Gevangeniswezen in getal 2009-2013
juli 2014
Colofon
Directie Afdeling
Bestuursondersteuning Analyse, Strategie & Kennis Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl
Contactpersoon
Paul Linckens E:
[email protected]
Auteurs
Paul Linckens Joost de Looff
Pagina 3 van 76
Pagina 4 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Voorwoord
Deze publicatie Gevangeniswezen in getal 2009-2013 geeft in kort bestek inzicht in de wereld van het gevangeniswezen in Nederland en is bedoeld voor personen werkzaam in het veld van het gevangeniswezen, beleidsmakers, onderzoekers en andere geïnteresseerden. De publicatie bevat met name informatie over gedetineerden die in de periode 2009-2013 in een penitentiaire inrichting verbleven. Het rapport geeft cijfermatige informatie over de ontwikkeling van de celcapaciteit en de bezetting in de afgelopen vijf jaren. Tevens verschaft het inzicht in de verscheidenheid aan insluitingstitels en delicten waarvoor personen worden gedetineerd. De ontwikkelingen zijn geplaatst tegen de achtergrond van de taken en het wettelijk kader van de inrichtingen en recente beleidsinitiatieven. Daarnaast verschaft de publicatie inzicht in persoonskenmerken van gedetineerden, zoals geslacht, leeftijd en geboorteland. Ook vindt de lezer antwoord op vragen als: hoe vaak komen ontvluchtingen, onttrekkingen aan detentie en suïcides voor en hoeveel personen die eerder hebben gezeten, worden later voor een nieuw delict nogmaals gedetineerd? Hoe snel gebeurt dat en wat weten we over de achtergronden van deze recidivisten? Het schema op pagina 11 geeft in één oogopslag een beeld van de hoofdstromen binnen het gevangeniswezen. In 2013 is het Masterplan DJI 2013-2108 in de Tweede Kamer besproken en vastgesteld. Dit Masterplan brengt de financiële taakstelling van DJI in beeld, schetst de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij de invulling van de taakstelling en biedt inzicht in de concrete uitwerking van de maatregelen en hun effecten op het personeel en de capaciteit. Belangrijke elementen uit het Masterplan voor het gevangeniswezen zijn o.a. het intensiveren van meerpersoonscelgebruik, de invoering van een goedkoper regime voor arrestanten, het afschaffen van de detentiefasering en de invoering van elektronische detentie, waarbij intramurale capaciteit wordt afgestoten. De effecten van het Masterplan op de regimes en de gedetineerdenbezetting komen vooral in 2014 en latere jaren tot uitdrukking. Deze publicatie is één van de vier rapporten met kwantitatieve informatie over de justitiabelen die in de periode 2009-2013 onder de verantwoordelijkheid vallen van de vier sectoren van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Naast de Directie Gevangeniswezen zijn dit de Directie Justitiële Jeugdinrichtingen, de Directie Bijzondere Voorzieningen (vreemdelingenbewaring) en de Directie Forensische Zorg (w.o. TBS). Alle publicaties zijn ook te vinden op internet: www.dji.nl.
Peter Hennephof Hoofddirecteur Dienst Justitiële Inrichtingen
Pagina 5 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Pagina 6 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Inhoud
Colofon 3 Voorwoord 5 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding 9 Doel van deze publicatie 9 Opdracht gevangeniswezen 9 Leeswijzer 9
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Instroom, titelwijzigingen en uitstroom 11 Stroomschema 11 Totale instroom 12 Voorlopig gehechten 12 Onherroepelijk veroordeelden ingestroomd vanuit de vrije maatschappij of het politiebureau 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Capaciteit 2009-2013 15 Reductie capaciteit 15 Intensivering meerpersoonscelgebruik 15 Introductie reservecapaciteit 16 Bezuinigingsopdracht en Masterplan DJI 2013-2018 17
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Instroom gedetineerden 2009-2013 19 Totale instroom 19 Instroom naar categorie 20 Instroom naar geslacht 22 Instroom naar leeftijd 23 Instroom naar geboorteland 24 Gestarte penitentiaire programma’s 26
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.8.1 5.8.2 5.9
Populatie 2009-2013 27 Totale populatie 27 Populatie naar celbestemming 28 Populatie naar verblijfstitel 30 Populatie naar gepleegde delicten 32 Populatie naar geslacht 34 Populatie naar leeftijd 35 Populatie naar geboorteland 37 Populatie september 2013 naar verblijfsduur 38 Populatie naar uitgezeten detentietijd 38 Populatie veroordeelden naar totale detentietijd 39 Detentieratio in Nederland en in andere Europese landen 40
6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2
Uitstroom gedetineerden 2009-2013 43 Totale uitstroom 43 Uitstroom en detentieduur 43 Voorwaardelijke invrijheidstelling 45 De wet voorwaardelijke invrijheidstelling 45 Aantal gedetineerden dat voorwaardelijk in vrijheid is gesteld 46 Pagina 7 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
6.3.3 6.3.4
Gedetineerden die niet in aanmerking komen voor v.i en uitstel of afstel v.i 46 Oude regeling van vervroegde invrijheidstelling 46
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Incidenten 2009-2013 49 Ontvluchtingen uit gesloten inrichtingen 49 Niet terug van verlof en overige onttrekkingen 50 Ontvluchtingen, niet terug van verlof en overige onttrekkingen per 100 bezette plaatsen 50 Aanhoudingen 51 Suïcides 52
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Recidive 2002-2013 53 Algemene recidive versus detentierecidive 53 Algemene recidive en ambitie kabinet 53 Detentierecidive 55 Profielschets detentierecidivist 56
• Bijlage 1 plaatsingsmogelijkheden gedetineerden 63 • Bijlage 2 begrippenlijst 65
Pagina 8 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
1
Inleiding
1.1
Doel van deze publicatie Het doel van deze publicatie is in de eerste plaats om het management en beleidsmedewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en het bestuursdepartement van het ministerie van Veiligheid en Justitie cijfermatig te informeren over de belangrijkste ontwikkelingen in het gevangeniswezen in de periode 2009-2013. Tevens dient deze publicatie als naslagwerk voor andere direct betrokkenen en geïnteresseerden.
1.2
Opdracht gevangeniswezen Het gevangeniswezen is, met uitzondering van de TBS-maatregel en de vreemdelingenbewaring, verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen opgelegd aan meerderjarigen. De meeste gedetineerden ondergaan hun straf of maatregel volledig in een penitentiaire inrichting (PI). Het gevangeniswezen is echter ook verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen in extramurale detentievormen zoals de Penitentiaire Programma’s. Voor gedetineerden met ernstige psychiatrische stoornissen of psychische problemen beschikt DJI over vier Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC) en maakt hij tevens gebruik van ingekochte plaatsen bij de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Bijlage 1 geeft een overzicht van de plaatsingsmogelijkheden binnen het gevangeniswezen en de daarbij behorende categorieën gedetineerden.
1.3
Leeswijzer In de hierna volgende hoofdstukken komen de volgende onderwerpen aan bod: • Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de juridische grondslag waarop gedetineerden in-, door- en uitstromen. • Hoofdstuk 3 brengt de ontwikkeling van de capaciteit van 2009 tot en met 2013 in beeld. • Hoofdstuk 4 gaat dieper in op de instroom van gedetineerden en een aantal achtergrondkenmerken: leeftijd, geslacht, insluitingscategorie en geboorteland. Tevens zijn in dit hoofdstuk de aantallen gedetineerden vermeld die een penitentiair programma volgen. • In hoofdstuk 5 komen dezelfde kenmerken terug. Nu hebben ze betrekking op de gedetineerdenpopulatie op 30 september van ieder jaar. Aanvullend is het delicttype, de celbestemming en de verblijfsduur van de zittende populatie in beeld gebracht. Tevens is in dit hoofdstuk de detentieratio in Nederland per 100.000 inwoners vergeleken met die in andere Europese landen. • Hoofdstuk 6 levert gegevens over de uitgestroomde gedetineerden en de duur van hun detentie. • Hoofdstuk 7 biedt inzicht in incidenten: het aantal ontvluchtingen, onttrekkingen aan detentie, aanhoudingen na ongeoorloofde afwezigheid en suïcides. • Het laatste hoofdstuk beschrijft de algemene recidive en de detentierecidive van ex-gedetineerden.
Pagina 9 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
De publicatie bevat twee bijlagen: • Bijlage 1 geeft een overzicht van de plaatsingsmogelijkheden in het gevangeniswezen. • Bijlage 2 geeft een lijst met definities van de gebruikte begrippen in deze publicatie.
Pagina 10 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
2
Instroom, titelwijzigingen en uitstroom
Dit hoofdstuk schetst een beeld van de verschillende stromen in het gevangeniswezen. Deze informatie vergemakkelijkt het lezen en de interpretatie van de gegevens in de volgende hoofdstukken. 2.1
Stroomschema Het onderstaande schema illustreert de omvang van de hoofdstromen in het gevangeniswezen in 2013. De twee verticale pijlen in het bovenste deel van het schema hebben betrekking op de instroom, de horizontale pijlen in het middelste blok geven de titelwijzigingen tijdens de detentie aan en de drie verticale pijlen in het onderste blok verbeelden de verschillende uitstroomcategorieën in 2013. De aantallen sluiten niet precies op elkaar aan, omdat ingestroomde gedetineerden na 2013 kunnen uitstromen en uitgestroomde personen al vóór 2013 kunnen zijn ingestroomd. De aantallen bij de horizontale pijlen in dit schema zijn op honderdtallen afgerond1.
1
De aantallen bij de horizontale pijlen zijn ontleend aan de databestanden met gegevens over de titelwijzigingen van gedetineerden (van voorlopige hechtenis naar onherroepelijk veroordeeld, eventueel na een hoger beroep, en vice versa). Deze bestanden leveren wat minder betrouwbare data op dan de in- en uitstroombestanden. Daarom zijn de cijfers afgerond op honderdtallen en kunnen ze enigszins afwijken van de werkelijke aantallen. Pagina 11 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
2.2
Totale instroom • In 2013 zijn 39.653 gedetineerden ingesloten in een penitentiaire inrichting. • Een aantal van hen is meer dan één keer ingesloten in 2013. Het aantal unieke personen bedraagt 33.043.
2.3
Voorlopig gehechten • Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in 2013 ruim 25.000 verdachten voor plaatsing aangeboden bij het Bureau Capaciteitsbenutting en Logistiek van de Directie Gevangeniswezen. Voor een niet onaanzienlijk deel van deze personen bleek de reservering van een cel achteraf niet nodig, omdat het bevel tot bewaring onder voorwaarden direct is geschorst of omdat de RechterCommissaris de vordering van het OM heeft afgewezen. In 2013 zijn uiteindelijk 16.081 personen daadwerkelijk ingesloten in een Huis van Bewaring na een bevel tot voorlopige hechtenis. • In hetzelfde jaar stroomden 9.328 personen uit, omdat hun voorlopige hechtenis is geschorst voor onbepaalde tijd of is beëindigd vóór de terechtzitting, of omdat direct na de uitspraak van de rechter een bevel tot onmiddellijke invrijheidstelling door het OM naar de inrichting is verzonden. In de laatstgenoemde zaken legt de rechter veelal een vrijheidsstraf korter of gelijk aan het voorarrest op (= inverzekeringstelling + voorlopige hechtenis) of een andere sanctie dan een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel. Vrijspraak leidt ook tot een bevel tot onmiddellijke invrijheidstelling. DJI verleent de gedetineerde in deze gevallen alleen ontslag als er geen openstaande vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen van andere zaken op de plank liggen. Daarbij is DJI afhankelijk van de informatie die hij ontvangt van de rechterlijke macht en het Centraal Justitieel IncassoBureau (CJIB). • Indien de voorlopige hechtenis is geschorst of beëindigd en de gedetineerde in vrijheid is gesteld, kan de persoon in een later stadium door de rechter worden veroordeeld tot een straf langer dan de duur van de voorlopige hechtenis. In dat geval wordt hij later voor dezelfde zaak nogmaals ingesloten, maar nu als zelfmelder of arrestant, om het restant van de opgelegde straf uit te zitten (zie paragraaf 2.4). • Als de rechter een vrijheidsstraf heeft opgelegd die langer is dan het op dat moment lopende voorarrest, wordt de detentie verlengd. Als de officier van justitie en de gedetineerde vervolgens niet in hoger beroep gaan, wordt de straf twee weken na de uitspraak onherroepelijk. Het komt ook voor dat de straf niet langer is dan het voorarrest, maar dat de gedetineerde toch langer moet blijven voor de tenuitvoerlegging van andere vonnissen. In totaal hebben circa 6.100 personen tijdens hun detentie in 2013 een titelwijziging ondergaan van voorlopig gehechte naar onherroepelijk veroordeelde binnen dezelfde zaak of voor een andere zaak. • In circa 1.700 gevallen volgt hoger beroep na het vonnis in eerste aanleg (eventueel gevolgd door cassatie) en is de voorlopige hechtenis verlengd. • Vervolgens treden dezelfde mechanismen in werking als in de eerste fase van de voorlopige hechtenis. Dit betekent dus schorsing of beëindiging nog voordat het gerechtshof arrest heeft gewezen of een onmiddellijke invrijheidstelling, als het gerechtshof een straf oplegt gelijk aan of korter dan de tijd dat de persoon tot dat moment in voorarrest heeft gezeten, een andere dan een vrijheidsstraf oplegt of vrijspreekt. Een extra ontslagvariant in de fase van hoger beroep is de onmiddellijke invrijheidstelling, zodra de duur van het voorarrest gelijk is geworden aan de duur van de opgelegde straf in eerste aanleg. Dit vindt dan dus Pagina 12 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
plaats nog voordat de zaak op een zitting van een gerechtshof is behandeld. Al deze ontslagvarianten komen in 2013 in totaal 612 maal voor. • Uiteindelijk zijn in 2013 circa 1.100 gedetineerden door het gerechtshof (eventueel na cassatie) veroordeeld tot een onherroepelijke straf, die langer is dan het tot dan toe uitgezeten aantal dagen in voorarrest. 2.4
Onherroepelijk veroordeelden ingestroomd vanuit de vrije maatschappij of het politiebureau Personen die niet (meer) in voorlopige hechtenis verblijven, maar in de vrije maatschappij een uitspraak in hun strafzaak afwachten, kunnen veroordeeld worden tot een gevangenisstraf of (principale) hechtenis. Als die straf langer is dan het aantal dagen dat eerder in voorarrest is uitgezeten of als er eerder geen voorarrest heeft plaatsgevonden, ontstaat er een zogenaamd lopend vonnis. Daarnaast zijn er veroordeelden die een vervangende straf moeten uitzitten of voor wie de rechter een gijzelingsbeschikking heeft uitgevaardigd. Gedacht moet worden aan vervangende hechtenis vanwege niet of niet volledig uitgevoerde taakstraffen of niet betaalde boetes in strafzaken (subsidiaire hechtenis), vervangende hechtenis wegens het niet betalen van een schadevergoeding (Wet Terwee), lijfsdwang omdat niet wordt meegewerkt aan de uitvoering van een opgelegde maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (‘Pluk-ze’-wetgeving) en gijzelingen opgelegd door de kantonrechter na administratief opgelegde en niet betaalde, noch verhaalde boetes voor verkeersovertredingen (Wet Mulder). Vanaf eind 2013 zijn daar nog de gijzelingen bijgekomen die door de rechter op vordering van het OM zijn opgelegd na niet betaalde OM-strafbeschikkingen2. Gijzelingen ontslaan de betrokkenen overigens niet van betaling. De vervangende straffen en gijzelingen vormen een zeer omvangrijke instroomcategorie. Regelmatig gaat het om een veelvoud aan financiële sancties per persoon. De veroordeelde personen zijn te onderscheiden naar de wijze waarop de tenuitvoerlegging van de straf aanvangt: zelfmelders en arrestanten. •
•
Zelfmelders. Een deel van de personen met een lopend vonnis krijgt de gelegenheid zichzelf te melden voor de tenuitvoerlegging van hun vrijheidsstraf. Lang niet iedereen gaat daar op in. In 2013 hebben 1.088 personen met een lopend vonnis gehoor gegeven aan een oproep om zich te melden bij de poort van een penitentiaire inrichting. Arrestanten. De overgrote meerderheid van de veroordeelden met een lopend vonnis moet door de politie worden gearresteerd. In 2013 gebeurde dat 22.484 maal. De volgende groepen arrestanten zijn te onderscheiden: − Personen veroordeeld tot een gevangenisstraf of (principale) hechtenis die niet in aanmerking komen voor de zelfmeldprocedure, omdat ze geen geschikt (verlof)adres hebben of vanwege andere contra-indicaties3. − Personen die wel in aanmerking komen, maar die niet zijn ingegaan op het voorstel om zichzelf te melden.
2
De wet OM-afdoening is in werking getreden in februari 2008 en is gefaseerd ingevoerd. Eind 2013 is gestart met het arresteren van personen op grond van door de rechter verleende gijzelingsbeschikkingen. 3 Zie bijlage 1 van de OM-aanwijzing executie (2013A003): http://www.om.nl/organisatie/beleidsregels/overzicht/executie_afdoening/@154792/aanwijzin g_executie_0/ Pagina 13 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
− Personen die een vervangende hechtenis moeten uitzitten of voor wie de rechter een gijzelingsbeschikking heeft uitgevaardigd. Zij komen per definitie niet in aanmerking voor de zelfmeldprocedure. − Personen die zijn aangehouden na zich aan een eerdere detentie te hebben onttrokken. Naast de voornoemde categorieën arrestanten zijn er nog twee groepen gedetineerden die ingesloten worden. Zij zijn in deze publicatie meegeteld bij de arrestanten: − Personen die zijn aangehouden om te worden overgeleverd (aan een EUland) of uitgeleverd (aan een land buiten de EU). Dit gebeurt op verdenking van of veroordeling voor een gepleegd misdrijf in het buitenland. − Gedetineerden die in het buitenland zijn veroordeeld en zijn overgedragen aan Nederland in het kader van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) of de Wet Wederzijdse erkenning en Tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke Sancties (WETS). De meeste veroordeelden verlaten na de executie van hun straf of maatregel regulier het gevangeniswezen. Sommige gedetineerden worden echter na hun detentie het land uitgezet, vanwege een tbs-maatregel doorgeplaatst naar een Forensisch Psychiatrisch Centrum of onttrekken zich voortijdig aan de detentie. Er is ook groep van circa 100 gedetineerden die tijdens het uitzitten van hun straf verdacht wordt van een ander ernstig misdrijf. Zij worden daarvoor (opnieuw) in voorlopige hechtenis genomen. Deze groep is verantwoordelijk voor een ´omgekeerde titelstroom´ van onherroepelijk veroordeeld naar voorlopig gehecht (zie schema). Na de afhandeling van de nieuwe zaak wordt het openstaande strafrestant van de oude zaak alsnog geëxecuteerd.
Pagina 14 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
3
Capaciteit 2009-2013
Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste capaciteitsmaatregelen die door het gevangeniswezen in de periode 2009-2013 zijn genomen, om het intramurale capaciteitsaanbod4 zoveel mogelijk af te stemmen op de afgenomen vraag en tevens te voldoen aan de bezuinigingsopdrachten. 3.1
Reductie capaciteit Als reactie op de sterk gedaalde bezetting in de periode 2005-2008, is in 2009 een deel van de capaciteit afgestoten. Het gevolg is dat de gemiddelde capaciteit in 2009 ruim 1.000 plaatsen lager uitpakt dan het gemiddelde in 2008. Daarbovenop zijn in 2009 circa 800 plaatsen bestempeld als ‘in stand te houden capaciteit’. Deze capaciteit’ is zeer beperkt gefinancierd (onder andere voor de kosten van huurcontracten). In 2010 volgde definitieve afstoting. In de jaren 2010 en 2011 is de totale capaciteit niet sterk gewijzigd. In de laatste maanden van 2012 is een aantal inrichtingen of afdelingen van inrichtingen leeggestroomd. Begin 2013 zijn deze plaatsen definitief afgestoten. Het Detentiecentrum in Alphen is herbestemd van capaciteit voor vreemdelingenbewaring naar capaciteit voor strafrechtelijke gedetineerden. Per saldo is de gemiddelde capaciteit van het Gevangeniswezen (incl. reservecapaciteit) in 2013 met circa 250 plaatsen gereduceerd ten opzichte van 2012.
