verzorgingsstaat, met als resultaat subsidieverslaving. In het Rijnlandse denken wordt het primaat in de samenleving gelegd, wat dus ook betekent: meer inzet in provincie en gemeenten en niet alles met regels dichttimmeren. Ook moeten we weer greep krijgen op alle suboverheden. Toepassing van het Rijnlandse model, met zijn nadruk op overleg en consensus, zal ook moeten leiden tot sociale innovatie in bedrijven. Een hernieuwde waardeoriëntatie is dringend nodig, ook al omdat de crisis om een nieuwe ordening der dingen vraagt tussen overheid, markt en burgers. 2. Enkele weken geleden las ik een interview met Louise Fresco, hoogleraar duurzame ontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam. Fresco hield een pleidooi voor nieuwe matigheid. Matigheid was ooit een deugd, nu is het een lachertje; het automa-
6
tisme van elk jaar weer meer. We doen alsof het een mensenrecht is steeds meer te willen. We moeten minderen in onze consumptie waar dat kan. De nieuwe matigheid betekent een zoeken naar kwaliteit, naar anders in plaats van meer consumeren. De consument moet weer burger worden, met oog voor het publieke belang. De duurzaamheidsprofessor wijst ook naar het neoliberalisme als motor achter die hedonistische levensstijl, waarin alleen het ‘ik’ telt. Het zet aan tot mateloosheid. Fresco, tevens Kroonlid van de Sociaal Economische Raad, vindt dat er onvoldoende draagvlak in de politiek is voor een omslag. Maar het moet wel gebeuren, omdat de grenzen van ons systeem zichtbaar worden. Ze vindt dat het kabinet daar meer op moet wijzen. Als het gaat om waarden en normen is duurzaamheid, minder materialisme, het algemene nut dat ons verbindt, in een veel breder verband dan alleen gezin en familiewaarden. Dat nastreven is het ultieme publieke belang. Duurzaamheid is echter marginaal aan de orde in ‘Den Haag’. Fresco pleit voor een mentale omslag, duurzaamheid als bindend element dat ons morele handelen kan bepalen. Fresco schetste een beeld van de wereld met een miljard rijken (dat zijn wij) een miljard armen en vier miljard mensen die daar tussenin zitten. Om deze laatste groep gaat het in december op de grote Klimaattop in Kopenhagen. Zij zullen het meest groeien in welvaart en zullen een beperking in hun consumptie niet pikken. Hoe compenseren we hen daarin? Ik werd geïnspireerd door de speech van Hein Pieper, maar ook door het artikel van Louise Fresco, omdat in deze pleidooien de kernwaarden gebruikt worden waar het CDA zich ook door laat inspireren. En zeker: bij waarden en normen horen ook deugden. Hoe ze politiek vorm te geven, is een kwestie van keuzes maken, ook in de gemeente Emmen. Ons bestuurlijk denken moet zich wellicht meer gaan richten op duurzame kwaliteit en vitaliteit en minder groei, een meer natuurlijke balans. Het is een uitdaging voor de nieuwe raad en het nieuwe college. Het staat al in de bestuurlijke overwegingen voor deze begroting. Bijzondere omstandigheden vragen om een adequaat antwoord. In lijn met het kabinet kiest ook het college er voor de uitgaven op peil te houden door te blijven investeren en waar mogelijk en nodig de lokale economie extra impulsen te geven. De versnellingsagenda geeft daartoe een impuls. Het CDA staat achter die lijn, en het moet gezegd: gelukkig laat onze financiële posi-
tie dat toe. Ook staan wij achter het voorstel de lasten voor de burgers te beperken door de OZB niet met drie maar met één procent te verhogen. Als het gaat om de juiste balans, willen wij een tijdelijk begrotingstekort tot 2013 accepteren, echter vanaf het volgend jaar zullen er zeker maatregelen nodig zijn om de tekorten weer terug te dringen, zeker als je kijkt naar de verwachte ontwikkelingen bij het gemeentefonds. Het CDA wil zijn verantwoordelijkheid op dat punt nemen; we hebben dat al laten zien in het verleden. Vervolgens iets over de programma’s. * Inwoners en bestuur Als we burgers meer het gevoel willen geven dat ze door de gemeentelijke overheid en de politiek serieus worden genomen, moeten we daarbij ook de rol van de erkende overlegpartners betrekken. Zij zijn voor het CDA van groot belang, maar dan moeten we er wel op kunnen vertrouwen dat ze richting de burgers goed functioneren. Hoe worden de erkende overlegpartners betrokken bij het plan van aanpak inzake burgerparticipatie? We zijn positief over het servicepunt voor aanvraag en afgifte van paspoorten voor Nederlanders die in de Duitse grensstreek wonen. * Economie en werk Internationale economische betrekkingen krijgen in Emmen steeds meer aandacht en als bedrijven en grote evenementen aangetrokken worden die een impuls geven aan de regionale economie, zien wij dat als een goede ontwikkeling. En de traverse wordt er ook nog eens mooier van! De ontwikkeling van de wijkeconomie zien wij als een kans voor met name kleine zelfstandigen. Zijn de bestemmingsplannen ook op orde voor deze ontwikkeling? Met het oog op het stimuleren van innovatie en profilering van het bedrijfsleven in Emmen zijn kennisclusters rond tuinbouw en kunststoffen in voorbereiding. Ook is er een verkenning voor een energie/technologiecluster verricht. Wij zijn benieuwd naar de uitkomsten daarvan. Wij zien kansen voor kennisontwikkeling op het gebied van energie en techniek en zullen daarom samen met de PvdA in december met een initiatiefvoorstel komen. * Veiligheid Terugdringen van overmatig alcoholgebruik vinden wij een belangrijke doelstelling. Onderzoek van de Universiteit van Maastricht in samenwerking met de Voedsel en Waren Autoriteit geeft aan dat kinderen met name leren drinken vanuit de thuissituatie. Wordt de rol van de ouders/opvoeders meegenomen in het Drentse plan van aanpak? De werving en ondersteuning van brandweervrijwilligers en het borgen van de paraatheid van
7
de vrijwillige-brandweerposten bij de brandweer in Emmen zijn een zorgpunt. De CDA-fractie wil eenmalig extra middelen genereren om te komen tot versnelde uitvoering van maatregelen. We dienen daartoe een amendement in. * Onderwijs en jeugd We zijn benieuwd naar de resultaten van het onderzoek voor en door jongeren. Als waardering voor kinderen en jongeren die van bijzondere betekenis zijn voor de samenleving komen wij met een initiatiefvoorstel ‘kinderen- en jongerenlintje’. We wachten met spanning op de uitvoering van ons amendement over een jongerenparlement. Klopt het dat het vanaf maart 2010 gaat gebeuren? * Bouwen, wonen en milieu Er wordt in de begroting gesproken over een nieuwe woonvisie. Hoe verhoudt zich die visie tot een lokaal akkoord met woningbouwcorporaties? Wat houdt de regionale afstemming in die de provincie voorstaat in haar Structuurvisie? Ten aanzien van de bouwleges lijkt het ons verstandig eens te kijken naar de verschillen in de regio. Coevorden is bijvoorbeeld de helft goedkoper dan Emmen. Kan het college dat verschil verklaren? * Participatie De ontwikkeling van het uitkeringenbestand WWB is zorgelijk. Toch vinden wij dat het college er alles aan doet wat in zijn vermogen ligt om in regionaal verband te komen tot een soepel functionerende arbeidsmarkt. Naast de inzet van het rijk om de jeugdwerkloosheid aan te pakken, is de extra inzet vanuit een aantal Drentse gemeenten een uitstekend initiatief. Samenwerken en proactief zijn loont en kan de jeugdwerkloosheid beperken. Over de totstandkoming van een nieuw SWleer/werkbedrijf zijn wij, zoals bekend, zeer positief. We zijn akkoord met het voorstel gerealiseerde voordelen door de EMCO te laten gebruiken voor frictiekosten. * Verkeer en vervoer Om de verkeersveiligheid te vergroten en de recreatieve mogelijkheden beter te benutten, willen we een haalbaarheidsonderzoek laten instellen naar de aanleg van een fietspad aan het Scholtenskanaal/Verlengde Scholtenskanaal. We dienen hiertoe een amendement in. * Sport, recreatie en cultuur Het is jammer dat we het nieuwe toeristischrecreatief ontwikkelingsplan nog niet kennen, terwijl in deze begroting al wel ingezet wordt op het uitvoeringsprogramma. De uitvoering van zogenaamde fietsknooppunten blijft in Drenthe achter. We willen dat Emmen die zo snel mogelijk realiseert. Ook vinden wij
het belangrijk dat er bij wijze van proef meer oplaadpunten voor elektrische fietsen worden aangelegd. Voor beide doelen dienen wij amendementen in. In aansluiting op het VVD-voorstel van verleden jaar om sportverenigingen een waarderingssubsidie toe te kennen, willen wij de vrijwilligers die actief zijn rond de geprivatiseerde buitenzwembaden en sporthallen met een waarderingsondersteuning belonen. We dienen daartoe een amendement in. * Openbaar gebied Het onderhoud van grijs en groen blijft een punt van zorg. Wij hebben de indruk dat er veel tijd en energie worden gestoken in het ontwikkelen van beeldkwaliteitplannen. De vraag is volgens ons echter hoe we slim kunnen koppelen en meer handen kunnen inzetten voor onderhoud. * Zorg en welzijn Het lijkt erop dat de lobby van wethouder Jumelet om de locatie Veltman te bekostigen door het regime van de AWBZ succesvol is. Wij hopen dat de Veltman zo kan blijven bestaan. Als het gaat om nieuw accommodatiebeleid, zijn wij benieuwd naar de stand van zaken rond het eerste kulturhoes van Emmen. We zijn als fractie op werkbezoek geweest bij het consultatiebureau voor ouderen. Onze eerste indruk is dat het goed voldoet aan ieders verwachtingen. Als de resultaten van deze proef bekend zijn, lijkt het ons verstandig de raad daarvan op de hoogte te stellen. Tot slot: als het gaat om het vinden van een natuurlijke balans voor de toekomst, is de CDAfractie van mening dat mensen het uitgangspunt moeten zijn. Als de inzet van de gemeentelijke overheid richting de Emmense samenleving zich ook daarop blijft richten, zien wij de toekomst met optimisme tegemoet. Ik wil eindigen met op z’n Drents: Emm’n stiet ‘r niet slecht veur! En morgen… dan heb ik een balansdag!” Mevrouw Houwing-Haisma spreekt namens de fractie van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie als volgt: “Voorzitter. De laatste begroting van deze bestuursperiode ligt voor. De verleiding om nu terug te kijken en de balans op te maken, is dan ook groot. Natuurlijk zal de VVD in deze bijdrage teruggrijpen op zaken uit deze bestuursperiode, maar het is vooral zaak juist nu vooruit te kijken en op basis van visie een mening te geven over deze begroting. De gemeente Emmen is hard geraakt door de economische crisis en de gevolgen daarvan zullen we de komende jaren merken. U stelt, terugkijkend op de afgelopen periode, dat er veel is
8
gezaaid en dat de oogst niet tegenvalt. Er mag dan veel gezaaid zijn en onder invloed van een gunstig financieel-economisch klimaat veel gekiemd zijn, maar alles is nog lang niet tot wasdom gekomen, laat staan dat er sprake is van een overvloedige oogst. Wij schatten in dat een aantal gewassen extra bijgemest moet worden. In dit slechte economische klimaat liggen vele ziekten en plagen op de loer: een faillissementenhoos, een bezuinigingsvloedgolf uit ‘Den Haag’, een hardnekkig lagedrukgebied en krimp op het platteland (om er maar een paar te noemen). Alle reden om nu positiefkritisch vooruit te kijken en nu al een lijn uit te zetten naar de toekomst om het veranderende klimaat het hoofd te bieden. Immers, behaalde resultaten in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst! Het ligt niet in de aard van de VVD pessimistisch te zijn, maar we blijven wel graag realistisch. De burger van de gemeente Emmen beseft wel degelijk dat we keuzes moeten maken. Daar kun je dan ook maar beter op tijd mee beginnen. De VVD-fractie is van mening dat we de effecten van de economische crisis niet moeten onderschatten. Er zit nu voldoende geld in de reserves, mede dankzij Essent, om de eerste tegenslagen op te vangen, maar we dienen er rekening mee te houden dat we de komende jaren die reserves niet zo snel weer kunnen aanvullen. Dat u voor 2010 de uitgaven op peil houdt en de begroting sluitend maakt met een bijdrage van € 3 miljoen uit de BAR willen we, gezien de uitzonderlijke omstandigheden, accepteren. Het accepteren van een begrotingstekort tot en met 2013 is voor de VVD-fractie een brug te ver. In meerjarenperspectief lopen de tekorten enorm op. U schrijft letterlijk: ‘We moeten ervan uitgaan dat het rijk zijn begroting met ingang van 2011 zeer fors zal moeten saneren. Wij moeten er rekening mee houden dat dit flinke gevolgen heeft voor de rijksuitkering uit het gemeentefonds. Minder inkomsten voor de gemeente zullen het gevolg zijn. Het is nu al duidelijk dat we de komende jaren, zeker vanaf 2011, een pas op de plaats maken of wellicht zelfs een stap terug moeten doen.’ Die te verwachten tekorten zijn nog niet eens meegenomen in meerjarenperspectief, waardoor het beeld nog somberder kan worden. Tot 2013 blijven teren op de reserves vinden wij absoluut onverantwoord. Wij hadden van dit college iets meer verwacht dan alleen de mededeling dat het voornemens is een aantal voorbereidende stappen te zetten en dan de keuzes aan de nieuwe raad en een nieuw college te laten. Laten we eerlijk zijn: wat komt er zo vlak voor de verkiezingen nog terecht van dat voorbereidende werk? Laat staan dat we daar dan als raad nog iets mee kunnen.
Het is niet alleen de economische crisis die ons dwingt opnieuw naar het in gang gezette beleid te kijken. Was het beleid in de Strategienota tot 2020 vooral gericht op groei, groei tot een gemeente met 120.000 inwoners en groei op de woningmarkt (900 woningen op jaarbasis), nu ziet het er naar uit dat we moeten inspelen op de gevolgen van lagere natuurlijke aanwas, toenemende vergrijzing en ontgroening van het platteland. Als we in de nabije toekomst daadwerkelijk te maken krijgen met de gevolgen van de krimp, zullen we daar rekening mee moeten houden en de gevolgen onder ogen moeten zien. Met dat gegeven in ons achterhoofd zullen we de economische crisis moeten bestrijden. Dat zal onder andere inhouden dat we onze ambities moeten bijstellen. We zullen vooral die ontwikkelingen mogelijk moeten maken die kansrijk zijn en er aan bijdragen dat het hier goed wonen en werken blijft. De VVD is van mening dat het herstel in eerste instantie vooral uit de economische ontwikkeling zal moeten komen. Een goed economisch beleid is de beste sociale politiek. Natuurlijk moeten we proberen nieuwe bedrijven hiernaartoe te halen, maar we moeten ook aandacht hebben voor de hier al gevestigde bedrijven. Soms is dat een lastige afweging, zoals blijkt uit de discussie over de eventuele komst van Familia naast Van der Valk aan de A37. De VVD is geen voorstandster van dergelijk grote detailhandelsbedrijven langs de A37. Wij willen niet alle ontwikkelingen keren, dat past niet bij ons, maar we moeten wel onze verantwoordelijkheid nemen als het gaat om het effect van dergelijke bedrijven op de leefbaarheid in dorpen en wijken en de concurrentiepositie van de kleine ondernemers aldaar. De komst van een Familia aan de Nijbracht of in het centrum van Emmen achten wij niet ondenkbaar, maar we moeten ons wel realiseren dat de tot nu toe gevoerde lijstensystematiek dan wel weer ter discussie komt. De VVD zal die discussie in ieder geval niet uit de weg gaan. Voortvarendheid willen wij als het gaat om vergunningverlening. Wég met het blijven hangen in eindeloze vooroverlegtrajecten. We zitten niet te wachten op lijvige beleidsnotities, waardoor bedrijven soms wel vier jaar bezig zijn om een vergunning rond te krijgen. Dat is de VVD een gruwel! Wij zien dan ook uit naar de komst van een bedrijvenservicecentrum. Wij begrijpen niet wat u er toe brengt al op voorhand de structurele bijdrage in de exploitatielasten te halveren. Zet u daarmee niet het hele project op losse schroeven? Als wij met een bedrijvenservicecentrum het bedrijfsleven sneller en beter van dienst kunnen zijn, levert dat in de toekomst alleen maar
9
voordelen op: sneller investeren, meer werkgelegenheid, minder mensen in de WWB. Als we dat goed doen, is dat alleen maar een mooi visitekaartje voor de gemeente Emmen. In de begroting vinden wij weinig terug over het bedrijvenservicecentrum. Wij dienen dan ook een amendement in om het bedrijvenservicecentrum met de grootst mogelijke spoed te laten functioneren. Goed onderwijs is essentieel, daar zijn we het van harte mee eens. Een opleiding beginnen en afmaken om meer kans op de arbeidsmarkt te hebben. Onderwijs en bedrijfsleven moeten daartoe nauw samenwerken, juist met het oog op de toekomst. Het is in de ogen van de VVD vooral een gemeentelijke taak die samenwerking te stimuleren en aan te jagen. Niet alleen de Stenden Hogeschool en de kenniscampus zijn van groot belang. We moeten streven naar een breder aanbod van opleidingen. Daarnaast is de komst van het vakcollege een prima ontwikkeling, waardoor onze jongeren in staat wordt gesteld een vak te leren, een vak waar ze trots op zijn en waardoor ze uitgroeien tot een prima vakman of –vrouw die hier nodig is op de arbeidsmarkt. Laat Emmen zich ontwikkelen als een regio die bekend staat om haar vele goede vakmensen! Deze ontwikkeling moeten we doortrekken naar de zorgsector, die in onze regio toch potentie heeft. Een vakcollege voor de zorgsector! Een punt dat ons echt zorgen baart is het alcoholgebruik onder jongeren. Provincie en gemeenten trekken nu samen op om een maatregelenpakket te ontwikkelen dat overmatig alcoholgebruik tegen moet gaan. Prima! Daar willen wij ook graag de discussie over de sluitingstijden van de horeca bij betrekken. Er zijn landelijke initiatieven van ouders die strijden voor vroegere sluiting. De VVD-fractie is van mening dat de politiek haar verantwoordelijkheid moet nemen als het gaat om de gezondheid van onze jeugd. Wij willen dan ook graag van het college, maar ook van de andere partijen in de raad een reactie. Wij zijn voornemens in januari met een initiatiefvoorstel te komen. Het mag duidelijk zijn dat we ook de horeca hierin zullen betrekken. Als het gaat om onze budgettaire positie hebt u een aantal keuzes gemaakt waarover wij een aantal vragen/opmerkingen hebben. • Het investeringsbudget ‘bereikbaarheid’ van € 262.000,-. Hoe kan het dat juist nu we zo veel extra willen investeren een dergelijk groot bedrag wordt doorgeschoven naar 2011? • U kiest er voor de OZB te verhogen met 1% in 2010. Prima! Maar in meerjarenperspectief wordt er alweer 3% ingevuld. Laat de OZB-verhoging de komende jaren op 1%,
dan doet u daadwerkelijk iets aan lastendrukverlichting voor zowel de burger als de bedrijven. • Vanaf 2011 wordt de prijscompensatie voor gesubsidieerde instellingen op 0% gezet. Dat brengt ons op het volgende. Hebben wij voldoende inzicht in de financiële situatie of het risicoprofiel van de door ons gesubsidieerde instellingen? Gemeenten moeten bezuinigen, dus ook de gesubsidieerde instellingen. Hoe spelen zij in op een situatie met minder inkomen? Hoeveel last hebben bijvoorbeeld CQ en de bibliotheek of Sedna van de crisis en is hun eigen vermogen dusdanig dat ze een aantal magere jaren kunnen opvangen? Hebben bijvoorbeeld de zwembaden een beleid in verband met de omstandigheid dat er € 100.000,- minder is binnengekomen, terwijl de energiekosten ook nog eens met € 100.000,- zijn toegenomen? Hoe gaat de Muzeval om met het feit dat er fors minder kaarten zijn/worden verkocht? Het lijkt ons zinnig dit in kaart te brengen om zo een beeld te krijgen van eventueel verborgen problematiek, waar we dan vervolgens de komende jaren mee worden geconfronteerd. De gemeenten Haarlem, Alkmaar en Almere hebben daartoe al een model ontwikkeld en misschien is dat ook voor ons bruikbaar. Wij dienen hierover een motie in. De ambitie op het gebied van de woningvoorraad is veel te hoog gebleken. En dat ligt niet alleen aan de crisis; de ambitie lag gewoon te hoog, zoals wij aan het begin van deze periode al voorspelden. U houdt in deze begroting nog steeds vast aan een forse toename van de woningproductie en groei naar 120.000 inwoners. Realistisch? Die vraag komt op als we kijken naar: - de acties om de woningbouw vlot te trekken - naar de Delftlanden en - krimpscenario’s. We moeten ons richten op een markt die er ís en niet op een markt waar we van dromen. Wat is het effect van al die dure promotie- en marketingcampagnes? Wij hebben eerder al onze twijfel uitgesproken over het nut van het herstructureringsfonds voor de woningbouw. Het is nog maar de vraag of we hiermee de onderkant van de woningmarkt goed bedienen. Als het gaat om de in dit verband genoemde stedenbouwkundige ontwikkeling, vragen wij ons af in hoeverre marktpartijen hierbij betrokken zijn. Is dit niet vooral hun taak en hebben we daar geen andere budgetten voor? Leek het de eerste jaren van deze bestuursperiode nog voor de wind te gaan, nu lopen de aantallen mensen die gebruik maken van de WWB
10
alweer fors op. We moeten fors inzetten op schuldhulpverlening en alle zeilen bijzetten om de jeugdwerkloosheid binnen de perken te houden. Er dreigt een tekort aan participatiebanen en leer/werktrajecten, wat het allemaal extra moeilijk maakt. En dan hebben we het nog niet eens over de dreigende financiële tekorten. Het geeft aan hoe kwetsbaar we nog steeds zijn. De komende jaren zullen niet gemakkelijk worden. Keuzes maken vraagt niet alleen sterke knieën. We zullen alle creativiteit en inventiviteit nodig hebben en waar nodig buiten gebaande paden moeten treden. De VVD wil zich daarbij in het bijzonder sterk maken voor het behouden en versterken van een gezonde economie en goed en passend onderwijs voor onze jeugd. Vanuit die basis willen we verder bouwen aan een Emmen waar het goed wonen en werken is, nu en in de toekomst.”
