DYNAFLEET ONLINE
Versie februari 2015
Inleiding
Inleiding Over Dynafleet Online Help Online Help in Dynafleet Online, ook wel WebHelp genoemd, is een platformonafhankelijk Help-systeem dat is gebaseerd op HTML. Het Help-systeem werd uitgebreid met een dynamische inhoudsopgave en zoek- en indexfuncties om u te voorzien van geavanceerde navigatiemogelijkheden. De beschikbare WebHelp-functies worden hieronder beschreven.
Inhoudsopgave De inhoudsopgave (TOC) van het Help-systeem is beschikbaar via de knop Inhoud die u aantreft in de linkerbovenhoek. l l
Een map vertegenwoordigt een categorie of een hoofdonderwerp. Een pagina vertegenwoordigt een individueel onderwerp.
De mappictogrammen zijn uitvouwbaar; alle onderwerpen die in een hoofdonderwerp zijn opgenomen, worden getoond. Als u klikt op een paginapictogram, wordt de overeenkomende pagina weergegeven in het rechterdeelvenster.
Index De WebHelp-index is gebaseerd op de HTML Help-standaard van Microsoft en kan worden geopend door te klikken op de knop Index in de linkerbovenhoek. De index bestaat uit een lijst onderwerpen en trefwoorden, die numeriek/alfabetisch geordend zijn. Als u klikt op een trefwoord, wordt het onderwerp getoond in het rechterdeelvenster. Als een indextrefwoord overeenkomt met meerdere pagina's in het Help-systeem, verschijnt een dialoogvenster Onderwerpen gevonden waarin een lijst met pagina's wordt weergegeven. Kies gewoon het item dat u wilt bekijken en klik op Weergeven. Om in de index te zoeken, kunt u het woord of de zinsnede, of een gedeelte hiervan, typen in het invoervak bovenaan op de pagina Index.
Zoeken Dit is een krachtige zoekvoorziening met volledige tekst, die u in staat stelt informatie snel en makkelijk te vinden. Voer gewoon het (de) woord(en) in waarop u wilt zoeken en klik op Zoeken; de onderwerpen die het (de) woord(en) bevatten, zullen dan worden getoond in de lijst onderaan. Als u een onderwerp wilt weergeven in het rechterdeelvenster, klikt u op een trefwoord.
Verwante onderwerpen Navigatielinks werken ongeveer als de "Zie ook"-referenties in WinHelp - ze geven een kruisverwijzing naar andere onderwerpen die verwante onderwerpen bevatten.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -2 -
Algemene informatie
Algemene informatie -gebruikersinterface U moet eerst inloggen in het systeem met uw gebruikersnaam en wachtwoord. In de interface kan worden genavigeerd vanuit de afzonderlijke gebieden.
1. 2. 3. 4.
Navigatietabs - begin door uw werkgebied te kiezen. Middelweergave - selecteer of u wilt werken met voertuigen, chauffeurs of gebruikers. Werkweergave - de informatie wordt in dit gebied gepresenteerd. Alarmpictogrammen - de pictogrammen zullen gaan branden als nieuwe berichten of alarmsignalen om aandacht vragen.
Navigatie Als u wilt navigeren in Dynafleet Online (DFOL), gebruikt u de tabs in de bovenste rij in het systeem. Door te klikken op een tab krijgt u toegang tot de aangewezen functie hiervan. Hier vindt u de inhoud van de tabs, waarnaar wordt verwezen als weergaven. Afhankelijk van het type gebruiker waaronder u bent ingelogd (bijv. beheerder, gebruiker), hebt u verschillende toegang tot verschillende weergaven. Links treft u de weergave van middelen, d.w.z. chauffeurs, voertuigen en gebruikers, aan. Als u bijvoorbeeld een bericht wilt verzenden naar een gebruiker, moet u klikken op het om de gebruikers weer te geven waarmee u kunt communiceren. Hetzelfde scenario is van toepassing op voertuigen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -3 -
Algemene informatie
Opnieuw laden van weergaven Als u naar een ander gebied gaat terwijl u werkt in een weergave, zijn de gegevens in de eerste weergave nog steeds aanwezig wanneer u terugkeert. Klik tweemaal op de tab om de "startpagina" in een bepaalde weergave opnieuw te laden.
Selecteren en kiezen Als u meer dan één object wilt selecteren, kunt u Ctrl of Shift gebruiken. De selectieprocedure werkt vrijwel hetzelfde als het selecteren in Windows. Dat wil zeggen dat u meerdere items tegelijkertijd kunt selecteren met de Shift-toets, of telkens één item met de Ctrl-toets. Het is ook mogelijk om CtrlShift-selectie te gebruiken om een eerdere selectie te behouden en tegelijkertijd diverse items tegelijkertijd te selecteren. Shift-selectie is alleen mogelijk binnen een groep of wagenpark, dat wil zeggen dat het niet mogelijk is om items vanuit verschillende groepen te selecteren met Shift-selectie. Met Shift kunt u echter meerdere groepen tegelijkertijd selecteren.
Slepen en neerzetten Om de geselecteerde objecten te kiezen en deze op te nemen in een rapport, klikt u op het pictogram of de tekstbeschrijving van de objecten en sleept u deze naar de rapportweergave. U kunt ook de pijl
gebruiken om de geselecteerde objecten naar de rapportweergave te slepen.
Dubbelklikken is niet nodig U hoeft niet te dubbelklikken als u van de ene tab naar een andere gaat of als u een voertuig selecteert in plaats van een chauffeur, enz.
Rechtsklikken Als de tekst u vraagt te rechtsklikken, dan slaat dit op de rechtermuisknop. In sommige weergaven kunt u rechtsklikken. Door rechts te klikken krijgt u toegang tot meer functionaliteit, zoals bijvoorbeeld het maken van nieuwe mappen in de berichtfunctie.
Afdrukken Als een beschikbaar is, kan de desbetreffende pagina worden gepresenteerd op een printervriendelijke manier. Na het klikken op het pictogram zal een nieuw scherm met de printervriendelijke versie worden getoond met een nieuw printerpictogram.
Groepen Door groepen te maken kunt u uw voertuigen en chauffeurs indelen. 1. Klik rechts op een hoofdgroep van voertuigen of chauffeurs, selecteer Nieuwe groep en voer een naam in voor die groep. 2. Sleep de voertuigen of chauffeurs die u wilt opnemen in die groep.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -4 -
Algemene informatie
U kunt de groepen verwijderen door met de rechtermuisknop te klikken en Verwijderen te selecteren.
Multifleet Beheerder Klik in de middelenweergave op het klantpictogram (multifleet) om een lijst van wagenparken te zien. Klik met de rechtermuisknop op het wagenpark waarmee u wilt werken en selecteer Ga naar wagenpark. Wanneer het wagenpark actief is, kunt u terugkeren naar de multifleet-weergave door de klant te selecteren en er met de rechtermuisknop op te klikken. Selecteer Ga naar klant. Op klantniveau (multifleet) kunt u multifleet-gebruikers en -beheerders en wagenparken maken en wijzigen. Op wagenparkniveau is dezelfde functionaliteit beschikbaar als wanneer u bent ingelogd als een normale wagenparkbeheerder.
Gebruiker Als u bent ingelogd als een multifleet-gebruiker kunt u rapporten maken en onderhoudsplannen beheren.
Systeemoverzicht Het Dynafleet Online-systeem maakt het voor planners mogelijk te communiceren met voertuigen van een wagenpark. Om deze communicatie te starten, moet het voertuig zijn uitgerust met een mobiele Dynafleet-eenheid. De communicatie tussen het systeem en de voertuigen gaat via het mobiele telefoonnetwerk. De voertuigen kunnen worden ingesteld voor het exporteren van gegevens naar het systeem op een regelmatige basis of de planner kan ervoor kiezen de gegevens handmatig te downloaden. De informatie die is gedownload van de voertuigen, wordt opgeslagen in een database op afstand.
Systeemvereisten Computer met besturingssysteem Windows 2000 of XP. Internet Explorer 8.0 of hoger. Beeldschermresolutie van 1024x768 pixels. Internetaansluiting
Help Als u hulp of service nodig hebt, neem dan contact op met een van de volgende nummers: Brazilië
0800 6458181
België
0800 92788
Noorwegen
800 18171
Frankrijk
0800 915686
Duitsland
0800 1823437
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -5 -
Algemene informatie
Oostenrijk
0800 281713
Zweden
020 791356
Groot-Brittannië 0800 5871609 Finland
0800 113201
Luxemburg
800 22482
Denemarken
80 88 43 62
Zwitserland
0800 564908
Nederland
0800 0229799
Italië
800 785 486
Overige landen
+32 9255 6788 (niet gratis)
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -6 -
Systeemgebieden
Systeemgebieden Info Info Nadat u op het systeem hebt ingelogd, wordt de Informatieweergave getoond. In de nieuwsweergave worden nieuws en Help bij Dynafleet gepresenteerd.
Nieuws Het gepresenteerde nieuws bevat informatie over het wagenpark waartoe u behoort.
Dynafleet-nieuws Het gepresenteerde Dynafleet-nieuws bevat informatie over het algemene Dynafleet-nieuws.
Dynafleet Online U kunt het online handboek bekijken of Help downloaden als een PDF-bestand.
Administratie Als u beheerder bent, kunt u nieuws toevoegen of wijzigen door te klikken op
.
Rapporten Rapporten Overzichtsrapporten Gebruik het overzichtsrapport om een overzicht te krijgen van de prestaties van uw voertuigen en chauffeurs. Het rapport bevat de tijd, de kilometerstand en het brandstofverbruik per voertuig/chauffeur voor een opgegeven tijdsperiode en bevat verder een aantal parameters met informatie over de rijstijl (Economy, stationair, enzovoort). Dit rapport is nuttig wanneer u een overzicht wilt en parameters van verschillende voertuigen en chauffeurs wilt vergelijken. Het overzichtsrapport geeft een overzicht van de prestaties van voertuigen/chauffeurs en geeft voor de opgegeven tijdsperiode de volgende hoofdparameters aan: l l l l
Draaitijd van de motor Gereden aantal kilometers Totaal brandstofverbruik Gemiddeld brandstofverbruik
Verder bevat het de relatieve waarden in % van de motortijd voor verschillende motor- en voertuigmodi, zoals "Economy" of "Stationair", enzovoort. Afhankelijk van de kolomselectie worden de parameters weergegeven op de volgende tabbladen: l l
Algemeen Operationeel
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -7 -
Systeemgebieden l l
Rijden Voertuigfuncties
In de selectieweergave met overzichtsrapporten kunt u kiezen tussen Chauffeursgegevens opnemen in de voertuigrapporten en Voertuiggegevens opnemen in de chauffeursrapporten. Als meerdere chauffeurs met één voertuig hebben gereden, bevat het rapport voor elk voertuig het resultaat per chauffeur en het totaal voor het voertuig. Als één chauffeur met meerdere voertuigen heeft gereden, bevat het rapport voor elke chauffeur het resultaat per voertuig en het totaal voor de chauffeur.
Rapportprofielen U kunt een profiel – of sjabloon (langeafstandstransport, distributie of bouw) – toepassen wanneer u het rapport maakt. Wanneer een profiel wordt toegepast op een rapport, worden de relevante rapportdetails gemarkeerd met groen, geel, oranje. Groen geeft hogere prestaties dan de doelprestaties aan, geel geeft aan dat de prestaties in de buurt van de doelprestaties liggen en oranje geeft aan dat de prestaties onder de doelprestaties liggen. De functie is zowel in de chauffeurs- als in de voertuigversie van het rapport beschikbaar.
Rapportprofielen toepassen Als u een rapport wilt maken door een rapportprofiel te gebruiken, selecteert u het gewenste profiel in het veld Rapportprofiel voordat u het rapport genereert. Er zijn standaardprofielen voor langeafstandstransport, distributie en bouw beschikbaar. Zie Rapportprofielen beheren voor informatie over het maken en bewerken van uw eigen rapportprofielen. Wanneer het rapport is gemaakt, wordt de inhoud ervan gemarkeerd overeenkomstig de limieten die zijn gedefinieerd in het toegepaste profiel. In het gegenereerde rapport worden de gebruikte grenswaarden weergegeven met tekst waarin wordt beschreven of lagere of hogere waarden beter zijn voor elk gemarkeerd veld. Let op! Alleen de velden die zijn opgenomen in het rapportprofiel worden gemarkeerd op het rapport. Deze rapporten kunnen online worden bekeken en worden afgedrukt. Wanneer rapporten worden geëxporteerd naar Excel, worden extra kolommen met de benaming “ROOD”, “GEEL” en “GROEN” toegevoegd aan het werkblad. Deze extra kolommen vertegenwoordigen de prestatieniveaus.
Drill-down-rapporten Wanneer u het rapport bekijkt, wilt u mogelijk meer details zien over een bepaalde waarde. U kunt klikken op veldwaarden die worden weergegeven als links wanneer u de muis daarboven houdt. Als u op deze veldwaarden klikt, gaat u naar een gedetailleerder rapportniveau. Zie Drill-down-rapportage voor meer informatie.
Veldbeschrijvingen Totale tijd: het totaal aantal uren in de geselecteerde tijdsperiode. Totale afstand: de totale gereden afstand. Totaal brandstof: totaal brandstofverbruik. Gemiddelde brandstof: Gemiddeld brandstofverbruik Gemiddeld AdBlue: gemiddeld AdBlue-verbruik. Gemiddelde snelheid: gemiddelde snelheid tijdens het rijden. Gemiddeld remgebruik: gemiddeld aantal keren dat de remmen van het voertuig zijn gebruikt.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -8 -
Systeemgebieden
Gemiddeld hard remgebruik: gemiddeld aantal keren dat de chauffeur hard heeft geremd. Gemiddeld aantal stops: gemiddeld aantal keren dat het voertuig is gestopt. PTO-tijd: tijd gebruikt voor Power Take Off (tijd dat motor draait en werkzaamheden worden verricht). Stationairtijd: tijd die de motor stationair heeft gedraaid. Binnen Economy-tijd: tijd die binnen Economy-limiet is gereden. Boven Economy-tijd: tijd die boven Economy-limiet is gereden. Uitroltijd: tijd voor uitrollen. Cruisecontrol-tijd: tijd waarin cruisecontrol is gebruikt. Te hoge snelheid voertuig (wagenparklimiet): tijd die harder is gereden dan de snelheidslimiet die is gedefinieerd in de voertuiginstellingen. Tijd voor hoogste versnelling: tijd waarin het voertuig in de hoogste versnelling heeft gereden. Tijd motorbelasting: tijd die is gereden met motorbelasting boven 90% van maximumkoppel. Tijd dat de motor te veel toeren heeft gemaakt: Tijd die is gereden met het motortoerental in de rode zone. I-Shift-stand Automatisch: Tijd die is gereden met I-Shift-versnellingsbak in de automatische stand. Handmatig: Tijd die is gereden met I-Shift-versnellingsbak in de handmatige stand. Power-tijd: Tijd die is gereden met I-Shift-versnellingsbak in de Power-stand. Voertuiggewicht Afstand laag: Afgelegde afstand met laag konvooigewicht. Afstand gemiddeld: Afgelegde afstand met gemiddeld konvooigewicht. Afstand vol: Afgelegde afstand met volledig konvooigewicht.
Rapportgegevens sorteren per kolom Klik op de kolomkop om rapportgegevens per kolom in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Let op: Het sorteren van gegevens is uitgeschakeld wanneer Inclusief chauffeursdetails wordt geselecteerd. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van Verband Der Automobilindustrie e.V. (VDA) voor AUS32 (Aqueous Urea Solution 32%), hiernaar wordt ook vaak verwezen als Automotive Urea Solution.
Beknopt rapport Het beknopte rapport bevat een gedetailleerd overzicht van de prestaties van de voertuigen en chauffeurs voor de geselecteerde tijdsperiode. Het bevat de gemiddelde snelheid, tijd, de kilometerstand en het brandstofverbruik voor elk voertuig en elke chauffeur. Ook vermeldt het in detail de verschillende parameters waarmee u de rijstijl kunt analyseren. De cijfers kunnen worden weergegeven als
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. -9 -
Systeemgebieden
absolute of relatieve waarden. Het rapport is handig wanneer u een volledig overzicht wilt en ook wanneer u de details van verschillende voertuigen en chauffeurs wilt vergelijken. Het beknopte rapport geeft u een volledig overzicht van de beschikbare informatie. Het bevat de volgende hoofdparameters: l l l l l
Gemiddelde snelheid Draaitijd van de motor Gereden aantal kilometers Totaal brandstofverbruik Gemiddeld brandstofverbruik
Verder bevat het rapport de absolute en relatieve waarden voor de verschillende motor- en voertuigmodi, zoals "Economy", "Stationair", enzovoort. Voor elke modus worden cijfers weergegeven over tijd, kilometerstand en brandstofverbruik. Afhankelijk van de kolomselectie worden de parameters weergegeven op de volgende tabbladen: l l
Operationeel Rijden
Rapportprofielen U kunt een profiel – of sjabloon (langeafstandstransport, distributie of bouw) – toepassen wanneer u het rapport maakt. Wanneer een profiel wordt toegepast op een rapport, worden de relevante rapportdetails gemarkeerd met groen, geel, oranje. Groen geeft hogere prestaties dan de doelprestaties aan, geel geeft aan dat de prestaties in de buurt van de doelprestaties liggen en oranje geeft aan dat de prestaties onder de doelprestaties liggen. De functie is zowel in de chauffeurs- als in de voertuigversie van het rapport beschikbaar.
Rapportprofielen toepassen Als u een rapport wilt maken door een rapportprofiel te gebruiken, selecteert u het gewenste profiel in het veld Rapportprofiel voordat u het rapport genereert. Er zijn standaardprofielen voor langeafstandstransport, distributie en bouw beschikbaar. Zie Rapportprofielen beheren voor informatie over het maken en bewerken van uw eigen rapportprofielen. Wanneer het rapport is gemaakt, wordt de inhoud ervan gemarkeerd overeenkomstig de limieten die zijn gedefinieerd in het toegepaste profiel. In het gegenereerde rapport worden de gebruikte grenswaarden weergegeven met tekst waarin wordt beschreven of lagere of hogere waarden beter zijn voor elk gemarkeerd veld. Let op! Alleen de velden die zijn opgenomen in het rapportprofiel worden gemarkeerd op het rapport. Deze rapporten kunnen online worden bekeken en worden afgedrukt. Wanneer rapporten worden geëxporteerd naar Excel, worden extra kolommen met de benaming “ROOD”, “GEEL” en “GROEN” toegevoegd aan het werkblad. Deze extra kolommen vertegenwoordigen de prestatieniveaus.
Drill-down-rapporten Wanneer u het rapport bekijkt, wilt u mogelijk meer details zien over een bepaalde waarde. U kunt klikken op veldwaarden die worden weergegeven als links wanneer u de muis daarboven houdt. Als u op deze veldwaarden klikt, gaat u naar een gedetailleerder rapportniveau. Zie Drill-down-rapportage voor meer informatie.
Veldbeschrijvingen Totaal: het totaal van rijden, PTO en stationair
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 10 -
Systeemgebieden
Rijden: Rijden PTO: Power take-off Stationair: Stationair Binnen economy: motor gebruikt binnen de snelheidslimieten van economy Boven economy: motor gebruikt boven de snelheidslimieten van economy Uitrollen: Uitrollen Cruisecontrol: voertuig gereden met cruisecontrol. Te hoge voertuigsnelheid: voertuig gereden boven de snelheidslimiet die is gedefinieerd in de voertuiginstellingen. Hoogste versnelling: gebruik in de hoogste versnelling Motorbelasting: voertuig gereden met motorbelasting boven 90% van maximumkoppel. Te veel toeren: Voertuig gereden met het motortoerental in de rode zone.
Uitzonderingenrapport Het Uitzonderingenrapport is heel nuttig wanneer u bepaalde parameters (als gemiddeld brandstofverbruik) wilt bekijken en de uitzonderingen wilt analyseren voor de ingestelde doelen. Met dit rapport kunt u doelen opgeven voor alle parameters (brandstofverbruik, stationair, te hoge snelheid, enzovoort). Ook kunt u voertuigen, chauffeurs of groepen weergeven in illustratieve grafische rapporten en deze onderling en met uw doelen vergelijken. De doelen zijn ingesteld als meetpunten voor deze rapporten zodat u de resultaten kunt vergelijken of kunt controleren hoe een resultaat zich verhoudt met de oorspronkelijke doelen of streefcijfers.
Drill-down-rapporten Wanneer u het rapport bekijkt, wilt u mogelijk meer details zien over een bepaalde waarde. U kunt klikken op veldwaarden die worden weergegeven als links wanneer u de muis daarboven houdt. Als u op deze veldwaarden klikt, gaat u naar een gedetailleerder rapportniveau. Zie Drill-down-rapportage voor meer informatie.
Rapportgegevens sorteren per kolom Klik op de kolomkop om rapportgegevens per kolom in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
Brandstof- en AdBlue-rapport U kunt gedetailleerde rapporten extraheren over brandstof- en AdBlue-verbruik. Dit is handig om het totale brandstof- en AdBlue-verbruik te berekenen voor een bepaald voertuig of een groep voertuigen gedurende een aangepast tijdsinterval. U kunt deze rapporten gebruiken voor statistieken of presentaties. Wanneer u een grafiekrapport genereert, wordt voor voertuigen met AdBlue een extra grafiek in het rapport opgenomen. AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van Verband Der Automobilindustrie e.V. (VDA) voor AUS32 (Aqueous Urea Solution 32%), hiernaar wordt ook vaak verwezen als Automotive Urea Solution.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 11 -
Systeemgebieden
Rapportgegevens sorteren per kolom Klik op de kolomkop om rapportgegevens per kolom in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Let op: Het sorteren van gegevens is uitgeschakeld wanneer Inclusief chauffeursdetails of het presentatietype Trend wordt geselecteerd. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
Kilometerrapport U kunt gedetailleerde informatie krijgen over het aantal gereden kilometers door een specifiek(e) voertuig of chauffeur. U kunt chauufeurs opnemen in het afgeleide rapport van een voertuig om chauffeurs van hetzelfde voertuig te vergelijken. Bij het opstellen van een rapport krijgt u informatie over totaal aantal kilometers, rijden, PTO en stationair toerental.
Rapportgegevens sorteren per kolom Klik op de kolomkop om rapportgegevens per kolom in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Let op: Het sorteren van gegevens is uitgeschakeld wanneer Inclusief chauffeursdetails of het presentatietype Trend wordt geselecteerd. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
Tijdrapport Als u een tijdsrapport maakt, kunt u zien hoe een chauffeur of een voertuig zich gedraagt als het gaat om rijtijd, stationaire tijd etc. Dit kan zeer zinvol zijn voor statistische doeleinden of presentaties.
Rapportgegevens sorteren per kolom Klik op de kolomkop om rapportgegevens per kolom in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Let op: Het sorteren van gegevens is uitgeschakeld wanneer Inclusief chauffeursdetails of het presentatietype Trend wordt geselecteerd. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
Milieurapport Het milieurapport is bedoeld voor het documenteren en presenteren van de emissiegegevens van uw voertuigen, voor bijvoorbeeld bedrijfsmilieurapporten of voor bepaalde transportactiviteiten. In het rapport worden de verschillende emissies berekend op basis van het brandstofverbruik en de motoren voertuigspecificaties uit de Volvo-voertuigdatabase of de Euroclassificatie van het voertuig. Afhankelijk van uw doel kunt u verschillende soorten maateenheden kiezen bij het genereren van uw milieurapporten; Totaal en Per kilometer/mijl. Al naar gelang uw keuze krijgt u een ander rapport.
Rapportgegevens sorteren per kolom Klik op de kolomkop om rapportgegevens per kolom in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 12 -
Systeemgebieden
Kilometerstandrap. Het rapport Kilometerstanden is een op maat gemaakt rapport om bijgewerkte kilometertellerwaarden van uw voertuigen te extraheren. Hierin staat de kilometertellerwaarde die het dichtst bij de door u opgegeven datum ligt. Als u liever de meest recente kilometertellerwaarde wilt hebben, selecteert u Laatst bekend.
Drill-down-rapporten Wanneer u het rapport bekijkt, wilt u mogelijk meer details zien over een bepaalde waarde. U kunt klikken op veldwaarden die worden weergegeven als links wanneer u de muis daarboven houdt. Als u op deze veldwaarden klikt, gaat u naar een gedetailleerder rapportniveau. Zie Drill-down-rapportage voor meer informatie.
Veldbeschrijvingen Kilometertellerwaarde: de kilometertellerwaarde die het dichtst bij de gekozen datum ligt, of de meest recente waarde als Laatst bekend is geselecteerd. Dichtstbijzijnde datum: de datum van de waarde. Ontbrekende dagen: de kilometertellerwaarde wordt getotaliseerd over een bepaalde periode. Als er gaten in de tijdsperiode zijn, wordt het aantal ontbrekende dagen in dit veld weergegeven.
Rapportgegevens sorteren Klik op de kolomkop om de rapportgegevens in de kolom Kmteller aflezing in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
Veiligheidsrapport Het veiligheidsrapport geeft een indicatie van het rijgedrag van een chauffeur vanuit het perspectief van veiligheid. De informatie in het rapport kan worden gebruikt voor het opvolgen van de prestaties van een individuele chauffeur of een groep chauffeurs in de loop der tijd. De informatie kan ook worden gebruikt om te beoordelen hoe met een voertuig of een groep voertuigen is gereden vanuit het perspectief van veiligheid. Het veiligheidsrapport kan worden gebruikt voor Volvo FH/FM/FMX (met uitzondering van Classic) als deze voertuigen l l
zich hebben geabonneerd op de service Fuel & Environment zijn uitgerust met een actief veiligheidssysteem
Let op: Voertuigen genereren geen gegevens als de veiligheidssystemen zijn uitgeschakeld.
Veldbeschrijvingen Afstand Totaal: de totale gereden afstand. Veiligheid beschikbaar: Afstand gereden met voertuigen die gegevens voor veiligheidsrapport kunnen leveren. Geen veiligheidsgordel
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 13 -
Systeemgebieden
Afstand: Afstand gereden zonder veiligheidsgordel. Maximumsnelheid: De maximumsnelheid waarmee is gereden zonder veiligheidsgordel. Te hoge snelheid (voertuiglimiet) Te hoge snelheid (voertuiglimiet) mag niet worden vergeleken met de parameter Te hoge snelheid voertuig (wagenparklimiet) uit het overzichtsrapport en het beknopte rapport. De parameter Te hoge snelheid voertuig (wagenparklimiet) kan worden geconfigureerd in de voertuiginstellingen, maar Te hoge snelheid (voertuiglimiet) is een instelling in het voertuig die alleen kan worden aangepast in een Volvo-werkplaats. Afstand: Afstand gereden met een snelheid boven de voertuiglimiet. Drempel: De huidige instelling voor de voertuiglimiet. Hard remmen: Aantal keren dat de chauffeur hard heeft geremd. ESP-activering: Aantal keren dat ESP (Electronic Stability Program) is geactiveerd voor bijvoorbeeld manoeuvres bij het vermijden van obstakels, een te hoge inschatting voor de snelheidslimiet in bochten, enzovoort. Botsingswaarschuwing: Aantal keren dat het voertuig een frontale botsing riskeerde en de chauffeur is gewaarschuwd met visuele en hoorbare signalen in de cabine. Noodrem: Aantal keren dat de noodremfunctie van het voertuig automatisch volledig is ingeschakeld vanwege een onmiddellijk risico van een frontale botsing. LKS-waarschuwing: Aantal waarschuwingen van het Lane Keeping Support-systeem omdat het voertuig onbedoeld de gekozen rijbaan verliet. DAS kritiek: Aantal keren dat het Driver Alert Support-systeem heeft aangegeven dat de chauffeur een kritieke status met weinig alertheid laat zien. DAS-waarschuwing: Aantal keren dat de chauffeur is gewaarschuwd voor een gebrek aan aandacht.
Rapportgegevens sorteren per kolom Klik op de kolomkop om rapportgegevens per kolom in oplopende of aflopende volgorde te sorteren. Het sorteren van gegevens wordt niet ondersteund in Internet Explorer 10 en eerdere versies.
Activiteitenrapport Het activiteitenrapport presenteert de chauffeursactiviteiten gebaseerd op de parameters die werden geselecteerd op de tachograaf. Het rapport is nuttig als u cijfers wilt presenteren voor respectievelijk rijden, werken, wachten en rusten. U kunt ook kiezen om informatie op te nemen over eerdere overtredingen van de chauffeur wanneer de geselecteerde Activiteitsinstelling Activiteit is.
Veldbeschrijvingen Rijden: gereden tijd. Werken: gewerkte (niet gereden) tijd. Wachten: gewachte tijd. Rusten: geruste tijd. Ingelogde tijd: totale tijdsduur
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 14 -
Systeemgebieden
Activiteitsinstelling Het Rapport van chauffeursactiviteit kan in drie varianten of "instellingen" worden weergegeven. Dag: de chauffeursactiviteit op 24-uurs basis. Er kunnen meerdere chauffeurs worden geselecteerd en het resultaat kan ook als grafiek worden weergegeven. In de grafiek wordt een cirkeldiagram weergegeven voor elke geselecteerde chauffeur. Activiteit: één activiteit per rij. Inloggen/Uitloggen: één aangemelde sessie per rij. De laatste twee instellingen zijn beperkt tot één chauffeur tegelijkertijd. Ze zijn niet als grafiek beschikbaar.
Activiteitsselectie Activiteitsselectie wordt gebruikt om aan te geven of het rapport wel of niet gedetailleerde activiteiten moet bevatten. Alleen voertuigen met het servicepakket Driver Times ondersteunen gedetailleerde activiteiten. Alleen activiteiten: Een rapport met uitsluitend activiteiten. Activiteiten met details: een activiteitsrapport waarin elke activiteit waar mogelijk wordt uitgesplitst in details. Alleen details: een rapport met uitsluitend de details en niet de hoofdactiviteiten.
Rapportopties Als de geselecteerde activiteitsinstelling activiteit is, kunt u ook kiezen om informatie op te nemen over eerdere overtredingen. Overtredingshistorie: Geeft een tabel weer met de overtredingshistorie.
