GEME E N T E HE E RE N V E E N B E LE I D SK AD E R Z ON N E PARKE N 2 01 6
O N T W E R P B E L E I D S K A D ER 13 JA N UA R I 2 0 1 6
GEME E N T E HE E RE N V E E N B E LE I D SK AD E R Z ON N E PARKE N 2 01 6
O N T W E R P B E L E I D S K A D ER 13 JA N UA R I 2 0 1 6
AU K J E DE G R A A F / M A R I E T TE H O O F TMAN / H Y L K E G OU DSWAARD
1. INLEIDING Het benutten van zonne-energie is in opkomst. Ook in de gemeente Heerenveen spelen initiatieven voor zonneparken: opstellingen van zonnepanelen met fotovoltaïsche cellen (ook wel pv-cellen genoemd), in rijen aaneengesloten, op beschikbare gronden. De gemeente is een voorstander van duurzame energie en wil sturing geven aan de ontwikkelingen die zich voordoen.
CONTEXT EN POSITIEBE PALING
Nederland heeft vanuit de Europese Unie een doelstelling om in 2020 14% groene energie op te wekken. De provinciale doelstellingen ten aanzien van duurzame energie in de vorm van zonnestroom bedraagt 500 MW in 2020, die in 2025 nog 25% hoger zal zijn. Die ambitie moet ruimtelijk gefaciliteerd worden. Dat past in de Klimaatagenda (oktober 2013, actielijn 6) waarin de rijksoverheid aan gemeenten en provincies vraagt om hun ‘toetsingskaders voor vergunningverlening aan te passen’ en om ‘in hun ruimtelijke plannen voldoende ruimte voor hernieuwbare energie op te nemen’, en aldus de integrale afweging te maken tussen energie en andere functies. Het overgrote deel van die 500 MW zal op daken van woningen en agrarische bedrijven worden gerealiseerd. Tussen de 25 en 50 MW zal hiervan op de grond moeten worden gerealiseerd. Dit impliceert een ruimtebehoefte van 50 – 100 ha in de provincie Fryslân.
U I T V O E R I N G A A N D U U R Z A A M HE I D
Heerenveen wil meewerken aan deze doelstelling. Op 18 mei 2015 is het ‘Uitvoeringsprogramma duurzaamheid' vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin is aangegeven dat de gemeente partijen die plannen hebben om een zonnepark te ontwikkelen wil ondersteunen en faciliteren. Dit beleid geeft aan waar Heerenveen mogelijkheden ziet voor de ontwikkeling van zonneparken.
3.
KANTTEKENING
Heerenveen is zich bewust dat er naast alle positieve aspecten ten opzichte van de uitvoering aan duurzaamheid ook kanttekeningen gezet mogen worden bij de ontwikkeling van zonneparken.
De opgewekte energie wordt niet automatisch in onze gemeente benut Het lokaal vermarkten van de energie-opbrengsten lijkt nog complex. Het kan daarom zo zijn, dat een groot gerealiseerd vermogen aan MWatt niet lokaal benut wordt.
Voedselverdringing Zonneparken kunnen gerealiseerd worden op landbouwgrond. Deze grond kan niet meer ingezet worden voor het weiden van vee of het verbouwen van voedsel voor mens of dier.
Toename oppervlak met industrieel karakter In Nederland zijn nog nauwelijks grootschalige zonneparken gerealiseerd. Uiteindelijk houdt de realisatie van een zonnepark op het maaiveld wel in dat een tot dan tot groen gebied wordt getransformeerd tot een omgeving met een industrieel karakter. De beleving van deze gebieden verandert. De gemeente is zich bewust van de kanttekeningen, maar vindt het toch verantwoord een deel van haar grond vrij te geven voor de ontwikkeling van zonneparken. Belangrijkste argumenten hierbij zijn: Het grote belang van de opwekking van duurzame energie, Het feit dat het bij het inpassen van zonneparken gaat om een relatief zeer gering ruimtebeslag in verhouding tot de totale omvang van landbouwgrond in de gemeente (in onze gemeente ca 14.000 ha landbouwgrond), Het flexibele karakter en omkeerbaarheid van zonneparken. Op (lange) termijn is ander gebruik van de grond opnieuw mogelijk.
