GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ALKEN
TEKSTBUNDEL
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan gemeente ALKEN Opgesteld volgens het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, gewijzigd bij de decreten van 28 september 1999, 22 december 1999, 26 april 2000, 8 december 2000, 13 juli 2001, 1 maart 2002, 8 maart 2002, 19 juli 2002, 28 februari 2003, 4 juni 2003 en 21 november 2003, 7 mei 2004 en 22 april 2005. In het bijzonder artikel 31 tot en met artikel 36.
Opgesteld door TECHNUM N.V. Afdeling Ruimtelijke Planning Ilgatlaan 23 - 3500 HASSELT
In toepassing van artikels 9 en 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot instelling van het register van ruimtelijke planners, tot bepaling van de voorwaarden voor opname van personen in dat register en tot vaststelling van nadere regels met betrekking tot de verantwoordelijkheid van ruimtelijke planners voor de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 7 juli 2000 en 7 november 2003, werd dit plan opgesteld onder de verantwoordelijkheid van volgende ruimtelijke planners:
Catharina Bongaerts
Marthe Moris
Gezien en voorlopig goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 27 januari 2005
Wim Thomas Secretaris
Hendrik Verbrugge Burgemeester
Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd van 18 februari 2005 tot 18 mei 2005.
Wim Thomas Secretaris
Hendrik Verbrugge Burgemeester
Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in vergadering van 29 september 2005
Wim Thomas Secretaris
Hendrik Verbrugge Burgemeester
Goedgekeurd door de Bestendige Deputatie van de Provincie Limburg op 14 december 2005 Verschenen in het Belgisch Staatsblad op 3 februari 2006
COLOFOON OPDRACHTGEVER GEMEENTEBESTUUR ALKEN Hoogdorpstraat 38 3570 ALKEN www.alken.be contactpersoon: Angèle Janssen, stedenbouwkundig ambtenaar
RUIMTELIJK PLANNER TECHNUM HASSELT Afdeling Ruimtelijke Planning Ilgatlaan 23 3500 HASSELT 011/288600 www.technum.be Projectleider: Medewerkers:
Jan Nuijens Marthe Moris Liesbet Mullens Kathleen Bongaerts Kathleen Berx
Projectnummer:
63-41220
LEDEN WERKGROEP Frank Deloffer, Schepen Ruimtelijke Ordening Angèle Janssen, stedebouwkundig ambtenaar Jan Nuijens, Technum Marthe Moris, Technum
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
INHOUD
1.
INLEIDING
5
1.1 Inleiding in het structuurplanningsproces 1.1.1 Structuurplanning waar gaat het om? 1.1.1.1 Begripsbepaling en omschrijving 1.1.1.2 Wat zegt het decreet Ruimtelijke Ordening? 1.1.1.3 Structuurplanning op drie niveaus 1.1.1.4 Structuurplanning: een proces 1.1.2 Waarom doet men aan structuurplanning? 1.1.3 Een structuurplan voor Alken, wat houdt dat in? 1.2 Het structuurplanningsproces in Alken 1.2.1 Opzet van de overlegstructuur 1.2.2 Organisatie van het proces
9 9 10
1.3
12
Methodiek
1.4 Situering 1.4.1 Situering in de regio 1.4.2 Historische en morfologische ontwikkeling 1.4.2.1 Reliëf 1.4.2.2 Hydrologie 1.4.2.3 Historische evolutie
2.
3.
5 5 5 5 6 6 7 8
PLANNINGSCONTEXT
13 13 14 14 14 15
17
2.1 juridische context (ruimtelijke plannen met bindend karakter) 2.1.1 Het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) 2.1.2 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL) 2.1.3 Ruimtelijke structuurplanning van de omliggende gemeenten 2.1.4 Gewestplan 2.1.5 BPA’ s 2.1.6 Beschermde monumenten en landschappen 2.1.7 Het VEN (Het Vlaams Ecologisch Netwerk) 2.1.8 Habitatrichtlijngebieden 2.1.9 Het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (GNOP) 2.1.10 Mobiliteitsplan 2.1.11 Regionaal landschap Haspengouw 2.1.12 Studies met betrekking tot de waterproblematiek
17 17 18 21 22 24 25 27 28 28 29 29 29
RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN DE GEMEENTE
31
3.1 Landschappelijke structuur 3.1.1 Globale landschappelijke structuur 3.1.2 Elementen van het Alkens landschap
, Afd. Ruimtelijke Planning
31 31 32
1
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
3.1.2.1 3.1.2.2 3.1.2.3
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Landschappelijk waardevolle gebieden Puntrelicten: landschapsbepalende gebouwen Kleine landschapselementen
32 32 33
3.2 Nederzettingsstructuur 3.2.1 Ruimtelijke opbouw van de nederzettingsstructuur 3.2.1.1 Alken als centrum van de gemeente 3.2.1.2 St.-Joris en Terkoest: concentratie van bebouwing en voorzieningen 3.2.1.3 Geïsoleerde wijk Zwarte Winning 3.2.1.4 Lintbebouwing 3.2.1.5 Concentraties van verspreidliggende woningen 3.2.1.6 Verspreidliggende woningen 3.2.2 Demografische gegevens 3.2.2.1 Bevolkingsevolutie 3.2.2.2 Bevolkingsprognose 3.2.2.3 Leeftijdsopbouw van de bevolking 3.2.2.4 Gezinsontwikkeling 3.2.3 bepaling van het aanbod 3.2.3.1 Het huidige aanbod 3.2.3.2 Aanbod aan bouwmogelijkheden
34 34 34 38 39 39 40 40 42 42 43 46 49 52 52 61
3.3 Economische structuur 3.3.1 Bestaande ruimtelijk-economische structuur 3.3.1.1 Bedrijventerreinen 3.3.1.2 Verspreidliggende bedrijven 3.3.2 Tewerkstelling 3.3.2.1 Beroepsbevolking 3.3.2.2 Werkgelegenheid 3.3.2.3 Werkloosheid 3.3.3 Commerciële positionering van Alken 3.3.3.1 Koopgerichtheid tot Alken 3.3.3.2 Koopstromen uit Alken 3.3.4 Ruimtelijke analyse van de handel 3.3.4.1 De handelsbestemming 3.3.4.2 De functionele bestemming 3.3.5 Conclusie
72 72 72 73 74 74 74 76 77 78 79 80 80 81 83
3.4 Natuurlijke structuur 3.4.1 Aanwezige natuurlijke structuren 3.4.1.1 Beekvalleien 3.4.1.2 Gebieden met een sterke concentratie van kleine landschapselementen 3.4.1.3 Kleine bosjes en parken
85 85 85 86 87
3.5 Agrarische structuur 3.5.1 Situering van landbouw in de gemeente 3.5.2 Situering van landbouwbedrijven in de gemeente 3.5.3 Bestaande agrarische structuur
88 88 88 89
3.6
91
Toeristisch-recreatieve structuur
, Afd. Ruimtelijke Planning
2
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.6.1 Aanbod aan recreatieve infrastructuren 3.6.2 Sport- en recreatiezones 3.6.2.1 Recreatiedomein de Alk 3.6.2.2 Sportveld Langveld 3.6.2.3 VCT Terkoest 3.6.2.4 Eendracht St.-Joris 3.6.2.5 Voetbal KWS 3.6.2.6 Jeugdvoorzieningen 3.6.3 Toeristische elementen 3.6.3.1 Het Haspengouws landschap 3.6.3.2 De Brouwerij 3.6.3.3 Recreatiedomein de Alk 3.7 Verkeers en vervoersstructuur (cf. mobiliteitsplan) 3.7.1 Bestaande ruimtelijke structuur 3.7.1.1 Autoverkeer 3.7.1.2 Openbaar Vervoer 3.7.1.3 Langzaam Verkeer 3.7.2 Reservatiestroken
91 93 93 93 94 94 94 94 94 94 95 95 96 96 96 97 98 98
3.8 Synthese bestaande ruimtelijke structuur 99 3.8.1 Globale ruimtelijke structuur 99 3.8.2 Interpretatie van de bestaande ruimtelijke structuur: ruimtelijk samenhangende gebieden 100
4.
RUIMTEBEHOEFTEN, PROGNOSES EN TRENDS
102
4.1 Raming van de woningbehoefte 102 4.1.1 Berekening van de kwantitatieve woningbehoefte 102 4.1.1.1 De demografische deelbehoefte 102 4.1.1.2 De woningmutatiereserve 102 4.1.1.3 Globaal overzicht woningbehoefteraming 103 4.1.2 Kwantitatieve woningbehoefte – een vergelijking 103 4.1.2.1 Kwantitatieve woningbehoefte vanuit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 103 4.1.2.2 Kwantitatieve woningbehoefte vanuit het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan 103 4.1.2.3 Evaluatie van de gerealiseerde woningbehoefte 1992-2002 104 4.1.2.4 Behoefte aan sociale woningen 105 4.2
Raming van de behoefte aan bijkomend bedrijventerrein
105
4.3
raming van de behoefte aan bijkomende handelsoppervlakte
107
4.4
Maatschappelijke evoluties met invloed op het koopgedrag
110
4.5
Open ruimte
112
4.6
Toeristisch-recreatieve groei
113
, Afd. Ruimtelijke Planning
3
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
4.7
5.
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Toenemende mobiliteit
113
POTENTIES EN KNELPUNTEN
115
5.1 Ruimtelijke potenties / kwaliteiten 5.1.1 Aangename woongemeente 5.1.2 Concrete ontwikkelingsmogelijkheden voor Alken 5.1.3 Mogelijkheden voor een “her”ontwikkeling van bedrijvigheid 5.1.4 Goede ontsluiting voor verschillende functies 5.1.5 Ontwikkeling van de open ruimte
115 115 115 115 116 116
5.2 Ruimtelijke knelpunten 5.2.1 Herkenbaarheid binnen de bebouwingsstructuur 5.2.2 Versnippering van het landschap door lintbebouwing 5.2.3 Alken-centrum doorgelicht 5.2.4 Zonevreemde gebouwen en functies 5.2.5 Ontwikkeling van bedrijvigheid 5.2.6 Het handelsapparaat in het centrum kwijnt 5.2.7 De kwaliteit van op de open ruimte 5.2.8 Waterproblematiek 5.2.9 Onduidelijke verkeersstructuur en toenemende verkeersdruk in het centrum 5.2.10 Geen continuïteit in padenstructuur en openbaar domein 5.2.11 Weinig afstemming op openbaar vervoer 5.2.12 Bedrijvigheid brengt verkeersoverlast met zich mee
117 117 117 117 118 119 119 120 120 121 121 121 122
5.3
122
CONCLUSIE
, Afd. Ruimtelijke Planning
4
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
1.
DEEL I INFORMATIEF DEEL
INLEIDING
1.1 I N LEI D ING IN HE T ST RU CT UU RPL AN NINGS PR OCES 1.1.1 Structuurplanning waar gaat het om? 1.1.1.1 Begripsbepaling en omschrijving Structuurplanning steunt op twee belangrijke pijlers: de procesmatige aanpak (planning) en het product (structuurplan). Daarom wordt er gesproken over planning en niet enkel over een plan. Structuurplanning gaat dus verder dan de traditionele ruimtelijke ordening, die werd vastgelegd in plannen en de daarbij horende juridische voorschriften. Het ruimtelijk structuurplan is een beleidsdocument, dat een globale visie geeft voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling op lange termijn. Het is een toetskader waarin een gewenste ruimtelijke structuur wordt uitgewerkt voor het betrokken gebied. Het structuurplan is geen doel op zich, maar is een onderdeel in een continu proces. Er wordt niet alleen structureel, maar ook strategisch gewerkt. Knelpunten en kansen die zich voordoen, moeten op korte termijn kunnen opgelost worden, zonder afbreuk te doen aan de lange termijnvisie. Zowel bij het plannings- als bij het besluitvormingsproces zijn verschillende partners of actoren betrokken. Deze betrokkenheid is noodzakelijk om een maatschappelijk draagvlak tot stand te brengen. Het - decretaal vereiste - product is het ruimtelijk structuurplan. Dit document bestaat uit een informatief, een richtinggevend en een bindend deel.
1.1.1.2 Wat zegt het decreet Ruimtelijke Ordening? De wettelijke basis voor structuurplanning werd vastgelegd in het Decreet van 24.07.1996 houdende de ruimtelijke planning. Het planningsdecreet werd integraal opgenomen in het Decreet betreffende de Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, gewijzigd bij decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van begroting 1999, bij decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en bij de decreten van 26 april 2000, 13 juli 2001 en 19 juli 2002. Het decreet stelt dat de ruimtelijke ordening wordt vastgelegd in ruimtelijke structuurplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verordeningen. Het decreet bepaalt dat er structuurplannen worden opgemaakt op drie niveaus: het Vlaams Gewest, de provincies en de gemeenten. Elk structuurplan beschrijft de structuurbepalende elementen op zijn niveau en de taakstelling m.b.t. de uitvoering om tot de gewenste ruimtelijke structuur te komen. Verder bepaalt het decreet dat elk structuurplan moet bestaan uit een informatief, een richtinggevend en een bindend gedeelte. In het informatief gedeelte wordt de bestaande ruimtelijke structuur geschetst,
, Afd. Ruimtelijke Planning
5
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
de juridische context en de knelpunten en kansen voor de ruimtelijke ontwikkeling. Ook de tendensen die zich voordoen en de prognoses die hieruit voortvloeien, worden beschreven. Het richtinggevend of indicatief deel omschrijft doelstellingen, concepten en een visie om tot een gewenste ruimtelijke structuur te komen. Er kunnen focusstudies uitgewerkt worden voor bepaalde deelaspecten. Dit deel is een toetskader voor de overheid dat als criterium dient voor de evaluatie van uitvoeringsplannen. Het laatste deel - de bindende bepalingen - is enkel bindend voor de overheid, die moet instaan voor de uitvoering ervan. De burger is dus niet rechtstreeks gebonden door een ruimtelijk structuurplan. De bindende bepalingen worden vastgelegd voor een periode van vijf jaar. Ze blijven evenwel van kracht tot ze door een nieuw structuurplan worden vervangen. Een structuurplan moet voldoen aan de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van de komende generaties en de ruimtelijke draagkracht in het gedrang te brengen. Om een duurzame ruimtelijke ontwikkeling mogelijk te maken moeten de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen worden. Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplanningsproces wordt nader omschreven in de omzendbrief R0 97/02. In deze omzendbrief worden de verplichtingen die voortkomen uit de decretale bepalingen vertaald naar inhoudelijke aspecten van de structuurplanning op gemeentelijk niveau.
1.1.1.3 Structuurplanning op drie niveaus Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschrijft de structuurbepalende elementen op Vlaams niveau. De taakstellingen om tot de uitvoering van de gewenste ruimtelijke structuur te komen, worden erin vernoemd, met onderscheid van de verschillende beleidsniveaus (gewest, provincies en gemeenten). Nieuw is de rol van de provincie als actor in het ruimtelijk beleid. De provincies hebben de opdracht een provinciaal ruimtelijk structuurplan op te maken, waarin de structurerende elementen op provinciaal niveau omschreven worden. Ook hier worden de taakstellingen m.b.t. de uitvoering van de gewenste ruimtelijke structuur opgesomd, met aanduiding van de aspecten die door de provincie en door de gemeenten moeten worden uitgevoerd. Het laagste beleidsniveau waarop uitspraken worden gedaan over de ruimtelijke ordening, is dat van de gemeente. De gemeenten hebben de opdracht een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan op te maken. Ook hier worden de structuurdragers op lokaal niveau omschreven, naast de taakstellingen voor het eigen beleidsniveau. Wanneer het gemeentelijk structuurplan is goedgekeurd, kunnen de gemeenten zelf meer initiatief nemen inzake het ruimtelijk beleid.
1.1.1.4 Structuurplanning: een proces In het streven naar ruimtelijke kwaliteit doorloopt het structuurplanningsproces verschillende fasen. Het procedurele aspect van het planningsproces heeft tot doel samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen m.b.t. de ruimtelijke ordening. In elk structuurplanningsproces onderscheiden:
zijn
enkele
belangrijke
kenmerken
te
Er wordt getracht een maatschappelijk draagvlak te creëren door de verschillende participanten (bevolking, beleid, belangengroepen, ...) bij het planningsproces te betrekken.
, Afd. Ruimtelijke Planning
6
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Naast het ontwikkelen van een lange termijn - visie moeten ook knelpunten die op korte termijn een oplossing vragen aangepakt kunnen worden binnen het planningsproces. Er wordt dus zowel structureel als strategisch gewerkt. Door de veranderende realiteit moeten er keuzes gemaakt worden, planning moet dus flexibel zijn en rekening houden met onzekerheden en onvolledigheden. Elk bestuursniveau neemt zijn eigen verantwoordelijkheid en doet uitspraken op zijn eigen niveau. Daarnaast is er overleg met de andere bestuursniveaus inzake het ruimtelijk beleid. Structuurplanning mag zich niet beperken tot de procedurele aspecten, maar moet uiteindelijk gericht zijn op realisatie.
1.1.2 Waarom doet men aan structuurplanning? Omdat de ruimte schaars en eindig is, moet in de toekomst zorgvuldig met de ruimte in Vlaanderen en in de gemeente Alken worden omgesprongen. Dit is nodig om de ruimtelijke problematiek beheer(s)baar te houden. Inzake ruimtelijke ordening moet de overheid een belangrijke en overtuigende rol spelen. Zij dient duidelijke standpunten te formuleren en zich als een betrouwbare partner te gedragen, niet in het minst omdat bij het zoeken naar oplossingen voor een aantal structurele problemen (verkeersonveiligheid, openbaar vervoer, ruimtetekort voor economische activiteiten, ...) steeds meer van de ruimtelijke ordening wordt verwacht.
Uitgangshouding is het streven naar duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling betekent met andere woorden dat de ruimte beheerd wordt als een duurzaam goed, een lange-termijninvestering voor de volgende generaties. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling moet gebaseerd zijn op draagkracht en kwaliteit. De draagkracht wordt omschreven als het vermogen van de ruimte om, nu en in de toekomst, menselijke activiteiten op te nemen zonder dat de grenzen van het ruimtelijk functioneren worden overschreden. 1 De kwaliteit van de ruimte wordt opgevat als een waardering van de ruimte. De ruimte heeft namelijk een verschijningsvorm die zowel positief als negatief ervaren kan worden. Niet de ontwikkeling maar het beheer van de ruimte komt centraal te staan. In deze zin, zal ter beheersing van de ruimtelijke vraag van de verschillende maatschappelijke sectoren en actoren, in een samenhangende benadering afgewogen worden, en zal ook naar het creëren van het aanbod de nodige aandacht moeten gaan. Duurzame ontwikkeling houdt aldus een samenhangende benadering in. Dit is een essentiële voorwaarde voor de vrijwaring van een leefbare ruimte voor de volgende generaties, zonder de aanspraken van de huidige generatie te hypothekeren. De ruimtelijke draagkracht - het vermogen om binnen het kader van een duurzame ontwikkeling, functies en activiteiten op te nemen in een bepaalde 1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
, Afd. Ruimtelijke Planning
7
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
ruimte - wordt het basiscriterium dat de ruimtelijke condities aangeeft voor de ontwikkeling van onze samenleving. De structuurplanning is de kern van deze nieuwe ruimtelijke planningsstrategie. Structuurplanning is een continu maatschappelijk proces dat een dynamische ruimtelijke ordening mogelijk maakt. Nieuwe ontwikkelingen scheppen immers ruimtelijke behoeften die thans op verschillende wijzen en op verschillende niveaus worden opgevangen.
Vaak overheerst een ad-hoc-probleembenadering die zeer verscheiden is en die niet in een globaal ruimtelijk kader wordt onderzocht of opgelost. De vraag naar bestemmingswijzigingen neemt toe, maar hiervoor ontbreekt er een kader met behoeftenbepalingen, éénduidige objectieven, criteria en interpretatiemarges. Een coherente, overkoepelende en evenwichtige ruimtelijke visie op de ontwikkeling van Vlaanderen is essentieel voor het afwegen en beoordelen van de verschillende ruimtevragen van de verschillende maatschappelijke activiteiten. Op deze wijze ontstaat ook voor andere beleidsdomeinen een winwin-situatie. Het Ruimtelijk Structuurplan levert dat kader en biedt een houvast voor de andere beleidsdomeinen en de andere beleidsniveaus. Zonder een dergelijk kader is een coherente afweging van maatschappelijke behoeften onmogelijk, wordt ad-hoc-benadering bestendigd met een permanent moeizame besluitvorming en een verdere polarisatie tussen sectorale belangen, is er een gebrek aan samenhang in beslissingen ten aanzien van het ruimtelijk beleid, en een verspilling van ruimte en worden ruimtelijke en vooral economische potenties niet optimaal benut. Daarenboven wordt aan de andere beleidsniveaus en beleidsdomeinen de broodnodige beleidszekerheid en beleidscontinuïteit onthouden.
Het Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente doet uitspraken over het ruimtegebruik maar legt geen bodembestemmingen vast: het is dus geen gewest- of aanlegplan. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen schept als dusdanig geen rechten of plichten voor de burger. Het bepaalt wèl de structurerende elementen, belicht ruimtelijke potenties en bepaalt richtlijnen en organisatieprincipes voor grond- en ruimtegebruik.
1.1.3 Een structuurplan voor Alken, wat houdt dat in? Een ruimtelijk structuurplan is een plan waarin keuzes worden aangegeven met betrekking tot de ruimtelijk-structurele ontwikkeling van een bepaald gebied, waarin de ruimtelijke potenties belicht worden en richtlijnen en organisatieprincipes voor grond- en ruimtegebruik worden aangegeven. Het heeft betrekking op het hele grondgebied en op alle ruimtebehoevende activiteiten waarvan de ordening aan een respectievelijk bestuursniveau is toevertrouwd. Het beoogt tevens het bevorderen van de doeltreffendheid en de interne samenhang van het ruimtelijk beleid. Kaarten, met name structuurschetsen, maken deel uit van het ruimtelijk structuurplan maar zijn schematisch en indicatief. Zij geven geen bodembestemming aan.
, Afd. Ruimtelijke Planning
8
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Na beschrijving, analyse en evaluatie van de bestaande ruimtelijke structuur en trends, en na afweging van de ruimtelijke aanspraken van de verschillende maatschappelijke activiteiten, schetst het Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Alken een visie op een gewenste ruimtelijke ontwikkeling. De planhorizon van de visie op de ruimtelijke ontwikkeling is 2012. Deze visie wordt in ruimtelijke termen vertaald in ruimtelijke principes voor de gewenste ruimtelijke structuur, die vorm krijgt in de structuurbepalende componenten. Dit zijn de nederzettingen, het buitengebied, de gebieden voor economische activiteiten en de lijninfrastructuur. Op basis van onderbouwde ramingen (prognoses) en van de visie op de ruimtelijke ontwikkeling, doet het Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Alken voorstellen om maatregelen te treffen. Deze maatregelen zullen gefaseerd worden in vijfjaarlijkse perioden met name 2002-2007 en 2007-2012. Het Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Alken zal bijgevolg in de tussenliggende periode kunnen worden geëvalueerd en bijgestuurd. De belangrijkste beslissingen die nodig zijn om de gewenste ruimtelijke structuur realiseerbaar te maken zijn samengebracht in de bindende bepalingen. Het Ruimtelijk Structuurplan Gemeente Alken zal voor het beantwoorden van de verschillende behoeften een visie ontwikkelen.
In de gemeente doen zich een aantal specifieke ruimtelijke ontwikkelingen voor, die bijzondere aandacht verdienen tijdens het gemeentelijk structuurplanningsproces. Het zijn ruimtelijke eigenschappen -kwaliteiten, knelpunten of tendensen- die een belangrijke weerslag hebben op het functioneren van Alken. In het structuurplan zal zowel een lange termijn visie ontwikkeld worden als een oplossing geboden voor een aantal acute problemen.
1.2 H E T S T R UC TU URP L A NN IN GS P R OCE S I N A LKE N 1.2.1 Opzet van de overlegstructuur Bij de aanvang van de studie werd een overlegstructuur uitgewerkt. Deze bestaat uit volgende organen: De werkgroep staat in voor de praktische organisatie en directe opvolging van het planningsproces. Deze werkgroep bestaat uit de Schepen van Ruimtelijke Ordening, een afgevaardigde van de gemeentelijke diensten en de stedebouwkundig ontwerper. De werkgroep begeleidt inhoudelijk de structuurplanning en bewaakt de voortgang van het proces. De werkgroep vergadert naargelang haar taak binnen het studieproces dit noodzaakt. Met het college van burgemeester en schepenen wordt op regelmatige tijdstippen overleg gepleegd. Deze vergaderingen zullen plaatsvinden vanaf het ogenblik dat blijkt dat belangrijke beslissingen dienen te worden genomen. De GECORO, de gemeentelijke commissie van ruimtelijk ordening, wordt regelmatig geïnformeerd en om advies gevraagd. De GECORO is tenslotte het orgaan dat formeel advies zal formuleren aan de gemeenteraad over het voorontwerp- en ontwerp structuurplan.
, Afd. Ruimtelijke Planning
9
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Daarnaast is het belangrijk dat de bevolking gebriefd wordt over het verloop van het structuurplan. Het is wenselijk om in het kader van het structuurplanningsproces te participeren. Dit kan door een afzonderlijke nieuwsbrief of door een column in het gemeentelijk infoblaadje. Gedurende het hele proces van het opstellen van het structuurplan moet een structuurplancultuur ontwikkeld worden. Alleen via een regelmatige briefing kan de betrokkenheid van de bevolking verhoogd worden. Tevens zal in Alken een hoorzitting gehouden worden. Tijdens deze hoorzitting krijgt elke geïnteresseerde inwoner van de gemeente de kans om een mening en visie te geven op de eigen kern. Problemen en wensen kunnen kenbaar gemaakt worden. De gemeenteraad wordt geïnformeerd alvorens het plan goed te keuren. In een latere fase worden Arohm, provincie en de naburige gemeenten in het proces betrokken: Door middel van een tussentijds overleg wordt de visie van de gemeente getoetst aan de visie van het provinciaal en gewestelijk structuurplan. De officiële procedure tot goedkeuring van het Gemeentelijk Structuurplan wordt vooraf gegaan door een plenaire vergadering.
1.2.2 Organisatie van het proces Het structuurplanningsproces in Alken kent reeds een lange traditie. Sedert 1995 startte de gemeente met de opmaak van een “richtplan 2010”, dat vergelijkbaar was met de structuurplannen op dit moment. Het hele structuurplanningsproces kan opgedeeld worden in 4 fasen:
Fase 1: Deze fase vond voornamelijk plaats in de periode 1995-1996 en was vooral een informatief proces waarin een beeld gekregen werd van de ruimtelijke structuur van de gemeente.
Fase 2: Deze fase situeert zich in 1997-1998 en is het richtinggevend proces, waarin een zicht gegeven werd op de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden door het opstellen van een ruimtelijk discussieplan. In deze fase werd de bevolking geconsulteerd en geïnformeerd via hoorzittingen. Er vonden informatieve vergaderingen plaats met de diensten van AROHM
Fase 3: In de fase 3 wordt het draagvlak verruimd op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Het voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan wordt verder uitgewerkt en opengetrokken naar de verschillende verantwoordelijke besturen en gemeentelijke overlegorganen en –commissies voor het formuleren van een advies. Concreet werden volgende besprekingen gehouden:
, Afd. Ruimtelijke Planning
10
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Sector landbouw en natuur 15/05/2003: toelichting van de nota open ruimte voor sector landbouw en natuur
GECORO - 08.10.2002: bespreking deelruimtes - 24.04.2003: bespreking deelnota nederzettingsstructuur - 28.05.2003: bespreking visie open ruimte - 27.08.2003: bespreking mobiliteitsplan - 08.06.2004: bespreking voorontwerp ruimtelijk structuurplan
Gemeenteraad 29/05/2004: toelichting voorontwerp voor de Gemeenteraad
Verder werd er tussentijds rapportage gedaan aan het College van Burgemeester en Schepenen en aan de fracties van de politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in de GECORO.
Fase 4: De fase 4 houdt de uiteindelijke goedkeuring van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan in. Officiële procedure tot goedkeuring Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan: Dit houdt in chronologische volgorde in: Plenaire vergadering met Gewest
gemeente,
Provincie en Vlaams
Officieel advies GECORO Voorlopige vaststelling gemeenteraad (ten minste 40 dagen na plenaire vergadering) Openbaar onderzoek gedurende 90 dagen (met één verplichte hoorzitting voor de bevolking) De Gecoro behandelt de bezwaren uit het openbaar onderzoek (eventueel kunnen op basis van ingediende bezwaren, aanpassingen gebeuren) Definitieve vaststelling in de gemeenteraadgemeenteraad Goedkeuring Bestendige Deputatie Publicatie in het Belgisch Staatsblad
, Afd. Ruimtelijke Planning
11
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
1.3 M E TH OD IE K In dit structuurplanningsproces wordt gewerkt vanuit twee benaderingen: de sectorale en de gebiedsgerichte. De sectorale analyse bekijkt elke sector binnen de gemeente tot op een bepaald schaalniveau. Het resultaat is een beeld per sector. Een gebiedsgerichte analyse daarentegen leert ons hoe bepaalde sectoren binnen bepaalde gebieden tegenover elkaar staan. Dit is nodig om te komen tot een duidelijk beeld van de structuurbepalende elementen en hun eigenheid (of situatie) in de gemeente. Deze werkwijze laat ons toe om zowel op sectoraal niveau (deelstructuren), maar ook gebiedsgericht (herkenbare deelruimten en elementen) gerichte analyses en uitspraken te kunnen doen met betrekking tot de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Onderstaande matrix verduidelijkt de gehanteerde werkwijze:
BEPALENDE DEELRUIMTEN EN –ELEMENTEN (gebiedsgericht)
HERKENBARE DEELRUIMTEN
ZONES MET CONDITIES
OPE N RUIMTE VERBINDINGEN
BAKENS
KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN
Visie op de ruimtelijke structuur
, Afd. Ruimtelijke Planning
12
LIJN
RECREATIE
LANDBOUW
NATUUR
ECONOMIE
NEDERZETTING
DEELSTRUCTUREN (sectoraal)
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
1.4 S IT UE R IN G 1.4.1 Situering in de regio (zie kaart 1: situering in de regio)
Alken bevindt zich in het zuidelijk deel van de provincie Limburg tussen de steden Hasselt en St.-Truiden. Landschappelijk behoort deze streek tot Vochtig Haspengouw. Ze begint geografisch ten zuiden van de Demervallei maar door de verstedelijking rond Hasselt begint ze pas echt ter hoogte van de Mombeekvallei: in Alken dus. Alken ligt in het noordelijk deel van deze geografische streek en heeft dan ook veel kenmerken van een overgangsgebied. Dit is het best te merken tussen St.-Lambrechtsherk en Wimmertingen waar een relatief steile helling aanwezig is. Op macroschaal is deze helling naast de beekvalleien het meest opvallend natuurlijk landschapselement (Hasselts grondgebied). In feite symboliseert de Mombeekvallei en na hun samenvloeiing met de Herk het best de overgang van het stedelijke gebied rond Hasselt naar het meer landelijke vochtig Haspengouw. Kenmerkend voor vochtig Haspengouw (ook fruitstreek genaamd) zijn de leemgronden, de licht golvende landschappen en de asymmetrische valleien. Het is een hoofdzakelijk kleinschalig landschap met een gesloten karakter. Alken ligt in het vlakke noordelijke overgangsgebied van Vochtig Haspengouw. Dit komt omdat verschillende beken in Alken samenstromen: Herk, Mombeek, Simsebeek. Alle beken stromen in hun benedenloop naar het noorden tot ze de kleistop bereiken ten zuiden van Hasselt en ombuigen in noordwestelijke richting. Elementen van de natuurlijke structuur in deze regio worden bepaald door loofbosjes die meestal deel uitmaken van kasteeldomeinen, holle wegen, veedrinkpoelen, natte beemdgronden en talrijke brongebiedjes. De hedendaagse lijninfrastructuur negeert deze natuurlijke structuren. Opvallend voor Alken is het drieluik van parallellopende Vlaamse of regionale verkeersverbindingen op de verbinding Hasselt - St.-Truiden: expresweg, spoorweg en steenweg. Deze bundel bepaalt in grote lijnen de ruimtelijke structuur van Alken. Alken wordt in de regio ontsloten via de verkeersweg N80, die in het noorden (Hasselt) aansluit op de E313, en in het zuiden (Landen) op de E40. Het station in Alken zorgt voor de ontsluiting per spoor naar Hasselt-Genk en Brussel. De oorspronkelijk geconcentreerde nederzettingspatronen zijn vervangen door meer uitgestrekte bebouwingsvormen onder de vorm van linten. Op enkele goed uitgebouwde steden na (zoals Sint Truiden, Tongeren,… ) is er geen sprake meer van echte kernen. Tussen St.-Truiden, Wellen, Nieuwerkerken, Borgloon en Hasselt domineert de lintbebouwing als nederzettingstype. Hierdoor wordt de bebouwing in heel de streek aan elkaar gerijgd en is de open ruimte sterk versnipperd. Wat de economische positie van Alken in de regio betreft, situeren belangrijke concentraties van industriële tewerkstelling en economische activiteiten zich voornamelijk in het verstedelijkt gebied Hasselt – Genk en het Albertkanaal, Sint Truiden, Tongeren en Bilzen (dat aansluit op en onder invloed staat van de industriële pool Genk-Zuid). Alken zelf heeft eveneens een aardig aandeel aan economische activiteiten binnen deze regio.
, Afd. Ruimtelijke Planning
13
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De agrarische structuur in deze regio wordt voornamelijk gekenmerkt door fruitteelt onder de vorm van laagstam fruitplantages. De fruitsector vormt momenteel een belangrijk onderdeel van de economie in de regio. De gemeente Alken voorziet in een aantal recreatieve voorzieningen op lokaal niveau. Voor grootschalige of harde vormen van toerisme en recreatie is Alken aangewezen op Hasselt. Het toeristisch recreatief aanbod daarentegen is in deze regio hoog en wordt bepaald door de aanwezigheid van kastelen, kluizen, watermolens, kapellen, industriële gebouwen en andere landschappelijke elementen. Nochtans ontbreken de linken (vb padennetwerken, … ) om van een echt uitgebouwd en samenhangend geheel te kunnen spreken.
1.4.2 Historische en morfologische ontwikkeling 1.4.2.1 Reliëf (zie kaart 2: reliëf)
Uitgesproken reliëfverschillen zijn er niet in de gemeente Alken. Het gebied heeft een geringe hoogte van ca. 30 tot 60 meter boven zeeniveau. Alken en Terkoest, respectievelijk gelegen in de vallei van de Herk en de Kozenbeek, zijn het laagst gelegen. Sint-Joris situeert zich ten westen in de vallei van de Simsebeek op een hoogte van ongeveer 50 meter. De hoogste niveaus bevinden zich ten oosten en westen van Sint-Joris, aan de Pleinstraat en aan de Hulzen. Naast de beken die de gemeente doorkruisen wordt de noorder- en westergrens van de gemeente gevormd door beken: Mombeek, de Herk, de Kozenbeek en de Kaalbeek. Opvallend is de noordelijke helling van de Mombeekvallei op het grondgebied van de gemeente Hasselt.
1.4.2.2 Hydrologie (zie kaart 3: bestaande hydrologische structuur)
Het (deel)stroomgebied of stroombekken van de Herk heeft een oppervlakte van ca. 300m² en is gevat tussen de steden Hasselt, St.-Truiden en Tongeren. De Mombeek is de belangrijkste zijloop van de Herk. In de gemeente treffen we een relatief dicht net van beken aan dat behoort tot het stroomgebied van de Herk. De belangrijkste voor de gemeente Alken zijn in de eerste plaats de Herk en de Mombeek, maar ook de Simsebeek, de Kozenbeek en de Kaalbeek, met hun talrijke zijbeken. Typisch voor de streek is dat de hoofdbeek vaak niet de laagste plaatsen van de alluviale vlakte opgezocht heeft. Kenmerkend zijn de riviertjes die over een afstand van meerdere kilometers parallel aan de hoofdrivier lopen, om er uiteindelijk in uit te monden, zodat er brede valleien ontstaan. De Herk, de Mombeek en de Simsebeek stromen nabij het industrieterrein samen. Na de samenvloeiing vertoont de Herk over een grote lengte nog een waardevolle meandering. Ook de Kozenbeek heeft nog interessante structuurkenmerken, vooral daar waar de Kozenbeek de grens vormt tussen Alken en Kozen (in Nieuwerkerken) is de structuur zeer waardevol. De Herk wordt reeds honderden meters na haar oorsprong (in Heers, deelgemeente Rukkelingen-Loon) verontreinigd door afvalwater. Stroomafwaarts daalt de waterkwaliteit verder en vanaf Alken kan de Herk als zwaar
, Afd. Ruimtelijke Planning
14
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
verontreinigd beschouwd worden. De overige beken zijn allen verontreinigd tot zwaar verontreinigd.
1.4.2.3 Historische evolutie (zie kaart 4 en 5: Ferraris en historische kaart 1957)
In Alken werden restanten van eerste nederzettingen teruggevonden die dateren uit het Neolithicum, de nieuwe steentijd van 5.500 tot 3.200 voor Christus. De aanwezigheid van Kelten rond 500 voor Christus tot 200 na Christus is te merken aan de invloed van hun taal en godsdienst. Een eerste vermelding van Alken (toen Alleche) genoemd, dateert uit 1066. In 1078 wordt Alleca vermeld en in 1155 heeft men het over Aldeke. Vanaf 1180 spreekt men van Alken. Alken was een Luikse enclave binnen het graafschap Loon; het hoorde toe aan de Bisschoppelijke Tafel van Luik. De prinsbisschop was er de wereldlijke heer. Het eigendomsrecht wordt in 1155 formeel vermeld in een bevestiging door keizer Frederik I. De prinsbisschoppen bezaten er een zomerverblijf. Bestuurlijk was het gebied onderverdeeld in vier kwartieren: Dorp, Hemelsveld, Ter Linden en Over ’ t water. De gemeente had in 1467 te lijden van plunderingen door soldaten van Karel de Stoute. In 1483 en 1490 wordt de kerk in brand gestoken. In 1580 wordt het dorp geplunderd door Spaanse soldaten. In 1631 was Alken het slagveld van een Spaans-Hollands treffen. De gemeente was in 1789 éen van de belangrijkste centra van de Luikse Revolutie. Het nederzettingenpatroon van Alken wordt verklaard door de voldoende aanwezigheid van water. Alken is een typisch Vochtig-Haspengouwse gemeente met concentratie van bebouwing in het centrum, ontstaan aan de Herk die er ten oosten van loopt. Kleinere secundaire nederzettingen ontstonden aan verbindingswegen en lineaire bebouwing is verspreid over het hele gebied. Door het verspoelen van het leem is de landbouwgrond hier veel minder rijk dan in Droog-Haspengouw, en de landbouwbedrijven zijn ook kleiner. Er komen zeer veel vakwerkhoeven voor. Alken is van oudsher een landbouwgemeente en tot in de 19 de eeuw bleef de industrie beperkt tot de molens (aan de Herk). Maar Alken was ook al vroeg bekend om zijn bier. Reeds in 1842 telde de gemeente 12 bierbrouwerijen onderverdeeld in vijf klassen. In het begin van deze eeuw waren er in Alken nog twee brouwerijen: die van de familie Wijgaerts en die van de familie Boes. Deze laatste heeft, samen met de familie Indekeu, haar brouwerij uitgebreid tot een bedrijf met internationale allure. Tientallen jaren waren zij verreweg de grootste werkgever in Alken.
Alken bestaat momenteel uit 3 parochies: het Centrum, Terkoest en Sint-Joris. Terkoest en Sint-Joris werden pas vanaf 1950 uitgebouwd in de oude gehuchten Ter Linde en ’t Hemelsveld. Elke woonkern heeft een eigen kerk en een cultureel centrum. Eind jaren 70 werd van ZW naar NO de expresweg N80 St. Truiden – Hasselt aangelegd, die de oude structuur grondig heeft verstoord. Door de aanleg van deze viervaksbaan werd de gemeenschap onherroepelijk uit elkaar gerukt. Vooral de wijk Sint-Joris ligt er nogal gehavend bij. In 1966 werd de aanzet gegeven tot het uitbouwen van een modern industrieterrein, gelegen in het Kolmenveld. De gemeente kocht op 18 maart van
, Afd. Ruimtelijke Planning
15
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
dat jaar een terrein 9ha 84a 50ca en verkavelde het in percelen voor industriële bedrijven. Het terrein was niet onmiddellijk kant en klaar met mooi geasfalteerde wegen: de eerste bedrijven konden starten na de aanleg van voorlopige leidingen voor elektriciteit, water en telefoon. Het startschot was gegeven en in 1971 werd gestart met de aanleg van wegen en riolering. De Kolmen is blijven groeien en ook vandaag is het een goed uitgerust industrieterrein. Dankzij de tewerkstelling had Alken in de helft van de jaren negentig het laagste werkloosheidscijfer in Limburg. Tijdens de laatste decennia is de woningbouw sterk toegenomen, zodat karakterloze lintbebouwing aan de verschillende wegen over heel het grondgebied het historische landschap heeft teruggedrongen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
16
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
2.
DEEL I INFORMATIEF DEEL
PLANNINGSCONTEXT
2.1 JUR IDIS CHE C ONTE X T ( RU IMTE LIJ KE PLA NNEN MET BINDE ND KAR AK TER ) 2.1.1 Het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV)1 (zie kaart 6: Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen)
De gemeente Alken ligt in het buitengebied. Het buitengebied zijn die gebieden waarin de open (onbebouwde) ruimte overweegt. Voor de buitengebieden worden volgende krachtlijnen uitgezet: in het buitengebied wordt een dynamische en duurzame ontwikkeling gegarandeerd zonder het functioneren van de structuurbepalende functies van het buitengebied aan te tasten, door bundeling van de ontwikkeling in kernen wordt de verdere versnippering van de open ruimte vermeden, een versterking van de functies die van oudsher de open ruimte openhouden (landbouw, bos en natuur), bereiken van gebiedsgerichte kwaliteit in het buitengebied, afstemmen van ruimtelijke ordening en milieubeleid, streven naar een buffering van de natuurfunctie ten opzichte van de eraan grenzende functies, Specifiek voor Alken zijn de volgende doelstellingen van rechtstreeks belang: De groei van het wonen concentreert zich in de kernen van het buitengebied. Een verdere groei van linten en verspreide bebouwing is niet aangewezen. De eigen groei van de kernen kan worden opgevangen binnen de vooropgestelde verdelingscriteria voor de bouw van nieuwe woningen. De provincie krijgt de opdracht om aan de gemeenten een wooncontingent toewijzen (zie verder). Als principe wordt gesteld dat het buitengebied maar kan blijven opnemen wat er nu aan relatieve verdeling van de groei bestaat (43% van de nieuwe woningen, tegen 57 % in de stedelijke gebieden). Groei blijft dus mogelijk, maar grotere toevloed dan deze verdeling zal niet worden toegelaten. In de kernen van het buitengebied wordt een woningdichtheid van 15 woningen per hectare nagestreefd tegen 25 woningen in het stedelijk gebied). In het RSV worden voor het buitengebied verschillende gebieden van Vlaams belang gedefinieerd: grote eenheden natuur (GEN), grote eenheden natuur in ontwikkeling(GENO), bosgebieden, agrarische gebied (AG), verwevingsgebieden en natuurverbindingsgebieden (NVG). Het Vlaams Gewest zal de GEN's, de GENO's, natuurverwevingsgebieden, bosen bosuitbreidingsgebieden en de agrarische gebieden afbakenen in Ruimtelijke Uitvoeringsplannen. Deze actualisering van de gewestplannen moet resulteren
1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (Besluit Vlaamse Regering 23.09.1997 en herzien Besluit Vlaamse Regering 12/12/2003,
bekrachtigd door het Vlaams Parlement 19/03/2004, verschenen BS 21/04/2004)
, Afd. Ruimtelijke Planning
17
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
in een nieuwe ruimtelijke grondbalans waarin 56.000 ha landbouwgrond plaats ruimt voor 48.000 ha bos- en natuurgebieden, 7.000 ha industriegebied en 1.000 ha recreatiegebied. De provincie moet uitspraak doen aangaande natuurverbindingsgebieden. Van de gemeente wordt verwacht dat ze uitspraak doet over de KLE en maatregelen treft voor de inrichting van de gebieden. De gemeente Alken wordt eveneens geselecteerd als economisch knooppunt buiten het stedelijk gebied en buiten het economisch netwerk. Het beleid zal gebeuren door de Provincie. Wat mobiliteit en lijninfrastructuur betreft, wordt de N80 geselecteerd als een primaire weg II (type 4) waarop de verzamelfunctie op Vlaams niveau primeert. De N80 verzorgt een verzamelfunctie voor een economisch knooppunt. De inrichting van zo’n weg moet vertrekken van een volledige scheiding van verkeerssoorten. De uitvoeringsvorm is die van een autosnelweg of een weg met gescheiden verkeersafwikkeling.
2.1.2 Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL)1 (zie kaarten 7 t.e.m. 12: “Ruimtelijk structuurplan Pr ovincie Limburg” en “Ruimtelijk conc ept voor Haspengouw en Voeren”)
Het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Limburg (RSPL) werd goedgekeurd via MB op 12 februari 2003. In haar ruimtelijk beleid gaat de Provincie uit van vier hoofdruimten, waarbij Alken zich bevindt in de hoofdruimte Haspengouw en Voeren. Deze ruimte onderscheidt zich door de aanwezigheid van landschappelijk waardevolle open gebieden, die onderdeel zijn van een open ruimte op Benelux-niveau. Zij scheidt het stedelijk netwerk Vlaamse Ruit, het netwerk Albertkanaal en het MHALgebied van elkaar. Binnen deze hoofdruimte vormen algemene principes de basis voor de verdere uitwerking: Beekvalleien als natuurlijke ruggengraat ST.-Truiden en Tongeren gebieden als centra
structuurondersteunende
kleinstedelijke
Raster van linten in Vochtig Haspengouw Structuurbepalende landbouwgebieden met landschappelijke waarde Toeristisch-recreatief netwerk van hoeven en kastelen Voerstreek waardevol landschap onderdeel van een grensoverschrijdend Drielandenpark
Binnen deze hoofdruimte werden drie deelruimten onderscheiden: Herk en Gete Droog Haspengouw
1
Ruimtelijk structuurplan van de provincie Limburg (goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering 12 februari 2003)
, Afd. Ruimtelijke Planning
18
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Voerstreek
Alken bevindt zich (samen met de gemeenten Lummen, Halen, Herk-de-Stad, Hasselt, Diepenbeek, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Wellen, Kortessem, Bilzen, Hoeselt) in de deelruimte Herk en Gete. Deze deelruimte heeft in de Provincie een rol inzake landbouw (fruitteelt), natuurontwikkeling en waterbeheersing. Daarnaast heeft ze een beperkte residentiële functie door het dicht netwerk van linten. Klein- en regionaalstedelijke voorzieningen horen in dit gebied niet thuis. Het beleid binnen deze deelruimte wordt gevoerd volgens volgende principes: Een netwerk van te vrijwaren beekvalleien en overstromingsgebieden van de Demer, Herk, Mombeek, Gete en Velpe; Sint.-Truiden als regionaal centrum en concentratie van voorzieningen; Een netwerk van beperkte kernen en linten tussen de beekvalleien; De N3 als ontsluiting van Sint-Truiden naar het hoofdwegnnet, niet als ontwikkelingsas; Open ruimte verbindingen over de N2;
Volgende thema’s kunnen als mogelijke beleidsthema’s beschouwd worden: 1. Beekvalleien en overstromingsgebieden 2. Linten 3. Landbouw 4. Recreatief medegebruik
Verder worden specifiek voor Alken, op basis van de visie op de deelstructuren, volgende uitspraken gedaan: Mbt de natuurlijke structuur: De Herk en de Mombeek worden beschouwd als van Provinciaal niveau. In het zuiden van Alken wordt een droge natuurverbinding (NVB 40) geselecteerd: St.-Truiden-Alken, tussen het Nieuwenhovenbos en de vallei van de Herk. Ten zuiden van Alken wordt een natte natuurverbinding (NVB 66) geselecteerd: St.-Truiden-Wellen-Alken, tussen de Melsterbeek en Herk ten zuiden van Alken via de Oude Beek en de Aldebeek. Mbt de nederzettingsstructuur: Alken wordt geselecteerd als hoofddorp, Terkoest en St.-Joris als woonkernen Verder situeert Alken zich in een zogenaamd rasterlandschap, waar bijzondere aandacht gaat naar het herwaarderen van de niet-bebouwde, meestal natuurlijke of agrarische delen van het gebied. Bij de gewenste ruimtelijke structuur in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt rekening gehouden met de landschappelijke uitgangspunten voor dat gebied.
, Afd. Ruimtelijke Planning
19
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Mbt de economische structuur: Alken wordt beschouwd als economisch knooppunt, maar haar rol is eerder beperkt. De gemeente ligt in het kwetsbaar gebied van de Herk en Gete. Open ruimte functies als beekvalleien, overstomingsgebieden en fruitteelt maken verdere industriële ontwikkeling niet gewenst. Bijkomende regionale bedrijventerreinen kunnen enkel in functie van het schrappen van het bedrijventerrein “Brouwerij – Uitbreiding”. Wat de uitbreiding van de Brouwerij betreft, wordt onderzocht of dit mogelijk is door een gedeeltelijke ontwikkeling van “Brouwerij Uitbreiding”. De Provincie zal onderzoeken in welke mate het enerzijds nodig is om ontwikkelingskansen te geven aan de Brouwerij en anderzijds in welke mate de behoefte bestaat om de waterzieke industriegronden in de Herkvallei te herlocaliseren. Gezien Alken geselecteerd werd als hoofddorp, kan ze een lokaal bedrijventerrein ontwikkelen voor de herlocatie van zonevreemde bedrijven binnen de eigen gemeente. Hierbij dient uit gegaan te worden van volgende principes: De behoefte moet aangetoond worden en de afweging voor de locatie moet kwalitatief onderbouwd zijn. Het bijkomende lokaal bedrijventerrein sluit aan bij het hoofddorp Het heeft een richtinggevende omvang van 5 ha. De kavelgrootte is afgestemd op lokale bedrijven; regionale bedrijven worden niet toegelaten Het terrein wordt landschappelijk goed ingepast en duurzaam ontwikkeld De provincie stimuleert terzake grensoverschrijdende samenwerking tussen naburige gemeenten Het principe rond kleinhandel is: kerngericht en verweven. Bestaande kleinhandelsconcentraties buiten de kernen (en niet geselecteerd door de Provincie) komen niet in aanmerking voor verdere ontwikkeling. Ze kunnen enkel behouden, geherstructureerd of afgebouwd worden. Mbt. Tot de ruimtelijke agrarische structuur De Provincie selecteert in Alken grote aaneengesloten agrarische gebieden van minstens Provinciaal belang. Mbt. De ruimtelijke verkeers- en vervoersstructuur De bundel N80 – N722 – lijn 21 wordt als element van provinciaal niveau aangeduid. De opname van bundels in de gewenste verkeers- en vervoersstructuur betekent dat deze ook in de gewenste ruimtelijke structuur structuurbepalend moeten blijven. Dit geldt ook voor de samenstellende lijninfrastructuren. Bundels ondersteunen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld door bijkomende bundeling. De N722 wordt geselecteerd als secundaire weg III. De hoofdfunctie van deze weg is een fiets- en openbaar vervoersas voor lokale (fiets) en regionale (openbaar vervoer) verbindingen. Voor autoverkeer heeft deze weg haar regionale verbindingsfunctie verloren. De weg heeft wel een belangrijke toeganggevende functie.
, Afd. Ruimtelijke Planning
20
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Het station van Alken wordt beschouwd als opstapplaats(zonder ticketverkoop) waar intensieve ruimtelijke verdichting niet gewenst is. Wel kan het zinvol zijn om park-and-ride-voorzieningen aan te leggen. De lijn 21 (Hasselt/Landen) werd geselecteerd als openbaar vervoer van bovenprovinciaal niveau A. In het verbindend provinciaal net (niveau B) wordt de bestaande lijn 21 (Hasselt/Sint-Truiden/Landen) opnieuw geselecteerd. Het B-niveau zorgt voor het aantakken van de kleinstedelijke gebieden op het bovenprovinciaal net. De buslijn tussen Hasselt en Sint-Truiden vormt een onderdeel van het verbindend intergemeentelijk net; openbaar vervoer van provinciaal niveau C. Dit netwerk op C-niveau vormt een fijnmaziger geheel. Alken wordt als C-knoopppunt geselecteerd. Mbt. Tot de landschappelijke structuur Het Alkens landschap wordt beschouwd als een complex nieuw landschap. In dit soort landschappen worden behoud en integratie in het nieuwe landschap van de landschapsrelicten nagestreefd. Nieuwe karakteristieken en structurerende landschapskenmerken kunnen worden bepaald om een nieuw samenhangend landschap te creëren. De Herk en Mombeek wordt geselecteerd als complex gaaf landschap. Dit zijn grote gebieden waarin samenhangen tussen onderdelen ervan worden behouden en versterkt. In complexe gave landschappen kunnen kleinere gebieden als prioriteiten van landschapsbehoud en – ontwikkeling worden uitgewerkt. De Herk en Mombeek wordt beschouwd als een structurerend hydrografisch element. Structurerende hydrografische elementen spelen als landschappelijke elementen en als netwerk een structuurbepalende rol. Bebouwing op of nabij de oevers wordt tegengegaan. Behoud en herkenbaarheid van het element staan centraal bij ruimtelijke ingrepen.
Mbt. Tot de toeristisch-recreatieve structuur De gemeente Alken bevindt zich aan de rand van het toeristischrecreatief netwerk Haspengouw – kastelen en hoeven.
2.1.3 Ruimtelijke structuurplanning van de omliggende gemeenten Wat betreft de visie op de gewenste ontwikkeling van de omliggende gemeenten van Alken, is er een grote overeenstemming. Er is nergens sprake van tegenstrijdigheden:
Hasselt De stad Hasselt heeft een afgewerkte startnota maar wacht op uitsluitsel over de afbakening van het stedelijk gebied Hasselt – Genk om haar gemeentelijk structuurplan af te ronden. Ondertussen wordt gewerkt aan het voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.
, Afd. Ruimtelijke Planning
21
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Beleidsmatige raakvlakken zijn aanwezig in de Mombeek- en Herkvallei en het gehucht Wimmertingen en St. Lambrechtsherk en over het beleid aangaande de steenweg naar Stevoort.
Wellen Het structuurplan van de gemeente Wellen is goedgekeurd door de Provincie Limburg op 24 juni 2004. Beleidsmatige raakvlakken zijn er over het beleid in de landbouwgebieden en kleine natuurkernen in het zuiden van de gemeente Alken. De deelruimtebenadering komt goed overeen. Ook het vrachtverkeer vanuit Wellen over Alken dient intergemeentelijk op elkaar afgestemd te worden. Hieromtrent zitten beide gemeenten op dezelfde golflengte.
St.-Truiden Sint Truiden heeft een goedgekeurd structuurplan. Beleidsmatige raakvlakken zijn er over het beleid in de landbouwgebieden, de linten en kleine natuurkernen in het zuidwesten van de gemeente. De gemeente St.-Truiden startte onlangs met het opstellen van het RUP “valleien en natte natuurverbindingen”. Het doel hiervan is ordening en bescherming te geven aan de natuurlijke structuur van het buitengebied van de gemeente, zoals vooropgesteld in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan St.-Truiden.
Nieuwerkerken Nieuwerkerken werkt aan haar voorontwerp structuurplan. Beleidsmatige raakvlakken zijn er over het landbouwbeleid, de woonlinten en kleine natuurkernen rond Kozen.
2.1.4 Gewestplan (zie kaart 13: gewestplan)
Het gewestplan Hasselt-Genk (KB 3/04/1979) blijft van kracht zolang het niet vervangen is door uitvoeringsplannen, opgesteld op basis van het structuurplan. Onderstaande tabel geeft voor de gemeente Alken aan welke bestemmingen van toepassing zijn en over welke oppervlakte het dan gaat:
, Afd. Ruimtelijke Planning
22
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Procentuele verhouding t.o.v. het Gewestplanbestemming
hele grondgebied
W oongebieden
4,1 11,2
W oongebieden met landelijk karakter woonuitbreidingsgebieden
3,4
Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen
0,6
en openbaar nut Gebieden voor dagrecreatie
1
Parkgebieden
0,7
Bufferzones
0.1
Natuurgebieden
3,5
Agrarische gebieden Landschappelijk
waardevolle
53,5 agrarische
18,1
gebieden Agrarische gebieden met ec ologisch belang
0,2
Industriegebieden
3
Ambachtelijke bedrijven en KMO’s
0,6
totaal
100
De grootste oppervlakte van het grondgebied is bestemd voor landbouwdoeleinden: ca. 70%. Een kwart van deze oppervlakte werd aangeduid als landschappelijk waardevol. Een klein percentage heeft een ecologisch belang en is gelegen in de vallei van de Herk in het noordwesten van de gemeente. Zo’n 20% van de oppervlakte werd bestemd voor wonen: 4% als woongebied; 11% als woongebied met landelijk karakter, hetgeen terug te vinden is in de talrijke woonlinten die Alken rijk is. Ongeveer 4% van de oppervlakte werd bestemd als woonuitbreidingsgebied, maar is op sommige plaatsen reeds ingevuld door woningbouwprojecten, al dan niet van het sociale type. Verder is 3% van de oppervlakte bestemd voor industriële activiteiten. Dit is terug te vinden in het industrieterrein De Kolmen, dat gemengd regionaal en lokaal ontwikkeld werd. Het aandeel aan natuurgebieden op het gewestplan is vrij laag.
, Afd. Ruimtelijke Planning
23
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
2.1.5 BPA’s (zie kaart 14: BPA’s)
Datum Goedkeuring
Naam 1 Terkoest
omvat de kern van T erkoest en een groot gedeelte van het woongebied, zoals bepaald in het gewestplan. Hierin wordt een aanzienlijk gedeelte voorbehouden voor openbaar nut
16/01/1991
met aansluitend een gebied voor privaat park en een gebied voor openbaar groen
2 Industriele zone de kolmen
omvat het gedeelte tussen de Steenweg, Stationsstraat en Jardinstraat, zoals ingekleurd op het gewestplan als
26/02/1987
industriegebied.
3 Industriele zone de kolmen
de bestemming van enkele perc elen wordt gewijzigd in zone voor industrie of ambachtelijke industrie om het
16/01/1991
gebruik van de gronden te optimalis eren.
4 Centrum 1 wijzigingsplan 1 + uitbreiding vel 2
het gebied gelegen tussen de Langveldstraat, Stationsstraat en Aardbruggenstraat, volgens het gewestplan ingekleurd als woonuitbreidingsgebied, wordt
16/03/1983
nader vastgelegd voor open bebouwing.
5 Centrum 1 wijzigingsplan vel 1
de kern van Alken-centrum wordt hoofdzakelijk als gebied
6 Centrum 1 wijzigingsplan1 + uitbreiding - vel 5
een gedeelte van het gebied gelegen tussen de
7 Centrum 2 vel 1
het gebied tussen de Grootstraat en de Meerdegatstraat,
voor gesloten en open bebouwing vastgelegd.
Stationsstraat en de Nieuw Herk, wordt als industriegebied
16/03/1983
8/01/1987
vastgelegd voor uitbreiding van de brouwerij
ingekleurd als woonuitbreidingsgebied volgens het gewestplan, wordt vastgelegd hoofdzakelijk als zone voor sociale woningbouw welke door een
24/05/1982
bufferzone/natuurgebied wordt afgeschermd van het aanpalend industriegebied (brouwerij)
8 Centrum 1 wijzigingsplan 1 (laagdorp)
het gebied aan het Laagdorp wordt als plein met aan
9 Centrum 2 wijzigingsplan 1 + uitbreiding vel 2
het gebied ten oosten van Alken-centrum, wordt
weerszijden gesloten bebouwing vastgelegd
8/11/1990
vastgelegd als zone voor sport en spel, zone voor gesloten en open bebouwing, een beperkte industriezone met
29/04/1991
bufferzone en de afbakening van een zone voor sociale huisvesting.
10 Centrum 2 partiële wijziging (kerkhof)
er wordt een zone voor kerkhof, een zone voor woningen ten behoeve van mindervaliden en een zone voor parking
8/09/1994
voorzien
11 Centrum 1
Het woonuitbreidingsgebied op het gewestplan wordt bestemd als woonzone met voornamelijk open en halfopen bebouwing
, Afd. Ruimtelijke Planning
24
24/09/1969 gedeeltelijk opgeheven
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
12 Eikenbos
DEEL I INFORMATIEF DEEL
het gebied dat op het gewestplan als natuurgebied wordt aangeduid, wordt als zone voor openbaar groen
21/02/1984
vastgelegd.
13 St.Joris
het gebied gelegen aan de Sint-J orisstraat en de Ed. Dompasstraat, ingekleurd op het gewestplan als woonuitbreidingsgebied, wordt vastgelegd als zone voor
13/02/1981
open bebouwing met de nodige wegenis
Alle BPA’s goedgekeurd voor de vaststelling van het gewestplan Hasselt-Genk, dd. 03.04.1979, zijn vervallen (volgens het artikel 172 en 190 van het decreet op de Ruimtelijke Ordening van 26 april 2000) met uitzondering van een gedeelte van het BPA Centrum I (nr. D 7003/8, dd. 24.09.1696) dat als zone voor open bebouwing met wegenis behouden is.
De woongebieden hebben zich buiten de zones op het gewestplan verder verlint via gemeentelijke verkavelingen (jaren ‘60 en ‘70) en de opvulregel.
Onlangs werd een BPA opgestart voor de zone van de voormalige brouwerijgebouwen in het centrum van Alken. Het doel is kernversterkende woningbouwprojecten en een handelszaak met een trekkersfunctie te ontwikkelen. Hierbij is het belangrijk het bouwkundig patrimonium (industriële archeologie) zo goed mogelijk te ondersteunen en te integreren om te komen tot een kwaliteitsvol project. Verder werd een BPA opgestart om de zonevreemde situatie rond het recreatieterrein St.-Joris op te lossen.
2.1.6 Beschermde monumenten en landschappen (zie kaart 15: beschermde monumenten en landschappen)
Volgende elementen in Alken werden reeds beschermd:
Nr.
naam
Monument (M) of dorpsgezicht (D)
Datum goedkeuring
1
Vakwerk Bulsstraat 116
M/D
MB 27/04/2001
M/D
MB 14/06/2002
M/D
MB 14/06/2001
M/D
MB 4/12/2003
Hoeve en omgeving 2
Vakwerk Bulsstraat 28 Hoeve (woonhuis) en omgeving
3
Vakwerk Grootstraat 133 Gebouwen van de hoeve en onmiddellijke omgeving
4
Hemelsveldstraat 72 Vakwerkhoeve met omgeving
, Afd. Ruimtelijke Planning
25
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
5
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Koosterstraat 51
M
MB 9/05/2003
M
MB 26/03/2003
M/D
MB 13/11/2003
M
MB 4/11/2002
M/D
MB 4/11/2002
M/D
MB 10/12/2003
Zeegershof 6
Onze-Lieve-Vrouwstraat 60 Kasteel Leva + restant van oud kasteel Graddy
7
Oude Baan 87 Vakwerkhoeve met landelijke omgeving
8
Ridderstraat 10 Woonhuis van vakwerkhoeve
9
Steenweg 239 De Oude Vlieg
10
Vliegstraat 35 Vakwerkhoeve met omgeving
11
St. Aldegondiskerk Hoogdorpstraat
M
19/01/1935
12
St.-Joriskapel met omgeving Hemelveldstraat
M
VE 15/12/1982
13
Nieuwe molen met omgeving Molenstraat 85
M
MB 12/01/1987
14
De Geuzentempel
M/D
MB 04/03/2004
Steenweg 142 15
Leemkuilstraat 101
MB 04/03/2004
16
Knipscheerstraat kapel
M
MB 04/03/2004
17
Heiligenbornstraat 47
M
MB 09/06/2004
M
MB 09/06/2004
Hoeve met voorerf, bakhuis, mestvaalt en waterput 18
Hendrikstraat 104 Hoeve met losse bakhuis en waterput
bestanddelen,
erf,
19
Hendrikstraat 93 en omgeving
M/D
MB 09/06/2004
20
Klameerstraat 20
M/D
MB 02/02/2004
M/D
MB 02/02/2004
L-vormige hoeve en erf met omgeving van hoeve 21
Knipscheerstraat 92 Semi-gesloten hoeve, erf en omgeving
22
Lindestraat 149 en omgeving
M/D
MB 09/06/2004
23
Lindestraat 195
M
MB 22/06/2004
L-vormig vakwerkrestant 24
Lindestraat omgeving
D
MB 09/06/2004
25
Lindestraat omgeving
D
MB 09/06/2004
, Afd. Ruimtelijke Planning
26
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
26
Molenstraat 16 en omgeving
M/D
MB 09/06/2004
27
Steenweg 334 en omgeving
D
MB 09/06/2004
28
Omgeving Vliegstraat
D
MB 09/06/2004
29
Omgeving Vliegstraat
D
MB 09/06/2004
30
Omgeving Vliegstraat
D
MB 09/06/2004
31
Omgeving Vliegstraat
D
MB 09/06/2004
32
Ridderstraat 7
M
MB 02/02/2004
33
Stoukstraat 44
M
MB 09/06/2004
Langgestrekte hoeve met voorerf 34
Vliegstraat 89 en omgeving
M/D
MB 09/06/2004
35
Vliegstraat 93 en omgeving
M/D
MB 09/06/2004
36
Grootstraat 102
M/D
Ontwerp van lijst
M/D
Ontwerp van lijst
M
Ontwerp van lijst
M
Ontwerp van lijst
M/D
Ontwerp van lijst
Hoevetje m et erf 37
Grootstraat 114 Gesloten hoeve met erf
38
Meerdegatstraat 114 Langgerekte vakwerkhoeve en erf
39
Meerdegatstraat 116 Gesloten vakwerkhoeve
40
Meerdegatstraat Gesloten vakwerkhoeve
2.1.7 Het VEN (Het Vlaams Ecologisch Netwerk) (zie kaart 17: Ven-gebieden)
VEN-gebieden vormen tezamen een netwerk van waardevolle natuurgebieden in Vlaanderen. Voorbeelden van dergelijke netwerken zijn ondermeer bepaalde riviervalleien of bijzondere landschappen. De selectiekaart van de VENgebieden duidt deze netwerken van waardevolle natuur aan. In deze gebieden krijgt de natuur een bijkomende bescherming en worden er instrumenten ingezet zodat eigenaars en beheerders mogelijkheden en middelen krijgen voor de instandhouding van die natuur zodat in de toekomst iedereen in Vlaanderen nog kan beschikken over voldoende bos en natuur om in te recreëren, te leven en te werken. De Vlaamse Regering keurde de eerste selectie van de gebieden voor het Vlaams Ecologisch Netwerk 18/07/2003. Volgende gebieden in Alken werden opgenomen: Delen van de Mombeekvallei in het noordoosten van de gemeente Delen van de Herkvallei op de grens met de gemeente Wellen Delen van de Mombeekvallei in het noordwesten van de gemeente, op de grens met Hasselt
, Afd. Ruimtelijke Planning
27
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
2.1.8 Habitatrichtlijngebieden (zie kaart 16: Habitatrichtlijngebieden) De Vlaamse minister bevoegd voor het natuurbehoud kan voor specifieke habitats binnen de vogelrichtlijngebieden specifieke maatregelen nemen met het oog op de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. De bepaling of afbakening van deze habitats wordt echter nauwkeurig omschreven in de habitatrichtlijn. In Alken bevinden zich twee habitatrichtlijngebieden: In het oostelijk deel van de Mombeekvallei Zuidelijk van Alken, juist buiten de gemeentegrens Deze gebieden worden omschreven als: bossen en kalkgraslanden van Haspengouw.
