Gemeenteraadsvergadering 3 maart 2015

Gemeenteraadsvergadering 3 maart 2015 Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang:

Gemeenteraad Raadzaal gemeentehuis, Marktstraat 1, Borculo dinsdag 03 maart 2015 19:30 uur

1.

Opening

2.

Spreekgelegenheid voor het publiek *)

3.

Vaststellen agenda

4.

Ingekomen stukken / mededelingen / toezeggingen Stukken 2015-03-03 Ingekomen stukken

5.

Voorbereiding en rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen

-

HAMERSTUKKEN

6.

Klachten van de heer B. Stukken 2015-03-03 Voorstel en besluit - Klachten van de heer B.

7.

Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014 Stukken 2015-03-03 Voorstel en besluit - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014

2015-03-03 Bijlage 1- BenW advies - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014

2015-03-03 Bijlage 2 - Zienswijzennota - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014

2015-03-03 Bijlage 3 - Aangepaste versie verbeelding - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014

Externe link

Externe link

-

BESPREEKSTUKKEN

8.

Wijziging Structuurvisie Berkelland 2025 Stukken 2015-03-03 Voorstel en besluit - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025

2015-03-03 Bijlage 1 - BenW advies - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025

2015-03-03 Bijlage 2 - Zienswijzen - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025

2015-03-03 Bijlage 3 - Verslag inspraak - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025

2015-03-03 Bijlage 4 - Antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 - Plan Teunissen-Boers

2015-03-03 Bijlage 5 - Bijlage 1 (Brief van 29-06-2012 aan Teunissen) bij antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 / Plan Teunissen-Boers

2015-03-03 Bijlage 6 - Bijlage 2 (Kaartfragment Omgevingsverordening) bij antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 - Plan Teunissen/Boers

2015-03-03 Bijlage 7 - Antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2025

2015-03-03 Bijlage 8 - Antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2025

2015-03-03 Bijlage 9 - Bijlage (advies Hekkelman advocaen) bij antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2015

9.

Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016” Stukken 2015-03-03 Voorstel en besluit - Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"

2015-03-03 Bijlage 1 - BenW-advies - Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"

2015-03-03 Bijlage 2 - Plan van Aanpak (met bijlagen) - bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"

2015-03-03 Bijlage 3 - Antwoord op technische vraag - bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"

2015-03-03 Bijlage 4 - Amendement GL (A-15-01) - Plan van Aanpak best.plan Buitengebied Berkelland 2016 - Ontwikkelruimte agrarische bedrijven

2015-03-03 Bijlage 5 - Amendement GL (A-15-02) Plan van Aanpak best.plan Buitengebied Berkelland 2016 - Nieuwe onderwerpen

10.

Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek Stukken 2015-03-03 Voorstel en besluit - Deelname aan project breedband buitengebied Achterhoekf

2015-03-03 Bijlage 1 - BenW advies - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek

2015-03-03 Bijlage 2 - Intentieverklaring - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek

2015-03-03 Bijlage 3 - Bestuursovereenkomst - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek

2015-03-03 Bijlage 4 - Concept statuten GABV - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek

2015-03-03 Bijlage 5 - Antwoord op technische vraag - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek

2015-03-03 Bijlage 6 - Antwoord op technische vraag - Breedband Buitengebied Achterhoek

2015-03-03 Bijlage 6 - Antwoord op technische vraag - Breedband Buitengebied Achterhoek_Motie 500 in termijnen

2015-03-03 Bijlage 7 - Motie PvdA (M-15-03) Termijnbijdrage € 500 breedband buitengebied Achterhoek

11.

Motie vreemd aan de agenda

12.

Rondvraag

13.

Sluiting

2015-03-03 Ingekomen stukken (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####fd364abf-9e3f-463e-b6f2-51670f76eebe#

Raadsvergadering : 3 maart 2015 Onderwerp

Agendapunt

:

4

: Ingekomen stukken / mededelingen / toezeggingen

Meer informatie bij : Griffie

Telefoon

: 0545-250805

De volgende aan de raad gerichte stukken zijn ontvangen: A. Ingekomen stukken. 1. Afdoeningsvoorstel: voor kennisgeving aannemen 1. Brief van de provincie Gelderland over de begroting 2015; 2. Brief van GGD Noord- en Oost-Gelderland over het vergaderschema AB GGD 2015 en de planning begroting 2016; 3. Brief van de GGD Noord- en Oost-Gelderland over de Bestuursagenda publieke gezondheid 2014-2018; 4. Vergaderstukken Algemeen Bestuur Regio Achterhoek van 28 januari 2015; 5. Vergaderstukken bijeenkomst klankbordgroep rekenkamercommissie en Rekenkamercommissie BBLM van 9 januari 2015 alsmede het conceptverslag van deze bijeenkomst;; 6. Brief van FNV Lokaal Berkelland over de Cliëntenraad en de Participatiewet; 7. Jaarplan 2015 van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) OostNederland. 2. Correspondentie van het college van BenW / afdoeningsvoorstel: voor kennisgeving aannemen 1. Besluit over het Milieujaarverslag 2013; 2. Besluit over het peuterwerk in Noordijk; 3. Besluit over het verslag van de vergadering van het Algemeen Bestuur van de GGD Noord- en Oost-Gelderland van 20 november 2014 en een samenvatting daarvan; 4. Korte samenvatting van de informatiebijeenkomst Breedband in het buitengebied Achterhoek op 9 december 2014; 5. Brief, gericht aan de Raad van State, over een verzoek tot het beschikbaarstellen van het verslag van de zitting op 17 juni 2014; 6. Brief, gericht aan het bestuur van de Stichting Sport Federatie Berkelland, over het doorvoeren van een “stille” bezuiniging door een wijziging in de functie “ambtenaar sport”; 7. Brief met betrekking tot aankondiging gesprek over beëindigen huishoudelijke hulp (HH1); 8. Brief, gericht aan het bestuur van de voetbalvereniging EGVV, over de vaststelling van een eenmalige subsidie; 9. Besluit over subsidie verzelfstandiging voetbalcomplex EGVV.

3. Afdoeningsvoorstel: afhandeling door raad / commissie / griffie 4. Afdoeningsvoorstel: voor advies in handen stellen van het college 1. Uitgangspuntennota 2016 GGD Noord- en Oost Gelderland

2. Correspondentie van het college van BenW / afdoeningsvoorstel: voor kennisgeving aannemen 1. Besluit over het Milieujaarverslag 2013; 2. Besluit over het peuterwerk in Noordijk; 3. Besluit over het verslag van de vergadering van het Algemeen Bestuur van de GGD Noord- en Oost-Gelderland van 20 november 2014 en een samenvatting daarvan; 4. Korte samenvatting van de informatiebijeenkomst Breedband in het buitengebied Achterhoek op 9 december 2014; 5. Brief, gericht aan de Raad van State, over een verzoek tot het beschikbaarstellen van het verslag van de zitting op 17 juni 2014; 6. Brief, gericht aan het bestuur van de Stichting Sport Federatie Berkelland, over het doorvoeren van een “stille” bezuiniging door een wijziging in de functie “ambtenaar sport”; 7. Brief met betrekking tot aankondiging gesprek over beëindigen huishoudelijke hulp (HH1); 8. Brief, gericht aan het bestuur van de voetbalvereniging EGVV, over de vaststelling van een eenmalige subsidie; 9. Besluit over subsidie verzelfstandiging voetbalcomplex EGVV.

5. Afdoeningsvoorstel: ter afdoening in handen stellen van het college 1. Brief van A. Pelgrum over het indienen van een zienswijze met betrekking tot de hogere grenswaarde in relatie tot de rotonde Hekweg / Nettelhorsterweg; 2. Brief van M.J. Schotman e.a. over een reactie op de briefwisseling over de zienswijze met betrekking tot de rotonde N315, Neede-Noordijk; 3. Brief van F.J. Kolkman en A. Kolkman-Langeler over de wijziging van de woonbestemming Diepenheimseweg 45 in Gelselaar; 4. Brief van F.L.C. Thalen over de verruiming van de gemeentepolis / Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten; 5. Brief van J.F.A. Bergman over toezending afschrift van een schrijven, gericht aan de Raad van State, over het bestemmingsplan “Eibergen, Centrum 2011, herziening 2013-1 (Kerkstraat 30 en J.W. Hagemanstraat 36-38)”; 6. Brief van de Raad van State over toezending kopieën van stukken met betrekking tot het bestemmingsplan “Eibergen, Centrum 2011, herziening 2013-1 (Kerkstraat 30 en J.W. Hagemanstraat 36-38)”; 7. Brief van het Gehandicaptenplatform Berkelland over het vangnet huishoudelijke hulp binnen de WMO 2015; 8. Brief van de klankbordgroep rekenkamercommissie BBLM over het budget voor de rekenkamercommissie BBLM; 9. Brief van Wevers Neede over intrekking zienswijze bestemmingsplan “Buitengebied, rotonde Borculoseweg Neede 2014”. B. Mededelingen. Tot op heden zijn er geen mededelingen te doen. C. Toezeggingen raad (t/m 20-01-2015)

Nr.

Omschrijving toezegging

1.

Bij de eerstvolgende actualisatie van de wegenlegger wordt bezien welke wegen in aanmerking komen om een naam te krijgen en welke wegen in aanmerking komen om aan de openbaarheid te worden onttrokken. GRP / Memo integraal advies over rentetoevoegingen aan reserves (inclusief rentevergoeding aan egalisatiereserve riolering) Wordt meegenomen in financieel technische parameters Informeren raad over hoe nu verder m.b.t. het bestemmingsplan Buitengebied Informeren raad over nieuwe uitgangspuntennotitie en verloop van proces m.b.t. het bestemmingsplan Buitengebied Informeren raad over effecten voor de inwoners m.b.t. het bestemmingsplan Buitengebied Uitwerking mantelzorgcompliment Inwonerpanels nabij Voormekaarteams organiseren De raad bijpraten over de ontwikkelingen bij Hameland Verslag projecten betaald met extra geld voor aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt Houden Technisch Beraad over strategisch personeelsbeleid Evaluatievragen van raadsfracties meenemen bij de volgende AGEM-evaluatie

2.

3.

4.

5.

6. 7. 8. 9.

10. 11.

Datum toezegging 01-11-2012

Afdeling

14-05-2013

Intern advies

2e kwartaal 2014

16-09-2014

Ruimtelijke ontwikkeling

December 2014

Afgehandeld raad 03-03-2015

16-09-2014


December 2014


03-09 / 16-09-2014


December 2014


28-10-2014

Mens en samenleving Mens en samenleving

Maart 2015

Voorjaar 2015

06-11-2014

Mens en samenleving Mens en samenleving/ SDOA

06-11-2014

Intern advies

April 2015

02-12-2014


Eind 2015

28-10-2014 06-11-2014

Gemeentewerken

Streefdatum gereed Eind 2015

Juni 2015

Begin 2015

Datum gereed

Einde bijlage: 2015-03-03 Ingekomen stukken

Terug naar het agendapunt

2015-03-03 Voorstel en besluit - Klachten van de heer B. (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####4f8d30cf-712a-4dc3-840c-d16fe6ad6c6a#

Zaaknummer

:

Raadsvergaderin g Commissie

:

114401, 114391, 119904 en 119902 3 maart 2015

:

Bestuur / Ruimte

Onderwerp

:

Klachten van de heer B.

Collegevergadering Portefeuillehouder Meer informatie bij

: : :

20 januari 2015 J.H.A. van Oostrum A.A.M. Seijger-Arkink

Agendapunt

:

Agendapunt

: 11.

Telefoon

: 0545-250600

Te nemen besluit: 1. De klachten van de heer B. gegrond verklaren.

Waarom dit voorstel? Op 25 september 2014 en 23 oktober 2014 zijn er in totaal vier klaagschriften ontvangen van de heer B. Drie van zijn klachten zijn gericht tegen het niet-geanonimiseerd publiceren en één klacht tegen het niet tijdig mededelen van het besluit van d.d. 3 december 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan Eibergen, Centrum 2011, herziening 2013-1 (Kerkstraat 30 en J.W. Hagemanstraat 36-38). Klachtenbehandelaar De behandeling van en de advisering over de klacht, op grond van artikel 3, lid 1 van de Klachtenregeling gemeente Berkelland is overgedragen aan de klachtenbehandelaar de heer A.J. Afink. De heer Afink heeft alle betrokkenen op 10 november 2014 gehoord. Op 25 november 2014 heeft hij advies uitgebracht. Het verslag en het advies zijn vertrouwelijk ter inzage gelegd. Advies klachtenbehandelaar De heer Afink adviseert uw raad de klaagschriften gegrond te verklaren. Hij adviseert intern het stappenplan voor de publicatie van persoonsgegevens op www.gemeenteberkelland.nl onder de aandacht te brengen (intranet). Ook stelt hij voor om nieuwe regels op te stellen voor het publiceren van persoonsgegevens en bij toekomstige besluiten de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen.

Argumentatie/onderbouwing: Door middel van bijgevoegde brief de heer B. in kennis stellen dat: - de klachten gegrond zijn verklaard; - Intern het stappenplan voor de publicatie van persoonsgegevens op www.gemeenteberkelland.nl onder de aandacht wordt gebracht; - er nadere regels worden opgesteld voor het publiceren van persoonsgegevens.

_____________________________________________________________________ In te vullen door Griffie: Commissievergadering Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 hamerstuk 0 bespreekstuk 0 anders, nl

Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming 0 met algemene stemmen 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 aangenomen 0 verworpen 0

Kanttekeningen/risicoparagraaf Nee Financiële paragraaf Nee Intern en extern Nee Inspraak en participatie Nee Planning en evaluatie Nee Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman.

drs. J.H.A. van Oostrum.

2

Raadsvergadering

:

Agendanummer

:

3 maart 2015

De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2015; besluit: de klachten van de heer B. gegrond te verklaren.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 3 maart 2015 de griffier,

de voorzitter,

3

Einde bijlage: 2015-03-03 Voorstel en besluit - Klachten van de heer B.


2015-03-03 Voorstel en besluit - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6fd46493-5779-4063-b7af-b41b00fd1afa#

Gewijzigde versie – zie rode correctie Zaaknummer Raadsvergaderin g Commissie

: :

65183 3 maart 2015

:

Bestuur / Ruimte

Onderwerp

:

Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014


: : :

13 januari 2015 L.J.H. Scharenborg M.G. Mellink

Agendapunt

:

Agendapunt

: 8.

Telefoon

: 0545-250 516

Te nemen besluit: Gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” Waarom dit voorstel? Op 24 juni 2014 heeft het college besloten om een herziening van het bestemmingsplan Buitengebied op te starten om medewerking te verlenen aan het plan van loonwerkbedrijf Timmerije om hun bedrijf uit te breiden. Wat is het effect? Uitbreiding van het loonwerkbedrijf met een loods aan de overzijde van de Eigdeweg.

Argumentatie/onderbouwing: Gezien de economische noodzaak van het bedrijf om uit te kunnen breiden en de werkgelegenheid voor de kern Noordijk heeft het college besloten om mee te werken aan de herziening van het bestemmingsplan. Het aanleggen van een versterking van het landschap maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan. Kanttekeningen/risicoparagraaf De ingreep in het landschap is in dit specifieke geval uitgebreid onderbouwd en heeft de goedkeuring van de provincie gekregen. Naar verwachting zijn er geen andere risico’s van toepassing. Financiële paragraaf Met de initiatiefnemer is een planschadeovereenkomst en een overeenkomst voor het aanbrengen van een landschappelijk element gesloten. Intern en extern Informatie en communicatie Het vastgestelde bestemmingsplan wordt gepubliceerd conform de Wet ruimtelijke ordening. Inspraak en participatie Voorontwerpbestemmingsplan Het voorontwerp lag ter inzage van 9 juli tot en met 2 september 2014. Er kwamen geen zienswijzen/inspraak reacties van omwonenden binnen.



Vooroverleg. In het kader van het vooroverleg artikel 3.1.1. Bro (Besluit ruimtelijke ordening) is een aantal instanties gevraagd om reacties te geven op het plan. 1. De provincie Gelderland merkte op dat nader economisch onderzoek noodzakelijk was en dat de verkeersveiligheid en het aspect landschap nadrukkelijker aan de orde moesten komen. Na bestuurlijk overleg is uiteindelijk toch de keuze voor uitbreiding aan de overzijde akkoord bevonden. Wel werd de voorwaarde gesteld dat de landschappelijke versterking als een voorwaardelijke verplichting in de regels moest worden opgenomen. Het ontwerpplan is op deze punten aangepast 2. Het waterschap Rijn en Ijssel heeft opmerkingen gemaakt over de watertoets. Deze zijn in het plan verwerkt. Ontwerpbestemmingsplan Het ontwerpplan lag ter inzage van 5 november tot en met 16 december 2014. Er zijn mondeling zienswijzen binnengekomen van de provincie Gelderland . Verzocht werd de toelichting aan te passen naar aanleiding van de vaststelling van de Omgevingsvisie. Daarnaast werd gevraagd om een extra functieaanduiding op de verbeelding, evenals enkele tekstuele aanpassingen aan de planregels. Daarnaast wilde men een tekstpassage over de intentie om het bestaande landschapselement bij de buren bij de landschappelijke inpassing te betrekken. Deze zienswijzen geven aanleiding tot enkele aanpassingen van het bestemmingsplan. Deze zijn samengevat in de zienswijzennota en van onze conceptreactie voorzien. Planning en evaluatie De procesplanning vereist dat vaststelling van het bestemmingsplan plaats heeft op 3 maart 2015. Publicatie vindt plaats na de vaststelling conform de Wet ruimtelijke ordening. VOORSTEL: Wij stellen voor: a: in te stemmen met de conclusies uit de zienswijzennota, gedateerd 29 december 2014 b: Het bestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” met inachtneming hiervan gewijzigd vast te stellen. c: geen exploitatieplan vast te stellen

Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman.


2

Raadsvergadering

:3 maart 2015

Agendanummer

:

De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 januari 2015; dat het bestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” voorziet in de mogelijkheid tot het bouwen van een loods met opslagruimte voor het loonbedrijf; dat de gemeenteraad van Berkelland op 1 juli 2008 heeft besloten om ter uitvoering van artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toepassing te geven aan de gemeentelijke Inspraakverordening en de uniforme voorbereidingsprocedure uit afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht; dat het voorontwerpbestemmingsplan overeenkomstig de Inspraakverordening na kennisgeving voor iedereen ter inzage heeft gelegen van 9 juli tot en met 2 september 2014. Over dit voorontwerpbestemmingsplan is overeenkomstig artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening overleg gevoerd met gedeputeerde staten van Gelderland en het Waterschap Rijn en IJssel; dat de resultaten van het overleg volgens artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening zijn verwerkt in de toelichting bij het ontwerpbestemmingsplan “ Eigdeweg 5 Neede 2014”; dat het ontwerpbestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” met de bijbehorende stukken ter inzage lag van 5 november tot en met 16 december 2014; dat die terinzagelegging bekend is gemaakt langs elektronische weg en via publicaties in de Staatscourant en Berkelbericht van 9 november 2014 en aanplakking op het gemeentelijk publicatiebord; dat tijdens de inzagetermijn mondeling zienswijzen zijn ingediend door gedeputeerde staten van Gelderland; dat die zienswijzen aanleiding hebben gegeven het bestemmingsplan aan te passen; dat het bestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” is voorbereid overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en voldoet aan de eisen die bij of krachtens de Wet ruimtelijke ordening worden gesteld aan een bestemmingsplan; dat artikel 6.12, lid 2 van de Wet ruimtelijk ordening onder meer bepaalt dat de gemeenteraad kan besluiten om bij de vaststelling van een bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen als het kostenverhaal van de grondexploitatie over de in het bestemmingsplan begrepen gronden anderszins verzekerd is; gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 3.1 en 6.12, lid 2 van de Wet op de ruimtelijke ordening;

3

besluit:

I. II.

III.

in te stemmen met de conclusies ten aanzien van de zienswijzen zoals verwoord in de bijgevoegde zienswijzennota gedateerd 29 december 2014 die integraal onderdeel uitmaakt van dit besluit; gewijzigd vast te stellen het bestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten zoals opgenomen in het GML-bestand NL.IMRO.1859 BPBGB20140008-0100 met de bijbehorende bestanden waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond die ontleend is aan de GBKN versie 201310-15 en waarbij de wijzigingen bettrekking hebben op: a.Toelichting: Tekstuele aanpassingen ten aanzien van de Omgevingsvisie en het provinciale beleid. Daarnaast een passage opnemen over het landschappelijk element bij het buurbedrijf. b..Regels Begrippenlijst aanpassen aan Omgevingsvisie. c..Artikel 3.1, lid b aanvullen met: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “opslag”. d.Artikel 3.3.4 : de zin afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder c kan geschrapt worden e.Artikel 3.4 wordt gewijzigd in: 3.4.1 Voorwaardelijke verplichting - landschapselement a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – landschapselement', en zoals is aangegeven in Bijlage 2 Situatie landschapselement. b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – landschapselement' uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform de in Bijlage 2 Situatie landschapselement opgenomen inrichtingsschets, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing. Dit landschapselement voldoen ten minste aan de volgende voorwaarden: 1. de houtwal bestaat uit streekeigen hout (bijvoorbeeld egelantier, hondsroos, sleedoorn, lijsterbes, gelderse roos, wilde kardinaalsmuts, rode kornoelje, wilde liguster en brem); 2. de breedte bedraagt 10 meter f. Verbeelding: functie-aanduiding toevoegen: (op) = opslag voor het bestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” geen exploitatieplan vast te stellen.


de voorzitter,

4

Einde bijlage: 2015-03-03 Voorstel en besluit - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014


2015-03-03 Bijlage 1- BenW advies - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####058ab45d-27c5-4026-807d-e583f4dacd7c#

Zaaknummer: 65183 Afdelingshoofd

Advies aan B & W Nr.

Portefeuillehouder, afdeling, steller, datum advies en onderwerp WETHOUDER L.J.H. SCHARENBORG

Conceptbesluit Raad voorstellen om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

RUIMTELIJKE ONTWIKKELING M.G. Mellink 29 december 2014 Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014 Routing afgestemd met openbaar raadsvergadering medezeggenschap communicatie participatie

: : : : : :

portefeuillehouder, JL van Eijk Openbaar 3 maart 2015 niet van toepassing op wekelijkse persconferentie nvt

Consequenties financieel inkoop personeel gezondheidsaspecten kadastraal

: : : : :

nee nee nee nee ja, Neede G 3734

Samenvatting Gezien Secretaris J.A. Wildeman

Burgemeester drs. J.H.A. van Oostrum

Wethouder L.J.H. Scharenborg

Wethouder J.B. Boer

Wethouder J.A. Pot-Klumper

Wethouder R.P Hoytink-Roubos

Akkoord Bespreken

Besluit B & W van nr. ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________

Het ontwerpbestemmingsplan voor de uitbreiding van loonwerkbedrijf Timmerije te Noordijk heeft van 5 november tot 16 december 2014 ter inzage gelegen. De provincie Gelderland heeft mondeling zienswijzen ingebracht. Deze leiden tot een gewijzigde vaststelling. Inhoud Zie bijgevoegd raadsvoorstel. Conclusie Raad voorstellen om het bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014 gewijzigd vast te stellen.

2

2

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 1- BenW advies - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014


2015-03-03 Bijlage 2 - Zienswijzennota - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####bafe6a51-0c24-4bf7-9168-eb80d1b8547b#

Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014”

3 maart 2015

Zienswijzennota Ontwerpbestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014

Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Inleiding Algemene toelichting op voorontwerpbestemmingsplan Vervolgprocedure Overzicht indieners zienswijzen Samenvatting en beoordeling zienswijzen Aanpassingen bestemmingsplan

2

1. Inleiding Ontwerpbestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014”. Het ontwerpbestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” lag van 5 november 2014 tot en met 16 december 2014 ter inzage. Er zijn mondeling zienswijzen ingekomen. De zienswijzennota geeft een overzicht van inhoud en beoordeling van de zienswijzen. De nota gaat in op de aspecten uit de zienswijzen.

2. Algemene toelichting op het ontwerpbestemmingsplan Voor het plangebied tegenover de Eigdeweg 5-7 geldt nu het bestemmingsplan ”Neede, Buitengebied herziening 1987”. Het plangebied is bestemd als “agrarisch met landschapswaarden” . Er is een ontwerp gemaakt voor een bestemmingsplanherziening voor het perceel . Op grond daarvan wordt het mogelijk het bestaande loonwerkbedrijf uit te breiden en een nieuwe loods te bouwen.

3. Vervolgprocedure Het ontwerpbestemmingsplan “Eigdeweg 5 Neede 2014” wordt door de gemeenteraad gewijzigd vastgesteld in de vergadering van 3 maart 2015. Daarna ligt het vastgestelde bestemmingsplan gedurende een termijn van zes weken ter inzage met een beroepsmogelijkheid bij de Raad van State.

4. Overzicht indieners zienswijze Nr. 1.

Naam Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland

Adres Markt 11

plaats 6811CG ARNHEM

5. Samenvatting en beoordeling zienswijzen Algemeen: De zienswijzen zijn tijdig ingekomen en vanuit dat standpunt ontvankelijk. Eerst volgt de samenvatting van de zienswijzen en de reactie hierop. Daarna volgen de wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan. INDIENER 1 Samenvatting zienswijze: Aangezien de Provinciale Omgevingsverordening net is vastgesteld tijdens de looptijd van dit plan moet rekening worden gehouden met de nieuwste inzichten. Daarom moeten alle verwijzingen naar het oude provinciale beleid worden aangepast naar de teksten uit de omgevingsvisie. Onder andere de kaarten voor waardevol landschap en de EHS (Ecologische hoofdstructuur) zijn gewijzigd. De EHS is

3

vervangen door het Gelders Natuur Netwerk of Gelderse Ontwikkelzone. De toelichting moet hierop worden aangepast. Verder worden er opmerkingen gemaakt over de verbeelding, deze moet verduidelijkt worden. Tot slot wordt om een aantal wijzigingen in de regels gevraagd om vast te leggen dat het landschappelijk element een voorwaardelijke verplichting is. Daarnaast wordt verzocht in de regels op te nemen dat het geplande landschappelijke element bij het buurbedrijf ook wordt gewijzigd. . Beoordeling zienswijze: Toelichting: De teksten in de toelichting van het bestemmingsplan over het provinciale beleid zijn nog gebaseerd op het oude Streekplan. De nieuwe Omgevingsvisie is op 16 oktober 2014 vastgesteld en moet dan ook als basis worden genomen voor dit plan. De toelichting zal hierop worden aangepast en de teksten over de EHS worden gewijzigd in GNN en GO. Verbeelding: Op de verbeelding is in het ontwerpbestemmingsplan niet expliciet aangegeven waar de buiten opslag van materiaal zich bevindt. Op verzoek van de provincie zal een functieaanduiding worden toegevoegd op de verbeelding van (op) naast de loods. Regels: In de begrippenlijst zullen de begrippen ten aanzien van de EHS ook worden aangepast aan de tekst uit de Omgevingsvisie. Bij artikel 3 zal de op de verbeelding toegevoegde functieaanduiding ook worden doorgevoerd. Artikel 3.1, lid b wordt aangevuld met: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “opslag”. Artikel 3.3.4 : de zin afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder c kan geschrapt worden. Ten aanzien van de voorwaardelijke verplichting wordt Artikel 3.4 gewijzigd, de tekst zal nu luiden:: 3.4.1 Voorwaardelijke verplichting - landschapselement a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – landschapselement', en zoals is aangegeven in Bijlage 2 Situatie landschapselement. b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – landschapselement' uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform de in Bijlage 2 Situatie landschapselement opgenomen inrichtingsschets, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing. Dit landschapselement voldoen ten minste aan de volgende voorwaarden: 1. de houtwal bestaat uit streekeigen hout (bijvoorbeeld egelantier, hondsroos, sleedoorn, lijsterbes, gelderse roos, wilde kardinaalsmuts, rode kornoelje, wilde liguster en brem); 2. de breedte bedraagt 10 meter. De provincie verzoekt om de aanpassing van het geplande landschappelijke element bij het buurbedrijf ook op te nemen in de regels en de voorwaardelijke verplichting. Bij het buurbedrijf is in het verleden een landschappelijk element overeengekomen bij de bouw van een eventuele uitbreiding. Deze is nog niet gebouwd en wordt ook niet verwacht in de nabije toekomst. Na overleg met de Provincie Gelderland is overeengekomen om bij

4

de toelichting een passage op te nemen over de intentie van een gezamenlijk landschapselement mocht het buurbedrijf toch gaan uitbreiden. CONCLUSIE: Naar aanleiding van de opmerkingen van de provincie de toelichting, de regels en de verbeelding op kleine onderdelen wijzigen.

6.

Aanpassing bestemmingsplan: Ja, raad voorstellen bestemmingsplan aan te passen als volgt:

1.

2.

3.

Toelichting: Tekstuele aanpassingen ten aanzien van de Omgevingsvisie en het provinciale beleid. Daarnaast een passage opnemen over het landschappelijk element bij het buurbedrijf. Regels a. Begrippenlijst aanpassen b. Artikel 3.1, lid b aanvullen met: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “opslag”. c. Artikel 3.3.4 : de zin afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder c kan geschrapt worden d. Artikel 3.4 wordt gewijzigd in: 3.4.1 Voorwaardelijke verplichting - landschapselement a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 1 opgenomen bestemmingsomschrijving zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – landschapselement', en zoals is aangegeven in Bijlage 2 Situatie landschapselement. b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 1 opgenomen bestemmingsomschrijving worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen – landschapselement' uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen conform de in Bijlage 2 Situatie landschapselement opgenomen inrichtingsschets, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing. Dit landschapselement voldoen ten minste aan de volgende voorwaarden: 1. de houtwal bestaat uit streekeigen hout (bijvoorbeeld egelantier, hondsroos, sleedoorn, lijsterbes, gelderse roos, wilde kardinaalsmuts, rode kornoelje, wilde liguster en brem); 2. de breedte bedraagt 10 meter Verbeelding: a.functie-aanduiding toevoegen: (op) = opslag

29 december 2014 MM

5

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 2 - Zienswijzennota - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014


2015-03-03 Bijlage 3 - Aangepaste versie verbeelding - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####b0907ed6-9892-4fab-ab76-942009ab5b08#

Plangebied Plangebiedgrens

W

an in kd ijk

Bestemmingen B

Bedrijf

Dubbelbestemmingen WR-A4

Waarde - Archeologie 4

Gebiedsaanduidingen overige zone - waardevol landschap (op) eg ew gd Ei

1

vrijwaringszone - radar 1

B WR-A4 (sg-l)

2

Functieaanduidingen

1 (op)

(sg-l)

opslag

specifieke vorm van groen - landschapselement

Bouwvlak bouwvlak (op)

eg ew gd Ei

5

Gemeente

Bestemmingsplan Buitengebied, Eigdeweg 5 Neede 2014

Berkelland

Sectie:

...

