Rotterdam knapt op
Rotterdam knapt op
2
Rotterdam knapt op
Inhoud Prettig wonen en werken. In veel Rotterdamse wijken is dat vanzelfsprekend, maar helaas zijn er ook gebieden waar sprake is van overlast en zelfs verloedering. Woningcorporaties, betrokken bewoners en ondernemers en de gemeente Rotterdam steken met elkaar geld en energie in de verbetering van de bestaande woningen in de stad. Zodat Rotterdam voor nog meer Rotterdammers een stad is waar ze graag komen en blijven wonen. Over die aanpak, tijdens de collegeperiode 2006-2010, gaat dit boekje.
Hamit Karakus: “Niet groots en meeslepend, maar kleinschalig en praktisch.”
5
Hans Oost: “Het glas is nu halfvol op de Nieuwe Binnenweg.”
9
Rolf: “De mensen hier zijn onbevangen.”
13
Marcin en Karolina: “Nu alleen nog een extra kamer.”
17
Inge Muller: “Hypotheekfraude plegen wordt steeds minder aantrekkelijk.”
21
Miep Hamwijk: “Ik woon hier schitterend.”
25
Marleen Vermeij: “De buurt is omgetoverd in een hippe wijk.”
29
Hans Drent: “Vooral de interventieteams hadden veel effect.”
33
Jan Spek: “Me inzetten voor de buurt, dat vind ik nou belangrijk.”
37
Mark Harbers: “Samen pakken we het achterstallig onderhoud aan.”
41
Rob Kok: “Je moet met iedereen in gesprek blijven.”
45
3
4 Rotterdam knapt op
H a m i t K ar a
kus:
5
“Kleinschal
i g e n pr ak t i
sch, daar g
eloof ik in.”
Hamit Karakus: “Kleinschalig en praktisch, daar geloof ik in.” Leerlingen met praktijkervaring, honderden verkochte klushuizen, geactiveerde Verenigingen van Eigenaren, kortere wachtlijsten, opgeknapte straten: de aanpak van de bestaande woningvoorraad in Rotterdam werkt. “Nu is het een kwestie van volhouden, van erbovenop blijven zitten”, zegt wethouder Hamit Karakus stellig.
6 Rotterdam knapt op
Hamit Karakus, wethouder Wonen en Ruimtelijke Ordening in Rotterdam, heeft tijd en geld nodig om de aanpak van de bestaande voorraad in Rotterdam voort te kunnen zetten. “Deze aanpak moet doorgaan in Rotterdam, daar zijn de partners en ook de rijksoverheid inmiddels van overtuigd. Maar dat kost geld, veel geld. En we hebben nog zeker tien jaar nodig.” Karakus durft best te beweren dat de aanpak van de verloedering in Rotterdam ook na de gemeenteraadsverkiezingen op een of andere manier voortgezet zal worden. “Niets doen is geen optie, dat zien alle partijen. Er zijn 297.000 woningen in de stad. Als we niets doen, voldoen 100.000 woningen uit deze ‘bestaande voorraad’ over tien jaar niet meer aan de redelijke kwaliteitseisen. Dat betekent dat de wachtlijsten voor woningen alleen maar langer worden. Dat de straten en buurten waar de slechte woningen staan zullen verloederen. Dat bewoners die de kans krijgen liever wegtrekken. Niets doen kan dus niet. Welk college er na de gemeenteraadsverkiezingen ook komt te zitten, er moet aandacht blijven voor de aanpak van bestaande woningen en het tegengaan van daarmee samenhangende verloedering van straten.” Kleinschalig Hamit Karakus zegt over de Rotterdamse aanpak: “Het is niet groots en meeslepend, het is kleinschalig en praktisch. Eén huis in een straat aanpakken, één straat in een wijk. Ik geloof in deze aanpak. Stap voor stap winnen we zo terrein.” Een mooi voorbeeld van die kleinschalige aanpak is het project ‘169 klushuizen’. “Het is mooi om te zien hoe daar meerdere onderdelen van ons beleid samenkomen”, licht Karakus toe. “Het gaat natuurlijk om het opknappen van het huis. Daar knapt de hele straat van op. Maar al tijdens het klussen, of soms nog eerder, zie je dat kopers van klushuizen samen op gaan trekken. Ze krijgen een band met elkaar. En met de wijk, want door de intensieve manier waarop de klussers met hun pand en vaak de straat bezig zijn, ontstaan er ook contacten in de buurt. Het project geeft starters bovendien de kans om goedkoop een huis aan te schaffen, en om een huis naar eigen inzicht te verbouwen.” Droog en warm Een ander project waar verschillende speerpunten van het huidige college in samenkomen, is ‘Leren Bouwen’. In dit project doen leerlingen van verschillende Rotterdamse onderwijsinstellingen praktijkervaring op door oude woningen renoveren. Karakus: “Het zijn de leerlingen die ontwerpen,
leerlingen die aan de woningen werken, zelfs leerlingen die de opgeknapte huizen verkopen! Dat valt niet altijd mee hoor, ik heb er ook genoeg zien afhaken. Pas als ze aan zo’n woning bezig zijn komen ze erachter dat het niet altijd droog en warm werken is, zoals op school in de oefenruimte. Maar je ziet ook jongeren die er helemaal van opbloeien. Die vinden het heerlijk om echt te werken. Die zeggen: ‘Als ik nog een maand lang hetzelfde bouwsel op school had moeten opbouwen en weer afbreken was ik gek geworden.’ Zowel de afhakers als de jongeren die de praktijkervaring prachtig vinden helpen we zo weer een stapje verder om erachter te komen wat ze willen doen. Daar gaat het om.” malafide huiseigenaren Ook als een project succesvol is gebleken, blijft aandacht belangrijk. Zo worden malafide huiseigenaren al een aantal jaren stevig aangepakt in Rotterdam. Maar Rotterdam blijft met zijn goedkope woningvoorraad gevoelig voor dergelijk misbruik. Karakus: “Daarom houden we ze nu nauwlettend in de gaten. Zodra iemand die bij ons bekend staat als huisjesmelker een pand aanschaft, feliciteren we hem van harte met zijn nieuwe aankoop. Om hem vervolgens meteen een brief te overhandigen met een overzicht van het achterstallige onderhoud dat moet gebeuren. Dat helpt, want onderhoud kost geld en huisjesmelkers willen alleen maar geld verdienen. Maar het betekent ook dat we moeten blijven opletten. Dat we soms bijna letterlijk dag en nacht iemand vrij moeten houden om de panden van de huisjesmelkers te controleren. En dat lukt alleen als we tijd en geld genoeg hebben.”
Bestaande woningvoorraad De Rotterdamse woningvoorraad kan niet alleen verbeterd worden door nieuwe huizen te bouwen. Ook de zogenaamde bestaande woningvoorraad verdient aandacht. Een deel van die bestaande woningvoorraad wordt getypeerd als ‘kwetsbaar’: bijvoorbeeld appartementengebouwen zonder lift, woningen kleiner dan 70 vierkante meter en panden met een lage WOZ-waarde. Problemen in de kwetsbare woningvoorraad gaan hand in hand met sociale problemen en problemen op het gebied van veiligheid. Reden genoeg dus om ook, of liever gezegd juist, dit deel van de Rotterdamse woningvoorraad aan te pakken. In 2007 is daartoe het Uitvoeringsprogramma Bestaande Voorraad vastgesteld, met als doelen: • onderhoud op orde brengen; • zorgen voor goed beheer; • woningen verbeteren door renovatie of sloop/nieuwbouw. Binnen het Uitvoeringsprogramma vallen verschillende projecten, zoals klushuizen, adoptiewijken en de versterking van Verenigingen van Eigenaars. Tot en met het derde kwartaal van 2009 zijn in totaal 5185 particuliere woningen uit de bestaande voorraad in aanpak genomen. Voor de corporaties komt de teller eind 2009 op 5811 woningen.
7
u half vol n is s la g t e “H t: s o O s H an
8
o p de
Rotterdam knapt op
Nieuwe Binnenweg.”
