Gemeenteraad Openbare zitting 26 juni 2015 belastingen (DD)
23. Retributies: a. Retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen: aanvulling en wijziging Beleidscontext 2 Ruimte, milieu en economie 3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs -
0300 ophalen en verwerken van huishoudelijk afval 0309 overig afval- en materialenbeheer 0703 openbare bibliotheken
Bondige toelichting
In een gemotiveerd advies heeft het Agentschap Binnenlands Bestuur, Lokale Financiering en Personeel recent ondubbelzinnig bevestigd dat de deelnemende gemeenten in een afvalintercommunale elk een belasting- en/of retributiereglement moeten vaststellen voor de tarieven die door een afvalintercommunale worden aangerekend. Daarom moeten deze tarieven opgenomen worden in het retributiereglement op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen. In zitting van heden wordt een wijziging van het reglement voor de gebruiker van de stedelijke openbare bibliotheek aan de gemeenteraad voorgelegd. Deze wijziging heeft ook gevolgen voor de tarieven die voor de bibliotheek in het retributiereglement zijn opgenomen. Het reglement moet daarom aangevuld en gewijzigd worden. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Artikel 170 § 4 van de grondwet. Artikelen 42 en 43 § 2, 15° van het gemeentedecreet. Gemeenteraadsbeslissing van 19 december 2013, houdende invoering van de retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen, met latere aanvullingen en wijzigingen.
Argumentatie 1.
Tarieven afvalintercommunale 1.1. Historiek: De gemeenteraad heeft in zitting van 24 mei 2013 kennisgenomen van de agenda van de algemene vergadering van MI-WA op 25 juni 2013 en van “Goedkeuring tarieven”. De afvaltarieven die MI-WA heeft vastgesteld, zijn onderbouwd en gebaseerd op kostende prijzen (kosten voor verwerking, overslag en afvoer). Bovendien is bij de vaststelling van de tarieven rekening gehouden met de vorken die VLAMERA oplegt en die bindend zijn. De afvaltarieven, van toepassing vanaf 1 juli 2013, werden goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van MI-WA op 25 juni 2013. Deze tarieven werden goedgekeurd door het gemeenteraadslid dat namens de gemeenteraad werd aange-
GR 26 juni 2015
openbare zitting
duid als vertegenwoordiger van de stad in deze buitengewone algemene vergadering en dat hiertoe een mandaat kreeg vanuit de gemeenteraad. De beslissingen van de buitengewone algemene vergadering van MI-WA werden door de directie van MI-WA overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands Bestuur dat hieromtrent binnen de voorziene termijn voor het uitoefenen van toezicht geen opmerkingen formuleerde. Bijgevolg werden de beslissingen, genomen door de bijzondere algemene vergadering van MI-WA, impliciet goedgekeurd door de toezichthoudende overheid. Begin juli werd vanuit de stad een brief verstuurd zowel aan de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw als aan het Agentschap Binnenlands Bestuur met de vraag hoe artikel 62, tweede lid, van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking zich verhoudt ten opzichte van artikel 26 van het materialendecreet. Beide instanties bezorgden een antwoord op deze vraag. Uit de antwoorden blijkt niet dat MI-WA onwettelijk zou gehandeld hebben met het vaststellen van de afvaltarieven in de buitengewone algemene vergadering. Bijkomend werd in een brief van 6 augustus 2013 van het Agentschap Binnenlands Bestuur aan raadslid Van Bellingen expliciet meegedeeld “dat er niet is gesteld dat het intergemeentelijk samenwerkingsverband tot nu toe onwettig is opgetreden, en dat er integendeel op gewezen is dat de machtiging tot inning van de vergoeding zelfs impliciet zou kunnen afgeleid worden uit de bevoegdheidsoverdracht zoals geregeld in artikel 15 van de statuten van de opdrachthoudende vereniging”. Na de gemeenteraadszitting van 30 juli 2013 werden de nodige inspanningen geleverd om verdere duidelijkheid te bekomen bij de toezichthoudende overheid. Uit de briefwisseling bleek