Gemeenteraad: zitting van 02 april 2015
VERSLAG Aanwezig:
Afwezig: Verontschuldigd:
Geert Janssens: Voorzitter van de gemeenteraad; Manu Claes: Burgemeester; Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx: Schepenen; Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Sara De Kock, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters: Raadsleden; Liesbeth Verdeyen: Gemeentesecretaris Lieve Renders: Schepen; Rob Jacquemyn: Raadslid verontschuldigd voor M1, M2, M3, M4, M5; Marc Decat: Raadslid verontschuldigd voor M1, M2, M3, M4, M5; Greta Van Meeuwen: Raadslid
De Voorzitter van de gemeenteraad, Geert Janssens, opent de vergadering om 20.00 uur. 1
Goedkeuring van het verslag van de vorige zitting.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005, inzonderheid art. 33; Gelet op het ontwerp van notulen van de zitting van 02.03.2015; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Sara De Kock, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Joris De Vriendt Besluit: Enig art. De notulen van de zitting van 02.03.2015 worden goedgekeurd.
2
Goedkeuring van het ontwerp van notariële akte betreffende de verkoop van het Oud Gemeentehuis te Zichem.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005, in het bijzonder art. 43; Gelet op het meerjarenplan 2014-2019, meer bepaald actie 1.1.2.1 Niet-strategische gronden en gebouwen worden verkocht; Gelet op de eigen beslissing van 02.03.2015 betreffende de aanvaarding van het bod uitgebracht op het Oud Gemeentehuis ten belope van € 152.000; Overwegende dat notaris Philip Vertessen – belast met het verlijden van de verkoopsakte – op 20.03.2015 een ontwerp van akte bezorgde; Overwegende dat deze akte dient te worden goedgekeurd door de gemeenteraad, waarna tot het verlijden van de akte kan worden overgegaan; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Sara De Kock, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen:
Onthouding: Besluit: Art. 1. De notariële verkoopsakte betreffende het Oud Gemeentehuis te Zichem wordt goedgekeurd als volgt: HET JAAR TWEEDUIZEND VIJFTIEN. OP #. Voor mij, Philip VERTESSEN, notaris te Tessenderlo, Markt 12. ZIJN VERSCHENEN: TER ENE ZIJDE: hierna genoemd "DE VERKOOPSTER", De GEMEENTE SCHERPENHEUVEL-ZICHEM, ondernemingsnummer BE 0216.769.462 met administratieve zetel te 3270 Scherpenheuvel-Zichem, August Nihoulstraat 13-15, hier vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 182 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 door: 1) Liesbeth Verdeyen, secretaris 2) Manu Claes, burgemeester Hier optredend ter uitvoering van de notulen van de gemeenteraad van de Stad Scherpenheuvel-Zichem de dato 2 april 2015, waarvan een eensluidend afschrift werd overhandigd aan ondergetekende notaris om bewaard te blijven in zijn dossier, en die mij, notaris, bevestigen dat deze notulen uitvoerbaar zijn ingevolge het verstrijken van de termijn waarbinnen het door de toezichthoudende overheden kon worden geschorst of vernietigd. TER ANDERE ZIJDE: hierna genoemd "DE KOPERS", De heer NELISSEN Dirk Hans Renaat, geboren te Leuven op 29 maart 1972, (NN. 72.03.29325.47) en zijn wettelijk samenwonende partner mevrouw VAN GOSSUM Nathalie Johanna Albertina, geboren te Diest op 18 oktober 1975, (NN. 75.10.18-278.51), samenwonende te 3271 Scherpenheuvel-Zichem (Zichem), Markt 17. Samenwonenden die verklaren een verklaring van wettelijke samenwoning te hebben afgelegd bij de gemeente Diest op 24 juli 2009. De verkoopster heeft verklaard te verkopen aan de kopers, die aanvaarden ieder voor een onverdeelde helft: Stad Scherpenheuvel-Zichem (Scherpenheuvel) - afdeling 2 - Zichem Het “Oud Gemeentehuis” met grond, gelegen Markt 16 te 3270 Scherpenheuvel-Zichem (Scherpenheuvel), gekend volgens recent kadastraal uittreksel sectie E, nummer 370/C met een oppervlakte van drie are achtentachtig centiare (3a 88ca). EIGENDOMSAANHALING Voorschreven goed hoort toe aan de Gemeente Scherpenheuvel-Zichem, voornoemd, sedert meer dan dertig (30) jaar. VOORWAARDEN 1/ Dit goed wordt verkocht: voor vrij, zuiver en onbelast van alle hoegenaamde schulden, inschrijvingen en bezwarende overschrijvingen; in de staat waarin het zich thans bevindt; met alle zichtbare en verborgen gebreken, zonder enig verhaal tegen de verkoopster wegens gesteldheid van de bodem of toestand van de gebouwen; zonder waarborg van de opgegeven oppervlakte of maten, zodat het verschil ten schade of bate van de kopers blijft, ook al overtreft het één twintigste; met alle heersende en lijdende, zicht- en onzichtbare, voortdurende en nietvoortdurende erfdienstbaarheden, ook al zijn ze niet bekend; De verkoopster verklaart dat bij haar weten geen erfdienstbaarheid bestaat die het verkochte goed bezwaart en dat zij er persoonlijk geen enkele verleend of gevestigd heeft. met alle bestaande gemeenschappen. 2/ De kopers zullen van het verkochte goed de volle eigendom, het genot en het gebruik hebben vanaf heden. 3/ De kopers zullen de onroerende voorheffing, alle verhaalbelasting en taksen, dragen en betalen eveneens vanaf heden. 4/ Ondergetekende notaris wijst de kopers erop dat de brandverzekeringspolis van rechtswege vervalt drie maanden na de datum waarop de notariële akte is verleden, tenzij de verzekeringsovereenkomst eerder werd beëindigd. De kopers erkennen een exemplaar te hebben ontvangen van die overeenkomst of ingelicht te zijn omtrent de voorwaarden hiervan. De verkoopster verklaart dat zij zich in elk geval verbindt, maar zonder andere
waarborgen, het bestaande contract ten minste acht dagen vanaf heden te handhaven. Na het verstrijken van deze termijn zullen de kopers zelf zorgen voor de verzekering van het verkochte goed. 5/ De verkoopster verklaart niet te weten dat het verkochte goed een geklasseerd gebouw is, of gelegen is in een geklasseerde woonwijk of beschermd landschap, of het voorwerp uitmaakt van een geplande onteigening, of ongeschikt voor bewoning zou verklaard zijn, met uitzondering van het hierna gemelde. 6/ Stedenbouw: a) In haar brief van 13 mei 2014 heeft de gemeente Scherpenheuvel-Zichem meegedeeld dat: 1) het onroerend goed gelegen is in het gewestplan Aarschot-Diest, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit de dato 7 november 1978, met als bestemming: woongebied met culturele, historische of esthetische waarde; 2) voor zover bekend er voor het onroerend goed geen bouwvergunningen of stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd werden; 3) voor zover bekend er voor het onroerend goed geen stedenbouwkundige misdrijven vastgesteld zijn; 4) het onroerend goed zich bevindt in zuiveringszone: het centrale gebied; septische put verplicht; 5) voorschreven goed gelegen is in een bouwverordening: ** inzake wegen voor voetgangersverkeer, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 29 april 1997; ** inzake beplanting, goedgekeurd ingevolge beslissing van het college van burgemeester en schepenen de dato 11 maart 1996; 6) voorschreven goed gelegen is in woningbouwgebied; 7) voorschreven goed gelegen is in een stedenbouwkundige verordening: ** inzake toegankelijkheid, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 10 juni 2011; ** inzake toegankelijkheid, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 4 december 2009; ** inzake toegankelijkheid, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 18 februari 2011; ** inzake hemelwaterputten, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 23 juni 2006; ** inzake hemelwaterputten, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 1 oktober 2004; ** inzake toegankelijkheid, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 5 juni 2009; ** inzake weekendverblijven, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 8 juli 2005; ** inzake hemelwaterputten, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 10 september 2010; ** inzake het overwelven van grachten en onbevaarbare waterlopen, goedgekeurd ingevolge Ministerieel Besluit de dato 19 december 2012; ** inzake het overwelven van grachten, baangrachten en niet-gerangschikte onbevaarbare waterlopen, goedgekeurd ingevolge Ministerieel Besluit de dato 7 februari 2007; ** inzake hemelwater-dakvlakken, goedgekeurd ingevolge Ministerieel Besluit de dato 19 juli 2005; ** inzake hemelwaterputten, goedgekeurd ingevolge Besluit van de Vlaamse Regering de dato 5 juli 2013; ** inzake hemelwater-verharde oppervlakte, goedgekeurd ingevolge Ministerieel Besluit de dato 19 juli 2005; 8) dat voorschreven goed is opgenomen in een ontwerp van lijst van beschermde monumenten als ankerplaats en bouwkundig relict; De kopers verklaren ingelicht te zijn door de notaris over de rechtsgevolgen en beperkingen hiervan. De verkoopster verklaart dat de opbouw van het hierbij verkochte gebouw dateert van voor 22 april 1962 waardoor het geacht wordt vergund te zijn (overeenkomstig artikel 4.2.14 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening).
De kopers verklaren een kopie van deze stedenbouwkundige inlichtingen ontvangen te hebben voor het verlijden dezer en werd ervan op de hoogte gesteld dat deze inlichtingen een louter informatieve waarde hebben: het gemeentebestuur noch de notaris is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de informatie. b)De verkoopster verklaart dat bij gebrek aan stedenbouwkundig attest, verkavelingsvergunning of stedenbouwkundige vergunning, geen verzekering kan gegeven worden omtrent de mogelijkheid om op het verkochte goed te bouwen of daarop enige vaste of verplaatsbare inrichting op te stellen die voor bewoning kan worden gebruikt. c)De verkoopster verklaart dat, voor zover zij aan het goed vergunningsplichtige werken heeft uitgevoerd, zij hiervoor de nodige administratieve vergunningen heeft bekomen bij de bevoegde overheid en dat de werken overeenkomstig die vergunningen werden uitgevoerd. d) De notaris vermeldt en informeert, met toepassing van artikel 5.2.1. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: 1° dat voor het onroerend goed geen stedenbouwkundige vergunning is afgegeven; 2° dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van dit onroerend goed volgens de brief van de gemeente Scherpenheuvel-Zichem de dato 13 mei 2014 is woongebied met culturele, historische of esthetische waarde; 3° dat, zoals blijkt uit het hypothecair getuigschrift en de verklaring van de verkoopster, voor het goed geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig de artikelen 6.1.1. of 6.1.41 tot en met 6.1.43; 4° dat de gemeente Scherpenheuvel-Zichem beschikt over een plannen- en vergunningenregister; 5° dat het krachtens artikel 4.2.12, §2, 2° Vlaamse Codex RO voor de overdracht verplichte as-builtattest niet is uitgereikt en gevalideerd vermits deze bepaling nog niet in werking is getreden; 6° dat het onroerend goed niet begrepen is in een niet-vervallen verkaveling; De notaris verwijst partijen naar artikel 4.2.1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Deze bepaling omschrijft de vergunningsplichtige handelingen. De kopers verklaren een kopie van deze stedenbouwkundige inlichtingen en het door de gemeente Scherpenheuvel-Zichem afgeleverde stedenbouwkundig uittreksel de dato 9 mei 2014 ontvangen te hebben voor het verlijden dezer. De kopers werden ervan op de hoogte gesteld dat deze stedelijke inlichtingen een louter informatieve waarde hebben: het stadsbestuur noch de notaris is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de informatie. 7/ Bodemdecreet: A/ De verkoopster verklaart dat er op de grond voorwerp van onderhavige akte bij haar weten geen inrichting gevestigd is of was die opgenomen is in de lijst van risico inrichtingen welke als bijlage 1 toegevoegd is aan het Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (VLAREBOBO). B/ De verkoopster verklaart dat de kopers heden op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van het bodemattest (Attestnummer: 20140258137 en Volgnummer: 20140257719) afgeleverd door OVAM op 30 mei 2014 overeenkomstig artikel 101 § 1 van Vlaams Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming de dato 27 oktober 2006 (Belgisch Staatsblad 22 januari 2007). Dit bodemattest bepaalt telkens: “… De OVAM beschikt voor deze grond niet over informatie met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen: 1. Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend bodemonderzoek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. …” C/ De verkoopster verklaart met betrekking tot het verkochte goed geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de kopers of aan derden, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. D/ Voor zover voorgaande verklaring door de verkoopster ter goeder trouw afgelegd werd, nemen de kopers de risico’s van eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voortvloeien op zich, en verklaren zij dat de verkoopster hiervoor tot geen vrijwaring zal zijn gehouden.
E/ Op grond van bovenstaande verklaringen afgelegd door de verkoopster bevestigt de instrumenterende notaris dat de bepalingen van Hoofdstuk VIII “Overdrachten” (te weten de artikelen 101 tot en met 117) van het Decreet betreffende de bodemsanering en bodembescherming in verband met de overdracht van gronden werden nageleefd. De instrumenterende notaris heeft partijen gewezen op de draagwijdte van de eventuele saneringsplicht, de aansprakelijkheid en de informatieplicht van partijen. De kopers verklaren met betrekking tot het verkochte goed uitdrukkelijk te verzaken aan alle vorderingen tot nietigheid die zij zou kunnen laten gelden op grond van artikel 116 van genoemd decreet met betrekking tot deze verkoop. 8/ De verkoopster verklaart dat het verkochte goed niet opgenomen is in de inventaris van leegstaande en verwaarloosde gebouwen en woningen, en dat zij geen registratie-attest dienaangaande ontvangen heeft, waardoor het recht van voorkoop zoals voorzien in de Vlaamse Wooncode van toepassing is. 9/ De verkoopster verklaart er geen kennis van te hebben dat het verkochte goed valt onder de toepassing van de overige bepalingen van artikel 85§1 van het decreet houdende de Vlaamse Wooncode. 10/Postinterventiedossier De verkoopster verklaart dat er aan dit eigendom sinds 1 mei 2001, geen werken werden uitgevoerd door één of meerdere aannemers waarvoor een postinterventiedossier diende te worden opgesteld. 11/ De verkoopster verklaart dat de verkochte goederen met geen enkel voorkeurrecht tot aankoop, voorkooprecht of recht van wederinkoop zijn bezwaard uit hoofde van pacht, ruilverkaveling, natuurbehoud, wooncode of anderszins en ze verder met geen vervreemdingsverbod zijn bezwaard. 12/Particuliere stookolietank De verkoopster verklaart dat in het verkochte goed een ondergrondse stookolietank aanwezig is met een inhoud van vijfduizend (5.000) liter in enkel metaal. De verkoopster verklaart dat deze stookolietank voor de eerste keer gevuld werd voor één augustus negentienhonderd vijfennegentig en bijgevolg voor de toepassing van de milieurechtelijke voorschriften inzake stookolietanks wordt gekwalificeerd als een bestaande tank. De verkoopster verklaart dat de laatste controle, zoals voorgeschreven door VLAREM II, werd uitgevoerd op 24 oktober 2011 zoals blijkt uit een conformiteitsattest afgeleverd door Nico Giedts van ‘Centrale verwarming Giedts Nico BVBA’ te 3390 Sint-Joris-Winge. De kopers erkennen een kopie van dit conformiteitsattest te hebben ontvangen. 13/Elektrische installaties De verkoopster verklaart dat het voorwerp van deze verkoop een wooneenheid is in de zin van artikel 276 bis van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties van 10 maart 1981, waarvan de elektrische installatie niet het voorwerp is geweest van een volledig controleonderzoek in de zin van het reglement voorafgaandelijk de ingebruikname van de installatie. Bij proces-verbaal van 11 mei 2009 werd door Technisch Bureau Verbrugghen, vastgesteld dat de installatie niet voldoet aan de voorschriften van dit reglement. Na afloop van een termijn van 18 maanden vanaf heden zal vastgesteld moeten worden of de overtredingen verdwenen zijn. De kopers zijn verplicht zijn identiteit en de datum van deze akte mee te delen aan voornoemd erkend organisme dat de controle heeft uitgevoerd. De kopers behouden evenwel de vrijheid om na deze mededeling vrij een ander erkend organisme aan te stellen om de keuring in de toekomst te verrichten. De kopers erkennen door de notaris op de hoogte gesteld te zijn van zowel de sancties voorzien in het Algemeen Reglement alsook de gevaren en aansprakelijkheden bij het gebruik van een installatie die niet voldoet aan de vereisten van dit Reglement, alsook het feit dat de kosten van herkeuring door het organisme aan hen zullen aangerekend worden. De kopers zullen instaan voor het in orde brengen van deze elektrische installatie overeenkomstig voormeld keuringsverslag. De kopers erkennen een exemplaar van het proces-verbaal uit handen van de verkoopsters ontvangen te hebben. 14/Energieprestatiecertificaat Het energieprestatiecertificaat (EPC) drukt uit hoe het gebouw presteert op vlak van energiezuinigheid. Het is een sensibiliserend instrument dat geen verplichtingen oplegt maar wel maatregelen en suggesties voorziet om de energieprestatie te verbeteren. Dit alles om uiteindelijk te komen tot een verminderde CO²-uitstoot, een uiteindelijke vermindering van het energieverbruik en een verhoging van het wooncomfort.