Nummer(s):... 7

Schaal:

1:1.000

Formaat:

A3 (297x420) Wijz.datum: 08-12-2014

www.gemeenteberkelland.nl

Blad:

01

WIK Adviesgroep

Project nr.: ...

Gemeente Berkelland

Datum:

30-09-2014

Postbus 200 7270 HA Borculo 0545-250 250 Tekenaar:

E.S.

Heelweg 6 7156 NJ Beltrum

Status:

Vast te stellen

PlanIDN:

NL.IMRO.1859.BPBGB20140008-0100

0544 - 482 492 www.wik-adviesgroep.nl bos

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 3 - Aangepaste versie verbeelding - Bestemmingsplan Eigdeweg 5 Neede 2014


Externe link (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.

URL

Einde bijlage: Externe link


Externe link (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.

URL

Einde bijlage: Externe link


2015-03-03 Voorstel en besluit - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####8ebc78ad-e70f-456f-8007-3ecf5555d152#

Zaaknummer

:

112965


:

3 maart 2015

:

Bestuur / Ruimte

Onderwerp

:

Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025


: : :

20 januari 2015 L.J.H. Scharenborg J.P.M. Franck

Agendapunt

:

Agendapunt

: 3.

Telefoon

: 0545-250 306

Te nemen besluit: 1. Instemmen met de conclusies ten aanzien van de ingediende zienswijzen zoals verwoord in het ‘Verslag inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025’. 2. De Structuurvisie Berkelland 2025 gewijzigd vaststellen door het opnemen van een overgangsregeling. 3. Geen wensen en bedenkingen ter kennis van het college brengen ten aanzien van het voornemen tot het sluiten van een realisatieovereenkomst met Teunissen/Boers met betrekking tot het plan voor de bouw van 23 recreatiewoningen. Waarom dit voorstel? Bij onze advisering en de gewijzigde vaststelling van de Structuurvisie Berkelland 2025 door de raad is geen rekening gehouden met het op 8 september 2009 door Adviesburo Pekkeriet (namens Teunissen/Boers) ingediende verzoek om herziening bestemmingsplan en de op 30 september 2010 ingediende bouwaanvraag van Teunissen en Boers (T&B). Wij zijn van mening dat voor T&B een overgangsregeling in de Structuurvisie Berkelland 2025 moet worden opgenomen. In de bijlagen behorend bij dit raadsvoorstel zit ons tekstvoorstel hoe de overgangsregeling eruit moet zien. Wat is het effect? Deze overgangsregeling regelt dat het door T&B ingediende bouwplan getoetst zal worden aan het eerder door de raad vastgestelde beleid uit ‘Beleef het in Berkelland’, de ‘Ruimtelijke Visie Buitengebied’ en de ‘ontwerpbepalingen van de Structuurvisie Berkelland 2025’. Argumentatie/onderbouwing: 1. Het was in juridische zin juist geweest als de gemeenteraad (op voorstel van het college van burgemeester en wethouders) bij de gewijzigde vaststelling rekening had gehouden met het verzoek om herziening van het bestemmingsplan van 8 september 2009 en de op 30 september 2010 ingediende bouwaanvraag van T&B. Immers, op basis van zienswijzen uit de buurt is de raad ertoe overgegaan een cruciaal beleidskader voor belanghebbende (T&B) te verwijderen. Dat is gebeurd zonder de belangen van T&B op zijn volledige merites (rechtszekerheid, betrouwbare overheid) te wegen.



2. Sinds 2007 hebben wij op verschillende momenten positief gereageerd op de plannen van T&B. Dat hebben wij gedaan op basis van het door de gemeenteraad vastgestelde beleid zoals verwoord in de door de raad vastgestelde beleidsdocumenten ‘Beleef het in Berkelland’, ‘Ruimtelijke Visie Buitengebied’. Tot en met de fase van het ontwerp van de Structuurvisie Berkelland 2025 had de locatie van T&B nog de aanduiding ‘stimuleringsgebied voor recreatie’. Kanttekeningen/risicoparagraaf Het is nodig dat wij een besluit nemen op het verzoek om herziening van het bestemmingsplan van 8 september 2009 en de bouwaanvraag van T&B van 30 september 2010. Ons besluit hangt af van de beslissing van de gemeenteraad. 1. Als u besluit geen overgangsregeling in de Structuurvisie Berkelland 2025 op te nemen, dan moeten wij het verzoek om herziening van het bestemmingsplan en de bouwaanvraag weigeren. 2. Als u besluit wel een overgangsregeling in de Structuurvisie Berkelland 2025 op te nemen, dan is de Structuurvisie geen reden de bouwaanvraag van T&B te weigeren. De stap die hierna gezet moet worden, is dat de plannen verder moeten worden uitgewerkt, onderzocht en onderbouwd. Een toets van de plannen aan de beginselen van een goede ruimtelijke ordening kan dan nog steeds leiden tot aanpassing of weigering van de plannen. Bij een positief oordeel, moet er een herziening van het bestemmingsplan worden voorbereid en in procedure gebracht. Financiële paragraaf Financiële compensatie Als gevolg van de eerdere gemeentelijke bereidheid om in beginsel mee te werken op basis van het toen geldende beleid, hebben T&B kosten gemaakt. Te denken is onder andere aan de bouwaanvraag, architectenkosten en verschillende onderzoeksrapporten. Het ligt in de lijn van verwachting dat, ingeval van een gemeentelijke weigering van verlenen van medewerking, enige vorm van financiële compensatie gegeven zal moeten worden. Overeenkomst aangaan Omdat uw raad het orgaan is dat bevoegd is om een bestemmingsplan vast te stellen, consulteren wij uw raad vóórafgaande aan het afsluiten van een realiseringsovereenkomst. De consultatie vindt plaats zoals beschreven onder punt 3 van het conceptraadsbesluit. Deze (formele) formulering sluit aan bij artikel 169, lid 4, Gemeentewet. Anders gezegd: Als de raad besluit de voorgestelde overgangsregeling op te nemen in de Structuurvisie, dan zullen wij met Teunissen/Boers in onderhandeling treden voor het opstellen van een realiseringsovereenkomst en een planschadeovereenkomst. Intern en extern Inspraak Ons ontwerpvoorstel voor de wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025 is op 23 september 2014 gepubliceerd in BerkelBericht. Tot en met 4 november 2014 konden zienswijzen worden ingediend. Ons tekstvoorstel hebben wij per brief ook gestuurd aan de direct omwonenden. Er is een zienswijze ingediend door de bewoners van Borculoseweg 41, 43a en 43. Deze zienswijzen hebben wij verwerkt in het ‘Verslag inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025’. Dit verslag is als bijlage toegevoegd. Kortheidshalve verwijzen wij u hiernaar. In het verslag concluderen wij dat de zienswijzen ons geen aanleiding geven het plan aan te passen of voor de conclusie dat het plan in zijn geheel onaanvaardbaar is.

2

Planning 1. Als u besluit geen overgangsregeling in de Structuurvisie op te nemen, dan weigeren wij het verzoek om herziening van het bestemmingsplan en de door T&B ingediende bouwaanvraag. Het moment van ons weigeringsbesluit ligt dan kort na uw besluit. 2. Als u besluit wel een overgangsregeling in de Structuurvisie op te nemen, dan schatten wij in dat wij eind 2015 de beschikking hebben over een uitgewerkt en onderbouwd plan.



3

Raadsvergadering

: 3 maart 2015

Agendanummer

:

De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2015; besluit:

1. in te stemmen met de conclusies ten aanzien van de ingediende zienswijzen zoals verwoord in het ‘Verslag inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025’ die onderdeel uitmaakt van dit besluit; 2. aan de Structuurvisie Berkelland 2025 toe te voegen een overgangsregeling. Deze overgangsregeling luidt als volgt: “De Structuurvisie Berkelland 2025 is niet van toepassing op ruimtelijke ontwikkelingen waarvan het college, vóór de datum van vaststelling van de Structuurvisie Berkelland 2025, schriftelijk heeft aangegeven dat zij daarmee in beginsel kunnen instemmen”. 3. geen wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen ten aanzien van het voornemen tot het sluiten van een realiseringsovereenkomst met Teunissen/Boers met betrekking tot het plan voor 23 recreatiewoningen

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 3 maart 2015. de griffier,

de voorzitter,

4

Toelichting raadsvoorstel Raadsvergadering Onderwerp

: 3 maart 2015 agendapunt : Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025

:

Toelichting Bij onze advisering en de gewijzigde vaststelling van de Structuurvisie Berkelland 2025 door de raad (op 26 oktober 2010) is geen rekening gehouden met het op 8 september 2009 door Adviesburo Pekkeriet (namens Teunissen/Boers (T&B)) ingediende verzoek om herziening van het bestemmingsplan en de op 30 september 2010 ingediende bouwaanvraag van T&B. Wij zijn van mening dat voor T&B een overgangsregeling in de Structuurvisie Berkelland 2025 moet worden opgenomen. In de bijlagen behorend bij dit raadsvoorstel zit ons tekstvoorstel hoe de overgangsregeling eruit moet zien. Als de raad besluit een overgangsregeling in de Structuurvisie op te nemen, dan zullen wij met T&B in onderhandeling treden voor het opstellen van een realiseringsovereenkomst en een planschadeovereenkomst. Op grond van artikel 160, eerste lid, onder e, van de Gemeentewet is het college bevoegd om overeenkomsten te sluiten. Ons college heeft het voornemen om in een realiseringsovereenkomst af te spreken dat de gemeente zich bij de uitoefening van haar publiekrechtelijke bevoegdheden zal inspannen om medewerking aan het plan van T&B mogelijk te maken. Omdat uw raad het orgaan is dat bevoegd is om een bestemmingsplan vast te stellen consulteren wij uw raad vóórafgaande aan het afsluiten van een realiseringsovereenkomst. De consultatie vindt plaats onder punt 3 van het concept-besluit. De gekozen formulering sluit aan bij artikel 169, lid 4, Gemeentewet. In de overeenkomst dient o.a. opgenomen te worden dat de inspanningsverplichting onverlet laat de bevoegdheid van de raad om de gevraagde planologische medewerking uiteindelijk te weigeren. Medewerking kan geweigerd worden als na onderzoek blijkt dat het plan niet past binnen een goede ruimtelijke ordening. Een weigering kan ook plaatsvinden na een belangenafweging op basis van ingediende zienswijzen. Ook moet in de realiseringsovereenkomst worden opgenomen dat iedere aansprakelijkheid van de gemeente is uitgesloten bij het niet of niet-tijdig vaststellen van het bestemmingsplan dan wel bij het niet of niet-tijdig verlenen van vergunningen/ontheffingen. Als de raad besluit een overgangsregeling in de Structuurvisie op te nemen, dan is de Structuurvisie geen reden de bouwaanvraag van T&B te weigeren. De stap die hierna gezet moet worden, is dat de plannen verder moeten worden uitgewerkt, onderzocht en onderbouwd. Een toets van de plannen aan de beginselen van een goede ruimtelijke ordening kan dan nog steeds leiden tot aanpassing of weigering van de plannen. Bij een positief oordeel, moet er een herziening van het bestemmingsplan worden voorbereid en in procedure gebracht.

5

Einde bijlage: 2015-03-03 Voorstel en besluit - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025


2015-03-03 Bijlage 1 - BenW advies - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####086441f7-91a7-4feb-b4f2-f1ea7bf35693#



Portefeuillehouder, afdeling, datum advies en onderwerp L.J.H. Scharenborg

Conceptbesluit

1. Instemmen met het concept ‘Verslag inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025’. 2. Instemmen met het concept raadsvoorstel en -besluit.

RUIMTELIJKE ONTWIKKELING J.P.M. Franck 5 januari 2015 Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 Routing afgestemd met Openbaar raadsvergadering medezeggenschap Participatie

: : : : :

Intern Advies: R. Kattenbelt en M. Wildenbeest uitgesteld openbaar 03 maart 2015 niet van toepassing inspraak

Consequenties Financieel inkoop Personeel gezondheidsaspecten Kadastraal

: : : : :

nee nee nee niet van toepassing

Gezien Secretaris J.A. Wildeman



Wethouder J.B. Boer

Wethouder J.A. PotKlumper

Wethouder R.P. Hoytink-Roubos

Akkoord Bespreken

Besluit B & W van

nr.

__________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ ________

Toelichting voor collegevergadering

• • •

• •

Het gaat hier over de plannen van Teunissen/Boers voor het realiseren van 23 recreatiewoningen op het perceel Borculoseweg 37 – 39 in Haarlo. Op 23 september 2014 besloot B&W de inspraakprocedure te starten voor het opnemen van overgangsrecht in de Structuurvisie 2025. Een kopie van dat besluit is bijgevoegd. De inspraakprocedure is doorlopen. Er zijn drie zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn verwerkt in het concept ‘Verslag inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025’. Dit verslag is bijgevoegd. Naar onze mening geven de zienswijzen geen reden af te zien van het voornemen een overgangsregeling op te nemen. De gemeenteraad is bevoegd de structuurvisie te wijzigen. Het concept raadsvoorstel voor de wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025 is bijgevoegd. De gemeenteraad in hetzelfde raadsvoorstel consulteren over het sluiten van een realiseringsovereenkomst met Teunissen/Boers ten aanzien van het plan voor 23 recreatiewoningen.

Advies:

1. Instemmen met het concept ‘Verslag inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025’.

2. Instemmen met het concept raadsvoorstel en –besluit.

2

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 1 - BenW advies - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025


2015-03-03 Bijlage 2 - Zienswijzen - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####bb0df0c1-15e2-4435-aa53-14005e74fcb1#

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 2 - Zienswijzen - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025


2015-03-03 Bijlage 3 - Verslag inspraak - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####53aa9686-796f-4dda-a487-70e184fd73be#

1

Verslag van de inspraakprocedure over de ontwerp wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025. Deze wijziging is bedoeld om een overgangsregeling in de Structuurvisie op te nemen.

Inhoud A. Kennisgeving ter inzage legging inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025; B. Verslag van de mondelinge zienswijzen over het ontwerp wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025; (i.v.m. de Wet bescherming persoonsgegevens is dit verslag niet digitaal beschikbaar. Wel is het verslag met de mondeling ingediende zienswijzen in te zien in de Gemeentewinkel)

C. Schriftelijke zienswijzen over het ontwerp wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025 (i.v.m. de Wet bescherming persoonsgegevens zijn zienswijzen niet digitaal beschikbaar. Wel zijn zienswijzen in te zien in de Gemeentewinkel)

D. Beoordeling van de mondelinge en de schriftelijke zienswijzen; E. Overzichtskaartje met herkomst van de zienswijzen.

Verslag inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025

2

A. Kennisgeving ter inzage legging inspraak ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025 (23 september 2014)


3

B. Verslag van de mondelinge zienswijzen over het ontwerp van de wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025.

Van de gelegenheid tot het indienen van mondelinge zienswijzen over het voorontwerpbestemmingsplan is geen gebruik gemaakt.


4

C. Verslag van de schriftelijke zienswijzen over het ontwerp van de wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025. Binnen de termijn van ter inzage legging van het ontwerp wijziging Structuurvisie Berkelland 2025 zijn (gezamenlijke) schriftelijke zienswijzen ingediend. De brief is gedateerd op 23 oktober 2014, ontvangen op 24 oktober 2014 en geregistreerd onder zaaknummer 112965: 1. 2. 3. 

Ontvankelijkheid

De brief is ontvangen binnen de termijn voor het indienen van zienswijzen over het ontwerp van de wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025. De ingediende zienswijzen moeten worden meegenomen in de besluitvorming over de wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025.


5

D. Beoordeling van de schriftelijke zienswijzen In verband met de Wet bescherming persoonsgegevens worden degenen die zienswijzen hebben ingediend in dit deel van het inspraakverslag aangeduid als indieners. 

De inhoud van de schriftelijke zienswijzen

Indieners brachten de volgende zienswijzen naar voren: 1. De gemeentelijke positieve reacties aan het adres van Teunissen en Boers kunnen geen aanleiding zijn de aanduiding ‘stimuleringsgebied intensieve recreatie’ op de locatie Borculoseweg 37 – 39 in Haarlo te behouden. Dit is onvoldoende onderbouwd en gemotiveerd. 2. Het college heeft voor bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen aangegeven dat zij daarmee in beginsel kunnen instemmen. Dat maakt nog niet dat deze ruimtelijke ontwikkelingen ruimtelijk aanvaardbaar zijn en dat de gemeenteraad, zonder enige nader onderzoek en onderbouwing, gehouden is hieraan medewerking te verlenen. 3. Het niet van toepassing laten zijn van de Structuurvisie op ruimtelijke ontwikkelingen, waarvan het college, voor de datum van vaststelling, schriftelijk heeft aangegeven dat zij daarmee in beginsel in kunnen stemmen, is in strijd met de verplichting om voor het gehele grondgebied een structuurvisie op te stellen voor een goede ruimtelijke ordening. De ruimtelijke en milieugevolgen die een dergelijk ruime uitsluiting met zich brengt, zijn in het geheel niet in kaart gebracht en gemotiveerd. 4. De Raad van State heeft het bestemmingsplan Buitengebied Berkelland 2012 vernietigd. Toch wil het college deze gelegenheid aangrijpen om de Structuurvisie aan te passen door middel van een overgangsregeling. 5. In de voorgestelde overgangsregeling wordt gesproken over ‘ruimtelijke ontwikkelingen’ als argumenten voor de voorgestelde overgangsregeling en niet over lopende aanvragen, waardoor de voorgestelde overgangsregeling een open einde krijgt. Dat kan en mag niet de bedoeling van een overgangsregeling zijn. 6. Gelet op het feit dat al sprake is vele jaren van overleg, zijn indieners van mening dat er geen sprake is van concreet uitzicht op realisatie van de plannen. 7. Op 29 oktober 2010 hebben insprekers een gesprek gehad met wethouder Scharenborg en op 19 november 2010 met oud burgemeester Bloemen. Beide heren hebben toen gezegd dat er geen toezeggingen gedaan zijn richting Teunissen en Boers en dat er geen rechten kunnen worden ontleend aan de Ruimtelijke Visie Buitengebied, Beleef het in Berkelland en de Ontwerp Structuurvisie. Men vraagt zich af of er toch toezeggingen zijn gedaan aan Teunissen en Boers. 

De beoordeling van de schriftelijke zienswijzen

De mondeling en schriftelijk ingediende zienswijzen geven aanleiding tot de volgende overwegingen: Beoordeling onderdeel 1 en 2. Op 26 oktober 2010 stelde de gemeenteraad de Structuurvisie Berkelland 2025 gewijzigd vast. Onderdeel van deze gewijzigde vaststelling was het verwijderen van de aanduiding ‘stimuleringsgebied intensieve recreatie’ op de locatie Borculoseweg 37 – 39 in Haarlo. Toen is bij de advisering door het college en het besluit van de raad geen rekening gehouden met het op 8 september 2009 door Adviesburo Pekkertiet (namens Teunissen/Boers) ingediende verzoek om herziening bestemmingsplan en de op 30 september 2010 ingediende bouwaanvraag van Teunissen en Boers. Dat was in juridische zin wel juist geweest.


6

Een heroverweging heeft niet het doel om de verwijderde aanduiding terug op het gebied te krijgen. Het gaat erom kennis te nemen van de eerdere aanvraag om bouwvergunning en de brieven met positieve reactie van het college aan Teunissen en Boers. En vervolgens een raadsbesluit te nemen. Dat besluit kan twee kanten op: a. Geen overgangsregeling opnemen. In dit geval moet de bouwaanvraag van Teunissen en Boers worden geweigerd. b. Wel een overgangsregeling opnemen. In dit geval is duidelijk dat de Structuurvisie (als beleidsdocument) geen reden is de bouwaanvraag van Teunissen en Boers te weigeren, omdat er getoetst moet worden aan het voorgaande beleid. De stap die hierna gezet moet worden, is het toetsen van het bouwplan aan de beginselen van een goede ruimtelijke ordening. De uitkomst hiervan kan nog steeds betekenen dat de medewerking moet worden geweigerd of dat de plannen moeten worden aangepast. Beoordeling onderdeel 3 en 5. Het opnemen van een overgangsregeling betekent niet dat de structuurvisie verdwijnt. Daar is geen sprake van. De overgangsregeling werkt kort gezegd als waarborg. Als er initiatieven zijn die op basis van het eerder vastgestelde beleid positief door ons zijn beoordeeld en vastgelegd, dan vinden wij dat die plannen uitgewerkt mogen worden. Dat natuurlijk wel conform het eerder vastgestelde beleid. Dit is rechtszeker voor initiatiefnemers en hoort bij een betrouwbare overheid. Hiermee is dan ook geen sprake van een ‘open einde regeling’. De voorgestelde formulering van de overgangsregeling werkt als volgt. a. Het beleid en de keuzes zoals verwoord in de vastgestelde Structuurvisie verandert inhoudelijk niet. b. Om aan de overgangsregeling te voldoen, moet men de beschikking hebben over een schriftelijke instemmingsbrief van het college van burgemeester en wethouders. Deze brief moet dateren van voor het moment van vaststellen van de Structuurvisie. c. Zaken die vallen onder de overgangsregeling, vallen terug op eerder vastgesteld beleid. Die beleidskaders zijn dan: Beleef het in Berkelland, de Ruimtelijke Visie Buitengebied en de Ontwerp Structuurvisie Berkelland 2025. d. De onder c bedoelde beleidskaders zijn vertrekpunt voor een verdere uitwerking, onderzoek en onderbouwing van plannen. De overgangsregeling is geen garantie dat plannen mogen worden uitgevoerd. Het is slechts de beleidsmatige basis, het vertrekpunt. Een toets van de plannen aan de beginselen van een goede ruimtelijke ordening kan nog steeds leiden tot aanpassing of weigering van de plannen. Beoordeling onderdeel 4. De vernietiging van het bestemmingsplan Buitengebied Berkelland 2012 staat los van ons voorstel om een overgangsregeling op te nemen in de gemeentelijke Structuurvisie. In de Structuurvisie is het gewenste toekomstige beleid (de visie) van de gemeente opgenomen. Deze visie heeft geen direct bindende functie. Beoordeling onderdeel 6. Dat oordeel kunnen wij nu nog niet geven. Die vraag komt aan de orde bij de eventuele uitwerking van de plannen. Wat nu concreet aan de orde is, is het feit dat op 30 september 2010 een complete bouwaanvraag is ingediend. Hierop moeten wij een besluit nemen. Dat kan positief of negatief zijn. De eerste vraag die nu beantwoord moet worden, is de vraag of de gemeenteraad bereid is een overgangsregeling in de Structuurvisie op te nemen. Beoordeling onderdeel 7.


7

Van toezeggingen is geen sprake. Wel melden wij nogmaals dat wij tussen 2007 en 2010 op verschillende momenten positief hebben gereageerd op de recreatieplannen. Deze plannen waren immers in overeenstemming met de beleidsuitgangspunten zoals opgenomen in ‘Beleef het in Berkelland’, de ‘Ruimtelijke Visie Buitengebied’ en de ‘ontwerp Structuurvisie Berkelland 2025’.  Conclusie over de beoordeling van de zienswijzen In dit deel van het verslag zijn de zienswijzen beoordeeld die zijn ingediend tegen de ontwerp wijziging van de Structuurvisie Berkelland 2025. Op basis van de overwegingen over de ingediende zienswijzen ziet de gemeente geen aanleiding om het plan aan te passen of voor de conclusie dat het plan in zijn geheel of in onderdelen onaanvaardbaar is.


8

E. Overzichtskaartje met herkomst van de zienswijzen De onderstaande afbeelding geeft het gebied aan waarop de overgangsregeling betrekking heeft. Verder zijn op deze afbeelding de percelen van de indieners van de schriftelijke zienswijzen aangegeven en als volgt genummerd: 1. Indiener 1; 2. Indiener 2; 3. Indiener 3.

Locatie Teunissen / Boers

1

2

3


Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 3 - Verslag inspraak - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025


2015-03-03 Bijlage 4 - Antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 Plan Teunissen-Boers (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####3b56a9be-3574-4c16-8987-4725f6c4970a#

TECHNISCHE VRAAG (alleen over een agendapunt) Indiener: Paul Knuvers / GroenLinks Datum indiening vraag: 8-2-2015 Datum verzending antwoord: 10-2-2015 commissievergadering van: 11-2-2015 Formulering: Structuurvisie 2025 /Plan Teunissen/Boers Vraag: Welke contacten zijn er sinds 26-10-2010 geweest met Teunissen/Boers over hun project? Is hen toen meegedeeld dat er in de structuurvisie een wijziging is opgenomen waardoor recreatie aan de zuidzijde Borculoseweg niet meer mogelijk was? Zo nee waarom niet? Antwoord: Sindsdien zijn er verschillende gesprekken geweest met Teunissen/Boers. Tot 2013 verkeerden wij in de veronderstelling dat het verwijderen van de aanduiding ‘stimuleringsgebied recreatie’ van de locatie Teunissen/Boers geen direct effect had op de beoordeling van de aanvraag. Deze aanvraag was namelijk al eerder ingediend dan de (gewijzigde) vaststelling van de Structuurvisie 2025. In 2013 hebben wij het project juridische geanalyseerd en zijn tot de conclusie gekomen dat de aanvraag getoetst moet worden aan het huidige beleid. En dat is de vastgestelde Structuurvisie 2025. Het verlenen van medewerking is alleen mogelijk als de Structuurvisie 2025 hiervoor een overgangsregeling bevat. Onze huisadvocaat Hekkelman bevestigt onze bevindingen. Dit inzicht is in 2013 aan Teunissen/Boers meegedeeld. Vraag: Is er na 26-10-2010 tot heden nog sprake van een briefwisseling geweest, zo ja kunt u deze dan bijvoegen? Antwoord: Dat zijn diverse brieven geweest, maar de meest inhoudelijke betreft de brief van 29 juni 2012. Zie de bijlage. Vraag: Wat is u bekend van een wijziging in het standpunt van de provincie t.a.v. de natuur verbindingszone langs de zuidzijde Borculoseweg op het terrein van Teunissen/Boers? Heeft u hiervan via de provincie bericht gehad en zo ja kunt u dit dan meezenden? Antwoord: Begin 2014 namen wij kennis van het ontwerp van de provinciale omgevingsverordening. WIK advies heeft hiertegen namens Teunissen/Boers zienswijzen ingediend. Op navraag van de provincie hebben wij ambtelijk (via mail en telefoon) bevestigd dat op de locatie Teunissen/Boers al geruime tijd recreatieplannen bestaan. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de omgevingsverordening ligt in handen van de provincie. Op 24 september 2014 is de omgevingsverordening vastgesteld. Zie de bijlage voor het kaartfragment van de Omgevingsverordening, locatie Borculoseweg 37-39.

Toelichting: 1. Technische vragen zijn alleen bedoeld voor vragen over punten die op de agenda staan. Ze zijn niet bedoeld voor een politiek antwoord. 2. Technische vragen zijn vragen voor een beter begrip van een vraagstuk. Vragen over feiten en de uitleg daarvan of over de gevolgen van een besluit. 3. Voor de overzichtelijkheid uw vragen in de daarvoor bestemde vakken plaatsen. Bij elke nieuwe vraag kunt u d.m.v. de tabtoets een nieuwe regel aanmaken. Het antwoord zal dan geplaatst worden bij de desbetreffende vraag.

2

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 4 - Antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 - Plan Teunissen-Boers


2015-03-03 Bijlage 5 - Bijlage 1 (Brief van 29-06-2012 aan Teunissen) bij antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 / Plan Teunissen-Boers (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####775f22f0-a47c-4912-9f1b-7f089b7f9777#

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 5 - Bijlage 1 (Brief van 29-06-2012 aan Teunissen) bij antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 / Plan Teunissen-Boers


2015-03-03 Bijlage 6 - Bijlage 2 (Kaartfragment Omgevingsverordening) bij antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 - Plan Teunissen/Boers (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####08f54208-e464-4e51-9c9b-93b52a4ca88d#

Kaartfragment Omgevingsverordening Gelderland (vastgesteld 24 september 2014)

Donkergroen = GNN Lichtgroen = Groene ontwikkelzone

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 6 - Bijlage 2 (Kaartfragment Omgevingsverordening) bij antwoord op technische vraag - Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025 - Plan Teunissen/Boers


2015-03-03 Bijlage 7 - Antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2025 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6c7541f3-6b0a-4d85-8b7d-30f4008a1871#

TECHNISCHE VRAAG (alleen over een agendapunt) Indiener: Paul Knuvers / GroenLinks Datum indiening vraag: 27 febr. 2015 Datum verzending antwoord: commissievergadering van: raadsvergadering van: 3 maart 2015 Formulering: Betreft agendapunt Structuurvisie Berkelland Vraag: In uw beantwoording van mijn technische vragen bij de commissie Ruimte over bovengenoemd agendapunt schrijft u dat er een advies is van de huisadvocaat. Bedoelt u hier met huisadvocaat Hekkelman? Zo ja, is u dan bekend dat advocaten en notarissen Hekkelman ook Teunissen/Broers vertegenwoordigden resp. vertegenwoordigen en daarmee wellicht een dubbel belang in deze kwestie hebben? Antwoord: Ja, dat is onze huisadvocaat Hekkelman. Het is bij ons bekend dat Teunissen en Boers in 2009 het advocatenkantoor Hekkelman hebben ingeschakeld. Het ging hier om de behandeling van het bezwaar van enkele buren van Teunissen bij de Rechtbank Zutphen (op 3 februari 2009) tegen de door de gemeente verleende aanlegvergunning voor de aanleg van houtwallen en een vijver. Behandelaar bij Hekkelman was mr. E.T. de Jong. Werkzaam bij Hekkelman van 2005 tot 2012. Sinds 1 januari 2013 is Hekkelman onze huisadviseur. Mr. E.H.M. Harbers heeft ons op 20 juni 2013 geadviseerd over dit dossier. Het doel was extra zekerheid te hebben ten aanzien van de ambtelijke bevindingen over de juridische status van de aanvragen van Teunissen. Naast de bovengenoemde feitelijkheden, is het advies naar onze mening, zuiver en objectief. Kortheidshalve verwijzen wij u naar het advies van Hekkelman van 20 juni 2013. Uw suggestie dat Hekkelman wellicht een dubbel belang in deze kwestie heeft, onderschrijven wij niet. Vraag: Kunt u mij inzage geven in, dan wel het advies van de huisadvocaat toezenden? Antwoord: Het advies hebben wij toegevoegd aan het openbare dossier ‘Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025’.


