‘Groningen geeft energie!’
Rapportage
Expertmeeting duurzame energie opwekking Groningen
28 januari 2010
1 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Inhoudsopgave 0.
Samenvatting
1.
Inleiding
2.
De opgave
3.
Resultaten verkenning en Expertmeeting 3.1
Verkenning
3.2
Ontwerpsessies
3.3
Expertmeeting
4.
Constateringen Stuurgroep
5.
Aanbevelingen Stuurgroep
Bijlagen: 1.
Lijst van deelnemers Expertmeeting
2.
Focus op energie in plaats van op CO2
3.
Overwegingen per bron
4.
Stedelijke ontwikkeling
5.
Overzicht duurzame energie ontwerpen Groningen
6.
Ontwerpen duurzame energie-bronnen
2 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Samenvatting Groningen wil energieneutraal zijn in 2025. Niet alleen vanwege de opwarming van de aarde, maar ook omdat fossiele energie op lange termijn eindig is met grote sociale en economische consequenties. Vanuit deze urgentie heeft de gemeenteraad van Groningen besloten dat zij in samenhang met energiebesparende activiteiten de lokale opwekking en het gebruik van duurzame energie wil vergroten. Ook verschillende marktinitiatieven, waarbij naar de rol van de gemeente gevraagd wordt, leiden tot de noodzaak om een visie en strategie te ontwikkelingen voor duurzame energiescenario’s. Daarom hebben we besloten om een Strategische Agenda Duurzame Energie op te stellen en hiervoor denkkracht te organiseren. Gezien de waardevolle samenwerkingsverbanden op het gebied van energie, is onze inzet om deze gezamenlijk op te stellen met onze Akkoordpartners en de Energieconvenant Partners. Draagvlak voor Strategische Agenda Duurzame Energie Het traject voor het opstellen van een eerste aanzet tot een Strategische Agenda Duurzame Energie begon met een verkenning in november 2009 waarbij veertig diepte-interviews zijn gehouden bij partners en deskundigen. Belangrijkste uitkomsten waren dat er draagvlak is voor een strategische agenda en dat visies en standpunten uiteenlopen. Kennisuitwisseling en kruisbestuiving zijn gewenst, zo ook een regierol vanuit de gemeente. Daarom hebben we besloten om als vervolg een multidisciplinaire expertmeeting te organiseren. Bij onze partners was hier draagvlak voor en is vanuit een stuurgroep meegedacht over opzet expertmeeting. Ter voorbereiding op de expertmeeting is begin januari een vijftal ontwerpsessies georganiseerd waarbij per sessie een energiebron is gemaximaliseerd voor de stad. 28 januari vond de expertmeeting duurzame energie, ‘Groningen Geeft Energie!’ plaats met ruim 70 deelnemers. 700.000 ton CO2 besparing is haalbaar! De belangrijkste uitkomst is dat de opgave om 700.000 ton CO2 te reduceren tussen nu en 2025 door inzet van duurzame energiebronnen technisch haalbaar is. Verder werd geadviseerd om vanuit een groeimodel op een mix van duurzame energiebronnen (zon, wind, lokale biomassa, lokale restwarmte en aardwarmte) in te zetten, waarbij flexibiliteit en samenhang met energiebesparende activiteiten essentieel is. Denk en handel letterlijk en figuurlijk ‘out of the border’. Decentrale oplossingen dicht bij de burger, ondernemer vergroten draagvlak. Nadere verkenning hiervan is wenselijk. Participatie is voorwaardelijk. Maak bij de uitwerking optimaal gebruik van de kennispotentie in de stad en sluit aan bij de stadsontwikkeling. Een regierol vanuit de gemeente is wenselijk, maar ook een stimulerende en faciliterende rol, zowel richting markt als bewoners. Omdat kosten-effectiviteit van de verschillende bronnen uiteenlopen zal ingezet moeten worden op slimme financieringsarrangementen met verschillende partijen. Groningen als ontwikkel- en vestiginglocatie Vanuit het gegeven dat 1) 700.000 ton CO2 vermijden haalbaar is en 2) Groningen een unieke ontwikkelomgeving heeft als het gaat om kennis, lokale bedrijvigheid in de energiebusiness, dynamische stadsontwikkeling en ambitie en 3) meters maken om krachtenbundeling en regierol gemeente vraagt, komt de stuurgroep tot de volgende aanbevelingsporen: spoor 1: Groningen profileren als ontwikkel- en vestiginglocatie voor duurzame energie als impuls voor kennisontwikkeling, lokale bedrijvigheid en stedelijke ontwikkeling spoor 2:
Alvast aan de slag met de kansrijke energietechnieken: zonne-energie, lokale biomassa (groen gas) en lokale restwarmte, aardwarmte en windenergie;
spoor 3:
Onderzoeken mogelijkheden (financiële) arrangementen
Participatie van ondernemers en burgers is voorwaardelijk. Het advies is nadrukkelijk hen actief te betrekken bij de uitwerking van de businesscases. 3 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
1.
Inleiding
Groningen wil energieneutraal zijn in 2025. Niet alleen vanwege de opwarming van de aarde, maar ook omdat fossiele energie op lange termijn eindig is. Vanuit deze urgentie heeft de gemeenteraad van Groningen besloten dat zij in samenhang met energiebesparende activiteiten de lokale opwekking en het gebruik van duurzame energie wil vergroten. Ook verschillende marktinitiatieven, waarbij naar onze rol als gemeente gevraagd wordt, stellen ons voor strategische vragen: op welke duurzame energieconcepten zetten we in en wat betekent dit voor de opwekking, distributie en gebruik en de inpassing in de stadsontwikkeling? Om hier inzicht in te krijgen, hebben we denkkracht georganiseerd met als resultaat een eerste aanzet voor een Strategische Agenda Duurzame Energie. Omdat we al allerlei samenwerkingsverbanden hebben op het gebied van energie, wilden we onze lokale partners hier in meenemen. Onze insteek is een gezamenlijk traject te voeren. Strategische Agenda Duurzame Energie Deze rapportage is een eerste aanzet tot een Strategische Agenda Duurzame Energie. Deze geeft inzicht in de mogelijkheden voor opwekking en het gebruik van duurzame energie in de stad, de randvoorwaarden en te maken keuzen. De agenda kan de komende jaren leidend zijn voor de inrichting van de stad, het stimuleren van duurzame ontwikkelingen en de ondersteuning van marktinitiatieven. Hiertoe zijn 3 stappen gezet. 1. Verkenning In 2009 is een verkenning uitgevoerd naar de energiebronnen die de beste kansen bieden voor duurzame energieopwekking in de stad. Wij spraken met partners van het Akkoord van Groningen, van het Energie Convenant Groningen en met deskundigen in en buiten de stad. Uit de 40 interviews bleek dat er veel enthousiasme en draagvlak is voor het opstellen van een Strategische Agenda Duurzame Energie. 2. Strategisch overleg en stuurgroep In december is er een strategisch overleg geweest met de Akkoord van Groningen partners en partners Energieconvenant Groningen. Doel van dit overleg was om de strategische partners mee te nemen in het traject van de Strategische Agenda Duurzame Energie. Tijdens het overleg was er grote belangstelling om de door de gemeente voorgestelde expertmeeting duurzame energie gezamenlijk voor te bereiden. Hiervoor is een stuurgroep geformeerd. Besloten is om voorafgaande aan de expertmeeting een aantal ontwerpsessies te organiseren als bouwstenen voor de expertmeeting. 3. Ontwerpsessies Begin januari zijn met externe deskundigen diverse ontwerpsessies gehouden over de mogelijkheden van duurzame energiebronnen (zon, wind, biomassa, restwarmte, aardwarmte). Opgave van iedere ontwerpsessies was de vraag ‘wat zijn de mogelijkheden voor de stad vanuit maximale inzet op één bron’. Hiermee zijn de mogelijkheden van de individuele energiebronnen concreet in kaart gebracht. 4. Expertmeeting Duurzame Energie Op 28 januari 2010 hebben ruim 70 deskundigen ontwerpen voor duurzame energieopwekking en -gebruik in de stad besproken. Vijf multidisciplinaire teams, met o.a. de disciplines energie/techniek, bouw/ontwikkeling, economie/financiën, ruimtelijk/landschappelijk en maatschappelijk/sociaal, kregen als opdracht het college te adviseren. De vraag was een duurzaam energiescenario voor de stad Groningen te ontwerpen, waarbij in 2025 minimaal de opgave van 700.000 ton CO2-besparing wordt gehaald door inzet van duurzame energiebronnen in de stad en/ of regio en daarbij de afwegingen te expliciteren. Het scenario diende realistisch, technisch uitvoerbaar en politiek/maatschappelijk haalbaar te zijn. Rapport In dit rapport worden de uitkomsten van de expertmeeting en de aanbevelingen van de stuurgroep gepresenteerd.