WTD-rapport Het rapport met de richtlijnen voor de werktijden (WTD) bevat de activiteiten van de chauffeur op basis van de chauffeursactiviteiten die zijn gedownload van de voertuig- en chauffeurskaart, met handmatig gewijzigde activiteiten. In het rapport worden de werk-, beschikbaarheids- en rusttijden voor de chauffeurs weergegeven. Het bevat ook een overzicht van het aantal keren dat de richtlijnen voor de werktijden zijn overtreden. Aan het eind van het rapport is het totaal van alle verschillende activiteiten vermeld. 'Werktijd' is de som van Rijden, Werken en Beschikbaarheid
Veldbeschrijving Het rapport bevat de volgende velden. De regelvelden zijn alleen zichtbaar wanneer de instelling Week is. Werken: De tijd die voor werken en rijden wordt gebruikt. Beschikbaarheid: De tijd die voor beschikbaarheid wordt gebruikt, dat wil zeggen, wachten. Rusten: De tijd die voor rusten wordt gebruikt.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 15 -
Systeemgebieden
Nachtregel: Het aantal keren dat de nachtregel is overschreden. Dit veld is alleen zichtbaar als de instelling Week is. Weekregel: Het aantal keren dat de weekregel is overschreden. Dit veld is alleen zichtbaar als de instelling Week is. Pauzeregel: Het aantal keren dat de rust- en pauzeregel is overschreden. Dit veld is alleen zichtbaar als de instelling Week is.
Instelling Het rapport met de richtlijnen voor de werktijden kan in twee varianten of "instellingen" worden weergegeven. Week: De chauffeursactiviteit op weekbasis. Er kunnen meerdere chauffeurs worden geselecteerd. Activiteit: Alle activiteiten voor de chauffeur worden weergegeven. Het rapport kan slechts voor één chauffeur tegelijkertijd worden gegenereerd.
Lokalisatierapport In het lokalisatierapport worden de positie en gebeurtenisgerelateerde gegevens voor een voertuig of groep voertuigen weergegeven voor een geselecteerde periode. De voertuiglokalisatieparameters worden weergegeven op de volgende tabbladen: l l l l
Algemeen Trip Gewicht (alleen zichtbaar indien geselecteerd) Temperatuur (alleen zichtbaar indien geselecteerd)
Veldbeschrijving Het rapport bevat de volgende velden. Voertuig: de naam van het voertuig. Tijd van gebeurtenis: tijdstip van de gebeurtenis. Activering van gebeurtenis: de activering van de gebeurtenis. Naam chauffeur: de naam van de chauffeur die het voertuig gebruikt ten tijde van de gebeurtenis, indien bekend. Chauffeursactiviteit: de chauffeursactiviteit ten tijde van de gebeurtenis. Activiteitsdetails: de gedetailleerde activiteit ten tijde van de gebeurtenis. Alleen voertuigen met het servicepakket Driver Times ondersteunen gedetailleerde activiteiten. Kilometerteller: de kilometertellerwaarde van het voertuig ten tijde van de gebeurtenis. Brandstof: de totale hoeveelheid brandstof ten tijde van de gebeurtenis. Brandstofniveau (%): het huidige brandstofniveau in de brandstoftank als percentage van het maximum. Totale duur: de totale duur, dat wil zeggen de tijd van de gebeurtenis met betrekking tot de eerste gebeurtenis van het rapport. Totale afstand: de totale afstand sinds de eerste gebeurtenis van het rapport. Totaal brandstof: de totale brandstofwaarde sinds de eerste gebeurtenis van het rapport.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 16 -
Systeemgebieden
Locatie: de locatie van het voertuig ten tijde van de gebeurtenis. Dit veld is alleen zichtbaar als Locatie wordt gebruikt als rapportparameter. In het veld worden land, stad, provincie en straat weergegeven. Het opzoeken van het adres kan enige tijd vergen. Als dit veld wordt gebruikt, kan het genereren van het rapport wat langer duren. Lat/long: de geografische breedte en lengte ten tijde van de gebeurtenis. Dit veld is alleen zichtbaar als Lat/long wordt gebruikt als rapportparameter. Temperaturen: De temperatuurwaarde ten tijde van de gebeurtenis. Het tabblad Temperatuur is alleen zichtbaar als Temperaturen wordt gebruikt als rapportparameter. Gewichten: de gewichtswaarde ten tijde van de gebeurtenis. Het tabblad Gewicht is alleen zichtbaar als Gewicht wordt gebruikt als rapportparameter.
Activeringen filteren De gebruiker kan het rapport beperken zodat er alleen gebeurtenissen worden weergegeven die worden gegenereerd door geselecteerde activeringen. Er moet minimaal één activering worden geselecteerd. U kunt meerdere activeringen selecteren door de shift- of control-toets vast te houden terwijl u de activeringen selecteert. De volgende activeringen zijn beschikbaar: Rijden: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type " start rijden". Stop: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type stop. Chauffeursactiviteit: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een gewijzigde chauffeursactiviteit. Inloggen: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van het inloggen door een chauffeur. Uitloggen: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van het uitloggen door een chauffeur. Afstand: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type afstand. Tijd, in beweging: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type tijd in beweging. Tijd: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type tijd. Verzoek positie: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een positieverzoek. Order: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een bijgewerkte order. Alarm: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een noodgeval- of pechalarm. Alarm chauffeursactiviteit: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een alarm met betrekking tot de rijtijden. Geofence nadert: een gebeurtenis die is ontvangen doordat het voertuig de grens 'Geofence nadert' is gepasseerd. Geofence verlaten: een gebeurtenis die is ontvangen doordat het voertuig de grens 'Geofence verlaten' is gepasseerd. Geofence bereikt: een gebeurtenis die is ontvangen doordat het voertuig de grens 'Geofence bereikt' is gepasseerd. Details chauffeursactiviteit: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een gedetailleerde chauffeursactiviteit.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 17 -
Systeemgebieden
Verandering brandstofniveau: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een verandering van het brandstofniveau van meer dan 10% terwijl het voertuig stilstond. Temperatuuralarm: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type temperatuur. Vrachtdeur: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type vrachtdeur. Ontdooien: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een lokalisatieactivering van het type ontdooien. Laag AdBlue-niveau: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een laag AdBlue-niveau. Dit is dezelfde waarschuwing als bij het voertuigcluster. Hoge uitlaatgasemissies: een gebeurtenis die is ontvangen als gevolg van een storing in het SCRsysteem of omdat de AdBlue-tank bijna leeg is, wat resulteert in een hoge uitstoot van stikstofoxiden. ESP: een gebeurtenis die is ontvangen vanwege een waarschuwing van het ESP-programma (Electronic Stability Program), voor bijvoorbeeld manoeuvres bij het vermijden van obstakels, een te hoge inschatting voor de snelheidslimiet in bochten, enzovoort. Deze gebeurtenis is alleen beschikbaar voor Volvo FH/FM/FMX-voertuigen (met uitzondering van Classic) die zijn voorzien van een ESP-systeem. Botsingswaarschuwing: een gebeurtenis die is ontvangen omdat het voertuig een frontale botsing riskeerde. Deze gebeurtenis is alleen beschikbaar voor Volvo FH/FM/FMX-voertuigen (met uitzondering van Classic) die zijn voorzien van een botsingswaarschuwingssysteem. Noodrem: een gebeurtenis die is ontvangen omdat de noodremfunctie van het voertuig automatisch volledig is ingeschakeld vanwege een onmiddellijk risico van een frontale botsing. Deze gebeurtenis is alleen beschikbaar voor Volvo FH/FM/FMX-voertuigen (met uitzondering van Classic) die zijn voorzien van een noodremsysteem. DAS kritiek: een gebeurtenis die is ontvangen omdat het Driver Alert Support-systeem heeft aangegeven dat de chauffeur een kritieke status met weinig alertheid laat zien. De chauffeur zou moeten stoppen om te pauzeren. Deze gebeurtenis is alleen beschikbaar voor Volvo FH/FM/FMX-voertuigen (met uitzondering van Classic) die zijn voorzien van een Driver Alert Support-systeem. AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van Verband Der Automobilindustrie e.V. (VDA) voor AUS32 (Aqueous Urea Solution 32%), hiernaar wordt ook vaak verwezen als Automotive Urea Solution.
POI selecteren Het is mogelijk om de gebeurtenissen te beperken tot gebeurtenissen die dicht bij een interesse (POI) liggen. Elke positie die meer dan 500 meter buiten deze interesse ligt, wordt weggelaten uit het rapport. Er kan slechts één interesse worden geselecteerd.
Beperkt aantal rijen Het lokalisatierapport heeft een beperkt maximumaantal rijen om lange wachttijden te voorkomen. Als de selectie een rapport genereert dat de limiet voor het aantal rijen overschrijdt, wordt het rapport beperkt. Dit wordt gemeld in de rapporttitel, evenals de gebeurtenistijd van de laatste gebeurtenis die in het rapport is opgenomen. U kunt de rest van de gegevens voor de geselecteerde zoekcriteria ophalen door de tijd van deze gebeurtenis te nemen als begintijd voor een nieuw rapport.
Gedetailleerd rapport Een gedetailleerd rapport bevat informatie over de gegevens van een specifiek voertuig, zoals model, VIN en alias (de displaynaam van het voertuig).
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 18 -
Systeemgebieden
De informatie in de tabel wordt handmatig ingevoerd of opgehaald uit VDA.
Inlogdatabeheer Als u een rapport aan het maken bent en ontbrekende gegevensintervallen aantreft, kunt u de ontbrekende informatie downloaden met behulp van Logboekbeheer. Als er gegevens ontbreken, is het vorige downloaden van gegevens mislukt en heeft dat een "lege plaats" achtergelaten in het logboekbestand. 1. Klik op Rapporten om naar de rapportweergave te gaan. 2. Klik op het voertuig- of het chauffeurspictogram om te kiezen welk soort gegevens u wilt aanvullen. 3. Selecteer het voertuig of de chauffeur dat/die u wilt bekijken vanuit de middelenweergave links.
Rapporten maken en weergeven In de rapportweergave kunt u verschillende rapporttypen selecteren. U wilt mogelijk de chauffeursactiviteit bekijken voor de laatste dag of over een langere periode. Onderstaande voorbeelden zijn chauffeursrapporten. De procedure is hetzelfde voor voertuigen. 1. Klik op de tab Rapporten om naar de rapportweergave te gaan. 2. Selecteer het rapporttype dat u wilt bekijken. De beschikbare rapporten voor chauffeurs worden weergegeven onder het chauffeurspictogram . 3. Selecteer de chauffeur/groep chauffeurs die u wilt bekijken door de chauffeur(s) te selecteren in
de middelenweergave en te klikken op het pijlpictogram . Om meerdere chauffeurs te selecteren, houdt u de CTRL-toets ingedrukt. U kunt de chauffeur(s) ook selecteren door hem (ze) te slepen. 4. Selecteer het rapporttype dat u wilt bekijken, als dit verschilt van de vorige keuze. 5. Selecteer de tijdsperiode waarvoor u het rapport wilt bekijken. Door te klikken op kiest u datums. 6. Selecteer de rapportmodus als u wilt dat het rapport wordt gegenereerd als grafiek of als tabel. 7. Klik op
om het rapport te genereren.
Als u voertuiggegevens wilt opnemen in het rapport, schakelt u het selectievakje Chauffeur- of voertuigdetails opnemen in. De voertuiggegevens worden echter niet opgenomen als u een grafisch rapport maakt. Hetzelfde geldt voor chauffeurs als u een grafisch voertuigenrapport maakt. Er zal een opmerking worden weergegeven dat u geen rapport kunt maken tenzij u één of meer chauffeurs selecteert.
Nieuwe rapporten in de rapportweergave Als u in de rapportweergave bent en u wilt een nieuw rapport maken, werk dan de informatie bij en klik op
.
PDF's voor afdrukken genereren Als u een afdrukbare PDF-versie van een rapport wilt genereren, klikt u op de knop PDF genereren . De PDF-versie bevat alle gegevenskolommen die zijn verdeeld over de verschillende rapporttabbladen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 19 -
Systeemgebieden
Let op: De gegevens in de PDF kunnen niet per kolom worden gesorteerd. Dat wil zeggen dat gegevens die in de grafische gebruikersinterface per kolom zijn gesorteerd, niet zo worden weergegeven in de PDF-versie.
Rapporten afdrukken Klik op de knop
om het rapport af te drukken.
De afdruk geeft het geselecteerde rapporttabblad weer waarbij de huidige sortering is toegepast op de gegevens.
Drill-down-rapportage Met drill-down-rapportage kunt u links gebruiken in rapporten om meer details van rapportgegevens te kunnen zien. De gedetailleerde rapporten worden weergegeven met dezelfde filters – tijdsinterval, voertuigen en/of chauffeurs – die in het oorspronkelijke rapport zijn gebruikt. In de volgende tabel ziet u de rapporten waarvoor drill-down-links beschikbaar zijn. Oorspronkelijk rapport Overzicht
Uitzondering Kilometerteller
Drill-down-selectie Naam van voertuig of chauffeur Totale tijd Totale afstand Totaal brandstof Gemiddelde brandstof Gemiddelde AdBlue Naam van voertuig of chauffeur Voertuignaam
Resulterend rapport Beknopt rapport Tijdrapport Kilometerrapport Brandstof- & AdBlue-rapport Brandstof- & AdBlue-rapport Brandstof- & AdBlue-rapport Overzichtsrapport Overzichtsrapport
U kunt altijd terug naar het oorspronkelijke rapport of eerder bekeken rapporten navigeren door op de knop
te klikken.
AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van Verband Der Automobilindustrie e.V. (VDA) voor AUS32 (Aqueous Urea Solution 32%), hiernaar wordt ook vaak verwezen als Automotive Urea Solution.
Favoriete rapporten Als u regelmatig dezelfde rapporten maakt, kunt u favoriete rapporten maken. Deze rapporten zijn beschikbaar in de startweergave onder de tab Rapporten. Als u een favoriet rapport maakt, kunt u ervoor kiezen zich erop te abonneren. Als u zich hebt geabonneerd op een rapport, zult u het automatisch ontvangen per e-mail zonder in te loggen op Dynafleet Online. Het onderwerpveld van de e-mail bevat extra informatie, zoals de naam van het wagenpark en de naam van het favoriete rapport, zodat u informatie over het rapport kunt zien zonder dat u de e-mail hoeft te openen. In de hoofdtekst van de e-mail is de volgende informatie beschikbaar: rapporttype, datum waarop het rapport is gemaakt, datuminterval en geselecteerd(e) voertuig/chauffeur/groepen. De naam van het favoriete rapport is tevens de naam van het rapportbestand dat in de e-mail is ingesloten.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 20 -
Systeemgebieden
Favoriete rapporten opslaan 1. Klik op de tab Rapporten om naar de rapportweergave te gaan. 2. Begin met het maken van een rapport naar uw keuze, en het selecteren van een rapporttype en de informatie die u wilt opnemen. 3. Genereer het rapport door te klikken op
.
4. Klik op om uw rapport op te slaan. 5. Type een unieke naam voor uw rapport.
Nieuwe naam geven aan favoriete rapporten Als een favoriet rapport verkeerd werd gespeld of als u om een andere reden een van uw rapporten een nieuwe naam wilt geven, dan kunt u dit doen. 1. Klik op de tab Rapporten om naar de rapportweergave te gaan. 2. 3. 4. 5.
Klik op om uw rapport te bewerken. Selecteer een favoriet rapport dat u een nieuwe naam wilt geven. Klik op Naam wijzigen. Voer een nieuwe naam in en klik op Opslaan.
Favoriete rapporten verwijderen Rapporten kunnen verouderd raken of de criteria voor een rapport kunnen veranderen. Als dit gebeurt, beschikt u over de optie om het te verwijderen. 1. Klik op de tab Rapporten om naar de rapportweergave te gaan. 2. Klik op om uw rapport te bewerken. 3. Selecteer een favoriet rapport dat u wilt verwijderen. 4. Klik op Verwijderen. Verwijderen kan niet ongedaan worden gemaakt.
Rapporten In Dynafleet Online kunt u verschillende soorten rapporten maken. U kunt rapporten maken voor chauffeurs en/of voertuigen. Afhankelijk van hoe u het rapport wilt gebruiken, kunt u het weergeven als een grafiek of een tabel. Vanaf de beginweergave in Rapporten kunt u verschillende rapporttaken uitvoeren. Hier ziet u de verschillende soorten rapporten, uw favoriete rapporten en eventuele aanmeldingen voor rapporten.
Hoofdpunten rapporteren Rapporten maken en weergeven Aanmelden voor rapporten Favoriete rapporten Kolommen verbergen
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 21 -
Systeemgebieden
Rapporttypen Type rapport
Overzicht
Voertuig/chauffeur
Overzichtsrapport
Deze rapporten zijn beschikbaar als tabel en als grafiek. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Beknopt rapport
Deze rapporten zijn beschikbaar als tabel en als grafiek. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Uitzonderingenrapport
Dit rapport geeft uitzonderingen voor de geselecteerde onderdelen weer. Deze rapporten zijn beschikbaar als tabel en als grafiek. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt. Afhankelijk van de geselecteerde invoerparameters, wordt de waarde weergegeven als een verticale staaf, per geselecteerd voertuig, waarbij de hoogte de hoeveelheid aangeeft.
Brandstof- en AdBlue-rapport
Dit rapport geeft het verbruik aan in liters of gallons. Deze rapporten zijn beschikbaar als tabel en als grafiek. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Kilometerrapport
Dit rapport geeft de kilometerstand weer gedurende een bepaalde tijdsduur. Deze rapporten zijn beschikbaar als tabel en als grafiek. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Tijdrapport
Dit rapport geeft de tijd weer die is besteed aan rijden, stationair draaien en PTO. Deze rapporten zijn beschikbaar als tabel
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 22 -
Systeemgebieden en als grafiek. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt. Milieurapport
Dit rapport geeft de voertuigemissies weer. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Kilometerstandrap.
Het rapport geeft de kilometertellerwaarde aan voor een bepaalde tijdsduur vanaf de registratie van het voertuig tot nu. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Veiligheidsrapport
Dit rapport bevat informatie uit de actieve veiligheidssystemen en parameters van het voertuig waarbij de nadruk ligt op de veiligheid van het voertuig en de chauffeur. De informatie betreft hard remmen, waarschuwingen van het LKS-systeem (Lane Keeping Support) enzovoort. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Activiteitenrapport
Dit rapport geeft de verschillende gegevens weer over chauffeurs en chauffeursactiviteit. Deze rapporten zijn beschikbaar als tabel en als grafiek. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
WTD-rapport
Het rapport met de richtlijnen voor de werktijden (WTD) bevat de activiteiten van de chauffeur op basis van de chauffeursactiviteiten die zijn gedownload van de voertuig- en chauffeurskaarten, met handmatig gewijzigde activiteiten. Het rapport kan worden geëx-
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 23 -
Systeemgebieden porteerd en afgedrukt. Lokalisatierapport
In het lokalisatierapport worden de positie en gebeurtenisgerelateerde gegevens voor een voertuig of groep voertuigen weergegeven voor een geselecteerde periode. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
Gedetailleerd rapport
Dit rapport geeft de instellingen en de informatie over een voertuig weer, zowel de gegevens die zijn ingevoerd door de gebruiker als de gegevens die afkomstig zijn van de centrale voertuigdatabase van Volvo. Het rapport kan worden geëxporteerd en afgedrukt.
AdBlue is een gedeponeerd handelsmerk van Verband Der Automobilindustrie e.V. (VDA) voor AUS32 (Aqueous Urea Solution 32%), hiernaar wordt ook vaak verwezen als Automotive Urea Solution.
Grafiekrapporten Let op: als er geen waarden aanwezig zijn voor een voertuig of een chauffeur voor een geselecteerd grafiekrapport, bevat het rapport geen grafieken/staven voor dat voertuig of die chauffeur. Soms wordt alleen de grafiekkop getoond.
Rapportprofielen beheren Rapportprofielen worden gebruikt in samenhang met beknopte of overzichtsrapporten om de feitelijke prestaties van een voertuig of chauffeur te vergelijken met gedefinieerde doelprestaties. Geselecteerde waarden in een rapport zijn voorzien van kleurcodering om een snel prestatieoverzicht te bieden. Er zijn twee manieren om een rapportprofiel te maken: door een bestaand profiel te wijzigen of door een nieuw profiel te maken. Profielen zijn beschikbaar voor alle gebruikers die aan het wagenpark gekoppeld zijn.
Een nieuw profiel maken 1. Klik op de knop Rapportprofielen bewerken naast het vervolgkeuzevak Rapportprofiel. Een lijst met bestaande profielen wordt weergegeven in de rapportweergave. 2. Klik op de knop Nieuw. Een profiel met de standaardnaam “Nieuw profiel” wordt toegevoegd aan de lijst. 3. Geef het profiel een unieke naam.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 24 -
Systeemgebieden
4. Plaats voor elk veld dat u wilt opnemen in het profiel een vinkje in het selectievakje Actief. Alleen de velden die u selecteert om in het profiel op te nemen worden in het rapport van kleurcodering voorzien. 5. Voer voor elk veld waarden in die de boven- en ondergrenzen vertegenwoordigen. Positieve waarden (waarden boven de doelwaarde) – moeten in de groene kolom worden ingevoegd en negatieve waarden (waarden onder de doelwaarde) moeten in de oranje kolom worden ingevoegd. Voor totale afstand, totale tijd of totale brandstofmetingen kunnen geen waarden voor boven- of ondergrenzen worden ingesteld. 6. Klik op de knop Opslaan bovenaan in de lijst met profielen wanneer u klaar bent. Het profiel kan nu worden toegepast op een beknopt of overzichtsrapport.
Een bestaand profiel kopiëren 1. Klik op de knop naast het vervolgkeuzevak Rapportprofiel. Een lijst met bestaande profielen wordt weergegeven in de rapportweergave. 2. Selecteer een bestaand profiel en klik op de knop Nieuw. Het geselecteerde profiel wordt gekopieerd en alle velden kunnen worden bewerkt. 3. Bewerk de gewenste velden en geef het profiel een unieke naam. 4. Klik op Opslaan.
Een rapportprofiel bewerken 1. Klik op de knop naast het vervolgkeuzevak Rapportprofiel. Een lijst met bestaande profielen wordt weergegeven in de rapportweergave. 2. Selecteer een bestaand profiel en klik op de knop Bewerken. Het geselecteerde profiel wordt weergegeven met velden die kunnen worden bewerkt. 3. Wijzig de velden naar wens. 4. Klik op Opslaan.
Een rapportprofiel verwijderen 1. Klik op de knop naast het vervolgkeuzevak Rapportprofiel. Een lijst met bestaande profielen wordt weergegeven in de rapportweergave. 2. Selecteer een bestaand profiel en klik op de knop Verwijderen. Er wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven. 3. Klik op OK om het profiel te verwijderen. Het profiel wordt verwijderd uit de lijst.
Abonnementen Abonneren op een rapport Wanneer u zich abonneert op een rapport, ontvangt u dit automatisch via e-mail zonder dat u bij Dynafleet Online in hoeft te loggen. Wanneer u een abonnement maakt, stelt u een schema in waarin u aangeeft wanneer u het rapport wilt ontvangen (wekelijks, maandelijks, enzovoort). De rapporten
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 25 -
Systeemgebieden
worden naar uw vooraf gedefinieerde e-mailadres verzonden. U kunt de rapporten desgewenst ook naar een ander e-mailadres laten verzenden. Maximaal 10 e-mailadressen kunnen worden toegevoegd. Het herhalingspatroon van het favoriete rapport wordt weergegeven op het tabblad Rapporten. U kunt zich alleen abonneren op de rapporten die u als favorieten heeft gemaakt. 1. Klik op de tab Rapporten om naar de rapportweergave te gaan. 2. 3. 4. 5.
Klik op om abonnementen te bewerken. Selecteer het rapport waarop u zich wilt abonneren. Klik op Maken/wijzigen van abonnement. Geef de gegevens over het abonnement op.
Abonnement op een rapport opzeggen Als een rapport verouderd raakt of als u het rapport om een andere reden niet meer wilt ontvangen, kunt u het abonnement op het rapport opzeggen. 1. Klik op de tab Rapporten om naar de rapportweergave te gaan. 2. Klik op om abonnementen te bewerken. 3. Selecteer het rapport waarvoor u het abonnement wilt opzeggen en klik op Abonnement opzeggen.
Kolommen verbergen U kunt kolommen verbergen in overzichtsrapporten en beknopte rapporten. De verborgen kolommen worden afzonderlijk verwerkt voor de voertuig- en chauffeursrapporten. Als u wilt selecteren welke kolommen u wilt weergeven/verbergen, klikt u op het pictogram Kolomselectie in de weergave voor het maken van rapporten. Zorg dat de kolommen die u wilt weergeven, zijn aangevinkt en klik op Opslaan. De geselecteerde kolommen worden gebruikt voor het volgende rapport dat u maakt en zijn ook van invloed op uw favoriete rapporten. Meer informatie over de kolommen vindt u bij elk rapporttype. Als u een kort rapport wilt maken, selecteert u alleen de kolommen met een sterretje na de kolomnaam.
Serviceplan Servicegelegenheden wijzigen Als een servicegelegenheid ongeldig wordt, kunt u de informatie modificeren. Wijzig de status als u een gelegenheid wilt wijzigen (u kunt bijv. een VOSP-gelegenheid instellen als gepland om deze bij te houden). U beschikt ook over de optie gelegenheden te wissen. 1. Klik op Serviceplan om naar de serviceplanweergave te gaan. 2. Selecteer een serviceplan dat u wilt modificeren. 3. Voer de juiste informatie in en klik op Opslaan. Als u een gelegenheid wilt wissen, selecteer dan de gelegenheid en klik op Verwijderen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 26 -
Systeemgebieden
Servicegelegenheden opslaan U kunt een speciale taak in het serviceplan blijven volgen door een servicegelegenheid op te slaan. Door dit te doen weet u welke verschillende voertuigen service moeten krijgen. 1. Klik op Serviceplan om naar de serviceplanweergave te gaan. 2. Klik op om een nieuwe gelegenheid te maken. 3. Voer de juiste informatie in in de velden die worden gepresenteerd. Die welke zijn gemarkeerd met een sterretje (*) zijn verplicht. 4. Klik op Opslaan om de gelegenheid op te slaan.
Serviceplannen bekijken In Dynafleet Online (DFOL) krijgt u de beschikking over een hulpmiddel voor het plannen van service voor uw voertuigen. Het serviceplan biedt een lijst van geplande taken, handmatig ingevoerd of opgehaald van Volvo Service Plan (VOSP). Een voertuig kan vier (4) verschillende statussen hebben, afhankelijk van hoe de parameters zijn ingesteld.
Status
Beschrijving
Voorlopig
Serviceplannen die werden ontvangen van VOSP worden ingesteld als Voorlopig. Om het plan in te stellen als Gepland, moet u de gelegenheid wijzigen.
Gepland
Een gelegenheid moet worden ingesteld als Gepland om deze weer te laten geven als te laat of als een waarschuwing.
Beëindigd
Nadat een voertuig service heeft ondergaan zoals gepland, werkt u het plan bij tot Beëindigd.
Te laat
Als een voertuig geen service heeft ondergaan, ontvangt u een waarschuwing dat het servicetijdstip is verstreken.
Overzichten in serviceplan Als u naar de serviceweergave gaat, ziet u dat deze is verdeeld in twee gebieden. Het bovenste deel omvat uw zoekcriteria en het onderste deel toont alle gelegenheden die verstreken zijn en de voertuigen met kilometertellerwaarschuwingen, ongeacht uw geselecteerde criteria.
Bovenste gebied Als u (een) voertuig(en) selecteert, waarvan u het serviceplan wilt bekijken, worden de geplande services gepresenteerd in het bovenste gebied van het scherm. 1. Klik op de tab Serviceplan om naar de serviceplanweergave te gaan. 2. Selecteer het (de) voertuig(en) dat/die u wilt bekijken in de lijst in de middelenweergave.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 27 -
Systeemgebieden
3. Selecteer een interval door te klikken op 4. Klik op
.
om het serviceplan te bekijken.
U kunt de informatie sorteren door dienovereenkomstig te klikken op de kolommen. Als u een gelegenheid selecteert, verschijnt deze in het onderste deel van het venster, en kunt u deze daar wijzigen of verwijderen. U kunt het serviceplan afdrukken door te klikken op
.
Onderste gebied Als u naar de serviceplanweergave gaat, vindt u een lijst in het onderste deel van het scherm. Deze lijst omvat alle voertuigen die service nodig hebben, ongeacht de zoekcriteria. De opgesomde voertuigen behoren tot uw wagenparken.
Berichten Verzoek om assistentie Als een bestuurder snel assistentie of direct hulp nodig heeft, kan hij een verzoek om assistentie versturen. In plaats van het versturen van een normaal bericht via het systeem, drukt hij nu op de “paniekknop” in het voertuig. Hierdoor wordt een berichtenstroom gegenereerd en worden de gebruikers van het systeem geïnformeerd. Bij het configureren van het systeem wordt de optie gegeven om alarmberichten naar Volvo Action Service door te sturen. Als voor deze configuratie wordt gekozen, wordt elk alarm automatisch naar zowel Volvo Action Service als de gebruikers verstuurd. Op die manier wordt de veiligheid vergroot als op het moment van het versturen van het alarm geen gebruikers on line zijn. Als vanuit een voertuig een verzoek om assistentie is verstuurd, gaat linksonder een pictogram (assistentie-pictogram) branden. U kunt het verzoek openen door op het pictogram te klikken of door de tab Berichten aan te klikken. Ontvangen van verzoek 1. Er wordt een nieuw verzoek verstuurd van een voertuig en het pictogram linksonder gaat branden. 2. Open het verzoek door op het pictogram te klikken of door de tab Berichten aan te klikken. 3. Bij het bekijken van het/de verzoek(en) zijn alle NIEUW-/ALARM-verzoeken rood om ze te visualiseren. 4. Bevestig het alarm door erop te klikken. 5. Informeer het voertuig door het alarm te beantwoorden. 6. In het voertuig wordt een bericht getoond dat het verzoek is ontvangen.
