Eerste Kamer der Staten-Generaal
Zitting 1979-1980
Nr. 83
15 800 IV
Beleidsdebat over onderwerpen rakende het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse Zaken
VOORLOPIG VERSLAG V A N DE VASTE COMMISSIE VOOR NEDERLANDSANTILLIAANSE ZAKEN 1 Vastgesteld 17 april 1980 De c o m m i s s i e w i l d e ter v o o r b e r e i d i n g van het beleidsdebat volstaan met het stellen van een aantal v r a g e n .
STAATKUNDIGE AANGELEGENHEDEN A. Algemeen 1. Blijft de verwachting gewettigd, dat de Koninkrijkswerkgroep zaamheden over enige maanden zal kunnen afronden? 2. Wanneer zal worden beslist in welke periode eenkomst zal worden gehouden?
de voorziene
haar werk-
rondetafelbij-
Het nagenoeg overal buiten Curacao aanwezige streven naar zo groot m o gelijke zelfstandigheid - w a a r b i j de zorg voor de externe defensie van Nederland w o r d t verwacht - zal niet nalaten invloed uit te oefenen op de voorstellen, die de Koninkrijkswerkgroep te zijnertijd zal d o e n . 3. Is het overmatig «uitgedijde» overheidsapparaat op Curacao mede oorzaak van de verlangens, die op Aruba en andere eilanden worden gesproken?
uit-
B. De toestand op Sint Maarten De in het rapport-Bakhuis gesignaleerde t e k o r t k o m i n g e n op Sint Maarten zullen door de zorg van de landsregering t o t oplossing moeten w o r d e n gebracht. ' Samenstelling: Van Krimpen (PvdA), Van Veldhuizen (PvdA), W. F. de Gaay Fortman (CDA), Oudenhoven (CDA), Van Someren-Downer (VVD) (voorzitter). De Jong (VVD), B. de Gaay Fortman (PPR), Umkers (CPN), Meuleman (SGP), Van der Jagt (GPV), Vogt (PSP) en Maris(-).
4. Kan worden meegedeeld, of daarmee al zodanige vorderingen zijn gemaakt, dat de verwachting gerechtvaardigd is, dat binnen afzienbare tijd niet meer van wantoestanden zal behoeven te worden gesproken? Zo neen, welke maatregelen overweegt de Minister dan te treffen gelet op de Nederlandse verantwoordelijkheid voor een goed bestuur?
Eerste Kamer, zitting 1979-1980, 15 800 hoofdstuk IV, nr. 83
1
Het Concorde-verdrag van 1648, dat het verkeer tussen Frans en Nederlands Sint Maarten regelt, is d r i n g e n d aan v e r n i e u w i n g toe. Dit klemt te meer o m d a t op Sint Maarten het p r o b l e e m van de illegale w e r k n e m e r s zeer g r o o t is. 5. Is de Minister
bereid en in staat hiertoe stappen
te
ondernemen?
I. HULP EN BIJSTAND 1. Economische en sociale situatie 6. Wordt in de beide rapporten Aanzet tot een integraal beleidskader Nederlandse Antillen in de jaren 80 en Marcha pa progreso niet «wat erg hoog gegrepen», juist omdat meerdere malen gewezen wordt op de kleinschaligheid van de beschikbare markt en de problemen rond mogelijke export? 7. Moeten de Antillen niet eerder de richting uit van een groter deel zelfverzorging in kleinschalige bedrijven, gebaseerd op land-, tuin- en bosbouw en veeteelt, waarbij de watervoorziening moet worden gezocht in de richting van: a. een betere benutting van het regenwater, zoals dat vroeger daar gebeurde met keermuren op de hellingen, en b. ontzilting van zeewater waarbij de energie moet worden geleverd via alternatieve bronnen die juist daar zeer veelvuldig voorradig zijn, nl. zon en wind? 8. Is niet te veel nadruk in bedoelde rapporten en te weinig op «brood op de plank» leverende
gelegd op planmatigheid mogelijkheden?