jaar 2010 overbruggen door wat vlees van de botten te halen, is voor ons te accepteren, maar beslist niet wat voor 2011, 2012 en 13 wordt voorgesteld ten aanzien van geaccepteerde tekorten en de gok dat onderbesteding ook dan wel weer zal plaatsvinden. Natuurlijk willen wij blijven inzetten op extra impulsen, maar niet zonder oog te hebben voor mogelijke bezuinigingen. Als het om de toekomst gaat, is het voor BGE niet meer een kwestie van wellicht, maar een must ons meer te richten op duurzame kwaliteit en vitaliteit en minder op groei. BGE pleit al jaren voor een kleinere overheid. Als het advies was opgevolgd, waren er nu minder tekorten geweest. De eerste winst is het nemen van je verlies. De pijnpunten zoals Delftlanden en Rundedal moeten dus niet steeds vooruit worden geschoven, want vragen om daadkracht. BGE verlangt daadkracht op het gebied van deregulering, organisatie en efficiency. Bij de EMCO worden de problemen nu opgelost met structureel circa 30% ambtenaren minder. Het wordt tijd dat de gemeente Emmen zich die ruimte en lucht ook creëert in het eigen ambtelijk apparaat. En wij begrijpen niet waarom in navolging van bijvoorbeeld Groningen Emmen niet terug kan naar vier wethouders. Over inwoners en bestuur het volgende. Het werken met dorps- en wijkprogramma’s ondersteunen wij van harte, mits het gaat om gelijkwaardigheid. Maar al te vaak horen wij dat teleurstellingen geïncasseerd moeten worden, omdat vooraf niet echt duidelijk is wie waarover wat en hoe kan beslissen of zeggen. Helemáál problemen hebben we met het faciliteren van Nederlanders die er voor kiezen in de Heimat te gaan wonen. De gelden gemoeid met deze extra service gaan wat ons betreft naar de gemeentewinkels, bijvoorbeeld in Klazienaveen. Verder begrijpen wij met de beste wil van de wereld niet waarom er geen zicht bestaat op de uitgaven voor citymarketing. Onwil of onkunde? Het toont in ieder geval aan dat een plan van aanpak meer dan noodzakelijk is. BGE dient samen met DOP een motie in met als doel de samenleving meer te betrekken bij de komende begrotingen. De tuinbouwgebieden geven her en der een mistroostige aanblik. Naast de inzet die er al is, vragen wij nog een keer aandacht voor Klazienaveen I. Waarom wordt er niet ingespeeld op de wensen die er in dat gebied leven en die beslist de bestaande verloedering zullen tegengaan? Wat bedrijfsvestigingen betreft: de tijd waarin Evert en Jan de Boer kleinschalig opereerden, ligt al lang achter ons. Menig dorpskruidenier of slager is verdwenen en vervangen door supermarkten, en de ontwikkeling staat niet stil: hy-
De heer Douwstra spreekt namens de fractie van Burgerbelangen Gemeente Emmen als volgt: “Voorzitter. Vooropgesteld zij dat in de onderhavige begroting veel is opgenomen wat zó uit ons programma overgenomen zou kunnen zijn. Toch hebben wij moeite met het geheel, en wel vanwege het feit dat niet nu al de lijn uitgezet wordt naar stappen terug oftewel bezuinigen met het oog op de toekomst. Het college volgt keurig de lijn van het rijksbeleid: eerst maar eens onderzoeken wat er zoal mogelijk is en nadien kan een nieuw college voorstellen doen aan een nieuwe raad. Dat is nu net hét punt waar wij moeite mee hebben. Op pagina 21 lezen we: ‘Het is nu al duidelijk dat we de komende jaren, zeker vanaf 2011, (en dat is het zó!) een pas op de plaats maken of wellicht zelfs een stap terug moeten doen. Voor een gezond financieel beleid is het van belang dat zo snel mogelijk weer perspectief ontstaat op een sluitende meerjarenbegroting.’ Ook lezen we elders dat als het gaat om verschulding ten aanzien van juist de risicogroepen, die beslist niet alleen bestaan uit minima, tijdig maatregelen moeten worden genomen om de tering naar de nering te zetten. Het vooruitschuiven van keuzes mag dan vanuit het oogpunt van het college verantwoord zijn omdat er door omstandigheden gelegen buiten de gemeente Emmen vlees op de botten zit, maar voor BGE betekent het meer: na ons de zondvloed! Wij zien graag een daadkrachtig optreden van raad en college, opdat al in januari 2010 aangereikt wordt welke pas op de plaats moet worden gezet of stappen teruggenomen moeten worden. Vervolgens kan dan, als daar aanleiding toe is, een nieuwe raad samen met het nieuwe dagelijks bestuur daarin nog wijzigingen aanbrengen. Het
11
permarkten zijn in aantocht, een vorm van marktwerking die in onze ogen niet te keren is. Wel vragen wij aandacht voor de leefbaarheid van de dorpen door het op peil houden van voorzieningen. Bij een eventueel voorstel tot wijziging van een bestemmingsplan zal dat onze invalshoek zijn. Als vaststaat dat de leefbaarheid van dorpen in onze gemeente gevaar loopt, werken wij niet mee. Ten aanzien van veiligheid lezen wij op pagina 55 de te bereiken doelen. Prima, en er voor gaan is ons devies, maar dan wel met voldoende menskracht. Ter illustratie: de overlast in Emmerhout is aangepakt. Echter, de overlastgevende groep verplaatst zich naar Bargeres, de wijkconciërge meldt dit bij de politie en roept hulp in – reactie: we hebben niet genoeg wagens bij de weg en het heeft niet onze prioriteit! Voor de zoveelste keer: neem de geluiden serieus en doe er iets aan! Zo ook aan de verdergaande verloedering rond de voormalige bioscoop in EmmerCompascuum en bij de voormalige benzinepomp aan de Runde, waarvoor in de commissie wonen en ruimte al uw aandacht is gevraagd. Een aanfluiting voor het dorp en onze gemeente! Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, zo luidt het bekende gezegde. Als wij zien hoe de laatste jaren vorm aan het jeugdbeleid is gegeven, worden wij daar niet vrolijk van. Dan is het net alsof Emmen niet in de eigen toekomst gelooft. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan Blanco en het poppodium dat er nog niet is en aan de hangplekken die nog niet zijn gerealiseerd. Het grootste probleem is niet wat er op papier staat, maar het ontbreken van snelheid bij het uitvoeren van de plannen. Zo ook het onderzoek voor en door jongeren (pagina 64). Sinds het opstellen van de begroting is er alweer geruime tijd verstreken. Zijn de uitkomsten al bekend en wanneer kunnen wij die tegemoet zien? Het herstructureringsfonds woningbouw heeft onze instemming. De nieuwe woonvisie zal nog wel even op zich laten wachten, maar wij pleiten er voor dat zeker nu extra gekeken wordt naar betaalbare, goede huurwoningen. Nu steeds meer mensen de gevolgen van de crisis ondervinden, is het zaak overbelasting bij sociale zaken te voorkomen; of het nu gaat om de Wet werk en bijstand of de onzes inziens overbodige Wet investeren in jongeren doet er niet toe. De klanten moeten tijdig en met respect worden behandeld. Een paar wethouders minder en tijdelijk wat meer inzet bij sociale zaken zou goed kunnen. BGE blijft aandacht vragen voor de zuidlus Nieuw-Amsterdam-Erica-Klazienaveen. Wij stellen voor gedurende een x-periode een busje in te zetten om te bezien of er van die verbinding
daadwerkelijk gebruikt wordt gemaakt. De kosten zijn te dekken uit het minder toevoegen aan het SIOF. Verder is het verkeer gebaat bij goed onderhouden wegen. Wordt in het onderzoek naar een nieuw zwembad ook een goed uitgerust buitenbad meegenomen? Het is toch een aanfluiting dat er geen openluchtzwembad in de gemeente is! Kan en passant ook bevroren water i.c. een schaatsbaan, bijvoorbeeld à la Veenoord, worden meegenomen? Het openbaar gebied blijft een zorgenkindje. Volgens de tekst op pagina 111 moet het onderhoudsniveau in het openbaar gebied op een aanvaardbaar peil gebracht en gehouden worden. Wij zijn blij dat het college zich bewust is van het achterstallig onderhoud, nadat het dit jaren heeft ontkend en genegeerd. Wanneer denkt het college dat het onderhoudsniveau op een aanvaardbaar peil zal zijn? De grote uitdaging bij zorg en welzijn ligt in het op peil houden van de voorzieningen in de dorpen. De sociale samenhang en de leefbaarheid staan voorop, evenals het bieden van mogelijkheid om duurzaam deel te nemen aan de samenleving. De extra aandacht voor mantelzorg en respijtzorg juichen wij toe. Volgens onze waarnemingen neemt het aantal dak- en thuislozen toe. Klopt ons beeld in de ogen van het college en wat gaat het college hieraan doen? Op pagina 161 wordt aandacht besteed aan wonen in Emmen. In 2009 zal de promotiecampagne Delftlanden haar effect moeten krijgen. Als BGE hebben wij dit effect nog niet gezien. Onze vraag is dan ook: hoe ziet het college dit effect? Alles is gericht geweest op mensen van ver hierheen halen. Is weleens onderzocht waarom mensen uit Emmen vertrekken? Wij overwegen met een voorstel te komen om te laten onderzoeken waarom mensen uit Emmen vertrekken. Het Atalanta-project zal de komende jaren vaak onderdeel zijn van de politieke agenda. Vol trots deelde het college verleden jaar mee dat het voor het project van circa € 500 miljoen als het ware een miljoen per dag binnenhaalde. Het Atalantaproject is een erfenis die deze raad achterlaat aan de volgende, een erfenis die vraagt om duidelijkheid over hoe een en ander er voor staat. Heeft het dierenpark de eigen financiering al rond voor de verplaatsing, welke gelden van derden zijn er binnen en welke keiharde toezeggingen zijn er? Het zijn vragen waarover naar onze mening in deze raadsperiode duidelijkheid moet komen. Tot slot: wij hebben geen enkel probleem met het beperkt verhogen van de lasten voor burgers.
12
De gemeente moet het benodigde geld in onze ogen vinden in kostenbesparingen.”
presenteren van alternatieven. Het is teleurstellend als het gaat om een krachtige oppositiepartij!
De heer Arends vraagt of de heer Douwstra niet wat vergeten is.
De heer Douwstra laat deze ‘vertaling’ aan de heer Arends.
De heer Douwstra heeft niet het idee. De heer Moinat spreekt namens de fractie van de Socialistisch Partij als volgt: “Voorzitter. Op dit moment zijn we weer aanbeland bij de laatste begrotingvergadering van deze raad. Het is misschien een moment om terug te kijken, maar volgens de SP zeker ook een moment om vooruit te kijken. Wij gaan dat doen aan de hand van de begroting 2010, een begroting die een grote invloed zal hebben op de toekomstige raad en het toekomstige college. Ik volg in mijn bijdrage zo goed mogelijk de verschillende programma’s in de begroting. * De kerngegevens Op bladzijde 12 heeft het college het over vreemdelingen. Moet ik dan denken aan allochtonen, asielzoekers, westerlingen, Zwarte Piet? Ik weet niet wat het college hiermee bedoelt. * Inwoners en bestuur Op pagina 39 staat dat de gemeente een extra service gaat verlenen door paspoorten te verstrekken aan Nederlanders die in de Duitse grensstreek wonen. Is dit wettelijk wel toegestaan? En hoever gaat dit? Wat is de grens tot waar de verstrekking gaat? De NederlandsDuitse grens loopt ongeveer van Delfzijl tot Vaals en de Duitse grensstreek is nog veel groter. Op dezelfde pagina staat: ‘Deregulering; besluitvorming over gemeentelijke regelgeving die nuttig of nodig is.’ Wat een rare zin! Ik neem aan dat het college hier bedoelt: het terugdringen van overbodige regelgeving. Zoals het er nu staat, gaat besloten worden over regelgeving die of nuttig of nodig is, maar niet over overbodige regels. * Bouwen, wonen en milieu Op pagina 73 wordt iets geschreven over het herstructureringsfonds woningbouw. Gesteld wordt: ‘Met het instellen van het herstructureringsfonds woningbouw wordt het mogelijk om met verschillende maatregelen in het goedkoopste koopsegment een kwaliteitsslag te maken. (-) Door woningen aan te kopen en woontechnisch en energetisch op te knappen en vervolgens te woon (huren of kopen) te zetten (-).’ Hiervoor is een fonds gevormd met een inleg van € 3 miljoen. Wij snappen de argumenten die u aangeeft, maar zijn er niet van overtuigd dat dit de juiste manier is. Wij kunnen dan beter weer een gemeentelijke woningstichting oprichten. Volgens de SP is het beter dit soort activiteiten te laten
De heer Arends dacht: ik zal wel verrast worden door een tegenbegroting van de BGEfractie! Zij vraagt om voorstellen waarover in 2010 een besluit moet worden genomen, dus een tegenbegroting had hij wel verwacht. De heer Douwstra zegt dat dan de verrassing is dat de fractie op dit moment geen tegenbegroting heeft. De heer Arends informeert of dit, gelet op de inbreng van de BGE-fractie, niet opmerkelijk is. Zij begint heel groot met de opmerking dat er nú keuzes moeten worden gemaakt en dat het zo niet verder kan, maar laat alles en iedereen in het ongewisse over het antwoord op de vraag welke keuzes volgens de BGE-fractie moeten worden gemaakt! De heer Douwstra merkt op dat dit op dit moment nog niet aan de orde is. De heer Arends begrijpt dat de BGE-fractie van iedereen verwacht dat er keuzes worden gemaakt, behalve door genoemde fractie zelf; zij hoeft blijkbaar geen keuzes te maken en alleen maar te roepen dat er keuzes moeten worden gemaakt, dat er niet meer bezuinigd moet worden en dat er een nieuwe ijsbaan en een nieuw zwembad moeten komen. Spreker dacht dus echt dat de heer Douwstra iets was vergeten. De heer Douwstra denkt dat de heer Arends is vergeten dat is gezegd dat college en raad een en ander in 2010 daadkrachtig moet aanpakken, eerder dan na de verkiezingen. De heer Arends constateert dat die daadkracht dus niet van de BGE-fractie komt. De heer Douwstra zegt dat zijn fractie daar graag aan meewerkt. De heer Arends stelt vast: vandaag kennelijk niet! Een belangrijke oppositiepartij als BGE zou iets van daadkracht moeten tonen. In plaats daarvan komt zij aan met wat huiswerk om te proberen de begroting te beïnvloeden. Wat de heer Douwstra verteld heeft, is alleen maar een beetje prijsschieten en dat getuigt niet van het
13
doen door Lefier en Domesta. Zij zouden hier vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid prima mee uit de voeten moeten kunnen. In dat geval zou het bedrag van € 3 miljoen niet hoeven te worden uitgegeven, en dat scheelt toch weer aardig in de begroting. In plaats van onttrekking aan de BAR blijft dit geld er dan gewoon in zitten. * Participatie U geeft terecht aan dat de gemeente allerlei initiatieven heeft genomen om zoveel mogelijk mensen te bereiken die op of zelfs onder de minimumgrens moeten leven. De cijfers die de wethouder met enige regelmaat geeft, laten ook zien dat er steeds meer mensen daadwerkelijk worden bereikt. Wij vragen de wethouder of hij bereid is de bestaande voorzieningen waarvoor minima eventueel in aanmerking komen in kaart te brengen, met als doel een sluitende ketenaanpak te creëren, opdat de gehele doelgroep kan worden bereikt. Wij verwijzen hierbij ook graag even op bestaande initiatieven van andere gemeenten, zoals Steenwijkerland, een gemeente die al enige tijd informatiemedewerkers en een formulierenbrigade inzet onder de titel ‘Iedereen aan boord’, en de gemeente Vianen, die mensen probeert te bereiken via de meterkastkaart waarop de stroomschema’s worden weergegeven opdat mensen kunnen nagaan of zij wellicht in aanmerking komen voor regelingen en, zo ja, welke. Wij kunnen ons heel goed voorstellen dat de wethouder contact opneemt met deze gemeenten. * Zorg en welzijn Op pagina 119 spreekt u over het thema mantelzorg en het terugdringen van vereenzaming. Terecht, want deze zaken zijn enorm belangrijk. Alleen doen wij er blijkbaar niets voor, want in punt drie is mantelzorg niet terug te vinden. Vereenzaming komt blijkbaar alleen voor bij ouderen, want zij krijgen nog wat aandacht. Wanneer het alleen om het terugdringen van vereenzaming van ouderen gaat, moet u dat ook volledig uitschrijven bij punt 2: wat willen wij bereiken. Dus: inwoners zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen omgeving laten wonen met aandacht voor mantelzorg en voor het terugdringen van vereenzaming. De mantelzorg, zoals die nu wordt uitgevoerd door Icare, is vertegenwoordigd in het loket voor zorg en welzijn in het gemeentehuis van Emmen, waar de mantelzorg één keer per week één uur zitting heeft. Daarnaast heeft de mantelzorgconsulent spreekuur in drie huisartsenpraktijken, in de gehele gemeente één keer per maand. Tevens is het centrale meldpunt vrijwillige thuiszorg bij hetzelfde loket vertegenwoordigd. Mensen die ondersteuning in de thuissituatie nodig
hebben, kunnen met een hulpvraag terecht bij het loket. Een van de ondersteuningsmogelijkheden is de inzet van een vrijwilliger van het centraal meldpunt vrijwillige thuishulp. Het contactpunt mantelzorg, een vrijwilligersorganisatie die lotgenotencontact als hoofddoel heeft, is er in Barger-Compascuum, Schoonebeek en Emmen. Het bereiken van mantelzorgers en het opsporen van overbelaste mantelzorg kan onzes inziens niet adequaat gebeuren door een loket in het gemeentehuis, waar een deskundige één keer per week één uur spreekuur heeft. Dat geldt eveneens voor een spreekuur eens per maand in drie huisartsenpraktijken, verspreid door de hele gemeente. Bij deze werkwijze wordt toch wel erg uitgegaan van de mondige, zelfstandige mantelzorger die zelf om hulp vraagt. Nu de overeenkomst met Icare wordt beëindigd, is onze vraag: hoe gaat de lokale welzijnsinstelling Sedna invulling geven aan de mantelzorgondersteuning aan alle doelgroepen, dicht bij de mensen met zorg op maat? Als je het als jongere niet helemaal meer ziet zitten omdat je naast je huiswerk en je baantje en sport ook nog huishoudelijke taken hebt en er thuis altijd een zorgelijke situatie is omdat je moeder reuma heeft, ga je dan naar het gemeentehuis of naar de consulent met een spreekuur, ergens in de regio? Hetzelfde geldt voor een man van 72 jaar. Hij wil goed voor zijn vrouw zorgen nadat zij door een herseninfarct functieverlies heeft aan de rechterkant van haar lichaam. Hij doet het huishouden, snijdt haar brood, zet haar onder de douche, gaat om met haar depressieve stemmingen en kan niet meer alleen de deur uit. En hoe gaat het als je 36 uur per week werkt, je man een vaatziekte heeft met functieverlies aan de benen en niet meer kan werken en als je daarnaast drie puberende kinderen hebt? Je doet naast je werk het huishouden en boodschappen, je klust, je doet de tuin, je onderhoudt familiecontacten, je motiveert je kinderen om eens iets in huis te doen en je ziet het niet meer zitten. Bel je dan met het gemeentehuis? Misschien ga je dan naar je huisarts toe. In de 10 minuten die hij beschikbaar heeft, word je geadviseerd het even rustiger aan te doen. En misschien kun je huishoudelijke hulp aanvragen, met het risico dat je door het protocol gebruikelijke zorg wordt afgewezen. Hoezo op maat gesneden ondersteuningsaanbod? De drempel is te hoog, letterlijk en figuurlijk. Het inschakelen van een vrijwilliger om een mantelzorger te ontlasten, vergt een vertrouwensrelatie met de mantelzorger en een goede begeleiding. Een steunpunt op afstand kan volgens ons nooit een op maat gesneden ondersteuningsaanbod vanuit de WMO-gedachte waarborgen. Activiteiten georganiseerd door het con-
14
tactpunt en het steunpunt mantelzorg betreffen vaak lotgenotencontact of ontspanningsactiviteiten. Waar in de praktijk echter vaak behoefte aan is, zijn een luisterend oor en ondersteuning in de thuissituatie. Een van de beleidsterreinen van de WMO is het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Als een op maat gesneden ondersteuningsaanbod gewenst is, lijkt ons een inventarisatie van ondersteuningsaanvragen bij mantelzorgers, intra- en extramuraal, noodzakelijk. Daar kan een aanbod op maat op worden afgesteld. Daarnaast dienen signalering, advisering en ondersteuning veel dichter bij de mensen plaats te vinden. De hulpgever/verlener moet de kans krijgen een vertrouwenspersoon te worden. Er wordt veel te veel van uitgegaan dat de mantelzorger zelf het initiatief zal nemen tot het vragen van ondersteuning. In de praktijk gebeurt dat altijd te laat, terwijl vanuit preventief oogpunt de mantelzorger veel eerder in beeld zou moeten zijn. Als ondersteuning eerder wordt ingezet, voorkomt dat overbelasting van de mantelzorger en daarmee alle kosten die kunnen volgen als de mantelzorger overbelast raakt. En dan hebben we het nog niet eens over de sociale problemen. Binnen het programma zorg en welzijn kunnen wij nergens vinden hoe de continuïteit van het ondersteunen van de mantelzorgers wordt gewaarborgd, noch hoe de invulling ervan plaats gaat vinden. Over vereenzaming schrijft het college: ‘Acties terugdringen vereenzaming, tegengaan van sociaal isolement van ouderen.’ En in de toelichting: ‘Zevenhonderd zelfstandig wonende ouderen worden bezocht via een preventief huisbezoek, waarbij betrokkene(n) wordt (worden) geïnformeerd en geadviseerd en zo nodig doorverwezen naar voorzieningen.’ Inwoners die te maken krijgen met sociaal isolement zijn niet alleen ouderen; ze zijn te vinden in alle leeftijdscategorieën. Het heeft naast leeftijd ook met kwetsbaarheid te maken. Het betreft onder anderen chronisch zieken, gehandicapten, ouderen, mantelzorgers, dak- en thuislozen en alleenstaanden. Eenzaamheid is een psychisch/sociaal probleem dat niet alleen de fysieke gezondheid, maar ook de zelfredzaamheid ernstig kan ondermijnen. Hoe gaat signalering van andere leeftijdsgroepen plaatsvinden? Er zijn in deze gemeente 18.666 inwoners tussen 65 en 75 jaar en 8.361 inwoners van boven 75 jaar. Rekening houdend met het feit dat het om zelfstandig wonende ouderen gaat, zullen ouderen boven 75 jaar één keer in ongeveer acht jaar worden bezocht. Hoe wordt in de tussentijd de vinger aan de pols gehouden waar het gaat om het sociaal isolement? Hoe kan één preventief huisbezoek met als insteek informatie en door-
verwijzing naar instanties een middel zijn voor het doorbreken van een sociaal isolement? En aansluitend: door wie worden de gesprekken gevoerd? Door seniorenvoorlichters (vrijwilligers) of door ouderenwerkers (beroepskrachten HBO geschoold)? Nadat is gebleken dat er meer ondersteuning nodig is, hoeft geen overdracht naar ouderenadviseurs of ketenpartners plaats te vinden om op de juiste wijze zorg op maat te bieden. Het ondersteuningsaanbod dat de gemeente Emmen biedt, richt zich op groepsactiviteiten: huiskamerprojecten, sociaal-culturele activiteiten, bijeenkomsten en dergelijke. Veel mensen die eenzaam zijn, zijn de mensen die door geestelijke of lichamelijke beperkingen de deur niet meer uit kunnen. Zij hebben evenwichtsstoornissen, de ziekte van Parkinson, hartstoornissen, zijn slechtziend, slechthorend of hebben een slechte lichamelijke conditie. Groepsactiviteiten zijn te vermoeiend of de deelname levert zo veel stress op dat zij ervan af zien. Activiteiten in de thuissituatie moeten door speciaal hiervoor geschoolde vrijwilligers worden ontplooid. Maar bedenk wel dat niet elke vrijwilliger kan omgaan met de problematiek van aftakeling of problemen met zingeving of in staat is samen met de mensen activiteiten te bedenken die wél kunnen; de vrijwilliger moet ondersteuning ontvangen van een professionele kracht, dat zou een oplossing kunnen bieden. Het tegengaan van sociaal isolement vergt een ketenaanpak van zorg, instellingen, welzijn, GGZinstellingen, vrijwilligersorganisaties, kerken en mantelzorgers. Er zou een duurzame, samenhangende en systematische strategie moeten worden ontwikkeld om sociaal isolement van kwetsbare groepen te voorkomen. Als prestatie-indicator wordt het aantal preventieve huisbezoeken genoemd. Wij nemen aan dat de resultaten van het preventief huisbezoek interessanter zijn dan de vraag of het huisbezoek heeft plaatsgevonden. Hoe worden de resultaten gemeten? Als er relevante resultaten uitkomen waarvoor een bijstelling van werkwijze of beleid noodzakelijk is, op welke wijze wordt dit dan opgepakt? Vervolgens een aantal andere zaken. Op pagina 147 wordt onder andere de afvalstoffenheffing genoemd. Wat opvalt, is het bijzonder geringe verschil tussen de tarieven voor eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens. Kan de wethouder uitleggen hoe dit bepaald is? Het komt namelijk als nogal oneerlijk over dat het behoorlijk scheelt of je als één persoon afval produceert of als dit door bijvoorbeeld vier personen gebeurt. Op pagina 167 hebt u het over het Energiebedrijf Rundedal. U geeft aan dat het risico van deze
15
deelneming laag wordt ingeschat en dat dit te maken heeft met een achtergestelde lening van € 1,2 miljoen uit 2007. Juist het feit dat het gaat om een achtergestelde lening zou er volgens ons toe moeten leiden dat dit als een hoog risico wordt ingeschat. Zijn er overigens nog activiteiten bij het EBR? De decentralisatie uitkering voortijdig schoolverlaten/jeugd op pagina 160 leidt tot grote zorg. Helder is dat u in overleg met het rijk inzet op compensatie van de korting van 76%. Hoe realistisch is dat dit ook geregeld gaat worden? Is het misschien zo dat de teruggang deels gecompenseerd kan worden door leer/werkprojecten in de nieuwe wet WIJ? In het onderdeel grotestedenbeleid op pagina 161 constateert u dat het woningbouwprogramma voor de Delftlanden niet goed matcht met de vraag uit de markt. Dat wilt u bijstellen. Kunt u al zeggen in welke richting u daarbij denkt? Op pagina 8 van de Berap geeft u aan dat de vraag naar schuldhulp sterk toeneemt en dat naast de crisis de toenemende multiproblematiek van huishoudens voor groei zorgt. In juni jongstleden hebben wij dit al aangegeven en een motie aangekondigd. Deze motie dienen wij nu in over een klantmanager multiprobleemgezinnen. De opzet is dat de gemeente zich opwerpt als casemanager. Deze is de regisseur die er voor zorgt dat de juiste hulp bij de juiste mensen komt. De gemeente krijgt immers de bijstandsaanvragen en schuldhulpaanvragen binnen. Ook is de burgemeester verantwoordelijk voor het afgeven van een inbewaringstelling van psychiatrische patiënten. Daarnaast is de gemeente op de hoogte van overlast die door gezinnen in de gemeente wordt gepleegd. Dit alles zorgt er voor dat de gemeente voor veel gezinnen de spin in het web is. Zij kan zodoende als casemanager optreden en kan gezinnen in contact brengen met hulpverleningsinstanties. Zij kan met drang en dwang met gezinnen een plan van aanpak maken, samen met de ketenpartners. Dit alles om de leefsituatie te verbeteren. Een dergelijk project loopt al een aantal jaren in de gemeente Zwolle, naar aanleiding van een CDA-motie. De reden was dat er veel overlast werd ervaren van multiprobleemgezinnen. Dat dit project werkt, blijkt uit de overlastcijfers van de gemeente Zwolle: deze zijn in de laatste twee jaar met meer dan 50% teruggelopen. Dezelfde manier van werken wordt in de grote steden al op grote schaal toegepast op jongeren en past binnen de doelstellingen van de bemoeizorg en het outreached werken.”
