Gemeenteraad: zitting van 13 maart 2014
VERSLAG Aanwezig:
Afwezig: Verontschuldigd:
Geert Janssens: Voorzitter van de gemeenteraad; Manu Claes: Burgemeester; Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx: Schepenen; Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters: Raadsleden; Liesbeth Verdeyen: Gemeentesecretaris Marc Decat: Raadslid verontschuldigd voor M3, M4, M5, M6, M7, M8, 13, 14; Sofie Coomans: Raadslid; Joris De Vriendt: Raadslid verontschuldigd voor 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, M1, M2; Ronald Schuyten: Raadslid
De Voorzitter van de gemeenteraad, Geert Janssens, opent de vergadering om 20.00 uur. 1
Goedkeuring van het verslag van de vorige zitting.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005, inzonderheid art. 33; Gelet op het ontwerp van notulen van de zitting van 13.02.2014; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Enig art. De notulen van de zitting van 13.02.2014 worden goedgekeurd.
2
Goedkeuring akkoord betreffende de grootte van de vergoeding en de wijze van betaling in verband met de aanwijzing van de provinciaal sanctionerende ambtenaren voor de gemeente.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005; Gelet op de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het koninklijk besluit van 21.12.2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het provincieraadsbesluit van 19.11.2013 waarbij de aanstelling van Johan Guillemyn en Greet Van Eygen als provinciaal sanctionerende ambtenaren voor onbepaalde tijd wordt verlengd en waarbij vastgesteld werd dat de helft van de effectieve kostprijs thans 65 euro per dossier bedraagt; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx,
Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus Neen: Onthouding:
Sara De Kock, Paul Boschmans, Kenny Peeters
Besluit: Art. 1. Het akkoord betreffende de grootte van de vergoeding en de wijze van betaling in verband met de aanwijzing van de provinciaal sanctionerende ambtenaren voor de gemeente wordt goedgekeurd als volgt: Tussen de ondergetekenden: De Provincie Vlaams-Brabant, hier vertegenwoordigd door de deputatie voor wie optreden mevrouw Karin Jiroflée, gedeputeerde-verslaggever ingevolge het huishoudelijk reglement van de deputatie goedgekeurd op 15.03.2007 en de heer Marc Collier, provinciegriffier en De gemeente Scherpenheuvel-Zichem, hier vertegenwoordigd door de heer Manu Claes, burgemeester en mevrouw Liesbeth Verdeyen, gemeentesecretaris hierna genoemd de partijen Gelet op artikel 6 §2 en §3 van de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op artikelen 1 §2 en 2 §1 van het koninklijk besluit van 21.12.2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het besluit van de provincieraad van 18.03.2003 waarbij beslist werd om gedurende een proefperiode van 2 jaar een provinciaal ambtenaar aan te stellen voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes op aanvraag van de gemeenten en hiertoe Greet Van Eygen en Johan Guillemyn als provinciale ambtenaren aan te stellen; Gelet op het provincieraadsbesluit van 28.06.2005 waarbij beslist werd om de proefperiode met twee jaar te verlengen en om Greet Van Eygen en Johan Guillemyn opnieuw aan te stellen als provinciaal sanctionerende ambtenaren; Gelet op het provincieraadsbesluit van 19.06.2007 waarbij Johan Guillemyn en Greet Van Eygen voor onbepaalde duur worden aangesteld als provinciale ambtenaren voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes en waarin de vergoeding gebracht wordt op de helft van de effectieve kostprijs; dat deze vastgesteld werd op 45 euro per ontvangen dossier; Gelet op het provincieraadsbesluit van 19.11.2013 waarbij de aanstelling van Johan Guillemyn en Greet Van Eygen als provinciaal sanctionerende ambtenaren voor onbepaalde tijd wordt verlengd en waarbij vastgesteld werd dat de helft van de effectieve kostprijs thans 65 euro per dossier bedraagt; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 13.03.2014 waarbij de heer Johan Guillemyn en mevrouw Greet Van Eygen worden aangewezen als ambtenaren voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes. Partijen gaan akkoord dat voor de dossiers met feiten tot 31.12.2013 de gemeente een vergoeding betaalt van 45 euro per geregistreerd dossier. Voor de dossiers met feiten vanaf 01.01.2014 betaalt de gemeente een vergoeding van 65 euro per geregistreerd dossier. De gemeente Scherpenheuvel-Zichem zal het verschuldigd bedrag betalen aan de provincie op rekeningnummer BE56 0910 1061 7788 met vermelding van referte van de factuur.
Opgemaakt te Scherpenheuvel-Zichem, op ……2014
Art. 2.
3
Provincie Vlaams-Brabant
De gemeente
Namens de deputatie
Namens de gemeenteraad
De provinciegriffier
De verslaggever
De burgemeester,
De secretaris
Marc COLLIER
Karin JIROFLÉE
Manu CLAES
Liesbeth VERDEYEN
Deze beslissing wordt overgemaakt aan de Provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1 te 3010 LEUVEN.
Aanstelling van een bedrijfsrevisor voor het Autonoom Gemeentebedrijf Patrimonium Scherpenheuvel-Zichem.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005; Gelet op de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Patrimonium Scherpenheuvel-Zichem zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 05.12.2013 en door de minister van Bestuurszaken op 06.02.2014; Overwegende dat overeenkomstig art. 38 van deze statuten de commissaris dient te worden benoemd door de gemeenteraad; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27.01.2014 betreffende het vaststellen van de procedure en voorwaarden en de aan te schrijven kandidaten voor de opdracht met als voorwerp de controle van de boekjaren 2013, 2014 en 2015 van de rekeningen van het AGB Patrimonium Scherpenheuvel-Zichem; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.03.2014 waarbij deze opdracht wordt gegund aan KPMG Vias aangezien deze de enige regelmatige inschrijver in deze procedure was; Overwegende dat KPMG Vias nog dient te worden benoemd als commissaris van het Autonoom Gemeentebedrijf Patrimonium Scherpenheuvel-Zichem door de gemeenteraad; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Art. 1. De gemeenteraad keurt de benoeming van KPMG Vias als commissaris van het Autonoom Gemeentebedrijf Patrimonium Scherpenheuvel-Zichem goed voor de boekjaren 2013, 2014 en 2015. Art. 2. Deze beslissing wordt meegedeeld aan de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Patrimonium Scherpenheuvel-Zichem en aan KPMG Vias.
4
Vaststelling van het belastingreglement op nachtwinkels.
Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet;
Gelet op artikel 42, § 3 van het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de wet van 10.11.2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening; Overwegende dat zich op het grondgebied van de stad een aantal nachtwinkels bevinden; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 22.06.2009 betreffende de uitbatingsvergunning voor nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie; Overwegende dat de activiteiten van deze zaken fundamenteel verschillen van deze van de gewone kleinhandel; dat de openingsuren zich grotendeels situeren tijdens de nachtrust van de meeste omwonenden en daardoor maatschappelijke overlast in de directe omgeving met zich meebrengen en een bijzondere financiële last voor de stad, voornamelijk op het vlak van orde, netheid en toezicht; Overwegende dat de ontvangsten van een belasting die hieruit voortvloeien enerzijds bijdragen in de kosten voor het bestrijden van de overlast met betrekking tot de handhaving van de openbare rust en verkeersveiligheid en van de diensten die instaan voor de openbare netheid en anderzijds toelaten een doordacht lokaal beleid te voeren; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Allessia Claes, Hans Verboven, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs Besluit: Art. 1. Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2016 wordt een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting geheven op de nachtwinkels gelegen op het grondgebied van ScherpenheuvelZichem, zoals bedoeld in de wet van 10.11.2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening. Art. 2. De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de uitbater is van de nachtwinkel, de zaakvoerder ervan of de eigenaar van het pand is waarin de handelsactiviteit wordt uitgevoerd. Art. 3. De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar, welke ook de aanvangs- of stopzettingsdatum is van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar. Art. 4. De belasting wordt per nachtwinkel vastgesteld als volgt: - openingsbelasting € 6.000,00; - jaarlijkse belasting € 1.500,00. Art. 5. De openingsbelasting is eenmalig en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel. Elke wijziging of stopzetting van een handelsactiviteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtige onmiddellijk en per aangetekend schrijven aan het stadsbestuur te worden meegedeeld. Art. 6. De jaarlijkse belasting gaat in vanaf het jaar volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van het huidig belastingreglement. Art. 7. Bij overgangsmaatregel worden nachtwinkels die hun activiteit startten voor 01.01.2014 vrijgesteld van de openingsbelasting. Art. 8. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art. 9. De belastingplichtige ontvangt een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet teruggestuurd worden. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 31 december van het aanslagjaar, aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Art. 10. Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag,
Art. 11. Art. 12.
5
betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Wijziging van het belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen.
Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet; Gelet op artikel 42, § 3 van het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 04.02.1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 27.03.2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna het decreet genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10.07.2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 02.04.1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op het reglement van de gemeenteraad van 19.12.2012 op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en indicaties ter bepaling van leegstaand; Gelet op belastingreglement van 21.03.2013 op de leegstand van woningen en gebouwen; Overwegende dat het niet wenselijk is om voor eenzelfde pand dat opgenomen is in zowel het leegstandsregister als de gewestelijke inventaris van verkrotting, een dubbele belasting te heffen; Overwegende dat het wenselijk is om een administratieve boete op te leggen bij het laattijdig aanspraak maken op een vrijstelling, dit wil zeggen na de verjaardag van de inventarisatiedatum via een bezwaar tegen de belasting; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Allessia Claes, Hans Verboven, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs Onthouding: Koen Vranken Besluit: Art. 1. Het belastingreglement van 21.03.2013 op de leegstand van woningen en gebouwen wordt gewijzigd als volgt: bij artikel 6 § 2 (vrijstellingen) wordt punt 8 bijgevoegd: “opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschiktheid en onbewoonbaarheid of de gewestelijke inventaris van verwaarlozing en er hiervoor een gemeentelijke belasting betaald wordt door de zakelijk gerechtigde conform het gemeentelijk belastingreglement”; een nieuw artikel wordt bijgevoegd: art. 8 “Bij het laattijdig aanspraak maken op een vrijstelling - dit wil zeggen na de verjaardag van de inventarisatiedatum via een bezwaar tegen de belasting - zal er een administratieve boete opgelegd worden van € 80,00”. Art. 2. De gecoördineerde versie van het belastingreglement wordt goedgekeurd als volgt:
Art. 1. Voor de aanslagjaren 2013 tot en met 2016 wordt een jaarlijkse belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Het leegstandsregister wordt opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel 2.2.6 van het decreet grond- en pandenbeleid. Art. 2. De definities van woningen en gebouwen uit artikel 1.2 van het decreet zijn van toepassing, evenals de andere definities van artikel 1.2 van het decreet. Leegstaande gebouwen zijn gebouwen als omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet. Leegstaande woningen zijn woningen als omschreven in artikel 2.2.6 van het decreet. Art. 3. § 1. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. § 2. Panden die op 01.01.2010 opgenomen waren in de gewestelijke leegstandsinventaris behouden hun anciënniteit en zullen aan een verhoogd tarief belast worden. Art. 4. § 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. § 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. § 3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Als de overdrager van het zakelijk recht nalaat deze kennisgeving te doen, wordt hij, in afwijking van § 1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Art. 5. De belasting wordt vastgesteld als volgt: § 1. Voor de eerste termijn van twaalf opeenvolgende maanden opname in het leegstandsregister: 1. voor een gebouw of eengezinswoning € 1.300,00 2. voor een individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het Kamerdecreet € 100,00 3. voor elke andere woning, kamer of studentenkamer € 400,00 § 2. Per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat, wordt de belasting vermeerderd met 100 %. De verschuldigde belasting bedraagt dan voor: 1ste termijn 100% 2de termijn 200 % 3de termijn 300 % vanaf 4de termijn 400 % Art. 6. § 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: 1. de belastingplichtige die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van
enige andere woning. Deze vrijstelling geldt maximum 3 jaar volgend op de datum van de eigendomsakte. 2. de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening of een instelling erkend door het Vlaams agentschap voor personen met een handicap verblijft of voor minstens één jaar werd opgenomen in een psychiatrische instelling. Deze vrijstelling geldt maximum 3 jaar volgend op de datum van opname in de voorziening. De belastingplichtige kan een persoonsgebonden vrijstelling, zoals opgesomd in § 1. slechts éénmaal aanvragen en dit voor slechts één woning. De vrijstelling geldt enkel voor degene aan wie de vrijstelling werd toegekend. Voor de vrijstellingen onder punt 2 moet een bewijs van verblijf voorgelegd worden dat geleverd wordt door de voorziening of instelling waar de belastingplichtige verblijft. § 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 1. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2. geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 3. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een erkende ramp. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. 4. gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van 2 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning. Een verlenging van 1 jaar is éénmaal mogelijk, mits indiening van een renovatiedossier zoals in punt 5 omschreven. De aanvrager geeft toelating om het pand en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. 5. gerenoveerd wordt zonder dat er een stedenbouwkundige vergunning vereist is. In dit geval moet er een renovatiedossier voorgelegd worden dat minstens de volgende elementen bevat: a. een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte; b. een plan of tekening van de toestand na renovatie als deze verschillend is van a; c. een overzicht van de werken die uitgevoerd worden; d. een raming van de kosten met de offertes en/of facturen van de reeds uitgevoerde werken; e. een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken uitgevoerd worden. De aanvrager geeft toelating om het pand en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om 1 jaar te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 1 jaar en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens 1 jaar. De aanvraag voor een eerste en tweede verlenging dient te gebeuren voor het verstrijken van de lopende vrijstelling. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag: a. één of meer facturen van maximum 1 jaar oud die betrekking heeft of hebben op de uitgevoerde renovatiewerken; b. in geval punt e. van bovenstaande paragraaf niet meer realiseerbaar is: een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema. 6. wordt gehuurd en gerenoveerd door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie, zoals bedoeld in artikel 18, § 2 van de Vlaamse Wooncode. 7. wordt gebruikt als noodwoning van het OCMW of van de gemeente. 8. opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschiktheid en onbewoonbaarheid of de gewestelijke inventaris van verwaarlozing en er hiervoor een gemeentelijke belasting betaald wordt door de zakelijk gerechtigde conform het gemeentelijk belastingreglement § 3. Voor de bepalingen in § 1 en § 2 geldt dat de vrijstelling van heffing: geen impact
heeft op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister: de anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de heffing zal worden berekend op basis van de inventarisatiedatum. § 4. Vrijstellingen en schorsingen die door Wonen Vlaanderen werden toegestaan vervallen. De zakelijk gerechtigde kan een nieuwe vrijstelling aanvragen binnen het kader van dit reglement. § 5. Uitsluitend de vrijstellingen die opgesomd zijn in dit reglement worden toegepast. Art. 7. De aanvraag tot vrijstelling van heffing dient schriftelijk te gebeuren voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in het leegstandsregister. Eens de verjaardag van de inventarisatiedatum is verlopen, kan de gemeente overgaan tot het invorderen van de heffing. In dit stadium kan voor de voorbije termijn geen vrijstelling van heffing meer worden aangevraagd, maar kan er enkel nog bezwaar tegen de belasting worden ingediend. Art. 8. Bij het laattijdig aanspraak maken op een vrijstelling - dit wil zeggen na de verjaardag van de inventarisatiedatum via een bezwaar tegen de belasting - zal er een administratieve boete opgelegd worden van € 80,00. Art. 9. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art. 10. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Raadslid A. Claes vraagt namens de N-VA-fractie om het stemgedrag te notuleren voor de agendapunten 5 en 6. ‘Wij hebben punt 5 afgekeurd omdat het weer over een belastingreglement gaat en we hebben dat vorig jaar ook afgekeurd. Dit belastingreglement handelt over verwaarloosde gebouwen. Natuurlijk zijn we daar tegen dat er verwaarloosde gebouwen zijn in onze gemeente en daarom gaan we dit mee goedkeuren.’