2.1.9 Het Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan (GNOP)1 In 1995 stelde de gemeente Alken een GNOP op op basis van het Regionaal Natuurontwikkelingsplan. De prioritaire zones voor natuurontwikkeling zijn: Herkvallei: benedenloop van de Herk Kozenbeekvallei Simsebeekvallei Herkvallei: Middenloop van de Herk$ Beiserenveld Kaalbeek Mombeekvallei: benedenloop Groot-Peteren en Printhagen Rotsaart In het GNOP worden vervolgens een aantal doelstellingen vooropgesteld. Er kan een onderscheid gemaakt worden in Gebiedsgerichte doelstellingen (uitgesplitst in kleine landschapselementen en grootschalige landschappelijke eenheden). Soortgerichte doelstellingen (waar zowel op flora als fauna accenten gelegd worden). Doelgroepgerichte doelstellingen (landbouw, bosbouw, beheer van waterlopen, jacht, recreatie, infrastructuurwerken. Beleidsgerichte doelstellingen gericht op het gemeentebestuur De acties die uiteindelijk aan het GNOP gekoppeld worden hebben betrekking op ruimtelijke, doelgroepgerichte en beleidsgerichte acties
1
Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan Alken, Regionaal Landschap Herk en Mombeek, Ignace Schops, juni 1995
, Afd. Ruimtelijke Planning
28
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Momenteel is een project opgestart in de vallei van de Kozenbeek, ter hoogte van de Hulzenveldstraat. Volgende werken zijn voorzien: aanleg poel, aanbrengen van streekeigen beplanting, gedeeltelijke bebossing, aanleggen wandelpad, maaibeheer weide.
2.1.10 Mobiliteitsplan Het mobiliteitsplan voor de gemeente Alken werd in november 2004 conform verklaard. De visie op de ontwikkeling van de verkeersstructuren in het mobiliteitsplan wordt opgenomen in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan en zal een aantal ruimtelijke implicaties inhouden.
2.1.11 Regionaal landschap Haspengouw Het Regionaal Landschap Haspengouw komt grosso modo overeen met het Limburgse grondgebied ten zuiden van de Demer. Sinds 2002 maakt ook Voeren deel uit van dit regionaal landschap. Deze streek is zo aantrekkelijk door haar grote landelijkheid en rijk cultuurhistorisch verleden. Binnen deze streek is de gelijknamige vzw Regionaal Landschap Haspengouw werkzaam. Hier ontwikkelt een team van gespecialiseerde mensen projecten voor natuur en landschap (herstel van kleine landschapselementen, … ) en wordt het recreatieve medegebruik (in hoofdzaak wandelen en fietsen) gecoördineerd dmv ontwikkelen van wandelgebieden, wandelroutes, fietsroutenetwerk, … Het gemeentebestuur van Alken is aangesloten bij het regionaal landschap Haspengouw en verleent logistieke steun bij acties die ondernomen worden in Alken. Momenteel wordt, in samenwerking met het Regionaal Landschap Haspengouw, de vallei van de Mombeek toegankelijker gemaakt door het aanleggen van wandelpaden.
2.1.12 Studies met betrekking tot de waterproblematiek In het stroomgebied van de Herk is de waterproblematiek groot. Gezien dit stroomgebied gemeentegrensoverschrijdend is, kan deze problematiek niet enkel op gemeentelijk niveau opgelost worden.
Bij het hedendaags waterbeheer tracht men rekening te houden met de belangen van landbouw, industrie, natuur, landschap en recreatie. Dit integrale waterbeheer streeft geenszins een terugkeer naar de natuurlijke ongereptheid van de vroegere stroomgebieden na. Het is de bedoeling nieuwe watersystemen uit te bouwen waarbinnen de verschillende maatschappelijke behoeften voldoende ruimte toebedeeld krijgen. Er wordt op de verschillende beleidsniveau’s aan gewerkt:
, Afd. Ruimtelijke Planning
29
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
1. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Water: Computermodellering als model, hoogwaterbeheer als doel. Met deze studie kunnen waterstanden voorspeld worden, waarbij zowel gebruik wordt gemaakt van een hydrologisch model (modelleren van de relatie tussen neerslag en afvoer) en een hydraulisch model (modelleren van de stroming in waterlopen). Op basis hiervan kunnen gericht maatregelen genomen worden. Voorgestelde maatregelen, concreet voor Alken, zijn: -
Beperken van de wateroverlast in Wellen (infrastructurele ingrepen), zodat er meer water zou geborgen kunnen worden en het debiet beter geregeld zou kunnen worden, zodat afwaarts geen overstromingen meer voorkomen.
-
Beperken van de wateroverlast in Alken: Afwaarts Wellen, tussen de Herk en de Oude Beek, werden de beemden vroeger regelmatig overstroomd door de Herk. Door het kunstmatig verhogen van de oeverwallen van de Herk met ruimingsspecie en door het vergroten van de doorstroomsectie van de Herk zijn deze overstromingen fel verminderd. Dit is nochtans niet positief want hierdoor wordt het overstromingsgevaar in Alken vergroot. Door het verlagen van de oeverwal op de rechteroever zou men de vroegere toestand terug kunnen herstellen. Er dient wel over gewaakt te worden dat het geborgen water in de beemden, zonder schadelijke gevolgen kan afgevoerd worden via de Kleine Herk.
2. De Provincie stelt, in samenwerking met de betrokken gemeenten, een DULO-waterplan op voor het bekken van de Herk (Duurzaam Lokaal waterbeleid). Dit omvat de brongerichte aanpak met betrekking tot het oplossen en voorkomen van wateroverlast, waterverontreiniging, verdroging, aantasting van het natuurlijk milieu in het watersysteem en erosie. Het gaat over maatregelen genomen op lokaal vlak, ter bevordering van de lokale en bovengemeentelijke waterhuishouding en de waterkwaliteit (waterlopenbeheer en waterhuishouding, infiltratie van regenwater, waterkwaliteit, duurzaam watergebruik). Hierover zijn nog geen resultaten beschikbaar voor Alken.
, Afd. Ruimtelijke Planning
30
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
3.
DEEL I INFORMATIEF DEEL
RUIMTELI JKE ST RUCTUU R VAN DE GEMEENTE
3.1 L ANDS CH APP EL IJ KE S TR UC TU UR (Zie kaart 18: bestaande landschappelijke structuur)
3.1.1 Globale landschappelijke structuur Om een gebied landschappelijk te analyseren, kan gebruik gemaakt worden van de zogenaamde traditionele landschappen1. In Alken kunnen er twee onderscheiden worden: 1. Vochtig Haspengouw 2. Vallei van de Herk en Mombeek
Zoals eerder gezegd, bevindt Alken zich in Vochtig Haspengouw, maar heeft veel kenmerken van een overgangsgebied. Typische kenmerken van het Alkens landschap zijn een sterk versnipperde open ruimte doorregen met talrijke bebouwingslinten. Het reliëf is lichtgolvend en wordt doorsneden door brede, asymmetrische valleien. Op sommige plaatsen komen nog talrijke kleine landschapselementen als solitair bomen, bomenrijen, hagen, houtkanten, bosjes, … voor, waardoor een afwisseling ontstaat van open en gesloten zichten. Het bodemgebruik bestaat voornamelijk uit intensieve akkerbouw, afgewisseld met laagstam fruitaanplantingen. Vochtig Haspengouw wordt gekenmerkt door een rijk cultuurhistorisch verleden. Ook in Alken bevinden zich zulke elementen: kastelen, vakwerkhoeves, kapellen, kerken, watermolens… De vallei van de Herk en Mombeek wordt gekenmerkt door een brede alluviale vlakte met uiterwaarden. Het gaat om waterrijke gronden met talrijke populieraanplantingen en talrijke plassen. Hier komen karakteristieke, grootschalige valleilandschappen voor waarin slechts geringe bebouwing in aanwezig is.
1
landschapstypering die gebaseerd is op de landschappen die niet of slechts in beperkte mate zijn gewijzigd door de
grootschalige ingrepen sedert de Industriële Revolutie.
, Afd. Ruimtelijke Planning
31
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.1.2 Elementen van het Alkens landschap1 3.1.2.1 Landschappelijk waardevolle gebieden In de gemeente Alken wordt één gebied aangeduid als relictzone. Een relictzone is een gebied met een hoge dichtheid aan punt- en lijnrelicten, zichten en ankerplaatsen en zones waarin de samenhang tussen de waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering. Het belangrijkste landschappelijk waardevol gebied in Alken is (zonder twijfel) de Middenloop van de Mombeek en de Herk, gelegen in het noorden en oosten van de gemeente. Deze vallei wordt gekenmerkt door een kleinschalig bodemgebruik en een hoge ecologische waarde, met ecologisch waardevolle, oude bossen. In het oosten van de gemeente, voornamelijk rond het kasteel Groot Peteren, bevindt zich eveneens een vrij kleinschalig en vrijwel onbebouwd landschap. De Mombeekvallei is drager van een belangrijke toposequentie bouwkundig erfgoed (allen aangeduid op Ferrariskaart). Voor Alken betreft het: de Groenmolen, de Zwarte winning en de Oude molen op de linkeroever te Alken; Verder kan de vallei van de Herk, komende vanuit Wellen als belangrijk landschappelijk waardevol lijnelement beschouwd worden. De vallei van de Kozenbeek vormt aan de westzijde van de gemeente een belangrijk landschappelijk element door een kleinschalig landschap met talrijke kleine landschapselementen en op sommige plaatsen een sterke meandering van de beek.
3.1.2.2 Puntrelicten: landschapsbepalende gebouwen Belangrijk in de analyse van de landschappelijke structuur is de aanwezigheid van waardevolle gebouwen, puntrelicten. Ze geven een eigenheid en herkenbaarheid weer binnen het bebouwd weefsel en het omliggende landschap. Volgende gebouwen worden in de landschapsatlas aangeduid:
1
-
Nieuwe molen, Ter Koestemolen
-
Kasteel Saren
-
Groenmolen
-
Kasteel Geuzentempel
-
Hoeve met duiventil (Duifhuishof)
-
Dorpsmolen
-
St.-Aldegondekerk
-
Kasteel Groot Peteren
-
Kasteel Brandepoel
-
Kasteel Rode Poel
Ministerie van de Vlaams Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen, Nieuwe impulsen voor de landschapzorg,
De landschapsatlas, baken voor een verruimd beleid, Brussel 2001.
, Afd. Ruimtelijke Planning
32
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
-
St.-Joriskapel
-
Brandepoelwinning
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Verder wordt het Alkens landschap gekenmerkt door de aanwezigheid van nog talrijke vakwerkhoeves, waarvan er een groot deel beschermd zijn.
3.1.2.3 Kleine landschapselementen Kleine landschapselementen zijn de kleine structuurdragers van het landschap. Ze worden meestal beschouwd als weinig opvallende elementen in het landschap, zoals wegbermen, houtkanten, hagen, poelen, taluds, bomenrijen, houtwallen, solitaire bomen, bosjes, holle wegen, permanente graslanden, … Hun verscheidenheid is groot en in vele gevallen zijn of waren ze op één of andere manier met elkaar verbonden. Het zijn netwerken en vormen kleine microlandschappen. In hun ontstaan, situering en onderhoud is de mens nooit veraf. Ze zijn dan ook innig verbonden met de cultuurhistorie van de streek. Op bijgaande kaart werd getracht een globaal overzicht te geven van de plaatsen waar KLE geconcentreerd voorkomen.
Concentraties van kleine landschapselementen zijn voornamelijk terug te vinden in de Lampse Beemden, Brandenpoel, Groot Peteren, Klameerstraat, Beiserenveld en het Eikenbosje.
, Afd. Ruimtelijke Planning
33
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2 N EDE RZE T TIN GSST RU CT UU R 3.2.1 Ruimtelijke opbouw van de nederzettingsstructuur (Zie kaart 19: bestaande nederzettingsstructuur)
De nederzettingsstructuur in de gemeente Alken bestaat uit drie kernen, m.n. Alken, St.-Joris en Terkoest, waarvan Alken zelf de oudste is. Verder zijn de meeste straten in de gemeente Alken bebouwd, dit geeft de zogenaamde lintbebouwing. Deze lintbebouwing is geënt op historische gehuchtjes die, door de expansie van de bebouwingslinten, er volledig in opgegaan zijn. Naast lintbebouwing werden enkele gebouwen verspreidliggend in het landschap opgericht. Op sommige plaatsen, waar enkele verspreidliggende woningen bij elkaar liggen, kan er gesproken worden van een concentratie of cluster.
3.2.1.1 Alken als centrum van de gemeente Ruimtelijk is de deelkern Alken het meest ontwikkeld, aaneengesloten en gedifferentieerd, en kan beschouwd worden als het centrum van de gemeente. Alken is ook de oudste kern van de gemeente. Het dorpsbeeld wordt bepaald door afwisseling van wonen, handelspanden, diensten, pleintjes en een dichter stratennet. De bedrijfsgebouwen van de brouwerij beheersen een deel van het centrum. Rond het centrum werden de laatste jaren bouwprojecten ontwikkeld onder de vorm van verkavelingen, met als gevolg dat de deelkern Alken een vrij uitgestrekte vorm aanneemt. Het bedrijventerrein Kolmen sluit ruimtelijk aan aan de noordwestelijke zijde van de kern van Alken. De N80 die tussen Kolmen en Alken doorloopt vormt een duidelijke ruimtelijke begrenzing tussen de twee bebouwingsstructuren die van totaal andere aard zijn. De relatie tussen de twee structuren wordt gevormd door de Stationsstraat, die onder de N80 doorgaat.
M ORFOLOGIE ( ZIE KAART 20: MORFOLOGIE VAN DE BEBOUW ING )
De morfologische structuur van Alken is vrij typisch. De kern (Hoogdorpstraat, gedeelte Motstraat, Dorpstraat en Laagdorp) bestaat voornamelijk uit gesloten bebouwing. Hier bevinden zich nog enkele historische gebouwen. Aansluitend op de kern bevindt zich hoofdzakelijk halfopen bebouwing onder de vorm van linten, zowel rond de kern van Alken als in delen van de Grootstraat. Open bebouwing vormt de buitenste rand van de kern. De laatste jaren werd deze rand vergroot door het inplanten van verkavelingen. Verspreid over de gemeente zijn nog waardevolle gebouwen terug te vinden gelegen in grote parken, verwijzend naar het verleden. Een concentratie van zulke bebouwingsstructuur is terug te vinden in de Stationsstraat ten noorden van de kern van Alken.
, Afd. Ruimtelijke Planning
34
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De brouwerij kan, door haar grootschaligheid, beschouwd worden als een bijzonder element in de morfologie van Alken. Algemeen kan besloten worden dat in de bebouwde structuur, met uitzondering van de gesloten bebouwing, nog vrij veel gaten te vinden zijn.
G ROENSTRUCTUREN ( ZIE KAART 21: BESTAANDE GROENSTRUCTUUR )
Alken kan beschouwd worden als een vrij groen centrum. Opvallend is het aandeel openbaar groen dat zich voornamelijk bevindt in het zuidelijk deel van het centrum. Het betreft de groene ruimte ronde de Gildezaal, de pastorie en de kerk, de groene zone in het midden van de scholen en de bibliotheek, de recreatiezone de Alk en de nieuwe begraafplaats. Meer in het noorden bevindt zich het groen in grote private tuinen of parken. Bomenrijen bevinden zich versnipperd in het centrum onder de vorm van straatbeplanting, beekbegeleidend groen of randbeplanting. Sommige bomenrijen zijn nog ruimtelijk bepalend, maar meestal zijn deze lijnelementen aangetast. In het centrum, tussen de school Wizard en de nieuwe bibliotheek bevindt zich nog een houtkant. Het omliggende landbouwgebied grijpt ruimtelijk in op de structuur van de kern: ter hoogte van de Herkvallei bestaat het voornamelijk uit weilanden terwijl aan de oost- en westzijde voornamelijk akkers en laagstammige fruitaanplantingen voorkomen.
HANDEL EN DIENSTEN ( ZIE KAART 22: OPENBARE FUNCTIES )
De overgrote meerderheid aan openbare functies bevindt zich in het zuidelijk deel van het centrum. Het betreft het gemeentehuis, de post, de kerk en kerkhof en de dienst vrije tijd (cultuur – sport – jeugd) in het Hoogdorp. Direct hierop aansluitend liggen de drie lagere scholen samen met de begraafplaats en de bibliotheek-dienstencentrum samen rond een openbaar park. In het Laagdorp bevindt zich het GCC Taeymans en het jeugdontmoetingscentrum in de oude molen op het einde van het plein. Vanaf het Laagdorp wordt de toegang tot het recreatiedomein met de sporthal de Alk en de nieuwe begraafplaats gevormd. Verder liggen nog verspreid in het centrum de vroegere Rijkswachtkazerne in de Stationsstraat en de Freinetschool in de Dieregaertstraat. De handelszaken in het centrum zijn hoofdzakelijk gelegen in het Hoogdorp, het Laagdorp, het Lambrechtsplein, de Motstraat en de Dorpsstraat. In dit gebied bevinden zich in totaal 54 handelszaken of 28% van het totale aanbod in de hele gemeente
B EELDBEPALENDE
ELEM ENTEN
( ZIE KAART 23: BEELDBEPALENDE ELEMENTEN )
Alken wordt gekenmerkt door een grote hoeveelheid beeldbepalende elementen, gaande van de kerk tot oude en nieuwe gebouwen waaronder: De brouwerij
, Afd. Ruimtelijke Planning
35
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De rijkswacht en enkele andere oude villa’s in de Stationsstraat De kerk, pastorie, Gildezaal, St.- Aldegondiskapel, het gemeentehuis, … op het Hoogdorp Het herenhuis op het einde van het Hoogdorp Enkele oude huisjes en de molen op het Laagdorp De Zeven Bomenkapel in de Hameestraat Verspreid over het centrum enkele waardevolle hoeves en oude villa’s
Beeldbepalend groen is terug te vinden in: De bomenrij aan brouwerij De bomenrij in de Alk Het parkje aan Gildezaal met enkele botanische soorten Het groen rond de pastorie Het groen rond de directeurswoning in de Ridderstraat
Verder is de toegang naar het centrum vanuit de Grootstraat zeer beeldbepalend voor Alken: de hoge gebouwen van de brouwerij, met nog de oorspronkelijke structuur, en op de voorgrond de vallei van de Herk. Door de relatie tussen de twee brouwerijgebouwen die gemaakt wordt dmv een brug over de weg is er hier letterlijk sprake van een “poort”.
V ERKEER ( ZIE KAART 24: W EGENINFRASTRUCTUUR )
In het stratenpatroon van Alken-centrum kan een hiërarchie afgeleid worden: De N80 is bereikbaar via de Stationsstraat en hierop aansluitend de Jardinstraat, een parallelweg van de N80 die de ontsluiting vormt van Alkencentrum naar de N80. De Stationsstraat – Dorpsstraat die dwars door het centrum loopt, verbindt Stevoort via Alken met Borgloon en gaat onder de N80 door. Vanaf de Stationsstraat wordt de Grootstraat gebruikt als verbinding naar Wellen en Wimmertingen. In deze straat wordt vrij veel vrachtverkeer opgemerkt, nochtans is het gabariet van deze weg niet aangepast aan dit soort verkeer. De overige wegen zijn lokale ontsluitingswegen. Het Lambrechtsplein en een gedeelte van de Ridderstraat zijn straten met éénrichtingsverkeer. Het centrum, meerbepaald de Stationsstraat (vanaf de kruising met de Ridderstraat ten noorden van Alken en de Gemeentelijke Basisschool ten zuiden van Alken) werden ingericht. De maximum snelheid bedraagt hier 50km/uur. Parkeerplaatsen zijn overal in het centrum terug te vinden. Omdat ze weinig gestructureerd zijn, geeft dit problemen naar de handelsfunctie in de Hoogdorpsstraat. De belangrijkste parkeerplaatsen in het centrum zijn:
, Afd. Ruimtelijke Planning
36
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Hoogdorpstraat Kerkplein Parkeerplaats achter het Kapittel Laagdorp Dorpsstraat St.- Lambrechtsplein
Verder werd een grote parkeerplaats voorzien aan de sporthal. Deze wordt gebruikt in combinatie met de nieuwe begraafplaats. Ook de bibliotheek / dienstencentrum heeft een eigen parking. De brouwerij heeft een grote privéparking in de Grootstraat aan de overzijde van de Herk. Door het grote aandeel aan parkeerruimte kan afgeleid worden dat een bepaalde parkeerbehoefte zich stelt. Op een aantal plaatsen in het centrum bevinden zich garageboxen. Ze verstoren het bebouwingsweefsel in de kern.
Aanliggende fietspaden bevinden zich langs: de Stationsstraat, de Grootstraat, de Meerdegatstraat zijstraat van de Leemkuilstraat In de Langveldstraat werden fietssuggestiestroken voorzien, maar door de inrichting van de weg is dit vrij gevaarlijk, aangezien hier tamelijk hard gereden wordt. Het centrum van Alken is goed voorzien van doorgangen en kleine voetwegjes die het centrum doorwandelbaar maken. Dit geeft een meerwaarde aan het centrum aangezien het de veiligheid van de zwakke weggebruiker ten goede komt.
S TRUCTURERENDE
ELEMENTEN
( ZIE KAART 25: STRUCTUURBEPALENDE ELEMENTEN )
Uit de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur kunnen als synthese een aantal structuurbepalende elementen gedistilleerd worden: Structuurbepalende elementen zijn: bestaande openbaar domein in centrum (Hoogdorp – Laagdorp) de kerk de brouwerijgebouwen de vallei van de Herk de groene “openbare”zone recreatiedomein “De Alk”+ nieuwe begraafplaats de Dorpsmolen
, Afd. Ruimtelijke Planning
37
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Deze elementen bepalen de structuur van het centrum van Alken, maar hebben momenteel geen of weinig onderlinge binding.
3.2.1.2 St.-Joris voorzieningen
en
Terkoest:
concentratie
van
bebouwing
en
(Zie kaarten 26 en 27: bestaande ruimtelijke structuur St.-Joris en Terkoest)
De kernen St.-Joris en Terkoest zijn sinds de jaren zestig uitgebouwd.
St.-Joris De deelkern St.-Joris wordt begrensd door de N80 aan de zuidoostelijke zijde en de N722 aan de noordwestelijke zijde. De bebouwingsstructuur wordt doorsneden door de spoorlijn Genk-Brussel. De kern, ongeveer in het midden van St.- Joris gelegen, wordt gevormd door enkele grote gebouwen die voorzieningen als de school, de kerk, cultureel centrum, … herbergen. Rond deze kern bevinden zich ook enkele sportterreinen (weliswaar aan de overzijde van de spoorweg) en de begraafplaats. Verder werden voornamelijk aan de oostzijde van de kern woningen gebouwd in recente verkavelingen en dit in verschillende fasen. Het resultaat is dat bijna de hele kern bestaat uit open bebouwingskavels met dezelfde bouwtypologie. Enkel aan de Ed. Dompasstraat, tegenover de kerk, werd een gesloten bebouwingstype ingeplant. Aan de overzijde van de spoorweg bestaat de bebouwing uit twee bouwlinten die de kern van St.-Joris verbinden met de N722. Tussen deze linten ligt een onbebouwd binnengebied dat nu in landbouwgebruik is, zoals de bestemming op het gewestplan. Het gebied wordt in het geheel slechts op enkele plaatsen ontsloten. St.-Joris wordt met Alken verbonden door de Hendrikstraat – Langveldstraat. De ontsluiting van Alken naar de N80 (Hasselt en St.-Truiden) gebeurt via de Hemelsveldstraat en kan ook via de Vliegstraat. Deze ontsluiting wordt ook verzorgd door de steenweg (N722). Tussen St.-Joris en de N80 bevindt zich een smalle driehoek landbouwgebied dat deels bewerkt wordt als akker en deels een weiland is, beplant met fruitbomen. In dit gebied staat een beschermde kapel, gelegen in parkgebied. Dit gebied kan beschouwd worden als buffer tussen het woongebied en de N80. St.-Joris wordt omgeven door grootschalige akkers en kleinschalige weilanden, afgewisseld met populierenbosjes en fruitaanplantingen. Een verbinding van de woongebieden met de omliggende open ruimte is er niet. Op sommige plaatsen zijn er servituten, maar deze paden lopen dood. Het gevolg is dat de inwoners van St.-Joris bijna verplicht worden om via de N80 of de Steenweg gebruik te maken van de open ruimte.
Terkoest De deelgemeente Terkoest bevindt zich in het noordwesten van de gemeente ter hoogte van de N754. De centrumfuncties van deze deelgemeente bevinden zich hoofdzakelijk geconcentreerd ten noordoosten van deze N754. Hier situeert zich het rusthuis, de lagere school, het cultureel centrum en de bibliotheek, enkele handelszaken en horecagelegenheden, ... Deze plaats kan de kern van Terkoest genoemd worden. De sportterreinen en de begraafplaats bevinden zich
, Afd. Ruimtelijke Planning
38
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
aan de zuidoostelijke zijde van de kern. Niettegenstaande het vrij open karakter van deze kern, door de ruime parkomgeving rond het rustoord, de school en de kerk, bevindt zich hier ook de enige gesloten bebouwingsstructuur van de deelgemeente. Rond de kern werden woningbouwprojecten in verschillende fasen gerealiseerd onder de vorm van verkavelingen. Deze bouwkavels hebben een open of halfopen karakter. Het bebouwd weefsel van Terkoest strekt zich in het noorden uit tot aan de vallei van de Herk. Langsheen de N754 kwam een bebouwingslint tot ontwikkeling, waar zich enkele handelsfuncties gevestigd hebben. Vanuit dit lint is er op vijf plaatsen een mogelijkheid tot het binnenrijden van Terkoest. Dit zaait verwarring, aangezien geen enkele toegang echt ruimtelijk is aangegeven. De N754 heeft een interlokale verbindingsfunctie en verzorgt de ontsluiting naar de omliggende kernen Alken, Stevoort, … De Kozenbeek loopt dwars door het centrum van Terkoest. Buiten de bebouwingsstructuur wordt deze waterloop ruimtelijk ondersteund door beekbegeleidende beplanting. Waar ze tussen de bebouwing loopt, is het enkel een open beek die geprangd ligt tussen enerzijds de weg en anderzijds voortuinen van woningen. De landbouwgebieden, die Terkoest omgeven, zijn van minder intensieve aard. Het zijn voornamelijk weilanden. Aan de noordzijde wordt Terkoest begrensd door de vallei van de Herk. Het Herkvalleilandschap bestaat voornamelijk uit weilanden en populierenaanplantingen. Ter hoogte van Terkoest heeft de vallei een hoge ecologische waarde. Vanuit de woongebieden vertrekken er enkele voetpaden naar de open ruimte, maar meestal lopen ze dood.
3.2.1.3 Geïsoleerde wijk Zwarte Winning In het noorden van Alken, vlak tegen de grens met St.-Lambrechtsherk, ontwikkelde zich een kleine wijk: Zwarte Winning. Deze wijk is vrij recent opgetrokken en bestaat uit woningen van eenzelfde typologie, nl. open bebouwing. Deze wijk wordt voornamelijk ontsloten door de N722 (steenweg Hasselt – St.-Truiden) en heeft geen enkele ruimtelijke relatie met een woonkern in de gemeente.
3.2.1.4 Lintbebouwing Het grondgebied van Alken wordt van oudsher gekenmerkt door lintbebouwing. Later, bij het opstellen van de gewestplannen, werd deze lintbebouwing planologisch bestendigd en versterkt door de opvulregel. Het resultaat hiervan is dat de bebouwing in Alken ruimtelijk dominant is. Nochtans is de aanwezige lintbebouwing niet altijd aaneengesloten, zodat op sommige plaatsen het contact met de achterliggende open ruimte gevrijwaard blijft. De hoofdfunctie van deze linten is wonen. Morfologisch en functioneel zijn er 4 “lintsoorten”te herkennen: Het historisch, agrarisch lint is ontstaan door de bouw van hoeves langs bestaande wegen. Momenteel zijn deze hoeves nog terug te vinden, maar niet meer in oorspronkelijke staat. Bovendien werden de tussengelegen percelen verder bebouwd met woningen, zodat het agrarisch uitzicht grotendeels verdween. Het lint Steenweg De steenweg is het langste lint van Alken. Het is een bijzonder lint. Het werd ontwikkeld als een belangrijke verkeersverbinding in het begin van de 19 de eeuw. Het traject tussen het kasteel van Rotsaert en de Herkvallei werd
, Afd. Ruimtelijke Planning
39
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
toen nieuw aangelegd als een gave, rechte lijnverbinding. Zoals op vele plaatsen in het land ontwikkelden zich de steenwegen autonoom tot sterke economische handelsassen en verblijfsassen. Gelukkig is dit in Alken niet tot volle expansie gekomen (zoals bijvoorbeeld tussen Hasselt en Genk) maar er zijn wel fragmenten van baanwinkels en bedrijven terug te vinden die zich aan de steenweg van Alken geënt hebben zodat een sterk gemengde lintbebouwing ontstond. Het gemengd lint bestaat uit woningen en verschillende woningtypes, en is door de jaren heen tot stand gekomen. Deze linten werden jaren geleden reeds aangezet, maar de laatste jaren afgewerkt. De bebouwing bestaat uit een mix van vooroorlogse woningen tot recent gebouwde woningen. Het recent lint werd slechts de laatste jaren gerealiseerd en is opgebouwd uit woningen van dezelfde typologie, meestal open bebouwing, type villa.
3.2.1.5 Concentraties van verspreidliggende woningen De woningen die niet opgenomen werden binnen de hogervermelde structuren, worden beschouwd als verspreidliggende woningen. Een groot deel van deze woningen zijn geconcentreerd gelegen op volgende plaatsen: Slaapstraat Brabantsestraat Omgeving van de Knipscheerstraat Laagbulstraat Omgeving van de Klinkstraat
3.2.1.6 Verspreidliggende woningen Verder bevinden zich verspreid over het grondgebied nog woningen die geen enkele ruimtelijke relatie hebben met elkaar. We beschouwen ze als verspreidgelegen woningen. Meestal liggen deze woningen niet in de geëigende zone op het gewestplan.
Om een beter inzicht te krijgen in de problematiek van verspreidliggende gebouwen, werd een inventaris opgemaakt. Op basis van deze inventaris kunnen ook de zonevreemde gebouwen, zoals woningen, bedrijven, recreatiegebouwen, … aangegeven worden. Er kan vastgesteld worden dat deze gebouwen vrij globaal verspreid over het volledige grondgebied van de gemeente gebouwd werden. We kunnen in die optiek twee “patronen”onderscheiden. Een groot deel van deze woningen werd gebouwd aansluitend op de bestaande linten, maar kunnen ruimtelijk niet als lintbebouwing beschouwd worden. Andere, meestal kleine, leegstaande, oude landbouwnederzettingen, liggen zeer verspreid in de open ruimte. Op sommige plaatsen, zoals in de vallei van de Herk en Mombeek komen slechts zeer sporadisch gebouwen voor.
, Afd. Ruimtelijke Planning
40
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
In totaal bevinden zich in de gemeente zo’ n 600 gebouwen buiten de bestemming wonen, bedrijvigheid of sport op het gewestplan. Deze gebouwen zijn momenteel nog niet allemaal zonevreemd (vb.: actieve landbouwbedrijven), maar kunnen op termijn wel zonevreemd worden. (Zie verder hoofdstuk “5.2.4 ”Zonevreemde gebouwen en functies” en de bijhorende kaart 46: zonevreemde gebouwen)
, Afd. Ruimtelijke Planning
41
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2.2 Demografische gegevens 3.2.2.1 Bevolkingsevolutie Op 1 januari 2002 telde de gemeente Alken 10.974 inwoners. Over een periode van 10 jaar is de bevolking toegenomen met 709 personen of een jaarlijks gemiddelde van 71 personen. De bevolkingsevolutie kent een nogal grillig verloop, met enkel positieve waarden. In de afgelopen 10 jaar zijn er drie piektoenames met 133 personen als grootste toename in het jaar 1994. Tabel 1 : bevolkingsevolutie 1991-2002 JAAR*
Bevolking
Geboorten
Sterften
Natuurlijk
Immigratie
Emigratie
Migratie
1991
10.163
147
87
60
383
332
51
1992
10.265
130
87
43
365
319
46
1993
10.354
111
71
40
378
335
43
1994
10.436
124
52
72
413
351
62
1995
10.569
122
81
41
421
343
78
1996
10.681
116
76
40
364
381
-17
1997
10.709
149
82
67
436
391
45
1998
10.824
97
67
30
405
381
24
1999
10.882
121
95
26
419
426
-7
2000
10.900
105
70
35
397
387
10
2001
10.938
114
40
44
403
413
-10
2002
10.974
Bron : NIS, Gemeente. *Bevolking op 1 januari van het vermelde jaar, groei tijdens het jaar. 1991 bevolking op 1 maart volgens de volks- en woningtelling
Grafiek 1 : bevolkingsevolutie 1991-2001; totaal saldo 140 120 100 80 60 40 20 0 1991 -20
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
-40 Totaal saldo
, Afd. Ruimtelijke Planning
Gemiddeld totaal saldo
42
2000
2001
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Het natuurlijk bevolkingsverloop of het verschil tussen geboorten en sterfte, kent voor Alken een vrij gelijkmatig verloop met een piek in 1994 waar het geboorteoverschot oploopt tot 72 personen. De jaarlijkse gemiddelde aangroei bedraagt 45 personen of een aandeel in de bevolkingstoename van 60%. In de gemeente werden er over de beschouwde periode gemiddeld 121 kinderen geboren en stierven er gemiddeld 76 personen. Het migratiesaldo of het verschil tussen in- en uitwijking verloopt veel grilliger met zowel positieve maar ook in enkele jaren negatieve waarden. De gemiddelde toename over de periode 1991-2002 bedraagt 30 personen of een aandeel in de totale bevolkingstoename van 40%. De grootste migratietoename vond plaats in 1995, het grootste negatieve migratiesaldo werd geregistreerd in 1996. 140
140
120
120
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
0
0
1991 -20
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
1991 -20
-40
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
-40
Natuurlijk saldo
Gemiddeld natuurlijk saldo
Migratie saldo
Gemiddeld migratie saldo
In vergelijking met de buurgemeenten is de procentuele bevolkingsaangroei in de gemeente Alken zeer hoog te noemen. Met een bevolkingsaangroei van 7,6% tussen 1991 en 2002 is de toename groter dan in het arrondissement, de provincie en de andere buurgemeenten met uitzondering van Nieuwerkerken. Tabel 2 : bevolkingsevolutie 1981-2002; een vergelijking Bevolking
Alken
1981
1991
2001
2002
verschil
% aangroei
'91-'02
'91-'02
9.563
10.163
10.938
10.975
775
7,63%
64.613
66.611
68.373
68.771
1.762
2,65%
Kortessem
6.929
7.738
8.065
8.060
327
4,23%
W ellen
6.048
6.418
6.751
6.768
333
5,19%
36.374
36.994
37.079
37.314
85
0,23%
5.792
5.938
6.510
6.486
572
9,63%
Arr. Tongeren
176.410
182.157
190.051
190.720
7.894
4,33%
Limburg
716.888
750.435
794.785
798.583
44.350
5,91%
5.630.129
5.768.925
5.952.552
5.972.781
183.627
3,18%
Hasselt
Sint-Truiden Nieuwerkerken
Vlaams Gewest Bron : NIS, Rijksregister
3.2.2.2 Bevolkingsprognose In functie van een lange termijnplanning is het noodzakelijk om inzicht te krijgen in de toekomstige bevolkingsgrootte en -samenstelling. Bij de berekening van de
, Afd. Ruimtelijke Planning
43
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
toekomstige bevolking kan men gebruik maken van een open of een gesloten prognose. De gesloten prognose gaat ervan uit dat er geen migratie effecten optreden. Dit veronderstelt een evenwicht tussen de vertrekkende en aankomende personen. In de diverse leeftijdsprofielen worden beide categorieën gelijk gesteld. Bij de open prognose worden de migratiebewegingen wel in rekening gebracht. Hierbij wordt uitgegaan van een zich voortzettende leeftijdsspecifieke trend, berekend op basis van de migratiecijfers over de laatste 5 jaar. Om een vergelijking te kunnen maken met prognoses uitgevoerd op hogere planniveaus worden de referentieperiodes 1992-2007 gebruikt. De bevolkingsgegevens van 1 januari 1992 fungeren als basis. Er wordt een gesloten prognose toegepast omdat, bij het bepalen van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden de gemeente dient uit te gaan van de ontwikkeling van de eigen bevolking. tabel 3: Gesloten bevolkingsprognose voor de gemeente Alken (1992-2007) PROGNOSE VAN DE TOTALE BEVOLKING OVER 15 JAAR Gesloten prognos etype : basisjaar 1992 jaar
Totale populatie
Bevolkingsindex
mannen
vrouwen
totaal
1992
5.158
5.108
10.266
100
100
100
1993
5.184
5.140
10.324
100,5
100,6
100,6
1994
5.208
5.170
10.378
101,0
101,2
101,1
1995
5.231
5.199
10.430
101,4
101,8
101,6
1996
5.254
5.226
10.480
101,9
102,3
102,1
1997
5.274
5.252
10.526
102,2
102,8
102,5
1998
5.292
5.275
10.567
102,6
103,3
102,9
1999
5.308
5.298
10.606
102,9
103,7
103,3
2000
5.322
5.318
10.640
103,2
104,1
103,6
2001
5.333
5.336
10.669
103,4
104,5
103,9
2002
5.342
5.351
10.693
103,6
104,8
104,2
2003
5.348
5.365
10.713
103,7
105,0
104,4
2004
5.353
5.377
10.730
103,8
105,3
104,5
2005
5.355
5.387
10.742
103,8
105,5
104,6
2006
5.354
5.396
10.750
103,8
105,6
104,7
2007
5.352
5.403
10.755
103,8
105,8
104,8
toe-/afname : index :
194
295
489
103,8
105,8
104,8
mannen
vrouwen
totaal
Volgens de prognose zal het aantal inwoners tussen 1992 en 2007 met 489 personen toenemen of een index 104,8. Opgesplitst in periodes van 5 jaar verloopt de bevolkingstoename progressief, tot het jaar 1997 zal de bevolking toenemen met 260 personen of gemiddeld 52 personen per jaar. In de periode 1997 tot 2002 is er nog een bevolkingstoename te verwachten van 167 personen. Vanaf 2002 wordt deze toename steeds kleiner. De verklaring voor deze toekomstige evolutie vindt men in de leeftijdsopbouw van de diverse referentieperiodes. Het percentage vrouwen op vruchtbare leeftijd (dit is het percentage vrouwen van 20 tot 40 ten opzichte van het totaal aantal vrouwen) daalt geleidelijk aan tot 2007 met 6,5% en het
, Afd. Ruimtelijke Planning
44
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
procentueel aandeel mannen en vrouwen boven de gemiddeld te verwachten leeftijd, voor mannen is dit 76 jaar voor vrouwen 82 jaar, gaat in stijgende lijn van 3,5 % in 1992 tot 4,0 % in 2007 ten opzichte van de totale bevolking. De werkelijke groei van de reeds 10.974 inwoners. De wijze toe met gemiddeld 45 wijze ligt iets hoger dan vooropstelt.
bevolking was veel groter. Op 1/1/2002 telde Alken afgelopen tien jaar nam de bevolking op natuurlijke personen per jaar. De werkelijke groei op natuurlijke de prognose (gemiddeld 43 personen per jaar)
Voor het uitwerken van een lange termijnvisie op wonen in Alken wordt een prognose berekend met 2002 als basisjaar. PROGNOSE VAN DE TOTALE BEVOLKING OVER 15 JAAR Gesloten prognos etype : basisjaar 2002 jaar
Totale populatie
Bevolkingsindex
mannen
vrouwen
totaal
2002
5.529
5.445
10.974
100
100
100
2003
5.541
5.459
11.000
100,2
100,3
100,2
2004
5.550
5.471
11.021
100,4
100,5
100,4
2005
5.557
5.481
11.038
100,5
100,7
100,6
2006
5.561
5.490
11.051
100,6
100,8
100,7
2007
5.563
5.498
11.061
100,6
101,0
100,8
2008
5.563
5.505
11.068
100,6
101,1
100,9
2009
5.561
5.510
11.071
100,6
101,2
100,9
2010
5.557
5.514
11.071
100,5
101,3
100,9
2011
5.552
5.517
11.069
100,4
101,3
100,9
2012
5.544
5.518
11.062
100,3
101,3
100,8
2013
5.535
5.518
11.053
100,1
101,3
100,7
2014
5.524
5.517
11.041
99,9
101,3
100,6
2015
5.511
5.514
11.025
99,7
101,3
100,5
2016
5.496
5.509
11.005
99,4
101,2
100,3
2017
5.481
5.503
10.984
99,1
101,1
100,1
toe-/afname : index :
-48
58
10
99,1
101,1
100,1
mannen
vrouwen
totaal
Uit de resultaten van de gesloten bevolkingsprognose basisjaar 2002 blijkt dat zich tot het jaar 2009 een stijging van het aantal inwoners voordoet. Daarna volgt een ombuiging van deze tendens met een daling als gevolg van het geboortetekort. Volgens de prognose zal het aantal inwoners de komende 15 jaar met 10 personen toenemen. Een verklaring is ook hier te vinden in de toekomstige evolutie in de leeftijdsopbouw van de diverse referentieperiodes. Het percentage vrouwen op vruchtbare leeftijd daalt geleidelijk aan tot 2017 met 5,3% en het procentueel aandeel mannen en vrouwen boven de gemiddeld te verwachten leeftijd gaat in stijgende lijn van 3,9% in 2002 tot 6,6 % in 2017 ten opzichte van de totale bevolking.
Al deze gegevens geven slechts een trend weer vanuit een gesloten bevolkingsprognose. Andere beleidsopties, de invloed van het woonbeleid in het verleden en moeilijk voorspelbare maatschappelijke ontwikkelingen zullen dit
, Afd. Ruimtelijke Planning
45
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
beeld vertekenen. In de gemeente Alken zal de werkelijke bevolkingstoename naar alle waarschijnlijkheid groter zijn, zeker door invloed van inwijking.
3.2.2.3 Leeftijdsopbouw van de bevolking De leeftijdsverdeling is een belangrijke bevolkingskarakteristiek. Ze heeft een grote invloed op een hele reeks sociale en economische factoren, welke op haar beurt het maatschappelijk gebeuren beïnvloeden. De leeftijdsstructuur van de bevolking kan op een visuele wijze voorgesteld worden onder de vorm van een leeftijdspiramide. De benaming “piramide” verwijst naar een evenwichtige leeftijdsopbouw van de bevolking, namelijk een grotere vertegenwoordiging van de jongste leeftijdsgroepen en een gestage afname naarmate de leeftijd hoger is. Omdat in de meeste industrielanden de piramidevorm als maar moeilijker te herkennen is spreekt men beter over leeftijdsopbouw van de bevolking. De leeftijdsopbouw van 1 januari 2002 voor de gemeente Alken is weergegeven in onderstaande grafiek. De leeftijdssamenstelling van de bevolking is het resultaat van allerlei historische processen. De effecten hiervan op het maatschappelijke leven laten zich generaties lang voelen. Vandaar dat ze echo-effecten genoemd worden. Uit de leeftijdsopbouw van de bevolking kan men de historische context aflezen. Men kan hier een onderscheid maken tussen evenementen en conjuncturen. De tweede wereldoorlog is nog duidelijk afleesbaar door een dalend aantal geboorten. Na de oorlog is er een sterke stijging van het aantal geboorten en heeft men de zogenaamde babyboom. Een economische heropbloei met gunstige vooruitzichten kan als belangrijkste oorzaak aangehaald worden. Aan de basis van de piramide merken we duidelijk de dalende nataliteit sedert medio 1960. Het stijgen en dalen van het aantal geboorten volgt elkaar in kortere periodes op. Het aantal geboorten is erg onderhevig aan de conjunctuur. In de jaren ‘80 jaren stijgt het aantal geboorten door een inhaalbeweging. De grote generatie geboren na 1950 heeft de komst van het eerste kind zeer lang uitgesteld, terwijl de jongste generatie opnieuw kinderen wenst te krijgen op jongere leeftijd. Medio 1990 gaat de nataliteit in Vlaanderen weer in dalende lijn. Grafiek 2 : leeftijdsopbouw van de bevolking op 1/1/2002
90
vrouwen
mannen
80 70 60 50 40 30 20 10 0 100
75
, Afd. Ruimtelijke Planning
50
25
25
50
46
75
100
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2.2.3.1 Evolutie van ontgroening en vergrijzing Karakteristiek voor de recente evolutie van de bevolking is de ontgroening en de vergrijzing. Ontgroening betekent de vermindering van de jonge bevolking, vergrijzing daarentegen is de toename van de bejaardenpopulatie. Uit de leeftijdsopbouw kan men duidelijk aflezen dat de generatie 30 tot 44 jarigen niet zal vervangen worden. In de toekomst zal dit leiden tot een grotere vertegenwoordiging van de oudere bevolking. Het aantal jongeren in de leeftijdsgroep 20-39 jarigen, die instaan voor de vervanging aan de basis van de piramide, zal in de komende jaren verder in een dalende lijn evolueren. De huidige gerealiseerde vruchtbaarheid ligt onder het gewenste vervangingsniveau. De vergrijzing en ontgroening van de bevolking nemen toe. De veroudering van de bevolking is het gevolg van hogere levensverwachtingen, die bij mannen overigens lager ligt dan bij vrouwen (respectievelijk 76 en 82 jaar). Deze gemiddelde levensverwachting stijgt jaarlijks met een kwartaal. Met betrekking tot het wonen hebben ouderen andere behoeften. De woningen moeten qua grootte en comfort aangepast zijn voor bejaarden, vooral voor zelfstandig wonende hoogbejaarden. Ook de gemeente Alken wordt geconfronteerd met de ontgroening en vergrijzing van de bevolking. Ondanks de bevolkingstoename tussen 1981 en 2002 nam het aantal jongeren in die periode af met 664 personen of 10,4%, het aantal 60plussers daarentegen nam toe met 882 personen of 6,5%. In de middengroep (20-59) doet zich een verschuiving voor. Aanvankelijk neemt de jongste helft (20-39) nog toe om vanaf 1991 in dalende lijn te gaan. De oudste helft (40-59) neemt gestadig toe. Tabel 4 : evolutie van de leeftijdsopbouw in leeftijdsklassen van 20 jaar 0-19
20-39
40-59 abs.
60+ %
abs.
totaal
abs.
%
abs.
%
1981
3.223
33,70
3.019
31,57
2.139
22,37
1.182
12,36
9.563
1991
2.645
26,03
3.420
33,65
2.606
25,64
1.492
14,68
10.163
2002
2.559
23,32
3.189
29,06
3.162
28,81
2.064
18,81
10.974
Grafiek 3 : leeftijdsopbouw van de bevolking 1981, 1991 en 2002
40% 35% 30% 0-19
25%
20-39
20%
40-59
15%
60+
10% 5% 0% 1981
, Afd. Ruimtelijke Planning
1991
2002
47
%
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2.2.3.2 Ontgroening en vergrijzing voor de prognoseperiode tot 2017 Voor het beleid is het van belang om inzicht te krijgen in de wijzigingen van de leeftijdsopbouw. Voor de prognoseperiode tot 2017 zet zich de evolutie van ontgroening en vergrijzing verder. Tussen 2002 en 2017 is er een daling te verwachten van het aantal jongeren (0-19 jarige) met -459 personen of 4,2%. Het aantal tussen 20 en 59 jaar zal dalen met -370 personen. Belangrijk binnen deze middengroep is de sterke verschuiving die zich zal voordoen. De jongste helft (20-39 jarige) zal afnemen met -563 personen of 5,2%, de oudste helft (4059 jarige) daarentegen neemt toe met 192 personen of 1,7%. Een sterke stijging van de bevolking zal plaatsvinden bij de 60-plussers, de bevolking veroudert. Het aantal binnen de leeftijdsgroep van 60 en meer zal stijgen met 840 personen of 7,6%. Opvallend hier is de stijging met 2% van de hoogbejaarden of de 80-plussers. De leeftijdsopbouw van de bevolking voor de prognoseperiode geeft dit duidelijk visueel weer. Op het vlak van wonen heeft de ontgroening en vergrijzing van de bevolking ook zijn consequenties, al is de gezinsverdunning veruit de belangrijkste factor die de woningbehoefte bepaalt. De groep 0-19 jarige of de volgende generatie die zelfstandig gaat wonen daalt naar de toekomst toe snel. In de dalende groep van 20-39 jaar bevinden zich de potentiële bouwers en de reeds gevestigde, maar binnen deze groep komen ook de meeste gezinssplitsingen voor. Tabel 5 : ontgroening en vergrijzing voor de prognoseperiode 2002-2017 PROGNOSE PER LEEFTIJDSKLASSE VAN 5 JAAR Gesloten prognos etype : basisjaar 2002 leeftijds-
2002
klasse
2007
2012
2017
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
60 +
955
1.109
1.092
1.247
1.226
1.420
1.360
1.544
40 -
59
1.617
1.545
1.756
1.679
1.795
1.723
1.691
1.663
20 -
39
1.635
1.554
1.441
1.406
1.346
1.288
1.346
1.280
0 -
19
1.322
1.237
1.274
1.166
1.177
1.087
1.084
1.016
5.529
5.445
5.563
5.498
5.544
5.518
5.481
5.503
totaal
0-19
20-39
40-59
60+
totale
abs.
%
abs.
%
abs.
%
abs.
%
2002
2.559
23,3%
3.189
29,1%
3.162
28,8%
2.064
18,8%
10.974
2007
2.440
22,1%
2.847
25,7%
3.436
31,1%
2.339
21,1%
11.061
2012
2.264
20,5%
2.634
23,8%
3.518
31,8%
2.646
23,9%
11.062
2017
2.100
19,1%
2.626
23,9%
3.354
30,5%
2.904
26,4%
10.984
, Afd. Ruimtelijke Planning
48
bevolking
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Grafiek 4 : leeftijdsopbouw voor de prognoseperiode tot 2017
3.2.2.4 Gezinsontwikkeling 35% 30% 25% 0-19 20%
20-39
15%
40-59 60+
10% 5% 0% 2002
2007
2012
2017
3.2.2.4.1 Evolutie van het aantal gezinnen en de gezinsgrootte De gezinsontwikkeling is een belangrijk bevolkingskenmerk. Inzicht in deze ontwikkeling is noodzakelijk omdat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het aantal gezinnen en de toekomstige behoefte aan woningen. Op 1.1.2002 telde de gemeente Alken 4.096 private gezinnen of huishoudens. Een huishouden kan bestaan uit één persoon die alleen woont of uit meerdere personen die samenleven in één woning. Het gemiddeld aantal leden per gezin bedroeg 2,68 personen. Tussen 1981 en 2002 is het aantal gezinnen toegenomen met 1.259 eenheden. Deze toename is niet enkel te wijten aan de toename van het aantal inwoners in de gemeente maar vooral aan het feit dat de gezinnen kleiner worden. Dat laatste wordt gezinsverdunning genoemd. Het aantal leden per huishouden verminderde tussen 1981 en 2002 immers met 0,69 eenheden. Tabel 6 : evolutie van het aantal leden per gezin 1971-1999 Aantal
Alleen-
huishoudens
wonend
2
3
4
5
6
7+
1971
2158
126
399
401
485
326
208
213
1981
2837
235
671
681
679
348
146
77
1991
3405
472
909
835
776
301
82
30
1999
3950
716
1203
850
859
248
43
31
, Afd. Ruimtelijke Planning
Aantal personen
49
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Aantal
Alleen-
huishoudens
wonend
2
3
Aantal personen 4
5
6
7+
1971
100%
5,8%
18,5%
18,6%
22,5%
15,1%
9,6%
9,9%
1981
100%
8,3%
23,7%
24,0%
23,9%
12,3%
5,1%
2,7%
1991
100%
13,9%
26,7%
24,5%
22,8%
8,8%
2,4%
0,9%
1999
100%
18,1%
30,5%
21,5%
21,7%
6,3%
1,1%
0,8%
Grafiek 5 : evolutie van het aantal leden per gezin 1971-1999
1400 1200 1000 1971
800
1981 1991
600
1999
400 200 0 1
2
3
4
5
6
7
Verschillende factoren veroorzaken deze gezinsverdunning, onder andere: de vermindering van het aantal kinderen per gezin, als gevolg van een dalende nataliteit; meer voorkomende gezinssplitsing door de toename van het aantal echtscheidingen; het aantal jongeren die zelfstandig gaan wonen; de toename van het aantal alleenstaande bejaarden vooral ten gevolge van een langere levensverwachting.
3.2.2.4.2 Evolutie van de gezinsgrootte voor de prognoseperiode In de toekomst zal de gezinsverdunning zich verder zetten echter in een minder snel tempo dan in het verleden. We evolueren naar nog kleinere gezinnen, uiteindelijk zal deze evolutie stagneren. Bij de berekening van het toekomstig aantal gezinnen wordt gebruik gemaakt van de bevolkingsvooruitzichten voor de gemeente en de werkelijk geregistreerde gezinsgrootte van 1971, 1981, 1992, 1997, en 2002. Aan de hand van een niet-lineaire regressie-analyse wordt eerst de toekomstige gezinsgrootte geraamd. Deze analyse geeft een voortzettende trend weer met de werkelijke evolutie als basis. Met de geraamde gezinsgrootte en de bevolkingsprognose wordt vervolgens het aantal huishoudens berekend. De prognose voor de gemeente Alken wordt vergeleken met de geraamde gezinsgrootte in het arrondissement Tongeren en de provincie zoals berekend
, Afd. Ruimtelijke Planning
50
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
werd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) Deel 1B : “Prognoses informatief gedeelte”. Voor deze prognose is de referentieperiode 1992-2007 opgedeeld in drie periodes van vijf jaar. Een tweede vergelijking wordt gemaakt met de gezinsprognose, die berekend werd door de plangroep in het kader van de opmaak van het ruimtelijk structuurplan Limburg. De verwachtte ontwikkeling van het aantal gezinnen zal de basis vormen voor de toekomstige woningbehoefte. De tabel en bijbehorende grafiek geeft voor de gemeente Alken de toekomstige gezinsverdunning weer, met als basis de evolutie van de gezinsgrootte uit het verleden. De werkelijk geregistreerde gezinsgrootte in Alken is hoger dan deze in het arrondissement en de provincie. Deze trend zet zich in de prognose verder. Tabel 7 : raming van de gezinsgrootte tot 2017 Prognose Gemeente
1970
1981
1991
1997
2002
2007
2012
2017
Alken
4,02
3,37
2,98
2,82
2,68
2,57
2,47
2,42
Prognose plangroep PRSL
1970
1981
1991
1997
2002
2007
2012
gemeente Alken
4,02
3,37
2,98
2,82
2,73
2,67
2,62
Prognose RSV
1970
1981
1991
1997
2002
2007
arr. Tongeren
prognose 3
3,68
3,17
2,83
2,65
2,53
2,45
prov. Limburg
prognose 3
3,77
3,22
2,87
2,68
2,55
2,45
prognose 2
3,77
3,22
2,87
2,71
2,61
2,53
De prognoseresultaten werden gemarkeerd weergegeven.
Grafiek 6 : raming van de gezinsgrootte tot 2017
Gemeente Alken y = -0,7668Ln(x) + 3,9324 2 R = 0,9854 4,20 4,00
Raming van de gezinsgroootte
Arr. Tongeren y = -0,7012Ln(x) + 3,6542 2 R = 0,9934
4,02
3,80 3,60 3,40
3,37
3,20 2,98
3,00
2,82
2,80
2,68 2,57
2,60
2,47 2,42
2,40 2,20 1971
1981
1991
Gem. Alken Log. (Arr. Tongeren)
, Afd. Ruimtelijke Planning
1997
2002
2007
Arr. Tongeren Log. (Gem. Alken)
2012 prov. Limburg
51
2017
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2.3 bepaling van het aanbod 3.2.3.1 Het huidige aanbod 3.2.3.1.1 Woningbestand Op 1 maart 1991 (volks- en woningtelling) registreerde men in Alken 3.377 bewoonde particuliere woningen. De woningproductie is toegenomen, sinds die datum werden er immers 700 bouwvergunningen voor wooneenheden afgeleverd. Ten opzichte van de telling van 1981 is het woningbestand tot 1991 aangegroeid met 546 wooneenheden (19 ). In Kortessem is de procentuele aangroei groter. In Wellen en Nieuwerkerken ligt dit percentage iets lager. In de aangrenzende steden was de procentuele groei veel lager. De gemeente Alken heeft een aandeel aan particuliere woningen van 1,32% in Limburg en 5,35 in het arrondissement. particuliere woningen 1981 Alken Hasselt
'81-91
aandeel ten opzichte van : Arr. Tongeren
Limburg
3.377
546
19,29%
5,35
1,32
24.824
2.771
12,57%
39,32
9,69
2.080
2.543
463
22,26%
4,03
0,99
1.748
2.030
282
16,13%
3,22
0,79
12.211
13.455
1.244
10,19%
21,31
5,25
W ellen
Limburg
% aangroei
'81-91
2.831
Nieuwerkerken
Arr. Tongeren
verschil
22.053
Kortessem
Sint-Truiden
1991
1.896
2.209
313
16,51%
3,50
0,86
55.415
63.139
7.724
13,94%
100,0
24,64
221.654
256.275
34.621
15,62%
Vlaams Gewest
1.961.481
2.141.557
180.076
9,18%
België
3.599.977
3.748.164
148.187
4,12%
100,00
bron : NIS
In 1991 werd het merendeel van de woningen, ongeveer 93%, gevormd door eengezinswoningen. Het percentage appartementen is licht gestegen sinds 1981. Het percentage appartementen is laag. Meer landelijke of residentiële gebieden hebben over het algemeen een veel lager percentage appartementen dan de verstedelijkte gebieden. Het gemiddeld aantal inwoners van een eengezinswoning bedraagt 2,9 personen (in Limburg is dat 3,0). Appartementen hebben een gemiddelde van 2,3 inwoners, zo ook in Limburg.
1981 eengezinswoning
Alken
1991 appartement
abs.
%
abs.
%
eengezinswoning
appartement
abs.
%
abs.
%
2.670
94,41
158
5,59
3.143
93,15
231
6,85
16.212
74,14
5.654
25,86
17.795
71,75
7.006
28,25
Kortessem
1.952
94,57
112
5,43
2.350
92,67
186
7,33
Nieuwerkerken
1.711
97,88
37
2,12
1.950
96,20
77
3,80
10.380
85,07
1.821
14,93
11.137
82,93
2.293
17,07
Hasselt
Sint-Truiden
, Afd. Ruimtelijke Planning
52
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
W ellen Limburg
1.831
96,57
DEEL I INFORMATIEF DEEL
65
3,43
2.046
92,87
157
7,13
186.995
84,59
34.073
15,41
212.577
83,11
43.209
16,89
Vlaams Gewest
1.535.952
78,82
412.810
21,18
1.680.534
78,61
457.183
21,39
België
2.558.593
73,05
943.869
26,95
2.732.501
73,18
1.001.670
26,82
bron : NIS
Van de eengezinswoningen is amper 5 van het gesloten bebouwingstype, 21 is halfopen en 74 heeft een open bebouwing. De gesloten bebouwing komt hoofdzakelijk voor in de kern van Alken. De opdeling in bebouwingstype geeft duidelijk de verschillen weer tussen de stedelijke nederzettingen en de buitengebiedgemeenten.
1991
open bebouwing
half open bebouwing
abs.
%
Alken
2.330
Hasselt
7.033
Kortessem
gesloten bebouwing
abs.
%
74,13
648
20,62
165
5,25
39,52
5.380
30,23
5.382
30,24
1.467
62,43
675
28,72
208
8,85
Nieuwerkerken
1.445
74,10
447
22,92
58
2,97
Sint-Truiden
4.103
36,84
3.618
32,49
3.416
30,67
W ellen
1.394
68,13
522
25,51
130
6,35
Limburg
125.923
59,24
54.222
25,51
32.423
15,25
Vlaams Gewest
732.290
43,57
388.077
23,09
560.167
33,33
1.200.925
43,92
610.624
22,33
922.952
33,75
België
abs.
%
bron : NIS
3.2.3.1.2 Leegstand Bij leegstand maakt men een onderscheid tussen de structurele- en de frictieleegstand. Langdurige leegstand behoort tot de structurele- of probleemleegstand. Deze woningen zijn meestal van slechte kwaliteit en daarom niet direct beschikbaar voor de woningmarkt. De frictieleegstand daarentegen is de leegstand van korte of zeer korte duur die louter het gevolg is van het normaal functioneren van de woningmarkt. Deze leegstand is nodig om de gezinnen toe te laten te verhuizen. Het zijn woningen of appartementen in goede bouwfysische toestand. Indien er een tekort is aan zulke woningen en de gemeente niet meer in staat is de verhuisbewegingen op te vangen, zal men uiteindelijk uitwijken. De norm van de frictieleegstand stelt een ondergrens voor stedelijke gebieden van minimum 2,5% en voor landelijke gebieden van 2% voorop.
, Afd. Ruimtelijke Planning
53
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2.3.1.3 De bouwactiviteit De evolutie van de bouwactiviteit voor wooneenheden kende het voorbije decennium een grillig verloop. De afgelopen 10 jaar heeft de gemeente Alken 700 bouwvergunningen voor wooneenheden afgeleverd of een jaarlijks gemiddelde van 64 eenheden. jaar
Totaal aantal
nieuwbouw
aantal
Sociale woningen
verbouwingen
1991
69
53
12
4
7
1992
66
57
9
1993
84
55
14
15
12
1994
75
61
14
1995
54
30
7
17
12
1996
96
52
23
21
20
1997
57
46
11
12
1998
61
41
20
26
1999
70
42
28
15
2000
28
24
4
19
2001
40
38
2
25
3
22
bron : gemeente
Evolutie van de woningproductie 1991-2001 120
100
80
60
40
20
0 1991
1992
1993
totaal aantal wooneenheden
1994
1995
1996
eengezinswoning
1997 appartement
1998
1999
2000
soicale woningen
3.2.3.1.4 De kwaliteit van het woningbestand Woonbeleid is niet enkel een nieuwbouwbeleid, het moet ook gericht zijn op de verbetering van het bestaande woningpatrimonium en de aanpassing ervan aan de huidige comfortnormen. Om een inzicht te krijgen naar de omvang en de situering van de woningen die voor verbetering vatbaar zijn wordt de kwaliteit
, Afd. Ruimtelijke Planning
54
2001
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
van het woningbestand onderzocht 1. Het is een globale benadering waar arrondissementele en provinciale gegevens uit het onderzoek een richting geven voor de gemeente.
Het onderzoek naar de kwaliteit van de woningen spitst zich toe op de relatie kwaliteit en bouwperiode, bewoningstitel en comfort en uitrusting. Het verminderen van de kwaliteit van woningen kan diverse oorzaken hebben. Factoren die woningverval beïnvloeden zijn o.a.: kwaliteit bij het bouwproces; technisch functionele veroudering van woning en woonomgeving; sociale veroudering van woning en woonomgeving door doorstroming van de bewoners; dalend rendement van de woningexploitatie; inkrimping van de investeringen voor herstel; De factoren die woningverval beïnvloeden werken synergetisch. Het is evident dat het wegnemen van een van de oorzaken de andere positief zal beïnvloeden.
