Eindrapportage…
Dit rapport is gemaakt voor Inspire & Innovate Samengesteld door Tom Cornelissen (
[email protected]) Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Postbus 5215 6802 EE ARNHEM T (026) 384 42 22 I www.oostnv.nl 30 september 2008
Dit eindverslag is gemaakt door: Ing. Tom Cornelissen, Oost NV (projectleider) Dipl.-Forstwirt, Dipl.-Volkswirt Werner Pfeifenroth, Zenit Maaike Lugtenaar, Oost NV Ir. Jos Balendonck, WUR Prof. Dr. Arno Ruckelshausen, FHO Ir. René de Wit, Syntens
Inspire & Innovate is gecofinancierd door het EUprogramma INTERREG IIIA van de Euregio RijnWaal en door de ministeries van Economische Zaken van Nederland en Nordrhein-Westfalen.
Eindrapportage Inspire & Innovate
1
Eindrapportage Inspire & Innovate
2
Managementsamenvatting In de Euregio Rijn-Waal en de Euregio Gronau bestond de behoefte om de aanwezige kennis grensoverschrijdend beter te benutten. Het centrale doel was MKB’ers te ondersteunen bij innovaties die ontstaan vanuit het toepassen van nieuwe kennis. Diverse bronnen van kennis zijn gedurende het project benut; de kennis aanwezig bij de projectpartners, bij andere bedrijven, bij kennisinstellingen en de aanwezige kennis binnen de bedrijven zelf. Tijdens het project hebben we de bedrijven geïnspireerd nieuwe product–markt combinaties te onderzoeken en geadviseerd om hun bedrijfsprocessen te optimaliseren. Hierbij is veelvuldig gebruikgemaakt van voor het bedrijf nieuwe kennis van publieke en private kennisinstellingen. De redenen waardoor deze kennistransfer heeft geleid tot grensoverschrijdende nieuwe innovaties voor het MKB zijn te verdelen in 3 onderdelen: 1. De grens is een belemmering om zaken te doen. Aan beide zijden van de grens wordt steeds meer samengewerkt. Het samenwerken tussen MKB-bedrijven over de Nederlands-Duitse grens heen vindt slechts zeer beperkt plaats. In het project werd juist dit onderdeel getoetst. 2. Een groot deel van het uitbetaalde subsidie is aangewend voor onderzoeken vanuit de kennisinstellingen binnen de 2 Euregiogebieden. In het project zijn vele projecten grensoverschrijdend uitgevoerd. 3. In het Euregio Rijn-Waal en Euregio Gronau gebied zijn vele traditionele bedrijven aanwezig, die worden geconfronteerd met het verminderen van landbouwactiviteiten en een toenemende werkloosheid. Juist in deze gebieden bestaat behoefte om door innovatieve activiteiten nieuwe werkgelegenheid te creëren. Veel van de door de kennisinstellingen aan het bedrijfsleven aangeboden kennis gaat uit van een academische behoefte. In het project is uitgegaan van de behoefte aan kennis vanuit het MKB. Doordat er alleen projecten zijn ondersteund waarbij behoefte bestond aan een oplossing voor een reëel knelpunt, waren de bedrijfseconomische effecten binnen de bedrijven direct zichtbaar heeft het ook een aantoonbare impuls veroorzaakt voor de regio. Vele ondernemers uit Nederland en Duitsland hebben inhoudelijke en financiële ondersteuning gekregen bij belangrijke, innovatieve stappen voor het bedrijf. Het project is uitgevoerd door Oost NV (penvoerder) in samenwerking met vier partners uit beide landen. Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Zenit GmbH, Fachhochschule Osnabrück en Syntens. Het project is gefinancierd door de Europese Unie (Europees fonds voor regionale ontwikkeling, Interreg IIIa), het Ministerium fur Wirtschaft, Mittelstand und Energie, des Landes Nordrhein-Westfalen, en de Provincie Gelderland (door middel van middelen Ministerie van Economische Zaken). Directe inhoudelijke ondersteuning werd geleverd aan 127 ondernemers. Voor financiële ondersteuning bestonden diverse mogelijkheden. Er was de mogelijkheid van financiële steun voor individuele ondernemingen en de mogelijkheid van subsidie voor een project waaraan meerdere bedrijven risicodragend deelnemen. Individuele ondernemers konden gebruikmaken van een subsidiefaciliteit voor het inhuren van een extern adviseur. In totaal 30 ondernemers hebben hiervan gebruikgemaakt. Daarnaast bestond de mogelijkheid om subsidie te ontvangen voor het maken van commercialiserings- en implementatiekosten, die voortkwamen uit de innovatie. Van deze mogelijkheid hebben 42 ondernemers daadwerkelijk gebruikgemaakt. Voor internationale clusters van ondernemingen bestond de mogelijkheid tot subsidie op het laten uitvoeren van een onderzoek door een publieke kennisinstelling. Dit onderzoek moest gericht zijn op de sector Agro-food. Voor de beste projecten die een degelijk onderzoek met succes hadden afgesloten bestond ook de mogelijkheid op subsidie van het hierna
Eindrapportage Inspire & Innovate
3
uitgevoerde R&D traject. In totaal zijn 6 onderzoekstrajecten succesvol afgesloten en daarnaast hebben 5 clusters voor een R&D-traject subsidie ontvangen. Het project heeft geleid tot ruim 3,9 miljoen euro aan uitgelokte investeringen. Het totale overzicht van alle projecten is weergegeven in bijlage 1. Tijdens het project zijn met name de clusters van bedrijven intensief begeleid en ondersteund. Ook is veelvuldig overleg gepleegd met de Euregio Rijn-Waal voor inhoudelijke en financiële afstemming tijdens het project. Hierdoor was het vaak mogelijk het project beter te laten afstemmen op de wensen en mogelijkheden van het bedrijfsleven in zowel Nederland als Duitsland. Ook is halverwege het project, tijdens een voortgangsbijeenkomst, een aantal van de te verwachten knelpunten en verbeterpunten met de vanuit de financiering betrokken partijen besproken. Gedurende het project bleken Nederlandse en Duitse ondernemers andere verwachtingen en behoeften te hebben. Voor Nederlands ondernemers is het veel gebruikelijker ondersteuning te ontvangen. Duitse ondernemingen daarentegen proberen knelpunten binnenshuis op te lossen en zien het als een zwaktebod om advies van buitenaf in te schakelen. Deze cultuur verandert pas echt als er vaker zulke grensoverschrijdende programma’s worden uitgevoerd. De in dit project uitgevoerde intakegesprekken hebben onvoldoende aansluiting gehad op de clustertrajecten. Dit kan worden verbeterd door de projectcoördinatie neer te leggen bij technologietransfer-instellingen in plaats van bij hogescholen en universiteiten. Hierdoor worden ondernemers op een efficiëntere wijze geïnteresseerd voor samenwerking met andere bedrijven. Het instellen van een ‘expertteam’ vanuit bestaande organisatie zoals Food Valley, Health Valley, Innovatieplatform Twente, GIQS, Food Processing Initiative, MedEcon Ruhr, Food & Nutrition Delta etc. zorgt voor een grotere reikwijdte van het project. Hierbij is het belangrijk dit team mee te laten denken bij de ontwikkeling een eventueel nieuw project. Het team kan als basis dienen voor de adviescommissie. De sterke sectoren in Oost-Nederland zijn naast food & life sciences health en technology. Ook aan Duitse zijde wordt hierover nagedacht in het kader van het clusterbeleid. Een toekomstig project zou zich kunnen richten op juist deze sectoren. Door dit project is er een goede solide basis neergezet. Er zal gebruikgemaakt moeten worden van de kennis en ervaringen van dit succesvolle project.
Grenzeloos innoveren smaakt naar meer…
Eindrapportage Inspire & Innovate
4
Inhoudsopgave Management Error! No table of contents entries found. Bijlage 1 Totaaloverzicht projecten Bijlage 2 Boek Inspire & Innovate, grenzeloos innovaren smaakt naar meer… Bijlage 3 NACE-codelijst Bijlage 4 Brochures Inspire & Innovate (Nederlands en Duits) Bijlage 5 Flyers Inspire & Innovate Bijlage 6 Persberichten Bijlage 7 Nieuwsbrieven Bijlage 8 Publicaties in de media Bijlage 9 Ideeën voortkomend uit workshops Wageningen en Osnabrück Bijlage 10 Overzicht van alle clusters behandeld binnen stap 4 en stap 5 Bijlage 11 Analyse van afgeronde projecten Bijlage 12 Evaluatie Adviescommissie Bijlage 13 Verslag Stuurgroepoverleg
Eindrapportage Inspire & Innovate
5
Eindrapportage Inspire & Innovate
6
1.
Inleiding
1.1 Twee projecten, één gedachte Binnen de Euregiobedrijven grensoverschrijdend nieuwe producten te laten ontwikkelen en markten te laten benaderen. Dat was medio 2004 het doel van twee, naast elkaar bestaande projectideeën. Wageningen Universiteit & Researchcentrum wilde kennis, aanwezig bij onderzoeksinstituten op het gebied van food en life science, koppelen aan de wensen van bedrijven. Oost NV opperde in diezelfde periode het idee om individuele bedrijven te ondersteunen bij het ontwikkelen en vermarkten van innovatieve producten, door middel van inzet van externen. Door deze twee samen te laten smelten in het project Inspire & Innovate kon het doel op een efficiënte en effectieve manier worden bereikt. Het secretariaat van de Euregio Rijn-Waal heeft beide initiatiefnemers in 2004 bij elkaar gebracht. De vertegenwoordigers van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Zenit GmbH, Fachhochschule Osnabrück, Oost NV en Netwerkorganisatie Syntens hadden direct door dat zij door het incorporeren van de initiatieven meer konden leveren dan elk apart. In de periode juli 2004 tot mei 2005 hebben zij het project voorbereid, onder aanvoering van Oost NV. Op 27 september 2005 heeft de Euregio Rijn-Waal de beschikking in het kader van het Interreg IIIA programma voor het project Inspire & Innovate toegekend. In november van dat jaar ging het project daadwerkelijk van start. Het was de eerste keer dat een grensoverschrijdend project met dit doel van deze grootte werd uitgevoerd in het gebied van de Euregio Rijn-Waal. Bijna drie jaar later kunnen we concluderen dat het een zeer succesvol project is geweest: circa 230 ondernemers aan beide zijden van de grens hebben innovaties binnen hun bedrijf doorgevoerd. In totaal hebben 11 Nederlands-Duitse clusters een subsidiebedrag van maximaal € 100.000 voor hun project ontvangen. 1.2 Achtergrond De concurrentiepositie van West-Europese bedrijven hangt voor een groot deel af van hoe effectief en efficiënt nieuwe kennis in het bedrijf kan worden geïmplementeerd. Concreet betekent dit dat ze de kwaliteit kunnen verbeteren op het gebied van service, het product zelf en de marketing. In West-Europa is deze strategie de enige die mogelijk maakt het marktaandeel te behouden. Dit is onder andere ook vastgelegd in de Lissabon-overeenkomst. Overheden ondersteunen het nut van een beter gebruik van de aanwezige kennis en een betere afstemming tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat onze economie schoksgewijs groeit en dat deze schokken worden veroorzaakt door innovaties. Innovaties ontstaan door nieuwe combinaties van productiemiddelen, producten, markten en kennis. Samenwerking geeft bedrijven toegang tot kennis en competenties, die binnen het eigen bedrijf of de eigen sector niet beschikbaar zijn. Door samen te werken met bedrijven uit meerdere disciplines én andere landen wordt de kans op nieuwe combinaties en nieuwe commerciële toepassingen sterk vergroot.
Eindrapportage Inspire & Innovate
7
Eindrapportage Inspire & Innovate
8
Grensoverschrijdende samenwerkingen leiden dan ook vaak tot innovaties en economische ontwikkeling aan beide zijden van de grens, waardoor deze grensregio in zijn geheel ook een sterkere economische positie krijgt. Toch komt een samenwerking vaak maar moeilijk tot stand, en al zeker als het om een grensoverschrijdende samenwerking gaat. Allereerst vormen de specialisaties binnen bedrijven en branches een belemmering voor de samenwerking. Door de sterke focus op het eigen vakgebied ontstaan homogene netwerken, netwerken van bedrijven die hetzelfde marktsegment delen en een historie hebben van samenwerking binnen dat vakgebied. Bij grensoverschrijdende samenwerking spelen ook de taal- en cultuurverschillen tussen bijvoorbeeld het Duitse en Nederlandse bedrijfsleven een grote rol. Verschillen in omgangsvormen en besluitvormingsprocessen maken het samenwerkingsproces moeizamer. Deze verschillen versterken het ontstaan van homogene netwerken. De oplossing ligt volgens de wetenschap in heterogene netwerken. En voor grensregio's betekent dit heterogene grensoverschrijdende netwerken. Door ondernemers uit verschillende disciplines bijeen te brengen, ontstaan nieuwe verbindingen met nieuwe kansen op innovaties. De kracht van deze nieuwe kansen ligt in de daadwerkelijke toepassing van de nieuwe combinaties door de bedrijven. De samenwerking moet dan ook zodanig worden opgezet, dat deze tot succes voor alle partijen leidt. Het project Inspire & Innovate komt voort uit dit gedachtegoed. 1.3 Inspire & Innovate Het doel van Inspire & Innovate is vierledig: 1. Het vergroten van de concurrentiekracht van het MKB aan beide zijden van de Nederlands-Duitse grens. 2. Het op gang brengen van investeringen, met name in externe diensten. Door deze extra impuls ontstaat ruimte voor extra investeringen in het Euregio Rijn-Waal en Euregiongebied. 3. Het creëren van een sterkere economische positie van Nederlands-Duitse grensregio's door middel van innovaties. 4. De vorming van heterogene grensoverschrijdende Nederlands-Duitse netwerken en samenwerkingen: tussen afzonderlijke bedrijven, tussen clusters van bedrijven en tussen bedrijven/clusters van bedrijven en kennisinstellingen. Bij deze laatste vorm van samenwerking kan vanuit de vraag van het bedrijfsleven de bij de kennisinstellingen aanwezige kennis benut worden door het bedrijfsleven. In deze rapportage leest u hoe het consortium van diverse Nederlandse en Duitse partners het project heeft aangepakt. Gekeken wordt of de doelen, zoals in 2005 gesteld in het projectplan “Inspire & Innovate Innovation & SME-support project in Euregion and EuregionRhine Waal”, zijn behaald. Eén hoofdstuk is gewijd aan successen en knelpunten. Het laatste hoofdstuk bevat een overzicht van conclusies en aanbevelingen. Deze zijn voortgekomen uit gesprekken met partners, deelnemers aan het project, financiers en leden van de adviescommissie en stuurgroep. In deze rapportage wordt de nadruk gelegd op de uitvoering van het project. Indien u geïnteresseerd bent naar de inhoud van de deelprojecten die in het kader van Inspire & Innovate zijn uitgevoerd, verwijzen wij u naar het boek: ‘Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer…’ dat bij deze rapportage is gevoegd (bijlage 2).
Eindrapportage Inspire & Innovate
9
Eindrapportage Inspire & Innovate
10
2.
Projectbeschrijving
Dit hoofdstuk bevat een samenvatting van het projectplan “Inspire and Innovate Innovation & SME-support project in Euregion and Euregion-Rhine Waal”. 2.1 Doel Het doel van het Inspire & Innovate-project is als volgt omschreven: Het verhogen van de concurrentiekracht van MKB’ers in de Euregio Rijn-Waal en de EUREGION, door de bedrijven gebruik te laten maken van nieuwe, innovatieve en strategische kennis. De bronnen van deze kennis zijn middelen van de partners, externe expertise van consultants, kennisinstellingen en natuurlijk van de MKB’ers zelf. 2.2. Projectinhoud Inspire & Innovate is uitgevoerd in het kader van Interreg IIIA. Om de economische en sociale samenhang binnen Europa te versterken, heeft de Europese Unie het subsidieprogramma INTERREG gestart. Interreg IIIA richtte zich op grensoverschrijdende samenwerking. Met circa 60 miljoen euro werden projecten gesubsidieerd van Duitse en Nederlandse partners uit het grensgebied. Hiermee konden grensgebieden tot structureel sterke en moderne Europese regio´s worden ontwikkeld. De nadruk lag hierbij op het versterken van de economische positie van de grensgebieden. Inspire & Innovate ondersteunde midden- en kleinbedrijven bij innovatietrajecten in de grensgebieden Euregio Rijn-Waal en EUREGION. Het kon hier gaan om een technische innovatie, een bedrijfsmatige vernieuwing of het betreden van een totaal nieuwe markt. Kenmerkend voor Inspire & Innovate was naast advies- en subsidieverstrekking, ook de samenwerking tussen de MKB-bedrijven en enkele Nederlandse en Duitse kennisinstellingen. Dit creëerde nieuwe kansen en samenwerkingsmogelijkheden. Ondernemers uit het MKB konden gebruikmaken van vijf verschillende ‘stappen’ binnen het project. Deze stappen zijn hieronder kort omschreven. Adviestrajecten (stap 1) De eerste stap was een adviesgesprek met Netwerkorganisatie Syntens of Zenit GmbH. Samen met de ondernemer werden de innovatieplannen in kaart gebracht op het gebied van technologie, organisatie en de markt. Vervolgens werd de verdere invulling van het adviestraject bepaald. Dit kon bijvoorbeeld inhoudelijke ondersteuning zijn, waarbij het bedrijf samen met Zenit GmbH en Netwerkorganisatie Syntens een innovatietraject doorliep. Individuele subsidietrajecten (stappen 2 en 3) De volgende stap was het bieden van subsidie bij het inhuren van een externe adviseur. Deze adviseur bracht de mogelijke knelpunten binnen het innovatietraject in kaart. De ondernemer kon daarnaast ook een financiële bijdrage krijgen bij het daadwerkelijk implementeren of op de markt brengen van het innovatieve product of de dienst.
Eindrapportage Inspire & Innovate
11
INTAKE (2)
EERSTE ADVIESBEGELEIDING DOOR SYNTENS EN ZENIT (3)
ADVIES DOOR EXTERNE ADVISEURS (4)
IMPLEMENTATIE EN COMMERCIALISATIE (5)
CLUSTERING VAN MKB’ERS EN KENNISINSTELLINGEN (6) • WORKSHOPS • HAALBAARHEIDSSTUDIES • R&D ACTIVITEITEN
ACQUISITIE & PUBLICITEIT (1)
PROJECTCOÖRDINATIE, VERTALINGEN EN FINANCIËLE AUDITS (7, 8, 9)
Eindrapportage Inspire & Innovate
12
De bijdrage kon zo oplopen tot maximaal € 20.000 per aanvraag. Bij stap 2 kregen ondernemers subsidie voor extern advies, bij stap 3 voor commercialisatie en implementatie van het product. Aanvragen voor subsidie konden continu worden ingediend bij Oost NV. Duitse ondernemers konden dit rechtstreeks doen, of de aanvraag indienen bij Zenit GmbH. Vooraf werd het maximale subsidiebedrag voor alle aanvragen binnen stap 2 per land vastgesteld. Vervolgens zijn de projecten beoordeeld, waarbij de volgorde van binnenkomst bepalend was. Zenit GmbH begeleidde de Duitse ondernemers bij de aanvraag en de afronding van hun project en Oost NV ondersteunde de Nederlandse ondernemers. Clusteringstrajecten (stappen 4 en 5) Daarnaast bood Inspire & Innovate een unieke mogelijkheid om kennis en ervaring van bedrijven en instellingen, die actief zijn op het gebied van voeding en life sciences, te clusteren om op die manier tot innovaties te komen. Door samenwerking kunnen nieuwe initiatieven ontstaan in de vorm van netwerken of het gezamenlijk laten uitvoeren van R&Dactiviteiten. Voorwaarde voor deze clustering was een grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederlandse en Duitse partijen. Per cluster kon maximaal € 100.000 subsidie worden toegekend. Stap 4 was gericht op de technische en economische haalbaarheid en stap 5 op de realisatie van een onderzoeks- en ontwikkelingstraject. 2.3 Werkpakketten Voor het project zijn de hieronder weergegeven werkpakketten benoemd. In het figuur op de pagina hiernaast zijn deze werkpakketten schematisch weergegeven. 1. Acquisitie en publiciteit Schrijven van communicatieplan, ontwerpen en produceren van communicatiemiddelen, organiseren van bijeenkomsten en het werven van deelnemers. 2. Intakegesprekken Het houden van intakegesprekken met MKB’ers. 3. Eerste adviesbegeleiding (stap 1) Adviesbegeleiding door interne adviseurs. 4. Advies van externe adviseur (stap 2) Begeleiding van de MKB’er tijdens het adviestraject ten behoeve van ontwikkeling innovatief product of dienst. 5. Implementatie en commercialisatie (stap 3) Begeleiding van de MKB’er tijdens het implementatie- en commercialisatietraject ten behoeve van ontwikkeling innovatief product of dienst. 6. Clustering a. Begeleiding van clusters bij onderzoek naar technische en economische haalbaarheid (stap 4). b. Begeleiding van clusters bij realisatie van een onderzoeks- en ontwikkelingstraject (stap 5). 7. Projectcoördinatie Dit omvat het voorbereiden van de start van het project, het selecteren en inhuren van derden, organiseren en bijwonen van projectteamvergaderingen en adviescommissievergaderingen, projectadministratie, eindevaluatie en rapportage aan de opdrachtgever. 8. Vertalingen Alle communicatiemiddelen en door de projectleider te bepalen andere documenten moeten worden opgesteld in het Nederlands en in het Duits.
Eindrapportage Inspire & Innovate
13
PROJECTPARTNERS
Eindrapportage Inspire & Innovate
14
9. Financiële audits Ieder half jaar zal iedere projectpartner worden gevraagd een financieel overzicht te leveren. Aan het eind van het project vindt er een accountantscontrole over het complete project plaats. 2.4 Projectpartners Tijdens de eerste aanzet van het project bestonden er naast elkaar twee projectideeën om binnen de Euregio bedrijven grensoverschrijdend nieuwe producten te ontwikkelen en markten te benaderen. Een project waarbij kennis aanwezig bij kennisinstellingen op het gebied van food en life science werd gekoppeld aan de wensen van bedrijven. Daarnaast bestond een idee om individuele bedrijven te ondersteunen bij het ontwikkelen en vermarkten van innovatieve producten, door middel van inzet externen. Na overleg met de Euregio Rijn-Waal is gezocht naar een mogelijkheid de beide initiatieven te combineren. Door de combinatie van het eerste contact met individuele ondernemers bestond de mogelijkheid dat initiatieven gecombineerd konden worden tot een cluster. Dit nieuwe project was de basis voor het benaderen van de meest geschikte partners. Hierbij zijn na diverse gesprekken, zowel in Duitsland als in Nederland, partners gevonden die reeds ervaring hadden met de uitvoering van Europese projecten en expertise hadden om de beoogde werkzaamheden uit te kunnen voeren. Dit resulteerde in een consortium van de volgende partijen: Oost NV werkt aan de ontwikkeling van een toekomstgerichte economie in Oost-Nederland. Versterking van het ondernemers- en investeringsklimaat en het scheppen van werkgelegenheid, daar gaat het uiteindelijk om. Werkpakketten: 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9 Netwerkorganisatie Syntens (hierna: Syntens) stimuleert en begeleidt ondernemers bij innovatie in de meest brede zin van het woord. Syntens draagt met kennis, contacten, diensten en projecten bij aan het versterken van het innovatievermogen van deze bedrijven die op technologisch gebied of bedrijfsmatig willen vernieuwen. Werkpakketten: 2, 3 Wageningen Universiteit en Researchcentrum (hierna: WUR) werkt aan kennis waarmee veilige, gezonde en bovenal smakelijke voeding kan worden gemaakt. Wageningen Universiteit en Researchcentrum ontwikkelt milieuvriendelijke en efficiëntere productie- en distributiemethoden waarbij zo weinig mogelijk natuurlijke grondstoffen verloren gaan. Werkpakketten: 1, 2, 5, 6 Zenit GmbH (hierna: Zenit) is een adviesorganisatie voor het MKB in Nordrhein-Westfalen. Als officieel EU-adviesloket en Innovation Relay Centre (IRC) van de Europese Unie, ondersteunt Zenit het aanvragen van subsidieaanvragen bij de EU en bij het op de Europese markt brengen van technische innovaties. Om het marktsucces structureel te waarborgen wordt aan het MKB onder andere praktijkgerichte ondersteuning bij diverse managementvraagstukken aangeboden. Werkpakketten: 1, 2, 3, 4, 5
Eindrapportage Inspire & Innovate
15
LOGISTIEK DIENSTVER LENING INDUSTRIE & HANDEL FOOD & LIFE SCIENCES Eindrapportage Inspire & Innovate
16
De Fachhochschule Osnabrück (hierna: FHO) in Niedersachsen heeft een eigen bedrijf opgericht ten behoeve van de commerciële kennis- en technologietransfer. De vele projecten met regionale bedrijven, hebben vaak internationale onderzoeks- en ontwikkelingsdoelen. Dit kan een aanleiding zijn voor samenwerkingsverbanden, waarbij de opleiding kan worden aangesloten. Werkpakketten: 1, 2, 5, 6 2.4.1 Projectteam Het projectteam bestaat uit de volgende personen. Ing. Tom Cornelissen, Oost NV (projectleider) Dipl.-Forstwirt, Dipl.-Volkswirt Werner Pfeifenroth, Zenit Maaike Lugtenaar, Oost NV Ir. Jos Balendonck, WUR Prof. Dr. Arno Ruckelshausen, FHO Ir. René de Wit, Syntens Drs. Remco Hoogendijk, Oost NV 2.5 Doelgroep Tot de doelgroep van Inspire & Innovate behoorden MKB’ers uit de sectoren logistiek, dienstverlening, industrie & handel en food & life sciences. Echter, om subsidie te kunnen verkrijgen voor projecten stap 4 of 5 moest de inhoud passen binnen het thema food & life sciences. Deze bedrijven konden zowel aan de Nederlandse als aan de Duitse zijde van de grens zijn gevestigd binnen de gebieden Euregio Rijn-Waal en EUREGION, gedefinieerd als Interreg 3a zones. Voor de bepaling of de bedrijven behoorden tot de juiste branche is de NACE-codelijst gehanteerd (zie bijlage 3).
Eindrapportage Inspire & Innovate
17
Eindrapportage Inspire & Innovate
18
3.
Grensoverschrijdende samenwerking
Inspire & Innovate is uitgevoerd in het kader van Interreg IIIA. Om de economische en sociale samenhang binnen Europa te versterken, heeft de Europese Unie het subsidieprogramma INTERREG gestart. Interreg IIIA was gericht op grensoverschrijdende samenwerking. Deze vorm van samenwerking ontstaat door het bij elkaar brengen van Nederlandse en Duitse ondernemers en maar ook Nederlandse organisaties als Oost NV, Zenit, WUR, FHO en Syntens. Grensoverschrijdende samenwerking vond binnen Inspire & Innovate dus niet alleen plaats bij de bedrijven, maar ook binnen het projectteam, de adviescommissie en de stuurgroep. In dit hoofdstuk worden per onderdeel (projectteam, adviescommissie, stuurgroep, publiciteit, stappen 1, 2, 3, 4, 5) de grensoverschrijdende aspecten aangegeven. 3.1 Projectteam Het projectteam bestond uit drie Nederlandse organisaties (Oost NV, Syntens en WUR) en uit twee Duitse organisaties (Zenit en FHO). De vergaderingen van het projectteam vonden plaats op de kantoren van de partners, afwisselend in Nederland en Duitsland. De voertaal tijdens deze vergaderingen was Engels, aangezien er dan geen van de partijen een taalvoorsprong had. Ook de verslagen zijn in het Engels opgesteld. Het projectteam heeft gedurende het project gebruikgemaakt van een zogenaamde webshare, een website waar alleen de projectleden toegang tot hadden. Op deze website waren alle gespreksverslagen te vinden, foto’s van de projectteamleden en overzichten van alle lopende stap 4 en stap 5 projecten. De WUR en FHO konden op deze manier elkaar op ieder moment een actueel overzicht leveren over de stand van zaken van de clusterprojecten. 3.2 Adviescommissie De adviescommissie is medio 2006 in het leven geroepen om de aanvragen voor de stappen 4 en 5 te beoordelen. De commissie bestond uit: Dipl.-Volkswirt Norbert Reichl, directeur Food Processing Initiative e.V. (hierna: FPI); Dr. Piet Derikx, algemeen directeur Eijkelkamp Agrisearch Equipment b.v.; Prof. Dr. Brigitte Petersen, voorzitter GIQS (Grenzüberschreitende Integrierte Qualitätssicherung) en leidinggevende van de afdeling Preventief Gezondheidsmanagement aan de Landbouwkundige Faculteit van de Rheinische Friedrich-Wilhelms Universiteit Bonn; Dr. Roger van Hoesel, directeur stichting Food Valley. Deze personen zijn gevraagd vanwege hun kennis, ervaring en visie vanuit de gebieden food & life sciences. Omdat het een Duits-Nederlands project betrof hadden er twee onafhankelijke deskundigen uit Nederland en twee uit Duitsland zitting in de adviescommissie.
Eindrapportage Inspire & Innovate
19
Eindrapportage Inspire & Innovate
20
3.3 Stuurgroep In overleg met Euregio Rijn-Waal is in de loop van het project besloten om voor een tussentijdse evaluatie en eventuele bijsturing van het project een stuurgroep in het leven te roepen. De samenstelling van deze stuurgroep, die bestond uit de Duitse en Nederlandse financiers van het project, is als volgt: Drs. Theo Föllings, Oost NV; Bc. Andreas Kochs, Euregio Rijn-Waal; Drs. Lars Oosters, Provincie Gelderland; Drs. Jolanda Verwegen, Ministerie van Economische Zaken; Birgitt Kocks, Bundesland NRW; Paul Brugman, EUREGION; Cees Timmer, Provincie Overijssel. 3.4 Publiciteit De ingezette communicatiemiddelen zijn zoveel mogelijk in zowel het Nederlands als in het Duits verschenen. Brochures, flyers en de website kenden zowel een Nederlands als Duitstalig exemplaar. De teksten zijn zoveel mogelijk een op een vertaald, waarbij omwille van de boodschap rekening is gehouden met specifieke wensen van de bedrijven in de twee landen. Zo zijn voor de praktijkvoorbeelden in de brochures voor de Duitse folders Duitse ondernemers en voor de Nederlandse brochure Nederlandse ondernemers gebruikt. In de nieuwsbrieven zijn er naast de berichten die voor ondernemers aan beide zijden van de grens interessant waren, berichten geplaatst die specifiek gericht waren op Duitse of Nederlandse ondernemers, bijvoorbeeld met betrekking tot subsidieprogramma’s. 3.5 Adviestrajecten (stap 1) Wat de adviesgesprekken betreft was er op twee niveaus sprake van grensoverschrijdende samenwerking – op bedrijvenniveau en op programmaniveau. Basisdoel van Inspire & Innovate op bedrijvenniveau was om al in de fase van het genereren van een innovatie de focus van de deelnemende bedrijven op de markt 'Nederland/Duitsland' te richten. Dit gebeurde enerzijds door middel van een duidelijke focus van de innovatieprojecten op het „afnemerland Nederland/Duitsland“, anderzijds door middel van het zoeken en samenbrengen van mogelijke projectpartners in Nederland/Duitsland als „coöperatieland“. Op programmaniveau werd de mogelijkheid benut om kennis uit te wisselen en om van elkaar te leren bij gesprekken tussen Zenit en Syntens en bij bedrijfsbezoeken, waarbij de instrumenten van adviesgesprekken met elkaar werden vergeleken en geanalyseerd. Beide organisaties waren aan Nordrhein-Westfaalse zijde respectievelijk Nederlandse zijde verantwoordelijk voor de adviesgesprekken. Bij het uitwisselen van ervaringen bleek dat er duidelijke verschillen waren tussen Nordrhein-Westfalen en Nederland voor wat betreft de aanpak en organisatie van de adviesgesprekken. Terwijl Syntens vanuit haar taak als instelling innovatieadviesgesprekken voert, adviestrajecten uitvoert en deze gesprekken grotendeels van overheidswege worden gefinancierd, werkt Zenit bij innovatieadviesgesprekken telkens projectgerelateerd en is de financiering altijd afhankelijk van de betreffende projectfinanciering. Ook wat de gebruikte instrumenten betreft was er duidelijk sprake van verschillen. Terwijl Syntens gebruikmaakte van verschillende op elkaar afgestemde instrumenten was Zenit flexibeler qua keuze van de instrumenten. De telkens ingezette instrumenten waren weliswaar structureel aanwezig, ze werden echter telkens aan de behoeften van de afzonderlijke bedrijven aangepast. De ervaring uit adviesprojecten in Duitsland in het verleden had geleerd dat er bij bedrijven sprake was van een duidelijke weerstand tegen het gebruik van gestructureerde instrumenten.
Eindrapportage Inspire & Innovate
21
Eindrapportage Inspire & Innovate
22
Dit was de belangrijkste reden voor de individuele aanpassing van de instrumenten aan de situatie van de afzonderlijke bedrijven in Nordrhein-Westfalen. Dit aspect speelde voor Syntens niet, omdat op grond van het in vergelijking met Zenit veel grotere aantal adviestrajecten (in het verleden) Syntens de gelegenheid heeft gehad vele verschillende standaardinstrumenten te ontwikkelen die adequaat passen bij desbetreffende de vraag van de ondernemer. 3.6
Individuele subsidietrajecten (stappen 2 en 3)
3.6.1 Subsidie bij extern advies (stap 2) Alle projecten van stap 2 „Subsidie bij extern advies“ moesten een grensoverschrijdend aspect omvatten. Daarbij kon het gaan om het inschakelen van deskundigen uit Duitsland/Nederland, het uitbreiden van de export- en ontwikkelingsactiviteiten richting Duitsland/Nederland of om de acquisitie van medewerkers uit het buurland. Het ging in zoverre niet om de dwingend voorgeschreven samenwerking met Duitsland/Nederland, maar om de grensoverschrijdende aspecten bij de uitvoering van het project en het actief bezig zijn met samenwerkingsmogelijkheden in het buurland. In veel gevallen kon men - bijvoorbeeld bij het zoeken naar partners - terugvallen op de ondersteuning door de partners. 3.6.2 Subsidie bij implementatie en commercialisatie (stap 3) Zoals ook bij de andere stappen van Inspire & Innovate het geval was, was ook het grensoverschrijdende aspect binnen de projecten voorwaarde voor financiële ondersteuning van een project. Bij stap 3 lag de focus van de grensoverschrijdende input van een project noodzakelijkerwijs vaak in het ontsluiten van de Duitse/Nederlandse markt voor de betreffende product- of marktinnovatie. Vaak was het zaak om zich bij het betreden van de markt aan de randvoorwaarden van de Duitse/Nederlandse markt aan te passen, de bestaande marketinginstrumenten in het Duits/Nederlands te vertalen en om tot een Duitse/Nederlandse verkoopsamenwerking te komen. 3.7 Clustertrajecten (stappen 4 en 5) Voorwaarde voor het verkrijgen van een financiële ondersteuning voor een haalbaarheidsonderzoek (stap 4) of een onderzoeks- of ontwikkelingstraject (stap 5) was grensoverschrijdende samenwerking. Uitgangspunt daarbij was dat een cluster, of consortium ten minste uit twee MKB’s moest bestaan, elk afkomstig uit Nederland en Duitsland. Clusters met meer dan twee bedrijven konden daarbij hogere punten scoren bij de evaluatie van de projecten. Bij de evaluatie van de projecten werd tevens op grensoverschrijdende activiteiten gescoord. Bijvoorbeeld het verbreden van de markt naar het buitenland, of het opzetten van een samenwerking met een kennisinstelling in het buitenland werd ook extra gewaardeerd. Het aspect samenwerking werd verder getoetst aan het criterium of partners bereid waren de ontwikkelde kennis (IP-rechten) met elkaar te delen en dit vast te leggen in een consortiumdocument. Het zoeken van MKB’ers over de grens werd bemoeilijkt doordat de databases van de projectpartners niet altijd goed ontsloten konden worden. 3.8 Samenvatting De grensoverschrijdende samenwerking bestond binnen het project niet alleen tussen bedrijven en kennisinstellingen, maar ook tussen de projectpartners en de leden van de adviescommissie en de stuurgroep. Deze drie teams bestonden uit zowel Nederlanders als Duitsers. Dit leverde in de communicatie geen noemenswaardige problemen op.