3.2
Intensivering meerpersoonscelgebruik Het aantal bedden op meerpersoonscellen is in de verslagperiode toegenomen. Eind september 2012 zijn het er ruim 2.200, eind september 2013 meer dan 2.500. Dit is 21% van het totaal aan direct inzetbare plaatsen. Het gebruik van meerpersoonscellen drukt de gemiddelde kostprijs per plaats.
4
Voor een juiste interpretatie van de capaciteitscijfers in deze publicatie is het volgende van belang: • • • • •
•
Hoewel de financiering van de Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC’s) verloopt via de Directie Forensische Zorg van DJI, zijn de PPC’s penitentiaire inrichtingen. De capaciteit van de PPC’s is daarom meegeteld. Plaatsen binnen de Directie Bijzondere Voorzieningen van DJI die op contractbasis aan de Directie Gevangeniswezen beschikbaar zijn gesteld voor de insluiting van strafrechtelijk gedetineerden, zijn ook meegeteld. VN-plaatsen, plaatsen voor het Internationaal Strafhof en arrestantenplaatsen op politiebureaus waarover de Directie Gevangeniswezen op contractbasis kan beschikken, zijn niet meegeteld. Plaatsen die door de Directie Forensische Zorg van DJI binnen de Geestelijke Gezondheidszorg worden ingekocht ten behoeve van gedetineerden met een bijzondere zorgbehoefte zijn ook niet meegeteld. Personen die een korte vrijheidsstraf volledig thuis uitzitten in de vorm van Elektronische Detentie (dat was tot halverwege 2010 mogelijk) en personen die in de laatste fase van hun straf een penitentiair programma volgen, leggen geen beslag op de intramurale DJI-capaciteit en blijven daarom in dit hoofdstuk buiten beschouwing. De teleenheid bij meerpersoonscellen is het aantal bedden. Pagina 15 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
3.3
Introductie reservecapaciteit In 2009 is gestart met het aanwijzen van reservecapaciteit. Deze capaciteit moet snel inzetbaar te maken zijn, om (tijdelijk) extra (seizoens)aanbod van in te sluiten justitiabelen op te vangen. De kostprijs van de reservecapaciteit is beduidend lager dan de kostprijs van de direct inzetbare capaciteit. De reservecapaciteit is opgevoerd van gemiddeld 285 in 2009 tot 516 plaatsen in 2013. Het betreft in meerderheid tweede bedden op cel. De maatregel heeft bijgedragen aan een grotere flexibiliteit van de detentiecapaciteit. Grafiek 3.1 illustreert de kwantitatieve gevolgen van de genomen maatregelen.
Grafiek 3.1 Gemiddelde capaciteit gevangeniswezen 2009-2013 (incl. Penitentiaire Psychiatrische Centra)
13.662 12.707 12.357
12.578
285 2009 Totaal
799
12.698 12.219
350 2010 w.v. direct inzetbaar
479 2011 w.v. reserve
12.705
12.122
583 2012
12.454 11.938
516 2013
w.v. in stand te houden capaciteit
Pagina 16 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
3.4
Bezuinigingsopdracht en Masterplan DJI 2013-2018 Als gevolg van rijksbrede afspraken in het kabinet Rutte-II moet DJI fors bezuinigen. Om deze bezuinigingsopdracht uit te kunnen voeren, is het Masterplan DJI 2013-2018 opgesteld. Na een eerste behandeling in de Tweede Kamer, is het plan aangepast en opnieuw met de Kamer besproken. DJI zal de financiële opgave onder meer oplossen door: •
• •
•
De toepassing van goedkopere modaliteiten zoals een goedkoper regime voor arrestanten en elektronische detentie. Het wetsvoorstel Elektronische Detentie is in het eerste kwartaal van 2014 door de Tweede Kamer aangenomen. Behandeling in de Eerste Kamer volgt later in het jaar. Het inrichten van nog meer cellen voor meerpersoonsgebruik. Het sluiten van inrichtingen in de jaren 2014 t/m 2016. Bij een achterblijvende of niet optimale gedetineerdenbezetting wordt de leegstand in die periode geconcentreerd in één of meerdere inrichtingen die conform het masterplan in het aansluitende boekjaar voor sluiting in aanmerking komen. Het reduceren van de reservecapaciteit met (structureel) 342 plaatsen.
Pagina 17 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Pagina 18 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
4
Instroom gedetineerden 2009-2013
Dit hoofdstuk geeft een beeld van het jaarlijks aantal gedetineerden dat in voorlopige hechtenis is genomen of als arrestant of zelfmelder is ingestroomd. De instroom wordt onderscheiden naar insluitingscategorie, geslacht, leeftijd en geboorteland. Aan het eind van dit hoofdstuk zijn de aantallen gedetineerden vermeld, die in de laatste fase van hun detentie doorstromen naar een extramuraal penitentiair programma. 4.1
Totale instroom Na een daling in de periode 2009-2012, is de totale instroom van gedetineerden in 2013 gestegen. Deze stijging komt niet voor rekening van de personen die zijn ingesloten na een bevel tot voorlopige hechtenis. Hun aantal is juist gedaald. De stijging is met name veroorzaakt door een forse toename van het aantal arrestanten dat kortdurend is gegijzeld voor het niet betalen van administratiefrechtelijk opgelegde verkeersboetes. Vanwege de korte detentieduur van deze arrestanten, zijn de gevolgen voor de omvang van de dagelijkse gevangenisbevolking niet zo groot. In elk geval veel minder groot dan de gevolgen van de daling van het aantal personen dat in voorlopige hechtenis is genomen. Per saldo is de gevangenispopulatie in 2013 dan ook gedaald, ondanks de gestegen instroom (zie hoofdstuk 5).
Grafiek 4.1 Instroom vanuit de vrije maatschappij of het politiebureau 2009-2013
40.312
39.293
39.866
38.666
39.653
2009
2010
2011
2012
2013
Pagina 19 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
4.2
Instroom naar categorie Tabel 4.1 Instroom naar categorie 2009-2013 2009
2010
2011
2012
Categorie
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
Aantal
%
Voorlopig gehecht
18.068
45 17.694
45 18.056
45 16.991
44
16.081
41
Arrestant
19.532
48 19.588
50 20.160
51 20.565
53
22.484
57
Zelfmelder PI Zelfmelder ED Totaal
2013
673
2
1.093
3
1.650
4
1.110
3
1.088
3
2.039
5
918
2
0
0
0
0
0
0
40.312 100 39.293 100 39.866 100 38.666
100
39.653 100
Grafiek 4.2 Instroom naar categorie 2009-2013
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0 2009 voorlopig gehechten
2010
2011 arrestanten
2012 ED-ers
2013 zelfmelders
De instroom van voorlopig gehechten daalt van circa 18.000 tot circa 16.000. Een daling van 11%. De daling kwam vooral tot stand in de afgelopen twee jaar. Het aantal arrestanten dat instroomt, is daarentegen jaarlijks gestegen. Vooral het laatste jaar is sprake van een forse toename. Bezien over de gehele periode 20092013 bedraagt de stijging 15%. Sinds 2011 bestaat meer dan de helft van alle instromers uit arrestanten.
Pagina 20 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 4.2 Instroom van arrestanten naar insluitingstitel 2009-2013
Titel Vrijheidsstraf/maatregel: Gevangenisstraf ISD-maatregel Hechtenisstraf (principale hechtenis)
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
5.613
29
5.964
30
6.343
31
6.403
31
6.328
28
4.169
21
4.404
22
4.578
23
5.076
25
5.307
24
125
1
141
1
146
1
148
1
155
1
1.319
7
1.419
7
1.619
8
1.179
6
866
4 67
Vervangende sanctie/dwangmaatregel: 13.035
67 12.781
65 13.046
65 13.358
65 15.170
Vervangende hechtenis taakstraf
4.999
26
4.844
25
4.440
22
3.981
19
Detentie vanwege financ. sanctie:
8.036
41
7.937
41
8.606
43
9.377
3.891
17
46 11.279
50
- Verv. hechtenis geldboete
5.123
26
5.284
27
5.547
28
5.655
27
5.353
24
- Gijzeling wet Mulder
2.089
11
1.848
9
2.260
11
2.767
13
4.809
21
- Verv. hechtenis wet Terwee - Lijfsdwang ontnemingsmtr. - Gijzeling OM-strafbeschikking Overig: TBS passant Bewaring uitlevering Bewaring, gevangenh. ihkv WOTS Overig Onbekend Totaal
767
4
701
4
710
4
885
4
990
4
57
0
104
1
89
0
70
0
68
0
-
-
-
-
-
-
-
-
59
0
884
5
843
4
771
4
804
4
986
4
21
0
35
0
20
0
25
0
24
0
454
2
478
2
462
2
457
2
469
2
88
0
85
0
56
0
43
0
32
0
174
1
182
1
141
1
193
1
313
1
147
1
63
0
92
0
86
0
148
1
19.532 100 19.588 100 20.160 100 20.565 100 22.484 100
In tabel 4.2 zijn de ingestroomde arrestanten onderscheiden naar de aard van de opgelegde straf op maatregel. Veel arrestanten moeten meerdere vonnissen aansluitend uitzitten. Dat kunnen (principale) vrijheidsstraffen zijn, maar ook meerdere vervangende sancties of dwangmaatregelen. Combinaties komen ook veelvuldig voor. In die gevallen wordt eerst de principale straf ten uitvoer gelegd en daarna de vervangende sanctie of dwangmaatregel. Bij meerdere vonnissen is de arrestant in tabel 4.2 gerubriceerd onder de straf of maatregel die het eerst ten uitvoer is gelegd. Om misverstanden te voorkomen: de tabel geeft dus niet de totale aantallen ten uitvoer gelegde vonnissen weer. De tabel laat over de gehele periode een stijging zien van het aantal ingestroomde arrestanten met een gevangenisstraf en een daling van het aantal arrestanten dat is ingesloten voor een vervangende hechtenis taakstraf. Meest opvallend is echter de zeer sterke toename in 2013 van het arrestanten op grond van door de kantonrechter verleende machtigingen tot gijzeling voor het niet betalen van verkeersboetes. Deze boetes zijn, buiten het strafrecht om, opgelegd met toepassing van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV, ofwel Wet Mulder). De stijging is vooral het gevolg van het onder de WAHV brengen van artikel 30 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM). De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) koppelt periodiek alle kentekens in Nederland aan de verzekeringsgegevens. De ‘vermuldering’ van het onverzekerd rijden, verschaft de RDW de bevoegdheid om autobezitters die hun voertuig niet verzekerd hebben, te beboeten. Voor die tijd moest iedere onverzekerde autobezitter worden gedagvaard voor de kantonrechter. Dat beperkte het aantal gevallen dat jaarlijks kon worden aangepakt. De wetswijziging heeft geresulteerd in een zeer sterke toename van het aantal door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) geïnde boetes en uiteindelijk ook in een aanzienlijke verlaging van het aantal onverzekerde voertuigen. Tegelijkertijd heeft het ook geleid tot een sterke toename van het aantal gijzelingen dat als dwangmiddel is toegepast.
Pagina 21 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 4.3 Instroom van zelfmelders in PI’s naar verblijfstitel 2009-2013
Titel
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
Gevangenisstraf
546
81
794
73
1.108
67
824
74
850
78
Hechtenisstraf*
112
17
286
26
529
32
285
26
236
22
13
2
12
1
9
1
0
0
2
0
2
0
1
0
4
0
1
0
0
0
Overig Onbekend Totaal
673 100
1.093 100
1.650 100
1.110 100
1.088 100
*principale hechtenis
De stijging van het aantal zelfmelders in de PI’s in 2010 en 2011 houdt onder meer verband met de stopzetting van Elektronische Detentie (ED) halverwege 20105. Het deel van de zelfmelders dat voorheen kon opteren voor deze detentievariant, heeft nu alleen nog maar de mogelijkheid zich te melden voor insluiting in een penitentiaire inrichting. Een tweede reden voor de stijging is de tijdelijke vergroting van de capaciteit in de beperkt beveiligde locaties in 2011 om achterstanden weg te werken. In 2012 is, vooruitlopend op de sluiting van een deel van de beperkt beveiligde inrichtingen, geleidelijk capaciteit buiten gebruik gesteld en zijn tijdelijk minder zelfmelders opgeroepen. Eind 2013 zijn maatregelen genomen om de werkvoorraad niet verder op te laten lopen. Zelfmelders dienen zich vanaf die tijd te melden aan de poort van een reguliere gesloten inrichting.
4.3
Instroom naar geslacht Bezien over de gehele periode 2009-2013 is er weinig veranderd in het procentuele aandeel van vrouwen in de instroom. Hun aandeel schommelt rond de 8%. Na een eerdere daling in 2012 is hun aandeel het laatste jaar weer gestegen. Die stijging in het laatste jaar komt vooral voor rekening van de kortdurende gijzelingen vanwege niet betaalde verkeersboetes (zie vorige paragraaf). Bij de vrouwen stijgt het aantal insluitingen vanwege een Mulderzaak namelijk relatief sterker (+156%; van 187 in 2012 naar 478 in 2013) dan bij de mannen (+67%; van 2.580 in 2012 naar 4.331 in 2013).
5
In 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Elektronische Detentie goedgekeurd, wat is gericht op een geheel andere categorie gedetineerden. De doelgroep bestaat niet uit kortgestrafte zelfmelders, maar uit veroordeelden met een straf langer dan zes maanden. Zij kunnen in aanmerking komen voor ED, nadat ze minimaal de helft van de straf in een penitentiaire inrichting hebben ondergaan. De Eerste Kamer behandelt dit wetsvoorstel in september 2014. Pagina 22 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 4.4 Instroom naar geslacht 2009-2013 2009
2011
2012
2013
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Man
37.068
92,0
36.153
92,0
36.674
92,0
35.732
92,4
36.386
91,8
3.244
8,0
3.140
8,0
3.192
8,0
2.934
7,6
3.267
8,2
100 39.653
100
Vrouw Totaal
4.4
2010
Categorie
40.312
100 39.293
100 39.866
100 38.666
Instroom naar leeftijd Tabel 4.5 verdeelt de instroom naar leeftijdsklasse. De leeftijd bij instroom bedraagt in de jaren 2009 -2012 gemiddeld 34 jaar en in 2013 gemiddeld 35 jaar. Tabel 4.5 Instroom naar leeftijd 2009-2013 2009 Categorie 18 en 19 jaar *
2010
Aantal
%
2.287
5,7
2011
Aantal
%
2.288
5,8
2012
Aantal
%
2.216
5,6
2013
Aantal
%
2.018
5,2
Aantal
%
1.769
4,5
20-29 jaar
14.142 35,1
13.765 35,0
13.920 34,9
13.706 35,4
13.838 34,9
30-39 jaar
11.466 28,4
11.061 28,2
10.954 27,5
10.419 26,9
10.702 27,0
40-49 jaar
8.580 21,3
8.172 20,8
8.566 21,5
8.266 21,4
8.573 21,6
50-59 jaar
3.106
7,7
3.216
8,2
3.378
8,5
3.381
8,7
3.747
9,4
727
1,8
784
2,0
825
2,1
868
2,2
1.012
2,6
0,0
7
0,0
7
0,0
8
0,0
12
0,0
100 39.653
100
60 en ouder Onbekend Totaal
4 40.312
100 39.293
100 39.866
100 38.666
*Incl. een klein aantal minderjarigen van 17 jaar (niet meer dan 20 per jaar).
Veranderingen in de leeftijdsverdeling kunnen veroorzaakt zijn door demografische ontwikkelingen. Het totaal aantal inwoners in Nederland van 18 jaar en ouder is in de periode 2009-2013 met 3% gestegen. Deze stijging geldt echter niet in dezelfde mate voor iedere leeftijdscategorie. De groep van 30-39 jaar is zelfs gedaald met 9%, terwijl de categorie van 60 jaar en ouder met 10% is toegenomen. Deze uiteenlopende ontwikkelingen zijn niet onbelangrijk, omdat de kans dat iemand in de leeftijdsklasse van 30 t/m 39 jaar met het gevangeniswezen te maken krijgt, een stuk groter is dan de kans die geldt voor een 60-plusser. In tabel 4.6 is voor 2009 en voor 2013 het aantal instromers per 100.000 inwoners binnen iedere leeftijdsgroep weergeven.
Pagina 23 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 4.6 Instroom per 100.000 inwoners per leeftijdsklasse, 2009 en 2013 2009
2013 stijging/daling
18 en 19 jaar
564
434
20-29 jaar
711
665
-6%
30-39 jaar
511
525
+3%
40-49 jaar
334
335
0%
50-59 jaar
138
159
+15%
21
26
+26%
60 en ouder
-23%
De inwoners van 20 t/m 29 jaar blijken zowel in 2009 als in 2013 relatief het sterkst vertegenwoordigd in de instroom. Opvallend is de daling van de kans dat iemand uit de jongste bevolkingsgroep gedetineerd raakt. Een kansafname met 23%. De oudste groep is juist sterker gestegen dan op grond van alleen de vergrijzing te verwachten is. Een deel van deze stijging is veroorzaakt door de eerder vermelde sterke stijging van de Muldergijzelingen voor niet betaalde boetes. Het aandeel van deze administratiefrechtelijke verkeerszaken loopt namelijk geleidelijk op bij elke volgende leeftijdsklasse. Binnen de categorie van 18 en 19 jaar is in 2013 slechts 3% ingesloten vanwege een Muldergijzeling, bij de 50-plussers bedraagt dit aandeel 21% in 2013. 4.5
Instroom naar geboorteland Iets meer dan de helft van de instroom bestaat uit gedetineerden die zijn geboren in Nederland. Hun aantal ligt de afgelopen vijf jaar rond de 55%. Tabel 4.7 Instroom naar geboorteland top 10 2009, 2011 en 2013 2009 Land Nederland
Aantal
2011 % Land
22.198 55,1 Nederland
Aantal
2013 %
22.143 55,5
Land Nederland
Aantal
%
22.151 55,9
Suriname
2.835
7,0 Ned Antillen
2.550
6,4
Ned Antillen
2.746
6,9
Ned Antillen
2.604
6,5 Suriname
2.349
5,9
Suriname
2.078
5,2
Marokko
2.133
5,3 Marokko
1.871
4,7
Marokko
1.774
4,5
Polen
1.052
2,6 Polen
1.504
3,8
Polen
1.493
3,8
Turkije
991
2,5 Turkije
927
2,3
Roemenië
1.404
3,5
Roemenië
642
1,6 Roemenië
913
2,3
Turkije
798
2,0
Somalië
601
1,5 Somalië
586
1,5
Somalië
540
1,4
Joegoslavië
406
1,0 Litouwen
401
1,0
Joegoslavië
347
0,9
Nigeria
348
0,9 Joegoslavië
391
1,0
Litouwen
308
0,8
Totaal top 10 33.810 83,9 Totaal top 10 Overig Onbekend Totaal
6.114 15,2 Overig 388 40.312
1,0 Onbekend 100 Totaal
33.635 84,4 5.973 15,0 258
0,6
39.866
100
Totaal top 10 33.639 84,8 Overig Onbekend Totaal
5.757 14,5 257
0,7
39.653
100
In 2013 bestaat de top 5 van meest voorkomende geboortelanden van gedetineerden (buiten Nederland) uit de Nederlandse Antillen, Suriname, Marokko, Polen en Roemenië. Roemenië heeft de plaats van Turkije ingenomen, dat tot en met 2011 in de top 5 vertegenwoordigd was. Uit tabel 4.7 blijkt dat de instroom van gedetineerden geboren in Polen na 2011 niet verder is gestegen, in tegenstelling tot de Roemenen, die wel in aantal blijven toenemen. Dit is mogelijk een gevolg van het latere tijdstip waarop Roemenië toetrad tot de Europese Unie (1 januari 2007) dan Polen (1 mei 2004). Pagina 24 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Grafiek 4.3 Instroom naar geboorteland top 5* exclusief Nederland 2009-2013
* Top 5 van het laatste meetjaar 2013.
