Dwars tegen de stroom in Meerjarenbeleid 2013 - 2016 Bibliotheek Hengelo en Bibliotheek Hof van Twente
Colofon Versie
2.0
Datum
februari 2014
Auteur(s)
Monic Gierveld
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Maatschappelijke trends
4
2.1.
Informatie en digitalisering
4
2.2.
Kennissamenleving
4
2.3.
Individualisering en zelforganisatie
4
2.4.
Duurzaamheid
5
2.5.
Subsidies onder druk / Terugtredende overheid
5
3.
4.
3
Ontwikkelingen binnen de bibliotheek
6
3.1.
Landelijke ontwikkelingen
6
3.2.
Provinciale ontwikkelingen
6
3.3.
Gemeentelijke ontwikkelingen
7
De bibliotheek in de toekomst
8
4.1.
Missie
8
4.2.
Visie
8
4.3.
Kernwaarden
9
5.
Strategie 2013 – 2016
10
6.
Meerjarenprogramma 2013 - 2016
12
6.1.
Schatkamer
12
6.2.
Werkplaats
13
6.3.
Ontmoetingsplaats
15
7.
Flankerend beleid
16
7.1.
Financiën
16
7.2.
Organisatie
16
7.3.
Marketing en communicatie
16
7.4.
ICT
17
7.5.
Kwaliteitszorg
17
Dwars tegen de stroom in Inhoudsopgave
2
1.
Inleiding
Dwars tegen de stroom in Inleiding
3
2.
Maatschappelijke trends
2.1.
Informatie en digitalisering
Digitalisering van de informatie en internet hebben ervoor gezorgd dat informatie altijd, overal, voor iedereen beschikbaar kan zijn. E-content, E-books, tablets, smartphones, we zijn voortdurend connected en razendsnel op de hoogte van wat er om ons heen gebeurt. Dit levert een overvloed aan informatie op en vraagt steeds meer om een goede filtering van deze informatie. Sociale netwerken maken het mogelijk om op een snelle en makkelijke manier contacten te onderhouden, met elkaar te discussiëren en initiatieven te ontplooien. Smartphones en tablets bepalen met hun apps in steeds grotere mate de manier waarop we informatie tot ons nemen en gebruiken.
2.2.
Kennissamenleving
Onze samenleving verandert steeds meer in een kennissamenleving. We spreken al jaren over een leven lang leren. Het vergaren van kennis houdt niet op na het verlaten van het reguliere onderwijs. In een kennissamenleving is kennis de belangrijkste motor geworden van onze economie. Deze veranderingen, en de impact die het heeft, bepalen in belangrijke mate de manier waarop we momenteel en toekomstig onze rol in de samenleving vervullen. Delen is het nieuwe hebben, bezit is niet meer van deze tijd, de wereld is van iedereen. De oude wereld is bezig te ‘crashen’, we moeten al onze creativiteit en kennis aanwenden om de nieuwe vorm te geven. Niet iedereen kan even goed meedoen aan deze kennissamenleving. Laaggeletterden, nieuwkomers en achterstandsleerlingen zijn extra aangewezen op de bibliotheek.
2.3.
Individualisering en zelforganisatie
Het grote collectief is niet langer het natuurlijke ecosysteem voor het individu. In plaats daarvan vormt ieder individu voor iedere gelegenheid of probleem een eigen ecosysteem rondom zichzelf. Mensen maken een verbinding met gelijkgestemden en passeren daarbij de voorgekookte systemen. We maken de omslag van mensen die structuren dienen naar netwerken die mensen dienen. Zelforganisatie is het logische vervolg op de individualiseringsgolf. We creëren ons eigen flexibele en vaak tijdelijke geheel. Het nieuwe uitgangspunt is dat eenieder zijn persoonlijke ecosysteem opbouwt en dat zelf zo goed als mogelijk gezond houdt. We gaan verbindingen aan vanuit eigen kracht. Sturen op eigen kracht betekent niet dat we mensen laten aanmodderen en noodhulp bieden als het echt fout gaat. Het gaat om wat kun je zelf regelen en daarnaast de vraag: waar heb je hulp bij nodig?
Dwars tegen de stroom in Maatschappelijke trends
4
2.4.
Duurzaamheid
Milieubewustzijn en ecologisch verantwoord consumeren krijgen een steeds groter draagvlak. De tijd ontstaat waarin we groei realiseren die in balans is met natuur en leefomgeving. Dit roept de vraag op of we de nieuwe technologische mogelijkheden gaan toepassen vanuit ons bestaande paradigma van consumptie en controle of vanuit menselijke maat en balans. We zien een grotere behoefte aan zingeving, persoonlijke groei en maatschappelijke betrokkenheid.
2.5.
