24
Witwasbestrijding
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.5/13
Witwasbestrijding effectiever door Europese informatie-uitwisseling Mr. drs. Lucien Stöpler is gespecialiseerd in samenwerking in het veiligheidsdomein bij Justice in Practice. Marc van Dam is Managing Consultant Risk Management voor financiële instellingen bij Capgemini. Beide auteurs zijn betrokken bij projecten over witwasbestrijding door zowel publieke als private instellingen.
Er komt een nieuwe Europese richtlijn aan om witwassen en terrorismefinanciering te bestrijden. Dit is het moment om te kijken naar de nuttige en spannende mogelijkheden van Financial Intelligence Units. De vierde anti-witwasrichtlijn zal zorgen voor bredere beschikbaarheid van gegevens over witwassen. Aan een meer effectieve informatieuitwisseling binnen Europa moet echter nog gewerkt worden. Er zijn goede initiatieven, maar op lange termijn zal met name de analysefunctie moeten worden uitgebreid en beter moeten worden gepositioneerd teneinde witwasbestrijding effectiever te maken.
F
inancial Intelligence Units (FIU’s) zijn de frontlinie in de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Ze slaan een brug tussen instellingen die financiële transacties (helpen) verrichten enerzijds en politie anderzijds. Met informatie van de instellingen – van advocaten die cash geld krijgen van verdachten (mogelijk crimineel geld) tot banken die twijfelen aan de herkomst van het geld van hun klanten – worden analyses gemaakt over mogelijk witwassen of terrorismefinanciering. FIU’s beschikken dus over nuttige witwas-informatie, vooral op nationaal niveau. Witwassen en terrorismefinanciering zijn voor het overgrote deel internationale aangelegenheden. Het gros van de personen die beschikken over crimineel geld zal grote sommen weg willen zetten in andere landen waar men minder bekend is of waar er minder oplettend wordt gereageerd. Om die reden is de uitwisseling van informatie over
Meerdere organisaties voor criminaliteitsbestrijding hebben de neiging de eigen informatiepositie te beschermen
TvdP_5_DEF.indd 24
verdachte financiële transacties cruciaal in de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. De informatie op nationaal niveau is vaak dus ook internationaal van belang.
Europese afspraken Op Europees niveau wordt constant toenadering gezocht om de bestrijding van alle vormen van criminaliteit meer eensgezind aan te pakken. In 2000 werd een kaderbesluit (een Europese regeling op het gebied van justitie die gelijk staat aan een nationale wet) van kracht dat Europese FIU’s maande tot ‘uitwisseling van alle beschikbare gegevens die van belang kunnen z’n voor de verwerking of de analyse van informatie of het onderzoek door FIU’s inzake financiële transacties die verband houden met het witwassen van geld en de betrokken natuurlijke of rechtspersonen’. Er hoeft geen verzoek aan ten grondslag te liggen en alle ter zake doende informatie is vrij om uit te wisselen. FIU’s mogen andere instellingen geen inzage geven in de verstrekte informatie. Ze mogen er alleen mee analyseren en onderzoek doen ten dienste van de opsporing.1 Met bovenstaande regelgeving werd een soort ‘vrije markt’ voor informatie over witwassen gecreëerd. Toch werd de praktijk anders. Er werd een technisch elegant en geavanceerd systeem opgericht dat informatie weliswaar zichtbaar maakte, maar de FIU’s wel verplichtte een formeel verzoek te doen om te kunnen beschikken over de informatie. Dit systeem – fiu.net – maakt gegevensuitwisseling weliswaar mogelijk, maar dan moet je wel eerst weten dat een andere partij over nuttige informatie beschikt. Bij deze uitwisseling wordt niet alle informatie getoond omdat niet alle FIU’s al hun informatie willen delen, ze willen die deels beschermen2, ook al is dat niet een vereiste van het kaderbesluit. De neiging om de eigen informatiepositie te beschermen is te vinden bij meerdere organisaties voor criminaliteitsbestrijding, ook al is dat niet effectief voor de opsporing als
11-06-2013 11:42:53
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.5/13
Witwasbestrijding
25
De bestrijding van witwassen zit in een cruciale fase, omdat dit nog altijd op nationaal niveau gebeurt terwijl het probleem sterk internationaal is. Dit komt helemaal tot uiting nu internationale financiële instellingen hun gegevens over eventueel witwassen mogelijk niet meer hoeven te verstrekken aan de FIU van het land waarin ze gevestigd zijn, maar alleen aan het land waarin ze hun hoofdkantoor hebben. Dit artikel verkent de mogelijkheden om de bestrijding van financiële criminaliteit te verbeteren.
