Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-KB

2003 tijdvak 1 woensdag19 9 mei maandag 13.30 - 11.00 15.00 uur 09.00

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING AGRARISCHE TECHNIEK CSE KB Het examen Landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens waarvan dit er één is.

Naam kandidaat

__________________________________

Kandidaatnummer _______________

Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Dit examen bestaat uit 33 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 45 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden.

300007-793o

Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens de voorbeelden 2 of 3.

z

-

A B C D

{

(1)

(2)

A B C D

{ X {

(3)

B

A B C D

{ X { X

VERBRANDINGSMOTOR De afbeelding toont een doorsnede van een deel van een verbrandingsmotor. 1

2

3

2p

{

1

Æ Noteer in de tabel de namen van de onderdelen. onderdeelnummer

naam

1 2 3 1p

z 2

1p

{

3

Een 2-slagmengselmotor is anders dan een 4-slagmengselmotor. Eén van de verschillen is, dat A de 2-slagmotor een oliepeilstok heeft en de 4-slagmotor niet. B de 2-slagmotor een bougie heeft en de 4-slagmotor niet. C de 2-slagmotor poorten heeft en de 4-slagmotor kleppen. D de 2-slagmotor kerosine gebruikt en de 4-slagmotor dieselolie. Æ Als de krukas 600 omwentelingen maakt, hoeveel slagen maakt de zuiger dan? ..........................................................................................................................................

300007-793o

2

ga naar de volgende pagina

1p

{

4

Bij een 4-cilinder 4-slagmotor vinden de arbeidsslagen niet gelijktijdig plaats. Hieronder zie je het arbeidsdiagram van een 4-cilinder 4-slagmotor. Cilinder 1 arbeidsslag

Cilinder 2 uitlaatslag

Cilinder 3 compressieslag

Cilinder 4 inlaatslag

uitlaatslag

inlaatslag

arbeidsslag

compressieslag

inlaatslag

compressieslag

uitlaatslag

arbeidsslag

compressieslag

arbeidsslag

inlaatslag

uitlaatslag

Æ Wat is de ontstekingsvolgorde van de bovenstaande cilinders? Noteer de nummers. .......................................................................................................................................... 1p

z 5

De afbeelding toont een cilinder met zuiger van een kopklepmotor.

Met welke slag is bovenstaande cilinder bezig? A arbeidsslag B compressieslag C inlaatslag D uitlaatslag 3p

{

6

Hieronder staan enkele specificaties van een cilinder: − boring is 10 cm − slag (S) is 12,7 cm De cilinderinhoud wordt berekend met de formule: − Vc = 3,14 x R² x S Æ Bereken de cilinderinhoud in cm³, in twee decimalen nauwkeurig. .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................

300007-793o

3


POMPEN Hieronder staat een afbeelding van een bepaald type pomp.

1p

{

7

Æ Wat is de naam van dit type pomp? ..........................................................................................................................................

1p

z 8

Zoals elke pomp heeft ook de bovenstaande pomp een zuig- en een perszijde. Hoe is hier de zuigzijde te herkennen? A De zuigzijde is in het hart van de pomp aangesloten. B De zuigzijde is tegenover de perszijde aangesloten. C De zuigzijde is aan de buitenomtrek van de pomp aangesloten.

1p

z 9

Hieronder staan vier schematische afbeeldingen van de werking van dit type pomp.

A

B

C

D

Welke afbeelding geeft de werking van dit type pomp juist weer?

300007-793o

4


HYDRAULIEK Op de afbeelding staat een schema van een hydraulisch systeem.

1p

{ 10

In een hydraulisch systeem zorgt de oliepomp voor de oliecirculatie. Æ Noteer het nummer waarmee de oliepomp in het schema wordt aangeduid. ..........................................................................................................................................

1p

{ 11

De stuurschuif heeft drie standen. Æ Wat doet de zuigerstang van de cilinder in de getekende stand van de stuurschuif? ..........................................................................................................................................