E-SMS Om bijvoorbeeld de werkmethodes te vereenvoudigen of de mobiliteit te verbeteren, kunt u berichten bijv. met uw gewone e-mailclient, zoals MS Outlook, versturen. Als u uw e-mailclient gebruikt, worden noodalarmberichten en reguliere berichten van het systeem naar de e-mailclient verstuurd. Op
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 28 -
Systeemgebieden
dezelfde manier kunnen berichten van de e-mailclient naar voertuigen worden gestuurd. Dit kan van nut zijn als u informatie nodig hebt in uw andere werkstromen.
Activeren van Bericht doorsturen Om met uw e-mailclient te kunnen werken, moet de functie Bericht doorsturen worden geactiveerd. Na activering van deze functie worden alle berichten doorgestuurd naar een specifiek e-mailadres en worden alarmberichten als kopie doorgestuurd. Deze manier van versturen blijft van kracht totdat de functie wordt gedeactiveerd. U activeert de functie Doorsturen bij het aanmaken van een gebruiker. Voorwaarden Elk voertuig moet een Dynafleet-e-mailadres toegewezen krijgen dat uniek is in het wagenpark. Elke gebruiker moet een systeemuniek e-mailadres toegewezen krijgen. Elk wagenpark moet een systeemunieke naam toegewezen krijgen. Deze combinatie vormt tezamen informatie over e-mailadressen. Een e-mailadres van een voertuig kan er als volgt uitzien [vehicle email alias].[fleet email alias]@dynafleetonline.com.
Versturen van berichten van uw e-mailclient naar voertuig of Dynafleet-gebruiker In uw dagelijks werk kunt u via uw reguliere e-mailclient berichten naar een voertuig of een Dynafleet-gebruiker versturen. Na ontvangst van het bericht door het systeem, wordt het bericht doorgestuurd naar de juiste gebruiker Voorwaarden Als een bericht naar een voertuig wordt gestuurd, kan een bericht uit maximaal 3 sms-berichten bestaan. Meer informatie wordt niet verstuurd. Hetzelfde geldt voor berichten naar een Dynafleetgebruiker.
Versturen van berichten van voertuig of Dynafleet-gebruiker naar een e-mailclient Als een gebruikersconfiguratie toestaat dat berichten worden verstuurd naar een standaard e-mailclient, worden alle berichten naar dat adres doorgestuurd. In dergelijke gevallen worden alle berichten doorgestuurd van het systeem naar het e-mailadres.
Doorsturen van pech- of alarmberichten naar e-mailclient Als een gebruiker berichten doorstuurt naar een reguliere client, worden alle alarmberichten doorgestuurd. Alle alarmberichten worden echter nog steeds opgeslagen in een gedeelde alarmfolder in het systeem. Een alarmbericht in e-mailvorm bestaat uit het volgende: l l l l l l l l l
Het soort alarm (pech of nood) wordt ingevoegd voor het onderwerp Tijdstempel Naam chauffeur Telefoonnummer chauffeur Moedertaal chauffeur Bericht Displaynaam voertuig Displaynaam wagenpark Voertuigpositie l Geografische breedte l Geografische lengte
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 29 -
Systeemgebieden Hoogte Rijrichting l Tijdstempel Adres op basis van positie l Land l Plaats l District URL naar het kaartenoverzicht op basis van de positie l l
l
l
Alle vaste tekst, zoals “pech” wordt vertaald in de taal van het gebruikersportal van Dynafleet. Indeling onderwerp: [alarmtype]: [voertuigdisplaynaam] [wagenparkdisplaynaam] [tijd (in GMT)]
Voorbeeld onderwerp: Pech: Gastruck12 Gaswagenpark 23-06-2004 12:05 Let op: dezelfde manier van tonen wordt gebruikt voor alarmberichten die worden doorgestuurd naar Volvo Action Service.
Berichtenmappen Standaard worden nieuwe berichten verzonden naar Post in en verzonden berichten worden geplaatst in de Verzonden items. U kunt echter uw eigen mappen maken en wissen om uw berichten te organiseren.
Nieuwe mappen maken 1. Klik op de tab Berichten om de berichtenweergave te openen. 2. Klik met de rechtermuisknop op de map Post in en kies Nieuwe map. 3. Typ een unieke naam voor uw nieuwe map en klik op Opslaan. De nieuwe map zal achteraan in de mappenlijst worden geplaatst.
Mappen verwijderen U kunt de mappen die u hebt gemaakt, verwijderen, maar niet de systeemmappen. Alle berichten in de mappen worden in de map Verwijderd geplaatst. U kunt het verwijderen van berichten in de verwijderde map ongedaan maken. De map die u hebt verwijderd wordt echter permanent verwijderd. 1. Klik op de tab Berichten om de berichtenweergave te openen. 2. Klik met de rechtermuisknop op de map die u wilt verwijderen en kies Map verwijderen.
Verplaatsen van berichten tussen mappen Nadat u mappen heeft gemaakt, kunt u uw berichten organiseren door ze te verplaatsen naar verschillende mappen. Selecteer het bericht dat u wilt verplaatsen en sleep het naar de map van uw keuze.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 30 -
Systeemgebieden
Berichten U kunt communiceren met zowel gebruikers als voertuigen vanuit het tabblad Berichten. In deze weergave kunt u uw weg door het berichtensysteem zoeken. De functionaliteit begint als u klikt op de tab Berichten en de berichtweergave wordt getoond. Berichtenmappen worden links in het beeld getoond en berichten rechts. Per pagina worden 35 berichten gepresenteerd en u bladert door de pagina's door te klikken op pagina te gaan, klikt u op
of op
. Om naar de eerste en de laatste
.
Als u een nieuw bericht ontvangt, zal een nieuw berichtpictogram
gaan branden.
Berichtenfuncties Berichten bekijken en afhandelen Berichtenmappen Berichten verzenden Verzoek om assistentie E-SMS Voertuiggebeurtenisbericht Berichtenhistorie
Pictogrammen en symbolen Klik op dit pictogram om een nieuw bericht op te stellen. Antwoorden op een bericht Een bericht doorsturen aan een gebruiker of voertuig. Een bericht verzenden naar de prullenbak. Bladeren tussen de berichtenpagina's. Een nieuw bericht is vet en heeft dit pictogram. Als een bericht is gelezen, krijgt het dit pictogram. Pictogram voor mappen. Klik op dit pictogram om een e-mailadres in te voeren en te valideren.
Berichten verzenden Door berichten te verzenden kunt u communiceren met zowel voertuigen als gebruikers. Bij het schrijven van een bericht kunt u maar over een beperkt aantal tekens beschikken. Voor gebruikers en
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 31 -
Systeemgebieden
voertuigen met apparaattype Dynafleet Gateway & Driver tool kunt u 1000 tekens gebruiken. Voor andere voertuigen kunt u 384 tekens gebruiken. De berichten die aan deze voertuigen worden verzonden, kunnen in diverse sms-berichten worden opgedeeld, afhankelijk van de lengte. U kunt hetzelfde bericht tegelijkertijd naar een groep ontvangers verzenden. Dit heeft echter wel invloed op de communicatiekosten. 1. Klik op de tab Berichten om de berichtenweergave te openen. 2. Klik op om een nieuw bericht te schrijven. 3. Selecteer in de middelenweergave de ontvanger aan wie u het bericht wilt verzenden. U kunt in één bericht meerdere ontvangers selecteren. De ontvangers kunnen voertuigen of gebruikers zijn. 4. Schrijf het bericht. Rechtsonder ziet u het aantal tekens dat u heeft gebruikt en hoeveel tekens er nog over zijn. Wanneer u een bericht schrijft dat langer is dan het maximumaantal aaneengesloten sms-berichten dat is toegestaan voor een voertuig en u een voertuig kiest nadat u het schrijven heeft afgerond, ontvangt u een waarschuwing en kunt u het bericht bewerken voordat u het verzendt. Als u een bericht schrijft met tekens die niet worden ondersteund door het apparaattype van het voertuig, ontvangt u een waarschuwing en kunt u het bericht of de lijst van ontvangers bewerken voordat u het verzendt.
Leesbevestiging Wanneer een bericht naar een voertuig is verzonden, kunt u in de map Verzonden zien wanneer een bericht is gelezen. Het bericht kan de volgende status hebben: l l
Bezorgd en niet-gelezen (bericht ontvangen door een voertuig) en bezorgdatum en -tijd Bezorgd en gelezen (bericht gelezen door chauffeur) en bezorgdatum en -tijd
De gedetailleerde berichtenweergave laat de bezorgtijd en -datum zien, en de datum en tijd waarop het bericht is gelezen door de chauffeur, samen met de naam van de chauffeur. Dit is alleen van toepassing voor voertuigen met de apparaten Dynafleet Gateway & Driver tool en het servicepakket Messaging.
Berichten bekijken en afhandelen Wanneer u klikt op de tab Berichten, wordt de berichtweergave geopend. Standaard worden nieuwe berichten eerst weergegeven. Ongelezen berichten worden vet weergegeven. Door te klikken op een bericht wordt de inhoud van het bericht getoond in een tekstvak onderaan. Wanneer een nieuw bericht wordt ontvangen, licht togram opent u de berichtweergave.
links onderaan op. Door te klikken op dit pic-
Berichten bekijken Standaard worden nieuwe berichten eerst weergegeven. Als u nieuwe berichten wilt bekijken, klikt u op Postbus in om de lijst van berichten te zien. U kunt berichten oplopend sorteren door te klikken op de verschillende kolomkoppen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 32 -
Systeemgebieden
Als u een bericht wilt bekijken, klikt u op het bericht. Standaard verschijnt dan een gebied waarin het bericht wordt weergegeven. Door een andere map te selecteren, kunt u de berichten daarin op dezelfde manier lezen. Nadat u een bericht heeft gelezen, kunt u het verwijderen, verplaatsten of beantwoorden.
Berichten zoeken U kunt de zoekfunctie gebruiken om berichten te zoeken in de berichtmappen. Geef een woord op in het zoekveld en druk op Enter. De zoekterm moet ten minste drie tekens bevatten. Wanneer de zoekactie voltooid is, wordt het aantal berichten die de zoekcriteria bevatten tussen haakjes weergegeven naast de mapnaam. Wanneer u een map opent, wordt de zoektekenreeks gemarkeerd in de berichtkolom. De zoekfunctie is algemeen en wordt toegepast op alle mappen. Als u de zoekactie wilt beëindigen, klikt u op het pictogram/de knop Zoekactie wissen. Er kunnen meer woorden worden opgegeven in het zoekveld. De spatie tussen de woorden wordt als het bewerkingsteken 'AND' geïnterpreteerd. Dit betekent dat alleen berichten die alle woorden bevatten, worden geretourneerd in de zoekresultaten.
Zoeken in een geselecteerde map U kunt zoeken in de inhoud van een bepaalde map door met de rechtermuisknop op de desbetreffende map te klikken en de optie Zoeken in map te kiezen in het snelmenu. Onder de lijst met postvakken ziet u een zoekveld. Voer een zoektekenreeks in en klik op de knop Zoeken. De zoekresultaten worden weergegeven in de open map. Als u de zoekactie wilt wissen, klikt u op de knop Sluiten in het dialoogvenster Zoeken.
Berichten doorsturen U kunt een bericht doorsturen naar een andere gebruiker of een voertuig. 1. Klik op het bericht dat u wilt doorsturen. 2. Klik op . 3. Selecteer een gebruiker of voertuig waarnaar u het bericht wilt doorsturen. 4. Klik op
om het bericht te verzenden.
Berichten doorsturen naar e-mail Berichten in uw mappen Postbus in, Assistentie en Noodgeval kunnen worden doorgestuurd naar een ander e-mailadres door het doorsturen van berichten te configureren. Het doorsturen van berichten kan worden geconfigureerd in de Berichtinstellingen op het tabblad Berichten. U kunt ook voertuiggebeurtenissen en rijtijdwaarschuwingen doorsturen. Let op! Er moet een e-mailadres voor doorsturen voor de gebruiker zijn geregistreerd door een wagenparkbeheerder. Het doorsturen van berichten werkt alleen als u een geregistreerd e-mailadres heeft. Uw wagenparkbeheerder moet het e-mailadres voor u registreren. 1. 2. 3. 4. 5.
Klik op Berichtinstellingen. Selecteer doorsturen 'aan'. Klip op Berichten selecteren. Er verschijnt een pop-upvenster met de tabbladen Berichten en Chauffeursgebeurtenissen Selecteer de door te sturen berichten en klik op Opslaan
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 33 -
Systeemgebieden
Vensterfocus instellen voor inkomende berichten U kunt kiezen of u wilt dat het Dynafleet-venster automatisch focus krijgt. Als u Vensterfocus heeft ingeschakeld, krijgt het Dynafleet-venster telkens wanneer een nieuw bericht of een nieuwe gebeurtenis arriveert de focus, zelfs als het achter andere toepassingen is verborgen. De functie kan worden geconfigureerd in het tabblad Berichten. 1. Selecteer Berichtinstellingen. 2. Stel Vensterfocus onder Berichtwaarschuwing in op 'aan'. 3. Klik op Opslaan.
Bericht verwijderen U kunt berichten verwijderen. Selecteer het te verwijderen bericht en klik op . Het bericht wordt naar de prullenbak verplaatst en blijft daar drie dagen staan voordat het definitief wordt verwijderd. U kunt ook een groot aantal berichten tegelijk verwijderen. U kunt ervoor kiezen alle gelezen berichten voor een bepaalde datum te verwijderen of alle berichten tussen twee datums te verwijderen door met de rechtermuisknop op een map te klikken en Berichten verwijderen te kiezen.
Automatisch verwijderen Berichten in mappen in het tabblad Berichten en berichten voor waarschuwingen chauffeurstijd in het tabblad Chauffeursactiviteit kunnen automatisch worden verwijderd. Dit kan worden geconfigureerd in Berichtinstellingen. U kunt ervoor kiezen berichten tussen 1 en 52 weken oud automatisch te verwijderen. Standaard worden berichten die ouder zijn dan 52 weken automatisch verwijderd.
Bericht verplaatsen U kunt uw berichten organiseren door ze te verplaatsen naar uw eigen mappen. Selecteer het bericht dat u wilt verplaatsen en sleep het naar de map van uw keuze.
Bericht beantwoorden 1. Klik nadat u een bericht heeft gelezen op . 2. De geadresseerde staat al in de keuzelijst. 3. Het originele bericht wordt opgenomen in het antwoord. U kunt het behouden of verwijderen voordat u uw eigen bericht opstelt. Stel uw bericht op in het tekstvak. Rechtsonder ziet u een afnemend getal dat het aantal tekens aangeeft dat u nog kunt gebruiken. 4. Wanneer u klaar bent met het opstellen van uw bericht, klikt u op zenden.
om het bericht te ver-
Het bericht wordt in de Postbus uit geplaatst tot het is verzonden, waarna het in de map Verzonden items wordt geplaatst.
Voertuiggebeurtenisbericht Een voertuiggebeurtenisbericht is een bericht dat automatisch wordt gegenereerd wanneer een bepaalde voertuiggebeurtenis plaatsvindt. Geofence-gebeurtenisberichten zijn berichten van dit type. Wanneer een voertuiggebeurtenisbericht wordt gegenereerd, krijgt de verzendafdeling waaraan het
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 34 -
Systeemgebieden
voertuig is toegewezen een kopie van het bericht in de voertuiggebeurtenismap. Het bericht bevat informatie over wanneer en waar de gebeurtenis plaatsvond en welk type gebeurtenis het was. Het bericht bevat een knop waarmee de positie van het voertuig tijde van de gebeurtenis.
op de kaart kan worden getoond ten
Let op: als de positie van de voertuiggebeurtenis hetzelfde is als de laatste positie, wordt het pictogram van de voertuiggebeurtenis op het laatste positiepictogram geplaatst, dat daardoor wordt verborgen.
Berichtenhistorie De historie van berichten tussen verzendafdelingen en voertuigen kan worden bekeken. Er zijn twee manieren om de berichtenhistorie te openen: open een bericht en klik op het pictogram Berichtenhistorie of klik in de middelenweergave met de rechtermuisknop op een voertuig en selecteer Berichtenhistorie in het snelmenu. Wanneer Berichtenhistorie is geopend, kunt u de uitwisselingen en berichten die zijn verzonden door de verzendafdelingen en door het voertuig bekijken. U kunt een bericht aan het voertuig of de verzendafdeling opstellen door te klikken op het pictogram Bericht opstellen de verzendafdeling.
naast de naam van
U kunt ook een bericht aan het voertuig opstellen door te klikken op het pictogram Bericht opstellen boven het voertuiggedeelte van de berichtenhistorie.
Kaarten Zoeken van voertuig op kaarten Als u werkt in de kaartweergave, dan beschikt u over de mogelijkheid een voertuig te lokaliseren en te tonen op de kaart. 1. Klik op de tab Kaarten om de kaartweergave te openen. 2. Klik op vanuit de middelenweergave en kies een voertuig dat u wilt zoeken op de kaart. 3. Klik rechts op het geselecteerde voertuig en kies Zoeken op kaart. Als het voertuig dat u selecteerde zich bevindt binnen de grenzen van de kaart, zult u een grijze cirkel zien rondom het voertuig dat u selecteerde. U zult ook een pijl zien die wijst in de richting waarin het voertuig rijdt. Als het voertuig een klok heeft naast het symbool, dan zijn de gegevens in het laatste uur niet bijgewerkt.
Geofence en Geofence+ Geofence is een afkorting van geographical fence (geografische omheining). Een geofence waarschuwt wagenparkgebruikers wanneer een voertuig een opgegeven gebied, de zogenaamde geofence, binnenrijdt of verlaat. Dynafleet Online biedt twee soorten geofence-voorzieningen, Geofence en Geofence+. Geofence stelt wagenparkbeheerders in staat om geofences te maken en aan voertuigen toe te wijzen. Geofence+ stelt wagenparkgebruikers in staat om geofences+ te maken en aan voertuigen toe te wijzen. Wanneer een voertuig een geofence of een geofence+ passeert, ontvangen alle wagenparkgebruikers aan wie dat voertuig is toegewezen, een melding. Alle meldingen van geofences en geofences+
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 35 -
Systeemgebieden
worden verzameld in de map Geofence-meldingen in het tabblad Berichten. Het pictogram Geofencemeldingen links onder in Dynafleet Online geeft aan of een geofence- of geofence+-bericht is ontvangen. Als u op het pictogram klikt, gaat u meteen naar de map met de meldingen. Voor Geofence kan de chauffeur een melding ontvangen bij het passeren van een geofence. In de volgende tabel ziet u een overzicht van de verschillen tussen de voorzieningen van Geofence en Geofence+. Functie
Geofence
Geofence+
Gemaakt door
Wagenparkbeheerder
Wagenparkgebruiker
Meldingen kunnen worden verzonden aan
Wagenparkgebruikers en chauffeurs
Wagenparkgebruikers
Naderingsbericht
Wordt geactiveerd wanneer het voertuig de geofencezone Nadering binnenrijdt.
N.v.t.
Aankomstbericht
Wordt geactiveerd wanneer het voertuig de geofencezone Aankomst binnenrijdt.
N.v.t.
Bericht invoeren
N.v.t.
Wordt geactiveerd wanneer het voertuig de geofence+ binnenrijdt.
Vertrekbericht
Wordt geactiveerd wanneer het voertuig de geofencezone Vertrek verlaat.
Wordt geactiveerd wanneer het voertuig de geofence+ verlaat.
Aantal geofences dat aan een voertuig kan worden toegewezen
Maximaal 50
Enkele honderden
Mogelijke vormen
Rechthoek
Cirkel, rechthoek, veelhoek, landsgrens, route, rond een POI
De analyse wordt uitgevoerd
In het voertuig
In het kantoor
Het algoritme dat analyseert of het voertuig de grenzen passeert, bevindt zich in het voertuig. Dit betekent dat er voortdurend een nauwkeurige analyse wordt uitgevoerd en dat het voertuig rapporteert wanneer een geofence wordt gepasseerd.
Het algoritme dat analyseert of het voertuig de geofence+ passeert, bevindt zich buiten het voertuig. Dit betekent dat het voertuig een positie moet doorgeven tijdens het verblijf in de geofence+ om te zorgen dat de wagenparkgebruiker op de hoogte wordt gesteld.
Als het voertuig is uitgerust met een Driver Tool of een Driver Service Platform, kan een geofence een melding aan de chauffeur geven via het secundaire informatiedisplay.
N.v.t.
Melding aan chauffeur
Geofence Geofence is alleen beschikbaar voor voertuigen die zijn geabonneerd op de service Positioning. Een geofence bestaat uit drie grenzen:
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 36 -
Systeemgebieden l
l
l
Nadering is de grootste grens. Er wordt een gebeurtenis geactiveerd wanneer het voertuig het gebied binnenrijdt. Vertrek is kleiner dan de grens Nadering. Er wordt een gebeurtenis geactiveerd wanneer het voertuig het gebied verlaat. Aankomst is de kleinste grens. Er wordt een gebeurtenis geactiveerd wanneer het voertuig het gebied binnenrijdt.
Geofence geeft een melding aan de wagenparkgebruiker en/of de chauffeur wanneer de gebeurtenissen Aankomst, Vertrek en Nadering worden geactiveerd. Let op: Gebruik geen geofences waarvan de zijden smaller zijn dan 100 meter vanwege de beperkingen in de nauwkeurigheid van GPS.
Een geofence maken U kunt als volgt een geofence maken: 1. Klik op de knop Geofence in de kaartweergave. Er verschijnt een pop-upvenster met instructies voor het maken van een geofence. 2. Klik op het middelpunt van de nieuwe geofence en houd de muisknop ingedrukt. Sleep de muis om de grootte en vorm van de naderingsgrens te bepalen. De grenzen Vertrek en Aankomst kunnen later worden ingesteld. 3. Wanneer het naderingsgebied de juiste grootte heeft, laat u de muis los. Er verschijnt een dialoogvenster voor het invoeren van informatie over de geofence. Let op: Gebruik geen geofences waarvan de zijden smaller zijn dan 100 meter vanwege de beperkingen in de nauwkeurigheid van GPS. De eigenschappen in de volgende tabel worden ingesteld in het dialoogvenster Geofence maken. Eigenschap
Beschrijving
Naam
De naam van de geofence. Deze moet uniek zijn voor het wagenpark.
Standaardberichten
Een knop waarmee automatisch berichten kunnen worden gemaakt voor nadering, vertrek en aankomst, op basis van de geofence-naam.
Naderingsbericht
Het tekstbericht dat de chauffeur en/of wagenparkgebruiker krijgt wanneer het voertuig het gebied Nadering binnenrijdt.
Nadert: tonen aan chauffeur
Wanneer dit is geselecteerd, krijgt de chauffeur een naderingsbericht wanneer het voertuig het naderingsgebied binnenrijdt.
Nadert: tonen aan verzendafdeling
Wanneer dit is geselecteerd, krijgen de wagenparkgebruikers aan wie dit voertuig is toegewezen een naderingsbericht wanneer het voertuig het gebied Nadering binnenrijdt.
Vertrekbericht
Het tekstbericht dat de chauffeur en/of de wagenparkgebruikers krijgen wanneer het voertuig het gebied Vertrek verlaat.
Vertrekt: tonen aan chauffeur
Wanneer dit is geselecteerd, krijgt de chauffeur een vertrekbericht wanneer het voertuig het vertrekgebied verlaat.
Vertrekt: tonen aan verzendafdeling
Wanneer dit is geselecteerd, krijgen de wagenparkgebruikers aan wie dit voertuig is toegewezen een vertrekbericht wanneer het voertuig het gebied Vertrek verlaat.
Vertrekgrootte
De grootte van het vertrekgebied in een percentage van het naderingsgebied. De standaardwaarde is 50%. De grootte van het vertrekgebied mag niet groter zijn dan het naderingsgebied en niet kleiner dan het aankomstgebied.
Aankomstbericht
Het tekstbericht dat de chauffeur en/of wagenparkgebruikers ontvangen wanneer het voertuig het gebied Aankomst binnenrijdt.
Aangekomen: tonen aan chauffeur
Wanneer dit is geselecteerd, krijgt de chauffeur een aankomstbericht wanneer het voertuig het aankomstgebied binnenrijdt.
Aangekomen: tonen
Wanneer dit is geselecteerd, krijgen de wagenparkgebruikers aan wie
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 37 -
Systeemgebieden
aan verzendafdeling
dit voertuig is toegewezen een aankomstbericht wanneer het voertuig het gebied Aankomst binnenrijdt.
Aankomstgrootte
De grootte van het aankomstgebied in een percentage van het naderingsgebied. De standaardwaarde is 20%. Het aankomstgebied mag niet groter zijn dan het vertrekgebied.
Een geofence wijzigen U kunt een geofence wijzigen door met de rechtermuisknop te klikken op de geofence in de middelenweergave en Geofence wijzigen te kiezen. Alleen de velden Naam, Naderingsbericht, Vertrekbericht, Aankomstbericht en de zes verschillende ontvangers kunnen worden gewijzigd. Let op: Vergrendelde geofences (met een klein hangslot als pictogram) kunnen niet worden gewijzigd, omdat ze naar minimaal één voertuig zijn verzonden. Als u een vergrendelde geofence wilt wijzigen, moet deze eerst worden uitgeschakeld voor de voertuigen waaraan deze is toegewezen.
Een geofence verwijderen U kunt één of meer geofences verwijderen door ze te selecteren in de middelenweergave. Klik vervolgens met de rechtermuisknop en selecteer Geofence verwijderen. Let op: Vergrendelde geofences (met een klein hangslot als pictogram) kunnen niet worden verwijderd, omdat ze naar minimaal één voertuig zijn verzonden. Als u een vergrendelde geofence wilt verwijderen, moet deze eerst worden uitgeschakeld voor de voertuigen waaraan deze is toegewezen.
Geofence-groepen Een geofence-groep bevat nul of meer geofences. Deze groepen kunnen naar één of meer voertuigen worden verzonden. Een individuele geofence kan alleen naar een voertuig worden verzonden als deze in een groep is geplaatst. Een voertuig kan slechts één geofence-groep tegelijkertijd hebben. Er kan geen lege geofence-groep naar een voertuig worden verzonden.
Geofence-groepen distribueren 1. Klik op de knop Geofence-groepen distribueren in de administratieweergave. Er wordt een pagina afgebeeld met alle voertuigen en alle geofence-groepen die naar de voertuigen zijn verzonden. 2. Schakel de selectievakjes voor de gewenste voertuigen in om aan te geven dat er geofence-groepen naar worden verzonden. 3. Selecteer de te verzenden geofence-groep in de vervolgkeuzelijst. 4. Klik op de knop Verzenden. 5. Klik op de knop Vernieuwen om te controleren of de verzendstatus voor elke truck Geleverd en bevestigd is. Dit duurt meestal korter dan een minuut. Soms kan het echter wat langer duren voordat de verzendstatus Geleverd en bevestigd wordt, bijvoorbeeld wanneer het voertuig is uitgezet of bij een probleem met de communicatie. Als de status nog steeds niet is gewijzigd, probeert u de geofence-groep opnieuw te verzenden.
Geofence(s) tonen op de kaart 1. Selecteer één of meer geofences. 2. Klik met de rechtermuisknop op de geofence en selecteer Tonen op kaart. Nu worden alle geselecteerde geofences op de kaart getoond. Let op: De kaart toont alleen de geofence(s) op de huidige kaartweergave. U kunt ook geofence-groepen op deze manier weergeven.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 38 -
Systeemgebieden
Een geofence zoeken op de kaart Klik met de rechtermuisknop op een geofence in de middelenweergave en selecteer Zoeken op kaart. De kaartweergave wordt geopend en de kaart wordt ingezoomd en gepand om de geselecteerde geofence te tonen.
Geofence+ Geofence+ is alleen beschikbaar voor voertuigen die zijn geabonneerd op de service Positioning+. Geofence+ geeft een melding aan de wagenparkgebruiker wanneer een voertuig een geofence+ binnenrijdt of verlaat, voor voertuigen die de wagenparkgebruiker zijn toegewezen. Let op: Gebruik geen geofences+ waarvan de zijden smaller zijn dan 100 meter vanwege de beperkingen in de nauwkeurigheid van GPS. Let op: Als de geofences+ te klein zijn, kan een voertuig een geofence+ passeren, zonder dat de wagenparkgebruiker een melding ontvangt. Daarom moet een geofence+ breed genoeg zijn om te zorgen dat de voertuigen niet binnen 1 minuut de geofence+ kunnen passeren. Gebruik de waarden in de volgende tabel als richtlijn voor het schatten van de minimale breedte die nodig is voor een specifieke geofence+. Voertuigsnelheid
Afstand/min
Minimale breedte geofence
90 km/u
1,5 km/min
De zijden van de geofence+ moeten ten minste 1,5 km breed zijn om te zorgen dat de geofence+ altijd wordt gedetecteerd.
60 km/u
1,0 km/min
De zijden van de geofence+ moeten ten minste 1,0 km breed zijn om te zorgen dat de geofence+ altijd wordt gedetecteerd.
30 km/u
0,5 km/min
De zijden van de geofence+ moeten ten minste 0,5 km breed zijn om te zorgen dat de geofence+ altijd wordt gedetecteerd.
Dialoogvenster Geofence+-eigenschappen De eigenschappen in de volgende tabel worden ingesteld in het dialoogvenster Geofence+-eigenschappen maken voor alle geofence+-typen, met uitzondering van de POI-geofence+. Eigenschap
Beschrijving
Naam
De naam van de geofence+. Deze moet uniek zijn voor het wagenpark.
Bericht invoeren
Het tekstbericht dat de wagenparkgebruiker ontvangt in de map Geofence-meldingen op het tabblad Berichten wanneer het voertuig een geofence+-gebied binnenrijdt en het selectievakje is ingeschakeld.
Vertrekbericht
Het tekstbericht dat de wagenparkgebruiker ontvangt wanneer het voertuig het geofence+-gebied verlaat en het selectievakje is ingeschakeld.
Meldingen worden verzonden
Selecteer wanneer de geofence+ actief is. Kies tussen Altijd, Dagelijks, Maandag tot vrijdag en Herhaling als dagen en tijdsperiode kunnen worden aangepast.
Toegewezen voertuigen
Selecteer voertuigen of groepen voertuigen in de middelenweergave en gebruik de pijl bovenaan om ze aan de geofence+ toe te wijzen.