dat de toezichthoudende overheid alleen spreekt over de “wenselijkheid” om de gevraagde afvaltarieven onder de vorm van een belasting- of retributiereglement in elk van de deelnemende gemeenten van de intercommunale voor goedkeuring voor te leggen aan de respectieve gemeenteraden en een machtiging te verlenen tot inning van de bedoelde belasting of retributie. Vermits de onduidelijkheid bleef aanhouden, werd op 22 januari 2015 een brief gericht aan mevrouw Liesbeth Homans, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur. Haar werd gevraagd een duidelijk, niet voor interpretatie vatbaar standpunt in bevestigende of ontkennende zin te formuleren op de vraag of de bedragen die door de opdrachthoudende vereniging MI-WA als betaling voor geleverde prestaties inzake ophaling, inzameling, beheer en verwerking van huishoudelijk afval worden aangerekend, moeten worden vastgelegd in een door de gemeenteraad (van elke vennoot binnen de intercommunale) goedgekeurd belastingen/of retributiereglement, als voorwaarde om juridisch correct te kunnen worden geïnd. Met brief van 18 februari 2015 heeft de minister het volgende geantwoord: Het afvalbeleid van de Vlaamse Overheid steunt op het principe “de vervuiler betaalt” (artikel 10 Materialendecreet). De gemeente moet de gemeentelijke afvalheffingen berekenen volgens dit principe, met als uitgangspunt de werkelijke kosten (artikel 5.1.1. Vlarema). Deze verplichting vloeit voort uit de Europese kaderrichtlijn afval. In artikel 5.1.3. Vlarema worden de belangrijkste kosten opgesomd waarmee de gemeente moet rekening houden, m.n. de aankoop van afvalzakken of containers, de huis-aan-huis inzameling van afval en het beheer en onderhoud van de containerparken. Het berekenen van de bijdragen van de afvalproducent voor de inzameling, de verwijdering en de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen is gemeentelijk beleid. De gemeenteraad GR 26 juni 2015
openbare zitting
bepaalt het beleid van de gemeente en kan daartoe algemene regels vaststellen (artikel 42, § 2 Gemeentedecreet). De bevoegdheid tot het vaststellen van gemeentelijke reglementen, inclusief belastingreglementen, is uitsluitend toegewezen aan de gemeenteraad en kan niet gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen (artikel 170, § 4, 1ste lid en artikelen 42, § 3 en 43, § 2, 15° Gemeentedecreet). Voor het vaststellen van retributies is de voorbehouden bevoegdheid van de gemeenteraad versoepeld door de wijziging van het Gemeentedecreet bij decreet van 23 januari 2009. Conform artikel 26 van het Materialendecreet kan een gemeente een intercommunale opdragen de gemeentelijke afvalheffingen te innen. De inning van de gemeentelijke afvaltarieven kan worden overgedragen aan een verzelfstandigde entiteit of een intergemeentelijk samenwerkingsverband. De machtiging tot de inning van de kosten kan beschouwd worden als een administratieve vereenvoudiging voor zowel de gemeente als de afvalintercommunale. In een antwoord op een schriftelijke vraag van de heer Marius Meremans (N-VA) verduidelijkte minister Geert Bourgeois artikel 26 van het Materialendecreet. Inning betekent het in ontvangst nemen van de betaling van de belastingschuld. De machtiging op basis van artikel 26 maakt het mogelijk dat de inningstaak van de financieel beheerder kan uitgevoerd worden door een EVA of een IGS. Artikel 26 van het Materialendecreet moet senso stricto gelezen worden en geplaatst worden binnen het kader van de volheid van bevoegdheid van de gemeenteraad, inzonderheid de bevoegdheid van de gemeenteraad om belasting- en retributiereglementen vast te stellen. Dit betekent dat de deelnemende gemeenten in een afvalintercommunale elk een belasting- en/of retributiereglement dienen vast te stellen. 1.2. Gelet op dit gemotiveerd advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur, Lokale Financiering en Personeel, is het noodzakelijk deze tarieven op te nemen in het retributiereglement op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen. 2.