Schorsing. De voorzitter heropent de vergadering en stelt het vervolg van de algemene beschouwingen aan de orde. De heer Huttinga spreekt namens de fractie van de ChristenUnie als volgt: “Voorzitter. Het is een vierjaarlijks terugkerend ritueel dat er bij de laatste begrotingsbehandeling vóór de gemeenteraadsverkiezingen wordt teruggekeken op de tijdens de afgelopen jaren bereikte resultaten. Het grappige is dan dat de collegepartijen graag de echt bereikte en in gang gezette zaken uitlichten en beschouwen en de zogenaamde oppositiepartijen dan vooral graag benadrukken wat in hun ogen niet werd bereikt, wat is blijven liggen en waar het college en de collegepartijen faalden. En dat terwijl alle partijen, als het goed is, het belang van de hele gemeente Emmen nastreven en die gemeente met elkaar democratisch willen besturen. Overigens gebeurt dat natuurlijk wel met wisselende meeren minderheden. Vervolgens worden na deze week langzamerhand de spreekwoordelijke politieke messen geslepen, op weg naar de aankomende verkiezingen en doen we gedurende een korte tijd alsof we elkaars bloed wel kunnen drinken. Ook nieuwkomers of beoogde herintreders scharen zich in die strijd en geven vooraf al klaroenstoten af via onder meer de lokale en de regionale pers. Want ook zij willen na de verkiezingen graag mee-eten uit de bestuurlijke ruif die gemeenteraad en college samen vormen. Onder het motto ‘het moet allemaal vernieuwender, anders en beter’ voegen ze zich in de strijd om de kiezersgunst. Toch kunnen zij er ook niet omheen dat ze op een rijdende trein zullen springen …, nu had ik eigenlijk een moment willen inlassen om met mijn ChristenUnie-blauwe tas en de duplotrein van Gijs een trein te maken, maar de heer Wilms had met zijn spulletjes al de primeur, dus ik doe dit maar niet! Het zou ook te veel tijd kosten, want ik ben daar te onhandig in! Niemand zal beweren dat de trein van de gemeente stilstaat of steeds precies de verkeerde kant op rijdt. Anders zou Emmen immers een anarchistische janboel zijn. Het is zelfs zo dat er een keurig spoor ligt van waarden en normen dat het lokale bestuur een zeker fundament geeft. De verschillen zitten ‘m dan ook vaker in details dan in hoofdzaken. Na 3 maart 2010 moet er uit die elkaar te vuur en te zwaard bevechtende partijen weer een lokale regering worden gevormd, en het mooie is dan dat die gevechten na de verkiezingen alsnog blijken mee te vallen, afgaande op de omstan-
De voorzitter schorst hierna de vergadering voor een pauze.
16
digheid dat er doorgaans vlot een nieuw college klaarstaat. En dat is maar goed ook. Zo is het bijna een vierjaarlijkse rituele dans en het is de vraag of dat erg is. Zelfs nieuwkomers die aangaven dat het roer echt om moet, voegen zich in het algemeen in meer of mindere mate na de verkiezingen. Zo werkt dat in een democratie zoals die functioneert in Nederland, waarbij compromissen een belangrijke rol spelen in het besturen. Van de zogenaamde nieuwe politiek die een tijd Nederland leek te overspoelen en beheersen, bleek de houdbaarheidsdatum snel bereikt. En het is maar zeer de vraag of zij die momenteel ontevredenheid in de samenleving achter zich organiseren uiteindelijk een beter en gezonder alternatief op bestuurlijk vlak weten te bieden, want het land en de regio’s moeten bestuurd worden en wel democratisch. Daar is de overgrote meerderheid in ons land het zeker over eens. Wat een saai verhaal lijkt het politieke bestuur zo uiteindelijk, toch? Of valt het wel mee? Namens de fractie van de ChristenUnie in de raad van Emmen kan ik u meedelen dat wij het helemaal niet saai vinden. We dragen graag ons steentje bij in het besturen van deze prachtige en veelkleurige gemeente, en wel onder het motto ‘we zijn klein maar fijn!’ Met onze twee zetels, die we alweer 16 jaar mogen ontvangen van de kiezers, terwijl we vroeger geen en lange tijd maar één zetel hadden, proberen we een stevige bijdrage te leveren aan het politieke bestuur van Emmen, op basis van inhoud en betekenisvol, van waarde voor de discussie rond diverse onderwerpen, van waarde voor de Emmense samenleving. Niet voor de Bühne, maar voor de kwaliteit en de inhoud van besluitvorming. We maken altijd geheel zelfstandig onze afwegingen. Best vaak leidt dit tot het kiezen voor de keuzes die het college ook heeft gemaakt, soms na enig bijschaven hier in de raadzaal. De andere keer door juist te kiezen voor een andere koers, omdat we dan oprecht en onderbouwd de keuze van het college niet de beste vinden. Op deze manier is de ChristenUnie-fractie geen oppositiepartij in de diepste betekenis van het woord, maar een, waar het kan, meebesturende partij die het niet in alles en niet als vanzelf eens is met het college en de collegepartijen. We kiezen in beginsel niet voor simpelweg afzetten, maar voor constructief meedenken en werken. Dat hoort ook bij ons christelijk fundament. We zijn hier op aarde om God en onze naasten te dienen. En als het gaat om de samenleving, zijn dat nabije naasten en verre naasten. Ook in moeilijke tijdens willen wij als christelijk-sociale partij de handen uit de mouwen ste-
ken en ons inzetten voor de burgers en voor onze gemeente. Dat doen we vanuit persoonlijke betrokkenheid bij onze samenleving en vanuit onze christelijke overtuiging. De ChristenUnie heeft oog voor mensen, hun welbevinden en hun relaties. Niemand leeft voor zichzelf en niemand mag aan zijn eigen lot worden overgelaten. We geloven dat mensen tot bloei komen als ze zich voor elkaar verantwoordelijk voelen en zorg dragen voor elkaar. We zetten ons daarom in om onmenselijke situaties van verslaving, armoede en eenzaamheid tegen te gaan en te voorkomen. De ChristenUnie wil alles doen wat in haar vermogen ligt om mensen tot hun recht te laten komen. Dat kunnen we niet alleen. Als inwoners van onze gemeente zijn we geen losse eenheden die met de rug naar elkaar toe staan. We zijn als mensen en samenlevingsverbanden op elkaar aangewezen. Wij willen daarom ruim baan geven aan die gemeenschappen waarin zorg en verantwoordelijkheid opbloeien. Gezinnen, scholen, kerken, bedrijven en organisaties van burgers, zoals sportclubs en verenigingen, vormen de basis van de samenleving. Daarin wil de ChristenUnie investeren. Voor ons ligt thans ter behandeling de begroting voor 2010. Graag wil ik namens de ChristenUnie-fractie met u door een aantal zaken heen lopen die onzes inziens om aandacht vragen. Het college telt de zegeningen van de afgelopen periode, en dat mag. Dat doet dankbaar zijn voor wat tot stand gebracht kon en mocht worden. Hierover zijn wat ons betreft een paar opmerkingen te maken. U geeft aan dat Emmen goed op de kaart is gezet met onder meer de Vuelta-etappeaankomst, maar tevens met het WK Voetbal onder 21 < volgens mij in 2005 >, en de tv-serie over wonen en leven in Emmen. Van dit laatste kunnen we achteraf, denk ik, beter zeggen: de intentie was goed, maar het beoogde effect aanzienlijk minder. De vraag die blijft hangen is: hoe tastbaar zijn de effecten van dit soort zaken? Daarmee maak ik meteen even een overgangetje naar het marketing- en promotiebeleid. Verleden jaar is over dat beleid een duidelijke motie aangenomen. U geeft nu aan dit beleid, gezien de financiële situatie, voorlopig even incidenteel te willen benaderen. Dat is verleden jaar toch duidelijk niet de wens van de raad geweest! Hebt u een beeld van hoe u dit beleid dan in de nabije toekomst toch structureel wilt gaan oppakken? En hoe zit het met de rol van de andere in de motie genoemde partijen? Bijvoorbeeld De Koepel en de andere handelsverenigingen willen reclamebelasting invoeren om onder meer professionele promotie van te bekostigen.
17
Zijn dit weer eigenstandige ontwikkelingen? Even terug naar het tellen van de zegeningen. Dat gebeurt nu in een periode van behoorlijk verslechterende economische omstandigheden met dito verslechterende sociale omstandigheden. De wereldwijde financieel-economische crisis heeft een enorme impact gekregen en die neemt nog steeds toe, hoewel sommigen zeggen dat er een keerpunt nadert. Maar dan nog zal herstel lang duren, en het is de vraag of er ooit weer zo’n hausse komt en of die er überhaupt wel weer moet komen. Terecht merkt u in het licht van demografische ontwikkelingen op dat het bestuurlijk denken zich wellicht meer moet gaan richten op duurzame kwaliteit en vitaliteit en minder op groei. U noemt dat een uitdaging voor de nieuwe raad, maar wij zeggen tegen u: nu beginnen! Altijd doorgaan met denken, durven en doen, niet vooruitschuiven. Het college kiest er voor, zoals eerder aangegeven in onder meer de Kadernota, nu juist anticyclisch te investeren, opdat zoveel mogelijk regionale werkgelegenheid behouden kan blijven en de regionale economie niet stil komt te vallen. Dat steunen wij, omdat duidelijk is dat acute bezuinigingen in het verleden de crisis hebben verdiept en het herstel extra vertraagden. Tevens geeft u aan de OZB niet als melkkoe te willen gebruiken en niet te willen bezuinigen op voorzieningen, om zo vertrouwen te geven aan de inwoners. Een goede zaak! De maatregelen zoals de versnellingsagenda investeringen en het herstructureringsfonds ter opwaardering van goedkopere woningen vinden wij prima. Het is wel zaak dat u goed laat zien wat dit teweegbrengt in positieve zin ten opzichte van de gang van zaken zoals die normaliter zou zijn geweest. De laatste brief die we bespraken in de commissie BME over de crisismaatregelen was wat dat betreft niet helder genoeg. Denken, durven en doen betekent ook anticiperen en proactiviteit, bijvoorbeeld ten aanzien van de ontwikkeling van het gemeentefonds. Daarom vinden wij dat u nu inderdaad moet doorgaan met nadenken over maatregelen en door moet pakken als ze vruchtbaar lijken. Niet per se wachten op de nieuwe raadsperiode. Deze tijd vraagt om adequaat denken en handelen. In dat licht lijkt het ons dan ook verstandig de ruim zeven ton begrotingsruimte voor 2010 niet nu al op te gebruiken, maar als ruimte aan te houden voor crisisbeleid, en dat kan positief zijn of juist dempend. Ik wil verder graag nog enkele financiële en beleidszaken met u nagaan. Waarom hebt u het aanbestedingsvoordeel betreffende het station Emmen-zuid slechts voor ongeveer het rentevoordeel ingeboekt? Of is
verzuimd in de tekst een nadeel van zes ton te salderen met dit voordeel? Zoals het er nu staat, blijft de afschrijving van het aanbestedingsvoordeel buiten schot en verdwijnt het in de organisatie. Een scherpere blik op de rentetoerekeningsystematiek heeft ertoe geleid dat er een positief resultaat is ontstaan van bijna € 3 miljoen. De ChristenUnie-fractie is eigenlijk wel benieuwd waar die € 3 miljoen in het verleden werd ondergebracht. U hebt toch niet zomaar ineens € 3 miljoen niet begroot geld ontdekt? Dat u zuinig om moet springen met de voorhanden zijnde financiële middelen is evident. Een aantal risico’s dat impact kan hebben op deze begroting of de reservepositie is bijvoorbeeld nog niet helder of u noemt dit niet. Ik noem bijvoorbeeld de gevolgen van de Wet dwangsom en de mogelijke negatieve gevolgen van een eventuele toetreding van FC Emmen tot de topliga, hoewel: als de club de lijn van de afgelopen twee wedstrijden weet door te trekken …! Onze fractie is ook benieuwd naar de voortgang van de inzet van de ‘Eigen Kracht’-conferentie, waartoe het vorig jaar een amendement werd aangenomen. Is er al mee gewerkt? Verder terugdringen van schoolverzuim is een belangrijke zaak, alsmede vroegtijdig schoolverlaten. Zeker in deze economisch kwetsbare regio is een goede startkwalificatie erg belangrijk. Wat zijn de effecten van de nieuwe initiatieven en de formatie-uitbreiding? De ChristenUnie-fractie maakt zich ernstig zorgen over de steeds verdergaande verschuiving van de AWBZ naar de WMO. Met name de dagopvang voor ouderen is nu in het geding. Landelijk vindt daar een onderzoek naar plaats, maar hoe zijn de ervaringen in Emmen? Mensen die zorg behoeven, mogen niet de dupe worden van schuiven tussen twee wetten, wat ook vaak nog eens gepaard gaat met de nodige bureaucratie of onvoldoende erkenning van de aanwezige problematiek. Hetgeen u aan tekst in deze begroting wijdt aan de zogenaamde pakketmaatregel neemt onze zorgen niet weg. Het is namelijk bijna niets. Hoe zit het met een laagdrempelige opvang voor dak- en thuislozen? In november 2005 heeft toenmalig wethouder Brummel al aangegeven dat daartoe feitelijk reeds een besluit was genomen, maar dat de realisatie nog niet meteen haalbaar was. Getracht zou worden via het meerjarenontwikkelingsplan gelden vrij te maken. Ook is het in het beleidsplan WMO 2008-2012 genoemd als een belangrijk aandachtspunt, maar daar zijn we er niet mee. Intussen zijn we een complete raadsperiode verder, en wat nu? Is dat dossier stilzwijgend afgevoerd? Dat kan toch
18
niet waar zijn! Dat kan de gemeente Emmen zich niet permitteren. In de begroting wordt alleen gerept van een rapportage over monitoren van het probleem in de achterliggende periode. Wat een berg tijd is er op deze wijze voorbijgegaan zonder voortgang te boeken! Wie maakt zich hier nu eens probleemeigenaar van en zegt: daar gaan we echt wat aan doen!? Afhankelijk van het antwoord zullen wij in tweede termijn eventueel met een motie komen. Ten aanzien van het doorontwikkelen van het wijkeigenaarschap komt er een notitie aan, zo liet wethouder Sleeking mij recent weten. Intussen gaan we ervan uit dat wijken of dorpen die hiermee al aan de slag zijn, bijvoorbeeld in Emmerhout, ook in financiële zin een beroep op de gemeente kunnen blijven doen, in de lijn van hetgeen daartoe verleden jaar bij de begrotingsbehandeling is uitgesproken en bij motie is bevestigd. Ten aanzien van de uitvoering van het minimabeleid en schuldhulpbeleid willen we het college op het hart drukken vooral ook in preventieve zin alert te blijven en echt tijdig energie en actie in te zetten ter voorkoming van problemen en het bijvoorbeeld weer oplopen van wachttijden, juist in deze economisch moeilijke periode. De verdergaande organisatieontwikkeling willen wij van harte toejuichen. De trajecten en activiteiten die de organisatie moeten verbeteren en versterken hebben, gezien het beschrevene, een hoog procesmatig gehalte. Wij vragen ons af of er wel voldoende op cultuur en attitude verbetering wordt ingezet, anders zullen veel plannen tot verbeteren en versterken van de organisatie tot papieren tijgers verworden. Ten slotte wil ik namens de ChristenUnie-fractie het gemeentebestuur en de gemeentelijke medewerkers wijsheid en kracht toe bidden om de verantwoordelijke taak van de gemeentelijke overheid in zijn volle breedte en diepte op een goede wijze gestalte te geven in het nieuwe begrotingsjaar.”
gegaan! Klimmend naar een hoogconjunctuur, met als topjaar 2008, en nu weer teruggezakt naar sombere tijden. Wat is er in deze vier jaar gebeurd? De coalitiepartijen zullen volmondig beamen dat er veel is gerealiseerd. Het college wordt uitbundig bewierookt en ieder jaar horen we van de fractieleider van de PvdA dat dankzij deze partij Emmen weer stappen vooruit heeft gezet, met in haar kielzog het CDA.” De heer Arends veronderstelt dat de heer Dijkgraaf niet het tegendeel wil beweren. De heer Dijkgraaf zegt dat de heer Arends zal horen wat hiermee precies wordt bedoeld als deze hem even uit laat praten. Spreker vervolgt hierna zijn algemene beschouwing. “Ik ben namens de GroenLinks-fractie degene die in de GroenLinks-visie op mens en maatschappij wat andere beelden wil schetsen. Daarnaast zal ik wat meer toekomstgericht spreken. In het Bestuursprogramma met de cryptische titel ‘Samen doen in vertrouwen, Vertrouwen in samen doen’ staat een aantal zaken centraal: werk en werkgelegenheid in relatie met de economie. Daar moest heel veel op worden ingezet. GroenLinks heeft daar absoluut geen moeite mee. Wel is het een schone taak van de oppositie aan te tonen waar ‘de gaten’ zitten. Een oppositiepartij hoort andere geluiden te laten horen waar zij zich onderscheidt van de coalitiepartijen. Dat wil ik in deze algemene beschouwing dan ook doen, met de blik gericht op de Emmense (nabije) toekomst. GroenLinks heeft in deze periode een aantal speerpunten gehad: jongeren, kunst en cultuur en, het zal u niet ontgaan zijn, het milieu en de verduurzaming van het maatschappelijk bestaan, toekomstgericht en optimistisch, kansen voor iedereen, middenin de moderne samenleving. Afgelopen donderdag is de Milieuagenda besproken. GroenLinks is blij dat door wethouder Holman de toezegging is gedaan, en wel de toezegging dat in januari 2010 twee discussies gevoerd zullen gaan worden over: 1. het uitvoeringsprogramma 2010; 2. de te bereiken doelstellingen in het kader van de verduurzaming van de maatschappij en Emmen klimaatneutraal. Dankzij de crisis is duidelijk geworden dat het roer consequent en radicaal om moet en dan vooral niet op de ‘groenrechtse’ manier, want die is eigenlijk alleen maar een pleidooi voor het overgaan op kernenergie. Het zal u niet verbazen dat GroenLinks daar een radicale tegenstander van is. Een luchtballonnetje van de VVD dat wat
De heer Dijkgraaf spreekt namens de fractie van GroenLinks als volgt: “Voorzitter. Er is goed geluisterd naar opmerkingen van GroenLinkse zijde. We hebben het eerste exemplaar van de begroting 2010 digitaal aangeleverd gekregen. Ook staat er achter in het boekwerk een verklarende woordenlijst. Eveneens is de begroting een leesbaar stuk geworden, waar eigenlijk geen technische vragen over hoefden te worden gesteld. GroenLinks heeft dat dan ook niet gedaan. Complimenten zijn hier op hun plaats. Dit zijn alweer de laatste algemene beschouwingen van deze raadsperiode. Wat is de tijd snel
19
mij betreft vooral maar de lucht in moet gaan en daar snel moet wegvlieden. Als we het hebben over echte verduurzaming van de samenleving, bedoelt GroenLinks zaken die er echt toe doen. Dat betekent investeren in duurzaamheid en vergroening van de economie. Er kan een regelrechte relatie worden gelegd met sociaal beleid. Groen en sociaal werkt! GroenLinks zal in de discussie van januari 2010 daar dan ook concrete voorstellen voor doen. Een paar voorbeelden die interessant kunnen zijn voor Emmen: 1. aanleg van extra speelplaatsen, waarover GroenLinks al een initiatiefvoorstel heeft ingediend; 2. verdere energiebesparingen bij de gemeente zelf; 3. afvalbeheer en controle; 4. een bomenbeleidsplan; 5. vergroening van bedrijventerreinen; 6. een ecologische versnellingsagenda, waarmee economische doelen verbonden worden met ecologische aspecten; 7. mogelijkheden voor duurzaam begraven. Om alvast twee duiten in het zakje te doen, dien ik namens GroenLinks twee moties in; - een motie om voorbereidingen te gaan treffen voor een regionale klimaattop; - een motie om het mogelijk te maken dat Emmenaren tegen een lage rente van de gemeente geld kunnen lenen voor het energiezuinig maken van hun woning of de aanschaf van een zonneboiler bijvoorbeeld. Dit is dan ook weer goed voor de werkgelegenheid. Waarom een regionale klimaattop? Klimaatbeleid wordt niet alleen internationaal vormgegeven, sterker nog: de uitvoering vindt plaats op lokaal niveau, binnen bedrijven en door burgers. Maatregelen neemt de gemeente niet alleen. Veel gemeenten hebben een klimaatdoel vastgesteld, waarvan de realisatie afhangt van inwoners en bedrijven. Het bedrijfsleven (VNO-NCW, MKB Nederland en LTO Nederland) en de woningcorporaties hebben met minister Cramer een convenant getekend, waarin wordt beloofd energie te zullen besparen. Er is veel beloofd, maar helaas weten de verschillende partijen elkaar nog niet altijd te vinden. De gemeente is de aanjager van het lokale klimaatbeleid. Om de ontwikkeling van dit beleid in een versnelling te brengen en creatieve, innovatieve energie los te maken, is een klimaattop een goed middel. Dit kan ertoe bijdragen dat een volgend college en een volgende coalitie echt werk maken van een samenleving die voorbereid is op en werkt aan een duurzame, sociale toekomst. Ik ben aangeland bij kunst en cultuur. Nog even ter herinnering: GroenLinks was de enige partij
in de gemeenteraad die tegen de Cultuurnota heeft gestemd. Kort nog even de redenen: geen visie, geen innovatie, geen durf, geen lef. Het moet wat ons betreft radicaal anders. Kunst en cultuur kunnen verrassen, stimuleren en inspireren, ze verrijken het leven. Cultuur is een van de belangrijke zaken voor de aantrekkingskracht van een gemeente. Cultuur zorgt er voor dat Emmen zich kan onderscheiden ten opzichte van andere gemeenten. Cultuur is bij uitstek een middel waardoor we onze eigen identiteit als lokale gemeenschap tot uitdrukking kunnen laten komen en versterken. GroenLinks is trots op onze gemeente en op de wijze waarop deze zich op cultureel vlak heeft ontwikkeld. Emmen heeft een ongelofelijke culturele potentie. Juist daarom is het van belang dat er in Emmen een culturele visie wordt ontwikkeld voor de toekomst van onze gemeente en onze inwoners. Het is immers goed toeven in een gemeente met een rijk en gedifferentieerd cultureel aanbod en een actief verenigingsleven. Een bloeiend kunstklimaat draagt bij aan een vitale en creatieve samenleving. Een samenleving die kritisch over zichzelf nadenkt om zich te kunnen vernieuwen en veranderen, kan niet zonder kunst die nieuwe perspectieven op de samenleving ontwikkelt. In een gemeente met een sterke culturele sector willen ondernemers bovendien graag investeren. GroenLinks wil het culturele aanbod in Emmen versterken en er voor zorgen dat zoveel mogelijk mensen hieraan deelnemen. Kunst en cultuur horen er bij! Uitgaven voor kunst en cultuur zijn voor GroenLinks geen sluitstuk van de begroting of afhankelijk van de economische ontwikkeling. Wie wil investeren in een gemeente moet bereid zijn te investeren in de cultuur die een gemeente met zich meebrengt. Dat begint met het onderkennen van het belang van kunst en cultuur voor de inwoners van Emmen. Ook kan hierdoor een relatie worden gelegd met bijvoorbeeld de wijkeconomie. Daarom wil GroenLinks de instelling van een kunst- en cultuurfonds. Hierdoor kunnen vanuit de samenleving initiatieven ontwikkeld worden die een verrijking zijn voor Emmen als cultureel middelpunt van Nederland of Noord-Nederland; het is maar tot hoever je wilt gaan. Ik ben benieuwd of wethouder Thalens deze standpunten van GroenLinks onderschrijft en ook daadwerkelijk wil investeren in de toekomst. Uit zo’n fonds kan bijvoorbeeld een cultuurpas worden gefinancierd. Ik hoor graag haar reactie. Indien nodig dien ik in tweede termijn een amendement in. Vervolgens de jongeren. Onze samenleving is steeds meer geneigd jongeren die op straat hangen als een probleem te zien. Wij beschouwen flaneergedrag van jongeren op straat als een
20
normaal verschijnsel, dat te maken heeft met hun behoefte om elkaar te ontmoeten. Jongeren horen die gelegenheid ook te hebben; de publieke ruimte is er immers voor iedereen. Soms gaat het hanggedrag echter gepaard met ernstige overlast voor de omgeving en zo nu en dan ook met onwettig gedrag. Dan is ruimte bieden niet langer gepast en ingrijpen nodig, niet alleen om de veiligheid in de wijken te verbeteren, maar ook om jongeren te leren hoe ze zich in de publieke ruimte moeten gedragen en om afglijden naar criminaliteit te voorkomen. Jongeren weten zelf het beste wat er leeft onder jongeren. Daarom moet de gemeente meer van hun deskundigheid gebruik maken en hen uitdagen zich in te zetten voor de samenleving, de eigen buurt of projecten waar jongeren zelf baat bij hebben. Wij willen ze meer verantwoordelijkheid geven. Participatie kan zo een antwoord zijn op de klacht van jongeren ‘dat er niets te doen is in Emmen en ze zich vervelen’. Participatie vergroot ook de vrijheden van jongeren. We moeten jongeren serieus nemen. Nu, op dit moment, kunnen we daar daadwerkelijk een start mee maken. Laat ik een voorbeeld noemen. Op dit moment is er achter het gemeentehuis de skatevoorziening. Het zou een goed idee zijn als onderdeel van het toekomstige plein bij de ingang van het theater en het ‘belevenpark’ een jongerenplek te integreren, een plek waar de skatevoorziening komt, waar een graffitiplek komt, waar jongeren kunnen hangen, een jeugdcafé, enzovoort. Kortom, een plek waar jongeren zichzelf kunnen zijn. Schrijf een wedstrijd uit, betrek jongeren erbij en ga met hen aan de slag! Graag hoor ik een reactie van het college en de collega-partijen. Indien nodig zal ik in tweede termijn met een motie of een amendement komen. Nu nog even over Blanco. Wanneer komt er nu eindelijk een definitieve oplossing? Zoals Jan Schaefer in de zeventiger jaren al zei: ‘In geouwehoer kun je niet wonen!’ In 2008 zou er een oplossing zijn, maar nu, eind 2009, is er nog steeds niets. Graag een reactie.”
