28 april 2016 Henke Groenwold
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee Inzicht stand van zaken asbestinventarisaties scholen
Auteur(s)
Henke Groenwold – GGD Amsterdam Fred Woudenberg – GGD Amsterdam
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
Inhoud
1 Inleiding 1.1 Eerste deel project 1.2 Tweede deel project
3 3 4
2 Projectvragen en -doelen
5
3 Doelgroep
6
4 Opzet project en uitvoering
7
5 Resultaten 5.1 Beheersplannen 5.2 Gevonden verschillen
8 9 9
6 Conclusie en aanbevelingen
11
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
1 Inleiding
In mei 2011 startte het landelijke project ‘Asbest in scholen’. In het project werkt het Ministerie van IenM samen met de Raad voor het Primair Onderwijs (PO-raad), Voortgezet Onderwijs (VO-raad) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het doel van het project is dat scholen hun verantwoordelijkheid nemen in de omgang met asbest. Hiertoe is het belangrijk dat een duidelijk beeld wordt verkregen van de aanwezigheid van asbest in alle Nederlandse scholen in het primair en het voortgezet onderwijs. Dit is om verschillende redenen belangrijk. Allereerst kan de aanwezigheid van asbest tot gezondheidsrisico’s leiden. Daarnaast kan de plotselinge vondst van asbest bij bijvoorbeeld een verbouwing tot onrust, draconische maatregelen en hoge kosten leiden. Uit een asbestinventarisatie blijkt of asbest in een gebouw aanwezig is, om welk soort(en) asbest het gaat, op welke plaatsen de toepassingen zich bevinden en wat de staat van het materiaal is. Tijdens de inventarisatie kan een risicobeoordeling worden uitgevoerd waarbij gekeken wordt naar het potentiële risico voor de gebruikers van het gebouw. Op basis van deze informatie wordt beoordeeld of direct verwijderen noodzakelijk is of niet - of dat nader onderzoek nodig is. Het is vooral belangrijk dat scholen, indien asbest aanwezig blijkt en dit niet direct wordt verwijderd, een asbestbeheersplan opstellen voor de gebruikers van de school. In 2014 was bij het ministerie van IenM bekend dat ruim 55% van alle Nederlandse scholen in het primair en voortgezet onderwijs die zijn gebouwd vóór 1994, zijn geïnventariseerd op asbest (respectievelijk 6137 en 985 scholen). Van de 7122 scholen met een bouwjaar van vóór 1994, hadden 2208 scholen nog geen asbestinventarisatie uitgevoerd. Van 906 scholen was onbekend of zij dit wel of niet hebben gedaan (bron: InfoMil, maart 2014). Er leken verschillen te bestaan tussen regio’s. Het is belangrijk dat alle scholen zich bewust worden van hun verantwoordelijkheid. Het streven is dat alle scholen met gebouwen van vóór 1994 een asbestinventarisatie laten uitvoeren en zo nodig een asbestbeheersplan opstellen.
1.1 Eerste deel project De ministeries van IenM en OCW hebben GGD GHOR Nederland gevraagd een project uit te voeren waarbij gekeken werd naar de scholen die nog geen inventarisatie hebben uitgevoerd of waarvan dit onbekend was. Tijdens dit project werden de asbestinventarisaties op scholen in de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Aaslmeer en Maassluis in kaart gebracht. In de zomer van 2015 werd het project ‘GGD ondersteuning: Asbest in scholen’ afgerond. Bij voorbaat werd gedacht dat tussen deze gemeenten verschillen in percentages geïnventariseerde scholen bestonden en dat dit percentage in een aantal gemeenten laag zou zijn. Dit bleek niet het
3
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
geval: in alle vier de gemeenten bleken (bijna) alle scholen geïnventariseerd te zijn. Bij de paar scholen waarbij nog geen inventarisatie had plaatsgevonden, waren hiervoor vaak goede redenen. Hieruit blijkt een grote betrokkenheid en inzet vanuit de scholen/besturen om een asbestinventarisatie uit te laten voeren. (zie voor meer informatie het rapport d.d. 24 juli 2015 ‘GGD ondersteuning asbest in scholen’.)