Overzicht
Een overzicht van alle geofence+-eigenschappen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 39 -
Systeemgebieden
Een cirkelvormige geofence+ maken Een cirkelvormige geofence+ maken als wagenparkgebruiker: 1. Klik op de knop Geofence+ maken
in de weergave Kaarten.
2. Klik op de knop Cirkel Geofence+ . 3. Zet de muis neer op de plaats van het middelpunt van de geofence+, klik en verplaats de muis tot de gewenste grootte en klik nogmaals. 4. De afmetingen van de geofence+ kunnen worden gewijzigd door een van de witte stippen op de cirkel te verslepen. De geofence+ kan worden verplaatst door de witte stip in het midden van de cirkel te verslepen. 5. U kunt een wijziging ongedaan maken door te klikken op de pijl die verschijnt nadat u de afmetingen of de plaats heeft gewijzigd. 6. Nadat de geofence+ is gemaakt, verschijnt een pop-upvenster waarin u een naam, en berichten bij aankomst en vertrek en bij het activeren van de geofence+ kunt invoeren. 7. Klik op Volgende en wijs een of meer voertuigen toe aan de geofence+. Klik op Volgende. 8. Selecteer Beëindigen in het overzicht om de geofence+ op te slaan.
Een rechthoekige geofence+ maken Een rechthoekige geofence+ maken als wagenparkgebruiker: 1. Klik op de knop Geofence+ maken
in de weergave Kaarten.
2. Klik op de knop Rechthoekige Geofence+ . 3. Zet de muis neer op de plaats waar de bovenhoek van de geofence+ moet komen, klik en verplaats de muis tot de gewenste grootte en klik nogmaals. 4. De afmetingen van de geofence+ kunnen worden gewijzigd door een van de witte stippen op de rechthoek te verslepen. 5. U kunt een wijziging ongedaan maken door te klikken op de pijl die verschijnt nadat u de afmetingen of de plaats heeft gewijzigd. 6. Nadat de geofence+ is gemaakt, verschijnt een pop-upvenster waarin u een naam, en berichten bij aankomst en vertrek en bij het activeren van de geofence+ kunt invoeren. 7. Klik op Volgende en wijs een of meer voertuigen toe aan de geofence+. Klik op Volgende. 8. Selecteer Beëindigen in het overzicht om de geofence+ op te slaan.
Een veelhoekgeofence+ maken Een veelhoekgeofence+ maken als wagenparkgebruiker: 1. Klik op de knop Geofence+ maken
in de weergave Kaarten.
2. Klik op de knop Veelhoek Geofence+ . 3. Zet de muis neer op de plaats waar de eerste punt van de veelhoekgeofence+ moet komen, klik en verplaats de muis naar het volgende punt en klik opnieuw. Ga door tot de gewenste vorm is gemaakt. Als u het tekenen van de geofence+ wilt afsluiten, klikt u twee keer of klikt u op het beginpunt van de geofence+. 4. De afmetingen en de vorm van de geofence+ kunnen worden gewijzigd door een van de witte stippen op de veelhoek naar een andere positie te slepen. 5. U kunt een wijziging ongedaan maken door te klikken op de pijl die verschijnt nadat u de afmetingen of de plaats heeft gewijzigd. 6. Nadat de geofence+ is gemaakt, verschijnt een pop-upvenster waarin u een naam, en berichten bij aankomst en vertrek en bij het activeren van de geofence+ kunt invoeren. 7. Klik op Volgende en wijs een of meer voertuigen toe aan de geofence+. Klik op Volgende. 8. Selecteer Beëindigen in het overzicht om de geofence+ op te slaan.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 40 -
Systeemgebieden
Een grensgeofence+ maken Een grensgeofence+ maken als wagenparkgebruiker: 1. Klik op de knop Geofence+ maken
in de weergave Kaarten.
2. Klik op de knop Grens Geofence+ . 3. Er verschijnt een pop-upvenster waarin u een naam, en berichten bij aankomst en vertrek en bij het activeren van de geofence+ kunt invoeren. Selecteer een landsgrens in de vervolgkeuzelijst, of klik op het pictogram naast de vervolgkeuzelijst en klik op een land in de kaart. 4. Klik op Volgende en wijs een of meer voertuigen toe aan de geofence+. Klik op Volgende. 5. Selecteer Beëindigen in het overzicht om de geofence+ op te slaan. 6. De geofence+ is niet zichtbaar op de kaart, alleen in de middelenweergave. Als u wilt zien naar welke grens een geofence+ verwijst, klikt u op de naam van de geofence+ in de middelenweergave en selecteert u Zoeken op kaart. De kaart zoomt in op het land dat samenhangt met de grensgeofence+.
Een routegeofence+ maken Een routegeofence+ maken als wagenparkgebruiker: 1. Klik op de knop Geofence+ maken
in de weergave Kaarten.
2. Klik op de knop Route Geofence+ . 3. Er verschijnt een pop-upvenster. Geef de geofence+ een naam. 4. Geef een adres op in het gedeelte Routepunten of selecteer een punt in de kaart door eerst te klikken op het pictogram naast het tekst en vervolgens op de kaart. 5. Als één adres is ingevoerd, drukt u op Enter op het toetsenbord om een nieuw tekstveld te openen en voert u het volgende adres in op dezelfde manier als in stap 4. 6. Wanneer de route gereed is, voert u berichten in bij aankomst en vertrek en bij het activeren van de geofence+. 7. Selecteer hoe breed de geofence+ moet zijn in de vervolgkeuzelijst Maximale afwijking. De route op de kaart heeft dezelfde afmetingen ongeacht de gekozen afwijking. De instelling voor maximale afwijking geeft aan hoe ver het voertuig mag afwijken van de route voordat berichten voor aankomst en vertrek worden gemeld aan de gebruiker. 8. Klik op Volgende en wijs een of meer voertuigen toe aan de geofence+. Klik op Volgende. 9. Selecteer Beëindigen in het overzicht om de geofence+ op te slaan.
Geofence+ in de middelenweergave De volgende procedures kunnen worden uitgevoerd door een wagenparkgebruiker in de middelenweergave.
Geofences+ toewijzen aan een voertuig 1. Klik met de rechtermuisknop op een voertuig in de middelenweergave en selecteer Geofence+ toewijzen. 2. Selecteer een of meer geofences+ in de middelenweergave en voeg deze toe aan de lijst met geselecteerde voertuigen in het pop-upvenster door te klikken op de pijlknop
.
Een geofence+ bewerken Als u een geofence+ wilt bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op Geofence+ in de middelenweergave en kiest u Geofence+ bewerken.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 41 -
Systeemgebieden
Een geofence+ verwijderen U kunt één of meer geofences+ verwijderen door ze te selecteren in de middelenweergave. Klik vervolgens met de rechtermuisknop en selecteer Geofence+ verwijderen.
Geofence(s)+ tonen op de kaart 1. Selecteer één of meer geofences+ of een groep geofences+. 2. Klik met de rechtermuisknop op de geofence+ en selecteer Geofence+ weergeven op kaart. Alle geselecteerde geofences+ worden weergegeven op de kaart met uitzondering van grensgeofences+. Let op: De kaart toont alleen de geofence(s)+ in de huidige kaartweergave. U kunt ook geofence+groepen op deze manier weergeven.
Een geofence+ zoeken op de kaart Klik met de rechtermuisknop op een geofence+ in de middelenweergave en selecteer Zoeken op kaart. De kaartweergave wordt geopend en de kaart wordt ingezoomd en gepand om de geselecteerde geofence+ te tonen.
Geofence+-groepen Geofence+-groepen worden beheerd in de middelenweergave. Een geofence+-groep bevat nul of meer geofences+. De volgende procedures kunnen worden uitgevoerd door een wagenparkgebruiker in de middelenweergave.
Geofence+-groepen maken Maak de groep door met de rechtermuisknop te klikken op de map Alle Geofences+ boven aan de middeleweergave en Creëer een nieuwe groep te selecteren.
Geofence+-groepen verwijderen Verwijder de groep door met de rechtermuisknop te klikken in de middelenweergave en Groep verwijderen te selecteren.
Een POI-geofence+ maken Een POI-geofence+ (Point of Interest, interessepunt) maken als wagenparkgebruiker: 1. Klik op de knop Creëer interesse in de weergave Kaarten en selecteer een doelpositie op de kaart om het dialoogvenster Creëer interesse te openen. 2. Schakel het selectievakje Geofence+ in, stel de straal in voor de geofence+ in de vervolgkeuzelijst Straal Geofence+ en klik op Opslaan. Er wordt een cirkelvormige geofence+ gemaakt rond het POI. Houd er rekening mee dat de vorm van de geofence+ die op de kaart wordt weergegeven, altijd een vaste grootte heeft ongeacht de werkelijke grootte van de geofence+ in de vervolgkeuzelijst. De POI-geofence+ is actief voor alle voertuigen in het wagenpark die zijn geabonneerd op de service Positioning+.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 42 -
Systeemgebieden
Voertuigstatus De pagina Voertuigstatus bestaat uit drie tabbladen. Het eerste tabblad geeft de verzendstatussen van gedistribueerde geofence-groepen weer, het tweede de statussen voor de configuratie van lokalisatiepatronen en de derde geeft de statussen voor positieverzoeken weer. Dit is slechts informatie over welke voertuigen welke geofence-groepen bevatten, over de manier waarop de lokalisatiepatronen voor elk voertuig zijn geconfigureerd en over de huidige verzendstatus van het laatste positieverzoek voor elk voertuig. Het is alleen mogelijk om de geofence-groepen te wijzigen of lokalisatiepatronen te configureren als u het account van een wagenparkbeheerder heeft. Positieverzoeken kunnen zowel door gebruikers als door beheerders worden gedaan.
Kaarten Met deze eigenschap is het mogelijk zowel voertuigen te lokaliseren als assistentie te verlenen als een chauffeur hulp nodig heeft bij het vinden van een servicestation of een motel. U kunt de kaart pannen, in/uitzoomen en favoriete weergaven maken, enz. Met gebruikmaking van de kaart kunt u voertuiglocaties bekijken met de functie voor het zoeken op de kaart. Met de kaartbesturingselementen kunt u de weergave in/uitzoomen en pannen.
Subcategorieën Zoeken van voertuig op kaarten Werken met kaartoverzichten Verzoeken om voertuigposities Bekijken van objecteigenschappen Volgen van voertuig Interessepunten (POI) Voertuigstatus Geofence en Geofence+ Navigatiebestemming verzenden Eigenschappen voertuigbestemming bekijken Routeplanning Zoeken op kaart Voertuigen op kaart verbergen en weergeven Geïntegreerde gegevensweergaven Prognose chauffeurstijden
Pictogrammen en symbolen Hiermee wordt nieuwe informatie over een geselecteerd voertuig opge-
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 43 -
Systeemgebieden vraagd. Hiermee wordt de huidige kaartweergave opgeslagen. Hiermee wordt de huidige geselecteerde weergave verwijderd. Hiermee kunt u de naamlabels van het voertuig op de kaart weergeven of verbergen. De truckpictogrammen met kleurcodering voor de chauffeursactiviteit weergeven of verbergen op de kaart. Voertuigstatus. Status overtreding weergeven of verbergen. In het voertuigpictogram kan een klein symbool worden weergegeven dat aangeeft of er historische of mogelijk inkomende overtredingen zijn binnen de huidige rijsessie. Toont verkeersinformatie in de kaart. Verkeersinformatie is niet in alle landen beschikbaar. Daarnaast kan de weergave van real-time verkeersinformatie variëren, naargelang het tijdstip. Hiermee kunt u historische posities voor het geselecteerde voertuig weergeven of verbergen. Toont het lokalisatieoverzicht. Dichtstbijzijnde object zoeken. Toont het formulier Zoeken op kaart Navigatiebestemming maken. Open de weergave Route plannen. Een geofence maken. Een geofence+ maken Hiermee kunt u een interesse maken. Hiermee kunt u het voertuig weergeven op de
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 44 -
Systeemgebieden kaart. Als het voertuig is uitgerust met een klok, geeft deze aan dat het meer dan een uur geleden is dat de laatste gegevens zijn gedownload. Een blauwe achtergrond geeft aan dat de chauffeursstatus Rijden is. Een donkerroze achtergrond geeft aan dat de chauffeur niet is aangemeld. Een groene achtergrond betekent dat de chauffeur rust. Een rode achtergrond geeft aan dat de chauffeur aan het wachten is. Een gele achtergrond geeft aan dat de chauffeur aan het werk is. Kaartinstellingen weergeven voor POI-categorieën. Hiermee kunt u een voertuiggebeurtenis weergeven op de kaart. Er kan slechts één voertuiggebeurtenis tegelijkertijd worden weergegeven op de kaart.
Interesses Met interessen kunt u leverplaatsen van een bepaalde klant, motels enz. lokaliseren. U kunt uw eigen interessen samenstellen en deze organiseren in eigen subcategorieën. Maken van interessecategorieën Mogelijk wilt u uw eigen categorieën maken voor uw interessen om uw werk te organiseren. Als niet-beheerder van de site moet u subcategorieën maken om uw eigen interessen te kunnen maken. Interessecategorieën worden gemaakt bij het maken van een nieuwe interesse. Maken van interesse Bij het maken van uw eigen interesse kunt u locaties bepalen, die geschikt zijn voor uw doelen. U kunt de interessen in uw eigen, vooraf bepaalde categorieën vastleggen of in de standaardmap. Nieuwe interesse en categorie 1. Klik op de tab Kaarten om naar de kaartweergave te gaan. 2. 3. 4. 5.
Klik op om de interessen te kunnen bewerken. Selecteer een locatie op de kaart, waar uw interesse moet worden ingevoegd. Selecteer de optie Nieuwe interessecategorie. Typ de informatie over de interesse l Land l Plaats
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 45 -
Systeemgebieden Straat Naam van de interesse l Beschrijving interesse l Naam interessecategorie l Beschrijving interessecategorie l Kies een pictogram dat overeenkomt met de interesse 6. Klik op Maken. l l
Nieuwe interesse in vooraf bepaalde categorie 1. Klik op de tab Kaarten om naar de kaartweergave te gaan 2. 3. 4. 5.
Klik op om de interessen te kunnen bewerken. Selecteer een locatie op de kaart, waar uw interesse moet worden ingevoegd. Kies een categorie waarin de interesse wordt ingevoegd. Typ de informatie over de interesse l Land l Plaats l Straat l Naam van de interesse 6. Klik op Maken. Vinden van dichtstbijzijnde object Bij het werken met de kaarten kunt u nabijgelegen objecten op de kaart ten opzichte van het door u gekozen object of het midden van de kaart zoeken. Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde objecten getoond met afstand en richting ten opzichte van het gekozen kaartobject. Wanneer de voertuigoptie is geselecteerd, wordt informatie over chauffeurstijden weergegeven. Informatie als resterende rijtijd tot de volgende mogelijke overtreding en resterende rijtijd voor de huidige rijsessie wordt getoond in de hoofdtabel. Andere informatie over chauffeurstijden, een prognose van de resterende rijtijd voor één week/twee weken en informatie over overtredingen wordt getoond in de knopinfo van elke tabelrij. 1. Klik op de tab Kaarten om naar de kaartweergave te gaan. 2. Kies een voertuig, waarvan u wilt meten of kies een geografisch middelpunt. 3. Klik op
om de dichtstbijzijnde objecten te vinden die u een stap eerder heeft gekozen.
Het systeem geeft een lijst met de dichtstbijzijnde objecten, geordend op afstand. Deze handeling kan alleen worden verricht als minimaal een object in het systeem is vastgelegd.
Verzoeken om voertuigposities Als u verzoekt om voertuigposities, verzamelt u informatie over de huidige positie van de voertuigen. Wanneer u de voertuigpositie verzoekt, werkt u tevens het systeem bij met voertuiginformatie. 1. Klik op de tab Kaarten om naar de kaartweergave te gaan. 2. Selecteer een voertuig van de kaart. 3. Klik op
om de informatie te verkrijgen.
De informatie wordt bijgewerkt in het systeem. Het is alleen mogelijk om verzoeken te verzenden naar voertuigen met het servicepakket Positioning.
Volgen van voertuig Met Dynafleet Online kunt u de voertuigen in uw wagenpark(en) volgen. Met de functie voor Historische posities kunt u de rijroute van een specifiek voertuig zien.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 46 -
Systeemgebieden
Bij het activeren van een volgpatroon kan de wagenparkbeheerder kiezen uit verschillende patronen om een specifiek voertuig te volgen. Zie Lokalisatiepatronen voor meer informatie.
Historische posities Historische posities weergeven ( ) geeft in de kaartweergave aan waar een voertuig is geweest. Met de functie Historische posities weergeven kunt u een specifiek voertuig volgen en afwijkingen in de normale route zichtbaar maken. Het venster Instellingen historische posities verschijnt wanneer u Historische posities weergeven selecteert. De volgende opties zijn bedoeld om historische gegevens weer te geven l l l l
Posities voor laatste aantal uren. Hier bepaalt u tot hoeveel uren terug u de route wilt zien. Aantal laatste posities. Tijdsperiode Vanaf middernacht
Er kan maximaal één week met historische gegevens per voertuig worden weergegeven in de kaart. Wanneer de historische posities worden weergegeven in de kaart, kunnen ze worden geselecteerd. Voor elke selectie worden de bijbehorende historische voertuiggegevens weergegeven in het venster Voertuigeigenschappen. Meer informatie over het venster met voertuigeigenschappen vindt u in Geïntegreerde gegevensweergaven.
Historische posities weergeven Als u Historische posities weergeven selecteert voor een voertuig, kunt u historische gegevens weergeven van dat specifieke voertuig. Bij het bekijken van de historische posities krijgt u toegang tot de specifieke gegevens over de specifieke situaties. Aangezien u de historische posities grafisch op de kaartweergave ziet, kunt u afwijkingen van de normale routes direct zien. Historische posities weergeven als wagenparkgebruiker of wagenparkbeheerder: 1. Selecteer een voertuig uit de bronweergave. 2. Klik op de rechtermuisknop en selecteer Zoeken op kaart voor het voertuig. 3. Klik op om de historische posities van het gekozen voertuig te bekijken. Er wordt een popupvenster geopend waarin u Instellingen historische posities kunt configureren. 4. Als u de historische posities die in de kaart worden weergegeven, wilt bijwerken met gewijzigde Instellingen historische posities, klikt u op Opslaan. Gedetailleerde gegevens over historische posities weergeven als wagenparkgebruiker of wagenparkbeheerder: 1. Houd de muis boven een punt met een historische positie in de kaart als u wilt weergeven in welke richting het voertuig reed, wie de chauffeur was en wat de datum en tijd was op een bepaald punt. 2. Klik op om het venster met voertuigeigenschappen uit te breiden met meer details. Als u een rij selecteert in de tabel met eigenschappen, wordt het bijbehorende punt met de historische positie in de kaart gemarkeerd met een pijl die in de rijrichting van het voertuig wijst.
Bekijken van objecteigenschappen Als u werkt met kaarten en een voertuig wilt lokaliseren, kunt u de eigenschappen van de geselecteerde voertuigen bekijken. Om de eigenschappen te kunnen bekijken, moet het voertuig zichtbaar zijn op de kaart om verder te kunnen gaan.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 47 -
Systeemgebieden 1. Klik op de tab Kaarten om naar de kaartweergave te gaan. 2. Selecteer een voertuig waarvan u de eigenschappen wenst te bekijken. 3. Links van de kaartweergave wordt een lijst met verschillende eigenschappen geboden. De objecten die worden geboden, hebben de volgende eigenschappen: l l l l l
l l l
l l l l
l l l l l l
l l l
l l l l
Datum en tijd Trigger Snelheid Kilometerstand Brandstof Datum en tijd Trigger Naam chauffeur Datum en tijd Trigger Richting Dichtstbijzijnde locatie Datum en tijd Trigger Temperaturen (1-4) Alarm (temperatuur) Deur Ontdooien Datum en tijd Trigger Gewichtinformatie Datum en tijd Trigger Geplande aankomsttijd Bestemming
Werken met kaartoverzichten Wanneer u op de tab Kaarten klikt, verschijnt er een kaart met uw werkgebied. In deze weergave kunt u voertuigen zoeken, ze volgen en hun huidige status zien. Als u gebieden vaak bekijkt, kunt u deze opslaan als favoriete kaartweergaven.
Pannen U kunt de kaart pannen door de rechtermuisknop vast te houden terwijl u de cursor rond beweegt op de kaart. Door op een willekeurig punt op de kaart te klikken kunt u de kaart op dit punt centreren.
In- en uitzoomen Met de verschillende in- en uitzoomhulpmiddelen kunt u de grootte van de kaart veranderen. U kunt dit doen om meer of minder gedetailleerde informatie over een bepaalde plaats in een kaartweergave te krijgen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 48 -
Systeemgebieden
In- en uitzoomen met zoomschuifregelaar U kunt in- en uitzoomen door de zoomschuifregelaar naar boven en naar beneden te slepen. De zoomschuifregelaar bevindt zich aan de rechterkant van de kaart.
In- en uitzoomen met muiswiel U kunt in- en uitzoomen door het muiswiel te gebruiken terwijl de cursor op de kaart is geplaatst.
Kaartweergaven U kunt de efficiëntie vergroten door uw favoriete kaartweergaven op te slaan en te openen vanuit een vervolgkeuzelijst.
Kaartweergave opslaan 1. Zoom/pan naar het gebied op de kaart dat u wilt opslaan. 2. Klik op de knop . 3. Typ een unieke naam voor de weergave. 4. Klik op OK. U kunt de opgeslagen weergave openen door deze te selecteren in de vervolgkeuzelijst en op de knop te klikken. Tip: door een kaart op te slaan waarop uw eigen kantoor centraal staat, kunt u altijd weer naar die weergave terugkeren nadat u op een andere locatie hebt ingezoomd. Wanneer een opgeslagen kaartweergave niet langer meer nodig is, kunt u deze verwijderen.
Kaartweergave verwijderen 1. Selecteer de weergave die u wilt verwijderen in de vervolgkeuzelijst. 2. Klik op de knop
.
Aanvankelijke standaardkaartweergave De aanvankelijke kaartweergave voor een wagenpark hangt af van de markt van het wagenpark. Wanneer een wagenparkgebruiker of een wagenparkbeheerder voor het eerst het kaarttabblad selecteert in het nieuwe wagenpark, wordt de kaartweergave gecentreerd op het land dat overeenkomt met de operationele markt van het wagenpark.
Zoeken op kaart Zoeken op kaart Met de functie Zoeken op kaart kunt u een specifiek adres zoeken dat u kunt gebruiken in combinatie met andere kaartfuncties. 1. Klik op de knop Zoeken op kaart
. Het formulier Zoeken op kaart wordt weergegeven.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 49 -
Systeemgebieden
2. Geef de zoekcriteria op in het tekstveld. U kunt een adres of de naam van een locatie opgeven, bijvoorbeeld Eiffeltoren of Pizza Hut. 3. Klik op de knop . Er wordt een lijst met adressen geretourneerd die overeenkomen met de criteria, en deze adressen worden op de kaart aangegeven. U kunt desgewenst op de knop Weghalen klikken als u het formulier wilt leegmaken en een nieuwe zoekactie wilt uitvoeren. U kunt op de knop Sluiten klikken als u het formulier Zoeken op kaart wilt sluiten. 4. Klik met de rechtermuisknop op de kaart om de menuopties te zien. 5. Kies de gewenste actie – Interessepunt maken, Navigeren naar bestemming, Zoek dichtstbijzijnde object, Route plannen of Annuleren. Afhankelijk van uw selectie wordt een dialoogvenster weergegeven waarmee u de specifieke gewenste actie kunt voltooien.
Navigatiebestemming verzenden U kunt een bericht naar een voertuig verzenden dat een navigatiebestemming voor de chauffeur en het voertuig bevat. Om een navigatiebestemmingsbericht naar een voertuig te verzenden, moet het voertuig zijn uitgerust met het pakket Messaging en moet er een compatibel navigatieapparaat zijn geïnstalleerd. Wanneer de chauffeur het navigatiebestemmingsbericht ontvangt, kan hij ervoor kiezen om de bestemming in het navigatieapparaat te gebruiken. U kunt hetzelfde bericht tegelijkertijd naar een groep voertuigen verzenden. Dit heeft echter wel invloed op de communicatiekosten. 1. Klik op de tab Kaarten om de kaartweergave te openen. 2. Klik op om een bestemming op de kaart te kiezen. Het dialoogvenster Navigeren naar bestemming wordt geopend, en u wordt gevraagd om een doelpositie op de kaart te selecteren. 3. Plaats uw cursor op de gewenste locatie op de kaart en klik met de linkermuisknop om de locatie te kiezen. Let op: U kunt nog wel de zoomhulpmiddelen gebruiken om de kaartweergave aan te passen terwijl het dialoogvenster Navigeren naar bestemming is geopend.Nadat u de bestemming hebt gekozen, wordt deze op de kaart gemarkeerd met een rood vlaggetje. Het dialoogvenster Navigeren naar bestemming wordt uitgeklapt om het bestemmingsadres en de bijbehorende geografische lengte en breedte voor het adres weer te geven. 4. Selecteer het voertuig, de voertuigen of de voertuiggroep die naar de navigatiebestemming moet (en) worden verzonden door de voertuigen of de groep te selecteren in de middelenweergave. U kunt meerdere voertuigen selecteren die één bericht ontvangen. 5. Schrijf het bericht. Aan de rechterbovenkant van het tekstgebied ziet u het aantal gebruikte tekens, en het aantal tekens dat u nog kunt gebruiken. Het bestemmingsadres telt mee voor het aantal gebruikte tekens voordat u uw eigen bericht typt. 6. Klik op Verzenden om het bericht te verzenden. Het bestemmingsbericht wordt naar het voertuig verzonden.
Verzonden berichten bekijken Wanneer een bestemmingsbericht naar een voertuig is verzonden, kunt u zien of het bericht is gelezen in de map Verzonden op het tabblad Berichten. Het bericht kan de volgende status hebben: l l
Bezorgd en niet-gelezen (bericht ontvangen door een voertuig) en bezorgdatum en –tijd. Bezorgd en gelezen (bericht gelezen door chauffeur) en bezorgdatum en –tijd.
Navigatiebestemmingsberichten kunnen worden aangeduid door het pictogram . U kunt het bericht selecteren om de geografische lengte en breedte te zien en u kunt klikken op de knop om de positie op de kaart te zien. Dit is alleen van toepassing op voertuigen met het apparaat Dynafleet Gateway & Driver tool.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 50 -
Systeemgebieden
Navigatiebestemmingsbericht annuleren Als u besluit om het navigatiebestemmingsbericht niet te verzenden, kunt u het besturingselement of de knop Sluiten gebruiken om het dialoogvenster Navigeren naar bestemming te sluiten. Het navigatiebestemmingsbericht wordt geannuleerd en het pictogram dat de gekozen locatie weergeeft, wordt uit de kaart verwijderd.
Gegevens chauffeurstijden Het dialoogvenster Navigeren naar bestemming wordt uitgebreid met informatie over chauffeurstijden. Informatie als resterende rijtijd tot de volgende mogelijke overtreding en resterende rijtijd voor de huidige rijsessie wordt getoond in de hoofdtabel. Andere informatie over chauffeurstijden, een prognose van de resterende rijtijd voor één week/twee weken en informatie over overtredingen wordt getoond in de knopinfo van elke tabelrij.
Routeplanning Door de kaart te gebruiken in combinatie met de routeplanningsfuncties, kunt u een route maken en desgewenst een routebeschrijving weergeven. Let op! De route kan niet naar het voertuig worden gezonden. De berekende route houdt geen rekening met eventuele kenmerken van het voertuig die de route ongeschikt zouden kunnen maken, zoals bijvoorbeeld door de hoogte van bruggen of beperkte toegang tot wegen vanwege gewicht.
Een route maken 1. Ga naar de tab Kaart. 2. Klik op de knop Een route plannen
.
1. Geef het beginpunt op in het veld met het label A. U kunt het adres intypen of op de knop klikken om een adres toe te voegen door de locatie te selecteren op de kaart. U kunt ook met de rechtermuisknop op de kaart klikken en de optie Waypoint toevoegen kiezen. 2. Geef de bestemming op in het veld met het label B. 3. De route wordt weergegeven op de kaart, aangegeven door een blauwe lijn. De pictogrammen voor begin- en eindpunt op de kaart komen overeen met de labels op het formulier Route plannen. De routebeschrijving wordt onderaan in het formulier weergegeven. Let op! U moet ten minste 2 punten hebben om een route te maken.
Een waypoint toevoegen Wanneer u twee waypoints hebt toegevoegd aan een route, wordt aan het formulier Route plannen automatisch een nieuw veld voor gegevensinvoer toegevoegd. U kunt een waypoint toevoegen aan een bestaande route door te klikken op de knop naast het nieuwe, lege veld, een adres in het veld in te voeren of de optie Waypoint toevoegen te kiezen in het rechtermuisklikmenu op de kaart. Voeg zoveel waypoints toe als nodig is. Wanneer de route op de kaart wordt weergegeven, wordt het eerste punt weergegeven als de herkomst, het laatste punt als de bestemming en alle tussenliggende punten worden langs de route weergegeven.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 51 -
Systeemgebieden
Waypoints opnieuw ordenen U kunt de volgorde van alle punten langs de route wijzigen door deze omhoog of omlaag te slepen in de lijst met waypoints tot ze in de gewenste volgorde worden weergegeven. De kaart wordt bijgewerkt als weerspiegeling van de volgorde.
Een waypoint verwijderen Gebruik de knop naast de velden in het formulier Route plannen om een waypoint te verwijderen uit de route. Het geselecteerde punt wordt verwijderd uit de formulier- en de kaartweergave.
Eigenschappen voertuigbestemming bekijken U kunt de geplande aankomsttijd voor voertuigen bekijken die naar een navigatiebestemming rijden. Wanneer de chauffeur van het voertuig een navigatiebestemming selecteert, wordt in de eigenschappen van de geplande aankomsttijd in de kaartweergave de geplande bestemming weergegeven. Tevens wordt de geplande aankomsttijd bijgewerkt door rekening te houden met de resterende tijd en afstand voordat het voertuig op de bestemming aankomt. Het voertuig moet zijn uitgerust met de servicepakketten Messaging en Positioning en er moet een compatibel navigatieapparaat zijn aangesloten. De chauffeur in het voertuig moet een navigatiebestemming hebben gekozen die in een navigatiebestemmingsbericht staat, om de geplande aankomsttijd te laten berekenen. Voertuigen die bezig zijn met het navigeren naar een bestemming worden weergegeven door het pictogram
.