6
Vaststelling van het belastingreglement op verwaarloosde gebouwen en verwaarloosde, ongeschikte en onbewoonbare woningen.
Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet; Gelet op artikel 42, § 3 van het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 22.12.1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, hierna het Heffingsdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 04.02.1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; Gelet op het decreet van 15.07.1997 houdende de Vlaamse Wooncode, hierna de Vlaamse Wooncode genoemd; Gelet op het decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 27.03.2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna het decreet genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 02.04.1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen, hierna het Heffingsbesluit genoemd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 03.10.2003 betreffende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna het Kamerbesluit genoemd; Overwegende dat de heffing van gemeentelijke opcentiemen op de gewestelijke heffing ter bestrijding van verwaarlozing van woningen en gebouwen niet meer wenselijk is ingevolge het arrest van het Hof van Cassatie van 24.05.2012 dat gemeentelijke opcentiemen op een belasting die het KI als
berekeningsgrondslag neemt, strijdig acht met artikel 464, 1° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; Overwegende dat de verkrotting en verwaarlozing van gebouwen en woningen op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden; dat de gemeente daarom een eigen belasting dient te vestigen op de verwaarloosde woningen en gebouwen en op de ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen; Overwegende dat artikel 28 van het Heffingsdecreet de opmaak regelt van een gewestelijke inventaris, bestaande uit twee afzonderlijke lijsten van: - ongeschikte en/of onbewoonbare woningen; - verwaarloosde gebouwen en/of woningen. Overwegende dat artikel 29 van het Heffingsdecreet omschrijft wanneer een gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd en dat de criteria voor beoordeling zijn bepaald in artikel 5 van het uitvoeringsbesluit; Overwegende dat verwaarloosde woningen en gebouwen worden opgenomen in de inventaris overeenkomstig artikel 32 van het Heffingsdecreet. Gemeenten delen aan de inventarisbeheerder mee welke gebouwen en woningen op haar grondgebied verwaarloosd zijn. De inventarisbeheerder neemt het gebouw of de woning op in de inventarislijst, na de vaststelling in een administratieve akte en na afhandeling van het eventueel bezwaar van de houder van het zakelijk recht; Overwegende dat ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen worden opgenomen in de inventaris overeenkomstig artikel 34 van het Heffingsdecreet. De burgemeester neemt een besluit tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring na toepassing van de procedure vermeld in artikel 15 van de Vlaamse Wooncode. De inventarisbeheerder neemt de woning op in de inventarislijst van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen op datum van het besluit tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de burgemeester. De opname op de inventaris wordt vermeld in het besluit van de burgemeester. Dat besluit geldt als registratieattest; Overwegende dat artikel 34bis van het Heffingsdecreet de procedure regelt die de houder van het zakelijk recht dient te volgen indien hij beroep wenst in te stellen tegen de opname van een woning of gebouw in de inventaris. Het beroep wordt ingediend na ontvangst van het registratieattest; Overwegende dat de gemeente overeenkomstig artikel 28, §2 van het Heffingsdecreet een uittreksel ontvangt van de in de inventaris geregistreerde gebouwen en/of woningen die zich op haar grondgebied bevinden, met vermelding van de gebouwen en/of woningen waarop een gewestelijke heffing werd geïnd; Overwegende dat de vaststelling van ongeschikt- en/of onbewoonbaarheid van zelfstandige en nietzelfstandige woningen degelijk en omvattend is geregeld in respectievelijk de Vlaamse Wooncode en het Kwaliteitsbesluit en het Kamerdecreet en Kamerbesluit, terwijl de vaststelling van verwaarlozing van woningen en gebouwen geregeld is in het Heffingsdecreet en het Heffingsbesluit en dit voor gans het grondgebied van het Vlaamse Gewest; Overwegende dat de inventaris van verwaarloosde gebouwen en woningen en ongeschikte en onbewoonbare woningen tot stand komt met medewerking van de gemeenten; Overwegende dat de gewestelijke reglementering voorziet in uitgewerkte beroepsprocedures tegen zowel de vaststellingen van ongeschikt- en/of onbewoonbaarheid en verwaarlozing als de opname in de gewestelijke inventaris; Overwegende dat het derhalve verantwoord is dat de gemeente gebruik maakt van de bestaande gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en verwaarloosde woningen en gebouwen voor de vestiging van een eigen gemeentebelasting; Overwegende dat het niet wenselijk is om voor eenzelfde pand dat opgenomen is in zowel het leegstandsregister als de gewestelijke inventaris van verkrotting, een dubbele belasting te heffen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit:
Art. 1.
Art. 2.
Art. 3.
Art. 4.
Art. 5.
Art. 6.
Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2016 wordt een jaarlijkse belasting geheven op verwaarloosde gebouwen en verwaarloosde, ongeschikte of onbewoonbare woningen gelegen op het grondgebied van de stad. Onder verwaarloosde woningen en gebouwen en ongeschikte en onbewoonbare woningen wordt verstaan de gebouwen en woningen opgenomen in de inventaris, bedoeld in artikel 28, §2, eerste lid van het heffingsdecreet. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in de inventaris. Zolang het gebouw of de woning niet uit de inventaris is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt. § 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende de woning of het gebouw op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. § 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. § 3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in de inventaris. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de stad, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Als de overdrager van het zakelijk recht nalaat deze kennisgeving te doen, wordt hij, in afwijking van § 1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. De belasting wordt vastgesteld als volgt: § 1. Voor de eerste termijn van twaalf opeenvolgende maanden opname in de inventaris: 1. voor een gebouw of eengezinswoning € 1.300,00 2. voor een individuele kamer of studentenkamer zoals gedefinieerd in het Kamerdecreet € 100,00 3. voor elke andere woning, kamer of studentenkamer € 400,00 § 2. Per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning in de inventaris staat, wordt de belasting vermeerderd met 100 %. De verschuldigde belasting bedraagt dan voor: 1ste termijn 100% 2de termijn 200 % 3de termijn 300 % vanaf 4de termijn 400 % § 3. Woningen en gebouwen worden belast volgens de anciënniteit die ze opgebouwd hebben binnen de gewestelijke inventaris van onbewoonbaarheid en ongeschiktheid of de gewestelijke inventaris van verwaarlozing. § 1. Van de belasting is vrijgesteld: 1. de houder van het zakelijk recht die de woning of het gebouw uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en over geen enkele andere woning beschikt; 2. de belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning. § 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 1. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2. geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 3. krachtens decreet beschermd is als monument of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;
4.