LEESWIJZER
De visie van de gemeente (hoofdstuk 2) op de ruimtelijke impact van zonneparken leidt tot een overzicht met kansrijke locaties. In een stroomschema staan alle criteria waar een locatie aan moet voldoen genoemd (hoofdstuk 3). Bij ontwikkeling geldt als voorwaarde een goede landschappelijke inpassing. Richtlijnen per landschapstype zijn hiervoor uitgewerkt (hoofdstuk 4).
4.
2. VISIE OP ZONNESTROOM ZONNEPANELEN OP DAKEN
De gemeente Heerenveen wil bewust omgaan met de kansen voor zonneenergie. De prioriteit hiervoor ligt bij panelen op daken in het kader van duurzame verstedelijking. Het opwekken van zonnestroom via PV-panelen wordt gezien als een belangrijke bron voor duurzame energie. Het opwekken van zonnestroom via PV-panelen is voor particuliere huishoudens een interessante investering, die geen extra stimulans vanuit de overheid nodig heeft in de vorm van subsidies. De gemeente heeft wel aandacht voor voorlichting aan particulieren (bijvoorbeeld via de zonnekaart; www.watisjouwzonwaard.nl). De gemeente ziet ook een rol bij projecten rond zon op huurwoningen; hier wordt in de woonvisie concreet aandacht aan besteed. Ook maatschappelijk vastgoed en eigen gebouwen bieden mogelijkheden, die de komende jaren verkend en voor zover mogelijk gerealiseerd gaan worden. De realisatie van PV-panelen op daken van panden van lokale bedrijven, scholen, kerken, ziekenhuis (maatschappelijk vastgoed) is een grote kans, waar de gemeente op inspeelt door gerichte informatiesessies voor deze doelgroep te organiseren. In onze gemeente is een aantal energiecoöperaties actief. Deze ruimtelijke beleidsnotitie zonneparken geeft deze lokale initiatieven ook handvatten om lokaal mee aan de slag te gaan; Eigen kracht!
ZONNEPARK: DUURZAAM RUIMTEGEBRUIK
Heerenveen wil ook ruimte bieden voor zonneparken. De realisatie van een zonnepark levert in één keer een groter vermogen, waarbij de verliezen aan energie beperkter zijn. En de overheid faciliteert groene energievoorziening. In aansluiting op het provinciaal beleid wil de gemeente ruimte bieden aan dorpen en wijken om te voorzien in de eigen zonnestroombehoefte. Initiatieven vanuit ‘de mienskip’ zijn in opkomst. Deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld in de vorm van lokale energiecoöperaties, wil de gemeente faciliteren. Heerenveen is bewust van de ruimtelijke impact van een zonnepark op de omgeving en wil hier zuinig en bewust mee omgaan. Duurzaam ruimtegebruik is daarom een uitgangspunt. Duurzaam ruimtegebruik houdt in, dat eerst gekeken wordt naar mogelijkheden voor dubbel ruimtegebruik. Te denken valt aan een afvalstortterrein of vervuilde grond, randzones bij wegen of bermzones tussen spoor en snelweg. Daarna worden vrije locaties binnen de bebouwde omgeving onderzocht. Hierbij wordt uitgegaan van locaties binnen het bestaand stedelijk gebied, zoals benoemd in de Verordening Fryslân. Deze grenzen staan weergegeven op kaart 1. Het gaat om locaties die nog niet zijn ontwikkeld voor woningbouw, voormalige bedrijventerreinen of sportvelden. Pas als er geen locaties binnen stedelijk gebied beschikbaar zijn kunnen locaties grenzend aan het bestaand stedelijk gebied worden onderzocht.
5.
ON D E RS CH E I D DO R PE N E N K E RN H E ER EN V EE N De gemeente kent een aantal dorpen en de kern Heerenveen. In de dorpen is de grens met het buitengebied direct waarneembaar. Zuinig ruimtegebruik moet deze rand zoveel mogelijk in tact houden. Dit betekent dat in de dorpen eerst gezocht wordt naar locaties ‘binnen bestaand stedelijk gebied’ (Verordening Fryslân). Pas als deze er niet zijn, wordt gekeken naar locaties grenzend aan het dorp. Voor de kern Heerenveen geldt dit niet. Rond de kern Heerenveen ligt een stadsrandzone waar nieuwe functies niet direct storend zijn. Voor Heerenveen geldt: locaties binnen stedelijk gebied en grenzend aan de kern zijn gelijkwaardig als het gaat om het zoeken naar een locatie voor een zonnepark.