Eindrapportage Inspire & Innovate
23
Eindrapportage Inspire & Innovate
24
Bij de afstemming van de samenwerking tussen Zenit en Syntens bij de Adviestrajecten (stap 1) viel het op dat er een aantal verschillen zijn tussen de werkwijzen van de beide projectpartners, zoals in de aanpak en de organisatie van de adviesgesprekken en wat betreft de gebruikte instrumenten. Dit heeft te maken met de culturele verschillen tussen de twee landen. De werkwijze bij de individuele subsidietrajecten was identiek vanaf het moment dat de aanvraag werd ingediend. De bedrijven hadden een duidelijk beeld van de wensen en mogelijkheden. Het traject om te komen tot een aanvraag had in Duitsland gemiddeld meer begeleiding nodig. Hierbij is ook vanuit de Nederlandse partners ondersteuning verleend. Grensoverschrijdende samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en kennisinstellingen liepen zonder al te veel problemen. Het was daarentegen wel moeilijk om partners in het andere land te vinden. Databases van projectpartners waren niet altijd goed te ontsluiten.
Eindrapportage Inspire & Innovate
25
Eindrapportage Inspire & Innovate
26
4.
Acquisitie, publiciteit en intakegesprekken
Dit hoofdstuk bevat de uitvoering van de werkpakketten nummers 1 en 2. 4.1 Acquisitie In de uitvoering is er voor gekozen om de ondernemers, de subsidieadviseurs en andere belanghebbenden actief te benaderen en te informeren over de mogelijkheden binnen het project Inspire & Innovate. Het projectteam heeft hiertoe bijeenkomsten en adviescontactdagen georganiseerd. Daarnaast hebben leden van het projectteam deelgenomen aan beursen en zijn er presentaties gegeven bij (inter)nationale bijeenkomsten waarbij potentiële Inspire & Innovatie-deelnemers aanwezig waren. 4.1.1 Startbijeenkomsten In 2006 zijn er drie startbijeenkomsten georganiseerd. Op 3 april vond de bijeenkomst in Wageningen (als centrum van de foodsector in Nederland) plaats. In overleg met Euregio Rijn-Waal is ervoor gekozen om twee startbijeenkomsten te houden: op 10 mei in Kleve en op 1 juni in Osnabrück. Deze plaatsen zijn goed te bereiken voor potentiële deelnemers en op deze manier kon het gehele programmagebied in Duitsland worden bestreken. In totaal hebben er 208 ondernemers en intermediairs aan (een van) deze bijeenkomsten deelgenomen. Tijdens de startbijeenkomsten kon het MKB kennis nemen van hoe het stimuleringsprogramma Inspire & Innovate in elkaar zat. Bijeenkomst Wageningen De officiële start van het Inspire & Innovate-programma werd gegeven door René van Diessen (gedeputeerde Economische Zaken, provincie Gelderland), waarna Remco Hoogendijk (Oost NV) een introductie verzorgde voor het project Inspire & Innovate. Wim Jongen van Business Generator Wageningen-UR vertelde over succesvolle kennisoverdracht vanuit het Wageningse onderzoek naar het MKB. Arno Rückelshausen van de Fachhochschule Osnabrück liet vervolgens zien hoe in Duitsland innovaties vanuit de universiteit naar het MKB kunnen verlopen. Bijeenkomst Kleef Op 10 mei 2006 vond in het Euregio-forum in Kleve de startbijeenkomst plaats voor de Euregio Rijn-Waal en Gronau. Doel van deze bijeenkomst was om met name bedrijven en multiplicatoren uit Nordrhein-Westfalen aan te spreken. Met 63 deelnemers - waarvan 23 bedrijven - was de ruimte van het Euregio-forum goed gevuld. Naast geïnteresseerde bedrijven was ook een groot aantal multiplicatoren zoals vertegenwoordigers van de Wirtschaftsförderung, (Duitse) Kamers van Koophandel, ondernemingsadviseurs etc. aanwezig om informatie in te winnen over de kansen en mogelijkheden van het programma Inspire & Innovate. De bijeenkomst werd geopend door mevrouw dr. Kamme van het Duitse Ministerium für Innovation, Wissenschaft, Forschung und Technologie van de deelstaat Nordrhein-Westfalen. Naast informatie vanuit diverse perspectieven van het programma vertelde de heer Norbert Reichl van Food Processing Initiative aan de hand van het voorbeeld van de "convenience producten" over de mogelijkheden van transnationale clustersamenwerkingen. Daarnaast werd aan de hand van best-practice voorbeelden verteld over succesvolle grensoverschrijdende netwerken in Nordrhein-Westfalen die men reeds had opgezet.
Eindrapportage Inspire & Innovate
27
Eindrapportage Inspire & Innovate
28
Tot slot maakte Toon van Asseldonk, directeur van Oost NV, de deelnemers attent op het belang van het samenbrengen van de diverse specialismen die er zijn binnen het MKB en diverse kennisinstellingen. Tijdens deze bijeenkomst kon dan ook een begin worden gemaakt met de eerste aanvraag van Duitse zijde, van ARTEBENE GmbH uit Lüdinghausen. Bijeenkomst Osnabrück Op 1 juni 2006 vond de startbijeenkomst in Osnabrück in het WABE-Zentrum / Klaus BahlsenHaus plaats. Er waren 600 ondernemers en geïnteresseerden uit het noordoostelijke deel van de Euregio Rijn-Waal en Euregion (in het bijzonder ook uit Niedersachsen) uitgenodigd. De bijeenkomst telde 35 deelnemers, waarvan 12 ondernemers. De heer Reinhold Kassing (Erste Kreisrat des Landkreises Osnabrück) wees er in zijn toespraak op dat Inspire & Innovate goed past binnen de regionale ontwikkeling voor MKB’ers. Het belang van het project voor FHO werd door Peter Seifert (Vizepräsident für Forschung und Technologietransfer an der Fachhochschule Osnabrück) toegelicht. Het WABE-Zentrum/Klaus Bahlen-Haus met de diverse activiteiten en onderzoeksprojecten werden door Dieter Trautz (FH Osnabrück, Fakultät Agrarwissenschaften und Landschaftsarchitektur) gepresenteerd. Jos Balendonck (WUR) en Arno Ruckelshausen (FHO) hebben enkele sprekende innovatieve voorbeelden gepresenteerd. De vijf stappen van Inspire & Innovate met de bijbehorende voorwaarden werden door Werner Pfeifenroth (Zenit) uitgelegd. 4.1.2 Acquisitieactiviteiten individuele trajecten (stappen 2 en 3) In het projectplan was de mogelijkheid opgenomen om een call center in te schakelen. In Nederland was dit niet nodig, omdat er na de startbijeenkomst al voldoende interesse voor het project was. Na overleg is besloten om ook in Duitsland geen call center in te schakelen. Hieronder leest u welke acquisitieactiviteiten er wel zijn uitgevoerd. Nederland Mailing aan circa 2.500 Nederlandse ondernemers en subsidieadviseurs, voorafgaand aan bijeenkomst op 3 april 2006. Beursdeelname aan Nederlands-Duitse ondernemerscongres op 29 augustus 2006 in Roermond. Presentaties tijdens 2 bijeenkomsten van de Nederlands-Duitse Businessclub in Kleve door Oost NV (2006) en Zenit (2007). Contact gelegd en onderhouden met Kompetenz-Netwerk NL/NRW. Presentatie tijdens een bijeenkomst bij de Sparkasse in Kleve. Presentaties bij diverse subsidieadviesbureaus. Duitsland Na de startbijeenkomsten werden er aan Duitse zijde nog drie andere bijeenkomsten georganiseerd: op 9 januari 2007 bij de GfW in Duisburg; op 14 februari 2007 bij de HWK in Münster; op 19 juni 2007 bij de EAW in Wesel. De bijeenkomsten waren met 30 tot 50 deelnemers goed bezocht. Men heeft veel bedrijven in de deelregio’s kunnen bereiken. Gedurende de gehele looptijd van het project werd aan multiplicatoren, zoals ontwikkelingsmaatschappijen in de regio’s, de mogelijkheid geboden om in het kader van Inspire & Innovate bijeenkomsten te organiseren en Inspire & Innovatepresentaties in andere bijeenkomsten te integreren. De vraag naar dergelijke bijeenkomsten was regionaal echter zeer verschillend.
Eindrapportage Inspire & Innovate
29
www. inspireandinnovate
.nl
http://www.inspireandinnovate.nl/
www. inspireandinnovate
.de Eindrapportage Inspire & Innovate
30
Telkens weer werd van de kant van de multiplicatoren erop gewezen dat Inspire & Innovate met andere stimuleringsprogramma’s moest concurreren en dat er sprake was van een overaanbod van bijeenkomsten in het kader van dergelijke programma’s. Om ondernemers doelgericht en effectief te kunnen aanspreken, is in het verleden het instrument ‘adviescontactdagen’ ontwikkeld. Samen met multiplicatoren ter plaatse zijn er contactdagen aangeboden, waarbij ervaren adviseurs bedrijven op een afgesproken tijdstip ter beschikking stonden op locaties van de ‘Wirtschaftsförderungen’. Om een en ander effectief te kunnen organiseren, hebben de Wirtschaftsförderer gericht geworven voor deze adviescontactdagen en bedrijven een tijdschema voorgelegd, waarbij ze in een (persoonlijk) intakegesprek hun projectideeën konden bespreken met adviseurs. In totaal hebben drie Wirtschaftsförderungs-organisaties gebruikgemaakt van dit instrument. De volgende adviescontactdagen werden georganiseerd: Wirtschaftsförderung Kreis Coesfeld: 2 adviescontactdagen; Wirtschaftsförderung Kreis Osnabrück: 1 adviescontactdag; Wirtschaftsförderung Kreis Kleve: 5 adviescontactdagen. Ook hier werd regionaal gezien duidelijk verschillend gebruikgemaakt van het aanbod aan de Wirtschaftsförderungen in de Euregio-gebieden Rijn-Waal en Gronau. 4.1.3 Acquisitie clusteringstrajecten (stappen 4 en 5) Tijdens de startbijeenkomst in Wageningen en Osnabrück vond naast het informatieve gedeelte een workshop plaats met als doel ideeën te genereren voor nieuwe clustertrajecten (stappen 4 en 5). Hoe dit was georganiseerd en welke resultaten dit heeft opgeleverd leest u in hoofdstuk 7. 4.2 Publiciteit In het projectplan zijn de volgende communicatiemiddelen opgenomen: website; brochure; persberichten, advertorials en advertenties; free publicity; eindbijeenkomst. Hierbij werd tijdens het project bepaald welke middelen voor welk doel ingezet moesten worden. Door het succes in Nederland naar aanleiding van de eerste pr-acties, werd het zwaartepunt van de pr-acties verlegd naar Duitsland. De geplande inzet van een callcenter in Nederland voor de koude acquisitie bleek niet noodzakelijk. Daarnaast bleek het naast de brochures ook handig een flyer te ontwikkelen. Deze was beter geschikt voor de diverse bijeenkomsten en workshops. Bovendien was er veel vraag naar als eerste informatiebron via internet. 4.2.1 Website In april 2006 gingen er twee websites de lucht in: www.inspireandinnovate.nl en www.inspireandinnovate.de (dezelfde inhoud, de een in het Nederlands, de ander in het Duits). De websites hadden tot doel ondernemers, subsidieadviseurs en andere geïnteresseerden te voorzien van informatie over het project. Indien men dat wenste, kon men een formulier invullen voor meer informatie, schriftelijk of persoonlijk. Ook werd op de websites een aantal voorbeelden gegeven van succesvolle Inspire & Innovate-projecten. Op deze sites zijn er onder andere links geplaatst naar de volgende organisaties: KompetenzNetwerk NL/NRW, Innovatienet, Subsidieshop, Euregio Rijn-Waal en Euregion, Food Valley, ArgriHolland, New Triangle en het SPAS-project.
Eindrapportage Inspire & Innovate
31
Eindrapportage Inspire & Innovate
32
Alle partners in het project hebben op hun websites een link geplaatst naar de website www.inspireandinnovate.de of www.inspireandinnovate.nl. Ook hebben zij vaak inhoudelijke informatie over het project op hun site geplaatst. Daarnaast is er een aantal netwerkorganisaties dat grensoverschrijdende samenwerking als speerpunt heeft, zoals Kompetenz-Netwerk NL/NRW, Food Processing Initiative, GIQS en de Nederlands-Duitse Businessclub Kleve. Ook zij hebben een link geplaatst en informatie verstrekt. Een aantal deelnemers aan (voorlopers van) het Inspire & Innovate-project hebben het project genoemd op hun site: Orient Plaza, Stextile en Pireco®. Informatie over het project was tevens te vinden op de sites van de meeste subsidieadviesbureaus uit Nederland zoals Hezelburcht Consultancy en Gibo Groep. Andere organisaties of gemeenten die een link en/of informatie op hun site hadden geplaatst waren bijvoorbeeld de universiteit van Münster, Kreis Wesel, Bocholt en Schermbeck. 4.2.2 Brochure, flyers, posters Bij de start van Inspire & Innovate is er een Nederlandstalige en een Duitstalige brochure ontworpen en gedrukt (zie bijlage 4). Deze brochure is gedurende het project verstrekt aan ondernemers, subsidieadviesbureaus, provincies, Kamer van Koophandel, gemeenten en aan andere geïnteresseerden. Naast een brochure is er een flyer gemaakt met daarop in het kort algemene informatie van het project. Deze flyer is zowel in het Nederlands als in het Duits verschenen. Na ongeveer een jaar is er een extra flyer gedrukt, die uitgebreide informatie gaf over de stappen 4 en 5. De flyer was bedoeld voor Nederlandse en Duitse bedrijven die samen wilden werken. Tijdens intakegesprekken bleek dat in de praktijk de voertaal van deze partijen Engels was. Daarom is gekozen voor een Engelstalige flyer. De flyers zijn opgenomen in bijlage 5. Ten behoeve van diverse promotieactiviteiten zijn er posters en banners van het project gemaakt. Hiervoor zijn foto’s gemaakt van afgeronde projecten. 4.2.3 Inspire & Innnovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer... Eind mei 2008 verscheen Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer…. In dit boek zijn de namen van alle deelnemers aan de stap 1-adviestrajecten opgenomen. Van alle stappen 2 tot en met 5 projecten is een inhoudelijke omschrijving opgenomen (zie bijlage 2). 4.2.4 Persberichten en nieuwsbrieven Gedurende het project zijn er acht persberichten verstuurd naar Nederlandse en Duitse media. Deze berichten hebben geleid tot aandacht van diverse Nederlandse en Duitse media, zoals kranten, radio en internet (zie bijlage 6). Daarnaast heeft Oost NV vijf nieuwsbrieven verstuurd in de periode november 2007 – mei 2008. Deze hadden tot doel om de deelnemers, partners, subsidieadviseurs en andere belangstellenden te informeren over de stand van zaken met betrekking tot het project, hen op de hoogte te brengen van de successen van het project en om informatie te verstrekken over andere projecten, de eindbijeenkomst etc. Voorbeelden van nieuwsbrieven zijn opgenomen in de bijlage 7.
Eindrapportage Inspire & Innovate
33
Eindrapportage Inspire & Innovate
34
Nadat de eerste projectresultaten in Nordrhein-Westfalen beschikbaar waren, sprak Zenit vanaf mei 2007 vertegenwoordigers van de pers doelgericht aan, om de projectresultaten in de lokale gedrukte media te presenteren. Daarbij werden bedrijven die succesvol een aanvraag hadden ingediend, in hun bedrijf geïnterviewd zoals: Artebene GmbH, Lüdinghausen (10 mei 2007); ISIS IC GmbH, Wesel (30 mei 2007); Vivotec GmbH, Kalkar (19 februari 2008). Een geheel andere vorm van gebruikmaken van de media in het kader van pr-activiteiten was een interview dat op 21 januari 2007 werd uitgezonden tijdens het programma 'Wirtschaftsförderungsradio' van Antenne Niederrhein. Tijdens dit programma werden door middel van een gestructureerd interview inhoud en mogelijkheden van Inspire & Innovate voor een breed publiek via de radio toegelicht. 4.2.5 Publicaties in de media Gedurende de looptijd van het project zijn er in de media 25 publicaties geweest. Een overzicht hiervan vindt u in de bijlage 8. 4.2.6 Eindbijeenkomsten Het project is afgesloten met twee eindbijeenkomsten, één in Wageningen en één in Kleve. Beide bijeenkomsten werden op een originele manier muzikaal omlijst door de Firma Weijland. Zij heette de deelnemers welkom en leidde de sprekers in met een jingle en sloten de bijeenkomst af. Wageningen, 29 mei 2008 Tijdens het evenement in Wageningen overhandigde Marijke van Haaren, gedeputeerde Economische zaken Provincie Gelderland, aan deelnemer Wim van Garderen van Pireco® uit Ede het eerste exemplaar van het boek ‘Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer…’. De boodschap van Marijke van Haaren was dat met de ervaring vanuit Inspire & Innovate een goede basis werd gelegd waarop de komende jaren kan worden doorgebouwd. Drie Inspire & Innovate-deelnemers, te weten: Will Bongaerts (PartnerPlus), Wim van Garderen (Pireco®) en Gert-Jan Raatgever (Turnpack) werden geïnterviewd over hun ervaringen binnen het project. Andreas Kochs van Euregio Rijn-Waal noemde het project een goed voorbeeld van samenwerking tussen Nederlandse en Duitse bedrijven met een duidelijk aantoonbaar economische spinn-off. Wagenings ondernemer van het jaar 2007 en directeur van het hotel en congrescentrum WICC in Wageningen Jaap Venendaal vertelde over zijn ervaringen als self-made ondernemer. Tot slot liet René Koster, directeur van het Restaurant van de Toekomst, de bezoekers een kijkje nemen in de keuken van Restaurant van de Toekomst. Kleve, 2 juni 2008 De bijeenkomst in Kleve werd geopend door Werner Pfeifenroth van Zenit. Hij lichtte de deelnemers in over de resultaten van het Inspire & Innovate-project. Daarna nam Sjaak Kamps van Euregio Rijn-Waal het stokje over. De goede samenwerking tussen Euregio RijnWaal en Oost NV heeft tot vele succesvolle initiatieven tussen Nederlandse en Duitse ondernemers geleid. Ook tijdens deze bijeenkomst werden Inspire & Innovate-deelnemers ® geïnterviewd: de heer Usenos (ISIS-IC GmbH), de heer Van Garderen (Pireco ), de heer Stiens (raiffeisen.com) en de heer Heimann (Heimann Fahrzeugbau).
Eindrapportage Inspire & Innovate
35
Eindrapportage Inspire & Innovate
36
De bijeenkomst werd afgesloten door Freddy Heinzel, de voorzitter van de Nederlands-Duitse Businessclub in Kleve. De businessclub is betrokken geweest bij de uitvoering van het project en was ook een belangrijke partner. Ze willen ook nadrukkelijk betrokken worden bij toekomstige initiatieven op dit gebied. Voorafgaand aan tijdens en na afloop van de bijeenkomst konden de deelnemers een aantal Inspire & Innovate-innovaties van dichtbij bekijken. Zo werden onder andere de kleine vrachtwagen van Heimann Fahrzeugbau, waarbij men de aanhanger tot op de grond kan laten zakken, de personenteller van ISIS-IC GmbH en de bekers van Turnpack tentoongesteld. Aansluitend was er de mogelijkheid om deel te nemen aan de bijeenkomst van de Nederlands-Duitse Businessclub. De deelnemers van beide bijeenkomsten gingen enthousiast naar huis toe, in het bezit van het boekje Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer … en een Europese vlag. De bijeenkomsten werden minder druk bezocht dan gehoopt. Concurrentie van andere bijeenkomsten en het feit dat er geen informatie werd verstrekt over nieuwe financieringsinstrumenten waren waarschijnlijk hiervan de oorzaak. 4.2.7 Overige pr-activiteiten Mailingacties Gedurende de looptijd van het project werden diverse mailingacties gestart, waarbij bedrijven in de gehele regio of in deelregio's doelgericht geattendeerd werden op de mogelijkheden en kansen van het programma Inspire & Innovate. Dit gebeurde centraal vanuit Oost NV en Zenit. Ook werd er aan derden informatiemateriaal voor eigen mailingacties ter beschikking gesteld. Presentaties Ter promotie van het project zijn er in 2006 en 2007 diverse presentaties door medewerkers van Zenit en Oost NV gehouden. Zo vonden er twee presentaties plaats tijdens bijeenkomsten van de Nederlands-Duitse Businessclub Kleve plaats en een presentatie bij de Sparkasse in Kleve. In 2007 zijn er presentaties geweest tijdens de bijeenkomst “Interreg for You” bij de Euregio Rijn-Waal in Kleve en tijdens het symposium “Euregionale samenwerking”. Een bijzondere presentatie van een van de Inspire & Innovate clusterprojecten vond plaats op 30 juli 2007 in het Euregioforum in Kleve. Het Duits-Nederlandse regionale samenwerkingsproject ‘Duits-Nederlandse hennepketen voor textielproductie’ was één van de winnaars in het Duitse initiatief ‘Deutschland, Land der Ideen’. Dit initiatief heeft tot doel de Duitse industrie in binnen- en buitenland te presenteren als innovatief, productief en toekomstgericht. Op deze dag werden de resultaten van het project gepresenteerd. Vele bezoekers waren getuige van een modeshow waar sportieve en modieuze kleding uit hennep werd getoond. Daarnaast werden ook de andere mogelijkheden die de hennepplant biedt belicht. Kompetenz-Netwerk NL/NRW De projecten waren vanaf de aanvang van het project op elkaar aangesloten, via mail en internet. Gedurende de looptijd van het project heeft de projectleider Tom Cornelissen twee maal overleg gehad met mevrouw Bongert van Kompetenz-Netwerk NL/NRW. Daarnaast is er twee keer een gezamenlijke beurspresentatie geweest, één in Roermond in 2006 en één in Düsseldorf in 2008.
Eindrapportage Inspire & Innovate
37
VAN
Pril tot
RIJP
markt
Eindrapportage Inspire & Innovate
38
4.3 Intakegesprekken Bij de intake van belangstellenden werd een onderscheid gemaakt tussen individuele trajecten voor ondernemers (stap 1, 2 en 3) en aanvragen van clusters van bedrijven (stap 4 en 5). 4.3.1 Werkwijze individuele subsidietrajecten Syntens en Oost NV voerden de gesprekken met de geïnteresseerde, individuele ondernemers in Nederland, in Duitsland lag deze taak bij Zenit. De gesprekken vonden grotendeels bij de bedrijven zelf plaats, enerzijds om een vertrouwelijke atmosfeer te scheppen, anderzijds om een eerste indruk te krijgen van de innovatieve mogelijkheden van het betreffende bedrijf. In de gesprekken werd de innovatieproblematiek van de ondernemer in kaart gebracht. De individuele ondernemers konden ondersteund worden met drie van de vijf stappen binnen het project. Stap 1: Inhoudelijke ondersteuning door Syntens en Zenit (kosteloos voor de ondernemer); Stap 2: Subsidie op externe advieskosten (50% tot maximaal € 20.000); Stap 3: Subsidie op implementatie- en commercialiseringskosten (30% tot maximaal € 20.000). Hoewel deelname aan de verschillende stappen niet volgens deze volgorde hoefde te worden uitgevoerd, bleek dit in Duitsland wel het meest gebruikelijk en werkbaar. Het uitgangspunt bij de gesprekken was het vergroten van de kansen op doorstroming van bedrijven door de opeenvolgende stappen van het project. In Nederland werden vanaf de startdatum van het project trajecten begeleid binnen alle drie de stappen. Deze projecten bevonden zich in verschillende fasen, van heel pril tot marktrijp. Afhankelijk van de behoefte van de ondernemer maakte deze de keuze welke stap(pen) hij wilde doorlopen. In Duitsland zijn, zoals in de vorige paragraaf beschreven, de intakegesprekken gevoerd tijdens de adviescontactdagen. Deze vorm van advies maakt het de ondernemer mogelijk om een vertrouwelijk gesprek te voeren met de adviseur, zonder dat concurrerende bedrijven attent worden gemaakt op zijn projectideeën. Deze vertrouwelijke manier van gesprekken voeren met bedrijven is in het kader van Inspire & Innovate effectief gebleken De intakegesprekken met in Nederland gevestigde ondernemers zijn door Syntens en Oost NV uitgevoerd. De gesprekken die Syntens voerde waren vooral gericht op het werven van deelnemers voor stap 1. Oost NV voerde intakegesprekken die meer waren gericht op het werven van deelnemers aan de stappen 2 en 3 (de individuele subsidiefaciliteiten). Bovendien werd ook gekeken naar de mogelijkheid van clustervorming. De gesprekken varieerden van oriënterend tot al heel concreet. In een aantal gevallen was er een subsidieadviseur bij. Er waren ondernemers bij die baat hadden bij advisering door Syntens en er waren ondernemers die al heel duidelijk wisten wat zij gingen doen. Een tweede gesprek behoorde tot de mogelijkheden. Dit kon ook enige tijd later zijn, zodat de ondernemer eerst de tijd had om uit te zoeken welke richting hij op wilde, al dan niet met behulp van Syntens, of vrij snel volgend op het eerste gesprek. De ondernemer stond in deze fase centraal, Oost NV speelde in op zijn wensen en verzoeken.
Eindrapportage Inspire & Innovate
39
intake gesprekken
Eindrapportage Inspire & Innovate
40
4.3.2 Intake clusteringstrajecten De intake voor de clustereringstrajecten werd verzorgd door WUR en FHO. In de uitvoering is er voor gekozen om de bedrijven aan het begin van het project actief te benaderen en te informeren over de mogelijkheden binnen het project Inspire & Innovate. Hiertoe zijn tijdens de opstartbijeenkomsten workshops georganiseerd. Tijdens deze workshops zijn bedrijven uitgenodigd om ideeën aan te dragen voor projecten en om, ondersteund door het I&I projectteam, voorstellen ter subsidiëring uit te werken. De bijeenkomsten leverden veel ideeën op, maar ze hebben heel beperkt tot concrete clustertrajecten geleid. Meteen na de startbijeenkomst in Wageningen zijn er al gesprekken en workshops met innovatieve Nederlandse en Duitse ondernemers in de food en life sciences-sector gehouden. Als ingang voor de intakegesprekken werd vervolgens in elk land één contactpersoon aangewezen: de coördinator voor WUR (Nederland) en FHO (Duitsland). Dit contact kon gelegd worden op initiatief van de ondernemers zelf, of door doorverwijzing via andere Inspire & Innovate-partners uit stappen 1, 2 en 3. WUR en FHO hebben daarna actief (in workshops met clusters, individuele adviesgesprekken en via telefoon en e-mail) de bedrijven ondersteund om de kwaliteit en de haalbaarheid van de voorstellen te optimaliseren en om partners voor de clusters te zoeken evenals de juiste kennisinstelling voor het uitvoeren van het onderzoek. In de praktijk bleek echter dat het MKB ook contact opnam nadat al eerder een contact gelegd was met een onderzoeker van een kennisinstelling. De voorstellen werden vervolgens per tender voorgelegd aan een onafhankelijke adviescommissie en beoordeeld op: de mate van innovatie voor markt, technologie en organisatie; de grootte van het cluster en de mate waarin de ontwikkelde kennis binnen het consortium gedeeld zou worden; de potentie van het voorstel voor werkgelegenheidsgroei in de regio. De voorstellen werden per tender op kwaliteit gerangschikt en binnen de financiële ruimte per tender zijn vervolgens de beste voorstellen ter subsidiëring aan het Dagelijks Bestuur van de Euregio Rijn-Waal voorgedragen. Voor diverse bedrijven – met name in Duitsland – vormden de bijeenkomsten de aanleiding om contact op te nemen met de hogescholen. Vooral kleine bedrijven hadden tot op dat moment nog geen contact met hogescholen en beschouwden dit eerste contact als positief. 4.3.3 Resultaten In het projectplan is voorzien dat er 200 intakegesprekken gevoerd zouden worden, ongeveer 100 in Nederland en 100 in Duitsland. Het voeren van de intakegesprekken door Oost NV, Syntens en Zenit was bedoeld voor alle stappen 1 tot en met 5. In Nederland werden gedurende het project uiteindelijk 280 intakegesprekken gevoerd, bijna drie keer zoveel als er gepland waren. In Duitsland werden van medio 2006 tot begin 2008 in totaal meer dan 110 gesprekken gevoerd met ondernemers. Hierbij moet worden opgemerkt dat - in tegenstelling tot Nederland - een dergelijk instrument in Nordrhein-Westfalen niet centraal ter beschikking werd gesteld in het kader van innovatieadvies voor het MKB.
Eindrapportage Inspire & Innovate
41
Eindrapportage Inspire & Innovate
42
Dat betekende dat men in het kader van Inspire & Innovate volkomen nieuwe wegen moest bewandelen. In die zin kon het bereiken van meer dan 110 bedrijven in de regio als een groot succes worden beschouwd. Het grootste aantal intakegesprekken is gevoerd ten behoeve van de stappen 1, 2 en 3. Ten behoeve van de stappen 4 en 5 (de clustertrajecten) zijn uiteindelijk 20 contacten naar WUR en FHO doorverwezen. Omdat dit aanbod te klein was om het aantal beoogde clusters te genereren zijn door WUR en FHO nog eens 21 intakegesprekken gevoerd. Daarmee kwam het totaal aantal potentiële cluster op 41 stuks. 4.4 Samenvatting Acquisitie en publiciteit Ten behoeve van de acquisitie van het Inspire & Innovate-project zijn er diverse prinstrumenten gedurende de looptijd van het project ingezet die ervoor zorgde dat het project op diverse manieren en op diverse plaatsen in de schijnwerpers werd gezet: 8 bijeenkomsten, een mailing aan 2.500 ondernemers en subsidieadviseurs, beursdeelnames, presentaties tijdens bijeenkomsten in Nederland en Duitsland en adviescontactdagen. Daarnaast zijn er twee websites in het leven geroepen, links naar deze sites zijn geplaatst op sites van partners, deelnemers en derden. Er is zijn brochures en twee verschillende flyers gedrukt. Er zijn 8 persberichten verstuurd die hebben geleid tot zeker 25 publicaties in de media. Er is contact gelegd met projectleiders van andere (grensoverschrijdende) projecten. Tot slot is het boekje Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer… gepubliceerd. De startbijeenkomsten waren een succesvolle basis voor het contact met de ondernemers. Direct na de eerst bijeenkomst kwamen de aanvragen binnen. Binnen enkele maanden waren er al meer aanvragen ontvangen dan er budget was. Dit maakte de inzet van een callcenter overbodig. Intakegesprekken Het vooraf gestelde aantal intakegesprekken voor de individuele trajecten is zowel in Duitsland als in Nederland ruimschoots behaald. De manier van het voeren van intakegesprekken was verschillend: in Duitsland werden de gesprekken gevoerd tijdens de adviescontactdagen en was de insteek dat de bedrijven eerst stap 1 uitvoerde, dan stap 2 etc. In Nederland was de keus voor de stap afhankelijk van de behoefte van de ondernemer. In een enkel geval werd een ondernemer vanuit een intakegesprek voor een clusteringtraject doorverwezen naar een individueel traject. Wat betreft de clusteringstrajecten waren voor de intakegesprekken twee start-up workshops georganiseerd, één in Wageningen tijdens de startbijeenkomst en één in Osnabrück, eveneens tijdens de startbijeenkomst aldaar. De vele ideeën leverden een beperkt aantal concrete clustertrajecten op. Een enkele keer werd een ondernemer vanuit een individueel traject doorverwezen naar een intakegesprek voor een clusteringstraject. Voor diverse bedrijven – met name in Duitsland – vormden de bijeenkomsten de aanleiding om contact op te nemen met de hogescholen. Vooral kleine bedrijven hadden tot op dat moment nog geen contact met hogescholen en beschouwden dit eerste contact als positief.
Eindrapportage Inspire & Innovate
43
Weinkontor Kraul verbindt het traditionele aanbod van een wijnhandelaar met nieuwe concepten. Om het aanwezige marktpotentieel beter te kunnen benutten, moesten er ideeën worden ontwikkeld waarmee men klanten aan beide kanten van de grens doelgericht attent zou kunnen maken op de producten van Weinkontor Kraul. Daarnaast moest men kijken of het mogelijk was om speciale, op wijn gebaseerde producten te ontwikkelen voor Nederland. Samen met het ondernemersechtpaar en een adviseur die zich in Duits/Nederlandse marketing vraagstukken heeft gespecialiseerd is een plan van aanpak ontwikkeld met doelgerichte innovatiemogelijkheden op het gebied van marktbenadering, productontwikkeling en interne organisatievraagstukken.
Eindrapportage Inspire & Innovate
44
5.