Art. 7.
Art. 8.
Art. 9. Art. 10.
vernield of beschadigd werd ten gevolge van een erkende ramp. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging. 5. gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning. Deze vrijstelling geldt gedurende een termijn van 2 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning. Een verlenging van 1 jaar is éénmaal mogelijk, mits indiening van een renovatiedossier zoals in punt 6 omschreven. De aanvrager geeft toelating om het pand en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. 6. gerenoveerd wordt zonder dat er een stedenbouwkundige vergunning vereist is. In dit geval moet er een renovatiedossier voorgelegd worden dat minstens de volgende elementen bevat: a. een plan of tekening en enkele foto’s van de bestaande toestand van het te renoveren gedeelte; b. een plan of tekening van de toestand na renovatie als deze verschillend is van a; c. een overzicht van de werken die uitgevoerd worden; d. een raming van de kosten met de offertes en/of facturen van de reeds uitgevoerde werken; e. een gedetailleerd tijdschema dat aangeeft wanneer de werken uitgevoerd worden. De aanvrager geeft toelating om het pand en de geplande en uitgevoerde werken te controleren. De bevoegde overheid kan de aanvraag weigeren wanneer de bedoelde werken en investeringen onvoldoende zijn om 1 jaar te duren en/of wanneer de woning na de werken nog niet zou voldoen aan de normen van de Vlaamse wooncode. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 1 jaar en is tweemaal aaneensluitend verlengbaar voor telkens 1 jaar. De aanvraag voor een eerste en tweede verlenging dient te gebeuren voor het verstrijken van de lopende vrijstelling. De aanvrager voegt bij de verlengingsaanvraag: a. één of meer facturen van maximum 1 jaar oud die betrekking heeft of hebben op de uitgevoerde renovatiewerken; b. in geval punt e. van bovenstaande paragraaf niet meer realiseerbaar is: een verantwoording waaruit blijkt dat de werken niet konden worden afgerond en een aangepast tijdsschema. 7. wordt gehuurd en gerenoveerd door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie, zoals bedoeld in artikel 18, § 2 van de Vlaamse Wooncode. 8. opgenomen is in het gemeentelijk leegstandsregister en hiervoor een belasting betaald wordt door de zakelijk gerechtigde. § 3. De anciënniteit van opname in de inventaris blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling. Dit betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling komt weg te vallen, de heffing zal worden berekend op basis van de inventarisatiedatum. § 4. Uitsluitend de vrijstellingen die opgesomd zijn in dit reglement worden toegepast. De aanvraag tot vrijstelling van heffing dient schriftelijk te gebeuren voor het verstrijken van de eerste of een volgende termijn van twaalf maanden na datum van opname in de inventaris. Eens de verjaardag van de inventarisatiedatum is verlopen, kan de gemeente overgaan tot het invorderen van de heffing. In dit stadium kan voor de voorbije termijn geen vrijstelling van heffing meer worden aangevraagd, maar kan er enkel nog bezwaar tegen de belasting worden ingediend. Bij het laattijdig aanspraak maken op een vrijstelling - dit wil zeggen na de verjaardag van de inventarisatiedatum via een bezwaar tegen de belasting - zal er een administratieve boete opgelegd worden van € 80,00. De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
7
Vaststelling van het belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten.
Gelet op artikel 170, § 4 van de Grondwet; Gelet op artikel 42, § 3 van het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 02.07.1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, met latere wijzigingen, inzonderheid op artikel 10; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 05-12-2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer (VLAREA), met latere wijzigingen; Overwegende dat de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten de laatste jaren sterk in omvang en aantal zijn toegenomen; dat de ophaling en verwerking van dergelijk materiaal een zware financiële last betekent voor de stad; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Jan Boeckx, Ben Mattheus Neen: Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Kenny Peeters Onthouding: Besluit: Art. 1. Vanaf 01.04.2014 tot en met 31.12.2016 wordt een gemeentebelasting geheven op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten. Art. 2. Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief. Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd. Art. 3. De belasting is verschuldigd door de verdeler. Indien de verdeler niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de uitgever. Wanneer de uitgever niet gekend is en/of niet vermeld is op de reclamebladen dan is de belasting verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen onder wiens (handels)naam, logo, embleem, de reclame bedoeld onder artikel 1, wordt gevoerd. Art. 4. De belasting wordt vastgesteld als volgt: per enkelbladig exemplaar met een oppervlakte kleiner dan of gelijk aan een A-4 formaat € 0,01 per meerbladig exemplaar of per enkelbladig exemplaar met een oppervlakte groter dan een A-4 formaat € 0,02 Art. 5. Per verspreiding bedraagt de belasting minimum € 25,00 ongeacht het aantal verspreide exemplaren en ongeacht het gebruikte formaat, model en bedrukte oppervlakte. Art. 6. De belasting is niet verschuldigd voor drukwerken en gelijkgestelde producten die uitgaan van: onderwijsinstellingen, voor zover geen commercieel oogmerk wordt beoogd en/of voor zover het gaat om de ondersteuning van de eigen werking; sociale, culturele, liefdadigheids- of sportverenigingen, organisaties of instellingen voor zover de uitgever zelf geen commercieel voordeel kan halen en/of voor zover het gaat om de ondersteuning van de eigen werking; openbare diensten. politieke partijen. Art. 7. De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Art. 8. De belastingplichtige is gehouden binnen de 10 dagen na de verspreiding van het drukwerk de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen van het stadsbestuur.
Art. 9.
Art. 10. Art. 11.
8
Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting word verhoogd met een bedrag gelijk aan de belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Uitbating seizoenskraam Albertusplein door Criegers Anne.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van 21.03.2013 betreffende de belasting op de ambulante activiteiten, i.h.b. art. 3 – belasting op de kramen aan de basiliek; Overwegende dat de Stad geprefabriceerde houten constructies ter beschikking stelt; Overwegende dat de regels omtrent het gebruik van deze constructies dienen bepaald te worden in een overeenkomst met de uitbater; Overwegende dat er op het Albertusplein nog 1 kraampje vrij is; Overwegende dat er een kandidaat-uitbater gevonden werd, Mevr. Anne Criegers, die streekbieren en wijnen in geschenkverpakking en degustaties aanbiedt; Overwegende dat dit gamma past in de door de gemeenteraad goedgekeurde uitbreiding van het assortiment; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Art. 1. Er wordt een overeenkomst gesloten met mevrouw Criegers Anne, Koestraat 12 A, 3270 Scherpenheuvel-Zichem, nieuwe standhouder van een seizoenskraam rond de basiliek – Albertusplein. De overeenkomst heeft betrekking op het gebruik van de door de Stad ter beschikking gestelde geprefabriceerde kraampjes. Art. 2. De overeenkomst luidt als volgt: 1.