GR OO T T E V AN EE N Z ON N E P A RK De grootte van een zonnepark moet passen bij het dorp. Daarom geldt een richtlijn voor de maximum oppervlakte. Voor de omvang voor zonneparken bij de dorpen geldt dat deze is afgestemd op de aard, de schaal en de energiebehoefte van een dorp. Dit betekent zonneparken van circa 1 ha bij dorpen van ongeveer 2.500 inwoners, circa 2 ha bij 5000 inwoners (gebaseerd op de uitgangspunten van de provincie). Op basis van een koppeling tussen de omvang van de dorpen en het huidige energieverbruik van de dorpen, is een globale oppervlakte per dorp berekend. In de tabel staat dit voor alle dorpen uitgewerkt. Het vastleggen van de oppervlaktes per kern maakt dat een wildgroei van zonneparken onmogelijk is. Het in de tabel genoemde maximale te benutten oppervlak geldt voor het panelenveld. Het zonnepark zelf kan groter zijn. Met panelenveld wordt bedoeld: het vlak binnen de omsluitende grens van een aaneengesloten opstelling van panelen en ondersteunende bebouwing. Oftewel het functionele deel van het zonnepark. Buiten het panelenveld is nog ruimte nodig voor landschappelijke inpassing. Hoeveel dit zal zijn hangt af van het landschapstype, de grootte van het terrein en de hoeveelheid slagschaduw op het terrein. Een risico op nieuwe ‘witte schimmel’ wordt beperkt door de extra ruimtelijke kwaliteit die met de landschappelijke inpassing wordt toegevoegd.
Figuur 1: Toelichting verschil zonnepark en panelenveld 6.
Kaart 1: Bestaand stedelijk gebied in de gemeente Heerenveen
Kaart 2: Landschappen in de gemeente Heerenveen
7.
B IJ ZO N D E RE LO C AT I E S Zonneparken in het buitengebied niet aansluitend aan een kern zijn niet gewenst. Maar voor bijzondere locaties gelden uitzonderingen en behoren ook grootschalige zonneparken tot de mogelijkheden. Bijzondere initiatieven zijn welkom. Gezamenlijk met de provincie zoekt de gemeente of er passende oplossingen zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor locaties zoals de snelweglocaties rond Heerenveen (Klaverblad Noordoost), voormalige stortplaatsen of braakliggende bedrijventerreinen.
DE
K W A L IT E IT
VAN
HET
B ES T A AN D E
L AN DS C H AP
IS
RI CH T IN GG E V EN D Om tot een goede inpassing in de omgeving te komen is de ligging in het landschap sterk bepalend. Een zonnepark heeft een ruimtelijke impact, die wordt bepaald door zichtbaarheid van het panelenveld vanuit de omgeving. Deze impact is groter in open landschappen en landschappen met een bijzonder karakter. De gemeente kiest ervoor de gebieden met hoge landschappelijke waarde uit te sluiten voor de ontwikkeling van zonneparken. Dit betreft de landschapstypes: het beekdal en het landschap van de landgoederen. Deze landschappen zijn weergegeven op kaart 2. Daar waar zonneparken wel zijn toegestaan, is de wijze van inpassing in ieder landschap anders. Elk landschap vraagt om eigen voorwaarden voor inpassing. De ruimtelijke kwaliteit van een zonnepark moet zichtbaar zijn door de duidelijke keuze voor structuur: bewust wel of niet zichtbaar door beplanting. Voor grootschalige parken betekent dit een energieproductielandschap, maar met rust in het beeld. Voor de kleinere panelenvelden bepaalt de inpassing in de bestaande structuren de kwaliteit.
CON C L US IE : H ET BE N OE M EN V A N DE K AN S RI JK E L OC AT I ES Vanuit de beleidsvisie van de gemeente kunnen kansrijke locaties worden benoemd voor het aanleggen van een zonnepark. Deze staan weergegeven op kaart 3. Kansrijke locaties liggen: Binnen bestaand stedelijk gebied, Aansluitend aan het bestaand stedelijk gebied, Binnen de grenzen van de landschappen Veenpolders, Hoogveenwinning en Woudontginning, Langs grootschalige infrastructuur (snelweg en spoor).