Subsidies onder druk / Terugtredende overheid
Naast alle ontwikkelingen rondom zelforganisatie en werken vanuit eigen kracht zien we een terugtredende overheid. Terugtredend in de zin van organiseren, maar ook in de zin van financieren. Al jaren staan subsidies onder druk. Gezondheidszorg, wonen en onderwijs zijn grote maatschappelijke aandachtspunten die hoge kosten met zich meebrengen. Dat betekent niet dat de overheid haar verantwoordelijkheid niet neemt. Financiering vindt steeds meer plaats op projectmatige basis en alleen dan als de resultaten een duidelijke bijdrage leveren aan de speerpunten van het (lokale) overheidsbeleid.
Dwars tegen de stroom in Maatschappelijke trends
5
3.
Ontwikkelingen binnen de bibliotheek
3.1.
Landelijke ontwikkelingen
Nieuwe bibliotheekwet De nieuwe Bibliotheekwet staat op stapel. Geplande ingangsdatum is 1 januari 2015. Voor de openbare bibliotheken zal het een en ander veranderen. Het huidige wettelijk kader voor het openbare bibliotheekwerk in de Wet op het specifiek cultuurbeleid (Wsc) is sterk verouderd. Het biedt geen adequate basis meer voor de huidige praktijk van het bibliotheekwerk en voor de digitale ontwikkelingen in de bibliotheeksector. De kern van het wetsvoorstel omvat één netwerk van bibliotheekorganisaties, de Koninklijke Bibliotheek treedt op als nationale bibliotheek in het netwerk, de fysieke bibliotheek is een lokale verantwoordelijkheid, de digitale bibliotheek is de plaats- en tijdonafhankelijke centrale publieke toegang tot digitale informatie in primaire en bewerkte vorm die uit efficiencyoverwegingen centraal wordt uitgevoerd. Het Sector Instituut Openbare Bibliotheken en Bibliotheek.nl gaan in de Koninklijke Bibliotheek op.
3.2.
Provinciale ontwikkelingen
Vereniging Netwerk van Overijsselse Bibliotheken (VNOB) De Vereniging Netwerk van Overijsselse Bibliotheken is van grote waarde voor de bibliotheek. De gebundelde krachten en gedeelde expertise zorgen er voor dat het wiel niet twee keer uitgevonden hoeft te worden en dat er razendsnel ingespeeld kan worden op veranderingen in de samenleving. Juist in de komende periode, waarin we als gevolg van gemeentelijke bezuinigingen verder onder druk komen te staan, is deze provinciale Bibliotheeklaag van essentieel belang. Het vormt het cement waarmee de Bibliotheken niet alleen overeind blijven, maar zich bovendien verder kunnen ontwikkelen. De VNOB is actief op provinciaal niveau, is het gezamenlijke platform van alle Overijsselse Bibliotheken en vormt de verbindende schakel tussen het landelijke en lokale Bibliotheekwerk. Deelname aan de VNOB heeft grote voordelen voor de lokale Bibliotheek:
Meerwaarde voor de klanten. De klanten krijgen een veel breder assortiment bibliotheekdiensten. Deze zijn bovendien van een hogere kwaliteit tegen een lage prijs en voor alle klantgroepen: burgers, maatschappelijke instellingen, scholen en overheden;
Kwaliteit en innovatie. Het bundelen van kennis resulteert in een verhoogde kwaliteit en vernieuwingen;
Kosteneffectiviteit. Het benutten van schaalvoordelen zorgt ervoor dat er middelen vrijgemaakt kunnen worden voor andere productontwikkelingen;
Slagkracht. Het gezamenlijk organiseren van producten en diensten ter versterking van het cultureel ondernemerschap en de marketing van de bibliotheek leidt uiteindelijk tot een sterk merk.
Binnen dit netwerk van bibliotheken spelen de Bibliotheken Hengelo en Hof van Twente een actieve rol.
Dwars tegen de stroom in Ontwikkelingen binnen de bibliotheek
6
Provinciale Service Organisatie Rijnbrink Groep Rijnbrink Groep ondersteunt en faciliteert bibliotheken in bedrijfsvoering, logistiek en bibliotheekinhoudelijke zaken. Per 1 juni 2013 zijn de Overijsselse Bibliotheek Dienst, de Blauwe Brug en Biblioservice Gelderland gefuseerd tot één facilitair bedrijf. De fusie moet leiden tot een meer efficiënte organisatie die bibliotheken kan adviseren en ontzorgen. Overige samenwerkingsverbanden Bibliotheek Hengelo en Bibliotheek Hof van Twente werken met een gezamenlijk management. Binnen onze bibliotheken werken we daarom vanuit een gedeeld beleid en de uitvoering van dat beleid. Dit gezamenlijke meerjarenbeleid is hier een voorbeeld van. Samenwerking leidt tot schaalvoordelen. Verdere samenwerking tussen de bibliotheken in de regio ligt daarom voor de hand waar het gaat om gezamenlijke uitvoering van overlappende taken en eenduidige aansturing.
3.3.