1991
Alken Hasselt Kortessem Nieuwerkerken Sint-Truiden W ellen Arr. Tongeren Limburg
aantal
voor
1919
1946
1962
1971
woningen
1919
1945
1961
1970
1980
na
verbouwd % voor % na
1981 sinds 1981
1970 1970
3.377
218
298
777
621
734
550
205
59,8
40,2
24.824
1.039
2.725
5.765
3.889
6.070
3.047
1.449
59,5
40,5
2.543
285
257
495
314
593
409
149
57,4
42,6
2.030
130
227
498
354
464
276
91
62,0
38,0
13.455
1.567
1.592
3.011
1.700
2.717
1.461
827
65,3
34,7
2.209
241
289
505
338
398
300
154
66,3
33,7
63.139
6.698
8.150
13.423
9.129
12.571
7.812
4.510
64,7
35,3
256.275
16.214
27.670
58.266
40.176
57.458
36.405
17.188
60,3
39,7
Vl. Gewest
2.141.557 242.079 316.964 435.192 282.572 395.746 230.790
136.832
67,1
32,9
België
3.748.164 633.132 560.082 692.867 422.850 596.495 315.333
270.285
71,7
28,3
bron : NIS
De meeste gemeenten in Limburg hebben een relatief jong woningbestand. In Alken is 40 van de woningen nog geen 30 jaar oud. Alken scoort hiermee hoog ten opzichte van de meeste omliggende gemeenten. Het feit dat Alken een jonger woningbestand heeft, zal de kwaliteit positief beïnvloeden. Het grootste aantal woningen in de gemeente Alken werd gebouwd in de periode tussen 1946 en 1961. Dit is ook zo in de meeste buurgemeenten en de provincie.
1
Hier wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit : “Een uitwendig onderzoek naar de kwaliteit van de woningen in Vlaanderen”,
verslag van de servey 1994/1995, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AROHM, 1996.
, Afd. Ruimtelijke Planning
55
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
1981
1991
eigenaar
Alken
huurder
abs.
%
eigenaar
abs.
%
huurder
abs.
%
abs.
%
2.424
85,65
406
14,35
2.837
84,99
501
15,01
14.119
64,61
7.735
35,39
16.511
67,60
7.913
32,40
Kortessem
1.679
81,11
391
18,89
2.020
81,52
458
18,48
Nieuwerkerken
1.579
90,33
169
9,67
1.796
89,62
208
10,38
Sint-Truiden
8.467
69,40
3.733
30,60
9.548
72,11
3.693
27,89
W ellen
1.672
88,19
224
11,81
1.925
88,22
257
11,78
Hasselt
Limburg
161.233
72,94
59.827
27,06
192.178
76,17
60.109
23,83
Vlaams Gewest
1.275.638
65,49
672.306
34,51
1.462.210
69,22
650.346
30,78
België
2.132.925
60,85
1.372.548
39,15
2.417.671
65,37
1.280.513
34,63
bron : NIS
15% van de woningvoorraad bestaat uit huurwoningen. Bijna 85% van de woningen wordt bewoond door de eigenaar zelf. Dit percentage komt ook voor in de omringende buitengebiedgemeenten. De aangrenzende steden hebben een hoger percentage aan huurwoningen. Sinds 1981 is het percentage huurwoningen in de meeste gemeenten nogal gedaald. In Alken was er een lichte stijging van het aantal huurwoningen.
1991
aantal
Alken Hasselt Kortessem Nieuwerkerken Sint-Truiden W ellen Arr. Tongeren
comfort in de woning
centrale
gebruikte brandstof in de woning
woningen
groot
matig
klein zonder verwarming stookolie elektriciteit aardgas steenkool
3.377
1.899
548
569
351
2.554
2.761
148
129
240
24.824
12.829
5.154
4.817
1.882
18.590
12.864
1.487
8.627
1.324
2.543
1.249
452
520
308
1.783
1.960
93
15
346
2.030
992
287
432
308
1.377
1.636
67
5
243
13.455
5.769
2.591
3.412
1.598
8.753
7.062
297
4.575
1.128
2.209
1.040
299
504
352
1.429
1.685
65
72
302
29.597 11.951 14.107
7.058
43.365
42.481
2.164
8.610
7.821
186.638 174.541
14.718
33.539
26.094
63.139
Limburg
256.275 130.569 49.022 52.946 22.286
Alken
100,0%
56,2% 16,2% 16,8% 10,4%
75,6%
81,8%
4,4%
3,8%
7,1%
Hasselt
100,0%
51,7% 20,8% 19,4%
7,6%
74,9%
51,8%
6,0%
34,8%
5,3%
Kortessem
100,0%
49,1% 17,8% 20,4% 12,1%
70,1%
77,1%
3,7%
0,6%
13,6%
Nieuwerkerken
100,0%
48,9% 14,1% 21,3% 15,2%
67,8%
80,6%
3,3%
0,2%
12,0%
Sint-Truiden
100,0%
42,9% 19,3% 25,4% 11,9%
65,1%
52,5%
2,2%
34,0%
8,4%
W ellen
100,0%
47,1% 13,5% 22,8% 15,9%
64,7%
76,3%
2,9%
3,3%
13,7%
Arr. Tongeren
100,0%
46,9% 18,9% 22,3% 11,2%
68,7%
67,3%
3,4%
13,6%
12,4%
Limburg
100,0%
50,9% 19,1% 20,7%
72,8%
68,1%
5,7%
13,1%
10,2%
8,7%
bron : NIS
Er bestaat een correlatie tussen het comfort en de uitrusting van de woning en de kwaliteit ervan. Woningen zonder enig comfort of met een gebrekkige uitrusting hebben over het algemeen ook andere (uitwendige) gebreken. Het percentage woningen zonder enig comfort of 10% ligt in de gemeente Alken lager dan in de meeste buurgemeenten en het arrondissement. Het procentueel aandeel aan woningen met een klein comfort is het laagst in Alken. Woningen
, Afd. Ruimtelijke Planning
56
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
met klein comfort zijn nog altijd uitgerust met stromend water en de basis sanitaire voorzieningen maar zonder centrale verwarming. De berekening van de vervangings- en renovatiebehoefte wordt, zeer algemeen en enkel op het niveau van de gemeente benaderd. Bij de berekening van de vervangings- en renovatiebehoefte wordt vooral de relatie gelegd met de ouderdom van de woningen en met de bewoningstitel. Er zijn nog diverse andere factoren die de kwaliteit van de woningen beïnvloeden. Bij de berekening voor de gemeente worden deze buiten beschouwing gelaten. De bouwperiode heeft een grote invloed op de kwaliteit van de woningen. Woningen die aan vervanging of aan een uitgebreide renovatie toe zijn, werden over het algemeen gebouwd vóór 1950. Ook het feit of een woning bewoond wordt door de eigenaar zelf of een huurder heeft zijn invloed op de kwaliteit. Bij huurwoningen speelt het rendement een grote rol. Bij een dalend rendement van de woningexploitatie zal men de onderhoudskosten beperken met kwaliteitsvermindering als gevolg. Voor de vernieuwing van het bestaande woningpatrimonium zullen specifiek instrumenten en maatregelen worden opgesteld. De woningen worden ingedeeld in vijf categorieën van te vervangen woningen naar woningen zonder gebreken. In Vlaanderen neemt de provincie Limburg een gunstige positie in. Ze bezit de recentste woningen met de minste gebreken.
²
te
uitgebreide
lichte
klein
geen
vervangen
renovatie
renovatie
hers el
gebreken
Gemeente Alken
0,1
9,1
13,5
31,4
45,8
Arrondissement Tongeren
0,0
11,8
15,1
32,2
32,2
Provincie Limburg
0,2
8,2
12,6
29,2
49,8
Vlaams Gewest
1,1
10,6
19,9
25
43,3
bron : AROHM en eigen verwerking
Het arrondissement Tongeren en de gemeente Alken scoren minder goed dan de provincie. De vergelijkende percentages geven dit duidelijk weer. De woningverbeteringsbehoefte, dit zijn voornamelijk de woningen in minder goede staat maar nog op een financieel haalbare manier renoveerbaar (categorie 2 en 3), is voor de gemeente Alken berekend op ongeveer 724 woningen. Het is aangewezen de woningen te renoveren op een zo kort mogelijke termijn omdat woningen uit deze categorie niet zouden overgaan naar de volgende categorie en uiteindelijk gesloopt dienen te worden.
3.2.3.1.5 Sociale huisvesting (zie kaart 28: sociale huisvesting)
“Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moet de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd”. Dit is de hoofddoelstelling van het decreet “houdende de Vlaamse Wooncode”van 15 juli 1997. Om de beperkte middelen voor sociaal woonbeleid zo goed mogelijk te besteden worden drie vormen van selectiviteit vooropgesteld. Enerzijds heeft men de prioriteiten met betrekking tot de diverse doelgroepen, anderzijds het streven naar uitbreiding van het aantal huurwoningen en tot slot gaat de aandacht naar
, Afd. Ruimtelijke Planning
57
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
een territoriaal selectief woonbeleid met de afbakening woonvernieuwingsgebieden en de woningbouwgebieden.
van
de
Op basis van de woonbehoefte plant de Vlaamse regering de investeringen voor de sociale huisvesting. Daarbij wordt voor een evenwichtige regionale spreiding gezorgd. De huisvestingsmaatschappijen zijn de uitvoerders van het Vlaams woonbeleid. De gemeente stimuleert de realisatie van sociale woonprojecten. Op het vlak van sociale woonvoorzieningen is er in Vlaanderen en ook in de provincie Limburg een achterstand, zeker wat de sociale huurwoningen betreft. Het streefpercentage bedraagt 10% van het totaal woningenbestand. In 1991 was het aandeel sociale huurwoningen ten opzichte van het totale woningenbestand maar 5,4%. Op dit vlak zijn er het laatste decennium inspanningen gedaan om de achterstand te verminderen
HUIDIG AANBOD AAN SOCIALE WONINGEN
De gemeente Alken heeft momenteel in totaal 197 sociale woningen die verspreid liggen over twee locaties in de deelkern Alken. Op 1/10/2001 waren er in Alken 4.078 bewoonde particuliere woningen. Het procentueel aantal sociale woningen t.o.v. het totale woningenbestand bedraagt 4,83%. Het afgelopen decennium is dit procentueel aantal amper gestegen. In 1991 bedroeg de verhouding reeds 4,26%. Sociale woningen en proc entueel aandeel W oningen
Sociale woningen
Verhouding
Behoefte 10%
31/03/1991
3.377
144
4,26%
338
1/10/2001
4.078
197
4,83%
408
3.2.3.1.6 Afbakening woningbouw- en woningvernieuwingsgebieden (zie kaart 29: woningbouwgebieden)
De afbakening per gemeente van de Woningvernieuwingsgebieden en woningbouwgebieden is de concrete uitwerking van het decreet houdende de Vlaamse wooncode inzonderheid artikel 23 van dit decreet. Woningbouwgebieden zijn gebieden waarin het Vlaams Gewest de bouw van nieuwe woningen stimuleert via de uitkering van subsidies en tegemoetkomingen. Als woningbouwgebieden worden die gebieden erkend die gevormd worden door clustering van statistische sectoren en voldoen aan de volgende criteria 1 : 1. de statistische buurt telt minstens 200 inwoners; 2. de bevolkingsdichtheid in de statistische buurt bedraagt 4 inwoners per hectare. In de gemeente Alken voldoen 5 statistische buurten aan de vooropgestelde criteria. Binnen deze gebieden zal de bouw van nieuwe sociale woningen gestimuleerd worden. Woonvernieuwingsgebieden zijn gebieden waarbinnen grote inspanningen noodzakelijk zijn om de woonkwaliteit te verbeteren. In deze gebieden worden
1
Gegevens volks- en woningtelling 1991.
, Afd. Ruimtelijke Planning
58
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
op verschillende variabelen met betrekking tot de grootte, het comfort en de kwaliteit van de woningen slechter gescoord dan het gemiddelde in Vlaanderen. In Alken komen geen woonvernieuwingsgebieden voor. De volgende statistische sectoren werden opgenomen op de lijst van woningbouwgebieden : A001
Alken-Centrum
A012
Alken-Centrum waterkant
A101
Sint-Joris
A211
Zwarte winning
A300
Terkoest
De statistische sector A023, waarbinnen het woonuitbreidingsgebied aan de Langveldstraat zich situeert, werd niet opgenomen in de lijst van woningbouwgebieden. Een aanvraag om opname op de lijst, op basis van de huidige gegevens naar inwoners en dichtheid, kan gebeuren om in de toekomst de bouw van nieuwe sociale woningen in dit gebied te stimuleren. Een opname in die lijst houdt een subsidiëring van 100% in voor sociale woningen. De gemeente kreeg onlangs een principieel akkoord voor de ontwikkeling van dit gebied.
3.2.3.1.7 Recht van voorkoop Vlaamse Wooncode In Vlaanderen geldt op bepaalde woningen en percelen, bestemd voor woningbouw, een Recht van Voorkoop. Dit betekent dat indien de eigenaars van dergelijke woningen of percelen deze goederen wensen te verkopen, zij verplicht zijn deze eveneens aan te bieden aan de begunstigden van het Recht van Voorkoop en dit tegen dezelfde prijs en voorwaarden als definitief overeengekomen met de kandidaat-koper. De begunstigden van het Recht van Voorkoop zijn de Sociale Huisvestingsmaatschappijen binnen hun werkgebied, de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de gemeenten op hun grondgebied en in sommige gevallen de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn. Het Recht van Voorkoop heeft tot doel de begunstigden toe te laten bepaalde woningen en percelen bestemd voor woningbouw te verwerven om vervolgens deze aan te wenden om sociale huur- of koopwoningen of sociale kavels te realiseren. De juridische grondslag van het Recht van Voorkoop werd vastgelegd in het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode (Artikelen 85 tot en met 89), gewijzigd door het decreet van 18 mei 1999.
Het recht van voorkoop is van toepassing in gans het Vlaamse gewest: op woningen, die opgenomen zijn op een van de lijsten van de inventaris van leegstaande, ongeschikte en/of onbewoonbare en verwaarloosde gebouwen en/of woningen, zoals geregeld in het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (Art.28, §1) en de uitvoeringsbesluiten van 2 april 1996 en 15 juli 1997 op woningen, waaraan renovatie-,verbeterings- of aanpassingswerken werden uitgevoerd, met toepassing van artikel 18, §2 of artikel 90 van het decreet van 15 juli houdende de Vlaamse Wooncode.
, Afd. Ruimtelijke Planning
59
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
in specifiek daartoe door de minister erkende woonvernieuwings- en woningbouwgebieden op percelen bestemd voor woningbouw, al dan niet bebouwd In functie van het voorkooprecht werden er tot op heden in de gemeente Alken nog geen specifieke woningen en/of percelen voor woningbouw afgebakend. Het recht van voorkoop is tevens een instrumentarium, mogelijkheden, om een grondbeleid te voeren.
naast
andere
3.2.3.1.8 Bejaardenhuisvesting De huisvesting is een belangrijk aspect in het bestaan van ouderen. Bij het al of niet verhuizen naar woonvoorzieningen voor bejaarden spelen diverse elementen zowel afzonderlijk als in relatie tot elkaar een belangrijke rol. De situatie van voor de verhuis met name de gezinssamenstelling, het type woning, de bewonerstitel, de kwaliteit van de woning en de uitrusting ervan of de kwaliteit van de woonsituatie kan doorslaggevend zijn bij verhuis. In vele gevallen wonen bejaarden in een voor hen onaangepaste woning. Over het algemeen kan men stellen dat deze woningen te groot zijn geworden en niet voldoen aan de gestelde comfortnormen voor bejaarden; de kinderen zijn het huis uit, de echtgeno(o)t(e) is overleden, men is niet meer goed ter been, ... Het voorzien van bejaardenhuisvesting is in decreten vastgelegd. programmacijfers zijn opgenoemd in Besluiten van de Vlaamse regering 1.
De
De vraag en het aanbod in de bejaardenzorg zou op elkaar afgestemd moeten zijn. Om tegemoet te komen aan de veranderende noden zal het aanbod verscheiden moeten zijn. De differentiatie van het voorzieningenpakket zal de keuzemogelijkheden voor zorgbehoevende bejaarden moeten vergroten.
Voor rusthuizen wordt het programmacijfer als volgt bepaald: 1 woongelegenheid per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 60 tot 74 jaar 4 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 75 tot 79 jaar 12 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 80 tot 84 jaar 23 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 85 tot 90 jaar 32 woongelegenheden per 100 bejaarden in de leeftijdsgroep 90 jaar en ouder Het programmacijfer voor serviceflats en woningcomplexen wordt bepaald op 2 wooneenheden per 100 bejaarden (60-plussers). Voor R.V.T.-bedden (rust- en verzorgingstehuizen) werd op Federaal niveau een verdeelsleutel uitgewerkt en regionaal toegekend. Dit protocol akkoord voorziet tot 2003 in een toename van 25.000 eenheden voor gans België. Hiervan zullen in Vlaanderen 14.000 RVT-bedden gerealiseerd worden en dit in bestaande rustoorden. Bejaardenhuisvesting volgens de programmacijfers
1
Besluit van de Vlaamse Regering 17 maart 1998 houdende vaststelling van het programma voor dienstencentra,
serviceflatgebouwen, woningcomplexen met dienstverlening, rusthuizen en dagverzorgingscentra, gewijzigd bij B.V.R. 18 december 1998 en verdere wijzigingen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
60
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
2002
2007
2012
2017
Rusthuisbedden
84
95
111
130
Servic eflats en woningc omplexen met dienstverlening
41
47
53
58
In de gemeente Alken situeren zich de voorzieningen voor bejaarden in de deelkern Terkoest: 4 bejaardenwoningen aan de Eikendreef St. Cecilia rusthuis met een capaciteit van 86 rusthuisbedden en 30 serviceflats
Een vergelijking van de vraag en het aanbod geeft aan dat er zich momenteel een tekort voordoet voor de twee categorieën bejaardenvoorzieningen. Na de realisatie van de uitbreiding van het rusthuis zullen er wel voldoende rusthuisbedden voorhanden zijn in de ganse gemeente. Vanaf 2007 zal er terug een beperkte bijkomende behoefte zijn rusthuisbedden en serviceflats. De bijkomende behoefte, vooral de behoefte aan serviceflats met dienstverlening, voor de toekomst zal bij het woonbeleid deel uitmaken van de differentiatie in het woningenaanbod.
3.2.3.2 Aanbod aan bouwmogelijkheden (zie
kaart
31:
overzichtskaart
bouwmogelijkheden
in
ingesloten
gebieden
en
woonuitbreidingsgebieden)
3.2.3.2.1 Algemeen Voor gans de gemeente werd de inventaris van de onbebouwde percelen gelegen in woongebied visueel weergegeven. Deze percelen zijn gelegen aan een behoorlijk uitgeruste weg en hebben een rechtstreekse bouwtitel. Ongeacht de plaatselijke toestand, wordt als minimale uitrusting beschouwd een met duurzame materialen verharde weg, voorzien van een elektriciteitsnet. Naast de vrij liggende gronden aan uitgeruste weg beschikt de gemeente nog over verdichtingmogelijkheden binnen bebouwd gebied en een aanbod aan bouwmogelijkheden in ingesloten gebieden. Tevens komen er op het gewestplan nog niet ontwikkelde woonuitbreidingsgebieden voor. Het aantal bouwmogelijkheden voor deze gebieden wordt berekend op basis van de wenselijke woondichtheid in functie van de bruto oppervlakte d.w.z. dat de totale oppervlakte van het gebied genomen wordt met inbegrip van de oppervlakte nodig voor wegenis, groenzones (privé en openbaar), speelruimte, fiets- en voetpaden. De na te streven dichtheid voor het buitengebied (15 woningen per ha), zoals aangegeven in het RSV wordt gebruikt als leidraad voor het bepalen van de te realiseren dichtheid per ingesloten gebied.
, Afd. Ruimtelijke Planning
61
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2.3.2.2 De onbebouwde percelen (zie kaart 30: overzicht vrije kavels)
De gemeente Alken beschikt nog over 7871 bouwpercelen met rechtstreekse bouwtitel. Een indeling per bebouwingstype geeft de volgende procentuele verhouding: 87 % is van het open type 12 % is halfopen bebouwing 1 % is gesloten bebouwing Het aantal percelen gelegen in een goedgekeurde verkaveling bedraagt 369 eenheden, dit is 47% van het bouwpotentieel aan uitgeruste wegen. In principe werden deze percelen specifiek voor woningbouw verkaveld. Om die reden zou de realisatiegraad van verkavelingen groter moeten zijn dan deze van niet verkavelde percelen. Gezien het in Alken telkens gaat om kleine, private verkavelingen zonder bouwverplichting, kan gesteld worden dat een hogere realisatiegraad in Alken niet het geval is. Deze verkavelde percelen worden ook in vele gevallen bewaard voor kinderen, kleinkinderen of speculatie.
3.2.3.2.3 Opdeling van bestaande woningen De tendens tot het opsplitsen van een woongelegenheid naar twee of meerdere kleinere woongelegenheden kan afgeleid worden uit de statistiek van de bouwvergunningen. De realisatie van bijkomende woongelegenheden op deze manier komt in Alken tot op heden bijna niet voor.
3.2.3.2.4 Gebouwen en terreinen De bouwmogelijkheden die op korte termijn gerealiseerd kunnen worden door omvorming van gebouwen en terreinen die hun gebruikswaarde verloren hebben komen voor in Alken centrum. Een gedeelte van de gebouwen van de brouwerij zal in de nabije toekomst omgevormd worden tot woongelegenheden. Volgens het gewestplan situeren deze gebouwen zich op industriegebied. De realisatie van een gemengd project voor wonen en voorzieningen houdt een bestemmingswijziging in. In het kader van dit gemengd project worden er ongeveer 20 woongelegenheden voorzien.
A7
1
Telling 1/1/2001
, Afd. Ruimtelijke Planning
62
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.2.3.2.5 Voorziene projecten voor sociale huisvesting en projecten in planning 1992-2007 Voorziene projecten voor sociale huisvesting worden bij het aanbod gerekend. In de gemeente Alken worden volgende projecten bij het aanbod gerekend: 1993 Centrum (Langveld) (Kleine landeigendommen)
15 sociale woningen
1995 wijk Hakkeveld (Limburg Tehuis)
17 sociale woningen
1996 Centrum (Langveld) (Kleine landeigendommen)
21 sociale woningen
2004 woonuitbreidingsgebied Langveld (WU1) (gerekend aan 15 wo/ha) (Kleine Landeigendommen)
ca.
3.2.3.2.6 Bouwmogelijkheden woonuitbreidingsgebieden
in
ingesloten
103
woningen
gebieden
en
De bouwmogelijkheden in ingesloten gebieden, dit zijn gebieden die reeds geheel of gedeeltelijk omgeven zijn door bebouwing of door een bouwzone, worden ingedeeld in gebieden gelegen in een goedgekeurd B.P.A., gebieden die bestemd zijn als woongebied op het gewestplan en woonuitbreidingsgebieden. De woonuitbreidingsgebieden in de kern van Terkoest werden reeds grotendeels bebouwd en worden daarom niet meer als ingesloten gebied of woonuitbreidingsgebied beschouwd, maar werden reeds meegerekend als aanbod bij de onbebouwde percelen (zie hoofdstuk 3.2.3.2.2 en kaart 30: overzicht van vrije kavels)
volgnr.
naam
opper
capaciteit
gebied
gebied
vlakte
woningen per ha.
2,94
opmerkingen
8
12
15
20
24
35
44
59
12
0
0
0
W1
Hendriks veld
W2
Ruissenburg
Kan via verkaveling ontwikkeld worden
W3
Stas veldstraat
1,92
15
23
29
38
W4
Koeblook
1,85
15
22
28
37
de Herk
W5
Kouterman
3,60
29
43
54
72
B.P.A. (art. 15 / sociale woningen)
W6
Kortestraat
0,54
4
6
8
11
verkavelingsaanvraag ingediend
W U1
Langveld
6,85
55
82
103
137
W U2
Kerkveld
8,45
68
101
127
169
26,15
221
314
392
523
in volle uitvoering, 12 woningen, 8 wo/ha herziening van B.P.A. nodig om 15 wo/ha te realiseren rekening houden met de ligging in het valleigebied van
principieel akkoord / BPA is in opmaak / s ocial e woningen B.P.A. beperkt ontwikkelingsmogelijkheid en voorziet totaal
, Afd. Ruimtelijke Planning
63
in 58 loten
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
W1 – Hendriks veld Ligging: Gelegen in de kern van Sint-Joris.
Juridische randvoorwaarden Gewestplanbestemming: Woongebied B.P.A. St.-Joriswijk – KB - 1957/05/20 B.P.A. St.-Joris – KB - 1967/07/10. Het B.P.A. is vervallen, het gebied kan ontwikkeld worden door middel van een verkavelingplan.
Ruimtelijk voorkomen: Het ingesloten gebied heeft nog een nuttige oppervlakte van 2 ha 94. Aan een zijde wordt het begrensd door de spoorweg van St.-Truiden naar Hasselt. Het is een vlak gebied, overwegend in gebruik als grasland met enkele struwelen. Het geheel komt vrij open over met een open zicht op de spoorweg. De omgevende bebouwing is van het open type. De ontsluitingsmogelijkheden van het terrein zijn beperkt omdat de randen van het gebiedje reeds grotendeels bebouwd zijn.
Randvoorwaarden bij ontwikkeling : Gelegen in het buitengebied – streefdichtheid 15 wo/ha De nabijheid van de spoorweg is een nadeel voor het ontwikkelen van woningen, o.a. de extra kost voor akoestische isolatie. Het concept zal zeker rekening moeten houden met dit gegeven. Sint-Joris heeft een overwegend open bebouwing. Het toepassen van een andere typologie of een mengvorm binnen dit gebied zal een differentiatie brengen naar ruimtelijk voorkomen maar ook naar bewoning toe. Op deze manier zal men inspelen op vraag voor de diverse doelgroepen.
situering :
, Afd. Ruimtelijke Planning
64
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
W2 – Ruissenburg Ligging : Gelegen in de kern van Sint-Joris.
Juridische randvoorwaarden Gewestplanbestemming : Woonuitbreidingsgebied B.P.A. St.-Joriswijk – KB - 1957/05/20 B.P.A. St.-Joris – KB - 1967/07/10 B.P.A. St.-Joris – 1981/02/13 afwijking
Ontwikkeling : Verkaveling van 12 loten in open en halfopen bebouwing is in volle uitvoering. De gerealiseerde dichtheid bedraagt iets meer dan 8 wo/ha. Via een fiets- en voetgangerspad kan men van de Valstraat door het gebiedje de kerk van SintJoris bereiken. In feite gaat het hier om een oud kerkpad dat in functie van de nieuwe ontwikkeling iets verlegd werd.
Situering :
W3 – Stasveldstraat Ligging : Gelegen in het centrum van Alken.
Juridische randvoorwaarden Gewestplanbestemming : Woongebied BPA “Centrum 1”– 1983/03/28
, Afd. Ruimtelijke Planning
65
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Ruimtelijk voorkomen: Het ingesloten gebied heeft nog een nuttige oppervlakte van 1 ha 92. Het gebied is aan twee zijden omgeven door villa’s in een parkomgeving. De andere zijden die het dichtst aansluiten bij de kern hebben een meer gesloten karakter. De ontsluitingsmogelijkheden van het terrein zijn beperkt omdat de randen van het ingesloten gebied reeds grotendeels bebouwd zijn. Een ontsluiting vanuit de Stasveldstraat is nog mogelijk.
Randvoorwaarden bij ontwikkeling: Gelegen in het buitengebied – streefdichtheid 15 wo/ha. Het B.P.A. voorziet in een insteekweg vanaf de Stasveldstraat. Rond deze weg is een zone voor open bebouwing met een bouwlaag en zadeldak opgenomen. In deze context is een dichtheid van 15 wo/ha niet haalbaar. Een herziening van het B.P.A. is aangewezen om een hogere dichtheid in dit gebied toe te laten. Bij de ontwikkeling zal men rekening met de parkomgeving. De toegepaste typologie zal hier zoveel mogelijk op inspelen. Tevens is het aan te raden om een relatie te leggen met de Ridderstraat door vb. een voetgangersdoorgang te realiseren.
Situering :
, Afd. Ruimtelijke Planning
66
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
W4 – Koeblook Ligging: Gelegen ten zuiden van het centrum van Alken op minder dan 1 km.
Juridische randvoorwaarden Gewestplanbestemming: woonuitbreidingsgebied.
Woongebied
met
landelijk
karakter
en
Ruimtelijk voorkomen: Het binnengebied heeft een oppervlakte van 1 ha 85. De ruimte wordt gebruikt als weide voor paarden en koeien, hier en daar staan enkele solitaire bomen en bomenrijen. Het naastliggende agrarische- en recreatiegebied heeft een zeer open karakter. De flankerende bebouwing aan de Motstraat en de Reigerlaan is van het open type, landelijk karakter. De woningen aan de Reigerlaan hebben wateroverlast bij overstromingen. De ontsluitingsmogelijkheden van het terrein is enkel te realiseren via de Motstraat.
Randvoorwaarden bij ontwikkeling : Gelegen in het buitengebied – streefdichtheid 15 wo/ha Het gebied ligt grotendeels in het valleigebied van de Herk. Bij het ontwikkelen van het gebied zal men rekening houden met deze specifieke ligging. Zeker het oostelijk deel van het gebied zal naar inrichting toe de vallei van de Herk respecteren. De omgeving, zeker rond de recent ontwikkelde verkaveling aan de Reigerlaan, kent een probleem van de wateroverlast bij overstromingen. Omwille van deze redenen is ontwikkelen niet wenselijk.
Situering :
, Afd. Ruimtelijke Planning
67
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
W5 – Kouterman Ligging : Gelegen ten zuidoosten van het centrum van Alken op minder dan 1 km. Juridische randvoorwaarden Gewestplanbestemming : woonuitbreidingsgebied. Gelegen in BPA “Centrum II”– KB – 1969/08/04 Art.15 zone voor sociale woningbouw. B.P.A. Afwijking 1991/04/29 en 1994/09/08 Het B.P.A. werd onlangs in herziening gesteld om de zonevreemde recreatie KWS te herlocaliseren binnen de uit te breiden recreatiezone de Alk. Omwille van een nieuwe visie op KWS is deze herziening stilgelegd Ruimtelijk voorkomen: Het gebied heeft een oppervlakte van 6 ha 59. Het binnengebied bestaat uit verschillende percelen maar heeft een gunstige vorm voor een optimale ontwikkeling. Het terrein wordt vooral gekenmerkt door de aanwezigheid van boomgaarden, en slechts enkele weiden. Opvallend zijn de enkele populierenrijen. De omgevende bebouwing is van het open type. Het terrein grenst in het noorden aan de gemeentelijke begraafplaats. Aan de Koutermansstraat en de Rijdreef zijn twee ontsluitingsmogelijkheden voorzien. Randvoorwaarden bij ontwikkeling: Gelegen in het buitengebied – streefdichtheid 15 wo/ha Het gebied ligt grotendeels in het valleigebied van de Herk en grenst aan de Oude Beek. Bij het ontwikkelen van het gebied zal men rekening houden met deze specifieke ligging. Bij de inrichting van het meest westelijk deel zal de valleistructuur tot uiting moeten komen. De eigendomsstructuur van dit gebied is zeer complex.
Situering :
, Afd. Ruimtelijke Planning
68
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
W6 – Dieregaertstraat - Doktoorstraat Ligging : Gelegen ten westen van het centrum van Alken.
Juridische randvoorwaarden Gewestplanbestemming : woongebied
Ruimtelijk voorkomen : Het gebied bestaat in principe uit een kadastraal perceel dat deels grenst aan de Langveldstraat en deels uitgeeft op een insteekweg aan de Kortestraat. Het terrein kent een agrarisch gebruik. De oppervlakte van het niet uitgeruste deel van dit terrein bedraagt 0ha 54 ha.
Randvoorwaarden bij ontwikkeling : Voor het ganse terrein, dus ook het gedeelte wat opgenomen werd in het bestand van vrije kavels langs uitgeruste weg, werd een verkavelingsvergunning ingediend.
Situering :
WU1 - Langveld Ligging : Gelegen ten westen van het centrum van Alken.
Juridische randvoorwaarden Gewestplanbestemming : woonuitbreidingsgebied Gedeeltelijk in BPA (in het oosten) “Centrum I”– afwijking – 1983/03/16 en gedeeltelijk gelegen in een “uit het plan gesloten deel”.
, Afd. Ruimtelijke Planning
69
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Dit gebied is reeds vrijgegeven d.m.v. principieel akkoord
Ruimtelijk voorkomen : De totale oppervlakte van het woonuitbreidingsgebied bedraagt 16 ha 6. In het gebied werden reeds 58 woningen opgetrokken, wat overeenkomt met ongeveer 1/3 van de totale oppervlakte. De resterende oppervlakte bedraagt 6 ha 85. Het gebied wordt omgeven door woongebied en woongebied met landelijk karakter en grenst voor een klein gedeelte aan parkgebied. Het gebied ligt volledig ingesloten tussen woningen en wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door akkers met enkele solitaire bomen. Een klein gedeelte van het terrein is ingericht als voetbal- en tennisterrein. De omgevende bebouwing is van het open type, dit geeft het aan het geheel een eerder wijkkarakter ondanks de openheid van het nog niet ontwikkelde binnengebied. De ontsluitingsmogelijkheden zijn aanwezig in de reeds ontwikkelde zone waarop aangetakt kan worden en voorzien aan de Langveldstraat. Een bijkomende ontsluiting aan de Aardbruggenstraat, zou meer mogelijkheden bieden bij de ontwikkeling van het gebied.
Randvoorwaarden bij ontwikkeling : Gelegen in het buitengebied – streefdichtheid 15 wo/ha De reeds ontwikkelde wegeninfrastructuur in het noorden geeft een aanzet voor verdere invulling. De bestemming van het gedeelte gelegen in het B.P.A. is open bebouwing, voortuinen, tuinen, openbaar groen. De aanwezige solitaire bomen zouden zo mogelijk behouden moeten worden. De voorwaarden vastgelegd in het principieel akkoord bepalen verder onder welke vorm dit gebied kan ontwikkeld worden. (vb.: opstellen RUP, … ) De meerderheid van de gronden is in eigendom van de sociale huisvestingsmaatschappij. Om een optimale invulling te realiseren is het aangewezen de ingesloten percelen aan de Sixstraat en de Aardbruggenstraat te betrekken bij een totaal project.
WU2 - Kerk veld Ligging : Gelegen ten zuiden van het centrum van Alken.
Juridische randvoorwaarden : Gewestplanbestemming : woonuitbreidingsgebied Gelegen in BPA “Centrum I” – KB – 1969/09/24. Dit B.P.A. werd weerhouden in het plannenregister. Conform het B.P.A. werd een voorstel van verkaveling opgemaakt, maar nooit goedgekeurd.
Ruimtelijk voorkomen : De totale oppervlakte van het woonuitbreidingsgebied bedraagt 16 ha 5. In het gebied werden reeds 22 woningen opgetrokken, wat overeenkomt met ongeveer 1/4 van de totale oppervlakte. De resterende oppervlakte bedraagt 8 ha 45.
, Afd. Ruimtelijke Planning
70
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Het betreft een gebied dat grotendeels ingesloten ligt tussen woongebied. Enkel in het zuiden grenst het gebied aan agrarisch en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het gebied zelf is open in zijn voorkomen en voornamelijk ingenomen door akkers en weiden. De woonstraten aan de randen hebben open bebouwing. De directe omgeving heeft een uitgesproken landelijk karakter door de open velden en akkers. Het gebied grenst aan drie behoorlijk uitgeruste wegen. De ontsluitingsmogelijkheden zijn aanwezig in de reeds ontwikkelde zone in het noorden van het gebied en is nog beperkt mogelijk via de andere aangrenzende straten.
Randvoorwaarden bij ontwikkeling : Gelegen in het buitengebied – streefdichtheid 15 wo/ha. De invulling volgens het B.P.A. voorziet in overwegend open bebouwing en enkele in halfopen formatie (ca. 58 loten). Deze invulling benut niet de totale oppervlakte van het ingesloten gebied. Een groot gedeelte aan de Hameestraat werd bestemd als zone voor koeren en hovingen.
Situering :
, Afd. Ruimtelijke Planning
71
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.3 E CON OMISC HE ST RU CT UU R 3.3.1 Bestaande ruimtelijk-economische structuur 3.3.1.1 Bedrijventerreinen (zie kaart 32: bestaande bedrijventerr einen)
Op het gewestplan (Hasselt – Genk K.B. 03.04.1979) is de gemeente Alken qua oppervlakte bedrijventerreinen goed voorzien. De totale oppervlakte aan industriegebied bedraagt +/ - 85 ha. Deze worden verdeeld over het industrieterrein ‘Kolmen’en het terrein rond de brouwerij. Tevens bezit Alken + / 16 ha zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO. Hiervan ligt bijna 13 ha binnen het industrieterrein ‘Kolmen’. De totale oppervlakte aan ‘paarse’zone binnen de gemeentegrens bedraagt dus +/ - 101 ha. Dit betekent meer dan 3,5 % van de totale grondoppervlakte van de gemeente Alken. Bovendien zijn de terreinen goed ontsloten.
D E K OLM EN Volgens het gewestplan en de “Inventaris bedrijventerreinen Limburg – stand 01.01.2003”(GOM-Limburg) is dit industrieterrein 52,8 ha groot, waarvan 39,95 ha in industriegebied en 12,85 ha in ambachtelijke zone gelegen is. Op dit industrieterrein bleven nog enkele percelen onbebouwd: in totaal 9 loten met een totale oppervlakte van ± 2,72 ha. Het terrein ligt ingesloten tussen de expressweg (N80) en het spoor. Er is echter geen spoorverbinding op het terrein. Hierdoor ligt het terrein vrij geïsoleerd van de omgeving. In het noorden zijn er nog enkele landbouw nederzettingen en in het zuiden vinden we een typische lintbebouwing (stationsstraat) terug. De hoofdontsluiting van het terrein gebeurt via het kruispunt Meerdegatstraat – N80. De afstand is niet groot maar de toegang is wel vrij smal. In het zuiden, langs de Stationsstraat, vinden we nog twee toegangen tot het terrein, namelijk één via de Kolmenstraat en één via de Groenmolenstraat. Tevens bevindt er zich een ‘ mogelijke’toegang vanaf de Steenweg (N722) via de Meerdegatstraat. Doch, het bestaande bruggetje onder de spoorweg is niet afgestemd op gemotoriseerd verkeer. En dus zeker niet voor vrachtverkeer. De Kolmen kan beschouwd worden als een gemengd regionaal bedrijventerrein, dit betekent dat het terrein bestemd is voor de vestiging van zowel industriële bedrijven inclusief de bouwnijverheid en het transport als dienstverlenende bedrijven. Op het terrein zijn een zestigtal bedrijven gevestigd. Waarvan 6 bedrijven met meer dan 50 werknemers en zelfs 1 bedrijf met meer dan 200 werknemers in dienst, namelijk Helvoet Pharma Belgium NV. Het overgrote deel van de bedrijven die op het industrieterrein zijn gelegen, zijn dus kleine bedrijven met een beperkt aantal werknemers. Opmerkelijke en beeldbepalende gebouwen op het bedrijventerrein zijn het waterzuiveringstation van de brouwerij en de groenmolen, een oude watermolen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
72
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
DE BROUWERIJ De brouwerij is een stuk historie van Alken. Ze speelt een dominerende rol in de gemeente Alken, meer bepaald in het centrum. De brouwerij heeft van oudsher de economische en ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente mede bepaald. De brouwerij neemt een behoorlijk gebied in van de kern Alken-centrum ( +/ - 15 ha) en genereert veel verkeer. De brouwerij vormt een belangrijk onderdeel van het collectief geheugen, het is een deel van Alken. De totale oppervlakte van het industriegebied ‘ Brouwerij’bedraagt, volgens het gewestplan en de “Inventaris bedrijventerreinen Limburg – stand 01.01.2003” (GOM-Limburg), 21,28 ha. Hiervan is slechts een gedeelte effectief in gebruik genomen. Het industriegebied “Brouwerij Uitbreiding” is nog niet ontwikkeld. Gezien de Provincie bevoegd is voor de economische knooppunten buiten het economisch netwerk, zal zij onderzoeken in welke mate deze nog niet ontwikkelde gronden, die gelegen zijn in de Herkvallei, nog bebouwbaar zijn. Er is namelijk sprake van waterzieke gronden. Afhankelijk van het resultaat van de studie zal een mogelijke herbestemming overwogen worden. De bestaande infrastructuur van de brouwerij Alken-Maes is beeldbepalend. De brouwerij heeft recent uitgebreid naar de kant van het gebied dat op het gewestplan aangeduid is als industriegebied. Op het grondgebied van de brouwerij is een loods bijgebouwd. Ten zuiden van de Grootstraat staan een aantal gebouwen van de brouwerij leeg. Eén hiervan wordt gebruikt door een warenhuis als opslagplaats. De brouwerij is nog steeds één van de belangrijkste werkgevers in de gemeente Alken. Ze heeft meer dan 200 werknemers in dienst.
O V E R I G E KM O-Z O N E S Naast de KMO-zone van de ‘ Kolmen’liggen er in Alken nog drie kleinere zones voor ambachtelijke bedrijven en KMO. Deze zones liggen verspreid over de gemeente Alken: aan de Steenweg met een totale oppervlakte van 1,56 ha en bijna volledig ingenomen door het betonbedrijf Max Pels aan de Aardbruggenstraat met een totale oppervlakte van 0,57 ha en volledig bezet door het Glasbedrijf Schiffeleers aan de Brabantsestraat met een oppervlakte van 1,03 ha, ingenomen door het betonbedrijf Keupers-Appeltans
3.3.1.2 Verspreidliggende bedrijven (zie kaart 33: verspreidliggende bedrijven)
Om een inzicht te krijgen in de verspreidliggende bedrijven in de gemeente, werd een gedetailleerde inventaris opgemaakt. Op basis van een totale lijst van BTW-plichtigen in de gemeente, wordt geselecteerd op bedrijvigheid. Dit betekent dat alle diensten, handelszaken, … niet beschouwd worden als bedrijven. Op basis van die selectie en de aanduiding hiervan op kaart, krijgen we een zicht op de totaliteit aan verspreidliggende bedrijven. In totaal gaat het om 101 bedrijven, waarvan 45 zonevreemde, gedeeltelijk zonevreemde of potentieel zonevreemde bedrijven. Uit de ruimtelijke analyse kunnen we opmaken dat deze bedrijven globaal verspreid gelegen zijn over de hele gemeente, met een concentratie langsheen de Steenweg. Verder zijn de bedrijven bijna allemaal gelegen binnen de talrijke
, Afd. Ruimtelijke Planning
73
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
woonlinten. In de vallei van de Herk- en Mombeek bevinden zich geen verspreidliggende bedrijven. Langsheen de Steenweg bevindt zich in grote mate bedrijvigheid ifv onderhoud en reparatie van auto’s en motorvoertuigen, reparatie en verkoop van meubels, decoratiemateriaal, en kleine schrijnwerkerijen. Over het algemeen bevinden zich voornamelijk kleine, ambachtelijke bedrijfjes verspreid over de gemeente. Het gaat dan om stukadoors, bouwbedrijfjes, schrijnwerkerij, dakwerkers, onderhoud en reparatie van motoren, … Een verdere analyse en evaluatie van zonevreemde bedrijven in de gemeente is terug te vinden in de hoofdstukken “Knelpunten”en “Behoeften”.
3.3.2 Tewerkstelling 3.3.2.1 Beroepsbevolking Van de 10.975 inwoners (01.01.2002) worden er 7.207 tot de inwoners op beroepsactieve leeftijd gerekend, wat neerkomt op +/ - 66%. Bij de telling van de beroepsbevolking (fig.1) wordt rekening gehouden met alle personen die in de gemeente wonen en die arbeid kunnen verrichten. Werklozen, brug- en pregepensioneerden, personen in loopbaanonderbreking, e.d. worden in deze statistieken opgenomen. Alken telde op 01.01.2001 een beroepsbevolking van 5.076 inwoners. Tegelijkertijd (2001) waren er 7211 inwoners op beroepsactieve leeftijd. Dit betekent een activiteitsgraad van +/ - 70% Fig.: beroepsbevolking per geslacht op 01/01/2001 M
V
T
2.911
2.165
5.076
47.128
36.657
83.785
195.230
156.998
352.228
1.474.300
1.081.300
2.555.600
Alken Arr. Tongeren LIMBURG VLAANDEREN
Bron : N.I.S., Federaal Planbureau, Steunpunt WAV Verw erking: G.O.M,-Limburg
3.3.2.2 Werkgelegenheid De gemeente Alken is geen onbelangrijke werkgelegenheidspool binnen de provincie Limburg. De voornaamste werkgevers in Alken zijn de brouwerij AlkenMaes (200 – 499) en de bedrijven op het industrieterrein ‘ Kolmen’ . Op dit industrieterrein is er één bedrijf met meer dan 200 werknemers, namelijk Helvoet Pharma (200 – 499). Verder zijn er nog 6 bedrijven gevestigd met meer dan 50 werknemers: Dethier Bouwbedrijf NV, Gomala Imtech NV, Hellings NV, Manshoven – vers NV, Vandebos Alg. Bouwonderneming NV en Watrex BVBA. 1
1
Bedrijvendatabank Limburg – GOM Limburg
, Afd. Ruimtelijke Planning
74
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
R.S.Z.-werkgelegenheid: de R.S.Z.-cijfers geven een overzicht van het aantal arbeidsplaatsen in dienstverband (loondienst); er wordt uitgegaan van de plaats van tewerkstelling van de werknemer. Tussen 1982 en 1992 was de tewerkstelling in de gemeente Alken gestegen van 2.272 werknemers naar 2.851. Dit was een stijging met 25%. Wanneer we de evolutie van de R.S.Z.-tewerkstelling tussen 1982 en 1992 in Alken vergelijken met de evolutie in Vlaanderen en Limburg dan zien we dat de tewerkstelling in Alken sterk geleden heeft onder de (conjuncturele) crisis van 1982, sterker dan gans Vlaanderen of de provincie Limburg. Tussen 1992 en 2001 wordt de tewerkstelling nog steeds gekenmerkt door een stijging, al is de stijging minder sterk, nl. 15%. Een stijging van 2.851 werknemers in 1992 naar 3.280 in 2001. Over al de jaren heen zijn er relatief gezien minder vrouwen tewerkgesteld in Alken dan in Vlaanderen of Limburg. Dit is vooral te verklaren door het grote aandeel van de tewerkstelling in de industrie en bouw. Aangezien de laatste jaren de tertiaire (en quartaire) sector in Alken zijn achterstand t.a.v. Vlaanderen aan het inhalen is, stijgt ook de tewerkstelling van vrouwen in Alken en dit zowel relatief als in absolute cijfers (fig. 2). De meeste mensen in Alken waren op 30.06.2001 werkzaam in de tertiaire sector (45%), 44% was werkzaam in de secundaire sector en nog ruim 10% in de primaire sector (fig. 3). Fig.: bezoldigde werkgelegenheid per geslacht op 30/06/2001 M
V
T
2.165
1.115
3.280
23.555
19.101
42.656
153.060
104.670
257.730
VLAANDEREN
1.140.797
848.326
1.989.123
BELGIE
1.967.973
1.519.310
3.487.283
Alken Arr. Tongeren LIMBURG
Bron : R.S.Z. Verw erking: G.O.M,-Limburg
Fig.: bezoldigde werkgelegenheid per sector op 30/06/2001 Alken
Arr.Tongeren
Limburg
Landbouw
360 (11)
3.753 (8)
8.160 (3)
Industrie
880 (27)
7.809 (18)
69.973 (27)
Bouw
549 (17)
3.728 (8)
18.397 (7)
1.491 (45)
28.066 (66)
161.200 (63)
3.280 (100)
42.651 (100)
257.730 (100)
Tertiaire Totaal Bron : R.S.Z.
Verw erking: G.O.M,-Limburg
R.S.V.Z.-werkgelegenheid: Alken telde op 31 december 2001 in totaal 768 zelfstandigen dit betekent een stijging van 15% t.a.v. 1992 (667
, Afd. Ruimtelijke Planning
75
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
zelfstandigen). Het zijn vnl. mannen die zelfstandige zijn (fig. 4). Dit kan gedeeltelijk verklaard worden door het grote belang van de sectoren landbouw en handel en nijverheid bij de zelfstandigen.
Fig.: aantal zelfstandigen, bijberoepen excl., per geslacht op 31/12/2001 M
V
T
529
239
768
8.460
3.766
12.226
31.885
14.814
46.699
VLAANDEREN
276.310
119.981
396.291
BELGIE
450.123
192.952
643.075
Alken Arr. Tongeren LIMBURG
Bron : R.S.V.Z. Verw erking: G.O.M,-Limburg
3.3.2.3 Werkloosheid De werkloosheidsgraad in Alken bedraagt 4,5% dit is minder dan het globale cijfer in Limburg, Vlaanderen of België. Wat betreft de verdeling (geslacht) volgt Alken de trend van Limburg, Vlaanderen en België. Het aandeel werklozen vrouwen is groter dan het aandeel de mannen. Fig.: werkloosheidsgraad (%) op 31/12/2002 M
V
T
Alken
2,8
6,9
4,5
Arr. Tongeren
5,1
9,1
6,8
LIMBURG
5,0
9,0
6,8
VLAANDEREN
4,5
7,2
5,6
BELGIE
7,2
11,3
8,9
Bron : R.V.A., N.I.S., Rijksregister, Federaal Planbureau Verw erking: G.O.M,-Limburg
Fig. 6: evolutie van de werkloosheidsgraad 1998 – 2001 Bron: STEUNPUNT W AV, STC-Limburg, Streekplatform Midden-Limburg, N oord-Limburg en Haspengouw, verwerking: Pr ovincie Limburg, 2
, Afd. Ruimtelijke Planning
76
de
Directie W elzijn, Strategie & Planning
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De werkloosheid kent dus een dalende trend. Waar in Vlaanderen vanaf 2001 terug een stijging waarneembaar is, blijft de dalende trend zich doorzetten in Alken. 11,0
10,0
9,0
8,0
7,0
6,0
5,0 1998
1999
Alken
2000
Limburg
2001
Vlaams Gewest
Inzake werkloosheid worden verder enkel de kenmerken van de uitkeringsgerechtigde volledige werklozen belicht. Naast deze werklozen zijn er immers nog andere categorieën van werkzoekenden, namelijk de: Overige niet-werkende ingeschrevenen;
werkzoekenden:
schoolverlaters
en
vrij
Werkende werkzoekenden: werklozen die een deeltijdse betrekking hebben aanvaard om aan de werkloosheid te ontsnappen en de vrij ingeschrevenen; Werkzoekenden die tewerkgesteld zijn via allerlei overheidsmaatregelen tot opslorping van de werkloosheid. Bovendien zijn er in de loop van de jaren diverse maatregelen uitgevaardigd waardoor grote aantallen werklozen uit de werkloosheidsstatistieken verdwijnen, maar die ten laste blijven van de werkloosheidsverzekering (zoals brugpensioen, loopbaanonderbreking, werkloosheidsonderbreking omwille van sociale en familiale redenen, … ) Door middel van cijfergegevens van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen kan een summier beeld geschetst worden van de werkloosheid in Alken (fig. 7). Op 31 december 2002 telde Alken 230 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, waarvan 81 ofwel 35% mannen en 149 ofwel 65% vrouwen.
3.3.3 Commerciële positionering van Alken Omwille van de ligging van Alken binnen de invloedssfeer van zowel Hasselt als St.-Truiden, wordt een grondige analyse opgemaakt in functie van handel en eventueel toekomstige ontwikkelingen: De commerciële positionering van Alken kan worden afgeleid uit de koopgerichtheden van de consumenten. Deze koopgerichtheid geeft de graad van (on)afhankelijkheid aan ten opzichte van de lokale en de omringende handelsstructuur.
, Afd. Ruimtelijke Planning
77
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Bij de bestudering van handel, wordt onderscheid gemaakt in diverse soorten van goederen die verhandeld worden:
Convenience Het betreft hier de verzamelnaam van artikelen die door de consument erg frequent worden aangekocht. Deze artikelen omvatten dagdagelijkse en courante goederen. Meestal worden ze aangekocht in de nabijheid van de woonplaats. Het aankopen geschiedt routinematig. Vb. vlees, brood, groenten en fruit, algemene voeding
Shopping Deze artikelen worden periodisch of seizoensgebonden aangekocht. De consument gaat hiertoe uit winkelen. Men kijkt, vergelijkt, kiest en keurt. Voor de consument is de aankoopomgeving erg belangrijk. Deze aankopen geschieden doorgaans in een centrum met enige uitstraling. Vb. kleding, geschenkartikelen, doe-het-zelf-artikelen
Specialty Het zijn artikelen die de consument eerder zelden aankoopt. Per aankoopbeurt gaat het om een belangrijke investering. De consument doet hiertoe omvangrijke inspanningen in tijd en ruimte, waardoor de aankoop vaak geschiedt ver van de woonplaats. Vb. meubelen, elektro-huishoudartikelen, juwelen
Ambulante handel Het betreft hier de aankopen aan de deur, per postorder, de e-commerce of de openbare markt.
3.3.3.1 Koopgerichtheid tot Alken Tabel: de koopgerichtheid tot Alken in 2002 W oonplaats
Koopgerichtheid tot Alken convenience
shopping
specialty
Sint-Lambrechts-Herk
13,3
3,7
15,0
Stevoort
4,5
2,3
4,1
Wellen
2,4
1,0
1,6
Wimmertingen
18,7
7,6
8,7
Bron: ABM
Het overzicht geeft aan dat de attractiviteit van de totaliteit van de handel beperkt is. Men onderkent een kleine gerichtheid uit Wellen en uit de Hasseltse deelkernen Sint-Lambrechts-Herk, Stevoort en Wimmertingen. We kunnen
, Afd. Ruimtelijke Planning
78
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
aannemen dat de attractiviteit zich vooral richt tot de aanleunende bebouwing rond Alken. De gerichtheid tot Alken van uit de omliggende kernen wordt sterk beknot door de aanwezigheid van vooral de kernen Hasselt (regionaal stedelijk niveau) en Sint-Truiden (kleinstedelijk niveau).
3.3.3.2 Koopstromen uit Alken De koopgerichtheid van de gezinnen uit Alken geeft volgende spreiding:
Tabel: de koopgerichtheid uit Alken Aankoopplaats
convenience
shopping
specialty
Alken
65,7
10,3
12,4
Hasselt
27,1
74,8
61,4
Sint-Truiden
5,3
10,0
10,0
Wellen
0,3
1,8
1,8
ambulant
1,1
1,3
0,0
elders
0,5
1,8
14,4
Totaal
100,0
100,0
100,0
Momenteel kent Alken een koopbinding van 65,7 % in convenience. Deze norm van koopbinding ligt eerder laag voor een gemeente met dergelijke bevolkingsomvang. De koopvlucht richt zich vooral naar Hasselt (27,1 %) en in mindere mate naar Sint-Truiden. In shoppinggoederen valt de koopbinding sterk terug. Alken haalt er een percentage van 10,3 %. De gemeente ondergaat zeer sterk de invloed van Hasselt (74,8 %) en in mindere mate van Sint-Truiden (10 %). Ook in specialtygoederen ligt de koopbinding met 12,4 % eerder laag. Hier ook is er de invloed van Hasselt (61,4 %) en Sint-Truiden (10 %), en noteert men ook nog een erg verspreide koopgerichtheid naar uiteenlopende aankoopplaatsen (14,4 %). Globaal kan men stellen dat de gezinnen van Alken zeer sterk de invloed ondergaan van het nabijgelegen regionaal stedelijk centrum Hasselt (met inbegrip van de deelkernen Stevoort en Sint-Lambrechts-Herk).
Indien we deze koopbinding verder onderzoeken op wijkniveau komen we tot volgende vaststelling: Wat de verschillende wijken betreft is vooral de koopbinding in convenience van belang. Men stelt vast dat deze het hoogst is in Terkoest (75,8 %), gevolgd door het Dorp (59,8 %) en Sint-Joris (40,7 %). De beslotenheid van de gemeenschap in Terkoest beïnvloedt de koopbinding in positieve zin. Deze beslotenheid is er veel minder in het Dorp waar een grote bevolkingsspreiding de koopbinding nadelig beïnvloedt. Heel wat inwoners wonen er korter bij een andere gemeente dan bij het Dorp.
, Afd. Ruimtelijke Planning
79
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De koopbinding in Sint-Joris ondergaat de invloed van het Dorp, en vooral ook van Sint-Truiden. De koopvlucht uit de verschillende wijken richt zich, net zoals voor Alken totaal, vooral naar Hasselt en Sint-Truiden. De invloed die beide centra hebben varieert naargelang de situering van de wijk ten opzichte van deze centra. Zo ondergaat Sint-Joris een sterkere invloed van Sint-Truiden.
Bij een vergelijking met de koopbinding van Alken met een eerder uitgevoerd onderzoek (1987), stellen we vast dat de koopbinding lichtjes is achteruit gegaan. Daartegenover noteert men een toenemende invloed van Hasselt, vooral in specialtygoederen.
3.3.4 Ruimtelijke analyse van de handel Het meeste aantal handelszaken treft men aan langs de Steenweg (52 of 27,2 %). Deze radiale verbindingsweg is een belangrijke pleisterplaats voor de handel. Men treft er meer dan 1 op 4 handelszaken. Op de 2de plaats is er Hoogdorp met 30 handelszaken of 15,7 %. Voorts kan melding worden gemaakt van de Grootstraat (15 of 7,9 %) en de Stationsstraat (12 of 6,3 %). Deze vormen aanloopstraten tot het centrum van de gemeente. Het aanbod is er verspreid langs een lange lineair. Wat het centrum van de gemeente betreft omvat de handel volgende straten: Hoogdorp, Laagdorp, Lambrechtsplein, Motstraat, Dorpsstraat. Dit gebied telt 54 handelszaken of 28 % van het aanbod in Alken. Toch is het opmerkelijk dat binnen dit gebied de winkelfunctie ‘slechts’37 % inneemt, tegenover 54 % dienstverlenende activiteiten. In Hoogdorp telt men op 30 panden slechts 9 winkels, maar 16 diensten en 5 leegstaande panden. Kenmerkend in het centrumgebied is een beperkte commerciële herkenbaarheid, een afwisseling van handel met private woningen en een lange commerciële lineair. Veeleer dan de handelsstructuur zijn er het plein aan Laagdorp en de kerk als herkenbare punten. In het centrum ontbreekt de eenheid in structuur waardoor de voorzieningen eerder als losstaande punten worden waargenomen (handel, private en openbare dienstverlening, scholen, kerk, groenstructuur, … ). De wijk Sint-Joris telt, binnen de bundeling van de eigen wijk, 11 handelszaken, exclusief de handelszaken die langs de Steenweg zijn gelegen. De spreiding van de handel in Sint-Joris benadeelt de kracht van de uitstraling. De wijk Terkoest telt 14 handelszaken. Deze treft men deels langs de O.L.V.straat en deels langs de dwarsstraten hierop. Naast deze drie wijken noteert men in Alken derhalve een aanbod van 112 handelszaken (58,6 %) die niet expliciet behoren tot een bundeling van wijkstructuur.
3.3.4.1 De handelsbestemming Naar handelsbestemming noteert men in Alken volgend overzicht:
, Afd. Ruimtelijke Planning
80
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Tabel 8: de handelsbestemming Handelsbestemming
aantal
% spreiding
winkels
90
47,1
diensten
89
46,6
leegstand
12
6,3
Totaal
191
100,0
Over het grondgebied van de gemeente telt men 90 winkels (47,1 %), 89 dienstverlenende activiteiten (46,6 %) en 12 leegstaande panden (6,3 %). In vergelijkbare gemeenten bekomt men een verhouding van 55 à 60 % winkels, 30 à 35 % diensten en 5 % à 7 % leegstand. Een en ander geeft aan dat het aantal dienstverlenende activiteiten in Alken, in verhouding tot het globale aanbod, erg hoog ligt. Allicht sluiten deze dienstverlenende activiteiten nauwer aan bij de behoeften van de inwoners, en wordt de winkelfunctie overgenomen door de centra Hasselt en Sint-Truiden. Met 6,3 % ligt de leegstand nog net binnen het aanvaardbare. Wel is er de vaststelling dat 5 van de 12 leegstaande panden zich situeren langs Hoogdorp, in het centrum van de gemeente.
3.3.4.2 De functionele bestemming De functionele verdeling van de winkels geeft volgend overzicht: Tabel 9: de functionele verdeling van de winkels Functies
winkels
m²
convenience
22
2.487
shopping
34
7.212
specialty
34
11.095
Totaal
90
20.794
De functionele structuur van de winkels verdeelt zich over 22 panden (24 %) convenience, 34 panden (38 %) shopping en 34 panden (38 %) specialty. Naar verkoopoppervlakte noteert men 2.487 m² (12 %) convenience, 7.212 m² (35 %) shopping en 11.095 m² (53 %) specialty.
In de verhouding van winkels en verkoopoppervlakte biedt Alken een aanbod van 24 % winkels met 12 % verkoopoppervlakte in convenience 38 % winkels met 35 % verkoopoppervlakte in shopping en 38 % winkels met 53 % verkoopoppervlakte in specialty.
, Afd. Ruimtelijke Planning
81
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Deze verhouding is aanvaardbaar voor een gemeente die zich situeert tussen twee commerciële centra. Nogal wat handelszaken die ruimte nodig hebben kiezen voor een nabijgelegen gemeente, veeleer dan een stedelijk centrum. Een en ander verklaart de verkoopoppervlakte in specialty.
Binnen deze verhouding bekomt men volgende gemiddelde verkoopoppervlakte: convenience
113 m²
shopping
212 m²
specialty
326 m²
of gemiddeld 231 m². Deze gemiddelde verkoopoppervlakte ligt hoger dan elders werd vastgesteld (gemiddeld 177 m²). De ruimtelijke mogelijkheden binnen de gemeente beïnvloeden deze gemiddelde verkoopoppervlakte. Toch wordt de gemiddelde verkoopoppervlakte in Alken beïnvloed door enkele erg grote handelspanden. Bij abstractie van de branche ‘bouwmaterialen’ (=6.600 m²) komt het gemiddelde op 163 m² hetgeen in de lijn ligt van wat elders werd vastgesteld. Naar branches noteert men in Alken:
Tabel: de samenstelling van de branches Branche
panden aantal
W inkels voedingsmiddelen
22
art. persoonsverzorging
1
kleding en schoeisel
13
art. huishouding en woninginrichting
23
art. hobby, sport en vrije tijd
20
art. vervoermiddelen
9
art. voor ambacht en kantoor
2
Totaal
90
Diensten horeca
36
persoonsverzorging (o.a. kapsalons)
24
onderhoud vervoermiddelen
6
financiële instellingen
12
andere
11
Totaal
89
, Afd. Ruimtelijke Planning
82
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Naar aantal panden valt de belangrijke branche van voedingsmiddelen op. De spreiding van de woonnederzetting heeft voor gevolg dat deze branche erg verspreid wordt aangetroffen, vooral voor wat betreft de slagerijen en de bakkerijen. Het aanbod dat ruimte behoeft treft men aan in de branche van de huishouding en de woninginrichting. Deze branche beslaat bijna de helft van de verkoopoppervlakte. De branche van hobby, sport en vrije tijd omvat diverse handelszaken ( o.a. geschenkartikelen, bloemen en planten, tuincentra en dagbladen) over globaal bijna 6.000 m². Binnen de groep van de diensten neemt de horeca 40 % in.
3.3.5 Conclusie Omtrent de getrokken:
gedane vaststellingen
kunnen
volgende
conclusies
worden
De koopstromen tot Alken zijn beperkt, én in geografische omvang én in penetratiegraad. Men noteert een kleine gerichtheid uit de omliggende woonkernen Stevoort, Wellen, Sint-Lambrechts-Herk en Wimmertingen. De beperkte commerciële uitstraling blijkt uit het feit dat de hoogste percentages worden behaald in dagdagelijkse en courante goederen. Over de periode 1989/02 is er nauwelijks verschil in gerichtheid tot Alken. Deze beperkte koopstromen beletten niet dat bepaalde handelszaken omwille van ligging, assortiment, prijszetting of oppervlakte een grotere uitstraling hebben. De commerciële uitstraling van Alken wordt sterk beknot door de aanwezigheid van de stedelijke centra Hasselt en Sint-Truiden. Net zoals voor globaal Alken ligt ook de koopbinding in shoppinggoederen in de wijken eerder laag: 15,8 % in Alken-dorp, 2,5 % in Sint-Joris en 4,6 % in Terkoest. De aanlevering tot Alken-dorp is eveneens beperkt: 6,2 % uit Sint-Joris en 3,0 % uit Terkoest. De wijkgerichtheid voor specialtygoederen sluit aan bij de hoger genoemde resultaten. De koopbinding bedraagt 13,6 % in Alken-dorp, 0,5 % in Sint-Joris en 4,6 % in Terkoest. Rekening houdend met een statistische foutenmarge van 5 % mag men stellen dat de koopbinding in Alken over de periode 1987/02 lichtjes is gedaald: voor convenience van 71,5 % naar 65,7 % voor shopping van 17,7 % naar 10,3 % voor specialty van 16,1 % naar 12,4 %. Over deze periode is de invloed van vooral Hasselt toegenomen. In evolutie noteert men vooral een sterke afname van de koopbinding convenience in Alken-dorp (van 67,8 % naar 59,8 %) en in Sint-Joris (van 52,3 % naar 40,7 %). In Terkoest houdt de koopbinding goed stand (van 79,2 % naar 75,8 %).
