Bevrijd, maar toch gevangen ‘Loverboys’ zijn hufters die jonge, meestal onzekere meisjes in een web van leugens en bedrog vangen om hen vervolgens seksueel en financieel te exploiteren. Het zijn meestal laag opgeleide, maar sociaal vaardige criminelen tussen de 20 en 30 jaar. Zij paaien de meisjes die zij willen uitbuiten met verleidelijke verhaaltjes. Eenmaal in hun macht staan de slachtoffers van de loverboys met de rug tegen de muur en wordt elk verzet met geweld beantwoord. Maimunah beschrijft een schrijnend voorbeeld. Bevrijd, maar toch gevangen, Maimunah van der Heide “As salaamu alaikum” klonk het door de telefoon. Het was de derde keer deze week dat een Marokkaanse moeder belde. Mijn mobiele nummer is ook het nummer van onze stichting Vangnet. De vrouw praat een beetje druk. Ik ben het wel gewend ondertussen. Het gaat eerst tien minuten over van alles en nog wat voordat ze uiteindelijk ter zake komt. Ik kan er als Nederlandse niet zo goed mee om gaan. Ik word er nog steeds licht geïrriteerd door, ondanks het feit dat ik vijfentwintig jaar met moslims uit allerlei culturen omga. “Ik wou u vragen of u vanavond bij ons thuis kunt langskomen, we halen u wel met de auto op. Het gaat om onze dochter Najimah, ze is zestien.” Normaal gesproken ga ik niet bij mensen thuis langs. Meestal nodigen we familieleden uit voor een gesprek in ons pand, maar ik stemde er deze keer mee in. Brood met olijven
We kwamen aanrijden in een wijk in Amsterdam-Zuid. Aan de schotels buiten kon je zien dat het een buurt was waar veel moslims woonden. Al op de tweede verdieping rook ik de geur van nana-thee. De tv stond aan en een van de drie dochters zat achter de pc te chatten. Vader ging in een van de slaapkamers zitten. Moeder gaf ons een plat rond brood om in vlees met saus en olijven te dippen. Nadat we onze handen hadden gewassen vroeg ik of de tv uit mocht. Ik heb moeite met teveel drukte en afleiding in een kleine woonkamer, als ik me innerlijk op het komende gesprek voorbereid. Terwijl ik mijn honger stil werp ik af en toe een blik op Najimah. Ze lijkt een voorbeeldige dochter; haar twee zusjes zijn duidelijk gek op haar. Ze is stil en rustig, maar ik ken meiden zoals zij. Ze kunnen twee totaal verschillende kanten hebben. Grote jongens
Een kwartier later zit ik in kleermakerszit op de grond. Najimah zit op de bank en ik rust met mijn armen op haar bovenbenen. Ik kijk haar indringend aan en zeg dat ik weet dat er een hele wereld schuilt achter dit lieve, stille meisje. Ze kijkt me een beetje arrogant en ongelovig aan. 1
Terwijl haar moeder heen en weer loopt met Marokkaanse thee en nootjes zeg ik haar dat ik zeker weet dat zij met jongens slaapt. Ik weet niet eens waar ik het vandaan haal; ik denk dat het een soort intuïtie is die ik na al die jaren heb opgebouwd. Najimah begint me het een en ander te vertellen. Ze kent me niet eens, maar zoals de meeste meiden vertrouwt ze me toch meerdere dingen uit haar leven toe. Ik maak uit haar woorden op dat het geen ‘kleine jongens´zijn waar ze mee te maken heeft. Najimah is geboren en opgegroeid in Nederland, maar volgens de regels van haar cultuur grootgebracht. Ze draagt een hoofddoek en heeft van huis uit geleerd dat ze moet oppassen voor jongens en hen maar beter kan negeren. Ze weet ook dat het een taboe is om als moslimmeisje met een nietmoslimjongen thuis te komen. Desondanks is de zestienjarige smoorverliefd op de Antilliaanse Romario. Romario heeft veel meisjes die geld voor hem verdienen. Als drugskoeriers en om zijn schulden in nature te betalen. Najimah vertelt hoe ze hem