Voorbeeld Een Nederlandse effectenhandel stelde investeringen te doen in Panamees hardhout, maar zette in werkelijkheid een circuit op via Cyprus en Polen om het geld onverdacht aan zichzelf te sturen. De eerste jaren leek het bedrijf geweldig succesvol: men keerde hoge winsten uit aan investeerders en werd zelf ook rijk met de handel via Polen. Maar de werkelijkheid was anders. Slechts een klein deel van de gelden van investeerders ging naar Panamese hardhoutplantages. Het handelsbedrijf met Polen fungeerde als een geheim doorgeefstation voor de investeringsgelden van de effectenhandel. Het handelsbedrijf en de effectenhandel waren deels op Cyprus gevestigd. Een transactie in Cyprus zorgde voor de transactie van geld van investeerders in de effectenhandel naar de bankrekening van het handelsbedrijf met Polen. Dat stuurde geld door naar een Poolse handelaar. Het Poolse bedrijf deed daardoor ‘met korting’ zaken met de mensen achter de effectenhandel. Die hadden dan een aanzienlijk voordeel op de kostprijs van de goederen. Zo bleven de effectenhandelaars onverdacht doordat het leek alsof ze een lucratieve handel met Polen hadden, althans, voor de Nederlandse FIU. Voor de Cypriotische FIU leek het alsof er een kapitaalkrachtige holding handel financierde voor een ander bedrijf. En in Polen kreeg een leverancier geld binnen van afnemers. De goederen die de effectenhandelaars aankochten en binnenkregen waren echter voornamelijk betaald met geld van investeerders dat ze via Cyprus en Polen doorsluisden. Een sigaar uit eigen doos, met witgewassen geld, die kon worden gepresenteerd omdat het overzicht van de transacties ontbreekt.
Geen zicht De transacties in internationale samenhang creëren een verdacht beeld. Door zicht te krijgen op de Cypriotische transacties in samenhang met de Nederlandse en Poolse valt het op dat geld van de investeerders niet werd vastgezet dan wel werd geïnvesteerd in renderende activiteiten. Het werd gebruikt als betaling aan de Poolse handelaar zodat die zijn inkoopprijs sterk verlaagde, wat de ‘winst’ voor de Nederlandse handelaars verhoogde. In feite is dat het bekende patroon van het kunstmatig ophogen van winsten (of verlagen van de kostprijs) met crimineel geld. Doordat geen van de nationale FIU’s zicht had op de volledige keten van transacties leken ze niet verdacht. De situatie werd pas onderzocht toen er na enkele jaren geen ‘winst’ meer naar de investeerders ging en deze gingen klagen. Toen pas bleek dat het geïnvesteerde geld rondgepompt werd en in de zakken van de handelaars zelf verdween. Dit had anders kunnen lopen als de Nederlandse FIU de volledige keten van transacties had kunnen overzien door informatie uit Cyprus of Polen. De eigenaar (de zogenaamde ‘ultimate beneficiary owner’) van de effectenhandel en de handel met Polen waren beide Nederlands, dus was er een binding met Nederland. In het perspectief van de hierboven genoemde richtlijn uit 2000 is er reden om alle relevante gegevens te delen met Nederland op het moment dat de transacties gedaan werden.
TvdP_5_DEF.indd 25
geheel.3 Een mogelijke verklaring is de angst dat informatie toch in verkeerde handen belandt.