9 Verbeterprojecten buiten adoptiegebieden
Hans Oost: “Het glas is nu halfvol op de Nieuwe Binnenweg.” “Het is nog veel te vroeg om echt resultaat te zien. Maar we zijn in ieder geval optimistisch gestemd.” Ondernemer Hans Oost gelooft in de revitalisering van de Nieuwe Binnenweg. Al ziet hij ook veel haken en ogen. “We moeten voortdurend blijven opletten.”
10 Rotterdam knapt op
De Nieuwe Binnenweg, om precies te zijn het gedeelte tussen de ’s-Gravendijkwal en de Lage Erfbrug, ondergaat een zogeheten revitalisering. De straat wordt opnieuw ingericht, achterstallig onderhoud wordt aangepakt en de gemeente probeert het winkelaanbod op peil te brengen. Doel: dit deel van de Nieuwe Binnenweg aan te laten sluiten op het gedeelte dat wel al een succesvolle winkelstraat is, zodat een groot levendig winkelgebied ontstaat van Delfshaven tot het centrum van Rotterdam. Spanningsveld “De plannen zijn goed”, vindt Hans Oost. Oost is eigenaar van De Waart Tropische Producten en voorzitter van de ondernemersvereniging Nieuwe Binnenweg. Natuurlijk is hij blij dat er extra aandacht komt voor ‘zijn’ Nieuwe Binnenweg. Maar aan de aanpak zitten ook nadelen. “Neem nou de controle van de panden. Wat je wil bereiken, is dat de grote jongens gedwongen worden om hun achterstallig onderhoud aan te pakken. Aanpakken of wegwezen. Hartstikke goed! Maar de kleine particulier krijgt ook bezoek van controleurs. En die krijgt ook te horen dat hij zaken moet aanpakken. Zaken waar hij misschien op dat moment net even geen geld voor heeft. Zo loop je het risico om niet alleen de malafide huiseigenaren maar ook de kleine particulieren uit je wijk te jagen. Terwijl je die particulieren juist zo hard nodig hebt, omdat ze zo betrokken zijn bij hun buurt. Dat is het spanningsveld waar we ons nu in bevinden.” Gebakken klinkers Oost is wel te spreken over de plannen die hij tot nu toe gezien heeft voor de herinrichting van de straat. “Maar dat zijn alleen nog maar de grote lijnen. We weten nog niet precies hoe het eruit komt te zien.” Zodra alle plannen zijn goedgekeurd, kan het echte werk beginnen. Oost: “Ook hier heb je weer een spanningsveld. Want om die straat op te knappen moet hij wel op de schop. Negen maanden ligt het hier straks open. Negen maanden waarin je klanten niet met de auto kunnen komen. Als jij als starter nog geen reserves hebt, kun je je dat niet veroorloven. Dus tot het werk gedaan is, zullen we hier maar weinig nieuwe ondernemers kunnen aantrekken.” Leeuwarder winkelstraat “Als de straat er weer netjes bijligt, moeten we de lege panden zien te vullen. En dan hoop ik dat de diversiteit blijft. Dat we straks niet weer met de zoveelste Leeuwarder winkelstraat zitten met hetzelfde aanbod van Blokker, Etos en noem ze
maar op. Misschien kan het niet anders hoor, misschien zijn de hoogtijdagen voor de kleine middenstander wel voorbij. Red je het alleen nog maar als onderdeel van een keten met een standaard formule. Maar ik hoop van harte dat we nog wat leuke kleine bedrijven kunnen trekken, die naar die Binnenweg kijken en zeggen: ‘Hier durf ik het aan.’ Het zou maar zo kunnen lukken. Wat mij betreft was het glas halfleeg, en is het nu halfvol. Kom over een jaar of vijf maar eens kijken of er in dat glas echt nog wat is bijgekomen.”
11 Verbeterprojecten buiten adoptiegebieden
Doelen van het project Revitalisering Nieuwe Binnenweg • De aanpak van de leegstand en het stimuleren van de vestiging van nieuwe ondernemers die passen in het gewenste profiel zoals opgesteld in de visie Nieuwe Binnenweg; • Het verbeteren van de fysieke kwaliteit en uitstraling van de panden op de Nieuwe Binnenweg; • Investeringen in de buitenruimte om de kwaliteit hiervan te verbeteren; • Het verbeteren van het imago van de Nieuwe Binnenweg; • Het verbeteren van het ondernemersklimaat voor ondernemers onder meer door investeringen in het beheer van de buitenruimte. Partners • de gemeente Rotterdam; • de deelgemeente Delfshaven; • vastgoedbedrijf U vastgoed; • woningcorporatie Woonbron; • woningcorporatie Woonstad Rotterdam; • Ondernemersvereniging Nieuwe Binnenweg.
12 Rotterdam knapt op
Rolf: “De mensen
13 Klushuizen
hier zijn onbevange
n.”
Rolf: “De mensen hier zijn onbevangen.” Ontwerper Rolf heeft zich in het avontuur ‘klushuis’ gestort. In dit in het oog springend project van de gemeente mogen mensen een sterk verwaarloosd pand in een ‘slechte’ wijk of buurt tegen een gereduceerde prijs kopen.
14 Rotterdam knapt op
Koop je een klushuis, dan moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. Je hebt een investeringsverplichting, en moet na de verbouwing minstens twee jaar zelf in het opgeknapte huis wonen. Rolfs op te knappen huis in Oud-Charlois bestaat uit vier etages. Met straks een inloopkast, een dakterras en een bad met uitzicht op de sterrenhemel. Tijdelijk huist Rolf met zijn vriendin Yffi en hond Zumthor vlak bij zijn toekomstige droomhuis in een antikraakpand. “Puur toeval dat ik in deze buurt nu ook zo’n groot, vervallen huis op de kop heb getikt.” Rolf zag de advertentie voor de klushuizen en wilde meteen iets moois maken van deze woning. Het huis was gratis, maar hij heeft wel een bijdrage van 35.000 euro moeten leveren aan het herstel van de fundering. Onbevangen en onbevooroordeeld “Voorheen woonde ik in Utrecht in een witte wijk met hoogopgeleide gezinnen. Het werd tijd om wat meer in de wereld te staan, in een stedelijke omgeving. Daar voel ik me thuis. Ik kreeg door mijn klushuis al snel binding met de buurt en met andere klussers. Je hebt iets om over te praten. Tijdens het vervangen van mijn gevel ontmoette ik op straat veel passanten die in waren voor een praatje. En nog steeds tijdens het af en aan sjouwen van bouwspullen. Dat is geweldig. Zij zijn erg enthousiast over wat ik doe. Ze denken niet zo in mooi en lelijk. In Utrecht zouden mensen schande spreken over zo’n verbouwing. Een dissonant in zo’n idyllische negentiende-eeuwse authentieke Utrechtse wijk! De mensen hier zijn onbevangen en niet zo bevooroordeeld.” Afwijkende gevel “Het opvallende aan ons huis is de gevel. Die is afwijkend van de rest van de straat en geeft aanleiding tot discussie. Mijn buren, een jong Marokkaans stel dat ook een klushuis heeft, zeggen over de voorkant van ons huis dat het lijkt alsof de bestaande gevel een schaduw is geworden waar het nieuwe huis doorheen prikt.” Of er ook iets is tegengevallen? “Eigenlijk alleen de afstand naar de stad. Ik ging er vanuit dat het vijf minuten lopen zou zijn naar de Kop van Zuid, maar dat duurt dus wat langer. Aan het klussen is niets me echt tegengevallen. Ik was dan ook ingesteld op het ergste, dan valt het altijd mee.” Klaar zijn ze nog niet. “Maar we zijn lekker bezig.”
