VIJFTIG JAAR 'VLIEGTUIG80UWKUNDE' IN DELFT
LECfORI SALUTEM ! Oil J ubi leumboek worth uitgtgeven tcr gc:legenheid van hel 50-jarig bestaan van de vliegluigbouwkundige opleiding in Delft en hel negende lustrum van de Vliegtuigbouwkundige Studievereniging 'Leonardo da Vinci', He! hoek heeft niel de preten!ie cen gedegen geschiedkundig overzicht Ie geven van de historie van de vliegluigbouwkundige opJeiding en van de sludievereniging.
In cen 18-tal anikelen worden door medewerkers, oud-medewerkers en studenten uiteenlopende aspekten van he! rei1en en zeilen van de vliegtuigbouwkunde in Delft belicht. liet is ec:n wat bonte vcn.ameling geworden. waarvan wij nieHemin verwachten dat he! lezen crYan genoegen zal verschaffen ;un hen, die he! hcbbcn meegemaakt en dat he! '1oor de jongeren interessant genaeg is om er kennis van te nernen. Hopelijk zal de inhoud ook voor komende gener3ties van waarde blijkcn te zijn.
De Commissie Jubileumboek, l .A. van Ghesel Grothe J.A. Jongenelen R.G.A. Kuipers (VSV) G.1.1. Ruijgrok H.H.EJ. de Wit
Delft. oklObcr 1990
vii
UII~'>f'tf ttf tffllslributtrd door. o..lfu~ Uni''e'fSila.n' f'ns S\C'o',n"q I Ul8 eN 0..1ft \~ .. roon: 01)·713254 ,,,k ru: 015· 711661
Om~lagld"ninl: J.A. Jonl~n~"'''
IS8N 9O-627'·62~l /C II' COp)'ri.hl 0 1990 by 0..1(, UniV('uil1 PrnI All ",hiS .C$C:,,·cd. No pan of Ihi. publlcalion may ~ rq»OduCft!, ~o.w in a m';o:"o
c prior ~rmi»ion, in "'ritinl, from ,'''' publisher.
INHOUD
1.
Een terugblik op vijflig jaar 'vlieglUigbouwk.unrle' in Delft
2.
VJiegtuigbouwkunde in Delft; de eerste lien jaar 1940-1950
3.
AvonlUren met cylindcrsloten
4.
Bomas Caaljas
5.
De gchouwen van Vliegtuigbouwkunde
6.
Mijmeringen vall eell oud-medewcrker
7.
50 jaar Aerodynamica in de Faculteit def Luchtvaart- en Ruimtcvaarncchniek (vakgroep al)
8.
In de gele badkuip
9.
Verleden en heden van de vakgroep a2: Ontwerpen en Yliegmechanica
10. VlieglUigen op zolder
II. De vakgroep a3: Stabiliteit en BeslUring J 2. De Technische Dienslen van VJieg\uigbouwkundc in de loop def jaren 13. De vakgroep b2: Yormgeving, Fabricage en Malerialen 14. De Administratievc en Huishoudclijke Diensten toen en nu
15. ViI he! dagboek vall een oud Fokkenje 16. De vakgroep c: Constructie, Sterkte en Tri!!ingen 17. Herinneringe n aan het college Automobieltechniek 18. De geschiedenis van de VJiegtuigbouwkundige Studievereniging 'Leonardo da Vinci' 1945-1990
EEN TERUGBLlK or VIJFTIG JAAR 'VLlEGTUIG BOUWKUN DE' IN DELFT Mel cnkc lc p{"rsoonlijkc hcrinncringen door prof.ir. II. Wittenberg
I. IN LEIDING Met enige aan:eling heef! de schrijvcr van dil anike! de laak aanvaard om in hel lubilcumboek naar a:mleiding van hel vljftigjnTig beSlaan van de vliegtuigbouwkundige opleiding in Delft cen historisch overzicht samcn Ie stellcn. immers, vcrantwoorde geschiedschrijving behoort Ie worden uitgevoerd door daarin geschoolden, die door s\udie van documcmen en archieven de historische gebeunenissen vaslleggen ',lOOT hel nageslachL
De sChrijver heef! noch de betreffende scholing, noch de vereisle objectivitciL Dit laatste mag ook niet worden verwaehl van iemand, die 45 jaar als student, welenschappelijk medewerker, ieclOr en hooglemur VOOT- en Icgenspocd van VlieglUigbouwkunde en Luchtvaurt- en Ruim!evaantechniek in Delft heeft meegemaakl. Zijn geschiedschrijving wi kenmerken vertonen van eigen betrokkenheid. van het leggen van nadruk of juis! he! voorbijgaan aan gebeunenissen. die door anderen resp. als misplaatst of als omissies worden ervaren. Hiervoor biedt de auteur bij voorbaat zijn verontschuldigingcn aan. [n dit overzieht wordt ook nauwclijks ingeguan op de pcrsoonlijke prestalies van vclen d ie aan de (sub-)Afdeling of Faculteit waren verbonden. Tevens is de aandacht voomamelijk op het geheel van de vliegtuigbouwkuodige op!cidiog gerieht en wordt voor de speeifieke verrichtingen in onderwijs en onderzoek verwezen naar de bijdrngen vall de verschillende vakgroepcn van de Facuheit, inclusief de bijdrage van de Algernene Dienst en van de Vliegtuigbouwkundige SlUdievcreniging "Leonardo da Vinci".
De schrijver hoopt dat deze gezamenlijke bijdragen in dit jubileumboek wilen kunnen worden beschouwd als een vast legging van de geschiedenis vun de vlieglUigbollwkundige opleiding, die waarde heeft voor hen, die aan deze geschiooenis hebben bijgooragen en 'lOOT jongeren, die daarvan kennis willen nernen.
2. HET VOORSPEL TOT 1940 Elk niellw vakgebied kent zijn pioniers, varierend van ambachtelijk werkende uitvinders tot wetenschappclijk gevonnde onderzoekers. Op het gebicd van de ont~ wikkeling van technisch geavanceerde objccten, zoals vliegtuigen, raketten en ruimtevoenuigen, doen zich tijdens of spoeclig na de eerste jeugdjaren behoeften 'lOOT aan !echnici en ingenieurs me t meer dan ambachlelijke kennis. Opleidingen in het nieuwe vakgebied bestaan dan nog niet en de verciste deskundigheid wordl gevonden bij hen, die op verwunte en reeds bestaande gebieden van techniek en wetenschap hun vonning hebbcn verworven. Het is dan ook vanzelfsprekend. dal bij de Fokker-fabrieken, de RijksslUdiedicnst voor de Luchtvaan (RSL) en de Koninklijke Luch tvaanmaatschappij (KLM ) vanar hun oprichting in 1919 geleidelijk aan werktuigbouwkundige en scheepsbouwkundige ingenieuTS, alsmede andeTS opgeleiden zoals natuurkundigen en electrotechnici in dienSf traden. Deze deskundigen konden in het nuwllrlijke ontwikkclingsproces van kennis en kllnde hun vaardigheden in de nieuwe technick ontplooien en daarin meegroeien. Naamlate de betreffende tak VUrt teehniek en wetenschup verder voonschrijdt. gaat
!>T,oIlT VEI!LOOP
r ... I.
i l• ."
2.
.."." ,
~. v" ••• ~, • .. ~ ... ,
"
;
···ff·. .··•. '"''0'''''
,.,.~,.,~
,
,•
i
'UOC"""NQ# .....,.
(~u . . ~_
""''''f
,,,.
~"r"H.~tN
/ ., I
,
"
" ,\
?' ,
..
,.
'....
,.,
\
...
• -; ,:\ ..' ~,
• i
,,.,,.,,,, ...
,
,f
"
F &
,0'
2
• ~,
f f f
f ,;; !
•
{"',I f
I
V
/"rI
r'
I
f
I I f
..
.
is:!'')
• I
,
u- .- - - < <
f f
II.
,,_to
~
I f
/
"~lIT'"'''f ''' • ,
al!ereerste 'volgnumme r' , gedatccrd 12 november 1940
""
, ,• ~
I >? /
f
,.
I
~
~
.,,••
\
/"
,,
., '" >u
•
!i i"
.# I
...
••
rich echlcr de behoefle aflekenen om jonge krachlen Ie werven, die reeds lijdens hun opleiding een specifiek op hel Yakgebied gerichte kennis hebben Yerworven. Immers zij hebben geen gelegenheid meer geleidelijk met het yak mee te groeien en hun scholing in bedrijf of laboratorium zou Ie vee] tijd gaan vergen.
jaren denig nam hel locnmalige Bestuur van de Ardeling der Werktuig- en Scheepsbouwkunde hel belangrijke besluit om een afzonderlijke leerstocl in de Vliegtuigbouwkunde in te stellen en de benocmingsprocedure daarvoor te doen pltlats vinden.
Ondanks de bloci van de Nederlandse hlchtyaan tussen de beide Wereldoorlogen was ons land niet bijzonder vroeg met de instelling van specifiek op de luchtvaan gerichle opJeidingen. Een eersle begin werd in 1934 gemaakt met een tweejarige avondopleiding Vliegluigbouwkunde bij de tocnmalige MTS Haarlem, die in 1936 werd omgezet in een vierjarige dagopleiding. De ouderen onder ons herinneren rich nog de Nederlandse slUdieboeken van ir. T.J.W. van Lammeren, ir. G.L. Ludolph, ir. R.1. Legger en anderen. Namen die yerbonden zijn aan hel yliegtuigbouwkundig onderwijs in Haar1em. In 1940 werd voor middelbaar technisch onderwijs het Nederlands Luchtyaan InSlituut opgericht. cerst gevestigd in Utrech!. lalcr in Scheyeningen. Oil instilUllt yond later zijn yoortzening in de Anthony Fokker School in Den Haag. Ook aan de Technische Hogeschool in Delfl kreeg de vliegwigbouwkunde geteidelijk aandacht in de jaren denig en wei binnen de Afdeling der Werkluig- en Scheepsbouwkunde. De beide zecr YOOfaanstaande gelcerden, prof.dr.ir. C.B. Biezeno en prof.dr. J.M. Burgers onderkenden zeer wet hel belang van de luchlvaan als yoortrekker van de ontwikkeling van de techniek. Oit brachten zij onder meer tOl uildrukking in hun onderwijs in de sterkte· berekening van YiieglUigen (prof. Biezeno) en in de aerodynamica en de gestoorde beweging van yliegtuigen (prof. Burgers). Ook enkele andere docenlen venorgden onderwijs gerichl op de luchtyaan, 0.1. ir. J. Roosenschoon van Fokker, die in 1935 als priyaal-docent in de vliegtuigbouwkunde werd aangestcld. Aan hel eind van de
3. nET BEGIN VAN DE VLIEGTUlGBOUWKUN DIGE OPLEIDING IN DELFT
De bovenvennelde benocmingsprocedure bcgon onder een ongelukkig gestemte. Zowe] bij de Fokker-vliegtuigfabrieken, het NationaaJ Luchtvaartlaboratorium NLL als de Rijksluchtvaartdienst RLO (beide laalSlen in de jarc:n denig voongekomen uit de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaan RSL) waren diverse deskundigen, die voor de hoogleraarspositie in aanmerking konden worden gebrachl. Onder hen nam ir. A.G. von Baumhauer. sinds 1921 werkzaam bij de RSlJRLD. cen vooraanstaande plaats in. Zijn groolsle bekendheid verwierf hij door de bouw van een eltpc:rimenteel hefschroefvliegtuig in de periode 19241930, doch hij leverde ook bclangrijke bij. dragen lot de verhoging van de veiligheid in de luchtv3art door onderwek op het gebied van prestaties, vliegeigenschappc:n en nutler. Een eventuele benocming tot hooglernar in Delft kon echler geen doorgang vinden door hel noodlottig ongeval tijdens cen prudvluchl met cen Boeing Stratoliner in de Verenigde Staten, waarbij zowel ir. A.G. yon Baumhauer als P. Guilonard. onderdirecteur van de KLM, in 1939 omkwamen. In het zelfde jaar ste]de de Afdellng der Werktuig- en Scheepsbouwkunde een definitieve voordrncht op voor de hoogleraar in de vliegtuigbouwkunde, waarin drie kandidaten werden genocmd. Hel is zeer opmerkelijk, dat hel tocnmalige College van Curatoren de voorkeursvoJgorde van de Afdeling niel wilde volgen. Na overJeg mel de Afdeling besloot het College in de zomer van 1939 als J
1',,,/ l(fun
Hel hooglerarencorps van de Afdeling der Weriauigbouwkunde en Scheepsbouwkunde omsrreeks 1943 4
eerste kandidaal voor te dragen ddr. H.J. van der Maas, die sinds 1923 weric:zaam was bij RSl)NLL, in het bijzonder op het gebied van beproeving van vliegtuigen in de vlucht. Tot dit besluit heeft zeker bijgedragen het ann de voordracht voorafgegaan overleg, waarbij blijkens archief-documenten Van der Maas duidelijk zijn visie omtrent de vliegtuigbouwkundige opleiding in Delft naar voren bracht. inklusief de vliegopleiding van studenten, Deze visie zou hij in de na-oorlogse jaren volledig weten te verwerkeJijken. Zonder anderen tekort te doen, mag de Nederlandse luchtvaart dankbaar zijn dat op voordracht van het College van Curatoren bij KoninkJijk Besluil van 6 mei 1940 ddr. HJ . van der Maas lOt hoogleraar in de Vliegtuigbouwkunde in Delft werd benoemd.
4. DE OORLOGSJAREN 1.940-1945 In september 1939 had de wereldbrand reeds een aanvang genoemen en op 10 mei 1940 werd ons land door de Ouilse bezetting daarin meegezogen. Prof. van der Maas was enkele dagen daarvoor benoemd. Aanvankelijk ging het leven nog zijn nonnale gang en op 10 october 1940 hieJd hij zijn inaugurele rede met de IOCpasselijke titel: "De Stan". Hij speak daarbij lOwel over "den start van het werk nan de Technische Hoogeschool" als over de start van het lange-afstands-vliegtuig, daarbij de nadruk leggend op de resuhaten van "den aanval op den luchtweerstand". In het lOt de studenten gerichle slotwoord komt de rin voor: "Slechts een Yolk, dat de luchlvaart beoefent, zaI in de toekomst een rol van betekenis kunnen spelen", gepaard met de opwekking lich niet Ie laten afschrikken door de moeilijke omstandighOOen van het ogenblik. Kenmerkend voor lijn brede kijk op de luchtvaarttechniek is dat prof. Van der Maas zich vanaf zijn benoeming met grate werkdrift wierp op cen reeks van vakken.
Met hulp van medewerkers bij de 11i en het NLL ontstonden dictaten, niet aileen over zijn eigen vakgebied (vliegproeven en vliegeigenschappen), maar ook over het ontwerpen en de constructie van vlieglUigen, de luchtvaanvoorschriften e.d. Reeds vroeg verkondigde hij de stelling dat de naam Vliegtuigbouwkunde te eng was voor de beoogde opleiding, die ook andere aspecten van de luchcvaan moeSt omvatten dan het bouwen van vliegtuigen aileen. Het was in de zomer van 1943 dat de schrijver na het behalen van het HBS-B diploma door bemiddeling van een familielid de eerste ontmoeting had met prof. van der Maas op het huidige TNO-complex aan de Lange Kleiweg in Rijswijk. Oit naar aanleiding van de wens om in Delft vliegtuigbouwkunde te gaan studeren. Een bezoek aan zijn assistenlen Hassig, Giskes en Van Niflerik werd gearrangeerd in hel gebouw van Werktuigbouw- en Scheepsbouwkunde aan de Nieuwelaan in Delft, die verder inlichtingen gaven. Prof. van de r Maas raadde de inschrijving als student sterk af en gaf het adres van cen repetitor om alvast de wiskunde te kunnen voorbereiden, zelfs met de mogelijkheid om c1andestien, later te erkennen, tentamina bij hoogleraren af Ie leggen. De donkere wolken van de grimmige laatste bezettingsjaren waren reeds toen duidelijk herkenbaar. Toch had Van der Maas in de oorlogsjaren kans gezien in de huisvesring van Vliegtuigbouwkunde te voorzien. In 1943 werd voor de opleiding een verdieping boven op het bestaande gebouw aan de Nieuwelaan 76 gebouwd. naar verl uidt het enige civiele bouwwcrk in Zuid-HoJland in die tijd. Oat dit niet aan vriendschap met de Ouitse bezetters was te danken, bleek spoedig daarna. De toenmalige Senaat van de 11i adviseerde de studemen de zogenaamde "]oyaliteitsveric:laring" te tekenen, waarbij zij zich zouden onthouden van tegen de 5
Duitse overheid gerichte handelingen. Prof. van der Maas was een van de vurige tegenstanders van dit advies. Toen deze houding bij de bezetters bekend werd, was hij genoodz.aakt met zijn gehele gerin, toen beslaande uit echtgenole en II kinderen, onder te duiken op diverse plaatsen in ons land. Ook in die tijd ging hij voon mel voorbereiding van het onderwijs, waarvan handgeschreven dictaten met het bijschrifl "in duikvlucht" geluigen zijn! Na de bevrijding in mei 1945 kon "De Start" van de vliegluigbouwkundige opleiding pas echt een aanvang nemen. Prof. van der Maas werd in het eerste naoorlogse academisch jaar 1945-46 echler ook tot een andere taak geroepen. Ais ec!n der weinige Delftse hoogieraren, die geen blaam met zich meedrocg i.v.m. de Duitse bezetting, was hij de aangewezen man om de eersle na-oorlogse Rector-Magnificus van de TH Ie worden. Nog herinnen de schrijver zich dat hij in september 1945 bij de inschrijving in hel toenmalige Hoofdgebouw, Oude Delft 95 persoonlijk door Van der Maas werd onlvangen. Hel gebruik van deze persoonlijke ontmoeting van de studenlen mel de Rector zou kon daama verloren gaan. Voor de eerstejaars vliegtuigbouwers lOU prof. Van der Maas de persoonlijke ontmoeting nog lang handhayen met een ontvangst in zijn woning, Voorstraal 42. Tijdens zijn periode als Rector-Magnificus vervulde prof. Van der Maas o.a. de zware laak van de "zuivering" van SlUdenten i.v.m. de onderlekening van de loyaliteilsverklaring. Zijn rechlschapenheid en gevoel voor de medemens, hebben zeker bijgedragen 101 een waardige afsluiting van een donkere periode voor de loenmalige sludenlen in Delft.
5. TWINTIG JAAR VAN OPBOUW: 1945-1965 In een aflOnderlijke bijdrage in dil jubi6
leumboek van de hand van profjr. lA. van Ghesel Grothe worden de eersle tien jaren van de vliegluigbouwkundige opleiding beschreven. Daarin worden de drie grondleggers van de vliegtuigbouwkundige op[eiding mel een kone [evensbeschrijving gememoreerd. Reeds in 1945 werd prof.drjr. A. van der Neut a[s tweede hoogleraar in de vliegtuigbouwkunde benoemd. Hij was sinds 1930 werkzaam bij de Sterkteafdeling van hel NLL Door zijn benoeming werd voorzien in onderwijs en onderzoek in de vliegtuigconsltucties. Vanaf zijn benoeming tOt zijn emeritaat in 1973 verzorgde prof. van der Neu! onderwijs in de vliegtuigconslrUcties, de sterkte- en stijfheidsberekening, belastingen en vliegtuigtrillingen. Prof. van der Maas kan worden beschouwd als de schepper en bouwer van de vlieglUigbouwkundige opleiding, terwijl prof. van der Neu! a[s vooraanstaand beoefenaar van de technische wetenschap de grondlegger van de wetenschappelijke traditie van de opleiding kan worden genoemd. In de eerste na-oorlogse jaren wcrd ook vonn gcgeven aan het oefeningenprogramrna, dat steeds een belangrijke plaats in de vliegtuigbouwkundige opleiding heeft ingenomen. Ir. J. van Buuren, die in 1947 tot lector werd benoemd, heeft vanaf 1945 tOt zijn pensionering in 1975 grote aandacht aan he! oefeningen programma besteed, daarin bijgeslaan door iT. C.A. van def Eyk, die van 1945 tot 1977 aan de Afdeling was verbonden. Seiden hadden hun ervaring in de vliegtuigbouw voomamelijk verworven in de vooroorlogse jaren van de Koolhoven-fabriek, die na de verwoesting van Waalhaven in 1940 niet meeT uit de as is herrezen. Ve\e anderen hcbben als asSiStelilen en medewerkers in de opbouwperiode belangrijke bijdragen lot de opleiding en de bouw van laboratoria geleverd, waarvan de namen hier onvenneld moeten blijvell. In dit verband kan wei worden venneld dat in hel bijzonder prof. Van der Maas naast er-
Een gedeehe van het docentencorps van de Onderafdeling der Vliegmigbouwkunde in 1962 Ziuend van links naar rechlS: prof.dr.ing. S.F.A.H.P. EnJmann. prof.dr.ing. J. Taub. prof.drjr. A. van dcr Ncut. prof.dr.ir. HJ. van dcr Maas en prof.ir. H. Willcnbcrg. Slallde van links naar recllls.. temiddtn van bcstuursleden dcr VSV: locL(ll'" if. O.H. Gerlach. prof.dr.if. W.T. Koitcr.toclOr ir. E. Dobbing3 en ir.dr. J.MJ. Kooy. De v~iltcr van de VSV, de ha:r K.A. MOIItijn. SWI rechlS van prof. KoilC!".
varen krachten mel praklijkervaring, ook een aanlal pas afgestudeerde vlieglUigbouwku ndige ingenieurs aan de Onderafdeling wisl Ie binden. Hij was daarbij royaal in het geven van veranlwoordelijkheden. helgeen er zeker heefl loe bijgedragen dal verscheidenen van deze jonge ingenieurs rieh konden bekwamen 101 het ni veau. da1 in de loop der lijd de benoeming 101 hoogleraar rechtvaardigde. In 1965 was hel aanta1 gewoon hoogleraren en iecloren hij de Onderafdeling reeds gegroeid lot lien, lerwijl drie builengewoon hoogleraren waren benocmd. De staf van wetenschappelijk medewerkers, lechnici en ander ondersteunend personeel hield geHjke Ired mel dele groei. Met weloverwogen stappen werd ook de laboratoriumuitnlsting van de Onder-Afdeling uitgebreid tOt cen omvang. die tOt heden de vergelijking met overeenkomstige instituten in het buitenland glansrijk kan doorstaan. Een hoogtepunt hierbij was hel betrekken van het eigen gebouw aan de Kluyverweg
I in 1965. waarmede een definitieve huisvesting van de opleiding werd verkregen. T.a.v. de plaats van de vliegtuigbouwkunde binnen de organisatie van de Techni· sche Hogeschool Delft heefl prof. van der Maas sleeds een eigen Afdeling voor ogen gestaan. Als eersle aanzet werd in 1943 reeds een afzonclerlijk diploma voor vliegtuigbouwkundig ingenieur ingesteld als vervanging van het diploma van werkluigkunclig ingenieur met de aMlekening "Vliegtuigbouwkunde ~. waarvan er slechts Un is uitgereikl. In 1953 werden Scheepsbouwkunde en Vliegtuigbouwkunde van de Afdeling der Werktuigbouwkunde afgesplitst en vormde zij samen een nieuwe Afdeling. totdal in 1975 beide overgingen in afzonderlijke Afdelingen met cen eigen bestuur- en beheersstruktuur. Tot de in 1953 gevormde Onderafdeling Vliegtuigbouwkunde behoorden als hoogleraren niel aileen prof. van der Maas en prof. van der Neut, doch ook de beide hoogleraren prof.droir. L.1.F. Broer en prof.dr.ir. W.T. Koiter van de Afdeling der Werktuighouw7
DE LEER- EN HULPMIDDELEN VOOR DE STUDENT; VROEGER EN NU Vroeger (rond jaren vijftig) diktaten door stude nt gemaakt tijdens de hoorcol1eges; tekentafel, tekenhaak, lineaal, driehoeken, passserd()()S, strooklatten en tekenloden; rek.enlineaal en logarithmen-tafel; blauw- en lichtdrukken voor tekeningen (spaanaam!); inktpen, foliopapier, grafiekenpapier en tekengertedschap Voot handgeschrtven verslag van ingenieursopdracht. Thans (rond jaren nt!!emi!!) gedrukte diktaten voot vrijwel aile vakken naaSI hoorcolleges; Computer Aided Design faciliteiten; rekenfaciliteiten van zakrekenmachine. personal computer tOI loegang lOt centrale rcken fllcilileiten van de TU Delft; copieerfaciliteiten voor anikelen. verslagen. tekeningen eIC.; aile modeme hulpmiddelen voor vervaardige n van getypl rappon van ingenieursopc1racht.
kunde. die waren medebenoemd in de Onderafdeling. In die jaren woonde ook prof.dr. R. Timman van de Afdeli ng der AIgemene Wetenschappen (Onderafde1ing der Wiskunde) de Onderafdelingsvergaderingen regelmatig bij. In de jaren na 1945 ondergingen de luchtvruuttechniek: en de daaman verbonden wetenschappen ten enonne groti, waarmede het onderwijs in Delft gelijke trcd motSI hollden. De toepassing van straalvoonstuwing maakte hel bereiken van hoge vliegsne1heden moge1ijk met daarnan verbonden o ntwikke1ingen op het gebied va n de subsone, tr:mssone en supersone aerodynamica. alsmede nieuwe construelieve-. sterkte- en trillingsvraagstukken. In de eerste jaren na 1945 was hel onderwijsprogramma nog steric geent op de werktuigbouwkunde_ De vliegluigbouwkundige vakken hadden een beperkte omyang en waren gericht op hel vliegluig me t zuigermolor en schroer en lage vliegsne1-
8
heden _ Het onderwijs kon toen nog aandacht geven ann vele technische bijzonderheden. daar hel tOlale gebied van kennis nog vrij beperict was_ Mel de genoemde uitbreidingen van he! vakgebied is geleidelijk aan de omvang van het vliegtuigbouwkundig onderwijs toegenomen. waarbij de anndachl ook mee r en meer wen! verschoYen naar de grondslagen van het vakgebied. die ann de afgesludeerde ingenieur de basis verschaffen, waarop hij de praklische kennis in zijn beroepsuitoefening adequaat kan verwerven_ Hoewel de inhoud van de opleiding in de loop der jaren voondurend is aangepasl, is hel opmerkelijk dal de struktuur daarvan reeds in de eerste jaren na 1945 is vastgelegd in een vonn. die lot heden zec.r passend is gebleken. Centnlal heeft steeds geSlaan het ontwerpen van vliegtuigen met de daaraan verbonden disciplines: aerodynamica, prestaties en voortstuwing. stabiliteit en besturi ng, vliegtuigconstruc-
ties, sterkte- en stijlbeidsberekeningen. Elke vliegtuigbouwkundige student Ontvangt een basisopleiding in deze disciplines en tot 1982 werd door aile studenten als synlhese van deze kennisgebieden een voorontwerp van een vliegtuig vervaardigd. In 1945 werd zelfs begonnen met twee voorontwerpen, nl. van een zweefvliegtuig tn een motorvliegtuig, hetgeen echter spoedig een te zware belasting van het studieprogranuna betekendel Reeds in 1947 werd onderkend, dat voor het verkrijgen van voldoende diepgang in de Iwee laatste jaren van de vijfjarige opleiding een differentiatie in een aantal afstudeerriehtingen noodzakelijk was. Bij elke afstudeerriehting behoorden kern- en keuzevakken en afsludeerwerk in de gekozen riehting, afgesloten met het ingenieurs-examen. De toen ingestelde keuzerichtingen waren: aerodynamische en vliegtechnische richling (a); bedrijfslechnische richling (b); constructieve richting (c); elastomechanische richting (d). Op 25 september 1947 gaf prof. Van der NeuI in beeldende !aal een toelichling op deze studierichtingen aan de vliegtuigbouwkundige sludenlen. Met in de lijd gebleken wenselijke aanpassingen, zijn deze riehtingen tot heden nog Sleeds in hel Studieprogramma herkenbaar, zij he\ met toevoeging van de ruimlevaantechniek naast de luchtvaantechniek. Bij de door de Afdeling (Faculteit) verzorgde opleiding heeft vanar 1945 ook steeds behoord die van de ingenieur-vliegeT. Prof. van der Maas, zelf ir-v!ieger, die vrijwel elk vooroorlogs-vliegtuig in Nederland had gevlogen, zag deze opleiding als een noodzakelijke aanvulling om de verbinding tussen de wereld van de vlieger en de ingenieuT Ie leggen. Aan goede stud enten werd de gelegenheid geboden het vliegbrevet A te behalen en zodoende kennis Ie maken met de praktijk van het vliegen. Op grond van sludieaanleg, vJiegaanleg en mOlivatie, werden enkelen geselec-
leerd om he! vliegbrevet B Ie behalen bij de Rijksluehtvaanschoo! en om zich lijdens de opleiding Ie bekwamen in de uitvoering van vliegproeven. Ook deze vliegopleidingen hebben bewezen tot de huidige dag in een behoefte te voonien en lot 1990 zijn 23 ingenieurvliegers opgeleid en vele sludenlen behaalden hun A-brevet. Tot de benoeming van de derde gewoon hoogleraar in 1960 waren prof. Van der Maas en prof. Van der Neut de enige afstudeerhoogleraren en in de periode 19451960. voltooiden ruim 250 vliegtuigbouwkundig ingenieurs de studie onder hun leiding. Velen van deze sludenten zouden in hun lalere loopbaan vooraanstaande posilies in de Nederlandse luchtvaan gaan bekleden. In de boven beschreven periode vond ook de opbouw van de Nederlandse vlieglUigindustrie plaats, alsmede die van het luchtvaankundig onderzoek bij he! toenmalige Nationaal Luchtvaanlaboratorium NLL, vanaf 1961 hel Nationaal Lucht- en Ruimtevaanlaboratorium NLR. in dit overzicht mag niet onvermeld blijven de leidende rol die prof. Van der Maas bij deze opbouw heert vervuld. In 1946 werd hel Nederlandse Instituu! voor Vliegtuigontwikkeling (NIV, sinds 1971 NrvR) opgericht met het doel de zelfscheppende vliegtuigindustrie in ons land te doen herleven. Toen prof. van der Maas als Rector in 1946 een roeiwedstrijd op de Delftsehe Sehie gadesloeg vanaf het terms van het toenmal ige cafe "De Zwelhheu]", nodigde ir. Th.P. Tromp als voorzitter van de Interdepartementale Commissie, die tot de opriehting van het NIV had geadviseerd, hem uit hel voorziltersehap van dit instituUl op zich te nemen. Dit voorzitterschap heeft prof. van der Maas tOt 1970 vervuld en daarbij met grote inzet leiding gegeven aan de werkza!lmheden van het NlV ten behoeve van de vliegtuigindustrie. In 1950 werd hij tevens aangezocht om 9
het voorzinerschap van het bestuur van hel NLL op zich Ie nernen, teneinde leidi ng te geven aan de uitbouw vlln dit laboralorium. In zijn besluursperiode lOt 1971 kwamen verscheidene grote onderzoeksfaciliteiten tot stand, alsmede de uitbreiding mel de nieu we vestiging in de NoordDos! Polder. Gedurende ruim 20 jaar heeft prof. Yan der Milas de drievoudige tau: voorzitter van de Sub- en Onderafdeling der Yliegruigbouwkunde, voorzilter van het Bestuur van hel Nrv (NIVR) en voorzitter vlln hel Bestuur van hel NLL (NLR) gelijktijdig vervuld. Oaarbij steeds wakend voor onderscheid van belangen, doch het ene doel dienend: de bevordering van de Nederlandse vliegtuigindustrie en het luchlvaartkundig onderzoek met de opleiding van jonge mensen voor deze akliviteilen in Delft. AIIUn een onslUilbare werkkrnchl, een groot doorzeuingsvennogen en liefde voor hel yak maakle de vervulling van deze drie laken mogelijk. Ook de ruimtevaan had in de jaren zestig de aandacht van prof. Yan der Maas, mede als bestuurslid van de Commissie voor Geofysica en Ruimleonderzoek (GROC, de voorloper van de in 1984 opgerichte Stichling RuimteOnderzoek Nederland, SRON). O.a. heeft hij leer geijverd voor de permanente vestiging van hel European Space Research and Technology Centre (ESTEC) in Delft. Door oorzaken van beslUurlijke en bouwlechnische aard, werd dit doel niet bereikt en kreeg ESTEC in 1963 na een lijdelijk verblijf van enkele jaren in Delft een definitieve huisvesting in Noord wijk, waardoor dit belangrijkste lechnologisch centrum van de European Space Agency (ESA) voor ons land werd behouden. Zijn vele intemationale kontakten maakten dat prof. Van der Maas ook behoorde tOt de oprichters van twee belangrijke intemationale organisaties op luchlvaange10
bied: Advisory Group for Aeronautical Research and Development (AGARD, 1952) en de International Council for Aeronautical Sciences (ICAS, 1957). Naar deze organisalies werd de weg geopend voor deelneming door vele andere Nederlandse vakgenoten, die door deze kontakten enerzijds hun kennis konden venijken en anderzijds aan hel eigen luchtvaankundig onderzoek een grotere inlemationale bekendheid konden geven. In 1967 legde prof. van der Maas zijn taak als hoogleraar in Delft neer. Prof. van der Neut volgde hem op als Voorzilter van de Onderafdeling tOt 1971 en trad terug in 1973, terwijl iT. van Buuren in 1975 zijn bet!indigde. Hiennede werkzaamheden kwam cen einde aan de bijdragen van de drie grondleggers van de vliegtuigbouwkundige opleiding in Delft. De jaren zevenlig brachten grole veranderingen in hel universitaire beStel, lOals hieronder za1 blijken.
6. PERIOOE VAN II ERVORMINGEN: 1965·1982 In de jaren zestig nam hel aantal studenten in de vaderlandse universitaire wereld sterk toe, een verschijnsel dat wei als "exteme democra!isering" word! aange-duid. In die jaren ontstond ook de vrnag of cen gelijke opleiding van vijf jaar voor aile studenten wei de meest passende vonn zou blijven. Ook bij de ingenieursstudie in Delft kwam deze vraag naar voren en verscheidene modellen voor cen getrapte op· \eiding werden druk in woord en geschrifl besproken. De auteur herin nen zich o.a. levendige telefoongesprekken tussen prof.ir. 1.J. Brneze vlln Werktuigbouwkunde en prof. Van der MaIlS over een opleiding in twet trappen: cen eerste opleiding van 4 jaar, voor een beperkl aanlal begaafde Sludenten gevolgd door cen tweejarige voongezclle siudie. De tenn "baccalaureaat-opleiding" voor de vieljarige cursus
werd daarbij menigmaal gehoord. Professor Broeze suggereerde reeds tocn om ook aan de 4-jarig opgeleiden de titel "ingenieur" toe: te kennen om aan deze op· leiding een voldoc:nde status te geven. Terugblikkend is hier sprake van een vooruitziende blik op hetgeen in de jaren 'SO dwingend door de overheid zou worden voorgeschreven! Landelijk werd richting bepalend de nota van de Regeringscommissaris prof. dr. K. Posthumus, die in 1968 verschcen onder de tite1: "Universiteit, docistetlingen, functies en structuren". Hierin went de tursusduur tot het doctoraal (bij de TIl's ingenieurs-)ex3men als regel op vier jaar gesteld. De tweede trap zou vonn moeten krijgen door de aanstelling van assistentondenoekers met vooral promolie tot doctor als einddoel. Dc toenmalige Onderafdeling der Vliegtuigbouwkunde sprong onmiddelijk in op de nots "Posthumus" en bracht cen vOOlStei uit tot inrichting van cen 4 11 4.5-jarige opleiding als eerste ron· de, gevolgd door cen vervolgstudie van 1.5 11 2 jaar voor studenten met voldoende Studieaanleg en studiezin. In de Afde1ingsvergaderingen werd he! VOOTS!e1 druk besproken, waarbij uiteindelijk \Verd besloten tot cen ingenieursopleiding van 5 jaar met een rodanig programma voor het vijfde cursus· jllar dat dit nominaal in juni/juli zou kunnen worden afgesloten. Vijdejaarsexamenvakken kwamen daarbij te vervallen, rodal het vijfde cursusjaar uitsluitend aan afstudeerwerk kon worden besteed. Als resultaat van het overteg was in 1967 reeds ingesteld een vervolgstudie. het zognaamde "zesde studiejaar" mel een duur van I a 1,5 jaar, besleed aan een aanta] geavanceerde examenvakken en cen onderzoekprojecl. Deze opleiding was gebaseerd op art. 24 van de toenmalige Wet op het Welenschappelijk Onderwijs, waarbij een erkend getuigschrifl werd geregeld. Aan be· trokken "sludenlen" werd op grond van cen ander welsanikel een bcu!"! verlcend, vergelijkbaar mel het sataris van cen jong ingenieur. Tot 1982. loen deze opleidings-
vorm kwam te vervallen, hebben 35 jange ingenieurs hel betreffende geluigschrift verworven.
De "Roaring Sixties" met studentendemonstraties en -bezettingen in binnen- en builenland zenen ook de "interne democratisering" van de Universiteiten in gang. Dit leidde 101 de Wet Universitaire Besluurshervorming 1970 (WUB), waannee cen nieuwe bestuurs- en beheersstruCtuur werd ingevoerd. Op Afdeling- of Facul· teitsniveau was tot dan de bestuuTSverantwoordeiijkheid gelegd bij de gezamenlijke vergadering van hoogleraren mel een klein Dagelijks Bestuur van tenminste een Voorzitter en Secretaris. Het beheer was in handen van een Hoogleraar-Beheerder. Dc WUB legde de hoogste verantwoordelijkheid bij de Faculteits- of Afde1ingsraad met venegenwoordigers uil de drie geledingen van de universiteit of hogeschooJ. Voor de Vliegtuigbouwkunde betekende dil cen Rand bestaande uit 12 leden, waarvan 6 gekozen uil en door de welCnschllppeJijke staf. 3 leden voonkomcnd uit de niel-wetenschappelijke staf en 3 studenten. De leden van de Raad worden gekozen via periodieke 5temmingen mel kandidaatslellingen, stembureau's en aile zaken die mel verkiezingen van venegenwoordi· geTS voor bestuursorganen in cen gemcen· schap samenhangen. De Voorzitter van Faeulteit of Afdeling werd voonaan de Dekaan. bijgestaan door een Dagelijks Besluur. Hel behcer werd in handen gelegd van een afzonderlijk door hel College van Bestuur (het vervangend organn voor het vroegere College van Curatoren) benoemde beheerder. Op vele universiteilen en faeulteiten of afdelingen verliep de overgang van de oude naar de nieuwe beStuursstruktuur niet zonder moeilijkheden. De Onderafdeling der Vliegtuigbouwkunde bewees toen dat goed onderwijs en onderzoek niet in de cerste plaats door de struktuur, maar door de in de organisalie werkende mensen wordt bepaald. Mel grote discipline wer11
DE EINDTERMEN VOO R RUTMTEVAA RlTEC IiNIEK
DE STUDIERICIiTING
DER
LUCIITVAA RT-
EN
Ejnd!Cml I: De vlicg!uigOOuwkundig ingcnicur dien! IC bcschikkcn over ten gcdegcn Ilcnnis van cn inzichl in de spccificke eisen, die aan luchl- en ruimtevOl:n uigcn worden gCSlCld in verband mel vei lighcid cn bcU'Ollwbaarhcid, de acrodyl\3lllischc en kon suuk.Uc:vc V'OfTTlgeving en de eigensch3ppcn tijdcns de vlucht. Eindtrnn 2: De vliegwigbouwkundig ingcn icuf diem in staal It 7.ijn «Ifstandig tcchnischwetcnschappclijkc vnagswllcn op zijn vakgebic:d Ie ondcrkcnnen. Ie forrnu· !eren. Ie Il\iJlyscn:tl en lOt Un 0( meer aanvaardban: oplossingen Ie brcngen. Hij mot! daarbij bcl vcrmogcn hcbben om uitcenlopcnde facetlen lOt oen 'ynihese Ie bn:ngcn. IllIlCrdcre 1IKICC1ijkhcdcn Ie ondcrschcidcn en dczc Icgen clkaar af Ie wegro. Ejndtcrm 3: De vliegluigbouwkuodig ingcnieur Jl10CI tijdcns zijn oplciding Ilennis van en inziehl in hel Ihcorttischc en expcrimentele ondcn.oell binncn hel vakgebicd hebbcn veIWorvcn. Hij mOl:! daartoc bcschi ldcn ovcr de benodigde kenni s van cn vaard.igheden in de wiskunde. MluuO;unde. mechanica en me<:lmetlloden en hi; moe l in staal zijn de vak lilCfll!uur te gebruillcn. Ejnd!erttl 4: De vliegtuigbouwllundig ingenicur moe! in $Iaa! zijn op duidclijke .... ij7.c oyer up tcdtni$ch-WClCIIS(h3ppclijke wCltzaamheden Ie rapponcrtn, wwel schriftelij!; a1s mondcling. Ui!drotlr.ingsvaardigbcid in de Nedcrlandse wi is vcreis!, d3amaas! diem hi; in rcdelijkc male venrouwd Ie ziin mel he! Engcise L3a1gcbruill in zi;n l'akgebic:d. Ejmi]erm s: De vlicgluigbouwllundig ingcnicur diem lijdcns lijn oplciding inziehl Ie hebbcn vcrworvcn in zijn aanleg en affini!cilCll me! he! oog OP 7.ijn laltre belOcp$ui locfening. Ej r)(hcOD 6: De vlicgwigbouwkun(!ig ingcnicur mOCI in staat "lijn om na ecn bcpcrkle inwcrk· pcrioclc wcrp..3."!nt te I iin in vcrschillcnde dcdgebicdcn van de luchlVlWl- en ruimle'-'ll3r\tc(:hniell. EjnshCml 7: De vliegtuigbouwllundig ingenicur moe! beschilden over ten doidelijk inlithl en kennis van de bctc.kenis van de luchlvaart en ruimtev33l\ voor de ma:u.schappij.
12
den de nieuwe bestuursmaatregelen 101 uitvoering gebrachl. De (Onder-)Afdelingsraad fungeerde en fungeen nog steeds als een controlerend, meedenkend en beslissend orgaan, daarbij de dageJijkse bestuurlijke en beheersaangelegenheden overlatend aan hen, die daarvoor primair de veranlwoordelijkheid dragen. De getoonde discipline is geheel in overeenstemming met hetgeen bij de beoefening van de luchtvaan sleeds van aile betrokkenen wordt geeist! Maar ook de ontwikkelingen op het gebied van de wetteJijk voorgeschreven inrichting van de universitaire studie stonden niet slii. In 1976 konden ingevolge e)(. an II derde lid van de Wei HerstruclUrering W.O. de faculteiten en afdelingen cen voorSlel betreffende de inrichting van de studie indienen, waarbij cen vijfjarige opleidingsduur i.p.v. de "normale" vierjarige duur werd gemOliveerd. Een karrevracht van voorstellen van vrijwel aile studierichtingen in den lande bereikte het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Daaronder ook een voorstel van de Afdeling der Luchlvaart- en Ruimtevaantcchniek (afgekon LR). Een nieuwe naam, die in 1975 bij wet werd ingevoerd en waarbij de Afdeling ook geheel zelfstandig weni. Een interessant detail is dat de Onderafde1ing destijds als nieuwe naam voorstelde Lucht- en Ruimtevaantechniek, helgeen cchter door de toen nog bestaande Senaat van de TIi Delft werd gewijzigd in de taalkundig juistere aanduiding Luchrvaan- en Ruimtevaantcchniek, omdat anders sprake zou zijn van "Luchllcchniek", die elders wordt beoefend. Bij het genoemde voorstel voor een vijfjarige opleiding in de luchtvaan- en ruimtevaantechniek werden voor de eerste manl de doelslellingen van de opleiding gee)(pliciteerd in lOgenaamde "eindlennen". De tenn "vliegmigbouwkundig ingenieur" blcef ondanks de naamswijziging van de Afdeling nog lang gehandhaafd; geleidelijk is de tenn "luchtvaan- en ruimtevaantechnisch ingenieur"
meer in gebruik gekomen. Vooral de wens tOi beheersing van de kosten van de universitaire opleidingen, leidde enOt dat de voorstellen voor de vijfjarige opleidingen niel door de overheid werden gehonoreerd. Van de zijde van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen werd voongegaan met nOla's en beleidsaankondigingen, die in 1982 tot de huidige twee-fase opleiding lOuden leiden, De WUB schreef voor dat onderwijs en onderzoek binnen de faculteiten en afdelingen zouden worden ondergebraehl in vak.groepen als kleinste werkeenheid i.p.v, afwnderlijke leerstoelen mel hun staf. Bij de (Onder)Afdeling leidde dit 101 de instelling van vijf vakgroepen, die tot heden zijn gehandhaafd. Deze vakgroepen worden hier aehtereenvolgens genoemd met de namen van de gewone en buitengewone hoogleraren (de laatsten aangegeven met *) en lectoren ten tijde van hun opriehting: • Aerodynamiea (al): prof.ddr, J.A, Steketee. prof.dr.ing. S.F.A.H.P. Erdmann, prof.drjr. lL. van Ingen, leelQr ir. E. Dobbinga; • Omwerpen/Vliegmeehaniea (a2); profjr. H. Wittenberg, prof. l H.D. Blorn"'; • Stabiliteit en beslUring (a3); prof.drjr. O.H. Gerlach, prof. ir. T. van Oosterom"'; • Vonngeving, fabricage en materialen (b2): profjr. GJ. Spie.'i. prof.drjr. l. Sehijve; • Construetie, Sterkle en Trillingen (e): prof.drjr. A. van der Neut, profjr. E.J. van Beek, profjr. H. Bergh*, proLir. 10. ten Asbroek*. Als beheerder werd in 1972 aangesteld lector ir. l.A. van Ghesel Grothe, Aan elk van de vakgroepen werd een keuzerichling in het studieprogramma voor de eindstudie toegewezen, alsmede hel onderzoek in hun specifieke discipline. In samenwerking met de vakgroep Industriele 1J
\6
Ailntil hoogleriren tn lectorel'l met yolltdige dagtuk bij dt
14
(Sub/Onder) Atd', V IFiC. lR
12 10
8
•
, 1
0 50
1940
51.
58
10
8
,
"
66
70
"
78
78
"
81
86
90
_iaar
Ailntill hoogltraren met deelhak bij de (Sub/Onder) Afdeling V I Faculteit lR
, 1
0 1946
SO
54
58
"
66
70
Organisatie van de Afdeling der Werktuigbouwkunde werd (evens de daardoor verzorgde keu:terichting (bl) aan he! vlieg-
tuigbouwKundig studieprogramma [oegcvoegd onder ieiding van de in de Onderafdeling mede benoemde hoogleraar prof.ir. 1. in " Veld. De vakgroepen !cregen bovendien tot laak de verzorging van he! onderwijs (colleges en oefeningen) in he! driejarige basisprogramma, voorafgaand aan de eindstudie. De vakgroepbeslUren werden gevonnd door aile wetenschappelijke medewerkers, inclusief vertegenwoordiging van studenten en technische staf. Een dageJijks besmur onder leiding van «!en der hooglera14
"
.
90
ren als vakgroepvoorziuer completurde de vakgroepstruktuur. Ter co6rdinatie van onderwijs en onder:wek werden ingevolge de WUB ook de Yaste Commissies voor het Onderwijs en voor de Wetenschapsbeoefening ingesteld. In de urste commissie were! ook een duidelijke plaalS ingeruimd voor de studenten als "consumenten" van hel onderwijs. De geschelste struktuur is tOt hede n aanwezig en huft de Afdeling (Faculleil) een blijvende organisalievonn gegeven, aangevuld mel de noodz.akelijke beheerseenheden voor administralie. secretariaatswerkzaamheden en technisch ondersteuning.
Op aandrang van de loenm3.lige l'logeschoolra3.d werd in 1979 ook een studieen onderwijs:tdviseur aangesteld. Hoewel door sommigen slechts met aarzeling binnen de Afdeling aanvaard, heeft de ervaring geleerd dat zowe! t.a.v. de advisering van studenten in studie- en persoonlijke aangelegenheden als bij de eoordinatie van onderwijsvoorzieningen, de betreffende funetie een waardevolle ondersteuning aan het onderwijs kan geven.