Op 13 mei 2014 werd er door de heer Gert Vangoidsenhoven van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “b & g energy improvements” met zetel te 3370 Boutersem Groenstraat 80 een energieprestatiecertificaat afgeleverd waaruit blijkt dat het berekend energieverbruik voor het gebouw vijfhonderd vierenvijftig (554) kWh/m² bedraagt. De kopers erkennen dit energieprestatiecertificaat te hebben ontvangen. De kosten van dit certificaat zijn ten laste van de verkoopster. 15/Watertoets De notaris wijst de kopers er op dat het verkochte goed gelegen is in mogelijk overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de Vlaamse regering en dat zij hun verzekeraar daarvan dienen in te lichten. Dit gegeven zou immers tot gevolg kunnen hebben dat er een hogere verzekeringspremie voor dit eigendom betaald dient te worden indien de verzekeraar dit gebied als risicovol zou beoordelen. Er bestaan wel wettelijke maximumtarieven van het Tariferingsbureau. De notaris wijst de kopers bovendien op artikel 68-7 § 3 van de wet op de Landverzekeringsovereenkomst dat bepaalt dat de verzekeraar met betrekking tot het gevaar brand kan weigeren dekking te verlenen tegen overstroming als hij een gebouw, een gedeelte van een gebouw of de inhoud van veen gebouw dekt, die werden gebouwd meer dan achttien maanden na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit, dat de zone waarin het gebouw zich bevindt, als risicozone klasseert. Deze uitzondering is eveneens van toepassing op de uitbreidingen op de grond van de goederen die bestonden voor de datum van klassering als risicozone. 16/Rookmelders De verkoopster verklaart dat voormeld goed niet onder toepassing valt van het decreet van 9 mei 2008 houdende beveiliging van woningen door optische rookmelders, waarbij alle nieuw te bouwen woningen en alle woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd waarvoor een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd vanaf 23 juni 2008, dienen uitgerust te zijn met correct geïnstalleerde rookmelders. De kopers worden erop gewezen dat, indien zij een huurcontract zouden afsluiten, huurpanden van wettelijk verplichte rookmelders moeten voorzien worden, dit is van toepassing op alle huurcontracten afgesloten sinds 1 januari 2013. PRIJS Deze verkoop is toegestemd en aanvaard voor de prijs van honderd tweeënvijftigduizend euro (€ 152.000,00), welke som de verkoopster erkent ontvangen te hebben van de kopers. WAARVAN KWIJTING, onder voorbehoud van inning van de cheque(s) desgevallend, eventueel dubbel uitmakend met elke andere kwijting. De betaling door de kopers gebeurde: vóór heden, tot beloop van zevenduizend zeshonderd euro (€ 7.600,00) door middel van overschrijving van rekeningnummer BE77 1325 0856 1442 naar rekeningnummer BE30 132 5214884 11 (derdenrekening ondergetekende notaris) op heden, tot beloop van honderd vierenveertigduizend vierhonderd euro (€ 144.400,00), ONTSLAG VAN AMBTSHALVE INSCHRIJVING De Heer Hypotheekbewaarder wordt uitdrukkelijk ontslagen om, uit hoofde van deze akte en voor om het even welk motief, ambtshalve inschrijving te nemen. NOTARIELE VASTSTELLINGEN 1. Ondergetekende notaris verklaart lezing gegeven te hebben van: a/ artikels 3.18.0.0.14, §1,1° en 3.4.7.0.6. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit; b/ artikels 62 paragraaf 2, en 73 van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. Hierop heeft de verkoopster geantwoord dat zij BTW belastingplichtige is, met identificatienummer 0216.769.462. 2. Ondergetekende notaris bevestigt de juistheid van de identiteit van partijen op zicht van de wettelijk vereiste stukken. 3. De comparanten hebben verklaard ondergetekende notaris de toestemming te geven hun nationaal nummer in deze akte op te nemen. VERKLARING PRO FISCO De kopers verklaren niet te kunnen genieten van enige vermindering van registratierechten. SLOTVERKLARINGEN De comparanten verklaren de nodige bekwaamheid te hebben om deze rechtshandeling te stellen, niet te zijn getroffen door een beschermingsmaatregel of beschikkingsbeperking en evenmin een verzoekschrift te hebben ingediend met het oog op het bekomen van een collectieve schuldenregeling.
Art. 2.
3
De comparanten erkennen dat hen door de notaris gewezen werd op het recht dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman, in het bijzonder wanneer tegenstrijdige belangen of onevenwichtige bedingen worden vastgesteld. EENHEID VAN AKTE Overeenkomstig artikel 19 alinea 3 van de Organieke Wet Notariaat bevestigen de comparanten uitdrukkelijk dat de akten waarnaar in deze akte of haar eventuele bijlagen verwezen zou worden en deze akte, één geheel vormen om samen als authentieke akte te gelden. Het recht op geschriften van vijftig euro (€ 50,00) wordt betaald op aangifte door de instrumenterende minuuthoudende notaris. Waarvan akte, als minuut is opgemaakt en verleden te Tessenderlo. Na integrale voorlezing en toelichting van de akte, hebben de comparanten met mij, notaris, getekend. Een afschrift van deze beslissing wordt meegedeeld aan notaris Philip Vertessen.
Wijziging arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel.
Gelet op de wet tot instelling van de arbeidsreglementen van 08.04.1965; Gelet op de wet van 04.08.1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; Gelet op het koninklijk besluit van 27.03.1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; Gelet op de wet van 28.02.2014 tot aanvulling van de wet van 04.08.1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico’s op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk; Gelet op de wet van 28.03.2014 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de gerechtelijke procedures betreft; Gelet op het koninklijk besluit van 10.04.2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk; Overwegende dat de regelgeving inzake psychosociale risico’s op het werk ingrijpend werd gewijzigd met inwerkingtreding vanaf 01.09.2014 en dat het arbeidsreglement het gemeentepersoneel hierdoor dient aangepast te worden; dat het wenselijk is om deze aanpassingen op te nemen in een bijlage bij het arbeidsreglement; Overwegende dat de locaties waar personeel is tewerkgesteld moet geactualiseerd worden; Overwegende dat de personeelsleden die de opleiding bedrijfseerstehulp hebben gevolgd is gewijzigd; Overwegende dat een aantal uurroosters moeten geactualiseerd worden; Overwegende dat glijdende werkuren gelijk staat met een variabele arbeidstijdregeling, wat niet hetzelfde is als een flexibele arbeidstijdregeling; Overwegende dat het stedelijk zwembad sluit op 30.06.2016; Overwegende dat de deskundige sport met ingang van 01.07.2016 zal werken volgens dezelfde variabele arbeidstijdregeling die van toepassing is op de sportfunctionaris A en B; Gelet op de bespreking in het managementteam op 16.02.2015; Gelet op de onderhandelingen die ter zake gevoerd werden in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 04.03.2015 met het tot stand komen van een protocol als gevolg Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Sara De Kock, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit:
Art. 1.
Art. 2.
Art. 3.
Art. 4.
Artikel 1 van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “Dit arbeidsreglement is van toepassing op alle personeelsleden van de stad Scherpenheuvel-Zichem, uitgezonderd het onderwijspersoneel, die werkzaam zijn op volgende locaties te Scherpenheuvel-Zichem: stadhuis, August Nihoulstraat 13-15 stadsmagazijn, Prins Alexanderstraat 1 elke werfwagen sportdienst, August Nihoulstraat 72 sporthal Averbode, Vorststraat 55 zwembad, Eggersberg brandweerarsenaal, Prattenborgstraat 14 b zaal brandweer, Zuidervest Baloe, August Nihoulstraat 76a Baloe, Westelsebaan 104 Baloe, Hoeve 11a Baloe, Ter Elzen 1a Baloe, Testeltsebaan 10 bibliotheek, Westelsebaan 134 gebouw, Basilieklaan 75 toerisme, Basilieklaan 16 Huize Ernest Claes, Ernest Claesstraat 152 Hagelandse Academie voor Muziek en Woord, August Nihoulstraat 76b Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst, Hulst 16 GC den egger, August Nihoulstraat 74 gebouw, Kranenburgstraat 46 basisschool: o Teekbroek 22 o Lobbensestraat 99 o Lobbensestraat 124 o Ter Elzen 1a o Oranjestraat 2 o Zuidervest 28a In geval van betwisting heeft de rechtspositieregeling steeds voorrang op onderhavig arbeidsreglement.” Artikel 5 van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “De sportfunctionaris A, de sportfunctionaris B, de deskundige sport, de preventiewerker en de personeelsleden van het stadhuis, uitgezonderd het onderhoudspersoneel, werken in een variabele werktijdregeling en met een elektronisch tijdsregistratiesysteem. De reglementen inzake variabele werktijdregeling en tijdsregistratie zijn opgenomen in bijlage 1 van dit arbeidsreglement.” Artikel 6, tweede lid, van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “De personeelsleden van den egger, de zaalwachters van de sportdienst, de begeleid(st)ers van de buitenschoolse kinderopvang en de personeelsleden van de openbare bibliotheek dienen een elektronisch tijdsregistratiesysteem te gebruiken. Het reglement inzake tijdsregistratie is opgenomen in bijlage 3 van dit arbeidsreglement.” Artikel 53 van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “In geval van een ongeval op het werk is er een verbandkist ter beschikking van de personeelsleden op volgende plaatsen. stadhuis, August Nihoulstraat 13-15
-
stadsmagazijn, Prins Alexanderstraat 1 elke werfwagen sportdienst, August Nihoulstraat 72 sporthal Averbode, Vorststraat 55 zwembad, Eggersberg brandweerarsenaal, Prattenborgstraat 14 b zaal brandweer, Zuidervest Baloe, August Nihoulstraat 76a Baloe, Westelsebaan 104 Baloe, Hoeve 11a Baloe, Ter Elzen 1a Baloe, Testeltsebaan 10 bibliotheek, Westelsebaan 134 gebouw, Basilieklaan 75 toerisme, Basilieklaan 16 Huize Ernest Claes, Ernest Claesstraat 152 Hagelandse Academie voor Muziek en Woord, August Nihoulstraat 76b Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst, Hulst 16 GC den egger, August Nihoulstraat 74 gebouw, Kranenburgstraat 46 basisschool: o Teekbroek 22 o Lobbensestraat 99 o Lobbensestraat 124 o Ter Elzen 1a o Oranjestraat 2 o Zuidervest 28a
De eerste hulp zal indien mogelijk gegeven worden door: Robin Struys, stadhuis, 013/35 24 71 Indra Weckx, stadhuis, 013/35 24 16 Ilse Pauwels, stadsmagazijn, 013/67 95 62 Heino Clemens, stadsmagazijn, 0496/57 64 99 (ploeg-GSM) of 013/67 95 60 David Pardon, stadsmagazijn, 0497/59 64 28 (ploeg-GSM) of 013 67 95 60 Stephan Adriaens, sportdienst, 72, 013/61 98 60 Tanja Laenens, Baloe, 0499/77 09 26 Ellen Mariën, Baloe, 0492/73 24 51 Annelies Geeraerts, bibliotheek, 013/77 11 51 Edward Fallouh, GC den egger, 013/46 06 53 Marc Van Rompuy, basisschool Teekbroek 22, 0473/29 51 05 Inge Mattheus, basisschool Zuidervest, 013/77 38 53
Art. 5.
Art. 6.
Art. 7.
In alle andere gevallen wordt de eerste hulp gegeven door een huisarts naar keuze van het personeelslid. Voor ernstige verwondingen wordt het personeelslid verwezen naar de dichtstbijzijnde spoedgevallendienst.” In de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt het hoofdstuk “Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk” en de artikels 57 tot en met 77 geschrapt. Het opschrift van bijlage 1 van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “Bijlage 1: reglement variabele arbeidstijdregeling en tijdsregistratie” Artikel 1 van bijlage 1 van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “Dit reglement is van toepassing op de sportfunctionaris A , de sportfunctionaris B en de deskundige sport.”
Art. 8.
Bijlage 2 van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “Bijlage 2: uurroosters Bijlage 2.A: uurroosters personeel sportdienst Zaalwachters / arbeiders Voltijds 1 MAANDAG vm 7-12 nam 12.30-15
DINSDAG 7-12 12.30-15
WOENSDAG 7-12 12.30-15.30
DONDERDAG 7-12 12.30-15
VRIJDAG 7-12 12.30-15
2 vm nam
MAANDAG 7.30-12 12.30-16
DINSDAG 7.30-12 12.30-16.30
WOENSDAG 7.30-12
DONDERDAG 7.30-12 12.30-16.30
VRIJDAG 7.30-12 12.30-16.30
3 vm nam
MAANDAG 8-12 12.30-16.30
DINSDAG 8-12 12.30-16
WOENSDAG 8-12 12.30-16
DONDERDAG 8-12 12.30-16
VRIJDAG 8-12 12.30-16
4 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 8.30-12.30 8.30-12.30 8.30-12.30 8.30-12.30 nam 13-17 13-16.30 13-16.30 13-16.30 Uurroosters worden aangepast in functie van de behoefte van de dienst.