8.
Kaart 3: Locaties in het buitengebied waar zonneparken (onder voorwaarden) worden toegestaan.
OPPERVLAKTE PANELENVELD GLOBAAL PER DORP
Buurt Akkrum-Nes Aldeboarn Nieuwebrug-Haskerdijken De Streek - Luinjeberd, Terband, Tjalleberd, Gersloot Heerenveen Oranjewoud Katlijk Mildam Bontebok De Knipe Hoornsterzwaag Jubbega Oudehorne & Nieuwehorne
aantal inwoners (afgerond)
energieverbruik particulieren in GJ (afgerond)
4.535 1.525 545 1.800 29.700 1.000 950 685 420 1.400 820 3.300 2.250
Figuur 2: Richtlijnen voor de oppervlaktes panelenveld per dorp
9.
86.000 33.000 36.000 42.000 13.500 19.000 9.500 33.500 18.500 85.500 55.000
omvang panelenveld in MWp obv aantal panelenveld in inwoners ha 3,2 1,0 0,7 1,9 20 0,6 0,5 0,3 0,9 0,5 2,2 1,6
4,5 1,5 1,0 3,0 30 1,0 1,0 0,5 1,5 1,0 3,5 2,5
3. STROOMSCHEMA HAALBAARHEID
U wilt pv-panelen plaatsen.
Ja Wilt u pv-panelen plaatsen op het dak van een gebouw?
Ja
Dit is alleen in uitzonderlijke gevallen niet toegestaan. Vaak is het plaatsen op daken zelfs vergunningsvrij.
Nee Wilt u dit op een plek waar de ruimte duurzaam dubbelgebruikt wordt?
Ja
Dit is in de meeste gevallen toegestaan, mits u kunt aantonen dat de grond daadwerkelijk duurzaam dubbelgebruikt wordt en er een degelijk inpassingsplan wordt gemaakt.
Nee, het gaat om een locatie die ook voor andere doeleinden ingezet kan worden. Wilt u dit op een plek binnen ‘Bestaand Stedelijk Gebied’?
Ja
In principe wil de gemeente hier meewerking aan verlenen, maar er moet wel een degelijk inpassingsplan worden gemaakt en mag de impact op omwonenden niet te groot zijn.
Nee, het gaat om een locatie in het buitengebied. Wilt u dit aangrenzend aan bestaand stedelijk gebied?
Nee
Zonneparken mogen alleen geplaatst worden direct grenzend aan bestaand stedelijk gebied.
Ja Wilt u dit in het landschap Veenpolder, Hoogveenwinning of Woudontginning?
Nee
Het plaatsen van zonneparken is niet toegestaan in de landschappen Landgoederen, Heideont-ginning en Beekdal.
Ja Wilt u de panelen in het buitengebied bij Heerenveen plaatsen?
Ja
Nee, het gaat om een locatie in het buitengebied bij één van de dorpen.
10.
Dit mag onder voorwaarden: - Direct grenzend aan het ‘Bestaande Stedelijk Gebied’ van Heerenveen. - Er wordt een degelijk inpassingsplan gemaakt passend binnen de landschappelijke richtlijnen.
Dit mag onder voorwaarden: - Direct grenzend aan ‘Bestaand Stedelijk Gebied’. - De grootte van het veld is afgestemd op de maat van het aangrenzende dorp. - Er wordt een degelijk inpassingsplan gemaakt passend binnen de landschappelijke richtlijnen. - Er moet aangetoond worden dat het niet kan in het ‘Bestaand Stedelijk Gebied’ van het dorp of op een locatie met duurzaam dubbelgebruik.