Klushuizen Klushuizen zijn huizen in slechte staat van onderhoud die door de gemeente zijn aangekocht, in wijken die wel een impuls kunnen gebruiken. De panden worden voor relatief lage prijzen aan particuliere eigenaren verkocht. Dat geeft de nieuwe eigenaren de kans om voor weinig geld een groot huis te kopen en het naar eigen smaak te verbouwen. Doordat het vaak om meerdere panden in één straat gaat en de klussers hun huizen bijzonder goed opknappen straalt het effect ervan ook op de omgeving af. In de zomer van 2006 is een eerste serie van 169 klushuizen aangeboden. Sindsdien volgden nog eens drie verkooprondes. In totaal zijn nu ongeveer 310 oude woningen verkocht. Een v jfde verkoopronde is in oktober 2009 van start gegaan.
zich om het huis dat ze kopen binnen een jaar te renoveren op bijna-nieuwbouwniveau. Vaak moeten meerdere oude woningen worden samengevoegd tot één grote woning. De koper moet er als het af is minimaal twee jaar zelf gaan wonen. Verhuren of verkopen is dan niet toegestaan. Splitsen tot weer kleinere woningen mag ook na die twee jaar niet. Speldenprikken Een van de ‘aanpakken’ in de bestaande woningvoorraad is de zogeheten speldenprik. Een Speldenpr k is een gebied waarin het achterstallig onderhoud van woningen het grootste probleem is. De aanpak richt zich hier dan ook in eerste instantie op. Uitzondering is de Mijnsherenlaan; hier is de aanpak ook gericht op het verminderen van overlast. De grootte van de Speldenprikken varieert van 11 tot ruim 570 woningen. De aanpak is in de meeste Speldenprikken gericht op een klein aantal panden. De volgende gebieden zijn aangewezen als Speldenprik: • Mijnsherenlaan; • Loofdakstraat; • Putselaan (tussen Sint Andriesstraat en Blazoenstraat); • Oud-Charlois; • Wevershoekstraat; • Zweedsestraat. In totaal worden in deze Speldenprikken bijna 1250 woningen aangepakt.
Klushuizen
Spelregels Kopers van een klushuis moeten zich aan bepaalde spelregels houden. Zo verplichten zij
15
16 Rotterdam knapt op
: a n i l o r a K n M arc in e
17 Huisvesting MOE-landers
“ N u a ll e e n
r.” e m a k a r t x no g e e n e
Marcin en Karolina: “Nu alleen nog een extra kamer.” Teveel mensen in één woning, werken zonder contract, wonen zonder contract, onverzekerd zijn en vooral veel en hard werken zonder enige zekerheid: dat is het lot van veel Poolse werknemers in Nederland. De Poolse Marcin weet er alles van. Hij heeft het inmiddels iets beter voor elkaar. Met zijn vrouw Karolina en dochtertje Julia woont hij aan de Rotterdamse Mijnsherenlaan.
18 Rotterdam knapt op
Marcin woont sinds 2005 in Rotterdam. Aan de salontafel, gastvrij volgezet met zoete lekkernijen, vertelt hij met behulp van een tolk hoe hij aan de Mijnsherenlaan terecht is gekomen. “Ik werk af en aan al zeven jaar in Nederland. Eerst veel op tijdelijke contracten, toen ging ik tussentijds steeds terug naar Polen. Sinds 2005 woon ik hier echt. Ik werk nu bij een bedrijf dat doet in papierrecycling, daar heb ik een vast contract. Dat bevalt goed.” Het vaste contract bracht meer zekerheid in zijn leven. “Toen kon ik mijn vrouw Karolina naar Rotterdam laten komen.” Vocht en vuil Met nog twee andere Polen woonden Marcin en Karolina een tijdje aan de Katendrechtse Lagedijk. “Daar moesten we letterlijk wegrennen, want de eigenaar bleek een grote hypotheekschuld te hebben. Via via kwamen we aan een huis aan de Mijnsherenlaan. Een klein huis, waar helaas van alles mis mee was. Vocht, vuil, een slechte vloer … We konden er weinig tegen doen. We dachten dat we een contract hadden, maar dat bleek nep te zijn. De huisbaas deed helemaal niets aan het huis dus ben ik het zelf maar een beetje op gaan knappen. In dit huis, waar we nu wonen, waren wat Polen bezig met een opknapbeurt. We raakten aan de praat en zodoende kwam ik erachter dat dit huis in de verhuur kwam. Voor een lagere prijs een beter huis, dat hebben we natuurlijk meteen gedaan!” Oma’s De huidige woning van Marcin en Karolina is warm, droog en knus. Ze zijn er best tevreden mee. Maar het is wel krap; een of twee kamers extra zijn inmiddels meer dan welkom. Want Marcins broer woont bij hen in, en sinds ruim een jaar is er ook de kleine Julia. “Die zal straks toch een eigen ruimte nodig hebben. En als we echt groter kunnen gaan wonen, kan Karolina misschien ook weer gaan werken. Dan kunnen de oma’s om en om een tijdje bij ons komen logeren en op Julia passen.” Marcin en Karolina willen voorlopig in Rotterdam blijven. Ze hebben zich ingeschreven, zijn verzekerd en staan op de wachtlijst voor de inburgeringscursus. Marcin: “We hebben het hier naar ons zin. De voorzieningen zijn echt veel beter dan in Polen. Inschrijven bij de gemeente: meteen geregeld. Inschrijven bij een zorgverzekering: geen probleem! Binnen een uur de papieren in orde, een cadeautje erbij voor de kleine meid, geweldig! En heel belangrijk. Met je gezin neem je geen risico’s. Het is heel onverstandig om onverzekerd te werken.”
Snelle politie De meeste lof gaat naar de Nederlandse zorg. “Mijn vrouw is tijdens de zwangerschap en de bevalling heel goed begeleid. En Julia is een paar keer ’s nachts ziek geweest en dan kun je meteen naar de spoedeisende hulp” vertelt Marcin. “In Polen sturen ze je gerust naar een ander ziekenhuis 40 kilometer verderop als dat zo uitkomt. Ook de politie is veel sneller dan bij ons. Ik heb ooit gebeld omdat we veel last hadden van de bovenburen en er stond meteen een agent voor de deur.”
Rotterdammers Naar schatting z jn er in Rotterdam 15.000 Midden- en Oost-Europese werknemers (uit Polen, maar bijvoorbeeld ook uit Bulgarije, Roemenië, Tsjechië en Slowakije). 6609 Midden- en Oost-Europeanen schreven zich tot eind september 2009 in als inwoner van de gemeente Rotterdam. Malafide uitzendbureaus Sinds mei 2007 is Polen volwaardig lid van de Europese Unie. Een tewerkstellingsvergunning is niet meer nodig en Poolse arbeidskrachten kunnen werken en wonen waar ze willen (binnen Europa). Helaas werken veel Polen en arbeidsmigranten uit andere landen in Midden- en Oost-Europa via malafide uitzendbureaus. Die uitzendbureaus beloven te zorgen voor werk en huisvesting. Eenmaal in het buitenland blijkt de huisvesting slecht en worden bij wijze van huur grote bedragen ingehouden op het salaris. Zo kan het gebeuren dat deze arbeidsmigranten met meerdere landgenoten op één Rotterdamse zolderkamer terechtkomen. De gemeente Rotterdam grijpt in in deze soms levensbedreigende en mensonterende toestanden door met interventieteams langs panden van malafide huiseigenaren te gaan.
19 Huisvesting MOE-landers
Tevreden Rotterdammers dus. Maar missen ze Polen niet? “We missen onze ouders”, vertelt Marcin. “Vooral als het om Julia gaat”, vult Karolina aan: “Onze ouders kunnen niet komen logeren nu, daar is het huis echt te klein voor. En wij gaan wel naar Polen maar dat doe je ook niet elke maand. Dus missen ze dingen, ze groeit zo snel. Dat vind ik wel eens jammer. Maar wie weet, als we straks groter wonen …”
e plegen d u a fr k e e th o p y “H r: Inge Mulle
20
wordt
Rotterdam knapt op
ekkelijk steeds minder aantr
.”