Advisering (stap 1)
In dit hoofdstuk worden de resultaten van werkpakket nummer 3 beschreven. Het doel van stap 1 binnen het programma Inspire & Innovate was om midden- en kleinbedrijven bij het identificeren en formuleren van innovaties te ondersteunen. Stap 1 richtte zich op het vroege stadium van innovatieve projecten en was qua toepassing flexibel aan te passen aan de behoeften van de betreffende bedrijven. In het projectplan ‘Inspire & Innovate innovation & SME-support project in Euregion and Euregion-Rhine Waal’, is aangegeven dat er in Nederland gedurende de looptijd van het project 62 innovatieadviestrajecten worden afrond en in Duitsland 63 trajecten. Hoewel in Nederland en in Duitsland een verschillende werkwijze werd gehanteerd is er tussen beide organisaties veelvuldig overleg geweest om de werkwijzen en resultaten op elkaar te laten lijken, binnen de eigen mogelijkheden van de organisaties. (Zie ook hoofdstuk: Grensoverschrijdende samenwerking.) 5.1 Werkwijze Duitsland In aansluiting op de activiteiten van de informatieve fase werden in Duitsland bedrijven doelgericht aangesproken op de mogelijke ondersteuning bij het genereren van innovatieve projectideeën. Dit gebeurde ofwel door middel van het rechtstreeks aanspreken van de betreffende bedrijven ofwel - heel af en toe - als reactie op getoonde interesse van de kant van ondernemingen uit de regio. Het was belangrijk dat er van te voren niet bepaalde instrumenten waren vastgelegd, maar dat de mogelijkheid bestond om bij de keuze van de instrumenten op de individuele behoeften van de bedrijven in te gaan en telkens bij het vertrekpunt van de afzonderlijke bedrijven te starten. In het kader van de adviesgesprekken werd gebruikgemaakt van de meest diverse instrumenten, bijvoorbeeld: workshops voor individuele bedrijven; innovatie-roadmapping; het zoeken van partners in Nederland en Duitsland; ondersteuning bij onderzoek; doelgerichte bemiddeling van technologietransferpartners van hoge scholen. Basisdoel van Inspire & Innovate op bedrijvenniveau was om al in de fase van het genereren van een innovatie de focus van de deelnemende bedrijven op de markt 'Nederland' te richten. Dit gebeurde enerzijds door middel van een duidelijke focus van de innovatieprojecten op het „afnemerland Nederland“, anderzijds door middel van het zoeken en samenbrengen van mogelijke projectpartners in Nederland als „coöperatieland“. 5.2 Werkwijze Nederland Aan ondernemers in Nederland werden adviestrajecten aangeboden die zijn gebaseerd op het brede ondersteuningsinstrumentarium dat onder andere eerder succesvol is toegepast in het programma Marktgericht Innoveren voor de Provincie Gelderland. De advisering gaat verder dan specifieke interventies op het gebied van samenwerking, ict of productontwikkeling. De vraaggerichte aanpak heeft betrekking op technologische mogelijkheden, mogelijkheden van de onderneming en vraag vanuit de markt.
Eindrapportage Inspire & Innovate
45
SYNTENS SYNTENS ADVIES ADVIES kringen
informatie triatlon inn. tafel
algemeen advies
specialistisch advies
TECHNOLOGIE TECHNOLOGIE
ORGANISATIE ORGANISATIE
MARKT MARKT
databank/octrooi analyse
organisatie analyse
markt/klant analyse
herontwerp
organisatie ontwikkeling
marktonderzoek
technische ontwikkeling
cluster ontwikkeling
markt ontwikkeling
ICT
product/dienst ontwikkeling
vermarkten
Verdeling naar sector stap 1
Life Sciences 7% Services 17% Non-food 51% Food 25%
Verdeling naar innovatietype stap 1
Organisation & Processes 24%
Market & Marketing 25%
Eindrapportage Inspire & Innovate
Technology & ICT 51%
46
De inzet werkt via het zogenaamde LEGO-principe, waarbij de ondernemer de door hem gewenste bouwstenen naar believen kan inzetten. In hiernaast weergegeven figuur is deze aanpak symbolisch weergegeven. Het LEGO-concept geeft de advisering een grote mate van flexibiliteit. Vanuit de vraag van de ondernemer kunnen willekeurige adviesblokjes worden gecombineerd tot een gewenste trajectaanpak. Deze opzet zorgt voor een breed scala aan ondersteuningsmogelijkheden voor ondernemers die willen en kunnen innoveren. In het kader van het eerste advies werden door de adviseur een of meerdere gesprekken met geïnteresseerde ondernemers gevoerd. Op basis van die gesprekken werd door de adviseur voor het bedrijf een analyse van de vraagstelling opgesteld, waarin de actuele situatie en doelstellingen accuraat werden beschreven. Die analyse werd voorzien van een diagnose ten aanzien van de kansen en bedreigingen, sterktes en zwaktes van het bedrijf en de beoogde innovatie. Dit advies werd schriftelijk opgesteld en aan de ondernemer ter hand gesteld, op basis waarvan óf een vervolgactie (bijvoorbeeld doorgeleiding naar stap 2 van het project) plaatsvond, dan wel de ondernemer besloot om een en ander verder vervolg te geven. Het resultaat van stap 1-gesprekken is tweeledig: 1. Inzicht: Vaak blijkt dat het vraagstuk of probleem bij innovatie – zoals door de ondernemer waargenomen – een dieperliggende oorzaak kent. Bovendien wordt het – in het algemeen – op korte termijn gerichte perspectief van de ondernemer uitgebreid met een perspectief op de middellange tot lange termijn. Het is aan de adviseur om de ondernemer dat inzicht te verschaffen. 2. Planning: Om tot daadwerkelijke innovatie te komen is planning van de te nemen stappen noodzakelijk. Door een goede planning kunnen innovaties eerder, beter en sneller tot stand worden gebracht. Overigens, meestal is het bedrijf niet in staat alle noodzakelijke stappen zelfstandig uit te voeren, waarvoor in het project vervolgstappen waren voorzien (stap 2-traject). 5.3 Resultaten In totaal zijn er in het project 127 adviestrajecten uitgevoerd. Het adviestraject werd telkens aan de behoeften van de afzonderlijke bedrijven aangepast. De inhoud van de deze trajecten reikte van roadmapping-trajecten via bedrijvenworkshops tot aan het zoeken van partners. Een groot aantal eerste adviesgesprekken hebben aansluitend geleid tot aanvragen in het kader van stap 2 en/of stap 3 van Inspire & Innovate. In Duitsland zijn er 48, in Nederland zijn er 79 innovatieadviestrajecten afgerond binnen de Euregio Rijn-Waal en de Euregio Gronau. Het resultaat is weergegeven in de vorm van een aantal grafieken, dat hiernaast is weergegeven. 5.3.1 Verdeling naar sector Inspire & Innovate was toegankelijk voor bedrijven uit de sectoren food, non-food, services en life sciences. 5.3.2 Verdeling naar hoofdgroepen De verdeling in percentages naar de drie vastgestelde thema’s technologie, markt en organisatie is hiernaast weergegeven.
Eindrapportage Inspire & Innovate
47
Goed personeel is schaars en goed technisch personeel al helemaal. Met het oog op groei verdient de werving en het behoud van goed technisch personeel momenteel grote aandacht. Met dit gegeven ontwikkelde Harry van Heumen, oprichter van Intech Installatieburo B.V., een interessant concept. Hij wilde zijn eigen personeel, als visitekaartje van het bedrijf, zodanig ‘verpakken’ dat (ervaren) technische mensen zich aangetrokken voelen om ook bij het bedrijf te komen werken. Modeontwerpster Sandra Booltink van De Kleedkamer in Arnhem ontwierp bedrijfskleding met de gewenste uitstraling en adviseerde het bedrijf ook over de samenstelling van de totaaloutfit zoals merk, materiaal- en kleurbepaling.
Eindrapportage Inspire & Innovate
48
5.4 Samenvatting De werkwijzen in Nederland en Duitsland voor het Adviestraject (stap 1) verschilde van elkaar. In Duitsland was het van belang dat de keuze voor de instrumenten niet van tevoren vast stond, maar bepaald werd door de individuele behoefte van het bedrijf, terwijl in Nederland de adviestrajecten werden aangeboden, gebaseerd op het brede ondersteuningsinstrumentarium van Syntens, het Lego-principe; de ondernemers konden zelf kiezen welke bouwstenen ze wilden inzetten.
Eindrapportage Inspire & Innovate
49
Sinds tientallen jaren is Heimann Fahrzeugbau actief op het gebied van op maat gemaakte carrosserie en aanhangers voor vooral landbouwvoertuigen. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren een innovatief personenwagenaanhanger-concept ontwikkeld en op de markt gebracht, dat gebaseerd is op een aanhanger voor personenauto's en kleine vrachtwagens, waarbij men de aanhanger tot op de grond kan laten zakken. Vanuit deze ervaringen wil het bedrijf een kleine vrachtwagen tot maximaal 7,5 t ontwikkelen, waarvan men het transportgedeelte eveneens kan laten zakken tot op de grond. Daarmee kan ook worden geleverd aan klanten in binnensteden waar geen aanhangers kunnen of mogen komen. Men heeft het bedrijf stapsgewijs over de mogelijkheden van Inspire & Innovate geïnformeerd en bij het formuleren van de aanvraag ondersteund. Het bedrijf was succesvol bij het indienen van een aanvraag in het kader van stap II.
Taartgarneringen die niet meer krokant zijn nadat ze in de diepvries zijn bewaard. Een probleem waar Decora Food Products BV mee aanklopte bij Inspire & Innovate. Decora Food Products BV produceert en verkoopt bakkerijgrondstoffen en –producten en maakt onder andere ijspoeders en taartgarneringen. De garneringen worden gebruikt door (industriële) banketbakkers om zijranden van taarten te decoreren. Met behulp van de Inspire & Innovate-subsidie heeft Decora uiteindelijk een technisch specialist ingeschakeld om samen een coating te ontwikkelen die ervoor zorgt dat de garnering ook na bevriezing krokant blijft
Eindrapportage Inspire & Innovate
50
6.
Individuele trajecten (stappen 2 en 3)
In dit hoofdstuk komen de resultaten van de werkpakketten met nummers 4 en 5 aan bod. 6.1 Subsidie bij extern advies (stap 2) In het kader van stap 2 worden midden- en kleinbedrijven ondersteund bij de concretisering en realisering van innovatieve projectideeën. Doel van deze stap is innovatieve projectideeën te versnellen met behulp van externe adviseurs. Hierdoor kan het MKB specifieke problemen van ontbrekend personeel en financiële krapte het hoofd te bieden. Ten aanzien van de inhoud van de innovatieve ideeën waren er geen beperkingen. Die konden zowel betrekking hebben op de gebieden technologie als ook op organisatie en marketing. In dit traject konden bedrijven met 50% van de externe kosten (tot een maximum van € 20.000) worden ondersteund. 6.1.1 Werkwijze Aanvragen voor subsidie konden continu, tot uiterlijk 1 november 2007, worden ingediend. Op volgorde van binnenkomst zijn de projecten beoordeeld. De werkzaamheden bij dit onderdeel van het project bestonden uit het doen van intake, het bijhouden van een grosslist van belangstellenden, aanvraagbegeleiding en het maken van een inhoudelijke beoordeling van ieder project. Iedere projectaanvraag werd door zowel een Nederlandse als een Duitse projectpartner beoordeeld. Indien, in eerste instantie, geen overeenstemming bestond over de beoordeling werd aanvullende informatie verstrekt tot beide landen de aanvraag positief beoordeelden. Daarna vond een financieel-/juridische toets plaats. Zodra het dossier compleet was, werd dit aangeboden aan het Dagelijks Bestuur van de Euregio Rijn-Waal voor het afgeven van de beschikking. Nadat de beschikking door het bedrijf was ontvangen, hebben de projectpartners ook een nadrukkelijke rol gespeeld bij de monitoring van de individuele projecten en het ondersteunen van de aanvragers bij het doen van hun vaststelling. Hierdoor kon ook snel worden ingegrepen als een project door omstandigheden geen doorgang kon vinden. Op deze manier konden andere ondernemers profiteren van subsidie die hierdoor vrij kwam. De eindrapportage van ieder project werd beoordeeld en na overleg met de aanvrager eventueel aangevuld. Nadat de Euregio Rijn-Waal de formele vaststellingsbrief had afgegeven, ontvingen de ondernemers het subsidiebedrag. 6.1.2 Resultaten Tijdens het traject hebben niet alle ingediende aanvragen geleid tot een afrekening. In het onderstaand overzicht is aangegeven welke aantallen en percentages van de aanvragen hebben geleid tot een eindafrekening: aantal
projectomvang
subsidie
Ingediende aanvragen Oost NV of Zenit
44
n.v.t.
n.v.t.
Ingediende aanvragen bij Euregio Rijn-Waal
36
n.v.t.
n.v.t.
Aantal beschikte projecten
34
€ 1.729.141,80
€ 581.433,22
Aantal afgerekende projecten
30
€ 1.059.670,04
€ 478.126,62
Eindrapportage Inspire & Innovate
51
Prinzen BV in Aalten is een succesvolle producent van verwerkingsmachines voor broedeieren. In samenwerking met het bedrijf Twinpack is een nieuw verpakkingsconcept geïntroduceerd, bestaande uit kunststof eiertrays en kunststof pallets. Uit proeven bleek dat er behoefte was aan een automatische palletontlader voordat deze kunststof pallets op grote schaal toegepast kunnen worden. Prinzen heeft deze automatische palletontlader ontwikkeld. Het biedt Prinzen BV de kans om zich voor het eerst met een nieuw uniek product op de Nederlandse en Duitse markt te begeven
Vivotec GmbH ontwikkelt en produceert technologieën ter verbetering van de kwaliteit van vers vlees. Het bedrijf heeft op basis van eigen octrooien een zuurstof-hoogdrukprocédé ontwikkeld waarmee vers vlees onder hoge druk en met gebruikmaking van pure zuurstof op een zodanige manier wordt behandeld, dat het bij blootstelling aan de lucht niet meer verkleurt en daardoor kwalitatief hoogwaardiger verkocht kan worden. Basis voor dit procedé is het vertragen van het natuurlijke ontbindingsproces van vlees door contact met de lucht. Tot nu toe was het bedrijf alleen actief in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Om vooral ook de Nederlandse afzetmarkt te kunnen ontsluiten moest een marketingadviseur in de arm genomen worden, die gespecialiseerd is in de internationale vermarkting van levensmiddelentechnologieën, om een marketingconcept voor Nederland te ontwikkelen.
Eindrapportage Inspire & Innovate
52
De omvang van de gehonoreerde projecten was veel hoger dan begroot. In het projectplan was rekening gehouden met gemiddeld € 21.500 per adviestraject. Het beoogde aantal trajecten was hierop gebaseerd. Uiteindelijk hebben 30 bedrijven gebruikgemaakt van deze mogelijkheid. In de praktijk bleek behoefte te bestaan aan grotere adviestrajecten. De gemiddelde omvang was ruim € 35.000. 6.2 Subsidie bij implementatie en commercialisatie (stap 3) IIn het kader van stap 3 ontvingen MKB-bedrijven een subsidie van 30% (maximaal € 20.000) als ondersteuning bij het op de markt brengen van een innovatie. Net als bij stap 2 werden ook hier alleen externe kosten gesubsidieerd. Doel van deze stap is eveneens innovatieve projectideeën te versnellen. 6.2.1 Werkwijze De werkzaamheden zijn in deze fase van het project vrijwel gelijk aan die in de tweede fase: voeren van intakegesprek, bijhouden van grosslist van geïnteresseerden, aanvraagbegeleiding en het maken van projectbeoordelingen/ volledige projectdossiers ten behoeve van de Euregio Rijn-Waal. Ook in deze fase werden er tussentijds contacten onderhouden en werden de ondernemers naar een correcte afwikkeling van de subsidieaanvraag begeleid. Doordat de meeste ondernemers in Duitsland de stappen een voor een doorliepen, was er voor de Duitse ondernemers minder tijd om een stap 3-aanvraag uit te voeren. Hierdoor liep het aantal stap 3-trajecten in Duitsland achter bij het aantal in Nederland. 6.2.2 Resultaten Tijdens het traject hebben niet alle ingediende aanvragen geleid tot een afrekening. In het onderstaand overzicht is aangegeven welke aantallen en percentages van de aanvragen hebben geleid tot een eindafrekening: aantal
totale projectomvang
subsidie
Ingediende aanvragen bij Oost NV of Zenit
50
n.v.t.
n.v.t.
Ingediende aanvragen bij Euregio Rijn-Waal
45
n.v.t.
n.v.t.
Aantal beschikte projecten
44
€ 2.306.902,55
€ 589.358,43
Aantal afgerekende projecten
42
€ 2.090.819,10
€ 546.740,17
Niet alle projecten die zijn ingediend zijn ook daadwerkelijk afgerekend. Een bedrijf is failliet gegaan, er zijn projecten niet uitgevoerd doordat de bedrijven andere prioriteiten hebben moeten stellen. Dit komt overeen met ervaringen die zijn opgedaan in andere bedrijfsgerichte projecten. 6.3 Samenvatting De mogelijkheid voor subsidie bij extern advies en bij commercialisatie en implementatie was vooral erg populair in Nederland. In korte tijd was het budget hiervoor uitgeput. De werkwijzen in Nederland en Duitsland sloten goed op elkaar aan, zie ook het hoofdstuk Grensoverschrijdende samenwerking. Het aantal stap 3-aanvragen in Duitsland liep enigszins achter op het aantal in Nederland. De reden hiervoor is dat de meeste Duitse ondernemers de stappen een voor een doorliepen. Zo bleef er weinig tijd over voor een stap 3-traject. Als het project een langere looptijd had gehad, was het beoogde aantal aanvragen zeker behaald. Het doel van deze stappen was innovatieve projectideeën te versnellen met behulp van subsidie voor externe adviseurs en commercialisatie en implementatie. Van de ondernemers die gebruik hebben gemaakt van de subsidie aan dat de innovatie inderdaad versneld kon worden doorgevoerd dankzij de verkregen subsidie(s).
Eindrapportage Inspire & Innovate
53
Eindrapportage Inspire & Innovate
54
7.
Clustertrajecten (stappen 4 en 5)
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het werkpakket met nummer 6 behandeld. 7.1 Werkwijze De eerste stap binnen het werkpakket clustering was het vinden van thema’s binnen food en life sciences waarvoor bij het MKB de innovatiebehoeften liggen. Deze thema’s zouden zo het vertrekpunt kunnen vormen voor het houden van workshops en het uiteindelijk samenstellen van clusters. De gedachte is immers dat het vinden van “gelijkgestemde” MKB-ers eenvoudiger en sneller kan verlopen door een thema te kiezen op hoger abstractieniveau dan door een concreet en smal gebied als uitgangspunt te nemen. Uiteindelijk is gekozen om een gecombineerde “bottum-up” en “top-down” methode te gebruiken. Tijdens de startbijeenkomsten in Wageningen en Osnabrück is er actief tussen onderzoekers en MKB gecommuniceerd over waar de innovatiebehoeften bij het MKB lagen. De MKB-ers die zich hadden aangemeld, werd vooraf gevraagd uitdrukkelijk na te denken over hun aspiraties tot innovatie en de daarbij horende kennisvragen. Vanuit de concrete ideeën en wensen, en bundeling daarvan, zijn een aantal actuele themas geselecteerd (bottum-up). De zo verzamelde thema’s vormden het uitgangspunt voor de invulling van het Inspire & Innovate-project via de cluster workshops (top-down). 7.1.1 Workshop Wageningen, 3 april 2006 De deelnemers werden in kleinere groepen verdeeld om onder leiding van onderzoekers van kennisinstellingen te brainstormen over innovatie-ideeën op het gebied van food en life sciences. Alle ideeën uit deze sessie werden verzameld tot een “longlist” en vervolgens in een tweede brainstormronde werden deze in 5 groepen verder uitgewerkt tot 15 aansprekende innovatie-ideeën (shortlist). Deze ideeën zijn plenair aan alle deelnemers gepresenteerd. Tot slot konden alle deelnemers 1 stem uitbrengen op een van de uitgewerkte ideeën. 7.1.2 Workshop Osnabrück, 1 juni 2006 Na de positieve reacties op het ontwikkelen van nieuwe ideeën in groepen tijdens de opstartbijeenkomst in Wageningen, werd gezocht naar nieuwe mogelijkheden om dit in kleine groepen verder uit te werken. Tijdens de introductie zijn daartoe aan de Duitse deelnemers de geselecteerde thema’s gepresenteerd als opstap naar de brainstormsessie. Met het oog op het naderende WK in Duitsland werden in de brainstormsessie voetballen gebruikt. Er werden twee groepen (met circa 8 personen) gemaakt en iedere groep kreeg meerdere ballen ter beschikking. Iedere deelnemer kreeg een lege bal, en werd gevraagd een eerste idee op de bal te schrijven. Daarna werd de bal in de groep doorgegeven, zodat andere deelnemers andere aspecten of commentaar op het voorgestelde idee op de bal konden schrijven. De individuele ideeën werden na de brainstormsessie in de groep besproken. Tot slot werd per groep een aantal ideeën geselecteerd en gepresenteerd aan de andere groepen. Uiteindelijk is er hier geen stemming gehouden.
Eindrapportage Inspire & Innovate
55
Eindrapportage Inspire & Innovate
56
7.1.3 Workshops (Clustering en Matching) Ideeën voor clustering kunnen in principe overal ontstaan: bij het MKB, bij kennisinstellingen, eindgebruikers, tussenpersonen of adviseurs. Al deze ideeën werden gerapporteerd aan de twee contactpersonen bij WUR en FHO. Alle ideeën werden gedocumenteerd (naw-gegevens, idee en dergelijke) en elektronisch vastgelegd in een gemeenschappelijke database die via het internet (web-based) on-line toegankelijk was voor alle I&I-projectpartners. Deze database fungeerde daarmee als een “cross-border matching tool” voor clusters in stap 4 en 5. Elk potentieel cluster kreeg in de database een unieke naam (label) met nummer. Uit ervaring is bekend dat ideeën ontstaan in elke stadium van ontwikkeling, van groen tot rijp. Het ene idee had ook meer sturing nodig dan het andere. Binnen de gegeven kaders en randvoorwaarden hebben WUR en FHO zich voornamelijk geconcentreerd op die clusters die de meeste kans van slagen hebben (wetenschappelijk en economisch) en die het beste aansluiten bij de doelen van Interreg 3A. Door het organiseren van workshops werd het MKB ondersteund bij het zoeken van partners zowel bedrijven als kennisinstellingen, voornamelijk aan de andere zijde van de grens. 7.1.4 Clusterselectie voor haalbaarheids- en R&D trajecten Clusters die uiteindelijk een voorstel wilden indienen ter subsidiëring moesten een formulier invullen vergezeld van een onderbouwd projectplan. De formats daartoe zijn beschikbaar gesteld via de website www.inspireandinnovate.nl. De voorstellen werden doorgestuurd naar de contactpersoon van het land waar de hoofdaanvrager vandaan kwam, naar WUR voor Nederland en naar FHO voor Duitsland. Hier werd vervolgens een pre-check uitgevoerd. Indien het voorstel niet voldeed aan de voorwaarden of eisen van I&I (compleetheid, vorm en inhoud), dan werd de aanvrager daarover geïnformeerd en kreeg deze de kans om zijn voorstel aan te passen. Deze werkwijze werd enerzijds via workshops en anderzijds via een schriftelijke procedure afgewikkeld. De definitieve voorstellen werden vervolgens door WUR en FHO inhoudelijk geanalyseerd, vooral op wetenschappelijke en economische haalbaarheid en relevantie voor de markt. Vervolgens werden de voorstellen (met commentaar van WUR/FHO) per tender voorgelegd aan de onafhankelijke adviescommissie. Deze commissie bestond uit 4 gekwalificeerde personen afkomstig uit wetenschap en bedrijfsleven, zowel uit Duitsland als Nederland. Aan deze commissie werd op voorhand alle informatie toegezonden. Tijdens een “review meeting” werd per voorstel een mondelinge toelichting gegeven door WUR of FHO over de voorstellen. Vervolgens konden de reviewers toelichting krijgen op hun vragen. Daarna kon iedere reviewer een individuele scorelijst volgens vaste criteria invullen. De totaal score voor ieder voorstel was de gemiddelde waarde van alle reviewers. Voor ieder voorstel moest het oordeel vallen: Negatief (onder een drempel), Positief (boven de drempel) of Onbeslist-aanhouden. In dit laatste geval kon de commissie van oordeel zijn dat het voorstel veel potentie had maar nog onvoldoende onderbouwd was. Deze voorstellen konden een tweede kans krijgen die binnen 4 weken een aangepast voorstel werd ingediend. Positieve voorstellen werden vervolgens door Oost NV aan het Dagelijks Bestuur van de Euregio Rijn-Waal voor subsidiëring voorgelegd.
Eindrapportage Inspire & Innovate
57
Themas
Idee
Stemmen
Intake
Voorstel
Afgerond
24
60
2
-
-
Sensors
27
57
6
2
1
Production and Processing of Food
22
56
8
3
2
23
38
4
2
2
16
35
1
-
-
New Food Products (Local Food Processing)
(Animal and Plant Production, Crop Protection) Healthy and Good Food (Food Safety, Food Quality) Personalized Foods (Medicins in Food, Raw materials) Chain Information (Organisation)
14
24
2
2
2
Longer Shelf Life and Packaging
7
24
1
1
1
Recycling of Food Products
7
23
2
2
2
Bio-based Products (non-food,
15
22
2
1
1
Service Robots
5
10
1
-
-
Energy and Water
5
8
6
3
-
165
357
35
18
11
recycling)
Totaal aantal
Tabel: Overzicht van aantallen clusterideeën, verzameld per thema. In kolommen achtereenvolgens aantal ideeën tijdens startup (idee) met aantal stemmen (Stemmen); aangemelde clusters (intake); uitgewerkte voorstellen (voorstel) en uiteindelijk afgerond onderzoek (afgerond).
Eindrapportage Inspire & Innovate
58
7.2
Resultaten
7.2.1 Clusters Tijdens de start-up bijeenkomst in Wageningen zijn in totaal 165 ideeën voor innovaties verzameld (longlist), en deelnemers konden hun stem op deze ideeën uitbrengen. Ook tijdens het project zijn er nog ideeën binnengekomen en deze zijn achteraf nog in deze lijst verwerkt. Na samenvoegen en analyseren zijn uiteindelijk 11 hoofdthema’s geselecteerd, zoals weergeven in de tabel hiernaast. In deze tabel is aangegeven hoeveel ideeën er per thema genoemd zijn, gerangschikt naar hoe vaak er op een idee uit het thema is gestemd. Uit de analyse blijkt dat voor de thema’s “new food products”, “sensors”, “production and food processing”, “healthy food” een groot aantal verschillende ideeën zijn gelanceerd. Ook werd op deze thema’s relatief veel gestemd. Hoewel er minder ideeën waren voor “longer shelf life” en “recycling of food”, kregen deze thema’s naar verhouding het grootste aantal stemmen per idee. Het lijkt of het MKB en de onderzoekers hier duidelijker weten wat ze willen. Op basis van deze thema’s zijn in de start-up bijeenkomsten in Wageningen en Osnabrück 29 ideeën geselecteerd en nader uitgewerkt (respectievelijk 15 en 14 stuks) en deze zijn aangegeven in de tabel in bijlage 9. Van de oorspronkelijk 165 ideeën zijn uiteindelijk 35 ideeën voor clustering in behandeling genomen (zie tabel in bijlage 10). Van deze voorstellen zijn er 18 uitgewerkt tot een concreet projectplan en beoordeeld door de commissie. Hiervan zijn 15 voorstellen gehonoreerd, 2 voorstellen aangehouden en 1 afgewezen. Van de 15 gehonoreerde projecten zijn er 11 volledig afgerond (6 voor stap 4, en 5 voor stap 5), drie projecten zijn teruggetrokken na goedkeuring evenals de twee aangehouden projecten. Van de in behandeling genomen clusters zijn 17 clusterideeën uiteindelijk niet uitgewerkt tot een concreet projectvoorstel of is na commentaar van de commissie besloten niet opnieuw in te dienen. Deze clusters zijn gedurende het traject teruggetrokken, voornamelijk doordat de geldende randvoorwaarden die binnen I&I gesteld zijn niet in overeenstemming waren met de ideeën of mogelijkheden bij het MKB, of doordat er geen geschikte partners in het grensland gevonden konden worden. Kijken we naar het totaal aantal ideeën dan zien we dat 21% van de oorspronkelijk aangereikte ideeën voor clustering in behandeling zijn genomen. De helft (10%) van deze ideeën is uitgewerkt tot een concreet voorstel. Uiteindelijk zijn 7% van de ideeën in een clusterproject afgerond. Binnen alle thema’s zijn ideeën in behandeling genomen (Intake). De meeste voorstellen lagen op het gebied van “voedselproductie“, “sensoren”, “energie en water” en “gezonde voeding”. Verder is een redelijke dekking (1-2 ideeën) te vinden over al de thema’s. Van een groot aantal thema’s zijn 1-2 voorstellen in een project gerealiseerd. Opvallend dat voor een thema als “nieuwe voedingsproducten” en “persoonlijke voedingsproducten” er binnen stap 4-5 geen voorstellen uitgewerkt zijn en dit terwijl op de start-up workshop deze thema’s erg hoog scoorden, en er wel 3 clusters voor intake in behandeling zijn genomen. Mogelijk dat deze thema’s nog te ver van de praktijk af staan.
Eindrapportage Inspire & Innovate
59
Eindrapportage Inspire & Innovate
60
Voor het vrij technische thema “service robots” is geen cluster tot stand gekomen. Voor “energie en water” zijn wel drie voorstellen uitgewerkt, zelfs een daarvan was gehonoreerd, maar geen enkele heeft het tot een afgerond project kunnen brengen. Aanvankelijk was de gedachte dat voorstellen die in stap 5 zouden lopen ook een stap 4 doorlopen zouden moeten hebben. Echter, alleen Detpacmeat heeft zowel stap 4 als stap 5 doorlopen. Het voorstel Kanaal-GT heeft weliswaar voor beide stappen een voorstel ingediend, maar heeft zich bij de uitvoering van stap 4 teruggetrokken. Dit komt voornamelijk omdat de tijdspanne waarover Inspire & Innovate liep voor veel clusters te kort was om beide trajecten te kunnen doorlopen. Bij de aanmelding is daarom de eis van een haalbaarheidsstudie (stap 4) voordat stap 5 aangevraagd kon worden verlaten, en ook clusters die de economische en technische haalbaarheid langs andere weg konden aantonen zijn toegelaten voor het indienen van stap 5. Enkele aanmeldingen voor ideeën zijn vanwege de insteek doorverwezen naar stap 1, 2 of 3 (bijvoorbeeld Petfood), of zijn juist via de andere stappen doorverwezen naar stap 4 (bijvoorbeeld Vitomega). Er is nog een nadere analyse gemaakt van de voorstellen die uiteindelijk zijn afgerond (zie tabel bijlage 11). Zo blijkt dat de trekker van een cluster 3 keer uit Duitsland kwam, en 8 keer uit Nederland. Van alle clusters kwamen 26 partners uit de Euregio Rijn-Waal en 7 partners uit de Euregio Gronau. Van alle clusterprojecten heeft er zich één op de toepassing voor nonfood gericht (STEX, jeans uit hennepvezel) alle 10 andere voorstellen waren uitsluitend op voeding gericht. Bij de aanvragen is gekeken op welk type innovatie het voorstel gericht was. Zo zijn er 4 clusters op technologie gericht, 4 op een nieuw product, 2 op een nieuwe organisatie en 1 op het gebied van een nieuwe markt. 7.2.2 Workshops In het totaal zijn 35 clusterideeën in behandeling genomen. Omdat er 20 clusters gepland waren, is hiermee dus ruimschoots aan het doel voldaan. Gepland was verder om per cluster gemiddeld 3 workshops met 5 deelnemers te hebben (60 workshops), met een totale deelname van 300 personen. In de uitvoering van het project is gedeeltelijk voor een andere aanpak gekozen. Bij de twee startbijeenkomsten in Wageningen en Osnabrück zijn twee grote workshops gehouden, waarbij alle deelnemers in kleinere groepen (workshops) verdeeld werden. Het totaal aantal deelnemers in Wageningen was 90 en in Osnabrück was dit 35. Voor de 18 clusters die een voorstel hebben ingediend zijn in totaal 33 workshops georganiseerd met een gemiddelde deelname van 3-5 personen (totaal 132 personen). Voor de 17 clusters die uiteindelijk geen voorstel hebben ingediend zijn voor het merendeel bilaterale gesprekken of mini-workshops (2-3 personen) gehouden. In een aantal gevallen is ervoor gekozen om deze gesprekken via de telefoon te voeren. Het totaal aantal personen dat hierbij betrokken was, is geschat op 40.
Eindrapportage Inspire & Innovate
61
Eindrapportage Inspire & Innovate
62
In totaal zijn er dus 58 workshops georganiseerd en hebben 329 personen aan deze workshops deelgenomen. Deze resultaten zijn in overeenstemming met de planning, in de wetenschap dat de grootte van de workshops in de praktijk nogal gevarieerd is geweest, van 2 tot 90 personen. Niet alle workshops hebben geleid tot een aanvraag of zelfs tot een afrekening. Hoe zich dit heeft ontwikkeld gedurende het project is in onderstaande tabellen weergegeven.
Resultaten stap 4 aantal
projectomvang
subsidie
Aanvragen voorgelegd aan Adviescommissie
12
n.v.t.
n.v.t.
Ingediende aanvragen bij Euregio Rijn-Waal
8
€ 282.402,98
€ 188.193,48
Aantal beschikte projecten
8
€ 282.402,98
€ 188.193,48
Aantal afgerekende projecten
6
€ 201.068,28
€ 138.193,48
Resultaten stap 5 aantal
projectomvang
subsidie
Aanvragen voorgelegd aan Adviescommissie
6
n.v.t
n.v.t.