4. RICHTLIJNEN VOOR LANDSCHAPPELIJKE INPASSING H E T O N D E R S C H E I D T U S S E N G R O O T S C H A L I G E E N K L E I N S C HA L I G E ONTWIKKELINGEN
Zowel voor grootschalige als voor kleinschalige zonneparken geldt dat het landschap leidend is voor de vormgeving. Rondom de kleinere kernen worden alleen kleinschalige zonneparken toegestaan van 0,5 tot hooguit 4,5 hectare. Wat betekent dat de zonnepanelen veelal in één landschappelijke kamer of op één weiland kunnen worden gerealiseerd. Aansluitend aan het bestaand stedelijk gebied van Heerenveen, met stedelijk karakter is ruimte voor grootschaligere ontwikkelingen, met een ruimtebehoefte van mogelijk meerdere van dit soort landschappelijke ruimtes. In de meer open landschappen liggen daarbij kansen om de grotere maat van het zonnepark als geheel te ervaren en daarin de patronen van het landschap te herkennen. Hierbij is het van belang dat het geheel als één landschappelijk ensemble wordt vormgegeven. In de meer besloten landschappen kunnen grootschaligere ontwikkelingen meer opgesplitst opgaan in het landschappelijke totaalbeeld, afgestemd op de maat, schaal en de bestaande patronen van het landschap.
BE E KD A L Door de hoge waardes van de kenmerkende openheid van dit landschap worden zonneparken in dit landschap uitgesloten.
L AN DG O ED E R EN Door de bijzondere cultuurhistorische waarde van de ‘Buitens’ in het landgoederenlandschap (Oranjewoud) wordt ook dit landschap uitgesloten van de ontwikkeling van zonneparken.
H E ID E ON T GIN N I N G In het heideontginningslandschap liggen geen dorpen binnen of nabij de gemeentegrenzen van Heerenveen. Omdat zonneparken in het buitengebied alleen worden toegestaan gekoppeld aan de dorpen, is het niet nodig richtlijnen voor het heideontginningslandschap op te stellen.
11.
V EEN P OL D E R
Kwaliteit: Het landschap is relatief open, met hier en daar een kavel ingericht met bos. De dominante structuren in de veenpolders (de belangrijkste bebouwingslinten, wegen en poldervaarten) zijn oost-west georiënteerd. Haaks daarop staat het verkavelingspatroon dat bestaat uit langgerekte noord-zuid lopende kavels die van elkaar gescheiden zijn door poldersloten.
Doel: Het behouden van het lege, vlakke landschap door het zicht over het veld vrij te houden. Het panelenveld wordt niet aan het zicht onttrokken, omdat dit alleen mogelijk is door middel van een afscherming die tot boven de ooghoogte reikt, wat belemmerend werkt voor het vrije zicht over het landschap. Een goed ontworpen, op de richting van het landschap afgestemd panelenveld kan het V EEN P OL E R landschap benadrukken en versterken. karakter vanDhet
Kwaliteit: Panelen:
Het is relatief open, hier engewenst daar eeniskavel ingerichtgestructureerd met bos. Het landschap veld is zichtbaar vanuit de met omgeving, een logisch, De dominante veenpolders (de bouwwerken belangrijkste bebouwingspatroon van structuren panelen. in De deondersteunende worden zo linten, wegen en poldervaarten) zijn oost-west georiënteerd. Haaks daarop staat gepositioneerd dat zij zich voegen zich naar dit patroon. Lage panelen van het verkavelingspatroon dat bestaat uit langgerekte noord-zuid lopende kavels ongeveer 1 à 1,5 meter hoog waar men vrij overheen kan kijken. Wanneer de die van elkaar gescheiden zijn door poldersloten. waarnemer hoger staat, bijvoorbeeld doordat de wegen langs het veld hoger liggen dan de polder waar de panelen staan, kunnen de panelen hoger worden. Doel: Uitgangspunt is, dat er vrij zicht over het veld mogelijk blijft waarbij de horizon Het behouden van het lege, vlakke landschap door het zicht over het veld vrij te kan worden gezien. houden. Het panelenveld wordt niet aan het zicht onttrokken, omdat dit alleen mogelijk Randen: is door middel van een afscherming die tot boven de ooghoogte reikt, wat werkt voor het vrije zicht over de hethoogte landschap. goed Geenbelemmerend hoge opgaande beplanting rondom (maximaal van deEen panelen) ontworpen, op de richting van het landschap afgestemd panelenveld kan het en geen hekken om het panelenveld. Fysieke afscherming kan bijvoorbeeld met karakter van het landschap benadrukken en versterken. een brede sloot worden gecreëerd. Wanneer er bestaande opgaande beplanting langs het veld aanwezig is, mag hier wel een in de singel ingepast hek worden Panelen: toegepast. Het veld is zichtbaar vanuit de omgeving, gewenst is een logisch, gestructureerd patroon van panelen. De ondersteunende bouwwerken worden zo Ondersteunende bouwwerken: gepositioneerd dat zij zich voegen dit patroon. Lage panelen Laag houden zodat ook zij het zicht zich niet naar belemmeren. Zo positioneren datvan zij ongeveer 1 à 1,5 meter hoog waar men vrij overheen kan kijken. Wanneer de onderdeel zijn van het patroon in het panelenveld. Bijvoorbeeld gelijkmatig waarnemer hoger de wegen langs het veld hoger verdeeld langs eenstaat, rand.bijvoorbeeld Bij eventueeldoordat aanwezige hoge opgaande beplanting liggen de polder waar de panelen panelen hoger worden. kan de dan ondersteunende bebouwing hierstaan, langskunnen wordende geplaatst. Uitgangspunt is, dat er vrij zicht over het veld mogelijk blijft waarbij de horizon kan worden gezien.