Om de eigenschappen van de geplande aankomsttijd te kunnen zien, moet het voertuig zichtbaar zijn op de kaart. 1. Klik op de tab Kaarten om de kaartweergave te openen. 2. Selecteer het voertuig op de kaart. In de linkerbenedenhoek van de kaart worden pictogrammen weergegeven die de eigenschapscategorieën vertegenwoordigen. 3. In de linkerbenedenhoek van de kaart wordt een lijst van de beschikbare eigenschappen weergegeven. 4. Klik op de knop
.
Bijwerken van de geplande aankomsttijd In de weergave voor de eigenschappen van de geplande aankomsttijd worden de datum en tijd van de laatste activering, het soort activering, de geplande aankomsttijd (uu:mm), de afstand tot de bestemming en de eigenlijke bestemming weergegeven. De geplande aankomsttijd wordt telkens bijgewerkt wanneer een nieuwe positie - of activering - wordt ontvangen. De chauffeur kan de navigatiebestemming wijzigen met het navigatieapparaat in het voertuig. Als de bestemming wordt gewijzigd, worden de nieuwe bestemming en de bijgewerkte geplande aankomsttijd voor het voertuig getoond in de weergave voor de eigenschappen van de geplande aankomsttijd. Als de chauffeur de navigatiebestemming annuleert, als het contact met het navigatieapparaat wordt verbroken of wanneer het voertuig de bestemming heeft bereikt, worden de eigenschappen van de geplande aankomsttijd niet meer bijgewerkt.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 52 -
Systeemgebieden
Bestemmingslocatie bekijken U kunt de knop selecteren om de bestemmingslocatie op de kaart te bekijken. Wanneer u op de knop klikt, wordt de kaart gecentreerd rondom het bestemmingspunt. De bestemming wordt gemarkeerd met een
.
Geïntegreerde gegevensweergaven Met de geïntegreerde gegevensweergaven kunt u voertuiglokalisatie- of chauffeursactiviteitsgegevens weergeven in de weergave voor voertuig-/chauffeurseigenschappen, terwijl u werkt in de weergave Kaarten.
Geïntegreerde weergave van gegevens van voertuigactiviteit Als u de gegevens van de voertuigactiviteit wilt bekijken, moet u een voertuig selecteren op basis van de laatst bekende positie. Selecteer Zoeken op kaart in de middelenweergave. 1. Klik op de knop Gedetailleerde weergave tonen in het venster met voertuigeigenschappen. De uitgebreide voertuigeigenschappen, die bestaan uit een lijst met voertuigactiviteiten en verwante details, worden weergegeven. Mogelijk moet u de schuifbalk gebruiken om de volledige lijst te zien. 2. Selecteer of u alle informatie samen wilt zien of informatie op basis van de triggerselectie door eerst te klikken op de knop Filter kiezen in de kolom Trigger. Selecteer vervolgens het keuzerondje Samengevoegd of het keuzerondje Triggers in het dialoogvenster Filter kiezen. In de samengevoegde weergave worden alleen perioden voor Rijden, Stoppen, en gebeurtenissen voor Inloggen en Uitloggen weergegeven in het venster met voertuigeigenschappen. Perioden en gebeurtenissen worden samengevoegd op basis van het interval dat is opgegeven in het dialoogvenster Instellingen historische posities. Als u bijvoorbeeld de samengevoegde periode van de laatste 100 lokalisatiepunten weergeeft, kan dat leiden tot een lijst van 10 perioden. Als het keuzerondje Triggers wordt geselecteerd, worden alleen gebeurtenissen die overeenkomen met de huidige triggerselectie, weergegeven in het venster met voertuigeigenschappen. 3. Selecteer een rij in de lijst. De posities die overeenkomen met de geselecteerde rij worden gemarkeerd in de historische posities op de kaart en de kaart wordt zodanig verschoven dat de geselecteerde posities worden weergegeven, als de knop Historische posities 4. Klik op de knop of om door de historische posities te bladeren.
is geselecteerd.
Instellingen U kunt kiezen of u activiteiten wilt weergeven van het laatste aantal uren sinds middernacht, voor een bepaalde periode of het laatste aantal posities, door Historische posities te kiezen en de instellingen in het dialoogvenster Historische posities te wijzigen. Uw selectie wordt telkens wanneer u zich aanmeldt gebruikt.
Geïntegreerde weergave van chauffeursgegevens U kunt informatie over chauffeursactiviteit weergeven terwijl u met de kaart werkt. Als u de chauffeursgegevens in de kaart wilt weergeven, selecteert u eerst een voertuig en opent u de weergave
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 53 -
Systeemgebieden
voor chauffeurseigenschappen door te klikken op de knop Chauffeurseigenschappen
.
1. Klik op de knop in de weergave voor chauffeurseigenschappen. De weergave voor geavanceerde chauffeurseigenschappen wordt weergegeven. 2. Selecteer het verwijzingstype. Als u Vanaf middernacht selecteert, worden chauffeursgegevens van de huidige dag weergegeven. Als u Sessie selecteert, wordt informatie over de huidige rijsessie van de chauffeur weergegeven. De totaaltijden worden links van elk type chauffeursactiviteit weergegeven. De verdeling van de activiteit tijdens de rijsessie of de dag (afhankelijk van de geselecteerde verwijzing) wordt weergegeven in een grafiek. U kunt de muis boven de weergegeven activiteiten plaatsen om extra informatie te zien over de activiteit, zoals de duur, begintijd en eindtijd. Met de schuifbalk kunt u door de uren van de dag navigeren. De huidige tijd wordt aangegeven door een verticale rode lijn.
Navigeren naar de weergave Chauffeursactiviteit Ga naar het tabblad Chauf.activiteit door te klikken op de knop Chauffeurseigenschappen naast het uitgevouwen venster voor chauffeurseigenschappen. De chauffeur die is geselecteerd in het eigenschappenvenster, wordt automatisch geselecteerd wanneer het tabblad Chauf.activiteit wordt geopend.
Lokalisatieoverzicht U kunt het lokalisatieoverzicht openen door op de knop te klikken. Alle voertuigen in het wagenpark worden in een tabel weergegeven die is gesorteerd op naam en waarin de meest recente gegevens voor voertuig- en chauffeursactiviteit zijn vermeld. Elke kolom kan op oplopende of aflopende volgorde worden gesorteerd door op de kolomkop te klikken. De gewenste sorteervolgorde wordt opgeslagen en wordt opnieuw gebruikt wanneer u de volgende keert inlogt. Met het filter voor het lokalisatieoverzicht kunt u de gegevens in de tabel filteren op basis van een geselecteerd filtertype en een geselecteerde zoektekenreeks. Het klikken op een enkele rij heeft hetzelfde effect als het selecteren van een voertuig. De kaart wordt verschoven overeenkomstig de positie van het voertuig en de gegevens voor de voertuigactiviteit worden weergegeven in de eigenschapsweergave. Klik op de knop Sluiten om de weergave voor het lokalisatieoverzicht te sluiten.
Voertuigen op kaart verbergen en weergeven U kunt op de kaart als volgt een of meer voertuigen verbergen: 1. Klik met de rechtermuisknop op een of meer geselecteerde voertuigen in de middelenweergave. 2. Selecteer Voertuig(en) op kaart verbergen. De geselecteerde voertuigen worden niet meer op de kaart weergegeven. Ga als volgt te werk om een of meer verborgen voertuigen op de kaart weer te geven: 1. Klik met de rechtermuisknop op een of meer geselecteerde voertuigen in de middelenweergave. 2. Selecteer Voertuig(en) op kaart weergeven. De geselecteerde voertuigen worden op de kaart weergegeven.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 54 -
Systeemgebieden
Prognose chauffeurstijden
Knopinfo voertuig Houd de muis boven een voertuigpictogram om snel een overzicht te krijgen van de prognose chauffeurstijden. Als er chauffeurstijden beschikbaar zijn voor het geselecteerde voertuig, worden ze weergegeven in de knopinfo. Als er geen chauffeurstijden beschikbaar zijn, wordt alleen standaardinformatie over het voertuig weergegeven.
Chauffeursactiviteit Chauffeursactiviteit Deze functie is niet in alle markten beschikbaar. Vanuit het tabblad Chauf.activiteit kunt u uw chauffeurs volgen. U krijgt toegang tot rijtijd, chauffeursactiviteiten, enzovoort. U kunt intervallen instellen waarin u opgeeft wanneer u nieuwe informatie wenst en u kunt de informatie van meerdere chauffeurs tegelijk bekijken. Door de informatie in een overzicht weer te geven, kunt u zien of de chauffeur enige Europese rijregels overtreedt. U kunt de informatie weergeven voor de huidige rijsessie, de laatste rijsessie, de huidige dag, de huidige week, de afgelopen twee weken of de afgelopen maand. Wanneer u de huidige rijsessie, de laatste rijsessie en de huidige dag weergeeft, kunt u tevens het totaal zien van de rijtijden voor de huidige week en de laatste twee weken. De tijdresolutie kan worden gewijzigd door te klikken op pictogrammen. Wanneer in de weergave Chauffeursactiviteit een chauffeur is geselecteerd, worden de geavanceerde chauffeursactiviteiten onderaan in het venster weergegeven. Het veranderen van de tijdresolutie heeft tevens effect op de informatie die wordt weergegeven in het vak voor geavanceerde chauffeursactiviteiten. In het vak voor geavanceerde chauffeurseigenschappen kunnen verschillende activiteitstijdblokken worden getotaliseerd door ofwel met de linkermuisknop op één activiteitsblok te klikken ofwel Ctrl ingedrukt te houden en tegelijkertijd met de linkermuisknop op verschillende activiteitsblokken te klikken. Het totaal van de chauffeursactiviteiten wordt onderaan in de weergave van de chauffeurseigenschappen weergegeven. U kunt de selectie van tijdblokken ongedaan maken door Ctrl ingedrukt te houden en met de linkermuisknop op het blok of de blokken te klikken waarvan u de selectie ongedaan wilt maken. U kunt het totaliseren van de tijd ook uitschakelen door op de chauffeur te klikken in de weergave Chauffeursactiviteit. In het vak Chauffeurseigenschappen kunt u met vooraf geselecteerde tijdintervallen (vandaag, deze week of deze maand) terug en vooruit gaan in de tijdweergave. Het vak Chauffeurseigenschappen bevat ook informatie over de prognose voor de chauffeurstijden en historische overtredingen. Als u op overtredingspictogram klikt, wordt automatisch de weergave Beheer overtredingen weergegeven gefilterd op de geselecteerde overtredingstype. U kunt ook kolommen weergeven/verbergen in de tabelweergave. Als u wilt selecteren welke kolommen u wilt weergeven/verbergen, klikt u op het pictogram Kolominstellingen chauffeursactiviteit
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 55 -
Systeemgebieden
Vermeldingen U kunt bepalen welke informatie wordt vermeld op basis van de vooraf gedefinieerde instellingen voor vermelding of op basis van zelf gedefinieerde selecties.
Huidige rijsessie Een ‘zwevende’ tijdsperiode die niet is gebaseerd op kalenderintervallen, maar op de bijgehouden analyse van de chauffeursactiviteiten conform de rijtijdenwetgeving van de EU. In deze weergave wordt de informatie getoond in een tijdsperiode die afhankelijk is van de activiteitenanalyse van de individuele chauffeur. Het doel van deze keuze is te zorgen dat een gepaste follow-up mogelijk is voor de huidige chauffeursactiviteiten wanneer deze plaatsvinden. Dit geeft de gebruiker een duidelijk inzicht in de directe beschikbaarheid van alle chauffeurs.
Laatste rijsessie Een ‘zwevende’ tijdsperiode die niet is gebaseerd op kalenderintervallen, maar op de bijgehouden analyse van de chauffeursactiviteiten conform de rijtijdenwetgeving van de EU. In deze tijdsperiode worden de gegevens vermeld voor de op een na laatste rijsessie die bekend is voor de chauffeur. Aan de hand van deze historische gegevens kan de gebruiker gemakkelijker een prognose geven van de beschikbaarheid op langere termijn van de chauffeurs.
Vandaag Hierbij worden de chauffeursgegevens weergegeven voor de huidige periode van 24 uur, vanaf 00:00 en tot en met 23:59.
Deze week Hierbij worden de chauffeursgegevens in de huidige week weergegeven. Een week begint maandag om 00:00 en eindigt op zondag om 24:00.
Laatste twee weken Hierbij worden de chauffeursgegevens weergegeven binnen een interval van twee weken (de week voor de huidige week en de huidige week).
Deze maand Hierbij worden de chauffeursgegevens voor de huidige maand weergegeven.
Klantdefinitie Hierbij worden de chauffeursgegevens weergegeven voor een tijdsperiode die wordt geselecteerd door de gebruiker.
Pictogrammen en symbolen Pictogram
Beschrijving Huidige rijsessie Laatste rijsessie
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 56 -
Systeemgebieden Vandaag Deze week Laatste twee weken Deze maand Klantdefinitie MDTP exporteren Configuratiestatus chauffeursactiviteit weergeven Indicatie van waarschuwingen Rijtijd Rijtijd deze week Rijtijd laatste twee weken Werktijd Wachttijd Totalisering van verstreken tijd Rusttijd Beschrijving volgende mogelijke overtreding Tijdstip volgende mogelijke overtreding Tijd volgende pauze/rust
Laatste activiteit opnemen in de MDTP-export Chauffeursgegevens in het tabblad Chauffeursactiviteit kunnen worden geëxporteerd met de MDTPexportfunctie. Het ontvangende systeem, Solid, slaat alleen voltooide activiteiten op. In vrijwel alle gevallen is de laatste activiteit echter niet voltooid, waardoor de laatste in uitvoering zijnde activiteit wordt verwijderd. De MDTP-export voegt een extra niet-voltooide activiteit toe, zodat de laatste 'echte' activiteit zonder problemen wordt vastgelegd.
WTD - Richtlijn werktijd Deze functie is niet in alle markten beschikbaar. De richtlijn werktijd zorgt voor een limiet voor de wekelijkse werktijd, de hoeveelheid werk die 's nachts kan worden verricht en de hoeveelheid werk die vóór een pauze kan worden verricht. De volgende regels zijn geïmplementeerd in Dynafleet Online. - Een chauffeur mag niet langer dan gemiddeld 48 uur per week werken in een bepaalde periode. - Een chauffeur mag maximaal 60 uur in één week werken.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 57 -
Systeemgebieden
- Een chauffeur mag maximaal 10 uur werken in een 24-uurs periode, als het werk 's nachts wordt uitgevoerd. De limiet kan worden gewijzigd in de weergave Instellingen voor werktijdvoorschriften. - Een chauffeur heeft ten minste 30 minuten pauze nodig als hij tussen de 6 en 9 uur werkt in een 24-uurs periode. - Een chauffeur heeft ten minste 45 minuten pauze nodig als hij meer dan 9 uur werkt in een 24-uurs periode. Een pauze moet langer dan 15 minuten duren om als pauze in aanmerking te komen. Een periode kan zowel een doorlopende als een vaste periode zijn. De perioden worden geconfigureerd in de weergave Instellingen voor werktijdvoorschriften. De werktijdberekeningen zijn gebaseerd op de chauffeursactiviteiten. Het is mogelijk om deze activiteiten te vervangen door handmatig toegevoegde activiteiten. De bestaande chauffeursactiviteiten zijn: Rijden, Werken, Wachten, Rusten en Niet ingelogd. Niet ingelogd wordt als rusten beschouwd bij het berekenen van de wekelijkse werktijden. Rijden en werken wordt als werken beschouwd. De activiteit Wachten wordt Beschikbaarheid genoemd bij het wijzigen van een activiteit.
Weergave Richtlijn werktijd U kunt de weergave Richtlijn werktijd openen vanuit het tabblad Chauffeursactiviteit door het pictogram met de gekruiste hamers,
te selecteren.
De kop van de weergave Richtlijn werktijd verschilt afhankelijk van het ingestelde type periode. Bij een wagenpark met vaste perioden kunt u de beschikbare perioden kiezen uit een vervolgkeuzemenu.. Bij een wagenpark met een doorlopende periode wordt de lengte van de periode weergegeven in de kop. U kunt de chauffeurs aan de weergave toevoegen door ze te selecteren in de middelenweergave en vervolgens op het pictogram
te klikken.
Kolom
Beschrijving
Chauffeur
Deze kolom bevat de naam van de chauffeur.
Huidig voertuig
Deze kolom bevat het voertuig dat op dit moment door de chauffeur wordt gebruikt. De kolom met de afgelopen 24 uur bevat de hoeveelheid werk die vandaag vanaf 00.00 uur is verricht. De kolom Nachtwerk bevat de hoeveelheid werk in de afgelopen 24-uurs periode, berekend vanaf de huidige tijd, als er tijdens de nachtperiode werk is verricht.
Huidig
De kolom met de huidige week bevat het aantal gewerkte uren voor de huidige week tot op dat moment, te beginnen bij maandag om 00.00 uur.
Gemiddeld
Deze kolom bevat de gemiddelde werktijd in de periode. De huidige en eventuele resterende weken worden niet meegenomen in de berekeningen.
Resterend
Deze kolom bevat het maximum aantal toegestane werkuren per week voor de resterende weken in de periode, inclusief de huidige week. Deze waarde wordt beperkt door de regel voor een gemiddelde werkweek van 48 uur en de regel voor een werk-
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 58 -
Systeemgebieden week van maximaal 60 uur. De uren die in de huidige week zijn gewerkt, worden niet meegenomen in de berekeningen. Als er een doorlopende periode is geselecteerd, laat de kolom resterend zien hoeveel uren de chauffeur mag werken in deze week, die begint op maandag om 00.00 uur. Als er een vaste periode is geselecteerd, laat de kolom zien hoeveel uren de chauffeur gemiddeld per week mag werken, te beginnen op maandag om 00.00 uur tot het einde van de periode. In de kolommen wordt ‘-‘ weergegeven als de kolom niet van toepassing is. Er wordt een 0 weergegeven als er geen gegevens beschikbaar zijn. De waarden in de kolommen worden geaccentueerd als er een overtreding van de regel is aangetroffen. - De kolom Huidig wordt geaccentueerd als de chauffeur deze week meer dan 60 uur heeft gewerkt. - De kolom Gemiddeld wordt geaccentueerd als de chauffeur gemiddeld meer dan 48 uur heeft gewerkt in die periode, uitgezonderd de huidige of komende weken. - De kolom Nachtwerk wordt geaccentueerd als de chauffeur meer dan het toegestane aantal nachturen heeft gewerkt in de afgelopen 24 uur en er gedurende de afgelopen 24 uur nachtwerk is verricht. - De kolom Afgelopen 24 uur wordt geaccentueerd als de chauffeur vandaag de regels voor rusten en pauzes heeft overtreden, dat wil zeggen na 00.00 uur.
Knop Vernieuwen De knop Vernieuwen wordt actief als er nieuwe chauffeursactiviteiten beschikbaar zijn voor de geselecteerde chauffeurs, ongeacht de geselecteerde tijdsinterval.
Activiteiten wijzigen U kunt de activiteiten die voor de berekeningen worden gebruikt, wijzigen door activiteiten toe te voegen en bestaande activiteiten te vervangen. De gewijzigde activiteiten zijn alleen van invloed op de weergave Richtlijn werktijd en de rapporten. U kunt de activiteiten wijzigen vanuit het dialoogvenster Activiteiten wijzigen. U kunt dit dialoogvenster openen met het pictogram lijn werktijd.
in de weergave Richt-
Het dialoogvenster laat de activiteiten zien voor één chauffeur op een geselecteerde dag. Als u een andere chauffeur selecteert uit het vervolgkeuzemenu, wordt het dialoogvenster bijgewerkt met de activiteiten van de nieuwe chauffeur. U kunt alleen chauffeurs selecteren die zijn toegevoegd aan de weergave Richtlijn werktijd. U kunt de dag wijzigen door een datum te selecteren uit de datums in de activiteitenlijst, of met behulp van de knoppen Vorige en Volgende. De activiteitenlijst bevat de activiteiten voor de geselecteerde dag. Activiteiten met begin- en einddatums buiten de geselecteerde dag worden weergegeven als de activiteit ook op die dag plaatsvindt. U kunt activiteiten wijzigen door de begin- en einddatum, begin- en eindtijd en een activiteitstype te selecteren en op de knop Opslaan te klikken. U kunt een bestaande activiteit selecteren door de beginen einddatum, begin- en eindtijd en het activiteitstype in te vullen. U kunt ook een activiteit selecteren door de control-toets vast te houden en alleen de eindtijd in te vullen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 59 -
Systeemgebieden
Het is niet mogelijk om activiteiten te wijzigen tenzij er gegevens zijn gedownload en in het systeem staan met een eindtijd die later ligt dan de eindtijd van de gewijzigde activiteit.
Activiteiten herstellen De gewijzigde activiteiten kunnen worden verwijderd, en daarmee worden de gedownloade chauffeursactiviteiten hersteld. Klik op het pictogram in de weergave Richtlijn werktijd om het dialoogvenster Oorspronkelijke gegevens herstellen te openen. Het dialoogvenster is gelijk aan het dialoogvenster Activiteiten wijzigen en u kunt op dezelfde manier een begin- en einddatum en een begin- en eindtijd selecteren. Nadat u de begin- en eindtijden heeft geselecteerd, klikt u op de knop Herstellen om de activiteiten voor de geselecteerde periode te herstellen. U kunt ook gedeelten van een gewijzigde activiteit herstellen. Hierdoor wordt de begin- of eindtijd van de gewijzigde activiteit aangepast.
Gegevensprioriteit De activiteiten die worden gebruikt voor de berekening van de werktijden zijn de activiteiten die zijn ontvangen van de chauffeurskaart en activiteiten die handmatig zijn gewijzigd via het dialoogvenster Activiteiten wijzigen. Reeds ingevoerde, handmatig gewijzigde activiteiten kunnen worden vervangen door nieuw ontvangen gegevens. Dit gebeurt als er nieuwe gegevens worden ontvangen van de chauffeurskaart en de prioriteit hoger is, tenzij het type activiteit van de nieuwe gegevens onbekend of Niet ingelogd is. De prioriteiten voor de verschillende gegevensbronnen zijn als volgt: Herkomst gegevens
Prioriteit
Gegevens die zijn gedownload van de chauffeurskaart
1
Chauffeurskaartgegevens die handmatig zijn gedownload vanuit de weergave Chauffeursactiviteit
2
Chauffeurskaartgegevens die zijn ontvangen via Lokalisatie
3
Het is dus verstandig om te controleren of er chauffeursgegevens zijn gedownload. Als dit niet het geval is, kunt u dit alsnog doen met behulp van de smartkaartlezer, of via de functionaliteit voor het handmatig downloaden van chauffeursgegevens vanuit Inlogdatabeheer voordat gewijzigde activiteiten worden toegevoegd.
Waarschuwingen chauffeurstijd
Overtredingshistogram Het overtredingshistogram geeft een grafische weergave met overtredingsinformatie voor alle chauffeurs die aan u zijn toegewezen. Er zijn drie statuswaarden voor overtredingen: Bevestigd, Niet bevestigd en Inkomend. Er zijn ook verschillende soorten overtredingen. Als u de muis boven de balken
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 60 -
Systeemgebieden
houdt, ziet u een omschrijving van het overtredingstype. U kunt het tijdbereik van het histogram wijzigen door een van de opties in de werkbalk te kiezen. Als u op de histogrambalken klikt, wordt de weergave Beheer overtredingen weergegeven gefilterd op het geselecteerde overtredingstype.
Beheer overtredingen De weergave Beheer overtredingen geeft gedetailleerde overtredingsinformatie met een optie om de overtredingen te bevestigen en tegelijkertijd een bericht naar de chauffeur/het voertuig te verzenden. Er is een optie om het resultaat te sorteren/groeperen in verschillende kolommen. U kunt meerdere overtredingen tegelijk bevestigen.
Tachograafdownload Overzicht - Status tachograafdownload Het overzicht bevat twee cirkeldiagrammen met de actuele downloadstatistieken: l l
Gegevens tachograafgeheugen Chauffeurskaartgegevens
U ziet dynamische legenda naast de diagrammen die zijn gekoppeld aan de tabbladen Gegevens tachograafgeheugen en Chauffeurskaartgegevens.
Diagram Tachograafgeheugen Het diagram geeft de downloadstatus voor gegevens weer voor alle voertuigen waarop het downloaden van het tachograafgeheugen is ingeschakeld en die zijn toegewezen aan de ingelogde wagenparkgebruiker. De cijfers in de grafieken geven het aantal betrokken voertuigen aan. De gebruiker kan klikken op de rode en oranje gedeelten van het diagram. Als op deze gedeelten wordt geklikt, wordt de weergave Gegevens tachograafgeheugen geopend. De legenda hebben de volgende betekenis: l l l
Groen: Er is een geslaagde gegevensdownload uitgevoerd in de afgelopen 80 dagen. Oranje: Er zijn minder dan 10 dagen over voor het uitvoeren van een gegevensdownload. Rood: Het is meer dan 90 dagen geleden dat de laatste geslaagde gegevensdownload is uitgevoerd.
Hou de muis boven het diagram om aanvullende informatie weer te geven. De aanvullende informatie omvat een toelichting die vergelijkbaar is met de legendabeschrijving en geeft het aantal betrokken voertuigen als een numerieke en een relatieve waarde.
Diagram Chauffeurskaart Het diagram laat de downloadstatus voor gegevens zien voor alle chauffeurs die zijn toegewezen aan de ingelogde wagenparkgebruiker. De cijfers in de grafieken geven het aantal betrokken chauffeurs aan. De gebruiker kan klikken op de rode en oranje gedeelten van het diagram. Klik op een gedeelte om het tabblad Chauffeurskaartgegevens te openen. De legenda hebben de volgende betekenis: l l l
Groen: Er is een geslaagde gegevensdownload uitgevoerd in de afgelopen 18 dagen. Oranje: Er zijn minder dan 10 dagen over voor het uitvoeren van een gegevensdownload. Rood: Het is meer dan 28 dagen geleden dat de laatste geslaagde download is uitgevoerd.
Hou de muis boven het diagram om aanvullende informatie weer te geven. De aanvullende informatie omvat een toelichting die vergelijkbaar is met de legendabeschrijving en geeft het aantal betrokken chauffeurs als een numerieke en een relatieve waarde.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 61 -
Systeemgebieden
Chauffeurskaartgegevens Deze functie is niet voor alle markten beschikbaar. De weergave Chauffeurskaartgegevens laat de downloadstatus voor actuele gegevens zien voor chauffeurs die zijn toegewezen aan de ingelogde wagenparkgebruiker. In deze weergave kan de wagenparkgebruiker chauffeurskaartgegevens downloaden, opslaan en exporteren. Eerder gedownloade gegevens worden opgeslagen in het Bestandsarchief. Als u de weergave Chauffeurskaartgegevens wilt zien, klikt u op het tabblad Tachograafdownload en vervolgens op het tabblad Chauffeurskaartgegevens . Selecteer in de middelennavigator een of meer chauffeurs en voeg deze toe aan de weergave Chauffeurskaartgegevens door ze te slepen en neer te zetten of door te klikken op de knop Toevoegen
.
De weergave Chauffeurskaartgegevens bestaat uit de volgende kolommen: l l
l
l
Naam chauffeur: De naam van de chauffeur in de portal. Downloadstatus: Bevat de downloadstatus, een knop Downloaden als downloaden is toegestaan en indien van toepassing een informatiepictogram. Laatste dag met volledige gegevens: Geeft een tijdstempel weer voor de laatste download met een informatiepictogram dat informatie bevat en een koppeling naar het gedownloade bestand. Downloadpogingen: Geeft het aantal downloadpogingen weer en een informatiepictogram.
Klik op de knop Vernieuwen geselecteerde chauffeurs.
om nieuwe downloads of statuswijzigingen weer te geven voor de
De knop Downloaden is niet zichtbaar als een download wordt uitgevoerd of als niet wordt voldaan aan de downloadvereisten. U ziet hier ook de chauffeurskaartgegevens die door de chauffeur zijn geüpload naar het voertuig. Voor het uploaden van chauffeursgegevens moet de wagenparkbeheerder de functie Driver Data Upload activeren voor het wagenpark en voor het voertuig.
Chauffeurskaartgegevens downloaden Chauffeurskaartgegevens moeten op twee verschillende manieren worden gedownload: l l
Per geplande download. Dit wordt uitgevoerd door de wagenparkbeheerder. Door te klikken op de knop Downloaden.
Alle gegevens op de chauffeurskaart worden gedownload. Het kan even duren voordat u de voortgangsstatus van de download kunt zien. Klik op de knop Vernieuwen om eventuele veranderingen te zien. Gedownloade gegevens worden maximaal twee jaar bewaard vanaf de downloaddatum (tenzij ze worden verwijderd door de wagenparkgebruiker). Na twee jaar worden de gegevens automatisch verwijderd. Dit geldt ook voor geëxporteerde gegevens.
Downloadvoorwaarden Voorafgaand aan een download moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: l l l l l
Er is een bedrijfskaart toegewezen aan het voertuig. De bedrijfskaart is online. De bedrijfskaart is gereed/beschikbaar (niet in gebruik). Het contact van het voertuig is aan. De chauffeur heeft een digitale tachograafkaart-id die is ingesteld in de portal.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 62 -
Systeemgebieden l l l
De chauffeur is digitaal aangemeld (niet met een pincode of chauffeur-id) Driver Data Download is ingeschakeld in het voertuig. Het voertuig wordt niet gebruikt voor een andere download.
Een bestand met bestaande chauffeurskaartgegevens opslaan Reeds gedownloade chauffeurskaartgegevens kunnen worden geopend of opgeslagen. Houd de muis boven het informatiepictogram in de kolom Laatste dag met volledige gegevens en klik op de bestandsnaam.
Bestanden met chauffeursgegevens exporteren In het gedeelte Een bestand exporteren in Bestandsarchief vindt u meer informatie over het exporteren van bestanden met chauffeurskaartgegevens.