Dc: jaren zeventig rijn ook de periode ge:weest, waarin aan het onderwijs in de ruimtevaarttechniek gestalte werd gegeyen, later aangevuld met ondenoek op dit gebied. De eerste aanut van dit onderwijs werd gevonden in colleges, die van 1961 tim 1972 in de vonn van een leeropdracht werden verzorgd door prof.ir.dr. J.M.1. Kooy, die desrijds als hoogleraar aan de Koninkl ijke Militaire Akademie in Breda was verbonden. Gerien zijn onstuitbare drnng tot overdragen van kennis. beloofde prof. Van der Maas aan dr. Kooy een "Pa.asei~ , indien hij zieh in de eerste cursusperiode aan het gestelde tijdschema Z'lU houden, een honorering die ook feilelijk were! uitgevoerd! Toen prof. Kooy in 1972 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, werd zijn onderwijs voongeul door jonge medewerkers, die inmiddels 3an de wetenschappelijke staf waren toegevoegd. Zij verzorgden de basiscolleges in de ruimtevaarttechniek; raketvoortstuwing. beweging van rakenen. baanmechanica van ruimtevoenuigen, en standregeling van ruimtevoenuigen. Tevens werden
enkele cursussen over ruimtctechnoiogie verzorgd door medewerkers van ESTEC. Ook werd een leersu)C1 Ruimtevaarttechniek ingestetd: nad:n een buitenlandse deskundige zich onverwachts terugtrok, werd deze plaals van 1976 tot 1984 in deeltijd bezel door prof.drs. W. Bloemendat. In 1979 kwam op initiatief van profjr. T. van Ooslerom ook de zogenaamde ~Av ionica-variant" bij de Afdeling der Electrotechniek tot stand. Deze opleiding is gebaseerd op de behoefte aan inge:nieurs, die reeds tijdens hun opleiding met de toepassingen van de electrotechniek (infonnatica, eleclronica, regeltechiek) in de luchtvaart en ruimtevaart kennis hebben gcmaakt. l-lel overleg tussen de Afdetingen def Electrotechniek en der Luchtvaart- en Ruinuevaarttechniek (LR) leidde ertoe dat de basisvonning van deze ingenieurs binnen de eleclrotechniek he! beste 101 zijn reeht kon komen. Di! kreeg gestalte in de genoemde Avionica-varianl, waarbij de Afdeling LR een inbreng bracht en brengt met enkele passende vliegtuigbouwkundige vakken en in het afstudeerwerk. Dc: samenwerking werd gefonl13lisc:erd in de BegeJeidingscommissie voor de Avionica-opleiding met leden uit de beide Afdelingen. Als "systeemgerichte" opleiding, waaraan een aanlai vakgroepen van Electrotechniek hun medewerking verIenen, heeft de Avionica-opleiding een v3ste plaa!s in he! onderwijsprogramma voor elecUOtechnisch ingenieur verworven.
15
OPBOU .... VAN HET STUOIEPROGRAMMA 0-1
0-2 eu... n
Ulm. ~
0
,
lOR TE(HNIE~
•
0
l&R TE(HNIE~
ALt>, TECHN. & ALt>. VORH. 0 VAK'l"EN
HET VOOR_
,
KEU
VOORNAHEUJ'I" L & R TECHNIEI( HET OIFFERENTlA TIE IN KEUZE RI(HTINGEN
VI.rjilrig. opl.1dini 1198&)
ZEN·)
0
,•
lOR TECHNIEK
BASIS,,\lG. TECHN. VAKK£N & ALG. VORK. IWISK. VAKKEtt NATWRK . HECHANICAI BASIS_ VAKKEN 2' 'i1ir
I' jililt
BAsiS-
""'"
0
]' 'ilir
BASISSTUOIE
4' 'i1ir EINOSTOOI{
VAKKENSTUOIE & OEF. PROGRAMMA
I r-OPORA
"'
.) Voorkluu : LUCHTVAART ,RUlI1l[VAART 01 IND. ORGAffiSATIE , VOORON1WERP of BASISVAKKOI
0
"",
lOR TECHNI£K
•
lOR TECHNtE K
0
ALG. TECHN. & ALG. VORH.
•
0
,
0
0
VAKKEN
BASISVAKKE N IWISK. NATWRK. MECHANlCA)
ALG. TECHN. & ALG. VORH. VAKKEN
BASISVAKKEN
lOR TECHNIEK VOORNAHELIJK t& R TECHNIEK I1ET OIFfEREN_ T!A TIE IN KEUlERl0HlNGEN ALG. TWiN. & ALG. VORH.
VAKKEN BAS1SVAKKEN
o I' jilir
2' jnr
] ' jn'
BASISSTUOIE VAKKENSTUOIE &. Dt:F. PROGRAHHA
J6
4' jur
5' jur
EINOSTUOIE ],-OPORACHT
V1JfJilri?
opl.nfing
!1m)
",
-',,'
7. EEN NIEUWE srRUKTUUR I N ONDERWUS EN ONDERZOEK:
1982-1990 In 1982 werd de Wet Twce-Fasenstruktuur Wetenschappelijk Ondcrwijs van kracht, waarbij de eerste fase tOt het doctoraal examen (ingenieursexamcn) werd beperkt tOt 4 cursusjaren, 'i ienncde kwam cen einde aan de langjarige discussie tussen W,O. en overheid, die met de nota Posthumus in 1968 cen aanvang had geno-
""'. Tet voorbereiding van het studieptogramrna voor de vierjarige ingenieursopleiding, die in september 1982 aanving. stelde de Faculteit cen Werkgroep in. Richtsnoer VOOt de programma-aanpassingen was de door de minisler gestelde eis d:lI hel lOgenaamde civicl effect van hel ingenicursdiploma moest worden gehandhaafd en de studielast per cursusjaar 1100 uur mochl bedragen (voor onderwijs, odeningen en siudietijd). Ten aanzien van de herprogrammering deed zich de keuzt voor tot een in duur gereduccerde opleiding mel be· houd van struktuur van basisopleiding en een gcdifrercntieerde eindstudie, dan wei een algemene vierjarige opleiding in de lucht- en ruimtevaarttechniek, waarbij de differentiatie zich vooral lOU concentreren in de tweede-fase opleiding. Vrijwel unaniem koos de Faculteit voor hel eersle model. De basisopleiding werd teruggebracht van drie jaar naar 2 1/2. jaar, waarbij enkele luchtvaankundige vakken naar voren werden geschoven en de omvang van de niet-vliegtuigbouwkundige vakken enigszins werd beperkt. De oefening Voorontwerp bleef niel langer verplicht voor aile keuzerichlingen. mel uillOnde-
ring van de specifiek op het ontwerpcn gerichte eindSlUdies. Als altematief voor het Voorontwerp werden enige exacte vakken in hel programma verplicht gesteld. Wat betteft de eindstudie met een nominale duur van 11/2. jaar werd de verkorting voornamelijk bereikt door beperking van de nominale duur van de ingenieursopdrachl tot us maanden in plaats van negen maanden bij de vijfjarige studie. Volgens het nieuwe vieljarige programma hebben vanaf 1982 tot I september 1989 123 studenten hun ingenieutsdipioma verworven(incJ. de zogenaamde "overstappers"). Volgens weuelijk voorschrifl dienen de universitaire studicrichtingen periodiek Ie worden geL'valueerd door een OnderwijsviSlIatiecommlSSle Een zodanig ondcrLOek yond plaats in october 1989 bij de Faculteit der Luchtvaart- en Ruimtevaartlcchnick (afgekon Faculteit LR). Hel advies van de Commissie was positief, zij het mel de mening dal door hel gehantccrde "harmonica model" len opzichte van de vijfjarige oplciding de studie als zwaar werd gekenschetsl. Dit wordt bevestigd door het reit dat de gemiddeJde studieduur tot heden 6+ jaar heefl bedragen (vergeleken met ruim 7 1/2. jaar voor de vijfjarige opJeiding is loch een niet onaanzienHjke verkorting bcreikt!). Binnen de Facul· leil blcck de ler voorbereiding van dc onderwijsvisitatie volgens voorgeschreven richtlijnen opgestelde HZelfstudie" cen waaroevol document voor evaluatie t.
De Wet twce-fasenstruktuur W.O. gar ook vonn aan de twcede·fase opleiding door middeJ van hel stelsel van onderzoekers in opleiding (aj.o.'s). die in de personeelsfonnatie van de Faculteiten zijn opgenomen. Onderscheiden worden twee·
Dit documenl kreeg als motto cen citaat uit een buitenlands tijdschrift over de LRopleiding mee: 'A lOugh course which soon weeds OUI those with ambitions that go no fu nher than just being involved with the charisma of flying' . 17
1400
Tolul unt~1 inguchrtytn V/LR ,Iudtnltn per cur,u'i~~r -I. 101~~1 dudenltn THO/TUO
1200
l!iJ. 1000
...
OD'
". '00
• lD.
~,
1940
SO
54
"
" "
62
74
78
.,
_ j ur
. ..
A~nt .l
inguchrtvtn tusleJ~ V/LR Ilud,ntln plr cursus jur -J. lolnl " jn!'s studenlen THDITUO
t!!Z!l. '00 !D'
. ~~~~~~~~~~~~~~~~~ '946
SO
54
58
'1
66
70
en vierjarige a.i.o.'s. De laalslen verrichten onden.oc:k. bij de Faculleit met promotie tOt doctor als einddoel. V66r 1982 had de Faculteit slechls een beperh aanlal promoties, enerzijds van ingenieul"$, die in industrie of laboralorium een zich 10\ promolie lenend onden.oc:k hadden verrichl, anderrijds van een aantal leden van de welenschappelijke staf of lijdelijke medewerkers van de (Onder-)afdeling/Faculleit. De berreffencle proefschriften waren veelal hel resuhaat van vele jaren werk en soms wen! zelfs de lenn Hlcvenswerk daarvoor gebezigd. De in tijd beperkle promOlie van de a.i.0.'5 brengl de Faculteil H
18
74
78
a2 86 _Jur
90
lOt de promotie-U'1ldilie, die bij vele andere sludierichtingen reeds lang als vervolgstudie direct na de ingenieursopleiding gebruikelijk is geweesl. In 1990 is het aantal fonnatiep laatstn voor twee- en vieljarige aj.0.'5 bij de Facuheil LR op ca. 30 gesteld, die aile bezel zijn.
De tweejarige a.i.o.-opleiding Icreeg de naarn flontwerpersopleidingH en is in het bijzoncler bedoeld voor ec:n vervolgstudie gericht op ten loopbaan in de industrie, in tegenslelling lOt de vierjarige onden.oc:kersopleiding. De Facuheit LR heeft vanaf het begin van de !weefasen5truktuu!' ge-
pleil voor een eigen, op de luchl- en ruim· levaamechniek gerichte twee-jarige op[ei· ding voor afgestudeerden, die zich in het universitaire milieu verder met kennis e n vaardigheden willen verrijken, nlvorens dee! te gaan nemen in het ontwerp· en ontwikkelingsproces in de industrie. Tot heden is een dergelijke opleiding nog niet gerealiseerd en kunnen afgestudeerde LR-ingenieurs een tweejarige op[eiding volgen binnen o.a. de sector Transpontechnologie. De belangstel1ing van de afgestudeerden gant vooralsnog duidelijk uit nnar de vierjarige aj.o.-opleiding met promotie en slechts enkelen opteren voor de tweeJnnge ontwerpcrsopleiding. Rond 1986 traden opnieuw wijzigingen in het universitnire beSlel op, vooral van organi. s:lIorische aard. De Technische Hogeschool Delft werd Technische Universitei! Delft, de Afdelingen werden Faculteiten. Ook werden nieuwe tenT'ICn ingevoerd zoals voitijds- en deeltijdshoogleraar en uni· versi\air (hoofd· )docent ter vervanging van resp. gewoon en builengewoon hoogleraar en welenschappelijk (hoofd-) medewerker. Het technisch en administratief personeel werd ondersteunend en be·
heerspersoneel (OBP) Benoemingen van hoogteraren vonden niet langer bij Koninklijk Besluit door de Kroon plaats. doch door het College van Bestuur van de Uni· versileilen; de lectors rang was reeds in 1980opgeheven. In het voorafgaande is he! onderzoek bij Afdeling en Facuheit vrijwel niet genoemd. Vanaf 1945 is echler nagestreefd om de facilileiten van de Fac uheit ten ann· zien van personee1 en labonuoria niet alleen in te zetten voor hel onderwijs, doch ook voor he! onderzoek. Tot in de jaren tachtig werd dit onderzoek geheel gefinancierd door hel Ministerie van Onderwijsen Wetenschappen (zogenaamde eente geldstrOOm). De veranlwoordelijkheid voor het onderzoek lag aanvankelijk geheel bij de afzonderlijke leentoeien. later bij de vakgroepen als geheel. Het onderzoek was "vrij" van karakter en werd naast enkele proerschrirlen, vooraI ger:lpponeerd in zogenaamde VTH.- en later LR·r:lpponen. in toenemende mate in de Enge\se laal. De vakgroepbijdragen vermeldtn meer specifieke onderwerpen van onderzoek. De jaren tachtig he bben zich ten aanzien
VOO RZI1TERSIOF.KAN ~:N VAN 010: SlJlI -fONOF. RA fo·OELI NG OER v LIfo:Gn nG· BOlJWKlJNOfo: (19",,"1975) EN AFOfo: Ll NGlt'ACU LTErr Ot:R l.lJCIITVAA RT· EN RUI MTEVAAR1T":C H NI ~: K ( 1975·1990)
Voorzitters: Prof.drjr. HJ. van der Maas Prof.dr.ir. A. van der Neul
1946-1967 1967-1971
Dekanen: Prof.ir. GJ. Spies Prof.drjr. lL. van Ingen Profjr. H. Wittenberg Profjr. lA. van Ghesel GrOlhe ProLir. H. Wittenberg
[971 -1972 1972-1974 1974-1977 1977-1986 1986-1990
19
''°,- - - - - - - - - - -- ----------, 140
"0
Aanhl oIfQutudeerden V/LR per cursusj!!!:. [x"I.I= "I. ¥an lotHI afguludurdrn THO/TUD
piek door::::-.. samenYoI\leo
4 en 5 - jolrige ir's opleiding
100 80
60 40, • _ _
10
1 6 0 0 , - - - - - - - - - - - - - - - - -- --;:::::;-----, 1400
1500
Aanh! afgutudeerden V/LR cumulatief
1200
1000
1000 800
100
600 400
100
100
° L-~1='4~.~~10C-~1~4-"~.-7.,~-.~.~~7~0-'7?4-~7•.--.~,C-'.~,-0'0 _Iaar
van de toewijzing van personeJe en materiae rniddelen voor onderwijs en onderzoek gekenmerkl door mode1matig vastgestelde toedelingen. Voor he! onderwijs werd dit 0.:1 , gebaseerd op he! aanla! ingeschreven
slUdentcn
en
afgesturleerden,
waarbij het sludierendement een belangrijk criterium went Voor het onderzoek werd in 1983 een afzonrlerlijk model, onaf-
hankelijk van he! onderwijs, ingevoerd in de vonn van de zogenaamde voorwaarde-
20
lijke financiering, gepaard gaande met werkplannen en verificatie door beoordelingscommissies. Deze door de overheid voorschreven inrichling van hel onderzoek, leidde lot cen nadere groepering van de lot dan bij de Facuheit uitgevoerde onderweksinspanningen in een aanlal taakstellingen. waarbij samenwerking lussen diverse vakgroepen en met andere Faculleitcn werd opgenomen. Deze taakstellingen zijn:
Aerodynamiea CoOlputergesteund Omwerpen en Produeeren (CAD/CA M) Stabiliteits- en BesturingseigenschappenIVliegmechanica (ink!. geluidsonderwok
Geavancterde Materialen en Construelies Gebruik van satellietbanen voor Geodetisch en Geofysisch Onderzoek In 1988 vood een expost-beoordeling van het VF-onderzoek van betrokken vakgroepen plaats onder verantwoordelijkheid van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) en uitgevoerd door afzonderlijke commissies onder !eiding van het Nederlands Instituut voor V!iegtuigontwikkeling en Ruimlevaan (N IVR). De commissies brachten voor aile thema's een positief advies ui[, waarbij het zogenaamde ARALLonderzoek zelfs de spaarzaam lOegekende heoordeling Ke xcellent" verwierf. Mel enige aanpassingen, male n.a.v. de door de commissies gemaakte opmerkingen, is in 1989 de tweede-fase van het VF-onderzoek met handhaving van de bovengenoemde onderwerpen ingegaan. Met de toenemende omvang van onderzoek hebben modelmatig loegewezen mid· delen uit de eerste geldstroom geen gelijke tred gehouden. Aanvullingen van de middelen is door de Faeulteit nagestreerd en zijn verworven via de z.ogenaamde tweede geldstrOOm (o.a. Stiehting Technische Welenschappen) en derde geldstrOOm (kontraktonderzoek). Zowel ten allnzien van [weede- als derde-gelds[room WOrdl vooral ondersleuning bij bedrijfsle ven en instellingen gezecht voor onderwerpen, die aansluilen op hel door de Faculteit vaslgestelde onderzocksprogramrna. Niet onvenneld mag blijven dat de sludie vClOr lucht- en ruimtevaarttechnisch ingenieur zieh in de afgelopen jaren vrijwel Sleeds heeft mogen verheugen in een [Ot-
nemende bclangstelling vnn de zijde van aankomende studenlen. In 1988 en 1990 heeft dit geteid lOt de wens van de Facul[eit om te komen tot een Numeris Fixus, zowe! met het oog op de ondcrw ijscapaciteil als de 3rbeidsmarkt op het gebied van de luchtvaan en ruimtevaan. De hogere bestuursorganen van de TU-Delft hebben deze bcpcrking van de inSlroom van studenlen bij LR niet toegestaan, mede mel het oog op toewijzing vnn middele n naar ralo van de inslroom en hel reit dal afgestudeeroen tot heden ook gez.ochle ingenieurs zijn gebleken buiten de luchtvaan en ruimtevaan door het multidisciplinaire karakter van he! vakgebied, dal zowel de stromingsleer, de bewegingsleer, sterkleen stijfheid. malcrialen, bedrijfsorganisatie e.d.omval. In de periode 1980- 1990 kregen de aktivilei ten ook op intcmationaal gebied een grotere omvang. Leden van de welenschappclijke star namen reeds in de jaren daarvoor deeI aan aklivileilen in organisalies als AGARD·, ICAS e.d. Thans krijgen ook samenwerkingen op hel gebied van onderzoek in imemationaal verhand meer en meer gestalte. Doch ook op het gebicd van ondcrwijs wordt gestreefd naar profilering op inlernationaal niveau. LRstudenlen van de eerste-rase nemen deel aan hel zogenaamde ERASMUS-programma van de EG, waarbij een kone SIUdielijd op een Europese zuslerinslelling wordt doorgebrachl. Mel zusterinSlellingen in Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italie is een "post-graduate" opleidlng in voorbereiding. waarva.n de verwezenlijking met fondsen uit hel zogenaamde Carnell lI-progrJmma van de EG wOrdl nagestreefd. De in Delft opgeleide luchtvaan- en ruimtevaantechnische ingenleurs zullen zich daannede in loenemende mate kunnen voorbereiden op taken, die hen wachten in de groeiende Europese samenwerking op hun vakgebied.
21
8. BESLurr In de achterliggcnde vijftig jaar hebben de 1uchtvaart en ruimtevaan een stormach· lige ontwikkeling doorgemaakt. Het lucht· vervoer heeft rich tot cen volwassen tak van tr.l.nspon ontwikkeld. die niet meer uit he! maatschappelijk leven kan worden weggedacht. De ruimtevaart met haar vele toepassingen krijgt meer en meer beteke· nis na de pioniersperiode die culmineerde in de Apollovluchten naar de maan. lowel luchtvaan~ als ruimtevaantechniek zullen rich in de komende jaren uitbreiden en verdiepen op het gebied van de aerodynamica, vliegmechanica. conslrUeties/materialen en systemen. De aandacht za\ hierbij enerzijds :tijn gericht op voonschrijdende verbetering van convemione\e vliegluigtypen. lanceerraketlen en ruimtevocrtuigen, doch anderzijds op geavaneeerde concepten, zoals V/STOL-vliegtuigen, supersone verkeersvliegtuigen en hypersone gevleugelde laneeervoertuigen. Onderwijs en onderzoek bij de Facuheit LR zal op passende wij:te aan del
Ons bnd heeft in de periode na Wereldoorlog 11 kans gezien de zelf-omwikkelende vliegtuigindustrie in stand te houden tOt en met de Fokker 50 en Fokker 100, terwijl ook op ruimtevaangebied een belangrijke expenise is opgebouwd. De opleiding van vliegtuigbouwkundig ingenieur in Delft heeft voor een belangrijk deel voorrien in de behoefte aan ingenieurs, die deze inspanningen tot een sueces maakten. Het is zeker de wens van allen. die aan de Faeulteit der Luehtvaarten Ruimtevaarttechniek rijn verbonden om ook in de komende jaren voon te bouwen op de verworven positie ten aanzien van het onderwijs en het onderzoek. De schrijver is er van ovenuigd dat deze wens word! gedeeld door allen, die de Nederlandse luehtvaan en ruimtevaan een geed hart toedragen. De auteur legt wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd per I januari 1991 zijn hoogieraarsambt neer, maar hoop! dat hij ook daarna nog gelUige mag zijn van een bloeiende luchtvaarten ruimtevaantechnische opleiding in Delft!
.
rERSONEEL VAN DE .'ACULTEIT DER LUCIITVAART .' N RUlMTEVA ARITECII NIEK Wetcnschappelijk personeei (wp)
,
12
Voltijdshooglcraren: Decltijdshooglcraren: Univessitaire Hoofddoccntcn: Univcrs;tairc docenlCn;
12 33 Totaal:
65
31 10
AssiSlCnlCn_in~1cidin g:
Student-assistcnten: Tomat: OnderslCuncnd· en behccrspersooec l (o.b.p.)
Tochnische Sl3f: AdminiSlratieve star:
67
20 Totaal:
22
87
13
Ovcrig tijdelijk persollOOl (2e en 3e geldstroom): (JULI t990)
'I
TOl3le personeelsomvang:
21\6
BIJLAGE 1 Belangrijke data berreffende de Faculteit der Luchtvaan- en Ru imtcvaantcchnick
1940 Benoeming van eerste hoogleraar Vliegluigbouwkunde (prof.dr.ir. H.1. van der Maas) 1943 Inslelling van diploma van vlie&luigbouwkundig ingenicur 1945 Benoeming van Iweede hooglcraar
Vliegtuigbouwkunde (prof.drjr. A. van der Neul) \946 Afdeling de. Werktuigbouwkunde en Scheepsbouwkunde (W&S) word! Afdeling der Weri:tuigbouwkunde, Scheepsbouwkunde Vliegtuigbouwkunde (WS& V)
en
1947 Benoeming van eerste lector in de vJiegmigbouwkunde (ir. 1. van Buuren)
1947 inslelling van vier keuzerichlingen
1948
1948
1951
1953 1953
1957
bij de studie voor vliegtuigbouwKundig ingenieur Verbuizing van Nieuwclaan 76 (gebouw van W&S ) naar rechlcrvJeugel van Hoofdgebouw aan de Juiianaiaan 134 (Kanaa]straat 10), later Michiel de Ruyterweg 10) Subafdeling VJiegtuigbouwkunde krijgt voor het eerst de beschikking over een laboratoriumvJiegtuig. Koolhoven FK-43. PH-NAU SIa.an van de eerste heipaal van de uitbreiding van de TIi Delft in de Wippolde r voor het Lage-snelheidslaboratorium van Vliegluigbouwkunde Lage-snelheidslaboratorium gereed (Leeghwaterstraat 42) Afsplilsing van de Afdeling der Werkluig- en Scheepsbouwkunde door oprichting van de Afdeling der Scheepsbouwkunde en VJiegluigbouwkunde Laboratorium voor Vliegtuigconstruclies gereed (Leeghwaterstraat)
1958 Aanschaffing van het laboratoriumvliegtuig De Havilland Canada 'Beaver', PH-VTH 1959 Eerste supersone windlunnel (15 x IS cml) in bedrijf in kelder van Lage-sne1heidslaboratorium 1961 Introduktie van ruimlevaantechniek in onderwijs-programma 1965 Huisvesting in eigen gebouw: Kluyverweg 1 met laboratoria voor Vliegeigenschappen en Vliegtuigconstruclies 1967 Invoering van voortgezette studie (zesde studiejaar) 1969 Hoge-snelheidslaboralorium gereed (Kluyverweg 2) 1971 Invoering van WeI Universitaire Bestuurshervorming (WuB) met vorming van vakgroepen 1975 Onderafdeling der Vliegtuigbouwkunde wOrdl zelfstandig en krijgt de nieuwe naam Afdeling der Luchtvaanen Ruimttvaarttechniek (Afd. LR) 1975 Eersle ere-doctoraat op voorstel van de Mdeling LR (dr.i r. H.C. van Meerten) 1977 Uitbreiding van het Lage-snelheidslaboratorium gereed (Leeghwater. Slrnat 42) 1982 Invoering van de twee-fasen strucIUur; vierjarige eerste-fase opleiding en aio-plaatsen 1982 Uitreiking van het 1000e diploma van vlicglUigbouwkundig ingenic:ur 1985 Benoeming van eers te voltijdse hoogJeraar in de Ruimtevaarttechniek (prof.if. K.F. Wakker) 1990 Tweede ere·doctoraat op voorste1 van Facultei t LR (dr. E.L. Rutan)
23
BIJLAGE 2 Hoogleraren en lectoren bij de Onder-(Sub-)afdeling de! Vliegluigbouwkunde en Afdeling/Faculteit der Luchtvaan- en Ruimtcvaarttechniek.
De ondersmande iijsl geefl de namen in rangorde van he! jaar van eerste benoeming. In de kolom aanstelling zijn de aanduidingen gehruikt: HL (gewoon/voltijds-hoogleraar), BHL (buitcngewoonJdee1tijds-hoogleraar) en LE (lector). Voor degenen die v66r 1990 zijn overledcn zijn hij de naam ook hel jaar van geboone en overlijden venneJd. Een ster (*) hij de naam betekent dat betrokkene ook benoemd is (geweest) hij de Afdcling der Werktuigbouwkunde
, , , •,.
•
,.-
... ~'" ." ". ,,,,,Ie!lio
dd •. lIJ . ...
19
• .It.A .... . . ""'"
190<5-19'13
,.
... 1. .... -
,9017·197)
~
..... W .F. B..... • ....It. W .T. ~ · •. 0 .1. $pool
'_196l '_'VI" ,9)4.,9<;01
it. IL W i - ,
••
.... .... ... J . . ..... V_ • .if. OJL GotlodI
•. I!. DoIoIoiop
...... 1..... _
_
"" ."".I.T"" ...... S.I'.... ,LP. _
'964-,,.1
19)4.,910 1930-1,.. lfSO.l 961 196,·1990 19S6-1 ~ 1
1'IS9-,9M 19M-I,., ,~
196H~
(1"'·1''')
"
". ".
it.T. . .. e-..-
."f. I . S
..._I ....... a....t~
1961 · 1~ 1~·I,.,
1961·1M(1 1964-1f")1
,m
it. IL !:laP ..... JjtD.8~
19M-11'IO 19fO-1H6 1967·1,.. 1961-1"7
~
• . l. iII ·,V",, · ...... I.L ... I ....
1961·1910
II
•. 1.0 . ....... _ •. EJ . ... _
196').1961 1f11.lfTl
(191J·I977) • • 1. ... """" .... W. 8 _ 1
,.,
~
II
~_I!.T....-
~
~. W. D.
" ". ".
". ". n
,~
,m
If")6-I''' If")1-19IO ,~
v ..... ,..
n.
..... R".....n
II
~fJ_""""'"
"
~_ I ,-
~
", LF. W.u ..
. ... ". "" ;'.I!.a-. ... ' ..... . ...... 5_ •". • •.kTh"'""" .. "". • ~. u. z
;',l.w . s"","
~, L s..;. · oI;pl. .... IL _ _
.. 24
0<
(I\I(I1- 19U )
,. ,.
"
~
. 1t!1ln
.i~ P. G. 8.u
•. it. ...... I01."""
If")l-ltaO 1930-1,.)
'm ,., ,m ,., ,m '"' ,.,
,., ,no ,., ,., ,., 'm
,•.• ,. ,. ,. ". ,.o.'" ". ". ". ,. ". ". ,. ,. ~
Omoehn' ....
.. n .... . ..
V\jq. . . . ..,t....lol .... """P"'. . ~i
Vb
- .....
VIqIui ..... wk-,O(....._
y",_
.. -"'
T _ .... . ..... . !iop,_ _
~
VlicpOp ....., - .
~
O',_ ........,..J«I/
~
.. m.
U
. ,. ".
..-Iftleo
............ cUeiI s..biIioeiI '"
_11M,'" ";.pi,,,,
,._
!.doo...... _ _ "'•
",.......,..,.-
.........,-.
Wq;"'............-... ~"";'Ioo
vtq,.,; ...... wl<_ Vlirpiprillin .... -"«odl"'moodl"'""", • .. . /iqIoi1'"
...,.,,.;u. .........,.
U
1...u.........-o4yn.o,.;..
,
Wq;... , . . , . Wq;.,;_wnioo
Bin •
,. ,,.,,<. ,. ". ". ". ". ". ,.o.,.
vtq.. _waioo ](u""...... _
~
Ono_ .... . !iopOp
~
Wq;"'''''''-
BIO.
w.p. ......w.p.;pn...u ....
IIln,
•
~)
-
VlitJ"'...........-.....
...........
~pillinl'"
., - . . ............«
... ..... "'... _ _ _ ... .-ti ..........
~ ~
S....... _
....Iiop;p. ... .......;,-... R
T _. .. ... 01 ........""". 11op............... s..,w;.,;. ... _ _ . .. . 1........
BIJLAGE 3 Laborntoria en uilrusting van de Facuiteil der Luchtvaart- en Ruimtcvaartuechniek (1990)
LAGE·$NELHEIDSLABORATORIUM • Grote lage-snelheidswindlunnel: meetplaats: 1,25 x 1,80 m2, snelheid: 110 mis, 9 verwisselbare meetsecties. • Grenslaagtu nne l en tunnel mel vcn icale stroming en modelopslclling. • Diverse kleine windt un nels en proefopstellingen. HOG E SNELH EIDSLABORATORIUM
• Supersone
en
rranssone
windtunnel:
meclpiaals 27 x 28 cm2, getal van Mach
0,6 · 4,0. • Supersone windtunnel: meelpiaals 15 x 15 cm2, getal van Mach 1,5 - 2 - 2,5 en 3. • Kleine supersone windtunnel, meetplaats 3 x 3 cm 2 lot getal van Mach 4. • Grenslaagmnnei (rranssoon/supersoon).
LABDRATORJUM
VOOR
STABILI·
TEIT EN BESTURING
• Vluc hln:lbootser mel 3 graden van bewegingsvrij heid en zichtsimulatie (uilbreiding 1m 6 graden van vrij heid word t gerea\iseerd). .. Laboraloriumvliegluig De Havilland Canada 'Beaver'. * Meetappar:l.Iuur voor vliegproeve n in niet-sta tionaire vlucht; ij kinslallalies. .. Installatie voor met ing van traagheidsmomen ten van vl iegtuigen. .. En kelassige S3tellietsim ulator.
LABORATORI UM VOOR VORMG EVING, FABRIC AGE E N MAT E RIALEN .. Numeriek geslUurde wiltkelbank voor kunstvezel-materialen. .. Compu tergestuu rde m:ueriaal beproevi ngsmachines (60. 100.200, J{XX) kN). .. Hoogtefrequenlie beproevingsmachine (3OOHz,6kN) . .. [mpact-Ieslinstallatie. .. Dieplrekpcrs . .. Autoclaaf (Iafel-oppervlak I x 1.5m2• 400°C, 20 bar). .. Lij mpersen; voorbehandelingsbaden. * Scanning-electronen Microscoop. * Corrosielaboralorium. LABORATORIUM VOOR T UIG CONSTRUCTIES
VLIEG-
* Twee
electro-mechanische drukbanken (ISO en 800kN). * Opstellingen voor belaslingsproeven aan vliegtuigdelen. .. Meetsystemen voo r bepaling van initiele vonnonzuiverheden van grote sc haalconslructies. .. Apparn tuur voor trillings- en nul lerondenoek. * Studievenmneling van vliegtuigconstructies OVERIGE UITRUSTING .. Computer Aided Design systemen voor onderwijs en onderzoek . .. ApparJtuur voor meting en analyse van geluid van vliegtuigen . .. Demonstratie- en proefopsleUing van klimaan-egelingsinstallatie.
25
-
---------- - - - - - -- - - -- -
VLIEGTUIGBOUWKUNDE IN DELFT DE EER5TE TIEN JAAR
1940 · 1950
In de jaren denig werd aan de Technische Hogeschool te Delft schoorvoetend cen begin gemaakt met het doceren van vakken die beuekking hebben op de vliegtuigbouwkunde.
In 1940 komt er verandering in deze situatie. In dat jaar wordt namelijk de eerste gewone hoogleraar in de vliegtuigbouwku nde benoemd in de Afdeling W & 5, prof.dr.ir. H.J . van der Maas.
In de studieprogramma's van de Afdeling der Werktuighouw kunde en Scheepshouwkunde (W & S) van die jaren komen in dit verband de navolgende keuzevakken voor (aangeduid als W*):
1r. Van der Maas studeerde in 1923 af als scheepsbouwkundig ingenieur en uad in dienst bij de Rijksstudiediensl voor de Luchtvaan (RS L), de voorloper van het huidige Nationaal Lucht- en Ruimtevaan Laboratorium (NLR). Zijn werk bij de RLS bracht hem in aanraking met de vliegeigenschappen en vliegprestaties van vliegtuigen. Hij ontvi ng een vliegopleiding bij de Militaire Luchtvaanafdeling te Soesterberg en voerde in de jaren Iwintig en denig vele meetvluc hten uit, soms als waamemer, maar vaak ook als vlieger. Hij promoveerde in 1929 bij prof.dr. J.M. Burgers op cen proefschrift over de bepaling van stuurstandslijnen van vliegtuigen en de betekenis van deze lijnen voor de beoordeling van de slabiliteit van vliegtui. gen. Van 1940 af tot zijn emeritaat in 1967 heeft prof. Van der Maas als hoogleraarbeheerder een duideJijk persoonlijk stempel gedrukt zowe1 op de vliegtuigbou wkundige opleiding als op het onderzoek op dil vakgebied.
- prof.dr. J.M. Burgers: ocrodyrwmico CII bewcgillgcn van vUcgruigen - prof.dr.ir. C.B. Biezeno: stcrkteberekcningcn uit de viiegruigbouwkunde - prof. P. Meyer: vlicgtuigmOlorcn
Reeds in de cursus 1940-1941 gaf prof. Van der Maas vier uur college per week, gewijd aan een algemene beschrijving van het vliegtuig, het ontwerpen, de prestaties en de stabiliteit, aangevuld met enkele bijzondere onderwerpen. Het waren keuzecolleges binnen de Werktuigbouwkunde.
Prof.dr.ir. H .1. van der Maas.
In 1940 werd Vliegtuigbouwkunde ondergebracht op de zolderverdieping van het loenmalige gebouw voor W & S aan de Nieuwelaan 76. 27
We beschikten daar over vier of vijf kamers, een ruime tekenzaal en een werleplaats VooT houtCOnslrUctie :lnnex 'uitslagzolder'. Dc: bibliotheek was ondergebracht in enkele k:lsten op de kamer van prof. Van der Maas. Eigen laboratoria h3dden we toen nog niet. Voor de uitvoenng van praktikumproeven op het gebied der aerodynamica kon gebruik worden gemaakt van de windmnnel van het Laboratorium voor Aero- en Hydrodynamica van prof. Burgers, gevestlgd aan de Ezelsveldlaan - de achterzijde van he! gebouw voor W & S. He! was cen houten windtunnel van he! Eiffel-type, cen open mnnel ronder omloopkanaal, beslaande uit ceo inslToomluil die uilmondl in cen meelplaalS van 0.85 x 0.85 m2 , gevolgd door een uitlaaldiffuSOT waann de aandrijfschroef was ondergebrachl. Dc: maximale luchlsnelheid in de meelplaals bedroeg ongevcer 25 mls.
Met lngang van de cursus 1942-1943 verwierf Vliegtuigbouwkunde de status van bijzondere sludierichling binnen de Werleluigbouwkunde. Hoe uitzonderlijk dez.e pesilie was wOrdl duidelijk uil de toelichting hierover in het sludieprogramma voor d3t cursusjaar: De siudie voo, we,klUigbollwkundig ingenieur kem als bijwnde,e siudiericluing aIleen de vliegluigbouwkunde en overigens slechls combintllies van een hoofdvak. nlLl enkefe keuzevak.Jcen. In april 1943 studeerde de eeTSle vliegluigbouwer af, de heer R. Lucasscn. Hij onlving het diploma v3n werletuigkundig ingenieur, waarop met de hand was bijgeschreven 'Vliegtuigbouwkunde'. Voor de cursusjaren 1944-1945 en 1945\946 verschijnen geen sludieprogramma's, door de oorlogsomstandighcden ligt he! werk aan de T.H. geheel stil.
28
Maar direkl na de bevrijding, reeds in 1945, wordt de tweede gewone hoogleraar in de vliegluigbouwkunde benoemd. He! is prof.dr.ir. A. van der Neut, die rich in he! bijzonder zal richten op he! onderwijs en onderz.oek op he! gebied van de vliegtuigconstruct ie, de belaslingen, de Slerkle en de trillingen. [r. Van de r Neul sludeerde in 1929 af .lIs werk!uigbouwkundig ingenieur. Nil zijn af· sluderen vervulde hij gcdurende cen jaar een aSSiStenlSChap bij hel Labornlorium VooT Toegepaste Mechanica van de TH Delft.
Daarna lrad hij in dienst bij de Rijkssludiediensl voor de Luchtvaart (RSL), waar hij de leiding kreeg over de sterkte-afdeling. In 1932 promovcerde hij bij prof.dr. ir. C.B. Biezeno op cen proefschrift over de elasrische stabiliteit van de dunwandige bol. Na de overgang van de RSL in het Nationaal Luchtvaan Laboratorium (NU) in 1937
Prof.dr.ir. A. van der Neul.
kundig ingenieur. Na zijn afstuderen tTad hij in diens{ bij de N.V. Koolhoven Vliegtuigen in de functie van ingenieur-constructeur. Hij bleef in deze funetie aan de Koolhoven-fabriek verbonden tot in de meidagen van 1940 he! bedrijf op het vliegveld Waalhaven te Rotterdam door hel ooriogsge weld volledig werd venvoesL In de jarcn dat ir. Van Buuren bij Koolhoven werkle groeide het aanlal personeelsleden van de fabriek van ca. 35 lot ca. 1600. In juli 1940 werd ir. Van Buuren benoemd tot assistent van prof. Van der Maas aan de T H te Delft. In 1947 volgde zijn benoeming tOt lector in de Vliegtuigbouwkunde. Tot zijn emeritaat in 1975 doeeerde hij de v!iegtuigeonstructie en de inrichti ng en uhmsting van vliegtuigen .
Lector ir. 1. van Buuren. bleef dr. Van der Neut aan het NLL verbonden als hoofd van de sterkte-afdeling. In 1945 werd hij benoemd tOt hoogleraar in de Vliegtuigbouwkunde en doceerde tOt zijn emeritaat in 1973 de vliegtuigconstmetie, de belastingen op vliegmigen, de sterkte en de trillingen. Van 1967 lOt 1971 diende hij de subafdeling der Vliegtuigbouwkunde a1s haar voon.itter. Intussen blijft Vliegtuigbouwkunde onvermoeid stn:ven naar grotere zelrstandigheid. Een belangrijke stOlP in deze riehting wordt geut in 1946. In dOlt jaar WOrtlt de ardeling voor W & S gewijzigd in een afdeling voor W, S & V. Oit betekent dOlt Vliegtuigbouwkunde een officicle subafdeling word! binnen W, S & V. In 1947 krijgt Vliegtuigbouwkunde cen derde docent in de persoon van lector ir. 1. van Buuren. die reeds in 1940 OIls welenschappelijk assislcnt bij Vliegtuigbouwkunde werd aangesteld. Ir. Van Buuren studeerde in 1933 af als werktuigbouw-
De venvorven grolere zelfstandigheid geeft de subafdeling der Vliegtuigbouwkunde de mogelijkheid om de opleiding naar eigen inzichten verder Ie ontwikkelen. Reeds met ingang van de eursus 19471948 worden vier onderscheiden studierichLingen ingevoerd. nameJijk:
a. de viiegtechflische richting b. de bedrijfstechltische riehtiflg c. de constructieve ric/uing d. de elastomechanisclte riehling De toelichting op he! studieprogramma voor
vliegtuigbouwkundig ingenieur van dOlt studiejaar vermeldt met betre"ing tot de invoering van de sludie-richlingen:
Met het doel enerzijds over/adillg van Itet sllUiieprogramma Ie voorlwmen. onderzjjds het sllUiieprogrammo 0011 Ie passen ann de eisen die de praklljk stelt ell rdellillg te houdell mel de anllieg ell de voorkeur van de studelltell wordt ill hCI derde sllUiicjaar de opleidillg gesplilst ill eCII vierwl studierielttingen. Elke stlUiierichting biedl de gelegellMid ziclt, voorltlJlllefijk in Mt vijfde Stu diejanr, Ie bekwamen op eell bepaaJd ge bied vall de vliegluigoouwkulldige wetenschap.
29
,•t
. ~
I
~
,
r--
• j
~, 1
I ~
\7 /
'g- [,
,
~
\
J~
T
~ I
I
'"
.J.
-iE[---I i ....
--
,
•
--
(I'.
t( --
\u
L
=
T)lp'" Koolho" .... FI<.L,2! Ihg~,stClt ie.: PH-NAU Vl i"9~ ... '",.. w;~ .. t : o;.a tOtoOkg
VI .. ..;gd"PP"'"vkll.l..:17.1 ... ~ H:..,imo," motOt've~l'I1OC3&n p,k .
T
o
r
8,'0 ...
TECHN1SCi-lE HOGoESCHOOl VOLCoNU,.,MER
30
I.
In een voordracht over de invoering van de studierichtingen, gehouden op 25 september 1947 legt prof. Van der Neut er de na· druk op dal de onderscheiden richtingen veel gemeenschappelijks houden en kennis maken mel dezelfde grondbeginselen. Een brede basis blijft gehandhaafd en aan het einde van de studie krijgen allen hetzelfdc d~ploma, dal van vliegtuigbouwkundig ingemeur.
duceerde gemengde bouwwijze: een romp, uitgevoerd als een vakwerk van gelaste stalen buizen, beklecd met dock en triplex en een relatief dikke vrijdragende vleugel, geheel uitgevoerd in hout met gelijmde verbindingen.
In de jaren denig kochl de KLM negc n van deze vliegluigen van Koolhoven en gebruikte ze als luchllaxi 's. Bij de mobilisatie in 1939 waren er nog enDit beginsel is 101 de huidige dag gehand- kele exemplaren over. die door de Koninkhaafd, 00* de verschilfende studierichtin- lijke Luchtmachl werden gevorderd en bij gen zijn gcbleven, zij her dar verdere dilfe - het uitbreken van de oorlog naar EngeJand uilweken. Wonder boven wonder is cen rentiaties zijn tocgevoegd. van deze vliegluigen na de oorlog heelAchl jaar na het begin van de vliegmig- huids naar ons land leruggekeerd. Het loebouwkundige opleiding, in 1948, kan de sub- stel werd eigendom van de N.V. Nationale afdeling eindelijk de zeer beperkte ruimle Luchtvaan School op het vliegveld Ypenop de wider van het gebouw Nieuwela.1n burg, die hel min of meer pennanenl aan 76 verwisselen voor een vcel ruimere eigen Vliegtuigbouwkunde verhuurde. huisvesting in de rechtervleugel van het gebouw Julianalaan 134, het gweelte waar nu De PH-NA U bleef lot 1952 bij de subafdehet Rekencemrum is gevestigd (postadres ling in dienst, en werd gebruikt voor een Kanaalstraat 10). studentenpraklikum en voor de uitvoering We ktegen daar niet aileen meer kamers van grenslaagmelingen ann de vleugelboler beschikking, maar ook een eigen colle· venzijde. gezaal, ruime tekenzalen, een inslrumen- Hel vliegtuig hood plaats aan een pilool tenlaboratorium voor het ijken van vliegin- en drie passagiers. Bij de studemenproestrumenten, werkplaatsen voor metaal- 'len zal de praklikumleider voorin naasl de en houtbewerking, en op de w ider van het piloot. gebouw, een grote ruimte VOOT het onder· Op de achlerbank zalen dan twee studenbrengen van een verzameling constructie- len, mel een imposante precisie-hoogtemeter vaslgesnoerd op de linkerknie en op voorbeelden. In de werkplaals voor houtconSlructie de rechlerknie een plankje voor het nOlewerd plaats ingeruimd VOOT de houten ren van de gegevens_ Uilerste stemvemefwindtunnel die we van het Laboratori um fing was nodig voor communicalie mel de praklikumleider. VOOT Aero- en Hydrodynamica konden ovememen. In 1950 beslond Vliegtuigbouwkunde offiIn het jaar waarin wij verhuisden naar de cieel JO jaar, maar in fei le was de ontwikKanaalstraal, in 1948, kreeg de subafde- keling pas na de oorlog, in 1945, echl op ling de beschikking over een 'eigen' labo- gang gekomen. rntoriumvliegtuig, een Koolhoven FK-43 Het is daarom des Ie opmerkelijker dat de drie vliegtuigbouwkundige docenten reeds met de regislratie PH-NAU. Oil vliegluig, uitgerusl mel een 4-cylinder in 1950 lezamen 15 uur college per week Gipsy-motor mel hangende cylinders en verzorgden. waarin aile aspecten van het een melalen twee-standen propeller, was vakgebiw werden behandeld mel uilwngebouwd volgens de door r-okker geinlro- dering van de aerodynamica. die in een 31
omvang van 5 uu r per week, werd verzorgd door prof. Burgers van Werktuigbouwkunde. en dat de subafdeling toen reeds beschikte over de faciliteiten om experimenteel werk te doen op enkele beJangrijke gebieden, zoals het ijken van vlieginslTUmenten en het uitvoeren van windtunnel- en vliegproeven_ Hel geluigl van grote voonvarendheid en volle inzel van de bescheiden smf van de subafdeling, beSlaande uit 3 docemen, 6 wetenschappelijke medewerkers en enkeIe assistenten, dat dil alles in ZI) kone lijd tot stand kon komen, Temeer daar dil fra.aie resultaat bepaald niel werd bereiKt mel krnchtige sleun van hogerhand. Inlegendeel, de weerstand legen de onlwikkeling van vliegtuigbouwkunde lot een ulfstandige stooierichling was grooL Daarover vah Ie Ieun in hel GedenKboek van de Technische Hogeschool te Delfl. uitgegeven in 1955 ler gelegenheid van he! halve eeuwfeesl van de Hogeschool. We leun in dil Gedenkboek dal: de Technische Hogeschool. ondanlcs de grate ontwikkeling in de vliegtuigoouwkunde over de gehe/e were/d, eerSl nO 1940 aan dit vakgebjed aandacht ging schenken.
32
He! gedenkboek vervolgl met Ie constaleren dal:
de aanvanJ:eJijh! resultaren ""'t!inig bemoedigend waren omdnr vrijwel algemeen de opvatting heersre dar Nederland geen aktie/ aaltdeel in her produceren van v/iegmi. gen Jeon nemen. Maar. zo leun we verderop: de hoog/eraren van de Ondera/deJing der Vliegwjgoot/wkunde waren van geheel teo geno~'ergestelde mening, De graei, die de Nederlandse vliegtuigindustr;e sindsdien te zien ga[ aldus het Gedenkboek. heelt hen in het ge/ijk geste/d, In de periode 1940-1950 sludeerden de eerste 12 vliegluigbouwkundige ingenieurs af die zonder moeite een plaats vonden in het proces van herstel en verdere onlwikkeling van de Nederlandse luchtvaanakliviteiten.