21 Aanpak hypotheekfraude
Inge Muller: “Hypotheekfraude wordt steeds minder aantrekkelijk.” Rotterdammers helpen die de dupe zijn van hypotheekfraude, dat is één van de taken van Inge Muller, schuldhulpverlener bij de Gemeentelijke Kredietbank. “Een mooi vak. Je ziet mensen somber en met gebogen schouders binnen komen. Na verloop van tijd zie je door de geboden hulp een last van ze afvallen en gaan ze weer rechtop lopen.”
22 Rotterdam knapt op
“Bij mij komen mensen met hoge schulden als gevolg van vastgoedtransacties door malafide tussenpersonen en te hoge hypothecaire geldleningen. Er zijn verschillende manieren waardoor mensen met hypotheekfraude te maken kunnen krijgen”, legt Muller uit. Wiet en executieverkoop Slachtoffers zijn vaak mensen die enerzijds moeite hebben met de aflossing van hun schulden en anderzijds niet goed op de hoogte zijn van het hoe en wat van vastgoedtransacties. “Een veel voorkomende tactiek die we tegenkomen is de volgende: op een feestje raakt de toekomstige koper in gesprek met een tussenpersoon en vertelt over zijn financiële problemen. Meestal gaat het om schulden rond de 10.000 euro. De tussenpersoon weet wel een oplossing: ‘Waarom koop je geen huis? Je zou er zelfs een tweede bij kunnen kopen en dat verhuren. Door de huuropbrengst kun je er riant van leven.’ De tussenpersoon biedt zelfs aan om de schulden van de betrokkene af te lossen, zodat een eventuele notering bij het BKR (Bureau Krediet Registratie) geen belemmering vormt voor het krijgen van een hypothecaire lening. Na aflossing van de schulden heeft de tussenpersoon betrokkene al in de tang en wordt de druk om de koopakte te ondertekenen opgevoerd. Dit kan ver gaan en soms worden betrokkene en zijn gezin zodanig bedreigd en geïntimideerd dat zij geen weg terug zien. De tussenpersoon regelt alles: de taxatie, de hypotheek en waar nodig vervalste salarisspecificaties met een hoger inkomen dan in werkelijkheid het geval is. Het enige dat de koper in spé hoeft te doen is een keer samen met de tussenpersoon langs de notaris om zijn hand-tekening te zetten”, schetst Muller. Dit is het begin van veel ellende. Schuldenlast van tonnen Het gaat van kwaad tot erger. Muller: “Met de verhuur van de tweede woning wordt ineens geen haast meer gemaakt, zodat er ook geen opbrengsten zijn. Of de tussenpersoon verhuurt buiten medeweten van de koper de tweede woning voor de vestiging van een hennepkwekerij. De koper kan uiteindelijk zijn maandlasten niet meer betalen. De hennepkwekerij wordt opgerold en betrokkene wordt geconfronteerd met executieverkoop, boetes, schulden bij de energieleverancier voor het illegaal aftappen van stroom en strafrechtelijke vervolging. Waar het verhaal begon met een schuld van 10.000 euro heeft betrokkene nu een schuldenlast van tonnen. Voordat deze mensen zich bij de Kredietbank aanmelden, leven ze vaak al jaren onder het bestaansminimum als gevolg van beslagen op salaris, uitkering of
bankrekeningen en zijn er nieuwe schulden bijgekomen omdat zij niet meer in staat zijn hun vaste lasten te betalen.”
Alijda Met de Alijda-aanpak beschikt de gemeente over een goed middel om malafide huiseigenaren (huisjesmelkers) aan te pakken. Deze relatief kleine groep beschikt over het merendeel van de overlastgevende panden in Rotterdam. Verder vallen hennepkwekerijen en illegale verbl jfsinrichtingen onder de Alijda-aanpak. In de Alijda-aanpak werken de gemeente, de politie, het Openbaar Ministerie, de FIOD en de Belastingdienst samen. De aanpak heeft de afgelopen jaren al zo’n 1000 fraudezaken aan het licht gebracht. Schuldbemiddeling De schuldbemiddelaars van de Kredietbank (KBR) berekenen welk deel van het inkomen van de schuldenaar kan worden gebru kt voor het aflossen van zijn schulden. Van de rest van het inkomen, de beslagvrije voet, moeten de vaste lasten en het levensonderhoud worden betaald. Daar stelt de KBR een budgetplan voor op. Een schuldenregeling lukt alleen als alle schuldeisers daarmee akkoord gaan en de schuldenaar zich strikt aan de gemaakte afspraken houdt. Gaan de schuldeisers akkoord met het voorstel van de KBR en houdt de schuldenaar zich aan alle afspraken gedurende het gehele traject? Dan wordt na drie jaar het eventuele restant van de schulden kw jtgescholden.
23 Aanpak hypotheekfraude
Vervolging Rotterdam trekt er hard aan om deze gedupeerden te helpen. “We krijgen steeds meer namen van tussenpersonen die zich met fraude bezig houden. Hierdoor kunnen malafide taxateurs door hun beroepsvereniging worden geroyeerd en strafrechtelijk worden vervolgd.” Notarissen die aan dit soort transacties meewerken, riskeren royement door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. In Rotterdam zijn al vier taxateurs veroordeeld en is een notaris uit het ambt gezet. “Hypotheekfraude plegen wordt hierdoor steeds minder aantrekkelijk. Maar ook banken moeten hun verantwoordelijkheid op dit punt nemen. Jarenlang zijn er hypothecaire geldleningen verstrekt zonder intensieve controle op de taxatierapporten en op de inkomens- en vermogenspositie van de koper. Wij zijn dan ook blij te constateren dat banken op dit punt steeds kritischer worden.” Binnen de Kredietbank Rotterdam zijn er gemiddeld vijf medewerkers belast met de aanvragen schuldhulpverlening door slachtoffers van hypotheekfraude. “In het afgelopen jaar hebben we twaalf aanvragen afgehandeld. We vermoeden echter dat er veel meer gedupeerden rondlopen die zich nog niet hebben gemeld.”
24 Rotterdam knapt op
M i ep H a
mwijk: “I k
woon hie r
25 Renovatie corporatiewoningen
nd.”
schittere
Miep Hamwijk: “Ik woon hier schitterend.” De dames en heren in de aanleunwoningen van het verzorgingstehuis Hoppesteyn hebben allemaal een nieuwe douche; de renovatie van het complex is bijna ten einde. Miep Hamwijk woont op de vijfde etage in een van de zeldzame hoekwoningen. Bij haar zijn de timmermannen en loodgieters in februari en maart 2009 langs geweest. Zij heeft drie weken in een wisselwoning gewoond.