Randen: Geen hoge opgaande beplanting rondom (maximaal de hoogte van de panelen) en geen hekken om het panelenveld. Fysieke afscherming kan bijvoorbeeld met een brede sloot worden gecreëerd. Wanneer er bestaande opgaande beplanting langs het veld aanwezig is, mag hier wel een in de singel ingepast hek worden toegepast.
Ondersteunende bouwwerken: Laag houden zodat ook zij het zicht niet belemmeren. Zo positioneren dat zij onderdeel zijn van het patroon in het panelenveld. Bijvoorbeeld gelijkmatig verdeeld langs een rand. Bij eventueel aanwezige hoge opgaande beplanting kan de ondersteunende bebouwing hier langs worden geplaatst. 12.
A. Het zonnepark ligt nabij de kern. B. Het zonnepark wordt laag gehouden zodat de openheid van het landschap behouden blijft. C. Omdat het zonnepark in het zicht blijft dient er een logisch, gestructureerd patroon van panelen worden gemaakt. D. De ondersteunende bouwwerken vormen onderdeel van het patroon. E. De afscheiding wordt gevormd door een brede sloot, waardoor geen doorlopende hekwerken het beeld verstoren. F. Langs de randen rekening houden met onderhoudsstroken voor de sloten.
H OO G VE EN W IN N IN G
Kwaliteit: Het landschap van dit langgerekte gebied is gevormd door grootschalige commerciële turfwinning. Op deze plek lag een nooit ontgonnen uitgestrekt hoogveengebied. Het resultaat was een rechtlijnig exploitatielandschap, dat eeuwenlang in dienst stond van de turfwinning. De hoofdstructuur van het gebied is de kilometerslange lintbebouwing aan weerszijden van de Compagnonsvaart, grotendeels geaccentueerd door een laanbeplanting. Sloten voor de afwatering en de afvoer van turf, de ‘wijken’, liggen op gelijke afstand van elkaar dwars op de vaart. Deze systematische ordening van het landschap geeft het een heldere en herkenbare structuur.
Doel: Zonneparken inpassen in de kamerstructuur van het landschap, waarbij de boomsingels kunnen worden ingezet om hekwerken in te passen en de panelenvelden aan het zicht te onttrekken.
Panelen: Gewenst is een logisch, gestructureerd patroon van panelen, waarbij de randen van de panelenvelden zijn afgestemd op de lijnen in het landschap. Panelen mogen tot 3 meter hoog worden gepositioneerd.
Randen: Rondom singels met eventueel onderbegroeiing waardoor panelen volledig aan het zicht worden onttrokken. Hekken toepassen ingepast in de singels, dus uit het zicht. Delen van het zonnepark mogen in het zicht blijven daar waar het landschap dat toelaat of dit past bij de landschappelijke structuren. Beplanting inheems, passend bij landschap.