De instroom van personen die in Suriname zijn geboren is sterk afgenomen. In het registratiesysteem van de inrichtingen wordt het geboorteland van de ouders van een gedetineerde niet vastgelegd.
Pagina 25 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
4.6
Gestarte penitentiaire programma’s Tot slot van dit hoofdstuk volgt een grafiek met het aantal gestarte penitentiaire programma’s (PP’s). Deze extramurale programma’s zijn niet bedoeld voor nieuw ingestroomde personen, maar voor gedetineerden in de laatste fase van hun straf. Grafiek 4.4 Gestarte penitentiaire programma's 2009-2013
1.555
1.502 1.399
1.385 1.243
2009
2010
2011
2012
2013
Het aantal gestarte PP’s neemt tot en met 2012 jaarlijks af. Het maximale aantal PP-kandidaten is niet exact vast te stellen met de beschikbare gegevens over alle jaren. Het is wel zeker dat er minder personen voldoen aan één van de absolute eisen voor PP: de duur van de opgelegde straf moet minimaal zes maanden bedragen. De reductie van het aantal gestarte PP’s is dus gedeeltelijk veroorzaakt door een verkleining van de potentiële doelgroep. De stijging in 2013 is mede een gevolg van de sluiting van een aantal beperkt beveiligde inrichtingen (BBI’s). Gedetineerden die op basis van hun straf(restant) voor zowel een BBI als een PP in aanmerking komen, zijn in 2013 vaker vanuit een huis van bewaring of gesloten gevangenis direct in een PP geplaatst. De duur van een PP bedraagt maximaal een zesde deel van de opgelegde straf en mag nooit langer zijn dan een jaar. In de afgelopen jaren is de gemiddelde duur vrij stabiel gebleken: ongeveer 115 dagen.
Pagina 26 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
5
Populatie 2009-2013
De gegevens in dit hoofdstuk hebben betrekking op de populatie waarvoor het gevangeniswezen eindverantwoordelijk is op 30 september van ieder jaar6. Aan bod komen de celbestemmingen van de gedetineerden, de insluitingstitels, de delicten, het geslacht, de leeftijd, het geboorteland en de verblijfsduur van de zittende populatie. Aan het eind van dit hoofdstuk is de detentieratio in Nederland per 100.000 inwoners vergeleken met die van andere Europese landen. 5.1
Totale populatie Grafiek 5.1 maakt een onderscheid in gedetineerden die verblijven in penitentiaire inrichtingen (incl. de PPC’s) en personen die in een zorginstelling7 verblijven of extramuraal een penitentiair programma volgen. De twee laatste groepen verblijven buiten een penitentiaire inrichting. Grafiek 5.1 Populatie 2009-2013, binnen en buiten penitentiaire inrichting (incl. PPC’s)8
11.682
11.736 11.073
11.545
10.914
11.160 10.485
663 2009 Totaal
631
2010 2011 Verblijf binnen PI (incl. PPC's)
10.544 9.841
703
675 2012 2013 Verblijf buiten PI
Niet in de grafiek opgenomen, maar wel vermeldenswaard is dat de hoogste administratieve bezetting in de afgelopen 25 jaar werd gemeten in 2005. Eind september van dat jaar bestond de populatie uit 15.206 personen. In de drie jaren daarna daalt de bezetting fors. Daarna volgen enkele jaren van stabilisering, in 6
Het WODC en het CBS hanteren ook deze peildatum. Hiertoe zijn de personen gerekend die onder de eindverantwoordelijkheid vallen van de Directie Gevangeniswezen, maar vanwege een bijzondere zorgbehoefte verblijven op plaatsen die door de Directie Forensische Zorg van DJI zijn ingekocht binnen de Geestelijke Gezondheidszorg, opvanghuizen en Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW’s). 8 De wijze van registreren in het systeem TULP-verblijf maakt het voor het jaar 2009 niet mogelijk om een exact onderscheid te maken tussen het aantal gedetineerden dat binnen en buiten de penitentiaire inrichtingen verblijft. 7
Pagina 27 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
2012 en 2013 opnieuw gevolgd door dalingen. Met 10.540 personen komt de populatie in 2013 10% lager uit dan 2009. De daling t.o.v. 2005 bedraagt 31%. Het aantal gedetineerden dat in een penitentiaire inrichting verblijft (incl. de PPC’s) is in 2013 gedaald tot 9.841 (peilmoment 30 september).
5.2
Populatie naar celbestemming Uit tabel 5.1 blijkt dat het aantal mensen dat verblijft in een cel met een specifieke HvB-bestemming, zeer sterk is gedaald. De belangrijkste oorzaken daarvoor zijn: 1. Een daling met bijna 500 van het aantal personen dat voorlopig gehecht is en nog niet in eerste aanleg is veroordeeld. 2. In de tweede helft van 2009 zijn de bijzondere opvangafdelingen die onderdeel uitmaakten van een aantal HvB’s en gevangenissen opgeheven. De gedetineerden die psychiatrische zorg nodig hebben, zijn daarna geconcentreerd in aanvankelijk vijf en vanaf 2013 in vier Penitentiaire Psychiatrische Centra. De PPC’s hebben een dubbele bestemming (HvB en gevangenis). Op 30 september 2009 waren nog niet alle HvB- en gevangenisplaatsen met een zorgbestemming formeel herbestemd tot een PPC. 3. In 2011 zagen de Extra Zorgvoorzieningen het licht. Formeel hebben ook deze afdelingen een dubbele bestemming: HvB en gevangenis. Tabel 5.1 Populatie naar bestemming 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
Huis van bewaring
5.320
46
5.031
43
4.564
40
4.191
38
3.873
37
Gesloten gevangenis (incl. ISD)
4.205
36
4.514
39
4.370
38
4.316
39
4.215
40
Gevangenis beperkt beveiligd
650
6
553
5
470
4
452
4
270
3
Gevangenis zeer beperkt beveiligd
322
3
315
3
298
3
276
2
265
3
0
0
0
0
465
4
495
4
461
4
295
3
536
5
586
5
626
6
581
6 1
Extra Zorgafdeling (hvb/gev) Penitentiair Psychiatrisch C entr. (hvb/gev) Art. 15.5 en art. 43.3 buiten een PI *
*
*
73
1
89
1
112
1
84
ISD buiten een PI
127
1
149
1
154
1
157
1
155
2
Penitentiair Programma buiten een PI
458
4
438
4
388
3
406
4
464
4
Elektronische Detentie buiten een PI
156
1
3
0
0
0
0
0
0
0
Overig/onbekend
149
1
124
1
161
1
129
1
176
2
Totaal
*
11.682
100 11.736 100 11.545 100 11.160 100 10.544 100
De wijze van registreren in het systeem TULP-verblijf maakt het voor het jaar 2009 niet mogelijk om een
aparte opgave te doen van de gedetineerden die buiten de penitentiaire inrichtingen verblijven op grond van artikel 15.5 of artikel 43.3. Zij maken in bovenstaande tabel onderdeel uit van de populatie van de (zendende) inrichtingen die administratief verantwoordelijk blijven.
De capaciteit van de beperkt beveiligde inrichtingen (BBI’s) is zowel in 2010 als in 2013 sterk verlaagd. De keuze voor het sluiten van een aantal beperkt beveiligde inrichtingen is ingegeven door het beleid van regionale plaatsing (er was capaciteitsoverschot in de betreffende regio) en door bedrijfseconomische motieven (er waren relatief hoge exploitatiekosten of grote investeringen nodig om aan de huidige kwaliteitsstandaarden te voldoen).9 Sinds eind 2013 is de enig overgebleven BBI alleen nog in gebruik voor veroordeelden in een latere fase van hun detentie (detentiefaseerders). Zelfmelders vormden van oudsher een tweede doelgroep van de BBI’s, maar vanaf eind 2013 dienen zij zich te melden aan de poort van een reguliere gesloten gevangenis. Zoals ook uit grafiek 5.1 blijkt, is het 9
Meer informatie is te vinden in: Masterplan Gevangeniswezen 2009-2014, DJI 2009 Pagina 28 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
aantal personen dat buiten een penitentiaire inrichting verblijft sinds 2010 niet gedaald. Deze justitiabelen volgen extramuraal een penitentiair programma of zijn geplaatst in een instelling van de GGZ, een opvanghuis van één van de maatschappelijke organisaties DOOR, Exodus, Moria en Ontmoeting (DEMO) of incidenteel in een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW). Deze externe plaatsingen betreffen onder andere ISD’ers, die in de laatste fase van hun maatregel in aanmerking komen voor een plaatsing buiten een PI (Penitentiaire Maatregel, art. 44d.3). Op grond van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) kunnen ook andere gedetineerden in aanmerking komen voor overplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis (Pbw, art. 15.5) of een instelling voor sociale verzorging en hulpverlening (Pbw, art. 43.3; dit betreft meestal een verslavingskliniek). 10
De oude, niet wettelijk geregelde vorm van Elektronische Detentie is in de loop van 2010 komen te vervallen als detentiemodaliteit. Het deel van de zelfmelders dat voorheen kon opteren voor deze variant, heeft sinds dat jaar alleen nog de mogelijkheid zich te melden voor insluiting in een penitentiaire inrichting. In 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Elektronische Detentie goedgekeurd, wat is gericht op een geheel andere categorie gedetineerden. De doelgroep bestaat niet uit kortgestrafte zelfmelders, maar uit veroordeelden met een straf langer dan zes maanden. Zij kunnen in aanmerking komen voor ED, nadat ze minimaal de helft van de straf in een penitentiaire inrichting hebben ondergaan. De maximale duur van ED bedraagt één jaar. Het toekomstige ED zal gepaard gaan met een inhoudelijk programma, arbeid of een andere zinvolle dagbesteding. De Eerste Kamer behandelt dit wetsvoorstel in september 2014. Bij inwerkingtreding van de wet, zullen de penitentiaire programma’s komen te vervallen.
Pagina 29 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
5.3
Populatie naar verblijfstitel Tabel 5.2 en grafiek 5.2 brengen de ontwikkeling in beeld van de verblijfstitels van de gedetineerden. Tabel 5.2 Populatie naar verblijfstitel 2009, 2011 en 2013 2009
2011
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
%
5.492
47
5.643
49
4.911
47
3.692
32
3.888
34
3.240
31
549
5
487
4
392
4
1.251
11
1.268
11
1.279
12
4.811
41
4.691
41
4.375
41
4.152
36
4.039
35
3.879
37
ISD
508
4
500
4
409
4
Hechtenis (principale hechtenis)
151
1
152
1
87
1 10
Voorlopige hechtenis Nog geen vonnis in 1e aanleg Vonnis in 1e aanl. niet onherroep. (beroep nog mogelijk) Vonnis in 1e aanl. niet onherroep. (beroep loopt) Onherroepelijke vrijheidsstraf/maatregel: Gevangenisstraf
Vervangende sanctie/maatregel:
1.089
9
946
8
1.023
Vervangende hechtenis taakstraf
501
4
342
3
362
3
Detentie a.g.v. niet voldoen fin. sanctie/mtr.:
588
5
604
5
661
6 1
- Vervangende hechtenis geldboete
188
2
201
2
141
- Gijzeling wet Mulder
171
1
188
2
310
3
- Vervangende hechtenis wet Terwee
184
2
154
1
186
2
45
0
61
1
24
0 2
- Lijfsdwang ontnemingsmaatregel (plukze) Overig:
290
2
265
2
235
TBS passant
58
0
17
0
11
0
Strafr. maatr. plaatsing psych. zkh (passant)
28
0
19
0
23
0
Bewaring uitlevering
57
0
67
1
67
1
Bewaring/gevangenhouding ihkv WOTS
22
0
13
0
10
0
Overig
41
0
39
0
41
0
Onbekend
84
1
110
1
83
1
Totaal
11.682 100 11.545 100 10.544 100
Pagina 30 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Grafiek 5.2 Populatie naar verblijfstitel 2009-2013
7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2009
2010
2011
2012
2013
voorlopige hechtenis
vrijheidsstraf/maatr.
verv. sanctie/maatr.
overig
• De afgelopen twee jaar is het aantal personen dat in voorlopige hechtenis verblijft met ongeveer 700 afgenomen. • Ongeveer een derde deel van de gedetineerden in voorlopige hechtenis is al wel door de rechtbank in eerste aanleg veroordeeld. Het vonnis is echter nog niet onherroepelijk, omdat de beroepstermijn nog niet is verstreken (392 verdachten in 2013) of omdat een hoger beroep loopt (1.279 verdachten in 2013). • Ook het aantal gedetineerden met een onherroepelijke gevangenisstraf is gedaald, maar minder sterk dan het aantal voorlopig gehechten. • De absolute aantallen zijn kleiner, maar zowel het aantal veroordeelden tot een ISD-maatregel als het aantal gedetineerden met een (principale) hechtenis zijn relatief het sterkst gedaald. • De executie van vervangende hechtenissen voor mislukte taakstraffen legt eveneens minder beslag op de capaciteit. • De ontwikkeling van de vervangende straffen en gijzelingsmaatregelen om betalingen af te dwingen, vertonen een wat grillig verloop. Meest opvallend is de stijging van het aantal gegijzelden voor verkeersboetes (Mulderzaken). In het vorige hoofdstuk is daar uitvoerig op ingegaan. • Het aantal tbs-passanten is gedaald, omdat er de laatste jaren minder tbsmaatregelen zijn opgelegd en er voldoende capaciteit is binnen de Forensische Psychiatrische Centra (FPC). Hierdoor zijn tbs-gestelden sneller in een FPC te plaatsen.
Pagina 31 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 5.3 Populatie PPC’s naar verblijfstitel 2010-2013* 2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
Voorlopige hechtenis
%
277
52
323
55
347
55
323
56
188
35
227
39
251
40
241
41
Vonnis in 1e aanl. niet onherroep. (beroep nog mogelijk)
13
2
13
2
22
4
9
2
Vonnis in 1e aanl. niet onherroep. (beroep loopt)
76
14
83
14
74
12
73
13
198
37
219
37
239
38
217
37
152
28
157
27
188
30
185
32
44
8
60
10
49
8
31
5
2
0
2
0
2
0
1
0
16
3
11
2
9
1
13
2
4
1
2
0
3
0
3
1
12
2
9
2
6
1
10
2
Nog geen vonnis in 1e aanleg
Vrijheidsstraf/maatregel: Gevangenisstraf ISD Hechtenis (principale hechtenis) Vervangende sanctie/maatregel: Vervangende hechtenis taakstraf Detentie a.g.v. niet voldoen fin. sanctie/mtr.: - Vervangende hechtenis geldboete
4
1
2
0
1
0
2
0
- Gijzeling wet Mulder
1
0
1
0
1
0
1
0
- Vervangende hechtenis wet Terwee
5
1
5
1
1
0
5
1
- Lijfsdwang ontnemingsmaatregel (plukze)
2
0
1
0
3
0
2
0 5
Overig:
45
8
33
6
31
5
28
TBS passant
23
4
15
3
7
1
7
1
Strafr. maatregel pltsing psych. zkh (passant)
18
3
12
2
18
3
18
3
Overig
2
0
5
1
5
1
3
1
Onbekend
2
0
1
0
1
0
0
0
Totaal *
536 100
586 100
626 100
581 100
* excl. vreemdelingenbewaring: 14 personen in 2010 , 9 personen in 2011, 11 personen in 2012 en 5 personen in 2013
Zoals uit tabel 5.3 blijkt, zijn de verblijfstitels van de gedetineerden binnen de PPC’s zeer gevarieerd. Dit is een logisch gevolg van de dubbele bestemming van deze centra. De verhouding voorlopig gehechten/onherroepelijk veroordeelden wijkt niet veel af van die van de totale gedetineerdenpopulatie (zie tabel 5.2). Wel verblijven in de PPC’s relatief meer veroordeelden tot een maatregel (ISD, TBS en de maatregel Plaatsing in Psychiatrische Ziekenhuis) en minder veroordeelden tot een vervangende sanctie/dwangmaatregel in vergelijking met de totale populatie veroordeelden. Ook dit is geen onverwachte uitkomst. 5.4
Populatie naar gepleegde delicten De daling van de totale populatie in de afgelopen twee jaar, is in meer of mindere mate terug te zien bij de meeste categorieën. Een uitzondering zijn de verkeerszaken, die het laatste jaar zijn toegenomen. Dit is het gevolg van het onder de Wet Mulder brengen van overtredingen van artikel 30 van de Wet Autoverzekering Motorrijtuigen (WAM). Deze ‘vermuldering’ heeft geleid tot veel meer opgelegde boetes en - als logisch gevolg daarvan - in een later stadium ook tot veel meer gijzelingen, zoals ook in hoofdstuk 4 is geconstateerd. De gijzelingen zijn van korte duur, waardoor het aandeel van de gegijzelden in de dagelijkse gedetineerdenbezetting relatief beperkt blijft.
Pagina 32 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 5.4 Populatie naar delict 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
Aantal %* Aantal %* Aantal %* Aantal %* Aantal %* Wetboek van strafrecht - Vermogensmisdrijven zonder geweld
2.146
21
2.104
20
2.107
21
2.029
21
1.966
21
- Vermogensmisdrijven met geweld **
1.722
17
1.861
18
1.999
20
1.966
20
1.771
19
- Geweldsmisdr. (excl. seksuele misdr)
2.639
26
2.809
27
2.770
27
2.755
28
2.537
28
- Seksuele misdrijven
433
4
430
4
431
4
442
4
379
4
- Vernieling en openbare orde en gezag
454
4
441
4
394
4
416
4
332
4
- Overig Wetboek van Strafrecht Opiumwet
38
0
39
0
44
0
47
0
49
1
2.249
22
2.107
20
1.855
18
1.666
17
1.600
17 5
Verkeer (misdrijven en overtr.) ***
347
3
340
3
324
3
339
3
422
Wet wapens en munitie
109
1
117
1
89
1
92
1
79
1
Overige wetten
138
1
109
1
117
1
92
1
84
1
Totaal bekend Onbekend a.g.v. specifieke verbl.titel **** Onbekend Totaal
10.275 100 10.357 100 10.130 100
9.844 100
9.219 100
1.007
935
927
883
400
444
488
433
804 521
11.682
11.736
11.545
11.160
10.544
* Berekening percentages zonder de categorieën 'Onbekend' ** Diefstal met gew eld en afpersing *** Inclusief gijzelingen voor niet betaalde verkeersovertredingen (Wet-Mulderzaken) **** Bij bepaalde verblijfstitels als de ISD-maatregel, subs. hechtenis en de Wet Terw ee
In grafiek 5.3 zijn de vier meest voorkomende delictcategorieën weergegeven. Daaruit zijn de volgende ontwikkelingen af te leiden: • Het aantal personen dat is gedetineerd voor overtreding van de Opiumwet daalt gedurende de gehele periode 2009-2013. Hun aantal is afgenomen van 2.249 in 2009 tot 1.600 in 2013. Een daling van 29%. • Ook het aantal gedetineerden met een vermogensdelict zonder geweld is vrijwel jaarlijks (licht) gedaald. Over de gehele periode een daling van 8%. • Het aantal geweldsdelinquenten (excl. de seksuele delicten en de vermogensdelicten met geweld) laat in 2010 een stijging zien ten opzichte van 2009. Daarna daalt het aantal naar een niveau dat in 2013 ongeveer 100 lager is dan het niveau in 2009. • Het aantal gedetineerden dat vast zit voor een vermogensmisdrijf met geweld stijgt tot 2011 om daarna weer te dalen. Het aantal is nog wel 50 hoger dan in 2009.