helpt om aan meiden te komen. “Het zijn gewone meiden die bij mij op school zitten of in de buurt wonen. Via via komen ze vaak bij mij terecht of ik vraag ze op een gegeven moment zelf. Ja, je kunt wel zeggen dat ik ze af en toe ronsel en het wereldje iets mooier voordoe dat het eigenlijk is. Maar ik dwing ze nooit. Als ze weg willen, kunnen ze wat mij betreft gaan, maar er zijn maar weinig die dat doen. Meiden zijn nou eenmaal verslaafd aan dure merkkleding en die kun je niet kopen met een baantje bij de Mc Donald’s.” Merkkleding Het is een moeizame maar innige relatie die voor haar familie angstvallig verborgen wordt gehouden. Haar geheime leven vindt plaats tijdens schooltijd en daarna. Najimah heeft grote gouden ringen in haar oren en op de tafel naast haar staat een klein Louis Vuitton-tasje. Zij zit op een middelbare school in Amsterdam en twee jaar geleden ontmoette ze daar Sabrina. “Ik had niet veel vriendinnen op school en voelde me een beetje een buitenbeentje. Toen het nieuwe schooljaar begon kwam Sabrina bij mij in de klas. Voor ik het wist werden we beste vriendinnen. Zij had altijd heel veel geld en droeg de duurste merkkleding. Ook kende ze heel veel jongens. Veel meisjes dromen van een tas van Burberry of schoenen van Prada. Vaak gingen we shoppen en dan kocht ze een tas voor me of een mooie Dolce & Gabannabroek. Ik keek enorm tegen haar op en vroeg me ook vaak af hoe ze aan zoveel geld kwam. Ik zelf had nooit merkkleding. Mijn ouders hadden een uitkering omdat mijn vader in de ziektewet zat. Na een paar maanden vertelde m’n vriendin me dat ze seks had met jongens voor geld en omdat ik haar beste vriendin was, zou ze ook klanten voor mij regelen. In het begin lachte ik er om en zei ik dat dit niets voor mij was, maar na een tijdje heeft Sabrina mij toch overgehaald. Ik ging naar bed met een jongen voor 75 euro. Een deel van dat geld moest ik weer inleveren bij Sabrina als een soort beschermgeld. Ik vond het vreselijk en wilde er eigenlijk mee ophouden, maar Sabrina maakte mij duidelijk dat ze dat niet zou pikken. Ik was haar beste vriendin en ze deelde toch mooi haar klanten met mij. 2
Via haar heb ik Romario leren kennen. Beiden hebben me duidelijk gezegd dat wanneer ik vertrek ze de hele school zullen vertellen wat voor hoer ik ben. Ze slaan me als ik niet doe wat ze zeggen. Ik kan geen kant op.” Naar Marokko
Najimah en ik besloten haar moeder in vertrouwen te nemen. Zij huilde alleen maar en leek opeens heel afstandelijk naar haar dochter toe. Ze kon dit onmogelijk aan haar man vertellen en besloot naar Marokko te gaan om haar dochter uit dit ‘milieu’ te redden. Ik begrijp nog steeds niet waarom dit soort zaken met de meeste vaders uit islamitische culturen niet bespreekbaar is. Zolang islamitische moeders dit soort ‘geheimen’ in stilte met zich mee dragen en voor hun familieleden verborgen houden, hoeven wij niet te verwachten dat imams de vrijdagmiddagpreken aan deze problematiek gaan wijden. In Marokko was Najimah aldoor aan het overgeven. Ze bleek zwanger te zijn. Ze kwamen terug voor een abortus. Het was ondertussen zes weken later. Ik ging met haar naar de huisarts voor een doorverwijzing. Toen we thuis kwamen zei Najimah plotseling dat ze de zwangerschap niet wou beëindigen. Ze had met Romario gesproken en hij wou met haar verder. Ik vroeg haar of zij zich realiseerde wat het betekende om met een dergelijke crimineel een kind te krijgen, maar ze was vastbesloten. Ik had al eerder uit haar woorden begrepen dat die man haar leven, haar denken en haar voelen bepaalde. Alles draaide om hem. Hij