NASCIlRI FT Vliegluigbouwkunde werd, mals venneid, in 1946 een van de drie subafdelingen van de Afdeling der Werkiuigbouwkunde, Scheepsbouwkunde en Vliegtuigbouwkun-
de. Hel was een belangrijke Slap op weg naar grolere zelfslandigheid, maar op den duur bevredigde deze situalie loch niel erg, De relalief kleine subafdelingen S en V voelden zich niet bijsler gelukJcig in de schaduw van de grote broer W. In 1953 volgde de afsplilsing van S en V van de Afdellng W, S & V, maar nog ahijd was de tijd niet rijp voor een geheel zelfstand ige Afdeling def VlieglUigbouwkunde. Vliegtuigbouwkunde werd gedwongen om samen met Scheepsbouwkunde ten Afdeli ng Ie vonnen en dal is 22 jaar :to gebleven, tot 1975 toe. Hoewel S en V vrijweJ geen gemcenschappelijke belangen hadden, moestcn
we naM buiten wei als een AfdeJing opueden. Door de goede onderlinge verslandhouding heert hel samengaan van S en V echler nooit lot grOle moeilijkheden geJeid. In 1975. vijfenden ig jaar na he! begin van de vliegtuigbouwkundige opJeiding in Delft, krijg! Vliegluigbouwkunde eindeJijk de fel begeerde status va n een zelfstandige Afdeling van de tlogeschool. Van die gelegenheid wordt gebruilr:. gemaalr:.t om de naam van de Ardeliog Ie wijrigen in Afdeling der Luchtvaan- en Ruimtevaantechniek. In 1982 wordt mel enig feestel ijk vertoon het lOOOe diploma van vliegtuigbouwkundig ingenieur uilgerei kt. L & R, ooil begonnen Ills een beschciden afstudcerrichting binnen de Werktuigbouwkunde, is inmiddels uitgegroeid tot Un van de vijf groolste Faculteilen van de Technische Universiteit Delft. J.A. van GhcseJ Grothe
J3
AVONTUREN MET CYLINDERSLOTEN
Nog in de tijd dat Vliegtuigbouwkunde ge· huisvest was aan de Kanaalstraat ging de TH over tot het rumschaffen van sialen bureau's voorzien van heuse eylindersloten. Oat was een hele verbetering len opzichle van de houten bureau's, waarvan je de sloten met een spijker of een mcs gemakkelijk kon forceren. Nu gaven die cylindersloten in hel begin nogal wat problemen. Het kwam regelmatig voor dal medewerkers hun sleutels Ihuis hadden lalen liggen of dal ze zoek waren geraakt. En dan moest de leverancier opdraven om de zaak. op Ie lossen. Die beschikte over een aanla! foefjes om zo'n bureau open Ie krijgen. Het belangrijkste instrumenl daarbij was een opengebogen paperclip. Op mijn verzoek werd ik ingewijd in de ge· heimen van deze wijzc: van inbreken en na enig oefenen kon ik er aardig mee uil de voelen. In afwachling van nieuw houten meubilair kreeg ook prof. Van der Maas zo'n slalen bureau mel cylindersloten. Hij had er niet vee[ goede woorden voor over. Hij vond het bureau kaal en koud. Maar over Un ding was hij enthousiast Jawel, eindelijk een bureau met een degeJijk slot waarin je je venrouwelijke stuk· ken veHig kon opbergen. Op zekere dag was er paniek. Prof. Van
der Maas had "!ijn sleutels laten liggen op zijn vakantieadn:s in Noordwijk en wilde dal er direkt een bediende naar Noordwijk zou afreizen om ze op te halen. Hem werd duidelijk gemaakl d:u er een snellere op. lossing was. Ik moest opdraven en onder toeziend oog van prof. 'Van der Maas bewerkte ik het cylinderslot mel m'n paperclip. Gewoonlijk had ik vrij veel tijd nodig om zo'n slot open te krijgen, soms wei een kwanier, maar deze maal lukte het mij bij de alleersle poging. Met een forse klik
sprong het slOl open! Prof. Van der Maas was veroijsterd. Schandelijk om zulke onnozele sloten te monleren. Nu kon je nog niets veilig opbergen. Hel kostte veel moeite om hem ervan Ie ovenuigen dat slechls tt n ingewijde in Staat was zo'n inbraak te plegen. Maar zijn vertrouwen in cylindersloten had wei een forse deuk opgelopen. Om verdere problemen met zoekgeraakte sleutels te voorkomen werden in het vervo[g duplicaatsleutels ondergebracht in een sleutelarchief onder beheer van de huismeester. Oat wer\c:te heel goed. Bij de inrichting van ons nieuwe hoofdgebouw aan de Kluyverweg speelden cylinderslOlen ons opnieuw patten. De ongeveer 400 staten Kasten (met cylindersloten), die in de kamers in de hoogbouw zouden worden geplaatsl, moesten tijdelijk in de kelders van de laagbouw worden opgeslagen. Aan iedere kast hingen in een plastic zakje de bijbehorende sleulels aan de deurkruk. Na enkele dagen werd ontdekt dal de een of andere onverlaal de zakjes mel sleutels van de Kasten had afgetrokken en her en der in de kelder:s had weggesmeten. Snel werden aile zakjes weer verzameld. Maar toen bleek dal de sleutels weliswaar waren genummerd, maar dat de fabrikant verzuimd had de sloten te merken! Een bediende is bijna drie weken bel.ig geweest om de juiste sleutels bij de sloten Ie 'linden. De nummers yan de slotcn zijn nu boven op de KaSten mel verf aangebracht. Kijkt u zelfmaar.. H.H.E.1. de Wit
35
ROMAS CAALJAS
Bij hel in gebruik nernen van ons nieuwe onderkomen aan de Kanaalslraal in 1948 was eT cen officiele opening mel receplie. Oat speelde zich af op de tweede elage van hel gebouw in onze nieuwe tekenza· len. Nu was he! in die dagen heel gebruikelijk d:n de luindienst van de Hogeschool bij
dergelijke geJegenheden de feestruimte aankleedde mel palmen en andere grote planten uil de botanische tuin. Allemaal keurig in glimmcnd gelnkle houlen kuipen mel koperbeslag en voorzien van bordjcs
met de Lalijnse benaming van hel gewas.
die hun bOlanische kennis wilden yerrijken, nauwlellcnd in de gaten. Ze bekeken de planten nauwkeurig om dan, Iicht nederbuigcnd, de latijnse benaming Ie leun. Sommigen yoerden dat rilUeel ook uit bij de Bomas Caaljas, maar ze lieten niets merken. Niemand Yenrok cen spier van z'n gezieht. Ze waren niet van plan te laten merken dat ze beetgenomen werden. Wij yonden het nienemin een geslaagde middag.
J.A. van Ghesel Grothe
Een en ander werd gratis bezorgd en later
ook weer weggehaald door gedienslige tuinlieden mel bakfielscn (uiternard niet gemotoriseerd). Hoofdingang gebouw Kanaalstraat 10 Ook bij onze feeslclijke opening van he! nieuwe onderkomen gaf de tuindicnsl aele de presence. Langs alle wanden stonden kuipen met grote planten.
rOlO: it. J.C. van de. Vaan
Etn van die planten, in houten kuip en Yoornen van een keurig bordje met de Latijnse benaming. tTOk de aandacht van onze conservator. de heer Wansbeek. De plant bestond uit een kale slam van zeker een meter hoogle. met helemaal boyenaan een of twee piepkleine blaacijes. Altijd klaar YOOr een grapje, kwam hij meteen in aktie. Hij Iiet de tekenaar, (dat moet Koos Jongenelen geweest zijn), een bordje maken met het opschri ft :
SOMAS CAALjAS en plakte dat oyer het bordje met de latijnse naam van de betreffende plant Tijdens de receptie hielden we de gasten, 37
DE GEBO UWEN VAN VLIEGTUIG BOUWKUNDE
Tot 1950 was de Technische f-Iogeschool Delft gehuisvesl in cen ree ks van 18 merendeels monumenlale gebouwen, verspreid over de oude binnenstad van Delfl, aan het Dude Delft, de Nieuwelaan, de Julianalaan, de Mijnbouwstraal en het OostplanlSOCn. Vliegtuigbouwkunde. begonnen in 1940 op de zolders van het gebouw voor Werktuigbouwkunde en Scheepsbouwkunde aan de Nieuwelaan 76 en in 1948 verhuisd naar de rechtervleugel van de Rode Scheikunde (Kanaalstraat 10), beut toen nog geen eigen gebouwen of laboraloria. In 1950 werd een stoutmoedig nieuw· bouwplan voor de Technische Hogeschool gelanceerd. De Nederlandse regering streefde naar cen snelle induslrialisatie van ons land en wenSle de oUlillage van de T.H. snel Ie verbeteren. Oit nieuwbouwplan. dal als zcer gedurfd werd beschouwd. voorzag in de bebou· wing van 35 ha weiland in de Wippolder. begrensd door de Ronerdamseweg en de Jaffalaan. Nu kreeg ook Vliegtuigbouwkun. de de kans om eigen gebouwen en labornleria Ie verwerven. Aitijd bevreesd om ingesloten te worden en steeds zoekend naar eltpansiemogelijkheden, koos Vliegluigbouwkunde als bouwlokatie de uitersle hoek van het nieuwbouwlcrrein, de hoek gevormd door de Ronerdamseweg en wat later de Cornetis Orebbelweg zou worden. Reeds op 17 april 1951 werd op deze plaats de eerste paal geslagen voor het Lage·snelheids Windtunnellaboratorium. Het was hel ursIe bouwprojekt in hel nieuwbouwplan. Hel had er de schijn van dat de Hogeschool bij de uitvoering van de
nieuwbouw bewuSI voorrang gaf aan Vliegluigbouwkunde in hel besef van hel grote belang van dit vakgebied voor de in· duslrialisatie van ons land. Maar dat was ailerminsl hel geval. In die tijd werd alom nog emslig getwijfeld aan de levensvat· baarheid van cen Nederlandse vliegluigin. dustrie en dus ook aan de noodzaalc van cen vlieglUigbouwkundige opleiding in Delft. De ware reden om voomng Ie geven aan Vliegtuigbouwkunde was dat wij als eer· sle de bouwplannen voor een laboralorium gereed hadden en dat deze omstandigheid gtelig werd aangegrepen om te tonen hoe voonvarend de Hogeschool wei was in hel snel realiseren van de nieuwbouwplannen. In hel voorjaar van 1953 kon het nieuwe labonuorium in ge bruik worden genomen. Mogelijk als slraf voor onze vermetelheid om hel eerst klaar te zijn, is hel laboralorium nimmer officieel door het College van Curaloren aan Vliegluigbouwkunde over· gedragcn. Intussen had Vliegtuigbouwkunde nog enkele duidelijke wensen mel betrekking tot eigen gebouwen en laborntoria: een laberntoriumgebouw, een hoofdgebouw en cen Hoge·snelheids Windlunnellabornlorium. Geheel overeenkomstig de oorspronkelij. ke indeling van he! nieuwbouwterrein komt in 1957, reCht tegenover hel bestaan· de windtunnellaooramrium, aan de ovenij. de van de Leeghwaterslraat, het vertangde laboratoriumgebouw gereed. Het biedt onderdak aan he t Slerkte- en Trillingsla· boratorium, de omvangrijke verzameling constructie·voorbeelden, Iwee tekenz.alen, een uilslagruimte en de werkplaatsen voor melaal· en houlbewerking. Reeds hel daaropvolgende jaar, in 1958, 39
Het Lage-Snelheids Windtunnellaboratorium - april 1953. De Leeghwatersttaat en de Comelis Drebbelweg mOtten nog worden aangelegd.
Prof. Van der Maas bij het slaan van de eerste paal 'Ioor het hoofdgebouw aan de KluY'Ierweg - 1960.
40
wordt een aanvang gemaakt met het opstellen van een programma van eisen voor een eigen hoofdgebouw, dat volgens de plannen zou ITlOeten vemjzen in de onmiddelijke omgeving van de beide reeds in gebruik genomen gebouwen. Maar die bouwlokatie is niel meer beschikbaar!!
Het hoofdgebouw in aanbouw.
Hel sloutmoedige nieuwbouwplan uit 1950 met een oppervlak van 35 ha is inmiddels uitgegroeid tot ongeveer 80 ha. Vliegtuigbouwkunde zit niet 1anger meer op de uiterste hoek van het nieuwbouwterrein, maar ongeveer in het midden ervan, omringd en ingekkmd door allerlei grote gebouwen. Opnieuw kiest Vliegtuigbouwkunde voor de buitenkant van het nieuwbouwterrein:
Het hoofdgebouw, ontworpcn door het Ingenieurs- en Architccten Bureau ir. l P.M. van Bruggen, G. Drexhage, ir. U. Sterkenburg en A. Bodon te Rotterdam.
41
in 1960 worclt de cerste paal geslagen voor een hoofdgebouw aan de Kluyverweg naar het ontwerp van de architekt Drexhago.
In 1965 komt het hoofdgebouw gereed en vindt de verhuizing plaats van de Kanaalstraat naar de Kluyverweg. Er bestaat weliswaar ook cen Anthony Fokkerweg maar die is gesitueerd langs de ach!erzijde van het hoofdgebouw en kan dus, jammer genoeg, niet als po5mdres worden gebruikt. Het nieuwe hoofdgebouw telt 13 elages en is voorzien van een centrale iuchlbehandeiingsinstallatie. Hel heeft een ruime en sfeervolle entreehal en beva! naas! een reeks kamers ook een bibliotheek, vergaderzalen, collegeulen, laboratoria en een instrumemmakerij. Een prettig en geriefelijk gebouw waarin hel goed werken is. Op 21 maan 1967 wordl hel nieuwe hoofdgebouw orficieel aan de Onderafdeling der Vliegtuigbouwkunde overgedrngen.
Bij die gelegenheid WOrt!! in de hal van het gebouw ten in aluminiumplaal uilgevoerde fries onlhukl. Hel kunstwerk, aangebrachl rondom de liftschachl, is ontworpen door de graficus W. Crouwel en wil uildrukking geven aan de waardering voor al da!gene wal prof. Van der Maas voor de Nederlandse iuchlvaan heef! gedaan. Hel fries draag! als inscriplie:
dr.ir. IIJ. van duMaas hooglutlDr 1940- / 967 promotor van d~ N~thrla n ds~ Luchtraartti!Chni~k
Tegelijk me! het hoofdgebouw komI, v[ak. er naast aan de Kluyverweg, cen nieuw laboratoriumgebouw gereed. V1ieglUigbouwkunde wil haar gebouwen zo dicht mogelijk groeperen rondom haar eigen hoofdgebouw. Me! hel Lage-snelheids Windtunnellaboratorium lukt dal uiteraard niel meer. Maar mel hel laboratoriumgebouw lukl dal uiteindelijk weI. Na enig geman::handeer worth hel uil 1957 slammende laboratoriumgebouw aan de
J:lel fries in de hal van he! hoofdgebouw.
,..,..---,.--.."
42
Het Lage-Snelheids Windtunnellaboratorium oa de verbouwing in 1977. Leeghwaterstraat overgedragen aan de afdeJing der Werktuigbouwkunde en krijgen wij een nieuw laboratoriumgebouw aan de Ktu yverweg. Nog ~~n wens is niet vervuld: ecn Hogesnelheids Windtunnellaboratorium. Maar die wordt spoedig vervuld. Reeds in hel jaar van de officiele overdracht van hel hoofdgebouw -1967- worth aan de overzijde van de Kluyverweg de eerste paal voor dit labor:uorium geslagen. In 1969 wordt het laboratoriurn in gebruik genomen. Er vah nog een laatsle bouwaktiviteit te vennelden van wal inmiddels de Afdeling der Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is geworden. Hel oudste gebouw van de Afdeling, het in 1953 gen:edgekomcn Lagesnelheids Windtunnnellaboratorium, is te klein geworden. Een uitbreidingsplan wordt opgesleld en uitgevoerd. In 1977
komI hel aanmerkelijk uitgebreide labotorium gereed. Aile wensen I.a.v. gebouwen en Jabor:l.Ioria, geformulecrd in de jaren vijflig, zijn inmiddels in vervulling gegaan. Wei is bij aile gehouwen rekening gehou. den met de mogelijkheid van uilbreiding in latere jaren.
De gereserveerde uitbreidingsruimte bij het Lage-snelheids Windtunnellaboralorium is inmiddels benu!. In het hoofdgebouw is de liftenpanij doelbewust a-symmetrisch aangebracht, uitgaande van de gedachte dat hel gebouw later in noordeJijke richting zou kunnen worden uitgebreid. Tussen het hoofdgebouw en het laboratoriumgebouw is ruimte gereserveerd voor de uitbreiding van de bij het hoofdgebouw behorende laboratoria. 43
Er is mimle voor ecn Iweede labormoriumgebouw en voor de uilbreiding van hel Hoge-sne Iheids WindlUnneJ labormorium. Maar het ziel er anno 1990 niet nnar uil dnt spoedig lot uitbreiding van het gebouwcnbestand van L & R wi worden beslolen. Ondanks de weer.;land van velen, die voor hel vliegtuigbouwkundig onderwijs ann de T.H. slechts ecn zeer bescheiden rol 2.3-
44
gen weggelegd, is het deslijds gelukl de gebouwen en laboraloria een ruime opzet te geven. A'1n deze ruinlC OpUI is het te danken dat, ond:mks de sterke groei van de Facul· teit, de bestaande infrastructuur nog altijd redelijk voldoet. aan de Ie sleiten eisen.
J.A. van Ghesel Grothe
MIJMERINGEN VAN EEN OUD·M EDEWERKER
Bij het 5O-jarig bestaan van de Faculteit der Luchtvaart- en Ru imtevaanlechniek, blijf ik ongemerkl voor mezelf stilslnan bij de bijna 50 jaren die ik daar werkzaam was. Doordat ik vanaf de eerste uren de loenmalige afdeli ng heb helpen opbouwen, is zo'n gemeenschap een slUkje van jezelf geworden. Men zegl dikwijls: 'I was cen sluk van je leven'. I.k denk dan: 'I was m'n leven'. Met 5 h 6 man beginnen op cen paar kamenjes in het oude W&S en uilgroeien 101 wal hel nu is, was voor mij cen levensvulling. Uitbreidingen, vemieuwingen, mensen zien komen, mensen zien gaan. Goede medewerkers zien wegvallen, konom. je maakte lief en leed op de afdeling mee. 50 j3ar, wa3TOver ik uren zou kunnen vertellen. Wal mij als jangen opvieJ waren, zcker in het begin, de bijzondere onderlinge verhoudingen vergeleken bij andere ardelin· gen van de TH. Als er iets gedaan moest worden: pakkelten maken, sloelen sjouwen, kopjes wassen en1.., iedereen hielp mee, de lector, de ingenieur de concierge. 't was een familie. Na he! werk mel elkaar naar een walerpoiowedsuijd, of gaan zwemmen in de Vliet, naar het concengebouw in Amsterdam enz. Het versterk[e de band op hel werk mel collega's en sludenlen. Het lcek op: 'Allen voor een, een voor allen'. Helaas als het gTOler wOrdl, gaal er een hoop verloren. 'ZovceJ hoofden, zoveel zinnen'. Persoonlijke banden grocien uit elkallI". Hel was niet atlijd 'Pais en Vree', maar dal is he[ in een goed gerin ook niel. Van hoog lot laag waren we allemaal on·
volmaakte mensen met fouten en tekortkomingen. Oil steeds voor ogen houdend ~n door oveml ecn beetje humor in zien, was de manier om mel plezier naar hel werk Ie gaan. Je inzenen voor hel werk waar je voor Slond, proberen geen 'nee' Ie verkopen en elkaar heJpen waar het kon. Oat di t niet iedereen gegeven was, is Ie begrijpen. De omslandighcden en je direkle collega's waar je mee werkl, maken veel uil. Ik had het geluk dcze positieve omslandighedcn w~ 1 Ie hebbcn. MCI verschillende, soms moeilijke mensen omgaan was dikwijls inleressanl. 1e leerde hoe je ze moeSI benaderen. Klanlen van de tekenkamer (waar iedereen de p.. aan had) lnchend en levreden dc deur uit Ie laten gann was heel gewoon. Een keer werd ik hierdoor de fi losoof-mel-de-overal-aan, genoemd. Maar hel droeg bij ann hel werk ~n de Goede verswndhouding en dal was hel voomaamste. Bij mijn afscheid van de 111 heb ik diverse belevenissen naar Yoren gebmchl en nog sleeds schielen me vele gebeunenissen Ie binnen. Oetuk kan bclekcnen, dat je hel Goede kan waarderen v66rdatje hel kwijl benl. Oil kon ik gelukkig lijdens mijn bijna 50 jaren dienSI bij de Faculteil der Luchtvaan- en Ruimlevaartlechniek, van· daar mijn beste herinneringen aan he[ werk en icdereen waarmee ik mochl samenwerken. Luchlvaan- en Ruimlevaart\echniek, nog vele, goede vruchlbare jaren in he[ hoger onderwijs loegewenSI door de oudmedeweri:er, Koos Jongenclen 45
50 JAAR AERODYNAMICA IN DE FACULTEIT DER LUCHTVAART- EN RUIMTEVAARTTECHNIEK BEKNOPT ZICHT
IIISTORISCH
OVER·
loals reeds werd gemeld in de algemene hoofdslUkken van dil gedcnkbock, was de ecrsle hoogleraar in de VlieglUigbouwkunde. prof.dr.ir. H.J. van der Maas, beiasl met he! doceren van ...ele verschillende onderwerpen. Hienoe behoorde ook de
'Toegepastc
Aerodynamica~;
de "Theore-
lische Aerodynamica" werd gedoceerd door professor J.M. Burgers die, ...anui! hel Laboralorium voor Aero- en Hydrodynamica van de Ardeling der Werktuigbouwkunde, sinds 191 8 hel onderzoek en onderwijs in de stromingsleer had verwrgd.
In 1949 werd de laak van Van der Maas verl icht doordat iT. E. Dobbinga werd aangesleld 101 [ector voor hel verzorgen van hel onderwijs in de mcgepasle aerodynamica. De Iheoretische aerodynamica bleer nog venorgd worden ... aoui! he! Laboratorium voor Aero- en Hydrod ynamica. Vanaf 1960 werd ook de theorelische aerodynamica ~ in huis gedoceerd door cen eigen hoogleraar door de benoeming van prof.drjr. lA . Steketee (voomlalig student van professor Burgers en gedurende 10 jaar verbonden geweest aan de universiteit van Toronto). InmiddeJs was begonnen met de ontwikkeling van een windtunnellaboratorium voor lage snelheden waanl3n Dobbinga (sedert 1980 hoogleraar) 101 aan zijn pensionering in 1984 verbonden is gebleven. f"lij werd daarbij gesteund door verschillende ftgeneraties" van technisch- en wetenschappelijk personeel. In de leiding van hel laboratorium werd hij in de latere jaren bijgestaan door drjr. J.L. van Ingen (lector seden 1968 en gewoon hoogieraar seden 1970). In dit verband mag worden vermeld dat de heren H.1. MOrle en ing. M.H.W. van Heuft
Yen, in een langdung dienstverband belangrijke bijdragen op het technische vlak hebben geleverd. 8ij toenemend belang van de hoge snelheidsaerodynamica voor de verdere ontwikkeling van de luchlVaart en later ook van de ruimlevaan werd ook al vrij snei de behoefle gevoeld aan eJtperimentele faci liteiten voor de hoge snelheids aerodynamica_ Een aanvang mel deze ontwikkeling werd rond 1955 gemaakl door prof.ir. H. Willenberg mel een aantal leden van de welenschappelijke staf. Het belang van deze ontwikkeling werd ondenrreept door de benoeming van prof.dr.lng. S.F. Erdmann lOt buitengewoon hooglernar in 1961 en tot gewoon hoogleraar in 1969. Hij werd in 1989 opgevolgd door prof.dr.ir. P.G. Bakker. In de laatste decennia zijn de mogelijkheden van het gebruik van de computer voor hel oplossen van stromingsproblemen spectaculair toegenomen. Oit Yond zijn weerslag o.a. in de bezetting van de hoogleraarspla:lIsen binnen dc, in 197 1 ingestelde, ftvakgroep" Aerodynamica. In 1986 werd nl. prof.ir. J. Siooff, hoofd van de hoofdardeling Stromingen van het NLR, benoemd tOI deeltijdshoogleraar om onderwijs te geven in de "Numerieke methoden in de Vliegtuigaerodynamica"_ Niel onvermeld mag blijven dat de wiskun· dige basis van de numerieke stromingsleer in de vorm van service onderwijs aan de Facuheit der Luchtvaan- en Ruimtevaantechniek wordt loegeleverd door docenten van de Faculteit der Technische Wiskunde en Informatica. Door de, nog slechts in vogelvlucht. geschetste ontwikkelingen biedt thans (1990) de vakgroep een goed pakket van colleges (label I), praktika (label 2) en 47
In de navolgende paragrafen zullen verschillende van de genoemde ontwikkelingen nader worden uitgewerkt. Daarbij bestaat het gevaar dat de "zichtbare faei!ileiten" zoaIs windlunnels en computers gemakkelijk worden overbelicht. Het moet duidelijk zijn dat de kwaliteil van de vakgroep steeds bepaald was en zal zijn door de kwaliteit van het personeel, lOwel in de wetenschappelijke als in de ondersteunende/behcers categorie. Tabel 3 vermeldt, roved mogeJijk. de namen van degenen die in hel verleden de vakgroep hebben gediend.
Homen wind tunnel van het EIFFEt..lype arkomslig uit hel laboralorium voor Aero· en Hydrodynamica van prof.dr. J.M. Burgers.
DE ONTWIKK EU NG VAN II ET L AGE·SNELlI EIDSWINDTUNNEL LA8 0RATORIUM
De laboralorium raci lileilen mogelijkheden voor afstudeerwerk en promolies. De huidige situatie bied! cen goede uitgangspositie om in de komende periode tot in de 21e eeuw cen programma van onderwijs en onderzoek te blijven bieden waarbij de verschillende aspecten van de beoefening van de aerodynamica, Ie welen experimenteel, theorelischlana. lytisch en theoretischlnumeriek evenwichtig venegenwoordigd zijn. In de komende jaren zullen de aerodynamica van de ruimlevaan (verdunde gassen, hypersoon, verbranding) en de numerieke aerodynamica daanoe nog versterking behoeven.
De ElFFEL·tunnel van prof. Burgers.
rT48
Voor de cetSle wind tunnel experimenten werd gebruik gemaakt van cen kleine lun· nel (EifTel type, mcetplaals doorsnede 0.85 x 0.85 m2) die uil hel laborntorium van prof. Burgers afkomstig was. Al spoedig werd het duideJijk (1946) dal de verdere onlwikkeling van de "Vliegtuig bouwkunde" hel nodig maakle dat men kon beschikken over een grotere windtunnel mel cen hoge stromingskwalileit. Mel ondersleuning van het NLR werd een onlwerpspecificalie gemankl voor een lage-turbuJenlie windtunnel mel
CE tOOxl25M, LAGE_SNELHEDS WJI.IDTUNNEL
1~~~-~--' IF. ,-
De=JD[:jD
,-1 :
,
,
o
--.-.-"- -----..i~ , -
.~-
::.--
,_ -~
e: "'"' -
.[!
.
::
Doorsnede van de grote tage-turbulenlie windtunnel.
Model van de DHC-IJeaver in de gTOIe tunnel.
cen meetplaatsdoorsnede van 1.25 " 1.80m2. Een gTOOt deel van de verdere uitwerking van het ontwerp werd uitgevoerd door de studenlen G.J. Spies en H. Wittenberg (later beiden hoogleraar aan de faculteit). De werkelijke bouw van het laboratorium, dat het cerste bouwwerk in de nieuwe naooTlogse TI-I-wijk was, werd begonnen in 1951. De tunnel drnaide voor het eerst eind 1952.
De specificatie voor de tunnel eiste dat de afmetingen voldoende gTOOt zouden moeten zijn om metingen aan 2-dimensionale vleugels en 3-dimensionale modellen van complete vliegluigen mogelijk te maken bij een redelijk gTOOt getal van Reynolds (in die tijd werd I " 106 betrokken op de v]eugeikoorde voldoende geacht). Ecn en ander resulteerde in de reeds genoemde meetpiaalsafmetingen van 1.25 ;II; 1.80 m2 en cen ma;ll;imaie windsneiheid van 120 rnIs (430 krn/h). Inmiddels heeft de tunnel bewezen geheel 49
aao de hoog geslemde verwachlingen len aanzien van de kwaiileil Ie kunnen voldocn. In een vroeg Sl3dium werd reeds ingezien dal ter ondersteuning van de loegepaslc vliegtuigaerodynamica ook meer fu nda-
mentcle
onderwerpen
zoals
grenslaag-
stromingen lOuden moeten worden onderroehl. Hiervoor werd he! noodzakeJijk
geachl Ie kunnen beschikken over cen aamal kleinere en meer gespecialiseerde onderzoek-windtunnels met de bijbe-
:•
horcnde instrumen18.lie . Aldus wert! de inrichting van he! laborato-
rium geleidelijk geperfectioneerd. In 1977 werd een voorlopig hoogtepunt bereikl met cen belangrijke uitbreiding van he! gebouw inclusief cen unicke venicale windlunnei. Tevens werd ecn stan gemaakl mel de onlwikkeling van cen spe-
ciale windtunnel yoor grenslaagonderzoek. Bij a1 deze veroeleringen en uitbrcidingen wen! cen belangrijkc rol gespeeld door de
8ij de venika!e windtunnel is cen plaquene aangebracht met het opschrift: This venica! wind tunnel has been dedicated to prof.ir. E. Dobbinga in recognition of his Outstanding conttibmions to the development of the low speed windtunnel laboratory in general and to the conceptional design of the venical windtunnel in panicular. This windtunnel w ill therefore be known as the Professor E. Dobbinga windtunnel. Delft, 20 October 1987.
1.50 lC 0.25 m. GRENSLAAGTl.N£l. 18m
~
Grenslaagtunnel - meetpla:lIslengte 6m.
50
meetpl.aats ca 6m
bedrijfsingenieur, ir. H. Binkhorst en de beheerder van de faculteit, ir. J.A. v::ln Ghesel Grothe (later ook hoogleraar). De faculteit LR kan trotS zijn op de thans beschikbare unieke laboratorium faciliteiten voor onderwijs en onderzoek in de lage snelheidsaerodynamica. De hoge kwaliteit van de installaties en het daarin verrichte onderzoek worden in· temationaal erkend. Dit heeft geleid tOt het min of meeT kopit!ren van de grote run· nel door een bekende universiteil in de USA.
ONOERWUS EN ONDERZOEK IN II ET LA80RATORIUM VOOR LACE SNELHEDEN In de eerste jaren werd hel werk in het labor.uorium vooraJ gerichl op hel ontwikkelen van een reeks praktikumproeven. Met de toenemende ervaring van de staf werd daama geieidelijk ook hel onderzoek gestalte gegeven. Dc eerste promoties, waarvan het experimentele gedeelle in het eigen Jaboralonum was uitgevoerd, kwa· men tol stand in 1964 en 1965. Het labomtorium wordt thans zeer inlen· sid gebruikl voor praktika, afstudeerwerk, promotie- en ander onderzoek. Sinds 1981 is her laboratorium sterk betrokken bij enkele samenwerkingsprojeklen op luchtvaangebied tussen Nederland en Indonesic. In dil kader werd hulp verleend bij het realiseren van iabcmltorium opstellingen t.b.v. de afdeling vliegluigbouwkunde van de TI-I Bandung. Voons werd aan vele technische en wetenschappelijke medewerkers in het laboratorium gastvrijheid verleend Lb.v. hun verdere opleidingeo en vonning. Het huidige onderzoek binoeo het iabora· torium is ingedeeJd in een aaotal thema's en projccten waarvan in het oavolgende een kone karakterisering z.al worden gegeven via een aanduiding van recent uitgevoerd of ter hand genomen onderzoek.
Binnen het thema mnslagen en zOl!stromml!en worden visceuze problemen bestudeerd die van belaog rijn voor het ontwerpen van vieugeiprofieJen. Een in het verleden bij de vakgroep ontwik:kelde methode voor het voorspellen lIali oms/ag van Iwee-dimensionale stromingen werd de laatste jaren verder ontwikkeld; een uilgebreide experimenteie verificatie van de aan de methode len grondslag Iiggeode stabilileitstheorie werd afgerond. Dc rekenmethode werd door het NLR overgenomen en gei'mplementetrd in het greoslaagrekenprogramrna BOLA-2D. Een vergelijking met een bij het NLR beschikbaar rekenprogramma (COSAL) werd uitgevoerd. In samenwerking met het NLR wordt getracht de Delftse methode uit te breiden tOt het transsone snelheidsgebied. Hel theoretisch en experimenteel onderzoek aan laminaire losiaringsblazen was van veel belang voor het onlwerpen van geavancec:rde vleugelprofielen. Aan oms/ag en ruwheden werd in teO serie windtunneimetingen aandacht besteed. In samenwerldng mel het NLR werd gewerkt aan onderzoek van de zgn. "Ku/ta·Jouk.owski a/stroom conliirie" bij de achterrand van een vleugelprofiel in een visceuze stromlng; enkele series metingen werden uitgevoerd o.a. met behulp van laser-doppler en gioeidraadanemometrie. De bijdrage van het NLR Iigt vooral op hel theoretische vlak. Het onderzoek aan interfererendt: 109- ell grensiaagsrromingen is van belang voor de eigenschappen van multi-element vleugelprofielen. Onderzoekingen aan interfererende zoggen van twee cirkelcyllnders hebben geleld tot de noodwkeJljke ontwlkkelingen van meetmethoden (temperatuunnarkering van een van de twee roggen bij gloeidraad-metlngen,laser-doppler·meettechnleken). Thans wordt een 109 in een sterk tegenwerkende drukgrndient onderzocht. Ten behoeve van het onderzoek aan lurbulente grenslagen werden technieken ondenocht voor her meten vall de wandschui/spCJn-
51
(o.a. Prestonbuizen en electronische sensors, dil laatste in een gezamenlijk promotie onderzoek met de faculteit der Electrotechniek). Oil ondcrzoek worth voortgezet onder een contract van de Europese Commissie binoen het Brile/Euram Aeronautics programma. Binneo dit thema Grenslaag- en zogsiromingen worden Iwee promoties voorbertid. De ene heefl vooral betrekking o p de ontwik.k:eling van de laser-doppler meeuechniek. De andere promotie heeft de turbulentie modellering na omslag lot onderwerp.
I1jl1g
Bin nen het thema Iheorelish en eX!lenIDeOleei onderroek 83n yleugelprofielen werd de laatste jaren voomamelijk aandacht besteed aan het versnellen van de ontwerpprocedures door het tocpassen van CAO-technieken. Het verbe tertn van de rekenprogramma's werd gerealiseerd met behulp van de resultaten van het experimentele en theoretische grenslaag- en wgonderzoek. Etn lWintigtal vleugelprofielen werd ontworpen en/of getest, dikwijls in samenwerking mel anderen (OFVLR-Braunschweig, Schleicher SegeInugzeugbau - Poppen hausen, Airfoils Inc. (= Mr. Somers, ook NASA Langley), Rockwell International Corporation Wind Energy Research Center, Instituut voor Windenergie). Het lage snelheidswindtunnellaboratori um heeft rich de laatste pren ontwikkeld tot een erkerKl instiluul up het gebied van vleugelprofie len voor lage (vlieg)sne!heden. De ontwik.k:elde expertise op het gebied van NLF
52
wuden kunnen worden verkregen. NLF onderzoek kan wellicht in de kornsl worden voongezct binnen het ropese " Brile Euram Aeronautics gramma.
Het toeEupro-
Binnen he! thema Vleugels en rompen met losgelaten weryelstromi ngen aan slanJce, scherprandige dellav/euge/s werd veel Iheoretisch en experimented onderzoek in nauwe samenwerking het "''l.R verricht. De resultaten van het gedetail\eerde experimentele onderzoek van stromingsvelden werden door het NLR gebruikt voor de vorming van malhematische modellen van stromingsveldcn met wervels. Binnen het Ihema Vliegluigconfigurnties werd in het project het aerodyl1tlntisch ontwcrp van zwccjvlieglUigen enerzijds een belangrijk tocpassingsgebied gevonden voor de ontwikke lde kennis (hetgeen o.a. ge!eid heef! tot her volledige aerodynamisch ontwerp van Schleicher's ASW.24; eerste vlucht in december 1987), anderzijds hebben deze ootwerpstudies een s!imulans gegeven lot nieuw onderzoek (omslag door ruwheid, profielen met afzuiging, vleugelromp-overgang, !oepassing van panelenmethoden). Voor de verdere ontwikkeling van het onderzoek op het gebied van de cOl1figuratie- en Voortsluwings aerod),l1amica werd recentelijk een impuls gegeven door omvangrijke steun in materiEle en persone!e zin door de commissie voor de onderzoekstimulering (,"Commissie Beek~ ) Het zal duide!ijk zijn dat het thema .Ik ootwikkeling van meclme!hoden en aopamilll!r re laticf veel inspanning vergt en cen belangrij k dee! van het windtunnelonderzoek vonnt. Naast de verdere ontwikkeling van het laboratorium computer systeem worden in dil verband genoemd de verdere onlwikkeling van: het computer gestuurd lraverseersysleem, de grenslaagtunnel (6m meetsectie met verafzuigwand), het LOS stelbare
Laser-Doppler snelheidsmeting.
Supersone windtunnel ST-15.
meetsysteem, het gloeidraad atelier (in samenwerking met het laooratorium voor Aero- en Hydrodynamica), het vijf-buis meetsysteem, de modellen-opmeelinrichling, een nieuw delectiesysleem voor de aUlomalische multimanometer en een lTaverserende zoghark met elektronische drukscanners. He! is verheugend dat ook voor de verderc ontwikkeling van CAD toepassingen voor het ontwerpen van vleugelprofielen en van de gloeidraad- en laser-doppler meettechnieken, belangrijke steun werd verkregen van de Commissie Beek en vanuit hel nationale "3-111 vernieuwingsplan". Uil de zelfde financieringsbronnen werd voons de aanschaffing mogelijk gemaakt van een infrarood detektie sysleem. Hiennee kan zeer nauwkeurig hel verloop van de temperatuur over de oppervlaktc van cen windlunnelmodel sloringsvrij worden bcpaald. Hieruit kunnen bclangrijke konklusies worden getrokken met betrckking 101 delails van de stroming.
"
DE ONTWIKKEl..ING VAN II ET HOGE-SNELHEIDSWINDTUNNEL LABORATORIUM De etrste supersone windlunnel AlhoeweJ het voor de hand lag om bij de na-oorlogse opbouw van de toenmalige OnderafdeJing der Vliegtuigbouwkunde voomrng te verlenen aan de subsone Lage-turbulentie windtunnel (L1T), werd al spoedig de behoefte aan cen supel'5One windmnnel voor eigen ondenoek en voor ondersleuning van het onderwijs duidelijk gevoeld. De bouw van de eerste supersone windtunnel - later bekend als de STl 5 - vorderde in het begin langzaam vooral omdat in Nederland op dat lijdstip nog nauweJijks ervanng op dil gebied Ie vinden was. In felle was sleehls U n medewerker, iT. F. van def Walle, eerst a1s student-assislenl en laler als medewerker beschikbaar om zich geheel aan de opbouw van de supersone windtunnel te wijden. De windmnneJ, cen zgn. arblaaslunnel met een meelplaals-doorsnede van 15 em x 15 em en uilwisselbare Machblokken voor getallen van Mach van 1,5 en 3. werd in eigen beheer ontworpen en in de Centrale Werkplaats van de TH gebouwd. Bij gebrek aun cen belere ruimte werd de windtunnei opgesteld in de keldervan hel gebouw van de LIT. Teneinde tijd en geld te sparen werden voor de hogedrok luehtvoorziening enigszins passende gebroikle onderdelen zoals cen drukval en een compressor gezoc:hl en gevonden. Hel uileindeJijke resultaat was dan ook een inSlallalie die in 1959. zij hel provisorisch. in gebruik kon worden gesteld doch niel bepaald een oplim:lle kombinatie vonnde. Zo was de beschikbare blaastijd beperkt lOt minder dan 90 sec. per dag. hetgcen mel hel oog op de toenmalige beschikbare instrumentatie zeer kon was. Hel duurde dan ook geruime tijd alcer de windtunnel proefondervindelijk ingeregeJd en afgesteJd was. Pas in 1964 werd in nauwe samenwerking met dr.ir.
'4
J.W. Reijn (Wiskunde) cen eerste onderrock uitgevoerd aan deltavleugels met SUpersone voorranden (ir. W,J. Bannink en ir. C. Nebbeling), dat interessante resultalen opleverde en hel begin zou vonnen van een belangwekkend ondenoekslherna. Gaandeweg werden de gebruiksmogelijkheden verbeterd door toevoeging van een tweede - evencens gebruikte compressor en de ontwikkeling van cen elektronisch meetsystocm. Overwegende bezwaren bleven eehter de veel onderhoud vergende eompressoren en vooml de zeer beperkle ruimle voor bediening en waarneming. Uit veiligheidsoverwegingen werd er daar'Orn van afgezien de windtunnel te gebruiken voor een praktikum en voor demonstnuies voor studenten. De opbouw van hel Labo ratorium vOOt' Hoge.Snelheids Aerodynamica Reeds gedurende de ontwikkeling van de eerste supe~e windtunnel waren gedachten gefonnuleerd over de opzet van een nieuw labomtorium voor hoge·snelheids aerodynamica. Voorop stond de wens voor een grolere windtunne! mel een langere looptijd, bij voorkeur uilgerust mel een verstelbare inslroomtuit die voor een groot gebied van getallen van Mach inste!baar zou zijn. Van meel af aan zijn ir. J.A. van Ghesel Grothe en ir. J. Boeker intensief bij de opbouw van hel laboratorium betrokken geweest. Na een aantal studies ler afweging van kosten en mogelijkheden werd gekozen voor een afblaastunnel fl'I(t afmelingen vergelijkbaar fl'I(t de 27 em x 27 em windtunnel CSST van het NLR. Van meet af aan stond hierbij de bedoeling voorop om deze wind tunnel in Nederland Ie laten bouwen. Qmdat het ontwerpen en conSlJUeren van de tunnel een te zwaar beslag zou leggen op het consU'Uetiebureau van de Afdeling werd het ontwerp in 1963 opgedragen aan het Zweedse ontwerpbureau Rollab, dal cen nexibele instroomluil had ontwikkeld van een door mechanische eenvoud aantrekkelijk type.
Voor gebruik bij transsone snclhcden werd de windtunnel uitgerust met een losneembare tweede meetplaats, voorzien van geperforeerde wanden. Tegelijkertijd werden de eerste schetsen op papier gezet voor he! laboratorium zelf, waarvoor een strook grond was gereserveerd naasl het nieuwe gebouw van de Afdeling. Deze opzet bood de mogelijkheid de hogcdruk installatie nieuw Ie ontwerpen. Een probleem was daarbij dat de kosten van stroomvooTziening voor elektrische aandrijving van compressoren met het vereiste vennogen zeer hoog dreigden te worden. Nadat altematieve vormen van aandrijving werden bekeken, bijv. dieselmotoren of gaslurbines, is gekozen voor cen grote compressorinstallalie met elektrische aandrijving waarmee ecn relallef groot drukvat (300 m3) in kone tijd tot cen druk van 42 bar kon worden gevuld; voldoende voor een blaastijd van 5 minuten van de nieuwe tunnel. In 1963 werd het plan voor de bouw en inrichting van het nieuwe laboratorium sterk gestimuleerd door prof.dr.ir. H.J. van der Maas, goedgekeurd door het College van Curatoren; de vereiste goedkeuring door hel Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen volgde spoedig daarop. De leiding van het nieuwe laboratorium werd in handen gelegd van Prof.Dr.- Ing. S.F. Erdmann die vanaf 1961 aan de Afdeling was verbonden als builengewoon hoogleraar en in 1969 werd benocmd lOt gewoon hoogleraar in de luchtvaanaerodynamica. Met deze benocming kon elders aanwczige kennis en ervaring met betrekking lot supersone windtunnels en meetlechnieken worden ingezet bij de Afdeling hetgeen een belangrijke impuls be[ekende voor hel experimel1lele onderzoek in de hoge snelheids aerodynamica. Tevens werd in de vorm van de colleges Inleiding Supersone Aerodynamica en Praktische Supersone Aerodynamica een bijdrage geleverd aan he[ onderwijs. De bouw van de nieuwe windtunnel - de
huidige TST27 - werd opgedragen aan Werkspoor Amsterdam en cen bestelling voor de 6000 kW compressorinstallatie wcrd geplaats[ bij Stork Hengelo. Het gebouw relf werd ontworpen door hel Archi[ec[enbureau A. Bodon, Amsterdam. Al spoedig bleek echlcr dat hel gebouw aanzienlijk duurder uit zou vallen dan was geraamd. Aile verdere bcstellingen werden tocn Stopgczet tot cen nieuw plan, waarin de hogere bouwkosten waren verdiskontcerd, de gehele procedure van tocstemmingen had doorlopen. De inmiddels afge1everde compressoren werden gekonserveerd en in de vliegtuighal opgeslagen. Na goedkeuring van het gewijzigde plan werd de eerste paal geslagen in 1967 en werden de bes[ellingen voor de verdere inrichting hervat. In juni 1971 werd voor het eersl proefgeblazen mel de TST27, nog weI in een voorlopige uilvocring, omdat gebleken was dal de zijwanden van de instroomtuit niel aan de specifikatie voldeden. In 1972 was een en ander verholpen en kon de TST27 worden geijkt en zonder verdere problemen in gebruik worden genomen. In 1971 werd ook de STl5 overgebrachl naar het nieuwe laboratorium en, voornen van een nieuwe regelklep, op het drukvat aangesloten. Dankzij de grote kapaciteit van dil drukvat werden nu blaastijden van meer dan 15 minuten bereikbaar. Tevens maakle de grotere beschikbare ruimte het mogelijk om de diffusor en het uitlaatkallUal gemakkelijker verrijdbaar uit Ie vocren, waardoor de meetplaats sneller tocgankelijk werd. In 1972 werd nog een derde windlunnel, de STI, in het laboratorium opgeste1d. Het betrof een kleine zgn. aanzuiglUnnel (vacuumtunnel), oorspronkelijk in de eerste jaren na de oorlog door het NLR, ollder leiding van prof.dr.-Ing. S.F. Erdmann, gebouwd als de eerSle supersone
"
Transsone/supersone windmnnei TST-27_
windtunnel in Nederland. Naderhand was hier een tweede stromingskanaai met een yerstelbare instroommit aan loegeyoegd. De gehele installatie me. eigen luch tdroger en vacuumpomp wert! door het NLR aan de Afdeling geschonken. Ondanks de kieine afmetingen bleek de STI mel enkele aanvullingen zeer geschikt Ie zijn Yoor een studentenprakLikum: als zodanig wOrdl de STI serlen 1973 regelmalig gebruikt. TOI omstreeks het midden yan de jaren zeventig was hel experi mcnlele onderz.oe.k in de hoge-snelheids aerodynamica in belangrijke mate gericht op supersone slromingsvelden met een sterke voorkeur Yoor niet-viskeuze stromingsverschijnselen. Kenmcrkend voor die ondenoeksperiode waren de studies aan delta vleugels, StNCtuur van conische velden en het sonic boom ondenoek in de ST15 en de TSTI7. Het sonic boom ondenoek voerde
,.
101 de promotie van ddr. Th.P.M. Hendriks op hel gebied van drie dimension ale kamkleristieken methoden. De Iheorie van conische velden uilgebreid met een onderzoek naar de Slrucluur yan viskeuze velden heert geleid 101 de promotie van dr.ir. P.G. Bakker.
Omstrecks 1970 groeide er belangslelling voor hel transsone snelheidsgebied met inbegrip van viskeuze verschijnselen. Experimenteel ondenoek aan b.Y. schokgolf-grenslaag interaktie werd belangrijk geacht en heeft geleid lot de onlwikkeling en bouw yan de grensJaagtunnel GLTIO Yoor compressibeJe grensJagen in supersone en transsone stromingen. De tunnel is yan het afblaaslype en kon gebruik maken van hel bestaande luchtvoorzieningssystecm. Belangrijke onderdeJen zoo.Js suskamer, meelplaalS en diffusor zijn in eigen beheer door de Cen· trale WerkpJaats vervaardigd. De in-
SlTOormuit. gebouwd door Gerfa, Apeldoom naM een onlwerp van Hausemann/lsler is voonien van een conlinu inSlelbare Dovenwand zOOal het getal van Mach gevarieerd kan worden van 0,7 tot 2,3. De tunnel hceft een hoge grand van flexibiliteit doordat een voor het onderzock aangepnSle meclplaals kan worden toegepasi. De lunnel is eind 1989 gereed gekomen waama met inregeling en calibralie cen begin is gemaakl.
ONDERWIJS EN ONDERZOE K
Schokgolf-grenslaag interaktie mel lijnen van konSlanle dichlheid (holografische in· lerferentie ST 15). +
Schokgolven in een supcrsone stroming TST-27.
Hel onderwijs en onderzoek in de HogeSnelheids Aerodynamica zal zich in de loekomsl blijven ric hlen op de exploratie van hoog subsone, lr3nSSOne, supcrsone en ook hypcrsone Siromingsvelden. Hel experimentele onderzoek 1.31 da:ubij in toenemende male worden gesteund door numcrieke simulaties en worden verbelerd door toepassing van Steeds verfijndere meettechnieken, zoals b.v. holografische interferometrie.
57
Nu voigt een korte beschrijving van de belangrijkste onderzoekaktiviteiten op het gebied van de Hoge-Snelheids Aerodynamica. Binnen het thema van de suoersone s[fQmingen is het onderzoek van conische s[fQmingsvelden o.a. gericht op de ontwikkeling van handzame berekeningsmethoden voor deltavleugels (subsone en supersone voorranden). De methode is gebaseerd op he! fundamenteJe onderzoek naar conische singulariteiten. Door juiste inpassing van dergelijke singulariteiten kan een volledig conisch stromingsveld worden opgebouwd. Dit onderzoek heeft zich inmiddels uitgebreid in een richting waarbij in algemenere zin het gedrag van struetureel instabiele singulariteiten in de stromingsvergelijkingen onderwerp van studie wOrdl. In dat kader wordt promotieonderzoek verricht naar de topologische struc!uur van viskeuze stromingsvelden met de bedoeling te komen tOI een klassificatie van fundamentele loslaatvonnen en daardoor tot meer inzicht in de topologie van drie-dimensionale loslatingspatronen. Op het ten-ein van de transsone stromingen wordt gewerkt aan de strOming om dehavleugeJs. De belangstelling gaat uit naar gedetail1eerde veld exploraties voor meer inzicht in wervelvorming, primaire en secundaire loslating en inwendig schokgolf structuren. He! experimenteJe onderzoek wordt in hoge mate ondersteund door numerieke studies aan de Euler verge]ijkingen en grenslaagberekeningen. In het thema cQmpressibele mnslagen is de aandacht vooral gericht op schokgolfgrenslaag interactie bij turbulente grens]agen op een gekromde wand. Voor dit doel is de bestaande windtunnel STI5 omgebouwd tot een gekromd stromingskanaal waarin een superkritieke stroming wordt opgewekt. Binnen het kader van dit onderzoek word! gedacht aan de ontwikkeling van holografische interferometrie voor het 58
verstoringsvrij doonneten van strOmings· velden. Met interaktieve beeldbewerking wordt getracht de interferogrammen snel en eenduidig uit te Jezen.