, Afd. Ruimtelijke Planning
83
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Over het grondgebied van Alken noteert men 191 handelspanden, waarvan 90 (47,1 %) winkels, 89 (46,6 %) diensten en 12 (6,3 %) leegstand. In vergelijking met elders gedane vaststellingen ligt het percentage winkels in Alken lager (normaal 55 à 60 %) en ligt het percentage diensten hoger (normaal 30 à 35 %). De sterke spreiding van de woonnederzetting heeft voor gevolg dat ook de handel erg verspreid wordt aangetroffen (over 23 straten). Het meest aantal handelszaken treft men langs de Steenweg (52 of 27,2 %), gevolgd door Hoogdorp (30 of 15,7 %), Grootstraat (15 of 7,9 %) en Stationsstraat (12 of 6,3 %). In de branchering noteert men vooral een aanbod in artikelen voor huishouding en woninginrichting (23), voedingsmiddelen (22) en artikelen voor hobby, sport en vrije tijd (20). Opvallend is de sterke aanwezigheid van de horeca (36 of 19 % van de handelspanden en 40 % van de diensten). Over de periode 1989/02 noteert men een daling van het aantal winkels (-15) en een toename van de diensten (+28). Deze trend wordt ook elders vastgesteld. Daartegenover is de verkoopoppervlakte verdubbeld.
, Afd. Ruimtelijke Planning
84
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.4 N ATU UR L IJ KE S T RU C TUU R (zie kaart 34: bestaande natuurlijke structuur)
In de gemeente zijn er, buiten de vallei van de Herk en Mombeek, geen grote natuurgebieden aanwezig. Nochtans maken kleine natuurlijk waardevolle gebiedjes evenzeer deel uit van grotere natuurlijke gehelen. Het zijn juist deze kleine elementen die belangrijk zijn voor de natuurlijke structuur op gemeentelijk niveau.
3.4.1 Aanwezige natuurlijke structuren Op vlak van aanwezige natuurlijke structuren kunnen een aantal elementen onderscheiden worden:
3.4.1.1 Beekvalleien De beekvalleien maken het belangrijkste deel uit van de natuurlijke structuur. In Alken bevinden zich een aantal beekvalleien met typische structuurkenmerken:
De Herkvallei: De middenloop van de Herk is deels in Alken gelegen, deels in Wellen en Borgloon. Tussen Wellen-centrum en Alken-centrum bevinden zich biologisch waardevolle weilanden met kleine landschapselementen (bomenrijen, houtkanten), en populieraanplantingen met ondergroei. De benedenloop van de Herk bevindt zich deels in Alken, deels in Hasselt en Herk-de-Stad en wordt vanaf de monding van de Mombeek gekenmerkt door een erg belangrijk valleigebied met waardevolle (natte) weilanden, bomenrijen en oude heggen of houtkanten en populieraanplantingen met ondergroei van ruderaal bos. Ter hoogte van het centrum van Alken, stroomt de Herk doorheen sterk bebouwde gebieden. Ter hoogte van het Laagdorp werd ze over een aantal meters ingebuisd. Alken is ontstaan aan de Herk. Door de verdere ontwikkeling van deze kern, is het niet verwonderlijk dat de Herk vanaf het binnenstromen van deze kern sterk onder druk staat van diverse functies die zich hier ontwikkeld hebben en inherent verbonden zijn aan het centrum. Vlak voor de monding in de Mombeekvallei wordt de Herkvallei vervolgens doorkruist door de N80, de spoorlijn en de N722, waardoor er een sterke ruimtelijke, maar ook functionele barrière gevormd wordt in deze natuurlijke structuur.
De Mombeekvallei: De benedenloop van de Mombeek ligt deels in Alken, deels in Hasselt. Dit is een zeer interessant valleigedeelte met een waardevolle structuur: erg waardevolle weilanden, beemden, struwelen, populieraanplantingen, plassen en moerassige percelen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
85
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Simsebeekvallei: De vallei van de Simsebeek wordt gekenmerkt door enkele waardevolle weilanden, kleine loofhoutbossen en populieraanplantingen. Deze vallei wordt doorkruist door de N80 en loopt hier voor een groot stuk parallel mee.
Kozenbeekvallei: Deze vallei bevindt zich deels in Alken en deels in Nieuwerkerken. Het is een waardevol valleigebied met weiland en kleine landschapselementen (bomenrijen) en populieraanplantingen. Naast de Kozenbeek ter hoogte van de Putsteeg is er een biologisch zeer waardevolle natte ruigte met moesdistel. Ter hoogte van Terkoest, stroomt deze beek doorheen een smalle, vrijwel volledig aan de rand bebouwde, bedding. Achter Terkoest vloeit deze beek in de Mombeek.
Kaalbeekvallei: De Kaalbeek vormt de grens met Hasselt en wordt gekenmerkt door een aantal brongebiedjes en nog een vrij intacte meandering, waardoor hij kan beschouwd worden als een waardevolle beekstructuur.
3.4.1.2 Gebieden met landschapselementen
een
sterke
concentratie
van
kleine
In Alken zijn enkele gebieden waar te nemen die een sterke concentratie van kleine landschapselementen herbergen:
Lampse Beemden: Dit gebied, in het zuidwesten van de gemeente gelegen, en begrensd door de N80 en de N722, wordt gekenmerkt door waardevolle, vochtige graslanden en kleine landschapselementen.
Brandenpoel: Rond het kasteel Brandenpoel, in het westen van de gemeente, bevinden zich samen met de kasteelparken, een concentratie van kleine landschapselementen.
Groot Peteren: Dit gebied is in het zuidoosten van de gemeente gelegen en loopt verder op Wellens en Kortessems grondgebied. Het is een biologisch waardevol weiland met bomenrijen en in de omgeving van het kasteel Groot-Peteren (in de Bunderkuilen) enkele biologisch zeer waardevolle haagbeuken-eikenbossen.
Klameerstraat: Dit gebied, in het zuiden van de gemeente, wordt gekenmerkt door een veelheid aan kleine landschapselementen en sluit grensoverschrijdend met Wellen, aan op de vallei van de Herk.
, Afd. Ruimtelijke Planning
86
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Beiserenveld: Het Beiserenveld is een biologisch waardevol gebied ten oosten van Terkoest en vlak langs de Herk gelegen. Het bestaat uit graasweiden met houtkanten en bomenrijen en een zeer waardevol vochtig elzen-eikenbosje. Het kasteelpark Saren maakt deel uit van dit gebied.
Het eikenbosje: Het eikenbosje is een biologisch waardevol gebied bestaande uit graasweiden met bomenrijen en populieraanplantingen met ondergroei en een biologisch zeer waardevol haagbeuken-eikenbosje. Voor dit natuurgebied werd in 1984 een BPA goedgekeurd.
3.4.1.3 Kleine bosjes en parken In Alken bevinden zich talrijke bosjes en parken. Meestal bevinden ze zich in gebieden die gekenmerkt worden door een veelheid aan kleine landschapselementen en maken in die zin deel uit van het gebied in het geheel. Parken bevinden zich in grote mate in en aan de rand van bebouwde gebieden, op enkele uitzondering na: Groot Peteren Brandenpoel Deze parken maken dan weer deel uit van gebieden met concentraties aan kleine landschapselementen. De natuurwaarden in deze parken zitten voornamelijk in het oude bomenbestand waar de parken door gekenmerkt worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
87
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.5 A GRAR IS CHE ST RU CT UU R Voor de analyse van de agrarische structuur werd beroep gedaan op de inventaris van bodemgebruik, opgesteld door de VLM (2001) en terreinbezoeken. Verder werd in het voorjaar van 2003 door de gemeente een enquête gehouden bij de landbouwers. Op basis van de antwoordformulieren ( 50% van het totaal bevraagden) wordt een beeld verkregen van de huidige situatie in de sector landbouw in Alken.
3.5.1 Situering van landbouw in de gemeente (zie kaart 35: bodemgebruik) (zie kaart 38 en 39: landbouwactiviteiten in niet geëigende zones volgens het gewestplan en agrarisch gebied niet in gebruik door landbouw)
Op basis van de inventaris van de VLM, die opgemaakt werd in 2001, kan afgeleid worden dat de landbouw een belangrijk aandeel heeft in het gebruik van de open ruimte. Landbouw in diverse vormen komt verspreid over het grondgebied van de gemeente voor. Er kan bovendien afgeleid worden dat voornamelijk in het zuidelijk en westelijk deel van de gemeente aan fruitteelt wordt gedaan. Weilanden komen veelal voor in de beekvalleien en op vochtigere plaatsen in de gemeente. Voornamelijk aan de oostelijke zijde van Alken bleven de percelen kleinschaliger. Uit de enquête blijkt dat 60% van de gronden die horen bij de Alkense landbouwbedrijven zich effectief op grondgebied van de gemeente Alken bevinden. 40% van de gronden liggen in andere gemeenten. Door de inventaris van de VLM op het gewestplan te projecteren, krijgen we een beeld van de agrarische gebieden op het gewestplan die niet (meer) gebruikt worden door de landbouw. (zie kaart 39: agrarisch gebied, niet in gebruik door landbouw) Ruimtelijk gaat het over vrij veel percelen die verspreid over de gemeente liggen. Concentraties zijn terug te vinden ter hoogte van de Mombeekvallei, Groot Peteren en de Lampse Beemden. Dit is te verklaren door de hogere natuurwaarden die zich hier bevinden. Anderzijds kunnen we ook nagaan op welke plaatsen landbouw actief is binnen niet-agrarische gebieden op het gewestplan. (zie kaart 38: landbouwactiviteiten in niet geëigende zones volgens het gewestplan) Het grootste gebied betreft hier het bedrijventerrein Brouwerij uitbreiding dat tot nog toe niet gerealiseerd is. Verder gaat het voornamelijk om nog niet bebouwde percelen in de woonlinten (woongebied met landelijk karakter) en enkele gebiedjes in de vallei van de Herk en Mombeek.
3.5.2 Situering van landbouwbedrijven in de gemeente (zie kaart 36: situering landbouwbedrijven)
De landbouwbedrijven (zowel landbouw, tuinbouw in hoofdberoep als nevenberoep) bevinden zich verspreid over de hele gemeente Alken. Meestal situeren ze zich in de typische lintbebouwing; slechts sporadisch zijn
, Afd. Ruimtelijke Planning
88
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
landbouwbedrijven terug te vinden in de bebouwde kernen Alken, St.-Joris en Terkoest. In totaal zijn er in Alken 138 landbouwbedrijven. Hiervan is 31% een landbouwbedrijf in hoofdberoep, 23% een tuinbouwbedrijf in hoofdberoep en 46% (of bijna de helft) een land- of tuinbouwbedrijf in nevenberoep. In de ruimtelijke spreiding van de landbouwbedrijven is geen éénduidig patroon te herkennen. Er kan enkel gezegd worden dat wat betreft landbouwbedrijven in nevenberoep er zich meer bevinden ten zuidoosten van de N80 dan ten noordwesten ervan.
Tabel: Aard van de bedrijven: Aard van bedrijf
Aantal in %
Melkvee
5
Varkens
5
Vleesvee
7
NET
3
(niet eetbare land- en tuinbouwproducten)
Fruit
32
Thuisverkoop
2
Gemengd bedrijf
44
andere
2
Wat betreft land- en/of tuinbouwbedrijven die zich in één tak gespecialiseerd hebben, zijn de fruittelers duidelijk in de meerderheid met 32%. Gemengde bedrijven vormen het grootste aandeel binnen de landbouwbedrijven (44%). Niet-grondgebonden bedrijven komen slechts weinig voor. Voor 14% van de landbouwbedrijven wordt naar de toekomst een opvolging gegarandeerd; 14% weet het nog niet. 21% heeft met zekerheid geen opvolging. Van de overige bedrijven zijn de bedrijfsleiders jonger dan 50 jaar en stelt zich dit probleem nog niet.
Uit deze cijfers kan afgeleid worden dat de Alkense landbouwers vrij jong zijn en landbouw een dynamisch karakter heeft. Dit betekent dat de sector landbouw nog lang een groot impact heeft op de open ruimte en het landschapsbeeld van de gemeente.
3.5.3 Bestaande agrarische structuur (zie kaart 37: bestaande agrarische structuur)
De landbouwgebieden worden op de meeste plaatsen doorsneden door de typische lintbebouwing die het Alkens landschap kenmerkt. Dit maakt dat er niet gesproken kan worden van grote, aaneengesloten landbouwgebieden. Toch kunnen we zeggen dat de belangrijkste landbouwgebieden zich situeren op de plateaus tussen de beekvalleien (d.w.z. op de hoger gelegen delen van Alken). De landbouwgebieden in het zuiden en westen van de gemeente hebben een
, Afd. Ruimtelijke Planning
89
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
grootschalige perceelsstructuur en worden in hoofdzaak gebruikt in functie van fruitteelt en weiland en in het zuiden ook akkerland. Het landbouwgebied in het oosten daarentegen, heeft eerder een kleinschaligere structuur en bestaat voornamelijk uit weilanden. Door de aanleg van de spoorweg en de N80, parallel aan de steenweg HasseltSt.-Truiden, en de verdere dichtslibbing van de steenweg door lintbebouwing, werden delen van het landbouwgebied afgesneden. Op die plaatsen komen, wat we kunnen noemen, ingesloten landbouwgebieden voor. Op een aantal plaatsen in de gemeente, meestal op vochtigere delen, kregen kleine landschapselementen meer kans om zich te ontwikkelen, of waren de gronden niet goed genoeg om in te richten voor grootschalige landbouwpercelen. Meestal worden deze gronden ook gebruikt als weiland. Er kan hier gesproken worden van een sterke verweving van natuurlijke (ecologische) elementen en landbouw. Deze landbouwgronden situeren zich voornamelijk rond het kasteel Saren in Terkoest, in de omgeving van het kasteel Brandenpoel en de Lampse Beemden in het zuidwesten van de gemeente, ter hoogte van het Eikenbosje en in de omgeving van Groot Peteren. Ter hoogte van de valleien komt landbouw voornamelijk voor onder de vorm van weiland omwille van de vochtigheid.
, Afd. Ruimtelijke Planning
90
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.6 T OE R IS TIS CH - RE CRE AT IEVE S TR UC T UUR (zie kaart 40: bestaande recreatieve structuur)
3.6.1 Aanbod aan recreatieve infrastructuren Het huidige aanbod aan recreatieve infrastructuren wordt verduidelijkt in onderstaande tabel. INRICHTING Nr.
Oefenplaats
Activiteit
ledenaantal
1
Eikendreef
Voetbal, VCT Terkoest
2
St.-Jorisstraat
Voetbal, Joris
3
Koutermansstraat
4
GWP
Opp.
recreatiegebied
2,8 ha
Deels recreatiegebied, deels agrarisch gebied (hieromtrent wordt een BPA opgesteld)
1,2 ha
Recreatiedomein, De Alk: speeltuin, verkeerspark, minigolf, basket, tennis, skateveld, zwembadje, hondenclub, atletiekpiste
recreatiegebied
8,5 ha
Langveldstraat
Sportterreinen, Langveld
Zone voor sport en spel binnen het BPA “Langveld”
1,1 ha
5
Leemkuilstraat
Voetbal KWS
Agrarisch gebied
1,9 ha
6
Wilgenlaan
Jeugdbeweging, Joento
8
Schoolstraat
9
Eendracht
St.-
147
Recreatiegebied
Jeugdbeweging, Scouts
145
Zone voor openbare bestemming
Motstraat
Jeugdbeweging, VKSJ
66
Zone voor openbare bestemming
10
Hoogdorpstraat
Jeugdbeweging, Jokadi
103
Zone voor openbare bestemming
11
Dorpsmolen
Chiro Mikado
80
woongebied
JOC De Molen
111
Jeugdharmonie
57
, Afd. Ruimtelijke Planning
Chiro
220
Chiro
91
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
12
Weyerstraat
Visvijver
Landschappelijk waardevol agrarisch gebied
1,0 ha
13
Motstraat
Manège
Recreatiegebied
0,2 ha
14
Rijdreef
Manège Allius
recreatiegebied
2,2 ha
15
Meerdegatstraat (aan de spoorweg)
Visvijver
Zone voor openbare bestemming
0,6 ha
16
Pastoriestraat
Visvijver
Zone voor openbaar nut
0,7 ha
INFRASTRUCTUUR Nr .
Oefenplaats
Activiteit
1
Eikendreef
Voetbal, Terkoest
2
St.-Jorisstraat
Voetbal, Eendracht Joris
Buitenterrein
Binnen
Gebouwen
terrein
VCT
aanwezig 1
1: kantine, keuken, kleedkamers, bergruimte
St.-
1staantribune, dug-outs 3
Koutermansstraat
Recreatiedomein, De Alk: speeltuin, verkeerspark, minigolf, basket, tennis, skateveld, zwembadje, pagclub, atletiekpiste
1
Nieuwe sporthal met 2 zalen
4
Langveldstraat
Sportterreinen, Langveld
2
tennishal
5
Leemkuilstraat
Voetbal KWS
6
Wilgenlaan
Jeugdbeweging, Chiro Joento
8
Schoolstraat
Jeugdbeweging, Scouts
9
Motstraat
Jeugdbeweging, VKSJ
, Afd. Ruimtelijke Planning
parking
2
2 aanwezig
Kantine, kleedkamers, bergplaatsen, overdekte staantribune, dug-outs Kantine, kleedkamers
92
aanwezig
aanwezig 1 4 aanwezig
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
10
Hoogdorpstraat
Jeugdbeweging, Chiro Jokadi
11
Dorpsmolen
Chiro Mikado
DEEL I INFORMATIEF DEEL
molen
JOC De Molen Jeugdharmonie 12
Weyerstraat
Visvijver
vijver
13
Motstraat
Manège
Overdekte hoefslag
aanwezig
14
Rijdreef
Manège Allius
Overdekte hoefslag
aanwezig
15
Meerdegatstraa t (aan de spoorweg)
Visvijver
vijver
16
Pastoriestraat
Visvijver
vijver
medegeb ruik
De totale oppervlakte aan recreatiegebied voorzien in het gewestplan bedraagt 26,6 ha, verspreid over de kernen Alken, St.-Joris en Terkoest. In werkelijkheid wordt een totale oppervlakte van 20,2 ha gebruikt voor recreatieve doeleinden. Alken heeft een goed uitgebouwde sportinfrastructuur met in elke kern voorzieningen. De sportterreinen zijn voornamelijk geconcentreerd gelegen in de bebouwde structuur. Slechts enkele kleinere infrastructuren als visvijvers situeren zich in de open ruimte. De 6,4 ha aan recreatiezone die niet gebruikt wordt (verhouding tussen oppervlakte voorzien in het gewestplan en werkelijk gebruikte oppervlakte) situeert zich in voornamelijk in de bebouwde kernen, waarbij het meest in de kern Alken (in het recreatiedomein De Alk).
3.6.2 Sport- en recreatiezones De belangrijkste sport- en recreatiezones zijn:
3.6.2.1 Recreatiedomein de Alk Het recreatiedomein de Alk bevindt zich aan de oostelijke zijde van de kern Alken, in de vallei van de Herk. Dit domein herbergt een speeltuin, die nogal wat bezoekers vanuit de omliggende gemeenten aantrekt, een sporthal, tennisvelden, basketterreinen, een skateramp, hondenclub, atletiekpiste, manège, … Dit is het belangrijkste en tevens grootste recreatiedomein in de gemeente. De aanwezige infrastructuur bevindt zich geheel in een recreatiezone op het gewestplan en bovendien is deze recreatiezone nog niet volledig ontwikkeld. De vallei van de Herk vormt voor deze zone een belangrijk ruimtelijk structurerend element.
3.6.2.2 Sportveld Langveld Dit sportveld bevindt zich in het noordwesten van Alken aansluitend bij de wijk Langveld. De terreinen worden ontsloten via de Langveldstraat. Momenteel
, Afd. Ruimtelijke Planning
93
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
bestaat de infrastructuur uit een tennishal, een trapveld, … . Het beheer gebeurt door de sportclubs. Op deze plaats kan gesproken worden van een sportinfrastructuur op niveau van de kern, die ook verweven is met de kern via voetwegen en geïntegreerd werd in de dorpsrand.
3.6.2.3 VCT Terkoest Deze voetbalterreinen liggen in het zuidoosten van de woonkern Terkoest en worden aan de achterzijde ruimtelijk begrensd door een bosje. De terreinen worden ontsloten via de Beukenlaan. Aansluitend aan deze infrastructuur ligt het lokaal van Chiro Joento. Op deze plaats kan gesproken worden van een sportinfrastructuur op niveau van de kern, die ook verweven is met de kern via voetwegen en geïntegreerd werd in de dorpsrand.
3.6.2.4 Eendracht St.-Joris De voetbalterreinen bevinden zich ten noordwesten van de kern, net over de spoorweg en worden ontsloten via de St.-Jorisstraat. De spoorweg scheidt deze sportzone van de school die aan de andere zijde van het spoor gelegen is, net zoals de eigenlijke kern van St.-Joris. De sportinfrastructuur van St.-Joris bevindt zich, net zoals in Terkoest, aan de rand van de kern, maar aan een integratie in de rand werd hier minder gewerkt.
3.6.2.5 Voetbal KWS Deze voetbalterreinen zijn in het zuidoosten, midden in de open ruimte, gesitueerd. Ze bevinden zich tussen de Leemkuilstraat en de Rechtstraat. De ontsluiting ervan gebeurt via een onverharde insteekweg die uitkomt in de Leemkuilstraat. Deze terreinen zijn volledig zonevreemd gelegen.
3.6.2.6 Jeugdvoorzieningen De gemeente Alken heeft een sterke jeugdwerking. Elke kern heeft minstens één jeugdbeweging. Het centrum van Alken heeft er drie. Al deze verenigingen zijn op een verschillende plaats gehuisvest, in en op min of meer goede locaties en gebouwen. Bovendien maken zij gebruik van openbare speelterreinen. Mede door hun activiteiten wordt de binding van inwoners met hun gemeente versterkt.
3.6.3 Toeristische elementen Op vlak van toerisme heeft de gemeente enkele troeven:
3.6.3.1 Het Haspengouws landschap Het typisch Vochtig Haspengouws Landschap, dat gekenmerkt wordt door kastelen en kasteelparken, boomgaarden, padenstructuren, … trekt fietsers en
, Afd. Ruimtelijke Planning
94
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
wandelaars vanuit de wijde omgeving aan. Alken vormt op vlak van dit landschap een schakel binnen de Haspengouwse regio. Bovendien bevindt Alken zich centraal tussen de steden Hasselt, St.-Truiden en Tongeren, hetgeen een bijkomende aantrekking op vlak van recreatief medegebruik geeft.
3.6.3.2 De Brouwerij De Brouwerij, als typisch element van Alken, heeft naast een grote tewerkstelling voor Alken, ook een toeristisch functie. De gemeente Alken is bekend omwille van haar brouwerij. Geïnteresseerden kunnen een bezoek brengen, al dan niet gekoppeld aan een fietsroute of een wandeling in de gemeente of regio.
3.6.3.3 Recreatiedomein de Alk Het recreatiedomein de Alk biedt niet alleen sportmogelijkheden voor de inwoners van Alken. Door haar ontwikkeling als recreatie”park”, met een speeltuin, visvijvers, fietsparcour, zandbakken, … trekt deze infrastructuur ook dagjestoeristen aan vanuit de omgeving. Bezoeken aan de speeltuin, … worden al dan niet gekoppeld aan een wandeling of een fietsroute in de streek.
, Afd. Ruimtelijke Planning
95
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
3.7 V E R KE E R S
EN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
VERVOERSSTRUCTUUR
(CF.
MO B IL IT E I TS PL AN ) (zie kaart 41: bestaande verkeersstructuur)
3.7.1 Bestaande ruimtelijke structuur De gemeente Alken is reeds gestart met de opmaak van een mobiliteitsplan, fase 2 is onlangs afgerond. Een deel van de hieronder beschreven analyse van de bestaande toestand komt uit verschillende studies opgemaakt door LibostGroep NV1, in het kader van het mobiliteitsplan.
3.7.1.1 Autoverkeer De autosnelweg E313/A13 ligt iets ten noorden van de gemeente. Deze zorgt voor een snelle verbinding met Antwerpen en Luik. Via de verkeerswisselaar te Lummen kan overgeschakeld worden op E314/A2. Hierdoor zijn Leuven en Brussel te bereiken. In de andere richting gaat het via Genk naar Nederlands Limburg en Aken. Op regionaal schaalniveau worden Hasselt en Sint-Truiden met elkaar verbonden door de infrastructurenbundel die Alken doorkruist van het noordoosten naar het zuidwesten en vormt de hoofdwegenstructuur in Alken. Deze wordt gevormd door de expresweg (N80), de spoorweg (lijn 21) en de steenweg (N722). Deze bundel houdt totaal geen rekening met de bestaande natuurlijke structuur. De historische wegenstructuur daarentegen richtte zich volkomen naar de valleien; Alken – Wimmertingen, Alken – Stevoort en Alken – Hasselt.
De belangrijkste weg is de N80 Hasselt – Namen, aangezien deze geselecteerd is als primaire weg II (RSV) betekent dit dat het een weg is die weinig participeert in de lokale verkeersafwikkeling. Alken heeft drie aansluitingen: Meerdegatstraat, Hendrikstraat en Wolfstraat. De Steenweg (N722) is de oude verbindingsweg van Hasselt over SintLambrechtsherk naar Sint-Truiden. Uit de verkeersstudie (1989) bleek dat er nog te veel verkeer op de Steenweg reed dat in feite de N80 zou moeten gebruiken. Door de aanleg van een doortocht (zoals in Sint-Lambrechtsherk) zal het doorgaande verkeer bemoeilijkt en ontmoedigd worden. Minder duidelijk aanwezig is de gewestweg, noordwest-zuidoost georiënteerd, gevormd door de O.L.Vrouwstraat – Stationsstraat – Motstraat – Snoekstraat (N754). Deze weg verdeelt de kern Alken-centrum in twee en zorgt voor de verbinding Stevoort – Terkoest – Alken – Wellen – Borgloon.
1
Actieplan Verkeer en Vervoer, Libost-Groep NV, 1998 Mobiliteitsplan – Fase 1: Oriëntatienota, Libost-Groep NV, 1999 Mobiliteitsplan – Fase 2: opbouw van het plan; deelrapport: Resultaten bijkomend onderzoek, Libost-Groep NV, 2003 Mobiliteitsplan – Fase 2 : opbouw van het plan; deelrapport: Scenario’s, Libost-Groep NV, 2003
, Afd. Ruimtelijke Planning
96
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De verschillende wijken van Alken laten een verschil aan stratenpatroon zien. De belangrijkste toegangswegen van de aangrenzende gemeenten naar Alkencentrum lopen radiaal naar de kern toe. Sint-Joris en Terkoest hebben in tegenstelling tot Alken-centrum geen radiale toegangswegen. Het stratenpatroon laat duidelijk een recentere nederzetting zien. Voor het overige bestaat het wegennet uit gemeentewegen die in een aantal gevallen de verbindingsweg vormen tussen de deelkernen onderling of met naburige gemeente(n) Op lokaal niveau vormt de Grootstraat de oostelijke uitvalsweg die Alken verbindt met Wimmertingen en de N20 Hasselt-Tongeren. De Meerdegatstraat functioneert gedeeltelijk als omleidingsweg voor het verkeer dat uit het zuiden en het oosten komt. De Leemkuilstraat zorgt voor een belangrijke verbinding met de gemeente Wellen. Deze route wordt veelvuldig gebruikt door vrachtverkeer (vanaf industrieterrein Wellen). …
3.7.1.2 Openbaar Vervoer De spoorlijn 21 (Landen – Sint-Truiden – Hasselt) vormt een onderdeel van de “infrastructurenbundel”. Alken beschikt over een opstapplaats op deze lijn. Door de week wordt Alken bediend met een uurfrequentie richting Hasselt en SintTruiden met spitsversterking (afhankelijk van de richting 1 / 2 uur-dienst tussen 68 en 16-19 uur). Vanuit Hasselt of Sint-Truiden/Landen kan worden overgestapt naar interregionale lijnen (Brussel/Leuven/Luik te Landen – Genk/Tongeren/Diest/Aarschot/Antwerpen te Hasselt). Tijdens het weekend is er echter geen bediening. De spoorlijn 21 tussen Hasselt en Sint-Truiden bestaat slecht uit een enkelspoor. De NMBS voorziet op korte termijn geen uitbreiding van de spoorlijn naar dubbelspoor, wat uiteraard beperkingen met zich meebrengt inzake de frequentie en dienstverlening. Alhoewel dit als prioritaire investering door het Ruimtelijk Structuurplan Limburg naar voor wordt geschoven en het dubbelspoor Genk – Alken reeds gerealiseerd is, voorziet de NMBS op korte termijn geen uitbreiding. Ondanks de gunstige ligging van het bedrijventerrein “de kolmen” is goederenoverslag vandaag niet meer mogelijk te Alken. De functie van goederenvervoer werd reeds jaren terug opgeheven. Noch voor de NMBS, noch voor de bedrijven is spoorvervoer hier momenteel rendabel.
In Alken exploiteert de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn verschillende buslijnen: Buslijn H2 (stadsdienst Hasselt): Kiewit – Hasselt – St.Lambrechtsherk – Alken/Terkoest Buslijn 3: Hasselt – Wellen – Borgloon – Heers Buslijn 5: Hasselt – Stevoort – Sint-Truiden Buslijn 21a: Hasselt – Sint-Truiden – Landen Buslijn 30sc: Sint-Truiden – Herk-de-Stad Belbus 700: Alken – Wellen Het openbaar vervoer kent in Alken een redelijke bediening, met uitzondering van enkele woongebieden / linten welke zich afzijdig ten opzichte van de
, Afd. Ruimtelijke Planning
97
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Alkense structuurwegen bevinden. Het dekkingspercentage bedraagt 97,3%. Dit zegt evenwel niets over de gewenste frequenties van de bussen volgens het decreet op de basismobiliteit. Daarbij komt dat de onderlinge verbinding tussen de drie kernen van Alken in principe enkel verzorgd wordt met lijn 5, doch deze heeft een beperkte frequentie. In het algemeen kan worden gesteld dat de oriëntatie van het openbaar vervoer is afgestemd op de buursteden Hasselt en Sint-Truiden, via de N722. Gelegen langs een gewestweg (N754) kent het station van Alken een beperkt voor- en natransport met de bus. Het station wordt bediend door de lijnen: 5, 21a, 30sc en de belbus. Er kan dus worden gesteld dat het station slechts in beperkte mate een openbaar vervoer knooppunt vormt. Lijnverknoping vindt wel plaats op de kruising van de N754 met de N722.
3.7.1.3 Langzaam Verkeer Het toeristisch fietsroutenetwerk Limburg – Haspengouw is in 2002 afgewerkt. Oost en west vormen nu één groot fietsgebied van ca. 570 km. Toerisme Limburg heeft een fietsroute-netwerk opgezet. Het functionele fietsroutenetwerk in Alken is zeker nog niet optimaal. De omvang ervan is eerder beperkt. De fietsvoorzieningen beperken zich tot de belangrijkste wegen N722 Steenweg en N754 O.L.Vrouwstraat – Stationstraat – Motstraat, een aantal wegen in Alken centrum en de Heiligenbornstraat in SintJoris. Daarbij komt nog dat slechts een deel hiervan als goede, kwaliteitsvolle fietsvoorzieningen in aanmerking komen. Ook verdere aansluitingen buiten de gemeentegrenzen laten soms te wensen over. Andere wegen met hoogwaardige fietsvoorzieningen zijn: Leemkuilstraat, Meerdegatstraat, centrum (Dorpsstraat – Hoogdorpsstraat – Papenakkerstraat), O.L.Vrouwstraat en een deel van de Stationstraat en de Heiligenbornstraat. De Langveldstraat is voorzien van fietssuggestiestroken. Ook het voetgangersverkeer in Alken is niet voldoende uitgerust. In de centra (Alken-centrum, Sint-Joris, Terkoest) zijn bijna overal voetpaden aangelegd, evenwel niet overal aan beide zijden van de weg. Tevens is er een gebrek aan voldoende veilige oversteekvoorzieningen.
3.7.2 Reservatiestroken Op het gewestplan wordt een reservatiestrook voorzien voor een verbindingsweg tussen Hasselt en Borgloon. Over de ontwikkeling van deze weg bestaat momenteel nog steeds onduidelijkheid. De weg werd alleszins niet geselecteerd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen noch in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg.
, Afd. Ruimtelijke Planning
98
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
3.8 S YNTHES E BES T AA NDE R U IMTE L IJ KE STR UC TUU R 3.8.1 Globale ruimtelijke structuur (Zie kaart 42: bestaande ruimtelijke structuur)
Alken bestaat uit één hoofdkern, Alken; twee deelkernen, St.-Joris en Terkoest en een aantal aan elkaar geregen gehuchten. Centraal in de gemeente bevindt zich Alken-centrum. Deze kern is op morfologisch vlak te onderscheiden van de andere kernen door een meer aaneengesloten bebouwing en meer differentiatie in woontypologiën. Het dorpsbeeld wordt bepaald door afwisseling van wonen, handelspanden, diensten, pleintjes, publieke ruimten en een dichter stratennet. De bedrijfsgebouwen van de brouwerij beheersen een deel van het centrum. Aansluitend aan Alken-centrum bevindt zich het industrieterrein de Kolmen dat ruimtelijk begrensd wordt door de N80 en de spoorweg. Sint-Joris en Terkoest, zijn sinds de jaren zestig pas echt uitgebouwd en worden dan ook grotendeels gekenmerkt door de aanwezigheid van wijkstructuren. Er zijn nog verschillende kleinere gehuchten in Alken die zich kenmerken door een kleine historische concentratie van gebouwen (Buls, Hulsen, Wolfke, Kruistraat). Deze concentraties zijn echter helemaal opgenomen in de lintbebouwing. Vakwerkhoeves komen nog verspreid in de gemeente voor. De bebouwing is - door de lintbebouwing - ruimtelijk dominant. Op sommige plaatsen zijn er nog linten die niet aaneengesloten zijn en waartussen contact met de open ruimte aanwezig is. In de open ruimte, die verscholen ligt achter de lintbebouwing, zijn de valleien de dragers van de opgaande groenstructuur (meestal populierenaanplantingen). Alleen in Groot Peeteren (Waterkant) en in overgangsgebieden naar de gemeente Wellen en gemeente Kozen is de ruimte minder bebouwd en wegoverschrijdend. De open ruimte in Alken is eerder een grootschalige binnenruimte tussen de lintbebouwing. In deze open ruimte bevinden zich goed geschikte landbouwgronden. De laatste jaren wordt meer en meer fruit aangeplant ten koste van akkerbouw. De veehouderij blijft constant. Natuurlijke elementen zijn eerder terug te vinden in de valleien die nog steeds bepalend zijn voor de ruimtelijke structuur van de gemeente (bebouwingspatroon, lokale wegenstructuur). Deze valleien worden verlaten door de landbouwers. Ten oosten van Alken-centrum (Meerdegat, Waterkant, Buls) en in Sint-Joris is het landschap kleinschaliger. Bomenrijen en populierenaanplantingen komen er ook buiten de valleizones voor. Hier en daar zijn nog resten te vinden van heggen en zelfs houtkanten. Rond Terkoest en in het zuiden van de gemeente is het landelijk gebied meer open dan elders in de gemeente. De laagstamfruitboomgaarden zijn opvallend aanwezig. De verkeerstructuur wordt hoofdzakelijk bepaald door de bundel van infrastructuren (N80, spoorweg en steenweg) die dwars doorheen de gemeente loopt en een ruimtelijk scheidend element vormt. Belangrijk als landschapskundig element zijn de kasteelparken en -domeinen. Hier bleef het bos veelal gespaard van landbouwintensifiëring (het bos en het kasteelpark aan het kasteel Leva, de kasteelparken van kasteel Rode Poel en
, Afd. Ruimtelijke Planning
99
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
kasteel Brandepoel en vooral het natuur- en bosgebied in de buurt van het kasteel Groot Peeteren). Naast deze kastelen vormen nog andere elementen uit het cultuur-historisch patrimonium een wezenlijk onderdeel van het landschap. In Alken zijn zo te vermelden de Sint-Aldegondiskerk, de oude gebouwen van de brouwerij, de verscheidene kapelletjes zoals de Sint-Joriskapel, de watermolen in Terkoest, de oude vakwerkhoeves.
3.8.2 Interpretatie van de bestaande ruimtelijke structuur: ruimtelijk samenhangende gebieden Op basis van de analyse van de bestaande ruimtelijke en fysische structuur, de morfologische ontwikkeling van bebouwde en niet-bebouwde gebieden, het huidig grondgebruik en de landschappelijke kenmerken van de gemeente, kunnen een aantal gebieden aangeduid worden waarvan we kunnen zeggen dat ze “ruimtelijk samenhangen”. Elk gebied heeft een andere morfologische en fysische structuur.Het gaat om volgende deelgebieden: 1. bebouwd centrum van Alken 2. Rasterlandbouwlandschap 3. valleistructuur Mombeek 4. Alken-Oost 5. Herkvallei
Deelgebied 1: bebouwd centrum van Alken Dit gebied wordt gekenmerkt door eerder dichtbebouwde zones zowel in het centrum van Alken als op het industrieterrein de Kolmen. Binnen dit ruimtelijk geheel bevinden zich verschillende centrumfuncties waaronder verdicht wonen, bedrijvigheid (de Kolmen, de brouwerij, verspreidliggende bedrijfjes,… ),
, Afd. Ruimtelijke Planning
100
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
recreatie (De Alk), voorzieningen (scholen, … ), handel, natuur (Herkvallei) en landbouw (randen van het woongebied). Dit gebied wordt ruimtelijk ondersteund door de Herkvallei die er dwars doorheenloopt.
Deelgebied 2: rasterlandbouwlandschap In dit deelgebied bevinden zich de kernen St.-Joris en Terkoest. Naast deze concentraties van bebouwing wordt de deelruimte sterk bepaald door lintbebouwing, waardoor zij erg versnipperd wordt. Achter deze bebouwingslinten bevinden zich meestal kleinschalige achterliggende open ruimten met landbouw en natuurrelicten. In deze deelruimte wordt landbouw als het ware afgewisseld met wonen, behalve rond de kernen van St.-Joris en Terkoest waar het wonen primeert. Dit rasterlandschap loopt in westelijke richting over naar Nieuwerkerken.
Deelgebied 3: valleistructuur Mombeek Dit deelgebied vormt door haar valleistructuur een grens met Hasselt. Ze is vrijwel onbebouwd. De hoofdfunctie in deze deelruimte is natuurontwikkeling, bosbouw en – aan de rand - landbouw. De vallei is vooral herkenbaar door de opgaande groenstructuren van de populieraanplantingen en her der de resterende houtkanten. In Alken is de vallei relatief vlak. Aan de Hasseltse kant heeft de Mombeek een valleiflank uitgeschuurd met een opvallend hoogteverschil van ongeveer 30 m.
Deelgebied 4: Alken-Oost Dit deelgebied bevindt zich in het oosten van de gemeente. Het wordt net zoals het rasterlandbouwlandschap gekenmerkt door lintbebouwing en is bijgevolg ruimtelijk vrij versnipperd. Toch kan hier gesteld worden dat het landschap (omgeving Groot Peteren) kleinschaliger is als dat van het rasterlandbouwlandschap. In dit deelgebied bevinden zich ook meer kleine landschapselementen.
Deelgebied 5: Herkvallei De vallei van de Herk kan, omwille van haar valleistructuur, als een apart deelgebied beschouwd worden. De vallei is echter het meest herkenbaar en ook waardevol in het zuiden van de gemeente, aansluitend op Wellen. Ter hoogte van het centrum van Alken wordt de valleirand intensiever gebruikt door centrumfuncties als recreatie, wonen, publiek domein, bedrijvigheid, …
, Afd. Ruimtelijke Planning
101
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
4.
DEEL I INFORMATIEF DEEL
RUIMTE BEHOEFTE N, PROG NOSES EN TRENDS
4.1 R AM IN G V A N DE W ON I N GBE H OE F TE 4.1.1 Berekening van de kwantitatieve woningbehoefte 4.1.1.1 De demografische deelbehoefte De demografische behoefte is de belangrijkste deelbehoefte die zich baseert op twee prognoses. Vertrekpunt voor de verdere berekeningen zijn de bevolkingsaantallen en het aantal gezinnen geregistreerd in 1992 en de bevolkings- en gezinsprognose voor de diverse peiljaren. De bevolkings- en gezinsprognose werd berekend op basis van de ontwikkeling van de eigen bevolking. Hierbij werd dus geen rekening gehouden met een positieve of negatieve migratie. Op basis van de gezinstoename wordt de jaarlijkse demografische behoefte voor de gemeente berekend.
De totale demografische behoefte voor de periode 1992-2007 bedraagt 644 wooneenheden. Tabel 10 Demografische deelbehoefte – gesloten prognose Basisjaar 1992 jaar
inwoners
gezinsgrootte
gezinnen
1992
10.266
2,90
3.545
1997
10.526
2,82
3.737
192
2002
10.693
2,68
3.991
254
2007
10.755
2,57
4.189
198
1992-2007
verloop
644
Basisjaar 2002 jaar
inwoners
gezinsgrootte
gezinnen
2002
10.974
2,68
4.096
2007
11.061
2,57
4.309
213
2012
11.062
2,47
4.475
167
2017
10.984
2,42
4.545
70
2002-2017
verloop
450
4.1.1.2 De woningmutatiereserve Om de mobiliteit op de woningmarkt te waarborgen is er behoefte aan vacante leegstaande woningen. Deze vacante woningen dienen van voldoende goede
, Afd. Ruimtelijke Planning
102
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
kwaliteit te zijn om de frictie van verhuizingen op te vangen. Voor de berekening van de leegstand voor de toekomst wordt de demografische behoefte per periode vermeerderd met 2,5 %. Dit is de norm gehanteerd in buitengebied gemeenten waar een migratiedruk waarneembaar is.
4.1.1.3 Globaal overzicht woningbehoefteraming De totale woningbehoefte in de gemeente wordt berekend op basis van de demografische behoefte en de woningmutatiereserve. De sommering van deze deelbehoeftes geeft voor de gemeente Alken een kwantitatief aantal van 660 wooneenheden voor de periode 1992-2007. Tabel 11 : Gemeente Alken - woningbehoefteraming Gemeente Alken
1992-1997
1997-2002
2002-2007
totaal
192
254
198
644
W oningmutatiereserve 2,5%
5
6
5
16
Totale behoefte 1992-2007
197
260
203
660
2002-2007
2007-2012
2012-2017
totaal
213
167
70
450
W oningmutatiereserve 2,5%
5
4
2
11
Totale behoefte 2002-2017
218
171
72
461
Demogragische behoefte (gesloten prognose 1992)
Gemeente Alken Demogragische behoefte (gesloten prognose 2002)
4.1.2 Kwantitatieve woningbehoefte – een vergelijking 4.1.2.1 Kwantitatieve woningbehoefte Structuurplan Vlaanderen
vanuit
het
Ruimtelijk
In het “Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen” is er een prognose gemaakt naar de behoefte aan bijkomende woningen tussen 1992 en 2007. Voor de provincie Limburg wordt de behoefte aan bijkomende wooneenheden vastgesteld op 67.524, te realiseren voor minimaal 57% in stedelijk gebied en voor maximaal 43% in het buitengebied. Deze verhouding komt overeen met de verhouding van de woningvoorraad in 1991 tussen de gemeenten die geheel of gedeeltelijke gelegen zijn in stedelijke gebieden en de gemeenten in buitengebieden.
4.1.2.2 Kwantitatieve woningbehoefte Ruimtelijk Structuurplan
vanuit
het
Provinciaal
Voor de structuurondersteunende kleinstedelijke gebieden, de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau en voor de gemeenten gelegen in het buitengebied bepaalt het provinciaal ruimtelijk structuurplan het aantal bijkomende woongelegenheden tot op het niveau van de gemeente. De
, Afd. Ruimtelijke Planning
103
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
verdeling naar de hoofddorpen en woonkernen zal in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan verfijnd moeten worden. Voor de gemeenten gelegen in het buitengebied wordt, voor de periode 19922007, de toename van het aantal woningen i.f.v. de locale bevolking geraamd op 31.989. Voor alle gemeenten in Limburg wordt, op basis van de natuurlijke groei, het aantal bijkomende woningen geraamd op 43.743 eenheden. Het aantal bijkomende woongelegenheden tussen 1992 en 2007 werd voor de gemeente Alken vastgesteld op 573 eenheden.
In haar richtinggevend gedeelte onderscheidt de provincie twee scenario’s inzake de verdeling van bijkomende woningen. Volgens scenario 1 wordt, voor alle gemeenten in het buitengebied, de invulling van de woningbehoefte voor de natuurlijke bevolkingsaangroei gewaarborgd. Volgens scenario 2 zal het afstemmen van de groei van het buitengebied op het ritme van de eigen woningbehoefte als principe behouden blijven. De provincie waarborgt de invulling van de woonbehoefte voor de natuurlijke bevolkingsgroei. Binnen dit scenario worden drie afwijkingsmogelijkheden voorzien. Een eerste afwijkingsmogelijkheid geeft Hamont-Achel, Lanaken, Riemst en Voeren de mogelijkheid om de buitenlandse woondruk op te vangen. Een tweede afwijkingsmogelijkheid heeft betrekking op specifieke doelgroepen. De derde afwijkingsmogelijkheid heeft betrekking op specifieke (voorbeeld)projecten. Het scenario 2 is van kracht wanneer de herziening van het RSV goedgekeurd is.
4.1.2.3 Evaluatie van de gerealiseerde woningbehoefte 1992-2002 Op basis van de werkelijke toename van het aantal huishoudens kunnen de prognoses geëvalueerd worden. Raming provinciaal ruimtelijk structuurplan: 573 woongelegenheden (1992-2007) Voor de verdeling van de woningbehoefte over de drie periodes van 5 jaar gaat men ervan uit dat de behoefte aan woningen het grootst is voor de eerste periode van vijf jaar en het kleinst in de derde periode. Procentueel wordt de behoefte verdeeld volgens de volgende verdeelsleutel: 1992-1997
37%
212
1997-2002
35%
201
2002-2007
28%
160
Voor de referentieperiode 1992-2002 komt dit neer op een totaal van 413 woongelegenheden. De berekening voor de gemeente Alken op basis van de bevolkings- en gezinsprognose en voor dezelfde referentieperiode, bedraagt 446 woongelegenheden (exclusief de frictieleegstand). De gemeente Alken kende tussen 1992 en 2002 een grotere werkelijke groei. De aangroei van het aantal huishoudens bedroeg 551 eenheden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
104
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
4.1.2.4 Behoefte aan sociale woningen De behoefte aan sociale woningen wordt opgesplitst in enerzijds een inhaalbehoefte om de Vlaamse en provinciale norm van 10% te realiseren en anderzijds een berekening van de toekomstige behoefte aan sociale woningen op basis van de woningbehoefte. De inhaalbehoefte is in principe het verschil tussen het huidig aantal sociale woningen en de streefnorm van 10% t.o.v. het totale woningbestand. In Alken bedraagt die bijsturing 211 sociale woningen. Inhaalbehoefte Sociale woningen tot 2002
behoefte 10%
197
Bijsturing 408
211
Toekomstige behoefte aan sociale woningen W aarvan sociale W oningbehoefte
woningen
2002-2007
203
20
2007-2012
171
17
2012-2017
72
7
totaal 2002-2017
446
45
Cijfers: eigen berekeningen Technum met basisjaar 1992 en 2002 (zie p. 103)
De toekomstige behoefte aan sociale woningen wordt berekend op de totale woningbehoefte per planperiode. Immers een gedeelte van de totale woningbehoefte zal ingevuld moeten worden om de nodige differentiatie in aanbod te realiseren. De totale woningbehoefte tot 2017 bedraagt 446 wooneenheden, hiervan zullen 45 eenheden gerealiseerd worden als sociale woning. Tot 2007 is er nog een behoefte aan 211 + 20 (inhaalbehoefte + toekomstige behoefte) = 231 sociale wooneenheden. Door de ontwikkeling van het gebied Langveld (wu1) voor sociale woningen, worden er hiervan reeds een groot deel gerealiseerd (zo’n 103 woningen aan 15 wo/ha).
4.2 R AM ING
VA N BEDR IJVE NTE RRE IN
DE
BE H OEF TE
AAN
B IJ K OME ND
Op basis van de inventaris van verspreidliggende bedrijven werd een eerste evaluatie gedaan om na te gaan of er bedrijven zijn die zich willen of moeten herlocaliseren. Bovendien blijkt uit deze evaluatie ook of er bedrijven zijn die in aanmerking komen om opgenomen te worden in een sectoraal BPA of RUP. Zie ook tabel: evaluatie zonevreemde bedrijven Alken.
, Afd. Ruimtelijke Planning
105
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Uit de evaluatie blijkt dat er mogelijk 7 bedrijven zijn die zullen verhuizen naar het bijkomend lokaal bedrijventerrein. Dit betekent een oppervlakte van zo’n 4,6 ha.
opp. / ha
Vrancken
Hakkeveldstraat
installatie
Danny / A.V.S
97
verwarming,
Techniek
van
klimaatregeling ventilatie,
1
en productie
polyester zwembaden Rein W ater
G&D
Haverenbosstraat
overige bouwinstallatie -
10
waterbehandeling
Oude Baan 60
bouwen
van
individuele
0,5
0,1
huizen - bepleistering van
Enkel kleine loods voor opslag materiaal en vrachtwagen nodig
gevels Marechal Erik
Vrijdaegsstraat
schrijnwerkerij
0,5
Steenweg 174
schrijnwerkerij
0,5
Klameerstraat 23
vervaardigen
15 Interior Construct bvba Geys enbergs
van
1
machines
momenteel gelegen in Zonhoven, maar wil verhuizen naar Alken, bedrijfszetel is reeds in Alken
Benny
Hoogsims estraat
Knaepen
40
dakwerken
1
op
dit
moment
gebruik,
loods
maar
van
ouders
geen
in
enkel e
rechtszekerheid / heeft ruimte nodig om materialen te stockeren en machines t e plaatsen 4,6
Max
Pels
Steenweg 109
Beton
vervaardiging van art. v. beton voor de bouw
4
goed gekeurd planologisch attest /
dit
bedrijf wil uitbreiden aansluitend aan het bestaand bedrijf (op eventuele uitbreiding van Kolmen tussen het spoor en d e steenweg)
Het bedrijf Max Pels bevindt zich op dit moment langs de steenweg. Omwille van uitbreidingsnood kreeg dit bedrijf eerder reeds een goedgekeurd planologisch attest. Dit bedrijf heeft een uitbreidingsnood van 4ha aansluitend aan de bestaande locatie.
Er is één transportbedrijf (Steuckers) dat ter plaatse wil uitbreiden (gelegen in de omgeving van het station, aan de overzijde van het industrieterrein De Kolmen).
, Afd. Ruimtelijke Planning
106
eerste evaluatie : er werd nog geen rekening gehouden met de vergunningstoestand en er werden nog geen gesprekken gevoerd met de betrokken bedrijven
vervaardiging van eet-, zit- & slaapkamermeubels schrijnwerkerij - glaszetten installatie v. verwarming, ventilatie,… slopen van gebouwen
Betonwerk Keupers - Keva Stone Tournel Ludo Steukers Vanhaeren Gilbert Maalderij Dehollogne - Dehoma Vrancken Danny / A.V.S Techniek Rein Water Martens Erik Frolam (B.M. Neon) Alka-Gas Gomala Imtech Daniels Willy Peeters Mobility Center Cremers Willy Jamar Valere G&D Jules Ketelslegers Bodal Oil Bouwwerken Jacobs en Loix Windmolders Romain Dakwerken Uitdebroeks Schrijnwerkerij Kerade Gerrits Valentin Max Pels Beton Knapen Gaston Langenaken Georges Punie P./ Schrijnwerkerij Bogaers Martens Jozef (Opel Martens Alken?) Vanhamel Peter Transport Debout Putzeys Luc Marechal Erik Janssen Steven
Brabantsestraat 21-21b43 Broosveldstraat 7 Broosveldstraat 12 Grootstraat 167 Grootstraat 199 Hakkeveldstraat 97 Haverenbosstraat 10 Heiligenbornstraat 21 Hendrikstraat 86 (86A) Hendrikstraat 98 Hendrikstraat 120 Hoogstraat 16 Klameerstraat 91 Kluisstraat 4 Meerdegatstraat 20A Oude Baan 60 Oude Baan 127 Pleinstraat 17 Hoogsimsestraat / Pleinstraat Pleinstraat 94 Pleinstraat 101 Sassenbroekstraat 7 Snoekstraat 13 Steenweg 109 Steenweg 146 Steenweg 390 Steenweg 289 Steenweg 298 Steenweg 383 Stoukstraat 28 Vliegstraat 90 Vrijdaegsstraat 15 Weyerstraat 11B Wolfstraat 68 Blekkenbergstraat 37 Lindestraat 58 Lindestraat 125 Lindestraat 228 Nachtegaalstraat 33 O.L. Vrouwstraat 52 Grootstraat 226 O.L. Vrouwstraat 190 Steenweg 170 Steenweg 174 Leemkuilstraat 150 Pleinstraat 29A Klameerstraat 23 Hoogsimsestraat 40
betonprodukten aanleg van spoorwegen, wegen, … goederenvervoer over de weg schrijnwerkerij groothandel in granen, zaden en diervoeders installatie van verwarming, klimaatregeling en ventilatie overige bouwinstallatie - waterbehandeling groothandel in motorvoertuigen ? vervaardiging neonverlichting groothandel in brandstoffen installatie v. verwarming, ventilatie,… onderhoud en reparatie van auto's onderhoud en reparatie van auto's schrijnwerkerij onderhoud en reparatie van auto's bouwen van individuele huizen - bepleistering van gevels grondverzet brandstoffen - petroleumprod. - tankstation aannemer woningbouw vervaardiging van schrijn- en timmerwerk dakbedekking en bouw van dakconstructies schrijnwerkerij bewerken van natuursteen vervaardiging van art. v. beton voor de bouw kleinhandel in motorvoertuigen algemene bouwonderneming schrijnwerkerij onderhoud en reparatie van auto's vervaardiging van eet-, zit- & slaapkamermeubels goederenvervoer over de weg schilderwerken schrijnwerkerij elektrische installatie sproeisystemen - gereedschapswerktuigen stukadoorswerk onderhoud en reparatie van auto's
Automatic Spraying Systems / Penxten-Mommen
Jooken Mario Total-Leasing bvba Molens Punie - TMP International Gelade Eric Transport Vanderaerden Remi Boesmans Herwig D.S.V. Dakwerken Schijnwerkerij Vanderstraeten Dirix Gebroeders Alk-Reizen / Renaers Interior Construct bvba Schiffeleers Knapen Phyto & Machines Geysenbergs Benny Knaepen
Ruimtelijk-
Omgeving-
functioneel
Structureel
GEWESTPLAN
NIET IN ORDE
NEGATIEF
LW= landelijk woongebied
GEDEELTELIJK IN ORDE
NEUTRAAL
A= agrarisch gebied
IN ORDE, NIET NODIG
POSITIEF
ALW= agrarisch gebied, landschappelijk waardevol KMO-zone of gebied voor ambachtelijke bedrijven * = potentieel zonevreemd
CATEGORIE
voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
nabijheid waardevol landschap
visuele hinder
milieuhinder
inpasbaarheid in de omgeving
2 2 1/0A 1/2 1/2 0A 0A 1 2 2/0A 2 1 1/0A 1 1 0A 1/0A 1 2 1 1 1 1/0A 2 1 2 1/0A 1 1 1 1/0A 0A 1 1/0A 1 1 2 0A 1 1 1/2 1/0A 2 0A 1 1/2 0A 0A
W = woongebied
BEDRIJVEN DIE MOGEN BLIJVEN MAAR NIET MOGEN UITBREIDEN
SECTORAAL BPA FASE I
KMO+A LW+A LW+A LW* LW+ALW WU* LW + A* LW+A W+A LW+A LW+A LW* A LW+A LW* LW* A LW+A LW* LW+A LW+A A LW+A LW+KMO* LW+A LW+A LW+A LW+A LW* LW+A A WU A A A LW+A LW+A A A LW* LW+ALW LW+A LW+A LW* LW+A LW+A LW LW MILIEU-/BOUWVERGUNNING
BEDRIJVEN WORDEN IN DEZE FASE NIET OPGENOMEN Herlocatie Uitdoven Opnemen in fase 2
BEDRIJVEN MET BEPERKTE RUIMTELIJKE UITBREIDINGSMOGELIJKHEDEN: CATEGORIE 2: TOEGELATEN ACTIVITEITEN WORDEN BEPERKT CATEGORIE 3: GEEN BEPERKING VOOR ACTIVITEITEN
LW+A
LW*
goederenvervoer over de weg vervaardiging van meubels algemene bouwwerken dakwerken en schrijnwerkerij onderhoud en reparatie van auto's busbedrijf schrijnwerkerij elektriciteitswerken onderhoud landbouwmachines vervaardigen van machines dakwerken
CATEGORIE 1:
2 2/4 1 2
LW* LW+KMO+A
groothandel in granen, zaden en diervoeders/opslag
januari 2005
ADVIES FASE I
CATEGORIE 0 : A: B: C:
ontsluiting
nabijheid andere, gelijkaardige bedrijven en wenselijkheid van uitbreiding en clustervorming
activiteit
Aardbruggenstraat 70 Aardbruggenstraat 91 Alkerstraat 75 Bisschopsweyerstraat 17
bouwvergunning
adres
Coolen Gaetan Schiffeleers Project - Schiffeleers Glas Maurice Hermans Vandebos Algemene Bouwonderneming
milieuvergunning
naam
huidige bestemming gewestplan
Juridisch
functionele verenigbaarheid met omgeving
EVALUATIE ZONEVREEMDE BEDRIJVEN ALKEN
BEDRIJVEN MET RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN IN FUNCTIE VAN DE OMGEVING: CATEGORIE 4: TOEGELATEN ACTIVITEITEN WORDEN BEPERKT CATEGORIE 5: GEEN BEPERKING AANGAANDE ACTIVITEITEN
strikte randvoorwaarden en landschappelijke inkleding positief planologisch attest binnen vergunde toestand (ruimte op naastgelegen perceel?) beperkte ontwikkeling verweven met de omliggende bebouwing randvoorwaarden betere ruimtelijke organisatie en inkleding gelegen in zoekzone eventuele uitbreiding bedrijventerrein gelegen in zoekzone event. uitbr. bedrijventer. - wenst zelf te herlokaliseren (regionaal) bestendigen of zeer beperkte uitbreiding (ontsluitingsweg) bestendigen of zeer beperkte uitbreiding (ontsluitingsweg) herlocatie herlocatie binnen vergunde toestand is uitbreiding op naastgelegen perceel ook mogelijk? afhankelijk van hinderlijk voor omgeving beperkte uitbreiding onder strikte randvoorwaarden binnen LW reorganiseren - uitbreiding betekent een verlenging van het lint te ontwikkelen aaneengesloten landbouwgebied - bestaande gebouwen kunnen blijven binnen bestaande (vergunde) toestand binnnen huidige vergunde toestand herlocatie binnen huidige vergunde toestand herlokaliseren binnen huidige vergunde toestand wil bedrijf vestigen ter hoogte van de Pleinstraat binnen huidige vergunde toestand binnen huidige vergunde toestand binnen huidige vergunde toestand gericht naar Herkvallei - geen nieuwe gebouwen / geen uitbreidingen (bedr nr Motstraat?) positief planologisch attest - zoekzone eventuele uitbreiding bedrijventerrein binnen huidige vergunde toestand beperkte uitbreiding onder strikte randvoorwaarden in hoeverre is er hinder binnen huidige vergunde toestand binnen huidige vergunde toestand / lokaal gemeentelijk natuurgebied bij uitbreiding herlokaliseren afwegingskader zonevreemde gebouwen - herlokaliseren bij uitbreiding wil herlocaliseren naar lokaal bedrijventerrein afwegingskader zonevreemde gebouwen - binnen vergunde toestand zolang geen hinder nabij belangrijkste lokaal natuurgebied kwetsbaar gebied op Vlaams niveau - binnen huidige vergunde toestand typisch agrarisch karakter van de omgeving randvoorwaarden - richten naar agrarisch karakter wenst zelf te herlokaliseren (regionaal) binnen huidige vergunde toestand binnen huidige vergunde toestand bestendigen of zeer beperkte uitbreiding ( ontsluitingsweg) binnen bestaande (vergunde) toestand bij uitbreiding herlokaliseren verwevenheid herlocatie de achterzijde grenst aan de Herkvallei open landbouwgebied herlocatie herlocatie
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Het bedrijf Penxten, gelegen in de Wolfstraat, is opgenomen in het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. Indien dit bedrijf in het BPA niet goedgekeurd wordt, zal het herlocaliseren naar de Kolmen.
4.3 RAM IN G
VA N DE HAN DELS OP PE RV LA KTE
BE H OEF TE
AA N
B IJ K OME NDE
Bij de benadering van de economische ontwikkeling voor de handel moet men rekening houden met een aantal factoren: Tot deze factoren behoren o.m.: de mate waarin Alken op het vlak van detailhandel voldoet aan de verwachtingen van haar commercieel-hiërarchische positie; de kwantiteit en de kwaliteit van het bestaande aanbod; de dynamiek van de vraag-ontwikkeling; de ruimtelijke en economische condities waarbinnen Alken zich beweegt (o.a. de kruisbestuiving met andere functies).
Uit het onderzoek naar de koopstromen noteert men een koopbinding die zich vooral toespitst op dagdagelijkse en courante goederen. Ook de invloed op het ommeland is erg beperkt. De samenstelling van het aanbod geeft echter een wisselvallig beeld. Zo is het aanbod in Alken-dorp veeleer afgestemd op de lokale bevolking, doch is het aanbod aan de Steenweg deels ook afgestemd op het ommeland en de passage. De omvang naar handelspanden ligt tussen beide gebieden ongeveer gelijk maar de verkoopoppervlakte is duidelijk sterker aanwezig aan de Steenweg. In de ruimtelijke ontwikkeling zal hierin een keuze moeten gemaakt worden. Immers is een verdere spreiding van de handel enkel ondergravend aan de opdracht van Alken-dorp tot “hoofddorp”.
Op commercieel vlak kan de commercieel-hiërarchische positie van Alken, en inzonderheid van Alken-dorp, omschreven worden als zijnde van lokaalverzorgend niveau. De kwantiteit van het bestaande aanbod levert een bestand van 191 handelspanden, waarvan 90 (47,1 %) winkels, 89 (46,6 %) diensten en 12 (6,3 %) leegstand. De concentratie, de herkenbaarheid en de uitstraling van dit aanbod is beperkt, mede door de grote spreiding van nederzetting. Het winkelaanbod in Alken vertegenwoordigt 20.794 m². Ook de omvang van dit aanbod komt onvoldoende tot uiting. De kwantiteit valt ook af te lezen uit de evolutie. Sedert 1989 is het aantal winkels gedaald met 14,3 % (15 winkels), doch is de verkoopoppervlakte toegenomen met 104 %. Met de verschuiving van winkels naar diensten maakt Alken geen uitzondering op andere gemeenten. Wel noteert men ten aanzien van Alken-dorp (waar de diensten 54 % uitmaken) een verschraling van het winkelaanbod. Dit laatste dreigt steeds zich steeds meer te lokaliseren aan de Steenweg. Deze vaststelling onderlijnt de kwetsbaarheid van Alken-dorp.
, Afd. Ruimtelijke Planning
107
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De geregistreerde leegstand van 6,3 % is nog net aanvaardbaar.
De dynamiek van de vraagzijde werd in het onderzoek geanalyseerd. De vaststelling is dat deze erg dynamisch is. Evenwel draagt de grote woonspreiding niet bij tot de dorpsbinding, en afgeleid ook niet tot de koopbinding.
Tot de berekening van de economische ontwikkelingslimiet wordt uitgegaan van de gezinsbesteding in relatie tot de koopstromen. Uit de gezinsbudgetenquête opgesteld.
dd.
2000 kan de
gezinsbesteding
worden
Deze besteding bedraagt: € 4.462,08 voor convenience € 3.098,67 voor shopping en € 1.580,32 voor bouwmaterialen).
specialty
(exclusief
de
branche
vervoermiddelen
en
Stelt men de koopgerichtheid tegenover deze besteding dan bekomt men: Tabel: de huidige besteding in Alken (x 1000) Functie
uit Alken
uit ommeland
totaal
voeding
11.432
1.982
13.414
niet-voeding (1)
1.825
3.495
5.320
Totaal
13.257
5.477
18.734
(1) exclusief vervoermiddelen en bouwmaterialen
Teneinde, naast de geregistreerde koopstromen, ook het toevallige en sporadische cliënteel te betrekken, werd de besteding uit het ommeland opgetrokken met 10 % voor voeding en met factor 3,5 voor niet-voeding. Deze laatste is vooral ingegeven door de strategische ligging van veel winkels.
Globaal kan de huidige besteding in Alken geraamd worden op € 18.734.000 respectievelijk € 13.257.000 voor voeding en € 5.477.000 voor niet-voeding.
Uit de berekening blijkt volgende herkomst van besteding:
voeding niet-voeding gemiddeld
, Afd. Ruimtelijke Planning
herkomst uit Alken 85,2 34,3 70,8
herkomst uit ommeland 14,8 65,7 29,2
108
totaal 100,0 100,0 100,0
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Het overzicht geeft aan dat de handel voeding in grote mate (85 %) bevruchting vindt vanwege de gezinnen uit Alken. Voor niet-voeding komt de aanlevering voor 34 % uit Alken en voor 66 % van buiten Alken. Stelt men deze besteding tegenover het aanbod dan bekomt men het omzetcriterium per m² verkoopoppervlakte:
Tabel: het omzetcriterium Functie
besteding (x1000)
m²
omzet/m²
voeding
13.414
2.487
5.394
niet-voeding (1)
5.320
10.736
496
(1) exclusief vervoermiddelen
De bekomen omzetcriteria liggen voor voeding in de lijn van gangbare normen. Voor niet-voeding ligt het omzetcriterium eerder laag. Toch moet men rekenen dat hier grote verschillen kunnen optreden naar branche (hoger in kleding en schoeisel, lager in huishouding en woninginrichting) en naar individuele verkoopoppervlakte. De omzetcriteria geven aan dat, binnen de huidige omstandigheden, omzichtig moet worden omgesprongen met de uitbreiding van verkoopoppervlakte. Tot de omvatting van een toekomstgerichte inschatting van de verkoopoppervlakte (planperiode 2007) moet rekening gehouden worden met o.m.: de toename van de gezinnen en de koopkrachtbinding en –toevloeiing.