2

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 7 - Antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2025


2015-03-03 Bijlage 8 - Antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2025 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####845cbd6b-4373-4554-9365-c077dd18e20b#

TECHNISCHE VRAAG (alleen over een agendapunt) Indiener: Erik van Woudenberg / D66 Datum indiening vraag: 24 februari 2015 Datum verzending antwoord: 2 maart 2015

raadsvergadering van: 3 maart 2015 Wijziging structuurvisie Berkelland 2025 (agendapunt 8) Voor de commissievergadering van 11 februari 2015 heeft de heer Knuvers op 8 februari een technische vraag over dit onderwerp gesteld. Uit het antwoord op deze technische vraag op 10 februari 2015 blijkt dat er in het jaar 2013 op het project Teunissen/Boers een juridische analyse heeft plaatsgevonden. Op basis van deze analyse zijn vervolgstappen ondernomen. Vraag: Wij verzoeken u voor een betere beeldvorming over dit agendapunt om een afschrift van de juridische analyse die in 2013 op dit project is uitgevoerd, compleet met de bevindingen cq bevestiging van huisadvocaat Hekkelman. Antwoord: In onze procedure- en raadsstukken hebben wij het advies van Hekkelman van 20 juni 2013 niet genoemd. Het advies van Hekkelman was door ons gevraagd als intern advies. Het doel was extra zekerheid te hebben van de ambtelijke bevindingen over de juridische status van de aanvragen van Teunissen. Er staat niets in de weg om het advies van Hekkelman aan het openbare dossier ‘Wijzigen Structuurvisie Berkelland 2025’ toe te voegen. Zie de bijlage.


Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 8 - Antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2025


2015-03-03 Bijlage 9 - Bijlage (advies Hekkelman advocaen) bij antwoord op technische vraag Structuurvisie Berkelland 2015 (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####743b9007-00be-4475-9346-3d622f4393a8#

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 9 - Bijlage (advies Hekkelman advocaen) bij antwoord op technische vraag - Structuurvisie Berkelland 2015


2015-03-03 Voorstel en besluit - Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016" (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####b3122344-a5db-4b37-9008-7ff6e5f3bfd5#

Zaaknummer

:

126519


:

3 maart 2015

:

Bestuur / Ruimte

Onderwerp

:

Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"


: : :

20 januari 2015 L.J.H. Scharenborg G.J. Hans

Agendapunt

:

Agendapunt

: 5.

Telefoon

: 0545-250 320

Te nemen besluit: vaststellen van het "Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"" Waarom dit voorstel? De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigde op 27 augustus 2014 het bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2012”. Dit betekent dat de gemeente een nieuw bestemmingsplan moet maken voor haar buitengebied. Hiervoor is een Plan van Aanpak opgesteld waarvan het concept op 12 november 2014 met u is besproken tijdens een Technisch Beraad. Aansluitend daarop is op 15 januari 2015 een tweede Technisch Beraad gehouden over het verder uitgewerkte Plan van Aanpak. Wat is het effect? Wij stellen u voor om het “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016”” vast te stellen. Op basis van het vastgestelde plan en de daarin opgenomen nieuwe uitgangspunten kan vervolgens het aanbestedingstraject worden opgestart voor het maken van een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied en een bijbehorend milieueffectrapport (Plan-MER). Argumentatie/onderbouwing: Ten aanzien van een aantal onderwerpen moeten nieuwe uitgangspunten worden geformuleerd voordat een nieuw Plan-MER en een nieuw bestemmingsplan kunnen worden opgesteld. Deze nieuwe uitgangspunten hebben een plek gekregen in het bijgevoegde “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016”” (hoofdstuk “Oplossingsrichtingen”) en zijn schematisch als volgt weergegeven:

• •

•

Ontwikkelruimte agrarische bedrijven (het “ammoniakdilemma”) Nieuwvestigingsmogelijkheden en omschakelingsmogelijkheden agrarische bedrijven

-

Uitbreidingsmogelijkheden nietagrarische functies

-

-

-

•

Groene bestemmingen

-

Uitgaan van bestaande ammoniakemissie/depositie met een salderingsregeling (oplossingsrichting 2). Geen wijzigingsregeling voor nieuwe agrarische bouwvlakken; Omschakeling naar niet-grondgebonden (melk)rundveehouderij en intensieve veehouderij uitsluiten. Geen onderscheid tussen gebiedsgebonden bedrijven en niet-gebiedsgebonden bedrijven; Regeling: 20% bij recht/ 25% afwijking of bebouwingspercentage; Regeling voor functieverandering aanpassen een nieuw provinciaal beleid. Verwerken begrenzing GNN en GO;



-

•

Bestemming ‘Wonen’

•

Archeologie

• •

Reconstructiewetzones Grondwaterbescherming

•

Nieuwe onderwerpen

Aanpassing regels voor functieverandering aan deze begrenzing. - Vervangingsregeling verduidelijken; - Niet-gerealiseerde ‘Rood-voor-Rood’-woningen nog niet wegbestemmen, daarvoor individuele trajecten volgen. Medebestemmingen afstemmen op de meest recente inzichten LOG Ruurlose Broek aanduiden als verwevingsgebied Verwerken van de begrenzing en de regeling voor de vier gebiedstypes Regeling voor grondgebonden zonnepanelen (binnen bouwvlakken, afwijkingsregeling voor zonnepanelen aangrenzend aan bouwvlakken)

Verder gaat het Plan van Aanpak in op de interne en externe communicatie rondom het nieuw te maken bestemmingsplan. Daarbij bevat het plan de keuze om af te zien van een herhaling van de uitgebreide inventarisatieronde zoals die in 2011 is uitgevoerd . Daarbij is vanzelfsprekend dan wel alle ruimte om tijdens de inspraakfase opmerkingen in te brengen over het voorontwerpbestemmingsplan.

Kanttekeningen/risicoparagraaf Het vaststellen van het Plan van Aanpak levert op zichzelf geen risico’s op. Tegen het raadsbesluit daartoe kan geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Daarbij kan worden opgemerkt dat het vaststellen van het Plan van Aanpak niet betekent dat de geldende bestemmingsplannen niet langer van toepassing zijn. Zij blijven het juridische toetsingskader voor ruimtelijke plannen totdat een nieuw bestemmingsplan in werking treedt. Financiële paragraaf Aan het vaststellen van het Plan van Aanpak zijn op zichzelf geen kosten verbonden. Het opstellen van een nieuw bestemmingsplan en een bijbehorend Plan-MER brengt wel kosten met zich mee. De omvang van die kosten zijn nog niet in beeld te brengen omdat daarvoor nog een aanbestedingstraject moet worden gestart op basis van het vast te stellen Plan van Aanpak. Vooruitlopend daarop is in de Najaarsnota 2014 daarvoor een bedrag van € 100.000,- beschikbaar gesteld. Intern en extern Informatie en communicatie Uw besluit over dit voorstel wordt formeel bekendgemaakt via een publicatie in het Berkelbericht. Het vastgestelde Plan van Aanpak wordt ook digitaal beschikbaar gesteld via de gemeentelijke website. Daarbij is het vaststellen van het Plan van Aanpak een goed moment om de bewoners en gebruikers van het buitengebied breed te informeren over het maken van het nieuwe bestemmingsplan. Na de vaststelling van het Plan van Aanpak wordt daarom via een redactioneel artikel in het Berkelbericht uitleg gegeven over de koers die de gemeente daarbij wil varen en over de werkwijze die zij daarbij wil volgen. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de manier waarop (bouw)plannen voor het buitengebied worden beoordeeld zolang de huidige bestemmingsplannen daarop nog van toepassing zijn. Inspraak en participatie Bij het maken van het bestemmingsplan en het bijbehorende Plan-MER wordt de wettelijk beschreven procedure gevoerd met de bijbehorende inspraak en participatiemomenten. Deze procedure is nog niet aan de orde bij het vaststellen van het Plan van Aanpak.

2

Planning en evaluatie Het Plan van Aanpak bevat een planning voor de te voeren procedure. Deze steekt in op vaststelling van het bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016” in het laatste kwartaal van 2016. Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman.


3

Raadsvergadering

:

Agendanummer

:

3 maart 2015

De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2015; besluit: het “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016”” vast te stellen.


de voorzitter,

4


: 3 maart 2015 agendapunt : : Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016”

Toelichting De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigde op 27 augustus 2014 het bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2012”. Dit betekent dat de gemeente een nieuw bestemmingsplan moet maken voor haar buitengebied. Hiervoor is een Plan van Aanpak opgesteld waarvan de eerste aanzet/concept op 12 november 2014 met u is besproken tijdens een Technisch Beraad. Nu het Plan van Aanpak is uitgewerkt, stellen wij u voor om het vast te stellen. Voorafgaand aan de gebruikelijke besluitvormingscyclus (Commissie Ruimte 11 februari 2015, raadsvergadering 3 maart 2015) werd op 15 januari 2015 nog een Technisch Beraad gehouden om u bij te praten over de inhoud van het “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016””. Inhoud In het Plan van Aanpak komt naar voren dat het nieuw te maken bestemmingsplan in belangrijke mate kan voortbouwen op het bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2012”. Dit is mogelijk omdat het bestemmingsplan de juridische toetsing van de Afdeling grotendeels kon doorstaan. Daarbij voorkomt ‘hergebruik’ van het vernietigde bestemmingsplan dat een aanzienlijke hoeveelheid digitaal tekenwerk opnieuw moet worden gedaan. Wel komen de planregels er op onderdelen anders uit te zien in verband met nieuwe wet- en regelgeving, nieuw beleid en jurisprudentie over onder meer de doorwerking van de Natuurbeschermingswet (Nbw). Bij het bestemmingsplan moet ook een nieuw milieueffectrapport (Plan-MER) worden gemaakt. Ook daarbij kan worden voortgebouwd op het Plan-MER bij het bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2012” dat uw raad op 26 juni 2013 vaststelde. Veel informatie uit dit Plan-MER kan namelijk opnieuw worden gebruikt. Dit laatste geldt vanzelfsprekend niet voor de onderdelen op basis waarvan de Afdeling het bestemmingsplan vernietigde. Met name voor die onderdelen moeten nieuwe uitgangspunten worden geformuleerd voordat een nieuw Plan-MER en een nieuw bestemmingsplan kunnen worden opgesteld. Deze nieuwe uitgangspunten hebben een plek gekregen in het bijgevoegde “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016””. Zij zijn toegelicht in het hoofdstuk “Oplossingsrichtingen” dat wordt afgesloten met een schematisch overzicht dat ook hieronder is weergegeven. • •

•

Ontwikkelruimte agrarische bedrijven (het “ammoniakdilemma”) Nieuwvestigingsmogelijkheden en omschakelingsmogelijkheden agrarische bedrijven

-

Uitbreidingsmogelijkheden nietagrarische functies

-

-

-

•

Groene bestemmingen

-

•

Bestemming ‘Wonen’

-

Uitgaan van bestaande ammoniakemissie/depositie met een salderingsregeling (oplossingsrichting 2). Geen wijzigingsregeling voor nieuwe agrarische bouwvlakken; Omschakeling naar niet-grondgebonden (melk)rundveehouderij en intensieve veehouderij uitsluiten. Geen onderscheid tussen gebiedsgebonden bedrijven en niet-gebiedsgebonden bedrijven; Regeling: 20% bij recht/25% afwijking of bebouwingspercentage; Regeling voor functieverandering aanpassen een nieuw provinciaal beleid. Verwerken begrenzing GNN en GO; Aanpassing regels voor functieverandering aan deze begrenzing. Vervangingsregeling verduidelijken; Niet-gerealiseerde ‘Rood-voor-Rood’-woningen nog

5

•

Archeologie

• •

Reconstructiewetzones Grondwaterbescherming

•

Nieuwe onderwerpen

niet wegbestemmen, daarvoor individuele trajecten volgen. Medebestemmingen afstemmen op de meest recente inzichten LOG Ruurlose Broek aanduiden als verwevingsgebied Verwerken van de begrenzing en de regeling voor de vier gebiedstypes Regeling voor grondgebonden zonnepanelen (binnen bouwvlakken, afwijkingsregeling voor zonnepanelen aangrenzend aan bouwvlakken)

Ten aanzien van het zogenaamde ‘ammoniakdilemma’ is juridisch advies ingewonnen bij de huisadvocaat. De uitkomst daarvan is als bijlage aan het Plan van Aanpak toegevoegd. Het advies komt er in grote lijnen op neer dat oplossingsrichting 1 (‘op slot zetten’) juridisch gezien het meest veilig is, dat oplossingsrichting 2 (‘salderingsregeling’) ook haalbaar is maar juridisch gezien complexer is en dat oplossingsrichting 3 (‘werken met schone staltechnieken’) juridisch niet haalbaar is omdat deze niet voorziet in voldoende ‘harde’ borging van de beoogde maatregelen in het bestemmingsplan. Communicatie Het Plan van Aanpak gaat in op de interne communicatie tussen ons college en uw raad (Technisch Beraad, (besloten) raads/commissievergaderingen), maar ook op de externe communicatie over een nieuw bestemmingsplan. Daarbij wordt er voor gekozen om af te zien van een nieuwe uitgebreide inventarisatie zoals die in 2011 al is uitgevoerd. Vanzelfsprekend kunnen eventuele wensen over de vormgeving van (agrarische) bouwvlakken of andere zaken op de gebruikelijke manier worden ingebracht tijdens de inspraakprocedure. Gezien de omvang van het te maken bestemmingsplan is het overigens de bedoeling om net als in 2012 uit te gaan van een inspraaktermijn van acht weken met een aantal inloopbijeenkomsten verdeeld over het gemeentelijk grondgebied. Financiële en personele aspecten Vooruitlopend op de aanbestedingsprocedure valt er weinig te zeggen over de kosten die gemoeid zijn met het maken van een nieuw Plan-MER en een nieuw bestemmingsplan. Het is immers onmogelijk om in te schatten hoe veel kosten bespaard kunnen worden door ‘hergebruik’ van de in 2013 vastgestelde documenten en verbeelding. Het is natuurlijk wel mogelijk om uw raad te informeren over de voortgang van het aanbestedingstraject en de uitkomst daarvan. Over de personele aspecten kan worden ingeschat dat gedurende het proces net als in het vorige traject twee fte’s continue worden ingezet. Daarbij zal met name voor de begeleiding van het Plan-MER en voor het actualiseren van de milieubijlagen bij het bestemmingsplan af en toe enige extra inzet vanuit de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) nodig zijn. In de najaarsnota 2014 is al melding gemaakt van de noodzaak om het bestemmingsplan voor het buitengebied opnieuw op te stellen. Ook ten tijde van de totstandkoming van de najaarsnota waren de kosten en het benodigd budget onbekend. Daarop vooruitlopend is in de najaarsnota een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld. Zodra meer bekend is over de daadwerkelijke verwachte kosten wordt uw raad hierover geïnformeerd. We doen dit in ieder geval in de Voorjaarsnota 2015.

6

Einde bijlage: 2015-03-03 Voorstel en besluit - Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"


2015-03-03 Bijlage 1 - BenW-advies - Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016" (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####c24a64e8-ede5-4145-857b-1a08f25a5c26#



Portefeuillehouder, afdeling, steller, datum advies en onderwerp WETHOUDER L.J.H. SCHARENBORG RUIMTELIJKE ONTWIKKELING G.J. Hans

Conceptbesluit De gemeenteraad voorstellen om het “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016”” vast te stellen.

16 januari 2015 Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016" Routing afgestemd met openbaar raadsvergadering medezeggenschap communicatie participatie

: : : : : :

werkgroep bestemmingsplan Buitengebied openbaar 3 maart 2015 (raadsvoorstel/concept-besluit bijgevoegd) niet van toepassing eigen publicatie in Berkelbericht, persbericht na raadsbesluit informatie, bekendmaking na besluitvorming

Consequenties financieel

:

inkoop personeel gezondheidsaspecten kadastraal

: : : :

ja, de kosten zijn eenmalig en ze staan in de begroting. Er is geen subsidie. ja, aanbesteding volgt na vaststelling Plan van Aanpak ja nee niet van toepassing

Samenvatting Gezien Secretaris J.A. Wildeman



Wethouder J.B. Boer


Wethouder R.P Hoytink-Roubos

Akkoord Bespreken

Besluit B & W van nr. ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigde op 27 augustus 2014 het bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2012”. Dit betekent dat de gemeente een nieuw bestemmingsplan moet maken voor haar buitengebied. Hiervoor is een Plan van Aanpak opgesteld waarvan de eerste aanzet/concept op 12 november 2014 is besproken tijdens een Technisch Beraad met de gemeenteraad. Nu het Plan van Aanpak is uitgewerkt, adviseren wij u om de gemeenteraad voor te stellen om het vast te stellen (Commissie Ruimte 11 februari 2015, raadsvergadering 3 maart 2015). Op 13 januari besprak uw college de concept-versie van het Plan van Aanpak. Uw verzoek was om de paragraaf communicatie in het advies en in het Plan van Aanpak aan te vullen met een passage over de externe communicatie. Dit advies gaat daarop in, terwijl ook de tekst van het Plan van Aanpak op dat punt is aangevuld. Verder vond op 15 januari 2015 een tweede Technisch Beraad plaats om de gemeenteraad bij te praten over de inhoud van het Plan van Aanpak. Ook dit heeft geleid tot enkele aanpassingen in de concept-versie van het Plan van Aanpak dat op 13 januari aan de orde kwam in uw collegevergadering. Deze aanpassingen zijn in rood weergegeven in de bijgevoegde eindversie van het “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016”” en het bijbehorende raadsvoorstel Inhoud Dit advies is een aanvulling op het advies dat u besprak in uw vergadering van 13 januari 2013 en waarnaar ik verwijs (bijlage). Naar aanleiding van dat advies vroeg u om de paragraaf “Communicatie” aan te vullen met een passage over de externe communicatie na de vaststelling van het Plan van Aanpak. Communicatie (aanvulling in cursief) Het Plan van Aanpak gaat in op de interne communicatie tussen uw college en de gemeenteraad (Technisch Beraad, (besloten) raads/commissievergaderingen), maar ook op de externe communicatie over een nieuw bestemmingsplan. Daarbij wordt er voor gekozen om af te zien van een nieuwe uitgebreide inventarisatie zoals die in 2011 al is uitgevoerd. Vanzelfsprekend kunnen eventuele wensen over de vormgeving van (agrarische) bouwvlakken of andere zaken op de gebruikelijke manier worden ingebracht tijdens de inspraakprocedure. Gezien de omvang van het te maken bestemmingsplan is het overigens de bedoeling om net als in 2012 uit te gaan van een inspraaktermijn van acht weken met een aantal inloopbijeenkomsten verdeeld over het gemeentelijk grondgebied. Voorafgaand aan formele procedure voor de milieueffectrapportage en het nieuwe bestemmingsplan, is het vaststellen van het Plan van Aanpak ook een goed moment om de bewoners/gebruikers daarover te informeren. Na de vaststelling van het Plan van Aanpak wordt daarom via een redactioneel artikel in het Berkelbericht uitleg gegeven over de koers die de gemeente daarbij wil varen en over de werkwijze die zij daarbij wil volgen. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan de manier waarop (bouw)plannen voor het buitengebied worden beoordeeld zolang de huidige bestemmingsplannen daarop nog van toepassing zijn. Uitkomst Technisch Beraad 15 januari 2015 De bovenstaande aanvulling is ook verwerkt in de tekst van het Plan van Aanpak en het bijbehorende raadsvoorstel/concept-raadsbesluit. Daarnaast is de tekst van dit document ook aangepast naar aanleiding van het Technisch Beraad van 15 januari 2014 waar ook aandacht werd gevraagd voor een brede communicatie, gericht op alle doelgroepen, tijdens het bestemmingsplanproces. Verder is het Plan van Aanpak naar aanleiding van het Technisch Beraad aangevuld met een passage over interne communicatiemomenten die op verzoek van de gemeenteraad kunnen worden gehouden. De aanvullingen zijn in rood aangegeven in het bijgevoegde document. Overigens is tijdens het Technisch Beraad benadrukt dat het de bedoeling is om bij het nieuw te maken bestemmingsplan voort te bouwen op het in 2013 vastgestelde bestemmingsplan en daarbij qua uitgangspunten eigenlijk alleen aanpassingen door te voeren als dat nodig is op basis 2

2

van de uitspraak van 27 augustus 2014, overige jurisprudentie, nieuwe wetgeving of nieuw beleid. De exacte uitwerking van dit alles volgt gaandeweg het proces omdat zij afhankelijk is van bijvoorbeeld de resultaten van de milieueffectrapportage of aanpassingen van de provinciale Omgevingsverordening. Dit betekent dat een exacte vergelijking tussen het in 2013 vastgestelde bestemmingsplan en het nieuw te maken bestemmingsplan op voorhand niet kan worden gemaakt.

Conclusie Naar aanleiding van het voorgaande adviseren wij u om de gemeenteraad voor te stellen om het “Plan van Aanpak bestemmingsplan “Buitengebied Berkelland 2016”” vast te stellen. J. Seinen E.J.E.M. Spanjaard G.J. Hans

3

3

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 1 - BenW-advies - Plan van Aanpak bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"


2015-03-03 Bijlage 2 - Plan van Aanpak (met bijlagen) - bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016" (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6c3730a8-6ee5-4e54-ab93-2fa6b0778838#

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 2 - Plan van Aanpak (met bijlagen) - bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"


2015-03-03 Bijlage 3 - Antwoord op technische vraag - bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016" (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####87d3f291-3263-45b4-844c-1638107d6f95#

TECHNISCHE VRAAG (alleen over een agendapunt) Indiener: Josien Wannink, VVD Berkelland Datum indiening vraag: 26 februari 2015 Datum verzending antwoord: 2 maart 2015 raadsvergadering van: 3 maart 2015 Formulering: In de commissie Ruimte van 11 februari jongstleden is het plan van aanpak voor het bestemmingsplan buitengebied Berkelland 2016 besproken. Daarover hebben we als VVD verschillende vragen gesteld. Op niet alle vragen hebben we antwoorden gekregen waarmee we ons standpunt kunnen bepalen voor de raadsvergadering van 3 maart aanstaande. We hopen dan ook op deze wijze opheldering over onze vragen voor de raadsvergadering te krijgen. Vraag: In de commissie is aangegeven dat in de Voorjaarsnota de kosten worden meegenomen voor dit bestemmingsplan. We hebben in de commissie al aangegeven dat we het opmerkelijk vinden om nu dit plan van aanpak te behandelen zonder een financiële paragraaf en dat we het kostenplaatje pas ten tijde van de Voorjaarsnota onder ogen krijgen. De financiële paragraaf maakt onderdeel uit van het plan van aanpak en is dan ook van belang bij een standpuntbepaling over dit onderwerp. Om deze reden de volgende vraag: kunt u aangeven welke kosten gemoeid zijn met het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied Berkelland 2016 (zowel de interne als externe kosten)? Antwoord: Omdat er nog een aanbestedingsronde moet plaatsvinden voor het maken van een nieuw bestemmingsplan Buitengebied is niet exact aan te geven wat de kosten daarvan zullen bedragen. Er kan hooguit een inschatting worden gegeven. Wij gaan er van uit, dat een behoorlijk deel van het basismateriaal van het vernietigde bestemmingsplan Buitengebied opnieuw kan worden gebruikt voor het vervaardigen van een nieuw bestemmingsplan Buitengebied en een plan-MER. Onze inschatting is, dat deze kosten zullen liggen tussen een bedrag van € 150.000,en € 250.000,-. Verder verwachten wij dat de begeleiding van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied 2016 twee formatieplaatsen zal vragen gedurende een periode van 2 jaar. Vraag: Wat zijn de gevolgen en risico’s van nieuwe ontwikkelingen voor het bestemmingsplan buitengebied Berkelland 2016 ten opzichte van die van 2012 en dan in speciaal voor oplossingsrichting 2? Antwoord: Het bestemmingsplan 2012 is vernietigd omdat de planregels volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet aansloten op het plan-MER. Om de risico’s op vernietiging in geval van behandeling bij de Raad van State zoveel mogelijk te beperken, moeten de planregels van het nieuw te maken bestemmingsplan zodanig worden opgesteld dat het bestemmingsplan geen significant negatieve effecten kan opleveren voor Natura2000-gebieden. Omdat er voor deze gebieden qua ammoniakdepositie al sprake is van een overbelaste situatie heeft elke uitbreiding in de basis een significant negatief effect, tenzij binnen de regels een modus wordt

gevonden om dat uit te sluiten. Oplossingsrichting 2 biedt die modus, omdat uitbreidingen gerelateerd worden aan effecten op Natura2000 gebieden waarbij geen sprake is van significant negatief effect. Het nieuw te maken bestemmingsplan zal minder ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor agrarische bedrijven dan het vernietigde bestemmingsplan Buitengebied 2012. Onderdeel van het planproces is hiervoor genoemde scenario verder uit te werken. Op dit moment hebben we niet alle antwoorden op de vraag hoe dit in de planregels er precies komt uit te zien. Het opstellen van planregels volgt immers na de vaststelling van het plan van aanpak en is daarbij ondermeer afhankelijk van de uitkomsten van het Plan MER. Dit laat onverlet dat we in de komende tijd de rechtspraak blijven volgen en wanneer daar aanleiding voor is uw raad informeren. Vraag: Uit de reactie in het laatste technisch beraad van het college begrepen we dat oplossingsrichting 2 de instemming van de raad van state kan hebben. Klopt dit en is de betrokken huisadvocaat bij dit plan van aanpak dezelfde mening toegedaan? Kunt u zijn reactie meenemen in de beantwoording van deze vraag, gezien zijn betrokkenheid hierbij? Antwoord: Gelet op de concrete situatie in Berkelland gaat oplossingsrichting 2 inderdaad uit van een aanpak die de Raad van State voor een andere gemeente onlangs heeft geaccepteerd. Voorwaarde is wel dat die optie op een goede manier verwerkt wordt in de planregels. Zoals al geschreven moet de inhoudelijke uitwerking van de planregels nog plaatsvinden. Bij het plan van aanpak hebben wij als bijlage de brief van Hekkelman Advocaten & Notarissen van 1 december 2014 gevoegd. In deze brief zijn door de heer Bodden de 3 oplossingsrichtingen beschreven. Hij adviseert oplossingsrichting 2 verder uit te werken. Vraag: In de commissie Ruimte hebben we reeds aangegeven dat we zoveel mogelijk ontwikkeling voor de agrarische bedrijven willen in het bestemmingsplan en in dat kader oplossingsrichting 2 voor ons de enige optie is. Hieromtrent hebben we de volgende vraag. Worden de ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven door het wel of niet verkrijgen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet meer beperkt dan door de ruimte die het bestemmingsplan theoretisch biedt? Antwoord: Die vraag is op dit moment helaas niet te beantwoorden. Nu de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) nog niet in werking is getreden (het ontwerp-besluit heeft nog maar net terinzage gelegen), is het onduidelijk wat de ontwikkelingsruimte voor vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet gaat zijn per bedrijf. Die ontwikkelingsruimte zal in ieder geval sterk afhangen van de afstand tot Natura 2000gebieden: hoe verder weg van Natura 2000-gebieden, hoe meer ontwikkelingsruimte een bedrijf krijgt. De planregeling op grond van oplossingsrichting 2 moet in samenwerking met het nog te selecteren adviesbureau en de betrokken huisadvocaat worden uitgewerkt. Het is dus op voorhand niet te zeggen welke ontwikkelingsruimte het bestemmingsplan gaat bieden. Naast de ligging van het bedrijf gaat dat ook afhangen van het aanbod aan over te nemen stikstofrechten van andere bedrijven (externe saldering). Verder blijft de jurisprudentie op dit gebied voortschrijden en is het de vraag of op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan de nu met een planregeling conform oplossingsrichting 2 mogelijk geachte ontwikkelingsruimte ook daadwerkelijk juridisch haalbaar blijft. Vraag: En stel dat er nu een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet wordt verkregen, wat betekent dit dan voor de planologische ruimte in het bestemmingsplan? 2

Antwoord: Een verleende vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet wordt meegenomen als bouwsteen voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied.