1.2 Tweede deel project Het resultaat van het eerste deel van het project was positief, maar voordat hieraan algemene conclusies kunnen worden verbonden is er behoefte aan een breder beeld. Daarom is het project vervolgd. Tijdens het tweede deel van het project is in verschillende grotere en kleinere gemeenten in Nederland dezelfde procedure gevolgd als bij het eerste deel van het project. Van de scholen (bouwjaar voor 1994) waarbij uit de gegevens van het ministerie bleek dat daar geen asbestinventarisatie is uitgevoerd, of dat dat onbekend was, is nagegaan of er intussen toch een inventarisatie is uitgevoerd. Daarvoor zijn tien gemeenten verspreid over het land gekozen: Enschede, Den Haag, Groningen, Eindhoven, Utrecht, Smallingerland (Drachten), Oosterhout NB, Ede, Middelburg en Heerlen. Het project is uitgevoerd in februari tot en met april 2016.
4
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
2 Projectvragen en -doelen
Voor het project zijn de volgende vragen en doelen opgesteld: Hoofdvraag:
Wijkt het percentage scholen met een asbestinventarisatie in andere delen van Nederland af van het percentage scholen in Amsterdam, Rotterdam, Aalsmeer en Maassluis?
Subvraag:
Inzicht in factoren die eventuele verschillen in percentage scholen met asbestinventarisaties veroorzaken.
Hoofddoel:
Het maken van een overzicht van het percentage scholen binnen de gekozen gemeenten die een asbestinventarisatie hebben laten uitvoeren.
Subdoel:
Een verklaring geven van eventueel gevonden verschillen tussen plaatsen.
5
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
3 Doelgroep
De doelgroep van dit project waren scholen met een bouwjaar van vóór 1994 in het primair en voortgezet onderwijs in de steden Enschede, Den Haag, Groningen, Eindhoven, Utrecht, Drachten, Oosterhout NB, Ede, Middelburg en Heerlen. In totaal zijn er 263 scholen in deze gemeenten waarvan onbekend is of er een asbestinventarisatie heeft plaatsgevonden (bron: InfoMil, december 2015). Tabel 3.1 Gekozen gemeenten en aantal scholen waarvan gegevens ontbreken
Grote gemeenten Enschede Den Haag Groningen Eindhoven Utrecht Totaal
Kleinere gemeenten 38 43 30 40 32 183
Drachten Oosterhout NB Ede Middelburg Heerlen
12 16 22 10 20 80
Tabel 3. 1: Overzicht van scholen met een bouwjaar van vóór 1994 in de gekozen gemeenten, waarbij onbekend is of deze scholen wel of geen asbestinventarisatie hebben uitgevoerd (bron InfoMil, december 2015).
6
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
4 Opzet project en uitvoering
In dit deel van het project werd gekeken of de situatie in andere plaatsen in Nederland vergelijkbaar is met de resultaten uit het eerdere onderzoek. Is de aanname dat meer scholen een inventarisatie hebben laten uitvoeren dan bij de overheid bekend is, juist? Geldt deze situatie ook voor andere delen van Nederland? De eerste stap bestond uit het bellen van alle betrokken schoolbesturen, om hiermee zo snel mogelijk gegevens over de bewuste scholen te verkrijgen. Omdat de schoolbesturen niet (direct) traceerbaar waren via de aangeleverde gegevens, bleek het vrij tijdrovend om te inventariseren welke schoolbesturen in elke gemeente de schoolpanden beheren. Daarom werd allereerst contact gelegd met de gemeenten. Vaak kon via de gemeenten al veel informatie worden verkregen. Soms was deze informatie niet voorhanden of l was deze niet compleet. Dan werden alsnog de schoolbesturen benaderd. Indien dit ook niet mogelijk was, dan werd contact gezocht met de betreffende schoollocaties. De tweede stap was het wijzen van scholen, die nog geen inventarisatie hebben uitgevoerd of geen beheersplan hebben, op de hulpmiddelen van InfoMil die daarvoor beschikbaar zijn. (http://www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/asbest-0/asbest-scholen/hulpmiddelen/) De derde stap bestond uit het proberen te verklaren van eventueel gevonden verschillen tussen gemeenten en het schrijven van een (beknopte) rapportage. Medewerkers van de GGD Amsterdam, afdeling Milieu & Gezondheid voerden de werkzaamheden uit voor dit project. De resultaten worden afgestemd met RWS Leefomgeving voor opname in de Atlas Leefomgeving.