Gemeentelijke ontwikkelingen
Een aantal ontwikkelingen binnen de gemeente zal van invloed zijn op de bibliotheek. In maart 2014 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Als gevolg hiervan zullen we te maken krijgen met een nieuwe gemeenteraad en wellicht een vernieuwd college van burgemeester en wethouders. Een grote verandering voor de gemeente is echter dat, volgens huidige planning, per 1 januari 2015 de participatiewet in werking zal treden, de jeugdzorg naar de gemeente wordt overgeheveld en er belangrijke wijzigingen komen in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Naast het kanaliseren van informatie spelen bibliotheken een rol in het verbeteren van de participatie door in te zetten op taal en lezen en informatie. Vanuit het gemeentelijke beleid geldt voor zowel Bibliotheek Hengelo als Bibliotheek Hof van Twente dat lokale (regionale en provinciale) samenwerking van groot belang is. Het gaat hierbij niet alleen om inhoudelijke samenwerking maar ook om het delen van vierkante meters en diensten. De komende beleidsperiode zal dit voor alle bibliotheekvestigingen een rol spelen. Cultuurbeleid wordt in de gemeente Hof van Twente als onderdeel gezien van het welzijnsbeleid. Het kader en de uitgangspunten zijn omschreven als: het streven naar een samenleving waarin mensen optimale kansen krijgen om zich te ontwikkelen en te ontplooien, waarbij burgers zich op een waardevolle manier met elkaar kunnen verbinden en waarbij wederkerigheid van toepassing is. Het versterken van de kracht van de samenleving is een belangrijke doelstelling hierin. De gemeente Hengelo hanteert als leidraad voor het kunst- en cultuurbeleid het concept van de ‘creatieve keten’: leren, produceren, presenteren, interesseren, waarbij de bibliotheek vooral een belangrijk rol speelt bij het onderdeel ‘leren’. Zowel de gemeente Hof van Twente als de gemeente Hengelo vinden naast samenwerken cultuureducatie van groot belang vanuit de gedachte dat de gemeente vooral wil bijdragen aan de breedte cultuur en niet aan de topcultuur: binnenschoolse cultuureducatie en de basisjaren van het naschoolse cursorisch aanbod leggen de basis voor de kunst- en cultuurbeleving van de inwoners.
Dwars tegen de stroom in Ontwikkelingen binnen de bibliotheek
7
4.
De bibliotheek in de toekomst
4.1.
Missie
De Bibliotheek helpt je te groeien door het delen van informatie, kennis en ervaring zodat je actief kunt deelnemen aan de maatschappij.
4.2.
Visie
Kernwoorden zijn groeien, delen, kennis Groeien: Voor een goede participatie in onze huidige kennismaatschappij is het nodig dat burgers continu doorleren en zichzelf ontwikkelen zodat ze actief kunnen deelnemen aan de maatschappij. Delen: kennis is niet langer uitsluitend het resultaat van individuele inspanningen door steeds dieper in te gaan op de materie. Het komt steeds meer tot stand in de wisselwerking tussen mensen, door ervaringen, netwerken, sociale media. Kennis: omvat een laagdrempelige toegang tot bronnen van informatie en de mogelijkheden om zich te bekwamen in het omzetten van informatie naar kennis. De kernfuncties zijn: Lezen het fundament voor een continue individuele ontplooiing Goed kunnen lezen is een onmisbare vaardigheid in onze maatschappij. Als je niet goed kunt lezen is het niet mogelijk om volwaardig mee te doen in onze maatschappij. Wil je aan taalontwikkeling doen, dan moet je veel lezen, en wie lezen zegt, zegt… Bibliotheek. Leesbevordering, of eigenlijk leesplezier!, staat voor de Bibliotheek centraal. Leesbevordering op maat, opdat zoveel mogelijk mensen mee willen en kunnen doen. Het verbeteren van de leesvaardigheid om zo de taalontwikkeling te stimuleren doen we in samenwerking met het onderwijs, maar ook met peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en consultatiebureaus en zorg- en welzijnsinstellingen. Individuele ontplooiing is een kernbegrip voor de bibliotheek en mensen die lezen ontwikkelen zich. De basis voor goed lezen wordt al gelegd vanaf de geboorte. Door leesbevordering vanaf het allereerste begin kunnen we laaggeletterdheid in de toekomst terugdringen. Daarnaast zet de bibliotheek zich in voor het bestrijden van laaggeletterdheid bij volwassenen. Daarmee dekken we het hele gebied van preventie tot bestrijding. Leren zelfontplooiing kent geen leeftijdsgrens Iedere mens is van nature nieuwsgierig. De bibliotheek is bij uitstek de plek voor nieuwsgierige mensen. De plek waar deze nieuwsgierigheid steeds opnieuw wordt geprikkeld, de plek bij uitstek voor het delen van kennis. De maatschappij vraagt ons te blijven ontwikkelen. Leren houdt nooit op en de bibliotheek ondersteunt daarin het onderwijs. Daarnaast vormt de Bibliotheek zelf de perfecte studieplek met werkruimte, studiemateriaal en pc’s met toegang tot verscheidene digitale bronnen.