3

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 3 - Antwoord op technische vraag - bestemmingsplan "Buitengebied Berkelland 2016"


2015-03-03 Bijlage 4 - Amendement GL (A-15-01) - Plan van Aanpak best.plan Buitengebied Berkelland 2016 - Ontwikkelruimte agrarische bedrijven (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####0e80d3cb-c677-45dd-bec5-9ce7f017e564#

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 4 - Amendement GL (A-15-01) - Plan van Aanpak best.plan Buitengebied Berkelland 2016 Ontwikkelruimte agrarische bedrijven


2015-03-03 Bijlage 5 - Amendement GL (A-15-02) Plan van Aanpak best.plan Buitengebied Berkelland 2016 - Nieuwe onderwerpen (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####461d1c79-22f3-4f2a-90fc-e9783d9be1e3#

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 5 - Amendement GL (A-15-02) Plan van Aanpak best.plan Buitengebied Berkelland 2016 - Nieuwe onderwerpen


2015-03-03 Voorstel en besluit - Deelname aan project breedband buitengebied Achterhoekf (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####54ec54c0-1cf9-4674-8c47-f50df32b4c6b#

Zaaknummer

:

129650


:

3 maart 2015

:

Bestuur / Ruimte

Onderwerp

:

Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek


: : :

20 januari 2015 J.B. Boer E. Dijkman

Agendapunt

:

Agendapunt

: 14.

Telefoon

: 0545 250 518

Te nemen besluit: 1 Te verklaren geen wensen en bedenkingen (als bedoeld in artikel 160, tweede lid van de Gemeentewet) te hebben bij deelname aan het project voor de aanleg en exploitatie van een breedbandnetwerk in het zogenaamde ‘witte’ buitengebied van de Regio Achterhoek. Hiervoor een aandeel van 1 Euro te nemen in de op te richten Glasvezelmaatschappij Achterhoek B.V. (GABV); 2 Op grond van artikel 3 lid 1 van het Treasurystatuut Berkelland 2012 de aanleg van een glasvezelnetwerk in het buitengebied van de gemeente Berkelland als een publieke taak te beschouwen; 3 Het College van Burgemeester en Wethouders opdracht te geven een leningsovereenkomst uit te werken en af te sluiten met de GABV van maximaal € 6 miljoen voor het aansluiten van de “witte” adressen in het buitengebied van de gemeente Berkelland op glasvezel; 4 Een budget van € 80.000,- beschikbaar te stellen uit de algemene reserve voor de vraagbundeling en dit samen met de verwachte renteopbrengst van de te verstrekken geldlening via een begrotingswijziging te verwerken in de voorjaarsnota 2015; 5 Geen leges- en degeneratievergoeding aan de GABV te heffen op voorwaarde dat de onderhoudstermijn voor herstelde sleuven 24 maanden de verantwoordelijkheid is van de GABV en over de kosten van toezicht nadere afspraken worden gemaakt en bovenstaande onderdeel uitmaakt van de nog op te stellen bestuursovereenkomst; 6 De gronden voor bovengrondse infrastructurele werken, zoals PoP-stations en streetcabinets, in witte gebieden, onder voorwaarden, om-niet beschikbaar te stellen aan de GABV voor de duur van de exploitatie van het netwerk; 7 Het College van Burgemeester en Wethouders te machtigen het project samen met de provincie en de overige betrokken gemeenten voor te bereiden (o.a. door het afsluiten van een bestuursovereenkomst) en te (doen) realiseren.

Waarom dit voorstel? Aanleiding De telecommunicatiemarkt is een vrije markt. In bepaalde gebieden zijn de kosten van aansluiting simpelweg te hoog, waardoor de terugverdientijd voor de marktpartijen te lang wordt. Marktpartijen zijn in de positie om nog voldoende rendement te halen uit het alleen aansluiten van de rendabele gebieden. Voor het buitengebied van Berkelland betekent dit dat de aanleg de komende jaren niet zal plaatsvinden.



Als gesproken wordt over het buitengebied, gaat het om het gehele buitengebied van de gemeente Berkelland, inclusief de bebouwde kommen van de kleine kernen en buurtschappen m.u.v. Beltrum, Geesteren, Gelselaar en Haarlo. Deze laatst genoemde kernen hebben al een glasvezelvoorziening . Het gaat om zowel particuliere aansluitingen als aansluitingen van (agrarische en recreatieve) bedrijven. Bedrijventerreinen behoren niet tot het project. Hiervoor zal de provincie Gelderland in het voorjaar van 2015 een regeling lanceren. Breedbandbedrijf De gemeente Berkelland heeft verschillende scenario’s onderzocht. Het plan dat nu voorligt, is (financieel) deel te nemen aan een breedbandbedrijf waarin de provincie Gelderland en 10 Achterhoekse gemeenten ( Berkelland, Bronckhorst, gemeenten Aalten, Doesburg, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oude IJsselstreek, Oost Gelre en Winterswijk) participeren. Op 28 november hebben de Achterhoekse gemeenten samen met de provincie een intentieverklaring ondertekend voor het op te richten breedbandbedrijf. Het breedbandbedrijf wordt verantwoordelijk voor de aanleg en de exploitatie van het breedbandnetwerk voor een periode van 25-30 jaar. Wat is het effect? Het aanleggen van glasvezel in het buitengebied van Berkelland. In Berkelland gaat het om circa 4.000 adressen in zogenaamd “wit” gebied. Dit zijn gebieden waar geen breedbandvoorziening beschikbaar is. Deze gebieden beschikken niet over glasvezel, niet over kabel. Om daadwerkelijk tot aanleg over te gaan is er een deelname van minimaal 50% van de adressen in het buitengebied nodig. De ambitie van Berkelland is en blijft verglazing van het totale buitengebied. Dus ook in de “grijze” gebieden. Deze gebieden moeten echter door de markt opgepakt worden. In Berkelland zijn de bebouwde kommen van de kernen Rekken, Rietmolen en Noordijk grijs gebied. Hier ligt nu kabel van UPC. Daarnaast ligt er in delen van de voormalige gemeente Borculo kabel, dit is tevens grijs gebied. De COAX-kabel kan nog een zekere periode in de behoefte voorzien. Gezien de groeiende vraag naar datatransport is voor de langere termijn ook hier aanleg van glasvezel van belang. Voorwaarde voor deelname in het breedbandbedrijf is voor Berkelland dat het aan te leggen netwerk in de witte gebieden, voldoet aan de technische eisen om later het grijze gebied aan te koppelen. Of op termijn het netwerk te kunnen verkopen aan marktpartijen. Dit om in de toekomst het totale grondgebied van de gemeente van glasvezel te voorzien. Deze voorwaarde maakt onderdeel uit van de op te stellen bestuursovereenkomst (zie juridische paragraaf). Voor onze inwoners van het buitengebied wordt een eenmalige bijdrage en via de aanbieders van diensten een maandbijdrage gevraagd voor de glasvezelaansluiting. De exacte bedragen voor het realiseren van de aansluiting zijn € 500. Argumentatie/onderbouwing: 1. Bij een groeiende vraag van datatransport zal de huidige telefoon- en coaxkabel vanwege de beperkte bandbreedte tekort schieten. Snelle verbindingen zijn zeer belangrijk om ons buitengebied vitaal te houden. Denk aan ondernemers, scholen, het verenigingsleven, thuiswerkende/ studerende inwoners, en natuurlijk zorg op afstand. 2. De telecommunicatiemarkt is een vrije markt. Aanleg en exploitatie van een breedbandnetwerk in de onrendabele gebieden komt alleen tot stand wanneer overheden zich hiervoor inspannen en bereid zijn om middelen en menskracht ter beschikking te stellen. 3. Met het plan van de provincie kan een versnelling ingezet worden voor de aanleg van glasvezel in de witte gebieden van de gemeente Berkelland 4. Doordat het aan te leggen netwerk voldoet aan de eisen om de grijze gebieden in de

2

gemeente in de toekomst aan te koppelen, is de verwachting dat het aansluiten van de witte gebieden op glasvezel een vliegwieleffect voor de grijze gebieden in de gemeente heeft. 5. Het project is realiseerbaar en beheersbaar wanneer zowel de provincie Gelderland

als de Achterhoekse gemeenten op basis van gelijkwaardigheid bereid zijn menskracht en middelen in te zetten en garant staan voor mogelijke financiële risico’s en daarnaast bereid zijn solidariteitsafspraken met elkaar te maken. Financiële paragraaf De provincie levert financiële inbreng van € 34 miljoen in de vorm van aandelenkapitaal en is hiermee primair risicodragende partij. Aan de Achterhoekse gemeenten wordt gevraagd gezamenlijk € 35 miljoen in te brengen. Iedere gemeente levert naar rato van het aantal “witte” adressen financiële inbreng. Voor Berkelland gaat het om 3.955 adressen en een financiële inbreng van € 5,8 miljoen. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze financiële inbreng te leveren. Voor de gemeente Berkelland is het advies een lening te verstrekken aan de op te richten BV. De gemeente heeft hiermee de mogelijkheid de financiële middelen revolverend in te zetten, zoals ook aangegeven in het coalitieakkoord. Daarnaast heeft de gemeente - binnen de kaders van afspraken tussen gemeenten, provincie en BV - de mogelijkheid zelf de leningsvoorwaarden op te stellen en invloed uit te oefenen wanneer er betalingsachterstanden dreigen. Bovendien ontvangt de gemeente een rentevergoeding die aantrekkelijker is dan de vergoeding die ze ontvangt voor het schatkistbankieren vanuit de wet HOF. Om deze lening ook daadwerkelijk te kunnen verstrekken moet het volgens het Treasurystatuut van de gemeente Berkelland gaan om een publieke taak. De aanleg van glasvezel in de zogenaamde “witte” gebieden kan als zodanig bestempeld worden. De gemeenten dragen de kosten voor vraagbundeling. Over de kosten van beheer/onderhoud, degeneratie en ambtelijk toezicht op de uitvoering maken de gemeenten via een bestuursovereenkomst nadere afspraken. Zoals hierboven al genoemd, wordt aan gemeenten naast een financiële inbreng gevraagd het project niet te belasten met de gemeentelijke kosten van vraagbundeling, ambtelijke en leges- en degeneratiekosten en vergoedingen voor gronden voor verdeelstations (PoP’s). Via de voorjaarsnota 2015 zullen de budgettaire effecten aan uw raad worden voorgelegd. Enkele aandachtspunten: - Wat betreft de leges- en degeneratiekosten wordt het niet heffen gecompenseerd doordat de BV 24 maanden de verantwoordelijkheid heeft voor het onderhoud van de herstelde sleuven. Over de kosten van toezicht moeten nadere afspraken worden gemaakt. - De kosten voor vraagbundeling (activiteiten gericht op het verkrijgen van 50% deelname voor het project) worden al eerder gemaakt. Wij vragen u het benodigde budget voor vraagbundeling van € 80.000,- uit de algemene reserve beschikbaar te stellen. Uiteindelijk kunnen deze kosten samen met genoemde uitvoeringskosten en de verwachte rentebaten van de te verstrekken geldlening via een begrotingswijziging verwerkt worden in de voorjaarsnota 2015. Over de leningsvoorwaarden (waaronder het rentepercentage) moeten nog afspraken gemaakt worden. Om die reden is nog niet exact te benoemen wat de rentebaten zijn. Ervan uitgaande dat de te verstrekken lening 1% meer oplevert dan het schatkistbankieren, verwachten we een rentebate van € 60.000,-. - De gronden voor bovengrondse infrastructurele werken, zoals PoP-stations en streetcabinets, in witte gebieden kunnen we onder voorwaarden met een opstalrecht om-niet beschikbaar stellen aan de GABV voor de duur van de exploitatie van het netwerk. Juridische paragraaf

3

Het aanleggen en exploiteren van het netwerk is een commerciële activiteit. Voor de aanleg en exploitatie van het netwerk wordt een B.V. opgericht. De provincie is de aandeelhouder met doorslaggevende zeggenschap binnen de BV. De Achterhoekse gemeenten worden voor een symbolisch bedrag van € 1,- aandeelhouder en krijgen daarmee goedkeuringsrecht voor besluiten die rechtstreeks verband houden met de door haar verstrekte lening of garantstelling. De afspraken hierover worden vastgelegd in de statuten van de BV en de nog op te stellen bestuursovereenkomst . Beide stukken moeten nog besproken worden in het bestuurlijk overleg. In de bijlage zijn de concepten van beide stukken opgenomen. Volgens artikel 160, tweede lid van de Gemeentewet besluit het college slechts tot deelname in een vennootschap nadat aan de gemeenteraad een ontwerpbesluit is voorgelegd en de gemeenteraad gelegenheid heeft gehad ter zake wensen en bedenkingen uit te spreken. In het project participeren de provincie Gelderland en de 10 Achterhoekse gemeenten. Om het project te laten slagen is het belangrijk een aantal gezamenlijke afspraken te maken. In overleg met de 10 gemeenten zijn de volgende afspraken geformuleerd: - De tarieven voor de individuele aansluitingen op het glasvezelnet zijn in alle gemeenten gelijk; - Er wordt een gemiddelde prijs voor de aanlegkosten per aansluiting gerekend. Deze komt tot stand door de aanlegkosten over de betrokken gemeenten te middelen. De aanlegkosten zijn dus overal gelijk, ongeacht topografische verschillen tussen gemeentelijke buitengebieden; - Er is een ondergrens voor de aanvangsdeelname van 50%. Zolang een gemeente deze deelnamegraad niet behaald heeft, wordt er geen glasvezel op het grondgebied van deze gemeente aangelegd en is de gemeente geen medefinancier van de BV; - De gemeenten brengen geen vergoeding voor leges en degeneratie in rekening. De onderhoudstermijn voor de betreffende gronden is 2 jaar de verantwoordelijkheid van de aannemer. Over de kosten voor toezicht worden nadere afspraken gemaakt. - De kosten van vraagbundeling (het verkrijgen van de 50% deelname) en ambtelijke inzet worden door iedere gemeente zelf gedragen. Ook deze afspraken worden vastgelegd in de bestuursovereenkomst. De bestuursovereenkomst wordt de komende maanden verder uitgewerkt. De voorlopige inhoudsopgave van deze overeenkomst is in de bijlage bijgevoegd. Kanttekeningen/risicoparagraaf - Per 1 juli 2014 is de Europese AGVV (Algemene Groepsvrijstellings Verordening) van kracht. Het project moet passen binnen de voorwaarden van de Europese Unie voor ‘geoorloofde staatssteun’. De regelgeving en voorwaarden zijn echter niet op alle onderdelen eenduidig geformuleerd. De provincie heeft hierover via het ministerie duidelijkheid gevraagd aan de Europese commissie. Hierop is nog geen antwoord ontvangen. - Op grond van Europese regelgeving mogen de totale projectkosten maximaal € 70 miljoen bedragen. De berekeningen laten nu zien dat de projectkosten hierbinnen blijven wanneer 10 gemeenten deelnemen. De gemeente Lochem en Doesburg zijn echter later aangesloten in het project. Uitgangspunt is en blijft dan ook dat de realisatie van de 8 Achterhoekse gemeenten geen negatieve effecten (zoals vertraging en extra financieel risico) mag ondervinden van deelname van deze twee gemeenten. - Het niet behalen van de benodigde deelname van 50% van de potentiele adressen in Berkelland betekent dat het project geen doorgang kan vinden in Berkelland. - Basis voor het project is een extern opgestelde business case breedband Achterhoek. In de business case zijn noodgedwongen diverse aannames gedaan als

4

het gaat om gemiddelde investeringskosten, aantal aan te sluiten adressen en de ramingen van exploitatiekosten, inflatiecijfers en rentepercentages. Mede gelet op de relatief beperkte ervaringscijfers en de lange looptijd van de exploitatie schuilt in de ramingen een bepaalde mate van onzekerheid. Het financiële rekenmodel in de business case is door een accountant getoetst en consistent en deugdelijk bevonden ten aanzien van de uitkomsten van de berekeningen met de gegeven uitgangspunten. Informatie en communicatie De communicatie wordt tussen provincie en deelnemende gemeenten afgestemd. Daarnaast heeft er op 9 december een informatieavond in de Radstake plaatsgevonden waar raads- en commissieleden van de Achterhoekse gemeenten inhoudelijk zijn geïnformeerd over de plannen. Ook heeft er in september 2014 een bijeenkomst met de belangenverenigingen van kleine kernen en buurtschappen plaatsgevonden. Vanaf maart zal een intensieve communicatiecampagne worden opgezet om de bewoners van het buitengebied te werven voor deelname aan het project. Planning en evaluatie Besluitvorming en uitvoering van het project zien er in grote lijnen als volgt uit: - Februari / maart 2015: besluitvorming Provinciale Staten en Achterhoekse gemeenteraden - 2e kwartaal 2015 oprichting GABV en aanbesteding aanleg netwerk - 3e kwartaal 2015 start aanleg. Bijlagen Bijlage I Bijlage II Bijlage III

Intentieovereenkomst Voorlopige inhoudsopgave bestuursovereenkomst Concept statuten



5

Raadsvergadering

:

Agendanummer

:

3 maart 2015

De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2015; besluit:

1. te verklaren geen wensen en bedenkingen (als bedoeld in artikel 160, tweede lid van

2. 3.

4. 5.

6. 7.

de Gemeentewet) te hebben bij deelname aan het project voor de aanleg en exploitatie van een breedbandnetwerk in het zogenaamde ‘witte’ buitengebied van de Regio Achterhoek en hiervoor een aandeel van 1 Euro te nemen in de op te richten Glasvezelmaatschappij Achterhoek B.V. (GABV); op grond van artikel 3 lid 1 van het Treasurystatuut Berkelland 2012 de aanleg van een glasvezelnetwerk in het buitengebied van de gemeente Berkelland als een publieke taak te beschouwen; het College van Burgemeester en Wethouders opdracht te geven een leningsovereenkomst uit te werken en af te sluiten met de GABV van maximaal € 6 miljoen voor het aansluiten van de “witte” adressen in het buitengebied van de gemeente Berkelland op glasvezel; een budget van € 80.000,- beschikbaar te stellen uit de algemene reserve voor de vraagbundeling en dit samen met de verwachte renteopbrengst van de te verstrekken geldlening via een begrotingswijziging te verwerken in de voorjaarsnota 2015; geen leges- en degeneratievergoeding aan de GABV te heffen op voorwaarde dat de onderhoudstermijn voor herstelde sleuven 24 maanden de verantwoordelijkheid is van de GABV en over de kosten van toezicht nadere afspraken worden gemaakt en bovenstaande onderdeel uitmaakt van de nog op te stellen bestuursovereenkomst; de gronden voor bovengrondse infrastructurele werken, zoals PoP-stations en streetcabinets, in witte gebieden, onder voorwaarden, om-niet beschikbaar te stellen aan de GABV voor de duur van de exploitatie van het netwerk; het College van Burgemeester en Wethouders te machtigen het project samen met de provincie en de overige betrokken gemeenten voor te bereiden (o.a. door het afsluiten van een bestuursovereenkomst) en te (doen) realiseren


de voorzitter,

6


: 3 maart 2015 agendapunt : : Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek

Waarom dit voorstel? Aanleiding De telecommunicatiemarkt is een vrije markt. In bepaalde gebieden zijn de kosten van aansluiting simpelweg te hoog, waardoor de terugverdientijd voor de marktpartijen te lang wordt. Marktpartijen zijn in de positie om nog voldoende rendement te halen uit het alleen aansluiten van de rendabele gebieden. Voor het buitengebied van Berkelland betekent dit dat de aanleg de komende jaren niet zal plaatsvinden. Als gesproken wordt over het buitengebied, gaat het om het gehele buitengebied van de gemeente Berkelland, inclusief de bebouwde kommen van de kleine kernen en buurtschappen m.u.v. Beltrum, Geesteren, Gelselaar en Haarlo. Deze laatst genoemde kernen hebben al een glasvezelvoorziening. Het gaat om zowel particuliere aansluitingen als aansluitingen van (agrarische en recreatieve) bedrijven. Bedrijventerreinen behoren niet tot het project. Hiervoor zal de provincie Gelderland in het voorjaar van 2015 een regeling lanceren. Snelle verbindingen zijn zeer belangrijk om ons buitengebied vitaal te houden. Denk aan ondernemers, scholen, het verenigingsleven, thuiswerkende/ studerende inwoners, en natuurlijk zorg op afstand. Breedbandbedrijf De gemeente Berkelland heeft verschillende scenario’s onderzocht. Het plan dat nu voorligt, is (financieel) deel te nemen aan een breedbandbedrijf waarin de provincie Gelderland en 10 Achterhoekse gemeenten ( Berkelland, Bronckhorst, gemeenten Aalten, Doesburg, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oude IJsselstreek, Oost Gelre en Winterswijk) participeren. Op 28 november 2014 hebben de Achterhoekse gemeenten samen met de provincie een intentieverklaring ondertekend voor het op te richten breedbandbedrijf. Het breedbandbedrijf wordt verantwoordelijk voor de aanleg en de exploitatie van het breedbandnetwerk voor een periode van 25-30 jaar. De financiering die gevraagd wordt, wordt ingezet voor de aanleg van het kabelnetwerk (laag 1). De belichtingsapparatuur die het kabelnetwerk laat functioneren (laag 2) en het aanbod van diensten (laag 3) wordt aan marktpartijen overgelaten. Wat is het effect? Het aanleggen van glasvezel in het buitengebied van Berkelland. In Berkelland gaat het om circa 4.000 adressen in zogenaamd “wit” gebied. Dit zijn gebieden waar geen breedbandvoorziening beschikbaar is. Deze gebieden beschikken niet over glasvezel, niet over COAX-kabel. Volgens Europa is in deze gebieden de urgentie het hoogst en mag de overheid steun leveren. Om daadwerkelijk tot aanleg over te gaan is er een deelname van minimaal 50% van de adressen in het buitengebied nodig. De ambitie van Berkelland is en blijft verglazing van het totale buitengebied. Dus ook in de “grijze” gebieden. Deze gebieden moeten echter door de markt opgepakt worden. In Berkelland zijn de bebouwde kommen van de kernen Rekken, Rietmolen en Noordijk grijs gebied. Hier ligt nu kabel van UPC. Daarnaast ligt er in delen van de voormalige gemeente Borculo COAX-kabel, dit is tevens grijs gebied. De COAX-kabel kan nog een zekere periode in de behoefte voorzien. Voor de langere termijn is ook hier aanleg van glasvezel van belang.

7

Voorwaarde voor deelname in het breedbandbedrijf is voor Berkelland dat het aan te leggen netwerk in de witte gebieden, voldoet aan de technische eisen om later het grijze gebied aan te koppelen. Of op termijn het netwerk te kunnen verkopen aan marktpartijen. Dit om in de toekomst het totale grondgebied van de gemeente van glasvezel te voorzien. Deze voorwaarde maakt onderdeel uit van de op te stellen bestuursovereenkomst (zie juridische paragraaf). Voor onze inwoners van het buitengebied wordt een eenmalige rechtstreekse bijdrage en via de aanbieders van diensten (providers) een maandbijdrage gevraagd voor de glasvezelaansluiting. De exacte bedragen voor het realiseren van de aansluiting zijn € 500,-. Toelichting op de argumentatie/onderbouwing: 1. Noodzaak breedband

Breedbandverbindingen zijn snelle verbindingen met het internet. Het gaat dan om de snelheid om data te ontvangen (downloaden) en data te verzenden (uploaden). Breedbandinternet kan via ADSL (telefoonnetwerk, eigenaar netwerk KPN), via de coaxkabel (vaak in A’hoek UPC als eigenaar) of glasvezel (diverse aanbieders). Bij een groeiende vraag van datatransport zal de huidige telefoon- en COAXkabel vanwege de beperkte bandbreedte tekort schieten. De technische staat van de COAX kabel zal vaak nog wel dusdanig zijn dat er 120 mbps snelheid gehaald kan worden. Naar de toekomst gekeken wordt er toch gezocht naar alternatieven die nog hogere snelheden aankunnen. Tot nu toe is de glasvezelverbinding de verbinding waarmee de hoogste snelheden gehaald kunnen worden. Het gaat dan om de toepassing voor internet, telefoon, tv en radio. In Nederland gaat het om een snelheid van 1 Gbps. De COAX-kabel heeft een snelheid van maximaal 120 mbps. Bovendien is de down- en uploadsnelheid bij glasvezel gelijk. Bij de kabel of adsl ligt de uploadsnelheid beduidend lager. Alternatieven naast bovenstaande opties zijn de 4G (en 5G) netwerken of de satellietverbinding. Deze alternatieven halen het op dit moment niet bij glasvezel wanneer gekeken wordt naar de dekking, de mogelijkheden om ook televisie via het netwerk aan te bieden en storingsgevoeligheid. De nieuwe techniek van KPN waarbij zij het kopernetwerk opwaarderen (vectoring), leidt alleen tot hogere snelheden voor adressen op korte afstand van de centrale. Voor het buitengebied van Berkelland is deze techniek geen oplossing. 2. Aanleg en exploitatie van een breedbandnetwerk in de onrendabele gebieden komt

alleen tot stand, als de overheden zich hiervoor inspannen en bereid zijn om middelen en menskracht ter beschikking te stellen. De telecommunicatiemarkt is een vrije markt. De aanleg van breedband in het buitengebied blijft achter bij de aanleg in de kernen. De hogere aanlegkosten worden veroorzaakt door relatief lange afstanden tussen aansluitadressen. De relatief hoge kosten maken aanleg van glasvezel voor marktpartijen in het buitengebied simpelweg te hoog, waardoor de terugverdientijd voor de marktpartijen te lang wordt. Marktpartijen zijn in de positie om nog voldoende rendement te halen uit het alleen aansluiten van de rendabele gebieden. Voor het buitengebied van Berkelland betekent dit dat de aanleg de komende jaren niet zal plaatsvinden. Er zijn technieken in ontwikkeling die de kosten van aanleg lager moeten maken, zoals de aanleg door de drukriolering. Deze techniek is bij wijze van proef in een aantal gemeenten toegepast, maar er zijn weinig ervaringen met de (onderhouds)kosten op lange termijn en de houdbaarheid van de combinatie van 2 verschillende systemen (riool en glasvezel).

8

3. Met het plan van de provincie kan een versnelling ingezet worden voor de aanleg van glasvezel in de witte gebieden van de gemeente Berkelland Vanaf 2008 is de gemeente Berkelland voorloper als het gaat om de aanleg van glasvezel in buitengebied van de gemeente. In 2009 start de gemeente met de gemeente Bronckhorst een project. Door de economische crisis en Europese en landelijke regel- en wetgeving kwam dit project niet van de grond. Aanleg breedband door glasvezel in het buitengebied is speerpunt in het coalitieakkoord 2014-2018. De gemeente heeft diverse scenario’s onderzocht om tot aanleg te komen. De gemeente heeft gesprekken met marktpartijen gevoerd met als inzet aansluiting van het totale grondgebied van de gemeente. De gemeente speelt dan alleen een rol in de vraagbundeling en het ondersteunen van inwoners in de financiering van de eenmalige bijdrage. Deze ondersteuning aan de inwoners richtte zich op de financiering van de eenmalige bijdrage vergelijkbaar met in het verleden de aanleg van riolering in het buitengebied. Voorlopige berekeningen – bij voldoende deelname (minimaal 65%) – leverden een eigen bijdrage per aansluiting op tussen de 1.500 (100% deelname) en 3.000 euro (65% deelname). Voordeel is dat door de bijdrage van de provincie en het accepteren van een lange terugverdientermijn en laag rendement de eigen bijdrage van de inwoner bij aanvang echt aanzienlijk lager zal zijn. Dit is positief voor de bereidheid tot deelname. Met de marktpartijen die zorgen voor de belichting van het netwerk en de providers zullen zo gunstig mogelijke tarieven voor de beschikbaarstelling van het netwerk overeengekomen worden. Recente ervaringen in Twente tonen aan dat inwoners voldoende keuzevrijheid willen hebben in de verschillende digitale diensten. De huidige berekeningen laten zien dat het abonnementsgeld voor een aansluiting in het buitengebied weliswaar beperkt hoger is dan voor inwoners in de kernen, maar dat het concurrerend zal zijn ten opzichte van de totale huidige kosten voor een triple play dienstenpakket in het buitengebied. Door de opzet van het business model geldt er een lagere deelname eis (50%) bij de start. Hierdoor komt daadwerkelijke aanleg in Berkelland op korte termijn in zicht.

4. Vliegwieleffect voor aanleg in “grijs” gebied Nadeel van het plan van de provincie is dat door Europese regelgeving alleen de zogenoemde witte adressen glasvezel kunnen krijgen. Adressen in wit gebied beschikken nu en de komende drie jaar over geen enkele breedbandvoorziening. Geen glasvezel, maar ook geen COAX-kabel. Bewoners van de “grijze” gebieden beschikken over COAX-kabel. In Berkelland zijn o.a. de bebouwde kommen van de kernen Rekken, Rietmolen en Noordijk en van het buitengebied van de voormalige gemeente Borculo. Hier ligt nu kabel van UPC of van de CIF (opvolger van de Stichting Centrale Antenne Inrichting Borculo). De bebouwde kommen van de kernen Beltrum, Geesteren en Gelselaar zijn van glasvezel voorzien. De kabel is nog redelijk toekomstvast (tot 120 mbps) in vergelijking tot de koperdraad (deze haalt op adressen met erg slechte verbinding in Berkelland soms maximaal 1-5mbps). Gezien de groeiende vraag naar datatransport is voor de langere termijn ook de aanleg van glasvezel in grijs gebied van belang. Deze gebieden moeten door de markt opgepakt worden. Berkelland heeft dan ook als voorwaarde gesteld dat het aan te leggen netwerk in de witte gebieden, voldoet aan de technische eisen om later het grijze gebied aan te koppelen. Of op termijn het netwerk te kunnen verkopen aan marktpartijen. Dit om in de toekomst het totale grondgebied van de gemeente van glasvezel te voorzien. De verwachting is dat de aanleg van glasvezel in de witte gebieden een vliegwieleffect voor de grijze gebieden in de gemeente heeft. De netwerken komen letterlijk dichter bij elkaar te liggen.