4 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
2. De opgave Energieverbruik Groningen Het totale energieverbruik in de stad Groningen bedroeg in 2008 306 miljoen m3 gas en 920 miljoen kWh elektriciteit. Als beide fossiel worden opgewekt is dit verantwoordelijk voor een uitstoot van ruim 1 miljoen ton CO2 per jaar. Samen met de uitstoot van verkeer is de stad Groningen verantwoordelijk voor een uitstoot van bijna 1,5 miljoen ton CO2 per jaar. Bijdrage sectoren De bijdrage vanuit verschillende sectoren is: CO2 uitstoot in 2008
CO2 uitstoot Groningen 2008: Aandeel sectoren
Sector [duizend ton]
[aandeel]
677
46 %
woningen
418
28 %
verkeer
365
bedrijven
gemeentelijke organisatie Totaal
1% 25% 46%
25 %
bedrijven woningen verkeer gemeentelijke organisatie
28%
20
1% 100 %
1.480
Duurzame energie-opwekking1 De productie aan groene stroom in Groningen bedroeg in 2008 0,7% van het totale energieverbruik in de stad (i.c. gas en elektriciteit). Trend naar 2025 Bij uitvoering van alle voornemens uit de Routekaart Groningen Energieneutraal 2025+ is de CO2-uitstoot van de stad in 2025 met de helft gereduceerd, voornamelijk door een forse inzet op energiebesparing. Het resterende deel ‘te vermijden CO2’ zou door duurzame energiebronnen moeten worden gerealiseerd. Dat betekent een opgave van 700.000 ton te vermijden CO2 door duurzame energieopwekking in de stad.
CO2 uitstoot Groningen: vergelijking scenario's 1,8
1,5
CO2uitstoot [M ton]
1,2
0,9
0,6
Autonome groei Nationaal klimaatbeleid Klimaatbeleid Groningen
0,3
0,0 2008
1
2012
2016
2020
2025
Het gaat hierbij om levering van duurzaam opgewekte energie aan het openbare elektriciteit- of aardgasnet. 5
Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
3.
Resultaten Verkenning en Expertmeeting
3.1
Verkenning
In het najaar van 2009 is een verkenning uitgevoerd onder partners en externe deskundigen. Uit ruim 40 interviews bleek: Er is draagvlak voor het opstellen van een strategische agenda duurzame energie. Visie en standpunten ten aanzien van duurzame energie lopen uiteen, afhankelijk van kennis en achtergrond. Er is behoefte aan kennisuitwisseling en kruisbestuiving. Een regierol voor de overheid in het opzetten van een traject is gewenst. De bevindingen zijn op 12 november 2009 gepresenteerd aan het college van B&W Groningen. Op basis hiervan heeft het college verzocht om een nadere uitwerking van de mogelijkheden voor duurzame energie-opwekking voor de stad. De gemeente Groningen wil in februari 2010 een eerste aanzet tot een Strategische Agenda Duurzame Energie presenteren. Deze moet inzicht geven in de mogelijkheden voor opwekking en het gebruik van duurzame energie in de stad, de randvoorwaarden en te maken keuzen. De agenda kan de komende jaren leidend zijn voor de inrichting van de stad, het stimuleren van duurzame ontwikkelingen en de ondersteuning van marktinitiatieven.
3.2
Ontwerpsessies
Als voorbereiding op de Expertmeeting zijn een aantal ontwerpsessies georganiseerd met deskundigen van binnen en buiten de stad. Hierbij zijn de mogelijkheden van duurzame energieopwekking en toepassing voor de stad concreet uitgewerkt en in een ‘maximaal scenario’ gegoten. Uitgaande van een maximale inzet op zon, wind, biomassa, restwarmte of aardwarmte. De ontwerpen van de maximale scenario’s waren de basis voor de Expertmeeting op 28 januari 2010.
3.3
Expertmeeting
Algemeen hoge opkomst: alle partners aanwezig, alle disciplines vertegenwoodigd (zie lijst van deelnemers bijlage 1), veel enthousiasme, goede sfeer, nadrukkelijk verzoek van velen om deel te nemen aan vervolgproces, unieke van de bijeenkomst: deskundigen praten en discussiëren over disciplines heen. specifieke en afgebakende opdracht, maar lastig om keuzes te maken. veel overwegingen naar voren gekomen; evenals vragen bij de verschillende technieken. Algemene bevindingen 1.
De ambitie ‘Groningen Energieneutraal in 2025’ is haalbaar. De opgave om 700.000 ton CO2 te reduceren tussen nu en 2025 door inzet van duurzame energiebronnen is technisch gezien haalbaar.
2.
Zet niet in op één bron; maak een verstandige keuze in een mix van duurzame energiebronnen vanuit een groei- en ontwikkelmode. Behoud flexibiliteit voor nieuwe ontwikkelingen en nieuwe inzichten. Voorkom ‘regret’ systemen (lock-in effect).
3.
Stimuleer kennis- en innovatie-ontwikkeling samen met kennisinstellingen en ondernemers in de stad.
4.
Sluit aan bij de ontwikkeling van de stad en benut kansen en mogelijkheden m.n. in de dynamo’s van de stad en de woningbouwopgave. 6 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
5.
Participatie is belangrijke drager voor draagvlak. Richt je naast grootschalige oplossingen ook op decentrale oplossingen, dicht bij de burger, ondernemer, op wijk- en huishoudelijk niveau. Onderzoek de mogelijkheden van participatie-modellen: de consument wordt producent, met (financieel) rendement voor de burger.
6.
Zoek de grenzen op, letterlijk en figuurlijk: denk en handel ‘out of border’. Stel je vernieuwend op; wees ontvankelijk voor creatieve oplossingen; zoek de samenwerking, onderzoek de mogelijkheden in de regio, over de stadsgrenzen.
7.
De inzet op duurzame energie kan niet los worden gezien van de inzet op het beperken van de energievraag. Hoe geringer de vraag, hoe minder duurzame energie-opwekking nodig is. Zoek hierin het optimum.
8.
Leg de focus op energie i.p.v. enkel op CO2-reductie. De waarde van een energiestroom hangt af van drie factoren: kwantiteit, kwaliteit en tijdstip van beschikbaarheid. Ga hier slim mee om door aanbod, vraag en toepassing van energie zodanig aan elkaar te koppelen dat het beste rendement wordt behaald (zie toelichting bijlage 2).
Organisatie • Initiatief-/regierol vanuit gemeente blijft noodzakelijk (agendering, partijen bij elkaar brengen, verbindingen leggen, initiatieven op elkaar afstemmen). • Optimaliseer samenwerking met kennisinstellingen. • Sluit aan bij initiatieven vanuit de markt en faciliteer deze. • De overheid moet primair garanderen in plaats van subsidiëren. • Als overheid moet niet zaken ‘dichtregelen’. • Een lokaal energiedienstenbedrijf zal de implementatie van kleinschalige DE-opwekking bij particulieren én grootschalige DE-opwekking bij/door bedrijven en woningbouwcorporaties kunnen versnellen. Onderzoek hiernaar is wenselijk. Financiën • De kosten-effectiviteit van de verschillende bronnen loopt sterk uiteen. • Van bepaalde bronnen wordt aangenomen dat de kostprijs binnen 10 jaar sterk zal dalen, zoals bij zonne-energie (PV). De kosteneffectiviteit van windenergie is nu al positief. Ook voor biomassa zijn positieve businesscases op te stellen. Voor aardwarmte in combinatie met restwarmte is dit wellicht ook mogelijk, maar nadere verkenning over de organisatie van warmtenetten en de techniek van diepe aardwarmtewinning is noodzakelijk. • Ontwikkel financiële constructies die lokale investeringen in energiebesparing en energie-opwekking stimuleren. • Denk na over vergroening van lokale belastingen als stimulans voor burgers en bedrijven • Regel met name garantstellingen vanuit de overheid • Loop vooruit op toekomstige investeringen (nu al geld reserveren). • De ‘Return On Investment’ van privaat moet ook worden beoordeeld op publiek rendement. • Oplossing en tempo zijn sterk afhankelijk van ambitie en inzet van gemeente en partners, én het beschikbaar maken/krijgen van (investerings)geld.