26 Rotterdam knapt op
“Ik woon schitterend in mijn eigen appartement. Ik heb uitzicht op de singel en het is lekker licht”, vertelt Miep enthousiast. Maar de tijdelijke woning was voor drie weken ook prima. Ze had toen uitzicht op de binnenplaats. Tijdens Mieps afwezigheid zijn in haar appartement nieuwe leidingen aangebracht en een nieuwe badkamer met prettige douche en thermostaatkraan geplaatst. Ook is het toilet op een slimmere manier geplaatst. “De badkamertegels mochten we zelf uitkiezen. Ik heb voor zwart-wit gekozen. Ook hebben we een nieuwe buitendeur en zijn de open balkonhekken vervangen door glazen, dichte balkonhekken. Nu heb ik een nog mooier uitzicht en minder last van de wind. Het glaswerk is alleen moeilijk te zemen. Ook heeft het oude witte complex nu gedeeltelijk een terracottakleur gekregen. Ik vind beide kleuren mooi.” Niet alles op rolletjes In november 2009 zijn de vakmannen nog steeds bezig met het groeven van de muren aan de buitenkant van het complex. De renovatie duurt lang, en niet alles liep op rolletjes. “Ik heb pech gehad. Ik woon bijvoorbeeld in een hoekwoning. Van mijn woning zijn geen bouwtekeningen bewaard gebleven. Het gevolg hiervan is dat de bedradingen en de leidingen niet altijd goed te vinden waren voor de technische mensen. Zij moesten dan nog een keer terugkomen. Ook zijn er nieuwe deuren geplaatst met een lampje en een metalen randje. Hierdoor past de schuifhor nu niet goed meer. Ook de luxaflex kan niet meer omhoog. Hij blijft hangen door dat uitstekende randje.” Stoffig De grootste ellende was toch wel het stof dat na de werkzaamheden als een doek over al haar spullen lag. “Dat was met geen pen te beschrijven. Op mijn bank, in mijn slaapkamer en badkamer; alles was bedekt met een laagje vuil. Als ik mijn hand op de leuning van de bank sloeg, kwam er een stofwolkje uit. Na deze misstap van de vakmensen, heeft de huisbaas een andere organisatie de overige appartementen laten renoveren.” Om leidingen aan te leggen, moest er veel geboord worden. Ook toen Miep weer terug in haar appartement was, liepen er overal vakmensen rond. Het was lawaaiig. “Er werd veel geboord, wat natuurlijk kabaal maakte. Maar ik kon dat geluid van me afzetten; het werk moest immers gedaan worden.” Duizend euro De huismeester verdient volgens Miep een grote pluim. “Niets hoefden wij te tillen of sjouwen voor de verhuizing, dat hadden
de huismeester en twee dames geregeld”, verklaart ze. Voorwerpen die beschadigd zijn door de verbouwing worden vergoed. “Wij hebben hier een standaardvergoeding gekregen van duizend euro. Daar ben ik blij mee hoor, maar ik vind het wel weinig. Er zijn ook bewoners die verplicht naar een nieuwe woning moesten verhuizen. Zij kregen vijfduizend euro vergoeding. Voor nieuwe gordijnen, vloerbedekking en schilderwerk. Die verhouding vind ik niet kloppen. Voor het witten van mijn muren en plafond was ik namelijk al de helft kwijt. Als ik nieuw laminaat had gewild, had ik dat dan met die vijfhonderd euro moeten doen? Maar ondanks enkele tegenslagen vind ik het wonen hier fantastisch.”
Ook in die woningvoorraad bevinden zich woningen die opgeknapt moeten worden. De gemeente heeft met de woningcorporaties afspraken gemaakt voor de renovatie van in totaal 4500 corporatiewoningen in de collegeperiode 2006-2010. Per woning werd een minimale investering vereist van 25.000 euro. Die afspraken zijn ruimschoots nagekomen: de corporaties hebben tot eind 2009 6432 woningen voor meer dan 25.000 euro opgeknapt. Prestatieafspraken De gemeente Rotterdam heeft met de meeste Rotterdamse woningcorporaties prestatieafspraken gemaakt. Dat zijn afspraken waarin concrete, meetbare resultaten worden vastgelegd. De renovatie van de corporatiewoningen is in die prestatieafspraken opgenomen. Ook de aantallen nieuwbouwwoningen en de verkoop van huurwoningen staan in zu ke prestatieafspraken. Renovatiewerkzaamheden Hoppesteyn De renovatie van verzorgingscentrum Hoppesteyn aan de Boezemsingel in Rotterdam was er een met vele kanten. In drie jaar t jd werden de woningen optimaal geschikt gemaakt voor bewoning door 55-plussers. Daarbij werden onder meer nieuwe badkamers geplaatst en de galerijen verhoogd. Tegel jkert jd werd een ander deel van het complex zo verbouwd dat het voortaan gebruikt kan worden door jongeren en tienermoeders. Van het hele complex werd verder de gevel aangepakt, met onder meer de koz jnen en het hekwerk van ba kons en galerijen.
Renovatie corporatiewoningen
corporatiewoningen Het overgrote deel van de Rotterdamse woningmarkt is eigendom van woningcorporaties.
27
28 Rotterdam knapt op
r t is
buu e D “ : j i e m r Marleen Ve
29 Verkoop huurwoningen
e w ij p p i h n e e d in omgetover
k.”
Marleen Vermeij: “De buurt is omgetoverd in een hippe wijk.” Het kopen van een huurwoning wordt in Rotterdam gestimuleerd. In Katendrecht heeft Marleen Vermeij een huis gekocht volgens de MVE-koopvorm. Zij betaalt lagere hypotheeklasten en is verzekerd van een koper. De woningcorporatie Woonstad Rotterdam koopt haar huis namelijk binnen drie maanden terug als zij vóór 2016 gaat verhuizen.
30 Rotterdam knapt op
Marleen Vermeij huurde een woning van haar vorige werkgever in Hoorn. “Omdat ik van baan switchte, moest ik binnen een korte periode mijn huis uit. Ik zag het niet zitten om te huren bij de dure particuliere sector. Voor dat geld wat je iedere maand kwijt bent, wilde ik liever iets kopen. Dan ben je bezig met investeren. Op Funda keek ik naar huizen in de gemeente Rotterdam. In deze stad wilde ik wel wonen. Omdat ik in Papendrecht geboren en opgegroeid ben, zitten hier nog familie en vrienden.” Terugkoopgarantie Op de makelaarssite zag Vermeij een voordelige koopwoning in de Katendrechtsestraat. Het betrof een pand van de Nieuwe Unie, later gefuseerd met Woningbedrijf Rotterdam tot Woonstad Rotterdam. “Ik ben naar het open huis gegaan. Daar kwamen in totaal ongeveer twintig mensen op af. Ik was de eerste enthousiasteling en had al mijn formulieren en loonstrookjes bij me, die ik meteen bij de makelaar inleverde. Misschien kreeg ik daarom het huis wel toegewezen. Het mooie is dat als ik de woning vóór 2016 kwijt wil, ik hem binnen drie maanden terugverkoop aan Woonstad Rotterdam. Dat staat in de voorwaarden. De verkoopwinst (of verlies) wordt dan tussen ons gedeeld. Als tegenprestatie heb ik lage hypotheeklasten.” Leuke, hippe wijk “Ik wóón niet alleen in Rotterdam, ik heb hier ook een baan gevonden en mijn vorige in Hoorn opgezegd. Dat filerijden ging me tegenstaan. Het wonen in de Katendrechtsestraat bevalt me steeds beter. In deze buurt zijn diverse klushuizen waar jonge, aardige mensen intrekken. Alle verpauperde huizen krijgen een opknapbeurt. Er komt steeds meer nieuwbouw. Het Deliplein is opgeknapt. Kortom; de buurt is omgetoverd in een moderne, hippe wijk.” De huizen ‘op Katendrecht’ vallen in verschillende prijsklassen. Vermeij: “Er staan luxe huizen, maar ook kleine eengezinswoningen. De omgeving toont hierdoor gezellig, sfeervol én veiliger. Voorheen leek het op een achterstandswijk met dichtgetimmerde huizen. En wat niet over het hoofd gezien mag worden: de ijssalon die een paar straten verderop zit. Hier ga ik in de zomer iedere dag een vers gemaakt ijsje halen. Er is hier echt van alles. Blij ben ik ook met de afhaal-Thai in de buurt. Daarnaast is het speciaal dat ik vanuit de woonkamer uitkijk op de SS Rotterdam.”
In de Katendrechtsestraat is een grote sociale controle. Dat vindt Vermeij ook prettig: “Als je auto een tijdje niet op zijn plek heeft gestaan, vragen ze of je op vakantie bent geweest. Met mijn medebewoners uit het pand heb ik regelmatig contact. Het is niet zo dat we de deur bij elkaar platlopen, maar begroeten doen we elkaar wel. Als ik ga verhuizen, is de kans groot dat ik in deze buurt een nieuwe woning koop!”
31 Verkoop huurwoningen
Doelen van verkoop corporatiewoningen • Tegengaan selectieve migratie: voorkomen dat mensen de stad uitgaan omdat zij geen woning kunnen kopen; • Verbetering van kwaliteit van wijken; • Hogere bewonerstevredenheid; • Corporaties: geld verdienen om in de stad te investeren. Verkoop huurwoningen in cijfers • In totaal zijn 5687 huurwoningen verkocht in de afgelopen 4 jaar. De target van 7200 te verkopen corporatiewoningen is niet gehaald. Vooral de economische crisis is daarvan de oorzaak; • Het eigenwoningbezit is gestegen van 27 procent per 1 januari 2006 tot 32 procent op
1 januari 2009.