Op het gebied van de hypersone aerodv-
lliillli£i is het onderzoek voomamelijk nurneriek en behandelt stromingen bij hoge temperaturen met dissociatie en bij chernisch niet evenwicht. De aandacht gaat in het bijzonder uit naar de rnodellering van transportprocessen zoals warmte- en im· pulsoverdracht. Voorlopig worden aileen twee-dimensionale configuralies onder· zocht. DE THEORETISCHE MICA GROEP
AERODYNA-
Inleiding In de Aigemene Inleiding is beschreven dat het onderwijs in de Aerodynarnica bij de Onderafdeling bestond uit de 'Toegepasle Aerodynamica" verzorgd door Prof. v.d. Maas en laler door prof. Dobbinga, terwijl meeT algemene- en theorelische onderwerpen werden behandeld in coUeges van de beroemde Prof. J.M. Burgers van de Afdeling der Werletuigbouwkunde (Laboratorium voor Aeroen Hydrodynamica). Toen prof. Burgers in 1955 permanent naac Maryland vertrok werd zijn onderwijs grotendeels overgenomen door prof. LJ.F. Broer, die in 1948 als 2e hoogleraac op het Lab. 'Ioor Aero- en Hydrodynamica was benoemd. Toen in de 2e helfl van de jaren 50 groeiende aantallen studenten, ook van de Afdeling Technische Natuurkunde, bij prof. Broer wensten af te studeren en hij onvoldoende aandacht kon geven aan de studenlen van Vliegluigbouw, werd aan de Ondernfdeling loestemming verleend om een eigen hoogleraar aan te trekken voor de meer algemene en theoretische stromingsleer. In 1960 werd prof. lA. Steketee in deze nieuwe positie benoemd. Daarbij had het College van Curatoren goed
gevonden. dat hij rich allcen met theore· tisch werk k~n bezig houden.
De verwachting was. dat het aanlal ufstudecrders bij de (Iheorelische) aerodynarnica relalief klein zou b[ijven in vergelijking met bijv. een afslUdeerrichling aerodynamisch onlwerpc:n, doc h dal de kwalileit, speciaa[ wat mathematisch-physische aanleg en belangsteUing betreft goc:d zou zijn. Dc:zc: verwachting is rede[ijk uitgekomen. Op grond van de te verwachten aantallen studenten - afsludeerders is de omvang van he! personeel beperkt gehoooen. In [965 waren 4 medewerkers bij de groep werkzaam en dat is thans nog zoo Het werk van de gTOep is van mathematischphysische aard en vc:reist meer wiskunde dan in het P en Dl wordt bijgebracht. Er zijn geen eXper1mentele facilitei ten en er is geen technisch personeel. VOCJr numerieke berekeningen wordt gebruik gemaakt van de rekc:nfaci[iteilen van de TU: uiteraard beschikl de groep tevens over enkele PCs. Onderwijs Het onderwijs, dat in september 1960 begon was in opzc:! de voortzc:tting van het onderwijs van prof. Burgers en prof. Broer. Oit onderwijs was gekenmerkt doordat de resuitalen werden afgeleid "from flTSt princip[es". "Short-cuts", waarbij resuhaten worden vermeld, terwij[ de afleiding van de resuliaten, om wat voor reden ook, niet wordt gepresentecrd, worden venneden. Het zijn colleges voor degenen, die zelf zulk werk wensen te entameren en daarom begrip nodig hebben van de ingredienten van de theorie, van de structuur en de methoden, en niet in de eerste pla:us bedoeld voor hen, die aileen de resuhalen wensen te gebruiken. In de terminologie van vandaag heslOnd he! onderwijsprogramma de eerste jaren uil de colleges Aero I, Aero II, Aero III en
Aero IV B. De eerste Iwee colleges bevanen te zamen de siof van de z.g. "Voongezelle cursus", die jaren lang door prof. Burgers en prof. Broer werd gegeven. Aan de ortie komen de bewegingsvergelijkingen voor de ideale - onsamendrukbare vloeistof, potentiaal stromingen, werveltheorie, conforme afbc:elding en profieitheorie, gelinearizeerde theorie van dunne draagvlakken bij kleine invalshoeken, theorie van de dragende lijn. bewegingsvergelijkingen voor de visceuzc: vloeistof, kengetaIJen, grenslaaglheorie. Hel college Aero III Gasdynamica bc:handelt fundamenlele facetten van compressibele stromingen en de fraaie theorie van niet-stationnaire rechtlijnige, en van 2-dimensionale stationnaire stromingen. Het college Aero IV B begon in september 1960 a[s een "Bijzondere Onderwerpen" college en behande[t de gelinearizeerde theorie van draagvlakken in een supersone stroming. Hel onderwerp was toen actueel in verband met de "Concorde" en er zijn tekenen dal het thans opnieuw actueel kan worden. Aan de orde komen de supersone bron, beleggingen van singulariteiten, go[fweerstand. onafhankelijkheids- cn Evvards's Principe. algemene representatie formule vo[gens Volterra, conische velden en homogene stromingcn. In de eerste jaren studeerden diverse SIUdenten af op onderwerpc:n uit dil gebied. Ook verder onderzoek yond p[aats op dil terrein waar in de volgende seclie op wordt teruggekomen. In de loop van de lijd zijn er nog colleges Aero IV A, Aero V en Aero VI bij het onderwijsprogramma van de groep gevoegd. He! college Aero IV A is pas in 1985 opgezet in samenwerking mel de medewer1<ers dd r. R. Coene en droir. 1i.1. Bos. De stof bestaat uit de theorie van dniagvlakken in onsamendrukbare- en subsone- slromingen, lOwel stalionnair als nici-stationnair (dragende vlak Iheo-
,.
rie, versnellingspotentiaal, energie be· schouwingen elc.). Samen met het college Aero IV B geeft het een systematische behandeling van draagvJakken theorie. Voor de vliegtuigbouwer vonnt het cen van de beJangrijkste hoofdstukken uit de Aerodynamica. Het college Aero V - Inleiding Magnetogasdynamica - werd in 1967 opgezel op verzoek van prof. A.T. de Hoop van de Afdeling Electrotechniek. De Afde1ing wenste iets te doen voor Magnetohydrodynamische energie opwekking, cen van de toepassingen van de magnetogasdynamica. Voor tClepassingen in de luchtvaanechniek kan men bijv. denken aan hoge enthalpie windtunnels waar de Lorentz kracht gebruikt wordl om het geIoniseerde gas Ie versnellen zng. I x !! ver· snellers. Enke1e e1ectrotechnische- en natuurkunde-studenten hebben het college samen met vliegtuigbouwers gelopen. Het onderwerp blijft van grote betekenis voor de ruimtevaantechniek, a.1 was het aIleen maar doordat het gTOOtste deel van de massa van het heelal, gevormd wordt door geIoniseerde gassen, veelal in de aanwezigheid van magnetische velden. Hel aardmagnetisch veld (Dynamotheorien), zonnewind, de Van Allen gordels, de magnetopauze, het Noorderlicht elC., zijn allen interacties van bewegende elcclrische geleidende vloeistoffen of gassen met aanwezige of opgewekte magneelvel· den.
perioden naar de U.S.A. gegann voor verdere studie, vanwaar ze mel een Ph.D. of ander diploma terugkeerden. Omdat de medewerkers bij de Aerodynamica voor 1960 sterk experimenleel gericht bezig waren, werd in 1961 begonnen mel een Colloquium voor slar en studen· len, waarbij ook theoretische onderwerpen ann de orde kwamen. In hel begin zijn ook wei kleinere series van voordrachten ge· houden o.a. over de "Bewegingsvergelijkingen", 'Toepassingen van de Laplace Transfonnatie in de Stromingsleer", 'Turbulente grenslagen met afzuiging en uitblazing". MAerodynamisch lawaai", "kinetische gastheorie". OnderlOek In 1960 waren bij de L..S windtunnel de medewerleers ir. l.L van Ingen en ir. H. Tennekes bezig met onderzoek van grensiaagafzuiging. In Angelsaksische lennen waren zij "Graduate Students", ook aJ hadden ze een vlSle aa nstelling bij de afdeling en waarschijnlijk een salaris, da! hoger was dan een scholarship of iets derge1ijks van een Angelsaksiche graduate student. In de jaren 1960-1965 werd veel over hun problemen nagedachl en vele dinsdagmiddagen werd met hen over hun werle gesproken. Hel kidde tot de eerste Iwee promoties. De promolie van dr.ir. H. Tennekes vond plaats op 16 december 1964. de Iweede van dr.ir. l.1- van Ingen op 13 oktober 1965.
Tenslone is omstreeks 1980 een aerody· namica college opgezet, speciaal voor de siudenten Ruimtevaarttechniek. Oil is Aero VI dat naast een aantal onderwerpen uit de colleges Aero r, II en Ill , lOals schokbuistheorie en grenslaagtheorie ook iets bevat over verdunde gassen en kinetische gastheorie.
Naast afsludeerwerk op het terrein van de Supcrsone Dl1lagvlak Theorie werd ook ondeaoek van wal grotere omvang, gewicht en moeilijkheidsgraad ondernomen op dit terrein. Het leidde tot de promoties van dr. N.L Arora, (M. Eng), dr.ir. R. Coene en droir. Ill. Bos.
Van de stooenten die bij de groep afstudeerden volgden er diversen hel zgn. 6e jaar. Ook rijn er enkele voor langere
Narendra L. Arora was cen medewerker van National Aeronautical Laboratory in Bangalore (India) en vroeg of hij naar
60
Oelf! kon komen Om ondenoek te doen, dllt hem een doctor's graad kon versch:lffen. De financi cle locslllnd was toen zo, dat dil kon en in 1964 arriveerde hij hier. In 1969 promoveerde hi; op een uniformc behandeling met behulp van integraal· transfonnaties van de eigenaardige diffraclie problemcn, zgn. shock-on-shock interactions, die zich voordoen als cen supersoon bewegend draagvlak of projectiel door een nonnale schokgolf passecen . Na zijn promotie keerde hij terug naar India, waar hij nu reeds vele jarcn professor is aan het Irw:lian Institute of Technology in Kanpur.
Ir. R. Coene was in 1964 of 1965 medewerker gelVorden maar moeSt eerst in militaire dienst. Het onderwerp van zijn dissenatie was de berekening van supersone deltavleugels met niet rechte subsone voorranden. Het leidde lot een natuurlijke toepassing voor de zgn. homogene velden, die door P. Gennain in Frankrijk waren ontwikkeld. Zijn promotie yond plaats in 1972. Ondel'7..OCk aan supersone draagvlakken werd voongezel door ir. HJ. Bos, die na zijn afstuderen het 6e jaar had gedaan en in 1972 de posilie ging innemcn van dr. N.L. Arora. Ir. Bos maakle uitvoerige studies van de golfweerstand van supersone draagvlakken. In het bijronder bestudeerde hij hel minimaliseren van de wcerstand bij gegeven lift, waarbij ook wijzigingen van de planvonn van het clraagvlak waren loegeslaan. Sommige problemen hadden relatie met IOmografie en de Radon transfonnatie. De promotie Yond plaats in 1984. Op het eind van de jaren vijftig was de belangstelling voor magnetogasdynamica sterk toegenomcn door de grociende activiteil in de Ruimtevaan en andere Slimu, li. Er waren verscheidene interessante problemen met toekomsunogelijkheden. Verscheidene studenten studeerden af op
dit soon onderwerpen. Ir. G. Schouten die zich reeds in 1960 bij de theoretische aerodynamica had gevoegd. begon ondel'7..OCk Ie docn op dit tenein. In 1965 voegde rich daarbij ir. P. Massee, die in 1967 venrok naar de TU Eindhoven om rich aan te siuilen bij de groep voor magnetohydrodynamische energie opwekking van prof. L. Rieljens. Mel deze groep worden voondurend goede kontakten onderhouden. Hel magnetogasdynamica werk leverde kontakten op mel het Lab. voor Plasmaphysica in Rijnhuizen en het F.O.M. Lab. AMOLF in Amsterdam. De vak:nure, die door het venrek van ir. Massee was ontstaan wert! in 1969 vervuld door ir. AJ.M. Jansen, een electrotechnisch ingenieur, die bij prof. De Hoop was afgestudeerd. Hij begon te werken aan stromingen, die in elecuisch gelddende vloeistoffen ontstaan door de injectie van een electrische stroom. Or dit onderwerp promoveerde hij in 1986. Ir. P. Massee promoveeme reeds op 23 december 1983 in Eindhoven waarbij pror. Rietjens en prof. Steketee als promotoren optraden.
Bij de onderwerpen supersone draagvlakken en magnetogasdynamica hebben zich in de loop van de tijd ook andere onderwerpen voor ondenoek gevoegd. Zo heeft dr.ir. R. Coene, na zijn promotie ondenoek gcdaan over het zwemmen van vissen in golven. De energiehuishouding in dit proces is van interesse. Uitvoerige studies zijn ook gcdaan over de cyc\ogyro, een speciaal type windmolen. Ook werkl een a.i.o. aan door hem gel!ntameerde problemen van de niet-stationnaire draagvlak theorie. Ir. Schouten heeft naast M.H.D. veeJ gestudeerd aan mccrwaardige oplossingen van de golfvergelijking en e:xacte oplossingen geconstrucerd voor bijv. de stroming gelnduceerd door cen oneindig lange rechte werveldraad, die zich boven een halfvlak bevindt
61
Na zijn promotie in 1984 is dr.ir. H.J. Bos hcgonnen het onderwerp verbranding, stromingen mel chemische reacties. te bes!uderen. Voor dit onderwerp is hclangs!eUing bij de vakgroep a2 en bij he! P.ML-T.N.O. Aan dil onderroek word! thans ook door een a.i.o. deelgel'lOmen. De promo!ie van ir. J. Vos, een afsllldeerder van de vakgroep a I, die daama bij de vakgroep a2 aan verbranding werkte, kwanl door deze samenwerking tm stand. Andere onderwerpen, die Ihans aandachl Jaijgen hebbcn beU'Ckking op numerieke methcxlen (symbol manipulating languages), die anlwoorden leveren in anaJytische vonn, de niet-stationnaire rechtlijnige stToming van niet-homentrope gassen en een onderwerp over de aerodynamica van hel mensclijk longensysleem. Aan dit laalste onderwerp wordt gewerlr:.1 door cen a.i.o. die behalve begeleiding hier ook wordt begeJeid door prof. Deen van het AMC-Amsterdam. Door dr.ir. Bos zijn
62
contacten opgebouwd met de Landbouwuniversiteil Wageningen over strorningen met gradicnten in oppervlakte spanning. Oit onderwerp is o.a. van betekenis voor de Ruirntevaan. Alles Ie zamen is er thans in de Theoretische Aerodynamica groep cen hoeveelheid kennis, ervaring en expertise aanwezig. zodat we aankamende afstudeerders interessante problemen kunncn geven om op af te sllldcren. Door de verkorting van het programma waarbij veel sludenten reeds voor het ciude van het 2e jaar cen afsludeenichting kiezen, terwijl de Theoretische Aerodynarnica pas in hel 3e jaar begint is de rnogelijkheid om studenten Ie werven belangrijk gereduceerd.
P.G. Bakker lL. van Ingen J.A. Steketee
TA DE L I
Aerodynamica Colleges
LRI6:
Yliegluigaerodynamica li, Van lngen. Berekening van de eigenschappen van enkelvoudige vleugeiprolieien in subsone stroming door middel van loepassing van polentiaaJtheorie en grenslaagtheorie. Mecrvoudige prolielen mel kleppen en/of neusvJeugels. Panelenmelhoden. LR 3,4 Colleges 0.0.2.2 uur.
LRI9:
Grenslaagstromingen, Van Ingen. Deel A: Yergelijkingen van Navier-Stokes. Yergelijkingen van Prandtl voor de laminaire grenslaag. Omslag. Deel B: Turbulente grenslagen, wnendrukbaarheidsverschijnselen. LR 3,4 Colleges deel A 0.0.2.2 uu r. Colleges deel 8 2.2.0.0 uur.
LR40:
Praklische Supersone Aenxlynamica, Bakker. Kwalitatieve theorie van stationaire !!!!n-dimensionale slroming mel wrijving, stroming door Laval-nozzle, karakteristieken·methoden mel toepassingen, kegelstromingen: Taylor-Ma<:coll, Busemann diffusor etc., kwalitatieve Iheorie van niet-lineaire conische velden, deJtavleugel mel supersone voorranden. LR 3,4 Colleges 0.0.2.2 uur.
LR41:
Experimentele methoden in de aerodynamica, NebbelingIPasschier. Kengetallen, windtunnels, meting van druk, lemperatuur, schuifspanning en Stromingsrichting m.b.v. buiren, optische methoden, interferometrie, laser Doppler snelheidsmeting, gloeidraadapparalUur, meting van wandschuifspanning d.m.v. wannleoverornchl. LR 3,4 Colleges 0.0.2.2 uur.
LR42:
Transsone aerodynamica, Bakker. Fenomenologische aspecten, superkritieke prolielen, transsone Kleine vefStoringstheorie, fundamenlele oplossingen, gelijkvonnigheid, hodograaf theorie. Tncomi.vergelijking, Tomotika-Tamada benadering, begrensde supersone gebieden, schokgolfvorming, visceuze interaclies. LR 3,4 Colleges 0.0.2.2 uur.
LR44:
Aerodynamica I (Aero n, Steketee. Bewegingsverge1ijkingen voor onsamendrukbare, wrijvingsloze media. POlenliaalstromingen in drie en lwee dimensies. Stokes' stroomfunclie. Stroming om een bol. Yersnelde beweging, comp1exe potentiaal, spiegel-methode, conforme afbeelding. Theorema's van Blasius, Kutta·Joukowsky en Kelving. Wervel·theorie. WI 3,4 MT 4, LR 3 Colleges 2.2.0.0 uu r.
LR45:
Aerodynamica II, Stekelee. Twee· en driedimensionale theorie van draagvlakken in een onsamendrukbare wrijvingsloze stroming. ProIie1en van Joukowsky en Kannan·Trefftz. Bron· en wervelbeleggingen. Theorie van de dragende lijn. Onsamendrukbare visceuze stromingen. Spannings·en vervonllingssnelheidslensor. YergeJijkingen van 6J
Navier-Stokes. Grenslaagvergelijking. ImpuIsvergelijking van Gruschwitz. W14. MT 4, LR 3,4 Colleges 0.0.2.2 uur. LR46:
Von
Karnlan-
Aerodynamiea III. Steketee. Bewegingsvergelijkingen van de gasdynamica. Geluidssnelheid. Fonnule van de Saini-Venant. Schokgolven en expansiegolven. Riemann.vergelijkingen. Twcedimensionale stationaire stromingen. Kleine stonngen. Prandti-Glauen rege\. Karakteristieken. Prandti-Meyer expansie. Hodogrnafvlak. Yergelijkingen van Chaplygin. Karman-Tsien transformatie. Transsone stroming. LR 3,4 Colleges 0.0.2.2 uur.
LR47A: Aerodynamica IV A. Bos/Coene/Steketee. Gelineariseerde theorie van draagvlakken in cen incompressibele stroming. Bron-, dipool- en wervelbeleggingen, versnellingspOlentiaal. Instationaire tweedimensionale problemen. Periodieke bewegipg, periodie ke aanstroming. Vermogensbalans, voonslUwing en weerstand. Impuls- en momenttheorema·s. weerstand van niet planaire draagvlakken. slanke vleugels. LR 3,4 Colleges 2.2.0.0 uur. LR47B: Aerodynamica IV B, Steketee. Gelineariseerde theorie van draagvlakken in cen supersone stroming. Aigemene en gelineariseerde potentiaalvergelijking. Theorie van Ac keret. Supersone bron. Lijn- en oppervlaktebeleggingen. Algemene oplossing volgens Volterra. Liftprobleem. Onafhankelijkheidsprincipe en principe van Evvard. Theone van kegelvelden. Homogene velden. LR 3,4 Colleges 0.0.2.2 uur. LR48:
Aerodynamica V. Steketee. Inleiding magnetogasdynamica. Vergelijkingen van Maxwell. BewegingsvergeJijkingen van de strol11ingsleer. Etncomponententheorie. Elementaire toepassin. ge n; Alfven golven. Couenestroming. kengelallen. pijpstroming. Raleighprobleem. Moleculaire achtergronden. Debye lengte. Lannorfrequentie. plasma-frequentie. Meercomponenlenlheorie. LR 3,4 Colleges 2.2.0.0 UUT.
LR49A: Aerodynamica VI, Steketee. Aerodynamica voor de ruimtevaan. Vergelijkingen voor onsamendrukbare. samendrukbare. ideale en visceuze media. Vergelijkingen van Euler-Navier-Swkes; Grenslaagvergelijkingen, Nie! stationaire een-dimensionale stroming. Schok- en expansiegolven. Riemann-vergelijkingen. Schokbuizen. lnleiding kinetische gastheorie. Stromingen in verdunde gassen. LR 3,4 Colleges 0.2.2.2 lIur. LR52:
64
Aerodynamica A, Van Ingen. LuchtSnelheid. stroming. samendrukbaarheid, wei van Bernoulli. impulsstelling, druk gradient loodrechl op een gekromde siroomlijn, enkele typische strorningen mel en ronder wrijving. circulatie en rotatie. de trekkende schijf, inleiding in de mathematische beschrijving van stromingen. gelijkvormigheid en dimensieanaly-
se. vleugelprofielen. vleugels mel eindige spanwijdte. LR I Colleges 0.0.4.0 uur. LR53:
Aerodynamica B. Van Ingen. Wnjving, gelijkvonnigheid en kengeta!len. stromingen met wnJvtng en drukverloop. aigemene inieiding tot de draagvlaktheorie, wervels en wervellagen, berekening van dunne vieugelprofielen m.b.v. wervelbelegging op de skeletlijn. Draagvlakken met eindige spanwijdte (o.a. e!liptische draagkrachlsverdeling, basis- en aanvullende draagkrachlsverdeling). LR 2 Colleges 2.2.0.0. uur.
LR54:
Aerodynamica C. Bannink. Inleiding compressibele morning. Bewegingsvergelijkingen. Loodrechle en scheve schokgolven. Prandtl-Meijer expansie. Schok-expansie theone. kanaal met variabele doorsnede. Toepassingen. Een-dimensionale golven. Akoestische theone. Gelineariseerde theone. Stroming om profielen, transsone stroming. LR 2 Colleges 0.0.2.2 uur.
LR56:
Numeneke methoden in de vliegtuigaerodynamica, Slooff. Randintegraal- of panelenmethode voor onsamendrukbare potentiaalstromingen. lntegraa!vergelijkingen. disctetisering en numerieke oplossing. Eindige-differentie en eindige-volume methoden voor niel-visceuze samendrukbare slromingen. Kunslmalige en numeneke viscositeil. lteralieve oploslechnieken. Nelwen.:generacie. Methoden voor visceuze slrOmingen gebaseerd op domeindecompositie. Koppeling van grenslaagmethoden en methoden voor niel-visceuze stromingen. LR 3,4 Colleges 2.2.2.2 uur.
65
TABEL
LSLl:
2
Acrodynamica Praklika
Lage-snelheidswindrunnel praktikum lejaar, Blom/Verhaagen. Voor LSLl geldt een studiebelasting van 2 middagen. De eerste middag wordt een korte dia-presenlalie met toelichling gegeven en worden enkele films met onderwerpen uit de stromingsleer, o.a. de zgn. Prandtl-film, vertoond. De ~ middag is gereserveerd voor cen rondleiding langs de diverse lagesnelheids windrunnels en voor hel uilvoeren van hel praktikum. Illustralie en toepassing van enkele basisbegrippen wallO de continuileilswet en de wet van Bernoulli. Voor de proefzijn 12 meetopstellingen beschikbaar.
LSL2 en Lage-snelheidswindiunnel praktikum 2e jaar, BlomIDekenIPasschierl LSL3: Vemaagen. LSL2 llIustratie en toepassing van collegestof door metingen aan fundamenlele mingsproblemen; de proef wordl gedaan in een van de kleine tu nnels.
SIrO-
bIU Melingen van de eigenschappen van cen Iwee-dimensionaal vleugelprofie!: drukverdelingsmeringen, zogmelingen, wanddrukmetingen, demonstraties van stromingsverschijnselen; de proef wordt gedaan in de grote lage-snelheidstunnel.
LSL4:
Lage-snelheidswindtunnel praktikum, 3e jaar, BlomJBoennans. Meting van de eigenschappen van 3-dimensionale halve vleugels: weegmetingen, drukverdelingsmethoden, wg- en lipwervelmelingen. lOtromingsonderz.oek, als ook vergelijking met resullaten van rekenmethoden; de proef wordt uitgevoerd in de grate lage-snelheids windtunnel.
HSLl:
Hoge-snelheidswindtunnel praktikum, 2e jaar, Venis. Onderzoek aan kenmerkende verschijnselen in compressibele slromingen zoals scheve schokgolf, Prandtl-Meijer expansiestroming en de stroming door een Lavalruil. Voorts demonstraties in het water-analogiekanaal. Apparatuur: - ST-3: meetplaats 3 x 3 cm2; - Digitaal Regisnatie Systeem; - Schlierenoptiek.
HSL2:
Hoge-snelheidswindtunnel praktikum, 8 oekerINebbeling. Tijdens het praktikum worden aan de hand van een videofilm specifieke aspekten van een transsone stroming om cen NACA 00 12 profiel besproken. Daama worden per groep 1 a 2 oppervlaktedrukmetingen mel bijbehorende zogmetingen gedaan. Via het registratiesysteern worden de meetgegevens verwerkl. Tijdens de nabesprekingen worden aile bijeengevoegde meetresllltaten en de versiagen van het praktikllrn besproken.
LA441: Windrunnelpraklikum met het Beavennodel met draaiende schroef.
Door middel van weegmetingen bij verschillende inslellingen van horizon mal staartvlak, hoogteroer en vennogerl worden stabilileilsgegevens van hel model bepaald. De resllltaten worden vergeleken mel gegevens die uit vliegproeven worden verkregen.
66
TABEL 3 Lijsl van personen die bij de vakgroep aerodynamica hebben gedicnd. Omdal de
periode van aanstelling niet in aile gevallen meer eenvoudig Ie achterhalen is, is gekozen voor de alfabetische volgorde. Een • voor de naam betekent dat betrokkenc thans nog in actieve diensl is. LHJ. Atlsil OJ.A, Anema
•
J. """'" N.L.Arora J. ""'" P.G. Biller
• WJ. Banllink • F.A. Baten
• F.LM. Kok • H. Kcus
l.W. Klcijn R.M .A . v. Kntingen • NJ. Lam • ThAW.lanen P. MlI$scc
OAF. Bckink
• L. Molcnwijk
H. Binkhorsl J.A. van dcT Blick
H1. Morre • C. Ncbbeling T. deNeer G. Nicllwland • O.M. PaSlctlier • HJ.Raaijroakcn J.W. Rci;n • D. Sardjadi • G. Schou\(n • l .W. Siooff S. Soekannan P.Smil
• JJ.H.81om J. Boeker
J. Botl LM.M.8ocrmans
H1.80s B.8o
•
• E.W. de Kei:u:r
H. Bmek
R.Cocoe O. van Dalen
• P.NJ. Deken J. Dens E. Dobbinga Fl. Donker Duyvis P. Duyndam
S.F.A.H.P. Erdmann AJ.P. van £seh E. W. deGeldcr S.dcGraaf Th.P.M. Hendriks M.H.W. van HeuvCl\ E.M. Houtman J.l. van Ingen AJ.M. Jansen F.H.C. de Joogh
V. """"
C.Spig\
C.Spoon • J.A.SlCketoe
P.Sll'OOkm:In Sugioo H. Tcnoekes • L.M.M. Vcldhuis • A.C. Venis • N.G. Verha3gen H.dcVries F. v.I!. Walle • Z. Wang • M.E.M. de Winkel • FJ.M.Wubbcn W.HJ. landYllet
Sinds 1965 waren en zijn de volgende sekretaresses bij de Vakgroep weritzaam: Dinie Rienstra
Neuo Kcrkhor Guusjc van EggcrD"IOIll
licsbclh Sicues.Bergsma Mary Anne Thoms-WinlUWCrp Ria Kcrsbcrgcn·Vcrmeulcn • M3fion Ell'IOI'Is-vaJ1 Gclderen
67
TABEL 4
Promoties waarbij ecn der hooglcrarcn van de vakgroep als promotor was bet rokken
1. H. Tennekes, 16 december 1964. TU Delft. Similarity Laws for Turbulent Boundary Layers with Suction and Injection. Promotor. 1.A. Steketee. 2. J.L. van Ingen, 13 oktober 1965, 11J Delft. Theoretical and Experimental Investigations of Incompressible laminar boundary layers with and without suction. Promotoren: lA. Steketee en H ,J. van der Maas.
3. G.R. Smit, 24 september 1969, RU Leiden. The Oscillatory motion of the magnetopause and the eanh's bow shock. Promotoren: R C. v.d. Hulst en l A. Steketee.
4. B.M . Spee, 22 oktober 1969, 11J Delft. Invest igations on the Transonic Flow around Aerofoils. Promotor. J.A. Steketee.
5. N.L. Arora, 3 december 1969, 11J Delft. A unified theory for linearized shock-on-shock interaction problems. Promotor. JA . Steketee.
6. R. Coene. 28 maan 1973, TU Delft. Quasi-homogeneous approximations for the calculation of wings with curved sonic leading edges flying at supersonic speeds. Promotor: J .A. Steketee. 7.
B. van den Berg, 28 april 1976, 111 Delft. Investigation of three-dimensional incompressible turbulent boundary layers. Promotor. J.L. van Ingen.
8.
R.W. Polman. 17 september 1976, RU Utrecht. Vortex flow in II Torus. A method for arc stabilization. Promotoren: C.M. Braams, I .A. Steketee.
9.
H. Tijdeman, 21 december 1977, TU Delft. Invest igation of the transonic flow around oscillating airfoils. Promotoren: H. Bergh, J.L. van Ingen.
10. F.Th.M. Nieuwstadt, 25 maart 198 1, VU Amsterdam. The Nocturnal boundary layer. Pmmotoren: H. Tennekes, IA. Steketee, IT.F. Zimmerman. II. Th.P.M. Hendriks. 12 november 1981.111 Delft. A Method of Characteristic Surfaces. Promotoren: S.F.A.H.P. Erdmann. AJ. Hem13ns.
68
12. M.S. van den Berg. 15 april 1982. TU Oelfc . Theory on a partially ionized gascentrifuge. PromolOren : J. Kistemaker, J.A. Steketee. 13. P. Massee, 23 decembcr 1983, TV Eindhoven. Gasdynamic Performance in relation to the power extraction of an MHO-Generator. Promotoren: LH.Th. Rietjens, J.A. Steketee, J.H. 810m. 14. H,J. 80S, 7 februari 1984, TU Delft. On the Aerodynamic Optimization of Supersonic Wings. PromoIOr. J.A. Steketee. 15. A.J.M. Jansen, 300ktobcr 1986, TU Delft. fluid Motions generated by the injection of an electric current. Promotor: J.A. Steketee. 16.1.8. Vos, 23 april 1987, TU Delft. The Calculation of Turbulent Reacting Flows with a combustion model based on finite chemical kinetics. Promotoren: l .A. Steketee, A.E.P. Veldman. 17. H.W.M. Hoeijmakers, 30 mei 1989, TU Delft. Computational Aerodynamics of ordered vortex flows. Promotoren: J.L. van Ingen. P. Wesseling. 18. B.W. van Oudheusden, 30 november 1989. TU Delft. Integrated silicon now senSOfS. Promotoren: S. Middelhoek, J.L. van Ingen, J.H. Huijsing.
69
IN DE GELE BADKUlP
De kamer van prof. Van de r Maas in he! gebouw a3n de Kanaalstraat was gTOOI en
nogal somber. Zo ongeveer 8 x 6 meier en 6 meier hoog. AUe houtwerk van deuren en kozijnen donkerbruin geverfd, grauw linoleum op de "Joer en eenvoudig houten meubilair. Aan
de kamer grensde een stenen veranda die, dich lgemaakl
mel
gTOtc
ramen,
diensl
deed als secrelaressekamer. Prof. Van der Maas stelde geen hoge eisen aan zijn werkvernek. Wat he! werk zelf betteft lag dat wei een likkeltje anders!
Nu ging hij in die tijd regelmatig op reis, meeslal naar de Verenigde SLattn. Hij was dan wei drie of vier weken afwezig. Toen er weer eeos zo'n reis op stapel stond manklen we sliekum een afspraak met de gebouwc:ndiensl om tijdens de afwezigheid van prof. Van der Maas zijn kamer grondig op Ie knappen. Hij was nog niet vertrokkken of timmerl ui en $Childers versche nen ten tone Ie. Rand· om werden voorzetramen geplaalSt en aile houtwerk werd overgeschilderd in frisse kleuren, goel en blauw. He! plafond werd gewi! en er kwam nieuwe vloerbedek.king. De gebouwendienst had ons ook nieuw meubilair beloofd. Speciaal meubilair, vol· gens cen nieuw ontwerp. Aileen voor hoogleraren, want het was voor die !ijd knap prijzig. Een grom homen bureau en nieuwe boe· kenkasten werden binnengedragen. Zeer opvallend was de stoel die bij het bureau
hoorde. Die stoel kon het beste worden omschreven als een voorovergekantelde maisgele badkuip op fragiele zwangelakte pOOljes.
Enfin, het geheel zag er best aardig uil. Prof. Van der Maas kwam terug en ging. druk pratende z'n kamer binnen, zag de zeer merkwaardige su)CI en verstomde. Met cen gezicht dat niet veel goeds voor· spelde liet hij zich voorzic htig in de bad· kuip zakken. Wij verlieten ijlings de Kamer. Lang hceft het nieuwe meubilair het niet uilgehouden. De badkuip bleek cen zeer slechte stabili· teit te bezillen en begon al spoerlig te kra· ken in al zijn voegen. En de nieuwe boekenkasten waren ook niet zo best. Als je er boeken in zelle, za· delde het geval zover door dat de deunjes niel meer dicht konden. Gelukkig hadden we he! oude meubilair nog. Na enlge tijd was alles weer bij he! oude wat het meubilair betrefl. Aileen voor het aanbrengen van de voorzetramen mgen we cen complimemje; prof. Van der Maas was erg benauwd voor koude en tochl. Dit terwijl hij toch sterke verhalen kon venel· [en over hel trolseren van de elementen in open Fokkenjcs op grote hoogte.
J.A. van Ghesel Grothe
71
VERLEDEN EN HEDEN V AN DE V AKGROEP A2: ONTWERPEN EN VLIEGMECHANICA I. DE WERKGROEP ONTWERPEN EN VLlEGMECHA NICA De commissie van voorberciding voor de viering van he! vijftigjarig beslaan van on-
ze Fakulteit meende da t in he! gedenk. bock he! relaas van de afzonderlijke vakgroepen niel moch t ontbreken. tn deze bij-
drage is getracht aan he! gevraagde Ie voldoen door i.h,b. de ontwikkcling van de vakgroep aan Ie geven via een vergelijking van de huidige aktiviteiten met die van voorcn ten tijde van rijn instelling. In dit verband is hel van belang hel verhaal reeds in 1961 Ie laten beginnen, want in dal janr werd de basis voor de huidige vakgroep
'VliegmechallicaJOl1twerpenlRuimlcvaart' ge!egd door de benoeming van lector if. H. Wittenberg tot hoogJeraar in he! ontwerpen van vtieglUigen, de vliegmechanica en de voonsluwing. Op 15 november 196 1 hie1d hij zijn inaugureie rroe: "Het ontwerpen van vtiegtuigen". Samen met enige medewerkers ontstond spoedig daama de 'werkgroep Ontwerpen en Vtiegmechanica', die o.a. de afstudeerrieh ling a2 verzorgde. Uit een nota die prof. Wittenberg in 1967 opstelde over de werkzaamhroen en de toekomstp1annen voor deze werkgroep kan het volgende worden ontleend: a. Het geven van onderwijs in de v1iegme· chanica (prestatieleer) en het ontwerpen van vliegtuigen, rakette n en ruimle· voenuigen in de vonn van colleges, oe· feningen en studieopdrachlen. b. De uitvoering van ontwerpstudies, de vervaardiging van voorontwerpcn en de uitwerking van daarmede samenhangende vraagslukken voor vliegtuigen, raket· ten en ruimtevoenuigen.
c. De uitvoeri ng van studies op hel gebied van de vliegmechanica, i.h.b. de presta· tieleer en de daarbij behorende onderwerpen op het gebiro van de voonstu· wing. d. Aerodynamisch onderzoek I.b.v. ont· werpstudies. e. Onlwerpstudies van raketten en ruimte· voenuigen. De met het vliegtuig samenhangende on· derwerpen waren 'traditioneel' vanaf de stan van de toenmalige onder-afdeling; de ruimtevaan-onderwerpen zijn ontstaan uit colleges en onderzoek dut prof. Wittenberg in de jaren '60 initieerde.
De genoemde koppeJing van onderwerpen was gebaseerd op de gedachte dat ook in de toekomst de gebieden 'ontwerpen van vliegtuigen' en 'prestatieleer in een vakgroep zouden zijn ondergebracht. Deze gedachte was niet aileen ingegeven door de loen vigerende situatie aan de onder-afdeling, doch evenzeer door het fe it dat bij de uitvoering van ontwerpstudies de presta· ties van het voenuig het uitgangspunt vor· men. De staf van de werkgroep omvatte in deze
beginjaren de navolgende personen: ir. P. Clignen - onlwerpen van vliegtuigen ir. J.W. Corneiisse - raketbeweging ir. Th. v. Holten . V/STOL-vliegtuigen prof.ir.dr. J. M.J. Kooy (0.2) - raketvoortstuwinglraketbewegingl baanmechanica ir. C.H. Reede (0.2) . ontwerpen van vliegtuigen
73
COLLEGES EN PRAKTIKA VAN DE VAKGROEP A2 1N 1990
I C2l1til:~ College
C"""'
Omvang in jaar
Kursus
bestcmd voor sllldicrichting
;= kemvak
Prosuliclcer II
IrlB
, ,
VlicgtuigpmSLIcer
Irlc
3/'
Prcslaliclcer
,
'rnA
,.
PresL v. hcfschroervlg\.
'~B
Gcluid van vlicgtuigen
'OC
Omwespen van vlgL I
IriOA
Ontwerpcn van vlgL 11
IrlOB
, , , , , , , ,
variant (Et) Inl.
ruimtevaaruechn.
Bcweging v. rakctten
Ir7A
Bc""'Cging van ruimtevoorL
Ir7B
Ruimtevaantochnick
,~
Oplimalisalic vlicgluig
'~A
presullies
,
Aero Ontw. vlg\. gcbruik
Irll
2
Systcemasp. ruimtevaan
Irl2
,n
Voortsluwing
Irl3A
rakclmoI.
VoortstJprcsl.lllicbcrck.
lrl3B
In l.
'ao
lochtvaarl.tcch.
Lu<:htvcrkecrsrcgcling Lu<: htvervoolSllSpCk ten Ondcrhoudstcchnologie
A"",",
Ruimteondcr~ook
'<94
..'''' ,m
"
,
, , , , , ,
, 2 2
,.. 2
3A 3A 3,'
aile LR stud. aile LR Sllld. Aviooica (En aile LR stud . aile R. stud. aile R. stud.
,3,'
,..
, ,
3.4
Ge4.5
aile R. stud.
a2.a3
,.. 3,' 3,' 3.4
kcuzevak
a2.a3
,2 voorontwcrpocf.
"'L "'L alLe R. stud.
,3 ,3
alLe R. stud.
"'L
a3, wisk.,4
aile LR swd.
3,'
a2L. ET3,4
,
.2L .lL
3,'
a2R. a3R
II Praktika
N_
kursusjaar
bcstemd vom:
Praklikum Presulliclccr V1...-208
2
aile LR-studcnten
Voortontwcrpoc[cning LR 301/302
3 3
a2L·studcnten
3
aUe R-Sludcnten
Voortz. voorontwerp LR 303 RakclvOOrtStuwing
LR 13 APR
Ba:mmcehanica LR 7 BPR
74
L·studcnten
Voongel&ue pcren;n"n (Slooicriehling al).
ir. G JJ. Ruijgrok - prestaties en voonst uw ing ir. H.F.R. Scht)yer - raketondenoek ir. E. Torcnbeck - onlwerpcn van vlieglUigen prof.ir. H. Winenberg - ontwerpcn van vliegtuigen/vliegmec hanica
4e sludiejaar. (40 midd.agen) VTH-TZ: voorbcrci d. oefen ing 5e Sludiejaar. vijfdejllarsodening (3 maandcn); ingenieursopdnlchl (12 wc1:cn) 6e studiejaar: studieopdrachlCn
In 1969 volgde de benoeming van dh r. J.H. D. Blom (Fokker b.v.) tot buitengewoon hoogieraar in het ontwerpcn van vliegtui gen. In hetulfde jaar wcrd iI. Oigneu opgevolgd door ing. G.H. Bercnschot en yond de aanstelling plaats van ir. K.F. Wakke r, die rich met banen van ruimtevoenuigen gi ng bezighouden.
De colleges die door de hoogleraren van de werkgroep werden gegeven waren: ka I Vliegmecbanica (3e jaar) ka 10 Insuuctiecollegc: ornwcrpcn van vliegwigcn (l.v.m. voorontwerpoefening.
3e jaar)
2
h
0.5 h
ka II Acrodynamisch onlwclp van vliegwigen (4cJ5e jaar)
Ten behoeve van de oefeningen en hel Onderzoek werd door de werkgroep een stu· dieverzameling verzorgd, wllarin werden opgenomen: I. documentatiemateriaal van vliegluigen, moloren e.d., alsmede gegevens betreffende he! ontwerpen van vliegtuigen in algemene zin (b rochures, overdrukken e.d.); 2. handleidingen (on twerpgegevens, gegeYens van de atmosfecr, weerstandsbe· paling, gewichtsbepaling e.d.).
TO( slot van dit overzich! is he! interessant te vennelden welke aanvullingen en uitbrcidingc n van het onderwijspakket des!ijds werden voorzien:
h
ka 13 VOOrtSIlIwing cn preslal.ieberekening (~jaar)
dl. a: \IOClflStuwing bij hogc vlitgsnelheden
h
dl. b: V/STOL-vliegwigcn (incl.lldSChrocfvlicgtuigen)
h
ka 17 Inlciding supcr.;onc acrodynamica h
(3e jaar)
ka 7 Seweging van rakeuen ka 7 Rak!ltVOOfUtllwing
2 h
Lh IOWI
9.5 II
De oefeningen die onder de verantwoordelijkheid van de 'Ieerstoel Witte nberg' we r· den verricht vonden vooral plaals in hel 3e.6e slUdiejaar: Odenin, yoorontwtrp (aile Slooierichtingen).
3e Slooiejaar: VTH·TO: algcmeen onlwerp
(27 midd:lgen)
4e Slooiejaar.
VTH·TP: aerodyn. vonngeving VTH·TX: ptestalicberckcning
( 12 middagcn) ( 12 middagen)
a. Een college 'vliegmechanica b.o.' als voonzetting van de bestaande colleges vliegmechanica, en met als onderwer· pen de vliegmechanica van hoge·snel· heidsvliegtuigen , incl. de bepaling van optimale vliegluigpreslaties; b. Een college 'olllwerpen van ruimtevoenuigen', waarin de verschillende aspecten muden worden behandeld die zich bij het ontwerpen van rakelten en salellielen voordoen.
II DE INSTELLING VAN VAKGRQE· PEN
De vakgroepen zijn ingesteld op grond van de Wet van 9 december 1970, houdende tijdeJijke voorzieni ngen met betrekking tot de bestuurshervonning va n de Nede rl and· se ulllversltetten en hogescholen (Wet univcrsitaire beslUurshervomling 1970). 75
In Anikel 17 van deze wet werd aangegeyen:
T efl behoeve van de organisatie, CoOrdinatie en integra/ie van de werkzaamheden van iu!n, wier taken liggen op iu!tze/fde vaJr.gebied, stelt de rtwd van de facu/teit W(J(JrtM dat vakgebied behoort, na overleg ~t de sectie van de Acatiemische Raad wie zulks aangoat, een vakgroep in. Bij de illS telling bepoa/t de rtwd tevens welke personee/s/eden alsmLde we/u studentefl op grond van hun bijdrage oan de werkzao.mheden op het desbetreffende vakgebied lot de ~'akgroep behoren'. In de op hel wetSOlllwerp universitaire be· sluurshervonnins 1970 betrekking hebbende kamerstukke n is het karnkler van de vakgroep herhaaldelijk ler sprake gekomen. Daaroi\ blijkl dal hel inSliluul van de vakgmep de opvolger is van de leersloei als basiseenheid: dal (daarbij primalr is, dat) de bevoegdheden van de leersloel worden opgedeeld over de professionele welenschapsbeoefenaren (M.v.A .. biz. 2 1, r.k.). Tevens is in bedoelde kamerslUkken uiteengezet dal de vakgroep in de regel niet de alleride inste we rkeenheid zaI vonnen, aangezien binnen de vakgmep verscheidene onderzoekprojccten door individuele of door kleine groepen onderzoekers zullen worden bewerla. In dit verband wordt, lOals in de loclichting op hel welsontwerp is vermeld, binnen de vakgroep nog een ze· kere infrnSlruCtuur onderkend, waarvan de regeling overigens geheel aan de vaksroep wordt overgelaten, zij het dat het van groot belang wordt geachl. juisl op het basisniveau. duidelijkheid te laten bestaan over de taken en veranlwoordeJijkheden van leder die deel uitmaakl van de vakgroep (M.v.T., bIz. 18, I. k.).
III DE VAKGROEP IN DE AFGEl O· PEN 20JAA R
Zelfs een globale beschrijving van de ge·
76
schiedenis van de vakgroep a2 is door de grate hoeveelheid onderwerpen een onmogelijke o pgave. Daarom wOrdl volslaan mel hel geve n van een bloemlezing van feiten en gebeurtenissen. en hel noemen van enkele narnen. 1971 : Oprichling vakgroep a2. Prof. Wittenberg en ir. G.1.1. Ruijgrok worden gekozen tot resp. voorzitter en secretaris. 1974: Hel college 'Prestatieleer b.o.' WOrdl voor de eerste kcer segeven met als on· derwerpen: oplimale prestaties en prestaties V/sTOl -vliegtuigen (prof. Willen· berg). 1975: Promotie ir. Th. van Holten. Titel proefschrift: "The computation o f aerodynamic loads on helicoplerblades in forward fligh l, using the method of the accelerationpotential'. Promotor is prof.dr. R. Timman. Het 'Iipvane project' wordt aangevangen. Het belreft onderzoek aan windmolens waarbij m.b.v. kleine hulpvleugeJ0es cen vergroting van de massastrOOm door het rotorv lak wordl verkregen met de bedoeling om het rendement te verhogen (ddr. v. Holten).
Prof. Wittenberg reikt een eredoctoraat uh aan ir. H.C. van Meenen als hoafdcon· structeur van het Fokker F-27 vlieglUig.
De baanvoorspelling van de Astronomi· sche Nederlandse Satelliet (ANS) wordt uitgevoerd in het Kader van cen samen· werkingsprojecl met de GROC·werk groep Satellietgeodesie te KOOtwijk. 1976: tlet bock 'Synthesis of subsonic air· plane design' (aUleur: ir. E. Torenbeek) wordt ui gegeven door de DelflSe Universi· taire Pers. Benoeming van drs. W. Bloemendal tOl buitengewoon hooglernar in de satelliet-
l,.' 1'_ '. , _ ' ...
,,,,,,_, ,,_ •• ,_ 'GO, ,<0....... _ -
,'."
--,
--""" =~ ..,{).:::.--
A3
Computer-gesteund on!werpen van vliegtuigen. Icchniek. Een experimenleel onderzoek naar hel geluid van lichle schrocfvliegtuigen wOlth aangevangen (ir. Ruijgrok, ing. O.M. van Paassen). Het college 'Geluid van vlieglUigen' wordt voor de eersle keer gcgeven (ir. Rllijgrok. drjr. v. Holten). 1977: Een student die een stage-periode doorbrengl bij de OFVLR brengl cen hybride rakeunotor mee voor de vakgroep. Oit lddt tot installalie van de motor bij he! TNO Ie Rijswijk, in het kader van een sa· menwerkingsprojcci. 1978: ir. E. Torenbeek houd! in zijn intreerede als lector in hel ontwerpen van vliegtuigen. Het bock 'Rocket propulsion and space night dynamics' (auteurs: J.W. Comelisse.
j·I.F.R. Schtlyer. K .F. Wakkcr) verschijnt bij uitgeverij Pitman Ie Londen.
1979: Een begin wordt gemaakt mel de opbouw van een CAD-systeem in hel kadcr van het compu!er-gesteund omwerpen van vliegluigen. He! rekenprogrammapakke! GEOOYN voor de extreem nauwkcurige baanberekcning van $atellieten wOrdl van NASA Ontvangen en een lange Icrmijn samenwerking met he! NASA Goddard Space Flight Center begin!. 1980: Prof. Wittenberg hOlldt op II januari 1980 cen voordracht leT geJcgenheid van de 138ste Dies Nalalis van de TH-Delft. Ti!el van de diesrede: 'Hel verkeersvliegluig in de komende twintig jaar'. Het practicum 'Raketvoonstuwing' wordt voor de eerste keer verricht met de hybride motor bij het TNO.
77
1981: In samenwerking met het Prins Maurits-Iaboratorium-TNO wordt cen project gestan waarbij stroming en verbranding in cen vasle brandstof verbrandingskamer (VSVK) worden onderzocht met financiering door de Stichting Technische Wetenschappen (ir. H.F.R. Schqrer). Verwerving van hel cersle grote ESA kontrakt voor een onderroek op het gebied van de baanmechanica van satellieten.
1986: Een nieuw Ie jaars college 'Inleiding Luchtvaantechniek' wordt gegeven door prof. Torenbeek samen met ir. Th. de Jong van v3kgroep b2.