Dwars tegen de stroom in De bibliotheek in de toekomst
8
Informeren waardevolle informatie op maat beschikbaar en onafhankelijk aangeboden De Bibliotheek zet zich in om in het huidige oerwoud aan informatie sturing en houvast te bieden. De Bibliotheek staat pal voor kwalitatieve en objectieve informatievoorziening, zowel analoog als digitaal / online. We zijn onafhankelijk, betrouwbaar, toegankelijk, pluriform en authentiek. De bibliotheek biedt waardevolle informatie op maat. Dit alles met als doel burgers in staat te stellen zich te ontplooien zodat zij aan de maatschappij kunnen deelnemen als actieve, participerende burgers. In de onoverzichtelijke ‘cloud’ van digitale informatie is het belangrijk dat mensen de juiste gegevens kunnen halen en verwerken. Daar waar nodig ondersteunt de bibliotheek burgers bij het uit de voeten kunnen met moderne communicatiemiddelen (internet, sociale media).
4.3.
Kernwaarden
Missie en visie en de manier waarop wij als organisatie in de maatschappij staan leveren de volgende kernwaarden op:
Klantgericht
Samenwerken
Resultaatgericht
Flexibel
Innovatief
Deze kernwaarden helpen ons bij het verder vormgeven van de bibliotheek van de toekomst, ze zijn onze leidraad van waaruit we werken. Elke medewerker weet, vanuit de eigen functie, wat dit betekent voor zijn of haar gedrag.
Dwars tegen de stroom in De bibliotheek in de toekomst
9
5.
Strategie 2013 – 2016
Aan de basis van onze strategie liggen de voorgaande meerjarenbeleidsplannen. Het hechte netwerk van Overijsselse bibliotheken heeft ervoor gezorgd dat de plannen van de Overijsselse bibliotheek niet ver uit elkaar liggen. Ook nu is ons meerjarenbeleidsplan, net als de meerjarenbeleidsplannen van de overige Overijsselse bibliotheken, een lokale vertaalslag van het meerjarenbeleid van de Vereniging Netwerk Overijsselse Bibliotheken. Op deze manier werken we Overijsselbreed aan gezamenlijke doelstellingen en ondersteunen we elkaar daar waar nodig en streven we een constante hoge kwaliteit na. Binnen het Netwerk van Overijsselse Bibliotheken willen we onderstaande strategie realiseren. Ontwikkelen vanuit Schatkamer naar Werkplaats en Ontmoetingsplaats In de afgelopen beleidsperiode hebben we sterk ingezet op de bibliotheek als Schatkamer. De fysieke bibliotheken hebben hiervoor een transformatie ondergaan in collectiepresentatie en inrichting met bijpassend serviceniveau. Deze Schatkamer vormt de basis voor de doorontwikkeling naar de bibliotheek als Werkplaats voor mensen die moeten leren en Ontmoetingsplaats om meer sociale cohesie te creëren voor mensen die zichzelf willen ontwikkelen. Door deze drie onderdelen te combineren en op elkaar af te stemmen heeft de Bibliotheek een sterke positie op het gebied van lezen, leren en informeren. Door deze ontwikkeling te volgen vindt er een verschuiving plaats naar diensten waarvan we het gebruik op een andere manier zullen gaan meten dan de nu min of meer algemeen geldende metingen van leden en uitleningen. Actief spreidingsbeleid met bibliotheekfuncties dichtbij de burger Daar waar nodig brengen we de bibliotheekfuncties dicht bij de burger. Dit doen we door onze bibliotheekvestigingen in stand te houden in stad, wijk en dorp. Met de Bibliotheek op school bereiken we alle kinderen tot 12 jaar via de school. Door in te zetten op gezamenlijk, provinciaal collectioneren en een goed ontwikkeld transportnetwerk is alle media voor iedereen bereikbaar. Het versterken van de maatschappelijke en educatieve functie Lezen, leren en informeren zijn basisvaardigheden. In samenwerking met onderwijs en maatschappelijke partners leveren we een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijke participatie van de inwoners van Hengelo en Hof van Twente door programma’s voor leesbevordering, mediaeducatie, het bestrijden van laaggeletterdheid en inburgering. Het doorontwikkelen van de digitale bibliotheek De opmars van digitale media en social media is niet te stoppen. De vraag is: is onze maatschappij klaar voor de datarevolutie. Wij geven de digitale bibliotheek de komende jaren een flinke impuls. Dit doen we samen met de Overijsselse bibliotheken en zoveel mogelijk door aan te sluiten bij de landelijk ontwikkelde infrastructuur en de landelijk ontwikkelde producten en diensten. Voor onze klanten betekent dit dat zij kunnen rekenen op een compleet aanbod: fysiek en digitaal.