9

5. Het initiatief - zoals dat door de Achterhoekse gemeenten en de provincie Gelderland is voorbereid - is realiseerbaar en beheersbaar indien de betrokken partijen op basis van gelijkwaardigheid bereid zijn menskracht en middelen in te zetten en garant staan voor mogelijke financiële risico’s. Omdat de aanleg en exploitatie van een breedbandnetwerk in het zogenaamde ‘witte’ buitengebied van de Regio Achterhoek een commerciële activiteit betreft, wordt een BV opgericht. Naast de provincie Gelderland en Berkelland, participeren ook de gemeenten Bronckhorst, gemeenten Aalten, Doesburg, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oude IJsselstreek, Oost Gelre en Winterswijk. De gemeenten Lochem en Doesburg zijn recentelijk aangesloten bij het project. Uitgangspunt is dat de realisatie van glasvezel voor de 8 Achterhoekse gemeenten geen negatieve effecten (zoals vertraging en extra financieel risico) mag ondervinden van deelname van deze laatste twee gemeenten. Uitgangspunt is dat de provincie 50% en de gezamenlijke gemeenten 50% financiering inbrengen.

6. Door de geografische samenhang in de Achterhoek is een bepaalde mate van solidariteit tussen de gemeenten van belang In het project participeren de provincie Gelderland en de 10 Achterhoekse gemeenten. Om het project te laten slagen is het belangrijk een aantal gezamenlijke afspraken te maken. In overleg met de 10 gemeenten zijn de volgende afspraken geformuleerd: - De tarieven voor de individuele aansluitingen op het glasvezelnet is in alle gemeenten gelijk; - Er wordt een gemiddelde prijs voor de aanlegkosten per aansluiting gerekend. Deze komt tot stand door de aanlegkosten over de betrokken gemeenten te middelen. De aanlegkosten zijn dus overal gelijk, ongeacht topografische verschillen tussen gemeentelijke buitengebieden; - Er is een ondergrens voor de aanvangsdeelname van 50%. Zolang een gemeente deze deelnamegraad niet behaald heeft, wordt er geen glasvezel op het grondgebied van deze gemeente aangelegd en is de gemeente geen medefinancier van de BV; - De gemeenten brengen geen vergoeding voor leges en degeneratie in rekening. De onderhoudstermijn voor de betreffende gronden is 2 jaar de verantwoordelijkheid van de aannemer die in opdracht van de GABV het netwerk aanlegt. Over de kosten voor toezicht worden nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken worden in de bestuursovereenkomst vastgelegd. - De kosten voor vraagbundeling (het verkrijgen van de 50% deelname) en de ambtelijke inzet worden door iedere gemeente zelf gedragen.

Financiële paragraaf Verstrekken van een lening aan de GABV Op grond van Europese regelgeving mogen de totale projectkosten maximaal € 70 miljoen bedragen. Binnen dit plafond streven provincie en gemeenten er naar om naast de 8 Achterhoekse gemeenten ook Lochem en Doesburg mee te laten doen. De provincie levert haar financiële inbreng van € 34 miljoen in de vorm van aandelenkapitaal. De provincie is hiermee primair risicodragende partij. Definitieve besluitvorming hierover valt eind februari 2015 in de vergadering van Provinciale Staten. In die besluitvorming wordt ook de oprichting van een besloten vennootschap – waarin de investeringsactiviteiten, exploitatie en financiering worden ondergebracht – betrokken.

10

Aan de Achterhoekse gemeenten wordt gevraagd gezamenlijk € 35 miljoen financiering mogelijk te maken. Iedere gemeente levert naar rato van het aantal “witte” adressen haar financiële inbreng. Voor Berkelland gaat het om 3.955 adressen en een financiële inbreng van € 5,8 miljoen. Zie hieronder een overzicht van de gevraagde financiële inbreng voor de verschillende gemeenten: gemeente

aantal adressen wit gebied

Aalten Berkelland Bronckhorst Doesburg Doetinchem Lochem Montferland Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk totalen

1.610 3.955 4.867 84 2.148 2.991 1.668 1.717 2.756 2.200 23.996

hoogte financiële deelname, lening of garantstelling € 2.348.308 € 5.768.670 € 7.098.892 € 122.520 € 3.133.022 € 4.362.602 € 2.432.905 € 2.504.376 € 4.019.837 € 3.208.868 € 35.000.000

Gemeenten kunnen op drie manieren zorgen voor financiering:

I. DEELNEMEN ALS AANDEELHOUDER NAAST DE PROVINCIE Wanneer de gemeente Berkelland ervoor kiest om haar financiering in de vorm van een aandelenkapitaal te verstrekken, dan loopt de gemeente (naar rato) hetzelfde ondernemersrisico als de provincie. Aandelenkapitaal levert echter ook zeggenschap op en eventuele winstkansen op langere termijn. De business case voor dit model laat zien dat de winstkansen marginaal zijn. De uitgevoerde gevoeligheidsanalyse geeft aan dat de risico’s voor de aandeelhouder(s) hoger liggen dan voor gemeenten. Afwijkingen van de gehanteerde uitgangspunten leiden sneller tot een situatie waarbij na 25 jaar het ingebrachte eigen vermogen is afgenomen. Bij het theoretisch hogere risico hoort ook een kanttekening. In het rekenmodel wordt het netwerk in 20 jaar volledig afgeschreven. Mede afhankelijk van de technologische ontwikkelingen is het echter niet ondenkbaar dat de infrastructuur ook na 20 jaar nog een waarde vertegenwoordigt. De businesscaselaat zien dat het ingebrachte eigen vermogen door de provincie na 22 jaar is terugverdiend. Vanaf dat jaar wordt (op grond van de huidige aannames een aantrekkelijke winst na belastingen verwacht. Ook het klantenpakket met bestaande abonnees vertegenwoordigt een bepaalde waarde. Bij verkoop van het netwerk inclusief het klantenpakket zou de onderneming een (aanzienlijke) boekwinst kunnen behalen. Het is lastig om deze winstkansen op waarde te schatten. De duur van de exploitatieperiode en de daarmee gepaard gaande mate van onzekerheid geeft wat ons betreft onvoldoende onderbouwing om als aandeelhouder vermogen in te brengen. Een element dat hierbij ook mee speelt is dat de andere gemeenten naar verwachting niet zullen kiezen voor het aandeelhouderschap. Dat zou betekenen dat de gemeente Berkelland voor € 6 miljoen aandelen participeert en de provincie voor € 34 miljoen. Het minderheidsbelang geeft voor ons daarom slechts zeer beperkte invloed op de besluitvorming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de besloten vennootschap.

11

II.

GARANT STAAN VOOR RENTE EN AFLOSSING VAN LENINGEN RICHTING EXTERNE FINANCIERS; De tweede mogelijkheid om te voorzien in voorziening van de onderneming is de garantstelling. De onderneming gaat dan met een bank een financieringsovereenkomst aan. De gemeenten staan richting de bank garant voor betaling van rente en aflossing van de aangetrokken leningen. Dat geeft veel zekerheid voor de bank. Zij zullen daarom bereid zijn een lagere rente te hanteren. In de businesscaseis rekening gehouden met deze lage rentetarieven. Het risico voor gemeenten neemt af naarmate leningen door de vennootschap zijn afgelost. Voor onze gemeente zou het betekenen dat wij richting de bank borg staan voor een bedrag van afgerond maximaal € 6 miljoen. Ter informatie: een dergelijke garantstelling heeft de gemeente Berkelland in 2010 ook afgegeven in het kader van de financiering van Gebiedsonderneming Laarberg. In de concept statuten van de onderneming is voor gemeenten een bijzonder soort aandelen opgenomen. In de statuten worden dit stemrechtloze aandelen genoemd. Deze aandelen moeten niet verward worden met de gewone aandelen en het aandeelhouderschap zoals dat hiervoor onder I is bedoeld. De stemrechtloze aandelen zijn slechts bedoeld om gemeenten zeggenschap in de onderneming te geven over alle besluiten die rechtstreeks samenhangen met de verleende garanties. Letterlijk staat in de concept statuten:

Naar verwachting zullen de meeste gemeenten kiezen voor deze wijze van financiering. De betreffende overeenkomst tot garantstelling (ook wel “akte van borgtocht” genoemd) kan pas door gemeenten worden aangegaan nadat de vennootschap is opgericht en de externe financier is geselecteerd. Deze overeenkomst zal te zijner tijd door betreffende gemeenten aan het college van burgemeester en wethouders worden voorgelegd. Als het college met de overeenkomst instemt kan de burgemeester de overeenkomst ondertekenen. Een afzonderlijk raadsbesluit is alleen aan de orde als de dan gevraagde garantstelling het huidige bepaalde maximum van € 6 miljoen onverhoopt overschrijdt. Wij adviseren echter om in te stemmen met de financiering volgens punt III hieronder.

III.

GELD VERSTREKKEN IN DE VORM VAN EEN LENING EN HIERVOOR EEN OVEREENKOMST AANGAAN MET DE ONDERNEMING

Gemeenten kunnen er ook voor kiezen om zelf een leningsovereenkomst met de onderneming aan te gaan. Slechts enkele gemeenten zullen hier naar verwachting voor kiezen. Dat is vooral te verklaren doordat niet alle gemeenten beschikken over een voldoende overschot aan liquide middelen. Gemeente Berkelland verkeert wel in die positie. Het verstrekken van leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak past

12

bovendien binnen de kaders van het door de raad vastgestelde treasurystatuut. Daarin staat in artikel 3 lid 1 letterlijk: De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de gemeenteraad vastgestelde derde partijen. Toelichting begrip “publieke taak” Volgens de toelichting op de wet Fido bepaalt het gemeentebestuur de publieke taak. Het project glasvezel voor het buitengebied geeft uitvoering aan het coalitieakkoord. Daarin staat ook dat een eventuele inzet van revolving fund middelen tot de mogelijkheden behoort. Bovendien heeft de Europese commissie specifiek voor de aanleg van glasvezel netwerken met ondersteuning van overheden vrijstellingen verleend in het kader van mededinging. Daarmee is het publieke belang voor de leefbaarheid van het platteland en de digitale bereikbaarheid ook Europees onderstreept. Het risicoprofiel voor het verstrekken van leningen verschilt voor gemeenten niet wezenlijk van de hiervoor genoemde garantstelling. Als de onderneming niet aan haar betalingsverplichtingen richting de bank kan voldoen, dan zal zij ook niet in staat zijn de financieringslasten van leningen aan gemeenten te betalen. Er zijn wel enkele verschillen aan te geven tussen een indirecte garantstelling en een rechtstreekse lening. Als de bank een beroep op de garantstelling doet dan heeft de gemeente geen ruimte meer om daarop zelf nog invloed uit te oefenen. In de situatie van een leningsovereenkomst kunnen onderneming en gemeente(n) nog gewijzigde afspraken proberen te maken over het oplossen van een dreigende betalingsachterstand. Een tweede verschil is dat gemeenten door het uitlenen van gelden een rentevergoeding ontvangen. Voor een garantstelling ontvangen de gemeenten geen enkele vergoeding. Die rentevergoeding is weliswaar zeer beperkt: afhankelijk van de aflossingswijze varieert de rente die de onderneming aan de bank moet betalen voor 10-20 jarige looptijden tussen circa 1 tot maximaal 2%. Dit percentage moeten wij echter afzetten tegen de huidige rentevergoeding die wij over overtollige liquide middelen ontvangen. Als gevolg van de Wet HOF (houdbare overheidsfinanciën) is het zogenaamde schatkistbankieren ingevoerd. Momenteel bedraagt de rentevergoeding voor kortlopende uitzettingen 0%. Zelfs als geld voor 10 jaar zou worden vastgezet levert dit bij schatkistbankieren slechts een vergoeding van 0,58% op (peildatum 7 januari 2015). De onderneming zal verschillende leningen aan gaan trekken die variëren in looptijd en wijze van aflossing. Daaraan gekoppeld zullen rentepercentages overeengekomen worden. Het is voor de hand liggend dat de bancaire leningsvoorwaarden de basis zullen vormen voor de leningsovereenkomsten tussen de onderneming en de betreffende gemeenten. Voor de onderneming is het immers financieel niet interessant om aan gemeenten hogere rentevergoedingen te betalen dan zij verschuldigd is aan de bank. Evenzeer is het voor gemeenten niet interessant om genoegen te nemen met een lagere rente. Temeer omdat de gemeente – in tegenstelling tot de bank – geen beroep kan doen op een garantstelling. Als we als uitgangspunt nemen dat het uitzetten van overtollige gelden bij de onderneming 1% meer rente oplevert dan via schatkistbankieren dan levert dit een rentevoordeel op van afgerond € 60.000 per jaar (aflopend naar gelang er afgelost wordt). De budgettaire effecten van deze rentebate, de gemeentelijke kosten voor vraagbundeling, beheer/onderhouden degeneratiekosten en ambtelijke kosten voor toezicht op de uitvoering zullen via de voorjaarsnota 2015 aan uw raad worden voorgelegd.

13

Het advies is om, gelet op de hiervoor onder I t/m III genoemde argumenten, in te stemmen met het verstrekken van een lening aan de onderneming uit hoofde van de publieke taak tot een bedrag van maximaal € 6 miljoen. De bevoegdheid voor het uitwerken en afsluiten van de leningsovereenkomst ligt volgens artikel 16 van het gemeentelijke treasurystatuut overigens bij het college van burgemeester en wethouders. Leges- en degeneratiekosten Zoals hierboven al genoemd, wordt aan gemeenten naast een financiële inbreng gevraagd het project niet te belasten met de gemeentelijke kosten van leges- en degeneratiekosten. Volgens de Legesverordening 2015 van de gemeente Berkeland zijn de kosten voor de vergunning voor de aanleg van glasvezel € 280,85 (1.17.1). Daarnaast wordt er gerekend met herstelkosten per m1 sleuflengte. De Achterhoekse gemeenten stellen deze tarieven jaarlijks volgens de algemene voorwaarden UNOG vast. De herstel- en onderhoudskosten voor sleuven in wegbermen zijn voor 2015 vastgesteld op een tarief van € 1,21 per m1 sleuflengte. Het herstel van sleuven in wegbermen kan op drie verschillende wijzen worden geregeld: 1 Herstel en onderhoud door gemeente. Gemeente draagt zorg voor herstel en onderhoud van sleuven in wegbermen. Per m1 sleuflengte wordt 100% van € 1,21 in rekening gebracht. 2 Herstel door netbeheerder, onderhoud door gemeente. Netbeheerder draagt zorg voor herstel van de sleuf, de gemeente zorgt voor toekomstig onderhoud aan de herstelde sleuf (nazakkingen, ed). Per m1 sleuflengte wordt 37% van € 1,21 in rekening gebracht. 3 Herstel en onderhoud door netbeheerder. Netbeheerder draagt zorg voor herstel en gedurende 12 maanden onderhoud van sleuven in wegbermen. Per m1 sleuflengte wordt 20% van € 1,21 in rekening gebracht. Binnen Berkelland wordt meestal de verrekening conform optie 2 gebruikt. Wordt gekozen voor optie 3, dan komen de verschuldigde degeneratiekosten voor Berkelland uit op een bedrag van ruim € 120.000,-. Dat is gebaseerd op een indicatieve berekening van circa 500 km sleuflengte x € 1,21 x 20%. Een meer juiste berekening kan pas worden gemaakt zodra een ontwerp van het netwerk is opgesteld. Naast bovenstaande kosten kan het college ambtenaren aanwijzen die zij belasten met toezicht op de naleving van het bepaalde volgens de AVOI en deze kosten in rekening brengen. Voor dit project worden de kosten voor toezicht voor de gemeente Berkelland geschat op 1 jaar toezicht a € 136.000,-. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges. Wij adviseren om in afwijking van de legesverordening geen leges- en degeneratiekosten te heffen voor de aanleg van glasvezel bij de witte adressen in het buitengebied van Berkelland omdat dit een absolute voorwaarde is om het project te laten slagen. In plaats hiervan de voorwaarde te stellen dat de onderhoudstermijn voor herstelde sleuven 24 maanden de verantwoordelijkheid is van de op te richten vennootschap. De kosten van beheer en onderhoud vormen dan geen materieel risico meer voor gemeenten. De grondslag voor het doorberekenen van de UNOG tarieven vervalt dan. Over de kosten van toezicht worden nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken zullen onderdeel zijn van de op te stellen bestuursovereenkomst tussen gemeenten en provincie. Vraagbundelingskosten De kosten voor vraagbundeling betreffen de kosten om de benodigde deelname van 50% te behalen. Hieronder vallen onder andere de kosten van drukwerk, website, reclame en informatiebijeenkomsten. De bedragen voor vraagbundeling die gemeenten (o.a. ervaringscijfers uit Winterswijk) rekenen liggen tussen de € 20 en de € 70 per adres.

14

Gezien de sociale samenhang in de gemeente Berkelland en het werk dat al verzet is als het gaat om vraagbundeling, verwachten wij 50% deelname te kunnen halen met € 20 per adres. Wij stellen u voor deze € 80.000 nu beschikbaar te stellen uit de algemene reserve en tezamen met de verwachte rente-opbrengst van de te verstrekken geldlening door middel van een begrotingswijziging te verwerken in de komende Voorjaarsnota 2015. Gronden POP stations Voor de aanleg van de zogenaamde POP stations (uitleg) zal de gemeente gronden om niet beschikbaar moeten stellen. De gronden voor bovengrondse infrastructurele werken, zoals PoP-stations en streetcabinets, in witte gebieden kunnen we onder voorwaarden met een opstalrecht om-niet beschikbaar stellen aan de GABV voor de duur van de exploitatie van het netwerk. Juridische paragraaf € 1 aandeelhouder in op te richten BV Het aanleggen en exploiteren van het netwerk is een commerciële activiteit. Voor de keuze van de juridische opzet is gezamenlijk advies ingewonnen bij AKD advocaten. AKD adviseert de oprichting van een BV die het netwerk realiseert en exploiteert. Ervan uitgaande dat de 10 Achterhoekse gemeenten niet kiezen voor het inbrengen van eigen vermogen, heeft de provincie met de inbreng van haar eigen vermogen het totale aandelenkapitaal van de BV in haar bezit. Om toch zeggenschap te verkrijgen over die onderwerpen van bedrijfsvoering die het financiële risico kunnen beïnvloeden (zoals condities en aflossingsschema van de lening) kunnen de Achterhoekse gemeenten voor € 1,- aandeelhouder worden van de BV in de vorm van zogenaamde stemrechtloze aandelen. Zie ook de financiële paragraaf punt II. De afspraken rond het project breedband in het buitengebied worden vastgelegd in de statuten van de besloten vennootschap en in een bestuursovereenkomst tussen provincie en gemeentes. De inhoudsopgave van de bestuursovereenkomst is als bijlage toegevoegd. Evenals de concept statuten. Volgens artikel 160, tweede lid van de Gemeentewet besluit het college slechts tot deelname in een vennootschap nadat aan de gemeenteraad een ontwerpbesluit is voorgelegd en de gemeenteraad gelegenheid heeft gehad ter zake wensen en bedenkingen uit te spreken. Het advies is voor € 1,- aandeelhouder te worden van de BV en daarmee zeggenschap te krijgen over onderwerpen die het financiële risico van Berkelland kunnen beïnvloeden. Daarnaast is het advies om het college opdracht te geven om bij het verstrekken van de lening aan de GABV zodanige leningsvoorwaarden op te nemen dat het risico verder beperkt wordt. Formeel geldt ook voor de provincie dat zij deze toestemming moeten geven om te participeren. Bestuursovereenkomst In het project participeren de provincie Gelderland en de 10 Achterhoekse gemeenten. Om het project te laten slagen is het belangrijk een aantal gezamenlijke afspraken te maken. In overleg met de 10 gemeenten zijn de volgende afspraken geformuleerd: - De tarieven voor de individuele aansluitingen op het glasvezelnet is in alle gemeenten gelijk; - Er wordt een gemiddelde prijs voor de aanlegkosten per aansluiting gerekend. Deze komt tot stand door de aanlegkosten over de betrokken gemeenten te middelen. De aanlegkosten zijn dus overal gelijk, ongeacht topografische verschillen tussen gemeentelijke buitengebieden; - Er is een ondergrens voor de aanvangsdeelname van 50%. Zolang een gemeente deze deelnamegraad niet behaald, wordt er geen glasvezel op het grondgebied van deze gemeente aangelegd en is de geen medefinancier van de BV;

15

-

-

De gemeenten brengen geen vergoeding voor leges en degeneratie in rekening. De onderhoudstermijn voor de betreffende gronden is 2 jaar de verantwoordelijkheid van de aannemer. Over de kosten voor toezicht worden nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken worden in de bestuursovereenkomst vastgelegd. De kosten voor vraagbundeling (het verkrijgen van de 50% deelname) en de ambtelijke inzet worden door iedere gemeente zelf gedragen.

Ook deze afspraken worden vastgelegd in de bestuursovereenkomst. De bestuursovereenkomst wordt de komende maanden verder uitgewerkt. De voorlopige opzet van deze overeenkomst is in de bijlage bijgevoegd. Voor de gemeente Berkelland is het belangrijk dat in deze bestuursovereenkomst afspraken over kosten van beheer en onderhoud worden opgenomen en afspraken over dat het aan te leggen netwerk in de witte gebieden, voldoet aan de technische eisen om later het grijze gebied aan te koppelen. Kanttekeningen/risicoparagraaf - Per 1 juli 2014 is de Europese AGV (Algemene Groepsvrijstellings Verordening) van kracht. Het project moet passen binnen de voorwaarden van de Europese Unie voor ‘geoorloofde staatssteun’. De AGV biedt voor overheden de mogelijkheid om overheidssteun te geven aan de realisatie van breedbandnetwerken in de zogenaamde witte gebieden. Kortweg gezegd is staatssteun aan netwerkinitiatieven in ‘witte’ gebieden toegestaan wanneer de investering niet meer dan € 70 mln. bedraagt. Ook is een van de voorwaarden dat het gaat om een “open netwerk”. Dit houdt in dat alle aanbieders van breedbanddiensten onder gelijke condities hun diensten over het netwerk moeten kunnen leveren. Voor de consumenten en bedrijven die diensten afnemen betekent dit keuzevrijheid. Daarnaast gelden nog een aantal andere (formele) voorwaarden. De provincie stelt hierover het volgende in haar voorstel aan de vergadering van Provinciale Staten eind februari: Juridische aspecten Binnen voorwaarden is de staatssteun geoorloofd In het bovenstaande wordt voorgesteld voor de realisatie van een glasvezelnetwerk in de Achterhoek een BV op te richten. De BV gaat buizen met daarin glasvezelkabels en aansluitkasten (POP’s) voor het netwerk aanleggen en treedt op als eigenaar en verhuurder daarvan. Operators (die belichtingsapparatuur plaatsen) en providers (die internet via de belichtingssignalen over die apparatuur leveren) kunnen ruimte op het netwerk huren tegen marktconforme prijzen. Bij het ontwerp wordt er rekening mee gehouden dat voldoende ruimte beschikbaar is. De (revolverende) investering die de provincie in de BV doet, de leningen die de gemeenten aan de BV verstrekken en de garantie die de Achterhoekse gemeenten op leningen van de BV aan de bank verlenen worden gezien als staatssteun. Als de BV zorgvuldig werkt binnen de eisen van de Europese Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) is dat geoorloofde staatssteun. Wordt afgeweken van de AGVV dan moet de steun worden gemeld. Er treedt dan een onaanvaardbare vertraging op ook al zou de steun alsnog goedgekeurd worden. Besluit de Europese Commissie dan dat die steun ongeoorloofd zou zijn, dan moet die worden terugbetaald en failleert de BV. Afwijkingen van de AGVV moeten dus pertinent vermeden worden. Voor zover de regelgeving duidelijk is is vermijden goed mogelijk. Waar de regelgeving onduidelijk is hebben wij via het ministerie van BZK vragen aan de commissie gesteld. Het ministerie probeert de beantwoording te bespoedigen. De belangrijkste eisen van de AGVV zijn: • Het netwerk mag alleen aangelegd worden in witte gebieden. Dat zijn gebieden waarin geen ander zogenaamd Next Generation Netwerk (snelle breedband) beschikbaar is en in de komende 3 jaar ook niet zal komen. Andere gebieden mogen niet aangesloten worden. • De steun mag alleen verleend worden aan projecten met een totaal investering van maximaal 70 miljoen Euro. • ‘Wholesaletoegang’ is een voorwaarde. Dat betekent dat het netwerk voor iedere dienstenaanbieder die dat wenst onder duidelijke en gelijke condities beschikbaar moet zijn.

16

•

Ook zijn er aanbestedingseisen, de aanleg van het netwerk moet Europees worden aanbesteed. De beschikbaarheid van het netwerk moet worden gepubliceerd. Tenslotte moet er vanuit de aanleg een stimulerend effect voor de Achterhoek optreden.

Op grond van Europese regelgeving mogen de totale projectkosten maximaal € 70 miljoen bedragen. De berekeningen laten nu zien dat de projectkosten hierbinnen blijven wanneer 10 gemeenten deelnemen. De gemeente Lochem en Doesburg zijn echter later aangesloten in het project. Uitgangspunt is en blijft dan ook dat de realisatie van de 8 Achterhoekse gemeenten geen negatieve effecten (zoals vertraging en extra financieel risico) mag ondervinden van deelname van deze gemeenten. Basis voor het project is een extern opgestelde businesscasebreedband Achterhoek. In de extern opgestelde evaluatie van de businesscasebreedband Achterhoek zijn alle investeringen, exploitatiekosten en opbrengsten geraamd. De doorrekening is vertaald in een verloopoverzicht van de balansposten van de onderneming, de winsten verliesrekening en het kasstroomoverzicht over een periode van 25 jaar. Daarvoor zijn noodgedwongen diverse aannames gedaan. Zo is gerekend met een gemiddeld bedrag aan investeringskosten per aansluiting op basis van ervaringen in de gemeente Winterswijk. Het aantal daadwerkelijk aan te sluiten adressen en het aantal deelnemers zijn in dit stadium nog gebaseerd op zo betrouwbaar mogelijke aannames. Dat geldt ook voor ramingen van exploitatiekosten, inflatiecijfers en rentepercentages. Mede gelet op de relatief beperkte ervaringscijfers en de lange looptijd van de exploitatie schuilt in de ramingen per definitie een bepaalde mate van onzekerheid. Na oprichting van de onderneming zal een aanbesteding van het ontwerp en de aanleg van het netwerk plaatsvinden. Ook zal de onderneming overeenkomsten aangaan om de benodigde externe financiering tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden aan te trekken. In het voorjaar zal de vraagbundeling worden opgestart, waardoor ook een beter inzicht ontstaat in het aantal deelnemende abonnees. De extern opgestelde berekeningen zijn getoetst door een accountant. Daarbij heeft de accountant zich gericht op de consistente werking van het gebruikte rekenmodel op basis van de gehanteerde uitgangspunten. De review door de accountant geeft voldoende vertrouwen in de juistheid van de financiële uitkomsten van het model. Bovendien heeft de accountant geconstateerd dat de uitgevoerde analyse van mogelijke afwijkingen van de gehanteerde uitgangspunten – onderdeel van de businesscase- juist is uitgevoerd. Overigens wijzen wij er nadrukkelijk op dat alle financiële gegevens uit de businesscasestrikt vertrouwelijk zijn. Allereerst omdat het feitelijk gaat om economische gegevens die de basis vormen voor een (nog op te richten) private partij. Bovendien schaadt openbaarmaking van deze gegevens de kansen op een succesvolle aanbesteding. Gevoeligheidsanalyse: een benadering van financiële risico’s Voor het uitwerken van de businesscasezijn aannames gedaan. Om te kunnen beoordelen wat het effect is van bepaalde afwijkingen op de gehanteerde uitgangspunten is een gevoeligheidsanalyse opgesteld. Daarbij is onderscheid gemaakt naar de effecten voor de provincie als aandeelhouder en de effecten voor gemeenten in de rol van garantsteller voor of verstrekker van financiering. Als criterium voor gemeenten geldt dat geen negatieve kaspositie mag ontstaan. Dat zou immers betekenen dat de onderneming niet volledig aan haar betalingsverplichtingen

17

richting financiers kan voldoen waardoor een beroep op de afgegeven gemeentegaranties gedaan wordt. De conclusies van de gevoeligheidsanalyse voor gemeenten lichten we hieronder voor de belangrijkste uitgangspunten kort toe. Opgemerkt wordt dat voor het inzicht telkens slechts van één uitgangspunt het effect van een afwijking is beoordeeld. Het cumulatieve effect van meerdere nadelige afwijkingen is niet beoordeeld. o

o

o

o

o

Hogere aanlegkosten vormen volgens de businesscaseeen reëel maar goed controleerbaar risico. In het ontwerp, de aanbestedingsprocedure en de opdracht tot gunning van de aanleg kunnen maatregelen worden genomen om de totale investeringssom binnen bepaalde grenzen te houden. Zonodig kunnen zelfs bepaalde zeer onrendabele percelen worden uitgesloten. De vraagbundeling is gericht op een deelname bij aanvang van 50% van het aantal adressen. Het risico voor de financiering door (garantstelling van) gemeenten is beperkt: een lager deelnamepercentage zal er namelijk toe leiden dat het netwerk in die gemeente niet aangelegd zal worden en er dus geen financiering benodigd is. Wel van wezenlijk belang is de ontwikkeling van het aantal abonnees gedurende de exploitatieperiode. In het rekenmodel is een beperkte jaarlijkse groei verondersteld van 5% van het resterende aantal potentiële adressen, waarbij 75% van alle adressen als bovengrens is gehanteerd. Als er echter onverhoopt sprake is van een afname van meer dan 1% per jaar dan leidt dit op enig moment tot een negatieve kaspositie. Dat heeft twee oorzaken. Allereerst is een groei van het aantal aansluitingen in het model positief voor de verwachte aansluitbijdrage. Abonnees die later instappen betalen meer voor de aansluiting dan dat die aansluiting gemiddeld kost. Wegvallen van de groei betekent dus wegvallen van inkomsten. Daarnaast levert iedere actieve aansluiting maandelijks een vergoeding op van de dienstenaanbieder of provider. Deze maandelijkse vergoeding is evenzeer noodzakelijk voor een verantwoorde exploitatie. Het is dus zaak voor de onderneming om het netwerk open te stellen aan providers die er in blijven slagen een interessant dienstenpakket aan te bieden aan de eindgebruikers. In het model is gerekend met twee externe financieringen met een looptijd van 10 jaar respectievelijk 20 jaar. Daarbij horen rentepercentages die in de huidige markt zeer laag zijn. Uit de analyse volgt dat de rente voor de 10 jaarslening ruim 3x zo hoog mag worden (meer dan 200% stijgen) voordat een negatief kassaldo optreedt. Voor de 20 jaarstermijn geldt dat de rente bijna tot een factor 2,5x kan oplopen (bijna 150% stijgen) voordat het genoemde risico optreedt. De rente effecten vormen volgens het extern beoordeelde rapport dan ook een beperkt risico. Ten aanzien van de doorlopende organisatiekosten en de kosten van beheer van het netwerk is het risico volgens het opgestelde rapport (zeer) beperkt. De geraamde organisatiekosten mogen tot een factor 2,8 toenemen voordat een negatieve kaspositie optreedt. Voor de beheerskosten van het netwerk geldt zelfs een factor 3,2. Tot slot is de gevoeligheid van indexatiecijfers beoordeeld. In het rekenmodel is zowel over de exploitatiekosten als de opbrengsten een indexatie van 1% gehanteerd. Na de investeringen in de eerste jaren zijn de exploitatiekosten in de toekomst beperkt ten opzichte van de opbrengsten. Er treedt een risico op voor gemeenten als in tegenstelling tot de geraamde stijging een daling optreedt. We spreken dan niet over inflatie maar over deflatie. Modelmatig kan een deflatie van ruim 4% optreden voordat negatieve kasposities optreden. Dit risico wordt als beperkt gekwalificeerd.