De toename van de gezinnen valt af te lezen uit de bevolkingsprognose.
De evolutie van de koopkrachtbinding en –toevloeiing is onderhevig aan diverse factoren. Zo kan de aantrekkelijkheid van het centrum, de verhoogde concentratie van het aanbod of de aanwezigheid van één of meerdere publiekstrekkers aanleiding zijn tot een hogere binding en attractie naar de handel.
In een vooruitberekening wordt de koopkrachtbinding en de toevloeiing gebracht op het niveau van met Alken vergelijkbare gemeenten
Tabel: de toename van besteding in Alken tegen 2007 (x 1000) Functie
uit Alken
uit ommeland
totaal
voeding
2.695
460
3.155
niet-voeding
94
735
829
Totaal
2.789
1.195
3.984
, Afd. Ruimtelijke Planning
109
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Over de periode tot 2007 kan de toename van de besteding in Alken geraamd worden op € 3.984, waarvan € 2.789 in voeding en € 1.195 in nietvoeding, dit alles in prijzen van 2000.
Deze toename in besteding, gesteld tegenover het omzetcriterium levert een additionele verkoopoppervlakte van: 600 m² in voeding 1.000 m² in niet-voeding.
4.4 M AATS CH APP E LIJ KE EV OLUT IES M ET INV L OE D OP HE T KO OP GE D R A G De demografische ontwikkelingen van de laatste jaren leiden tot een vergrijzing van de bevolking. De veroudering vertoont een dubbel spoor: enerzijds een daling van het aantal geboortes en anderzijds een stijging van de levensverwachting. Per leeftijdsgroep is er op nationaal vlak volgende evolutie over de periode 1990-2025: Leeftijd % 0/49 50/64 65/74 75 +
verschuiving - 10,6 % + 20,5 % + 49,0 % + 53,5 %
Bron: NIS / Federaal Planbureau
Deze evolutie heeft gevolgen op het bestedingspatroon van de bevolking. Vooral het consumptiegedrag van de senioren en de bejaarden wijzigt. De senioren hebben een relatief hoog besteedbaar inkomen en ze komen steeds meer op voor zichzelf. Tevens blijven ze langer actief en zijn kritischer omwille van hun aankoopervaring. De bejaarden kopen in het algemeen kleinere hoeveelheden en zijn minder mobiel. Ook is er bij deze groep een stijgende vraag naar medische verzorging en bejaardenvoorzieningen. Ook de gezinssamenstelling ondergaat belangrijke veranderingen. Zo valt het op dat er steeds meer kleinere gezinnen en éénoudergezinnen zijn. Tevens is er de vaststelling dat meer seniorenhuishoudens met kinderen zich voordoen doordat meer vrouwen pas op latere leeftijd kinderen krijgen. Deze verschijnselen beïnvloeden het consumptiegedrag waardoor een grotere behoefte aan snelle aankopen en een daling van de aankoophoeveelheid zich voordoen. Op het vlak van de tewerkstelling stelt men vast dat het aandeel tweeverdieners toeneemt. Verder is er een verkorting van de werktijd, zijn er flexibele arbeidsuren en neemt de formule van deeltijds werken toe. Naar de toekomst mag men een groter aandeel verwachten in het thuiswerk. Het opleidingsniveau van de consumenten wordt steeds hoger. Het aandeel consumenten met een hoge opleiding steeg van 10,3 % in 1970 naar 23,6 % in 1996, en dit zowel voor vrouwen als voor mannen. Consumenten gaan daardoor kritischer kopen. Zij zijn over het algemeen erg goed geïnformeerd, ook omtrent veeleer technische aankopen. Verder noteert men een aantal wijzigingen in de leefgewoonten.
, Afd. Ruimtelijke Planning
110
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Consumenten beschikken over meer vrije tijd. Hieraan wordt meer aandacht besteed en men wenst deze zo aangenaam mogelijk in te vullen, met behoud van een zo groot mogelijke mate van vrijheid. Daartegenover staat dat bepaalde groepen van consumenten over bijzonder weinig tijd beschikken als gevolg van de verhoogde werkdruk. De toename van de mobiliteit heeft voor gevolg dat alle winkels bereikbaar worden. Voor grote groepen van consumenten bestaan er geen fysische hinderpalen meer. Anderzijds hebben heel wat winkels gezorgd voor een individuele bereikbaarheid en ruilden de stad voor de periferie. Deze stadsvlucht leidt evenwel tot nieuwe winkelconcentraties met een hoge sociale kost voor gevolg (files, ongevallen, aan te leggen verkeersinfrastructuur, … ). Consumenten gaan ook gezonder leven. Er ontstaat een verschuiving in eetgewoonten. Men hecht meer belang aan ingrediënten waardoor natuurvoeding en light-producten een grote belangstelling genieten. Afgeleid is er ook een tendens naar ethischer aankopen. Verder noteert men bij de consumenten een drang naar gemak (zo snel mogelijk geholpen worden) in ruil voor vrijetijdsbesteding, sport, cultuur, toerisme.
Wijzigingen in het aanbod Een eerste vaststelling is dat het aanbod in de detailhandel een bijzonder grote ruimtelijke spreiding kent. Dit fenomeen is rechtstreeks gekoppeld aan de globale grote spreiding van de woonnederzettingen, mede als gevolg van de ruime voorzieningen daartoe zoals vervat in de gewestplannen. Omdat het draagvlak, dat een detailhandelszaak nodig heeft om bedrijfseconomisch leefbaar te zijn, steeds groter wordt, is er ook een grote uitdunning in het aantal handelszaken. Dit fenomeen heeft zich sedert de jaren ’60 sterk laten gevoelen binnen de algemene voeding, maar doet zich nu ook voor in de gespecialiseerde voeding en de non-food. Daarnaast noteert men een sterke internationalisatie. Op de A1-locaties komt men dezelfde emblemen tegen. Vlaanderen is voor veel buitenlandse ketenbedrijven een testgebied vooraleer dat de expansie wordt verder gezet. De nieuwe verhoudingen tussen leverancier en detailhandelaar hebben geleid tot vormen van associatie (horizontale samenwerking) en integratie (verticale samenwerking). Deze samenwerking is er niet alleen op het vlak van aankoopbeleid, maar ook op het vlak van verkoopbeleid, reclame, promotie, personeelsmanagement, … . De gevoelige uitbreiding van het aantal producten en diensten, van merken, types en modellen, maar ook het verdwijnen van het onderscheid tussen opslagruimte en verkoopoppervlakte heeft bijgedragen tot een schaalvergroting van de individuele handelszaken. Tot slot moet melding worden gemaakt van de stijgende vereisten aan vakbekwame detailhandelaars. Winkel drijven is meer dan aankopen en verkopen. Het is de integratie van diverse beleidsaspecten, gestoeld op een marketing-strategische positionering. De detailhandelaar wordt manager.
LEISURE EN DETAILHANDEL De consument is steeds minder bereid om veel tijd te spenderen aan het doen van boodschappen. Dit kan verklaard worden door het feit dat relatief meer tijd wordt besteed aan het werk (tweeverdieners), de werkdruk, de studies en de vrije tijd. Daarom zoekt de consument vaker naar vormen van tijdsinvulling waar
, Afd. Ruimtelijke Planning
111
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
een gecombineerde actie ontstaat van boodschappen doen, horecabezoek, zakelijke bezoeken, gebruik van overheidsdiensten, winkelen, cultuur, sport, … . Het shoppen wordt daardoor een vorm van invulling van vrije tijd. Deze trend verhoogt in bijzonder sterke mate de verwachting van een aangepaste (aankoop)omgeving, met name inzake bereikbaarheid, toegankelijkheid, veiligheid, parking, inrichting van het openbaar domein, winkelinrichting, verweving van functies, … . De consument streeft nog steeds naar een goede verhouding van prijs en kwaliteit, weliswaar volgens een eigen waardeoordeel. Een belangrijke trend die zich de komende tijd versneld zal doorzetten, is het fenomeen dat nieuwe aanbieders geen specifiek product voor een nauwkeurig omschreven doelgroep in de markt zetten. Veeleer wordt een bepaalde beleving, een bepaald gevoel opgeroepen bij een groep met een min of meer gelijkwaardig referentiekader. Het betreft hier lifestyle met een vervlechting tussen detailhandel, horeca en dienstverlening. Van oudsher biedt de kern reeds heel wat elementen die deel uitmaken van deze beleving. Om hierin commercieel succesvol te zijn, is een voldoende capaciteit nodig binnen een ruimtelijk herkenbaar gebied. Binnen de detailhandel gaat het derhalve niet langer over of/of, maar over en/en. Het doen van boodschappen, het recreatief winkelen, het voldoen aan tal van behoeften moet binnen een aaneengesloten gebied kunnen worden voldaan, met één verplaatsing. Een en ander heeft een gunstige invloed op het rendement van de schaarse binnenstedelijke ruimte. De koppeling draagt ook bij tot de bekendheid en de uitstraling van de stad. De stad is niet langer afhankelijk van één aspect, maar trekt de aandacht omwille van de kruisbestuiving van diverse functies. Voor de individuele detailhandelaar is het vooral de vraag hoe deze door het oproepen van een bepaalde beleving (experience) zich kan onderscheiden van anderen. Voor binnensteden is het de opdracht om, middels een gevarieerd aanbod, consumenten te trekken en deze door een uitgebalanceerd winkelaanbod in een aantrekkelijke, veilige en aangename openbare ruimte trouw te maken aan de stad.
4.5 O PE N RU IMTE Op vlak van de open ruimte worden volgende trends waargenomen: Meer beleidsmatige aandacht voor de open ruimte, Vlaanderen open en stedelijk, duidelijker afbakeningen en regelgeving, tegengaan van de versnippering, beleid gericht naar het behoud en herstel van de openheid, Depolarisatie van natuur en landbouw en recreatie, open ruimtebeleid gericht op samenwerking, Er wordt verwacht dat de landbouwsector en de hobbylandbouwers in de toekomst meer en meer zullen ingeschakeld worden in het agrarisch beheer van de natuurgebieden. Dit blijkt ook uit de enquête die gehouden werd bij de Alkense landbouwers die aangeeft dat er naar de toekomst toe toch wel wat interesse is naar
, Afd. Ruimtelijke Planning
112
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
verkoop van producten aan huis, natuuronderhoud en beheer van openbaar groen.
en landschapsbeheer en
De landbouw in Alken is nog vrij jong en dynamisch en zal voorlopig niet ruimte / oppervlakte afnemen. Het aantal landbouwbedrijven zal wel dalen, net zoals de trend in heel Vlaanderen. Het resultaat is dat de oppervlakte per landbouwbedrijf zal toenemen. Uit de enquête blijkt dat er naar de toekomst toe (beperkt) interesse is naar verkoop van producten aan huis, natuur- en landschapsbeheer en onderhoud en beheer van openbaar groen. Vergroting van het natuurareaal maar anderzijds wel afname van de natuurkwaliteit (zie natuurrapport Vlaanderen: verdere achteruitgang van soorten door interne en extern invloeden (gebrek aan beheer, vermesting, recreatiedruk, enz;) Verdere toename van de vraag naar recreatief medegebruik vanuit de woning en rond toeristische centra - ook vanuit de mobiliteitsgedachte. Er is, in de onmiddellijke woonomgeving, vraag naar meer recreatieve mogelijkheden die dagelijks kunnen plaatsvinden (park, wandelpaden, fitness, joggen, kinderspeelplaats, enz.). verhoogde interesse voor de landschappelijke kwaliteiten en eigenheden van gebieden, Er zal een verhoogde aandacht aanwezig zijn voor het integraal waterbeheer wat betekent dat ook meer ruimte zal moeten voorzien worden voor wachtbekkens, sloten, infiltratiebekkens, regelstuwen, enz. In alle nieuwe projecten zal het principe van intergraal waterbeheer gevold worden. Het vermijden van overstromingen zal voornamelijk leiden tot voorzieningen ter opvang van de hoogwaterpieken in de valleigebieden.
4.6 T OE R IS TIS CH - RE CRE AT IEVE GR OEI Er is een sterke trend naar tweede en korte vakanties. Het dagtoerisme naar de steden neemt sterk toe wat de aantallen toeristen en de frequentie van de daguitstappen betreft (grotere belangstelling voor evenementen, culturele voorstellingen, museabezoek, expansie van het aantal attractieparken). De toeristische-recreatieve groei in Limburg zal vooral gelieerd zijn met het “ groene” karakter dat gebaseerd is op natuur en landschap: recreatieve routes, wandel- en fietstoerisme. De kwaliteit van de, meestal ‘groene’omgeving en het landschap, van de voorzieningen en van de verblijfsaccommodatie zullen de attractiviteit bepalen.
4.7 T OE NE ME N DE M OB ILI TE IT Aangenomen wordt dat het autobezit en -gebruik zal stijgen in België. De druk zal zich vooral richten op de grotere attractiepolen en de toegangen tot deze polen. De autodruk zal zich wellicht vooral manifesteren via capaciteitsproblemen en problemen met verkeersveiligheid. Door een onaangepaste wegenhiërarchie wordt er vaak te snel gereden in de woonstraten en langs de invalswegen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
113
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
De belasting op milieu en leefomgeving neemt toe. Autobezit en autogebruik vragen steeds meer ruimte, waardoor de schaarse open ruimte verder wordt aangetast. De stijging van de mobiliteit is vooral gebonden aan de weg. Men mag verwachten dat het openbaar vervoer geen zeer grote bijdrage zal kunnen leveren aan het verminderen van de groei van het autoverkeer. 1
1
uit Beleidsplan Limburg 2010 Verkeer en vervoer december 1991 K.U.L.
, Afd. Ruimtelijke Planning
114
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
5.
DEEL I INFORMATIEF DEEL
POTENTIES EN KNELPUNTEN (zie kaarten 43 t.e.m. 47)
Door het detecteren en wijzen op ruimtelijke knelpunten zowel als mogelijke potenties binnen de gemeente, kan beter ingespeeld worden op de toekomstige behoeften en kunnen bepaalde visies naar de toekomst toe beter onderbouwd worden.
5.1 R UI MTE LI JKE P OTE NT IE S / KWA L ITE ITE N 5.1.1 Aangename woongemeente Alken is een begeerde woongemeente o.a. door de ligging nabij Hasselt. Alken bereikt een vrij goed voorzieningenniveau (aanwezigheid van scholen, sportvoorzieningen en culturele ontmoetingscentra). Door de aanwezigheid van veel groen, beelddragers en diverse woontypologieën in het centrum kunnen we stellen dat het centrum van Alken kwaliteiten heeft.
5.1.2 Concrete ontwikkelingsmogelijkheden voor Alken Kernversterkend project de Brouwerij (in functie van wonen en handel) Recreatiedomein De Alk: mogelijkheden voor uitbreiding infrastructuur binnen recreatiegebied op het gewestplan.
van
de
5.1.3 Mogelijkheden voor een “ her” ontwikkeling van bedrijvigheid Het bedrijventerrein De Kolmen is goed gelegen door de rechtstreekse ontsluiting op de N80 en de min of meer afgezonderde ligging ten opzichte van de rest van het centrum. De brouwerij, historisch gegroeid in het centrum, vormt eveneens een belangrijke bedrijvige pool. Voor dit bedrijf zijn er nog uitbreidingsmogelijkheden direct aansluitend aan de bestaande locatie (dienen nog verder onderzocht te worden op basis van behoefte en grensstellend vermogen van de Herkvallei). Er is nog een niet-ontwikkelde oppervlakte aan bedrijventerreinen die in principe kan geherlocaliseerd worden in functie van de behoefte vanuit de regio, bovendien is er nog ruimte voor een uitbreiding van het bedrijventerrein De Kolmen voor o.a. het ontwikkelen van een lokaal bedrijventerrein ifv het herlocaliseren van zonevreemde bedrijven binnen de gemeente. Een uitbreiding kan in principe zonder veel hinder voor het centrum, nochtans betekent een uitbreiding van het bedrijventerrein een inname van open ruimtegebieden en zal hiermee omzichtig omgegaan moeten worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
115
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
5.1.4 Goede ontsluiting voor verschillende functies De gemeente Alken is bijzonder goed ontsloten, zowel via het openbaar vervoernet als het hoofdwegennet via de infrastructurenbundel N722 – lijn 21 – N80. De spoorlijn tussen Hasselt en Landen is geselecteerd als hoofdspoorweg (personenvervoer). Alken heeft op dit traject een opstapplaats. Het multimodaal model toont aan dat ook in 2010 de N80 nog voldoende capaciteit heeft voor de afwikkeling van de verkeersstromen.
5.1.5 Ontwikkeling van de open ruimte Grote natuurgebieden bevinden zich in de Herk- en Mombeekvallei. De landbouw in de gemeente is zeer dynamisch maar met groeiende interesse naar verbrede landbouwdoelstellingen (landschapsbeheer, lokaal gerichte productie, verkoop van eigen producten aan huis, … ). Het Haspengouws landschap heeft nog typische met kastelen en hoeven, kleine landschapselementen, oude paden,…
, Afd. Ruimtelijke Planning
116
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
5.2 R UIM TE LIJ KE K NELP UN TEN 5.2.1 Herkenbaarheid binnen de bebouwingsstructuur Op dit moment is er weinig duidelijkheid in de bestaande bebouwingsstructuren; elke straat lijkt op de vorige of de volgende en de verschillende kernen hebben weinig identiteit. De centra van St.-Joris en Terkoest zijn vrij diffuus bebouwd; enkel de kerk bepaalt het centrum. Het centrum van Alken is wel ruimtelijk herkenbaar maar: Straatbeeld Ridderstraat is zeer rommelig (achterzijde van de Hoogdorpstraat) / éénrichtingsverkeer zorgt voor verwarring / keerpunt is niet voorzien. Groene zone achter de Hoogdorpsstraat is niet ingericht. Vanuit deze groene zone is er een storend zicht naar de achterkanten van de Hoogdorpstraat (rommelig). Deze groene zone loopt weg via de Papenakkerstraat Door de talrijke recente verkavelingen en vrij éénzijdige bebouwing is het ruimtelijk niet te zeggen waar het centrum begint en eindigt. Een belangrijke troef in het centrum, nl. de Alk, bevindt zich in de structuurbepalende Herkvallei. De Herk loopt echter achter buffergroen op de grens van dit park.
5.2.2 Versnippering van het landschap door lintbebouwing Het Alkens landschap wordt onherkenbaar door de lintenstructuur. Bijkomende nadelen van lintbebouwing zijn:
aaneengesloten
Hoge infrastructuurkosten, Lage verkeersleefbaarheid en –veiligheid, maar ook woonkwaliteit door verkeersafwikkeling, Gering sociaal contact, Een beleid rond een goede ruimtelijke integratie van de linten in het landschap bestaat niet. De huidige verbindingsfunctie van de N722, gekoppeld aan een veelheid van economische functies gelegen langsheen deze weg veroorzaakt een hoge verkeersonveiligheid langs de steenweg. De weg is niet ingericht in functie van het bebouwingslint met haar veelheid aan functies.
5.2.3 Alken-centrum doorgelicht Specifiek voor het centrum kunnen enkele ruimtelijke knelpunten aangehaald worden: Ontbrekende relaties in Alken-centrum:
, Afd. Ruimtelijke Planning
117
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
Slechte relatie tussen Hoogdorp en Laagdorp. De relatie met de Herkvallei ontbreekt, nochtans stroomt ze ongeveer door het centrum. Relatie van ontbreekt.
de
goeddraaiende
sporthal
met
centrum
(Laagdorp)
Parkeren: Parkeren gebeurt momenteel niet gestructureerd. Overal zijn geparkeerde auto’s te zien, en bovendien verstoren langparkeerders in de Hoogdorpstraat de nodige parkeermogelijkheden voor kortparkeerders in functie van het handelsgebeuren in deze straat.
Nieuwe bestemming: Voormalige brouwerijgebouwen komen leeg te staan. Door de bestemming als industriezone op het gewestplan is het vrijwel onmogelijk om andere functies toe te laten. Een bestemmingswijziging dringt zich hier op.
5.2.4 Zonevreemde gebouwen en functies (zie kaart 46: “zonevreemde gebouwen” en kaart 47:“zonevreemde, gedeeltelijk zonevreemde en potentieel zonevreemde bedrijven)
In Alken komen heel wat gebouwen (zowel woningen als andere gebouwen) voor die niet in de juiste bestemming op het gewestplan gelegen zijn. Het gevolg is dat de eigenaars geen of weinig rechtszekerheid hebben omtrent hun gebouw. Globaal bevinden zich in de gemeente een kleine 400 gebouwen die eveneens zeer verspreid over de gemeente voorkomen. In sommige gevallen kunnen lintvormige concentraties waargenomen worden, vb.: Lindestraat, … Het gaat hier dan zowel over woningen als gebouwen met andere zonevreemde functies. Wat betreft zonevreemde woningen bevinden er zich een 300-tal in de gemeente. Volgende concentraties komen hier sterk naar voor: Lindestraat, Wolfstraat, Knipscheer, Klinkstraat. Het is opvallend dat de Herk- en Mombeekvallei gevrijwaard bleven van bebouwing. Oude zonevreemde woningen en gebouwen komen zeer verspreid in de gemeente voor. Zij dateren van voor de Wet op de Stedenbouw (1962). Andere recentere zonevreemde woningen zijn eerder terug te vinden aansluitend aan de typische lintbebouwing in de gemeente.
Bij de inventaris van verspreidliggende bedrijven werd eveneens een onderzoek gedaan naar mogelijk zonevreemd gelegen bedrijven en potentieel zonevreemd gelegen bedrijven (bedrijven die bij uitbreiding zonevreemd worden). Wanneer bedrijven niet in de geëigende bestemming op het gewestplan gelegen zijn (ambachtelijke zone, industriegebied, woongebied, woongebied met landelijk karakter) kan een bedrijf in principe niet de vergunningen krijgen die het nodig heeft om juridisch te voldoen aan de huidige wetgeving. Dit brengt dan ook problemen met zich mee op vlak van rechtszekerheid. Uit de analyse blijkt dat in Alken 45 bedrijven geheel of gedeeltelijk zonevreemd gelegen zijn. Er kan gesteld worden dat een aantal van
, Afd. Ruimtelijke Planning
118
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
deze bedrijven soms hinder veroorzaakt naar de omgeving. Een degelijke evaluatie zal aangeven welke ontwikkelingsperspectieven kunnen gegeven worden aan zonevreemde bedrijven. Het is opvallend dat van deze bedrijven zich een groot deel langsheen of in de buurt van de Steenweg bevindt.
Landbouwbedrijven die hun functie op termijn verliezen, worden eveneens zonevreemd. Op dat moment komen grote gebouwen vrij te staan. Wat betreft recreatieve voorzieningen, bevinden deze zich vrijwel allemaal in of nabij de kernen en meestal in recreatiegebied op het gewestplan. Slechts enkele kleine terreinen liggen gedeeltelijk of geheel zonevreemd.
Van de zonevreemde gebouwen bevindt zich de overgrote meerderheid in agrarisch gebied of landschappelijk waardevol agrarisch gebied. In de natuurgebieden op het gewestplan bevinden zich een aantal chalets en vakantiewoningen, voornamelijk in de vallei van Mombeek en de vallei van de Kozenbeek. Daarnaast bevinden zich enkele gebouwen in parkgebied op het gewestplan. Hier gaat het dan voornamelijk om kastelen.
5.2.5 Ontwikkeling van bedrijvigheid Het bedrijventerrein de Kolmen is zo goed als volledig bezet, nieuwe bedrijven vinden in Alken geen plaats meer op bedrijventerreinen. Schrale toegang Meerdegatstraat.
naar
het
bedrijventerrein
de
Kolmen
via
de
Het industrieterrein ‘uitbreiding brouwerij’ met een totale oppervlakte van 23,88 ha werd nog niet ontwikkeld. Door de selectie als economisch knooppunt buiten het economisch netwerk, is de Provincie Limburg bevoegd voor deze zone. De Provincie zal onderzoeken in welke mate deze gronden ontwikkelbaar zijn en indien nodig deze gronden herlocaliseren. De Brouwerij heeft op termijn behoefte aan uitbreiding aansluitend aan de bestaande locatie.
5.2.6 Het handelsapparaat in het centrum kwijnt Het handelsapparaat kwijnt o.a. door het steeds ruimer wordend aanbod van artikelen in de nabijgelegen steden (Hasselt en St.-Truiden), het steeds mobieler worden van de bevolking en de gebrekkige attractiviteit in het centrum van de gemeente.
Dit laatste wordt veroorzaakt door: de grote woonspreiding (een aanleiding tot veelvuldig wagengebruik en bezoek aan alternatieve aankoopplaatsen); de grote inwijking waardoor een gebrek aan dorpsbinding;
, Afd. Ruimtelijke Planning
119
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
het ontberen van een herkenbare belevingszone voor de handel (diverse wagenverplaatsingen per aankoopbeurt); het ontbreken van publiekstrekkende, ruime winkels in het centrum; het beperkte winkelaanbod in verhouding tot het aanbod diensten; niet attractieve volumineuze gebouwen (de brouwerij); de gebrekkige interactie tussen de centrumstraten. perifere handelsontwikkelingen langsheen de steenweg
5.2.7 De kwaliteit van op de open ruimte De open ruimte is erg versnipperd. Doorheen heel de gemeente liggen “stukjes” open ruimte: agrarische gebieden, valleigebieden, bosgebieden, recreatiegebieden, … Veel van deze gebieden worden geïsoleerd door de bebouwing en de wegen. Uitwisseling tussen de verschillende gebieden is veelal niet mogelijk. De vallei van de Simsebeek is sterk aangetast door de aanleg van de expressweg, de bebouwing langs de Aardbruggenstraat en het industrieterrein de Kolmen. De open ruimte is niet meer zichtbaar. De gemeente Alken geeft een sterk bebouwde indruk door de lintbebouwing. Vele kleine landschapselementen zoals hagen, houtkanten, poelen, bomenrijen, wegbermen, houtwallen,... zijn reeds verdwenen. De doortocht van de Herk door de gemeente is nauwelijks merkbaar. De landbouw wordt door de steeds meer oprukkende bebouwing in zijn functioneren aangetast. Door de uitbreiding van het woningenbestand worden er steeds meer randvoorwaarden gesteld aan de bedrijfsvoering van de verschillende actieve landbouwbedrijven die in de gemeente Alken gelegen zijn. Anderzijds bedreigt de landbouw ook de woonfunctie: spuiten naast woningen en tuinen en doordat er door de lintbebouwing zeer veel contactzones zijn tussen landbouwgebieden en woongebieden zijn er ook regelmatig conflicten. De open ruimte - d.w.z. voornamelijk de landbouwgebieden en valleien - is slecht toegankelijk. Er is geen voldoende uitgebouwd wandel- en fietspadennetwerk aanwezig in de gemeente Alken. De aanwezige wandelpaden zijn slecht onderhouden of lopen dood. De mogelijkheden tot recreatief medegebruik door wandelaars en/of fietsers zijn beperkt.
5.2.8 Waterproblematiek Typisch voor de streek Vochtig Haspengouw zijn problemen met wateroverlast. Ook in Alken zijn deze problemen aan de orde. Overstromingen in riviervlakten zijn een doodgewoon verschijnsel. Tengevolge van langdurige neerslag en/of door smeltwater kunnen de alluviale vlakten zoals die van de Herk en Mombeek, periodiek en soms langdurig blank staan. Het waterpeil kan de boorden van de oeverwallen overstijgen. De bedding binnen de
, Afd. Ruimtelijke Planning
120
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
oeverwallen kan immers maar een beperkte hoeveelheid water bergen. Grotere hoeveelheden moeten afgevoerd of tijdelijk geborgen worden in de valleigronden naast de waterloop. Door de bouw van artificiële dijken boven op de natuurlijke oeverwallen en regelmatige slibruimingen werd de mogelijkheid tot overstromen beperkt. De meest voorkomende oorzaak van overstromingen in de valleien is nu te wijten aan het stijgen van de (grond)watertafel in de komgronden. Deze komgronden liggen immers gevoelig lager dan de rivierbedding zelf, zodanig dat afwatering naar de rivier bij hoogwater in de rivier tijdelijk onmogelijk is, zowel voor het grondwater als voor de zijlopen. Omdat de mens steeds meer de alluviale vlakte ging bewerken of er zelfs in ging wonen, werden overstromingen steeds meer als een overlast beschouwd. Door profielverbredingen en rechttrekkingen, oeverwallen kunstmatig opvoeren met ruimingsspecie … dacht men dit probleem op te lossen, door zoveel mogelijk water te kunnen afvoeren. Hierdoor werd het overstromingsgevaar enkel verplaatst, niet opgelost.
In Alken situeren zich deze problemen voornamelijk in de beekvalleien, m.n. delen van de Mombeek- en de Herkvallei.
5.2.9 Onduidelijke verkeersstructuur en toenemende verkeersdruk in het centrum De onduidelijke en weinig afdwingbare verkeersstructuur leidt tot onveilige verkeerssituaties. Hierdoor is er toch nog sluikverkeer (Lindestraat, Aardbruggenstraat, Molenstraat, Meerdegatstraat (tss Kolmen en N722), Alkerstraat, … ). Algemeen wordt een toename van (vracht-)autoverkeer in het centrum opgemerkt. Dit veroorzaakt problemen op het gebied van verkeersveiligheid, leefbaarheid, milieu en congestie. Er zit nog steeds teveel doorgaand verkeer op de N722. Dit doorgaand verkeer op de N722 moet maximaal naar de N80 worden geleid.
5.2.10 Geen continuïteit in padenstructuur en openbaar domein Ontbreken van (goede) voetpaden en voldoende veilige oversteekvoorzieningen langs vele straten. Geringe verblijfskwaliteit van het voetgangersdomein in de kernen Terkoest en Sint-Joris en verkeersveiligheidsproblematiek in de schoolomgevingen en op schoolroutes Kwalitatieve en kwantitatieve tekortkoming van de bestaande fietsvoorzieningen en een gebrek aan continuïteit (Langveldstraat, Grootstraat,… )
5.2.11 Weinig afstemming op openbaar vervoer Het huidige aanbod van lijndiensten (openbaar vervoer) in Alken is niet van hoge kwaliteit en de verbinding tussen de verschillende kernen van de
, Afd. Ruimtelijke Planning
121
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
gemeente is onvoldoende. (de lijnvoering van de bussen is hoofdzakelijk afgestemd op de relatie met de buursteden Hasselt en Sint-Truiden) Onvoldoende kwalitatieve haltevoorzieningen en slechte of zelfs gevaarlijke looproutes naar de haltes Matig aanbod van openbaar vervoer tijdens de weekends Het station van Alken vormt geen echt knooppunt inzake het openbaar vervoer. De echte lijnverknoping (met bussen) vindt momenteel plaats ter hoogte van de kruising van de N754 en de N722 (kruising Stationsstraat – Steenweg) Volgende wegen zijn verkeersonveilig: N754, N80, N722, Meerdegatstraat, Grootstraat, Lindestraat, Leemkuilstraat, …
5.2.12 Bedrijvigheid brengt verkeersoverlast met zich mee Er wordt geen gebruik gemaakt van de verschillende aanwezige modi. Dit is blijkbaar economisch niet interessant noch voor de bedrijven als voor de NMBS. Vooral de overlast van zwaar bestemmingsverkeer in functie van de bedrijvigheid van de brouwerij op de Stationsstraat vormt een probleem voor de plaatselijke bewoners. Tevens heeft dit een negatieve impact op het centrum van Alken, vooral op het vlak van de verkeersveiligheid en – leefbaarheid.
5.3 CONCLUSIE Alken is een schoolvoorbeeld van de provinciale ruimtelijke omschrijving: rastergebied. Het raster wordt bepaald door een netwerk van uitlopende en verstrengelde woonlinten die het patroon van het ruimtelijk weefsel bepalen en dus ook van de ruimtelijke ontwikkelingen. De ruimtelijke structuur is herkenbaar zolang het om historische nederzettingen gaat. Zo is Alken binnen deze structuur zowel morfologisch met zijn brouwerij en kerktoren als door de ondersteunende radiale verkeersstructuur herkenbaar. Nabij het centrum van Alken vond verdichting plaats in de oksels van de inkomende radiaalwegen. St.-Joris en Terkoest hebben zich genesteld en uitgebreid binnen deze structuur en het raster verdicht. De oude steenwegen hebben aanleiding gegeven tot rechtlijnige linten, de overige linten hebben zich langs oude landbouwwegen vertakt en verdicht waardoor een diffuus netwerk ontstond van woonlinten. De aanleg van de N80 heeft voor een verdere fragmentatie gezorgd van de rasters. Ook de spoorlijn is een scheidende lijn. Binnen deze linten handhaafde zich de landbouw behalve op een paar plaatsen waar zich bedrijvigheid ontwikkelde of recreatie. Vanuit het lint wordt een indruk van een sterke verstedelijking gegeven, maar vanuit de individuele woonsituatie uiteraard van een woonsituatie in een landelijk gebied. Dit verklaart ook de begeerdheid van Alken als woongemeente, gesteund door zijn uitstekende aansluiting op het wegen- en openbaar vervoersnet. De analyse toonde echter ook aan dat deze bijna spontaan ontwikkelde structuur nadelen kent. Het sluik- en het te snel verkeer tasten de woonkwaliteit aan, de resterende open ruimte geraakte zodanig versnipperd dat ze niet meer toegankelijk werd. Dit leidt zowel voor landbouw als voor natuur tot een aantal
, Afd. Ruimtelijke Planning
122
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL I INFORMATIEF DEEL
knelpunten die te maken met de grote raakvlakken met de bebouwde linten of met het onderbreken van natuurlijke hoofdlijnen (beken). De aangehaalde knelpunten hebben vooral te maken met het functioneren van deze zo typische Belgische nederzettingstructuur maar ook met de bekende conflictstof tussen landbouw en natuur aangaande kleine landschapselementen. Hoe dan ook, de structuur is niet meer omkeerbaar en de gemeente zal haar beleid moeten afstemmen op het betere functioneren van dit rastergebied. Een aantal knelpunten is eigen aan de huidige tijdsgeest van ruimtelijke planning waarbij een meer naar stedelijkheid gericht beleid pijnpunten ontstaan die te maken hebben met bouwprijzen en schaarsheid aan gronden in de buitengebiedgemeenten. Zonevreemdheid van gebouwen is een actueel probleem. Een aantal zwakten zijn tijdelijk en hebben te maken met slechte of zwakke inrichting van het openbaar domein, vooral in het centrum van de gemeente. Kansen worden zeker geboden door o.a. de brouwerijsite die leeg komt te staan en die een aantal behoeften aangaande kernversterking in het centrum zou kunnen oplossen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
123
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
INHOUD
1.
GLOBALE VISIE EN DOELSTELLINGEN
3
1.1 doelstellingen 1.1.1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling 1.1.2 Subsidiariteit
3 3 3
1.2 globale visie 1.2.1 Positionering binnen de globale ruimtelijke structuur 1.2.2 Belangrijke aandachtspunten
4 4 4
2.
RUIMTELIJK CONCEPT
5
2.1
Differentiatie in woonstructuren
5
2.2
Concentratie van economische activiteiten
5
2.3
Structurele agrarische gebieden
6
2.4
Beekvalleien als natuurlijke structuren
6
2.5
Recreatief medegebruik in een kwalitatief haspengouws landschap
6
2.6
Duidelijke ontsluiting van Alken op bovenlokale infrastructurenbundel
7
2.7
Integraal waterbeheer
7
2.8
Ontwikkeling van het landschap op basis van 5 deelruimten
8
3. GEWENSTE ONTWIKKELING VAN DE DEELRUIMTEN EN BEPALENDE DEELELEMENTEN
9
3.1 Gewenste ontwikkeling per deelruimte 3.1.1 Deelruimte 1: Bebouwd centrum van Alken: verwevenheid van functies 3.1.2 Deelruimte 2: Rasterlandbouwlandschap 3.1.3 Deelruimte 3: Valleistructuur Mombeek 3.1.4 Deelruimte 4: Alken-Oost 3.1.5 Deelruimte 5: Vallei van de Herk
9 9 10 12 13 13
3.2 Bepalende elementen voor alken als onderdeel van de landschappelijke structuur 3.2.1 Waardevolle gebouwen 3.2.2 Kle 3.2.3 Open ruimteverbindingen
15 15 17 17
, Afd. Ruimtelijke Planning
1
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
4.
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
VISIE OP DE ONTWIKKELING VAN DE DEELSTRUCTUREN
19
4.1 Nederzettingsstructuur 4.1.1 Bovenlokaal beleid 4.1.2 Doelstellingen voor het gemeentelijk beleid 4.1.3 Elementen van de nederzettingsstructuur 4.1.4 Kader integratie zonevreemde woningen 4.1.5 Woonbeleid
19 19 19 20 34 37
4.2 Economische structuur 4.2.1 Bovenlokaal beleid 4.2.2 Doelstellingen 4.2.3 Visie 4.2.4 Elementen van de economische structuur
47 47 49 49 49
4.3 Natuurlijke structuur 4.3.1 Bovenlokaal beleid 4.3.2 Doelstelling met betrekking tot natuur 4.3.3 Elementen van de natuurlijke structuur 4.3.4 Buffering naar de N80 4.3.5 Belangrijk aandachtspunt: kruising van natuurlijke structuren met infrastructurenbundel N80, spoorweg en steenweg
58 58 59 59 63
4.4 Agrarische structuur 4.4.1 Bovenlokaal beleid 4.4.2 Doelstelling mbt landbouw 4.4.3 Elementen van de agrarische structuur 4.4.4 Agrarische verbreding
64 64 64 65 67
4.5 Toeristisch-recreatieve structuur 4.5.1 Bovenlokaal beleid 4.5.2 Doelstelling voor het gemeentelijk beleid 4.5.3 Elementen van de recreatieve structuur 4.5.4 Elementen van de toeristische structuur
68 68 68 69 73
4.6 Verkeers- en vervoersstructuur 4.6.1 Bovenlokaal beleid 4.6.2 Doelstellingen 4.6.3 Visie 4.6.4 Elementen van de lijninfrastructuur
76 76 77 78 79
, Afd. Ruimtelijke Planning
2
63
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
1.
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
GLOBALE VISIE EN DOELSTELLINGEN
1.1 D OE L S T E L L I N GE N 1.1.1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Voor de gewenste ontwikkeling van de ruimtelijke structuur van Alken, gaat de gemeente uit van de principes, neergeschreven in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, nl. “streven naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling”. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling is “een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoefte te kunnen voorzien”. Gezien de ruimte eindig is en schaars, en er tal van maatschappelijke behoeften en activiteiten plaats moeten vinden, is het noodzakelijk om zuinig om te springen met de beschikbare ruimte. Dit betekent dat de open ruimte maximaal moet beschermd worden. De principes “ruimtelijke draagkracht” en “ruimtelijke kwaliteit”geven gestalte aan de duurzame ontwikkeling. Bij het aansnijden van open ruimte voor nieuwe ontwikkelingen zal steeds het meest duurzame scenario afgewogen worden.
1.1.2 Subsidiariteit De gemeente Alken vormt een onderdeel van de grote ruimtelijke structuur van Vlaanderen. De toekomstige ontwikkeling van Alken zal kaderen in de gewenste ontwikkeling van de bovenlokale structuren, zoals aangegeven door het Vlaams Gewest en de Provincie Limburg. De belangrijkste bovenlokale structuren in Alken zijn de vallei van de Herk en Mombeek, de infrastructuurbundel N80 – spoorweg – N722 en het regionaal bedrijventerrein De Kolmen-Brouwerij. Gezien Alken in het buitengebied gelegen is, zullen de uitgangspunten van deze Vlaamse beleidscategorie over de volledige gemeente van toepassing zijn, en vormen ze de basis voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Dit betekent dat ontwikkelingen in de gemeente steeds zullen afgewogen worden vanuit de visie op de open ruimtestructuur.
, Afd. Ruimtelijke Planning
3
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
1.2 G L OBA LE V ISIE 1.2.1 Positionering binnen de globale ruimtelijke structuur De gemeente Alken streeft met haar beleid naar het verder ontwikkelen van de gemeente als een rustige woongemeente in de eerste plaats. Hierbij is het belangrijk een kwalitatief en gedifferentieerd aanbod aan woningen te kunnen voorzien binnen een kwalitatief ingerichte open ruimte, waar natuur en landbouw in grote mate de landschappelijke kwaliteiten van het Vochtig Haspengouws landschap ondersteunen en beheren. Verder is het belangrijk de economische positie van Alken in de regio verder te ondersteunen en mogelijk verder te ontwikkelen.
Alken groeit naar de toekomst als: “EEN KWALITATIEVE WOON H ASPENGOUWS LANDSCHAP ”.
EN WERKGEM EENTE BINNEN HET TYPISCH
V OCHTIG
1.2.2 Belangrijke aandachtspunten Om deze positionering te kunnen waarmaken, moet minstens aandacht gaan naar:
Het centrum van Alken dat verder ontwikkeld wordt als uitvalsbasis voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het creëren van een aangename woonsituatie waar voldoende aanbod is aan ten minste basisvoorzieningen en waar de verkeersleefbaarheid en – veiligheid gegarandeerd wordt. Verder is het belangrijk zowel landbouw als natuur te ondersteunen in hun activiteiten, maar toch te streven naar een kwaliteitsvol beheer en ontwikkeling van het typisch Vochtig Haspengouws landschap. Rekening houden met integraal waterbeheer (overstromingsgebieden, … ) in functie van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Bedrijvigheid te voorzien, minstens voor de eigen bevolking.
, Afd. Ruimtelijke Planning
4
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
2.
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
R U I M TE L I J K C O N C E P T De globale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Alken kan vertaald worden in ruimtelijke concepten. Deze concepten geven in grote lijnen het kader waarmee gewerkt wordt in de toekomst aan. Binnen dit kader kunnen verdere verfijningen van de ruimtelijke structuren uitgewerkt worden.
2.1 D IF FE RE N T IAT IE I N W O ONS T R UC TU R E N De kernen Alken, St.-Joris en Terkoest worden verder ruimtelijk versterkt en verdicht met een veelheid aan woontypologieën en het ontwikkelen van basisvoorzieningen. Het zogenaamde rasterlandschap daarentegen, dat zich quasi over de hele gemeente uitstrekt, wordt ruimtelijk ondersteund en ontwikkeld vanuit de visie op de open ruimte. Het komt hier voornamelijk neer op het bestendigen van de woonfunctie en het versterken van de identiteit en de integratie in het omliggende landschap.
2.2 C ON CE N TR AT IE V A N E C ON OM IS C HE A CT IV ITE IT E N De economische ontwikkeling van Alken wordt geconcentreerd verdergezet. Nieuwe oppervlakten aan bedrijventerrein, zowel lokaal als regionaal (provinciaal niveau), worden aansluitend aan de bestaande terreinen ontwikkeld. Verweving van lokale, ambachtelijke bedrijfjes wordt gestimuleerd in het hoofddorp en de woonkernen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
5
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
2.3 S TRU CT URE LE A GRA RIS CHE GE BIE DE N Landbouw als economische pijler, wordt verder ondersteund in de structurele agrarische gebieden in de gemeente.
2.4 B EE KVAL LE IEN ALS N AT UU RL IJ KE S T RUC TU REN De belangrijkste natuurlijke elementen in Alken worden gevormd door de beekvalleien, zowel de grote (Herk en Mombeek) als de kleinere (Simsebeek, Kozenbeek, Kaalbeek, … ). Deze valleien worden ruimtelijk ondersteund en vormen op gemeentelijk niveau groene linten doorheen het landschap.
2.5 R E C RE A T I E F
MEDEGEBRUIK HASP E NGO UWS LA NDS CHAP
IN
EEN
KWALITATIEF
Recreatie en toerisme in Alken wordt geënt op de kwaliteiten van het typisch Haspengouws landschap. Landschappelijke elementen worden in die zin als drager beschouwd en ook verder ontwikkeld. Daarom wordt bijzondere aandacht geschonken aan het behoud en de ontwikkeling van structuurbepalende landschapelementen zoals open ruimteverbindingen, kleine landschapselementen, waardevolle gebouwen, beekvalleien, …
, Afd. Ruimtelijke Planning
6
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
2.6 D UIDE L IJK E ONTS LU ITI N G VAN A L K E N OP B OV E NL O KA LE INFR AST RU CT URE NB UN DEL De infrastructurenbundel N80 – spoorweg – N722 vormt een belangrijke bovenlokale verkeersader die dwars door Alken gaat. Het verkeer van Alken wordt hierop geënt via slechts enkele duidelijke aantakkingen. De voorgestelde aantakkingen moeten beschouwd worden als een suggestie naar de Hogere Overheid.
2.7 I N TE GR AA L WA TE R BE HE E R Integraal waterbeheer streeft naar het ontwikkelen, beheren en herstellen van het watersysteem zodat het voldoet aan de kwaliteitsdoelstellingen van de verschillende gebruiksfuncties (inclusief de natuurfunctie) voor de huidige generatie, zonder daarbij de multifunctionaliteit voor de komende generaties in het gedrang te brengen. Integraal waterbeheer streeft naar harmonie tussen (menselijke) gebruikersfuncties en natuurfuncties en heeft te maken met de kwaliteit en kwantiteit van het watersysteem. Hierin ligt ook een taak voor ruimtelijke ordening en voor de ruimtelijke planning. Dit kan o.a. gebeuren door: Op de plaatsen, waar mogelijk, waterlopen te laten hermeanderen, bredere oeverzones te creëren, … , steeds rekening houdend met de naastliggende functies, Bij de ontwikkeling van (woning)bouwprojecten, verkavelingen, … moet aandacht gaan naar opvangmogelijkheden van water (watertoets) door het voorzien van bv.: wateropvangbekkens, infiltratiemogelijkheden voorzien door oa het beperken van verhardingen, het gebruik van aangepast verhardingsmateriaal, … Nieuwe bedrijventerreinen kunnen door een goede landscaping en hedendaagse inrichting mogelijkheden voorzien voor het plaatsen van wateropvangbekkens Bij de inrichting van de open ruimte, kan getracht worden de waterspiegel van de beken te verhogen en de afvoer van het water te vertragen, bvb via een sluizensysteem. Dit voorkomt verdroging in droge periodes en geeft bescherming aan lager gelegen gebieden bij hevige regenval.
, Afd. Ruimtelijke Planning
7
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
“Denken aan integraal waterbeheer” zal de basisattitude zijn bij het formuleren van ruimtelijke doelstellingen en het uitwerken van ruimtelijke acties en plannen op niveau van elke sector (bouwvergunningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, verkavelingen, inrichting van landbouw- en natuurgebieden, … ).
2.8 O NTW IKKE LIN G V AN HET L ANDS CH AP OP B AS IS VA N 5 DEELRUIMTEN Het landschappelijk geheel (het totaal aan culturele en natuurlijke elementen, die uiteindelijk het voorkomen van het landschap bepalen) wordt globaal ondersteund door te werken met 5 deelruimten waarbinnen een gericht beleid gevoerd wordt naar toekomstige ontwikkelingen. De deelruimten worden onderscheiden op basis van de bestaande ruimtelijke en fysische structuur, de morfologische ontwikkeling van bebouwde en nietbebouwde gebieden, het huidig grondgebruik en de landschappelijke kenmerken van de gemeente. Elke deelruimte heeft een andere morfologische en fysische structuur. Voor elke deelruimte wordt een specifiek beleid gevoerd, gericht op de specifieke kwaliteiten, kansen en ontwikkelingsmogelijkheden.
5 deelruimten zijn: 1. bebouwd centrum van Alken 2. rasterlandbouwlandschap 3. valleistructuur Mombeek 4. Alken Oost 5. Vallei van de Herk De bundel (N80 – lijn 21 – N722), geselecteerd door de Provincie, wordt niet als deelruimte geselecteerd, gezien dit geen drager voor ruimtelijke ontwikkeling is op lokaal niveau.
, Afd. Ruimtelijke Planning
8
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
3.
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
G E W E N S T E O N T W I K K E L I N G VA N D E D E E L R U I M T E N E N B E PA L E N D E D E E L E L E M E N T E N
3.1 G E W E N S TE O N T W I K K E L I N G P E R D E E L R U I M T E Deze vijf deelruimten zijn bepalend voor de ruimtelijke ontwikkeling van Alken. Voor elke deelruimte wordt een specifiek beleid gevoerd:
3.1.1 Deelruimte 1: Bebouwd centrum van Alken: verwevenheid van functies (zie kaart 48: deelruimte 1: bebouwd c entrum van Alken)
Deze deelruimte is vrij centraal gelegen en omvat de dichtst bebouwde zones in de gemeente: zowel het centrum van Alken als het industrieterrein de Kolmen. Voornamelijk in deze deelruimte zullen ook in de toekomst de meeste ontwikkelingen plaatsvinden. Belangrijke aandachtspunten voor de ontwikkeling van deze deelruimte zijn: Ontwikkeling van het centrum voorzieningen, bedrijvigheid, … )
(kwalitatief
wonen,
handel,
Kernversterking in het centrum van Alken, Blijvend verweving overschrijden,
van
functies,
zonder
de
draagkracht
te
Ontwikkelen voorzieningenniveau op niveau van Alken (hoofddorp), Voorzien in kwalitatief en divers aanbod aan woonmogelijkheden, Zonevreemde woningen gelegen in deze deelruimte worden onderworpen aan dezelfde voorwaarden als de naastgelegen, niet zonevreemde woningen,
Ontwikkeling bedrijvigheid Ontwikkelingsmogelijkheden voor de brouwerij, Vermijden van sluikverkeer door het centrum, Stimuleren van de ontwikkeling van kleine, ambachtelijke bedrijfjes verweven in het hoofddorp Alken, Uitbreiding regionaal-lokaal bedrijventerrein i.f.v. taakstelling economisch knooppunt (conform de visie van de Provincie). De Provincie stelt voor om de gronden van Uitbreiding Brouwerij gelegen oostelijk van de Grote Herk te desaffecteren en te compenseren in het gebied tussen de steenweg en de spoorweg, aansluitend aan de Kolmen. Een lokaal bedrijventerrein wordt ontwikkeld in functie van herlocatie van zonevreemde bedrijven.
, Afd. Ruimtelijke Planning
9
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Landschappelijke ontwikkeling Herkvallei De Herkvallei, die dwars doorheen deze deelruimte loopt, wordt landschappelijk ondersteund en herkenbaar gemaakt. De Herkvallei wordt zoveel mogelijk gevrijwaard, hersteld en op sommige plaatsen terug zichtbaar gemaakt.
Recreatiepark de Alk versterken en koppelen aan fiets- en voetpadennetwerk vanuit het centrum en omliggende open ruimte
Ruimtelijke ondersteuning as Stationsstraat De Stationsstraat wordt ontwikkeld als lokale verkeersverbinding tussen het centrum en het bedrijvig deel en het station. Zowel voetgangers, fietsers als auto’s moeten op een veilige manier aan de andere zijde geraken. Deze as wordt ruimtelijk ondersteund en ingericht.
Station: opstapplaats De stationsbuurt wordt opgewaardeerd als opstapplaats. Dit houdt in: parkeervoorzieningen, toegang, bereikbaarheid, …
3.1.2 Deelruimte 2: Rasterlandbouwlandschap (zie kaart49: deelruimte 2: Rasterlandbouwlandschap)
In deze deelruimte wordt wonen en open ruimte (voornamelijk landbouw en landschappelijke waarden) evenwaardig aan elkaar ontwikkeld. Ontwikkelingsperspectieven zijn:
Kernversterking in St.-Joris en Terkoest Kernversterking ter hoogte van de kernen St.-Joris en Terkoest. Voorzieningen op niveau van St.-Joris en Terkoest en omliggende linten worden voorzien in de kernen, dit om de kern ruimtelijk te versterken: concentratie van scholen, voorzieningen, bakker, beenhouwer, apotheker, kranten, fruit- groenten, superette … op lokaal niveau. In deze kernen wordt de verweving met kleine, ambachtelijke bedrijfjes gestimuleerd.
Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de woonkernen en de linten. Door een kwalitatieve inrichting worden de kernen St.-Joris en Terkoest ruimtelijk herkenbaar en krijgen ze elk hun eigen identiteit. Door bvb. kwalitatieve inbreidingsprojecten zullen ze ruimtelijk versterkt worden.
Structuurbepalende landbouwgebieden Ontwikkelingsmogelijkheden voor hoogdynamische landbouw.
, Afd. Ruimtelijke Planning
10
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
De hoofdfunctie landbouw wordt ondersteund en verder ontwikkeld, buiten de beekvalleien. Ontwikkelingsperspectieven hebben betrekking op hoogdynamische landbouw als fruitteelt, e.a. Verder dient hier ook rekening gehouden te worden met evoluties binnen landbouw, m.n. ruimte laten voor agrarische verbreding: verkoop van producten aan huis, eigen verwerking van grondstoffen, hoevetoerisme, … Landschappelijke waarden, als KLE,… blijven in deze gebieden behouden. Er wordt geen beleid gevoerd naar verdere ontwikkeling, behalve ter hoogte van de beekvalleien, de dorpsranden en de lintbebouwing, die geïntegreerd dienen te worden in het landschap.
landbouwgebieden met nevenfuncties In deze gebieden speelt landbouw, naast natuurelementen, landschapselementen en woonfunctie ook een belangrijke rol. Bestaande kleine landschapselementen blijven behouden en worden hersteld en waar mogelijk ontwikkeld (beekvalleien, dorps- en lintranden, gebieden met concentraties aan KLE, … ). Landbouw (fruitteelt, akkerbouw, … ) kan op plaatsen waar mogelijk verder ontwikkelen De bebouwing, zowel de kernen als de linten, wordt afgewerkt naar het omliggende landschap. Kastelen en hun parken vormen een belangrijk onderdeel van deze deelruimte en moeten behouden en ruimtelijk ondersteund worden in functie van de beleving van het landschap De nog resterende open ruimteverbindingen worden gevrijwaard van bebouwing. Natuurwaarden worden ontwikkeld ter hoogte van: -
De beekstructuren van de Kozenbeek, Kaalbeek en Simsebeek.
-
De Lampse Beemden (ifv natuur / extensieve landbouw), aangezien deze gronden te vochtig zijn voor hoogwaardige landbouw.
-
Het Eikenbos.
leefbare linten: integratie linten in het Haspengouws landschap In dit rasterlandschap wordt gewerkt aan de herkenbaarheid binnen de woonlinten. Het wonen in de typische lintbebouwing in deze deelruimte wordt bestendigd (niet gestimuleerd) maar ook landschappelijk geïntegreerd in de open ruimte. De bestaande linten worden ingekapseld en geïntegreerd in het landbouwlandschap door aanplanten van KLE in de lintranden. De bestaande linten worden ingericht in functie van basis leefkwaliteit, vooral op verkeerskundig vlak. Zonevreemde woningen in deze deelruimte blijven behouden en worden eveneens geïntegreerd in het omliggende landschap. Ontwikkelingsmogelijkheden dienen afgewogen te worden vanuit de open
, Afd. Ruimtelijke Planning
11
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
ruimte en de landschappelijke waarden. Indien de omgeving het toelaat (bestaande omliggende woningen en landschappelijke structuur), kunnen zonevreemde woningen eventueel groter worden dan het decreet RO momenteel toelaat. Andere functiewijzigingen dan wonen en landbouw worden niet toegelaten. Indien het gaat om een waardevol gebouw, wordt het behoud ervan vooropgesteld en zullen geschikte ontwikkelingsmogelijkheden onderzocht worden.
3.1.3 Deelruimte 3: Valleistructuur Mombeek (zie kaart 50: deelruimte 3: Valleistructuur Mombeek)
Hoofdfunctie natuur Het beleid is voornamelijk gericht op het ondersteunen van de natuurlijke structuur en waterbeheer. Er kan vanuit gegaan worden dat in grote delen van deze Mombeekvallei het beleid door het Vlaams Gewest gevoerd zal worden. De gemeente zal een ondersteunend beleid voeren en waar mogelijk acties ondernemen ifv beheer. Het beleid naar kleine landschapselementen richt zich op behoud, herstel en ontwikkeling. Landbouw zal op termijn evolueren naar extensieve landbouw in functie van natuurbeheer. Populierenbossen worden op termijn vervangen door duurzame bebossing. Zonevreemde woningen kunnen behouden blijven, maar dienen zich ruimtelijk te integreren in het omliggende natuurlandschap. Indien het gaat om een waardevol gebouw, wordt het behoud ervan vooropgesteld en zullen geschikte ontwikkelingsmogelijkheden onderzocht worden.
Gebied tussen de Steenweg en de N80. De vallei van de Mombeek is een belangrijk landschappelijk element maar ook een herkenningselement vanaf de N80. Ter hoogte van de N80 wordt dit ruimtelijk versterkt. Op vlak van natuurwaarden kan gesteld worden dat dit gebied niet meer zo waardevol is door de aanwezigheid van verschillende harde structuren: de Steenweg N722, de spoorlijn en de N80 doorkruisen de vallei op vrij korte afstand van elkaar en tussen deze lijninfrastructuren werd een RWZI gebouwd. Op deze plaats blijft de deelruimte dan ook vrij smal.
Toegankelijkheid van de vallei Beperkte vormen van recreatief medegebruik wordt toegelaten en gestimuleerd, zolang de natuurfunctie niet geschaad wordt. Wandelen en paardrijden kan lateraal gebeuren op natuurvriendelijke wegen. Enkele strategische fietsdoorsteken dwars op de vallei en in relatie met de verschillende kernen moeten voorzien worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
12
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
3.1.4 Deelruimte 4: Alken-Oost (zie kaart 51: deelruimte 5: Alken-Oost)
behoud en ontwikkeling landschappelijke waarden.
van
landbouwgebieden
met
De hoofdfunctie in deze deelruimte is landbouw. Er wordt een beleid gevoerd naar het behoud van de open ruimte en het waardevol landschap, aansluitend op Wellen. Op de daarvoor geschikte gronden wordt landbouw verder ondersteund. In deze deelruimte, meerbepaald rond het gebied Groot Peteren, wordt meer aandacht gegeven aan natuur en kleine landschapselementen. Landbouw kan hier enerzijds, verweven met natuur (grootschalige landbouw en natuur), verder uitgebouwd worden, anderzijds onder de vorm van extensieve landbouw (natuurbeheer) toegepast worden. Kleine landschapselementen worden ter hoogte van de lintbebouwing verder ontwikkeld ifv inkapselen van bebouwing en integratie in het landschap.
Wonen in linten: integratie in het Haspengouws landschap De linten in deze deelruimte worden landschappelijk geïntegreerd en verder ruimtelijk ontwikkeld in functie van leefbaarheid (vnl. op vlak van verkeer). Zonevreemde woningen in deze deelruimte blijven behouden en worden geïntegreerd in het omliggende landschap. Ontwikkelingsmogelijkheden dienen afgewogen te worden vanuit de open ruimte en de landschappelijke waarden. Indien de omgeving het toelaat (bestaande omliggende woningen en landschappelijke structuur), kunnen zonevreemde woningen eventueel groter worden dan het decreet RO momenteel toelaat. Andere functiewijzigingen dan wonen en landbouw worden niet toegelaten. Indien het gaat om een waardevol gebouw, wordt het behoud ervan vooropgesteld en zullen geschikte ontwikkelingsmogelijkheden onderzocht worden.
3.1.5 Deelruimte 5: Vallei van de Herk (zie kaart 52: D eelruimte 5 Vallei van de H erk)
De basis voor de ontwikkeling van deze deelruimte heeft te maken met het landschappelijke herkenbaar maken van de vallei van de Herk. Er wordt een beleid gevoerd naar behoud en herstel. Binnen deze landschappelijke herkenbaarheid wordt afhankelijk van de plaats een bepaalde hoofdfunctie van de valleistructuur verder uitgewerkt. Er wordt gewerkt op basis van verschillende segmenten.
Voornamelijk in het zuiden van de gemeente dienen de natuurwaarden verder ondersteund, aansluitend op de natuurwaarden in Wellen. De Herkvallei zal op
, Afd. Ruimtelijke Planning
13
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
deze plaats, omwille van haar belangrijke natuurwaarden, zoveel mogelijk gevrijwaard blijven van harde functies. Ook grootschalige landbouw moet hieruit geweerd worden. Zonevreemde woningen kunnen behouden blijven, maar dienen zich te integreren in het omliggende natuurlandschap. Ter hoogte van het centrum van Alken (De Alk, Laagdorp, Brouwerij) wordt de Herk terug ruimtelijk herkenbaar gemaakt. Door de landschappelijke ontwikkeling van deze vallei, wordt de Herk als structuurdrager verder ondersteund binnen dit sterk bebouwd en intensief gebruikt valleisegment (bebouwing Alken-centrum, recreatiegebied de Alk, Brouwerij, … ). Hoge natuurwaarden zijn in dit intensief gebruikte valleisegment eerder beperkt. Verderop, naar de samenloop van de Herk en de Mombeek krijgt de vallei, waar mogelijk terug meer aandacht in functie van natuurwaarden. Bij eventuele ontwikkelingen in de rand, zullen steeds landschappelijke en natuurlijke randvoorwaarden bepaald worden vanuit de vallei. Hier zullen natuur- en landschapswaarden van de vallei op een kwalitatieve manier moeten samengaan met de ontwikkeling van het hoofddorp Alken en haar bijhorende functies als bedrijvigheid.
, Afd. Ruimtelijke Planning
14
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
3.2 B E P A LE N D E E L E M E N T E N V O O R A L K E N A L S ON D E R D E E L VAN DE LAN DSC HAPP E L IJKE S TR UC T UUR
3.2.1 Waardevolle gebouwen Het cultuurhistorisch patrimonium bepaalt mee het uitzicht van het Alkens landschap. Waardevolle gebouwen komen zowel voor in de open ruimte als in de bebouwde omgeving. Volgende elementen kunnen onderscheiden worden: Kastelen, Kerken en kapellen, Merkwaardige of beeldbepalende gebouwen (gemeentehuis, … ), Vakwerkhoeves, Molens, …
Omwille van het landschappelijk en toeristisch belang van het behoud en de ontwikkeling van het typisch Haspengouws landschap wordt er een beleid gevoerd om de beeldbepalende en landschappelijke waarde van deze elementen, te behouden. Wanneer het gaat om zonevreemde gebouwen kunnen deze mee opgenomen worden in het RUP voor zonevreemde woningen. Voor sommige waardevolle gebouwen kan het beleid meer gespecificeerd worden:
De kastelen en kasteelparken Kasteelparken hebben een landschappelijke maar ook ecologische betekenis. Kasteelparken worden samen met het bijhorend kasteel of landhuis beschouwd als één geheel. In het landschap van Alken zijn ze meestal herkenbaar door hun oud parkbomenbestand. Het beleid is er naar gericht om zowel de parken als de kastelen en hun bijhorende gebouwen te behouden en voorwaarden te scheppen om ze goed te beheren. Dit kan alleen maar door ze een mogelijkheid tot hedendaags gebruik te geven. Zowel privé-initiatieven als gemeentelijke initiatieven op dit vlak moeten mogelijk gemaakt worden. De gemeente gaat er van uit dat zowel de openbare als de privé kasteelparken moeten kunnen voldoen aan hedendaagse gebruikfuncties, openbare als particuliere functies zolang ze de eigenheid van het kasteelpark niet aantasten. Voor het kasteelparkenbeleid gelden de volgende voorwaarden: o
Het parkuitzicht moet blijven, dat wil zeggen dat grote bomen, grasvlakten, … behouden en versterkt moeten worden. Een functie- of volumewijziging mag geen invloed hebben op het landschappelijk uitzicht van de omgeving.
o
Er mogen geen nieuwe alleenstaande gebouwen opgericht worden, wel paviljoenen zonder woonfunctie van beperkte omvang (vb. Garages,
, Afd. Ruimtelijke Planning
15
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
stallingen voor het opbergen van onderhoudsmateriaal), o
Verbouwingen zijn per definitie mogelijk in alle waardevolle leegstaande of in gebruik zijnde hoofdgebouwen, zolang de wezenlijke kenmerken van de bestaande architectuur bewaard blijven en zo lang ze te verantwoorden zijn vanuit de hedendaagse functie van het gebouw. Verbouwingen worden mede bepaald door hun beschermingsstatus.
o
Waardevolle bijgebouwen kunnen ook een functie krijgen (woning, sauna, tuinpaviljoen, garage, enz.)
Oude landbouwnederzettingen (overwegend vakwerk) De gemeente streeft ernaar om voor de meest authentieke landbouwnederzettingen een beleid te voeren dat de authenticiteit van deze nederzettingen respecteert. Het gaat meestal om vakwerkhoeven maar ook andere typen van landbouwnederzettingen kunnen in aanmerking komen. De oude landbouwnederzettingen kunnen bewaard worden door er een functie aan toe te kennen die zich ondergeschikt maakt aan de erfgoedwaarde. De gemeente voert dit beleid naar al de waardevolle oude landbouwnederzettingen zodat, als ze binnen afzienbare tijd geen landbouwfunctie meer hebben, het historisch erfgoed behouden kan worden.
Erfgoedconcentraties in de dorpen (ensembles) Op sommige plaatsen komen belangrijke erfgoedelementen geconcentreerd voor. Voor zover ze niet beschermd zijn, kan de gemeente initiatieven nemen om deze historische waarde te beschermen als monument of dorpsgezicht. Het beleid rond deze erfgoedconcentraties wordt verder gerealiseerd in de verschillende ontwikkelingsplannen of uitvoeringsplannen die gefaseerd zullen worden opgesteld voor de deelkernen. Er zullen specifieke voorschriften worden uitgewerkt over de omgang met erfgoed op zich en de mogelijke functies en bestemmingen. Daarnaast neemt de gemeente initiatieven om stelselmatig de bebouwde en landschappelijke omgeving van deze erfgoedconcentraties beter in te richten. Er wordt naar gestreefd om de erfgoedconcentraties te ondersteunen door een aangepaste inrichting van de omgeving: aangepaste bestrating, verlichting, landschap, groenvoorziening, enz..