VRIJDAG 8.30-12.30 13-16.30
Zwembad Daggrenzen: geen minimale dagelijkse arbeidstijd, max. 11u/dag, recht op 11u opeenvolgend rust per 24u, na 6 u recht op 1/2u rust Weekgrenzen: geen minimale wekelijkse arbeidstijd, 38u/week gemiddeld, maximum 50u/week, referentie 4 maanden Grenzen van de arbeidstijd: 7-23.00 uur Individualisering uurroosters : uithangen 5 werkdagen op voorhand Deskundige sport Voltijds Tijdens schooljaar (indien plonskriebels en kriebelsportacademie): MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 8.30-13 8-12 8-12 8-12 nam 13.30-19.30 12.30-16 12.30-17 12.30-16
VRIJDAG 8-12
Tijdens vakantieperiodes en indien geen plonskriebels en kriebelsportacademie: MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG vm 8-12 8-12 8-12 8-12 8-12 nam 12.30-16.06 12.30-16.06 12.30-16.06 12.30-16.06 12.30-16.06 Deze uurroosters zijn slechts van toepassing tot en met 30.06.2016. Bijlage 2.B: uurrooster administratief personeel en arbeiders stadsmagazijn Voltijds MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG vm 07.54-12.00 07.54-12.00 07.54-12.00 07.54-12.00 07.54-12.00 nam 12.30-16.00 12.30-16.00 12.30-16.00 12.30-16.00 12.30-16.00 Vier vijfde MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG vm 07.54-12.00 07.54-12.00 07.54-12.00 07.54-12.00 nam 12.30-16.00 12.30-16.00 12.30-16.00 12.30-16.00 Het personeelslid heeft een dag vrij in de week. Deze dag wordt opgenomen in dezelfde week en in functie van de behoefte van de dienst.
Halftijds WEEK 1 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG vm 07.54-12.00 07.54-12.00 07.54-12.00 nam 12.30-16.00 12.30-16.00 12.30-16.00 WEEK 2 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG vm 07.54-12.00 07.54-12.00 nam 12.30-16.00 12.30-16.00 Het personeelslid heeft respectievelijk twee of drie dagen vrij in de week. Deze dagen wordt opgenomen in dezelfde week en in functie van de behoefte van de dienst. Bijlage 2.C: uurroosters personeel ‘den egger’ Administratief personeel Voltijds 1 MAANDAG vm 08.30-12.00 nam 12.30-16.36
DINSDAG 08.30-12.00 12.30-16.36
WOENSDAG 08.30-12.00 12.30-16.36
DONDERDAG 08.30-12.00 12.30-16.36
VRIJDAG 08.30-12.00 12.30-16.36
2 vm nam
DINSDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
WOENSDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
DONDERDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
VRIJDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
MAANDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
3 WEEK 1 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.00 nam 12.30-16.36 12.30-16.36 12.30-16.36 12.30-16.36 WEEK 2 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 08.30-13.06 08.30-12.00 08.30-13.06 08.30-12.00 nam 12.30-16.36 12.30-16.36 avond Uurroosters worden aangepast in functie van de behoefte van de dienst. Halftijds 1 WEEK 1 Vm Nam Avond WEEK 2 Vm Nam
MAANDAG
MAANDAG
DINSDAG 08.00-12.00 13.00-16.30
WOENSDAG
DINSDAG 08.00-12.00 13.00-16.30
WOENSDAG 13.00-16.30
VRIJDAG 08.30-12.00 12.30-16.36 VRIJDAG 08.30-12.00 12.30-16.30 17.00-19.30
DONDERDAG
VRIJDAG
13.00-16.30 DONDERDAG
13.00-16.30 17.00-19.30 VRIJDAG
13.00-16.30
13.00-16.30
2 WEEK 1 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG Vm 08.30-12.00 08.00-12.00 08.30-12.00 Nam 13.00-16.30 WEEK 2 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 08.30-12.00 nam 13.00-16.30 13.00-16.30 avond Uurroosters worden aangepast in functie van de behoefte van de dienst. Onderhoudspersoneel Halftijds MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 08.00-12.00 08.00-12.00 08.00-12.00 08.00-12.00 Uurrooster wordt aangepast in functie van de behoefte van de dienst.
ZATERDAG 08.30-12.06
ZATERDAG 09.00-12.00
ZATERDAG
VRIJDAG 08.00-12.00
ZATERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG 09.00-12.00
13.00-16.30 17.00-19.30
VRIJDAG 08.00-11.00
Deeltijds MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 08.00-12.00 08.00-12.00 Uurrooster wordt aangepast in functie van de behoefte van de dienst.
VRIJDAG 08.00-12.00
Technisch personeel Voltijds 1 MAANDAG vm 09.00-12.00 nam 13.00-17.36
DINSDAG 08.00-12.00 13.00-16.36
WOENSDAG 09.00-12.00 13.00-17.36
DONDERDAG 09.00-12.00 13.00-17.36
VRIJDAG 09.00-12.00 13.00-17.36
2 vm nam
DINSDAG 08.00-12.00 12.30-16.06
WOENSDAG 08.00-12.00 12.30-16.06
DONDERDAG 08.00-12.00 12.30-16.06
VRIJDAG 08.00-12.00 12.30-16.06
MAANDAG 08.00-12.00 12.30-16.06
3 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG vm 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.00 nam 12.30-16.36 12.30-16.36 12.30-16.36 12.30-16.36 12.30-16.36 Uurroosters worden aangepast in functie van de behoefte van de dienst. Zaalwachters Voltijds DONDERDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
VRIJDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 08.00-12.00 08.00-12.00 08.00-12.00 08.00-12.00 nam 12.30-16.06 12.30-16.06 12.30-16.06 12.30-16.06 Uurroosters worden aangepast in functie van de behoefte van de dienst.
VRIJDAG 08.00-12.00 12.30-16.06
vm nam
MAANDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
DINSDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
WOENSDAG 08.30-12.00 13.00-17.06
Bijlage 2.D: uurroosters administratief personeel dienst toerisme Voltijds MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 08.30-12.30 9.00-12.30 9.00-12.30 9.00-12.30 nam 13.00-17.00 13.00-17.00 13.00-17.00 13.00-17.00 Uurrooster wordt aangepast in functie van de behoefte van de dienst. Halftijds 1 vm nam
MAANDAG 09.00-12.30 13.00-17.00
DINSDAG
WOENSDAG 08.30-12.30
DONDERDAG 9.00-12.30 13.00-17.00
2 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG vm 9.00-12.30 nam 13.00-17.00 13.00-17.00 Uurroosters worden aangepast in functie van de behoefte van de dienst.
VRIJDAG 9.00-12.30 13.00-17.00
VRIJDAG
VRIJDAG 9.00-12.30 13.00-17.00
Bijlage 2.E: uurroosters buitenschoolse kinderopvang Halftijds 1 MAANDAG vm 07.00–09.05 nam
DINSDAG 07.00–09.05
2 vm nam
DINSDAG 07.30–09.05 15.15-17.15
MAANDAG 07.30–9.05 15.15-17.15
WOENSDAG
DONDERDAG 07.00–09.05
VRIJDAG 07.00–09.05
DONDERDAG 07.30–9.05 15.15-17.15
VRIJDAG 07.30–09.05
13.15-19.00 WOENSDAG 07.30–09.05
3 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
16.00-19.00
16.00-19.00
16.00-19.00
16.00-19.00
4 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
15.15-17.45
15.15-17.45
15.15-17.45
14.45-17.45
5 vm nam
MAANDAG 07.45–09.05 15.15-17.30
DINSDAG 07.45–09.05 15.15-17.30
WOENSDAG 07.30–09.05
DONDERDAG 07.45–09.05 15.15-17.30
VRIJDAG 07.45–09.05 14.45-17.30
6 vm nam
MAANDAG 07.30–09.05 15.45-17.30
DINSDAG 07.30–09.05 15.45-17.30
WOENSDAG
DONDERDAG 07.30–09.05 15.45-17.30
VRIJDAG 07.30–09.05 15.15-17.30
7 vm nam
MAANDAG 07.00–09.05
DINSDAG
WOENSDAG 07.00–09.05 12.00-16.00
DONDERDAG 07.00–09.05
VRIJDAG
8 vm nam
MAANDAG
WOENSDAG 07.30-09.05 14.00-19.00
DONDERDAG
9 vm nam
MAANDAG 07.00–09.05
WOENSDAG
DONDERDAG 07.00–09.05
VRIJDAG 07.00–09.05
10 vm nam
MAANDAG 07.30–09.05 15.30-17.00
DINSDAG 07.30–09.05 15.30-17.00
WOENSDAG 08.00–09.05 11.30-15.30
DONDERDAG 07.30–09.05 15.30-17.00
VRIJDAG 07.30–09.05
11 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG 07.00-09.05
DONDERDAG
VRIJDAG 14.45-19.00
15.30-19.00
15.30-19.00
12 Vm nam
MAANDAG 08.00-09.05 15.30-17.45
DINSDAG 08.00-09.05 15.30-17.45
WOENSDAG 08.00-09.05 11.30-12.30
DONDERDAG 08.00-09.05 15.30-17.45
VRIJDAG 08.00-09.05 14.45-17.15
13 vm nam
MAANDAG 07.00-09.05
DINSDAG 07.00-09.05
WOENSDAG
DONDERDAG 07.00-09.05
VRIJDAG 07.00-09.05
14 vm nam
MAANDAG 07.30-09.05 15.30-17.30
DINSDAG 07.30-09.05 15.30-17.30
WOENSDAG 07.15-09.05 11.15-15.30
DONDERDAG 07.30-09.05 15.30-17.00
VRIJDAG 07.30-09.05
15 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
15.30-19.00
15.30-19.00
15.30-19.00
14.45-19.00
16 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
15.30-18.00
15.30-18.00
WOENSDAG 07.30-09.05 11.15-14.00
DONDERDAG 07.45-09.05 15.30-18.00
VRIJDAG 07.45-09.05 14.45-18.00
17
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
15.45-19.00 DINSDAG 07.00–09.05
15.45-19.00 DINSDAG 07.00–09.05
WOENSDAG 07.00-09.05
WOENSDAG 11.15-15.00
12.00-14.00
15.15-19.00 VRIJDAG 07.00–09.05
15.45-19.00
15.30-19.00
15.30-19.00
13.00-19.00
vm nam
07.15-09.05 15.30-17.00
07.15-09.05 15.30-17.00
11.15-18.00
07.15-09.05 15.30-17.00
07.15-09.05 14.45-17.00
18 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG 11.15-15.30
15.30-18.00
15.30-18.00
DONDERDAG 07.30-09.05 15.30-17.00
VRIJDAG 07.30-09.05 14.45-17.00
19 vm nam
MAANDAG 07.45-09.05 15.30-17.30
DINSDAG 07.45-09.05 15.30-17.30
WOENSDAG 07.30-09.05
DONDERDAG
VRIJDAG
15.30-17.30
14.45-17.30
20 vm nam
MAANDAG 07.30-09.05 15.30-17.00
DINSDAG 07.30-09.05 15.30-17.00
WOENSDAG 07.15-09.05 11.15-13.00
DONDERDAG 15.30-18.00
VRIJDAG
21 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
15.30-19.00
15.30-19.00
WOENSDAG 07.00-09.05 11-15-13.00
15.30-19.00
14.45-19.00
Vakanties MAANDAG vm 07.00-13.00 vm 08.00-13.00 vm 08.30-12.30 nam 12.00-18.00 nam 13.00-19.00 nam 13.30-16.30
DINSDAG 07.00-13.00 08.00-13.00 08.30-12.30 12.00-18.00 13.00-19.00 13.30-16.30
WOENSDAG 07.00-13.00 08.00-13.00 08.30-12.30 12.00-18.00 13.00-19.00 13.30-16.30
DONDERDAG 07.00-13.00 08.00-13.00 08.30-12.30 12.00-18.00 13.00-19.00 13.30-16.30
VRIJDAG 07.00-13.00 08.00-13.00 08.30-12.30 12.00-18.00 13.00-19.00 13.30-16.30
14.45-18.00
Einduur = richtuur, personeelsbezetting: 1 begeleid(st)er per 14 kinderen; volgorde: begeleid(st)ers met meeste meeruren (of minste minuren) vertrekken eerst. Daggrenzen: geen minimale dagelijkse arbeidstijd, max. 11u/dag, recht op 11u opeenvolgend rust per 24u, na 6 u recht op 1/2u rust Weekgrenzen: geen minimale wekelijkse arbeidstijd, 38u/week gemiddeld, maximum 50u/week, referentie 4 maanden Individualisering uurroosters : uithangen 5 werkdagen op voorhand Bijlage 2.F: uurroosters personeel openbare bibliotheek Daggrenzen: geen minimale dagelijkse arbeidstijd, max. 11u/dag, recht op 11u opeenvolgend rust per 24u, na 6 u recht op 1/2u rust Weekgrenzen: geen minimale wekelijkse arbeidstijd, 38u/week gemiddeld, maximum 50u/week, referentie 4 maanden Grenzen van de arbeidstijd: ma – vrij: 08.00-20.30 uur Grenzen van de arbeidstijd: za: 09.15-13.15 uur Individualisering uurroosters : uithangen 5 werkdagen op voorhand Bijlage 2.G: uurroosters onderhoudspersoneel Voltijds 1 MAANDAG vm 08.00-12.00 nam 13.00-17.00
DINSDAG 08.00-12.00 13.00-17.00
WOENSDAG 08.00-12.00 13.00-17.00
DONDERDAG 08.00-12.00 13.00-17.00
VRIJDAG
2 vm nam
DINSDAG 08.00-12.00 13.00-17.00
WOENSDAG 08.00-12.00 13.00-17.00
DONDERDAG 08.00-12.00 13.00-17.00
VRIJDAG 08.00-14.00
MAANDAG 08.00-12.00 13.00-17.00
Halftijds 1 WEEK 1
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
12.30-18.30
DONDERDAG
VRIJDAG
vm nam WEEK 2 vm nam WEEK 3 vm nam
07.30-11.30
07.30-11.30
07.30-11.30
07.30-11.30
07.30-10.30
MAANDAG 07.30-12.00 12.30-16.00 MAANDAG
DINSDAG 07.30-12.00 12.30-16.00 DINSDAG
WOENSDAG 07.30-10.30
DONDERDAG
VRIJDAG
WOENSDAG
DONDERDAG 07.30-12.00 12.30-16.00
VRIJDAG 07.30-12.00 12.30-15.30
12.30-16.00
2 vm nam
MAANDAG 07.00-10.45
DINSDAG 07.00-10.45
WOENSDAG 07.00-11.00
DONDERDAG 07.00-10.45
VRIJDAG 07.00-10.45
3 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
12.30-17.30
12.30-17.30
12.30-17.30
12.30-16.30
4 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG 11.00-16.00
DONDERDAG
VRIJDAG
14.00-17.30
14.00-17.30
14.00-17.30
13.30-17.00
5 vm nam
MAANDAG 09.00-13.00
DINSDAG 09.00-13.00
WOENSDAG 09.00-13.00
DONDERDAG 09.00-13.00
VRIJDAG 09.00-12.00
6 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG 12.00-17.00
DONDERDAG
VRIJDAG
15.00-18.30
15.00-18.30
15.00-18.30
14.30-18.00
7 vm nam
MAANDAG 08.00-12.00
DINSDAG 08.00-12.00
WOENSDAG 08.00-12.00
DONDERDAG 08.00-12.00
VRIJDAG 08.00-11.00
DINSDAG
WOENSDAG 10.30-14.30
DONDERDAG 09.00-11.30 12.00-17.30
VRIJDAG
DONDERDAG 09.00-11.30 12.00-17.30
VRIJDAG
Deeltijds 1 MAANDAG vm nam 14.00-19.00
14.00-19.00 WOENSDAG 08.00-12.00
14.00-18.00
2 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
13.00-18.00
13.00-18.00
3 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
12.30-17.30
12.30-17.30
12.30-17.30
12.30-17.30
12.30-1730
4 vm nam
MAANDAG 07.00-10-00 14.30-19.00
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
14.30-19.00
11.00-16.00
14.30-19.00
14.30-18.00
5 vm nam
MAANDAG 10.00-15-00
DINSDAG 10.00-15-00
WOENSDAG 10.00-15-00
DONDERDAG 10.00-15-00
VRIJDAG 10.00-15-00
6 vm nam
MAANDAG 08.00-13.00
DINSDAG 08.00-13.00
WOENSDAG
DONDERDAG 08.00-13.00
VRIJDAG 09.00-13.00
14.00-18.00
13.00-17.00
7 vm nam
MAANDAG 09.00-11.30
DINSDAG 07.30-13.00
WOENSDAG 07.30-12.30
DONDERDAG 09.00-11.30
VRIJDAG 09.00-11.30
8 vm nam
MAANDAG 07.00-12.00
DINSDAG 07.00-10.00
WOENSDAG 07.30-12.30
DONDERDAG 07.00-12.00
VRIJDAG
9 vm
MAANDAG
DINSDAG 06.30-08.30
WOENSDAG 08.00-14.00
DONDERDAG 06.30-09.00 09.30-12.00
VRIJDAG
nam
13.00-17.00
10 vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
15.00-18.00
15.00-18.00
12.00-16.00
15.00-18.00
15.00-18.00
11 Vm nam
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
12.00-16.00
12.00-16.00
12.00-16.00
12.00-16.00
12.00-16.00
12 Vm nam
MAANDAG 08.00-11.00 12.30-17.30
DINSDAG 08.00-11.00 12.30-17.30
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
12.30-16.30
12.30-17.30
Bijlage 2.H: uurroosters toezichters academie 1 vm nam avond
Art. 9.