lemaal bleken te stuiten op bezwaren van vele inwoners van deze gemeente. Denkt de heer Dijkgraaf dat de situatie zoals die er nu voor Blanco is nog steeds niet voldoet? Spreker woont er vlakbij en meent dat het er hartstikke goed gaat. Vindt de heer Dijkgraaf dat er iets anders moet gebeuren met Blanco en, zo ja, wat dan? De heer Dijkgraaf acht het duidelijk: Blanco moet op de huidige plaats weg, want een plek moet krijgen waarop een poppodium kan worden geïntegreerd en waar met name de mensen van Blanco tevreden mee zijn. Volgens hem kun je, als je wilt, in één jaar zoveel stappen zetten dat je samen met Blanco komt tot een oplossing. Hij durft te garanderen dat de mensen van Blanco een oplossing hébben. Waar het dan stokt, is voor hem de vraag. In elk geval denkt hij dat het allemaal veel sneller kan, maar daar moet je dan wel energie in stoppen. Spreker vervolgt hierna zijn algemene beschouwing. “Ik heb begrepen dat het college binnenkort met een voorstel komt over de renovatie van het trouwpaviljoen. GroenLinks wil voorstellen daarbij een bestuurscentrum te betrekken, een multifunctioneel centrum met daarin de raadzaal, collegewerkruimte, een leeskamer voor de raad en vergaderlocaties, dus waar naast getrouwd kan worden op een A-locatie ook symposia en representatieve ontvangsten kunnen worden gehouden, opdat het een mooi organisch en duurzaam onderdeel wordt van het centrum van Emmen, met een verlengde stadsvloer, transparant, open, multifunctioneel en digitaal, gericht op de toekomst. Graag een reactie. Voorts nog een paar vragen. Als het college de indruk krijgt dat het technische vragen zijn, wil ik erop wijzen dat dit absoluut niet de intentie is. Er zit natuurlijk enige politieke visie achter. In de Berap staat op pagina 15 dat er in 2009 voor ruim € 11 miljoen wordt ingehuurd. Het college geeft hiervoor een aantal redenen. GroenLinks wil inzage in de achterliggende cijfers. We hebben de indruk dat te snel wordt overgegaan tot inhuur en dat niet eerst wordt gekeken binnen de organisatie en naar het benutten van de talenten die hier rondlopen. GroenLinks verzoekt u die cijfers en het waarom voor de komende commissievergaderingen ter inzage te geven, opdat we een discussie met het college kunnen aangaan. Ook wil mijn fractie weten hoeveel er op alle bedrijventerreinen op dit moment nog leegstaat, dit in relatie met de (nabije) toekomst. Dit heeft dan weer te maken met voorstellen van GroenLinks over de wijze van omgaan met bedrijven-
De heer Arends wil er allereerst op wijzen dat de uitspraak van Jan Schaefer iets anders was. De heer Dijkgraaf zegt dat op internet is te zien dat het op het bordje op het plein dat naar de heer Schaefer is genoemd niet juist staat; ‘geouwehoer’ is echt de juiste term. De heer Arends veronderstelt dat de heer Dijkgraaf in de loop der tijd toch ook wel zal hebben meegekregen dat er is gekeken naar allerlei oplossingen voor Blanco, doch dat ze al-
21
terreinen in relatie met bijvoorbeeld de ecologische versnellingsagenda. Het is verder vreemd te moeten constateren dat op pagina 26 wordt gezegd dat de gemeente het stedelijk resultaat niet haalt en dat op pagina 27 wordt geschreven dat bijna alle zaken op schema liggen. Volgens mij is dat een contradictie, dus graag een reactie. Tot slot: het zal u niet verbazen, GroenLinks werkt!”
programmabegroting een onderverdeling wordt gemaakt tussen ongewijzigd beleid, gewijzigd beleid en nieuw beleid. Onze vraag aan het college is: bent u bereid deze motie over te nemen?” De heer Dijkgraaf vraagt waarom de heer Schoo nu pas met een motie komt en niet drie jaar eerder. Heeft dat misschien ook met de verkiezingen te maken? Een andere vraag is waarom de heer Schoo dit alleen maar betrekt op de begroting en niet op het totale beleid. Spreker vindt dit een gemiste kans.
De heer Schoo spreekt namens de fractie van de Drentse Ouderen Partij als volgt: “Voorzitter. Als ouderenpartij willen wij het eerst even over vroeger hebben. Vroeger was het in de Emmense democratie gebruikelijk dat burgers in een hoorzitting hun reactie konden geven op de begroting van de gemeente. Dit college, dat de mond vol heeft van burgerparticipatie en als motto heeft ’Samen doen in vertrouwen, Vertrouwen in samen doen’, verzuimt echter al drie jaar burgers in de gelegenheid te stellen een reactie op de begroting te geven. Adviesraden, burgers, bedrijven en organisaties wordt die gelegenheid nu al drie jaren niet meer gegeven. Wij hadden verwacht dat een partij als D66 wel zou trappelen om een mening te geven over de begroting 2010 en dat die partij met forse kritiek zou komen, omdat deze democratische gelegenheid haar en anderen nu niet is geboden. Wie zegt burgers te willen laten meepraten, wie echt lef heeft, wie zegt een visie op Emmen te hebben, had daar in de ogen van de DOP gevolg aan moeten geven. Dan hadden burgers en organisaties op een positieve manier kunnen protesteren en kunnen vragen en eisen zienswijzen te mogen inbrengen. Onze vraag aan het college over dit onderwerp is: behoort het inspreken bij de begroting door burgers, organisaties en adviesraden tot het verleden zolang PvdA en CDA deel uitmaken van het college? Als de burgers dit weten, kunnen zij hier op 3 maart 2010 rekening mee houden bij de verkiezingen. Als DOP vinden wij de gang van zaken rond de begroting van de afgelopen drie jaar een volwassen democratie onwaardig. De fractie van BGE deelt deze mening. Wij hebben dan ook gezamenlijke een motie in, waarin wij voorstellen: - burgers, adviesraden, bedrijven en organisaties jaarlijks tijdig de gelegenheid te geven om te reageren op de gemeentelijke begroting, - jaarlijks ook een verkorte versie van de begroting op te stellen waarbij een samenvatting van de begroting wordt gegeven en per
De heer Douwstra zegt dat de BGE-fractie de motie, gericht op de toekomst, mede indient. Wel is het zo dat de vertaling van de mening van BGE en DOP redelijk vrij is. De heer Schoo wijst de indieners van de motie erop er verleden jaar al een opmerking over te hebben gemaakt. Toen heeft er niemand op gereageerd. Een jaar dáárvoor heeft hij dit punt trouwens ook al aan de orde gesteld. Dit is in de handelingen terug te vinden. Nu dus maar eens een motie! De heer Arends merkt op dat de heer Schoo al wat langer meeloopt en dus weet dat het in het verleden wel is gebeurd, dat de ervaringen de eerste keer heel goed waren, de tweede keer heel slecht. Toen is door de gemeenteraad gezegd: zouden we het wel op deze manier moeten doen? Volgens hem was de gemeenteraad hierover redelijk duidelijk. De heer Schoo kan het nu wel betrekken op de PvdA en het CDA < zij zijn het overigens wel gewend dat alle schuld op hun schouders wordt geladen en dit kan er ook nog wel bij >, maar vindt deze het niet een beetje makkelijk aan het einde van de raadsperiode te komen met dit verhaal? De heer Schoo heeft dit punt al twee keer eerder ingebracht. Verleden jaar had hij gedacht dat erop zou worden ingespeeld, maar dat is niet gedaan. Het is ook een verantwoordelijkheid van het college; dat had dit in een commissievergadering aan de orde kunnen stellen, doch dat is niet gebeurd. Hijzelf heeft overigens zelf ook een goede en een slechte ervaring opgedaan. Hoe het ook zij, burgers kunnen in de raad niet inspreken, dus er moet een podium worden geschapen waarop zij dat wél kunnen. Dat zou een commissie of een hoorzitting kunnen zijn. Omdat hij verleden jaar geen bevredigende reactie
22
heeft gekregen, brengt hij dit punt opnieuw te berde, nu via een motie. Spreker vervolgt hierna zijn algemene beschouwing. “Wij zullen nu een kort algemeen verhaal houden voordat wij bij een aantal onderwerpen uit de begroting zullen stilstaan. Door de economische crisis zijn het ingewikkelde en onzekere tijden voor burgers, bedrijven en de overheid. Wat vandaag verstandig lijkt, blijkt regelmatig een tijdje later onverstandig te zijn. Wat vandaag nog onbespreekbaar is, is soms morgen of overmorgen wel bespreekbaar. Wat vandaag nog ondenkbaar lijkt, is soms een maand later al werkelijkheid geworden. De verkoop van energiebedrijven door de overheid, het overnemen van banken door de overheid en het verhogen van de AOW-leeftijd zijn hier voorbeelden van. Als DOP zullen wij vandaag dan ook niet net doen alsof wij weten wat de toekomst precies brengt. Wel denken wij dat de zeven vette jaren voor de gemeente voorbij zijn en dat er zeven magere jaren aan zitten te komen. En 2010 is hierbij het omslagpunt. Het voordeel van de magere jaren kan zijn dat er meer een beroep moet worden gedaan op creativiteit om tot oplossingen te komen en dat er bewuste keuzes moeten worden gemaakt, keuzes waarbij de nieuwe gemeenteraad zich zal moeten afvragen of dikke beleidsnota’s met een overvloed aan nietszeggende opmerkingen een echte bijdrage leveren aan een beter, sterker en socialer Emmen. In deze onzekere tijden is het in de ogen van de DOP extra van belang dat de gemeente en de gemeenteraad de vinger aan de pols houden en tijdig ingrijpen als dat nodig is. De vraag is of wij dit in Emmen kunnen. Dan nu de inhoud van de begroting. De fractie van de DOP heeft de voorliggende begroting zorgvuldig bestudeerd. Uit de begroting maken wij op dat het college zaken wil bevorderen, wil stimuleren, wil optimaliseren, wil professionaliseren, wil verbeteren en verder wil doorontwikkelen. En de negatieve zaken? Die wil het college zoveel mogelijk beperken of terugdringen. Een samenvatting van de begroting zou kunnen luiden: wij bedoelen het allemaal goed en we hebben het beste met Emmen voor; we doen van alles en zijn er erg druk mee! Wij nemen dat voor kennisgeving aan, maar vinden de boodschap ‘we bedoelen het allemaal goed en we zijn erg druk’ niet de insteek voor de politieke discussie van vandaag. * De kwaliteit van de begroting
Wij hebben de resultaten van de jaarrekeningen 2006, 2007 en 2008 naast de begrotingen van deze jaren gelegd. - 2006 kende een voordelig resultaat van € 11,5 miljoen vóór bestemming en € 6,2 miljoen ná bestemming ten opzichte van het resultaat van de begroting. - Voor 2007 waren deze verschillen tussen begroting en werkelijkheid respectievelijk € 10,2 miljoen en € 4,5 miljoen. - Voor 2008 waren deze verschillen tussen begroting en werkelijkheid € 32 miljoen en € 10,3 miljoen. Wij vragen ons af wat de waarde en kwaliteit van de begroting zijn als de verschillen tussen begroting en werkelijkheid op zowel eindresultaat als op detailniveau elk jaar zeer grote verschillen laten zien. Ook de tussentijdse bestuursrapportages gaven de laatste jaren geen goede indicatie van het uiteindelijke jaarresultaat. Gezien de moeilijke tijden die gaan komen, denken wij dat de begroting betrouwbaarder en inzichtelijker moet worden. Alleen dan kan de raad de komende jaren tijdig ingrijpen als dat noodzakelijk mocht zijn. Onze vragen aan het college zijn de volgende. - Bent u van mening dat de huidige systematiek van begroten, rapporteren en verantwoorden voldoende is om de vinger aan de pols te houden in de onzekere tijden waarin wij nu in zitten en die nog gaan komen? - Hebt u plannen om de begrotingen en rapportages de komende jaren betrouwbaarder te maken? Zo ja, kunt u aangeven wat er verbeterd zal worden? * De Essent-gelden Bij deze begroting wordt definitief besloten hoe het grootste deel van de Essent-gelden zullen worden besteed en/of waarvoor ze worden gereserveerd. De vraag is of dit het juiste moment is om dat te doen. Wij denken van niet. Wij denken dat je dit beter in 2011 kunt doen als duidelijk is hoe de bezuinigingen van het rijk uitvallen. Merkwaardig vinden wij de volgende ten aanzien van de Essent-gelden. - Eind 2008 is aangegeven dat vanuit het grondbedrijf/de grondexploitatie € 10 miljoen zou worden gestoken in de financiering van het Atalanta-project. Het grondbedrijf kon het bedrag missen. - Van de Essent-gelden wordt nu weer € 8 miljoen in de kas voor de grondexploitatie gestopt, omdat dit hard nodig is. In onze ogen was het simpeler en eerlijker geweest als gewoon was gezegd dat een bedrag
23
van € 8 miljoen van de Essent-gelden naar het Atalanta-project gaat. Onze vragen aan het college zijn de volgende. - Hoe definitief is de voorgestelde bestemming van de Essent-gelden als het volgend jaar zou blijken dat bezuinigingen van het rijk zeer fors zijn? Kan het geld dan nog anders ingezet worden? - Kunt u nog eens uitleggen waarom er € 10 miljoen vanuit het grondbedrijf naar het Atalanta-project moest en er € 8 miljoen van de Essent-gelden weer naar het grondbedrijf gaat? * Vooruitschuiven van problemen Wij zijn als DOP van mening dat dit college veel problemen voor zich uitschuift. De lijst met toezeggingen die nog niet zijn nagekomen is enorm. Het ontbreekt ons aan voldoende spreektijd om ze allemaal te noemen. Ook wordt in de begroting veel verwezen naar beleidsplannen 2010 en volgende jaren, terwijl die plannen er nu, eind 2009, nog niet zijn. Voor dit vooruitschuiven van problemen door het college kunnen wij vijf oorzaken bedenken: 1. Als het college moeilijke vragen niet kan of wil beantwoorden belooft het maar wat. 2. Het ambtelijk apparaat kan de ambities van het college niet meer bijbenen. 3. De meerderheid van de huidige collegeleden is aan vervroegde AOW toe, want wethouderschap behoort tot de zeer zware beroepen. 4. PvdA en CDA in Emmen zijn op elkaar uitgekeken. 5. Moeilijke kwesties worden over de verkiezingen van maart 2010 heen getild. Bij de fractie van de DOP leeft het gevoel dat niet één van deze oorzaken waar is, maar dat ze alle vijf waar zijn. Bij één punt van de vooruitgeschoven problemen willen wij vandaag stilstaan. Het gaat dan om: * Parkeernota en de parkeertarieven. In februari 2009 is gesteld dat het parkeertarief in de parkeerkelder Willinkplein € 1,75 per uur zou moeten zijn voor een kostendekkende exploitatie. Een en ander zou geregeld worden in de parkeernota, die al enige vele malen werd toegezegd voor dit jaar (in maart/april en in najaar 2009). Echter, in de begroting kunnen wij lezen dat de parkeernota nu pas in 2010 komt. In antwoord op onze vragen hebben wij van het college vernomen dat het begin 2010 zal zijn, maar aan de toezeggingen van het college moeten wij helaas steeds minder waarde hechten. Dat de parkeernota er nu nog steeds niet ligt en
al meerdere keren is uitgesteld, geeft ons een slecht gevoel. De kans dat in 2010 of 2011 ook buiten Emmen-centrum betaald parkeren zal worden ingevoerd, achten wij niet uitgesloten. Uit het geruchtencircuit (lees: ambtenarencontacten) hebben wij vernomen dat er alweer aan betaald parkeren in de buitendorpen wordt gedacht. Wij denken dat het college dit probleem over de verkiezingen heen wil tillen, maar vinden dat betaald parkeren in de gemeente Emmen beperkt moet blijven tot Emmen-centrum, dat voor de Emmense wijken en de buitendorpen het beleid van onbetaald parkeren moet blijven gelden en dat hier nu duidelijkheid over moet worden gegeven. In een motie verzoeken wij het college dit als uitgangspunt te hanteren bij het opstellen van de parkeernota. Wij dienen deze motie hierbij in. Onze vraag aan het college is: bent u bereid de motie over te nemen?” De heer Arends vindt het merkwaardig dat de heer Schoo aangeeft geruchten via ambtenarencontacten te hebben gehoord, vervolgens komt met een motie en daarna vraagt of het college de motie wil overnemen. Zou het niet beter of eleganter zijn geweest als de heer Schoo aan het college had gevraagd of de geruchten waar zijn? Of vindt de heer Schoo al dát de geruchten waar zijn? De heer Schoo zegt dat een gerucht heel vaak de waarheid bevat; dat is het nadeel van geruchten. Het komt maar heel zelden voor dat geruchten weer wegsmelten. Hij wil dit een slag vóór zijn door aan alle partijen in de raad en aan het college te vragen hierover een duidelijke uitspraak te doen. Hij herinnert zich nog de invoering van betaald parkeren in Klazienaveen en het weer opheffen daarvan. Zijns inziens moet je met het oog op de economische recessie en de voortgang van de versnellingsagenda richting de dorpen duidelijk zijn en zeggen: betaald parkeren blijft beperkt tot Emmen-centrum! De motie had overigens niet hoeven te worden ingediend als de al drie keer toegezegde parkeernota er was geweest. De heer Arends is het over het laatste geheel met de heer Schoo eens. De vraag is echter: ware het niet beter geweest eerst aan het college te vragen of de geruchten op waarheid berusten dan wel of ze hersenspinsels zijn van ambtenaren of van anderen.
24
De heer Schoo heeft het zekere voor het onzekere genomen. Als het college zegt dat er van de geruchten totaal niets waar is, zal hij de motie in heroverweging nemen, maar hij wilde deze toch maar alvast indienen, want hij vóélt gewoon dat er wat aan komt.
* Eigen bijdrage hulpmiddelen Toen de invoering van een eigen bijdrage hulpmiddelen voor onder andere een scootmobiel en woningaanpassingen in juni 2008 aan de raad werd voorgelegd, werd er een mooie berekening bijgedaan van kosten en opbrengsten. Netto zou de regeling bijna € 0,5 miljoen opleveren (€ 476.000,- om precies te zijn). Nu we 16 maanden verder zijn, ligt er een evaluatie eigen bijdrage hulpmiddelen op tafel waarin het college opmerkt geen zinnig woord over de kosten en opbrengsten te kunnen zeggen. Je vraagt je af hoe het college 16 maanden geleden tot de opbrengst van een € 0,5 miljoen is gekomen. Is er zomaar wat op papier gezet om de fracties van PvdA en CDA tegemoet te komen? En als dit mogelijk met de eigen bijdrage hulpmiddelen is gebeurd, gebeurt dit dan met meer onderwerpen? Bijvoorbeeld met de begroting die nu voorligt en met het Atalanta-project? De eigen bijdrage hulpmiddelen is ook in de begroting 2010 verwerkt. Er is sprake van een nettoverlies van, schrik niet, € 153.000,-. Dus niks geen opbrengst! De huidige regering in Den Haag heeft aangegeven dat de komende tijd niets taboe is. Wij hopen dat er ook geen taboe rust op afschaffing van de eigen bijdrage hulpmiddelen bij de Emmense regering van PvdA en CDA. * Pakketmaatregel AWBZ/ondersteunende begeleiding via de WMO Met de pakketmaatregel AWBZ vervalt voor een deel van ouderen en gehandicapten in 2010 de ondersteunende en/of activerende begeleiding via de AWBZ. De gemeenten krijgen geld om een deel van die gevolgen op te vangen. Het college geeft in de beantwoording van onze technische vragen aan eventueel via collectieve voorzieningen maatregelen te treffen als er zich problemen voordoen. Voor ons is dit antwoord te mager. Wij vinden dat je mensen niet onnodig moet laten zwemmen in onduidelijkheid of in een circuit terecht moet laten komen waarin ze langere tijd van het kastje naar de muur worden gestuurd. Als DOP vinden wij dat de gemeentelijke WMO-verordening mensen houvast moet bieden als het gaat om de vraag waar zij qua begeleiding wel of geen recht op hebben. Het zou ook de gemeenteraad moeten zijn die vaststelt waar mensen, als het gaat om begeleiding gericht op participatie, wel of geen recht op hebben. En in onze ogen moet deze duidelijkheid er vóór 1 februari 2010 zijn. Daarom dienen wij hierover een motie in.
De heer Arends voelt ook weleens dat er iets aan komt, maar gaat dan meestal ergens anders heen! Wat hij maar wil aangeven, is dat hij ook wel eens geruchten hoort. Als hij echter bij elk gerucht dat tot hem komt een motie zou gaan indienen, weet hij zeker dat in elke raadsvergadering tot diep in de nacht zou moeten worden vergaderd. Hij denkt dat dit niet op prijs zou worden gesteld. De heer Schoo merkt op dat hij in deze raadsperiode één keer het woord ‘geruchten’ heeft gebruikt bij het indienen van een motie. Dat moet hem dat maar worden vergeven, want hij heeft hier toch een angstig gevoel bij. Vandaar dat hij hierover duidelijkheid wenst. Spreker vervolgt hierna zijn algemene beschouwing. “* Wel of geen forse stijging van de lasten voor de burgers in 2010 Op de themapagina van verleden week wordt over de begroting gesteld dat de lasten voor de burgers in 2010 maar beperkt stijgen. De DOP is er nog niet gerust op dat dit zo zal zijn. In de begroting 2010 staat namelijk vermeld dat de uitkomsten over de verbrede rioolheffing een behoorlijk effect kunnen hebben voor diverse groepen, maar dat deze nu nog niet bekend zijn. De volgende maand praten wij over de verbrede rioolheffing. In de ogen van de DOP had de behandeling van een dergelijk belangrijk onderwerp vóór de begroting moeten plaatsvinden. De begroting is het moment om aan de burgers te vertellen met welke lastenstijging zij te maken krijgen. Onze vraag aan het college is: kunt u vandaag de verzekering geven dat door de invoering van de verbrede rioolheffing de lasten in 2010 maar beperkt zullen stijgen? In onze bijdrage over de WMO willen wij bij de volgende drie onderwerpen stilstaan: - de eigen bijdrage hulpmiddelen - opvangen gevolgen pakketmaatregel AWBZ door de gemeente - de opvang van dak- en thuislozen.
25
Onze vraag aan het college is: bent u bereid de motie over te nemen? * Nachtopvang voor dak- en thuislozen De DOP zit het college al vijf jaar achter de broek met betrekking tot een actieve nachtopvangvoorziening voor dak- en thuislozen. Het antwoord van het college was steeds: we zijn er druk mee bezig, heb geduld, het komt binnenkort! Maar ondanks al onze inspanningen wil het maar niet opschieten. Dat kan volgens ons twee oorzaken hebben: 1. het college vindt dat er in Emmen geen problemen zijn als het gaat om opvang van daken thuislozen 2. de problemen van dak- en thuislozen hebben voor dit college geen echte prioriteit. Op dit moment zijn er in de gemeente Emmen ruim 100 mensen dak- en thuisloos. Hun aantal groeit sterk. Velen van hen verblijven op kerkhoven en slapen daar ook. Het gevoel van onveiligheid in Emmen wordt door deze problematiek vergroot. Hulpinstanties, politie en particulieren worden regelmatig met hulpvragen geconfronteerd van mensen die dak- en thuisloos zijn. Zij geven aan niet goed raad te weten met de problematiek en weten ook niet waar deze mensen voor eerste opvang naar kunnen worden verwezen. Misschien hoopt het college dat de dak- en thuislozen naar elders trekken, zodat de gemeente Emmen niets hoeft te doen. Over sterk en sociaal gesproken! De DOP vindt dit niet sterk en niet sociaal van de gemeente Emmen. Wij vinden dat een nachtopvang voor dak- en thuislozen er nu snel moet komen. Onze vragen aan het college zijn: - komt er nu eindelijk een nachtopvang voor dak- en thuislozen? - Zo ja, wanneer komt deze? - Zo nee, waarom komt deze er niet? * Kwijtscheldingsbeleid gemeentelijke belastingen (pagina 146 van de begroting) Wij zouden het toejuichen als de vermogensnormen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen iets omhoog gaan. Nieuwe wetgeving in 2010 maakt dit misschien mogelijk en het college geeft aan hier werk van te willen maken. Het is dan nog geen vetpot voor de mensen om wie het gaat, maar het geeft hun iets meer lucht. Het zorgt er voor dat mensen rond het minimum iets meer te besteden hebben en dat zij een iets grotere buffer kunnen aanleggen om niet in de problemen te komen. Hopelijk zal het ook een positief effect hebben op het aantal mensen in de schuldsanering. Verder kunnen gelijke normen de administratieve processen
vereenvoudigen en is het beleid geloofwaardiger uit te leggen aan de burgers. Onze vragen aan het college zijn de volgende. - Is op dit moment al bekend of de nieuwe wetgeving vanaf 2010 zal ingaan? - Als de wetgeving vanaf 2010 ingaat, wanneer kan de raad dan een voorstel verwachten over dit onderwerp? * Het Atalanta-project De grote uitgaven voor het Atalanta-project zullen vanaf 2010 gaan komen. Wij zijn van mening dat het Atalanta-project vanaf nu een aparte paragraaf in de begroting en in de jaarrekening verdient. De exploitatiekosten zijn gedeeltelijk opgenomen, maar de grote uitgaven voor dit project in de komende jaren zijn niet inzichtelijk in de begroting. Wij willen het college dan ook het volgende vragen. - Bent u bereid vanaf de jaarrekening 2009 een aparte paragraaf op te nemen in de jaarrekening en de begroting waarin het Atalanta-project wordt behandeld en de gedane en verwachte investeringen worden opgenomen? Het college beoordeelt in de risicoparagraaf het risico voor het Atalanta-project als meer dan gemiddeld. Het risico bij de WWB wordt door het college als hoger ingeschat, namelijk hoog. Als DOP denken wij dat het Atalanta-project alleen een succes kan worden als iedereen beseft dat het gaat om een zeer hoog risico. * Tot slot (deel 1) Over de begroting 2010 is de DOP niet erg enthousiast. Over veel onderwerpen die van belang zijn, staat weinig tot niets in de begroting. Ook worden veel onderwerpen maar steeds vooruitgeschoven. Enkele van deze onderwerpen hebben wij vandaag onder de aandacht willen brengen. Zoals wij in het begin van ons betoog al aangaven, heeft de begroting een te hoog gehalte van: we bedoelen het allemaal goed en we zijn erg druk! Met stukken met een dergelijke strekking is het niet verwonderlijk dat de kloof tussen politiek en burger steeds groter wordt. En dan kun je roepen over burgerparticipatie wat je wilt, maar de politiek zal er niet of nauwelijks meer door gaan leven dan nu het geval is. Het voordeel van de magere jaren die gaan komen, kan zijn dat er meer een beroep moet worden gedaan op creativiteit om tot oplossingen te komen en dat er bewuste keuzes moeten worden gemaakt. We zullen zien of dit ook werkelijkheid wordt.