Pagina 33 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Grafiek 5.3 Populatie naar delictsoort 2009-2013 3.500
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0 2009
5.5
2010
2011
2012
2013
Geweld
Vermogen zonder geweld
Opium
Vermogen met geweld
Populatie naar geslacht Het aantal mannelijke gedetineerden is vooral na 2011 gedaald. Over de gehele periode 2009-2013 een daling van 9%. Bij de vrouwen daalt de bezetting jaarlijks en komt in 2013 ongeveer 200 lager uit dan in 2009. Een vermindering met 27%. Deze verschillende ontwikkelingen leiden automatisch tot een lager procentueel aandeel van vrouwen in de totale bezetting: van 6,6% in 2009 tot 5,3% in 2013. Tabel 5.5 Populatie naar geslacht 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
Titel
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Man
10.914
93,4
11.002
93,7
10.882
94,3
10.562
94,6
9.983
94,7
6,6
734
6,3
663
5,7
598
5,4
561
5,3
100 10.544
100
Vrouw Totaal
768 11.682
100 11.736
100 11.545
100 11.160
In procenten uitgedrukt blijft het aandeel van de vrouwen in 2013 (5,3%) achter bij het aandeel van de vrouwen in de instroom van 2013. Dat aandeel bedraagt 8,2%, zoals we in het vorige hoofdstuk hebben geconstateerd. Dit verschil is een gevolg van de gemiddeld kortere verblijfsduur van de vrouwen.
Pagina 34 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
De delictverdeling van de vrouwen wijkt af van die van de mannen. Bij de vrouwen ligt het zwaartepunt meer op de Opiumwet en minder op criminaliteit met een geweldscomponent. Eerder constateerden we dat het aandeel van de Opiumwet sterk is gedaald. Dit verklaart tevens de daling van het aandeel vrouwen in de periode 2009-2013.
Tabel 5.6 Populatie op peilmoment 30 september 2013 per geslacht naar delict Mannen
Vrouwen
Aantal %*
Totaal
Aantal %*
Aantal %*
Wetboek van strafrecht - Vermogensmisdrijven zonder geweld
1.866
21
100
20
1.966
21
- Vermogensmisdrijven met geweld **
1.719
20
52
10
1.771
19
- Geweldsmisdrijven (excl. seksuele misdr)
2.413
28
124
24
2.537
28
- Seksuele misdrijven
374
4
5
1
379
4
- Vernieling en openbare orde en gezag
303
3
29
6
332
4
48
1
1
0
49
1
1.431
16
169
33
1.600
17
401
5
21
4
422
5
Wet wapens en munitie
78
1
1
0
79
1
Overige wetten
79
1
5
1
84
1
- Overig Wetboek van Strafrecht Opiumwet Verkeer (misdrijven en overtredingen) ***
Totaal bekend
8.712 100
507 100
9.219 100
Onbekend a.g.v. specifieke verblijfstitel ****
762
42
Onbekend
509
12
521
9.983
561
10.544
Totaal
804
* Berekening percentages zonder de categorieën 'Onbekend' ** Diefstal met geweld en afpersing *** Inclusief gijzelingen voor niet betaalde verkeersovertredingen (Wet-Mulderzaken) **** Bij bepaalde verblijfstitels als de ISD-maatregel, subs. hechtenis en de Wet Terwee
5.6
Populatie naar leeftijd Bezien over de gehele periode 2009-2013 daalt het aantal gedetineerden jonger dan 40 jaar en stijgt het aantal ouder dan 50 jaar. Tabel 5.7 Populatie naar leeftijd 2009-2013
Categorie 19 en jonger
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
% Aantal
%
486
4
479
4
451
4
412
4
316
3
20-29 jaar
4.184
36
4.174
36
4.088
35
3.992
36
3.688
35
30-39 jaar
3.476
30
3.318
28
3.234
28
3.128
28
2.968
28
40-49 jaar
2.452
21
2.563
22
2.536
22
2.428
22
2.302
22
50-59 jaar
846
7
931
8
954
8
935
8
962
9
60 en ouder
235
2
259
2
271
2
258
2
307
3
3
0
12
0
11
0
7
0
1
0
onbekend Totaal
11.682 100 11.736
100 11.545 100 11.160 100 10.544 100
Veranderingen in de leeftijdsverdeling kunnen veroorzaakt zijn door demografische ontwikkelingen. Zoals in het vorige hoofdstuk is geconstateerd, is de groep van 3039 jaar gedaald met 9%, terwijl de categorie van 60 jaar en ouder met 10% is toegenomen. De overige leeftijdsgroepen zijn in de Nederlandse samenleving in Pagina 35 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
omvang gelijk gebleven of met maximaal 5% gestegen. Deze uiteenlopende ontwikkelingen zijn niet onbelangrijk, omdat de kans dat iemand in de leeftijdsklasse van 30 t/m 39 jaar met het gevangeniswezen te maken krijgt, een stuk groter is dan de kans die geldt voor een 60-plusser. Met andere woorden: de daling van de bevolking in de leeftijdsklasse 30-39 jaar heeft grotere gevolgen voor de gedetineerdenbezetting dan de stijging van de 60-plussers. In tabel 5.8 is voor 2009 en voor 2013 de bezetting per 100.000 inwoners binnen iedere leeftijdsgroep weergeven.
Tabel 5.8 Populatie per 100.000 inwoners per leeftijdsklasse, sept. 2009 en sept. 2013 2009 2013
stijging/daling
19 en jonger
120
78
-35%
20-29 jaar
210
177
-16%
30-39 jaar
155
145
-6%
40-49 jaar
96
90
-6%
50-59 jaar
38
41
8%
7
8
18%
60 en ouder
Uit de tabel blijkt niet alleen dat een inwoner jonger dan 40 jaar een grotere kans heeft om deel uit te maken van de gedetineerdenpopulatie dan een ouder iemand, maar ook dat die kans in de periode 2009-2013 is gedaald, terwijl die van de ouderen juist is gestegen. De ontwikkelingen in de detentieratio verschillen dus per leeftijdsklasse. De volgende tabel laat zien dat het delictprofiel van jongeren er duidelijk anders uitziet dan het profiel van ouderen.
Tabel 5.9 Populatie op peilmoment 30 september 2013 per leeftijdsklasse naar delict t/m 29 jaar Aantal
30-49 jaar
50 en ouder Totaal
%* Aantal %* Aantal %* Aantal %*
Wetboek van strafrecht - Vermogensmisdrijven zonder geweld
764
21
1.025
23
177
16
1.966
21
- Vermogensmisdrijven met geweld **
1.138
31
587
13
46
4
1.771
19
944
26
1.303
29
290
27
2.537
28
83
2
200
4
96
9
379
4
111
3
171
4
50
5
332
4
- Geweldsmisdrijven (excl. seksuele misdr) - Seksuele misdrijven - Vernieling en openbare orde en gezag
17
0
26
1
6
1
49
1
Opiumwet
- Overig Wetboek van Strafrecht
380
10
915
20
305
28
1.600
17
Verkeer (misdrijven en overtr.) ***
149
4
191
4
82
8
422
5
29
1
44
1
6
1
79
1
21
1
42
1
21
2
84
1
1.079 100
9.219
100
Wet wapens en munitie Overige wetten Totaal bekend
3.636 100
4.504 100
Onbekend a.g.v. specifieke verbl.titel ****
194
501
109
Onbekend *****
174
265
81
521
4.004
5.270
1.269
10.544
Totaal *****
804
* Berekening percentages zonder de categorieën 'Onbekend' ** Diefstal met geweld en afpersing *** Inclusief gijzelingen voor niet betaalde verkeersovertredingen (Wet-Mulderzaken) **** Bij bepaalde verblijfstitels als de ISD-maatregel, subs. hechtenis en de Wet Terwee ***** Totaalkolom inclusief 1 persoon met onbekende leeftijd
Pagina 36 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Vermogensdelicten en geweldsdelicten zijn van alle leeftijden, maar aan de combinatiedelicten (diefstal met geweld en afpersing) maken jongeren zich veel vaker schuldig dan ouderen. Jeugdigen in de justitiële jeugdinrichtingen zijn ook vaak verdacht of veroordeeld voor dit type misdrijf. Ouderen zitten verhoudingsgewijs vaker vast voor overtredingen van de Opiumwet, voor seksuele delicten en voor verkeerszaken. 5.7
Populatie naar geboorteland Ruim de helft van de gedetineerden is in Nederland geboren. Meer dan 20% is geboren in Suriname, de Nederlandse Antillen, Marokko of Turkije. Tabel 5.10 Populatie naar geboorteland 2009, 2011 en 2013 2009 Land
Aantal
Nederland
6.202
2011 % Land
2013
Aantal
53,1 Nederland
6.304
% Land
Aantal
%
5.933
56,3
Suriname
938
8,0 Ned Antillen
850
54,6 Nederland 7,4 Ned Antillen
749
7,1
Ned Antillen
839
7,2 Suriname
838
7,3 Suriname
674
6,4
Marokko
647
5,5 Marokko
574
5,0 Marokko
510
4,8
Turkije
381
3,3 Turkije
352
3,0 Turkije
284
2,7 2,3
Roemenië
188
1,6 Polen
256
2,2 Polen
239
Nigeria
185
1,6 Roemenië
198
1,7 Roemenië
201
1,9
Polen
158
1,4 Somalië
162
1,4 Somalië
158
1,5
Somalië
140
1,2 Joegoslavië
145
1,3 Joegoslavië
103
1,0
Joegoslavië
138
1,2 Dominicaanse Rep
90
0,9
8.941
84,9
1.552
13,9
51
0,5
Totaal top 10 Overig
9.816 1.788
Onbekend Totaal
78
84,0 Totaal top 10 15,3 Overig
91 9.770 1.720
0,7 Onbekend
11.682 100,0 Totaal
0,8 Dominicaanse Rep 84,6 Totaal top 10 14,9 Overig
55
0,5 Onbekend
11.545 100,0 Totaal
10.544 100,0
Grafiek 5.4 Populatie naar geboorteland top 5* exclusief Nederland 2009-2013
1000 750 500 250 0 2009 Suriname
2010 Ned. Antillen
2011 Marokko
2012 Turkije
2013 Polen
* Top 5 van het laatste meetjaar 2013
Uit grafiek 5.4 blijkt dat het aantal Polen binnen de populatie tot 2011 toeneemt, maar daarna is gestabiliseerd. Deze tendens komt min of meer overeen met de Pagina 37 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
ontwikkeling van het aantal ingestroomde Polen (grafiek 4.3). Het aantal Antillianen is stabiel tot 2012 en daalt in 2013. De andere top 5-geboortelanden (exclusief Nederland) laten een overwegend dalende trend zien tussen 2009 en 2013. Dit geldt in zeer sterke mate voor de gedetineerden die in Suriname zijn geboren. 5.8
Populatie september 2013 naar verblijfsduur Deze paragraaf beschrijft de tijd die de gedetineerden in een penitentiaire inrichting zitten en (nog) moeten zitten. De verblijfsduur is onderscheiden in: • De tijd die alle gedetineerden tot het peilmoment 30 september 2013 in detentie verbleven (paragraaf 5.8.1) • De totale detentieduur van de veroordeelde gedetineerden, bestaande uit de al gezeten tijd en de nog te zitten detentiedagen (paragraaf 5.8.2).
5.8.1
Populatie naar uitgezeten detentietijd De populatie op 30 september 2013 is in tabel 5.11 onderscheiden in: • Personen in voorlopige hechtenis die nog niet in eerste aanleg zijn veroordeeld. • Personen die in eerste aanleg of onherroepelijk zijn veroordeeld in aansluiting op de voorlopige hechtenis. • Onherroepelijk veroordeelde personen die als arrestant of zelfmelder het gevangeniscircuit zijn ingestroomd. Tabel 5.11 Populatie naar reeds uitgezeten detentietijd per categorie gedetineerde 2013
Duur
Voorl gehecht
Veroordeeld
Veroordeeld
nog niet
in 1e aanleg
en ingestroomd
Onbekend
1e aanleg
of onherr,
als arrestant
veroordeeld
in aansl. op vh
Totaal
of zelfmelder
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
822
25
79
2
992
43
2
2
1.895
18
1 - < 3 mnd
1.116
34
206
4
547
24
10
12
1.879
18
3 - < 6 mnd
759
23
533
11
275
12
9
11
1.576
15
6 mnd - < 1 jr
405
13
1.028
21
209
9
18
22
1.660
16
1 - < 2 jr
108
3
1.488
30
183
8
11
13
1.790
17
2 - < 3 jr
12
0
751
15
50
2
0
0
813
8
3 - < 4 jr
4
0
308
6
16
1
1
1
329
3
4 - < 6 jr
1
0
288
6
18
1
0
0
307
3
6 - < 8 jr
0
0
117
2
3
0
0
0
120
1
8 - < 12 jr
2
0
104
2
2
0
0
0
108
1
12 jr en langer
1
0
14
0
4
0
0
0
19
0
10
0
0
0
6
0
32
39
48
0
3.240
100
4.916
100
2.305
100
< 1 mnd
onbekend Totaal Mediaan in dagen Gemiddelde in dgn
% Aantal
83 100 10.544 100
73
509
40
172
109
705
158
399
De helft van de gedetineerden die op 30 september nog niet in eerste aanleg zijn veroordeeld, zit langer dan 73 dagen in detentie. Een derde (32%) zit langer dan 110 dagen. Vaak betreft dit gedetineerden die al voor een eerste keer voor de 11 rechter zijn geweest in een pro-formazitting . Het kunnen echter ook gedetineerden zijn die in voorlopige hechtenis zijn genomen, omdat ze tijdens het uitzitten van een straf werden verdacht van een ander misdrijf. De gedetineerden die zijn veroordeeld in aansluiting op de voorlopige hechtenis zitten verreweg het langst. De helft langer dan 509 dagen. De deelpopulatie arrestanten en zelfmelders zit duidelijk korter; de helft zit op 30 september nog geen zes weken.
11
Zie bijlage 2, begrippenlijst Pagina 38 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
5.8.2
Populatie veroordeelden naar totale detentietijd In tabel 5.12 is de totale detentieduur van de veroordeelden weergegeven. Deze duur is gedefinieerd als de som van het aantal dagen dat al is uitgezeten en het resterend aantal detentiedagen12. Tabel 5.12 Populatie naar totale detentietijd per categorie veroordeelde 2013 Veroordeeld
Totaal
in 1e aanleg
en ingestroomd
veroordeelden
of onherr,
als arrestant
Veroordeeld
in aansl. op vh Duur
of zelfmelder
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
27
1
457
20
484
7
1 - < 3 mnd
105
2
557
24
662
9
3 - < 6 mnd
223
5
349
15
572
8
6 mnd - < 1 jr
521
11
306
13
827
11
1 - < 2 jr
876
18
279
12
1.155
16
2 - < 3 jr
1.184
24
129
6
1.313
18
3 - < 4 jr
473
10
54
2
527
7
4 - < 6 jr
542
11
61
3
603
8
6 - < 8 jr
255
5
12
1
267
4
8 - < 12 jr
325
7
8
0
333
5
12 jr en langer
141
3
6
0
147
2
< 1 mnd
onbekend Totaal Mediaan in dagen Gemiddelde in dagen
244
5
87
4
331
5
4.916
100
2.305
100
7.221
100
900
108
636
1295
270
966
Veroordeelde gedetineerden die voorafgaand aan de executie van hun straf in voorlopige hechtenis verblijven, zitten doorgaans veel langer (mediaan 900 dagen) dan veroordeelden die als arrestant of zelfmelder hun straf uitzitten (mediaan 108 dagen). Door de lengte van de detentie is de kans dat een langgestrafte op een willekeurig moment in het jaar deel uitmaakt van de bezetting, veel groter dan de kans die geldt voor een persoon die maar kort hoeft te zitten. Uit het volgende hoofdstuk zal blijken, dat heel veel gedetineerden in een jaar uitstromen na een korte detentie. De detentieduur van alle uitgestroomde gedetineerden is daardoor gemiddeld veel korter, dan de detentieduur van de populatie die vastzit op een willekeurige dag. Welke duurgegevens het best gebruikt kunnen worden, is afhankelijk van de te beantwoorden (beleids)vraag.
12
Voor de berekening van het resterend aantal detentiedagen is voor elke gedetineerde uitgegaan van de geplande ontslagdatum, zoals die op de peildatum 30 september 2013 in het registratiesysteem was vastgelegd. De werkelijke ontslagdatum kan naderhand om diverse redenen vroeger of later uitpakken. Pagina 39 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
5.9
Detentieratio in Nederland en in andere Europese landen De Raad van Europa (RvE) publiceert jaarlijks gegevens van de gevangenisbevolking van alle lidstaten. Het meest recente rapport verscheen eind april 2014. De daarin vermelde aantallen gedetineerden per 100.00 inwoners hebben betrekking op 2012. De publicatie vermeldt zowel ongecorrigeerde cijfers als aangepaste cijfers. De RvE beoogt met de aangepaste cijfers de gegevens van de landen zoveel mogelijk onderling vergelijkbaar te maken. Indien nodig zijn de totaalopgaven verlaagd met het aantal jongeren dat verblijft in justitiële jeugdinrichtingen, met illegale buitenlanders in vreemdelingenbewaring, met personen onder elektronisch toezicht en met veroordeelden die verblijven in psychiatrische instellingen buiten het gevangeniswezen. De laatstgenoemde categorie blijft een 100% betrouwbare vergelijking tussen Nederland en de andere landen bemoeilijken. In sommige landen kunnen personen die niet of verminderd toerekeningsvatbaar zijn tijdens het plegen van een ernstig misdrijf en die in Nederland kunnen worden veroordeeld tot een tbs-maatregel, deel uitmaken van de reguliere gevangenisbevolking. Zij tellen dan ook mee in de aangepaste cijfers. In de hierna volgende grafiek 5.5 zijn de aangepaste cijfers van de RvE verwerkt van de West-Europese landen met meer dan 1 mln. inwoners. Het gemiddelde van de landen komt uit op 96. Met een detentieratio van 67 per 100.000 inwoners behoort Nederland tot de landen met verhoudingsgewijs het laagste aantal gedetineerden. Alleen Finland telt minder gedetineerden. De andere Scandinavische landen zitten op hetzelfde niveau als Nederland. Duitsland telt 76 gedetineerden per 100.000 inwoners, België 100 en Frankrijk 102. In vergelijking met Nederland hebben Spanje, Schotland, Engeland en Wales verhoudingsgewijs meer dan twee keer zoveel gedetineerden. Voor de volledigheid is onder de grafiek ook het aantal van Nederland vermeld, inclusief de tbs’ers13.