Tarieven bibliotheek Het is noodzakelijk de tarieven aan te passen aan de bepalingen van het reglement voor de gebruiker van de stedelijke openbare bibliotheek.
Adviezen Dienst financiën: Gunstig.
Besluit: Artikel 1 De gemeenteraad beslist artikel 6 § 5. A van het reglement op de retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen, met ingang van 1 juli 2015 te vervangen door de hierna volgende tekst:
§ 5. Inzake ophalen en verwerken van huisvuil en overig afvalbeheer (beleidsvelden 0300 en 0309) A.
Tarieven a. Tarieven voor inzameling aan huis
GR 26 juni 2015
openbare zitting
Algemeen o Badges voor gebruik van ondergrondse afvalcontainers: eerste badge gratis nieuwe badge bij verlies 7,00 EUR per badge Restafval o Huisvuilzakken voor het ophalen van het gewoon huisvuil van gewone huishoudens: grote huisvuilzakken (60 liter) 1,10 EUR per huisvuilzak kleine huisvuilzakken (30 liter) 0,55 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 of per 5 losse zakken. o Huisvuilzakken voor het ophalen van het gewoon huisvuil van zelfstandigen, kmo’s en bedrijven (60 liter) 1,10 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 zakken. o Huisvuilzakken voor luiers 0,55 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 zakken. o Stickers voor extra ophalen van met huishoudelijk afval gelijkgestelde afvalstoffen 0,50 EUR per sticker o Bovengrondse afvalcontainers: container van 750 liter 9,10 EUR per container container van 1.000 liter 12,10 EUR per container o Ondergrondse containers: voor gebruik ondergrondse containers met uitzondering Sint-Nicolaasplein 0,55 EUR per aanbieding van 30 liter voor gebruik ondergrondse container Sint-Nicolaasplein 2,00 EUR per aanbieding van 30 liter Gft Labels voor het ophalen van groente-, fruit- en tuinafval: o Voor het ophalen van een container van 40 liter 0,50 EUR per container o Voor het ophalen van een container van 120 liter 1,60 EUR per container o Voor het ophalen van een container van 240 liter 3,20 EUR per container Te verkrijgen per 10 labels. Pmd o Huisvuilzakken voor het ophalen van pmd 0,25 EUR per huisvuilzak Te verkrijgen per rol van 20 zakken. o Huisvuilzakken voor het ophalen van pmd in hoogbouw (240 liter) 206,25 EUR per doos Te verkrijgen per doos (10 rollen van 20 zakken).
GR 26 juni 2015
openbare zitting
o Ondergrondse containers: voor gebruik ondergrondse containers met uitzondering Sint-Nicolaasplein
b.