Uitbreiding De vierde anti-witwasrichtlijn, die onlangs is gepubliceerd, zal zorgen voor meer gegevens over meer branches en personen, door bijvoorbeeld een bredere dekking op het gebied van gokbedrijven, lokale transacties van politically exposed persons (PEP’s) en een lagere drempel voor meldingen van transacties. Er komt meer nadruk op het maken van een risicoanalyse van instellingen op de kans dat er geld wordt witgewassen – dit heet de Risk Based Approach – en er komen strengere regels bij hoger risico. Hierdoor worden risico’s van witwassen op typen instellingen, klanten en transacties beter zichtbaar. Met die gegevens kunnen analisten scherpere analyses maken. Maar de middelen voor de opsporing veranderen vooralsnog niet (radicaal). Er zijn verbeteringen gepland, onder meer het onderbrengen van FIU.net bij Europol, maar er komt bijvoorbeeld geen supranationale FIU. Dit beperkt het gebruik van de beschikbare gegevens, hetgeen de opsporing hindert en zowel het opsporingsapparaat als ook de financiële instellingen belast.
Het conflict tussen de vrije markt en het toezicht Binnen Europa is de vrije toegang tot de markt een belangrijke doelstelling. In bredere zin is er al langer spanning tussen toezicht in financiële netwerken en markttoegang. De snelle stijging van het aantal partijen en de toenemende mate waarin internationale transacties plaatsvinden, maakt het moeilijker voor aparte FIU’s om een overzicht te krijgen van de betalingen en leveringen. Maar niet eerder was de lacune in samenwerking zo duidelijk gedemonstreerd als door de PSD. Deze Europese richtlijn, de Payment Service Directive (betalingsdienstenrichtlijn) heeft tot doel om de markttoegang van betalingsdiensten te vergroten. De Europese Unie wil daartoe de administratieve lasten voor de betalingsdiensten verkleinen. Toezicht is zo’n administratieve last, omdat die betalingsdiensten verplicht om meldingen te doen aan FIU’s over verdachte transacties. Met name zeer kleine betalingsdiensten, zoals een money-transferkantoor gevestigd in een postkantoor, zullen grote moeite hebben om te voldoen aan die verplichte melding omdat hiervoor analyse van meldingen nodig is door een deskundige en kennis van de nationale regels en wetten over hoe te melden. Kleine betalingsdiensten die agent zijn van een grotere financiële instelling (zoals een money-transferagent van een buitenlands money-transferorganisatie) hoeven daarom zelf geen melding van verdachte transacties te doen. Die mag het hoofdkantoor doen, aan de FIU waar het hoofdkantoor is gevestigd. De agent wordt daarmee ontlast, maar daardoor heeft de FIU van het land waar de agent is gevestigd, geen
11-06-2013 11:42:53
26
Witwasbestrijding
zicht op de verdachte transacties die bij die agent plaatsvinden. Het toezicht en dus de bestrijding van witwassen komen daarmee in gevaar. Dat is vervelend, want dit soort diensten is erg gevoelig voor misbruik en anoniem betalen, onder meer voor de financiering van terrorisme. Het toezicht heeft dus baat bij grotere onderlinge uitwisseling en gebruik van FIU-gegevens vanuit de hele Europese Unie. Dat zal helpen de achterstand die witwasbestrijders oplopen door de internationalisering, te verminderen.
Oplossing Kosten die de financiële instellingen maken aan witwasbestrijding zijn aanzienlijk. Naast de bijdrage in de budgetten van FIU en DNB, maken zij ook grote kosten voor due diligence en compliance met de anti-witwaswetgeving. Dit is deels ook in hun eigen belang, ten behoeve van customer relationship management. Echter de commerciële inspanning wordt gehinderd door de vertraging die de vele controles (customer due diligence met name) met zich meebren-
Niet eerder was de lacune in samenwerking zo duidelijk gedemonstreerd als door de PSD gen. Zeker met de hoge boetes die uitgedeeld worden, zouden banken ook mogen verwachten dat de opsporing zo effectief mogelijk is. Dat kan alleen met een goede internationale samenwerking tussen FIU’s. Op korte termijn moet er daarom ten behoeve van betere samenwerking een oplossing gevonden worden. Relevante informatie over witwassen moet tijdig bij (de juiste) FIU’s zijn, opdat deze effectieve analyses kunnen verstrekken aan politie en/of het Openbaar Ministerie om opsporing te verrichten. Op Europees niveau stijgt de behoefte aan een Europese FIU, maar in ieder geval aan middelen tot het pushen van nuttige informatie naar onderzoeken in andere landen. Anders zal de vierde anti-witwasrichtlijn minder effectief zijn dan gehoopt. Naar onze opvatting zijn er daartoe mogelijkheden, zowel direct als op termijn.