Informatie en communicatie

18

De communicatie wordt tussen provincie en deelnemende gemeenten afgestemd. Daarnaast heeft er op 9 december2014 een informatieavond in de Radstake plaatsgevonden waar raads- en commissieleden van de Achterhoekse gemeenten inhoudelijk zijn geïnformeerd over de plannen. Het verslag van de avond is aan u toegezonden. Ook heeft er in september 2014 een bijeenkomst met de belangenverenigingen van kleine kernen en buurtschappen plaatsgevonden. Vanaf maart zal een intensieve communicatiecampagne worden opgezet om de bewoners van het buitengebied te werven voor deelname aan het project. Planning en evaluatie Besluitvorming en uitvoering van het project zien er in grote lijnen als volgt uit: - Februari 2015: besluitvorming Provinciale Staten en Achterhoekse gemeenteraden - 2e kwartaal 2015 oprichting GABV en aanbesteding aanleg netwerk - 3e kwartaal 2015 start aanleg. Bijlagen Bijlage I Bijlage II Bijlage III

Intentieovereenkomst Voorlopige inhoudsopgave bestuursovereenkomst Concept statuten

19

Einde bijlage: 2015-03-03 Voorstel en besluit - Deelname aan project breedband buitengebied Achterhoekf


2015-03-03 Bijlage 1 - BenW advies - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####10cb3161-0769-4a83-a073-bb9ed97e8d1a#

Zaaknummer: volgt Afdelingshoofd


Portefeuillehouder, afdeling, datum advies en onderwerp

Conceptbesluit

WETHOUDER J.B. BOER

Instemmen met de inhoud van bijgaand raadsvoorstel en dit voorstel op 3 maart aan de raad voorleggen ter besluitvorming.

GEMEENTEWERKEN E. Dijkman 12 januari 2015 Deelname in aan project Breedband Buitengebied Achterhoek Routing afgestemd met

:

Openbaar raadsvergadering medezeggenschap Communicatie

: : : :

Participatie

:

Consequenties Financieel

:

inkoop Personeel gezondheidsaspecten Kadastraal

: : : :

R. Luttikholt, H. Roos, B. Lodeweges, R. Gijsbers, S. Kruit, J. Wensink, W. Wormgoor, P. Busschers, R. Siebum, J. Aarsen, J. Lubben, G. te Brummelstroete, ja 03 maart 2015 niet van toepassing persbericht eigen publicatie in Berkelbericht nee

ja, de kosten zijn en ze staan in de begroting. Er is geen subsidie nee nee nee niet van toepassing

Gezien Secretaris J.A. Wildeman



Wethouder J.B. Boer


Wethouder R.P. Hoytink-Roubos

Akkoord Bespreken

Besluit B & W van

nr.

__________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ ________

2

Toelichting voor collegevergadering Zie raadsvoorstel

3

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 1 - BenW advies - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek


2015-03-03 Bijlage 2 - Intentieverklaring - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6ff610e4-1b28-46f3-9a03-aa30c5ef9a8a#

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten: Aalten vertegenwoordigd door: Berkelland vertegenwoordigd door: Bronckhorst vertegenwoordigd door: Doesburg vertegenwoordigd door: Doetinchem vertegenwoordigd door: Lochem vertegenwoordigd door: Montferland vertegenwoordigd door: Oost Gelre vertegenwoordigd door: Oude IJsselstreek vertegenwoordigd door: Winterswijk vertegenwoordigd door: en Het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland, te dezen vertegenwoordigd door: Jan Jacob van Dijk Overwegen: Dat breedbandconnectiviteit van strategisch belang is voor de groei en innovatie in alle sectoren van de economie en voor de leefbaarheid van de Achterhoek. De lokale en provinciale overheden in Gelderland vinden het immers belangrijk dat de Gelderse burgers, bedrijven, maatschappelijke instellingen en regio’s beschikken over breedband, zodat zij kunnen profiteren van toekomstige innovaties op het vlak van maatschappelijke en zakelijke diensten, die de leefbaarheid in en de concurrentiepositie van Gelderland versterken. Een goede breedband-infrastructuur zorgt er voor dat inwoners gemakkelijker bereikbaar worden voor allerlei diensten, zoals bedrijfsmatige diensten, onderwijs en zorg op afstand. Waar de markt dat niet biedt springen de overheden in. Verklaren: De intentie te hebben om in samenwerking de aanleg van een open glasvezelnetwerk voor telecommunicatie (breedband) te doen realiseren in het buitengebied van de genoemde gemeenten. En verder: 1. het netwerk zodanig open te willen vormgeven, dat dit voor alle geïnteresseerde operators en providers op gelijke wijze, onder gelijke voorwaarden en met gelijke operationele factoren beschikbaar komt; 2. daartoe op de kortst verantwoorde termijn in een bestuursovereenkomst nadere afspraken omtrent deze samenwerking te willen vastleggen, waarbij iedere gemeente zich vooralsnog haar eigen verantwoordelijkheid volledig voorbehoudt; 3. dat op zodanige wijze te willen doen dat daarbij geen ongeoorloofde staatsteun ontstaat en derhalve binnen de regels van de daartoe geëigende vrijstelling voor breedband te willen blijven; 4. dat de samenwerking in eerste instantie is opgezet met de 8 Achterhoekse gemeenten. Gedurende het traject hebben de gemeenten Doesburg en Lochem aangegeven hierbij te willen aansluiten. Definitieve deelname van de gemeenten Doesburg en Lochem is alleen mogelijk indien dat binnen de maximale projectkosten van de betrokken vrijstellingsverordening mogelijk blijkt. Aldus ondertekend te Doetinchem op 28 november 2014 Gemeente Aalten:

Gemeente Doetinchem:

Gemeente Oude IJsselstreek:

Gemeente Berkelland:

Gemeente Montferland:

Gemeente Winterswijk:

Gemeente Bronckhorst:

Gemeente Oost Gelre:

Gemeente Doesburg

Gemeente Lochem

Provincie Gelderland:

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 2 - Intentieverklaring - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek


2015-03-03 Bijlage 3 - Bestuursovereenkomst - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####82530cd7-3082-4bd4-b045-d6cba7faff53#

Bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst Breedband Achterhoek (Eerste concept 09-01-15: Globale inhoudsduiding) De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Aalten, kantoorhoudende aan de Markt 7, Postbus 119, 7120 AC Aalten, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer G. Berghoef, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Aalten en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Berkelland, kantoorhoudende aan de Marktstraat 1, Postbus 200, 7270 HA, Borculo, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer J. van Oostrum, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Berkelland en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Bronckhorst, kantoorhoudende aan de Elderinkweg 2, Postbus 200, 7255 ZJ Hengelo, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer H.A.J. Aalderink, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Bronckhorst en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Doesburg, kantoorhoudende aan de Philippus Gastelaarsstraat 2, Postbus 100, 6980 AC, Doesburg, hierbij vertegenwoordigd door haar waarnemend burgemeester de heer G. Noordewier, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Doesburg en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Doetinchem, kantoorhoudende aan de Raadhuisstraat 2 te Doetinchem, postbus 9020, 7000 HA Doetinchem, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer N.E. Joosten, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Doetinchem en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Lochem, kantoorhoudende aan de

Hanzeweg 8, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer S.W. van ‘t Erve, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Lochem De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Montferland, kantoorhoudende aan de Bergvredestraat 10, postbus 47, 6940 BA Didam, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester de, mevrouw C.C. Leppink-Schuitema, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Montferland en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Oost Gelre, kantoorhoudende aan de Varsseveldseweg 2, Postbus 17, 7130 AA Lichtenvoorde, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester, mevrouw A.H. Bronsvoort, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Oost Gelre en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Oude IJsselstreek, kantoorhoudende aan de Staringstraat 25 te Gendringen, postbus 42, 7080 AA Gendringen, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer J.P.M. Alberse, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Oude IJsselstreek en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Winterswijk, kantoorhoudende aan de Stationsstraat 25, Postbus 101, 7100 AC Winterswijk, hierbij vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer M.J. van Beem, ingevolge het bepaalde in artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de gemeente, hierna te noemen Winterswijk, Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Montferland, Lochem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk hierna gezamenlijk te noemen: de gemeenten, en De publiekrechtelijke rechtspersoon de Provincie Gelderland, kantoorhoudende aan de Markt 11, Postbus 9090, hierbij vertegenwoordigd door de commissaris van de Koning, de heer C.G.A. Cornielje, ingevolge het bepaalde in artikel 176 van de Provinciewet en artikel 10:12

2

van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot vertegenwoordiging van de provincie, hierna te noemen: de provincie, Overwegende • • • • • • • • •

(maatschappelijk belang breedband, overnemen uit intentieverklaring) (problematiek breedband in buitengebied) (wens provincie om in samenwerking met betrokken gemeenten breedband in buitengebied te bevorderen, allereerst in Achterhoek) (bereidheid revolverende middelen ter beschikking te stellen) (bereidheid gemeenten om leningen te verstrekken of leningen te garanderen) (voor ter beschikking stellen middelen, verstrekken leningen of garanties biedt de AGVV onder voorwaarden vrijstelling van staatssteun eisen) (noodzaak onder alle omstandigheden aan deze eisen te voldoen) (gesloten intentieverklaring) (noodzaak om wijze van samenwerking en waarborgen ten aanzien van staatssteun onderling nader vast te leggen in deze overeenkomst)

Komen het volgende overeen: Definities (P.M., in ieder geval: definities AGVV overnemen, alle gebruikte technische termen en afkortingen)

Artikel @@: Doel van de overeenkomst Het doel van deze overeenkomst is • het vastleggen van de uitgangspunten waaraan de bestuurlijke samenwerking ten aanzien van de aanleg van breedband in het buitengebied van de Achterhoek zal moeten gaan voldoen • het vastleggen van de principevoorwaarden waaraan de vorming en werking van een entiteit zal moeten voldoen • het vastleggen van het doel en de taken van de gezamenlijke entiteit alsmede de financiële afhandeling van de resultaten daarvan • (wijze waarop eisen AGVV ten minste gegarandeerd worden) • (P.M.) Artikel @@: Wijze van samenwerken 1. (De samenwerking zal worden vormgegeven door middel van de oprichting van een entiteit waarin ten minste de provincie risicodragend deelneemt en waaraan de gemeenten dan wel een lening verstrekken, dan wel garant staan voor een of meer door derden te verstrekken lening(en).)

3

2. (De ontwikkeling, aanleg, beheer en exploitatie van een NGA netwerk zal door de entiteit plaatsvinden) Artikel 3: Rol van partijen 1. (Rol provincie, ten minste: oprichting entiteit, revolverend financieren, bewaken eisen staatssteun, intern, onderling en extern informeren) 2. (Rol gemeenten, ten minste: leningen of garanties op leningen verstrekken, vraagbundeling in eigen gebied verzorgen, fysieke aanleg optimaliseren door beschikbaar stellen tracé en ruimte voor POP’s in openbaar gebied en bemiddelen t.b.v. tracé, verkeerskundige maatregelen, bekendmaking aanleg en verkeerskundige maatregelen) 3. (Positie Doesburg en Lochem in kader prejectmaximum AGVV) Artikel @@: Vorming entiteit (benoeming RvC en bestuur bij aanvang) Artikel @@: Rol van en vereisten aan entiteit 1. (aanleg NGA netwerk met POP’s) 2. (garanderen open karakter netwerk en wholesaletoegang) 3. (voldoen aan ondernemingsrechtelijke vereisten, Wet Fido en statuten) 4. (voldoen aan vereisten bij oprichting, waaronder ten minste: nakomen investeringsinstructie, informatieplicht aan garanderende gemeenten over financiële positie) 5. (Financiële verantwoording) 6. (Aandelen A en B, zeggenschap, winstdeling) Artikel @@: Relatie werkzaamheden onderneming met overheidsbeleid (P.M.) Artikel @@: Overdracht en liquidatie entiteit 1. (Mogelijkheid overdracht aandelenkapitaal, voorkeursrecht aandeelhouders A en B) 2. (Samenwerking met derden) Artikel @@: Netwerk 1. (relatie met staatssteun) 2. (eisen aan het netwerk: open karakter, wholesaletoegang) 3. (fysieke eisen) 4. (aanbesteding en gunning) 5. (openbaar onder gelijke voorwaarden ter beschikking stellen) 6. (wat te doen bij marktfalen operators of providers?) Artikel @@: Planning (stapsgewijs waaronder relatie vraagbundeling, oprichting entiteit en aanbesteding/gunning aanleg netwerk + relatie verwachting toegang operators en providers)

4

Artikel @@: Uittreden uit samenwerking (wel/niet mogelijk voor/na oprichting entiteit; wel/niet mogelijk voor/na aanleg netwerk; wel/niet mogelijk na verstrekken lening of afgeven garantie) (eventuele voorwaarden en gevolgen) Artikel @@: Beëindiging van de samenwerking (naar aanleiding van mislukken voldoende vraagbundeling: per gemeente???) Artikel @@: Bijlagen 1. (P.M.) 2.

5

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 3 - Bestuursovereenkomst - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek


2015-03-03 Bijlage 4 - Concept statuten GABV - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####bd701d12-5046-4aa2-be3d-68e5ec112f21#

CONCEPT

259373/RB Versie datum 18-12-2014

AKTE VAN OPRICHTING GLASVEZELMAATSCHAPPIJ ACHTERHOEK B.V.

Op [●] verscheen voor mij, mr. Remco Bosveld, notaris te Amsterdam: [●]

, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van en als zodanig vertegenwoordigend Provincie Gelderland, een publiekrechtelijke rechtspersoon, gevestigd te en met adres: Markt 11, 6811 CG Arnhem, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 51468751. Inleiding De comparant, handelend als gemeld, verklaarde een besloten vennootschap op te richten, die zal worden geregeerd door de navolgende STATUTEN: Naam en zetel Artikel 1 1.1. De vennootschap draagt de naam: Glasvezelmaatschappij Achterhoek B.V. 1.2. De vennootschap heeft haar zetel te Arnhem. Maatschappelijke doelstelling en vennootschappelijk doel Artikel 2 2.1. Breedbandconnectiviteit is van strategisch belang voor de groei en innovatie in alle sectoren van de economie en voor de leefbaarheid van de Achterhoek. Het is van groot belang dat Gelderse burgers, bedrijven, maatschappelijke instellingen en regio’s beschikken over breedbandconnectiviteit, zodat men kan profiteren van toekomstige innovaties op het vlak van maatschappelijke en zakelijke diensten, welke de leefbaarheid in en de concurrentiepositie van de Provincie Gelderland versterken. Een goede breedband-infrastructuur zorgt ervoor dat inwoners gemakkelijker bereikbaar worden voor allerlei diensten, zoals bedrijfsmatige diensten, onderwijs en zorg op afstand. 2.2. De vennootschap heeft ten doel: 2.2.1. het doen aanleggen, realiseren, onderhouden, beheren en exploiteren van een open glasvezelnetwerk in die delen van het buitengebied van de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oostgelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk, waar geen Next Generation Netwerk beschikbaar is of op voorzienbare termijn beschikbaar zal komen; 2.2.2. het deelnemen in en het voeren van het bestuur en/of het management over haar Dochtermaatschappijen, het geven van adviezen, alsmede het oprichten van, verwerven van, deelnemen in en samenwerken met andere vennootschappen of ondernemingen en het zich op enigerlei andere wijze financieel interesseren bij andere vennootschappen en ondernemingen;

AKD:#259373-1 Pagina 1 van 25

CONCEPT

2.2.3. het verkrijgen, vervreemden, beheren, (ver)huren en exploiteren van registergoederen van de vennootschap of met haar in een groep verbonden vennootschappen; 2.2.4. het verkrijgen, vervreemden, beheren, (ver)huren en exploiteren van roerende zaken van de vennootschap of met haar in een groep verbonden vennootschappen; 2.2.5. het verrichten van alle overige handelingen op commercieel, financieel en industrieel gebied. 2.3. Binnen haar doel kan de vennootschap al datgene verrichten wat met dit doel in de ruimste zin verband houdt, zowel voor eigen rekening, als voor rekening van derden. 2.4. De vennootschap is ook bevoegd tot het meewerken aan de financiering van respectievelijk vennootschappen die met haar in een groep verbonden zijn, haar aandeelhouders en derden, het ter leen opnemen en/of ter leen verstrekken van gelden, alsmede het stellen van zekerheden en het zich op andere wijze sterk maken of zich hoofdelijk of anderszins voor of naast anderen verbinden, een en ander voor respectievelijk die vennootschappen, aandeelhouders en derden. Kapitaal Artikel 3 Het kapitaal van de vennootschap bestaat uit één of meer gewone aandelen van één miljoen euro (€ 1.000.000,00) nominaal elk en één of meer stemrechtloze aandelen van één eurocent (€ 0,01) elk. Aandelen Artikel 4 4.1. De aandelen luiden op naam en zijn per soort doorlopend genummerd, de gewone aandelen van G1 af en de stemrechtloze aandelen van S1 af. 4.2. Aandeelbewijzen worden niet uitgegeven. 4.3. Waar in deze statuten wordt gesproken van aandelen respectievelijk aandeelhouders, zijn daaronder begrepen de aandelen van elke soort respectievelijk de houders van elke soort aandelen, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt. Uitgifte van aandelen Artikel 5 5.1. Ten aanzien van de uitgifte van aandelen gelden de volgende bepalingen: 5.1.1. Uitgifte van aandelen (daaronder begrepen het verlenen van rechten tot het nemen van aandelen) geschiedt krachtens een besluit van de vergadering van houders van gewone aandelen. 5.1.2. De vergadering van houders van gewone aandelen stelt tevens de koers en de voorwaarden van de uitgifte vast, met inachtneming van deze statuten. De koers van uitgifte mag niet beneden pari (het nominale bedrag van de uit te geven aandelen) zijn. 5.1.3. Voor de uitgifte van een aandeel is voorts vereist een daartoe bestemde, ten overstaan van een notaris met plaats van vestiging in Nederland verleden akte waarbij de betrokkenen partij zijn. 5.2. Bij de uitgifte van aandelen heeft elke houder van gewone aandelen daarop behoudens het bepaalde in de wet - een recht van voorkeur, naar evenredigheid van het gezamenlijk nominaal bedrag van zijn aandelen. Houders van stemrechtloze aandelen hebben geen voorkeursrecht op uit te geven aandelen.


CONCEPT

5.4.

Geen recht van voorkeur bestaat voorts op aandelen die worden uitgegeven aan werknemers van de vennootschap of van een groepsmaatschappij. 5.5. Het recht van voorkeur kan, telkens voor een enkele uitgifte van aandelen, worden beperkt of uitgesloten door de vergadering van houders van gewone aandelen. 5.6. Het recht van voorkeur is niet overdraagbaar. Volstortingsverplichting Artikel 6 6.1. Bij het nemen van het aandeel moet daarop het nominale bedrag worden gestort. Bedongen kan worden dat het nominale bedrag of een deel daarvan eerst behoeft te worden gestort na verloop van een bepaalde tijd of nadat de vennootschap het zal hebben opgevraagd. 6.2. Storting op een aandeel moet in geld geschieden. Storting in vreemd geld of anders dan in geld kan slechts door het bestuur van de vennootschap worden overeengekomen na vooraf verkregen schriftelijke goedkeuring van de Raad. Register Artikel 7 7.1. Het bestuur houdt een register waarin zijn opgenomen: de namen en de adressen van alle aandeelhouders; het door hen gehouden aantal aandelen, met vermelding van de soort of aanduiding, de datum waarop zij de aandelen hebben verkregen en de datum van erkenning of betekening; het op ieder aandeel gestorte bedrag; de namen en adressen van hen die een recht van vruchtgebruik op aandelen hebben, met vermelding van de datum waarop zij het recht hebben verkregen, de datum van erkenning of betekening, alsmede met vermelding welke aan de aandelen verbonden rechten hun overeenkomstig artikel 9 toekomen. 7.2. Het register wordt regelmatig bijgehouden; daarin wordt mede aangetekend elk verleend ontslag van aansprakelijkheid voor nog niet gedane stortingen, met vermelding van de datum waarop het ontslag is verleend. Indien aan bepaalde aandelen geen stemrecht toekomt in de algemene vergadering worden die aandelen in het register als stemrechtloos vermeld. 7.3. Aandeelhouders en anderen van wie gegevens ingevolge dit artikel in het register moeten worden opgenomen, verschaffen aan het bestuur tijdig de nodige gegevens. Indien tevens een elektronisch adres bekend wordt gemaakt met als doel opneming in het register, houdt deze bekendmaking tevens de instemming in om alle kennisgevingen en mededelingen alsmede oproepingen voor een vergadering langs elektronische weg te krijgen toegezonden. 7.4. Het bestuur verstrekt desgevraagd aan een hiervoor in lid 1 bedoelde (rechts)persoon om niet een uittreksel uit het register met betrekking tot zijn recht op een aandeel. 7.5. Het bestuur legt het register ten kantore van de vennootschap ter inzage van de vergadergerechtigden. De gegevens van het register omtrent nietvolgestorte aandelen zijn ter inzage van een ieder; afschrift of uittreksel van deze gegevens wordt ten hoogste tegen kostprijs verstrekt. Vergadergerechtigden; opschorting van rechten Artikel 8 8.1. Onder vergadergerechtigden worden in deze statuten verstaan: aandeelhouders alsmede vruchtgebruikers aan wie de in artikel 9 lid 3


CONCEPT

bedoelde rechten toekomen. Vruchtgebruikers die geen stemrecht hebben, hebben geen vergaderrecht. Onder vergaderrecht wordt verstaan het recht om, in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde, de algemene vergadering bij te wonen en daar het woord te voeren. 8.2. Het vergaderrecht is, evenals het stemrecht en het recht op uitkeringen, opgeschort zolang een vergadergerechtigde in gebreke is te voldoen aan een wettelijke of statutaire verplichting. Vruchtgebruik/Pandrecht Artikel 9 9.1. Op aandelen kan vruchtgebruik worden gevestigd. De aandeelhouder heeft het stemrecht op de aandelen waarop vruchtgebruik is gevestigd. In afwijking daarvan komt het stemrecht toe aan de vruchtgebruiker: indien dit bij de vestiging van het vruchtgebruik is bepaald, mits zowel deze bepaling als - bij overdracht van het vruchtgebruik - de overgang van het stemrecht met algemene stemmen is goedgekeurd door de vergadering van houders van gewone aandelen. 9.2. Op aandelen kan geen pandrecht worden gevestigd. 9.3. De aandeelhouder die vanwege een vruchtgebruik geen stemrecht heeft en de vruchtgebruiker die stemrecht heeft, hebben vergaderrecht. Certificaten Artikel 10 10.1. Aan houders van certificaten van aandelen komt geen vergaderrecht toe. 10.2. Certificaten aan toonder van aandelen mogen niet worden uitgegeven. Indien in strijd hiermee is gehandeld kunnen, zolang certificaten aan toonder uitstaan, de aan de desbetreffende aandelen verbonden rechten niet worden uitgeoefend. Gemeenschap Artikel 11 Indien aandelen of beperkte rechten daarop tot een gemeenschap behoren, kunnen de deelgenoten zich slechts door één schriftelijk aan te wijzen persoon tegenover de vennootschap doen vertegenwoordigen. Verkrijging van eigen aandelen Artikel 12 12.1. Verkrijging door de vennootschap van niet volgestorte aandelen in haar kapitaal is nietig. 12.2. De vennootschap mag, behalve om niet, geen volgestorte eigen aandelen verkrijgen indien het eigen vermogen, verminderd met de verkrijgingsprijs, kleiner is dan de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden of indien het bestuur weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de verkrijging niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. 12.3. Indien de vennootschap, na een verkrijging anders dan om niet, niet kan voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, zijn de bestuurders die dat ten tijde van de verkrijging wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien, jegens de vennootschap hoofdelijk verbonden tot vergoeding van het tekort dat door de verkrijging is ontstaan, met de wettelijke rente vanaf de dag van de verkrijging, een en ander conform het bepaalde in de wet. 12.4. De vervreemder van de aandelen die wist of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat de vennootschap na de verkrijging niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden is jegens de vennootschap


CONCEPT

gehouden tot vergoeding van het tekort dat door de verkrijging van zijn aandelen is ontstaan, echter voor ten hoogste de verkrijgingsprijs van de door hem vervreemde aandelen, met de wettelijke rente vanaf de dag van de verkrijging, een en ander conform het bepaalde in de wet. 12.5. De vorige leden gelden niet voor aandelen die de vennootschap onder algemene titel verkrijgt. 12.6. Onder het begrip aandelen in dit artikel zijn certificaten daarvan begrepen. 12.7. Op verkrijging door een dochtermaatschappij van aandelen in het kapitaal van de vennootschap is het bepaalde in artikel 2:207d Burgerlijk Wetboek van toepassing. 12.8. Het bestuur behoeft voor het besluit tot de verkrijging van eigen aandelen anders dan om niet, de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de vergadering van houders van gewone aandelen. 12.9. Op vervreemding van door de vennootschap gehouden eigen aandelen is het bepaalde in artikel 5 van overeenkomstige toepassing, met deze uitzondering dat zodanige vervreemding ook beneden pari zal kunnen geschieden. Het bepaalde in artikel 15 is op verkrijging en vervreemding van eigen aandelen door de vennootschap niet van toepassing. Kapitaalvermindering Artikel 13 13.1. De algemene vergadering kan besluiten tot vermindering van het geplaatste kapitaal door intrekking van aandelen of door het bedrag van aandelen bij statutenwijziging te verminderen. Terugbetaling of ontheffing van de stortingsplicht is slechts toegestaan voor zover het eigen vermogen groter is dan de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. 13.2. In dit besluit moeten de aandelen waarop het besluit betrekking heeft worden aangewezen en moet de uitvoering van het besluit zijn geregeld. 13.3. Een besluit tot vermindering van het geplaatste kapitaal met terugbetaling op aandelen heeft geen gevolgen zolang het bestuur geen goedkeuring heeft verleend. Het bestuur weigert slechts de goedkeuring indien het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Het bepaalde in artikel 21 leden 5 en 6 is van overeenkomstige toepassing onverminderd het overigens dienaangaande bepaalde in de wet. 13.4. Kapitaalvermindering dient overigens te geschieden met inachtneming van het dienaangaande in de wet bepaalde. Levering van aandelen Artikel 14 14.1. Voor de levering van een aandeel of de vestiging, levering of afstand van een beperkt recht daarop is vereist een daartoe bestemde, ten overstaan van een notaris met plaats van vestiging in Nederland verleden akte waarbij de betrokkenen partij zijn. 14.2. De levering van een aandeel werkt mede van rechtswege tegenover de vennootschap. Behoudens in het geval dat de vennootschap zelf bij de rechtshandeling partij is, kunnen de aan het aandeel verbonden rechten eerst worden uitgeoefend nadat de vennootschap de rechtshandeling heeft erkend of de akte aan haar is betekend overeenkomstig het in de wet daaromtrent bepaalde. Blokkeringsregeling/aanbiedingsplicht Artikel 15