26
De voorzitter schat in dat voor overleg binnen het college in elk geval een half uur nodig is.
Wij hopen dat het college met de beantwoording van onze vragen ons slechte gevoel over de begroting geheel of gedeeltelijk kan wegnemen. Wil dit college nog enigszins geloofwaardig blijven, dan zal het moeten aangeven welke onderwerpen het nog echt wil gaan behandelen vóór de verkiezingen van 3 maart 2010. Aan toezeggingen die niet worden nagekomen, hebben wij niets. * Tot slot (deel 2) Misschien dat toehoorders het betoog van de DOP tot nu toe iets te kritisch en te negatief vinden. Wij zijn echter ook blij met een aantal zaken. Blij zijn wij met het feit dat het met de EMCO onder leiding van de heer Mug de goede kant op gaat. Alleen: wat een gemiste kans dat dit niet eerder is gebeurd! Blij zijn wij ook dat er niet wordt bezuinigd op de bestaande sociale voorzieningen. Zij zijn tenslotte bedoeld als vangnet voor moeilijke tijden. Wel zijn er nog genoeg sociale onderwerpen waarbij het al jaren beter kan en beter mag. Blij zijn wij ook dat er voor 2010 een bedrag van € 1,8 miljoen extra gekomen is voor de WMO. Ook blij zijn wij dat er WMO-steunpunten komen in Klazienaveen, Schoonebeek en EmmerCompascuum. * Tot slot (deel 3) Als DOP hebben wij een aantal technische vragen gesteld. Wij willen hierbij het college bedanken voor de beantwoording van deze vragen en het college vragen onze dank door te geven aan de ambtenaren die verantwoordelijk zijn geweest voor de uitvoering.”
Wethouder Evenhuis brengt onder de aandacht dat via de media is gecommuniceerd dat het college om 18.30 uur begint met diens beantwoording. De heer Arends vindt dit niet zo interessant. In de commissie voor de werkwijze van de raad is afgesproken dat er om 13.30 uur met de begrotingsbehandeling wordt begonnen en dat afhankelijk van hoe het verloop is de beantwoording van het college aan de orde komt. Hij kan zich voorstellen dat daarmee om 16.45 uur wordt begonnen, zodat er een half uur beschikbaar is voor overleg binnen het college. Als met de beantwoording tot 18.30 uur wordt gewacht, schat hij in dat er heel veel stamppot overblijft, wat toch niet de bedoeling zal zijn. De voorzitter zegt dat als de raad met dit ordevoorstel instemt, moet incalculeren dat wordt afgeweken van datgene wat bij benadering naar buiten is gebracht. Hij begrijpt dat de raad het voorstel van de heer Arends steunt en schorst nu derhalve de vergadering. Schorsing. De waarnemend voorzitter heropent de vergadering en geeft, zoals afgesproken, allereerst het woord aan wethouder Evenhuis. Wethouder Evenhuis merkt op dat in veel algemene beschouwingen centraal stond hoe in de afgelopen vier jaar door het college samen met de gemeenteraad is gestuurd. Over het algemeen wordt dat zeer positief uitgelegd, en de laatste spreker eindigde zelfs uitermate positief, waarvoor alle waardering.
(Tijdens de algemene beschouwing van de DOPfractie is de heer Gerth ter vergadering gekomen). De voorzitter stelt vast dat hiermee een einde is gekomen aan de eerste termijn van de raad. Hierna zal de vergadering worden geschorst om het college in staat te stellen de bijdragen vanuit de raad van gedegen antwoorden te voorzien. Na de schorsing zal, zoals eerder aangekondigd, hiervoor eerst wethouder Evenhuis het woord krijgen. Vanaf 17.30 uur zal er in het bedrijfsrestaurant voor raad, college al alle andere aanwezigen een warme maaltijd worden geserveerd.
De heer Schoo is blij met het compliment van de wethouder, maar hoopt dat deze al het andere dat hij heeft gezegd ook heeft gehoord! Wethouder Evenhuis beschouwt dat als uitdagende opmerkingen! Allereerst het beleid in de afgelopen vier jaar rond de activiteiten ten behoeve van werkgelegenheid en de economie. Gedurende de eerste tweeëneenhalf jaar was de conjunctuur positief – in de volgende anderhalf jaar zag die er wat anders uit. Het begon met de bankencrisis, die iedereen heeft overvallen, en vervolgens werd de gemeente zelf geconfronteerd met de eerste sluitingen van bedrijven. Voor de daarmee gepaard
De heer Arends wil een ordevoorstel doen. Het is nu pas circa 16.15 uur. Daarom stelt voor een schorsing voor het college in te lassen en tot de pauze voor het diner te beginnen met het antwoord van het college.
27
gaande problematiek is daarna een mobiliteitscentrum opgezet om de problemen op een goede manier te lijf te kunnen gaan. Vervolgens is als aanpak van de economische crisis een gemeentelijk beleid opgezet. Spreker durft te zeggen dat de gemeente daarmee voorop liep. Dit beleid staat zelfs model binnen de VNG en op andere plekken. Voor de versnellings- en investeringagenda is het van belang dat in dezen een beleid is ingezet. Een van de elementen die daarin meespelen, is de groei van het aantal WWB’ers. Gelukkig stabiliseert dat op dit moment weer iets, doch niettemin is er sprake van een groei en extra problematiek. Dat geldt in feite ook voor de schuldhulp. In het voorjaar is daar adequaat op ingespeeld om mensen goed en zo mogelijk ook sneller te helpen. Het college en de gemeenteraad zullen voortdurend alert moeten blijven, want de problematiek kan her en der nog heftiger worden. In relatie met de opmerkingen over het bedrijventerrein aan de A37 en de bereikbaarheid daarvan is goed eens te melden dat de gemeente nog ongeveer 60 ha uitnodigende grond heeft. Het is ook uitermate groene grond, want het bedrijventerrein langs de A37 kenmerkt zich door ongeveer 35% groen, iets wat je in de Randstad op geen enkele wijze ziet. Gesproken is voorts over de WWB in het kader van onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Samen met het ministerie en vele andere participanten in Drenthe wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Dat is ook de reden waarom spreker vanavond afwezig zal zijn. Staatssecretaris Kleinsma is hier woensdag jongstleden geweest om kennis te nemen van het project; vanavond zou zij er ook zijn, maar zij is helaas verhinderd. Van deze aanpak verwacht hij wel wat voor 2009, 2010 en 2011. Emmen is trekker voor heel Drenthe en er liggen goede plannen. Het is van belang iedereen die erbij betrokken is te vragen niet aan de zijlijn te gaan staan, maar concreet met voorstellen te komen. Er ís al een aantal concrete voorstellen, onder andere de aanstelling van een citymanager voor het centrum van Emmen, deels voor economische zaken en deels voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid via stageplekken, ongeveer 150. Als het goed is, wordt per 1 januari een citymanager benoemd die zich gaat bezighouden met promotie, voor de helft samen met de gemeente en voor de andere helft ten behoeve van stageplekken vanuit het ROC Drenthe. Zo zijn er dichtbij ook verbanden met citymarketing. Dit laatste lijkt incidenteel, maar als je vaak incidenteel bezig bent, is dat ook heel structureel, zoals was te zien bij de actieprogramma’s wonen, de A37, de jeugd en
de Vuelta. De raad zal ongetwijfeld gemerkt hebben dat er momenteel ook rond de dierentuin wat loos is en dat daar een grote hoeveelheid promotie voor wordt ingezet. Spreker denkt dat dit al met al uitstraling gaat hebben. Kortom, als je ergens incidenteel mee bezig bent, trek je in wezen een structurele lijn. Te noemen in dit opzicht is bijvoorbeeld ook de campagne China/Vlinderstad te noemen. Het is belangrijk dat zaken gezamenlijk worden aangepakt. Thans wordt met alle industriële verenigingen gewerkt aan de voorbereiding van een soort ondernemersgala in maart 2010. Voor het hele traject in dezen staat in de begroting € 2 miljoen. Dat was eerst een afzonderlijke post, doch er is nu een samengestelde post opgenomen waarin voorlichting, economische promotie en een of twee andere posten zitten. Zodoende probeert het college het geheel structureel ‘weg te zetten’, dus: niet alleen beleidsstukken schrijven, maar concreet dingen doen. Vervolgens een Famila langs de A37. Spreker begrijpt dat de raad het goed vindt dat wordt onderzocht waar zo’n vestiging in Emmen kan, waarbij de Nijbracht/centrum Emmen als mogelijkheid is genoemd. Dit ligt dan in dezelfde lijn als waarvan het college uitgaat. Het heeft hierover overigens nog geen standpunt ingenomen. In de discussie over de werklocaties zal worden teruggekomen op de vraag hoe dient te worden omgegaan met zo’n nieuwe klant die zich bij Emmen meldt. Mevrouw Houwing-Haisma vraagt of zij uit de woorden van de wethouder mag begrijpen dat ook hij niet denkt aan een locatie aan de A37. Wethouder Evenhuis denkt daar inderdaad niet aan. Als een bedrijf zich in Emmen wil vestigen, komt er een accountmanager die bekijkt of iets wat wordt gewenst wel of niet kan. Als dat niet zo is en het bedrijf zich toch in Emmen wil vestigen, zal het een onderzoek moeten doen. In het onderhavige geval loopt er ook een onderzoek. Hoe dan ook, het college heeft op dit moment geen oordeel over de vestigingsplaats voor zo’n bedrijf. Gevraagd is eveneens naar het bedrijvenservicecentrum. Het is de raad bekend dat de Kamer van Koophandel zich in Emmen gaat vestigen met ongeveer 12 fte’s. De vestigingen in Meppel en Veendam gaan dicht, waarna er een centrale zal zijn in Groningen met een servicecentrum in Emmen. Intern is Emmen ook bezig met een bedrijvencentrum; daarover lag er al een stuk in het kader van de deregulering en dat wordt gekoppeld aan de samenwerking met de KvK, waarbij wordt bezien of binnen de kenniscampus
28
een goede plek is te vinden, zowel voor de KvK als voor een uitgebreid bedrijvenloket. Hoe dit kan, is nog niet bekend. Er zijn middelen voor in de begroting opgenomen, maar hoeveel er precies voor nodig is, is nog niet duidelijk, omdat nog niet bekend is hoe het verhaal met de KvK zou gaan. Er is een stuk in voorbereiding waarin vanuit een andere invalshoek ook over een bedrag wordt gesproken, maar op dit moment is nog niet bekend hoeveel er moet worden geraamd. Er is één gesprek met de KvK geweest en de volgende week vindt weer een gesprek plaats, samen met de voorzitter van het college van bestuur van de Steden Hogeschool, over een vestiging in de kenniscampus. Hoewel het financiële plaatje nog niet rond is, denkt spreker dat dit een mooi bouwwerk wordt.
geveer € 10 miljoen. Dit bedrag is meegenomen in de financiering van het Atalanta-project. Nu wordt dit deels uit de reserves van het grondbedrijf gehaald, maar het is niet voldoende om de risico’s volledig af te dekken. Daarom is gezegd dat in een latere fase een deel van de Essentgelden (€ 8 miljoen) zal gaan naar de reserves van het grondbedrijf om die op niveau te houden. Dit is de volgorde die is gekozen. Het had ook rechtstreeks gekund, maar dan had het op een andere manier gemoeten. De waarnemend voorzitter geeft hierna het woord aan de wethouder van financiën. Wethouder Kuper wil in het algemeen allereerst danken voor de complimenten voor de wijze waarop het college dit keer met de begroting is omgegaan. Hij is ook heel blij met de constatering van de heer Dijkgraaf dat de leesbaarheid van de begroting aanmerkelijk is verbeterd. Eveneens is hij blij dat een raadsmeerderheid de lijn die het college heeft gevolgd, namelijk op dit moment nog niet met een meerjarenperspectief te gaan werken, wordt ondersteund. Daarbij zijn de woorden ‘anticyclisch’ en ‘in balans zijn’ gebruikt. Aan aantal fracties heeft het getal zeven een paar keer gebezigd, welnu: dit is voor de zevende keer dat spreker de begroting verdedigt. In de bijbel is volgens hem het getal zeven het getal van de volledigheid. Hij laat in het midden of er zeven vette jaren zijn geweest en of er zeven magere jaren komen. Het college heeft, net als het vorige, aangetoond ook in mindere gunstige tijden diens verantwoordelijkheid te nemen. Vandaar dat het ook het volste vertrouwen heeft in wat het aan de raad heeft voorgelegd. Natuurlijk, als je de wind in de rug hebt door in dit geval de Essent-gelden, kun je zoiets ook doen. Spreker heeft een staatje gemaakt van de ontwikkeling van de bestemmingsreserves en de gemeentelijke reservepositie en daarop zal hij op een ander moment, richting maart, eens een toelichting geven, maar daarin is te zien dat de reservepositie van de gemeente Emmen de afgelopen jaren dankzij voorzichtig beleid flink is gegroeid. Hoe dan ook, het is geen tijd om achterover te leunen en het college doet dit ook niet. Het is goed te begrijpen dat wordt gezegd: had alvast wat beslissingen genomen om tot een sluitender perspectief te komen!, maar spreker wil dan toch even teruggaan in de geschiedenis. Toen hij in 2003 aantrad als wethouder en zich voor het eerst ging verdiepen in de lokale kranten, las hij heel veel over het feit dat er € 20 miljoen moest worden bezuinigd. Het ligt hem bij dat het toen ook enige jaren geduurd heeft
Mevrouw Houwing-Haisma informeert of de wethouder enige indicatie kan geven. Zij vindt in de begroting het bedrijvencentrum eigenlijk alleen als wens terug en in de Berap alleen dat de helft van de structurele exploitatie niet voor rekening van de gemeente kan worden genomen, gezien de financiële opgave. Wethouder Evenhuis denkt dat een à twee ton nodig is voor een verbouwing. Daarnaast is er nog de structurele component betreffende de bemensing. Voor een deel zal het gaan om mensen die reeds deel van de gemeentelijke organisatie uitmaken en een ander deel zal waarschijnlijk in de coördinatiesfeer liggen, maar over een orde van grootte kan hij op dit moment niets zeggen, hoe graag hij het ook zou willen; dat moet nog uitgewerkt worden. De huidige situatie is evenwel een andere dan een half jaar geleden; de ontwikkeling is goed. Eveneens is in de algemene beschouwingen aandacht gevraagd voor openluchtzwembaden en een schaatsbaan. In dit verband is te zeggen dat er ten aanzien van het overdekte zwembad nog steeds onderzoek plaatsvindt. In een groot deel van de middelen is reeds voorzien, maar zolang het gat niet dicht is, zal er eerst duidelijkheid moeten komen. Die duidelijkheid is er nu nog niet. Wel wordt er overlegd met de projectleider van de camping om te bezien hoe tot een sluitend geheel is te komen over een eventuele verplaatsing. Als dit duidelijk is, zal een en ander uiteraard worden doorgeleid naar de raad. Ten slotte moet er wat sprekers portefeuille betreft nog iets worden gezegd over het Atalantaproject. Toen met het project werd begonnen, is gezegd dat de Muzeval wordt verplaatst, dus dat die ruimte vrijkomt. In dat geval is er sprake van een grondopbrengst, welke tezamen met het terrein van de brandweer wordt geschat op on-
29
voordat tot actie werd overgegaan.
name de vergelijkingen die zijn getrokken met Coevorden en Borger-Oodoorn, moet hij schuldig blijven. Hij weet dat al jaren de toerekeningsystematiek voor de leges een hot item is. Waarschijnlijk hangt het met de toerekening samen dat Coevorden qua leges de helft goedkoper is dan Emmen, maar wel is te zien dat steeds dichter naar elkaar toe wordt gekomen. Door de ChristenUnie-fractie is een vraag gesteld over het rentevoordeel ad € 2,9 miljoen. Bij navraag blijkt dat dit met name samenhangt met het verschil tussen de lange rente en de korte rente, die bijna 0,5% bedraagt. Daardoor wordt dit jaar het verschil verklaard. Er is altijd wel een voordeel op rente, maar door het genoemde verschil springt het er nu extra uit. Hij is blij aan de heer Dijkgraaf te kunnen zeggen dat er voor het trouwpaviljoen rekening wordt gehouden met de suggesties die de raad vóór de vakantieperiode heeft meegegeven. Daarin past, zoals de heer Dijkgraaf opperde, de discussie over het bestuurscentrum en het plein. Hiervoor wordt een nieuw project gestart. Spreker kan de heer Schoo geruststellen over het rioolrecht. Verleden week is in het college een voorstel aangenomen, waarmee een formele kwestie aan de orde is geweest. Dat houdt in dat de raad in de decembervergadering zal worden gevraagd het rioolrecht één keer om te zetten in een heffing, dit als gevolg van het feit dat de wetgeving op 1 januari 2010 wijzigt. Het is puur een formele kwestie, met andere woorden: er verandert niets in de systematiek en in de hoogte van de bedragen. Volgens de wet moet echter formeel aan de raad wordt gevraagd te accorderen dat er tot een heffingsystematiek wordt overgegaan. Tot een inhoudelijke discussie kan pas worden gekomen op grond van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) dat het volgend jaar aan de orde komt. Dan kunnen alle inhoudelijke keuzes, die enige jaren geleden al zijn gemaakt, opnieuw tegen het licht worden gehouden. Deze worden nu in lijn met het oude proces doorgezet.
Mevrouw Houwing-Haisma neemt aan dat de wethouder niet wil zeggen: nou, in het verleden lieten we het ook een aantal jaren liggen, dus bij de huidige crisis kan dat ook wel! Wethouder Kuper wil dat inderdaad niet zeggen. Nu wordt alvast voorwerk gedaan, want het college vindt het, gezien de huidige economische omstandigheden, niet verantwoord ruw op de rem te gaan staan, maar er wordt wel alvast gekeken naar mogelijkheden voor de komende jaren. Degenen die de brief van het college hebben gelezen over de septembercirculaire, zullen hebben gezien dat in die circulaire nog werd gesproken over extra inkomsten van € 600.000,per jaar. Kort daarna kwam de circulaire met bezuinigingen op het gemeentefonds. Dat geeft aan dat de omstandigheden heel snel zijn veranderd. Vandaar dat het college in de brief over de septembercirculaire heeft gesteld: neem die € 600.000,- alstublieft niet mee als dekkingsmiddel in meerjarenperspectief! Spreker is dan ook blij dat het gros van de raadsfracties zich heel terughoudend heeft opgesteld wat het inzetten van nieuwe middelen betreft. Waar dit al gebeurt, kan de raad er hopelijk van worden overtuigd dat het nog een pondje minder moet; de afzonderlijke collegeleden zullen dit voor hun rekening nemen. In het algemeen gaat om incidenteel geld. De heer Schoo heeft gevraagd of de begroting een goede afspiegeling is van wat straks de werkelijkheid gaat worden. In reactie daarop merkt spreker op te menen dat er voordat hij in Emmen wethouder werd zelfs jaren waren waarin er tussen begroting en jaarrekening drie jaar vertraging zat. In het begin vond volgens hem de kadernotabespreking vlak voor de begroting plaats, terwijl die nu vóór de zomervakantie plaatsvindt. Hij probeert hiermee maar te zeggen dat het gaat om een voortdurend proces van verbetering. De bedoeling van het college is die verbetering verder door te voeren. De raad zal in de Berap hebben gezien dat het toegezegde overzicht van de mutaties in de reserves helaas nog niet kon worden verstrekt. Dat had een technische oorzaak, maar hij vindt het, onparlementair gezegd, wel lullig. Echter, alles wordt in het werk gesteld om in de bruto/netto-trajecten vóór en ná resultaatbestemmingen meer en meer de Berap te verwerken. Spreker had de hoop dat dit eenvoudig bij de eerstvolgende Berap zou kunnen, doch in dat geval had het hele interne systeem op de kop moeten worden gezet; hij zal de raad de details daarvan besparen. De vraag van de CDA-fractie over de leges, met
De heer Arends vraagt of hij hieruit mag afleiden dat de grondslag voor de heffing nog steeds het onroerend goed blijft en dat de 1% van de OZB ook voor de rioolretributie geldt. Wethouder Kuper wil hierop in tweede termijn ingaan. Hij is op dit moment namelijk even het verloop van de stijging van de rioolrechten kwijt, dus dat moet hij even navragen. Vervolgens gaat hij in op enkele amendementen. Het college neemt het CDA-amendement betreffende de beschikbaarstelling van € 30.000,- voor een haalbaarheidsonderzoek naar de aanleg van een fietspad aan het Scholtenskanaal (A4) over.
30
Hierbij zij evenwel opgemerkt dat momenteel druk wordt bekeken of dit kan en dus of het bedrag van € 30.000,- wel of niet hoeft te worden uitgetrokken. Mocht het college er niet in slagen een en ander te dekken, dan kan altijd nog bij de raad worden teruggekomen.
dement zich niet beperkt tot Scholtenskanaal, maar ook gaat over de Splitting en het gedeelte vanaf Foxel tot aan het punt waar Klazienaveennoord ophoudt, zeg maar bij de Postweg. Het betreft dus een heel groot gebied en op dit moment is niet duidelijk of dat helemaal in het verhaal van de wethouder opgenomen zit.
De heer Arends begrijpt hieruit dat het amendement in feite overbodig is. Als het wordt overgenomen, wordt € 30.000,- bestemd en niet als het fietspad als overbodig wordt beschouwd.
Wethouder Holman zegt dat het gaat om de hoekvorm langs het hele Scholtenskanaal, dus ook het gedeelte na de knik.
Wethouder Holman zegt dat hetgeen in dit amendement wordt voorgesteld al in het ambtelijk apparaat wordt uitgewerkt. In die zin zou dus kunnen worden gezegd dat dit amendement overbodig is. Hij zou zich echter ook kunnen voorstellen dat het amendement wordt omgevormd tot een motie waarin de gevoelens hierover worden neergelegd. Feitelijk wordt er evenwel reeds aan gewerkt als onderdeel van de werkzaamheden, zodat er op dit moment geen middelen voor nodig zijn.
Wethouder Kuper reageert vervolgens op het CDA-amendement A3 inzake aanleg fietsknooppunten. Op zich wil hij graag de uitdaging aangaan en dit overnemen. Hierbij wel de kanttekening dat op dit moment de fietsknooppunten in Drenthe worden ‘uitgerold’ over de provincie. Er is begonnen in West-Drenthe en als het goed is, is men nu voorbij Coevorden. Gaat alles normaal, dan zal aan het einde van dit jaar ook het fietsknooppunt in de gemeente Emmen i.c. het Zuidoost-gebied klaar zijn. De opzet is met ingang van het nieuwe fietsseizoen het hele fietsknooppuntensysteem in heel Drenthe rond te hebben. Uit het amendement leidt hij de vraag af te bezien of het mogelijk is te komen tot een fietsknooppuntensysteem in combinatie met de naburige gemeenten in Duitsland. Spreker neemt die gedachte graag over. In Erica-Ter Apel zijn reeds ontwikkelingen rond fietspaden gaande, maar dit aspect zit daar volgens hem niet. Gezien het feit dat er al de nodige gelden in de begroting zijn opgenomen voor cofinanciering, alles bij elkaar ongeveer acht ton, zegt hij ook in dit geval dat het wat hem betreft beste een pondje minder mag.