2. Financiële situatie 9. Welke eilandgebieden hebben concrete de overheidsfinanciën te saneren?
maatregelen
10. Is er op afzienbare termijn enige verbetering nanciële toestand van het eilandgebied Curacao?
genomen
mogelijk
om
in de precaire
fi-
Zonder b u d g e t h u l p te w i l l e n bepleiten, zou er wellicht via zachte leningen enig soelaas kunnen w o r d e n g e b o d e n , o m d a t de huidige situatie niet kan voortduren. 11. Welke is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met de Nederlands-Antilliaanse Regering inzake het eventuele wegvallen van de inkomsten van dez.g. Offshores? 12. Kan de Minister mededelen van welke projecten de exploitatie - die niet gedekt wordt door eigen inkomsten - drukt op de eilandsbegrotingen?
II. HULPPROGRAMMA V A N NEDERLAND A. Stuwmeer 13. Is een deel van de hulp al niet in feite verkapte
begrotingshulp?
14. Welke is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met de Antilliaanse Regering over de aard en omvang van een eventuele taakuitbreiding van de vertegenwoordiger van Nederland in de Nederlandse Antillen?
Eerste Kamer, zitting 1979-1980,15 800 hoofdstuk IV, nr. 83
2
B. Hulpverlening 1955 t / m 1978 15. Is de opmerking over de infrastructuur overdacht?
op de blzz. 7 en 8 van de memorie van toelichting (in deze mate) en de horecasector werkelijk serieus
16. Leeft men op de Antillen schikbare draagkracht?
al niet op een niveau ver boven eigen ooit be-
C. Voornaamste projecten interimperiode 1977 t / m 1979 1. Land 17. Welke is de stand van zaken met betrekking tot de besprekingen tussen de ALM en de KLM over het tot stand brengen van een regeling om het toerisme vanuit West-Europa naar de Nederlandse Antillen te bevorderen ? 18. Welke is de stand van zaken met betrekking
tot het
OTEC-project?
2. De benedenwindse eilanden Bij de behandeling aan de overzijde is d o o r de Minister medegedeeld (Handelingen, blz. 3105 rechterkolom), dat door een deskundige van het lnternational Institute for Land Reclamation and I m p r o v e m e n t te W a g e n i n g e n is nagegaan op welke wijze in het verleden uitgebrachte adviezen ter o n t w i k keling van land- en t u i n b o u w op de Benedenwindse eilanden tot uitvoering gebracht zouden kunnen w o r d e n . 19. Is al een rapport
beschikbaar?
3. Curacao O m t r e n t de gezondheidszorg op Curacao zijn reeds vele studies verricht, in het bijzonder ten aanzien van het St. Elisabeth Hospitaal te W i l l e m stad. 20. Welke verdere studies zullen aan dit onderwerp nog moeten worden gewijd, voordat de eerste schop voor dit project - in welke vorm dan ook de grond in gaat (Handelingen, blz. 3054, linkerkolom)? Zijn van Nederlandse kant in enigerlei vorm ten aanzien van verbouwing of nieuwbouw van dit ziekenhuis reeds toezeggingen gedaan? 21. Kan de Minister mededelen wie de aandelen van de N. V., die de telefoondienst beheert, in eigendom heeft, in verband met de bijdrage (zie blz. 10 van de memorie van toelichting), die de Minister gemeend heeft te moeten leveren aan de noodzakelijke grote investeringen? 4. Aruba 22. Welke is de stand van zaken met betrekking Village en Esso Heights? 23. Is er al een beslissing
genomen
tot de sanering
over een ATC-radar
24. Is er in dit verband overeenstemming deze radar?
voor
van The
Aruba?
over het werkingsgebied
van
25. Waarom kreeg Aruba aanvankelijk geen financiële hulp voor de verbetering van de telefoondienst, terwijl Curacao maar liefst f 25 min. ter beschikking krijgt?