GR 26 juni 2015
0,125 EUR per aanbieding van 30 liter
Papier en karton o Maandelijks ophalen aan huis gratis o Bovengrondse afvalcontainers gratis o Ondergrondse afvalcontainers: voor gebruik ondergrondse containers met uitzondering Sint-Nicolaasplein gratis Textiel Stickers voor driemaandelijks ophalen aan huis gratis Snoeihout Driemaandelijks ophalen aan huis gratis Glas o In glasbollen gratis o Ondergrondse containers: voor gebruik ondergrondse containers met uitzondering Sint-Nicolaasplein gratis Kga Driemaandelijks aanbieden aan de kga-mobiel (vervalt vanaf 01-01-2016) gratis Ophalen grofvuil o Voor een hoeveelheid grofvuil van 0,00 tot 1,49 m³ 40,00 EUR forfaitair o Voor een hoeveelheid grofvuil van 1,50 tot 1,99 m³ 55,00 EUR forfaitair o Voor een hoeveelheid grofvuil van 2,00 tot 2,49 m³ 70,00 EUR forfaitair o Voor een hoeveelheid grofvuil van 2,50 tot 2,99 m³ 85,00 EUR forfaitair o Voor een hoeveelheid grofvuil van 3,00 tot 3,49 m³ 100,00 EUR forfaitair o Voor een hoeveelheid grofvuil van 3,50 tot 3,99 m³ 115,00 EUR forfaitair o Voor een hoeveelheid grofvuil van 4,00 m³ 130,00 EUR forfaitair Tarieven voor aanbieden in het containerpark door particulieren o Te voet, per fiets, per bromfiets: tuinafval 0,50 EUR forfaitair steenpuin 0,50 EUR forfaitair bouw- en sloopafval 2,50 EUR forfaitair o Personenwagen: tuinafval 1,00 EUR forfaitair steenpuin 1,00 EUR forfaitair bouw- en sloopafval 5,00 EUR forfaitair
openbare zitting
c.
GR 26 juni 2015
o Personenwagen met ongeremde aanhangwagen: tuinafval 2,00 EUR forfaitair steenpuin 2,00 EUR forfaitair bouw- en sloopafval 10,00 EUR forfaitair o Personenwagen met geremde aanhangwagen: tuinafval 4,00 EUR forfaitair steenpuin 4,00 EUR forfaitair bouw- en sloopafval 20,00 EUR forfaitair o Bestelwagen: tuinafval 4,00 EUR forfaitair steenpuin 4,00 EUR forfaitair bouw- en sloopafval 20,00 EUR forfaitair o Per gewicht indien meer dan 250 kg: tuinafval 0,90 EUR forfaitair steenpuin 0,05 EUR forfaitair bouw- en sloopafval 0,15 EUR forfaitair o Grofvuil 30,00 EUR per m³ De grofvuiltarieven worden bijgesteld naargelang men meer of minder dan 1 m³ aanvoert. Hiervoor wordt een standaard omrekeningstabel gebruikt. o Asbesthoudend afval: per gezin tot 200 kg per jaar gratis indien hoger dan 200 kg 0,14 EUR per kg o Volgende fracties kunnen gratis aangeboden worden: AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparaten), autobanden (maximaal 4 stuks), glas (hol glas en vlak glas), harde plastic, herbruikbare goederen, houtafval, kga (klein gevaarlijk afval), kledij, oude metalen, papier en karton, piepschuim, plastic flessendoppen, plastic folie, pmd (verplicht aan te bieden in reglementaire blauwe zak) Tarieven voor aanbieden in het kmo-containerpark (tarieven exclusief btw) AEEA (afgedankte elektrische en elektronische apparaten) gratis Asbest 0,14 EUR per kg Autobanden (personenwagen, maximum 4 stuks) gratis Bouwafval (steenpuin) 0,05 EUR per kg Bouw- en sloopafval (asfalt, gyproc, …) 0,15 EUR per kg EPS (isomo zuiver wit) 1.500 liter aankoop per 5 zakken 6,00 EUR per zak Frituurolie gratis Glas (flessen en bokalen) gratis Glas (vlak) 0,07 EUR per kg Glas (vlak en vervuild, inclusief kaders) 0,175 EUR per kg Grof huisvuil 0,17 EUR per kg Harde plastics 0,05 EUR per kg openbare zitting
Herbruikbare goederen Houtafval (hout B) Kga Motorolie Papier en karton Plastiek (landbouwfolie) Plastiek (zuivere folie) Schroot (ferro) Textiel TL-lampen Tuinafval gemengd Grote volumes brandbaar restafval: o Tot 300 kg o Bijkomend boven 300 kg Tarieven voor diverse diensten Gebruik van: o een modderveger o een veegmachine o indien voornoemd gebruik gepaard gaat met inzet van personeel
d.