13
In de vorige editie (Gevangeniswezen in getal 2008-2012) zijn de ongecorrigeerde cijfers van de landen over het jaar 2011 vermeld. Die pakten logischerwijs voor meerdere landen hoger uit dan de aangepaste cijfers. Voor Nederland had de RvE echter reeds bij de vaststelling van de ongecorrigeerde aantallen, de jeugdigen in de justitiële jeugdinrichtingen en de TBS’ers in de Forensische Psychiatrische Centra afgetrokken van de totale Nederlandse opgave. Voor een veronderstelde, betere vergelijkbaarheid met de andere landen zijn de aantallen van beide categorieën voor ‘Gevangeniswezen in getal 2008-2012’ er alsnog bij opgeteld. Voor ‘Gevangeniswezen in getal 2009-2013’ is ervoor gekozen om niet langer uit te gaan van de ongecorrigeerde cijfers van de RvE, maar de aangepaste cijfers één-op-één over te nemen. Pagina 40 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Grafiek 5.5 Aantal gedetineerden per 100.000 inwoners in Nederland en in andere Europese landen, september 2012 (bron: Raad van Europa, aangepaste cijfers) . Finland
56
Nederland
67
Zweden
68
Denemarken
69
Noorwegen
71
Zwitserland
75
Duitsland
76
Ierland Noord Ierland Oostenrijk België Frankrijk Italie Portugal Schotland Spanje
92 96 98 100 102 110 125 140 142
Engeland en…
148
Nederland incl. tbs’ers in de Forensische Psychiatrische Centra: 77 per 100.000 inwoners
Pagina 41 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Pagina 42 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
6
Uitstroom gedetineerden 2009-2013
Dit hoofdstuk geeft een beeld van de jaarlijkse uitstroom van gedetineerden, de tijd die zij in detentie hebben doorgebracht en de toepassing van de voorwaardelijke invrijheidstelling. 6.1
Totale uitstroom De meeste veroordeelden verlaten na de executie van hun straf of maatregel regulier het gevangeniswezen. Sommige gedetineerden worden echter na hun detentie het land uitgezet, vanwege een tbs-maatregel doorgeplaatst naar een Forensisch Psychiatrisch Centrum of onttrekken zich voortijdig aan de detentie. Een gedetineerde is als uitstromer geteld op het moment dat hij niet langer onder de (administratieve) verantwoordelijkheid valt van een penitentiaire inrichting14. Het aantal uitgestroomde gedetineerden schommelt de afgelopen vijf jaar rond de 40.000. Grafiek 6.1 Uitstroom gevangeniswezen 2009-2013
6.2
39.979
39.720
40.589
39.617
40.619
2009
2010
2011
2012
2013
Uitstroom en detentieduur Veel personen die uitstromen uit het gevangeniswezen hebben een relatief korte detentie15 achter de rug.
14
Personen die in de laatste fase van hun straf of maatregel onder de administratieve verantwoordelijkheid van de inrichting verblijven in een instelling van de GGZ of een DEMOopvanghuis of een penitentiair programma volgen, zijn als uitstromers geteld op het moment dat de straf of maatregel is beëindigd. 15 De detentieduur omvat in voorkomende gevallen ook de paar dagen inverzekeringstelling op het politiebureau. Tevens is de duur van een eventueel penitentiair programma en de verblijfsperiode in een instelling van de GGZ of een DEMO-opvanghuis in de laatste fase van de straf of maatregel meegeteld. Pagina 43 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 6.1 Detentieduur totale uitstroom gevangeniswezen 2009-2013 2009
2010
2011
2012
Duur
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
< 2 weken
2013 %
Aantal
%
10.432
26
10.314
26
10.943
27
10.691
27
11.592
29
2 wkn - < 1mnd
8.886
22
8.861
22
8.973
22
9.115
23
9.917
24
1 mnd - < 3mnd
9.208
23
9.006
23
8.940
22
8.364
21
8.379
21
3 mnd - < 6 mnd
4.751
12
4.724
12
4.995
12
4.810
12
4.550
11
6 mnd - < 1 jaar
3.197
8
3.249
8
3.230
8
3.163
8
2.755
7
1 jaar - < 2 jaar
1.626
4
1.827
5
1.756
4
1.657
4
1.565
4
2 jaar - < 4 jaar
1.027
3
892
2
918
2
1.007
3
989
2
4 jaar en meer
253
1
196
0
202
0
215
1
208
1
onbekend
599
1
651
2
632
2
595
2
664
2
39.979
100
39.720
100
40.589
100 39.617
100
40.619
100
Totaal Mediaan in dagen Gemiddelde in dgn
30
30
30
28
26
114
112
109
112
105
De spreiding van de detentieduur is in de periode 2009-2013 niet sterk gewijzigd. Alleen is het laatste jaar het aandeel van de gedetineerden met een verblijfsduur van minder dan een maand nog wat toegenomen. In 2013 stond meer dan de helft van de gedetineerden binnen een maand weer buiten. De stijging van de kortverblijvenden is een gevolg van een verschuiving van de insluitingscategorieën. Er zijn minder gedetineerden uitgestroomd die oorspronkelijk zijn binnengekomen als preventief gehechten en er zijn meer gedetineerden uitgestroomd die als arrestanten binnenkwamen. De laatste groep drukt de mediaan en de gemiddelde verblijfsduur van de totale uitstroom in 2013. Tabel 6.2 Detentieduur uitstroom gevangeniswezen per categorie 2013 Voorl gehecht Veroordeeld
Veroordeeld
nog niet
in 1e aanleg
1e aanleg
of onherr,
en ingestroomd als arrestant
Totaal
in aansl. op vh of zelfmelder
veroordeeld Duur
Onbekend
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
< 2 weken
2.084
22
2 wkn - < 1mnd
2.324
24
1 mnd - < 3mnd
2.650
3 mnd - < 6 mnd
% Aantal
%
Aantal
%
305
4
9.180
42
835
10
6.753
31
23
3
11.592
29
5
1
9.917
27
1.460
18
4.251
24
19
18
2
8.379
1.850
19
1.580
19
21
1.105
5
15
2
4.550
6 mnd - < 1 jaar
617
6
1.636
11
20
471
2
31
4
2.755
1 jaar - < 2 jaar
123
1
7
1.245
15
186
1
11
1
1.565
2 jaar - < 4 jaar
19
4
0
897
11
64
0
9
1
989
2
4 jaar en meer
4
0
178
2
25
0
1
0
208
1
onbekend
1
0
0
0
5
0
658
85
664
2
9.672
100
8.136
100
Totaal
22.040 100
771 100 40.619 100
Mediaan in dagen
37
175
14
26
Gemiddelde in dgn
68
325
39
105
Uit tabel 6.2 blijkt dat de helft van de gedetineerden die in 2013 uitstromen na een schorsing of beëindiging van de voorlopige hechtenis of na een vonnis gelijk aan het voorarrest, maximaal 37 dagen heeft gezeten (mediaan). Personen die uit detentie zijn ontslagen na voorlopige hechtenis en een aansluitend (al dan niet onherroepelijk opgelegd) strafrestant, zitten beduidend langer (mediaan 175
Pagina 44 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
dagen). Arrestanten en zelfmelders kennen de kortste detentieduur (mediaan 14 dagen). Tabel 6.3 onderscheidt de detentieduur naar geslacht. Tabel 6.3 Detentieduur mannen en vrouwen 2013 Man
Vrouw
Totaal
Duur
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
< 2 weken
10.535
28
1.057
32
11.592
29
2 wkn - < 1mnd
9.064
24
853
26
9.917
24
1 mnd - < 3mnd
7.710
21
669
20
8.379
21
3 mnd - < 6 mnd
4.199
11
351
11
4.550
11
6 mnd - < 1 jaar
2.568
7
187
6
2.755
7
1 jaar - < 2 jaar
1.500
4
65
2
1.565
4
2 jaar - < 4 jaar
961
3
28
1
989
2
4 jaar en meer
200
1
8
0
208
1
onbekend
596
2
68
2
664
2
37.333
100
3.286
100 40.619
100
Totaal Mediaan in dagen Gemiddelde in dagen
27
20
26
108
70
105
De verblijfsduur van de vrouwen is korter dan die van de mannen. Dit is onder meer een gevolg van een afwijkende delictverdeling (zie paragraaf 5.4).
6.3
Voorwaardelijke invrijheidstelling
6.3.1
De wet voorwaardelijke invrijheidstelling De wet voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) maakt het mogelijk dat gedetineerden met een opgelegde straf van meer dan een jaar eerder vrijkomen uit detentie. Dit gebeurt altijd onder de algemene voorwaarde dat tijdens de proeftijd16 geen nieuw strafbaar feit wordt gepleegd. Daarnaast kan het openbaar ministerie bijzondere voorwaarden opleggen, die aansluiten bij het delict, het recidiverisico, en de gedragskenmerken van de v.i.-gestelde. Overtreding van de voorwaarde(n) kan ertoe leiden dat de justitiabele alsnog de resterende straf moet uitzitten. De penitentiaire inrichtingen adviseren de Centrale voorziening v.i., ondergebracht bij het Ressortsparket Arnhem, over het eventueel opleggen van deze bijzondere voorwaarden of het vorderen van uitstel of afstel van de v.i. Ook de reclassering en het arrondissements parket brengen advies uit. Het uitgangspunt is dat een geleidelijke en begeleide terugkeer naar de samenleving onder voorwaarden bijdraagt aan het verminderen van de recidive onder (ex-)gedetineerden. De voorwaardelijke invrijheidstelling geldt alleen voor volwassenen die zijn veroordeeld tot een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten minste één jaar. Bij een straf tussen één en twee jaar moet de gedetineerde na het eerste jaar nog een derde deel van de resterende straf ondergaan. Bij straffen langer dan twee jaar moet twee derde deel van de totale vrijheidsstraf worden ondergaan.
16
De proeftijd duurt minimaal een jaar en is maximaal gelijk aan de duur van de v.i.-aftrek. Pagina 45 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
6.3.2
Aantal gedetineerden dat voorwaardelijk in vrijheid is gesteld Het CJIB verzorgt de communicatie tussen alle betrokken partijen en is tevens belast met het genereren van managementinformatie. In 2012 en 2013 zijn respectievelijk 956 en 995 gedetineerden voorwaardelijk in vrijheid gesteld. Het aandeel invrijheidstellingen met bijzondere voorwaarden is gestegen van 61% tot 69%. Voorbeelden van bijzondere voorwaarden zijn behandeling, deelname aan een gedragsinterventie, drugs- of alcoholverbod en locatieverbod of – locatiegebod. Tabel 6.4 Voorwaardelijke invrijheidstelling
Aantal % met bijzondere voorwaarden
2012
2013
956
995
61%
69%
bron: CJIB (systeem Robein) en CVv.i
6.3.3
Gedetineerden die niet in aanmerking komen voor v.i en uitstel of afstel v.i De overgrote meerderheid van de gedetineerden komt niet in aanmerking voor een eerdere invrijheidstelling, omdat hun straf te kort is. Er vallen ook gedetineerden buiten de regeling, omdat ze zijn veroordeeld tot een straf of maatregel waarbij v.i. niet van toepassing is, zoals de ISD-maatregel. Voorts kan de v.i. worden uitgesteld of achterwege blijven indien bijvoorbeeld is gebleken dat de veroordeelde zich ernstig heeft misdragen, zich heeft onttrokken aan de tenuitvoerlegging van de straf of hiertoe een poging heeft gedaan. Wanneer door het stellen van voorwaarden het recidiverisico voor misdrijven onvoldoende is in te perken, kan de v.i. ook vervallen. Per 1 april 2012 zijn ook de strafrechtelijke vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 van v.i. uitgesloten. Wel komen alle strafrechtelijke vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf in Nederland met ingang van 1 april 2012 in aanmerking voor strafonderbreking (SOB), mits vertrek uit Nederland wordt gerealiseerd. Bij een opgelegde vrijheidsstraf tot drie jaar kan deze na de helft worden beëindigd, bij een opgelegde vrijheidsstraf van meer dan drie jaar na twee derde. Het moet gaan om een onherroepelijke veroordeling. Daarbij geldt de voorwaarde dat de vreemdeling niet terugkeert naar Nederland. Indien de vreemdeling deze voorwaarde niet naleeft dat wil zeggen indien hij nadien toch in Nederland wordt aangetroffen – wordt de tenuitvoerlegging van de aan hem opgelegde straf hervat. Deze regeling betreft een gunst voor de vreemdeling en geen recht.17
6.3.4
Oude regeling van vervroegde invrijheidstelling De voorwaardelijke invrijheidstelling heeft de vervroegde invrijheidstelling vervangen. De vervroegde invrijheidstelling is alleen nog van toepassing op gedetineerden die zijn veroordeeld vóór 1 juli 2008 en die tevens zijn ontslagen vóór 1 juli 2013. De regeling betreft geheel of gedeeltelijke onvoorwaardelijk vrijheidsstraffen met een onvoorwaardelijke strafduur van ten minste zes maanden. Bij een onvoorwaardelijke strafduur tussen zes maanden en een jaar moet de gedetineerde na de eerste zes maanden nog een derde deel van de resterende duur straf ondergaan. Bij een onvoorwaardelijke strafduur van langer dan een jaar moet twee derde deel van de totale onvoorwaardelijke strafduur worden ondergaan. Naar
17
Volgens procesprotocol 1 Vreemdelingen in de strafketen (VRIS) Pagina 46 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
schatting zijn in 2013 nog enkele tientallen gedetineerden op basis van de oude regeling vervroegd in vrijheid gesteld.
Pagina 47 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Pagina 48 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
7
Incidenten 2009-2013
Hoofdstuk 7 biedt inzicht in het aantal ontvluchtingen, onttrekkingen aan detentie, aanhoudingen na ongeoorloofde afwezigheid en suïcides. 7.1
Ontvluchtingen uit gesloten inrichtingen Het aantal ontvluchtingen uit de Huizen van Bewaring en de gesloten gevangenissen18 is beperkt. Door de kleine absolute aantallen is er al snel sprake van een relatief grote toe- of afname. Het aantal ontvluchtingen uit een HvB of een gesloten gevangenis19 fluctueert in de periode 2009 t/m 2013 van 1 tot 7 per jaar. Grafiek 7.1 Ontvluchtingen uit gesloten inrichtingen 2009-2013
7 6
2 1
2009
2010
2011
1
2012
2013
18
Penitentiaire inrichtingen die normaal, uitgebreid of extra beveiligd zijn. Het jaar 2012 was een overgangsjaar van een oud naar een nieuw incidentenregistratiesysteem. In de publicatie ‘Gevangeniswezen in getal 2008-2012’ is abusievelijk vermeld dat er in 2012 geen ontvluchtingen hebben plaatsgevonden uit gesloten inrichtingen. 19
Pagina 49 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
7.2
Niet terug van verlof en overige onttrekkingen Het aantal gedetineerden dat niet terugkeert van verlof of zich op een andere wijze onttrekt aan de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel, is in de periode 20092013 aanzienlijk gedaald.
Grafiek 7.2 Niet terug van verlof en overige onttrekkingen 2009-2013
736 663
514 448 397
2009
7.3
2010
2011
2012
2013
Ontvluchtingen, niet terug van verlof en overige onttrekkingen per 100 bezette plaatsen Grafiek 7.3 toont de ontwikkeling van het aantal personen dat ontvlucht of zich anderszins onttrekt aan de detentie, uitgedrukt per 100 bezette plaatsen. De grafiek laat zien dat de hiervoor geconstateerde daling van het absolute aantal onttrekkingen aan de detentie, zeker niet alleen een gevolg is van een gereduceerde gedetineerdenbevolking. Het aantal onttrekkingen daalt ook in relatieve zin. Dit geldt voor vrijwel alle typen onttrekkingen. Ten opzichte van het totaal aantal verleende verloven is ook een daling te zien van het percentage dat daarvan niet terugkeert. Een plausibele verklaring voor deze daling is een stringenter selectiebeleid voor het verlenen van verlof.
Pagina 50 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Grafiek 7.3 Ontvluchtingen en onttrekkingen per 100 bezette plaatsen 2009-2013
6,3 5,8 4,5 4,0
2009
7.4
2010
2011
3,8
2012
2013
Aanhoudingen De overgrote meerderheid van de gedetineerden wordt weer aangehouden na een periode van ongeoorloofde afwezigheid. Dit blijkt uit de aantallen aanhoudingen, die grosso modo niet sterk afwijken van het aantal onttrekkingen. Grafiek 7.4 Aantal aanhoudingen 2009-2013 van personen die in hetzelfde of een eerder jaar zijn ontvlucht of zich aan de detentie hebben onttrokken
757 694 546 481 399
2009
2010
2011
2012
2013
Pagina 51 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
7.5
Suïcides Helaas vinden er ook jaarlijks een aantal suïcides plaats. Door de kleine aantallen is er al snel sprake van een relatief grote toe- of afname. In de periode 2009 tot en met 2013 varieert het jaarlijks aantal zelfmoorden van 4 tot 20. Grafiek 7.5 Suïcides 2009-2013
20 15 10
10
4
2009
2010
2011
2012
2013
Pagina 52 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
8
Recidive 2002-2013
Dit hoofdstuk beschrijft de recidive van ex-gedetineerden. Daarbij is een onderscheid gemaakt in de zogenaamde ‘algemene recidive’ en de ‘detentierecidive’. 8.1
Algemene recidive versus detentierecidive Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie rapporteert over de mate waarin bepaalde categorieën justitiabelen opnieuw met justitie in aanraking komen. Exgedetineerden vormen één van de onderzoeksgroepen binnen de zogenaamde Recidivemonitor. Voor al diegenen die in een bepaald jaar uitstromen uit het gevangeniswezen, wordt binnen één jaar, binnen twee jaar, binnen drie jaar, etc. bezien of zij opnieuw een strafbaar feit hebben gepleegd dat ter kennis is gebracht van het OM (algemene recidive). DJI publiceert sinds 2003 gegevens over de mate waarin verschillende groepen exgedetineerden opnieuw zijn ingesloten in een penitentiaire inrichting (detentierecidive). Het WODC analyseert voor het meten van de algemene recidive van exgedetineerden alle justitiële antecedenten die door de Justitiele Informatiedienst zijn vastgelegd. Het WODC telt daarbij ook de lichtere recidivedelicten mee, die niet leiden tot een nieuwe insluiting in een penitentiaire inrichting. De algemene recidivecijfers zijn daarom hoger dan de detentierecidivecijfers.
8.2
Algemene recidive en ambitie kabinet Het kabinet streeft naar een lagere algemene recidive van de personen die in 2010 uit detentie zijn ontslagen, ten opzichte van de algemene recidive van de exgedetineerden die zijn uitgestroomd in 2002. Deze ambitie is in eerste instantie geformuleerd als een afname met 10%-punt binnen zeven jaar na ontslag. Dit wil zeggen een afname van ongeveer 70% tot circa 60%. Een observatieperiode van zeven jaar na 2010 betekent echter dat de resultaten pas in 2018 bekend zijn. Het WODC heeft daarom berekend dat binnen twee jaar na ontslag een reductie van 7,7%-punt moet zijn bereikt. Zoals gebruikelijk maakt het WODC een onderscheid tussen ruwe en gecorrigeerde cijfers. De ruwe cijfers geven de feitelijk gemeten recidive weer. Voor de berekening van de gecorrigeerde cijfers zijn de uitstroomcohorten eerst zo veel mogelijk vergelijkbaar gemaakt ten aanzien van een zestal achtergrondkenmerken waarvan bekend is dat ze van invloed zijn op de hoogte van de recidive. Dit zijn sekse, leeftijd, geboorteland, type delict, eerdere justitiecontacten en leeftijd bij eerdere justitiecontacten. De cijfers over de algemene recidive van de gedetineerden die in 2010 zijn uitgestroomd, waren ten tijde van de opstelling van deze publicatie nog niet vrijgegeven. De tekst en cijfers in deze paragraaf hebben daarom betrekking op de jaarlijkse uitstroomcohorten van 2002 t/m 2009.