Resultaten, wat zeggen onderzoeken: • 61 procent van de Rotterdammers vindt het een goed idee dat corporaties woningen verkopen aan bewoners (Omnibusenquête 2009); • Kopers knappen veel op aan hun woning, het meest aan buitenschilderwerk
(46 procent);
• 94 procent van de kopers van een huurwoning zijn tevreden met hun woning.
Opticiën Hans Dr
32
ent: “ Vooral
Rotterdam knapt op
de inter ventieteam
s hadden veel eff ect.”
33 Hotspotaanpak
Opticiën Hans Drent: “Vooral de interventieteams hadden veel effect.” Opticiën Hans Drent heeft al 32 jaar een winkel op de Strevelsweg. Op dezelfde locatie werkte eerst zijn vader enkele decennia aan een beter zicht voor zijn klanten. “Waar u net binnenkwam, stond vroeger mijn ledikantje.” Drent junior staat ook in de winkel. Een overname, op termijn, ligt voor de hand. Maar een jaar of tien geleden werd dat ineens minder vanzelfsprekend.
34 Rotterdam knapt op
Drent: “Het ging hier heel hard achteruit. Ik hoorde het dagelijks van klanten en merkte het natuurlijk zelf. Er was veel leegstand, en daarmee weinig controle. Ik opende een keer op dinsdagochtend en toen was de hele winkel leeggeroofd. Hiernaast stond het leeg en hierboven woonde een kraker, dus niemand belde de politie. Verder hadden we heel veel drugsoverlast. Er hingen dealertjes rond, want dit was een makkelijke doorgaande route. We hebben hier zelfs een schietpartij gehad met een dode. En er was veel overbewoning, in schrijnende vormen. Twintig illegale arbeiders op één kamer, moeders met kleine kindjes die voor een klein kapitaal één kamertje huren... Verschrikkelijk.” De tent dicht Drent kan er inmiddels redelijk rustig over praten. “Maar ik heb echt op het punt gestaan om de tent maar gewoon dicht te gooien en ergens anders helemaal opnieuw te beginnen. Toen ben ik gaan praten. Met de deelgemeente bijvoorbeeld en de wethouder. Ja, en ik moet het eerlijk zeggen: voor het eerst in al die jaren zocht ik ook mijn eigen collega’s op. We zijn eerst gaan overleggen bij de bewonersorganisatie en later hebben we met een aantal een ondernemersvereniging opgericht. We hadden voor die tijd eigenlijk helemaal geen contact met elkaar. Ik sprak een kapster hier verderop en zei dat ik haar nog nooit eerder gezien had. Bleek ze al tien jaar in de straat te werken. Tien jaar! Toch gek hoe dat gaat.” In de steigers De gemeente had de Strevelsweg inmiddels uitgeroepen tot Hotspot. Drent: “Vooral de interventieteams hadden veel effect. Die abrupte aanpak, met zijn allen naar binnen en meteen alles aanpakken, dat maakte indruk. De woningcorporaties kochten panden aan. En de projectleider, An, zat er letterlijk en figuurlijk bovenop. We konden haar altijd bellen als er iets was. Nog steeds trouwens.” De Strevelsweg werd ook uiterlijk aangepakt. “Je wilt niet weten hoeveel steigers hier gestaan hebben de afgelopen jaren. Alle daken zijn gedaan, veel gevels, kozijnen, de straat … We hebben een groenere middenberm gekregen, de fietspaden zijn verbreed, er zijn banieren en hanging baskets met bloemen om de boel op te vrolijken. Alles is gewoon weer netjes.” Dat de Hotspotaanpak werkt, ziet Drent terug in zijn winkel. “Mijn omzet is flink gestegen, ik heb hier nu vier mensen werken. Ik heb veel vaste klanten, van binnen en buiten Rotterdam. En ook de meeste andere winkeliers zijn tevreden. Natuurlijk hebben enkele kleinere bedrijven wel geleden onder
de werkzaamheden. De straat is maandenlang afgesloten geweest voor verkeer. Als je dan toch al net op het randje zit, wordt het moeilijk. Maar bij de meesten is het goed afgelopen.”
Hot wat? Hotspots zijn gebieden van één of meer straten waar verpaupering, criminaliteit, vervuiling en verloedering het beeld bepalen. Er zijn slecht onderhouden panden, er worden illegaal kamers en panden verhuurd en dichtgezette panden in slooplocaties vormen een broedplaats voor criminaliteit. Bewoners voelen zich niet meer thuis en vertrekken zodra zij kunnen. De aanpak kan voor elke Hotspot anders zijn, maar komt altijd minimaal neer op het verbeteren van de woningen en van de veiligheid. Dat gebeurt door bijvoorbeeld eigenaren te verplichten om achterstallig onderhoud aan te pakken, door nieuwe ondernemers (gesubsidieerd) te vestigen in leegstaande bedrijfsruimtes en door overbewoning tegen te gaan. Aangewezen gebieden In 2002 werden de eerste negen Hotspots aangewezen: • Strevelsweg • Dirk Danestraat en omgeving • Mathenesserweg • Wallisblokken en Koppen Vosmaer • Dordtselaan • Wielslag • Bas Jungeriusstraat • Katendrechtse Lagend jk • Riederbuurt-Noord In 2006 volgde een tweede generatie Hotspots • Verschoorblok • Mijnkintbuurt • Maximiliaanstraat • Boergoensehof • Putsebocht/Hillevliet • Boulevard-Zuid • Mathenesserd jk • Schepenbuurt-Noord
35 Hotspotaanpak
Verlanglijstje “We zullen wel altijd alert moeten blijven. Er lijkt alweer wat leegstand te zijn, in winkels en in woningen. Daar moet de woningcorporatie eigenlijk nu al iets aan doen, want voor je het weet gaat het weer van kwaad tot erger. Of we nog een verlanglijstje hebben? Ja, een manier om te zorgen dat het autoverkeer langs de vuilniswagen kan. Door de bredere middenberm kan niemand nu de vuilniswagen passeren als die de containers leegt en dat levert enorme files op. En we willen heel graag nieuwe straatstenen. Dan ziet het er meteen weer echt fris uit.”
et z in e M “ : k e p J an S
36 Rotterdam knapt op
tten voo
ijk r g n la e b u o n t vind ik a d , t r u u b e d r
.”
37 Rotte Tanden
Jan Spek: “Me inzetten voor de buurt, dat vind ik nou belangrijk.” Jan Spek is voorzitter van de buurtvereniging Seringenbuurt. Hij weet alles van de wijk. De inmiddels verwijderde Rotte Tanden, sterk verloederde panden, kan hij zich nog duidelijk voor de geest halen. Goed dat ze weg zijn. Maar Jan maakt zich wel zorgen over nieuw verval.