0,05 0,58 0,10 0,07 0,07
0,09
gratis EUR per kg EUR per kg EUR per liter gratis EUR per kg EUR per kg gratis gratis gratis EUR per kg
51,00 EUR forfaitair 0,17 EUR per kg
46,00 EUR per uur 15,00 EUR per uur
personeelskost (zie art. 6 § 1.A.a) Er wordt minimaal één uur personeelskost aangerekend. Verwerking van groenafval van externen 32,00 EUR per ton
Artikel 2 De gemeenteraad beslist artikel 6 § 12. A van het reglement op de retributie op het gebruik van diensten, infrastructuur en materieel, aangeboden door de gemeentelijke instellingen, met ingang van 1 juli 2015 aan te vullen en te wijzigen. De tekst van deze aanvulling en wijziging luidt als volgt (aangegeven met grijze achtergrond):
Artikel 6 – Tarieven en toepasselijke tarieftypes
§ 12. Inzake de stedelijke openbare bibliotheek (beleidsveld 0703) A. Tarieven c. Leengelden en boetegelden Leengelden: o voor boeken, tijdschriften, strips, cd’s, lp’s, cd-roms, themakoffers, partituren en taalcursussen gratis o voor niet-informatieve dvd’s, blu-rays en games 1,50 EUR per stuk o voor informatieve dvd’s gratis o voor Sprinter-boeken gratis o voor Sprinter-dvd’s en Sprinter-blu-ray 3,00 EUR per stuk Het maximum aantal uitleenbare werken bedraagt 20 stuks per lenerskaart, waarvan maximum 10 dvd’s, games of blu-ray en maximum 2 Sprinters.
GR 26 juni 2015
openbare zitting
Boetegelden: o voor boeken, tijdschriften, strips, cd’s, lp’s, cd-roms, themakoffers, informatieve dvd’s, partituren en taalcursussen o voor niet-informatieve dvd’s, blu-rays, games en Sprintermaterialen
d.
e.
f.
GR 26 juni 2015
0,20 EUR per stuk per uitleendag 0,50 EUR per stuk per uitleendag
o kosten voor het schrijven van een aanmaning administratieve kost verwittiging 3,00 EUR per aanmaning verwittiging De boete gaat in op de dag na het verstrijken van de uitleentermijn (exclusief sluitingsdagen). Beschadiging, diefstal of verlies Bij verlies of diefstal moet het betreffende stuk worden vervangen door identiek en origineel materiaal (identieke uitgave, jaartal, druk, opname, …) en dit na voorlegging van een recent aankoopbewijs. De uitlener kan deze aankoop ook overlaten aan de bibliotheek, mits het betalen van de kostprijs die aan de bibliotheek werd aangerekend. In beide gevallen wordt een administratieve kost aangerekend ten bedrage van 2,50 EUR per materiaal Indien nodig Bij schade worden volgende verwerkingskosten aangerekend: Bij lichte beschadiging 1,00 EUR per hersteld blad Plastificeren 4,00 EUR per stuk Bindwerk + plastificeren 8,00 EUR per stuk cd-doos (ook meerdelig) 1,50 EUR per doos Beveiligde dvd-doos (ook meerdelig) 3,00 EUR per doos IBL-vergoeding (openbare en wetenschappelijke bibliotheken) Per uitgeleend aangevraagd stuk 2,00 EUR forfaitair Deze vergoeding wordt verhoogd met de kosten die door de uitlenende bibliotheek worden aangerekend. Daarbij gelden de normale leen- en boetegelden. Diverse andere Reservering van materialen 1,50 EUR per reservering Boekenpakkettenkoffer 12,00 EUR per boekenkoffer Boete per ontbrekend werk uit de boekenkoffer 2,00 EUR per stuk Gebruik cyberbib na opname tijdskrediet en niet-leden 0,30 EUR per kwartier
openbare zitting