was haar leven. Najimahs moeder stond plotseling in de deuropening en vroeg wat er ging gebeuren. Toen ik zei dat haar dochter de zwangerschap wou laten doorgaan pakte ze de koran en zei dat ze op de koran zou zweren dat haar dochter niet langer haar dochter was. Ik wou weg, ik wilde het niet meemaken. Ik vroeg of ik even alleen met Najimah mocht zijn. Ik keek naar haar en zij keek wezenloos voor zich uit. Ze zag er zo eenzaam en verloren uit. Ik nam haar in mijn armen en wiegde haar als een klein meisje heen en weer. Onze tranen vielen op onze truien. Ik vroeg me af of dezelfde omarming van haar eigen moeder haar misschien had kunnen redden. Opgesloten vanuit ‘zelfbescherming´ Een week later wist ik haar ertoe te bewegen om toch nog abortus te laten plegen en vervolgens aangifte te doen. De maatregelen die volgden leken onlogisch. Ze werd in het kader van een OTS (ondertoezichtstelling, een civiele maatregel) in een gesloten inrichting geplaatst om het contact met de jongens te verbreken en te voorkomen dat ze van huis zou weglopen. Door de meisjes op deze manier van die jongens weg te houden, vervreemden ze nog meer van hun oude omgeving en voelen ze zich onterecht gestraft. Zo groeit het verlangen naar contact met de loverboys alleen maar meer. Zeven jongens, onder andere vijf Marokkanen, hadden een nacht vast gezeten. De Marokkanen gaven zelfs hun eigen zussen aan loverboys en sommige van hun vaders hadden hun kelder beschikbaar gesteld om gestolen goederen in op te slaan. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik had haar overgehaald om aangifte te doen door haar voor te houden dat vele andere meisjes na 3
haar de dupe zouden worden. “Als je het niet voor jezelf kan doen, doe het dan voor hen” zei ik. Doe het voor iedere Faatimah en Amienah en Khadidjah die nog na jou zullen komen. Maar de jongemannen liepen ondertussen weer vrij rond. Het was haar woord tegen hun woord. Ik kon het niet geloven. Veel Marokkaanse meiden zijn het slachtoffer zijn van loverboys, zij werken voor hen of zijn zelf lovergirls geworden. Volgens het onderzoek ‘Loverboys: feiten en cijfers, een quick scan’ van Anke van Dijke en Linda Terpstra is 89% van de daders allochtoon, en 37% van de daders is Marokkaan. Zij zijn vaak op jonge leeftijd al met criminele zaken begonnen, zijn sociaal heel vaardig, meestal tussen de 20 en 30 jaar en vaak laag opgeleid.
Weerbaarheid van meisjes
We moeten ons meer richten op het vergroten van de weerbaarheid van meisjes en jongens op allerlei fronten. Daarbij gaat het om eigenwaarde en grenzen stellen, ook bij de jongens die zo met meisjes omgaan. Uit onderzoeken is gebleken dat het ideale slachtoffer voor een loverboy een jong mooi meisje is dat weinig of geen ervaring met relaties heeft. Of een meisje uit een gebroken en/of onstabiel gezin, waarin geen of een ‘verkeerde’ vader of moeder aanwezig was. Het gaat veelal om meisjes die in de puberteit zitten, die niet voor zichzelf durven op te komen, die vaak een negatief zelfbeeld hebben en dus een gering zelfvertrouwen. Vanuit moslimgezinnen, noch vanuit moskeeën is er begeleiding. Ik heb met Nederlandse vaders en moeders gesproken die er alles aan gedaan hebben om hun kind hieruit te halen en ik heb allochtone ouders gezien die afstand namen van hun dochters zodra zij merkten dat zij hierin betrokken waren, terwijl zij hun zonen vrijuit lieten gaan. Najimah was bevrijd uit de wereld van loverboys. Ze was drugskoerier, prostituee, en lovergirl geweest en moest hiervoor boeten met een abortus. Ze had anderhalf jaar in een gesloten inrichting gezeten. En nu wilde haar moeder bovendien haar dwingen een maagdenvliesoperatie te ondergaan, zodat niemand ooit zou weten dat haar dochter geen maagd meer was. Najimah zei me een jaar later dat ik met haar mee moest komen naar de inrichting. “Er zitten daar heel veel islamitische meisjes, en ze hebben niemand die hun ooit opzoekt.” Toen ik later thuis kwam, vond ik twee gedichten die Najimah in mijn tas had achtergelaten. Ik groeide op tot een volwassen meid