Kansen en Vraagstukken per bron Vijf multidisciplinaire teams hebben tijdens de expertmeeting een duurzaam energiescenario geschetst en afwegingen aangegeven hiervoor. Vanuit die overwegingen is een vertaling gemaakt naar de belangrijkste kansen en vraagstukken per energiebron. Deze vertaling is weergegeven in onderstaand overzicht. Een uitgebreid overzicht van de genoemde overwegingen bij de toepassing van de verschillende duurzame energie-bronnen is opgenomen in bijlage 2. 7 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Bron Zon Wind Biomassa Restwarmte
Kans Direct toepasbaar, positief imago Hoog rendement (CO2 en terugverdientijd) Lokale biomassa beschikbaar, sluit aan bij marktinitiatieven Restwarmte lokale bronnen beschikbaar
Aardwarmte
Hoog rendement (CO2 en terugverdientijd)
Vraagstuk Financieel arrangement Draagvlak, nimby effect Continuïteit lokale capaciteit Organisatie en consequenties lokaal restwarmtenet Organisatie en consequenties lokaal restwarmtenet
CO2 besparing energiescenario’s Wat betekent de inzet van bronnen voor de CO2 besparing? Drie teams hebben ook ontwerpparameters ingevuld waardoor het scenario vertaald kon worden in CO2 besparing. Belangrijkste conclusie is dat 700.000 ton CO2 besparing technisch haalbaar is.
CO2 besparingen in 2025 1.400.000 1.200.000
ton CO2
1.000.000 Zon Wind Biomassa Restwarmte Geothermie
800.000 600.000 400.000 200.000 0 Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
8 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Mogelijk transitiepad Groningen De groepen zijn ook gevraagd om het energiescenario te vertalen in een transitiepad. Van de drie scenario’s is een ‘gemiddeld scenario’ gemaakt en in een tijdpad gezet. Energiemix Groningen 2025 1.600.000 1.400.000
ton CO2 reductie
1.200.000 Zon Wind Biomassa Restwarmte Geothermie
1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 2010-2015
2015-2020
2020-2025
Maximaal scenario
De ontwerpparameters zijn per bron en per tijdvak in onderstaande tabel weergegeven. 2010-2015 Zon Wind
Biomassa
Restwarmte
Aardwarmte
2015-2020
2020-2025
500.000 m2 park 200.000 m2 dak
+ 1.000.000 m2 park + 200.000 m2 dak
+ 1.000.000 m2 park + 200.000 m2 dak
10 windmolens (a 2 MW) stad, regio
+ 20 windmolens (a 2 MW) stad, regio
+ 20 windmolens (a 2 MW) stad, regio
lokale reststromen lokaal benutten
+ concentratie biogasproductie op 2 locaties
benutten bestaande bronnen in lokale omgeving en Wkk’s
+ optimalisatie benutting
+ 2 hydrothermaal + 2 hydrothermaal (warmte) (warmte) 1 hydrothermaal (warmte) + 1 HDR (elektriciteit, + 1 HDR (elektriciteit, warmte) warmte)
In de literatuur2 wordt aangegeven dat investeringen die nodig zijn om 30% CO2-reductie te krijgen uit kunnen; de vermijdingkosten zijn nul of zelfs positief. Denkbaar is om met een mix van de onderzochte bronnen te beginnen, waarbij in een periode van 10 jaar de relatieve inzet verschuift naar een of meer bronnen die steeds haalbaarder worden. Ervaring opdoen is daarbij cruciaal. Het gaat daarbij om investeringen die kunnen oplopen tot 500 mln. euro in 10 jaar. Een bedrag vergelijkbaar met de kosten van verkeersinfrastructuur, echter in het geval van duurzame energie met een terugverdientijd van soms minder dan 5 jaar.
2
McKinsey 9 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
4.
Constateringen Stuurgroep
Vanuit de uitkomsten van de expertmeeting heeft de stuurgroep van de strategische partners van het Akkoord en Energieconvenant Groningen de volgende drie hoofdconstateringen gedaan: 1. In 2025 700.000 ton CO2 per jaar vermijden met duurzame energie is haalbaar. Wel nu aan de slag! 2.
3.
Groningen heeft een unieke ontwikkelomgeving: • Kennisinstellingen op zowel wetenschappelijk als HBO niveau • Groningen als onderdeel van Energy Valley en met veel lokale bedrijvigheid • Groningen heeft een dynamische stadsontwikkeling en stedelijke kwaliteit • Breed gedeelde ambitie Meters maken vraagt om krachtenbundeling en regierol gemeente
5.
Aanbevelingen Stuurgroep
Deze drie hoofdconstateringen leiden tot de volgende aanbevelingen waarin drie sporen te onderscheiden zijn: spoor 1:
Groningen profileren als ontwikkel- en vestiginglocatie voor duurzame energie als impuls voor kennisontwikkeling, lokale bedrijvigheid en stedelijke ontwikkeling
spoor 2:
Alvast aan de slag met de kansrijke energietechnieken: zonne-energie, lokale biomassa (groen gas) en lokale restwarmte, aardwarmte en windenergie;
spoor 3:
Onderzoeken mogelijkheden (financiële) arrangementen
Participatie van ondernemers en burgers is voorwaardelijk. Het advies is nadrukkelijk hen actief te betrekken bij de uitwerking van de businesscases. Spoor 1: Groningen profileren als ontwikkel- en vestiginglocatie voor duurzame energie In Groningen komen kennisontwikkeling, energiebusiness en lokale bedrijvigheid samen en vormen een logische combinatie in de stedelijke ontwikkeling.
Kennis en Innovatie
GRONINGEN GEEFT ENERGIE
Stedelijke ontwikkeling
Energiebusiness, Lokale bedrijvigheid 10
Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Het advies is dan ook om vanuit de stadsontwikkeling proefgebieden aan te stellen die als Wijs gebieden (energiedynamo’s) aan als kruispunten voor kennis en lokaal ondernemerschap. Hierbij kan aangesloten worden bij stedelijke ontwikkelingen zoals: • Kennisdynamo’s zoals Zernike en UMCG • Transformatielocaties zoals stationsgebied, Europapark en Oosterhamrikzone • Suikerunielocatie • Bouw- en renovatieopgave stad en regio Zie ook bijlage 4, stedelijke ontwikkeling. Projecten in deze gebieden moeten aansluiten bij de ontwikkeling van stad en regio zoals die wordt voorzien in de structuurvisie en in de regiovisie Groningen-Assen. De energievoorziening van stad en regio in de bestaande situatie is in principe geregeld via bestaande infrastructuur en leveringsafspraken. Indien nieuwe energieleveranciers op het toneel komen zullen deze in de plaats komen van bestaande, dan wel zullen afnemers vaker “per saldo afnemers” worden, doordat zij deels in hun eigen energie kunnen voorzien. Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kunnen dikwijls innovatieve wegen worden bewandeld. Maar ook voor de verbetering van de bestaande woningvoorraad bestaan grootscheepse plannen, waarbij aangesloten kan worden. Vervolgens kunnen kansrijke businesscases uitgewerkt worden. Afhankelijk van de businesscase wordt deze uitgewerkt met partners zoals de Akkoordpartners, partners Energieconvenant Groningen, Energy Valley, deskundigen, ondernemers en selectie bewoners.
Spoor 2: ‘Aan de slag’ Zon 1.
2.
3.
4.
5.