Art. 10.
MAANDAG
15.15-20.15
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG 08.45-14.30
12.45-17.00 17.30-20.00
2 MAANDAG DINSDAG WOENSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZATERDAG vm 08.30-12.00 Nam 12.45-17.00 13.00-16.30 Avond 15.45-20.15 15.45-20.30 15.00-21.00 Uurroosters worden aangepast in functie van de behoefte van de dienst.” Artikel 1 van bijlage 3 van de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt gewijzigd door wat volgt: “Dit reglement is van toepassing op volgende personeelsleden: Personeelsleden van den egger De arbeider - zaalwachters Begeleid(st)ers van de Buitenschoolse Kinderopvang De personeelsleden van de openbare bibliotheek” In de gecoördineerde versie van het arbeidsreglement met referentie AR.2009 (3), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23.10.2014, wordt bijlage 9: ‘Preventie van psychosociale risico’s op het werk, met inbegrip van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk’ ingevoegd: Bijlage 9: Preventie van psychosociale risico’s op het werk, met inbegrip van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Beginselverklaring over de algemene wijze van omgaan met psychosociale risico’s De gemeente waardeert een verscheidenheid aan werknemers en streeft naar werken in een sfeer van welzijn. Deze sfeer bereiken we als alle werknemers beleefd en respectvol met elkaar omgaan. Wij verwachten dat ieder zich daarvoor inzet en ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk achterwege laat. We roepen op om dit gedrag bij
anderen niet aan te moedigen of te tolereren maar om het aan te pakken en op te lossen. Ook kleinere conflicten worden constructief aangepakt en zo snel mogelijk opgelost. Iedere werknemer moet in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de gemeente gegeven instructies, naar zijn beste vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en deze van de andere betrokken personen. Daartoe moeten de werknemers vooral, overeenkomstig hun opleiding en de door de gemeente gegeven instructies op positieve wijze bijdragen tot het preventiebeleid dat wordt tot stand gebracht in het kader van de bescherming van de werknemers tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, zich onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en zich onthouden van elk wederrechtelijk gebruik van de procedures. De gemeente waakt erover dat de werknemers die het slachtoffer zijn geweest van een daad van geweld op het werk vanwege derden passende psychologische ondersteuning kunnen krijgen van gespecialiseerde diensten (bv. IDEWE, CGG) Definities Afkortingen en bevoegdheden tussenkomende partijen Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag: ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk: OGGW De leden van de hiërarchische lijn (leidinggevenden) voeren elk binnen hun bevoegdheid en op hun niveau het beleid van de werkgever met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk uit. Hiertoe hebben zij de taak om problemen op te sporen van psychosociale aard verbonden aan het werk en waken over de tijdige behandeling ervan. Dit betekent niet dat de leidinggevenden zelf alle conflicten of elk leed verbonden aan het werk moeten oplossen, maar zij dienen te luisteren naar de werknemers en hen te informeren over de alternatieve oplossingen. Preventieadviseur psychosociale aspecten: PAPS De preventieadviseur psychosociale aspecten is bevoegd ten aanzien van het geheel van de psychosociale risico’s op het werk. Naast zijn bevoegdheid om de werkgever bij te staan bij de algemene risicoanalyse, de keuze van de algemene preventiemaatregelen en hun evaluatie en de analyse van een specifieke arbeidssituatie, kan hij zowel in de informele als de formele fase van de interne procedure optreden. De PAPS is gehouden door het beroepsgeheim bedoeld in artikel 1 458 in het Strafwetboek. Artikel 32quinquiesdecies van de wet voorziet een aantal afwijkingen hierop, zodat de werkgever en de betrokkenen onder bepaalde voorwaarden op de hoogte kunnen worden gebracht van gedeelten van het advies van de PAPS. Vertrouwenspersoon: VP De vertrouwenspersoon is bevoegd voor alle psychosociale risico’s op het werk maar dan enkel voor wat het informele luik betreft. Het is dus niet mogelijk bij hem een verzoek tot formele psychosociale interventie in te dienen. De vertrouwenspersoon is gehouden door het beroepsgeheim bedoeld in artikel 458 in het Strafwetboek, 2 uitgezonderd de afwijkingen voorzien in de wet . Arbeidsgeneesheer: AG Minstens eenmaal per jaar bezorgt hij aan de werkgever en aan de PAPS alle nuttige elementen (in de vorm van collectieve en anonieme gegevens) die voortvloeien uit de medische onderzoeken en de bezoeken van de arbeidsplaatsen. Op basis van deze informatie kan de gemeente de preventiemaatregelen evalueren en waar nodig aanpassen. Wanneer de arbeidsgeneesheer vaststelt dat de gezondheidstoestand van een werknemer is aangetast wegens een blootstelling aan psychosociale risico’s op het werk, is hij ertoe gehouden deze werknemer te informeren over de mogelijkheid zich
1 2
Wet van 04.08.1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Wet van 04.08.1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
-
te wenden tot de PAPS of de vertrouwenspersoon. Hij kan ook zelf een beroep doen op de PAPS wanneer hij oordeelt dat de werknemer niet in staat is dit zelf te doen. De arbeidsgeneesheer zal, mits het akkoord van de werknemer, overleg plegen met de PAPS over de mogelijkheden voor ander werk en de maatregelen voor aanpassing van de werkposten wanneer hij vaststelt dat de gezondheidstoestand van een werknemer is aangetast wegens een blootstelling aan psychosociale risico’s op het werk. Met het akkoord van de werknemer, deelt de PAPS zijn advies mee aan de arbeidsgeneesheer wanneer de werknemer, voorafgaand aan de medische onderzoeken, een verzoek tot formele psychosociale interventie heeft ingediend. Interne preventieadviseur veiligheid: IPA Op het vlak van de preventie van de psychosociale risico’s op het werk, dient de preventieadviseur van de interne dienst rekening te houden met deze risico’s bij het uitvoeren van zijn opdrachten. In het kader van de verzoeken tot formele psychosociale interventie wordt hij betrokken bij het opvolgen van een verzoek tot formele psychosociale interventie wanneer de PAPS deel uitmaakt van een externe dienst. Dit laat de preventieadviseur belast met de leiding van de interne dienst toe zijn coördinatieopdrachten uit te voeren en aldus een brug te vormen tussen de externe PAPS en de werkgever: Hij wordt op de hoogte gebracht van de voorstellen voor preventiemaatregelen en de verantwoording ervan die zijn opgenomen in het advies van de PAPS. Hij wordt door de gemeente in kennis gesteld van de beslissing betreffende de gevolgen die het aan het verzoek geeft.
Psychosociaal risico Een psychosociaal risico is de kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden. Geweld op het werk Elke feitelijkheid waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Pesterijen op het werk Een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop deze afdeling van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid verband houden met leeftijd, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid, genderexpressie en genderidentiteit. Ongewenst seksueel gedrag op het werk Elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.
Preventiemaatregelen De gemeente identificeert de situaties die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico’s op het werk en bepaalt en evalueert de risico’s ervan. Het houdt inzonderheid rekening met
situaties die aanleiding kunnen geven tot stress op het werk, geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. De gemeente neemt, in toepassing van de algemene preventiebeginselen en voor zover het een impact heeft op het gevaar, de nodige preventiemaatregelen om de situaties en handelingen die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico’s op het werk te voorkomen, om de schade te voorkomen of om deze te beperken. De gemeente neemt de noodzakelijke maatregelen om de medewerkers te beschermen tegen psychosociale risico’s op het werk. Deze maatregelen moeten aangepast zijn aan de soort activiteit en de grootte van de onderneming. Volgende preventieve maatregelen worden in de instelling vastgesteld om de werknemers te beschermen tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag bij de uitvoering van het werk: 1. betreffende de materiële inrichting van de arbeidsplaatsen opdat geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zouden voorkomen worden: gescheiden toiletten voor mannen en vrouwen; alle bureaus moeten voldoende ruim, verlicht en verlucht zijn; het toekennen aan iedereen van de nodige uitrusting en communicatiemiddelen om zijn job naar behoren te kunnen uitvoeren; een goede verlichting in alle lokalen en gangen, ook in garages. 2. betreffende de bepaling van de middelen waarover de werknemers beschikken om hulp te krijgen en de wijze om zich te richten tot de aangestelde VP en desgevallend tot de PAPS: ruime en duidelijke bekendmaking in de organisatie van de naam, adres en telefoonnummer van de VP en PAPS; bij nood ter beschikking stellen van een lokaal waar het slachtoffer ‘op verhaal’ kan komen; de mogelijkheid om tijdens het werk discreet contact op te nemen met de VP en/ of de PAPS; 3. betreffende het onderzoek van de psychosociale risico’s, waaronder feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk: de VP en de PAPS oefenen hun functie volledig autonoom uit en mogen geen nadeel ondervinden van hun activiteiten als vertrouwenspersoon of PAPS; het gaat hier om de zogenaamde ‘bijzondere procedures voor psychosociale risico’s; 4. betreffende het onthaal van, de hulp aan en de vereiste ondersteuning van de personen die verklaren het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag bij de uitvoering van hun werk: desgevallend wordt een geschikte locatie ter beschikking gesteld waar de aangever met de VP of PAPS kan spreken; de VP en PAPS mogen voldoende tijd uittrekken tijdens de arbeidstijd om de aangever bij te staan om de klacht te onderzoeken; 5. betreffende de opvang en de wedertewerkstelling van de werknemers die verklaren het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag bij de uitvoering van het werk: zo mogelijk en nodig tijdelijke overplaatsing van de aangeklaagde totdat een definitieve oplossing is gevonden; zo mogelijk en nodig toekennen van een ander bureau; 6. specifieke maatregelen ter bescherming van de werknemers die bij de uitvoering van hun werk in contact komen met derden: opdat de gemeente een globaal overzicht zou hebben op de onrechtmatige gedragingen vanwege derden, dient een register van feiten van derden te worden bijgehouden. Wanneer een werknemer meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag vanwege een derde moet hij een verklaring kunnen laten opnemen in dit register; 7. betreffende de verplichtingen van de hiërarchische lijn in de gemeente inzake de preventie van psychosociale risico’s, waaronder feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk:
-
8.
de hiërarchische lijn oefent het preventiebeleid van de gemeente uit, elk binnen zijn bevoegdheden en op zijn niveau; elke werknemer is verantwoordelijk voor het voorkomen en desgevallend beëindigen van het (contraproductief) pestgedrag binnen zijn dienst of afdeling, dit wordt bij het onthaal aan alle nieuwe werknemers uitgelegd; in de opleiding van de hiërarchische lijn wordt deze problematiek als vast item opgenomen (hoe te ageren als zij op de hoogte gebracht worden van feiten; het herkennen van alarmsymptomen, ...); zo nodig worden er afspraken gemaakt rond gedragsnormen tussen personen; voorzien in een vorm van periodieke thematische communicatie hierrond (bv. folder, vorming, dienstnota’s, werkoverleg …); Betreffende de voorlichting van het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) het concretiseren van al deze maatregelen en de opname in het arbeidsreglement gebeurt na voorafgaand akkoord van de werknemersvertegenwoordiging.
Bijzondere procedures voor psychosociale risico’s Tussenkomende partijen De eerste aanspreekpunten van de werknemer blijven de werkgever of de leidinggevende van de werknemer die rechtstreeks bevoegd is een oplossing te bieden voor het gestelde probleem. Een lid van het CPBW of een vakbondsafgevaardigde zijn eveneens belangrijke aanspreekpunten waar de werknemers een beroep op kunnen doen. Wanneer het inschakelen van deze personen zonder succes blijft of wanneer de werknemer een dergelijke stap niet wenst te ondernemen, kan hij gebruik maken van de bijzondere procedures. Ieder die last heeft van een psychosociaal risico waarvoor het gewone overleg geen oplossing biedt, kan gaan spreken met de VP of eventueel de PAPS over wat is er aan de hand is, wat er al gedaan is, wat er nog kan worden gedaan en wat iemand daarbij nodig heeft. Men kan ook met de AG of de IPA vertrouwelijk gaan spreken, die zullen informeren, adviseren en doorverwijzen. Twee soorten bijzondere procedures Voor alle psychosociale risico’s zijn er twee procedures: (1) het verzoek tot informele psychosociale interventie; (2) het verzoek tot formele psychosociale interventie. Fase voorafgaand aan een verzoek tot psychosociale interventie Uiterlijk tien kalenderdagen na het eerste contact hoort de VP of de PAPS de werknemer en informeert hij hem over de mogelijkheden tot interventie. De werknemer kiest na deze raadpleging het type interventie waarvan hij gebruik wil maken. De werknemers moeten de mogelijkheid hebben om de VP of de PAPS te raadplegen tijdens de werkuren. Indien deze raadpleging plaatsvindt tijdens een persoonlijk onderhoud overhandigt de tussenkomende partij aan de werknemer op diens vraag een document ter bevestiging van dit persoonlijk onderhoud.