Ondersteunende bouwwerken: Worden in de kamerstructuur geplaatst, afgestemd op het patroon van het panelenveld. A. Het zonnepark ligt nabij de kern. B. De bestaande boomsingels zorgen voor de landschappelijke inpassing. C. De hekwerken kunnen worden ingepast in de onderbegroeiing waardoor ze aan het zicht worden onttrokken. D. Hekwerken die niet in een boomsingel kunnen worden opgenomen, kunnen worden aangekleed met inheemse hagen en/of klimmers. E. Rekening houden met de afstand tot de boomsingels in verband met de slagschaduwen.
13.
W OU D ON T G IN N IN G E N
Kwaliteit: De woudontginning is ontstaan op een kilometerslange van oost naar west lopende dekzandrug. Typerend voor woudontginningen is het voorkomen van twee parallelle wegen. De Schoterlandseweg is de ’binnenweg’, het oudste bebouwingslint over het hoogste deel van de dekzandrug. De ‘buitenweg’ (nu nog: Buitenweg) loopt op de overgang van rug naar beekdal. Dwars op de wegen zijn kavels uitgezet, van elkaar gescheiden door singels, houtwallen en bosstroken van verschillende breedtes, lengtes en dichtheden. Langs de wegen is zo een kleinschalig en besloten coulisselandschap ontstaan met afwisselend lintbebouwing en hooivelden, heidevelden en bos.
Doel: Zonneparken inpassen in de kamerstructuur van het landschap, waarbij de boomsingels kunnen worden ingezet om hekwerken in te passen en de panelenvelden aan het zicht te onttrekken. Daar waar een open zicht op het beekdal is vanaf het lint, moet dit zicht open worden gehouden.
Panelen: Gewenst is een logisch, gestructureerd patroon van panelen, waarbij de randen van de panelenvelden zijn afgestemd op de lijnen in het landschap. Panelen mogen tot 3 meter hoog worden gepositioneerd.
Randen: Rondom singels met eventueel onderbegroeiing waardoor panelen volledig aan het zicht worden onttrokken. Hekken toepassen ingepast in de singels, dus uit het zicht. Delen van de zonnepark mogen in het zicht blijven daar waar het landschap dat toelaat of dit past bij de landschappelijke structuren. Beplanting inheems, passend bij landschap.
Ondersteunende bouwwerken: Worden in de kamerstructuur geplaatst, afgestemd op het patroon van het panelenveld. A. Het zonnepark ligt nabij de kern. B. De bestaande boomsingels en nieuw aan te brengen boomsingels zorgen voor de landschappelijke inpassing. C. De hekwerken kunnen worden ingepast in de onderbegroeiing waardoor ze aan het zicht worden onttrokken. D. Hekwerken die niet in een boomsingel kunnen worden opgenomen, kunnen worden aangekleed met inheemse hagen en/of klimmers. E. Rekening houden met de afstand tot de boomsingels in verband met de slagschaduwen. F. Geen zonnepark plaatsen waar vrij zicht is op het beekdal.
14.
S N E L W EG EN L AN DS CH AP
Kwaliteit: Het landschap van de snelweg kent een eigen langgerekte structuur die de andere historisch-culturele en natuurlijke landschappen doorsnijdt.
Doel: Panelen worden onderdeel van het landschap. Dit kan door panelen direct te koppelen aan de snelweg en de maat, schaal en richting van de snelweg te benadrukken.
Panelen: De plaatsing van panelen kan op twee manieren worden benaderd. Zij kunnen in lange, begeleidende lijnen langs de snelweg worden geplaatst, waarbij zij idealiter worden opgenomen in snelwegelementen zoals geluidsschermen of geluidswallen. Of zij worden geplaatst op plekken aan de snelweg zoals de knooppunten, nabij de tankstations of in de oksels van op- en afritten, waarbij Fde (plaatsingen van de) panelen een meer sculpturale of iconische opzet kennen. Uitgangspunt is in alle gevallen, dat de zonnepanelen niet het vrije zicht van de automobilist mogen verstoren of andere negatieve effecten mogen hebben op het gebruik, het onderhoud en de veiligheid van de snelweg.
Ondersteunende bouwwerken: Voor de ondersteunende bouwwerken geldt dat zij op een zelfde wijze als de panelen worden ingepast in het snelweglandschap: afgestemd op de aard van de snelweg, zonder negatieve effecten op het gebruik, het onderhoud en de veiligheid van de snelweg.