2. 3. 4.
Tijdens het bedevaartseizoen kan de uitbater gebruik maken van een van de geprefabriceerde kraampjes die de Stad heeft aangebracht ter locatie Albertusplein, om er zijn koopwaren te koop aan te bieden. Het bedevaartseizoen loopt van 15 maart t.e.m. 15 november. De Stad verzekert een tijdige (her)plaatsing van de kraampjes vóór het begin van het seizoen, de goede staat van de kraam en de goede werking van de rolluiken. De koopwaar bestaat uit streekbieren en wijnen in geschenkverpakking (met mogelijkheid tot degustatie). De opstelling gebeurt niet eerder dan 15 maart; uiterlijk op 15 november worden de kraampjes vrijgemaakt. Vóór de overhandiging van de sleutels bij het begin van het seizoen wordt een
5.
6.
7.
8. 9.
10.
11.
12. 13.
9
plaatsbeschrijving opgemaakt door de stedelijke technische dienst en de uitbater. Bij overhandiging van de sleutels op het einde van het seizoen (uiterlijk 16 november) controleert de stedelijke technische dienst in het bijzijn van de uitbater het kraam de verwijdering van gepersonaliseerde elementen en op schade. Het is de uitbater toegestaan het interieur van de kraam aan te passen met kleine nietconstructieve ingrepen zoals het aanbrengen van krammen en nagels om de koopwaar op te hangen, het aanbrengen van lichte en gemakkelijke verwijderbare panelen, het aanbrengen van stopcontacten voor verlichting, verwarming en onderhoud van de kraam. Aan de buitenwanden mag er niets gewijzigd worden. Het gebruik van elektriciteit via aansluiting op de voorziene elektriciteitskasten op het openbaar domein is toegestaan. Het afgenomen vermogen wordt beperkt tot 2500 Watt. De Stad kan hiervoor een retributie invoeren. De uitbater garandeert veilige doorgang voor de voetgangers; de afstand van de koopwaren tot de rijbaan bedraagt min 1,5 m. De ruimte tussen de kramen mag niet worden benut als verkoopsruimte. De uitbater garandeert de netheid van de kraam en de veiligheid van de verkochte waren. Vóór elke nieuwe opstelling levert de uitbater het bewijs dat het kraampje behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen inzake burgerlijke aansprakelijkheid en tegen brandrisico’s. De uitbater stort een borgsom van 250 euro aan de Stad ter garantie van het correcte gebruik van de ter beschikking gestelde constructie onverminderd vervolging via administratieve c.q. juridische weg voor schade. Kleinere schadegevallen kunnen onmiddellijk op de borgsom verhaald worden. De overeenkomst heeft een looptijd van 1 seizoen; ze wordt stilzwijgend vernieuwd. Tussen 1 november en 1 december kan de overeenkomst opgezegd worden door een van beide partijen door middel van een aangetekend schrijven. Onderverhuring en overdracht van de kraam zijn niet toegelaten. De overeenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde van het bezit door de aanvraagster van een machtiging ambulante handel (leurkaart).
Goedkeuring gratis grondafstand verkaveling Z/37/2013 tot realisatie van een extra bouwlot gelegen Tiensestraat 171 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, VERSTREKEN Steve met adres Tiensestraat 167 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005 inzonderheid artikel 42 & 2; Gelet op de Codex Ruimtelijke Ordening; Gelet op het decreet van 18.05.1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen; Gelet op de aanvraag tot verkaveling met gratis grondafstand voor het perceel gelegen Tiensestraat de nr. 171 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, gekadastreerd 2 afdeling Zichem, sectie D, nr(s). 340c2 deel; Overwegende dat een beslissing omtrent een verkaveling met gratis grondafstand voorafgaandelijk dient voorgelegd aan de gemeenteraad; Gelet op het rooilijnplan zijstraat Tiensestraat goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28.09.1990; Gelet op het ontwerp opgemaakt door Ing. Olivier Buyckx, industrieel ingenieur, landmeter-expert, met adres Diestsestraat nr. 54 te 3270 Scherpenheuvel-Zichem; Gelet op de bespreking; Gaat over tot de goedkeuring van de gratis grondafstand in de verkaveling Z/37/2013 gelegen Tiensestraat nr. 171 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, aangevraagd door Verstreken Steve met adres Tiensestraat 167 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem. Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken,
Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Art. 1. De gratis grondafstand in de verkaveling Z/37/2013 gelegen Tiensestraat nr. 171 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, aangevraagd door Verstreken Steve met adres Tiensestraat 167 te 3271 Scherpenheuvel-Zichem, wordt goedgekeurd. Art. 2. De strookgrond gelegen tussen private perceelgrens aan de straatzijde en de goedgekeurde is bestemd om ingelijfd te worden in het openbaar domein van de wegenis en dienen gratis aan de stad afgestaan te worden voor openbaar nut, mits een gunstig bodemattest de overdracht toelaat. Art. 3. Het schepencollege wordt gemachtigd de nutsvoorzieningen en uitrusting van de wegenis op kosten van de verkavelaar te bepalen. Art. 4. Het bebouwbare loten mag slechts vervreemd en bebouwd worden na : - het indienen van een dossier gratis grondafstand (bodemattest, hypothecair getuigschrift bij voorkeur ontwerpakte, verklaring gratis grondafstand, 3x metingsplan gratis grondafstand, schattingsverslag (wordt gevraagd door de technische dienst en kosten worden doorgerekend). - na vergoeding van de kosten van de nutsvoorzieningen. Art. 5. De aanvrager verbindt zich ertoe, evenals zijn rechtsopvolgers, de onder artikel 2 vermelde voorwaarde in de verkoopakte met betrekking tot de gronden in te lassen of te doen inschrijven. Art. 6 Dit besluit wordt voor verder gevolg aan het verkavelingsdossier toegevoegd.
10 Goedkeuring van de ontwerpakte met betrekking tot de gratis grondafstand door de kerkfabriek Heilig Hart en Sint-Antonius van Padua van de zijweg Brabantsebaan (toegangsweg 't Laer). Gelet op de bepalingen van het Gemeentedecreet van 15.07.2005; Gelet op de vraag van de kerkfabriek Heilig Hart en Sint-Antonius van Padua, met zetel te 3271 Averbode, om over te gaan tot de gratis grondafstand van een zijweg aan de Brabantsebaan, zijnde de toegangsweg naar de polyvalente zaal ’t Laer; Overwegende dat de weg het uitzicht heeft van een openbare weg en reeds jaren als dusdanig wordt gebruikt; Overwegende dat de weg tevens werd ingericht door de stad tijdens de uitvoering van wegen- en rioleringswerken in de Brabantsebaan; Gelet op het opmetingsplan van 16.12.2013, opgemaakt door landmeter-expert ing. Lawrens Buyckx, waaruit blijkt dat het afgestane goed een oppervlakte heeft van 11a90ca; e Overwegende dat het goed kadastraal gekend is als 2 afdeling sectie B nr. 372b(deel) en momenteel deel uitmaakt van een groter geheel; Overwegende dat de verwerving gebeurt in het kader van openbaar nut; Gelet op de ontwerpakte met betrekking tot de gratis grondafstand, opgemaakt door notaris Arnout Schotsmans, G. de Stassartstraat 24 te 2800 Mechelen; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit:
Art. 1.