Pagina 53 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Grafiek 8.1 Percentage algemene recidive (gecorrigeerde cijfers) binnen twee jaar na ontslag cohort 2002-2009
56,0
2002
54,9
2003
53,9
2004
52,1
2005
51,3
2006
50,4
49,1
47,7
2007
2008
2009
In het ‘Recidivebericht 2002-2009, factsheet 2012-6’ heeft het WODC een vijfde tussenbalans opgemaakt. Passages hieruit die betrekking hebben op exgedetineerden zijn in onderstaand kader letterlijk weergegeven. Passages die alleen betrekking hebben op jeugdige daders zijn niet in deze publicatie opgenomen, maar weergegeven met (…). Bij twee dadergroepen, de jeugdige justitiabelen en de volwassen ex-gedetineerden, zijn zoals besproken concrete targets geformuleerd voor de beoogde recidivereductie. Men wil de strafrechtelijke recidive in deze groepen in de periode tussen 2002 en 2010 met 10 procentpunt verlagen. De streefcijfers hebben betrekking op de terugval die plaatsheeft in de periode tot zeven jaar na de uitgangszaak (VbbV, 2010). Berekend is met welke omvang de 2-jarige recidive moet dalen om de doelstellingen te halen. (…) Onder de ex-gedetineerden is dit 7,7 procentpunt. Figuur 2 maakt duidelijk hoe het met de realisatie van de ‘recidivedoelstelling’ staat. Het gaat nog steeds om een tussenstand. We beschikken immers nog niet over de resultaten cijfers voor de personen die in 2010 een uitgangszaak hadden of een inrichting verlieten. (…) Voor de populatie van exgedetineerden is het beeld onverdeeld positief. In 2002 bedroeg het 2-jarig percentage recidivisten 56,0 en voor de groep die uitstroomde in 2009 47,7. Een positief verschil van 8,3 procentpunt. Een jaar vroeger dan gedacht, is de beoogde reductie van 7,7 procentpunt een feit. Is de afname van de recidive in de diverse sectoren van de strafrechttoepassing het effect van het gevoerde beleid? In de jeugdsector en in het gevangeniswezen zijn in de achterliggende jaren gerichte maatregelen genomen om de terugval onder justitiabelen te helpen verlagen. Er zijn standaard screeningsinstrumenten voor risicotaxatie en indicatiestelling ontwikkeld, het aanbod van passende gedragsinterventies is uitgebreid en er zijn verbeteringen doorgevoerd in de nazorg20. De 20
Zie onder meer de recidivebrief van de bewindslieden aan de Tweede Kamer (DSP, 2008; TK 2007–2008, 24 587, nr. 299) en de nieuwsbrief van het programma Aanpak jeugdcriminaliteit (DJJ, 2008) voor een uiteenzetting van de beoogde maatregelen. Pagina 54 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
vraag of de ‘persoonsgerichte´ aanpak, die in de achterliggende jaren bij de invulling van het strafrechtelijke beleid werd voorgestaan, heeft bijgedragen aan de gesignaleerde trends in de landelijke recidivecijfers is lastig te beantwoorden. Er zijn wellicht ook andere oorzaken. Misschien is de afname in de recidive een reflectie van de dalende criminaliteit in het algemeen en niet het gevolg van interventies die op daderniveau hebben plaatsgehad. Met aanvullend onderzoek zal worden nagegaan welke alternatieve verklaringen voor de meetresultaten voorhanden zijn. Bovendien zal aan de hand van de beschikbare bronnen worden geïnventariseerd welke uitwerking de voorgenomen maatregelen op het gebied van de strafrechttoepassing hebben gehad op de concrete aanpak van individuele daders. De resultaten van het onderzoek waar het WODC melding van maakt, zullen naar verwachting eind 2014 beschikbaar komen. 8.3
Detentierecidive In de onderstaande tabel en grafiek zijn de detentierecidivecijfers van DJI vergeleken met de algemene recidivecijfers van het WODC. Tabel 8.1 Percentage recidive binnen twee jaar na uitstroom cohort 2002-2009/201121
Cohort:
DJI - detentierecidive *
WODC - algemene recidive**
2002
35,2
56,0
2003
37,1
54,9
2004
37,1
53,9
2005
33,9
52,1
2006
32,5
51,3
2007
32,5
50,4
2008
32,5
49,1
2009
31,8
47,7
2010
31,0
2011
30,5
* daadwerkelijk gemeten detentierecidivecijfers ** algemene recidivecijfers gecorrigeerd voor verschillen in achtergrondkenmerken van de uitstroomcohorten
21
De uitstroomcohorten voor de detentierecidive zijn samengesteld uit de gedetineerden die de inrichting verlaten naar de vrije maatschappij. Gedetineerden die de inrichting verlaten door zich te onttrekken aan de detentie of van wie bekend is dat ze na de detentie uitgezet worden, zijn niet meegenomen. Gedetineerden tellen één keer mee in het uitstroomcohort. Indien ze vaker uitstromen naar de vrije maatschappij in het betreffende jaar, dan is de eerste uitstroom genomen. Pagina 55 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Grafiek 8.2 Tweejaars recidive WODC en DJI
60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0 2002
2003
2004
2005
DJI - detentierecidive
2006
2007
2008
2009
2010
2011
WODC - algemene recidive
De ontwikkeling van de detentierecidivecijfers verloopt niet exact parallel aan die van de algemene recidivecijfers. De detentierecidive van de ex-gedetineerden uit 2003 en 2004 is iets hoger dan die van de ex-gedetineerden uit 2002. Vervolgens is een daling te zien tot 2006, gevolgd door een stabilisering tot en met 2008 en een verdere daling tot en met 2011. Het WODC constateert een continue daling van 2002 tot 2009 (cijfers over 2010 en 2011 zijn nog niet beschikbaar). 8.4
Profielschets detentierecidivist Welke mensen die eerder gedetineerd zijn geweest, keren terug in het gevangeniswezen als verdachten van of veroordeelden voor een nieuw misdrijf? Deze paragraaf geeft door middel van een aantal kenmerken een beeld van de recidiverende populatie. Er is gekozen voor het meest actuele cohort waarvan op dit moment de detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom bekend is: cohort 2011. De kenmerken zijn: geslacht, leeftijd, geboorteland, burgerlijke staat, dagbesteding, GW-bestemming, delict, gemeentegrootte, detentieduur en type gedetineerde. Onderlinge verbanden tussen de verschillende kenmerken zijn niet onderzocht. De kenmerken zijn geregistreerd bij aanvang van de oorspronkelijke detentie (bijv. had de gedetineerde werk?) of ze zijn vastgesteld aan het eind van die detentie (bijvoorbeeld leeftijd bij ontslag in 2011). De kenmerken refereren dus niet aan de situatie op het moment dat men recidiveert. In de tabellen zijn de uitkomsten weergegeven van zowel de recidive binnen één als binnen twee jaar. De tekst is gebaseerd op de recidivepercentages binnen twee jaar.
Pagina 56 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
• Geslacht Het gevangeniswezen ziet mannen vaker terugkomen dan vrouwen: een op de drie mannen is binnen twee jaar opnieuw ingesloten in een penitentiaire inrichting, tegen bijna een op de vijf vrouwen.
Tabel 8.2 Detentierecidive binnen een en twee jaar na uitstroom naar geslacht cohort 2011
Geslacht man vrouw Totaal
Uitstroom Aantal
Recidive binnen 1 jaar
Recidive binnen 2 jaar
Aantal
%
Aantal
29.686
6.285
21
9.429
32
2.854
343
12
511
18
32.540
6.628
20
9.940
31
%
• Leeftijd Gedetineerden van 45 jaar en ouder recidiveren het minst vaak (een kwart). Een op de drie gedetineerden ouder dan 18 jaar en jonger dan 45 jaar recidiveert binnen twee jaar. Gedetineerden die op het moment van het verlaten van de inrichting 19 jaar of jonger zijn, recidiveren het vaakst: 36%.
Tabel 8.3 Detentierecidive binnen één en twee jaar na uitstroom naar leeftijd cohort 2011
Leeftijd
Uitstroom Aantal
Recidive binnen 1 jaar Aantal
%
Recidive binnen 2 jaar Aantal
%
tm 19 jaar
1792
419
23
641
36
20 t/m 24
6.124
1.270
21
1.947
32
25 t/m 29
5.379
1.151
21
1.731
32
30 t/m 34
4.611
977
21
1.435
31
35 t/m 39
4.104
884
22
1.316
32
40 t/m 44
3.914
844
22
1.219
31
45 t/m 49
2.996
566
19
842
28
50 en ouder
3.620
517
14
809
22
32.540
6.628
20
9.940
31
totaal
• Geboorteland Gedetineerden die in Nederland zijn geboren, recidiveren in 30% van de gevallen binnen twee jaar. In de tabel zijn de andere landen die qua uitstroomaantal in de top tien staan, geordend van laag naar hoog recidivepercentage. De landen hebben deels een hoger en deels een lager recidivepercentage dan Nederlanders. Ex-gedetineerden geboren in Somalië (45%), Polen of Marokko (39%) hebben het hoogste recidivepercentage. Turken recidiveren het minst vaak (20%).
Pagina 57 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 8.4 Detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom naar geboorteland cohort 2011 Recidive binnen 1 jaar
Recidive binnen 2 jaar
Uitstroom Aantal
Aantal
%
Aantal
%
18.898
3.652
19
5.681
30
Turkije
808
104
13
162
20
Joegoslavië
312
46
15
79
25
2.000
388
19
574
29
277
57
21
82
30
Geboorteland Nederland
Suriname Irak Roemenië
701
162
23
213
30
Ned Antillen
2.075
459
22
736
35
Marokko
1.511
414
27
591
39
Polen
853
276
32
335
39
Somalië
399
135
34
179
45
totaal top-10
27.834
5.693
20
8.632
31
overige landen
4.472
889
20
1.254
28
234
46
20
54
23
32.540
6.628
20
9.940
31
onbekend totaal
• Burgerlijke staat Mensen die nooit gehuwd zijn recidiveren veel vaker (35%) dan gehuwde mensen (21%).
Tabel 8.5 Detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom naar burgerlijke staat cohort 2011
Uitstroom Aantal Burgerlijke staat gehuwd* weduwe,weduwnaar* gescheiden* nooit gehuwd niet bekend Totaal
Recidive binnen 1 jaar Aantal
Recidive binnen 2 jaar
%
Aantal
%
3.498
469
13
729
21
160
28
18
41
26
2.415
423
18
635
26
20.428
4.707
23
7.069
35
6.039
936
15
1.384
23
32.540
6.563
18
9.858
26
* deze categorieen zijn inclusief partnerregistratie
Pagina 58 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
• Werk Gedetineerden die bij aanvang van hun detentie als werkloos zijn geregistreerd, recidiveren later vaker (36%) dan mensen die op dat moment een baan hadden (26%).
Tabel 8.6 Detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom naar beroep cohort 2011 Recidive binnen 1 jaar
Recidive binnen 2 jaar
Uitstroom Aantal
Aantal
%
Aantal
%
gepensioneerd
161
11
7
20
12
huisvrouw,-man
180
17
9
32
18
10.410
1.719
17
2.713
26
869
159
18
230
26
Beroep
had werk studerend arb ongeschikt werkloos niet bekend totaal
1.069
206
19
309
29
11.426
2.803
25
4.066
36
8.425
1.713
20
2.570
31
32.540
6.628
20
9.940
31
• Delictcategorie Zedendelinquenten komen het minst vaak binnen twee jaar weer in detentie (8%). Verdachten van of veroordeelden voor een delict op grond van de Opiumwet recidiveren in 12% van de gevallen. Dit geldt voor een kwart (23%) van de gedetineerden die een geweldsdelict hebben gepleegd. Het meest recidiveren degenen die eerder hebben gezeten op grond van een vermogensmisdrijf met geweld (30%), een verkeersmisdrijf of verkeersovertreding (31%) en een vermogensdelict zonder geweld (40%). De groep waarvan geen delict is geregistreerd omdat ze een specifieke verblijfstitel hebben, recidiveert ook vaak: 37%. Deze laatste groep is gevarieerd en betreft onder andere ISD’ers en mensen die voor een subsidiaire hechtenis hebben gezeten22.
22
Een kanttekening bij de cijfers is op zijn plaats. Het komt veelvuldig voor dat een gedetineerde meerdere opgelegde straffen en maatregelen aaneengesloten uitzit. De recidive-observatieperiode start na de tenuitvoerlegging van de laatste straf of maatregel. Het delict in de tabel betreft de laatste zaak, voordat de gedetineerde uitstroomt. Vanwege de gangbare executievolgorde (eerst de principaal opgelegde straffen en daarna de vervangende straffen en gijzelingen), is de laatste zaak niet altijd de meeste ernstige zaak. De verkeerszaken betreffen meestal gijzelingen vanwege niet betaalde boetes voor verkeersovertredingen (wet Mulder). Pagina 59 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 8.7 Detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom naar delictcategorie cohort 2011
Uitstroom Aantal
Delictcategorie seksuele misdrijven
Recidive binnen 1 jaar Aantal
%
Recidive binnen 2 jaar Aantal
%
466
29
6
39
8
opiumwet
2.793
199
7
342
12
overige wetten
1.096
111
10
214
20
geweldsmisdrijven (excl.seksuele misdrijven)
4.338
638
15
1.003
23 24
wet wapens en munitie
222
37
17
54
vernieling en openbare orde en gezag
1.356
223
16
357
26
vermogensmisdrijven met geweld
1.728
361
21
524
30
verkeer (misdrijven en overtr.)
5.108
969
19
1.578
31
189
39
21
60
32
7.318
2.150
29
2.936
40
onbekend a.g.v. specifieke verblijfstitel
6.627
1.607
24
2.452
37
onbekend
1.299
265
20
381
29
32.540
6.628
20
9.940
31
overig Wetboek van Strafrecht vermogensmisdrijven zonder geweld
totaal
• Gemeentegrootte Mensen die uit de G4 komen (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht) recidiveren iets vaker (33,8%) dan degenen uit een andere gemeente met meer dan 100.000 inwoners (31,5%). Gedetineerden uit kleinere gemeenten recidiveren minder vaak (28,7%).
Tabel 8.8 Detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom naar gemeentegrootte cohort 2011
Uitstroom Aantal Gemeentegrootte
Recidive binnen 1 jaar Aantal
%
Recidive binnen 2 jaar Aantal
%
< 100.000
17.872
3.434
19
5.133
29
> 100.000
6.656
1.349
20
2.099
32
G4 totaal
8.012
1.845
23
2.708
34
32.540
6.628
20
9.940
31
• Detentieduur Mensen die korter dan twee maanden hebben gezeten, recidiveren met 30% rond het gemiddelde. De detentieduurcategorie van twee tot vier maanden toont een iets hoger recidivepercentage: 33%. De categorieën met een langere detentieduur laten een dalende lijn zien tot 21% voor de groep die drie jaar of langer heeft gezeten. De enige uitzondering hierop is de duurcategorie van twee tot drie jaar (36%). De uitkomsten in deze categorie zijn echter in sterke mate beïnvloed door de groep ISD’ers. Deze gedetineerden komen in het algemeen na hun voorarrest plus twee jaar ISD-maatregel vrij en vallen dus bijna altijd in deze Pagina 60 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
categorie. Gezien de specifieke achtergronden van deze groep, is het niet vreemd dat zij na de uitgezeten ISD-maatregel ook vaker recidiveren. Recidiveonderzoeken wijzen immers uit dat een omvangrijk strafrechtelijk verleden een zeer significante voorspeller is van de kans op latere recidive. Het recidivepercentage van de gedetineerden die twee tot drie jaar hebben gezeten zonder de ISD’ers is daarom lager (28%).
Tabel 8.9 Detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom naar detentieduur cohort 2011
Detentieduur < 2 wkn
Recidive binnen 1 jaar
Recidive binnen 2 jaar
Uitstroom Aantal
Aantal
%
Aantal
% 29
8.597
1.572
18
2.462
12.112
2.468
20
3.753
31
2 - < 4 mnd
4.528
1.036
23
1.505
33
4 - < 8 mnd
3.052
675
22
957
31
2 wkn - <2 mnd
8 mnd - < 1 jr
1.269
242
19
358
28
1 jr - < 2 jr
1.473
265
18
397
27
2 jr - < 3 jr
620
171
28
224
36
3 jr of langer
308
41
13
64
21
onbekend totaal
581
158
27
220
38
32.540
6.628
20
9.940
31
• Laatste verblijfsbestemming Mensen die een penitentiair programma hebben gevolgd, recidiveren het minst vaak (12%). Ook mensen die het gevangeniswezen verlaten via een zeer beperkt beveiligde inrichting recidiveren relatief weinig (13%). Wie het gevangenissysteem uitstroomt vanuit een gesloten regime (HvB of gesloten gevangenis) recidiveert vaker (respectievelijk 33% en 31%). Het is niet realistisch om de lagere detentierecidivepercentages van de (zeer) beperkt beveiligde inrichtingen en de penitentiaire programma’s volledig toe te schrijven aan de hier geboden programma’s gericht op re-integratie. Het lijdt namelijk geen twijfel dat gedetineerden die weinig problematisch scoren op recidiveverhogende kenmerken als verslaving, werkloosheid en criminele voorgeschiedenis, een grotere kans hebben om te worden geselecteerd voor plaatsing in een beperkt of zeer beperkt beveiligde inrichting. Gedetineerden die een ISD-traject afsluiten na een laatste fase buiten een PI recidiveren in 46% van de gevallen. Gedetineerden die hun ISD-traject afsluiten vanuit een penitentiaire inrichting zitten ‘verborgen’ in de categorie ‘gesloten gevangenis’. In het volgende item ‘ISD-maatregel’ en in tabel 8.11 wordt ingegaan op het verschil in recidive tussen de twee verschillende ISD-trajecten.
Pagina 61 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Tabel 8.10 Detentierecidive binnen twee jaar na uitstroom naar bestemming cohort 2011
Uitstroom Aantal
Bestemming penitentiair programma zeer beperkt beveil. inr. beperkt beveiligde inr.
Recidive binnen 1 jaar Aantal
Recidive binnen 2 jaar
%
Aantal
%
1.186
87
7
140
12
243
23
9
32
13
1.566
156
10
270
17
gesloten gevangenis (incl. ISD)
15.887
3.081
19
4.967
31
huis van bewaring
11.289
2.719
24
3.738
33
penit. psychiatr. centrum
486
137
28
183
38
ISD buiten een PI
174
50
29
80
46
overige/onbekend* Total
1.709
375
22
530
31
32.540
6.628
20
9.940
31
• ISD-maatregel Alleen zeer actieve veelplegers komen in aanmerking voor het opleggen van de ISD-maatregel. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat de kans dat een justitiabele recidiveert toeneemt naarmate hij in het verleden meer delicten heeft gepleegd. Het is dus niet direct verwonderlijk dat relatief veel ISD’ers weer de fout in gaan. De groep die het ISD-programma definitief verlaat na een laatste fase buiten een PI, recidiveert daarbij minder vaak (46%) dan de personen die de laatste fase in een PI doorbrengen (73%). Voor een deel is dit een selectie- en plaatsingseffect. ISD’ers waarbij het recidiverisico van plaatsing in een zorginstelling (dat gepaard kan gaan met meer vrijheden) op voorhand als te groot wordt ingeschat, blijven in de ISD-inrichting. Daarnaast kunnen personen van wie het traject buiten een PI niet slaagt, bijvoorbeeld omdat zij zich aan het toezicht in een GGZ-instelling hebben onttrokken, worden teruggeplaatst naar een PI.