Verzoek tot informele psychosociale interventie De informele psychosociale interventie bestaat uit het op een informele wijze zoeken naar een oplossing door de verzoeker en de VP of de PAPS, door middel van: (1) Gesprekken die het onthaal (de verwachtingen van de verzoeker bespreken en uitleg verstrekken over het kader waarbinnen gewerkt wordt), het actief luisteren of een advies omvatten ; (2) een interventie om hulp te zoeken bij een andere persoon in de gemeente, inzonderheid bij een leidinggevende; (3) gesprekken gericht op verzoening tussen de betrokkenen voor zover zij hiermee akkoord gaan.
Het type informele psychosociale interventie gekozen door de verzoeker wordt opgenomen in een document dat wordt gedateerd en ondertekend door de tussenkomende partij en door de verzoeker die daarvan een kopie ontvangt.
Verzoek tot formele psychosociale interventie -
-
-
-
-
Het verzoek tot formele psychosociale interventie omvat drie zaken: (1) de werknemer vraagt aan de gemeente om gepaste collectieve en/of individuele maatregelen te nemen, (2) op basis van een analyse van de specifieke arbeidssituatie en (3) op basis van een advies met voorstellen van maatregelen door de PAPS Indien de werknemer geen gebruik wil maken van de informele psychosociale interventie of indien deze niet tot een oplossing leidt, kan de werknemer aan de PAPS zijn wil uitdrukken om een verzoek tot formele psychosociale interventie in te dienen. De werknemer heeft een verplicht persoonlijk onderhoud met de PAPS alvorens zijn verzoek in te dienen. De PAPS bevestigt in een document dat het verplicht persoonlijk onderhoud heeft plaats gevonden en overhandigt hiervan een kopie aan de werknemer. Het verzoek tot formele psychosociale interventie wordt opgenomen in een door de verzoeker gedateerd en ondertekend document met (1) de beschrijving van de problematische arbeidssituatie en (2) het verzoek aan de gemeente om passende maatregelen te treffen. Dit document wordt bezorgd aan de PAPS of aan de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor de PAPS zijn opdrachten vervult. De PAPS kan de indiening van het verzoek tot formele psychosociale interventie weigeren wanneer de situatie die de verzoeker beschrijft kennelijk geen psychosociale risico's op het werk inhoudt. De kennisgeving van de weigering of de aanvaarding van het verzoek gebeurt uiterlijk tien kalenderdagen na de inontvangstneming van het verzoek. Bij gebrek aan een kennisgeving binnen deze termijn, wordt het verzoek geacht te zijn aanvaard na afloop van deze termijn.
A. Verzoek met een hoofdzakelijk collectief karakter Wanneer de situatie die de verzoeker beschrijft hoofdzakelijk betrekking heeft op risico's die een collectief karakter vertonen, wordt het verzoek als volgt behandeld: De PAPS brengt de gemeente en de verzoeker op de hoogte van de indiening en de te volgen procedure en van de risicosituatie zoals ze werd beschreven. De gemeente beslist welk gevolg aan het verzoek wordt gegeven. De gemeente deelt het hier boven vermelde document mee aan het CPBW of aan de vakbondsafvaardiging en vraagt hun advies over de wijze waarop het verzoek zal behandeld worden. De gemeente kan een specifieke risicoanalyse uitvoeren om zicht te krijgen op de problematiek. Daarvoor kan het beroep doen op de aangeduide PAPS. In voorkomend geval deelt de gemeente de resultaten (met uitsluitend anonieme gegevens) hiervan mee aan het CPBW of de vakbondsafvaardiging. Binnen een termijn van 3 maanden vanaf de mededeling van het hierboven beschreven formeel verzoek, deelt de gemeente schriftelijk zijn gemotiveerde beslissing mee betreffende de gevolgen die hij aan het verzoek geeft aan: de PAPS die de verzoeker ervan de op de hoogte brengt; de preventieadviseur belast met de leiding van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk wanneer de PAPS deel uitmaakt van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk; het comité of aan de vakbondsafvaardiging. Wanneer de werkgever de specifieke risicoanalyse uitvoert, mag deze termijn verlengd worden met maximum 3 maanden. De gemeente voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die het beslist heeft te nemen. Indien nodig stelt de PAPS aan de gemeente ‘bewarende maatregelen’ voor om te voorkomen dat de gezondheid van een betrokkene ernstig wordt aangetast.
-
Indien het probleem van psychosociale aard wordt opgelost door de maatregelen die de gemeente heeft getroffen, komt er een einde aan de behandeling van het verzoek door de PAPS. Het is echter mogelijk dat de gemeente geen gevolg geeft aan het verzoek, dat het beslist dat er geen maatregelen moeten getroffen worden of dat de verzoeker meent dat de preventiemaatregelen niet aangepast zijn aan zijn individuele situatie. In deze gevallen zal de PAPS alsnog de behandeling van het verzoek op zich nemen, op voorwaarde dat hij nog niet betrokken is geweest bij de behandeling van het verzoek door de gemeente en onder voorbehoud van het akkoord van de werknemer.
B. Verzoek met een hoofdzakelijk individueel karakter voor psychosociale risico’s buiten OGGW -
-
-
-
-
-
-
-
-
De PAPS brengt de gemeente schriftelijk op de hoogte van het feit dat een verzoek tot formele psychosociale interventie werd ingediend en dat dit verzoek een hoofdzakelijk individueel karakter heeft. Hij deelt hem de identiteit van de verzoeker mee. De PAPS onderzoekt op volledig onpartijdige wijze de situatie rekening houdend met de informatie van de personen die hij nuttig acht te horen. Deze informatie kan worden opgenomen in gedateerde en ondertekende verklaringen waarvan een kopie wordt gegeven aan de gehoorde personen. Het adviesrapport van de PAPS bevat: (1) De beschrijving van het verzoek en de context ervan. (2) De identificatie van de gevaren voor de verzoeker en het geheel van de werknemers. (3) De elementen die een positieve en negatieve invloed hebben op de risicosituatie, op niveau van arbeidsorganisatie, arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en interpersoonlijke relaties op het werk. (4) De voorafgaande stappen die werden genomen om het eventuele gevaar uit te schakelen en de schade te beperken. (5) De voorstellen voor de nodige collectieve en individuele preventiemaatregelen die ten aanzien van de specifieke arbeidssituatie moeten toegepast worden om het gevaar uit te schakelen en de schade te beperken evenals de verantwoording van deze voorstellen. (6) De voorstellen voor collectieve preventiemaatregelen die moeten toegepast worden om herhaling in andere arbeidssituaties te voorkomen en de verantwoording van deze voorstellen. Binnen de 3 maanden stelt de PAPS een advies op en deelt het mee: (1) aan de gemeente, (2) met het akkoord van de verzoeker aan de VP wanneer die op informele wijze in dezelfde situatie is tussengekomen. De PAPS brengt de verzoeker en de andere rechtstreeks betrokken persoon zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte van: (1) de datum waarop hij zijn advies aan de gemeente heeft overhandigd ; (2) de voorstellen van preventiemaatregelen en hun verantwoording voor zover deze verantwoording hen toelaat de situatie gemakkelijker te begrijpen en de afloop van de procedure gemakkelijker te aanvaarden. Gelijktijdig brengt de PAPS de IPA schriftelijk op de hoogte van de voorstellen van preventiemaatregelen en hun verantwoording, om de IPA toe te laten zijn coördinatieopdrachten uit te voeren. Indien de gemeente overweegt individuele maatregelen te nemen ten aanzien van een werknemer deelt hij dit voorafgaand en schriftelijk mee aan de werknemer, uiterlijk een maand na het advies te hebben ontvangen. Indien deze maatregelen de arbeidsvoorwaarden van de werknemer wijzigen, deelt de gemeente aan deze laatste een afschrift van het advies mee en hoort het deze werknemer die zich tijdens dit onderhoud kan laten bijstaan door een persoon naar zijn keuze. Twee maanden na ontvangst van het advies, deelt de gemeente schriftelijk de gemotiveerde beslissing mee betreffende de gevolgen die het aan het verzoek geeft: (1) Aan de PAPS; (2) aan de verzoeker en aan de andere betrokken persoon; (3) aan de IPA. De gemeente voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die het beslist heeft te nemen.
-
Zelfs indien de verzoeker niet langer werknemer is tijdens het verloop van de interventie, deelt de PAPS zijn advies mee aan de gemeente.
C. Verzoek tot formele psychosociale interventie voor OGGW -
Het verzoek wordt ingediend met een gedateerd en ondertekend document dat de volgende gegevens bevat: (1) De nauwkeurige beschrijving van de feiten die volgens de werknemer constitutief zijn voor geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. (2) Het ogenblik en de plaats waarop elk van deze feiten zich hebben voorgedaan. (3) De identiteit van de aangeklaagde. (4) Het verzoek aan de gemeente om geschikte maatregelen te nemen om een einde te maken aan de feiten. Na het verplichte persoonlijk onderhoud, neemt de PAPS of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor de PAPS zijn opdrachten vervult, het verzoek dat persoonlijk werd overhandigd in ontvangst, ondertekent hij een kopie van dit verzoek en overhandigt deze aan de verzoeker. Deze kopie geldt als ontvangstbewijs. Indien het verzoek werd verzonden bij aangetekende brief, wordt zij geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de verzendingsdatum. De PAPS kan de indiening van het verzoek weigeren wanneer de situatie die de verzoeker beschrijft kennelijk geen geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk inhoudt. De kennisgeving van de weigering of de aanvaarding van het verzoek gebeurt uiterlijk tien kalenderdagen na de inontvangstneming van het verzoek. Bij gebrek aan een kennisgeving binnen deze termijn, wordt het verzoek geacht te zijn aanvaard na afloop van deze termijn. De PAPS brengt de gemeente schriftelijk op de hoogte van het feit dat een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk werd ingediend. Hij deelt hem de identiteit van de verzoeker mee. De PAPS brengt, als hij het verzoek aanvaardt, de gemeente op de hoogte van het feit dat de verzoeker een bepaalde bescherming geniet vanaf de datum waarop het verzoek in ontvangst werd genomen. Verloop van het onderzoek: (1) De PAPS deelt zo spoedig mogelijk aan de aangeklaagde de feiten schriftelijk mee die hem worden ten laste gelegd. (2) De PAPS hoort de betrokken personen, getuigen of anderen die hij nuttig oordeelt. (3) Hij onderzoekt het verzoek op volledig onpartijdige wijze. (4) Hij brengt onmiddellijk de gemeente op de hoogte van het feit dat een getuige een bescherming geniet en deelt hem de identiteit van de getuige mee. (5) De aangeklaagde en de getuigen ontvangen een kopie van hun gedateerde en ondertekende verklaringen. (6) Indien de ernst van de feiten het vereist, stelt de PAPS bewarende maatregelen voor aan de gemeente alvorens zijn advies te overhandigen. De gemeente deelt zo snel mogelijk en schriftelijk aan de PAPS zijn gemotiveerde beslissing mee over welk gevolg het aan het voorstel voor bewarende maatregelen zal geven. Indien de gemeente deze maatregelen niet treft, zal de PAPS een beroep doen op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk. De PAPS is er eveneens toe gehouden een beroep te doen op de inspectie van TWW wanneer hij, nadat hij zijn advies heeft verstrekt, vaststelt dat de gemeente geen (geschikte) maatregelen treft en dat hetzij er een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de werknemer bestaat, hetzij de aangeklaagde de gemeente zelf is of deel uitmaakt van het leidinggevend personeel. Het advies van de PAPS kan onder bepaalde voorwaarden worden meegedeeld aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
-
-
-
-
Wanneer de verzoeker of de aangeklaagde overwegen een rechtsvordering in te stellen, deelt de gemeente hen op hun vraag een afschrift van het advies van de PAPS mee. Wanneer een werknemer meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag vanwege een derde moet hij een verklaring kunnen laten opnemen in het register van feiten van derden. De werknemer van een onderneming van buitenaf die meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk vanwege een werknemer van de werkgever in wiens inrichting hij permanent werkzaamheden uitvoert, kan een beroep doen op de interne procedure van de werkgever bij wie de werkzaamheden worden uitgevoerd. Wanneer er individuele preventiemaatregelen moeten getroffen worden ten aanzien van een werknemer van een onderneming van buitenaf, legt de gemeente in wiens inrichting permanent werkzaamheden worden uitgevoerd de nuttige contacten met de werkgever van de onderneming van buitenaf, opdat deze maatregelen daadwerkelijk zouden kunnen getroffen worden.
Wedertewerkstelling na afwezigheid Werknemers die feiten van OGGW ondervonden, krijgen begeleiding bij hun wedertewerkstelling na afwezigheid door ziekte of andere redenen. De leidinggevende overlegt met de betrokkene om de begeleiding af te spreken. Ook de arbeidsgeneesheer, de VP en de PAPS kunnen hierbij helpen.
Sancties Diegene die zich schuldig heeft gemaakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en degene die onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de hoger vermelde psychosociale interventie kan gestraft worden -na de nodige onderzoeksmaatregelen en nadat betrokkene is gehoord- met de sancties voorzien in het arbeidsreglement.
Externe procedures In tweede lijn kan de werknemer een beroep doen op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk. Om een lange en dure gerechtelijke procedure te vermijden kan desgevallend beroep gedaan worden op een erkende bemiddelaar, die de partijen zal begeleiden bij het zoeken naar een akkoord. De werknemer kan een vordering instellen bij de arbeidsrechtbank. De rechter kan de werknemer bevelen eerst de interne procedure in de gemeente uit te putten.
Slotbepaling Voor alles wat niet is vermeld in dit arbeidsreglement, gelden de regelgevende bepalingen en de bedrijfsinterne preventiedocumenten.
Coördinaten Coördinaten van de vertrouwenspersoon (VP) Naam: Jurgen Janssens Functie: bestuurssecretaris interne zaken Telefoon: 013 35 24 27 Email:
[email protected] Adres: August Nihoulstraat 13-15 in 3270 Scherpenheuvel-Zichem
Art. 11.
Art. 12.
Coördinaten en bevoegdheid van de preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPS) Voor psychosociale risico’s op het werk waaronder OGGW zijn de PAPSEN van de discipline Psychosociale Aspecten van GROEP IDEWE bevoegd. IDEWE is regionaal georganiseerd. Om de dienstverlening te verzekeren, kunnen zij samenwerken met of worden vervangen door collega’s, zo mogelijk in samenspraak met de aanvrager. Alle PAPSEN van Idewe zijn bevoegd om alle voorziene opdrachten uit te voeren. De wet voorziet dat PAPSEN geleidelijk kennis, ervaring en kwalificaties bij verwerven. De PAPSEN die nog niet alle kwalificaties hebben verworven, werken onder de verantwoordelijkheid van volledig gekwalificeerde PAPSEN. De PAPSEN van Idewe regio Leuven zijn toegewezen aan de gemeente: Björn Wullus, Evelien Moerenhout en Sofie Balduyck Algemeen telefoonnummer (onthaal) Idewe regio Leuven : 016 39 04 38 Email van het PAPSEN team van regio Leuven:
[email protected] Dit besluit treedt in werking op 02.04.2015. Artikels 2, 3 en 7 en 9 hebben uitwerking met ingang van 01.07.2016. Artikels 5 en 10 hebben uitwerking met ingang van 01.09.2014. Voornoemde wijzigingen aan het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel worden opgenomen in de gecoördineerde versie met als referentie AR.2009 (4).