Art. 2. Art. 3.
e
Het goed, gekadastreerd Scherpenheuvel-Zichem 2 afdeling sectie B nr. 372b(deel), met een oppervlakte van 11a90ca volgens meting en zoals afgebeeld op het opmetingsplan, opgemaakt door landmeter-expert ing. Lawrens Buyckx, wordt kosteloos overgenomen. Deze verwerving gebeurt in het kader van openbaar nut om ingelijfd te worden in het openbaar domein. De ontwerpakte met betrekking tot de gratis grondafstand van het in artikel 1 vernoemde goed, opgemaakt door notaris Arnout Schotsmans, G. de Stassartstraat 24 te 2800 Mechelen, wordt goedgekeurd en maakt integraal deel uit van deze beslissing.
11 Goedkeuring ontwerp collector Messelbroek. Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005, inzonderheid artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 17.06.2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het decreet van 26.03.2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de wet van 15.06.2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15.07.2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in klassieke sectoren; Gelet op het koninklijk besluit van 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 27.11.2008 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen Aquafin nv en de stad Scherpenheuvel-Zichem met betrekking tot het project 20.249 ‘Collector Messelbroek’ en de algemene voorwaarden voor de aanduiding van een ontwerper wat betreft het gedeelte van de werken ten laste van de stad (ref. 443/2008/DGZ/EB); Gelet op de beslissing van de college van burgemeester en schepenen van 8.12.2008 houdende de aanstelling van de firma Grontmij Vlaanderen nv, Frans Smoldersstraat 18 te 1932 Zaventem als ontwerper in het project “Collector Messelbroek”; Gelet op het voorgelegde ontwerp (plannen en bestek) in verband met het project “Collector Messelbroek” en de indicatieve raming ten bedrage van 5.453.240,44 EUR excl. BTW waarvan 308.299,30 EUR excl. BTW ten laste van de stad en 5.144.941,14 EUR excl. BTW ten laste van Aquafin; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn in de budget 2014; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Art. 1. Het ontwerp (plannen en bestek) en de indicatieve raming ten bedrage van 5.453.240,44 EUR excl. BTW waarvan 308.299,30 EUR excl. BTW ten laste van de stad en 5.144.941,14 EUR excl. BTW ten laste van Aquafin in verband met het project “Collector Messelbroek”, opgemaakt door Grontmij Belgium nv, worden goedgekeurd. Art. 2. Het project “Collector Messelbroek” wordt gegund bij wijze van open aanbesteding. Art. 3. De nodige kredieten zijn voorzien in het budget 2014.
12 Vaststelling van de wijze van gunning, goedkeuring van de raming en de voorwaarden van de opdracht met als voorwerp: 'Aankoop materialen aanpassingswerken Den Hulst, houten gebouw'.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet bereikt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3; Gelet op de voorwaarden, technische bepalingen, de samenvattende meetstaten en de indicatieve ramingen als bijlage, van volgende materialen: isolatie en houtproducten elektriciteitsbenodigdheden benodigdheden schilderwerken benodigdheden voor centrale verwarming benodigdheden voor waterleiding veiligheidsfolie en zonnewerende folie keukenblok legplanken voor de gang; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aankoop materialen aanpassingswerken Den Hulst, houten gebouw” prijsvragen werden opgesteld door Stadsmagazijn; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 34.912,38 excl. btw of € 42.243,99 incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2014, op registratiesleutel 070501/22100500, investeringsbudget Investeringen aan gebouwen; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Art. 1. Goedkeuring wordt verleend aan de raming voor de opdracht “Aankoop materialen aanpassingswerken Den Hulst, houten gebouw”, opgesteld door Stadsmagazijn. De totale raming bedraagt € 34.912,38 excl. btw of € 42.243,99 incl. 21% btw. Art. 2. Voor de prijsvragen voor benodigdheden, waarvan de technische omschrijvingen als bijlage bij deze beslissing zijn gevoegd en die integraal deel uitmaken van deze beslissing, gelden de volgende voorwaarden: - Er zijn geen prijsherzieningen voorzien. - De opgegeven prijzen blijven 30 kalenderdagen geldig. - De uitvoeringstermijn: leveren binnen de 14 kalenderdagen na gunning - Leveradres: Stadsmagazijn, Prins Alexanderstraat 1 te 3270 Scherpenheuvel-Zichem - De betaling gebeurt na levering van de materialen op basis van een factuur, ingediend op volgend adres: Stadsbestuur Scherpenheuvel–Zichem, August Nihoulstraat 13-15, 3270 Scherpenheuvel-Zichem.
Art. 4. Art. 5.
Bovengenoemde opdrachten worden gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2014, op registratiesleutel 070501/22100500, investeringsbudget Investeringen aan gebouwen.
M1 Mondelinge vraag van raadslid A. Claes betreffende de daling van het aantal horecazaken in Scherpenheuvel-Zichem. Mondelinge vraag van raadslid A. Claes aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Ik had een artikel gelezen over de horeca in het Hageland. Specifiek voor Scherpenheuvel-Zichem is de daling van het aantal horecazaken groot. De afgelopen 5 jaar zijn er 18 zaken gesloten in Scherpenheuvel-Zichem. Wat is jullie standpunt op deze feiten en wat is het bestuur van plan te doen om deze dalende trend tegen te gaan?’ Antwoord van schepen N. Bergmans namens het college van burgemeester en schepenen: ‘We zijn hier al lang mee bezig. Dit is een trend die zich al langer zet. Wij doen er alles aan om ons als toeristisch recreatief knooppunt te promoten en alle kansen te geven aan lokale economie. In dat kader moet je alle dorpskernrenovaties zien, ook bepaalde ruimtelijke uitvoeringsplannen die we gemaakt hebben, bijvoorbeeld Averbode. Wij trachten het juiste kader te creëren om de juiste mensen aan te trekken om hier te investeren. We doen hiervoor ons best en al lang.’ De burgemeester vult verder aan. ‘In dat kader is ook het centrum van Scherpenheuvel vernieuwd. Ook de projecten van De Merode kaderen hierin.’ Raadslid H. Verboven antwoordt hierop het volgende. ‘Eens het kader gecreëerd worden daarna pestbelastingen ingevoerd.’
M2 Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven betreffende de ijskarren in Averbode. Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Het is de afgelopen dagen goed weer geweest. Als ik in Averbode dan een ijsje ga eten blijkt dat de ijsjes ondertussen al 8o cent per bol kosten. Als je de uitbater van de ijskar hierover aanspreekt dan blijkt dit deels te komen door de verhoogde prijs van de productiekosten maar ook omdat de overeenkomst met De Vijvers, mijnheer Verbeeck zo duur geworden is, verdubbelt in prijs. Hier kan de stad wel ingrijpen en een kader creëren. Men kan de ijskarren verschuiven naar terrein van de gemeente. Als men dit zou realiseren zou dit ook leuk zijn voor de schepen van financiën. Dan zouden de ijskarren niet zulke grote bedragen moeten betalen en we zouden er toch inkomsten van hebben.’ Antwoord van schepen N. Bergmans namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Er zijn zeker mogelijkheden.’