De gTOep Ruimtevaan oolvangt geZ3menlijk mel cen aanl31 buitenlandse instituten de 'NASA Group Achievement Award' voor de uitvoering van het Crustal Dynamics Project.
1983: Installatie en ingebruiknemeing van het Inter-afddings-CAD systeem.
1987: In de vakgroep worden officieel de sekties Luch!vaan en Ruim!evaart ingesteld.
Ir. GJJ. Ruijgrok verzorgt cen zomercursus 'Prestalielcer' aan het ITS te Bandung, lndonesi!!.
iT. B.T.C. Zandbergen wordt aangesleld bij de vakgroep en word! belast met de dageJijkse leiding van he! VBVK-projecl.
1985: Prof. Torenbeek en ir. C. Bil verwrgen cen zomercursus 'Onlwcrpen van Vliegtuigen' ann de ITB te B3ndung.
DdT. H.G. Visser word! aangesteld bij de vakgroep en gaat zich bezighouden met optimaliseringsvraagstukken op he! gebied van de preslalies en hel opera!ionele gebruik van vliegtuigen.
Benoeming van ir. K.F. Wakker tOl hoogleraar ruimtevaantechniek. als opvolger V3n prof. 81oemendal.
Geluidsmetingen aan cen Cessna Citation.
J8
Door de sektie Ruimtevaan vervaardigde 2-dimensionale representaties van de meso-
schale variabiliteit en het jaargemiddelde van de zeehoogle. ir. E. Obert (Fokker b.v.) worth benoemd hoogleraar in deeltijd, als opvolger van prof. Blom. 101
Prof. K.F. Wakker wordl door CNES/NASA en ESA gekozen a.ls principal investigator in respectievelijk de TOPEX/POSEIDON en ERS·I satellictmissies. Benoeming van Dipl.lng. H. Stoewer (ESNESTEC) als deeltijdshoogleraar in ruimtevaansystemen. Promotie ir. lB. Vos. Tite! proefschrift: The ca1culation of rurbulent reacting flows with a combustion model based on finite chemical kinetics'. Promotor is prof.dr.ir. lA. Steketee.
1988: Promolie ir. C. Bil. Titel proefschrift: 'Development and application of a computer-based system for conceptual aircraft design'. Promotor is pror.ir. E. Torenbeek. 1989: Mw. C. Coemans voIgt Mw. J.C.
Constandse-Voeten van de vakgroep.
op
als
secretaresse
De sektie Ruimtevaan gaat een door de TU-Delft geronnaliseerde samenwerking aan met twee groepen van de Faculteit der Geodesie. Hel gezamenlijke onderzoekthema Staat bekend als 'Aardgericht Ruimteondcrzoek aan de TU-Delft'. 1990: Prof. Torenbeek treedt op als promotOT bij de uitreiking van een eredoctoraat aan de Amerikaanse vliegtuigbouwer EIben L. Rutan.
Het bock 'Elements of Airplane Perfonnance' (auteur: GJ,J. Ruijgrok) wOrtlt uitgegeven door de Delftse Universitain:: Pe~. En hier eindigt deze kroniek; cen beeld van de aktiviteiten en de ontwikkclingen binnen de vakgroep a2 lijkt Ie zijn geschetst. Het zal duidelijk zijn dat de groep mensen die hiervoor verantwoordelijk is. niet uit-
79
sluilend wOrdl gevormd door de mel naam vermelde personen, doc h door aile vakgroep medewerkers. Deze groep moe! ze· ker worden uilgebreid mel de meer dan 250 afgestudeerden die de vakgroe p heeft voortgebracht. Zij hebben gezamenlijk deze geschiedenis geschreven en hel gezichl van de vakgroep bepaakl.
S«I ~
ruim!fwl lI r!
ir. B.A.C. Ambrosius ir. O. H.D. van Geldorp ir. E.T. Hesper ir. M.W. v.d. Kooij drs. Il. Lcelll'llan ir. R. Noomen ir. D. 0sIr.am
HJ .D. f'ic1SlTll prof.ir. K.F. Willer
IV DE VAKGRQEP 32 IN 1990 In de hiemaaSI weergegeven tabellen zijn vermeld de thans door de vakgroep verwrgde colleges en practica. Het door de vakgroep uitgevoerde onderz.oek is als voigt onder Ie verdelen: a. De onlwikkeling van een computergeSleund sySH::em voor hel conceplon!werpen van vliegluigen. b. Hel gebruik van satellietbanen voor geofysisch onderwek. c. Prestaties, voonstuwing en geluid van vliegtuigen. d. Voonstuwing bij hoge sneJheden (raketten en stuwstraalmotoren). De aangegeven onderwijs- en onderzoek-
laken en de begeleiding van de meer dan honderd studenten die momenteel bij de vakgroep a2 willen afstuderen, word t uitgevoerd door de volgende slafleden:
S«lit t~h lvaarl ing. O.H. Bercn9::hoi. drJr.c. Bit ing. F. Dijkstra
ir. J. Middel prof.ir. E. Obc:n (0.2) ing. D.M. van I';wscn ir. GJ J . Ruijgrot: prof.ir. J. Schoonhoven pror.ir. K. Smil (0.1) prof.ir. E. Torcnbeelr.
ina. C. VenncuIcn dr.ir. H.O. Visser
ir. J.P. de Wilde prof.ir. H. WitlCnberg it. B.T.C. Zandbergctl
80
(ndien we deze bijdrage van de vakgroep a2 aan het ge
Voor de SCClie iuchtvaart van de vaJ." groep hebben deze uitgangspunten geresulteerd in een groot aantal onderwerpen. die allen verband houden mel het vliegtuig (0 zijn operationeei gebruik. Ook de rakelvoortsluwing krijgt hier aandacht. Tn de sectie rui mtevaantechniek word! vOOfai aandachl gegeven aa n de baanmechanica (n satelliettechniek. algemene ruimtevaan aspeclen en raketbeweging.
Vakgroepexcursie naaT het Marinevliegvliegkarnp 'Dc Kooy'. 18 september 1987.
EPILOOG In 1970 stelde men zich de zeer begrijpelijke vraag: 'Wat zal er gebeuren na de instelling van de vakgroep?' De toekomst Jag er uiteraard als een geslmen bock voor de toenmalige medewerkers. Mel dere korte samenvalling van de OOTspronkelijke plannen en de uitkomslen voor dit moment is, met belrekk ing tot de betekenis van de vakgroep voor de onlwikkeling van onderwijs en onderzoek,
enigszins een antwoord gegeven op bovengenoemde vraag van 20 jaar gel eden. Oil anlwoord kan levens dienen als een zekere veTantwooTding van he! dOOT he! vakgroepbesluuT gevoerde beleid. In iedeT geval heeft het zijn betekenis als he! nut van de vakgroep als universitaire werkeenheid bij de Faculteit deT Luchtvaanen Ruimtevaarttechniek nog lOU moeten worden aangetoond.
OJJ. RuijgTOk
8J
VLIEGTUIGEN OP ZOLDER
In
1948
verhuisde
Vliegtuigbouwkunde
van de wider van he! gebouw Nieuwelaan 76 naar de rechtervleugel van he! gebouw lulianalaan 134, ongeveer he! gedeelle waar nu hel Rekencentrum van de Universiteil is gevestigd. In de wandeling werd dit grole gebouw de Rode Scheikunde genoemd. zulks ler onderscheiding van de Gele Scheikunde
(Julianalaan 132). De ingang van Vliegtuigbouwkunde was
ge\egen aan cen binnenpiaats aan de zijkam van het gebouw. VandaM dat het adres iuidde: Kanaalstraat 10. In latere ja-
ren is de Kanaaisrraal Michie l de Ruyterweg.
omgedoopt
in
De Rode Scheikunde is gebouwd in de jaren twintig en was bedocJd - zoa[s de naam reeds aangeeft - als scheikundig laboratorium met grote en hoge praktikum-
zalen (6 meter hoog) en met cen heuse toren, die dienst zou doen als watenoren voor het laboratorium. He! gebouw is echter, om mij onbekende redenen, nooit als scheikundig laaboratorium in gebruik genomen en heeft, slechlS gedeeltelijk afgebouwd, tot in de jaren veenig grotendeels leeg gestaan.
Erg rianl was ons nieuwe onderkomen bepaald niet. De grote praklikumzalen waren verkaveld in kamers van 6 meter hoog met gigantische raampartijen (uileraard enkel glas in die tijd). Het was er lochtig en in de winler bar koud omdal de centrnle verwarming slecht functioneerde. Bovendien duurde het zeker een jaar voor de kale en zeer gladde betonvloeren in kamers en gangen van vloerbedekking werden voorzien.
Slechis cen klein aantal telefoonaansluitingen was beschikbaar in de vorm van een primi tieve huiscentrale met indrukwekkende grole toestellen met rijen schakelaars. In een later stadium is aan de binnenplaalszijde op cen gedeelte van de eersle etage een insteekverdieping aangebracht. Door de verdiepinghoogte van 6 meter kon dOlt. Die insteekverdieping is er nog. Het is bepaald geen architektonisch hoogstandje geworden, maar het schiep wei de eXira mimle die we bij hel groeien van de subafdeling hard nodig hadden. Een SOOT!gelijke insteekverdieping is aangebracht op de begane grond in de houtbewerkingswerkplaats. Van meet af aan heeft Vliegtuigbouwkunde grote waarde gehecht aan een verzameling constructie-voorbeelden ten dienste van het onderw ijs. Nu was het in die tijd niet zo moeilijk om her en der wal onderdelen van oude Fokker- en Koolhovenvliegtuigen te bemachtigen. Zodoende hadden we al spoedig, naast onderdelen van onder meer de Fokkervliegtuigen S IV en C X, een bootromp van het Fokker-watervliegtuig B IV en een vrijwel compleet Fokker C V jachtvliegtuig. En van Koolhoven had den we onder andere onderdelen van de FK 43 en de FK 51. In een laler stadium (omstreeks 1953) werd een in niel al Ie beste staat verkerende Fokker F VIla, de PH-NLL aan de verzameling toegevoegd. Maar er waren in 1948, slechts e nkele jaren na hel einde van de oorlog, ook interessante mogelijkheden om de verzame83
De romp van de PH-NLL 0e. de binnenplaats aan de Kanaalstraat bij de onlruiming de vlicgtuigzolder in l~ Sf
"'"
Op de achtergrond he! houten gebouwtje van de Rijksgebouwendicnst.
ling Uil Ie breiden met modem materiaaL De geallieerde luchtstrijdkrachtcn hadden in Europa nog grote aanlallen oorlogsvliegtuigen die overbodig waren geworden en voor een appe\ en een ei van de hand
ding van onze werkplaatschef. de heer P.A. van der Broeke (de boordwerktuigkundige van de eerste lndievlucht in 1924) gedemonteerd en naar Delft overgebracht.
werden gedaan.
Van de Royal Airforce werden een P-381 Lightning en een houten de Havilland Mosquito overgenomen. De Mosquito werd op he! vliegveld van Eindhoven gedemonteerd en eveneens naar Delft getransporteerd.
Van de Amcrikaanse luchtmacht op een basis in Frankrijk kochten we twee Republic Thunderbolt jachlvliegtuigen (type p. 470), [wee Nonh American Mustangs (typen P-51D en P-5IK) en een Boeing
B-17G Aying Fortress. vier jachtvlieglUigen waren gloednieuw - minder dan vier vlieguren in he! logboek. We kochten ze van de Amerika-
De
nen voor enkele honderden doUars per stuk. Oe Amerikaanse vliegtuigen werden van-
uit Frankrijk overgevlogen naar het Marinevliegkamp Valkenburg en daar onder lei-
84
Al met al hadden we al spoedig een fraaie en uitgebreide verzameling construct ievoorbeelden. maar de grote vraag was: waar breng je zo'n omvangrijke verzameling onder? Welnu: voor dar probleem werd een even ingenieuze als gewaagde oplossing gevonden: gewoon op de zolders van de Rode Scheikunde!
De [weede elage van het gebouw Julianalaan 134 bestond oorspronkelijk uil grote kale wlders onder het schuine dak. wnder enig daglicht. Een klein gedeeJte van deze immense wlders was voor Vliegmigbouwkunde geschikt gemaakt voor het gebruik als tekenzalen. Er kwamen over de hele lengte van dil gedeeJte aan bcide zijden rijen kleine ramen, net boven de dakgoot en cr kwam centrale verwarming en verlichting. Als u nu op de Iweede elage van het hoofdgebouw komi, ziel U overal die ononderbroken rijen kleine ramen.
Om de gedemonteerde vliegluigen op de wIder te krijgen werd een deel van het vlakke bovendak demontabel gemaakt. Het dak kon worden geopend lOals het ruim van een schip toegankelijk wordt door het wegnemen van de luiken.
De benodigde hijshoogte bedroeg zeker 20 meter en er waren in 1948 nog geen kranen van voldoende hoogte beschikbaar. Daarom werd de toren van het geoouw als hijskraan gebruikt. Door het aanbrengen van een naar buiten stekende ijzeren balk hoven in de toren omstond een bruikbare hijsmoge!ijkheid. WeI moest op het voorplein van het gehouw (waar nu he t beeld van Promcteus slaat) een tweede lier worden opgesleld om de last over te halen om hoven het geopende dale te komen. Al mel al een riskante onderneming, vooral doordat de wind vat kreeg op de last zOOra deze ooven het dak uitslnk. He! dak is nog verscheidene malen open geweest om vliegluigdeJen naar de lOlder Ie brengen. D3arbij werd gebruik gemaakt van een wat eenvoudiger hijsmethode door niel langer het vlakke bovendak doch een deel V3n het schuine dak open te Jeggen. De last kon nu dichter onder hel hijs-
,8
Ontruiming van de vliegtuigzolder in l W""""' via he! geopende schuine dak. Op de voorgrand de romp van I5l5n der Thunderbolt jachlvliegmigen. In de take! de P-38J Lightning.
De houten vleugel van de PH-NLL wordt voorzichlig neergelaten.
85
Tien jaar lang, 101 1958, was de venameling construclie-voorbeelden ondergebracht op die Kille donkere zolders van de Rode Scheikunde. Toen werd de venameling overgebrachl naar hel lojuiSt gereedgekomen nieuwe laboratoriumgebouw, Il:cht legenover hel reeds bestaande Lage-snelheids windtunnellaboratorium aan de Leeghwaterstraal.
Rompvoorstuk Boeing BI7 G, Flying Fortress op weg naar de Leeghwaterstraal.
In de jaren dal Vliegluigbouwlrunde onder de loren woonde werd ontdekt dal de houten lorenspils helemaal los was geraakl van hel stenen IOrenlichaam en dal er gevaar beslond dal de spits bij harde wind naar beneden IOU komen. De spils werd ijlings hersleld en opnieuw verankerd met nieuwe boulen.
19J" ,8 punl worden gebrachl en bovendien kon gebruik worden gemaakt van ~~n enkele hijskraan. Het verwijderen en laler weer aanbrengen van de leislenen dakbedekking was overigens weI een kostbare aangelegenheid!
Bootromp van het Fokker walervliegluig B IV
86
Er is toen ook een elektronisch carillon in de toren aangebrachl: boven in de loren bauerijen gTOle luidsprekers en beneden in de hal cen draaitafel mel grammofoonplaten van beroemde carillons. Op vrijdagmiddagen, bij hel scheiden van de maTiC(, werd de geluidsmachine in werking ge-
steld. Het maakte een daverende herrie en leek maar heel weinig op een echt carillon. Het was voor ons het sein om Sllel een goed heenkomen te zoeken richting huis. Nog Unmaal is de verzameling construc· tie-voorbeelden verhuisd, namelijk in 1965 na het gereedkomen van ons nieuwe laboratoriumgebouw aan de Kluyverweg. Van de oorspronkelijke verzameling is nog maar heel weinig over. In het streven de collectie aktueel te houden - het is tenslotle geen museum - zijn in de loop der juren allerlei zaken afgestoten. En de belangstelling voor historische vlieglUigen was in de juren vijrtig en zestig nog niel bijsler groot. Het Vliegende Fon is gesloopt en ook de PH·NLL bestaat niet meer. De Mosquito is overgedrugen aan een mu· seum in Engeland. Van de vier Amerikaanse jachtvliegtuigen was tenslotte nog \!!\!!n Mustang over die tezamell met cell aalllal delen van andere vlieglUigen, een plaats yond in hel Militaire Luchtvaan Museum te Soesterberg.
Fokker C V jachtvtiegtuig en een Hawker Sea Fury in het laboratoriumgcbouw aan de Lecghwalcrstraat.
De vcrzameling constructievoorbcelden in
hel laborntoriumgebouw aan de Kluyvcrweg·1967.
87
Een van onze pronkstukken, het vrij wel complete Fokker C V jachtvliegtuig, yond ecn plaats in het Aviodome te Schiphol. Jammer van al die oude spul1en, maar gelukkig wordt de verzameiing nog regelmatig aangevuld met nieu we onderdelen. En
88
zo beschikt de Facultcit nog altijd over een verrassende verscheidenheid van constructie-voorbeelden ten dienste van het constructie-onderwijs.
J.A. van Ghesel Grothe
DE VAKGROEP A3: STABILITEIT EN BESTURING De besturing van vliegtuigen en ruimtevoenuigen is hel centrale onderwerp van onderwijs en onderzoek in de vakgroep Stabiliteit en Resturing. de vakgroep a3.
Vliegtuigen en ruimtcvoenuigen moeten kunnen worden bestuurd om er verschi l[cnde typen van manoeuvres mee Ie kun-
nen uitvoeren. Voorbeelden van manoeuvres start cen men cen ling
zijn he! inzetten van een bocht na de of he! afvangen voor de landing van vliegtuig. Bij ruimtcvoenuigen kan denken aan standveranderingen van astronomische satelliet of de koppevan cen 'ruimtevliegtuig' (shuttle) aan een ruimtestation. Bij besturing van een dynamisch systeem wals een vliegluig of cen ruimlevoenuig word! onderscheid gemaak! tusseo ingangs- . toestands- en uhgangsvariabelen. Met ingangs- of stourvariabelen kan 'van buiten ar de beweging van het systeem worden beinvloed. Toestandsvariabelen beschrijven de bewegingstoestand van het systeem. Uitgangsvariabelen worde n gemeten door sensoren zodat de beweging van het systeem kan worden geobserveerd.
Kenmerkend voor lucht- en ruimtevocrtuigen is dat het praktisch altijd gaat om besturing met niet slechts cen enkele maar juist meerdere stuurvariabelen tegeJ ijkertijd. Hetzelfde geldt voor de toestandsvariabelen. 'Scalairc' systeemmodellen met slechts Un toestandsvariabele zijn hier niet van veel praktisch belang. Voorbeelden van stuurvariabelen bij hel vliegtuig zijn uitslagen van rolroeren, richtings- en hoogteroer. verstoorders en vleugelkleppen en veranderingen van de motorsluwkrachf. Stuurvariabelen in het geval van een satelliet zijn bijvoorbeeld de versnelling van reactiewielen en de Stuw-
kracht van stuurraketten. Toestandsvariabelen zijn bijvoorbceld de drie standhoeken en de drie componenten van de hoeksnelheidsvector van een vlieglUig of satelIiet. De luchtsnelheid en de hoogte boven hel aardoppervlak behoren tot de uilgangsvariabelen omdat ze door sensoren kunnen worde n gemelen. Afliankelijk van de gebruikte sensoTen kunnen !iemallen verschillende uitgangsvariabelen worden gemeten. In het eerste begin van de luchlvaan werden de stuurvariabelen direct gemanipuleerd door een menselijke operateur: de vlieger. AanvankeJijk was daarbij ook het probleem van de stabilisatie van bewegingen aan de orde. Stabi!isatie is nodig als het vlieglUig in ongestuurde toestand niet slabie! is, dus niel uit zichzelf een bepaalde vliegtoestand handhaaft. De vlieger past dan, met de hand via de SlUurorganen, terugkoppeling toe van afwijkingen van die gewenste toesland. Stabilisatie kan op die manier worden gezien als een bepaalde vorm van besturing, waarbij niet rozeer het manoeuvreren als weI het vaslhouden van een gegeven vliegtoes tand het doel is. In het onderstaande wordl het vakgebied van de vakgroep Stabiliteit en Besturing eerst geplaatst in een historisch perspeclief. Vervolgens wordt cen beschrijving gegeven van het recente onderzoek in de vakgroep. Tenslolle zal in het kort een beeld worden geschetst van mogelijke toekomstige ontwikkelinge n.
IIISTORISCII PERSPECfIEF Het eerste bemande motorvliegtuig van de geb roeders Wright was een zogenaamd
89
Hel 'undvliegtuig' van de gebroeders Wright. 1903. Airbus A 320.
HYOAAULISCHE WOlOAE N
SIG NA LEH VA N DE AUTO WATISCHE PILDOT
•
- ELECTAISCHE V(RIINOI HGEN
7
' -CO WPUTU$ VOOR HET 1I00GHAOEA
Fly-by-wire l:lngsbesluring Airbus A320.
Nu is gemakkelijk in Ie zien dat eendvlieglUigen bij gelijke zwaanepuntsligging altijd minder siabiel rijn dan eonventionele vliegluigen voor wat betreft de langshewe· ging (de translaties in hel vliegtuig-symmetrie-vlak en de rotalies om de dwarsas). Aehleraf wem aangeloond dat hel ursie bemande motorvliegtuig inderdaad onstabiel moet zijn geweesi. De eersle vlueht was sueeesvol omdal de vlieger met het hoogteroer niet aileen hel vlieglUig op een min of meer conslante hoogle hoven de grond maooeuvreerde, maar ook zorgde voor stabilismie van de beweging om de dwarsas.
AI spoerlig blcek dal bepaalde eigenschappen van het vlieglUig in stationaire vliegtoestand in feite bepalend waren voor de stabiliteit van de dynamische responsies. Dez.e zogenaamde statische stabiliteit kon, voor de langsbeweging, bovendien experimenleel in principe eenvoudig worden aangeloond, door meting van de Sluursiand en de stuurlmaeht als funetie van de vliegsnelheid, De verandering van de sluursland met de vliegsnelheid blcek een maat voor de Sialisehe stabiliteil bij vastgehouden Sluur, en de verandering van de stuurkrach t met de vliegsnelheid een maat voor de statische stabiliteit als hel slUur was losgelaten. Prof. H.1. van der Maas behoorde in de jaren dertig tOI de grondleggers van de theorie van de stuurstandslijn en de statische Slabiliteil.
Met de ontwikkeling van de luehtvaart na de eerste motorvlueht kwam ook de theorievonning op gang. Hel duurde niet lang voordat de dynamische hewegingen van vliegtuigen, dal wil zeggen de responsies van vliegluigen op roeruilSlagen of am"lOsferische verstoringen (remous), m:lIhema· tisch konden worden beschreven. Het werd mogelijk de voorwaarden te bepalen voor stabiliteit van die responsies. Stabiliteit rou helekenen dat het vliegtuig in principe na cen kleine versloring lOU terugkeren naar de oorspronkelijke vliegtocsland. De vlieger zou dan slechlS nog zijn aandachl behocven te geven aan het manoeuvreren waardoor de werkbelasling lOU afnemen.
Een vliegtuig wordt eehter niet in de eersle plaats ontworpen voor goede besturingseigenschappen en stabiliteit. Het is cerder lo dat de uitwendige vonn van hel vliegluig, de vliegsndheid. vlieghoogle en de massaverdeling women bepaald door eisen die aan de vliegprestaties worden gesteld. Bij de in 1950 gei"nlrOOueeerde Boeing B-47 bijvoorbeeld, bleken de eisen aan de prestaties hel ontwerp zOOanig Ie bei"nvloeden, dat het essentieel was de taak van de vlieger te verliehten door IOCpassing van kunstmalige stabilisatie. In latere vlieglUigen werd de toepassing van kunstmatige slabilisaue algemeen geaecepteerd. Zo is in bijna ieder modern verkeersvliegtuig een 'gierdemper' toegepast
'eendvliegluig', waarbij het horizontale Slaanviak is opgesleld voor de vleugel of, in dil geval, de vleugels.
91
om een goede demping van de zogenaamde zwierbeweging te garanderen. Een geheel nieuwe ootwikkeling heeft pas kon geleden een eerste toe passing in de verkeersluchtvaan gevonden. Deze beruSt in wezen op het loslaten van de gedachte, dat het stuur van de vlieger en het roer van het vliegtuig mechanisch met elkaar verbonden moeten zijn. De Airbus A-320 is hel eersle verkcersvliegtuig waarin dat principe wordt toegepast. Hier behoeft de vlieger het vliegtuig in het geheel niel meer Ie stabiliscren, vaoaf de sIan tOi en mel de landing zorgt de automalische piloot daarvoor. De taa\{ van de vlieger is daannee aanzienlijk verlicht. Het slerk vereeovoudigde schema van de laogsbe· sturing laat zien hoe het relevame deel van het besturingsmechanisme van de A-320 er in principe uitziet. Hel stu ur is aileen langs eleclrische weg verbonden met een computer die de vereiSle roeruil-
slagen berekenl. Vandaar dat deze vorm van besturing ook wei 'fly by wire' genoerrxl wortit. Reeds in cen betrekkelijk vroeg stadium van de luchtvaan bleek het gewenst om, niet aileen voor rraining van piloten. maar ook voor zuiver wetenschappelijk onderzoek. te beschikken over vluchtnaboocscrs. In zulke. al dan niet bewegende simuialoren konden enerzijds de vliegeigenschappcn van een nieuw antwerp. en anderzijds ook het gedrag van de mens als bestuurder worden bestudeerd. In de ruimtevaan, waar onbemande missies eerder regel dan uitzondering zij n. heeft de kunsunatige stabilisatie vanaf het begin cen belangrijke en doorsJaggevende rol gespeeld, Veel theorieen en technieken voor kunstmatige stabilisatie die primair in de ruimlevaan ontwikkeld zijn, vinden meer en meer toepassing in de luchlvaan.
Hel METRQ-Iabor:uoriumvliegluig van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart l..aboralorium (NLR).
92
De Havilland DHC-2 BEAVER laboroltorillmvliegtuig van de Facllheit der Luchtvaan-
en Ruimtevaantechniek.
ONDERZOEK In de zojllist geschetste hisfOrische OntwikkeHng zijn reeds enige belangrijke aspecten van onderzoek te onderscheiden die terug te vinden zijn in de zes zogehelen thema's waarin het onderzoek binnen de vakgroep gestalte krijgt, t.w.: - Vliegproeven - Digitale Vliegtuigbesturing - Vliegeigenschappen - Vluchtsimulatie - Mens-Machine Systemen - Dynamica van Ruimtevoenuigen Kenmerkend voor het uitgevoerde onderzoek is de kombinatie van theorelische, numerieke en experimenlele aspeclen. Vliegproeven In de vliegtuigbouw hebben vlicgproeven altijd al een essentiele rol gespeeld. Vliegproeven moeten worden uitgevoerd om dc
theoretisch voorspelde en met windlunnelproevcn gecontro1eerde aerodynamische eigenschappen van nieu we vliegtuigen in de vlllcht Ie verifieren. Bovendien zijn vliegproeven nodig in het cenificalieproces dal moet resulteren in het bewijs van lllchtwaardigheid. De beproeving van prototypen in de vlucht is natuurlijk ook gericht op de kOOirole van de goede werking van de vliegllligsystcmen zoals bijvoorbeeld het landingsgesfel en hct airconditioning systeem. In het thema vliegproeven echter is de aandacht mel name gericht op de onlwikkeling van nieuwe methoden voor de !>epaling van de vliegpreslalies en de stabiliteits- en besturingseigenschappen. Bij vliegtuigen waarvan de vervorming van de constructie lengevolge van wisselende belaslingen mag worden venvaarloosd, kunnen de prestaties rowel als de stabiliteits- en bes!Uringseigenschappcn wor93
den afgeleid van een zogenaamd aerodynamisch model. Het aerodynamische model is een mathematische beschrijving van de zowel in stationaire als in dynamisehe vliegcondities oplredende aerodynamisehe krachten en momenten. In principe is de mathematische Structuur van aerodynamisehe mOOeHen afl\ankelijk van het vliegtuigtype. Hetzelfde geldt voor de in hel model voorkomende parameters_
latie. Het is lOnder meer mogelijk uit vluchlmelingen gei"demificeerde model1en direct Ie implememeren in vluchlsimulatiecomputersystemen_ In het thema vliegproeven heefl prof. O.H. Gerlach baanbrekend wert. verrich! op het gebied van de niet-stationaire vliegproeflechniek. Nauw wordt samengewerkt met het NLR bij verdere ontwikkelingen, die worden beprocfd in het METRO-laboratoriumvliegtuig.
De laalsle Iwee decennia heert een stonnachtige omwikkeling van de vliegproeventechniek te zien gegeven. Vroeger werden vliegproeven uitgevoerd waarbij direkl de gevraagde prestaties en stabiliteilS- en besturingseigensehappen in de vlucht worden bepaald. Als voorbeelden mogen dienen de meting van de slijgsnelheid als funktie van de vliegsnelheid voor gegeven mOlorsluwkrachl en de reeds hierboven genoemde meting van stuurstands- en stuurkrachlslijnen. De direkle meting van deze groothedcn maakle de lijdrovende instelling van statiollaire vliegcondities zonder meer essentieel.
Digitale Vliegluigbcst uring
De nieuwe techniek is gebaseerd op indirecte bepaling uit hel aerodynamische model. Het aerodynamisehe model beschrijfl alle in de vlucht voorkomende vliegcondities_ Daarom kunnen ook metingen van in principe willekeurige dynamisehe manoeuvres worden gebruikt om de aerodynamisehe modelstructuur Ie ontwikkelen en de model parameters Ie bcrekenen. In de nieuwe techniek wordt gebruik gemaakl van sehallingstheorie en de theorie van de systeemidentificatie. Zeer verfijnde meetmethoden zijn essentieel voor een goed resultaat. Natuurlijk moel voor de verwerking van grote hoeveelheden meetgegeyens gebroik gemaakt worden van krachtige computersystemen.
Behalve voor verificatie en certificalie blijken vliegproeven ook steeds meer te worden uitgevoerd voor de ontwikkeling van mathemalische modei1en voor vluchtsimu94
Digitale computers worden bij de besturing van vliegtuigen steeds belangrijker. Het is zelfs zo dat al in de ontwerpfase van nieuwe vliegtuigen het aspect van compulerbesluring een essentieele rol speeh. Statische slabiliteit van het ongeregelde vliegluig is nu niet meer een dwingende eis. Het is 'slechls' nodig te zorgen voor slabi1iteit voor het geval waarbij de meren worden gesluurd door een Right Control Computer (FCC). De FCC berekend een groot aanlal malen per seconde roeroitslagen op basis van lOwel de momentane bewegingstoestand van hel vliegtuig als de door de vlieger met cen 'side stick' gegeven stuurcommando's. ll:r als reeds gezegd spreekt men hier van 'fly by wire' besluring omdal er geen mechanische verbinding meer bestaat tussen de meren en de door de vlieger bediende sluurorganen_ Vliegtuigen die speciaal zijn omworpen om via computers Ie worden gestuurd worden ook weI aangeduid als 'Control Configured Vehicles' (CCV's), Men spreekt in dil verband ook van Active Control Technology (ACf), CCV's hebben een grole voorsprong op conventionele vlieglUigen als het gaat om veiligheid, comfon en economie. De veiligheid van het opereren met een dergelijk vliegtuig is vergrool. niet aileen omdat voor de vlieger 'ideale' beslurings- en siabiliteitseigenschappen kunnen worden gecreeerd, maar ook omdat protectie legen gevaarlijke vliegloestan-
den in de software kan worden ingebouwd. Hier spreekt men van 'care free manoeuvring'. Hel comfon wordt gcdiend omdat abruple stuurcommando's kunnen worden afgezwakt, maar vooral ook omdat responsies op temous kunnen worden onderdrukl. Dit laats[e wordl aangeduid met 'gust alleviation' en zal een belangrijk verkoopelement zijn van toekomslige verkeersvlieglUigen. Dc eeonomie lenslone. kan worden verbcterd omdat slatische stabilileil geen dwingende eis meer is. Het vliegluig zwaanepunl kan naar achleten worden verschoven mel als gevolg een grOiere posilieve bijdrage van hel horizomale staartvlak tot de totale lif[, en daardoor een venninderde weerstand. In de vakgroep Stabiliteit en BeslUring onlslOnd geruime tijd geleden de gedachte da[ ACT onderwerp van sludie lOU moeten worden. Essentieel daarbij werd geaehl de mogelijkheid van experimentele verifica[ie van nieuwe besturingsconcepten in de werkelijke vluchl. Overeenkomslig die gedachte werd het laboraloriumvliegtuig van de Facuheit der Luchtvaanen Ruimtevaante<:hniek, een Dc Havilland DHC-2 'Beaver', gereed gemaak[ voor besturing met digilale computers. Hel laboraloriumviiegtuig werd daartoe uilgerust met een electrohydrauiisch besturingssysteem voor de rolroeren, het richlings- en hoogleroer en een S[uursysteem voor hel motortoerental en de inlaatdruk. In de herfst van 1989 werden de eers[e ellperimenten met het digitaal ges[uurde viieg[uig uilgevoerd. Een van de wetenschappelijke doeistellingen is de evalualie van een aantal verschillende regeltheoretische concepten. Behalve de lot nu toe veelvuldig loegepaste 'klassieke' frequenliedomein -[e<:hnieken voor het ontwerp van regelsYSlemen komen daamaast aan de orde multivariabeJe frequentiedomein methoden en robuuste regelaars, optimale regeltheorie op basis van (geschane) toestands[erugkoppeling en mo-
delvolgende
zclfadapterende
regelsysle-
~".
Vliegcigcnschappcn Tot dit thema behoren studies die tamelijk fundamenteel van karakter zijn en bijdrngen aan de grondslagen van hel vakgebied van de vakgroep. Dc resultaten van dil werk vinden hun tocpassing in verschillende andere thema's lOals de Digitale Vliegtuigbesturing en de Simulatie. Centraal in a\ deze studies Slaan de bewegings vergeJijkingen van hel vliegtuig waarin de lOgenaamde siabiliteits- en besturingsafgeleiden de parameters zijn. Een belangrijk en nog steeds RClueei ondcrwerp is de berekening van deze afgeJeiden, niet lOzeer op basis van windtunnelof vliegproeven, m3ar aileen uitgaande V3n de uilwendige vonn van hel vliegtuig. Zijn zulke afgeleiden bekend, dan kunnen in principe simulatics worden uilgevoerd en ook bijvoorbeeld ACf regelwetten worden ontwikkcld. Thans wordt een evaluatie gemaukt van de n3uwkcurigheid van zulke berekende afgeleiden voor hel geval van een klein Iwecmotorig turbo-prop pasS3.giersvliegluig, waarvan veel nauwkeurige vliegproefresuitaten beschikbaar zijn. Ook wordt gewerkt aan de toep:lSsing van CFD (Computational Fluid Dynamics) voor de berekening van stabiliteils- en besluringS3.fgeleiden. Een ander onderwerp van studie zijn de bewegingsvergelijkingen die gelden voor flellibele vliegluigen. Hoewel de algemene vonn van de vergelijkingen voor d3t geva! bekend is, is het niet eenvoudig de numerieke waarden te bepalen van de in die vergelijkingen voorkomende oero-elastische parameters. Hiervoor worden tOt nu toe meestal de resullalen gebruikt van zgn. st3ndtril1ingsproeven, S3.men met speciale CFD rekenprogrammma's. Dc studie is da3rom be13ngrijk omdat de ve rwachling is dal lockomslige vliegtuigcn in
9'
·.,
"
..
'l>-r]--_~
.,
- ...
oil.
" "
,
? .......
i
r'
. L.-,,;,-----.. ::-----:..c-----,,o------,f..c-----,, :c-----.= ------:. Berekende statische afwijkingen ten gevo[ge van
reITlOUS
van de vliegsnelheid, de
vlieghoogtc en de daalsnel heid tijdens cen autom:uische nadcringsvlucht.
•
locnemeode male 'flexibcl' zullen zijn. Oij de simuJalie va n vJiegluigen, maar zeker niet minder bij de onlwikkeJing van au· lom:uische bcsturingssyslemen 1Oa[s gebruikt in ACf zal mel die fl exibilileil lerdege rekening moelen worden gehouden. Uiteraard heefl bij het ontwerpen en evaJueren van aUlomalische bcsluringssyslemen de opkomst van snelle computers merkbare gevolgen gehad. Niet aileen is hel onlwerpproces van de regelwellen aanzienlijk versneld, het is thans ook ITlOgelijk om gebruik Ie maken van meer ve rfijnde mathemalische modellen. Een voorheeld van zo'n verfijnde modelvorming is dat van de bewegingen van cen vliegtuig in onruslige lucht. Remous kan, tijdens cen naderingsvlucht, niet Ie verwaarlozen afwijkingen in koers, vliegsne!heid en hoogle veroorzaken. Zulke afwijkingen kunnen stalistisch worden berekend, doch cen komplikalie hierbij is, dat de statistische eigenschappen van de almosfeer veranderen met de vlieghoogte en dus, in de da\ende naderingsvlueht. met de lijd. Mel een verfijnde model1eringsmethode kunnen deze verunderende eigenschappen, die kenmerkend zijn voor zogeheten niel-sta tionaire stochastische processen, in rekening worden gebraeht. Hel is echler niel zozeer remous (relatief sne! wisseleode windsnelheden) die de vliegveiligheid bedreigt. Einde jaren zevenlig bleck, dal juist betrekke!ijk [angzame, maar grote veranderingen van de windriehting en groolle, zogenaamde 'winds hears' en 'downdraughts' desaSlrtuze gevolgen kunnen hebben voor cen landend vliegtuig. Evenals elders, werden ook in de vakgroep zulke windveranderingen gemodellerd voor gebruik in de vluehlsimulator. Zo konden de responsies van hel met de hand- of automatisch beslUurde vliegtuig worden geevalueerd.
bchalve de groone van de windverandering. ook de venn van hel verloop van de windsnelheid mel de lijd een bclangrijke invloed heeft op de baan van het vliegtuig. Deze analyse was gebaseerd op de volledige vliegluigbewegingsvergelijkingen en verschilde wezenlijk van de tot dan toe toegepaste beschouwingswij zen waaarbij het vliegtuig als puntmassa werd benaderd. Deze studies worden !hans voongettt met werk over het gedrag van automatisch bestuurde vliegluigen tijdens de nadering waarbij of de invloed van kleinere windshears zo goed I110gelijk wordt gecompenseeerd of het vliegtuig een veilige doorstan moet kunnen maken. Vluchtsimulalie Vluchlsimulatie is in de luchlvaart consequent toegepast sinds de eersle vluchl van de gebroeders Wrighl. El!n van de eersle voorbeelden van cen vluchtsimulalor waarmede vliegers konden worden geImind was de 'Sanders Teacher' uit 1910. De Sanders Teacher was een met een kogelschamier aan de grond gefixeerd vlieg. luig, dal bij voldoende wind door de vlieger via de roeren kon worden gestabilisceni. Een hiervan afge1eidde trainer is de Billing Trainer.
Billing trainer. 1910.
Thcoretisch kan worden aangetoond dat 97
Hal mel KLM-simulatoren. 1989.
De modeme vluchtsimulator Jijkl in niets meer op deze Billing Trainer. Voorbeelden zijn de trainingsvluchtsimulatoren van de KLM. Een lrainingssimulalor bestaat uit een stuurhut, die van binnen volledig idenliek is aan die van het gesimuleerde vliegtuig. Een zichtsysteem genereen beelden van hel vliegveld, de start- en landingsbaan of wolken, die reer gedetailleerd en waarheidsgetrouw kunnen zijn. De stuurhul bevindl zich op een elektrohydraulisch bewegingssysleem waarmee bewegingseffeclen kunnen worden nagebootsi. Hel geheel wordl gesluurd door
98
het mogelijk hel grootste deel van de voor vliegers noodzakelijke trammg op de gTOnd uit Ie voeren. Hel is zelfs mogelijk van het ene naar hel andere vliegtuiglYpe Ie worden omgeschoold zonder ten enkele trainingsvlucht op hel werkelijke vliegtuig. Voordelen zijn naluurlijk een gTOle besparing in Kosten en een grotere veiligheid omdat kritische manoeuvres zoals bij het uitvallen van
van vliegtuigen alsmede van de atmosfeer, wa:uin het vlieglUig vliegt (remous en windshear). Daamaast word! aandacht besteed aan de simulatie van het uitzicht van de vlieger, stuurkracht simulatie en de beStluing van het bewegingssysteem ten behoeve van bewegingssimul:ltie. Op het gebied van de vliegtuigsimulatie heefl de vakgroep voor het eers! in de wereld hydrostalisch gelagerde servomOlOten gebruikt voor de bewegingssimulutie. ))ergeIijke servomo!oren worden nu standaard loegepast in ieder modem bewegingssySleem. De vakgroep werkt in dil thema O.a. samen met het NLR, Hydraudyne en ATe Flight SimulalOrs in Zwitserl:and. Mens-Machine Systcmen He! feit da! de mens als bestuurder en/of "supervisor" verantwoordelijk is voor de vluchluilvoering, betekent dat bij de onlwikkeling van het vliegtuig en zijn systemen met nadruk rekening moel worden gehouden met de specifieke eigenschappen van de vlieger. Ondanks de voonschrijdende automatisering moe! de vlieger zodanig worden ingezet, dat hij aClief belrokken blijft bij de vluchlUilvoering. Deze actieve betrokkenheid is noodzakelijk voor het verzekeren van een voldoende "situational awareness", welke de basis is voor een veilige en efficiente uitvoering van de vlucht. Gezien de taak van de Vakgroep onderwijs en onderzoek Ie verzorgen op hel gebied van de stabili!eit en besturing van vliegtuigen en hel feit dal de eindverantwoordelijkheid voor de besturing van hel vliegtuig bij de vlieger ligt. behoren ook de Mens-Machine Systcmen in de Lucht- en Ruimtevaan tOl het vakgebied van de Vakgroep. Het onderzoek in dit thema richt zich op de inforrnalieverwerking door de vlieger bij het uitvoeren van zijn primaire taak (de handbesturing en/of 'supervisory control' van het vliegtuig). Deze infonnatieverwer-
king wordt verondersteld in drie fasen te worden uitgevoerd: waamemen, beslissen en uitvoeren. Was aanvankelijk het onderwek gericht op de eersle fase, het waarnemen van de vliegtuigbeweging, de laatste jaren is dit uitgebreid met onderzoek naar het genereren van slUuruitslagen door de vlieger, de derde en laatste fase. Voor de toekomsi ligt het voor de hand een verrlere uitbreiding van het onderzoek Ie weken op het gebied van het beslissingsgedrag van de vlieger, de tweede fa-
". Het onderz.oek naar hel waamemingsgedrag van de vlieger heeft zich gericht op de visueel-vestibulaire interactie bij het waarnemen van de vlieglUigbeweging. ?owei bij de handbesturing van het vlieglUig, al dan niet uitgerusl met een geavanceerd besturingssysleem wals bij de Airbus A-320. als bij supervisory control van een automatisch gestuurd vliegtuig, is deze waameming essentieel. ViI het onderzoek is de belangrijke bijdrage van hel evenwichtsorgaan aan de bewegingswaameming duidelijk geworden. Op grond van de verkregen kennis en ervaring wordt een bijdrage gcleverd in hel onderzoek naar bewegingsziekle in de ruimte (Space Adaptation Syndrome) in samenwerking mel het InSliluut voor ZinlUig Fysiologie (IZF) en het Nationaal Lucht- en Ruinllevaangeneeskundig Centrum (NLRGC). Bij de besturing van toekomstige verkeersvliegtuigen, uilgerust met fly by wire besturingssysteem. zal gebruik worden gemaakt van een side Slick als slUurorgaan. Ter besludering en evaJualie van concepten voor modeme vliegluigbeslu, ringssyslemen is bij de vakgroep een servo gesluurde side Slick ontwikkeld, die het mogelijk maakl de invloed van de dynamische eigenschappen van side sticks op hel stuurgednlg Ie onderz.oeken. Met deze side stick worth tevens onderzoek uilgevoerd naar de 101 van de slatische en dynamische eigenschappen van de arm en 99
I,
Vluchtnabootser van de vakgroep Stabiliteil en Resturing.
Advanced Concepts Aighl Station (Lockheed), uitgerusl met side stick beslUring .
.' 100
schouder van de vlieger in het besturingsgedrag. In de komende jaren zaJ in Europa een gro!e onderzoeksinspanning worden geleverd teT bevordering van de integratie van het FJight Management System (FMS) in het vliegtuig en de verkee~leiding op de grond ler verbetering van het verloop van luehtverkecrsstromen. Hiervoor is hel niel aileen noodzakeJijk dal de verkeersleiding over nieuwe hulpmiddelen kan besehikken maar is het tevens nodig de huidige vliegtuigsystemen uit te breiden en aan te passen aan de toekomstige infrastruetuur. Vliegtuigen zullen zeeT nauwkeurig moeten kunnen navigeren in plaats en tijd. Daarvoor is een verdere omwikkeling van hel FMS en he! Electronic Flight Instrument System (EFIS) noodzakeJijk om de vlieger de midde!en te verschaffen zijn toekomstige taak uit te voeren. Naasl een belangrijke omwikkeling van vliegtuig-avioniea, vluchtoptimalisatie, etc. is tevens on-
derzoek naM de interaetie van de vlieger mel deze systemen van beJang. Samen met de Facuheit der EJectTotechniek wordt een samenwerking voorzien mel het NLR, dat zeJf in een Europees onderzoeksproject participeen. Dynamica van ruim tevoertuigen Dc dynamische eigensch:lppen van ruimtevocnuigen zijn v:lnaf het begin v:ln de ruimtevaart in 1957 van eruci:la! bel:lng geweest voor he! welslagen van de missies van die ruimtevoenuigen. Aanvankelijk waren de ruimtevoenuigen kJein en compact en waren kleine zonnepanelen voldoende voor de energie voorziening. De satellieten gedroegen zich nagenoeg als starre Jiehamen en he! belangrijkste aspect van de dyn:lmica was de regeling van de stand van de satelliel. Voor vele missies was en is het noodzakelijk, dat de stand van de satelliet met
PIWLono (~~ IE"
,pc>
SEIWICE VUIICLE ISU>
Europees ruimteslation. ca. 21XlO.
lOt
~ Shultl, \ \
\ \ \
\ \
\ \ \ Telher
\ \
\
\
\
\ \ \ \
\
Voorbccld van een 'lelher'-satelliet. 1994.
102
z.eer hoge nauwkeurigheid op vooraf aan· gegeven punlen aan de slenenhemel, de ZOfl of de aarde gerichl kunnen worden. Mede geslimuleerd door de voorberei· dingen voor de nederlandsc sateltieten ANS (Astmnomische Nederlandse Salel· liet, 1974) en lRAS (Infrarood ASlronomi· sche Saldliel, 1983) richue hel onderzoek van de vakgmep zith op de slandregeling. De bovengenoemde salellielen waren uit· gerust mel digitale computers, die het rnagelijk maken, relalief complexe besturings· conceplen toe Ie passen. Daarbij kan ge· bruik gemaair::t worden van algorithmen voor schauings· en optimale regeltheorie. He! vakgmeponderzoek richue zich vooral op algorithmen voor schatting van de toe· stand van de satelliet. De ontwikkelde al· gorithmen werden niet aileen met compu· tersimulaties geverifieerd. maar werden ook in de praktijk geevalueerd mel behulp van een $atelliet simulator.
De eisen aan de s:uellieten worden inmid· deb steeds hoger. Vooral van communica· liesatellieten is de energie behoefle der· mate toegenomen, dat grote zonnepanden nodig zijn. De flexibilileil van die panelen kan de slandregeling nadelig bc'invloedcn. De1.c tendens wi zich in de toekomst vcr· der voonzetten. De modellering en stand· regeling van dergelijke flexibcle satcllie· len is d:1II ook een bclangrijk onderwerp van studie. Hoewel 5alellieten met zonnepanelen in dynamisch opzicht veel complexer zijn dan de eerste StaITe salellielen, zijn zij slechts ~~n fase in de lange weg naar het internationaal bemande ruimtestalion dat aa n het elnd va n deze ecuw geconstrueerd wi worden. Oil ruimteSlation wi in ge· deelten gelancecrd en in de ruimle samen· gesteld worden. Uiteindelijk zal een yak· werk construclie onlSlaan mel cen lengte van ongeveer 100 m, waaraan laboratoria, verblijfsruimlen. ante nne systemen en groIe zonnepanelen worden bevesligd. Het bestaal derhalve uit een aanlal slane en
flexibele onderdelen, die onderling door een flexibele construclie worden verbonden. Problemen. die met de dynamica van een dcrgelijk systeem samenhangen, wor· den veroor7.aakt door de complexiteit van het geheel, en door hel feit, dat de con· structie in de loop van de lijd gmeit. waaT· door de eigenschappen veranderen. Een dergeJijk ruimtestalion biedt dan ook uit· gebreide loepassingsmogelijkheden voor syslccmidenlificatietheorie en de Iheorie van de zelfadaplerende regelsystemen. Flexibiliteit van ruimtevoenuigen is een gebied van \anglopend onderzoek, waar· aan gedurende \angere lijd mel vruchl ge· werkt kan worden. Daarnaasl bestaan ook studie onderwerpen op kleinere schaal. Hn daarvan. is de toepassing van kabel· koppelingen in de ruimte (tethers). Hierbij worden Iwee ruimtevoenuigen mel een Kabel aan elkaar verbonden. Een voor· beeld is een sonde voor onderzoek van de bovenSle lagen van de atmosfeer (120200 km), die aan een ca. 100 km lange ka· bel vanuit de Space Shuttle naar beneden uitgevierd wordt. De interactie van de buiguamheid en elaslicileit van de kabel, de zwaanekraeht, de luchtweerstand en andere effeeten me t de dynamica van een dergelijk gekoppeld systeem is lamelijk in· gewikkeld en resu heerd in veel nieuwe en verrassende effeclen. Veel is nog onbe· kend. waardoor tethers een boeiend en zeer geschikt studie oooerwerp zijn voor de vakgroep.