Dwars tegen de stroom in Strategie 2013 – 2016
10
Strategische doelen: Op basis van bovenstaande strategie zijn doelen geformuleerd zoals:
consolideren van het percentage volwassen leden op het niveau van 1-1-2012;
50% van de Overijsselse Basisscholen nemen deel aan ‘De Bibliotheek op School’ ter bevordering van de taalontwikkeling om zodoende laaggeletterdheid te voorkomen;
het aantal digitale bezoekers is gelijk aan het aantal fysieke bezoekers;
aantoonbare bijdrage aan het vergroten van het leesplezier en verbeteren van de mediawijsheid via monitoring en toegepast onderzoek.
In onze lokale vertaalslag van het Overijsselse meerjarenbeleid zullen wij mede bijdragen aan het halen van deze doelen.
Dwars tegen de stroom in Strategie 2013 – 2016
11
6.
Meerjarenprogramma 2013 - 2016
6.1.
Schatkamer
De bibliotheek: Autoriteit in ontsluiten van content Kern van de schatkamer is de toegang tot content. In het verleden was dit belangrijk, omdat informatie lag opgeslagen in bibliotheken en alleen via de bibliotheken toegankelijk was. Tegenwoordig kan bijna iedereen beschikken over een overvloed aan informatie die op velerlei manieren tot ons komt. Het toegankelijk maken van deze informatie bestaat nu vooral uit het op zodanige manier aanbieden van informatie dat de juiste informatie bij de juiste mensen terecht komt. Enerzijds gaat het daarbij om de daadwerkelijke informatie, anderzijds om de weg er naar toe. Lezen is een belangrijke vaardigheid en bovendien voor veel mensen een aantrekkelijk manier van vrijetijdsbesteding. In de bibliotheek als Schatkamer gaat het om het goed ontsluiten van informatie en het aanbieden van een collectie die op allerlei manieren tegemoet komt aan de behoefte van mensen om zich te ontplooien en te ontwikkelen. De collectie van de bibliotheek omvat zowel fysieke als digitale media. De digitale media zijn in hun opmars niet te stuiten en zullen meer en meer de fysieke media vervangen. Toch is de verwachting dat er een fysieke collectie zal blijven bestaan, al zal deze in omvang waarschijnlijk sterk afnemen. Het is op dit moment onduidelijk hoe snel deze ontwikkeling zal plaatsvinden. Zolang er sprake is van een fysieke collectie zetten wij als bibliotheek in op het zo aantrekkelijk mogelijk presenteren van deze collectie. Daarvoor hebben we de formulebibliotheek geïmplementeerd: een geïntegreerd programma rondom inrichting, collectie, personeel en service. Uitgangspunt is op zo efficiënt mogelijke wijze een optimaal gebruik van de collectie te maken. Digitalisering maakt het mogelijk klanten meer op maat te bedienen. De reserveerservice gaan we optimaliseren. Door fysiek ruimte te creëren maken we het mogelijk verder invulling te geven aan de functies van Werkplaats en Ontmoetingsplaats. Op 1 januari 2015 treedt de nieuwe Bibliotheekwet in werking. Deze bibliotheekwet is er vooral op gericht de digitalisering rondom het bibliotheekwerk in goede banen te leiden. Een landelijke aanpak is daarbij voorwaarde. Denk alleen al aan het ontwikkelen en instandhouden van een digitale infrastructuur. De consequenties van de Bibliotheekwet moeten we meenemen in het verder vormgeven van het lokaal beleid. Het biedt kansen in het aanbieden van een digitale schatkamer die veel verder gaat dan de eigen fysieke collectie. Een landelijke infrastructuur zal vragen om een landelijke afstemming rondom abonnementen en voorwaarden, die ook meer recht doen aan Werkplaats en Ontmoetingsplaats. Speerpunten:
Uitbouwen van de collectie digitale bronnen en e-books.
Optimaliseren toegankelijkheid collecties (reserveringen).
(Fysieke) ruimte creëren voor Werkplaats en Ontmoetingplaats.
Anticiperen op een landelijke abonnementenstructuur met passende tarieven en voorwaarden.
Dwars tegen de stroom in Meerjarenprogramma 2013 - 2016
12
6.2.