M3 Mondelinge vraag van raadslid M. Van Torre betreffende het maaien van de wegbermen. Mondelinge vraag van raadslid M. Van Torre aan het college van burgemeester en schepenen: ‘In zitting van 03.03.2014 heeft het college van burgemeester en schepenen het maaien van de wegbermen gegund aan de firma Krinkels voor een bedrag van 46.000 euro en inclusief BTW. De stad heeft ook een samenwerking met IGO. Waarom vraagt men geen offerte aan IGO om dit werk te doen. Waarom vraagt men enkel prijs aan privéondernemingen?’ Antwoord van schepen N. Bergmans namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Wij maken hier een onderscheid. Voor 80 %, de zogenoemde traditionele bermen, geven wij het maaien uit aan private partners. Deze maaien de bermen overeenkomstig het bermbeheersplan. Dit
doen we al een 20 tal jaar met goed resultaat. Daarnaast hebben we ook een 10 km ecologische bermen. Die laten we beheren door IGO omdat deze een specifiek beheer vragen. Daar zitten we met twee maaibeurten, met handwerk, daar waar we speciaal beheer gaan doen.’ Antwoord van schepen MJ Hendrickx namens het college van burgemeester en schepenen: ‘IGO richt zich op het beheer van ecologische bermen, holle wegen e.d. Ze richten zich op werken waar veel met de hand moet gebeuren of met kleine machines zodat dit kadert in de doelgroepwerking. Ze hebben niet de capaciteit om grote werken te doen. Zij zullen op dergelijke zaken niet ingaan. Trouwens de stad zal wat ze kan uitbesteden aan dergelijke organisaties ook uitbesteden aan deze organisaties. Het is belangrijk om rekening te houden met de zaken die deze organisaties aankunnen en welke niet.’ Antwoord van schepen N. Bergmans: ‘We kunnen het altijd navragen.’
M4 Mondelinge vraag van raadslid M. Van Torre betreffende het erfgoedproject van de Projectgroep De Merode. Mondelinge vraag van raadslid M. Van Torre aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Bij het inzien van het verslag van de projectgroep De Merode, waarin we als stad ook deelnemen, wordt er in verband met de erfgoedevenementen iets uiteen gezet over de Rural Alliances. Tijdens deze bijeenkomst, ik lees het voor zoals het in het verslag staat, tijdens deze bijeenkomst heeft men gevraagd ‘Het zou leuk zijn moest er een fonds of pot voor ontwikkeld worden om de steun te blijven geven na 2015.’ De vraag is hoe reageert het huidig college hierop? Is men van plan van daar aan deel te nemen of niet? Past dit in het BBC verhaal of niet? Welk standpunt zullen jullie daarover hebben?’ Antwoord van de burgemeester namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Als dat zou kunnen verder gezet worden, doen wij daar aan mee. Wij doen daar trouwens nu al aan mee, alles rond streekproducten, lokaal ondernemerschap, … Wij sluiten daar zo veel mogelijk op aan. Als dat wordt verder gezet gaan we daar zeker op inspelen.’ Antwoord van schepen MJ Hendrickx namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Op dit ogenblik is het zo dat er drie Europese projecten zijn waardoor onze gemeente gevat wordt. Dat is PDPO, Leader en Rural Alliances. Hier worden de komende maanden de nieuwe voorwaarden en structuren voor bepaald om in 2015 aan deel te nemen. Wij gebruiken tot nu toe alles wat mogelijk is. We moeten nu eventjes afwachten hoe het zal evolueren de volgende maanden omdat er waarschijnlijk binnen Europa verschuivingen gaan zijn in budgetten en projecten.’ Raadslid M. Van Torre heeft nog volgende vraag: ‘Indien er beslissingen genomen worden in dit dossier had ik daar graag een afschrift van gehad.’ Antwoord van de burgemeester: ‘U gaat dit in het verslag kunnen lezen maar als ik eraan denk zal ik het zeker bezorgen. Het is belangrijk dat we daar kunnen aan deelnemen maar we gaan ook zelf een inbreng moeten doen, en daar wringt soms het schoentje.’
M5 Mondelinge vraag van raadslid R. Jacobs betreffende de parking aan dancing De Kroon. Mondelinge vraag van raadslid R. Jacobs aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Mijn eerste vraag betreft de parking/het aangelegde voetpad aan dancing De Kroon. Niet tegenstaande de politie daar briefjes klaar en duidelijk onder de ruit steekt dat daar niet mag geparkeerd worden, staat het daar regelmatig vol. Hierdoor moeten de voetgangers op de steenweg
gaan wat mijn gedacht niet veilig is. Men mag daar niet parkeren, niet stilstaan dat is pas aangelegd, en toch staat het daar vol. Bijkomend kan je daar ’s maandags een half stort gaan opkuisen. De bezoekers laten daar gewoon vuil achter, dat is niet normaal.’ Antwoord van de burgemeester namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Je bedoelt de zone aan de Koestraat. De politie kan verwittigen maar als men hardleers is moet er opgetreden worden. De reglementen zijn er voor iedereen. Zwerfvuil is wat moeilijker aan te pakken. We zullen bekijken wat er juist aan de hand is.’
M6 Mondelinge vraag van raadslid R. Jacobs betreffende voetweg 86. Mondelinge vraag van raadslid R. Jacobs aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Op mijn tweede vraag mag u schriftelijk op antwoorden want u gaat het antwoord niet zomaar uit uw mouw kunnen schudden. Weg 86 gaande van de Frans Smeyersstraat naar de Groenstraat en van de Groenstraat naar Op ’t Hof, te vinden in de atlas, die weg is weg.’ Antwoord van de burgemeester namens het college van burgemeester en schepenen: ‘We moeten dat natuurlijk opzoeken. We zullen een terreinbezoek doen en schriftelijk antwoorden.’
M7 Mondelinge vraag van raadslid K. Vranken betreffende de parkeersituatie in de Stationsstraat. Mondelinge vraag van raadslid K. Vranken aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Ik wou nog eens informeren naar de parkeersituatie in de stationsstraat. Dit is hier in het verleden al een aantal keren aangehaald. Maar er is daar nog altijd niets veranderd.’ Antwoord van schepen N. Bergmans namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Nee, dat klopt. Dat is door ziekte van onze mobiliteitsambtenaar want die was daar aan bezig. Er is al een opmetingsplan. Het was de bedoeling om aan te duiden waar men mocht parkeren en eventueel af te stappen van het beurtelings parkeren. Dit zal binnen een paar maanden opnieuw worden opgepikt.’ Verdere vraag van raadslid K. Vranken: ‘En de mogelijkheid om een deel van de parking in te delen voor de bezoekers van KMO’s die daar gevestigd zijn, is dat geen optie?’ Antwoord van schepen N. Bergmans. ‘Ik ken de discussie daar. De parking is niet van de stad maar van de spoorwegen. Degene die eerst komt, eerst maalt zoals Joris zegt. Wij kunnen daar geen plaatsen reserveren.’