Gegevens tachograafgeheugen Deze functie is niet voor alle markten beschikbaar. De weergave Gegevens tachograafgeheugen bevat de downloadstatus voor actuele gegevens voor voertuigen waarop het downloaden van het tachograafgeheugen is ingeschakeld en die zijn toegewezen aan de ingelogde wagenparkgebruiker. In deze weergave kan de wagenparkgebruiker gegevens uit het tachograafgeheugen downloaden, opslaan en exporteren. Eerder gedownloade gegevens worden opgeslagen in het Bestandsarchief. Als u de weergave Gegevens tachograafgeheugen wilt zien, klikt u op het tabblad Tachograafdownload en vervolgens op het tabblad Gegevens tachograafgeheugen . Selecteer in de middelennavigator een of meer voertuigen en voeg deze toe aan de weergave Gegevens tachograafgeheugen door ze te slepen en neer te zetten of door te klikken op de knop Toevoegen
.
De weergave Gegevens tachograafgeheugen bestaat uit de volgende kolommen: l l
l
l
Voertuignaam: De naam van het voertuig in de portal. Downloadstatus: Bevat de downloadstatus, een knop Downloaden als downloaden is toegestaan en indien van toepassing een informatiepictogram. Laatste dag met volledige gegevens: Geeft een tijdstempel weer voor de laatste download met een informatiepictogram dat informatie bevat en een koppeling naar het gedownloade bestand. Downloadpogingen: Geeft het aantal downloadpogingen weer en een informatiepictogram.
Klik op de knop Vernieuwen geselecteerde voertuigen.
om nieuwe downloads of statuswijzigingen weer te geven voor de
De knop Downloaden is niet zichtbaar als een download wordt uitgevoerd of als niet wordt voldaan aan de downloadvereisten.
Gegevens tachograafgeheugen downloaden Gegevens uit het tachograafgeheugen kunnen op twee verschillende manieren worden gedownload: l l
Per geplande download. Dit wordt uitgevoerd door de wagenparkbeheerder. Door te klikken op de knop Downloaden.
Alle tachograafgeheugengegevens worden gedownload. Het kan even duren voordat u de voortgangsstatus van de download kunt zien. Klik op de knop Vernieuwen
om eventuele
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 63 -
Systeemgebieden
veranderingen te zien. Gedownloade gegevens worden maximaal twee jaar bewaard vanaf de downloaddatum (tenzij ze worden verwijderd door de wagenparkgebruiker). Na twee jaar worden de gegevens automatisch verwijderd. Dit geldt ook voor geëxporteerde gegevens.
Downloadvoorwaarden Voorafgaand aan een download moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: l l l l l l
Er is een bedrijfskaart toegewezen aan het voertuig. De bedrijfskaart is online. De bedrijfskaart is gereed/beschikbaar (niet in gebruik). Het downloaden van het tachograafgeheugen is ingeschakeld voor het voertuig. Het contact van het voertuig is aan. Het voertuig wordt niet gebruikt voor een andere download.
Een bestand met bestaande tachograafgeheugengegevens opslaan Reeds gedownloade tachograafgeheugengegevens kunnen worden opgeslagen op een lokale schijf. Houd de muis boven het informatiepictogram in de kolom Laatste dag met volledige gegevens en klik op de bestandsnaam.
Bestanden met tachograafgeheugengegevens exporteren In het gedeelte Een bestand exporteren in Bestandsarchief vindt u meer informatie over het exporteren van bestanden met tachograafgeheugengegevens.
Snelheidsgegevens Deze functie is niet voor alle markten beschikbaar. De weergave Snelheidsgegevens laat de downloadstatus voor actuele gegevens zien voor voertuigen die zijn toegewezen aan de ingelogde wagenparkgebruiker. In deze weergave kan de wagenparkgebruiker snelheidsgegevens downloaden, opslaan en exporteren. Eerder gedownloade gegevens worden opgeslagen in het Bestandsarchief. Let op: Voor het downloaden van snelheidsbestanden worden extra kosten in rekening gebracht. Als u de weergave Snelheidsgegevens wilt openen, klikt u op het tabblad Tachograafdownload en vervolgens op het tabblad Snelheidsgegevens . Selecteer in de middelennavigator een of meer voertuigen en voeg deze toe aan de weergave Snelheidsgegevens door ze te slepen en neer te zetten of door te klikken op de knop Toevoegen
.
De weergave Snelheidsgegevens bestaat uit de volgende kolommen: l l
l
l
Voertuignaam: De naam van het voertuig in de portal. Downloadstatus: Bevat de downloadstatus, een knop Downloaden als downloaden is toegestaan en indien van toepassing een informatiepictogram. Laatste dag met volledige gegevens: Geeft een tijdstempel weer voor de laatste download met een informatiepictogram dat informatie bevat en een koppeling naar het gedownloade bestand. Downloadpogingen: Geeft het aantal downloadpogingen weer en een informatiepictogram.
Klik op de knop Vernieuwen geselecteerde voertuigen.
om nieuwe downloads of statuswijzigingen weer te geven voor de
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 64 -
Systeemgebieden
De knop Downloaden is niet zichtbaar als een download wordt uitgevoerd of als niet wordt voldaan aan de downloadvereisten.
Snelheidsgegevens downloaden Klik op een Downloadknop om snelheidsgegevens te downloaden. Er wordt 24 uur aan voertuigsnelheidsgegevens gedownload. Het kan even duren voordat u de voortgangsstatus van de download kunt zien. Klik op de knop Vernieuwen om eventuele veranderingen te zien. Gedownloade gegevens worden maximaal twee jaar bewaard vanaf de downloaddatum (tenzij ze worden verwijderd door de wagenparkgebruiker). Na twee jaar worden de gegevens automatisch verwijderd. Dit geldt ook voor geëxporteerde gegevens.
Downloadvoorwaarden Voorafgaand aan een download moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: l l l l l
Er is een bedrijfskaart toegewezen aan het voertuig. De bedrijfskaart is online. De bedrijfskaart is gereed/beschikbaar (niet in gebruik). Het contact van het voertuig is aan. Het voertuig wordt niet gebruikt voor een andere download.
Een bestand met bestaande snelheidsgegevens opslaan Reeds gedownloade snelheidsgegevens kunnen worden opgeslagen op een lokale schijf. Houd de muis boven het informatiepictogram in de kolom Laatste dag met volledige gegevens en klik op de bestandsnaam.
Bestanden met snelheidsgegevens exporteren In het gedeelte Een bestand exporteren in Bestandsarchief vindt u meer informatie over het exporteren van bestanden met snelheidsgegevens.
Bestandsarchief In het bestandsarchief worden alle gegevensdownloads die voor het wagenpark zijn uitgevoerd, weergegeven voor de chauffeurskaart, het tachograafgeheugen en de snelheid. De gedownloade bestanden kunnen worden geëxporteerd voor extern gebruik. De wagenparkgebruiker bepaalt welk bestandstype wordt weergegeven door een van de volgende keuzerondjes te selecteren: l l l
Gegevens tachograafgeheugen Chauffeurskaartgegevens Snelheidsgegevens
Met een zoekopdracht kan worden gezocht naar bestanden op basis van de naam van het voertuig, de chauffeur of het bestand. U kunt ook een tijdsperiode selecteren om bestanden weer te geven op basis van de downloaddatum. Verder kunt u het bestandsarchief sorteren door op de kolomkoppen in de tabel te klikken.
Kolommen bestandsarchief Het bestandsarchief omvat de volgende kolommen:
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 65 -
Systeemgebieden l l l l l l
Selectievakje: Geeft aan of het bestand is geselecteerd of niet. Naam voertuig/naam chauffeur: De naam van het voertuig of de chauffeur in de portal. Downloaddatum: Datum en tijd waarop het downloaden plaatsvond. Bestandsnaam: De naam van het bestand. Periode: De gegevens in het bestand hebben betrekking op deze periode. Geëxporteerd: Geeft aan of het bestand is geëxporteerd of niet.
Klik op de knop Vernieuwen om nieuwe downloads of statuswijzigingen weer te geven voor de geselecteerde voertuigen of chauffeurs.
Bestanden exporteren uit het bestandsarchief De wagenparkbeheerder kan als volgt bestanden uit het bestandsarchief exporteren: 1. Selecteer een of meer gedownloade bestanden met de selectievakjes in de eerste tabelkolom. Het aantal geselecteerde bestanden wordt weergegeven onder de knop Geselecteerde bestanden exporteren. 2. Selecteer de bestandsindeling in de keuzelijst boven de knop Geselecteerde bestanden exporteren. De beschikbare bestandsindelingen zijn EU, Frans en Spaans. 3. Klik op de knop Geselecteerde bestanden exporteren.
Bedrijfskaarten Deze functie is niet voor alle markten beschikbaar. Deze weergave bevat informatie over de bedrijfskaarten van het wagenpark en geeft aan welke bedrijfskaarten online of offline zijn. Als u de gegevens van een bedrijfskaart wilt zien, klikt u op het tabblad Tachograafdownload en vervolgens op het tabblad Bedrijfskaarten over de kaarten en hun statussen, online of offline, weergegeven.
. Er wordt nu informatie
Als u vanuit een voertuig op afstand gegevens wilt downloaden, moet de bedrijfskaart eerst online zijn. De wagenparkbeheerder zorgt dat de bedrijfskaart online is door de kaartleestoepassing te starten en de bedrijfskaart in een aangesloten kaartlezer te plaatsen. De gewenste bedrijfskaarten moeten online zijn als u geplande downloads automatisch wilt laten uitvoeren. Als u een geplande download wilt uitvoeren maar de benodigde bedrijfskaarten niet kunnen worden geopend, wordt de download pas gestart als de bedrijfskaart weer in de kaartlezer wordt geplaatst. De kaartleestoepassing is beschikbaar als een toepassing van Java Web Start en als een zelfstandige Windows-toepassing (Windows-service). De zelfstandige Windows-toepassing wordt lokaal op de computer geïnstalleerd. Hiermee kunt u de bedrijfskaart gebruiken zonder dat de kaartleestoepassing in de browser wordt gestart als u inlogt. Beide toepassingen werken met Java en mogelijk moet u een Java-update installeren voordat de toepassing werkt. De kaartlezer werkt onafhankelijk van de gebruikerstoepassing Dynafleet. Dit betekent dat u de webpagina Dynafleet kunt sluiten als de kaartlezer is gestart.
De kaartleestoepassing starten en de bedrijfskaart online beschikbaar maken De wagenparkbeheerder kan als volgt de kaartleestoepassing starten (Java Web Start) en de bedrijfskaart online beschikbaar maken: 1. Klik op de knop Kaartleestoepassing starten . De kaartleestoepassing wordt nu gestart. 2. Plaats de bedrijfskaart in de kaartlezer en controleer of de kaart wordt weergegeven in de kaartleestoepassing. De bedrijfskaart is nu online en kan worden gebruikt voor het downloaden van gegevens vanuit alle voertuigen waaraan de kaart is toegewezen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 66 -
Systeemgebieden
De wagenparkbeheerder kan als volgt de zelfstandige kaartleestoepassing starten (Windows-service) en de bedrijfskaart online beschikbaar maken: 1. Klik op de knop De kaartleestoepassing downloaden en installeren . 2. Als de installer niet automatisch start na het downloaden, dubbelklikt u op het bestand in de downloaddirectory. 3. Volg de installatiewizard om de installatie te voltooien en Windows opnieuw te starten. Java versie 1.6 is vereist om de zelfstandige kaartleestoepassing te installeren. 4. Wacht nadat u de computer opnieuw heeft gestart, tot het pictogram van de kaartleestoepassing in het Windows-systeemvak verschijnt. 5. Plaats de bedrijfskaart in de kaartlezer en open de zelfstandige kaartleestoepassing in het Windows-systeemvak. Controleer of de kaart wordt weergegeven als aangesloten in de kaartleestoepassing. De bedrijfskaart is nu online en kan worden gebruikt voor het downloaden van gegevens vanuit alle voertuigen waaraan de kaart is toegewezen.
Bestandsnaamindelingen Er zijn drie verschillende bestandsnaamindelingen: Frans, Spaans en EU. De standaardselectie hangt af van de plaats waar de klant zich bevindt. Als de klant zich bijvoorbeeld in Frankrijk bevindt, krijgt de gebruiker standaard de Franse indeling te zien. Alles datums en tijden van de bestandsnamen zijn in GMT.
Chauffeursgegevens
EU C_<JJJJMMDD>_
_<Eerste letter van voornaam>__.DDD De eerste letter van de voor- en de achternaam worden "vertaald" naar een tekenset die door de zipindeling wordt ondersteund.
Frans <JJMMDDUU24MM>.C1B
Spaans C___<JJJJMMDD>_.TGD
Voertuiggegevens
EU M_<JJJJMMDD>____.DDD
Frans <JJMMDDUU24MM>.V1B
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 67 -
Systeemgebieden
Spaans V___<JJJJMMDD>_.TGD
Orders Orderinformatie bekijken Orders bieden instructies en informatie over taken die door de chauffeur moeten worden voltooid. Orders worden gemaakt met behulp van de programmeringsinterface van de toepassing. Nadat een order is gemaakt kunnen de status ervan en de details van de taak worden bekeken op het tabblad Orders.
Orders bekijken in de bronnavigator U kunt orders bekijken in de bronnavigator. De orders worden gerangschikt op transportklanten. De transportklanten waar u toegang toe hebt, worden weergegeven in de bronnavigator. 1. Klik op de knop om de orderlijst te bekijken 2. Orders worden, indien beschikbaar, gerangschikt op ordernummer onder de transportklant.
Orders selecteren in de bronnavigator U kunt orders selecteren in de bronnavigator en deze toevoegen aan de orderweergave met de pijlknop
.
U kunt maximaal tien (10) orders tegelijkertijd selecteren en weergeven. U kunt orders afzonderlijk uit de orderweergave verwijderen door de order te selecteren en te klikken op de pijl knop
. U kunt alle weergegeven orders uit de orderweergave verwijderen door te klikken op de .
Orderdetails bekijken De door u geselecteerde orders zijn beschikbaar in de orderweergave. Voor elke order wordt de volgende informatie weergegeven. l
l
l l
l l l
l
Ordernummer - Plaats de cursor boven het ordernummer om knopinfo weer te geven met de voor- en achternaam van de toegewezen gebruiker en de toegewezen voertuignaam. Klantreferentie - Plaats de cursor boven klantreferentienummer om knopinfo weer te geven met klantinformatie (naam, openingstijden, telefoonnummer, faxnummer, e-mailadres, naam contactpersoon, extra informatie). Orderstatus - Geeft de huidige orderstatus weer. Activiteitstype - Geeft het huidige orderitem weer. Als er geen activiteit gaande is, wordt het laatste volledige orderitem weergegeven. Taakstatus - Geeft de huidige of vorige status van het orderitem weer. Datum-tijd - Geeft de datum en tijd weer waarop de huidige taakstatus is ingesteld. Bestemming - Een pictogram biedt een koppeling om de bestemming op de kaart te vinden als er een bestemming bij het orderitem hoort. Plaats de muis boven het pictogram Zoeken op kaart om knopinfo weer te geven met de omschrijving van de POI en de afstand, hemelsbreed, vanaf de huidige voertuiglocatie. Huidige voertuiglocatie - Geeft een koppeling weer om het voertuig op een kaart te zoeken als er een voertuig is toegewezen en de order actief is. Plaats de muis boven het pictogram Zoeken op kaart om knopinfo weer te geven met de voertuignaam, de datum en tijd waarop de positie werd Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 68 -
Systeemgebieden gegenereerd en het adres - of de weg - waar het voertuig zich bevond op het moment dat de positie werd gegenereerd. Actieve orders worden geel geaccentueerd terwijl voltooide orders groen worden geaccentueerd. U kunt de orderdetails uitvouwen door te klikken op bestaan uit de volgende informatie over de order: l l l l l
l
naast een specifieke order. De orderdetails
Datum vanaf Datum tot en met Activiteitstype Taakstatus Datum/tijd - Geeft de tijd weer waarop de taak werd voltooid, of wanneer de taak voor het laatst werd bijgewerkt, als de taak nog actief is. Er wordt geen datum weergegeven wanneer de taak niet gestart is. Bestemming
De details over het formulier dat bij de order is gevoegd, worden eveneens weergegeven in de uitgeklapte informatie.
Orderweergave sorteren Klik op naast de koppen om de orderinformatie te sorteren. U kunt op alle onderstaande kolommen sorteren: l l l l
Ordernummer Klantreferentie Orderstatus Datum/tijd voor taak
Orderweergave vernieuwen Het is niet nodig om het ordertabblad handmatig te vernieuwen. Het ordertabblad wordt automatisch vernieuwd wanneer er nieuwe gegevens beschikbaar komen.
Administratie Administratie Als u als beheerder bent ingelogd op het systeem, hebt u toegang tot de beheermogelijkheden zoals het toevoegen van nieuwe voertuigen en het toewijzen van chauffeurs aan gebruikers naast andere functies.
Administratiefuncties Gebied
Overzicht
Gebruikers
U start met het instellen van gebruikers. U kunt gebruikers maken, wijzigen en verwijderen. Hier kunt u chauffeurs en voertuigen toewijzen aan verschillende gebruikers.
Chauffeurs
Maken en beheren van chauffeurs in uw wagenpark.
Voertuigen
Maken en instellen van voorkeuren voor uw voertuigen.
Kaartinstellingen
Maken en beheren van voertuigen- en chauf-
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 69 -
Systeemgebieden feurskaarten.
DTM en details chauffeursactiviteit configureren Volgens de rijvoorschriften moet een chauffeur regelmatig pauzeren. Door het instellen van een DTMalarm, DTM-waarschuwing en Minuten vóór wacht-/werkalarm kunt u in de gaten houden of een chauffeur een pauze moet nemen. U kunt ook configureren of het mogelijk is om Details chauffeursactiviteit op te geven voor het voertuig. U vindt deze instelling in de administratieweergave. U kunt DTM-waarschuwingen alleen instellen voor voertuigen die zijn uitgerust met een Dynafleeteenheid. 1. Klik op de tab Administratie 2. 3. 4. 5. 6.
Klik op de knop Instellingen voor DTM configureren. Er verschijnt een lijst met alle voertuigen in het huidige wagenpark en hun configuraties. Selecteer de voertuigen die moeten worden gewijzigd en klik op de knop Configureren. Er verschijnt een pop-upvenster met diverse opties. Selecteer het door u gewenste DTM-alarm, de DTM-waarschuwing en Details chauffeursactiviteit door de selectievakjes in of uit te schakelen. Selecteer ook het aantal minuten (of selecteer Uit) voor Wacht-/werkalarm. 7. Klik op Verzenden. De instellingen worden naar de geselecteerde voertuigen verzonden.
Chauffeurs maken Het doel van deze functie is u als beheerder in staat te stellen nieuwe chauffeurs aan het systeem toe te voegen. U stelt de informatie over de chauffeurs op. De chauffeurs kunnen later worden gemodificeerd of gewist. Nadat u een chauffeur heeft gecreëerd, moet u de chauffeur toewijzen aan een gebruiker. 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op om een nieuwe chauffeur te maken. 3. Voer de informatie met betrekking tot de chauffeur in en klik op einde. U beschikt over de mogelijkheid het proces op ieder moment te verlaten door te klikken op Afbreken en er zullen geen gegevens in het systeem worden opgeslagen. Nadat u een chauffeur heeft gemaakt, moet u de chauffeur toewijzen aan een gebruiker.
Gebruikers maken Gebruikers toevoegen 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. 3. 4. 5.
Klik op om met het toevoegen van nieuwe gebruikers te beginnen. Geef de juiste informatie voor de gebruiker op. Selecteer het soort gebruiker dat u wilt creëren. Klik op Opslaan.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 70 -
Systeemgebieden
Wanneer u gebruikers van transportkopers toevoegt, moet u ten minste één van twee opties selecteren: l Met toegewezen voertuigen: beperkt de toegang tot voertuigen die aan de gebruiker zijn toegewezen gedurende de opgegeven periode. l Geselecteerde klant: beperkt de toegang tot de orders die aan de geselecteerde klant zijn gekoppeld. Er kan slechts één klant worden geselecteerd.
Gebruikersinstellingen kopiëren Gebruikersinstellingen kunnen worden gekopieerd van een bestaande gebruiker naar een nieuwe gebruiker. Selecteer een bestaande gebruiker in de vervolgkeuzelijst Gebruikersinstellingen kopiëren van en selecteer Kopiëren. De volgende instellingen worden gekopieerd: l l l l l l
Toegewezen voertuigen en chauffeurs Taal Meetsysteem Opties voor doorsturen van berichten Gebruikersbeschrijving Gebruikersrol
Gebruikersrollen In Dynafleet zijn er vier (4) verschillende rollen die een beheerder kan maken bij het instellen van een nieuwe gebruiker.
Wagenparkbeheerder Een wagenparkbeheerder werkt met gebruikers, voertuigen en chauffeurs. Het creëren van nieuwe objecten om mee te werken is de taak van de beheerder. Een beheerder werkt met de volgende taken: l l l l
Gebruikersbeheer Kaartbeheer Chauffeurs en voertuigen instellen Nieuws beheren
Wagenparkgebruiker Een wagenparkgebruiker werkt met chauffeurs en voertuigen die zijn toegewezen aan de desbetreffende gebruiker. Een wagenparkgebruiker werkt met de volgende taken: l l l l
Rapporten maken DTM-waarschuwingen instellen Voertuigen volgen op kaarten Communiceren met verzendafdelingen en voertuigen
API-gebruiker Een API-gebruiker heeft toegang tot de wagenparkinformatie via de programmeringsinterface van de toepassing. Er kan alleen een API-gebruiker worden gemaakt als de API-voorziening is geactiveerd voor het wagenpark.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 71 -
Systeemgebieden
Gebruiker bij transportkoper De transportkoper is meestal een klant die de diensten van één of meer voertuigen die tot een wagenpark behoren, heeft ingehuurd. De gebruiker bij de transportkoper heeft tijdelijk toegang tot een beperkt gedeelte van de portaalvoorzieningen om voertuigen op de kaart en orderinformatie te kunnen zien. Om een gebruiker bij een transportkoper te maken, moet het profiel van de transportkoper zijn geactiveerd voor het wagenpark. Ook moet bij het wagenpark de API-functie zijn ingeschakeld om klanten bij transportkopers te kunnen creëren.
Toewijzen van chauffeurs en voertuigen aan een gebruiker Een gebruiker kan met meerdere chauffeurs en voertuigen werken. U moet deze eerst toewijzen aan de gebruiker. Er zijn drie verschillende manieren om chauffeurs en voertuigen toe te wijzen: l
l
l
Klik met de rechtermuisknop op een gebruiker en selecteer Toewijzen in het snelmenu. Voeg chauffeurs en voertuigen toe en selecteer Opslaan om de toewijzingen op te slaan. Klik op de tab Administratie en klik op in het gedeelte Toewijzingen voor chauffeur en voertuig om de toewijzingen te bewerken. Voeg chauffeurs en voertuigen toe en klik op Opslaan om de toewijzingen op te slaan. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. Klik op om bestaande gebruikers te bewerken. Selecteer een gebruiker in de Middelenweergave en klik op . Selecteer een of meer toe te wijzen objecten en klik op Opslaan om de toewijzingen op te slaan.
Voertuigen toewijzen aan transportgebruikers Als het profiel van de transportkoper is geactiveerd in het wagenpark en als er een gebruiker bij een transportkoper bestaat, kunt u voertuigen toewijzen aan de gebruiker. Een gebruiker bij een transportkoper heeft beperkte toegang tot de toegewezen voertuigen. U kunt geen chauffeurs toewijzen aan een gebruiker bij een transportkoper. Nadat u de voertuigen heeft geselecteerd waartoe de gebruiker bij een transportkoper toegang heeft, moet u de periode selecteren waarin de voertuiginformatie beschikbaar is voor de gebruiker. U kunt dezelfde periode selecteren voor meerdere voertuigen, of een afzonderlijke periode voor elk voertuig instellen. De periode kan zowel datums uit het verleden als uit de toekomst bevatten. Er zijn drie verschillende manieren om chauffeurs en voertuigen toe te wijzen: l
l
l
Klik met de rechtermuisknop op een gebruiker en selecteer Toewijzen in het snelmenu. l Selecteer een of meer voertuigen en klik op Datum wijzigen om een datum te selecteren in de kalender. Deze datum is de laatste datum waarop de voertuigeigenschappen zichtbaar zijn voor de gebruiker. Klik op OK om de kalender op te slaan en te sluiten. l Klik op Opslaan. Klik op de tab Administratie en klik op in het gedeelte Toewijzingen voor chauffeur en voertuig. Selecteer voertuigen. l Klik op Datum wijzigen om een datum te selecteren in de kalender. Deze datum is de laatste datum waarop de voertuigeigenschappen zichtbaar zijn voor de gebruiker. Klik op OK om de kalender op te slaan en te sluiten. l Klik op Opslaan. Klik op de tab Administratie en klik op
om bestaande gebruikers te bewerken. Selecteer
een gebruiker in de middelenweergave en klik op
.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 72 -
Systeemgebieden l
l
Selecteer een of meer voertuigen en klik op Datum wijzigen om een datum te selecteren in de kalender. Deze datum is de laatste datum waarop de voertuigeigenschappen zichtbaar zijn voor de gebruiker. Klik op OK om de kalender op te slaan en te sluiten. Klik op Opslaan.
U kunt indien nodig de knop gebruiken om voertuigen te verwijderen uit de lijst Toegewezen voertuigen. Voertuigen die uit de lijst Toegewezen voertuigen worden verwijderd, zijn niet beschikbaar voor de gebruiker bij de transportkoper.
Toewijzing van chauffeurs en voertuigen aan gebruiker ongedaan maken Als chauffeurs ontslag nemen of u om een andere reden chauffeurs van gebruikers moet verwijderen, kunt u de toewijzing van de chauffeurs ongedaan maken. 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op
om een gebruiker te bewerken.
3. Selecteer een gebruiker uit de vervolgkeuzelijst en klik op
.
4. Selecteer een object uit de lijst en klik op 5. Klik op Opslaan om het systeem bij te werken.
Voertuigen maken Als beheerder kunt u nieuwe voertuigen maken en bestaande voertuigen wijzigen met behulp van de voertuigregistratiefunctionaliteit. Alle details over het voertuig en de Dynafleet -eenheid worden geregistreerd wanneer het voertuig wordt gemaakt. U kunt als volgt een nieuw voertuig maken: Stap 1 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op om een nieuw voertuig aan het systeem toe te voegen. 3. Geef de juiste informatie op voor de displaynaam en VIN. 4. Klik op Volgende. Het systeem probeert nu vanuit een centrale database informatie over het voertuig te downloaden. Als de informatie is gevonden, wordt deze gepresenteerd in stap 2. Als dit niet het geval is, verschijnt een foutbericht en kan het voertuig niet worden gemaakt. Stap 2 Neem de gedownloade informatie door en vul de vereiste velden, telefoonnummer voertuig en e-mail alias, in. De overige velden zijn optioneel maar zouden, indien mogelijk, moeten worden ingevuld. Aan de hand van het veld voor het voertuigprofiel wordt bepaald hoe de chauffeursscores in de mobiele toepassing worden berekend. Stap 3 1. Geef informatie op voor de voertuiginstellingen. U kunt de standaardwaarden gebruiken, deze wijzigen of een sjabloon kiezen. Zie Voertuiginstellingen. Service-instellingen kunnen worden
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 73 -
Systeemgebieden gekopieerd van een ander voertuig. 2. Klik op Volgende. Stap 4 In deze fase moet u de licentieovereenkomst lezen en aanvaarden. De licentieovereenkomst geeft informatie over prijzen en gebruikersovereenkomsten. U kunt de registratie op elk gewenst moment verlaten door op Annuleren te klikken. De informatie wordt niet opgeslagen.
Initiële instelling De functie Initiële instelling wordt gebruikt om de communicatie met het apparaat in te stellen. Wanneer u op Weergave klikt, wordt een pagina afgebeeld met de geselecteerde voertuigen en hun huidige verzendstatussen voor de initiële instelling. Selecteer de voertuigen waarvoor initiële instelling is vereist en klik op Verzenden. Er wordt een bericht naar het apparaat verzonden met instructies over het gebruik van de juiste telefoonnummers en adressen. Klik op Vernieuwen om de weergave bij te werken.
Services beheren Dit werkt op dezelfde manier als de initiële instelling maar wordt gebruikt voor het beheren van services. De daadwerkelijke services die naar elk voertuig worden verzonden, zijn afhankelijk van het servicepakket van het voertuig. Dit is nodig om de voertuigeenheid voor te bereiden voor de verschillende functies in Dynafleet Online.
Voertuiginstellingen Veldtitels Type toetsenbord: de taalindeling van het toetsenbord. Standaardtaal: de taal die wordt gebruikt wanneer geen chauffeur is ingelogd.
Instellingen voor voertuigen met FMS-interface of Datamax Bovenste snelheidsgrens (km/u): de bovenste snelheidsgrens in km/u.
Instellingen voor voertuigen met FMS-interface (niet van toepassing voor Volvo's met Datamax) Onderste Economie-grens (omw/min): onderste grens (omw/min) voor zuinig rijden. Bovenste Economie-grens (omw/min): bovenste grens (omw/min) voor zuinig rijden. Bovenste grens motorbelast. grens voor de motorbelasting (met betrekking tot het koppel) in procenten. Bovenste Motorgrens (omw/min): grens (omw/min) voor te groot toerental voor motor.