Kleine erfgoedjes Kleine erfgoedjes moeten beter geregistreerd worden waardoor ze geïntegreerd kunnen worden in het ruimtelijke beleid. Erfgoedjes zijn: devote erfgoedjes: zoals kruisen, kapelletjes, grotten, kerkpaden, (sommige zijn reeds beschermd), markante natuurlijke elementen zoals grote bomen, lanen, enz;
, Afd. Ruimtelijke Planning
16
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
3.2.2 Kle Kleine landschapselementen zijn de kleinere elementen van het landschap. Ze bepalen de eigenheid van de streek. De KLE van Alken zijn: Grote bomen, Houtkanten en houtwallen, Hagen, poelen kleine paden Kleine erfgoedjes …
Deze KLE blijven zoveel mogelijk behouden en worden indien nodig hersteld en waar het kan verder ontwikkeld. Juist omdat ze zo bepalend zijn voor de streek is het nodig hier voldoende aandacht aan te schenken en ze integreren in de ruimtelijke ontwikkelingen.
(zie verder 4.3.3.4.Kleine Landschapselementen)
3.2.3 Open ruimteverbindingen (zie kaart 55: open ruimteverbindingen)
Open ruimteverbindingen zijn onbebouwde corridors tussen overwegend bebouwde gebieden in. Ze verbinden grotere samenhangende open ruimtegebieden met elkaar. Open ruimteverbindingen bevinden zich op plaatsen waar de open ruimte het meest bedreigd is, maar waar ze meestal ook het meest waarneembaar en herkenbaar is. Selectiecriteria zijn: Maximumbreedte van 500m tussen twee bebouwde gebieden in Is niet gelegen in woongebieden of landelijk woongebied op het gewestplan, of in een goedgekeurde verkaveling Open ruimteverbindingen zijn vensters naar de open ruimte tussen twee bebouwde gebieden in. Ze moeten bij voorkeur gevrijwaard worden van nieuwe bebouwing. Open ruimteverbindingen zijn dikwijls ook dragers van natuurverbindingen en recreatieve assen. Het gaat om volgende verbindingen: Molenstraat tussen de wijk Zwarte Winning en Terkoest Lindestraat (2) Kapelstraat tussen Terkoest en Lindestraat Hulzenstraat
, Afd. Ruimtelijke Planning
17
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Langveldstraat tussen de Stapstraat en de Laagsimsestraat Laagsimsestraat tussen de Grendelweg en de Hameestraat Aan de kruising van de Haverenbosstraat en de Hameestraat Kruisstraat tussen de Slaapstraat en de Musstraat In het zuiden van Alken over de Steenweg Klameerstraat tussen de Alkerhoekstraat en de Snoekstraat Snoekstraat op de grens met de gemeente Wellen In het zuidelijk deel van de Alkerstraat In de Laagbulstraat tussen de Rechtstraat en de Bulsstraat In het noordelijk deel van de Bulsstraat
, Afd. Ruimtelijke Planning
18
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
4.
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
V I S I E O P D E O N T W IK K E L I N G VA N D E DEELSTRUCTUREN
(zie kaart 56: s ynthes e gewenste ruimtelijke structuur)
4.1 N EDE RZE T TIN GSST RU CT UU R 4.1.1 Bovenlokaal beleid Voor de gemeente Alken wordt op Vlaams niveau een buitengebiedbeleid gevoerd aangezien het volledige grondgebied zich in het buitengebied situeert. Op Vlaams niveau wordt enkel een beleid gevoerd naar een gemiddelde dichtheid van 15 woningen per hectare voor het buitengebied.
Op Provinciaal niveau wordt Alken geselecteerd als hoofddorp, de andere kernen m.n. St.-Joris en Terkoest als woonkernen. Binnen deze beleidscategorieën wordt een specifiek beleid gevoerd. De hoofddorpen en woonkernen zijn de kernen van het buitengebied waar de doelstelling van het gedeconcentreerd bundelen op het kleinste schaalniveau moet worden gerealiseerd. Deze kernen dragen de ruimtelijke ontwikkelingen van het buitengebied inzake wonen, voorzieningen en bedrijvigheid op lokale schaal. De gemeente kan alleen in een hoofddorp ruimte voorzien voor de herlokatie van zonevreemde bedrijven. De provincie voorziet een behoefte van 573 bijkomende woningen in Alken in de periode tussen 1992 en 2007.
4.1.2 Doelstellingen voor het gemeentelijk beleid Om een ruimtelijk beleid te voeren op de totale nederzettingsstructuur in de gemeente worden volgende doelstellingen vooropgesteld: Het hoofddorp Alken en de woonkernen St.-Joris en Terkoest ontwikkelen volgens hun niveau. Aanbod aan diverse woonvormen creëren. Dit heeft vooral betrekking tot het ontwikkelen van nieuwe woon- en inbreidingsgebieden en verbouwen van bestaande woningen. Het aanbod aan verschillende woningtypologieën geeft een breder publiek de kans om in Alken te wonen. Verhogen woonkwaliteit en leefbaarheid van woongebieden. Komen tot een aangenamer woonklimaat voornamelijk binnen de woonlinten. Voeren van een gericht beleid naar de ontwikkeling van de steenweg N722 (suggestie naar de Provinciale Overheid) Herkenbaarheid brengen in het Alkens lintlandschap. Een beleidskader ontwikkelen voor zonevreemde woningen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
19
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.1.3 Elementen van de nederzettingsstructuur (zie kaart 57: gewenste nederzettingsstructuur)
4.1.3.1 Ontwikkeling van het hoofddorp Alken (zie kaart 58: centrum Alken)
De provincie selecteerde Alken als hoofddorp. De begrenzing van dit hoofddorp wordt in grote lijnen aangeduid op basis van de reeds bebouwde structuur en de ontwikkelingsmogelijkheden binnen het gewestplan. Het hoofddorp wordt ontwikkeld als verzorgend centrum voor de gemeente met een concentratie van lokaal verzorgende functies. Binnen dit hoofddorp is de ontwikkeling erop gericht om kernversterkend te werken. Dwz: menging van functies (divers aanbod aan wonen, handel, voorzieningen, … ) voornamelijk in het hart van het hoofddorp; Woonontwikkelingen gebeuren rond het hart onder de vorm van verkavelingen. Om de kernfunctie van het centrum te versterken, moet ervoor gezorgd worden dat de omliggende woonzones er onderling mee in verbinding staan. Het is belangrijk om een kwalitatieve padenstructuur te ontwikkelen, waardoor wandelen of fietsen naar het centrum interessanter wordt. Het hoofddorp zal in de toekomst de grootste behoefte aan woningen opvangen. Bovendien wordt hier gestreefd naar een verweving van lokale bedrijvigheid. Handel en andere voorzieningen daarentegen worden geconcentreerd uitgebouwd voornamelijk in de Hoogdorpstraat. Bestaande handelszaken in het hoofddorp kunnen uiteraard ter plaatse blijven. De infrastructuur op het recreatieterrein “De Alk” in het oosten van het hoofddorp wordt verder uitgebouwd. Door op termijn de overige nog onbebouwde ruimte af te werken, wordt de oostelijk rand van het hoofddorp vervolledigd. Op die manier zal het lint aan de Alkerstraat integraal deel uitmaken van Alken.
U ITGANGSPUNTEN
VOOR DE ONTWIKKELING VAN HET CENTRUM :
Voor de toekomstige ontwikkeling van Alken wordt uitgegaan van volgende punten: identiteit van Alken versterken in overeenstemming met haar functie in de regio; voorzieningenniveau aangepast aan lokale behoeften; handelsgebeuren opkrikken in het centrum van Alken; duidelijke afbakening van het centrumgebied (dmv poorten); structuurbepalende elementen terug structurerend laten zijn; ruimtelijk koppelen van het Laagdorp aan het Hoogdorp; het Laagdorp wordt opgewaardeerd door een gepaste pleininrichting; Aandacht voor de Ridderstraat, meer in het bijzonder het gedeelte tussen het Lambrechtsplein en de Dorpsstraat;
, Afd. Ruimtelijke Planning
20
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
de kern in relatie brengen met enerzijds de sporthal en het omliggende recreatiepark De Alk, en anderzijds met de te ontwikkelen groene zone tussen de scholen en de bibliotheek/OCMW; het openbaar leven, het leven op straten en pleinen, bevorderen; de oude gebouwen van de brouwerij, de kerk, het gemeentehuis, het kapittel, de Dorpsmolen, ... moeten duidelijker participeren in het architectuurbeeld van het centrum; de gebouwen van de brouwerij, die afgestoten werden, hebben een zinvolle functie nodig. Er wordt gedacht aan het ontwikkelen van winkelgebeuren – wonen – openbare functies - parkeren. Het is belangrijk voor het centrum dat de beeldbepalende architecturale waarde blijft bestaan; duidelijke, veilige en hiërarchisch opgebouwde verkeersstructuur voor auto's, fietsers en voetgangers, openbaar vervoer; de zone 30-sfeer moet ruimtelijk krachtig ondersteund worden; het parkeergebeuren wordt aangepast aan de functie van de omgeving;
CONCEPT :
Het centrum van Alken wordt ontwikkeld op basis van twee functionele assen die onderling met elkaar verbonden worden door een centraal gebied waarbinnen voetgangersassen de relatie bepalen.
winkelas (Hoogdorpstraat + oude Brouwerijgebouwen) ( = verkeersas) groene as (plein openbaar park + Laagdorp + sporthal) (= verkeersluwe as) relaties tussen de twee dmv inrichting van voetpaden en openbaar domein.
, Afd. Ruimtelijke Planning
21
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
UITWERKING VAN DE VISIE :
Winkelas versterken: Als hoofddorp binnen de gemeente heeft Alken een centraal voorzienende rol voor de hele gemeente. Dit betekent oa. dat in Alken-centrum het “hoofdhandelsapparaat” gevestigd en versterkt zal worden. In de kern van Alken, meerbepaald in de Hoogdorpstraat bevindt zich al een concentratie van handelszaken en diensten. Deze as wordt versterkt en uitgebreid met als eindpunt een grootwarenhuis (nu gelegen in Laagdorp) in de oude brouwerijgebouwen.
Inrichting Hoogdorpstraat Met uitzondering van het appartementsgebouw Kapittel heeft de Hoogdorpsstraat nog alle elementen van een echte dorpsstraat: de kerk, de pastorie, het gemeentehuis, de post, winkels. Shopping, banking en diensten zouden zich dan ook moeten concentreren in het Hoogdorp. De Hoogdorpstraat heeft veel troeven om een gezellige dorpsstraat te blijven. De Hoogdorpstraat wordt opgekrikt voor voetgangers ifv de winkelas. De voetpaden worden verbreed maar de straat blijft ingericht voor tweerichtingsverkeer. Wat parkeren betreft wordt het langparkeren (personeel scholen, personeel handelszaken, gemeentehuis, … ) verschoven naar de parking achter het Kapittel. De bestaande parking wordt daarom vergroot. In de Hoogdorpstraat wordt enkel nog kortparkeren ifv de handelszaken en diensten toegelaten. De precieze verkeersafwikkeling van de parking zal verder afgewogen worden in het ontwerp voor de uitbreiding en inrichting van de parking.
De groene as ruimtelijk herkenbaar maken De Groene as, of zachte as, die verschillende groene en recreatieve zones in het centrum (mn. “openbare” zone, Laagdorp, de Dorpsmolen, de Alk, nieuwe begraafplaats) aan elkaar koppelt, moet ruimtelijk herkenbaar worden. Accenten worden gelegd enerzijds in de inrichting van de verschillende zones die door de as gekoppeld worden, anderzijds in de as zelf waarbij het zacht karakter (wandelen, verblijven, … ) benadrukt moet worden.
Relaties leggen tussen de twee ruimtelijk structurerende assen. De twee te versterken assen (“winkelas” en “groene as”) worden aan elkaar gelinkt door de verschillende paden en pleinen ertussen. Het gebied waarin de kerk, de pastorie en het Kapittel zich bevinden, krijgt hierdoor een belangrijke scharnierfunctie. De bestaande verbindingen tussen de Hoogdorpstraat en de St.-Aldegondislaan worden versterkt. De bestaande parkeerplaats aan de kerk wordt heringericht. De bestaande parkeerplaats (momenteel een monofunctioneel parkeerterrein) wordt ingericht met de nadruk op een pleinfunctie waarbij plaats moet zijn voor ceremonies. Bovendien is ook hier de verbinding tussen de Hoogdorpstraat en de St.-Aldegondisstraat belangrijk. Parkeren wordt teruggebracht naar kortparkeren, met uitzondering van kerkdiensten en ceremoniële aangelegenheden. Aangezien dit plein zeer centraal gelegen is in het centrum
, Afd. Ruimtelijke Planning
22
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
dient op deze plaats ook aandacht besteed te worden aan het plaatsen van fietsstallingen. Niettegenstaande hun ligging op een centrale zone in het centrum, heeft elk van de gebouwen die hier staan, nood aan een beperkte semi-openbare ruimte errond. Deze ruimte moet gerespecteerd blijven.
Parkeergebeuren structureren
zie mobiliteitsplan
Herkvallei terug zichtbaar en (be)leefbaar maken De Herkvallei, die de geschiedenis van Alken in zich draagt, maar tevens ook een belangrijk structurerend element in Alken is, wordt ter hoogte van het centrum terug herkenbaar gemaakt. Ten zuiden van het centrum waar de Herk de grens bepaalt van het recreatiedomein De Alk, zou deze beek beter geïntegreerd kunnen worden in dit recreatief gebeuren. Mogelijkheden naar natuur-educatieve / landschapsbeheer of medewerking van scholen kunnen onderzocht worden. Op het Laagdorp, de plaats waar de Herk Alken binnenkomt, wordt de vallei terug zichtbaar gemaakt. De groenstructuren, eigen aan de vallei, worden doorgetrokken tot op het plein. Ten noorden van het Laagdorp, wordt op termijn het gebied hersteld als valleigebied. Door aanleg van fiets- en voetpaden, wordt een functionele link gelegd met de bebouwing in het oosten van Alken-centrum. De aanleg van een fiets- en voetpad door de vallei versterkt de binding met de vallei. Bovendien komen de inwoners van o.a. het Hakkeveld vlugger en vooral veiliger in het centrum. Dit pad vormt een schakel in een groter fietsroutenetwerk. De molen op het Laagdorp vormt een belangrijk herkenningselement binnen deze Herkvallei.
Inrichten van de “openbare”zone als multifunctioneel park De “openbare”zone wordt gekenmerkt door een grote open ruimte temidden van allerlei openbare functies zoals lagere scholen, de bibliotheek, kinderopvang, OCMW, jeugdverenigingen, … Door een inrichting van dit gebied wordt een concrete functie als multifunctioneel park bekomen. Het wordt een facultatieve ruimte voor de verschillende omliggende functies. Bij de inrichting van deze zone wordt steeds rekening gehouden met zichten op de kerktoren. De begraafplaats zal op termijn ontwikkelen als een (groen - gras) overgangszone tussen de dorpskern en de “openbare zone”. Op lange termijn zal het oude kerkhof herschapen worden in een mooie groene ruimte, waarin restanten van graven en delen van de muren als parkelementen behouden blijven. Het bezinningselement moet aanwezig blijven. De site blijft als herkenbaar gegeven aanwezig in het dorpsweefsel door het voorzien van hoge hagen. Er bestaat een uitstekende visuele relatie met de kerktoren, wat de directe link met de dorpskern beklemtoont. Door het voorzien van één centraal plein als ontmoetingsplaats krijgt de zone een hart. Dit “hart”is enerzijds bereikbaar met de auto, maar centraliseert ook al de paden in de zone. Op die manier wordt al het inkomend verkeer verzameld op één ontmoetingsplaats. Vanaf dit centraal plein worden de leerlingen verdeeld naar de desbetreffende scholen. Op dit plein wordt de auto aan de rand toegelaten in een soort van “kiss & ride” systeem: ouders kunnen hun
, Afd. Ruimtelijke Planning
23
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
kinderen per auto naar school brengen en achterlaten op een veilige, autovrije plaats. Afhalen gebeurt op dezelfde manier. Het centraal plein is bereikbaar via het kruispunt van de Hoogdorpstraat en de Doktoorstraat. In- en uitrijden gebeurt via de doorgang tussen het appartementsgebouw Kapittel en de Gildezaal. De parkeerplaats achter het Kapittel wordt uitgebreid en heringericht zodat het schoolverkeer, zowel auto- als fietsverkeer en voetgangers er opgevangen en gekanaliseerd wordt. De toegangen van de drie omliggende basisscholen dienen in dit parkeergebeuren geïntegreerd te worden. Door de uitbreiding van de parkeerplaats komt hier ook ruimte voor bezoekers van de bibliotheek en het OCMW. Het langparkeren dat voorheen in de Hoogdorpstraat gebeurde, verschuift eveneens naar deze parkeerplaats. Door de inrichting van deze zone worden de scholen op een veiligere manier bereikbaar via de achterzijde. Op termijn zullen de scholen de hoofdtoegang dan ook naar de parkzijde richten. Bovendien wordt de relatie tussen de scholen en de bibliotheek versterkt.
Ontwikkelen oude brouwerijgebouwen en binnengebied De brouwerij is een historisch en beeldbepalend gebouw in het centrum van Alken. Alken is herkenbaar door zijn brouwerij. De gemeente wil met haar ruimtelijk beleid het bedrijfsbeleid van de brouwerij ondersteunen zolang het de draagkracht van de gemeente of de interne structuur niet stoort. Als er functieveranderingen gebeuren van gebouwen aan de Grootstraat moet het gebouwencomplex als een gesloten complex bewaard blijven, zodat het blijft refereren naar zijn historische bestemming. Het afbreken en opdelen in percelen zou de historisch gegroeide structuur van het centrum aantasten. Een andere industriële bestemming dan brouwerij is niet gewenst aan de zuidkant van de brouwerij.
De brouwerijgebouwen, ten zuiden van de Grootstraat, komen leeg te staan. Dit is een unieke kans voor Alken om aan kernversterking te doen. Functies als winkelen (in eerste instantie semi-grootwarenhuis) wonen en parkeren worden hier mogelijk gemaakt. Aangezien de functie wonen zich in dit geval best naar binnen keert, krijgt het binnengebied (momenteel achtertuinen en braakliggende gronden) naast een parkeerfunctie voor het grootwarenhuis ook een verblijfsfunctie. Bovendien kan van hieruit ook de relatie gelegd worden met de Herk die vlakbij is. Bij de herbestemming van de gebouwen zal dan ook het hele gebied tussen Laagdorp en de Grootstraat moeten bekeken worden. De ontwikkeling van dit gebied is een complex gegeven van gebouwen, ruimten en niet te vergeten verschillende eigenaars. Bij de ontwikkeling moet dus zeer omzichtig te werk gegaan worden om het beoogde resultaat te bekomen.
De ligging van de brouwerij in het centrum en de historiek die daar achter ligt wordt ruimtelijk sterker vertaald door: het beschermen en beheren van het waardevol architectonisch patrimonium: de Alkense ‘Brug der Zuchten’ , de as hoofdingang brouwerij / directeurswoning; de bakstenen hoofdgebouwen, enz. Deze gebouwen vormen tegelijkertijd ruimtelijke poorten voor het centrum van Alken.
, Afd. Ruimtelijke Planning
24
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
de betere landschapsvormgeving van de ruimte tussen Stationsstraat en de recent opgericht loodsen en de krattendepots. De bedrijfsruimte is niet ontwikkeld met respect voor de omgeving. de open ruimte van de Herkvallei tussen de Dorpsmolen en de Grootstraat - die toegankelijk gemaakt wordt (zie verder Herkvallei). Deze natuurlijke ruimte kan aangewend worden als een landschappelijk platform voor de gebouwen van de brouwerij.
Andere functie Laagdorp en afwerken plein Het wonen en de horeca worden een centraal gegeven op het plein. Er zou moeten getracht worden de horeca van de sporthal en het plein te linken. De inrichting van het plein moet vooral gericht zijn op rust, de vestiging van cafés en restaurants en vormt bovendien een schakel in de conceptuele “groene as”. Deze ruimte heeft bovendien een belangrijke functie binnen de toeristische ontwikkeling van Alken. Het Laagdorp heeft een functie als fietsverzamelpunt en als uitvalsbasis naar de omliggende steden: Hasselt, Tongeren, St.-Truiden en de omgeving. Gekoppeld aan het Laagdorp (horeca) en de Alk (recreatie – speeltuin) vormt dit plein een ideaal vertrekpunt. In de huidige situatie is er geen duidelijke afscheiding van het dorpsplein, het ontbreken van een achterwand doet afbreuk aan de pleinfunctie en vormt een diffuse overgang naar het achterliggende groengebied. Een poort die de ingang naar de accommodatie “De Alk”duidelijker aankondigt en tegelijkertijd het plein beter afbakent aan die kant is nodig. Op die manier wordt de Herkvallei samen met de recreatieve infrastructuur ruimtelijk bij het centrum betrokken. Het dorpsplein moet functioneren als een scharnierpunt tussen de kern en het achterliggende groengebied van de Alk en de begraafplaats. De ingang van het Taymanscentrum (gevellacune) krijgt eveneens een nieuwe façade. Het plein moet meer architecturale uitstraling krijgen. De ruimtelijke integratie en opwaardering van de Dorpsmolen als cultuurhistorisch valleimonument is eveneens belangrijk voor de herkenbaarheid van de plek.
Recreatiedomein de Alk + nieuwe begraafplaats Ten zuidoosten van het Laagdorp zijn centrumfuncties als sporthal (in combinatie met de recreatiezone De Alk) en de nieuwe begraafplaats gelegen. De binding met het centrum zou versterkt moeten worden. De “groene as” wordt ruimtelijk versterkt tot aan de begraafplaats via de sporthal. De voetgangers- en fietsersrelatie wordt hierbij zeer duidelijk. Wat het domein De Alk zelf betreft, ontbreekt elke relatie met de vallei van de Herk. Indien dit domein aan herinrichting toe is, zou hiermee rekening gehouden kunnen worden. Bovendien zal door een strategische inplanting van functies de afstand tussen het centrum en de sporthal beter overbrugbaar worden hetgeen bijdraagt in het versterken van de relatie met het centrum.
, Afd. Ruimtelijke Planning
25
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Aanduiding kern dmv “poorten” Oostelijke poort ruimtelijke integratie van de brouwerij, die hier met een mooie zijgevel pal in de vallei staat. Deze ruimtelijke confrontatie molen/vallei/brouwerij/Laagdorp is een echte metafoor voor de historische ruimtelijke ontwikkeling van Alken. De toegang naar Laagdorp (Koutermansstraat) via de molen.
Noordelijke poort De noordelijke poort wordt eveneens gevormd door de brouwerij enerzijds, anderzijds de oorspronkelijke bedrijfsvilla, met aanloop vanaf het kruispunt met de Langveldstraat.
Westelijke poort: De kruising van de Papenakkerstraat met de Hameestraat, met een aanloop vanaf de “Zevenboomkenskapel”, vormt de westelijke poort.
Zuidelijke poort: De zuidelijke poort bevindt zich in de Motstraat ter hoogte van gemeenteschool met een aanloop vanaf de Papenakkerstraat.
de
Alken groen centrum De functie van het groen is structuurondersteunend maar het moet ook het gemengd residentieel en dorpskarakter van Alken ondersteunen. Er is al veel groen in Alken. De gebruiksfunctie van het groen is hoog in de speeltuin en de sportterreinen van de ALK. De nadruk dient dan ook verder gelegd te worden op relaties. De openbare gebouwen en woongebieden worden via kleine paadjes, groene assen en parken bereikbaar, en met elkaar verbonden worden. Deze interne kleine groene padenstructuur moet gecultiveerd en verder ontwikkeld worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
26
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.1.3.2 Woonkernen St.-Joris en Terkoest (zie kaarten 59 en 60: gewenste ruimtelijke structuur St.-Joris en T erkoest)
St.-Joris en Terkoest werden door de provincie geselecteerd als woonkernen. Doelstellingen voor deze beleidscategorie zijn de volgende: Ruimtelijk en functioneel versterken van de kern. Herkenbaarheid van de kern verhogen door ondersteunen van bestaande ruimtelijke structuren. Verkeersveiligheid verhogen. Het openbaar leven, het leven op straat en plein in de kern bevorderen.
In de woonkernen wordt de nadruk gelegd op het “landelijk wonen”. De woningbehoefte binnen deze woonkernen wordt opgevangen binnen de bestaande woonzones. In de mate van het mogelijke, worden diverse woonmogelijkheden aangeboden, zeker indien het gaat om de ontwikkeling van nieuwe gebieden (of binnengebieden). Op deze manier wordt kernversterking bevorderd. Lokale functies (handel, ambachtelijke bedrijvigheid, … ) zijn mogelijk in deze woonkernen, ter bevordering van de tewerkstelling en leefbaarheid. Vanzelfsprekend mag de draagkracht van de omgeving niet overschreden worden.
Specifiek voor de geselecteerde woonkernen betekent dit:
St.-Joris Kernversterking rond de school, kerk, cultureel centrum, begraafplaats en sportterreinen. Deze zone wordt ingericht als kern van St.-Joris. Hier wordt de nadruk gelegd op het openbaar domein. Eventueel kan gezocht worden naar mogelijkheden om aan de rand van de kern meer gesloten bebouwingsvormen toe te laten. De zuidwestelijke zijde van de begraafplaats en de sportterreinen wordt ruimtelijk begrensd en landschappelijk ingekleed door sterke groenstructuren. De spooroverweg in de Sint-Jorisstraat, die een breuk vormt in de kern, dient op een veilige manier ingericht te worden, zodat de oversteekbaarheid door zwakke weggebruikers geen barrière vormt. St.-Joris wordt voorzien van twee degelijk ingerichte hoofdtoegangen: Vanaf de N80 via de Hemelsveldstraat – Sint-Jorisstraat (het kruispunt ten zuiden van St.-Joris) als bovenlokale ontsluiting Vanaf de N722 via de Sint-Jorisstraat Door deze twee “toegangen” ruimtelijk in te richten (straatprofiel, straatbomen, … ) worden twee hoofdassen gecreëerd die enerzijds een duidelijke ontsluiting bewerkstelligen, en anderzijds herkenbaarheid scheppen in het bebouwd weefsel. De betreffende kruispunten worden ingericht zodat ze duidelijk de ontsluiting aangeven. Een verbinding naar Alken wordt ondersteund via de Ed. Dompasstraat – Hendrikstraat – Langveldstraat. Het is zeer belangrijk dat vooral deze straat een veilige fietsverbinding vormt, zodat ook voor de fietsers de verbinding met Alken toegankelijk wordt.
, Afd. Ruimtelijke Planning
27
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Het is de bedoeling zoveel mogelijk verkeer via kortste weg naar N80 te leiden. Indien mogelijk wordt de Wolfstraat een verbindingsstraat tussen de N722 en de N80. Op die manier wordt de woonkern St.-Joris zoveel mogelijk gevrijwaard van doorgaand verkeer. (Afwachten visie mobiliteitsplan – streefbeeldstudie N80). Het enige nog resterende, niet ontwikkeld woongebied in het noorden van de woonkern en tegen de spoorweg gelegen, wordt ontwikkeld. Deze plaats biedt nog mogelijkheden om een diversiteit aan woningen te creëren binnen het vrij monotoon bebouwingspatroon van deze woonkern. Bovendien moet een degelijke buffer naar de spoorweg voorzien worden. Door tussen de linten Sint-Jorisstraat en Hendrikstraat het bestaande pad door te trekken, wordt een verbinding naar de kern voorzien voor zwakke weggebruikers. Er zijn verschillende mogelijkheden om veilig met de fiets het station van Alken te bereiken: Via de her in te richten N722 Via de Vliegstraat – Lokerstraat - Broosveldstraat Het restlandbouwgebied tussen St.-Joris en de N80 wordt ingericht met sterke groenstructuren als buffer tussen de twee functies. Enerzijds worden sterke buffers voorzien op de bermen van de N80; anderzijds wordt de zone aan de zijde van de woningen en in de omgeving van de beschermde kapel creatief ingericht met hoogstamboomgaarden en weilanden. Zo wordt de hinder van de N80 beperkt en tegelijkertijd de kapel terug in een ruimtelijk kader geplaatst.
Terkoest De kern van Terkoest situeert zich rond de kerk, het rusthuis en de school en gaat tot over de N754. Hier bevinden zich ook enkele handels- en horecazaken die functioneren met de woonkern. Voor de leefbaarheid van deze woonkern is het belangrijk dat aan deze voorzieningen genoeg ontwikkelingsmogelijkheden kunnen gegeven worden. Vanuit de kern wordt een ruimtelijke relatie gelegd met de vlakbij gelegen begraafplaats en de sportterreinen aan de zuidoostelijke rand van de woonkern. Het bos gelegen aan de school wordt ingericht als speelbos. De N754 wordt ter hoogte van Terkoest heringericht met het oog op een vertraging van het verkeer ter hoogte van de kern van Terkoest. De hoofdtoegang via de Parkstraat wordt duidelijk ruimtelijk aangegeven door een gepaste inrichting die anders is ten opzichte van de andere toegangen vanaf de N754. Hierdoor wordt ook de verkaveling aan de overzijde van de N754 betrokken bij de woonkern. De Kozenbeek loopt dwars door de kern van Terkoest en mondt ten noorden ervan uit in de vallei van de Mombeek. De structuur van deze beek wordt ruimtelijk ondersteund, vooral langs de Koosterstraat. De voortuinen van de woningen die over de beek gebouwd zijn, worden geïntegreerd in de rechteroever. Zo krijgt de Koosterstraat een uniek straatbeeld binnen Terkoest. De Mombeekvallei, aan de noordoostelijke zijde van de woonkern, wordt ruimtelijk versterkt. De bestaande knotwilgenrij wordt terug hersteld als klein landschapselement. (zie verder nota open ruimtestructuur) Bestaande paden naar de open ruimte worden doorgetrokken, zodat in lussen kan gewandeld worden. Zo worden o.a. (in samenwerking met de stad Hasselt) de twee bestaande paden in de Herkvallei verbonden met de paden aan de overzijde van de beek zodat een wandeling in de Herkvallei mogelijk wordt.
, Afd. Ruimtelijke Planning
28
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.1.3.3 Woonlinten Het grondgebied van Alken is rijk aan lintbebouwing van allerlei aard. Uit de analyse van de nederzettingsstructuur in het informatief gedeelte blijkt dat er reeds van oudsher linten aanwezig waren. Het is belangrijk om deze linten als onderdeel van de nederzettingsstructuur te onderscheiden en er een specifiek beleid naar te voeren. Dit beleid hangt enerzijds af van de aard van het lint, maar ook van het beleid dat gevoerd wordt in de deelruimte waarin het zich bevindt. Door de ligging in het buitengebied, worden ontwikkelingsperspectieven voor deze linten vanuit de open ruimtestructuur bepaald. Hierbij wordt voldoende rekening gehouden met geselecteerde open ruimteverbindingen.
Alle linten in Alken kunnen beschouwd worden als gemengde linten. Deze gemengde linten kunnen ook gedeeltelijk zonevreemd zijn. (Het beleidskader voor zonevreemde woningen wordt toegelicht in 4.1.4. Kader integratie zonevreemde woningen). De hoofdfunctie in de gemengde linten is en blijft wonen. Binnen het landelijk woongebied op het gewestplan kunnen de linten verder bebouwd en afgewerkt worden. De gemeente voert hiervoor echter geen sturend beleid. De ontwikkeling, inrichting en landschappelijke inkleding ervan wordt bepaald door de ligging in een bepaalde deelruimte: In de linten gelegen in de deelruimten “Bebouwd centrum van Alken” en “Rasterlandbouwlandschap” wordt bestaande bedrijvigheid, verweven met de woonfunctie beperkt toegelaten. Bovendien dient, om een goede landschappelijke integratie van de linten te bekomen, er genoeg aandacht besteed aan de inkleding naar de achterliggende open ruimte. In de linten gelegen in de deelruimte “Alken Oost”wordt de nadruk gelegd op wonen. Ook de linten in deze deelruimte worden ingekleed naar de achterliggende open ruimte. Voor zonevreemde woningen gelegen in gemengde linten, wordt een afwegingskader aangereikt. Zie 4.1.4. Kader integratie zonevreemde woningen.
Bijzondere aandachtspunten in functie van de gewenste ontwikkeling van lintbebouwing in de gemeente Alken: -
De linten OLVrouwstraat, Grootstraat, Snoekstraat, Leemkuilstraat, Meerdegatstraat en Steenweg Hasselt – St.-Truiden hebben een doorgaande verkeersfunctie naar de omliggende dorpen en worden dus ook in functie van verkeersveiligheid in die zin ingericht. (Zie verder hoofdstuk “Lijninfrastructuur”: categorisering van wegen)
-
Om de herkenbaarheid in de talrijke linten te verbeteren, krijgen bepaalde linten specifieke ontwikkelings- of inrichtingsvoorwaarden. Het verbeteren van de herkenbaarheid van bepaalde linten heeft niet de intentie om bijkomende woongebieden, noch wooneenheden te creëren. Bovendien heeft herkenbaarheid in grote mate betrekking op de inrichting van het openbaar domein. In Alken kunnen, met betrekking tot het verbeteren van de herkenbaarheid, volgende linten onderscheiden worden:
, Afd. Ruimtelijke Planning
29
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
1. S TEENWEG – S TATIONSSTRAAT Door de continue bestemming als woongebied op het gewestplan zullen de resterende gaten in de bebouwing in de toekomst verder dichtgebouwd worden, zodat de steenweg verder zal ontwikkelen als een bebouwd lint. Er wordt een tweesporenbeleid op twee beleidsniveaus gevoerd waarop de steenweg (geleidelijk) kan geherdefinieerd worden en een nieuwe functie kan krijgen: -
Door een vestigingsbeleid wordt een duidelijk beleid voor de functies bepaald.
-
Door een herinrichtingsbeleid zal het verkeer fundamenteel verlangzamen en de verblijfsfunctie opgekrikt worden.
Het vestigingsbeleid wordt, aangezien het gaat om lokale functies, gevoerd op gemeentelijk niveau. Het herinrichtingsbeleid daarentegen wordt, door de selectie van de steenweg als secundaire weg type III, bepaald door de Provincie. Omwille van het feit dat het bepalen van functies langs een weg niet kan losgekoppeld worden van de inrichting van de weg, wordt een voorzet gedaan naar weginrichtingsprincipes als suggestie naar de Provincie.
Herinrichtingsbeleid Het streefbeeld van de Steenweg kan omschreven worden als een brede laan met grote bomen, smal wegprofiel, vrijliggend fietspad en een aangrenzende, residentiële bebouwing verweven met bestaande handel en bedrijvigheid.
Het vestigingsbeleid Wonen is de hoofdfunctie langsheen de steenweg. Bedrijvigheid en handel blijven verweven aanwezig.
Visie op de ontwikkeling: Steenweg: groene laan Bij de heraanleg van de steenweg wordt de bomenrij hersteld en, op ruimtelijk verantwoorde wijze, rekening houdend met aanliggende functies, in – en uitritten, enz., heraangeplant zodat een beeldbepalende laan ontstaat die de “nieuwe” steenweg markeert. Tegelijkertijd is het een reflectie naar het oorspronkelijke beeld van de oude steenwegen, alleszins met een hedendaagse invulling en vormgeving. Elementen met bijzondere beeldwaarde kunnen in de vormgeving van de steenweg ondersteund worden: -
de kasteelparken
-
de tuinwijkwoningen tussen Alken en St. Lambrechtsherk
-
de kruispunten
-
de doortocht van St.-Joris
, Afd. Ruimtelijke Planning
30
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Wonen: verhogen en afwerken van de steenweg als residentieel verblijfsgebied. Overal langs de steenweg kan gewoond worden in de daarvoor voorziene bestemmingen op het gewestplan. De verblijfskwaliteit zal terug verhoogd worden door het trager verkeersregime. Om de functie als openbaar vervoersas op Provinciaal niveau te ondersteunen, kan het interessant zijn, zo weinig mogelijk nieuwe toegangen tot deze weg te creëren. In die zin kunnen mogelijkheden onderzocht worden i.f.v. samenvoegen van percelen met hierop één gebouw met meerdere wooneenheden en een gemeenschappelijke ontsluiting. Ruimtelijk is dit te verantwoorden omwille van de typische landschapskenmerken van de gemeente: kastelen en hun parken. De steenweg zou de locatie bij uitstek kunnen zijn voor de zogenaamde “nieuwe landgoederen”. Langs de steenweg bevinden zich reeds twee kastelen met hun parken die in sterke mate beeldbepalend zijn. Nieuwe ontwikkelingen in dit landelijk woongebied zouden eventueel kunnen aanknopen bij dit type bebouwing en parkomgeving. Op die wijze worden de verdwijnende open ruimte vensters niet langer bedreigd. De steenweg zelf ontwikkelt zich dan op termijn als een nieuwe parkway, een laan met bomen en vrijliggende fietspaden die een parkachtig, residentieel woongebied doorkruist.
Handel: herstructureren en geleidelijk afbouwen. De nu verspreide handelsfuncties langs de steenweg worden geleidelijk aan geherstructureerd en afgebouwd. Bestaande handelszaken kunnen ter plaatse blijven en om redenen van leefbaarheid beperkt uitbreiden. Nieuwe handelszaken worden niet meer toegelaten.
Bedrijven: verweven met de bedrijfsfunctie Voor bedrijvigheid geldt het verwevingsprincipe. Dit wil zeggen dat langs de steenweg bestaande lokale bedrijvigheid kan uitgeoefend worden. Uitbreidingen van bestaande bedrijfsgebouwen zullen slechts in beperkte mate toegelaten worden en dit in functie van eisen die gesteld worden aan bepaalde activiteiten. Nieuwe bedrijvigheid wordt niet meer toegelaten.
De Steenweg/Stationsstraat: een langzame verkeersas en een as voor openbaar vervoer (herinrichtingsbeleid) De hoofdverkeersfunctie van de steenweg is een as voor openbaar vervoer, lokaal verbindend verkeer en fietsverkeer. Dit betekent niet dat hij zijn historische functie als verbindingsweg verliest, maar zal gericht zijn op andere weggebruikers dan het autoverkeer. Dank zij het geldig alternatief van de nabijgelegen N80 kan het doorgaande autoverkeer consequenter naar deze daarvoor uitgeruste weg geduwd worden. Daartegenover krijgt het fietsverkeer maximale prioriteiten en faciliteiten. De ruimte die wordt afgenomen van het autoverkeer zal gebruikt worden voor de aanleg van een vrije fietsbaan. Dit fietspad moet beschouwd worden als een voldoende breed comfortabel snelfietspad naar Hasselt en naar de belangrijke opstapplaatsen van het openbaar vervoer. Ook het openbaar busvervoer zal comfortabeler en aantrekkelijker gemaakt worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
31
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
2. L INT K RUISSTRAAT - P LEINSTRAAT Dit lint omvat volgende straten: −
Kluisstraat
−
Stoukstraat
−
Kruisstraat
−
Pleinstraat
−
Hameestraat
Dit lint wordt ontwikkeld als herkenningsas doorheen het zuiden van de gemeente die vertrekt vanuit het hoofddorp Alken. Door het brede wegprofiel dat hier op sommige plaatsen nog aanwezig is, kan d.m.v. het aanplanten van bomen een laaneffect bereikt worden, waardoor het lint ruimtelijk herkenbaar wordt in het zuidelijk lintlandschap. Het lint wordt ruimtelijk versterkt en de kruispunten (en eventueel andere punten) worden geaccentueerd. Reeds aanwezige herkenbare elementen kunnen extra in de verf gezet worden.
3. L INT L INDESTRAAT Dit lint heeft nog een typisch agrarisch karakter. Doordat dit lint niet overal ingekleurd werd op het gewestplan als woongebied met landelijk karakter, kan gesteld worden dat de morfologische structuur van dit lint in grote mate kan en zal bestendigd blijven. Voor de herkenbaarheid van dit lint is het belangrijk dat de nog aanwezige open ruimteverbindingen, die zicht geven op de achterliggende open ruimte, behouden blijven en ingericht worden.
4.1.3.4 Woonclusters In de gemeente kunnen een zestal clusters worden aangeduid. Deze clusters vertonen een samenhang in bebouwingsstructuur. Het gaat steeds om meer dan 5 woningen of gebouwen met een typische eigenheid. Omwille van het feit dat ze niet als lint, noch als verspreidliggende woning beschouwd kunnen worden, wordt er een gericht beleid gevoerd ten aanzien van deze woonclusters. In woonclusters wordt enkel een woonfunctie toegelaten. Bestaande bedrijvigheid kan, voor zover ze de draagkracht van de omgeving niet overschrijdt, ter plaatse blijven. Nieuwe bedrijvigheid wordt, door de meestal slechte ontsluiting van deze woonvorm, niet meer toegelaten.
1. K RAAL K NIPSCHEER Deze cluster, gelegen in het rasterlandbouwlandschap, wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van geconcentreerd gelegen gebouwen (overwegend vakwerkhoeves) in de Knipscheerstraat. Aangezien dit straatbeeld nog vrij authentiek is, wordt getracht dit te behouden. Deze kraal van clusters is zonevreemd gelegen en wordt daarom opgenomen in een RUP. Stedebouwkundige voorschriften voor deze cluster gaan altijd uit van volgende principes:
, Afd. Ruimtelijke Planning
32
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
−
Behoud van de authenticiteit van de gebouwen
−
Wonen blijft de hoofdfunctie van de gebouwen
−
Als nevenfuncties worden enkel laagdynamische en weinig verkeersgenererende activiteiten toegelaten
−
Integratie in het landschap door versterking van de reeds aanwezige KLE
−
…
2. V ERZAMELING K LINKSTRAAT Deze cluster, gelegen in het noordoosten van de gemeente, aan de buitenrand van de deelruimte Mombeekvallei, bestaat uit gemengde bebouwing met voornamelijk functies als wonen, landbouwbedrijven, … . De gebouwen binnen dit cluster zijn, op de landbouwbedrijven na, zonevreemd gelegen. Er wordt een RUP opgesteld om de woonfunctie te bestendigen en een mogelijkheid in te bouwen voor de landbouwbedrijven indien de landbouwfunctie stopt. Er wordt bovendien voldoende aandacht besteed aan landschappelijke integratie i.f.v. de ligging op de rand van Mombeekvallei.
de de
3. S LAAPSTRAAT In deze cluster in het uiterste zuiden van de gemeente, in de deelruimte Rasterlandbouwlandschap, wordt enkel wonen toegelaten. Er wordt een RUP opgesteld om deze functie te bestendigen, maar ook om de woninggroep beter te integreren in het landbouwlandschap.
4. B RABANTSESTRAAT Het cluster in de Brabantstraat bestaat uit een historisch gegroeid bedrijf en enkele omliggende woningen. Het is gelegen binnen de deelruimte Rasterlandbouwlandschap. Het bedrijf is het structuurbepalend element binnen deze cluster. Het bedrijf bevindt zich in een bedrijvenzone op het gewestplan en kan ter plaatse blijven. Om hinder naar de omliggende woningen ter voorkomen, zal het bedrijf haar activiteiten in de mate van het mogelijke reorganiseren. Beperkte uitbreidingen, noodzakelijk voor deze reorganisatie zijn toegelaten. Bovendien wordt dit bedrijf landschappelijk ingekleed (eventueel gebufferd) naar de omliggende open ruimte. Indien dit bedrijf hier weggaat (ev. herlocatie) wordt dit gebied herbestemd d.m.v. een RUP.
5. L AAGBULSTRAAT In de Laagbulstraat bevinden zich twee afzonderlijke clusters. Deze clusters zijn in het zuidoosten van de gemeente in een zijvallei van de Herk gelegen en in de deelruimte “Alken-oost” en bestaan hoofdzakelijk uit gemengde bebouwing met voornamelijk functies als wonen, landbouwbedrijven, … . De gebouwen binnen deze clusters zijn, op de landbouwbedrijven na, zonevreemd gelegen. Er wordt een RUP opgesteld om de woonfunctie te bestendigen en een mogelijkheid in te bouwen voor de landbouwbedrijven indien de landbouwfunctie stopt.
, Afd. Ruimtelijke Planning
33
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Verder zullen deze clusters geïntegreerd worden in het omliggend landschap van weilanden en populieraanplantingen.
6. Z WARTE W INNING De Zwarte Winning is een recent ontwikkelde wijk, gelegen in de deelruimte “Rasterlandbouwlandschap”in het noorden van de gemeente. De functie is uitsluitend wonen. Deze cluster is niet zonevreemd gelegen. Er wordt geen RUP voor opgemaakt.
4.1.3.5 Verspreidliggende woningen We kunnen ervan uitgaan dat verspreidgelegen woningen zonevreemd gelegen zijn. Een beleidskader hieromtrent wordt uitgeschreven in volgend hoofdstuk.
4.1.4 Kader integratie zonevreemde woningen Een zonevreemde woning is een woning die: •
niet gelegen is in een zone met de juiste bestemming op het gewestplan, dit wil zeggen niet in woongebied, landelijk woongebied, woonpark of woonuitbreidingsgebied,
•
niet gelegen is in een (niet vervallen) verkaveling,
•
niet gelegen is in een voor wonen bestemde zone in een BPA,
Het doet er niet toe of de woning voor of na de goedkeuring van die plannen werd gebouwd. In ieder geval mag een zonevreemde woning niet worden verward met een illegale woning. Zonevreemde woningen zijn vergunde woningen die niet in de juiste bestemming op het gewestplan liggen. De gemeente zal voor de integratie en reglementering van zonevreemde woningen een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan opstellen. Hierbij wordt uitgegaan van onderstaand afwegingskader (zie ook bijhorende tabel): Bij de regelgeving rond zonevreemdheid moet niet alleen het probleem aangaande bestemming en woonvolume opgelost worden, maar ook het ruimtelijk kwalitatief probleem. Dat wil zeggen dat met het juridisch oplossen van de zonevreemdheid ook randvoorwaarden aangaande perceelsinrichting en perceelsbeheer kunnen opgelegd worden. Er wordt met andere woorden een beleid vanuit de gewenste openruimte structuur gevoerd. •
Er zijn drie bijzondere situaties die een uitzondering vragen: o De bestaande woonsituatie is op termijn ongewenst. Dit kan indien de woning bvb. gelegen is in een overstromingsgebied, aan een druk verkeersknooppunt, in een (toekomstig) bedrijventerrein, in een (toekomstig) recreatiegebied. Er zijn de volgende oplossingen: •
de woning krijgt via het RUP, dat voor de ontwikkeling van het hele gebied een nieuwe bestemming voorschrijft, een nieuwe
, Afd. Ruimtelijke Planning
34
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
functie; bijvoorbeeld als conciërgewoning, (onderdeel van) een bedrijf, … •
kantoor
of
als
de woning wordt onteigend voor de realisatie van de nieuwe bestemming
o De bestaande woning kan beschouwd worden als waardevol en bepalend voor het Alkens landschap. (historisch, landschappelijk en/of architecturaal waardevol). Voor deze gebouwen kan een gericht RUP opgesteld worden in functie van het behoud van het gebouw. De selectie van deze gebouwen dient te gebeuren d.m.v. het opstellen van concrete selectiecriteria gebaseerd op bvb.: authenticiteit, ruimtelijk voorkomen, bouwfysische toestand, landschappelijke toestand, … Bovendien kunnen bestaande inventarissen en lijsten geraadpleegd worden (vb.: opgenomen in de Landschapsatlas, opgenomen in “Bouwen door de Eeuwen heen”, … ). De ontwikkelingsmogelijkheden voor zulke gebouwen dienen steeds afgewogen te worden op basis van de visie op de deelruimten en de deelstructuren.
o Indien de zonevreemde woning gelegen is in een selectie van de hogere overheid, wordt het beleid gevoerd door de bevoegde overheid (Vlaams Gewest of Provincie). •
Indien het gaat om verspreidgelegen woningen of een woningconcentratie (woonlint of cluster) die niet gelegen is in een selectie van de Hogere Overheid, worden ontwikkelingsmogelijkheden bepaald in functie van de geselecteerde deelruimten: o De woning of woonlint is gelegen in een gemeentelijk kwetsbaar gebied, m.n. open ruimteverbinding, de deelruimte “vallei van de Mombeek” of delen van de deelruimte “Herkvallei” (het zuidelijke deel, vanaf het hoofddorp tot aansluitend op Wellen en het noordwestelijk deel, vanaf de brouwerij tot aan de monding in de Mombeek). In dit geval wordt via een RUP enkel de woonfunctie toegelaten volgens de bepalingen van het decreet. Verder worden voorwaarden gesteld aan de perceelsinrichting in functie van een goede ruimtelijke en functionele integratie in het landschap en natuurwaarden (vb. KWZI). o De zonevreemde woning of woonlint is gelegen in de deelruimte 1: “Bebouwd centrum van Alken”. Deze woningen worden via een RUP onderworpen aan dezelfde voorschriften als deze van de meest nabijgelegen woonzones in de gewestplannen of andere Bijzondere plannen van aanleg o De zonevreemde woning of woonlint is gelegen in de deelruimte 2: “Rasterlandbouwlandschap” of deelruimte 4: “Alken-oost”. Deze woningen kunnen behouden blijven en krijgen minstens ontwikkelingsmogelijkheden zoals bepaald volgens het decreet RO. Indien een zonevreemde woning gelegen is temidden van residentiële
, Afd. Ruimtelijke Planning
35
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
woningen, kan onderzocht worden in welke mate deze woning kan uitbreiden. Bijkomend worden er voorwaarden gesteld aan de perceelsinrichting in functie van de integratie ervan in de open ruimte. Nieuwe functiewijzigingen kunnen enkel toegelaten worden naar landbouw.
Beslissing Bestendige Deputatie: er kunnen geen ruimere ontwikkelingsmo gelijkheden dan decretaal
Voor woonclusters worden per cluster de ontwikkelingsperspectieven aangegeven (zie 4.1.3.4. Ontwikkelingsperspectieven woonclusters). Afhankelijk van de vooropgestelde visie zal voor deze clusters een RUP opgemaakt worden.
bepaald voorzien worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
36
Beleidskader zonevreemde woningen in de gemeente Alken SITUTATIE
SELECTIE HOGERE OVERHEID VL. GEWEST + PROVINCIE
GEMEENTELIJK KWETSBARE GEBIEDEN In of aan de rand van
DEELRUIMTE
BEDREIDGDE WOONSITUATIES
WAARDEVOLLE GEBOUWEN
Nabijheid van hinderbron
Gelegen in
Deelruimte 2: Rasterlandbouwlandschap
-
-
Deelruimte 4: Alken-Oost
-
In of aan de rand van
In of aan de rand van
perimeter afwegingskader
-
situering in Alken (indicatief)
Gewestplanbestemmin gen natuur, enz. GEN of GENO Habitatrichtlijngebieden
verspreidliggende woningen
Delen van de - Deelruimte 3: Valleistructuur Mombeek - Delen van de deelruimte 5: Vallei van de Herk (zie tekst p. 35) - Open ruimteverbindingen
Deelruimte 1: Bebouwd centrum van Alken
-
Verspreidliggende woningen Gemengde woonlinten
-
verspreidliggende woningen gemengde woonlinten
-
Verspreidliggende woningen Gemengde woonlinten
Woonclusters (zie 4.1.3.4. ontwikkelingsperspectieven woonclusters)
-
Woonclusters (zie 4.1.3.4. ontwikkelingsperspectieven woonclusters)
-
Woonclusters (zie 4.1.3.4. ontwikkelingsperspectieven woonclusters)
-
Volumebeperking 1 = instandhouding 2 = binnen bestaande bouwvolume 3 = ontwikkelings-perspectieven decretaal vastgelegd 4 = meer ontwikkelings-perspectieven dan decretaal vastgelegd
Mogelijke randvoorwaarden perceelsinrichting
1
of voorstel soepelere regeling vanuit gemeente
of aankoop door Vlaams Gewest of Provincie
3
4 (ifv voorschriften woongebied, verkaveling, of BPA)
woningen met lawaai- en geurhinder (N80, bedrijventerrein, overstromingsgebied
Een beperkt aantal verspreidliggende woningen
Gebouwen te beschouwen als waardevol voor het landschap (op basis van duidelijke selectiecriteria die nader worden bepaald bij het opstellen van het RUP)
1
4 ( af te wegen t.o.v. het straatbeeld, omliggende woningen, achterliggende functies, … )
over het hele grondgebied van de gemeente
of aankoop door gemeente, of aankoop door andere bij mutatie van woning Niet relevant
-
KLE-functie in open ruimte - grote boomrecht - streekeigen beplanting - struweelontwikkeling
Kwzi Buffering Soorteigen beplanting Poelen
Ontwikkelingsmogelijkheden af te wegen per waardevol gebouw en op basis van de visie op de deelstructuren en deelruimten
KWZI
Meerdere wooneenheden
Niet toegelaten
Mogelijk (ifv voorschriften woongebied, verkaveling, of BPA)
Neen
Neen
functiewijziging
Niet toegelaten
Mogelijk (ifv voorschriften woongebied, verkaveling of BPA)
Enkel toegelaten naar landbouwfunctie
Enkel toegelaten naar nieuwe bestemming
BELEID Gemeentelijk RUP: zonevreemde woningen (kan opgesteld worden in 1 of meerdere RUP’ s)
RUP: Bedrijventerrein of andere
Gemeentelijk RUP: zonevreemde woningen (onder de vorm van een gebiedsdekkend RUP per waardevol gebouw)
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.1.5 Woonbeleid 4.1.5.1 Algemene visievorming H ET
WOONBELEID IN BREDERE ZIN
Het woonbeleid dient gericht te zijn op de realisatie van een passende huisvesting voor alle bevolkingsgroepen. Dat wil zeggen dat het woonbeleid dient uit te gaan van de behoeften en evoluties in de behoeften van de bevolking, en dat in meervoudig opzicht: − Wijzigende woonomstandigheden : verhoging van de graad van comfort, ... − De behoeften van de diverse bevolkingsgroepen in demografisch opzicht : ouderen, jongeren, ... − De financiële draagkracht van de diverse bevolkingsgroepen.
De kwaliteit van het wonen en van de woonomgeving vormt een belangrijke indicator voor het welzijn en de welvaart van de bevolking, en heeft een belangrijk uitstralingseffect op de ontwikkelingsdynamiek van een samenleving op diverse terreinen. Het streven naar kwaliteit dient vanuit meervoudig opzicht te worden benaderd : − De aandacht voor de kwaliteit van het woningbestand, aandacht voor voorkoming van verkrotting en leegstand, − De aandacht voor een kwalitatieve ontwikkeling van de nieuwbouw, rekening houdend met de financiële draagkracht van de bevolkingsgroepen, − De kwaliteit van de woonomgeving recreatiemogelijkheden, onderhoud ...
:
groenvoorzieningen,
spel
en
Het woonbeleid moet inspelen op de toenemende vraag naar sociale huisvesting. − De verhouding sociale woningen t.o.v. het totale woningenbestand zal bijgestuurd moeten worden om het Vlaams richtcijfer van 10% te bekomen. − Verdere maatregelen zullen onderzocht worden teneinde de doestellingen van de sociale woningeisen te bereiken.
R ANDVOORWAARDEN EN RUIM TELIJKE
OBJECTIEVEN
Vanuit de juridische en ruimtelijk-functionele context worden randvoorwaarden gesteld voor de gewenste woonontwikkeling in de gemeente. Vanuit juridische context Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg Gewestplan en plannen van aanleg Vanuit ruimtelijke en functionele context Bestaande ruimtelijke structuur
, Afd. Ruimtelijke Planning
37
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Gewenste ruimtelijke structuur voor de deelruimten en deelstructuren GRS Recent gerealiseerde wooninbreidingen 1992-2002 Ligging en spreiding van sociale woningen Verdichting door inbreiding, rekening houdend met de draagkracht van de omgeving, met respect voor het behoud van de woonkwaliteit, de leefbaarheid en de landschappelijke omgeving en in harmonie met de omgevende bebouwing. Rekening houdend met verkeer en mobiliteit en met openbaar vervoer voorzieningen. Inspelen op de gewijzigde behoefte ten gevolgen van gezinsverdunning en veroudering van de bevolking. Dit betekent differentiatie in woningtypes en – grootte; het realiseren van specifieke woonvormen.
4.1.5.2 Kwantitatief woonbeleid V ERGELIJKING 1992-2007
VAN DE WONINGBEHOEFTE EN HET AANBOD AAN BOUWMOGELIJKHEDEN
De behoefte aan bijkomende wooneenheden tot 2007, wordt vergeleken met het aanbod aan bouwmogelijkheden met rechtstreekse bouwtitel. Voor de bouwmogelijkheden op onbebouwde percelen aan uitgeruste weg wordt rekening gehouden met een realisatie van 30% voor een periode van 10 jaar 1. Voor de berekening van het aantal rechtstreeks bebouwbare bouwpercelen, gelegen in goedgekeurde verkavelingen, wordt in principe een hogere realisatiegraad vooropgesteld (60%-80%). Echter dit soort verkaveling (m.n. klein, reeds gelegen aan uitgeruste weg en zonder bouwverplichting) komt in de gemeente Alken niet sneller op de markt. Voor de berekening van het aanbod wordt voor rechtstreeks bebouwbare percelen (gelegen in of buiten een goedgekeurde verkaveling) bijgevolg een globale realisatiegraad van 30% op 10 jaar aangenomen. Bouwmogelijkheden in binnengebieden daarentegen worden bij de woningprogrammatie in het richtinggevend deel voor de volle 100% meegerekend.
De woningbehoefte Vanuit een gesloten bevolkingsprognose werd een nieuwbouwbehoefte berekend van 660 woongelegenheden voor de periode 1992-2007.
Per planperiode wordt de woningbehoefte als volgt verdeeld: 1992-1997
197 wooneenheden
1997-2002
260 wooneenheden
2002-2007
203 wooneenheden
1
Het Algemeen en Bijzonder Plan van Aanleg als actueel beleidsinstrument, AROHM Brussel, 1992, pg; 2.29.
Omzendbrief RO2002/03
, Afd. Ruimtelijke Planning
38
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
De aangroei van het aantal huishoudens tussen 1992 en 2002 bedroeg 551 eenheden. Dit betekent dat de aangroei de afgelopen 10 jaar groter was dan berekend vanuit de gesloten prognose (slechts 457). Het behoeftecijfers van de Provincie Limburg ligt echter lager. Zij berekent een nieuwbouwbehoefte van 573 woongelegenheden voor de periode 1992-2007. Dit betekent dat er nog 22 woongelegenheden gerealiseerd moeten worden tot 2007.
Het aanbod om de woningbehoefte in te vullen Bij het aanbod aan bouwmogelijkheden werd een onderscheid gemaakt tussen het rechtstreeks bebouwbaar aanbod en het nog niet ontwikkeld woongebied volgens het gewestplan of BPA. Het rechtstreeks aanbod heeft vooral betrekking op kavels gelegen in woongebied aan uitgeruste wegen, aanbod door splitsing naar meerdere woongelegenheden en op gebouwen die hun gebruikswaarde verloren hebben. De gemeente beschikt over 787 geschikte vrije kavels met rechtstreekse bouwtitel. In theorie wordt hiervan respectievelijk 30% effectief bebouwd in de komende 10 jaar of een realiseerbaar aanbod van 118 voor de komende 5 jaar. Bijkomend is er nog een aanbod van ca. 385 bouwmogelijkheden voorhanden in de binnengebieden en woonuitbreidingsgebieden. Dit betekent dat er voldoende aanbod is; er is geen bijsturing in het woonbeleid nodig.
Woningbouwprojecten in uitvoering W2 – Ruissenburg: Een klein gedeelte van de nieuwbouwbehoefte wordt momenteel ingevuld door de realisatie van 12 woningen in Sint-Joris.
Confrontatie van vraag en aanbod De cijfers geven aan dat er voor de periode 2002-2007 voldoende aanbod is aan uitgeruste wegen om de woningbehoefte in te vullen.
4.1.5.3 Woningprogrammatie (zie kaart 61: woningprogrammatie)
De woningprogrammatie geeft aan welke woongebieden de gemeente prioritair wenst te ontwikkelen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gebieden te ontwikkelen tot 2007 en ontwikkelingen na 2007. In bijgevoegde tabel wordt een overzicht gegeven van de totaliteit aan ontwikkelingen vanaf 1992.
In het woonbeleid wordt vooral de nadruk gelegd op kwaliteit. Concreet betekent dit: −
dat het beleid sturend optreedt bij moeilijk te realiseren kleinschalige centrumprojecten
−
dat in het kader van sociale huisvesting acties ondernomen worden
, Afd. Ruimtelijke Planning
39
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Ontwikkeling tot 2007: Alken: • A7: Kerngerichte, centrumondersteunende ontwikkeling in het hoofddorp: In het centrum van Alken worden de gebouwen van de brouwerij (A7), die hun gebruikswaarde voor de brouwerij verloren hebben ontwikkeld naar een kernversterkend project. Dit, in het centrum gelegen gebied, wordt gemengd ontwikkeld voor wonen, handel, … Het BPA hieromtrent is momenteel nog in procedure. • W3: wordt privaat ontwikkeld (opstellen RUP voor herziening BPA ifv gewenste dichtheden wordt gestart in de periode tot 2007). De eigenlijke ontwikkeling zal vervolgens plaatsvinden. • W6: wordt privaat ontwikkeld. Hiervoor werd een verkaveling ingediend. • WU1: Langveld wordt ontwikkeld voor sociale woningen (principieel akkoord) (de ontwikkeling vangt aan binnen de periode 2002-2007). Aan deze ontwikkeling gaat de opmaak van een BPA vooraf. Dit betekent dat deze ontwikkeling wel in deze planperiode start, maar pas volledig zal ontwikkeld zijn in de volgende planperiode (20072012). St-Joris: • W1: wordt privaat ontwikkeld • W2: is momenteel in ontwikkeling
Ontwikkeling na 2007: Alken: • W5: Kouterman. Voor dit gebied wordt geen initiatief genomen door het beleid tot 2007. Dit gebied vormt door het goedgekeurde BPA (art. 15) juridisch aanbod. In werkelijkheid is dit gebied moeilijk te ontwikkelen gezien de talrijke eigenaars.
, Afd. Ruimtelijke Planning
40
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
• WU2: Kerkveld. Dit gebied wordt eveneens gereserveerd tot na 2007. De redenen zijn gelijkaardig.
Niet te ontwikkeling woongebied: • W4: wordt niet ontwikkeld, gezien de watertoets. Deze oppervlakte aan woongebied wordt gereserveerd op om een nader te onderzoeken, kernversterkende locatie te ontwikkelen. De nieuwe locatie moet minstens voldoen aan volgende criteria: -
Ligging in of aan de rand van het hoofddorp Alken.
-
Het nieuw te ontwikkelen gebied sluit ruimtelijk aan aan een bestaande woonzone of woonuitbreidingsgebied.
4.1.5.4 Het woningbeleid en de kwalitatieve aspecten De nieuwbouwbehoefte moet niet alleen vanuit de particuliere bouwsector en het opvullen van vrije kavels bekeken worden. Wonen is immers een elementaire behoefte die voor elk huishouden op een financieel haalbare manier moet ingevuld kunnen worden. Het is daarom van groot belang de globale nieuwbouwbehoefte te differentiëren. Men moet tevens inspelen op de gewijzigde behoefte ten gevolgen van gezinsverdunning en de veroudering van de bevolking. Met de invulling van de kwalitatieve woningbehoefte wordt de vraag naar verschillende typen en soorten woningen beantwoord. De belangrijkste kwalitatieve kenmerken zijn de grootte en het type van woning, de ligging, het soort woonomgeving, de prijsklasse, huur- en eigendomswoningen. Ook specifieke huisvestingsvormen maken deel uit van deze differentiatie.
S OCIALE
HUISVESTING
Sociale huisvesting dient te worden afgestemd op de specifieke behoeften van de bewoners, door een grotere variatie in het aanbod te realiseren (o.a. woningtypologie). Het aanbod om de sociale woningbehoefte in te vullen richt zich bijgevolg niet enkel tot de woonuitbreidingsgebieden alleen. Er dient zeker gestreefd naar een minimale sociale vermenging, door vermenging van sociale huurwoningen, koopwoningen en privé-initiatieven. Uit de gegevens van het informatief gedeelte blijkt dat een bijsturing van de sociale huisvesting in de gemeente noodzakelijk is. Als basisdoelstelling wordt het afstemmen op de specifieke behoeften van de bewoners, door een grotere variatie in het aanbod en een minimale sociale mix te realiseren, vooropgesteld.
V ERDICHTINGSMOGELIJKHEDEN IN DE
KERN
Het voeren van een actief en doordacht grond- en pandenbeleid biedt kansen om woonprojecten te realiseren die op een ruimtelijk verantwoorde manier tegemoetkomen aan de (sociale) woonbehoeften in de gemeente. Het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht of het beheren van woningen gedurende een bepaalde periode, zijn instrumenten die de verwerving van woningen voor sociale huisvesting mogelijk maken. Door de uitoefening van deze instrumenten worden de woningen voorbehouden voor de sociale huisvestingsmarkt. Belangrijk hierbij is de afstemming en samenwerking tussen het gemeentebestuur en de andere actoren.
, Afd. Ruimtelijke Planning
41
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
De verdichtingmogelijkheden in de kernen kunnen een aanbod zijn voor de realisatie van de sociale woningbehoefte. De huisvestingsmaatschappijen kunnen initiatieven nemen op het vlak van: −
Bestaande woningen aankopen om ze vervolgens te kunnen aanbieden als sociale woning voor kleine gezinnen en alleenstaanden.