CONCEPT

15.1. Elke overdracht van aandelen kan slechts plaatshebben, nadat de aandelen aan de desbetreffende mede-aandeelhouders te koop zijn aangeboden op de wijze als hierna is bepaald. 15.2. De aandeelhouder die een of meer aandelen wil overdragen - hierna te noemen aanbieder - deelt aan het bestuur mede, welke aandelen hij wenst over te dragen. 15.3. Deze mededeling geldt als een aanbod aan de desbetreffende medeaandeelhouders tot verkoop van de aandelen. De vennootschap is, indien zij houdster is van aandelen in haar eigen kapitaal, onder deze medeaandeelhouders slechts begrepen, indien de aanbieder bij zijn aanbod heeft verklaard daarmee in te stemmen. De prijs voor de aandelen zal - tenzij de desbetreffende aandeelhouders eenparig anders overeenkomen - worden vastgesteld door een of meer onafhankelijke deskundigen, die door de aandeelhouders in gemeenschappelijk overleg worden benoemd. Komen zij hieromtrent binnen dertig dagen na ontvangst van de in lid 5 bedoelde kennisgeving van het aanbod niet tot overeenstemming, dan zal de meest gerede partij mede namens de overige partijen, waartoe de meest gerede partij onherroepelijk gevolmachtigd is, aan de Kantonrechter binnen wiens kanton de vennootschap statutair is gezeteld, de benoeming van drie onafhankelijke deskundigen verzoeken. Ook de vennootschap zal als onherroepelijk gevolmachtigde bevoegd zijn een dergelijk verzoek aan die Kantonrechter te doen. 15.4. De in het vorige lid bedoelde deskundigen zijn gerechtigd tot inzage van alle boeken en bescheiden van de vennootschap en tot het verkrijgen van alle inlichtingen, waarvan kennisneming voor hun prijsvaststelling dienstig is. 15.5. Het bestuur brengt het aanbod binnen veertien dagen na de ontvangst van de mededeling, bedoeld in lid 2, ter kennis van de betrokken medeaandeelhouders van de aanbieder en stelt vervolgens alle betrokken aandeelhouders binnen veertien dagen, nadat haar de door de deskundigen vastgestelde of door de betrokken aandeelhouders overeengekomen prijs is medegedeeld, van die prijs op de hoogte. 15.6. In afwijking van het bepaalde in lid 7 geeft het bestuur, indien zij voor het verstrijken van de daar bedoelde termijn reeds van alle betrokken medeaandeelhouders bericht heeft ontvangen, dat het aanbod niet of niet volledig wordt aanvaard, hiervan onverwijld kennis aan de aanbieder. 15.7. De aandeelhouders, die de aangeboden aandelen willen kopen, geven daarvan kennis aan het bestuur binnen dertig dagen nadat zij overeenkomstig lid 5 op de hoogte zijn gesteld van de prijs. 15.8. Het bestuur wijst alsdan de aangeboden aandelen aan gegadigden toe en geeft daarvan kennis aan de aanbieder en aan alle betrokken aandeelhouders binnen veertien dagen na het verstrijken van de in lid 7 vermelde termijn. Voor zover geen toewijzing heeft plaats gehad, geeft het bestuur daarvan eveneens binnen gemelde termijn kennis aan de aanbieder en aan alle betrokken aandeelhouders. 15.9. De toewijzing van aandelen door het bestuur aan gegadigden geschiedt als volgt: 15.9.1. Indien aandelen worden aangeboden worden deze slechts zoveel mogelijk aan houders van gewone aandelen toegewezen naar evenredigheid van het gezamenlijk bedrag van ieders bezit aan aandelen. Houders van stemrechtloze aandelen hebben geen recht van


CONCEPT

voorkeur op aangeboden aandelen. De toewijzing geschiedt met inachtneming van de volgende voorwaarden: Indien de aandeelhouders tezamen meer aandelen wensen over te nemen dan er voor hen beschikbaar zijn, worden de aangeboden aandelen zoveel mogelijk tussen hen verdeeld in verhouding tot het gezamenlijk bedrag van de aandelen, die iedere gegadigde reeds bezit. Is een aandeelhouder gegadigde voor minder aandelen dan hem naar maatstaf van het aandelenbezit zou toekomen, dan worden de daardoor vrijkomende aandelen aan de overige gegadigde aandeelhouders naar dezelfde maatstaf toegewezen. Voor aandelen waarvoor zich in het geheel geen gegadigden hebben gemeld kan de vergadering van houders van gewone aandelen gegadigden aanwijzen. 15.9.3. Aan de vennootschap kunnen slechts aandelen worden toegewezen voor zover de overige betrokken medeaandeelhouders daarop niet hebben gereflecteerd. 15.9.4. Voor zover toewijzing naar evenredigheid niet mogelijk is, zal loting beslissen. 15.10. De aanbieder blijft bevoegd zijn aanbod in te trekken mits dit geschiedt binnen dertig dagen nadat hem bekend is geworden aan welke gegadigden hij al de aandelen waarop het aanbod betrekking heeft, kan verkopen en tegen welke prijs. Het aanbod wordt ingetrokken door een schriftelijke verklaring aan het bestuur. 15.11. De gekochte aandelen moeten tegen gelijktijdige betaling van de koopsom worden geleverd binnen acht dagen na verloop van de termijn, gedurende welke het aanbod kan worden ingetrokken. 15.12. De aanbieder kan de aangeboden aandelen vrijelijk overdragen binnen drie maanden nadat door de kennisgeving bedoeld in lid 8 vaststaat, dat het aanbod niet of niet volledig is aanvaard, mits tegen ten minste dezelfde prijs en onder dezelfde voorwaarden als waartegen de aandelen conform het vorenstaande werden aangeboden. Overdracht aan derden tegen een lagere prijs en/of andere voorwaarden is slechts toegestaan nadat de aandeelhouder de desbetreffende aandelen opnieuw conform het vorenstaande aan de medeaandeelhouders tegen die lagere prijs en/of andere voorwaarden heeft aangeboden en hem door het bestuur schriftelijk is medegedeeld dat het (nieuwe) aanbod niet of niet volledig is aanvaard. 15.13. Tenzij partijen in onderling overleg anders bepalen, komen de kosten van de deskundigen en hun honorarium ten laste van: de aanbieder, indien deze zijn aanbod intrekt; de aanbieder voor de helft en de kopers voor de andere helft, indien de aandelen door aandeelhouders zijn gekocht, met dien verstande, dat iedere koper in de kosten bijdraagt in de verhouding van het aantal door hem gekochte aandelen; de vennootschap, indien de aandeelhouders van het aanbod geen of geen volledig gebruik hebben gemaakt. 15.14. Het in dit artikel bepaalde blijft buiten toepassing indien de aandeelhouder krachtens de wet tot overdracht van zijn aandeel aan een eerdere houder verplicht is. 15.9.2.


CONCEPT

15.15. Het hierboven in dit artikel met betrekking tot aanbieding van aandelen bepaalde geldt niet indien de vergadering van houders van gewone aandelen de overdracht aan een of meer door de aanbiedende aandeelhouder voorgestelde gegadigde(n) heeft goedgekeurd. Indien die goedkeuring niet wordt verleend geldt het hierboven in dit artikel met betrekking tot aanbieding van aandelen bepaalde onverkort, tenzij de vergadering van houders van gewone aandelen aan de aanbiedende aandeelhouder bij de weigering van de goedkeuring opgave heeft gedaan van een of meer gegadigden die bereid is/zijn al de aandelen waarop het verzoek tot goedkeuring betrekking heeft tegen contante betaling te kopen. Voor het overige, waaronder de prijsbepaling, blijft het hiervoor in dit artikel bepaalde zoveel mogelijk van kracht. Bestuur Artikel 16 16.1. Het bestuur van de vennootschap is opgedragen aan het bestuur, bestaande uit een door de vergadering van houders van gewone aandelen te bepalen aantal bestuurders, onder toezicht van een Raad van Commissarissen, hierna te noemen "de Raad", indien en zolang deze is ingesteld. 16.2. Het bestuur is belast met het besturen van de vennootschap. Elke bestuurder is tegenover de vennootschap gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak; daarbij richten de bestuurders zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. 16.3. Elke bestuurder kan in de bestuursvergadering één stem uitbrengen. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een tegenstrijdig belang heeft. Een besluit waarbij tegenstrijdige belangen van één of meer bestuurders spelen die van materieel belang zijn voor de vennootschap en/of de desbetreffende bestuurder(s), behoeft de goedkeuring van de Raad. Wanneer door het niet-deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming door geen enkele bestuurder een bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de Raad. Indien geen enkele commissaris in functie is wordt het besluit genomen door de vergadering van houders van gewone aandelen. De Raad respectievelijk de vergadering van houders van gewone aandelen besluit buiten aanwezigheid van de bestuurder(s). Onder een tegenstrijdig belang als hiervoor in dit lid bedoeld wordt verstaan een direct of indirect persoonlijk belang of kwalitatief belang dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Hiervan is in ieder geval sprake indien: de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een persoonlijke lening, garanties en dergelijke te verstrekken aan een bestuurder of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad of een werknemer van een bestuurder-rechtspersoon van de vennootschap of een dochtermaatschappij die ter zake het doel van de onderneming van de vennootschap of een dochtermaatschappij werkzaamheden van materieel belang verricht of heeft verricht voor de vennootschap of een dochtermaatschappij; de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarin een bestuurder of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad of een


CONCEPT

werknemer van een bestuurder-rechtspersoon van de vennootschap of een dochtermaatschappij die ter zake het doel van de onderneming van de vennootschap of een dochtermaatschappij werkzaamheden van materieel belang verricht of heeft verricht voor de vennootschap of een dochtermaatschappij, een persoonlijk en materieel belang houdt; de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarvan een bestuurder of commissaris een familierechtelijke verhouding heeft met de bestuurder of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad of een werknemer van een bestuurder-rechtspersoon van de vennootschap of een dochtermaatschappij die ter zake het doel van de onderneming van de vennootschap of een dochtermaatschappij werkzaamheden van materieel belang verricht of heeft verricht voor de vennootschap of een dochtermaatschappij; de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarbij de bestuurder of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad of een werknemer van een bestuurder-rechtspersoon van de vennootschap of een dochtermaatschappij die ter zake het doel van de onderneming van de vennootschap of een dochtermaatschappij werkzaamheden van materieel belang verricht of heeft verricht voor de vennootschap of een dochtermaatschappij, een bestuurs- of toezichthoudende functie vervult; of naar toepasselijk recht een tegenstrijdig belang bestaat, of geacht wordt te bestaan. Een bestuurder meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang onverwijld schriftelijk – gelijktijdig – aan de Raad en de vergadering van houders van gewone aandelen en verschaft daarover alle relevante informatie. De Raad besluit buiten aanwezigheid van de betreffende bestuurder of sprake is van tegenstrijdig belang. 16.4. Bestuurders worden benoemd door de vergadering van houders van gewone aandelen op niet-bindende voordracht van de Raad. De vergadering van houders van gewone aandelen stelt op voorstel van de Raad een profielschets voor de omvang en samenstelling van het bestuur vast, rekening houdend met de aard van de onderneming, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de bestuurders. Tot bestuurder kan niet worden benoemd: een lid van Provinciale Staten respectievelijk Gedeputeerde Staten; een lid van het college of de raad van een of meer van de in artikel 2.2.1 genoemde gemeenten; een lid van de raad van commissarissen van de vennootschap; een lid van het bestuur of de de raad van commissarissen van een directe of indirecte aandeelhouder van de vennootschap. 16.5. Bestuurders kunnen te allen tijde door de vergadering van houders van gewone aandelen worden geschorst en ontslagen. Ook de Raad is bevoegd een bestuurder te schorsen. De schorsing die niet binnen twee (2) maanden na de ingang daarvan is gevolgd door ontslag van de desbetreffende bestuurder vervalt door het verloop van die termijn.


CONCEPT

16.6. De vergadering van houders van gewone aandelen kan één of meer bestuurders de titel algemeen directeur verlenen. De vergadering van houders van gewone aandelen kan deze titel te allen tijde ontnemen. 16.7. De vergadering van houders van gewone aandelen stelt op voorstel van de Raad een bezoldigingsbeleid vast voor het bestuur van de vennootschap. Het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden worden met inachtneming van het vastgestelde bezoldigingsbeleid voor iedere bestuurder afzonderlijk vastgesteld door de Raad en voorts met inachtneming van dan wel overeenkomstige toepassing van het bepaalde in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector of een daarvoor in de plaats komende regeling. Bij de vaststelling van de totale bezoldiging wordt de invloed ervan op de beloningsverhoudingen binnen de onderneming meegewogen. 16.8. Ingeval van ontstentenis of belet van een bestuurder blijven de overige bestuurders met het bestuur belast. Bij ontstentenis of belet van alle bestuurders berust het bestuur van de vennootschap tijdelijk bij één door de Raad daartoe aangewezen persoon. De Raad heeft het recht om ook ingeval van ontstentenis of belet van één of meer, doch niet alle bestuurders, een persoon als bedoeld in de vorige alinea, aan te wijzen die alsdan mede met het bestuur is belast. 16.9. In aanvulling op het hierna in artikel 16.11 bepaalde is de vergadering van houders van gewone aandelen bevoegd in een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven andere besluiten van het bestuur aan voorafgaande goedkeuring door de vergadering van houders van gewone aandelen te onderwerpen. 16.10. Voorts dient het bestuur zich te gedragen naar de aanwijzingen van de vergadering van houders van gewone aandelen. Het bestuur is gehouden de aanwijzingen op te volgen, tenzij de aanwijzingen in strijd zijn met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. 16.11. Aan de goedkeuring van de vergadering van houders van gewone aandelen zijn onderworpen voorgenomen besluiten van het bestuur die betreffen: a. het aangaan of verbreken van een duurzame rechtstreekse of middellijke samenwerking van de vennootschap of een dochtermaatschappij met een andere onderneming danwel overheidslichaam danwel ander organisatorisch verband, indien en voorzover deze samenwerking of verbreking van wezenlijke betekenis is voor de vennootschap; b. fusie of splitsing van de vennootschap; c. het vervreemden of staken van de onderneming van de vennootschap of een belangrijk onderdeel daarvan; d. het uitoefenen van het stemrecht en de richting waarin het stemrecht wordt uitgeoefend ten aanzien van de aandelen (in aandeelhoudersvergadering of daarbuiten) gehouden in een dochtermaatschappij van de vennootschap, waar het betreft: 1. het doen van uitkeringen aan aandeelhouders door een dochtermaatschappij; 2. het benoemen, schorsen en/of ontslaan van bestuurders en/of commissarissen van een dochtermaatschappij; 3. ontbinding, statutenwijziging, fusie of splitsing van een dochtermaatschappij;


CONCEPT

4.

uitgifte van aandelen (inclusief overdracht van de bevoegdheid tot uitgifte en vaststelling van de uitgiftekoers aan een ander vennootschapsorgaan en de uitsluiting en/of beperking van het voorkeursrecht) of inkoop van aandelen door een dochtermaatschappij; 5. vermindering van het kapitaal van een dochtermaatschappij; 6. het aangaan, wijzigen of het verbreken van een duurzame samenwerking door de desbetreffende dochtermaatschappij of door een dochtermaatschappij daarvan met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijke vennoot in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de deze dochtermaatschappij of de dochtermaatschappij daarvan; 7. het overnemen van andere ondernemingen dan wel activiteiten indien deze van wezenlijke betekenis zijn voor de desbetreffende dochtermaatschappij; 8. het vaststellen of wijzigen van het bezoldigingsbeleid van het bestuur van de desbetreffende dochtermaatschappij; 9. het treffen van pensioenregelingen en het toekennen van pensioenrechten boven die, welke uit bestaande regelingen voortvloeien; 10. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten waarbij een beloning wordt toegekend waarvan het bedrag per jaar hoger is dan het door de algemene vergadering van de desbetreffende dochtermaatschappij te bepalen en schriftelijk ter kennis van het bestuur van de desbetreffende dochtermaatschappij gebrachte bedrag; 11. andere besluiten dan hiervoor expliciet opgenomen omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de desbetreffende dochtermaatschappij of haar onderneming. 16.12. Aan de goedkeuring van de Raad zijn onderworpen voorgenomen besluiten van het bestuur die betreffen: a. het vaststellen van de begroting als bedoeld in artikel 16.13 daaronder begrepen het goedkeuren van de begrotingen en budgetten van de dochtermaatschappijen van de vennootschap; b. besluiten - anders dan reeds opgesomd in artikel 16 lid 11 sub d - tot het uitoefenen van stemrecht in en de richting waarin het stemrecht wordt uitgeoefend ten aanzien van aandelen (in aandeelhoudersvergadering of daarbuiten) gehouden in dochtermaatschappij(en) van de vennootschap; c. de overdracht van de onderneming of vrijwel de gehele onderneming van de vennootschap aan een derde; d. het door de vennootschap oprichten van, deelnemen in en/of het voeren van het bestuur over andere ondernemingen; e. een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming daarvan, anders dan reeds sub c genoemd; f. het beëindigen van het management over andere ondernemingen; g. het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van registergoederen,


CONCEPT

alsmede het in gebruik nemen of geven, al dan niet krachtens huur, van gebouwen of delen daarvan alsmede het beëindigen van zodanig gebruik; h. het stichten en opheffen van nevenvestigingen, alsmede het verplaatsen van de onderneming van de vennootschap of een belangrijk onderdeel daarvan; i. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vennootschap een bankkrediet wordt verleend en het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vennootschap verleend bankkrediet en het aangaan van leningsovereenkomsten binnen de groep; j. het, anders dan in het kader van haar normale bedrijfsuitoefening, hoofdelijk of anderszins naast of voor anderen verbinden van de vennootschap of stellen van zekerheid; k. het binnen de vennootschap aanstellen en ontslaan van procuratiehouders alsmede het vaststellen en wijzigen van hun volmacht; l. het door de vennootschap - anders dan in het kader van haar normale bedrijfsuitoefening - voeren van rechtsgedingen, het aangaan van vaststellingsovereenkomsten, compromissen en akkoorden en het berusten in rechtsvorderingen. Spoedeisende maatregelen - ook buiten het kader van de normale bedrijfsuitoefening - mogen worden genomen zonder voorafgaande goedkeuring door de Raad; m. het door de vennootschap beëindigen van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek; n. het door de vennootschap aanbrengen van een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers; o. in het algemeen het verrichten van alle handelingen anders dan hiervoor vermeld, waarvan het belang of de waarde een bedrag van een miljoen euro (€ 1.000.000,00) te boven gaat; p. het aangaan van rechtshandelingen waarbij sprake is van een tegenstrijdig belang als bedoeld in artikel 16.3 en/of artikel 18.11. 16.13. Aan de goedkeuring van de vergadering van houders van stemrechtloze aandelen zijn onderworpen voorgenomen besluiten van het bestuur die betreffen: a. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vennootschap een bankkrediet wordt verleend en het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vennootschap verleend bankkrediet en het aangaan van leningsovereenkomsten binnen de groep, voor zover de verplichtingen onder deze overeenkomsten worden gegarandeerd door een of meer van de in artikel 2.2.1 vermelde gemeenten; en b. het aangaan van rechtshandelingen die rechtstreeks invloed hebben op de hiervoor onder a vermelde garanties die zijn afgegeven door de aldaar vermelde gemeenten. 16.14 Het bestuur is verplicht voor aanvang van een nieuw boekjaar een begroting voor het volgende boekjaar ter goedkeuring aan de Raad voor te leggen. 16.15. De vergadering van houders van gewone aandelen kan besluiten dat een in artikel 16.11 casu quo in artikel 16.12 genoemd besluit niet aan de goedkeuring van de vergadering van houders van gewone aandelen casu quo


CONCEPT

de Raad is onderworpen in nauwkeurig door de vergadering van houders van gewone aandelen omschreven en schriftelijk aan het bestuur op te geven gevallen. 16.16. Het ontbreken van goedkeuring als bedoeld in dit artikel tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van bestuurders niet aan. 16.17. Het bestuur zal jaarlijks in een vergadering van houders van stemrechtloze aandelen een toelichting geven omtrent: de stand van zaken met betrekking tot de in artikel 16.13 bedoelde overeenkomsten die door de vennootschap zijn aangegaan; en de gehanteerde en in het komende jaar te hanteren tarieven met betrekking tot de exploitatie van het in artikel 2.2.1 vermelde open glasvezelnetwerk. Het bestuur zal in die vergadering de mening van de aanwezige en vertegenwoordigde houders van stemrechtloze aandelen peilen terzake, doch de houders van stemrechtloze aandelen hebben terzake geen stem- en/of instructierecht. Vertegenwoordiging Artikel 17 17.1. Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan: iedere bestuurder met de titel algemeen directeur afzonderlijk; twee gezamenlijk handelende bestuurders. 17.2. Voor het geval een bestuurder kennis draagt van een tegenstrijdig belang tussen de vennootschap of een dochtermaatschappij enerzijds en een bestuurder of commissaris anderzijds meldt hij dit onverwijld schriftelijk aan zowel de aandeelhouders als de Raad. Raad van Commissarissen Artikel 18 18.1. De vergadering van houders van gewone aandelen kan besluiten tot het instellen van een Raad. De Raad treedt in functie met ingang van de dag van neerlegging bij het handelsregister van een besluit tot het instellen van de Raad. De vergadering van houders van gewone aandelen kan voorts besluiten tot opheffing van de Raad, in welk geval het in de vorige volzin bepaalde van overeenkomstige toepassing is. Zolang geen Raad in functie is, komen de bevoegdheden van de Raad voor zoveel mogelijk toe aan de vergadering van houders van gewone aandelen. De vennootschap heeft – indien en zolang ingesteld – een Raad bestaande uit drie of meer personen, het exacte aantal te bepalen door de vergadering van houders van gewone aandelen. De leden van de Raad worden benoemd, geschorst en ontslagen conform het hierna in dit artikel bepaalde. Slechts natuurlijke personen kunnen tot commissaris worden benoemd. 18.2. Tot commissaris kunnen slechts worden benoemd personen die onafhankelijk zijn in de zin van artikel 18 lid 3 van deze statuten. Deze eis geldt echter niet voor maximaal één (1) lid van de Raad. Tot commissaris kan niet worden benoemd: een lid van Provinciale Staten respectievelijk Gedeputeerde Staten; een bestuurder van de vennootschap; een bestuurder of commissaris van een directe of indirecte aandeelhouder van de vennootschap; een bestuurder van een dochtermaatschappij.


CONCEPT

18.3. Een commissaris geldt als onafhankelijk, indien de hierna te noemen afhankelijkheidscriteria niet op hem van toepassing zijn. Bedoelde afhankelijkheidscriteria zijn dat de betrokken commissaris, dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad: a) in de vijf (5) jaar voorafgaande aan de benoeming werknemer of bestuurder van de vennootschap is geweest; b) een persoonlijke financiële vergoeding van de vennootschap of van een aan haar gelieerde vennootschap ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de als commissaris verrichte werkzaamheden wordt ontvangen en voorzover zij niet past in de normale uitoefening van bedrijf; c) in het jaar voorafgaande aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie met de vennootschap of een aan haar gelieerde vennootschap heeft gehad. Daaronder worden in ieder geval begrepen het geval dat de commissaris, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de vennootschap (consultant, externe accountant, notaris en advocaat) en het geval dat de commissaris bestuurder of medewerker is van een bankinstelling waarmee de vennootschap een duurzame en significante relatie onderhoudt; d) bestuurslid is van een vennootschap waarin een bestuurslid van de vennootschap waarop hij toezicht houdt commissaris is; e) een aandelenpakket van ten minste tien procent (10%) in de vennootschap houdt (daarbij meegerekend het aandelenbezit van natuurlijke personen of juridische lichamen die met hem samenwerken op grond van een uitdrukkelijke of stilzwijgende, mondelinge of schriftelijke overeenkomst); f) bestuurder of commissaris is bij of anderszins vertegenwoordiger is van een rechtspersoon welke ten minste tien procent (10%) van de aandelen in de vennootschap houdt, tenzij het gaat om groepsmaatschappijen, onverminderd het bepaalde in de laatste zin van lid 2 van dit artikel; g) gedurende de voorgaande twaalf (12) maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur bij belet en ontstentenis van bestuurders. 18.4. Commissarissen worden benoemd door de vergadering van houders van gewone aandelen. 18.5. Bij een voorstel tot benoeming van een commissaris worden van de kandidaat medegedeeld: zijn leeftijd; zijn beroep; het bedrag van door hem gehouden aandelen in het kapitaal van de vennootschap; de betrekkingen die hij bekleedt, of die hij heeft bekleed, voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een commissaris. Tevens wordt vermeld aan welke vennootschappen hij reeds als commissaris is verbonden; indien zich daaronder rechtspersonen bevinden, die tot eenzelfde groep behoren, kan met de aanduiding van die groep worden volstaan. Het voorstel wordt met redenen omkleed. 18.6. De Raad heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap en de met haar verbonden


CONCEPT

onderneming, mede op basis van de in lid 10 van dit artikel bedoelde door het bestuur op te maken halfjaarlijkse rapportage en is voorts belast met de werkzaamheden hem in deze statuten of in de wet opgedragen. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De Raad geeft advies aan het bestuur en aan de algemene vergadering telkens wanneer dit wordt verlangd of hij dit wenselijk oordeelt. 18.7. Teneinde hun taak naar behoren te kunnen vervullen, hebben commissarissen, zo gezamenlijk als ieder hunner afzonderlijk, te allen tijde toegang tot de kantoren en bezittingen der vennootschap, hebben zij het recht inzage te nemen van de boeken, bescheiden en correspondentie der vennootschap en het recht de kas der vennootschap te controleren. De Raad kan zich ten behoeve van de uitoefening van zijn functie voor rekening van de vennootschap doen bijstaan door een accountant. 18.8. De Raad kan uit zijn midden een of meer gedelegeerden aanwijzen, die in het bijzonder met het dagelijks toezicht op het bestuur is (zijn) belast. 18.9. De Raad kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend-voorzitter en een secretaris, doch hij kan ook een van de bestuurders met het secretariaat belasten. 18.10. De Raad vergadert minstens driemaal per jaar en verder zo dikwijls één commissaris dit wenselijk acht of een bestuurder der vennootschap daartoe het verzoek doet. De besluiten van de Raad worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen; blanco stemmen zijn van onwaarde en tellen niet mee bij de berekening van het aantal uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt de beslissing verdaagd tot een volgende vergadering, te houden binnen één maand na de eerste doch niet eerder dan acht dagen daarna. Indien in deze volgende vergadering de stemmen weer staken, is bij het staken van stemmen het voorstel verworpen. Een geldig besluit kan slechts genomen worden als de meerderheid van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is; indien na één extra oproeping aan de leden van de Raad de meerderheid van de leden niet ter vergadering vertegenwoordigd is, kunnen de aanwezige leden een rechtsgeldig besluit nemen. Een commissaris kan aan iedere vergadering van de Raad telefonisch of door middel van videoconferentie deelnemen, mits die commissaris steeds alle andere aan die vergadering deelnemende commissarissen kan verstaan en door hen verstaan wordt. Zodanige commissaris zal in alle gevallen geacht worden op zodanige vergadering aanwezig te zijn en hij zal stem uit kunnen brengen en ook overigens aan die vergadering kunnen deelnemen alsof hij op zodanige vergadering in persoon aanwezig was. Commissarissen kunnen zich in de vergaderingen van de Raad bij een schriftelijke volmacht slechts door een andere commissaris laten vertegenwoordigen. Bedoelde volmacht mag slechts worden verleend voor een concrete en overzienbare situatie. Het bestuur is verplicht de vergaderingen van de Raad bij te wonen zo dikwijls het daartoe wordt uitgenodigd en aldaar alle verlangde inlichtingen, de zaken der vennootschap betreffende, te geven. Het bestuur rapporteert ten minste half jaarlijks aan de Raad schriftelijk ter zake de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële


CONCEPT

risico's en het beheers- en controlesysteem van de vennootschap. Van het verhandelde in de vergaderingen van de Raad worden door de secretaris of door een andere daartoe ter vergadering aangewezen notulist notulen gehouden, die in de eerstvolgende vergadering danwel direct na de vergadering door de Raad worden vastgesteld, waarvan blijkt uit ondertekening door de voorzitter en notulist van de vergadering. De Raad kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits de zienswijze van alle leden van de Raad schriftelijk wordt ingewonnen en geen van de leden van de Raad zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Van één en ander wordt een aantekening geplaatst in het notulenboek van de vergadering van de Raad. 18.11. Een besluit tot het door de vennootschap aangaan van een transactie waarbij tegenstrijdige belangen spelen die van materiële betekenis zijn voor de vennootschap en/of de desbetreffende commissaris, behoeft de goedkeuring van de Raad. Een commissaris neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een tegenstrijdig belang heeft. Hij telt in dat geval niet mee voor de bepaling van het in het vorige lid bedoelde quorum. Wanneer de Raad hierdoor geen besluit kan nemen wordt het besluit genomen door de vergadering van houders van gewone aandelen. Onder een tegenstrijdig belang als hiervoor in dit lid bedoeld wordt verstaan een direct of indirect persoonlijk belang dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. Hiervan is in ieder geval sprake indien: a. de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een persoonlijke lening, garanties en dergelijke te verstrekken aan een commissaris of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad; b. de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarin een commissaris of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad een persoonlijk en materieel belang houdt; c. de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarvan een bestuurder of commissaris een familierechtelijke verhouding heeft met de commissaris of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad; d. de vennootschap of een dochtermaatschappij voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarbij de commissaris of diens echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwant(en) tot in de tweede graad een bestuurs- of toezichthoudende functie vervult; of e. naar toepasselijk recht een tegenstrijdig belang bestaat, of geacht wordt te bestaan. Een commissaris meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang onverwijld schriftelijk - gelijktijdig - aan de Raad en de vergadering van houders van gewone aandelen en verschaft daarover alle relevante informatie. Voor het geval een commissaris kennis draagt van een tegenstrijdig belang tussen de vennootschap of een dochtermaatschappij enerzijds en een commissaris anderzijds meldt hij dit onverwijld schriftelijk - gelijktijdig - aan