Direct: automatische uitwisseling De Europese Unie heeft in een brief voorgesteld om het melden aan de nationale FIU van het vestigingsland toch verplicht te maken, waarmee de administratieve last in
TvdP_5_DEF.indd 26
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.5/13
stand blijft ten gunste van de bestrijding van misdaad.4 Ook eenmanszaakjes, zoals een filiaal van een geldtransactiekantoor in een supermarkt of tabakswinkel, zouden dan analyses op witwassen moeten doen en moeten melden. Ons lijkt het beter om een overgangsperiode in te lassen om een beter internationaal uitwisselingssysteem te ontwikkelen, dat ook zonder PSD hard nodig is. Het geldverkeer internationaliseert en versnelt, en de opsporing dient dat te volgen. De PSD leidt – als administratieve lastenverlichting - tot minder meldingen van mogelijk witwassen in het land waar het plaatsvindt. Maar als er beter informatie uitgewisseld wordt zijn die landsgrenzen geen probleem meer. En ondertussen maken criminelen handig gebruik van die grenzen als verhullingstechniek. Dat betekent dat ergens in het buitenland informatie beschikbaar is bij een FIU over een crimineel die zijn geld in het buitenland witwast. Als die FIU zijn gegevens kan vergelijken met die van alle andere Europese FIU’s, is de kans groter dat het criminele karakter naar voren komt. Juist binnen de EU kan dat gerealiseerd worden vanwege de gezamenlijke rechtsorde die ook informatieuitwisseling makkelijker maakt. Een systeem van automatische uitwisseling van informatie over transacties met een binding naar meerdere landen zorgt er voor dat een FIU alle relevante informatie over een casus, verdacht of niet, bij de hand heeft. Het is echter van belang dit zorgvuldig en met respect voor privacy-wetgeving te doen uit oogpunt van maatschappelijke acceptatie. Het huidige systeem van informatieuitwisseling via fiu.net, de autonome, anonieme analyse zoals hierboven beschreven, geeft een zeer veilige opstap naar uitwisseling. Dit systeem bekijkt wel of er overeenkomsten zijn tussen de bestanden die in de verschillende landen zijn, maar gaat niet uit zichzelf over tot uitwisseling. Om de bestanden te verkrijgen moeten de EU FIU’s nog met elkaar in contact treden. Dat is alsnog een drempel: niet alleen zal de aanvrager een verzoek moeten onderbouwen en indienen, ook de zender zal een beschrijving moeten geven van de relevante gegevens. Dat kost tijd en inspanning op afdelingen waar dat vaak schaars is. Zo kan veel snelheid verloren gaan. Om die reden pleiten we ervoor toe te gaan naar echt automatische uitwisseling, waarbij alle relevante gegevens ook direct worden gedeeld – binnen de EU.