A. Ook zonneparken langs de snelwegen liggen nabij een kern. B. Zonnepanelen kunnen worden ingezet als aankleding van de knooppunten, waarbij bijzondere oplossingen denkbaar zijn. C. Zonneparken worden zo geplaatst dat zij de maat, schaal en richting van de snelweg benadrukken bijvoorbeeld door het inzetten als geluidsschermen.
15.
5. PLANOLOGISCH INSTRUMENTARIUM In onderstaande tabel is weergegeven welk juridisch kader in welke situatie van toepassing is. Ook is aangegeven waar het toekomstige parapluplan betrekking op heeft. PL A AT S IN G :
S PE CI F IE K E S IT U A T I E :
JU R ID IS C H K A D E R
op het dak?
A is het een schuin dak waarbij: Bij het tot stand komen vanzonnepaneel het zonnebeleid voor het Heerenveen is gebruikt het volledig binnen dakvlak geplaatst wordt? gemaakt van: het zonnepaneel in of direct op het dakvlak geplaatst wordt, zonder opbouw? Romte foar Sinne Fryslan, 2015) gelijk is aan de de (provincie hellingshoek van het zonnepaneel hellingshoek van het dak? http://www.fryslan.frl/romtefoarsinne B is het een plat dak waarbij de afstand tot de zijkant van het Vergunningvrij Verordeningplatte Fryslân (bestaand gebied) dak minstens gelijkstedelijk is aan de hoogte van het zonnepaneel bijlage II bij de Wabo en de omvormer aan de binnenzijde van de woning geplaatst http://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.9921.PVR2011Fr wordt? yslan-VA01/rb_NL.IMRO.9921.PVR2011Fryslan-VA01_kaart1.html C is het een monument waarbij de zonnepanelen worden geplaatst op een onderdeel van het monument dat geen https://www.heerenveen.nl/fileadmin/website/wonen_en_leven/Duurzaa monumentale waarde heeft? m_Heerenveen/1%2020100901%20Erfgoednota%20deel%201%20low% D beschermd stads- en dorpsgezicht waarbij de zonnepanelen 20res.pdf worden geplaatst op een achterdak waarvan het dakvlak niet naar de openbare weg is gekeerd? op de grond of E op of bij monument? omgevingsvergunning voor de overig? activiteit ‘wijzigen van een beschermd monument’ omgevingsvergunning voor de F geprojecteerd binnen bestemming wonen en de activiteit ‘bouwen’. Past binnen energieproductie staat in verhouding tot de functie wonen? bestemmingsplan. geprojecteerd binnen bestemming bedrijven of overige bestemmingen en de energieproductie staat in verhouding tot deze bestemming? G Geprojecteerd binnen een van de gebieden rond de dorpen, omgevingsvergunning voor de zoals aangegeven binnen de notitie ‘Beleidskader zonnotitie’? activiteit ‘bouwen’ en bestemmingsplan wijziging. tzt: paraplubestemmingsplan H Geprojecteerd op een grootschalige locatie (KNO)? bestemmingsplan, of bij aanvraag die past I Geprojecteerd in een bijzondere locatie in het buitengebied? binnen beleidskader, maar J Geprojecteerd langs/nabij de snelweg, een zgn. ‘Snelweglocatie’? niet in bestemmingsplan: afwijkingsprocedure op grond van de Wabo. In onderstaande tabel is weergegeven welk juridisch kader in welke situatie Achteraf van aanpassing van bestemmingsplan. toepassing is. Ook is aangegeven waar het toekomstige parapluplan betrekking
5. PLANOLOGISCH INSTRUMENTARIUM
op heeft.
Bij het tot stand komen van het zonnebeleid voor Heerenveen is gebruikt gemaakt van:
Romte foar Sinne (provincie Fryslan, 2015) http://www.fryslan.frl/romtefoarsinne
Verordening Fryslân (bestaand stedelijk gebied) http://www.ruimtelijkeplannen.nl/documents/NL.IMRO.9921.PVR2011Fr yslan-VA01/rb_NL.IMRO.9921.PVR2011Fryslan-VA01_kaart1.html
https://www.heerenveen.nl/fileadmin/website/wonen_en_leven/Duurzaa m_Heerenveen/1%2020100901%20Erfgoednota%20deel%201%20low% 20res.pdf
16.