Raadslid A. Claes vraagt namens de N-VA-fractie om het stemgedrag te notuleren voor agendapunt 3. ‘De N-VA-fractie gaat akkoord, buiten het uurrooster van de Buitenschoolse Kinderopvang (BKO) omdat de vakbond ACOD-LRB in het verslag meldt dat dit later besproken zal worden. Wij verwachten dan ook dat dit binnenkort op de gemeenteraad ter goedkeuring zal voorliggen.’
4
Goedkeuring herstructurering stedelijke basisschool Scherpenheuvel-Zichem.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005 en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 42, 43 en 57, betreffende de bevoegdheden van de Raad en het college van burgemeester en schepenen, en de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 29.05.1959 en aanvullingen, tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving (Schoolpactwet) artikel 28,§1,1°, 2° en 4°; Gelet op het decreet basisonderwijs van 25.02.1997 artikelen 73§1,1°,2° en 6°, 127, 129 en 130§2, 108bis, 109, 110; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17.06.1997 betreffende de programmatie- en de rationalisatienormen in het gewoon basisonderwijs; Gelet op de omzendbrief BaO/97/10: Programmatie en Rationalisatie in het Gewoon Basisonderwijspunt 2 waaruit de mogelijkheid tot splitsing van de stedelijke basisschool blijkt; Gelet op de bespreking in het college van burgemeester en schepenen van 09.02.2015 betreffende de herstructurering van het stedelijk onderwijs; Overwegende dat de school 6 vestigingen heeft namelijk Testelt (236 leerlingen), Keiberg lagere school, Keiberg kleuterschool, Scherpenheuvel kleuterschool, Zichem lagere school en Zichem kleuterschool (418 leerlingen verspreid over 5 vestigingen) ; Gelet op het overleg met de schoolraad op 17.03.2015; Gelet op het protocol afgesloten in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité van 17.03.2015; Overwegende dat een directeur van een kleinschalige school, volgende voordelen heeft t.o.v. een directeur van een grote school (heden 656 leerlingen): - een intensievere begeleiding op pedagogisch domein; - een snellere opvolging van leerkrachten op didactisch gebied; - een betere interactie met ouders; - een intensiever contact met de leerlingen; - een grotere beschikbaarheid voor externen; - een actievere opvolging van de schooladministratie; - een grotere beschikbaarheid voor multi disciplinair overleg (MDO) betreffende leerlingen met extra zorg; Overwegende dat een splitsing gunstig is voor de omkadering van de 2 scholen: Meer punten voor administratie, zorg en een extra directeur ten laste van het departementestijden;
Overwegende dat een actieve samenwerking tussen de 2 directeurs van hetzelfde schoolbestuur een duidelijke meerwaarde met zich meebrengt; Overwegende dat een splitsing geen financiële weerslag heeft op de werkingstoelagen, de loonmassa en andere vormen; Overwegende dat enkel vestigingsplaats Testelt voldoet aan de programmatie- en rationalisatienormen; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus Neen: Sara De Kock, Paul Boschmans, Kenny Peeters Onthouding: Besluit: Art. 1. De stedelijke basisschool Scherpenheuvel-Zichem, met instellingsnummer 013326 met ingang van 1 september 2015 als volgt te herstructureren: - het instellingsnummer 013326 voor de vestigingsplaatsen Keiberg lagere school, Keiberg kleuterschool, Scherpenheuvel, Zichem lagere school en Zichem kleuterschool (stedelijke basisschool 2) behouden; - de vestigingsplaats Testelt (stedelijke basisschool 1) binnen het instellingsnummer 013326 opheffen; - een nieuw instellingsnummer aanvragen voor de vestigingsplaats Testelt om als zelfstandige school te kunnen functioneren. Art. 2. Het voorstel om de naam van de eerste school waarvan het instellingsnummer wordt aangevraagd: stedelijke basisschool 1, Teekbroek 22 te 3270 Testelt, goed te keuren. Art. 3. Het voorstel om de naam van de tweede school met instellingsnummer 013326: stedelijke basisschool 2 (Keiberg, Zichem en Scherpenheuvel) Oranjestraat 2 te 3271 Scherpenheuvel, goed te keuren. Art. 4. Op onderhavig besluit zijn de bepalingen van het decreet van 15.07.2005, houdende regeling, voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten, van toepassing, meer bepaald artikel 252.
5
Selectieprocedure directeur basisonderwijs: goedkeuring algemeen kader, specifieke aanwervingsvoorwaarden en proefperiode.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005, de artikels 42 en 102 ; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 07.12.2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de artikels 11, 13, 14, 15, 16, 18, 17 §1, 18, 20, 22 en 26; Gelet op het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, de artikelen 19, 37bis§1, 40, 41, 42; Gelet op het decreet van 25.02.1997 betreffende het basisonderwijs, de artikels 73§1,1°,2° en 6°, na wijziging; Gelet op de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel (ref. RPR.2008 (16)) zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 23.10.2014; Overwegende dat de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel niet van toepassing is op een directeur uit het gemeentelijk onderwijs. Overwegende dat de Vlaamse onderwijsregelgeving zeer weinig voorwaarden oplegt voor de aanstellingen van een nieuwe directeur. Overwegende dat de Vlaamse onderwijsregelgeving geen voorwaarden oplegt voor de selectie van een nieuwe directeur Overwegende dat het aangewezen is te werken naar analogie met de selectieprocedurevoorschriften van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 08.05.2000 betreffende o.a. de aanwervingsvoorwaarden van directeur in de stedelijke basisschool; Gelet op de bespreking in het managementteam op 02.03.2015; Gelet op het protocol van 17.03.2015 van het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus Neen: Sara De Kock, Paul Boschmans, Kenny Peeters Onthouding: Besluit: Art. 1. Dit besluit is van toepassing op personeelsleden die op proef aangesteld worden als directeur basisonderwijs.
Art. 2.
Dit besluit is niet van toepassing op personeelsleden die tijdelijk aangesteld worden ter vervanging van een tijdelijk afwezige directeur. §1. Een vacante betrekking van directeur basisonderwijs wordt vervuld door een aanwervingsprocedure. Bij de aanwervingsprocedure worden tegelijk personen extern aan het gemeentebestuur en personeelsleden van het gemeentebestuur uitgenodigd om zich kandidaat te stellen voor de betrekking.
Art. 3.
§2. Het college van burgemeester en schepenen verklaart de betrekking vacant. §1. Aan elke aanwerving gaat een externe bekendmaking van de vacature met een oproep tot kandidaten vooraf. De vacatures worden ten minste in twee verschillende bekendmakingskanalen, waaronder ten minste één persorgaan of tijdschrift, bekendgemaakt. De vacature wordt daarnaast ook intern bekendgemaakt. §2. Het college van burgemeester en schepenen kiest de wijze van externe bekendmaking uit de volgende mogelijkheden, rekening houdend met de minimale regel van §1, tweede lid, en met de aard van de vacature: 1° nationaal verschijnende kranten of weekbladen; 2° regionaal verschijnende kranten of weekbladen; 3° gespecialiseerde tijdschriften van beroepsgroepen of beroepsorganisaties; 4° de VDAB; 5° de gemeentelijke website; 6° zelf geproduceerde media (Stadsinfo, affiches, folders, bericht voor lichtkrant); 7° de plaatselijke radio of een regionale televisiezender; 8° de website van OVSG en/of VVSG Het vacaturebericht voor het persorgaan of tijdschrift bevat ten minste: 1° omschrijving van de vacante betrekking en het geïndexeerd minimum brutojaarsalaris; 2° de aanwervingsvoorwaarden; 3° de wijze waarop men zich kandidaat kan stellen; 4° de uiterste datum om zich kandidaat te stellen; 5° al dan niet aanleggen van een wervingsreserve en duur ervan; 6° de vermelding van het contactpunt voor meer informatie over de functie.
Art. 4.
§3. De bepalingen van §1 en §2, zijn niet van toepassing als het college van burgemeester en schepenen bij de vacantverklaring beslist een beroep te doen op een bestaande wervingsreserve die geldig is voor de vacature. Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen, verlopen minstens vijftien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van
de vacature is niet in de termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. De datum van de poststempel geldt als datum waarop de kandidaturen zijn ingediend. Indien de datum van de poststempel onleesbaar is of ingeval van afwezigheid van poststempel wordt de datum van de afstempeling door de gemeente beschouwd als datum van indiening van de kandidaturen.
Art. 5.
Art. 6. Art. 7.
De uiterste datum van kandidaatstelling geldt op straffe van onontvankelijkheid. De kandidaturen kunnen enkel ingediend worden door een per post verzonden sollicitatiebrief of door een op de personeelsdienst tegen ontvangstbewijs afgegeven sollicitatiebrief. Aan elke aanwerving gaat een selectieprocedure vooraf. De kandidaten moeten ten laatste één dag vooraleer het college van burgemeester en schepenen overgaat tot het afsluiten van de kandidatenlijst het bewijs leveren dat ze voldoen aan de algemene en de aanvullende aanwervingsvoorwaarden, tenzij anders bepaald in artikel 24 van dit besluit. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen en van de voorgelegde bewijzen, vermeld in het eerste lid. Op basis van die beoordeling wordt beslist welke kandidaten tot de selectieprocedure worden toegelaten. De kandidaten die geweigerd worden, worden definitief uitgesloten van de selectieprocedure en worden daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht met vermelding van de reden voor de weigering.
Art. 8.
Een gewone kopie van de vereiste bewijzen volstaat als bewijsstuk voor deelname aan de selectieprocedure. Eventuele eensluidend verklaarde afschriften worden alleen gevraagd aan de kandidaten die geslaagd zijn voor de selectie. §1. Elke selectie wordt uitgevoerd op basis van selectiecriteria en met behulp van een of meer selectietechnieken. De selectiecriteria en de selectietechnieken zijn afgestemd op de functiebeschrijving en het schoolspecifiek profiel. De selectiecriteria geven aan welke competenties getoetst worden door de selectietechnieken.
Art. 9.
§2. De gemeenteraad stelt de functiebeschrijving vast. Het college van burgemeester en schepenen stelt het schoolspecifiek profiel vast. Elke selectie bestaat uit minimum 2 selectietechnieken: 1° een schriftelijke proef; 2° een mondelinge proef. Het selectieprogramma kan aangevuld worden met andere selectietechnieken. De schriftelijke proef bevat volgende onderdelen: - Juridisch-administratief onderdeel: toetsing van het inzicht in en de vertrouwdheid met de reglementering inzake het onderwijs. Er kan ook worden gepeild naar de kennis en het inzicht in het Gemeentedecreet. Men stelt, wegens de complexiteit van de materie, de toegang tot het internet ter beschikking. De kandidaten dienen vooral aan te tonen dat zij de reglementering kunnen opzoeken, situeren en toepassen. - Pedagogisch onderdeel: een peiling naar de kennis en het inzicht van de kandidaat in verband met de situering van het basisonderwijs in het brede kader van het onderwijslandschap of omtrent een of andere onderwijskundige problematiek, door: a) het uitschrijven van een verhandeling of
-
b) het samenvatten van een (pedagogisch-didactisch) artikel over onderwijsaangelegenheden en het toevoegen hieraan van persoonlijke commentaar bij de uitspraken en de standpunten die in het artikel worden kenbaar gemaakt. of c) een verslag (incl. een beoordeling) maken van één of twee bijgewoonde lesactiviteiten. Case-studie: peilen naar de bekwaamheid om aan de hand van fictieve gegevens een schoolorganisatorisch probleem op te lossen.
De mondelinge proef bevat volgende onderdelen: - Algemeen onderdeel: • toelichting curriculum vitae • motivatie van de kandidatuur • beantwoorden aan het goedgekeurde profiel voor dit ambt • kennis van de school en de lokale context • kennis van de werking van het gemeentebestuur • visie op het pedagogisch project van de school - Pedagogisch onderdeel • uitdiepen en verder bespreken van het schriftelijk gedeelte • mondelinge bevraging van andere pedagogisch-didactische aspecten Art. 10.
§1. De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie. Voor de samenstelling van de selectiecommissies gelden de volgende algemene regels: 1° de selectiecommissie bestaat uitsluitend uit deskundigen buiten de raad; 2° elke selectiecommissie bestaat uit ten minste drie leden; 3° ten minste een derde van de leden zijn deskundigen die extern zijn aan het eigen gemeentebestuur; 4° de selectiecommissie bestaat bij voorkeur uit leden van verschillend geslacht; 5° bij afloop van de selectie-activiteiten beraadslaagt de selectiecommissie voltallig over het eindresultaat en het eindverslag van de kandidaten; 6° de selectiecommissie neemt haar beslissingen bij eenvoudige meerderheid. §2. Onder deskundig wordt verstaan dat de leden van de selectiecommissie over de specifieke deskundigheden moeten beschikken om de kandidaten te beoordelen op de voor de functie vastgestelde selectiecriteria. De leden hebben minstens een gelijkwaardige graad of kwalificatie als de te begeven betrekking.
Art. 11.
Art. 12.
§3. Persoonlijkheidsonderzoeken en psychologische tests worden uitgevoerd door een selectiebureau of door een persoon die daartoe bevoegd is in overeenstemming met het decreet van 10 december 2010 betreffende de private arbeidsbemiddeling en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 ter uitvoering van dat decreet. De raadsleden, de schepenen, de burgemeester en de afgevaardigden van de representatieve vakorganisaties mogen uitsluitend als waarnemer bij het examen aanwezig zijn. Zij mogen niet aanwezig zijn bij het voorbereiden van het examen en het delibereren over de uitslag van het examen. De leden van de selectiecommissies respecteren de volgende gedragsregels en wettelijke voorschriften bij selecties: 1° onafhankelijkheid; 2° onpartijdigheid; 3° non-discriminatie op grond van zogenaamd leeftijd, seksuele geaardheid, handicap, geloof of levensbeschouwing, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een fysieke of genetische eigenschap, en sociale afkomst, zoals bepaald in de non-discriminatiewetgeving; 4° respect voor de vertrouwelijkheid van de gegevens van de kandidaten en voor hun private levenssfeer; 5° geheimhouding van de vragen en, als dat van toepassing is, respect voor de anonimiteit van de proeven; 6° verbod op belangenvermenging.
Art. 13.