Op termijn: contextinformatie Op korte termijn bestaat er dus de mogelijkheid om FIU’s binnen de EU te verplichten tot meer samenwerking, met name om al hun relevante informatie actief en op verzoek te verstrekken volgens de regels die daarvoor in 2000 zijn opgesteld. Er is echter een probleem. Met alleen transactiegegevens kan een FIU vaak niet bepalen of ze verdacht zijn of niet. Het koppelen van contextinformatie aan bestanden zal op termijn nodig zijn om internationale witwasbestrijding door FIU’s te ondersteunen. Bij het analyseren van financiële gegevens is het moeilijk maar wel essentieel om vast te stellen waarom een transactie verdacht zou kunnen zijn. Financiële transacties kunnen
11-06-2013 11:42:53
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.5/13
Witwasbestrijding
27
Een Nederlandse effectenhandel zegde investeringen te doen in Panamees hardhout maar stuurde in werkelijkheid een groot deel van het geld door naar anderen. Een deel ging naar investeerders als winst, waarvan een deel weer ten gunste van de malafide handelaars kwam. Een ander deel van het geld kwam terecht op de bankrekening van een holding in Cyprus. Deze holding stuurde geld door naar een Poolse handelaar, die weer zaken deed met de mensen achter de effectenhandel, waardoor het geld dat ze hadden ‘geïnvesteerd’ weer naar hen terug kwam. De grijze pijlen geven de lokale meldingen aan FIU’s weer. De rode pijl laat zien welke cruciale informatie Nederland extra krijgt door een automatische uitwisseling van informatie tussen FIU’s over transacties die een relatie hebben met een ander land. In dit geval zijn het de meldingen over de Cypriotische holding met een Nederlandse eigenaar die de kring sluiten.
om veel legitieme redenen gedaan worden en het verdachte karakter ervan vaststellen vergt dat er een inzicht is in (onder andere) de identiteit van de personen die betrokken zijn bij de transactie, de organisaties die zij bezitten en welke personen er nog meer in het netwerk actief zijn. Deze contextinformatie is niet alleen nuttig, maar ook noodzakelijk. Voor een strafrechtelijk onderzoek naar witwassen op basis van een verdenking moet contextinformatie beschikbaar zijn bij de politie. Bij melders kan deze variëren van de omstandigheden van de transactie (cash
geld, ongeteld, zeer veel kleine coupures enzovoort) tot informatie betreffende de persoon (wil geen informatie geven over herkomst geld, rijdt in een dure wagen maar geen legale inkomsten bekend). Bij de politie is informatie beschikbaar over of de persoon eerder in aanraking is geweest met justitie en om welke redenen. Openbare bronnen geven informatie over beroep en bedrijf. Het is belangrijk om zich te realiseren dat de FIU’s inlichtingenorganisaties zijn die vrijelijk kunnen beschikken over vele soorten informatie omdat deze niet gedeeld wordt met politie behalve als de FIU besluit dat er sprake is van een verdenking voor witwassen of terrorismefinanciering.
Voordelen
We pleiten ervoor toe te gaan naar echt automatische uitwisseling van alle relevante gegevens – binnen de EU
TvdP_5_DEF.indd 27
Volgens het bovenstaande gaat het dus niet meer alleen om informatie van financiële instellingen die gedeeld kan worden in het kader van automatische informatieuitwisseling. Ook andere soorten intelligence kunnen worden gedeeld, zodat er steeds minder handmatige toevoegingen gedaan hoeven te worden aan de gegevens. Op termijn wordt volledig automatische uitwisseling van gegevens daarmee even effectief (want even informatief) als de huidige vorm, waarin er eerst een onderbouwd verzoek komt en een toegelichte reactie. Het verbeteren van de informatie over de context wordt van groter belang naarmate de transactie verder weg of veel later wordt geanalyseerd dan deze plaatsvond. Met de internationalisering van witwasbestrijding zullen de analyses ook
11-06-2013 11:42:54
28
Witwasbestrijding
vaker op afstand worden gedaan, zodat een extra context bij zal dragen aan het ontdekken van witwassen.