1p

z 12

Een te hoge oliedruk kan leiden tot overbelasting van de installatie. Om dit te voorkomen kan een beveiliging worden aangebracht. In bovenstaand schema wordt gebruik gemaakt van A een 3-standen stuurschuif. B een luchtbuffer. C een open reservoir. D een regelbaar overdrukventiel.

2p

{ 13

De oppervlakte van de zuiger in de cilinder is 50 cm². De maximale druk op het systeem is 150 bar. (1 bar = 10 N/cm²) Æ Bereken de hefkracht van de cilinder. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................

300007-793o

5


BESTRATING Jesse heeft een opdracht gekregen om op een erf een rechthoekig terras aan te leggen (zie onderstaande tekening). Het terras wordt 10 bij 5 meter. Aan één lange zijde sluit het terras aan bij de gevel van de woning, aan de andere lange zijde ligt een goot. Om ervoor te zorgen dat er geen regenwater op het terras blijft staan besluit Jesse het terras 1,5 cm/m afschot te geven. Het regenwater loopt dan de goot in. Woning

Terras 5m 10m

Goot 1p

{ 14

Æ Bereken het hoogteverschil in het terras tussen de gevel van de woning en de goot. (in cm, op één decimaal nauwkeurig) .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................

1p

{ 15

Jesse gebruikt betonklinkers van 10 x 20 cm. Om het terras zo stevig mogelijk te maken legt Jesse de betonklinkers in onderstaand verband.

Æ Wat is de naam van dit type bestratingsverband? ..........................................................................................................................................

300007-793o

6


2p

{ 16

Æ Noteer twee handgereedschappen die stratenmakers kunnen gebruiken voor het vastleggen van de klinkers. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................

2p

{ 17

Om zichzelf te beschermen heeft Jesse de beschikking over een aantal beschermingsmiddelen. Æ Kruis in onderstaande tabel aan welke beschermingsmiddelen Jesse verplicht moet gebruiken bij het aanleggen van het terras. beschermingsmiddelen

verplicht

gelaatsbescherming handschoenen kniestukken oranje veiligheidshesje veiligheidshelm veiligheidsschoenen

TECHNISCHE INFORMATICA Suzan leest een advertentie in de krant. De advertentie gaat over een verduisteringssysteem voor kassen. In de advertentie staat een internetadres. Suzan wordt nieuwsgierig en zet meteen haar computer aan. 1p

z 18

Welk onderdeel verzorgt de verbinding van de computer met internet? A cd-rom speler B harde schijf C modem D videokaart

1p

{ 19

Suzan heeft een cd-rom besteld. Op deze cd-rom staat een programma waarmee ze verschillende verduisteringen kan nabootsen. Hierdoor kan Suzan uittesten wat het gevolg is van verschillende verduisteringssituaties in een kas. Æ Hoe worden programma’s genoemd die praktijksituaties nabootsen? ..........................................................................................................................................

1p

z 20

Een optische sensor zorgt ervoor dat het verduisteringssysteem wordt ingesteld. Waarop reageert een optische sensor? A geluid B licht C vochtigheid D warmte

1p

{ 21

Op het internet komt Suzan een plaatje tegen voor een werkstuk. Ze wil het plaatje bewaren om het later mee te nemen naar school. Æ Waarop kan Suzan het plaatje het beste opslaan? ..........................................................................................................................................

300007-793o

7


HOUTBESCHERMING Het huis van Marianne heeft houten kozijnen. Deze moeten goed onderhouden worden, omdat ze anders kunnen gaan rotten. 2p

{ 22

Hout dat buiten toegepast wordt, zal eerder wegrotten dan hout dat binnen toegepast wordt. Æ Noem twee factoren die het rotten van de kozijnen bevorderen. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................