Ingediende aanvragen bij Euregio Rijn-Waal
6
€ 809.698,30
€ 566.500,00
Aantal beschikte projecten
6
€ 809.698,30
€ 566.500,00
Aantal afgerekende projecten
5
€ 666.497,30
€ 466.500.00
7.3 Samenvatting Tijdens de startbijeenkomsten in Wageningen en Osnabrück hebben het MKB en de kennisinstellingen in totaal 165 clusterideeën benoemd. De meeste voorstellen lagen op het gebied van “voedselproductie“, “sensoren”, “energie en water” en “gezonde voeding”. Hieruit zijn 11 thema’s geïdentificeerd waarvoor vervolgens clusters geworven zijn. Er zijn 35 clusters in behandeling genomen, en deze lagen redelijk verdeeld binnen alle thema’s (1-8 ideeën per thema). Dit is weergegeven in de figuur op de vorige pagina. Van deze clusters hebben er 18 een projectvoorstel aan de commissie voorgelegd. Van de 14 projecten die goedgekeurd zijn, hebben 11 consortia het project volledig afgerond. Er waren 14 haalbaarheidsstudies en 6 R&D-trajecten voorzien, waarvan er respectievelijk 6 en 5 zijn afgerond. Hoewel er dus van de geplande 20 studies 18 aangemeld zijn, zijn er uiteindelijk maar 11 uitgevoerd en afgerond, omdat 7 clusters ook na goedkeuring of aanhouding zijn teruggetrokken. In het gehele traject hebben 17 clusters in het geheel geen plan ingediend. In totaal zijn er 58 workshops georganiseerd en hebben 329 personen aan deze workshops deelgenomen. Deze resultaten zijn in overeenstemming met de planning (60 workshops en 300 personen), in de wetenschap dat de grootte van de workshops in de praktijk nogal gevarieerd is geweest van 2 tot 90 personen. 7.4 Best practice voorbeelden Plaatsen we de projecten in de Food-keten, dan zien we een beeld zoals aangegeven in het figuur hiernaast. Het zwaartepunt van de projecten zijn gericht op de productie in de voedselketen. Crop-online, Gewas-NVBP richten zich daarbij op de plantaardige productie. Op de dierlijke ketens: Futtermon, Campilobacter, Vitomega, waarbij On-line Schlachtanmeldung zich uitstrekt tot de verwerking bij het slachthuis. Een aantal is gericht op andere delen in de keten zoals: Cup2Move op de consument, Detpackmeat op de valorisatie van reststromen en STEX op verwerking.
Eindrapportage Inspire & Innovate
63
Eindrapportage Inspire & Innovate
64
Wisensys was deels gericht op productie in glastuinbouw en de bewaring van aardappels. Van een aantal clusterprojecten zal nu omschreven worden wat hiervan de resultaten waren. WISENSYS (stap 4): Draadloze sensoren voor agroproductieketens Eucan B.V., T&M Systems B.V. en Orbi Solutions B.V. werken samen met Wireless Value om de “WiSensys”, draadloze sensoren voor het opbouwen van een draadloos sensornetwerk, op de markt te brengen. Dit systeem wordt vooral ingezet voor temperatuur- en luchtvochtigheidsmetingen in ketens waarin bederfelijke voedselproducten worden verwerkt en continue monitoring vanwege certificeringen een vereiste is. Wageningen UR Glastuinbouw en de Fachhochschule Osnabruck hebben een marktverkenning en technisch haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar toepassing van dit systeem in agroproductieketens. Vanuit het oogpunt van energiebesparing, bleek het systeem uitermate geschikt te zijn om in te zetten in de glastuinbouw en bij bewaarfaciliteiten voor aardappelen. STEX (STAP 4): Marktkansen voor de toepassing van hennepvezels in de productie van stoffen voor kledingproductie. Hennep werd eeuwenlang gebruikt voor kleding, koorden en touwen. In de 20e eeuw is de belangstelling hiervoor verminderd, door het ontbreken van mechanisatiemogelijkheden en de opkomst van onder andere katoen. Nu, in de 21e eeuw, lijkt hennep in het kader van duurzame landbouw een interessant alternatief. Om de hennepvezel geschikt te maken voor textieldoeleinden wordt gebruik gemaakt van stoomexplosie (STEX): hennepvezels worden 10 minuten onder hoge druk in een reactievat met stoom behandeld. Hierna wordt in enkele seconden de druk van de ketel gehaald, waarbij de vezels naar buiten geblazen worden. Tijdens deze ‘explosie’ worden de vezelbundels opgesplitst in fijne vezels van circa 50 mm lengte. Binnen een Interreg III project heeft het consortium bestaande uit: Vrisima BV, Laren (Gelderland); Leopold Schoeller jr. GmbH &Co, Düren; Hecking Deotexis, Neuenkirchen; Julius Boos jr. GmbH & Co. KG, Goch; en BRUT (EWIV), Kleve, zich ten doel gesteld om hoogwaardige denimstoffen te produceren op basis van een hennepvezel en aangetoond dat STEX in principe gebruikt kan worden om de vezels te produceren. Echter, de kledingindustrie zou graag over een voldoende grote hoeveelheid geweven stof willen beschikken om te kunnen evalueren of toepassing van de nieuwe vezel in de kledingindustrie geschikt is. Om de technologie te kunnen opschalen hebben Plant Research International B.V. Wageningen UR, Wageningen en Deutsches Textilforschungszentrum Nord-West e.V., Krefeld in opdracht van Vrisima BV binnen een clusterproject de mogelijkheden van LiSTEX onderzocht. Bij deze lichte vorm van STEX wordt een lagere druk gebruikt en vindt geen explosie plaats. Resultaat van het project is dat uit onderzoek blijkt dat de stoomexplosie die tijdens het proces plaatsvindt essentieel is voor een goede opening van de vezels. De keuze om STEX te gebruiken om de vezels te ontsluiten blijkt de juiste keuze te zijn geweest. Er zijn nu concrete plannen om in de regio een stoomexplosiefabriek op te richten.
Eindrapportage Inspire & Innovate
65
Eindrapportage Inspire & Innovate
66
VITOMEGA (STAP 4): Vitomega voerstrategie voor varkens, gezonde voeding voor de mens Het aankoopgedrag en consumptie van vlees door de consument wordt bepaald door een groot aantal factoren. Belangrijk voor acceptatie en perceptie zijn de prijs, het imago en de kwaliteit van het eindproduct. Steeds vaker vraagt de consument om “gezonde producten”. De markt voor varkensvlees staat momenteel onder druk omdat varkensvlees een “slecht vet” imago heeft. De varkenssector kijkt daarom uit naar de introductie van Omega-3 rijke nieuwe producten met een gezonder imago. De “Vitomega” voerstrategie is een voerconcept dat uiteindelijk een voor de mens gezonder varkensvleesproduct oplevert, doordat de ratio tussen n-3 en n-6 meervoudig onverzadigde vetzuren in het vlees lager is dan 4. Om de voorwaarden te scheppen voor een introductie van dit innovatieve concept is onderzoek gedaan naar het effect van de Vitomega® voerstrategie op de technische productkwaliteit van het uiteindelijke varkensvlees (karkassen). Dit onderzoek is uitgevoerd door de Animal Science Group van Wageningen-UR (Lelystad) in opdracht van de firma W. Kosse & Co (Dedemsvaart). Ten aanzien van de markt is het belangrijk te weten hoe het Vitomega concept aansluit bij de bestaande ketens en hoe het concept ontvangen zal worden bij de slagers en consumenten. Samen met de Duitse partner Mäteling (Isselburg) en de Stichting Vitomega heeft W. Kosse & Co. daartoe een marktverkenning uitgevoerd. CUP2MOVE (STAP 5): Een nieuw revolutionair nieuw verpakkingsconcept voor dranken. Veranderingen in Europese of nationale regelgeving zijn vaak de trigger voor innovaties in het midden en klein bedrijf. De afgelopen twee jaar hebben veel MKB-ers de Inspire & Innovatesubsidie met succes gebruikt om nieuwe producten te ontwikkelen, daarbij dankbaar gebruikmakend van bij kennisinstellingen beschikbare expertise en faciliteiten, bijvoorbeeld de bedrijven Turnpack en Doeko, die een revolutionair drinkbeker/verpakkingsconcept ontwikkelden met een “groen en gemak”-imago. In 2007 kondigde de overheid aan met de “verpakkingsbelasting” te beginnen in 2008. Doeko was toen al bezig om te kijken of de drinkbeker in PLA, een bio-afbreekbaar plastic, geproduceerd kon worden. Binnenkort mogen we de eerste proefbekers verwelkomen in het Restaurant van de Toekomst in Wageningen. Het Leeuwens bedrijf Turnpack en Doeko uit Weurt hebben samen een nieuw verpakkingsconcept ontwikkeld: een drinkbeker waarbij de verpakkingsfunctie is gecombineerd met een drinkfunctie. Hierbij kan direct uit de verpakking gedronken worden alsof het een normaal glas is. De twee Gelderse bedrijven hebben daarnaast gebruikgemaakt van de kennis van de Duitse bedrijven Ampack-Amman en Lippke. Het nieuwe verpakkingsconcept is gebaseerd op een patent waarvan de essentie eruit bestaat dat de schroefdraad zich bevindt aan de binnenkant van de drinkbeker, onder de afsluiting, in tegenstelling tot gangbare drinkbekers waarbij de deksel om de beker sluit. Voordeel: er is geen seal nodig, de beker heeft geen scherpe randen, de inhoud is langer houdbaar en het is niet nodig de inhoud over te schenken in een glas. Naast de toepassing van een drinkbeker is dit verpakkingsconcept voor vele doeleinden toepasbaar.
Eindrapportage Inspire & Innovate
67
Vorteile Onlinevariante 25
Schnellerer Zugriff auf vorangegangene Meldungen
21 20 16 15
14
Kein Zeitaufwand für Vers chicken und Abheften
Möglichkeiten der Aus wertung
15
13
Preis werter als Fax
10 Nutzung der Daten zu Dokumentations zwecken
5
0
Eindrapportage Inspire & Innovate
4 Evtl. Einsparung Telefonat zum Abstim men des Abholtermins
68
Detpackmeat (STAP 4 en 5): Detectie van vleesresten en verpakkingsmaterialen in broodmeel reststromen voor veevoer. Robi Droge Diervoeders BV verwerkt misproducties uit de bakkerijsector en onverkochte producten zoals brood, pizza’s en worstenbrood tot een broodmeelproduct voor toepassing in diervoeders. Strengere EU regelgeving eist dat vleeshoudende bestanddelen daarin verboden zijn en dat de aanwezigheid van plastic clipjes dient te worden voorkomen. Agrotechnology and Food Sciences Group uit Wageningen ontwikkelde voor Robi een Nabij Infrarood detectiesysteem dat de mogelijkheid moet bieden om op hoge snelheid en bij de grote productiestromen de ongewenste bestanddelen uit de bulkstroom te verwijderen. Naast Robi namen Kreklau GmbH, NRG (D), P.C. van Tuijl Kesteren BV deel aan het consortium. OA-SCHLACHT (STAP 4) On-line Schlachtanmeldung Tot nu toe werden slachtdieren hoofdzakelijk telefonisch aangemeld bij de veehandelaren of slachthuizen. Dat maakt enerzijds de planning en verbetering van de logistieke processen moeilijker, anderzijds voldoet men daarmee niet meer aan de hygiëne-eisen (EU-hygiëneverordening) die gesteld worden in het kader van de levering van specifieke begeleidende informatie. Bij een samenwerking tussen Raffeisen Steverland, raiffeisen.com (Münster) en de afdeling Landwirtschaftliches Marketing (FHO) heeft men om die reden een methode ontwikkeld voor online-slachtaanmeldingen. Het belangrijkste doel daarbij was de inschatting van de haalbaarheid en met name de acceptatie bij de gebruikers. De reacties op de enquête, de acceptatie van de methode en de te verwachte voordelen (tijdsbesteding, financiën) werden positief ingeschat. Men verwacht dat de online-slachtaanmelding bij een goede acceptatie leidt tot minder bureaucratie én tegelijkertijd minder inspanning. Wat dit betreft ziet men marktpotentieel - ook in Nederland.
Eindrapportage Inspire & Innovate
69
Eindrapportage Inspire & Innovate
70
8.
Projectmanagement en evaluatie
In dit hoofdstuk worden de resultaten van het werkpakket met nummers 7, 8 en 9 weergegeven. Het onderdeel projectmanagement omvat meerdere onderdelen, te weten: 1. voorbereiden van de start van het project; 2. het inhuren van subcontractanten; 3. organiseren, voorzitten en verslaglegging van projectteambijeenkomsten en adviescommissiebijeenkomsten; 4. voeren van projectadministratie; 5. opstellen van periodieke rapportages; 6. opstellen van de eindrapportage. Deze komen puntsgewijs in dit hoofdstuk aan de orde. Daarnaast is er een paragraaf gewijd aan het onderwerp vertalingen en een paragraaf aan de wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke projectplan. 8.1 Voorbereiden van de start van het project De voorbereiding van de start van het project bestond vooral uit de volgende activiteiten: opstellen van formulieren; schrijven van teksten, ontwerpen en drukken van een Nederlandstalige en een Duitstalige brochure; opzetten van een Nederlandstalige en Duitstalige internetsite; voeren van overleg met de vertegenwoordigers van de Euregio Rijn-Waal over de conceptformulieren, de uitvoering van het project. 8.2 Het inhuren van subcontractanten Selectie, opdrachtverlening en coördinatie van subcontractanten zoals: vertaalbureaus; ontwerpbureau; drukkerij. Voor specifieke activiteiten zoals hierboven genoemd zijn externe partijen ingehuurd. De inzet van ingehuurde vertaalbureaus werd door de gewijzigde werkwijze (alle subsidieaanvragen voorleggen aan de Euregio Rijn-Waal) groter dan geraamd. Dit heeft er zeker toe geleid dat bij de Euregio Rijn-Waal een beter beeld van de resultaten van het project aanwezig was. De inzet van de pr-middelen is, conform het projectplan, grotendeels door externe partijen uitgevoerd. 8.3 Organiseren, voorzitten en verslaglegging van projectteam-bijeenkomsten, adviescommissiebijeenkomsten en stuurgroepbijeenkomst 8.3.1 Projectteam Zowel het voorzitterschap als de verslaglegging van dit overleg was in handen van Oost NV. Gedurende de looptijd van het project is het projectteam 12 keer bij elkaar gekomen. Tijdens deze vergaderingen was Engels de voertaal en werden de notulen ook in deze taal vastgelegd. Om de reistijd eerlijk over de partners te verdelen werd iedere vergadering roulerend bij een van de partners gehouden.
Eindrapportage Inspire & Innovate
71
EXPERTTEAM Food Valley GIQS Grenzüberschreitende Integrierte Qualitätssicherung e.V
FPI Food Processing Initiative e.V.
Eijkelkamp Agrisearch Equipment Eindrapportage Inspire & Innovate
72
8.3.2 Adviescommissie De adviescommissie had als taak om de aanvragen voor de subsidie van de clusterprojecten te beoordelen. De commissie is in totaal vier keer bij elkaar gekomen. Tijdens deze bijeenkomsten zijn er 18 projectaanvragen beoordeeld. Hiervoor werden twee soorten formulieren gebruikt. Het voorzitterschap en de verslaglegging waren in handen van Oost NV. De bijeenkomsten vonden afwisselend plaats in Nederland en Duitsland. In 2008 is door middel van individuele gesprekken met de deelnemers de adviescommissie geëvalueerd. Deze evaluatie is eveneens in de bijlage 12 weergegeven. De belangrijkste aandachtspunten zijn hieronder beschreven: Algemeen Een nieuw Inspire & Innovate project uitvoeren met inachtneming van onderstaande aandachtspunten. Rol Food Valley, GIQS, FPI Instellen van een ‘expertteam’ bestaande uit Food Valley, GIQS en FPI, eventueel aangevuld met één of meerdere andere partijen. Dit team mee laten denken bij de ontwikkeling van het project. Het team kan als basis dienen voor de adviescommissie. Opstellen van een heldere omschrijving van de rol en het mandaat van de (leden van de) adviescommissie. Adviescommissieleden moeten kritisch zijn en onafhankelijk. Communicatie Met de organisaties (Food Valley, GIQS en FPI) bij aanvang van een nieuw project bespreken wat hun exacte rol op het gebied van communicatie kan zijn. Gebruikmaken van de succesverhalen van het huidige project. Meer gebruikmaken van huidige media (websites, nieuwsbrieven etc.). Zorgen dat kennis over het project zo breed mogelijk wordt verspreid (ook bij bedrijven die zijdelings bij de speerpunten zijn betrokken). Projectinhoudelijk Een langere looptijd van het project geeft kans op meer projecten → bij een gelijk aantal tenderrondes zijn er meer keuzemogelijkheden → adviescommissieleden worden gedwongen kritischer te zijn. Presenteren van projecten aan de adviescommissie door een inhoudelijk clusterbegeleider (van bijvoorbeeld Zenit of Oost NV), niet door een bij het project betrokken kennisinstelling. Betrek zoveel mogelijk andere kennisinstellingen die op het betreffende thema actief zijn nauwer bij het project. Nagaan of het mogelijk is clusters met slechts 1 partner uit de regio (leadpartner) goed te keuren. Thema: alleen food & life sciences is prima, er zijn voldoende initiatieven op dit gebied. Uitbreiding naar andere onderwerpen dus (nog) niet nodig. 8.3.3 Stuurgroep Oost NV heeft in overleg met Euregio Rijn-Waal gedurende de looptijd van het project één keer de stuurgroep bij elkaar geroepen. Dat was in april 2007. De onderwerpen van het overleg waren een tussentijdse evaluatie, een eventuele bijstelling van het project en een bedrijfsbezoek aan een van de deelnemers van het Inspire & Innovate-project, TRM in Doetinchem. Tijdens het overleg heeft de stuurgroep de volgende aanbevelingen gedaan:
Eindrapportage Inspire & Innovate
73
Eindrapportage Inspire & Innovate
74
Financiering en looptijd Vergelijkbaar traject in de toekomst wellicht in combinatie met kennisvoucher. Leningen in plaats van subsidies. Methodiek helder krijgen waarmee deze voor andere speerpunten (Health en Technology) kunnen worden toegepast. Kostprijsdiscussie Heldere afspraak maken over kostprijs voor projectmanagement. Grensoverschrijdende samenwerking Methodiek Inspire & Innovate opschalen ten behoeve van toekomstige grensoverschrijdende projecten. Bij een eventueel nieuw project ook aandacht voor cultuuromslag en voor cultuurverschillen. Daarbij moet gekeken worden naar de ondernemers maar ook de uitvoerende organisaties aan beide zijden van de grens. Nieuwe ideeën voor nieuwe periode vergen ook commitment van de provincies en EZ op financieel gebied. Speerpunten In Nederland zijn dit food, health en technology, aan de Duitse zijde wordt hierover nagedacht in het kader van het clusterbeleid. Thema’s die aan beide zijden van de grens van toepassing zijn zullen worden meegenomen in de opzet van het nieuwe plan.
Het hele verslag is opgenomen in bijlage 13. 8.4 Voeren van projectadministratie De totale projectadministratie kan worden gesplitst in de activiteiten die de partners hebben uitgevoerd en het deel waar werd bijgehouden welke investeringen door de bedrijven zijn gedaan. Het eerste deel, de administratie door de partners, is per partner in hun zijn administratie bijgehouden en aan het eind van de looptijd van het project, voorzien van een accountantsverklaring, afgerekend. De door het project uitgelokte investeringen werden apart bijgehouden en gecontroleerd. De Euregio Rijn-Waal gaf de beschikkingen en de vaststellingen van de uit te betalen subsidiebedragen af. Alle voorbereidende werkzaamheden, de beoordelingen van de aanvragen en de afrekeningen en uiteindelijk de uitbetaling van de subsidie heeft Oost NV uitgevoerd. Bij de beschikking werd vastgesteld, op basis van de begroting, welk deel van de kosten subsidiabel was. Tijdens de afrekeningen bleek veel begeleiding noodzakelijk voordat de dossiers volledig waren. 8.5 Opstellen van periodieke rapportages Tijdens de looptijd van het project werd periodiek aan de Euregio Rijn-Waal gerapporteerd over de voortgang van het project. De rapportage werd volgens het format aangeleverd. Dit gaf een globaal beeld van de voortgang en eventueel te verwachten knelpunten. Naast de rapportage vond regelmatig overleg plaats met de Euregio Rijn-Waal over de voortgang. Tijdens deze gesprekken zijn de noodzakelijke aanpassingen besproken. 8.6 Vertalingen Bij het schrijven van het projectplan is Engels als voertaal gekozen. Bij de start van het project bleek echter dat teksten voor ondernemers toegankelijker zijn als ze in de moedertaal werden geschreven. Bij de Euregio Rijn-Waal is in dezelfde periode bepaald dat stukken ter beoordeling in het Duits moeten worden aangeleverd of in het Nederlands met een samenvatting in het Duits. Er is toen besloten om alle communicatiemiddelen, formulieren, projectbeoordelingen etc. zowel in het Nederlands als in het Duits op te stellen. Het was aan de ondernemer om te kiezen voor informatie in de Nederlandse of de Duitse taal.
Eindrapportage Inspire & Innovate
75
Eindrapportage Inspire & Innovate
76
Van deze eindrapportage verschijnt zowel een Nederlandse als een Duitse versie. Echter, om te laten zien dat Inspire & Innovate de grenzen overschrijdt, is het boek Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer … een Nederlands-Duitse uitgave geworden. De voertaal tijdens de projectteamoverleggen en de overleggen van de adviescommissies was Engels. Dit is tevens de taal waarin de verslagen van deze bijeenkomsten zijn opgesteld. 8.7 Wijzigingen ten opzichte van het projectplan Ten opzichte van het projectplan zijn er geen wezenlijke wijzigen doorgevoerd. 8.8 Accountantscontrole Een onderdeel van de eindevaluatie is het laten uitvoeren van een accountantscontrole over de uitgevoerde werkzaamheden binnen het project. In dit project is dat vrij complex. Naast de vijf partners in het project hebben ook alle bedrijven die subsidie hebben ontvangen een accountantsverklaring aangeleverd. De overkoepelende accountantsverklaring gaat uit van de onderliggende afzonderlijk aangeleverde verklaringen. De accountantsverklaring wordt voorzien van een gewaarmerkt kostenoverzicht. 8.9
Evaluatie
8.9.1 Successen adviestrajecten (stap 1) en individuele subsidietrajecten (stap 2 en 3) Er bleek een brede behoefte te bestaan voor deze individuele subsidiemogelijkheden. Vooral in Nederland was deze subsidievorm erg populair. In korte tijd was het subsidiebudget uitgeput. Uiteindelijk bleek het instrument van individuele subsidietrajecten ook in Duitsland aan te slaan. Duitse bedrijven zijn nog niet zo gewend aan samenwerking. Duitse ondernemingen proberen knelpunten binnenshuis op te lossen en zien het als een zwaktebod om advies van buitenaf in te schakelen. In Nederland is het juist heel normaal als een je extern bureau inschakelt. Door dit project zijn vele Duitse bedrijven over de streep geholpen door knelpunten helder te benoemen en de juiste partners te vinden. Het aantal stap 3-aanvragen in Duitsland liep enigszins achter op het aantal in Nederland. Tot nu toe was het vermarkten van technologische producten in Nordrhein-Westfalen niet subsidiabel. Op het gebied van technologiestimulering tonen ervaringen uit het verleden echter aan dat juist de overgang van productontwikkeling naar vermarkting van innovatieve producten voor veel MKB-bedrijven een belangrijke belemmering vormt voor het succes van een innovatie. Terwijl technische en organisatorische innovaties in de onderneming zelf vaak succesvol worden doorgevoerd, stranden veel innovatieve projecten bij de vermarkting. In zoverre is het instrument van stap 3 „implementatie en commercialisatie“ een logische verdere ontwikkeling van het innovatiebeleid in Nordrhein-Westfalen en is het een zinvolle ondersteuning van MKB-bedrijven ter waarborging van het innovatieresultaat zoals dit in OostNederland al enige tijd met succes wordt toegepast. Toen het indieningstermijn bijna was verstreken, kwamen er steeds meer stap 3-aanvragen binnen. Bij een een langere looptijd was ook in Duitsland het beoogde aantal stap 3-aanvragen zeker behaald.
Eindrapportage Inspire & Innovate
77
punten KNEL
SUCCESsen
Eindrapportage Inspire & Innovate
78
De grensoverschrijdende contacten tussen bedrijven in Nederland en Duitsland die tijdens het project zijn ontstaan blijven in vele gevallen ook na de looptijd van het project bestaan. 8.9.2 Knelpunten adviestrajecten (stap 1) individuele subsidietrajecten (stap 2 en 3) Een belangrijke hindernis was gelegen in de wijze van projectfinanciering. Als door het project onvoldoende bedrijfsbijdrage werd gerealiseerd, dan werden alle partners slechts gedeeltelijk uitbetaald. Vanwege dit afbreukrisico zijn de activiteiten van Syntens in de periode van oktober 2006 tot april 2007 stilgezet, totdat in het voorjaar van 2007 bleek dat de gehele financiering van het project met een grotere mate van zekerheid mocht worden verwacht. De start van het programma in Nordrhein-Westfalen en in het zuiden van Niedersachsen was aanmerkelijk moeilijker dan aan Nederlandse zijde. De belangrijkste redenen daarvoor waren: de ongebruikelijke programmastructuur voor Nordrhein-Westfalen; organisatiewijzigingen binnen Zenit; de gefragmenteerde organisatiestructuur van de Wirtschaftsförderung in de regio; concurrerende programma's in Nordrhein-Westfalen en de rest van Duitsland; samenwerkingscultuur bevindt zich nog in een beginfase. Hierdoor kon pas in de loop van het project een potentieel van geïnteresseerde bedrijven worden opgebouwd, dat geïnteresseerd was in de stimuleringsmogelijkheden en dat aan onderdelen van het programma wilde deelnemen. Het ontbreken van voorafgaande programma's in Nordrhein-Westfalen, die de basis voor Inspire & Innovate waren, betekende dat de acquisitie van bedrijven vanaf het begin moest worden opgestart. Ten aanzien van de informatieve fase en de acquisitie van bedrijven vergde dit in Nordrhein-Westfalen aanzienlijk meer inspanning dan in Nederland. De Nederlandse markt leek voor veel bedrijven minder interessant te zijn dan overige markten binnen de Europese Unie c.q. wereldwijd. Veel bedrijven die werden aangesproken op een grensoverschrijdende samenwerking hadden in het verleden negatieve ervaringen opgedaan bij het ontsluiten van de Nederlandse markt. Dit kostte veel extra moeite bedrijven te overtuigen van deelname aan het project. 8.9.3 Successen clustertrajecten (stap 4 en 5) De opstart workshops en Wageningen en Osnabrück hebben aangetoond dat er binnen het MKB en de kennisinstellingen een groot aantal ideeën en wensen bestaan voor innovatie op het gebied van food en life sciences. Voor Inspire & Innovate werden nieuwe ideeën verzameld en werden mogelijkheden gecreëerd voor matching met de uitkomsten van de bijeenkomst in Wageningen. Door de deelnemers werden de volgende voordelen van deze werkwijze genoemd: samenwerking en stimulering van het werken in internationale clusters; het genereren van nieuwe ideeën, persoonlijke contacten met andere ondernemers aanwezigheid van kennisinstellingen en de contactpersonen vanuit het project. De reacties van de deelnemers waren positief. Een meerderheid was van plan een aanvraag in te dienen. De workshop in Duitsland, met de voetballen als communicatie-element, werd als zeer positief beoordeeld.
Eindrapportage Inspire & Innovate
79
Eindrapportage Inspire & Innovate
80
Binnen het project is een groot aantal potentiële clusters bij elkaar gebracht (35 stuks). Daarvan hebben uiteindelijk 11 een project binnen stap 4 of 5 doorlopen en afgerond. De resultaten van deze projecten, die allen binnen het thema van food en life sciences lagen, hebben de clusters een stap op weg geholpen met hun innovatie-idee. 6 haalbaarheidsstudies hebben een positieve resultaat gehad. Een studie heeft direct geleid tot een R&D-traject via een stap 5-project. Voor de andere studies zoeken de clusters nu andere wegen om de innovatie daadwerkelijk in de praktijk te realiseren. Verder zijn er nog 4 andere R&D-trajecten doorlopen (stap 5) waarvoor een MKB een bestaand haalbaar innovatieidee, verder heeft uitgewerkt, samen met een - mede door Inspire & Innovate te samengesteld – cluster van bedrijven. Voorbeelden van successen zijn er genoeg. Het cluster Wisensys heeft bijvoorbeeld inmiddels al honderden draadloze RV-sensoren verkocht in de glastuinbouwsector. De resultaten van het STEX-project hebben niet alleen geleid tot de presentatie van op hennepvezel gebaseerde kleding op een modeshow, maar ook tot het maken van concrete plannen om een stoomexplosiefabriek op te richten. Het CUP2MOVE- cluster heeft een prototype drinkbeker opgeleverd die lekvrij is. Het gepatenteerde en geteste concept is nu rijp om geproduceerd te worden. Het Detpackmeat cluster heeft een prototype machine ontwikkeld om vlees en plasticresten in de productstroom van broodafval te verwijderen. De bedrijven zijn nu in staat om aan de strengere EU-regelgeving van voedselveiligheid te voldoen, en zijn daarmee concurrerend in de markt. Dit is maar een kleine greep uit de concrete resultaten die het clustertraject heeft opgeleverd. Alle clusters en de projecten die uitgevoerd zijn hebben een cross-border component, zowel gericht op samenwerking tussen MKB’s, maar ook tussen MKB’s en kennisinstellingen. Binnen GEWAS-NVGBP is bijvoorbeeld door een Nederlands bedrijf een nieuw gewasbeschermingsproduct ontwikkeld dat door een Duits bedrijf op inpassing in hun bodemverbeteringsproduct is onderzocht. Voor het cluster Wisensys hebben zowel WUR als FHO aanvullende expertise geleverd voor de economische en technische haalbaarheid van het product in de agro-markt. De voorstellen van clusters werden vooraf gescreend door de Duitse en Nederlandse partner. De rol van de bi-nationale adviescommissie was daarbij tevens onmisbaar. Juist door de expertise van deze commissie konden de projecten nog verder verbeterd worden in de zin van grensoverschrijdende samenwerking. 8.9.4 Knelpunten clustertrajecten (stap 4 en 5) Opmerkelijk is dat van de 29 clusterideeën die tijdens de start-up workshops zijn gegenereerd, er geen enkele uiteindelijk heeft geleid tot een afgerond clustertraject. Hieruit mogen we voorzichtig concluderen dat of de ideeën te ambitieus en/of te ver van de praktijk af stonden, of dat het clusteren uiteindelijk niet tot stand komt door het bij elkaar brengen van weliswaar gelijkgeïnteresseerde, maar willekeurig bij elkaar gezette, personen in een brainstormsessie. De aansluiting naar een follow-up ontstaat dan blijkbaar niet vanzelf, omdat er (nog) geen gemeenschappelijk idee en committment voor een innovatie is. Het succes van innovaties ligt dus meer in de “drive” en wilskracht van individuele bedrijven die willen innoveren. In een vervolgproject zal de intake voor clustertrajecten dus op een ander manier vormgegeven moeten worden, meer gericht op innovatie-ideeën vanuit het MKB zelf.
Eindrapportage Inspire & Innovate
81
Bedrijven lopen niet ‘zo maar’ te koop met hun gouden ideeën
Eindrapportage Inspire & Innovate
82
Een knelpunt is het eigendomsrecht van de innovatie. Bedrijven lopen niet ‘zo maar’ te koop met hun gouden ideeën, maar zijn wel bereid om in brede brainstormssessies te discussiëren over wat globaal de innovatierichting is. De start-ups hebben immers een berg aan ideeën opgeleverd, maar hebben niet geleid tot clusters. Bij het samenstellen van de clusters speelt dit ook een belangrijke rol. Een voorwaarde voor subsidie was het delen van kennis in het cluster. Het is gebleken dat ‘delen’ met onbekende partijen (maar zeker aan de andere kant van de grens) niet een vanzelfsprekendheid is. Het winnen van vertrouwen in elkaar kost tijd, en gaat stap voor stap al naar gelang er kleine gezamenlijke successen geboekt worden. Voor veel clusters was de stap van het idee naar een internationaal cluster daarom in de korte tijd die daarvoor was te groot. Veel clusters sneuvelden daarom vroegtijdig, en een cluster is daarop zelfs na het starten zelfs gestruikeld. In een volgend traject moet er dus aandacht voor zijn dat “onbekende” partijen elkaar leren kennen en gezamenlijk kleine voorzichtige stappen moeten kunnen nemen. De subsidies en adviezen kunnen daarbij ondersteunen. De randvoorwaarden moeten daarvoor wel geschapen worden, en mogen niet te knellend zijn. Tijdens de eerste workshops werd een ander (serieus) probleem helder. Het werd duidelijk dat binnen het project alleen externe kosten als subsidiabele kosten werden aangemerkt. Door de zwaardere eisen die vanuit het Interreg IIIa programma werden gesteld, bleek het niet haalbaar de interne kosten subsidiabel mee te mogen nemen. Vanuit de ervaringen met andere EU-projecten was er tot die tijd van uitgegaan dat eigen inbreng, bijvoorbeeld interne uren, ook als co-financiering konden worden ingebracht. Dit probleem is voor een deel ontstaan door de andere verwachtingen van de verschillende partners over wat subsidiabele kosten zijn. Indien tijdens de ontwikkeling van het project bekend was geweest dat slechts externe kosten, subsidiabel waren had de FHO niet deelgenomen aan het project. Doordat iedere partner uitgegaan is van hun ervaringen met EU-projecten is dit pas tijdens de uitvoering van het project duidelijk geworden en bestond geen mogelijkheid dit nog aan te passen. Het voorstel is in toekomstige projecten juist ook de interne kosten als subsidiabel op te mogen voeren zoals dat bij vele EU-projecten ook gebruikelijk is. Ook is het niet aantrekkelijk voor MKB-bedrijven in projecten te participeren door de inzet van tijd en geld, zonder een direct commercieel belang te hebben bij de resultaten van dit onderzoek. Dit type onderzoek kan aantrekkelijker worden gefinancierd met middelen uit bijvoorbeeld AGIP en ProINNO. Als gevolg hiervan heeft een aantal clusters van bedrijven, waarvan een deel al door de adviescommissie positief was beoordeeld, besloten de aanvraag alsnog in te trekken. Dit waren voornamelijk de projecten die zich in een vroeger stadium bevonden. De voorwaarden bleken in relatie tot de andere mogelijkheden niet heel aantrekkelijk. De projecten die zich in een experimentele fase bevinden lijken beter te passen bij het Inspire & Innovate-project. Dit ook omdat hier minder alternatieve mogelijkheden van financiering voor bestaan. In Nederland bestaat voor alle bedrijven de mogelijkheid via de WBSO een korting op de loonbelasting van R&D inzet te krijgen. Op deze wijze wordt een financiële ondersteuning op de interne inzet ontvangen. Deze mogelijkheid bestaat in Duitsland niet. Dit leidt ertoe dat het project aantrekkelijker is voor Nederlandse dan voor Duitse MKB-bedrijven om deel te nemen aan stap 4 en 5-trajecten. Uiteindelijk zien we dat ook in het groter aantal projecten dat aan de Nederlandse zijde is gerealiseerd.