ONDERWUS Hoewel hier genoemd na het onderloek is hel loch 1.0 dat het onderwijs de primaire taak is van de vakgmep. De vakgroep is veranlwoordelijk voor de vorming van in· genieurs op het gebied van de bewegings· leer van vliegtuigen en ruimlevoenuigen. De vonning vindt plaats hoofdzakeJijk in de laalSle allder half jaar van het vier· jarige studieprogramma. Sludenlen die na de basisstudie van twee en een half jaar
103
met het vakgroep sludieprogramma beginnen volgen een intensief studieprogrnmma bestaande uit kolleges, praetika en stud ieopdrachten. Behalve uit door de vakgroep verzorgde kolleges die speeifiek betrekking hebben op hel vakgebied van de vakgroep worden ook een aantal van beJang zijnde kolleges op wiskundig en regehheoretisch gebied voorgeschreven. Daamaasl is er nog ruimte voor een aantal keuzevakken die aan· sluiten bij de belangstelling van de indivi· duele student.
De laatste zes maanden worden besteed aan de uitweridng van de afstudeeropdracht. In het algemeen sluit de afstu· deeropdraeht aan bij een eerder uitgevoerde voorbereidende opdracht. Het afstudeerwerk maakl in principe deel uil van het in de vakgroep uitgevoerde onderzoekprogramma dal hierboven is beschreven. De student is lid van een zoge· naamde projecigroep en heeft regelmatig contact met zijn memor en eollega·studenten in dezelfde projeetgroep. Bijna altijd is het afstudeerwerk cen combinatie van Iheoretische en meer toegepaste aspecten. Juist de mogeJijkheid Iheoretische concepten te toetsen in de praktijk gebruikmakend van de uitgebreide experimentele faciliteiten blijk.t voor veel studenten een fascinerende uildaging. De vakgroep mag zich vemeugen over cen rela· tief gTOOt aanta! afstudeerders. Bovendien blijken studenten meer dan de voorgeschreven periode van minimaal een half j3M aan hun afstudeerwerk te willen be· steden.
TOEKOMSTIGE
ONTWIKKELIN-
GEN
De ontwikkelingen in de vakgroep worden naluur]ijk voor een belangrijk deel bepaald 104
door de evolutie van het vakgebied. Een belangrijk aspect van die evolutie is de steeds grotere rol van de computer. Computers maken een essenlieel deel uil van toekomstige besturingssyslemen van zoo weI vliegtuigen als ruimtevoenuigen. Computers zelf echter evolueren ook. Behalve cen steeds toenemende rekensnelheid en geheugen is er ook een ontwikkeling in de richting van het simultaan we rken met meerdere processors aan een bepaaJde laak. Oit zogenaamde parallelle rekenen begint gemeengoed te worden en studenten moeten dan ook de mogeJijkheid hebben zich op dit gebied Ie bekwamen. Oit is een van de redenen waarom in de nabije toekomst een op transputers geba· scerde parallelle computer zijn intrede zal doen in het Oigitale Vliegtuig Besturing (OV8l's project. dal in hel bovensmande werd beschreven. Behalve voor de uitvoering van bestu· ringstaken worden computers ook steeds intensiever gebruikt voor het ontwem van besturingssyslemen. Door de toenemende rekensnelheid kan in de vlieglUigsimulatie gebruik worden gemaakt van meer verfijnde modellen zoa[s bijv. modellen waaT· mede de aeroelastische vervormingen ten gevo[ge van manoeuvres of remous kun· nnen worden berekend. In de vliegproeflechniek zuUen de toekom· stige snelle computers aanJeiding geven lot loepassing van veel meer gedemilleerde mathematische modellen voor de parameter identificatie. Oe vakgroep vluchtsimulator zal in de nabije loekomsl ingrijpend worden gemoderniseerd. Het lOt nu toe gebruikle bewegingssysteem wI worden ui tgebreid van 3 naar 6 graden van bewegingsvrijheid. Ook moet de cockpilinstrumentatie worden uit· gebreid met beeJdschennen en zal een digitaal zichlsysteem moeten worden gein· stalleerd. He! facu!teits[aboratoriumvliegtuig zal na
meer dan 30 jaar trouwe dienst worden vervangen door waarschijnlijk een tweemotorig vliegtuig dat samen met he! NLR zal worden aangeschaft en geopereerd. Natuurlijk zal de gezamenlijke operatic van dil vliegtuig een extra impuls geven aan de nu al vruchtbare samenwerking mel het NLR. In de cockpit zal handbesturing cen stccds kleinere, en 'supervisory control' cen steeds grolere 1'01 gaan spelen. In dezc conteJ(( zuBen nog onopgeloste vr:lgen en problemen met betrekking 101 de interactie van de mens mel de 'machine' onderv.·erp zijn van sludie en onderroek. De inbreng van en samenwerking met special isten uit
andere instituten en instellingen zoals hel NLR, IZF en de Faculceil der Bewegingswetenschappen VU te Amsterdam is daarbij van grool belang. De ru imtevaanactivitciten in de vakgroep zullen zich richten op analylische en numerie ke studies van ruimte tethers en op de modellering en identificatie van flexibele satellieten en ruimleslations. De mogeJijkheid van experimenlele verifieatie met behulp van in het laboratorium opgeslelde flexibele satelliet eomponenten is nu onderwerp van studie.
l.A. Mulder
IDS
DE TECHNISCH E DIENSTEN V AN VLIEGTUIGBOUWKUNDE IN DE LOOP DER JAREN INLEIDING W ij zijn er VCIOT he! geven van onderwijs en he! doen van onderzoek en wij zullen ons, voor rove r maar cnigszins mogelijk is, daartoe beperken. Alles wal anderen kunnen doen aan de vonning en instandhouding van de "'OOf ons werk benodigde infrastructuur, zullen wij zeker niet u !f doen.
Aldus was van meet af aan hel beleid van de hoogleraar-beheerder, prof.Yan def Maas en 20 is hel ahijd gebleve n.
He! resultaat van dit beleid is dat de technischc dienSlcn (algemene technische dienst, werkplaats VOOf houtconstructie. werkplaals VClOf metaalbewerking, instrumentmakerij, tckenkamer en constructiebureau, bedrijfsbureau), in tcgenslclli ng tot die van de meeste andere faculteiten, reef beperkt van omvang zijn gebJevcn. Hel werk wOlth rovee! mogeJijk uitbesteed. Zo werd Vliegtuigbouwkunde al spoedig de grootste klant van de Centrale Werkplaats (circa 20% van de totale capaciteit van de CW), tenvijl de eigen service-werkplaatsen uilslui[end specifieke opdrachten voor ondenvijs en onderzoek uitvoeren en dan nog aileen voor zover anderen hel werk niet of nie[ tijdig kunnen uitvoeren. Deze gedragslijn kwam ons goed te pas bij de drastische bezuinigingen in de jaren tachtig die tOt gevolg hadden dat e lders werkplaalsen sterk werden ingekrompen of zelfs werden opgeheven. Dnze [echnische diensten werden door deze bezuinigingen niet getroffen, hoewe l de daaropvolgende voortschrijdende inkrimpingen wei van invloed waren op de omvang van onze service-werkplaatsen. Door bezuini-
gingen op centraal niveau zijn jaren veel werkzaamheden, ook nische aard, naar de facultei[en Yen. Dit heeft enoe geleid dat nee1sbestand van de algemene dienst moest worden uitgebreid.
DE ALG EMENE D1 ENST
de laatste van techafge schohet persotechnische
TECHNISCHE
Van de aanvang van de vliegtuigbouwkundige opleiding in 1940 tot het gereedkomen van het hoofdgebouw in 1967 had Vliegtuigbouwkunde geen behoefte aan cen eigen technische diensl. In de Nieuwelaan woonden we in de bij de Afde!ing voor W&S en in de Kanaalsrraat gebruik[en we een gedeeJte van de 'Rode Scheikunde' waarvoor de Gebouwendienst verantwoordelijk was. Iiel [echnisch gecompliceerde Lage-sne!heids Laboratorium uit 1953 kon door eigen laboraloriumpersoneel worden verzorgd. te rwijl het relatief eenvoudige laboratoriumgebouw aan de Leeghwaterstraat uit 1957 weinig problemen gaf. Maar de situalie veranderde draslisch met het gereedkomen van het hoofdgebouw aan de Kluyverweg in 1965. Iie[ gebouw werd voorzien van voor die tijd gecompliceerde technische installaties, lOals een luchtbehandelingsinstallatie met ventilatoren. verwanning, koeling en luchtbevochtiging met de bijbehorende regelinstallaties. liften. walervoorziening met hydroforen. bmndalannering en -bestrijding etc. Geheel in stijl met de bij Vliegtuigbouwkunde heersende opvallingen. was he[ voor ons vanzelfsprekend d:1I de Gebou107
wendiensl voor het onderfloud lOU wrgtn. Hel gebouw was immen in gebruik gegeven om erin Ie kunnen werken en het onderhoud was onze zaak niet.
De chef van de Algemene Technische Dienst, de heer C.NJ, Mokveld, bij de koelcompressor in de kelder van het hoofdgebollw,
In he! hoofdgebouw wemelt hel van ventila!iekanaien, leidingen VOOf' waler, gas, cclllraJe verwarming en nolenng, leidingen voor elektriciteit, telefoon, brandmeJding, e,d, Voordat deze kanalen en leidingen verdwenen in leidingsehachlen en achIer betimmeringen, maakte de bedrijfsleiding talloze folO's om nadcrhand, bij onderhoudswerkzaamheden, te welen waar een en ander te vinden was.
Maar die vlieger ging niet op. Alras bleek dat bij de GebouwendienSI de nodige kennis van het onderhoud van de installaties onlbrak! Voor enkele onderdelen, zoals liften en !cranen konden onderhoudscontracten mel gespecialiseerde firma's worden afgeslolen. Maar voor het ooderfloud van de overige - omvangrijke en gecompliceerde • installaties had de Gebouwendienst geen oplossing. Nu was er binnen de Afdeling gelukkig weI een redeUjke kennis van de instaUalies van hel gebouw aanwezig. l ng, Van Willigenburg en ikzelf waren nauw betrokken geweest, lOWe! bij de voorbereiding en het besteksgereedmaken als bij de uitvoering van de bouw, Wij hadden alles op de voel kunnen volgen en kenden de technische installalies redelijk
,ood.
Met de GebouwendienSI werd overeengekomen dal zij een technicus beschikbaar lOuden stellen, onder voorwaarde dat wij zelf leiding lOuden geven aan he! onderhoudsweric. Maar ondanks aile goede bedoeJingen liep dat niet lo goed. De betreffende technicus raakte al spoedig in de knel tussen de belangen van de Afdeling en die van de Gebouwendiensl. Op dringend verwek van de GebouwendienSI werd de technicus, die inmiddels al was voorzien van een assistent, door de Afdeling overgenomen. Aanvankelijk was de hoogbouw door het architcctenbureau Van Bruggen, Drexhage, Sterkenburg en Bodon ontworpen met een gesloten glasgevel, gecombineerd met buitenzonwering en kunstmatige velllilatie, Na intensief ondcrwek naar de duurzaamheid van buitenzonwering werd de toepassing hicrvan door OilS afgewezen en, zools
108
later bleek, lerecht. Als altemalier kwam naar 'loren binnenzonwering, ventil:lIie en koeling. Maar het was verte van eenvoudig om van overheidswege loeslemming Ie krijgen voor hel installeren van een kocl-instal1atie. KocHng was nog niet eerdeT in een Rijksgebouw toegepast en men was bang om een precedent Ie scheppen. Na lang louwlrekken werd tenslone toestemming verkregen om een zogenaamde beperkte koeling Ie insmlleren, die slechts hel verschil in wanntebelasting IlIsscn buiten- en binnenzonwering zou wegwerken. Aldus geschiedde. Bij de oplevering van het gebouw bleek de koelinSlallatie exact aan de beSleksvoorwaarden Ie '101docn. Nu hadden we natuurlij k liever zogenaamde COmroil-koeling gehad, dal wi! zcggen een koelcapacileit die tOI een buitentemperatuur van 25°C hel binnenklimaat goed lean beheerscn. Na enig rekenwerk door onszelf, gesteuoo door berekeningen door TNQ, bleek dat in de koelinstallanie rodanig ruime werkluigbouwkundige marges waren toegepast dat de capaciteil groot genoeg moest zijn voor comfortkoeling. Door optimalisering van aile beschikbare mogelijkheden geluklc het om binnen een jaar na de oplevering de beperkte koeliog om te vormen tOt een '101waardige comfort-kocling. Naarmale de installalies ouder werden, nam uiteraard het onderhoud toe. In verband hiermee is de algemene technische dienst inmiddels uilgebreid tOI drie medewerkers, die overigens nu aile gehouwen van L&R onderhouden. Er wordt naar gestreefd door preventief onderhoud (nog zeer ongebruikelijk in de beginjaren) hel aamal storingen tOI een minimum Ie beperken, waarbij bijzondere aandachl wonh gegeven aan de luehlbehandelingsinstallatie, die immers van w groot belang is voor de handhaving van een goed binnenklimaa\. Er wordt de laalste !ijd veel gediscussi-
cerci over hel klimaal in gcbouwcn mel cen gestolen gtasgevel in combinatie mel een luchtbehandelingsinstallatie, Men spreekt in di\ verband over hel 'Sick Building Syndroom'. Hocwel nog niel precics duidelijk is wat de oorzaken zjn van het feit dal zich bij veIe bewoners van dergelijke gebouwen ziektcverschijnselen voordoen, staat weI vast dal de biologische vervuiling van de luchtbehandelingsinstallaties hierbij een belangrijke rol speth. Oat in ons gebouw de genoemde klachlen niet or nauwelijks voorkomen is naar mijn vaste oveiluiging mede te danken aan de grote en enthousiaste inttt van de technici van de algemene dieosl, die de uilerste zorg besteden aan het rein houden en het optimaai functioneren van de insta!laties,
DE WERKPLAA TS CONSTRUCTIE
VOOR
HOUT-
Na de benoeming va n de cerste hoogleraar, prof. Van der Maas, in 1940, werd VJiegtuigbouwkunde gehuisvest op de zotderverdieping van het loenmalige gebouw voor W&S nan de Nieuwelaan 76. Daar werd ook al direkl onder het schuine dak cen werkplaats voor houteonstructie annex uitslagwlder ingerich!. De leiding van deze werkplaals werd loevenrouwd aan de hecr A. Buurman, een ervaren vliegtuig-houtbewerker, afkornslig van de N.V, Koolhoven Vliegluigen Ie Rotterdam. Tot zijn pensionering in 1967 bleer de heer Buurman het hoofd van deze werkplaals. Al spoedig werd gestan met een voor al1e vliegtuigbouwkundige studenlcn verplichl houlconslrUctie-praklikum, ..let eersle werkstuk bestond uit een open vierkant van Illjes met daarop een driehoek (zoals de doorsnede van een huis met cen puntdak), op aile hoeken ve rsterkl met driehoekige triplex hockverstijvingcn. De laljes moesten op maat wor-
109
den gezaagd en de hoekverslijvers werden gezaagd uil triplexpl3al. Tenslotte werd het geheel samengelijmd in een mal. fen tweede werkstuk bestond uit een houten vteugelrib, die eveneens in een mal moest worden samengelijmd. Op de vloer van de uitslagrolder werden, met behulp van strooklatten en bijbehorende 'tekenloden' rompspanlen van de Douglas DC 2 uitgezcl. De achtergrond van prof. Van der Maas als scheepsbouwkundig ingenieur deed rich hier duidelijk gelden! In 1955, toen Vlieg\uigbouwkunde reeds lang en breed in de Kanaalstraal was gevesligd. werd hel houcconslruclie-praktikum gestopl. Houl werd toen vrijwel niet meer in de vliegtuigbouw gebruikt.
De werkplallts voor houtconstruclie, in 1957 overgebracht naar het laboratoriumgebouw alln de Leeghw3terstraat, herbergde enkele intereSS8ll1e voorbeelden van houten vliegtuigconstructies. zoals houten vleugelliggers van Koolhoven- en Fokkervliegtuigen en !!!!!!n geheel houten vliegtuig. een gedeeJtelijk opengewerkte de Havilland Mosquito uit de tweede we· reldoorlog. Oil Iwee·motorige vliegtuig was geheel in hout onlworpen mel de be· doeling een snelle en grole produktie Ie bewerksIelligen. Aile in Engeland aanwezige limmerfabrieken en meubelmakerijen werden ingeschakeld om onderdelen voor de Mosquito te vervaardigen. De Mosquito deed in de oorlog dienst als 'pathfinder' voor grote groepen bommenwerpers en als nachtjager. De ouderen onder ons herinneren rich nog zeer goed het sonore geluid van de RollsRoyce Merlin motoren als de Mosquito's 's nachts over ons land vlogen op weg naar doekn in Duitsland. Steevast meldde de Engelsc radio iedere 110
De Havilland Mosquito in hel laboratoriumgebouw aan de L.eeghwatersrra31. morgen: 'Our Mosquito's raided Berlin tonight'. De houten vleugelliggers verhuisden later naar hel Mililaire Luchtvaart Museum te Soesterocrg. Enkele voorbeelden van hauten ligger·conslJUcties zijn nog Ie zien in onze modellenzaal. De Mosquito ging naar een museum in Engeland. In de loop def jaren werd de werkplaats voor houtconstructie gaandeweg voorzien van modeme houtbewerkingsmachines, terwijl na de verhuizing naar het nieuwe laboraloriumgebouw aan de Kl uyverweg cen lakspuitinrichting aan de inventaris werd toegevoegd, die speciaal bedoeld is voor hel afwerken en renoveren van wind· tunnelmodellen. Met de komst van windtunnels kwam er behoefte aan cen rijke verscheidenheid van windlunnelmodellen. Aangezien deze modellen aanvankelijk geheel uil hout werden vervaardigd, lag het voor de hand dat de werkplaals voor hOlitconStructie de fa· bricage van dett proefmodellen ler hand roll nemen. In verband met de hoge eiscn die worden gesteld alln de sterkte en de vormstijfheid van de modellen is later overgegaan op veredeld hout (tropisch hardhour. in lagen onder druk op elkaar geJijmd) en nog laler
werden de modcJ!en gemaakl uit cen metaien kern met opgelijmde houten stroken. Een gocd voorbeeld van de laatstgenoemde fabricage-methode is het moclel van de Fokker F 27 Friendship, comp[eet met elektromotoren en draaiende schroeven (schaal I : 20). Kleppen, roeren en mOlOrgondels voor dit moclel zijn door de instrumentmakerij in lichtmctaal vervaardigd. Tegenwoordig worden windtunnelmoclellen gewoonlijk geheel uit metaal g,emaakl, zoals het Beaver moclel (schaal I : II), vervaardigd door de Centrale Werkplaats.
BEAVER-windtunnelmoclel schaal 1:11. Qntwerp en constructie: Constructiebureau VTIi. Fabricage: Centrale Werkplaats TH.
De werkplaats voor houtconstructie be· perkl rich momenteel voomamelijk tot renoveren van windtunnelmodellen en vervaardigen van kieine windtunnels of len hiervan. lncidenteel worden 1I0g wei moclellen goten ill kunststor.
het het dege-
De bezcuing van de werkpla:ns is altijd beperkt gebleven lot twee medewerkers, van tijd tot tijd aangevuld met een leerJing. Thans is, in verband met de bezuinigingen, de formatie teruggcbrncht tot een persoon. Gezien de specialistische werkzaamhe· den, die niet kunnen worden uitbesleed, is dit wei hel uiterste minimum.
DE WERKPLAATS VOOR METAALCONSTRUCTIE
Op I juli 1946 trad de heer P.A. van den Broeke in diens t bij Vliegtuigbouwkunde. Hij werd de chef van de op te richten werkplaats voor metaa1constructie die kort daarop werd ondergebracht in het gebouw lulianalaan 134, daar waar nu de telefooncentrale van de universiteit is gevestigd. Een aangrenzende gIOte ruimte diende als moclellenzaaL Later verhuisde de werkplaals naar de linkervleugel van het gebouw, het gedeelte
waar nu de VSSO- willkel is gevestigd.
De heer Van den Broeke, de boordwerkluigkundige van de eerste Indievlucht in 1924, had ve\e jaren bij Fokker en bij de KLM gewerk! en gold als een gTOOt deskundige op het gebicd van dc vliegtuigbouwkunde. Hij bleef gedurende bijna 17 jaar, tot zijn pensionering in 1963, de chef van de werkplaal5 voor metaa1constructie. De belangrijkste taak van deze werkpla:IIS was en is het inrichten en onderhouden van de verzameling constructievoorbeelden, bestaande uit complete vliegtuigen, delen van vliegtuigen en vliegluiginstallaties, zoals hydraulische en pneumatische installaties. Het inrichten van een dergelijke venameling vereist een grote deskundigheid en een zeer gocd vakmanschap Vele ollderdelell wordell in de verzameling getoonde in opengewerkte toestalld. Oat openwerken vraagt cen grondige kennis van de constructie van vliegtuigen en een goed ru imtelijk inzichl. HCI open werken zelf is grotendeels handwerk, dat dikwijls onder moeilijke onstand igheden moel worden uitgevoerd. Sommige onderdelen. zoals bijvoorbeeld een intrekbaar onderstel of cen hydraulische inslal1atie zijn zodanig III
111 -~8
uodsut:Jl8!m8~!I"
JOOo\. JEEP:x:IS J~o\.O "14:lIlWI4on1 ~'1r!l'lU1UO)l ~P U~ 15U~!punM4on"l ~u!I8~ ~P UU u~8 -U!J~PJEuodsuE..Il ~lSru~!XlI 11l"ll1:»ds JXlP I!P JOOo\. Ullo\. l'ItmW~S lI!ruq;):f J"IIEqlluEp p.!;) ..... XlU;)!H "UEE~:f UodSURU:f;)..... I~W lIf!P:fow REl..... I1P p.!~"'" J;)I"C""] "l!nlJ:)S~p J;}(f '1f!P'IU"I!o\.Ull"ll ~PP;)14:l'S;):f lXlt.n" I;)H u~I'I!40S~
-!I'IllJd:)!I:lTUlSUO:l 1;)4 lIJ~"'" umf ;)J;)IRI UJ
n.-a
"SIlII\ wn"~'I\lJd 1;)4 UM :JU!lXl~ ~P lIoo lIf!PPUPI!" U~:JI;)H "8U!'IJ;)N...I:lAl11Eld UIl,.. U~p;)IIl1r!l!XlUI ~P u1 u~S;)np:J III:l!2 -U! S1U~ U;)IU;)pnIS ;)P U;)PPIlII IIXlI .n!ll~ "U~ll1l
-J ~'"
"UlldE IE"I!4J;)0\. U~~ 51 RElU u;)pp:f!m:f;)!lo\. U;) u;):f!m:f;)!lo\. n -n;)u!wnl0o\. I"I!I;);)" ~P Ull" JXlI\J;)" l;)lJ .nlll~ ",J;)PIOZ do u;)lI!mlb!lA, lImsPJ004 l;)lJ U! U;),,;).I4:)S~ uf!z 1;)o\.W;)!4 U~~41~pUOZr18 "1:n:~lhJOO'" '1;)1:fJ;)U;) JIn..... I!P p.!;) ..... U:I~ -ISU;)!PU! uflz EN "U;)PI~00";)!I:lnn5UOO !un~"II"ZJ;)'" ;)P JOO" U;)Pp.!;)PUO UC'" U;)! -u;).Iqu;J::.f!q 1:14 l~W u~uuo:f~ 5"11 ..... ~lI:xua U;)P UllA J;);)4 ;)P U"I!'" ISWOli ;)P JOO'" S~~l1 IjJ~
"JOOJ.S J~;)Z SP»IS :lou $! Wnll11l11lJd I!P JOO,.. U~IU~P oms ;)P U"M ~S1!!snO\lJU;) I:lH "d"l!4:l'Sp»J -;):J dw!-1'I U:I -'1;).1 1Il"l!!:»ds U~ dIl4:l'Sp;l;).l ~lJ 4:)s!ICwn~ud U"I!'" IlillEW;)S IlI!ruq;)S IPJOIoI f!QJ;)!H "SU!lllld~p!nlJ U:I u~q!J '1:)'8 -8!1 I::M..U 1»ldwoo 'p:fn~I'" ~f'l"IS U;J::. U;)I -u;)pms ;)P U;)'1mu s;)fd:xu8 ul "8u!lIJ:I.¥.J;)'" -IECld ~W;)pow :lp do PW;)IS~SJ"I! J~;IW wnll
U:lJII:lOlU Sll1"l![d'lJ~M Uf1Z U;)'I"nI5l1J;)M ;)111:);)1$ P!I"III!!"I!M'I u;J::.8 J;) Illp f!4 puo,.. J~MnoqlJ1mS~!I'" PJ"II"II:~814:l;)J slV "p.l;);)j -npwd;)S p.l;)M P4:lSltmld'lJ;)..... ;)P UIl'" PUllII ;)pu:lun:lISJ~pUO ~P Ull" dlnll~ I;)W '1nls -)(J~"'" ~'1f!I~pUpl!n I~II 'u:llI'Ims)(J:lM ~P Ull" U~1XlU)(J:I" U:I u:l1:1Ou'I Pr!1 U;J::. EU I"I!P lIf!l:lp!np p.i~ nlr-t "p::.oS lIf!\uf!II3SJllIlM -uo Sl1M u;)lIlIms'IJ;)M ;)P UIl,.. \1;)1!II1M'I ;)(I "U:lII"I!W do u:x:Iddo['1 1;)11 JOOp U;)PPlll1lld ~S!lWO"'loq uc,.. U;))[llw 1;)11 U;) U;)puoq..";I" U";Ip.!";IM JtlIl'lP UIlIl S[";IS"I!U'IU!llI U:lUOOS ~pU;)mll:lSJ;)" 1";lW ";I!P 1'!Il]..l";lIIlWIIl"l!ld s;)f -lims U11" U:I)j..I:lN...I:I'" 1;)11 :u~Pp.i~puo ~MI I!n Wnll!J)["llJd I!P PU01S"aq '1fn:l'lU"I!o\.U11V " U~IU~pnIS ";IP JOO" Wn'l11)[llJd;)!I:lrulsuoo 1";111 Ull" U";I8JOZl";l'" l";IlJ 5! Slllllld)j..l";lM :)Jl UII'" '!WI ~p»11\1 u~ "PJ";I";IpnI5-;tq U";Ip.!OM u:luunll PUClSXll ";IpU:I)j..I::...... U! n Illp PPI5;):Jdo
• "H:t 30Nn>lNon08!)JnJ!)3IM 1J30 !)N1730.:J"1J30NO 30 IJOOO N30083!)N""
(961 lI.1d" I -
!"I)'61 UnC I
30011J3<130 N"" !)N11J3NN11J3H 1J3J 3>1301J8 IJ'P
tlD ...
"""rJ 1J33H 30
N""
bouwde, extra lange dieplade~, 29 m lange Queen Mary's en hadden als enigen in Nederland kraanwagens met voor die tijd zeer grote hijscapaciteit en hefhoogte. Maar ook toen reeds moesten eerst verkenningstochlen worden ondemomen om wegen met voldoende rijhoogte te vinden. Lage viaducten en spoorwegovergangen moeSlen worden ontweken. Transponen vanaf Schiphol en de vliegbasis Valkenburg gingen vaak over sccundaire wegen door de bollenstreek en via de boulevards van Katwijk en Scheveningen door hel Westland naar Delft. Soms werden bovenleidingen van tram en spoorwegen stroom1005 geze! om te kunnen passeren. Voor militaire tnmsporten kon dit alles op Korte lennijn geregeld worden, waarbij ze dan ook geen beperkingen kenden voor de breedte en hoogte van de transponen. Later werd deze hulp sterk beperkt en waren we aangewezen op cen burgenransponDedrijr. Oit werd het transportbedrijf
Fa. Van der Lee in Delft, waamlee bijzon· der plezierig werd samengewerkl. Ze beschik\en over zeer deskundige mensen, die voor elk probleem een oplossing wisten te vinden. Toen van een Iaaanwagen een keer de hefhoogte tekon schoot, zagen ze kans om die per kerende POSt met zes meIer Ie vergroten. WeI waren er nu vergunningen nodig voor bijzonder transpon. Aile te passeren gemeenlen, Pravindale Waterslaat en Rijkswaterstaat dienden voor bijzondere transponen hun goedkeuring Ie verlencn en de nodige begeleiding te venorgen. Het verkrijgen van deze goedkeuringen vergde zeker (wee maanden. Een goede planning was dan ook noodzakelijk. Een keer ging het grandioos mis! Wij hadden een op de luchthaven ROllerdam staande DORNIER DO-28A cadeau gekregen en deze moest dus naar Delft worden getransponeerd. Alhoewel de Fa.
Principe-schema iuchtbehandelingsinstal· latie van he\ hoofdgebouw.
I
'i'"~.'''"''''''
~ lCrt-____------------~-*r~~
I,
1
l _IE~ _ _ _ ><EE _H walE" '00_\<, .OO"t '0
f,
r
!
1 J~
_ _ . 000 wA1£" •• 'e
.,
,,,,,~, "
.......,
De ooRNIER oo-28a wordt op de Luchlhaven Rotterdam gec!emonteerd voor hel vervoer over de weg naar Delfl. 1966. Van der Lee over een ontheffing beschikIe, bleek de romp met molOrgondels voor dez.c ontheffing enkele centimeters te breed te rijn. Volgens de Fa. Van der Lee zou dit voor de kone afstand naar Delft wei los lopen en zou bovendien uit veiligheidsoverwegingen van de secundaire weg Jangs Rijksweg 13 gebruik worden gemaakl. De staan werd in een kraanwagen gehangen zodat de romp op eigen onderstel kon rijden. De voorgeschreven verlichting werd op de 'aanhanger' a::lngebracht en hel transpon ging op weg naar Delft la, dat hadden we gedacht! Net op de sccundaire weg werden we aangehouden door een adjudanl van de Rotterdamse politie. Of wij over een ontheffing beschik· ten? lawel, die kon worden getoond. Toen begonnen de moeilijkheden. Volgens de adjudant kon dil helemaal niel. De ontheffing gold voor een voenuig en dit was ielS heel anders, nl. een vliegluig ..... . Tot overmaat van ramp haalde hij een duimstok te voorschijn en conSlateerde dat hel ttanspon enke\e centimeters te 114
breed was. Wij mochlen niel verder en moe5len aan de \cant. Ondanks dez.c manoeuvre slak een molorgondel nog builen de rechterweghelrt uit en moesl vTllChlverkeer uiterst voorochtig passeren. De adju. dant beloofde een forst bekeuring en begon zijn bazen Ie bellen en daama de Provinciale en Rijkswaterstaal. Allen waren hel met hem eens dat dit transport niet was toegestaan. Toen hij was uitgeraasd vroegen wij beleefd of het nu de bedoeling was dat we ter plaatse bleven kamperen en meaten we op dal we geen brood en koffie hadden meegenomen. Ooeie vraag!! Plotscling realiseerde hij rich dal we niel konden keren en dal we hier helemaal niet konden blijven staan. Goede raad was duur. Hoe moeSt dal nu verder! Hij draaide om als een blad aan de booom. Hij werd vriendelijk en klom weer in de telefoon en begon zich nu bij aile instanties uil Ie sloven, om ons weer 'vlot' Ie krij. gen. Dal lukIe, zij hel dat politiebegeJeiding van Delft en Rotterdam vereist was.
Ook dal regelde hij. Mel een venraging van ruim Iwee uur reden we onder bcgeleiding 101 de grens van de Gemeenle Delfl. Delflse begeleiding was in geen velden of wegen Ie zien. De mOioragenlen hadden kennelijk nog cen ander klusje en gingen weg na ons op hel han Ie hebbcn gedrukt dat we zonder begeleiding niet verder mochlen. Na een lijdje vruehleloos Ie hebben gewaehl zijn we loch maar verder gereden. Diehl bij de Pauwmolen kwam cen molorugenl olXiagen. Hij had ons op de auloweg gezochl en was enkele keren op en neer naar ROllerdam gereden alvorens hij ons op de secundaire weg onldekle. Bij de Pauwmo[en siople hij het transpon en vTOCg bcleefd of we hel erg zouden vinden om verder op eigen gelegenheid Ie rijden want zijn aanwezigheid was elders dringend geweosl. Grootmoedig gaven we hem toestemming om Ie verdwijnen. Pikant detail: 'Wij wachlen nog sleeds op de bekeuring'.
Opengewerkl Mk8.
onderslel
Glosler
Meleor
Door de afmelingen van de sleeds groler wordende verkeersvlieglUigen werd he! lranspon, ook van gedeeilen, sleeds problemalischer. Voor enkele rompdelen van een CARAYELLE van Transavia werd nog een oplossing gevonden en weI per binnenschip met cen geimproviseerde losplaals len zuiden van de Kruilhuisweg. Een aanbod voor een VFW-614 moeSI door de transponproblemen «hleT worden afgewezcn. Transpon per $Chip vanaf Hamburg I:.on aileen over zee naar Rouerdam. Het transpon ROlterdam-Delfl gaf onoverkomeJijl:.e problemen. Ais laalsle mogelijkheid wcrd locn een beroep op de spoorwegen gedaan. Zij beschikten over 3 plaue wagons, waarop de romp een plaats zou kunnen vinden. De breedle gaf ook hier de nel:.slag. De romp 'lOU excenuisch moeten worden geJaden om de ponalen van de bovenleiding Ie kunen onlwijken. Hel 2e spoor zou tijdens hel nachlelijke transpon moelen worden afgeslolen. Dat was niel meeT bctaalbaar. In de loekomsl zal voor hel transpon van dit soon slukken aileen een grote Iransponhelikopter nog uilkomsl kunnen bicden. Wie zal da! echtcr bclaalbaar aanbieden?? De werkplaals voor melaalconstructie met de verzameling construclievoorbeelden is nog tweemaal vemuisd. ferst in 1957 naar hel laooraloriumgebouw aan de Leeghwalerstraal en daama in 1965 naar hel nieuwe geoouw ann de Kluyverweg. In de glorielijd van de werkplaats werkten er vier technici . Door venninderd aanbod van vliegtuigdelen en door gebrek aan belangstclling bij de welenschappelijke staf werd de bezcning naderhand terugge· bracht tot twee personen.
De door bczuinigingen krimpcnde fonnatie van de facuileil, vereisle hel stellen van priorileilen. Als gevolg hiervan wordt de bezcning spijtig genoeg suecessievelijl:. naar cen dag!aak leruggebracht. III
De instrumentmakerij in he! gebouw Kana
Aan de uitbreiding en instandhouding van de unieke venameling constructievoorbeelden zaJ niet meer die aandacht kunnen worden gegeven die deze venameJing verdien!.
makerij over een riant machinepark. bestaande uit drie draaimachines, een Schaublin universele freesmachine en een Kleine freesmachine. Twee van de dr:laimachines en de Kleine frcesmachine werden verkregen via het Marshall Europees Herstelplan.
DE INSTRUMENTMA KERU Reeds aan de Nieuwelaan kwam cen instrumentmaker bij Vliegtuigbouwkunde in dienst en ontstond er een bescheiden instrumentmakerij. Na de verhuizing naar de Kanaalstraat werd aJdaar een nieuwe instrumentmakerij ingericht met een oppervlakte van 36 m2 waarvan 11 m2 voor magazijn en kantoor. De bezetling werd gevonnd door de gezelinstrumentmaker. de hcer H. Soetens, geassisteerd door cen leerling. Reeds in die lijd beschikte de instrument116
Bij de verhuizing naar de Kluyverweg in J965 werd de instrumentmakerij fOTS uitgebreid tot 240 m2, waarvan 91 m2 voor een zuurkamer, een magazijn en een kantoor. He! machinepark werd uilgebreid en gemodemiseerd. De drie draaimachines uit de werkplaats aan de Kanaalstraat werden door nieuwe vervangen, doeh niel afgedankt. Ze gingen respektievelijk naar de laboratoria voor Hoge- en Lage snelheden en naar het laboratorium van de vakgroep b2. De twee eerslgenoemde machines
worden gcbruikl voor servicc-vcrlening Icr piaalse, de derde machine is omgebouwd lOt wikkelbank. Aile drie zijn ze nog ahijd in gebruik. Een belangrijke verdere slap in de modernisering van de instrumenlmakerij was de aankoop van een compuler-gesluurde Deckel freesmachine. Deze machine maakl hel ondenneer mogelijk om in eigen beheer met grote nauwkeurigheid vleugelprofielen te fabriceren en om series trekstaven van onderling e:'lacI geJijke afmelingen te vervaaroigen. Mel groot enthousiasme hebben de medewerkers van de instrumentmakerij Cursussen gevolgd om mel deze gecompliceerde machine te leren werken. Hun vaardigheid was al spoedig zo grool dat ze aan werkplaalsen in andere facuheiten adviezen konden verstrekken over he! gebruik van soongelijke ma-
chines. De bezcttingsgraad van de Deckel-machine is zo groot (bijna 100%) dat verschillcnde vakgroepen gaame een tweede machine zagen geplaalst.
De inslrumenlmakerij leven vele huzaren· slukjes op het gebied van de fabricage van windtunnclmodellen. Uniek is de wijze waarop de medewerkers kans hebben gezien om vlieginstrumenten door aanpassing en ombouw geschikl te maken voor gebruik in de vluchtsimulalor van de Faculleit. De bezcning van de instrumenlmakerij is in de loop der jaren uitgegroeid 101 vijf medewerkers en heeft zich thans gestabiliseerd op vier instrumentmakers. Nog altijd heef! de werkplaats een overvolle ordcrportefeuille.
De instrumentmakerij in het gebouw Kluyverweg I. Van links naar rechts de chef, de heer Van der Stok en de heren Schuyer, Beukema en Werges.
117
DE TEKENKAMER EN U ET CON· STRUCflE8UREA U Een van de eenae medewerkers bij de aanvang van de vliegtuigbouwkundige op· leiding in 1940 was de lOen 16-jarige J.A. (Koos) Jongenelen, die zich al spoedig ontpopte als iemand met een onvenvoest· baar humeur en die ahijd bcrcid was alle denkbare karweitjes aan te pakken. Al spoedig begon hij ook lekenwerk Ie venichten. Hij maakle illustraties. label· len en grafieken voor de zogenaamde volg. nummers ten behoeve van het onderwijs. Dal tekenwerk werd al spocdig zijn hoofd· laak en dat is het gebleven lot zijn af· scheid in 1989 na bijna 50 diensljaren. AI die lijd maakte hij volgnumme rs. iIIustrcerde hij handleidingen, collegediclaten. rapponen. verslagen en proefschriften. Tot in het buitenland toe werd waardering uitgesproken over de kwalileil va n zijn werle Hij maakle ook dia-series en overheadsheets voor Jezingen en leksten en illustraties voor exposities. En bij het afscheid van medewerkers maakte Koos steevast de meest humoristische lekeningen voor het afscheidsalbum.
De tekenkamer groeide in de loop der jaren tOt drie medewerkers. Maar met de komst van de personal computers en tekstvenverkers nam de omvang van het werk af. Mede onder druk van de bezuinigingen is momenteel nag slechts ten medewerker voor het tekenwerk beschikbaar. Maar die heefl dan wei de beschikking over modeme hulpmiddele n. zodat het niet meer nodig is lenenje voor lenertje met behulp van schablonen met de hand in te tekenen. Een vemuftige cornputergestuurde tekenautomaat heeft het werk overgenomen. Met de kornst van de heer W. van der Gaag als lekenaar-constructeur in maan 1949 was de oprichting van cen eigen construcliebureau cen feit. Vliegtuigbouwkunde was in die lijd gevestigd aan de Ka118
naalstraat. maar er werd al hard gewerkt aan de voorbereidingen voor de realisering van wat ons cerste laboratoriurn zou worden, het Lage-snelheids Windtunnel-Iaboratoriurn. De medewe rk ing van een ervaren constructeur was daarbij onmisbaar. Er wuden trouwens nog verschillende gebouwen en laboratoria volgen, waar evenzcer behoefle zou ontstaan aan speciale apparatuur, die nergens te koop was en zclf moeSI worden ontworpen en gceon· strueerd. De llIak van cen construcleur in cen academisch bedrijf is vem van cenvoudig. De eisen die de wetenschappelijke staf stelt aan de Ie ontwerpen apparatuur benaderen vaak het onmogelijke. Grote vakbekwaamheid en invenliviteit zijn nodig om lot aanvaardbare oplossingen Ie komen. Bovendien steh de kornsl van steeds weer nieuwe materialen hoge eiscn aan de kennis van de eigenschappen van dezc materialen om 101 cen goede constructieve vormgevi ng Ie komen. De heer Van der Gaag verwierf zich, wwel binnen als builen de Hogeschool, a1 spocdig een grole faam als construcleur, die daarenboven nog razcnd snel kon werken ook. Onder zijn leiding groeide hel constructiebureau uit tot een bezetting van vijf constructeurs. Het werkterrein van hel constructiebureau is bijzonder breed, en bestrijkt hel hele gebied van grofstoffelijke slaalconsiructies tot de meesl geavanccerde mlnlatuurmeetapparatuur, met inbegrip van modellen voor onderzoek in windtunnels. Een bijwnder aspect van het werk van het construcliebureau is hel ontwerpen van apparatuur voor gebruik aan boord van vliegtuigen. Niet aileen moet dezc apparatuur aan speciale eiscn voldoe n. maar ook moet bijzondere aandacht worden gegeven aan de bevcstiging ervan in het vliegtuig. Voldaan moet worden aan de zware ciscn die de Rijksluchtvaandiensl in dil opzicht sieli. Een grondige kennis van de vlieg' tuigconstTUctie. de vliegtuigmateriaJen en
de verwerking ervan is hierbij een eerste ve reiste. Met het gereedkomen van de inrichting van de laboratoria is het werkaanboct" ·van he! constructiebureau wei enigszins verminderd. Maar dit betekent aileen maar dal de wachttijden wat korter zijn geworden. De komst van contract research heeft nieuwe druk op het bureau geiegd. Dil onderzoekwerk vraagl snelle opJossingen voor conslrucneve prob1emen.
IIET BEDRIJFSBUREAU In 1959 werden twee jonge HTS'ers aan mij loegevoegd. Het Lage-snelheids Windtunnel LaboratQrium en het iaboratoriumgebouw aan de Leeghwaterslraat waren toen reeds een aantal jaren in gebruik, maar inlUssen was in 1958 een aanvang gemaakt mel het opstellen van een programma van eisen voor ons hoofdgebouw en voor een nieuw laboratoriumgebou w aan de Kluyverweg. Er was werk aan de winkel! De beide nieuwe medcwerkers kregen tot opdracht de voorbereidingen voor her 10tstandkomen van deze gebouwen Ie begeleiden. In cen later stadium werd hieraan
locgevoegd de begeleiding van de bouw van het Labomlorium voor Hoge Snelheden. Gaandeweg gingen zij zich ook bezig houden met de aankoop van apparatuur, gereedschappen en materia1en en met de werkvoorbereiding voor onze servicewerkplaalsen. En zo ontstond het bedrijfsbure:lU mel cen bezening van drie medewerkers onder de bekwame leiding van c!en der werkers van he! eerste uur, ing. A.G. van Willigenburg. Heden len dage verzorgt hel bedrijfsbureau de centrale inkoop van uileenlopende zaken, de werkvoorbereiding van onze werkplaatsen, het uilbesteden van werk· zaamheden en de regeling van w.lloze technische en huishoudeJijke zaken. Het bedrijfsbureau is geworden tot een vraagbaak voor de gehele Facuheit. Het rockl een oplossing voor aile mogeJijke voorkomende problemen, een opJossing die vrijweJ ahijd wordt gevonden!
H.H.E.J. de Wit
119
DE VAKGROEP B2: VORMGEVING, FABRICAGE EN MATERIALEN De groep die met de inwerking treding van de Wei Universitaire Besmurshervonning in 1971 de vakgroep voor Vormgeving, Fabrikage en Materialen zou worden, be~ gon haar eigenlijke bestaan in 1954 met de benoeming van ir. OJ. Spies 101 lector aan de Afdeling der Scheepvaanbouwkunde en Vliegluigbouwkunde. Zijn werkterrein zou de constructie van vliegluigen gaan betteffen, met als speciale aandachtvelden de fabrikage en de organisalie van de produk~ tie. Spies had in zijn loopbaan bij Fokker materiaaltechnische en consrructieve problemen, samenhangend mel de ontwikkeling van de F27 'Friendship', bestudeerd. Hij was toen gefascineerd geraakt door de mogelijkheden en merkwaardigheden van glasvezelversterkte kunstsloffen. materialen die in de vliegtuigbouwkunde een grote loekomst leken Ie hebben. De belangstelling voor deze materialen wu later grote invloed hebben op de aktiviteiten van de vakgroep.
De
eerste vaste wetenschappelijke medewerker van de vakgroep werd in 1960 aangetrOkken om werkzaam Ie zijn op het gebied van de klassieke bouw van vliegtuigen en de organisatie daarvan. De merle door hem gebouwde grote tafels mel lay·outs van vJiegtuigmontagehallen in de grote kamer van Vliegtuigbouw aan de Kanaalstraat zullen velen rich nog herinneren. In het midden van de jaren zestig werden de eente Iwee mcdewerkeTS aangetrokken voor ondenoek en ondeTwljs speciaaJ op hel gebied van de mo· deme materialen en de ermee samenhan· gende construe tie en fabrikage problemen. In die jaren kon door de verhuizing van VJiegtuigbouw van de Kanaalstraat naat de Kluyverweg het kleine 'kunslstOffen hoekje' in hel magazijn van de werkplaats voor houlconstructie worden geruild voor
een gTote en modeme laboratoriumruimte. Tevens werd er begonnen met de aanschaf van geschikte facilileiten om het geheel nieuwe yak van vormgeving en fabrikage in nieuwe materialen in realileil te beoefenen. In 1964 werd Spies benoemd lot gewoon hoogleraar; in zijn intree-rede legde hij een verband IUssen mogelijke ontwikkelingen in de vlieglUigconslruclie en de kennis van materialen en vestigde hij de aandachl op de belangrijke TOI die was weggelegd VooT gewapende kunststoffen. Zij wuden een geheel nieuw lijd· perk in vormgeving kunnen inleiden waarin de constructeur over veel meer vrijheidsgraden zou gaan beschikken dan gebruikelijk in de conventioneie vlieglulgbouw. Deze visie, die als een rode draad door de aktivileiten van de vakgroep heen wu gaan lopen, is tegenwoordig in de [uchtvaanwereld algemeen geaccepteerd. De vJiegtuigontwerpen van de recent door de TU met een eredoctoraat onderscheiden Amerikaan A. Rutan rijn er fraaie voorbeelden van. In de jaren zevemig richtte de zelfstandig geworden afdeling der Vliegtuigbouwkunde samen met de AfdeJing der Werktuigbouwkunde de nieuwe vakgroep voor Industriele Organisatie op. Daarmee verdween de organis:ltorische poot onder de vakgroep b2 en kon er met volledige inzet gewerkt gaan worden aan de uildagingen die de nieuwe malerialen en hun toepas· singen vormden. Inmiddels waren de kool· stofvezels op de markt gekomen, geavan· ceerde veTsterkingvezels met veel meer mogeJijkheden dan de glasveze[s. Deze in eersle instantie zeer dure vezels (de eersle werden aangeschaft voor ca. 14.000,·· per kg.) betekenden de werke· lijke doorbraak voor de versterkte kuns!· sioffen. In de militaire iuchtvaan werden
121
Prof. Spies, kon na rijn benoeming tot gewoon hooglernar in 1964. zij al vrij snel volledig geaccepleerd als In de burgerconsuuctiemateriaal. iuchl vaan gaal hel proces va n acceptalie veel langzamer. Echter ook daat wordt het aan tai toepassingen steeds groter. In het laboratorium van de vakgroep vonnen de koolsto(vezels tegenwoordig de bulk van het verweri:te materiaal, hocwel ook andere geavanceerc\e vezels a1s aramidvezels en ultra steri:e glasvezels hun intrede hebben gedaan.
Papieren vliegtuigen-wedstrijd ler gelegenheid van hel lustrum van de VSV in
1975. De vakgroepvoorziuer, prof. Schijve, fabriceen het later winnende model.
J22
In het begin van hel bestaan van de vakgTOep kon hel vakgebied van de vonngeving en fabrikage in nieu we materialen nauwe1ijks priorileit mjgen lussen de meer klassieke vliegluigbouwkundige onderwerpen 315 aerodynamica en constfUctieleer. Toch kreeg het vaste voct aan de grand, onder meer door de steeds belangrijker rol die de geavanceerde maleriaal kunde ging spelen bij de onlwikkeling van de modeme, duurume, lichtmelalen
zo'n 110 personen. Plannen voor hel samenvoegen van het B2-laboralOrium met her laboratorium voor Vliegtuigconstructies zijn in een vergevorderd stadium. Feitelijke realisering ervan zal lei den tot het waarschijnlijk grootste en best geoutilleerde laboratorium voor Vliegluigmaterialen en Constructies in de universitaire wereld, lOwel in binnen- als buitenland.