Geef (letterlijk) ruimte aan particuliere investeerders in (tijdelijke) zonneparken; faciliteer hen in locaties, planologische procedures, prijs per m2; bv. Suikerunieterrein, afgewerkte stortlocaties, slibopslagplaatsen. 2 Start een project met corporaties gericht op bijv. 30.000 m PV op daken en onderhandel met het rijk over een lumpsum experimenteersubsidie en terugleververgoeding voor de geproduceerde elektriciteit (kenmerk van het project: grootschalige introductie van PV in de bestaande woningvoorraad). Geef als gemeente het goede voorbeeld: • Regel in bestemmingsplannen dat zo veel mogelijk zongeöriënteerd wordt gebouw; richt eigen stedenbouwkundige ontwerpen zongericht in; (NB: binnen 10 jaar wordt PV zo veel goedkoper dat onjuist geörienteerde woningen zeer worden benadeeld). • Voorzie alle gemeentelijke gebouwen (kantoren, scholen, sportaccommodaties, VRI’s ) en iconen in de stad (Forum, station Europapark, nieuwbouw Sozawe, ZRW) voor zover inpasbaar vóór 2015 van zonnepanelen. • Kies bij gebiedsontwikkeling in onderhandelingen met ontwikkelaars positie voor toepassing van PV. Ontwerp een mechanisme waarmee burgers en bedrijven financieel gestimuleerd worden om zonnepanelen te plaatsen. Bijvoorbeeld: • door te garanderen in plaats van te subsidiëren: particulieren kunnen bij een bank een gunstige lening afsluiten omdat de gemeente garant staat. • door een lagere OZB te heffen bij onroerend goed waarop PV is geplaatst, resp. op een andere manier CO2 wordt bespaard/vermeden. Hiermee wordt voor de particulier (of corporatie) een kortere terugverdientijd gerealiseerd. • door coöperaties van particuliere PV-initiatieven te ondersteunen. Kies voor de nog volgende deelplannen van Meerstad de ambitie “elektrisch neutraal”, bijv. door een consortium van ontwikkelaars deze optie technisch en financieel te laten uitwerken.
Wind 1. onderzoek samen met partners en de regio de mogelijkheden voor participatieve constructies voor een of meerdere windpark(en) in of nabij de stad. 11 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
2.
zet op termijn de opbrengst in voor het stimuleren van zon/pv. Mogelijk meteen inzetten op een financiële constructie wind+zon, waarbij de te verwachten winst uit wind direct als dekking voor PV dient.
Biomassa 1. onderzoek de maximale hoeveelheden reststromen in stad en regio. 2. optimaliseer de bestaande inzameling en verwerking. 3. onderzoek de mogelijkheden van invoeden of gebruik als biobrandstof. 4. richt je op twee of drie voedingspunten in de stad (westzijde/Suikerunie; zuidzijde/Vagron, oostzijde/ RWZI). Restwarmte 1. onderzoek de potentie en continuïteit van bestaande bronnen, bv. Umcg, Kempkensberg, Vagron. 2. onderzoek de continuïteit van de bestaande (50) WKK’s in de stad. 3. onderzoek de ervaringen met warmtenetten elders (do’s and don’ts). Aardwarmte 1. doe kennis en ervaring op bij andere projecten en gemeenten (Den Haag). 2. onderzoek de mogelijkheden en potentie voor Groningen onder ander door een proefboring te doen.
Spoor 3: Onderzoek mogelijkheden (financiële) arrangementen Dit spoor kan meegenomen worden bij de uitwerking van de businesscases. Gekeken kan worden naar financiële constructies die lokale investeringen in energiebesparing en energieopwekking stimuleren. Bijv. een fonds voor duurzame energie-investeringen, garantstellingen door overheid, banken e.d. Uit de expertmeeting kwam verder vergroening van lokale belastingen als stimulans voor burgers en bedrijven. Wellicht kan ook een beloningsmechanisme worden ontwikkeld, bijv. via een bonus-malussysteem via de OZB. Daarnaast kan een verkenning gedaan worden naar mogelijkheden van een lokaal energiedienstenbedrijf waaronder verschillende duurzame initiatieven ondergebracht kunnen worden.
6.
Voorstel vervolgproces
Het vervolgproces zou er als volgt uit kunnen zien: 1. Gebieden en energiedynamo’s aanwijzen als kruispunten voor kennisontwikkeling en lokaal ondernemerschap 2. Onderzoeken mogelijkheden (financiële) arrangementen 3. Uitwerken businesscases zon, lokale biomassa en lokale restwarmte en verkenning windenergie en aardwarmte. 4. Aanvullende ontwerpsessie organiseren voor decentrale en innovatieve energieopwekking De planning is dan als volgt: Aanvullende ontwerpsessie Aanwijzen energiedynamo’s Verdieping energiedynamo’s Groningerproeftuin Uitwerken businesscases zon, lokale biomassa en lokale restwarmte Onderzoeken mogelijkheden lokaal energiedienstenbedrijf
maart/april 2010 maart/april 2010 2010-2011 2010-2011 2010-2011
12 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Bijlage 1. Deelnemers Expertmeeting ‘Groningen geeft energie’ Organisatie
Functie
BAM Woningbouw
Vastgoedontwikkelaar
BAM Techniek bv Regio Noordoost
Ingenieur
Ontwikkeling en engineering
De heer ing. A. van Dorp
BRIES
Adviseur
Water- en energiebesparing
De heer drs. G.J. de Wit
Coöperatie De Windvogel
Voorzitter van De Windvogel
De heer D. van Elk
Coöperatie De Windvogel
De heer F. Ogg
Decide, C8
Adviseur energiebesparing, duurzame energie en innovatie Algemeen directeur
Energy Valley
Projectaanjager
Energy Valley
Bureaucoördinator
Enexis
Regiomanager Infraservices Gr/Dr
De heer P. Elzinga
Enexis
Teammanager customer relations
De heer J. Hofsteenge
Enexis
Afdeling
Naam De heer A. van der Veen
De heer W.P. Kistemaker MBA Grootschalige investeringen en groene grondstoffen Finance & External Affairs
De heer drs. ing. P. Cnubben
De heer drs. O. Huisman
Innovatie energietransitie
De heer T. Maes
Groningen Area
De heer R. Benninga
Essent Energiediensten BV
Accountmanager
Essent Warmte BV
Projectontwikkelaar
De heer T. Venema
Essent Wind
Projectontwikkelaar
Mevrouw M. van Gemert
GasTerra
Sr. business analyst
De heer ing. J.T. Hoogakker
GasTerra
Manager energy Transition
De heer ing. H. Overdiep
Gasunie
HSE coördinator
De heer T. Veenstra
Geo Thermie Nederland
Technisch Manager
De heer H. Cornelissen
Geo Thermie Nederland
Plaatsvervangend directeur
De heer H. van Klompenburg
Geo Thermie Nederland, Zeta energy systems
D e heer P. Veldman
Groningen Seaports
Adviseur Overheid en Milieu
Mevrouw M. van den Dungen
Hanzehogeschool Groningen
Wetenschappelijk directeur
De heer prof.dr.ir. W.J.T. van Gemert
Hanzehogeschool Groningen
Lector Vastgoed
De heer ir. F. van Genne MRICS
Huismeesters
Directeur
De heer P.K. Hillenga
13 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Organisatie
Functie
KEMA
Manager Sustainability en clean energy
De heer dr.ir. J. Gigler
Lefier
Projectleider
De heer J. Duut
Milieufederatie Groningen
Directeur
De heer S. van der Velde
Nijestee
Hoofd vastgoed bouwen
De heer M. Nijhoff
Nijestee
Directeur vastgoed
De heer H. Raatjes
Nuon
Manager Sustainability
Mevrouw M. de Kleijn
Petrogas Minerals International B.V.
Managing director
De heer ir. D. Swart
Priva
Business innovator
De heer dr. ir. J.W. Westra
Priva
Senior adviseur duurzame energie
De heer R. Tiedink
Provincie Groningen
Landschapsarchitect
Provincie Groningen
Sr. beleidsmedewerker / programmamanager Energie Coöperatieadviseur
Rabobank Groningen Regiovisie Groningen Assen/ Gemeente Haren REPROM
Afdeling
Naam
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en energiehuishouding Milieubeleid en Bodemsanering
De heer ir. R. Roggema
Coöperatie & communicatie
De heer J. Dijk MBA
Wethouder Groen Links en 2de locoburgemeester Gemeente Haren, Directeur
De heer drs. ing. G.J. Swaving
De heer ing. J. Niezen
De heer prof. dr. A. Herrmann
Rijksuniversiteit Groningen
Hoogleraar Molecular Electronics
Fac. Wiskunde- en Natuurwetenschappen
De heer prof. dr. J.C. Hummelen
Rijksuniversiteit Groningen
Hoogleraar omgevingspsychologie
Fac. der Gedrags- en Maatsch.wetensch.