Eindrapportage Inspire & Innovate
83
Eindrapportage Inspire & Innovate
84
Het intrekken van de aanvragen die reeds waren ingediend in september 2006, en de huidige regeling, hebben geleidt tot een bijna onmogelijke opgave om MKB-bedrijven uit Duitsland te betrekken bij stap 4 en 5 aanvragen. Om te voorkomen dat het hele project en de Euregio een negatief imago kreeg is eind 2006 overeengekomen een andere werkwijze voor de acquisitie van stap 4 en 5 projecten te hanteren. Concreet zijn de volgende acties ingezet: • specifiek zoeken naar vervolgprojecten uit andere programma’s; • follow-up acties starten vanuit stap 2 en 3 projecten binnen Inspire & Innovate; • selectieve bijeenkomsten met intermediaire organisaties. Hierbij worden clusters van bedrijven vanuit een invalshoek uitgenodigd voor een speciale Inspire & Innovateworkshop. In het clustertraject zijn de meeste projecten uiteindelijk dus ontstaan door actief rond een bestaand idee een cluster te vormen, door het gericht benaderen van MKB’s en kennisinstellingen of door gebruik te maken van bestaande kleine of grotere netwerken. Juist hier heeft het Inspire & Innovate-project wel haar kracht bewezen. Deze bedrijven, die op zich nog geen cluster vormden, kregen door de extra inzet van Inspire & Innovate (subsidies voor projecten, workshops en menskracht voor advies) een extra duwtje in de rug en konden daarmee juist bereiken wat zij beoogden: een volgende stap dichter bij de innovatie. Door deze aanpak is voornamelijk geput uit de netwerken die rond WUR en FHO bekend waren. Het gevolg daarvan is dat er in de uiteindelijke gerealiseerde clusters maar weinig deelname is van andere kennisinstellingen. Het advies is daarom in een eventueel vervolgproject ook contactpersonen (kennistransfer points) meer te betrekken bij het project. 8.9.5 Realisatie van de planning Na een aanvankelijke vertraging tijdens het eerste jaar van het project is het project verder verlopen volgens de planning. 8.9.6
Realisatie van de vooraf gestelde doelen
Indicator Banen direct of indirect gecreëerd en verzekerd dankzij het project. Grensoverschrijdende sectorbijeenkomsten/seminars Bedrijven betrokken bij samenwerkingsprojecten Externe adviestrajecten ten behoeve van het MKB Concrete samenwerkingen op het gebied van R&D tussen MKB’ers en R&D-instituten Deelnemers aan seminars Grensoverschrijdende netwerken Percentage nieuwe banen opgevuld door vrouwen
Aantal 300
Gerealiseerd 234
42 54 50 20
58 84 30 18
210 20 30
329 18 28
8.9.7 Aandachtspunten voor de toekomst In de toekomst voor het aanbrengen van nieuwe clusterideeën moet worden gezocht naar bestaande projectideeën vanuit ander subsidiemogelijkheden, zoals Interreg IIIC, KP7, Eureka en FND. Bij deze initiatieven ligt de focus op pure onderzoeksprojecten. Daar waar het kansrijk lijkt te zijn om ook gezamenlijk de stap naar de markt te maken zou zo’n project binnen Inspire & Innovate hebben kunnen passen.
Eindrapportage Inspire & Innovate
85
FINANCIERS
Eindrapportage Inspire & Innovate
86
Bovendien kan worden gebruikgemaakt van initiatieven waarbij MKB en kennisinstellingen elkaar al hebben gevonden. Een voorbeeld hiervan is de Food Valley Innovation Link. Bij dit initiatief worden bedrijven met een kennisvraag begeleid deze vraag aan diverse kennisinstellingen tegelijkertijd voor te leggen. Daarna worden de verschillende aanbiedingen naast elkaar gezet.
8.10
Samenvatting
Het werken met een adviescommissie werd zowel door de projectpartners als de leden van de adviescommissie als succesvolle werkvorm gezien. Naast de inhoudelijke rol die zij hebben vervuld tijdens het beoordelen van de clusterprojecten hebben zij ook een belangrijke aandachtspunten voor een eventueel vervolg op het huidige project gegeven. Tijdens de bijeenkomst van de stuurgroep zijn er eveneens een aantal aanbevelingen gedaan. Deze aandachtspunten kwamen voort uit de evaluatie die halverwege het project heeft plaatsgevonden. Het bleek een goede manier om de financiers te betrekken bij het project en de eventuele aanpassingen. De projectcoördinatie heeft meer tijd gevergd dan vooraf bedacht. Grensoverschrijdende projecten als deze kosten meer tijd aan afstemming tussen de Nederlandse en Duitse partners vanwege de verschillen in de projectmanagementcultuur. Het bleek moeillijk te zijn om clusters van bedrijven en kennisinstellingen grensoverschrijdend samen te laten werken. Samenwerking kan alleen maar als bedrijven elkaar voldoende vertrouwen. Dit blijkt nog veel moeilijker te zijn als de partijen uit verschillende landen komen.
Eindrapportage Inspire & Innovate
87
Eindrapportage Inspire & Innovate
88
9.
Conclusies en aanbevelingen
Dit hoofdstuk bevat alle conclusies uit de voorgaande hoofdstukken.
9.1
Conclusies
Grensoverschrijdende samenwerking Er hebben geen noemenswaardige communicatieproblemen tussen de Nederlandse en Duitse partners plaatsgevonden. De werkwijze van Syntens en Zenit voor het Adviestraject (stap 1) verschilt. De oorzaak hiervan zijn culturele verschillen tussen de twee landen. Binnen het project zijn de activiteiten op elkaar afgestemd. De behoefte en vraag naar individuele subsidies is aanwezig. Bij een vervolg kan worden gebruikgemaakt van opgebouwde ervaring en bekendheid binnen het MKB. Een goede ontsluiting van de databases van de projectpartners is van belang voor het nog beter laten slagen van het project. Acquisitie en publiciteit Acquisitie door middel van de startbijeenkomsten was succesvol: de aanwezigen waren enthousiast en deze leverden veel aanvragen op. De gekozen pr-instrumenten leverden voldoende nieuwe deelnemers op. Deelnemers kwamen via diverse wegen bij het project binnen. Eén op één contact tussen projectpartner en ondernemer lijkt het meest succes op te leveren. Intakegesprekken Het in het projectplan opgenomen aantal intakegesprekken is ruimschoots gehaald in zowel Nederland als Duitsland, ze hebben echter onvoldoende aansluiting gehad als input voor de clustertrajecten. De workshops die waren georganiseerd tijdens de startbijeenkomsten in Wageningen en Osnabrück leverden een groot aantal ideeën op, deze leidden echter onvoldoende tot concrete clustertrajecten. Slechts een enkele keer werd een ondernemer vanuit een individueel traject doorverwezen naar een clustertraject en vice versa. Voor diverse bedrijven – met name in Duitsland – vormden de bijeenkomsten de aanleiding om contact op te nemen met de hogescholen. Vooral kleine bedrijven hadden tot op dat moment nog geen contact met hogescholen en beschouwden dit eerste contact als positief. Daardoor is vanuit Inspire & Innovate een positief effect ontstaan, zonder dat dit tot uitdrukking komt in de projectaanvragen of subsidiegelden. Individuele adviestrajecten Het aantal adviestrajecten dat is uitgevoerd is iets hoger dan bij de start van het project is begroot (127 in plaats van 125). In Nederland en in Duitsland is de werkwijze anders geweest. De reden hiervoor is vooral te vinden in de culturele verschillen tussen de twee verschillende landen.
Eindrapportage Inspire & Innovate
89
Eindrapportage Inspire & Innovate
90
De meeste adviestrajecten vonden plaats bij bedrijven uit de non-food-sector en betroffen een innovatie op het gebied van technologie & ict.
Individuele subsidietrajecten Vooral in Nederland waren de stappen 2 en 3 erg populair. In Duitsland waren er minder stappen 3-trajecten, omdat de ondernemers de stappen één voor één doorliepen vanaf stap 1. Hierdoor resteerde er minder tijd voor een stap 3-traject. De individuele subsidietrajecten hebben geleid tot ruim 3 miljoen euro aan uitgelokte investeringen. Clustertrajecten In het totaal zijn 35 clusterideeën in behandeling genomen. Omdat er 20 clusters gepland waren, is hiermee dus ruimschoots aan het doel voldaan. Er waren 60 workshops gepland met een totale deelname van 300 personen. Uiteindelijk zijn er 58 workshops georganiseerd met een deelname van 329 personen. De omvang van de workshops was sterk gevarieerd van 2 tot 90 personen. In totaal zijn er 18 clusterideeën als projectvoorstel ingediend, waarvan er uiteindelijk 11 projecten afgerond zijn. Bijna alle R&D-trajecten (5 van de 6) zijn gerealiseerd. Bij de haalbaarheidsstudies is iets meer dan de helft van de projecten uiteindelijk afgerond (6 van de 10). De clustertrajecten hebben geleid tot bijna 900.000 euro aan uitgelokte investeringen. Projectmanagement Duitse ondernemingen proberen knelpunten binnenshuis op te lossen en zien het als een zwaktebod om advies van buitenaf in te schakelen. Deze cultuur kan veranderen door vaker dit type grensoverschrijdende programma’s uit te voeren. Geen van 29 clusterideeën die voort zijn gekomen uit de startupworkshops heeft geleid tot een afgerond clustertraject. Het succes van innovaties ligt meer in de ‘drive’ en wilskracht van individuele bedrijven die willen innoveren. Het samenwerken van clusters van bedrijven en kennisinstellingen grensoverschrijdend is onmogelijk zonder voldoende vertrouwen. Het feit dat interne kosten niet subsidiabel waren, maakte dat het project voor Duitse bedrijven minder aantrekkelijk werd. Dit is echter vaak wel mogelijk bij andere EU-projecten. 3 stap 4-projectaanvragen zijn om die reden teruggetrokken. De meeste projecten in het clustertraject zijn ontstaan door actief rond een bestaand idee een cluster te vormen, door het gericht benaderen van MKB’ers en kennisinstellingen of door gebruik te maken van bestaande kleine of grotere netwerken. Voor de clustertrajecten is uiteindelijk voor een groot deel geput uit de netwerken rond WUR en FHO. Hierdoor is er sprake van weinig deelname van andere kennisinstellingen binnen de clustertrajecten.
9.2
Aanbevelingen
Grensoverschrijdende samenwerking Meer projecten als Inspire & Innovate stimuleren Duitse ondernemers vaker externen in te huren bij ontwikkeling van innovatieve producten en diensten. Bij de start van het project moeten de partners beschikken over een gezamenlijke database.
Eindrapportage Inspire & Innovate
91
Eindrapportage Inspire & Innovate
92
Acquisitie en publiciteit De in dit project uitgevoerde eerste adviesgesprekken hebben onvoldoende aansluiting gehad op de clustertrajecten. Gekeken moet worden naar een meer efficiëntere wijze ondernemers te interesseren voor een clustertraject. Met de bij het project betrokken organisaties zoals Food Valley, Health Valley, Innovatieplatform Twente, GIQS, Food Processing Initiative, MedEcon Ruhr, Food & Nutricion Delta etc. bij aanvang van een nieuw project bespreken wat hun exacte rol op het gebied van communicatie kan zijn. Gebruikmaken van de succesverhalen van het huidige project. Meer gebruikmaken van huidige media (websites, nieuwsbrieven etc.). Zorgen dat kennis over het project zo breed mogelijk wordt verspreid (ook bij bedrijven die zijdelings bij de speerpunten zijn betrokken). Gedurende het gehele project dient er zoveel mogelijk één op één contact met de projectdeelnemers worden onderhouden. Intakegesprekken De gekozen werkwijze om van individuele trajecten tot clustertrajecten te komen heeft tot onvoldoende resultaat geleid. Hiervoor moet een nieuwe werkwijze worden gezocht. Individuele adviestrajecten Ondanks de behoefte die er voor deze trajecten bleek te zijn, hebben deze geen grote meerwaarde voor de andere onderdelen van het project opgeleverd. Overwegen of adviestrajecten (stap 1) op deze wijze in een vervolgproject moeten worden opgenomen. Individuele subsidietrajecten Door de beperkte looptijd van het project hebben minder individuele subsidietrajecten een goede input geleverd voor een clustertraject. Dat kan worden verbeterd door de looptijd te verlengen en in een nieuw project gebruik te maken van de individuele trajecten die in dit project zijn ondersteund. Clustertrajecten Presenteren van projecten aan de adviescommissie door een inhoudelijk clusterbegeleider, niet door een bij het project betrokken bedrijf of kennisinstelling. Betrek zoveel mogelijk verschillende kennisinstellingen die op het betreffende thema actief zijn nauw bij het project. Nagaan of het mogelijk is clusters met slechts 1 partner uit de regio (leadpartner) goed te keuren. Hoewel binnen het thema food & life sciences er nog voldoende initiatieven zijn, moet er worden gekeken naar thema’s die aan beide zijden van de grens van toepassing zijn. In Oost-Nederland zijn naast food de speerpunten health en technology benoemd, aan Duitse zijde wordt hierover nagedacht in het kader van het clusterbeleid. Opstellen van een heldere omschrijving van de rol en het mandaat van de (leden van de) adviescommissie. Adviescommissieleden moeten kritisch zijn en onafhankelijk.
Eindrapportage Inspire & Innovate
93
Innovation Link
Food Valley Innovation Link Kennisnetwerk ontsluiten voor praktijkvragen Ondernemen met kennis Succes vereist van bedrijven dat ze voortdurend vernieuwen. Kennis is onontbeerlijk voor innovatie. De Stichting Food Valley heeft het doel de innovatiekracht van het Nederlandse agrifood cluster te stimuleren door ondernemerschap en kennis samen te brengen. De stichting Food Valley is bedoeld voor díe bedrijven die hun marktpositie willen verbeteren en hun concurrentiekracht vergroten. Hoe komt de ondernemer nou bij de juiste kennis en kennisinstelling terecht? En aan welke kennis is nou werkelijk behoefte? Dit zijn uitdagingen voor Food Valley. Food Valley heeft hiervoor samen met Syntens de Food Valley Innovation Link ontwikkeld. Het doel van de Food Valley Innovation Link is om ondernemers met concrete praktijkvragen op het gebied van food op een snelle en efficiënte manier gericht in contact te brengen met de meeste geschikte kennisleverancier(s). Toonaangevende kennisinstellingen De Food Valley Innovation Link maakt gebruik van het netwerk van ‘vuurtorenwachters’. Deze mensen werken op strategische plekken in toonaangevende kennisinstellingen en organisaties en vinden daardoor snel de weg naar de juiste experts. Aangesloten zijn foodkennisinstellingen in Nederland, zoals: Aequor, DSM Solutions, Groenhorstcollege, Han BioCentre, HAS Kennistransfer, IAH Larenstein, Nederlands Bakkerij Centrum, NIZO Food Research, Van Hall Instituut, Syntens, TNO, TOP B.V. en Wageningen UR. De Food Valley Innovation Link beschikt ook over goede ingangen bij tal van (commerciële) consultants in Nederland en over nuttige kanalen naar buitenlandse leveranciers. Simpel, snel en resultaatgericht! Een concrete vraag van een ondernemer wordt voorgelegd aan alle aangesloten vuurtorenwachters. De vuurtorenwachters reageren binnen een week op de vraag. De resultaten worden vervolgens teruggekoppeld naar de ondernemer die zelf beslist met welke organisaties hij in contact wil treden. De ondernemer krijgt ondersteuning bij het formuleren van de vraag en desgewenst het vervolgtraject. Kortom de Innovation Link werkt simpel, snel en resultaatgericht! Betere oplossingen en creatieve ideeën In het kader van de Food Valley Innovation Link wordt de vraag van de ondernemer altijd aan het gehele netwerk van vuurtorenwachters voorgelegd. Hierdoor kan het zijn dat ondersteuning wordt geboden uit onverwachte hoek. Dit draagt bij aan het vinden van betere oplossingen en creatieve ideeën. Dus aan innovatie!
Eindrapportage Inspire & Innovate
94
Een langere looptijd van het project geeft kans op meer (cluster)projecten → bij een gelijk aantal tenderrondes zijn er meer keuzemogelijkheden → adviescommissieleden worden gedwongen kritischer te zijn. De startup-workshops konden in het huidige project onvoldoende worden begeleid. Dit kan worden verbeterd door de projectcoördinatie in versterkte mate neer te leggen bij technologietransfer-instellingen en minder bij de hogescholen/universiteiten. De workshops waren voor veel bedrijven positief. Zij werden gemotiveerd tot verdere contacten binnen het Inspire & Innovate-project. Een eerste contact met een technologietransfer-instelling zou de bedrijven kunnen ondersteunen bij de oriëntatie, de probleemanalyse en het zoeken naar verdere partners.
Projectmanagement Meer aandacht besteden aan het koppelen van een project aan andere initiatieven, zoals Food Valley Innovation Link (zie tekst hiernaast). Meer tijd en aandacht besteden aan het kennismaken van partijen die elkaar nog niet kennen. Zij moeten gezamenlijk kleine stappen nemen Subsidies en adviezen kunnen hierbij ondersteunen. De randvoorwaarden moeten hiervoor geschapen worden en mogen niet te knellend zijn. Alle projectkosten zouden subsidiabel moeten zijn, inclusief interne loonkosten. Hierdoor zal het aantal deelnemende bedrijven toenemen. Om deelname van andere kennisinstellingen te stimuleren ook contactpersonen (kennistransfer points) meer te betrekken bij het project. Nagaan of steun voor business to business clusters mogelijk is. Deelname van het grootbedrijf (geen MKB) zou mogelijk moeten zijn. Ook in Duitsland zou het mogelijk moeten zijn om ureninzet voor ontwikkeling van nieuwe producten en diensten financieel te ondersteunen. In Nederland is dat mogelijk via de WBSO. Het instellen van een ‘expertteam’ vanuit bestaande organisatie zoals Food Valley, Health Valley, Innovatieplatform Twente, GIQS, Food Processing Initiative, MedEcon Ruhr, Food & Nutrition Delta etc. zorgt voor een grotere reikwijdte van het project. Dit team mee laten denken bij de ontwikkeling van het project. Het team kan als basis dienen voor de adviescommissie. Methodiek I&I opschalen ten behoeve van toekomstige grensoverschrijdende projecten. Bij een eventueel nieuw project ook aandacht voor cultuuromslag en voor cultuurverschillen. Daarbij moet gekeken worden naar de ondernemers maar ook de uitvoerende organisaties aan beide zijden van de grens. Nieuwe ideeën voor nieuwe periode vergen ook commitment van de provincies en EZ op financieel gebied. De begeleiding van de clusters breder in steken, bijvoorbeeld door een combinatie van vertegenwoordigers uit MKB netwerken en betrokken kennisinstellingen. De begeleiding naar de presentatie van een project voor de adviescommissie moet door een onafhankelijke partij gebeuren. Presentatie en toelichting van de voorstellen door een inhoudelijk betrokkene.
Eindrapportage Inspire & Innovate
95
Eindrapportage Inspire & Innovate
96
Bijlagen
Eindrapportage Inspire & Innovate
97
Bijlage 1 Totaaloverzicht deelprojecten Step
NL/D
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
Innovation Type
1
0
S
T
1
0
F
T
0
1
N
O
0
1
N
M
Name Applicant
Name Projekt
1
De Fonteyn
Bedrijfsprojectweek Windesheim
NL
1
A.H. Kaascentrale
Verpakkingen buitenlandse kazen
NL
1
Aanenuitbesteden.nl
Vervolg organisatieontwikkeling businessmodel ICT
NL
1
Aanenuitbesteden.nl
Marketing & Strategie
NL
1
Abrakor
Kennismaking en octrooi mogelijkheden
NL
0
1
N
T
1
Advin Noordoost B.V.
Ontwikkeling hergebruik afvalwater
NL
0
1
N
O
1
AL Metalltechnik GmbH
Entwicklung eines innovativen Muldenkippers
D
0
1
N
T M
1
Aloys Elders vof Heeten
uitwerken marketinglan
NL
0
1
N
1
Alwit GmbH
Sensoren in Funktionskleidung
D
1
0
N
T
1
ARTEBENE GmbH
Elektronische Preisliste
D
0
1
S
M
1
Aufderhaar Kunststofgroep B.V.
Voedings'pad' voor planten
NL
0
1
N
T
1
AVE-Twente AW Solutions Business Innovators
Octrooionderzoek naar telecine-kit, vervolg
NL
0
1
N
T
Internetmarketing
NL
0
1
N
M
1
Axxence Aromatic GmbH
Aufbau von Laborkapazitäten für FuE
D
1
0
F
O
1
B K Poultry Packaging B.V.
Ontwikkelen nieuwe gegaarde producten
NL
0
1
F
T
1
Backgorler Europe GmbH
D
1
0
F
M
1
Bakkerij Hilvers B.V.
Innovatie en samenwerken
NL
1
0
F
M
1
Bauernlädchen
ROkoSA
D
0
1
F
M
1
Bekker Transporte GmbH. Bercker Graphischer Betrieb GmbH & Co. KG
NNL Netherlands Network Logistics
D
1
0
S
O
Supply-Chain-Management
D
1
0
N
M
1
1
Eindrapportage Inspire & Innovate
Step
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
NL
0
1
F
T
D
0
1
F
M
Vermarkten en financiering mycorrhiza
NL
0
1
N
T
marktonderzoek vla-tender
NL
0
1
F
M
Ontwikkeling marketing en positionering van het bedrijf
NL
0
1
N
M O
Name Projekt
NL/D
1
Name Applicant Beuker Vochtrijke Diervoeders B.V.
Scheidingsvraagstuk klips en vleeshoudende resten
1
Biokraftstoffe Büning
BHKW mit Hackschnitzeltrocknung
1
BIOSYM
1
Boermarke Vers B.V. Bouwbedrijf EBU Doetinchem B.V.
1
Innovation Type
1
Brink Techniek B.V.
Nazorg IAP
NL
1
0
N
1
Brokers Kunststoffen BV
Productontwikkeling
NL
0
1
N
T
1
CA FNZ Agri
IAP een visiedocument voor de komende jaren
NL
1
0
S
O
1
cg trainings
Beratungstool - Software
D
1
0
S
O
1
Coda Produkten B.V.
medikeeper
NL
0
1
L
O
1
crashtest.service.com
D
0
1
N
M
1
De Boer Industriële Groep B.V.
organisatorische innovatie
NL
0
1
N
O
1
De Groot piano's & vleugels
Conditioneringsapparaat voor piano's
NL
0
1
S
T
1
De Linge Groep
Strategietraject
NL
1
0
S
O
1
De Vierde Wand
Uitbreiding van activiteiten
NL
0
1
N
O
1
Desmold B.V.
onderzoek stand der techniek tie-rib
NL
0
1
N
T
1
Dynteq
Actie n.a.v. ingevulde IQS
NL
0
1
N
O
1
E-SS (E-System Solutions)
vermarkten van ontwikkelde software
NL
0
1
N
T
1
Essensor
Uitbreiding van activiteiten: van idee tot PVE
NL
1
0
F
O
1
Euro Mouldings B.V.
Productie optimalisatie
NL
0
1
N
O
1
Euro Mouldings B.V.
Marktonderzoek tubes
NL
0
1
N
M
1
ExtraLot.com AG
Zentrale Zeitschriftendatenbank
D
1
0
S
O
1
FENA-Naturfaserdämmstoffe
Einblasdämmstoff aus Flachs
D
0
1
F
T
1
Fometrix B.V.
Eerste kennismaking
NL
0
1
N
T
1
Freriksen Vleesbedrijf
Ontwikkelen gaar- en koellijn voor gegaarde producten
NL
0
1
F
T
1
Fruit Inn GmbH G.L.I. Global Light Industries GmbH
Herstellung von Trockenobst und Gemüse ohne chemische Zusatzstoffe
D
1
0
F
T
Fertigungstechnologie für monolithisch integrierte LED
D
1
0
N
T
1
Eindrapportage Inspire & Innovate
Step
Name Applicant
Name Projekt
NL/D
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
Innovation Type
1
Gebr. Van der Geest B.V.
Advies ten aanzien van "thermos verfblik"
NL
0
1
N
T
1
Gut Forstmannshof
Neue Schnäpse, Markt NL
D
0
1
F
T
1
GWR Galenuswerk Rees GmbH Folien-Verpackungsmaschine
D
1
0
N
T
1
Haake
D
1
0
N
T
1
Heerlijkheid Marienwaerdt B.V. Productontwikkeling vruchtensap Heimann Fahrzeugbau GmbH & Absenkbares Fahrzeug Co.KG
NL
1
0
F
T
D
0
1
N
T
Samenwerking en marktvergroting in Euregio
NL
0
1
N
T
1
Herikon bv Hulpmiddelencentrum Noordoost Nederland
Management Team
NL
0
1
L
O
1
i.t.s. GmbH
Marktstudie Nasssetzmaschine
D
1
0
N
M
1
Ilca Media
Ontwikkeling Ilca Media
NL
0
1
L
T
1
Impex High Tech
Entwicklung neuartiger Laser und Laserapplikationen
D
1
0
N
T
1
IMST
D
1
0
N
M
1
InfoDish
Ontwikkelen nieuw vleesproduct vanuit chocolaterie-omgeving
NL
0
1
F
O
1
innotec Control GmbH
Kontrolleinheit GFC (gas flow control)
D
1
0
N
T
1
Installatie Portal
Opzetten/operationeel maken Installatie Portal
NL
1
0
N
T
1
Intrium
Strategische ontwikkelingen
NL
1
0
N
T
1
Personenzählung in heterogenen Umgebungen
D
1
0
N
T
strategie en productontwikkeling
NL
0
1
F
T
1
ISIS IC GmbH Jansen Food Preparation Technology B.V. Jansen, Paul, Metallwarenfabrik GmbH & Co. KG
Herstellung von Bleigewichten für den Schiffsbau
D
1
0
N
T
1
JRS-Systems B.V.
Innovatievouchers verzilveren
NL
0
1
N
T
1
Kemex bv
Herkenning van toevoeging aan wondkussen met X ray
NL
0
1
L
T
1
Klean-Konter
D
1
0
S
T
1 1
1
1
Kleeven Medizintechnik GmbH
"Brustscanner" und "Coolpenbox"
D
1
0
L
T
1
Koninklijke Euroma B.V.
Innovatie n.a.v. IQS
NL
1
0
F
O
1
KOS Spezialtüren GmbH
Entwicklung einer rauchdichten Brandschutzschiebetür
D
1
0
N
T
1
Kraul, Weinkontor Kunstsmederij Willem J. Jonkers BV
Neue Weinprodukte, Markt NL
D
0
0
F
T
Adviesbrief: Metal Design Academy
NL
0
1
N
O
1
Eindrapportage Inspire & Innovate
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
NL
0
1
F
O
D
0
1
F
M
D
1
0
N
M
NL
0
1
N
M
Productidee over windenergie
NL
0
1
S
T
Liutec
Optimierung eines Rieselbettreaktor nach einer Chemostufe
D
0
1
F
T
LOMA GbR
Messestand reha-care Düsseldorf
D
1
0
S
M
1
Lyempf BV
Samenwerking en marktvergroting in Euregio
NL
0
1
F
M
1
Markt und Dienstleistung GmbH
Neuentwicklung Verbrennung Alternativenergie
D
1
0
F
T
1
Marthello Easy Wear B.V.
NL
0
1
N
M
1
mediamixx GbR
MII creatieve marketing Kompendium/Leitfaden Markteintrittshilfe für niederländische Unternehmen nach Deutschland
D
1
0
S
M
1
MedSpray
Begeleiding van Syntens, waar liggen de mogelijkheden
NL
0
1
L
T
1
MetafloW
Applicatiekennis laserberwerkingen voor muziekinstrument
NL
0
1
N
T
1
Metallbau Vos GmbH
Gewinnung von Neukunden in den Niederlanden
D
1
0
N
M M
Step
Name Applicant
Name Projekt
NL/D
1
Kwetters International
Productie en marketingconcept 'Het Rondeel'
1
land24 GmbH
Deutsch-Niederländische Landflirtbörse
1
Led Konzept
1
Marketing
1
Lens Poppenmode Lijnrecht Communicatie, Ontwerp & Adviesbureau
1 1
Innovation Type
1
Molderings Haustechnik GmbH
Musteranlage Nahheizkraftwert
D
1
0
N
1
Morsink Interieurbouw
Strategie en innovatie
NL
0
1
S
T
1
NEM Energy Services B.V.
Toekomstige strategische keuzes
NL
0
1
S
O
1
NTP Milieu & Infra Enschede Online website Management Nederland
Marketing/verkoop van "De aannemer als regiseur" naar SI
NL
0
1
N
O
strategie, samenwerking
NL
0
1
N
O
1
PartnerPlus GbR
Mediation im deutsch-niederländischen Wirtschaftraum
D
1
0
S
M
1
Poorthuis Industrial Services
Innovatie en participatie in pre-ipc
NL
0
1
S
T
1
proflora GmbH
Substitution von Glas- durch Bambusfasern
D
1
0
F
T
1
Quality On-Line B.V.
Organisatorische Innovaties/verbeteringen
NL
0
1
N
O
1
raiffeisen Steverland
Machbarkeitsstudie zu Dungcheck.com
D
1
0
F
M
1
Oriënterend octrooionderzoek eenhandige bediening spinnakers
NL
1
0
N
T
1
R-Boats Robbers en Van den Hoogen B.V.
Innovatie en veranderingsvraagstuk
NL
1
0
F
T
1
Roelofs, H.B. grondverzet
Vinding
NL
0
1
N
T
1
Eindrapportage Inspire & Innovate
Step
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
Innovation Type
NL
0
1
F
O
NL
0
1
N
O
Name Applicant
Name Projekt
NL/D
Bedrijf wil vernieuwing doorvoeren in bedrijfsproces Ondersteuning bij Fosag IPC
1
Sanders Vleescentrale B.V. Schilderwerken Lenferink Heino B.V. Schoonmaakbedrijf Adrie Reerink
Nieuw productidee/proto
NL
0
1
S
T
1
SL Biljartservice
Vinding/idee
NL
0
1
S
T
1
Soco Managementsystemen
Desk Research
NL
0
1
S
O
1
Stukadoorsbedrijf L.C. Verheul
Opbouw website
NL
0
1
N
T
1
Tebodin CCE
Innovatie weer op één!
NL
0
1
F
O
1
Telemetronics Biometry B.V.
Biocompatible materialen en batterijtechnologie
NL
1
0
N
T
1
Gesprek over uitvindingen
NL
0
1
N
T
NeDTax - Steuerportal D-NL
D
1
0
S
M
1
Ter Maat Metselbedrijf B.V. Thissen-Heenen Steuerberatung TIS Technische Informationssysteme GmbH
D
1
0
N
T
1
Triple M
Geschäftsidee Piratenkugel
D
0
1
F
T
1
Tuinte-TDO BV
Participatie in regionale innovatie projecten
NL
0
1
N
T
1
UseLab GmbH
D
0
1
L
M
1
van de Loo, Wilhelm, GmbH Van der Linden Tuinontwerp en Advies Van der Vechte Equipment Centre B.V.
Medizintechnik, Software Ergonomie-Check Weiterentwicklung eines Giesswagens und Systematisierung der Martkeinführung in den niederländischen und deutschen Markt
D
1
0
N
T
Innovatievoucher
NL
0
1
N
T
Marktonderzoek en zo mogelijk herontwerp 'plantenspuit'
NL
1
0
N
T
VarioLens-Schießbrille
D
0
1
L
M
1
Vario Lens Verhoeckx & Zn. Grooth. in Fr. & Champ. B.V.
Productontwikkeling
NL
1
0
F
T
1
Verzinkerij Twente B.V.
Verzilvering van de innovatievoucher
NL
0
1
N
T
1
Vetinal B.V.
Nieuw ICT concept
NL
0
1
N
O
1
Exportmarkt Niederlande
D
1
0
F
M
I&I vliegende varkens
NL
0
1
S
M
1
Vivotec GmbH Vliegende Varkens Concept & Vormgeving Weßling, Dr., Laboratorien GmbH
Markterschließung Niederlande
D
0
1
N
M
1
Willert Software Tools GmbH
Samenwerking en marktvergroting in Euregio
NL
0
1
N
T
1 1
1
1 1 1
1
Eindrapportage Inspire & Innovate
Step
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
Innovation Type
NL
0
1
L
O
D
0
1
S
M
1
0
N
T
1
0
F
T
1
0
N
T
1
0
F
T
0
1
N
T
NL
1
0
N
T
D
0
1
N
T
NL
1
0
N
T
D
0
1
N
T
Foodkonzept institutionele Markt Niederlande-Deutschland
NL
1
0
F
T
Erstellung einer Marktstudie
D
1
0
S
T
Intracare BV
Entwicklung von Antibiotika-Ersatz für den deutschen Markt
NL
1
0
L
T
ISIS IC GmbH
Logicware-LAMP-Server zur Personenzählung
D
1
0
N
T
J.P. Havens Graanhandel NV
Premix-Produktionslinie
NL
1
0
F
T
Name Applicant
Name Projekt
NL/D
1
Yalp
Adviesbrief: realisatie innovatietraject
2
Internationale Kommunale Reinigung & Facility Management (IKR &FM)
2
ALBA-Baving GmbH BV Scheepswerf en Machinefabriek Vahali
Entwicklung eines innovativen Binnenschiffahrttankers
NL
2
Clean Light
Entwicklung einer UV Gewacksschützmachine für Kartoffelkrankheit
NL
2
Constructiebedrijf Willems
Druckröhre
NL
2
Decora Food Products BV
Prozessenentwicklung tiefgefrorenstabile
NL
2
Dieter Fellerhof
Einblasdämmstoff auf Basis nachwachsender Rohstoffe
D
2
Drieskamp Techniek
Kompakter Traktor der Zukunft
2
esb automations AG
Einführung von Machinendaterenlassungen bei NL
2
Ginaf Anwendung von VML in Ginaf-Lastkraftwagen Heimann Fahrzeugbau GmbH & Ansenkbares Fahrzeug Co.KG
2
Het Vleespannetje BV
2
i.t.s. GmbH
2 2 2
2
2
Kamp Coating Groep
Pulverbeschichtungsstrasse der Zukunft
NL
1
0
N
T
2
Klaremelk BV
Kälbermilch mit flüssige Bestandteile
NL
1
0
F
T
2
KOS Spezialtüren
Entwicklung einer T30-RS-Schiebetür
D
1
0
N
T
2
Optimierung eines Rieselbetreaktor nach einer Chemostufe
D
0
1
N
T
2
Liutec GbR Meier-Schultz Schweißtechnik Handels GmbH
Kontrolleinheit GFC (gas flow control)
D
1
0
N
T
2
Metallbau Vos GmbH
Gewinnung von Neukunden in den Niederlanden
D
1
0
N
M
2
Mulder Metaal BV
Pedfood/Pedfeed
NL
1
0
F
T
2
Pireco International BV
Pireco, deutscher Markt
NL
1
0
N
M
2
Raiffeisen Steverland e.G.