Niemand kan als lid van de selectiecommissie zetelen bij familieverwantschap tot in de tweede graad tussen hem en een kandidaat. De selectiecommissies worden geleid door een voorzitter. De voorzitter wordt in zijn taak bijgestaan door een secretaris die niet deelneemt aan de eigenlijke selectie-activiteiten en aan de beoordeling van de kandidaten. De bestuurssecretaris interne zaken of zijn afgevaardigde treedt op als secretaris van de selectiecommissie, zonder er evenwel deel van uit te maken.
Art. 14.
Art. 15.
Art. 16.
De leden, de secretaris en de voorzitter van de selectiecommissie worden nominatief door het college van burgemeester en schepenen aangewezen. De selectieprocedures toetsen de bekwaamheid of geschiktheid van de kandidaten en resulteren in een opsomming van de geslaagde of geschikt bevonden kandidaten. De meest geschikte kandidaat wordt gekozen op basis van een volledige vergelijking van de titels en verdiensten van alle kandidaten en een uitdrukkelijke motivering in overeenstemming met de bepalingen van de wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen van 29 juli 1991. Het college van burgemeester en schepenen stelt de concrete selectieprocedure vast voor de aanvang ervan. Het college van burgemeester en schepenen zorgt voor de organisatie van de selecties. §1. Binnen de grenzen van dit besluit bepaalt het college van burgemeester en schepenen: 1° de selectiecriteria; 2° de keuze van de selectietechniek(en) en de puntenverdeling per selectietechniek; 3° het verloop van de selectie. §2. Om als geslaagd te worden beschouwd, moeten de kandidaten voor elke selectietechniek ten minste vijftig procent van de punten behalen en ten minste zestig procent op het geheel van het examen. Voor de psychotechnische onderzoeken moet men minstens “geschikt” bevonden worden.
Art. 17.
Art. 18.
De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het verloop van de selectieprocedure. De kandidaten worden ten minste veertien kalenderdagen op voorhand geïnformeerd over de plaats waar en dag en uur waarop de examens worden afgenomen. De selectiecommissie maakt voor elke selectietechniek een proces-verbaal op. Het procesverbaal vermeldt per kandidaat het resultaat. Alleen de kandidaten die geslaagd zijn, worden voor de volgende selectietechniek opgeroepen tenzij de verschillende selectietechnieken in een te kort tijdsbestek plaatsvinden.
Art. 19.
Art. 20.
De selectiecommissie maakt bij de afsluiting van de selectieprocedure een eindprocesverbaal op met vermelding van de deelresultaten van de kandidaten en van hun eindresultaat. De kandidaten worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van de selectie. Kandidaten hebben op hun verzoek toegang tot de selectieresultaten in overeenstemming met de bepalingen van het decreet van 26.03.2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het college van burgemeester en schepenen beslist bij de vacantverklaring van een betrekking of een wervingsreserve wordt aangelegd en bepaalt de geldigheidsduur ervan. De geldigheidsduur van de wervingsreserve bedraagt maximum drie jaar. Hij kan met maximum twee jaar worden verlengd. De geldigheidsduur van de wervingsreserve vangt aan vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van het besluit van de aanstellende overheid, houdende de samenstelling van de desbetreffende reserve.
Art. 21.
Art. 22.
Alle geslaagde kandidaten die niet onmiddellijk worden aangesteld, worden in de wervingsreserve opgenomen. Het college van burgemeester en schepenen kan geen nieuwe aanwervingsprocedure aanspreken zolang er voor dezelfde functie nog kandidaten opgenomen zijn in een daarvoor nog geldige wervingsreserve. Ingeval van een vacature worden alle geslaagde kandidaten uit de wervingsprocedure per aangetekend schrijven geraadpleegd om de vacature te vervullen. Onder de kandidaten die binnen de vooraf vastgestelde termijn te kennen geven dat ze de betrekking willen aanvaarden, wordt een kandidaat gekozen op basis van een vergelijking van de titels en verdiensten. Kandidaten die niet gekozen worden, behouden hun plaats op de wervingsreserve voor de volledige duur ervan.
Art. 23. Art. 24.
Art. 25.
Art. 26.
Kandidaten die hun kandidatuur niet binnen de vooraf gestelde termijn bevestigen verliezen hun aanspraken en worden uit de wervingsreserve geschrapt. Kandidaten opgenomen in een wervingsreserve die aan een aanstelling verzaken, verliezen hun aanspraken en worden definitief geschrapt. De aanvullende aanwervingsvoorwaarden voor het ambt van directeur basisonderwijs zijn: 1° houder zijn van een rijbewijs B; 2° een getuigschrift verworven competenties van de kadercursus voor beginnende directeurs BaO bij OVSG (AVSG) kunnen voorleggen, uiterlijk op de vooravond van de vaste benoeming; 3° gunstige beoordeling van de ‘tijdelijke aanstelling in afwachting van vaste benoeming‘ (hierna verder proefperiode genoemd). Bij de aanstelling van een directeur basisonderwijs in een vacante betrekking is steeds een proefperiode voorzien. De maximale duur van deze proefperiode komt overeen met de maximale duur zoals bepaald in artikel 42, §1, c) van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs en kan worden verlengd conform de bepalingen van dit artikel. §1 De procedure van de beoordeling van de directeur tijdens de proefperiode verloopt als volgt: 1°Samenstelling van de beoordelingscommissie Externe beoordeling: Pedagogisch deskundige OVSG Interne beoordeling: Gemeentesecretaris (of zijn gedelegeerde) 2° De geselecteerde kandidaat wordt tijdens de proefperiode en binnen afspraken van een specifiek begeleidingsplan gecoacht door de pedagogische begeleiding OVSG. 3° De geselecteerde kandidaat legt uiterlijk drie maanden na indiensttreding een beleidsplan ter goedkeuring voor aan het college van burgemeester en schepenen. Dit beleidsplan omvat de beleidsintenties van de directeur tijdens zijn proefperiode. De directeur kiest minimum zes resultaatsgebieden uit de volgende lijst. In overleg met de pedagogisch adviseur kan van dit aantal afgeweken worden bij het opstellen van het beleidsplan: Concretisering van het pedagogisch project Planning en organisatie Personeelsbeleid – leiding geven aan het personeelsteam Leerlingenbegeleiding Beleidsvoorbereiding en -advisering Communicatie en samenwerking met leerlingen en ouders Overleg en samenwerking met interne partners Overleg en samenwerking met externe partners Financieel en administratief beheer
-
Public relations Nascholingsbeleid van de school en van de directeur zelf Kwaliteitsbewaking – interne kwaliteitszorg
De directeur tekent de grote lijnen van dit beleidsplan uit in overleg met verschillende participanten (bv. begeleidingsdienst, schoolteam,…). Hij specifieert dit verder en vult dit in met duidelijke en concreet te realiseren doelstellingen. Hij bepaalt welke doelstellingen gerealiseerd worden tijdens het eerste schooljaar van de proefperiode en welke tijdens het tweede schooljaar. 4° Voor 15 april van het eerste volledige schooljaar legt de directeur de tussentijdse resultaten van de uitvoering van zijn beleidsplan voor aan de externe beoordelaar onder de vorm van een (zelf)evaluatie. Hierin wordt met diverse elementen rekening gehouden: opmerkingen uit het schoolteam en met contextfactoren die het starten en inwerken van een nieuwe directeur kunnen bemoeilijken (doorlichting). De directeur bespreekt zijn eerste tussentijds rapport met de externe beoordelaar. Deze externe beoordelaar stuurt een eerste tussentijds beoordelingsrapport door naar het college van burgemeester en schepenen. Ook de interne beoordelaar maakt een eerste tussentijds beoordelingsrapport op en bezorgt dit aan het college. Beide tussentijdse beoordelingsrapporten worden voorgelegd als advies aan het college van burgemeester en schepenen. Een bespreking van de beoordelingsrapporten waaraan de beoordelaar(s), het college van burgemeester en schepenen en de directeur op proef deelnemen, behoort tot de mogelijkheden. 5° Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot verdere aanstelling of tot ontslag. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt genomen en meegedeeld aan betrokkene voor het einde van het eerste volledige schooljaar. 6° Ten laatste op 15 april van het tweede volledige schooljaar legt de directeur een eindrapport neer bij de externe beoordelaar. Deze maakt/maken een definitief beoordelingsrapport op na betrokkene te hebben gehoord. Ook de interne beoordelaar maakt een definitief beoordelingsrapport. Beide definitieve beoordelingsrapporten worden voorgelegd als advies aan het college van burgemeester en schepenen. Een bespreking van de beoordelingsrapporten waaraan de beoordelaar(s), het college van burgemeester en schepenen en de directeur op proef deelnemen, behoort tot de mogelijkheden.
Art. 27. Art. 28.
6
7° Het college van burgemeester en schepenen gaat over tot vaste benoeming of tot ontslag. De beslissing van het college wordt genomen en meegedeeld aan betrokkene voor het einde van het tweede volledige schooljaar. Het gemeenteraadsbesluit van 08.05.2000 betreffende o.a. de aanwervingsvoorwaarden van directeur in de stedelijke basisschool wordt opgeheven. Dit besluit treedt in werking op 02.04.2015.
Goedkeuring facultatieve vrije dagen schooljaar 2015-2016.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van de Vlaamse Raad van 27.03.1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding; Gelet op het decreet basisonderwijs van 25.02.1997; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17.06.1997 betreffende personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs; Gelet op de omzendbrief BaO/97/7 van 17.06.1997 betreffende de personeelsformatie in het Gewoon Basisonderwijs;
Gelet op het decreet betreffende medezeggenschap in het gesubsidieerd onderwijs van 23.10.1991; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17.04. 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds onderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap; Gelet op de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen; Gelet op het advies van de schoolraad van 17.03.2015; Gelet op de onderhandelingen die ter zake gevoerd werden in het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs van 17.03.2015 met het tot stand komen van een protocol van akkoord tot gevolg; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Sara De Kock, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Enig art.
7
De facultatieve vrije dagen voor schooljaar 2015-2016 goed te keuren. Maandag 05.10.2015 Dinsdag 17.05.2016.
Goedkeuring extra-muros activiteiten schooljaar 2015-2016.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van de Vlaamse Raad van 27.03.1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding; Gelet op het decreet basisonderwijs van 25.02.1997; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17.06.1997 betreffende personeelsformatie in het gewoon basisonderwijs; Gelet op de omzendbrief BaO/2005/9 betreffende de personeelsformatie in het gewoon Basisonderwijs; Gelet op het decreet betreffende medezeggenschap in het gesubsidieerd onderwijs van 23.10.1991; Gelet op de omzendbrief BaO/2001/13 betreffende de extra-muros activiteiten; Gelet op de omzendbrief BaO/2007/05 betreffende de kostenbeheersing in het basisonderwijs in het bijzonder punt 3.3.; Gelet op de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen; Gelet op het advies van de schoolraad van 17.03.2015; Gelet op de onderhandelingen die ter zake gevoerd werden in het ABOC voor het gesubsidieerd officieel onderwijs van 17.03.2015 met het tot stand komen van een protocol van akkoord tot gevolg; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Joris De Vriendt, Sara De Kock, Allessia Claes, Ronald Schuyten, Hans Verboven, Koen Vranken, Jan Boeckx, Paul Boschmans, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs, Ben Mattheus, Kenny Peeters Neen: Onthouding: Besluit: Enig art.
De extra-murosactiviteiten voor schooljaar 2105-2016 goed te keuren. Zeeklas Keiberg Datum : 7 september – 11 september 2015 Het Reigersnest St.Idesbald – Koksijde
Zeeklas Zichem Datum : 14 september – 18 september 2015 Het Reigersnest St.Idesbald – Koksijde Plattelandsklas Testelt Datum : 21 september – 25 september 2015 De Boerekreek Sint-Jan-in-Eremo.
8
Goedkeuring schoolreglement ref. O/NV/2015/SR.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15.07.2005 in het bijzonder artikel 42 en artikel 43; Gelet op het decreet Basisonderwijs van 25.02.1997; Gelet op het decreet van 02.04.2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad zoals gewijzigd door het decreet van 04.04.2014 houdende de diverse maatregelen betreffende de rechtspositie van de leerlingen in het basis en secundair onderwijs en betreffende participatie op school; Gelet op het decreet van 20.03.2009 betreffende de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen de school en de ouders in het basis- en secundair onderwijs; Gelet op het decreet van 06.06.2008 houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en centra voor leerlingenbegeleiding; Gelet op het decreet van 28.06.2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I in het bijzonder artikel III.1 en artikel III.3; Gelet op de omzendbrief BaO/2002/1 van 08.02.2002 betreffende de informatie bij eerste inschrijving en schoolreglement; Overwegende de wijziging betreffende de maximum factuur; Overwegende de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 16.03.2015 betreffende het schoolzwemmen vanaf 01.09.2015; Overwegende dat een schoolbestuur voor elk van zijn basisscholen een schoolreglement moet opstellen dat de betrekkingen tussen het schoolbestuur en de ouders en de leerlingen regelt; Overwegende dat het huidige schoolreglement goedgekeurd door de gemeenteraad van 11.09.2014 aan actualisatie toe is; Gelet op het overleg in de schoolraad van 17.03.2015; Overwegende dat meer specifieke afspraken door het college van burgemeester en schepenen, na overleg in de schoolraad, worden opgenomen in de infobrochure; Gelet op het model van OVSG; Gelet op de bespreking; Ja: Geert Janssens, Manu Claes, Nico Bergmans, Inne Pauwels, Kris Peetermans, Marleen Van Meeuwen, Tony Vancauwenbergh, Marie Jeanne Hendrickx, Rob Jacquemyn, Marc Decat, Willy Cortens, Arlette Sannen, Ronald Schuyten, Koen Vranken, Jan Boeckx, Ben Mattheus Neen: Sara De Kock, Paul Boschmans, Kenny Peeters Onthouding: Joris De Vriendt, Allessia Claes, Hans Verboven, Martine Vancauwenbergh, Marc Van Torre, René Jacobs Besluit: Art. 1. Het schoolreglement gewoon basisonderwijs goedgekeurd door de gemeenteraad op 11.09.2014 op te heffen. Art. 2. Het schoolreglement met ref. O/NV/2015/SR van de Stedelijke Basisschool ScherpenheuvelZichem, Teekbroek 22 te 3272 Scherpenheuvel-Zichem goed te keuren. Het pedagogisch project en de infobrochure maken integraal deel uit van het schoolreglement. Art. 3. Het college van burgemeester en schepenen te mandateren om in de loop van het schooljaar andere noodzakelijke wijzigingen aan de infobrochure van elke school goed te keuren na overleg in de schoolraad. Raadslid A. Claes vraagt namens de N-VA-fractie om het stemgedrag te notuleren voor agendapunt 8.
‘Op basis van het BBC-plan heeft de N-VA-fractie met betrekking tot dit dossier reeds negatief gestemd. Er werden al wijzigingen aangebracht op financieel vlak in relatie met het schoolreglement. De N-VA-fractie stelt vast dat deze nieuwe wijzigingen opnieuw extra lasten aan de ouders oplegt. Wij zullen ons als N-VA-fractie onthouden.’