M8 Mondelinge vraag van raadslid K. Peeters betreffende de actie van de Nationale Oudstrijdersbond in samenwerking met de vrouwenverenigingen. Mondelinge vraag van raadslid K. Peeters aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Ik heb een vraag over een actie van de Nationale Strijdersbond, afdeling Scherpenheuvel. Zij zorgen in kader van 100 jaar WO I in samenwerking met een aantal vrouwenverenigingen voor het haken van klaprozen. Ze willen die dan op de graven leggen van de oud-strijders. Het zou goed zijn als de nabestaanden daar van op de hoogte zijn. Is het mogelijk dat de stad daar zijn medewerking verleend en de nabestaanden contacteert door bijvoorbeeld een plaatje aan het graf te zetten. Zodat een nabestaande ook de mogelijkheid heeft om te protesteren en een zekere zekerheid heeft.’ Antwoord van de burgemeester namens het college van burgemeester en schepenen:
‘We hebben het hierover al gehad met de oud-strijdersverenigingen. Ze willen dat doen met goede bedoelingen maar willen nabestaanden wel dat dat op het graf komt van…? We hebben dan ook gezegd om dat eens te bekijken met de oud-strijdersverenigingen omdat zij toch met een deel van de nabestaanden contacten hebben.’ Antwoord van schepen K. Peetermans namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Het idee was om het niet per graf te doen omdat we er dan een aantal konden vergeten en dat we dat zeker niet wilden voorhebben. Op sommige kerkhoven is dat duidelijk te zien waar dat moet komen op andere niet. Daarom dat men er aan dacht om eerder aan de ingangspoort van ieder kerkhof een stuk te maken met meerdere bloemen en eventueel daar de vermelding van de namen. Maar dat moet nog verder bekeken worden met de verschillende verenigingen.’ Raadslid M. Van Torre voegt het volgende toe: ‘Men kan ook kijken naar wat er gebeurt bij de oorlogsgraven 14-18 in West-Vlaanderen. Men plaatst daar ook bloemen op bepaalde plaatsen en men voegt er een lijst bij met de plaats waar de gesneuvelden liggen zodat men die kan opzoeken als men dat wil. Een tweede idee daarrond is dat elke gemeente zijn eigen standbeelden heeft waar men ook bloemenkransen kan neerleggen. Misschien kan men dit ook voorstellen aan de oudstrijdersverenigingen. Dat men eerder de beelden gaat aankleden.’ Schepen K. Peetermans en de burgemeester antwoorden: ‘Dat is wat wij net bedoelden.’
13 Aanwijzing van de provinciale ambtenaren voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes. Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005; Gelet op de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, meer bepaald artikel 6 §2 en §3; Gelet op het koninklijk besluit van 21.12.2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, meer bepaald artikelen 1 §2 en 2 §1; Gelet op het besluit van de provincieraad van 18.03.2003 waarbij beslist werd om gedurende een proefperiode van 2 jaar een provinciaal ambtenaar aan te stellen voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes op aanvraag van de gemeenten en hiertoe Greet Van Eygen en Johan Guillemyn als provinciale ambtenaren aan te stellen; Gelet op het provincieraadsbesluit van 28.06.2005 waarbij beslist werd om de proefperiode met twee jaar te verlengen en om Greet Van Eygen en Johan Guillemyn opnieuw aan te stellen als provinciaal sanctionerende ambtenaren; Gelet op de eigen beslissing van 27.09.2005 tot aanwijzing van Greet Van Eygen en Johan Guillemyn als ambtenaren belast met het opleggen van administratieve geldboetes; Gelet op het provincieraadsbesluit van 19.06.2007 waarbij Johan Guillemyn en Greet Van Eygen voor onbepaalde duur worden aangesteld als provinciale ambtenaren voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes en waarin de vergoeding gebracht wordt op de helft van de effectieve kostprijs; dat deze vastgesteld werd op 45 euro per ontvangen dossier; Gelet op het provincieraadsbesluit van 19.11.2013 waarbij de aanstelling van Johan Guillemyn en Greet Van Eygen als provinciaal sanctionerende ambtenaren voor onbepaalde tijd wordt verlengd en waarbij vastgesteld werd dat de helft van de effectieve kostprijs thans 65 euro per dossier bedraagt; Overwegende dat het nieuwe tarief van toepassing is voor de dossiers die zullen worden afgehandeld volgens de procedure voorzien in de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Overwegende dat de provincie een dienstverlenende opdracht heeft naar de gemeenten toe en zij een ambtenaar ter beschikking kan stellen; Overwegende dat de procedure enige juridische kennis vereist enerzijds en anderzijds een afwikkeling op provinciaal niveau een eenvormige en neutrale beoordeling waarborgt;
Overwegende dat het wenselijk is een provinciaal ambtenaar te belasten met het opleggen van de gemeentelijke administratieve geldboetes omdat enerzijds er in de gemeente geen ambtenaar beschikbaar is en anderzijds dergelijk personeelslid meer expertise kan ontwikkelen; Gelet op de bespreking; Gaat over tot de geheime stemming; Greet Van Eygen Ja: 20 Neen: 4 Onthoudingen: 0 Ongeldig: 0 Johan Guillemyn Ja: 21 Neen: 3 Onthoudingen: 0 Ongeldig: 0 Besluit: Art. 1. De gemeenteraad wijst de heer Johan Guillemyn en mevrouw Greet Van Eygen verder aan als ambtenaren belast met het opleggen van administratieve geldboetes. Art. 2. Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant, aan de juridische dienst van de provincie Vlaams-Brabant, aan de voorzitter van het politiecollege en aan de procureur des Konings te Leuven.
14 Toekenning premie n.a.v. eervol ontslag van een korporaal bij de vrijwillige brandweerdienst.
Gelet op het organiek reglement van de vrijwillige brandweerdienst, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27.04.2001, en latere wijzigingen; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 30.12.2013 betreffende het eervol ontslag van Alex Smets, wonende Isabellaplein 4 te 3270 Scherpenheuvel, uit zijn ambt van korporaal bij de vrijwillige brandweerdienst; Overwegende dat in voorliggend geval overeenkomstig artikel 41 van vermeld organiek reglement aan betrokkene een éénmalige premie per dienstjaar wordt uitgekeerd; Overwegende dat betrokkene sinds 01.05.1977 deel uitmaakt van de vrijwillige brandweerdienst van Scherpenheuvel-Zichem en derhalve 36 dienstjaren in aanmerking kunnen genomen worden voor de berekening van de premie; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Lieve Renders, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Sara De Kock, Allessia Claes, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Art. 1. Aan Alex Smets, geboren te Scherpenheuvel op 05.01.1956, en wonende Isabellaplein 4 te 3270 Scherpenheuvel, wordt ingevolge zijn eervol ontslag als korporaal bij de vrijwillige brandweerdienst van Scherpenheuvel-Zichem een éénmalige premie uitgekeerd van € 96,68 (basisindex januari 1992, op basis van cijfer index consumptieprijzen 1988 = 100 vanaf 01.01.1991) x 36 dienstjaren = € 3480,48. Art. 2. De premie bedraagt aan de huidige consumptieprijsindex (januari 2014) 3480,48 x 173,51 / 111,37 = € 5422,45. Art. 3. Deze beslissing wordt meegedeeld aan betrokkene en aan de heer Gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
De vergadering wordt gesloten om 21.25 uur. Aldus gedaan in bovenvermelde zitting. Op bevel, Gemeentesecretaris
Voorzitter van de gemeenteraad
Liesbeth Verdeyen
Geert Janssens