Ik groeide op tot een volwassen meid en besteedde aan mijn familie maar weinig tijd 4
Ik voelde me van mijn ouders vervreemd en van mijn cultuur; mijn wortels ontheemd Mijn moeder kwam nooit naar de ouderbezoeken, mijn vader negeert me vanwege mijn broeken Mijn broer, met wie ik vaak goed kon praten, heeft ons huis laatst plotseling op een dag verlaten Van kleins af aan had ik altijd een droom: een gezellig huis, sfeervol; een home! Maar we leven al jaren langs elkaar heen, het voelt thuis zo koud; zo kil als een steen Ik draag sinds mijn 13-de al deze kleren, zoek liefde van jongens, van mannen, van heren Ik hoopte altijd dat ik met mijn zichtbare string op een dag de blik van een mooie jongen opving en vervolgens in zijn armen alles zou gaan vergeten wat ik in mijn bewustzijn niet langer wil weten Eindelijk voelen wat liefde, wat warmte is, na al die jaren van vreselijk gemis Nadat ik mij aan hem had gegeven wilde ik voor altijd met hem samen leven Het bleef maar spelen in mijn gedachten, maar hij zei iedere keer dat ik nog moest wachten Ik ging van hem houden, me diep aan hem hechten, wou voor een leven met hem samen vechten Ik raakte zwanger; het was niet zo bedoeld ik was zo blij, had me nooit zo gevoeld Toen de vreugde opwelde en ik het hem vertelde sloeg hij in mijn gezicht, ik verloor evenwicht, viel op de grond, hoorde toen uit zijn mond; “Ik zal wel betalen, maar je moet ‘t weghalen, ik ben er niet klaar voor om me te binden, ik denk dat je maar een andere jongen moet vinden” Zo heb ik mijn liefste en mijn baby verloren en kan geen een man mij ooit nog bekoren Verdriet
Als je de tranen in je ogen voelt branden, Maar je wilt niet dat ze voor de voeten van een ander belanden. 5
Je wilt niet dat ze het zien; de pijn en het verdriet. Want je weet; troosten zullen ze je toch niet. Ik hou me groot want niemand zegt dat ‘t oké is om klein te zijn. Om het soms gewoon even bloot te geven al die pijn, Gewoon even uit kunnen huilen, Maar niemand geeft me een warm plekje om even in weg te schuilen. Niemand slaat ooit een arm om mij heen En als ze het al doen verwijderen ze hem ook weer meteen. Bovendien voel ik dat het zo nodig moet, Niemand die het ooit eens uit liefde en genegenheid doet. En als iemand het wel doet, dan doet het pijn, Omdat het vreemd is dat er opeens mensen voor je zijn. Dan kan je de woorden niet meer vinden en voel je je naar, En die tranen achter je ogen blijven nog steeds daar. Al die verborgen pijn die mij verscheurt, Een schrijnend verdriet wat maar zeurt en zeurt, Een plek kan ik het niet geven en erover praten al helemaal niet. Niemand mag het zien, maar wanneer ik het wel zien ze het evengoed niet. Ik voel me gewoon zo rot en alleen, Nooit had ik mensen die er voor mij waren om mij heen. En nog steeds zijn ze heel ver bij mij vandaan. Leer ik ooit de pijn, het verdriet en de tranen te laten gaan? Kan ik het ooit loslaten al deze pijn en dit verdriet? Zal er ooit iemand zijn die het meteen aan me ziet? Zal ik ooit leren om niet bang te zijn voor iemand die om me geeft? En om te praten over alles en te genieten van alles wat leeft?
6