−
Kleine woningen en appartementen realiseren gericht op kleine gezinnen en alleenstaanden op nog vrij liggende percelen in de kernen, die bestemd zijn voor woningbouw. Hier kan bekeken worden in welke mate de sociale huisvestingsmaatschappijen geheel of gedeeltelijk kunnen samenwerken met privé-initiatief.
−
Door splitsing van grotere woningen naar meerdere wooneenheden wordt ingegaan op de vraag naar woongelegenheden voor de kleiner wordende gezinnen.
−
Verouderde woningen doelgroepen.
−
Onderlinge transacties van gronden en panden kunnen sociaal gemengde projecten bevorderen.
aanpassen
en
renoveren
voor
specifieke
De doelgroep voor een sociaal huisvestingsbeleid is in belangrijke mate de éénoudergezinnen, de ééninkomensgezinnen, huishoudens met de laagste inkomens en bejaarden. Van de kwantitatieve woningbehoefte wordt een deel ingevuld om te voldoen aan de sociale woningbehoefte. Het aantal is sterk afhankelijk van diverse factoren die in de toekomst tevens onderhevig zijn aan verschuivingen. Zo zal de toename van éénoudergezinnen en éénpersoonshuishoudens een toename kunnen betekenen van de lage inkomensklasse. Deze tendensen zijn moeilijk te bepalen of in cijfers uit te drukken. Het streefpercentage is vastgelegd op 10% van de woningbehoefte. Het invullen van de toekomstige sociale woningbehoefte is een noodzaak. Deze sociale woningbehoefte heeft zowel betrekking op sociale koopwoningen als op sociale huurwoningen.
BEHOEFTE AAN VOORZIENINGEN VOOR BEJAARDEN
Het voorzien van bejaardenhuisvesting is decretaal vastgesteld. vooropgestelde normen refereren aan het aantal 60-plussers.
De
Tegen 2017 zal er een behoefte zijn aan 130 rusthuisbedden en 58 serviceflats. Met de uitbreiding van het huidige rusthuis in Terkoest met 30 serviceflats en 10 rusthuisbedden zal grotendeels voldaan zijn aan de behoefte aan rusthuisbedden. Vanaf 2007 zal er terug een beperkte bijkomende behoefte zijn van 24 rusthuisbedden en 44 serviceflats.
VERNIEUWING VAN HET BESTAANDE WONINGPATRIMONIUM
De kwalitatieve taakstelling behelst ook de vernieuwing van het bestaande woningbestand en de aanpassing ervan aan de huidige comfortnormen. Het voeren van een renovatiebeleid is een moeilijk en langdurig proces. Het proces op gang brengen impliceert naast de inzet van het beleid een grote betrokkenheid van de bevolking. Een renovatiebeleid gaat tevens samen met de
, Afd. Ruimtelijke Planning
42
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
herwaardering van de leefomgeving. Op deze manier zal een zelfregenerend proces op gang komen. De middelen waarover de overheid beschikt zijn echter beperkt. Maar ook de particulier is meestal onvoldoende kapitaalkrachtig om zijn woning te renoveren. In andere gevallen ontbreekt de inzet, men is te oud en laat het initiatief over aan degene die nakomen. Deze factoren zijn mede bepalend voor het verval van een woning. De belangrijkste oorzaken van verval kunnen ondergebracht worden in een zestal items. De ene oorzaak wordt nadelig beïnvloed door de andere waardoor een spiraalbeweging ontstaat. Het doorbreken van deze spiraal zal het verval van woningen en woonomgeving stopzetten of tenminste sterk vertragen. Van alle slechte woningen in Vlaanderen situeert een meerderheid zich in de particuliere huursector. Ook eigendomswoningen ontsnappen niet aan verval. Het proces gaat hier echter trager omdat de eigenaar (al is het beperkt) zijn woning onderhoudt en herstelt. De factoren die woningverval veroorzaken werken samen1. • Technisch functionele veroudering van woning en woonomgeving : gebouwen worden ouder en slijten. Hoe meer nieuwbouw aan de voorraad toegevoegd wordt, hoe slechter de relatieve positie van de oude woning. Ook de kwaliteit van de tot standkoming beïnvloed dit proces. • Sociale veroudering van woning en woonomgeving door doorstroming van de bewoners: de sociale veroudering treedt op als de opeenvolgende bewoners steeds een lagere sociale positie innemen, men spreekt van sociale degradatie. Deze verloopt sneller als er meer en meer verhuisd wordt en als de woning en de woonomgeving fysiek verouderen. • Dalend rendement van de woningexploitatie door natuurlijke en kunstmatige starheid van het prijsgebeuren: de gevolgen van een dalend rendement van de woningexploitatie is het beperken van de onderhoudskosten. Inkrimping van de investeringshorizonten van de exploitatie: de doorstroming van huurders en verhuurders brengt met zich mee dat de tijdshorizonten steeds korter worden. De lange termijngedachte valt weg. Om toch nog winstgevend te zijn worden de onderhoudskosten beperkt of vallen weg.
Voor de vernieuwing van het bestaande woningpatrimonium zal door het Vlaams 2 Gewest een specifiek instrumentarium en maatregelen opgesteld worden . Verschillende maatregelen werden hieromtrent reeds genomen o.a. maatregelen tegen langdurige leegstand en verkrotting, de afbakening van woningvernieuwingsgebieden, grond- en pandenbeleid, aanpassings- en verbeteringspremies voor woningen, recht op voorverkoop voor sociale huisvesting. De woningverbeteringsbehoefte is voor de gemeente Alken berekend op 724 woningen. Dit zijn de woningen in minder goede staat maar nog op een financieel haalbare manier te renoveren. Vooral de oudere woningen in de kernen komen in aanmerking voor vernieuwing.
1Ruimtelijke 2
planning, Katern 1, februari 1994
RSV, Deel 2 Gewenste ruimtelijke structuur, par.4.3. pag. 360.
, Afd. Ruimtelijke Planning
43
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
B EHOEFTE AAN HUURWONINGEN,
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
APPARTEM ENTEN EN STUDIO ’ S
Het is vanzelfsprekend dat niet iedereen wil of kan eigenaar zijn van een eigen woning. In 1991 werd 15% van het woningenbestand in Alken verhuurd. Het aantal huurwoningen vermindert. Het verminderen van het aantal huurwoningen is een algemene trend die geleidelijk gebeurt. Starters op de woningmarkt en inwoners met lagere inkomens krijgen het hierdoor moeilijk om een geschikte woning te vinden. Voor de berekening van het aantal huurwooneenheden voor de bijkomende nieuwbouwbehoefte wordt, ondanks de verminderde trend, 20% als richtcijfer voor de gemeente vooropgesteld. De verdeling van de woningbehoefte naar type van woning, eengezinswoning en appartementen, is sterk afhankelijk van diverse factoren als de woonwensen, de mogelijke investeringen op de vrije markt, de intentie van ouderen om eventueel te verhuizen e.a. Met het kleiner worden van de gezinnen wordt de behoefte aan kleinere wooneenheden in principe groter. De verdeling naar type woning is moeilijk in cijfers uit te drukken.
PRINCIPES VOOR HET ONTWIKKELEN VAN NIEUWE GEBIEDEN
Om de woonkwaliteit te garanderen bij het ontwikkelen van woongebieden wordt steeds uitgegaan van volgende basisprincipes:
nieuwe
-
Gefaseerde ontwikkeling van grote gebieden (meer dan 25 woningen), maar steeds vertrekkend vanuit een totaalvisie voor het hele gebied,
-
Voldoende aandacht geven aan verschillende woontypologieën,
-
Voorzien in kwalitatieve publieke ruimten,
-
Kwalitatieve ontsluiting en toegankelijkheid tot de centrumvoorzieningen (voet- en fietspadenstructuur)
4.1.5.5 Woondichtheden Algemeen
1
Verdichting is één van de sleutelbegrippen in een ruimtelijk beleid waar openheid en stedelijkheid voorop staat. Verdichting betekent voor het ruimtelijk beleid in de stedelijke gebieden en de kernen van het buitengebied het volgende: − het concentreren van het wonen en het werken in de kernen van het buitengebied; − het differentiëren van de woningvoorraad; − het versterken van de multifunctionaliteit door verweving; − het streven naar minimale dichtheden;
1
RSV deel 2
, Afd. Ruimtelijke Planning
44
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Om een economisch draagvlak voor voorzieningen te behouden en te creëren en het ruimtegebruik te beperken, is het noodzakelijk naar minimale dichtheden te streven. Voor de kernen van het buitengebied is een na te streven woningdichtheid van minimaal 15 woningen per hectare - uitgedrukt op een ruimtelijk samenhangend geheel - als een dichtheid eigen aan een woonkern te beschouwen. Een ruimtelijk samenhangend geheel wordt gekenmerkt door een eigen verschijningsvorm en structuur, die vaak verschillend zijn van de verschijningsvorm en/of structuur van het omliggende. Door deze eigenheid of identiteit is het ruimtelijk samenhangend geheel duidelijk lokaliseerbaar in de ruimte. De aanduiding van een ruimtelijk samenhangend geheel is afhankelijk van het doel en de schaal van het onderzoek. Voorbeelden van ruimtelijk samenhangende gehelen zijn een historische dorpskern, een nieuwbouwwijk, een stationsbuurt. Bij de berekening van de dichtheid binnen een ruimtelijk samenhangend geheel worden de elementen (en hun oppervlakte) gelegen binnen het geheel die ook van belang zijn voor het functioneren van andere ruimtelijk samenhangende gehelen of voor een ruimtelijk geheel dat op een hoger schaalniveau kan worden aangeduid, buiten beschouwing gelaten.
Daarbij moet worden vermeld dat dichtheden: − moeten worden opgevat als bruto-dichtheden; − moeten worden opgevat als richtcijfer; − niet door te rekenen zijn naar perceelsoppervlaktes; − deel uitmaken van een gemeentelijk ruimtelijk en huisvestingsbeleid;
Differentiatie naar woningtype en dichtheid, is zowel gewenst binnen een ruimtelijk samenhangend geheel als tussen verschillende ruimtelijk samenhangende gehelen onderling. De na te streven woningdichtheden zijn gebaseerd op ruimtelijke analyses en onderzoeken van (recente) kwaliteitsvolle wijken en gehelen in woonkernen. Zij laten in ieder geval toe dat ook in de toekomst kwalitatieve wijken en locaties worden ontwikkeld met voldoende openbare en private buitenruimte. Het omgaan met minimale dichtheden moet aldus op een zodanige wijze gebeuren dat kwaliteitsvolle woonomgevingen worden gecreëerd. Lagere dichtheden daarentegen maken het steeds moeilijker om een economisch draagvlak voor bijbehorende voorzieningen te garanderen, om een effectieve verbetering van de mogelijkheden voor collectief vervoer te bereiken en om langzaam verkeer voor de korte verplaatsingen aantrekkelijk te maken. Een ruimtelijke differentiatie van de woningdichtheid blijft steeds mogelijk en wenselijk onder meer naar gebieden met een grotere verweving van functies en activiteiten. De na te streven dichtheid voor het buitengebied is 15 wo/ha zoals aangegeven in het RSV wordt gebruikt als leidraad bij verdichting, ze is richtinggevend en zal niet beschouwd worden als absolute waarden. Binnen één gebied wordt de aangegeven dichtheid beschouwd als een gemiddelde. Het gaat hier om bruto dichtheden. Straten, openbaar groen, pleinfunctie, ... zijn begrepen in de oppervlakte. Toch is het mogelijk om binnen één gebied differentiatie te brengen in woningtype en grootte, zelfs met vooropgestelde hoge dichtheden. Variaties in bebouwingstype (open, halfopen en gesloten), het voorzien van meerdere kleinere wooneenheden in een bouwblok, het schakelen van woningen en het stapelen, ... Het gaat hier in feite
, Afd. Ruimtelijke Planning
45
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
om typologische oplossingen waardoor hogere dichtheden te realiseren zijn zonder de leefkwaliteit te verminderen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
46
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.2 E CON OMISC HE ST RU CT UU R 4.2.1 Bovenlokaal beleid 4.2.1.1 RSV In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt Alken geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Dit zijn voor Vlaanderen strategische locaties waar de economische ontwikkelingen gestimuleerd en geconcentreerd worden. Bij de selectie van de specifieke economische knooppunten gaat het over gemeenten die een grote impact hebben op de werkgelegenheid. Ruimtelijk drukt deze concentratie van economische activiteiten zich uit in de aanwezigheid van omvangrijke bedrijventerreinen, afzonderlijke bedrijven en ontsluitingsinfrastructuren. Alken als één van de concentratiegebieden van economische activiteiten heeft niet dezelfde uitstraling als de steden. Toch vervult ze een belangrijke rol in de evenwichtige spreiding van de werkgelegenheid. De provincie bakent de regionale bedrijventerreinen af in de specifieke economische knooppunten. De gemeente staat zelf in voor het beleid aangaande lokale bedrijvigheid.
4.2.1.2 PRSL In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg wordt gesteld dat “de rol van Alken als economisch knooppunt eerder beperkt is. De gemeente is gelegen in het kwetsbaar gebied van Herk en Gete. De open ruimte functies als beekvalleien, overstromingsgebieden en fruitteelt maken verdere industriële ontwikkeling niet wenselijk. Tevens heeft Alken geen aanbod meer. Wel ligt er nog 27 ha grond op ‘Uitbreiding Brouwerij’ , maar het betreft voornamelijk waterzieke gronden. Als de uitbreiding van de brouwerij, aansluitend bij het huidig terrein, gewenst is, wordt onderzocht of dit mogelijk is door een gedeeltelijke ontwikkeling van “Brouwerij-Uitbreiding”.” Hieromtrent werd door de Provincie een onderzoek gedaan ontwikkelingsmogelijkheden. Op dit moment ligt volgende visie op tafel:
naar
-
De paarsgekleurde zone op het gewestplan, oostelijk van de Grote Herk gelegen (12ha), wordt op deze plaats gedesaffecteerd en gecompenseerd aan De Kolmen. De paarsgekleurde zone op het gewestplan ten zuiden van de Grootstraat (6ha), werd reeds gedeeltelijk (2ha) opgenomen in een BPA. De resterende 4ha blijft voorlopig behouden tot er meer zekerheid is voor de Brouwerij om in noordelijke richting te kunnen uitbreiden.
-
Het overige deel kan verder ontwikkeld worden, waarbij de ontsluiting kan gebeuren door een nieuw aan te leggen weg naar de Jardinstraat en zo verder naar de N80.
-
Ten noorden van de Jardinstraat (zone tussen de Jardinstraat en de N80) kan een gemeenschappelijk waterbufferbekken aangelegd worden.
-
De te desaffecteren oppervlakte kan gecompenseerd worden aan het bedrijventerrein de Kolmen. Er werden 3 zones onderzocht (1) Broosveld,
, Afd. Ruimtelijke Planning
47
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
2) zone zuiveringsstation, 3) zone tussen de spoorweg en de oude steenweg. Deze laatste krijgt de voorkeur. Deze zone is circa 17 ha groot en kan ontsloten worden via de Meerdegatstraat en de ondertunneling, noordoostelijk gelegen van de zone.
Naar bijkomende bedrijventerreinen wordt in Alken niet gezocht. Wel kan de gemeente een bijkomend lokaal bedrijventerrein met een richtoppervlakte van 5ha ontwikkelen, voor herlocatie van zonevreemde bedrijven, indien hiervoor de behoefte bestaat. Dit cijfer geldt voor heel de gemeente. Het bedrijventerrein kan wel worden gespreid over verschillende locaties. In principe dient deze aan te sluiten op het hoofddorp. Verder hebben gemeenten van het buitengebied de mogelijkheid om nieuwe bedrijven van een beperkte omvang toe te staan als ze worden verweven in het woongebied en de draagkracht van de omgeving niet in het gedrang brengen (verkeersaantrekking, lawaai-, stof-, geur- en bodemhinder, de schaal,… )
Voor de inrichting van bestaande of bijkomende bedrijventerreinen worden volgende principes gehanteerd: − De behoefte moet aangetoond worden en de afweging voor de locatie moet kwalitatief onderbouwd zijn. − Het bijkomende lokaal bedrijventerrein sluit aan bij het hoofddorp. − Het heeft een richtinggevende omvang van 5 ha. − De kavelgrootte is afgestemd op lokale bedrijven; regionale bedrijven worden niet toegelaten. − Het terrein wordt landschappelijk goed ingepast en duurzaam ontwikkeld. − De provincie stimuleert terzake grensoverschrijdende samenwerking tussen naburige gemeenten.
Het principe voor de ontwikkeling van kleinhandel gaat uit van verwevenheid en kerngerichte ontwikkeling. Bestaande kleinhandelsconcentraties gelegen buiten de kernen (en niet geselecteerd als van Provinciaal niveau), komen niet in aanmerking voor verdere ontwikkeling. Deze kunnen enkel behouden, geherstructureerd of afgebouwd worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
48
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.2.2 Doelstellingen Het doel van de gewenste ontwikkeling van de economische structuur kan omschreven worden in volgende doelstellingen: •
bedrijvigheid, als belangrijk economisch aspect, wordt verder ruimtelijk ondersteund,
•
bestaande bedrijventerreinen en hun reeds aangelegde infrastructuren optimaal benutten. Hierbij wordt getracht zoveel mogelijk diverse soorten bedrijven aan te trekken,
•
mogelijkheden bedrijvigheid,
•
wat betreft lokale handel, wordt gezocht naar een economische ontwikkeling gekoppeld aan een aantal ruimtelijke voorwaarden,
onderzoeken
voor
bestaande,
verspreidliggende
4.2.3 Visie Om hogervernoemde vooropgesteld:
doelstellingen
te
realiseren,
wordt
volgende
visie
•
De belangrijkste bedrijvige pool van Alken, De Kolmen, bevindt zich momenteel ten noordwesten van het centrum. Op deze plaats zal hij ook verder ondersteund worden. Bepaalde gronden die momenteel niet in aanmerking komen om te ontwikkelen, kunnen geherlocaliseerd worden aansluitend aan deze bestaande bedrijvige pool. Diverse soorten bedrijvigheid zullen hier verder geconcentreerd worden op de daarvoor voorziene terreinen.
•
Verweving van lokale bedrijvigheid binnen woongebieden wordt verder ondersteund; indien herlocatie omwille van bepaalde redenen zich opdringt, wordt hiervoor binnen de gemeente een oplossing gezocht.
•
Verder wordt gezocht naar mogelijkheden/oplossingen van en voor zonevreemde bedrijven
•
Handel in Alken wordt ondersteund door het ontwikkelen van goede ruimtelijke randvoorwaarden
4.2.4 Elementen van de economische structuur (zie kaart 66: gewenste ec onomische structuur)
4.2.4.1 Bedrijventerreinen De belangrijkste onderdelen van de economische structuur in Alken worden gevormd door het gemengd regionaal bedrijventerrein de Kolmen enerzijds en de historisch gegroeide brouwerij anderzijds. De gronden van ‘Uitbreiding brouwerij’ zijn gedeeltelijk waterziek, en worden voor dat deel ook door de Provincie beschouwd als niet meer te ontwikkelen. Het betreft dan de gronden gelegen oostelijk van de Grote Herk. De niet te
, Afd. Ruimtelijke Planning
49
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
ontwikkelen gronden “Uitbreiding Brouwerij”zullen geherlocaliseerd worden. Dit is een taakstelling van de Provincie Limburg. Zij zal hieromtrent dan ook acties ondernemen. Toch wil de gemeente Alken, vanuit haar visie op de ontwikkeling van de gewenste ruimtelijke structuur, meedenken aan een mogelijke locatie op basis van de eerder geformuleerde visie. Bovendien kan die nieuwe locatie eveneens gebruikt worden voor de ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein ifv de herlocatie van lokale zonevreemde bedrijven binnen de gemeente. Deze ontwikkeling zal gebeuren aan de hand van de behoefte die zich stelt.
Omtrent ontwikkelingsperspectieven over de regionale bedrijventerreinen in Alken geeft de gemeente volgende suggestie aan de Provincie: D E K OLMEN Het bestaande bedrijventerrein De Kolmen blijft verder behouden. Eventueel uitbreidingen of herlocaties van terreinen sluiten steeds ruimtelijk aan bij dit bedrijventerrein. Niettegenstaande dit bedrijventerrein reeds volledig bezet is, zal het zich verder profileren als een hedendaags bedrijventerrein. Concreet betekent dit: •
Versterken van het imago van de site
•
Ruimtelijk versterken en verduidelijken van de toegang
•
Landscaping van de bedrijfsruimten, kwalitatieve perceelsinrichting
•
Inrichting van het openbaar domein
•
Toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers
•
Ontwikkelen van gemeenschappelijke containers, parkings, buitenruimten, … )
•
Gepaste buffers naar omliggende functies
•
…
ruimten (vb.:
plaatsing van
D E B ROUWERIJ Een bedrijf als de brouwerij kan men omschrijven als een regionaal bedrijf, dat morfologisch en ruimtelijk verweven is met de omgeving en dat een specifiek sociaal-economische relatie heeft met de omgeving. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt dit beschouwd als een historisch gegroeid bedrijf. (Door de ligging in een economisch knooppunt buiten het economisch netwerk, is in dit geval de Provincie de bevoegde overheid.) Verdere uitbreidingen en ontwikkelingen dienen dan ook mogelijk te blijven, mits een beperking van de overlast en zonder de goede ruimtelijke ordening van het gebied in het gedrang te brengen. Er dient, bij de uitbreiding van haar activiteiten en infrastructuur, vooral aandacht uit te gaan naar enerzijds de ontsluiting van het zwaar verkeer en anderzijds de impact op de ruimtelijke draagkracht van het gebied. Voor een betere ontsluiting en de ontlasting van zwaar verkeer op de Stationsstraat kan een rechtstreekse aansluiting op de Jardinstraat overwogen worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
50
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
O NTWIKKELING
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
VAN EEN NIEUW LOKAAL BEDRIJVENTERREIN
Uit de evaluatie van zonevreemde bedrijven (informatief deel) kan een behoefte van 4,6ha aan lokaal bedrijventerrein worden afgeleid. Deze behoefte dient beschouwd te worden als een richtcijfer hetgeen een concrete vorm zal aannemen bij het opstellen van het RUP lokaal bedrijventerrein (rekening houdend met voorzien van buffers, ontsluitingswegen, … ). Bij de ontwikkeling van een nieuw lokaal bedrijventerrein worden volgende inrichtingsprincipes gehanteerd, om de nodige kwaliteit te garanderen: -
zuinig omspringen met de beschikbare ruimte
-
zoveel mogelijk gebruik maken van gemeenschappelijke gebouwen of ruimten (vb.: parkeerplaatsen, …
-
goede en representatieve verschillende verkeersmodi,
-
krachtige inkleding naar de omgeving
-
kwalitatieve inrichting van de terreinen zelf, maar ook van het openbaar domein
-
voldoende aandacht geven aan de architectuur van de gebouwen
ontsluiting
en
bereikbaarheid
voor
4.2.4.2 Locatieonderzoek ontwikkeling nieuw bedrijventerrein In het kader van herlocatie van zonevreemde bedrijven, wordt gezocht naar een locatie voor de ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein. Voor de ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein voor herlocatie van zonevreemde bedrijven worden enkele locaties onderzocht.
Anderzijds zoekt de Provincie naar een mogelijkheid voor de ontwikkeling van de gronden “Brouwerij Uitbreiding”. Zij stelt daarom voor de gronden ten oosten van de Grote Herk te desaffecteren en te compenseren ten noorden van de Kolmen tussen de spoorweg en de steenweg.
Wat betreft een oppervlakte-uitbreiding van het bedrijventerrein gaat de gemeente uit van een minimum- en een maximumscenario. Het minimumscenario waarin enkel een bijkomende oppervlakte voorzien wordt voor de herlocatie van zonevreemde bedrijven binnen de gemeente. Uit de inventaris en evaluatie blijkt dat zich zo’n 7 bedrijven zullen herlocaliseren naar het lokaal bedrijventerrein. Dit betekent een behoefte van oppervlakte van ongeveer 4,6ha. Daarnaast willen nog drie transportbedrijven (regionaal) herlocaliseren binnen de gemeente. Het maximumscenario gaat uit van minstens het minimumscenario. Dit minimumscenario zal aangevuld worden met een door de Provincie aangegeven oppervlakte. De Provincie Limburg zal bij het opstellen van haar RUP op basis van een behoefteraming op regionaal vlak bepalen welke oppervlakte van de terreinen “uitbreiding Brouwerij” zal geherlocaliseerd worden en welke soort bedrijvigheid hier toegelaten wordt.
, Afd. Ruimtelijke Planning
51
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Uitgangspunten voor de locatie: Door de goede strategische ligging van het bedrijventerrein Kolmen is het logisch om de gedeeltelijke herlocatie van het regionale bedrijventerrein ‘Uitbreiding Brouwerij’en een bijkomend lokaal bedrijventerrein (bij herlocatie zonevreemde bedrijven) te bundelen en aan te sluiten aan dit terrein. Zo is er een potentiële goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer (N722 en spoorlijn 21) en veroorzaakt het weinig hinder en is er de minste aantasting van de open ruimte. De hoofdbrok van de economische structuur ligt dan ingebed binnen de infrastructurenbundel.
Vier gebieden, die ruimtelijk aansluiten aan het bedrijventerrein de Kolmen, komen hiervoor in aanmerking: 1. Uitbreiding Brouwerij 2. Valleigebied Herk & Mombeek 3. Landbouwstrip 4. Broosveld
Voor de mogelijke uitbreiding van het lokaal (en eventuele herlocalisatie van regionale) bedrijventerrein, worden vier mogelijke locaties aangeduid. Deze worden t.a.v. elkaar afgewogen op basis van hun ruimtelijke implicaties, impact op de bestaande toestand, mobiliteitseffecten,… .
UITBREIDING BROUWERIJ (zie kaart 62: optie 1: brouwerij)
De zone vanaf de brouwerij tot aan de N80, zoals aangeduid op het gewestplan, wordt gekenmerkt door waterzieke gronden. Na onderzoek van de Provincie, kan gesteld worden dat de zone oostelijk gelegen van de Grote Herk, niet kan ontwikkeld worden. Het westelijk deel daarentegen wel.
VALLEIGEBIED HERK & M OMBEEK (zie kaart 63: optie 2: vallei Herk en Mombeek)
Deze zone is gelegen ten noordoosten van het industrieterrein Kolmen, langs de N80 en ontsloten via de Meerdegatstraat ter hoogte van het waterzuiveringstation. Ook hier dient onderzocht te worden in hoeverre dit gebied bebouwd kan worden. Het is in deze zone dat Herk en Mombeek samenvloeien, het gaat dus om een ecologisch zeer gevoelig gebied dat weliswaar door de doorsnijding van zowel de N80, de spoorweg als de N722 reeds ernstig aangetast is. In het gewestplan is deze zone aangeduid als agrarisch gebied, landschappelijk waardevol. Op het vlak van ontsluiting sluit deze perfect aan via de Meerdegatstraat op de N80. De hinder naar de woonomgeving toe is praktisch onbestaande, aangezien dit gebied niet aansluit bij een woonkern. Enkel op de Meerdegatstraat bevinden zich een aantal landbouwnederzettingen. De beschikbare oppervlakte op deze locatie bedraagt zo’n 10 ha.
, Afd. Ruimtelijke Planning
52
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
LANDBOUWSTRIP (zie kaart 64: optie 3: landbouwstrip)
Een derde mogelijkheid zijn de gronden gelegen tussen de Steenweg (N722), het spoor, de Meerdegatstraat en de Stationsstraat (N754). Op het gewestplan betreft het agrarisch gebied. Momenteel worden ze gebruikt door de landbouw als akkers, weiden en laagstam fruitgaarden. Op vlak van ontsluiting is er een moeilijkheid, nl. de aansluiting via de Meerdegatstraat op de N80 is vandaag niet mogelijk door een beperkte onderdoorgang van het spoor. Eventuele alternatieve aansluitingen op de Steenweg of de Stationsstraat zijn eveneens niet gewenst omdat dit extra zwaar verkeer genereert op zowel de N722 als de N754. Bovendien ontstaat er op die manier heel wat overlast voor de omliggende bewoners. Er moet dan ook onderzocht worden in welke mate een andere ontsluiting mogelijk is via een bijkomende spoorwegovergang. Door de kenmerkende verlinting zal het bedrijventerrein alleszins van een goede buffer voorzien moeten worden om alzo de impact t.a.v. de omliggende percelen te beperken. De ontwikkeling van dit gebied, dat gelegen is langs de spoorweg, kan naar de toekomst toe interessant zijn om een aansluiting te maken met de bestaande spoorlijn voor goederentransport. Momenteel blijkt dit economisch niet interessant noch voor de bedrijven, noch voor de NMBS. De bruikbare oppervlakte van deze zone bedraagt: 18 ha.
De Provincie stelt dit gebied voor als meest geschikt om de te desaffecteren gronden van het bedrijventerrein Uitbreiding Brouwerij te compenseren.
BROOSVELD (zie kaart 65: optie 4: Broos veld)
Dit terrein wordt begrensd door de Steenweg, de Stationsstraat, de N80 expressweg en de Lokerstraat. De totale oppervlakte bedraagt ca. 63 ha. Op het gewestplan is het binnengebied bestemd als landbouw gebied omzoomd door woongebied met landelijk karakter. Qua gebruik is dit een zeer gedifferentieerd gebied. Vrijstaande woningen, landbouwnederzettingen en kleine bedrijven vormen de bebouwing. De zone tussen de Oude Baan en het spoor wordt vooral gekenmerkt door laagstam fruitgaarden met daartussen enkele weiden. Tussen de spoorweg en de Broosveldstraat vinden we laagstam fruitgaarden, akkers, weiden en woningen met tuinen terug. Door het versnipperd voorkomen van dit gebied is het niet aangewezen dit deel mee te ontwikkelen. De ruimte tussen Broosstraat en de N80 expressweg bestaat uit een open weidegebied op de laagste delen. Deze weiden gaan over naar laagstam-, halfstam- en hoogstam fruitgaarden op de hoger gelegen gedeelten. Er komen ook enkele akkers en een populierenbos voor. Aan de Stationsstraat treft men lintbebouwing aan. Aan de Lokerstraat situeren zich enkele landbouwnederzettingen. Bij de inplanting van een bedrijventerrein op deze locatie dient er sowieso veel aandacht te gaan naar het beperken van de hinder naar de omliggende woningen. De ontsluiting van dit terrein ligt iets moeilijker. Een ontsluiting via de Lokerstraat – Vliegstraat en zo op de N80 is geen optie, aangezien dit een volledig nieuwe infrastructuur vraagt. Bovendien wordt daardoor het landbouwgebied nog meer versnipperd.
, Afd. Ruimtelijke Planning
53
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Indien dit gebied, net zoals de Kolmen, ontsloten wordt via de Meerdegatstraat, betekent dit dat men een hele route moet afleggen om de aansluiting Meerdegatstraat – N80 te bereiken. Hiervoor dient men steeds de Stationsstraat, met bijhorende lintbebouwing, te kruisen, hetgeen een bijkomend kruispunt betekent op deze straat. Ook hier kan eventueel op termijn de bestaande spoorlijn een uitkomst bieden inzake mobiliteit en bereikbaarheid. In deze zone kan zo’n 24 ha ontwikkeld worden.
Conclusie: Omwille van zuinig ruimtegebruik, éénmalige aanleg van nieuwe infrastructuur, … wordt er vanuit gegaan dat wanneer een nieuw bedrijventerrein ontwikkeld wordt (zowel lokaal bedrijventerrein voor herlocatie van zonevreemde bedrijven als de compensatie van te desaffecteren gronden van Uitbreiding Brouwerij) deze ontwikkeling best op één locatie gebeurt. De 4 onderzochte locaties hebben allen voor- en nadelen. De Provinciale visie en voorkeur gaat uit naar de zone “Landbouwstrip”tussen de steenweg en de spoorweg voor de compensatie van te desaffecteren gronden van Uitbreiding Brouwerij.
4.2.4.3 Verspreidliggende bedrijven V ERSPREIDGELEGEN BEDRIJVENTERREINEN Buiten de hoofdstructuur kent Alken nog drie kleinere KMO-zones, aangeduid op het gewestplan. De zones zijn dikwijls volledig bezet waardoor uitbreidingen worden geremd. Aangezien deze bedrijven, wanneer ze willen uitbreiden, buiten de ambachtelijke zone vallen, worden ze mee beschouwd als zonevreemde bedrijven. Twee van de drie bedrijven hebben reeds een goedgekeurd planologisch attest. Het gaat hier in de drie gevallen om bedrijven met een hoge tewerkstelling en reeds lang op die plaats gevestigd. Gezien hun ligging in ambachtelijke zone, kan hier uitgebreid worden zolang de draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, en andere ontwikkelingen in de omgeving niet gehypothekeerd worden. Indien deze bedrijven om één of andere reden toch zouden herlocaliseren, wordt de paarse zone op het gewestplan herbestemd.
V ERSPREIDGELEGEN BEDRIJVEN In de gemeente bevinden zich al dan niet verweven in de woongebieden verspreidgelegen bedrijven. Het beleid hieromtrent wordt als volgt gevoerd: (Zie ook bijhorend kader)
, Afd. Ruimtelijke Planning
54
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Ontwikkelingsperspectieven voor verspreidliggende bedrijvigheid (houdt ook zonevreemde bedrijven in) worden beoordeeld volgens onderstaand afwegingskader: Naar de toekomst toe kunnen verspreidliggende bedrijven (zowel zonevreemd als zone-eigen) onder voorwaarden toegelaten worden. Het bijhorend schema wordt verduidelijkt in onderstaande tekst: 1. Een bedrijf dat hinderlijk is voor haar omgeving kan niet toegelaten worden op die locatie en zal zich moeten vestigen op de daarvoor ingerichte bedrijventerreinen. 2. de ontwikkelingsperspectieven van een bedrijf zijn in eerste instantie afhankelijk van de ligging: − Indien gelegen in een selectie van Vlaams of Provinciaal niveau (natuurlijke en/of landschappelijke structuur) zal de bevoegde overheid hieromtrent een uitspraak doen. − Indien het bedrijf is gelegen in een gemeentelijk kwetsbaar gebied, m.n. open ruimteverbinding, de deelruimte “vallei van de Mombeek”of delen van de deelruimte “Herkvallei”, zijn er voor dit bedrijf geen ontwikkelingsmogelijkheden op die plaats. − Indien het bedrijf niet in een selectie van de Hogere Overheid gelegen is en niet geselecteerd werd als baken of erfgoed, gebeurt de tweede evaluatie op basis van het beleid dat gevoerd wordt voor de nederzettingsstructuur en de deelruimten. 3. in de nederzettingsstructuur komen enkel het hoofddorp en de woonkernen in aanmerking voor verweving van functies en mogelijke ontwikkeling voor bedrijven. Wat betreft de woonlinten en verspreidliggende woningen, wordt een beleid gevoerd naar bestaande bedrijven, gericht op de ontwikkelingsperspectieven van de deelruimten. Voor de woonclusters werd een gebiedsgericht beleid uitgewerkt (zie 4.1.4.3. Woonclusters)
Bij de opmaak van het RUP zullen afhankelijk van de ligging in een specifieke deelruimte, dorpsrand, erfgoedconcentratie, … en het daar bijhorend beleid voorwaarden gekoppeld worden aan de desbetreffende bedrijven.
Verder moet rekening gehouden worden met: §
geen of slechts tijdelijke geluidshinder,
§
geen of slechts tijdelijk geurhinder,
§
inpasbare grootte van gebouwen,
§
geen of nauwelijks verkeersgeneratie
§
beperkte etalagefuncties of toonzaalfuncties,
§
geen permanent gebruik maken van openbaar domein (straat, stoep) voor etalage of verkoopfunctie (bv. occasiewagen)
§
integratie in het landschap door voorzien van passende beplanting
, Afd. Ruimtelijke Planning
55
VERSPREIDLIGGENDE BEDRIJVEN ALKEN BELEIDSKADER BESTAANDE OF POTENTIËLE (ZONEVREEMDE) BEDRIJVEN
Eerste evaluatie
Tweede evaluatie
Beleid: Randvoorwaarden voor de ontwikkeling van bedrijven worden bepaald door ligging in: - nederzettingsstructuur - bepaalde deelruimte - dorpsrand - …
BESTAAND BEDRIJF (juridische toestand)
BEDRIJF HINDERLIJK? JA
NEE ONTWIKKELINGSMOGELIJKHEDEN
GEEN ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN OF HERLOCATIE
GELEGEN IN EEN SELECTIE VAN DE HOGERE OVERHEID
NEE
LIGGING IN NEDERZETTINGSSTRUCTUUR IS BEPALEND
NEE
GEEN ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN OF HERLOCATIE
WOONCLUSTERS
JA
WOONLINTEN
BEVOEGDE OVERHEID NEEMT BESLISSING
WOONKERNEN
JA
open ruimte verbinding delen van de deelruimte “vallei van de Mombeek” delen van de deelruimte “Herkvallei”
HOOFDDORP
Gelegen in:
VERSPREIDLIGGENDE WONINGEN
- milieu - verkeer - visueel -…
LIGGING IN DEELRUIMTE IS BEPALEND
RUP zonevreemde bedrijvigheid in of aan de rand van de nederzettingsstructuur
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.2.4.4 Handelszaken Uit de analyse van de ruimtelijke structuur van de bestaande handel werd een erg grote spreiding van de handel vastgesteld. Opmerkelijk in deze spreiding is het feit dat de Steenweg 27 % (52) van de handelspanden telt, ongeveer evenveel als in de centrumstraten van Alken-Dorp (28 % of 54). Dit betekent dat 55 % van de handelspanden her en der verspreid liggen, mede ten gevolge van de grote spreiding in woonnederzetting. De ruimtelijke spreiding van de handel wordt nog sterker benadrukt door het feit dat langs de Steenweg de winkels 61 % uitmaken van het handelsaanbod aldaar, tegenover slechts 37 % in de centrumstraten van Alken-Dorp. Bovendien situeren 5 van de 12 leegstaande panden zich in de centrumstraten. Deze situatie geeft aan dat de winkelfunctie steeds het centrum de rug toekeert en een locatie elders zoekt (vooral langs de Steenweg). In het centrum nemen momenteel de diensten 53 % in van het handelsaanbod aldaar. Een en ander is het gevolg van de gebrekkige attractiviteit in het centrum van de gemeente.
Dit wordt veroorzaakt door: •
de grote woonspreiding (een aanleiding tot veelvuldig wagengebruik en bezoek aan alternatieve aankoopplaatsen);
•
de grote inwijking waardoor een gebrek aan dorpsbinding;
•
het ontberen van een herkenbare belevingszone voor de handel (diverse wagenverplaatsingen per aankoopbeurt);
•
het ontberen van publiekstrekkende ruime winkels in het centrum;
•
het beperkte winkelaanbod in verhouding tot het aanbod diensten;
•
niet attractieve volumineuze gebouwen (de brouwerij);
•
de gebrekkige interactie tussen de centrumstraten.
Als uitgangspunt om te komen tot een ruimtelijke structuur voor de handel wordt uitgegaan van de impulsen die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werden gesteld: •
versterking van de kernen
•
bundeling en verweving van functies
•
bescherming van de open ruimte.
Gezien de economische draagkracht ten aanzien van Alken ontbreekt om de verschillende patronen van nederzetting te ondersteunen, kunnen niet beide locaties ten volle ondersteund en uitgebouwd worden. Een ongelimiteerde handelsnederzetting langs de Steenweg zal de kansen tot versterking van het centrum ondergraven. Anderzijds houdt een versterking van het centrum in dat de handelsontwikkeling elders beperkt wordt. De berekening van de economische ontwikkelingslimiet geeft de grenzen aan van de verdere handelsuitbreiding. In de context van de versterking van de kern en duurzame ontwikkeling wordt dan ook gekozen voor Alken-centrum. Ruimtelijk betekent dit dat:
, Afd. Ruimtelijke Planning
56
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
De handelszaken langsheen de Steenweg hun functie kunnen blijven vervullen, doch verdere uitbreiding wordt beperkt.
Voor wat betreft Alken-Centrum wordt uitgegaan van de herlocatie van de supermarkt naar het depot van de brouwerij.
Met deze locatie (en verruiming van de verkoopoppervlakte) ontstaat een belangrijke traffic-builder in het centrum. Een dergelijk initiatief zal ontegensprekelijk een positief effect hebben op de bestaande handelszaken en bovendien andere handelszaken aantrekken. Deze site zal verder ontwikkeld worden met kernversterkende functies en diverse woningtypologieën (geen bijkomende handel). Het concept bestaat dan uit een lijnstructuur, “winkel-as”, waardoor het Laagdorp veeleer een rustpunt wordt en ook aldus kan worden heringericht. Deze lijnstructuur zal Hoogdorp visueel versterken. Net zoals hoger gesteld, kan een positief beleid naar leegstand worden gevoerd en kunnen na-bestemmingen (zoals dancing) een onderkomen bieden aan middelgrote handel. De aanwezigheid van deze middelgrote handel is bijzonder ondersteunend aan de aantrekkelijkheid en uitstraling van het dorp. Het ruimtelijk gebied voor de handel zal beperkt worden in lineair aangezien de economische ontwikkeling beperkt blijft. Een actief beleid van herlokalisatie kan bijdragen tot het versterken van het Dorp.
, Afd. Ruimtelijke Planning
57
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.3 N ATU UR L IJ KE S TRU C TUU R 4.3.1 Bovenlokaal beleid 4.3.1.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Het Vlaams Gewest bakent de natuurgebieden van Vlaams belang af. De belangrijkste natuurlijke structuren zijn de beek- en riviervalleien, grote natuurgebieden en grote boscomplexen. Er wordt een onderscheid gemaakt in: −
Grote eenheden natuur
−
Grote eenheden natuur in ontwikkeling
−
Natuurverbindingsgebieden
−
Natuurverwevingsgebieden
De eerste fase van deze afbakening werd reeds goedgekeurd.
4.3.1.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Limburg De provincie Limburg plaatst Alken in de deelruimte Herk en Gete binnen de hoofdruimte Haspengouw en Voeren. Deze deelruimte heeft in de provincie een rol inzake landbouw, natuurontwikkeling, waterbeheersing en een beperkte residentiele functie door het dicht netwerk van linten. Het ruimtelijk beleid binnen deze deelruimte moet rekening houden met een netwerk van te vrijwaren beekvalleien en overstromingsgebieden van de Demer, Herk, Mombeek, Gete en Velp. Alken bevindt zich in het natuurlijk systeem Haspengouws Demerbekken. In dit landbouwgebied is natuur vooral geconcentreerd in beter te bufferen beekvalleien. Daarnaast wordt een netwerk ontwikkeld van ecologische infrastructuur, uitgaande van bestaande stapstenen van natuurrijke kasteelparken, bosjes (met bosuitbreidingen), hoogstamboomgaarden, waardevolle oude bossen, holle wegen, poelen en andere kleine landschapselementen. Volgende elementen in de gemeente Alken worden geselecteerd door de Provincie: −
De valleien van de Herk en Mombeek als beekvallei van provinciaal niveau
−
Droge natuurverbinding (NVB 40) niveau: tussen St.-Truiden en Alken (tussen het Nieuwenhovenbos en de vallei van de Herk).
−
Natte natuurverbinding (NVB 66) St-Truiden – Wellen – Alken à ten zuiden van Alken via de Oude Beek en de Aldebeek.
Op landschappelijk vlak worden volgende elementen geselecteerd: −
Structurerend hydrografisch element: “Herk en Mombeek”
−
Complex gaaf landschap:”Herk en Mombeek”
, Afd. Ruimtelijke Planning
58
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
−
Complex nieuw Haspengouw”
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
landschap:
“het
verlint
landschap
in
Vochtig
4.3.2 Doelstelling met betrekking tot natuur De natuurlijke structuur wordt ontwikkeld op basis volgende doelstellingen: −
Beekvalleien beschouwen als structurerende elementen en dragers van de open ruimte.
−
Belangrijkste ontwikkelen.
−
Landschappelijke kwaliteit en natuurlijke structuren ondersteunen door behoud, herstel en ontwikkeling van kleine landschapselementen.
−
Parken en lanen: belangrijke elementen die mee de attractiviteit van het landschap bepalen maar ook kwaliteiten hebben op vlak van natuur
−
Zoeken naar mogelijkheden voor het beheer van natuurgebieden
gemeentelijke
natuurwaarden
ondersteunen
en
verder
4.3.3 Elementen van de natuurlijke structuur (zie kaart 67: gewenste natuurlijke structuur)
4.3.3.1 Beekvalleien De beekvalleien zijn de belangrijkste natuurlijke structuren in de gemeente. Naast hun natuurlijke functie hebben ze ook belangrijke landschappelijke kwaliteiten die de attractiviteit van de open ruimte meebepaalt.
Beleid: Behoud en versterking van de kwaliteiten van de beekvalleien. Dit wordt bereikt door: −
Vrijwaren van beekvalleien tov omliggende functies
−
Aanwezige natuurwaarden als permanente graslanden, ruigten, rietvegetaties, poelen, kleine landschapselementen, … te ondersteunen en versterken.
−
De sterke meandering die op sommige plaatsen nog duidelijk aanwezig is, moet behouden blijven. Op plaatsen waar de vallei breed genoeg is, kan terug meandering ingebracht worden.
−
Waterbergingscapaciteit verhogen door voorzien van brede, onbebouwde valleien met op strategische plaatsen wacht- en bufferbekkens.
−
Buffering naar harde infrastructuren
−
Beheer in overeenkomst met eigenaars / landbouwers
, Afd. Ruimtelijke Planning
59
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Op sommige plaatsen gaan beken door dicht bebouwde gebieden. Dit geldt voor de Herk in Alken en de Kozenbeek in Terkoest. Op deze plaatsen dient extra aandacht te gaan naar het ruimtelijk aspect van deze structuur.
Strategisch project: “Doortocht van de Herk door Alken” Over de volledige lijn is het de bedoeling de Herkvallei ruimtelijk herkenbaar te maken. Daar deze vallei door verschillende bebouwingsstructuren gaat in het Hoofddorp Alken, kan per segment een gericht beleid gevoerd worden, dat specifiek gericht is op de integratie met de omliggende functies. Verschillende valleisegmenten: −
Segment ter hoogte van recreatiepark De Alk: vrijwaren van de vallei, inrichten ifv landschap recreatiepark de Alk
gerelateerd
aan
−
Segment ter hoogte van het Laagdorp: subtiele doortocht dmv groenelementen en –structuren ifv herkenbaarheid. Ter hoogte van de oude brouwerijgebouwen wordt onderzocht in welke mate de vallei kan ingericht worden in functie van waterbeheersing en natuureducatie.
−
Segment tussen de Brouwerij en de N80 de ontwikkeling van dit segment zal afhangen van het onderzoek van de provincie omtrent bebouwbaarheid van deze gronden voor regionaal bedrijventerrein
Strategisch project: “Doortocht van de Kozenbeek in Terkoest” Ruimtelijk ondersteunen van de beekvallei in de Koosterstraat (zie ook visie op gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Terkoest)
4.3.3.2 Lokale natuurgebieden In Alken bevinden zich, buiten de beekvalleien, momenteel geen echte lokale natuurgebieden. Enkele bosjes hebben bijzondere waarde, maar zijn dan weer zo klein, dat er weinig sprake is van natuurgebied. Op termijn is het wel de bedoeling de natuurwaarden te versterken. Daarom wordt er toch voor gekozen om de bestaande bosjes, waar er reeds tal van opgenomen werden in het Gewestplan als natuurgebied, te beschouwen als lokale natuurgebieden. Meestal, maar niet altijd, bevinden deze gebiedjes zich in grotere gebieden die gekenmerkt worden door concentraties van kleine landschapselementen. Door het versterken van deze KLE wordt een buffering ingebouwd tussen de geselecteerde natuurgebiedjes en omliggende infrastructuren en hoogdynamische activiteiten. Vanuit de geselecteerde natuurgebieden kan vervolgens een beleid gevoerd worden naar het versterken van de natuurwaarden in deze gebieden.
Volgende elementen worden als lokaal natuurgebied geselecteerd: −
Bosjes in Beiserenveld
−
Het Eikenbosje
, Afd. Ruimtelijke Planning
60
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
−
Bosje in gebied Groot Peteren
−
Lampse Beemden omwille van de grote aanwezigheid van permanente graslanden.
Mogelijke bosuitbreidingen gebeuren zoveel mogelijk aansluitend aan bestaande bosjes. Verder wordt zowel bij het hoofddorp Alken als bij de woonkernen Terkoest en St.-Joris gezocht naar een locatie voor de ontwikkeling van een speelbos.
4.3.3.3 Lokale natuurverbindingen Een aantal zones worden aangeduid als te ontwikkelen of verder te ondersteunen als natuurverbinding. Er kan een onderscheid gemaakt worden in natte verbindingen (vb. beekvalleien) en droge (vb. lineaire groenstructuren die waardevolle gebieden met elkaar verbinden). Als lokale natte natuurverbinding worden beschouwd: − De Simsebeek − De Kozenbeek − De zijbeek van de Herk in de Laagbulstraat Deze verbindingen worden kwalitatief ondersteund door het versterken van groenstructuren en het weren van nieuwe bebouwing of andere harde infrastructuren.
Als lokale droge natuurverbinding wordt de verbinding tussen Brandenpoel en de Lampse Beemden aangeduid. Dit gebied dient verder ondersteund te worden met lineaire KLE teneinde de verbinding te realiseren. Een belangrijk punt binnen deze verbinding is de Steenweg die hier dwars doorgaat. Hiervoor zal in samenspraak met de Provincie een beleid uitgewerkt worden. Door de ruimtelijke versterking van deze droge natuurverbinding wordt het bebouwingslint langs de steenweg duidelijk begrensd. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de bebouwingsmogelijkheden zoals voorzien in het Gewestplan of binnen goedgekeurde verkavelingen.
4.3.3.4 Kleine landschapselementen Kleine landschapselementen hebben enerzijds een belangrijke natuurlijke functie als stapstenen tussen grotere natuurgebieden (ecologische infrastructuur), anderzijds zijn ze grotendeels bepalend voor het landschappelijk uitzicht. Algemeen kan gesteld worden dat in de gemeente een beleid gevoerd wordt rond het behoud en herstel van kleine landschapselementen. Er worden een aantal gebieden in Alken geselecteerd als prioritaire gebieden voor ontwikkeling en ondersteuning van kleine landschapselementen. De meeste van deze gebieden worden geselecteerd op basis van de hoge concentratie van kle en de aanwezigheid van lokale natuurgebiedjes: 1. Beiserenveld
, Afd. Ruimtelijke Planning
61
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
2. Lampse Beemden 3. Eikenbosje 4. Groot Peteren
Anderzijds zijn er enkele gebieden die bijkomend geselecteerd worden omwille van de mogelijkheid en noodzakelijkheid voor het ontwikkelen van KLE. 5. Brandenpoel wordt geselecteerd omwille van de hoge concentratie aan KLE en de aanwezigheid van waardevolle parkgebieden. 6. Knipscheer De Knipscheer wordt geselecteerd omwille van de kleinschaligheid van aanwezige ruimtelijke structuren, concentratie van waardevolle, oude hoeves, … 7. Klameerstraat wordt geselecteerd omwille van de hoge concentratie aan KLE. Deze zone sluit aan op de visie van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Wellen.
In deze gebieden wordt prioritair gewerkt aan de ontwikkeling van KLE. Bovendien wordt er gestreefd naar het geleidelijk aan vervangen van het populierenbestand naar duurzame soorten als Eik en Els (Quercus en Alnus), die typisch zijn voor Alken.
In sommige deelruimten wordt getracht om bijkomend kleine landschapselementen te ontwikkelen. Onderstaande tabel verduidelijkt het gevoerde beleid:
Deelruimten
Beleid KLE behoud
herstel
ontwikkeling
1. Bebouwd centrum van Alken
X
X
(X)
2. Rasterlandbouwlandschap
X
X
(X)
3. valleistructuur Mombeek
X
X
X
4. Alken-Oost
X
X
(X)
5. vallei van de Herk
X
X
X
In de deelruimte “valleistructuur Mombeek” en “vallei van de Herk” wordt gestreefd naar een maximale ontwikkeling van KLE. In de overige deelruimten worden kleine landschapselementen behouden en hersteld. Het verder ontwikkelen van kleine landschapselementen zal enkel gebeuren op plaatsen waar dit mogelijk is (waar landbouw niet gehinderd wordt), bvb.: in beekvalleien, gebieden met concentraties van KLE, aan de dorpsranden en lintranden, .
, Afd. Ruimtelijke Planning
62
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.3.4 Buffering naar de N80 Voornamelijk de Simsebeek die quasi parallel stroomt met de N80, ondervindt negatieve invloeden van deze verkeersinfrastructuur (N80). Op de smalste plaatsen wordt daarom een buffer voorzien. Deze buffer van groenelementen bevat inheemse boomsoorten met een dichte onderbegroeiing. Op de plaatsen waar de ruimte tussen de beek en de N80 breder is, volstaat het om de vallei ruimtelijk te ondersteunen. Het gebied rond de Kapel in St.-Joris wordt eveneens ontwikkeld als buffer naar de N80. Enerzijds wordt de kapel terug in een “parkwaardige” omgeving geplaatst (gras en bomen, eventueel hoogstam fruitbomen), anderzijds zal de zone het meest tegen de N80 gelegen functioneren als buffer door het aanplanten van bomen met een onderbegroeiing van dicht struikgewas. In dit geval wordt niet enkel de kapel terug in het landschap geplaatst; de bebouwing van St.-Joris wordt kwaliteitsvol afgescheiden van de N80.
4.3.5 Belangrijk aandachtspunt: kruising van natuurlijke structuren met infrastructurenbundel N80, spoorweg en steenweg Een aantal (gewenste) natuurlijke structuren worden doorsneden door harde lijninfrastructuren. Het gaat om: −
de kruising van de droge natuurverbinding met de steenweg
−
de kruising van de Simsebeek met de N80
−
de kruising van de Herkvallei met de infrastructurenbundel N80, spoorweg en steenweg (gezien dit gebied naar natuurwaarden reeds ondermijnd is, kan hier gestreefd worden naar een symbiose tussen natuur en bedrijvigheid)
Deze kruisingen hebben een duidelijke ruimtelijke inrichting nodig (dmv natuurtechnische milieubouw), zodat enerzijds de herkenbaarheid van de ruimte en anderzijds de kwaliteit van de natuurlijke structuren verbeterd wordt.
Aangezien de betreffende lijninfrastructuren geselecteerd werden door het Vlaams Gewest en de Provincie zal hieromtrent overleg gepleegd worden met de bevoegde overheidsinstanties.
, Afd. Ruimtelijke Planning
63
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.4 A GRAR IS CHE ST RU CT UU R 4.4.1 Bovenlokaal beleid 4.4.1.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Het Vlaams Gewest bakent de landbouwgebieden van Vlaams belang af. Binnen deze gebieden worden ontwikkelingsmogelijkheden voor landbouw gegarandeerd. Binnen de landbouwgebieden van Vlaams belang worden een aantal bouwvrije zones aangeduid, waarin geen nieuwe bebouwing is toegelaten. Deze afbakening is in onderzoek.
4.4.1.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Limburg De fruitstreek wordt als structuurbepalend agrarisch gebied van minstens provinciaal belang beschouwd. Dit is voornamelijk van belang voor de westzijde van de gemeente Alken. In Vochtig Haspengouw en delen van Droog Haspengouw (+ een deel van het Hageland) worden fruitteelt en gemengde landbouw met een divers aanbod gestimuleerd in overeenstemming met de agrarische mogelijkheden en fysische kwetsbaarheden. De verankering en kwalitatieve versterking van de fruitteelt in de regio zijn een prioriteit.
4.4.2 Doelstelling mbt landbouw Door de Europese, Nationale en Vlaamse wetgeving omtrent landbouw en milieu, kunnen op gemeentelijk niveau slechts zeer beperkt mogelijkheden gecreëerd worden ter ondersteuning van de landbouw. Toch heeft de gemeente Alken een duidelijke visie op de ontwikkeling van de agrarische structuur. De agrarische structuur wordt versterkt in functie van het economisch aspect, maar ook in functie van het beheer van het landschap. Dit kan door: − Hoogdynamische landbouw landbouwgebieden,
te
versterken
in
aaneengesloten
− In ingesloten landbouwgebieden ontwikkelingsperspectieven af te wegen tov de omliggende functies, − In laagdynamische landbouwgebieden landbouw in te schakelen als beheerder van het landschap en natuurwaarden dmv het afsluiten van beheersovereenkomsten,
, Afd. Ruimtelijke Planning
64
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.4.3 Elementen van de agrarische structuur (zie kaart 69: gewenste agrarische structuur)
4.4.3.1 Aaneengesloten landbouwgebieden In de aaneengesloten landbouwgebieden wordt de nadruk gelegd op het versterken van hoogdynamische landbouw. De verschillende aaneengesloten landbouwgebieden worden ingericht zodat landbouw optimaal en gestructureerd kan werken. Dit betekent ook dat functies die niet thuishoren in dit landbouwgebied zoveel mogelijk geweerd worden. Bovendien wordt een verdere bebouwing van deze landbouwgebieden zoveel mogelijk vermeden. Nieuwe landbouwbedrijven vestigen zich dan ook zo dicht mogelijk bij reeds bestaande bebouwing. Kleine landschapselementen die zich in deze gebieden bevinden blijven zoveel mogelijk behouden, maar worden niet structureel versterkt. Tenzij omwille van de ruimtelijke ondersteuning van de aanwezige bebouwingsstructuur. Hobbylandbouw dient zoveel mogelijk gesitueerd te worden in de reeds aanwezige lintbebouwing, of aan de randen van deze gebieden.
In het landbouwgebied in het oosten van de gemeente wordt naar de toekomst toe, omwille van de kwaliteit van het landschap, in de mate van het mogelijke de kleinschaligheid van de landbouwpercelen zoveel mogelijk behouden.
4.4.3.2 Ingesloten landbouwgebieden Ingesloten landbouwgebieden worden eveneens ontwikkeld voor landbouw. In deze gebieden dient rekening gehouden te worden met aangrenzende functies als wonen (met bijkomend ruimtebehoefte voor hobbylandbouw), natuur (Lampse Beemden), ontwikkeling van kleine landschapselementen in de dorpsen lintranden, … In een aantal van deze ingesloten landbouwgebieden bevindt zich een zoekzone voor de uitbreiding van het bedrijventerrein De Kolmen.
4.4.3.3 Landbouwgebieden met talrijke KLE en natuurgebiedjes. In deze gebieden wordt gestreefd naar de verdere ontwikkeling van het waardevol (kleinschalig) landschap dmv versterking van KLE en zoveel mogelijk behoud van permanente graslanden en weilanden. Intensieve landbouwactiviteiten worden verweven met natuurwaarden. Dmv beheersovereenkomsten zullen deze natuurwaarden zoals de permanente graslanden, weilanden en kle beheerd worden. Deze gebieden komen overeen met de gebieden aangeduid in de gewenste natuurlijke structuur, waar kleine landschapselementen prioritair ontwikkeld worden. (zie 4.3.3.4. Kleine landschapselementen)
, Afd. Ruimtelijke Planning
65
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.4.3.4 Beekvalleien: agrarisch natuurbeheer In de beekvalleien wordt gestreefd naar ontwikkeling van natuur en verbeteren van de valleistructuur en afbouwen van intensieve landbouwactiviteiten. In deze gebieden zal dmv beheersovereenkomsten gezocht worden naar mogelijkheden voor landbouw. In deze gebieden worden geen nieuwe landbouwbedrijven toegelaten.
4.4.3.5 Hobbylandbouw Hobbylandbouw komt, mede door de overwegend lintvormige bebouwingsstructuur, verspreid over de gemeente voor. Naar de toekomst toe is het gewenst deze vorm van ruimtegebruik te concentreren over daarvoor geschikte plaatsen, zodat beroepslandbouw hiervan minder hinder zal ondervinden. Onderstaand schema geeft de gewenste ontwikkeling aan:
Hobbylandbouw gelegen in:
Randvoorwaarden
Aaneengesloten landbouwgebieden
Hobbylandbouw wordt zoveel mogelijk gesitueerd aan de buitenrand, zo dicht mogelijk tegen bebouwing en vormt een buffer tussen hoogdynamische landbouw en wonen
Ingesloten landbouwgebieden
Hier kan hobbylandbouw zich situeren
Landbouwgebied met talrijke KLE en natuurgebiedjes
Hobbylandbouw dient rekening te houden met de landschappelijke waarde
beekvalleien
In deze gebieden kan enkel extensieve en milieubewuste hobbylandbouw terecht
4.4.3.6 Landbouwbedrijven Landbouwbedrijven maken integraal deel uit van het landbouwgebied. Toch wordt er getracht de bedrijfsgebouwen zoveel mogelijk landschappelijk in te kleden dmv aanplanten van KLE en in sommige gevallen buffers om het landschapsbeleving op te krikken. Om de weinige, nog resterende, open ruimtegebieden te vrijwaren van nieuwe bebouwing wordt een nieuw bedrijf of de uitbreiding van een bestaand landbouwbedrijf best aansluitend aan reeds bestaande bebouwing voorzien en bovendien enkel toegelaten afhankelijk van de ligging in een bepaald landbouwgebied zoals hierboven beschreven (aaneengesloten landbouwgebied, ingesloten landbouwgebied, … ). Verder zijn er nog enkele voorwaarden voor het nieuw bouwen van een landbouwbedrijf: −
De geselecteerde open ruimte verbindingen moeten bij voorkeur gevrijwaard blijven van bebouwing, ook van landbouwbedrijven.
−
Bij de bouwaanvraag wordt steeds een totaalvisie gevraagd voor de inrichting van het volledige bedrijfsterrein, in functie van de landschappelijke integratie die vooropgesteld wordt.
, Afd. Ruimtelijke Planning
66
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Verbouwen van een bestaand landbouwbedrijf is steeds toegelaten. Verbouwen kan noodzakelijk zijn voor de aanpassing van een bestaand bedrijf aan nieuwe installaties, technieken, …
Indien landbouwbedrijven hun functie verliezen, wordt gezocht naar een mogelijke nieuwe functie voor deze gebouwen, rekening houdend met de visie op de verschillende deelruimten en deelstructuren. Bovendien mag de draagkracht van de omgeving niet overschreden worden. Het afwegingskader voor zonevreemde woningen kan hier de basis vormen.
4.4.4 Agrarische verbreding In samenwerking met de Provincie, wordt gezocht naar mogelijkheden om verbrede agrarische activiteiten toe te laten voor landbouwbedrijven. Dit betekent dat mogelijke agrarische nevenfuncties als hoevetoerisme, verwerking en verkoop van eigen producten aan huis, natuurbeheer en landschapszorg, … toegelaten en zelfs gestimuleerd worden binnen de beroepsactiviteiten
, Afd. Ruimtelijke Planning
67
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.5 T OE R IS TIS CH - RE CRE AT IEVE S TR UC T UUR 4.5.1 Bovenlokaal beleid 4.5.1.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Het RSV maakt een onderscheid in stedelijke en buitengebieden. Alken ligt in het buitengebied. Specifiek voor recreatie en toerisme betekent dit het volgende: −
De mogelijkheden voor recreatief medegebruik worden ondersteund;
−
Om de toeristisch-recreatieve aanbodelementen in het buitengebied en het stedelijk gebied met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen, wordt netwerkvorming vooropgesteld. Paden en routes worden met elkaar verbonden en uitgerust als een samenhangend toeristischrecreatief product.
−
Enkel laagdynamische buitengebied.
infrastructuren
worden
toegelaten
in
het
4.5.1.2 Provinciaal ruimtelijk structuurplan Limburg In het PRSL behoort Alken tot de hoofdruimte Haspengouw en Voeren. Deze hoofdruimte wordt ingedeeld in 3 deelruimten, waarvan Alken tot de deelruimte Herk en Gete behoort. Op vlak van recreatie en toerisme wordt voor deze deelruimte volgend beleid gevoerd: Het toerisme wordt in het buitengebied verspreid ontwikkeld onder de vorm recreatief medegebruik. Alken bevindt zich aan de rand van het toeristischrecreatief netwerk Haspengouw, waar hoeven en kastelen een belangrijke rol spelen. Bijzondere aandacht gaat daarbij naar een optimale ruimtelijke inpassing van het netwerk van fiets-, wandel-, auto- en paardenroutes en naar de inschakeling van de dorpen in het toeristisch aanbod. Het toeristisch medegebruik richt zich op plattelands-, boerderij- en kastelentoerisme. Voor Alken worden er geen toeristisch-recreatieve infrastructuren op provinciaal niveau geselecteerd. Verder wenst de Provincie kleinschalig plattelandstoerisme te ondersteunen.
4.5.2 Doelstelling voor het gemeentelijk beleid Het beleid in functie van toerisme en recreatie wordt vervat in volgende doelstellingen: −
De hiërarchie van de recreatieve infrastructuur wordt gekoppeld aan de hiërarchie van de nederzettingsstructuur. Dit betekent dat het hoofddorp Alken voorzieningen ontwikkelt voor de hele gemeente; de woonkernen St.-Joris en Terkoest voorzien in de basisbehoeften omtrent sport en recreatie op niveau van de kern.
, Afd. Ruimtelijke Planning
68
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
−
Recreatieve infrastructuren worden zoveel mogelijk geconcentreerd in of aansluitend aan de bebouwde omgeving.
−
Elke kern of wijk wordt voorzien van een centrale ontmoetingsplaats / sport- en spelzone (vb.: pleintje met banken, basketbalring, skateramp, grasveld, … ).
−
Er wordt gezocht naar een oplossing voor zonevreemde recreatieve terreinen en gebouwen.
−
Recreatief medegebruik wordt ondersteund dmv kwalitatieve voet- en fietspaden.