Mevrouw prof.dr. E.M. Steg
Rijksuniversiteit Groningen
Scientific director
Decide, C8
De heer prof. dr. F.N. Stokman
Rijksuniversiteit Groningen
Honorair hoogleraar Milieukunde
Fac. Wiskunde- en Natuurwetenschappen
De heer prof. dr. A.J.M. Schoot Uiterkamp
Rijksuniversiteit Groningen
Hoogleraar natuurlijke hulpbronnen
IVEM, energie en milieukunde
De heer prof. dr. H.C. Moll
Rijksuniversiteit Groningen / EDREC
Zakelijk directeur
Edrec
Dhr. dr. B. Wiersema
Rijksuniversiteit Groningen Fac. ruimtelijke wetenschappen Verkley Groep, Northern Dutch Drilling Company
Promovendus planologie
Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen
De heer F. van Kann M.Sc.
Commercieel Manager
De heer R. Woudstra
Volker Wessels Vastgoed bv
Projectontwikkelaar
De heer T. Baas
Waterbedrijf Groningen
Directeur
De heer ir. H. Hoogeveen MBA
Waterbedrijf Groningen
Hoofd strategie en onderzoek
Sector ingenieursbureau
De heer ir. D. van de Woerdt
14 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Organisatie
Functie
Afdeling
Naam
Gemeenteraad Groningen
Steun fractielid
Christen Unie
De heer P. Zwarts
Gemeenteraad Groningen
Raadslid
Groen Links
De heer H. Miedema
Gemeenteraad Groningen
Raadslid
Groen Links
De heer D. de Haan
Gemeenteraad Groningen
Raadslid
Student en stad
De heer S. Antuma
Gemeenteraad Groningen
Raadslid
SP
De heer M. Marion
Gemeenteraad Groningen
Raadslid
PvdA
De heer J. Spakman
Gemeente Groningen
Wethouder
Milieu en Zorg
Mevrouw ing. J.A. Visscher
Gemeente Groningen
Wethouder
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
De heer F. de Vries
Gemeente Groningen
Directie Milieudienst
Milieudienst
De heer T. Wits
Gemeente Groningen
Vakdirecteur Milieubeheer
MD
Mevrouw drs. M.S. Gelling
Gemeente Groningen
Directeur Ruimtelijk Ontwikkeling
ROEZ
Mevrouw E. Schieven
Gemeente Groningen
EZ, teamleider bedrijfsloket
ROEZ
De heer R. Torenbosch
Gemeente Groningen
Specialist
Miliebeheer, B&A
De heer W. de Boer
Gemeente Groningen
Projecleider duurzaamheid/energie
Miliebeheer, B&A
De heer P. Corzaan
Gemeente Groningen
Energie-adviseur
MD, ROEZ
De heer H. van der Wal
Gemeente Groningen
Beleidsadviseur energie EZ Miliebeheer, B&A
De heer J. Westendorp
Gemeente Groningen
Adviseur ruimtelijke ontwikkeling
ROEZ
Mevrouw L. Koopal
Gemeente Groningen
Sr. Projectadviseur wonen
ROEZ
De heer R. Asschert
Gemeente Groningen
Landschapsontwerper
ROEZ
De heer L. Dijkstra
Gemeente Groningen
Stedebouwkundig ontwerper
ROEZ
De heer R. Wiersma
Gemeente Groningen
Programmamanager Duurzaamheid
Miliebeheer
Mevrouw drs. L. van Nes
Gemeente Groningen
Sr. beleidsmw. Programmacoördinatie
ROEZ
De heer I. Wiersma
Gemeente Groningen
Stafmedewerker
Milieubeheer
De heer F. Hendriks
Deerns
Energiespecialist
De heer P. Buurman
Deerns
Energiespecialist
De heer I. Bouwman
15 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Organisatie
Functie
Afdeling
Naam
Deerns
Energiespecialist
Mevrouw M. Timmerman
Teammanager energie
De heer A. Koedam
Afzeggingen Aedes Vereniging van Woningcorporaties Bio-energie noord Dienst Landelijk Gebied
De heer F. Debets Landschapsarchitect
De heer J.W. Boetze
Enexis
De heer H. Slootweg
Gemeente Groningen
Sr. Landschapsarchitect
Gemeente Groningen
Afdelingshoofd Ruimtelijke ontwikkeling
Gemeente Leeuwarden
Beleidsmw. Energie
De heer J. van de Bospoort ROEZ
De heer A. Muis De heer ing. B. de Boer
Gemeenteraad
Mevrouw F. Slors
Geo-thermie Nederland
De heer E. Kruize
Hanzehogeschool Groningen
Sr. consultant
EKC
De heer ir. U.P. Lely
Heijmans Vastgoed Regio Noord
De heer V. Tuiten
Lefier
Mevrouw Y. Geerdink
Northern Dutch Drillling Company
De heer R. te Gussinklo Ohmann
Patrimonium
Directeur
De heer J. van de Heide
RENCOM
Directeur
Mevrouw J. Cace M.sc.
Rijksuniversiteit Groningen
EDREC/Energy Delta
De heer prof.dr.mr. C.J. Jepma
Rijksuniversiteit Groningen
VGI
De heer ir. H.J. van Uitert MBA
Rijksuniversiteit Groningen
Faculteit Wis- en natuurkunde
De heer Dr. K.J. Noorman
TNO/ Hanzehogeschool
Professor Energy applications
De heer prof. ir. J.B. de Wit
TU Delft
Emeritus afdeling Urbanism
De heer Prof. Ir. C.A.J. Duijvestein
UMCG
Directeur
Universiteit Amsterdam
Bouw & infrastructuur
De heer ing. H. Timmerman MBA De heer Prof. Dr. L. Reijnders
16 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Organisatie
Functie
Afdeling
Naam
Universiteit Twente
Hoogleraar
Fac. Management en De heer prof.dr. W.J. de Ridder Bestuur, Kamer A-204
Woonstade HoogkerkNoorddijk
Directeur
De heer W.J. Nolden
Alleen stukken toegestuurd: Hanzehogeschool Groningen
Facilitaire dienst
De heer S.I.P. Vaas
Ministerie van Economische zaken
Interdepartementale Programmadirectie Energietransitie Lokale en Regionale Klimaat Initiatieven
De heer H. Brouwer
Ministerie van VROM Ruimte en Milieu Ministerie van VROM Ruimte en Milieu
De heer drs. R. de Graaf Mevrouw T. van Leeuwen
17 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Bijlage 2. Focus op energie in plaats van op CO2 (en betrek daarbij enkele principes) Ga uit van de vorm waarin energie gewenst is. Grofweg kan energie nodig zijn als elektriciteit (bijv. voor apparaten of verlichting), als warmte (bijv. voor ruimteverwarming en tapwater) of voor kracht (bijv. de voortstuwing van een auto of een machine). Elektriciteit is een hoogwaardige vorm van energie omdat deze rechtstreeks kan worden gebruikt, maar ook met relatief weinig verlies kan worden omgezet in warmte of kracht. Echter bij de conventionele productie van elektriciteit in een centrale gaat veel warmte verloren, ongeveer de helft van de energie-inhoud van de brandstof die daarbij wordt gebruikt. Om te voorzien in warmtebehoefte is elektriciteit niet de aangewezen vorm, maar kan beter rechtstreeks een brandstof als gas worden gebruikt. Eenmaal geproduceerde elektriciteit moet liefst worden gereserveerd voor toepassingen die alleen met elektriciteit uit de voeten kunnen. Voor ruimteverwarming kan het beste laagwaardige warmte gebruikt worden, z.g. lagetemperatuur-verwarming. Daarbij kan warmte worden benut die anders vaak verloren gaat. Voor voortstuwing van voertuigen gebruiken we vloeibare of gasvormige brandstoffen omdat alleen deze gemakkelijk zijn mee te nemen. Voortstuwing van auto’s kan – met een redelijke efficiëntie – ook elektrisch mits voldoende accucapaciteit beschikbaar is, of accu’s snel opgeladen kunnen worden of verwisseld voor volle accu’s. Kortom, energie kan beschikbaar zijn in verschillende kwaliteiten. Een doelmatige inzet van energiebronnen betekent meestal dat laagwaardige vraag (warmte van 25 graden) niet met hoogwaardige energie (elektriciteit of een gasvlam van 1000 graden) moet worden bediend. Omzetting van energie in een andere vorm gaat meestal met verliezen gepaard. Transport van elektriciteit en gas geeft relatief weinig verlies. Transport van warmte en van biomassa kost relatief veel energie. Bij de afweging van de inzet van duurzame bronnen (wind, zon, biomassa, restwarmte en aardwarmte) spelen deze principes mee. • •
•
•
•
Bij wind- en zonne-energie wordt rechtstreeks elektriciteit gemaakt, wat een hoge waardering verdient. Gebruik van biomassa is vooral interessant als daarvan gas wordt gemaakt, dat in het gasnet kan worden ingevoed of in mobiele bronnen te gebruiken is. Ook kan dit efficiënt worden gebruikt in een warmte-kracht-centrale (WKK), waarbij elektriciteit wordt geproduceerd en de “afvalwarmte” lokaal wordt benut door een warmtevrager. De overweging om restwarmte te benutten gaat uit van de veronderstelling dat het ontstaan daarvan (ook op termijn) onvermijdelijk is en het nuttig toepassen van die warmte is dus efficiencyverbetering. De overweging om diepe aardwarmte te benutten komt voort uit de in beginsel onuitputtelijke voorraad ervan (op 3 tot 5 km diepte). Diepe aardwarmte (5 km, ca. 160 graden) is te beschouwen als hoogwaardiger dan minder diepe (2 km, ca. 80 graden) omdat deze deels kan worden omgezet in elektriciteit. De resterende laagwaardiger warmte kan vervolgens nog eens in warmtebehoefte voorzien. Voor de inzet van centraal aanwezige warmte (bijv. bij de suikerfabriek, bij een aardwarmtebron of bij een WKK) in decentrale toepassingen (woningen, kantoren) is een warmtedistributienet nodig. Aanleg en exploitatie hiervan vereisen technische en juridische bedrijfszekerheid en continuïteit op lange termijn.