Tabel 8.11 Detentierecidive van ISD'ers binnen twee jaar na uitstroom cohort 2011
Type geen ISD
Recidive Recidive Uitstroom binnen 1 jaar binnen 2 jaar Aantal Aantal % Aantal % 32.258
6.524
20
9.783
30
ISD-buiten PI
179
50
28
82
46
ISD-PI
103
54
52
75
73
totaal
32.540
6.628
20
9.940
31
Pagina 62 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Bijlage 1
Plaatsingsmogelijkheden gedetineerden
Het gevangeniswezen kent een aantal plaatsingsmogelijkheden. Deze zijn te onderscheiden in intra- en extramurale varianten. Bovendien koopt DJI intramurale plaatsen in bij andere organisaties. Ook deze zijn hier beschreven. Intramuraal (Penitentiaire Inrichtingen): • Huizen van Bewaring. Penitentiaire inrichtingen bestemd voor mensen die verdacht worden van ernstige misdrijven waarbij voorlopige hechtenis mogelijk is en die in afwachting zijn van een uitspraak van de rechter. • Gesloten gevangenissen. In deze penitentiaire inrichtingen komen gedetineerden terecht vanuit een HvB na een veroordeling in eerste aanleg of na een onherroepelijke veroordeling. Ook veroordeelde arrestanten worden steeds vaker direct in een gesloten gevangenis geplaatst en niet meer in een HvB. Een andere categorie gedetineerden die terecht komt in een gevangenis met gesloten regime, bestaat uit veroordeelde strafrechtelijke vreemdelingen die na hun detentie Nederland moeten verlaten (de zogenaamde VRIS-gedetineerden). Zij worden merendeels geplaatst in speciaal voor hen aangewezen gesloten gevangenissen. • Inrichtingen voor Stelselmatige Daders (ISD). Inrichtingen speciaal ingericht voor de opname van zeer actieve veelplegers, die zijn veroordeeld tot de maatregel plaatsing in een ISD, vrijwel altijd na een periode van voorlopige hechtenis. • Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC). Centra bestemd voor gedetineerden met een psychiatrische aandoening, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking. De behandeling in een PPC richt zich op stabilisatie en vervolgbehandeling. Het doel is het verbeteren van de psychische toestand en het algeheel functioneren van de betrokkene en daarmee het leveren van een bijdrage aan een veiliger samenleving. PPC’s zijn gesloten inrichtingen met een dubbele bestemming: HvB en gesloten gevangenis. • Beperkt en zeer beperkt beveiligde inrichtingen. In deze inrichtingen worden veroordeelde gedetineerden geplaatst die in aanmerking komen voor detentiefasering. Dit is een proces waarin veroordeelden die ingesloten zijn geweest in een gesloten inrichting in een latere fase van hun detentie in aanmerking komen voor meer vrijheden, waaronder weekendverlof. Op deze wijze wordt bijgedragen aan een meer soepele overgang naar het leven in de vrije maatschappij. Of men in aanmerking komt voor detentiefasering, is afhankelijk van de duur van het strafrestant en het gedrag en de vaardigheden van de gedetineerde. Er is ook een categorie die rechtsreeks vanuit de vrije maatschappij instroomt in beperkt beveiligde inrichtingen. Dit zijn de zogenaamde zelfmelders. Net als de arrestanten zijn dit mensen die zich niet in voorlopige hechtenis bevinden op het moment dat de rechter de straf oplegt. Maar anders dan de arrestanten hebben zij de mogelijkheid gekregen en benut om zich, na een schriftelijke oproep, te melden aan de poort van een inrichting om hun straf te ondergaan.
Pagina 63 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Extramuraal (Penitentiaire Programma’s en Elektronische Detentie): Personen die onder de verantwoordelijkheid van het gevangeniswezen vallen, verblijven niet altijd in een penitentiaire inrichting. De volgende categorieën zijn te onderscheiden: • Elektronische Detentie (ED). Het gevangeniswezen maakte van 2003 tot halverwege 2010 gebruik van deze (niet wettelijk geregelde) executiemodaliteit. Hierbij werd de straf ten uitvoer gelegd door middel van elektronisch gecontroleerde thuisdetentie. Het was een alternatief voor zelfmelders met een straf korter dan drie maanden en werd alleen toegepast als aan een aantal voorwaarden is voldoen. Zo moest men een aanvaardbaar verblijfsadres hebben en mocht men niet verslaafd zijn. In 2009 zijn de voorwaarden aangescherpt. In de loop van 2010 is ED vervallen als mogelijkheid. Naar verwachting wordt ED in 2014 opnieuw ingevoerd en ook wettelijk geregeld. ED kan dan niet worden toegepast bij kortgestrafte zelfmelders maar bij langer gestraften nadat ze de helft van hun straf hebben uitgezeten, waarbij voor ED een maximale termijn geldt van één jaar. • Penitentiaire programma’s. Deze programma’s zijn bedoeld voor personen in de laatste fase van hun detentie. Sommige van deze op resocialisatie gerichte programma’s worden uitgevoerd door de reclassering, andere door medewerkers van het gevangeniswezen zelf. Het gevangeniswezen is in alle gevallen eindverantwoordelijk. De deelnemer aan een penitentiair programma verblijft ’s avonds en ’s nachts niet in de penitentiaire inrichting. Aan een penitentiair programma is eventueel de voorwaarde van elektronisch toezicht (ET) verbonden (een enkelbandje met zender). Buiten DJI ingekochte plaatsen De Directie Forensische Zorg van DJI koopt plaatsen in bij de GGZ, de Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW’s) en de opvanghuizen van één van de maatschappelijke organisaties DOOR, Exodus, Moria of Ontmoeting (DEMO). Drie categorieën gedetineerden maken gebruik van deze plaatsen: • Mensen die in de laatste fase van een ISD-maatregel zijn opgenomen in een kliniek of in een voorziening voor begeleid wonen. In deze fase voert de reclassering toezicht uit op de ISD’er, is de gemeente uitvoeringsverantwoordelijke, maar blijft DJI de eindverantwoordelijke. • Gedetineerden die vanuit een penitentiaire inrichting op grond van artikel 15.5 van de Penitentiaire Beginselenwet in een psychiatrisch ziekenhuis verblijven of op grond van artikel 43.3 van dezelfde wet in een instelling voor sociale hulpverlening. De inrichting van waaruit zij zijn opgenomen in het ziekenhuis of de instelling, blijft eindverantwoordelijk. • Gedetineerden die een specifiek penitentiair programma volgen.
Pagina 64 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Bijlage 2
Begrippenlijst
Administratieve bezetting (synoniem: populatie) Het aantal justitiabelen dat onder de administratieve verantwoordelijkheid van een inrichting valt. Toelichting: Naast de fysiek aanwezigen betreft het ook de justitiabelen die tijdelijk elders verblijven, zoals de personen die in de laatste fase een extramuraal penitentiair programma volgen. Ook de personen die zijn doorgeplaatst naar een instelling van de GGZ, een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen of een opvanghuis van één van de maatschappelijke organisaties DOOR, Exodus, Moria en Ontmoeting (DEMO) blijven tijdens de resterende looptijd van hun straf onderdeel uitmaken van de administratieve bezetting van de zendende inrichting. Algemeen verlof Verlof dat is bedoeld voor veroordeelde gedetineerden in gesloten inrichtingen, die (nog) niet voor detentiefasering in aanmerking komen. Toelichting: Het verlof kan in het laatste jaar van detentie een beperkt aantal malen (maximaal zes) worden verleend. Minimaal een derde deel van de opgelegde straf moet zijn ondergaan. Het algemeen verlof is evenals het regimesgebonden verlof vanuit de (zeer) beperkt beveiligde inrichtingen, bedoeld om gedetineerden voor te bereiden op de terugkeer in de maatschappij. Algemene recidive Nieuw justitiecontact (van een ex-gedetineerde) naar aanleiding van een gepleegd misdrijf, ongeacht de aard en ernst daarvan, behalve de strafzaken die eindigen in vrijspraak, een technisch sepot of een andere technische uitspraak. Arrestant Persoon voor wie de aanhouding en plaatsing in een penitentiaire inrichting is bevolen omdat hij: a. Is veroordeeld tot een vrijheidsstraf en niet in aanmerking komt voor of niet meewerkt aan de executie van de straf in een beperkt beveiligde inrichting. b. Niet in voldoende mate meewerkt aan de executie van een andere straf of maatregel (taakstraf, boete, schadevergoeding, etc.) en om die reden een vervangende hechtenis of gijzelingsmaatregel moet ondergaan. c. Zich heeft onttrokken aan een eerdere detentie. Arrondissement District, rechtsgebied van een parket of rechtbank. Nederland kende t/m 2012 negentien arrondissementen. Met de inwerkingtreding van de Wet herziening gerechtelijke kaart per 1 januari 2013, is het aantal arrondissementen in Nederland teruggebracht van negentien naar tien arrondissementen. Per 1 april 2013 is de rechtbank Oost-Nederland gesplitst in de rechtbanken Overijssel (Almelo en Zwolle) en Gelderland (Arnhem en Zutphen). Het aantal arrondissementsrechtbanken komt daarmee op 11. Deze splitsing geldt niet voor de arrondissementsparketten. Dit aantal blijft 10. Artikel 15.5 Pbw-plaatsing Overplaatsing van een gedetineerde naar een psychiatrisch ziekenhuis vanwege een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestesvermogens. Deze overplaatsingsmogelijkheid is geregeld in artikel 15.5 van de Penitentiaire beginselenwet. Pagina 65 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Toelichting: Voor plaatsing op grond van artikel 15.5 moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan, die zijn omschreven in artikel 30 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden. De gedetineerde wordt geplaatst bij één van de zorgaanbieders binnen de GGZ, die door de Directie Forensische Zorg van DJI zijn gecontracteerd. De gedetineerde blijft tevens administratief ingeschreven in de penitentiaire inrichting van herkomst. Artikel 43.3 Pbw-plaatsing Overplaatsing van een gedetineerde naar een zorginstelling waar de noodzakelijke sociale verzorging of hulpverlening kan worden geboden. Deze overplaatsingsmogelijkheid is geregeld in artikel 43.3 van de Penitentiaire beginselenwet. Toelichting: Vaak betreft de plaatsing volgens artikel 43.3 een overplaatsing naar een verslavingskliniek. Daarvoor moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan die zijn omschreven in artikel 31 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden. De gedetineerde wordt geplaatst bij één van de zorgaanbieders binnen de GGZ, die door de Directie Forensische Zorg van DJI zijn gecontracteerd. De gedetineerde blijft tevens administratief ingeschreven in de penitentiaire inrichting van herkomst. Beperkt beveiligde inrichting Gevangenis met de op één na laagste graad van beveiliging. Toelichting: In deze inrichtingen kunnen zelfmelders worden geplaatst die onherroepelijk zijn veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van minder dan twee jaar. Naast de zelfmelders kunnen er, in het kader van detentiefasering, ook gedetineerden worden geplaatst die in eerste aanleg of onherroepelijk zijn veroordeeld en op het moment van overplaatsing een strafrestant van ten hoogste achttien maanden hebben. Gedetineerden mogen niet meer dan een beperkt vluchtof maatschappelijk risico vormen en dienen te beschikken over een aanvaardbaar verlofadres. Gedetineerden van wie vaststaat dat zij na de detentie zullen worden uitgezet of uitgeleverd of aan wie naast de gevangenisstraf ook de TBS-maatregel is opgelegd, komen niet in aanmerking voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting. Kenmerkend voor de beperkt beveiligde inrichtingen is dat de gedetineerden vierwekelijks met weekendverlof gaan. Bestemmingscategorie Typologie van (een deel van) een inrichting of van extramuraal uit te voeren programma’s, betrekking hebbend op bepaalde (juridische) kenmerken van de justitiabelen en op de aard van de voorzieningen. Bewaring Zie Inbewaringstelling. Bewaring overlevering Insluitingsgrond voor een persoon die is gearresteerd omdat hij in een land binnen de EU is verdacht van, of veroordeeld voor een misdrijf. Toelichting:Zie ook Overlevering. Bewaring Uitlevering Insluitingsgrond voor een persoon die is gearresteerd omdat hij in een land buiten de EU is verdacht van, of veroordeeld voor een misdrijf en aan dat land zal worden overgedragen. Toelichting:Zie ook Uitlevering.
Pagina 66 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Bolletjesslikker Een persoon die drugs smokkelt via in zijn lichaam ingebrachte bolletjes met drugs. Capaciteit Direct inzetbare capaciteit: Het aantal intramurale plaatsen dat bestemd is voor detentie, inclusief plaatsen die tijdelijk niet bruikbaar zijn, niet zijnde reservecapaciteit of in stand te houden capaciteit. Toelichting: De door DJI gefinancierde plaatsen voor arrestanten op politiebureaus, VN-plaatsen en plaatsen van het Internationaal Strafhof en de intramurale inkoop plaatsen forensische zorg in GGZ-instellingen t.b.v. gedetineerden zijn in deze publicatie niet gerekend tot de direct inzetbare capaciteit. Reservecapaciteit: Het aantal plaatsen dat binnen vier maanden inzetbaar moet zijn, om een (tijdelijk) extra aanbod van in te sluiten justitiabelen op te vangen. Toelichting: Voor de reservecapaciteit geldt een lagere normprijs. In stand te houden capaciteit Intramurale plaatsen die buiten gebruik zijn gesteld maar die nog niet zijn afgestoten. Toelichting: Betreft overschot aan capaciteit die echter niet is afgestoten maar voor een bepaalde periode (ten minste 1 jaar) wordt aangehouden. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Deze capaciteit maakt geen deel meer uit van de productietaakstelling. Cassatie (in cassatie gaan) Beroep bij de Hoge Raad tegen de beslissing van een lagere rechter. Detentiefasering Proces, waarbij een justitiabele de mogelijkheid heeft om ter bevordering van de herintegratie in de maatschappij door te stromen naar een bestemming met een hogere graad van vrijheid en verantwoordelijkheid. Detentierecidive Nieuwe insluiting binnen het gevangeniswezen van een persoon die eerder ingesloten is geweest in een penitentiaire inrichting. Directie Gevangeniswezen Organisatieonderdeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen die, met uitzondering van de TBS-maatregel en de vreemdelingenbewaring, verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en (vervangende) vrijheidsbenemende maatregelen opgelegd aan meerderjarigen. Directie Bijzondere Voorzieningen Directie die verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van vreemdelingenbewaring en grenslogies. Toelichting: Een deel van de capaciteit van deze directie wordt ingehuurd door het gevangeniswezen voor de insluiting van strafrechtelijke illegalen en de insluiting van bolletjesslikkers. Directie Forensische Zorg De Directie Forensische Zorg (DForZo) is verantwoordelijk voor de uitvoering van alle forensische zorg in strafrechtelijk kader aan volwassenen. Pagina 67 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Elektronische Detentie (tot 2010) Tenuitvoerlegging van korte onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen van daartoe geselecteerde zelfmelders door middel van elektronisch gecontroleerde thuisdetentie. Toelichting: ED is in de loop van 2010 als executiemogelijkheid vervallen. Elektronische Detentie (vanaf 2015?) In 2014 is het wetsvoorstel Elektronische Detentie goedgekeurd door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer behandelt het wetsvoorstel in september 2014. De nieuwe wet voorziet in het opnieuw invoeren van ED. De doelgroep bestaat niet uit kortgestrafte zelfmelders maar uit veroordeelden met een straf langer dan zes maanden. Zij kunnen in aanmerking komen voor ED nadat ze minimaal de helft van de straf in een penitentiaire inrichting hebben ondergaan. De maximale duur van ED bedraagt één jaar. Het toekomstige ED zal gepaard gaan met een inhoudelijk programma, arbeid of een andere zinvolle dagbesteding. Elektronisch Toezicht (ET) Controle met technische hulpmiddelen (zoals een enkelband) op de ongestoorde tenuitvoerlegging van vrijheidsbeperkende maatregelen. Toelichting: ET kan door de minister van Veiligheid en Justitie als aanvullende maatregel bij een penitentiair programma in de laatste fase van een gevangenisstraf worden toegepast. In de regel houdt ET een locatiegebod in, d.w.z. huisarrest op de tijdstippen waarop geen inhoudelijke uitvoering wordt gegeven aan het penitentiair programma. Extra Zorg Voorziening (EZV) Afdeling van een penitentiaire inrichting voor gedetineerden die zich niet kunnen handhaven in het reguliere regime, bijvoorbeeld omdat ze lichamelijke en/of geestelijke problemen hebben. In kleinere groepen krijgen deze gedetineerden meer structuur en bescherming. Deze veilige omgeving biedt bovendien mogelijkheden voor observatie om diagnoses te kunnen stellen. Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Een beveiligd psychiatrisch ziekenhuis waarbij tbs-gestelden, artikel 41-Penitentiaire Maatregel en vrijwillig verpleegden worden behandeld. Gerechtshof Gerecht dat zaken in hoger beroep behandelt. Nederland kent na de herzeining van de gerechtelijke kaart per 1 januari 2013 vier gerechtshoven. Gesloten gevangenis Door de minister aangewezen normale, uitgebreide of extra beveiligde penitentiaire inrichting bestemd voor de opneming van hen die, al dan niet onherroepelijk, tot een vrijheidsstraf zijn veroordeeld.
Pagina 68 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Gevangenhouding Tweede fase in de voorlopige hechtenis na een door de rechter-commissaris bevolen bewaring van maximaal 14 dagen. Toelichting: De beslissing over de gevangenhouding en de verlenging daarvan wordt door de raadkamer van de rechtbank genomen. De gevangenhouding kan voor 30, 60 of 90 dagen worden bevolen. De gevangenhouding van 30 of 60 dagen kan worden verlengd. De maximale duur van de voorlopige hechtenis (bewaring + gevangenhouding) bedraagt 104 dagen. Binnen die termijn moet de zaak op zitting zijn gebracht. Zie ook pro-formazitting. Gevangenis Door de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen penitentiaire inrichting, bestemd voor de opneming van hen die, al dan niet onherroepelijk, tot een vrijheidsstraf of vrijheidsbeperkende maatregel zijn veroordeeld. Gevangenisstraf Vrijheidsstraf die de rechter als hoofdstraf kan opleggen bij misdrijven, waarbij de maximale duur van de straf afhankelijk is van de aard van het misdrijf. Geweldsdelict Delict tegen leven en persoon, zoals moord, doodslag, mishandeling en bedreiging. Ook zedendelicten worden tot de geweldsdelicten gerekend. Dat geldt niet voor brandstichting en vernieling. Vermogensdelicten met een geweldscomponent vielen op basis van de Standaardclassificatie misdrijven van het CBS tot 2010 ook onder de geweldsdelicten. Vanaf 2010 worden diefstal met geweld en afpersing in deze classificatie gerubriceerd onder de vermogensmisdrijven. In de publicatie ‘Gevangeniswezen in getal’ zijn de aantallen apart vermeld. Gijzeling Gerechtelijke maatregel om iemand tot betaling te dwingen. Vaak toegepast bij personen die een verkeersboete niet betalen (zie Mulder). Hechtenis Vrijheidsstraf die de rechter als hoofdstraf kan opleggen bij bepaalde overtredingen. De maximale duur die de rechter kan opleggen is afhankelijk van de aard van de overtreding. Deze meestal korte straf wordt ook wel principale hechtenis genoemd. De term hechtenis wordt ook gebruikt bij insluiting van iemand die wordt verdacht van een ernstig delict (voorlopige hechtenis). Een derde variant is de vervangende hechtenis die volgt wanneer een taakstraf niet lukt of een door de rechter opgelegde, strafrechtelijke boete niet is betaald. Bij niet betaalde boetes spreekt men ook wel van subsidiaire hechtenis Hoger beroep Het opnieuw behandelen van een zaak door een hogere rechter. Na een uitspraak in eerste aanleg van een arrondissementsrechtbank kunnen zowel de veroordeelde als het OM hoger beroep aantekenen bij het gerechtshof. Huis van bewaring Door de minister van Veiligheid en Justitie aangewezen penitentiaire inrichting, vooral bedoeld voor nog niet in eerste aanleg veroordeelden. Toelichting:In een HvB verblijven ook veroordeelden in afwachting van doorplaatsing naar een gevangenis, een penitentiair programma of een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De Detentiecentra van de Directie Bijzondere Voorzieningen hebben ook de bestemming HvB, maar deze centra zijn vrijwel uitsluitend bedoeld Pagina 69 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
voor personen in vreemdelingenbewaring en die categorie blijft in deze publicatie buiten beschouwing. Inbewaringstelling Eerste fase van voorlopige hechtenis met een maximale termijn van 14 dagen. Incidenteel verlof Verlof dat een gedetineerde in staat stelt om een gebeurtenis in de persoonlijke sfeer, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is, bij te wonen. Toelichting: De artikelen 22 tot en met 31 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, bevatten een aantal gebeurtenissen waarvoor incidenteel verlof kan worden gevraagd en verleend, mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Incidenteel verlof kan onder meer voor de volgende gevallen worden aangevraagd: geboorte, ziekte, lichamelijke of geestelijke gesteldheid of overlijden van een relatie indien de desbetreffende toestand of gebeurtenis door een arts respectievelijk de burgerlijke stand is bevestigd. De directeur van de penitentiaire inrichting beslist op een verzoek om incidenteel verlof. Incidenteel verlof eindigt op de dag waarop het is aangevangen of, als de benodigde reistijd dat niet toelaat, in ieder geval op de daarop volgende dag. Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) Door de minister van Veiligheid en Justitie aangewezen penitentiaire inrichting, bestemd voor de behandeling van stelselmatige daders (zie Stelselmatige Dader) met als doel de maatschappij te beveiligen en de recidive te beëindigen. Inverzekeringstelling Het insluiten van een verdachte op het politiebureau ten behoeve van het onderzoek naar de toedracht van een gepleegd delict of gepleegde delicten op last van de (hulp)officier van justitie. Toelichting: De inverzekeringstelling, die drie dagen duurt, kan worden bevolen bij middelzware en zware misdrijven en kan eenmaal met drie dagen worden verlengd. Daarna kan voorlopige hechtenis volgen. Lopend vonnis Niet (volledig) geëxecuteerde, onherroepelijke vrijheidsstraf opgelegd aan een persoon die op het moment dat het vonnis onherroepelijk is geworden, niet (meer) in voorlopige hechtenis verblijft. Onherroepelijke uitspraak Uitspraak waarbij voor de rechtzoekende geen beroepsmogelijkheid meer openstaat. Onttrekking aan detentie Onttrekking aan toezicht vanaf het inrichtingsterrein buiten de externe beveiligingsring (ringmuur en/of penitentiair hekwerk) of vanuit een (zeer) beperkt beveiligde inrichting. Ook onttrekkingen aan toezicht tijdens verblijf buiten de inrichting en het niet terugkeren van toegestaan tijdelijk verblijf buiten de inrichting (bijv. verlof, schorsing voorlopige hechtenis voor bepaalde tijd, strafonderbreking) zijn vormen van onttrekkingen aan detentie. Ontvluchting uit een gesloten inrichting Ontsnapping uit een HvB of een gesloten gevangenis vanuit het beveiligde inrichtingsgebouw of vanaf het beveiligde terrein, te weten het terrein binnen de ringmuur en/of het (penitentiaire) hekwerk.