−
Mogelijkheden voor hoeve- en plattelandstoerisme worden ondersteund in de woonkernen, het hoofddorp en de geselecteerde bakens en erfgoed.
4.5.3 Elementen van de recreatieve structuur (zie kaart 70: gewenste recreatieve structuur)
Aangezien Alken in het buitengebied gelegen is, kan enkel infrastructuur van lokale aard ontwikkeld worden.
4.5.3.1 Infrastructuur in het hoofddorp Alken In het hoofddorp Alken bevinden zich op twee locaties sportterreinen, m.n. De Alk in het centrum gelegen, en KWS (voorheen sporting Alken) gelegen aan de Langveldstraat. Aangezien het recreatieterrein de Alk het dichtst in het centrum gelegen is en de meeste en diverse infrastructuren bevat, wordt dit terrein beschouwd als sporten recreatiezone voor het hoofddorp Alken, maar ook voor de hele gemeente. Het recreatiepark de Alk: Indien de behoefte zich voordoet kan in deze zone infrastructuur ontwikkeld worden in functie van de hele gemeente. Zo zullen de zonevreemd gelegen terreinen van KWS-Alken aan de Waterkant deels worden geherlocaliseerd naar de terreinen bij de infrastructuur van de Alk, deels naar Langveld (zie sportveld Langveld). Bij de ontwikkeling van dit gebied moet steeds rekening gehouden worden met de aanwezige ruimtelijke dragers, m.n. de vallei van de Herk en de Kleine Herk, de bomenrij aan de ingang van de speeltuin, de link met het Laagdorp en de rest van het centrum. De valleikwaliteiten worden terug hersteld door het voorzien van beekbegeleidende beplanting. Verder wordt de recreatiezone beter landschappelijk ingekleed in de richting van de valleien. Op die manier krijgt deze zone het uitzicht van een landschapspark met recreatieve infrastructuur. Dit past volledig in het overheersende residentiële karakter van de hele gemeente. De nieuwe begraafplaats sluit ruimtelijk aan op deze zone en kan er deel van uitmaken.
, Afd. Ruimtelijke Planning
69
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Ontwikkelingsperspectieven voor het Sportveld Langveld: De bestaande infrastructuren blijven behouden in functie van de huidige sportclubs. Naar de toekomst toe wordt deze zone ontwikkeld in relatie met de wijk Langveld. Bovendien wordt een gedeelte van de zonevreemd gelegen terreinen van KWS naar hier verplaatst.
4.5.3.2 Infrastructuur in de woonkernen St.-Joris Deze infrastructuur ligt aan de rand van de woonkern St.-Joris, net aan de overzijde van de spoorweg. In deze zone wordt recreatieve infrastructuur ten behoeve van de dynamiek van St.-Joris verder ondersteund. In die zin worden bepaalde (beperkte) ontwikkelingen op niveau van de woonkern toegestaan. Bovendien is een landschappelijke inkleding naar de achterliggende open ruimte en een buffer naar de spoorweg noodzakelijk. Voor deze sportterreinen is een BPA in opmaak. Een sport- en spelzone in de vorm van een ontmoetingsplaats bevindt zich nu reeds in de zone tussen de school en de kerk en kan hier verder ondersteund worden. (zie ook visie op de ontwikkeling van de woonkern St.-Joris) Terkoest De infrastructuur van Terkoest bevindt zich eveneens aan de rand van de kern en wordt verder ontwikkeld in functie van de behoeften van deze woonkern. Ook hier worden beperkte ontwikkelingen, op het niveau van de woonkern, toegestaan. Een ontmoetingsplaats kan ingericht worden in de huidige parkeerzone aan de kerk. Het bos aan de school krijgt een functie als speelbos. (zie ook visie op de ontwikkeling van de woonkern Terkoest)
4.5.3.3 Infrastructuren voor jeugdverenigingen De gemeente wil een goed beleid voeren voor de talrijke jeugdverenigingen in Alken. Ruimtelijk betekent dit dat, indien nodig, de verschillende jeugdverenigingen mogelijkheden moeten krijgen om hun activiteiten verder te kunnen ontplooien. Enerzijds is het nodig dat er genoeg lokalen ter beschikking staan, anderzijds is speelruimte, buitenruimte ook noodzakelijk. Indien een (of meerdere) nieuwe locatie moet gezocht worden, staan volgende ruimtelijke randvoorwaarden voorop: §
Dichte ligging in of nabij het centrum
§
Genoeg ruimte voor opslag van materiaal, beperkte overnachtingsmogelijkheid voor jeugdverenigingen die op bezoek zijn, …
§
Goede en veilige bereikbaarheid met de fiets of te voet
§
Genoeg en veilige ruimte voor buitenactiviteiten op loopafstand
§
Aansluiting op het padennetwerk
, Afd. Ruimtelijke Planning
70
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.5.3.4 Verspreid gelegen sport- en recreatieterreinen Verspreidliggende (zonevreemde) recreatie of nieuwe recreatieactiviteiten worden beoordeeld op basis van hun geschiedenis, hinderlijkheid of ligging in kwetsbare gebieden. De gemeente pleegt over het al of niet bovenlokaal karakter overleg met de provincie of Vlaams Gewest. Op basis van dit afwegingskader wordt de volgende uitspraak gedaan aangaande verspreidliggende recreatie:
1. Algemeen kan gesteld worden dat recreatieve infrastructuren die storend zijn voor de omgeving niet thuishoren in de gemeente Alken. 2. Binnen de groep niet-storende activiteiten kan volgend onderscheid gemaakt worden: −
Indien het terrein gelegen is in een selectie van de Hogere Overheid (Provincie of Vlaams Gewest), zal ook op dit niveau de beslissing over de infrastructuur genomen worden.
−
Indien dit niet het geval is, zijn er 4 mogelijkheden: a) De infrastructuur is gelegen in een gemeentelijk kwetsbaar gebied, m.n. open ruimteverbinding, delen van de deelruimte “vallei van de Mombeek”of delen van de deelruimte “Herkvallei”. In dit geval zijn er eveneens geen ontwikkelingsperspectieven. b) De infrastructuur bevindt zich in het hoofddorp Alken. In dit geval staat de infrastructuur ten dienste van de hele gemeente en kan ze ter plaatse blijven. De gemeente zal, indien nodig, een RUP opstellen. Nieuwe infrastructuren worden gerealiseerd in het recreatiedomein De Alk. c) De infrastructuur bevindt zich of wordt gesitueerd in één van de woonkernen. In dit geval kan de infrastructuur enkel uitgerust zijn op niveau van de woonkern en kan het terrein ter plaatse blijven. Indien nodig wordt een RUP opgesteld. Ontwikkelingsmogelijkheden gelden niet indien het terrein gelegen is in of in de nabijheid van woonlinten, woonclusters of verspreidliggende woningen. d) De infrastructuur bevindt zich in de open ruimte. Deze ligging is enkel te verantwoorden in geval van een bestaande structuur en als omwille van bepaalde redenen (veiligheids- en andere voorschriften die opgelegd worden aan de activiteit, … ) het niet mogelijk is om zich te lokaliseren in het hoofddorp of de woonkern. Bovendien mag de draagkracht van het gebied niet overschreden worden. Indien nodig wordt hiervoor een RUP opgesteld.
, Afd. Ruimtelijke Planning
71
VERSPREIDLIGGENDE RECREATIE ALKEN BELEIDSKADER BESTAANDE OF POTENTIËLE ZONEVREEMDE RECREATIE
Eerste evaluatie
Tweede evaluatie
Beleid:
BESTAANDE INFRASTRUCTUUR (juridische toestand)
- milieu - verkeer - visueel -…
INFRASTRUCTUUR STOREND VOOR OMGEVING? NEE
JA
GEEN ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN OF HERLOCATIE
LIGGING IN HOOFDDORP ALKEN: Op niveau van de hele gemeente
GELEGEN IN EEN SELECTIE VAN DE HOGERE OVERHEID NEE Gelegen in : JA
BEVOEGDE OVERHEID NEEMT BESLISSING
open ruimte verbinding delen van de deelruimte “valleistructuur van de Mombeek” delen van de deelruimte “Herkvallei”
JA GEEN ONTWIKKELINGSPERSPECTIEVEN OF HERLOCATIE
NEE
LIGGING IN WOONKERN Op niveau van woonkern
Bestaande kunnen blijven; nieuwe kunnen terecht in de Alk
Bestaande kunnen blijven; nieuwe kunnen terecht in de recreatiezone van St.Joris of Terkoest
Enkel in geval van bestaande structuur LIGGING IN OPEN RUIMTE
Indien om bepaalde redenen de situering in hoofddorp of woonkern niet mogelijk is Indien de draagkracht van het gebied niet overschreden wordt
Indien nodig, bij nieuwe ontwikkelingen: Opmaak RUP recreatieterein: De Alk St.-Joris Terkoest
RUP ZONEVREEMDE RECREATIE Steeds getoetst aan de visie op de deelruimten en deelstructuren
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.5.3.5 Weekendverblijven De problematiek rond weekendverblijven stelt zich slechts zeer beperkt in Alken. De gemeente voert hieromtrent een uitdoofbeleid.
4.5.3.6 Lokaal wandel- en fietspadennetwerk Door het ontsluiten van de open ruimte voor wandelaars, fietsers, joggers, ruiters, wordt recreatief medegebruik ondersteund zowel door eigen bewoners als door toeristen. Deze padenstructuur heeft dus zowel een recreatieve als een toeristische uitwerking. Deze ontsluiting wordt gerealiseerd door bestaande paden op elkaar aan te sluiten, zodoende een aaneengesloten netwerk van paden te bekomen, dat op de meeste plaatsen los staat van het bestaande verkeerswegennet.
Het padennetwerk wordt ontwikkeld volgens volgende principes: −
Het padennetwerk vertrekt vanuit de woongebieden en is fijnmaziger rond de woongebieden dan erbuiten.
−
Het padennetwerk verbindt de woonkernen St.-Joris en Terkoest onderling en met het hoofddorp Alken.
−
Het padennetwerk laat op enkele plaatsen en gericht recreatief medegebruik in natuurlijk waardevolle gebieden toe.
−
Het padennetwerk sluit aan op bestaande paden en implementeert bestaande sluikpaadjes en kerkpaden tussen gebouwen.
−
Het is gekoppeld aan de padennetwerken van de omliggende gemeenten, het provinciaal padennetwerk en dat van het Regionaal landschap Haspengouw in functie van het toeristisch aspect.
−
Het is een alternatief netwerk aan het autonetwerk. Vrijliggende fietspaden en zones 30 kunnen geïntegreerd worden en deel uitmaken van het netwerk.
−
Dit padennetwerk moet ook functioneel kunnen gebruikt worden. Verschillende functies zouden, voor zwakke weggebruikers, via de kortste wegen met elkaar verbonden moeten worden (woning/school, woning/werk, woning/station, enz. )
−
Het verbindt de verschillende kasteelparken en bezienswaardigheden van Alken, zodat de herkenbaarheid en de belevingswaarde van het netwerk verhoogd wordt.
−
Op strategische plaatsen wordt het netwerk ruimtelijk ondersteund en versterkt door groenelementen.
Dit padennetwerk zal als uitvoering van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan op perceelsniveau onderzocht worden en naargelang de prioriteiten ontwikkeld worden.
De accommodatie (vnl. in functie van toerisme) (café, eetgelegenheid, … ) die zich kan en zal enten op deze padenstructuur wordt hoofdzakelijk gesitueerd en gestimuleerd in de woonkernen en het hoofddorp zodat deze kan bijdragen tot de leefbaarheid van deze kernen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
72
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.5.4 Elementen van de toeristische structuur De gewenste ontwikkeling van de toeristische structuur in de gemeente Alken legt de nadruk op laagdynamische activiteiten als fietsen en beperkt verblijven. Volgende elementen zijn hierin cruciaal:
4.5.4.1 Ontwikkeling fietsvertrekpunt op het Laagdorp Op het Laagdorp, in het centrum van Alken, wordt een fietsverzamelpunt gesitueerd. Vanhieruit vertrekken fietstochten naar de regio. Dit plein wordt hiervoor uitgekozen omwille van de centrale ligging tussen Hasselt, Tongeren en St.-Truiden en omwille van de goede bereikbaarheid en parkeermogelijkheid. De relatie met horeca, op het plein, en de speeltuin de Alk zijn een meerwaarde.
In directe relatie met het Laagdorp, worden de Brouwerij en de Alk, aangegeven als attractie en stopplaats binnen het fietsroutenetwerk. Bepaalde ontwikkelingsmogelijkheden hieromtrent worden onderzocht.
4.5.4.2 Waardevolle parkgebieden en lanen (zie kaart 68: gewenste structuur parken en lanen)
Parkgebieden vormen een belangrijk onderdeel van het Alkens landschap. Daarnaast bezitten ze ook natuurwaarden. De parken worden behouden en beheerd in functie van landschap en natuur. Op sommige plaatsen worden nieuwe parkgebieden ontwikkeld. Door ze te koppelen aan de te ontwikkelen padenstructuur, wordt een derde dimensie van deze typische streekelementen uitgebouwd, namelijk de recreatieve. Anderzijds wordt de te ontwikkelen padenstructuur attractiever gemaakt. Op strategische plaatsen zullen de paden ruimtelijk versterkt worden door het aanplanten van bomen. Door dit laaneffect wordt de herkenbaarheid en identiteit van deze paden ruimtelijk onderstreept. Deze lanen worden geënt en/of vormen een onderdeel van het lokaal fiets- en voetpadennetwerk, hetgeen eveneens een toeristische functie heeft. Lanen worden op volgende plaatsen ontwikkeld: −
Langs de steenweg (zie visie op de gewenste ontwikkeling van de steenweg)
−
In de Langveldstraat (als verbinding tussen St.-Joris en Alken)
−
In de Stationsstraat – O-L-Vrouwstraat (als verbinding tussen Terkoest en Alken)
−
In het lint Kruisstraat-Pleinstraat (zie visie op de ontwikkeling lint Kruisstraat-Pleinstraat)
De locatie van de lanen worden figuratief aangeduid op kaart om een beeld te krijgen van het ruimtelijk effect. De precieze uitvoering van deze lanen (soorten bomen, plantafstanden, … ) zal blijken uit concrete inrichtingsplannen die opgemaakt zullen worden bij de herinrichting van deze wegen en paden. Indien de voorgestelde lanen door grote landbouwgebieden gaan, moet rekening gehouden worden met mogelijke nadelen voor landbouwgewassen omwille van beperking van het zonlicht, ontrekken van vocht, …
, Afd. Ruimtelijke Planning
73
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Naast reeds bestaande parken (meestal kasteelparken) worden een aantal nieuwe parken ontwikkeld: −
Urban villa’s in parkachtige aanleg langs de steenweg (zie gewenste ontwikkeling steenweg)
−
Het recreatiedomein de Alk (zie recreatieve structuur)
Het is niet de bedoeling dat al deze parken een publieke functie krijgen of voor het publiek toegankelijk zijn. Het belangrijkste idee achter het beheer van de parken is de attractiviteit van het landschap bevorderen en de toeristischrecreatieve structuur ondersteunen. Indien parken op privé-initiatief beheerd worden, kan dit alleen maar gestimuleerd worden.
4.5.4.3 Hoeve- en plattelandstoerisme in Alken Laagdynamisch (verblijfs)toerisme is een belangrijke en te ondersteunen onderdeel in de toeristische ontwikkeling van Haspengouw. Ook de gemeente Alken heeft genoeg troeven om dit te ondersteunen. In het kader van verbrede agrarische doelstellingen wordt de ontwikkeling van hoevetoerisme ondersteund. Plattelandstoerisme maakt het mogelijk om bestaande hoeves die hun landbouwfunctie verloren hebben, of andere gebouwen een nieuwe functie te geven die eveneens gerelateerd is aan het landschap. Plattelandstoerisme is gebaseerd op de aanwezigheid van bestaande (potentiële) accommodatie (hoeves, molens, andere waardevolle gebouwen, ...) aangevuld met landschappelijke kwaliteiten (kleine landschapselementen, landbouwlandschap, holle wegen, hoogstamboomgaarden, ...). Beiden zijn in Alken aanwezig, maar bieden nog onvoldoende kwaliteit om direct in een project van hoeve- en plattelandstoerisme geïntegreerd te worden. Het gaat immers niet om individuele verblijven, maar om een totaalaanbod (verblijven + recreatie- en ontspanningsmogelijkheden), waarvoor het geschikte landschappelijk kader moet bestaan of ontwikkeld worden. De uitbouw van plattelandstoerisme is dan ook een project van lange termijn.
De gemeente wil onder bepaalde voorwaarden, en in samenspraak met de provincie, het organiseren van gastenkamers mogelijk maken. Verschillende gebouwen of situaties komen in aanmerking om gastenkamers toe te laten: -
In een actieve hoeve,
-
In een waardevol gebouw,
-
Kernversterkend in het centrum van Alken, St.-Joris en Terkoest
Voor het verlenen van de vergunning zullen een aantal voorwaarden gehanteerd worden: −
de ligging moet geschikt zijn (landschappelijk attractieve gebieden, landelijke gebieden, rustige ligging, geen geurhinder, ...). De draagkracht van de omgeving mag niet overschreden worden.
−
Er is steeds sprake van laagdynamische activiteiten (maar steeds met aandacht voor de leefbaarheid van de activiteit)
, Afd. Ruimtelijke Planning
74
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
−
Het kan alleen in bestaande gebouwen of in delen ervan, voor zover ze daarvoor geschikt en attractief zijn. (bvb. niet in een hedendaagse landbouwloods).
−
Bij de inrichting moet aandacht besteed worden aan het bestaand volume en de architectuur gerespecteerd worden. Uitbreiden van het volume is afhankelijk van de ruimtelijke draagkracht van het gebouw.
−
Er moet voldoende aandacht besteed worden aan de inrichting van het terrein. Bij het indienen van een bouwaanvraag dient dan ook een inrichtingsplan bijgevoegd te worden.
−
Na het verdwijnen van de toeristische verblijfsfunctie komen de vertrekken die naast de bestaande historische woning ingericht werden als vakantieverblijf, niet in aanmerking voor permanent wonen,
4.5.4.4 Recreatief medegebruik Recreatief medegebruik, als onderdeel van het provinciaal toeristisch-recreatief netwerk (RSPL), wordt ondersteund en uitgewerkt. Twee aspecten zijn hierin cruciaal: •
Beleving van de open ruimte / landschap
•
Toegankelijkheid van de open ruimte / landschap
Concreet betekent dit dat: •
er voldoende aandacht besteed moet worden aan de landschappelijke kwaliteiten: open ruimte, kleine landschapselementen, beekvalleien, historisch patrimonium.
•
Waar mogelijk (nieuwe) doorsteken worden voorzien doorheen de binnengebieden, die woongebieden met elkaar verbinden, maar ook op een veilige manier toegang geven tot de open ruimte en tot de centra en die de open ruimte toegankelijk maken (trage – paden – plan).
, Afd. Ruimtelijke Planning
75
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.6 V ERKE ERS - E N VE R V OE RS S TR UC TU U R 4.6.1 Bovenlokaal beleid 4.6.1.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Selectie van wegen: Primaire weg categorie II met hoofdfunctie verzamelen op Vlaams niveau en aanvullende functie verbinden op Vlaams niveau. •
N80 van aansluiting 28 A 13 (Hasselt-Zuid) tot N3 (Sint-Truiden)
Spoorinfrastructuur: Om de vooropgestelde ruimtelijke en mobiliteitsdoelstellingen te halen is het noodzakelijk op een selectieve wijze het spoorvervoer te verbeteren en de spoorinfrastructuur uit te breiden. Hiervoor werd op Vlaams niveau een hoofden regionaal spoorwegennet voor personen- en goederenvervoer geselecteerd. •
Lijn 21 vormt een onderdeel in het net van de (inter)nationale verbindingen en de verbindingen van Vlaams niveau wat betreft het personenvervoer.
4.6.1.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg De provincie Limburg selecteert de lijninfrastructuren N80 – N722 – lijn 21 als bundel op provinciaal niveau. Bundels zijn structuurbepalend voor een beschouwd gebied en bestaan uit een ruimte gekoppeld aan minstens twee samenlopende lijnvormige verkeersinfrastructuren waarlangs zich al dan niet ruimtelijke ontwikkelingen hebben geënt.
De provincie selecteert voor Alken de N722, van N722A (Sint-Truiden) tot de N80, als secundaire weg III. De hoofdfunctie van dit type wegen is een belangrijke fiets- en openbaar vervoersas voor lokale (fiets) en regionale (openbaar vervoer) verbindingen. Voor autoverkeer heeft de weg haar regionale verbindingsfunctie verloren. De weg heeft wel een belangrijke toeganggevende functie. Algemene ontwikkelingsperspectieven voor secundaire wegen type III zijn: •
drager zijn van regionale openbaar vervoerlijnen
•
herkenbare ruimtelijke (landschappelijke) vormgeving verzorgen
•
inrichten als hoogfrequente openbaar vervoersas (voorrang voor openbaar vervoer) met duidelijke herkenbare en goed uitgeruste bushaltes
•
verdichtingsmogelijkheden bieden halteplaatsen van openbaar vervoer.
•
Regionale verbindingsfunctie voor autoverkeer ontmoedigen
, Afd. Ruimtelijke Planning
76
voor
bebouwing
rond
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
•
Aansluitingen voor bestemmingsverkeer bundelen (omwille van de aanwezigheid van talrijke (grootschalige) functies over een aanzienlijke afstand)
•
Betekenisvol plaats bieden voor fietsverkeer als schakels in een regionaal functioneel fietsroutenetwerk
De lijn 21 (Hasselt/Landen) werd geselecteerd als openbaar vervoer van bovenprovinciaal niveau A. In het verbindend provinciaal net (niveau B) wordt de bestaande lijn 21 (Hasselt/Sint-Truiden/Landen) opnieuw geselecteerd. Het B-niveau zorgt voor het aantakken van de kleinstedelijke gebieden op het bovenprovinciaal net. Het gaat hier om hoogwaardige openbaar vervoersassen die, waar mogelijk, voorzien worden in een eigen bedding. Alle bestaande spoorlijnen voor personenvervoer zijn opgenomen in het provinciaal openbaar vervoernet. Belangrijke aandacht gaat uit naar de ontdubbeling van de spoorlijn Hasselt/Sint-Truiden/Landen tussen Alken en Landen. Dit zou slechts een beperkte invloed hebben op de reistijd, maar kan wel zorgen voor een verbetering van regelmaat en frequentie. De buslijn tussen Hasselt en Sint-Truiden vormt een onderdeel van het verbindend intergemeentelijk net; openbaar vervoer van provinciaal niveau C. Dit netwerk op C-niveau vormt een fijnmaziger geheel. De lijnen die er onderdeel van vormen moeten worden opgevat als sterke basislijnen waar de Lijn haar concurrentiepositie aanzienlijk kan versterken. Tevens wordt er een selectie gemaakt van knooppunten van belangrijke vervoerbewegingen met regionaal karakter; de zogenaamde C-knooppunten. Ook Alken wordt als Cknoopppunt geselecteerd. In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg wordt een onderscheid gemaakt tussen twee type stations: deze die gelegen zijn in of nabij een centrum waar een ruimtelijke verdichting gewenst is en deze die perifeer gelegen zijn waar intensieve ruimtelijke verdichting niet gewenst is. Alken is een opstapplaats (zonder ticketverkoop) waar intensieve ruimtelijke verdichting niet gewenst is. Wel kan het zinvol zijn om park-and-ride-voorzieningen aan te leggen.
4.6.2 Doelstellingen De hoofddoelstelling voor de gemeente Alken bestaat erin een duurzaam gemeentelijk verkeers- en mobiliteitsbeleid te ontwikkelen en dit om: •
de verkeersveiligheid op de gemeentewegen te verhogen
•
de verkeersleefbaarheid in de woon- en centrumgebieden te verhogen
•
de bereikbaarheid van de diverse ruimtelijke functies binnen de gemeente te verhogen
•
nieuwe stedenbouwkundige projecten zorgvuldig in te planten zodanig dat de automobiliteit in het centrum niet verhoogt.
•
…
Dit duurzaam gemeentelijk verkeers- en mobiliteitsbeleid houdt in: •
een (verdere) categorisering van de ‘ lokale’wegen
, Afd. Ruimtelijke Planning
77
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
•
komen tot inzicht en beslissing wat betreft de aansluiting op het hoger gelegen net, met bijzondere aandacht voor het (de) knooppunt(en) met de N80 (streefbeeld N80 afwachten)
•
een aanduiding van de verblijfsgebieden
•
zoeken naar een oplossing wat betreft de parkeerproblematiek
•
aanpakken van de stationsomgeving
•
versterken van alternatieven voor het autoverkeer door een verbetering van het openbaar vervoer (basismobiliteit), het vervolledigen en verbeteren van het fietsroutenetwerk, …
4.6.3 Visie De hierboven aangegeven doelstellingen kunnen ruimtelijk vertaald worden in volgende visie: De belangrijkste wegeninfrastructuur, bestaande uit de expressweg N80, het spoor en de Steenweg N722, wordt beschouwd als één grote zuidwest – noordoost gerichte infrastructurenbundel van regionaal niveau en zorgt voor een goede aansluiting van de gemeente Alken op het hoger gelegen vervoersnetwerk. Dit geldt zowel voor autoverkeer (N80) als openbaar vervoer (spoorlijn 21 en N722 als openbaarvervoersas) en fietsverkeer (N722 als fietsvervoersas). Deze as vormt – qua mobiliteit – de ruggengraat van de gemeente Alken. Deze bundel (en vooral de N80) dient het doorgaand verkeer, het zwaar verkeer, enz. te verwerken. Enkel op die manier kan de verkeersleefbaarheid en verkeersveiligheid in de kernen gerealiseerd worden. Vanuit het lokaal wegennet zal op een logische manier op deze infrastructurenbundel aangetakt worden, waarbij enkel de hoogst gecategoriseerde wegen (lokale weg I) in aanmerking komen. (streefbeeld N80 afwachten) Een verdere verdichting van het verkeersnetwerk gebeurt d.m.v. de verdere aanduiding van lokale wegen. Dit om het rasterlandschap in Alken (lintbebouwing) zo efficiënt mogelijk te ontsluiten, zonder overbodige verkeersoverlast te veroorzaken. Dit is het principe van de leefbare linten. Wat zwaar verkeer betreft, wordt een alternatieve route uitgestippeld, voornamelijk voor de vrachtwagens komende vanuit Wellen en het vrachtverkeer dat gegenereerd wordt door de Brouwerij in het centrum. Verder wordt in functie van de verbetering van de bereikbaarheid (die momenteel slechts autobereikbaarheid betekent) gewerkt aan de uitbouw van een goed openbaarvervoersnet, een aaneengesloten fietsroutenetwerk, aangename verblijfsgebieden, …
, Afd. Ruimtelijke Planning
78
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.6.4 Elementen van de lijninfrastructuur (zie kaart 71: gewenste lijninfrastructuur)
4.6.4.1 Lokale Wegen Lokale wegen zijn wegen die niet geselecteerd werden in een hoger plankader als hoofdwegen, primaire of secundaire wegen. Het lokale wegennetwerk moet zorgen voor een duidelijke ontsluiting naar het hoofdwegennet. Om de structuur te verduidelijken wordt, door een selectie van wegen, aan bepaalde wegen een bepaalde functie gekoppeld. Er wordt een onderscheid gemaakt in drie soorten lokale wegen: lokale weg I, II en III.
De lokale weg type I heeft als hoofdfunctie verbinden op lokaal en interlokaal niveau, ontsluiten en toegang geven zijn aanvullende functies. De kwaliteit van doorstroming is ondergeschikt aan de verkeersleefbaarheid. Volgende wegen verbindingswegen):
worden
geselecteerd
als
lokale
weg
I
(lokale
•
N754 (Herk-de-Stad – Wellen)
•
Jardinstraat (N80) (hoofddorp Alken/industrieterrein brouwerij – hoger wegennet)
•
Meerdegatstraat (zijde Kolmen; deeltracé tussen N80 (verbinding regionaal bedrijventerrein – hoger wegennet)
•
Meerdegatstraat – Grootstraat –Leemkuilstraat (zwaar verkeer Wellen – hoger wegennet)
en
spoorlijn)
De lokale weg type II heeft als hoofdfunctie verzamelen c.q. ontsluiten op lokaal en interlokaal niveau. De weg heeft slechts in tweede instantie een verbindende functie. De weg ontsluit een lokaal gebied (woonkernen en woonlinten) naar een weg van hogere categorie en vormt eveneens verbindingen tussen deze woonkernen en woonlinten. Volgende wegen werden aangeduid als lokale weg type II: •
Grootstraat (Alken – Wimmertingen)
•
Langveldstraat – Hendrikstraat (Alken – Sint-Joris)
•
Heiligenbornstraat (N722/Sint-Joris – Kozen/Nieuwerkerken)
•
Wolfstraat/Bisschopweyerstraat (N722/Sint-Joris – Hoepertingen)
De lokale weg type III heeft als hoofdfunctie verblijven en toegang verlenen tot de aanpalende percelen. De weg kent enkel bestemmingsverkeer, het overige wordt geweerd. De overige wegen worden dan ook geselecteerd als lokale weg III (lokale erfontsluitingswegen). Al naargelang het gebied dat deze wegen doorsnijden, worden ze ingericht naar verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid. Vooral ter hoogte van woongebieden gaat extra aandacht naar de inrichting van de weg gekoppeld aan de eigenlijke functie ervan.
, Afd. Ruimtelijke Planning
79
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
4.6.4.2 Verblijfsgebieden De gebieden welke in aanmerking komen voor een zone-30 zijn, omwille van het rasterlandschap, de doorgedreven lintbebouwing, eerder beperkt. Wel lijkt een ruim verblijfsgebied verantwoord in Alken centrum waar de activiteiten en gebouwen vrij verspreid liggen. De inrichting van de zone-30 dient doordacht te gebeuren rekening houdend met vooral de looproutes binnen het gebied. De centrumfunctie wordt mede ondersteund door een kwaliteitsvolle herinrichting van het openbare domein. In het kader van het streven naar een hogere mate van verkeersveiligheid kunnen (op termijn) evenwel grotere en meerdere gebieden in aanmerking om heringericht te worden tot een zone-30 gebied. Het hele woongebied van SintJoris gelegen tussen de spoorlijn, Hemelveldstraat, Sint-Jorisstraat en Hendrikstraat. In Terkoest komt het gebied tussen de N754 en de Molenstraat in aanmerking als een zone-30 gebied. Natuurlijk dient er bijzondere aandacht uit te gaan naar de beveiliging van de oversteekbewegingen over de N754. Voorts kan als uitbreiding van Alken-centrum de wijk Hakkeveld en de noordelijk geplande woonzone binnen een zone-30 gebied opgenomen worden.
4.6.4.3 Parkeren Hoogdorpsstraat, het plein voor de kerk, Dorpsstraat, deel Motstraat en Lambrechtsplein voorzien een kortparkeerzone. Wel wordt er voor bewoners, die niet over een eigen parkeermogelijkheid beschikken, een bewonerskaart ingevoerd. Langparkeerders (zowel bezoekers als werkers) worden verwezen naar de parking Kapittel en het Laagdorp. Het (verder) inrichten van een herkenbaar dorpshart (deel Dorpsstraat – deel Hoogdorpsstraat – Sint-Aldegondislaan – Laagdorp). Dit gaat gepaard met een verlies aan parkeerplaatsen. Dit verlies kan op een andere plaats (bijvoorbeeld aan de rand van het dorpshart) gecompenseerd worden.
4.6.4.4 Ontsluiting Zwaar Verkeer B EREIKBAARHEID REGIONALE
INDUSTRIEZ ONES
Het gemengd regionaal bedrijventerrein ‘ Kolmen’ is bereikbaar via de N80 (Primaire weg II). Alhoewel aan de N722, als secundaire weg III, ook een bovengemeentelijke verkeersfunctie wordt toegekend (belang voor bus en fietsverkeer), wordt een ontsluiting (Kolmen) niet aangeraden. Het grootste aandeel van bestemmingsverkeer dient gebruik te maken van de expresweg (N80). Ter ondersteuning van de hoofdontsluiting (N80 – Meergatstraat) zal de gemeente convenanten met de bedrijven afsluiten. Zwaar verkeer komende van Stevoort (N754) kan het bedrijventerrein bereiken via Stationsstraat – Groenmolenstraat. Ook de bereikbaarheid van de brouwerij blijft geënt op de N80, de Jardinstraat en de Stationsstraat. In geval van uitbreiding van de brouwerij kan een bijkomende ontsluiting aangelegd worden tussen de Jardinstraat en de brouwerij. Dit betekent dat het zwaar verkeer met bestemming brouwerij van de Stationsstraat onttrokken kan worden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
80
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
R OUTE Z WAAR
VERKEER , VAN EN NAAR
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
W ELLEN
Eerst en vooral dient gesteld dat de bedrijvenzones de kortste weg gebruiken naar de hogere wegenstructuur. Juist ten zuiden van Alken bevindt zich de KMO-zone Bodem (in de gemeente Wellen), in het verlengde van de Leemkuilstraat. Om het centrum van Alken te ontzien wordt het zwaar verkeer afgewikkeld via de route Leemkuilstraat – Grootstraat – Meerdegatstraat – N80. Tevens wordt er een zonale tonnenmaatbeperking opgelegd. De reservatiestrook op het gewestplan voor een omleidingsweg via Wellen en Alken naar de N80 wordt geschrapt.
4.6.4.5 Openbaar Vervoer De spoorlijn 21 vormt onderdeel van het hoofdnet. In het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg wordt een ontdubbeling van deze lijn voorgesteld. Voorts wordt het station van Alken, weerhouden als een knooppunt niveau C. De gemeente beschouwt het station van Alken echter eerder als een (boven)lokaal knooppunt, geen knooppunt van regionaal belang. Wel wordt gesteld dat een ruimtelijke verdichting niet gewenst is bij dit perifeer gelegen station, wel kan het zinvol zijn om een P&R in te richten, op het niveau van Alken. Geenszins wordt het niveau van een voorstedelijke P&R nagestreefd. De N722 werd geselecteerd als secundaire weg III. De Steenweg behoort dus tot het verbindend intergemeentelijk net (niveau C) waar De Lijn haar concurrentiepositie t.o.v. de personenauto aanzienlijk kan versterken en die complementair zijn aan het schaars uitgebouwde spoorwegnet. Het openbaar vervoer is dus vooral gericht op de verbinding tussen Hasselt en Sint-Truiden. Vooral de betrokkenheid op Hasselt is bijzonder groot, ingevolge de aanwezigheid van scholen en winkelmogelijkheden. Met de bedoeling om de kernen onderling te verbinden worden de streeklijnen (verbindend dan wel ontsluitend) ingezet. Niet alleen voor de relaties tussen de verschillende gemeenten, maar ook tussen de verschillende kernen (Alken, St.Joris en Terkoest) zijn deze buslijnen van belang. De verknoping met de treinhaltes enerzijds, maar ook met de sterk (uit te bouwen) basislijn in de N722, is wenselijk. Daar waar de verbindende en ontsluitende buslijnen, buiten de woongebieden circuleren, zal de belbus van Alken instaan voor het vervoer. Er zal onderzocht worden hoe de basismobiliteit zal ondersteund worden op de onderlinge verbindingen tussen de verschillende Alkense kernen (vb. via een aparte belbus).
4.6.4.6 Fietspadenstructuur De gemeente ondersteunt het provinciaal functioneel fietsroutenetwerk en zal haar gemeentelijk functioneel fietsroutenetwerk hierop laten aansluiten. Een functioneel netwerk wordt ontwikkeld d.m.v. het aanbieden van veilige en wervende hoofdfietsroutes als drager van een logisch netwerk. Op die manier wordt het fietsverkeer gestimuleerd. Binnen dit netwerk dient de nadruk te liggen op een goede bereikbaarheid van onderwijsinstellingen en winkelvoorzieningen in de verschillende kernen. Bovendien kan dit een valabel alternatief vervoersmiddel vormen in combinatie met het openbaar vervoer. De voorgestelde structuur kenmerkt zich door: •
een intergemeentelijk karakter
, Afd. Ruimtelijke Planning
81
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
•
een verhoging van fietsvoorzieningen
•
een uitbreiding van de binnengemeentelijke fietsvoorzieningen
•
zo mogelijk het selectief gebruik van bepaalde (landbouwwegen) door landbouw- en langzaam verkeer. Dit om het sluikverkeer in welbepaalde routes tegen te gaan.
kwaliteit
en
veiligheid
van
de
bestaande
Meer concreet moeten op het grondgebied van de gemeente de volgende functionele fietsverbindingen gebruikt, aangelegd of verbeterd worden: •
Non-stop hoofdroute (bovenlokaal, onderdeel van het fietsroutenetwerk Limburg); de N722 als secundaire weg III
•
Bovenlokale functionele routes;
•
-
N754 tussen Alken centrum en Stevoort
-
Grootstraat tussen Alken centrum en Wimmertingen (aansluiting op de non-stop hoofdroute Hasselt – Tongeren)
-
Leemkuilstraat tussen Alken en Wellen
-
Route Sint-Truiden – Alken; Kluisstraat – Stoukstraat – Kruisstraat – Pleinstraat – Eikenbosweg – Grendelweg – Kompstraat – Langveldstraat – Dieregaertstraat – Ridderstraat (tevens geselecteerd als toeristische route)
Alternatieve bovenlokale functionele routes; -
Sassenbroekstraat en een pad over de Mombeek, relatie Wellen – Hasselt
•
Overige routes van lokaal belang; Het betreft hier de verbindingen van de kernen onderling, met de industriezones en recreatievoorzieningen. Routes die de kernen en woonlinten onderling verbinden; -
Alken – Sint-Joris: Langveldstraat – Hendrikstraat – Dompasstraat – Hemelsveldstraat
-
Sint-Joris – Terkoest: Lindestraat – Kapelstraat – Parkstraat
-
Pleinstraat – Hameestraat – Hoogdorpsstraat
Routes die de kernen met de industriezones verbinden; -
Jardinstraat
-
Meerdegatstraat
-
Molenstraat
Routes die de kernen met buurgemeenten verbinden; -
Motstraat
-
Laagsimse- en Hoogsimsestraat
-
Musstraat – Bisschopweyerstraat – Wolfstraat – Heiligenbornstraat
Grote delen van deze functionele route vindt men ook terug binnen het recreatief fietsroutenetwerk Haspengouw.
, Afd. Ruimtelijke Planning
82
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL II RICHTINGGEVEND DEEL
Inzake het kruisen van de N80 kan in het algemeen gesteld worden dat enkel de ongelijkvloerse kruisingen in de Hendrikstraat (Sint-Joris) en de N754Stationsstraat, een aanvaardbaar alternatief voor de fietser vormen. Daarenboven wordt t.a.v. het dwarsen van primaire wegen door langzaam verkeer duidelijk de voorkeur gegeven aan ongelijkvloerse kruisingen. Maatregelen dienen dus genomen t.a.v. de kruisingen met de N80 ter hoogte van de Meerdegatstraat en Wolfstraat/Bisschopsweyerstraat. Verder dient speciale aandacht te gaan naar veilige oversteekvoorzieningen op de N722, de N754 t.h.v. Terkoest en in de Motstraat.
4.6.4.7 Lokaal Wandel- & Fietspadennetwerk Door de aanduiding van de verblijfsgebieden wenst de gemeente de veiligheid en de leefbaarheid van de zwakke weggebruiker te verhogen. Het betreft hier vooral de kernen (Alken Centrum, Sint-Joris en Terkoest). Deze kernen dienen natuurlijk ook op elkaar aangesloten te worden. Door het ontsluiten van de open ruimte voor wandelaars, fietsers, joggers, ruiters,… wordt recreatief medegebruik (naast het functioneel gebruik) ondersteund. Deze ontsluiting wordt gerealiseerd door bestaande paden op elkaar aan te sluiten, zodoende een aaneengesloten netwerk van paden te bekomen, dat op vele plaatsen los staat van het bestaande verkeerswegennet. Het betreft een alternatief netwerk aan het autonetwerk, waarbij vrijliggende fietspaden, wandelpaden, verblijfsgebieden (kernen),… geïntegreerd kunnen worden en deel kunnen uit maken van het totale netwerk. Voor de ontwikkeling van dit padennetwerk wordt uitgegaan van een aantal principes (zie visie open ruimte structuur). Er zal, indien nodig, onderzocht worden in hoeverre verdwenen paden kunnen hersteld worden en eventueel mee ingeschakeld in het padennetwerk voor voetgangers, wandelaars en fietsers. In het gemeentelijk opgenomen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
mobiliteitsplan
werden
83
hieromtrent
concrete
acties
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
INHOUD
1.
SELECTIES 1.1
3
SELECTIES OMTRENT DEELRUIMTEN EN BEPALENDE DEELELEMENTEN 3
1.2 SELECTIES AANGAANDE DE GEWENSTE ONTWIKKELING VAN DE DEELSTRUCTUREN 1.2.1 MET BETREKKING TOT DE NEDERZETTINGSTRUCTUUR 1.2.2 MET BETREKKING TOT DE NATUURLIJKE STRUCTUUR 1.2.3 MET BETREKKING TOT DE AGRARISCHE STRUCTUUR 1.2.4 MET BETREKKING TOT DE ECONOMISCHE STRUCTUUR 1.2.5 MET BETREKKING TOT DE TOERISTISCH-RECREATIEVE STRUCTUUR 1.2.6 MET BETREKKING TOT DE LIJNINFRASTRUCTUUR
2.
ACTIES
5 5 6 6 6 7 7
8
2.1
RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN (RUP)
8
2.2
VERORDENINGEN
11
2.3
CAMPAGNES
11
2.4
REGISTERS EN INVENTARISSEN
12
2.5
BEHEERSOVEREENKOMSTEN
12
2.6
STRATEGISCHE PROJECTEN
13
3.
MAATREGELEN
15
4.
OVERLEG
16
, Afd. Ruimtelijke Planning
1
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
De bindende bepalingen bevatten de beleidsbeslissingen die worden afgeleid uit het richtinggevend gedeelte van het structuurplan. De bindende bepalingen worden opgesplitst in vier categorieën: Bepalingen met betrekking tot de selectie van deelruimten of elementen die bepalend zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Bepalingen omtrent de acties met ontwikkelingen van de deelstructuren
betrekking
tot
de
gewenste
Bepalingen omtrent de maatregelen met betrekking tot de gewenste ontwikkeling van de deelstructuren Bepalingen met betrekking tot overleg en samenwerking Daarnaast worden een aantal suggesties voorgesteld voor onderwerpen die tot de bevoegdheid van het Vlaams gewest of de provincie horen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
2
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
1.
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
SELECTIES
1.1 SELECTIES OMTRENT DEELRUIMTEN BEPALENDE DEELELEMENTEN BEPALING 1.
EN
SELECTIE VAN DEELRUIMTEN
Het deelruimtebeleid schept een kader voor de ruimtelijk-kwalitatieve ontwikkeling van de gemeente met aandachtspunten rond eigenheid, herkenning en cultuurhistorie van ruimten, specifieke elementen en componenten. De gemeente selecteert de volgende herkenbare deelruimten: 1. Deelruimte 1: Bebouwd centrum van Alken 2. Deelruimte 2: Rasterlandbouwlandschap 3. Deelruimte 3: Valleistructuur Mombeek 4. Deelruimte 4: Alken-Oost 5. Deelruimte 5: Vallei van de Herk
Deze deelruimten vereisen een coherent beleid. De verschillende acties en maatregelen die de gemeente neemt zullen kaderen in de ontwikkelingsperspectieven voor deze deelruimten.
BEPALING 2. SELECTIE RUIMTEVERBINDINGEN
VAN
LOKALE
De gemeente selecteert volgende open ruimteverbindingen: Molenstraat tussen de wijk Zwarte Winning en Terkoest Lindestraat (2) Kapelstraat tussen Terkoest en Lindestraat Hulzenstraat Langveldstraat tussen de Stapstraat en de Laagsimsestraat Laagsimsestraat tussen de Grendelweg en de Hameestraat Aan de kruising van de Haverenbosstraat en de Hameestraat Kruisstraat tussen de Slaapstraat en de Musstraat In het zuiden van Alken over de Steenweg Klameerstraat tussen de Alkerhoekstraat en de Snoekstraat Snoekstraat op de grens met de gemeente Wellen In het zuidelijk deel van de Alkerstraat In de Laagbulstraat tussen de Rechtstraat en de Bulsstraat In het noordelijk deel van de Bulsstraat
, Afd. Ruimtelijke Planning
3
OPEN
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
De open ruimteverbindingen blijven bij voorkeur onbebouwd en worden landschappelijk afgewerkt. Ze leggen de verbinding tussen de onbebouwbare gebieden van het agrarische gebied. Het zijn de plaatsen waar prioritair aan de landschappelijke kwaliteit moet gewerkt worden zoals bermbeheer, aanplanten van grote bomen, afwerken van de dorpsranden.
, Afd. Ruimtelijke Planning
4
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
1.2 SELECTIES AANGAANDE DE GEWENSTE ONTWIKKELING VAN DE DEELSTRUCTUREN 1.2.1 MET BETREKKING TOT DE NEDERZETTINGSTRUCTUUR BEPALING 3.
STRUCTUUR VAN DE NEDERZETTINGEN
Naast de selectie door de provincie van het hoofddorp Alken en de woonkernen St.-Joris en Terkoest, selecteert de gemeente de volgende gebieden binnen het kader van haar gemeentelijke nederzettingsstructuur:
De woonlinten: Alle gemengde linten De woonclusters: Kraal Knipscheer Verzameling Klinkstraat Slaapstraat Brabantsestraat Laagbulsstraat Zwarte Winning Alle overige verspreidliggende zonevreemde woningen
BEPALING 4. SELECTIE VAN PRIORITAIR TE ONTWIKKELEN WOONGEBIEDEN De gemeente selecteert volgende woongebieden (inbreidingsgebieden) als prioritair te ontwikkelen: De oude gebouwen van de brouwerij als kernversterkend project voor het centrum van Alken (A-7). WU-1 Langveld wordt ontwikkeld in functie van sociale woningbouw (vrijgegeven door principieel akkoord).
De overige te ontwikkelen gebieden zijn privé-ontwikkelingen of sociale woningbouwprojecten.
BEPALING 5. SELECTIE VAN TE RESERVEREN WOONGEBIEDEN EN WOONUITBREIDINGSGEBIEDEN De gemeente selecteert volgende gebieden als te reserveren tot 2007: WU2: Kerkveld W5: Kouterman
, Afd. Ruimtelijke Planning
5
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
Deze gebieden worden tot 2007 gereserveerd. Tot dan worden er geen (gemeentelijke) initiatieven genomen voor de ontwikkeling ervan.
1.2.2 MET BETREKKING TOT DE NATUURLIJKE STRUCTUUR BEPALING 6. SELECTIE NATUURGEBIEDEN
GEMEENTELIJKE
De gemeente selecteert volgende gemeentelijke natuurgebieden: Bosjes in Beiserenveld Het Eikenbosje Bosje in gebied Groot Peteren Lampse Beemden omwille van de grote aanwezigheid van permanente graslanden.
BEPALING 7. SELECTIE NATUURVERBINDINGEN
GEMEENTELIJKE
De gemeente selecteert volgende natte natuurverbindingen: De Simsebeek De Kozenbeek De zijbeek van de Herk in de Laagbulstraat
De gemeente selecteert volgende droge natuurverbindingen: de verbinding tussen Brandenpoel en de Lampse Beemden
1.2.3 MET BETREKKING TOT DE AGRARISCHE STRUCTUUR BEPALING 8. SELECTIE LANDBOUWGEBIEDEN
AANEENGESLOTEN
De gemeente selecteert de aaneengesloten landbouwgebieden van gemeentelijk belang en voert hierin een beleid gericht op hoogdynamische landbouw.
1.2.4 MET BETREKKING TOT DE ECONOMISCHE STRUCTUUR BEPALING 9.
SELECTIE “WINKEL-AS”
De gemeente selecteert in het centrum van Alken de “winkel-as” (as Hoogdorpstraat – brouwerij) waarbinnen een actief beleid gevoerd kan worden
, Afd. Ruimtelijke Planning
6
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
naar opnieuw aanzwengelen en ondersteunen van de lokaal gerichte handel op niveau van de gemeente.
1.2.5 MET BETREKKING STRUCTUUR
TOT
DE
TOERISTISCH-RECREATIEVE
BEPALING 10. SELECTIE SPORTINFRASTRUCTUUR
GEMEENTELIJKE
De Alk wordt geselecteerd als sportinfrastructuur voor de hele gemeente. Hier kunnen sportbehoeften voor de hele gemeente opgevangen worden. De sportterreinen van St.-Joris, Terkoest en Langveld worden geselecteerd als de gemeentelijke sportterreinen. Op deze locaties kan sportinfrastructuur ontwikkeld worden op woonkern- of wijkniveau.
1.2.6 MET BETREKKING TOT DE LIJNINFRASTRUCTUUR BEPALING 11.
SELECTIE VAN LOKALE WEGEN
Selectie van lokale wegen: Lokale weg type I: N754 (Herk-de-Stad – Wellen) Jardinstraat (N80) (hoofddorp Alken/industrieterrein brouwerij – hoger wegennet) Meerdegatstraat (zijde Kolmen; deeltracé tussen N80 en spoorlijn) (verbinding regionaal bedrijventerrein – hoger wegennet) Meerdegatstraat – Grootstraat –Leemkuilstraat (zwaar verkeer Wellen – hoger wegennet)
Lokale weg type II: Grootstraat (Alken – Wimmertingen) Langveldstraat – Hendrikstraat (Alken – Sint-Joris) Heiligenbornstraat (N722/Sint-Joris – Kozen/Nieuwerkerken) Wolfstraat/Bisschopweyerstraat (N722/Sint-Joris – Hoepertingen)
De overige wegen erfontsluitingswegen)
, Afd. Ruimtelijke Planning
worden
geselecteerd
7
als
lokale
weg
III
(lokale
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
2.
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
ACTIES
2.1 RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN (RUP) BEPALING 12.
OPSTELLEN RUP HOOFDDORP ALKEN
De gemeente stelt een RUP op voor de gerichte ontwikkeling van het hoofddorp Alken. Hierin wordt o.a. aandacht besteed aan mogelijkheden voor verdichting, ondersteunen van de handelsas, ontwikkeling van het openbaar domein, vrijwaren van beeldbepalende elementen, ontwikkelen van kwalitatieve woonprojecten, …
BEPALING 13.
OPSTELLEN RUP ST.-JORIS
De gemeente stelt een RUP op voor de woonkern St.-Joris voor een gerichte en kernversterkende ontwikkeling naar de toekomst. Hierin wordt voldoende aandacht besteed aan het ruimtelijk ondersteunen van structuurbepalende elementen, kwalitatieve publieke ruimten, ondersteunen en voorzien in ontwikkelingsmogelijkheden voor de lokale horeca-, handels- en andere voorzieningen.
BEPALING 14.
OPSTELLEN RUP TERKOEST
De gemeente stelt een RUP op voor de woonkern Terkoest voor een gerichte en kernversterkende ontwikkeling naar de toekomst. Hierin wordt voldoende aandacht besteed aan het ruimtelijk ondersteunen van structuurbepalende elementen, kwalitatieve publieke ruimten, ondersteunen en voorzien in ontwikkelingsmogelijkheden voor de lokale horeca-, handels- en andere voorzieningen.
BEPALING 15.
OPSTELLEN RUP SCHRAPPEN WOONGEBIED
De gemeente stelt een RUP op voor het schrappen van het woongebied W4: Koeblook. Deze oppervlakte aan woongebied zal op een nader te onderzoek, kernversterkende locatie ontwikkeld worden.
Beslissing Bestendige Deputatie: Deze bindende bepaling wordt geschrapt
BEPALING 16.
OPSTELLEN RUP W5
Er wordt een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan opgemaakt voor het woonuitbreidingsgebied W5. Door dit RUP wordt de ontwikkeling van dit gebied bevroren tot 2007.
, Afd. Ruimtelijke Planning
8
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
BEPALING 17. OPSTELLEN STATIONSSTRAAT
RUP
STEENWEG-
De gemeente stelt in samenspraak met de Provincie een RUP op voor de steenweg N722. Hierin wordt, op basis van de visie in het richtinggevend deel, aangegeven hoe de naastliggende functies in de toekomst kunnen ontwikkelen. Bovendien wordt in dit RUP ook rekening gehouden met het streefbeeld N722 (dat momenteel nog in opmaak is).
BEPALING 18.
OPSTELLEN RUP WOONCLUSTERS
De gemeente stelt RUP’s op voor de geselecteerde woonclusters waarbij elke wooncluster zal onderworpen worden aan een beleid gericht op de specifieke eigenheid van de bebouwing, omgeving, …
BEPALING 19.
OPSTELLEN RUP ZONEVREEMDE WONINGEN
De gemeente stelt één of meerdere RUP’s op voor de zonevreemde woningen. In dit RUP wordt aandacht besteed aan het bouwvolume, perceelsinrichting, functiewijzigingen, waardevolle gebouwen, … zoals opgenomen in het gemeentelijk beleidskader zonevreemde woningen.
BEPALING 20. OPSTELLEN RUIMTEVERBINDINGEN
RUP
OPEN
De gemeente stelt een RUP op voor het behoud van de geselecteerde open ruimteverbindingen.
BEPALING 21. OPSTELLEN BEDRIJVENTERREIN
RUP ONTWIKKELING
LOKAAL
Er wordt vanuit gegaan dat binnen de herlocatie van waterzieke gronden de nodige oppervlakte kan gebruikt worden voor het ontwikkelen van een lokaal bedrijventerrein (voor herlocatie van zonevreemde bedrijven). Indien blijkt dat dit niet zo is, zal de gemeente, aan de hand van het locatieonderzoek, een RUP opmaken voor de ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein in functie van de behoefte voor de herlocatie van lokale bedrijvigheid. Deze bindende bepaling kan pas uitgevoerd worden na de resultaten van de studie van de Provincie omtrent het waterziek zijn van de gronden “Uitbreiding Brouwerij”en haar visie op de gewenste ontwikkeling.
BEPALING 22.
OPSTELLEN RUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN
De gemeente stelt een RUP (of BPA) op voor de zonevreemde bedrijven in de gemeente.
, Afd. Ruimtelijke Planning
9
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
BEPALING 23.
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
OPSTELLEN RUP BEEKVALLEIEN
De gemeente stelt een RUP op voor het vrijwaren en ontwikkelen van de beekvalleien in de open ruimte. Hierover wordt overleg gepleegd met de bevoegde overheid.
BEPALING 24.
OPSTELLEN RUP LOKALE NATUURGEBIEDEN
De gemeente stelt een RUP op voor de geselecteerde lokale natuurgebieden in de gemeente en voert hierin een duurzaam beleid.
BEPALING 25. OPSTELLEN RUP RESERVATIESTROOK OMLEIDINGSWEG
SCHRAPPING
De gemeente stelt een RUP op voor het schrappen van de reservatiestrook van de omleidingsweg zoals voorzien op het gewestplan, en dit voor haar grondgebied.
, Afd. Ruimtelijke Planning
10
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
2.2 VERORDENINGEN BEPALING 26. VERORDENING LANDBOUWBEDRIJVEN IN HET LANDSCHAP
INTEGRATIE
De gemeente stelt een verordening op voor de landschappelijke integratie van landbouwbedrijven in hun omgeving. Deze verordening heeft betrekking op het aanplanten van structureel groen (bomen, hagen, buffers naar omliggende open ruimte, … ).
BEPALING 27. VERORDENINGEN INRICHTINGSPLAN HOEVEEN PLATTELANDSTOERISME De gemeente stelt een verordening op voor het verplicht opstellen van een inrichtingsplan bij het indienen van een bouwaanvraag voor hoeve- en/of plattelandstoerisme. Op dit inrichtingsplan worden minstens volgende aspecten aangegeven: Toegangs- en ontsluitingsmogelijkheden zowel voor verkeer als voor zwakke weggebruikers
gemotoriseerd
Ligging van speelruimten Integratie van de percelen naar de omliggende functies Gebruikte plantensoorten … Hieromtrent wordt overleg gepleegd met de gemeentelijke en provinciale toeristische diensten.
2.3 CAMPAGNES BEPALING 28.
CAMPAGNES: AGRARISCHE VERBREDING
Landbouwers worden geïnformeerd over de mogelijkheden van agrarische verbreding binnen de hedendaagse landbouw en bedrijfsvoering. Oa. Hoevetoerisme, eigen verwerking van producten, verkoop van eigen producten aan huis, …
, Afd. Ruimtelijke Planning
11
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
2.4 REGISTERS EN INVENTARISSEN BEPALING 29.
OPSTELLEN INVENTARIS KLE
De gemeente vult de bestaande inventaris van Kleine Landschapselementen aan om zo het beleid aangaande behoud, herstel en ontwikkeling van KLE te kunnen voeren. Hiervoor kan samengewerkt worden met natuurverenigingen.
2.5 BEHEERSOVEREENKOMSTEN BEPALING 30. AFSLUITEN BEHEERSOVEREENKOMSTEN TUSSEN NATUUR EN LANDBOUW In functie van het beheer van natuurgebieden en parkgebieden worden beheersovereenkomsten afgesloten tussen de verschillende betrokken partijen.
, Afd. Ruimtelijke Planning
12
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
2.6 STRATEGISCHE PROJECTEN BEPALING 31. CENTRUM
OPSTELLEN
INRICHTINGSPLAN
ALKEN-
De gemeente stelt een inrichtingsplan op voor de gerichte ontwikkeling van het centrum van Alken. Hierin worden minstens volgende elementen behandeld: -
de kwaliteit van het openbaar domein,
-
ontwikkeling van poorten,
-
doortocht Herkvallei
-
Laagdorp als fietsvertrekpunt en plein
BEPALING 32. JORIS
INRICHTINGSPROJECT
DORPSKERN
ST.-
De gemeente stelt een inrichtingsplan op voor de gerichte ontwikkeling van het centrum van St.-Joris met aandacht voor de kwaliteit van het openbaar domein, ontwikkeling van poorten, … .
BEPALING 33. TERKOEST
INRICHTINGSPROJECT
DORPSKERN
De gemeente stelt een inrichtingsplan op voor de gerichte ontwikkeling van het centrum van Terkoest met aandacht voor de kwaliteit van het openbaar domein, ontwikkeling van poorten, doortocht Kozenbeek, … .
BEPALING 34.
OPSTELLEN TRAGE-PADEN-PLAN
De gemeente stelt een trage-paden-plan op. Dit is een plan waarin concreet onderzocht en aangegeven wordt, waar paden kunnen en zullen ontwikkeld worden. Dit plan zal ook aangeven waar de acute problemen zich bevinden. Op basis van dit totaalplan worden jaarlijks gerichte acties ter realisatie genomen.
BEPALING 35. EN LANEN
OPSTELLEN ONTWIKKELINGSPLAN PARKEN
De gemeente stelt dit ontwikkelingsplan op in functie van de ontwikkeling van landschappelijke kwaliteiten en herkenbaarheid van bestaande (en nieuwe) parken en lanen. In die zin wordt ingespeeld op het versterken van het landschap als toeristisch kader.
BEPALING 36.
OPSTELLEN ONTWIKKELINGSPLAN DE ALK
De gemeente stelt een ontwikkelingsplan op voor een kwalitatieve ontwikkeling en inrichting van het recreatiedomein de Alk als recreatie”park”.
, Afd. Ruimtelijke Planning
13
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
BEPALING 37. OPSTELLEN INRICHTINGSPLAN DE KOLMEN
ONTWIKKELINGS-
EN
Op basis van de principes van het richtinggevend deel, wordt, in samenspraak met de Provincie, een plan uitgewerkt voor de verdere ontwikkeling en herinrichting van dit bedrijventerrein.
BEPALING 38.
OPSTELLEN INRICHTINGSPLAN LINDESTRAAT
De gemeente stelt een inrichtingsplan op voor de lintstructuur Lindestraat in functie van herkenbaarheid binnen het landschap.
BEPALING 39. - PLEINSTRAAT
OPSTELLEN INRICHTINGSPLAN KRUISSTRAAT
De gemeente stelt een inrichtingsplan op voor de lintstructuur Kruisstraat – Klinkstraat, in functie van herkenbaarheid binnen het landschap.
BEPALING 40. OPSTELLEN AANEENGESLOTEN LANDBOUWGEBIEDEN
INRICHTINGSPLAN
De gemeente stelt, in samenspraak met de bevoegde overheid, een inrichtingsplan op voor de aaneengesloten landbouwgebieden in functie van het ondersteunen van beroepslandbouwactiviteiten.
BEPALING 41. OPSTELLEN INRICHTINGSPLAN OPENBARE ZONE ACHTER KAPITTEL
GROENE
De gemeente stelt een inrichtingsplan op voor de groene openbare zone achter het Kapittel met het oog op een kwalitatieve verkeersafwikkeling ifv de scholen, parkings en inrichting van het gebied.
, Afd. Ruimtelijke Planning
14
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
3.
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
MAATREGELEN BEPALING 42. WATERBEHEER
VOEREN VAN EEN BELEID ROND INTEGRAAL
In het kader van de waterproblematiek van Alken en omstreken, wordt een beleid gevoerd rond integraal waterbeheer op verschillende beleidsniveau’s. Waar het kan, zal het gemeentelijk beleid het integraal waterbeheer planologisch en via ruimtelijke ordening ondersteunen om de doelstellingen te realiseren.
BEPALING 43.
VOEREN VAN SOCIAAL WOONBELEID
De gemeente voert een sociaal woonbeleid in het hoofddorp Alken en de woonkernen St.-Joris en Terkoest. Hiertoe wordt een woonoverlegraad opgericht waarin alle partners (afhankelijk van project tot project) zetelen. Bovendien voert de gemeente in deze drie kernen een voorkooprecht in, zodat ze dit sociaal woonbeleid gericht kan sturen.
BEPALING 44. PANDENBELEID
VOEREN
VAN
EEN
ACTIEF
GROND-
EN
Door een actief grond- en pandenbeleid te voeren wordt langdurige leegstand in de kernen zoveel mogelijk tegen te gaan.
BEPALING 45. PERCELEN
AANKOOP
STRATEGISCH
GELEGEN
De gemeente koopt strategisch gelegen percelen aan in functie van het realiseren van de gewenste ruimtelijke structuur. Vb.: voor het realiseren van een aaneengesloten padenstructuur.
, Afd. Ruimtelijke Planning
15
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
4.
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
OVERLEG BEPALING 46. COMMUNICATIE
ORGANISATIE
VAN
INFORMATIE
EN
De gemeente zet haar structuurplan (of een overzichtelijke samenvatting) op haar website als consulteerbaar document. De GECORO (Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) krijgt de opdracht: o
de verschillende projecten, adviezen, ... kritisch te evalueren vanuit hun overeenstemming met principes van dit structuurplan
o
suggesties te formuleren voor verdere aanpassingen en aandachtspunten voor gemeentelijk structuurplan
wijzigingen en een volgende
Bij de concrete uitvoering van de verschillende acties in het GRS worden de diverse betrokken partijen betrokken. Voor elk strategisch of uitvoeringsproject worden door de gemeente inspraak- of overlegavonden georganiseerd met de betrokken bevolking.
, Afd. Ruimtelijke Planning
16
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan ALKEN
DEEL III BINDENDE BEPALINGEN
Suggesties naar de hogere overheden Suggestie aan de provincie: inrichten steenweg n722 Suggestie aan provincie om de mogelijkheid voor herlocatie van (regionale) transportbedrijven binnen de gemeente te onderzoeken. Suggestie aan de Provincie voor het selecteren van het project “oude brouwerijgebouwen”als voorbeeldproject. Suggestie aan de Provincie i.v.m. ontwikkeling bedrijventerrein: Bij het opstellen van het RUP voor de herlocatie van waterzieke gronden van het gebied uitbreiding Brouwerij, dient de herbestemming van dit gebied ook tegelijkertijd vastgelegd te worden. Bovendien vraagt de gemeente om binnen de te herlocaliseren oppervlakte de nodige ruimte te voorzien voor de herlocatie van lokale zonevreemde bedrijven. De gemeente stelt voor om de ontwikkeling te faseren en wel als volgt: 1.
ontwikkeling bestaand bedrijventerrein (uitbreiding Brouwerij) voor dat deel dat niet waterziek is. Hiervan wordt een deel voor de brouwerij zelf gereserveerd. De overige oppervlakte kan gebruikt worden voor andere bedrijven.
2.
Verder optimaliseren van het bestaande bedrijventerrein Kolmen
3.
ontwikkeling gronden tussen de spoorweg en de steenweg, mits een positieve financiële en ruimtelijke haalbaarheidsstudie.
Bij de ontwikkeling van deze bedrijventerreinen moet aandacht gaan naar: -
een kwaliteitsvolle buffer voor omliggende functies (die best in openbaar domein wordt gehouden)
-
zuinig ruimtegebruik, gebruiken van gemeenschappelijke ruimten (parkeerplaatsen, … )
-
duidelijk bepalen welke soort industrie zich hier kan vestigen,
-
goede en rechtstreekse ontsluiting naar de N80
-
kwalitatieve inrichting van het openbaar domein
Suggestie aan het Vlaams Gewest en de Provincie: overleg omtrent ontwikkeling vallei van Herk- en Mombeekvallei Suggestie aan het Vlaams Gewest: overleg omtrent ontwikkeling N80 ter hoogte van Alken Suggestie aan het Vlaams gewest om de mogelijkheid te onderzoeken om ook in het weekend treinen te laten stoppen in het station van Alken. Dit zou de ontsluiting via het openbaar vervoer enorm verhogen. De gemeente spoort de hogere overheid aan om de wettelijke bepalingen te herzien, teneinde een oplossing te vinden – zowel naar financiële tussenkomst en haalbaarheid als materiële realisatie – inzake het plaatsen van geluidswanden tegen geluidshinder (bvb. langs de N80).
, Afd. Ruimtelijke Planning
17