De heer Vonk en de student Cooper ver-
vaardigen een raketonderdeel uit vezelversterkte kunststoffen. 1967. vliegtuigconstructie. De erkenning van deze rol !creeg binnen de Afdeling in 1973 gesmlte door de benoeming van dr.ir. J. Schijve tot hoogleraar in de vliegtuigmaterialen. Schijve, tot dan toe hoofd van de Hoofdafdeling Constructies en Materialen van het N.L. R. bracht een geweldige expenise mee op het gebied van het modeme maferiaalonderzoek, in he! bijzonder van hel voor de vliegtuigbouw zo belangrijke verschijnsel van de metaalmoeheid. Zijn komst zorgde in de vakgroep o.a. voor een goed evenwichl lussen enerzijds flexibiliteit en innovcrend vermogen en anderzijds het professionalisme nodig voor de opbouw en instandhouding van een grool, modem onderzoeksinstituut. En grool en modem is de vakgroep inmiddels geworden: sinds de komst van Schijve zijn aan he! zogenaamde kunstsloffenlab toegevoegd een hal met zeer geavanceerde, computergestuurde beproevingsmachines en een goed uitgerus! corrosie-Iaboratoriurn. Inklusief de 10 promovendi, de 5 bui!enlandse gastmedewerkers en de SIUdenlen, omva! de vakgroep momenteel
Hel zou niel juist zijn de ontwikkelingen in de vakgroep af te schilderen aan de ve rdiensten van uitsluitend Iwee person en: de hoog[eraren Schijve en Spies. Anderen hebben veel, wezenlijke bijdragen geleverd. He\ is echler onmogelijk om in dit kone bestek allen Ie noemen. Enkele uitzonderingen moeten echter worden gemaalet. Zoals voor ir. L.B. Vogelesang, die als feitelijke wegbereider voor Schijve heeft gefunktioneerd en als leider van een aantal zeer de aandacht trekkende projekten de vakgroep intem.:ltionaal zo'n goede naam heeft bezorgd. Dit laalste geldl ook voor ir. W.H.M. van Dreumel, die, gekenmerkl door grole inventiviteit, jarenlang [eiding heeft gegeven aan een grOOI aantal typische kunslslof-projeklen. Enige jaren geJeden heeft hij (helaas) de vakgroep verlaten om een funklie in het bedrijfsleYen te aanvaarden. En uiteraard noemen we hier de heren J. Snijder en H. Vonk, de oudste medewerkers van de vakgroep die al enkele decennia lang hel gezichl van de valcgroep zo sterk mcde bepalen. In 1983 ging prof. Spies met emeritaa\. De benoeming van het vakgroeplid dr.if. Th. de long tot zijn opvolger werd in de vakgroep gezien als cen erkenning en waardering voor de rol die het valcgebied van de vormgeving, fabrikage en materialen inmidde1s was gaan spelen bij de opleiding van ingenieurs in de luchtvaan- en ruimtevaantechniek.
De vakgroep hceft in haar bestaan vele hoogtepunten gekend. Genoemd worden de CoJumbusprijs die 123
Schijve onwing als general-secretary van de l.eAF., de Ouwerkerkprijs die Van Dreumel !creeg voor zijn originele werk op het gebied van niet-destructief teslen van materialen, de KI VI-speurwerkprijs van Spies en de 8randsmaprijs van Vogelesang. Geen hoogtepunt in de werkelijke rin van het woord, maar zcker venne!denswaard rijn de ca. 10 octrooien, de lange lijst van publikaties op naam van leden van de vakgroep, de vele nalionaie en intemationale samenwerkingsverbanden, en, 'last but not least', de ca. 350 afgestudeerden. Materiaalkunde en toepassingsgericht materiaalonderzoek staan momentecl volop in de bclangstelling, niel aileen van de industrie, maar ook van de overheid en subsidieverlenende instanties. Hierin schuilt voor de vakgroep een grote uildaging en tevens een kans haar reeds verworven
124
goede positie in nationaal en intemarionaal verband verder te verstevigen. Een andere uitdaging waar de vakgroep de kornende jaren voor komt te staan is de intensivering van de samenwerking op onderwijsgebied met andere, Europese universiteiten, met name op het gebied van postdocloraal onderwijs. Voor realisering ervan ziel de vakgroep modernisering en verdere uitbreiding van onderwijsen ondenoekfaciliteiten en een efficienle en ftellibcle organis3tie als noodzakelijke voorwaarden. Het zijn echler de medewerkers die het werk zullen moeten doen. De door hen tot nu toe geleverde prestalies en de kornst van een paar jonge, veelbclovende staneden geven de vakgroep voldoende redenen de toekomst vol vertrouwen tegemoe! Ie zien.
Th. de Jong
DE ADMINISTRATIEVE EN H UISHOUDELljKE D1ENSTEN TO EN EN NU DE ADMINISTRATIEVE DIENST De adminislfatieve diensl Start in 1940 met de aanstelJing van cen volontaire. Van haar diensten werd gebruik gemaakt voor de gang van het dagelijkse werk. In december 1940 schrijft prof. Van der Maas aan het College van Cum!oren dat deze volontaire zo volkomen bezel is, dal haar door cen der assistenten bijSland moeSI worden verleend. In datzelfde jaar werd aan het College van Curalorcn verzochl om te bevorderen dat een vergoeding word verlcend van / 30,- per maand voor de zo dringend nodige hulp van cen machineschrijver (sler) voor de 'VliegtuigbouwKunde'. In 1941 werd de aanstelling van de eerste maehineschrijfster een feil (mej. Pronk). De gestadige groei van hel werk aan de Vliegtuigbouwkunde en de grate toevloed van studenten, die de 'nieuwe' richting Vliegtuigbouwkunde kozen werd in 1941 zodanig voelbaar, dat Curaloren verzoc:hl werd om te mogen overgaan lot de aanstelling van cen vaste assistent, naast de twee assistenten, die toeo al bij Vliegluigbouwkunde werkzaam waren. In 1945 werd prof. Van der NeUI als tweede hoogleraar in de Vliegluigbouwkunde benoemd. In september 1945 is de enige machineschrijfster al met een uitgebreider takenpakket belast: bijhouden correspoodentie, zelfstandig verzorgen van de adminiSlratie, het uitleneo van boeken en tijdschriften. hel typen van technisch-wetenschappelijke leerstof (met andere woorden: collegestof). Toen in 1947 de maehineschrijfster ontslag nam werd in verband met de uitb reiding van haar taak de funetie omgezet in die van klerk. In dalzelfde jaar wordt de funetie van de eerste vaste assistent (G.C. Wansbeek) omgezet in die van eonserva-
tOT, waarbij een integrerend deel van zijn ta3k eveneens werd 'het geven van leiding van het werk van de technicus' en van de administratieve kracht. Er zijn op dat moment al plannen voor de ontwikkeling van cen nieuw labonllorium en een verdcre ontplooiing van het werk in de sub-afdeling. In de eerste na-oorlogse jaren, namelijk in 1947-1948, wordt de eerste klerk aangesteld die de administratieve taken als vooromschreven op zieh neemt. Deze [unetie is in de loop der jaren door een aantal mensen vervuld (Sakkers, Van der Leeden). Uit de correspondenlie van 1949 blijkl dal prof. Van der Maas 'optredend' is als hoogJeraar beheerder: voor de specifieke administratieve hulplllken daaraan verbonden wordt hij bijgestaan door cen hoogleraarsckretaresse (Mej. Van der Pijl). De toen nog rumwezige machineschrijfster Mej. Van Boven worth in 1953 chef van de typekamer. Als prof. Van der Maas in 19.50/1951 wordl bcnoemd als voorziner van het bestuur van het Nationaal Luchtvaan Laboratorium, wordt hem in deze funktie door he! NLL cen sekretaresse bcschikbaar gesteld. Een taakverdeling tussen de NLLsekretaresse en de lH-sekrelares5C komt daama tot stand. In 1950 vindt nog een belangrijke gebcurtenis plants, namelijk dal ir. I.A . van Ghesel Grothe, in 1949 aangesteld als welenschappelijk assislent, de taak van conservator ovemeemt van de heer Wansbeek. Op dat moment bestaat de administratieve dienst uit een klerk, een sekretaresse en cen typisle. In dat jaar word! ook voorgesteld een medewerker aan te stellen, die onder andere wordt belast met de literatuur voorzicning. Naderhand, namelijk in 1953 als deze funktionaris (M. Nijpjes) wordt belast met de algehele leiding van
125
De studenten-administratie in het gebouw Kanaalstrant 10. Mevrouw Van Beek en de hecr N.PJ. Jongenelen. Concierge en bcdienden - Kanaalstra3t 10. Slaande van links naar rechls de heren Spuybrock, De Roo en Van Tricht; zittend de hecr Zwanink.
126
Hoofdingang hoofdgebouw LR Kluyverweg I
de bibliotheek en de administrJtie, assis· teen hij ook bij pieksituaties bij de studen· ten:administratie. In 1955 bestaat de fonnatie van de admini· stratieve dienst uit 1 administl1uief ambtenaar BUle klasse. 1 adminisD1ltieve ambtenaar CI3e klasse, 2 schrijvers en I typisteo Een afzonderlijke bibliolheekmcdewerkster is er dan nog niet. Een van de dames van de Iypekamer (Mej. Bloemhot) verzorgl dan het uitleenbureau van de bibliotheek. Hel aanlal studenten be· dra:agl dan 232. In augustus 1955 doet een nieuwe funk· lionaris zijn intrede op de subafdeling na· rnelijk de sekretaris van de voorziuer-beheerder van de afdeling, die naasl de spe· cil1eke sekretaris·werkzaamheden. ook leiding geefl aan de administralie en de personeelszaken voorbereidl. Deze funk · tie is in de loop der jaren door verschillen· de funklionarissen bekleed. In september 1955 is de ta3k van de studentenadminiSD1ltie belangrijk uitgebreid en moeS! de heer Nijpjes zo vaak bijsprin· gen, dill wOrtlt beslolen om cen scheiding Mn Ie brengen IUsscn de s!udenlenadministralie en de bedrijfsadministra!ie. Tot die tijd werden beide taken door ten per· soon verricht (N.PJ . Jongenelen). De heer Jongene1en werd uilsluitend mel de SIU, denlenadminiSD1ltie belast en een nieuwe funktionaris met de besleladministratie. het bijhouden van de kredietbestanden. het betaalbaar stellen van de fakturen. hel beh:andelen van reisdeklarmies, de vlieg· kosten van de studenten en de vliegven.e· kering. Later is deze funklie in twce afzon· derlijke takenpakkeuen gesplitst (H.H, Klerks en C.W.van Schaik). Toen was beslolen om de formalie uit Ie breiden len behoeve van hel afzonderlijk funktioneren van de I1nancit!le administratie volgde aan hel eind van de jaren vijftig de realisering daarvan in mankracht. Er kwamen apane funktionarissen voor enerzijds de bestellingen, de kredieladminis!ratie, hel samensletlen van I1nanciC!le
overzichten en he! betaalbaar stellen Vlln fak luren en anderzijds 'lOOT de behande· ling v:ln de vliegadminislr.lIie ten behoeve van studenten en de contmle van de faklu, ren van de Nationale Luchlvaan School en de regelingen len aanzien van de vliegver' zekeringen en hel regelen van reizen en reisdeclarnlies. De laaisl genoemde medewerker assisteerde bij piekbelastingen bij de Sludentenadministralie. Er kwam ook cen meewerkend hoofd administratie (H. Wesselman). In die lijd was er ook 'lOOT hel ecrsl sprake van een apane funk· tionaris voor de bibliolheek. Er werd een medewerkster aangesteid, die cen biblioIheekopleiding ging volgen (Mej. KOSIer). In hel begin van de jaren '60 h:ld de administratieve diens! in principe de structuur bereikl, die ook nu nog geld!. Uiteraard vonden wei als gevolg van de nog steeds toenemende aktiviteiten van de afdeling bij de vcrschillende dienSlonderdclen personeeisuitbreidingen pla
tenraad. Later kreeg dal een iets andere strucluur en beperkte lich het ambtelijk semlariaal rich lOt dal van faculteilsbeSluur.- raad en enkele sub-organen. Mel de invoering van de nieuwe bestuursstructu ur kwam ook cen einde aan het zogenaamde professionele behcer. De behcerder werd cen door en uil hel personeel gekozen funklionllris. Laler werd hel behcer zelfs nog gesplitst in personeelen materieel beheer (met voor beide gebieden cen gekozen - mcestal deeltijdse beheerder). Uiteraard veranderde hiermee ook de taak van de destijds aangestelde sekretaris van de voorziner-beheerder. Mede door deze laakwijzigingen kwamen hierdoor verschillende benamingen voor deze funk tionarissen in omloop o.a. Hoofd faculteitsbureau, Hoofd administratieve diensl e.d. Ook de taken van de financiele adminislratie ondergingen in de loop der jaren een belangrijke wijziging en verzwaring. De in hel eind van de jaren zevenlig en tachlig ingevoerde wijzigingen in de principes van beschikbaarslelling van financiele middelen aan de universileiten slelde ook andere eisen aan de administratie en de verslaglegging van de besteding van deze middelen. Er kwamen apane administraties voor de zogenaamde eerste, tweede en derek geldstrooTn. (Projektadminislralie). 80vendien kwamen in de jaren lachlig de decentralisatie en de deconcenumie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden naar de faculteiten op gang, die un het adminiSIr-atieve apparaat en de medewerkers zware eisen ging stellen. Deze deconcena-alie dced zich ook in belangrijke mate vocr op het lerrein van het petSOneclbeleid en -behcer. Een verzwarins van de personeelsfunklie was hiervan het onvennijdelijke gevolg. Er kwamen personeel- en organisatiefunktionarissen op de faculteilen. 8ij de kleinere faculteilen werd deze funktie soms in combinalie met de funktie van hoofd facultcitsbureau uilse128
voerd. Deze onlwikkelingen deden weer de behoefte ontstaan aan professioneel beheer bij de faculteiten. In januari 1985 deed de sekrelaris-beheerder zijn intrede bij de facuheit. Aanvankelijk werd hij bij. sestaan door een plaatsvervanger voor maleril:le wen (de bedrijfsingenieur) en ecn voor personele zaken,(de personcelen organismie funklionaris). Sinds 1987 is hel hoofd algemene wen (personeels· en organisaliefunktionaris), tevens plaats· vervangend sekretaris-beheerder. De verruiming van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden op hel beSlUurs- en be· heersvlak maakl herschikking van taken binnen de Algemene Dienst noodzakelijk. Oil veranderingspr<x:es is in 1989 op gans gekomen en is nog gaande. HUlSIIQUDELlJKE DIENST Mel de verhuizing naar de Kanaalstraat werd een eigeo huishoudelijke dienSI gefonneerd bestaande uit cen concierge en 2 bedienden. De werkzaamheden beslonden in die lijd hoofdzakelijk uit hel verlenen van service in en om de enige eigen colle· gezaal. he! verslrekken van koffie en Ihee op de kamers. de rouilitie vlln leespone· feuilles. hel verzorgen van de inlerne POSt en hel venichten van boocIschappen. In de periode aan de Kanaalstraal werd de bezctting uitgebreid tot 5 mcdewerkers. Er is ahijd naar gestreefd de huishoudelijke dienst de gtOOlsl mogelijke variatie ann werkzaamheden te bezorgen. De interne reproduk tie met stencilmachines en fotocopieer-apparatuur wen:! dan ook bij de huishoudelijke diensl ondergebracht. Ook het dageJijks beheer over rapponen. handleidingen. collegediktaten en volgnummers (adminiSlralie, opslag. uit· giCte en verkoop) worth door deze dienSI verzorgd. In de nieuwbouw trad cen Slerke groei van de reprodukliewerkzaamheden op. De kantinedienSI en de huishoudelijke organi. salie van lezingen. congressen en andere
evenementen werden aan de huismeester mel zijn medewcrkers toevenrouwd. I-lierbij kwam ook de zorg en de bediening van de audiovisuele hulpmiddelen en hel beheer van het kantoorbehoeften-magazijn. Hel centraa! openen, sluiten, controleren en de beveiliging van de gebouwen leidden tot het invoeren van werkrooSlers met verschoven werktijden. Mede hierdoor groeide de betetting van de huishoudelijke diensl uit 101 7 medewerkers.
Bezuinigingen waren aanleiding de betetling sterk in Ie krimpcn. Hel ver!enen van sclVice werd noodgedwongen tot he! uilersle beperkt hetgeen nie t altijd in dank werd afgenomen. De formalie bestaat thans uit 5.2 personee!splaatsen waannee cen redelijke service kan worden geboden.
H.H.E.1. de Wit E. WoudsU'll
129
UIT HET DAGBOEK V AN EEN OUD FOKKERTJE
In 1953 werd onze verzameling construe· lie·voorbeelden verrijkt met cen Fokker F Vila verkeersvlieglUig. De vleugel zag er nog heel redelijk uil, maar de romp was erg haveloos - er had· den kennelijk kippen in gehuiscl - en de motor was ~~n bonk roes!. Hel vliegtuig droeg de regislralieleuers PH-NLL en op de zijwanden van de romp was geschilderd: NATIONAAL LUCHTVAARTLABORATORIUM. Het vliegtuig bestaat niet meer - het is in 1961 gesloop!. Maar de bij dit vliegluig behorende vliegtuigboeken zijn weI bewaard gebleven. Een vliegtuigboek is een belangweklcend document. In zo'n bock wordt de levensgeschiedenis van het betreffende vliestuig van dag tot dag beschreven. Van elke vlucht wordt erin aangelekend wie de gez.agvoerder was, welk lrajekt wen:! gevlosen en hoelang de vlucht duurcie. Ook wordt in het boek zorgvuldig aantekening gehouden van storingen, reparaties en wijzigingen aan het vliestuig.
De bewaard gebleven vliegluigboeken blijken Ie hebben behoord bij cen Fokkervliegtuig dal van 19271011936 bij de KLM in gebruik is geweesl en dat in die jaren werd gevlogen door vliegers mel beroemd geworden namen, zeals A ler, Beekman, Duimelaar. Van Dijk, Geyssendorffer, "Iondong, Scholle, Sillevis, Smimoff en Socr.
Op welk vliegtuig de vliegtui gboeken nu precies belTCkking hebben is niet met cen paar woorden Ie zeggen, omdal het Fokkenje rijdens in loopbaan enkele opmerkeJijke gedaanteverwisselingen onderging. Het begon z'n leven als cen c!c!nmotorig
vlieglUig, werd laler omgebouwd 101 cen driemolorig loeste! en eindigde z'n loopba:ln weer als ~~nmolorige. En om de zaak nog wat ingewikke\der Ie maken verwisselde het vlieglUig tot viennaal toe van registratietekens. AI mel al imeressam genoeg, naar ik dacht, om cens wal meer over di l vliegtuig Ie venellen, Volgens de v[iegtui gboeken kochl de KLM, toen nog de Koninklijke Luchtvaanmij voor Nederland en Kolonii!n, in maart 1927 bij Fokker aan de Papaverweg Ie Amsterdam benoorden hel IJ een splinternieuw ~~nmotorig verkeers\'liegtuig van het type F VUa, ingericht voor acht passagiers en twee besluurners. Het toestel, dm werd geregislrcerd als H· NADR, werd door de KLM voorzien van een luchtgekoelde Bristol Jupite r sternlOfOr van 480 pI. met een rnelalen CurtissReed propeller. In die jaren kocht de KLM zelf de motoren voor haar vliegtuigen, want anders zou Fokker er maar elllra aan verdienen! Voor zijn tijd was het een heel modem vlieglUig mel een gesloten stuurhut. Dc luchtgekoelde mOlor was veel lichter dan de tOi dusvem: veelal gebruikelijke vloeislofgekoelde motoren en de metalen schroef was veel beter bestand tegen het vliegen 'door weer en wind' dan de gebruikelijke houten propellers. Na cen uur of vijf proefvliegen boven Schiphol brcngt Scholle het vlieglUig op 16 rnaart 1927 naar Rotterdam (Waalhaven), waar de kajuit verder wordt ingericht. Met die: Jupiter-motor zat het kennelijk niet zo goed, want reeds de volgende: dag wonlt de motor verva ngen. Na enkele
131
prodvluchten onder leiding van Aler vliegt Van Dijk het vliegtuig op 25 april terug naar Amsterdam. Nog diezelrde dag wordl een retourvlucht nau Panjs gemaakt. En dan wordt de H-NADR ingezet op de route Amsterdam-Basel. De afstand Amsterdam-Basel van ruim 700 km was een hele ruk in die dagen. Het vijegtuig deed er gemiddeld ruim vijf uur over. Het kon eigenlijk maar net, want het vliegbereik was maar 900 km. Vliegen op de route Amsterdam-Basel betekende de ene dag heen en de andere dag terug.
Bijna de hele maand mei en een groot deel van juni wordt op Basel gevlogen. mccslal door Van Dijk of Beekman. OpvaUend is de grote regelmaat van de dienstuitvoering. Storingen komen vrijwel niet voor. Wei worden kennelijk de stuurkahels goed in de gaten gehouden, want ze worden regelmatig vervangen. Voorts wordt er 1.0 nu en dan wat gesoldeerd aan de oliekoeler, maar dal is dan ook vrijwcl alles wat er geheun, Tijdens de regelmatige vluchten op Basel wordt hel verbruik van benzine en olie gecontrolcerd. De F Vila blijkl per uur 83 Ii-
Folder F Vila H-NADR. maan 1927 - februari 1928. Omk:cnd &an: KLM Vlicgluigcn. uilgavc Dc AlII: bv.AIII:maar.
De Sluurhut van een FokkerF VIla, OnLlecnd L'lll: Fokkcr VcRcem'liegtuigen 19201940. uiLgave Wijl, ROllcrdam,
112
Oriemotorige F Vila· H.NAOp2. april . december 1928. Onlkend aan: FoUer VcrkcctSvliegluigen. uilglvc F<>I
ter benzine en ruim 3 liter olie te gebrui· ken. In de tweede helf! van juni en in juli en au· gustus vliegt de H-NAOR op Hamburg. MalmO en Kopenhagen. Nog in juni, en opnieuw in augustus, wordt van motor gewisseld. Eind augustus worth het vliegtuig ingezet op de dienst naar Londen. Op 5 september gaat Beekman weer eens op weg naar Landen. Maar deze keer wil het niet zo beSt lukken. Kennelijk begeert de motor het. want hij maakt een noodlanding te Lympne in Zuid-Engeland. Nog dezelfde dag WOrtlt ter plekke de motor verwisseld en de volgende dag vliegl Beekman terug naar Rotterdam. Waar ze zo gauw die reservemotor vandaan haalden venneldt de historie niet! Overigens wOrdl in Rouerdam de motor prompt weer vervangen. Na dit incident worden de regelmatige vluchten op Londen hervat, gewoonlijk op een dag heen en weer (tol3al circa 5 vlieguren). Tot 22 november 1927 volgen nog 29 reo tourvluchlen naar Landen. Slechts Un-
maal keen Van Oijk wegens zware stonn terug naar Rotterdam. Eind november ga.1t het vliegtuig na 673 vlieguren in gTOOI onderhood. Hel grool onderhoud van de H-NAOR na 673 vlieguren was kennelijk een heel karwei, want het duurde ruim twee maanden, van 22 november 1927 tot 31 januari 1928. Vleugel, onderstel, stuurinrichting en stuurvlakken worden gedemonteerd. De houten v]eugeJ is op een paar pla:uscn ingewaterd, waardoor de ligger is beschadigd. Maar geen nood: met het inzellen van een paar nieuwe lamellen wordt de zaak weer gezond. De onderzijde van de romp krijgt bijzondere aandachl. De bekleding wordt losgenomen en de onderste rompbuizen worden schoongemaakt en gefnspecteerd. Op verschil1ende phtatsen wordt de doekbekleding gerepareerd. Hel uitvoerige onderhoodsrappon bevat nog een zeer opmerkelijke passage. EnkeIe stalen buizen van romps pant II worden met behulp van houten kokers van spruce en triplex tegen knikken versterkt. Volgens hel rnppon hoodl dit verband mel de voorgenomen inbouw van drie motoren! 133
Geheel geschilderd en gelakl en voorzien van een nieuwe motor wordl het vliegtuig op 1 februari 1928 door Aler ingevlogen en nog dezelfde dag door Duimelaar naar Amsterdam overgevlogen _ Om 673 vlieguren vol Ie maken moeSt usmaal van motor worden gewisseld. Gemiddeld ging een mOlor dus slechts circa 100 vlieguren mtt. In Amslerdam wordt het gehele vliegtuig op 2 februari gedemonteerd en vervoerd naar de Fokkerfabriek om te worden omgebouwd 101 een driemotorige F Vila mel Gnome-Rhone Titan motOTen. Volgens de aantekeningen in hel vliegtuigboek moct hel vliegtuig speciaal worden ingericht voor een vluchl naar Afrika en China. BehaJve hel inbouwen van 3 molOren (met de loerentellers van de beide buitenmotoren !ussen de gondelstijlen) worden extra benzinetanks ingebouwd en WORit het vliegluig voorzien van speciale wielen mel versterkte banden en van een lichtdynamo. Uitdrukkelijk wonit venneld dal er geen radio wordt gemonteerd. Tensloue krijgt het tocslel speciale opschriften. Helaas wordl niet venneld hoc deze opschriften luiden. Op 17 april 1928 word! het vliegtuig door Aler ingevlogen. Hel driemo!orige vlieglUig krijgt een nieuwe registratie: H-NADP.
Aangezien er reeds cerder cen eenmotori· ge Fokker was met deze registtalie (HNADP1) welk vliegtuig ook in dit verhaal cen rol Speell, zullen we hel driemotorige vlieglUig aanduiden als H-NADp2. In de periode van 17 april 101 12 mei worden door verschillende vliegers 18 proefvluchten gemaakl en dan is hel eindelijk lOver. Op 13 mei 1928 venrekt hel vliegtuig, bestuurd door Geyssendorffer en Scholte uit Amsterdam voor de gTOle reis nant Afrika en China. Hel kocl-melijke vliegtuigboek vermeldl nergens ielS over aanlullen passagiers, laal slaan dat namen worden genoemd. Hel geefl dan ook geen enkele informatie over het doel van die myslerieuu reis nant Afrika en China. Uil andere bronnen worch echler weI duidelijk wat er aun de hand was. De Amerikaunse zakenman W. van Lear Black klopte in 1927 bij de KLM aan om een vliegluig Ie chaneren voor een reis naar Cairo. De vluchl srrandde in Belgrado. Maar reeds in juni-juli 1927 maakte Van Lear Black met een UnmOiorige F Vila, de HNADP'. een geslaagde relourvlucht nant Nederlands Ooslindie met Geysscndorffer en Scholle als bestuurders en Weber als boordwerkluigkundige. De reis naar Afrika en China werd even-
Met deze eenmolorige F Vila - H-NADPI maakle van Lear Black in juni - juli 1927 cen retourvlucht nnar Ned. Oost-Indie. Bemanning: Geijsscndorffer, Scholte en Weeber. Ontkend aan: Vliegluigcll die ge.schicdcllis maak\(;0.
134
uilgave De Alk bv, Altmaar.
eens uitgevocrd in opdracht van Van Lear Black. Op zijn verzock kreeg de driemotorige F Vila dezelfde registr.l.tietekens als het eenmotorige vliegtuig waarmee hij naar Indiewas gevlogen: H-NAOp2. De H.NAOp2 venrok dus op 13 mei 1928 uit Amsterdam voor de gTOte reis. Op 19 mei landde het vliegtuig in Khanocm. De reis voerde via Londen. Geneve, Venetie, Brindisi. Athene. So!lum. CaiTO en Assocan. 46 vlieguren in 7 dagen. Helaas was Khartoem het einde van de reis. Het vliegtuigboek venneldt s[echts dat er na de landing in Khartoem scheuren werden gevonden in de triple)(bckleding van de vleugel. Volgens sommige bronnen werd in Khartoem een noodlunding gemaakt waarbij hel toestel ernstig zou zijn bcschadigd. Andere bronnen spreken over overbclas-
ting van de constructie door de twee e)(tra mOIOTen. Het meest waarschijnlijk is echler dat de vlellgel werd bcschadigd door zware remous. Hoe het ook zij, verde r vliegen was blijkbaar niet mogelljk, want het vliegtuig werd gedemonteerd, per spoor vervoerd naar Pon Soedan en vervol gens per boot naar Nederland teruggebracht. De heer Van Lear Black was blijkbaar niet ontmoedigd, want in de volgende jaren vloog hij met KLM-machines l1aar vrijwel aile hoeken der aarde. Per boot teruggekeerd naar Nederland wordt de driemotorige H-NAOpl op Waalhaven weer opgebouwd. Het vliegmig mjgt een l1ieuwe grotere vleugel met een oppervlak van 68 ml. De Titan-motoren worden na een onderhoudsbeun weer gemonteerd. Aan de romp mankeerde
Eenmotorige F VUa - PH-AET - in de oorspronkelijke configuralie van de F Vila - H-NA OR. december 1928 - april 1936. OntJccnd aan: Fokkcr Vcrkccrsvlicg\uigcn, uitgave Fokkcr.
135
blijkbaar niel veel, slechls een nieuwe buis werd in de romp aangebrachl. Als bijzonderheld wordl nog venneld dat he\ vliegtuig werd voorzien van een Philips zoeklicht en nachtvlieginstallalie met 24 Volt boordlampen.
In het vliegtuigboek verschijnen nu ook de namen van nieuwe piloten, zouls Pannenlier, Van Veenendaal en Viruly. Op 30 juni voen Pannentier boven Amsterdam cen strooivlucht uit. Wat lOU hij uitgestrooid hebben?
Op 14 juli 1928 maakt Geysendorffer met het herstelde vlieglUig cen cerste proefvJucht van 16 minuten. Er volgen nog drie procfvluchlen, waaronder een nachtvlucht van 40 minuten en dan worth hel vliegluig weer ingezel op de geregelde lijndlensten: Londen, Dublin, Hamburg, Bremen en Panjs. Die nachtvluchten waren kennelijk geen succes, want reeds op 28 juli wordt de Philips-installatie alweer gedemonteerd. In de periode juli-december 1928 worden 160 vlieguren gemaakt.
Op 22 december 1931 gaal de AET Ie Rotterdam in groot onderhoud. Het wordt een kwestie van bouten en moeren verwisselen, van vee! schilderwerk en vemieuwing van dockbekleding. Grote mankementen zijn er blijkbaar niet Toch duurde deze onderhoudsbeun ruim drie maanden, tot 5 april 1932.
En dan voigt in december 1928 na een 10laal aanlal vlieguren van 900, opnieuw een ingrijpende gedaanleverwisseiing. In de eigen werkplaarsen van de KLM wordt de driemotorige H-NADp2 weer omgebouwd tot een eenmotorige F Vila met een Jupiter-motor. Het vliegtuig krijgt ook z'n oorspronkelijke vleuge! weer terug, de vleugel die in Khanoem werd beschadigd en die blijkbaar weer is gerepareerd. En zo is het vliegluig weer teruggebracht in de oorspronkeJijke eonfiguratie van de H-NADR van maan 1927! Hel vlieglUig krijgt nieuwe registratieJetters: PH-AET. Helaas ontbreekt in onze collectie hel eersle vliegtuigbock van de AET. We kunnen daarom de geschiedenis van het vliegtuig pas weer vervolgen in april 1931. De AET heeft een druk leven: van april tOI december 1931 wordt er bijna dagelijks gevlogen. Meestal naar Parijs (bljna 3 uur vliegen), de ene dag heen en de andere dag terug. Soms ook naar Hamburg of Berlijn. En tussen de bedrijven door wat binnenlandse vluchten naar Haamstede, Vlissingen of Groningen, inclusief rondvluchten leT plaatse.
136
Voordal hel vliegruig weer in dienst wordt gesteld, wordt het gewogen. Hel leeggewicht worth vaslgesteld op 2171 kg. Het ma"imum stangewicht is 3500 kg. Volgens de weegbrief behoren tOI hel ieeggewicht onder meer: achl stalen met riet beklede cabinestoclen met lage ieuning, alsmede een rek met kamf en drinkglazen. Hel zwakke punt van de luchtvaan in de jaren twimig was duidelijk de kwalileit van de motor. In de periode april. december 1931, waarin de AET 450 vlieguren maakte, moeSI viennaal de motor worden verwisseld. Op 5 april 1932 komi de AET weer in bedrijf. Maar de glorietijd van hel ffnmOiong Fokkenje is nu toch wei voorbij. AI sinds 1929 vllegl de KLM op Indie met de driemotorige F VlI b, terwijl in 1930 de eveneens driemotorige F XII in gebruik wordt genomen, die 16 passagiers kan vervoeren bij een kruissnelheid van 200 km per uur. En daar kan de oude F Vila mel 8 passagiers en 160 km per uur niel tegenop. In de periode april - december 1932 maakl de AE nog slechts sporadisch een builenlandse vlucht: Parijs, Hamburg of Malmo Het accent ligt op het binnenlandse verkeer, meestal naar Twente. Ook vermeldl
het vliegtuigboek een loenemend aantal rondvluchten boven Amsterdam. Hel lijkt ook weI of het vliegtuigboek minder n:lUWkeurig wordt bijgehouden. Weliswaar worden aile vluchten nog genoteerd, maar in de kolom 'Opmericingen. gebreken, hersteilingen enL' wordt nog zclden iets venneld. Maar misschien gebeurde er ook niet veel. Gedurende de periode april - december 1932 (290 vlieguren) komen slechts drie aantekeningen voor: de onvennijdelijke motorverwisselingen op 17 april en 21 september en een vervanging van de propeller na een botsing met een auto tijdens het taxien op 29 mei. In he! jaar 1933 (300 vlieguren) word! voornamelijk gevlogen op Twente en Groningen. Heel verrassend is dat in de zomennaanden van dat jaar 42 retourvluchten Groningen-Borkum werden uilgevoerd. VervDer van (vermogende) badgasten'! Dok in 1934 wordt het vliegluig nog intensief gebruikt in het binnenlandse verkecr, meestal op Twente, met in de zomennaanden bijna dagelijks een retourvlucht naar Amsterdam. Maar er worden ook heel veel kone rondvluchten gemaakt. Een prodUktief jaar: 420 vlieguren.
In 1935 bestaat het vliegprogramma bijna uitsluitend uit rondvluchten en lesvluchten: 200 uur. En dan word! het vliegtuig op 7 april 1936 na een totaal aantal vlieguren van 3833 overgebracht naar de Centrale Wericpla:lIs van de KLM om gereed gemaakt te worden VOOT verkoop aan de Rijksstudiedienst voor de Luchtvaan. Mel deze mededeling besluit het vliegtuigboek van de AET. Het vliegtuig blijft nog tot 1942 min of meeT in bedrijf, maar de bijzonderbeden hiervan
konden niet women achterhaald. Uit andere bronnen is bekend dOlt de F Vila in mei 1936 in dienst komt bij de RSL. Bij die gelegenheid wordt de regisITalie gewijzigd in PH-RSl. En in juli 1937 WOrdl de registrane opnieuw gewijzigd in PH· NLL in verband met de omzet· ting van de RSL in hel Nationaal Luehtvaan Laboratorium. In 1942 komt het einde. De PH-NLL is niet meer luchlwaardig en wordt geschrapt uit hel luchtvaarmgisler. Hel vliegtuig komt in handen van Fokl::er, die he\ wil bewaren voor het nog op te richten Nationaal Luchtvaanmuseum. Het wordt opgeslagen in een loods, behorend bij een afgelegen boerderij. ergens aan het Noordzeekanaal. Heeft men het willen verbergen voor de Duitse bezetters'! Daar, op die boerderij. hebben we hel vliegtuig leruggevonden in 1953. De romp was inmiddels door de kippen in gebruil:: genomen. De PH·NLL werd op cen dekschuit naar Delft vervoerd, gclost aan de Hertog Govenkade en op de vliegtuig· wIder aan de Kanaalstra:1I gehesen. Nog steeds was het de bedoeling dat het vliegluig een plaats zou krijgen in het Luchtvaartmuseum. Maar in 1955 klXht Fokker in Scandinavie een FVIIa, die naar Nederland kon worden overgevlogen en die nu een ereplams heefl in het Aviodome Ie Schiphol. Voor de in slechle staat verkerende PH·NLL had niemand meer belangstelling. Het vliegtuig is nog een tijdje opgeslagen gewees[ in Gilze-Rijen, maar werd in 1961 ges!oopt. TlXh jammer van dat oude Fokkenje met zo'n roemruchte hi storic.
J.A. van Ghesel Grothe
137
.,
DE VAKGROEP C: CONSTRUCTIE, STERKTE EN TRILLINGEN Uil de Sludierichlingen c (constructieve richting) en d (elasto-mechanische rich!ing) die in 1947 werden ingevoerd is later de vakgroep voor Constructie. Sterk!c en Trillingen gevomld. In deze vakgrocp worth nog onderscheid gemaakl IUsscn de studierichting cl: Constructief ontwerpcn en c2: Stcrkte en Trillingen, hoewel in de laalste jaren de grenzeo hienussen verva-
gen. De basis van deze vakgroep werd geJegd door prof.drjr. A. van deT Ncut, die ook in feite cen van de grondJeggers van de huidige faculteit is. Hij speelde een grolc rei bij he! samcnstellen van studieprogramrna's, he! opbouwen van he! docentencorps en de algemene opzet van de SlUdie VOOTvliegtuigbouwkundig ingenieur. De colleges van prof. Van deT Ncu! De-
slreken in de begintijd de gchele studie vanaf he! coilege 'Inleiding tot de VJiegtlligbollwkunde' in het «rste studiejaar tot de meer gespedaliseerde colleges in de hogere jaren o.a. 'Vliegtuigconstructics bijzondere onderwerpen' cn het zeer geavancecrde college 'Wannte belastingen' in de tijd van de ontwikkeling van de Concorde. Wie zijn colleges hebben meegemaakt zullen zich zijn sterke betrold::enheid, zijn inzicht en zijn telkens weer verrassende originaliteit mel bewondering herinneren. Hij was een vooraanstaand en intemationaal erkend deskundige op het gebied van de sterkte en stabiliteit van dunwandige construclies. Op dit gcbicd hecft hij baanbrekend werk verricht cn de weg geopend n3M nieuwe gebiedcn van onderwek, lOwel in binncn- als buitenland. Zijn lalrijke publicaties zullen hiervan blijven getuigen.
Studierichting c en later vakgTOep C omvallc de navolgende hoogleraren: - prof.dr.ir. A. van der Neul - Lector ir. J. van Buuren - prof.dr.ing. J. Taub - prof.ir. H. Bergh (buitengewoon HL) - prof.ir. l O. ten Asbroek (buitcngewoon HL) - prof.ir. l E. van Beck - prof,ir. W.D. Verduyn
1945-1973 1947 - 1975 1961 - 1969 1967 - 1984 1969 - 1988 1972 - 1977 1977 - 1985
De huidige hoogleraren zijn: - prof. dr. J. Arbocz - prof.dr. A. Rothwell - prof.ir. RJ. Zwaan (deeltijd HL) - prof.ir. P.A. van der Schee (dccltijd HL)
1976 1980 1984 • 1988 -
De door de vakgroep verwrgde colleges en praklika zijn venneld in label I. In hel onderwijs worden in divcrse collcges de gezichtspunten van de vciligheid en de economie van de construct ie, de belastingen, de krachtsc!oorJeidingen, de sterkte- en stijfheidsberekeningen, dc conslrucliedetails en de aeroelastische eigenschappen behandeld. Ten behocvc van de siudierichting Ruimte vaantechniek is in 1988 het college Ruimtcvaanconslruclies opgezet. Het aantal Sludenten in de vakgroep is van ongeveer 12 in hel begin van de jaren zevenug gegroeid naar rond 40 in 1990: het aantal afgestud«rden is van gemiddeld 5 toegcnomcn tOi gemiddeld 15 ingenieurs per jaar. In 1988 is ir. Liu Da-Kang als eerste met een onderzock, uitgevocrd in vakgrocp c, gepromoveerd 101 doctor in de Technische 139
=
_ow
ProefopSleUingen van het Slerkle- en Trillingslaboralorium en de verzameling construclievoorbeelden in he! laboraloriumgebouw aan de Leeghwalerslraal.
Mechanische drukbank • 800kN. (ontwerp ir. W.O. Verduijn)
\\,e!enschappen op zijn proefschrift: 'Niet lineaire trillingen in schaalconstructies met vormonzuiverheden', Intussen zijn nu 7 'assislenten in oplciding' in vakgroep c begonnen met hun promOlieondenoek. Bij de vakgroep c wordt onderzoek ve rrich! in de volgende topics. Hel computer geMeund oOJwemen: Hierin worden de theoretische on\wikkelingen gangbaar gemaakt voor de ontweeper, die niettc:min het concept en de doelmatigheid van de constructie zelf moe\ venorgen. Oit moel leiden lOt cen efficiente constructie mel een hoge standaard in het detailontwerp. In he! onlwerpproces wordt de constructeur in toenemende mate gekonfronleercl mel ciscn ten aa nzien van levensduur en 'damage tolerance' van conslruclies. He! ontwernen van geavilnceerde conslruclies In nieuwe m;uerialen (0.:1. ARALL, GLARE, CFRP); Op dit gehied is er een gezamenlijk
14Q
.
Hydraulische drukbank - 150 kN. (ontwerp ir. W.D. Verduijn)
onderzock projekl mel de vakgroep b2. Dil omval he! eOOStrueren. fabrkeren. berekenen en beproeven van procfstukken vervaardigd uil. met aramide of glasvezel versterhe. aluminium plaat· m:lIeriaal (A RALL. GLARE). Dil onderzoek in het thema 'Advanced Materials and $truclures' heeft ge1cid tot zeer geede resultaten en is in 1988 door cen ellteme beoordelingscommissie beoordceld als zeer goed: het dee! ARALL zelf als excellent. DIS DECO (Qelft Interactive Shell DEsign mte); Onder deze naam wordt cen interactief ontwikcomputcrprogrammasysteem keld ten behoeve van hct ontwcrpcn en analyseren van verslijfde anisotropc (com)XIsiele) schaalconstructies. Instabiliteit van ~haalcon~tructies met vonnafwiikjngto; Stochastische procedures worden ge· bruikt voor he! onderzoek naar de in· vloed van imperfeclies als gevolg van
Opstelling voor het meten van spanningcn in de romp van cen Ilawker Tempest met be· hulp van rckstrookjes. (!:lborntoriumgebouw Leeghwaterstraat)
141
bepaalde fabricage of produktie methodell op de bezwijklast vall sehaalcOIIstructies. Computational Mechanjcs; In dit thema woreh ondenocht hoe (mini-)supercomputers kunnen worden gebruikt bij het oplosscn van illgewikkelde omvallgrijke mechanische vrnagstukkell. Voons wordell algorithmell olllwikkeld, die bij de constructieve analyse en optimalisatie vall constructies nodig zijn. Aeroelasljsch onderzgek; Oi! is in de urd cen muhidisciplillair onderzoek: valluit het onderzoek van cOlIslructies zijn er esscllliele raakvlakken met de aerodynamica ell de vJiegeigellschappen.
De vakgroep besehikl over programmatuur gebaseerd op eindige elementen- en eindige diffe.rellliemethoden waannee op\ossingen voor sterkte- ell trillingsvraagslukken kunnen worden bepaald. Er is ook progrnmmaluur aanwezig voor de bcpaling
Computer-gesleund onlwerpen.
142
van inSlalionaire luchlkrachlell ell van nutler- en divergenliegedrag. Nieuwe onlwikkelingell doen zich voor bij de illlroduclie van programmapakkellen die rich richlen op illleraklieve grafische voor- en nabewerking van gegevens en resuhalen. Een overzicht van ollderzoekprojeklen is gegeven ill I:tbt:l 2.
De vakgroep heef! voor hel rekenwerk in ollderwijs en onderzoek loegang 101 de IBM-mainframe en de CONVEX minisupercomputer van hel Rekencenlrum en de beschikking over een aallial 'Personal SUN-werkSlalions, Computers' en waaronder twee SUN SPARC-werksla' lions. III hel Jabor.lIorium zijll compulerfaciliteilen aanwerig bij hel uitvoeren van experimenlcel onderzoek zoals 0.1. hel me· tell van imperfeclies aan schaalconstruclies, het bepaJen van bezwijkJaslen en Irillingsonderzoek.
Aile hier genoemde lokale apparalUur is via cen nelwerk mel elkaar verbonden en via hel z.g. DUneT mel andere computers binnen de 111 waarooder die van hel Re· kencentrum. Voor deze apparaluur be· schikl de vakgroep over geavanceerde CAD- en eindige elementen 'software', alsmede over 'desk top publishing' fadli · Hoogwaardige randappanuuur leilen. zoals laserprimers en plotters maken hel mogeJijk 'hardcopies' Ie maken van de loegepas!c grafischc Icchnieken ten be· hoeve van rapponage cn dokumentalie. lowel op onderwijs· als onderzoekgebied heeft de vakgroep uilstekende intemationale kontakten met universiteiten in Europa, Amerika en hel verre Dosten. lo word t in het projekt DISDECO nauw samengewcrkt mel prof.dr. I. Elishakoff, Rorida Atlantic University, Boca Raton, USA en Dr. James Starnes, Head Engi· neering Mechanics Branch, NASA Lang· ley Research Center, Hampton, Virginia. USA. Op hct gebied van inslabililcil van schaal·
constructics me t vonnonzuiverheden wor' den n:lUwe kontakten onderhouden met prof.dr.ing. H. Cry. RWTIi Aachen, prof. IF. Julien. INSA in Lyon, prof.dr. G. Gal· lelly. University of Liverpool and prof.dr. P. Dowling, Imperial College in Londen. Dit samenwerkingsvcrband wordt door de EG gesteund binncn de ERASMUS en COMElT.projc:ktcn. Tensloue, zools men in DELTA kon lezcn. is prof.dr. 1. Ar· bocz tesamen met prof.dr.iT. J . Blaauwen· draad nauw belrokken geweest bij het oprichten van de Werkgroep 'Computa· tional Mechanics and Computational Modelling', een van de onderzoek zwaanepunten, nie! aileen van de vakgroep, maar ook van de hele TIl Delft. De toekomst wordt met venrouwen doch ook met cnige zorg tegemoel gezien. wegens hel vertrek van enige vaste medewerkers, waarvoor nog niet in een vervanging is voorzien.
1. van Geer
143
.,
.
Tabel I I Coil ~i~ s College
Cod<
OmVDn, in
-~ VlicgtuigconstrucLics
,
VlicgtuigconstrucLics II VlicgtuigconstrucLics III Vlicgwigconsuuc:Lics Vliegtuigtrillingcn
,V
AerocbsLic ilCit Vliegtuig steRle beret. Comp. slruCl anal. Vliegl CQllW. b.o. 1 Vlicgl consll. b.o. II Consll. onl.....erpcn I Consll. OOtwcrpcn II bp. Consu. ondcnoek
WarmlCbclastingcn Ruirntevaartconstr.
'a2A [r'22B [r'22C
"'20
"" '<30
"" "" ",.
1r33
ImA
1r'27B
,,36
'''' Ir37
,,"n , ,'n , , , , , , In I I
beslcmd VCIOr swdierichling
K,~
;.. kcrnvak
2
t CU1.evak
3.'
aIle LR stud. aile LR stud. aile LR stud. el ,c2 aile R stud. ,2
al,.:21.,e1
3.'
el , c2, cR
a1. a2R, b2
3._ 3,<
c1, c2, cR
3
3 3.' 3
02R
3.'
, 2R c 1. c2. alR cl, c2 a2L. b2. c2
3,<
,
,I
alL. b2.c2
, ,
cl. c2
b2. alR c 1. c2, a2K. alR
3._
a2R. b2R
II Praktika Pmklikum
InslrUCLie projctLiek:cr Tetenoerening Construktie ocr. Constr. ondcn.. SUJdicver:z. Exp. eonstr. pmtl. Coosuuktie 00.
C"" IP I05 TA IO I.Tf"I 02 TBI04,TC IO'1 BCIOIl
Sucssing exercise Onlwerp oc r. AfstudccroJXirachl
144
6
'0 16 3
KUfSUS
Sludierichling
j=
, , , ,
aile LR sulCI. aUe aile aile aile aile aile
LR LR LR LR LR LR
Stud. sulCI. Stud. Stud. Stud. Stud.
LRlO2
3
TD203
" 16
2 2 2
3
2
aile LR Stud.
7
3
38
3
c l.c2 e l .c2
12
3
e l.c2
2S
3
"cl.c2
TK204 Constr.ondcn. Studieven. Consuul:tie ocr. Voong= VOOlOlllwerp
Omvang halve (\agen
'C20,
LR30S LR30J LR46S LR467 LR469/479
2SO
,
TalK'1 2 OVERZICHT PROJEKTADMINISTRATlE VAKGROEPC (1990) PROJEKT
THEMA NR. NAAM
NUMMER
NAAM
V,
LEIDER
L" 01
SlIIbiHtcit van schiIlen mel vormoozuivc:rtw:dcn
C2.01 .76.01
Cl.0l .87.02
Bczwijk]ast Ylln selta:lIconSII". IllCt vormon;o;uivcrhcdcn Databank impcrrcktie meetgcgcvcns Sl3bilitcit >'3/1 sehuk:onSll". met slOChastisch 'i(:rdeelde 'IQITIIOIIzui vcrhcdc:n Computcr·gesteund 0111wcrpcn Ylln scha:Jlconsll". D]SDECO
Cl.02.76.03 C.02.78.0I
Niet-]in. modclvonning U.plOflUic progr. pakkcllcn
C2.02.88.0I
CAD-FEM-cndcn.ock
C2.01.89.0]
ParalieVVector algorithm in CompoMechanics Plastischc knik >'3/1 .:lIalcn Niet-lin. uillingcn van Mi!OIropC (composielc) seMien IllCI vormonzuivcrhcdcn KcnnisgCSluurde mc.'lh gCIICI1"I' tors voor dunwandigceon.'ill". Bc7.wijklasl van anisotrOflC (composicle) kegclschalcn met vormonzuivcrhedcn
C2.01.76.02 C2.0I .79.0]
C2.01.83.02
02
OJ
Progrnmmapakcucn numcnckc bcrckcning. methoden
Com~J1atiomJ
Mechanics C2.01.90.OI C2.01.90.02
Cl.Ol.90.01 Cl.Ol.90.04
"
AcroclasLisch en uiUingsondcn.ock
06 Dimcnsioncren.OIIIwetpel\, opUITI31iseren
" "'''''''. "
K]ompt
02
"""'"
" """'" 02
-
"02 """" Arboc:.;
Van Bmcn
S.