18 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Bijlage 3.
Overwegingen per DE-bron
(resultaat expertmeeting 28012010)
ZON
SOCIAAL
FINANCIEEL
RUIMTELIJK
INFRASTRUCTUUR
TECHNIEK
CO2REDUCTIE
Pro Sluit aan bij duzavisie Zon, nu mee beginnen, niet overal
Contra
Dilemma
Beperkt rendement Energetische terugverdientijd 6-7 jr.
Bewezen techniek, schoon Teveel optimisme over Snel te realiseren gebruiksmogelijkheden Positief aantal zonuren Breed toepasbaar; zowel kleinschalig als grootschalig; zowel bestaande bouw als nieuwbouw
Denk ook aan koelbehoefte
Aansluiting op bestaand net Elektriciteitsnet (nog) niet geschikt Combi met elektrisch vervoer voor grote hoeveelheid teruglevering mogelijk (2016) Overal toe te passen, ook decentraal
Gelijktijdigheid en buffering aandachtspunt; idem opslag Dag- en nachtcylus, backup blijft nodig
Als dakbedekking geen claim voor extra ruimte Dakpanelen uit het zicht Meerstad energieveld en de woningen in dorpen wisselgeld voor energieproductie
Bij grootschalige parken conflict ruimtegebruik Benut waardevolle stedelijke locaties niet voor PV of andere zaken die perifeer kunnen
Pv wordt goedkoper Potentie tot grote prijsdaling Ook beperkte investering mogelijk (kleinschalig) Past goed bij NL kenniseconomie
Terugverdientijd PV is fors Rendabel na 15-20 jr Hoge investering tov lage kg CO2. Bij grootschalige toepassing, ook investering in infra nodig
Positief imago: duurzaam, sexy, hip Uitstraling past bij duza-ambities stad Grote acceptatie bij burgers Kleinschalig toepasbaar, dicht bij de burger Bewoners en bedrijven worden producent, aandeelhouder Decentraal makkelijk uit te breiden, incrementeel
Wie investeert: particulier, overheid of pps? Subsidie noodzakelijk, maar niet verzekerd (SDE) Ecologie (doel) is belangrijker dan economie (middel) Consument is geen producent, moet worden cocreatie (vgl ict) Grootschalige bestaande technologieen moeten omgebatterijd worden naar ‘tailormade’. Grootschalige oplossingen leiden tot hoogste prioriteit voor financieele doeleinden (winst). ROI van privaat belemmert dikwijls publiek rendement
Perspectief Bestaande techniek; direct toepasbaar Rendement beperkt, maar zal komende jaren toenemen Prijs zal komende jaren afnemen Uitstraling en draagvlak bij bewoners en bedrijven Overkap alle parkeerplaatsen en transferia met zonnepanelen Ontwikkel ‘weiland’projecten voor pv panelen; evt als tijdelijke functie (Suikerunie) Plaats PV op bedrijfsgebouwen Specifieke oplossingen voor wijken mogelijk bijv. stadscentrum, buitenwijk, bedrijventerrein
19 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Wind
Contra
Dilemma
Lasten in buurgemeenten, baten aan Lokaties buiten gemeente stad toegerekend grenzen
Bewezen techniek Snel realiseerbaar In de toekomst ontwikkeling naar groter, dus hoger rendement
Opslag en reserve capaciteit is show- Back-up noodzakelijk stopper Geen wind geen energie, dus backup regelen.
Kan op bestaande infra, elektriciteitsnet
Teveel intermitterende bronnen zonder opslagmogelijkheden zorgen voor instabiel net Wind stelt hoge eisen aan infra vanwege grote variabiliteit. Elektriciteitsnet (nog) niet geschikt voor grote hoeveelheid teruglevering (2016)
Middelgrote windmolens (50m) zijn geschikt voor integratie op bedrijventerreinen Wind wel binnen de gemeente! Groningen wordt op de kaart gezet Met name opstellingen langs kanalen zagen er op de kaart mooi uit. 5 mw op stainkoel’n
Moeilijk inpasbaar; ‘Nimby’ Ruimtelijke inpassing is probleem Bezwaren in maatschappij mbt geluid, zicht, horizonvervuiling, landschappelijke ontsiering niet in de stad niet binnen gemeentegrenzen aan de kust op zee Voorkeur grootschalig in gebied met meer wind Wind is niet geschikt voor dichtbevolkt land (450inw/km)
FINANCIEEL
Snel en veel resultaat te behalen Hoog rendement Veel CO2 te reduceren Binnen 6 maanden energieneutraal
Meest kosteneffectief en hoogste milieuwinst ( € / ton CO2) Beste rendement Kortste terugverdientijd Qua investering relatief goedkoop Marktbereidheid Benut de kansen van zelflevering Economische kracht voor stad
SOCIAAL
RUIMTELIJK
INFRASTRUCTUUR
TECHNIEK
CO2REDUCTIE
Pro
Benut het individu, participatie bewoners, bedrijven, dus meer decentraal Denk in specifieke oplossingen voor bepaade wijken en afnemers, bv buitenwijk, bedrijventerrein Vraagt zorgvuldige en transparante voorbereiding
Hoe regel je opslag? Afstemming Tennet nodig Investeren in netcapaciteit (ms/hs) niveau noodzakelijk?
Afhankelijk van subsidies Goed kijken naar kosten!
Maatschappelijk lastig in te passen Draagvlak ontbreekt Politiek (te) weinig draagvlak
Consument is geen producent, moet worden cocreatie (vgl ict)
Perspectief Technisch haalbaar, uitvoerbaar, op korte termijn realiseerbaar (afgezien van procedures). Vanuit CO2-opgave zeer goed rendement. Financieel gezien aantrekkelijke investering (credits aan ?). In de toekomst ontwikkeling naar hoger, beter, meer rendement. Meest omstreden vanwege milieubezwaren mn landschappelijke inpassing. Clustering in parken, lijnen kan relatie Stad met omgeving versterken. Alternatief is bouw/participatie in parken aan de kust of op zee. Vraagt afstemming, gezamenlijke aanpak met provincie en buurgemeenten. Vraagt zorgvuldige voorbereiding en langdurige vergunningprocedure (ivm draagvlak). 20 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Biomassa
Biomassa
OVERIG
SOCIAAL
FINANCIEEL
RUIMTELIJK
INFRASTRUCTUUR
TECHNIEK
CO2REDUCTIE
Pro
Contra
Hoog rendement Ruimt reststromen op; draagt bij aan duurzame sta
Geen echte duurzame bron; vastgelegde CO2 komt weer vrij (kortcyclisch). Laag rendement (watt/ hectare) Biomassa op grote schaal vergt veel transport(kosten).