Pagina 70 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Openstaand vonnis Opgelegd vonnis, dat nog ten uitvoer moeten worden gelegd. Opiumdelict Import, export, vervaardiging, bereiding, bewerking, verwerking, verkoop, aflevering, verstrekking, vervoer of (in) bezit hebben van stoffen die genoemd worden in twee lijsten die in het kader van de Opiumwet zijn opgesteld. Overlevering Het overdragen van een gedetineerde aan een land binnen de EU waar deze verdacht wordt van, of veroordeeld is voor een misdrijf. Penitentiaire inrichting Zie Gevangenis of Huis van bewaring. Penitentiair programma (PP) Door de minister van Veiligheid en Justitie erkend programma van samenhangende activiteiten die expliciet zijn gericht op re-integratie in de maatschappij, waarbij de deelnemer op een plaats buiten de inrichting verblijft in de laatste fase van een gevangenisstraf. Toelichting: Een PP heeft een duur van ten hoogste een zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf. Voorwaarde daarbij is wel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van ten minste 6 maanden is opgelegd en het strafrestant bij aanvang van de deelname aan het PP ten minste 4 weken en ten hoogste een jaar betreft. Elektronisch Toezicht kan door de minister van justitie als aanvullende maatregel bij een penitentiair programma worden toegepast. Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) Penitentiaire inrichting voor gedetineerden met een psychiatrische of psychische aandoening, persoonlijkheidsstoornis, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking (of een combinatie hiervan). Toelichting: De behandeling in een PPC richt zich op stabilisatie en vervolgbehandeling. Het doel is het verbeteren van de psychische toestand en het algeheel functioneren van de betrokkene en daarmee het leveren van een bijdrage aan een veiliger samenleving. ‘Pluk-ze’- wetgeving Populaire benaming voor de maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, die inhoudt dat tijdens of na een strafproces het financiële voordeel wordt afgenomen dat men heeft verkregen door het plegen van een strafbaar feit. Als dwangmiddel kan lijfsdwang worden toegepast in de vorm van insluiting in een penitentiaire inrichting. Populatie Zie Administratieve bezetting. Principale hechtenis Zie Hechtenis. Pro-formazitting Zitting die noodzakelijk is als de maximale termijn van 104 dagen van de voorlopige hechtenis niet voldoende is om of de strafzaak inhoudelijk te behandelen, bijvoorbeeld omdat het onderzoek nog niet is afgerond. Toelichting: Inclusief de maximale termijn van inverzekeringstelling (6 dagen) kan een verdachte niet langer dan 110 dagen in voorarrest verblijven, zonder dat de Pagina 71 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
zaak op een (pro-forma)zitting is behandeld. Indien de termijn wordt overschreden, zal de verdachte in vrijheid moeten worden gesteld. Tijdens de pro-formazitting vordert de officier van justitie de schorsing van de behandeling, waardoor de termijn van voorlopige hechtenis door de rechtbank verlengd kan worden met 30 dagen, of, vanwege ‘klemmende, zwaarwegende redenen', tot maximaal 90 dagen. Uiterlijk binnen 90 dagen moet er dus weer een zitting plaatsvinden. Dit kan eventueel weer een pro-formazitting zijn. Er is wettelijk geen grens gesteld aan het aantal schorsingen en pro-formazittingen. Regimesgebonden verlof Verlof voor zelfmelders en gedetineerden die in het kader van detentiefasering zijn doorgeplaatst naar een beperkt beveiligde inrichting of een zeer beperkt beveiligde inrichting. Toelichting: Als onderdeel van het regime gaan gedetineerden vierwekelijks (bij een beperkt beveiligde inrichting) of wekelijks (bij een zeer beperkt beveiligde inrichting) met weekendverlof. Het regimesgebonden verlof is bedoeld om de gedetineerde voor te bereiden op de terugkeer in de maatschappij. Reservecapaciteit Zie capaciteit Schorsing voorlopige hechtenis (voor bepaalde of onbepaalde tijd) Door de rechter afgegeven bevel, op verzoek van de verdachte, ambtshalve of op vordering van de officier van justitie, waarmee de voorlopige hechtenis onder voorwaarden tijdelijk of voor onbepaalde tijd niet ten uitvoer wordt gelegd. Toelichting: Het onderscheid tussen ‘tijdelijk’ en ‘voor onbepaalde tijd’ is niet wettelijk geregeld, maar is wel een praktijkgegeven. De redenen voor een schorsing voor bepaalde tijd staan evenmin in het wetboek van strafvordering, maar veelal zijn het dezelfde redenen als bij strafonderbreking: een bevalling van de levenspartner of een ernstige ziekte of overlijden van de levenspartner, kind of ouder van de gedetineerde. En ook voor schorsing voor bepaalde tijd geldt dat ze meestal niet wordt verleend indien incidenteel verlof van één, maximaal twee dagen voldoende tijd biedt aan de gedetineerde. Een schorsing voor onbepaalde tijd duurt in de regel voort tot het moment dat de verdachte voor de rechtbank moet verschijnen. Bij dergelijke schorsingen schrijft de bevolkingsadministratie van de penitentiaire inrichting de gedetineerde uit. De rechter kan een schorsing te allen tijde opheffen en zal dat vooral doen als de verdachte zich niet aan de vooraf gestelde voorwaarden houdt. Stelselmatige Dader (meerderjarig) Persoon die een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en in de vijf jaren voorafgaand aan dat misdrijf ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf moet zijn veroordeeld. Het feit is begaan na de tenuitvoerlegging van deze straffen of maatregelen en voorts moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan. Persoon moet tevens 18 jaar of ouder zijn en tegen hem moeten over een periode van vijf jaar -waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt- meer dan 10 processen verbaal zijn opgemaakt, waarvan ten minste één in het peiljaar (zeer actieve veelpleger). Per 1-1-2014 is de OM-richtlijn voor de vordering van de ISDmaatregel verruimd. ‘Meer dan 10 processen-verbaal’ is gewijzigd in ‘processenverbaal met meer dan 10 misdrijffeiten’.
Pagina 72 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Strafonderbreking (tijdelijke ~) Door de minister van Veiligheid en Justitie aan een veroordeelde gedetineerde verleende toestemming om de inrichting tijdelijk te verlaten wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof (artikel 34 Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting). Toelichting: De strafonderbreking duurt minimaal 48 uur en maximaal drie maanden en wordt verleend, ingetrokken en gewijzigd door de minister. De mogelijke redenen voor strafonderbreking zijn genoemd in de artikelen 36 t/m 38 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Strafonderbreking kan plaatsvinden in verband met de bevalling van de levenspartner of vanwege ernstige ziekte of overlijden van de levenspartner, kind of ouder van de gedetineerde. Zeer sporadisch vindt strafonderbreking plaats wegens dringende omstandigheden van zakelijk aard. Anders dan bij verlof, schuift de einddatum van de detentie door strafonderbreking op. Strafonderbreking vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf (voor onbepaalde tijd) Door de minister van Veiligheid en Justitie verleende toestemming aan een veroordeelde vreemdeling, om de detentie voor onbepaalde tijd te onderbreken onder de voorwaarde dat hij vertrekt uit Nederland en niet meer terugkeert (artikel 40a van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting). De strafonderbreking gaat in op het moment dat de vreemdeling daadwerkelijk Nederland heeft verlaten. Toelichting: Een vreemdeling komt vanaf 1 april 2012 in aanmerking voor strafonderbreking als hij/zij ten minste de helft van de straf heeft ondergaan en de duur van de opgelegde vrijheidsstraf niet langer is dan drie jaar. Bij een vrijheidsstraf van meer dan drie jaar kan de vreemdeling pas strafonderbreking aanvragen, nadat ten minste twee derde van de straf is uitgezeten (zie artikel 40a lid 2 van de Regeling). De Minister van Veiligheid en Justitie is bevoegd om strafonderbreking aan de vreemdeling te verlenen. Daarbij wordt beoordeeld of andere belangen (bijv. van slachtoffers) zich daartegen niet verzetten. Als de vreemdeling in de toekomst in Nederland wordt aangetroffen, moet alsnog het resterende deel van zijn straf tenuitvoer worden gelegd, vermeerderd met de straf die staat voor overtreding van het inreisverbod/ de ongewenstverklaring. De reguliere regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling bij straffen langer dan één jaar, geldt vanaf 1 april 2012 niet meer voor vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf. Strafrestant Gedeelte van de opgelegde straf of samenstel van opgelegde straffen dat nog moet worden ondergaan, gerekend vanaf het peilmoment tot aan de verwachte datum van de (eventueel voorwaardelijke) invrijheidstelling. Subsidiaire hechtenis Zie Hechtenis Taakstraf Onbetaalde arbeid die de strafrechter oplegt in plaats van een gevangenisstraf. Uitlevering Het overdragen van een gedetineerde aan een land buiten de EU, waar deze verdacht wordt van, of veroordeeld is voor een misdrijf.
Pagina 73 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Vervangende hechtenis Zie Hechtenis Vermogensdelict (zonder geweld) Delict met als oogmerk materieel gewin voor de pleger, voornamelijk bestaand uit diefstal al dan niet met braak of in vereniging, heling, verduistering en oplichting. Vermogensdelict (met geweld) Delict met als oogmerk materieel gewin voor de pleger, met toepassing van geweld of dreiging met geweld tegenover personen. Voorarrest Het totaal aantal dagen dat iemand doorbrengt in een politiecel en een huis van bewaring voorafgaand aan een onherroepelijke uitspraak. Het strafrestant na de uitspraak is gelijk aan de opgelegde straf verminderd met het voorarrest en de eventuele termijn van de voorwaardelijke invrijheidstelling. Voorlopige hechtenis Insluiting in een penitentiaire inrichting van een verdachte van een ernstig delict, vanwege vluchtgevaar, een gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid of vanwege noodzakelijk nader onderzoek om de waarheid te achterhalen. Toelichting: In deze publicatie is een onderscheid gemaakt in personen in voorlopige hechtenis die nog niet in eerste aanleg zijn veroordeeld en personen die al wel in eerste aanleg zijn veroordeeld en in afwachting zijn van een uitspraak in hoger beroep of in afwachting van het onherroepelijk worden van het vonnis in eerste aanleg. Voorwaardelijke invrijheidstelling Het onder voorwaarden vervroegd vrijlaten van personen die één of meer vrijheidsstraffen hebben ondergaan. In aanmerking komen personen met een vrijheidsstraf tussen één en twee jaar nadat zij ten minste één jaar en een derde van de nog resterende straf hebben ondergaan. Personen met een vrijheidsstraf langer dan twee jaar kunnen onder voorwaarden vrij komen als twee derde van de straf is ondergaan. Toelichting: Voor elke veroordeelde die voorwaardelijk in vrijheid is gesteld, geldt de algemene voorwaarde dat hij tijdens zijn proeftijd geen nieuwe strafbare feiten pleegt. Daarnaast kan het OM ook bijzondere voorwaarden opleggen. Afstel of uitstel van de voorwaardelijke invrijheidsstelling is mogelijk, als de veroordeelde zich tijdens de detentie (herhaaldelijk) ernstig misdraagt of tijdens zijn detentie een strafbaar feit pleegt. De wet is 1 juli 2008 ingegaan. Vóór die datum was de ruimere regeling van vervroegde invrijheidstelling van kracht. Strafrechtelijke vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf in Nederland komen vanaf april 2012 niet meer in aanmerking voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Zie ook het begrip: Strafonderbreking vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf (voor onbepaalde tijd) Vreemdelingenbewaring Maatregel om vreemdeling die: a. de toegang tot Nederland aan de grens is geweigerd, of b. niet langer in Nederland mag blijven, vast te houden in een penitentiaire inrichting tot het moment dat uitzetting mogelijk is. Vrijheidsstraf Door de rechter opgelegde gevangenisstraf, (vervangende) hechtenis, militaire detentie.
Pagina 74 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
Vrijheidsbenemende maatregel Door een daartoe bevoegde instantie bevolen voorlopige hechtenis, gijzeling, of andere vrijheidsbeneming, niet zijnde een vrijheidsstraf. Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersovertredingen (WAHV), de Wet Mulder Wet op grond waarvan buiten het strafrecht om betalingen voor lichte verkeersovertredingen administratief worden afgedaan. Gijzelingen in penitentiaire inrichtingen zijn mogelijk om betalingen af te dwingen. Toelichting: De Wet Mulder is de populaire benaming voor de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersovertredingen. Voormalig secretarisgeneraal van het Ministerie van Justitie mr. dr. Albert Mulder was de initiatiefnemer van deze wet. Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) Nederlandse regelgeving betreffende de overdracht van de tenuitvoerlegging van buitenlandse vrijheidsbenemende straffen en maatregelen aan Nederland en de overdracht van de tenuitvoerlegging van Nederlandse vrijheidsbenemende straffen en maatregelen aan het buitenland. Toelichting: De WOTS kan worden toegepast voor de overdracht van vonnissen naar en van: 1. Landen buiten Europa die het Verdrag Overbrenging Gevonniste Personen hebben getekend. Dit zijn er meer dan 60; 2. Andere landen buiten Europa waar Nederland een apart verdrag mee heeft; 3. Landen in de Europese Unie (EU) die de nieuwe Europese regels nog niet hebben verwerkt in een eigen, nationale wet. Zie ook het begrip: WETS. Voor de overdracht dient een gedetineerde in de regel zelf een verzoek in te dienen. De gedetineerde moet voldoende binding hebben met het ontvangende land. Er is geen automatisch recht op strafoverdracht en er bestaat ook geen verplichting voor een land om over te dragen. In de meeste gevallen gaat het land waarmee een WOTS-verdrag is afgesloten alleen akkoord met overdracht naar Nederland, als de straf in Nederland één-op-één wordt voortgezet (onmiddellijke tenuitvoerlegging). In de andere gevallen komt er een zitting voor een Nederlandse rechtbank, die de straf omzet naar Nederlandse maatstaven. Zie ook het begrip: ‘Wet Wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS)’. Op http://www.dji.nl/Onderwerpen/strafoverdracht-wots-en-wets.aspx staat een overzicht van welke landen welke verdragen hebben ondertekend. Wet Terwee Wet die bedoeld is om de positie en de bejegening van het slachtoffer in het strafproces te verbeteren en de mogelijkheden van het verhalen van de schade op de dader te vergroten. Als een dader niet voldoet aan zijn betalingsverplichting, is het mogelijk om hem in hechtenis te nemen. Toelichting: De Wet Terwee is vernoemd naar de initiatiefnemer. Wet Wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS) Nederlandse regelgeving betreffende de overdracht van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen in een EU-lidstaat aan Nederland en de overdracht van de tenuitvoerlegging van Nederlandse strafrechtelijke beslissingen aan een ander EU-land. Naast de vrijheidsstraffen vallen ook de alternatieve en voorwaardelijke straffen onder de reikwijdte van de wet. Toelichting: De Nederlandse wet is van kracht sinds 1 november 2012. Naast verdragen (zie begrip WOTS) bestaan er binnen de Europese Unie (EU) Pagina 75 van 76
Gevangeniswezen in getal 2009-2013| juli 2014
kaderbesluiten die overdrachten van vonnissen mogelijk maken. De wet kan alleen worden toegepast als het ontvangende of zendende land de nieuwe Europese regels ook reeds heeft verwerkt in een eigen nationale wet. Anders dan bij de WOTS hoeft een gedetineerde zelf geen verzoek tot overdracht in te dienen. In de nieuwe regeling ligt het initiatief bij het land waar de gedetineerde is veroordeeld. In beginsel vindt de overdracht plaats, ook al is de gedetineerde het er niet mee eens. Voorwaarde is wel dat de gedetineerde voldoende binding heeft met het ontvangende land. Uitgangspunt is dat een lidstaat een buitenlands vonnis erkent en de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf voortzet. Zie ook het begrip: Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) Op http://www.dji.nl/Onderwerpen/strafoverdracht-wots-en-wets.aspx staat een overzicht van welke landen welke verdragen hebben ondertekend. Zeer beperkt beveiligde inrichting Gevangenis met de laagste graad van beveiliging. Toelichting: In deze inrichtingen kunnen gedetineerden worden geplaatst met een in eerste aanleg of onherroepelijk opgelegde straf van minimaal zes maanden, waarbij ten minste de helft van de opgelegde straf moet zijn ondergaan in een inrichting met een hogere beveiligingsgraad en het strafrestant ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden bedraagt. Gedetineerden mogen niet meer dan een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen en dienen te beschikken over een aanvaardbaar verlofadres. Gedetineerden van wie vast staat dat zij na de detentie zullen worden uitgezet of uitgeleverd of aan wie naast de gevangenisstraf de tbs-maatregel is opgelegd, komen niet in aanmerking voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting. Kenmerkend voor de zeer beperkt beveiligde inrichtingen, is dat de gedetineerden overdag buiten de inrichting verblijven voor werk of opleiding en dat zij wekelijks met weekendverlof gaan. Zelfmelder Een tot een vrijheidsstraf veroordeelde persoon die niet gedetineerd is op het moment dat de rechterlijke uitspraak onherroepelijk is geworden en waarbij het Centraal Justitieel Incasso Bureau, volgens de beleidsregels van het OM, heeft bepaald dat hij voor de tenuitvoerlegging van de straf (met aftrek van het voorarrest) in aanmerking komt voor de zelfmeldprocedure. Toelichting: Bij vonnissen met een straf(restant) van langer dan twee jaar dient de veroordeelde zich te melden bij een politiebureau om van daaruit te worden doorgeplaatst naar een gevangenis. Bij kortere straffen krijgt de persoon een oproep om zichzelf te melden bij een penitentiaire inrichting. Tot eind 2013 vond insluiting plaats in een beperkt beveiligde inrichting, daarna in een gesloten gevangenis.
Pagina 76 van 76