"""'"
" "
Arboc>:/Dccrenberg
02
Arb0c7/Knops
"
Arboc~tlang
Z"'"lIan
C2J)4.87.01
D)'1l:unisehc modcllcring Ylln COIlstructics
-
C2.06.78.02 C 1.06.80.01
Optimalisering V;JIl tonSIl". ARALL: structural (\e'i(:iopmenl progl1lm Optimaliscringspmccdures voor composiclC conSII". Compulcr-gesL onlwcrpcn Ylln vliegtuigconstruclil)l Omw. van primaire vliegluigoonSLr. in gcavancccrde mat. Onlwcrpsludics van vliegtuigconstruclics Mcch. vctbindingcn in ARALLconsuuc:ties
"" "
CI.06.82.01 C1.06.81.01 CI.06.83.01 Cl .06.88.02 CI .06.90.05
Hoi
Arb0C7Jlansen
A_
GunninkJVan Baten Rothwell
02
Rothwell
"-
Gunnink/Van Baten
"
RothwclVSlagter
Rothwell
Voorwaardclijkc linancicring LR-05: Ontwikkcling. rabricage en toep;l5Sing Ylln gcavancecrde matc:rialcn en conwuctle$ VOOI" luc:hlvaart- a1 ruimtcvaarlrcchnick (AMS" Ad>'allCCd MalCria]1 and Structures) VOOfWaardclijke linancicring LR-02: Compuu:r-gesteuod OIllwcrpcn (CAD . tomPUlcr bided I?csign) SI . SlimuleringsruimlC
145
HERINNERINGEN AAN HET COLLEGE AUTOMOBIEL TECHNIEK In de cursus 1947- 1948 volgde ik als 5e jaars keuzcvak het college AUlomobieltechniek van leclor Mollinger. In dit college ging de hcer Mollinger vrij uilvocrig in op de rij-eigenschappcn van aulo's. Hij had zich verdiept in hel locn nog niel begrepen verschijnsel van hel schacen van een combinalie van Irekker mel oplegger. Bij hel scharen van zo'n vf'achlwagen knikt de combinatie dubbel, waarbij de oplegger niet zelden dwars op de weg komI te staan met aile gevolgen van dien. vooral voor de andere weggebruikers. Terecht was MOllinger tOi de conc\usie ge· komen dal de oorzaak van hel schacen moeSI worden gezochl in de eemmen van de opleggcr-wielen. Dezc remmen zi;n zwaar bemeten om een beladen trekker· oplegger combinatie snel genocg te kunnen afremmen. Er ontstaan echter proble· men als de oplegger onbelast is. Wordt er dan krachtig geremd. dan blokkeren de op' legger-wielen. En geblokkeerde wielen verliezen hun voorkeursrichting van bewegen: ze glijden aile kamen uil. Aangezien bij een oplegger het zwaanepunt vcr ach· ter hel draaipunt (de verbinding mel de trekker) ligl, ontstaat bij geblokkeerde oplegger.wielen cen onstabiele silUatie die gemakkelijk lot scharen kan leiden. Het was de aanbeveling van de heer Mollinger om voor te schrijven dat bij rijden met onbelaste oplegger. de remmen van de oplegger-wielen moesten worden afgekoppeld. Aangezien he! kennelijk mocilijk was om de wetgever van zijn gelijk Ie ovenuigen, bedacht Mollinger cen modelproef. Hij liet een meccano-achlige trekker-oplegger combinatie vervaardigen op rubberbanden. De combinalie werd voorzien van remmen op de achterwielen van de trekker en op de wielen van de opleg-
Ger. Het werd een solide en loodzwaar val van mecr dan een mcter lengle.
ge~
De proefnemingen vonden plaats in de benedengang van het gebouw "oor W & S, Nieuwelaan 76. Aan he! einde van de gang werd een soon ski-schans opgesteld, aan he! boveneinde waarvan het model werd opgesteld. vastgehouden door cen haak. Vervolgens wcrd in de hardstenen gang een lange baan donkerbruin linoleum uitgerold en uitvocrig in de was geZCI. Wij, he\ kleine groepje leerlingen van Mollinger. stonden langs de gangwanden. ter weerszijden van de linoleumbaan. Ais de haak die he! model vasthoudt. werd onlgrendeld. kwam he! model als cen pijl uit de boog de ski-scha.ns af en stormde de baan op met een snelheid van 30 km per uur. Om de remmen in werking Ie stellen was het model voorzien van een lange hefboom. die als een antenne boven het m0del uitstak . Deze hefboom were! bediend door een dwars over de gang gespannen staaldr.tad. Het werkle perfect. He! optre~ den van schacen bij geblokkeerde oplegger-remmen kon feilloos worden gedemonsteeerd. Wi; waren zeer gei'mponeerd. Vele mensen werden uitgenodigd de demonstraties bij te wonen. Uit veiligheidsoverwegingen mochten de tocschouwers aileen slaan langs het gedcelte van de baan waar het model geaehl werd reehtuit Ie rijden. !Ossen het begin van de baan en de plaats waar de remmen in werking werden geslcld. Op cen kwade dag ging hel echler mi s. Op
het 're<;hluil' gedeelte van de ba:m ging het model plolseling linksaf en verdwcen. 147
de weg Ie houden, als je maar wist hoe je moest rc:agerc:n. Wij vroc:gen hem of hij dat niet eens kon demonSlreren. Dat wilde hij beSt!! Hij had in die dagen de beschikking over een eigen laboratoriumauto. Het was een Duhse FOrd-beste!wagen in leger-gnjs, aeh tergel:lIen door de bezellers. AchIer de bestuurder was de wagen voonien van houten banken in langsnehting. We waehtten op een regenaehtige dag en gingen op pad. Mollinger aan hel stuur en aeht studenten op de houten banken aehlenn. We reden richting Den Haag en direkt over de Hoombrug begon de slipdemonslnltie. De Haagweg met z'n nalte tramrails was onze testbaan. Autoverkeer was er in 1947 nog nauwelijks.
Hoofdingang gebouw voor W en S, Nieuwelaan 76, dwars door de solide eikenhoulen deur heen, in het d:aarachler gelegen l:abor.iloriurn Pas lOen werd duidelijk hoe gevaarlijk dil experiment was 'lOOT de toeschouwers langs de baan. Ie zal dal zware ding maar legen je benen krijgen! Na dit incident mothlen er geen mensen meer langs de baan sman. Een ander punt van aandaehl in de colleges van Mollinger was he! slipgedrag van aUIO'S. Hij beweerde dal het zeer wei mogelijk was een in een slip geraakle auto op
148
Mollinger liet he! Fordje slippen naar links en naar TeChIS, en inderdaad. hij hield hem op de weg. We hebben zelfs geen vluchlheuvel of bovenleidingsmast gerllakt, hoeweI hel w nu en dan niel veel scheelde. Wij, aehlenn, gleden herhaaldelijk van onze houten banken af en waren wederom zeer gei"mponeerd door de kennis en kunde van onze leermeesler. Ik sloot de h,."ergang Automobiehechniek af met een SCriplie geliteld: 'De geometrie der voorwielbeweging bij aUlomobielen·. Er kwamen (101 mijn spijt) geen opwindende experimenlen bij te pas. 1.A. van Ghesel Grothe
De geschiedenis van de Vliegtuigbouwkundige
Studievereniging "Leonardo da Vinci" 1945-1990 We sChrijven 10 juli 1945. In de Socie!ei! Phoenix vind! cen bijeenkoms! van vlieg!uigbollwers en olld-Ieden der "Delflsche Studenten Aeroclub" plaats. De !"eden van dezc. bijeenkomsl was de vraag of de specifieke belangen der yliegluigbouwkundige studie in he! vervolg door een aparte stooievereniging wuden moe!en worden behartigd. dan wei. dat de DSA dele taak naast haar oorspronkelijke doel van sportyereniging rou moeten blijYen Yeryuilen. Aigemeen was men van oordeel dat een g<>ede behaniging van de studiebelangen een eerste vereiste was yoor de Yliegtuigbollwkundige studenten. waardoor de oprichting van een nieuwe slUdieYereniging gerechrvaardigd schcen. Op 18 juli 1945 yond de officiele oprichtingsbijcenkomst plaats in de bibliotheek van Societeit Phoenix. In de eersle algelllene Yergadering van 11 oktober 1945 werd uit de leden he t yoigend Yoorlopig bestuur gekolen. da! in de tweede algemene yergadering van 8 november 1945 als definitief bestuur werd beyesligd: 1. Leyds - President P. Buys - Secretans J.J . Riep - Thesaurier W. Nugleren - Vice President W.A. Kuyers - Commissaris In de tweede algemene yergadering werd teyens door de Preside nt yoorgesteld de yereniging de naam !e geven van "Leonardo da Vinci" getuigende van de opvatting dal de !egenwoordige ingenieur cen meet uniyersele insletli ng en belangstelling moet Ir.lchlen l ich eigen Ie maken ondanks de noodzakelijke yaktechnische specialisatie. Ook werd het embleem al gauw yastgcsteld. Di! is ontworpen door dh r. Douwes Dekker. secretaris van hel tweede bestuur. Actiyileilen die al in het eerste jaar werden opgestan zijn: lezin-
gen. filmyoorstellingen. excursies (KLM, Fokker etc.). uilgifte van collegedicla!en en het bemiddelen bij de aankoop van kostbare boeken. practisch werken in hel builenland en de excursies naar hel builenland. In hel eersle jaar Ielde de VSV 171 leden. Hel tweede bestuur. onder presidentschap van "den heer J. Meyer Drees". probeerde het mogelijk te maken. een Yliegopleiding yoor de leden Ie regelen. Er bestonden zelfs plannen een sponyliegtuigje aan te schaffen. Echler aangezicn de fondsen hel licten afweten was dc eer yoorbehouden aan de (toen nog) Onderafdeling der Vliegtuigbouwkunde. die de opleiding "ingenieur-ylieger" realiseerde. Ook werden er in die tijd disputen opgericht die zich diskussierend op de meest uiteen\opendc ondcrwerpen loclegdcn, Deze Yonn van kontakt kon Yooral gedijen dankzij het in!ieme karakter dOl! he! yliegtuigbouwkundig gelelschap in die tijd droeg. Andere noemenswaardige actiyileiten van het tweede beSlUur waren yerder de uitvoerige enqueles die onder de studenten gehouden werden ler inwinning van infonnatie oyer tijdgebruik. studierendement, belangslelling Yoor de ye~hil lende studierichtingen. he! ··practisch yliegen" en de excursie die een geulschap ondcrnam naar de Salon d'Aeronautique te panjs. Een yenneldenswaardig feil is dat bij Konink!ijk Besluil van \0 oktober \947. nT. 33. de Statuten van de VSV werden goedgekeurrl. Dele yerleende rech!spersoonlijkhcid a:1O de VSV. wat van belang was YOOT het "aan boren" yan fondsen e.d. FaYoriele landen Yoor buitenlandsc excursics waren in die lijd Frankrijk en Enge149
VUEGTIJIG9OlNfKUNOIGE STUOIEVERENIOING
YUEGTUlGBOUWKUt.otGE STUDIEVEAENlGlNG
'LEONARDO DA VINCI"
'LEONARDO DA VIHCr
De evotutie van het VSV-embleem: Toen en Nu.
De excursie naar Parijs van 6 tOt 16 september 1949_
150
BLJ U OE van brier nO . PB/216 101 lAl.trwa V.S. V. "Leonardo da Vinci" VL! ECElNEDSTR!JD
Mo tt o
" E X E R CIS E
J(
1 '!' E".
ileeda eeuwenla.nc hehhen vele e=inente geeeten deh oet ni=er &tlahnde ene r gie geworpen op hOlt groh pr oble ... van de 'vlieger', vaal< eehter b.ebas alleen c:et hOlt zeltzuehtige dod OCI de theoriin te hewijzen , die aan hun genia.al br ein ontlpro t en waren . Eoezeer we eok hU veoTheeld Benjamin Franklin dank-heer z ijn , dat hlJ on. met bellulp ven d. vU.ger over t uigllnd bllWflZen he.tt , dat de hlikaec nieta andere 1a dan Olen vol_aaen b r oer va n hOl t onn ozel. el.etrlaehe venkje , dat on t ataat, W~~aer wlJ ~et enze onervaren handen kortaluiting veroorzaken - analeog aan de verheuding tuaaen de dende r z elve en hOlt gemopper van de ploertln over door~eelag,n stoppen - toeh gaat enze e~pathie meer u1t naar de Chine z en, rraar reeda ti,ldena hOlt aloude Kei z errijk het vliegeren t ot doorluehUg en ver~even volkavermuk ontwiltkeld ...a e. Vliegera verlierd lIIet la:oploMlln o! hard Ienallend vuurwerk lellten wU weliewaar ~oogat Ipeetaeulair, ....ar helaaa nie t atrokend mOIl. hOlt nuehter verlntwoordelijkJ:eidBKevoel van on. en enkele endere!! . Maar ondanka dlt, r •• t.n nO/l" legio mOBelijkbeden, die Olen neder e b.e.tudering overwaard syn , t.r aanmoadlg1ng -aarvan, de luetrumeomaiaaie bet uHaehrU"en VL"l sen vUagsrwedatrJ,jc!. bat b.e t ere midde1 aeht , b.eg r ijpt U ?
Allnkondiging van de 'Excrdse Kite'. een vliegerbouw.wedstrijd ter gelegenheid van het eerStc lustrum van de VSV - 14 november 1950, land. Een uitgebreid verslag van een ex· cursic naar de Franse luchtvaar1industrie in en om Parijs van 6 tOI 16 september 1949 venncldt bezoeken aon : hel Laboratoire "Eiffel " (windtunnel wnder omloophnul. ontworpen door ingenieur Eiffel zelO, hel laboraloire "Cha l ai s- Meudon ~ (grote lage-snelheidstunnel), het Centre d'Essais de Mechanique des Ruides, het Soci~t~ Nationale de Constructions A~ro nautique du Nord et du Sud Ouest et du Sud Esi. waar een heel scala van experimentele jachlvliegtuigen en helicopters in ontwerp of onlwikkeling was en lenslolle (wce motorenfabrieken. Etn opslapje naar hel cerste lustrum vormde de infonnele fcestavond ler gelegenheid van hel erelidmaatschap van professor Van der Nem op I april 1949 in cafe
Koot. Professor Van der Neut heeft o.a. daar laten blij ken een voor1reffeJijk causeur te zlJn. Vennaard zijn verder zijn "schertcolleges" waarmce hij verschillende feeslelijke gelegenheden heeft opgeluisterd. Hel cerste luslrum diende zich aan en dit was weer cen nieuwe activileit mel de no-dige aanvangsmoeilijkheden. Enkele ak· tieveJingen uil vorige beslUren hadden zich opgeworpen om deze organisatorische taak op zich te nemen. President van de lustrumcommissie was de heer F.E. Douwes Dekker lerwijl de heer P. Buys als secretaris fungeerde. Zalerdag 14 november (was gepland 7 oklober) nam de officit!le lustrumviering een unyang mel de "Exercise Ki te~, cen aileszins geslaagde manifeslatie waarbij de III
Op 4 april 1953 werrl een parnchllle na:uhet ontwerp van Leonardo da Vinci van de loren van de Nieuwe Kerk Ie Delft gewor1"'.
Ca. 50 in jacquel geklede VSV-Ieden trekken op 17 december 1957 de zojuist gedoople KLM-Viscounl 803 'Leonardo da Vinci' uil de hangar naar bullen.
1S2
IOOen hun vliegruigbouwkundige talcnten op de vliegerbouw en -spon konden botvieren_ De jury stond onder leiding van prof.drjr. A. van der Neue Na de lustrumrede van de president, het aanbieden van he! erelidmaatschap aan ir. C. Koning (in 1952 werd het "ir. Carel Koning fonds" opgerichl. die o.a. onze srudievereniging door de jaren heen tOt .e:role financifle steun is gewecs!). hel hislorische overzicht van dhr. Spit en de bijzonder geanimeerde receptie, toog he! gezclschap naar de - Prinsenkelder terwijl de leden zich reeds cerder naar het "diner-dansant" in "Wilhelmina" hadden begeven. De vereniging. die tot dan toe nog geen hamer had. kreeg deze voor de officifle opening aangeboden door een orgine1e geste van de oud-Ieden. Ook werd het cerSte Blauwboek uitgegeven dnt sindsdien een ttaditie is die nog Steeds word voongezct. M
,
In 1951 werd voor hel eerst cen heus Symposium georganiseerd op het gebied van Transsone en Supersone Vliegsnelheden (21 april 1951). Vanwege de vele poshieve reacties die hel besluur naderhand kreeg was het de bedoeling ieder jaar een dergelijk eyenement te organiseren. Oil enthousiasme is waarschijnlijk de reden geweest voor he! plaatsvinden van een symposium in 1953: "Produklie en Organisatie in de Vliegtuigbouw·. Het organiseren van cen symposium elk jaar is niet gelukt. maar degenen die gehouden zijn waren kwalitatief van hoog niveau en toonden een behoorlijk organisalietalent. In 1952 was er een zorgeJijke daling van leden. wat direkt samenhing met de gerin ge aantallen eerstejaars. Echler na een door de TH gevoerde propaganda zou he! ledenaantal in de daampvolgende jaren wcer cen stijgende Jijn venonen. Op 4 april 1953 werd de 500-jarige verjaardag van Leonardo da Vinci herdacht door middel van het werptn van een naar
zijn ontwerp gemaakte parachute van de taren van de Nieuwe Kerk te Delft. Een persberichl hierover: "Hoewel de ongelukkige (een pop) toegerusl was met een parachute, schijnt he! ons loe, dat een dergelljke behandeling van slechte contributiebetalers zelfs de naam van een sludieYereniging emstig kan aantasten en uit dien hoofde is hel dan ook, dOlI wij hier cen krachtig pmlesterend geluid willen laten haren-, Op 8 mei werd dit experiment herhaaJd ler gelegenheid van de opening van de tentoonstelJing "LdV" in het Haags Gemecnle-mU5eum. Oil kcer wen:! de toren van het KLM-gebouw gebruikl. Echter doordal de toren Ie laag was en de wind Ie sterk. was de parachute slechts kort zichtba:lr. Ecn volgende herdenking was het feit dat 50 jaar geleden de gebroeders Wright hun cerste vlucht maakten. Dczc herdenking vond pla:lts op 17 december 1953, Op de herdenkingsavond werd cr. in de a:lOwezigheid van vooraanstaande personen uit de Nederlandse luchtvaartwereld, leden van de VSV, leden van de KNVvL en belangslellenden. een lezing gehouden en werd er voor het eerst de film "The Story of the Century" vertoond, Op 19 december vond er cen fcestavond plaats. Concrete rcsultaten werden ook bercike Zo werd ten uitbreiding van de uitgifte van volgnummer:s. mapjes en drukwerken bereikt, Oak werd het mogelijk gemaakt voor twcedeja:lTS studenten een instructievlucht mee te maken, welke nog steeds bestaat in de vonn van de eersljaar:s demonstratievlucht. We komen nu reeds toe aan het Twecde Lustrum, welke bestond uit ten eerste een symposium: "Aircraft propulsion in the ncar future", welke gehouden werd in de grote foyer van de Stadsdoeien te Delft op 20 oktobcr en's ochtends 21 oktober 1955. ten twecde 's middags een Buitengewone Aigemene Ledenvergadering in de aula yan de TH en ten deme de herdenking van
Ballonboodschap van burgemeester kwam terug naar Den Haag '
Ot h.c/utHtl""'.............u de "H'$_ lultbow,,",",,11gc .. owI ... _....,._ ... iol nlJ .,Ltourdo dA VIIId- .... ol>ll\l9lng "".. Pi.nTe Dr.,..,,,,,. ,, 115 loa' ""Ie"",," ... i.. '" _ .. h'dl QCT'ulnoet'f'd. .. 10k _ 4' lIo d
~an /lei
Mol ..... dd.
(V.n en enur nralennen)
DEN HAAG. _ 8urg..,meester Kolfscholen heefl &ijn eigen boodscbap, die hij per iu(":blbaUon b.d VeI""WndeD nur een Yin &ijn Nederl.nd5f! . mblegenolen Weer teRggeluegen. Het was een bood5(":hap, die ballonvurder Boesman samen met !'Ibx T.iIleur had nleegenomen, tijdens een v.art lu ge leg..,nh..,id v.n het derd e lustrum van de ,·Ii..,gtuigbouwkundige studie· vereniging "Leonardo da Vind" in Delft.
Dc ballonopslijging v:loaf het Malieveld op 22 oktober 1960 me t Max Tailleur :lIs Un der p:lssagiers.
'"
de eersle mOlorvluch! (door de heer J.W.E.L. Hilgers op 29 juli 1910 op de Doesburgerheide te Ede) op 22 oktober. Oit laalSle werd een compleel mini-speklakel waarvan de hoofdelementen werden gevormd door de onlhulling van een monumenl. vliegdemonstrntie door een Prefecl z.weefvliegtuig, een formatie Piper CYbs, Gloster Meteors en hel Harvard stuntteam en een diner in restaurant Calluna te Ede. Overigens werd op 29 juli 1960 een krans bij dit gedenkteken gelegd leT herdenking van het feil dat het nu (echt) 50 jaar geleden was dat Hilgers de eerste motorvluchl teT plaatse had venicht. Verder was er de uitgave van het tweede Blauwboek waarin het grootsle deel werd ingenomen door een vijfml anikelen over {(len aktuele onderwerpen op luchtvaangebied. in Vermeldenswaardige gebeunenissen de komende vijf jaar waren: een e)[cursie naar Noord-Italie van 17-27 september 1956. Het vef'Jocr geschiedde per Dakota van de Klu. Verder werden er twee symposia georganiseerd: op 17 oktober 1957 "New Take-off Methods" en op 14 april 1959 "Het vlieglUig in de landbouw". Zeer orgineel was de happening die werd georganiseerd rond de doop van een KLMViscoum 803 met de naam "Leonardo da Vinci". Op 17 december 1957 , de dag waarop het toestel met genodigden van de KLM de doopvluchl naar Rome maakte, werd he! toestel 's ochtends door ca. 50 in jacquet geklede leden van de VSV van hangar G naar het platfonn gelrokken. De doop geschiedde op het Romeinse vliegveld en werd verrieht door de burgemeester van Vinci. Een andere gebeunenis was de oprichling van Euroavia op 16 maan 1959 te Aken. Bij de opriehting bestond de vereniging uit groepen uit Aken, Berlijn, Parijs, Pisa, Stultgan, Turijn en Delft.
Van 20 tim 22 oklober 1960 Yond hel derde lustrum plaats. Hier werden tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering prof.dr. E. van Emden en Dipl.-Ing. C.WA Oyens benoemd tot erelid. Ook werd er een symposium georganiseerd: "Flying Aids" (over elektronische hulpmidde1en voor de luehtvaan). Verder werd herdaeht dat 175 jaar geleden de Fransman Jean-Pierre Blanchard vanuit de tuin van paleis aan hel Haagse Noordeinde de eerste ballonopstijging had gemaakt. Dil werd gedaan op twee manieren. Ten eerste werd er aan de Gemeente Den Haag een monument (van gewapend beton) ter gelegenheid van dit feit geschonken. Ten tweede werd deze eerste vlueht ook geheel gereconstrueerd.
Zo vond op 22 oktober vanaf het Malieveld (Palds Noordeinde was Ie riskanl vanwege de waterstofballon) deze opstijging plaats. Vier geheel in antieke klederdrachl gestoken ballonvaarders (waaronder Max Tailleur) maakten deze herdenkingsvlueht. Eehler van wege hel sJechte weer moeSt de ballon reeds na drie minuten weer landen in de Scheveningse bosjes (z.e vlogen namelijk Techt op Engeland aan). De reaclie van Tailleur: "meegevalien". Dit sleehte weer was ook de oorzaak van het afgelasten van het vliegfeesl op Zestienhoven. Oil terwijl er roveel reclame voor was gemaakt: geluidswagens, pamflellen, posters, spandoeken etc. In plaats van dit vliegfeest werd er een theedansanl georganiseerd in het Scheveningse Kurhaus. 's Avonds was er een galadiner en gala-bal in Societeit Phoenix ter afsluiting van de activiteiten. Leuk om Ie vennelden is het feit dat in 1962 de eerste vrouwelijke vliegtuigbouwkundige student afstudeerde: mej. Koo Sin Ling. Mel het betrekken van de huidige behuizing aan de Kluyverweg verwierf ook
155
Voor stimulerende activitciten l\ll
y
1,-14&1<>'1.-·
Prins erepresident Leonardo da Vinci Oak ruimte'vQnrt krijgt aandacht DELFT _ TIlden. flO!o bulteDge" 'one IIlpnene Jede/lvet"gadertng In d" a ul a v .... de t.b. '- prt ... Bernl\a.rd Jl8tennld01"1" gein81&1leerd Ala erepr-esldenl nn de Jubllereode "lIegluJgenbou,,'kun_ dig" atudl,,~uJJlnlf Leona rdo da Vln_ d. ~ prl ... kon ~ It Dl"l bU d" pl""h_ IIgh1'lld """",woordJg "Un In , ·e.band DIet 1IJo verbUJf In d" W ... t en "..,..d d ........ verte~ nwoo"" llI'd doo r "Un ad_ Ju .....1. kolon'" ~ rt .erna. H et erep ...... 8Id"",l_ ap werd IO&n d" prino n.leen d op .,-0'1(1 v.... Gill "lI",ul~rende 1I(!1I~1I"Uet! voor de vUeJ1ulgtndu.hie en "Un vote belangoteWng voo r de , ·lIegtulg. bouwkunde.
"Wij hechten grote wasrd" un een band tuaun de Prlllll en de Yllegtulg.
bouwkundlg" .tudenten'", ul de voo,," zltler van Leonardo da Vinci. de h ..... P. Th. L. M. van Woerkom, .. omdat wij w .. ten dat de 8tudcnten zlch hlerdoor geHeund ~ oelen." Hij m ... kle Voort..l up dat de vllcgtuJgbouwkunde In '\ ateed.i groelende Indu.t.lalisaUeprocell een grote plaatl! Inneemt en dat durom de vor_ minI' Vln goede wetensclu.pamellllen van groot belang Ill. Vonrdai hU overglng tol de inS!.Blla_ ile gat de heer Van Woerkom een Overziehl van de g"""hleden!. van d" uu twlnUg jur oude ~ .. renlgl ng, ha ll. pl. .t. en funcU .. In de huldtg" rnaat.ochappij en het te volgen b
Belangslelling van de peTS voor de beo()cllling van Z.K.H. Prins Bernhard tot ere-presidem van de VSV op 30 september 1965.
de VSV een nieuw onderkomen op de 7e verdieping.
gen wat voor een gat in de tentoonstelling zorgde.
We komen nu tOC aan het vierde lustrum. Activiteiten van tocn waren: een feest, een "grate" intemationale lucht- en ruimtevaantentoonstelling, een symposium "Het Supersone VerkeeTSvliegtuig" en een groots intemationaal vliegfcest op Zcstienhoven.
Op 29 september vond het symposium plaats. Dit was gehcel gerich! op de in cen ver omtwerpstadium verkerende Frans· Britse Concorde.
Op vrijdag 24 september 1965 opende de staatssecrelaris iT. S.A. Posthumus van Verkeer en Waterstaat de tentoonstelling. De opening werd opgeluisterd door cen demonstratie met cen Klu Alouette helicopter. Ook Rusland had z'n medewerking tocgez.cgd. z.c kwamen echter niet opda156
Op 30 september werd op de Buitengewone AL V Z. K.H. Prins Bernhard gernstalleerd als ere-president van de VSV. He! ere-lidmaatschap werd hem verleend op grond van zijn slimulerende aktivileilen voor de vliegtuigindustrie en zijn grote be· iangslelling voor de vlieglUigbouwkunde. Op zaterdag 2 oktober 1965 vond het vliegfcest plaats. Zo'n 10.851 betalende
HAAGSCfl E COURA!'<'T _
Mundi, 4 oklober 1965
Vliegfeest Op Zestienhoven: INDRUKWEKKEND
__ _--_
LUSTRUM~'3LOT fV_ _ _ _ _ _ _l
..-.....-----_.... ........ .....--. l)oo • • •
¥
• _ _.....
w'--.~_
. ...... .... .....1 .. .-..... _ _ _ • ..... 'Ul' _ _ _ _ ... _ " " ' " - - _ . ...... . ..
~110<
_ _ .... . _ _ _ "......... AI-
. . . ,W . " , _ _ _ '
O
oN • •. . - _
. . H....
_110 . ........
Dc pen besleedde veel aandacht aan hel op uterdag 2 oktober 196.5 gehouden vliegfcesl.
en enkele duizenden niet-betalende bez.oekers aansc houwden dit speklakel. Te zien waren O.a. cen learn Lighlning-straaljagers. de delta vleugelige V-bombers, een acrobatic team, de Sikorsky "vJiegende bus" en cen team van 4 supersone Mimge-jagers. Ook hier zouden de Russen komen, maar weer lielen ze het afwelen. Kennelijk ging hier hel Russische spreekwoord op: vertrou wen is cen schone zaak, echter is wanlrouwen meestal raak. De eerste uitgebreide studiereis yond plaats van 17 juli tim 8 augustus 1969 naar de USA. Deelgenomen werd door 31 siudenien en 2 docenten. Vermeldenswaard is nog hel feit dal mej. H.B.O. Rit-
zen (de twcede vrouwelijke vliegtuigbouwkundig ingenieur) in hel beSlUur 65/66 de functie van vice-president vervuld,_ Na hel Amerika avon tuur ("het is gebeurd, ~ zijn er geweest") stond reeds het vij fde lustrum voor de deur (1970). Het programma was als VOigt: 19 september Open dag op de Ondemfd. der Vliegtuigbouwkunde. 's Avonds cen infomlCCl openingsfeest. 21 september Voclbalwedstrijd lussen hoogleraren/staf-sludenlen. 23 september Symposium "Luchtvaarten Ruimtevaamechniek en de Samenleving"
' 57
Buitengewone AL V Internationaal vliegfcest op Zcstienhoven Gedurende de hele week werd er ook cen inlemalionale Luchl- en Ruimlevnartlentoonstelling gehouden onder de ludieke nanm "Machnix". 24 september 26 september
Aardig om Ie vermelden is dal de Sludentcn de voelbalwed$lrijd met 3·2 wonnen. Hel symposium behaalde zeer vee! positieve opmerkingen in de pers. Hel werd beliteld als cen symposium dat de techniek uil cen alpha-hoek benaderde. Oil was echter kenmerkend voor die lijd. De woelige jaren zestig waren ook in Delft niet onopgemerkt voorbij gegaan. Zo stonte de tweedehands jacquet markl in en werd door sommigen zelfs de studentenmaalschappij ontkent. Op de Builengewone AL V werden 101 ereleden benoemd ir. 1. Luymes (toenmalig KLM·direcleur) en luilenant-generaal A. B. Wolff. Naasl he! Blauwboek werd er voor hel cerst he! WitbQek uilgebracht. Hierin werden de s!udie-statistieken opgenomen, voornamclijk bedoeld als voorlichling. Het vliegfcesl werd weer een succes met deelname van o.a. de Red Arrows en een team Franse ~Fouga Magislers" die een "Patrouille de France" vloog. Hel lustrum werd besloten met een groots gala.bal in het gebouw zelf. In december 1970 werd door "Fokker VFW" NV de stichling "Prof.dr.ir. H.J. van der Maas Fonds" opgericht. Oankzij dit fonds kon bijvoorbeeld de Zweden excursic van augustus 1971 plaatsvinden (die aanvankeiijk vanwege de hoge kOSlen niet door kon gaan). Bezocht werden O.a. cen waterkrachlcentrale , de FFA (Ie vergelijken mel he! NLR) en de Saab Scania vliegtuigfabrieken (hier werd de CanardopsteUing van de Saab Viggen uitgelegd).
1\'
Venier werden de beginjaren 70 gekenmerkl door hel op een lang pitje staan van de Euroavia-acliviteiten. Oil wordt wei gewelen aan de nOla van dr. K. Poslhuma (die in reile de huidige Twee Fasen Structuur voorsleldc) en de Wei Universitaire Bestuurshervorming. Hierdoor werd de aandacht argeieid van hel inlemalionale niveau en konden weinigen de tijd en de moeile nernen de veITe eonlaclen levendig te houden. Verder werd in 1973 het Amerika avonluur herhaald. We komen nu toe aan hel zesde lustrum van de VSV. september 1975. GroolSte tegenvaller was he! niet mogen organiseren van cen vliegfeest. Oi! kelste af op gemeentebesturen (de vliegluigen waren niet milieuvriendelijk genaeg). Zoals gebruikelijk werd er weer een Buitengewone AL V gehouden waar een benaeming plaatsvond van twee nieuwe ere-leden te weten prof.ddr. O.H. Gerlach en dr. J.H. GreidanU5. Op 17 september 1975 yond het symposium "Luchtvaan en Nederland" plaats (opening door Z. K.I-l . Prins Bern hard). De sprekers waren prominente fi guren ui t de Nederlandse Luchtvaanwereld. Op 18 september werd er een reunie van afgestudeerden gehouden. «n primeur; 19 en 20 september wartn activiteiten· dagen. Zo werden er de volgende activiteiten georganiseerd: parachute springen. een Oflthulling van een mon ument gemaakt door medewerker De Haas, zw«fstunten. cen papieren vliegtuig-vouwwedsoijd en een demonstratie van afstand-bestuurbare vliegtuigen en helicopters. Na een inleidende film werd de vliegluigvouwweds!rijd gehouden in de hal van het gebouw. Een ieder kon zich opgeven in de slandaard en in de open klasse. De deskundige jury hestond ui t de heren Van Hallum, Ruygrok. Oijkshoom en Hoeymakers. De modeUen werden getest op de
De
trapautQ-wedSlTijd tijdens de aktivileilendagen (19 en 20 september 1975) werd geopend door cen rit IUssen h.gen. A.B. Wolff en de presidem van de VSV.
maximaal af Ie leggen afsland, vliegstiji, geluidsproduklie (?) en vluchtduur. De trapautowedstrijd werd geopend met de openingsrit tussen it.gen. A.B. Wolff en de president van de VSV.
Tijdens de gehele lustrumweek yond er cen tentoonstelling plaats in de aula met als thema de activiteiten van de Nederlandse industrie op lucht- en ruimtevanntechniek. HeJaas werd de bedoeling van de tentoonstelling lijdens de "open dag" door sommige groeperingen verkeerd geYnterpreteerd en meenden zij hel F- 16 m0del mel vitrine uil de tentoonstelling Ie moeten verwijderen en hel in de sloot Ie deponeren. Deze gebeunenis ging als "Hel Incident'· de geschiedenis in en hield de gemoederen stevig bezig.
Vooral pacifisme en anti-militairisme bepaalden de sreer van de pubJieke opinie. Uil een enquite (een primeur voor de VSV) bleek dat 81% van de Nederlandse bevolking de nationale luchtvaanm:l3.lschappij belangrijk achne voor de Nederlandse economie. Hel lustrum werd besloten mel cen groot feest, waar menig dronk is uitgebracht op he! Koninklijk Besluit van 20 mei 1975 waarin de levensduur van onze vereniging werd uitgebreid met 29 jaar en II maanden tot mei 2005. Op 14 mann 1978 werden lijdens cen Builengewone ALV ir. L.J. van Ameyden en ir. 1. Comelis geenslalleerd als ere-Ieden waarbij beiden een voordracht hielden over de laatsle omwikkelingen op lucht-
'"
RELROND F · 16 MODEL 0, v~n_ v... de TJj · o.UI .&eli de pollile eft ondtnod III a.... de vfl"lll~IlD' ""'I_ tal ,lII,ceallmell!'r '""" model v... bel Anlenlu.allH jlcb,vllq, ul, 1'·11 _orllt wftt m jll. , djlltD> hi IUCblvuruympoolum vu de ".dl"If'MP l..toftar. do Da Villd. Htl model w~""" vlu'lllrn all.""" tI_ Itloold. BII ~ poIllle IIj. lit . ame- It1tOeftId .... de J.UNIetII J. 1'. u de _eleaodla,pelljk amblUaW cIr. L. J. M, "., tid v ... bel praldl.m vu .... ~OIetC_. &It .... Hl...p1ju&e .... Wcloten .... dt .tlroodb~If'·I'
..."""1. De llvOttIltD
'Hel Incident' lijdens de lcntoonslelling ter gelegenheid van het zescle lustrum, Onbekenden gooien hel F-16 model in de slool uit protest tegen het tentoonstellen van oorlogstuig.
.... de Ifdell., luebl... n · ea rIIlmltlftblilek bebbeD er wHDsd' l ID "" Y~rldari.nl 11."" nrbaz!nIGverulileoprMndli de "'fltDlClI.lp~nJk .... blt ...... dlt lOeb beoluunljke urlluwoordelljk· bd
vaangebied in Nederland. Zij werden benoemd 01' grond van hun verdiensten voor de VSV in verband met het laatste Ius· trum en symposium en hun zilting in ver· schi11ende comitcc's van aanbeveling voor de gTOte zomerexcursies. 01' 3 januari 1979 overleed ere·lid ir. 1. Luymes (exvoorzitter KNVvL en oud-dirtcteur KLM) de man die zo'n belangrij ke rol had gespceld bij de «rste Amerika-excursie in 1%9.
He! vliegfeest werd bijzonder groat opge· zel waarbij levens werd geprofitccrd van de manifesl:uie "Rotterdam thuishaven ~. De orsanisalie was uilmuntend. Er werd samensewerkt met o.m. Provinciale Staten, RijkswDlerSlant, politie, NS (o.a. met speciale trein-tocgangsbiljetten), RLD etc. Ondanks de koude wind, bezochten zo'n 3 1000 betalende bezockers de Vliegshow.
liet zevende lustrum, in september 1980, had het vo!gende programma: 13 september Vliegfeest HOa Vinci" 15 september Helicoptenentoonstelling en Bui tengewone AL V 16 september Lezingen over helicopters in het kader van de tentoonstelling 17 september Vliegenniddag en filmvoorstellingen over ruimtevaan 18 september Amorally 20 september Afsluitend feest voor personee! en stuclenten in de hal van het gebouw 160
Zij ugen a.m. HCrazy FlyingH mel een Tiger Moth, kunslvliegen door "Victor Romeo" (vier Robin OR400 sponvliegtuigen), aerobatic van drie Nonh American AT-16 Harvarcls, Boeing B-17 "Flying Voomamelijk Fonress", Grasshoppers. via het programmabockje en de stands probcerde het bcstuur door informatie over het ICTUgdringen van hel geluid en hel branclSlofverbruik, de luchlvaan in een positief daglicht te stellen_ Maandag 15 september stante de presi. dent de activiteiten door lIit de llicht te komen "vallen". Hiema uok.ken de 200 aan·
Aankomst per helikopter van de president van de V5V op 15 september 1980 ler gelegenheid van de opening van het zevende lustrum. wezigen naar coJlegezaa\ A om aldaar de Builengewone AL V bij te wonen_ Naast de lustrumrede, de uiueiking van het Blauwboek en het tweede Witboek werd prof.ir. J.A. van Ghesel Grothe gel'nstalleerd als ere-lid en onNing het bestuur uit handen van de hcer De Haas cen tweede kunstwerk van zijn hand.
Op de helicoptenemoonstelling (waar O.a. KLM, KLu, NLR, Aviodome, Helicoptermuseum te Bucheberg (BRO) aanwezig waren) vormden cen complete WAS P helicopter en Bell 416 de pronkstukken. Woensdag 11 september stond in het leken van hel vliegercn_ Met medewerking van Viiegerciub "Vliegerop" uil Den Haag werd cen middag georganiseerd waarbij vliegers gedemonstreerd en gemaakl konden worden. Van de aUlorally raakte de prijs zoek, ech·
ter na lang zoeken (en ontevreden gelui. den) kom de prijsuitrciking toch nog doorgaan. Hel hoogtepunl van het zevende lustrum vormde hel symposium "De uitdaging van de ruimtevaan" wat geopend werd door Z.K.H. Prins Bernhard. Een samenvatting verscheen in "De Ingenieur" wat het belang ervan onderslrceple. Om de activileilen van Euroavia op Ie Jaten leven (die "op sterven na dood was") werd een aamal Euroavia-Ieden uitgenodigd om de lustrumaclivileiten bij te wonen. Oit haalde de banden stevig aan en deden he! emhousiasmc voor de Europese zaak opleven_
Ais voorproefje op het achtste lustrum werd samen mel de Stichl;ng HislOrische Luchtvaan op 5 me; een vliegreest georga161
Benoeming tOt trelid van prof.ir. J.A. van Ghesel Grothe tijdens de Buitengewone A1gemene Ledenvergadering van de VSV op 15 september 1980.
niseerd "He! Bevrijdingsfeest". Met 12 man sterk 'lat de VSV in de organisatie. Het werd een groot vliegfeest met ruim 100.000 bezoekers. Te 'lien waren O.m. Spitfires, Hurricane, Lancaster, B 17 Flying Fonress, Mustang, een para-dropping van ongeveer 100 para's uit drie DC3 Dakota's en het slot door de Red Arrows. De officicle lustrumviering vond plaats van
18 tim 27 september 1985. Het programma was a1s voigt: 18 sept. Herdenking van 200 jaar ballonvaan in Nederland 19·21 sept. Ruimtevaarttentoonstelling Buitengewone AL V 23 sept. 24 sept. Vliegdag 25,26 sept. Symposium "Next generation of Aircraft, evolution or revolution ~
27 sept.
162
Feestelijke slotdag met Iustrumfeest
Chtitetlll Tollr Urite
~
.... lI< MIUlIUII ......
.
,outAUlD A C " -
"".'J>
_ ,
Voor de lustrumwijn. uitgebracht ter gelegenheid van het achtste lustrum van de VSV in 1985, werd dit speciale etiket ontworpen.
Bij het monument dat reeds in 1960 in de tuin van het paleis Noordeinde geplaatst was door de VSV ter nagedachtenis aan de eerste Nederlandse ballonvaan, yond een herdenking plaats. Het geheel werd omlijst met muziek van dc Haagsc he Politic Kapcl. Tcr afsluiting Yond op het Malieveld de opiating plaats van cen Icvensgrote waterstolballon.
Op 19 september werd de lenlooosielling officieel geopcnd met een lezingenmiddag over ruimtCSlations. Aan het cinde van de dag werd cen I: I model van de Iweede Nederlandse satelliet de IRAS, in de hal omhuld. Bovendien was er een 1:3 schaalmodel van de spaceshutde voor hel gebouw te 'lien. Zaterdag 2 1 september was de tentoonstelling geopend voor algcmcen publiek dat door veel publiciteit in grate gelale kwam kijken. Op de Buitengewone ALVin de raadszaal in he! s!adhuis te Delft werrl ir. J. Leyds benoemd tot ere-lid. Ook vond er de uilreiki ng plaats van he! derde Wilboek en het achtste Blauwboek.
Op di nsdag 24 september Yond de vliegdag plaats waar over de hele dag meer dan 300 sludenten werden rondgevloge n. Dit gebeurde door middel van zweefvlie· gen op Ypenburg en rondvluchten vanaf Zestienhoven.
Hoogtepunt vonnde hel symposium, dat weer werd geopend door Z.K.H. Prins Bernhard. Het ruim 600 koppige publiek was er geluige van dat de meeste spre· kers de komende jaren een evolulie in de luchlvaan waarschijnlijker achtten dan cen rcvolutie. De lustrurnactiviteiten werden afgesloten
met een feestelijke slotdag. Activiteiten ware n cen gezamelijke lunch met aile medewerkers vClOrzien van cen muzikale ornIijsting, een autorally waarbij sommige auto's orgincel waren aangekleed, cen bootjesrally in Delft langs verschillende pitoreske plekjes en ler afsluiting een groat slotfeest mel als thcma "De Pelikaan" (de beroemdc postvlucht uit de deniger jaren). De volgcnde vijf jaar werden er weer ver-
Deelnemers aan de ORIENTEX '87 studiereis naar Indonesie van 29 augustus tot 28 september 1987 op het str.lnd van Bali (Sanur Beach),
' 6J
Het symbool van STATEX '89, de studiereis naar het droomland van de vliegluigbouwer, de USA (8 101 en mel 31 augustus 1989).
"lEONARDO OA 'fflCI'
~
--...
, _=-...,
0IlfTn_ _ ""',,.,.,.' ... ......
ST ATEX"S9 , -.. """_ ,"", TO "
plaats: Brille)(. Bezocht werden hier O.m. Britisch Aerospace, Rolls Royce, Westland Helicopters en de Fam· borough Airshow. De terugvlucht Yond piaats met een F-27 "Troopship" van de Koninklijke Luchtmacht. Op I en 2 december 1988 Yond het symposium "European Cooperation in Ae· rospace" plaats dal door Euroavia werd georganiseerd. Hierdoor kwamen er zo'n 400 studenten uit 10 verschillende landen, wat de wederopstanding van Euroavia karakteriseerde. Van 8 augustus tim 31 augustus yond er weer een studiereis plaats naar de USA, het droomland voor de vliegtuigbouwer: State)(. Bezocht werden o.m. NASA, Mc Donnell Douglas, Honeywell , Lockheed en Boeing. De laatste grote activiteit voor het negende lustrum vonnde het symposium "Transport, Europe on the move". Dit groots opgezette symposium werd sa· men met andere studieverenigingen ge· organiseerd: Leeghwater, Practische Studie, William Froude en AEGEE Delft. Voordat in de week van 1 tim 5 oktober 1990 het grote negende lustrumfcesl los· barst zal er in april al een lustrumartike· len-presentatie zijn. Hier zullen de lus· trumwijn, ·bo)(ershons, -das en het Wit· bock worden gepresenleerd.
schillende aC\lvlteJlen en studiereizen ge· organiseerd. Hier voigt cen kone samen· vatting: Op 10 oktober 1986 doopt het bestuur de KLM-Boeing 747·300 PH·BUW met de naam "Leonardo da Vinci". Oeze keer word! de Boeing niet naar buiten gerrokken (te zwaar'?). Van 29 augustuS tim 28 september 1987 Yond de studiereis naaT Indonesie plaats: Orientex. En van 24 augustus tim 9 september 1988 yond de studiereis naar Engetand 164
He! programma van het negende lustrum is als voigt: 1 oktober Opening van tenroonstelling 50 jaar LR met's middags de Ius· trumsfUnt 20ktober De VSV.vliegdag met de eer· sle vlucht van de Lambach HL 11 3 oktober Activiteitendag voor studenten en medewerkers 4 oktober Symposium "Controlling the Boom - Air Trnnsport through the Nineties" 50klober Symposium met aansluitend
Ter geJegenheid van he! negende lustrum in 1990 wil de VSV de Lambach HL II nabouwen. Een ambitieus projektl
een jubileulTlftCeptie op de faculteit. Oaama een reunie voor afgestudeeroen en aansluitend het slotfeest Als belangrijkste project in dit lustrumprogramma kan de bouw van de Lambach HL 11 worden genoemd (project "Appelzuurtje" vanwege de registratie: PH-APZ). Oit vliegtuig dat tijdens een vliegshow eindeJijk eens van de Ouitsers moest winnen werd tijdens de intemationale aembatic-kampioenschappen van september 1937 uiteindelijk derde. Oit kwam orudat het vliegtuig toen te laat klaar was en men
zodoende te weinig kon oerenen. Bij een bombardemem op Ypenburg werd het ve rwoest en nu zai dit vliegtuig weer uit zijn as herrijzen. Een ambitieus project. maarzo is de VSV ahijd al gewees! en zal aifijd wel zo blijven ook. Op naar het tiende lustrum van de Vliegtuigbouwkundige Studicvereniging "le0nardo da Vinci" in 1995.
RG.A. Kuipers (Vice- President VSV 1989-1990)
16'
\.
166
\.
\
/
/
/
/
/
Technische Hogeschool Delft Ond.rafdellng der Vllegtulgbouwkunde
DIENST Mlnl" " . i. " en Ond....... ij" Kun$le" en W. te n1cheppe n
Teehn ische Hog"school Vllegtulgbou .... ~unde
K"nulslrul 10 - DELFT
2245
TECHNISCHE HOGESCHDOl OElFl LUCHTYMftT· EN RUIMTEVAARnECHNlcK Kluyverweg 1 . 2629 HS DELFT
DElfT UNIVERSITY DF TECHNDlDGY flcillfy of Atrvcpac' ElIglntlrlllQ Kluyverweg 1 • 2829 HS Delft The Netherlan ds