Werkplaats
De bibliotheek: Regisseur in organiseren van zelfredzaamheid Binnen de bibliotheek als werkplaats gaat het om leren en informeren. Aan de basis van een goede opleiding ligt het vermogen te kunnen lezen en schrijven. Zonder goede beheersing van deze vaardigheden is het niet mogelijk jezelf te ontwikkelen en te participeren in de samenleving. Daarin is mediawijsheid belangrijk: de vaardigheden om zelf effectief en gestructureerd naar betrouwbare informatie te zoeken, de gevonden informatie kritisch te beoordelen en feiten van meningen te onderscheiden. Het gaat ook om het vermogen van mensen om zelf informatie of cultuuruitingen te produceren en daarmee een zinvolle bijdrage te leveren aan het internetpodium. Structurele relaties met scholen en samenwerkingsverbanden rondom laaggeletterden zijn hierbij essentieel. Binnen de bibliotheek als Werkplaats gaat het om drie aandachtspunten: 1. Voorkomen van laaggeletterdheid Bij een woordenschat van 6.000 woorden zijn kinderen in staat leerstof tot zich te nemen. Dit niveau bereiken zij normaal gesproken als zij naar groep 5 van de basisschool gaan. Kinderen leren ongeveer 1.000 woorden per jaar als er voldoende aandacht is voor taal en (voor)lezen. Een taalvaardig kind heeft dus een woordenschat van ongeveer 4.000 woorden als het op de basisschool komt. Kinderen die uit een minder taalvaardig milieu komen hebben een kleinere woordenschat die ze bijna niet in kunnen halen. Het is dus belangrijk om al vroeg het belang van (voor)lezen te onderkennen. Er zijn verschillende programma’s ontwikkeld die het voorlezen voor heel jonge kinderen stimuleren en die de bibliotheek, in samenwerking met relevante partners, uitvoert. In samenwerking met het basisonderwijs passen we het programma de Bibliotheek op school toe. In dit programma staat lezen en plezier hebben in lezen centraal. Samen met de leescoördinator van de school en de leesconsulent van de bibliotheek wordt een lees- en mediaplan ontwikkeld waarbij gedurende de schoolloopbaan van de kinderen continu aandacht is voor lezen en taal. Monitoring van de resultaten vindt jaarlijks plaats, zodat de vorderingen van de leerlingen daadwerkelijk gevolgd worden. Informatievaardigheden en mediawijsheid vormen onderdeel van het totale aanbod voor de scholen. In samenwerking met het voortgezet onderwijs en het MBO passen we het programma Biebsearch toe. Biebsearch is het logische vervolg op de Bibliotheek op school. Biebsearch heeft zich ontwikkeld tot een modulair aanbod gericht op Lezen & Taal en Informatievaardigheden & Mediawijsheid, lidmaatschap leerlingen en digitale toepassingen. Uiteindelijk moet de inzet op de scholen er toe leiden dat er minder laaggeletterdheid ontstaat. 2. Bestrijden van laaggeletterdheid In Nederland zijn 1,3 miljoen mensen tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd. Laaggeletterd betekent niet ongeschoold. Ook een deel van de geschoolde Nederlanders is niet in staat de informatie die zij in het dagelijks leven tegenkomen te begrijpen en te gebruiken. De Nederlandse beroepsbevolking heeft een hoog gemiddeld niveau van taalvaardigheden. Maar
Dwars tegen de stroom in Meerjarenprogramma 2013 - 2016
13
zowel het aandeel excellenten, als het aandeel laaggeletterden is in de afgelopen jaren toegenomen. Hierdoor ontstaat sociale ongelijkheid, want taalvaardigheid hangt nauw samen met bijvoorbeeld de positie op de arbeidsmarkt, maatschappelijke participatie en gezondheid. Er is sprake van een versnipperde aanpak van de bestrijding van laaggeletterdheid waarbij niet alle laaggeletterden worden bereikt. De stichting Lezen & Schrijven, de gemeente, taalaanbieders en tal van projecten richten zich op laaggeletterden en laaggeletterdheid. Centrale regie is van cruciaal belang. In deze beleidsperiode zullen we in samenwerking met gemeente, onderwijs en welzijn toewerken naar de bibliotheek als dé ketenpartner in de aanpak van laaggeletterdheid. Als ketenpartner dragen wij bij aan een sluitende aanpak van de bestrijding van de laaggeletterdheid waarbij alle laaggeletterden worden bereikt. De samenwerking met lokale partners levert een educatieve basisvoorziening op in de vorm van een informatie- en adviespunt en open leeromgeving (Taalpunt) c.q. leerpunt voor laaggeletterde volwassenen. Maar ook voor bedrijven en instellingen biedt deze samenwerking kansen. Het Taalpunt biedt bedrijven het overzicht van de (lokale) mogelijkheden om de laaggeletterdheid aan te pakken en kennis van de mogelijkheden voor maatwerk voor laaggeletterden en bedrijven. Wij dragen als bibliotheek zorg voor deskundige ondersteuning en advisering van vrijwillige taalcoaches in het gebruik van leermiddelen en methodieken en streven naar optimale facilitering waarmee de basis wordt gelegd voor een duurzame aanpak en borging. 