Machbarkeitsstudie zu Dungcheck.com
D
0
1
F
M
2
Raiffeisen Steverland e.G.
Online-PSM-Bestandsbuch
D
0
1
F
T
Eindrapportage Inspire & Innovate
Step
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
Innovation Type
NL
1
NL
1
0
F
M
0
N
M
NL
1
0
F
M
D
1
0
F
T
Name Applicant
Name Projekt
NL/D
2
Saweco Mengvoeders BV
Gesundes Fleisch
2
Uniqfill Air BV
Filter Plus System
2
Verhoeckx&zn
2
Wilhelm van de Loo GmbH
Innovatives Champignonprodukt auf der Basis frischer Champignons Weiterentwicklung eines Giesswagens und Systematisierung der Martkeinführung in den niederländischen und deutschen Markt
2
Wormkwekerij R. van Essen
Rotschlamm in neue Energie umsetzen
NL
1
0
S
T
3
Aufbau des Vertriebs NL
D
0
1
N
T
Integriertes Buchproductionssystems
D
1
0
N
T
3
Artebene GmbH Bercker Graphischer Betrieb GmbH Bercker Graphischer Betrieb GmbH
Integriertes Buchproductionssystems
D
1
0
N
M
3
Citrex Nederland BV
Vermarktung Dipper
NL
0
1
F
T
3
Constructiebedrijf Willems
Druckröhre
NL
1
0
N
T
3
Coöperatie Agruniek U.A.
Vermarktung OptiFit
NL
1
0
F
T
3
Coöperatie Agruniek U.A.
Nachhaltige Landwirtschaftskette
NL
1
0
F
T
3
crashtest.service.com
Prüfung und Optimierung der IT-Struktur der crashtest.service.com
D
0
1
N
T
3
Drieskamp Techniek
Kompakter Traktor der Zukunft
NL
1
0
N
T
3
esb automations AG Gereedschappenfabriek Van den Brink BV
Einführung eines Zeitwirtschaftssystems in den NL-Markt
D
0
1
S
O
3
3
Kunststoffbügel-Maschine
NL
1
0
N
T
Ginaf Service BV Handelsonderneming H. Trienekens B.V.
Umsetzung und Vermarktung von VML in Ginaf-Lastkrafwagen
NL
1
0
N
T
Vermarktung des Magic Tyre
NL
1
0
N
T
Foodkonzept institutionele Markt Niederlande-Deutschland
NL
1
0
F
T
3
Het Vleespannetje BV Holland Food Service VersPanklaar BV
NL
1
0
F
M
3
Hygear BV
Portion Pack Concept Vermarkten von Wasserstoffreformersysteme in den Markt für industrielles Protzesgas
NL
1
0
N
M
3 3 3
3
IKS international
Vermarktung und Wartung von High-End Labormessgeräte (HEMA)
NL
1
0
N
M
3
Intracare BV
Einführung Nahrungsergänzung für den deutschen Markt
NL
1
0
F
T
3
ISIS IC GmbH
Logicware-LAMP-Server zur Personenzählung
D
1
0
N
T
3
ISIS IC GmbH
Einführung Presto - Schüleranwesenheitserfassung
D
1
0
N
T
3
Kick-Point GmbH
Entwicklung und Markteinführung von Sporttoren
D
0
1
N
T
Eindrapportage Inspire & Innovate
Step
Euregio Gronau
Sector
Innovation Type
1
F
M
1
N
T
Name Projekt
3
Landhoeve streekproducten BV
Leidenschaft für regionale Produkte
NL
0
3
Liutec GbR
Optimierung eines Rieselbetreaktor nach einer Chemostufe
D
0
3
Matrix Software B.V.
Einführung eines neuen Softwareprogramms MatrixKozijn-Kunststof
NL
1
0
N
T
3
Neuteboom Koffiebranders BV
Bake-off Kaffee im Supermarkt
NL
0
1
F
M
3
PartnerPlus
Mediation im deutsch-niederländischen Wirtschaftraum
D
1
0
S
O
3
Pireco Productie BV
Pireco Deutscher Markt
NL
1
0
N
M
3
Prinzen Machinebouw BV
NL
1
0
F
T
3
NL
1
0
F
T
3
Profish VOF Steuerkanzlei Thissen & Heenen
Vollautomatischer Palettenentstapler für Kunststoff-Eiertrays Markeinführung von verabeiteten Fisch für den deutschen Einzelhandel (Fischwurst) NeD Tax
D
1
0
S
M
3
TRM
Realiserung Mixed Buffer Concept
NL
1
0
N
M
3
TRM
Vermarktung Mixed Buffer Concept
NL
1
0
N
M
3
TSR Holland Groep B.V.
EPS Kompakt Prozess
NL
0
1
N
T
3
Uniqfill Air BV
Filter Plus System
NL
1
0
N
M
3
Van der Zee Vlees BV
Geschmackerlebnis mit Fleisch und Schokolade
NL
1
0
F
M
3
Vario Lens
Variable Schießbrille
D
0
1
N
T
3
Verdict Systems B.V.
Verdict
NL
1
0
F
T
3
Vetinal BV/Sectolin
On-line Apotheke für Tierartz und Pferdeliebhaber
NL
0
1
L
M
3
Vitomega
Markteinführung Vitomega Schweinefleisch
NL
0
1
F
M
3
Marktaufbau Benelux (Marketing und Vertriebsstrategie)
D
1
0
F
M
3
Vivotec GmbH Vleeswarenfabriek Henri van de Bilt bv
NL
1
0
N
M
3
Wilhelm van de Loo GmbH
Markteinführung Kinderprodukte Weiterentwicklung eines Giesswagens und Systematisierung der Martkeinführung in den niederländischen und deutschen Markt
D
1
0
F
T
3
Vermarktung der XP Boarding Chair
NL
1
0
N
T
4
Xpiration Beukelaar Diervoeders/Campilobactor
NL
1
1
F
T
4
P.C. van Tuijl Kesteren BV
Reductie Campylobacter besmetting bij vleeskuikens door middel van voeding Deptameat: Studie nach und Entwickeling von Detektions- und Trennungsverfahren
NL
6
0
F
T
4
Raifaissen.com
Entwicklung einer Methode für Online Slachtanmeldungen
D
2
0
F
O
4
Vrisima BV/Stex
Stex: Markt Opportunities for hemp based fabrics
NL
3
1
N
T
Eindrapportage Inspire & Innovate
NL/D
Euregio Rijn-Waal
Name Applicant
Step
Name Applicant
Name Projekt
NL/D
Euregio Rijn-Waal
Euregio Gronau
Sector
Innovation Type
4
W. Kosse & Co BV/Vitomega
Vitomega, gesunde Nahrung für Schweine
NL
1
2
F
T
4
Wisensys
Wisensys, drahtloser Sensortechnik in der Agro-Food-Kette
NL
0
2
F
M
5
Ceradis/ Gewas MVBP
Lignosulfate für "crop protectants"
NL
1
1
F
T
5
Cup2move P.C. van Tuijl Kesteren BV/Depacmeat
New packaging concept for convienience and single use Umsetzung der Trennungsverfahren für Plasticclips und Fleisch enthaltende Producte in Brot- und Backwaren
NL
2
0
F
T
NL
6
0
F
T
D
2
0
F
O
D
2
0
F
T
5 5 5
Raifaissen.com/Futtermonitoring Entwicklung einer überbetrieblichen Online-Futtermonitoring-Methode Raiffeisen Raesfeld-Kirchhellen e.G. Online Pflanzenschutz Bestandsbuches
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 2 Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer …
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 3 Lijst NACE codes (19 december 2005) DA.15.00 - Manufacture of food products and beverages DA.15.10 - Production, processing and preserving of meat and meat products DA.15.11 - Production and preserving of meat DA.15.12 - Production and preserving of poultrymeat DA.15.13 - Production of meat and poultrymeat products DA.15.20 - Processing and preserving of fish and fish products DA.15.30 - Processing and preserving of fruit and vegetables DA.15.31 - Processing and preserving of potatoes DA.15.32 - Manufacture of fruit and vegetable juice DA.15.33 - Processing and preserving of fruit and vegetables n.e.c. DA.15.40 - Manufacture of vegetable and animal oils and fats DA.15.41 - Manufacture of crude oils and fats DA.15.42 - Manufacture of refined oils and fats DA.15.43 - Manufacture of margarine and similar edible fats DA.15.50 - Manufacture of dairy products DA.15.51 - Operation of dairies and cheese making DA.15.52 - Manufacture of ice cream DA.15.60 - Manufacture of grain mill products, starches and starch products DA.15.61 - Manufacture of grain mill products DA.15.62 - Manufacture of starches and starch products DA.15.70 - Manufacture of prepared animal feeds DA.15.71 - Manufacture of prepared feeds for farm animals DA.15.72 - Manufacture of prepared pet foods DA.15.80 - Manufacture of other food products DA.15.81 - Manufacture of bread; manufacture of fresh pastry goods and cakes DA.15.82 - Manufacture of rusks and biscuits; manufacture of preserved pastry goods and cakes DA.15.83 - Manufacture of sugar DA.15.84 - Manufacture of cocoa; chocolate and sugar confectionery DA.15.85 - Manufacture of macaroni, noodles, couscous and similar farinaceous products DA.15.86 - Processing of tea and coffee DA.15.87 - Manufacture of condiments and seasonings DA.15.88 - Manufacture of homogenized food preparations and dietetic food DA.15.89 - Manufacture of other food products n.e.c. DA.15.90 - Manufacture of beverages DA.15.91 - Manufacture of distilled potable alcoholic beverages DA.15.92 - Production of ethyl alcohol from fermented materials DA.15.93 - Manufacture of wines DA.15.94 - Manufacture of cider and other fruit wines DA.15.95 - Manufacture of other non-distilled fermented beverages DA.15.96 - Manufacture of beer DA.15.97 - Manufacture of malt DA.15.98 - Production of mineral waters and soft drinks DA.16.00 - Manufacture of tobacco products DB.0.00 - Manufacture of textiles and textile products DB.17.00 - Manufacture of textiles DB.17.10 - Preparation and spinning of textile fibres DB.17.11 - Preparation and spinning of cotton-type fibres DB.17.12 - Preparation and spinning of woollen-type fibres DB.17.13 - Preparation and spinning of worsted-type fibres DB.17.14 - Preparation and spinning of flax-type fibres DB.17.15 - Throwing and preparation of silk, including from noils, and throwing and texturing of synthetic or artificial filament yarns DB.17.16 - Manufacture of sewing threads DB.17.17 - Preparation and spinning of other textile fibres DB.17.20 - Textile weaving DB.17.21 - Cotton-type weaving DB.17.22 - Woollen-type weaving DB.17.23 - Worsted-type weaving DB.17.24 - Silk-type weaving DB.17.25 - Other textile weaving DB.17.30 - Finishing of textiles
Eindrapportage Inspire & Innovate
DB.17.40 - Manufacture of made-up textile articles, except apparel DB.17.50 - Manufacture of other textiles DB.17.51 - Manufacture of carpets and rugs DB.17.52 - Manufacture of cordage, rope, twine and netting DB.17.53 - Manufacture of non-wovens and articles made from non-wovens, except apparel DB.17.54 - Manufacture of other textiles n.e.c. DB.17.60 - Manufacture of knitted and crocheted fabrics DB.17.70 - Manufacture of knitted and crocheted articles DB.17.71 - Manufacture of knitted and crocheted hosiery DB.17.72 - Manufacture of knitted and crocheted pullovers, cardigans and similar articles DB.18.00 - Manufacture of wearing apparel; dressing and dyeing of fur DB.18.10 - Manufacture of leather clothes DB.18.20 - Manufacture of other wearing apparel and accessories DB.18.21 - Manufacture of workwear DB.18.22 - Manufacture of other outerwear DB.18.23 - Manufacture of underwear DB.18.24 - Manufacture of other wearing apparel and accessories n.e.c. DB.18.30 - Dressing and dyeing of fur; manufacture of articles of fur DC.0.00 - Manufacture of leather and leather products DC.19.00 - Tanning and dressing of leather; manufacture of luggage, handbags, saddlery, harness and footwear DC.19.10 - Tanning and dressing of leather DC.19.20 - Manufacture of luggage, handbags and the like, saddlery and harness DC.19.30 - Manufacture of footwear DD.0.00 - Manufacture of wood and wood products DD.20.00 - Manufacture of wood and of products of wood and cork, except furniture; manufacture of articles of straw and plaiting materials DD.20.10 - Sawmilling and planing of wood; impregnation of wood DD.20.20 - Manufacture of veneer sheets; manufacture of plywood, laminboard, particle board, fibre board and other panels and boards DD.20.30 - Manufacture of builders' carpentry and joinery DD.20.40 - Manufacture of wooden containers DD.20.50 - Manufacture of other products of wood; manufacture of articles of cork, straw and plaiting materials DD.20.51 - Manufacture of other products of wood DD.20.52 - Manufacture of articles of cork, straw and plaiting materials DE.0.00 - Manufacture of pulp, paper and paper products; publishing and printing DE.21.00 - Manufacture of pulp, paper and paper products DE.21.10 - Manufacture of pulp, paper and paperboard DE.21.11 - Manufacture of pulp DE.21.12 - Manufacture of paper and paperboard DE.21.20 - Manufacture of articles of paper and paperboard DE.21.21 - Manufacture of corrugated paper and paperboard and of containers of paper and paperboard DE.21.22 - Manufacture of household and sanitary goods and of toilet requisites DE.21.23 - Manufacture of paper stationery DE.21.24 - Manufacture of wallpaper DE.21.25 - Manufacture of other articles of paper and paperboard n.e.c. DE.22.00 - Publishing, printing and reproduction of recorded media DE.22.10 - Publishing DE.22.11 - Publishing of books DE.22.12 - Publishing of newspapers DE.22.13 - Publishing of journals and periodicals DE.22.14 - Publishing of sound recordings DE.22.15 - Other publishing DE.22.20 - Printing and service activities related to printing
DE.22.21 - Printing of newspapers DE.22.22 - Printing n.e.c. DE.22.23 - Bookbinding DE.22.24 - Pre-press activities DE.22.25 - Ancillary activities related to printing DE.22.30 - Reproduction of recorded media DE.22.31 - Reproduction of sound recording DE.22.32 - Reproduction of video recording DE.22.33 - Reproduction of computer media DG.0.00 - Manufacture of chemicals, chemical products and manmade fibres DG.24.00 - Manufacture of chemicals and chemical products DG.24.10 - Manufacture of basic chemicals DG.24.11 - Manufacture of industrial gases DG.24.12 - Manufacture of dyes and pigments DG.24.13 - Manufacture of other inorganic basic chemicals DG.24.14 - Manufacture of other organic basic chemicals DG.24.15 - Manufacture of fertilizers and nitrogen compounds DG.24.16 - Manufacture of plastics in primary forms DG.24.17 - Manufacture of synthetic rubber in primary forms DG.24.20 - Manufacture of pesticides and other agro-chemical products DG.24.30 - Manufacture of paints, varnishes and similar coatings, printing ink and mastics DG.24.40 - Manufacture of pharmaceuticals, medicinal chemicals and botanical products DG.24.41 - Manufacture of basic pharmaceutical products DG.24.42 - Manufacture of pharmaceutical preparations DG.24.50 - Manufacture of soap and detergents, cleaning and polishing preparations, perfumes and toilet preparations DG.24.51 - Manufacture of soap and detergents, cleaning and polishing preparations DG.24.52 - Manufacture of perfumes and toilet preparations DG.24.60 - Manufacture of other chemical products DG.24.61 - Manufacture of explosives DG.24.62 - Manufacture of glues and gelatines DG.24.63 - Manufacture of essential oils DG.24.64 - Manufacture of photographic chemical material DG.24.65 - Manufacture of prepared unrecorded media DG.24.66 - Manufacture of other chemical products n.e.c. DG.24.70 - Manufacture of man-made fibres DH.0.00 - Manufacture of rubber and plastic products DH.25.00 - Manufacture of rubber and plastic products DH.25.10 - Manufacture of rubber products DH.25.11 - Manufacture of rubber tyres and tubes DH.25.12 - Retreading and rebuilding of rubber tyres DH.25.13 - Manufacture of other rubber products DH.25.20 - Manufacture of plastic products DH.25.21 - Manufacture of plastic plates, sheets, tubes and profiles DH.25.22 - Manufacture of plastic packing goods DH.25.23 - Manufacture of builders' ware of plastic DH.25.24 - Manufacture of other plastic products DI.0.00 - Manufacture of other non-metallic mineral products DI.26.00 - Manufacture of other non-metallic mineral products DI.26.10 - Manufacture of glass and glass products DI.26.11 - Manufacture of flat glass DI.26.12 - Shaping and processing of flat glass DI.26.13 - Manufacture of hollow glass DI.26.14 - Manufacture of glass fibres DI.26.15 - Manufacture and processing of other glass, including technical glassware DI.26.20 - Manufacture of non-refractory ceramic goods other than for construction purposes; manufacture of refractory ceramic products DI.26.21 - Manufacture of ceramic household and ornamental articles DI.26.22 - Manufacture of ceramic sanitary fixtures DI.26.23 - Manufacture of ceramic insulators and insulating fittings DI.26.24 - Manufacture of other technical ceramic products DI.26.25 - Manufacture of other ceramic products DI.26.26 - Manufacture of refractory ceramic products DI.26.30 - Manufacture of ceramic tiles and flags DI.26.40 - Manufacture of bricks, tiles and construction products, in baked clay DI.26.50 - Manufacture of cement, lime and plaster DI.26.51 - Manufacture of cement DI.26.52 - Manufacture of lime DI.26.53 - Manufacture of plaster DI.26.60 - Manufacture of articles of concrete, plaster and cement DI.26.61 - Manufacture of concrete products for construction purposes DI.26.62 - Manufacture of plaster products for construction purposes
Eindrapportage Inspire & Innovate
DI.26.63 - Manufacture of ready-mixed concrete DI.26.64 - Manufacture of mortars DI.26.65 - Manufacture of fibre cement DI.26.66 - Manufacture of other articles of concrete, plaster and cement DI.26.70 - Cutting, shaping and finishing of ornamental and building stone DI.26.80 - Manufacture of other non-metallic mineral products DI.26.81 - Production of abrasive products DI.26.82 - Manufacture of other non-metallic mineral products n.e.c. DJ.0.00 - Manufacture of basic metals and fabricated metal products DJ.27.00 - Manufacture of basic metals DJ.27.10 - Manufacture of basic iron and steel and of ferro-alloys DJ.27.20 - Manufacture of tubes DJ.27.21 - Manufacture of cast iron tubes DJ.27.22 - Manufacture of steel tubes DJ.27.30 - Other first processing of iron and steel DJ.27.31 - Cold drawing DJ.27.32 - Cold rolling of narrow strip DJ.27.33 - Cold forming or folding DJ.27.34 - Wire drawing DJ.27.40 - Manufacture of basic precious and non-ferrous metals DJ.27.41 - Precious metals production DJ.27.42 - Aluminium production DJ.27.43 - Lead, zinc and tin production DJ.27.44 - Copper production DJ.27.45 - Other non-ferrous metal production DJ.27.50 - Casting of metals DJ.27.51 - Casting of iron DJ.27.52 - Casting of steel DJ.27.53 - Casting of light metals DJ.27.54 - Casting of other non-ferrous metals DJ.28.00 - Manufacture of fabricated metal products, except machinery and equipment DJ.28.10 - Manufacture of structural metal products DJ.28.11 - Manufacture of metal structures and parts of structures DJ.28.12 - Manufacture of builders' carpentry and joinery of metal DJ.28.20 - Manufacture of tanks, reservoirs and containers of metal; manufacture of central heating radiators and boilers DJ.28.21 - Manufacture of tanks, reservoirs and containers of metal DJ.28.22 - Manufacture of central heating radiators and boilers DJ.28.30 - Manufacture of steam generators, except central heating hot water boilers DJ.28.40 - Forging, pressing, stamping and roll forming of metal; powder metallurgy DJ.28.50 - Treatment and coating of metals; general mechanical engineering DJ.28.51 - Treatment and coating of metals DJ.28.52 - General mechanical engineering DJ.28.60 - Manufacture of cutlery, tools and general hardware DJ.28.61 - Manufacture of cutlery DJ.28.62 - Manufacture of tools DJ.28.63 - Manufacture of locks and hinges DJ.28.70 - Manufacture of other fabricated metal products DJ.28.71 - Manufacture of steel drums and similar containers DJ.28.72 - Manufacture of light metal packaging DJ.28.73 - Manufacture of wire products DJ.28.74 - Manufacture of fasteners, screw machine products, chain and springs DJ.28.75 - Manufacture of other fabricated metal products n.e.c. DK.0.00 - Manufacture of machinery and equipment n.e.c. DK.29.00 - Manufacture of machinery and equipment n.e.c. DK.29.10 - Manufacture of machinery for the production and use of mechanical power, except aircraft, vehicle and cycle engines DK.29.11 - Manufacture of engines and turbines, except aircraft, vehicle and cycle engines DK.29.12 - Manufacture of pumps and compressors DK.29.13 - Manufacture of taps and valves DK.29.14 - Manufacture of bearings, gears, gearing and driving elements DK.29.20 - Manufacture of other general purpose machinery DK.29.21 - Manufacture of furnaces and furnace burners DK.29.22 - Manufacture of lifting and handling equipment DK.29.23 - Manufacture of non-domestic cooling and ventilation equipment DK.29.24 - Manufacture of other general purpose machinery n.e.c. DK.29.30 - Manufacture of agricultural and forestry machinery DK.29.31 - Manufacture of agricultural tractors DK.29.32 - Manufacture of other agricultural and forestry machinery DK.29.40 - Manufacture of machine tools
DK.29.41 - Manufacture of portable hand held power tools DK.29.42 - Manufacture of other metalworking machine tools DK.29.43 - Manufacture of other machine tools n.e.c. DK.29.50 - Manufacture of other special purpose machinery DK.29.51 - Manufacture of machinery for metallurgy DK.29.52 - Manufacture of machinery for mining, quarrying and construction DK.29.53 - Manufacture of machinery for food, beverage and tobacco processing DK.29.54 - Manufacture of machinery for textile, apparel and leather production DK.29.55 - Manufacture of machinery for paper and paperboard production DK.29.56 - Manufacture of other special purpose machinery n.e.c. DK.29.60 - Manufacture of weapons and ammunition DK.29.70 - Manufacture of domestic appliances n.e.c. DK.29.71 - Manufacture of electric domestic appliances DK.29.72 - Manufacture of non-electric domestic appliances DL.0.00 - Manufacture of electrical and optical equipment DL.30.00 - Manufacture of office machinery and computers DL.30.01 - Manufacture of office machinery DL.30.02 - Manufacture of computers and other information processing equipment DL.31.00 - Manufacture of electrical machinery and apparatus n.e.c. DL.31.10 - Manufacture of electric motors, generators and transformers DL.31.20 - Manufacture of electricity distribution and control apparatus DL.31.30 - Manufacture of insulated wire and cable DL.31.40 - Manufacture of accumulators, primary cells and primary batteries DL.31.50 - Manufacture of lighting equipment and electric lamps DL.31.60 - Manufacture of electrical equipment n.e.c. DL.31.61 - Manufacture of electrical equipment for engines and vehicles n.e.c. DL.31.62 - Manufacture of other electrical equipment n.e.c. DL.32.00 - Manufacture of radio, television and communication equipment and apparatus DL.32.10 - Manufacture of electronic valves and tubes and other electronic components DL.32.20 - Manufacture of television and radio transmitters and apparatus for line telephony and line telegraphy DL.32.30 - Manufacture of television and radio receivers, sound or video recording or reproducing apparatus and associated goods DL.33.00 - Manufacture of medical, precision and optical instruments, watches and clocks DL.33.10 - Manufacture of medical and surgical equipment and orthopaedic appliances DL.33.20 - Manufacture of instruments and appliances for measuring, checking, testing, navigating and other purposes, except industrial process control equipment DL.33.30 - Manufacture of industrial process control equipment DL.33.40 - Manufacture of optical instruments and photographic equipment DL.33.50 - Manufacture of watches and clocks DM.0.00 - Manufacture of transport equipment DM.34.00 - Manufacture of motor vehicles, trailers and semi-trailers DM.34.10 - Manufacture of motor vehicles DM.34.20 - Manufacture of bodies (coachwork) for motor vehicles; manufacture of trailers and semi-trailers DM.34.30 - Manufacture of parts and accessories for motor vehicles and their engines DM.35.00 - Manufacture of other transport equipment DM.35.10 - Building and repairing of ships and boats DM.35.11 - Building and repairing of ships DM.35.12 - Building and repairing of pleasure and sporting boats DM.35.20 - Manufacture of railway and tramway locomotives and rolling stock DM.35.30 - Manufacture of aircraft and spacecraft DM.35.40 - Manufacture of motorcycles and bicycles DM.35.41 - Manufacture of motorcycles DM.35.42 - Manufacture of bicycles DM.35.43 - Manufacture of invalid carriages DM.35.50 - Manufacture of other transport equipment n.e.c. DN.0.00 - Manufacturing n.e.c. DN.36.00 - Manufacture of furniture; manufacturing n.e.c. DN.36.10 - Manufacture of furniture DN.36.11 - Manufacture of chairs and seats DN.36.12 - Manufacture of other office and shop furniture DN.36.13 - Manufacture of other kitchen furniture DN.36.14 - Manufacture of other furniture DN.36.15 - Manufacture of mattresses
Eindrapportage Inspire & Innovate
DN.36.20 - Manufacture of jewellery and related articles DN.36.21 - Striking of coins DN.36.22 - Manufacture of jewellery and related articles n.e.c. DN.36.30 - Manufacture of musical instruments DN.36.40 - Manufacture of sports goods DN.36.50 - Manufacture of games and toys DN.36.60 - Miscellaneous manufacturing n.e.c. DN.36.61 - Manufacture of imitation jewellery DN.36.62 - Manufacture of brooms and brushes DN.36.63 - Other manufacturing n.e.c. DN.37.00 - Recycling DN.37.10 - Recycling of metal waste and scrap DN.37.20 - Recycling of non-metal waste and scrap G .51.00 - Wholesale trade and commission trade, except of motor vehicles and motorcycles G .51.10 - Wholesale on a fee or contract basis G .51.11 - Agents involved in the sale of agricultural raw materials, live animals, textile raw materials and semi-finished goods G .51.12 - Agents involved in the sale of fuels, ores, metals and industrial chemicals G .51.13 - Agents involved in the sale of timber and building materials G .51.14 - Agents involved in the sale of machinery, industrial equipment, ships and aircraft G .51.15 - Agents involved in the sale of furniture, household goods, hardware and ironmongery G .51.16 - Agents involved in the sale of textiles, clothing, footwear and leather goods G .51.17 - Agents involved in the sale of food, beverages and tobacco G .51.18 - Agents specializing in the sale of particular products or ranges of products n.e.c. G .51.19 - Agents involved in the sale of a variety of goods G .51.20 - Wholesale of agricultural raw materials and live animals G .51.21 - Wholesale of grain, seeds and animal feeds G .51.22 - Wholesale of flowers and plants G .51.23 - Wholesale of live animals G .51.24 - Wholesale of hides, skins and leather G .51.25 - Wholesale of unmanufactured tobacco G .51.30 - Wholesale of food, beverages and tobacco G .51.31 - Wholesale of fruit and vegetables G .51.32 - Wholesale of meat and meat products G .51.33 - Wholesale of dairy produce, eggs and edible oils and fats G .51.34 - Wholesale of alcoholic and other beverages G .51.35 - Wholesale of tobacco products G .51.36 - Wholesale of sugar and chocolate and sugar confectionery G .51.37 - Wholesale of coffee, tea, cocoa and spices G .51.38 - Wholesale of other food, including fish, crustaceans and molluscs G .51.39 - Non-specialized wholesale of food, beverages and tobacco G .51.40 - Wholesale of household goods G .51.41 - Wholesale of textiles G .51.42 - Wholesale of clothing and footwear G .51.43 - Wholesale of electrical household appliances (unit F1) and radio and television goods G .51.44 - Wholesale of china and glassware, wallpaper and cleaning materials G .51.45 - Wholesale of perfume and cosmetics G .51.46 - Wholesale of pharmaceutical goods G .51.47 - Wholesale of other household goods G .51.50 - Wholesale of non-agricultural intermediate products, waste and scrap G .51.51 - Wholesale of solid, liquid and gaseous fuels and related products G .51.52 - Wholesale of metals and metal ores G .51.53 - Wholesale of wood, construction materials and sanitary equipment G .51.54 - Wholesale of hardware, plumbing and heating equipment and supplies G .51.55 - Wholesale of chemical products G .51.56 - Wholesale of other intermediate products G .51.57 - Wholesale of waste and scrap G .51.80 - Wholesale of machinery, equipment and supplies G .51.81 - Wholesale of machine tools G .51.82 - Wholesale of mining, construction and civil engineering machinery G .51.83 - Wholesale of machinery for the textile industry and of sewing and knitting machines G .51.84 - Wholesale of computers, computer peripheral equipment and software
G .51.85 - Wholesale of other office machinery and equipment G .51.86 - Wholesale of other electronic parts and equipment G .51.87 - Wholesale of other machinery for use in industry, trade and navigation G .51.88 - Wholesale of agricultural machinery and accessories and implements, including tractors G .51.90 - Other wholesale I .0.00 - Transport, storage and communication I .60.00 - Land transport; transport via pipelines I .60.10 - Transport via railways I .60.20 - Other land transport I .60.24 - Freight transport by road I .60.30 - Transport via pipelines I .61.00 - Water transport I .61.10 - Sea and coastal water transport I .61.20 - Inland water transport I .62.00 - Air transport I .62.10 - Scheduled air transport I .62.20 - Non-scheduled air transport I .63.00 - Supporting and auxiliary transport activities; activities of travel agencies I .63.10 - Cargo handling and storage I .63.11 - Cargo handling I .63.12 - Storage and warehousing I .63.20 - Other supporting transport activities I .63.21 - Other supporting land transport activities I .63.22 - Other supporting water transport activities I .63.23 - Other supporting air transport activities I .63.30 - Activities of travel agencies and tour operators; tourist assistance activities n.e.c. I .63.40 - Activities of other transport agencies I .64.00 - Post and telecommunications I .64.10 - Post and courier activities I .64.11 - National post activities I .64.12 - Courier activities other than national post activities I .64.20 - Telecommunications K .71.00 - Renting of machinery and equipment without operator and of personal and household goods K .71.10 - Renting of automobiles K .71.20 - Renting of other transport equipment K .71.21 - Renting of other land transport equipment K .71.22 - Renting of water transport equipment K .71.23 - Renting of air transport equipment K .71.30 - Renting of other machinery and equipment K .71.31 - Renting of agricultural machinery and equipment K .71.32 - Renting of construction and civil engineering machinery
Eindrapportage Inspire & Innovate
and equipment K .71.33 - Renting of office machinery and equipment, including computers K .71.34 - Renting of other machinery and equipment n.e.c. K .72.00 - Computer and related activities K .72.10 - Hardware consultancy K .72.20 - Software consultancy and supply K .72.21 - Publishing of software K .72.22 - Other software consultancy and supply K .72.30 - Data processing K .72.40 - Database activities K .72.50 - Maintenance and repair of office, accounting and computing machinery K .72.60 - Other computer related activities K .73.00 - Research and development K .73.10 - Research and experimental development on natural sciences and engineering K .73.20 - Research and experimental development on social sciences and humanities K .74.00 - Other business activities K .74.13 - Market research and public opinion polling K .74.14 - Business and management consultancy activities K .74.15 - Management activities of holding companies K .74.20 - Architectural and engineering activities and related technical consultancy K .74.30 - Technical testing and analysis K .74.40 - Advertising K .74.50 - Labour recruitment and provision of personnel K .74.60 - Investigation and security activities K .74.70 - Industrial cleaning K .74.80 - Miscellaneous business activities n.e.c. K .74.81 - Photographic activities K .74.82 - Packaging activities K .74.85 - Secretarial and translation activities K .74.86 - Call centre activities K .74.87 - Other business activities n.e.c. O .90.00 - Sewage and refuse disposal, sanitation and similar activities O .90.01 - Collection and treatment of sewage O .90.02 - Collection and treatment of other waste O .90.03 - Sanitation, remediation and similar activities O .92.10 - Motion picture and video activities O .92.11 - Motion picture and video production O .92.12 - Motion picture and video distribution O .92.40 - News agency activities
Bijlage 4 Brochures Inspire & Innovate (Nederlands- en Duitstalig)
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 5 Flyers Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 6 Persberichten Nummer
Datum
Titel
N/D
1
13 maart 2006
Euregio programma Inspire & Innovate van start
N
2
24 mei 2006
Neues EU-Projekt fördert innovationen des Mittelstands
D
3
juni/juli 2006
Inspire & Innovate: Auftaktworkshop an FH Osnabrück zum derzeit
D
4
25 augustus 2006
Inspire & Innovate helpt ondernemers innoveren
5
11 september 2006
Neue KMU-Förderung in der EUREGIO
D
6
19 juni 2007
Euregio-Förderprogramm „Inspire & Innovate (I&I)“
D
7
22 augustus 2007
Geen budget meer voor stappen 2 en 3
N
8
3 juli 2008
Inspire & Innovate helpt meer dan 150 ondernemers innoveren
N
größten Euregio-Projekt
Eindrapportage Inspire & Innovate
N
Persbericht 1 PERSBERICHT Arnhem, 13 maart 2006
Euregio programma Inspire & Innovate van start Subsidie en kennisbundeling voor Food en Life Sciences MKB bedrijven Het nieuwe Euregio programma Inspire & Innovate gaat van start. Midden en Klein Bedrijven (MKB) uit de sectoren Food en Life Sciences uit de Euregio Rijn-Waal en EUREGIO, krijgen de komende twee jaar ondersteuning bij innovaties in hun bedrijf. De officiële aftrap van het project is op maandag 3 april in het WICC in Wageningen. Naast diverse subsidieregelingen kunnen ondernemingen zich aansluiten bij (internationale) kennisclusters waarin kennis en ervaring is gebundeld. Door het samenbrengen van bedrijven en kennisinstellingen ontstaan nieuwe ideeën en kansen. Kick-off Tijdens de startbijeenkomst op 3 april is veel tijd ingeruimd om regionale ondernemers aan het woord te laten over hun wensen te inventariseren als het gaat om innovatie en behoefte aan specialistische kennis. Uit deze inventarisatie ontstaan mogelijk nieuwe onderzoeksprojecten en gezamenlijke innovatieprojecten die leiden tot nieuwe producten, markten en technologieën. Subsidie en inhoudelijk advies Tevens worden tijdens de kick-off de aanwezigen geïnformeerd over de ondersteuningsmogelijkheden van Inspire & Innovate. Zo kunnen ondernemers individueel subsidie krijgen voor het inhuren van extern advies voor het realiseren van hun innovaties. De bijeenkomst is van 14.00 tot 19.00 uur. Ondernemers zijn van harte welkom om hierbij aanwezig te zijn. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden voor de startbijeenkomst via www.inspireandinnovate.nl Inspire & Innovate wordt gecoördineerd door Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV, Syntens, Zenit en de twee kennisinstellingen Wageningen Universiteit en Researchcentrum en de Fachhochschule Osnabrück.