De heer Arends zou het jammer vinden, als er al actie door het college is uitgezet en er reeds budget voor is geraamd, de gemeenteraad nog eens € 30.000,- zou uittrekken. Dat lijkt hem niet zo voor de hand liggend. Daarom zou het goed zijn als de CDA-fractie het amendement in een motie omzet. Wethouder Holman merkt op dat het geld is bedoeld voor een haalbaarheidsonderzoek en dat hieraan reeds wordt gewerkt. Mevrouw Houwing-Haisma zegt dat de toezegging al lang en breed in de commissie is gedaan. Het amendement lijkt haar dan ook een hoge vorm van symboolpolitiek hebben. Haar dunkt dat het niet nodig is daaraan op dit moment nog een motie te wijden. Er ís immers al iets in uitvoering!
De heer Arends is wat verbaasd over deze reactie. Een tweetal jaren geleden is door de PvdAfractie een voorstel betreffende fietsknooppunten ingediend. Wat te dien aanzien de stand van zaken is, is nog steeds niet duidelijk. Nu blijkt echter opeens dat er vrij gemakkelijk mee wordt omgegaan. Zou het niet beter zijn als het college inzichtelijk maakt hoe het staat met dit hele gebeuren? En als cofinanciering al is verwerkt in de begroting, waarom zouden er dan nog eens gelden voor vrij moeten worden gemaakt? Het wordt dan allemaal wel erg dubbelop.
De heer Wilms zegt dat het amendement inderdaad overbodig is als dit traject reeds onderdeel is van de uitvoeringsplannen. De waarnemend voorzitter informeert of hij hieruit moet begrijpen dat het amendement wordt ingetrokken.
De heer Ensink was onlangs deelnemer aan een excursie van het recreatieschap. Bij die gelegenheid is uitvoerig de uitvoering van het fietsknooppuntenplan aan de orde gekomen. Daar wordt momenteel hard aan gewerkt, ook in Zuidoost-Drenthe, alleen doet het feit zich voor dat het plan zich uitsluitend beperkt tot de Neder-
De heer Wilms zal dit nog even in de fractie terugkoppelen. Hij wil wel graag van het college horen of het bedoelde fietspad inderdaad in de plannen zit. De heer Wittendorp wijst erop dat het amen-
31
landse kant. Het is uitermate jammer, zoals ook van de kant van het recreatieschap werd benadrukt, dat er geen oversteek is naar Duitsland. En wat ziet men nu gebeuren? Met name in de grensregio’s een wirwar aan bordjes van Duitsland en van Nederland! Naar het idee van de CDA-fractie moet de bebording gesynchroniseerd worden. Ook in het kader van de aanleg van de vaarverbinding Erica-Ter Apel kunnen in dezen initiatieven worden ontwikkeld. De fractie wil, kortom, een goede afstemming met buitenlandse partners.
Wethouder Kuper laat desgevraagd weten dat zijn beantwoording bij dezen als afgerond mag worden beschouwd. De heer Dijkgraaf wil van wethouder Kuper nog graag een reactie op de GroenLinks-motie over de klimaatlening (M3). Wethouder Kuper zegt iets meer tijd te willen hebben voor een reactie op alle amendementen en moties. Dan zal hij ook op motie M3 ingaan. De heer Huttinga merkt op dat er ook nog vragen van de ChristenUnie-fractie voor wethouder Kuper openstaan. Naar het antwoord daarop is de fractie toch wel benieuwd. Zij heeft het bijvoorbeeld gehad over het bedrag van € 1,5 miljoen dat als voordeel op de aanbesteding van het station Emmen-zuid is geboekt, maar spreker begrijpt nu dat wethouder Holman daarop gaat antwoorden en wacht dus nog even af.
De heer Arends kan wat de heer Ensink zegt alleen maar onderstrepen. Wel zij erbij opgemerkt dat de gelden die er bij het recreatieschap liggen door cofinanciering moeten worden aangewend. Waar het gaat om de verbinding met Duitsland, die hij zeker waardevol acht, zou ook eens naar EDR kunnen worden bekeken. Hij weet dat daar meer vlees op de botten aanwezig is dan wellicht wordt vermoed. Daarnaar moet eens worden gekeken voordat de gemeente er zelf geld voor uittrekt.
De heer Schoo is ook nog niet klaar met wethouder Kuper! Op datgene wat in de DOPalgemene beschouwing over de kwaliteit van de begroting en een verkorte versie daarvan is gezegd, wil hij toch ook nog wel een reactie.
Wethouder Kuper vat het zo ook op. Hij wil dit onderwerp graag in Duits/Nederlands-verband aan de orde stellen. De vraag is wel of hiervoor nu al een ton moet worden ingezet. Het lijkt hem verder goed dat er eens een puntige notitie komt over de voortgang van het knooppuntensysteem. Inderdaad heeft de PvdA-fractie daarover twee jaar geleden een voorstel gedaan.
Wethouder Kuper kan hierover kort zijn: daarop zal door de burgemeester worden ingegaan. De waarnemend voorzitter schorst hierna de vergadering voor de avondmaaltijd en overleg binnen het college.
De waarnemend voorzitter wil er, voordat er een complete verwarring ontstaan, op wijzen dat straks een pauze voor de avondmaaltijd is gepland. Zijn verzoek aan het college is die pauze tevens te benutten voor overleg. Dan kan na de schorsing wethouder Holman met een antwoord komen. Dat voorkomt wellicht een hoop vragen.
Schorsing. (Na de hervatting van de vergadering is wethouder Evenhuis, zoals aangekondigd, niet meer aanwezig). De waarnemend voorzitter heropent de vergadering en wijst erop dat een nieuw overzicht van de amendementen en de moties is gemaakt (versie 2). Hierin is een aantal veranderingen aangebracht, waardoor het overzicht is verbeterd. Hij geeft vervolgens het woord aan wethouder Holman.
Wethouder Evenhuis is nog een antwoord schuldig op twee vragen. Door de SP-fractie is gevraagd om inzicht in de voorzieningen die er in de ketenaanpak zijn en heeft de suggestie gedaan eens in Vianen en Steenwijkerland te gaan kijken. Dat zal worden gedaan en vervolgens zal worden bezien wat Emmen hiermee kan. Door de BGE-fractie is gevraagd naar de tijdelijke inzet bij sociale zaken. Ook hiernaar wordt gekeken, met name vanwege de groei van het aantal WWB’ers. Voor het overige wil spreker nog opmerken dat als er, als er van de zes wethouders drie vertrekken, het aantal wethouders één minder wordt is dan vier!
Wethouder Holman zal zich beperken tot de vragen die door de fracties zijn gesteld. Op een aantal zaken zal hij niet inhoudelijk ingaan. De PvdA-fractie gaf onder meer aan dat de afgelopen vier jaren zo’n € 5 miljoen extra voor onderhoud is bijgeplust. Het effect daarvan is hier en daar te zien. Hij krijgt de laatste tijd nogal wat opmerkingen over zo veel werkzaamheden in Emmen, de afsluiting van zo veel wegen en zo
32
vele omleidingen. Dat ziet hij maar als positief, want er blijkt uit dat er wat wordt gedaan aan onderhoud. De uitgetrokken middelen leiden er in de toekomst hopelijk toe dat het achterstallig onderhoud in zowel grijs als groen vermindert. De vraag in hoeveel jaren het onderhoud op niveau zal zijn, is moeilijk te beantwoorden, maar als in het huidige tempo wordt doorgegaan, moet het onderhoud aan het einde van de volgende periode eigenlijk wel op niveau zijn. Hoe dan ook, de gemeente is in de afgelopen tijd goed bezig geweest. In het kader van het bestrijden van de gevolgen van de kredietcrisis konden nog de nodige middelen worden aangewend. Dat zal het onderhoudsniveau zeker ten goede komen. Ten aanzien van het ‘Keigoede fietsnetwerk’ wordt momenteel geïnventariseerd in hoeverre het gedane voorstel al is uitgewerkt. Het hele ‘Keigoede fietsnetwerk’-plan is niet in één keer weggezet, wel bepaalde delen. In de afgelopen jaren zijn deze aangepakt en verwezenlijkt. Spreker heeft de opdracht gegeven op een rij te zetten welke zaken reeds zijn uitgevoerd en welke nog niet en waarom niet. De raad kan dus binnenkort een evaluatie verwachten.
dit ertoe leidt dat óf het amendement wordt ingetrokken, óf wordt omgevormd tot een motie. Immers, de intentie is inmiddels al opgepakt en zodra bekend is hoe het financieel kan, zal hierop bij de raad worden teruggekomen. De heer Wilms informeert of er geen onduidelijkheid is over het traject. Anders moet nog even worden gezorgd voor een kaartje. Wethouder Holman antwoordt dat er bij hem geen onduidelijkheid is. Als die er bij de CDAfractie wel is, moet gezamenlijk maar even worden bekeken welk traject het college en welk traject genoemde fractie in beeld heeft. De heer Wilms denkt dat dit verstandig is. Wethouder Holman laat weten dat dit wat hem betreft vóór donderdag aanstaande kan. Het amendement over oplaadpunten voor elektrische fietsen (A5) spreekt het college wel aan. Het wacht even af wat andere fracties hiervan vinden. Hij stelt zich voor dat deze kwestie vóór donderdag wordt voorzien van een definitieve tekst vanuit het college, maar het voorgestelde zou goed kunnen passen in het hele fietspadenplan.
De heer Arends merkt op dat niet is gevraagd om een evaluatie, maar om het ontwikkelen van een ‘Keigoed fietsnetwerk’, dit in samenspraak met het recreatieschap. Hij wil het graag eerst ontwikkeld hebben en pas daarna een evaluatie, wellicht zelfs pas over drie raadsperioden. De opzet is dat er daadwerkelijk met zo’n netwerk wordt begonnen.
De heer Arends zegt dat een lid van de PvdAfractie een elektrische fiets heeft. Hij heeft van dit lid begrepen dat deze fietsen worden geleverd met twee batterijen (€ 300,- per stuk) die moeten worden opgeladen. Als een batterij tijdens een fietstocht moet worden opgeladen, moet die ter plekke achterblijven en kan er met de reservebatterij verder worden gegaan. De betrokkene moet dus dezelfde route terug om de batterij van € 300,- op te halen en moet, als deze geen reservebatterij heeft, ter plaatse uren doorbrengen om de batterij op te laden. Spreker weet niet of daaraan gedacht is bij het opstellen van dit amendement.
Wethouder Holman zegt dat in elk geval duidelijk zal worden gemaakt welke elementen al verwezenlijkt zijn en met welke men nog bezig is. Hij noemt dit dan maar een terugkoppeling. Er is ook iets gezegd over de bloembakken ten tijde van de Vuelta. Er is in het college niet over gesproken, maar hijzelf had hetzelfde idee. Er wordt al jaren gesproken over de aankleding van Emmen en nu was opeens te zien hoe dit op een geweldige manier is te realiseren. De opdracht is inmiddels gegeven dit ook in de komende jaren op deze manier in te vullen. Bij dezen wordt hierover een toezegging gedaan. De CDA-fractie sprak over ‘fysiek’ en ‘sociaal in balans’. Het college probeert die balans ook steeds aan te brengen. Het gaat natuurlijk altijd gaat om keuzes en dit is in de afgelopen vier jaren op allerlei manieren nagestreefd, want het kan en moet beter. Er wordt dan ook doorgegaan met datgene wat is ingezet. Over een haalbaarheidsonderzoek naar een fietspad langs het Scholtenskanaal heeft spreker daarstraks al iets gezegd. Hij gaat ervan uit dat
De heer Wilms heeft zelf geen elektrische fiets en ook nog geen elektrische auto, maar zou zich kunnen voorstellen dat een oplaadpunt wordt gekoppeld aan plekken waar je bijvoorbeeld een kopje koffie kunt drinken, dus plekken waar bepaalde voorzieningen aanwezig zijn waarvan gebruik kan worden gemaakt tijdens het opladen. De heer Halm vraagt of de CDA-fractie heeft gedacht aan zonnepanelen op de fiets. De waarnemend voorzitter zag al aankomen dat er allemaal semitechnische aanwijzingen zouden komen, maar denkt toch dat het goed is
33
terug te keren naar wethouder Holman.
Mevrouw Houwing-Haisma vraagt of de gemeente in dezen dan zo afhankelijk is van de provincie dat zij ook het tempo in Emmen bepaalt.
De heer Dijkgraaf heeft aan de CDA-fractie gevraagd of zij wil overwegen ook te denken aan elektrische auto’s.
Wethouder Holman antwoordt dat dit zo is, omdat de gemeente met de provincie een convenant afsluit. Bij een convenant is het meestal zo dat de gemeente 50% betaalt. De gemeente zou de middelen dus wél beschikbaar hebben en de provincie níét, en dit dan terwijl de gemeente in de begroting 2009 nog middelen heeft zitten die nog niet konden worden besteed en die dus doorschuiven naar 2010.
De waarnemend voorzitter vreest dat nu een bepaald gebrek aan technische kennis rond gaat waren en dat dan in heel rare discussies terecht wordt gekomen. Hij stelt voor het woord weer te laten aan de wethouder; wellicht wordt er dan uitgekomen. Wethouder Holman beschikt evenmin over de technische kennis betreffende dit onderwerp. Met een kop koffie met appelgebak is hij meestal al wel opgeladen! Het is trouwens een punt dat ook in januari kan worden besproken, wanneer het zal gaan over allerlei milieumaatregelen; dan kan er wat dieper op worden ingegaan en kan in de tussentijd eens worden bekeken of hierover wat meer informatie te verkrijgen is. Op dit moment kan hij er ook weinig zinnigs over zeggen. De VVD-fractie heeft het gehad over investeren in bereikbaarheid en gevraagd waarom het college het bedrag van € 262.000,- heeft doorgeschoven naar 2011. Welnu, dat is heel bewust gedaan. De investering stond inderdaad voor 2010 genoteerd, maar in de begroting voor 2008 was reeds een behoorlijk bedrag aan bereikbaarheidsgelden opgenomen, oplopend tot een kapitaallast van circa € 1 miljoen. Dit geld is nog lang niet weggezet. Het volgend jaar zullen daar de eerste werkzaamheden voor verricht gaan worden. Dat betekent dat wat nu in de begroting staat, in feite bedoeld is voor cofinanciering van het tweede deel van het convenant, lopende vanaf 2009 tot 2011. De provincie heeft nog geen besluit over het convenant genomen, zodat het het college raadzaam lijkt het bedrag dat in de begroting is opgenomen een jaar op te schuiven. Het kan wel worden gehandhaafd, maar nu al is nu duidelijk dat dit vrijvalt. Er wordt dus in 2011 begonnen met de opbouw van € 262.000,- naar circa € 1 miljoen op jaarbasis. Op dit moment is dit geld gewoon nog niet nodig. Zou het bedrag in de begroting worden gehandhaafd, dan zou dit weer onderuitputting betekenen, terwijl altijd is gezegd dat er zo weinig mogelijk onderuitputting moet plaatsvinden. Als je nu al weet dat die met dit bedrag ontstaat, moet dit geld niet in de begroting worden gehandhaafd. Het komt in 2011 terug en dan loopt dit de komende jaren door. Dan zal dit geld absoluut nodig zijn. De provincie moet haar deel leveren en heeft het voor 2010 nog niet in de begroting zitten.
Mevrouw Houwing-Haisma heeft begrepen dat er bij de provincie ook fors moet worden bezuinigd, meer nog dan bij de gemeente, zo heeft zij begrepen. De vraag is daarom of de provinciale mindelen onder druk komen te staan. Wethouder Holman zegt dat dit best zou kunnen waar het gaat om de middelen voor het convenant deel 2. Dat bijt de gemeente echter niet, want zij neemt het benodigde bedrag op in de begroting 2011. Hoe de provincie het oplost, moet even worden afgewacht. Zodra het convenant deel 2 er ligt, zal hierop bij de raad worden teruggekomen. Door de BGE-fractie is een voorstel gedaan over de zuidas. Spreker wil daar intern even naar kijken en hierop donderdag aanstaande terugkomen. Hij heeft tot nu toe nog niet alle informatie kunnen verzamelen die hij nodig heeft. Over de afvalstoffenheffing heeft de SP-fractie een opmerking gemaakt. Ook dit laat hij even uitzoeken. Hij herinnert zich dat ooit eens is besloten tot splitsing van eenpersoons- en meerpersoonshuishoudens en dat daar een berekening aan ten grondslag lag. Hoe die precies luidt, kan hij op dit moment niet boven water krijgen. Dit wordt door de betrokken afdeling uitgezocht, waarna zal worden geprobeerd ook hierop donderdag het juiste antwoord te geven. Eigenlijk is het een technische vraag, doch hij neemt deze toch maar even mee. De ChristenUnie heeft gevraagd waarom maar een klein deel van de winst op station Zuid is meegenomen. Dat heeft een goede reden. Hierbij is cofinanciering betrokken: een groot deel komt ten laste van het rijk en de provincie, terwijl een deel van de kosten bij de gemeente terecht zou kunnen komen. Dit betreft een bedrag van € 3,8 miljoen. Vaststellende dat de aanbesteding ongeveer 40% onder de gedachte prijs uitkomt, zal slechts een bedrag van ruim € 2,2 miljoen nodig zijn, zodat er € 1,6 miljoen overblijft. Een bedrag van € 700.000,- is al meegenomen om in
34
één keer de brug in Nieuw-Amsterdam af te dekken. Verder is er nog een bedrag van € 75.000,- in de begroting meegenomen. Dan is er nog wat ruimte (€ 50.000,- à € 60.000,-) en het college heeft gemeend die even te moeten handhaven. Het is immers beter dat er later nog iets vrijvalt dan dat er weer iets terug moet worden gehaald.
invloed kunnen zijn op de parkeertarieven. Als de parkeernota is vastgesteld, zal ook zo snel mogelijk aan de raad worden voorgelegd welke tarieven er bij de gemaakte keuzes horen. Ten aanzien van het parkeren in de buitendorpen zij erop gewezen dat de eigenaar zelf heeft gevraagd voor één gebouw, namelijk het Schip in Klazienaveen, betaald parkeren in te voeren. Het college bekijkt momenteel of dit tot de mogelijkheden behoort. Er is overleg gevoerd met de middenstand en de EOP, en zij hebben er op zich geen problemen als het blijft bij de ondergrondse kelder onder het Schip 1. Het college komt hierover binnenkort met een voorstel bij de raad. Als daar tot betaald parkeren wordt overgegaan, zal het college tevens aangeven hoe het dit wil organiseren. De vraag is sympathiek, maar er ligt ook een tegenovergestelde vraag. Daarover zal eveneens moeten worden nagedacht.
De heer Huttinga ging het om het laatste. Hij had er wel rekening mee gehouden dat de brug erin zat, maar de wethouder geeft terecht aan dat er nog ruimte zit tussen wat als vrijvallende lasten is ingeboekt en wat er daadwerkelijk tegenover zou moeten staan. De vraag is echter hoe die ruimte in de komende maanden zichtbaar wordt gemaakt. Anders valt te vrezen dat die in de begroting die in de nieuwe raad aan de orde komt, is verdwenen. Wethouder Holman zegt dat de ruimte niet kan verdwijnen, want dat deze altijd zichtbaar wordt in de jaarrekening. Als de eindafrekening er is, kan de raad altijd nog besluiten wat er met het restbedrag dient te worden gedaan. Over de milieuagenda, ter sprake gebracht door de SP-fractie, is al een aantal toezeggingen gedaan. Het college zal hiermee dan ook zeker aan de slag gaan. Over het uitvoeringsprogramma 2010 is vanmorgen nog werkoverleg geweest en op dit moment wordt ervan uitgegaan dat dit in januari aan de raad kan worden voorgelegd, plus de evaluatie over 2008-2009. Spreker heeft geopperd aan de doelstelling Emmen klimaatneutraal in 2020 een goede kans te geven. Dit wordt niet meteen in de januarivergadering aan de orde gesteld, maar in de speciale woensdagvergadering van februari. Wat een klimaattop betreft (M3): spreker heeft begrepen dat het donderdag gebakdag wordt!
De heer Schoo wil in de richting van de heer Arends opmerken dat de geruchten toch wel een zekere waarde in zich blijken te hebben. De heer Arends erkent ruiterlijk dat dit zo is. Het was door de extra Apfelstrudel dat hij zo ruimhartig kan zijn! De waarnemend voorzitter kent de voorgeschiedenis niet, maar vraagt zich wel af of Apfelstrudel voor de heer Arends wel goed is! Wethouder Holman vervolgt zijn beantwoording met de mededeling dat er momenteel aan het gemeentelijk rioleringsplan hard wordt gewerkt. Naar het er nu op lijkt, zal dit waarschijnlijk aan het begin van het tweede kwartaal van 2010, omstreeks april/mei, klaar zijn. Pas als te dien aanzien keuzes zijn gemaakt, zal er gewerkt gaan worden aan de nieuwe tarieven, welke dan niet eerder zouden kunnen ingaan dan in 2011, dus voor 2010 blijven ze zoals ze thans zijn, namelijk kostendekkend.
De heer Huttinga denkt dat het geen ijs zal worden uit angst dat het die dag gaat regenen! Wethouder Holman kan in elk geval zeggen dat het college deze motie overneemt, en wel omdat het hiermee al bezig is. Het is duidelijk dat de parkeernota te laat is (motie M6) is duidelijk, want deze stond gepland voor september 2009. Nu is de nota in zoverre klaar dat zij op 17 november aan de orde kan komen in het college. Daarna kan de nota de inspraak in en gaat deze ook naar de raad. Na de inspraak zal moeten worden bezien welke reacties er zijn gekomen. Deze zullen zo snel mogelijk worden verwerkt opdat de parkeernota definitief kan worden vastgesteld. Er zal nog een aantal keuzemogelijkheden in zitten die van
De heer Dijkgraaf wijst erop dat in het overzicht van alle amendementen en moties de motie over de klimaatlening is ondergebracht bij wethouder Holman. Kan deze hierover nu iets zeggen? Wethouder Holman vindt de motie aardig, maar brengt onder de aandacht dat degene die over leningen gaat de wethouder van financiën is, niet hij. Wethouder Kuper zal hierop donderdag aanstaande reageren.
35
De waarnemend voorzitter geeft hierna het woord aan wethouder Jumelet.
deze een daginloop bedoelde. De nachtvoorziening zit in De Breehof en in de crisisopvang bij Leveste.