3. Bevorderen van mediawijsheid (e-participatie) In het verlengde van laaggeletterdheid ligt mediawijsheid. We leven in een digitale kennissamenleving. Het huidige kabinet streeft ernaar in 2017 alle overheidsdiensten digitaal aan te bieden. Veel mensen hebben echter beperkte (digitale) basisvaardigheden. Hierdoor kunnen zij moeilijk meekomen met de digitalisering van (overheids)diensten. Het draait allemaal om toegang hebben tot informatie en deze informatie ook daadwerkelijk kunnen toepassen voor eigen gebruik. Mediawijsheid wordt door de bibliotheken in opdracht van het Ministerie van OCW uitgevoerd. De Raad voor Cultuur stelt als doelstelling van mediawijsheid: burgers helpen te participeren in het maatschappelijk proces. Het gaat hierbij om het aanleren van informatievaardigheden of te wel om 'het vinden, begrijpen en maken van media in een door media gedomineerde samenleving'. Wij bieden een programma voor kinderen, jongeren en volwassenen aan. De openbare bibliotheek is de plek waar mensen kennis kunnen nemen van een breed spectrum van informatie(bronnen) en waar ze leren hoe die informatie(bronnen) te gebruiken. Als bibliotheek integreren we mediawijsheid in al onze programma’s rondom lees- en taalontwikkeling. Maar mediawijsheid is ook op alle mogelijke manieren zichtbaar in de bibliotheek. Ook voor groepen mensen die buiten het reguliere onderwijsveld vallen is de bibliotheek de plek waar je mediawijs wordt. Dit komt tot uitdrukking in cursussen, activiteiten en in de totale ‘beleving’ van de bibliotheek. Samen met gemeente en partners in het sociale
Dwars tegen de stroom in Meerjarenprogramma 2013 - 2016
14
domein zorgen we voor mediawijze burgers in Hengelo. Uiteraard zijn onze medewerkers mediawijs en in staat die mediawijsheid over te dragen. Speerpunten:
Implementeren dBos bij alle scholen voor Primair Onderwijs in Hengelo en Hof van Twente.
Inzetten op goede monitoring die aantoont dat leesplezier wordt vergroot en
Meerjarige allianties met scholen voor Voortgezet Onderwijs realiseren op het gebied van
Versterken van onze rol als ketenpartner in de aanpak van laaggeletterdheid, onze
taalvaardigheid verbeterd. Taal & Lezen en informatievaardigheden & Mediawijsheid. educatieve functie als bibliotheek voor laaggeletterde volwassenen en bijdragen aan het realiseren van een groter bereik onder laaggeletterde volwassenen.
Programma voor e-participatie ontwikkelen met nadruk op participatie in het maatschappelijk proces.
6.3.
Ontmoetingsplaats
De bibliotheek: Faciliteren ontplooiing Bij de bibliotheek als Ontmoetingsplaats gaat het vooral om de functies: Cultuur en Ontmoeting & Debat. Het zijn met name deze functies die sterk lokaal bepaald zijn, vanuit het hart van de lokale samenleving, laagdrempelig, toegankelijk, van en voor iedereen. Ze zijn er op gericht mensen te stimuleren om bij te blijven, te participeren, op actief burgerschap. Het gaat ook om het kennisnemen van meningen, ervaringen en levenslessen van anderen, van nu maar ook van vroeger: de collectie biedt een venster op cultureel erfgoed. Daarnaast biedt de Ontmoetingsplaats ruimte voor het ontwikkelen van ideeën en willen we de leefbaarheid vergroten door samenhang, sociale cohesie, in wijk, buurt, dorp en stad. Tenslotte, ont-moeten is in dit tijdsgewricht een schaars goed. Niet alleen van belang om de geest te scherpen maar ook om ontspanning te bieden. De Ontmoetingsplaats krijgt vorm in het programmeren van onder andere literaire lezingen en het organiseren van culturele evenementen. Daarnaast vormt het faciliteren van lezingen, cursussen, workshops, kennis platforms voor allerlei groepen en maatschappelijke organisaties een belangrijk onderdeel van deze ontmoetingsfunctie. Een apart onderdeel vormt cultuureducatie. Vanuit het Rijk wordt cultuureducatie financieel ondersteund. De bibliotheken zorgen samen met de andere culturele kernvoorzieningen voor een aanbod dat aansluit bij het programma Cultuureducatie met kwaliteit. Speerpunten:
Verdere invulling geven aan de bibliotheek als Ontmoetingsplaats, zowel voor bibliotheek Hengelo Stad als Hasseler Es, Goor, Markelo, Diepenheim en Delden met aandacht voor consequenties voor ruimte, formatie, competenties etc.
Afgestemde programmering realiseren.
Bibliotheek als netwerkorganisatie verder uitbouwen
Facilitering van kennis platforms mogelijk maken.
Vormgeven aan Cultuureducatie met kwaliteit.
Dwars tegen de stroom in Meerjarenprogramma 2013 - 2016
15
7.
Flankerend beleid
7.1.