Geavanceerde instellingen LCD-contrast (%): het contrast van het LCD-scherm.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 74 -
Systeemgebieden
LCD-achtergrondverlichting (%): de lichtsterkte van de achtergrondverlichting van het LCDscherm. Stand-bytijd (min.): maximumtijd voor stationair draaien. Alleen geldig wanneer een hoorbare waarschuwing wordt gebruikt. Aantal chauffeurs in cache: het aantal chauffeurs dat de Dynafleet -eenheid onthoudt zonder na te vragen bij Dynafleet Online. Automatische afmeldingstime-out (min.): het aantal minuten aan inactiviteit voordat de chauffeur automatisch wordt uitgelogd. Time-out leegmaken (dagen): het aantal dagen dat een inactieve chauffeur in het systeem wordt behouden (gecached). Gebruik GPS-filter: wanneer deze optie wordt geselecteerd, worden GPS-posities gefilterd. Soms ontvangt het GPS-systeem onjuiste lijsten. Als u dit vakje inschakelt, filtert het systeem deze coördinaten. Rijlogboek digitale tachograaf: Er zijn twee verschillende algoritmen voor rijlogboeken voor de digitale tachograaf: Alle rijactiviteiten (instrumenten tot 2011) en Langste activiteit (instrumenten vanaf 2011). De vervolgkeuzelijst wordt grijs weergegeven (niet beschikbaar) voor voertuigen die geen tachograaf hebben. Selectie vrachtdeursensor ingeschakeld: wanneer deze optie is geselecteerd, zal de vrachtdeursensor berichten voor het gebeurtenissenlogboek genereren als de vrachtdeur is geopend.
Sjablonen voor voertuiginstellingen gebruiken Bij het maken van voertuiginstellingen kan een sjabloon worden gebruikt. U kunt uit diverse sjablonen kiezen bij het maken van nieuwe instellingen. U kunt als volgt een sjabloon selecteren: 1. Selecteer een sjabloon uit de lijst. 2. Wijzig eventuele waarden die moeten worden gewijzigd. 3. Klik op Volgende of Indienen.
Sjablonen voor voertuiginstellingen maken en wijzigen U moet naar de pagina voor het maken van voertuiginstellingen of de pagina voor het wijzigen van voertuiginstellingen gaan om een sjabloon voor voertuiginstellingen te maken, te wijzigen of te verwijderen. Systeemsjablonen kunnen niet worden gewijzigd of verwijderd (geldt voor alle wagenparken in Dynafleet Online). Systeemsjablonen worden gemaakt door Volvo.
Maken 1. Klik op de knop Maken om een nieuwe sjabloon voor voertuiginstellingen toe te voegen aan uw wagenpark. Er verschijnt een nieuw venster waarin de waarden van de vorige pagina zijn ingevuld. 2. Vul de gewenste waarden in en klik op Opslaan.
Wijzigen 1. Selecteer een bestaande wagenparksjabloon. 2. Klik op de knop Wijzigen . Er verschijnt een nieuw venster waarin de waarden van de vorige pagina zijn ingevuld. 3. Breng de gewenste wijzigingen aan en klik op Opslaan.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 75 -
Systeemgebieden
Verwijderen 1. Selecteer een bestaande wagenparksjabloon. 2. Klik op de knop Verwijderen . Er verschijnt een pop-upvenster waarin wordt gevraagd of deze sjabloon moet worden verwijderd. 3. Klik op OK. De sjabloon wordt permanent verwijderd.
Chauffeurs verwijderen Als u bent ingelogd als beheerder, beschikt u over de mogelijkheid een chauffeur of een groep chauffeurs te verwijderen. 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op
om chauffeurs te verwijderen.
3. Selecteer een chauffeur of groep chauffeurs die u wilt verwijderen en klik op 4. Klik op Ja om het verwijderen te bevestigen, en anders op Nee.
.
Gebruikers verwijderen Gebruikersinformatie of gebruikers kunnen verouderd raken of mogelijk wilt u een gebruiker om een andere reden wissen. 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op om een gebruiker te verwijderen. 3. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen. 4. Klik op om de gebruiker te verwijderen. 5. Klik op Ja om het verwijderen te bevestigen, en anders op Nee.
Voertuigen verwijderen Als u bent ingelogd als beheerder, beschikt u over de optie een bestaand voertuig in het systeem te verwijderen. Het gewiste voertuig zal in het systeem blijven en worden gemarkeerd met "gewist". U kunt voertuigen van Volvo of een ander fabrikaat verwijderen. 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op
.
3. Om het voertuig te wissen, selecteert u het voertuig in de lijst en klikt u op 4. Klik op Ja om het verwijderen te bevestigen.
.
Het voertuig zal in het systeem blijven waardoor het mogelijk is rapporten te genereren en historische data te bekijken. U kunt het proces op ieder moment verlaten door te klikken op Annuleren, waardoor de status van het voertuig ongewijzigd blijft.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 76 -
Systeemgebieden
Formulieren Formulieren worden gebruikt voor de verwerking van de basisstructuur van de inhoud in berichten of ordertaken die via de Dynafleet Online API worden verstuurd. De formulieren worden in de editor gemaakt en vervolgens gedistribueerd naar de voertuigeenheid. Er zijn twee verschillende soorten formulieren: berichtenformulieren en ordertaakformulieren. Berichtenformulieren vormen de basis van de berichtenverwerking tussen het kantoor en het voertuig. Door het gebruik van formulieren wordt de informatie op een gestructureerde manier verstuurd. Orderformulieren worden gebruikt bij het werken met orders uit een geïntegreerd systeem. Een orderformulier kan worden gebruikt om informatie over een specifieke taak in een order te verwerken. Deze functionaliteit is alleen beschikbaar voor wagenparkbeheerders die het Integratiepakket gebruiken (wagenparken die API-gereed zijn).
De formuliereditor In de formuliereditor kunt u formulieren maken, wijzigen en verwijderen. Selecteer de formulieren die u wilt wijzigen of verwijderen in de lijst Beschikbare formulieren en klik op de knop Wijzigen of Verwijderen. NB: u kunt formulieren die naar voertuigen zijn gedownload niet verwijderen of wijzigen.
Formuliertype Als u op de knop Nieuw drukt, wordt de weergave Nieuw formulier geopend. Geef het nieuwe formulier een passende naam en kies uit de formuliertypen Bericht en Ordertaak. Nadat u het formuliertype heeft geselecteerd, kunt u het niet meer wijzigen. U moet tevens kiezen of het nieuwe formulier een Normaal of een Uitgebreid formulier is. Elk formuliertype heeft een beperkte grootte. De grootte is afhankelijk van de vraag of u als formuliertype Ordertaak of Bericht heeft geselecteerd en of het een Uitgebreid of een Normaal formulier is. De formuliergrootte is de totale lengte van alle veldnamen in het formulier. De berichtgrootte is de maximumlengte van de inhoud van het bericht op het formulier.
Formulierveld Elk formuliertype bestaat uit een of meerdere velden die kunnen worden toegevoegd, gewijzigd of verwijderd. Klik op Toevoegen om een nieuw veld toe te voegen aan het formulier. Het pop-upvenster Veld toevoegen wordt geopend. Voer de naam van het veld in en de maximumlengte van de inhoud. Onder Max. ziet u de groottelimieten van de naam- en lengteparameters. NB: voor elk veld wordt een aantal tekens als overhead gebruikt. Stel in of de inhoud van dit veld optioneel, verplicht of alleen-lezen is voor zowel mobiel als kantoor. Let erop dat mobiel en kantoor niet tegelijkertijd alleen-lezen kunnen zijn. Vergeet niet om de wijzigingen op te slaan.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 77 -
Systeemgebieden
Actieve formulieren In deze weergave controleert en distribueert u de formulieren die u voor de voertuigen in het wagenpark heeft gemaakt. Begin met het toevoegen van voertuigen uit de middelennavigator aan de lijst Toevoegen/selecteren voertuig. Selecteer de voertuigen waarmee u wilt werken in de lijst en klik op de knop Weergeven. Deze voertuigen verschijnen in de weergave Formulieren in voertuigen. Alle beschikbare formulieren zijn aanwezig in de lijst Beschikbare formulieren. Gebruik de knop om formulieren die u in de lijst Beschikbare formulieren heeft geselecteerd, toe te voegen aan uw voertuigen. De verzendstatus wordt ingesteld op Niet verzonden. Met de knop
verwijdert u formulieren uit uw voertuigen.
NB: er worden geen formulieren toegevoegd aan of verwijderd uit het voertuig totdat u op de knop Verzenden klikt. De verzendstatus wordt bijgewerkt wanneer u op de knop Weergeven klikt. Met de knopAlle selecteren selecteert u alle formulieren in de lijst Formulieren in voertuigen. U kunt deze functie gebruiken om alle formulieren uit uw voertuigen te verwijderen wanneer alles moet worden bijgewerkt.
Alle formulieren verwijderen U kunt alle formulieren voor de geselecteerde voertuigen verwijderen door op een van de volgende knoppen te klikken: Alle berichtformulieren verwijderen of Alle orderitemformulieren verwijderen. U kunt de verzendstatus van deze opdracht bekijken door op de knop Verzendstatus weergeven te klikken. De weergave voor de verzendstatus is in twee gedeelten verdeeld: een voor elk formuliertype (bericht of orderitem).
Chauffeurs wijzigen Wanneer een wagenparkbeheerder een chauffeur toevoegt en selecteert in de Chauffeurweergave, wordt informatie over de chauffeur getoond in de volgende secties: l l l l l l
Persoonlijke gegevens Verificatie Chauffeursinstellingen Optionele gegevens Telefoon werk Aanvullende chauffeursinformatie
Verificatie Wanneer een chauffeur is aangemeld bij het voertuig, kan Dynafleet Online de afzonderlijke chauffeursgegevens controleren en bijhouden welke chauffeur momenteel het voertuig gebruikt. Op basis daarvan kan Dynafleet Online de voorschriften voor chauffeurstijden weergeven, en voertuiggegevens en chauffeurspecifieke gegevens in logbestanden vastleggen. Een chauffeur kan zich als volgt bij het voertuig aanmelden: l
l
Met een pincode In voertuigen met een Driver Tool of een Driver Service Platform en toetsenbord, meldt de chauffeur zich aan met zijn id en pincode voor de analoge tachograaf. De wagenparkbeheerder moet hiervoor de pincode hebben ingevoerd in de weergave Wijzig chauffeur in Dynafleet Online. Digitale tachograaf De wagenparkbeheerder moet de digitale tachograafkaart-id voor de chauffeur invoeren in de Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 78 -
Systeemgebieden
l
weergave Wijzig chauffeur voordat Dynafleet Online informatie over de chauffeur kan weergeven. Als de kaart-id wordt ingevoerd in de weergave Wijzig chauffeur, wordt de chauffeur automatisch aangemeld bij Dynafleet Online wanneer de digitale tachograafkaart in de tachograaf wordt geplaatst. Chauffeur-id (USB-stick met bestand met chauffeur-id) De wagenparkbeheerder downloadt het .did-bestand (chauffeur-id) met de chauffeursgegevens op een USB-stick door te klikken op de downloadknop in de weergave Wijzig chauffeur. Nadat het bestand is gedownload, wordt de USB-stick overhandigd aan de chauffeur die de USBstick in de USB-kabelaansluiting in het dashboard van het voertuig plaatst. De USB-kabel is niet standaard aanwezig in het voertuig en moet in een werkplaats worden gemonteerd. Opmerking: De USB-stick moet voor het downloaden van bestanden worden geformatteerd in het FAT32-bestandsysteem en er mogen geen andere gegevens op de stick staan. Bovendien moet het .did-bestand in de hoogste map op de USB-stick worden opgeslagen.
Chauffeursgegevens wijzigen De wagenparkbeheerder kan als volgt chauffeursgegevens wijzigen: 1. Klik op het tabblad Administratie om de weergave Administratie te openen. 2. Klik op de knop Wijzig chauffeur
om de Chauffeurweergave te openen.
3. Selecteer een chauffeur in de lijst, klik op de knop Voeg chauffeur toe aan selectie
en ver-
volgens op Wijzig chauffeur . 4. Geef de nieuwe of gewijzigde informatie over de chauffeur op in de weergave Wijzig chauffeur. 5. Klik op Opslaan om de nieuwe of gewijzigde informatie op te slaan. U kunt het proces op elk gewenst moment verlaten door op Annuleren te klikken. Dan blijft de informatie in het systeem ongewijzigd.
Het bestand met de chauffeur-id downloaden op een USB-stick De wagenparkbeheerder kan als volgt het bestand met de chauffeur-id downloaden op de USB-stick: 1. Klik op het tabblad Administratie om de weergave Administratie te openen. 2. Klik op de knop Wijzig chauffeur
om de Chauffeurweergave te openen.
3. Selecteer een chauffeur in de lijst en klik op de knop Voeg chauffeur toe aan selectie 4. Zorg dat USB-stick leeg is en geformatteerd in het FAT32-bestandssysteem.
.
5. Klik op de downloadknop in het gedeelte Verificatie in de Chauffeurweergave. 6. Sla het bestand op in de hoogste map op de USB-stick. Let op: Als er meerdere chauffeursbestanden op de USB-stick staan, wordt altijd de eerste in alfabetische volgorde gebruikt.
Gebruikers wijzigen Als beheerder heeft u de mogelijkheid gegevens van een bepaalde gebruiker te wijzigen. 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op
om gebruikersgegevens te wijzigen.
3. Selecteer de gebruiker waarvan u de gegevens wilt wijzigen en klik op 4. Geef de nieuwe gegevens op en klik op Opslaan.
.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 79 -
Systeemgebieden
Gebruikersinstellingen kopiëren U kunt gebruikersinstellingen kopiëren van een bestaande gebruiker. Selecteer een bestaande gebruiker in de vervolgkeuzelijst Gebruikersinstellingen kopiëren van en selecteer Kopiëren. De volgende instellingen worden gekopieerd: l l l l l l
Toegewezen voertuigen en chauffeurs Taal Meetsysteem Opties voor doorsturen van berichten Gebruikersbeschrijving Gebruikersrol
Voertuigen wijzigen U kunt de informatie over eerder ingevoerde voertuigen wijzigen. U vindt deze functie op het tabblad Administratie. 1. Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. 2. Klik op
.
3. Selecteer het voertuig dat u wilt wijzigen in de middelenweergave en klik op
.
4. Selecteer het voertuig in de lijst en klik op de knop Wijzigen voertuig . 5. Wijzig de informatie en klik op Volgende. Waarschuwing: als u de ID van het boordapparaat wijzigt (niet altijd mogelijk), kunnen de historische gegevens van het voertuig verloren gaan. Wanneer het voertuigprofiel wordt gewijzigd, kan dit resulteren in afwijkende chauffeursscores in de mobiele toepassing. 6. In deze fase moet u de licentieovereenkomst lezen en aanvaarden. De licentieovereenkomst geeft informatie over prijzen en gebruikersovereenkomsten. Klik op Voltooien om de wijzigingen op te slaan. U kunt het wijzigingsproces op elk moment stoppen door op Annuleren te klikken. Er worden dan geen wijzigingen opgeslagen in het systeem.
Voertuigen pauzeren en hervatten In de weergave Voertuigen pauzeren en hervatten heeft u de mogelijkheid om voertuigen te pauzeren en weer te activeren. Als een voertuig geen gebruik maakt van de services in het abonnement, kan het worden gepauzeerd om de resterende tijd te bewaren voor vooraf betaalde serviceabonnementen of om de maandelijkse serviceabonnementen op te schorten. Selecteer in de middelenweergave een of meer voertuigen die u wilt wijzigen en klik op om de weergave Voertuigen pauzeren en hervatten te openen. Selecteer de voertuigen in de lijst en klik op de knop Voertuigen pauzeren en hervatten
.
Als u een voertuig met een maandelijks abonnement pauzeert, wordt een eenmalige kostprijs berekend. De kostprijs is gelijk aan de servicekosten voor één maand en wordt aangerekend voor het voertuig. Als u een voertuig met een vooruitbetaald abonnement pauzeert, wordt de vooruitbetaalde periode met één maand verlaagd. Let op! Als u de vooruitbetaalde tijd voor een voertuig met vooruitbetaalde abonnementen wilt behouden, moet de pauzeperiode langer zijn dan 60 dagen. Een voertuig:
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 80 -
Systeemgebieden l l l l l
kan maximaal 2 keer per periode van 365 dagen worden gepauzeerd. kan maximaal 6 maanden per keer worden gepauzeerd. kan op elk moment worden geactiveerd. wordt automatisch geactiveerd aan het einde van de pauzeperiode. met een resterende vooruitbetaald abonnementsperiode van minder dan 3 maanden kan niet worden gepauzeerd.
In de volgende tabel worden de verschillende kolommen in de weergave Voertuigen pauzeren en hervatten beschreven. Kolom
Beschrijving Geeft de naam weer van het voertuig Voertuignaam waarop het abonnement van toepassing is. Geeft de voertuigstatus aan. De status is Actief of Gepauzeerd. Actief betekent dat de services worden gebruikt, terwijl Gepauzeerd betekent dat de services momenteel Status niet worden gebruikt door het voertuig. Wanneer een voertuig is gepauzeerd, is het niet mogelijk met het voertuig te communiceren en kan het voertuig niet communiceren met Dynafleet Online. Geeft de naam weer van de gebruiker die de laatste keer het voertuig heeft gepauzeerd. Laatst gepauAls een voertuig wordt gepauzeerd door een zeerd door vertegenwoordiger voor Volvo of als een vooraf betaald abonnement is verlopen, wordt Volvo Trucks weergegeven. Laatst gepauGeeft de begin- en einddatums weer voor de zeerd huidige of de vorige pauzeperiode. Geeft het resterende aantal keren aan dat Resterende pau- het voertuig kan worden gepauzeerd. Een zes voertuig kan maximaal 2 keer per periode van 365 dagen worden gepauzeerd. Geeft de services weer waarop het voertuig Services een abonnement heeft.
Voertuigen pauzeren Doe het volgende als u voertuigen wilt pauzeren: 1. Selecteer de voertuigen die u wilt pauzeren. 2. Selecteer het keuzerondje Pauzeren tot en met en klik op het kalenderpictogram der te openen. 3. Selecteer een datum in de kalender en klik op de knop Indienen.
Voertuigen activeren Doe het volgende als u voertuigen wilt activeren: 1. Schakel de selectievakjes in voor de voertuigen die u wilt activeren. 2. Selecteer het keuzerondje Activeren. 3. Klik op de knop Indienen.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 81 -
om de kalen-
Systeemgebieden
Gegevens uit VDA vernieuwen Deze functie neemt contact op met een centrale database om te zien of informatie over het geselecteerde voertuig is gewijzigd. Als er wijzigingen worden gevonden, wordt de voertuiginformatie automatisch bijgewerkt. Er wordt een venster geopend met het bijgewerkte resultaat.
Initiële instelling De functie Initiële instelling wordt gebruikt om de communicatie met het apparaat in te stellen. Wanneer u op Weergave klikt, wordt een pagina afgebeeld met de geselecteerde voertuigen en hun huidige verzendstatussen voor de initiële instelling. Selecteer de voertuigen waarvoor initiële instelling is vereist en klik op Verzenden. Er wordt een bericht naar het apparaat verzonden met instructies over het gebruik van de juiste telefoonnummers en adressen. Klik op Vernieuwen om de weergave bij te werken.
Services beheren Dit werkt op dezelfde manier als de initiële instelling maar wordt gebruikt voor het beheren van services. De daadwerkelijke services die naar elk voertuig worden verzonden, zijn afhankelijk van het servicepakket van het voertuig. Dit is nodig om de voertuigeenheid voor te bereiden voor de verschillende functies in Dynafleet Online.
Lokalisatiepatronen Als u de voertuigen op de kaart wilt volgen, moet er een lokalisatiepatroon aan de voertuigen worden toegewezen. Dit gebeurt in de weergave Lokalisatie-instelling, die u kunt openen vanuit het administratietabblad. Klik op het pictogram tonen.
om een lijst van alle voertuigen met lokalisatiepatronen te
Type lokalisatiepatroon
Beschrijving
Uitgeschakeld
Volgpatroon voor gekozen voertuigen afbreken.
Afstand & Tijd
Lokalisatiebericht, geactiveerd door kilometerteller, tijd met beweging, starten en stoppen, verandering brandstofniveau, verandering AdBlue-niveau, laag AdBlue-niveau, hoge uitlaatgasemissies.
Inloggen & Uitloggen
Lokalisatiebericht, geactiveerd door in- en uitloggen van chauffeur, verandering brandstofniveau, verandering AdBlue-niveau, laag AdBlue-niveau of hoge uitlaatgasemissies.
Volgen
Lokalisatiebericht, geactiveerd door kilometerteller, tijd met beweging, starten en stoppen, in- en uitloggen van chauffeur, verandering brandstofniveau, verandering AdBlue-niveau, laag AdBlue-niveau, hoge uitlaatgasemissies.
Chauffeursactiviteit
Lokalisatiebericht, geactiveerd door in- en uitloggen van chauffeur, verandering chauffeursactiviteit, verandering brandstofniveau, verandering AdBlue-niveau, laag AdBlue-niveau, hoge uitlaatgasemissies.
Volgen & Chauffeursactiviteit
Lokalisatiebericht, geactiveerd door kilometerteller, tijd met beweging, starten en stoppen, in- en uitloggen van chauffeur, verandering chauffeursactiviteit, verandering brandstofniveau, verandering AdBlue-niveau, laag AdBlue-niveau, hoge uit-
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 82 -
Systeemgebieden laatgasemissies. Temperatuur
Lokalisatiebericht, geactiveerd door kilometerteller, tijd met beweging, starten en stoppen, in- en uitloggen van chauffeur, verandering chauffeursactiviteit, verandering brandstofniveau, verandering AdBlue-niveau, laag AdBlue-niveau, hoge uitlaatgasemissies, portierstatus, status van ontdooien, temperatuuralarm.
Tijdsgestuurd lokalisatie patroon
Lokalisatiebericht, geactiveerd door tijd, starten en stoppen, in- en uitloggen van chauffeur.
Veldbeschrijvingen Er zijn meerdere velden waarin u gegevens kunt invullen. Voor sommige typen patronen zijn alle velden zichtbaar (Afstand en tijd, Volgen, Volgen en chauffeursactiviteit, Temperatuur), maar voor andere patronen zijn sommige velden verborgen, afhankelijk van de activeringen. Veld
Beschrijving
Kilometerteller
Wanneer het voertuig deze afstand heeft afgelegd, wordt kilometerteller geactiveerd.
Tijd
Wanneer deze tijd is verstreken tijdens het rijden, wordt tijd met beweging geactiveerd.
Activering starten
Dit is de minimumsnelheid om starten te activeren.
Activering stoppen
Dit is de tijd dat een voertuig moet stilstaan om stop te activeren.
Begindatum/tijd
De datum waarop dit lokalisatiepatroon moet worden geactiveerd.
Einddatum/tijd
De datum waarop dit lokalisatiepatroon moet worden gedeactiveerd.
De combinatie 10 km voor kilometerteller en 10 minuten voor tijd is niet toegestaan omdat dit te veel gegevens zou produceren.
Instellingen voor werktijdvoorschriften U kunt de weergave Instellingen voor werktijdvoorschriften openen door Instellingen voor werktijdvoorschriften te selecteren op de pagina Wagenparkadministratie. Alleen de wagenparkbeheerder heeft toegang tot deze pagina. Via de instellingen voor werktijdvoorschriften kan de beheerder het volgende doen: - doorlopende of vaste perioden selecteren; - de lengte van de doorlopende perioden selecteren als het type doorlopende periode is geselecteerd; - vaste perioden definiëren als het type vaste periode is geselecteerd; - de nachttijd veranderen; - de maximaal toegestane werktijden veranderen in een 24-uurs periode wanneer er in nachttijd wordt gewerkt. Dit zijn algemene instellingen voor alle chauffeurs in het wagenpark. Let op: De instelling van de tijdzone voor het wagenpark is van invloed op de berekeningen: gegevensberekeningen voor weekinstelling, overtredingen van de rust- en pauzetijden en overtredingen van de nachtelijke werktijd worden niet opnieuw berekend op basis van de oude gegevens nadat de instelling van de tijdzone is gewijzigd. De lengte van de doorlopende periode kan tussen de 17 en 52 weken worden ingesteld.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 83 -
Systeemgebieden
Het is mogelijk om vaste perioden te maken als het keuzerondje voor de vaste periode is geselecteerd. U moet een beschrijvende naam voor de periode, de begindatum en de einddatum selecteren en vervolgens toevoegen aan de lijst van vaste perioden door op de knop Toevoegen te klikken. Een vaste periode begint altijd op een maandag om 00.00 uur. U kunt dus alleen maandagen selecteren. Vaste perioden mogen elkaar niet overlappen. De wijzigingen aan de vaste perioden worden pas opgeslagen nadat u op de knop Opslaan heeft geklikt.
Adresboeken Openbare adresboeken Openbare adresboeken worden gebruikt voor het delen van lijsten met contactpersonen tussen voertuigen. Dit is bijvoorbeeld handig voor voertuigen die op dezelfde routes rijden. De openbare adresboeken worden gemaakt in de administratieweergave en kunnen niet in de voertuigen worden gewijzigd. Een adresboek kan maximaal 300 contactpersonen bevatten. Elke contactpersoon heeft een naam en minstens één van de volgende gegevens: mobiel telefoonnummer, ander telefoonnummer of e-mailadres. Openbare adresboekgegevens kunnen niet door de chauffeurs worden gewijzigd. Als een openbaar adresboek is gewijzigd, vraagt het systeem of het gewijzigde adresboek automatisch opnieuw moet worden verzonden indien het al naar minstens één voertuig is verzonden.
Openbare adresboeken distribueren Open de distributiepagina van het openbare adresboek via de beheerpagina. Selecteer de voertuigen waar u een adresboek naar wilt verzenden, selecteer het adresboek in de vervolgkeuzelijst en klik op de knop Verzenden. Als een adresboek sinds de distributie naar een voertuig is gewijzigd, wordt er in de kolom Er is synchronisatie nodig Ja vermeld. Het adresboek hoeft dan alleen opnieuw te worden verzonden.
Privéadresboeken Een privéadresboek kan in het voertuig door de chauffeur worden gemaakt en beheerd. Ze worden gesynchroniseerd tijdens het aan- en afmelden om ervoor te zorgen dat de chauffeur altijd zijn/haar eigen adresboek heeft, ongeacht in welk voertuig hij/zij rijdt. Het maximale aantal contactpersonen voor het privéadresboek van de chauffeur wordt gespecificeerd in de instellingen voor de chauffeur. Alleen voertuigen met het servicepakket Messaging ondersteunen openbare en privéadresboeken.
Internet Onboard Internet Onboard maakt directe toegang tot internet mogelijk via de Dynafleet-eenheid in het voertuig, met gebruikmaking van één of meer beschikbare protocollen. De protocollen zijn: HTTP, HTTPS, FTP, WAP, IMAP, POP3, SMTP. Internet Onboard vereist dat er op de Dynafleet-eenheid een apparaat van derden wordt aangesloten met een speciale kabel. De kabel kunt u kopen bij uw plaatselijke Volvo-dealer. Open de pagina Internet Onboard configureren via de pagina Beheer. Selecteer de voertuigen die u wilt configureren en klik op de knop Configureren. Selecteer de gewenste protocollen en klik op Verzenden. Om alle functionaliteit van Internet Onboard uit een voertuig te verwijderen, selecteert u gewoon geen enkel protocol en klikt u op de knop Verzenden.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 84 -
Systeemgebieden
Het is belangrijk dat u bedenkt dat dit een aanvullende service is, die de maandelijkse kosten van een voertuig kan verhogen. Zie de Algemene voorwaarden en de prijslijst (onderstaande link) voor meer gegevens. http://www.dynafleetonline.com/fm/dynafleet-static/online_documents/price_lists/pricelist.html Als u meer wilt weten over de voordelen en prijzen van Internet Onboard of ermee aan de slag wilt, neemt u contact op met ons lokale teamDynafleet.
Driver Coaching Driver Coaching is een functie waarbij de chauffeur instructies ontvangt om het brandstofverbruik te verminderen via real-time controle en evaluatie van de rijstijl. Via de display in het voertuig ontvangt de chauffeur meteen advies over het verbeteren van het rijgedrag. De wagenparkbeheerder kan Driver Coaching in- of uitschakelen via de configuratie in Dynafleet Online. Er bestaan twee versies van Driver Coaching. De voertuiguitrusting en de truckgeneratie van het voertuig bepalen welke versie van Driver Coaching wordt ondersteund. Voor Volvo FH/FM/FMX classic (generatie 3), FL/FE en niet-Volvo-trucks geeft Driver Coaching aan wanneer de snelheidslimiet wordt overschreden, wanneer de chauffeur buiten het zuinige bereik komt of wanneer het voertuig te lang stationair draait. Alleen voertuigen die een abonnement hebben op het servicepakket Fuel and Environment en die zijn uitgerust met een hulpmiddel of serviceplatform voor chauffeurs, ondersteunen dit type Driver Coaching. Voor Volvo FH/FM/FMX-trucks (generatie 4) zorgt Driver Coaching dat de chauffeur minder brandstof verbruikt door middel van directe evaluatie van de chauffeursprestaties met Volvo Trucks Score voor brandstofverbruik. Als de chauffeur afwijkt van het gewenste rijgedrag, worden adviezen gegeven over het verbeteren van de rijstijl. Alleen voertuigen die een abonnement hebben op het servicepakket Fuel and Environment en die zijn uitgerust met een serviceplatform voor chauffeurs (TESPT/TESP-TN), ondersteunen dit type Driver Coaching. Wanneer Driver Coaching is ingeschakeld, bepaalt het voertuigprofiel de reactie van het voertuig en hoe de rijstijlanalyse wordt uitgevoerd. Het voertuigprofiel wordt ingesteld in de weergave Wijzig voertuig.