Eerste Kamer, zitting 1979-1980, 15 800 hoofdstuk IV, nr. 83
3
Onder welke voorwaarden worden de f25 min. (Curaqao) en f 15 min. (Aruba) ter beschikking gesteld? 26. Zijn de recente klachten over de dienstregeling van de nieuwe Arubaanse busdienst gegrond? 5. Bonaire 27. Welke is de stand van zaken met betrekking tot de technische steun voor het Zonne-energieproject op Bonaire? 6. Sint Maarten 28. Welke resultaten worden gemeld van het werk van de deskundigen, die door de Nederlands-Antilliaanse regering naar St. Maarten zijn gezonden? Ten behoeve van zoutwinning zijn in het verleden meerdere waterbouwkundige werken uitgevoerd, die ten doel hadden bij hevige regenval het water rechtstreeks naar zee af te voeren. Die werken maken de indruk verwaarloosd te zijn, wellicht omdat het lokale bestuur over onvoldoende technische kennis kon beschikken. Voor een ordelijke planning van de uitbreiding van Philipsburg is bescherming tegen overstroming één van de randvoorwaarden. 29. Zijn terzake in het kader van technische hulpverlening studies verricht en zo ja, wat is er met de resultaten van die studies gedaan? 7. Sint Eustatius 30. Zijn er al ervaringen metz.g. zelfbouw? 31. Is het mogelijk in het kader van ontwikkelingssamenwerking bouw ook op St. Eustatius te stimuleren?
deze zelf-
D. Sociale en educatieve projecten 32. Kan de Minister een volledige uiteenzetting geven van de problemen rondom de uitzending van deskundigen naar het tuinbouwproject «Zapateer» ? 33. Waarom is Zapateer een sociaal-educatief en geen economisch project? 34. Waarom is voorrang voor steun aan dit project gegeven boven rechtstreekse steun van het Nederlandse Ministerie van Landbouw aan de dienst Landbouw, Veeteelten Visserij op Curaqao? 35. Waarom is gesproken van de uitzending van een ge, terwijl het een fytopatoloog was?
tuinbouwdeskundi-
36. Waarom is deze deskundige dienst van de Stichting Soltuna, terwijl een dienstverband met de Katholieke Tuinbouwschool veel meer voor de hand lag? 37. Is het waar, dat het bestuurscollege van Curacao onder zware druk door de knieën is gegaan, om de aan te stellen deskundige niet bij hen, maar bij de Stichting Soltuna in dienst te stellen, terwijl Soltuna zelf daar niet eens om had gevraagd? Bestond die druk (zo de eerste vraag bevestigend beantwoord kan worden) uit dreiging de geldkraan voor land- en tuinbouw te sluiten?
Eerste Kamer, zitting 1979-1980,15 800 hoofdstuk IV, nr. 83
4
E. Onderwijs en culturele samenwerking De onderwijskundige situatie op Saba is niet acceptabel. Kinderen van 12 jaar moeten naar een ander eiland voor verder onderwijs. 38. Nu een m.a. v.o.-project niet haalbaar is, welke andere mogelijkheid is dan wel haalbaar? Te denken valt aan geïntegreerd technisch l.a.vo.-onderwijs, waarvoor de faciliteiten op het eiland aanwezig zijn. 39. Welke is de stand van zaken met betrekking tot het overleg over een eventuele herziening van de positie en de taak van Sticusa (zie stuk nr. 10 blz. 6)? F. Milieubeheer 40. Welke is de stand van zaken met betrekking tot ontwikkeling van een milieubeleid (op eilandelijke en landelijke basis)? 41. Welke zijn de uitkomsten van de rapportage terzake van de Directeur van de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR)? G. Monumentenzorg 42. Welke zijn de vorderingen (per eiland) bij het scheppen van een institutioneel kader voor de monumentenzorg? De voorzitter van de commissie. Van Someren-Downer De griffier van de commissie, Dijkstra-Liesveld
Eerste Kamer, zitting 1979-1980,15 800 hoofdstuk IV, nr. 83
5