38 Rotterdam knapt op
Jan weet precies wat er in de buurt speelt, nu en lang geleden. “Vroeger zijn er veel acties geweest omdat bewoners de leefbaarheid wilden verbeteren. We spreken dan over 25 jaar geleden. Veel huizen hadden achterstallig onderhoud. Ontevreden bewoners staken huizen in de fik, omdat er niets gedaan werd aan de vervallen toestand. Daar staat nu nieuwbouw.” Buurtdrogist “De vroegere buurtdrogist is twee jaar geleden eindelijk gesloopt. Het pand was écht vervallen, een heuse Rotte Tand. Naast de drogisterij stond nog een vervallen pand. De buurt heeft zeven jaar gezeurd voordat daar ook de sloop van gerealiseerd werd. Dat was pas begin 2009. De drogisterij en het naaste huis zijn dus gesloopt, maar nog steeds staat daar een bord met Te Koop bij de kale grond”, wijst Jan. “Dat bord geldt vast voor nieuwbouwwoningen die nog niet gerealiseerd zijn en eerst gebouwd moeten worden.” Losse raamkozijnen De gesloopte Rotte Tanden waren niet de enige woningen in de buurt in slechte conditie. Ook het huis dat tegenover de woning van Jan staat, is er slecht aan toe; de huisbaas onderhoudt het vrijwel niet. Een Rotte Tand in wording? Jan: “Ja, het lijkt wel of de gemeente het niet ziet. Volgens mij was bouw- en woningtoezicht vroeger strenger. Je werd als eigenaar meteen aangesproken als je er met de pet naar gooide. Dat heb ik hier in de buurt al een tijd niet meer zien gebeuren.” De staat van het huis van de andere overburen, particuliere eigenaren, is zelfs gevaarlijk volgens Jan: “De raamkozijnen zitten los. Ik heb de eigenaar er wel eens op aangesproken. Hij zegt dat hij op een bouwvergunning wacht, eerder pakt hij zijn huis niet aan.” Buurtregisseur Als de Seringenbuurt tegen problemen aanloopt, dan schakelen de bewoners de buurtregisseur in. Zij gaat in gesprek met de deelgemeente. “De buurtregisseur komt voor onze belangen op, maar krijgt volgens mij niet veel voor elkaar. Bij de deelgemeente hebben wij bijvoorbeeld vijf voorstellen ingediend om de wijk een impuls te geven, waarvan er slechts twee gehonoreerd zijn. Geld is toegekend voor het organiseren van een feest voor volgend jaar met culturele film en barbecue. De ander is dat er op vuilcontainers vrolijke tekeningen van zelfbedachte Droela-poppetjes met spreuken komen. Een voorstel wat nog niet goedgekeurd is, is dat we
het ‘Blauwe plein’ opnieuw ingericht willen hebben wegens overlast. Jongeren hangen op onze auto’s en dealen. Als je daar wat van zegt, dan krijg je een ‘Hou je bek’ terug. We willen liever dat rondhangende jongeren die op het pleintje voetballen, naar de Tarwewijk gaan. Daar is een veel mooier voetbalveld en dat is vrij. Misschien kunnen we dan zelf een jeu-de-boulebaan aanleggen, dat kost niet zoveel. Binnenkort wil ik met de jongeren uit de buurt om de tafel gaan om te kijken wat we voor hen kunnen betekenen en wat zij een leuke vrijetijdsbesteding vinden. Een feestavond, bijvoorbeeld. Dat vind ik nou belangrijk; me inzetten voor de buurt zodat ik iets voor hen kan betekenen.”
39 Rotte Tanden
Rotte Tanden: trekken of poetsen In Rotterdam staan ook verloederde panden op prominente, in het oog springende locaties. Deze panden worden ‘Rotte Tanden’ genoemd. Eén ernstig verwaarloosd pand heeft vaak een negatieve uitstraling op de hele straat. De gemeente pakt daarom 150 van deze panden aan en verplicht eigenaren tot het opknappen van hun bezit. Werkwijze De ‘Rotte Tanden’ staan verspreid door heel Rotterdam. In samenwerking met deelgemeenten en Centrumraad is een lijst opgesteld van meer dan 1000 panden. Afgesproken is om tot begin 2010 150 panden van de lijst aan te pakken. Een aantal eigenaren is inmiddels met opknappen begonnen, een kleiner deel is zelfs al klaar. Eigenaren die niet mee willen werken worden gedwongen. Criteria De gemeente gebruikt de volgende criteria voor een ‘Rotte Tand’. Het pand: • staat aan een doorgaande weg en/of op een strategische plek in een woonwijk; • heeft (grotendeels) een woonfunctie; • is ernstig verwaarloosd en steekt lel jk af bij de omgeving.
Mark Harbers: “Samen
40 Rotterdam knapt op
pakken we het achterstallig onderhoud aan.”
41 Serviceoriganisatie VVE-010
Mark Harbers: “Samen pakken we het achterstallig onderhoud aan.” De Vereniging van Eigenaren (VvE) van de De Quackstraat 36-38 werd in januari van 2009 actief, bij een pilotproject van de gemeente om de VvE’s in deze straat te activeren. “En dat werd hoog tijd”, vindt Mark Harbers van nummer 38a. Alle slapende VvE’s: wakker worden!
42 Rotterdam knapt op
“Ik wilde al eerder onze VvE activeren”, vertelt Mark Harbers (niet te verwarren met de ex-wethouder). “Want ons pand kan wel een opknapbeurt gebruiken. Maar de verhuurder die ook een appartement in het pand bezit, heeft dat destijds tegengehouden. Door deze pilot moet de verhuurder nu ook meewerken. Samen pakken we nu het achterstallig onderhoud aan. We delen het onderhoud voor de ramen, de rioolaansluitingen, het dak en het portiek. Onze VvE vergadert eens in het kwartaal en we hebben een onderhoudsplan opgesteld. Als we ons niet houden aan dit plan, krijgen we een aanschrijving.” Samenwerken De bewoners worden niet met hun kersverse VvE in het diepe gegooid: de eerste twee jaar biedt de serviceorganisatie VVE-010 hulp bij het waarborgen van gemeenschappelijk onderhoud van appartementen nu én in de toekomst. VVE-010 informeert, stimuleert en faciliteert de VvE’s in de gemeente Rotterdam. Harbers: “In 2011 staat onze VvE op eigen benen. Onze administratie is dan al ingericht door VVE-010 en het achterstallig onderhoud is achter de rug.” Minder dan gedacht De maandelijkse bijdragen voor de VvE verschillen per eigenaar. Harbers: “Ik heb de grootste woning, dus betaal ik het meest. Iedere maand wordt er 42 euro van mijn rekening afgeschreven. Mijn buurman betaalt 32 euro. Als net actieve VvE hebben we lang niet genoeg gespaard om de hele verbouwing in één keer te kunnen betalen. Dus ieder betaalt zijn eigen deel. Om mijn deel te betalen volgens het onderhoudsplan, sluit ik een voordelige lening af bij de SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten). Van de gemeente krijg ik dan 3.000 euro subsidie. De verhuurder stort helaas niet uit zichzelf het geld op de rekening. Hij krijgt aanmaningen en er komt iedere maand een deurwaarder op bezoek. Betalen moet ook hij.” Gelukkig is het totale bedrag voor de renovatie lager dan de eigenaren gedacht hadden. Harbers: “In plaats van onze berekening van 120.000 euro heeft de aannemer een offerte van 55.000 euro opgesteld. Dit bedrag is het me waard. Het dak stamt uit 1938 en kan zo naar het museum. Daar moet dus echt wat gedaan worden. Ik heb veel boeken en cd’s in mijn bezit en waterschade aan mijn collectie zou me gek maken!” Één grote VvE Ook het vervangen van de huisaansluitingen op het riool
betalen ze uit zo’n gemeenschappelijke pot. “Zoiets kun je niet alleen bekostigen. Bij grote, onverwachte kosten is zo’n VvE erg praktisch. Wat mij erg handig lijkt, is als de gehele straat één grote VvE opzet. Dan kun je één aannemer met korting in de arm nemen voor de grote klussen. Zo’n fusie betekent wel dat we dan met honderd man moeten vergaderen. Dat is ook niet efficiënt. Maar misschien valt zoiets in de toekomst goed te regelen.”