Wethouder Jumelet begint zijn beantwoording met het geven van een reactie op de opmerkingen van de fracties van CDA en VVD over overmatig alcoholgebruik. In VDG-verband trekken de 12 Drentse gemeenten gezamenlijk op om tot een sluitende aanpak te komen, waarover verleden week op een conferentie is gesproken. Daarbij waren de politie, de gemeenten, de GGD en andere organisaties vertegenwoordigd. Dat plan zal op enig moment op tafel komen. Erop opgemerkt zij dat er ook vanuit volksgezondheid aandacht is voor preventie. Daarover zal nog worden gesproken als het onderwerp volksgezondheidsbeleid aan de orde is. De vraag die over sluitingstijden is gesteld, zal de burgemeester straks beantwoorden, mede met het oog op veiligheid. Over de multiprobleemgezinnen heeft de SPfractie een motie ingediend (M2). Intern is hiernaar al gekeken en meegedeeld kan dan ook worden dat deze motie wordt overgenomen. Reeds vastgesteld is dat dit probleem breder moet worden aangepakt. Hierbij gaat het niet alleen om schuldhulp, maar bijvoorbeeld ook om de opvoeding van kinderen, in welk verband het Centrum voor Jeugd en Gezin en het OGGZnetwerk is te noemen, alsmede alle ketenpartners, teneinde dit probleem op te lossen. Omdat het zo’n breed gebied betreft, zetten de wethouders Evenhuis, Thalens en spreker zelf zich hiervoor in. Er zal zeker nog over worden gesproken in de commissie en in de raad. Over de dak- en thuislozen is een opmerking gemaakt door de fracties van BGE en ChristenUnie. In september is het jaarplan WMO besproken en toen is eveneens uitgebreid stilgestaan bij onder andere de dak- en thuislozenopvang. Zo maar zeggen dat er al lange tijd niets aan gebeurt, is te kort door de bocht. Destijds is ook gemeld dat een plan van aanpak door het college was vastgesteld. Aan de partijen die de opvang uiteindelijk moeten gaan exploiteren, is meegedeeld dat een van hen het moet gaan doen en dat zíj uitmaken wíé. Uiteindelijk hebben onder meer GGZ, VNN, Promise Care en Leveste het Leger des Heils verzocht in dezen leidend te zijn. Natuurlijk is de vraag van groot belang waar het nu precies over gaat. Dat is nog steeds niet goed bekend, reden waarom de dak- en thuislozenmonitor is ingesteld. Eind november/begin december zal de uitslag hiervan komen, die dan leidend zal zijn voor wat er wordt gedaan. De heer Schoo merkte op dat Emmen geen nachtvoorziening heeft, doch spreker denkt dat
De heer Schoo zegt dat dit juist het probleem is. Hij houdt zijn hart vast als de opvang weer naar het Leger des Heils gaat, want de praktijk is dat politie, instanties of particulieren in geval van een acuut probleem daar niet terecht kunnen omdat de opvangmogelijkheid bij het Leger des Heils vol zit. In Assen heeft de PvdA dit pas weer op de agenda gezet, waarvoor hij zeer erkentelijk is. De opvang, nu voor acht mensen, wordt uitgebreid naar twaalf. Als in Emmen de opvang weer wordt geschoven onder het Leger des Heils, valt te vrezen dat er weer verwatering gaat ontstaan doordat men in De Breehof met allerlei andere activiteiten bezig is. Bovendien is, zoals gezegd, de accommodatie vol. En de Veltmanstichting neemt geen dak- en thuislozen op, ook niet in noodsituaties. Drie weken geleden deed zich een geval voor waarin een persoon helemaal naar Nijmegen moest worden gebracht voor onderdak, en dit dan terwijl de Assen en Emmen kerngemeenten zijn. Emmen móét er dus wat aan doen; het krijgt hiervoor ook geld van het rijk. Wethouder Jumelet moet toch constateren dat in de crisisopvang in Emmen regelmatig bedden leegstaan. Er zijn thans twee locaties voor nachtopvang. Zo zijn er 24 plaatsen in De Breehof, waarbij de crisisopvang van Leveste aan de orde is. Tevens gaat het hier eveneens om vrouwenopvang en bijvoorbeeld om mensen die te maken krijgen met een huisverbod. Aangezien er regelmatig bedden onbezet zijn, is er volgens het college genoeg ruimte. In verband met noodsituaties wordt verder met de corporaties gesproken om na te gaan of in sommige gevallen bijvoorbeeld in leegstaande panden tijdelijk onderdak is te vinden. In het oude politiebureau, dat momenteel wordt gesloopt, kon een aantal mensen worden gehuisvest en voor hen moest dan ook een andere oplossing komen. Zij zijn door de gemeente aangemeld bij het Leger des Heils in Nieuw-Amsterdam, maar zijn inmiddels verdwenen. Waar zij nu zijn, is niet bekend. Hoe dan ook, geprobeerd wordt mensen onderdak te brengen als dat nodig is. De ervaring tot nu toe is dat dit in elk geval in de regio lukt en meestal ook in de gemeente. Waarmee het college nu bezig is, is een inloopvoorziening en te dien aanzien ligt de bal voorlopig bij de organisaties die deze voorziening voor de gemeente willen gaan exploiteren. Overigens is het college erg benieuwd naar de dak- en thuislozenmonitor die inmiddels door
36
Groningen goed wordt ingezet, ook voor Emmen. De discussie gaat over de vraag of het vier dak- en thuislozen zijn die overlast geven of rondzwerven in het centrum van Emmen, of dat het er 100 zijn. Ergens daartussen zal de waarheid liggen. Eén kerngetal weet spreker zeker, namelijk dat er bij sociale zaken 33 postadressen bekend zijn van mensen die geen vaste woonplaats hebben en een uitkering ontvangen. Hij gaat ervan uit dat dit jaar duidelijk zal worden hoe de situatie in Emmen er uit ziet. Op grond van cijfers en van feiten zal dan worden bezien wat er moet worden gerealiseerd. Hierop zal bij de raad zeker worden teruggekomen. De SP-fractie heeft een uitgebreid betoog gehouden over de zorg. Dank daarvoor, want het is een belangrijk onderwerp. Aan het in balans zijn van fysiek en sociaal wordt in dit verhaal voldoende aandacht besteed. Tevens vraagt de SP-fractie nadrukkelijk naar de mantelzorgondersteuning, enerzijds geprofessionaliseerd, tot 1 januari door Icare, en anderzijds zijn er de contactpunten waarin vooral vrijwilligers opereren, uiteraard ook heel professioneel. In een voorgaande vergadering stelde de heer Hoekstra het zo te betreuren dat de mantelzorgondersteuning weg gaat bij Icare en spreker heeft toen gezegd dat het niet de bedoeling is de functie te schrappen, maar die onder te brengen op plaatsen waar mensen direct ondersteuning kunnen krijgen. Bedacht is de functie bij Sedna onder te brengen, omdat daar al ouderenadviseurs en allerlei andere welzijnswerkers aanwezig zijn die de mensen kennen. Zo is een koppeling tot stand te brengen. Als allerlei functies naast elkaar staan, is dat op zich wel aardig, maar het kan wellicht veel beter door ze te onder te brengen in één organisatie. In elk geval moet tussen de oren zitten dat mantelzorg een belangrijk gegeven is en dat mantelzorgers ondersteuning krijgen. Spreker roept iedereen op in de Week van de Mantelzorg bij tijd en wijle aanwezig te zijn, want dan is te zien hoe het gaat, wie de mantelzorgers zijn etc. Degenen die nog mensen kennen die behoefte hebben aan ondersteuning of aan een week plezier met elkaar te hebben, kunnen hen zeker nog aanmelden. Kortom, mantelzorg heeft wel degelijk de aandacht. Door de gemeente is hiervoor ook aandacht geëntameerd bij huisartsen, want zij kennen juist de mensen met de problemen. Gevraagd is door te geven als er ondersteuning nodig is, dat er contactpunten zijn en dat er een steunpunt is. Het is dus niet zo dat ondersteuning alleen aan huisartsen of bij een loket kan worden gevraagd, want er zijn allerlei mogelijkheden waarnaar mensen kunnen worden doorverwezen voor ondersteuning.
Door de fractie van GroenLinks is een opmerking gemaakt over de inhuur van derden. Spreker dunkt dat de Berap vrij helder is over de besteding van het bedrag van € 11,4 miljoen. Hij zou dit niet in relatie willen brengen met talenten in de eigen organisatie. Dat die er zijn, staat buiten kijf, maar de inhuur richt zich op het oplossen van bepaalde problemen en op hulp in tijdelijke, knellende situaties. Dit zal nader aan de orde worden gesteld in de betrokken commissie om er met elkaar nog van gedachten over te wisselen. Over eigen bijdragen heeft de DOP-fractie een opmerking gemaakt. Daaromtrent is reeds een evaluatie toegezegd. Het blijft een taai verhaal, want de gegevens moeten komen van het CAK, een organisatie waarover in de raad al vaker is gesproken. Het CAK heeft op diens beurt echter weer gegevens nodig van de Belastingdienst. Het blijkt heel lastig te zijn de bedragen waar het om gaat te noemen. Er is een tussenevaluatie gemaakt, aangezien er geen evaluatie is te maken op basis waarvan conclusies kunnen worden getrokken. In de brief die aan de raad is toegezonden, is een aantal zaken op een rij gezet. Wat belangrijk in dit hele verhaal is, is dat een en ander van invloed is op de inkomsten. Het kan immers wel degelijk geld opleveren. Van belang is eveneens dat veel meer in het voortraject duidelijk wordt gemaakt wat mensen moeten betalen als zij iets aanvragen. Het kan nu zo zijn dat als mensen iets bij de gemeente aanvragen, later tot de ontdekking komen dat hetgeen is aangevraagd door hen zelf had kunnen worden gekocht, omdat zij, gezien de hoogte van de eigen bijdrage, ook de hele kostprijs betalen. Dit ligt echter niet alleen bij de gemeente, maar ook op andermans bordje. Als er aan de voorkant wordt verduidelijkt, liggen de verantwoordelijkheid, de regie en de keuze volledig bij degene die hulpmiddelen of huishoudelijke hulp aanvraagt. Hierover zal eveneens nog nader worden gesproken, mede aan de hand van de collegebrief. De AWBZ is eveneens een moeilijk en lang verhaal. De pakketmaatregel, het bedrag van € 800 miljoen, gaat over een aantal zaken en niet alleen maar over begeleiding. De grondslag voor psychosociaal en de lichte begeleiding zijn inmiddels geschrapt; in Noord-Holland was het bijvoorbeeld zo dat mensen een AWBZ-indicatie konden krijgen voor een hondenuitlaatdienst of voor huiswerkbegeleiding, zaken die als lichte begeleiding werden aangemerkt. Spreker denkt dat iedereen het er snel over eens zal zijn dat dergelijke begeleiding niet uit de AWBZ moet worden bekostigd. Uiteindelijk blijkt veel van wat is geschrapt niet datgene oplevert wat werd gedacht. Staatssecretaris Bussemaker wil nu van
37
gemeenten horen waar het gaat knellen en voor de oplossing van problemen is een bedrag beschikbaar gesteld. Zij heeft er evenwel terecht op gewezen dat als iets wordt geschrapt, mensen uiteindelijk gebruik gaan maken van WMOvoorzieningen en dat er dus niets wordt gecompenseerd, immers: er is niets overgeheveld, maar geschrapt. Eventuele problemen dienen vervolgens vanuit het WMO-pakket te worden opgelost, zoals het hoort. Het is evenwel goed te weten dat er ook in Emmen gemonitord wordt. Een van de Emmense ambtenaren was vandaag in Den Haag om te berichten over de resultaten alhier van de monitoring. Mensen die vanuit de pakketmaatregel bij het WMO-loket aankloppen met een hulpvraag kunnen worden doorverwezen naar MEE, die van de staatssecretaris de opdracht heeft gekregen de overgang te regelen en de oplossing te vinden. Er valt dus niemand tussen wal en schip, want gepoogd wordt er voor te zorgen dat mensen echt kunnen meedoen en participeren. Op de WMO-site wordt via de brief van de staatssecretaris precies aangegeven welke stappen er worden gezet. Met betrekking tot de brandweer is aandacht gevraagd voor de vrijwilligers, net zoals eerder in een raadsvergadering. Toen heeft spreker een overzichtje gegeven waaruit blijkt dat het in deze gemeente meevalt wat de aantallen betreft. In Drenthe blijkt het om één minder te gaan, hetgeen te maken heeft met de omstandigheid dat de post Nijeveen is gesloten. In de betrokken vergadering is ook gezegd dat een aantal maatregelen wordt genomen om de vrijwillige brandweer tegemoet te komen. Op dit moment is er geen aanleiding om aan de kwaliteit te twijfelen. Hij laat het aan de raad over of deze het geld, zoals voorgesteld in het CDA-amendement (A2), wel of niet beschikbaar wil stellen. Het college is met dit onderwerp bezig, maar als de raad daaraan een extra zetje wil geven, is dat aan de raad zelf. Spreker dankt in het bijzonder de heer Schoo voor diens support ten aanzien van het EMCOdossier.
april bij de behandeling van het jeugdbeleid heeft ingediend, en wel het doen van een onderzoek, samen met jongeren, naar ontmoetingsplekken. Dit onderzoek is afgerond en de resultaten zullen binnenkort aan de raad worden gepresenteerd. Daarvoor zal een van de presentatieavonden worden gebruikt. Eveneens is destijds het onderwerp jongerenparticipatie aan de orde geweest: is het gewenst door te gaan met de jongerenraad zoals die de laatste jaren bestaat? Gevonden werd dat die raad niet optimaal functioneert. Begin 2010 zal de raad een visie op jongerenparticipatie worden gepresenteerd, waarbij tegelijkertijd aan de orde zal worden gesteld: doorgaan met de jongerenraad of niet? Wat spreekster betreft is het nee en moet gezocht gaan worden naar andere middelen om jongeren te betrekken bij het beleid. Een aantal middelen is al in gang gezet in het kader van het Jaar van de Jeugd. Binnenkort zal de raad hierover meer horen. Zo wordt er bijvoorbeeld een avond georganiseerd voor de jongeren in Emmen, naar zij meent op 23 november in een van de horecagelegenheden in het centrum, om aan de jongeren zaken te presenteren waarmee het college al bezig is. Te denken is bijvoorbeeld aan de grotere projecten, maar ook aan andere zaken. Door de CDA-fractie is gesproken over een jongerenparlement. Hopelijk hebben die fractie en spreekster het dan over hetzelfde, namelijk de middelen die hiervoor beschikbaar zijn gesteld bij de behandeling van de begroting 2007. De volgende week, 12 november, vindt een bijeenkomst van het jongerenparlement plaats, naar zij meent samen met de raadsgriffie voorbereid. Zij gaat ervan uit dat de raadsleden hiervoor een uitnodiging hebben of zullen krijgen. De heer Wilms vindt dit een prachtig initiatief. De indruk van de CDA-fractie was echter dat dit niet hetzelfde is als wat zij beoogt met een jongerenparlement, aangezien te dien aanzien de nadruk wordt gelegd op ook beschikbaarstelling van een budget dat jongeren in de gemeente kunnen inzetten.
De waarnemend voorzitter geeft vervolgens het woord aan wethouder Thalens.
Wethouder Thalens-Kolker zegt dat dit op 12 november gaat gebeuren. De CDA-fractie heeft een initiatiefvoorstel ingediend omtrent een kinder-/jongerenlintje. Daar dient de raad allereerst zelf iets van vinden, maar spreekster kan op voorhand zeggen dit wel een sympathiek idee te vinden. De ChristenUnie-fractie heeft gevraagd naar de ‘Eigen Kracht’-conferentie. Hiermee wordt al gewerkt binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin en met de kernpartners die daarin actief zijn.
Wethouder Thalens-Kolker gaat allereerst in op het jeugdbeleid, zijnde een belangrijk onderdeel van het collegebeleid. Begin oktober is de tussenrapportage besproken over het uitvoeringsprogramma voor het jeugdbeleid en kon worden geconstateerd dat meer dan 85% van de punten in het uitvoeringsprogramma is gerealiseerd of in gang is gezet. Dat geldt ook voor de motie die de BGE-fractie op 7
38
Waar men het nodig acht, kan men gebruik maken van ondersteuning van de landelijke organisatie. Bekostiging ervan vindt plaats door de gemeente. Door de fractie van GroenLinks is het een en ander gezegd over het gedrag van jongeren in de publieke ruimte. Bij de behandeling van het jeugdbeleid is aangegeven dat het met de meeste jongeren goed gaat, dus dat er met hen weinig aan de hand is. Dit neemt niet weg dat er sprake is van overlast door jongeren, dat is ook een realiteit. Veel partijen zijn betrokken bij het in beeld brengen van wat die overlast inhoudt, waar die plaatsvindt en welke vormen die aanneemt. Jongeren worden in categorieën ondergebracht: vertonen ze overlast, hinderlijk gedrag of zelfs crimineel gedrag? Op basis daarvan wordt bepaald welke inzet van middelen nodig is ten aanzien van bepaalde groepen jongeren of individuele jongeren. De jongerenwerkers en –coaches richten zich met name op die groepen waarmee iets extra’s moet gebeuren. Voortijdig schoolverlaten is door de fracties van de VVD en ChristenUnie genoemd. De laatste twee jaren is hierop enorm ingezet, zowel door uitbreiding van de formatie en zeer planmatig en preventief werken als door onderwijsorganisaties. Met elkaar, met het ministerie en met de lokale overheid worden afspraken gemaakt over de te realiseren resultaten. Nu kan worden geconstateerd dat ten aanzien van de instroom van nieuwe voortijdige schoolverlaters een daling is bereikt van 15%. Daar scoort Emmen landelijk gezien erg hoog mee. Het college wil die daling graag vasthouden. In de risicoparagraaf is evenwel aangegeven dat de herverdeling van het ministerie van OC&W van de middelen voor voortijdig schoolverlaten voor Emmen een nadelig effect gaat hebben: 76% minder doeluitkering van het rijk. Dat is een tegenvaller. Het college gaat momenteel na wat de maatschappelijke opdracht in dezen is. Wat het college betreft, is schoolmaatschappelijk werk een van de zaken waaraan een hoge prioriteit moet worden gegeven, met name omdat het Centrum voor Jeugd en Gezin als een netwerkorganisatie is opgebouwd en het schoolmaatschappelijk werk daarin een van de voordeuren vormt. Op dit moment wordt in kaart gebracht welke middelen de gemeente voor voortijdig schoolverlaten had < die komen namelijk via diverse geldstromen binnen >, wat daar voor wordt gedaan en wat bij de 76% korting niet meer kan worden gedaan. Als daarvan een scherp beeld bestaat, zal daarvan richting het ministerie zeker gewag worden gemaakt en ook een overgangsregeling worden bepleit. Voordien moet echter precies bekend zijn wat de effecten zullen zijn.
De fracties van BGE en GroenLinks hebben gevraagd naar het poppodium. Toen in juni de kadernota cultuur ‘Verbinden, verzilveren, versterken 2009’ aan de orde was, was daar ook een uitvoeringsprogramma bij. In dat programma is iets gezegd over visievorming ten aanzien van het poppodium. Dit klinkt misschien wat soft en niet erg vlot, maar voordat je iets gaat realiseren, moet je wel weten: wie, wat, waar? Wordt een poppodium in het leven geroepen, dan moet je heel erg goed weten wie dit runt en waar de verantwoordelijkheden moeten worden neergelegd, wat de programmering is en, niet het minst belangrijk, waar hiervoor een goede locatie is te vinden. De VVD-fractie heeft een opmerking gemaakt over de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven. Spreekster is ervan overtuigd dat de contacten en de wisselwerking tussen beide maatschappelijke factoren nog veel intensiever tot stand moeten worden gebracht, want dat die intensivering veel winst kan opleveren voor zowel het onderwijs als het bedrijfsleven. Daartoe wordt binnen het voortgezet onderwijs een aantal goede aanzetten gegeven waar er sprake is van een school die werkt vanuit het technasiumconcept in de vorm van twee vakcolleges. Ook bekend is dat scholen voor voortgezet onderwijs werken aan een vakcollege in de sector zorg. De VVD-fractie heeft ook iets gevraagd over de gesubsidieerde instellingen. Wat in de begroting is aangekondigd, namelijk dat het accres in 2010 1% wordt, in plaats van 2%, en in 2011 0%. Dit is aan de betrokken instellingen vroegtijdig aangekondigd, opdat erop kan worden geanticipeerd. Het gaat dan vooral over de bibliotheek, CQ en Sedna. De bibliotheek en CQ zitten in trajecten begeleidgestuurde contractfinanciering. Dat betekent dat de gemeente in staat is aan de voorkant van het proces duidelijk aan te geven welke producten zij wel of niet uitgevoerd wil zien en wat er wel of niet wordt gesubsidieerd. Het is best een ingewikkeld traject, het zal niet van de ene op de andere dag lukken, het zal geleidelijk aan ingaan. Vereist is wel dat er een scherp inzicht is in de voorwaarden waaraan beide instellingen moeten voldoen om tot een begeleidgestuurde contractfinanciering te kunnen komen. Dat heeft met aansturing van de organisatie te maken en de wijze waarop de interne organisatie functioneert, maar ook met de financiële situatie van de instellingen. Momenteel is een extern bureau bezig met het in beeld brengen van een en ander. Dat is zo goed als afgerond en geeft het college een scherp inzicht in hetgeen er op financieel terrein nodig is. Hierop zal bij de raad zeker worden teruggekomen.
39
Mevrouw Houwing-Haisma vraagt of dit thans alleen gebeurt ten aanzien van de bibliotheek en CQ of voor alle gesubsidieerde instellingen. Wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar de Muzeval? Die maakt weliswaar onderdeel uit van de gemeentelijke organisatie, maar in de Berap is te zien dat er fors minder kaarten worden verkocht en ook dat zwembaden een behoorlijk omzetverlies hebben. De VVD-fractie wil alles in kaart gebracht en aangegeven zien hoe hiermee wordt omgegaan. Is daar beleid op? Worden bijvoorbeeld de zwembaden een graadje minder verwarmd? Te vrezen valt immers dat er een probleem bij komt als er aan de ene kant wordt geknepen en daarop niet wordt geanticipeerd en er ook niets kan worden opgevangen omdat er geen eigen vermogen is. Dan zullen de betrokken organisaties allemaal met de pet in de hand bij de gemeente op de stoep staan voor aanvullende financiering en schiet je niets op. Vandaar het verzoek: breng dit goed in beeld!
zich met name op het zoeken van jongeren die elders niet in beeld zijn en niet goed functioneren, bij wie vereenzaming ook een element kan zijn. Verder zal in de komende tijd met Sedna een pilot worden opgestart om steeds meer tot vraaggericht welzijnswerk te komen. Dat betekent dat je methodieken zult moeten vinden < de Emmen Revisited-methode is een heel goede > om steeds beter in de haarvaten van de samenleving door te dringen, zaken in beeld te krijgen en de welzijnsvraag van onderop te formuleren. Tevens kan nog worden gewezen op het Consultatiebureau voor Ouderen. Dit is nu op twee plaatsen aanwezig, doch de opzet is te komen tot een hele keten, van een eerste verzoek van de huisartsen tot aan weer een huisbezoek in geval mensen niet hebben gereageerd. Hiervoor is dus al een methode ontwikkeld die redelijk goed sluit, zowel aan de voorkant als aan de achterkant. Wat spreekster aan de bijdrage van de GroenLinks-fractie wel aardig vindt, is dat daarin een aantal elementen wordt genoemd van wijkgerichte aanpak ten aanzien van het stimuleren van bedrijven en creatieve industrie. Dit soort elementen is reeds genoemd in de kadernota betreffende kunst en cultuur, die de GroenLinksfractie niet goed genoeg heeft bevonden. Echter, veel van de genoemde zaken zijn terug te vinden in de notitie die inmiddels door de raad is goedgekeurd. Zij is het ook volkomen met genoemde fractie eens dat Emmen veel cultureel potentieel heeft. Ten aanzien van de geopperde cultuurpas wil zij adviseren programmalijn 4 nog eens door te lezen. Daarin is te zien dat er in de begroting € 150.000,- is opgenomen voor zo’n pas.
Wethouder Thalens-Kolker begrijpt het verzoek, doch kan alleen iets zeggen over CQ, bibliotheek en Sedna. Op CQ en de bibliotheek is zij hiervóór al ingegaan. Met Sedna is er al een contractfinanciering, zodat te dien aanzien reeds een positie aanwezig is om met elkaar te bespreken wat wel en niet kan. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe raamovereenkomst. Die is eveneens nagenoeg afgerond; naar verwachting wordt de raad hierover in december of januari geïnformeerd. Er valt uit te concluderen dat het in samenspraak mogelijk is scherper aan de wind te varen. Spreekster verwacht dat er met Sedna goed is uit te komen. De VVD-motie M1 kan het college overnemen voor zover het gaat om de instellingen waarover zij zojuist iets heeft gezegd. De SP-fractie heeft niet alleen een boeiend betoog gehouden over mantelzorg, maar ook over vereenzaming in de samenleving. Dat betoog sprak spreekster aan. Zij is het met de SP-fractie eens dat vereenzaming niet alleen onder ouderen voor komt, doch ook onder veel andere bevolkingsgroepen. Geprobeerd wordt daar langs zoveel mogelijk wegen zo dicht mogelijk op te zitten. Ten aanzien van ouderen heeft de heer Moinat zelf aangegeven dat de preventieve huisbezoeken door vrijwilligers worden gedaan. Zij dragen vervolgens bepaalde situaties over aan een professional als er een indicatie is dat dit nodig is. Spreekster meent evenwel dat er van de zijde van de gemeente ook op veel andere terreinen inzet wordt gepleegd om vereenzaming tegen te gaan. Te noemen zijn de buurtgerichte sociale activering, gericht op specifieke groepen, en het werk van een jongerencoach. Die richt
De heer Douwstra vraagt of de wethouder nog even wil ingaan op de bijeenkomst van het jeugdparlement. Hij kan iets gemist hebben, maar tot nu toe is hem daarover niets bekend. Wethouder Thalens-Kolker zegt dat twee jaar geleden naar aanleiding van een motie van de CDA-fractie een budget beschikbaar is gesteld voor het invoeren van een jeugdparlement, opdat de jeugd de democratie aan den lijve kan ervaren. Dit is nu in uitwerking en de volgende week donderdag, 12 november, vindt een bijeenkomst van het jeugdparlement plaats. De heer Dijkgraaf wil van de wethouder nog graag iets horen over twee zaken. Ten eerste is hij wat verder gegaan dan slechts een cultuurpas, want hij heeft ook gesproken over een kunst- en cultuurfonds waaruit allerlei initiatieven kunnen worden gefinancierd. Hoe
40
staat de wethouder daartegenover? Ten tweede heeft hij het voorstel gedaan de skatebaan achter het gemeentehuis te betrekken bij het plein vóór het theater als onderdeel van een heel speciale jongerenplek. Op beide punten hoort hij nog graag een reactie.