EINDE PERSBERICHT
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nadere informatie: Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Audry Hoemakers Marketing & Communicatie T : 053 - 484 96 49 E :
[email protected] I : www.oostnv.nl www.inspireandinnovate.nl
Eindrapportage Inspire & Innovate
Persbericht 2
Eindrapportage Inspire & Innovate
Persbericht 3
Eindrapportage Inspire & Innovate
Persbericht 4
Persbericht Arnhem, 25 augustus 2006
Veel aanvragen voor innovatieondersteuning INSPIRE & INNOVATE HELPT ONDERNEMERS INNOVEREN Ondernemers in het Euregio-gebied zien weer toekomstkansen en willen innoveren. Dat blijkt uit het succes en de vele aanvragen die binnenkomen voor het Inspire & Innovate-project. Er zijn al ruim 50 aanvragen binnengekomen. Als al deze innovatieve-projecten doorgaan dan is de subsidiepot voor een groot deel leeg. MKB-bedrijven kunnen nog wel een beroep doen op het project als het gaat om een individueel adviestraject of clustering van kennis. Begin dit jaar ging het project Inspire & Innovate van start. Het project is bedoeld voor MKB-bedrijven in de Euregio Rijn-Waal en de EUREGIO die inhoudelijke en financiële ondersteuning zoeken om hun innovatieplannen door te voeren. Dat die innovatieplannen er zijn blijkt wel uit het enthousiasme van de ondernemers. Op dit moment overstijgt het vraagbedrag van de aanvragers het beschikbare subsidiebudget. Dit houdt in dat er geen geld meer is voor financiële ondersteuning van nieuwe aanvragen. Projectleider Tom Cornelissen van Oost NV: “We zijn positief verrast dat er zoveel innovatieve bedrijven in dit deel van Nederland gevestigd zijn, die bovendien ook bereid zijn op dit moment dit financiële risico te nemen. Een nieuwe weg inslaan kan niet zonder dat het personeel er van overtuigd is dat dit de goede weg is voor het bedrijf. Dit is bij de aanvragen het geval en daarom zijn we blij juist deze projecten te kunnen ondersteunen”. Adviestraject Naast de financiële ondersteuning zijn er nog voldoende andere uitdagingen en kansen voor ondernemers binnen het project. Zo is er de mogelijkheid tot het krijgen van ondersteuning op tal van gebieden door Syntens. De eerste stap is een adviesgesprek met de mensen van Syntens. Samen met de ondernemer worden de innovatieplannen in kaart gebracht op het gebied van technologie, organisatie en de markt. Vervolgens wordt de verdere invulling van het adviestraject bepaald. Dit kan bijvoorbeeld inhoudelijke ondersteuning zijn, waarbij het bedrijf samen met Syntens een innovatietraject doorloopt. Clusteren van kennis Inspire & Innovate ondersteunt ook clusters binnen de Food-sector die een haalbaarheidsonderzoek willen laten verrichten of gezamenlijk een R&D-traject willen opzetten. De eerste aanvragen hiervoor zijn inmiddels ontvangen. Hiervoor is, naast de technische innovatie, ook vooral de economische spinoff bij de MKB-bedrijven belangrijk. Ondernemers die besluiten samen te werken kunnen hiervoor gezamenlijk maximaal 100.000 euro subsidie krijgen. Kennis vergaren Om kennis te vergaren en om deze kennis daadwerkelijk om te zetten in nieuwe bedrijvigheid krijgen ondernemers die meedoen aan het Inspire & Innovate project workshops aangeboden. In deze workshops vervult Wageningen Universiteit een centrale rol door bijvoorbeeld workshops te organiseren rond vakinhoudelijke thema’s. Ook ondersteunt de universiteit de zogenoemde clusters. Kijk voor meer informatie www.inspireandinnovate.nl. Geïnteresseerden kunnen hier ook hun vragen of opmerkingen kwijt. Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Inspire & Innovate wordt gecoördineerd door Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV, Syntens, Zenit en twee kennisinstellingen: Wageningen Universiteit en Researchcentrum en de Fachhochschule Osnabrück.
- einde persbericht ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Nadere informatie: Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV Audry Hoemakers Marketing & Communicatie T : 053 - 484 96 49 E :
[email protected] I : www.oostnv.nl
Eindrapportage Inspire & Innovate
Persbericht 5
Pressetext 11. September 2006
Grenzüberschreitende Kooperationen und Unterstützung der Unternehmen bei Innovationen Inspire & Innovate (I&I) unterstützt kleine und mittlere Unternehmen im Gebiet der Euregio Rhein-Waal und EUREGIO bei Innovationsvorhaben. Es kann sich dabei um eine technische Innovation, eine betriebliche Erneuerung oder das Betreten eines völlig neuen Marktes handeln. Neben der Beratung und Gewährung von Zuschüssen zur Förderung grenzüberschreitender Innovations-Projekte wird auch die Zusammenarbeit mit niederländischen und deutschen Forschungseinrichtungen fördert. Die ZENIT GmbH bietet im Rahmen des I&I-Projektes eine kostenfreie Beratung und Hilfe bei der Realisierung von Innovationen für klein und mittelständische Unternehmen an. Die Unterstützung der Unternehmen reicht von der kostenfreien Erstberatung über finanzielle Zuschüsse zur tatsächliche Umsetzung oder Vermarktung des innovativen Projektes bis hin zur Förderung von F&E-Projekten mit Hochschulen. Teilnahmeberechtigt sind kleine und mittlere Unternehmen aus folgenden Bereichen: -
Industrie Großhandel Logistik unternehmensorientierte Dienstleistungen
Ein besonderer Schwerpunkt liegt in der Unterstützung von Projekten aus dem Themenbereich Ernährung und Life Science.
Ansprechpartner Werner Pfeifenroth, ZENIT GmbH Tel. 0208/30004-48 www.inspireandinnovate.de
Eindrapportage Inspire & Innovate
Persbericht 6
Euregio-Förderprogramm „Inspire & Innovate (I&I)“ Für kleine und mittlere Unternehmen im Gebiet der Euregio Rhein-Waal und der EUREGIO (Gronau) stehen weiterhin Fördermittel und Expertenunterstützung zur Verfügung, um notwendige und lang geplante Innovationen auf den Weg zu bringen! Dabei ist es offen, ob es sich um neue Produkte oder Verfahren, neue organisatorische Ansätze oder die Erschließung neuer Märkte handelt. Voraussetzung ist, dass Unternehmen mit Ihrer Innovation das Ziel haben, grenzüberschreitend zu den Niederlanden aktiv zu werden. Für die Einschaltung externer Berater, welche von den Unternehmen beauftragt werden, mit Marktstudien und weiteren Beratungsleistungen Firmenaktivitäten in den Niederlanden aufzubauen bzw. Produkte auf den niederländischen Markt zu bringen, werden 50% der Beratungskosten, maximal jedoch 20.000 EUR aus dem „Inspire & Innovate“-Programm als Zuschuss finanziert. Darüber hinaus ist es im Program „I & I“ erstmals möglich, für grenzüberschreitende Markterschließung Richtung Niederlande einen Finanzzuschuss zu erhalten. Der Zuschuss wird allerdings nicht direkt an die antragstellenden Unternehmen für deren eigene Aktivitäten gewährt, sondern dient ausschließlich zur Bezahlung der Leistungen externer Dienstleister, die diese im Kundenauftrag erbringen (z.B. die Erstellung von Werbebroschüren, Internetauftriften, etc.)! Die mögliche Zuschusshöhe beträgt 30% der Dienstleistungskosten, maximal jedoch 20.000 EUR. Dies sind die beiden wichtigsten Bereiche aus insgesamt fünf verschiedenen Projekttypen, die für Unternehmen aus den genannten Euregio-Regionen interessante Möglichkeiten eröffnen. Wichtig: Eine Einreichung von Anträgen ist letztmals am 31.10.2007 möglich. Nach diesem Termin wird das Programm „„Inspire & Innovate“ geschlossen. Beantragte Projekte müssen dann bis zum 31.12.2007 sowohl inhaltlich als auch finanziell abgewickelt worden sein. Weitere Details finden Sie im Internet unter http://www.zenit.de/d/finanzierung/euregio/ .
Ansprechpartner: Dr. Karsten W. Lemke ZENIT GmbH Bismarckstr. 28 45470 Mülheim an der Ruhr Tel.: 0208/30004-27 e-Mail:
[email protected]
Eindrapportage Inspire & Innovate
Persbericht 7 Arnhem, 22 augustus 2007
Veel aanvragen voor innovatieondersteuning GEEN BUDGET MEER VOOR STAPPEN 2 TOT EN MET 5 Ondernemers in het Euregio-gebied zien weer toekomstkansen en willen innoveren. Dat blijkt uit het succes en de vele aanvragen die binnenkomen voor het Inspire & Innovate-project. Er zijn al ruim 80 aanvragen van zowel Nederlandse als Duitse bedrijven binnengekomen. De subsidiepot is nu dan ook leeg. MKB-bedrijven kunnen nog wel een beroep doen op het project als het gaat om een individueel adviestraject. Begin 2006 ging het project Inspire & Innovate van start. Het project is bedoeld voor MKB-bedrijven in de Euregio Rijn-Waal en de EUREGIO die inhoudelijke en financiële ondersteuning zoeken om hun innovatieplannen door te voeren. Dat die innovatieplannen er zijn blijkt wel uit het enthousiasme van de ondernemers. Op dit moment overstijgt het vraagbedrag van de aanvragers het beschikbare subsidiebudget. Dit houdt in dat er geen geld meer is voor financiële ondersteuning van nieuwe aanvragen. Dit project loopt af op 31 december 2007. Op dit moment is er nog geen zicht op een vervolgproject. Inspire & Innovate ondersteunt ook clusters binnen de Food-sector die een haalbaarheidsonderzoek willen laten verrichten of gezamenlijk een R&D-traject willen opzetten. Ook dit onderdeel is erg succesvol gebleken: het budget voor dit onderdeel is nagenoeg vergeven. Naast de financiële ondersteuning zijn er nog voldoende andere uitdagingen en kansen voor ondernemers binnen het project. Zo is er de mogelijkheid tot het krijgen van ondersteuning op tal van gebieden door Syntens. De eerste stap is een adviesgesprek met de mensen van Syntens. Samen met de ondernemer worden de innovatieplannen in kaart gebracht op het gebied van technologie, organisatie en de markt. Vervolgens wordt de verdere invulling van het adviestraject bepaald. Dit kan bijvoorbeeld inhoudelijke ondersteuning zijn, waarbij het bedrijf samen met Syntens een innovatietraject doorloopt. Wilt u meer informatie over het project Inspire & Innovate? Neem dan contact op met Tom Cornelissen of Maaike Lugtenaar via telefoonnummer (026) 384 42 22 of via het contactformulier op deze website.
Eindrapportage Inspire & Innovate
Persbericht 8
Persbericht Arnhem, 3 juli 2008
INSPIRE & INNOVATE HELPT MEER DAN 150 ONDERNEMERS INNOVEREN Nederlandse en Duitse ondernemers dichter bij elkaar Ondernemers in het Euregio-gebied zien weer toekomstkansen en willen innoveren. Dat blijkt uit het grote aantal projecten dat is ondersteund vanuit Inspire & Innovate (I&I), het Nederlands – Duitse project voor innovatie in de voedingssector. Meer dan 150 ondernemingen in Nederland en Duitsland kregen hulp bij hun innovaties van I&I. Op 30 juni is I&I afgesloten. Begin 2006 is het project Inspire & Innovate van start gegaan. Een project bedoeld voor MKBbedrijven in de Euregio Rijn-Waal en de EUREGIO die inhoudelijke en financiële ondersteuning zochten om hun innovatieplannen door te voeren. Het enthousiasme van de ondernemers bleek groot. De vraag oversteeg het aanbod. In totaal hebben meer dan 150 ondernemers in Nederland en Duitsland gebruikgemaakt van deze ondersteuningsmogelijkheden. Een van hen is Maarten Waaijenberg (directeur Kamp Coating Ede BV): “Mede dankzij de subsidie kunnen we investeren in een high tech coattechniek waar we anders niet aan toe zouden komen.” Een andere I&I-deelnemer is Johan van Eerden (Prinzen BV) “Hiermee krijgen we de kans om ons voor het eerst met een nieuw product op de Nederlandse en Duitse markt te begeven.” Internationale clusters Een belangrijk onderdeel van het project bestond uit het bijeenbrengen van groepen van bedrijven en kennisinstellingen in internationale clusters. 25 bedrijven uit zowel Nederland als Duitsland hebben zich aangesloten bij clusters waarin kennis en ervaring werden gebundeld. Door het samenbrengen van bedrijven en kennisinstellingen zijn nieuwe contacten, ideeën en kansen ontstaan. Innovaties In het tweetalige boekje ‘Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer…’ staat een korte samenvatting van de resultaten van de 80 projecten die de deelnemers hebben uitgevoerd. Enkele innovaties waarbij I&I heeft ondersteund zijn: een smaakbeleving met vlees en chocolade, een variabele schietbril, een visworst, een innovatieve binnenvaarttanker, UV-licht tegen aardappelziekte, een brandveilige schuifdeur, ecologisch verantwoorde bestrijdingsmiddelen en een methode om van hennep denim te maken. Inspire & Innovate is gecoördineerd door Oost NV. Partners in het project zijn: Syntens, de Duitse organisatie Zenit, Wageningen Universiteit en Researchcentrum en de Fachhochschule Osnabrück. Kijk voor meer informatie op www.inspireandinnovate.nl.
Einde persbericht ________________________________________________________________________________ Nadere informatie: Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland NV (Oost NV) Tom Cornelissen - projectleider Inspire & Innovate T 026 384 42 22 E
[email protected] I www.inspireandinnovate.nl Boekje ‘Inspire & Innovate, Grenzeloos innoveren smaakt naar meer…’ is gratis te verkrijgen via
[email protected].
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 7 Nieuwsbrieven
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 8 Publicaties in de media Nummer
Datum
Medium
Titel
N/D
1
9 januari 2006
Tectrum
Förderung für kleine und mittlere Unternehmen
D
in der Euregio 2
11 maart 2006
Brabants dagblad, advertentie van ABAB
Kansen voor innovatieve ondernemers
N
3
Maart 2006
Gld.economie
Ondertussen…
N
4
Maart 2006
Subsidie Update, Subsidiefocus
5
April 2006
De Ondernemer
Innoveren met een helpende hand
N
6
5 mei 2006
Informationsdienst idw
Neues EU-Projekt fördert Innovationen des
D
N
Mittelstands 7
Juni 2006
Netwerk
Technologische vondsten maken mkb
N
concurrerend 8
juni 2006
Wirtschaft aktuell
Neues EU-Projekt für den Mittelstand
D
9
juni 2006
Destinet Infodienst
Euregio: Neues EU-Projekt fördert auch
D
Innovationen des touristischen Mittelstande 10 11 12
Zomer 2006 Najaar 2006 Najaar 2006
Het Ondernemersbelang Wageningen, Ede,
Europese subsidies voor de sectoren food & life
Rhenen, Veenendaal
sciences
FPInfo
Finanzierung und Beratung für Ihre Innovation –
nieuwsbrief Food Processing Initiative
Neue KMU-Förderung in der EUREGIO
Typisch Almelo, zakelijk
Volop innovaties, zo blijkt uit vele aanvragen
N D N
project Inspire & Innovate 13
2006
Puur Oost
Wel eens een robot een broodje zien eten?
N
14
11 januari 2007
NRZ
20.000 Euro für kleine Unternehmen
D
15
11 januari 2007
Osnabrücker Zeitung
Förderung von Innovationen im Kreishaus
D
16
12 januari 2007
NRZ
Zuschuss für Unternehmen
D
17
13 januari 2007
Niederrhein Nachrichten
WFG weist auf Fördertöpfe hin
D
18
16 januari 2007
Rheinische Post
Tipp der Kreis Klever WfG: Ein neuer Euregio-
D
Topf 19
17 januari 2007
Rheinische Post
Geld für grenzüberschreitende Projekte
D
20
Voorjaar 2007
Wirtschaftsblatt Niederrhein
Grenzelos fördern
N
Innovative kleine Unternehmen werden
D
Wirtschafsblatt Metropole Ruhr, Münsterland - Owl 21
Juni 2007
Artikel internetsite Kreis Wesel
gefördert! 22
2007
jaarverslag Fachhochschule Osnabrück 2006
Fest verankert: Unsere Projekte für die Region
D
23
2007
Kennis bij de Buren, uitgave van Ministerie
Proces van idee naar product niet eenvoudig
N
van Economische Zaken, voorbeelden succesvolle grensoverschrijdende projecten 24
?
?
I&I: hulp bij innovatieplannen
N
25
?
Forschungsbericht Fachhochschule
Inspire & Innovate: Euregio fördert
D
Osnabrück 2006-2007
internationale KMU-Kooperationen mit Hochschulen
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 1
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 2
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 3
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 4
Eindrapportage Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 5
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 6
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 7
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 8
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 9 Destinet Infodienst – Juni 2006
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 10
Europese subsidies voor de sectoren Food & Life Sciences
‘Wij zoeken creatieve ondernemers met lef’ Innovatie is voor een ondernemer van levensbelang. Toch komen velen van hen er door geld- en tijdgebrek niet aan toe. Met het project Inspire & Innovate helpt de EU Nederlandse en Duitse bedrijven in met name de sectoren Food en Life Sciences op weg. Een grote pot geld voor de ondernemers met de beste ideeën. ‘Als je de berichtgeving over onze economie moet geloven, is het alleen maar kommer en kwel,’ zegt René van Diessen, gedeputeerde Economische Zaken van de provincie Gelderland. Zijn toespraak voor een zaal vol ondernemers in Wageningen, geldt als het officiële startsein van het Euregio subsidieproject Inspire & Innovate. ‘De glorietijd van Europa zou voorbij zijn,’ vervolgt Van Diessen. ‘Volgens de doemdenkers gaan we het afleggen tegen de concurrentie uit Aziatische lagelonenlanden. Maar dergelijke verhalen neemt u waarschijnlijk met een korreltje zout. U weet dat er hier hard gewerkt wordt en dat er met kennis, inspiratie en innovatie veel mogelijk is.’ Inspiratie en innovatie, dat is waar het die middag om draait in het Wageninger congrescentrum. Rond een grote flip-overs wordt driftig gebrainstormd. Tom Cornelissen, projectmanager van Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland (Oost NV), de drijvende kracht achter het project, vindt het belangrijk dat de ideeën uit de ondernemers zelf komen. ‘Je kunt de Wageningen Universiteit natuurlijk ook met ideeën laten komen,’ zegt hij, ‘maar daar zitten de meeste ondernemers denk ik niet op te wachten. Die hebben zo hun eigen problemen. Bovendien zijn zij degenen die er straks iets mee moeten gaan doen.’ Toch speelt de Wageningen Universiteit wel degelijk een belangrijke rol binnen het subsidieproject. Zo organiseert zij ten minste twintig workshops voor ondernemers rond vakinhoudelijke thema’s. Doel: Kennis delen, relaties leggen, samenwerkingsverbanden vormen. Gezamenlijke innovatie is een van de hoofddoelen van dit project. Ondernemers die besluiten samen te werken kunnen hiervoor €100.000,- krijgen. Cornelissen: ‘Er is kennis genoeg in de regio. Het is alleen de kunst om die kennis bij elkaar te krijgen. We willen dat wetenschap en bedrijfsleven elkaar meer gaan inspireren. Voor een concurrerende kenniseconomie zijn kennisnetwerken nodig. Ik ben erg benieuwd wat dit gaat opleveren. Ik laat me graag verrassen.’ De kracht van het MKB ‘Als het op innovatie aankomt zijn MKB-bedrijven vaak de voorlopers,’ stelt Cornelissen. Ze zijn kleiner en daardoor wendbaarder dan de grote multinationals. Een MKB-er is in staat snel in te spelen op onverwachte kansen. Daar hoeven niet eerst tal van commissies en besturen overheen. Het is om die reden dat je uit kleine bedrijfjes vaak verrassende innovaties ziet voortkomen.’ Toch heeft ook het MKB zijn zwaktes, vindt Cornelissen. ‘Veel goede ideeën blijven onnodig lang liggen, omdat de ondernemer het te druk heeft met zijn dagelijkse beslommeringen. Wij willen hem of haar daarom stimuleren die ideeën op te pakken, zodat het allemaal net iets sneller en beter kan.’ De subsidies (maximaal €20.000,- per aanvraag) zijn bedoeld voor projecten binnen de branches industrie, zakelijke dienstverlening, logistiek, groothandel of toerisme. Omdat
Eindrapportage Inspire & Innovate
de regionale overheid veel economische mogelijkheden ziet voor de sectoren Food & Life sciences, worden vooral bedrijven in deze sectoren aangemoedigd mee te doen. Wel zijn er een aantal voorwaarden. Zo moet het project vernieuwend zijn voor de sector, moet het bedrijf vallen onder het MKB en mogen de activiteiten op het moment van aanvraag nog niet zijn gestart. Daarnaast moet het bedrijf gevestigd zijn in Oost-Nederland. Een gebied dat Gelderland, een groot deel van Overijssel en Flevoland en delen van NoordBrabant omvat. Cornelissen: ‘We letten vooral op creativiteit, lef en ambitie, zonder overigens de haalbaarheid uit het oog te verliezen. Daarnaast vinden we het belangrijk dat het project de handelsrelatie met Duitsland verbetert, dat er kennisrelaties ontstaan met universiteiten en wetenschappelijke instituten en, niet in de laatste plaats, dat het zorgt voor behoud of zelfs groei van werkgelegenheid.’ Steun is er voor ieder traject van het innovatieproces. Zo is er het kosteloze oriënterende advies van Syntens en Oost NV. Organisaties die beschikken over een groot aantal hoogopgeleide professionals met een groot relatienetwerk. Zij openen deuren en brengen partijen met elkaar in contact. Daarnaast is er subsidie voor marktonderzoek, het inkopen van specialistisch advies en het vermarkten van de nieuwe producten. Cornelissen: ‘Wanneer bedrijven gaan samenwerken, stellen we nog extra geld beschikbaar. Denk aan de financiering van haalbaarheidsstudies, laboratoriumexperimenten en het testen van prototypes.’ De aanvragen moeten voor 31 oktober 2007 zijn ingediend, maar Cornelissen verwacht dat de subsidies al lang voor die tijd vergeven zijn. ‘We beoordelen de aanvragen op volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt: Op is op. Medio juni gaan de eerste subsidies de deur uit. Tot die tijd is er dus nog volop ruimte om een aanvraag in te dienen.’ Orient Plaza Een van de ondernemers die in het verleden al in aanmerking kwam voor Europese innovatiesubsidie, is de uit Singapore afkomstige Yong Li Chang. Zijn bedrijf Orient Plaza groeide uit tot het grootste Oosterse restaurant van Europa. ‘Eigenlijk zijn het vijf restaurants onder één dak,’ vertelt Chang. ‘Een Japans, Indonesisch, Thais en Chinees restaurant en een Oosterse Drive-in. Omdat ons bedrijf te groot was geworden voor de plaatselijke markt en we toch verder wilden groeien, kwamen we op het idee kant-enklaarmaaltijden te gaan produceren.’ Chang wilde een natuurlijk product van hoge kwaliteit, dat zonder conserveringsmiddelen zo lang mogelijk houdbaar is. Hiervoor moest hij innoveren. ‘Als je naar de top wilt, moet je samenwerken,’ zegt hij. ‘We organiseerden brainstormsessies met collegafabrikanten. Samen zochten we naar de ideale samenstelling van ingrediënten, het optimale productieproces en methodes om het keukenpersoneel te controleren en corrigeren. Natuurlijk is het hierbij wel belangrijk dat je niet elkaars directe concurrent bent. We werken daarom veel samen met Italiaanse keukens.’ Changs product werd een groot succes. Het belandde in de schappen van enkele grote nationale supermarktketens. En een aantal grote restaurantketens zette zijn maaltijden op het menu. Om aan de groeiende vraag te kunnen blijven voldoen, bouwde Chang een fabriek in Wijchen, waar nu 150 mensen werkzaam zijn. ‘Onze volgende stap is de internationale markt. We verkopen nu al in België. Verleden jaar kregen we subsidie om een stand te ontwikkelen voor een beurs in Birmingham. Verder hebben we nog plannen voor de Duitse markt.’ Cornelissen is erg enthousiast over het ondernemerschap van Yong Li Chang. ‘Chang is een goed voorbeeld van het soort ondernemer dat we zoeken. Hij heeft risico’s genomen en veel moeilijkheden moeten overwinnen. Denk aan de vele strenge regels voor hygiëne, verpakkingen, etc. Daarnaast heeft hij lef getoond door als kleine ondernemer een grote competitieve markt te betreden. Het is hem gelukt om als regionaal restaurant de landelijke markt te veroveren. Wat hij doet, kunnen alleen de allergrootsten.’
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 11
Eindrapportage Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 12
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 13
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 14
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 15
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 16
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 17
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 18
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 19
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 20
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 21 Innovative kleine Unternehmen werden gefördert! EAW, ISIS IC GmbH und ZENIT aus Mülheim zeigen wie es
INSPIRE & INNOVATE, ein aus Mitteln der Europäischen Union gespeistes Förderprojekt soll auch kleineren Unternehmen den Weg eröffnen, innovative Ideen umzusetzen. Hinter dem Namen steht ein unbürokratisches und schnelles Förderprogramm, das unter anderem bis zu 20.000 Euro für die Vermarktung innovativer Ideen bereitstellt. „Gerade kleinen Unternehmen fehlt es oft an Zeit und Geld innovative Ideen umzusetzen, um im Wettbewerb bestehen zu können“, so Michael Düchting, Leiter der EAW EntwicklungsAgentur Wirtschaft Kreis Wesel. INSPIRE & INNOVATE schließt genau diese Lücke. Im Mittelpunkt der Förderung steht die Umsetzung innovativer Ideen unterstützt durch externes Know-How. Das bestätigt auch Dirk Unsenos, Geschäftsführer der ISIS IC GmbH aus Wesel, der als erster im Kreis Wesel eine solche Förderung erhalten hat. Gefördert wurde bei ISIS eine Innovation im Bereich der Datenverarbeitung bei der elektronischen Personenzählung. ISIS hat beispielsweise eine Lösung zur Personenzählung für Altenheime entwickelt. Hier geht es darum, dementen Menschen zu mehr Lebensqualität zu verhelfen. Betroffene werden mit einer Funktechnik in Form einer Uhr ausgestattet, die das Verlassen eines vorher festgelegten Bereiches an ein Überwachungssystem meldet. Ein freies Bewegen in bestimmten Bereichen bleibt möglich. Gleichzeitig wird die Gefahr für demente Personen abgewendet, sich desorientiert in unbekannten Gebieten zu befinden. Eingesetzt werden kann diese Technik aber auch zur detaillierten Auswertung von Kundenfrequenzzahlen im Einzelhandel. Die neue Datenverarbeitung von ISIS ermöglicht hier eine Auskunft über Kundenströme zum Beispiel zu bestimmten Tageszeiten. Vielfache weitere Einsatzmöglichkeiten sind denkbar. Im Fokus steht für ISIS –ganz im Sinne der europäischen Förderung – nun der niederländische Markt. INSPIRE & INNOVATE hilft auch bei der Markterschließung im Nachbarland. „Eine runde Sache die genau unseren Bedarf getroffen hat“, bewertet Dirk Unsenos das Angebot, welches er anderen Unternehmen gerne weiterempfiehlt. Um Unternehmen im Kreis Wesel weitere Informationen zu diesem Programm aber auch andere Fördermöglichkeiten vorzustellen, veranstaltet die EAW am 19. Juni 2007 ab 18 Uhr im Sitzungssaal des Kreishauses in Wesel einen Informationsabend zum Thema „Förderchancen für den Mittelstand“. Ansprechpartnerin: EAW - Anne Janssen, 0281 / 207-4959 oder
[email protected] bzw. www.kreis-wesel.de.
Foto: von links: Will Hildering , Geschäftsführer ISIS GmbH, Werner Pfeifenroth, ZENIT Mülheim, Dirk Unsenos, Geschäftsführer ISIS GmbH, Michael Düchting, Leiter EAW Kreis Wesel.
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 22
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 23
Eindrapportage Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 24
Eindrapportage Inspire & Innovate
Publicatie 25
Eindrapportage Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 9 Ideeën voortkomend uit workshops Wageningen en Osnabrück Innovatie-idee
Aantal
NL/D
Thema
Biobased verpakking eetbaar, composteerbaar
8
NL
Recycling of Food Products
Raapzaad – Diesel - Gezond varkensvet
8
NL
Bio-Based Products
Beperken van verlies in de versketen
7
NL
Longer Shelf Life
Fun Food
6
NL
New Food Products
Snack met gezondheidsimago
5
NL
Healthy Foods
Valorisatie van reststromen in de ‘food’
5
NL
Recycling of Food Products
A Personal Analyzer
5
NL
Personalized Foods
DNA profiel gebonden voeding
5
NL
Personalized Foods
Gezondheid van de mens vanuit/ door vlees
4
NL
Healthy Foods
Allergieprofiler & allergiedetector
3
NL
Personalized Foods
Mood Booster
3
NL
New Food Products
Voedingsadvies via Quickscan
3
NL
Personalized Foods
Dagpakket Gezond Eten
2
NL
Healthy Foods
Personalised Sensor@home for healthy & safe
2
NL
Healthy Foods
2
NL
Longer Shelf Life
foods Bederfdetectiesensor van vluchtige (geur-) stoffen Broodje: knapperig, kruimelt niet
1
1
D
New Food Products
Lotuseffect voor walsoppervlak
1
D
New Food Products
Continue registratie van opname en verbruik van
1
D
Personalized Foods
1
D
Personalized Foods
1
D
Packaging
1
D
New Food Products
calorieën Analyse van behoefte/ gebrek/ teveel aan voedingsmiddelen + passend voedingsplan Duurzame grondstoffen voor het bedekken van verpakkingen (van levensmiddelen) Voeding „ervaren + beleven“ voeding in leeromgeving Robots
1
D
Service Robots
Wellness braadworst „lekker“!
1
D
Healthy Foods
Single groente/fruit
1
D
Healthy Foods
„levend“ varkensvlees blijft langer vers
1
D
Healthy Foods
Personal Analyzer
1
D
Personalized Foods
Eetbaar papier
1
D
Bio-Based Products
Zelfreinigende tandplak
1
D
New Food Products
Sensor kwaliteit verpakkingsfolie levensmiddelen
1
D
Sensors
1
De score in Duitsland is op 1 gezet omdat daar niet gestemd is.
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage 10 Overzicht van alle clusters behandeld binnen stap 4 en stap 5 No.
Cluster Naam
Omschrijving
Aanvrager
Stap
Status
Thema
1
CAMPYLOBACTER
Reductie Campylobacter besmetting bij vleeskuikens door middel van voeding Detectie van vlees en plastic in broodafvalstromen On-line Schlachtanmeldung
Beukelaar Diervoeders BV
4
Afgerond
Healthy and Good Food
4
Afgerond
4
Afgerond
Recycling of Food Producs Chain Information
2
DETPACMEAT
3
OA-SCHLACHT
Beuker Vochtrijke Diervoeders Raiffeisen.com / Münster
4
STEX
STEX
Vrisima B.V.