Driver Coaching in-/uitschakelen voor Volvo FH/FM/FMX classic (generatie 3), FL/FE en niet-Volvo-trucks De wagenparkbeheerder kan Driver Coaching als volgt in- of uitschakelen: 1. Klik op de knop Instellingen Driver Coaching distribueren op het tabblad Administratie om de weergave Instellingen Driver Coaching te openen. 2. Selecteer de voertuigen die u wilt configureren en klik op de knop Configureren. 3. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen in het vervolgkeuzemenu om Driver Coaching in of uit te schakelen. 4. Als Driver Coaching is ingeschakeld, schakelt u het selectievakje Geavanceerde opties weergeven in om de volgende eigenschappen in te stellen: l Buiten zuinig bereik* - Hier stelt u in hoeveel seconden de chauffeur buiten het zuinige bereik kan zijn voordat een waarschuwing wordt gegeven. l Stationair - Hier stelt u in hoeveel minuten het voertuig stationair kan draaien voordat de chauffeur wordt gewaarschuwd. l Te hoge snelheid* - Hier stelt u in hoeveel seconden de chauffeur sneller kan rijden dan de opgegeven maximumsnelheid voordat een waarschuwing wordt gegeven. Klik op de knop Verzenden om de configuratie af te ronden. * Als u de waarden voor het zuinige bereik en de snelheid wilt configureren, wijzigt u de voertuiginstellingen in de weergave Wijzig voertuig.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 85 -
Systeemgebieden
Driver Coaching in-/uitschakelen voor Volvo FH/FM/FMX-trucks (generatie 4) De wagenparkbeheerder kan Driver Coaching als volgt in- of uitschakelen: 1. Klik op de knop Instellingen Driver Coaching distribueren op het tabblad Administratie om de weergave Instellingen Driver Coaching te openen. 2. Selecteer de voertuigen die u wilt configureren en klik op de knop Configureren. 3. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen in het vervolgkeuzemenu om Driver Coaching in of uit te schakelen. 4. Klik op de knop Verzenden om de configuratie te voltooien. Driver Coaching is nu ingeschakeld voor het voertuig. De rijstijl van de chauffeur wordt geanalyseerd op basis van het van toepassing zijnde voertuigprofiel. Als u een ander voertuigprofiel wilt kiezen, wijzigt u de voertuiginstellingen in de weergave Wijzig voertuig.
Onboard API Onboard API is een service waarbij de Dynafleet-unit via UDP voertuiggegevens verzendt (positie, brandstof, enzovoort) vanaf een vooraf gedefinieerde poort. Vervolgens is het mogelijk een extern apparaat (PC/PDA) via USB te verbinden met de Dynafleet-unit om toegang tot de gegevens te krijgen. Open de pagina Instellingen Onboard API via de pagina Administratie. Selecteer de voertuigen die u wilt configureren en klik op de knop Configureren. Selecteer de gewenste Loginterval en Verzendpoort en klik op Verzenden. Als u alle functies van de Onboard API wilt verwijderen voor een voertuig, moet u erop letten dat het selectievakje Onboard API uitschakelen is ingeschakeld. Klik vervolgens op de knop Verzenden.
Driver Data Upload Overzicht Met de functie Driver Data Upload kan een chauffeur chauffeurskaartgegevens uploaden van het voertuig naar het systeem. Er kan slechts één upload per chauffeur per dag worden uitgevoerd. Met een dag wordt hier een GMT-dag bedoeld. De geüploade gegevens kunnen worden gevonden op het tabblad Tachograafdownload onder het tabblad Chauffeurskaartgegevens, samen met de chauffeurskaartgegevens die zijn gedownload met de functie Tachograph download. De functie Driver Data Upload moet zijn ingeschakeld voor het wagenpark voordat u hiervan gebruik kunt maken. Neem contact op met ons lokale Dynafleet-team als u deze functie wilt gebruiken. Ga naar de activeringspagina van de functie Driver Data Upload door te klikken op de tab Administratie, klik vervolgens op de verzendingsknop voor Driver Data Upload onder het gedeelte Voertuiginstellingen beheren.
Inschakelen Volg de onderstaande stappen om de functie Driver Data Upload in te schakelen: 1. Selecteer de voertuigen waarvoor u Driver Data Upload wilt inschakelen. 2. Schakel het vakje Driver Data Upload inschakelen in. 3. Klik op de knop Verzenden.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 86 -
Systeemgebieden
Uitschakelen Volg de onderstaande stappen om de functie Driver Data Upload uit te schakelen: 1. Selecteer de voertuigen waarvoor u Driver Data Upload wilt uitschakelen. 2. Zorg ervoor dat het vakje Driver Data Upload inschakelen niet is ingeschakeld. 3. Klik op de knop Verzenden.
Bedrijfskaart toewijzen aan voertuig Om vanuit een voertuig te kunnen downloaden, moet er een bedrijfskaart worden toegewezen aan het voertuig. Het is mogelijk om meerdere bedrijfskaarten te gebruiken voor bedrijven die als afzonderlijke juridische entiteiten zijn geregistreerd, of om verschillende thuislocaties van bepaalde voertuigen te verwerken en nog steeds de volledige controle te behouden over de beschikbaarheid van de bedrijfskaarten. Volg de onderstaande stappen om een bedrijfskaart aan voertuigen toe te wijzen: 1. 2. 3. 4.
Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. Klik op de toewijzingsknop voor Bedrijfskaarten onder Digitale tachograaf. Selecteer een of meer voertuigen waaraan u een bedrijfskaart wilt toewijzen. Selecteer de bedrijfskaart die aan de geselecteerde voertuigen moet worden toegewezen en klik op de knop Toewijzen.
De geselecteerde bedrijfskaart is nu toegewezen aan de geselecteerde voertuigen.
Toewijzing van bedrijfskaart verwijderen bij voertuig U kunt de toewijzing van een bedrijfskaart bij een voertuig verwijderen als de kaart niet langer gebruikt mag worden voor dat voertuig. Volg de onderstaande stappen om een bedrijfskaart bij een voertuig te verwijderen: 1. 2. 3. 4. 5.
Klik op de tab Administratie om de administratieweergave te openen. Klik op de toewijzingsknop voor Bedrijfskaarten onder Digitale tachograaf. Selecteer één of meer voertuigen. Klik op de knop Verwijderen. Bevestig het verwijderen door op de knop OK te klikken.
De geselecteerde voertuigen hebben nu geen toegewezen bedrijfskaarten meer.
Bedrijfskaarten beheren Overzicht Om vanuit een voertuig te kunnen downloaden, moet er een bedrijfskaart worden toegewezen aan het voertuig, die is geregistreerd in de toepassing. Als wagenparkbeheerder kunt u deze bedrijfskaarten beheren en nieuwe kaarten maken. Ga naar de administratiepagina door op de tab Administratie te klikken om de administratieweergave te openen, klik vervolgens op de beheerknop voor Bedrijfskaarten onder Digitale tachograaf.
Bedrijfskaart maken Om vanuit een voertuig te kunnen downloaden, moet er een bedrijfskaart worden toegewezen aan het voertuig. De bedrijfskaart moet worden geregistreerd in de toepassing. Om een nieuwe bedrijfskaart te registreren die u aan een of meer voertuigen wilt toewijzen, moet u de kaart eerst maken.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 87 -
Systeemgebieden
Volg de onderstaande stappen om een bedrijfskaart te maken: 1. Klik op de knop Maken. Als een ongeregistreerde bedrijfskaart in een kaartlezer wordt geplaatst en de kaartleestoepassing wordt uitgevoerd, kunt u de kaart selecteren en op Maken klikken, de kaart krijgt dan automatisch een serienummer. 2. Voer de bedrijfskaartinformatie in. 3. Klik op de knop Maken om de ingevoerde bedrijfskaartinformatie te bevestigen. De bedrijfskaart wordt nu gemaakt en samen met de bestaande bedrijfskaarten van het wagenpark weergegeven. Een bedrijfskaart bevat de volgende velden: Veld
Vereist
Veldbeschrijving
Serienummer
Ja
Tekstveld voor het invoeren van het serienummer van de kaart. Het serienummer is alleen beschikbaar op de chip van de kaart.
Kaartnummer
Ja
Tekstveld voor het invoeren van het kaartnummer van de kaart dat op de bedrijfskaart is gedrukt.
Opmerking
Ja
Tekstveld voor het invoeren van opmerkingen.
Bedrijfskaart wijzigen U kunt een reeds geregistreerde bedrijfskaart wijzigen. Volg de onderstaande stappen om een bedrijfskaart te wijzigen: 1. Selecteer de bedrijfskaart die u wilt wijzigen en klik op de knop Wijzigen. 2. Voer de bedrijfskaartinformatie in. 3. Klik op de knop Wijzigen om de ingevoerde bedrijfskaartinformatie te bevestigen. De bedrijfskaart is nu gewijzigd.
Bedrijfskaart verwijderen U kunt een bedrijfskaart die niet meer wordt gebruikt, verwijderen. Als de bedrijfskaart in gebruik is, worden alle toewijzingen verwijderd en worden alle actieve downloadtaken geannuleerd. Volg de onderstaande stappen om een bedrijfskaart te verwijderen: 1. Selecteer de bedrijfskaart die u wilt verwijderen en klik op de knop Verwijderen. 2. Bevestig het verwijderen door op de knop ok te klikken. De bedrijfskaart wordt nu verwijderd en uit de lijst van bedrijfskaarten van het wagenpark gehaald.
Kaartleestoepassing starten Informatie over de kaartleestoepassing kan hier worden gevonden in Bedrijfskaarten bekijken.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 88 -
Systeemgebieden
Tachograph download Overzicht Tachograph download bestaat uit drie aan elkaar verwante services die elk steunen op een in 2009 geïntroduceerde techniek en EU-wetgeving, waardoor gegevens van een digitale tachograaf via draadloze connectiviteit digitaal kunnen worden doorgegeven aan een kantoorsysteem. De drie services zijn:
Chauffeurskaart downloaden De eerste service is de mogelijkheid om chauffeurskaartgegevens op afstand te downloaden via het communicatiekanaal van Dynafleet. Voor deze service moet een digitale tachograaf versie 1.3a in de truck zijn geïnstalleerd. Met deze service worden de gegevens van de chauffeurskaart op gezette tijden automatisch (gepland) gedownload naar de online servers van Dynafleet Online, of handmatig op verzoek. De chauffeurskaart blijft in de tachograaf, dus de chauffeur hoeft niets te doen. De gegevens op de chauffeurskaart moeten worden "ontgrendeld" door middel van bedrijfskaartverificatie. Deze verificatie gebeurt op afstand en daarom moet de bedrijfskaart beschikbaar worden gemaakt voor Dynafleet Online door middel van een kaartlezer die is aangesloten op een computer in het kantoor van het transportbedrijf.
Tachograafgeheugendownload De tweede service, die vrijwel hetzelfde werkt als de chauffeurskaartdownload, is de mogelijkheid om het geheugen van de digitale tachograaf op afstand te downloaden. De verificatie door middel van een bedrijfskaart gebeurt op dezelfde manier als bij de chauffeurskaartdownload. Voor alle downloadservices op afstand is slechts één bedrijfskaart nodig, maar het is mogelijk om met meerdere kaarten te werken als uw bedrijf is opgesplitst in juridische entiteiten of geografisch is verspreid. Het downloaden gebeurt ook hier automatisch en gepland of handmatig.
Snelheidsbestand van tachograaf downloaden De derde service is de mogelijkheid om de afgelopen 24 uur aan informatie over het snelheidsprofiel te downloaden van de digitale tachograaf voor een diepgaande analyse van het rijgedrag. Deze functie wordt naast de maandelijkse factuur in rekening gebracht.
Service inschakelen Om op afstand te kunnen downloaden vanuit voertuigen, moet eerst de functie Tachograph download worden ingeschakeld voor het wagenpark. U kunt contact opnemen met uw lokale verkooporganisatie om deze functie in te schakelen voor uw wagenpark. Bovendien kan de wagenparkbeheerder Tachograph download inschakelen voor afzonderlijke voertuigen. Met de downloadfuncties kan de kantoorgebruiker gegevens van het tachograafgeheugen en de chauffeurskaart ophalen via geautomatiseerde, geplande taken of handmatig, maar de beheerder kan het initiatief ook bij de chauffeur laten door hem de gegevensoverdracht op het door hem gewenste tijdstip te laten starten. Door de functie Tachograph download in te schakelen, worden alle drie de services beschikbaar, hoewel ze later afzonderlijk geconfigureerd kunnen worden. Ga naar de activeringspagina door te klikken op de tab Administratie om de administratieweergave te openen, klik vervolgens op het verzendingspictogram voor Tachograph download onder het gedeelte Voertuiginstellingen beheren.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 89 -
Systeemgebieden
Tachograph download inschakelen voor voertuig Als de functie Tachograph download is ingeschakeld voor het wagenpark, kunt u deze inschakelen voor alle voertuigen waarvoor deze functie wordt ondersteund. Volg de onderstaande stappen om de functie Tachograph download in te schakelen voor een voertuig: 1. Selecteer een of meer voertuigen waarvoor u de functie wilt inschakelen en klik op de knop Configureren. 2. Kies door de selectievakjes in te schakelen. 3. Bevestig het inschakelen door op de knop Bijwerken verzenden te klikken. Het inschakelen van de functie Tachograph download is nu verzonden naar de geselecteerde voertuigen.
Tachograph download uitschakelen voor voertuig U kunt de functie Tachograph download eenvoudig uitschakelen voor voertuigen die deze service niet meer mogen gebruiken. Volg de onderstaande stappen om de functie Tachograph download uit te schakelen voor een voertuig: 1. Selecteer een of meer voertuigen waarvoor u de functie wilt uitschakelen en klik op de knop Configureren. 2. Maak de selectie van het keuzevakje Chauffeurskaartdownload inschakelen en Tachograafgeheugendownload inschakelen ongedaan. Hierdoor wordt ook de mogelijkheid voor het downloaden op initiatief van de chauffeur uitgeschakeld. 3. Bevestig het uitschakelen door op de knop Bijwerken verzenden te klikken. De functie Tachograph download is nu uitgeschakeld voor de geselecteerde voertuigen.
Schema's voor Tachograph download Overzicht Als wagenparkbeheerder kunt u een schema opstellen voor het uitvoeren van chauffeurskaartdownloads en tachograafgeheugendownloads. U kunt ook een tijdslimiet instellen voor het aantal dagen dat voorbij kan gaan zonder er iets wordt gedownload voor een chauffeur of voertuig voordat er een waarschuwing wordt gegenereerd. De waarschuwingen helpen u om te voldoen aan de wettelijke voorschriften voor de maximale tijd tussen de downloads.
Schema's en waarschuwingen voor tachograafgeheugen configureren U kunt een schema instellen voor het moment waarop voertuiggegevens moeten worden gedownload via een tachograafgeheugendownload en u kunt instellen hoeveel dagen er tussen twee downloads mogen zitten voordat er een waarschuwing wordt gegenereerd. Klik op het tabblad Administratie om de administratieweergave te openen, klik vervolgens op de voertuigknop voor Schema's en waarschuwingen beheren onder het gedeelte Schema's voor Tachograph download.
Tachograafgeheugendownload plannen Volg de onderstaande stappen om de tachograafgeheugendownloads te plannen:
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 90 -
Systeemgebieden 1. 2. 3. 4.
Selecteer een of meer voertuigen waarvoor u downloads wilt plannen. Klik op de knop Schema configureren. Definieer het schema voor de tijdstippen waarop de downloads moeten worden uitgevoerd. Sla het schema op door op de knop Opslaan te klikken.
De downloads worden nu vanuit de voertuigen uitgevoerd op de geselecteerde dagen.
Waarschuwingen voor tachograafgeheugengegevens configureren Volg de onderstaande stappen om waarschuwingen voor tachograafgegevens te configureren: 1. Selecteer een of meer voertuigen waarvoor u waarschuwingen voor tachograafgegevens wilt configureren. 2. Klik op de knop Waarschuwingen configureren. 3. Definieer de waarschuwingsinstellingen. 4. Sla de instellingen op door op de knop Opslaan te klikken. De waarschuwingen worden weergegeven als er geen nieuwe tachograafgeheugendownload is uitgevoerd binnen de gedefinieerde tijd vanaf de vorige download.
Schema's en waarschuwingen voor chauffeurskaart configureren U kunt een schema instellen voor het moment waarop chauffeursgegevens moeten worden gedownload via een chauffeurskaartdownload en u kunt instellen hoeveel dagen er tussen twee downloads kunnen zitten voordat er een waarschuwing wordt gegenereerd. Klik op het tabblad Administratie om de administratieweergave te openen, klik vervolgens op de chauffeursknop voor Schema's en waarschuwingen beheren onder het gedeelte Schema's voor Tachograph download.
Chauffeurskaartdownload plannen Volg de onderstaande stappen om een chauffeurskaartdownload te plannen: 1. 2. 3. 4.
Selecteer een of meerdere chauffeurs waarvoor u downloads wilt plannen. Klik op de knop Schema configureren. Definieer het schema voor de tijdstippen waarop de downloads moeten worden uitgevoerd. Bevestig het schema door op de knop Opslaan te klikken.
De downloads worden nu uitgevoerd op de geselecteerde dagen.
Waarschuwingen voor chauffeurskaartgegevens configureren Volg de onderstaande stappen om waarschuwingen voor chauffeursgegevens te configureren: 1. Selecteer een of meer chauffeurs waarvoor u waarschuwingen voor chauffeurskaartgegevens wilt configureren. 2. Klik op de knop Waarschuwingen configureren. 3. Definieer de waarschuwingsinstellingen. 4. Sla de instellingen op door op de knop Opslaan te klikken. Er wordt een waarschuwing weergegeven als er geen chauffeurskaartdownload is uitgevoerd binnen de gedefinieerde tijd vanaf de vorige download.
Factuurspecificaties bekijken Als een factuur is gemaakt, kan de factuurspecificatie worden bekeken op het tabblad Factuurgegevens. U kunt de factuur bekijken, details met betrekking tot specifieke wagenparken en/of voertuigen zoeken en rapporten maken in Adobe PDF- en in Microsoft Excel-indeling. In dit gedeelte wordt het bekijken en begrijpen van de factuurspecificatie beschreven.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 91 -
Systeemgebieden
Factuurgegevens bekijken Voor het bekijken van factuurgegevens moeten een ontvanger van de factuur en een factureringsperiode worden geselecteerd. 1.
Selecteer de naam van de klant of het wagenpark in het selectievak Ontvanger van factuur. Na de selectie wordt het vervolgkeuzemenu Periode selecteren vernieuwd met een lijst met datums waarvoor facturen zijn opgeslagen. Als er geen gefactureerde periodes beschikbaar zijn, kunnen geen factuurgegevens worden bekeken.
2.
Selecteer de datum van de factureringsperiode waarvoor u de factuurspecificatie wilt bekijken.
Let op! U kunt telkens maar één factureringsperiode tegelijk bekijken. Nadat u een factureringsperiode heeft geselecteerd, wordt de valuta voor de factuur weergegeven naast het vervolgkeuzemenu Periode selecteren, bijvoorbeeld EUR of GBP. Er wordt een rapport gegenereerd dat onder de kop Factuurspecificatie op het tabblad Factuurgegevens kan worden bekeken. Om de volledige inhoud van de specificatie te bekijken, moet u mogelijk naar links en rechts en omhoog en omlaag bladeren.
De factuurspecificatie begrijpen Als een factureringsperiode is geselecteerd, bevat de factuurspecificatie de volgende gegevens: l l l
Klantnummer: het PARMA-nummer van de klant. Periode: het einde van de factureringsperiode die in stap 2 hierboven is geselecteerd. Referentienr.: het ID-nummer van de factuurspecificatie dat ook op de factuur is afgedrukt.
Voor elke rij van de factuurspecificatie zijn de volgende details beschikbaar. Veld
Beschrijving De naam van het wagenpark waarop de Wagenpark kosten van toepassing zijn. De naam van de wagen in het portaal Voertuig waarop de kosten van toepassing zijn. Het unieke identificatienummer van het Chassisnr. voertuig. Kenteken Het kenteken van het voertuig. De datum waarop het voertuig aan het sysActiveringsdatum teem is toegevoegd. De naam van het servicepakket voor het voertuig waarop de kosten van toepassing zijn. Als het bedrag in deze rij voor een aanServicepakket passing is, verschijnt in dit veld een beschrijving van de reden van de aanpassing. De begindatum van de periode waarop de kosten van toepassing zijn. Dit kan een Vanaf latere datum zijn als het voeruig werd geactiveerd na het begin van de factureringsperiode. De einddatum van de periode waarop de kosten van toepassing zijn. Dit kan een Tot vroegere datum zijn als het voertuig werd verwijderd vóór het einde van de factureringsperiode. Beschrijft de aard van de kosten, bijKostentype
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 92 -
Systeemgebieden voorbeeld aanmeldingskosten of opstartkosten. Het bedrag van de kosten. Alle bedragen zijn exclusief btw in de valuta die naast het vervolgkeuzemenu Periode selecteren op het formulier Factuurselectie wordt vermeld. De laatste rij van de factuurspecificatie bevat de som van alle kosten.
Bedrag
Factuurspecificaties exporteren Een factuurspecificatie die is gemaakt op het tabblad Factuurgegevens kan in PDF- of in Microsoft Excel-indeling worden geëxporteerd.
In Microsoft Excel-indeling exporteren U kunt een factuurspecificatie in Microsoft Excel-indeling exporteren om rapportgegevens op te slaan of te verzenden. Om de geëxporteerde factuurspecificatie in Microsoft Excel te bekijken, moet een geschikt programma op uw computer geïnstalleerd zijn. 1. Klik op de knop Naar Excel exporteren. Indien geïnstalleerd, wordt de factuurspecificatie in Excel als één Excel-werkblad geopend. Let op! De knop Naar Excel exporteren is uitgeschakeld tot een factuurspecificatie is gegenereerd. De eerste rij of kop van de factuurspecificatie bevat de volgende informatie: l l l l
Klantnaam: de naam van de klant die de ontvanger van de factuur is. Klantnummer: het PARMA-nummer van de klant. Periode: het einde van de factureringsperiode waarvoor de factuur is gegenereerd. Referentienr.: het ID-nummer van de factuurspecificatie dat ook op de factuur is afgedrukt.
In Adobe PDF-indeling exporteren U kunt een factuurspecificatie in Adobe PDF-indeling exporteren om rapportgegevens op te slaan of te verzenden. Om de geëxporteerde factuurspecificatie in PDF-indeling te bekijken, moet een apart leesprogramma, een PDF-reader, op uw computer geïnstalleerd zijn. 1. Klik op de knop Naar PDF exporteren. Als een reader is geïnstalleerd, wordt een nieuw browservenster met de PDF-versie van de factuurspecificatie geopend. Let op! De knop Naar PDF exporteren is uitgeschakeld tot een factuurspecificatie is gegenereerd. De eerste pagina van de PDF-versie van de factuurspecificatie bevat de volgende informatie: l l l l l
Klantnaam: de naam van de klant die de ontvanger van de factuur is. Klantnummer: het PARMA-nummer van de klant. Periode: het einde van de factureringsperiode waarvoor de factuur is gegenereerd. Totaal: de valuta en het te betalen totaalbedrag voor de factureringsperiode. Referentienr.: het ID-nummer van de factuurspecificatie dat ook op de factuur is afgedrukt.
Op de volgende pagina's van de PDF worden de voertuigen in elk wagenpark en hun kosten, inclusief de totale kosten voor elk wagenpark gespecificeerd. De wagenparken zijn alfabetisch gerangschikt.
Rapportdetails De volgende details zijn beschikbaar.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 93 -
Systeemgebieden
Veld Wagenpark Voertuig Chassisnr. Kenteken Activeringsdatum Servicepakket Vanaf Tot Kostentype Bedrag
Beschrijving De naam van het wagenpark waarop de kosten van toepassing zijn. De naam van de wagen in het portaal waarop de kosten van toepassing zijn. Het unieke identificatienummer van het voertuig. Het kenteken van het voertuig. De datum waarop het voertuig actief werd in het systeem. De naam van het servicepakket voor het voertuig waarop de kosten van toepassing zijn. Als het bedrag in deze rij voor een aanpassing is, verschijnt in het veld Servicepakket een beschrijving van de reden van de aanpassing. De begindatum van de periode waarop de kosten van toepassing zijn. De einddatum van de periode waarop de kosten voor het bepaalde voertuig van toepassing zijn. Beschrijft de aard van de kosten, bijvoorbeeld aanmeldingskosten of opstartkosten. Het bedrag van de kosten. Alle bedragen worden exclusief btw weergegeven in de valuta die op het voorblad van het PDF-bestand en in de betreffende kolomkop van het Excel-bestand is opgegeven.
Wagenpark- en voertuigspecifieke factuurdetails zoeken Zodra een factuurspecificatie is gegenereerd op het tabblad Factuurgegevens kunnen met zoekopdrachten alleen de factuurgegevens voor een specifiek wagenpark of voertuig worden weergegeven. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u in de factuurspecificatie naar wagenpark- en/of voertuigspecifieke informatie kunt zoeken. Let op! Bij het bekijken van de factuurdetails na een zoekopdracht wordt het totaalbedrag van de factuur niet weergegeven.
Specifieke wagenparken zoeken 1. Geef de naam van het wagenpark waarvan u factuurgegevens wilt bekijken op in het tekstvak Wagenpark onder de kop Zoeken. U kunt ook een deel van de naam die u als zoekcriteria wilt gebruiken opgeven. Het gebruik van een deel van de naam kan meerdere treffers opleveren. In de zoekresultaten ziet u alle wagenparken met namen die de opgegeven tekst bevatten. 2. Druk op Zoeken. De Factuurspecificatie wordt opnieuw geladen. Alleen de factuurdetails van het wagenpark met de naam die bij de zoekopdracht is opgegeven, worden weergegeven.
Zoeken met behulp van de voertuignaam 1. Geef de naam van het voertuig waarvan u factuurgegevens wilt bekijken op in het tekstvak Voertuig onder de kop Zoeken. U kunt ook een deel van de naam die u als zoekcriteria wilt gebruiken opgeven. Het gebruik van een deel van de naam kan meerdere treffers opleveren. In de zoekresultaten ziet u alle voertuigen met namen die de opgegeven tekst bevatten. 2. Druk op Zoeken. De Factuurspecificatie wordt opnieuw geladen. Alleen de factuurdetails van de voertuigen die aan de opgegeven zoekcriteria voldoen, worden weergegeven.
Specifiek chassisnummer zoeken 1. Geef het chassisnummer van het voertuig waarvan u factuurdetails wilt bekijken op in het tekstvak Chassisnr. onder de kop Zoeken. U kunt ook een deel van het chassisnummer opgeven. Het gebruik van een deel van het kenteken kan meerdere treffers opleveren. In de zoekresultaten ziet u alle voertuigen met chassisnummers die de opgegeven tekst bevatten.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 94 -
Systeemgebieden 2. Druk op Zoeken. De Factuurspecificatie wordt opnieuw geladen. Alleen de factuurdetails van de voertuigen die aan de opgegeven zoekcriteria voldoen, worden weergegeven.
Specifiek kenteken zoeken 1. Geef het kenteken van het voertuig waarvan u factuurgegevens wilt bekijken op in het tekstvak Kentekennummer onder de kop Zoeken. U kunt ook een deel van het kenteken opgeven. Het gebruik van een deel van het kenteken kan meerdere treffers opleveren. In de zoekresultaten ziet u alle voertuigen met kentekens die de opgegeven tekst bevatten. 2. Druk op Zoeken. De Factuurspecificatie wordt opnieuw geladen. Alleen de factuurdetails van de voertuigen die aan de opgegeven zoekcriteria voldoen, worden weergegeven.
Een gecombineerde zoekopdracht voor wagenparken en voertuigen uitvoeren 1. Geef de volledige of gedeeltelijke naam van het wagenpark waarvan u factuurgegevens wilt bekijken op in het tekstvak Wagenpark onder de kop Zoeken. 2. Geef in één of meer voertuigspecifieke zoekvelden - Voertuig, Chassisnr., Kenteken - volledige of gedeeltelijke gegevens van de voertuigen waarvan u de factuurspecificatie wilt bekijken op. 3. Druk op Zoeken. De Factuurspecificatie wordt opnieuw geladen. Alleen de factuurgegevens van de wagenparken en voertuigen die aan de opgegeven zoekcriteria voldoen, worden weergegeven.
Voertuigservices en aanmeldingen Op de pagina Voertuigservices en aanmeldingen vindt u een overzicht van alle voertuigen met serviceabonnementen in het wagenpark. U ziet de voertuigstatus, de services waarop een voertuig is geabonneerd en het abonnementstype voor elke service. Ook wordt informatie weergegeven over de geaccepteerde algemene voorwaarden. In de volgende tabel worden de verschillende kolommen in de weergave Voertuigservices en aanmeldingen beschreven. Kolom
Beschrijving Als een voertuig op meerdere services is + geabonneerd, klikt u op het pluspictogram voor meer informatie over elke service. Geeft de naam weer van het voertuig Voertuignaam waarop het abonnement van toepassing is. Geeft de voertuigstatus aan. De status is Actief of Gepauzeerd. Actief betekent dat de services worden gebruikt, terwijl Gepauzeerd betekent dat de services momenteel Status niet worden gebruikt door het voertuig. Wanneer een voertuig is gepauzeerd, is het niet mogelijk met het voertuig te communiceren en kan het voertuig niet communiceren met Dynafleet Online. Geeft de services weer waarop het voertuig Services een abonnement heeft. De mogelijke abonnementstypen zijn Vooruitbetaald, Maandelijks en Gemengd. Type aanmelding Gemengd geeft aan het voertuig tegelijkertijd is geabonneerd op Vooruitbetaald
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 95 -
Systeemgebieden en Maandelijks. De vervaldatum voor een vooruitbetaald abonnement wordt tussen haakjes vermeld. Als Gemengd wordt weergegeven, vouwt u de weergave uit om de vervaldatum voor de vooruitbetaalde abonnementen te zien. Geeft de naam weer van de gebruiker die de algemene voorwaarden voor de huidige services heeft geaccepteerd, met de datum van acceptatie. Als de algemene voorwaarden voor een voertuig zijn goedAlgemene voor- gekeurd toen de pagina Voertuigservices en waarden aanmeldingen nog niet bestond, worden geen gebruikersnaam of datumgegevens weergegeven. Als de algemene voorwaarden nog moeten worden geaccepteerd voor een voertuig, ziet u hier een selectievakje.
Algemene voorwaarden accepteren Als u de algemene voorwaarden voor maandelijkse facturering wilt accepteren voor de services waarop een voertuig is geabonneerd, doet u het volgende: 1. Schakel het selectievakje in de kolom Algemene voorwaarden in voor elk voertuig waarvoor dit van toepassing is. 2. Klik op de knop Volgende. 3. Lees de algemene voorwaarden. 4. Selecteer het keuzerondje Ik accepteer de bovenstaande voorwaarden. 5. Klik op de knop Einde.
Het overzicht met serviceabonnementen exporteren naar Excel De actuele gegevens over serviceabonnementen voor alle voertuigen kunnen worden geëxporteerd naar een Excel-werkblad door te klikken op het Excel-pictogram
rechtsonder op de pagina.
Copyright © 2015 Volvo Truck Corporation. Alle rechten voorbehouden. - 96 -