7
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
5 Resultaten
De gemeenten die zijn benaderd en het aantal scholen, staan in tabel 5.1 weergegeven. Hierbij zijn ter vergelijking ook de resultaten van het eerste deel van het onderzoek toegevoegd. Het gaat om de gemeenten Amsterdam, Aalsmeer, Rotterdam en Maassluis. In de verschillende gemeenten werd de informatie veelal van de gemeente verkregen. Door bijvoorbeeld de gemeente Enschede werd een stuk van de gemeenteraad opgestuurd, waarin stond dat alle scholen een inventarisatie hebben laten uitvoeren. Daarbij werden aantallen gesaneerde scholen genoemd, maar deze aantallen waren niet te herleiden naar bepaalde gebouwen. Voor deze gemeente is daarom per adres niet precies bekend of er wel of niet is gesaneerd. Wel is duidelijk dat men voortvarend te werk is gegaan.
Den Haag Drachten (Smallingerland) Ede Eindhoven Enschede Groningen Heerlen Middelburg Oosterhout NB Utrecht Amsterdam Aalsmeer Rotterdam Maassluis
Percentage geïnventariseerd
School foutief in lijst
Geen inventarisatie
nieuwbouw
Niet in gebruik of gesloopt
Geïnventariseerd en gesaneerd
Geïnventariseerd (of wordt op korte termijn gedaan)
Aantal scholen onbekend
Scholen met bouwjaar voor 1994
Tabel 5.1 Gemeenten met aantallen scholen en percentage geïnventariseerde scholen
144 -
43 12
19 1
6 6
8 3
9 2
1 -
-
99% 100%
74 70 235 5 242 8
22 40 38 27* 20 10 16 32
20 33 38 9 19 8 11 8
? 3 ? 6 ? 2 3 17
1 ? 5 2 2
2 1 ? 1 5
2 5 -
2 -
100% 97% 100% 93% 100% 100% 100% 100% 97% 100% 96% 100%
Tabel 5.1: Scholen zoveel mogelijk ingedeeld per categorie. Verschillende panden bleken niet meer in gebruik. Indien informatie beschikbaar was, is ook het aantal gesaneerde scholen en nieuwbouw weergegeven. *In Groningen bleken er geen 30 scholen op de lijst voor te komen maar 27.
8
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
Meestal werd er verteld dat al het risicovolle asbest ofwel direct was gesaneerd, ofwel binnen vrij korte termijn (ongeveer 1 jaar). De rest wordt vaak stapsgewijs gedaan tijdens regulier beheer van de schoolgebouwen. Sommige gemeenten kozen ervoor versneld alle asbest (ook hechtgebonden onbeschadigd asbest) weg te laten halen en/of scholen op korte termijn allemaal nieuwbouw te geven, bijvoorbeeld in Drachten. In deze gemeente zijn over een paar jaar de scholen compleet asbestvrij. Andere gemeenten stuurden een lijst met contactgegevens van schoolbesturen, zodat met hen contact kon worden opgenomen. Daardoor kon ook wat gedetailleerdere informatie worden opgevraagd over beheersplannen en gebruik van InfoMil.
5.1 Beheersplannen Het was niet mogelijk van alle locaties te achterhalen of er beheersplannen zijn opgesteld voor achtergebleven asbest. Ook was er vaak niet meer bekend bij aanwezige contactpersonen of er destijds gebruik is gemaakt van InfoMil. Aangezien deze twee vragen geen deel uitmaken van de hoofd- of subdoelen van dit project en de tijd beperkt was, is ervoor gekozen om niet door te bellen tot al deze informatie beschikbaar was. Waar de informatie wel verkregen is, werd deze toegevoegd aan de lijst. De redenen dat deze informatie moeilijk op te vragen was, zijn verschillend. Vaak was de inventarisatie al enkele jaren geleden uitgevoerd en werkten betrokken personen niet meer in deze functie. Soms was na meerdere keren bellen wel duidelijk dat er een inventarisatie en/of sanering had plaatsgevonden, maar waren contactpersonen die er meer van wisten tijdelijk onbereikbaar. Soms was het beheersplan waarschijnlijk beschikbaar bij een andere partij die het beheer uitvoert, en wist de contactpersoon er niet het fijne van. Wanneer deze informatie niet binnen een redelijke termijn te achterhalen was, is ervoor gekozen een email te sturen met een link naar de website van InfoMil en een korte uitleg van de noodzaak van een beheersplan.