Techniek is beproefd Makkelijk inpasbaar Gebruiken waar het voorhanden is. Bruikbaar voor warmte en/of elektriciteit en/of mobiliteit. Te koppelen aan biowkk (elektra en warmte) Meerdere kleine invoeders zijn te bundelen in ruw biogas traject Door centrale invoeding wordt vraaguitval tegengegaan Opslag mogelijk, snel te realiseren. Kan in aansluiting op bestaande gasnet Acceptatie gasunie voor teruglevering nodig.
Alleen met restmateriaal Gasvraag in de zomer laag. Biogas uit afval (huishoudens) niet beheersbaar
Dilemma
Groen gas / CO2 opname en emissie klein Capaciteit is aandachtspunt! Leveringszekerheid?
Grootschalig heeft veel implicaties (bouw Extra invoedingsnet nodig fabriek) (zuivering tot aardgaskwaliteit)… maar als het werkt, uitstraling naar heel NL.
goed inpasbaar
Lelijke centrales niet in de stad Te weinig ruimte
Ruimtelijke inpassing is aandachtspunt
Kosteneffectief Biomassa heeft vaste waarde, te allen tijde inzetbaar Sluit aan bij economische ontwikkeling en speerpunten Stad (gas).
Grootschalig vraagt hoge investering
Waarde van reststromen niet gegarandeerd
Competitie met voedsel Potentiele overlast, mn stank Consument is geen producent, moet worden cocreatie (vgl ict)
Transitie van gasnet naar warmtenet is onvermijdelijk. Hoe krijg je draagvlak voor bij de gemiddelde huishouding. Is vooral sociaal vraagstuk.
Concurrentie grondstoffen voor andere toepassingen
Perspectief Beproefde techniek (Vagron). Vanuit CO2-rendement aantrekkelijk. Richten op (optimalisatie van) bestaande reststromen (groenafval, tuinafval, vetten e.d.). Géén specifieke teelt, géén verdringing van landbouwgronden, géén import, géén vervoer over grote afstanden. Continue aanvoer van biomassa is voorwaarde voor gegarandeerde productie. Terughoudendheid bij opschaling naar provinciaal niveau; in toekomst wel mogelijk. Opschaling vraagt forse investering in nieuwe verwerkingsfabriek; vraagt om consistent beleid, en goede afspraken in/met de regio. 21 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Restwarmte
FINANCIEEL SOCIAAL
Contra
Dilemma
Potentieel rendement Niet echt duurzaam, wel besparing. Ongebruikte energie, kans die we moeten Energiebesparing mag niet ten koste benutten. gaan van rendement restwarmte Als restwarmte, verbinden met energiebesparing Nu wordt kostbaar aardgas verbruikt terwijl er voldoende restwarmte is
Businesscase sterk afhankelijk van resultaten energiebesparing
Bewezen techniek Eenvoudige systemen Goed in de tijd implementeerbaar Continue stroom Warmtebron koppelen aan aardwarmte Transitieoplossing als opstap naar aardwarmte Combi mogelijk met biovergisting Leveringzekerheid Goede oplossing voor bestaande bouw
Technieken ontbreken om effectief gebruik te maken van restwarmte. Afhankelijk van continuiteit restwarmtebron Gevaar ‘lock-in’- effect “oude systemen’
Onzekere voorziening, met name warmte uit conventionele opwekkers (bedrijven). Keuze temperatuurniveau, cascadering.
Infra is beschikbaar Goed in te voeden in bestaande infra. Groeimodel
Opgave infra wordt teveel onderschat.
Aanleg warmtenet is erg ingrijpend voor Inpassing wkk’s; wanneer, de stad (ruimtebeslag, opbreken wegen) waar en hoe?
RUIMTELIJK
INFRASTRUCTUUR
TECHNIEK
CO2REDUCTIE
Pro
Goedkoop (afvalprodukt) Prijs t.o.v gas en leveringzekerheid Goede investering, maar niet voor 1 bron onduidelijk Als energie echt duur wordt, neemt restwarmte af. Alleen aantrekkelijk in combinatie met geothermie
Goed te verkopen
Financieel haalbaar? Reductie laagwaardige restwarmte bedrijven Grootschalige oplossing leidt tot hoogste prioriteit voor financiele doeleinden (winst).
Creeeren draagvlak noodzakelijk Consument is geen producent
Perspectief
Bron is /zou op termijn eindig moeten zijn. Echter benutten bestaande restwarmte zou prioriteit moeten hebben; vergroot rendement al opgewekte/gebruikte energie. Potentieel is groot, maar consequenties zijn nog lastig te overzien. Keuze in schaalgrootte is lastig: met name benodigde infrastructuur, aanleg van een warmtenet in de stad, is een forse investering en erg ingrijpend. Kies voor een groeimodel: - begin kleinschalig, bouw in de toekomst uit; - start/benut bestaande bronnen/mogelijkheden (Suikerunie, UMCG, Lijnco); - sluit aan bij lokale gebruikers, dus geen grote transportafstanden; - sluit in de toekomst eventueel aan bij ontwikkeling aardwarmte. Optie is benutten restwarmte die vrijkomt in Eemshaven (ordegrootte…..CO2-stad). Vraagt aanleg transportleiding door de provincie. 22 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Aardwarmte
OVERIG
Contra
Groot potentieel Schone energie hoogste reductie CO2
Onuitputtelijke bron Hoge beschikbaarheid Lijkt veelbelovend Wel ‘robuust voorzichtig’ Kennis aanwezig 8400 uren beschikbaar, basisload. Bij voorkeur elektraopwekking in combinatie met ruimteverwarming. Aantrekkelijk voor toepassing in bestaande bouw
Dilemma Ook al komt het ‘gratis’, zuinigheid en cascadedenken moet uitgangspunt zijn
Techniek nog niet bewezen Langetermijn effect op de bron onduidelijk (balans onttrekkingopwarming) Niet of moeilijk te realiseren op korte termijn Hydrothermaal systeem zeer lastig t.a.v. temperatuursniveau (T is te laag). Milieuaspecten niet afdoende afgedekt.
Eindig of niet? Betrouwbaar? Techniek, warmtebalans ondergrond. Wat moeten we met al die (rest) warmte?
In combinatie met restwarmte, Concurrentie infrastructuur beginnen met restwarmte Kan relatief klein gebied voorzien van Optie is hergebruik KPN centrales voor warmte opwekking aardwarmte (x locaties in stad).
Risico’s tav verzakkingen, interferentie gaslagen, verontreinigd grondwater
Indien gereed relatief weinig ruimtebeslag
Oplossing voor regionale schaal of hoger, tussenschaal ontbreekt. Hot Dry Rock: ruimtegebruik koelers is groot probleem Ruimtebeslag in de stad Geen grote lelijke installaties in de stad
Lagere schaalniveaus zijn vergeten. Ruimtelijke inpassing warmtenet Inpassing centrales groot aandachtspunt
Forse investering relatief goedkoop gunstige C.O.P.
Hoge voorinvestering (kan andere investeringen blokkeren). Hoe om te gaan met financiele risico’s (onzekerheid succes techniek HDR)
hoge investering ROI van privaat belemmert dikwijls publiek rendement
Grootschalige techniek; sluit niet aan bij schaalniveau burger. Invloed op woon- en leefomgeving wijk Consument is geen producent, moet worden cocreatie (vgl ict)
Organisatorisch ingrijpend Draagvlak is essentieel. Zeker wanneer boorput omvang van voetbalveld heeft. Barendrecht effect? Grootschalige oplossingen leiden tot hoogste prioriteit voor financieele doeleinden (winst).