Telecom-data Er zijn nog enkele potentiële bronnen van informatie te bedenken die waardevol kunnen zijn voor de analyse van financiële gegevens. Een consortium onder de naam Hemolia heeft in opdracht van de Europese Commissie gekeken naar de mogelijkheid om telecom-data te betrekken bij de analyse van een verdachte transactie. Het is een gegeven, bijvoorbeeld, dat stromannen die voor criminelen geld overmaken, vaak kort voor hun transactie telefonische instructies kregen over de ontvanger. Het onderzoek zal baat hebben van het toevoegen van deze informatie. Voor de juridische analyse ging het Hemolia-project uit van de vigerende wetgeving in de EU, zijnde de Dataretentierichtlijn uit 2006, waarbij de verkeersgegevens (traffic data) en andere identificerende gegevens worden bewaard.5 De telefoongegevens worden in het voorstel vergeleken met de financiële transacties die worden gedaan zodat er een meer compleet beeld ontstaat van het netwerk van personen dat zaken doet met elkaar. Uit een onderzoek over het gebruik van een combinatie van financiële en telecom-data blijkt dat de volgende mogelijkheden op termijn standaard realiseerbaar zijn bij alle FIU-gegevens: s VISUALISATIE VAN DE RELATIE TUSSEN DE PERSONEN BETROKKEN bij de transacties; s VISUALISATIE VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE BETROKKEN DOOR TIJD en locatiebepalingen; s lNANCIÑLE PROlELEN VAN DE PERSONEN BETROKKEN BIJ DE transacties.6
TvdP_5_DEF.indd 28
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.5/13
Verzamelen en gebruik van informatie Een belangrijke hobbel om nog te nemen is dat telecomdata niet verplicht wordt afgegeven aan de FIU. De Dataretentierichtlijn stelt dat er sprake moet zijn van een redelijke verdenking, wat bij FIU’s nu juist niet aan de orde is. Er moet dus worden gezocht naar een manier om tot gebruik van deze gegevens te komen. De telecombedrijven kunnen weigeren met een beroep op de privacy van hun cliënten. Mogelijk is dit probleem op te lossen door de methodes te gebruiken die sinds kort voor het uitwisselen van informatie tussen FIU’s gebruikt worden: ma3tch en of vergelijkbare functionaliteit in ontwikkeling. Met een dergelijke autonome anonieme analyse wordt gegarandeerd dat FIU’s zonder namen bekend te maken toch internationale vergelijkingen kunnen uitvoeren op personen. Zo zullen alleen gegevens die relevant zijn voor de FIU kunnen worden gebruikt voor het leggen van verbanden en analyse van financiële transacties. Daarnaast kunnen bovendien afspraken gemaakt worden over het al dan niet doorgeven van informatie aan de politie; hier zou wellicht kunnen worden volstaan met de melding dat telecomdata bepaalde bevindingen ondersteunen.
Centrale opslag Met al het uitwisselen van gegevens rijst de vraag wanneer het moment komt om bepaalde gegevens centraal op te slaan. Momenteel is daar weerstand tegen, maar zolang data binnen een FIU-circuit blijven is er geen bezwaar tegen gezamenlijke opslag. In een inlichtingenorganisatie als de FIU zit bescherming van onschuldigen evenzeer ingebouwd als de bestrijding van criminaliteit, zodat de risico’s van uitwisseling gemitigeerd zijn. De voorwaarden zijn wel dat
11-06-2013 11:42:57
Witwasbestrijding
het Tijdschrift voor de Politie – jg.75/nr.5/13
Met al het uitwisselen van gegevens rijst de vraag wanneer het moment komt om bepaalde gegevens centraal op te slaan de informatie alleen gebruikt wordt voor het doel waarvoor het is verstrekt en niet buiten de FIU’s komt zonder uitdrukkelijke toestemming.7 In de al eerder genoemde richtlijn uit 2000 zijn meer beperkingen, zoals dat een onderzoek of de veiligheid niet in gevaar komt door informatieuitwisseling. Deze vrijheid van informatiedelen betekent dat informatie van politie en telecombedrijven gekoppeld kunnen worden aan meldingen van financiële transacties in een systeem dat uitgaat van automatische informatiedeling. Er hoeft van tevoren geen toestemming verkregen te worden om informatie uit te wisselen met elkaar. Een bijkomend voordeel van centrale opslag is dat vergelijkingen met bestanden van private partijen (zoals bijvoorbeeld een Europese telecom-aanbieder) makkelijker worden, zeker als die ook over meerdere landen actief zijn.