Het getal van 120.000 inwoners wordt nog steeds vastgehouden, maar het zal later worden gerealiseerd dan oorspronkelijk de bedoeling was. Het streven is nu 115.000 inwoners in 2020. Op verschillende terreinen is trouwens wel degelijk sprake van een herbezinning. Die heeft al resultaten opgeleverd. Zo wordt nadrukkelijk uitgestraald dat niet meer wordt gestreefd naar nieuwe uitleggebieden in de verschillende dorpen van de gemeente en dat meer wordt gekeken naar herstructurering < kwaliteit in plaats van kwantiteit en inbreiden >, die extra aandacht krijgt doordat in de diverse dorps- en wijkplannen; herstructurering wordt daarin centraal gesteld. In verschillende dorpen wordt ook druk gewerkt aan reconstructies van de centrumgebieden. Te noemen is bijvoorbeeld Zwartemeer. In nauwe samenwerking met marktpartijen, met name de corporaties, is het college zich voorts aan het beraden over een nieuwe woonvisie voor de komende periode. Daartoe zal begin 2010 een nieuw woningbehoefte/marktonderzoek worden gehouden. Geprobeerd wordt zo helder mogelijke signalen uit de markt te krijgen over datgene wat de komende jaren noodzakelijk zal zijn. Krimp betekent weliswaar dat je je doelstellingen goed tegen het licht moet houden, maar niet automatisch dat je ook minder woningen bouwt. Immers, je hebt in de komende jaren nog heel wat kwalitatief minder goede woningen te vervangen. Daarnaast heb je ook nog te maken met het verschijnsel dat zelfs bij een gelijkblijvend bevolkingsaantal de vraag naar woonruimte toch toeneemt, omdat de woningverdunning en de behoefte aan meer zelfstandige woonruimte in dezen een grote rol spelen. Al deze zaken zullen in de komende periode tegen het licht moeten worden gehouden en van nieuwe afspraken moeten worden voorzien voor de periode 2010-2014. Natuurlijk wordt ook de Delftlanden tegen het licht gehouden. Voor fase 1 zijn de mogelijkheden beperkt omdat het bestemmingsplan daarvoor in samenspraak met de projectontwikkelaar tamelijk dichtgetimmerd is, maar in de fasen 2 en 3 liggen er nog ruime mogelijkheden voor herbezinning op de vraag of, kijkend naar het hele grondgebied van Emmen, sommige plannen wellicht op een andere plek zouden moeten worden gerealiseerd. De raad zal daarvan in de komende jaren uiteraard op de hoogte worden gehouden. En over de evaluatie van de campagne die voor de Delftlanden is gevoerd, zal de raad, naar spreker aanneemt, in januari worden geïnformeerd. Een onderdeel dat een grote rol speelt, is het nieuwe lokale akkoord dat het college met de corporaties aan het sluiten is. Daarbij gaat het
Wethouder Thalens-Kolker merkt op dat de gedachten over wat er op het plein wel of niet kan op dit moment al in een vergevorderd stadium zijn. Het is echter nog niet zover dat al wordt gesproken over een skatebaan. Wel staat als een paal boven water dat het plein tussen Weiert en theater ook een plek moet zijn waar het voor jongeren goed verblijven is. De verblijfsfunctie van het plein is ook regelmatig genoemd door de mensen die zich hiermee bezighouden. In reactie op de vraag over een kunst- en cultuurfonds stelt zij de tegenvraag wat dit volgens de heer Dijkgraaf zou moeten toevoegen aan de budgetten die zijn vastgesteld bij de behandeling van de kadernota. De waarnemend voorzitter geeft hierna het woord aan wethouder Sleeking. Wethouder Sleeking wil beginnen met een aantal opmerkingen over bouwen en wonen in de gemeente. Misschien is het beter een ambitie niet te hebben gehaald, maar de afspraak wel te zijn nagekomen. Hij bedoelt hiermee niet te zeggen dat hijzelf niet ook een zekere teleurstelling ervaart over de totale bouwproductie versus datgene wat iedereen aan het begin van deze raadsperiode heeft gedacht. Kijkend naar het jaar 2005, naar de productie in de voorliggende jaren en naar het stuwmeer aan vergunningaanvragen alsmede aan verleende vergunningen voor projecten die nog niet eens in aanbouw waren, mocht worden verwacht dat de productie in de komende jaren alleen maar nog hoger zou worden. De feitelijkheid is volstrekt anders geweest. De ambitie van 3.600 woningen is nadrukkelijk niet gehaald, doch hetgeen in het kader van de verstedelijkingsagenda in de periode 2005-2009 met het rijk is afgesproken, 1.721 woningen, wordt wél gehaald, want naar verwachting zal de teller aan het einde van dit jaar op ongeveer 1.850 nieuwe woningen staan. De afspraak is, zoals gezegd, gemaakt in een periode waarin de markt er totaal anders uit zag dan op dit moment. Medio 2006 kwam het begrip krimp in volle omvang op de gemeente af. Medio 2008 brak de kredietcrisis los, waarin de woningmarkt een centrale rol vervulde. Betekent dat nu dat het college in die periode stil heeft gezeten en alleen maar aan diens ambities heeft vastgehouden? Integendeel.
41
niet alleen om de productie van sociale huurwoningen, want het zal zich nadrukkelijk ook richten op allerlei andere maatschappelijke thema’s, zoals op het adagium ‘van kwantiteit naar kwaliteit’, de kwaliteit van de woonomgeving, investeren in maatschappelijk vastgoed en in particuliere woningbouw. In dit kader heeft de heer Moinat een opmerking gemaakt over het herstructureringsfonds. Waar complexgewijze herstructurering van sociale huurwoningen aan de orde is, is het niet zo verschrikkelijk moeilijk, want de partners van de gemeente, de corporaties, hebben eveneens belang bij het opwaarderen van de woonomgeving en bij het laten voldoen van de woningen aan alle moderne eisen wat kwaliteit, wooncomfort en energetische prestatie betreft. Gaat het echter om verouderd particulier woningbezit, dan is het ingewikkelder een boost te geven die nodig is om tot een goede herstructurering te komen. Spreker is er erg blij mee dat dit fonds achter de hand is, want dit kan fungeren als aanjager, in die zin dat tegen marktpartijen en de corporaties kan worden gezegd: legt uw organisatie daar ook financiën bij!, want het is uitdrukkelijk niet de bedoeling als gemeente met die middelen een nieuwe ECW op te richten, integendeel. De beschikbare middelen zijn bedoeld om daarmee door anderen iets te laten uitvoeren. De opzet is dat andere organisaties, het liefst de corporaties, uitvoering te laten geven aan de taak het verouderde bezit ofwel energetisch en op andere wijze op te knappen, ofwel dit definitief uit de markt te halen. Dat moet de gemeente niet doen, maar dat moeten de partijen doen die in dezen ervaren zijn. De actualisering van bestemmingsplannen ligt wat het gemeentelijk proces heel goed op stoom. In december zal de raad de stand van zaken tot het einde van dit jaar vernemen. Waar het gaat om de ondersteuning vanuit het rijk < spreker heeft het dan over de digitale producten die de gemeente in staat moeten stellen aan de eisen van het rijk te voldoen > is dat op stoom liggen aanzienlijk minder. Er is daar drie à vier maanden vertraging opgelopen. Op allerlei manieren wordt geprobeerd die in te lopen, maar er is een factor minder greep op dan wat de gemeente zelf kan organiseren. Hij wijst nog maar eens op de invoering van de WABO, ten aanzien waarvan tegen hetzelfde probleem aan wordt gelopen. De invoering zou 1 januari 2008 plaatsvinden, toen 1 januari 2009 en vervolgens 2010, en het wordt nu naar alle waarschijnlijkheid medio 2010. Hij heeft er een fles wijn op gezet dat de invoering ook dan niet doorgaat! Op de vraag of bij de actualisering van bestemmingsplannen ook de wijkeconomie wordt meegenomen, luidt het antwoord: nee, nog niet, want
het gaat om een actualisering naar de stand van zaken op dit moment. Over de mogelijkheden van de wijkeconomie zal met de raad eerst een discussie moeten worden gevoerd over de vraag hoe een en ander zou moeten worden gerealiseerd. Die heeft dan niet alleen betrekking op wijkeconomie, maar ook op zoiets als Vitaal platteland, want in dat verband speelt natuurlijk dezelfde problematiek. Dus eerst een aantal uitspraken hierover, waarna een en ander ongetwijfeld technisch in een facetbestemmingsplan zal worden uitgewerkt. De regionale afspraken met betrekking tot woningbouw maken onderdeel uit van de verstedelijkingsafspraak met het rijk en zullen een thema zijn in de uitwerking van het nieuwe omgevingsbeleid zoals de provincie aan het vormgeven is. Als raadsleden weten hoe het moet, hoort spreker het graag. Het is een volstrekt nieuw thema waaraan invulling zal moeten worden gegeven. Het gaat er om samen met de gemeenten Borger-Odoorn en Coevorden tot afspraken te komen over aantallen en soorten die in de komende jaren worden gerealiseerd. Echter, op dit moment heeft nog niemand een goed idee van hoe het er uit moet gaan zien. Ten slotte het wijkeigenaarschap. Zowel de fractie van ChristenUnie als Emmerhout kan gerust worden gesteld: daar hoeft niemand zich zorgen over te maken. De waarnemend voorzitter geeft tot slot in eerste termijn het woord aan de burgemeester. Burgemeester Bijl constateert dat een paar keer is gesproken over de burgerparticipatie. De CDA-fractie heeft gevraagd of de EOP’s kunnen worden betrokken bij de nota over dit onderwerp. Het is wat hem betreft een goede gedachte dat te doen. Voorts heeft de DOP-fractie gezegd dat het college de burgers en instellingen de laatste jaren niet meer naar hun oordeel over de begroting heeft gevraagd. Hij wil niet zeggen dat met deze opmerking het dualisme ten grave wordt gedragen, maar wel dat het volgens hem de raad was die in 2005-2006 hoorzittingen over de begroting hield. Het is het college dat de begroting aan de raad aanbiedt en het is aan de raad te bepalen hoe deze wordt behandeld. Zegt de raad: college, neem het heft maar weer ouderwets in handen!, dan zou hij daar als voorzitter van het college misschien wel iets voor voelen, doch als voorzitter van de raad wil hij toch vragen hiermee als raad zelf wat zelfbewuster om te gaan en met het presidium in overleg te treden over de vraag hoe dit in volgende jaren kan worden georganiseerd. Het college zegt graag toe, wanneer een en ander
42
op een andere wijze wordt georganiseerd, daaraan diens medewerking te zullen verlenen. Over een begroting in één oogopslag heeft het college het onlangs zelf ook gehad. Het wil best in die richting denken, maar er zal tijd nodig zijn om dit uit te werken. Opnieuw kijkt spreker hierbij naar de raad. Als deze zegt dit een goed idee te vinden, zal het college dit oppakken.
van de vraag of de raad hiermee weer van wal wil steken. De heer Arends heeft er hiervóór bij een interruptie tijdens het betoog van de heer Schoo verwezen naar de opgedane ervaring, waaruit gezamenlijk is geconcludeerd dat het initiatief op de een af andere manier niet voor herhaling vatbaar was. Verder meent hij dat in het verleden wel een BIO en een RIO zijn uitgebracht en dat die zijn vervangen door advertenties in de Zuidenvelder. Kortom, er kan van alles worden gedrukt en verspreid, maar het is af en toe ook wel goed te bekijken wat er al wordt gedaan en welk nut dat heeft. Als de pagina in de Zuidenvelder niet levert wat de heer Schoo graag wil, moet maar eens worden bezien wat er in dat opzicht kan worden gedaan. Spreker is het wel met de heer Schoo eens dat moet worden geprobeerd de begroting en de rekening ook voor de inwoners van de gemeente zo begrijpelijk mogelijk te doen zijn.
De heer Schoo had tijdens het eten even een gesprek met een ambtenaar die het had over een BIO en een RIO. Deze zouden in het verleden een boekwerkje zijn gevat dat werd uitgedeeld. Spreker denkt in die richting: in één oogopslag een en ander zo duidelijk te maken dat iedereen het begrijpt. De heer Dijkgraaf zei de begroting in één keer te snappen, want dat alles duidelijk was, maar … Burgemeester Bijl merkt op: maar de GroenLinks-fractie is ook een fractie van buitengewone klasse! De heer Schoo waardeert zijn collega van de GroenLinks-fractie ook zeer. Hij kan echter niet anders zeggen dan dat de DOP-fractie er erg veel moeite mee had, reden waarom zij nogal wat vragen heeft gesteld.
Burgemeester Bijl merkt op dat het misschien een werkbare suggestie is aan de nieuwe raad een ouderwetse BIO en een pagina in de Zuidenvelder te laten zien en deze te vragen in welke vorm de burgers het beste kunnen worden voorgelicht. Over de nieuwe raad gesproken: hij heeft er behoefte aan iets te zeggen over de continuïteit van het gemeentebestuur. Hij heeft, tot nu toe met succes, altijd gestreden tegen de gekozen burgemeester. Het verzekert hem van enige continuiteit na 3 maart 2010. Dat kan trouwens op 5 maart afgelopen zijn, want je weet nooit wat een nieuwe raad gaat doen, ook niet met de positie van de burgemeester! Maar alle gekheid op een stokje: wat het college wil, is de nieuwe raad zoveel mogelijk informatie meegeven om keuzes te kunnen maken voor de nieuwe periode. In de voorbereiding naar de nieuwe raadsperiode zal het college daarvoor diens best doen. Het lijkt het college minder gepast in de komende tijd alles dicht te timmeren, mede gezien de dynamiek en de onzekerheid waarin de gemeente financieel gezien verkeert. In ‘Den Haag’ wordt veel gesproken over maximaal 20% aan bezuinigingen en dat zou € 3 miljard op het gemeentefonds kunnen betekenen; rekenend met zes promille voor de gemeente Emmen komt dat neer op € 18 miljoen op jaarbasis. Er zijn ook andere geluiden over bezuinigingen te horen in verband met de ontwikkeling van het aantal werklozen. Verder zijn er openeinderegelingen zoals WWB en WMO, zodat niet precies bekend is waar het heen gaat. Dit alles zal in de komende tijd duide-
Burgemeester Bijl zegt: die vragen waren ook van grote klasse! De heer Schoo wil alles graag aan de burger kunnen uitleggen. Hem dunkt dat de suggestie van de ambtenaar dan ook een heel goede is. Burgemeester Bijl zegt dat de heer Schoo het er maar op moeten houden dat het college diens best gaat doen om dit weer nieuw leven in te blazen. De heer Huttinga merkt op dat het voor de geschiedschrijving misschien goed is even te vermelden dat het in de twee jaar waarin de raad heeft geëxperimenteerd met hoorzittingen over de begroting de eerste keer ging over de hoeveelheid ingeplande bezuinigingen en er toen een volle zaal was en de tweede keer, toen alles veel positiever was, slechts een paar insprekers die nauwelijks iets hadden te brengen. Het succes hangt dus kennelijk af van het type begroting dat wordt voorgelegd. De waarnemend voorzitter informeert of dit iets zegt voor de komende jaren. De heer Huttinga zegt dat dit in de overwegingen kan worden betrokken bij het beantwoorden
43
lijk moeten worden. Echter, één ding is zeker: de gemeente zal zich erop moeten prepareren dat er in de komende jaren keuzes zullen moeten worden gemaakt. Daaraan is gewoon niet te ontkomen. Normaal wil het college wel eens haast gretig reageren op amendementen of moties om zaken te intensiveren en de raad zal nu hebben gemerkt dat het college terughoudendheid heeft betracht ten aanzien van de zeven ton ruimte voor 2010. Het is natuurlijk aan de raad daarmee wat te doen, doch het college zou het niet erg vinden als die ruimte in de achterzak wordt gehouden. Immers, de huidige periode kenmerkt zich door het feit dat er nog heel veel in beweging is en dat er het komend jaar nog veel gedaan kan worden met cofinanciering. In de rest van het land is te zien dat waar er wordt bezuinigd < spreker verwijst naar de provincie Groningen, die qua cofinanciering aan het bezuinigen slaat >, er voor andere partijen, lees: de gemeente Emmen, weleens nieuwe kansen kunnen ontstaan voor extra investeringen, zodat cofinanciering het komend jaar nog wel een factor van belang is. En praktisch gesproken: de aannemersprijzen vertonen nog steeds een dalende tendens; die gaan nog steeds 5% per halfjaar achteruit. Hoe droevig ook voor de aannemingssector, die combinatie van factoren kan betekenen dat met € 1 miljoen veel meer kan worden gedaan dan twee jaar geleden. Dat is ook te zien bij de aanbestedingen; deze liggen op dit moment op ongeveer 60% van de ramingen. Dat betekent bijvoorbeeld dat in plaats van € 1 miljoen voor een kilometer weg nu anderhalve kilometer kan worden aangelegd. Daarom het pleidooi van het college richting de raad wat geld in de achterzak te houden. In elk geval is in de begroting maar niet die zeven ton vanuit de septembercirculaire meegenomen, want de verwachting is dat dit wel weer gecorrigeerd gaat worden. De heer Dijkgraaf heeft opgemerkt dat op de ene pagina staat dat de gemeente niet aan de criminaliteitsdoelstellingen voldoet, waarbij het met name gaat om fietsendiefstal en verloedering, en dat het op een volgende pagina weer een stuk positiever wordt. Dit laatste komt omdat dit jaar voor ongeveer € 1,5 miljoen extra wordt geïnvesteerd in bestrijding van fietsendiefstal en bevordering van leefbaarheid. Over de hele breedte van de gemeente wordt veel geïnvesteerd in de openbare ruimte, bijvoorbeeld in het winkelcentrum Emmerhout, en op bijvoorbeeld het verminderen van zwerfafval wordt fors ingezet. Dat geld moet dit jaar echt worden besteed. Misschien worden sommige diensten enigszins kierewiet van spreker, want hij vraagt elke 14 dagen wat er inmiddels allemaal is aanbesteed.
Hij zou het evenwel doodzonde vinden als het geld terugvloeit naar ´Den Haag´, dus dat moet koste wat het kost worden vermeden. Dan de vraag van de heer Moinat: wat zijn vreemdelingen? Welnu, dat zijn niet-Nederlanders. Het gaat dus niet om allochtonen of import. Spreker is zelf import, maar is geen vreemdeling! Nederlanders in Duitsland zijn daar vreemdelingen, dus als zij een paspoort willen hebben, moeten zij terecht bij een Nederlands consulaat, doch het kan ook híér. Dat mag, het is toegestaan. Het is gewoon handel, want het kost de gemeente geen geld, het levert haar geld op! De Nederlandse Duitsers kunnen hier mooi tegelijkertijd winkelen. Het kan dus worden gezien als een beetje stimuleren van de economie. De heer Kuper heeft uitgerekend dat dit diens zevende begroting is. Naar het zich laat aanzien, zal dit tevens diens laatste zijn, eigen keus! Spreker heeft eens even uitgerekend de hoeveelste begroting dit van hem is, welnu: de 33ste, verdeeld over vier gemeenten. En Emmen is de eerste gemeente zonder sluitingstijden! Hij heeft in geen andere gemeente ’s nachts en in het weekeinde zo weinig horecagedonder gehad als in de gemeente Emmen. Waar het gaat om openbare orde en veiligheid lijkt het hanteren van variabele sluitingstijden dan ook redelijk aantrekkelijk. Als iedereen om 02.00, 04.00 of 05.00 uur tegelijk op straat komt om naar huis te gaan, is dat vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid geen voordeel. Wethouder Jumelet heeft al gezegd dat getracht moet worden bij jongeren tussen de oren te krijgen dat ze niet te vroeg moeten beginnen met drinken en zeker niet te veel. Dat heeft in sprekers beleving weinig met sluitingstijden te maken. De meeste drank wordt genuttigd buiten de horecagelegenheden; de frustratie bij de horeca is ook zo groot vanwege de omstandigheid dat men al ‘behoorlijk gevuld’ om 01.00 uur binnenkomt. Mevrouw Houwing-Haisma zegt dat de opmerking van de VVD-fractie juist is ingegeven door het feit dat veel jongeren al met behoorlijk veel alcohol op, vaak in zuipketen, uitgaat. De gedachte is: als ze eerder in de horeca zijn, hebben ze nog niet of helemaal niet gedronken en heb je er iets meer zicht op. Met de horeca zouden dan afspraken kunnen worden gemaakt voor het geval dat het uit de hand loopt. Het argument openbare orde en veiligheid is natuurlijk ook een punt, maar het is door de fractie vooral benaderd vanuit het oogpunt van volksgezondheid en de gezondheid van de jeugd. Dat mist de fractie in het totaalpakket aan afspraken, die trouwens heel terecht provinciebreed worden gemaakt. Als dat wordt meegenomen, kan dit ertoe bijdragen dat
44
de gang van zaken in de hand wordt gehouden.
Burgemeester Bijl sluit hierop aan met een reactie op de vraag van de heer Douwstra in hoeverre de financiering rond is. Te melden is dat een jaar geleden is aangegeven hoe het college met een en ander om wil gaan. Van enkele grote partners is bekend hoe zij hierin zitten, zoals de gemeente zelf voor € 80 miljoen en de provincie voor € 70 miljoen. Daarnaast is het rijk verzocht mee te doen in dit verhaal, waarbij moet worden gedacht aan een bedrag in de orde van grootte van dat van de provincie, waarvan de eerste € 10 miljoen al helder is. Met het kabinet wordt nog gesproken over de mogelijkheid verdeeld over het gemeentelijke deel en de dierentuin in totaal voor een bedrag van € 60 miljoen te participeren. Het zal zijn te begrijpen dat het rijk eerst vraagt wat er aan de hand is; dat was ongeveer een jaar geleden. Inmiddels weet het wat er aan de hand is in Emmen; dat weten ook ministers die hier geregeld komen en zij zijn behoorlijk enthousiast over het project. Er is in dezen sprake van een andere dynamiek dan de gemeente zelf gewend is. Er wordt een zogenaamde MIRT-verkenning opgestart, Haags jargon voor de omstandigheid dat het gaat om een project waaraan het rijk steun wil verlenen. Waaruit die steun moet bestaan, daar doet men enige tijd over. Hoe dan ook, de gemeente is de sluis ingegaan en dat moet leiden tot een concrete financiële bijdrage van het rijk. Hoe de verdeling precies ligt, is lastig aan te geven vanwege de cofinanciering. Er zitten verschillende subsidiemogelijkheden in het vat en nog niet bekend is van welke precies gebruik gemaakt gaat worden. Dat kan het FES zijn, het regionale of nationale REP, MIRT of OPF/EFRO, maar met al deze mogelijkheden wordt aan het werk gegaan om na te gaan hoe, om minister Cramer te citeren, gezamenlijk het geld kan worden gemobiliseerd. Hierbij komt ook nog die € 10 miljoen en € 8 miljoen van het grondbedrijf om de hoek kijken. Misschien moeten de gemeente en de provincie op het ene onderdeel wat meer doen en op het andere wat minder, maar samen met het rijk zal worden bekeken hoe alles opgelost gaat worden. Het college is daar niet pessimistisch over en gaat stap voor stap verder. Het Atalantaproject zal straks het enige project in het noorden van het land zijn dat de MIRT-status heeft, wat aangeeft dat het geen flauwekul is waarmee de gemeente bezig is.
Burgemeester Bijl zegt dat alles onder ogen moet worden gezien teneinde effect te bereiken. Hij kent echter ook voorbeelden, zoals gemeenten als Urk en Staphorst, waar in veel gevallen op zaterdagavond om 23.45 uur de kroeg dichtgaat en jongeren daarna een zuipkeet ingaan. Het probleem is gewoon dat er te veel gedronken wordt en daarover zal moeten worden getracht met de jeugd in contact te komen, alsook met de ouders, want drinken kan op allerlei plekken. Hij plaatst evenwel een kanttekening bij het begrip sluitingstijden, want daar kun je verschillend tegenaan kijken. Hij meent dat dit de aan hem gestelde vragen waren over zaken die zijn portefeuille betreffen. De heer Huttinga herinnert aan zijn opmerking over de Wet dwangsom. Daarop is door wethouder Kuper niet gereageerd, wellicht omdat deze dacht dat de burgemeester dat zou doen. Het is heel mooi dat het college in de begroting heeft geschreven dat er een probleem is, doch het heeft daaraan geen risicoprofiel gehangen. Dat bevreemdde hem enigszins, want het gaat om duizenden zaken per jaar ten aanzien waarvan per 1 oktober een tijdlimiet van kracht is geworden, wat maximaal € 1.250,- per geval aan schade kan betekenen voor de gemeente. Hij wil graag vernemen of erover is nagedacht over de vraag welk risico daaraan hangt, begrotingstechnisch. Of gaan die schades allemaal uit de VAR of de BAR betaald worden? Wethouder Kuper heeft hierover niet nagedacht. Burgemeester Bijl laat weten dat het college hierop donderdag aanstaande zal terugkomen. De heer Schoo roept zijn vraag over het Atalanta-project in herinnering. Wethouder Kuper is daarop niet ingegaan, maar de burgemeester gaat hier eveneens over. De vraag was: is het college bereid vanaf de jaarrekening 2009 een aparte paragraaf over dit project op te nemen? Wethouder Kuper meende hierop te hebben geantwoord, maar kennelijk is dat niet gebeurd. De heer Schoo wordt op diens wenken bediend als in december het hele plaatje over de dierentuin wordt voorgelegd. Dan zal de raad ook een voorstel aantreffen waarin wordt aangegeven dat alles wat met de dierentuin te maken heeft, wordt ondergebracht in één programma, opdat er een goed inzicht is in alle ins en outs van de diverse onderwerpen.
De heer Arends heeft begrepen dat de burgemeester over het overschot voor 2010 als het ware aan de raad vraagt dit onaangetast te laten, opdat dit kan worden gebruikt voor het onzekere jaar 2010, hetzij voor tegenvallers, hetzij voor cofinanciering. Heeft spreker dit goed begrepen?
45
Burgemeester Bijl merkt op dat de raad heeft aangegeven in welke richtingen intensivering belangrijk zijn, bijvoorbeeld de fietsvoorzieningen. Dit alles kan worden vervat in een amendement met vermelding van een x-bedrag, doch ook kan het worden vervat in een motie waarin duidelijk wordt aangegeven wat de raad belangrijk vindt. Het college kan vervolgens binnen de bestaande mogelijkheden gaan bekijken wat het in dezen voor de raad kan betekenen. Komt het geld te kort, dan zal het college zich bij de raad melden met de vraag wat er moet gebeuren. Zoals wethouder Holman al aangaf, is het college
bijvoorbeeld bezig met de knik in het fietspad van Barger-Oosterveld richting Klazienaveennoord en verder (Foxel) en met andere fietspaden en alles wat daarmee annex is. Daarom zou het college het niet erg vinden als een en ander in de vorm van een motie wordt gegoten. De waarnemend voorzitter sluit hierna deze eerste termijn van de begrotingsbehandeling af en schorst de vergadering te 20.08 uur tot donderdag 5 november 2009.
46