M1 Mondelinge vraag van raadslid J. De Vriendt betreffende overleg met omliggende gemeenten rond sport- en culturele infrastructuur. Mondelinge vraag van raadslid J. De Vriendt aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Er is de laatste tijd nogal veel te doen over de taakverdeling tussen de gemeenten, samenwerking rond zwembaden, samenwerking rond culturele infrastructuur, het niet langer verplicht zijn voor de gemeente om een bibliotheek in te richten. Dit is ook in het kader van sommige gemeenten die niet voldoende draagkracht hebben. Zeker in onze regio met redelijk wat kleine gemeenten is het niet altijd evident om al die infrastructuur in elke gemeente te voorzien. Ik zou dus willen vragen aan de schepen van cultuur en sport dat hij zich zou willen toeleggen om een overleg met de omliggende steden en gemeenten te starten. We hebben in het verleden al sporadisch samengewerkt rond cultuur en sport. Er zijn al gesprekken geweest om rond de turnhal iets te doen. Er zijn ook al ideeën geweest rond het zwembad. Ik zou willen vragen wat de schepen op dat vlak als mogelijkheden ziet om aan beleid te doen. Welke initiatieven hij op dat vlak neemt, wil nemen of al genomen heeft.’ Antwoord van schepen K. Peetermans namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Voor sport is dat heel duidelijk. Over het zwembad is er al overleg geweest. Dat is ook al in de pers verschenen. Het artikel dat recent in de pers verschenen is, was eigenlijk mijn interview niet, ik heb die mevrouw nooit gesproken. Met de schepen van Aarschot zijn er al contacten geweest op het regio-overleg. Hij ging ons uitnodigen. Ik weet dat de dienst van het zwembad bezig is met een aantal trajecten uit te schrijven. Hoe dat zij dat zien voor hun eigen zwembad dat onze kinderen in hun bad terecht kunnen of niet, welke maatregelen dat zij moeten nemen. Dat wordt allemaal in kaart gebracht en de schepen ging me daar van op de hoogte stellen wanneer het overleg zou plaatsvinden. Naar aanleiding van het artikel is dat wel in een stroomversnelling geraakt. De collega schepen van Aarschot heb ik dan aan de lijn gehad en hij zou daar zo snel mogelijk werk van maken. Dat was niet enkel op ons bedoeld. Ook van de andere omliggende gemeenten zijn er scholen die moeten uitwijken naar een ander bad. De bal ligt nu in het kamp van Aarschot, zij zullen de aanzet moeten geven. Ik ben in blijde verwachting. Wat culturele infrastructuur betreft, daar heb ik minder zicht op. Wij hebben enorm veel culturele infrastructuur en daar wordt gretig gebruik van gemaakt. De statistieken tonen aan dat ook wel, en dan vooral De Keyt omdat dat aanleunt bij Rillaar, Aarschots volk de zalen huurt. Dat is positief voor onze financiën. Om daar samenwerking in te bekomen, het gebouw staat er, het kan gebruikt worden. Het staat er de eerste plaats voor onze eigen mensen maar als de zaal kan benut worden dan wordt hij benut en wordt de prijs betaald die er voor gevraagd wordt zoals ons reglement voorschrijft.’ Antwoord van raadslid J. De Vriendt: ‘Als ik het goed begrijp is er wel overleg maar dat is eerder sporadisch.’ Antwoord van schepen K. Peetermans: ‘Ieder heeft zijn formele bevoegdheden en we proberen echt wel ons best te doen om op geregelde tijdstippen overleg te houden. Wij sluiten ons zwembad en dat zet druk op de andere zwembaden. Ik wil ook wel eens met Gert Verhulst gaan praten zodat hier een Plopsaland komt eventueel maar ik weet niet of die echt gaat geïnteresseerd zijn.’ Antwoord van raadslid J. De Vriendt: ‘Je hebt meer dan één vorm PPS.’ Antwoord van schepen K. Peetermans: ‘Ik ben naar het ISB-congres geweest en daar was ook de opmerking dat, als we een PPS zouden aangaan, een private partner die investeert in ons zwembad, dat zij een overheidsgarantie willen van ons. Dat wil zeggen dat, als zij investeren in ons zwembad, dat er dan geld moet komen van onze
geldschieter, de banken waar wij contacten mee hebben, omdat wij goedkoper kunnen lenen en we moeten die dan wel in onze begroting opnemen. PPS is op zich geen mogelijkheid. Ik heb die zienswijze die is uitgelegd op het ISB-congres voorgelegd aan de financieel beheerder. Zij ging het nakijken.’ Antwoord van schepen N. Bergmans: ‘Er is discussie over dat dat zo moet gebeuren. In principe kun je dat wel doen als stad, dat dat niet in uw begroting mag, maar het kost wel altijd geld.’ Antwoord van schepen K. Peetermans: ‘Als en het investeringsbedrag en de dotatie voor de exploitatie in de begroting moet dan biedt dit absoluut geen oplossing.’ Antwoord van raadslid J. De Vriendt: ‘Ik vraag mij af of dergelijke dossiers, zoals het zwembad, niet op een breder overleg in de regio kunnen besproken worden. Misschien is het mogelijk om met een aantal gemeenten een cluster te vormen en een aantal afspraken te maken. Welke investeringen gaan we doen en wie gaat die doen. Om die manier kunnen er misschien synergieën ontwikkeld worden en subsidies van hogere overheden, voor zover dat die beschikbaar zijn, binnengehaald worden. Er zal een lange termijn visie moeten ontwikkeld worden. Met het kerntakendebat dat gevoerd wordt, zal men dit moeten bekijken. Als we niet naar een nieuwe fusiegolf willen gaan, gaat dit moeten gebeuren.’
M2 Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven betreffende de Westelsebaan te Averbode. Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Ik had graag een update gehad over de situatie op de Westelsebaan. Ze is hier al een paar keer aan bod gekomen. Met het zomerseizoen in aantocht had ik graag geweten van de schepen of er door het Gewest al enig initiatief is genomen. Antwoord van schepen M. Van Meeuwen namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Neen. We hebben noch voor Zichem noch voor Averbode enig antwoord. Het komt allemaal in orde zeggen ze. Maar wanneer…?’ Antwoord van de burgemeester namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Averbode, Westelsebaan, we hebben dat aangekaart. Zichem, dat dossier is administratief rond. Al die vergaderingen zijn geweest. We hebben zone dertig voor de doortocht goedgekeurd. En wij zijn sinds een jaar aan het aandringen. ‘Hoe zit dat nu, alles is rond.’ Wij krijgen daar echter geen antwoord op. Zichem zit echt ver, de werken kunnen daar starten. Dat wil zeggen, snelheidsremmende maatregelen, fietssuggestiestrook, zebrapaden. We proberen eerst Zichem rond te krijgen. We weten ook dat Vlaanderen financieel in moeilijkheden zit. Dit is administratief rond. Dit dossier loopt ondertussen drie jaar. De laatste vergadering dateert van april vorig jaar. Sinds toen was alles administratief rond. Wij zijn nog altijd vragende.’ Antwoord van schepen M. Van Meeuwen: ‘We hebben hetzelfde aangevraagd voor Averbode. Maar als een goedgekeurd dossier nog niet uitgevoerd geraakt, hoe lang zal het duren vooraleer een nieuw dossier als Averbode uitgevoerd raakt. We krijgen, spijtig genoeg, geen antwoord.’
M3 Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven betreffende de Boonstraat te Averbode. Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Mijn volgende vraag gaat over de Boonstraat in Averbode, wel een bevoegdheid van de gemeente. We stellen daar dagelijks verkeersonveilige situaties vast die deels te wijten zijn aan de ouders die zich niet aan de verkeersregels houden maar deels te wijten zijn aan de structurele inrichting van die
straat. Het eerste deel van de straat is tweerichting, bijgevolg parkeren de ouders zich ook in de twee richtingen zodat er maar een smalle doorgang is. Dan begint het. Dan komen ouders die hun kinderen hebben opgehaald in de ene richting, de anderen komen de Boonstraat nog in en het zit vast. En daartussen zitten de dappere kinderen op hun fiets. Het is een grote chaos. Ik denk dat een gedragswijziging bij ouders niet zo gemakkelijk te bereiken is. Sommige ouders hebben ook geen andere keuze dan met de auto te komen. Ik stel voor dat daar bijvoorbeeld een eenrichting regel voor de hele straat wordt ingevoerd en dit als test voor een paar maanden. U schudt nu het hoofd. Waarom sluit u dat uit?’ Antwoord van de burgemeester namens het college van burgemeester en schepenen: ‘We hebben met de school een overleg gehad. Dat is in de verkeerscel en in het college meerdere keren besproken. Alle maatregelen die gevraagd zijn door de school hebben wij gedaan, tot tevredenheid van de school. Van de school hebben we nog geen negatieve reacties gehad, integendeel. Wat er wel is, dat is de laatste vraag die we van de school gekregen hebben, dat is een parkeerplaats voor gehandicapten. Die vraag is ook gekomen van de welzijnsraad. Eenrichting is daar volgens mij geen goede oplossing want eenrichting zet aan tot sneller rijden. Dit is ook niet gevraagd geweest door de school. Alle maatregelen die tot nu toe genomen zijn, zijn goed bevonden door de school. Maar zoals je terecht zegt, de ouders moeten zich ook proberen aan de verkeersregels houden. De school in Averbode is relatief veilig gelegen en er is ruimte maar iedereen moet zich aan de regels houden. Als dat nog een probleem zou zijn in dat eerste stuk dan moet men een regeling treffen met de ouders intern. We kunnen dat probleem niet oplossen met eenrichting.’ Antwoord van raadslid H. Verboven: ‘Eenrichting is misschien niet heiligmakend, ik weet dat niet, misschien niet. Een andere optie zou zijn dat men maar aan één kant kan parkeren zodat de straat zich niet vernauwt.’ Antwoord van de burgemeester: ‘Dat zou je kunnen doen maar dan heb je minder parkeerplaatsen. Het is een probleem van minder ruimte op een gegeven moment. Als je parkeerplaatsen op de weg brengt, heb je ook minder ruimte om te parkeren. Je zit met in- en uitritten waardoor je minder plaats hebt. Dat is ook een element. En het is ook een probleem van ruimte daar. Met parkeervakken ga je dat probleem niet oplossen, integendeel want er zullen minder parkeerplaatsen zijn.’ Antwoord van raadslid H. Verboven: ‘Misschien dat de ouders zich aan het Uitgeverijplein kunnen parkeren.’ Antwoord van de burgemeester: ‘Als men bereid is om een beetje verder te gaan, maar daar zit ook het probleem, is dat een oplossing. Iedereen kent hier de schoolomgevingen in Scherpenheuvel-Zichem. Averbode is een van de best beveiligde schoolomgevingen, qua ligging, qua een goede bereikbaarheid. Dat is een voorbeeld van een gunstige ligging. Tot nu toe heb ik alleen maar positieve reacties gehoord van de directie, van leerkrachten. Wij zijn altijd bereid tot een gesprek. Het kan altijd beter.’ Antwoord van raadslid H. Verboven: ‘Ik hoor negatieve reacties van ouders en het oudercomité.’ Antwoord van de burgemeester: ‘Men moet alles ook een beetje relatief zien. Het Uitgeverijplein, ik ben akkoord, dat gaat een oplossing zijn maar dan moet men ook bereid zijn om 100 meter te voet te gaan. Dat kan een oplossing zijn, zeker voor de school om dat het dan niet druk zal zijn aan het Uitgeverijplein in de week. Er komt een wandelweg via de school en zo verder.’ Antwoord van raadslid H. Verboven: ‘Een parkeerverbod aan één kant van de straat zal het probleem in eerste instantie misschien erger maken maar zal de ouders er misschien toe aanzetten om van de eerste keer naar het Uitgeverijplein te rijden.’
Antwoord van de burgemeester: ‘Wel voor het Uitgeverijplein zullen we snel de test hebben. In de zomer, ten laatste in september zal het wel klaar zijn. Als dat een beetje kan gepromoot worden en men is bereid om een stukje verder te rijden en de wandelweg te nemen. Dan kunnen we bekijken wat het effect daarvan is.’ Antwoord van schepen M. Van Meeuwen: ‘Dit doet zich enkel voor ’s morgens en ’s avonds aan de school.’ Antwoord van schepen N. Bergmans: ‘Een tijdelijke eenrichting dat gaat niet want dat heb ik al eens nagevraagd. Een vrijwillige eenrichting stroom dat lukt ook niet zo goed.’ Antwoord van raadslid H. Verboven: ‘Af en toe eens politie ter plaatse zal ook helpen.’ Antwoord van de burgemeester: ‘De politie kan daar elke week gaan staan. Maar als de politie dan optreedt, moet men dat ook respecteren. Wij willen ook geen heksenjacht ontketenen.’
M4 Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven betreffende opvolging van werken. Mondelinge vraag van raadslid H. Verboven aan het college van burgemeester en schepenen: ‘Eén van mijn buren is weer gevallen vlak voor mijn huis over tegels die enkele maanden geleden gerepareerd waren. Moet er geen opvolging zijn voor het niet zo positief werk van het gemeentepersoneel? Die ene tegel ligt nog altijd gevaarlijk hoog.’ Antwoord van schepen M. Van Meeuwen namens het college van burgemeester en schepenen: ‘Ze zijn deze al eens komen herstellen. We geven het door.’
M5 Mondelinge vraag van raadslid M. Van Torre betreffende herziening leningen. Mondelinge vraag van raadslid M. Van Torre aan het college van burgemeester en schepenen: ‘In het verslag van de zitting van het CBS gehouden op datum van 02/03/2015 wordt in item 2 melding gemaakt van een "Schuldherschikking leningen bij ING". Bij nalezing kunnen we vaststellen dat voor de verschillende lopende leningen, vermeld in het dossier, de kredietmarges verlaagd kunnen worden van respectievelijk 225 basispunten naar 125 en van 185 basispunten naar 85. Een interessante benadering om een deel van de structurele schuld te verlagen en dus aanbevelenswaardig. Laat ons toe te melden dat de N-VA-fractie bij verschillende aangelegenheden al heeft aangedrongen op deze benadering. Graag had de N-VA-fractie informatie gekregen over de volgende elementen: - Kunnen er meer details verstrekt worden over het kredietbedrag (normaal €8 Mio nl. €3 Mio + €5 Mio) waarover het gaat - Welke het bedrag is van de behaalde lastenvermindering op intrestniveau - Welke het bedrag is aan wederbeleggingsvergoeding (beschreven aan 30 basispunten) - Of de herzieningen ook kunnen gebeuren voor andere leningen die nog lopende zijn bij ING - Of er onderhandelingen gepland zijn bij de andere financiële instellingen waar de stad leningen heeft lopen.’ Antwoord van schepen I. Pauwels namens het college van burgemeester en schepenen: ‘We hebben al de berekeningen gekregen maar ik heb die nu niet bij hand. Wij zullen u een schriftelijk antwoord bezorgen binnen de gestelde termijn. Dan heeft u ook onmiddellijk alle uitdrukkelijke informatie. Ik zal vragen om dit ook aan de andere fracties over te maken.’
De vergadering wordt gesloten om 21.08 uur. Aldus gedaan in bovenvermelde zitting. Op bevel, Gemeentesecretaris
Voorzitter van de gemeenteraad
Liesbeth Verdeyen
Geert Janssens