Nieuwe perspectieven in de bestrijding van witwassen Uit dit artikel blijkt dat de mogelijkheden om witwas-informatie uit te wisselen, vooral binnen de EU, groter zijn dan tot nog toe gedacht. Als gegevens echter zonder tussenkomst van personen gedeeld worden, moet het voor ontvangende FIU wel begrijpelijk zijn waarom de FIU deze informatie ziet als mogelijk bewijs voor witwassen. Een aantal
29
aanbevelingen zijn daarover hieronder weergegeven. Nieuwe perspectieven voor het verbeterd uitwisselen van informatie bestaan op het moment dat contextinformatie beter verwerkt wordt in de data van de FIU’s zelf. Een concrete aanbeveling is, ten eerste, om die veredeling van de transactiegegevens zichtbaar te maken voor andere FIU’s die de transacties ontvangen en deze te laten gebruiken voor verdere analyse. Informatie over waar de verdenking voor witwassen of terrorismefinanciering op gebaseerd is bijvoorbeeld. Informatie uit verschillende bronnen van de politie en de inzichten die dit oplevert omtrent witwassen en netwerken zouden moeten worden verwerkt in de melding van de transactie, net als de opmerkingen van de (non-) financiële instellingen dat zijn. Ten tweede kan er breder worden gezocht naar het gebruik van databestanden om informatie over specifieke personen of patronen beter in kaart te brengen. Een van de verder ontwikkelde projecten in dat kader is het gebruik van telecom-data om gedrag van mogelijke verdachten te monitoren en om ze in een netwerk te plaatsen. Gebruik van andere databestanden is echter ook denkbaar. Er moet goed nagedacht worden over hoe de informatie bij de FIU’s terecht kan komen. Er is geen wettelijke plicht, dus het zal de telecombedrijven weinig moeite mogen kosten. Bovendien is het ophalen van alle telecom-data om de personen die mogelijk betrokken zijn bij witwassen erg omslachtig. Wellicht is dit een nieuwe toepassing van de reeds binnen FIU.net in gebruik zijnde autonome, anonieme analyse (ma3tch) of vergelijkbare principes die in Hemolia worden ontwikkeld. Partijen weten alleen dat andere FIU’s mogelijk beschikken over informatie die relevant is voor hun analyse.8 Dan kunnen gegevens van de FIU anoniem vergeleken worden met telecomdata, zodat alleen relevante gegevens richting de FIU stromen. Ten derde is het uitvoeren van een vergelijking van FIUgegevens met andere databestanden (zoals telecomdata) het meest effectief als het FIU-gegevens uit verschillende landen zijn, en de andere databestanden ook, zolang ze onder de EU-richtlijnen vallen. Dit pleit voor een centraal punt waarin alle verschillende databestanden met elkaar worden vergeleken. Het zou kunnen leiden tot een Europese FIU, die specifiek met taken van internationale vergelijking wordt belast.
«
Noten 1) Besluit van de Raad 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiele inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens (2000/642/JBZ) 2) FIU.NET, U. Kroon, pers. comm. 4 oktober 2012. 3) Uitspraken van Prof. dr. M. den Boer tijdens het seminar ‘Grens-
TvdP_5_DEF.indd 29
overschrijdende recherchesamenwerking’ over samenwerking in het kader van Europol bevestigen dat meerdere opsporingsinstanties hun informatiepositie niet (volledig) delen. 4) COMMISSION STAFF WORKING PAPER on Anti-money laundering supervision of and reporting by payment institutions
in various cross-border situations, 7 October 2011 5) DIRECTIVE 2006/24/EC OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL of 15 March 2006 on the retention of data generated or processed in connection with the provision of publicly available electronic communications services or of
public communications networks and amending Directive 2002/58/EC 6) Hemolia research document, 29 Februari 2012, pp. 64-65. 7) Information paper on Financial Intelligence Units and the Egmont Group, Egmont Group, September 2004. 8) Zie FIU.NET
11-06-2013 11:42:58