CONCEPT

zowel de vergadering van houders van gewone aandelen als de Raad en verschaft daarover alle relevante informatie. Indien de Raad heeft vastgesteld dat er voor een commissaris daadwerkelijk een tegenstrijdig belang is als hiervoor omschreven, geeft de voorzitter van de Raad hiervan kennis aan het bestuur van de vennootschap. Indien het (potentiële) tegenstrijdige belang van de commissaris structureel van aard is, hetgeen ter uitsluitende beoordeling is van de vergadering van houders van gewone aandelen, zal de voorzitter van de Raad dit oordeel onverwijld ter kennis brengen van de desbetreffende commissaris, die vervolgens onverwijld daarna zal aftreden. 18.12. Ieder der commissarissen heeft zitting voor een periode van ten hoogste vier (4) jaren. Aftredende commissarissen zijn herbenoembaar, met dien verstande dat een lid maximaal twee (2) keer kan worden herbenoemd. De Raad stelt een rooster van aftreding vast. 18.13. De commissarissen genieten een vaste bezoldiging, vast te stellen door de vergadering van houders van gewone aandelen en met inachtneming van dan wel met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector of een daarvoor in de plaats komende regeling. 18.14. Al hetgeen bij deze statuten is bepaald omtrent de Raad, is eveneens van kracht als er vacatures bestaan in de Raad mits er ten minste één (1) commissaris in functie is. Ingeval van ontstentenis of belet van een of meer commissarissen zijn de overblijvende commissarissen of is de enig overblijvende commissaris tijdelijk met het toezicht belast. Ingeval van belet of ontstentenis van alle commissarissen dan wel indien geen enkele commissaris (meer) in functie is, zal het bestuur onverwijld een vergadering van houders van gewone aandelen bijeenroepen om zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen te treffen. 18.15. De Raad is bevoegd een reglement vast te stellen waarin de taak en werkwijze van de Raad nader worden geregeld. 18.16. Commissarissen worden geschorst en ontslagen door de vergadering van houders van gewone aandelen. Een schorsing die niet binnen twee maanden daarna is gevolgd door ontslag vervalt door het verloop van die termijn. Jaarrekening Artikel 19 19.1. Het boekjaar van de vennootschap is gelijk aan het kalenderjaar. 19.1.1. Indien zulks door de wet wordt vereist, verleent de vennootschap aan een daartoe bevoegde accountant de opdracht tot onderzoek van de jaarrekening. Tot het verlenen van deze verplichte opdracht is de algemene vergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan komt de Raad deze bevoegdheid toe. Gaat ook deze daartoe niet over of zijn geen commissarissen in functie, dan komt het bestuur deze bevoegdheid toe. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt; de opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door de algemene vergadering en door degene die haar heeft verleend. 19.1.2. Ook indien zulks niet door de wet wordt vereist, wijst de vennootschap een accountant aan als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek en bepaalt daarbij dat door die accountant met betrekking tot de jaarrekening ofwel een zogenaamde


CONCEPT

beoordelingsverklaring ofwel een verklaring als bedoeld in artikel 2:393 lid 5 Burgerlijk Wetboek ('verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening') zal worden afgegeven. Tot het verlenen van deze opdracht is de algemene vergadering bevoegd. Gaat de algemene vergadering daartoe niet over, dan komt de Raad deze bevoegdheid toe. Indien ook deze daar niet toe over gaat, dan komt het bestuur deze bevoegdheid toe. 19.1.3. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en aan de Raad; hij geeft de uitslag van zijn onderzoek afhankelijk van de aard van de aan hem verstrekte opdracht - in een beoordelingsverklaring of een verklaring omtrent getrouwheid weer. 19.2. Jaarlijks wordt binnen vijf (5) maanden na afloop van het boekjaar van de vennootschap, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste zes (6) maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, door het bestuur een jaarrekening (balans, winsten verliesrekening met toelichting) opgemaakt, die aan de algemene vergadering wordt overgelegd casu quo voor de aandeelhouders ter inzage wordt gelegd ten kantore van de vennootschap. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het jaarverslag ter inzage, tenzij de vennootschap op grond van de wet geen jaarverslag behoeft te publiceren. De jaarrekening wordt ondertekend door de Raad en door alle bestuurders. Indien daaraan enige handtekening ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van de reden melding gemaakt. 19.3. De vennootschap zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het eventuele jaarverslag en de krachtens artikel 2:392 lid 1 Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens vanaf de oproeping voor de algemene vergadering, bestemd voor haar behandeling, te haren kantore aanwezig zijn. De aandeelhouders en de overige vergadergerechtigden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen. Vaststelling jaarstukken Artikel 20 20.1. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering. Het jaarverslag wordt vastgesteld door het bestuur. 20.2. Nadat de jaarrekening door de algemene vergadering is vastgesteld, zal aan de algemene vergadering het voorstel worden gedaan om kwijting te verlenen aan de bestuurders voor het door hen in het desbetreffende boekjaar gevoerde beleid, voorzover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of dat beleid aan de algemene vergadering bekend is gemaakt en aan de Raad voor zijn toezicht op het bestuur over het boekjaar waarop die stukken betrekking hebben. De desbetreffende besluiten worden door de algemene vergadering genomen met dezelfde meerderheid waarmee de jaarrekening wordt vastgesteld. Winstbestemming Artikel 21 21.1. Ingeval van uitgifte van aandelen in het kapitaal van de vennootschap dan wel in geval van een nadere storting op reeds uitgegeven aandelen, zal hetgeen de vennootschap ontvangt boven de nominale waarde worden geboekt op de agioreserve. Het in de vorige zin bepaalde is van toepassing ongeacht of de inbreng een bedrag in geld is of inbreng anders dan in geld. Voorts kent de vennootschap – naast eventuele andere reserves – een dividendreserve S,


CONCEPT

waartoe uitsluitende de houders van stemrechtloze aandelen zijn gerechtigd. 21.2. Van het resultaat, zoals dat uit de vastgestelde jaarrekening blijkt, wordt - in geval van winst – een zodanig gedeelte aan de dividendreserve S toegevoegd dat gelijk is aan het gemiddelde van de wettelijke rente per het begin en het einde van het boekjaar, berekend over het saldo van het op de betreffende stemrechtloze aandelen gestorte bedrag. Indien het gestorte bedrag niet het gehele boekjaar eenzelfde bedrag was, zal de uitkering worden berekend over het jaargemiddelde van het gestorte bedrag. Het hierna resterende gedeelte van de winst staat ter beschikking van de vergadering van houders van gewone aandelen, een en ander met dien verstande dat op de stemrechtloze aandelen geen verdere reservering of uitkering plaatsvindt. In geval van een verlies bepaalt de vergadering van houders van gewone aandelen de verwerking van het verlies. De vennootschap kan slechts uitkeringen doen voor zover het eigen vermogen groter is dan de reserves die krachtens de wet moeten worden aangehouden. 21.3. De vergadering van houders van gewone aandelen kan besluiten tot uitkeringen ten laste van een reserve die niet krachtens de wet moet worden aangehouden. 21.4. Een besluit dat strekt tot uitkering heeft geen gevolgen zolang het bestuur geen goedkeuring heeft verleend. Het bestuur weigert slechts de goedkeuring indien het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. 21.5. Indien de vennootschap na een uitkering niet kan voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, zijn de bestuurders die dat ten tijde van de uitkering wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien jegens de vennootschap hoofdelijk verbonden voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan met de wettelijke rente vanaf de dag van de uitkering. Artikel 2:248 lid 5 Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing. Niet verbonden is de bestuurder die bewijst dat het niet aan hem te wijten is dat de vennootschap de uitkering heeft gedaan en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden. Degene die de uitkering ontving terwijl hij wist of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden is gehouden tot vergoeding van het tekort dat door de uitkering is ontstaan, voor ten hoogste het bedrag of de waarde van de door hem ontvangen uitkering. Indien de bestuurders de vordering uit hoofde van de eerste zin hebben voldaan, geschiedt de in de derde zin bedoelde vergoeding aan de bestuurders naar evenredigheid van het gedeelte dat door ieder der bestuurders is voldaan. Ten aanzien van een schuld uit hoofde van de eerste of derde zin is de schuldenaar niet bevoegd tot verrekening. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing op uitkeringen in de vorm van aandelen in het kapitaal van de vennootschap of bijschrijvingen op niet volgestorte aandelen. 21.6. Met een bestuurder wordt voor de toepassing van lid 5 gelijkgesteld degene die het beleid van de vennootschap heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder. De vordering kan niet worden ingesteld tegen een door de rechter benoemde bewindvoerder. 21.7. Bij de berekening van iedere uitkering tellen de aandelen, die de vennootschap in haar kapitaal houdt dan wel waarvan zij certificaten van aandelen houdt niet mede, tenzij deze aandelen belast zijn met een


CONCEPT

vruchtgebruik en het vruchtgebruik was gevestigd voordat het aandeel aan de vennootschap toebehoorde. 21.8. Bij de berekening van het bedrag dat op ieder aandeel zal worden uitgekeerd, komt slechts de nominale waarde van de aandelen in aanmerking. Van de vorige zin kan telkens met instemming van alle aandeelhouders worden afgeweken. 21.9. De vergadering van houders van gewone aandelen kan besluiten tot het doen van tussentijdse uitkeringen, indien aan het vereiste in lid 2 laatste volzin is voldaan. Het overigens in dit artikel bepaalde is dan van overeenkomstige toepassing. Dividend Artikel 22 Uitkeringen staan vanaf een maand na de vaststelling ter beschikking van de aandeelhouders, tenzij de vergadering van houders van gewone aandelen een andere termijn vaststelt. De vorderingen verjaren door verloop van vijf jaar. Uitkeringen waarover niet binnen vijf jaar na de beschikbaarstelling is beschikt, vervallen aan de vennootschap. Algemene vergadering Artikel 23 23.1. De algemene vergaderingen worden gehouden in Nederland in de gemeente waar de vennootschap haar zetel heeft. Een algemene vergadering kan elders dan behoort worden gehouden, mits alle vergadergerechtigden hebben ingestemd met de plaats van de vergadering en de bestuurders en de commissarissen voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid zijn gesteld om advies uit te brengen. 23.2. Jaarlijks wordt uiterlijk binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering (hierna jaarvergadering) gehouden. Hierin worden behandeld: de jaarrekening; het jaarverslag; het verlenen van kwijting aan de bestuurders voor het door hen in het desbetreffende boekjaar gevoerde beleid, voor zover van dat beleid uit de jaarrekening blijkt of dat beleid aan de algemene vergadering bekend is gemaakt; het verlenen van kwijting aan de leden van de Raad voor het uitgeoefende toezicht; voorstellen, die op de agenda zijn geplaatst door het bestuur, de Raad of door aandeelhouders en/of andere vergadergerechtigden die ten minste een honderdste gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Voorstellen van die laatst bedoelde aandeelhouders en/of certificaathouders worden opgenomen in de oproeping of op dezelfde wijze aangekondigd indien de vennootschap het verzoek niet later dan op de dertigste dag vóór die van de vergadering heeft ontvangen en mits geen zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet; hetgeen verder ter tafel wordt gebracht, met dien verstande dat omtrent onderwerpen die niet in de oproeping of in een aanvullende oproeping met inachtneming van de voor de oproeping gestelde termijn zijn vermeld, niet wettig kan worden besloten, tenzij alle vergadergerechtigden ermee hebben ingestemd dat de besluitvorming over die onderwerpen plaatsvindt en de bestuurders en de


CONCEPT

commissarissen voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid zijn gesteld om advies uit te brengen. 23.3. Ingeval van een verlengingsbesluit als bedoeld in artikel 19 lid 2 wordt de jaarvergadering waarin behandeling van de jaarrekening en het eventuele jaarverslag aan de orde komt uitgesteld overeenkomstig dat besluit. 23.4. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls daartoe door het bestuur of de Raad wordt opgeroepen. Het bestuur en de Raad zijn tot zodanige oproeping verplicht wanneer één of meer aandeelhouders en/of andere vergadergerechtigden, ten minste eenhonderdste van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigende, zulks schriftelijk, met nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen, aan het bestuur en de Raad verzoeken. Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek wordt voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd. Oproeping Artikel 24 24.1. Het bestuur, de Raad en de vergadering van houders van gewone aandelen zijn ieder bevoegd tot het bijeenroepen van een algemene vergadering. Oproeping geschiedt schriftelijk. 24.2. Indien de vergadergerechtigde hiermee instemt kan de oproeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de vennootschap is bekendgemaakt. 24.3. De oproeping vermeldt de te behandelen onderwerpen. Aan algemene vergaderingen kan worden deelgenomen en gestemd door middel van een elektronisch communicatiemiddel indien dit bij de oproeping is vermeld. Een onderwerp, waarvan de behandeling schriftelijk is verzocht door een of meer houders van aandelen of andere vergadergerechtigden die alleen of gezamenlijk ten minste een honderdste gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, wordt opgenomen in de oproeping of op dezelfde wijze aangekondigd indien de vennootschap het verzoek niet later dan op de dertigste dag voor die van de vergadering heeft ontvangen en mits geen zwaarwichtig belang van de vennootschap zich daartegen verzet. 24.4. Omtrent onderwerpen waarvan de behandeling niet bij de oproeping is aangekondigd met inachtneming van de voor oproeping gestelde termijn, kan niet wettig worden besloten, tenzij alle vergadergerechtigden ermee hebben ingestemd dat de besluitvorming over die onderwerpen plaatsvindt en de bestuurders en commissarissen voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid zijn gesteld om advies uit te brengen. 24.5. De oproeping geschiedt niet later dan op de achtste dag vóór die van de vergadering. Is de oproepingstermijn niet in acht genomen of heeft geen oproeping plaatsgehad, dan kunnen geen wettige besluiten worden genomen, tenzij alle vergadergerechtigden ermee hebben ingestemd dat de besluitvorming over die onderwerpen plaatsvindt en de bestuurders en de commissarissen voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid zijn gesteld om advies uit te brengen. 24.6. Bestuurders en commissarissen hebben het recht tot het bijwonen van de algemene vergadering, worden daarvoor onder toezending van de vergaderstukken uitgenodigd en hebben als zodanig een adviserende stem. Leiding algemene vergadering; notulen Artikel 25


CONCEPT

25.1. De leiding van de vergadering berust bij de voorzitter van de Raad. Bij ontstentenis van deze voorziet de algemene vergadering zelf in haar voorzitterschap. Tot dat ogenblik wordt het voorzitterschap waargenomen door een bestuurder. De notulen van de vergadering worden gehouden door een door de voorzitter aangewezen notulist. 25.2. De voorzitter, degene die de vergadering heeft belegd en/of één of meer vergadergerechtigden, die alleen of tezamen ten minste een/tiende van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen, kan/kunnen bepalen dat van het verhandelde in de algemene vergadering een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt. Het proces-verbaal wordt mede door de voorzitter ondertekend. De kosten daarvan zijn voor rekening van de vennootschap. 25.3. Indien geen notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden de notulen van het verhandelde in de algemene vergadering vastgesteld en ten blijke van die vaststelling ondertekend door de voorzitter en de notulist van de vergadering, waarin de vaststelling plaatsvindt. 25.4. Het bestuur houdt van de genomen besluiten aantekening. Indien het bestuur niet ter vergadering is vertegenwoordigd, wordt door of namens de voorzitter van de vergadering een afschrift van de genomen besluiten zo spoedig mogelijk na de vergadering aan het bestuur verstrekt. De aantekeningen liggen ten kantore van de vennootschap ter inzage van de vergadergerechtigden. Aan ieder van dezen wordt desgevraagd afschrift of uittreksel van deze aantekeningen verstrekt tegen ten hoogste de kostprijs. Besluitvorming Artikel 26 26.1. Ieder gewoon aandeel geeft recht op het uitbrengen van één (1) stem. Stemrechtloze aandelen geven geen recht op het uitbrengen van een stem. Iedere vergadergerechtigde is bevoegd, in persoon of bij schriftelijke gevolmachtigde, de algemene vergadering bij te wonen en daarin het woord te voeren. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. 26.2. Bij de vaststelling of een bepaald gedeelte van het kapitaal vertegenwoordigd is, dan wel of een meerderheid een bepaald gedeelte van het kapitaal vertegenwoordigt, wordt het kapitaal verminderd met het bedrag van de aandelen waarvoor geen stem kan worden uitgebracht voor zover artikel 2:24d lid 2 Burgerlijk Wetboek niet anders bepaalt. 26.3. De besluiten van de algemene vergadering worden, behalve in de gevallen waarin bij deze statuten of de wet een grotere meerderheid is voorgeschreven, genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. 26.4. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen wordt bij ongetekende briefjes gestemd. Indien bij stemming over personen bij de eerste stemming niet de volstrekte meerderheid is verkregen, wordt een herstemming gehouden tussen de twee personen die de meeste stemmen op zich hebben verenigd. 26.5. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. 26.6. Blanco stemmen worden als niet uitgebrachte stemmen beschouwd. Stemming bij acclamatie is toegestaan mits geen der stemgerechtigden zich daartegen verzet. 26.7. Voor een aandeel dat toebehoort aan de vennootschap of aan een dochtermaatschappij daarvan, kan in de algemene vergadering geen stem worden uitgebracht; evenmin voor een aandeel waarvan een hunner de


CONCEPT

certificaten houdt. Vruchtgebruikers van aandelen, die aan de vennootschap en haar dochtermaatschappijen toebehoren, zijn evenwel niet van hun stemrecht uitgesloten, indien het vruchtgebruik was gevestigd voordat het aandeel aan de vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan toebehoorde. De vennootschap of een dochtermaatschappij daarvan kan geen stem uitbrengen voor een aandeel waarop zij een recht van vruchtgebruik heeft. 26.8. Indien zulks bij de oproeping is vermeld is iedere vergadergerechtigde bevoegd om, in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde, door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, mits de aandeelhouder via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en kan deelnemen aan de beraadslaging. 26.9. De algemene vergadering is bevoegd bij reglement voorwaarden te stellen aan het gebruik van het elektronische communicatiemiddel. Indien de algemene vergadering van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, worden de voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt. Besluitvorming buiten algemene vergadering Artikel 27 27.1. Besluitvorming van aandeelhouders kan op andere wijze dan in een vergadering geschieden, mits alle vergadergerechtigden met deze wijze van besluitvorming hebben ingestemd. De instemming met de wijze van besluitvorming kan langs elektronische weg plaatsvinden. 27.2. In geval van besluitvorming buiten vergadering, worden de stemmen schriftelijk uitgebracht. Aan het vereiste van schriftelijkheid van de stemmen wordt tevens voldaan indien het besluit onder vermelding van de wijze waarop ieder der aandeelhouders heeft gestemd schriftelijk of elektronisch is vastgelegd. De stemmen kunnen ook langs elektronische weg worden uitgebracht. De bestuurders en commissarissen worden voorafgaand aan de besluitvorming in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen. Vergaderingen van houders van aandelen van een bepaalde soort Artikel 28 Het hiervoor bepaalde in de artikelen 24 tot en met 27 is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de (afzonderlijke) vergaderingen van houders van aandelen van een bepaalde soort, met dien verstande dat in de vergadering van houders van stemrechtloze aandelen elk stemrechtloos aandeel recht geeft op het uitbrengen van één (1) stem. Oproepingen en mededelingen Artikel 29 29.1. Oproepingen, kennisgevingen en andere mededelingen door of aan de vennootschap geschieden schriftelijk (daaronder begrepen per e-mail of andere elektronische gegevensdragers conform de door de vennootschap gestelde vereisten, mits de ontvanger - op enig moment - met elektronische communicatie heeft ingestemd). Oproepingen, kennisgevingen, andere mededelingen en brieven bestemd voor leden van de Raad, voor aandeelhouders en andere vergadergerechtigden worden verstuurd aan de bij de vennootschap bekende adressen zoals onder meer vermeld in het register. Schriftelijke communicatie bestemd voor het bestuur wordt verstuurd aan het adres van de vennootschap.


CONCEPT

29.2. Mededelingen die krachtens de wet of de statuten aan de algemene vergadering moeten worden gericht, kunnen geschieden door middel van opneming in de oproepingsbrieven. Ontbinding Artikel 30 30.1. Bij de ontbinding van de vennootschap geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij de algemene vergadering anders bepaalt. 30.2. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. Het daarin bepaalde omtrent bestuurders is dan van toepassing op de vereffenaars. 30.3. Hetgeen na de voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de vennootschap is overgebleven wordt aan de aandeelhouders uitgekeerd als volgt. Allereerst wordt er aan de houders van stemrechtloze aandelen het op de stemrechtloze aandelen gestorte bedrag en vervolgens aan de houders van gewone aandelen het nominaal op de gewone aandelen gestorte bedrag uitgekeerd. Het daarna resterende wordt uitgekeerd aan de houders van gewone aandelen in verhouding tot het nominale bedrag van ieders bezit aan gewone aandelen. 30.4. De vennootschap blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Slotbepaling Artikel 31 Aan de algemene vergadering behoort, binnen de door de wet en deze statuten gestelde grenzen, alle bevoegdheid, die niet aan anderen is toegekend. Slotverklaringen De comparant, handelend als gemeld, verklaarde ten slotte: 1. voor de eerste maal worden tot bestuurders van de vennootschap benoemd: [●] 2. per de datum van oprichting is geen raad van commissarissen ingesteld; 3. bij de oprichting zijn geplaatst een (1) aandeel, vertegenwoordigende een geplaatst kapitaal van een miljoen euro (EUR 1.000.000,--); 4. in het geplaatste kapitaal wordt deelgenomen door de oprichter voor alle geplaatste aandelen; 5. de geplaatste aandelen worden volgestort in geld; 6. de kosten van oprichting komen voor rekening van de vennootschap. Volmacht ./. Van de volmacht aan de comparant blijkt uit een (1) onderhandse akte van volmacht, die aan deze akte wordt gehecht. Slot De comparant is mij, notaris, bekend. Deze akte is verleden te Amsterdam op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en het geven van een toelichting daarop en nadat ik, notaris, heb gewezen op de gevolgen van de inhoud van deze akte voor de partij, heeft de comparant verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen na daartoe tijdig in de gelegenheid te zijn gesteld, met de inhoud van de akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte ondertekend door de comparant en


CONCEPT

mij, notaris.


Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 4 - Concept statuten GABV - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek


2015-03-03 Bijlage 5 - Antwoord op technische vraag - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####068a8a48-d7f0-4657-a1cf-a66949545c93#

TECHNISCHE VRAAG (alleen over een agendapunt) Indiener: Arnold Kion, GemeenteBelangen Datum indiening vraag: 4 februari 2015 Datum verzending antwoord: 9 februari 2015 commissievergadering van: Ruimte/Bestuur 11 februari 2015 raadsvergadering van: N.a.v. punt 11, Breedband Buitengebied Achterhoek heeft de fractie van GemeenteBelangen Berkelland de volgende vragen: Vraag: - In de grote kernen is glasvezel/breedband aangelegd zonder bijkomende kosten voor de inwoners. In het buitengebied zijn de kosten € 500 per aansluiting. Waarom dit onderscheid en hoe is dit bedrag samengesteld? Antwoord: Vooraf: Op 9 december 2014 is er bij De Radstake in Varsseveld speciaal voor raadsleden en statenleden een informatiebijeenkomst over het Breedbandbedrijf Achterhoek gehouden. Op deze avond zijn alle ins en outs rond het breedbandproject in het buitengebied uitvoerig aan de orde geweest. De aanleg van glasvezel in het buitengebied is vanwege de langere graafafstanden vele malen duurder dan aanleg in de grote kernen. Daarnaast is het buitengebied minder dicht bevolkt, waardoor het terugverdienen van de investering dermate lang duurt dat het voor marktpartijen niet interessant is om op te pakken. In het plan dat voorligt zijn provincie en gemeenten bereid een rol te spelen in de financiering waardoor de kosten relatief laag zijn en gewerkt kan worden met een langere terugverdientijd en met een prijs van € 500,-. En net zoals bij Reggefiber netwerken het geval is sluiten consumenten met providers een abonnement af, waar een huurprijs voor de infrastructuur is inbegrepen. De inwoners van de grote kernen betalen via deze huurprijs dus ook mee aan de aanleg van het glasvezelnetwerk. De € 500,- is een bijdrage in de aansluitkosten op het betreffende perceel. Vraag: - Leningsovereenkomst € 6 miljoen. Wanneer zal de lening zijn afgelost? Antwoord: Concrete afspraken over de leningsvoorwaarden – waaronder de wijze van aflossing en de leningsduur- moeten nog gemaakt worden. De looptijd zal afgestemd worden op de looptijd van de garantstellingen door gemeenten. Verwachting is dat de lening aangegaan wordt voor 10 tot maximaal 20 jaar en er jaarlijks door het breedbandbedrijf (lineair of annuïtair) afgelost wordt. Vraag: - Koppeling met de grijze gebieden wordt overgelaten aan de markt. Wordt er gericht actie ondernomen naar de markt? Wanneer verwacht u dat het grijze gebied ook glasvezel/breedband zal hebben? Antwoord:

De Europese commissie verbiedt de overheid afspraken met marktpartijen te maken over de aanleg van glasvezel in grijze gebieden. Het is wel zo dat de gemeente als voorwaarde heeft gesteld dat het aan te leggen netwerk in de witte gebieden, voldoet aan de technische eisen om later het grijze gebied aan te koppelen. Of op termijn het netwerk te kunnen verkopen aan marktpartijen zodat in de toekomst het totale grondgebied van de gemeente van glasvezel kan worden voorzien. De verwachting is dat de aanleg van glasvezel in de witte gebieden een vliegwieleffect voor de grijze gebieden in de gemeente heeft. De netwerken komen letterlijk dichter bij elkaar te liggen.

Toelichting: Technische vragen zijn alleen bedoeld voor vragen over punten die op de agenda staan. Ze zijn niet bedoeld voor een politiek antwoord. Technische vragen zijn vragen voor een beter begrip van een vraagstuk. Vragen over feiten en de uitleg daarvan of over de gevolgen van een besluit. Voor de overzichtelijkheid uw vragen in de daarvoor bestemde vakken plaatsen. Bij elke nieuwe vraag kunt u d.m.v. de tabtoets een nieuwe regel aanmaken. Het antwoord zal dan geplaatst worden bij de desbetreffende vraag.

2

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 5 - Antwoord op technische vraag - Deelname aan project Breedband Buitengebied Achterhoek


2015-03-03 Bijlage 6 - Antwoord op technische vraag - Breedband Buitengebied Achterhoek (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####de5e1baa-a899-4473-9f51-de89fb92a46d#

TECHNISCHE VRAAG (alleen over een agendapunt) Indiener: P. Brugman (PvdA) Datum indiening vraag: 19-02-2015 Datum verzending antwoord: 26 februari 2015

raadsvergadering van: 3 maart 2015 Formulering: Vraag: De eigen bijdrage in de kosten van de aanleg van glasvezel bedraagt € 500. Er is een categorie inwoners die dit niet kunnen bekostigen. Wethouder Boer heeft aangegeven dat er in een dergelijk geval beroep gedaan zou moeten worden op de regeling bijzondere bijstand. Antwoord: Dit is correct, het gemeentelijk minimabeleid kan hier uitkomst bieden. Door aanpassingen van het rijk in de categoriale bijstand kan geen beroep worden gedaan op de bestaande regelingen. Het college kan wel een regeling op grond van het minimabeleid vaststellen waarop inwoners met een laag inkomen (<110% bijstandsniveau) en een vermogen onder de vermogensgrens (alleenstaande € 5.895,- gezin € 11.790,-) een beroep kunnen doen. Deze regeling kan worden gefinancierd uit de vrij besteedbare Klijnsma gelden. Zoals bekend impliceert dit een inkomens- en een vermogenstoets. Is er een andere mogelijkheid om te komen tot financiering van eigen bijdrage in die gevallen waar inwoners niet solvabel genoeg zijn om dit geheel of gedeeltelijk zelf te betalen? Antwoord: Een mogelijkheid is dat we als gemeente aan onze inwoners een lening verstrekken. Alleen kunnen wij als overheid geen vergunning krijgen die o.g.v. van de Wet financieel toezicht (Wft) vereist is om aan consumenten leningen te mogen verstrekken. Stimuleringsfonds volkshuisvesting (SVn) voldoet wel aan die vergunningvereisten. Via dit fonds verstrekken wij bijvoorbeeld ook de duurzaamheidslening aan onze inwoners. Het SVn verstrekt echter geen leningen onder de € 2.500,- omdat de administratieve lasten dan naar verhouding te hoog zijn gezien het geleende bedrag. Overigens is in de vergadering van Provinciale Staten van 25 februari een motie aangenomen (zie bijlage) waarin GS verzocht wordt deelnemers de mogelijkheid te bieden om in termijnen de bijdrage van € 500,- te voldoen. De exacte uitwerking hiervan is nog niet helder. Tot slot willen we opmerken dat het tijdstip waarop de bijdrage van € 500,- voldaan moet worden nog enkele maanden zal duren. Dit biedt deelnemers de mogelijkheid om maandelijks een bedrag te sparen om uiteindelijk de bijdrage te kunnen voldoen.


2

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 6 - Antwoord op technische vraag - Breedband Buitengebied Achterhoek


2015-03-03 Bijlage 6 - Antwoord op technische vraag - Breedband Buitengebied Achterhoek_Motie 500 in termijnen (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####5d363e21-6e18-4fc7-bfcc-372c6c8bbaae#

Motie (art. 37 RvO) Termijnbijdrage 500 euro breedband Provinciale Staten van Gelderland, in vergadering bijeen op 25 februari 2015, gehoord de beraadslagingen, Overwegende dat, - het aanleggen van breedband in de buitengebieden en op bedrijventerreinen een goede ontwikkeling is; - hiervoor een benodigde percentage van 50 procent deelname gehaald moet worden; - Voor sommige deelnemers het voldoen van de bijdrage van 500 euro een belemmering kan vormen voor deelname aan het breedband project; - Dit percentage eenvoudiger gehaald wordt door de mogelijkheid te bieden, om de deelnemers een keuze te laten maken voor eenmalig 500 euro of in termijnen de bijdrage te voldoen Verzoekt het college van GS om de deelnemers de mogelijkheid te bieden om de bijdrage in termijnen te voldoen.

en gaan over tot de orde van de dag.

M. van der Leur PvdA

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 6 - Antwoord op technische vraag - Breedband Buitengebied Achterhoek_Motie 500 in termijnen


2015-03-03 Bijlage 7 - Motie PvdA (M-15-03) Termijnbijdrage € 500 breedband buitengebied Achterhoek (terug naar agendapunt)

De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####98f8e090-231c-4ee4-9cd7-6d855dd374f9#

Einde bijlage: 2015-03-03 Bijlage 7 - Motie PvdA (M-15-03) Termijnbijdrage € 500 breedband buitengebied Achterhoek


Gemeenteraadsvergadering 3 maart 2015

Recommend Documents