Financiën
Het is in dit beleidsplan al vaker genoemd: de (lokale) overheid trekt zich steeds verder terug. Daar waar hulp daadwerkelijk nodig is wordt bijgesprongen. Als bibliotheken zullen wij deze ontwikkeling nauwlettend moeten volgen. Welke financiële consequenties heeft de verdere uitbouw van digitale content? Wat is de invloed van een nationale bibliotheekpas? Daar waar mogelijk zullen we andere geldstromen aanboren. Met name in de ontwikkeling op het gebied van laaggeletterdheid en participatie zien wij hiervoor mogelijkheden. Speerpunten:
Nieuwe verdienmodellen onderzoeken in samenwerking met partners.
Mogelijkheden onderzoeken en kansen benutten voor derde geldstromen.
Voorsorteren op mogelijke consequenties afname reguliere collectiebudget ten gunste van de digitale content en de invoering van een nationale bibliotheekpas.
7.2.
Organisatie
De bovenstaande geschetste strategie heeft veel gevolgen voor onze organisaties. Het ambitieniveau blijft onverminderd hoog. Naast het faciliteren van de participerende samenleving zullen wij deze participerende samenleving nodig hebben voor het halen van onze ambities. Doorgroeien naar excellente zelfservice is noodzakelijk. De klant staat voorop en we zullen deze klant meer en meer betrekken bij de invulling van allerlei programma’s. Daarbij is het belangrijk dat we weten wat er leeft in de lokale samenleving. Het feit dat we onderdeel uitmaken van het Netwerk Overijsselse Bibliotheken kan ons veel voordelen bieden. Goede afspraken hoe we met elkaar opereren binnen deze keten en elkaar verder kunnen versterken zijn onvermijdelijk. Ook op kleinere schaal, binnen de regio, kunnen we meer voor elkaar betekenen. Speerpunten
Flexibilisering doorvoeren in werk en mensen.
Samenwerken met regionale bibliotheken en het Netwerk van Overijsselse Bibliotheken.
Nieuwe strategie doorvertalen in HR-beleid.
Opleidingsplan vaststellen op nieuwe strategie.
7.3.
Marketing en communicatie
Overal komt het terug: Hoe kunnen we onze klanten betrekken bij voor hun relevante onderwerpen? Hoe kunnen we gebruik maken van de kennis die aanwezig is bij onze klanten? Is ons huidige beeld van de klant niet teveel gericht op de Schatkamer en te weinig op Werkplaats en Ontmoetingsplaats? We zullen onze klanten (nog) beter moeten leren kennen. Deze kennis is ook nodig om onze klanten advies op maat te geven. We zullen klantprofielen moeten formuleren.
Dwars tegen de stroom in Flankerend beleid
16
Het marketingplan van het Netwerk van Overijsselse bibliotheken sluit aan bij deze vraagstukken en als lokale bibliotheken zullen wij er een lokale vertaalslag van maken. De bibliotheek als Ontmoetingsplaats is deze beleidsperiode speerpunt binnen de externe communicatie, rode draad voor alle communicatie uitingen. Speerpunten
Optimaliseren klantgegevens onder andere ten behoeve van advies op maat.
Klanten binden door kennisdeling / samenwerken / participatie.
Werkplaats en Ontmoetingsplaats nadrukkelijk communiceren.
Aansluiten bij het marketingplan van het Netwerk Overijsselse Bibliotheken.
7.4.
ICT
Alle geschetste ontwikkelingen vragen goed doorontwikkelde en geïntegreerde systemen die voor een optimale communicatie, zowel intern als extern, moeten zorgen. Deels kunnen wij meevaren op de landelijke uitrol, maar altijd zal lokale implementatie nodig zijn. Speerpunten
Goede digitale randvoorwaarden scheppen bij: flexibel werken, advies op maat voor klanten, excellente zelfservice (cashless bibliotheek)
Verschillende digitale toepassingen integreren.
7.5.
Kwaliteitszorg
Klanttevredenheid is en blijft belangrijk, maar de maatschappelijke waarde van het bibliotheekwerk zal een steeds prominentere plaats innemen voor de (lokale) overheid voor het verstrekken van subsidie. Het monitoren van het maatschappelijk rendement begint hier en daar vorm te krijgen. Zo vormt een jaarlijkse monitor de Bibliotheek op school de basis voor het uitzetten van de leesen mediaplannen van de scholen en kunnen de scholen volgen hoe de lees- en taalvaardigheid zich bij de leerlingen ontwikkelt. Deze monitor wordt afgenomen bij alle scholen die werken met de Bibliotheek op school. Een landelijk rendement is dus ook mogelijk. Daarnaast werkt de Bibliotheek op school met een landelijk ontwikkeld management informatiesysteem. Op het gebied van laaggeletterdheid zijn eveneens monitorinstrumenten in ontwikkeling. Met de gemeente Hengelo en de gemeente Hof van Twente zal verdere afstemming plaatsvinden over de te behalen resultaten. Speerpunten
Maatschappelijk rendement gaan meten.
Blijven inzetten op het rondmaken van de Plan-do-check-act cirkel.
Dwars tegen de stroom in Flankerend beleid
17