43
om hun wettelijke verplichtingen na te komen. De organisatie is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Rotterdam (dS+V) en de woningcorporaties Woonstad Rotterdam, Woonbron en Com·wonen. projectmatige aanpak VVE-010 zal, in vervolg op het pilotproject in de De Quackstraat, de komende jaren enkele honderden kleine VvE’s gericht benaderen. Zij krijgen een totaalpakket aangeboden dat bestaat uit het activeren van de VvE, het uitwerken van een meerjaren onderhoudsplan, het op orde brengen van de financiën én het maken van afspraken over structureel gemeenschappel jk onderhoud. Deze VvE’s kunnen in aanmerking komen voor een gunstige financiële regeling om achterstallig onderhoud weg te werken. De regeling bestaat uit 3.000 euro subsidie van de gemeente en een lening tegen late rente. Eigenaren z jn in dit geval verplicht om een lening af te sluiten b j de SVn (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten). De lening wordt door de gemeente Rotterdam en Rabobank Rotterdam gegarandeerd, waardoor de eigenaar bij verkoop van de woning in principe niet met een restschuld achterblijft. Voorlichting Veel eigenaren van appartementen weten helemaal niet dat zij automatisch en verplicht lid zijn van een VvE. Kennis over de rechten, plichten en mogelijkheden ontbreekt. VVE-010 wil hier verandering in brengen met een informatiebalie en met de website www.vve010.nl. VvE-beheer Het aanbod van VvE-beheerders voor kleine VvE’s is klein. VVE-010 biedt daarom vanaf 2010 beheer aan voor VvE’s kleiner dan 25 appartementen. VvE-beheerders helpen VvE’s bij het administratieve, financiële en onderhoudstechnische beheer.
Serviceoriganisatie VVE-010
Serviceorganisatie VVE-010 VVE-010 is in het leven geroepen om Rotterdamse Verenigingen van Eigenaren te helpen
44 Rotterdam knapt op
t Rob Kok: “Je moet me
45
lijven.”
Adoptiewijken
iedereen in gesprek b
Rob Kok: “Je moet met iedereen in gesprek blijven.” Lekkages, kachels die niet werken, troep in tuinen, urine in het trappenhuis: zo maar een greep uit de klachten waar bewoners mee naar complexbeheerder Rob Kok stappen. “Maar het is heus niet alleen maar ellende hoor. Zo hebben we ook een plekje geregeld voor de knutselclub van wat dames uit de wijk. En hielden we dit voorjaar een heel gezellige lentemarkt.”
46 Rotterdam knapt op
Rob Kok (woningcorporatie Woonbron) is complexbeheerder in de SchepenbuurtNoord, op de grens tussen Rotterdam en Schiedam. “Ik vergelijk het altijd maar een beetje met de huismeester van vroeger. Maar het werk is wel veranderd. Huismeesters waren mannen in een stofjas met een oliespuit die nieuwe lampen indraaiden. Tegenwoordig doen we nog wel lichte technische werkzaamheden, maar voor veel klussen hebben we een technische dienst. Als complexbeheerder houd je vooral het gesprek op gang en regel je dingen voor de bewoners. Maar ook daarvoor moet je iedereen kennen en overal binnen kunnen komen.” Woonbron heeft als woningcorporatie zelf geen complexen in de SchepenbuurtNoord. “Dit is een adoptiewijk van ons”, legt Kok uit. “Deze wijk is uitgeroepen tot hotspot en dat betekent dat er een groot risico is dat de buurt achteruit gaat en echt slecht wordt als je er niets aan doet. Dat afglijden proberen wij hier te voorkomen.” Alledaagse ergernissen Wie door de Schepenbuurt-Noord loopt, krijgt niet de indruk dat de wijk op het punt staat om ‘af te glijden’. Pas na een rondje met Kok wordt duidelijk waar de problemen zich schuilhouden. “Kijk maar eens naar deze gevel. En hier zie je het in het halletje: rommel van niemand, het stinkt, de voordeur kan niet meer op slot. Hier om de hoek nog wat dichtgetimmerde bedrijfsruimtes, ook niet echt prettig.” Zomaar wat voorbeelden van alledaagse ergernissen. Ergernissen die kwalijke gevolgen kunnen hebben. Kok: “Als je hier niets aan doet, wordt het steeds erger. Als jouw buren alles maar in het portiek gooien, waarom zou jij dan de moeite blijven nemen om naar de papierbak te lopen? En als je dit ziet als je hier naar een huis komt kijken, wil je hier dan wonen? Juist daarom moet je hier iets aan doen. Als wijkteam kunnen wij dat. We hebben korte lijnen met de Roteb en kunnen bijvoorbeeld ook taakstraffers inzetten om mensen te helpen. Dus wat doe je dan: je spreekt een paar buren aan en zegt: vervelend hè, die troep hier op de trap. Weet je wat, ik ga je helpen. Volgende week komen we opruimen. Maar dan moeten jullie wel allemaal meedoen. En als je dan na zo’n opruimactie ook nog een hogedrukspuit regelt en de hele trap lekker schoonspuit, willen de buren ineens ook!” In goede harmonie Gevraagd naar de grootste oorzaak van de problemen in deze wijk zegt Kok: “Heel veel verschillende particuliere eigenaren. Als een groot deel van een buurt in eigendom is van een woningcorporatie kun je makkelijker ingrijpen. Dan zeg je
gewoon dat mensen hun tuin moeten opruimen omdat je het anders op hun kosten laat doen. Maar de tuinen, balkons en portieken hier zijn niet van ons. Daar hebben we eigenlijk niets over te zeggen. Daarom moet ik ook zorgen dat ik met iedereen in gesprek kom en blijf. Zodat we in goede harmonie toch iets kunnen bereiken.”
Wat is een adoptiegebied Een gebied in de stad waar extra inzet nodig is in de particuliere woningvoorraad. De adoptiegebieden z jn geadopteerd door verschillende woningcorporaties. Zij nemen in die gebieden ’t voortouw en helpen onder meer ‘slapende’ Verenigingen van Eigenaren om beter te functioneren. In de adoptiegebieden is extra aandacht voor (achterstallig) onderhoud. Zes adoptiewijken Oud-Charlois (De Nieuwe Unie) Tarwewijk (De Nieuwe Unie) Carnisse (Com.Wonen) Bloemhof/Hillesluis (Woonstad Rotterdam) Afrikaanderwijk (Vestia) Oud-Mathenesse (Woonbron) Unieke aanpak Woonbron koopt in Oud-Mathenesse appartementen in complexen met een slapende Vereniging van Eigenaren (VvE). Zo wordt de corporatie lid van de VvE en kan ze de andere eigenaren stimuleren om actief te worden, gezamenlijk een meerjarenplan te laten maken en hiervoor te gaan sparen. Steunpunt woonoverlast Het Steunpunt woonoverlast Rotterdam ondersteunt deelgemeenten en corporaties bij het terugdringen van woonoverlast in Rotterdam. Intensieve samenwerking tussen gemeente, deelgemeenten, politie en woningcorporaties moet woonoverlast terugdringen. Medewerkers van het Steunpunt proberen bij overlast eerst te bemiddelen tussen de overlastgever en degene die de overlast ervaart. Als bemiddeling niet genoeg is, volgt een gele kaart. Die kaart geeft de overlastgever een maand de tijd om zijn of haar gedrag aan te passen. Bl jft de overlast, dan volgt een rode kaart, waarmee stappen voor ontruiming worden aangekondigd.
47 Adoptiewijken
Die goede harmonie wordt ondersteund met verschillende projecten, zoals de zogeheten ABCD-aanpak. “Daarbij ga je uit van ieders talenten en zoek je een manier om die in te zetten voor de buurt. Zo is hier bijvoorbeeld een man die eigenlijk professioneel masseur wil worden maar de gok niet durft te nemen om zijn baan op te zeggen en een dure bedrijfsruimte te huren. En een dame die aan voetzoolreflexzone-therapie doet. En een leegstaande bedrijfsruimte die een doorn in het oog is. Tel maar op: je maakt er een mooie ruimte van, die vervolgens per uur door deze mensen gehuurd kan worden. Zo help je hen om een bedrijfje te starten, ga je leegstand tegen en bied je de buurt weer wat extra voorzieningen. We laten het pand bovendien opknappen door leerlingen van het Albeda College, zodat die wat praktijkervaring opdoen. Het mes snijdt aan meerdere kanten. En dat is de manier waarop het volgens mij moet werken.”
Colofon Teksten en vormgeving: gemeente Rotterdam dS+V Karin Manders, Annemiek de Ruiter, Martin van Vliet Fotografie: Joop Re jngoud Druk: Thiememediacenter www.rotterdam.nl
48
januari 2010
Rotterdam knapt op
Rotterdam knapt op