1p

z 23

Marianne wil bij het onderhoud aan de kozijnen milieuvriendelijk werken. Ze heeft de keuze uit diverse houtbeschermingsmiddelen. Welke van onderstaande houtbeschermingsmiddelen is het minst belastend voor het milieu? A acryl lakverf B alkydhars verf C carboleum Om in de tuin te kunnen zitten maakt Marianne een tuinstoel. Voor het maken van de stoel gebruikt Marianne zowel handgereedschappen als machines. Om ongelukken te voorkomen is het belangrijk dat ze veilig werkt. Een spreekwoord om veilig en verantwoord te werken luidt: ”Bezint eer ge begint”.

3p

{ 24

Hieronder staan zes beweringen over veilig werken. Æ Kruis in de tabel aan of de bewering juist of onjuist is. beweringen

juist

onjuist

Met een beitel werk je altijd naar je lichaam toe. Het gereedschap moet voor gebruik altijd gecontroleerd worden. Bij boren moet je het werkstuk altijd vastzetten in een klem. Bij machinale houtbewerking draag je altijd een veiligheidsbril. Bij gebruik van de boormachine moet je handschoenen dragen. Bij gevaar denk je eerst aan jezelf en dan pas aan een ander. 2p

{ 25

Nadat Marianne klaar is met schuren, wil ze de tuinstoel van een nieuwe verflaag voorzien. Ze weet nog niet of ze de verf aanbrengt met een spuitbus of met een verfkwast. Æ Noteer twee voordelen van werken met een kwast ten opzichte van werken met een spuitbus. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................

300007-793o

8


SCHUIFMAAT Suzan meet de doorsnede van een as met een schuifmaat. Ze leest de maat af op 0,1 mm nauwkeurig. Onderstaande afbeelding toont de schuifmaat op de as.

1p

{ 26

Æ Lees de schuifmaat van de afbeelding af. Noteer de maat van de as op 0,1 mm nauwkeurig. ..........................................................................................................................................

1p

z 27

300007-793o

Een belangrijk onderdeel van de schuifmaat is de nonius. Met welk nummer is de nonius in de afbeelding aangegeven? A 1 B 2 C 3 D 4

9


LASSEN Peter maakt een zijsteun op de balendrager. Nadat de onderdelen op maat zijn gemaakt last Peter ze vast met een beklede elektrode.

1p

z 28

Tijdens dit laswerk kan de elektrische installatie van de trekker beschadigd raken. Wat kan Peter het beste doen om er zeker van te zijn dat de elektrische installatie van de trekker heel blijft? A de accukabels losnemen B de balendrager afkoppelen C de dynamo loskoppelen D de startmotor demonteren

1p

z 29

Welke fout heeft Peter bij deze las gemaakt?

A B C D

300007-793o

De platen hebben geen afschuining. Er is geen doorlassing. Er is randinkarteling zichtbaar. Er is te veel overdikte.

10


3p

{ 30

Peter moet ook een staande hoeklas maken. De staande hoeklas wordt 2-zijdig uitgevoerd. Hieronder zie je een tekening met de dwarsdoorsnede van de te verbinden delen. Æ Vul de tekening aan met de juist uitgevoerde lassen. Geef aan wat de A-hoogte is en wat de hoek van de las is.

Peter ziet op het pak laselektroden de volgende codering staan: ISO 2560: E43 4 RR 22 1p

z 31

Wat betekenen de letters RR in deze codering? Het is een rutiel-elektrode A die geschikt is voor alle lasposities. B met een dikke bekleding. C met een hoge inschakelduur. D met een hoog rendement.

1p

z 32

Deze elektrode met bovenstaande code is geschikt voor A alle lasposities. B alle lasposities behalve verticaal neergaand. C hoeklassen in het gootje, staande hoeklas. D horizontale lassen en verticaal neergaand.

1p

z 33

Elektroden die op het lasapparaat bewaard worden, kunnen vocht uit de lucht opnemen. Waarom kan Peter beter niet met vochtige elektroden lassen? A Omdat dan met een korte boog gelast moeten worden. B Omdat de kopkleur dan verdwenen is. C Omdat de laslengte per elektrode dan minder wordt. D Omdat de samenstelling van de bekleding dan veranderd is.

300007-793o*

11

einde

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Recommend Documents