5.2 Gevonden verschillen Het is moeilijk om in de beperkte tijd en opzet van het onderzoek een duidelijk beeld te krijgen van verschillen tussen gemeenten. Waar gemeenten zelf een actieve rol hebben gespeeld in het proces, zijn alle scholen geïnventariseerd. Vaak vertelde men dat het enige moeite had gekost om besturen over te halen tot versnelde actie, maar dat dit na enige tijd goed was gelukt. Sommige gemeenten droegen bij aan de saneringskosten wanneer dat nodig was. Andere gemeenten lijken het meer over te laten aan de schoolbesturen zelf, en daar is men nog bezig met het proces (Den Haag, Eindhoven en Groningen). Wel blijkt uit de resultaten dat ook in deze steden verreweg de meeste scholen een inventarisatie hebben gehad. Duidelijke regionale verschillen lijken er niet te zijn. Het lijkt er op dat kleinere gemeenten de inventarisaties sneller hebben uitgevoerd dan de grote steden. Wellicht komt dat omdat de stimulerende taak voor gemeenten daar overzichtelijker is, waardoor
9
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
ambtenaren er meer bij betrokken zijn. In sommige kleinere gemeenten beheert de gemeente (bijna) alle schoolgebouwen. In dat geval is het voor die gemeenten betrekkelijk eenvoudig de zaken op orde te krijgen. Grote schoolbesturen regelen het inventariseren over het algemeen heel goed. Wel hebben ze vaak wat meer tijd nodig om alles in gang te zetten en af te ronden. Dit is niet verwonderlijk, het gaat om veel gebouwen en grote geldbedragen. Bovendien laten ze het werk meestal door één partij uitvoeren, waardoor het gefaseerd verloopt en daardoor meer tijd kost. Scholen die onder kleinere besturen vallen of scholen zonder bestuurskoepel, zijn de hekkensluiters. Soms zijn ze er nog helemaal niet aan begonnen, maar dat is slechts bij enkele schoolgebouwen in het onderzoek het geval. Dit is gesignaleerd in plaatsen waar de gemeente niet aangaf de scholen te hebben gestimuleerd in dit proces. Enkele scholen die na 1990 zijn gebouwd, nemen aan dat er geen asbest in het gebouw aanwezig is. De kans daarop is weliswaar klein, maar niet uitgesloten. Dit zou een risico kunnen zijn. Het risico is beperkt, aangezien het gebruik van niet-hechtgebonden asbest destijds al wel verboden was.
10
GGD Amsterdam Henke Groenwold
28 april 2016
GGD ondersteuning asbest in scholen – deel twee
6 Conclusie en aanbevelingen
Over het algemeen is het beeld gelijk aan het eerste deel van het onderzoek. Verreweg de meeste scholen in de onderzochte gemeenten zijn geïnventariseerd op asbest. Het lijkt daarom onnodig om op dit onderwerp vanuit het Rijk uitgebreid actie te ondernemen. Tijdens het onderzoek blijkt de rol van gemeenten van belang: hoe meer aandacht er binnen de gemeente bestaat voor dit onderwerp, hoe sneller de scholen geïnventariseerd lijken te zijn. In gemeenten waar de rol van de gemeente erg beperkt leek, blijven scholen over die geen inventarisatie uitvoeren op korte termijn. Het aantal beheersplannen lijkt beperkt, voor zover bekend geworden tijdens dit onderzoek. Men is ook regelmatig niet op de hoogte van de betekenis van het woord beheersplan. Meestal geeft men wel aan dat men zich bewust is van het probleem dat kleinere klussen op de scholen kunnen veroorzaken. Hoe lang dit bewustzijn er blijft (inventarisaties verouderen, betrokken medewerkers worden in de loop van de tijd vervangen door anderen) kan niet worden aangegeven. Aangezien een asbestinventarisatie type A geen volledig beeld geeft van de toestand van een gebouw, zijn calamiteiten met asbest in de toekomst niet uitgesloten. Naar aanleiding van deze resultaten worden de volgende aanbevelingen gedaan:
Vraag gemeenten om na te gaan of er nog scholen zijn die geïnventariseerd zouden moeten worden. Niet alle gemeenten hebben hier zelf een overzicht van. De kans dat scholen nog geen inventarisatie hebben laten uitvoeren blijkt klein te zijn. De paar overgebleven scholen die hiervoor nog geen plannen hebben, kunnen door hun gemeente gestimuleerd worden. Vraag aan gemeenten om scholen te wijzen op de noodzaak van een beheersplan, wanneer niet alle asbest is verwijderd. Op veel scholen is nog geen beheersplan aanwezig, of is dit niet bekend bij alle betrokken partijen. Speciale aandacht kan nodig zijn voor kleine schoolbesturen en scholen die zelfstandig zijn. Aandacht voor eventuele risico’s van asbest dat niet zichtbaar wordt bij een inventarisatie type A, blijft belangrijk. Het onderzoek geeft geen inzicht in de mate van bewustzijn op scholen hierover.
11