4
Afgerond
Bio-based products
5
VITOMEGA
Vitomega voerstrategie
W. Kosse en Co. BV
4
Afgerond
6
WISENSYS
Wireless Sensor Systems
Eucan
4
Afgerond
Healthy and Good Food Sensors
7
CROP-ONLINE
Raiffeisen.com
5
Afgerond
8
CUP2MOV
Turnpack
5
Afgerond
9
DETPACMEAT
Online-Pflanzenschutze Bestandsbuches Nieuw verpakkingsconcept voor dranken Step 5 detection of plastic clips and Meat in bread recycling Online-Futtermonitoring
Van Tuijl/ROBI diervoeders raiffeisen.com
5
Afgerond
5
Afgerond
Natuurvriendelijke gewasbeschermingsproducten Sensors for moisture content
Ceradis BV
5
Afgerond
MMI Innovations
4
BW-Industrial
4
BW Industrial
5
Teruggetrokken Teruggetrokken Teruggetrokken Afgekeurd
10
FUTTER-MON
11
GEWAS-NVGBP
12
TENSIOTAG
13
KANAAL-GT
14
KANAAL-GT
15
PET-FOOD
16 17
SPECTRAL IMAGING EMC-ES
18
Innovatief Kanaalplaten systeem voor glastuinbouw Innovatief Kanaalplaatsysteem voor Glastuinbouw (R&D) Petfood (Pet snacks op basis van vers vlees) Spectral Imaging Agro/Food
Mulder Metaal
4
CLS
4
EMC expert system
ENETECH
4
GEO-CAMERA
Digitale Geo-Kamera
EFTAS
4
Production and Processing of Food Longer shelflife and Packaging Recycling of Food Products Chain Information Production and Processing of Food Sensors Energy and Water Energy and Water Production and Processing of Food Sensors
19
-----
DHV BV Ruimte en Mobiliteit
Afkoppelen – Hoveniers
4
Niet ingediend Niet ingediend Niet ingediend -2
20
CLAWHEALTH
Niet vastgesteld
5
-
Production and Processing of Food
21
RIVERMAN
Administration software for detection of Claw Health in Dairy Farming Innovatief rivierbeheer
Geomatics
4
-
Energy and Water
22
SILTFOOD
Niet vastgesteld
4
-
23
CAT
Niet vastgesteld
4
-
New Food Products Sensors
24
DRY-CLEAN
3R Adviseurs
4
-
Production and Processing of Food
25
EWSFAD
-
FIELDROBOT
TeleMetronics biometry BV Niet vastgesteld
4
26
Afzet van zilte producten in Duitsland nieuwe sensor voor meting van atmosferische concentraties van N2O / CH4 voor fluxmetingen Environmental Friendly Dry Cleaning Method for Food Processing Early warning systems for animal diseases Autonomous service robots for field operation faciliteit toegang tot food grade micro-organismen Protease inhibitors in honing
4
-
Healthy and Good Food Service Robots
27
LABLAB
28
PROTINH
29
SMART-SPRAY
30
SPOC
31
BIO-ENERGY
32
OPTIPEAR
33
RF-HEAT
Smart-Spray systeem voor phytoftera Smaak en Product Ontwerp Centrum Restwarmte van biovergisting voor glastuinbouw DNA-rijpheidstesten voor ketenlogistiek bij Peren RF Heating for meat producing companies
Eindrapportage Inspire & Innovate
NIZO food research
4
-
Bfactory
4
-
Cleanlight
4
-
NIZO food Research
4
-
Hortisolutions
4
-
Energie en Water Sensors Energie en Water
Personalized Foods Healthy and Good Food Production and Processing of Food New Food Products Energie en Water
nSure
4
-
Sensors
Sonder Food Systems BV
5
-
Production and Processing of Food
34
VALBREAD
35
WITLOF
Introductie biologisch afbreekbare broodclips Automatisering Witlof productielijn
Eindrapportage Inspire & Innovate
Robi Droge Diervoerders
4
-
Bio-Based products
Sonder Machinefabriek BV
4
-
Production and Processing of Food
Bijlage 11 Analyse van afgeronde projecten naar regio, deelnemers, sector (F=Food; N=Non-Food) en innovatietype (T=Technologie, P=Product, M=Markt, O=Organisatie) Korte naam
Project Naam
CAMPYLOBACTER
Reductie Campylobacter besmetting bij vleeskuikens door middel van voeding Deptameat: Studie nach und Entwickeling von Detektions- und Trennungsverfahren Stex: Markt Opportunities for hemp based fabrics Vitomega, gesunde Nahrung für Schweine
Euregio Gronau
Sector
Innovatie
NL
Euregio RijnWaal 1
1
F
T
NL
6
0
F
T
NL
3
1
N
T
NL
1
2
F
P
NL
0
2
F
M
D
2
0
F
O
CROP-ONLINE
Wisensys, drahtloser Sensortechnik in der Agro-Food-Kette Entwicklung einer Methode für Online Slachtanmeldungen Online Pflanzenschutz Bestandsbuches
D
2
0
F
P
GEWAS-NVGBP
Lignosulfate für "crop protectants"
NL
1
1
F
P
FUTTER-MON
Entwicklung einer überbetrieblichen Online-Futtermonitoring-Methode New packaging concept for convienience and single use Umsetzung der Trennungsverfahren für Plasticclips und Fleisch enthaltende Producte in Brot- und Backwaren
D
2
0
F
O
NL
2
0
F
P
NL
6
0
F
T
DETPACMEAT STEX VITOMEGA WISENSYS OA-SCHLACHT
CUP2MOVE DETPACMEAT
Eindrapportage Inspire & Innovate
NL/D
Bijlage 12 Evaluatie Adviescommissie Datum: Auteur:
februari 2008 Maaike Lugtenaar
Nr. Onderwerp 1. Leden van de Advisory Board (AB) De AB van Inspire & Innovate bestaat uit de volgende personen: Piet Derikx (General Manager Eijkelkamp Agrisearch Equipment) Roger van Hoesel (directeur Food Valley), Brigitte Petersen (voorzitter bestuur GIQS3 en hoofd afdeling Preventief Gezondheidsmanagement aan de Landbouwkundige Faculteit van universiteit Bonn) Norbert Reichl (directeur Food Processing Initiative e.V.) Deze personen zijn gevraagd vanwege hun kennis en ervaring op het gebied van Food & Life Sciences. Omdat het een Duits-Nederlands project betreft hadden er twee onafhankelijke deskundigen uit Nederland en twee uit Duitsland zitting in de AB. De heer Derickx heeft het eerste projectidee voor I&I opgezet, in de periode dat hij nog werkzaam was bij de Wageningen Universiteit. 2.
Overige betrokkenen Aanwezig ter verdediging ingediende projecten Namens WUR: Jos Balendonck, Namens FHO: Arno Ruckelshausen. Deze heren, verantwoordelijk voor de intake en begeleiding van de stappen 4 en 5, waren tijdens alle vergaderingen aanwezig om de ingediende projectvoorstellen te presenteren en toe te lichten aan de AB. Namens Oost NV aanwezig Remco Hoogendijk (voorzitter), Tom Cornelissen (projectleider) en Maaike Lugtenaar (verslag).
3.
Uitgangspunten De AB geeft advies over ingediende projectvoorstellen voor de stappen 4 en 5. Hierna volgt een korte omschrijving per stap: Stap 4 Clusteren van MKB en kennisinstellingen Bedrijven in de food en life sciences sector kunnen ondersteuning krijgen bij het vormen van kennisclusters (of netwerken) en bij het uitvoeren van haalbaarheidsstudies. Deze grensoverschrijdende bundeling van kennis en ervaring vormt een unieke basis voor innovaties in de voedingsindustrie, haar ketenpartners en toeleveranciers in de Euregio Rijn-Waal (70% van de externe kosten, maximaal € 25.000,- per cluster). Stap 5 Subsidie bij R&D-trajecten Door samenwerking in kennisclusters kunnen initiatieven ontstaan voor de ontwikkeling van nieuwe producten, markten, processen en technologieën. Een cluster kan gezamenlijk R&Dactiviteiten laten uitvoeren bij kennisinstellingen (70% van de externe kosten, maximaal € 100.000,- per cluster). Bij de start van het project was er uitgegaan van 10 stap 4-projecten en 6 stap 5 projecten. Het aantal is afhankelijk van het budget, dat gelimiteerd is. De aantallen zijn flexibel, het budget niet. Het totale budget bedroeg voor stap 4 en stap 5 samen: € 665.000,-. Er heeft vier keer een overleg plaatsgevonden: september 2006 (Eijkelkamp AE, Giesbeek), januari 2007 (Euregio, Kleve), mei 2007 (WUR, Wageningen) en november 2007 (FHO, Osnabrück). Van deze overleggen zijn verslagen gemaakt, waarbij het overleg, de stemming en de uiteindelijke besluitvorming zijn vastgelegd.
4.
Beoordeling projecten
Eindrapportage Inspire & Innovate
Voor het beoordelen van de projecten is gebruikgemaakt van twee verschillende scoringsformulieren: 1 voor stap 4- projecten (‘25 punten formulier’), 1 voor stap 5- projecten: ‘100 punten formulier. De formulieren zijn in de bijlagen weergegeven. 5.
Ingediende projecten Er zijn 12 stap 4-projecten ingediend, daarvan zijn er 9 goedgekeurd (75 %), 1 is afgekeurd en 2 moesten er worden verbeterd. Er zijn 5 stap 5- projecten ingediend, deze zijn allemaal goedgekeurd (100 %). Adviescommissieleden mochten niet stemmen op projecten die hun eigen organisatie had ingediend (dat is overigens niet voorgekomen). In de bijlage is een overzicht weergegeven van ingediende projectvoorstellen.
6.
Toelichting evaluatie Oost NV evalueert het Inspire & Innovate-project niet alleen intern, maar wil ook graag horen van de leden van AB wat volgens hen de sterke punten zijn van het een project waarbij een onafhankelijke advies wordt gegeven voordat een project kan worden gehonoreerd. Daarnaast werd ook advies gevraagd over wat volgens hen bij een vervolgproject zou kunnen worden verbeterd. Na sluiting van de adviesprocedure is in januari en februari 2008 met ieder AB-lid één gesprek gevoerd. Tijdens het gesprek zijn de volgende punten aan de orde gekomen: de rol AB-lid bij het huidige Inspire & Innovate-project en de mogelijke rol bij een eventueel nieuw project kwaliteit en kwantiteit van de ingediende projecten thema Food & Life Sciences begeleiding vanuit de projectpartners (WUR, FHO en Oost NV)
7.
Conclusies Uit de gesprekken zijn de volgende conclusies getrokken: Algemeen Alle leden zijn unaniem van mening dat Inspire & Innovate een heel goed project is om Nederlandse en Duitse MKB’ers en kennisinstellingen samen te laten werken. Rol Food Valley, Food Processing Initiative e.V. en GIQS binnen het project Brigitte Petersen gaf aan graag betrokken te willen worden bij een nieuw Inspire & Innovateproject. Ook Roger van Hoesel en Norbert Reichl zijn geïnteresseerd. Wel willen zij dan graag eerder en intensiever betrokken zijn bij het nieuwe project dan bij het huidige project het geval was: namelijk vanaf de ontwikkeling van het project. Nu zijn ze pas in een later stadium inhoudelijk geïnformeerd over het project, pas in september 2006 (een half jaar na de kick-off bijeenkomst). Tevens ontbrak een duidelijke omschrijving van de rol en het mandaat van de adviescommissieleden. Mede hierdoor kwam de acquisitie, vanuit bovengenoemde organisaties, laat op gang. ML: door de partijen bij de voorbereiding van het project te betrekken is de verwachting dat de inzet en dus de output van deze organisaties groter zal zijn: de contactpersonen voelen zich meer betrokken bij het project en zullen zich ook meer en beter inzetten om het project te laten slagen. Inspire & Innovate zal dan breder worden gepromoot onder bedrijven en kennisinstellingen dan dat nu het geval is geweest. Ook kunnen zij ondersteunend zijn in het tot elkaar brengen van bedrijven en kennisinstellingen. Piet Derickx staat positief tegenover deelname in een AB, maar in de toekomst zal dat alleen kunnen bij een project dat dezelfde focus heeft als het bedrijf waar hij nu voor werkt: milieu- en landbouwkunde.
Brigitte Petersen merkt tevens op dat GIQS ook een logische partner zou zijn voor de rol die Zenit nu in het project speelt. Zenit is meer gericht op technologische projecten, terwijl GIQS veel ervaring heeft in het coördineren van food-gerelateerde, grensoverschrijdende, projecten (Interreg, KP6). GIQS heeft een uitgebreid netwerk met kennisinstellingen, publieke organisaties en bedrijven. Daarnaast heeft GIQS op dit moment als contactpersoon tussen WUR en universiteit Bonn.
Roger van Hoesel vindt dat de adviescommissieleden niet altijd even kritisch zijn. Een van de
Eindrapportage Inspire & Innovate
oorzaken zou kunnen zijn dat er te weinig projecten waren: er viel weinig te kiezen. Wellicht als de looptijd van het project wordt verlengd is het mogelijk meer projecten aan te leveren zodat er een ruimere keus is en de adviescommissieleden gedwongen worden te kiezen. Piet Derickx gaf in het gesprek echter aan dat de kwantiteit voor wat hem betreft geen invloed had op de beoordeling van de projecten. Hij was tevreden over de kwaliteit van de projecten. Rol Oost NV Piet Derikx is zeer te spreken over de begeleiding van de AB door Oost NV. (projectcoördinator). Doordat er voldoende vooronderzoek had plaatsgevonden en nauw overleg was met de overige projectpartners (WUR en FHO), was het kaf van het koren al gescheiden. Voorafgaand aan de indiening van een projectplan bij de AB werd zowel het cluster inhoudelijk intensief begeleid als ook zorg gedragen dat alleen volledige aanvragen werden voorgelegd. Rol Euregio Rijn-Waal Het is niet goed wanneer een ingediend projectvoorstel te lang moet wachten op goedkeuring van het Dagelijks Bestuur van Euregio Rijn-Waal. Piet Derikx vindt dat een MKB’er niet langer dan vier weken op goedkeuring moet hoeven te wachten, anders loopt een project onnodig veel vertraging op. Communicatie Roger van Hoesel gaf aan dat Food Valley tevens een belangrijke rol kan spelen in het communicatie-gedeelte van het project. Norbert Reichl voegt daaraan toe dat het visualiseren van gerealiseerde projecten (branche, vestigingsplaats etc.) helpt nieuwe bedrijven te overtuigen van het nut van deelname aan een project als Inspire & Innovate. Ook zou Oost NV niet te selectief moeten zijn bij PR & communicatie: ook andere bedrijven en kennisinstellingen die zijdelings food-gerelateerd zijn aanschrijven. Tot slot raadt hij aan gebruik te maken van beschikbare media en geen nieuwe media te ontwikkelen. Betrokkenheid kennisinstellingen FHO en WUR zouden hun onafhankelijkheid beter moeten waarborgen, geeft Roger van Hoesel aan. De reden hiervoor is dat zij hun projecten presenteerden waarbij hun werkgever bij was betrokken. Dit is op te lossen door bijvoorbeeld door de clusterbegeleider van Oost NV of Zenit het project voor te laten leggen aan de adviescommissie. Zowel Piet Derikx als de andere AB-leden zijn het erover eens dat bij het huidige Inspire & Innovate-traject de betrokkenheid van kennisinstellingen te beperkt is. Bij een volgend project moeten er meer kennisinstellingen betrokken worden. Speerpunten Roger van Hoesel geeft aan dat hij denkt dat het project interessanter is voor food-bedrijven dan voor health-bedrijven. Hij verwacht ook dat er meer food-bedrijven onder de doelgroep vallen. Norbert Reichl stelt voor om ook clusters waarvan alleen de leadpartner uit de regio komt ruimte te geven om een project in te dienen. Hierdoor komen meer clusters in aanmerking voor subsidie. 8.
Aandachtspunten voor de toekomst Algemeen Een nieuw Inspire & Innovate project uitvoeren met inachtneming van onderstaande aandachtspunten. Rol FV, GIQS, FPI Instellen van een ‘expertteam’ bestaande uit FV, GIQS en FPI, eventueel aangevuld met één of meerdere andere partijen. Dit team mee laten denken bij de ontwikkeling van het project. Het team kan als basis dienen voor de adviescommissie. Opstellen van een heldere omschrijving van de rol en het mandaat van de (leden van de) adviescommissie. Adviescommissieleden moeten kritisch zijn en onafhankelijk.
Eindrapportage Inspire & Innovate
Communicatie Met de organisaties (Food Valley, GIQS en FPI) bij aanvang van een nieuw project bespreken wat hun exacte rol op het gebied van communicatie kan zijn. Gebruikmaken van de succesverhalen van het huidige project. Meer gebruikmaken van huidige media (websites, nieuwsbrieven etc.). Zorgen dat kennis over het project zo breed mogelijk wordt verspreid (ook bij bedrijven die zijdelings bij de speerpunten zijn betrokken). Projectinhoudelijk Een langere looptijd van het project geeft kans op meer projecten → bij een gelijk aantal tenderrondes zijn er meer keuzemogelijkheden → adviescommissieleden worden gedwongen kritischer te zijn. Presenteren van projecten aan de adviescommissie door een inhoudelijk clusterbegeleider (van bijvoorbeeld Zenit of Oost NV), niet door een bij het project betrokken kennisinstelling. Betrek zoveel mogelijk andere kennisinstellingen die op het betreffende thema actief zijn nauwer bij het project. Nagaan of het mogelijk is clusters met slechts 1 partner uit de regio (leadpartner) goed te keuren. Thema: alleen Food & Life sciences is prima, er zijn voldoende initiatieven op dit gebied. Uitbreiding naar andere onderwerpen dus (nog) niet nodig.
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlagen scoreformulieren Projektbeurteilung Inspire & Innovate Step 4 Name Berater:
Datum:
Score
Maß der Innovation: Markt (kein = 0, gering = 1, mittel = 2, hoch = 3) Technologie (kein = 0, gering = 1, mittel = 2, hoch = 3) Organisation (kein = 0, gering = 1, mittel = 2, hoch = 3) Cluster: Wissenstransfer im Cluster (kein = 0, gering = 1, mittel = 2, hoch (alle Teilnehmer) = 3) Clustergröße (1 KMU = 0; 2 KMU = 1; bis zu 4 KMU = 2; mehr als 4 KMU = 3 ) Arbeitsplätze in der Region: Gesamtzunahme der Arbeitsplätze (keine = 0, bis zu 2 = 1, bis zu 5 = 2, mehr als 5 = 3) Beurteilung durch Berater: Freier Raum (0 – 5 Punkte) Gesamtpunkte per Berater (Maximum 23 Punkte) Raum für weitere Informationen durch WUR und FHO und Bemerkungen durch den BeratungsAusschuss An dieser Stelle wird die Innovationsrate erläutert (keine Routineaktivitäten, dauerhafter Konkurrenzvorteil, großes Risiko). Dies soll mittels einer Internet-Rechercher überprüft werden.
Gesamturteil durch Berater: positiv – negativ – überarbeiten
Eindrapportage Inspire & Innovate
Namenszeichen
Projektbeurteilung Inspire & Innovate Step 5 Für das Beratungsgremium Projekt: Name Berater: Datum: 1. Maß der Innovation Innovativ für das Unternehmen Innovativ für die Region Innovativ für die Branche Innovativ für die Welt
2 Punkte + 2 Punkte + 3 Punkte + 3 Punkte
2. Effekt auf die Arbeitsplätze Erhaltung von Arbeitsplätzen Geringe Erweiterung Große Erweiterung Sehr große Erweiterung
2 Punkte + 2 Punkte + 3 Punkte + 3 Punkte
3. Investition für das Unternehmen Gering Mittel Groß Sehr groß
2 Punkte + 2 Punkte + 3 Punkte + 3 Punkte
4. Technische und finanzielle Machbarkeit Zweifel Einige Bedenken Keine Bedenken Großes Vertrauen
2 Punkte + 2 Punkte + 3 Punkte + 3 Punkte
5. Marktchance des Projektes Gering Mittel Groß Sehr groß
2 Punkte + 2 Punkte + 3 Punkte + 3 Punkte
6. Ziele und Ergebnisse des Projektes Global umschrieben Genau umschrieben In Abschnitte eingeteilt In Abschnitte eingeteilt und messbar umschrieben
2 Punkte + 2 Punkte + 3 Punkte + 3 Punkte
7. Effekt für die Region Gering Mittel Groß Sehr groß
2 Punkte + 2 Punkte + 3 Punkte + 3 Punkte
8. Bezug zu Ernährung und Life Sciences Kein Gering Groß
0 Punkte 5 Punkte + 5 Punkte
9. Zusatzpunkte 0 bis 20 Punkte Die höchste Punktzahl 100 Punkte Förderung: Die höchsten Punktezahlen bis zum Erreichen des Subventionsmaximums. Minimale Punktezahl zur Förderung: 50.
Eindrapportage Inspire & Innovate
Bijlage: overzicht ingediende projectvoorstellen Stap 4-projecten nummer 1 2 3
projectnummer 4.5 4.11 4.5
projectnaam Detpameat Stex Kanaal GT
punten 63 72 90
beoordeling positief positief positief
afgerekend € 22960,00 € 16233,48 ingetrokken
Spectal imaging Geo-camera EMV
72 51 56
Positief Aanpassen Aanpassen
ingetrokken ingetrokken ingetrokken
71 65 72 62
Positief Positief Positief Positief
€ 25.000,00 € 25.000,00 € 24.500,00 € 24.500,00
11
Wisensys Vitomega Campylobactor Online Schlachtanmeldung Petfood
42
negatief
ingetrokken
12
TensioTag
38
positief
ingetrokken
9x positief 2x aanpassen 1x negatief
€ 138.193,48
beoordeling Positief
afgerekend ingetrokken
4 5 6
7 8 9 10
Totaal
4.22 4.21 4.1
12
reden intrekking
Onderzoek is gestart en uitgevoerd, maar het consortium en de uitvoerende onderzoeksorganisatie zijn het niet eens geworden over de rechten op de resultaten. Het consortium heeft besloten het project in zijn geheel terug te trekken. The projects Spectral Imaging, Geo-Camera as well as EMV have been proposed by very small companies in Germany. After checking different ways to finance the financial contributions of the companies involved it became clear that they were not able to supply the corresponding amout of money. Further options - such as taking into account working hours of company members - are not accepted by the rules of Inspire & Innovate
Project paste niet bij stap 4, en is voortgezet in aangepaste vorm als een stap 2 of 3. Consortium vond de kostenstructuur en randvoorwaarden van I&I (samenwerking met meerdere partners o.a. D) te risicovol, en heeft het onderzoek op aangepaste wijze met een andere financiering en een kleinere NL-groep voortgezet.
Stap 5-projecten nummer 1
projectnummer
projectnaam Kanaal GT
Eindrapportage Inspire & Innovate
punten 283
reden intrekking Het consortium heeft stap 4 voorstel ingetrokken, als gevolg heeft I&I zelf de stap 5 ingetrokken omdat aan de voorwaarden voor het starten van de stap 5 (afgeronde
haalbaarheidsstudie) niet voldaan kon worden. 2
5.1
Gewas MVGBP
241
Positief
3
5.3
222
Positief
4
5.4
Online Futtermonitoring Cup2Move
186
Positief
5
5.7
124
Positief
6
5.5
Totaal
6
Online Pflanzenschutz Detpameat
Eindrapportage Inspire & Innovate
Positief 6x positief
€ 100.000,00 € 100.000,00 € 100.000,00 € 66.500,00 € 100.000,00 € 588.048,30
Bijlage 13 Verslag Stuurgroepoverleg Datum: Plaats: Deelnemers:
Afwezigen:
19 april 2007 Palestra, Braamt Theo Föllings (voorzitter) (Oost NV), Andreas Kochs (Euregio), Lars Oosters (Provincie Gelderland), Jolanda Verwegen (Ministerie van Economische Zaken), Tom Cornelissen (projectleider) (Oost NV), Maaike Lugtenaar (Oost NV) Paul Brugman (Euregio Gronau), Cees Timmer (Provincie Overijssel), Birgit Kocks (Bundesland NRWF)
Nr. Onderwerp 1. Opening door de voorzitter, Theo Föllings Het project Inspire & Innovate is een jaar geleden van start gegaan. Deze bijeenkomst is georganiseerd om het eerste jaar te evalueren: wat kunnen we leren van onze ervaringen tot nu toe? Hoe kunnen we onze ervaringen gebruiken bij toekomstige projecten? 2.
Case Study: TRM, Zevenaar De heer Ronald Vorwerk, directeur van TRM (www.trm.eu) is aanwezig om uitleg te geven over hun succesvolle, innovatieve organisatie op het gebied van handling- en opslagsystemen. In de bedrijfshal van TRM in Doetinchem bezoekt de stuurgroep een proefopstelling van deze systemen. TRM heeft zowel een stap 2 als een stap 3 projectvoorstel ingediend.
3.
Huidige status van het project Inspire & Innovate Een jaar geleden zijn we het project begonnen met drie aftrapbijeenkomsten: één in Nederland, twee in Duitsland. Daarna zijn we gestart met het houden van intakegesprekken bij de bedrijven. Er is een aantal overleggen met de projectpartners georganiseerd. We hebben een website en een webshare in het leven geroepen. Het Inspire & Innovate avontuur werd gestart. Binnen het project zijn er vijf stappen: Stap 1 Advisering van Syntens In een individueel adviestraject worden de innovatieplannen in kaart gebracht op het gebied van technologie, organisatie en de markt. Vervolgens wordt de verdere invulling van het traject bepaald. In zowel het Nederlandse als het Duitse gebied hebben Syntens respectievelijk Zenit op dezelfde manier de gesprekken met de bedrijven gevoerd. Syntens en Zenit hebben werkwijzen met elkaar uitgewisseld. Stap 2 Subsidie bij extern advies Om de risico’s van investeringen te beperken is subsidie mogelijk, bijvoorbeeld bij het inhuren van een externe adviseur. Deze adviseur kan helpen mogelijke knelpunten binnen het innovatietraject op te lossen (50% van de externe kosten, maximaal € 20.000,-). Stap 3 Subsidie bij implementatie en commercialisatie Ondernemers kunnen daarnaast ook een financiële bijdrage ontvangen bij het daadwerkelijk implementeren of naar de markt brengen van het innovatieve product of de dienst. Bijvoorbeeld bij het inschakelen van een reclamebureau of voor het maken van schaalmodellen (30% van de
Eindrapportage Inspire & Innovate
externe kosten, maximaal € 20.000,-). Voor stappen 2 en 3 geldt dat er, om subsidie te krijgen, binnen de projecten een Duitse (voor Nederlandse bedrijven) of een Nederlandse (voor Duitse bedrijven) connectie moet zijn. Stap 4 Clusteren van MKB en kennisinstellingen Bedrijven in de food en life sciences sector kunnen ondersteuning krijgen bij het vormen van kennisclusters (of netwerken) en bij het uitvoeren van haalbaarheidsstudies. Deze grensoverschrijdende bundeling van kennis en ervaring vormt een unieke basis voor innovaties in de voedingsindustrie, haar ketenpartners en toeleveranciers in de Euregio Rijn-Waal (70% van de externe kosten, maximaal € 25.000,- per cluster). Stap 5 Subsidie bij R&D-trajecten Door samenwerking in kennisclusters kunnen initiatieven ontstaan voor de ontwikkeling van nieuwe producten, markten, processen en technologieën. Een cluster kan gezamenlijk R&Dactiviteiten laten uitvoeren bij kennisinstellingen (70% van de externe kosten, maximaal € 100.000,- per cluster). De stappen 4 en 5 kunnen alleen worden uitgevoerd door een cluster van bedrijven: twee MKBbedrijven en duidelijke inbreng vanuit beide landen in het project. Conclusies Stap 1: Het aantal gesprekken dat we ons tot doel hadden gesteld is uitgevoerd, zowel aan Nederlandse als aan de Duitse kant. Het is nu zaak om deze gesprekken op een juiste en eenzelfde manier te documenteren. Oost NV onderneemt hierin actie. Stappen 2 en 3: Het aantal Nederlandse aanvragen overtreft het budget voor zowel stap 2 als stap 3. Er is nu een wachtlijst met bedrijven die wellicht later, bij vrijval van budget, in aanmerking kunnen komen. Het in contact komen met bedrijven in Duitsland blijkt moeizamer te verlopen dan in Nederland. De reden hiervoor is dat bedrijven in Nederland gewend zijn om adviseurs/consulenten in de arm te nemen en dat het in de arm nemen van een adviseur in Duitsland veel gevoeliger ligt. Ook weten de subsidieadviseurs Oost NV goed te vinden. In Duitsland is de opstart van een traject langer: voordat men aan de slag gaat, moeten alle zaken schriftelijk worden vastgelegd. In Nederland wordt hier niet op gewacht. Wat betreft de werkwijze van de Nederlandse en Duitse partners is er nog een verschil: Zenit werkt per bedrijf de stappen af: eerst stap 1, dan wellicht stap 2 en 3. In Nederland slaan veel bedrijven stap 1 over. Het is ook niet verplicht voor bedrijven om bij stap 1 te beginnen, dan stap 2 etc. De werkwijze van Zenit heeft tot gevolg dat het tijdsbestek voor een aantal bedrijven, die nu in stap 1 zitten, te kort is. Voor hen is er geen tijd meer een vervolgstap uit te voeren. Mocht het zo zijn dat het project niet de 100% bedrijfsbijdrage haalt, dan worden alle projectpartners evenredig financieel gekort. Om dit te voorkomen wordt in mei bekeken of er budget van Duitsland naar Nederland kan worden overgeheveld. Stappen 4 en 5 Voor het beoordelen van de projectvoorstellen voor de stappen 4 en 5 is een adviescommissie in het leven geroepen. Hierin nemen de volgende personen zitting: Norbert Reichl (Food -Processing Initative e.V.), Brigitte Petersen (Rheinischen Friedrich-Wilhelms Universität Bonn), Piet Derikx (Eijkelkamp Agrisearch Equipment b.v.) en Roger van Hoesel (Food Valley). De adviescommissie beoordeelt de kwaliteit van de aanvragen. Het probleem dat zich binnen stap 5 voordoet is dat de clusters waarvan een stap 4-project is goedgekeurd in oktober, zij een zeer korte tijd hebben om een stap 5 aanvraag in te dienen en uit te voeren.
Eindrapportage Inspire & Innovate
Er zijn op dit moment circa 130 bedrijven die voordeel hebben van het Inspire & Innovate project. Opmerkingen/vragen Andreas Kochs: Aan de Duitse kant zijn er in tussentijd meer deelnemers geworven. De Euregio heeft, naast de trekker van het project en zijn partners, het project in diverse organisaties bekend gemaakt. Duitsland doet het goed, maar op Landesgebied is het moeilijk. De Euregio vindt het een goed project, en hebben dit ook neergelegd bij de Kreise bestuurders. Zij hebben het project goed ontvangen, maar het wordt niet omgezet in bijvoorbeeld promotie van het project. In Duitsland is de werkwijze bij dit soort projecten anders dan in Nederland. Het is goed om te zien dat niet de kleinste Duitse bedrijven deelnemen aan het project. Binnenkort vindt er een bijeenkomst plaats in Wesel, dan zal er een ondernemer de voordelen van het project benadrukken. Tom Cornelissen merkt op dat Zenit een positieve verandering heeft doorgemaakt. Sinds eind vorig jaar gaan ze actief op zoek naar bedrijven, daar plukken ze nu de vruchten van. Verschil in werkwijze aan het begin van het project: Zenit laat bedrijven naar zich toekomen, Oost NV gaat zelf bij bedrijven langs. Ondernemers blijken dit prettig te vinden en het voegt iets waardevols toe aan de kennismaking met het bedrijf. Cultuuromslag communicatie\klantvriendelijkheid: de eerste stappen zijn gezet. Ambassadeurs inzetten. PR, bijvoorbeeld door inzet van een nieuwsbrief, gaat in Nederland wat eenvoudiger. Rol Euregio: beschikken van de projecten door het DB bestuur (bestaande uit vertegenwoordigers van Nederlandse en Duitse gemeenten). Zij willen ook graag weten waarom in verhouding minder Duitse ondernemers deelnemen dan Nederlandse. 4.
Uitdagingen Loonkosten zijn niet subsidiabel Voor de Duitse ondernemingen, en dus voor onze Duitse projectpartners, is dit een belangrijk punt. In het projectplan is opgenomen alleen externe kosten subsidiabel zijn. In Duitsland is het gewoon bij subsidiering loonkosten wel mee te rekenen. Wellicht is het een idee om bij een volgend project de loonkosten wel subsidiabel te maken, de verwachting is dat er dan meer aanvragen worden ontvangen. Voordeel van de situatie bij Inspire & Innovate is dat er nu wellicht kwalitatief betere projectaanvragen worden ingediend en dat je verschoond blijft van ingewikkelde procedures en de daarbij horende extra kosten. Een andere mogelijkheid voor kwalitatief hoge projectaanvragen is het verlagen van de instapdrempel. Dan kunnen de projectpartners, of bijvoorbeeld een adviescommissie, daar goede projecten uitkiezen. Daarnaast is er in Nederland een apart instrumentarium voor in het leven geroepen om de loonkosten te beperken: de WBSOregeling. In Duitsland bestaat dit niet. Looptijd van het project Dit betreft de stappen 4 en 5. In september vindt de laatste tender plaats. De beschikking zal dan op z’n vroegst in de eerste of tweede week van oktober worden afgegeven. De deadline voor het maken van subsidiabele kosten is 31 december 2007. Afrekenen kan dan tot 31 maart 2008, dan zijn er nog drie maanden om het hele project af te ronden (30 juni 2008). Deze einddatum is hard en kan niet worden aangepast. Ondernemers kunnen uiteraard op eigen risico eerder beginnen, maar een andere mogelijkheid is om ondernemers drie maanden extra te geven om kosten te maken. De projectpartners moeten aangeven of zij met een kortere tijd kunnen uitkomen. Een andere optie om tijd te winnen is om een extra tenderronde in te lassen. Ook dit zal met de projectpartners worden besproken. Spanningsveld Duits/Nederlands verdeling van middelen, zorgvuldig hiermee omgaan. Beheer van projecten zodat je ondernemingen die nu geen geld krijgen en bedrijven die nu wel geld krijgen, die later weer kunt gebruiken bij bijvoorbeeld andere subsidieregeling, portfolio opstellen. Syntens: kostprijs versus vaste tarieven Dit geldt vooral voor Oost NV en Syntens en betreft het opvoeren van tarieven. Syntens mag in plaats van de werkelijke kostprijs eigen tarieven hanteren bij EZ-projecten en zij willen deze
Eindrapportage Inspire & Innovate
manier ook gebruiken voor het Inspire & Innovate project. Echter, het betreft hier een project dat is opgesteld volgens de in Duitsland geldende regels en de NRW-bank geeft geen goedkeuring aan het hanteren van tarieven. Zolang de NRW-bank geen schriftelijke goedkeuring geeft aan Syntens, moeten ook zij werken met een kostprijs. Aan het eind van het traject moet helder zijn welke tarieven moeten worden gehanteerd. Euregio speelt hierin ook een rol. 5.
Aandachtspunten voor de toekomst Financiering en looptijd Vergelijkbaar traject in de toekomst wellicht in combinatie met kennisvoucher. Leningen in plaats van subsidies. Methodiek helder krijgen waarmee je deze voor andere speerpunten (Health en Technology) kunt toepassen. Kostprijsdiscussie Heldere afspraak maken over kostprijs voor projectmanagement. Grensoverschrijdende samenwerking Methodiek I&I opschalen ten behoeve van toekomstige grensoverschrijdende projecten. Speerpunten voor NRW worden aan deelnemers stuurgroep toegezonden. Deze punten vormen de basis voor verdere samenwerking tussen Euregio en Oost NV. Nieuw programma uitrollen voor komende vier à vijf jaar: ook aandacht voor cultuuromslag en voor cultuurverschillen. Daarbij moet gekeken worden naar de ondernemers maar ook de uitvoerende organisaties aan beide zijde van de grens. Nieuwe ideeën voor nieuwe periode vergen ook commitment van de provincies en EZ op financieel gebied. Speerpunten In Nederland zijn dit Food, Health en Technology, aan de Duitse zijde wordt hierover nagedacht in het kader van het clusterbeleid. Thema’s die aan beide zijde van de grens van toepassing zijn zullen worden meegenomen in de opzet van het nieuwe plan.
6.
Rondvraag Andreas Kochs geeft aan dat de Euregio Rijn-Waal in het kader van het nieuwe Interregprogramma behoefte heeft aan nieuwe ideeën. Ook Syntens is gevraagd mee te denken. Het gaat dan om projecten als bijvoorbeeld Bridge to Future. Binnenkort zal de Euregio Rijn-Waal met Oost NV een en ander te bespreken. Een vervolgproject I&I in combinatie met een ‘voucher’project is een van ideeën waarover men moet nadenken een prima project. Jolanda Verwegen vraagt of deze bijeenkomst eenmalig is. Dat is inderdaad het geval gelet op de resterende looptijd van het project. De stuurgroepleden worden uiteraard ook uitgenodigd voor de eindbijeenkomst. Dan wordt er opnieuw verantwoording afgelegd over in dit geval de eindresultaten.
7.
Sluiting Theo Föllings sluit de vergadering om 13.30 uur en dankt iedereen voor zijn/haar aanwezigheid.
Eindrapportage Inspire & Innovate