SOCIAAL
FINANCIEEL
RUIMTELIJK
INFRASTRUCTUUR
TECHNIEK
CO2REDUCTIE
Pro
Aardwarmte is onderscheidend voor Groningen; andere regio’s in NL vaak minder potentie. Aardwarmte is ook op afstand te benutten: de bron bij Ganzedijk kan stroom leveren voor de stad. Er is know-how in het Noorden ogv boren en kwaliteit van de bron >90 graden. Perspectief
.Relatief nieuwe techniek in NL; nog weinig bekendheid (‘onbekend maakt onbemind’). Hydrothermale bron (warmte) is ‘bewezen techniek’, HotDryRock (HDR) (warmte + elektriciteit) nog niet. Potentie is groot. Veel vragen over haalbaarheid, uitvoerbaarheid, inpassingsmogelijkheden voor Groningen. Draagvlak onder inwoners moeilijk in te schatten. Vraagt forse investering in aanleg bronnen en aanleg infrastructuur (warmtenet). Vraagt forse (voor)investering in onderzoek. Daarmee ook grote risico’s
23 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Bijlage 4. •
•
•
• • •
•
•
Stedelijke ontwikkeling
In de Verstedelijkingsopgave van de regio Groningen-Assen staat het stimuleren van de (kennis)economie centraal. De stad gaat fors investeren in voorwaarden voor verdere economische structuurversterking, met name rond de 6 dynamo’s, met een accent op kennis en diensten. De binnenstad, met 33 miljoen bezoekers per jaar, heeft daarin een bijzondere positie. Zernike en het gebied rond het UMCG zijn de belangrijkste kennisdynamo’s. Het Stationsgebied is de belangrijkste nieuwe ontwikkellocatie. De stad zet in op aantrekkelijke woonmilieus voor verschillende doelgroepen. In hoofdzaak (60%) binnen bestaand stedelijk gebied (wijkvernieuwing, transformatie, intensivering) en deels in Meerstad. De totale bouwopgave van de stad is 1150 woningen per jaar, van de regio als geheel 2900 per jaar Bij het versterken van de bereikbaarheid ligt het accent op de ringwegen (m.n. de 2e fase Zuidelijke Ringweg) en op investeringen in het regionale HOV-netwerk Kolibri, waarbij vooral de aanleg van (regio)tramlijnen in het oog springt. De stad blijft investeren in het fietsroutenet. Bij bedrijfsterreinen ligt het accent op revitalisering en herstructurering (intensivering), naast geconcentreerde uitbreiding (Westpoort). Bij de wijkvernieuwing gaat het om 14 wijken waar sprake is van sloop/vervanging van 3.500 woningen. Bijzondere transformatieprojecten zijn de herontwikkeling Stationsgebied (‘overstapmachine’, nieuw stadsdeel, wonen en werken) en de Oosterhamrikzone: aanleg autoontsluiting vanaf Oostelijke Ringweg naar UMCG en binnenstad. De economische structuurversterking richt zich vooral op de volgende gebieden: - Zernike: intensiveren kennislocatie (infrastructuur, openbare ruimte, ca. 150 ha); - Zuid-Oost (vervolg revitalisering en herstructurering, ca. 700 ha); - West: tussen Westelijke Ringweg en Westpoort (transformatie, herstructurering, ca. 200 ha). Strategisch voorraadbeheer corporaties: om het woningbezit op een energetisch hoger niveau te tillen gaat het om investeringen van gemiddeld 25 tot 30.000 per woning. Voor de stad Groningen met ca 35.000 huurwoningen waarvan ca 70% met een label D of slechter, gaat het om ca 20.000 woningen. Ervan uitgaande dat in de komende 10-20 jaar deze voorraad versneld onderhanden genomen gaat worden hebben we het over een investering van ca. 500-600 miljoen euro. Naast het klimaatbeleid is voor corporaties een minstens zo belangrijke doelstelling het beperkt houden van de woonlasten voor huurders. Bij doorgaande energieprijsstijgingen zoals we die in de afgelopen 10 jaar hebben gehad (gem. 8% per jaar) zullen de nu voornamelijk goedkope huurwoningen straks dure woningen blijken als de energierekening erbij wordt opgeteld. Op dit moment wordt onderzocht of de aanpak vooral gezocht moet worden in isolatie en installatietechniek, dan wel in de toepassing van duurzame energiebronnen, zoals aardwarmte.
24 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010
Bijlage 5.
Overzicht duurzame energie ontwerpen Groningen 2025 Zon
Uitgangspunten − Grootschalige PV zonneparken − PV op daken in de stad − PV multikristallijn silicium − 50% dekking elektriciteitsvraag
Wind − Grootschalige windturbines − 2 MW turbines, 133 m masthoogte
Biomassa − Optie 1: separate opwekking door Centrale vergasser , Vagron, Cosun, rioolwaterzuivering en individuele agrariërs − Optie 2: gecombineerde opwekking. Afval en reststromen uit de stad − Optie 3: gecombineerde opwekking. Afval en reststromen uit de provincie − Toetsing biomassastromen met (eigen) duurzaamheidscriteria − Optie 1: 19 Mm3 groen gas (5 %); huidige situatie voortzetten − Optie 2: 82 Mm3 groen gas (20 %), alle biomassa van de stad inzetten − Optie 3: 180 Mm3 (45 %) groen gas, biomassa stad + omstreken − 180 Mm3 groen gas per jaar − Alle tankstations in de stad bieden groen gas aan
Ontwerpparameters
− m2 PV zonneparken − m2 PV dakmodules
− Aantal windturbines
Maximaal scenario
− 3,6 km2 PV zonneparken − 0,6 km2 PV dakmodules − Zonneparken op Suikerunie hoofdterrein en vloeivelden, Westpost, slibdepots Stainkoel’n
− 86 windturbines − Langs Eemskanaal, Winschotendiep, Van Starkenborghkanaal − 172 MW
CO2 reductie
− 267.000 ton CO2 − 38% van de ambitie
− 278.000 ton CO2 − 40% van de ambitie
Investeringen
− 1,4 miljard euro − Terugverdientijd (TVT) zonnepark 12 jaar − TVT dakmodule 22 jaar − zonnepark: 5.060 €/ton CO2 − dakmodules: 8.550 €/ton CO2 − 960 miljoen euro
− 240 miljoen euro − TVT 5 jaar
− 500 miljoen euro
− Optie 1: 34.000 ton CO2 - 5% van de ambitie − Optie 2: 146.000 ton CO2 - 21% van de ambitie − Optie 3: 320.000 ton CO2 - 46% van de ambitie − Optie 1: 75 miljoen euro − Optie 2: 144 miljoen euro − Optie 3: 212 miljoen euro − TVT optie 3: 8 jaar − 1. 2.200 €/ton CO2 − 2. 990 €/ton CO2 − 3. 660 €/ton CO2 − 350 miljoen euro
− 113 miljoen euro/jaar
− 55 miljoen euro/jaar
− 43 miljoen euro/jaar
Rendement Opbrengsten 2010-2025 Opbrengsten vanaf 2025
− 870 €/ton CO2
Restwarmte
Aardwarmte
− Aanleg infrastructuur starten bij − Twee-sporen pad bewandelen tot 2020. locaties met restwarmte Daarna kiezen voor doorzetten spoor 1: hydrothermale techniek, OF spoor 2: − Huidige opgestelde WKK’s in HDR (Hot Dry Rock) techniek. de stad koppelen aan bestaande − Spoor 1 lijkt meest kansrijk woonwijken − Warmtenet via ‘Plug-and-play’ − Warmtenet via ‘plug-and-play’ systeem systeem verder uitbreiden verder uitbreiden
− Hoeveelheid restwarmte bedrijven in GJ − Hoeveelheid restwarmte WKK’s in GJ
− Aantal hydrothermale bronnen − Aantal HDR centrales
− Driekwart van de bestaande woningen aangesloten op warmtenet − Alle restwarmte in de stad gebruiken − Extra restwarmte van WKK’s in woonwijken − 140.600 ton CO2 − 20% van de ambitie
− Driekwart van de bestaande woningen aangesloten op warmtenet − 3 HDR en 9 hydrothermaal OF − 7 HDR en 3 hydrothermaal
− 230 miljoen euro voor infrastructuur en back-up systeem − TVT 11 jaar − 1.640 €/ton CO2
− − − − − −
−
200 miljoen euro
−
20 miljoen euro/jaar
− spoor 1: 168.000 ton CO2 - 24% van ambitie − spoor 2: 440.000 ton CO2 -63% van ambitie
spoor 1: 450 miljoen euro TVT: 13 jaar spoor 2: 520 miljoen euro TVT 7 jaar hydrothermaal: 2.100 €/ton CO2 HDR: 5.030 €/ton CO2 (lage efficiëntie) - 1.080 €/ton CO2 (hoge efficiëntie) − spoor 1: 270 miljoen euro − spoor 2: 520 miljoen euro
− −
spoor 1: 44 miljoen euro/jaar spoor 2: 88 miljoen euro/jaar
25 Rapportage Expertmeeting duurzame energie ‘Groningen geeft energie’ 28 januari 2010